GEMEENTEBLAD VAN HELMOND

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "GEMEENTEBLAD VAN HELMOND"

Transcriptie

1 GEMEENTEBLAD VAN HELMOND Jaar : 2006 Nummer: 31 Besluit : B & W 9 mei 2006 BELEIDSREGELS WET WERK EN BIJSTAND (WWB) Inhoudsopgave Richtlijnen "Bijstand" Begrippen B001 - Voorbeelden van inrichtingen Aanvraag B142 - Verkorte aanvraagprocedure na korte onderbreking bijstand B002 - Eerste termijn inleveren gegevens bij aanvraag B003 - Ingangsdatum bijstand na afgewezen WW-aanvraag B004 - Afhandeling ingetrokken aanvragen B005 - Categorieën aanvragen bij CWI i.p.v. college B006 - Locatie(s) indienen aanvragen B007 - Verlenging overdrachtstermijn Recht op bijstand B012 - Bijzondere bijstand voor legeskosten verblijfsvergunningen en naturalisatie B013 - Bijstand voor vaste lasten woning gedetineerde B014 - Bijstand voor reiskosten bezoek gedetineerde B015 - Bijstand en het vervullen van alternatieve straffen B016 - Meldingsplicht studie B017 - Meldingsplicht vakantie/verblijf in het buitenland Middelentoets B147 - Wanneer wordt toepassing gegeven aan de inkomstenvrijlating B018 - Wijze van korten inkomsten i.v.m. kamerhuurders/kostgangers B149 - Vermogensvastelling gedurende de periode van bijstandsverlening B019 - Saldo lopende rekening bij vermogensvaststelling B020 - Moment vermogensvaststelling bij echtscheiding/verlating B021 - Vaststellen vermogen bij overname cliënt uit andere gemeente B022 - Vaststelling vermogen bij wijziging leefvorm B023 - Beleid inzake korten voorlopige teruggave B024 - Vrijlaten giften B025 - Spaarloon B026 - Ex-partner betaalt woonkosten B027 - Waarde auto bij vermogensvaststelling B028 - Reservering uitvaartkosten bij vermogensvaststelling Verplichtingen en afstemming B029 - Inschrijving bij uitzendbureaus B030 - Beleidsregels ontheffing arbeidsplicht B031 - Betekenis "onverwijld uit eigen beweging" in artikel 17 lid 1 WWB blz. 1

2 B032 - Belanghebbende beschikt niet meer over bewijsstukken B033 - Periode te overleggen bankafschriften B034 - Procedure inleveren maandelijks ROF/inkomstenverklaring B136 - ROF of Mutatieformulier B035 - Categorieën die zijn vrijgesteld inleveren maandelijks ROF/inkomstenverklaring B036 - Meldingsplicht vrijwilligerswerk B037 - Duur aanvultermijn bij aanvraag op grond van artikel 4:5 lid 1 Awb B038 - Duur hersteltermijn tijdens bijstand B039 - Beleidsregels huisbezoek B040 - Personen zonder identiteitsbewijs B041 - Personen zonder geldig identiteitsbewijs B042 - Uitleg budgetteringsplicht artikel 57 WWB B043 - Gevallen waarin wordt afgezien van een verlaging B150 - Verlagen algemene bijstand, bijzondere bijstand of langdurigheidstoeslag B044 - Overzicht hoogte verlagingen B045 - Hoogte verlaging bij meerdere gedragingen B046 - Recidive B047 - Waarschuwing i.p.v. verlaging B048 - Ingangsdatum verlaging B049 - Termijn heroverweging besluit tot verlaging Algemene bijstand B144 - Verlaging algemene bijstand voor personen van 18, 19 of 20 jaar B050 - Toeslagen algemene bijstand voor personen van 21 tot 65 jaar B051 - Verlaging algemene bijstand gehuwden B052 - Verlaging algemene bijstand wegens ontbreken woonkosten B053 - Verlaging algemene bijstand schoolverlaters B054 - Verlaging toeslag algemene bijstand alleenstaande van 21 of 22 jaar B055 - Anticumulatiebepaling verlaging algemene bijstand B056 - Ingangsdatum normwijziging alleenstaande ouder/alleenstaande B057 - Ingangsdatum normwijziging bij verblijf in inrichting B058 - Bijzondere bijstand voor vaste lasten tijdens verblijf in in... B059 - Beleid inzake bijstandsverlening aan daklozen B060 - Berekening hoogte algemene bijstand bij co-ouderschap B061 - Vaststelling vermogen bij co-ouderschap Bijzondere bijstand B062 - Moment aanvragen bijzondere bijstand (terugwerkende kracht) B137 - In aanmerking te nemen middelen voor draagkracht B063 - Draagkrachtpercentages B064 - Draagkrachtperiode bijzondere bijstand B065 - Wijziging draagkracht tijdens draagkrachtperiode B066 - Drempelbedrag B067 - Stappenplan berekening bijzondere bijstand B068 - Telefoonnummer ziekenfonds B069 - Waar en wanneer medisch advies vragen B070 - Standaard aanvullende of collectieve ziektekostenverzekering B073 - Brillen en contactlenzen B074 - Overig beleid inzake specifieke medische kosten B075 - Uitvaartkosten B076 - Kosten bewindvoering B077 - Kosten curatele B078 - Kosten rechtsbijstand B079 - Hoogte bijzondere bijstand 18 t/m 20-jarigen niet in inrichting B080 - Hoogte bijzondere bijstand 18 t/m 20-jarigen in inrichting B081 - Procedure verhaal bijzondere bijstand jongeren B082 - Indirecte schoolkosten schoolgaande kinderen B083 - LBIO-bijdrage residentiële opvang kinderen blz. 2

3 B084 - Baby-uitzet B085 - Maaltijdvoorziening B086 - Verzorging en hulp B087 - Communicatie en signalering B088 - Stookkosten B089 - Reiskosten woon-werkverkeer (verwervingskosten) B091 - Reiskosten bezoek zieke familieleden B092 - Reiskosten bezoek CWI B093 - Suppletie GKB-lening B094 - Kosten schuldhulpverlening B095 - Kosten van sociaal culturele en educatieve activiteiten B096 - Bewassing en kledingslijtage B097 - Toeslag bijzondere bijstand voormalig alleenstaande ouders B098 - Kosten van scholing en opleiding B099 - Verwervingskosten (algemeen) B100 - Kosten kinderopvang (verwervingskosten) B101 - Duurzame gebruiksgoederen en overige inrichtingskosten B102 - Verhuiskosten B103 - Eerste maand huur en administratiekosten B105 - Overbrugging scherpe terugval in inkomen B106 - Overige bijzondere kosten B138 - Aangewezen groepen voor categoriale bijzondere bijstand B145 - Berekening woonkostentoeslag huurders B146 - Berekening woonkostentoeslag eigenaren B148 - Extra kosten chronisch zieken, gehandicapten en ouderen B151 - Dieetkosten B152 - Zelfzorgmiddelen bij een chronische aandoening B153 - Tandheelkundige hulp B154 - Psychotherapie B155 - Fysiotherapie en oefentherapie Langdurigheidstoeslag B107 - Beoordeling arbeidsinspanning voor langdurigheidstoeslag B156 - Gemeentelijke uitvoeringsregels inzake langdurigheistoeslag Vormen van bijstand B108 - gevallen waarin bij leenbijstand zekerheden als pand of hypotheek worden verlangd B109 - Looptijd leenbijstand B110 - Hoogte aflossing leenbijstand B111 - Matiging en opschorting aflossing leenbijstand B112 - Aanpassing aflossing leenbijstand B113 - Rente over leenbijstand B140 - Verkoop of vererving van woning ingeval van leenbijstand B141 - Herleving geldlening i.v.m. eigen woning na onderbreking bijstand Betaling bijstand B115 - Moment uitbetalen vakantietoeslag B116 - Verstrekken voorschotten tijdens aanvraag B117 - Hoogte en duur voorschotten tijdens aanvraag B118 - Verrekening van bij aanvraag verstrekte voorschotten B119 - Adres voorzitter GS B120 - Beleidsregels inzake beslag Herziening, intrekking, terugvordering en verhaal B121 - Gevallen waarin wordt afgezien van herziening en intrekking B122 - Gevallen waarin wordt afgezien van terugvordering B123 - Aflossingsregels terugvorderingsschulden blz. 3

4 B124 - Moment van invordering B125 - Beleidsregels invordering Rechtsbescherming en procesrecht A002 - Adres rechtbank, sector bestuursrecht A027 - Rechtstreeks beroep bij rechtbank Richtlijnen "Voorliggende voorzieningen" Inkomensregelingen V001 - Duur aanvultermijn zelfstandigen V002 - Gegevens Bbz-commissie V004 - Marginale zelfstandigen V005 - Rapporterende instanties zelfstandigen V006 - Beleid startende zelfstandigen V007 - Centrumgemeente WWIK V008 - Procedure doorverwijzen naar WWIK-centrumgemeente V009 - Gemeentelijk genormeerde maatregelen Ioaw V010 - Waarschuwing i.p.v. boete bij nul-fraude V011 - Uitvoerder boeteprocedure V012 - Verhoging boete wegens recidive V013 - Terugvordering kruimelbedragen Ioaw V014 - Aangewezen gemeente voor bijstandsverlening aan schippers V022 Hoogte bestuurlijke boete WIN blz. 4

5 Begrippen B001 Voorbeelden van inrichtingen In deze richtlijn worden concrete voorbeelden van instellingen in de regio genoemd die moeten worden aangemerkt als inrichting in de zin van de WWB en van instellingen die, hoewel men anders zou kunnen vermoeden, juist geen inrichting zijn in de zin van de WWB. Inrichting: Ziekenhuizen Psychiatrische inrichtingen (zoals bijvoorbeeld de Grote Beek te Eindhoven, het Vincent van Gogh instituut te Venray) GGZ-woonvoorzieningen [zoals bijvoorbeeld de Geestelijke Gezondheidszorg Oost-Brabant aan o.a. de Burgemeester van Houtlaan te Helmond] Geen inrichtingen: Blijf-van-mijn-lijfhuizen Projecten voor begeleid zelfstandig wonen Opvang voor dak- en thuislozen (sociale pensions) Huize D n Herd Doorgangshuis Vrouwenopvangcentrum Oversteek Retour Aanvraag B142 Verkorte aanvraagprocedure na korte onderbreking bijstand In deze richtlijn is aangegeven in welke gevallen er een verkorte aanvraagprocedure gehanteerd wordt bij een nieuwe aanvraag na een eerdere beëindiging van de bijstand. Er geldt een vereenvoudigde aanvraagprocedure in het geval dat belanghebbenden binnen zes maanden na beëindiging een hernieuwd beroep op bijstand doet. Indien belanghebbende minder dan 30 dagen voor de datum van melding nog recht op bijstand had, wordt dit recht niet geacht te zijn geëindigd en hoeft geen nieuwe aanvraag te worden gedaan. B002 Eerste termijn inleveren gegevens bij aanvraag In deze richtlijn is aangegeven binnen welke eerste termijn belanghebbende bij het aanvragen van een bijstandsuitkering de voor deze aanvraag van belang zijnde gegevens dient te verstrekken. Met de belanghebbende wordt een afspraak gemaakt voor een eerste gesprek. Tijdens dit intakegesprek dient de belanghebbende het (volledig) ingevulde en ondertekende inlichtingenformulier alsmede de gevraagde bewijsstukken aan de WIZ te overhandigen. Het intakegesprek vindt in principe binnen een week na afgifte van het inlichtingenformulier plaats. B003 Ingangsdatum bijstand na afgewezen WW-aanvraag In deze richtlijn is aangegeven het beleid inzake het bepalen van de ingangsdatum van de bijstand nadat een aanvraag voor een WW-uitkering is afgewezen. De belanghebbende wiens WW-aanvraag is afgewezen dient zich binnen acht dagen na ontvangst van de afwijzing te melden voor een WWB-aanvraag. B&W kennen de bijstand in dat geval in beginsel toe per datum van de WW-aanvraag. Bij een latere melding kennen B&W de bijstand toe per datum melding, tenzij er sprake is van bijzondere omstandigheden die de latere melding rechtvaardigen. blz. 5

6 B004 Afhandeling ingetrokken aanvragen In deze richtlijn is aangegeven hoe te handelen indien belanghebbende aangeeft dat hij de aanvraag intrekt. De intrekking van een aanvraag wordt altijd met een brief of het hiervoor ontwikkelde formulier bevestigd. B005 Categorieën aanvragen bij CWI i.p.v. college In deze richtlijn zijn de categorieën van aanvragen aangegeven welke in afwijking van artikel 41 lid 2 WWB niet bij het college, maar bij de Centrale organisatie werk en inkomen moeten worden ingediend. Tussen het CWI en de gemeente zijn afspraken gemaakt over de wettelijke uitzonderingscategorieën (ad artikel 41 lid 2 WWB) die direct na of bij de melding worden doorverwezen naar de gemeente. Tevens zijn afspraken gemaakt over onjuiste meldingen bij het CWI (zoals aanvragen bijzondere bijstand) en over de directe doorverwijzing van broodnoodgevallen De uitzonderingscategorieën zijn: Cliënten die een aanvraag om bijzondere bijstand doen; Cliënten die een aanvraag doen voor een Bbz-uitkering; Clienten die een aanvraag doen voor een IOAZ-uitkering (notitie SZW ); Cliënten die ouder zijn dan 65 jaar; Cliënten die in een inrichting verblijven (gemeente waar de inrichting is); Cliënten die een aanvraag doen ingevolge de Wvg; Cliënten die een aanvraag doen voor een Wik-uitkering (Gemeente Eindhoven, Dienst Werk Zorg en Inkomen, Smalle Haven 109, 5611 EH Eindhoven, Postbus 90151, 5600 RC Eindhoven, tel: ; Cliënten die dak- en thuisloos zijn (Gemeente Helmond). Binnenvaart (Gemeente Maasbracht, Markt 36, 6051 DZ, tel: ). Cliënten die een nieuwe aanvraag doen < 30 dagen na einde gemeentelijke uitkering herleving recht retour casemanager gemeente. Tussen 30 en 45 dagen bellen en overleggen met casemanager of nieuwe aanvraag noodzakelijk is, of er herleving kan plaatsvinden. Met betrekking tot de cliënten die een voorschotaanvraag indienen voor broodnood wordt als volgt gehandeld: Op de eerste plaats draagt het CWI er zorg voor dat men de nodige terughoudendheid betracht bij het in gang zetten van de broodnoodprocedure. Alleen in noodzakelijke gevallen waarbij een aanvrager over geen saldo lopende rekening en geen spaartegoeden meer beschikt en niet kan wachten op de eerste reguliere betaling kan de broodnoodprocedure in werking worden gezet. Het CWI zal, ingeval van minder noodzakelijke gevallen, de complete gegevensset overdragen aan de gemeenten met de interne markering SPOED, zodat de aanvrage regulier kan worden afgewerkt en een broodnoodvoorschot kan worden voorkomen. Aanvragen m.b.t. minimaregelingen en langdurigheidstoeslag kunnen worden ingediend bij het bureau WVG, Penningstraat 53, 5701 MZ Helmond, B006 Locatie(s) indienen aanvragen In deze richtlijn is aangegeven op welk adres belanghebbende zich moet melden om een aanvraag voor bijstand te kunnen indienen. Voor aanvragen die bij de CWI moeten worden ingediend, moet de aanvrager zich melden bij: Centrum voor werk en inkomen Peelland blz. 6

7 Binnen Parallelweg 42-56, 5701 PH Helmond Postbus 1000, 5700 BA Helmond Telefoonnummer Voor aanvragen die bij het college moeten worden ingediend (zie richtlijn B005), moet de aanvrager zich melden bij Afdeling Werk Inkomen en Zorg De Clundert 1, 5701 MD Helmond Postbus 232, 5700 AE Helmond Telefoonnummer Aanvragen bijzondere bijstand door niet-uitkeringsgerechtigden kunnen worden ingediend bij het bureau WVG, Penningstraat 53, 5701 MZ Helmond, Aanvragen m.b.t. minimaregelingen en langdurigheidstoeslag kunnen worden ingediend bij het bureau WVG, Penningstraat 53, 5701 MZ Helmond, WVG-aanvragen kunnen worden ingediend bij het bureau WVG (Penningstraat 53, ) en bij de stadswinkel (Frans Joseph van Thielpark 1, ). Aanvragen omtrent schuldhulpverlening kunnen worden ingediend bij de Budgetwinkel, Smalstraat 2, 5701 NX Helmond. Telefoonnummer B007 Verlenging overdrachtstermijn In deze richtlijn is aangegeven of de overdrachtstermijn voor aanvragen welke bij de Centrale organisatie werk en inkomen zijn ingediend wordt verlengd. Er zijn geen afspraken gemaakt met de CWI inzake verlenging van de overdrachtstermijn. Recht op bijstand B012 Bijzondere bijstand voor legeskosten verblijfsvergunningen en naturalisatie In deze richtlijn is het beleid aangegeven ten aanzien van het verstrekken van bijzondere bijstand voor de (leges)kosten van verblijfsvergunningen en naturalisatie aangeven. Recht op bijzondere bijstand Voor vreemdelingen als bedoeld in artikel 11 lid 2 en 3 WWB bestaat er recht op bijzondere bijstand voor de (leges)kosten van verlenging of wijziging van een verblijfsvergunning. Deze legeskosten worden aangemerkt als bijzonder noodzakelijke kosten van het bestaan. De (leges)kosten van naturalisatie worden niet aangemerkt als noodzakelijke kosten. Om in aanmerking te komen voor bijzondere bijstand voor de legeskosten in verband met het aanvragen van een verblijfsvergunning moet de aanvrager dus ten tijde van het opkomen van deze kosten een met een Nederlander gelijkgestelde vreemdeling zijn (artikel 11 lid 2 en 3 WWB; zie ook paragraaf B3.6 onderdeel 3.1). In de meeste gevallen zullen daarom de (leges)kosten voor de behandeling van een eerste aanvraag voor de verlening van een verblijfsvergunning niet in aanmerking komen voor bijstandsverlening. Indien de aanvraag betrekking heeft op kosten van een (eerste) verblijfsvergunning voor kinderen in het kader van gezinshereniging en de aanvraag is ingediend door de legaal in Nederland verblijvende ouder kunnen de kosten in aanmerking komen voor bijstandsverlening. Geoordeeld kan worden dat deze kinderen ten laste komende kinderen zijn indien de legaal in Nederland verblijvende ouder voor hen kinderbijslag ontvangt. blz. 7

8 Het territorialiteitsbeginsel staat niet in de weg aan de verlening van bijstand voor de legeskosten ter zake van de verblijfsvergunningen van de minderjarige kinderen. Het gaat hier immers niet om kosten die buiten Nederland zijn opgekomen of kosten die niet aan Nederland zijn verbonden. De kosten waarvoor de aanvrager om bijzondere bijstand heeft verzocht, vinden hun oorsprong in Nederland. Met betrekking tot de legeskosten voor de echtgenote in het kader van een gezinshereniging geldt dat deze als aanvraagster van de verblijfsvergunning verantwoordelijk is voor de betaling van de legeskosten. Zij is op het moment van het ontstaan van de kosten niet een met een Nederlander gelijkgesteld persoon en kan tot het moment van verstrekking van de reguliere verblijfsvergunning aan de WWB geen recht ontlenen en kan er dus geen bijzondere bijstand verstrekt worden voor de legeskosten ter zake van de verblijfsvergunning. Vorm van de bijzondere bijstand Op grond van artikel 48 lid 1 WWB wordt de bijstand in beginsel om niet verstrekt. Slechts als redelijkerwijs kan worden aangenomen dat belanghebbende op korte termijn over voldoende middelen zal beschikken om in deze kosten te voorzien wordt de bijstand in de vorm van een geldlening verstrekt (artikel 48 lid 2 onderdeel a WWB). Hoogte van de bijzondere bijstand De hoogte van de te verlenen bijzondere bijstand is gelijk aan de werkelijk te maken (leges)kosten. Op deze voor bijstand in aanmerking komende kosten worden het in aanmerking te nemen inkomen en vermogen (artikel 35 lid 1 WWB) en het (eventueel van toepassing zijnde) drempelbedrag (artikel 35 lid 2 WWB) in mindering gebracht. Zie voor de gemeentelijke beleidsregels inzake het in aanmerking te nemen inkomen en vermogen en het al dan niet toepassen van het drempelbedrag paragraaf B7.3. ht op bijzondere bijstand B013 Bijstand voor vaste lasten woning gedetineerde In deze richtlijn is aangegeven hoe omgegaan wordt met het (al dan niet) verstrekken van bijstand voor de vaste lasten van de woning aan een gedetineerde alleenstaande om hem in staat te stellen zijn woning aan te houden gedurende de detentieperiode. In beginsel is het niet mogelijk om bijzondere bijstand te verlenen voor de vaste lasten van een woning tijdens detentie. Dit volgt uit het algemene verbod op bijstandsverlening aan gedetineerden (artikel 13 lid 1 onderdeel a WWB). Indien er echter sprake is van zeer dringende redenen dan kan in afwijking hiervan toch bijstand worden verleend (artikel 16 lid 1 WWB; zie ook paragraaf B3.4). B014 Bijstand voor reiskosten bezoek gedetineerde In deze richtlijn is aangegeven het beleid ten aanzien van het verstrekken van bijzondere bijstand voor reiskosten in verband met het bezoeken van een gedetineerde. Omschrijving van de kosten Het betreft de kosten die gemaakt moeten worden om het traject van thuis naar het verblijfadres van de gedetineerde af te leggen. Voorliggende voorzieningen Er is geen voorliggende voorziening. Recht op bijzondere bijstand De reiskosten die worden gemaakt in verband met een bezoek aan iemand die in Nederland is gedetineerd komen in aanmerking voor bijzondere bijstand. Reiskosten in verband met bezoek aan een in het buitenland gedetineerde overschrijden, voorzover zij niet uit de blz. 8

9 algemene bijstand kunnen worden voldaan, behoudens bijzondere omstandigheden, de grens van wat voor de WWB noodzakelijk is. Dus: geen extra bijstand. De reiskosten in verband met het bezoek van een gezinslid of een 1 ste -graadsverwante komen in aanmerking voor vergoeding. Hierbij wordt uitgegaan van één bezoek per week door één persoon. Naar keuze kan de bijstand ook worden besteed voor een bezoek per 2 weken door 2 personen, een bezoek per 3 weken door 3 personen, enz. Hoogte bijzondere bijstand De hoogte van de vergoeding is gelijk aan de kosten van het openbaar vervoer 2de klas voor één persoon per week. Aan de bijstand verbonden verplichtingen Vervoers- of bezoekbewijzen moeten worden overgelegd. Draagkrachtpercentage Bepaal het draagkrachtpercentage overeenkomstig de hoofdregel (zie paragraaf B7.3). Drempelbedrag Bepaal het drempelbedrag overeenkomstig de hoofdregel (zie paragraaf B7.3). B015 Bijstand en het vervullen van alternatieve straffen In deze richtlijn wordt aangegeven het beleid ten aanzien van de reële beschikbaarheid voor arbeid van een belanghebbende die een taakstraf (alternatieve straf) moet vervullen. In beginsel wordt altijd toestemming verleend voor het verrichten van de onbetaalde arbeid als alternatieve straf, met behoud van uitkering. B016 Meldingsplicht studie In deze richtlijn wordt aangegeven wanneer en hoe de belanghebbende inlichtingen over het (gaan) volgen van een studie of opleiding moet verstrekken om te voldoen aan zijn algemene inlichtingenplicht. Belanghebbende is verplicht vooraf middels het wijzigingsformulier te melden dat hij een studie wil gaan volgen. Naar aanleiding van de melding beoordelen B&W of zij toestemming kunnen verlenen voor het volgen van die studie met behoud van uitkering. Middels een beschikking wordt de belanghebbende op de hoogte gesteld van de beslissing. Indien B&W toestemming verlenen wordt in de beschikking duidelijk omschreven waarvoor toestemming is verleend en onder welke voorwaarden. De belanghebbende dient binnen een maand na aanvang van de studie een bewijs van inschrijving van het opleidingsinstituut te overleggen. B017 Meldingsplicht vakantie/verblijf in het buitenland In deze richtlijn wordt aangegeven wanneer en hoe de belanghebbende inlichtingen over zijn verblijf in het buitenland en/of (langdurig) verblijf buiten de gemeente moet verstrekken om te voldoen aan zijn algemene inlichtingenplicht. Vakantieverlof in zowel het buitenland als in Nederland moet vooraf worden aangevraagd. (Voor vakantie in Nederland zie ook het handboek WWB hoofdstuk B3.12 paragraaf 3.) Vakantieverlof dient door de partners afzonderlijk te worden aangevraagd en worden getoetst. Hierbij kunnen zich situaties voordoen dat partners niet eenzelfde vakantieduur hebben / dan wel dat er verschillende rechten op doorbetaling van uitkering bestaan. Aanvraag De belanghebbende dient vakantie in het buitenland of een verblijf van 7 dagen of langer buiten de eigen gemeente tussen 1 en 5 dagen voor vertrek te melden (ex artikel 17 lid 1 WWB) via het vakantieformulier. Dit formulier dient persoonlijk door de belanghebbende te blz. 9

10 worden ingeleverd bij de receptie WIZ. Op het formulier moet de vakantieperiode worden aangegeven. De belanghebbende dient op de eerste werkdag na terugkeer van de vakantie in het buitenland of het verblijf van 7 dagen of langer buiten de eigen gemeente, zich persoonlijk terug te melden aan de receptie WIZ met een legitimatiebewijs. De reisdagen zijn nog vakantiedagen. De uitkering kan dus worden hervat ingaande de dag volgend op die van terugkeer. In beginsel betekent dit dat weer uitkering wordt toegekend met ingang van de dag dat de belanghebbende zich bij de gemeente heeft gemeld. Er wordt van uitgegaan dat hij de vorige dag is teruggekeerd. De belanghebbende die beweert eerder te zijn teruggekeerd zal dit moeten aantonen: bij een vliegreis het retourticket met de datum van terugkomst bij terugkeer per auto uit een land waar een stempel in het paspoort wordt geplaatst geeft dit de meest betrouwbare informatie. Bijvoorbeeld bij Turkije en Marokko worden tenminste als reisdagen aangemerkt de dag dat de stempel is geplaatst en de daaropvolgende dag; daarna is weer uitkering mogelijk (dus maandag stempel = mogelijk woensdag weer uitkering). Als van het verblijf in het buitenland geen mededeling is gedaan dient een maatregel te worden opgelegd in verband met het schenden van de inlichtingenplicht. De uitkering die langer is betaald dan de toegestane vakantieduur wordt teruggevorderd op grond van artikel 58 lid 1 WWB. Er is geen recht op een vakantieperiode indien de belanghebbende naar het buitenland vertrekt en geen inlichtingen meer verstrekt. De belanghebbende van buitenlandse afkomst mag aansluitend aan de 4 weken nog 2 weken zonder behoud van uitkering in het buitenland blijven als: hij gaat naar het land van herkomst, om zijn familie te bezoeken, én hij hiervan vooraf mededeling heeft gedaan. Voor anderen geldt dezelfde regeling als sprake is van een vergelijkbare situatie, zoals iemand met Nederlandse nationaliteit van Surinaamse afkomst, of een Nederlander die geëmigreerde familie wil bezoeken. Onder genoemde voorwaarden kan de beeindigde uitkering per datum terugkeer worden voortgezet en hoeft er geen nieuw aanvraagtraject te worden gestart. Er wordt, om administratieve redenen, gehandeld als ware de uitkering opgeschort. In afwijking van het gestelde in het algemeen deel van het handboek WWB, in paragraaf B3.12 onderdeel 2.1 betreffende arbeidsongeschikten jonger dan 57,5 jaar die volledig zijn vrijgesteld van de plicht tot arbeidsinschakeling, geldt dat de periode van 13 weken beperkt blijft tot personen van 57,5 jaar of ouder met ontheffing van de plicht tot arbeidsinschakeling en van de reïntegratieplicht. De overige personen hebben hiervoor geen gelegenheid op grond van het territorialiteitsbeginsel. Aan deze groep personen wordt dan ook maximaal 4 weken met behoud van uitkering de gelegenheid gegeven om vakantie te hebben. Bij langer verblijf met vakantie dan de 4 weken, wordt de uitkering beëindigd. Afhankelijk onder andere van de mogelijkheden van arbeidsinschakeling, zal een maatregel al dan niet aan de orde zijn. Middelentoets B147 Wanneer wordt toepassing gegeven aan de inkomstenvrijlating In deze richtlijn is aangegeven in welke gevallen het vrijlaten van inkomsten op grond van artikel 31 lid 2 onderdeel o WWB bijdraagt aan de arbeidsinschakeling van belanghebbende. In beginsel komt elke vorm van betaald werk in aanmerking voor de inkomstenvrijlating van artikel 31 lid 2 onderdeel o WWB. De ingangsdatum van de inkomstenvrijlating wordt door de blz. 10

11 casemanager in overleg met de client vastgesteld. De client tekent daarvoor een verklaring welke aan het dossier wordt toegevoegd. Inkomsten uit illegale activiteiten zijn niet vrijgelaten, omdat van illegale activiteiten niet gezegd kan worden dat ze de reïntegratie bevorderen. Verzwegen inkomsten kunnen (als zij achteraf geconstateerd worden) niet in aanmerking komen voor de vrijlating, daar het achteraf vrijlaten niet meer bijdraagt aan de arbeidsinschakeling. B018 Wijze van korten inkomsten i.v.m. kamerhuurders/kostgangers In deze richtlijn is aangegeven op welke wijze de inkomsten in aanmerking worden genomen bij verhuur of onderhuur van de door belanghebbende bewoonde woning of bij het hebben van kostgangers. De eerste mogelijkheid is van toepassing. Op grond van de GVTV leidt het delen van een woning met anderen tot een lagere toeslag voor een alleenstaande (ouder) of tot een verlaging voor gehuwden (zie ook paragraaf B6.7 onderdeel 3 en paragraaf B6.7 onderdeel 4.2). De werkelijke inkomsten mogen niet worden gekort. Zijn er echter in totaal 3 of meer kostgangers en/of kamerhuurders dan kan waarschijnlijk worden aangenomen dat er sprake is van bedrijfsmatige activiteiten. In het geval van bedrijfsmatige activiteiten (geen bescheiden schaal) kan eventueel een beroep worden gedaan op de Bbz. Let wel: dit kan alleen als het een levensvatbare onderneming betreft!) Indien er geen sprake is van een bedrijfsmatige activiteiten dient in voorkomende gevallen een onderzoek te worden ingesteld in welke mate inkomsten nog in aanmerking kunnen worden genomen. B149 Vermogensvastelling gedurende de periode van bijstandsverlening In deze richtlijn is aangegeven op welke wijze het vermogen van belanghebbende wordt vastgesteld tijdens de verlening van algemene bijstand. Om praktische redenen wordt het vermogen tijdens de verlening van algemene bijstand als volgt vastgesteld: Vermogenssaldo bij vorige vaststelling (bij aanvang van de bijstand of vorig (her)onderzoek) + Ontvangsten sinds de vorige vaststelling (na aftrek van vrijlatingen) + Waardevermeerdering van bezittingen + Aflossing van schulden sinds de vorige vaststelling + Kwijtschelding van schulden sinds de vorige vaststelling - Nieuwe schulden sinds de vorige vaststelling - Waardevermindering van bezittingen (m.u.v. bestedingen) =================================================================== Nieuw vermogenssaldo Gevolgen van vermogensmutaties Indien het nieuwe vermogenssaldo lager is dan de actuele van toepassing zijnde vermogensgrens bestaat er recht op algemene bijstand (artikel 34 lid 3 WWB; zie ook onderdeel 7.2 van deze paragraaf). Is het nieuwe vermogenssaldo daarentegen hoger dan de vermogensgrens dan moet het college de algemene bijstand beëindigen. Belanghebbende zal zijn vermogensoverschot moeten interen voordat er weer recht op algemene bijstand ontstaat (zie onderdeel 10 van deze paragraaf). Ontvangsten sinds de vorige vaststelling Als de belanghebbende tijdens de bijstandsverlening vermogen ontvangt, dan moet het college dit ontvangen vermogen meenemen bij het bepalen van het nieuwe vermogenssaldo, voor zover dit niet is vrijgelaten. Belangrijke voorbeelden van ontvangen vermogen zijn: blz. 11

12 Het ontvangen van een gift die niet geheel of gedeeltelijk wordt vrijgelaten (zie over een eventuele vrijlating hiervan ook paragraaf B4.2 onderdeel 3.12); Het ontvangen van een erfenis. Het ontvangen van een uitkering krachtens een (levens)verzekering (zie CRvB , nr. 00/2982 NABW). Het winnen van een prijs. Zie over vrijgelaten vermogen ook onderdeel 7 van deze paragraaf en onderdeel 8 van deze paragraaf. Aflossing en kwijtschelding van schulden Schulden worden bij de vaststelling van het vermogen alleen meegenomen indien het feitelijk bestaan ervan aannemelijk is en er een daadwerkelijke terugbetalingsverplichting aan vast zit (zie onderdeel 5.1 van deze paragraaf). In bovenstaande systematiek leiden schulden per saldo tot een verhoging van de vermogensvrijlating. Keerzijde van de medaille is dat aflossing en kwijtschelding van schulden leidt tot een hoger vermogen en daarmee tot een lager restant van de vermogensvrijlating. Het niet meenemen van aflossing en kwijtschelding van schulden zou belanghebbenden met schulden blijvend bevoordelen ten opzichte van belanghebbenden zonder schulden. Dit is onbillijk en niet in overeenstemming met de bedoeling van de wetgever. Indien schulden worden afgelost met ontvangsten van vermogen, dan leidt de aflossing niet tot een hoger vermogen. Immers, de ontvangsten worden ook al meegeteld bij de vaststelling van het nieuwe vermogenssaldo. Het daarnaast meetellen van de aflossing zou een dubbeltelling betekenen. Nieuwe schulden sinds de vorige vaststelling Uit de parlementaire geschiedenis blijkt dat er in de WWB, mede op grond van jurisprudentie over de Abw, voor gekozen is om rekening te houden met schulden ongeacht of die bij aanvang van de bijstand aanwezig zijn, dan wel tijdens de bijstandsverlening zijn ontstaan (zie TK , , nr. 3, p en TK , , nr. 3, p. 10 alsmede CRvB , nr. 98/5326 NABW en CRvB , nr. 99/373 NABW). Door in bovenstaande systematiek bij de bepaling van het vermogenssaldo tijdens de bijstand nieuwe schulden (d.w.z. schulden die na aanvang van de bijstandsverlening zijn ontstaan) in mindering te brengen op het vorige vermogenssaldo wordt bereikt dat schulden die tijdens de bijstandsverlening ontstaan exact hetzelfde effect hebben op het vermogenssaldo (en daarmee op het recht op bijstand) als schulden die reeds bij aanvang bestaan. Bestedingen/interen Besteding van/interen op contant geld of geld dat op bank- en spaarrekeningen staat heeft tijdens de bijstand geen invloed op het vermogenssaldo. Met andere woorden: een daling van het banksaldo na aanvang van de bijstand leidt niet tot een daling van het vermogen. Zie TK , , nr. 3, p en TK , , nr. 13, p Waardevermindering en waardevermeerdering van bezittingen Zaken die tijdens de bijstandsverlening in waarde verminderen (bijvoorbeeld auto's) of vermeerderen (bijvoorbeeld aandelen) leiden tot een wijziging van het vermogenssaldo. Dit kan worden afgeleid uit WWB is op de punten waar de CRvB zijn uitspraak op baseert gelijkluidend aan de WWB geen betekenis meer toekomt. Negatief vermogenssaldo De vaststelling van het vermogen geschiedt zowel bij aanvang als tijdens de bijstandsverlening door het maken van een optelsom van positieve en negatieve vermogensbestanddelen. Indien de negatieve bestanddelen groter zijn dan de positieve is de uitkomst negatief. Een negatief vermogenssaldo is dus gewoon mogelijk. Het kan het beste worden vergeleken met een negatief banksaldo. Een negatief vermogenssaldo betekent dat blz. 12

13 er recht op bijstand blijft bestaan zolang de som van de vermogensmutaties kleiner is dan het verschil tussen het negatieve vermogen en de toepasselijke actuele vermogensgrens. Zie ook onderstaande voorbeelden. Rapportage en beschikking Uit de rapportage zal moeten blijken op welke wijze het vermogenssaldo is vastgesteld. Daartoe zal de berekening opgenomen moeten worden onder verwijzing naar bewijsstukken. Indien het vermogenssaldo lager is dan de toepasselijke actuele vermogensgrens bestaat er recht op bijstand. In de beschikking kan dan worden volstaan met vermelding van het vermogenssaldo en de van toepassing zijnde vermogensgrens. Een weergave van de vermogensberekening kan achterwege blijven aangezien het college vaststelt dat er recht op bijstand bestaat. Pas indien als gevolg van vermogensmutaties het vermogenssaldo boven de vermogensgrens uitkomt, zal het college inzage moeten geven in de wijze waarop het vermogenssaldo berekend is. Voorbeeld 1 Bij aanvang van de algemene bijstand bedraagt het vermogen van het gezin Jakobse 4.500,--, opgebouwd uit een auto van 3.500,-- en een spaarrekening met een saldo van 1.000,--. De toepasselijke vermogensgrens bedraagt bij aanvang 9.950,--. Omdat het vermogen onder de toepasselijke vermogensgrens ligt (en er is ook voldaan aan de overige wettelijke voorwaarden) bestaat er recht op algemene bijstand. Na een jaar ontvangt het gezin een erfenis van 9.000,--. De actuele vermogensgrens bedraagt inmiddels ,--. De vermogensmutatie tijdens de bijstand is 9.000,--. De som van het vermogenssaldo bij aanvang van de bijstand en de vermogensmutatie tijdens de bijstand bedraagt ,-- ( 4.500,-- plus 9.000,--). Dit bedrag is hoger dan de actuele vermogensgrens. Het college moet de algemene bijstand beëindigen. Voorbeeld 2 Bij aanvang van de bijstand bedraagt het vermogen van het gezin Jakobse 4.500,--, opgebouwd uit een auto van 3.500,-- en een spaarrekening met een saldo van 1.000,--. De toepasselijke vermogensgrens bedraagt bij aanvang 9.950,--. Omdat het vermogen onder de toepasselijke vermogensgrens ligt (en er is ook voldaan aan de overige wettelijke voorwaarden) bestaat er recht op algemene bijstand. Na een jaar ontvangt het gezin een erfenis van 9.000,--. Bovendien is er een schuld ontstaan van 6.000,--. De actuele vermogensgrens bedraagt inmiddels ,--. De vermogensmutatie tijdens de bijstand bedraagt 3.000,-- ( 9.000,-- minus 6.000,--). De som van het vermogenssaldo bij aanvang van de bijstand en de vermogensmutatie tijdens de bijstand bedraagt 7.500,-- ( 4.500,-- plus 3.000,--). Dit bedrag is lager dan de actuele vermogensgrens. Er bestaat nog steeds recht op algemene bijstand. Het restant van het vrij te laten vermogen bedraagt ,-- minus 7.500,-- = 2.750,--. Voorbeeld 3 Bij aanvang van de bijstand bedragen de schulden van het gezin Jacobse meer dan de bezittingen. Er is een negatief vermogen van ,--. Het vrij te laten vermogen wordt niet aangesproken. Omdat het vermogen onder de toepasselijke vermogensgrens ligt (en er is ook voldaan aan de overige wettelijke voorwaarden) bestaat er recht op algemene bijstand. Na een jaar ontvangt het gezin een erfenis van ,--. De actuele vermogensgrens bedraagt op dat moment ,--. De vermogensmutatie tijdens de bijstand bedraagt ,--. De som van het vermogenssaldo bij aanvang van de bijstand en de vermogensmutatie tijdens de bijstand bedraagt 5.000,-- ( ,-- plus ,--). Dit bedrag is lager dan de actuele vermogensgrens. Er bestaat nog steeds recht op algemene bijstand. Het restant van het vrij te laten vermogen bedraagt ,-- minus 5.000,-- = 5.250,--. De in de voorbeelden genoemde bedragen dienen enkel ter illustratie. Zie de overzichtspagina voor links naar de overige actuele bedragen en historische bedragen. Verantwoording systematiek blz. 13

14 Bovenstaande systematiek betreft een op de praktijk toegesneden uitleg van artikel 54 WWB. Formeel gesproken is er echter sprake van strijd met de wet. Echter, wet en parlementaire geschiedenis spreken elkaar meermaals tegen. De gekozen systematiek probeert zoveel mogelijk aan te sluiten bij de bedoeling van de wetgever, in het bijzonder ten aanzien van de beoogde omgang met schulden die zijn ontstaan na aanvang van de bijstandsverlening. B019 Saldo lopende rekening bij vermogensvaststelling In deze richtlijn wordt aangegeven in hoeverre het saldo op de lopende rekening niet in aanmerking wordt genomen bij de vermogensvaststelling. Ingevolge artikel 34 lid 1 WWB behoren alle geldswaarden tot het vermogen. In beginsel wordt dus ook het saldo van de lopende bank- of girorekening in zijn geheel tot het vermogen gerekend. Aanleiding om hier van af te wijken kan bijvoorbeeld bestaan in gevallen waarin het onredelijk zou zijn het gehele saldo mee te nemen bij de vaststelling van het vermogen, omdat dat saldo mede is bepaald door het laatst ontvangen periodieke inkomen waarvan de gebruikelijke lasten nog moeten worden voldaan. In die gevallen kan bij het vermogen van de belanghebbende buiten beschouwing blijven, tot maximaal de voor hem geldende algemene bijstandsnorm exclusief vakantietoeslag, het positieve saldo van de rekening waarop het periodieke inkomen wordt ontvangen en waarvan het normale levensonderhoud wordt voldaan. Een verdere uitzondering is uitdrukkelijk niet mogelijk, dus: bij een rekeningsaldo boven de norm is het meerdere vermogen een positief saldo beneden de norm betekent 0,-- vermogen bij een negatief saldo geldt het saldobedrag als (negatief) vermogen. B020 Moment vermogensvaststelling bij echtscheiding/verlating In deze richtlijn wordt aangegeven op welk moment de vermogensvaststelling plaatsvindt in het geval van echtscheiding of verlating Uitgangspunt is dat het vermogen wordt vastgesteld bij aanvang van de bijstand (en later bij ieder heronderzoek). In één situatie kan van deze hoofdregel worden afgeweken door het vermogen pas op een later tijdstip vast te stellen. Dit doet zich voor wanneer de aanvrager verwikkeld is in een echtscheidingsprocedure of indien er sprake is van een verlating. In dat geval kan gewacht worden met de vermogensvaststelling totdat de boedelscheiding een feit is. In de toekenningsbeschikking moet dan de mededeling worden opgenomen dat het vermogen na afwikkeling van de echtscheiding wordt vastgesteld en dat bij overschrijding van de toepasselijke vermogensgrens de teveel betaalde bijstand zal worden teruggevorderd (zie ook paragraaf B11.4 onderdeel 7 onder het kopje "Terugvordering op het aandeel uit de boedelscheiding"). Natuurlijk geldt dat de bijstand moet worden geweigerd indien bij de aanvraag duidelijk is dat het vermogen ruimschoots meer bedraagt dan de toepasselijke vermogensgrens en de aanvrager daar op dat moment al over kan beschikken. Als alternatief kan dan leenbijstand worden overwogen (zie ook paragraaf B9.3). Voorbeeld Annelies vraagt bijstand aan. Tijdens het intakegesprek blijkt dat Annelies gaat scheiden van haar man Kees. Annelies en Kees beschikken over een huis met een waarde van ,-- waarop een hypotheek rust van ,--. Daarnaast is er een spaarrekening met een saldo van ,--. Afgesproken is dat Kees in het huis blijft wonen. Annelies kan over het volledige spaartegoed beschikken. De aanvraag om bijstand moet worden afgewezen. Nu Annelies kan beschikken over een vermogen dat ruim boven de voor haar geldende vermogensgrens ligt, is het niet nodig om de vermogenstoets uit te stellen tot na de afwikkeling van de echtscheiding. Indien er geen spaarrekening was geweest kon de aanvraag worden toegewezen met uitstel van de vermogenstoets. blz. 14

15 Vermogen uit boedelscheiding t.b.v. woninginrichting Als de belanghebbende na de boedelscheiding de beschikking krijgt over vermogen en dit deels wil aanwenden voor woninginrichting, dan gelden hiervoor de volgende uitgangspunten: in beginsel wordt slechts het bescheiden vermogen vrijgelaten; een extra vrijlating voor inrichtingskosten is mogelijk als uit een (onderhandse) akte duidelijk blijkt dat de belanghebbende geen of slechts gedeeltelijk inrichtingsgoederen heeft toegescheiden gekregen. De extra vrijlating bedraagt in alle gevallen - uitgaande van de helft en rekening houdend met een besteding van 1,5 maal de norm - 75% van de betreffende maximale totaalvergoeding voor woninginrichting (zie paragraaf B7.17 onderdeel 4 Duurzame gebruiksgoederen ). B021 Vaststellen vermogen bij overname cliënt uit andere gemeente In deze richtlijn wordt aangegeven hoe het vermogen vastgesteld wordt bij vestiging in de gemeente van een belanghebbende die direct voorafgaand aan deze verhuizing in een andere gemeente reeds bijstand genoot. Bij overname van een belanghebbende uit een andere gemeente dienen het vermogen en de toepasselijke vermogensgrens opnieuw te worden vastgesteld. De reden hiervoor is dat iedere gemeente een eigen verantwoordelijkheid heeft voor de bijstandsverlening en dat het eigen beleid inzake de vaststelling van het vermogen per gemeente kan verschillen. Verder kan er op grond van de domiciliebepalingen van artikel 40 lid 1 WWB gesteld worden dat er feitelijk sprake is van een nieuwe aanvraag. Er zijn omstandigheden denkbaar op grond waarvan in een individueel geval kan worden afgeweken van bovenstaande beleidslijn. Dit is bijvoorbeeld aan de orde indien de belanghebbende beschikt over een vermogen groter dan het van toepassing zijnde bescheiden vermogen en deze "vermogensoverschrijding" is ontstaan door besparingen tijdens de bijstandsperiode in de vorige gemeente. Het is dan onbillijk en wellicht zelfs in strijd met het recht om geen rekening te houden met de wijze waarop het vermogen is ontstaan. Geadviseerd wordt om in dat geval af te zien van het (opnieuw) vaststellen van het vermogen en de vermogensvaststelling van de vorige gemeente over te nemen, inclusief de hoogte van de toepasselijke vermogensgrens. Zie over overname van belanghebbenden uit andere gemeenten ook paragraaf B2.3 onderdeel 12. B022 Vaststelling vermogen bij wijziging leefvorm In deze richtlijn wordt de vermogensvaststelling aangegeven van belanghebbenden van wie de leefvorm wijzigt. 1. De hoogte van de vermogensgrens is gelijk aan de actuele vermogensgrens die geldt voor de nieuwe leefvorm van de belanghebbende (alleenstaande, alleenstaande ouder of gehuwden). 2. Stel het vermogen opnieuw vast (bezittingen minus schulden). Voorkom daarbij onbillijkheden en houd daarom in ieder geval rekening met het volgende: * Het deel van het vermogen dat is ontstaan tijdens de bijstandsperiode door ontvangen rente en besparingen dient gelet op de vrijlatingsbepalingen buiten beschouwing te blijven. * Bij alleenstaande ouders die alleenstaanden worden is onder omstandigheden het aanvaardbaar dat een deel van het vermogen wordt overgedragen aan de (niet meer ten laste komende) kinderen waardoor het vermogen van de bijstandsgerechtigde alleenstaande lager wordt. Maak van deze mogelijkheid gebruik indien bij de oorspronkelijke vermogensvaststelling rekening is gehouden met vermogensbestanddelen van ten laste komende kinderen. De systematiek van de WWB schrijft dit immers voor als de kinderen tot het gezin behoren. Een redelijke wetstoepassing brengt echter met zich mee dat zodra de betreffende kinderen de leeftijd van 18 jaar bereiken (en dus niet langer tot het gezin in de zin blz. 15

16 van de WWB behoren) bij de vermogensvaststelling van de ouder niet langer rekening wordt gehouden met de vermogensbestanddelen van die kinderen. Dit is slechts dan anders indien er voorafgaande aan de bijstandsverlening een vermogensoverheveling heeft plaatsgevonden van de ouder naar de kinderen met als kennelijk doel om het recht op bijstand (langer) te waarborgen. Voorbeeld: Mevrouw Peters vraagt op 1 januari 2000 bijstand aan. Op die dag wordt haar zoon Kees 14 jaar. Mevrouw Peters heeft een spaarrekening met 4.000,--. Het saldo van de spaarrekening van zoon Kees bedraagt 2.500,--. Mevrouw Peters krijgt een bijstandsuitkering naar de norm van een alleenstaande ouder. Haar vermogen wordt vastgesteld op 6.500,-- (de som van de saldi op de beide spaarrekeningen). Op 1 januari 2004 wordt Kees 18 jaar. Mevrouw Peters wordt vanaf die datum aangemerkt als alleenstaande. Op grond van bovenstaande regels geldt dat de toepasselijke vermogensgrens wijzigt in de actuele vermogensgrens voor een alleenstaande: 5.065,-- (bedrag geldt per 1 januari 2004). De banksaldi zijn nog steeds aanwezig dus de hoogte van vermogen blijft in beginsel gelijk, namelijk 6.500,--. Gevolg is dat er sprake is van een vermogensoverschot dat mevrouw Peters zou moeten interen. Echter, het is redelijk om het vermogen van mevrouw Peters te verlagen met 2.500,--. Dit bedrag komt immers toe aan zoon Kees, want het stond bij aanvang van de bijstandsverlening op zijn spaarrekening. Het vermogen van mevrouw Peters bedraagt daarom 4.000,--en blijft onder de (nieuwe) van toepassing zijnde vermogensgrens. Interen is nu niet nodig. De motivatie voor bovenstaande regels luidt als volgt: De wetgever heeft bewust geen regels vastgesteld inzake de vaststelling van het vermogen bij wijziging van de leefvorm. In de Memorie van Antwoord geeft de minister aan dat b en w een billijke oplossing moeten vinden. Ook indien er geen sprake is van een wijziging van de leefvorm gelden de actuele vermogensgrenzen. Bij wijziging van de leefvorm vindt tevens aanpassing van de norm algemene bijstand plaats. De Centrale Raad van Beroep heeft in het kader van de oude ABW bepaald dat bij een voor de toepassing van de oude ABW relevante wijziging in de omstandigheden het vrij te laten vermogen (lees: vermogensgrens) opnieuw moet worden vastgesteld(crvb , JABW 1998, 160). Nu de vermogensbepalingen op dit punt niet fundamenteel gewijzigd zijn, is het aannemelijk dat deze jurisprudentie ook geldt voor de WWB. Het bij wijziging van de leefvorm opnieuw vaststellen van het beginvermogen zorgt voor duidelijke en eenvoudige regelgeving. B023 Beleid inzake korten voorlopige teruggave In deze richtlijn wordt aangegeven hoe een teruggave of voorlopige teruggave van de belastingdienst in verband met de heffingskorting wordt gekort op de bijstandsuitkering. Ontvangen bedragen aan teruggave en voorlopige teruggave worden gekort, voorzover deze betrekking hebben op een periode waarin bijstand wordt verleend. Indien het aannemelijk is dat belanghebbende in aanmerking komt voor een voorlopige teruggave in verband met de heffingskorting wordt hem op grond van artikel 55 WWB de verplichting opgelegd deze bij de belastingdienst aan te vragen. Laat hij dit na, dan wordt het bedrag waarop hij recht heeft gekort. Het is tenslotte een middel waarover hij kan beschikken (artikel 31 lid 1 WWB). Tevens wordt dan een verlaging van de bijstand toegepast op grond artikel 18 lid 2 WWB. NB: teruggave in verband met de kinderkorting, de aanvullende kinderkorting en de jonggehandicaptenkorting alsmede, voor alleenstaande ouders van wie het jongste kind blz. 16

17 jonger dan vijf jaar is, de aanvullende alleenstaande ouderkorting, de combinatiekorting en de aanvullende combinatiekorting worden niet tot de middelen gerekend en zijn mitsdien ook geen in aanmerking te nemen inkomen. B024 Vrijlaten giften In deze richtlijn wordt aangegeven in welke gevallen giften en smartengeld (lees: andere dan de in artikel 31 lid 2 onderdeel l WWB bedoelde vergoedingen voor materiële en immateriële schade) uit een oogpunt van bijstandsverlening verantwoord zijn, zodat deze vrijgelaten kunnen worden. Er zal steeds individueel beoordeeld moeten worden in hoeverre een gift buiten beschouwing kan worden gelaten. Als het gaat om de hoogte van de gift, moet bezien worden of dit leidt tot een bestedingsniveau dat niet meer in overeenstemming is met hetgeen op bijstandsniveau gebruikelijk is (bijvoorbeeld wanneer de belanghebbende maandelijks een gift van 450,-- ontvangt). Gaat het om de bestemming van de gift, dan zal bij een specifieke bestemming (bijvoorbeeld studiekosten of schulden) de vrijlating eerder in de rede liggen dan wanneer deze betrekking heeft op de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan (levensonderhoud). B025 Spaarloon In deze richtlijn wordt aangegeven op welke wijze rekening wordt gehouden met spaarloon bij de inkomens- en vermogenstoets. In het kader van de bijstandsverlening wordt als volgt omgegaan met een spaarloonregeling: Bij de vermogensvaststelling bij aanvang van de bijstand wordt 67,65% van het geblokkeerde spaarloon als vermogen aangemerkt waarover de belanghebbende redelijkerwijs kan beschikken. Spaarloon dat tijdens de bijstandsverlening wordt gedeblokkeerd, wordt volledig vrijgelaten bij de inkomens- en vermogenstoets. ontvangen rente over spaarloon wordt vrijgelaten op grond van artikel 34 lid 2 onderdeel c WWB. Indien de belanghebbende algemene bijstand ontvangt ter aanvulling op zijn loon dan moet voor wat betreft de inkomstenkorting uitgegaan worden van het loon dat de belanghebbende zou ontvangen indien hij niet aan de spaarloonregeling zou deelnemen. Hiertoe dient hij een aparte loonspecificatie van zijn werkgever te overleggen. Indien de belanghebbende dit niet kan of wil, wordt van het spaarbedrag 67,65% wel, en 32,35% niet tot het inkomen gerekend. Bij een aanvraag voor bijzondere bijstand wordt eveneens uitgegaan van het inkomen dat belanghebbende zou ontvangen indien hij niet aan de spaarloonregeling zou deelnemen. B026 Ex-partner betaalt woonkosten In deze richtlijn wordt aangegeven of in het geval dat een ander dan belanghebbende de woonlasten van de door belanghebbende bewoonde woning draagt het aldus verkregen woongenot aanmerkt als inkomen in natura. Indien een ander dan belanghebbende de woonkosten betaalt, wordt hiermee op grond van artikel 33 lid 1 WWB bij de inkomstentoets geen rekening meer mee gehouden. In voorkomende gevallen is namelijk reeds op grond van artikel 27 WWB de bijstand lager vastgesteld (zie hiervoor paragraaf B6.7). B027 Waarde auto bij vermogensvaststelling In deze richtlijn wordt aangegeven of een auto, al dan niet tot een bepaald bedrag, als algemeen gebruikelijk goed wordt aangemerkt. Daarbij kan tevens worden aangegeven hoe de waarde van een auto wordt vastgesteld. Algemeen gebruikelijk blz. 17

18 Op grond van artikel 34 lid 2 onderdeel a WWB worden niet alleen bezittingen in natura die, gelet op de omstandigheden van persoon en gezin, noodzakelijk zijn, niet als vermogen aangemerkt, maar ook bezittingen in natura die naar hun aard en waarde algemeen gebruikelijk zijn. Het college vindt: een auto of motor met een waarde tot maximaal 2.000,-- algemeen gebruikelijk; Indien de waarde meer bedraagt dan 2.000,-- wordt de gehele waarde in aanmerking genomen als vermogen. caravans, al vanwege hun aard, niet algemeen gebruikelijk. Waardevaststelling Voor de vaststelling van de waarde van de auto's, motoren en caravans (inclusief btw) wordt in beginsel uitgegaan van de ANWB/BOVAG koerslijst voor de in aanmerking te nemen waarde in het economisch verkeer (artikel 34 lid 1 onderdeel a WWB). De auto wordt gewaardeerd als volgt: 1. Gebruik de koerslijst van de ANWB/BOVAG (internetadres 2. Vul de gevraagde specificaties in. 3. Stel de waarde als volgt vast: Er kan uitgegaan worden van het gemiddelde van een aantal van de genoemde richtprijzen. Hierbij wordt een 6-tal richtprijzen aangegeven ("inruil bij autobedrijf" "aankoop bij autobedrijf met garantie" "aankoop bij autobedrijf zonder garantie" "aankoop bij merk gebonden dealer met garantie" "aankoop bij merk gebonden dealer zonder garantie" "aan/verkoop tussen particulieren") Van de goederen die wegens hun leeftijd (doorgaans 7 à 8 jaar of ouder) niet meer in de koerslijsten zijn opgenomen, wordt aangenomen dat hun waarde nihil is. Van deze uitgangspunten wordt afgeweken indien er aantoonbare verschillen zijn tussen het goed en de uitgangspunten van de koerslijsten, bijvoorbeeld enerzijds een schade-auto en anderzijds een oldtimer. Informatie over kenteken Via de sociale recherche kan nagegaan worden of een belanghebbende een kenteken (lees: auto) op zijn naam heeft staan. B028 Reservering uitvaartkosten bij vermogensvaststelling In deze richtlijn wordt aangegeven in hoeverre bij de vermogensvaststelling rekening wordt gehouden met de waarde van verzekeringen en/of reserveringen voor begrafenis- of crematiekosten. Een ieder wordt geacht een verzekering af te hebben gesloten voor de kosten van begrafenis of crematie. Dit kan zowel een verzekering in natura zijn (bijvoorbeeld Dela) of een levensverzekering die in contanten uitkeert. De reserveringen, verzekering of anderszins, voor begrafenis of crematie worden in beginsel vrijgelaten. Let bij een levensverzekering op de volgende aspecten: de waarde mag niet bovenmatig hoog zijn (richtbedrag 3.225,00); bij een hogere polis mag de bijstandsafhankelijkheid bij het afsluiten van de polis in ieder geval niet voorzienbaar zijn geweest; het te goed wordt alleen bij overlijden uitgekeerd en is niet tussentijds opvraagbaar of afkoopbaar. Wanneer in plaats van een verzekering een bedrag in contanten is gereserveerd voor begrafeniskosten wordt dit alleen onder de volgende voorwaarden niet als vermogen aangemerkt: het geld is uitsluitend bestemd voor de kosten van een uitvaart en mag niet tussentijds opvraagbaar zijn (staat op een aparte rekening); blz. 18

19 het tegoed alleen bij overlijden kan worden opgenomen (er zal dus een gemachtigde zijn aangewezen die het geld kan opnemen), en; de waarde is niet bovenmatig hoog (richtbedrag 3.225,00 per persoon). Verplichtingen en afstemming B029 Inschrijving bij uitzendbureaus In deze richtlijn wordt aangegeven bij hoeveel uitzendbureaus een belanghebbende zich moet inschrijven om te kunnen voldoen aan de verplichting om naar vermogen algemeen geaccepteerde arbeid te verkrijgen. Hoofdregel van beleid in deze is dat de belanghebbende zich bij diverse uitzendbureaus laat inschrijven. De individuele omstandigheden van de belanghebbende zijn bepalend voor het aantal uitzendbureaus waar hij zich moet laten inschrijven. B030 Beleidsregels ontheffing arbeidsplicht In deze richtlijn wordt aangegeven in welke gevallen gebruik maakt wordt van de bevoegdheid om belanghebbende tijdelijk ontheffing te verlenen van de arbeids- en/of reïntegratieverplichtingen. In beginsel wordt geen ontheffing van de arbeidsverplichtingen verleend en geldt voor alle belanghebbenden de volledige plicht tot arbeidsinschakeling. Een ontheffing wordt alleen verleend, indien daarvoor dringende redenen zijn en er geen voorziening als bedoeld in artikel 7 lid 1 onderdeel a WWB is te treffen ter effectuering van de arbeidsverplichtingen en hoogstens voor de duur van het ontbreken van een dergelijke voorziening. De volgende situaties kunnen dringende redenen zijn om een belanghebbende tijdelijk ontheffing van de arbeidsverplichtingen te verlenen: ingeval een alleenstaande ouder zorgtaken heeft voor één of meer ten laste komende kinderen van jonger dan 5 jaar of voor een gehandicapt kind jonger dan 18 jaar; ingeval van arbeidsongeschiktheid berekend naar een percentage van 80% of meer (bijstand als aanvulling op WAO, Wajong of WAZ); ingeval het gezien de medische en/of sociale omstandigheden naar oordeel van het college niet zinvol is belanghebbende arbeidsverplichtingen op te leggen; ingeval betrokkene opgenomen is in een traject richting arbeidsmarkt; echter enkel voor zover de verplichtingen een belemmering zijn voor dit traject. B031 Betekenis "onverwijld uit eigen beweging" in artikel 17 lid 1 WWB In deze richtlijn wordt aangegeven op welke wijze invulling gegeven wordt aan het begrip 'onverwijld uit eigen beweging' als bedoeld in artikel 17 lid 1 WWB en artikel 29 lid 1 Wet SUWI. Bovenstaande omschrijving spreekt van onverwijld uit eigen beweging. Hieronder wordt verstaan dat de belanghebbende de bedoelde inlichtingen onmiddellijk (binnen 5 werkdagen) doorgeeft middels inlevering van het wijzigingsformulier (in de hiervoor bestemde brievenbus, bij de receptie of aan de casemanager). Hij moet alle wijzigingen die zich voordoen in zijn situatie alsmede van zijn inwonende kinderen doorgeven zoals omschreven in het overzicht meldingsplicht. De kaart overzicht meldingsplicht is opgeborgen in de informatiemap Werk Inkomen en Zorg welke aan iedere bijstandsgerechtigde is uitgereikt. Het moet hem voorts duidelijk zijn dat, zonder dat daar gericht naar gevraagd behoeft te worden alle wijzigingen die van belang zijn voor het recht op uitkering door middel van dat formulier moeten worden doorgegeven. B032 Belanghebbende beschikt niet meer over bewijsstukken blz. 19

20 In deze richtlijn wordt aangegeven wanneer het belanghebbende niet verwijtbaar is de gevorderde bewijsstukken niet, niet tijdig of onvolledig te hebben verstrekt. Wanneer de belanghebbende niet meer beschikt over bepaalde bewijsstukken (bijvoorbeeld bankafschriften) dan zal hij eerst voor eigen rekening (zie CRvB , nr. 97/12345 ABW) moeten proberen om nieuwe exemplaren hiervan te verkrijgen. Alleen wanneer dit in het geheel niet mogelijk is of wanneer de hieraan verbonden kosten in geen verhouding staan tot het belang van de te verkrijgen gegevens voor de vaststelling van het recht op bijstand, kan het verkrijgen van nieuwe bewijsstukken achterwege blijven. De afdeling WIZ kan dan proberen om de gegevens op een andere manier te verifiëren. Dus: Het niet, niet tijdig of onvolledig verstrekken van gevorderde bewijsstukken leidt alleen bij verwijtbaarheid tot: het buiten behandeling stellen van de aanvraag met in achtneming van artikel 4:5 Awb (zie paragraaf B2.2 onderdeel 7) of, het opschorten van de bijstand op grond van artikel 54 WWB (zie paragraaf B11.2 onderdeel 3). Indien belanghebbende geen verwijt valt te maken beoordeelt het college het recht van de bijstand op basis van de beschikbare informatie. B033 Periode te overleggen bankafschriften In deze richtlijn wordt aangegeven over welke periode een belanghebbende geacht wordt om bankafschriften als bewijsmiddelen over te leggen. Bij de aanvraag is de belanghebbende verplicht van alle bank-, giro-, krediet-, creditcard-, spaar-, internet- en effectenrekeningen (van alle gezinsleden) alle afschriften te overleggen die betrekking hebben op de periode van drie maanden voorafgaande aan de datum van de aanvraag (de lengte van deze periode is in overeenstemming met constante jurisprudentie van de CRvB). Bij heronderzoeken geldt een periode van een maand voorafgaand aan het heronderzoek. Bij gerichte individuele fraude-onderzoeken kunnen deze periodes worden verlengd. Voor een juist inzicht in de aanwezigheid van inkomsten en vermogen en ter verificatie van het saldo op een internet(spaar)rekening zijn er de volgende mogelijkheden: De belanghebbende kan een afdruk van de internetpagina met het saldo van zijn internetspaarrekening overleggen. De belanghebbende kan tijdens een gesprek worden gevraagd om via een computer die verbonden is met het internet de pagina met het saldo van zijn internetspaarrekening op te roepen. Het college kan bij de belastingdienst een lijst opvragen van alle bankrekeningnummers die gekoppeld zijn aan een belanghebbende. Zo kan duidelijk worden of er al dan niet (internet)(spaar)rekeningen zijn verzwegen. De belastingdienst ontvangt van de banken namelijk jaarlijks per belastingplichtige een overzicht van de saldi op de bankrekeningen. Het opvragen van gegevens over bankrekeningen bij de belastingdienst loopt via het Inlichtingenbureau. Indien er een vermoeden van fraude is, kan het college volledige inzage verlangen in de bankafschriften van de lopende rekeningen. De belanghebbende mag dan geen enkel gegeven onleesbaar maken. Aangezien stortingen en opnames meestal via de lopende rekeningen (moeten) verlopen, kan volledige inzage hierin aan het licht brengen of de belanghebbende een of meer internetspaarrekeningen heeft. Aan de uitkering wordt de voorwaarde verbonden gebruik te maken van de (gratis) standaardvoorziening in de fysieke verstrekking van bankafschriften. Vaak wordt in die standaard(basis)voorziening van de bank de mogelijkheid geboden eens per maand gratis bankafschriften te ontvangen. Dat de cliënt dergelijke fysieke stukken blz. 20

RICHTLIJN NR. B005 CATEGORIEEN AANVRAGEN BIJ HET UWV WERKBEDRIJF I.P.V. COLLEGE

RICHTLIJN NR. B005 CATEGORIEEN AANVRAGEN BIJ HET UWV WERKBEDRIJF I.P.V. COLLEGE Jaar: 2009 Nummer: 28 Besluit: B&W 10 maart 2009 Gemeenteblad RICHTLIJN NR. B005 CATEGORIEEN AANVRAGEN BIJ HET UWV WERKBEDRIJF I.P.V. COLLEGE Het college van burgemeester en wethouders, Gelet op artikel

Nadere informatie

RICHTLIJN NR. B017 MELDINGSPLICHT VAKANTIE / VERBLIJF IN HET BUITENLAND

RICHTLIJN NR. B017 MELDINGSPLICHT VAKANTIE / VERBLIJF IN HET BUITENLAND 62 Jaar: 2008 Nummer: Besluit: B&W 18 november 2008 Gemeenteblad RICHTLIJN NR. B017 MELDINGSPLICHT VAKANTIE / VERBLIJF IN HET BUITENLAND Het college van burgemeester en wethouders, Gelet op artikel 17,

Nadere informatie

Geconsolideerde tekst van de regeling BELEIDSREGELS WWB. Inhoudsopgave. Richtlijnen "Bijstand" Begrippen B001 - Voorbeelden van inrichtingen

Geconsolideerde tekst van de regeling BELEIDSREGELS WWB. Inhoudsopgave. Richtlijnen Bijstand Begrippen B001 - Voorbeelden van inrichtingen Geconsolideerde tekst van de regeling BELEIDSREGELS WWB Inhoudsopgave Richtlijnen "Bijstand" Begrippen B001 - Voorbeelden van inrichtingen Aanvraag B142 - Verkorte aanvraagprocedure na korte onderbreking

Nadere informatie

Geconsolideerde tekst van de regeling BELEIDSREGELS WWB. Inhoudsopgave. Richtlijnen "Bijstand" Begrippen B001 - Voorbeelden van inrichtingen

Geconsolideerde tekst van de regeling BELEIDSREGELS WWB. Inhoudsopgave. Richtlijnen Bijstand Begrippen B001 - Voorbeelden van inrichtingen Geconsolideerde tekst van de regeling BELEIDSREGELS WWB Inhoudsopgave Richtlijnen "Bijstand" Begrippen B001 - Voorbeelden van inrichtingen Aanvraag B142 - Verkorte aanvraagprocedure na korte onderbreking

Nadere informatie

Afdeling Samenleving Sectie Sociale Zaken Oktober 2010. Beleidsregels WWB/WIJ Richtlijnen inkomen en vermogen

Afdeling Samenleving Sectie Sociale Zaken Oktober 2010. Beleidsregels WWB/WIJ Richtlijnen inkomen en vermogen Afdeling Samenleving Sectie Sociale Zaken Oktober 2010 Beleidsregels WWB/WIJ Richtlijnen inkomen en vermogen Inhoudsopgave Inleiding..3 Hoofdstuk 1 Inkomen... 3 1.1 Vrijlaten van inkomsten op grond van

Nadere informatie

Inleiding Hoofdstuk 1 Inkomen 1.1 Vrijlaten van inkomsten op grond van artikel 31 lid 2 onderdeel o WWB

Inleiding Hoofdstuk 1 Inkomen 1.1 Vrijlaten van inkomsten op grond van artikel 31 lid 2 onderdeel o WWB Inleiding In 3.4 van de de Wet werk en bijstand (WWB) wordt bij een aantal artikelen aan het college van burgemeester en wethouders de beleidsvrijheid gegeven voor de invulling hiervan. Een groot deel

Nadere informatie

Geconsolideerde tekst van de regeling BELEIDSREGELS WWB. Inhoudsopgave. Richtlijnen "Bijstand" Begrippen B001 - Voorbeelden van inrichtingen

Geconsolideerde tekst van de regeling BELEIDSREGELS WWB. Inhoudsopgave. Richtlijnen Bijstand Begrippen B001 - Voorbeelden van inrichtingen Geconsolideerde tekst van de regeling BELEIDSREGELS WWB Inhoudsopgave Richtlijnen "Bijstand" Begrippen B001 - Voorbeelden van inrichtingen Aanvraag B142 - Verkorte aanvraagprocedure na korte onderbreking

Nadere informatie

Geconsolideerde tekst van de regeling BELEIDSREGELS WWB. Inhoudsopgave. Richtlijnen "Bijstand" Begrippen B001 - Voorbeelden van inrichtingen

Geconsolideerde tekst van de regeling BELEIDSREGELS WWB. Inhoudsopgave. Richtlijnen Bijstand Begrippen B001 - Voorbeelden van inrichtingen Geconsolideerde tekst van de regeling BELEIDSREGELS WWB Inhoudsopgave Richtlijnen "Bijstand" Begrippen B001 - Voorbeelden van inrichtingen Aanvraag B142 - Verkorte aanvraagprocedure na korte onderbreking

Nadere informatie

Geconsolideerde tekst van de regeling BELEIDSREGELS WWB. Inhoudsopgave. Richtlijnen "Bijstand" Begrippen B001 - Voorbeelden van inrichtingen

Geconsolideerde tekst van de regeling BELEIDSREGELS WWB. Inhoudsopgave. Richtlijnen Bijstand Begrippen B001 - Voorbeelden van inrichtingen Geconsolideerde tekst van de regeling BELEIDSREGELS WWB Inhoudsopgave Richtlijnen "Bijstand" Begrippen B001 - Voorbeelden van inrichtingen Aanvraag B142 - Verkorte aanvraagprocedure na korte onderbreking

Nadere informatie

CVDR. Nr. CVDR81178_3. Beleidsregels WWB BELEIDSREGELS WWB. Inhoudsopgave. Richtlijnen "Bijstand" Begrippen B001 - Voorbeelden van inrichtingen

CVDR. Nr. CVDR81178_3. Beleidsregels WWB BELEIDSREGELS WWB. Inhoudsopgave. Richtlijnen Bijstand Begrippen B001 - Voorbeelden van inrichtingen CVDR Officiële uitgave van Helmond. Nr. CVDR81178_3 27 februari 2018 Beleidsregels WWB BELEIDSREGELS WWB Inhoudsopgave Richtlijnen "Bijstand" Begrippen B001 - Voorbeelden van inrichtingen Aanvraag B142

Nadere informatie

Aanleiding. Bevoegdheid college

Aanleiding. Bevoegdheid college Beleidsregels bijzondere bijstand Waalre 2018 Aanleiding In dit kader van invoering van de Participatiewet (PW) en het intrekken van de Wet Werk en Bijstand (WWB) is de nota bijzondere bijstand die eerder

Nadere informatie

Moment aanvragen bijzondere bijstand (terugwerkende kracht) (B062)

Moment aanvragen bijzondere bijstand (terugwerkende kracht) (B062) Samenvatting wijzigingen Algemeen Over het algemeen zijn er voor bijgevoegde richtlijnen weinig inhoudelijke wijzigingen. Wel is het beleid weer meer in overstemming gebracht met Venlo. We willen in plaats

Nadere informatie

besluit vast te stellen de Verordening bijzondere bijstand 2015 gemeente Heerde.

besluit vast te stellen de Verordening bijzondere bijstand 2015 gemeente Heerde. Raadsbesluit De raad van de gemeente Heerde; gelezen het voorstel van het college d.d. 11 november 2014; gelet op artikel 35 van de Participatiewet; besluit vast te stellen de Verordening bijzondere bijstand

Nadere informatie

Vast te stellen de gewijzigde invulling van richtlijn B093 - Suppletie GKB-lening

Vast te stellen de gewijzigde invulling van richtlijn B093 - Suppletie GKB-lening Gemeenteblad nr. 93, 19 december 2013 Gelet op artikel 35 WWB Vast te stellen de gewijzigde invulling van richtlijn B093 - Suppletie GKB-lening Richtlijn B093 - Suppletie GKB-lening wordt als volgt ingevuld:

Nadere informatie

Beleidsregels Participatiewet gemeente Rijssen-Holten 2015;

Beleidsregels Participatiewet gemeente Rijssen-Holten 2015; GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Rijssen-Holten. Nr. 80177 23 december 2014 Beleidsregels Participatiewet gemeente Rijssen-Holten 2015 Burgemeester en wethouders van de gemeente Rijssen - Holten

Nadere informatie

B&W 30 maart 2010 Gemeenteblad. Vast te stellen de gewijzigde invulling van richtlijn nr. B078 Kosten rechtsbijstand

B&W 30 maart 2010 Gemeenteblad. Vast te stellen de gewijzigde invulling van richtlijn nr. B078 Kosten rechtsbijstand Jaar: 2010 Nummer: 31 Besluit: B&W 30 maart 2010 Gemeenteblad RICHTLIJN NR. B078 KOSTEN RECHTSBIJSTAND Het college van burgemeester en wethouders, Gelet op artikel 35 eerste lid Wet werk en bijstand (WWB)

Nadere informatie

VERORDENING LANGDURIGHEIDSTOESLAG WWB 2013 GEMEENTE NOORD-BEVELAND

VERORDENING LANGDURIGHEIDSTOESLAG WWB 2013 GEMEENTE NOORD-BEVELAND VERORDENING LANGDURIGHEIDSTOESLAG WWB 2013 GEMEENTE NOORD-BEVELAND Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Artikel 1. Begrippen. 1 Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden

Nadere informatie

CVDR. Nr. CVDR429273_2. Beleidsregels Middelentoets Hoofdstuk I Algemeen

CVDR. Nr. CVDR429273_2. Beleidsregels Middelentoets Hoofdstuk I Algemeen CVDR Officiële uitgave van Cuijk. Nr. CVDR429273_2 22 mei 2018 Beleidsregels Middelentoets 2014 Hoofdstuk I Algemeen Artikel 1 Vrijlaten van inkomsten op grond van artikel 31 lid 2 onderdeel n en r WWB

Nadere informatie

I-SZ/2015/1803. Beleidsregels Bijzondere bijstand en Minimabeleid - Algemene bepalingen 2015

I-SZ/2015/1803. Beleidsregels Bijzondere bijstand en Minimabeleid - Algemene bepalingen 2015 I-SZ/2015/1803 Beleidsregels Bijzondere bijstand en Minimabeleid - Algemene bepalingen 2015 Definitieve vaststelling Besluit College d.d. 1 september 2015 . Beleidsregels Bijzondere bijstand en Minimabeleid

Nadere informatie

Geconsolideerde tekst van de regeling BELEIDSREGELS WWB. Inhoudsopgave. Richtlijnen "Bijstand" Begrippen B001 - Voorbeelden van inrichtingen

Geconsolideerde tekst van de regeling BELEIDSREGELS WWB. Inhoudsopgave. Richtlijnen Bijstand Begrippen B001 - Voorbeelden van inrichtingen Geconsolideerde tekst van de regeling BELEIDSREGELS WWB Inhoudsopgave Richtlijnen "Bijstand" Begrippen B001 - Voorbeelden van inrichtingen Aanvraag B142 - Verkorte aanvraagprocedure na korte onderbreking

Nadere informatie

Afdeling Samenleving Richtlijn 565 Ingangsdatum: 01-11-2012 DRAAGKRACHTBEREKENING

Afdeling Samenleving Richtlijn 565 Ingangsdatum: 01-11-2012 DRAAGKRACHTBEREKENING Afdeling Samenleving Richtlijn 565 Ingangsdatum: 01-11-2012 DRAAGKRACHTBEREKENING Algemeen Op grond van artikel 35 WWB heeft men recht op bijzondere bijstand voor zover men niet beschikt over de middelen

Nadere informatie

B&W 23 oktober 2012 Gemeenteblad

B&W 23 oktober 2012 Gemeenteblad Jaar: 2012 Nummer: 75 : B&W 23 oktober 2012 Gemeenteblad 30E WIJZIGING BELEIDSREGELS WWB, RICHTLIJNEN B164, B016, B017, B147, B018, B149, B019, B022, B023, B026, B027, B030, B031, B032, B033, B136, B035,

Nadere informatie

Beleidsregel vermogen

Beleidsregel vermogen Inhoudsopgave 1. Inleiding blz. 3 2. Het begrip vermogen 4 2.1. Definitie vermogen 2.2. Vermogen gezinsleden 2.3. Vermogen niet-rechthebbende partner 2.4. Huwelijkse voorwaarden 2.5. Inlichtingenplicht;

Nadere informatie

Beleidsregels inkomstenvrijlating Participatiewet, Ioaw en Ioaz Orionis Walcheren

Beleidsregels inkomstenvrijlating Participatiewet, Ioaw en Ioaz Orionis Walcheren Beleidsregels inkomstenvrijlating Participatiewet, Ioaw en Ioaz Orionis Walcheren Het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling Orionis Walcheren; Overwegende dat het wenselijk is beleid over

Nadere informatie

B&W 30 maart 2010 Gemeenteblad

B&W 30 maart 2010 Gemeenteblad Jaar: 2010 Nummer: 33 Besluit: B&W 30 maart 2010 Gemeenteblad RICHTLIJN NR. B084 BABY-UITZET Het college van burgemeester en wethouders, Gelet op artikel 35 eerste lid Wet werk en bijstand (WWB) Besluit:

Nadere informatie

- Intrekking van publicatie GB2010-058 op 7 april 2011. Gemeenteblad Nijmegen. Jaartal / nummer 2011 / 042

- Intrekking van publicatie GB2010-058 op 7 april 2011. Gemeenteblad Nijmegen. Jaartal / nummer 2011 / 042 Gemeenteblad Nijmegen Jaartal / nummer 2011 / 042 Naam Beleidsregels bijzondere bijstandsverlening Wet werk en bijstand (2011) Publicatiedatum 6 april 2011 Opmerkingen - Vaststelling van de beleidsregels

Nadere informatie

Wet werk en bijstand. Zo snel mogelijk weer aan het werk

Wet werk en bijstand. Zo snel mogelijk weer aan het werk Wet werk en bijstand Zo snel mogelijk weer aan het werk Wet werk en bijstand Inhoudsopgave Wanneer hebt u recht op bijstand? 3 Hoe vraagt u een bijstandsuitkering aan? 4 Hoe hoog is uw bijstandsuitkering?

Nadere informatie

Beleidsregels Compensatieregeling Schoonmaakondersteuning WMO

Beleidsregels Compensatieregeling Schoonmaakondersteuning WMO Beleidsregels Compensatieregeling Schoonmaakondersteuning WMO Inleiding Door omstandigheden kan zich de situatie voordoen dat het inkomen van een belanghebbende niet (volledig) toereikend is ter voorziening

Nadere informatie

B&W 04 maart 2008 Gemeenteblad. B e s l u i t Vast te stellen de gewijzigde invulling van richtlijn nr. B125 Beleidsregels invordering

B&W 04 maart 2008 Gemeenteblad. B e s l u i t Vast te stellen de gewijzigde invulling van richtlijn nr. B125 Beleidsregels invordering Jaar: 2008 Nummer: 11 Besluit: B&W 04 maart 2008 Gemeenteblad RICHTLIJN NR. B125 BELEIDSREGELS INVORDERING Het college van burgemeester en wethouders, Gelet op artikel 60, eerste lid, Wet werk en bijstand

Nadere informatie

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Westland 2015

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Westland 2015 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Westland. Nr. 80641 29 december 2014 Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Westland 2015 Leeswijzer verordening individuele inkomenstoeslag Met ingang

Nadere informatie

B&W 16 juni 2009 Gemeenteblad RICHTLIJN NR. B052 VERLAGING ALGEMENE BIJSTAND WEGENS ONTBREKEN WOONKOSTEN

B&W 16 juni 2009 Gemeenteblad RICHTLIJN NR. B052 VERLAGING ALGEMENE BIJSTAND WEGENS ONTBREKEN WOONKOSTEN Jaar: 2009 Nummer: 69 Besluit: B&W 16 juni 2009 Gemeenteblad RICHTLIJN NR. B052 VERLAGING ALGEMENE BIJSTAND WEGENS ONTBREKEN WOONKOSTEN Het college van burgemeester en wethouders; Collegevoorstel 0955615;

Nadere informatie

Raadsinformatiebrief

Raadsinformatiebrief Raadsinformatiebrief Onderwerp : Vaststellen beleidsregels Middelentoets 2014 Aard : Actieve informatie Portefeuillehouder : Vervoort Datum college : Openbaar : Ja Afdeling : ISD Contactpersoon : H. van

Nadere informatie

Beleidsregels Draagkracht Minimaregelingen Gemeente Boxtel en Gemeente Haaren Participatiewet

Beleidsregels Draagkracht Minimaregelingen Gemeente Boxtel en Gemeente Haaren Participatiewet GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Haaren. Nr. 124649 23 december 2015 Beleidsregels Draagkracht Minimaregelingen Gemeente Boxtel en Gemeente Haaren Participatiewet 1 Begrippen In deze draagkrachtrichtlijnen

Nadere informatie

VerVerzamelbesluit Beleidsregels Participatiewet Helmond 2015. sluit Beleidsrichn Participatiewet 2015

VerVerzamelbesluit Beleidsregels Participatiewet Helmond 2015. sluit Beleidsrichn Participatiewet 2015 VerVerzamelbesluit Beleidsregels Participatiewet Helmond 2015 sluit Beleidsrichn Participatiewet 2015 Versie 02-12-2014 Beleidsregels zoals opgenomen in de richtlijnen Participatiewet van het handboek

Nadere informatie

De gemeente Hulst hanteert geen drempelbedrag als bedoeld in artikel 35 lid 2 WWB.

De gemeente Hulst hanteert geen drempelbedrag als bedoeld in artikel 35 lid 2 WWB. Burgemeester en wethouders van de gemeente Hulst, overwegende, dat het van belang is in het kader van de uitvoering van artikel 35 van de Wet Werk en Bijstand (WWB) beleidsregels te hanteren; gelet op

Nadere informatie

B&W-nr.:06.0700 d.d. 06-06-2006. Wijziging Beleidsregels Bijzondere Bijstand

B&W-nr.:06.0700 d.d. 06-06-2006. Wijziging Beleidsregels Bijzondere Bijstand Raadsaanbiedingsformulier Rv nr. Opsteller Naam: Piet Minderhoud B&W.nr.: 06.0700 Dienst: SOZA Telefoon: 516 7393 Verantwoordelijk portef.houder: Sociale Zaken B&W-besluit d.d: 6 juni 2006 en Cultuur Meningsvormend

Nadere informatie

B&W 30 maart 2010 Gemeenteblad RICHTLIJN NR. B101 DUURZAME GEBRUIKSGOEDEREN EN INRICHTINGSKOSTEN

B&W 30 maart 2010 Gemeenteblad RICHTLIJN NR. B101 DUURZAME GEBRUIKSGOEDEREN EN INRICHTINGSKOSTEN Jaar: 2010 Nummer: 30 Besluit: B&W 30 maart 2010 Gemeenteblad RICHTLIJN NR. B101 DUURZAME GEBRUIKSGOEDEREN EN INRICHTINGSKOSTEN Het college van burgemeester en wethouders, Gelet op artikel 35 eerste lid

Nadere informatie

Onderwerp: Verordening persoonlijk minimabudget gemeente Overbetuwe 2015

Onderwerp: Verordening persoonlijk minimabudget gemeente Overbetuwe 2015 Onderwerp: Verordening persoonlijk minimabudget gemeente Overbetuwe 2015 Ons kenmerk: 14RB000110 Nr. 8f De raad van de gemeente Overbetuwe; gelezen het raadsvoorstel van burgemeester en wethouders van

Nadere informatie

Het college van burgemeester en wethouders, in zijn vergadering van 11 april 2006,

Het college van burgemeester en wethouders, in zijn vergadering van 11 april 2006, Het college van burgemeester en wethouders, in zijn vergadering van 11 april 2006, gelet op de Gemeentewet en de artikelen 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht, artikelen 7, 31 en 34 van de Wet werk en

Nadere informatie

GEMEENTELIJK BESLUIT BIJZONDERE BIJSTAND WWB

GEMEENTELIJK BESLUIT BIJZONDERE BIJSTAND WWB CVDR Officiële uitgave van Smallingerland. Nr. CVDR58228_1 21 november 2018 GEMEENTELIJK BESLUIT BIJZONDERE BIJSTAND WWB Burgemeester en wethouders van de gemeente Smallingerland besluiten; gelet op het

Nadere informatie

gelet op het bepaalde in artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel b en tweede lid van de Participatiewet;

gelet op het bepaalde in artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel b en tweede lid van de Participatiewet; De raad van de gemeente Ooststellingwerf; nr. 12 gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 november 2014; gelet op het bepaalde in artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel b en tweede

Nadere informatie

Beleidsregels terugvordering & verhaal WWB, IOAW, IOAZ

Beleidsregels terugvordering & verhaal WWB, IOAW, IOAZ Beleidsregels terugvordering & verhaal WWB, IOAW, IOAZ Afdeling Samenleving, mei 2010 HOOFDSTUK 1 TERUGVORDERING ALGEMENE BEPALINGEN 1 Algemeen Alle begripsbepalingen die in deze beleidsregels worden gebruikt

Nadere informatie

op voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 13 november 2014, no.za. 14-30185/DV.14-415, afdeling Samenleving;

op voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 13 november 2014, no.za. 14-30185/DV.14-415, afdeling Samenleving; No. 19. De raad van de gemeente Vlagtwedde; op voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 13 november 2014, no.za. 14-30185/DV.14-415, afdeling Samenleving; gelet op artikel 8, eerste lid, aanhef en

Nadere informatie

Bijstand -richtlijnen Handboek WWB

Bijstand -richtlijnen Handboek WWB Bijstand -richtlijnen Handboek WWB B142 - Verkorte aanvraagprocedure na korte onderbreking bijstand Wijziging: Bij verblijf in het buitenland is de termijn van 30 dagen verlengd naar 8 weken. De werkinstructie

Nadere informatie

Beleidsregels leenbijstand Participatiewet 2016

Beleidsregels leenbijstand Participatiewet 2016 Beleidsregels leenbijstand Participatiewet 2016 Boxmeer, juli 2016 I-SZ/2016/1924 / RIS 2016-456 (Bijlage) Beleidsregels leenbijstand Participatiewet 2016 Inhoudsopgave HOOFDSTUK 1 ALGEMEEN Begripsbepaling

Nadere informatie

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van Echt-Susteren d.d. 27 april 2010;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van Echt-Susteren d.d. 27 april 2010; Raadsbesluit De raad van de gemeente Echt-Susteren, gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van Echt-Susteren d.d. 27 april 2010; gelet op het bepaalde in artikelen 8 lid 1, onderdeel c en 30

Nadere informatie

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van Heeze-Leende van 4 november 2014

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van Heeze-Leende van 4 november 2014 . De Raad van de gemeente Heeze-Leende; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van Heeze-Leende van 4 november 2014 gelet op Artikel 149 Gemeentewet besluit vast te stellen:.

Nadere informatie

Beleidsregel aanvraag, uitkering en overige verplichtingen gemeente Asten. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Asten;

Beleidsregel aanvraag, uitkering en overige verplichtingen gemeente Asten. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Asten; GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Asten Nr. 233236 1 november 2018 Beleidsregel aanvraag, uitkering en overige verplichtingen gemeente Asten 2018 Het college van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

Beleidsregels woonkostentoeslag gemeente Krimpen aan den IJssel. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Krimpen aan den IJssel;

Beleidsregels woonkostentoeslag gemeente Krimpen aan den IJssel. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Krimpen aan den IJssel; GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Krimpen aan den IJssel. Nr. 146120 24 oktober 2016 Beleidsregels woonkostentoeslag gemeente Krimpen aan den IJssel Het college van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

Wet werk en bijstand. Zo snel mogelijk weer aan het werk

Wet werk en bijstand. Zo snel mogelijk weer aan het werk Wet werk en bijstand Zo snel mogelijk weer aan het werk Wet werk en bijstand Iedere Nederlander moet zelf in zijn levensonderhoud voorzien. Lukt u dat niet én zijn er geen andere voorzieningen, dan helpt

Nadere informatie

Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet gemeente Beesel 2015

Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet gemeente Beesel 2015 Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet gemeente Beesel 2015 De Raad van de Gemeente Beesel; Gelet op artikel 8 eerste lid, aanhef en onderdeel b, en tweede lid, van de Participatiewet;

Nadere informatie

GEMEENTE SCHERPENZEEL

GEMEENTE SCHERPENZEEL GEMEENTE SCHERPENZEEL Beleidsregels bijzondere bijstand HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1.1 Begripsbepalingen 1. In deze beleidsregels wordt verstaan onder: a. de wet: de Wet werk en bijstand (WWB);

Nadere informatie

Beleidsregels Draagkracht bijzondere bijstand Gemeente Boxtel Participatiewet

Beleidsregels Draagkracht bijzondere bijstand Gemeente Boxtel Participatiewet Beleidsregels Draagkracht bijzondere bijstand Gemeente Boxtel Participatiewet Artikel 1. Begrippen 1. Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben

Nadere informatie

Voor de volgorde van de richtlijnen is aansluiting gezocht bij de volgorde van de richtlijnen in het

Voor de volgorde van de richtlijnen is aansluiting gezocht bij de volgorde van de richtlijnen in het Richtlijnen handboek Grip op Participatiewet Voor de volgorde van de richtlijnen is aansluiting gezocht bij de volgorde van de richtlijnen in het handboek. Dit heeft tot gevolg dat de richtlijnen niet

Nadere informatie

Sint nthonis. Beleidsregels leenbijstand WWB 2Ol4. r-szl2ol4/t7t

Sint nthonis. Beleidsregels leenbijstand WWB 2Ol4. r-szl2ol4/t7t B Sint nthonis Beleidsregels leenbijstand WWB 2Ol4 Boxmeer, januari 2014 r-szl2ol4/t7t Befeidsregels leenbijstand WWB 2fJ14. fnhoudsopgave HOOFDSTUK 1 ALGEMEEN o Begripsbepaling. Bevoegdheid HOOFDSTUK

Nadere informatie

RECTIFICATIE GEMEENTEBLAD NUMMER 9606: BELEIDSREGELS PARTICIPATIEWET 2015

RECTIFICATIE GEMEENTEBLAD NUMMER 9606: BELEIDSREGELS PARTICIPATIEWET 2015 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Helmond. Nr. 7912 25 januari 2016 RECTIFICATIE GEMEENTEBLAD NUMMER 9606: BELEIDSREGELS PARTICIPATIEWET 2015 In Gemeenteblad, 2015, nummer 112414 van 3 februari

Nadere informatie

Beleidsregels terugvordering & verhaal WWB

Beleidsregels terugvordering & verhaal WWB Beleidsregels terugvordering & verhaal WWB Afdeling Samenleving, november 2009 HOOFDSTUK 1 TERUGVORDERING ALGEMENE BEPALINGEN 1 Algemeen Alle begripsbepalingen die in deze beleidsregels worden gebruikt

Nadere informatie

BELEIDSREGEL GEMEENTELIJKE TEGEMOETKOMING (KOA-kopje) IN DE KOSTEN KINDEROPVANG 2013 GEMEENTE MENTERWOLDE

BELEIDSREGEL GEMEENTELIJKE TEGEMOETKOMING (KOA-kopje) IN DE KOSTEN KINDEROPVANG 2013 GEMEENTE MENTERWOLDE BELEIDSREGEL GEMEENTELIJKE TEGEMOETKOMING (KOA-kopje) IN DE KOSTEN KINDEROPVANG 2013 GEMEENTE MENTERWOLDE HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Begripsbepalingen 1. Alle begrippen die in deze beleidsregel

Nadere informatie

VERORDENING INDIVIDUELE INKOMENSTOESLAG GEMEENTE ASSEN 2015

VERORDENING INDIVIDUELE INKOMENSTOESLAG GEMEENTE ASSEN 2015 VERORDENING INDIVIDUELE INKOMENSTOESLAG GEMEENTE ASSEN 2015 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Officiële naam regeling Verordening individuele inkomenstoeslag

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1. Algemene bepalingen

HOOFDSTUK 1. Algemene bepalingen Verordening individuele inkomenstoeslag 2015 Kenmerk: 184268 De raad van de gemeente Oldebroek; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 oktober 2014; gelet op artikel 8, eerste lid,

Nadere informatie

Afdeling Samenleving Richtlijn 320 Ingangsdatum: 01-01-2014

Afdeling Samenleving Richtlijn 320 Ingangsdatum: 01-01-2014 Afdeling Samenleving Richtlijn 320 Ingangsdatum: 01-01-2014 VERREKENING VAN INKOMSTEN EN INKOMSTENVRIJLATING Algemeen De in aanmerking te nemen zijn in art. 31 WWB gedefinieerd. Hiermee wordt rekening

Nadere informatie

Betreft: Vaststellen Verordening Individuele Inkomenstoeslag gemeente Tynaarlo 2015

Betreft: Vaststellen Verordening Individuele Inkomenstoeslag gemeente Tynaarlo 2015 Raadsbesluit nr. 7.c Betreft: Vaststellen Verordening Individuele Inkomenstoeslag gemeente Tynaarlo 2015 De raad van de gemeente; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van (datum);

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van (datum); Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Leeuwarden 2015-2 De raad van de gemeente Leeuwarden; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van (datum); gelet op artikel

Nadere informatie

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Enschede 2015

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Enschede 2015 Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Enschede 2015 De raad van de gemeente Enschede; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 18 november 2014; gelet op artikel 8, eerste lid,

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Gelet op artikel 12, tweede lid, van de Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Gelet op artikel 12, tweede lid, van de Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers; STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. 850 24 november 2008 Regeling van de Staatssecretaris van Justitie van 12 november 2008, nr. 5557004/08, houdende bepalingen

Nadere informatie

De Raad van de gemeente Ede,

De Raad van de gemeente Ede, De Raad van de gemeente Ede, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Ede d.d. 11 november 2014; gelet op artikel 8, eerste lid, onderdeel b, en tweede lid, van de Participatiewet; overwegende

Nadere informatie

Artikel 4 Draagkracht verstrekkingen op grond van hoofdstuk 4

Artikel 4 Draagkracht verstrekkingen op grond van hoofdstuk 4 CVDR Officiële uitgave van Nijkerk. Nr. CVDR2626_1 22 mei 2018 Beleidsregels Bijzondere Bijstand Burgemeester en wethouders van de gemeente Nijkerk, d.d. 2 juni 2008 nr. 3 b e s l u i t vast te stellen

Nadere informatie

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Geertruidenberg;

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Geertruidenberg; Uitvoeringsbesluit Inkomstenvrijlating 2015 Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Geertruidenberg; gelezen het daartoe strekkende voorstel behandeld in haar vergadering van 14 april

Nadere informatie

Afdeling Samenleving Richtlijn 730 Ingangsdatum: 01-10-2012

Afdeling Samenleving Richtlijn 730 Ingangsdatum: 01-10-2012 Afdeling Samenleving Richtlijn 730 Ingangsdatum: 01-10-2012 VERHAAL VAN BIJSTAND Algemeen Op grond van artikel 61 van de Wet werk en bijstand (WWB) kunnen door het College de kosten van bijstand worden

Nadere informatie

Toelichting Toeslagenverordening WWB gemeente Rijssen-Holten 2013

Toelichting Toeslagenverordening WWB gemeente Rijssen-Holten 2013 Toelichting Toeslagenverordening WWB gemeente Rijssen-Holten 2013 Algemene toelichting De gemeenteraad dient op grond van artikel 8 eerste lid onder c juncto artikel 30 van de Wet werk en bijstand (WWB)

Nadere informatie

Verordening persoonlijk minimabudget gemeente Overbetuwe 2014

Verordening persoonlijk minimabudget gemeente Overbetuwe 2014 Onderwerp: Verordening persoonlijk minimabudget gemeente Overbetuwe 2014 Ons kenmerk: 13RB000157 Nr. 14a De raad van de gemeente Overbetuwe; gelezen het raadsvoorstel van burgemeester en wethouders van

Nadere informatie

Gemeenteraad 03 maart 2009 Gemeenteblad

Gemeenteraad 03 maart 2009 Gemeenteblad Jaar: 2009 Nummer: 34 Besluit: Gemeenteraad 03 maart 2009 Gemeenteblad VERORDENING TOESLAGEN EN VERLAGINGEN WWB HELMOND 2009 De raad van de gemeente Helmond; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

Geconsolideerde Verordening individuele inkomenstoeslag participatiewet gemeente Oegstgeest 2015

Geconsolideerde Verordening individuele inkomenstoeslag participatiewet gemeente Oegstgeest 2015 Geconsolideerde Verordening individuele inkomenstoeslag participatiewet gemeente Oegstgeest 2015 De raad van de gemeente Oegstgeest gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 25 november 2014,

Nadere informatie

Oplegvel Collegebesluit

Oplegvel Collegebesluit Onderwerp Beleidsregels Haarlempas Oplegvel Collegebesluit Portefeuille H. van der Molen Auteur Dhr. F. Hermans Telefoon 5114046 E-mail: fhermans@haarlem.nl SZW/BB Reg.nr. 2009/23366 Te kopiëren: A B &

Nadere informatie

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Stichtse Vecht;

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Stichtse Vecht; CVDR Officiële uitgave van Stichtse Vecht. Nr. CVDR192895_2 9 januari 2018 Beleidsregels WWB Stichtse Vecht Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Stichtse Vecht; gelet op de Wet werk

Nadere informatie

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Smallingerland gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 november 2014;

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Smallingerland gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 november 2014; GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Smallingerland. Nr. 79151 24 december 2014 Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Smallingerland 2015 De raad van de gemeente Smallingerland ; gelezen

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van: 11 november 2014;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van: 11 november 2014; Verordening individuele inkomenstoeslag Westerveld 2015 De raad van de gemeente Westerveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van: 11 november 2014; gelet op artikel 147, eerste lid,

Nadere informatie

Gemeenteraad 26 juni 2007 Gemeenteblad. GEWIJZIGDE INVULLING VAN DE RICHTLIJNEN WWB NR. B158, B107 en B156

Gemeenteraad 26 juni 2007 Gemeenteblad. GEWIJZIGDE INVULLING VAN DE RICHTLIJNEN WWB NR. B158, B107 en B156 Jaar: 2007 Nummer: 46 Besluit: Gemeenteraad 26 juni 2007 Gemeenteblad GEWIJZIGDE INVULLING VAN DE RICHTLIJNEN WWB NR. B158, B107 en B156 RICHTLIJN nr. B158 Beoordeling geringe inkomsten Het college van

Nadere informatie

Beleidsregels vrijlating inkomsten uit arbeid Participatiewet, Ioaw en Ioaz

Beleidsregels vrijlating inkomsten uit arbeid Participatiewet, Ioaw en Ioaz Beleidsregels vrijlating inkomsten uit arbeid Participatiewet, Ioaw en Ioaz Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Krimpen aan den IJssel; gelet op artikel 31, lid 2 onderdeel n, r.

Nadere informatie

VERORDENING INDIVIDUELE INKOMENSTOESLAG HELMOND 2015

VERORDENING INDIVIDUELE INKOMENSTOESLAG HELMOND 2015 VERORDENING INDIVIDUELE INKOMENSTOESLAG HELMOND 2015 De raad van de gemeente Helmond; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 oktober 2014; gelet op artikel 8, eerste lid, aanhef en

Nadere informatie

Bijlage behorende bij ontwerpbesluit nr. 13Rb050 d.d. 30 oktober 2013 VERORDENING LANGDURIGHEIDSTOESLAG WWB 2013

Bijlage behorende bij ontwerpbesluit nr. 13Rb050 d.d. 30 oktober 2013 VERORDENING LANGDURIGHEIDSTOESLAG WWB 2013 Bijlage behorende bij ontwerpbesluit nr. 13Rb050 d.d. 30 oktober 2013 VERORDENING LANGDURIGHEIDSTOESLAG WWB 2013 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1. Begrippen 1. In deze verordening wordt verstaan

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 november 2015;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 november 2015; De raad van de gemeente Purmerend; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 november 2015; gelet op artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel b, en tweede lid, van de Participatiewet;

Nadere informatie

Toeslagenverordening Wet Werk en Bijstand

Toeslagenverordening Wet Werk en Bijstand Concept-raadsbesluit, no. De Raad der gemeente Stein; Gezien het voorstel inzake verordeningen Wet Werk en Bijstand (Gem. blad Afd. A, no. ); gelet op artikel 8, eerste lid, onderdeel c en artikel 30 van

Nadere informatie

Beleidsregels Landurigheidstoeslag 2013

Beleidsregels Landurigheidstoeslag 2013 Beleidsregels Landurigheidstoeslag 2013 Criteria Langdurigheidstoeslag Om voor Langdurigheidstoeslag (LDT) in aanmerking te komen zijn in de verordening Langdurigheidstoeslag bepalingen opgenomen welke

Nadere informatie

wordt de draagkracht berekend over middelen waarover belanghebbende daadwerkelijk de beschikking

wordt de draagkracht berekend over middelen waarover belanghebbende daadwerkelijk de beschikking GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Haarlem Nr. 207856 1 oktober 2018 Beleidsregel HaarlemPas 2019 Het college van de gemeente Haarlem Gelet op de artikelen 35, eerste lid van de Participatiewet;

Nadere informatie

B&W 21 december 2010 Gemeenteblad GEWIJZIGDE INVULLING VAN RICHTLIJN NR B044 OVERZICHT HOOGTE VERLAGINGEN

B&W 21 december 2010 Gemeenteblad GEWIJZIGDE INVULLING VAN RICHTLIJN NR B044 OVERZICHT HOOGTE VERLAGINGEN Jaar: 2010 Nummer: 118 Besluit: B&W 21 december 2010 Gemeenteblad GEWIJZIGDE INVULLING VAN RICHTLIJN NR B044 OVERZICHT HOOGTE VERLAGINGEN Het college van burgemeester en wethouders, Gelet op artikel 8,

Nadere informatie

Beleidsregel krediethypotheek en pandrecht

Beleidsregel krediethypotheek en pandrecht Beleidsregel krediethypotheek en pandrecht Vaststelling: College van B&W 3 november 2008 Bekendmaking: De Trompetter 11 november 2008 Inwerkingtreding: 1 januari 2009 Beleidsregel krediethypotheek en pandrecht

Nadere informatie

RICHTLIJN NR. B050 TOESLAGEN ALGEMENE BIJSTAND VOOR PERSONEN VAN 21 TOT 65 JAAR

RICHTLIJN NR. B050 TOESLAGEN ALGEMENE BIJSTAND VOOR PERSONEN VAN 21 TOT 65 JAAR Jaar: 2009 Nummer: 67 Besluit: B&W 16 juni 2009 Gemeenteblad RICHTLIJN NR. B050 TOESLAGEN ALGEMENE BIJSTAND VOOR PERSONEN VAN 21 TOT 65 JAAR Het college van burgemeester en wethouders; Collegevoorstel

Nadere informatie

VERORDENING LANGDURIGHEIDSTOESLAG WWB 2012

VERORDENING LANGDURIGHEIDSTOESLAG WWB 2012 Bijlage behorende bij ontwerpbesluit nr. 12Rb037, vastgesteld in de raadsvergadering van 27 juni 2012. VERORDENING LANGDURIGHEIDSTOESLAG WWB 2012 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1. Begrippen 1.

Nadere informatie

Verordening individuele inkomens- en studietoeslag gemeente De Wolden 2015

Verordening individuele inkomens- en studietoeslag gemeente De Wolden 2015 Het digitale Gemeenteblad Officiële uitgave van gemeente De Wolden Nummer 21, 24 december 2014 Verordening individuele inkomens- en studietoeslag gemeente De Wolden 2015 De raad van de gemeente De Wolden;

Nadere informatie

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Midden-Delfland 2015

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Midden-Delfland 2015 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Midden-Delfland. Nr. 81363 24 december 2014 Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Midden-Delfland 2015 De raad van de gemeente Midden-Delfland gelezen

Nadere informatie

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 28 oktober 2014, nr. ;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 28 oktober 2014, nr. ; Gemeenteblad nr. 172, 11 december 2014 Nr..a DE RAAD DER GEMEENTE DEURNE gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 28 oktober 2014, nr. ; gehoord de commissie Samenleving d.d. 26 november

Nadere informatie

Gezien het voorstel inzake gewijzigde WWB-verordeningen na vervallen huishoudinkomenstoets (Gem. blad Afd. A 2012, no. 45);

Gezien het voorstel inzake gewijzigde WWB-verordeningen na vervallen huishoudinkomenstoets (Gem. blad Afd. A 2012, no. 45); 2012, no. 45 De Raad der gemeente Stein; Gezien het voorstel inzake gewijzigde WWB-verordeningen na vervallen huishoudinkomenstoets (Gem. blad Afd. A 2012, no. 45); Gezien het voorstel van burgemeester

Nadere informatie

Toelichting Verordening individuele inkomenstoeslag Deurne 2015

Toelichting Verordening individuele inkomenstoeslag Deurne 2015 Toelichting Verordening individuele inkomenstoeslag Deurne 2015 Algemeen Aan de bijstand ligt het uitgangspunt ten grondslag dat het normbedrag, bedoeld ter voorziening in de algemeen noodzakelijke kosten

Nadere informatie

HOOFDSTUK 2 CRITERIA VOOR HET VERHOGEN VAN DE BIJSTANDSNORM

HOOFDSTUK 2 CRITERIA VOOR HET VERHOGEN VAN DE BIJSTANDSNORM TOESLAGENVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND 2010 De raad van de gemeente Hattem; gelet op artikel 8, eerste lid, onderdeel c, en artikel 30 van de Wet werk en bijstand; besluit vast te stellen de volgende

Nadere informatie

b. WTOS: de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten;

b. WTOS: de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten; GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Haarlem. Nr. 93478 12 juli 2016 Beleidsregels HaarlemPas Het college van de gemeente Haarlem Gelet op artikel 35, eerste lid van de Participatiewet; besluit

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD. Nr. 82102. Verzamelbesluit Beleidsregels. Inleiding. Werk Doelstellingen, voorzieningen en samenwerking

GEMEENTEBLAD. Nr. 82102. Verzamelbesluit Beleidsregels. Inleiding. Werk Doelstellingen, voorzieningen en samenwerking GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Asten. Nr. 82102 30 december 2014 Verzamelbesluit Beleidsregels Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Asten, Gelet op: De invoering van

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 september 2012

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 september 2012 Raadsbesluit De raad van de gemeente Noord-Beveland; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 september 2012 gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en artikel 8 lid 1 onderdeel d, artikel

Nadere informatie

Naam steller Afdelingsmanager Afdeling Portefeuillehouder

Naam steller Afdelingsmanager Afdeling Portefeuillehouder B en W Voorblad Onderwerp Richtlijnen handboek WWB Datum Kenmerk B en W datum 9 december 2013 17 december 2013 Naam steller Afdelingsmanager Afdeling Portefeuillehouder Sanne Bloemen Hans Killaars Maatschappelijke

Nadere informatie

Artikel 7 Citeertitel Deze verordening kan worden aangehaald als Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2012-A.

Artikel 7 Citeertitel Deze verordening kan worden aangehaald als Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2012-A. De raad van de gemeente Woerden; Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 augustus 2012 met overneming van de daarin vermelde motieven; gelet op artikel 8 lid 1 onderdeel c en artikel

Nadere informatie