Basisbegrippen van Belgisch Telecommunicatierecht

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Basisbegrippen van Belgisch Telecommunicatierecht"

Transcriptie

1 Basisbegrippen van Belgisch Telecommunicatierecht 1.1 Wet van 21 maart Achtergrond Algemene structuur van de Wet van 21 maart Titel III van de Wet van 21 maart Institutioneel kader Minister van Telecommunicatie B.I.P.T De Kamer voor Interconnectie Het Raadgevend Comité De Ombudsdienst voor telecommunicatie Operatoren met sterke marktpositie De telecommunicatiediensten De openbare telecommunicatiedienst (artt. 82 t.e.m. 86ter Wet Overheidsbedrijven) De universele dienst (artt. 84 t.e.m. 86 Wet Overheidsbedrijven) De universele toegang (artikel 86bis Wet Overheidsbedrijven) De opdrachten van algemeen belang (artikel 86ter Wet Overheidsbedrijven) De overige telecommunicatiediensten Spraaktelefoniedienst (artt. 87 en 88 Wet Overheidsbedrijven) Huurlijnen (artikel 88 Wet Overheidsbedrijven) Overige openbare en private telecommunicatiediensten (artikelen 90 en 90bis Wet Overheidsbedrijven) Mobiele telefoniedienst of semafoniedienst (artikel 89 1 Wet Overheidsbedrijven) Andere mobiele telecommunicatiediensten (artikel 89 2 en 3 Wet Overheidsbedrijven) Telecommunicatie-inrichtingen Openbare telecommunicatienetwerken (artikel 92bis Wet Overheidsbedrijven) Niet-openbare telecommunicatienetwerken (artikel 92 Wet Overheidsbedrijven) Satellietverbindingen en aansluitpunten (artikel 92ter en 92quater Wet Overheidsbedrijven) Aansluitpunten (artikel 92quater Wet Overheidsbedrijven) Eindapparatuur (artt. 93 t.e.m. 96 Wet Overheidsbedrijven) Kabels, bovengrondse lijnen en bijbehorende uitrustingen (artikelen 97 t.e.m. 104 Wet Overheidsbedrijven) Beheer van de nationale nummeringsruimte (artikel 105bis Wet Overheidsbedrijven) Bescherming van de gebruikers (artikelen 105ter t.e.m. 105decies B Wet Overheidsbedrijven) Geheimhouding van de gesprekken en bescherming persoonlijke levenssfeer (artikelen 109terC t.e.m. 109terF Wet Overheidsbedrijven) Geheimhouding van de gesprekken Bescherming van de persoonlijke levenssfeer Calling Line Identification Verwerking van telecommunicatiegegevens Eindgebruikersgegevens voor telefoongidsen Bescherming van de eerlijke mededinging (artikelen 106 t.e.m. 109bis Wet Overheidsbedrijven) 20 A. Artikel 109ter Wet Overheidsbedrijven 21 B. Koninklijk besluit inzake interconnectie De Wet van 30 juli 1979 betreffende de radioberichtgeving 22 Eindbeschouwing

2 Basisbegrippen van Belgisch Telecommunicatierecht David Stevens Peggy Valcke * Door de Wet van 19 december 1997 (B.S. 30 december 1997) 1 werd in België de volledige liberalisering van de telecommunicatiemarkten op vrij onoverzichtelijke wijze ingevoerd. Heel wat artikelen van de oude "telecommunicatiewet" (Titel III van de Wet van 21 maart 1991) werden gewijzigd of helemaal vervangen. Deze bijdrage heeft tot doel u een inleidend overzicht te schetsen van het bestaande Belgisch regelgevend kader inzake telecommunicatie. Er wordt kort ingegaan op het ruimere kader van het huidig Belgisch telecommunicatierecht. De structuur en inhoud van de basiswetgeving zelf worden toegelicht en relevante uitvoeringswetgeving wordt in zijn context geplaatst 2. Het Belgisch telecommunicatierecht kent in het algemeen twee voorname vindplaatsen. De Wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven (B.S. 27 maart 1991) 3 is ongetwijfeld de belangrijkste pijler. Daarnaast bevat de Wet van 30 juli 1979 betreffende de radioberichtgeving (B.S. 30 augustus 1979) een aantal bepalingen die vooral in het kader van mobiele diensten en netwerken van belang zijn. Als uitgangspunt van het Belgisch telecommunicatierecht geldt sinds 1 januari 1998 het principe van de vrije markt. De juridische neerslag hiervan is in artikel 69 van de Wet van 21 maart 1991 weergegeven: Alle activiteiten inzake telecommunicatie zijn vrij, onverminderd de bepalingen van deze titel. 1.1 Wet van 21 maart Achtergrond In het begin van de jaren 90 kampten zowat alle Belgische overheidsbedrijven met groeiend ongenoegen over hun dienstverlening. In dat kader dient de Wet Overheidsbedrijven gesitueerd te worden als een ruimere operatie waarbij de verschillende ondynamische en logge overheidsbedrijven de mogelijkheid moesten krijgen een antwoord te bieden op de stijgende concurrentie in hun sector. Het afschermen van deze terreinen werd immers steeds moeilijker, vermits de Europese Unie de verplichting oplegde de exclusieve en bijzondere rechten van deze bedrijven af te bouwen Algemene structuur van de Wet van 21 maart 1991 Voor de duidelijkheid wordt hier kort de algemene structuur van de Wet Overheidsbedrijven herhaald: * De auteurs zijn respectievelijk wetenschappelijk medewerker en aspirant F.W.O. Vlaanderen aan het Interdisciplinair Centrum voor Recht en Informatica (ICRI) - K.U.Leuven. 1 Wet van 19 december 1997 tot wijziging van de Wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven teneinde het reglementaire kader aan te passen aan de verplichtingen die inzake vrije mededinging en harmonisatie op de markt voor telecommunicatie, voortvloeien uit de van kracht zijnde beslissingen van de Europese Unie (B.S. 30 december 1997). 2 Een uitgebreider overzicht vindt u in: J. DUMORTIER (ed.), Recente ontwikkelingen in informatica- en telecommunicatierecht, Brugge, die Keure, 1999, Kort: Wet Overheidsbedrijven 1

3 Titel I (artikelen 1-54) van de Wet bevat de algemene bepalingen die in principe gelden voor alle autonome overheidsbedrijven. Hier worden zaken geregeld zoals het statuut van de autonome overheidsbedrijven en het beheerscontract dat de overheid met deze ondernemingen kan afsluiten. Ook de regelgeving in verband met het bestuur van de autonome overheidsbedrijven en het administratief toezicht erop, de regels in verband met de boekhouding en dergelijke meer worden in dit "algemeen deel" behandeld. In deze titel bevindt zich ook de regelgeving met betrekking tot de ombudsdienst, die bij ieder autonoom overheidsbedrijf moet worden opgericht. De ombudsdienst voor Belgacom werd bij de volledige liberalisering van de markten evenwel overgedragen op het Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie, de onafhankelijke regulator van de telecommunicatiemarkt (artikelen 43 en 43bis). In Titel II (artikelen 55-67) werd de hervorming van de oude "Regie van Telegraaf en Telefoon" naar Belgacom gereguleerd, terwijl zoals vermeld enkel Titel III (artikelen ) rechtstreeks betrekking heeft op de telecommunicatiesector. De overige titels tenslotte, namelijk Titel IV (artikelen ), V (artikelen ), VI (artikelen ) en VII (artikelen ) bevatten respectievelijk de bijzondere regelgeving voor de Post, de NMBS en de Nationale Maatschappij der Luchtwegen en Brussels International Airport Company (BIAC). Tot deze Wet behoren 3 bijlagen. Bijlage 1 (met subbijlagen A, B en C) behandelt de technische en financiële voorwaarden met betrekking tot de universele dienstverlening in telecommunicatie (zie verder). Bijlage 2 regelt de kostprijsberekening van de universele dienst en de verdere regels met betrekking tot de bijdrage in het fonds. Tenslotte regelt bijlage 3 de technische en financiële voorwaarden inzake het goedkoper verlenen van toegang tot het Internet voor ziekenhuizen, scholen en openbare bibliotheken, de zogenaamde opdrachten van algemeen belang. De Wet Overheidsbedrijven is sinds zijn inwerkingtreding al ontelbare keren gewijzigd. Vooral de artikelen met betrekking tot de telecommunicatie (die onder druk van de Europese liberaliserings- en harmoniseringsrichtlijnen verschillende keren aangepast dienden te worden) zijn in de loop van de jaren een ongestructureerd en ondoorzichtig geheel gaan vormen 4. 4 Wet 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, B.S. 27 maart De vooraamste wijzigingen aan de bepalingen inzake telecommunicatie: Wet 6 augustus 1993 (B.S. 9 augustus 1993), Wet 10 november 1993 (B.S., 24 november 1993), Wet 24 december 1993 (B.S. 31 december 1993), Wet 24 december 1993 (B.S. 22 januari 1994), Wet 30 juni 1994 (B.S. 24 januari 1995), Wet 12 december 1994 (B.S. 22 december 1994), Wet 21 december 1994 (B.S. 23 december 1994), Wet 20 december 1995 (B.S. 23 december 1995), Wet 19 december 1997 (B.S. 30 december 1998) en de Wet 5 juli 1998 (B.S. 29 oktober 1998), K.B. 4 maart 1999 (B.S. 14 april 1999), K.B. 6 november 1999 (B.S. 21 december 1999), K.B. 21 december 1999 (B.S. 9 februari 2000) en K.B. 23 december 1999 (B.S. 9 febrauri 2000). 2

4 1.1.3 Titel III van de Wet van 21 maart De bepalingen van Titel III ("De Telecommunicatie") van de Wet van 21 maart 1991 worden ingedeeld in 15 verschillende hoofdstukken: Hoofdstuk 1: Definities (art. 68) Hoofdstuk 2: Algemene Bepalingen (artt. 69 t.e.m. 70bis) Hoofdstuk 3: Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie (B.I.P.T.) (art. 71 t.e.m. 79ter) Hoofdstuk 4: Raadgevend Comité (art. 80 en 81) Hoofdstuk 5: De Openbare Telecommunicatiedienst (art. 82 t.e.m. 86ter) Hoofdstuk 6: De Overige Telecommunicatiediensten (art. 87 t.e.m. 90bis) Hoofdstuk 7: Telecommunicatie-inrichtingen (art. 91 t.e.m. 92quater) Hoofdstuk 8: Eindapparatuur (art. 93 t.e.m. 96) Hoofdstuk 9: Kabels, bovengrondse lijnen en bijbehorende uitrustingen (art. 97 t.e.m. 105) Hoofdstuk 9bis: Beheer van de nationale nummeringruimte (art. 105bis) Hoofdstuk 9ter: Bescherming van de gebruikers (art. 105ter t.e.m. 105unodecies) Hoofdstuk 10: Maatregelen ter vrijwaring van de eerlijke mededinging (art. 106 t.e.m. 109terB) Hoofdstuk 10bis: Geheimhouding van gesprekken en bescherming van de persoonlijke levenssfeer (artt. 109terC t.e.m. 109terF) Hoofdstuk 11: Sancties, toezicht, en strafbepalingen (art. 109quater t.e.m. 118) Hoofdstuk 12: Allerhande bepalingen (art. 119 t.e.m.128) In deze bijdrage worden een aantal basisbegrippen van telecommunicatierecht gesitueerd. Na een beknopt overzicht van het institutionele kader, wordt een korte inleiding gegeven van de verschillende telecommunicatiediensten en netwerken, zoals ze in de huidige wetgeving onderscheiden worden. Daarna wordt kort ingegaan op de regelgeving met betrekking tot de eindapparatuur, de bekabeling en het beheer van de nationale nummeringsruimte. Verder worden ook de problematiek van de bescherming van de gebruikers, de geheimhouding van de gesprekken en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer besproken. Inzake de bescherming van de eerlijke mededinging wordt hoofdzakelijk aandacht besteed aan het realiseren van eerlijke interconnectievoorwaarden tussen operatoren Institutioneel kader Minister van Telecommunicatie Helemaal bovenaan de bevoegdheidsladder inzake telecommunicatie staat nog steeds de Minister voor Telecommunicatie. Artikel 72 van de Wet van 21 maart 1991 voorziet immers dat 'het [B.I.P.T.] wordt vertegenwoordigd en beheerd door de minister'. Naast zijn algemene rol als deel van de uitvoerende macht kan de Minister dus rechtstreekse controle voeren over het beleid van de "onafhankelijke" regelgever. Bovendien worden in de basiswet van 1991 ook heel wat strategische bevoegdheden aan de Minister toegewezen zoals bijvoorbeeld het onderhandelen en sluiten van het beheerscontract, het al dan niet toekennen van vergunningen e.d.m. Het feit dat de Minister daarnaast tevens optreedt als vertegenwoordiger van de hoofdaandeelhouder van Belgacom plaatst dit alles in een nog problematischer daglicht. Hierbij dient echter een nuancerend onderscheid gemaakt te worden tussen de "regelgevende" en de "administratieve" rol van de minister. Enkel de tweede lijkt in een geliberaliseerde markt (met onafhankelijke toezichthouder) moeilijk te verantwoorden B.I.P.T. De problematiek van de onafhankelijkheid van het B.I.P.T. (Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie) 6 is trouwens steeds één van de hoofdzorgen van de 5 De Franse termen (rôle réglementaire) en (rôle administratif) zijn in het onderscheid zo mogelijk duidelijker. Zie: F. DEHOUSSE en T. ZGAJEWSKI, "Basculement du marché belge des télécommunications: dans la concurrence totale: les nouvelles perspectives ouvertes par la loi du 19 décembre 1997, J.T. 1999, Het B.I.P.T. is de onafhankelijke regulator van de telecommunicatiemarkt in België, opgericht op aangeven van de Europese regelgeving. De werking en bevoegdheden ervan worden in de artikelen 71 tot en met 79ter van de Wet van 21 maart 1991 beschreven. Daarnaast beschikt het over bijkomende bevoegdheden krachtens de Wet van 30 juli 1979 betreffende de radioberichtgeving. Het Instituut is overigens ook bevoegd als regulator van de postmarkt. 3

5 Europese Commissie geweest. Deze laatste heeft aanzienlijke twijfels omtrent de zelfstandigheid van onze nationale regelgever, het B.I.P.T. Niet alleen garandeert de bestaande scheiding tussen de commerciële en regelgevende functies onvoldoende dat de belangen van de Belgische overheid zich niet zouden vermengen, er werden tevens vragen gesteld bij de beperkte bevoegdheden die aan het Instituut werden toebedeeld. Bovendien kampt de regulator met een beperkt budget en personeelsbestand. Tenslotte laakt de Commissie het ontbreken van een samenwerkingsprocedure tussen het B.I.P.T. en de Raad voor de Mededinging 7. De algemene bevoegdheid van het B.I.P.T. wordt in artikel 75 Wet Overheidsbedrijven toegelicht. Daarin wordt de rol van het Instituut hoofdzakelijk beperkt tot het geven van advies aan de Minister ( 1 en 2). Verder wordt gespecifieerd dat het B.I.P.T. belast is met de algemene opdracht inzake toezicht en controle in de telecommunicatiesector ( 3). Wat de bevoegdheid van het B.I.P.T. betreft, dient verder gewezen te worden op de procedure tot verzoening tussen operatoren die door de Wet van 19 december werd ingevoerd. Artikel 75 8 van de Wet Overheidsbedrijven voorziet immers dat het B.I.P.T. advies zal verstrekken teneinde de partijen met elkaar te verzoenen. De Koning diende de procedure daartoe vast te stellen. Het Koninklijk besluit 9 hierover werd afgekondigd op dezelfde dag als de wet en voorziet dat de procedure op gang gebracht wordt door middel van een aangetekend schrijven. Het B.I.P.T. antwoordt de verzoeker binnen de vijf dagen omtrent de ontvankelijkheid van het verzoek, waarna de tegenpartij over 25 dagen beschikt om zijn standpunt kenbaar te maken. Tenslotte doet het B.I.P.T. binnen redelijke termijn uitspraak omtrent het verzoek en geeft het advies met het oog op verzoening. De procedure verloopt evenwel anders wanneer zij op gang gebracht wordt door een verzoek tot verzoening van twee partijen gezamelijk, of ingeval van ambtshalve oproeping door het B.I.P.T De Kamer voor Interconnectie Samen met de introductie van de volledige mededinging op de markten voor telecommuncatie werd in de Wet Overheidsbedrijven een artikel 79ter ingeschreven tot oprichting van de Kamer voor Interconnectie, huurlijnen 10, bijzondere toegang en gedeeld gebruik, die tot doel heeft geschillen inzake interconnectie, huurlijnen, bijzondere toegang en gedeeld gebruik te beslechten. De werking van en de procedure voor de Kamer voor Interconnectie werden vastgesteld bij Koninklijk besluit 11. De artikelen 2 tot en met 6 regelen het concrete verloop van de procedure, die door aangetekend schrijven op gang gebracht wordt. Na de indiening van het verzoek heeft de Kamer voor Interconnectie zes maanden tijd om het geschil te beslechten. Het B.I.P.T. is gehouden in het Belgisch Staatsblad mededeling te doen van de partijen, de datum en de beknopte inhoud van de beslissing. De artikelen 7 en 8 regelen de samenstelling en werking van de Kamer, die uit 3 leidinggevende ambtenaren van het B.I.P.T. bestaat. Het derde hoofdstuk (de artikelen 9 tot en met 13) bevat de nadere regels met betrekking tot het verloop van de procedure. Luidens de artikelen 9, 5 en 12 zijn de zittingen en beraadslagingen vertrouwelijk. Verder wordt in het besluit uitgebreid ingegaan 7 Communication from the Commission to the European Parliament, the Council, the Economic and Social Committee and the Committee of the Regions: Fifth Report on the Implementation of the Telecommunications Regulatory Package, 11 November 1999, COM (1999)537, 8 Zie voetnoot 1 9 K.B. van 10 december 1997 betreffende een verzoeningsprocedure voor het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie, B.S. 30 december De bevoegdheid inzake huurlijnen werd pas later aan de Kamer toegekend: K.B. van 4 maart 1999 tot aanpassing van sommige bepalingen van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven aan de richtlijnen van de Europese Unie en tot wijziging van sommige bepalingen van die wet met betrekking tot de universele dienstverlening, B.S. 14 april K.B. van 4 oktober 1999 houdende de werking van en de procedure voor de Kamer voor Interconnectie, huurlijnen, bijzondere toegang en gedeeld gebruik, B.S. 24 november

6 op de bewarende maatregelen en deskundigenonderzoeken die de Kamer kan bevelen (artikelen 10 en 11) Het Raadgevend Comité In afwijking van artikel 47 uit het algemeen deel van de Wet van 21 maart 1991 (Titel I), werd door artikel 80 van diezelfde wet een Raadgevend Comité voor de telecommunicatie opgericht bij het B.I.P.T. (en dus niet langer bij Belgacom). Dit Comité heeft tot doel de Minister en het B.I.P.T. te adviseren over alle aangelegenheden inzake telecommunicatie en de toepassing van de wet van Het wordt geraadpleegd over de bepalingen in het beheerscontract die de gebruikers aanbelangen, over de algemene voorwaarden van de leveranciers van de spraaktelefoondienst en over de strategie inzake universele dienstverlening. Verder publiceert het jaarlijks een verslag over de evolutie in de telecommunicatiesector en over zijn eigen activiteiten. De samenstelling en de werking ervan werden aan de nieuwe marktsituatie aangepast door het Koninklijk besluit van 19 april Sindsdien is het Comité samengesteld uit vertegenwoordigers van alle telecommunicatieoperatoren, van de aanbieders van telecommunicatiediensten, van residentiële en professionele gebruikers, van de producenten van telecommunicatie-uitrustingen en uit onafhankelijke telecommunicatie-experten (artikel 1 tot 3). Een vertegenwoordiger van de Minister wordt als waarnemer aan het Comité toegevoegd. Twee zitjes blijven gereserveerd: één voor de belangrijkste operator inzake spraaktelefoniediensten en één voor de belangrijkste operator van een openbaar telecommunicatienetwerk. Jammer genoeg worden deze vage termen niet nader omschreven. Op termijn lijkt discussie hieromtrent dan ook niet uitgesloten De Ombudsdienst voor telecommunicatie Sinds 1 januari 1998 bestaat er voor de telecommunicatiesector bovendien een onafhankelijke ombudsdienst in de schoot van het B.I.P.T. 14 Het werkgebied van de Ombudsdienst strekt zich uit tot de betrekkingen tussen de operatoren en hun klanten. Alle operatoren evenals de uitgevers van telefoongidsen dragen bij tot de werkingskosten van deze dienst. Ze betalen jaarlijks een ombudsbijdrage volgens hun aandeel in de omzet van de gehele telecommunicatiesector. De Ombudsdienst voor telecommunicatie, bestaande uit twee door de Koning benoemde ombudsmannen en een twaalftal personeelsleden, heeft volgende kerntaken: klachten ontvangen van eindgebruikers van telecommunicatiediensten en bemiddelen om een minnelijke schikking tot stand te brengen (indien geen minnelijke schikking kan worden bereikt, richt de ombudsdienst een aanbeveling tot de betrokken onderneming). De klager dient wel voorafgaandelijk bij de betrokken onderneming stappen te hebben ondernomen. optreden als arbiter voor geschillen onder de Bfr.; verstrekken van advies zowel aan eindgebruikers als aan de Minister bevoegd voor telecommunicatie of het B.I.P.T.; in het kader van de procedure "kwaadwillige oproepen" de identiteit en het adres van de betreffende oproepers nagaan. Deze procedure probeert een compromis te vinden tussen artikel 114, 8, 2 Wet Overheidsondernemingen dat oproepen bestraft die bedoeld zijn "om overlast te veroorzaken aan zijn correspondent of schade te berokkenen" enerzijds, en het recht op privacy van de dader anderzijds. Dit laatste was overigens de reden waarom Belgacom lange tijd weigerde de lijst mee te delen van telefoonnummers vanwaar de kwaadwillige oproep werd gepleegd. Slachtoffers stond dan ook enkel de gerechtelijke weg open indien zij een einde wilden maken aan de kwaadwillige oproepen. 12 Artikelen 80 en 81 van de Wet Overheidsbedrijven. 13 K.B. van 19 april 1999 tot wijziging van het koninklijk besluit van 5 maart 1992 tot regeling van de samenstelling en de werking van het Raadgevend Comité voor de telecommunicatie, B.S. 21 juli Artikelen 43 tot 46bis van de Wet Overheidsbedrijven. 5

7 Om zijn taken tot een goed einde te brengen beschikt de Ombudsdienst over twee belangrijke prerogatieven: vooreerst mag in de lokalen van betrokken onderneming kennis genomen worden van alle documenten en geschriften die rechtstreeks betrekking hebben op het voorwerp van de klacht (artikel 43bis, 4 Wet Overheidsondernemingen), en vervolgens kan uitleg of informatie gevraagd worden van de beheerders en van het personeel van het betrokken bedrijf. Waar dergelijke bevoegdheden aangewezen lijken in het kader van een arbitrageprocedure, zijn ze volgens sommigen disproportioneel met het oog op een gewone behandeling van een klacht of een verzoening Operatoren met sterke marktpositie Tenslotte bespreken wij in het institutionele luik ook de operatoren met sterke marktpositie, vermits deze categorie in het huidige regelgevend kader bijzondere verplichtingen opgelegd krijgt. Het concept sterke marktpositie wordt in artikel 105unodecies van de Wet Overheidsbedrijven gedefinieerd. Een operator die meer dan 25% van een bepaalde markt in handen heeft, wordt in de regel als operator met sterke marktpositie beschouwd. Maar deze drempel is niet absoluut: zowel naar boven als naar onder zijn uitzonderingen mogelijk omwille van andere relevante elementen, zoals de omzet van de operator vergeleken met de omvang van de markt, zijn controle op de aansluitmogelijkheden van de eindgebruiker, de toegang tot financiële middelen, en de ervaring of het vermogen van de operator om de marktvoorwaarden te beïnvloeden. Het B.I.P.T. is gehouden jaarlijks een lijst van deze operatoren op te stellen en te publiceren. Op 6 augustus 1999 publiceerde het B.I.P.T. zijn meest recente mededeling in het Belgisch Staatsblad 16, waarbij Belgacom als operator met aanmerkelijke macht op de markten voor openbare vaste telecommunicatienetwerken, voor spraaktelefoondiensten en voor huurlijnen wordt aangewezen. Ook dochtervennootschap Belgacom Mobile wordt als operator met sterke positie op de markt (voor openbare mobiele telecommunicatienetwerken) aangeduid. Het gevolg hiervan is dat beide ondernemingen heel wat extra verplichtingen opgelegd krijgen (onder andere het naleven van het principe van kostenoriëntatie van tarieven, de verplichting om aan alle redelijke verzoeken tot interconnectie te voldoen en de verplichting tot het publiceren van bepaalde informatie). In dezelfde mededeling wordt ook een opsomming gegeven van operatoren van openbare telecommunicatienetwerken en leveranciers van openbare telecommunicatiediensten die middelen van toegang beheersen en huurlijnen kunnen verstrekken, en van de operatoren die interconnectie tot stand mogen brengen De telecommunicatiediensten De huidige regels met betrekking tot de verschillende telecommunicatiediensten vallen uiteen in twee grote delen en kunnen hoofdzakelijk gevonden worden in de hoofdstukken V en VI van Titel III van de Wet van 21 maart F. DEHOUSSE en T. ZGAJEWSKI, "Le basculement du marché belge des télécommunications dans la concurrence totale: les nouvelles perspectives ouvertes par la loi du 19 décembre 1997", J.T. 1999, Mededeling van 4 juni 1999 van het Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie betreffende de operatoren met een sterke marktpositie, B.S. 6 augustus

8 Hoofdstuk V behandelt de principes die de openbare telecommunicatiedienst beheersen, terwijl hoofdstuk VI de regelgeving met betrekking tot de overige telecommunicatiediensten omvat De openbare telecommunicatiedienst (artt. 82 t.e.m. 86ter Wet Overheidsbedrijven) De artikelen 82 tot en met 86ter Wet Overheidsbedrijven betreffen de openbare telecommunicatiedienst. Artikel 82 verduidelijkt dat het begrip openbare telecommunicatiedienst drie componenten omvat: de universele dienstverlening, de waarborgen van universele toegang en de opdrachten van algemeen belang. Essentieel gaat het om de samenstelling van een minimumpakket van diensten, dat aan de gehele Belgische bevolking gegarandeerd wordt. Verder stelt het artikel voorop dat de openbare telecommunicatiedienst verricht wordt met naleving van principes zoals gelijkheid, continuïteit en aanpasbaarheid. Artikel 83 1 Wet Overheidsbedrijven kent de levering van de openbare telecommunicatiedienst toe aan Belgacom. In 2 wordt verduidelijkt dat ook andere operatoren kunnen vragen de universele dienst te verlenen. De Koning is in dat geval bevoegd om de vergunning toe te kennen De universele dienst (artt. 84 t.e.m. 86 Wet Overheidsbedrijven) Samen met vrije mededinging heeft de Wet van 19 december 1997 ook de universele dienstverlening ingevoerd. De motivatie die aan de basis daarvan ligt, is bekend: zolang in telecommunicatie een overheidsmonopolie bestond, kon de overheid een bepaalde minimumdienstverlening opleggen. Maar ook in een vrije markt heeft iedere burger recht op een basispakket van telecommunicatiediensten tegen een betaalbare prijs. De problematiek van de universele dienst valt grotendeels uiteen in drie deelvragen. Vooreerst is er de vraag naar de samenstelling van het basispakket. Zodra deze vraag beantwoord is, rijst de vraag hoe het vastgestelde basispakket aan een operator 7

9 toegewezen kan worden. Wanneer het basispakket omschreven en aan een bepaalde operator toegewezen is, dient nog beslist te worden op welke wijze de operator voor de levering ervan vergoed zal worden. A. Wat is universele dienst? Artikel 84 Wet Overheidsbedrijven somt acht verschillende elementen op als deel van het basispakket voor universele dienstverlening: 1) het beschikbaar stellen op het gehele grondgebied van een telecommunicatielijn van een voldoende kwaliteit, 2) de kostenloosheid van noodoproepen 3) de beschikbaarheid van een hulpdienst 4) de beschikbaarheid van een dienst inlichtingen 5) het garanderen van een mimimumdienst bij niet-betalen van de factuur 6) de aanleg, het onderhoud en de werking van openbare betaaltelefoons 7) de uitgave van een universele telefoongids 8) verminderde tarieven voor bepaalde sociale groepen. B. De toewijzing van de universele dienst De toewijzing van het basispakket inzake telecommunicatie is in de Wet Overheidsbedrijven geregeld. Omwille van de in artikel 83 2 gestelde vereiste dat de dienstverlening op het gehele grondgebied moet worden verleend, komt voorlopig enkel Belgacom in aanmerking. C. De financiering van de universele dienst In de mate dat de levering van deze dienst voor Belgacom een onevenredige last zou vormen, kan een vergoeding voorzien worden uit het daartoe opgerichte Fonds voor universele dienstverlening, dat gespijsd wordt door bijdragen van alle telecommunicatieoperatoren (artikel 86 van de Wet Overheidsbedrijven). Bij de liberalisering van de markten, werd voorzien dat dit fonds ten vroegste op 1 januari 2000 in werking zou kunnen treden. Op korte termijn lijkt het operationaliseren ervan evenwel nog steeds niet aan de orde, wat overigens volledig in lijn ligt met de situatie in de meeste Europese lidstaten. Enkel in Frankrijk is het fonds voor universele dienstverlening reeds operationeel. Met betrekking tot de universele dienst dienen ook de bijlagen 1 en 2 bij de Wet Overheidsbedrijven vermeld te worden. Zij behandelen respectievelijk de technische en financiële voorwaarden inzake universele dienst alsook de kostprijsberekening en de regels met betrekking tot de bijdrage in het Fonds. Tenslotte dient melding gemaakt te worden van een enkele elementen die de recente wijzigingen van het kader inzake universele dienst 17 ten spijt niet in overeenstemming zijn met het Europese recht 18. Niet alleen is de huidige berekeningswijze van de bijdragen in het Fonds voor universele dienstverlening onvoldoende transparant 19, ook de samenstelling van het basispakket is in strijd met wat hierover op Europees niveau geldt, nu de kost voor de 17 K.B. van 4 maart 1999 tot aanpassing van sommige bepalingen van de Wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven aan de richtlijnen van de Europese Unie en tot wijziging van sommige bepalingen van die wet met betrekking tot de universele dienstverlening (B.S. 14 april 1999) en K.B. van 23 december 1999 tot aanpassing van de artikelen 1 en 4, van bijlage 2 bij de Wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven aan richtlijn 97/33/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 juni 1997 inzake interconnectie op telecommunicatiegebied, wat betreft de waarborging van de universele dienst en van de interoperabiliteit door toepassing van de beginselen van Open Network Provision (ONP), B.S. 9 februari Hoofdzakelijk Richtl. Eur. Parl. en Raad nr. 97/33, 30 juni 1997 inzake interconnectie op telecommunicatiegebied, wat betreft de waarborging van de universele dienst en van de interoperabiliteit door toepassing van de beginselen van Open Network Provision (ONP), PB. L. 26 juli 1997, afl. 199, Zie hiervoor het met redenen omkleed advies dat de Europese Commissie op 9 maart 1999 aan België heeft gericht, en het verzoekschrift met referentie C-384/99 van 7 oktober 1999, dat België voor het Hof van Justitie dagvaardt. 8

10 lagere tarieven waarvan journalisten kunnen genieten 20 ook door het Fonds voor universele dienstverlening gedragen wordt De universele toegang (artikel 86bis Wet Overheidsbedrijven) De universele toegang en opdrachten van algemeen belang zijn twee andere componenten van de openbare telecommunicatiedienst. Met deze concepten had de Belgische wetgever hoofdzakelijk tot doel een uitgebreidere dienstverlening aan de bevolking te garanderen dan wat in de Europese definities van universeledienst voorzien werd. Het probleem dat daarbij rees was dat de Europese richtlijnen niet toestaan dat het Fonds voor universele dienst andere lasten zou dragen dan de diensten die in de Europese definitie van universele dienst vermeld worden. Daarom werden in België de bijzondere categorieën van universele toegang en opdrachten van algemeen belang in de Wet Overheidsbedrijven ingevoerd. De levering van deze diensten is luidens artikel 86bis en artikel 86ter Wet Overheidsbedrijven een verplichting die op Belgacom rust. De dienst universele toegang omvat vier aspecten: 1) toegang tot een geheel van lijnen van ONP-kwaliteit 2) een dienst voor gegevenschakeling 3) toegang tot het ISDN-netwerk en tot de diensten die op dat net gebaseerd zijn 4) een telex- en een telegraafdienst Dit pakket van diensten kan door de Koning geheel of gedeeltelijk opgelegd worden aan een organisatie met een sterke marktpositie. Het Koninklijk besluit tot vastlegging van de financiële en technische voorwaarden, dat op grond van artikel 86bis 2 kan worden uitgevaardigd, is heden nog niet verschenen De opdrachten van algemeen belang (artikel 86ter Wet Overheidsbedrijven) Zoals de universele toegang gaat het bij de opdrachten van algemeen belang ook om een uitbreiding van de verplichtingen die op Belgacom rusten, buiten de universele dienstverlening om. Opnieuw wordt deze taak (voorlopig?) opgedragen aan de Belgische gevestigde operator, Belgacom. Ook hier staat het de Koning vrij te beslissen dit pakket geheel of gedeeltelijk over te dragen aan een andere operator. De voornaamste opdrachten van algemeen belang zijn: 1) de medewerking met de civiele bescherming 2) de medewerking met de gemengde commissie voor telecommunicatie 3) de levering aan ziekenhuizen, scholen en bibliotheken van een lijn die interactiviteit mogelijk maakt tegen een betaalbare prijs (aansluiting, kostprijs van de verbinding en abonnement) Het staat de Koning bovendien vrij bij middel van een in Ministerraad overlegd besluit andere opdrachten van algemeen belang op te leggen aan Belgacom of andere operatoren. De diensten van algemeen belang worden niet gefinancierd via een fonds, maar rechtstreeks door de Federale Overheid. De vergoeding wordt geregeld in een beheerscontract tussen de Staat en Belgacom of, wanneer het om een andere operator zou gaan, via een gewone overeenkomst De overige telecommunicatiediensten Alle diensten die niet tot de "openbare telecommunicatie" behoren, worden geregeld in hoofdstuk VI van de Wet Overheidsbedrijven met de wat minimalistisch aandoende titel "Overige telecommunicatiediensten". De artikelen 87 en 88 behandelen met spraaktelefonie 20 Punt 4 Speciaal telefoontarief ten gunste van politieke dagbladen, van dagbladen van algemene informatie, van sommige informatieweekbladen en van het agentschap Belga van bijlage B bij bijlage 1 bij de Wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, ingevoegd bij artikel 26 van de Wet van 19 december 1997, B.S. 30 december Het goedkeuringsbesluit van de laatste beheersovereenkomst: K.B van 22 juni 1998 tot goedkeuring van het beheerscontract tussen de Belgische Staat en Belgacom, B.S. 18 juli

11 en huurlijnen twee van de belangrijkste draadgebonden diensten. Artikel 90 bespreekt het stelsel voor de overige draadgebonden diensten. Artikel 89 tenslotte bevat de regelgeving met betrekking tot de mobiele diensten Spraaktelefoniedienst (artt. 87 en 88 Wet Overheidsbedrijven) De introductie van het principe van vrije mededinging voor deze dienst behoorde tot de meest essentiële wijzigingen ingevoerd door de Wet van 19 december Spraaktelefonie wordt in artikel 68, 10 van de Wet Overheidsbedrijven gedefinieerd als de aan het publiek geleverde dienst voor de commerciële exploitatie van het rechtstreekse transport van spraak in real time via een openbaar geschakeld net en die aan elke gebruiker de mogelijkheid biedt om gebruik te maken van de op een netwerkaansluitpunt aangesloten apparatuur om te communiceren met een andere gebruiker van op een ander aansluitpunt aangesloten apparatuur. Vier elementen vormen de kern van deze definitie. Het gaat om: de exploitatie op commerciële basis van de aan het publiek aangeboden dienst van rechtstreeks transport van spraak in real time van en naar aansluitpunten op een openbaar netwerk Artikel 87 1 van de Wet Overheidsbedrijven bepaalt vervolgens dat operatoren die in België een spraaktelefoondienst wensen te exploiteren, een individuele vergunning van de Minister moeten bezitten. In 2 worden de algemene voorwaarden gesteld waaraan operatoren moeten voldoen om dergelijke vergunning te verkrijgen. De gestelde voorwaarden werden verder uitgewerkt door het Koninklijk besluit van 22 juni 1998 tot vaststelling van het bestek van toepassing op de spraaktelefoondienst en de procedure inzake de toekenning van individuele vergunningen (B.S. 15 juli 1998, kort: K.B. spraaktelefonie). Het aantal operatoren voor spraaktelefonie wordt niet a priori beperkt. De duur van de vergunning voor spraaktelefonie wordt vastgesteld op 15 jaar (artikel 18 K.B. spraaktelefonie). De belangrijkste eisen die aan de operatoren in spe gesteld worden, zijn te situeren op zeer uiteenlopende vlakken. De kandidaat-operator dient bijvoorbeeld het bewijs te leveren van zijn financiële en technische capaciteit (artikel 3 K.B. spraaktelefonie). Er zal op gelet worden dat de marktstructuur niet vervalst wordt en dat er bij de toegang tot de markt niet gediscrimineerd wordt. Daarnaast worden ook verbintenissen verwacht met betrekking tot de permanentie en kwaliteit van de dienst (artikelen 7 en 8) alsook inzake de bescherming van gegevens en abonnees (artikel 9). Bij de uitreiking van de vergunning is de operator een enig recht verschuldigd, daarna een jaarlijks recht voor beheer en controle van de vergunningen (artikel 12). Voor operatoren met sterke marktpositie is een verhoogd bedrag van toepassing. Eigenaardig genoeg wordt geen onderscheid gemaakt tussen operatoren die al dan niet bijdragen aan de universele dienstverlening, vermits hun aanvraag tot vergunning duidelijk een uitgebreider onderzoek met zich meebrengt. Artikel 20 K.B. spraaktelefonie stelt dat elke operator tegenover zijn klanten als enige aansprakelijk is voor fouten bij het leveren van de dienst. De kosten die de operator daardoor gedragen heeft, kan hij wel verhalen op de geïnterconnecteerde operator die verantwoordelijk is voor de fout. Uit Europese hoek komt het bezwaar dat artikel 25 K.B. spraaktelefonie een onaanvaardbare beperking inhoudt op de plicht tot interconnectie: de in België gemachtigde operator zal immers maar worden verplicht tot interconnectie met een andere buitenlandse operator op voorwaarde dat aan hem in het buitenland ook het recht op interconnectie toegekend wordt. Deze vereiste van wederkerigheid is uiteraard in strijd met het beginsel van niet-discriminatie van artikel 6 van Richtlijn 97/33/EG van 30 juni De procedure voor toekenning, aanpassing en overdracht van de vergunningen wordt in hoofdstuk III geregeld. Hierbij kan opgemerkt worden dat de in artikel 28 voorziene termijn niet in overeenstemming te brengen zijn met die van artikel 9, alinea 2 van de Europese richtlijn. Waar de richtlijn vermeldt dat de lidstaat zo spoedig mogelijk, doch niet later dan 22 Richtl. Eur. Parl. en Raad E.G. nr. 97/33, 30 juni 1997 inzake interconnectie op telecommunicatiebebied, wat betreft de waarborging van de universele dienst en van de interoperabiliteit door toepassing van de beginselen van Open Network Provision (ONP), PB. L. 26 juli 1997, afl. 199,

12 zes weken nadat hij de aanvraag heeft ontvangen, aan de aanvrager een besluit over de aanvraag mede [zal] delen, spreekt het Koninklijk besluit zonder blozen van een termijn van 60 dagen voor het afleveren van een ontwerp van individuele vergunning. De definitieve vergunning kan dan nog twee maal dertig dagen op zich laten wachten. De motivatie die hiervoor gegeven wordt, is duidelijk onvoldoende. Het besluit bevat tevens een omvangrijke bijlage, die op zeer gedetailleerde wijze vorm en inhoud van de aanvragen bepaalt. Wat de Europese Commissie betreft, zelfs iets té gedetailleerd. Enkel informatie die redelijkerwijs nodig is om aan te tonen dat de aanvrager voldoet aan de voorwaarden, mag in het bestek gevraagd worden (artikel 9, al.3 Richtl. Eur. Parl. en Raad nr. 97/13). De vormvoorschriften mogen het indienen van nieuwe vergunningsaanvragen niet nodeloos vertragen Huurlijnen (artikel 88 Wet Overheidsbedrijven) De levering van de dienst huurlijnen 23 moet ten laatste vier weken voor de aanvang van de commerciële exploitatie ervan per aangetekende brief worden aangegeven bij het B.I.P.T. Hoewel het om een loutere aangifteplicht gaat, wordt in de wet ook een bestek vastgesteld, dat de voorwaarden vastlegt waaronder de dienst kan worden uitgebaat. Zoals voor de dienst spraaktelefonie, voorziet ook artikel 88 het algemeen kader van de voorwaarden waaraan de kandidaat operator moet voldoen. Het Koninklijk besluit van 4 oktober 1999 (B.S. 24 november 1999) concretiseert deze voorwaarden en geeft uitvoering aan artikel van de Wet Overheidsbedrijven, dat de mogelijkheid voorzag operatoren met sterke positie op de markt voor huurlijnen extra exploitatievoorwaarden op te leggen. In de opgelegde verplichtingen kunnen twee categorieën worden onderscheiden: naast de bepalingen die tot doel hebben een grotere transparantie op de markt van de huurlijnen te realiseren en de controletaak van het B.I.P.T. te vereenvoudigen (onder andere bepalingen in verband met het te hanteren kostentoerekeningssysteem, de informatieplicht ten opzichte van het B.I.P.T. en de voorwaarden inzake tarificatie), worden ook verschillende artikelen aan de bescherming van de gebruikers gewijd: zij kunnen slechts in duidelijk omschreven gevallen worden afgesloten van de dienst en op de operator rust de verplichting tot publicatie van informatie betreffende de technische karakteristieken, de tarieven en de leveringsvoorwaarden van de dienst Overige openbare en private telecommunicatiediensten (artikelen 90 en 90bis Wet Overheidsbedrijven) Van de overige al dan niet aan het publiek aangeboden telecommunicatiediensten dient louter aangifte te worden gedaan. Dergelijke aangifte dient te gebeuren volgens de procedure voorzien in het Ministerieel besluit van 11 juni 1999 (B.S. 21 juli 1999). Artikel 3 bepaalt welke inlichtingen de aangifte minimaal moet bevatten: de naam en het adres van wie een dienst wenst te exploiteren, een beschrijving van de dienst, de telecommunicatienetwerken waarop de dienst zal aangeboden worden en het bewijs van de betaling van de dossierkosten. Deze aangifte dient per aangetekende brief aan het B.I.P.T. overgemaakt te worden. Al deze diensten zijn verder onderworpen aan de exploitatievoorwaarden die door het (tweede) Ministerieel besluit van 11 juni 1999 (B.S. 21 juli 1999) werden vastgesteld. Vooreerst dienen de operatoren hun abonnees in te lichten over de verplichting enkel gebruik te maken van goedgekeurde apparatuur (artikel 2). Indien het netwerk dat zij gebruiken geïnterconnecteerd is met een openbaar telecommunicatienetwerk (zie verder), worden zij bovendien verplicht elke zes maanden de samenstelling van hun gebruikersgroep aan het B.I.P.T. mee te delen (artikel 3). Wanneer een dienst aan het publiek wordt aangeboden, worden enkele bijzondere exploitatievoorwaarden opgelegd. De operator dient het B.I.P.T. een type-contract toe te zenden en luidens artikel 5 is hij verplicht een protocol af te sluiten met de Ombudsdienst 23 De definitie van het begrip huurlijn is te vinden in artikel 68 8 Wet Overheidsbedrijven: "dienst bestaande uit de levering van telecommunicatiefaciliteiten met behulp waarvan transparante transmissiecapaciteit tussen netwerkaansluitpunten wordt geboden, zonder schakeling op aanvraag". 11

13 voor Telecommunicatie. Verder wordt de beschikbaarheid van een gedetailleerde en nauwkeurige factuur vereist. Op verzoek van de abonnee moet heel wat informatie bekend gemaakt worden. Tenslotte bepaalt artikel 8 dat aanbieders van Internettoegang gehouden zijn de gedragscode voor de bestrijding van illegale inhoud op het Internet na te leven Mobiele telefoniedienst of semafoniedienst (artikel 89 1 Wet Overheidsbedrijven) In tegenstelling tot het bestek voor vaste spraaktelefonie, zijn voor de verschillende soorten mobiele netwerken steeds volledig afzonderlijke bestekken per type van dienst vastgesteld bij Koninklijk besluit. Voor alle mobiele diensten en netwerken is een afzonderlijke vergunning vereist. In uitvoering van artikel 89 1 kwamen de volgende besluiten tot stand: Koninklijk besluit van 8 september 1997 betreffende de aanleg en de exploitatie van het MOB2-mobilofoonnet (B.S. 5 december 1997). Dit besluit werd evenwel zo goed als alleen van kracht om de modaliteiten in verband met het sluiten van dit type van mobiel telefonienetwerk te regelen. Koninklijk besluit van 24 oktober 1997 tot wijziging van het koninklijk besluit van 7 maart 1995 betreffende het opzetten en exploiteren van GSM-mobilofoonnetten (B.S. 5 december 1997). Op basis van dit besluit werden vergunningen voor het uitbouwen en exploiteren van GSM-netwerken toegekend aan Belgacom Mobile ( Proximus ) en Mobistar. Koninklijk besluit van 24 oktober 1997 betreffende het opzetten en de exploitatie van DCS-1800-mobilofonienetten (B.S. 5 december 1997). De eerste vergunning voor deze dienst staat op naam van KPN Orange Belgium. Recent verkreeg ook Belgacom Mobile de toelating naar dit type van netwerk te migreren. Koninklijk besluit van 17 juli 1997 betreffende het opzetten en exploiteren van ERMES - semafoonnetten (B.S. 22 augustus 1997), met addendum (B.S. 15 oktober 1997). Dit besluit werd opgeheven door het Koninklijk besluit van 4 oktober 1999 (B.S. 10 februari 2000), dat het bestek en de procedure voor toekenning van individuele vergunningen voor alle soorten semafonie vaststelt. Inhoudelijk vertoont het bestek grote overeenkomsten met de bestaande bestekken voor mobiele telefonie 24. Mobiele persoonlijke satellietcommunicatiediensten (en netwerken) worden door het Koninklijk besluit van 7 mei 1999 (B.S. 17 september 1999) geregeld. Het eerste hoofdstuk van het besluit bevat het bestek voor de exploitatie van satellietcommunicatiediensten. De geldigheidsduur van de vergunning wordt in artikel 3 op tien jaar bepaald (met stilzwijgende verlengingen van telkens vijf jaar). Indien de operator vaste satellietgrondstations in België wil oprichten, dienen deze luidens artikel 6 zoveel mogelijk op bestaande sites gevestigd te worden. De interconnectie-problematiek wordt in principe aan de commerciële overeenstemming tussen de marktpartijen overgelaten. Artikel 10 herhaalt de principiële verplichting voor de operator om bij te dragen in het fonds voor de universele dienstverlening en de artikelen 11 en 12 hebben de bescherming van de privacy van de gebruikers tot doel. Verder krijgt de operator in artikel 13 de verplichting opgelegd om het B.I.P.T. een modelcontract toe te zenden en zijn abonnees op hun verzoek van een niet-gedetailleerde factuur te voorzien. Tenslotte regelen de artikelen 14 tot en met 16 het toezicht en de controle door het B.I.P.T. Verder beschrijft het besluit de procedure tot verkrijging van een vergunning. Een vergunningsaanvraag dient in tweevoud bij aangetekende brief aan het B.I.P.T. te worden gericht (artikel 21). Zij dient minimaal een hele rits gegevens te bevatten, opgesomd in artikel 22. De eenmalige retributie ter vergoeding van de kosten voor onderzoek van het aanvraagdossier wordt op frank vastgelegd (artikel 17). 24 De regelgeving inzake semafonie worden toegelicht in: P. VALCKE en M. VAN BOSSTRAETEN, "Spelregels voor semafonie in België. Wordt er nog gebiept?", Mediarecht. Telecommunicatie en Telematica 1999,

14 Eenmaal de vergunning is verleend (bij een in Ministerraad overlegd Koninklijk besluit), is jaarlijks frank verschuldigd voor het beheer ervan (artikel 18). Tenslotte wordt op het regelgevend niveau ook naarstig gewerkt aan wetgeving in verband met het mobiele netwerk van de derde generatie (Universal Mobile Telecommunications System, UMTS). De Minister van Telecommunicatie gaf recent te kennen tegen eind 2000 vergunningen te willen uitreiken, zodat operatoren zo dicht mogelijk tegen de Europese deadline (1 januari 2002) actief zouden zijn. Indien de plannen ongewijzigd worden doorgevoerd, zullen vier UMTS-operatoren de Belgische markt kunnen bezetten Andere mobiele telecommunicatiediensten (artikel 89 2 en 3 Wet Overheidsbedrijven) Voor de overige mobiele telecommunicatiediensten wordt in de Wet Overheidsbedrijven een onderscheid gemaakt tussen diensten die al dan niet aan het publiek aangeboden worden. De aan het publiek aangeboden diensten worden geregeld in artikel 89 2, dat stelt dat de levering ervan onderworpen is aan een voorafgaandelijke vergunning die wordt uitgereikt door de Minister. Ook in deze materie krijgt de Koning de bevoegdheid toegewezen het bestek en de procedure tot toekenning van de vergunning verder uit te werken. Voor de mobiele diensten die niet aan het publiek aangeboden worden, gelden nagenoeg dezelfde principes. Een voorafgaandelijke vergunning van de Minister is eveneens vereist, en de Koning is gerechtigd het bestek voor deze dienst op te stellen (artikel 89 3 Wet Overheidsbedrijven) Telecommunicatie-inrichtingen Het zevende hoofdstuk van de Wet Overheidsbedrijven bevat de regelgeving in verband met de verschillende telecommunicatienetwerken 25. Drie verschillende reeksen van netwerken worden onderscheiden: openbare telecommunicatienetwerken, niet-openbare telecommunicatienetwerken en satellietverbindingen. Tenslotte worden in dit hoofdstuk ook de aansluitpunten geregeld Openbare telecommunicatienetwerken (artikel 92bis Wet Overheidsbedrijven) Sinds de Wet van 19 december 1997 wordt in artikel 68 5bis van de Wet Overheidsbedrijven een openbaar telecommunicatienetwerk gedefinieerd als "een telecommunicatienet dat geheel of gedeeltelijk voor het verlenen van voor het publiek toegankelijke telecommunicatiediensten wordt gebruikt" 26. Artikel 92bis van de Wet Overheidsbedrijven stelt vervolgens dat de aanleg en de exploitatie van een dergelijk openbaar telecommunicatienetwerk onderworpen zijn aan de toekenning van een voorafgaandelijke vergunning die door de Minister uitgereikt wordt. De wet schetst het ruime kader van het bestek waaraan de kandidaat-netwerkoperator moet voldoen en delegeert de verdere uitwerking ervan aan de Koning. De uitvoering van deze bepaling gebeurde bij Koninklijk besluit van 22 juni 1998 betreffende de voorwaarden inzake aanleg en exploitatie van openbare telecommunicatienetwerken 27. Dit besluit verving het Koninklijk besluit van 28 oktober teneinde de regelgeving aan te 25 B. VANNEUVILLE, "Telecommunicatie-infrastructuur", Mediarecht, Telecommunicatie en telematica 1996, afl. 6, Een telecommunicatienetwerk wordt kort daarvoor gedefinieerd als: "de transmissiesystemen en, voor zover van toepassing, schakelapparatuur en andere hulpmiddelen die het mogelijk maken signalen tussen welbepaalde aansluitpunten via draadverbindingen, radiogolven, optische of andere elektromagnetische middelen over te brengen". 27 K.B. van 22 juni betreffende de voorwaarden inzake aanleg en exploitatie van openbare telecommunicatienetwerken, B.S. 24 juli 1998 (hierna: K.B. openbare netwerken). 28 K.B. van 26 oktober 1996 betreffende de voorwaarden waaronder afgeweken kan worden van artikel 92 1 van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, B.S. 12 december

ADVIES VAN HET BIPT BETREFFENDE DE OPERATOREN MET EEN STERKE POSITIE OP DE NATIONALE MARKT VOOR INTERCONNECTIE.

ADVIES VAN HET BIPT BETREFFENDE DE OPERATOREN MET EEN STERKE POSITIE OP DE NATIONALE MARKT VOOR INTERCONNECTIE. ADVIES VAN HET BIPT BETREFFENDE DE OPERATOREN MET EEN STERKE POSITIE OP DE NATIONALE MARKT VOOR INTERCONNECTIE. 02/02/2001 INLEIDING 1. Het artikel 7 van Richtlijn 97/33/EG van het Europees Parlement en

Nadere informatie

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE Kenmerk : raadpleging ontwerpbesluit tot de toekenning van gebruiksrechten in de frequentiebanden die gebruikt worden voor draadloze CT1+-telefoons

Nadere informatie

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE Advies van het B.I.P.T. van 18 februari 2009 betreffende de bepaling en de voorwaarden voor het beschikbaar stellen van de basisidentificatiegegevens

Nadere informatie

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE ONTWERPBESLUIT VAN DE RAAD VAN HET BIPT IN ZIJN HOEDANIGHEID VAN BEHEERDER VAN HET FONDS VOOR DE UNIVERSELE DIENST INZAKE SOCIALE TARIEVEN VAN 16

Nadere informatie

Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie

Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie 18 maart 2003 Conformiteitsattest voor de Belgacom-tarieven voor spraaktelefonie voor het jaar 1999 BIPT - Astrotoren - Sterrenkundelaan 14, bus

Nadere informatie

Wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven (B.S., 27 maart 1991) Titel I. Autonome overheidsbedrijven

Wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven (B.S., 27 maart 1991) Titel I. Autonome overheidsbedrijven Wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven (B.S., 27 maart 1991) Titel I. Autonome overheidsbedrijven Titel II. Hervorming Regie van telegraaf en telefoon

Nadere informatie

Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie

Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie 11 juni 2003 Mededeling van het BIPT met betrekking tot de schorsing van de interconnectie door een organisatie met een sterke marktpositie in geval

Nadere informatie

02/02/2001. 1. Aanwijzing van Belgacom Mobile NV als operator met een sterke marktpositie

02/02/2001. 1. Aanwijzing van Belgacom Mobile NV als operator met een sterke marktpositie ADVIES VAN HET BIPT OVER DE AANWIJZING VAN BELGACOM MOBILE NV ALS OPERATOR MET EEN STERKE POSITIE OP DE MARKT VOOR OPENBARE MOBIELE TELECOMMUNICATIENETWERKEN EN OP DE NATIONALE MARKT VOOR INTERCONNECTIE

Nadere informatie

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE BESLUIT VAN DE RAAD VAN 14 MEI 2013 BETREFFENDE DE AANVRAAG VAN SCARLET BUSINESS VOOR DE HERTOEWIJZING VAN VOLGENDE VOLLEDIGE NUMMERBLOKKEN VAN

Nadere informatie

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE Kenmerk: JVN/004 BESLUIT VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN 28 MAART 2011 MET BETREKKING TOT DE AANVRAAG VAN TELENET NV OM DE NUMMERBLOKKEN 016 32, 016

Nadere informatie

WET 91 ELEKTRONISCHE COMMUNICATIE

WET 91 ELEKTRONISCHE COMMUNICATIE WET 91 ELEKTRONISCHE COMMUNICATIE TITEL III DE TELECOMMUNICATIE HOOFDSTUK I DEFINITIES Artikel 68 Artikel 2 Voor de toepassing van deze wet wordt verstaan onder: Voor de toepassing van deze wet wordt verstaan

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot aanpassing van de regelgeving

Nadere informatie

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE 1 Onderhavig ontwerp van mededeling van de Raad van het BIPT met betrekking tot de de praktische toepassing van de regels met betrekking tot het

Nadere informatie

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE BESLUIT VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN 12 FEBRUARI 2016 BETREFFENDE DE OPLIJSTING EN INDELING VAN PRODUCTEN EN DIENSTEN VERSTREKT DOOR DE UNIVERSELEDIENSTAANBIEDER

Nadere informatie

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer; COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER ADVIES Nr 29 / 95 van 27 oktober 1995 ------------------------------------------- O. ref. : 10 / A / 95 / 029 BETREFT : Ontwerp van koninklijk

Nadere informatie

A. Inleiding. De Hoge Raad had zijn advies uitgebracht op 7 september 2017.

A. Inleiding. De Hoge Raad had zijn advies uitgebracht op 7 september 2017. Advies van 20 december 2017 over het ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 november 2012 met betrekking tot de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve

Nadere informatie

Voorlopig oordeel inzake interconnectie

Voorlopig oordeel inzake interconnectie Contactpersoon Ons kenmerk Uw kenmerk Doorkiesnummer OPTA/IBT/2003/203596 Datum Onderwerp Bijlage(n) Interconnectieplicht Voorlopig oordeel inzake interconnectie Het college van de Onafhankelijke Post

Nadere informatie

Wet van 2 oktober 2017 vergunning voor het exploiteren van een onderneming voor camerasystemen.

Wet van 2 oktober 2017 vergunning voor het exploiteren van een onderneming voor camerasystemen. Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken Algemene Directie Veiligheid en Preventie Directie Private Veiligheid Aan de ondernemingen voor camerasystemen Uw contactpersoon T Uw referentie Bijlagen 02

Nadere informatie

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE BESLUIT VAN DE RAAD VAN HET BIPT IN ZIJN HOEDANIGHEID VAN BEHEERDER VAN HET FONDS VOOR DE UNIVERSELE DIENST INZAKE SOCIALE TARIEVEN VAN 20 JUNI

Nadere informatie

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE BESLUIT VAN DE RAAD VAN HET BIPT van 26 november 2008 met betrekking tot de toekenning van gebruiksrechten in de frequentiebanden die gebruikt worden

Nadere informatie

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE ADVIES VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN 12 FEBRUARI 2014 MET BETREKKING TOT HET ONTWERP VAN KONINKLIJK BESLUIT TOT WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT

Nadere informatie

Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie

Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie 6 December 2002 Advies van het BIPT inzake het marktonderzoek in de context van de SMP bepaling op de markt van de huurlijnen. BIPT - Astrotoren

Nadere informatie

DE WETTELIJKE VERPLICHTINGEN VAN DE AANBIEDERS VAN POSTDIENSTEN EN DE CONTROLEBEVOEGDHEID VAN HET BIPT

DE WETTELIJKE VERPLICHTINGEN VAN DE AANBIEDERS VAN POSTDIENSTEN EN DE CONTROLEBEVOEGDHEID VAN HET BIPT DE WETTELIJKE VERPLICHTINGEN VAN DE AANBIEDERS VAN POSTDIENSTEN EN DE CONTROLEBEVOEGDHEID VAN HET BIPT INFOSESSIE - 6 februari 2014 BIPT Aurélie Seghers Joost Callaert INHOUDSTAFEL Art. 14 Statuutwet Art.

Nadere informatie

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE Kenmerk: JVN/003 BESLUIT VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN 28 MAART 2011 MET BETREKKING TOT DE AANVRAAG VAN BELGACOM NV VOOR DE OVERDRACHT VAN HET VOLLEDIGE

Nadere informatie

Circulaire 2018/C/37 betreffende de invoering van een nieuwe vrijstelling van de taks op de beursverrichtingen

Circulaire 2018/C/37 betreffende de invoering van een nieuwe vrijstelling van de taks op de beursverrichtingen Eigenschappen Titel : Circulaire 2018/C/37 betreffende de invoering van een nieuwe vrijstelling van de taks op de beursverrichtingen Samenvatting : vrijstelling van de TOB met betrekking tot verrichtingen

Nadere informatie

DEEL 4: TELECOMMUNICATIE EN MEDIA

DEEL 4: TELECOMMUNICATIE EN MEDIA DEEL 4: TELECOMMUNICATIE EN MEDIA Wet 17 januari 2003 Belgische post- en telecommunicatiesector, regulator, statuut.. 193 Wet 17 januari 2003 Belgische post- en telecommunicatiesector, regulator, statuut,

Nadere informatie

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE BESLUIT VAN DE RAAD VAN HET BIPT van 19 MAART 2008 met betrekking tot de vastlegging van subreeksen voor het aanbieden van betalende diensten via

Nadere informatie

Wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers (BS 02.07.1981)

Wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers (BS 02.07.1981) Wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers (BS 02.07.1981) Gewijzigd bij : (1) Programmawet van 22 december 2003 (BS 31.12.2003) Gewijzigd bij : (2) Programmawet

Nadere informatie

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE BESLUIT VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN 20/11/2012 BETREFFENDE DE LIJST VAN BOVENGRENZEN DIE DE OPERATOREN AAN HUN KLANTEN MOETEN AANBIEDEN ZOALS BEPAALD

Nadere informatie

Referentie advies. Pagina 2/7

Referentie advies. Pagina 2/7 OPVOLGINGSNOTA Ordonnantie tot wijziging van de ordonnantie van 27 april 1995 betreffende de taxidiensten en de diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur Economische en Sociale Raad voor

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 25.7.2019 COM(2019) 347 final 2019/0159 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in het EPO-comité

Nadere informatie

FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk.

FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk. FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG ------ Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk. ------ Advies nr. 125 van 18 april 2008 over het ontwerp van koninklijk besluit

Nadere informatie

A. Inleiding. beroepen. 2 Hervorming verschenen in het Publicatieblad van de Europese Unie L158 van 27 mei 2014.

A. Inleiding. beroepen. 2 Hervorming verschenen in het Publicatieblad van de Europese Unie L158 van 27 mei 2014. Advies van 7 september 2017 over het ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 november 2012 met betrekking tot de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve

Nadere informatie

RAADPLEGING DOOR DE RAAD VAN HET BIPT

RAADPLEGING DOOR DE RAAD VAN HET BIPT BELTUG Standpunt RAADPLEGING DOOR DE RAAD VAN HET BIPT m.b.t. EEN ONTWERP VAN KB BETREFFENDE NUMMERING antwoord van BELTUG Antwoord BELTUG op de consultatie wijziging KB nummering 1 5 September 2008 RAADPLEGING

Nadere informatie

Koninklijk besluit van 4 mei 1999 betreffende het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten

Koninklijk besluit van 4 mei 1999 betreffende het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten Koninklijk besluit van 4 mei 1999 betreffende het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten Bron : Koninklijk besluit van 4 mei 1999 betreffende het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten

Nadere informatie

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE BESLUIT VAN DE RAAD VAN HET BIPT van 18 januari 2011 met betrekking tot DE HERTOEWIJZING VAN EEN AANTAL NUMMERBLOKKEN BIPT - Ellipse Building -

Nadere informatie

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis; 1/5 Sectoraal comité voor de Federale Overheid Beraadslaging FO nr 26/2012 van 20 september 2012 Betreft: Beraadslaging houdende het verlenen van een machtiging aan de MIVB om bij de DIV de identificatiegegevens

Nadere informatie

Wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur

Wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur Wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur Hoofdstuk I - Algemene bepalingen Art. 1. Deze wet is van toepassing: a) op de federale administratieve overheden; b) op de administratieve

Nadere informatie

Wet van 13 maart 2016 op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen, de artikelen 107 tot 122.

Wet van 13 maart 2016 op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen, de artikelen 107 tot 122. de Berlaimontlaan 14 BE-1000 Brussel tel. +32 2 221 35 88 fax + 32 2 221 31 04 ondernemingsnummer: 0203.201.340 RPR Brussel www.nbb.be Mededeling Brussel, 2 juni 2017 Kenmerk: NBB_2017_18 uw correspondent:

Nadere informatie

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE Kenmerk: RAADPLEGING VAN DE RAAD VAN HET BIPT OP HET VERZOEK VAN HET KABINET VAN DE MINISTER VOOR ONDERNEMEN EN VEREENVOUDIGEN VAN 18 NOVEMBER 2009

Nadere informatie

Advies van 4 maart 2010 omtrent een ontwerp van koninklijk besluit betreffende de inschrijving van auditors

Advies van 4 maart 2010 omtrent een ontwerp van koninklijk besluit betreffende de inschrijving van auditors North Gate III 6 e verdieping Koning Albert II laan 16 1000 Brussel Tel. 02/277.64.11 Fax 02/201.66.19 E-mail : CSPEHREB@skynet.be Internet : www.cspe-hreb.be Advies van 4 maart 2010 omtrent een ontwerp

Nadere informatie

Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten

Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten Bron : Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten (Belgisch Staatsblad,

Nadere informatie

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE UPDATE VAN 11 SEPTEMBER 2017 VAN HET ADVIES VAN HET BIPT VAN 18 FEBRUARI 2009 BETREFFENDE DE BEPALING EN DE VOORWAARDEN VOOR HET BESCHIKBAAR STELLEN

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 60.262/1 van 16 november 2016 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van artikel 3 van het besluit van de Vlaamse Regering van 29 mei

Nadere informatie

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE RAADPLEGING MET BETREKKING TOT ONTWERPBESLUIT VAN DE RAAD VAN HET BIPT BETREFFENDE DE PUBLICATIE DOOR OPERATOREN VAN DE INFORMATIE OVER PRODUCTEN

Nadere informatie

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE BESLUIT VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN 2 MEI 2017 BETREFFENDE DE TECHNISCHE EN OPERATIONELE VOORWAARDEN VOOR MOBIELE- COMMUNICATIEDIENSTEN AAN BOORD

Nadere informatie

Circulaire 2019/C/18 betreffende de belastingplicht van erkende ondernemingsloketten

Circulaire 2019/C/18 betreffende de belastingplicht van erkende ondernemingsloketten Circulaire 2019/C/18 betreffende de belastingplicht van erkende ondernemingsloketten Erkende ondernemingslokketten verrichten zowel taken van openbare dienst of van algemeen belang als een aantal adviserende

Nadere informatie

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE RAADPLEGING OP VRAAG VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN 23 MEI 2014 MET BETREKKING TOT ZIJN ONTWERP VAN MEDEDELING BETREFFENDE DE VERPLICHTING TOT MELDING

Nadere informatie

ADVIES Nr 24 / 2003 van 12 mei 2003

ADVIES Nr 24 / 2003 van 12 mei 2003 ADVIES Nr 24 / 2003 van 12 mei 2003 O. Ref. : 10 / A / 2002 / 039 BETREFT : Ontwerp van koninklijk besluit betreffende de identificatie van de oproepende lijn ten behoeve van de nooddiensten De Commissie

Nadere informatie

* * * * * * Overwegende dat het onderzoek tot de volgende vaststellingen heeft geleid:

* * * * * * Overwegende dat het onderzoek tot de volgende vaststellingen heeft geleid: MINNELIJKE SCHIKKING AANVAARD DOOR HET DIRECTIECOMITÉ VAN DE FSMA EN WAARMEE ECOPOWER CVBA HEEFT INGESTEMD Deze minnelijke schikking, waarmee de CVBA Ecopower op 14 december 2012 voorafgaandelijk heeft

Nadere informatie

OMZENDBRIEF VAN 6 OKTOBER 2017 MET BETREKKING TOT HET EXTRATERRITORIAAL GEBRUIK VAN BUITENLANDSE NUMMERINGSMIDDELEN IN BELGIË

OMZENDBRIEF VAN 6 OKTOBER 2017 MET BETREKKING TOT HET EXTRATERRITORIAAL GEBRUIK VAN BUITENLANDSE NUMMERINGSMIDDELEN IN BELGIË OMZENDBRIEF VAN 6 OKTOBER 2017 MET BETREKKING TOT HET EXTRATERRITORIAAL GEBRUIK VAN BUITENLANDSE NUMMERINGSMIDDELEN IN BELGIË Toepassing van artikel 8 van het koninklijk besluit van 27 april 2007 betreffende

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1996 1997 Nr. 297 25 171 Wijziging van de Wet op de telecommunicatie-voorzieningen in verband met de invoering van het veilen van schaarse frequenties voor

Nadere informatie

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer,

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, KONINKRIJK BELGIE 1000 Brussel, Postadres : Ministerie van Justitie Waterloolaan 115 Kantoren : Regentschapsstraat 61 Tel. : 02 / 542.72.00 Fax : 02 / 542.72.12 COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE

Nadere informatie

Instituut der Bedrijfsrevisoren Institut des Reviseurs d'entreprises

Instituut der Bedrijfsrevisoren Institut des Reviseurs d'entreprises MEDEDELING AAN DE LEDEN De Voorzitter Correspondent sg@ibr-ire_be Onze referte DS/AK/svds Uw referte Datum 27 april 2007 Geachte Confrater, Betreft: Omzetting van de Europese Richtlijn van 17 mei 2006

Nadere informatie

voorwerkpostwetgeving.fm Page i Thursday, September 18, :36 PM Postwetgeving

voorwerkpostwetgeving.fm Page i Thursday, September 18, :36 PM Postwetgeving Postwetgeving LARCIER THEMA WETBOEKEN Postwetgeving Flip Petillion Dirk Appelmans Alle teksten zijn gecoördineerd tot 1 augustus 2008 (publicatiedatum Belgisch Staatsblad) www.larcier.com www.strada.be

Nadere informatie

KENNISGEVING van het aanbieden of het doorverkopen in eigen naam en voor eigen rekening van elektronische-communicatiediensten of -netwerken

KENNISGEVING van het aanbieden of het doorverkopen in eigen naam en voor eigen rekening van elektronische-communicatiediensten of -netwerken KENNISGEVING van het aanbieden of het doorverkopen in eigen naam en voor eigen rekening van elektronische-communicatiediensten of -netwerken (artikel 9 van de wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische

Nadere informatie

REGLEMENT BETREFFENDE HET ONDERSTEUNEN VAN VRIJWILLIGERSWERK DOOR HET AANBIEDEN VAN EEN VERZEKERING

REGLEMENT BETREFFENDE HET ONDERSTEUNEN VAN VRIJWILLIGERSWERK DOOR HET AANBIEDEN VAN EEN VERZEKERING REGLEMENT BETREFFENDE HET ONDERSTEUNEN VAN VRIJWILLIGERSWERK DOOR HET AANBIEDEN VAN EEN VERZEKERING DE PROVINCIERAAD VAN WEST-VLAANDEREN Gelet op artikel 2 en artikel 42 van het Provinciedecreet; Overwegende

Nadere informatie

Beslissing D S betreffende de opleidingsinstellingen voor treinbegeleiders.

Beslissing D S betreffende de opleidingsinstellingen voor treinbegeleiders. Beslissing D-2018-01-S betreffende de opleidingsinstellingen voor treinbegeleiders. Kruidtuinlaan 50 bus 72 1000 Brussel www.regul.be Inhoudsopgave 1. Voorwerp en wettelijke basis... 3 2. Feiten en retroacta...

Nadere informatie

GOF. Belgische gedragscode voor veiliger gsm-gebruik door jonge tieners en kinderen

GOF. Belgische gedragscode voor veiliger gsm-gebruik door jonge tieners en kinderen Belgische gedragscode voor veiliger gsm-gebruik door jonge tieners en kinderen Voorwoord In februari 2007 ontwikkelden de Europese mobiele providers en content providers een gezamenlijke structuur voor

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN DD MM 2011 BETREFFENDE DE VERDELING VAN HET SPECTRUM IN DE 900MHz-, 1800MHz- EN 2GHz-BAND

ONTWERPBESLUIT VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN DD MM 2011 BETREFFENDE DE VERDELING VAN HET SPECTRUM IN DE 900MHz-, 1800MHz- EN 2GHz-BAND BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE ONTWERPBESLUIT VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN DD MM 2011 BETREFFENDE DE VERDELING VAN HET SPECTRUM IN DE 900MHz-, 1800MHz- EN 2GHz-BAND Werkwijze

Nadere informatie

Gelet op de artikelen 127, 128, 135, 136, 163, 166 en 178 van de gecoördineerde grondwet van 17 februari 1994;

Gelet op de artikelen 127, 128, 135, 136, 163, 166 en 178 van de gecoördineerde grondwet van 17 februari 1994; Collegebesluit nr. 07/326 19 september 2007 Besluit houdende het reglement betreffende het ondersteunen van vrijwilligerswerk door het aanbieden van een verzekering Het College, Gelet op de artikelen 127,

Nadere informatie

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE BESLUIT VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN 31 JANUARI 2012 MET BETREKKING TOT HET VERZOEK VAN TELENET VAN 7 DECEMBER 2011 TOT SCHRAPPING VAN BIJKOMENDE

Nadere informatie

BESLUIT VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN 01 MAART 2016 BETREFFENDE

BESLUIT VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN 01 MAART 2016 BETREFFENDE BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE Kenmerk: 2015-001484 BESLUIT VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN 01 MAART 2016 BETREFFENDE DE TOEGANG VAN DE RADIOAMATEURS TOT DE FREQUENTIEBANDEN 5.351,5-5.366,5

Nadere informatie

Oprichting van een gemeenschappelijke interne dienst voor preventie en bescherming op het werk

Oprichting van een gemeenschappelijke interne dienst voor preventie en bescherming op het werk Oprichting van een gemeenschappelijke interne dienst voor preventie en bescherming op het werk Inleiding Krachtens de welzijnswet dient elke werkgever een interne dienst voor preventie en bescherming op

Nadere informatie

RICHTSNOEREN AANWIJZING AANMERKELIJKE MACHT OP DE MARKT

RICHTSNOEREN AANWIJZING AANMERKELIJKE MACHT OP DE MARKT RICHTSNOEREN AANWIJZING AANMERKELIJKE MACHT OP DE MARKT I Inleiding 1. Het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (hierna: het college) publiceert hierbij richtsnoeren die aangeven

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING VR 2016 2312 DOC.1539/1BIS DE VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING EN VLAAMS MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE KANSEN EN ARMOEDEBESTRIJDING NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van de regels tot bepaling van de bedragen

Nadere informatie

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE BESLUIT VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN 16 NOVEMBER 2011 BETREFFENDE DE VERDELING VAN HET SPECTRUM IN DE 900MHz-, 1800MHz- EN 2GHz-BAND Belgisch Instituut

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 5.8.2015 COM(2015) 390 final 2015/0170 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt in het Associatiecomité in zijn

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 62.707/3 van 18 januari 2018 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het koninklijk besluit van 12 maart 1999

Nadere informatie

De boekhoudkundige ruling. Congres IEC - IAB 5 oktober 2017

De boekhoudkundige ruling. Congres IEC - IAB 5 oktober 2017 De boekhoudkundige ruling Congres IEC - IAB 5 oktober 2017 1 Audio = kanaal: 1 I. De Commissie voor Boekhoudkundige Normen (CBN) 3 De CBN - 1/3 1. De CBN is een autonome instelling met rechtspersoonlijkheid

Nadere informatie

Gelet op de Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016

Gelet op de Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 1/5 Advies nr. 111/2018 van 7 november 2018 Betreft: Ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 juli 1992 tot vaststelling van de informatie die opgenomen wordt in de

Nadere informatie

12 DECEMBER Wet tot vaststelling van de arbeidsduur. van de geneesheren, de tandartsen, de dierenartsen,

12 DECEMBER Wet tot vaststelling van de arbeidsduur. van de geneesheren, de tandartsen, de dierenartsen, 12 DECEMBER 2010. - Wet tot vaststelling van de arbeidsduur van de geneesheren, de tandartsen, de dierenartsen, kandidaat-geneesheren in opleiding, kandidaat-tandartsen in opleiding en studenten-stagiairs

Nadere informatie

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE MEDEDELING VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN 15 DECEMBER 2015 BETREFFENDE DE CONTROLE VAN DE AANBIEDERS VAN POSTDIENSTEN IN 2015 Belgisch Instituut voor

Nadere informatie

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, in het bijzonder artikel 5, 1 en 92bis;

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, in het bijzonder artikel 5, 1 en 92bis; Ontwerp van samenwerkingsakkoord tussen de federale, gewestelijke en gemeenschapsoverheden voor het coördineren van de gegevensverwerking in het gezondheidsbeleid en de bijstand aan personen Gelet op artikelen

Nadere informatie

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE OPENBARE RAADPLEGING VAN 11 DECEMBER 2008 OVER HET ONTWERPBESLUIT VAN DE RAAD VAN HET BIPT BETREFFENDE De methode voor verdeling van de kosten betreffende

Nadere informatie

CONTROLE OP DE VERKIEZINGSUITGAVEN EN DE BOEKHOUDING VAN DE POLITIEKE PARTIJEN. Huishoudelijk reglement van de commissie 1

CONTROLE OP DE VERKIEZINGSUITGAVEN EN DE BOEKHOUDING VAN DE POLITIEKE PARTIJEN. Huishoudelijk reglement van de commissie 1 CONTROLE OP DE VERKIEZINGSUITGAVEN EN DE BOEKHOUDING VAN DE POLITIEKE PARTIJEN Huishoudelijk reglement van de commissie 1 TITEL I UITOEFENING VAN DE BEVOEGDHEDEN MET BETREKKING TOT DE CONTROLE OP DE VERKIEZINGSUITGAVEN

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT NL NL NL COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 7.1.2009 COM(2008)897 definitief 2006/0008 (COD) MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT overeenkomstig artikel 251, lid 2, tweede

Nadere informatie

ADVIES Nr 04 / 2003 van 10 februari 2003

ADVIES Nr 04 / 2003 van 10 februari 2003 ADVIES Nr 04 / 2003 van 10 februari 2003 O. Ref. : 10 / A / 2002 / 046 BETREFT : Ontwerp van koninklijk besluit tot bepaling van de bijzondere aanwervingsvoorwaarden van het statutaire en het contractuele

Nadere informatie

Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie

Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie Ontwerpbesluit van de Raad van het BIPT van xxx tot wijziging van punt 4.b van het besluit van de Raad van het BIPT van 22 december 2005 betreffende

Nadere informatie

HOOFDSTUK I.- Definities. Artikel 1.- Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

HOOFDSTUK I.- Definities. Artikel 1.- Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: Koninklijk besluit van 30 januari 2003 tot vaststelling van de criteria, de voorwaarden en de nadere regels voor de toekenning van de toelage tot ondersteuning van acties die betrekking hebben op de bevordering

Nadere informatie

16 september Nieuwe wetgeving overheidsopdrachten

16 september Nieuwe wetgeving overheidsopdrachten 16 september 2016 Nieuwe wetgeving overheidsopdrachten Inhoud 1. Inleiding 2. Toepassingsgebied 3. Algemene beginselen 4. Sociale diensten en andere specifieke diensten 5. Plaatsingsprocedures Blok 1 Blok

Nadere informatie

Beslissing D L betreffende het van kracht worden van de wijziging van de luchthavengelden op de luchthaven Brussel-Nationaal.

Beslissing D L betreffende het van kracht worden van de wijziging van de luchthavengelden op de luchthaven Brussel-Nationaal. Beslissing D-2018-02-L betreffende het van kracht worden van de wijziging van de luchthavengelden op de luchthaven Brussel-Nationaal. Kruidtuinlaan 50 bus 72 1000 Brussel www.regul.be Inhoudsopgave 1.

Nadere informatie

Datum: 24/05/1994 B.S.: 21/07/1994

Datum: 24/05/1994 B.S.: 21/07/1994 Datum: 24/05/1994 B.S.: 21/07/1994 24 MEI 1994. - Wet tot oprichting van een wachtregister voor vreemdelingen die zich vluchteling verklaren of die vragen om als vluchteling te worden erkend. ALBERT ll,

Nadere informatie

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank van 24 augustus 2000;

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank van 24 augustus 2000; TC/00/27 BERAADSLAGING NR. 00/78 VAN 3 OKTOBER 2000 BETREFFENDE DE MEDEDELING VAN SOCIALE GEGEVENS VAN PERSOONLIJKE AARD DOOR DE KRUISPUNTBANK EN DE SOCIALEZEKERHEIDSINSTELLINGEN AAN BUITEN- LANDSE AUTORITEITEN

Nadere informatie

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE ONTWERPBESLUIT VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN 17 APRIL 2007 MET BETREKKING TOT DE FINANCIELE ASPECTEN VAN HET BROBA ADDENDUM FULL VP Hoe kunt u reageren

Nadere informatie

Wet van 10 mei 2007 betreffende de transseksualiteit

Wet van 10 mei 2007 betreffende de transseksualiteit Wet van 10 mei 2007 betreffende de transseksualiteit (BS 11 juli 2007) Hoofdstuk I Algemene bepaling Artikel 1 Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet. Hoofdstuk Il

Nadere informatie

BESLUIT VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN 06 OKTOBER 2010 BETREFFENDE DE TOEKENNING AAN B.V.B.A. SECURITY MONITORING CENTRE

BESLUIT VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN 06 OKTOBER 2010 BETREFFENDE DE TOEKENNING AAN B.V.B.A. SECURITY MONITORING CENTRE BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE Kenmerk: Besluit 06/10/2010 BESLUIT VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN 06 OKTOBER 2010 BETREFFENDE DE TOEKENNING AAN B.V.B.A. SECURITY MONITORING CENTRE

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 15.3.2019 COM(2019) 141 final 2019/0082 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in het Gemengd

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de inspectie van Financiën, gegeven op 21 augustus 2017;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de inspectie van Financiën, gegeven op 21 augustus 2017; Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de procedure tot toekenning of weigering van de vergunning als private uitbetalingsactor voor de uitbetaling van toelagen in het kader van het gezinsbeleid

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN XX JUNI 2013 BETREFFENDE

ONTWERPBESLUIT VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN XX JUNI 2013 BETREFFENDE BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE Kenmerk: raadpleging frequenties radioamateurs ONTWERPBESLUIT VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN XX JUNI 2013 BETREFFENDE DE TOEGANG VAN DE RADIOAMATEURS

Nadere informatie

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE Kenmerk: ONTWERPBESLUIT VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN 12 APRIL 2011 BETREFFENDE DE METHODE VOOR VERDELING VAN DE KOSTEN BETREFFENDE DE GEGEVENSBANK

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 61.656/1 van 10 juli 2017 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de modaliteiten voor het testen en het uitreiken van de bewijzen

Nadere informatie

Circulaire 2018/C/118 over de vrijgestelde voorzieningen voor risico s en kosten in de VenB

Circulaire 2018/C/118 over de vrijgestelde voorzieningen voor risico s en kosten in de VenB Eigenschappen Titel : Circulaire 2018/C/118 over de vrijgestelde voorzieningen voor risico s en kosten in de VenB Samenvatting : Deze circulaire gaat over de nieuwe bepaling die betrekking heeft op de

Nadere informatie

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer; 1/6 Advies nr 09/2010 van 17 maart 2010 Betreft: Advies betreffende het ontwerp van Koninklijk besluit houdende uitvoering van artikel 3, 5, 3 van de Wet tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer

Nadere informatie

BESLUIT VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN 16 JUNI 2015

BESLUIT VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN 16 JUNI 2015 BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE BESLUIT VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN 16 JUNI 2015 BETREFFENDE DE TOEKENNING AAN E-BO ENTERPRISES VAN VOORLOPIGE GEBRUIKSRECHTEN VOOR HET OPZETTEN

Nadere informatie

ALGEMEEN HUISHOUDELIJK REGLEMENT VOOR NORMALISATIECOMMISSIES

ALGEMEEN HUISHOUDELIJK REGLEMENT VOOR NORMALISATIECOMMISSIES ALGEMEEN HUISHOUDELIJK REGLEMENT VOOR NORMALISATIECOMMISSIES Artikel 1 : Geldingskracht 1.1. Dit algemeen huishoudelijk reglement werd goedgekeurd door de Raad van Bestuur van het NBN tijdens zijn vergadering

Nadere informatie

BESLUIT VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN 13 AUGUST 2013 BETREFFENDE

BESLUIT VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN 13 AUGUST 2013 BETREFFENDE BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE Kenmerk: Besluit 13/08/2013 BESLUIT VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN 13 AUGUST 2013 BETREFFENDE DE TOEGANG VAN DE RADIOAMATEURS TOT DE FREQUENTIEBANDEN

Nadere informatie

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE BESLUIT VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN 21 OKTOBER 2011 BETREFFENDE DE METHODE VOOR VERDELING VAN DE KOSTEN BETREFFENDE DE GEGEVENSBANK VAN HET SOCIALE

Nadere informatie

KONINKLIJK BESLUIT VAN 11 MEI 2007

KONINKLIJK BESLUIT VAN 11 MEI 2007 KONINKLIJK BESLUIT VAN 11 MEI 2007 ter uitvoering van hoofdstuk VI, van titel IV, van de programmawet (I) van 27 december 2006 tot oprichting van een Schadeloosstellingfonds voor asbestslachtoffers (B.S.

Nadere informatie