De gemeente Hulst hanteert geen drempelbedrag als bedoeld in artikel 35 lid 2 WWB.

Transcriptie

1 Burgemeester en wethouders van de gemeente Hulst, overwegende, dat het van belang is in het kader van de uitvoering van artikel 35 van de Wet Werk en Bijstand (WWB) beleidsregels te hanteren; gelet op de Wet Werk en Bijstand, de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet; besluit per 1 januari 2009 vast te stellen: "BELEIDSREGELS DRAAGKRACHT BIJZONDERE BIJSTAND HULST Algemeen a. Beleidsregels strekken ertoe te komen tot een doelmatige, doeltreffende en cliëntgerichte opzet en uitvoering van bijzondere bijstandsverlening met in achtneming van artikel 35 WWB. Het beleidskader zal waarborgen moeten bieden voor voldoende rechtszekerheid en rechtsgelijkheid, individuele rechtsbedeling, kenbaarheid en goede uitvoerbaarheid, alsmede een verantwoorde budgetbeheersing. b. Besluiten zullen zorgvuldig moeten worden voorbereid (verzamelen informatie), genomen (toetsing en belangenafweging) en uitgevoerd (motivering en nazorg). Daarbij zullen de wettelijke voorschriften van de WWB, de Gemeentewet (bevoegd gezag) en de Algemene wet bestuursrecht (beginselen van behoorlijk bestuur) in acht moeten worden genomen. Deze nadere beleidsregels liggen in het verlengde van de wet. c. Beleidsregels kunnen betrekking hebben op de wijze van belangenafweging, de vaststelling van feiten en de interpretatie van voorschriften. Terzake bepaalde bestendige gedragslijnen worden zonodig in een beleidsregel neergelegd. d. Deze in beleidsregels neergelegde gedragslijnen worden: - openbaar gemaakt; - bij beschikkingen gevolgd, tenzij dit voor belanghebbende(n) vanwege bijzondere omstandigheden tot een onevenredigheid zou leiden in verhouding tot het doel van de gedragslijn; - in een beschikking aangehaald met uitsluitend een verwijzing ernaar. 2. Begripsbepaling Ingevolge de artikelen 1 en volgende van de WWB wordt de betekenis van een aantal begrippen nader gedefinieerd. Begrippen in deze beleidsregels worden in dezelfde betekenis gehanteerd. 3. Drempelbedrag De gemeente Hulst hanteert geen drempelbedrag als bedoeld in artikel 35 lid 2 WWB. 4. Draagkrachtperiode a. De draagkracht wordt vastgesteld voor de periode van maximaal 12 maanden, aanvangende op de eerste dag van de maand waarin de bijstandsaanvraag wordt ingediend. De laatste dag van een draagkrachtperiode is de laatste dag van een kalenderjaar (31 december). b. In afwijking van het bovenstaande onder a geldt dat bij het ontbreken van draagkracht voor de kostensoorten eigen bijdrage warme maaltijd-voorziening en eigen bijdrage huishoudelijke hulp, de bijzondere bijstandsverlening verstrekt wordt voor onbepaalde tijd, tenzij wijziging van de omstandigheden aanleiding geven tot het maken van een nieuwe draagkrachtberekening. c. Indien binnen de vastgestelde draagkrachtperiode een nieuwe bijstandsaanvraag wordt ingediend, blijft te dien aanzien de reeds eerder vastgestelde (resterende) draagkracht voor die periode gelden. d. Voor de bepaling van de draagkrachtperiode kan een afwijkende periode in aanmerking worden genomen, indien de periode waarop de kosten betrekking hebben daartoe aanleiding geven.

2 5. Vaststelling inkomen a. Onder het inkomen wordt verstaan het inkomen in de zin van art. 32 WWB, netto inclusief vakantiegeld. b. Tot het inkomen worden niet gerekend de middelen die vermeld zijn in artikel 31 lid 2 WWB, artikel 7 Regeling WWB en artikel 33 lid 5 WWB. c. Een bijdrage ingevolge art. 36 WWB (langdurigheidstoeslag) wordt tot het inkomen gerekend bij bijzondere bijstandsverlening voor duurzame gebruiksgoederen, voor zover die langdurigheidstoeslag in de vastgestelde draagkrachtperiode is ontvangen. 6. Vaststelling vermogen a. Onder vermogen wordt verstaan het vermogen als bedoeld in art. 34 WWB. b. De middelen als bedoeld in artikel 34 lid 2 WWB worden niet tot het vermogen van belanghebbende gerekend. c. Vermogen gebonden in de woning met bijbehorend erf wordt meegerekend indien dat vermogen meer bedraagt dan het bedrag genoemd in artikel 34 lid 2 sub d WWB. d. Als voor de kosten van de uitvaart geen dekkende verzekering is afgesloten, worden vermogensbestanddelen die uitsluitend kunnen worden aangewend voor de kosten van uitvaart tot een maximumbedrag van 2.268,90 voor een alleenstaande of alleenstaande ouder, en tot een maximumbedrag van 4.537,80 voor gehuwden buiten beschouwing gelaten. 7. Draagkracht uit inkomen a. Voor bijzonder noodzakelijke kosten van het bestaan is er is geen draagkracht bij een inkomen tot en met 120 % van de toepasselijke bijstandsnorm. b. Bij bijzondere bijstandsverlening voor algemene kosten van het bestaan geldt dat het inkomen boven het van toepassing zijnde bijstandsniveau voor 100% als draagkracht in aanmerking genomen wordt. c. Voor de regeling chronisch zieken, gehandicapten en ouderen en de regeling Sport en Cultuur gelden aparte beleidsregels. d. De draagkracht uit inkomen wordt binnen de vastgestelde draagkrachtperiode herzien, indien wijzigingen van de omstandigheden daartoe aanleiding geven. 8. Draagkracht uit vermogen a. Het vermogen wordt ten volle aangemerkt als draagkracht uit vermogen voor zover dat hoger is dan de vermogensgrens genoemd in artikel 34 lid 3 WWB. b. De draagkracht uit vermogen wordt binnen de vastgestelde draagkrachtperiode herzien, indien wijzigingen van de omstandigheden daartoe aanleiding geven. 9. Overgangsrecht Indien op grond van de Beleidsregels draagkracht bijzondere bijstand (die gelden vanaf 1 januari 2007) een voorziening is verstrekt die doorloopt in 2009, kan gedurende de looptijd van deze voorziening niet een zelfde voorziening worden verstrekt op basis van de Beleidsregels draagkracht bijzondere bijstand Hulst Aanvragen worden in principe behandeld conform de op de aanvraagdatum geldende beleidsregels. Aanvragen die ingediend worden in 2008, maar waarop op de datum van inwerkingtreding van de nieuwe beleidsregels nog geen besluit is genomen, worden in 2009 afgewerkt op grond van de voor de belanghebbende meest gunstige beleidsregels.

3 10. Citeertitel Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als: Beleidsregels draagkracht bijzondere bijstand Hulst Inwerkingtreding Deze beleidsregels treden na publicatie, met terugwerkende kracht met ingang van 1 januari 2009 in werking. Aldus vastgesteld op 3 februari 2009 door burgemeester en wethouders van Hulst.

4 Toelichting: 1. Algemeen 2. Begripsbepaling Aangesloten wordt bij de terminologie zoals die in de wet (Wet Werk en Bijstand) is omschreven. 3. Drempelbedrag Artikel 35 lid 2 van de WWB geeft het college de bevoegdheid bijzondere bijstand te weigeren indien de kosten op jaarbasis een bepaald drempelbedrag niet te boven gaan Het college hanteert geen drempelbedrag als bedoeld in artikel 35 lid 2 WWB. Wel kunnen per kostensoort administratieve drempels gelden. Deze staan in een aparte gids die door het college wordt vastgesteld. 4. Draagkrachtperiode a. Er zijn behalve bijzondere bijstand ook landelijke mogelijkheden om een vergoeding te krijgen voor bijzondere kosten. Bij samenloop kan de verstrekte bijzondere bijstand wegens later ontvangen middelen worden teruggevorderd. b. Draagkrachtperiode bij kostensoorten eigen bijdrage warme maaltijd-voorziening en eigen bijdrage huishoudelijke hulp (CAK): Als er geen sprake is van draagkracht, dan kan bijzondere bijstand worden verstrekt voor onbepaalde tijd. Indien sprake is van draagkracht, dan geldt het bepaalde onder a (max 12 maanden, einddatum de 31 e december van elk kalenderjaar.). Onderdeel d is opgenomen om te voorkomen, dat iemand die in december van kalenderjaar t een aanvraag indient en dat in januari van het jaar t+1 nogmaals moet doen. In dat geval zou de gemeente een langere draagkrachtperiode kunnen vaststellen uit praktische overwegingen (in dat geval bjivoorbeeld 13 maanden tot en met 31 december van het jaar t + 1). 5. Vaststelling inkomen a en b. Artikel 35 lid 1 geeft het college de bevoegdheid te bepalen in hoeverre het inkomen dat meer bedraagt dan de bijstandsnorm in aanmerking wordt genomen bij de beoordeling van het recht op bijzondere bijstand. De middelen als bedoeld in genoemde artikelen worden dus ook voor de bijzondere bijstand vrijgelaten. Het inkomen wordt dus op dezelfde wijze vastgesteld als bij de toepassing van de algemene bijstand. c. Van de wettelijke mogelijkheid (art 35 lid 1 WWB) om de langdurigheidstoeslag ex artikel 36 WWB als een voorliggende voorziening te zien of tot de middelen te rekenen bij bijzondere bijstandsverlening wordt door de gemeente Hulst geen gebruik gemaakt, behoudens bij bijzondere bijstandsverlening voor duurzame gebruiksgoederen. Bij bijzondere bijstandsverlening voor duurzame gebruiksgoederen wordt de langdurigheidstoeslag die in de draagkrachtperiode is ontvangen, tot de middelen (inkomen) gerekend. 6. Vaststelling vermogen a. en b. De middelen als bedoeld in genoemd artikel worden dus ook voor de bijzondere bijstand vrijgelaten. c. Dit betekent dat van het vermogen uit een eigen woning (economische waarde minus hypothecaire schulden) het bedrag genoemd in art. 34 lid 2 sub d WWB. wordt vrijgelaten. Indien

5 het vermogen uit de eigen woning groter is dan dat bedrag, dan dient de bijzondere bijstandsaanvraag te worden afgewezen, ongeacht het feit of al dan niet een krediethypotheek op algemene bijstandsverlening is gevestigd. 7. Draagkracht uit inkomen b. Onder algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan vallen o.a.: - woonkostentoeslag; - toeslag voor voormalig alleenstaande ouders; - bijstand voor 18- tot 21-jarigen voor zover die de norm van art. 20 WWB te boven gaat; - bijstand voor 18- tot 20-jarigen in een inrichting; - bijstand voor kosten van een arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen. 8. Draagkracht uit vermogen De draagkracht uit vermogen bedraagt 100% van het in aanmerking ten nemen vermogen. 9. Overgangsrecht Dit artikel houdt dus in dat aanvragen uit 2008, die in 2009 doorlopen, blijven lopen volgens de oude draagkrachtregels. Aanvragen die in 2008 zijn aangevraagd maar nog niet zijn afgehandeld, worden volgens de meest gunstige regels afgehandeld. 10. Citeertitel 11. Inwerkingtreding