NL B Explosieveilige reductors. Bedrijfs- en montagehandleiding

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "NL B Explosieveilige reductors. Bedrijfs- en montagehandleiding"

Transcriptie

1 NL B 2000 Explosieveilige reductors Bedrijfs- en montagehandleiding

2 Pos: 4 /Anleitungen/Getriebe/0. Prolog/0.1 Sicherheits- und Anwendungshinweise für @ 1 Pos: 5 /Allgemein/Allgemeingültige Module Seitenumbruch @ 1 Explosieveilige reductors Bedrijfs- en montagehandleiding Algemene veiligheids- en gebruiksaanwijzingen 1. Algemeen Tijdens het bedrijf kan het apparaat afhankelijk van de beschermingsklasse spanning voerende, blanke, eventueel ook bewegende of roterende delen en hete oppervlakken bezitten. Bij niet toegelaten verwijdering van de vereiste afdekking, bij onvakkundig gebruik, bij verkeerde installatie of bediening bestaat er een risico op zwaar persoonlijk letsel of materiële schade. Alle werkzaamheden voor het transport, de installatie, inbedrijfstelling en het onderhoud dienen te worden uitgevoerd door gekwalificeerd personeel (de nationale voorschriften voor de ongevallenpreventie dienen in acht genomen te worden). Gekwalificeerd personeel in de zin van deze elementaire veiligheidsaanwijzingen zijn personen die vertrouwd zijn met de opstelling, montage, inbedrijfstelling en exploitatie van het product en over de opleiding en kennis beschikken die het mogelijk maakt om eventiele gevaren en risico's te onderkennen en te vermijden. 2. Gebruik voor het beoogde, toegelaten gebruiksdoel NORD-producten mogen alleen volgens de informatie in de catalogus en de bijbehorende technische documentatie worden gebruikt. Het opvolgen van de bedrijfs- en montagehandleiding is de belangrijkste voorwaarde voor een storingsvrij bedrijf en voor acceptatie van eventuele garantieclaims. Lees daarom eerst de bedrijfs- en montagehandleiding, voordat u met het paraat werkt! De bedrijfs- en montagehandleiding bevat belangrijke aanwijzingen over de service. Daarom moet zij in de buurt van het apparaat worden bewaard. Alle informatie met betrekking tot de technische gegevens en de toegelaten omstandigheden op de inzetlocatie moet absoluut in acht worden genomen. 3. Transport, opslag De aanwijzingen voor transport, opslag en deugdelijke omgang dienen te worden opgevolgd. 4. Plaatsing Het apparaat moet tegen ontoelaatbare belastingen worden beschermd. Met name mogen bij transport en handling/verplaatsingen geen componenten worden verbogen of veranderd worden. De aanraking van elektronische componenten en contacten dient te worden vermeden. 5. Elektrische aansluiting Bij werkzaamheden aan onder spanning staande draaistroommotoren dienen de toepasselijke nationale voorschriften voor de ongevallenpreventie (bijv. BVG A3, voorheen VBG4) te worden opgevolgd. De elektrische installatie dient volgens de toepasselijke voorschriften te gebeuren (bijv. kabeldiameters, zekeringen, aardleidingen). Aanwijzingen voor een op EMC-conforme installatie zoals afscherming, aarding en installatie van de kabels vindt u in de documentatie van de draaistroommotoren. Het aanhouden van de in de EMC-wetgeving gestelde limieten is de verantwoordelijkheid van de producent van de installatie of machine. 6. Bedrijf Bij toepassingen waarbij een uitval van het apparaat persoonlijk letsel tot gevolg zou kunnen hebben, dienen overeenkomstige veiligheidsmaatregelen te worden genomen. Installaties waarin NORD-apparaten ingebouwd zijn, moeten zo nodig worden voorzien van extra bewakings- en beveiligingsvoorzieningen volgens de actuele veiligheidvoorschriften, zoals bijv. de wet op de technische arbeidsmiddelen, de voorschriften voor de ongevallenpreventie etc. Tijdens het bedrijf dienen alle afdekkingen en veiligheidskappen gesloten te zijn. 7. Onderhoud en service Nadat het apparaat van de voedingsspanning losgekoppeld is, mogen spanning voerende componenten en kabelaansluitingen niet meteen worden aangeraakt vanwege mogelijk opgeladen condensatoren. Verdere informatie vindt u in de documentatie. De veiligheidsaanwijzingen moeten worden bewaard! 2 B 2000 NL-0916

3 Pos: 8 /Anleitungen/Getriebe/0. Prolog/0.3 Dokumentation - Versionsliste [B @ 1 Pos: 10 /Allgemein/Allgemeingültige @ 1 Pos: 11 /Allgemein/Allgemeingültige @ 1 === Ende der Liste für Textmarke Copyright === Documentatie Documentatie Aanduiding: B 2000 Mat. nr.: Serie: Reductoren en reductormotoren Typeserie: Reductortypes: Co-axiale tandwielkast Co-axiale tandwielkast NORDBLOC Standaad Co-axiale tandwielkast Vlakke opsteek-tandwielreductor Kegelwielkast Tandwielwormwielkast MINIBLOC-wormwielkast UNIVERSAL-wormwielreductors Versielijst Titel, Datum B 2000, Januari 2013 Bestelnummer / Opmerkingen B 2000, September / 3814 Algemene correcties B 2000, April / 1915 Nieuwe reductortypes SK SK B 2000, Maart 2016 Tabel 1: Versielijst B / 0916 Algemene correcties Nieuwe reductortypes SK SK Auteursrechten Het document geldt als bestanddeel van het hier beschreven apparaat en dient aan elke gebruiker in geschikte vorm beschikbaar te worden gesteld. Elke bewerking, wijziging of ander oneigenlijk gebruik van het document is verboden. Uitgever Getriebebau NORD GmbH & Co. KG Getriebebau-Nord-Straße Bargteheide, Germany Telefoon +49 (0) / Fax +49 (0) / B 2000 NL

4 Explosieveilige reductors Bedrijfs- en montagehandleiding 4 B 2000 NL-0916

5 Pos: 13 @ 1 === Ende der Liste für Textmarke Inhaltsverzeichnis === Inhoud Inhoud 1 Aanwijzingen Algemene aanwijzingen Veiligheids- en aanwijzingssymbolen Toelichting van de gebruikte markeringen Reglementair gebruik Veiligheidsaanwijzingen Verdere documentatie Verwijdering van afval Reductorbeschrijving Typeaanduidingen en typen reductor Montagehandleiding, opslag, voorbereiding, plaatsing Transport van de motorreductor Opslag Opslag op lange termijn Controle van de reductor Controle van de gegevens op het typeplaatje Controle van de bouwvorm Voorbereidingen voor plaatsing Plaatsing van de motorreductor Montage van naven op de reductorassen Montage van opsteekmotorreductoren Montage van krimpschijven Montage van afdekkappen Montage van een normmotor Montage van de koelslang op het koelsysteem Temperatuursticker Montage van een SCX-flens Montage van een olie-expansievat optie OA Inbedrijfstelling Oliepeil controleren Automatische smeermiddelsensor activeren Temperatuurmeting Gebruik met smeermiddelkoeling Controle van de reductor Checklist Gebruik van een motorreductor in een explosieve omgeving Inspectie en onderhoud Inspectie- en onderhoudsintervallen Inspectie- en onderhoudswerkzaamheden Appendix Bouwvormen en onderhoud Smeermiddelen Aanhaalmomenten van bouten Bedrijfsstoringen Lekkage en dichtheid Conformiteitsverklaring Explosieveilige reductoren en reductormotoren, Categorie 2G en 2D Explosieveilige reductoren en reductormotoren, Categorie 3G en 3D Reparatieaanwijzingen Reparatie Internetinformatie Afkortingen B 2000 NL

6 Pos: 15 @ 1 Explosieveilige reductors Bedrijfs- en montagehandleiding Afbeeldingenindex === Ende der Liste für Textmarke Abbildungsverzeichnis === Afbeelding 1: typeplaat (voorbeeld) Afbeelding 2: Activeren van de drukontluchting Afbeelding 3: Voorbeeld van een eenvoudige torsievoorziening Afbeelding 4: Toegelaten krachtoverbrengingen op de in- en uitgaande assen Afbeelding 5: Smeermiddel op de as en naaf aanbrengen Afbeelding 6: Demontage van de af fabriek gemonteerde afsluitkap Afbeelding 7: Motorreductor op as met installatiesteun en gemonteerd bevestigingelement Afbeelding 8: Motorreductor op as zonder installatiesteun met gemonteerd bevestigingelement Afbeelding 9: Verwijderen met demontagegereedschap Afbeelding 10: Bevestiging van rubberbuffers (optie G of VG) bij vlakke opsteekmotorreductoren Afbeelding 11: bevestiging van draaimomentsteunen bij kegelwiel- en wormwielmotorreductoren Afbeelding 12: Holle as met krimpschijf Afbeelding 13: Montage van de afdekkap optie SH, optie H en optie H Afbeelding 14: Montage van de koppeling op de motoras bij verschillende koppelingstypen Afbeelding 15: Koeldeksel Afbeelding 16: Positie van de temperatuursticker Afbeelding 17: Montagevoorbeeld van een SCX-flens Afbeelding 19: Controleer het oliepeil met de peilstok Afbeelding 20: Activering van de automatische smeermiddelsensor bij normmotoraanbouw Afbeelding 21: Sticker Afbeelding 22: ATEX-aanduiding Afbeelding 23: Temperatuursticker Afbeelding 24: Meting van slijtage van de tandkrans bij de klauwkoppeling ROTEX Afbeelding 25: Meting van slijtage aan tandhuls bij spiraalvertanding BoWex Afbeelding 26: Vervanging van de automatische smeermiddelsensor bij normmotoraanbouw Afbeelding 27: Vlakke tandwielkast met expansievat Afbeelding 28: Breng de motorreductor in inbouwpositie M Afbeelding 29: Oliepeil meten Afbeelding 30: Positie tijdens controle van het oliepeil Afbeelding 31: Conformiteitsverklaring categorie 2G / 2D Afbeelding 32: Conformiteitsverklaring Categorie 3G/3D B 2000 NL-0916

7 Pos: 17 @ 1 Pos: 19 /Anleitungen/Getriebe/1. Hinweise/ Tabellenindex Tabellenindex === Ende der Liste für Textmarke Tabellenverzeichnis === Tabel 1: Versielijst B Tabel 2: Afvoer en verwerking van materialen Tabel 3: Tandwielreductoren - typeaanduidingen en reductortypes Tabel 4: grote tandwielreductoren - typeaanduidingen en reductortypes Tabel 5: Tandwielreductoren NORDBLOC - typeaanduidingen en reductortypes Tabel 6: Tandwielreductoren NORDBLOC - typeaanduidingen en reductortypes Tabel 7: Opsteektandwielreductoren - typeaanduidingen en reductortypes Tabel 8: Kegelwielreductoren - typeaanduidingen en reductortypes Tabel 9: Tandwielwormwielreductoren - typeaanduidingen en reductortypes Tabel 10: MINIBLOC - typeaanduidingen en reductortypes Tabel 11: UNIVERSAL wormwielreductoren - typeaanduidingen en reductortypes Tabel 12: Grenswaarden voor slijtage aan tandkoppelingskransen Tabel 13: Oliehoeveelheden voor standaard tandwielreductor voor ATEX-categorie 3G en 3D Tabel 14: Smeermiddelentabel Tabel 15: Aanhaalmomenten van bouten Tabel 16: Overzicht bedrijfsstoringen Tabel 17: Lekkagedefinitie geënt op DUN B 2000 NL

8 Pos: 20 /Anleitungen/Getriebe/1. Hinweise/1.1 Allgemeine 1 Pos: 21 /Allgemein/Allgemeingültige Module Seitenumbruch @ 1 Explosieveilige reductors Bedrijfs- en montagehandleiding 1 Aanwijzingen 1.1 Algemene aanwijzingen Neem deze handleiding zorgvuldig door voordat u werkzaamheden aan de motorreductor uitvoert en deze in gebruik neemt. Volg de instructies in deze handleiding altijd op. Deze handleiding en alle bijbehorende speciale documentatie dienen in de buurt van de motorreductor te worden bewaard. NORD Aandrijvingen accepteert geen garantieclaims voor persoonlijke letsels, materiёle en financiёle schade die veroorzaakt werd door niet-inachtneming van de handleiding, foute bediening of niet reglementair gebruik. Algemene slijtende onderdelen zoals bijv. keerringen zijn van de garantie uitgesloten. Als er aan de motorreductor verdere componenten gemonteerd of ingebouwd (bijv. motor, koelinstallatie, druksensor, enz.) zijn of extra componenten (bijv. een koelsysteem) met de order meegeleverd worden, moeten tevens de handleidingen van deze componenten in acht worden genomen. Bij motorreductoren dient bovendien de handleiding van de motor in acht worden genomen. Als u de inhoud van deze handleiding niet begrijpt of als u extra handleidingen of informatie nodig heeft, neemt u contact op met Getriebebau NORD. 8 B 2000 NL-0916

9 Pos: 22 /Anleitungen/Getriebe/1. Hinweise/1.2 Sicherheits- und Hinweiszeichen 1 Pos: 24 /Anleitungen/Getriebe/1. Hinweise/1.2 Sicherheits- und Hinweiszeichen Erläuterungen 1 Pos: 26 /Anleitungen/Getriebe/1. Hinweise/1.3 Bestimmungsgemäße Verwendung Aanwijzingen 1.2 Veiligheids- en aanwijzingssymbolen Toelichting van de gebruikte markeringen GEVAAR GEVAAR Duidt een onmiddellijk dreigend gevaar aan dat zeer ernstig of zelfs dodelijk letsel tot geval heeft. Duidt een onmiddellijk dreigend gevaar aan dat zeer ernstig of zelfs dodelijk letsel tot geval heeft. Bevat belangrijke aanwijzingen voor explosiebeveiliging WAARSCHUWING Duidt een mogelijk gevaarlijke situatie aan die zeer ernstig of zelfs dodelijk letsel tot geval kan hebben. VOORZICHTIG OPGELET Informatie Duidt een mogelijk gevaarlijke situatie aan die licht of onbeduidend letsel tot geval kan hebben. Duidt een mogelijk schadelijke situatie aan die tot schade aan het product of de omgeving kan leiden. Duidt gebruikstips en nuttige informatie aan. 1.3 Reglementair gebruik Pos: 28 /Anleitungen/Getriebe/1. Hinweise/1.3 Bestimmungsgemäße Verwendung @ 1 Deze motorreductoren dienen voor het opwekken van een draaibeweging en zijn bedoeld voor industriële installaties. Zij voldoen aan de eisen aan explosieveiligheid in de richtlijn 94/9EG (ATEX100a) voor de op het typeplaatje aangegeven categorie. De inbedrijfstelling (opname van het bedrijf voor het beoogde gebruiksdoel) is verboden tot vastgesteld is dat de machine aan de lokale wet- en regelgevingen voldoet. Vooral de EMC-richtlijn 2004/108/EG en de machinerichtlijn 2006/42/EU dienen binnen hun toepassingsbereik in acht genomen te worden. WAARSCHUWING Gevaar voor personen Bij toepassingen waarbij uitval van een reductor of reductormotor persoonlijk letsel tot gevolg kan hebben, dienen adequate veiligheidsmaatregelen te worden genomen. Beveilig de gevaarlijke zone in ruime mate. B 2000 NL

10 Pos: 29 /Anleitungen/Getriebe/1. Hinweise/1.4 Sicherheitshinweise 1 Explosieveilige reductors Bedrijfs- en montagehandleiding WAARSCHUWING Explosiegevaar Er mogen alleen componenten gemonteerd en gebruikt worden die aan de toepasselijke bepalingen van de richtlijn 94/9/EG voldoen. Neem de conformiteitsverklaringen en alle veiligheidsaanwijzingen voor de componenten in acht. WAARSCHUWING Materiële schade en lichamelijk letsel Wordt de reductor niet in overeenstemming met zijn ontwerpspecificaties gebruikt, dan kan dit schade aan de reductor en een voortijdige uitval van componenten tot gevolg hebben. Lichamelijk letsel kan dan niet worden uitgesloten. De technische gegevens op het typeplaatje moeten in acht worden genomen. De documentatie dient in acht te worden genomen. 1.4 Veiligheidsaanwijzingen Pos: 31 /Anleitungen/Getriebe/1. Hinweise/1.4 Sicherheitshinweise @ 1 Neem alle veiligheidsvoorschriften in acht, ook de instructies in de afzonderlijke hoofdstukken van deze handleiding. Bovendien moeten alle landelijke en andere voorschriften worden aangehouden die betrekking hebben op veiligheid en ongevallenpreventie. GEVAAR Explosiegevaar Explosiegevaar Negeren hiervan gaat gepaard met een verhoogd risico op ernstig of zelfs dodelijk letsel. Bij alle werkzaamheden, zoals bijv. transport, opslag, montage, elektrische aansluiting, inbedrijfstelling, onderhoud en reparaties, mag er geen explosieve sfeer heersen. GEVAAR Ernstig lichamelijk letsel Ernstig persoonlijk letsel en zware materiële schade kunnen het gevolg zijn van een verkeerde installatie, oneigenlijk gebruik, foute bediening, negeren van de veiligheidsvoorschriften, ongeoorloofd verwijderen van delen van de behuizing of beschermkappen evenals modificaties van de constructie van de motorreductor. Alle werkzaamheden zoals transport, opslag, plaatsing, elektrische aansluiting, inbedrijfstelling, onderhoud, service en reparaties, mogen uitsluitend door vakbekwaam personeel worden uitgevoerd. Neem de bedrijfshandleiding in acht. Neem de veiligheidsaanwijzingen in acht. Neem de veiligheidsvoorschriften en de voorschriften voor de ongevallenpreventie in acht. Breng voor het inschakelen een aandrijfelement aan of borg de seegerringen. Breng geen constructieve wijzigingen aan. Verwijder geen veiligheidsinrichtingen. Draag evt. gehoorbescherming bij werkzaamheden in de directe omgeving van de reductor. Alle roternede delen vereisen een bescherming tegen aanraking. In standaardgevallen monteert NORD afdekkappen. Deze kappen dienen in elk geval te worden gebruikt, als er geen andere bescherming tegen aanraking kan worden geboden. 10 B 2000 NL-0916

11 1 Aanwijzingen GEVAAR Ernstig lichamelijk letsel Reductoren of reductormotoren kunnen tijdens of kort na het bedrijf hete oppervlakken hebben. Montage- en onderhoudswerkzaamheden mogen uitsluitend worden uitgevoerd wanneer de aandrijving stilstaat en afgekoeld is. De voeding van de aandrijving moet zijn uitgeschakeld en de apparatuur moet beveiligd zijn tegen abusievelijk inschakelen. Draag veiligheidshandschoenen. Scherm hete oppervlakken af tegen aanraking. Sla geen licht ontvlambare voorwerpen of stoffen in de directe omgeving van de reductor. WAARSCHUWING Ernstig lichamelijk letsel en materiële schade Ondeskundig uitgevoerd transport kan ernstig lichamelijk letsel en zware materiële schade tot gevolg hebben. Er mogen geen extra belastingen worden aangebracht. De transportmiddelen en hefwerktuigen moeten over voldoende draagvermogen beschikken. Buis- en slangleidingen moeten tegen beschadigingen worden beschermd. VOORZICHTIG Risico op snijwonden Risico op snijwonden aan buitenkanten van aanbouwadapters, flenzen en afdekkappen. Contactbevriezing bij aanraking van metalen componenten bij lage temperaturen. Draag bij de montage, inbedrijfstelling, inspectie en onderhoud naast de persoonlijke beschermingsuitrusting ook geschikte veiligheidshandschoenen en een geschikte veiligheidsbril om lichamelijk letset te vermijden. Wij adviseren om reparatiewerkzaamheden aan NORD-producten door de NORD-service te laten uitvoeren. B 2000 NL

12 Pos: 32 /Anleitungen/Getriebe/1. Hinweise/1.5 Weitere 1 Pos: 33 /Anleitungen/Getriebe/1. Hinweise/ Pos: 34 /Anleitungen/Getriebe/2. Getriebebeschreibung/ Explosieveilige reductors Bedrijfs- en montagehandleiding 1.5 Verdere documentatie Zie voor verdere informatie in de volgende documentatie: Catalogi Reductoren (G1000, G1012, G1014, G1035, G1050, G2000), Bedrijfs- en onderhoudshandleiding voor de elektromotor Eventueel meegeleverde handleidingen van gemonteerde of geleverde opties 1.6 Verwijdering van afval Neem de plaatselijk geldende voorschriften in acht. Vooral smeermiddelen dienen te worden verzameld en op verantwoorde wijze te worden verwerkt! Onderdelen van de motorreductor Tandwielen, assen, rollagers, afstelveren, borgringen,... Reductorhuis, delen van de behuizing,... Lichtmetalen reductorhuizen, lichtmetalen delen van de behuizing,... Wormwielen, bussen,... Keerringen, afsluitkappen, rubberelementen,... Koppelingsonderdelen Platte pakkingen Tandwielolie Synthetische tandwielolie (sticker: CLP PG) Koelslang, mantel van de koelslang, schroefverbinding Materiaal staal gietijzer aluminium brons elastomeer met staal kunststof met staal asbestvrij afdichtmateriaal verrijkte minerale olie smeermiddel op basis van polyglycol Koper, epoxide, messing Tabel 2: Afvoer en verwerking van materialen 12 B 2000 NL-0916

13 Pos: 37 /Anleitungen/Getriebe/2. Getriebebeschreibung/2.1 Typenbezeichnungen und Getriebearten Reductorbeschrijving 2 Reductorbeschrijving 2.1 Typeaanduidingen en typen reductor Reductortypes / typeaanduidingen Co-axiale tandwielkast SK 11E, SK 21E,... SK 51E (1-traps) SK 02, SK 12,... SK 52, SK 62N (2-traps) SK 03, SK 13, SK 23, SK 33N, SK 43, SK 53 (3-traps) Uitvoeringen/opties - Uitvoering van de voet IEC IEC-aanbouwnormmotor F Flensuitvoering B5 NEMA NEMA-aanbouwnormmotor XZ Voet- en flensuitvoering B14 W Vrije aandrijfas XF Voet- en flensuitvoering B5 VI Viton-keerringen VL Versterkte lagering OA Olie expansievat AL Versterkt axiaallager SO1 Synthetische olie ISO VG 220 Tabel 3: Tandwielreductoren - typeaanduidingen en reductortypes Reductortypes / typeaanduidingen Co-axiale tandwielkast SK 62, SK 72, SK 82, SK 92, SK 102 (2-traps) SK 63, SK 73, SK 83, SK 93, SK 103 (3-traps) Uitvoeringen/opties - Uitvoering van de voet NEMA NEMA-aanbouwnormmotor F Flensuitvoering B5 W Vrije aandrijfas XZ Voet- en flensuitvoering B14 VI Viton-keerringen XF Voet- en flensuitvoering B5 OA Olie expansievat VL Versterkte lagering SO1 Synthetische olie ISO VG 220 IEC IEC-aanbouwnormmotor Tabel 4: grote tandwielreductoren - typeaanduidingen en reductortypes B 2000 NL

14 Explosieveilige reductors Bedrijfs- en montagehandleiding Reductortypes / typeaanduidingen Co-axiale tandwielkast NORDBLOC SK 320, SK 172, SK 272,... SK 972 (2-traps) SK 273, SK 373,... SK 973 (3-traps) SK 072.1, SK (2-traps) SK 372.1,. SK (2-traps) SK 373.1,. SK (3-traps) SK 772.1, SK 872.1, SK (2-traps) SK 773.1, SK 873.1, SK (3-traps) Uitvoeringen/opties - Uitvoering van de voet NEMA NEMA-aanbouwnormmotor F Flensuitvoering B5 W Vrije aandrijfas XZ Voet- en flensuitvoering B14 VI Viton-keerringen XF Voet- en flensuitvoering B5 OA Olie expansievat VL Versterkte lagering SO1 Synthetische olie ISO VG 220 IEC IEC-aanbouwnormmotor Tabel 5: Tandwielreductoren NORDBLOC - typeaanduidingen en reductortypes Reductortypes / typeaanduidingen Standaard co-axiale tandwielkast SK 0, SK 01, SK 20, SK 25, SK 30, SK 33 (2-traps) SK 000, SK 010, SK 200, SK 250, SK 300, SK 330 (3-traps) Uitvoeringen/opties - Uitvoering van de voet AL Versterkt axiaallager Z Flensuitvoering B14 IEC IEC-aanbouwnormmotor XZ Voet- en flensuitvoering B14 NEMA NEMA-aanbouwnormmotor XF Voet- en flensuitvoering B5 W Vrije aandrijfas F Flensuitvoering B5 VI Viton-keerringen 5 Verdikte uitgaande as SO1 Synthetische olie ISO VG 220 V Versterkte aandrijving Tabel 6: Tandwielreductoren NORDBLOC - typeaanduidingen en reductortypes 14 B 2000 NL-0916

15 2 Reductorbeschrijving Reductortypes / typeaanduidingen Vlakke opsteek-tandwielreductor SK 0182NB, SK 0282NB, SK 1282,... SK 9282, SK 10282, SK (2-traps) SK 1382NB, SK 2382,.. SK 9382, SK 10382, SK 11382, SK (3-traps) SK , SK Uitvoeringen/opties A Uitvoering met holle as VL Versterkte lagering V Uitvoering met massieve as VLII Roerwerkuitvoering Z Flensuitvoering B14 VLIII Roerwerkuitvoering Drywell F Flensuitvoering B5 SCX Screw Conveyor-flens X Voetbevestiging IEC IEC-aanbouwnormmotor S Krimpschijf NEMA NEMA-aanbouwnormmotor VS Versterkte krimpschijf W Vrije aandrijfas EA Holle as met spline VI Viton-keerringen G Rubberbuffer OA Olie expansievat VG Versterkt rubberbuffer SO1 Synthetische olie ISO VG 220 B Bevestigingelement CC Deksel behuizing met koelslang H Afdekkap OT Oliepeilreservoir H66 Afdekkap IP66 Tabel 7: Opsteektandwielreductoren - typeaanduidingen en reductortypes B 2000 NL

16 Explosieveilige reductors Bedrijfs- en montagehandleiding Reductortypes / typeaanduidingen Kegelwielkast SK 92072, SK 92172, SK 92372, SK 92672, SK SK , SK , SK , SK , SK , SK , SK , SK , SK , SK (2-traps) SK , SK , SK , SK , SK , SK , SK , SK , SK , SK , SK , SK (3-traps) SK , SK , SK , SK , SK ,SK (4-traps) Uitvoeringen/opties - Uitvoering van de voet H Afdekkap A Uitvoering met holle as H66 Afdekkap IP66 V Uitvoering met massieve as VL Versterkte lagering L Massieve as aan beide zijden VLII Roerwerkuitvoering Z Flensuitvoering B14 VLIII Roerwerkuitvoering Drywell F Flensuitvoering B5 SCX Screw Conveyor-flens X Voetbevestiging IEC IEC-aanbouwnormmotor D Draaimomentsteun NEMA NEMA-aanbouwnormmotor K Draaimomentconsole W Vrije aandrijfas S Krimpschijf VI Viton-keerringen VS Versterkte krimpschijf OA Olie expansievat EA Holle as met spline SO1 Synthetische olie ISO VG 220 R Terugloopsper CC Deksel behuizing met koelslang B Bevestigingelement Tabel 8: Kegelwielreductoren - typeaanduidingen en reductortypes 16 B 2000 NL-0916

17 2 Reductorbeschrijving Reductortypes / typeaanduidingen Tandwielwormwielkast SK 02040, SK 02050, SK 12063, SK 12080, SK 32100, SK (2-traps) SK 13050, SK 13063, SK 13080, SK 33100, SK (3-traps) Uitvoeringen/opties - Voetbevestiging met massieve as B Bevestigingelement A Uitvoering met holle as H Afdekkap V Uitvoering met massieve as H66 Afdekkap IP66 L Massieve as aan beide zijden VL Versterkte lagering X Voetbevestiging IEC IEC-aanbouwnormmotor Z Flensuitvoering B14 NEMA NEMA-aanbouwnormmotor F Flensuitvoering B5 W Met vrije ingaande as D Draaimomentsteun VI Viton-keerringen S Krimpschijf OA Olie expansievat Tabel 9: Tandwielwormwielreductoren - typeaanduidingen en reductortypes Reductortypes / typeaanduidingen MINIBLOC-wormwielkast SK 1S 32, SK 1S 40, SK 1S 50, SK 1S 63, SK 1SU..., SK 1SM 31, SK 1SM 40, SK 1SM 50, SK 1SM 63, (1-traps) SK 2S32NB, SK 2S40NB, SK 2S50NB, SK 2S63NB, SK 2SU, SK 2SM40, SK 2SM50, SK 2SM63 (2-traps) Uitvoeringen/opties - Voetbevestiging met massieve as X Voetbevestiging A Uitvoering met holle as B Bevestigingelement V Uitvoering met massieve as IEC IEC-aanbouwnormmotor L Massieve as aan beide zijden NEMA NEMA-aanbouwnormmotor Z Flensuitvoering B14 W Met vrije ingaande as F Flensuitvoering B5 VI Viton-keerringen D Draaimomentsteun Tabel 10: MINIBLOC - typeaanduidingen en reductortypes B 2000 NL

18 Pos: 43 /Anleitungen/Getriebe/3. Montage, Lagerung, Vorbereitung, Aufstellung/3. Montageanleitung, Lagerung, Vorbereitung, 1 Explosieveilige reductors Bedrijfs- en montagehandleiding Reductortypes / typeaanduidingen UNIVERSAL-wormwielreductors SK 1SI31, SK 1SI40, SK 1SI50, SK 1SI63, SK 1SI75, SK 1SID31, SK 1SID40, SK 1SID50, SK 1SID63, SK 1SID75 SK 1SIS31,, SK 1SIS75, SK 1SD31, SK 1SD40, SK 1SD50, SK 1SD63, SK 1SIS-D31,, SK 1SIS-D63 SK 1SMI31, SK 1SMI40, SK 1SMI50, SK 1SMI63, SK 1SMI75 SK 1SMID31,, SK 1SMID63 (1-traps) SK 2SD40, SK 2SD50, SK 2SD63, SK 1SI /31, SK 1SI /H10, SK 2SID40,, SK 2SID63 SK 2SIS-D40,, SK 2SIS-D63 SK 2SMI40, SK 2SMI50, SK 2SMI63 SK 2SMID40, SK 2SMID50, SK 2SMID 63 (2-traps) Uitvoeringen/opties V Massieve as resp. ijlgangspindel H10 Modulaire tandwieltrap A Uitvoering met holle as /31 Wormwielkast L Massieve as aan beide zijden /40 Wormwielkast X Aan drie zijden voeten IEC IEC-aanbouwnormmotor Z Flensuitvoering B14 NEMA NEMA-aanbouwnormmotor F Flensuitvoering B5 W Met vrije ingaande as D Draaimomentsteun VI Viton-keerringen H Afdekkap Tabel 11: UNIVERSAL wormwielreductoren - typeaanduidingen en reductortypes Dubbele reductoren zijn samengesteld uit twee enkele reducties. Deze moeten volgens de instructies in deze handleiding worden behandeld als twee afzonderlijke reducties. Typeaanduiding dubbele reductor: bijv. SK 73/22 (bestaat uit de individuele reductoren SK 73 en SK 22). 18 B 2000 NL-0916

19 Pos: 44 /Anleitungen/Getriebe/3. Montage, Lagerung, Vorbereitung, Aufstellung/3.6 Transport des Getriebes Montagehandleiding, opslag, voorbereiding, plaatsing 3 Montagehandleiding, opslag, voorbereiding, plaatsing Neem alle algemene veiligheidsaanwijzingen (zie hoofdstuk 1.4 "Veiligheidsaanwijzingen") in acht en houd u aan de veiligheidsaanwijzingen in de individuele hoofstukken en de aanwijzingen over het gebruik voor het beoogde, toegelaten gebruiksdoel (zie hoofdstuk 1.3 "Reglementair gebruik")bestimmungsgemäße Verwendung. 3.1 Transport van de motorreductor WAARSCHUWING Gevaar door zware lasten Risico op ernstig letsel en materiële schade door vallende of omvallende zware lasten. Tijdens het transport is het levensgevaarlijk onder de motorreductor te staan. Ter voorkoming van persoonlijk letsel dient de gevarenzone ruim te worden beveiligd. Gebruik voor het transport uitsluitend de op de motorreductoren vastgeschroefde oogbouten. Er mogen geen extra belastingen worden aangebracht. Als op motorreductoren een extra hijsoog op de motor is aangebracht, moet deze worden gebruikt. Het schroefdraad van de hijsoog moet volledig zijn ingedraaid. Voorkom dat scheef aan de hijsogen wordt getrokken. OPGELET Schade aan de motorreductor Risico op schade aan de reductor door ondeskundige handelingen. Vermijd schade aan de motorreductor. Stoten op uitstekende asuiteinden leiden tot beschadigingen binnen de motorreductor. Gebruik voor hun taak berekende en geschikte transportmiddelen. De aanslaginrichtingen moeten voor het gewicht van de motorreductor geschikt. Het gewicht van de transmissie vindt u in de transportdocumentatie. B 2000 NL

20 Pos: 47 /Anleitungen/Getriebe/3. Montage, Lagerung, Vorbereitung, Aufstellung/ Pos: 48 /Anleitungen/Getriebe/3. Montage, Lagerung, Vorbereitung, Aufstellung/ Explosieveilige reductors Bedrijfs- en montagehandleiding 3.2 Opslag Bij een korte opslag vóór de inbedrijfstelling dient het volgende in acht te worden genomen: Opslag in inbouwpositie (zie hoofdstuk 6.1 "Bouwvormen en onderhoud") em reductor tegen een val beschermen, Smeer onbedekte vlakken van het huis en de assen dun met olie in, Bewaar de reductor in een droge ruimte, Temperatuur mag niet sterk variëren in een bereik van -5 C tot +50 C, Relatieve luchtvochtigheid bedraagt minder dan 60 %, Niet aan direct zonlicht of UV-licht blootstellen, Er mogen zich geen agressieve, corrosieve stoffen (vervuilde lucht, ozon, gassen, oplosmiddelen, zuren, logen, zouten, radioactieve straling, enz.) in de omgeving bevinden, De reductor mag niet aan trillingen en schokken worden blootgesteld. 3.3 Opslag op lange termijn VOORZICHTIG Lichamelijk letsel Fout of te lannge opslag kan ertoe leiden dat de reductor niet correct functioneert. Wanneer de toegelaten opslagduur wordt overschreden, moet u een inspectie van de reductor (laten) uitvoeren. Informatie Opslag voor langere periodes Bij opslag- of stilstandstijden die langer duren dan 9 maanden beveelt NORD Aandrijvingen als optie de opslag voor langere periodes. Met de optie langetermijnopslag en de hieronder omschreven maatregelen is een opslag van ongeveer 2 jaar mogelijk. Omdat de daadwerkelijke belasting sterk afhankelijk is van de plaatselijke voorwaarden, is de termijn alleen als richtwaarde bedoeld. 20 B 2000 NL-0916

21 Pos: 49 /Allgemein/Allgemeingültige Module Seitenumbruch @ 1 3 Montagehandleiding, opslag, voorbereiding, plaatsing Toestand van de motorreductor en de opslagruimte gedurende opslag op lange termijn voor de inbedrijfstelling: Opslag in inbouwpositie (zie hoofdstuk 6.1 "Bouwvormen en onderhoud") em reductor tegen een val beschermen. Transportschade aan de buitenlak dient te worden hersteld. De contactvlakken van de flens en de asuiteinden moet worden gecontroleerd of er een geschikt antiroestmiddel is aangebracht. Breng indien nodig een geschikt antiroestmiddel op de vlakken aan. De motorreductoren met de optie Langetermijnopslag zijn volledig met smeermiddel gevuld of hebben corrosiewerend middel (VCI) in de olie bijgemengd (zie sticker op de reductor) of zij zijn zonder olie met geringe hoeveelheden VCI-concentraat gevuld. Het afsluitkoord in de ontluchtingsplug mag tijdens de opslag niet worden verwijderd, de motorreductor moet goed afgesloten zijn. Bewaar de reductor in een droge ruimte, In tropische gebieden dient de aandrijving tegen insecten te worden beschermd Temperatuur mag niet sterk variëren in een bereik van -5 C tot 40 C, Relatieve luchtvochtigheid bedraagt minder dan 60 %, Niet aan direct zonlicht of UV-licht blootstellen, Er mogen zich geen agressieve, corrosieve stoffen (vervuilde lucht, ozon, gassen, oplosmiddelen, zuren, logen, zouten, radioactieve straling, enz.) in de omgeving bevinden, De reductor mag niet aan trillingen en schokken worden blootgesteld. Maatregelen die tijdens de opslag of stilstand moeten worden getroffen Als de relatieve luchtvochtigheid <50 % is, kan de reductor max. 3 jaar worden opgeslagen. Maatregelen voor de inbedrijfstelling Als de opslag- of stilstandtijd langer dan 2 jaar duurt of de temperatuur tijdens een korte opslag sterk afwijkt van de nominale waarde, dient het smeermiddel in de reductor vóór de inbedrijfstelling te worden vervangen. Bij een compleet gevulde reductor moet vóór de inbedrijfstelling het oliepeil overeenkomstig de bouwvorm worden gereduceerd Bij een reductor zonder olievulling moet vóór de inbedrijfstelling olie worden bijgevuld overeenkomstig de bouwvorm. Het VCI-concentraat kan in de reductor blijven. De bij te vullen hoeveelheid en het type van het smeermiddel zijn vermeld op de typeplaat. B 2000 NL

22 Pos: 50 /Anleitungen/Getriebe/3. Montage, Lagerung, Vorbereitung, Aufstellung/3.3 Prüfung des Getriebes 1 Pos: 51 /Anleitungen/Getriebe/3. Montage, Lagerung, Vorbereitung, Aufstellung/3.4 Prüfung der Typenschilddaten 1 Explosieveilige reductors Bedrijfs- en montagehandleiding 3.4 Controle van de reductor GEVAAR Explosiegevaar Explosiegevaar Negeren hiervan gaat gepaard met een verhoogd risico op ernstig of zelfs dodelijk letsel. Bij alle werkzaamheden, zoals bijv. transport, opslag, montage, elektrische aansluiting, inbedrijfstelling, onderhoud en reparaties, mag er geen explosieve sfeer heersen. De aandrijving dient te worden gecontroleerd en mag uitsluitend worden gemonteerd als: er geen beschadigingen, bijv. door opslag of transport te zien zijn. De keerringen en afsluitkapjes op beschadigingen moeten worden gecontroleerd. er geen lekkage respectievelijk olieverlies zichtbaar is. er geen corrosie of andere aanwijzingen op ondeskundige opslag of opslag in een vochtige ruimte wijzen. de verpakking compleet werd verwijderd. 3.5 Controle van de gegevens op het typeplaatje GEVAAR Explosiegevaar Explosiegevaar Negeren hiervan gaat gepaard met een verhoogd risico op ernstig of zelfs dodelijk letsel. Controleer of het type motorreductor alle technische specificaties en de typeaanduiding conform ATEX overeenkomen met de gegevens van de geplande installatie of machine. Het typeplaatje moet goed vast op de motorreductor zijn aangebracht en mag niet aan continu verontreiniging zijn blootgesteld. Wanneer het typeplaatje onleesbaar of beschadigd is, neemt u dan contact op met NORD-serviceafdeling. Afbeelding 1: typeplaat (voorbeeld) 22 B 2000 NL-0916

23 3 Montagehandleiding, opslag, voorbereiding, plaatsing Beschrijving van het typeplaatje Afkorting Eenhei d Aanduiding Type - NORD - reductortype No. - Serienummer i ges - Totale tandwieloverbrenging zie hoofdstuk n 2 min -1 Nominaal toerental van reductoras * n 1 min -1 Nominaal toerental van reductoras of reductormotor * IM - Bouwvorm (inbouwpositie) 6.1 M 2 Nm Max. toegelaten moment aan reductoras P 1 kw Max. toegelaten aandrijf- of motorvermogen Bj - Bouwjaar F R2 kn Max. toegelaten dwarskracht op de reductoruitgangsas 3.9 F R1 kn Max. toegelaten radiale kracht op de reductoras bij optie W 3.9 T u C toegelaten omgevingstemperatuur voor de reductor F A2 kn Max. toegelaten axiale kracht op de reductoras 3.9 F A1 kn Max. toegelaten axiale kracht op de reductoras bij optie W 3.9 MI h Interval voor algehele revisie van de motorreductor in bedrijfsuren resp. indicatie van de dimensieloze onderhoudsklasse CM 5.2 x R2 mm Max. afmeting voor aangrijppunt van radiale kracht F R2 3.9 Olie - Type reductorolie (normaanduiding) 6.2 Laatste regel - Aanduiding conform ATEX (DIN EN ): 1. Groep (altijd II, niet voor mijnbouw) 2. Categorie (2G, 3G bij gas respectievelijk 2D, 3D bij stof) 3. Explosiebeveiliging indien van toepassing (c) 4. Explosiegroep indien van toepassing (IIC. IIB) 5. Temperatuurklasse (T1-T3 of T4 bij gas) resp. max. oppervlaktetemperatuur (bijv. 125 C bij stof) resp. bijz. max. oppervlaktetemperatuur zie speciale documentatie (TX) 6. Temperatuurmeting bij inbedrijfstelling (X) 4.3 S - Nummer van de speciale documentatie bestaande uit volgnr. / jaar * De maximaal toegelaten toerentallen liggen 10 % boven het nominale toerental, als hierbij het maximaal toegelaten aandrijfvermogen P1 niet wordt overschreden. Zijn de velden F R1, F R2, F A1 en F A2 leeg, dan zijn de krachten gelijk aan nul. Is het veld x R2 leeg, dan grijpt de kracht van F R2 in het midden op de aandrijfastap aan (zie hoofdstuk 3.9 "Montage van naven op de reductorassen"). B 2000 NL

24 Pos: 53 /Anleitungen/Getriebe/3. Montage, Lagerung, Vorbereitung, Aufstellung/3.5 Prüfung der Bauform 1 Explosieveilige reductors Bedrijfs- en montagehandleiding Let erop, dat bij reductormotors (reductor met aangebouwde elektromotor) de elektromotor is voorzien van een eigen typeplaatje met een afzonderlijke type-aanduiding conform ATEX. Ook de motorspecificaties moeten met de gegevens van de geplande installatie of machine overeenkomen. Voor de reductormotoreenheid geldt telkens de laagste explosiebeveiliging van de reductor- en elektromotorspecificaties. Indien de elektromotor met een frequentieomvormer wordt ingezet, moet het gebruik van een omvormer conform ATEX zijn toegelaten voor deze motor. Bij gebruik van een omvormer zijn duidelijk verschillende nominale toerentallen op de typeplaten van motor en reductor gangbaar en toegelaten. Bij netbedrijf van de motor zijn verschillen van de nominale toerentallen op de typeplaten van motor en reductor tot ± 60 min -1 toegelaten. 3.6 Controle van de bouwvorm GEVAAR Explosiegevaar Explosiegevaar Negeren hiervan gaat gepaard met een verhoogd risico op ernstig of zelfs dodelijk letsel. De reductor mag alleen in de aangegeven bouwvorm worden gebruikt. De toegelaten bouwvorm staat op het typeplaatje (IM...). Als er in het veld IM een X staat, moet de speciale documentatie waarvan het nummer in het veld S is ingevuld, in acht worden genomen. Hoofdstuk 6.1 "Bouwvormen en onderhoud" resp. de speciale documentatie toont de bouwvormen van de individuele reductortypes. Controleer of de bouwvorm volgens het typeplaatje aan de gemonteerde inbouwpositie voldoet en of de inbouwpositie tijdens het bedrijf niet worden gewijzigd. De UNIVERSAL wormwielreductoren type SK1SI zijn niet afhankelijk van de bouwvorm, bij deze reductoren is op de typeplaat in veld IM de afkorting UN vermeld. 24 B 2000 NL-0916

25 Pos: 58 /Anleitungen/Getriebe/3. Montage, Lagerung, Vorbereitung, Aufstellung/3.7 Vorbereitungen zum Aufstellen Montagehandleiding, opslag, voorbereiding, plaatsing 3.7 Voorbereidingen voor plaatsing VOORZICHTIG Lichamelijk letsel Transportschades kunnen tot werkingsstoringen van de reductor met daaruit resultterende materiële schade en letsels leiden. Controleer de levering meteen na ontvangst op transport- en verpakkingsschades. Meld schades mereen aan het transportbedrijf. Motorreductoren met transportschade mogen niet in bedrijf worden gesteld. De aandrijving moet worden gecontroleerd en mag alleen worden gemonteerd, als er geen beschadigingen door transport of geen lekkages kunnen worden vastgesteld. Vooral de keerringen en afsluitkapjes moeten op beschadigingen worden gecontroleerd. Let op uittredende smeermiddelen, risico op uitglijden. Alle blanke oppervlakken en assen van de aandrijvingen zijn voorafgaand aan het transport met olie/smeervet of een corrosiewerend middel tegen corrosie beschermd. Verwijder vóór montage grondig de olie/het vet of het corrosiewerende middel en eventuele vervuilingen van alle assen en flensoppervlakken. GEVAAR Explosiegevaar Explosiegevaar Negeren hiervan gaat gepaard met een verhoogd risico op ernstig of zelfs dodelijk letsel. Zorg ervoor, dat aandrijfelementen die aan de motorreductor worden aangebouwd, zoals koppelingen, poelies enz. en reductormotoren ook voldoen aan de ATEX-norm. Indien tijdens het gebruik een verkeerde draairichting wordt gebrukt kan dit leiden tot schade of gevaarlijke situaties en dient de juiste draairichting van de aandrijfas te worden vastgesteld met een test van de aandrijving in ontkoppelde staat en tijdens het gebruik te worden gecontroleerd. Bij reductoren met geïntegreerde terugloopblokkade staan aan de aandrijfzijde en de uitvoerzijde pijlen op de reductor. De pijlen wijzen in de draairichting van de reductor. Bij het aansluiten van de motor en de motorbesturing moet ervoor worden gezorgd dat, bijv. door een draaiveldcontrole, de reductor alleen in de draairichting kan lopen. (Zie voor verdere toelichtingen catalogus G1000 en WN ) OPGELET Schade aan de motorreductor Bij reductoren met geïntegreerde terugloopsper kan de aandrijfmotor in de geblokkeerde draairichting geschakeld worden, d.w.z. in de foute draairichting, en kan schade aan de reductor veroorzaken. Let bij het aansluiten van de motor en de motorbesturing op de correcte draairichting van de motorreductor. B 2000 NL

26 Pos: 62 /Anleitungen/Getriebe/3. Montage, Lagerung, Vorbereitung, Aufstellung/3.8 Aufstellen des Getriebes 1 Explosieveilige reductors Bedrijfs- en montagehandleiding Zorg dat er geen agressieve, corroderende stoffen in de omgeving van de geplaatste machine zijn of later tijdens het gebruik te verwachten zijn. Deze kunnen het metaal, de smeermiddelen of elastomeren beschadigen. Overleg in geval van twijfel met NORD Aandrijvingen en neem eventueel speciale maatregelen. Het expansievat voor olie (optie OA) moet volgens de meegeleverde fabrieksnorm WN worden gemonteerd. Bij schroefverbindingen M10x1 moet tevens de meegeleverde fabrieksnorm WN in acht worden genomen. Het expansievat voor olie (optie OT) moet volgens de werkspecificatie WN worden gemonteerd. Schroef de meegeleverde drukontluchtingsplug M12x1,5 in het vat. Voor de inbedrijfstelling moet de drukontluchting worden geactiveerd. Verwijder hiervoor de transportbescherming. Dubbele reductoren zijn samengesteld uit twee enkele reductoren en bevatten twee oliekamers en 2 drukontluchtingen. Positie van de drukontluchting (zie hoofdstuk 6.1 "Bouwvormen en onderhoud"). Toelichting 1 Drukontluchting 2 Transportborging Afbeelding 2: Activeren van de drukontluchting 3.8 Plaatsing van de motorreductor GEVAAR Explosiegevaar Explosiegevaar Negeren hiervan gaat gepaard met een verhoogd risico op ernstig of zelfs dodelijk letsel. Tijdens het opstellen van de reductor mag geen explosieve atmosfeer heersen. De koellucht die naar de reductor/reductormotor wordt geleid, moet binnen het toegelaten temperatuurbereik liggen dat op het typeplaatje aangegeven is. Bij direct zonlicht op de reductor moet de koellucht die naar de reductor/reductormotor wordt geleid minstens 10 C onder de maximale temperatuur van het toegelaten temperatuurbereik T u liggen, die op het typeplaatje aangegeven is. WAARSCHUWING Risico op brandwonden Reductoren of motorreductoren kunnen tijdens of kort na het bedrijf hete oppervlakken hebben. Hete oppervlakken die direct toegankelijk zijn, moet met een aanrakingsbescherming worden afgeschermd. 26 B 2000 NL-0916

27 Pos: 65 /Anleitungen/Getriebe/3. Montage, Lagerung, Vorbereitung, Aufstellung/3.9 Montage von Naben auf Getriebewellen Montagehandleiding, opslag, voorbereiding, plaatsing OPGELET Reductorschade door oververhitting De reductor kan door oververhitting beschadigd raken. Let bij de opstelling op het volgende: Zorg voor een ongehinderde luchtcirculatie rondom de reductor! Zorg voor voldoende vrije ruimte om de reductor heen! Koele lucht van de motorventilator moet bij reductormotor ongehinderd naar de reductor kunnen stromen. Breng geen overdekking of bekleding op de reductor/reductormotor aan. Stel de reductor niet aan energierijke straling bloot. Leid geen warme afvoerlucht van andere aggregaten naar de reductor/reductormotor. De ondergrond of flens waarop de reductor is bevestigd, mag tijdens het bedrijf geen warmte naar de reductor afstaan. Voorkom stofontwikkeling in de buurt van de motorreductor De ondergrond of de flens waarop de motorreductor wordt bevestigd, moet trillingsvrij, buigstijf en horizontaal zijn. Eventueel vuil op de montagevlakken van de motorreductor en de ondergrond of flens dienen zorgvuldig te worden verwijderd. Het reductorhuis moet in elk geval geaard zijn. De reductormotoren zijn al via de motoraansluiting geaard. De reductor moet exact met de as van de machine worden uitgelijnd om geen extra kracht door verspanning in de reductor te veroorzaken. Er mag niets aan de reductor worden gelast. De reductor mag niet als massapunt voor laswerkzaamheden worden gebruikt, omdat anders de lagers en vertandingen worden beschadigd. De motorreductor moet in de juiste bouwvorm worden opgesteld (zie hoofdstuk 3.6 "Controle van de bouwvorm") en (zie hoofdstuk 6.1 "Bouwvormen en onderhoud"). Alle montagegaten van de reductorvoeten of alle flensbouten moeten worden gebruikt. De gebruikte bouten moeten minstens van kwaliteit 10.9 zijn. De bouten moet met de correcte aandraaimomenten worden aangedraaid (zie hoofdstuk 6.3 "Aanhaalmomenten van bouten"). Vooral bij motorreductoren met voet en flens moet voor een spanningsvrije bevestiging worden gezorgd. De oliecontrole- en olieaftappluggen moeten toegankelijk zijn. 3.9 Montage van naven op de reductorassen OPGELET Schade aan de motorreductor De reductor kan door axiale krachten beschadigd raken. Oefen geen schadelijke axiale kracht uit tijdens de montage van naven in de reductor. Het is in het bijzonder niet toegestaan om naven met een hamer aan te brengen. B 2000 NL

28 Explosieveilige reductors Bedrijfs- en montagehandleiding In- en uitgaande aandrijfelementen zoals koppelingen en tandwielen op de in- en uitgaande as van de motorreductor moeten worden aangebracht met daarvoor geschikte torsievoorzieningen die geen schadelijke axiale krachten op de motorreductor uitoefenen. Het is in het bijzonder niet toegestaan om naven met een hamer aan te brengen. Informatie Montage Gebruik de schroefdraad van de assen aan de voorzijde. U vergemakkelijkt de montage wanneer u van tevoren een dun laagje smeermiddel aanbrengt op de naaf of de naaf kort verwarmt tot ongeveer 100 C. Afbeelding 3: Voorbeeld van een eenvoudige torsievoorziening GEVAAR Explosiegevaar Explosiegevaar Negeren hiervan gaat gepaard met een verhoogd risico op ernstig of zelfs dodelijk letsel. Controleer of de gemonteerde in- en uitgaande elementen tevens aan de ATEX-norm voldoen. GEVAAR Ernstig lichamelijk letsel Door snel roterende in- en uitgangselementen van aandrijvingen bestaat er een risico op lichamelijk letsel. In- en uitgaande aandrijvingselementen zoals riemaandrijvingen, kettingaandrijvingen, krimpschijven, ventilatoren en koppelingen moeten worden voorzien van een afdekking. Aandrijvingselementen mogen slechts de maximaal toegelaten, in de catalogus aangegeven radiale dwarskrachten F R1 en F R2 en de axiale krachten F A1 en F A2 aan de motorreductor doorgeven (zie hoofdstuk 3.5 "Controle van de gegevens op het typeplaatje"). In het bijzonder bij riemen en kettingen dient daarbij op de spanning te worden gelet. Extra belasting door ongebalanceerde naven is niet toegestaan. De radiale kracht dient zo dicht mogelijk bij de reductor te worden uitgeoefend. 28 B 2000 NL-0916

29 3 Montagehandleiding, opslag, voorbereiding, plaatsing GEVAAR Explosiegevaar Explosiegevaar Negeren hiervan gaat gepaard met een verhoogd risico op ernstig of zelfs dodelijk letsel. De radiale kracht dient zo dicht mogelijk bij de reductor te worden uitgeoefend. Bij aandrijfassen met een vrije astap optie W geldt een maximaal toegelaten radiale kracht F R1 bij uitoefening van deze kracht op het midden van de vrije astap. Bij uitgaande assen mag de radiale kracht F R2 niet hoger zijn dan maat x R2. Als op het typeplaatje de dwarskracht F R2 voor de aandrijfas is aangegeven, maar geen maat x R2, wordt van een kracht gecentreerd op de astap uitgegaan. Afbeelding 4: Toegelaten krachtoverbrengingen op de in- en uitgaande assen. B 2000 NL

30 Pos: 70 /Anleitungen/Getriebe/3. Montage, Lagerung, Vorbereitung, Aufstellung/3.10 Montage von Aufsteckgetrieben 1 Explosieveilige reductors Bedrijfs- en montagehandleiding 3.10 Montage van opsteekmotorreductoren OPGELET Schade aan de motorreductor Bij ondeskundige montage kunnen de lagers, tandwielen, assen en behuizing worden beschadigd. Neem de montagehandleiding in acht. De opsteekmotorreductor moet met geschikte torsievoorzieningen op de as worden gemonteerd, zodat geen schadelijke axiale krachten op de motorreductor worden uitgeoefend. Het is in het bijzonder niet toegestaan met een hamer op de motorreductor te slaan. Het monteren en latere demonteren verloopt gemakkelijker, wanneer u de as en de naaf van tevoren van een dun laagje smeermiddel met een corrosiewerende werking (bijv. Nord Anti-Corrosion art.nr ) voorziet. Overtollig vet of corrosiewerend middel kan na de montage uittreden en eventueel omlaag druppelen. Reinig na een inlooptijd van ca. 24 uur grondig de plekken op de aandrijfas. Dit uittredende vet is geen lekkage van de reductor. Afbeelding 5: Smeermiddel op de as en naaf aanbrengen Informatie Bevestigingelement Met het bevestigingelement (optie B) kan de motorreductor op assen met of zonder installatiesteun worden bevestigd. Haal de bout van het bevestigingelement met het bijbehorende aanhaalmoment aan (zie hoofdstuk 6.3 "Aanhaalmomenten van bouten"). Bij motorreductoren met de optie H66 moet de af fabriek gemonteerde afsluitkap voor de montage worden verwijderd. Bij opsteekmotorreductoren met de optie H66 en het bevestigingelement (optie B) moet u de ingeperste afsluitkap voor het monteren van de motorreductor eruit duwen. De ingeperste afsluitdop kan tijdens de demontage kapot gaan. Er wordt standaard als los reserveonderdeel een 2e afsluitdop los meegeleverd. Nadat de motorreductor is gemonteerd, brengt u de nieuwe afsluitkap aan, zoals in hoofdstuk 3.12 "Montage van afdekkappen" wordt beschreven. 30 B 2000 NL-0916

31 3 Montagehandleiding, opslag, voorbereiding, plaatsing Afbeelding 6: Demontage van de af fabriek gemonteerde afsluitkap Afbeelding 7: Motorreductor op as met installatiesteun en gemonteerd bevestigingelement Afbeelding 8: Motorreductor op as zonder installatiesteun met gemonteerd bevestigingelement De demontage van een motorreductor op een as met installatiesteun kan bijv. met het volgende demontagegereedschap worden verricht. Afbeelding 9: Verwijderen met demontagegereedschap Zorg dat de momentsteun bij het aanbrengen van een opsteekmotorreductor met momentsteun niet te strak wordt aangespannen. Gebruik rubberen buffers voor een eenvoudigere, spanningsvrije montage (optie G of VG). B 2000 NL

32 Explosieveilige reductors Bedrijfs- en montagehandleiding Afbeelding 10: Bevestiging van rubberbuffers (optie G of VG) bij vlakke opsteekmotorreductoren Voor de montage van de rubberen buffer trekt u de schroefverbinding zover aan dat in lastvrije toestand de speling tussen de oplegvlakken opgeheven is. Daarna draait u de bevestigingsmoer (geldt alleen voor schroefbevestigingen met normschroefdraad) een halve slag aan om de rubberen buffer voor te spannen. Hogere voorspanningen zijn niet toegelaten. WAARSCHUWING Risico op lichamelijk letsel De motorreductor kan bij het losdraaien van de bout om de aandrijfas slaan. Borg de schroefbevestiging tegen loskomen, bijv. met Loctite 242 of een tweede moer. Toelichting 1 Momentsteun altijd aan beide zijden laten steunen Afbeelding 11: bevestiging van draaimomentsteunen bij kegelwiel- en wormwielmotorreductoren Draai de schroefbevestiging van de draaimomentsteun met het vereiste aandraaimoment aan (zie hoofdstuk 6.3 "Aanhaalmomenten van bouten") en borg deze (bijv. Loctite 242, Loxeal 54-03). 32 B 2000 NL-0916

33 Pos: 76 /Anleitungen/Getriebe/3. Montage, Lagerung, Vorbereitung, Aufstellung/3.12 Montage von Schrumpfscheiben Montagehandleiding, opslag, voorbereiding, plaatsing 3.11 Montage van krimpschijven VOORZICHTIG Risico op lichamelijk letsel Bij ondeskundige montage en demontage bestaat gevaar voor letsel. Neem de handleiding in acht. OPGELET Schade aan de motorreductor Worden de spanbouten zonder ingebouwde massieve as aangedraaid, dan kan de holle as zich blijvende vervormen. Haal de spanbouten niet aan zonder ingebouwde massieve as. Toelichting 1 Krimpschijftype, artikelnr. en aanhaalmoment voor spanbouten 2 Spanflenzen 3 Massieve as van machine 4 Aspen en boring voor holle as, VETVRIJ 5 Holle as van de reductor 6 Dubbele halfgesplitste binnenring 7 Spanbouten DIN 931 (933) Afbeelding 12: Holle as met krimpschijf De krimpschijven hoeven voor plaatsing niet meer te worden gedemonteerd. Deze dienen voor de montage niet meer uit elkaar te worden gehaald. De massieve as van de machine loopt vetvrij in de holle as van de reductor. B 2000 NL

34 Explosieveilige reductors Bedrijfs- en montagehandleiding Werkwijze voor montage 1. Verwijder de transportbescherming of afdekkap, indien aanwezig. 2. Draai de spanbouten los, maar verwijder deze niet en draai ze met de hand licht aan totdat er geen speling meer is tussen de flenzen en de binnenring. 3. Schuif de krimpschijf op de holle as totdat de buitenste spanflens gelijk ligt met de holle as. Vet de boring van de binnenring licht in voor makkelijke plaatsing. 4. Vet voor de montage alleen het gedeelte van de massieve as in dat later contact maakt met de bronzen bus in de holle as van de motorreductor. Vet de bronzen bus niet in om te voorkomen dat er bij de montage vet tussen de krimpverbinding raakt. 5. De holle as van de motorreductor moet volledig worden ontvet en absoluut vetvrij zijn. 6. De massieve as van de machine moet rondom de krimpverbinding worden ontvet en hier absoluut vetvrij zijn. 7. Plaats de massieve as in de holle as, zodat het gedeelte van de krimpverbinding volledig wordt gebruikt. 8. Haal de spanbouten licht aan, zodat de spanflenzen op hun plaats vallen. 9. Haal de spanbouten achtereenvolgens rechtsom in meerdere ronden (niet kruislings) aan met ongeveer 1/4 slag per keer. Haal de spanbouten aan met een momentsleutel tot het aandraaikoppel dat op de krimpschijf wordt vermeld. 10. Nadat de spanbouten zijn aangehaald, moet tussen de spanflenzen een gelijkmatige opening te zien zijn. Als dit niet het geval is, moet de motorreductor worden gedemonteerd en moet de pasvorm van de krimpschijfverbinding worden gecontroleerd. 11. De holle as van de motorreductor en de massieve as van de machine moeten met een streepje (viltstift) worden gemarkeerd om later slippen onder belasting te kunnen controleren. Werkwijze voor demontage: 1. Draai de spanbouten achtereenvolgens rechtsom in meerdere ronden (niet kruislings) los met ongeveer 1/4 slag per keer. Verwijder de spanbouten niet uit hun schroefdraad. 2. Verwijder de spanflenzen van de kegel van de binnenring. 3. Verwijder de motorreductor van de massieve as van de machine. Als een krimpschijf gedurende een lange periode is gebruikt of vuil is geworden, moet deze voor de montage uit elkaar worden gehaald, gereinigd en moeten de kegelvlakken (conus) met Molykote G-Rapid Plus of een vergelijkbaar smeermiddel worden ingevet. De bouten moeten in het schroefdraad en in de koppositie met vet zonder Molykote worden behandeld. Bij beschadigingen of corrosie moeten beschadigde elementen worden vervangen. 34 B 2000 NL-0916

35 Pos: 81 /Anleitungen/Getriebe/3. Montage, Lagerung, Vorbereitung, Aufstellung/3.13 Montage von Abdeckhauben 1 Pos: 84 /Allgemein/Allgemeingültige Module Seitenumbruch @ 1 3 Montagehandleiding, opslag, voorbereiding, plaatsing 3.12 Montage van afdekkappen GEVAAR Explosiegevaar Explosiegevaar door beschadigde, slepende afdekkappen. Negeren hiervan gaat gepaard met een verhoogd risico op ernstig of zelfs dodelijk letsel. Beschadigde afdekkappen moeten niet worden gebruikt, omdat deze eventueel kunnen aanlopen. De afdekkappen moeten voor de montage worden gecontroleerd op transportschade, zoals bijv. deuken en vervormingen. WAARSCHUWING Risico op lichamelijk letsel Risico op letsel door krimpschijven en vrij draaiende aseinden. Gebruik een afdekkap (optie H) als aanrakingsbescherming. Als er geen toereikende bescherming tegen ongewild aanraken is aangebracht, dient de producent van de installatie of machine hiervoor te zorgen d.m.v. speciale montagedelen. Gebruik alle bevestigingsbouten door deze dun met borgmiddel zoals Loctite 242 of Loxeal in te smeren, voordat deze worden vastgeschroefd, en haal deze aan met het bijbehorende aanhaalmoment (zie hoofdstuk 6.3 "Aanhaalmomenten van bouten"). Bij afdekkappen voor de optie H66 de nieuwe afsluitkap erin persen door met een hamer licht hierop te tikken. Afbeelding 13: Montage van de afdekkap optie SH, optie H en optie H66 B 2000 NL

36 Pos: 87 /Anleitungen/Getriebe/3. Montage, Lagerung, Vorbereitung, Aufstellung/3.14 Montage eines Normmotors 1 Explosieveilige reductors Bedrijfs- en montagehandleiding 3.13 Montage van een normmotor GEVAAR Explosiegevaar Explosiegevaar Negeren hiervan gaat gepaard met een verhoogd risico op ernstig of zelfs dodelijk letsel. Er mogen uitsluitend normmotoren worden gemonteerd die volgens het motortypeplaatje behoren tot een categorie die voldoet aan de ATEX-zone. Bovendien moet de motor bij motorreductoren van de ATEX-categorie 2D (zie ATEXaanduiding, laatste regel op het typeplaatje) minimaal aan het beveiligingstype IP6x voldoen. De maximaal toegelaten motorgewichten in de volgende tabel mogen niet worden overschreden: Maximaal toegelaten motorgewichten IEC-motorformaat NEMA-motorformaat 56C 143T 145T 182T 184T 210T 250T 280T 324T 326T 365T Max. motorgewicht [kg] WAARSCHUWING Risico op lichamelijk letsel Bij montage en onderhoud van een koppeling bestaat een risico op ernstig letsel door snel roterende onderdelen. Beveilig de aandrijving tegen ongewenste inschakeling. Reductoren met IEC / NEMA-adapter moeten worden ingezet met motoren met interne ventilator volgens IC411 (TEFC) of met motoren met externe ventilator IC416 (TEBC) volgens EN om een continue luchtstroming in de richting van de reductor te genereren. Bij gebruik van motoren zonder ventilator IC410 (TENV) dient u NORD te raadplegen. Werkwijze bij het aansluiten van een normmotor op de IEC-adapter (optie IEC) / NEMA-adapter 1. Reinig de motoras en flensvlakken van de motor en de adapter en controleer deze op beschadigingen. De bevestigingsbouten en toleranties van de motor moeten voldoen aan DIN EN / NEMA MG1 part Plaats de koppelingshuls op de motoras, zodat de motorseegerring bij het aanbrengen in de groef van de koppelingshuls valt. 3. Breng de koppelingshuls op de motoras aan volgens de instructies van de fabrikant totdat deze tegen de kraag komt. Bij de motortypes 90, 160, 180 en 225 kunnen tussen de koppelingshuls en de kraag eventueel de meegeleverde afstandshouders worden aangebracht. Neem bij standaardtandwielmotorreductoren de afstand tussen koppelingshuls en kraag in acht (zie afbeelding Afbeelding 14). Bij een klein aantal NEMA-adapters dient de positie van de koppeling volgens de informatie op de aangebrachte sticker te worden ingesteld. 4. Indien de koppelingshelft een schroefdraadpen bevat, moet u de koppeling axiaal borgen op de as. Voorzie de spindel voor het inschroeven van een dun laagje borgmiddel zoals Loctite 242 of Loxeal en haal deze aan met het bijbehorende aanhaalmoment (zie hoofdstuk 6.3 "Aanhaalmomenten van bouten"). 36 B 2000 NL-0916

37 Pos: 89 /Allgemein/Allgemeingültige Module/ Seitenumbruch @ 1 3 Montagehandleiding, opslag, voorbereiding, plaatsing 5. Smeer de flensvlakken van motor en adpter voordat de motor wordt gemonteerd, volledig in met een borgmiddel zoals bijv. Loctite 574 of Loxeal 58-14, zodat de flens goed kan afdichten. (alleen voor reductoren in categorie 2D vereist zie ATEX-aanduiding in de laatste regel op het typeplaatje van de reductor). Het is aan te bevelen om de flensvlakken af te dichten wanneer deze buiten of in een vochtige omgeving worden geplaatst. 6. Monteer de motor op de adapter. Vergeet hierbij niet de bijgeleverde tandkrans of tandhuls (zie Afbeelding 14). 7. Haal de bouten van de adapter aan met het bijbehorende aanhaalmoment (zie hoofdstuk 6.3 "Aanhaalmomenten van bouten"). Afbeelding 14: Montage van de koppeling op de motoras bij verschillende koppelingstypen I II III IV V VI Spiraalvertanding (BoWex ) eendelig Spiraalvertanding (BoWex ) tweedelig Spiraalvertanding (BoWex ) tweedelig met afstandsbus Klauwkoppeling (ROTEX ) tweedelig Klauwkoppeling (ROTEX ) tweedelig, maat B in acht nemen: Standaard-tandwielmotorreductor SK 0, SK 01, SK 20, SK 25, SK 30, SK 33 (2-traps) SK 010, SK 200, SK 250, SK 300, SK 330 (3-traps) IEC bouwgrootte 63 IEC bouwgrootte 71 Maat B (afb. V) B = 4,5 mm B = 11,5 mm Klauwkoppeling (ROTEX ) tweedelig met afstandsbus B 2000 NL

38 Pos: 92 /Anleitungen/Getriebe/3. Montage, Lagerung, Vorbereitung, Aufstellung/3.15 Montage der Kühlschlange an das Kühlsystem 1 Explosieveilige reductors Bedrijfs- en montagehandleiding 3.14 Montage van de koelslang op het koelsysteem WAARSCHUWING Risico op lichamelijk letsel Rsico op lichamelijk letsel door drukontlading. Verricht alle werkzaamheden aan de reductor alleen bij een drukloos koelmediumcircuit. De koelslang is in het behuizingdeksel voorzien. Voor het in- en uitvoeren van de koelvloeistof bevinden zich op het deksel van de behuizing draadverbindingen volgens DIN 2353 voor de aansluiting van een pijp met een uitwendige diameter van 10 mm. Verwijder de afsluitdoppen vóór de montage uit de tapgaten en spoel de koelslang, zodat er geen verontreinigingen in het koelsysteem terecht kunnen komen. De aansluitkoppelingen dienen met het koelvloeistofsysteem, dat de klant tot stand dient te brengen, te worden verbonden. De doorstroomrichting van de koelvloeistof is willekeurig. De aansluitstukken mogen tijdens en na de montage niet worden verdraaid, anders kan de koelslang worden beschadigd. Er dient voor te worden gezorgd, dat er geen externe krachten op de koelslang kunnen inwerken. Toelichting 1 Draadverbindingen 2 Koelslang 3 Behuizingdeksel Afbeelding 15: Koeldeksel 38 B 2000 NL-0916

39 Pos: 99 /Anleitungen/Getriebe/3. Montage, Lagerung, Vorbereitung, Aufstellung/3.17 Temperaturaufkleber 1 Pos: 103 /Allgemein/Allgemeingültige Module/ Seitenumbruch @ 1 3 Montagehandleiding, opslag, voorbereiding, plaatsing 3.15 Temperatuursticker GEVAAR Explosiegevaar Explosiegevaar door gebrekkige markering. Negeren hiervan gaat gepaard met een verhoogd risico op ernstig of zelfs dodelijk letsel. Bij reductoren in de temperatuurklasse T4 of reductoren met een maximale oppervlaktetemperatuur van minder dan 135 C moet de meegeleverde, zelfklevende temperatuursticker (opgedrukt ewaarde 121 C) op het reductorhuis worden geplakt. Onderdeelnr ). De temperatuurklasse of de maximale oppervlaktetemperatuur vindt u in de aanduiding volgens ATEX in de laatste regel van het typeplaatje van de reductor. Voorbeelden: II 2G c IIC T4 X of II 3D 125 C X De temperatuursticker moet naast de oliepeilbout (zie hoofdst. 6.1) in de richting van de motor worden aangebracht (zie hoofdstuk 6.1 "Bouwvormen en onderhoud") in Richtung Motor aufzukleben. Bij reductoren met oliepeilreservoir moet de temperatuursticker op dezelfde positie worden aangebracht als bij reductoren zonder reservoir. Bij onderhoudsvrije reductoren met permanente smering dient de temperatuursticker naast het typeplaatje te worden aangebracht. Afbeelding 16: Positie van de temperatuursticker B 2000 NL

40 Pos: 104 /Anleitungen/Getriebe/3. Montage, Lagerung, Vorbereitung, Aufstellung/3.20 Montage eines SCX Flansches 1 Explosieveilige reductors Bedrijfs- en montagehandleiding 3.16 Montage van een SCX-flens Let erop dat de maximale spleet (maat A) tussen de insteekas en de achterwand van de transporttrog of de bevestigingsplaat maximaal a = 8 mm mag bedragen. Uitleg 1 Achterwand transporttrog 2 Insteekas 3 Beschermhoek Afbeelding 17: Montagevoorbeeld van een SCX-flens Controleer de positie van de beschermhoek De beschermhoek moet altijd het verticaal naar bovende geopende gat in de flens afdekken. De SCX-flens mag alleen in de inbouwposities M1, M2, M3 en M4 worden ingezet. Als optie kan een temperatuursensor worden gemonteerd. Deze sensor moet bij een temperatuur van 120 C reageren en de aandrijving stilleggen. Bij gebruik van een temperatuursensor kan de visuele controle vervallen (zie hoofdstuk 5.1 "Inspectie- en onderhoudsintervallen") 40 B 2000 NL-0916

41 Pos: 105 /Anleitungen/Getriebe/3. Montage, Lagerung, Vorbereitung, Aufstellung/3.16 Montage eins Ölausgleichsbehälter Option 1 Pos: 107 /Anleitungen/Getriebe/4. Inbetriebnahme/ Montagehandleiding, opslag, voorbereiding, plaatsing 3.17 Montage van een olie-expansievat optie OA Het expansievat moet verticaal worden opgebouwd met de slangaansluiting naar beneden en de ontluchtingsplug naar boven. Neem bij de montage de bijgesloten fabrieksnorm in acht. Afbeelding 18: Montage olie-expansievat B 2000 NL

42 Pos: 110 /Anleitungen/Getriebe/4. Inbetriebnahme/4.1 Ölstand prüfen 1 Explosieveilige reductors Bedrijfs- en montagehandleiding 4 Inbedrijfstelling 4.1 Oliepeil controleren GEVAAR Explosiegevaar Explosiegevaar Negeren hiervan gaat gepaard met een verhoogd risico op ernstig of zelfs dodelijk letsel. Controleer voor de inbedrijfstelling het oliepeil met de meegeleverde peilstok. WAARSCHUWING Risico op brandwonden Verbrandingsgevaar door hete olie. Reductor voor onderhouds- en servicewerkzaamheden laten afkoelen. Draag veiligheidshandschoenen. De inbouwpositie moet overeenkomen met de bouwvorm op het typeplaatje. In hoofdstuk 6.1 "Bouwvormen en onderhoud" worden de bouwvormen beschreven met de positie van de bijbehorende oliepeilbouten. Bij dubbele motorreductoren dient het oliepeil van beide reductoren te worden gecontroleerd. De drukontluchting moet zich op het in hoofdstuk 6.1 "Bouwvormen en onderhoud" aangegeven punt bevinden. Bij motorreductoren zonder oliepeilbout (zie hoofdstuk 6.1 "Bouwvormen en onderhoud") vervalt de oliepeilcontrole. Voor reductortypen waarbij de olie niet in de fabriek is aangevuld, dient de olie te worden aangebracht voordat het peil wordt gecontroleerd. (zie hoofdstuk 5.2 "Inspectie- en onderhoudswerkzaamheden"). Verricht de controle van het oliepeil bij een olietemperatuur van 20 C tot 40 C. Oliepeil controleren: 1. Het oliepeil mag alleen bij een stilstaande afgekoelde reductor worden gecontroleerd. Er is een beveiliging tegen abusievelijke inschakeling van de apparatuur. 2. Motorreductor met oliepeilbout: Standaard-tandwielreductoren van de bouwvorm M4 (V1 en V5) zijn voor de controle van het oliepeil voorzien van de in afbeelding Afbeelding 19 (rechter afbeelding) weergegeven leidingbocht die recht naar boven moet staan. Voordat het oliepeil wordt gecontroleerd, moet de drukontluchting worden losgeschroefd. De bij de bouwvorm horende oliepeilplug moet worden uitgedraaid (zie hoofdstuk 6.1 "Bouwvormen en onderhoud"). Het oliepeil in de reductor dient met de meegeleverd oliepeilstaaf (onderdeelnr.: ), worden gecontroleerd, zoals in Afbeelding 19 (linker en rechter afbeelding) weergegeven. Hierbij dient de in het olie gedompelde gedeelte van de peilstok recht te worden gehouden. Het maximale oliepeil is de onderste rand van de oliepeilboring. 42 B 2000 NL-0916

43 4 Inbedrijfstelling Het minimale oliepeil is ca. 4 mm onder de onderste rand van de oliepeilboring. De peilstok is dan nog net in de olie gedompeld. Wanneer het oliepeil niet klopt, dient dit door aftappen of bijvullen te worden gecorrigeerd met de op het typeplaatje aangegeven oliesoort. Als de boutborging in het schroefdraad van de olieaftapplug is beschadigd, gebruik dan een nieuwe oliepeilbout of reinig het schroefdraad en breng een nieuw laagje borgmiddel (bijv. Loctite 242 of Loxeal 54-03) aan, voordat u de bout terugplaatst. Controleer de afdichtingsring op beschadigingen. Is de afdichtring beschadigd, dan vervangt u deze door een nieuw exemplaar. Monteer de oliepeilbout met afdichtring en draai deze met het betreffende aanhaalmoment vast (zie hoofdstuk 6.3 "Aanhaalmomenten van bouten"). Schroef de eventueel losgeschroefde drukontluchting met afdichtring weer vast en draai deze met het betreffende aanhaalmoment vast (zie hoofdstuk 6.3 "Aanhaalmomenten van bouten"). 3. Motorreductor met expansievat voor olie: Het oliepeil moet met behulp van de schroefstop met peilstok (schroefdraad G1¼) in het expansievat voor de olie worden gecontroleerd. Het oliepeil moet tussen de onderste en bovenste markering liggen terwijl de peilstok geheel is ingeschroefd, zie afbeelding Afbeelding 19 (middelste afbeelding). Deze motorreductoren mogen uitsluitend in de in hoofdstuk 6.1 "Bouwvormen en onderhoud" aangegeven bouwvorm worden gebruikt. 4. Motorreductor met oliekijkglas: Het oliepeil in de motorreductor kan rechtstreeks in het kijkvenster worden afgelezen. Het correcte oliepeil is: midden oliekijkglas. Wanneer het oliepeil niet klopt, dient dit door aftappen of bijvullen te worden gecorrigeerd met de op het typeplaatje aangegeven oliesoort. 5. Eindcontrole: De eerder losgedraaide schroefverbindingen moeten correct ingedraaid zijn. Afbeelding 19: Controleer het oliepeil met de peilstok B 2000 NL

44 Pos: 114 /Anleitungen/Getriebe/4. Inbetriebnahme/4.2 Aktivierung des automatischen Schmierstoffgebers 1 Explosieveilige reductors Bedrijfs- en montagehandleiding 4.2 Automatische smeermiddelsensor activeren Enkele motorreductortypen voor aanbouw van een normmotor (optie IEC/NEMA) zijn voorzien van een automatische smeermiddelsensor voor rollagersmering. Deze moet worden geactiveerd voordat u de motorreductor in gebruik neemt. Op het hulsdeksel van de adapter voor aanbouw van een IEC/NEMA-normmotor bevindt zich een rood instructieplaatje voor de activering van de smeermiddelsensor. Smeermiddelsensor activeren: 1. Cilinderschroeven losdraaien en verwijderen. 2. Hulsdeksel verwijderen. 3. Schroef de activeringsbout in de smeermiddelsensor totdat het oog van de ring op het daarvoor bestemde breekpunt afbreekt. 4. De flensvlakken van het hulsdeksel (2) dienen voor de montage volledig met oppervlakteafdichtmiddel zoals Loctite 574 of Loxeal bevochtigd worden, zodat het deksel goed afdicht. (Alleen voor reductoren in categorie 2D vereist zie ATEX-aanduiding, laatste regel op het typeplaatje van de reductor) 5. Hulsdeksel weer terugplaatsen en met de cilinderschroef bevestigen (zie hoofdstuk 6.3 "Aanhaalmomenten van bouten"). 6. De maand en het jaar van de activering moeten op de sticker worden vermeld. Toelichting 1 Cilinderschroeven M8 x 16 2 Hulsdeksel 3 Activeringsschroef 4 Oogbout 5 Smeermiddeldispenser 6 Positie sticker Afbeelding 20: Activering van de automatische smeermiddelsensor bij normmotoraanbouw Sticker: Opgelet! Voor inbedrijfstelling van de reductor de bijgeleverde activeringsschroef tot het afbreken van de ring aandraaien. Levensduur: 12 maanden Maand Activeringsdatum Jaar Afbeelding 21: Sticker 44 B 2000 NL-0916

45 Pos: 116 /Anleitungen/Getriebe/4. Inbetriebnahme/4.3 Temperaturmessung Inbedrijfstelling 4.3 Temperatuurmeting De gegevens van de ATEX-temperatuurklasse of de maximale oppervlaktetemperatuur zijn gebaseerd op normale opstellingen en inbouwsituaties (zie hoofdstuk 3.7 "Voorbereidingen voor plaatsing"). Kleine wijzigingen in de inbouwsituatie kunnen al van grote invloed zijn op de temperatuur van de reductor. GEVAAR Explosiegevaar Explosiegevaar Negeren hiervan gaat gepaard met een verhoogd risico op ernstig of zelfs dodelijk letsel. Bij inbedrijfstelling moet derhalve de oppervlaktetemperatuur van de reductor worden gemeten bij een maximale belasting. (Dit geldt niet voor reductoren die op het typeplaatje in de laatste regel de temperatuurklasse T1 T3 of een maximale oppervlaktetemperatuur van 200 C hebben.) Voor de temperatuurmeting kunt u een standaard thermometer gebruiken die geschikt is voor metingen van 0 C t/m 130 C en een nauwkeurigheid van minstens ± 4 C heeft en geschikt is voor het meten van de temperatuur van oppervlakken en de lucht. Zo gaat u als volgt te werk: 1. Laat de reductor ca. 4 uur draaien met maximale belasting en het maximale toerental. 2. Nadat de reductor is warmgedraaid, meet u de temperatuur van het oppervlak van het reductorhuis T gm dicht naast de temperatuursticker (zie hoofdstuk 3.15 "Temperatuursticker") zu messen. 3. Meet de luchttemperatuur T um in de directe omgeving van de reductor. GEVAAR Explosiegevaar Explosiegevaar Negeren hiervan gaat gepaard met een verhoogd risico op ernstig of zelfs dodelijk letsel. Zet de aandrijving stil en neem contact op met NORD Aandrijvingen, wanneer niet aan alle volgende criteria wordt voldaan: De gemeten luchttemperatuur T um ligt binnen het toegelaten bereik dat op het typeplaatje is aangegeven. De gemeten temperatuur van het oppervlak van het reductorhuis T gm ligt onder 121 C en de temperatuursticker is niet zwart geworden (zie afbeelding Afbeelding 23). De gemeten oppervlaktetemperatuur van de behuizing plus het verschil tussen de hoogste toegelaten luchttemperatuur volgens het typeplaatje T u en de gemeten luchttemperatuur moet minstens 15 C lager zijn dan de maximaal toegelaten oppervlaktetemperatuur, d.w.z.: B 2000 NL

46 Pos: 119 /Anleitungen/Getriebe/4. Inbetriebnahme/4.4 Betrieb mit Schmiermittelkühlung 1 Explosieveilige reductors Bedrijfs- en montagehandleiding ATEX-aanduiding: II 2G c T4 / II 3G T4: T gm + T u T um < 135 C 15 C ATEX-aanduiding: II 2D c T max / II 3D T max : T gm + T u T um < T max 15 C T gm : gemeten temperatuur van het oppervlak van het reductorhuis in C T um : gemeten luchttemperatuur in C T max : maximale oppervlaktetemperatuur volgens het typeplaatje van de reductor (ATEX-aanduiding) in C T u : bovenste waarde van de toegelaten omgevingstemperatuur volgens het typeplaatje van de reductor in C Afbeelding 22: ATEX-aanduiding Middelpunt is wit: In orde. Middelpunt is zwart: Temperatuur was te hoog. Afbeelding 23: Temperatuursticker 4.4 Gebruik met smeermiddelkoeling GEVAAR Explosiegevaar Explosiegevaar Negeren hiervan gaat gepaard met een verhoogd risico op ernstig of zelfs dodelijk letsel. De koelwatertemperatuur en het koelwaterdebiet moeten door de exploitant worden gecontroleerd en gewaarborgd. Worden de aanwijzingen in deze handleiding genegeerd, dan vervalt de ATEX-toelating! OPGELET Schade aan de motorreductor De reductor kan door oververhitting beschadigd raken. De aandrijving mag pas in gebruik worden genomen, nadat de koelslang op het koelvloeistofsysteem is aangesloten en het koelvloeistofsysteem in gebruik werd genomen. 46 B 2000 NL-0916

47 Pos: 120 /Anleitungen/Getriebe/4. Inbetriebnahme/4.5 Kontrolle des Getriebes Inbedrijfstelling Het koelmiddel moet eenzelfde warmtecapaciteit hebben als water (specifieke warmtecapaciteit bij 20 C c = 4,18 kj/(kgk). Als koelmiddel wordt gebruikswater zonder luchtbellen en bezinkbare stoffen aangeraden. De waterhardheid moet tussen 1 dh en 15 dh liggen en de ph-waarde tussen ph 7,4 en ph 9,5. Aan het koelwater mogen geen agressieve vloeistoffen worden toegevoegd! De koelmiddeldruk mag max. 8 bar bedragen. De vereiste hoeveelheid koelmiddel bedraagt 10 l/min en de koelmiddelinlaattemperatuur mag niet hoger dan 40 C zijn, aanbevolen wordt 10 C. Het verdient aanbeveling om aan de koelmiddelinlaat een drukregelaar of iets dergelijks te monteren, om schade door een te hoge druk te voorkomen. Bij dreigende vorst is de klant ervoor verantwoordelijk, dat er op tijd een passend antivriesmiddel aan het koelwater wordt toegevoegd. 4.5 Controle van de reductor Tijdens een test moet de reductor onder maximale belasting worden gecontroleerd op: ongewone geluiden zoals malende, kloppende of schurende geluiden ongewone vibraties, trillingen en bewegingen damp- of rookvorming Na de test dient de reductor worden gecontroleerd op: lekkage doorslippen bij de krimpschijven Verwijder hiervoor de afdekkap en controleer of de in hfst "Montage van krimpschijven" voorgeschreven markering een onderlinge beweging van de holle as en de machine-as aanduidt. Vervolgens moet de afdekkap worden gemonteerd, zoals in hoofdstuk 3.12 "Montage van afdekkappen" beschreven. Informatie Smering asafdichtingsringen Keerringen zijn slepende afdichtingen met afdichtlippen uit een elastomeermateriaal. Deze afdichtlippen worden op de fabriek voorzien van een speciaal vet voorzien voor de smering. Hierdoor wordt de gebruiksgerelateerde slijtage geminimaliseerd en wordt een lange levensduur bereikt. Een oliefilm in de buurt van de slepende afdichtlip is daarom normaal en is geen lekkage. GEVAAR Explosiegevaar Explosiegevaar Negeren hiervan gaat gepaard met een verhoogd risico op ernstig of zelfs dodelijk letsel. Zet de aandrijving stil en neem contact op met Getriebebau NORD, wanneer bij de hierboven omschreven controles bijzonderheden werden vastgesteld. B 2000 NL

48 Pos: 140 /Anleitungen/Getriebe/4. Inbetriebnahme/4.15 Checkliste 1 Explosieveilige reductors Bedrijfs- en montagehandleiding 4.6 Checklist Checklist Onderwerp van controle Datum gecontroleerd op: Informatie zie hoofdstuk Zijn transportschade of beschadigingen zichtbaar? 3.4 Komt de aanduiding op het typeplaatje overeen met de specificaties? Komt de bouwvorm op het typeplaatje overeen met de daadwerkelijke inbouwpositie? Is de drukontluchting ingedraaid? 3.7 Voldoen alle in- en uitgaande elementen aan ATEXnormen? Zijn de externe krachten op de reductoras toegestaan (kettingspanning)? Is er een bescherming aangebracht bij draaiende onderdelen? Heeft de motor ook een overeenkomstige ATEXgoedkeuring? Is de temperatuursticker aangebracht? 3.15 Is het oliepeil volgens de bouwvorm gecontroleerd? 4.1 Is de automatische smeermiddelsensor geactiveerd? 4.2 Is de temperatuur gemeten? 4.3 Is het middelpunt van de temperatuursticker zwart geworden? Is het koeldeksel op het koelvloeistofsysteem aangesloten? Is de reductor aan de hand van een test gecontroleerd? Is de krimpschijvenverbinding tegen slippen gecontroleerd? B 2000 NL-0916

49 Pos: 142 /Anleitungen/Getriebe/4. Inbetriebnahme/4.16 Betreiben des Getriebes im Ex-Bereich 1 Pos: 144 /Anleitungen/Getriebe/5. Inspektion und Wartung/5. Inspektion und Inbedrijfstelling 4.7 Gebruik van een motorreductor in een explosieve omgeving GEVAAR Explosiegevaar Explosiegevaar Negeren hiervan gaat gepaard met een verhoogd risico op ernstig of zelfs dodelijk letsel. Bij gebruik van de motorreductor moeten de instructies van deze handleiding in elk geval in acht worden genomen. De voorgeschreven inspectie- en onderhoudsintervallen moeten worden aangehouden. Zorg ervoor, dat de op het typeplaatje vermelde specificaties niet worden overschreden. Wanneer er bijvoorbeeld bij aandrijvingen met een variabel toerental meerdere werkpunten zijn, mag op geen enkel werkpunt de maximaal toegelaten aandrijfbelasting P1 of het maximaal toegelaten koppel op de uitgaande as M2 of het maximaal toegelaten toerental worden overschreden. Voorkom overbelasting van de motorreductor. Indien de motorreductor is voorzien van de koelslang, mag de motorreductor pas worden gebruikt, nadat de koelslang op het koelvloeistofsysteem is aangesloten en het koelvloeistofsysteem in bedrijf werd genomen. De koelwatertemperatuur en het koelwaterdebiet moeten door de exploitant worden gecontroleerd en gewaarborgd. Motorreductoren met een geïntegreerde terugloopblokkering op de aandrijfas mogen alleen boven het minimale toerental van de ingaande as van n 1min = 900 min -1 worden gebruikt. De lakafwerking van de motorreductor is geschikt voor de Categorie 2G groep IIB (zone 1 groep IIB). Bij gebruik in de Categorie 2G Groep IIC (Zone 1 Groep IIC) mag de motorreductor niet worden ingezet of geïnstalleerd in omgevingen waar met oplading genererende processen gerekend moet worden. Daartoe behoort ook het af en toe handmatig poetsen van de reductorbehuizing. Er mag alleen met een met water bevochtigde doek worden gereinigd. Als zich tijdens het gebruik bijzonderheden voordoen zoals in hfst. 4.5 "Controle van de reductor" werd omschreven of als de temperatuursticker zwart verkleurt, moet de aandrijving worden stilgezet en neemt u contact op met NORD Aandrijvingen. B 2000 NL

50 Pos: 147 /Anleitungen/Getriebe/5. Inspektion und Wartung/5.1 Inspektions- und Wartungsintervalle 1 Explosieveilige reductors Bedrijfs- en montagehandleiding 5 Inspectie en onderhoud WAARSCHUWING Risico op brandwonden Reductoren of motorreductoren kunnen tijdens of kort na het bedrijf hete oppervlakken hebben. Montage- en onderhoudswerkzaamheden mogen uitsluitend worden uitgevoerd wanneer de transmissie stilstaat en afgekoeld is. De voeding van de aandrijving moet zijn uitgeschakeld en de apparatuur moet beveiligd zijn tegen abusievelijk inschakelen. Draag veiligheidshandschoenen. Scherm hete oppervlakken af tegen aanraking. 5.1 Inspectie- en onderhoudsintervallen Inspectie- en onderhoudsintervallen Inspectie- en onderhoudswerkzaamheden Informatie zie hoofdstuk Wekelijks of eens per 100 bedrijfsuren Telkens na 2500 bedrijfsuren, minimaal eens per 6 maanden Visuele controle op lekkages 5.2 Motorreductor controleren op ongewone geluiden en/of vibraties alleen reductor met koeldeksel: Visuele controle temperatuursticker Oliepeil controleren 4.1 Visuele controle rubberen buffers 5.2 Visuele controle slang Visuele controle keerring Visuele controle optie SCX Visuele controle temperatuursticker Stof verwijderen (alleen in categorie 2D) Controle koppeling (alleen in categorie 2G en IEC/NEMA-normmotoraanbouw) Met smeervet nasmeren / overtollig vet verwijderen (alleen bij vrije aandrijfas/optie W en bij roerwerklagers / optie VL2 / VL3) Drukontluchting reinigen een evt. vervangen B 2000 NL-0916

51 Pos: 151 /Anleitungen/Getriebe/5. Inspektion und Wartung/5.2 Inspektions- und Wartungsarbeiten Inspectie en onderhoud Inspectie- en onderhoudsintervallen Inspectie- en onderhoudswerkzaamheden Informatie zie hoofdstuk Eens per 5000 bedrijfsuren, minimaal eens per jaar (alleen bij IEC/NEMAnormmotoraanbouw) Bij bedrijfstemperaturen tot 80 C eens per bedrijfsuren, minimaal eens per 2 jaar Een per bedrijfsuren minimaal eens per 4 jaar Interval volgens gegevens typeplaatje in het typeplaatveld MI minimaal eens per 10 jaar (alleen in categorie 2G en 2D) Automatische smeermiddelsensor vervangen / overtollig vet verwijderen Olie verversen (bij vulling met synthetische producten wordt 5.2 het interval verdubbeld) Koelslang controleren op bezinksel (Fouling) Keerringen vervangen indien versleten Navetten van de in de reductor liggende lagers 5.2 Algehele revisie 5.2 Informatie Olieverversingsintervallen De olieverversingsintervallen gelden onder normale bedrijfsomstandigheden en bij bedrijfstemperaturen tot 80 C. Bij extreme bedrijfsomstandighede n (hogere bedrijfstemperaturen dan 80 C, hoge luchtvochtigheid, agressieve omgeving en frequente bedrijfstemperatuurwisseling) worden de verversingsintervallen verkort. 5.2 Inspectie- en onderhoudswerkzaamheden GEVAAR Explosiegevaar Explosiegevaar Negeren hiervan gaat gepaard met een verhoogd risico op ernstig of zelfs dodelijk letsel. Bij alle onderhoudswerkzaamheden en reparaties mag geen explosieve atmosfeer heersen. Onderhouds- en servicewerkzaamheden mogen uitsluitend door gekwalificeerd, vakbekwaam personeel worden uitgevoerd. Pas voor het reinigen van de reductor geen methodes of materialen toe die het oppervlak of nabije niet-geleidende onderdelen elektrostatisch opladen. WAARSCHUWING Ernstig lichamelijk letsel Ernstig lichamelijk letsel en materiële schade kunnen worden veroorzaakt door ondeskundige uitvoering van inspectie- en onderhoudswerkzaamheden. Onderhouds- en servicewerkzaamheden mogen uitsluitend door gekwalificeerd, vakbekwaam personeel worden uitgevoerd. Draag tijdens de onderhouds- en servicewerkzaamheden de noodzakelijke beschermende kleding (bijv. veiligheidsschoenen, beschermende handschoenen, veiligheidsbril enz.) B 2000 NL

52 Explosieveilige reductors Bedrijfs- en montagehandleiding WAARSCHUWING Ernstig lichamelijk letsel Lichamelijk letsel door snel roterende en evt. hete machinedelen. Montage- en onderhoudswerkzaamheden mogen uitsluitend worden uitgevoerd wanneer de transmissie stilstaat en afgekoeld is. De voeding van de aandrijving moet zijn uitgeschakeld en de apparatuur moet beveiligd zijn tegen abusievelijk inschakelen. WAARSCHUWING Ernstig lichamelijk letsel Bij onderhoud en reiniging opgewervelde deeltjes of vloeistoffen kunnen lichamelijk letsel veroorzaken. Neem de veiligheidsaanwijzingen in acht. Voor de reiniging mag geen gebruik worden gemaakt van hogedrukreinigers en perslucht. WAARSCHUWING Risico op brandwonden Verbrandingsgevaar door hete olie. Reductor voor onderhouds- en servicewerkzaamheden laten afkoelen. Draag veiligheidshandschoenen. Visuele controle op lekkages GEVAAR Explosiegevaar Explosiegevaar Negeren hiervan gaat gepaard met een verhoogd risico op ernstig of zelfs dodelijk letsel. - Controleer de motorreductor op lekkage. Let hierbij op lekkende tandwielolie en op olievlekken aan de buitenkant van de motorreductor of eronder. Controleer in het bijzonder de keerringen, VK-doppen, schroefverbindingen, slangleidingen en de naden van de behuizing. Reinig in geval van twijfel de motorreductor, verricht een controle van het oliepeil (zie hoofdstuk 4.1 "Oliepeil controleren") en controleer na ca. 24 uur opnieuw op lekkage. Als daarbij een lekkage (oliedruppels) wordt vastgesteld, dient de motorreductor onmiddellijk te worden gerepareerd. Neem contact op met de klantenservice van NORD. Indien de motorreductor is voorzien van een koelslang in het deksel van de behuizing, moeten de aansluitingen en de koelslang op lekkage worden gecontroleerd. Als er lekkages zijn, dienen deze onmiddellijk te worden gerepareerd. Neem contact op met de klantenservice van NORD. Controle van de loopgeluiden GEVAAR Explosiegevaar Explosiegevaar Negeren hiervan gaat gepaard met een verhoogd risico op ernstig of zelfs dodelijk letsel. Wanneer er bij de motorreductor ongebruikelijke loopgeluiden en/of vibraties optreden, kan dat inhouden dat er zich een schade aan de motorreductor aandient. In dat geval moet de motorreductor worden stilgezet en moet er een algemene revisie worden uitgevoerd. 52 B 2000 NL-0916

53 5 Inspectie en onderhoud Oliepeil controleren (zie hoofdstuk 4.1 "Oliepeil controleren"). Visuele controle rubberen buffers Motorrreductoren met rubberen buffer (optie G of VG) en motorreductoren met draaimomentsteun hebben rubberelementen. Als het rubberen oppervlak beschadigd is, moeten deze delen worden vervangen. Neem contact op met de klantenservice van NORD. Visuele controle slang Motorreductoren met oliepeilreservoir (optie OT) hebben rubberslangen. Wanneer de slangen aan de buitenkant beschadigd zijn, bijv. door schuurplekken, sneden of scheuren, moeten deze worden vervangen. Neem contact op met de klantenservice van NORD. Visuele controle keerring Informatie Keerringen Keerringen zijn slepende afdichtingen met afdichtlippen uit een elastomeermateriaal. Deze afdichtlippen worden op de fabriek voorzien van een speciaal vet voorzien voor de smering. Hierdoor wordt de gebruiksgerelateerde slijtage geminimaliseerd en wordt een lange levensduur bereikt. Een oliefilm in de buurt van de slepende afdichtlip is daarom normaal en is geen lekkage (zie hoofdstuk 6.5 "Lekkage en dichtheid"). Visuele controle optie SCX Controleer de vuiluitgangsgaten aan de flens op vervuiling. De spleet tussen as en bevestigingsplaat moet vrij van vervuilingen zijn. Is een grove vervuiling herkenbaar, dan trekt u de reductor van de insteekas af en reinig de insteekas en de binnenzijde van de flens. Controleer de keerringen aan de reductor op beschadigingen. Beschadigde keerringen moeten door nieuwe keerringen worden vervangen. Monteer de reductor aan de gereinigde flens (zie hoofdstuk 3.10 "Montage van opsteekmotorreductoren"). Visuele controle temperatuursticker (alleen bij temperatuurklasse T4 respectievelijk maximale oppervlaktetemperatuur < 135 C vereist) GEVAAR Explosiegevaar Explosiegevaar Negeren hiervan gaat gepaard met een verhoogd risico op ernstig of zelfs dodelijk letsel. De temperatuursticker moet op zwarte verkleuring worden gecontroleerd (zie hoofdstuk 3.15 "Temperatuursticker"). Als de temperatuursticker zwart is, is de motorreductor te warm geworden. Bepaal de oorzaak voor de oververhitting. Neem onmiddellijk contact op met de klantenservice van NORD. De aandrijving mag niet meer worden gebruikt, voordat de oorzaak voor de oververhitting is verholpen en deze niet meer kan verhitten. B 2000 NL

54 Explosieveilige reductors Bedrijfs- en montagehandleiding Voordat de motorreductor opnieuw wordt gebruikt, moet er een nieuwe temperatuursticker op de motorreductor worden aangebracht (zie hoofdstuk 3.15 "Temperatuursticker"). Stof verwijderen (alleen in categorie 2D vereist) GEVAAR Explosiegevaar Explosiegevaar Negeren hiervan gaat gepaard met een verhoogd risico op ernstig of zelfs dodelijk letsel. Verwijder stof op het reductorhuis als dit meer dan 5 mm dik is. Demonteer hiervoor bij motorreductoren met afdekkap (optie H) de kap. Verwijder opgehoopt stof in de kap, op de uitgaande as en op de krimpschijf. Monteer vervolgens de kap (zie hoofdstuk 3.12 "Montage van afdekkappen"). Informatie Afdekkappen Bij sommige afdekkappen kan de kap volledig worden afgedicht met een vloeibaar afdichtmiddel. In zulke gevallen hoeft de afdekkap niet regelmatig te worden gereinigd, als de afdekkap met een vloeibaar afdichtmiddel, bijv. Loctite 574 of Loxeal 58-14, volledig afgedicht wordt gemonteerd. Controle koppeling (alleen in categorie 2G en IEC/NEMA-normmotoraanbouw vereist) Demonteer de motor. Controleer de kunststof of elastomeer onderdelen van de koppeling op slijtage. Wanneer onderstaande grenswaarden voor de betreffende koppelingsuitvoeringen en -formaten worden overschreden, moeten de koppelingsdelen van kunststof of elastomeer worden vervangen. OPGELET Onderdelen Gebruik alleen vervangingsonderdelen in dezelfde kleur! Meet bij de klauwkoppeling (ROTEX ) de tanddikte van de elastomeer-tandkrans in overeenstemming met de afbeelding. B min is de minimaal toegelaten tanddikte. Afbeelding 24: Meting van slijtage van de tandkrans bij de klauwkoppeling ROTEX 54 B 2000 NL-0916

55 5 Inspectie en onderhoud Grenswaarden voor slijtage aan tandkoppelingskransen Type R14 R24 R38 R42 R48 R65 R90 B [mm] 9,7 8,6 13,3 15,7 17,7 22,2 32,3 B min [mm] 7,7 5,6 10,3 11,7 13,7 17,2 24,3 Tabel 12: Grenswaarden voor slijtage aan tandkoppelingskransen Bij spiraalvertandingen bedraagt de grenswaarde voor slijtage X = 0,8 mm zoals in de volgende afbeelding wordt weergegeven. Toelichting 1 Huls 2 Naaf Afbeelding 25: Meting van slijtage aan tandhuls bij spiraalvertanding BoWex Informatie Slijtage koppeling Als bij de controle van de koppeling slechts een geringe slijtage (25 % van de grenswaarde) wordt geconstateerd, mogen de intervallen voor de controle van de koppeling worden verdubbeld, d.w.z bedrijfsuren en minstens een keer per jaar. Vet nasmeren Bij sommige uitvoeringen van motorreductoren (vrije aandrijfas optie W, roerwerkuitvoeringen VL2 en VL3) is een voorziening voor nasmering beschikbaar. Bij roerwerkuitvoeringen VL2 en VL3 moet voor het nasmeren de ontluchtingsschroef die tegenover de smeernippel zit, worden losgeschroefd. Er moet zo veel vet worden nagesmeerd tot er aan de ontluchtingsschroef zo'n g hiervan uittreedt. Daarna moet de ontluchtingsschroef weer worden vastgeschroefd. Bij de optie W en sommige IEC-adapters moet naast de smeernippel het buitenste rollager met ca g vet worden nagesmeerd.overtollig smeervet aan de adapter moet verwijderd worden. Aanbevolen vetsoorten: Petamo GHY 133N (zie hoofdstuk 6.2 "Smeermiddelen"), (Fa. Klüber Lubrication) B 2000 NL

56 Explosieveilige reductors Bedrijfs- en montagehandleiding Drukontluchting reinigen en evt. vervangen Schroef de drukontluchting uit, reinig de drukontluchting grondig (bijv. met perslucht), verricht een werkingscontrole en monteer de drukontluchting op dezelfde plek, gebruikt evt. een nieuwe ontluchtingsschroef. Automatische smeermiddelsensor vervangen Toelichting 1 Cilinderschroeven M8 x 16 2 Hulsdeksel 3 Activeringsschroef 4 Oogbout 5 Smeermiddelsensor 6 Positie sticker Afbeelding 26: Vervanging van de automatische smeermiddelsensor bij normmotoraanbouw Daarvoor moet het hulsdeksel eraf geschroefd worden. Draai de smeermiddelsensor uit en vervang deze door een nieuwe smeermiddelsensor (artikelnummer: ). Overtollig smeervet aan de adapter moet verwijderd worden. Vervolgens de activering uitvoeren (zie hoofdstuk 4.2 "Automatische smeermiddelsensor activeren"). 56 B 2000 NL-0916

57 5 Inspectie en onderhoud Olie vervangen In de afbeeldingen in hoofdstuk 6.1 "Bouwvormen en onderhoud" zijn de olieaftapplug, de oliepeilplug en de ontluchtingsplug, indien aanwezig, bouwvormspecifiek weergegeven. Werkwijze: 1. Plaats een opvangbak onder de olieaftapplug. 2. Draai de oliepeilbout resp. schroefstop met peilstok bij gebruik van een oliepeilreservoir en de olieaftapplug helemaal los. WAARSCHUWING Risico op brandwonden Verbrandingsgevaar door hete olie. Reductor voor onderhouds- en servicewerkzaamheden laten afkoelen. Draag veiligheidshandschoenen. 3. Laat alle olie uit de motorreductor lopen. 4. Als de afdichtring van de olieaftapplug of oliepeilbout beschadigd is, brengt u een nieuwe oliebout aan of reinigt u de schroefdraad en brengt u een nieuw laagje borgmiddel (bijv. Loctite 242 of Loxeal 54-03) aan, voordat u de bout weer indraait. 5. Olieaftapplug in de boring indraaien en met het juiste aanhaalmoment aandraaien (zie hoofdstuk 6.3 "Aanhaalmomenten van bouten"). 6. Nieuwe olie van dezelfde soort (zie hoofdstuk 3.5 "Controle van de gegevens op het typeplaatje") / (zie hoofdstuk 6.2 "Smeermiddelen") via de oliepeilboring met een geschikte trechter vullen tot de olie uit de oliepeilboring begint te stromen. (De olie kan ook worden bijgevuld via de ontluchtingsschroef of een schroefstop die boven het oliepeil ligt.) Vul, bij gebruik van een oliepeilreservoir, de olie door de bovenste opening (schroefdraad G1¼), totdat het oliepeil zoals in hoofdstuk 4.1 "Oliepeil controleren" beschreven, is ingesteld. 7. Wacht minstens 15 minuten, bij gebruik van een oliepeilreservoir minimaal 30 min. na het vullen voordat u het oliepeil controleert en ga te werk zoals beschreven is in hoofdstuk 4.1 "Oliepeil controleren". Informatie Oliepeil / oliehoeveelheden Bij reductoren zonder olieaftapbout (zie hoofdstuk 6.1 "Bouwvormen en onderhoud") vervalt de olieverversing. Deze motorreductoren hebben een permanente smering. Standaard tandwielmotorreductoren hebben in de ATEX-categorie 3G en 3D. (zie hoofdstuk 3.5 "Controle van de gegevens op het typeplaatje") geen oliepeilbout. De nieuwe olie wordt hierbij via de schroefdraadboring van de drukontluchting gevuld met de vulhoeveelheden die in de volgende tabel worden vermeld. B 2000 NL

58 Explosieveilige reductors Bedrijfs- en montagehandleiding Oliehoeveelheden Hoofdstuk 6.1 M1 M2 M3 M4 M5 M6 Hoofdstuk 6.1 M1 M2 M3 M4 M5 M6 Type reductor Hoeveelheid [l] Type reductor Hoeveelheid [l] SK 0 0,13 0,22 0,13 0,22 0,13 0,13 SK 0 F 0,13 0,22 0,13 0,22 0,13 0,13 SK 01 0,22 0,38 0,22 0,38 0,22 0,22 SK 01 F 0,22 0,38 0,22 0,38 0,22 0,22 SK 20 0,55 1,00 0,55 1,00 0,55 0,55 SK 20 F 0,35 0,60 0,35 0,60 0,35 0,35 SK 25 0,50 1,00 0,50 1,00 0,50 0,50 SK 25 F 0,50 1,00 0,50 1,00 0,50 0,50 SK 30 0,90 1,30 0,90 1,30 0,90 0,90 SK 30 F 0,70 1,10 0,70 1,10 0,70 0,70 SK 33 1,00 1,60 1,00 1,60 1,00 1,00 SK 33 F 1,00 1,50 1,00 1,50 1,00 1,00 SK 000 0,24 0,40 0,24 0,41 0,24 0,24 SK 000 F 0,24 0,41 0,24 0,41 0,24 0,24 SK 010 0,38 0,60 0,38 0,60 0,38 0,38 SK 010 F 0,35 0,65 0,40 0,74 0,50 0,30 SK 200 0,80 1,30 0,80 1,30 0,80 0,80 SK 200 F 0,65 0,95 0,70 1,10 0,80 0,50 SK 250 1,20 1,50 1,20 1,50 1,20 1,20 SK 250 F 0,90 1,40 1,00 1,60 1,30 0,80 SK 300 1,20 2,00 1,20 2,00 1,20 1,20 SK 300 F 1,25 1,50 1,20 1,80 1,30 0,95 SK 330 1,80 2,80 1,80 2,80 1,80 1,80 SK 330 F 1,60 2,50 1,60 2,90 1,90 1,40 Tabel 13: Oliehoeveelheden voor standaard tandwielreductor voor ATEX-categorie 3G en 3D Koelslang controleren op bezinksel De binnenkant van de koelslang moet op bezinksel worden gecontroleerd, omdat bij veel afzettingen (Fouling) de warmte niet meer goed kan worden afgevoerd. In dat geval moet de koelslang worden gereinigd, bij een chemische reiniging moet ervoor worden gezorgd, dat het reinigingsmiddel de materialen waaruit de koelslang is vervaardigd (koperbuis en schroefverbindingen van messing) niet aantast. Keerring vervangen Bij het bereiken van de slijtagelevensduur wordt de oliefilm bij de afdichtlip groter en er vormt zich langzaam een meetbare lekkage met uitdruppelende olie. 58 B 2000 NL-0916

59 5 Inspectie en onderhoud De keerring moet dan vervangen worden. De ruimte tussen de afdichtlip en de beschermende lip moet bij de montage voor ca. 50 % met vet gevuld worden (aanbevolen vetsoort: PETAMO GHY 133N). Let erop dat de nieuwe keerring na de montage niet opnieuw in het oude loopspoor mag lopen. Navetten van lagers Ververs het wentellagervet bij lagers die niet met olie gesmeerd worden en waarvan de boringen volledig boven het oliepeil liggen (aanbevolen vetsoort: PETAMO GHY 133N). Neem contact op met de klantenservice van NORD. Algehele revisie Motorrijtuigen uit de categorie 2G en 2D dient na een langere bedrijfsduur een algehele revisie te worden uitgevoerd. De bedrijfsduur in bedrijfsuren nadat er een algehele revisie moet worden uitgevoerd, kan uit de gegevens op het typeplaatje in het veld MI worden afgelezen. Bovendien kan aan de hand van de onderhoudsklasse C M de bedrijfsduur worden bepaald, waarna een algehele revisie moet worden uitgevoerd. In veld MI op het typeplaatje staat dan bijv.: MI C M = 5. Het tijdstip voor de algehele revisie bij de aangegeven onderhoudsklasse C M wordt als volgt berekend: N A = C M f L k A N A : aantal jaren na inbedrijfstelling. Bij berekende waarden N A over 10 jaar moet de algehele revisie 10 jaar na inbedrijfstelling worden uitgevoerd. C M : onderhoudsklasse volgens het typeplaatje in veld MI f L : Looptijdfactor f L = 10 f L = 6 f L = 3 f L = 1,5 f L = 1 Looptijd maximaal 2 uur per dag Looptijd 2 tot 4 uur per dag Looptijd 4 tot 8 uur per dag Looptijd 8 tot 16 uur per dag Looptijd 16 tot 24 uur per dag k A : Belastingfactor Wanneer de belastingfactor onbekend is, geldt k A = 1 B 2000 NL

60 Pos: 153 /Anleitungen/Getriebe/6. Anhang/ Explosieveilige reductors Bedrijfs- en montagehandleiding Wanneer de daadwerkelijk door de toepassing gevraagde prestaties bekend zijn, kunnen vaak langere onderhoudsintervallen worden aangehouden. De benuttingsfactor kan dan als volgt worden berekend. P 1 : P daad : k A P 1 = Ptat 3 max. toegelaten aandrijf- of motorvermogen volgens het typeplaatje van de motorreductor in kw daadwerkelijk aandrijf- of motorvermogen in kw dat door het bedrijf bij een nominaal toerental wordt vereist. Berekend door bijv. metingen Bij een variabele belasting met verschillend daadwerkelijk aandrijfvermogen bij een nominaal toerental P tat1, P tat2, P tat3, met de bekende procentuele tijdsintervallen q 1, q 2, q 3, geldt voor het gelijkwaardige gemiddeld aandrijfvermogen: P q tat = Ptat1 + Ptat2 + Ptat q 100 q GEVAAR Explosiegevaar Explosiegevaar Negeren hiervan gaat gepaard met een verhoogd risico op ernstig of zelfs dodelijk letsel. De algehele revisie moet in een speciale werkplaats met bijbehorende uitrusting worden uitgevoerd door vakbekwaam personeel dat de nationale wet- en regelgevingen in acht neemt.. Wij raden u dringend aan de algehele revisie te laten uitvoeren door NORD Aandrijvingen. De motorreductor dient bij een noodzakelijke algehele revisie volledig te worden gedemonteerd. De volgende werkzaamheden worden uitgevoerd: alle reductordelen moeten worden gereinigd, alle reductordelen moeten op schade worden gecontroleerd, alle beschadigde onderdelen moeten worden vervangen, alle wentellagers moeten worden vervangen, terugloopblokkeringen (indien van toepassing) moeten worden vervangen, alle afdichtingen, keerringen en Nilos-ringen moeten worden vervangen, kunststof- en elastomeeronderdelen van de motorkoppeling moeten worden vervangen. 60 B 2000 NL-0916

61 Pos: 154 /Anleitungen/Getriebe/6. Anhang/6.1 Bauformen und Wartung Appendix 6 Appendix 6.1 Bouwvormen en onderhoud Pos: 157 /Anleitungen/Getriebe/6. Anhang/6.1 Bauformen und Wartung_Teil1 1 Raadpleeg voor bouwvormen die niet worden vermeld de tekening uit de speciale documentatie (zie hoofdstuk 3.5 "Controle van de gegevens op het typeplaatje"). Symbolen in de volgende afbeeldingen van bouwvormen: Ontluchting Oliepeil Olie-aftap Standaard co-axiale tandwielkast De oliepeilbouten vervallen bij standaard tandwielmotorreductoren in de ATEX-categorie 3G en 3D (zie hoofdstuk 3.5 "Controle van de gegevens op het typeplaatje"). Vlakke opsteek-tandwielreductor De volgende afbeelding is geldig voor de bouwvorm M4 / H5 van de reductortypes SK 9282, SK 9382, SK 10282, SK 10382, SK 11282, SK 11382, SK 12382, SK , SK met oliepeilreservoir. Afbeelding 27: Vlakke tandwielkast met expansievat B 2000 NL

62 Explosieveilige reductors Bedrijfs- en montagehandleiding De oliepeilbouten vervallen bij de typen motorreductor SK 0182 NB, SK 0282 NB en SK 1382 NB in de ATEX-categorie 3G en 3D (zie hoofdstuk 3.5 "Controle van de gegevens op het typeplaatje"). De typen SK 0182 NB, SK 0282 NB en SK 1382 NB hebben in de categorie 2G en 2D slechts een oliepeilbout. Deze typen motorreductor hebben een controleerbare permanente smering. NORDBLOC tandwielmotorreductoren De oliepeilbouten vervallen bij de typen motorreductor SK 320, SK 172, SK 272, SK 372 en SK 273 en SK 373 in de ATEX-categorie 3G en 3D (zie hoofdstuk 3.5 "Controle van de gegevens op het typeplaatje"). De typen SK 320, SK 172, SK 272, SK 372 en SK 273 en SK 373 hebben in de categorie 2G en 2D slechts een oliepeilbout. Deze typen motorreductor hebben een controleerbare permanente smering. NORDBLOC tandwielmotorreductor SK072.1 en SK172.1 GEVAAR Explosiegevaar Explosiegevaar Negeren hiervan gaat gepaard met een verhoogd risico op ernstig of zelfs dodelijk letsel. Oliepeilcontrole in de inbouwpositie M4 voor SK en SK 172.1: Het oliepeil voor de inbouwpositie M4 moet in de inbouwpositie M2 als volgt worden gecontroleerd. 1. Breng de motorreductor in de inbouwpositie M2, draai de oliepeilbout van de inbouwpositie M2 los. Afbeelding 28: Breng de motorreductor in inbouwpositie M2 2. Bepaal maat X tussen de bovenste rand van het reductorhuis en meet het oliepeil, pas hiervoor evt. de peilstok aan (zie Afbeelding 29). 62 B 2000 NL-0916

63 6 Appendix Toelichting 1 Bovenste rand behuizing 2 Oliepeil Afbeelding 29: Oliepeil meten 3. Vergelijk de gemiddelde maat X met de overeenkomstige maat uit de volgende tabel. Corrigeer eventueel het oliepeil met de op het typeplaatje aangegeven oliesoort. Type reductor Schroefdraaddiameter Maat X [mm] SK M8 x 1 22 ± 1 mm SK M8 x 1 20 ± 1 mm 4. Schroef de oliepeilbout van de inbouwpositie M2 volgens hoofdstuk 4.1 "Oliepeil controleren" erin en haal deze aan. 5. Breng de motorreductor weer in de inbouwpositie M4. UNIVERSAL-wormwielreductors SK 1SI 31 SK 1SI 75 SK 1SIS 31 SK 1SIS 75 Afbeelding 30: Positie tijdens controle van het oliepeil Voor de controle van het oliepeil moet de reductor of de reductormotor in de hierboven weergegeven positie worden gebracht. Hiervoor dient de reductor of de reductormotor eventueel te worden gedemonteerd.. B 2000 NL

64 Pos: 158 /Anleitungen/Getriebe/ Seitenumbruch Getriebe @ 1 Explosieveilige reductors Bedrijfs- en montagehandleiding OPGELET Rusttijd Houd voldoende pauze aan in de in Afbeelding 30 weergegeven positie van de warmgelopen reductor of motorreductor, zodat de olie gelijkmatig wordt verdeeld. Vervolgens kan het oliepeil zoals in hoofdstuk 4.1 "Oliepeil controleren" wordt omschreven, worden gecontroleerd. De reductoren hebben in de categorie 2G en 2D slechts een oliepeilbout. Deze typen motorreductoren hebben een controleerbare permanente smering. De oliepeilbouten vervallen in de ATEX categorie 3G en 3D (zie hoofdstuk 3.5 "Controle van de gegevens op het typeplaatje"). Deze motorreductoren hebben een levensduursmering. De reductortypes SK 1S xx, SK 2S xx, SK 1SU xx, SK 2SU xx, SK 1SM xx, SK 2SM xx, SK 1SMI xx, SK 2SMI xx mogen alleen in de categorie 3G en 3D toegepast worden. Deze reductortypes hebben een levensduursmering en hebben geen olieonderhoudspluggen. De types SI en SMI kunnen als optie van een drukontluchting worden voorzien. De reductoren met ontluchting moeten op de aangegeven wijze worden geïnstalleerd. De types SI, SMI, S, SM, SU hebben als 2-traps wormwielmotorreductor en de types SI en SMI hebben als wormwielmotorreductor met directe motoraanbouw en uitvoeringsafhankelijke olievulling en moeten op de aangegeven wijze geïnstalleerd worden. 64 B 2000 NL-0916

65 Pos: 161 /Anleitungen/Getriebe/6. Anhang/6.1 B2000_Bauformen und Wartung_Teil 2 @ 1 6 Appendix B 2000 NL

66 Explosieveilige reductors Bedrijfs- en montagehandleiding 66 B 2000 NL-0916

67 6 Appendix B 2000 NL

68 Explosieveilige reductors Bedrijfs- en montagehandleiding 68 B 2000 NL-0916

69 6 Appendix B 2000 NL

70 Explosieveilige reductors Bedrijfs- en montagehandleiding 70 B 2000 NL-0916

71 6 Appendix B 2000 NL

72 Explosieveilige reductors Bedrijfs- en montagehandleiding 72 B 2000 NL-0916

73 6 Appendix B 2000 NL

74 Explosieveilige reductors Bedrijfs- en montagehandleiding 74 B 2000 NL-0916

75 Pos: 164 /Anleitungen/Getriebe/6. Anhang/6.2 Schmierstoffe Appendix B 2000 NL

76 Explosieveilige reductors Bedrijfs- en montagehandleiding 6.2 Smeermiddelen GEVAAR Explosiegevaar Explosiegevaar Negeren hiervan gaat gepaard met een verhoogd risico op ernstig of zelfs dodelijk letsel. Bij olieverversing en wanneer eventueel voor het eerst gevuld wordt, moet in elk geval de op het typeplaatje aangegeven smeermiddelsoort worden gebruikt. De navolgende tabel vermeldt voor de op de typeplaat (zie hoofdstuk 3.5 "Controle van de gegevens op het typeplaatje") vermelde reductorolietypes de handelsaanduidingen of productnamen van de toegelaten merken/soorten. D.w.z.: afhankelijk van de op het typeplaatje aangegeven soort tandwielolie moet een overeenkomstig product worden gebruikt. In speciale gevallen staat de aanduiding van het voorgeschreven product op de reductortypeplaat. Soort smeermiddel Informatie op typeplaat Minerale olie CLP 220 CLP 100 Synthetische olie (Polyglycol) CLP PG 680 Synthetische olie (koolwaterstoffen) Biologisch afbreekbare olie Foodgrade-olie volgens FDA CLP PG 220 CLP HC 220 Alpha EP 220 Alpha SP 220 Optigear BM 220 Tribol 1100 / 220 Alpha EP 100 Alpha SP 100 Optigear BM 100 Tribol 1100 / 100 Alphasyn GS 680 Tribol 800 / 680 Alphasyn GS 220 Alphasyn PG 220 Tribol 800 / 220 Alphasyn EP 220 Tribol 1510/220 Optigear Synthetic X 220 Renolin CLP 220 Renolin CLP 220 Plus Renolin GEAR 220 VCI Renolin CLP 100 Renolin CLP 100 Plus Renolin PG 680 Renolin PG 220 Renolin Unisyn CLP 220 Renolin Unisyn Gear VCI Klüberoil GEM N Klüberoil GEM N Klübersynth GH Klübersynth GH Klübersynth GEM N Mobilgear 600 XP 220 Mobilgear 600 XP 100 Mobil Glygoyle 680 Mobil Glygoyle 220 Mobil SHC 630 Omala S2 G 220 Omala S2 G 100 Omala S4 WE 680 Omala S4 WE 220 Omala S4 GX 220 CLP E Plantogear 680 S CLP E 220 CLP PG H1 680 CLP PG H1 220 Tabel 14: Smeermiddelentabel Tribol BioTop 1418 / 220 Tribol FoodProof 1800 / 680 Tribol FoodProof 1800 / 220 CLP HC H1 680 Optileb GT 680 CLP HC H1 220 Optileb GT 220 Plantogear 220 S - - Cassida Fluid GL 680 Cassida Fluid GL 220 Klübersynth GEM Klübersynth UH Klübersynth UH Klüberoil 4 UH1-680 N Klüberoil 4 UH1-220 N - Mobil Glygoyle 680 Mobil Glygoyle 220 Mobil SHC Cibus 220 Naturelle Gear Fluid EP 220 Cassida Fluid WG 680 Cassida Fluid WG B 2000 NL-0916

77 Pos: 169 /Anleitungen/Getriebe/6. Anhang/6.4 Schrauben-Anziehdrehmomente Appendix 6.3 Aanhaalmomenten van bouten Afmeting Schroefverbindingen in de stevigheidsklasse Aanhaalmomenten van bouten [Nm] Sluitdoppen Tapeinde aan koppeling Schroefverbindingen aan beschermkappen M4 3, M5 6, M ,4 M M M M M M M M M M M G½ G¾ G G1¼ G1½ Tabel 15: Aanhaalmomenten van bouten Montage van slangschroefbevestigingen Voorzie de schroefdraad van de wartelmoer, de snijring en de schroefdraad van de schroefaansluiting van olie. Draai de wartelmoer met de sleutel tot aan het punt, waar de wartelmoer zich duidelijk moeilijker laat draaien. Draai de wartelmoer ca. 30 tot 60, maar maximaal 90 verder. Daarbij moet de schroefaansluiting met een sleutel worden tegengehouden. Verwijder overtollige olie van de schroefbevestiging. B 2000 NL

78 Pos: 170 /Anleitungen/Getriebe/6. Anhang/6.5 Betriebsstörungen 1 Explosieveilige reductors Bedrijfs- en montagehandleiding 6.4 Bedrijfsstoringen WAARSCHUWING Lichamelijk letsel Bij lekkages bestaat een risico op uitglijden. Reinig de gecontamineerde vloer en machinedelen, voordat u de storing gaat opsporen. WAARSCHUWING Lichamelijk letsel Lichamelijk letsel door snel roterende en evt. hete machinedelen. Storingsopsporingen mogen uitsluitend worden uitgevoerd wanneer de reductor stilstaat en afgekoeld is. De voeding van de aandrijving moet zijn uitgeschakeld en de apparatuur moet beveiligd zijn tegen abusievelijk inschakelen. OPGELET Schade aan de motorreductor Bij storingen bestaat een risico op reductorschade. Schakel bij alle storingen in de motorreductor onmiddellijk de aandrijving uit. Storingen in de motorreductor Foutmelding Mogelijke oorzaak Oplossing Abnormale loopgeluiden, trillingen Er lekt olie uit de motorreductor of motor Er lekt olie uit de ontluchtingsschroef Motorreductor wordt te warm Klap bij inschakelen, vibreren Aandrijfas draait niet terwijl motor draait Tabel 16: Overzicht bedrijfsstoringen Te weinig olie of beschadigd lager of beschadigde tandwielen Afdichting is defect Oliepeil niet in orde of verkeerde of vuile olie of ongunstige bedrijfsomstandigheden Verkeerde inbouwsituatie of beschadiging van motorreductor Motorkoppeling defect of reductorbevestiging los of rubberelement defect Breuk in motorreductor of motorkoppeling defect of krimpschijf slipt door Neem contact op met NORD- Service Neem contact op met NORD- Service Olie vervangen, expansievat voor olie (optie OA) gebruiken Neem contact op met NORD- Service Elastomeer tandkrans vervangen, motor- en reductorbevestigingsbouten aanhalen, rubberelement vervangen Neem contact op met NORD- Service 78 B 2000 NL-0916

79 Pos: 173 /Anleitungen/Getriebe/6. Anhang/6.7 Leckage und Dichtheit Appendix 6.5 Lekkage en dichtheid Motorreductoren zijn voor de smering van de bewegende delen met olie of vet gevuld. Afdichtingen verhinderen het uittreden van het smeermiddel. Een absolute dichtheid is technisch niet mogelijk, omdat een vochtfilm bijv. bij de keerringen voor een afdichtende werking op langer termijn normaal en voordelig is. Bij de ontluchtingen kan door de specifieke werking daarvan olienevel uittreden of olie zichtbaar worden. Bij vetgesmeerde labyrintafdichtingen zoals bijv. Taconite-afdichtingssystemen treedt het verbruikte vet door het werkingsprincipe uit de afdichtingsspleet uit. Deze schijnlekkage is geen defect of storing. In overeenstemming met de testvoorwaarden volgens DIN 3761 is de lekkage door het af te dichten medium bepaald, die bij testbankproeven tijdens een gedefinieerde testduur de functiegerelateerde vochtigheid aan de afdichtzijde te boven gaat en ertoe leidt dat het af te dichten medium omlaag druppeltt. De dan opgevangen en gemeten hoeveelheid wordt als lekkage aangeduid. Lekkagedefinitie op basis van DIN 3761 en de adequate toepassing daarvan Begrip Uitleg Oliekeerring Dicht Vochtig Nat Meetbare lekkage Tijdelijke lekkage Schijnlekkage Geen vocht zichtbaar Geen reclamatiereden Vochtfilm lokaal begrensd (geen vlak) Vochtfilm tot buiten het onderdeel Herkenbare lekkage, afdruppelend Korte storing afdichtsysteem of olieverlies door transport*) Schijnlekkage, bijv. door vervuiling, nasmeerbare afdichtsystemen Geen reclamatiereden Geen reclamatiereden Reparatie aanbevolen Geen reclamatiereden Geen reclamatiereden Tabel 17: Lekkagedefinitie geënt op DUN 3761 Locatie van de lekkage In de IECadapter Behuizingnaad Geen reclamatiereden Geen reclamatiereden Geen reclamatiereden Reparatie aanbevolen Geen reclamatiereden Geen reclamatiereden Geen reclamatiereden Geen reclamatiereden Eventuele reparatie Reparatie aanbevolen Eventuele reparatie Geen reclamatiereden Ontluchting Geen reclamatiereden Geen reclamatiereden Geen reclamatiereden Reparatie aanbevolen Geen reclamatiereden Geen reclamatiereden *) Ervaringen tot nu toe hebben aangetoond dat bij vochtige of natte radiale asafdichttingen in het verdere verloop de lekkage vanzelf ophoudt. Daarom is het in geen geval aan te raden om die in dit stadium te vervangen. Redenen voor de momentele vochtigheid kunnen bijv.kleine deeltjes onder de afdichtrand zijn. B 2000 NL

80 Pos: 174 /Anleitungen/Getriebe/6. Anhang/ Pos: 175 /Anleitungen/Getriebe/6. Anhang/6.6.1 Explosionsgeschützte Getriebe- und Getriebemotoren, Kategorie 2G und 2D 1 Explosieveilige reductors Bedrijfs- en montagehandleiding 6.6 Conformiteitsverklaring Explosieveilige reductoren en reductormotoren, Categorie 2G en 2D Afbeelding 31: Conformiteitsverklaring categorie 2G / 2D 80 B 2000 NL-0916

81 Pos: 176 /Anleitungen/Getriebe/6. Anhang/6.6.2 Explosionsgeschützte Getriebe- und Getriebemotoren, Kategorie 3G und 3D Appendix Explosieveilige reductoren en reductormotoren, Categorie 3G en 3D Afbeelding 32: Conformiteitsverklaring Categorie 3G/3D B 2000 NL

82 Pos: 179 /Anleitungen/Getriebe/0. Prolog/9.2 Reparaturhinweise [B B 1 Pos: 180 /Anleitungen/Getriebe/0. Prolog/9.3 Abkürzungen [B 1 === Ende der Liste für Textmarke Inhalt === Explosieveilige reductors Bedrijfs- en montagehandleiding 6.7 Reparatieaanwijzingen Bij aanvragen bij onze technische en mechanische serviceafdelingen dient u informatie over het exacte reductortype (typeplaat) en het evt. ordernummer (typeplaat) bij de hand te hebben Reparatie Voor eventuele reparaties moet het apparaat ingezonden worden naar het volgende adres: Getriebebau NORD GmbH & Co. KG Serviceafdeling Getriebebau-Nord-Straße Bargteheide Wordt een reductor of reductormotor opgestuurd voor reparatie, dan kan geen garantie worden geboden voor eventueel aangebouwde componenten, zoals encoders of externe ventilatoren! Verwijder alstublieft alle niet originele onderdelen van de reductor resp. reductormotor. Informatie Reden voor retourzending/opsturen De reden voor het opsturen van de component/het apparaat dient indien mogelijk vermeld te worden. Evt. dient een contactpersoon voor eventuele vragen aangegeven te worden. Dit is belangrijk om de reparatieduur zo kort en efficiënt mogelijk te houden Internetinformatie Bovendien vindt u op onze internetpagina de landspecifieke bedrijfs- en montagehandleiding in de beschikbare talen: Afkortingen 2D Stofexplosieveilige reductoren Zone 21 FA Axiale kracht 2G Explosieveilige reductor van vonkvrije IE1 Motoren met standaard efficiency uitvoering "c" 3D Stofexplosieveilige reductoren Zone 22 IE2 Motoren met hoge efficiency ATEX Atmospheres explosibles IEC International Electrotechnical Commission B5 Flensbevestiging met doorgaande gaten NEMA National Electrical Manufacturers Association B14 Flensbevestiging met schroefdraadgaten IP55 International Protection CW Clockwise, rechtsom draaiend ISO Internationale organisatie voor normering CCW CounterClockwise, linksom draaiend ph ph-waarde dh Waterhardheid in graden Duitse hardheid PSA Persoonlijke beschermingsuitrusting 1 dh = 0,1783 mmol/l DIN Deutsches Institut für Normung RL Richtlijn EG Europese Gemeenschap VCI Volatile Corrosion Inhibitor EN Europese norm WN Fabrieksnorm Getriebebau NORD FR Radiale dwarskracht 82 B 2000 NL-0916

83 Pos: 183 @ 1 Trefwoordenindex Trefwoordenindex === Ende der Liste für Textmarke Stichwortverzeichnis === A Aanhaalmomenten Adres Afdekkappen Afvoer en verwerking van materialen Algehele revisie B Bouwvormcontrole G Gebruik voor het beoogde, toegelaten gebruiksdoel Gevaarsaanduiding I Inspectie-intervallen Internet K Koeldeksel Koelmedium Krachtoverbrenging Krimpschijf L Lekkage M Montage Motorgewicht voor IEC-adapter N Normmotor O Oliehoeveelheid standaard tandwielreductor 60 Oliepeil controleren Onderhoud Controle van het oliepeil Drukontluchting Keerring Koelslangen Koppeling Lekkages Loopgeluiden Nasmeren VL2, VL3, W en IEC olieverversing Rubberen buffer Slang Smeermiddelsensor Temperatuursticker Onderhoudsintervallen Ontluchting activeren Opslag Opslag op lange termijn Opsteekreductor Optie H P Plaatsing van de motorreductor R Reductietypes Dibbele reductor Reductortypes Kegelwielreductoren MINIBLOC Opsteektandwielreductoren Tandwielreductor NORDBLOC Tandwielreductoren Tandwielwormwielreductoren UNIVERSAL-wormwielmotorreductor Reductorypes Standaard-tandwielreductor Reparatie S Service Slangschroefbevestiging Slijtagegrens koppeling Smeermiddeldispenser Smeermiddelen Storingen B 2000 NL

84 Explosieveilige reductors Bedrijfs- en montagehandleiding T V Temperatuursticker Veiligheidsaanwijzingen... 2 Testrun Algemeen Torsievoorziening Transport Typeplaatgegevens B 2000 NL-0916

85

86 / 0916

NL B 2000. Explosieveilige reductors. Bedrijfs- en montagehandleiding

NL B 2000. Explosieveilige reductors. Bedrijfs- en montagehandleiding NL B 2000 Explosieveilige reductors Bedrijfs- en montagehandleiding Explosieveilige reductors Bedrijfs- en montagehandleiding Algemene veiligheids- en gebruiksaanwijzingen 1. Algemeen Tijdens het bedrijf

Nadere informatie

B 2000 nl. Explosieveilige reductors. Bedrijfs- en montagehandleiding

B 2000 nl. Explosieveilige reductors. Bedrijfs- en montagehandleiding B 2000 nl Explosieveilige reductors Bedrijfs- en montagehandleiding Explosieveilige reductors Bedrijfs- en montagehandleiding Gebruiks- en montagehandleiding lezen Lees deze gebruiks- en montagehandleiding

Nadere informatie

B 2000 nl. Explosieveilige reductors. Bedrijfs- en montagehandleiding

B 2000 nl. Explosieveilige reductors. Bedrijfs- en montagehandleiding B 2000 nl Explosieveilige reductors Bedrijfs- en montagehandleiding Pos : 2 /Anl eitung en/getriebe/0. Prol og/sic her hei ts- und Anwendungs hinweis e für Getri ebe @ 3\mod_1375086447713_2130.docx @ 84079

Nadere informatie

B 1000 nl. Reductor. Bedrijfs- en montagehandleiding

B 1000 nl. Reductor. Bedrijfs- en montagehandleiding B 1000 nl Reductor Bedrijfs- en montagehandleiding Reductor Bedrijfs- en montagehandleiding Gebruiks- en montagehandleiding lezen Lees deze gebruiks- en montagehandleiding zorgvuldig door voordat u werkzaamheden

Nadere informatie

NL B 1000. Reductor. Bedrijfs- en montagehandleiding

NL B 1000. Reductor. Bedrijfs- en montagehandleiding NL B 1000 Reductor Bedrijfs- en montagehandleiding Pos : 4 /Anl eitung en/getriebe/0. Prol og/0.1 Sic her hei ts- und Anwendungs hinweis e für Getri ebe @ 3\mod_1375086447713_2130.docx @ 84079 @ @ 1 Pos

Nadere informatie

B 1000 nl. Reductor. Bedrijfs- en montagehandleiding

B 1000 nl. Reductor. Bedrijfs- en montagehandleiding B 1000 nl Reductor Bedrijfs- en montagehandleiding Pos : 4 /Anl eitung en/getriebe/0. Prol og/sic her hei ts- und Anwendungs hinweis e für Getri ebe @ 3\mod_1375086447713_2130.docx @ 84079 @ @ 1 Pos :

Nadere informatie

B 1050 nl. Industriële reductors. Bedrijfs- en montagehandleiding

B 1050 nl. Industriële reductors. Bedrijfs- en montagehandleiding B 1050 nl Industriële reductors Bedrijfs- en montagehandleiding Industriële reductors Bedrijfs- en montagehandleiding Algemene veiligheids- en gebruiksaanwijzingen 1. Algemeen Tijdens het bedrijf kan het

Nadere informatie

NL B Industriële reductors. Bedrijfs- en montagehandleiding

NL B Industriële reductors. Bedrijfs- en montagehandleiding NL B 1050 Industriële reductors Bedrijfs- en montagehandleiding Industriële reductors Bedrijfs- en montagehandleiding Algemene veiligheids- en gebruiksaanwijzingen 1. Algemeen Tijdens het bedrijf kan het

Nadere informatie

Adapters en verloopmoeren van metaal

Adapters en verloopmoeren van metaal Adapters en verloopmoeren van metaal Bedieningshandleiding Extra talen www.stahl-ex.com Inhoudsopgave 1 Algemene gegevens...3 1.1 Fabrikant...3 1.2 Gegevens over de bedieningshandleiding...3 1.3 Andere

Nadere informatie

Glijringpakking RG-4 stationair, enkelwerkend

Glijringpakking RG-4 stationair, enkelwerkend Serie SCK MONTAGE- EN GEBRUIKSAANWIJZING Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing Glijringpakking RG-4 stationair, enkelwerkend Bewaren voor toekomstig gebruik! Deze gebruiksaanwijzing voor

Nadere informatie

Correcties. Explosiebeveiligde industriële tandwielkasten rechte en haakse tandwielkasten serie X.. * _0215*

Correcties. Explosiebeveiligde industriële tandwielkasten rechte en haakse tandwielkasten serie X.. * _0215* Aandrijftechniek \ Aandrijfautomatisering \ Systeemintegratie \ Services *21372268_0215* Correcties Explosiebeveiligde industriële tandwielkasten rechte en haakse tandwielkasten serie X.. Uitvoer 02/2015

Nadere informatie

Installatie en bedieningsvoorschriften

Installatie en bedieningsvoorschriften Installatie en bedieningsvoorschriften Luchtbehandelingskast KG / KGW in ATEX-uitvoering voor Ex-toepassing Belangrijke informatie voor de gebruiker Wolf GmbH Postfach 1380 84048 Mainburg Tel. 08751/74-0

Nadere informatie

Gebruiks- en onderhoudsaanwijzing- NL

Gebruiks- en onderhoudsaanwijzing- NL Elektrische Infrarood Verwarming Model 93485 Gebruiks- en onderhoudsaanwijzing- NL 1 Algemene veiligheidsinstructies LEES DE GEBRUIKSAANWIJZING Alvorens de radiateur in bedrijf te nemen, moet u deze gebruiks

Nadere informatie

Montage- en gebruiksaanwijzing. NFC-module voor BDC-i440-besturingen

Montage- en gebruiksaanwijzing. NFC-module voor BDC-i440-besturingen NFC-module nl Montage- en gebruiksaanwijzing NFC-module voor BDC-i440-besturingen Belangrijke informatie voor: de monteur / de elektricien / de gebruiker Aan de betreffende personen doorgeven! De gebruiker

Nadere informatie

Installatie en bedieningsvoorschriften

Installatie en bedieningsvoorschriften Installatie en bedieningsvoorschriften Luchtbehandelingskast KG / KGW in ATEX-uitvoering voor Ex-toepassing Belangrijke informatie voor de gebruiker (Vertaling van het orgineel) Wolf GmbH Postfach 1380

Nadere informatie

HANDLEIDING ATEX Explosionproof

HANDLEIDING ATEX Explosionproof Nederlands Versie10/2016 Blz. 1/16 393165.00 Inhoudsopgave 1. Fabrikant 3 2. Voorwoord 3 3. Beschrijving 4 4. Certificering en Markering 4 5. Voorwaarden voor veilig gebruik 4 6. Typesleutel 5 7. Omschrijving

Nadere informatie

Tuincontactdoos met piket

Tuincontactdoos met piket NL Handleiding GS 2 DE GS 4 DE Belangrijk! Lees deze handleiding en bewaar ze. Neem de veiligheidsaanwijzingen in acht. Inhoudsopgave pagina 1 Inleiding... 29 2 Leveringsomvang... 29 3 Conform gebruik...

Nadere informatie

TECHNISCHE HANDLEIDING

TECHNISCHE HANDLEIDING Pagina 1 van 6 Pagina 2 van 6 INHOUDSOPGAVE 1. OMSCHRIJVING... 3 2. ALGEMENE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES... 3 3. TECHNISCHE GEGEVENS... 3 4. INSTALLATIE EN BEDIENING... 3 5. ONDERHOUD... 5 6. ALGEMENE VOORWAARDEN...

Nadere informatie

Correcties. Explosieveilige draaistroommotoren EDR , EDRN ATEX * _0718*

Correcties. Explosieveilige draaistroommotoren EDR , EDRN ATEX * _0718* Aandrijftechniek \ Aandrijfautomatisering \ Systeemintegratie \ Services *22127976_0718* Correcties Explosieveilige draaistroommotoren EDR..71 315, EDRN80 315 ATEX Uitvoer 07/2018 22127976/NL SEW-EURODRIVE

Nadere informatie

GASTRO BUFFET - SALADEBAR GEBRUIKSAANWIJZING EN ONDERHOUDSHANDLEIDING

GASTRO BUFFET - SALADEBAR GEBRUIKSAANWIJZING EN ONDERHOUDSHANDLEIDING GASTRO BUFFET - SALADEBAR GEBRUIKSAANWIJZING EN ONDERHOUDSHANDLEIDING SBM3 / 125.505 SBM4 / 125.510 SBM6 / 125.520 INHOUDSOPGAVE 1. DOEL en BEREIK 2. AANSPRAKELIJKHEID 3. AANWIJZINGEN 4. BASISEIGENSCHAPPEN

Nadere informatie

MOD-I-XP. Vooraanzicht. Kenmerken. MOD-I-XP_ _NL Technische wijzigingen voorbehouden Pagina 1 van 8. Modem voor externe gegevensoverdracht

MOD-I-XP. Vooraanzicht. Kenmerken. MOD-I-XP_ _NL Technische wijzigingen voorbehouden Pagina 1 van 8. Modem voor externe gegevensoverdracht Vooraanzicht Kenmerken ISDN-industriemodem (digitaal gebruik) voor externe gegevensoverdracht in systeemoplossingen met de Frigodata XP-software Aansluiting op de gateway GTW-XP via lintkabel Aansluiting

Nadere informatie

Glijringpakking dubbelwerkend, overeenkomstig DIN EN 12756

Glijringpakking dubbelwerkend, overeenkomstig DIN EN 12756 Serie SCK MONTAGE- EN GEBRUIKSAANWIJZING Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing Glijringpakking dubbelwerkend, overeenkomstig DIN EN 12756 Bewaren voor toekomstig gebruik! Deze gebruiksaanwijzing

Nadere informatie

LED signaallamp. Reeks 8010. Bedieningshandleiding NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL

LED signaallamp. Reeks 8010. Bedieningshandleiding NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL LED signaallamp Bedieningshandleiding Additional languages www.stahl-ex.com Algemene gegevens Inhoudsopgave 1 Algemene gegevens...2 1.1 Fabrikant...2 1.2 Gegevens over de bedieningshandleiding...2 1.3

Nadere informatie

Correcties. Industriële tandwielkast Rechte en haakse tandwielkast serie X.. Koppelklassen van 6.8 knm knm * _1214*

Correcties. Industriële tandwielkast Rechte en haakse tandwielkast serie X.. Koppelklassen van 6.8 knm knm * _1214* Aandrijftechniek \ Aandrijfautomatisering \ Systeemintegratie \ Services *21334269_1214* Correcties Industriële tandwielkast Rechte en haakse tandwielkast serie X.. Koppelklassen van 6.8 knm - 475 knm

Nadere informatie

Handleiding. Bij het installeren en / of samenbouwen van de apparatuur moet voor de ingebruikname alle veiligheidscomponenten zijn aangebracht.

Handleiding. Bij het installeren en / of samenbouwen van de apparatuur moet voor de ingebruikname alle veiligheidscomponenten zijn aangebracht. Woord vooraf Handleiding Het doel van deze handleiding is de gebruiker een inzicht te geven in de werking, montage en het onderhoud van de door Geha bv geleverde apparaten. Voordat u begint met de plaatsing

Nadere informatie

ABB i-bus KNX Magneetcontact EnOcean, 868 MHz MKE/A 1.868.1, 2CDG 120 048 R0011

ABB i-bus KNX Magneetcontact EnOcean, 868 MHz MKE/A 1.868.1, 2CDG 120 048 R0011 Technische gegevens 2CDC508163D3101 ABB i-bus KNX Productbeschrijving Het Magneetcontact EnOcean is een opbouwapparaat voor de montage op ramen en deuren. en herkent wanneer ramen of deuren geopend of

Nadere informatie

Wormwielkasten GS 50.3 GS met voet en hefboom

Wormwielkasten GS 50.3 GS met voet en hefboom Wormwielkasten GS 50.3 GS 250.3 met voet en hefboom Uitsluitend in combinatie met de complete bedieningsinstructies gebruiken! Deze verkorte bedieningsinstructies vervangen NIET de complete bedieningsinstructies!

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding TTV4500 HP Dryfast Kreekweg 22 NL - 3133 AZ - Vlaardingen Tel: +31-(0)10-4261410 Fax: + 31-(0)104730011 Website: www.dryfast.nl E-mail: info@dryfast.nl Dryfast Klein Siberiëstraat

Nadere informatie

Bedieningshandleiding

Bedieningshandleiding NL Bedieningshandleiding Elektrisch waterverwarmingsapparaat ethermo Top Eco 20 P ethermo Top Eco 30 P 1 Over dit document 1.1 Doel van het document Deze bedieningshandleiding is onderdeel van het product

Nadere informatie

Bedieningshandleiding

Bedieningshandleiding Bedieningshandleiding Sluitdop > Inhoudsopgave 1 Inhoudsopgave 1 Inhoudsopgave...2 2 Algemene gegevens...2 3 Symbolen...2 4 Veiligheidsaanwijzingen...3 5 Normconformiteit...3 6 Functie...3 7 Technische

Nadere informatie

TDS 20/50/75/120 R. NL Gebruikshandleiding Elektrische warmeluchtblazer

TDS 20/50/75/120 R. NL Gebruikshandleiding Elektrische warmeluchtblazer TDS 20/50/75/120 R NL Gebruikshandleiding Elektrische warmeluchtblazer TRT-BA-TDS R -TC-001-NL TROTEC GmbH & Co. KG Grebbener Straße 7 D-52525 Heinsberg Tel.: +49 2452 962-400 Fax: +49 2452 962-200 www.trotec.com

Nadere informatie

Veiligheid GEVAAR. Inhoudsopgave WAARSCHUWING OPGELET. Veranderingen v.w.b. editie Elster GmbH Edition

Veiligheid GEVAAR. Inhoudsopgave WAARSCHUWING OPGELET. Veranderingen v.w.b. editie Elster GmbH Edition 0 Elster GmbH Edition 0. Vertaling uit het Duits 0 D GB F I E DK S N P GR TR CZ PL RUS H www.docuthek.com Bedieningsvoorschrift Magneetklep zonder demping ombouwen tot een magneetklep met demping of demper

Nadere informatie

PDM-8-MB POM (VOEDING OVER MODBUS) Montage & gebruiksvoorschriften

PDM-8-MB POM (VOEDING OVER MODBUS) Montage & gebruiksvoorschriften POM ( MODBUS) Montage & gebruiksvoorschriften Inhoudstafel VEILIGHEIDS - & VOORZORGSMAATREGELEN 3 PRODUCTBESCHRIJVING 4 GEBRUIKSTOEPASSING 4 TECHNISCHE GEGEVENS 4 STANDAARDEN 4 OPERATIONELE DIAGRAMMEN

Nadere informatie

TDS 75. NL Gebruikshandleiding Elektrische warmeluchtblazer

TDS 75. NL Gebruikshandleiding Elektrische warmeluchtblazer TDS 75 NL Gebruikshandleiding Elektrische warmeluchtblazer TRT-BA-TDS 75 -TC-001-NL TROTEC GmbH & Co. KG Grebbener Straße 7 D-52525 Heinsberg Tel.: +49 2452 962-400 Fax: +49 2452 962-200 www.trotec.com

Nadere informatie

Printed: 07.07.2013 Doc-Nr: PUB / 5071466 / 000 / 00

Printed: 07.07.2013 Doc-Nr: PUB / 5071466 / 000 / 00 OORSPRONKELIJKE GEBRUIKSAANWIJZING DD-ST-150/160-CCS Kruisrails Lees de handleiding beslist voordat u de machine de eerste keer gebruikt. Bewaar deze handleiding altijd bij het apparaat. Geef het apparaat

Nadere informatie

LAH 500. Loudspeaker Mounting Hardware. Montagehandleiding Montageanleitung Montageanleitung Montageanleitung Montageanleitung

LAH 500. Loudspeaker Mounting Hardware. Montagehandleiding Montageanleitung Montageanleitung Montageanleitung Montageanleitung LAH 500 Loudspeaker Mounting Hardware Montagehandleiding 1 Neumann LH 29 * 20 Nm * K&M TV-Pin 49 Nm 2 2.1 2.2 2.3 * 2 Nm * Sourced from 3rd parties Belangrijke veiligheids- en montage-aanwijzingen Belangrijke

Nadere informatie

OPSTEEK AANDRIJVINGEN SIK-SERIE

OPSTEEK AANDRIJVINGEN SIK-SERIE De veilige & compacte oplossing! OPSTEEK AANDRIJVINGEN SIK-SERIE Voor het aansturen van roldeuren en rolhekken welke tegen een valbeweging beveiligd moeten zijn en waar een beperkte montageruimte aanwezig

Nadere informatie

HANDLEIDING. Sesame. Thermoplastic Tank Technologies

HANDLEIDING. Sesame. Thermoplastic Tank Technologies HANDLEIDING Sesame Thermoplastic Tank Technologies INSTALLATIE- EN GEBRUIKSAANWIJZING INHOUD 1. ALGEMEEN 3 2. BELANGRIJK 3 3. INSTALLATIE EXPANSIEVAT 4 4. GEBRUIK EXPANSIEVAT 5 5. VERVANGEN LUCHTCEL 5

Nadere informatie

Gebruikershandleiding Hijsframe t.b.v. trapgat Versie 1, 02-2007

Gebruikershandleiding Hijsframe t.b.v. trapgat Versie 1, 02-2007 Pagina : 1 van 5 Gebruikershandleiding Hijsframe t.b.v. trapgat Versie 1, 02-2007 Smit Polyweb Boerkensleen 23 b 4705 RL Roosendaal The Netherlands T +31 (0)165-544770 F +31 (0)165-565244 Pagina : 2 van

Nadere informatie

VIESMANN. Servicehandleiding VITOCELL 100-H. voor de vakman. Vitocell 100-H type CHA Warmwaterboiler, 130 tot 200 liter

VIESMANN. Servicehandleiding VITOCELL 100-H. voor de vakman. Vitocell 100-H type CHA Warmwaterboiler, 130 tot 200 liter Servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocell 100-H type CHA Warmwaterboiler, 130 tot 200 liter Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOCELL 100-H 3/2012 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

ALVORENS DE KOOKPLAAT TE GEBRUIKEN Blz. 19. ADVIEZEN VOOR MILIEUBESCHERMING Blz. 19. WAARSCHUWINGEN EN ALGEMENE WENKEN Blz. 19

ALVORENS DE KOOKPLAAT TE GEBRUIKEN Blz. 19. ADVIEZEN VOOR MILIEUBESCHERMING Blz. 19. WAARSCHUWINGEN EN ALGEMENE WENKEN Blz. 19 NL INHOUD ALVORENS DE KOOKPLAAT TE GEBRUIKEN Blz. 19 ADVIEZEN VOOR MILIEUBESCHERMING Blz. 19 WAARSCHUWINGEN EN ALGEMENE WENKEN Blz. 19 ADVIEZEN VOOR ENERGIEBESPARING Blz. 20 REINIGING EN ONDERHOUD VAN

Nadere informatie

Cassette. (11 versnellingen)

Cassette. (11 versnellingen) (Dutch) DM-CS0004-04 Cassette Dealerhandleiding (11 versnellingen) CS-9000 CS-6800 CS-5800 BELANGRIJKE MEDEDELING Deze dealerhandleiding is in eerste instantie bedoeld voor professionele fietsmonteurs.

Nadere informatie

Universele RJ-45-module Cat. 6 A iso

Universele RJ-45-module Cat. 6 A iso Pos: 2 /Busch-Jaeger (Neustruktur)/Modul-Struktur/Online-Dokumentation/Titelblätter/Sonstige Bereiche/Datendosen Rutenbeck/Titelblatt - Rutenbeck Adernverteiler @ 22\mod_1332927755123_71511.docx @ 206463

Nadere informatie

Handleiding. Geha heeft veel aandacht besteed aan de veiligheid en betrouwbaarheid van de geleverde onderdelen.

Handleiding. Geha heeft veel aandacht besteed aan de veiligheid en betrouwbaarheid van de geleverde onderdelen. Handleiding Woord vooraf Het doel van deze handleiding is de gebruiker een inzicht te geven in de werking, montage en het onderhoud van de door Geha geleverde onderdelen. Voordat u begint met de plaatsing

Nadere informatie

Montage- en bedieningshandleiding

Montage- en bedieningshandleiding Montage- en bedieningshandleiding Luchtverhitter LH in ATEX-uitvoering voor Ex-toepassing (Vertaling van het orgineel) Belangrijke informatie voor de gebruiker Wolf GmbH Postfach 1380 84048 Mainburg Tel.

Nadere informatie

Installatie COMPABLOC Verwijzing: 3520 nl / w

Installatie COMPABLOC Verwijzing: 3520 nl / w Installatie COMPABLOC 000 nl Verwijzing: 50 nl 07.08 / w ALGEMENE WAARSCHUWING Dit document is een aanvulling op de algemene handleiding ref. 557 (aanbevelingen), ref. 7, ref. 80 (specifieke aanbevelingen

Nadere informatie

Inhoud. 1. Veiligheidsinstructies

Inhoud. 1. Veiligheidsinstructies 1 2 Inhoud 1. Veiligheidsinstructies... 3 2. Gebruik volgens de voorschriften... 4 3. Omschrijving... 4 4. Toepassingstabel... 4 5. Montage... 4 5.1 Omschrijving van de onderdelen... 5 5.2 Meeneemring

Nadere informatie

Servicehandleiding voor de vakman VITOCELL 300-V VITOCELL 300-W. Vitocell 300-V en Vitocell 300-W type EVA Warmwaterboiler 130 tot 200 liter inhoud

Servicehandleiding voor de vakman VITOCELL 300-V VITOCELL 300-W. Vitocell 300-V en Vitocell 300-W type EVA Warmwaterboiler 130 tot 200 liter inhoud Servicehandleiding voor de vakman Vitocell 300-V en Vitocell 300-W type EVA Warmwaterboiler 130 tot 200 liter inhoud VITOCELL 300-V VITOCELL 300-W 3/2007 Bewaren a.u.b.! Algemene informatie Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

Universele Werklamp GT-AL-02

Universele Werklamp GT-AL-02 Universele Werklamp GT-AL-02 GEBRUIKSAANWIJZING V/09/09 Lees deze handleiding voor het eerste gebruik van deze werklamp door en leef voor uw eigen bescherming in ieder geval de veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding TTV/DAF2500 Dryfast Kreekweg 22 NL - 3133 AZ - Vlaardingen Tel: +31-(0)10-4261410 Fax: + 31-(0)104730011 Website: www.dryfast.nl E-mail: info@dryfast.nl Dryfast Klein Siberiëstraat

Nadere informatie

Viesmann. Montage- en servicehandleiding. Blusinrichting. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H

Viesmann. Montage- en servicehandleiding. Blusinrichting. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H Montage- en servicehandleiding voor de vakman Viesmann Blusinrichting voor Vitoligno 300-H Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding TTV 4500 Dryfast BV Kreekweg 22 3133AZ Vlaardingen Tel: +31-(0)10-4261410 Fax: +31- (0)104730011 www.dryfast.nl E-mail: info@dryfast.nl Inhoudsopgave 1. Algemene informatie 2. Veiligheid

Nadere informatie

Aanvulling op de technische handleiding. MOVIMOT -opties MLU.1A, MLG.1A, MBG11A, MWA21A. Uitgave 06/2008 16663675 / NL. www.sew-eurodrive.

Aanvulling op de technische handleiding. MOVIMOT -opties MLU.1A, MLG.1A, MBG11A, MWA21A. Uitgave 06/2008 16663675 / NL. www.sew-eurodrive. Aandrijfelektronica \ Aandrijfautomatisering \ Systeemintegratie \ Service SEW-EURODRIVE GmbH & Co KG P.O. Box 3023 D-76642 Bruchsal / Germany Phone +49 7251 75-0 Fax +49 7251 75-1970 sew@sew-eurodrive.com

Nadere informatie

HANDLEIDING HW SERIE

HANDLEIDING HW SERIE HANDLEIDING HW SERIE NEDERLANDS Lezen a.u.b. en bijhouden voor toekomstig gebruik Solflex GmbH Am Feuerstein 282 2392 Wienerwald Austria T: +43223820336 E: office@solflex.eu www.solflex.eu ATU 65324348

Nadere informatie

Installatie-, onderhouds- en bedrijfsvoorschriften voor elektromotoren.

Installatie-, onderhouds- en bedrijfsvoorschriften voor elektromotoren. Installatie-, onderhouds- en bedrijfsvoorschriften voor elektromotoren. - Aanbouwmaten. Download hiervoor onze motoren App (app-store). Hierin zijn alle aanbouwmaten van motoren maar ook bij behorende

Nadere informatie

JALOUZIËN. Bedienings- en montagehandleiding

JALOUZIËN. Bedienings- en montagehandleiding Bedienings- en montagehandleiding Woord vooraf Deze handleiding geeft inzicht in de werking, de montage en het onderhoud van de door Geha bv geleverde apparaten. U dient zich tijdens plaatsing en montage

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING. Europese Modellen MD 60/100/120 3/4/5 Amerikaanse Modellen MD 24/40/48 3/4/5

GEBRUIKSAANWIJZING. Europese Modellen MD 60/100/120 3/4/5 Amerikaanse Modellen MD 24/40/48 3/4/5 GEBRUIKSAANWIJZING Europese Modellen MD 60/100/120 3/4/5 Amerikaanse Modellen MD 24/40/48 3/4/5 Lees deze handleiding voordat u de machine gebruikt. NL 9124098 / 1707 Herkomst De oorspronkelijke instructies

Nadere informatie

Montagehandleiding. Dubbele antenne. Stand: V

Montagehandleiding. Dubbele antenne. Stand: V Montagehandleiding Dubbele antenne Stand: V1.20160504 3030248960-02-NL Lees en volg deze bedieningshandleiding op. Bewaar deze bedieningshandleiding voor gebruik in de toekomst. Impressum Document Copyright

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing. Mehrsprachige Anleitung unter Multilingual manuals at. pro BENNING TRITEST BENNING BENNING BENNING.

Gebruiksaanwijzing. Mehrsprachige Anleitung unter   Multilingual manuals at. pro BENNING TRITEST BENNING BENNING BENNING. Gebruiksaanwijzing Mehrsprachige Anleitung unter www.benning.de Multilingual manuals at TRITEST pro TRITEST pro D F 8 9 J 1 2 3 6 7 4 5 TRITEST pro T.-Nr: 10115280.01 Stand: 10-2014 10/ 2014 TRITEST pro

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding TTV4500 Dryfast Kreekweg 22 NL - 3133 AZ - Vlaardingen Tel: +31-(0)10-4261410 Fax: + 31-(0)104730011 Website: www.dryfast.nl E-mail: info@dryfast.nl Dryfast Noorderlaan 111, bus 10

Nadere informatie

Servicehandleiding voor de vakman VITOCELL 300-H. Vitocell 300-H Intern verwarmde warmwaterboiler 160 tot 500 liter inhoud. Bewaren a.u.b.!

Servicehandleiding voor de vakman VITOCELL 300-H. Vitocell 300-H Intern verwarmde warmwaterboiler 160 tot 500 liter inhoud. Bewaren a.u.b.! Servicehandleiding voor de vakman Vitocell 300-H Intern verwarmde warmwaterboiler 160 tot 500 liter inhoud VITOCELL 300-H 3/2007 Bewaren a.u.b.! Algemene informatie/eerste inbedrijfstelling Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING. Europese Modellen HI 120 Amerikaanse Modellen HI 48. WAARSCHUWING Lees deze handleiding voordat u de machine gebruikt.

GEBRUIKSAANWIJZING. Europese Modellen HI 120 Amerikaanse Modellen HI 48. WAARSCHUWING Lees deze handleiding voordat u de machine gebruikt. GEBRUIKSAANWIJZING Europese Modellen HI 120 Amerikaanse Modellen HI 48 Lees deze handleiding voordat u de machine gebruikt. NL 9124338 / 1804 Herkomst De oorspronkelijke instructies voor deze handleiding

Nadere informatie

Handleiding. Extra elektronica. Overspanningsbeveiliging. Document ID: 46670

Handleiding. Extra elektronica. Overspanningsbeveiliging. Document ID: 46670 Handleiding Extra elektronica Overspanningsbeveiliging Document ID: 46670 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Over dit document 1.1 Functie... 3 1.2 Doelgroep... 3 1.3 Gebruikte symbolen... 3 2 Voor uw veiligheid

Nadere informatie

GLAUNACH. A l g e m e n e H a n d l e i d i n g U i t l a a t g e l u i d d e m p e r GLAUNACH GMBH Uitgave Pag.

GLAUNACH. A l g e m e n e H a n d l e i d i n g U i t l a a t g e l u i d d e m p e r GLAUNACH GMBH Uitgave Pag. GLAUNACH A l g e m e n e H a n d l e i d i n g U i t l a a t g e l u i d d e m p e r Pag. 1 van 8 INHOUDSOPGAVE Bladzijde 1. ALGEMEEN... 3 1.1 Inleidende opmerking... 3 1.2 Toepassingsgebied... 3 2. BELANGRIJKE

Nadere informatie

DL 26 NDT. Manual /30

DL 26 NDT. Manual /30 DL 26 NDT Manual 9000-608-32/30 2 9000-608-32/30 2008/12/10 Inhoud Belangrijke informatie 1. Algemeen...4 1.1 Richtlijnen...4 1.2 Algemene aanwijzingen...4 1.3 Verwijdering van het apparaat als afval...4

Nadere informatie

WHIRLPOOL AKM331. Gebruiksaanwijzing

WHIRLPOOL AKM331. Gebruiksaanwijzing WHIRLPOOL AKM331 Gebruiksaanwijzing NL INHOUD ALVORENS DE KOOKPLAAT TE GEBRUIKEN Blz. 19 ADVIEZEN VOOR MILIEUBESCHERMING Blz. 19 WAARSCHUWINGEN EN ALGEMENE WENKEN Blz. 19 ADVIEZEN VOOR ENERGIEBESPARING

Nadere informatie

, , Montagehandleiding. Montagehandleiding. Voor de installateur. BEnl. Uitgever/fabrikant Vaillant GmbH

, , Montagehandleiding. Montagehandleiding. Voor de installateur. BEnl. Uitgever/fabrikant Vaillant GmbH Montagehandleiding Voor de installateur Montagehandleiding 0020028665, 0020028666, 0020057214 BEnl Uitgever/fabrikant Vaillant GmbH Berghauser Str. 40 D-42859 Remscheid Telefon 021 91 18 0 Telefax 021

Nadere informatie

TAFELMODEL KOOKPLAAT ROND

TAFELMODEL KOOKPLAAT ROND GEBRUIKSAANWIJZING TAFELMODEL KOOKPLAAT ROND counter cooker Type CC-1700 Art.nr.: 80.2300 Pagina 1 / 4 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Symbolen 3. Technische Specificaties 4. Bediening 5. Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

MT ELEKTRONISCHE REGELAAR. Montage & gebruiksvoorschriften

MT ELEKTRONISCHE REGELAAR. Montage & gebruiksvoorschriften Montage & gebruiksvoorschriften Inhoudstafel VEILIGHEIDS - & VOORZORGSMAATREGELEN 3 PRODUCTBESCHRIJVING 4 ARTIKEL CODE 4 GEBRUIKSTOEPASSING 4 TECHNISCHE GEGEVENS 4 STANDAARDEN 4 OPERATIONELE DIAGRAMMEN

Nadere informatie

testo 330i Rookgas-meetinstrument Inbedrijfstelling en veiligheid

testo 330i Rookgas-meetinstrument Inbedrijfstelling en veiligheid testo 330i Rookgas-meetinstrument Inbedrijfstelling en veiligheid www.testo-international.com/330imanuals 2 1 Inbedrijfstelling 1 Inbedrijfstelling 1.1. App installeren Voor de bediening van het meetinstrument

Nadere informatie

Servicehandleiding voor de vakman VITOCELL 100-H. Vitocell 100-H type CHA Warmwaterboiler 130 tot 200 liter inhoud. Bewaren a.u.b.! NL 3/2007

Servicehandleiding voor de vakman VITOCELL 100-H. Vitocell 100-H type CHA Warmwaterboiler 130 tot 200 liter inhoud. Bewaren a.u.b.! NL 3/2007 Servicehandleiding voor de vakman Vitocell 100-H type CHA Warmwaterboiler 130 tot 200 liter inhoud VITOCELL 100-H 3/2007 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften Gelieve deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreidingsset mengklep. Veiligheidsvoorschriften. Productbeschrijving. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreidingsset mengklep. Veiligheidsvoorschriften. Productbeschrijving. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Uitbreidingsset mengklep Open Therm voor Vitodens 100-W en 111-W Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van

Nadere informatie

Voor de gebruiker. Gebruiksaanwijzing. allstor. Bufferboiler

Voor de gebruiker. Gebruiksaanwijzing. allstor. Bufferboiler Voor de gebruiker Gebruiksaanwijzing allstor Bufferboiler NL Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Aanwijzingen bij de documentatie... 3 1.1 Aanvullend geldende documenten... 3 1.2 Documenten bewaren... 3 1.3

Nadere informatie

THR9 Ex. Veiligheidsinstructies

THR9 Ex. Veiligheidsinstructies THR9 Ex Veiligheidsinstructies 01.04/NL PS11203ANLAD01 1 Inhoud 1 Toepassing... 3 2 Veiligheidsmaatregelen... 3 3 Gebreken en schade... 3 4 Veiligheidsvoorschriften... 4 5 Bijkomende voorschriften voor

Nadere informatie

INLEIDING VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN SYMBOLEN. De symbolen in deze gebruiksaanwijzing. Symbolen op het apparaat

INLEIDING VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN SYMBOLEN. De symbolen in deze gebruiksaanwijzing. Symbolen op het apparaat INLEIDING Deze gebruiksaanwijzing is bedoeld voor Rapid 100E. Lees ze eerst grondig door alvorens u het apparaat in gebruik neemt. Deze gebruiksaanwijzing bevat de veiligheidsvoorschriften, de voorschriften

Nadere informatie

DM-MBCS (Dutch) Dealerhandleiding. RACE MTB Trekking. Stads-toer/ comfort-fiets. Cassettetandkrans SLX CS-M CS-HG500-10

DM-MBCS (Dutch) Dealerhandleiding. RACE MTB Trekking. Stads-toer/ comfort-fiets. Cassettetandkrans SLX CS-M CS-HG500-10 (Dutch) DM-MBCS001-01 Dealerhandleiding RACE MTB Trekking Stads-toer/ comfort-fiets STADS-SPORT E-BIKE Cassettetandkrans SLX CS-M7000-11 CS-HG500-10 INHOUD BELANGRIJKE MEDEDELING... 3 VEILIGHEID VOOROP...

Nadere informatie

Aanbouw- en bedieningshandleiding

Aanbouw- en bedieningshandleiding Aanbouw- en bedieningshandleiding ISOBUS-Basisuitrusting met ISOBUScabinecontactdoos Stand: V1.20150220 30322575-02-NL Lees en volg deze bedieningshandleiding op. Bewaar deze bedieningshandleiding voor

Nadere informatie

4 Het selecteren van reductoren

4 Het selecteren van reductoren Rendement van SEW-reductoren Het selecteren van reductoren.1 Rendement van SEW-reductoren Het rendement van reductoren wordt in hoofdzaak bepaald door wrijving in de vertanding en de lagers. U dient er

Nadere informatie

Hoogfrequent batterijladers. KOP serie. Handleiding

Hoogfrequent batterijladers. KOP serie. Handleiding Hoogfrequent batterijladers KOP serie Handleiding Inhoud. 1. Belangrijke veiligheidsinstructies 1.1 Algemeen 1.2 Voorzorgsmaatregelen bij het werken met batterijen 2. Eigenschappen 2.1 Algemene specificatie

Nadere informatie

(Dutch) DM-RACS Dealerhandleiding. RACE MTB Trekking. Stads-toer/ comfort-fiets. Cassette DURA-ACE CS-R9100 ULTEGRA CS-R8000 CS-HG800-11

(Dutch) DM-RACS Dealerhandleiding. RACE MTB Trekking. Stads-toer/ comfort-fiets. Cassette DURA-ACE CS-R9100 ULTEGRA CS-R8000 CS-HG800-11 (Dutch) DM-RACS001-01 Dealerhandleiding RACE MTB Trekking Stads-toer/ comfort-fiets STADS-SPORT E-BIKE Cassette DURA-ACE CS-R9100 ULTEGRA CS-R8000 CS-HG800-11 INHOUD BELANGRIJKE MEDEDELING... 3 VEILIGHEID

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding Fabrikant: Gispen Parallelweg West 23 Postbus 30 NL 4100 AA Culemborg Holland. Type aanduiding: Gispen TM elektrisch hoogte verstelbare tafel (met het bedieningspaneel in het tafelblad)

Nadere informatie

Algemene Reparatieen Testaanwijzingen. Veilige reparatie en controle van WABCO componenten

Algemene Reparatieen Testaanwijzingen. Veilige reparatie en controle van WABCO componenten Algemene Reparatieen Testaanwijzingen Veilige reparatie en controle van WABCO componenten Algemene Reparatie- en Testaanwijzingen Veilige reparatie en controle van WABCO componenten Uitgave 2 Deze brochure

Nadere informatie

Montagehandleiding. DUAL-Antenna. Stand: V

Montagehandleiding. DUAL-Antenna. Stand: V Montagehandleiding DUAL-Antenna Stand: V4.20180614 3030248960-02-NL Lees en volg deze bedieningshandleiding op. Bewaar deze bedieningshandleiding voor gebruik in de toekomst. Impressum Document Copyright

Nadere informatie

OFFICINE OROBICHE S.p.A. 1/5 GEBRUIKERSHANDLEIDING VOOR MAGNETISCHE sensoren voor serie 2000 instrumenten

OFFICINE OROBICHE S.p.A. 1/5 GEBRUIKERSHANDLEIDING VOOR MAGNETISCHE sensoren voor serie 2000 instrumenten OFFICINE OROBICHE S.p.A. 1/5 GEBRUIKERSHANDLEIDING VOOR MAGNETISCHE sensoren voor serie 2000 instrumenten 1. BESCHRIJVING De magnetische schakelaars worden aan de buitenkant van de serie 2000 niveau-indicatoren

Nadere informatie

* _0817* Aandrijftechniek \ Aandrijfautomatisering \ Systeemintegratie \ Services. Correcties. Decentrale aandrijfsystemen MOVIMOT MM..

* _0817* Aandrijftechniek \ Aandrijfautomatisering \ Systeemintegratie \ Services. Correcties. Decentrale aandrijfsystemen MOVIMOT MM.. Aandrijftechniek \ Aandrijfautomatisering \ Systeemintegratie \ Services *23583320_0817* Correcties Decentrale aandrijfsystemen MOVIMOT MM..D Uitvoer 08/2017 23583320/NL SEW-EURODRIVE Driving the world

Nadere informatie

Montage- en gebruiksaanwijzing

Montage- en gebruiksaanwijzing Montage en gebruiksaanwijzing Cooper Safety BV Postbus 3397 4800 DJ Breda Nederland Tel. +31 (0)76 750 53 00 Fax +31 (0)76 587 14 22 www.coopersafety.nl Pagina 1 1. Algemene opmerkingen 1.1 Korte beschrijving

Nadere informatie

Gebruikersveiligheid. Elektrische veiligheid. Phaser 4500-laserprinter

Gebruikersveiligheid. Elektrische veiligheid. Phaser 4500-laserprinter Gebruikersveiligheid De printer en de aanbevolen verbruiksartikelen zijn getest en voldoen aan strikte veiligheidsnormen. Als u de volgende informatie in acht neemt, bent u verzekerd van een ononderbroken

Nadere informatie

USB-laadstation. 6474 U USB-laadstation 2273-1-7952 14.06.2012

USB-laadstation. 6474 U USB-laadstation 2273-1-7952 14.06.2012 Pos: 2 /#Neustruktur#/Modul-Struktur/Online-Dokumentation/Titelblätter/Sonstige Bereiche/Titelblatt - 6474 -- BJE @ 21\mod_1327584841880_71511.docx @ 137255 @ @ 1 === Ende der Liste für Textmarke Cover

Nadere informatie

DM-RBCS (Dutch) Dealerhandleiding. RACE MTB Trekking. Stads-toer/ comfort-fiets. Cassette CS-HG400-9 CS-HG50-8

DM-RBCS (Dutch) Dealerhandleiding. RACE MTB Trekking. Stads-toer/ comfort-fiets. Cassette CS-HG400-9 CS-HG50-8 (Dutch) DM-RBCS001-02 Dealerhandleiding RACE MTB Trekking Stads-toer/ comfort-fiets STADS-SPORT E-BIKE Cassette CS-HG400-9 CS-HG50-8 INHOUD BELANGRIJKE MEDEDELING... 3 VEILIGHEID VOOROP... 4 LIJST VAN

Nadere informatie

Halogeen lampenset. Bestnr.: 55 03 43 - wit 55 00 38 - chroom 55 00 52 - titaan. Omwille van het milieu 100% recyclingpapier

Halogeen lampenset. Bestnr.: 55 03 43 - wit 55 00 38 - chroom 55 00 52 - titaan. Omwille van het milieu 100% recyclingpapier G E B R U I K S A A N W I J Z I N G Bestnr.: 55 03 43 - wit 55 00 38 - chroom 55 00 52 - titaan Halogeen lampenset Omwille van het milieu 100% recyclingpapier Impressum Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden.

Nadere informatie

STIHL AK 10, 20, 30. Veiligheidsinstructies

STIHL AK 10, 20, 30. Veiligheidsinstructies { STIHL AK 10, 20, 30 Veiligheidsinstructies Nederlands Inhoudsopgave Vertaling van de originele handleiding 1 Veiligheidsinstructies................................ 1 1.1 Waarschuwingssymbolen...........................

Nadere informatie

Keystone OM13 - EPI-2 driedraads module Handleiding voor installatie en onderhoud

Keystone OM13 - EPI-2 driedraads module Handleiding voor installatie en onderhoud Voor installatie moeten deze instructies volledig zijn gelezen en begrepen Inhoud 1 Optionele module 13: driedraads module.. 1 2 Installatie... 2 3 OM13-module instellen en configureren... 8 4 OM13-pakketten...

Nadere informatie

Aanvullende documentatie bij montage- en technische handleiding

Aanvullende documentatie bij montage- en technische handleiding Aandrijfelektronica \ Aandrijfautomatisering \ Systeemintegratie \ Service Aanvullende documentatie bij montage- en technische handleiding Industriële tandwielkasten Rechte en haakse tandwielkasten Serie

Nadere informatie

Cassette tandkrans. Dealerhandleiding

Cassette tandkrans. Dealerhandleiding (Dutch) DM-CS0003-07 Dealerhandleiding Cassette tandkrans CS-M9000 CS-M9001 CS-M8000 CS-HG500-10 CS-HG400-9 CS-HG300-9 CS-HG200-9 CS-HG200-8 CS-HG200-7 CS-HG50-9 CS-HG50-8 BELANGRIJKE MEDEDELING Deze dealerhandleiding

Nadere informatie

Gebruikershandleiding.

Gebruikershandleiding. Gebruikershandleiding. Fabrikant: Gispen International BV Parallelweg west 23 Postbus 30 NL 4100 AA Culemborg Holland. Type aanduiding: IC 2007 Elektrisch Hoogteverstelbare tafel. Bouwjaar: 2013 Versie

Nadere informatie