Studiegids. Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen. Adres: Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen Landleven AD Groningen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Studiegids. Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen. Adres: Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen Landleven AD Groningen"

Transcriptie

1 Studiegids Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen Adres: Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen Landleven AD Groningen Postadres: Postbus AV Groningen Telefoon: (050) /3896/3897 Fax: (050) Internet: Eindredactie: Prof.dr.ir. G.J.J. Linden Grafische uitvoering: G.R. Blouw-van Calker M. Kuipers Deze studiegids is met de grootst mogelijke zorgvuldigheid samengesteld. Desondanks kunnen aan deze tekst geen rechten worden ontleend.

2

3 Leeswijzer Leeswijzer Komend studiejaar worden twee Bacheloropleidingen aangeboden, respectievelijk een Bachelor Sociale Geografie & Planologie (SG&P) en een Bachelor Technische Planologie (TP). Daarnaast worden er acht Masteropleidingen aangeboden, respectievelijk de eenjarige Masters: Culturele Geografie (CG), Economische Geografie (EG), Vastgoedkunde (VG), Planologie (PL), Population Studies (PS) en Environmental and Infrastructure Planning (EIP), de tweejarige Masters Lerarenopleiding en Research Master Regional Studies en het programma van de Graduate School. Het onderwijs wordt gegeven over twee semesters, die vervolgens weer in tweeën gesplitst zijn, namelijk de semesters 1-a, 1-b, 2-a en 2-b. Voor de Bachelor- en Masteropleidingen wordt de studielast berekend in European Credits (EC s). Hoofdstukken 1, 5, 6, 7, 8 en 9 zijn van belang voor iedereen die onderwijs volgt aan de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen. Deze hoofdstukken geven informatie over de organisatie en structuur van de Faculteit (hoofdstuk 1), allerlei praktische met het onderwijs samenhangende zaken (hoofdstuk 5), de onderwijs- en examenregelingen (hoofdstukken 6, 7 en 8) en de rechten en plichten van ingeschreven studenten (hoofdstuk 9). Verder is er, zoals de inhoudsopgave laat zien, aan iedere opleiding die aangeboden wordt een hoofdstuk gewijd. Alle vakken die door de opleidingen worden aangeboden, worden toegelicht in hoofdstuk 4. Voor studenten van andere faculteiten of universiteiten die één of meer aan de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen aangeboden keuzevakken (waaronder AVV) willen volgen, is met name dit hoofdstuk van belang. Veel gebruikte afkortingen: CG = Culturele Geografie EC = European Credit EG = Economische Geografie EIP = Environmental and Infrastructure Planning (Technische Planologie) FRW = Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen PS = Population Studies (Demografie) PL = Planologie SG&P = Sociale Geografie en Planologie TP = Technische Planologie VG = Vastgoedkunde Collegezalen: Gebouw 5412 is het WSN-gebouw, Landleven 5. Gebouw 5417 is het gebouw van de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen, Landleven 1. Gebouw 5419 is het Zernike-gebouw, Landleven 12. Gebouw 5256, Blauwborgje, 10. i

4 Relevante data studiejaar Relevante data studiejaar 2008/2009 Semester 1-a: Collegeperiode: start maandag 1 september 2008, eindigt vrijdag 24 oktober Tentamenperiode: start maandag 27 oktober 2008, eindigt vrijdag 7 november Semester 1-b: Collegeperiode: start maandag 10 november 2008, eindigt vrijdag 16 januari Tentamenperiode: start maandag 19 januari 2009, eindigt vrijdag 6 februari Semester 2-a: Collegeperiode: start maandag 9 februari 2009, eindigt vrijdag 3 april Tentamenperiode: start maandag 6 april 2009, eindigt vrijdag 24 april Semester 2-b: Collegeperiode: start maandag 27 april 2009, eindigt vrijdag 19 juni Tentamenperiode: start maandag 22 juni 2009, eindigt vrijdag 10 juli Onderwijs wordt in beginsel uitsluitend in de twee semesters aangeboden. De periode 22 december 2008 tot en met 2 januari 2009 is een collegevrije periode. De universitaire voorzieningen en de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen zijn in het studiejaar 2008/2009 op de volgende dagen gesloten: Kerstmis: 25 december 2008 t/m 1 januari 2009* Goede Vrijdag: 10 april 2009 Tweede Paasdag: 13 april 2009 Koninginnedag: 30 april 2009 Bevrijdingsdag: 5 mei 2009 Hemelvaartsdag: 21 mei 2009 Tweede Pinksterdag: 1 juni 2009 Gronings Ontzet: 28 augustus 2009 *In de periode van 25 december 2008 t/m 1 januari 2009 zijn enkele universitaire voorzieningen wel geopend: voor meer informatie zie de UK en de website ii

5 Inhoudsopgave 1 Algemeen: studierichtingen en organisatie Inleidingen Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen Vooropleidingseisen De FRW onderwijsorganisatie Studieprogramma Internationaal onderwijs Onderzoek Studentenorganisaties Informatie en Informatievoorziening Bacheloropleiding Sociale Geografie & Planologie Inleiding Propedeuse Sociale Geografie & Planologie Tweede en derde jaar van de Bacheloropleiding Sociale Geografie & Planologie Bacheloropleiding Technische Planologie Inleiding Propedeuse Technische Planologie Jaar 2 Bachelor Technische Planologie Jaar 3 Bachelor Technische Planologie Voorsorteerminors Vakken Vakkenbeschrijvingen Overzicht van keuzevakken Bachelor Sociale Geografie & Planologie en Technische Planologie AV-vakken Praktische Onderwijszaken van A tot Z Administratie Adressen Adreswijzigingen Afstuderen/Buluitreikingen AIO s en OIO s Beeldschermwerk en RSI Bibliotheek Ruimtelijke Wetenschappen Bureau Onderwijs en Examens (BOE) Cartografie Centrale Studentenbalie Collegerooster Collegezalen Computergebruik Dictatenverkoop Donald Smits Centrum voor Informatie Technologie Facilitair Bedrijf Fotokopiëren Frauderegeling iii

6 Inhoudsopgave 5.19 Functiebeperking Girugten Inschrijven voor studieonderdelen en tentamens International Office Klachtenregeling Nestor Netwerkbeheer Onderwijsevaluaties en analyses Openingstijden Postvakken Prijsbeleid Studiekosten Restauratieve voorzieningen Scripties/Master Thesis Spreekuren Studentassistentschap Studentenpsychologen Studieadviseur Studieboeken Studiefinanciering/financiële regelingen Studie Ondersteuning Studievertraging Tentamenrooster Tentamenuitslagen Universiteitsbibliotheek Universiteitskrant (UK) Vertrouwenspersoon Onderwijs- en examenregeling Bachelor Sociale Geografie & Planologie 2008/ Algemene bepalingen Opbouw van de opleiding De propedeutische fase van de opleiding De postpropedeutische fase van de opleiding Tentamens en examens van de opleiding Vooropleiding Overgangs- en slotbepalingen Onderwijs- en examenregeling Bachelor Technische Planologie 2008/ Algemeen Opbouw van de opleiding De propedeutische fase van de opleiding De postpropedeutische fase van de opleiding Tentamens en examens van de opleiding Vooropleiding Studiebegeleiding Overgangs- en slotbepalingen iv

7 Inhoudsopgave 8 Regels & richtlijnen voor de examinering in de opleidingen van de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen Artikel 1 Toepassingsgebied Artikel 2 Begripsomschrijving Artikel 3 Dagelijkse gang van zaken examencommissie Artikel 4 Aantal personen bij mondeling tentamen Artikel 5 Vaststelling uitslag examen Artikel 6 Cum laude Artikel 7 Tijdstippen Artikel 8 Aanmelding Artikel 9 Terugtrekking Artikel 10 Vrijstellingsverzoek Artikel 11 De orde tijdens een tentamen Artikel 12 Fraude Artikel 13 Vragen en opgaven Artikel 14 Beoordeling Artikel 15 Nabespreking Artikel 16 Maatstaven Artikel 17 Wijziging regels en richtlijnen Artikel 18 Inwerkingtreding Studentenstatuut 2008/ Opmerkingen vooraf Informatie op centraal niveau Informatie op facultair niveau Bezwaar en beroep Klachten Belangrijke centrale instanties Vereenvoudigde versie Studentenstatuut Toelatingscommissie Masteropleiding FRW Masterprogramma s van de FRW Toelatingscommissie voor de FRW Masters Intakeprocedure voor de FRW Masters Minorprogramma s voor WO Bachelors Schakelprogramma s voor HBO Bachelors Indaalvarianten van schakelprogramma s Slotbepalingen Minorprogramma s Minors voor FRW-studenten Minors voor studenten van andere universitaire studies Minor voor zowel FRW-studenten als voor studenten van andere universitaire studies Bijlage 1 Medewerkers Bijlage 2 Delivery rules regarding the Bachelor Thesis Bijlage 3 Alfabetische vakkenlijst Bijlage 4 Wijziging vakcodes v

8

9 Algemeen: studierichtingen en organisatie 1 Algemeen: studierichtingen en organisatie Het onderwijs aan de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen (FRW) wordt vormgegeven door het streven naar hoogwaardige wetenschappelijke opleidingen met internationale allure aan te bieden waarbij het FRW-onderwijsconcept met name de vervlechting van onderwijs en onderzoek accentueert in een voor de student stimulerende leeromgeving, gericht op het aankweken van een wetenschappelijke attitude. Een en ander is in de verwoording van de missie van de FRW verder uitgewerkt (zie 1.2.1). 1.1 Inleidingen Studierichtingen Het gehele reguliere onderwijsprogramma van de FRW bestaat uit twee Bacheloropleidingen, (Sociale Geografie & Planologie, en Technische Planologie), zeven Masteropleidingen (Population Studies, Planologie, Economische Geografie, Culturele Geografie, Vastgoedkunde, Environmental & Infrastructure Planning, Lerarenopleiding) en de door de Graduate School aangeboden Researchmaster- en PhD opleiding. Dat zijn in totaal dus acht Masteropleidingen. De opleidingen volgen het semestersysteem en berekenen de studielast in European Credits (EC). 1 EC komt overeen met een studielast van 28 uur, zodat een studiejaar 60 EC omvat. Studenten kunnen een deel van hun studie ook verrichten aan een van de vele buitenlandse universiteiten waarmee de FRW uitwisselingsafspraken heeft. Voor buitenlandse uitwisselingstudenten biedt de FRW International School of Spatial Policy Studies twee maal per jaar een drie maanden durende Engelstalige cursus aan op Bachelorniveau. Drie van de acht aangeboden Masters plus de PhD opleiding zijn Engelstalig en staan ook open voor buitenlandse studenten. Daarnaast bestaat de mogelijkheid om na het Bachelorexamen in te stromen in één van de tweejarige Double Degree Master Programmes van de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen in samenwerking met respectievelijk het Institut Teknologik Bandung in Indonesië (Environmental & Infrastructure Planning) en de Universiteit van Oldenburg, Duitsland (Water and Coastal Management). De FRW neemt tevens deel aan een European Doctoral School of Demography, georganiseerd door verschillende Europese demografische instituten Studiegidsen De beschrijving van het FRW onderwijs zoals dat in het academisch jaar 2008/2009 wordt aangeboden, bestaat uit drie delen. Een deel met de beschrijving van de Bacheloropleidingen (alleen in het Nederlands), een deel van de Masteropleidingen (in het Nederlands en bij een Engelstalige opleiding in het Engels) en een afzonderlijk deel voor de Graduate School (alleen in het Engels). De FRW biedt de volgende opleidingen aan in het jaar 2008/2009: 1

10 Algemeen: studierichtingen en organisatie 1 Bacheloropleidingen (driejarig, leidende tot een Bachelor of Science diploma): Sociale Geografie & Planologie; Technische Planologie. 2 Masteropleidingen (éénjarig, leidende tot een Master of Science diploma): Population Studies (Engelstalig); Planologie; Economische Geografie; Culturele Geografie; Vastgoedkunde; Environmental and Infrastructure Planning (Engelstalig) 1 ; Lerarenopleiding (2 jaar); 3 Graduate School (leidende tot respectievelijk een Master of Science (MSc) en een Doctor of Philosophy (PhD)): Research Master Regional Studies (2 jaar en Engelstalig) met daarna het PhD traject (4 jaar en Engelstalig) De beschrijvingen van de twee Double Degree Master opleidingen zijn op aanvraag beschikbaar. Alle informatie die in de verschillende delen van de studiegids is opgenomen, wordt in electronische vorm ( aangeboden, waarbij ten behoeve van niet Nederlandse bezoekers bovendien een beknopte Engelstalige beschrijving van ons gehele Nederlandstalige onderwijsaanbod is toegevoegd. 1.2 Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen Binnen de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen vinden werkzaamheden met betrekking tot het onderwijs en onderzoek in de Culturele Geografie, de Economische Geografie, de Planologie, de Technische Planologie en de Demografie plaats. Bij de vormgeving van het onderwijs laat de FRW zich leiden door haar onderwijsmissie en onderwijsconcept De FRW onderwijsmissie en het FRW onderwijsconcept In onderstaande punten wordt de onderwijsmissie en tegelijkertijd het te volgen onderwijsconcept van de Faculteit omschreven: De FRW beschouwt het geven van wetenschappelijk onderwijs in de sociale geografie, (technische) planologie en demografie als een van haar twee primaire verantwoordelijkheden. Het verrichten van onderzoek in deze drie wetenschapsgebieden is haar andere primaire verantwoordelijkheid. Onderwijs en onderzoek zijn bij de FRW nauw verweven. Het onderwijs van de FRW weerspiegelt de complexiteit van de samenleving, in het bijzonder gelet op de samenstelling en ontwikkeling van de bevolking, de ruimtelijke inrichting van het woon- en werkgebied en de ruimtelijke planning, ook in technische zin, die daarvoor nodig is. De FRW streeft in haar onderzoek en onderwijs naar een hoge, internationaal vergelijkbare kwaliteit. Onderzoekers, docenten en studenten werken hier aan de grenzen van het weten. De nadruk ligt op multidisciplinaire 1 Environmental and Infrastructure Planning is de Engelse benaming voor Technische Planologie (croho-nummer 66194). 2

11 Algemeen: studierichtingen en organisatie kennisverwerving: juist op de grenzen der disciplines vindt de vooruitgang plaats. Wetenschap gedijt slechts in een sfeer van academische vrijheid en mondiale uitwisseling van ideeën. De FRW onderhoudt daarom nauwe contacten met zusterinstellingen in binnen- en buitenland en bevordert de uitwisseling van stafleden en studenten met deze instellingen. In de omvang van die uitwisseling loopt zij voorop en haar ambitie is die positie te behouden. De FRW kiest voor samenwerking met overheden, bedrijfsleven en organisaties zowel in Nederland als in het buitenland. Tegelijkertijd voelt het als enige wetenschappelijke opleidingsinstituut voor de ruimtelijke wetenschappen in het noorden des lands een speciale betrokkenheid met de culturele, sociale, economische en in het bijzonder de ruimtelijke ontwikkeling van de regio. Dit uit zich in dat deel van haar onderwijs en onderzoek dat op de regio gericht is. De onderwijsprogramma s zijn geplaatst in een activerende leeromgeving met ruimte voor zelfselectie en persoonlijke ontplooiing. Dit wordt gestimuleerd door onderwijs dat in een sfeer van openheid, constructief denken en belangstelling voor elkaars werk plaats vindt. De opleidingen stimuleren algemeen wetenschappelijke vorming als toegang tot verantwoordelijke posities in de samenleving en afgestudeerden worden aangezet tot levenslang leren. De facultaire organisatie is gericht op het scheppen van voorwaarden die excellente prestaties van zowel staf als studenten mogelijk maakt. Beiden hebben een belangrijke inbreng bij de besluitvorming binnen de Faculteit. Mondigheid van betrokkenen garandeert open verhoudingen. Open verhoudingen zijn onmisbaar voor een levende en bloeiende Faculteit. Door regelmatig overleg met de alumniraden van de verschillende opleidingen en de FRW-beroepenveldcommissie met buitenuniversitaire nietalumni leden wordt het FRW onderwijs- en onderzoeksbeleid getoetst en indien nodig bijgesteld Algemene doelstellingen van het facultaire onderwijsprogramma De volgende karakteristieken van wetenschappelijk onderwijs spelen bij het concretiseren van de facultaire onderwijsmissie en het toepassen van het facultaire onderwijsconcept een belangrijke rol. Het eigen karakter van het wetenschappelijk onderwijs is gelegen in de bijzondere situatie waarin het onderwijs plaatsvindt. Instellingen voor wetenschappelijk onderwijs zijn immers organisaties, waarbinnen wetenschapsbeoefening (onderzoek) is geïnstitutionaliseerd. Onderwijs is één van de twee taken van instellingen voor wetenschappelijk onderwijs. Het eigen karakter van de opleidingen is gelegen in de nauwe relatie tot de tweede taak: het wetenschappelijk onderzoek. Dat impliceert echter niet dat het onderwijs geheel gericht zou zijn op de opleiding tot wetenschappelijk onderzoeker. Wel hebben zich in de samenleving zodanige ontwikkelingen voltrokken dat zelfstandige wetenschapsbeoefening steeds meer beroepsmatige trekken is gaan vertonen en de voorbereiding op maatschappelijke betrekkingen steeds meer een wetenschappelijk aspect heeft verkregen. Ten gevolge hiervan is er een duidelijker wordend onderscheid in onderwijsbehoefte tussen enerzijds studenten die zich voorbereiden op een maatschappelijke functie waarvoor een wetenschappelijke opleiding vereist is en studenten die een carrière in het 3

12 Algemeen: studierichtingen en organisatie wetenschappelijk onderwijs en onderzoek ambiëren. In het FRW onderwijsaanbod is met deze trend rekening gehouden. Dit laat onverlet dat het concrete karakter van de vakken van de Faculteit alsmede de praktijkgerichtheid van veel onderzoek, in ieder geval in Groningen, kenmerkend is en blijft voor de opleidingen. Daarom wordt ruimschoots, dat wil zeggen zeker een kwart van de studietijd, aandacht besteed aan onderzoek en direct onderzoek ondersteunende practische oefeningen. Daarbij is ruime aandacht voor ontwikkelingen in het buitenland. Zo brengt meer dan 50% van de FRW Bachelor studenten minimaal drie maanden door op een buitenlandse universiteit. Voorbeelden van onderzoek ondersteunende practische oefeningen zijn: veldwaarneming (veldwerk en excursie), veldonderzoek (interview en enquête), werken in groepen en het doelgericht verzamelen, bewerken en presenteren van al dan niet zelf verzamelde kwantitatieve en kwalitatieve gegevens. Bij de presentatie wordt aandacht geschonken aan mondelinge, schriftelijke en grafische (cartografische) vaardigheden. Voorts wordt op uitgebreide schaal gebruik gemaakt van computers en wordt er voor alle studenten een basistraining gegeven in het werken met Geografische Informatie Systemen (GIS). Aan het einde van de opleidingen is een zodanige onderzoekservaring opgedaan, zeker wanneer een externe afstudeeropdracht of praktijkproject onderdeel uitmaakt van het afstuderen, dat een breed terrein van maatschappelijke betrekkingen waarvoor een dergelijke soort opleiding op prijs gesteld wordt, open ligt. Het concrete en praktijkgerichte van de opleidingen laat onverlet dat grote aandacht wordt geschonken aan het aanleren van een analytische en creatieve wetenschappelijke houding. Bij het wetenschappelijk onderwijs wordt dan ook gestreefd naar het verwezenlijken van het gemeenschappelijke in de afzonderlijke hoofddoelstellingen: de vorming tot zelfstandige beoefening van de wetenschap; de voorbereiding tot het bekleden van maatschappelijke betrekkingen waarvoor een wetenschappelijke opleiding vereist is of dienstig kan zijn. Wetenschappelijke vorming staat voorop en in een concrete eindterm geformuleerd betekent het dat: iedere afgestudeerde Master in staat moet zijn om de ontwikkelingen op het vakgebied van de gekozen wetenschap - bijvoorbeeld de Sociale Geografie en Planologie, Technische Planologie of Demografie - althans in hoofdlijnen, zelfstandig te kunnen blijven volgen en om de ontwikkelingen op een deelgebied daarvan meer van nabij te volgen; de attitudes zijn aangekweekt om als afgestudeerde deel te blijven nemen aan een levenslang proces van verdere ontwikkeling, al dan niet met behulp van postdoctorale opleidingen en/of postacademisch onderwijs; de bij een afgestudeerde Bachelor c.q. Master behorende beroepsethiek geïnternaliseerd is. De algemene wetenschappelijke vorming van de afgestudeerde omvat ook het verschaffen van inzicht in de samenhang der wetenschappen. 4

13 Algemeen: studierichtingen en organisatie Een gedetailleerde opsomming van alle doelstellingen en eindtermen van de afzonderlijke Bachelor- en Masteropleidingen wordt gegeven in de Onderwijs- en Examenreglementen (OERen) van de opleidingen en de betreffende delen van de studiegids. Daarbij is het van belang aan te tekenen dat in voorkomende gevallen, waarbij een student geconfronteerd wordt met grote studievertraging ten gevolge van bestaande regelingen altijd de mogelijkheid bestaat om een met redenen omkleed verzoek tot een individuele regeling in te dienen bij de examen- c.q. toelatingscommissie Opbouw studieprogramma Alle studieprogramma s van de Faculteit worden gekenmerkt door een stapsgewijze opbouw van kennis en vaardigheden. Het examenprogramma omvat een propedeutisch en een Bachelorexamen. Daarna volgen de Masterexamens en ten slotte de verdediging van een proefschrift als afsluiting van de PhD opleiding. Het propedeutisch examen heeft een studiebelasting van 60 EC s en valt geheel binnen het eerste cursusjaar. Het propedeutisch examen kan in nader aangegeven onderdelen worden afgelegd. Aan het einde van het eerste inschrijvingsjaar verstrekt de Faculteit de student een advies met betrekking tot de voortzetting van de studie die gebaseerd is op de examenresultaten gedurende het eerste inschrijvingsjaar. Na de propedeutische fase heeft de overige Bacheloropleiding een duur van 2 jaar (120 EC). De totale Bacheloropleiding omvat 3 jaar (180 EC). Het staat de individuele student vrij om zelf een onderwijsprogramma samen te stellen dat uitgaat boven de voorgeschreven en gedeeltelijk voorgeprogrammeerde Bacheloropleiding van 180 European Credits (EC s). De driejarige Bachelor met een brede wetenschappelijke achtergrond met eventueel een (aanbevolen) Minor specifiek gericht op een van de Masteropleidingen leidt tot een Bachelordiploma. Na het met succes doorlopen van één van de twee Bacheloropleidingen aan de FRW kan vervolgens een keuze gemaakt worden uit één van de acht Masteropleidingen. Een daarvan is geprogrammeerd in samenhang met de universitaire lerarenopleiding voor het vak Aardrijkskunde, waartoe bezitters van het Bachelorexamen Sociale Geografie & Planologie onder bepaalde voorwaarden toegang kunnen verkrijgen. Afhankelijk van het vakkenpakket in de Bachelor in relatie tot de specifieke eisen van de betreffende Masteropleiding kunnen door de Mastertoelatingscommissie aanvullende eisen worden gesteld, maar voor beide bacheloropleidingen geldt dat ze tenminste tot één van de facultaire Masteropleidingen rechtstreeks toegang bieden (doorstroommaster). Ook bestaat de mogelijkheid om elders een Masteropleiding te volgen, of deel te nemen aan de tweejarige Double Degree opleidingen, waarin de FRW partner is. Dit laatste leidt tot zowel een FRW Master diploma als een Master diploma van de samenwerkende universiteit (beschrijving van Double Degree opleidingen op aanvraag verkrijgbaar; voor verdere details over de Masteropleidingen, zie de studiegids Masteropleidingen). Na het afronden van de Masteropleiding bestaat de mogelijkheid (voor een geselecteerd aantal afgestudeerden) om of door te stromen naar de FRW Graduate School óf bij één van de Nederlandse universiteiten een verdere onderzoeksopleiding te volgen als AIO (Assistent In Opleiding), als OIO (Onderzoeker In Opleiding) of als PhD bursaal. 5

14 Algemeen: studierichtingen en organisatie Ambities in de verschillende studiefasen De ambities voor de Propedeutische fase, de Bachelorfase, de Masterfase en de PhD fase kunnen als volgt worden omschreven: Propedeutische fase: Overzicht van het gehele veld van de Sociale Geografie, Planologie en Demografie (SG&P) c.q. Technische Planologie (TP). Centraal in het eerste jaar: studenten ontdekken de wereld. Eerste oriëntatie op de in de ruimtelijke wetenschappen gebruikte onderzoekstechnieken. Beeld van de vervolgopleiding en de latere beroepspraktijk, zodat een verantwoorde keuze van optionele onderdelen en vervolgwegen mogelijk is. Variatie aan werkvormen die gericht is op het bevorderen van zelfwerkzaamheid en zelfstandig studeren Verdere studie voor het Bachelordiploma: Verdieping van de kennis op het wetenschapsgebied van de SG&P resp. TP, in het bijzonder op de aandachtsvelden van de FRW. Uitbreiding van de kennis en vaardigheden met betrekking tot methodologie en methoden en technieken van onderzoek. Kennismaking met belangrijke steunvakken van de SG&P resp. TP: oefening in brede reflectie op maatschappelijke, i.h.b. ruimtelijke vraagstukken. Oriëntatie op multidisciplinaire kennisverwerving en interdisciplinaire samenwerking in onderzoek. Opzet en uitvoering van onderzoek in een gecontroleerde setting. Oefening in de mondelinge en schriftelijke rapportering over zulk onderzoek. Er wordt een zodanig niveau bereikt dat de afgestudeerde met een wetenschappelijke attitude in maatschappelijke functies werkzaam kan zijn Masterfase: Uitbreiding van de kennis op het wetenschapsgebied van de SG&P, resp. TP en Demografie tot een niveau waarop wetenschappelijke reflectie mogelijk wordt. Specialisatie in een deel van het wetenschapsgebied, waar kennis en vaardigheden tot een niveau worden opgebouwd dat actieve deelname aan internationale wetenschappelijke fora mogelijk maakt. Er wordt een zodanig niveau bereikt dat de afgestudeerde in staat is tot het zelfstandig opzetten van wetenschappelijk onderzoek en het vervaardigen van een academisch proefschrift. In de Researchmaster wordt op voorgaande ambities nog meer accent gelegd en liggen de eisen hoger PhD-fase: De succesvolle kandidaat heeft aangetoond in staat te zijn zelfstandig wetenschappelijk onderzoek te kunnen verrichten door ofwel een monografie dan wel een aantal artikelen in internationale vaktijdschriften te publiceren en in het openbaar te verdedigen. 6

15 Algemeen: studierichtingen en organisatie De FRW wil verder excellente studenten met een sterke motivatie voor onderzoek vroegtijdig identificeren en een uitdagend programma aanbieden. Binnen de opbouw van het onderwijsprogramma is extra aandacht voor de excellente student met belangstelling voor onderzoek in het zogenaamde Challenge Programme. Zo ontstaat al gedurende de Bacheloropleiding een op de Researchmaster gericht onderwijstraject Challenge Programme Het Challenge Programme (CP) heeft drie doelstellingen: 1 Voor de zeer goede en excellente Bachelorstudent extra uitdaging bieden binnen het reguliere studieprogramma; 2 Voorsorteren op de Research Master; 3 Intensieve begeleiding voor de zeer goede en excellente student. Het CP richt zich op de beste 5 à 10 procent van een studiejaar; studenten die zonder veel moeite het studieprogramma doorlopen. Criteria voor deelname aan het CP zijn: de propedeuse is in 1 jaar gehaald; op maximaal 2 onderdelen na zijn alle studieonderdelen in een jaar in 1 keer gehaald; een gemiddelde van tenminste 7,5; in de pas lopen met het studieprogramma, en gemotiveerd zijn. Studenten kunnen deelnemen aan het CP door middel van (1) het volgen van Challenge Courses; (2) de maatwerkmethode; of (3) de 1-op-1 methode. Hieronder volgt de toelichting. 1 Reguliere Challenge Courses zijn cursussen waarbij een extra uitdaging wordt geboden binnen de context van een standaard -vak. Challenge Courses worden aangeboden via de prikborden, de website en/of de UK (Gronings universiteitskrant). Voorbeelden zijn een opdracht voor een vak in een andere stad (eventueel buitenland) uitvoeren, een extra paper of werkstuk ter aanvulling van een regulier vak schrijven of een groepsproject in het buitenland uitvoeren. Het initiatief voor een Challenge Course kan komen van de CP- coördinatoren, docenten of studenten. Een student, die denkt een goed idee te hebben kan een docent zoeken die, in overleg met de CP coördinator, een aanvraag in kan dienen. Op die manier kan een standaard - vak worden omgebouwd tot Challenge Course; 2 De maatwerkmethode houdt in dat studenten een extra inspanning leveren buiten de context van een standaard -vak. Voorbeelden van de maatwerkmethode zijn: Een artikel schrijven voor een tijdschrift, zoals bijvoorbeeld Rooilijn, Geografie of Girugten; Een poster fabriceren; Het bijwonen van een congres, zoals de Nethur Stadsdag, de Plandag, de Nederlandse Demografiedag etc.; Groeps- of bachelorproject in het buitenland; Deelnemen aan het NEURUS-programma. 7

16 Algemeen: studierichtingen en organisatie 3 De 1-op-1 methode biedt studenten een kijkje in de keuken van de universiteit. Excellente studenten kunnen stage lopen bij een docent. Het gaat hierbij om een individueel traject tussen een student en een docent. De student krijgt persoonlijke, intensieve begeleiding bij bijvoorbeeld het schrijven van een paper voor een congres, het schrijven van een boekrecensie, etc. In het CP levert de student aantoonbaar een extra prestatie ten opzichte van het reguliere programma. Tegenover deze prestatie staan intensieve begeleiding door een docent en eventueel financiële vergoeding van reis- en verblijfkosten. Op het Bachelordiploma wordt deelname aan het CP aangetekend. Belangstellende studenten die voldoen aan de criteria, kunnen zich aanmelden via het formulier op de FRW website (zie [Informatie voor ][Studenten][Challenge Program]). In een sollicitatiegesprek worden vervolgens de studieresultaten en de motivatie besproken. Meer informatie over het Challenge Program is te verkrijgen bij de coördinatoren: voor de Bachelor Technische Planologie, dr. N. Karstkarel en voor de Bachelor Sociale Geografie en Planologie, dr. T. Haartsen. 1.3 Vooropleidingseisen Toelating propedeuse Bachelorprogramma s Om toegelaten te worden tot het propedeutisch examen in het Bachelorprogramma SG&P en Technische Planologie dient de aankomende student te beschikken over het einddiploma VWO, waarvan Wiskunde A of B deel uitmaakt c.q. één van de volgende profielen: Natuur & Gezondheid, Natuur & Techniek, Economie & Maatschappij of Cultuur & Maatschappij. Voor de opleiding Technische Planologie geldt een zogenaamde inschrijvingsdeficiëntie voor Wiskunde A en/of B, of aanvullend Wiskundeonderwijs bij het profiel Cultuur & Maatschappij. Dat wil zeggen dat men niet kan worden ingeschreven bij de opleiding Technische Planologie indien niet aan de genoemde eis is voldaan. Diegenen die menen een kwalificatie te hebben verworven die het waarschijnlijk maakt dat zij de studie met succes kunnen volgen, moeten zich bij de Centrale Studentenbalie (CSB) aanmelden en kunnen om toelating verzoeken. In andere gevallen moet een colloquium doctum worden afgelegd. Voor gegevens hierover kan men zich wenden tot de studieadviseur, mw.drs. D. Muntinga-Weurman (zie lijst medewerkers in deze studiegids, bijlage 1). Zij die beschikken over een buitenlands equivalent van een VWO-diploma dienen zich tot de studieadviseur te wenden met een verzoek om nadere informatie over de procedure van toelating Toelating Masterprogramma s Een Bachelorexamen Sociale Geografie & Planologie of Technische Planologie behaald aan de RUG geeft in principe toegang tot elk van de aangeboden FRW Masteropleidingen, met dien verstande dat afhankelijk van de te kiezen Master een Minorprogramma sterk aanbevolen (Demografie), dan wel aangeraden wordt. 8

17 Algemeen: studierichtingen en organisatie Toelating tot de Research Master moet individueel aangevraagd worden en wordt beoordeeld door de toelatingscommissie van de Research Master. De toelatingscommissie van de andere Masteropleidingen kan in geval van twijfel aan de kans op succesvolle studieafronding aanvullende eisen stellen alvorens een toelatingsbewijs wordt verstrekt, behalve voor de doorstroommasters. Aanvullende eisen kunnen ook gesteld worden aan studenten van andere faculteiten aan de RUG of elders, waarbij in ieder geval standaard een intakegesprek plaats vindt. Ook hier behoudt de toelatingscommissie het recht om aanvullende eisen te stellen. Soms wordt een minor programma voorgeschreven om toelating te verkrijgen (zie ook hoofdstuk 11 van deze studiegids) Instroming en doorstroming vanuit het HBO Het is mogelijk om met een HBO-propedeuse/diploma of een overgangsbewijs van jaar 1 naar jaar 2 van het HBO in te stromen in het Bachelorprogramma van het WO. Daarbij geldt de eis dat men Wiskunde A of B op VWO-niveau moet beheersen. Raadpleeg hierover de studieadviseur. Na een voltooide HBO-opleiding is het, afhandelijk van de gevolgde HBOopleiding, soms mogelijk in te stromen in de opleidingen van de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen. Het betreft dan een schakelprogramma met toelatingsbewijs tot specifieke Masteropleiding. De student krijgt een individueel programma, vast te stellen door de toelatingscommissie van de betreffende Masteropleiding. De omvang van het schakelprogramma is meestal 60 EC, afhankelijk van het bestaan van afspraken met de HBO van herkomst Voor alle HBO-instromers geldt dat er een intakegesprek plaatsvindt. 1.4 De FRW onderwijsorganisatie De onderwijs- en examenregelingen Eenmaal per jaar worden de onderwijs- en examenregelingen voor het propedeutisch-, alsmede voor de Bachelor- en Masterexamens vastgesteld. Dit gebeurt op voorstel van het Faculteitsbestuur, na overleg met de opleidingscommissies en met instemming van de Faculteitsraad Faculteitsbestuur, Faculteitsraad en opleidingscommissies Het Faculteitsbestuur wordt benoemd door het College van Bestuur van de Rijksuniversiteit Groningen en bestaat uit: 1 hoogleraar, die voorzitter is (decaan) en tevens portefeuillehouder onderwijs ; 1 lid van het wetenschappelijke personeel met de portefeuille onderzoek, tevens plaatsvervangend voorzitter; 1 lid met de portefeuille middelen ; 1 studentlid als adviseur (aangewezen door de studentleden van de Faculteitsraad). Samenstelling Faculteitsbestuur met ingang van 1 september 2008: 9

18 Algemeen: studierichtingen en organisatie prof.dr. P.H. Pellenbarg (voorzitter en decaan, portefeuillehouder onderwijs ); vacature (plv. voorzitter, portefeuillehouder onderzoek ); mw. G. Groen (portefeuillehouder middelen ); vacature (studentlid adviseur). De Faculteitsraad is samengesteld uit 10 leden, waarvan 5 leden éénmaal per twee jaar worden gekozen door en uit het personeel, en; 5 leden éénmaal per jaar worden gekozen door en uit de studenten. De Faculteitsraad en het Faculteitsbestuur laten zich bijstaan door een aantal commissies, waaronder: de Bachelor opleidingscommissie Sociale Geografie & Planologie; de Bachelor opleidingscommissie Technische Planologie; de gecombineerde opleidingscommissies voor de MSc-opleidingen, te weten: Economische Geografie/Vastgoedkunde, Culturele Geografie/Lerarenopleiding, Planologie/Environmental and Infrastructure Planning en Population Studies/Research Master in Regional Studies Basiseenheden De Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen telt vier basiseenheden (BE), namelijk: Culturele Geografie; Demografie; Economische Geografie; Planologie. Een basiseenheid is een eenheid ten behoeve van de organisatie, coördinatie en integratie van de werkzaamheden van hen, wier taken met betrekking tot onderwijs en onderzoek op hetzelfde vakgebied liggen. Het Faculteitsbestuur wijst de leden van de basiseenheden van onderwijs en onderzoek aan. Het Faculteitsbestuur wijst tevens de hoogleraren aan die belast worden met de leiding van de basiseenheden. Dit zijn: voor Culturele Geografie: prof.dr. P.P.P. Huigen; voor Demografie: prof.dr. I. Hutter; voor Economische Geografie: prof.dr. P.H. Pellenbarg, en voor Planologie: prof.dr. G. de Roo Coördinatie onderwijs en examens Opleidingsdirecteuren Namens het Faculteitsbestuur zijn de opleidingsdirecteuren belast met de nadere regeling van onderwijs en examens. De opleidingsdirecteuren zijn: voor Sociale Geografie & Planologie en Technische Planologie: prof.dr.ir. P. Ike; voor de Graduate School: prof.dr. L.J.G. van Wissen. 10

19 Algemeen: studierichtingen en organisatie De opleidingsdirecteur pleegt tenminste tweemaal per jaar overleg met opleidingscommissies over de uitvoering van de onderwijs- en examenregeling Coördinatie onderwijs en examens in het facultaire onderwijsprogramma Voor de goede afwikkeling van de dagelijkse gang van zaken bij het onderwijs van de verschillende Bachelor- en Masteropleidingen, wordt zorg gedragen door coördinatoren. Dit zijn voor de Master Planologie: prof.dr. G. de Roo; Master Economische Geografie: prof.dr. P.H. Pellenbarg; Master Culturele Geografie: dr. P.D. Groote; Master Vastgoedkunde: dr. P.R.A. Terpstra; Master Population Studies: prof.dr. I. Hutter; Master Environmental and Infrastructure Planning: dr. J. Woltjer; Master Lerarenopleiding: dr. P.C.J. Druijven; Graduate School: Research Master Regional Studies: prof.dr. I. Hutter; Graduate School: PhD opleiding: prof.dr. L.J.G. van Wissen. Gegevens om de coördinatoren te bereiken, staan in de lijst van medewerkers in deze studiegids, bijlage Studieprogramma Internationaal onderwijs De FRW stimuleert buitenlandse studieverblijven van studenten uit alle opleidingen, studierichtingen en afstudeerrichtingen. Ook werft de FRW actief buitenlandse studenten voor de facultaire Engelstalige opleidingen c.q. deelname aan het speciaal op uitwisselingsstudenten gerichte programma. De Facultaire organisatie voor internationaal onderwijs richt zich op vier doelgroepen: FRW studenten die een deel van hun studie in het buitenland willen verrichten; Buitenlandse uitwisselingsstudenten die voor een korte periode aan onze faculteit verblijven Voor deze twee categorieën is drs. P.J.M. van Steen het directe aanspreekpunt; Buitenlandse studenten die aan een van de reguliere FRW Engelstalige master opleidingen (Population Studies, Environmental & Infrastructure Planning, Research Master Programme) deelnemen. Voor deze categorie is mw. S. E. Tiggelaar het aanspreekpunt; FRW studenten die aan een Double Degree (Environmental & Infrastructure Planning met het ITB Bandung of Water and Coastal Management met de universiteit van Oldenburg) programma willen deelnemen. Voor deze programma s is dr. J. Woltjer het aanspreekpunt Internationale uitwisseling: het International Office en de International School of Spatial Policy Studies De Faculteit biedt studenten diverse mogelijkheden om een deel van de studietijd in het buitenland door te brengen. De buitenlandse studiemogelijkheden zijn bedoeld voor studenten uit het laatste jaar van het Bachelorprogramma en studenten uit het 11

20 Algemeen: studierichtingen en organisatie Masterprogramma. De meeste buitenlandse studiemogelijkheden hebben betrekking op het volgen van onderwijs in de vorm van hoor- en/of werkcolleges. Soms is het ook mogelijk om een onderzoek (zoals het Bachelor- of het Masterproject) geheel of gedeeltelijk bij een buitenlandse partner te verrichten. In dit geval verzorgt een docent van de Faculteit de (mede-)begeleiding alsmede de eindbeoordeling. Ten behoeve van het FRW internationale studentenuitwisselingsprogramma heeft de Faculteit onder meer een International Office ingericht, een groot aantal samenwerkingsovereenkomsten met buitenlandse universiteiten afgesloten en - ten behoeve van het Engelstalig onderwijs aan bezoekende buitenlandse studenten - de International School of Spatial Policy Studies opgericht Het International Office Het International Office van de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen is het primaire aanspreekpunt voor studenten van de Faculteit die een deel van hun studie in het buitenland (willen) doen en voor buitenlandse studenten die voor een beperkte periode aan de Faculteit (willen) komen studeren. Het International Office is ondergebracht bij het Bureau Onderwijs en Examens op de administratie van de Faculteit (mw. D.A.F. Nauta-Offereins) en: verschaft informatie aan studenten die zich willen oriënteren op een buitenlands studieverblijf, onder andere door een centrale voorlichtingsbijeenkomst (in oktober of november van elk studiejaar), de uitgave van een brochure Studeren in het buitenland: een wegwijzer voor studenten Ruimtelijke Wetenschappen (verkrijgbaar bij Bureau Onderwijs en Examens), door het aanbieden en archiveren van informatie over de studiemogelijkheden bij de buitenlandse partneruniversiteiten en door individuele adviesgesprekken; coördineert de administratieve procedures rondom een buitenlands studieverblijf (zoals aanmelding bij de buitenlandse universiteit en het beschikbaar stellen van Socrates/ Erasmusbeurzen of Marco Polo studiebeurzen), en; coördineert de registratie van in het buitenland behaalde studieresultaten, in afstemming met de examencommissies c.q. de opleidings-/studierichtingsdirecteuren van de Faculteit. Op het Bureau Onderwijs en Examens /International Office zijn inschrijfformulieren voor een buitenlands studieverblijf te verkrijgen, evenals nadere informatie over de buitenlandse partneruniversiteiten. Aanvullende informatie wordt verstrekt door mw. D.A.F. Nauta-Offereins van het International Office of door de facultaire coördinator internationale studentenuitwisseling (drs. P.J.M. van Steen, zie bijlage 1 in deze studiegids voor spreekuur en adres). Afspraken voor een persoonlijk adviesgesprek kunnen gemaakt worden via mw. D.A.F. Nauta-Offereins. Zie ook: studereninhetbuitenland International School of Spatial Policy Studies De International School, waar stafleden uit alle basiseenheden van de Faculteit in participeren, verzorgt het Engelstalige onderwijs aan buitenlandse uitwisselingsstudenten die niet deelnemen aan de reguliere facultaire opleidingen. 12

21 Algemeen: studierichtingen en organisatie Oriëntatie op studeren in het buitenland Studenten die het voornemen hebben om in het buitenland te studeren, wordt aangeraden zich uiterlijk in de eerste maanden van het studiejaar voorafgaand aan het studiejaar waarin in het buitenland zal worden gestudeerd, te oriënteren op bestemmingsmogelijkheden, condities, inpassing in het eigen studieprogramma e.d. Zie daarvoor de brochure Studeren in het buitenland, een wegwijzer voor studenten Ruimtelijke Wetenschappen (te verkrijgen bij het Bureau Onderwijs en Examens). Het bijwonen van de jaarlijkse facultaire voorlichting over studeren in het buitenland, in oktober of november, wordt ten sterkste aangeraden (zie mededelingen op mededelingenborden en in de UK voor exacte datum, tijd en plaats). Tevens verdient het aanbeveling om na te gaan op welke wijze het buitenlandse studieverblijf, mede gelet op de semester- of trimesterindeling van de buitenlandse universiteit, optimaal kan worden ingepast in het programma van de eigen opleiding of studierichting. Zo nodig vindt in deze fase een adviesgesprek met de coördinator van de betreffende studiefase of de facultaire coördinator internationale studentenuitwisseling, drs. P.J.M. van Steen, plaats. Als regel sluit de inschrijving voor een buitenlandse studieperiode op 31 januari voorafgaand aan het studiejaar waarin het voorgenomen buitenlandse studieverblijf is gepland (de inschrijving voor een studieverblijf in Nieuw-Zeeland en Australië sluit in de regel op 31 augustus voorafgaand aan het kalenderjaar waarin het voorgenomen buitenlandse studieverblijf is gepland) Beschikbare samenwerkingsovereenkomsten De Faculteit heeft verschillende samenwerkingsovereenkomsten met buitenlandse universiteiten afgesloten. Allereerst gaat het om overeenkomsten met universiteiten in Europa in het kader van het Socrates/Erasmusprogramma van de Europese Gemeenschap. Hiervoor zijn meestal aanvullende studiebeurzen beschikbaar, die via de Faculteit beschikbaar worden gesteld. Het gaat hier om universiteiten in het Verenigd Koninkrijk (Reading, Nottingham, Plymouth, Coleraine, Leeds), Finland (Joensuu), Zweden (Göteborg, Uppsala), Duitsland (Frankfurt, Berlijn, Munster), Spanje (Zaragoza, Malaga), Portugal (Lissabon), Hongarije (Pecs), Roemenië (Boekarest), Oostenrijk (Wenen), Polen (Wroclaw) en Letland (Riga). Daarnaast heeft de Faculteit uitwisselingsafspraken gemaakt met een reeks universiteiten buiten Europa. In Nieuw-Zeeland is een overeenkomst tot stand gebracht met de University of Auckland en in India met de Jewaharlal Nehru University (JNU) in New Delhi en Karnatak University in Dharwad. In de Verenigde Staten gaat het om universiteiten in onder andere Seattle en Tacoma in de staat Washington, Geneseo in New York State en Urbana-Champaign in Illinois. Vermeldenswaard is de deelname van de Faculteit aan het NEURUS-programma (Network for European and United States Regional and Urban Studies), waar ook universiteiten uit Berlijn, Wenen, North Carolina (Chapel Hill), Illinois (Urbana- Champaign) en Californië (Irvine) in participeren. Het NEURUS-programma is voor Masterstudenten een Challenge Course (zie paragraaf 1.2.5). Centraal staat het thema van het Masterproject. In het eerste deel van het studiejaar (septemberdecember) verblijven studenten in de Verenigde Staten. Het NEURUS-programma kent verder nog seminars en een zogenaamde distance learning course, die via internet kan worden afgenomen. 13

22 Algemeen: studierichtingen en organisatie Verdere buitenlandse bestemmingsmogelijkheden zijn te vinden in Canada, China en Indonesië. De RUG biedt daarnaast een beperkt aantal verdere mogelijkheden, voor studenten van alle opleidingen en studierichtingen, in onder andere Nieuw Zeeland en Australië. Voor buitenlandse bestemmingen die niet onder het Socrates/Erasmusprogramma vallen is in veel gevallen een beurs uit het Marco Polo Fonds van de RUG beschikbaar. Voorwaarde voor zowel een Socrates/Erasmusbeurs als een Marco Polo Fonds beurs is dat het buitenlandse studieverblijf tenminste drie maanden duurt. 1.6 Onderzoek Het FRW onderwijsconcept legt grote nadruk op de vervlechting tussen onderzoek en onderwijs. Onderwijsonderdelen, die gezichtsbepalend zijn voor één van de door de FRW aangeboden opleidingen worden daarom altijd gegeven door één of meerdere actieve onderzoekers verbonden aan de FRW. Waar mogelijk wordt eigen onderzoek gebruikt om de aangeboden stof te illustreren. Zo treedt er kruisbestuiving op tussen onderwijs en onderzoek. De FRW onderwijsorganisatie is in het voorgaande beschreven. Ten behoeve van het onderzoek heeft de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen het Urban and Regional Studies Institute (URSI) opgericht. Via het URSI participeert de Faculteit in de landelijke onderzoeksschool NETHUR. Het demografisch onderzoek van de Faculteit is behalve in URSI, tevens ondergebracht in het Population Research Centre (PRC). Het onderzoek van de Faculteit wordt verricht vanuit de basiseenheden Planologie, Economische Geografie, Culturele Geografie en Demografie. De vier basiseenheden kennen binnen het werkterrein van de Faculteit eigen onderzoekslijnen. Langs deze onderzoekslijnen worden onderzoeksprojecten uitgevoerd. Er zijn onderzoeksprojecten waarin onderzoekers van dezelfde basiseenheid participeren, maar ook onderzoeksprojecten waarin door leden van verschillende basiseenheden wordt samengewerkt. De onderzoekslijnen van de basiseenheden worden regelmatig geactualiseerd en op elkaar afgestemd binnen URSI. De FRW verricht niet alleen fundamenteel wetenschappelijk onderzoek, maar is ook zeer actief in kennisvalorisatie, waarbij de aanwezige wetenschappelijke kennis vertaald wordt naar concrete maatschappelijk relevante toepassingen. Kennisvalorisatie gebeurt niet alleen ten behoeve van regionale maatschappelijke ruimtelijke activiteiten maar ook voor (inter)nationale projecten. De ervaring opgedaan met deze vertaling van wetenschappelijke kennis in concrete toepassingen wordt verwerkt in het onderwijsaanbod. De combinatie van wetenschappelijk onderzoek met kennisvalorisatie garandeert een evenwichtige behandeling van voor de opleidingen benodigde inbreng vanuit het facultaire onderzoek. Meer informatie is te vinden op 14

23 Algemeen: studierichtingen en organisatie 1.7 Studentenorganisaties De FRW kent een zeer actieve studentengeleding, waarin het merendeel van de studenten aan de faculteit georganiseerd is rond een drietal thema s. Ibn Battuta is vooral gericht op de onderlinge communicatie tussen de student-leden waarbij gezelligheid en studie centraal staan; Pro Geo behartigt de belangen van alle studenten binnen de bestuurlijke organen van de FRW en de stichting Geo Promotion richt zich op het organiseren van wetenschappelijke congressen en symposia Ibn Battuta Ibn Battuta is de faculteitsvereniging van de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen. Zij organiseert jaarlijks een breed scala aan activiteiten. Zo worden er diverse buitenlandse reizen, excursies, lezingen en workshops georganiseerd. Ook organiseert Ibn Battuta boekenverkopen, borrels, feesten, sport- en carrièregerichte activiteiten. Iedere werkdag kun je in de koffiekamer, Interimgebouw 027, terecht voor een vers kopje koffie of thee. Daar staat het bestuur ook klaar om je vragen te beantwoorden. De student kan zelf actief worden bij Ibn Battuta in een van de twaalf commissies en werkgroepen, of zelfs in het bestuur. Het lidmaatschap van de vereniging kost 11,34 per jaar. Als lid van Ibn Battuta krijgt de de student voorrang bij verenigingsactiviteiten, ieder jaar de verenigingsalmanak en een aanzienlijke korting op boeken. Ibn Battuta is een goede manier om medestudenten te leren kennen en de studie te verrijken. Meer informatie is te verkrijgen via de website ( per of via telefoon ( ) Pro Geo Pro Geo is de stichting die de belangen van alle studenten van de FRW behartigt. Zij doet dit op allerlei verschillende manieren, maar het belangrijkste is dat dit gebeurt door studenten, voor studenten. Het bestuur van Pro Geo bestaat uit de vijf studentleden in de Faculteitsraad (Fraad). Elk jaar vinden hier verkiezingen voor plaats in mei. Elke student kan zich kandidaat stellen voor de F-raad en bovendien een stem uitbrengen via Progress. De Faculteitsraad bestaat verder uit vijf personeelsleden en heeft instemmingsrecht over bepaalde beslissingen die genomen moeten worden. Daarnaast kan de F-raad adviezen uitbrengen aan het Faculteitsbestuur (FB). Op deze manier kunnen studenten dus invloed uitoefenen op het beleid van de faculteit. Zo heeft de F-raad een zeer actieve rol gespeeld in de vorming van de nieuwe bacheloronderwijsprogramma s die er aankomen. Naast de werkzaamheden voor de Faculteitsraad is Pro Geo er ook voor klachten of suggesties van studenten over het onderwijs. Deze worden behandeld via de F-raad maar ook via de Opleidingscommissies (OC s) die elke opleiding heeft. Deze bestaan uit twee of drie studenten en een aantal docenten. De belangrijkste taak van de OC s is het evalueren van de vakken die in een blok zijn aangeboden en jaarlijks het bekijken van het Onderwijs- en Examenreglement (OER). Ook onderhoudt Pro Geo nauwe contacten met het student-lid van het Faculteitsbestuur. Als laatste organiseert Pro Geo samen met Ibn Battuta jaarlijks de boekenverkoop en de Carrièredag. 15

24 Algemeen: studierichtingen en organisatie Voor een goed functioneren van Pro Geo is het essentieel om feedback te krijgen van de overige studenten. Daarnaast zijn enthousiaste studenten die zich willen inzetten onmisbaar. Dus: zijn er klachten of opmerkingen, mail dan naar bezoek de website waar een klachtenbox te vinden is of spreek iemand van de F-raad of een OC aan. Op de website is te vinden wie dit allemaal zijn, bovendien staat er nog een aantal andere nuttige zaken. Actief worden kan natuurlijk ook: in september worden weer nieuwe OC s aangesteld en in maart zijn er sollicitaties voor de nieuwe F-raad. Dus heb je interesse, stuur dan een of spreek iemand aan. Meer informatie is te vinden op de website: Stichting Geo Promotion Stichting Geo Promotion is een stichting welke inmiddels 22 jaar geleden door studenten van de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen (FRW) aan de Rijksuniversiteit Groningen is opgericht. Gedurende haar bestaan heeft deze stichting jaarlijks congressen en symposiageorganiseerd over planologisch, geografisch en vastgoedkundig relevante thema s. Dit met als doel het bevorderen van de integratie tussen het bedrijfsleven, overheid en studenten. Op 5 maart 2008 organiseerde Geo Promotion het congres Krimp en Ruimte: Kansen voor het Noorden?, waarop werd ingegaan op de gevolgen en de kansen van een krimpende bevolking in het Noorden. Deze dag was een groot succes, mede door het grote aantal deelnemers van gemeentes, corporaties en bedrijven. Het is voor elke student mogelijk actief te worden in het bestuur van Geo Promotion, ongeacht het studiejaar of het hebben van bestuurservaring. Zo wordt het mogelijk om op een actieve manier bezig te zijn met de kennis die je tijdens de studieperiode op doet en ookte ervaren wat besturen is.voor meer informatie: telefoon (050) , contact@geopromotion.nl of Informatie en Informatievoorziening Aanvullende informatie op de studiegids, bestemd voor nieuwe studenten, wordt zonodig via de daarvoor bestemde kanalen verspreid. Voor nieuwe eerstejaars studenten, en nieuwe studenten die als zij-instromers aan een van de opleidingsprogramma s van de Faculteit beginnen, is het in het begin soms moeilijk om in de veelheid van informatie over de studie- en examenprogramma s goed de weg te vinden. Een paar belangrijke vingerwijzigingen worden daarom hier gegeven: Voor alle vragen over de inrichting van de studie waarop deze gids niet direct een antwoord geeft en/of moeilijkheden die een student bij het volgen van de studie ondervindt, kan hij of zij zich wenden tot de studieadviseur van de Faculteit, mevrouw drs. D. Muntinga-Weurman, telefoon (050) , De Centrale Studentenbalie (CSB) en de Studentenpsychologen van de Universiteit staan ter beschikking van studenten als zij problemen met de studie ondervinden van meer algemene aard (zie hoofdstuk 5 onder CSB en Studentenpsychologen ); Erg belangrijk voor een vlotte studievoortgang is dat studenten goed weten om te gaan met het elektronische systeem dat hun inschrijving voor vakken en tentamens regelt. Dat is het zogenaamde Progress-systeem (zie hoofdstuk 5 onder Inschrijven voor studieonderdelen en tentamens ); 16

25 Algemeen: studierichtingen en organisatie Raadpleeg bij alle vakken die je wilt volgen, voordat je je ervoor gaat inschrijven, altijd de vakinformatie die in deze studiegids is opgenomen. Bestel, indien je een vak gaat volgen, tijdig de in de vakinformatie vermelde kernliteratuur. Naast deze studiegids en de hierboven genoemde bronnen biedt de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen verschillende andere informatiebronnen. Deze zijn: Nestor, de elektronische leeromgeving van de Rijksuniversiteit Groningen bereikbaar via Op Nestor Portal, de openingspagina als je inlogt in Nestor, staan alle belangrijke facultaire mededelingen; De facultaire website, Elke student krijgt een eigen account. van de Faculteit wordt naar dit account gestuurd; Het Bureau Onderwijs en Examens, kamer 0024, geeft informatie over collegerooster, tentamendata, studieresultaten, overgangsregelingen, etc.; Studiecoördinator: in paragraaf van dit hoofdstuk staan voor de verschillende jaren en studierichtingen de coördinatoren vermeld. Met specifieke vragen betreffende het studieprogramma kun je bij de coördinator terecht; Mededelingenborden. Het verdient aanbeveling deze borden regelmatig te bestuderen; Universiteitskrant (UK), met name de rubriek mededelingen. Het is belangrijk voor studenten om goed geïnformeerd te zijn over bijvoorbeeld eventuele wijzigingen in het collegerooster, gebeurtenissen op de Faculteit en activiteiten van de facultaire studentenverenigingen. De Faculteit doet er alles aan om deze informatie via bovenstaande kanalen tijdig te verspreiden. Het behoort tot de verantwoordelijkheid van de student om zich goed op de hoogte te houden van de voor hem of haar belangrijke informatie. Ook is het de verantwoordelijkheid van de student te letten op een correcte inschrijving en om regelmatig de student.rug-mail en de post te checken. Wijzigingen in college- dan wel tentamenrooster worden als regel via de inschrijving voor het betreffende onderdeel in Progress en Nestor, naar de studenten g d. Zie tevens de facultaire website, onder [Informatie voor ][Studenten][Roosters] Eventuele problemen ten gevolge van het niet correct ingeschreven staan of het niet lezen van mail en post zijn de verantwoordelijkheid van de student. 17

26

27 Bacheloropleiding Sociale Geografie & Planologie 2 Bacheloropleiding Sociale Geografie & Planologie 2.1 Inleiding De Bacheloropleiding Sociale Geografie & Planologie (SG&P) is een driejarige opleiding. De hoofdstructuur van het programma met de verplichte vakken is afgebeeld in tabel 2.1. Het onderwijs- en examenreglement van de studie voor het Bachelorexamen Sociale Geografie & Planologie is ondergebracht in hoofdstuk 6. Zoals tabel 2.1 toont, is het onderwijsprogramma voor elk studiejaar opgedeeld in twee semesters en elk semester is weer in twee perioden verdeeld (1a en 1b, 2a en 2b). In elke periode is een aantal studieonderdelen geplaatst, meestal een drietal. De vakbeschrijvingen in hoofdstuk 4 van deze studiegids geven aan wat de inhoud van de onderdelen is. Op het collegerooster (zie de facultaire website wordt nadere informatie gegeven over de precieze data en tijdstippen waarop de hoor- en werkcolleges worden gegeven. Per periode zijn er altijd acht collegeweken. Het eerste studiejaar van het driejarige Bachelorprogramma geldt als propedeuse. Men ontvangt bij het afronden van het propedeuseprogramma een getuigschrift. Wie aan het eind van het eerste studiejaar niet alle studieonderdelen met goed gevolg heeft afgerond kan onder voorwaarden de studie voor het vervolg van de Bacheloropleiding voortzetten, zie daarvoor paragraaf Propedeuse Sociale Geografie & Planologie Doelstellingen Bij het propedeutisch examen wordt beoordeeld of de student qua kennis, vaardigheden en attituden aan de gestelde eisen voldoet om met succes aan het postpropedeutische deel van de Bacheloropleiding te kunnen deelnemen. Naast deze selecterende functie heeft de propedeuse ook een oriënterende functie. Het onderwijs- en examenprogramma is zo opgezet dat de studenten voldoende inzicht kunnen krijgen in het postpropedeutische deel van de studie. Deze oriëntatie betreft zowel inhoud als moeilijkheidsgraad. Bij de opstelling van het onderwijsprogramma is er van uitgegaan dat kan worden aangesloten en teruggegrepen op het kennisniveau van het VWO. Dit geldt niet alleen voor het schoolvak Aardrijkskunde, maar ook voor Wiskunde en de moderne talen. De student krijgt in het eerste jaar een kijk op wat vooral de Sociale Geografie en Planologie, maar ook Demografie, als wetenschap inhouden. Ook de kennismaking met de voornaamste basisbegrippen in hun onderlinge samenhang uit postpropedeutische specialisatierichtingen, evenals het aanleren en oefenen van benodigde vaardigheden dragen bij tot het verkrijgen van een juiste indruk van de wijze van beoefening van de genoemde vakgebieden. 19

28 Bacheloropleiding Sociale Geografie & Planologie Tabel 2.1 Bachelorprogramma Sociale Geografie & Planologie Jaar 1 (Bachelor) Sem EC Culturele Geografie 1 1-a 7 Algemene Sociale Geografie 1-a 5 Computercursus 1-a 3 Economische Geografie 1-b 7 Statistiek 1 1-b 5 Wetenschappelijk Rapporteren 1-b 3 Stadsgeografie 1 en Planologie 1 2-a 5 Groepsproject stad 2-a 2 China 2-a 5 Werkvelden Sociale Geografie en Planologie 2-a * Fysische Geografie en omgeving 2-b 7 Demografie 1: Bevolking en Ontwikkeling 2-b 5 Practicum Fysische Geografie 2-b 3 Jaar 2 (Bachelor) Planologie 2 1-a 5 Economie 1-a 5 Demografie 2: Bevolkingsdynamiek in NL en Eur 1-a 5 Introductie Geografische Informatie Systemen 1-b 5 Meth. Emp. Wetensch. & Wetensch.filosofie 1-b 5 Internationale Geografische Relaties 1-b 5 Geografie en Planologie van Nederland & Europa 2-a 7 Excursie/Veldwerk (incl. voorbereiding & 2-a 3 opdrachten) Statistiek 2 2-a 5 Keuzevak (AVV, MTP of vrije keuze) 2-b 5 Keuzevak (AVV, MTP, MPS of vrije keuze) 2-b 5 Groepsonderzoeksproject 2-b 5 Jaar 3 (Bachelor) Planningtheorie 1 1-a 5 Economische Geografie en Vastgoed 1-a 5 Keuzevak (AVV, MTP of Excursie buitenland) 1-a 5 Culturele Geografie 2 1-b 5 Methoden van sociaal en ruimt. wetensch. onderz. 1-b 5 Keuzevak (AVV, MTP, MPS of vrije keuze) 1-b 5 Keuzevak (AVV, MTP of Excursie buitenland) 2-a 5 Keuzevak (AVV of vrije keuze) 2-a 5 Keuzevak (AVV of vrije keuze) 2-a 5 Keuzevak (AVV, MPS of vrije keuze) 2-b 5 Bachelorproject 2-b 10 (AVV=Algemeen Vormend Vak; MTP=Minor Technische Planologie; MPS=Minor Population Studies) * Voor studenten TP is dit een onderdeel van 2 EC. Voor studenten SG&P wordt het onderdeel Werkvelden uitgebreid met een extra opdracht t.w.v. 1 EC. 20

29 Bacheloropleiding Sociale Geografie & Planologie De organisatie van het propedeutisch onderwijsprogramma De studie begint met introductiedagen, die een algemene kennismaking met Faculteit, onderwijs en omgeving beogen. Deze zullen plaatsvinden op dinsdag 26 en vrijdag 29 augustus Deelname aan de introductiedagen is verplicht voor alle eerstejaarsstudenten die voor de eerste maal voor de studie Sociale Geografie & Planologie en Technische Planologie zijn ingeschreven. Aansluitend op de introductie wordt een (facultatief) weekeinde georganiseerd door de facultaire studentenvereniging Ibn Battuta. Op dinsdag 26 augustus 2008 worden de nieuwe studenten op de Faculteit verwacht voor de aanmelding voor het eerstejaarsprogramma. De inschrijving hiervoor vindt plaats van uur in de Blauwe Zaal in het WSN-gebouw op het Zernikecomplex. Daarna volgt het introductieprogramma van die dag. Het propedeutisch onderwijsprogramma omvat het gehele eerste cursusjaar hetgeen overeenkomt met 60 European Credits (EC s). Via het European Credit Transfer System zijn aan andere Europese universiteiten behaalde vakken eenvoudig op te nemen in het Nederlandse studieprogramma. Het propedeutisch onderwijs Sociale Geografie & Planologie is ingedeeld in twee onderwijslijnen: een vakinhoudelijke onderwijslijn (de VAK-lijn) en een onderwijslijn gericht op het aanleren van vaardigheden en toepassingen (de V&Tlijn). De verschillende vakken in het onderwijsprogramma worden aangegeven met een naam en een code. Bijvoorbeeld Culturele Geografie 1, code GECULTGEO1. Hoofdstuk 4 bevat informatie over alle vakken De VAK-lijn De vakinhoudelijke onderwijslijn - de VAK-lijn - betreft een rondgang door de Sociale Geografie en Planologie evenals een oriëntatie in de Demografie. Het onderwijs binnen deze lijn is geordend in 6 vakinhoudelijke onderdelen van elk 8 weken. Dit zijn: 1 Culturele Geografie 1 (GECULTGEO1); 2 Economische Geografie (GEECOGEO1); 3 Stadsgeografie 1 en Planologie 1 (GESTAPLAN1) (met inbegrip van groepsproject stad); 4 China (GECHINA); 5 Fysische Geografie en omgeving (GEFGOMG); 6 Demografie 1: Bevolking en Ontwikkeling (GEDEMO1-5). Deze 6 vakinhoudelijke onderdelen vergen een totale studie-inspanning van 38 EC, dat is bijna tweederde van de in totaal 60 EC van de propedeuse. Door middel van verschillende reeksen hoorcolleges voor de gehele jaargroep en bestudering van de daarbijbehorende literatuur wordt kennis en inzicht bijgebracht van verschillende vakgebieden van de Sociale Geografie, de Planologie en de Demografie. De VAKlijn is de centrale lijn en wat studiepunten betreft de belangrijkste lijn in het eerstejaarsprogramma. Het studieonderdeel Algemene Sociale Geografie (GEASG, 5 EC) vormt een brug tussen de VAK-lijn en de Vaardigheden (V&T-) lijn van de propedeuse. In kleinere groepen wordt onder leiding van een docent het centrale eerstejaars handboek over sociale geografie van Knox en Marston doorgewerkt, als training in de verwerking van wetenschappelijke literatuur en voorbereiding op literatuurtentamens. 21

30 Bacheloropleiding Sociale Geografie & Planologie Toetsing Het onderwijs in elk propedeuseonderdeel uit de VAK-lijn wordt afgesloten met een schriftelijke toetsing van maximaal drie uur. De stof voor deze propedeusetentamens bestaat uit de collegestof en de opgegeven literatuur van de verschillende onderdelen. De tentamens worden afgenomen in de tentamenperiode aansluitend op de colleges (laatste twee of drie weken van het semesterblok). In de weken waarin propedeusetentamens plaatsvinden worden in de regel geen onderwijsactiviteiten geprogrammeerd, zodat deze weken vrijwel geheel beschikbaar zijn voor zelfstudie. Er bestaan in het eerstejaarsprogramma drie mogelijkheden om een propedeusetentamen af te leggen. De eerste mogelijkheid is het tentamen direct na afloop van het betreffende studieonderdeel. De tweede mogelijkheid om een propedeuseonderdeel af te sluiten geldt alleen voor studenten die bij de eerste mogelijkheid zijn gezakt en als tentamenresultaat een 5 (vijf) hebben gehaald. Voor deze studenten bestaat de mogelijkheid een verlengd tentamen af te leggen. Dit verlengd tentamen vindt plaats binnen drie weken na het tijdstip van de eerste mogelijkheid. De uitslag van de eerste mogelijkheid wordt tenminste zes werkdagen voor het tijdstip van het verlengd tentamen bekend gemaakt. De tentamenstof voor het verlengd tentamen is dezelfde als voor de eerste mogelijkheid. De derde mogelijkheid om een propedeusetentamen af te leggen bestaat uit de herkansingen die in de derde week van de tentamenperiode (1b,2a) of aan het begin of het einde van de zomervakantie zijn geroosterd. (Voor enkele vakken uit de propedeuse is de herkansingsregeling nog iets anders dan hierboven beschreven, men raadplege daarvoor het Onderwijs- en examenreglement van de opleiding: hoofdstuk 6 van deze studiegids). Ook in het geval een student met een geldige en verifieerbare reden verhinderd is om aan de eerste mogelijkheid om een propedeusetentamen af te leggen deel te nemen, kan de student deelnemen aan het betreffende verlengd tentamen. De student meldt de verhindering, met de reden van afwezigheid, schriftelijk zo mogelijk voor, doch in elk geval binnen twee werkdagen na de eerste mogelijkheid van het tentamen bij Bureau Onderwijs en Examens. Bij het bericht van verhindering worden beschikbare schriftelijke bewijsstukken bijgevoegd. De opleidingsdirecteur bepaalt de geldigheid van de reden voor afwezigheid bij de eerste mogelijkheid om het tentamen af te leggen, beslist op grond daarvan over mogelijke deelname aan het betreffende verlengd tentamen en informeert de student tenminste 6 werkdagen voor de datum van dit verlengd tentamen De V&T-lijn In de tweede onderwijslijn binnen het eerstejaarsprogramma staan vaardigheden en toepassingen centraal. Deze onderwijslijn beslaat 17 European Credits (EC) die zijn verdeeld over 5 kleinere onderdelen, die parallel lopen met het vakinhoudelijke onderwijs en betrekking hebben op vaardigheden en toepassingen. Het gaat naast het aanleren van studie- en communicatievaardigheden ook om het aanleren en toepassen van methoden en technieken van de Sociale Geografie en Planologie. In deze onderwijslijn vallen de onderdelen Computercursus (GECOMPUT), Statistiek 1 (GESTAT1), Wetenschappelijk Rapporteren en presenteren (GEWETRAP), Werkvelden SG&P (GEWVLD) en Practicum Fysische Geografie (GEFGPR). Ook 22

31 Bacheloropleiding Sociale Geografie & Planologie wordt een bibliotheekinstructie gegeven; die is om praktische redenen opgenomen bij het onderdeel Algemene Sociale Geografie. De onderwijswerkvormen en de toetsing van de verschillende onderdelen van deze onderwijslijn zijn gevarieerd. Er wordt over het algemeen in kleine groepen gewerkt, waarvan de samenstelling centraal wordt geregeld. Aanwezigheid is hierbij verplicht. Zo wordt in het onderdeel Wetenschappelijk Rapporteren in zogenaamde WETRAP-groepen (5-8 studenten onder begeleiding van een docent) gewerkt aan het vervaardigen van een schriftelijk werkstuk en het presenteren daarvan. De onderdelen binnen de vaardigheden & toepassingenlijn worden afgesloten met een toets, een paper en/of tentamen, dan wel een verklaring van voldoende resultaat bij actieve deelneming. N.B. Voor alle propedeusetentamens is aanmelding vooraf verplicht. Zie hiervoor hoofdstuk 5 (Praktische Onderwijszaken), inschrijving voor tentamens; het mededelingenbord voor eerstejaars, de onderwijs- en examenregeling en de regels & richtlijnen voor de examinering (hoofdstuk 8) Studiepunten Het propedeutische examenprogramma omvat 60 European Credits. Wie 60 EC verzamelt is geslaagd voor het betreffende examen, op dat moment zijn immers alle studie- c.q. examenonderdelen met voldoende resultaat afgelegd. Bij het opstellen van het onderwijsprogramma is als uitgangspunt gehanteerd dat de gemiddelde student in staat is in het eerste jaar 60 EC s te verzamelen. Verwacht wordt dan ook dat na het eerste jaar (inclusief herkansingen) alle studenten die onder normale omstandigheden hebben kunnen studeren, die geschikt zijn voor de studie Sociale Geografie & Planologie, en die voldoende inzet hebben getoond bij het studeren, geslaagd zullen zijn. De studiepuntenverdeling over de examenonderdelen is als volgt: Inhoudelijke onderdelen (VAK) Vaardigheden & Toepassingen (V&T) Culturele Geografie 1 7 Computercursus (GECOMPUT) 3 (GECULTGEO1) Algemene Sociale Geografie 5 Statistiek 1 (GESTAT1) 5 (GEASG) Economische Geografie 7 Wetenschappelijk rapporteren 3 (GEECOGEO1) (GEWETRAP) Stadsgeografie 1 en Planologie 1 7 Werkvelden SG&P (GEWVLD) 2+1 (GESTAPLAN1) incl. groepsopdracht stad Fysische Geogr. en omgeving 7 Practicum Fys.Geografie 3 (GEFGOMG) (GEFGPR) China (GECHINA) 5 Demografie 1: Bevolking en Ontwikkeling (GEDEMO1-5) Totaal

32 Bacheloropleiding Sociale Geografie & Planologie Overgangsmaatregelen studieprogramma propedeuse Het studieprogramma van de propedeuse is ten opzichte van het vorig jaar 2007/2008 niet gewijzigd. Voor studenten die vóór september 2007 of nog eerder met de propedeuse zijn begonnen kan de overgangsregeling die in 2006/2007 is vastgesteld, van toepassing zijn. Hierover kan advies worden gevraagd bij de studieadviseur dan wel het Bureau Onderwijs en Examens Studieadvies Aan het einde van het eerste studiejaar brengt de Faculteit het wettelijk verplichte advies over al dan niet voortzetten van de studie uit. Dit advies komt als volgt tot stand: 1 Studenten die op 31 augustus 2009 aan hun propedeuseverplichtingen hebben voldaan wordt geadviseerd hun studie voort te zetten. 2 Studenten die op 31 augustus 2009 nog niet aan hun propedeuseverplichtingen hebben voldaan, maar van de propedeuse wel tenminste 40 EC s hebben behaald, waaronder Wetenschappelijk Rapporteren wordt geadviseerd hun studie voort te zetten en de ontstane deficiënties uit de propedeuse met prioriteit weg te werken; zij worden toegelaten tot de tentamens en onderwijsonderdelen van jaar 2, met uitzondering van de onderwijsonderdelen Excursie Nederland, Statistiek 2, Groepsonderzoekproject en Introductie GIS waarvoor specifieke toelatingseisen gelden (zie par. 2.3) en de keuzeonderdelen in het tweede jaarsprogramma. 3 Studenten die op 31 augustus of minder EC s van de propedeuse hebben behaald wordt geadviseerd de studie te staken. Indien deze studenten toch Sociale Geografie & Planologie wensen te blijven studeren dienen zij het eerstvolgende studiejaar in de eerste plaats te besteden aan het behalen van de propedeuse-onderdelen die ze missen. Zij hebben geen toegang tot de keuzeonderdelen van het tweede jaar. Per 31 augustus 2010 wordt dan opnieuw bezien of ze voldoen aan de toelatingsregels voor jaar 2. Voor informatie over studieregelingen en bij het optreden van individuele studiemoeilijk- heden kunnen studenten zich wenden tot de studieadviseur mw. drs. D. Muntinga-Weurman. Bovendien geldt dat de examencommissie naar aanleiding van een verzoek van de student kan besluiten af te wijken van de algemene regel met betrekking tot de volgorde van tentamens (zie onderwijs- en examenregeling Bachelor Sociale Geografie & Planologie, hoofdstuk 6, artikel 5.1) Diploma en Judicium Na afronding van alle onderdelen uit de propedeutische fase met voldoende resultaat, wordt het propedeusediploma uitgereikt. Het judicium, dat wil zeggen de waardering in woorden van het behaalde gemiddelde examenresultaat indien aan alle eerdergenoemde verplichtingen is voldaan, wordt vastgesteld als het gewogen (op basis van het aantal EC s) gemiddelde van de tentamens die met een cijfer gewaardeerd zijn. Het betreft de tentamens van de vakken GECULTGEO1, GEASG, GEECOGEO1, GESTAPLAN1, GEFGOMG, GECHINA, GEDEMO1-5 en GESTAT1. Deelcijfers en eindcijfers zijn steeds hele cijfers: groter of gelijk aan 0,5 wordt naar boven afgerond. Het judicium is als volgt: 24

33 Bacheloropleiding Sociale Geografie & Planologie 1 cum laude: gemiddeld 8 of hoger, geen deelcijfer lager dan 7; 2 ruim voldoende: gemiddeld 7 of hoger; 3 voldoende: lager dan gemiddeld 7. Voor nadere informatie over de examinering raadplege men de onderwijs- en examen- regeling Bachelor Sociale Geografie & Planologie en de regels & richtlijnen (hoofdstukken 6 en 8 van deze studiegids). 2.3 Tweede en derde jaar van de Bacheloropleiding Sociale Geografie & Planologie Doelstellingen Na de propedeuse wordt het onderwijsprogramma van de Bacheloropleiding voortgezet met studieonderdelen waarin enerzijds een verdieping van de kennis op het wetenschapsgebied van de sociale geografie en planologie wordt bereikt en anderzijds kennis wordt gemaakt met een aantal belangrijke steunvakken. Ook worden de kennis en vaardigheden met betrekking tot methodologie en methoden en technieken van onderzoek verder uitgebreid en toegepast in projectverband. In het derde studiejaar worden vakken aangeboden die zicht bieden op aansluitend aan de Bachelorstudie beschikbare Masterprogramma s en is er een aanzienlijke keuzeruimte beschikbaar waarin studenten bijvoorbeeld Minorprogramma s kunnen volgen en/of een deel van het studieprogramma vullen met een verblijf aan een universiteit in het buitenland. Aan het eind van de Bachelorstudie is een zodanig niveau bereikt dat de afgestudeerde met een wetenschappelijke attitude in maatschappelijke functies werkzaam kan zijn en er dus eventueel voor kan kiezen de studie niet met een Masterfase te vervolgen De organisatie van het studieprogramma in het tweede en derde jaar Tabel 2.1 toont tevens de opbouw van het studieprogramma in het tweede en derde jaar. Afgezet tegen het panoramische karakter van de propedeuse wordt in jaar 2 de beoogde verdieping en verbreding in de vakinhoudelijke lijn zichtbaar. De verbreding gaat ook in de richting van voor de geografie en planologie belangrijke andere en ondersteunende wetenschapsgebieden. Een deel van de beschikbare ruimte (10 EC) kan met keuzevakken worden ingericht. In jaar 3 volgen de vakken die oriënteren op de doorstroom-masters binnen de eigen Faculteit en is het programma verder zo opgesteld, dat er slechts een beperkt aantal verplichte vakken in vaste perioden staan. Zodoende kan de student in hoge mate op basis van eigen voorkeur bepalen hoe de studie wordt ingericht, ook in verband met een eventuele voortzetting in een andere richting dan de doorstroom-masters. Het is vooral in deze fase dat het principe van de brede Bacheloropleiding wordt waargemaakt. Het onderwijs in de vaardigheden wordt door de gehele Bachelorstudie heen in toenemende mate gericht op toepassing VAK- en V&T-lijn Het programma in de VAK-lijn wordt in jaar 2 gevuld met de vakken Economie, Planologie 2, Demografie 2: Bevolkingsdynamiek in Nederland & Europa, Geografie en Planologie van Nederland & Europa en Internationale Geografische Relaties. In de keuzeruimte kan nog een tweetal uit een reeks andere geografische, planologische en demografische vakken worden toegevoegd (zie ook keuzevakken en tabel 2.2.). Onder de inhoudelijke verdieping valt ook het vak Methodologie van 25

34 Bacheloropleiding Sociale Geografie & Planologie empirische wetenschappen & wetenschapsfilosofie. Bij elkaar beslaan de vakinhoudelijke studieonderdelen 42 EC, dus net als in de propedeuse circa tweederde van het jaarprogramma. In de V&T-lijn wordt het onderwijs in statistische vaardigheden voortgezet met het vak Statistiek 2 en een introductie in Geografische Informatie Systemen (GIS). Er is een binnenlandse excursie met veldwerkcomponent en een groepsonderzoekproject waarin verworven vaardigheden worden toegepast in een geografische gebiedsanalyse. De meeste V&T-onderdelen uit het programma voor jaar 2 mogen alleen gevolgd worden als het propedeutische V&T-programma is voltooid. Voor alle V&Tonderdelen uit jaar 2 en 3 is de Computercursus vereist. Voor het volgen van Statistiek 2 is bovendien Statistiek 1 vereist en voor het Groepsonderzoekproject zijn WETRAP, de Computercursus èn Statistiek 1 vereist. Zie hiervoor ook het onderwijs en examenreglement Sociale Geografie & Planologie artikel In het derde studiejaar bieden de vakken Planningtheorie 1, Economische Geografie en Vastgoed en Culturele Geografie 2 een doorkijk naar de inhoud van de Masterprogramma s voor Planologie, Economische Geografie, Vastgoedkunde en Culturele Geografie, die voor Bachelors SG&P zonder specifieke ingangseisen toegankelijk zijn (dit zijn voor Bachelor SG&P doorstroom-masters ). In de V&T-lijn wordt het Bachelor-onderwijsprogramma in jaar 3 afgerond met het vak Methoden van sociaal en ruimtelijk wetenschappelijk onderzoek, dat modulair is opgebouwd en via een keuze uit die modulen de student gelegenheid geeft rekening te houden met zijn of haar eventuele voorkeur qua vervolgstudie in de Masterfase. Dit vak kan alleen gevolgd worden als Statistiek 2 uit jaar 2 met goed gevolg is afgerond. Toepassing van alle geleerde en geoefende vaardigheden vindt plaats in het afsluitende Bachelorproject, dat deels een groeps en deels een individueel karakter heeft. Ook voor het Bachelorproject geldt Statistiek 2 (en de daaraan voorgeschakelde V&T-onderdelen) als instapeis; ook moet het 2e jaars groepsonderzoek zijn afgerond om aan het Bachelorproject te mogen beginnen. Meer informatie over het Bachelorproject is te vinden in hoofdstuk 4 (Vakinformatie) Keuzevakken Het tweede en derdejaarsonderwijsprogramma van de Bachelor Sociale Geografie en Planologie bevat 40 EC keuzevakruimte. Alleen studenten die hun propedeuse hebben behaald, hebben toegang tot keuzevakken. Van de totale keuzevakruimte van 40 EC dient 5 EC besteed te worden aan de verplichte buitenlandse excursie. Ook dient 5 EC van die ruimte besteed te worden aan een Algemeen Vormend Vak (AVV). Er resteert dan 30 EC keuzevak ruimte. Van deze 30 EC keuzevakruimte mag 5 EC besteed worden aan het volgen van een vak buiten de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen. In totaal kunnen dus voor het onderwijsprogramma van de Bachelor SG&P 10 EC (AVV en 1 keuzevak) buiten de Faculteit worden gevolgd. Eventueel kan in de 30 EC keuzeruimte een compleet Minorprogramma worden gekozen. Dit kan een Minorprogramma van de FRW zijn (Minor Technische Planologie, Minor Milieu en Infrastructuurplanning, Minor Population Studies, Minor Development Studies) of een Minorprogramma van andere Faculteiten. Wanneer men een minorprogramma van buiten de FRW wenst op te nemen in het onderwijsprogramma is vooraf toestemming van de opleidingsdirecteur 26

35 Bacheloropleiding Sociale Geografie & Planologie noodzakelijk. Ook wanneer men studiepunten voor behaalde keuzevakken van buiten de RUG wil laten meetellen in het studieprogramma is vooraf toestemming van de opleidingsdirecteur SG&P voor het volgen van het betreffende vak noodzakelijk. Tabel 2.2 geeft een overzicht van binnen de Faculteit beschikbare keuzevakken (en enkele externe keuzevakken waarin de Faculteit participeert) voor studenten uit de Bachelorprogramma s SG&P resp. TP. Daarnaast is het van belang zich te oriënteren op de (vele) Bachelor keuzevakken bij andere faculteiten, die soms (ook) als instapeis gelden voor later in de masterfase te volgen keuzevakken. Een voorbeeld is het vak Recht voor niet-juristen dat gevolgd moet worden om deel te kunnen nemen aan het Mastervak Bouwrecht (een aanbevolen onderdeel van het Masterprogramma Vastgoedkunde). Het wordt van harte aanbevolen om bij de keuze van keuzevakken ook te kijken bij de masteropleiding die men wil gaan volgen. Een voorbeeld is de Master Vastgoedkunde waar wordt gesteld dat zij die geen Economie in het eindexamenpakket hebben sterk aangeraden wordt het vak Financial Accounting I (FEW) te volgen. Eventueel kan in de keuzeruimte een compleet extern Minorprogramma bij een andere faculteit van maximaal 30 EC worden gekozen. Voorbeelden van Minoren zijn: de minor van het Arctisch Centrum (Faculteit Letteren) en de minor bij Architectuur en Landschapsgeschiedenis (Faculteit Letteren), zie Een belangrijke regel is dat van de totale keuzeruimte niet meer dan 10 EC (incl. AVV) mag worden besteed aan vakken die bij andere Faculteiten worden gevolgd, tenzij die vakken deel uitmaken van een als zodanig aangemerkt en samenhangend Minorprogramma. 27

36 Bacheloropleiding Sociale Geografie & Planologie Tabel 2.2 Overzicht Keuzevakken Sem Studenten SG&P EC Sem Studenten TP EC 1a Water en ruimte 5 1a Culturele geografie 1 7 Ontwerpmethodieken 3 Econom. geogr. & Vastgoed 5 Bouwrijpmaken 5 Intr. Develop. Studies 1 6 Inleiding Techn. Planologie 5 Demografie 2: Bevolksdyn. 5 Environment and Developm 5 in Nederland & Europa Intr. Development Studies 1 6 Environment and Developm 5 1a/b 1b 1b/2a 2a 2a/b 2b Arctische Studies 1* Migratie Waterhuishouding Int. Development Studies2 Mexico Bouwtechniek Ruimt.interact&nwe techn. Stadsgeografie 2 Plattelandsvraagstukken Plan- en projectevaluatie Geo Informatie Man 1 Verkeer & mobiliteit Stedelijk Ontwerpen Milieutechniek Gender, culture and space Arctische Studies 2* Geografie v.d. gezondheid Milieuplanning a/b 1b 2a 2a/b Arctische Studies 1* Migratie Internat. geogr. relaties Culturele geografie 2 Intr. Development Studies2 Mexico Ruimt.interactie&nwe techn. Stadsgeografie 2 Plattelandsvraagstukken China Geogr. en plan. Ned. & Eur. Geo Informatie Man 1 Gender, culture and space Arctische Studies 2* 2b Geografie v.d. gezondheid * Vak wordt gegeven bij de Faculteit Letteren Buitenlandverblijf Het tweede semester van jaar 3 kan eventueel geheel of gedeeltelijk aan studie in het buitenland worden gewijd, bijvoorbeeld via het Socrates of NEURUS-programma, of in het kader van het Challenge Program (zie hiervoor hoofdstuk van deze studiegids). Wie voor zo n buitenlandverblijf kiest kan het Bachelorproject eventueel in het eerste semester afwerken. In dat geval, dus als èn het Bachelorproject in semester 1 wordt gedaan èn semester 2 in het buitenland wordt doorgebracht, vervalt de verplichting van de buitenlandse excursie. (Hiervoor moet dan wel een ander vak van 5 EC worden ingevuld.) Buitenlandse Excursie In het jaar zijn de excursiebestemmingen de Verenigde Staten van Amerika en Mexico. De excursies duren twee weken. Afhankelijk van de excursiebestemming die de student kiest, moet de student rekenen op een eigen bijdrage in de excursiekosten tussen 550,- en 800,-. Wanneer voor een bepaalde excursiebestemming meer inschrijvingen zijn dan er plaatsen zijn, kunnen zij die het hele tweedejaar programma hebben afgesloten, rekenen op deelname. 28

37 Bacheloropleiding Sociale Geografie & Planologie Minorprogramma s Binnen de faculteit der Ruimtelijke Wetenschappen worden een aantal minorprogramma s aangeboden. Zie hoofdstuk 11 Minorprogramma s. Er zijn binnen de FRW drie voorsorteerminoren specialisatieminoren- voor bachelor studenten Sociale Geografie en Planologie. Voor bachelor SG&P studenten die overwegen om de master Environmental and Infrastructure Planning te gaan volgen wordt de voorsorteerminor - specialisatie minor - Technische Planologie aanbevolen. Voor de master Planologie wordt de voorsorteerminor specialisatieminor - milieu en infrastructuurplanning aanbevolen. Het minor programma Population Studies wordt aanbevolen als voorsoorteerminor specialisatieminor - voor de Master Population Studies. Ook kunnen er minors bij een andere faculteit gevolgd worden, zie Toetsing Voor de toetsing van de studieonderdelen van jaar 2 en 3 van de Bacheloropleiding gelden overeenkomstige regels als voor de propedeuse (zie 2.2.2), met dien verstande dat er geen verlengd tentamen regeling geldt. In jaar 2 en 3 is er na het reguliere tentamen steeds maar één herkansingsmogelijkheid Toelating tot jaar 2 en jaar 3 Alleen studenten die óf hun propedeuse hebben behaald óf van de propedeuse tenminste 40 EC waaronder Wetenschappelijk Rapporteren hebben gehaald, worden toegelaten tot het tweede jaar. Studenten die Wetenschappelijk Rapporteren niet hebben behaald en studenten die minder dan 40 EC hebben behaald hebben tot geen enkel onderdeel van het tweede jaar toegang. De keuzeonderdelen in het tweedejaarsprogramma (10 EC voor keuzevakken) staan alleen open voor studenten die hun propedeuse hebben behaald. Alleen studenten die hun propedeuse hebben behaald worden toegelaten tot onderwijsonderdelen van het derde jaar. Dit betreft zowel de verplichte vakken als alle keuzeonderdelen. Naast deze algemene toelatingsregels zijn er ook nog toelatingseisen voor verschillende vakken. 1 Statistiek 2: ná behalen van Statistiek 1 en Computercursus; 2 Groepsonderzoekproject ná behalen van Wetenschappelijk Rapporteren, Computercursus en Statistiek 1; 3 Introductie GIS ná behalen van Computercursus. 4 Methoden van Sociaal en Ruimtelijk Wetenschappelijk Onderzoek ná behalen van Statistiek 1, Statistiek 2 en Computercursus. 5 Buitenlandse excursie ná behalen van Excursie/veldwerk jaar 2. 6 Bachelorproject ná behalen van Statistiek 1, Statistiek 2, Computercursus, het Groepsonderzoekproject en Methoden van Sociaal en Ruimtelijk Wetenschappelijk Onderzoek Het Bachelordiploma Het Bachelordiploma wordt uitgereikt aan degenen die alle onderdelen van de Bachelorstudie met goed gevolg hebben afgerond. Op het diploma wordt aantekening gemaakt van eventueel gevolgde Minorprogramma s. 29

38 Bacheloropleiding Sociale Geografie & Planologie Toelating tot de Mastersfase De toelating tot de diverse Masterstudies die de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen aanbiedt is geregeld in het Onderwijs- en examenreglement van die Masterstudies. Zie hiervoor de betreffende hoofdstukken in de studiegids van de Masteropleidingen. 30

39 Bacheloropleiding Technische Planologie 3 Bacheloropleiding Technische Planologie 3.1 Inleiding De Bacheloropleiding Technische Planologie (TP) is een driejarige opleiding. Nadat het eerste jaar met goed gevolg doorlopen is, ontvangt de student een propedeusediploma. Ter afronding van de opleiding wordt een Bachelorbul uitgereikt. De TP-Bachelor geeft het recht - doorstroomrecht - om zonder selectie direct door te stromen in de aansluitende Engelstalige Masteropleiding Environmental and Infrastructure Planning, croho-nummer Het studieprogramma van de Bacheloropleiding Technische Planologie is zo ingericht dat de studenten worden voorbereid op de Masteropleiding Environmental and Infrastructure Planning. De Bacheloropleiding heeft tot doel studenten op te leiden tot technischplanologische deskundigen, die inzetbaar zijn bij planningsprocessen waarbij een integratie van technische kennis en kennis van planning en planningprocessen centraal staat. De Master Environmental and Infrastructure Planning gaat dieper en gespecialiseerder in op planologische theorievorming en vaardigheden met ontwerpen evaluatietechnieken. Met het Bachelorprogramma Technische Planologie wordt beoogd studenten inzicht te geven in de organisatie en uitvoering van ruimtelijke planningprocessen. Tevens worden vaardigheden aangeleerd in het werken met ontwerpmethodieken en methoden en technieken van planologisch onderzoek. Met de opleiding wordt tevens beoogd kennis te verschaffen over de ondergrondse en bovengrondse infrastructuur en het fysieke milieu (lucht, water, bodem), in het bijzonder in relatie tot implementatie-, integratie-, capaciteits- en beheersvraagstukken. Een gedetailleerd overzicht van de doelen van deze opleiding staat opgesomd in artikel 1.3 van de onderwijs- en examenregeling Bachelor Technische Planologie (hoofdstuk 7). De eindtermen staan in artikel 1.4 vermeld. In de Bacheloropleiding ligt het accent op het verkrijgen van vaardigheden in het operationaliseren van kennis ten behoeve van het oplossen van technischplanologische problemen. De aandacht wordt hierbij zoveel mogelijk gericht op het ontwerpen en evalueren van oplossingsrichtingen, zowel inhoudelijk ( wat ) als procedureel ( hoe ) Waarvoor Technische Planologie? In onze gecompliceerde maatschappij is het ondoenlijk om alles aan het vrije spel der maat-schappelijke krachten over te laten. Er is altijd een inbreng van de overheid nodig om de voorwaarden te scheppen en om nieuwe ontwikkelingen mogelijk te maken dan wel in bepaalde banen te leiden. Vooral door de toenemende milieubelasting is de regelgeving in de afgelopen jaren steeds stringenter en complexer geworden; regelgeving die niet alleen de ruimtelijke ordening betreft, maar ook allerlei andere facetten en sectoren zoals de milieubeleidsplanning, de infrastructuurplanning, de planning van het verkeer en de planning van het waterbeheer. 31

40 Bacheloropleiding Technische Planologie In de komende jaren zal naar verwachting in toenemende mate aandacht worden geschonken aan vraagstukken die op het raakvlak van ruimtelijke ordening en milieu liggen. Neem bijvoorbeeld de groeiende complexiteit van milieu-/ruimteconflicten in stedelijke gebieden. Dit probleem speelt overigens ook in de landelijke gebieden. Inmiddels is 20% van het Nederlandse grondgebied aangewezen als speciale beschermingszone op grond van de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn. Dit heeft verstrekkende gevolgen voor de planning van nieuwe projecten in het landelijk gebied. Thans zijn we in Nederland druk doende met de aanleg van hogesnelheidsspoorlijnen, de aanleg van een nieuwe goederenspoorlijn door de Betuwe en de aanleg van metrolijnen. Op het terrein van de infrastructuurplanning worden ook in de toekomst grote inspanningen verwacht, niet in de laatste plaats omdat de bestaande infrastructuur onvoldoende is toege-sneden op de eisen van deze tijd. De verwachting is dat het verkeer in de komende decennia zal verdubbelen en dat er in de toekomst meer ondergronds zal worden gebouwd. De Tracé-wet en de Planwet Verkeer en Vervoer met bijbehorende planningsinstrumenten moeten deze ontwikkelingen in goede banen leiden. Duurzame energie is eveneens een belangrijk thema dat steeds meer de inrichting van onze leefomgeving gaat bepalen. Daarnaast is thans in ons land veel beweging op het terrein van het waterbeheer. De water-kwaliteits- en -kwantiteitsplanning ontwikkelt zich steeds meer als een eigen aandachtsveld, dat randvoorwaarden gaat opleggen aan de omgeving. De technische planologie speelt hierop in door planningsdeskundigen op te leiden, die behalve adequate procedurele kennis ook zicht hebben op de inhoudelijke vraagstukken van de hiervoor genoemde aandachtsvelden Beroepsmogelijkheden Het Bachelorprogramma Technische Planologie en het Masterprogramma Environmental and Infrastructure Planning bereiden voor op het beroep van planoloog. De Groningse opleiding is door de Association of European Schools Of Planning (AESOP) erkend als een volwaardige planologie-opleiding. Afgestudeerde Bachelors en Masters komen in aanmerking voor een lidmaatschap van de Beroepsvereniging van Nederlandse Stedebouwkundigen en Planologen (BNSP). Bovendien kunnen ze lid worden van het Koninklijk Instituut van Ingenieurs (KIVI). Technisch planologen zullen vooral te werk worden gesteld op terreinen waar traditioneel veel ingenieurs kunnen worden aangetroffen. Voor een belangrijk deel betreft dit nieuwe functies, die zijn ingesteld doordat bij veel organisaties het bewustzijn doorbreekt dat veel technologische problemen niet (alleen) langs technische weg opgelost kunnen worden, maar vooral ook om een beleidsinhoudelijke en organisatorische oplossing vragen. Belangrijke potentiële werkgevers zijn de verschillende diensten van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat, het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, ingenieurs- en adviesbureaus en lagere overheden (provincies, waterschappen en gemeenten) Toelatingseisen De toelatingseisen voor de Bacheloropleiding Technische Planologie staan vermeld in de onderwijs- en examenregeling Bachelor Technische Planologie (hoofdstuk 7). 32

41 Bacheloropleiding Technische Planologie Bacheloropleiding algemeen De Bacheloropleiding Technische Planologie is opgebouwd uit een propedeuse van één jaar van 60 European Credits (EC s). Jaar 2 en jaar 3 omvatten ieder eveneens 60 EC, waardoor de totale opleiding 180 EC in beslag neemt. De Bacheloropleiding Technische Planologie en de Bacheloropleiding Sociale Geografie & Planologie binnen de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen kennen elk een eigen prope-deuse. In het studieprogramma van beide opleidingen zit een gedeeltelijke overlap. In jaar 1 wordt een aantal vakken voor beide opleidingen gezamenlijk aangeboden. Dit biedt studenten de mogelijkheid om eventueel over te stappen van de ene naar de andere Bacheloropleiding. Voor een mogelijke overstap dienen de studenten contact op te nemen met de opleidingsdirecteur. Studenten die aan alle propedeuseverplichtingen hebben voldaan ontvangen een propedeuse-bul Technische Planologie. Het afsluitende Bachelorexamen levert een Bachelorbul op in de Technische Planologie. Aspirant studenten die met de propedeuse Technische Planologie willen beginnen, moeten zich voor Technische Planologie als eerste studie inschrijven bij de Centrale Studenten Balie (CSB) van de Rijksuniversiteit Groningen Beoordelingsregeling De beoordeling zal geschieden overeenkomstig het bepaalde in de onderwijs- en examen-regeling Bachelor Technische Planologie (zie hoofdstuk 7) en de regels en richtlijnen voor de examinering van de opleidingen binnen de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen (zie hoofdstuk 8). Voor nadere informatie over de beoordelingscriteria van werkstukken en het bachelorproject wordt verwezen naar de beschrijvingen van de betreffende studieonderdelen Studiekosten De kosten voor de verschillende onderdelen van het Bachelorprogramma Technische Planologie zijn niet precies aan te geven. Er wordt op toegezien dat de totale studiekosten niet de betreffende studiefinancieringsnormen te boven gaan Nadere informatie Verdere informatie omtrent aanvang etc. van de verschillende onderdelen zal t.z.t. beschik-baar komen via de facultaire website, het Bureau Onderwijs en Examens, de mededelingenborden en de Universiteitskrant (UK). 3.2 Propedeuse Technische Planologie Doelstellingen Bij het propedeutisch examen wordt beoordeeld of de student aan de gestelde eisen qua kennis, vaardigheden en attituden voldoet, om met succes aan het postpropedeutische deel van het Bachelorprogramma te kunnen deelnemen. Naast deze selecterende functie heeft de propedeuse ook een oriënterende functie. Het onderwijs- en examenprogramma is zo opgezet dat de studenten voldoende inzicht krijgen in het post-propedeutische deel van het Bachelorprogramma. Deze oriëntatie 33

42 Bacheloropleiding Technische Planologie betreft zowel inhoud als moeilijkheidsgraad. Bij de opstelling van het onderwijsprogramma is ervan uitgegaan dat kan worden aangesloten en teruggegrepen op het kennisniveau van het VWO. De student krijgt in het eerste jaar een kijk op wat technische planologie - en deels sociale geografie & planologie - als wetenschap inhouden. Ook de kennismaking met de voornaamste basisbegrippen in hun onderlinge samenhang uit post-propedeutische studie, alsmede het aanleren en oefenen van benodigde vaardigheden draagt bij tot het verkrijgen van een juiste indruk van de wijze van beoefening van de genoemde vakgebieden De organisatie van het propedeutisch onderwijsprogramma De studie begint met introductiedagen, die een algemene kennismaking met de Faculteit, het onderwijs en de omgeving beogen. Deze zullen plaatsvinden op dinsdag 26 en vrijdag 29 augustus Deelname aan de introductiedagen is verplicht voor alle eerstejaarsstudenten die voor de eerste maal voor de studie Sociale Geografie & Planologie en Technische Planologie zijn ingeschreven. Aansluitend op de introductie wordt een (facultatief) weekeinde georganiseerd door de facultaire studentenvereniging Ibn Battuta. Op dinsdag 26 augustus 2008 worden de studenten op de Faculteit verwacht voor de aanmelding voor het eerste-jaarsprogramma. De inschrijving hiervoor vindt plaats van uur in de Blauwe Zaal in het WSN-gebouw op het Zernikecomplex. Daarna volgt het introductieprogramma van die dag. Het propedeutisch onderwijsprogramma omvat het gehele eerste cursusjaar hetgeen overeenkomt met 60 European Credits (EC s). Via het European Credit Transfer System zijn aan andere Europese universiteiten behaalde vakken eenvoudig op te nemen in het Nederlandse studieprogramma. In tabel 3.1 zijn de studieonderdelen uit het propedeuse jaar van de Bachelor Technische Planologie per semesteronderdeel weergegeven. 34

43 Bacheloropleiding Technische Planologie Tabel 3.1 Bachelor Technische Planologie jaar 1 Inleiding Technische Planologie (GEITP1) sem 1-a 5 EC Atelier 1 (GEATELIER1) sem 1-a 2 EC Computercursus (GECOMPUT) sem 1-a 3 EC Bouwrijpmaken (GEBRM) sem 1-a 5 EC Economische Geografie (GEECOGEO1) sem 1-b 7 EC Statistiek 1 (GESTAT1) sem 1-b 5 EC Wetenschappelijk Rapporteren (GEWETRAP) sem 1-b 3 EC Bouwtechniek (GEBOUWTECH) sem 1-b 5 EC /2-a Atelier 2 (GEAT2-1) sem 1-b 1 EC /2-a Stadsgeografie 1 en Planologie 1 (GESTAPLAN1) sem 2-a 7 EC Werkvelden Technische Planologie (GEWVLD) sem 2-a 2 EC Fysische Geografie en omgeving (GEFGOMG) sem 2-b 7 EC Practicum Fysische Geografie (GEFGPR) sem 2-b 3 EC Demografie 1: Bevolking en Ontwikkeling (GEDEMO1-5) sem 2-b 5 EC De propedeuse is georganiseerd in twee semesters van elk ongeveer 20 weken. Ook de jaren 2 en 3 van de Bachelorstudie zijn dienovereenkomstig ingedeeld. Zo wordt bereikt dat ook buiten de eigen Faculteit onderwijs kan worden gevolgd bij andere Faculteiten en andere universiteiten in binnen- en buitenland. Onderwijsactiviteiten beslaan in beginsel het gehele semester en worden afgesloten met een toetsing en beoordeling. Roostertechnisch zijn de semesters bovendien nog weer onderverdeeld in twee gedeelten: namelijk semester 1-a, 1-b en 2-a, 2-b die hierna verder als blokken zullen worden aangeduid (zie bijvoorbeeld tabel 3.1). De studieonderdelen worden in beginsel binnen een blok aangeboden. Het voordeel hiervan is dat de student meer verspreid over het studiejaar tentamens kan afleggen De VAK-lijn De studieonderdelen in de eerstejaarsprogramma s van de Faculteit Ruimtelijke Weten-schappen zijn geordend in zeven vakinhoudelijke onderdelen van elk 8 weken met een totale studielast van circa tweederde van de studiebelasting van het gehele jaar. Dit zijn: 1 Inleiding Technische Planologie 2 Bouwrijpmaken 3 Economische Geografie 4 Bouwtechniek 35

44 Bacheloropleiding Technische Planologie 5 Stadsgeografie 1 & Planologie 1 6 Fysische Geografie en Omgeving 7 Demografie 1: Bevolking en Ontwikkeling De overige EC s zijn verdeeld over kleinere studieonderdelen. Deze lopen parallel met het vakinhoudelijke onderwijs en hebben betrekking op methoden en technieken (zie tabel 3.1). De vakinhoudelijke blokken hebben in beginsel een studie-inspanning van 5 EC binnen een blok. In de meeste gevallen is hier nog een atelier, werkcollege of practicum van 2 EC aan gekoppeld, waardoor de blokken in beginsel een omvang hebben van 7 EC. In de zogenaamde ateliers worden praktische problemen nader uitgewerkt en geoefend Toetsing Het onderwijs in elk propedeuse-onderdeel in de VAK-lijn wordt afgesloten met een schriftelijke toetsing van maximaal drie uur. Het betreft hier de eerdergenoemde onderdelen Inleiding Technische Planologie, Economische Geografie, Bouwtechniek, Stadsgeografie 1 en Planologie 1, Fysische Geografie en omgeving, Bouwrijpmaken en Demografie 1. De stof voor de propedeusetentamens in de vaklijn bestaat uit de collegestof en de opgegeven literatuur van de verschillende onderdelen. De tentamens vinden in de tentamenperiode aansluitend op de colleges plaats (laatste twee of drie weken van het semesterblok). In de weken waarin tentamens plaatsvinden worden in de regel geen contactsituaties geprogrammeerd, zodat deze week vrijwel geheel beschikbaar is voor zelfstudie. Er bestaan in het eerstejaarsprogramma drie mogelijkheden om een propedeusetentamen af te leggen. 1 De eerste mogelijkheid is het tentamen direct na afloop van het betreffende onderdeel. 2 De tweede mogelijkheid om een onderdeel af te sluiten geldt alleen voor studenten die bij de eerste mogelijkheid zijn gezakt en als tentamenresultaat een 5 (vijf) hebben gehaald. Voor deze studenten bestaat de mogelijkheid een verlengd tentamen af te leggen. Dit verlengd tentamen vindt plaats binnen drie weken na het tijdstip van de eerste mogelijkheid. De uitslag van de eerste mogelijkheid wordt tenminste zes werkdagen voor het tijdstip van het verlengd tentamen bekend gemaakt. De tentamenstof voor het verlengd tentamen is dezelfde als voor de eerste mogelijkheid. 3 De derde mogelijkheid om een propedeusetentamen af te leggen bestaat uit de herkansingen die in de derde week van de tentamenperiode (1b,2a) of aan het begin of einde van de zomervakantie zijn ingeroosterd. Ook in het geval dat een student met een geldige en verifieerbare reden verhinderd is om aan de eerste mogelijkheid van een propedeusetentamen deel te nemen, kan de student deel-nemen aan het betreffende verlengd tentamen. De student meldt de verhindering, met de reden van afwezigheid, schriftelijk zo mogelijk voor, doch in elk geval binnen twee werkdagen na de eerste mogelijkheid van het tentamen bij het Bureau Onderwijs en Examens. Bij het bericht van verhindering worden beschikbare schriftelijke bewijsstukken bijgevoegd. De opleidingsdirecteur beoordeelt de geldigheid van de reden voor afwezigheid bij de eerste mogelijkheid om het tentamen af te leggen, beslist op grond daarvan over mogelijke deelname aan het betreffende verlengd tentamen en informeert de student tenminste 6 werkdagen voor de datum van het verlengd tentamen. 36

45 Bacheloropleiding Technische Planologie De V&T-lijn In de tweede onderwijslijn binnen het eerstejaarsprogramma staan vaardigheden en toepas-singen (V&T-lijn) centraal. Deze onderwijslijn beslaat circa een derde deel van het studiejaar en is verdeeld over 7 kleinere onderdelen. Het gaat naast het aanleren van studie- en communicatievaardigheden ook om het aanleren en toepassen van methoden en technieken. In deze onderwijslijn vallen onderdelen als Wetenschappelijk rapporteren, Atelier 1, Werkvelden Technische Planologie, Statistiek 1, Atelier 2, Practicum Fysische Geografie en Computercursus. Ook wordt een bibliotheekinstructie gegeven. Deze is om praktische redenen ondergebracht bij het studieonderdeel Atelier 1. De onderwijswerkvormen, als ook de toetsing van de verschillende onderdelen van deze onderwijslijn zijn gevarieerd. Er wordt over het algemeen in kleine groepen gewerkt, waarvan de samenstelling centraal wordt geregeld. Aanwezigheid is hierbij verplicht. Zo wordt in het onderdeel Wetenschappelijk Rapporteren (5-8 studenten onder begeleiding van een docent) gewerkt aan het vervaardigen van een eerstejaarswerkstuk en het presenteren daarvan. De onderdelen binnen de vaardigheden en toepassingenlijn worden afgesloten met een toets en/of tentamen, dan wel een werkstuk of een verklaring van voldoende resultaat bij actieve deelneming. N.B. Voor alle propedeusetentamens is aanmelding vooraf vereist. Zie hiervoor hoofdstuk 5 (Praktische Onderwijszaken), inschrijving voor tentamens; het mededelingenbord voor eerstejaars en de onderwijs- en examenregeling en de regels & richtlijnen voor de examinering (hoofdstuk 8) Studiepunten Het propedeutische examenprogramma omvat 60 European Credits. Bij het opstellen van het onderwijsprogramma is als uitgangspunt gehanteerd dat de gemiddelde student in staat is om jaarlijks 60 European Credits te verzamelen. Verwacht wordt dat na het eerste jaar (inclusief herkansingen) alle studenten die onder normale omstandigheden hebben kunnen studeren, die geschikt zijn voor de studie Technische Planologie en die voldoende inzet hebben getoond bij het studeren, geslaagd zullen zijn Studieadvies Aan het einde van het eerste studiejaar zal de faculteit het wettelijk verplichte advies over al dan niet voortzetten van de studie uitbrengen. Dit advies komt als volgt tot stand: Studenten die op 31 augustus 2009 aan hun propedeuseverplichtingen hebben voldaan wordt geadviseerd hun studie voort te zetten. Studenten die op 31 augustus 2009 nog niet aan hun propedeuseverplichtingen hebben voldaan, maar van de propedeuse wel tenminste 40 EC s hebben behaald, waaronder Wetenschappelijk Rapporteren wordt geadviseerd hun studie voort te zetten en de ontstane deficiënties uit de propedeuse met prioriteit weg te werken; zij worden toegelaten tot de tentamens en onderwijsonderdelen van jaar 2, met uitzondering van de onderwijsonderdelen Statistiek 2 en Introductie GIS waarvoor specifieke toelatingseisen gelden en de keuzeonderdelen in het tweede jaarsprogramma. 37

46 Bacheloropleiding Technische Planologie Studenten die op 31 augustus of minder EC s van de propedeuse hebben be-haald wordt geadviseerd de studie te staken. Indien deze studenten toch Technische Planologie wensen te blijven studeren dienen zij het eerstvolgende studiejaar in de eerste plaats te besteden aan het behalen van de propedeuse-onderdelen die ze missen. Zij hebben geen toegang tot de keuzeonderdelen van het tweede jaar. Per 31 augustus 2010 wordt dan opnieuw bezien of ze voldoen aan de toelatingsregels voor jaar 2. Voor informatie over studieregelingen en bij het optreden van individuele studiemoeilijk- heden kunnen studenten zich wenden tot de studieadviseur mw. drs. D. Muntinga-Weurman. Bovendien geldt dat de examencommissie naar aanleiding van een verzoek van de student kan besluiten af te wijken van de algemene regel met betrekking tot de volgorde van tentamens (onderwijs- en examenregeling Bachelor Technische Planologie, hoofdstuk 7.2.5) Diploma en Judicium Na afronding van alle onderdelen uit de propedeutische fase met voldoende resultaat, wordt het propedeusediploma uitgereikt. Het judicium, dat wil zeggen de waardering in woorden van het behaalde gemiddelde examenresultaat, indien aan alle eerdergenoemde verplichtingen is voldaan, wordt vastgesteld als het gewogen (op basis van het aantal EC s) gemiddelde van de tentamens die met een cijfer gewaardeerd zijn. Het judicium is als volgt: cum laude: gemiddeld 8 of hoger, geen deelcijfer lager dan 7; ruim voldoende: gemiddeld 7 of hoger; voldoende: lager dan gemiddeld 7. Voor nadere informatie over de examinering raadplege men de onderwijs- en examenregeling Bachelor Technische Planologie (hoofdstuk 7) en de regels & richtlijnen voor de examinering (hoofdstuk 8) Overgangsmaatregelen studieprogramma propedeuse Het studieprogramma van de propedeuse is ten opzichte van het vorig jaar 2007/2008 niet gewijzigd. Studenten die vóór september 2007 of nog eerder met de propedeuse zijn begonnen kan de overgangsregeling die in 2006/2007 is vastgesteld, van toepassing zijn. Hierover kan advies worden gevraagd bij de studieadviseur dan wel bij het Bureau Onderwijs en Examens. 3.3 Jaar 2 Bachelor Technische Planologie Studenten die aan jaar 2 willen beginnen, moeten in beginsel aan alle verplichtingen van de propedeuse hebben voldaan. Zij die zich nog niet bij de Centrale Studenten Administratie (CSA) voor de opleiding Technische Planologie hebben ingeschreven (bijvoorbeeld over-stappers vanuit Sociale Geografie & Planologie en instromers), moeten dit alsnog doen. Het programma van jaar 2 en 3 is eveneens opgebouwd uit onderwijsblokken van één semester, waarvan de laatste twee c.q. drie weken veelal gereserveerd zijn voor zelfstudie en het afleggen van tentamens. De jaren 2 en 3 van het programma richten zich op een verdere verdieping van de vakin-houdelijke kennis op het gebied van de Technische Planologie. Het leren 38

47 Bacheloropleiding Technische Planologie selecteren en analyseren van de vele informatie op het gebied van de Technische Planologie staat hierbij centraal. Daarnaast wordt bij verschillende vakken aandacht besteed aan ruimtelijke planningsprocessen en de daarbij behorende plansoorten en planprocedures. Verder worden vaardigheden aangeleerd zoals het omgaan met Geografische Informatiesystemen (GIS). Bij verschillende vakken moeten bovendien werkstukken worden geschreven. Deze moeten vervolgens tijdens de werkcolleges worden gepresenteerd. Verder zijn verschillende vakken gericht op het ontwikkelen van het creatief denkvermogen. Creatief zijn is een noodzakelijke vaardigheid bij het maken van plannen. Creatief denken kan - in tegenstelling tot wat sommigen beweren - zeker worden aangeleerd. Verder worden diverse steunvakken aangeboden op het gebied van methoden en technieken maar ook vakken waarin nog meer basiskennis wordt aangeleverd zoals bijvoorbeeld het vak Inleiding Recht en het vak Waterhuishouding. De steunvakken zijn het fundament onder de kernoriëntaties Milieuplanning, Waterbeheer, Infrastructuurplanning en Verkeersplanning. De meer algemene kernvakken Milieuplanning en Verkeer en Mobiliteit worden reeds in jaar 2 aangeboden. Tabel 3.2 Bachelor Technische Planologie jaar 2 Planologie 2 (GEPLANO2) sem 1-a 5 EC Ontwerpmethodieken (GEONTWMETH) sem 1-a 3 EC Economie (GEECONOMIE) sem 1-a 5 EC Introductie GIS (GEINTRGIS) sem 1-b 5 EC Inleiding Recht (RGAAR30103) sem 1/2 3 EC Waterhuishouding (GEWHH) sem 1-b 4 EC Meth. Emp Wetensch & Wetensch.fil. (GEMETH&WF) sem 1-b 5 EC Capita Selecta (GECAPSEL) sem 1/2 1 EC Plan- en Projectevaluatie (GEPPE) sem 2-a 5 EC Verkeer en Mobiliteit (GEVKMOB) sem 2-a 5 EC Statistiek 2 (GESTAT2) sem 2-a 5 EC Milieuplanning (GEMILPLAN) sem 2-b 5 EC Milieutechniek (GEMILTECH) sem 2-b 4 EC Keuzevak - sem 2-b 5 EC Keuzevakruimte Aan het einde van het tweede semester van jaar 2 is voor 5 European Credits (EC s) aan keuzevakruimte in het programma opgenomen. Deze ruimte -plus de keuzevakruimte in jaar 3- kan benut worden om bijvoorbeeld alvast een Minor van de eigen faculteit van 30 EC in te vullen. Een Minor kan gezien worden als een verdieping in een bepaald aangrenzend vakgebied en in enkele gevallen als een verdieping van het eigen vakgebied. Bovendien kan een Minor in bepaalde gevallen een beter toegeruste toegang geven tot een van de andere Masters binnen de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen of tot een Master van een andere Faculteit of van een andere universiteit. In jaar 3 is nog eens voor 25 European Credits aan keuzevakruimte gereserveerd voor het eventueel volgen van een Minor. De inbouw van een minor van 30 EC is dus geen verplichting! 39

48 Bacheloropleiding Technische Planologie Tabel 3.3 Overzicht Keuzevakken Sem Studenten SG&P EC Se m 1a Water en ruimte 5 1a Ontwerpmethodieken 3 Bouwrijpmaken 5 Inleiding Techn. Planologie 5 Environment and Developm 5 Intr. Development Studies 1 6 Studenten TP Culturele geografie 1 Econom. geogr. & Vastgoed Intr. Development Studies 1 Demografie 2: Bevolkingsdyn. in Nederland & Europa Environment and Developm E C a/b 1b 1b/2a 2a 2a/b 2b Arctische Studies 1* Migratie Waterhuishouding Int. Development Studies 2 Mexico Bouwtechniek Ruimt.interact&nwe techn. Stadsgeografie 2 Plattelandsvraagstukken Plan- en projectevaluatie Geo Informatie Man 1 Verkeer & mobiliteit Stedelijk Ontwerpen Milieutechniek Gender, culture and space Arctische Studies 2* Geografie v.d. gezondheid Milieuplanning a/b 1b 2a 2a/b Arctische Studies 1* Migratie Internat. geogr. relaties Culturele geografie 2 Intr. Development Studies 2 Mexico Ruimt.interactie&nwe techn. Stadsgeografie 2 Plattelandsvraagstukken China Geogr. en plan. Ned. & Eur. Geo Informatie Man 1 Gender, culture and space Arctische Studies 2* 2b Geografie v.d. gezondheid * Vak wordt gegeven bij de Faculteit Letteren De studenten die regulier doorstromen in de Master Environmental and Infrastructure Planning, mogen de keuzevakruimte in beginsel vrij invullen, met dien verstande dat vooraf toestemming nodig is van de coördinator. Het keuzevakkenpakket moet in beginsel een duidelijke herkenbare inhoudelijke samenhang vertonen met de overige vakken die in jaar 2 en 3 worden aangeboden. De student is verplicht om binnen de keuzevakruimte één zogenaamd Algemeen Vormend Vak (AVV-vak) te kiezen. Een dergelijk vak heeft een omvang van 5 EC. Kiest de student daarna nog weer een AVV-vak, dan geldt dit vak als normaal keuze-vak. Het ligt uitdrukkelijk niet in de bedoeling dat de student een pretpakket samenstelt dat nauwelijks verband houdt met het vakgebied van de technische planologie. De keuzevakken kunnen worden gevolgd bij de eigen Faculteit of andere faculteiten binnen de Rijksuniversiteit Groningen of Faculteiten bij andere universiteiten. Teneinde tot een inhoudelijk verdieping te komen, wordt als eis gesteld dat de keuzevakken buiten de eigen Faculteit minimaal een omvang moeten hebben van 5 40

49 Bacheloropleiding Technische Planologie EC. Voor de vakken binnen de eigen Faculteit geldt eveneens een minimale omvang van 5 EC. Van de totale keuzevakruimte mag in beginsel niet meer dan 10 EC (incl. AVV) worden besteed aan vakken die bij andere RUG-faculteiten worden gevolgd, tenzij die vakken deel uitmaken van een als zodanig aangemerkt en samenhangend Minorprogramma. 3.4 Jaar 3 Bachelor Technische Planologie Jaar 3 start met het vak Planningtheorie 1 en het vak Water en Ruimte. In de Masterfase wordt voortgeborduurd op deze vakken. Het vak Methoden van Sociaal en Ruimtelijk onderzoek geeft de student inzicht in het doen van onderzoek. Het is een essentieel vak om het Bachelorproject aan het einde van het derde jaar goed te kunnen afsluiten. In het eerste semester van jaar 3 krijgt de student de mogelijkheid om voor 10 European Credits (EC s) aan keuzevakken in te vullen. In het tweede trimester van jaar 3 moet de student nog eens 15 EC aan keuzevakken kiezen (zie tabel 3.4). Zoals uit het vakkenoverzicht uit tabel 3.4 voor jaar 3 blijkt, vergt het afsluitende Bachelor project een strakke tijdsplanning van de kant van de individuele student. Tabel 3.4 Bachelor Technische Planologie jaar 3 Planningtheorie 1 (GEPLANTH1) sem 1-a 5 EC Water en ruimte (GEWATRUIM) sem 1-a 5 EC Infrastructuurplanning 1 (GEIPL1) sem 1-a 5 EC Meth. van Soc. en Ruimtel. Wetensch. (GEMSRWO) sem 1-b 5 EC Oz. Keuzevak - sem 1-b 5 EC Keuzevak - sem 1-b 5 EC Stedelijk Ontwerpen (GESTONTW) sem 2-a 4 EC Atelier 3 (GEATELIER3) sem 2-a 1 EC Keuzevak - sem 2-a 5 EC Keuzevak - sem 2-a 5 EC Keuzevak - sem 2-b 5 EC Bachelorproject TP (GEBAPROJTP) sem 2-b 10 EC Bachelor Project De doelstelling van het project is leren zelfstandig onderzoek te doen, waarbij het individuele onderzoek onderdeel uitmaakt van een studie die in teamverband moet worden uitgevoerd. De opdracht moet omgezet worden in een gemeenschappelijke probleemstelling. Op basis hiervan moeten gemeenschappelijke doelstellingen en onderzoeksvragen geformu-leerd worden. Vervolgens moet een theoretisch kader geschetst worden van waaruit de studie wordt belicht. Centraal staat het maken van individuele analyses en het komen tot een individuele en gemeenschappelijke synthese. Tenslotte dienen 41

50 Bacheloropleiding Technische Planologie conclusies en aanbevelingen geformuleerd te worden. Bovenstaande moet leiden tot een wetenschappelijk verantwoord onderzoeksrapport. Het Bachelorproject wordt door de student grotendeels uitgevoerd als individueel traject binnen een groepsopdracht. De opdracht kan bijvoorbeeld bestaan uit een analyse, synthese, etc. van een bepaald planologisch probleem of - onderwerp dat vervolgens per land of per thema of per aspect (bijvoorbeeld ruimtelijke facet, juridisch facet, milieufacet, etc.) individueel moet worden uitgezocht. In het gemeenschappelijk deel vertalen de studenten allereerst de opdracht naar een specifieke onderzoekbare probleemstelling, worden doelstellingen geformuleerd, worden onderzoeksvragen opgesteld en wordt de opzet van de studie nader toegelicht (hoofdstuk 1 van het te maken eindrapport). De onderzoeksvragen dienen dusdanig te worden geformuleerd dat er voor alle groepsleden een duidelijk afzonderlijk traject binnen het onderzoek ontstaat. In een gezamenlijk hoofdstuk 2 zou bijvoorbeeld vervolgens het gemeenschappelijke wetenschappelijke theoretische kader kunnen worden belicht van waaruit in de individuele vervolghoofdstukken de thema s, facetten, aspecten, etc. nader worden geanalyseerd. Iedere student dient deze analyse in een eigen hoofdstuk uit te werken. Dit hoofdstuk kan ook de vorm van een artikel aannemen. In een gemeenschappelijk slothoofdstuk kan vervolgens tot een synthese worden gekomen en kunnen conclusies worden getrokken en aanbevelingen worden gedaan. De onderwerpen dienen te passen binnen het onderzoeksprogramma van de faculteit, respectievelijk het facultaire onderzoeksinstituut URSI. De stafleden dragen de onderwerpen aan, die geschikt zijn om op te splitsen in individuele trajecten. Studenten mogen ook zelf een onderwerp indienen; in overleg met een staflid moet dan wel de geschiktheid van het onderwerp worden vastgesteld. Werkvorm: Groepsbijeenkomsten met en zonder begeleider/coach; Zelfstandige uitvoering van het individuele onderdeel van het project; Gezamenlijke en individuele rapportage; Gemeenschappelijke presentatie van het onderzoek. Tweemaal per jaar wordt een aanbod van projecten gedaan. De projecten worden in beginsel zoveel mogelijk uitgevoerd in semester 2b of later in semester 1a (van het daarop volgende studiejaar). De groepen dienen een omvang te hebben van drie tot zes personen. Aan het Bachelorproject kan in principe pas deelgenomen worden als aan alle eerdere studieverplichtingen is voldaan. Studenten zonder een propedeusediploma mogen vanzelfsprekend niet deelnemen aan een Bachelorproject. Eventuele deficiënties in de individuele studieprogramma s worden voor de aanvang van het bachelorproject door de coördinator beoordeeld. Voor studenten die in het derde jaar zijn ingestroomd en die een schakelprogramma volgen geldt eveneens dat zoveel mogelijk vakken moeten zijn afgerond Beoordeling De opzet in casu de probleemstelling, de doelstelling, de onderzoeksvragen en de studieopzet worden bij de aanvang van het Bachelorproject mede beoordeeld door een tweede beoordelaar. Het eindwerkstuk wordt beoordeeld door het begeleidende 42

51 Bacheloropleiding Technische Planologie staflid en de tweede beoordelaar. De eindpresentatie maakt onderdeel uit van de beoordeling. Indien het Bachelorproject is verricht bij een instantie buiten de Faculteit kan het oordeel van een externe begeleider als extra houvast dienen bij de beoordeling aan de hand van de overige criteria. Voor de beoordeling van de gemeenschappelijke delen wordt voor zover van toepassing uitgegaan van een lijst met beoordelingscriteria die bij het begin van het project aan de studenten wordt uitgereikt. Voor het individuele hoofdstuk worden eveneens dezelfde criteria gehanteerd, voor zover van toepassing. Aangezien het karakter en de opzet van de verschillende bachelorprojecten niet steeds 100% hetzelfde zullen zijn, zal in overleg met de groep per project bekeken worden welke criteria van toepassing zijn. Op basis hiervan wordt er een gemeenschappelijk cijfer en een individueel cijfer vastgesteld. In overleg met de groep wordt vervolgens gekeken hoe zwaar de beide deelcijfers moeten worden gewogen. Per bachelorproject kan dit verschillend zijn omdat de ene groep meer tijd en energie steekt in de gemeenschappelijke delen dan een andere groep Toelating tot de Masterfase Na het behalen van het Bachelorprogramma Technische Planologie kunnen de studenten zonder aanvullende voorwaarden het Masterprogramma Environmental and Infrastructure Planning (Technische Planologie, croho-nummer 66194) gaan volgen. Voor het volgen van een andere Master binnen de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen, binnen de Rijksuniversiteit Groningen of bij een andere universiteit heeft de student in beginsel een toelatingsbewijs van de betreffende toelatingscommissie nodig of worden Minors aanbevolen. De instroomeisen van de verschillende Masters zijn vastgelegd in de betreffende onderwijs- en examenregelingen. De reglementen bevatten een clausule die een voorlopige inschrijving in de Masterstudies mogelijk maakt voor studenten die de Bachelorfase nog niet geheel hebben afgerond. 3.5 Voorsorteerminors De aansluitende master voor bachelorstudenten Technische Planologie is de master Environmental and Infrastructure Planning (zogenaamde doorstroommaster). Daarnaast kunnen studenten met een bachelordiploma Technische Planologie instromen in een van de andere masters van onze faculteit. Binnen de faculteit Ruimtelijke Wetenschappen worden daartoe een aantal voorsorteerminoren - specialisatieminoren- voor bachelorstudenten Technische Planologie aangeboden. Door een voorsorteerminor in het bachelorprogramma op te nemen krijgt de student een betere aansluiting op een van andere masters. De voorsorteerminor - specialisatieminor - Population Studies wordt aanbevolen voor bachelor studenten Technische Planologie voor instroom in de Master Population studies (zie hoofdstuk 11 Minorprogramma s). Daarnaast is affiniteit met onderzoeksmethodologie een pre en worden de volgende keuzevakken sterk aanbevolen: Culturele Antropologie, Gender, Space and Culture, Introduction to Development Studies, Geneeskunde in de Tropen. 43

52 Bacheloropleiding Technische Planologie De voorsorteerminor - specialisatieminor - Sociale Geografie & Planologie wordt aanbevolen voor bachelor studenten Technische Planologie voor instroom in de master Culturele Geografie, Economische Geografie, Planologie of Vastgoedkunde (zie hoofdstuk 11 Minorprogramma s). 44

53 Vakken 4 Vakken 4.1 Vakkenbeschrijvingen De vakken die aan de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen gedoceerd worden zijn gecodeerd middels afkortingen van de namen van de vakken. Voor iedere student die destijds is overgegaan van het oude studieprogramma naar het Bachelor-Master traject is - in overleg - door de verantwoordelijke studiecoördinator een individueel overgangspakket samengesteld. Soortgelijke individuele afspraken dienen ook gemaakt te worden indien vervangende vakken gekozen moeten worden voor onderwijsonderdelen die niet langer meer worden aangeboden. De presentatie van de vakken op de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen is steeds hetzelfde. Per vak wordt het volgende aangegeven: Docent(en): zie lijst medewerkers, bijlage 1 van deze studiegids, voor kamernummers, telefoonnummers, spreekuren, e.d.; Studielast: uitgedrukt in EC s (1 EC komt overeen met 28 studie-uren); Toetsing: de wijze waarop het vak wordt getoetst: tentamen, werkstuk, opdracht, e.d. Er worden drie soorten werkstukken onderscheiden: essay (werkstuk van 5 of minder pagina s), paper (werkstuk van 5 tot en met 15 pagina s) en scriptie (werkstuk van meer dan 15 pagina s); Periode: het semester (c.q. de semesters) waarin het onderwijs wordt aangeboden. Zie hiervoor onder Leeswijzer, aan het begin van deze studiegids Doelstelling: geformuleerd in eindtermen (wat de student moet kennen en/of kunnen na het onderwijs in het betreffende vak te hebben gevolgd); Inhoud: een toelichting op de inhoud van het vak c.q. van de wijze waarop het vak wordt gegeven; Werkvorm: (hoor- en/of werkcolleges, presentaties, practica, paper, schrijven van werkstukken e.d.). Bij nagenoeg alle vakken is sprake van literatuurstudie; Doelgroep: de groepering binnen de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen voor wie het vak primair bedoeld is, gespecificeerd in opleiding en studiefase, eventueel verbijzonderd met specifieke ingangseisen. Veel vakken zijn overigens voor niet-frw studenten toegankelijk als keuzevak (zie paragraaf 2 van dit hoofdstuk); Kernliteratuur: de literatuur (boeken, boekdelen en/of rapporten) die in ieder geval zal worden gebruikt; in veel gevallen zal de docent voorafgaand aan of in het eerste college de overige literatuur bekend maken. De prijzen die bij de betreffende boeken vermeld staan zijn onder voorbehoud. 45

54 Vakken 4.2 Overzicht van keuzevakken Bachelor Sociale Geografie & Planologie en Technische Planologie Semester 1- a 1. Water en Ruimte GEWATRUIM4 2. Ontwerpmethodieken GEONTWMETH 3. Bouwrijpmaken GEBRM 4. Inleiding Techn. Planologie GEITP1 5. Intr. Development Studies 1 (Faculteit EWB121A06 Economie) 6. Culturele Geografie 1 GECULTGEO1 7. Economische geografie & Vastgoed GEEGVG 8. Demografie 2: Bevolkingsdynamiek in Nederland GEDEMO2 en Europa 9. Environment and Development GEENVDEVM 10. Arctische Studies 1 (sem. I a+b, Faculteit Letteren) LMIB01B10 Semester 1-b 1. Migratie GEMIGR 2. Waterhuishouding GEWHH 3. Internationale Geografische Relaties GEINTREL 4. Culturele Geografie 2 GECULTGEO2 5. Bouwtechniek GEBOUWTECH 6. Mexico: land van dualiteit en contrast GEMEXICON 7. Intr. Development Studies 2 (Faculteit Economie) EWB122A06 Semester2- a 1. Ruimtelijke interactie & nieuwe technologie GERUIMTINT 2. Stadsgeografie 2 GESTADSG2 3. Plattelandsvraagstukken GEPLVRST 4. Plan- en projectevaluatie GEPPE 5. Verkeer en mobiliteit GEVKMOB 6. Stedelijk ontwerpen GESTEDONTW 7. China GECHINA 8. Geogr. en plan. Nederland & Europa GEGPLNLEUR 9. Geo Informatie Management 1 GEGIM1 10. Arctische Studies 2 (sem. II a+b, Faculteit LMIB02B10 Letteren) 11. Gender, culture and space (sem. IIa/b) GEGENDER Semester 2- b 1. Geografie van de gezondheid GEGEOGZH 2. Milieuplanning GEMILPLAN 3. Milieutechniek GEMILTECH 46

55 Vakken 4.3 AV-vakken Derdejaars studenten kunnen kiezen uit een aantrekkelijk aanbod van Algemeen Vormende Vakken (AV-vakken). Dat aanbod bestaat uit vakken van 5 EC, die een bijzondere bijdrage leveren aan de brede, academische vorming van studenten. Algemeen Vormende Vakken hebben als oogmerk studenten uit te dagen over de grenzen van het eigen vakgebied heen te kijken en om hen kennis te laten maken met een andere manier van wetenschap bedrijven. In de praktijk gaat het om vakken met bijvoorbeeld een wetenschapsfilosofische of wetenschapshistorische vraagstelling, of om vakken waarin actuele maatschappelijke vraagstukken centraal staan. Sommige vakken zijn duidelijk multidisciplinair vormgegeven colleges waarin docenten uit verschillende Faculteiten en met verschillende invalshoeken een inbreng hebben. De vakken worden verspreid over twee semesters gegeven; ook in tijden en dagen van de week is er de nodige variatie. De AV-vakken staan op internet: Het volgen van één AV-vak is verplicht voor derdejaars studenten. In het keuzeonderdeel zullen studenten ruimte moeten laten voor een AV-vak van 5 EC. Kiest de student een tweede AV-vak als keuzevak dan geldt dat als een gewoon keuzevak. De door de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen voor studenten van andere RUG- Faculteiten opengestelde AV-vakken zijn in het studiejaar 2008/2009: Planologie 2 (GEPLANO2). Economie (GEECONOMIE). Internationale Geografische Relaties (GEINTREL). Milieuplanning (GEMILPLAN). Geografie van de gezondheid (GEGEOGZH). Plattelandsvraagstukken (GEPLVRST). China (GECHINA). Water en Ruimte (GEWATRUIM5). Environment and development (GEENVDEVM). 47

56 Vakken GEASG Docent: Studielast (EC): Toetsing: Periode: Algemene Sociale Geografie drs. H.C. Diederiks 5 EC Schriftelijk tentamen, Verplichte en actieve deelname semester I a Doelstelling Studenten leren het basisbegrippenapparaat en de basisideeën van de Algemene Sociale Geografie kennen. Ze leren de samenhang en de maatschappelijke en wetenschappelijke context van deze begrippen en ideeën en kunnen ze toepassen bij het beschrijven, interpreteren en analyseren van sociaal-ruimtelijke verschijnselen. Daarnaast maken zij kennis met de bibliotheek van Ruimtelijke Wetenschappen, zodat ze weten waar de relevante geografische literatuur te vinden is. Inhoud In deze cursus staan de belangrijkste sociaal geografische concepten, ideeën, begrippen en verschijnselen centraal. Om deze te leren kennen en te leren gebruiken wordt een sociaalgeografisch handboek bestudeerd, namelijk het boek Human Geography: Places and Regions in a Global Context van de auteurs Knox en Marston (2007). Inhoudelijk komen aan de orde (zie de hoofdstukindeling van Knox en Marston): het belang van sociale geografie, de veranderende globale context, bevolkingsgeografie, natuur en samenleving, het interpreteren van plaatsen en landschappen, de geografie van economische ontwikkeling, landbouw en voedselproductie, politieke geografie, verstedelijking, stedelijke structuren en toekomstige ruimtelijke vraagstukken. Het bestuderen van het boek vindt plaats in werkcolleges met kleinere groepen studenten, onder begeleiding van een docent. Actieve deelname is een vereiste. Dat wil zeggen dat van de studenten wordt verwacht dat zij de werkcolleges gedegen voorbereiden, dat ze actief deelnemen aan de werkcolleges, dat ze de opgegeven opdrachten (zoals het presenteren van een hoofdstuk uit Knox en Marston) uitvoeren. Tijdens het onderdeel bibliotheekvaardigheden (verzorgd door medewerkers van de bibliotheek van Ruimtelijke Wetenschappen) wordt uitgelegd hoe de bibliotheek van FRW is ingedeeld en hoe systematisch naar wetenschappelijke literatuur kan worden gezocht. Werkvorm Discussie, Literatuurstudie, Presentatie, Kleinschalig activerend onderwijs Doelgroep BSc Sociale Geografie & Planologie( Basisprogramma SG&P ) 1 e jaar Kernliteratuur Knox P.L., S.A. Marston (2007), Places and Regions in Global Context: Human Geography, 4e, druk, Prentice-Hall, Upper-Saddle River, New Jersey (ISBN: ), 84,00 48

57 Vakken GEATELIER1 Atelier 1 Docent: Studielast (EC): Toetsing: Periode: wordt nader bekend gemaakt 2 EC Verplichte en actieve deelname semester I a Doelstelling Hoofddoel is inzichtverhoging en verdieping van de in ITP aangeboden kennis (Berke e.a., Urban Land Use Planning), door middel van Gaming-Simulation (PIN-game). Nevendoelen zijn een eerste kennismaking met de Nederlandse Ruimtelijke Ordening en het aanleveren van vaardigheden om zelfstandig literatuuronderzoek te doen. Inhoud Het PIN-game simuleert de bouw van een stad onder invloed van een besluitvormingsmechanisme waarin alle partijen (markt, overheid, particulieren) zijn vertegenwoordigd. Literatuuronderzoek, gebruik van de bibliotheek en de mogelijkheid elektronische bestanden te raadplegen. Werkvorm Gaming-Simulation (twee opeenvolgende dagen full-time van tot uur) en deelname Bibliotheekinstructie Doelgroep BSc Technische Planologie( Basisprogramma TP ) 1e jaar Kernliteratuur Philip R. Berke e.a. (2006), Urban Land Use Planning, 5th edition, University of Illinois Press, Urbana, USA (ISBN: ), 61,00 49

58 Vakken GEAT2-1 Atelier 2 Docent: Studielast (EC): Toetsing: Periode: prof.dr.ir. P. Ike 1 EC Opdrachten, Verplichte en actieve deelname semester I b en semester II a Doelstelling Bouwtekeningen kunnen lezen en sterkte- en stijfheidsberekeningen kunnen uitvoeren. Een constructie in hoofdlijnen kunnen ontwerpen. Het vak Atelier 2 dient ter ondersteuning van het maken van het tentamen bouwtechniek. Inhoud In dit atelier wordt allereerst kennis gemaakt met de principes van bouwtekeningen. Aan de hand van tekeningen wordt uitleg gegeven hoe verschillende constructies in elkaar steken. Er moet vervolgens een schets - een doorsnede, zijaanzicht en bovenaanzicht - van een bestaand bouwwerk getekend worden. Vervolgens moeten met behulp van de basisprincipes die in het college Bouwtechniek zijn aangereikt, oplossingen worden bedacht en uitgerekend voor een bouwtechnisch ontwerpprobleem (sterkteberekening en stijfheidsberekening). Werkvorm Werkcollege Doelgroep BSc Technische Planologie( Basisprogramma TP ) 1e jaar Kernliteratuur Doorsnede-aanduidingen van materialen op bouwkundige tekeningen (ISBN: NEN 47 ) Het ontwerpen van stalen bruggen, basiseisen en eenvoudige rekenregels (1995, VOSB Rotterdam (NEN 6788 ) Rotterdam, ir. E.O.E. van, Sterkteleer. deel 1. Toegepaste mechanica, Delta Press. 2e druk. (ISBN: ), 47,50 50

59 Vakken GEATELIER3 Atelier 3 Docent: Studielast (EC): Toetsing: Periode: prof.dr.ir. P. Ike 1 EC Opdrachten, Paper semester II a Doelstelling De student moet argumentaties in geschreven teksten kunnen reconstrueren en beoordelen en de student moet leren argumenteren in korte betogende beleidsnotities. Inhoud In dit atelier staat het schrijven van een korte, betogende beleidsnotitie, ofwel position paper, centraal. De kwaliteit van de argumentatie is daarbij het voorname aandachtspunt. Daarom wordt gewerkt aan de hand van de grondbeginselen van de logica en retorica, zodat een deugdelijke redenering opgebouwd kan worden. Het idee achter dit studieonderdeel is dat je als planoloog kernachtig een helder beeld moet kunnen schetsen van een planologisch vraagstuk en daarbij tevens stelling durft te nemen. Het steekhoudend kunnen argumenteren is daarbij een belangrijk aandachtspunt. Tijdens het Atelier wordt een aantal oefeningen gemaakt. In de oefeningen ligt de nadruk op argumenteren, hetzij door analyse van teksten, hetzij door het zelf formuleren van argumentaties. De grondregels van de retorica en argumentatieleer dienen daarbij als uitgangspunt. Belangrijkste oefening is het schrijven van de zogenaamde position paper. Hierin nemen de schrijvende duo s stelling ten aanzien van een technisch planologisch vraagstuk. Werkvorm Hoorcollege, Opdrachten/Oefeningen, Werkcollege Doelgroep BSc Technische Planologie( Basisprogramma TP ) 3e jaar Kernliteratuur Atelier 3, Opdrachten en toelichting, FRW-RUG, Groningen 51

60 Vakken GEBAPROJSG Bachelor Project SG Docent: Studielast (EC): Toetsing: Periode: prof.dr. D. Strijker 10 EC Presentatie, Verdediging van stellingen, Werkstuk semester II b Doelstelling Studenten moeten (in groepsverband èn individueel) met een probleemstelling kunnen omgaan, dat wil zeggen een probleem kunnen interpreteren in termen van relevante theorieën en gangbare inzichten op het vakgebied. Zij moeten de probleemstelling kunnen operationaliseren in onderzoektermen en een doelgericht plan kunnen opstellen om tot verzameling van relevante data te komen. De studenten moeten voorts (individueel) data na verzameling adequaat kunnen bewerken en analyseren, de resultaten van data-bewerking en - analyse in een goed gestructureerd en leesbaar rapport neerleggen, en daarover een acceptabele presentatie kunnen verzorgen. Ingangseis aan het begin van semester 1b, resp. 2b: propedeuse, Statistiek 2, Groepsonderzoeksproject en Methoden & Technieken Geografisch en Planologisch Onderzoek (GEMTGPOND). Inhoud Het bachelor project wordt door de student uitgevoerd als individueel traject binnen een groepsopdracht. De deelnemers aan een project worden als groep gecoached, met in principe één bijeenkomst met het begeleidende staflid per week, gedurende de looptijd van 8 weken. Onderwerpen worden in principe door de leden van de vaste staf geformuleerd en zoveel mogelijk afgeleid van het onderzoekprogramma van de Faculteit. Tweemaal per jaar wordt een aanbod van projecten gedaan. De projecten worden in beginsel zoveel mogelijk uitgevoerd in periode 1b of periode 2b. Het projecten-aanbod wordt gedaan aan het begin van periode 1a resp. 2a, zodat eventueel als zowel de deelnemende studenten als de begeleidende docent dat wensen de voorbereiding en een deel van de uitvoering kan plaatsvinden in periode 1a resp. 2a. Met het oog op de afronding van het project met rapportage en presentatie tegen het eind van de normale uitvoeringsperioden 1b resp. 2b worden de eerste groepsbijeenkomsten al aan het eind van periode 1a resp. 2a gehouden, zodat de 8 weken looptijd zo efficiënt mogelijk gebruikt kan worden voor de eigenlijke uitvoering, en niet nodeloos veel tijd verloren gaat met discussie over de opzet. Voor het bachelor project geldt een aantal deelnameregels, en voor bachelor projecten die in het buitenland worden uitgevoerd gelden aparte regels. Voor de eindbeoordeling van bachelor projecten geldt een vastliggend schema. Meer informatie staat in hoofdstuk 9.3 van de studiegids. Werkvorm Groepsproject, Presentatie Doelgroep BSc Sociale Geografie & Planologie( Basisprogramma SG&P ) 3e jaar 52

61 Vakken GEBAPROJTP Bachelor Project TP Docent: Studielast (EC): Toetsing: Periode: prof.dr.ir. P. Ike (contactdocent) 10 EC Zie protocol semester II b Doelstelling Leren zelfstandig onderzoek doen, waarbij het individuele onderzoek onderdeel uitmaakt van een studie die in teamverband moet worden uitgevoerd. Opdracht omzetten in een gemeenschappelijke probleemstelling. Gemeenschappelijke doelstellingen en onderzoeksvragen formuleren. Theoretisch kader schetsen van waaruit de studie wordt belicht. Het maken van individuele analyses. Het komen tot een individuele en gemeenschappelijke synthese. Conclusies en aanbevelingen formuleren. Het maken van een wetenschappelijk verantwoord onderzoeksrapport. Inhoud Het bachelorproject wordt door de student grotendeels uitgevoerd als individueel traject binnen een groepsopdracht. De opdracht kan bijvoorbeeld bestaan uit een analyse, synthese, enz. van een bepaald planologisch probleem of - onderwerp dat vervolgens per land of per thema of per aspect (bijvoorbeeld ruimtelijke facet, juridisch facet, milieufacet, enz.) individueel moet worden uitgezocht. De onderwerpen dienen te passen binnen het onderzoeksprogramma van de faculteit, respectievelijk het facultaire onderzoeksinstituut URSI (zie De stafleden dragen de onderwerpen aan, die geschikt zijn om op te splitsen in individuele trajecten. Studenten mogen ook zelf een onderwerp indienen; in overleg met een staflid moet dan wel de geschiktheid van het onderwerp worden vastgesteld. Werkvorm Groeps- en individueel werkstuk, Groepsbijeenkomst, Presentatie Doelgroep BSc Technische Planologie( Basisprogramma TP ) 3e jaar 53

62 Vakken GEBRM-5 Docent: Studielast (EC): Toetsing: Periode: Bouwrijpmaken prof.dr.ir. P. Ike 5 EC Schriftelijk tentamen semester I a Doelstelling De student moet vanuit een perspectief van bouwrijpmaken een locatie voor (nieuw) te bouwen objecten kunnen afstemmen op de bodemgesteldheid en op de waterhuishouding. In relatie hiermee moet de student de technieken van het geschikt maken van de bodem en de waterhuishouding voor te bouwen objecten kennen. Inhoud In dit blok wordt ingegaan op de afstemming van de plaats van te bouwen objecten op de bodemgesteldheid en de waterhuishouding. In dit verband wordt aandacht besteed aan een aantal aspecten van de grondmechanica en vloeistofmechanica. Bouwrijpmaken is de techniek van het geschikt maken van de bodem en de waterhuishouding voor te bouwen woningen, infrastructuur, bedrijfsgebouwen, etc. Er wordt concreet aandacht besteed aan funderingen, manieren van ophogen, zettingen van opgehoogde terreinen, ontwatering (drainage), afwatering, riolering, het groeimilieu, kabels en leidingen, etc. Werkvorm Hoorcollege Doelgroep BSc Sociale Geografie & Planologie( Keuzevakken SG&P), BSc Technische Planologie( Basisprogramma TP ) 1e jaar Kernliteratuur Bundel actuele artikelen 54

63 Vakken GEBOUWTECH Bouwtechniek Docent: Studielast (EC): Toetsing: Periode: prof.dr.ir. P. Ike 5 EC Schriftelijk tentamen semester I b en semester II a Doelstelling Studenten Technische Planologie kennis laten maken met bouwtechnische principes, opdat een planologische beoordeling van een situatie in relatie tot een gebouwde omgeving mede gebaseerd kan worden op dit inzicht. De studenten moeten sterkte- en stijfheidsberekeningen kunnen uitvoeren en de beginselen van gewapend beton en voorgespannen beton kennen. Inhoud Dit blok gaat in op de bouwtechnische basiskennis van de gebouwde omgeving. Er wordt in het bijzonder ingegaan op de essentiële beginselen van de sterkteleer en de daarvoor benodigde materialenkennis. Daarnaast worden de principes van de stijfheidsberekening van constructies behandeld. Er wordt bijvoorbeeld stilgestaan bij enkele eigenschappen van de grond en de bijkomende gevolgen voor de te bouwen objecten (woningen, gebouwen, viaducten, etc.). Daarnaast wordt ingegaan op de bouwkundige basisprincipes van woningen, gebouwen en de meest relevante constructies in de grond-, weg- en waterbouwkunde en utiliteitsbouw (bruggen, viaducten, wegen, spoorwegen, sluizen, etc.). Ook worden de beginselen van gewapend beton en voorgespannen beton behandeld. Aan het tentamen bouwtechniek mag pas worden deelgenomen indien het vak atelier 2 is afgerond. Werkvorm Hoorcollege Doelgroep BSc Sociale Geografie & Planologie( Keuzevakken SG&P ), BSc Technische Planologie( Basisprogramma TP ) 1e jaar Kernliteratuur Bundel artikelen over gewapend beton en voorgespannen beton Rotterdam, ir. E.O.E. van, Sterkteleer deel 1, Toegepaste mechanica, Delta Press. 2e druk.(isbn: ), 47,50 55

64 Vakken GECAPSEL Docent: Studielast (EC): Toetsing: Periode: Capita Selecta drs. H.A. Oosterhoff (contactdocent) 1 EC Verplichte en actieve deelname semester I/II Doelstelling Doel van het studieonderdeel Capita Selecta is om de algemene planologische kennis van de student te verbreden en verdiepen door de student kennis te laten nemen van planologische onderwerpen en onderzoeken die binnen het reguliere onderwijsaanbod minder of niet aan bod komen; en de aangeboden onderwerpen en onderzoeken in een technisch planologisch denkraam te kunnen plaatsen, dit mede op basis van eerder in de studie verkregen inzicht. Inhoud Studenten verzamelen interactiepunten door het bijwonen van lezingen, symposia, themabijeenkomsten, gastcolleges buiten reguliere cursussen en presentaties van medestudenten in het kader van leeronderzoek of afstudeeronderzoek. In totaal dient de student 15 interactiepunten te verzamelen. Deze punten worden toegekend op basis van schriftelijke presentiebewijzen, zoals presentielijsten die circuleren bij afstudeerbijeenkomsten of geheel ingevulde presentieformulieren bij externe activiteiten (verkrijgbaar bij de BOE-balie of via Nestor). Presentiebewijzen moeten bij mw. S. Oude Brunink op het secretariaat worden ingeleverd. Interactiepunten worden slechts toegekend indien de thematiek van de bijgewoonde bijeenkomsten technisch-planologisch relevant is, dit ter beoordeling van de coördinator van het studieonderdeel. Relevant zijn thema s op het gebied van zowel planningstheorie als planningspraktijk (voorbereiding, uitvoering, monitoring), verkeer en vervoer, infrastructuur, milieu en water of specifieke thema s m.b.t. ontwikkeling van stedelijk gebied (volkshuisvesting, heritage, etc.), ontwikkeling van landelijk gebied (landbouw, natuur, recreatie, etc.), en onderzoeks- en beoordelingsmethoden (milieueffectrapportage, evaluatie, GIS, statistiek). Zelf verrichte activiteiten/opdrachten zijn van de regeling uitgesloten. De praktische informatie over presentiebewijzen, toekenning van interactiepunten en uitsluitingen van deze regeling is te vinden op Nestor. Doelgroep BSc Technische Planologie( Basisprogramma TP ) 2e jaar 56

65 Vakken GECHINA Docenten: Studielast (EC): Toetsing: Periode: China: een geografisch perspectief drs. H.C. Diederiks, Gastdocenten 5 EC Schriftelijk tentamen semester II a Doelstelling Het leren beschrijven, interpreteren, verklaren en positioneren van sociaal-ruimtelijke ontwikkelingen in China. Dit vak is ook als AV-vak toegankelijk voor RUG-studenten van andere faculteiten. Inhoud Het gaat in deze cursus om het beantwoorden van de vragen: welke sociaal ruimtelijke ontwikkelingen spelen zich in China af? En, hoe komt het dat juist die ontwikkelingen zich voordoen? Daarbij komen de volgende aspecten van China aan de orde: rurale gebieden, steden, energievoorziening, demografie, binnenlandspolitiek, historie, economie en internationale positie. Eventueel kunnen in het kader van deze cursus nog de volgende activiteiten worden georganiseerd: -vertoning van documentaires over China met daarna discussies; -discussie met bijvoorbeeld de Vereniging Nederland China over ontwikkelingen in China; -bespreking van boeken (romans) die zich afspelen in China. Werkvorm Hoorcollege, Zelfstudie Doelgroep,BSc Sociale Geografie & Planologie( Basisprogramma SG&P ) 1e jaar,bsc Technische Planologie( Keuzevakken TP ), AVV-cursussen FRW Kernliteratuur Gamer, R.E. (2008), Understanding contemporary China, Lynne Rienner Publishers, Inc.(ISBN: ), 26,00 57

66 Vakken GECOMPUT Computercursus Docenten: Studielast (EC): Toetsing: Periode: J. Hollander, dr. W.J. Meester, drs. H.A. Oosterhoff 3 EC Opgaven computerpracticum semester I a Doelstelling Studenten verwerven relevante computervaardigheden in het werken met een spreadsheetprogramma, een databaseprogramma en een statistisch pakket. Inhoud Zowel tijdens de studie als in de latere werksituatie zal de ruimtelijke wetenschapper veelvuldig met de computer in aanraking komen. Het is daarom gewenst de student in een vroeg stadium vertrouwd te maken met enkele veelgebruikte relevante computerapplicaties. Deze cursus richt zich achtereenvolgens op het werken met het spreadsheetprogramma Excel, het databaseprogramma Access en het statistische pakket SPSS. Ook is een korte kennismaking met Nestor, de elektronische leeromgeving van de RuG, in de cursus opgenomen. Werkvorm Computerpracticum, Hoorcollege (practica: 60 uur, college: 2 uur) Doelgroep BSc Sociale Geografie & Planologie( Basisprogramma SG&P ) 1e jaar,bsc Technische Planologie( Basisprogramma TP ) 1e jaar Kernliteratuur Wordt nader aangekondigd. 58

67 Vakken GECULTGEO1 Culturele Geografie 1 Docenten: Studielast (EC): Toetsing: Periode: dr. P.D. Groote, prof.dr. P.P.P. Huigen 7 EC Schriftelijk tentamen semester I a Doelstelling Het leren kennen en kunnen toepassen van het basisbegrippenapparaat en de basisideeën van de Culturele Geografie. Het kunnen beschrijven, analyseren en verklaren van sociaalruimtelijke verschijnselen vanuit een cultureel geografisch perspectief. Inhoud Het gaat in dit onderdeel om de basisbegrippen en basisideeën van de Culturele Geografie. Culturele Geografie wordt hier ruim opgevat. Dit betekent dat ook begrippen en ideeën uit de Algemene Sociale Geografie en de Politieke Geografie aan de orde worden gesteld. De basisbegrippen worden in hun samenhang en in hun maatschappelijke en wetenschappelijke context behandeld. Daartoe wordt een aantal verschillende sociaal-ruimtelijke verschijnselen aan de orde gesteld. Die verschijnselen worden beschreven, geanalyseerd en verklaard. In het onderdeel Culturele Geografie van Huigen gaat het vooral om de relatie mens (fysieke) omgeving. Deze relatie wordt bestudeerd in verschillende contexten. Er wordt ingegaan op de variatie van deze relatie in ruimte (verschillende plaatsen), in cultuur en in tijd. In het onderdeel Culturele en Politieke Geografie van Groote gaat het om de processen van globalisering en lokalisering. Door globalisering zijn de directe contacten met andere culturen toegenomen, maar tegelijkertijd ook de kans op culturele verschillen. Bovendien lijken steeds meer mensen dan voorheen belang te hechten aan hun locale of regionale wortels (lokalisering). In het onderdeel Politieke Geografie wordt aandacht geschonken aan de relatie tussen politiek, bevolking en ruimte. Naast verschijnselen als druk op de natiestaat van supranationale organisaties als de Europese Unie, komen ook verschijnselen als nationalisme en regionalisme aan de orde. Werkvorm Hoorcollege, Literatuurstudie Doelgroep BSc Sociale Geografie & Planologie( Basisprogramma SG&P ) 1e jaar,bsc Technische Planologie( Keuzevakken TP ) Kernliteratuur B. de Pater, P.D. Groote, K. Terlouw (2005), Denken over regio s, geografische perspectieven, 2e herziene druk, Uitgeverij Coutinho, Bussum (ISBN: ) 21,50 Westerman, F. (2006), El Negro en ik, 9e druk, Pandora Pockets (ISBN: ), 12,50 P.L. Knox, S.A. Marston (2007), Places and regions in a global context: Human Geography, 4e druk, Prentice-hall, Upper-Saddle, New Yersey. (h 1, 4, 5, 6, 8, 9) (ISBN: ), 84,00 D. Storey (2001), Territory, nation, states and the claiming space, Longman (ISBN: ), 47,80 Overige literatuur wordt nader aangekondigd. 59

68 Vakken GECULTGEO2 Culturele Geografie 2 Docenten: Studielast (EC): Toetsing: Periode: prof.dr. P.P.P. Huigen, Gastdocenten 5 EC Actieve participatie groepspresentatie, Schriftelijk tentamen semester I b Doelstelling Studenten hebben na afloop van de cursus een overzicht van het werkveld van culturele geografie: onderwerpen, werkwijzen, ideeën en concepten. Studenten kunnen de concepten en ideeën van de Culturele Geografie inzetten bij het waarnemen, beschrijven, analyseren, interpreteren, verklaren en positioneren van sociaal ruimtelijke verschijnselen vanuit een cultureel geografisch perspectief. Inhoud Deze cursus bestaat uit een nadere verkenning van het werkveld van de Culturele Geografie. De verschillende stromingen, uitgangspunten, werkwijzen en vraagstellingen die in de Culturele Geografie worden gehanteerd, komen aan de orde. In deze cursus draait het om de relatie tussen mensen en plaatsen: hoe mensen met plaatsen omgaan en wat plaatsen voor mensen betekenen. De betekenis van plaatsen wordt bestudeerd door te kijken naar hoe over plaatsen wordt gecommuniceerd, hoe plaatsen worden gebruikt en hoe plaatsen worden ingericht. De variatie van de betekenis van plaatsen in de ruimte en voor verschillende culturen krijgt, naast de variatie in de tijd (veranderingen), veel aandacht. De betekenis van plaatsen is niet eenduidig, de betekenis van dezelfde plaats varieert per persoon, per groep, per cultuur. Er wordt op verschillende wijzen tegen dezelfde plek aangekeken. Dit wordt ook wel aangeduid met de term meerstemmigheid. Het betekent dat een plaats of anders gesteld de identiteit van een plaats altijd een omstreden kwestie is. Immers het hechten van een betekenis of het toekennen van een identiteit aan een plaats houdt niet alleen in dat wordt aangegeven wat een plaats is maar ook wat een plaats behoort te zijn. Bij de omstredenheid van plaatsen spelen machtsverhoudingen en geschiedenis in de vorm van padafhankelijkheid een grote rol. In de groepsopdracht omstreden plaatsen worden deze aspecten verkend. Werkvorm Groepsopdracht, Hoorcollege, Literatuurstudie Doelgroep BSc Sociale Geografie & Planologie( Basisprogramma SG&P ) 3e jaar,bsc Technische Planologie( Keuzevakken TP ) Kernliteratuur Holloway, L., Hubbard, P. (2001), People and Place. The extraordinary geographies of everyday life, Longman (ISBN: ), 51,95 Overige literatuur wordt nader aangekondigd. 60

69 Vakken GEDEMO1-5 Demografie 1: Bevolking en Ontwikkeling Docenten: Studielast (EC): Toetsing: Periode: drs. K. Haandrikman, prof.dr.i. Hutter 5 EC Opdrachten, Schriftelijk tentamen semester II b Doelstelling Het vak Demografie 1: Bevolking en Ontwikkeling heeft als doelstelling studenten kennis te laten nemen van de relatie tussen bevolkingsontwikkelingen en economisch/sociaal-culturele ontwikkeling. Urbanisatie, in het bijzonder in ontwikkelingslanden, is een thema dat daarbij centraal staat. Deelnemers hebben na afloop inzicht in de belangrijkste theorieën die bevolkingsgroei beschrijven, opgebouwd uit vruchtbaarheid (krijgen van kinderen), sterfte en migratie. Zij hebben inzicht in de dynamiek van bevolking en (economisch en sociaalculturele) ontwikkeling. Bovendien hebben zij een overzicht van demografische trends en demografische indicatoren op mondiaal niveau, en de geschiedenis van deze ontwikkelingen. Door middel van het maken van een demografisch regioprofiel kunnen studenten de ontwikkeling van een wereldregio duiden. Inhoud In het eerste jaar van de bachelor Sociale Geografie en Planologie en Technische Planologie staat de wereld centraal. Om de wereld, regio s en landen te begrijpen is kennis benodigd van demografische ontwikkelingen in die regio s, en hoe die op hun beurt in relatie staan tot economische en sociaal-culturele ontwikkeling. Urbanisatie is daarbij een belangrijk thema. In het vak Demografie 1: Bevolking en Ontwikkeling staat demografische dynamiek centraal. In de colleges wordt een overzicht gegeven van de omvang, de samenstelling en de ruimtelijke verdeling van de wereldbevolking, en van veranderingen daarin. Met behulp van theorieën wordt een verklaring voor bevolkingsveranderingen gezocht. Thema s die behandeld worden in relatie tot bevolking zijn gezondheid, armoede, urbanisatie, cultuur, vergrijzing en beleid. Werkvorm Hoorcollege, Opdracht, Werkcollege Doelgroep BSc Sociale Geografie & Planologie( Basisprogramma SG&P ) 1e jaar,bsc Technische Planologie( Basisprogramma TP ) 1e jaar Kernliteratuur Knox, P.L. en S.A. Marston (2007), Places and Regions in Global Contex: Human Geography, Hoofdstuk 3 (pp ) (ISBN: ), 84,00 Weeks, J.R. (2008), Population. An introduction to concepts and issues, Wadsworth Publishing, Belmont, 10th edition. Hoofdstukken 1,2,3,5,6,7,8,9,11,13 (ISBN: ), 70,00 UNFPA (2007), State of the world population Unleasing the potential of urban growth, United Nations Population Fund, New York 61

70 Vakken GEDEMO2 Docenten: Studielast (EC): Toetsing: Periode: Demografie 2: Bevolkingsdynamiek in Nederland en Europa dr. F. Janssen, Gastdocenten 5 EC Opdrachten,Schriftelijk tentamen semester I a Doelstelling Het vak Demografie 2: Bevolkingsdynamiek in Nederland en Europa heeft als doelstelling studenten kennis te laten nemen van recente demografische ontwikkelingen in Nederland en Europa, de achtergronden en gevolgen van deze ontwikkelingen en de demografische data en technieken die aan deze informatie ten grondslag liggen. Deelnemers kennen na afloop de recente ontwikkelingen in de vruchtbaarheid, sterfte en (internationale) migratie in Nederland en hoe deze ontwikkelingen zich verhouden tot die in Europa. Deelnemers kunnen door middel van demografische technieken enkele standaardberekeningen binnen de demografie uitvoeren (bijv. totale vruchtbaarheidscijfer (TFR)) en weten op welke verschillende manieren demografische informatie verkregen wordt. Ze hebben inzicht in de belangrijkste achtergronden van de recente bevolkingsontwikkelingen, en zijn in staat te reflecteren op de gevolgen van deze recente bevolkingsontwikkelingen voor bijvoorbeeld de vastgoedmarkt en de arbeidsparticipatie. Inhoud Waar Demografie 1: Bevolking en Ontwikkeling ingaat op mondiale bevolkingsontwikkelingen, ligt bij Demografie 2: Bevolkingsdynamiek in Nederland en Europa de nadruk op hedendaagse demografische ontwikkelingen en daaraan gerelateerde vraagstellingen in Nederland. Daarbij zal ook aandacht zijn voor de positie van Nederland binnen Europa. De belangrijkste aspecten van de demografie, te weten vruchtbaarheid, sterfte en migratie, worden zowel inhoudelijk als methodologisch verder uitgediept aan de hand van recente demografische vakliteratuur en standaard demografische technieken. Daarnaast wordt aan de hand van een aantal inhoudelijke toepassingen aandacht geschonken aan de achtergronden van de recente demografische ontwikkelingen. Door middel van de procescontext approach zal hierbij het veranderende individuele gedrag binnen een veranderende context benaderd worden. Ook zal aandacht geschonken worden aan de gevolgen van recente demografische ontwikkelingen, op ondermeer de bevolkingsomvang en bevolkingsstructuur, de vastgoedmarkt en de arbeidsparticipatie. Daarnaast zullen kort de verschillende soorten van dataverzameling en het doen van bevolkingsvooruitberekingen behandeld worden. Een aantal colleges zal gegeven worden door gastdocenten met uiteenlopende disciplines en van verschillende instituten (e.g. NIDI, CBS). Dit vak is een onderdeel van de Minor Demografie. Werkvorm Hoorcollege, Opdrachten/Oefeningen Doelgroep BSc Sociale Geografie & Planologie( Basisprogramma SG&P ) 2e jaar,bsc Technische Planologie( Keuzevakken TP ) Kernliteratuur Reader met artikelen 62

71 Vakken GEECONOMIE Economie Docenten: Studielast (EC): Toetsing: Periode: prof. dr. J. van Dijk, prof.dr. D. Strijker 5 EC Schriftelijk tentamen semester I a Doelstelling Niet-economen zijn na afloop van de cursus vertrouwd met de elementaire onderdelen van de economische theorie en het economische beleid. Dit vak is ook als AV-vak toegankelijk voor RUG-studenten van andere faculteiten. Inhoud Dit onderdeel omvat een inleiding in de algemene economie. Aan de orde komen ondermeer: macro-economische ontwikkelingen op lange en op korte termijn, geld- en bankwezen, internationale handel, milieueconomie, de arbeidsmarkt, economie van de publieke sector, institutionele economie, de culturele dimensie van de economie, macro-economische politiek, economische besluitvorming en het micro-economische gedrag van consumenten en ondernemers. Werkvorm Hoorcollege, Werkcollege Doelgroep BSc Sociale Geografie & Planologie( Basisprogramma SG&P ) 2e jaar,bsc Technische Planologie( Basisprogramma TP ) 2e jaar, AVV-cursussen FRW Kernliteratuur Hebbink, G.E., B.C.J. van Velthoven (2003), Macro-economie en Stabilisatiepolitiek, 4e druk, Wolters-Noordhoff, Groningen (ISBN: ), 42,50 Eijgelshoven P.J., A. Nentjes, B.C.J. van Velthoven (2004), Markten en Overheid, 4e druk, Wolters-Noordhoff, Groningen (ISBN: ), 49,95 63

72 Vakken GEECOGEO1N Economische Geografie: bedrijf en regio Docenten: Studielast (EC): Toetsing: Periode: dr. A. Brouwer, dr. F.J. Sijtsma 7 EC Opdrachten, Schriftelijk tentamen semester I b Doelstelling Studenten dienen het studie-object en de werkwijze van het vakgebied Economische Geografie kernachtig te kunnen omschrijven. Zij kennen de verschillende benaderingswijzen die in de loop der tijd zijn ontwikkeld, de belangrijkste klassieke vestigingsplaatstheorieën en de werking van de primaire en secundaire vestigingsplaatsfactoren. Inhoud Het onderwijs in dit blok behelst een eerste kennismaking met de aard en werkwijze van de Economische Geografie, één van de belangrijkste deelterreinen binnen de sociaalgeografische wetenschap. Er wordt een definitie van Economische Geografie gegeven, en een overzicht van de diverse benaderingswijzen die het vak in de loop van de tijd gekend heeft, zoals de vroeger gebruikte commodity approach en regional approach en de later meer in zwang gekomen benaderingen die focussen op sectoren, factoren, en systemen. De klassieke vestigingsplaatstheorieën van Christaller, Von Thünen en Weber worden behandeld, alsmede een aantal regionaal-economische ontwikkelingstheorieën. Van alle theorieën worden ook toepassingsmogelijkheden in de ruimtelijke planning besproken. Aparte aandacht wordt besteed aan de factor transport, die een hoofdrol speelt in alle theorieën over de ruimtelijke organisatie van economische activiteiten. Ook de klassieke productiefactoren (grond, arbeid, kapitaal en know how) blijken een rol als vestigingsplaatsfactor te spelen, omdat hun beschikbaarheid en prijs in de ruimte varieert. Tenslotte wordt een doorkijk verschaft naar de gedragsgerichte benadering in de economische geografie. Werkvorm Hoorcollege (waarvan een deel in interactieve opzet zal worden gegeven (opdracht en nabespreking)) Doelgroep BSc Sociale Geografie & Planologie( Basisprogramma SG&P ) 1e jaar,bsc Technische Planologie( Basisprogramma TP ) 1e jaar Kernliteratuur Wheeler, J.O., P.O. Muller, G.I. Thrall, T.J. Fik (1998), Economic Geography, 3rd edition, J. Wiley & Sons, New York. Hoofdstuk 1, 3, 5, 6, 7, 8, 10 en 13 (ISBN: ), 124,00 Knox, P.L., S.A. Marston (2007), Places and Regions in Global Contex: Human geography, 4e druk, Prentice-Hall, Upper-Saddle River, New Jersey. Hoofdstuk 7 (The geography of economic development) (ISBN: ), 84,00 Atzema, O., J.G. Lambooy, T. Van Rietbergen, E. Wever (2002), Ruimtelijke Economische Dynamiek, 2e druk, Coutinho, Bussum. NB: niet voor studenten met een HBO schakelprogramma (ISBN: ), 20,00 64

73 Vakken GEEGVG Docenten: Studielast (EC): Toetsing: Periode: Economische Geografie en Vastgoed: actoren, ruimtelijke netwerken, en ruimtelijke investeringen dr. S. Koster, dr. P.R.A. Terpstra, Gastdocenten 5 EC Schriftelijk tentamen semester I a Doelstelling Studenten kunnen moderne benaderingswijzen in de Economische Geografie zoals de behaviourale, institutionele en evolutionaire benadering en de new economic geography definiëren, vergelijken en bediscussiëren. Zij kunnen de betreffende theoretische inzichten verbinden aan regionaal economische ontwikkeling in het algemeen en locatiekeuzes en - beleid van bedrijven en overheden in het bijzonder. Ook kunnen studenten de theorieën en locatiekeuzen verbinden aan ontwikkelingen in de vastgoedsector, die de concrete ruimtelijke neerslag zijn van locatiekeuzes en ruimtelijk beleid. Inhoud Dit blok is een voortzetting van de inleiding tot de economische geografie (GEECOGEO1) uit het eerste jaar van de Bacheloropleiding. De kennismaking met verschillende stromingen in het vakgebied en de grand old theories over bedrijfslocatiekeuze wordt hier afgerond met een overzicht van belangrijke moderne theoretische stromingen: de behaviourale, de institutionele en evolutionaire economische geografie. Dit gaat samen met een beschouwing van het groeiende aantal thema s waarmee economische gegrafie zich in de praktijk van onderzoek en beleid bezighoudt. Dit betreft uitdrukkelijk ook ontwikkelingen in de vastgoedsector, waarin steeds meer professionals met een geografische/planologische achtergrond werkzaam zijn. Na afloop hebben de deelnemers een afgerond beeld van het vakgebied, en tevens een voorstelling van de inhoud van de Masteropleidingen Economische Geografie en Vastgoed, die als vervolg op de Bacheloropleiding Sociale Geografie & Planologie gekozen kunnen worden. Werkvorm Discussiebijeenkomsten, Hoorcollege. Een deel van de hoorcolleges wordt verzorgd door docenten van de Faculteit der Ruimtelijke Wetenschappen in Utrecht, omdat dit onderdeel is geprogrammeerd in een dwarsverband met de Bacheloropleiding Sociale Geografie en Planologie in Utrecht. Doelgroep BSc Sociale Geografie & Planologie( Basisprogramma SG&P ) 3e jaar,bsc Technische Planologie( Keuzevakken TP ) Kernliteratuur Artikelenbundel Ontwikkelingen in de Economische Geografie, Verkrijgbaar bij dictatenverkoop kamer 0034 Artikelenbundel Vastgoed, Verkrijgbaar bij dictatenverkoop kamer

74 Vakken GEENVDEVM Lecturer: Credits (EC): Assessment: Period: Environment and development prof.dr. P.P.S. Ho (contact) 5 EC Examination on the basis of essay questions. semester I a Objective The course aims to enable undergraduate students: to understand the nature, and socio-economic and natural causes of the main environmental problems in developing nations; to become acquainted with the various concepts and theories on environment and development; to distinguish critically between concepts and theories of development and environment, versus their practical applicability; to have a better overview of theories and themes related to environmental policy and development enabling them to focus on possible thesis topics. The module caters for Bachelor s students and regular students from all faculties (AVV). The module is part of the Development Studies Minor. It also fits within study programmes on environmental and natural resource studies. Content This course studies the relation between environment and development in developing countries with an eye to societal problems, such as poverty, population, natural hazards, migration, and a weak institutional and political structure. Possible policies and strategies for environmental improvement are reviewed using case-studies from different countries and sectors. The causes of environmental problems are analyzed on the local, national and international level, whereby the following issues will be touched upon: the depletion of natural resources; democ-racy and good environmental governance; globalization and the international dimension of environmental problems; and the greening of developmental debates. Each class is organized around one particular theoretical or thematic topic of environment and development in developing countries. The course consists of lectures and plenary discussions. During class key concepts and theories related to the topic will be explained. Format Lecture (There are 8 classes in total. Each class consists of 2 x 45 minute lectures.) Programme BSc Environmental & Infrastructure Planning( Eligible modules BSc EIP ),BSc Human Geography & Planning( Eligible modules Human Geography and Planning ), General Studies Modules (AVV) FRW, Minor Development Studies Core Literature Selected articles downloadable from NESTOR. Remarks The module is part of the Development Studies Minor. It also fits within study programmes on environmental and natural resource studies. Registration for the module via ProgressWWW: 30 June, 2008 until 24 August, Registration for exam via ProgressWWW: 29 September, 2008 until 19 October,

75 Vakken GEEXCBUI Docent: Studielast (EC): Toetsing: Periode: Excursie Buitenland Docenten bachelor SG&P 5 EC Verplichte en actieve deelname, Werkstuk semester Ia/IIa Doelstelling Een intensieve kennismaking met geografische en planologische vraagstukken in een gebied dat zodanig wordt gekozen dat er een levendige illustratie ontstaat van zoveel mogelijk onderdelen van het studieprogramma, en een leerzame vergelijking mogelijk is met de Nederlandse context. Na afloop van de excursie dienen studenten de belangrijkste thema s van het excursiegebied te beheersen en een inhoudelijke en beleidsmatige vertaalslag te kunnen maken met overeenkomende thema s in de Nederlandse stedelijke en regionale context. Inhoud Aan het eind van elk studiejaar wordt het excursieaanbod voor het eerstvolgende en het daaropvolgende studiejaar vastgesteld. Dit wordt bekendgemaakt aan studenten door middel van het bericht in de UK, Nestor en student.rug-mail. Tegelijkertijd wordt de inschrijving voor excursie in het eerstvolgende studiejaar opengesteld. Zie verder de richtlijnen voor de Buitenlandse Excursie Sociale Geografie & Planologie in hoofdstuk 2. Werkvorm Excursie, Verslag, Werkstuk Doelgroep BSc Sociale Geografie & Planologie( Basisprogramma SG&P ) 3e jaar Kernliteratuur N.v.t. 67

76 Vakken GEEXCNL Docenten: Studielast (EC): Toetsing: Periode: Excursie Veldwerk Nederland drs. H.C. Diederiks, dr. T. Haartsen 3 EC Actieve deelname excursie, Opdrachten semester II a Doelstelling Studenten kunnen verschillende ruimtelijke verschijnselen die zijn behandeld tijdens de colleges Geografie en planologie van Nederland en Europa (GEGPLNLEUR) in het veld herkennen, interpreteren en presenteren. Inhoud Tijdens de excursie worden een aantal geografische en planologische aspecten van Nederland behandeld. Er wordt aandacht besteed aan de planning van de Noordoostpolder en de Flevopolders. Er wordt een bezoek gebracht aan een natuurgebied en het beheer van natuur en landschap wordt besproken. Grootstedelijke onderwerpen komen aan bod in Rotterdam, waarbij met name wordt ingegaan op economische (haven) activiteit en de multiculturele samenleving. Tijdens een aantal lezingen en rondleidingen wordt een aantal onderwerpen nader toegelicht. Ter voorbereiding op het programma wordt een inleidend college gehouden en wordt van de studenten verwacht dat zij opdrachten voorbereiden en uitwerken. Studenten dienen rekening te houden met een eigen bijdrage van ongeveer 50,00 (excl. maaltijden). Werkvorm Excursie, Opdrachten/Oefeningen, Veldwerk Doelgroep BSc Sociale Geografie & Planologie( Basisprogramma SG&P ) 2e jaar 68

77 Vakken GEFGOMG Docent: Studielast (EC): Toetsing: Periode: Fysische Geografie en omgeving dr.ir. E. Meijles 7 EC Schriftelijk tentamen semester II b Doelstelling Studenten kennen een aantal fysisch geografische basisprincipes en kunnen bijbehorende processen uitleggen. Studenten kunnen eenvoudige fysisch geografische problemen analyseren en uitwerken. Studenten kunnen de fysisch geografische gesteldheid van Nederland beschrijven en kennen de processen die hierbij een rol hebben gespeeld. Studenten kunnen relaties leggen tussen de fysisch geografische situatie en het landgebruik. Inhoud Tijdens de colleges worden fysisch geografische onderwerpen op thematische wijze geïntroduceerd. Er wordt ingegaan op verschillende deelgebieden zoals klimaat, geologie, geomorfologie, bodemkunde, hydrologie, ecologie en milieu. Hierbij wordt telkens de relatie gelegd met actuele omgevingsvraagstukken en wordt ingegaan op de relaties tussen de fysische gesteldheid en het menselijk gebruik van de aarde. Verder wordt de ontstaansgeschiedenis van Nederland uiteengezet en worden de hieraan gerelateerde landschappen besproken. Werkvorm Hoorcollege Doelgroep BSc Sociale Geografie & Planologie( Basisprogramma SG&P ) 1e jaar,bsc Technische Planologie( Basisprogramma TP ) 1e jaar Kernliteratuur De aardkundige basis van Nederland, Hand-out bij het college Fysische geografie en omgeving Berendsen, H.J.A. (2005), Landschappelijk Nederland, Van Gorcum, Assen (ISBN: ), 39,00 Holden, J. (2008), Introduction to Physical Geography and the Environment, Prentice Hall, 2e druk, (ISBN: ), 62,00 69

78 Vakken GEGENDER Lecturers: Credits (EC): Assessment: Period: Gender, Culture and Space dr. P. Broomans (Arts), dr. B. van Hoven, drs. J. Klok (Arts), Guest lecturers 5 EC Active participation, Paper, Written exam and student-led excursion semester II a/b Objective The course aims to give a broad introduction into the concept and images of gender, the gendered nature of social, cultural, political, economic, demographic and planning features and developments and the relations between gender, space and society, both from a geographical and from a cultural perspective. At the end of the course, students are able to discuss how gender roles, gender relations and gender identities are defined differently in different societies and how women and men are put in different places depending on time and society. Content The course Gender, Culture and Space is an interdisciplinary course. In addition to a more general introduction to gender issues, the course also includes cases based on ongoing research. Themes include: demography, health, re-presentation in arts, cultural transmission, work, public urban spaces and war. The program is a joint program of the Faculty of Spatial Sciences and the Faculty of Arts. Elective course BSc and MSc (with additional assignment). Format Lectures, Workshops Programme BSc Environmental & Infrastructure Planning( Eligible modules BSc EIP ),BSc Human Geography & Planning( Eligible modules Human Geography and Planning ) Core Literature Domosh, M. and J. Seager (2006), Putting Women in Place: Feminist Geographers Make Sense of the World, New York: The Guilford Press (ISBN: ), 9,00 Further reading will be announced via Nestor. Remarks For the modules by the Faculty of Arts, selections from the following texts will be made available via Nestor: *Parsons, D.L. (2000) Streetwalking the Metropolis. Women, the City and Modernity [Oxford: Oxford University Press] *Van Dijk, S. et. al. (ed.) (2004) I have heard about you. Foreign Women s Writing Crossing the Dutch Border: from Sappho to Selma Lagerlöf (Hilversum: Uitgeverij Verloren) 70

79 Vakken GEGIM1 Geo Informatie Management 1 Docenten: Studielast (EC): Toetsing: Periode: dr. N. Karstkarel, drs. H.A. Oosterhoff 5 EC Werkstuk semester II a Doelstelling Enerzijds: het verwerven van een breed inzicht in de rol en betekenis van ruimtelijke informatie voor onderzoek en beleid in samenhang met het gebruik van Geografische Informatiesystemen (GIS). Anderzijds: een verdere verkenning van de analytische mogelijkheden van Geografische Informatiesystemen. Inhoud Deze cursus zal in het najaar 2008 geheel hernieuwd worden opgezet. Gedacht wordt de cursus vorm te geven rondom een reeks thematische bijeenkomsten over actuele onderwerpen in ruimtelijk beleid en onderzoek waarbij het gebruik van geo-informatie een belangrijke rol speelt. Voorbeelden van thema s zijn DURP (Digitale Uitwisseling Ruimtelijke Plannen), ICZM (Integrated Coastal Zone Management), Watermanagement en Waterkansenkaart, GIS gebruik bij Milieuplanning, GIS gebruik bij wetenschappelijk onderzoek en Remote Sensing. Hoofdonderdeel van de cursus is het groepsgewijs uitvoeren van een ruimtelijk relevant onderzoek met behulp van een GIS. Hierbij hebben studenten een grote mate van vrijheid in de keuze van het onderwerp. Het onderzoek resulteert in een wetenschappelijk verslag. Geo Informatiemanagement 1 kan ingevuld worden als bachelor keuzevak of als keuzevak binnen een van de masteropleidingen. Afhankelijk van het bachelor- of masterniveau wordt de complexiteit en de diepgang van de probleemanalyse aangepast. Nadere bijzonderheden over de cursus volgen in het najaar van Werkvorm Hoor/gastcolleges,Uitvoeren onderzoek,workshops Doelgroep BSc Sociale Geografie & Planologie( Keuzevakken SG&P),BSc Technische Planologie (Keuzevakken TP) Kernliteratuur Wordt nader aangekondigd. Ingangseisen: Vereiste voor deelname: basiskennis GIS op het niveau van de tweedejaars cursus Introductie GIS. Daarnaast dienen deelnemers sterk gemotiveerd te zijn zich in GIS te verdiepen. Voor de cursus geldt een maximaal aantal deelnemers. 71

80 Vakken GEGPLNLEUR Geografie en Planologie van Nederland en Europa Docenten: Studielast (EC): Toetsing: Periode: dr. T. Haartsen, Gastdocenten 7 EC Schriftelijk tentamen semester II a Doelstelling Het leren waarnemen, vaststellen, beschrijven, interpreteren, verklaren, en positioneren van geografische en planologische verschijnselen in Nederland en Europa, zowel tegen wetenschappelijke als tegen maatschappelijke achtergronden. De studenten stellen zich actief en kritisch op bij het zich eigen maken van de leerstof tijdens de colleges. Inhoud Het hoofdthema van dit vak is de geografie en planologie van Nederland en Europa. De studenten nemen kennis van onderwerpen binnen dit hoofdthema, zoals: demografie, ruimtelijke ordening, natuur en landschap, verkeer en infrastructuur, economie, stad en platteland. Deze onderwerpen worden door diverse gastdocenten uitgediept. In het eerste studiejaar wordt de wereld vanuit verschillende geografische perspectieven bekeken (sociale, economische, politieke, behaviorale geografie). In dit blok gaat het er juist om deze perspectieven binnen de politieke grenzen van Nederland en Europa te beschouwen aan de hand van bovenstaande thema s. Werkvorm Hoorcollege (in de vorm van gastcolleges, circa 16 x 2 uur) Doelgroep BSc Sociale Geografie & Planologie( Basisprogramma SG&P ) 2e jaar,bsc Technische Planologie( Keuzevakken TP ) Kernliteratuur Wordt nader bekend gemaakt. 72

81 Vakken GEGEOGZH Docenten: Studielast (EC): Toetsing: Periode: Geografie van de gezondheid / Health geography dr. F. Janssen, Gastdocenten 5 EC Paper, Presentatie, Schriftelijk tentamen semester II b Doelstelling Het vak Health geography heeft als doelstelling studenten kennis te laten nemen van de ruimtelijke dimensies van ziekte, gezondheid en sterfte en de achtergronden daarvan. Na afloop van de cursus dienen studenten in staat te zijn wereldwijde verschuivingen in ruimtelijke ziekte- en sterftepatronen plus de gezondheidstoestand van bevolkingen in verschillende wereldregio s te beschrijven. Tevens hebben de studenten inzicht in de belangrijkste determinanten van gezondheid, ziekte en sterfte, en in de geografische en sociaal-culturele aspecten van gezondheid. Ze hebben inzicht in het aanbod en het gebruik van gezondheidszorgdiensten, en de rol van ruimte en afstand hierin. Zij kennen databronnen, methoden en maten die gebruikt worden in onderzoek op het terrein van gezondheid, en hebben inzicht verkregen in het onderzoek, de conceptuele kaders en de ontwikkelingen in het vakgebied health geography of medical geography. Inhoud Medische geografie, later de geografie van gezondheid, is al vanaf de jaren 50 een erkende richting binnen de geografie. Het vak Health geography biedt een introductie in de medische geografie, dan wel de geografie van gezondheid, en behandelt vooral de achtergronden van de ruimtelijke dimensies van ziekte, gezondheid en sterfte. De cursus maakt hierbij niet alleen gebruik van concepten uit de medische geografie, maar ook van concepten uit de epidemiologie, demografie, medische sociologie en medische antropologie. Aan bod komen ondermeer de internationale verschillen in gezondheid, sociale en culturele aspecten van gezondheid, de epidemiologische transitie, ziekte verspreiding, aanbod en gebruik van de gezondheidszorg, data en methoden die gebruikt worden in onderzoek naar gezondheid, en de tradities en conceptuele kaders binnen de health geography. Het vak toont hoe geografie, planologie en demografie duidelijk aan elkaar gerelateerd zijn op het terrein van gezondheid. In aanvulling op de colleges wordt een paper in groepjes van 4 studenten geschreven. De papers moeten worden gepresenteerd. Dit vak is ook als AV-vak toegankelijk voor RUG-studenten van andere faculteiten. Werkvorm Hoorcollege, Paper, Presentatie (If foreign students are interested to follow the course, the course will be provided in English.) Doelgroep BSc Sociale Geografie & Planologie (Keuzevakken SG&P), BSc Technische Planologie (Keuzevakken TP ), AVV-cursussen FRW Kernliteratuur Wordt nader aangekondigd. 73

82 Vakken GEGRPOPRJ5 Groepsonderzoekproject Docenten: Studielast (EC): Toetsing: Periode: prof.dr.i. Hutter, dr. W.J. Meester, Studentassistenten Research Master 5 EC Onderzoeksrapport, Presentatie, Verplichte en actieve deelname semester II b Doelstelling Studenten doorlopen het onderzoeksproces en kunnen onderzoek doen aan de hand van primaire en secundaire data. Ze kunnen statistische en cartografische technieken en geografische vaardigheden toepassen in een onderzoekssituatie, samenwerken tijdens het onderzoeksproces en gebruik maken van communicatieve vaardigheden, zoals presenteren, schrijven, interviewen en vergaderen. Studenten zijn in staat om het geleerde in Wetenschappelijk rapporteren en presenteren (jaar 1) en Methodologie van empirische wetenschappen en wetenschapsfilosofie (jaar 2) toe te passen in het Groepsonderzoeksproject. Inhoud Centraal in dit onderdeel staat het in groepsverband uitvoeren van een onderzoek. Elke groep bestaat uit circa 8 studenten. Binnen de groep krijgt elke student specifieke taken toegewezen. Het uit te voeren onderzoek kan bestaan uit de analyse van een gebied, bijvoorbeeld een gemeente, waarbij diverse aspecten van het gebied worden geanalyseerd en een SWOTanalyse wordt gemaakt. Ook andere onderzoeksvormen zijn echter denkbaar. Studentassistenten van de Research Master begeleiden het doorlopen van het onderzoeksproces. Werkvorm Hoorcollege, Kleinschalig activerend onderwijs ((circa 8 studenten) (8x2 uur): vergaderen, samenwerken, observeren, schrijven, presenteren.) Doelgroep BSc Sociale Geografie & Planologie( Basisprogramma SG&P ) 2e jaar 74

83 Vakken GEIPL1 Infrastructuurplanning 1 Docent: Studielast (EC): Toetsing: Periode: prof.dr.ir. P. Ike 5 EC Schriftelijk tentamen semester I a Doelstelling Inzicht verwerven in de wijze waarop in Nederland de planning ten aanzien van de verschillende vormen van technische infrastructuur geregeld is en inzicht verwerven hoe deze planning in de praktijk verloopt (proces, object en de context). Inhoud De relatie tussen de ruimtelijke planning en de (beleids)planning binnen de verschillende sectoren van de technische planologie staat in deze cursus centraal. Het gaat hierbij om werken en voorzieningen op het gebied van openbare netwerken (buisleidingen, wegen, spoorwegen, waterwegen, e.d.), werken van openbare nutsbedrijven (industrie- en drinkwater, kernenergie, afvalverwerking, e.d.), militaire oefenterreinen, stedelijke infrastructuur (waaronder rioleringen, openbaar vervoer, parkeervoorzieningen, e.d.) en oppervlaktedelfstoffenvoorziening. In dit blok wordt een overzicht gegeven van de verschillende planfiguren en procedures t.b.v. de planning van werken binnen de verschillende sectoren van technische infrastructuur (bijv. de tracéwet) en de daaraan gekoppelde planningsinstrumenten in het kader van de Wet op de Ruimtelijke Ordening en bijvoorbeeld de Wet Milieubeheer. Werkvorm Hoorcollege Doelgroep BSc Technische Planologie( Basisprogramma TP ) 3e jaar Kernliteratuur Syllabus Infrastructuurplanning 75

84 Vakken RGAAR30103 Docent: Studielast (EC): Toetsing: Periode: Inleiding Recht voor Ruimtelijke Wetenschappen mr. K. Lindenberg (contactdocent) 3 EC schriftelijk (meerkeuze)(tentamen is semester 1a, Klik [url= id/dos/octa/tentamens/tentamendatahuidigstudiejaar.htm] hier [/url] voor tentamendata. Inschrijving voor dit vak en tentamen via Faculteit Rechtsgeleerdheid. Let op: Inschrijftermijn verschilt met die van RW.) semester I a Doelstelling Dit vak heeft als doel een inleiding te geven op de belangrijkste onderdelen of rechtsgebieden van het in Nederland geldende recht, te weten het burgerlijk recht, het staats- en bestuursrecht en het strafrecht. Daarnaast heeft het als doel studenten kennis te laten maken met de meest elementaire begrippen van het recht, alsmede studenten vertrouwd te maken met de juridische vaktaal. Dit geschiedt zoveel mogelijk aan de hand van actuele voorbeelden uit de praktijk. Inhoud Het vak Inleiding Recht (officieel: inleiding in het recht voor niet-juristen (niet-io)) vormt voor niet-rechtenstudenten een inleiding in de grondslagen van het recht. Deze inleiding is slechts summier. Het gaat erom enig inzicht te geven in de werkwijze van de jurist en de werking van het recht in onze samenleving. Werkvorm hoorcollege(semester 1a live 5x2 hc, semester 2b herhaling op video 5x2 hc) Doelgroep BSc Technische Planologie( Basisprogramma TP ) 2e jaar Kernliteratuur J.P.W. Verheugt, Inleiding in het Nederlandse rech, 14e druk. Boom Juridische Uitgevers, Den Haag 2007 Opmerkingen Voor alle praktische informatie (inschrijving colleges /tentamens/semesterindeling etc.) zie de [url= website van rechten [/url] 76

85 Vakken GEITP1 Docent: Studielast (EC): Toetsing: Periode: Inleiding Technische Planologie wordt nader bekend gemaakt 5 EC Schriftelijk tentamen semester I a Doelstelling Het eigen maken van de eerste beginselen van de taal van de planologie en diverse onderdelen van het planninggericht handelen. Inhoud Technische Planologie is een specialisatie binnen de planologie die gericht is op implementatie-, integratie-, capaciteits- en beheersvraagstukken met betrekking tot de gebouwde omgeving en haar milieu. Het boek van Berke c.s. staat centraal in de hoorcolleges en zal nauw worden gevolgd, waarbij de hierin besproken Amerikaanse situatie waar relevant zal worden vergeleken met de in ons land gebruikelijke aanpak. Atelier 1 dient ter ondersteuning van dit college. Werkvorm Hoorcollege Doelgroep BSc Technische Planologie (Basisprogramma TP) 1 e jaar, BSc Sociale Geografie & Planologie ( Keuzevakken SG&P) Kernliteratuur Philip R. Berke (2006), Urban Land Use Planning, 5th edition, University of Illinois Press, Urbana, USA. (ISBN: ), 61,00 77

86 Vakken GEINTREL Docenten: Studielast (EC): Toetsing: Periode: Internationale geografische relaties dr. S. Koster, Gastdocenten 5 EC Schriftelijk tentamen semester I b Doelstelling Studenten krijgen inzicht in de wereldwijde integratie van economische processen en de gevolgen die dit heeft voor welvaarts- en ontwikkelingsverschillen in de wereld op verschillende schaalniveaus. Ze beheersen de belangrijkste economische en geografische begrippen die bij de beschrijving en analyse van economische integratie een rol spelen. Ze hebben kennis van de trends in en de verklarende factoren van belangrijke indicatoren van economische integratie, zoals migratiestromen, locatiebeslissingen van bedrijven en handelsstromen. Ze zijn bekend met de lopende debatten over internationale economische integratie en globalisering. Op basis van de verkregen inzichten kunnen ze zich mengen in deze wetenschappelijke en publieke discussie. Tenslotte moeten studenten aspecten van economische integratie kunnen interpreteren in het verband van bestaande theorieën over bijvoorbeeld handel, migratie en netwerk. Dit vak is ook als AV-vak toegankelijk voor RUG-studenten van andere faculteiten. Inhoud In dit studieonderdeel wordt ingegaan op de rol die economische integratie speelt in de verklaring van welvaarts- en ontwikkelingsverschillen in de wereld, vanuit een geografisch perspectief. De geografie van welvaart en armoede op mondiaal niveau komt aan de orde. Daarnaast wordt duidelijk of er sprake is van economische integratie en waaruit dat blijkt. Er is ruime aandacht voor de tegengestelde inzichten die er over economische integratie en in het bijzonder globalisering bestaan. De belangrijkste begrippen en indicatoren die hierin een rol spelen worden besproken. Theoretische inzichten worden onder andere gevonden in de handelstheorie van Ricardo, de ontwikkelingstheorie van Dunning en netwerktheorie. Er wordt geredeneerd op verschillende schaalniveaus, beginnend bij het wereldsysteem tot aan het individu. Daarnaast worden enkele concrete voorbeelden uitgewerkt, zoals de mondialisering van de goederenproductie en van de dienstensector. Ook internationaliseringstrategieën van bedrijven worden onder de loep genomen en verklaard. Werkvorm Groepsopdracht, Hoorcollege, Video Doelgroep BSc Sociale Geografie & Planologie( Basisprogramma SG&P ) 2e jaar, BSc Technische Planologie (Keuzevakken TP), AVV-cursussen FRW Kernliteratuur Dicken, P. (2007), Global Shift. Mapping the changing contours of the world economy, 5th edition. Sage Publications: London. (ISBN: ), 52,95 Enkele artikelen die later bekend worden. 78

87 Vakken GEINTRGIS Docenten: Studielast (EC): Toetsing: Periode: Introductie Geografische Informatiesystemen dr. N. Karstkarel, drs. H.A. Oosterhoff 5 EC Opdrachten, Schriftelijk tentamen semester I b Doelstelling Deelnemers verwerven basisinzicht in de principes en toepassings(on)mogelijkheden van Geografische Informatiesystemen en ontwikkelen basisvaardigheden in het zelfstandig kunnen toepassen van een GIS. De student kan een eenvoudige ruimtelijke database opzetten, hierin gegevens invoeren, eenvoudige ruimtelijke analyses uitvoeren en de uitkomsten hiervan visualiseren. Inhoud Geografische Informatiesystemen richten zich op het geautomatiseerd verwerken en ruimtelijk analyseren van locatiegebonden informatie. Het gebruik van dergelijke informatiesystemen neemt zowel in de onderzoeks- als in de beleidssfeer snel toe. Zeker voor ruimtelijke wetenschappers wordt inzicht in en ervaring met de mogelijkheden van het instrument GIS steeds belangrijker. In deze cursus staan basisprincipes en basistoepassingsmogelijkheden van GIS centraal. Vanwege het belang van een goed beheer van ruimtelijke gegevens in een databank, wordt binnen deze cursus ruime aandacht geschonken aan aspecten van databasemanagement. Er wordt gewerkt met het pakket ArcGIS. Deelname aan deze cursus is alleen mogelijk indien de computercursus uit jaar 1 is afgerond. Werkvorm Hoorcollege, Practicum(college: 10 x 2 uur, practica: 10 x 4 uur) Doelgroep BSc Sociale Geografie & Planologie( Basisprogramma SG&P ) 2e jaar,bsc Technische Planologie( Basisprogramma TP ) 2e jaar Kernliteratuur Wordt nader aangekondigd. 79

88 Vakken GEMSRWO Docenten: Studielast (EC): Toetsing: Periode: Methoden van sociaal en ruimtelijk wetenschappelijk onderzoek dr. J.R. Beaumont, drs. H.C. Diederiks, prof.dr.i. Hutter 5 EC Groepsopdrachten,Schriftelijk tentamen semester I b Doelstelling Studenten leren: - wat wetenschappelijke kennis is, ook epistemologie- en ontologie-vragen; - hoe het wetenschappelijke onderzoeksproces te doorlopen; - welke onderzoeksmethoden passen bij welke onderzoeksvragen; - verschillende onderzoeksmethoden, van een aantal mogelijkheden; - hoe wetenschappelijke resultaten, verkregen met deze methoden, te interpreteren; - hoe wetenschappelijke data, hetzij kwantitatief dan wel kwalitatief, te analyseren. - studenten leren om zowel onderzoeksmethoden als analysetechnieken toe te passen. Inhoud De cursus beoogt een link te leggen tussen enerzijds de vakken Wetenschappelijk Rapporteren in jaar 1 en het Groepsonderzoekproject in jaar 2 en anderzijds het Bachelorproject in jaar 3. De cursus bestaat uit twee hoorcolleges over wetenschappelijke kennis en het wetenschappelijke onderzoeksproces. De student leert hoe wetenschappelijke kennis verschilt van alledaagse kennis of kennis verkregen via de media. De student leert eveneens wat een goede onderzoeksvraag is, waarom theorieën nodig zijn in wetenschappelijk onderzoek, het nut van conceptuele modellen en welke onderzoeksmethoden het beste passen bij welke onderzoeksvragen. Ook wordt kort ingegaan op kwaliteit van data. De hoorcolleges lichten verschillende onderzoeksmethoden toe, specifiek over diepteinterviews, case studies, Focus Group Discussions en enquêtes. Verschillende docenten van de Faculteit der Ruimtelijke Wetenschappen verzorgen een module op het gebied van hun onderzoeksexpertise. Daarnaast worden analysemodules aangeboden, met zowel kwantitatieve als kwalitatieve analyse technieken. Een overzicht van alle aangeboden modules wordt tijdig bekend gemaakt in het studiejaar (semester 1a). Werkvorm Hoorcollege, Literatuurstudie, Opdrachten/Oefeningen Doelgroep BSc Sociale Geografie & Planologie( Basisprogramma SG&P ) 3e jaar,bsc Technische Planologie( Basisprogramma TP ) 3e jaar Kernliteratuur Wordt nader aangekondigd. 80

89 Vakken GEMETH&WF Docenten: Studielast (EC): Toetsing: Periode: Methodologie van empirische wetenschappen en wetenschapsfilosofie dr. J.A. van Laar, dr. P.R.A. Terpstra 5 EC Schriftelijk tentamen semester I b Doelstelling De student heeft na afloop wetenschapsfilosofische en methodologische basis ten behoeve van het empirische, sociaal-geografische onderzoek. Inhoud Binnen de wetenschappen bestaan verschillende benaderingen, die alle een bijzondere bijdrage leveren aan de ontwikkeling van onze kennis. Vanuit de wetenschapsfilosofie worden de empirisch-analytische, de fenomenologische en de hermeneutische methode besproken. Verder wordt aandacht besteed aan de uitwerking van regels, begrippen en belangen in de wetenschappelijke praktijk. Tenslotte wordt ingegaan op de centrale rol van paradigma s en netwerken in de wetenschap. In het verlengde van het kritisch nadenken over het wetenschappelijk onderzoek in het algemeen en het mogelijke gebruik van de genoemde methoden wordt nader ingegaan op de grondbeginselen van het sociaal geografische onderzoek. De nadruk ligt daarbij op de empirisch-analytische methode. Na de behandeling van de algemene relatie tussen theorie en empirie, zal dieper worden ingegaan op het eigenlijke onderzoeksproces. Daarbij komen aan de orde: probleem-, doel- en vraagstelling, conceptueel model, hypothesevorming, operationalisering, onderzoeksontwerp, uitvoering en rapportering. Werkvorm Hoorcollege Doelgroep BSc Sociale Geografie & Planologie( Basisprogramma SG&P ) 2e jaar,bsc Technische Planologie( Basisprogramma TP ) 2e jaar Kernliteratuur Syllabus Methodologie Syllabus Wetenschapsfilosofie Bersselaar, V. v.d. (2003), Wetenschapsfilosofie in veelvoud: fundamenten voor professioneel handelen.,2e druk, Coutinho, Bussum (ISBN: ), 21,50 81

90 Vakken GEMEXICON Docenten: Studielast (EC): Toetsing: Periode: Mexico: land van dualiteit en contrast dr. P.C.J. Druijven, dr. P.D. Groote 5 EC Schriftelijk tentamen semester I b Doelstelling Het leren kennen van en inzicht verwerven in de huidige situering en de historische ontwikkeling van Mexico. Studenten kunnen relaties leggen tussen relevante factoren en processen op verschillende schaalniveau s in geografische, historische, economische, culturele en politieke dimensies. Inhoud Centraal in de cursus staat de complexe werkelijkheid van volk en land van Mexico. Deze complexiteit wordt ontrafeld in termen van dualiteit en contrasten. Mexico kent een grote verscheidenheid naar bevolkingsgroepen en naar landschapstypen. Het kent een eigen interne dynamiek en ondervindt vele sociaal-economische gevolgen van de machtige noorderbuur de USA als medeparticipant binnen de Nafta. De cursus start met een verkenning van het hedendaagse Mexico als resultante van een boeiend historisch ontwikkelingsproces. De gevolgen van de NAFTA komen eveneens aan bod. De spanningen tussen stedelijke en rurale ontwikkelingen zijn velerlei: migratie, milieu, water en voedsel om er enkele te noemen. Aan de positie van de Indigenas wordt specifiek aandacht besteed. Vervolgens wordt afgesloten met een drietal regionale schetsen, namelijk de grensregio van het Noorden, het verstedelijkte Midden en het gemarginaliseerde Zuiden. De cursus wordt nadrukkelijk aanbevolen voor studenten die voor de excursie Mexico opteren. Werkvorm Hoorcollege Doelgroep BSc Sociale Geografie & Planologie (Keuzevakken SG&P ), BSc Technische Planologie (Keuzevakken TP) Kernliteratuur Literatuur wordt nader aangekondigd. 82

91 Vakken GEMIGR Docenten: Studielast (EC): Toetsing: Periode: Migratie dr. A. Bailey, prof.dr. L.J.G. van Wissen, Gastdocenten 5 EC Cijfer van paper,schriftelijk tentamen semester I b Doelstelling Het vak is een gerichte wetenschappelijke kennismaking met de verschillende aspecten van migratie. Studenten leren op wetenschappelijke wijze te kijken naar migratie, zowel op het macro niveau van de samenleving als op het micro niveau van het individu. Doel van de cursus is om inzicht te verschaffen in de belangrijkste theoretische, methodologische en empirische aspecten van het vak. Na afloop van de cursus zijn studenten in staat om de belangrijkste trends en ontwikkelingen op het gebied van migratie te duiden en wetenschappelijk te analyseren. Daarbij komen zowel interne (binnenlandse) als internationale migratie aan bod. Inhoud Migratie kan op verschillende manieren worden geanalyseerd. Een belangrijk onderscheid is tussen enerzijds deterministische visies, waarbij de nadruk meer ligt op achterliggende economische en andere mechanismen, kwantitatieve methoden en modellen, en anderzijds humanistische visies, waarbij de nadruk ligt op de migrant als individu, die niet in modellen te vangen is, maar wiens ervaringen, motieven, zienswijzen en gevoelens wel belangrijk zijn om inzicht te krijgen in het migratieproces. Beide benaderingswijzen komen aan bod. Bij de deterministische benaderingen worden economische theorieën van migratie behandeld, evenals behaviorale methoden, en de levensloopbenadering. Bij de humanistische benadering gaat het over de rol van cultuur, allerlei vormen van migratie die niet onder economische migratie vallen, zoals asiel, onofficiële migratie, transnationalisme, etc. Hierbij wordt zowel aandacht geschonken aan theorie, methoden, empirische trends, en de rol van de overheid. Het vak bestaat uit een serie van 8 hoorcolleges van 2 uur, waarin het boek van Boyle et al. wordt behandeld, alsmede een serie gastcolleges en aanvullende colleges die dieper ingaan op enkele actuele onderwerpen uit de migratie. Documentaires, krantenartikelen en discussies zijn ook deel van deze aanvullende colleges. In aanvulling op de colleges wordt een paper geschreven in groepjes van 4 studenten. De papers moeten worden gepresenteerd. Onderwerpen van de afgelopen jaren waren o.a.: international migration between East and West Europe, migration and population decline, en illegale migranten in Netherland. Werkvorm Hoorcolleges, Paper(8 x 2 uur hoorcollege, 4 x 2 uur gastcollege, 2 x 2 uur presentatie) Doelgroep BSc Sociale Geografie & Planologie (Keuzevakken SG&P), BSc Technische Planologie (Keuzevakken TP) Kernliteratuur Boyle, P.J., K. Halfacree, V. Robinson (2001), Exploring contemporary migration. Harlow Longman (ISBN: ), 58,95 Artikelen 83

92 Vakken GEMILPLAN Docent: Studielast (EC): Toetsing: Periode: Milieuplanning prof.dr. G. de Roo 5 EC Schriftelijk tentamen semester II b Doelstelling Het verwerven van inzicht in ontwikkelingen in het milieubeleid, in het integratieproces tussen milieubeleid, ruimtelijk beleid en omgevingsbeleid, en in de wijze waarop dit gestalte krijgt in de zogenaamde gebiedsgerichte aanpak, zowel op strategisch als op operationeel niveau. De student zal - meer in het algemeen - de aanpak van milieu/ruimtevraagstukken moeten kunnen plaatsen tegen het licht van hun complexiteit. Dit vak is ook als AV-vak toegankelijk voor RUG-studenten van andere faculteiten. Inhoud In abstracto gaat dit blok over centrale versus decentrale besluitvorming en de aanpak van complexe vraagstukken. Deze abstractie wordt uitgewerkt aan de hand van recente ontwikkelingen in het milieubeleid. Het milieubeleid maakt een proces van decentralisatie door, dat een antwoord moet zijn op kritiek dat is gericht op centraal gevoerd beleid uit het verleden. De kritiek betreft een gebrekkige afstemming met het ruimtelijk beleid in het algemeen en de ruimtelijke ordening in het bijzonder. Er zal dan ook worden ingegaan op de inhoudelijke en procedurele relatie tussen het milieubeleid en het ruimtelijk beleid. Beide beleidsvelden hebben echter jarenlang haaks op elkaar gestaan wat betreft de wijze waarop dit dient te gebeuren. Langs twee lijnen wordt ingegaan op deze problematiek en worden nieuwe beleidsinitiatieven en mogelijke oplossingen besproken. De eerste lijn is gericht op het handelende, actieve en het planmatige, passieve beleid. Vanuit deze lijn wordt aandacht geschonken aan onder andere Stad & Milieu, MIG (Geluid), Bever (Bodemsanering), Romgebiedenbeleid, Integrale milieuzonering en milieubeschermingsgebieden. De tweede lijn is van theoretische aard. Vanuit deze lijn wordt gekeken naar planning-theoretische verworvenheden, verklaringen en mogelijkheden om de ontwikkelingen in de beleidspraktijk op waarde te kunnen schatten. Actuele cases staan daarbij centraal. Werkvorm Excursie, Hoorcollege Doelgroep BSc Technische Planologie ( Basisprogramma TP) 2e jaar, BSc Sociale Geografie & Planologie (Keuzevakken SG&P), AVV-cursussen FRW Kernliteratuur Roo, G. de (2001), Planning per se, planning per saldo; Over conflicten, complexiteit en besluitvorming in de milieuplanning.3e druk, Sdu Uitgevers, Den Haag (ISBN: ), 38,70 Roo, G. de (2004), Toekomst van het Milieubeleid, Koninklijke van Gorcum, Assen (ISBN: ), 12,50 Eventuele overige literatuur wordt aan het begin van het college bekend gemaakt. 84

93 Vakken GEMILTECH Docent: Studielast (EC): Toetsing: Periode: Milieutechniek dr. A.J. Schilstra 4 EC Projectverslag, Schriftelijk tentamen semester II a/b Doelstelling Het hebben van inzicht in de fysische grondslag van milieuplanologische contouren en het kunnen toepassen van basisvaardigheden om deze te bepalen. Inhoud In het vak Milieutechniek wordt de bovengrondse verspreiding van fysisch-chemische milieucomponenten behandeld: luchtverontreiniging, lawaai, straling en veiligheid. Belangrijke aspecten zijn: het verkrijgen van theoretische kennis van de verspreiding van milieuhygiënische belasting ofwel milieucomponenten, d.w.z. componenten die in de milieuplanologische praktijk van belang zijn (stoffen, geluid, straling, veiligheid ); het toepassen van (delen van) deze kennis op praktijksituaties; het verkrijgen van kennis over hulpmiddelen die bij de praktische toepassing gebruikt worden (instrumenten en computermodellen); en het gebruiken van hulpmiddelen in praktijksituaties. In de colleges (ca. tweederde van de tijd) staan de eerste drie aspecten centraal; in het project gaat het om het opdoen van praktische ervaring en staat een meting en/of berekening van een praktijkcase centraal. In het project wordt de opgedane kennis betreffende de verspreiding van geluid of luchtverontreiniging met gebruik van hulpmiddelen (bv geluidsmeters, computermodellen) toegepast op een concrete situatie. Een projectgroep kan een onderwerp kiezen of kan zelf een onderwerp voorstellen. Werkvorm Hoorcollege, Project, Werkcollege Doelgroep BSc Technische Planologie (Basisprogramma TP) 2e jaar, BSc Sociale Geografie & Planologie ( Keuzevakken SG&P) Kernliteratuur Syllabus Milieutechniek, wordt uitgereikt bij college, 5,00 85

94 Vakken GEONTWMETH Docent: Studielast (EC): Toetsing: Periode: Ontwerpmethodieken prof.dr.ir. P. Ike 3 EC Schriftelijk tentamen, Verplichte en actieve deelname semester I a Doelstelling Het leren oplossen van ontwerpproblemen langs methodische weg. De verschillende technieken hiervoor kennen. Inhoud In kleine groepjes worden praktische ontwerpproblemen aangepakt. Afhankelijk van het probleem moeten methoden worden toegepast, die oplossingen kunnen genereren vanuit een bepaalde doelstelling. Hierbij kan gedacht worden aan de morfologische methode, combinatieve methode, beslissingsboommethode, brainstorming, etc. Ook kan gebruik worden gemaakt van omvattender ontwerpmethoden, zoals functionele ontwerpmethoden, fundamental designs methode, waarde-analyse, simulatiemethode, etc., waarbij het gehele planningsproces van probleemstelling tot uiteindelijke oplossing onder de loep wordt genomen. Werkvorm Het college heeft het karakter van een werkatelier, waarbij opdrachten uitgewerkt moeten worden. Systematisch werken staat hierbij voorop. Doelgroep BSc Technische Planologie (Basisprogramma TP) 2e jaar, BSc Sociale Geografie & Planologie (Keuzevakken SG&P) Kernliteratuur R. von Oech (2008), A Whack on the side of the head, Warner Books, New York, 5e druk (ISBN: ), 15,80 I. Walravens, Problemen oplossen met creatieve technieken, Lemma BV, Utrecht, 2 e druk (ISBN: ), 36,00 86

95 Vakken GEPPE Docenten: Studielast (EC): Toetsing: Periode: Plan- en Projectevaluatie dr. F. Niekerk (contactdocent), Gastdocenten 5 EC Individuele adviesopdracht, Paper, Schriftelijk tentamen semester II a Doelstelling *Het begrijpen en kunnen toepassen van evaluatiemethoden en -technieken in ruimtelijke planvorming. *De mogelijkheden en beperkingen van deze methoden en technieken voor de planningspraktijk kunnen beoordelen. *Kunnen duiden van de maatschappelijke en bestuurlijke context waarin methoden en technieken van ruimtelijke planvorming worden toegepast. Inhoud In deze cursus staan methoden en technieken centraal die toegepast kunnen worden bij het genereren en evalueren van keuzemogelijkheden (plannen, projecten, alternatieven) in de ruimtelijke planvorming. Het gebruik van deze methoden en technieken helpt bij het inzichtelijk maken van processen van planvorming en de afweging van doelen en alternatieven, waardoor een bijdrage geleverd kan worden aan democratisch bestuur. De cursus richt zich bovendien op de maatschappelijke en bestuurlijke context waarbinnen methoden en technieken voor planvorming worden toegepast. In de introductie besteedt de cursus aandacht aan de cyclus voor het voorbereiden en evalueren van plannen of projecten. Vervolgens komen technieken om alternatieven te genereren aan de orde (o.a. synectics, AIDA). Verder wordt ingegaan op diverse vormen van evaluatie (ex post, ex ante). De belangrijkste methoden en technieken die worden behandeld zijn de monetaire evaluatie (KBA, KEA), de overzichtstabelmethoden (o.a. scorekaart), en de multicriteria evaluatiemethoden (o.a. Evamix, regimemethode, GAM). Aparte aandacht wordt besteed aan het waarderen van effecten, de strategische keuzebenadering (STRAD) en effectrapportages. In de cursus wordt in werkcolleges (o.a. computerpractica) geoefend met enkele van de genoemde methoden, met name multi-criteria analyse (Bosda, Evamix). Werkvorm Hoorcollege, Opdrachten, Werkcollege Doelgroep BSc Technische Planologie (Basisprogramma TP) 2e jaar, BSc Sociale Geografie & Planologie ( Keuzevakken SG&P) Kernliteratuur Wordt nader bekend gemaakt. Reader Plan- en projectevaluatie, verkrijgbaar bij dictatenverkoop kamer

96 Vakken GEPLANTH1 Docent: Studielast (EC): Toetsing: Periode: Planningtheorie 1: planning, beleid en overheid prof.dr. G. de Roo 5 EC Schriftelijk tentamen semester I a Doelstelling De student dient in staat te zijn keuzes in planning en beleid, ontwikkelingen van planning en beleid en consequenties voortvloeiend uit planning en beleid, te herkennen en naar waarde weten te schatten, bezien vanuit verschillende planning- en beleidssystemen, in het bijzonder die van Nederland, om hierover kritisch te kunnen argumenteren. Inhoud Voortbouwend op de algemene planologische en geografische basiskennis uit de eerste- en tweedejaarsvakken planologie worden in dit vak de grondslagen van planning, beleid en beleidssystemen bestudeerd, in het bijzonder dat beleid dat is gericht op de fysieke leefomgeving. Planning en beleid worden daarbij niet gezien als eenduidige procedures, waarmee ingrepen in de fysieke leefomgeving tot stand komen. Het gaat daarentegen om het geheel van maatschappelijke, bestuurlijke, politicologische en planologische processen, die bepalend zijn voor de wijze waarop planning en beleid voortdurend aan verandering onderhevig zijn, door de tijd heen en afhankelijk van vraagstuk, project of proces waarop planning en beleid van toepassing worden geacht. Daarbij wordt de Nederlandse situatie vergeleken met planning- en beleidssystemen elders in de wereld, wordt de Nederlandse situatie an sich bezien, in het bijzonder in relatie tot decentralisatie en subsidiariteit, en wordt de Nederlandse situatie ontleed, om enkele deelaspecten centraal te stellen, waaronder de rol van provincie en regio, en de positie van enkele aansprekende projecten binnen het geheel van beleid en planning. Werkvorm Hoorcollege Doelgroep BSc Sociale Geografie & Planologie( Basisprogramma SG&P ) 3e jaar,bsc Technische Planologie( Basisprogramma TP ) 3e jaar Kernliteratuur Roo, G. de, Voogd, H. (2004), Methodologie van planning; over processen ter beïnvloeding van de fysieke leefomgeving, Uitgeverij Coutinho, Bussum (ISBN: ), 22,50 Overige literatuur wordt bij aanvang college bekend gemaakt. 88

97 Vakken GEPLANO2 Planologie 2 Docent: Studielast (EC): Toetsing: Periode: drs. T. van der Meulen 5 EC Schriftelijk tentamen semester I a Doelstelling Studenten kunnen het studie-object van de planologie in zijn verscheidene verschijningsvormen benoemen; zij zijn in staat diverse benaderingswijzen in de planning te onderscheiden en te beoordelen op hun merites. Tevens hebben zij inzicht in de belangrijkste regelgeving op het gebied van de ruimtelijke ordening en de milieuplanning. Dit vak is ook als AV-vak toegankelijk voor RUG-studenten van andere faculteiten. Inhoud De ruimte waarin wij wonen en werken is voortdurend aan veranderingen onderhevig. De overheid probeert deze veranderingen zo goed mogelijk te geleiden via wetgeving en daaraan ontleende plannen, beleidsprogramma s, verordeningen en vergunningen. Op alle overheidsniveaus (rijk, provincie en gemeente) worden ruimtelijke plannen gemaakt die allemaal regelmatig herzien (moeten) worden. Door de gecompliceerdheid van ons bestel en het gegeven dat bijna ieder beleidsterrein wel een eigen plan heeft, vraagt deze ruimtelijke ordening vaak veel tijd. Aan de orde komen ondermeer de geschiedenis van de ruimtelijke ordening, planning en planningsproces en een kennismaking met aspecten zoals: wonen, verkeer, voorzieningen, distributie-planologisch onderzoek en milieuplanning. Werkvorm Hoorcollege Doelgroep BSc Sociale Geografie & Planologie (Basisprogramma SG&P) 2e jaar, BSc Technische Planologie (Basisprogramma TP ) 2e jaar, AVV-cursussen FRW Kernliteratuur Voogd, H. (2006), Facetten van de Planologie. 7de druk, Samson, Alphen a/d Rijn (ISBN: ), 47,50 H. van der Cammen, L. de Klerk (2003), Ruimtelijke Ordening. Van grachtengordel tot Vinexwijk, 5e druk, Het Spectrum, Utrecht. (ISBN: ), 30,50 89

98 Vakken GEPLVRST Docent: Studielast (EC): Toetsing: Periode: Plattelandsvraagstukken prof.dr. D. Strijker 5 EC Actieve deelname excursie, Opdrachten, Schriftelijk tentamen semester II a Doelstelling Het kennen en begrijpen van theoretische inzichten uit de plattelandsgeografie en van de sociaal-economische, sociaal-culturele en sociaal-ruimtelijke veranderingen zoals die zich de laatste decennia in plattelandsgebieden in verstedelijkte samenlevingen hebben voorgedaan. Dit vak is ook als AV-vak toegankelijk voor RUG-studenten van andere faculteiten. Inhoud In deze cursus staat de veranderende functie van plattelandsgebieden in verstedelijkte samenlevingen, het veranderende belang van verschillende ruimtegebruiksfuncties op het platteland en het veranderende beeld van het platteland centraal. Daarbij zal vooral aandacht worden besteed aan de wisselwerking tussen het gedrag van individuele actoren (zoals bewoners, ondernemers en recreanten), het overheidsbeleid (NL, Europa) ten aanzien van plattelandsvraagstukken (op het terrein van de landbouw, het wonen, werken, recreëren en grondgebruik) en de ontwikkeling van plattelandsgebieden. De volgende thema s komen in de hoorcolleges ter sprake: de ontwikkeling van het platteland van productie- naar consumptieruimte, de betekenis van de landbouw, nieuwe economische dragers, veranderende beelden van het platteland, leefbaarheid, landelijk wonen en de ontwikkeling van dorpen, de waarde van natuur, plattelandsbeleid in Nederland en Europa. De collegeserie wordt afgesloten met een dagexcursie naar Noord-Drenthe en Oost-Groningen. Werkvorm Excursie, Hoorcollege Doelgroep BSc Sociale Geografie & Planologie (Keuzevakken SG&P), BSc Technische Planologie (Keuzevakken TP), AVV-cursussen FRW Kernliteratuur Woods, M. (2005), Rural geography, Sage, London (ISBN: ), 40,00 Overige literatuur wordt nader bekend gemaakt. 90

99 Vakken GEFGPR Docent: Studielast (EC): Toetsing: Periode: Practicum Fysische Geografie dr.ir. E. Meijles 3 EC Actieve deelname veldwerk, Maken van een verslag, Opdrachten semester II b Doelstelling Studenten kunnen werken met fysisch-geografische informatiebronnen. Studenten maken kennis met fysisch-geografische aspecten van een studiegebied in Nederland. Ze kunnen zelf fysisch-geografische veldgegevens verzamelen en verwerken. Studenten kunnen relaties leggen tussen het landgebruik en de fysisch-geografische gesteldheid van het terrein. Inhoud Tijdens een aantal practicumdagen wordt aan de hand van opdrachten gewerkt met fysischgeografische informatiebronnen en is er een eerste kennismaking met het gebied via een fietsexcursie. Tijdens een meerdaagse veldcursus in de omgeving van Denekamp wordt in kleine groepen een stukje landelijk Nederland onderzocht op fysisch-geografische gesteldheid en grondgebruik en wordt zelfstandig een klein onderzoek uitgevoerd. Tijdens een excursie worden de resultaten daarvan gepresenteerd en worden enkele fysisch-geografisch interessante plekken bezocht. Er geldt een eigen bijdrage van ongeveer 65,00 voor het veldwerk en het studiemateriaal. Werkvorm Practicum, Veldwerk Doelgroep BSc Sociale Geografie & Planologie( Basisprogramma SG&P ) 1e jaar,bsc Technische Planologie( Basisprogramma TP ) 1e jaar Kernliteratuur Berendsen, H.J.A. (2005), Landschappelijk Nederland, 3e druk, Van Gorcum, Assen (ISBN: ), 39,00 Practicum handleiding en veldwerkgids, verkrijgbaar bij dictatenverkoop FRW. Opmerkingen De practica zijn verplicht. 91

100 Vakken GERUIMTINT Docent: Studielast (EC): Toetsing: Periode: Ruimtelijke Interactie en Nieuwe Technologie dr. W.J. Meester 5 EC Paper, Schriftelijk tentamen semester II a Doelstelling Het kunnen analyseren van en discussiëren over de ruimtelijke aspecten van technologische ontwikkelingen op het gebied van transport en communicatie. Inhoud Aan de toepassing van nieuwe technologie op het terrein van transport en communicatie wordt in politiek, media en samenleving vaak grote betekenis voor de ruimtelijke spreiding van (economische) activiteiten toegekend. Voorbeelden daarvan zijn de discussie rond de aanleg van de magneetzweefbaan Amsterdam-Groningen, en de veronderstelde vermindering van het belang van traditionele vestigingsplaatsfactoren als gevolg van de opkomst van internet met al zijn mogelijke toepassingen. In dit blok wordt ingegaan op theorieën met betrekking tot ruimtelijke interactie en innovatie. Vervolgens wordt een aantal technologische ontwikkelingen op het vlak van transport en communicatie aan de orde gesteld, waarbij bijzondere aandacht wordt besteed aan de mogelijke ruimtelijke consequenties ervan. Werkvorm Hoorcollege, Paper, Werkcollege Doelgroep BSc Sociale Geografie & Planologie (Keuzevakken SG&P), BSc Technische Planologie (Keuzevakken TP) Kernliteratuur Wordt nader aangekondigd. 92

101 Vakken GESTAPLAN1 Stadsgeografie 1 en Planologie 1 Docenten: Studielast (EC): Toetsing: Periode: dr. J.R. Beaumont, prof.dr.ir. P. Ike 7 EC Groepswerkstuk, Schriftelijk tentamen semester II a Doelstelling Deelnemers krijgen een inleiding in de ruimtelijke ordening en planologie en hebben na afloop inzicht in stedelijke structuren en stedelijke processen vanuit zowel geografisch als een planologisch perspectief. Inhoud Het college is een introductie in de ruimtelijke ordening en planologie. Het richt zich hoofdzakelijk op het strategische niveau in de planologie. Daarnaast wordt de aandacht gericht op de stad als de belangrijkste ruimtelijke neerslag van het menselijk functioneren. Er wordt nader ingegaan op de betekenis van de stadsgeografie en (stedelijke) planologie voor het begrijpen en eventueel sturen van stedelijke patronen en veranderingsprocessen. De belangrijkste stadsgeografische theorieën zullen worden behandeld. Tevens wordt ingegaan op belangrijke planningsconcepten die in de afgelopen decennia door de overheid zijn gehanteerd om stedelijke groei te kanaliseren. Eén en ander zal in een internationale context worden belicht, waarbij het accent zal liggen op de westerse landen. Daarnaast moet in groepsverband (deelname verplicht) een deel van de stad Groningen stadsgeografisch en planologisch worden verkend. Hierover dient een werkstuk geschreven te worden. Werkvorm Groepswerkstuk, Hoorcollege Doelgroep BSc Sociale Geografie & Planologie( Basisprogramma SG&P ) 1e jaar,bsc Technische Planologie( Basisprogramma TP ) 1e jaar Kernliteratuur Spit, T., P. Zoete (2006), Ruimtelijke Ordening in Nederland, SDU Uitgevers bv, Den Haag (ISBN: ), 40,85 Legates, R.T., F. Stout (2007), The city reader, 4th edition, Routledge, Urban Reader Series (ISBN: ), 48,80 93

102 Vakken GESTADSG2 Stadsgeografie 2 Docenten: Studielast (EC): Toetsing: Periode: dr. J.R. Beaumont, drs. T. van der Meulen 5 EC Paper, Presentatie, Schriftelijk tentamen semester II a Doelstelling Studenten kunnen zelfstandig analyses verrichten van stedelijke processen en zij kunnen daarbij ook aangeven waarin deze analyses hun begrenzing kennen. Inhoud Wijzen van benadering van stedelijke systemen op verschillende ruimtelijke schaalniveaus, toegepast op met name de Europese context. Analysemethoden om op verschillende wijzen stedelijke processen te verklaren, begrijpen en interpreteren. Steden als product van (deels onbeheersbare) ontwikkelingen versus steden als gewilde vormverschijningen. Werkvorm Hoorcollege,Presentatie,Werkstuk Doelgroep BSc Sociale Geografie & Planologie (Keuzevakken SG&P), BSc Technische Planologie (Keuzevakken TP ) Kernliteratuur Fyfe, N.R., Kenny, J.T. (eds.) (2007), The Urban Geography Reader, 2nd edition, Routledge, Londen/New York (ISBN: ), 46,80 94

103 Vakken GESTAT1 Statistiek 1 Docent: Studielast (EC): Toetsing: Periode: dr. W.J. Meester 5 EC Opgaven computerpracticum, Schriftelijk tentamen semester I b Doelstelling Studenten kennen een aantal statistische basistechnieken en kunnen deze toepassen. Zij weten welke techniek men kan aanwenden om een specifiek probleem op te lossen en welke voorwaarden daarbij gelden, en zijn in staat de uitkomsten ervan op de juiste wijze te interpreteren. Inhoud Deze cursus maakt de deelnemers vertrouwd met de beginselen van de statistiek. In dit kader wordt een aantal basisbegrippen uit de statistiek behandeld en een aantal elementaire technieken, met name op het terrein van de univariate statistiek. Aan de orde komen centrumen spreidingsmaten, normaalverdeling, nulhypothese en betrouwbaarheidsinterval, en t- toetsen. Het gebruik van SPSS is onderdeel van deze cursus. Werkvorm Computerpracticum, Hoorcollege, Werkcollege Doelgroep BSc Sociale Geografie & Planologie( Basisprogramma SG&P ) 1e jaar,bsc Technische Planologie( Basisprogramma TP ) 1e jaar Kernliteratuur Norušis, M.J. (2006), SPSS 15.0: Guide to data analysis, Prentice Hall, Upper Saddle River NJ (ISBN: ), 75,00 95

104 Vakken GESTAT2 Statistiek 2 Docent: Studielast (EC): Toetsing: Periode: dr. W.J. Meester 5 EC Opgaven computerpracticum, Schriftelijk tentamen semester II a Doelstelling Studenten kennen een aantal basistechnieken op het gebied van de multivariate statistiek en kunnen deze toepassen. Zij weten welke techniek men kan aanwenden om een specifiek probleem op te lossen en welke voorwaarden daarbij gelden, en zijn in staat de uitkomsten ervan op de juiste wijze te interpreteren. Inhoud Deze cursus is een direct vervolg op Statistiek 1 (GESTAT1). Bij de te behandelen technieken ligt het accent op het terrein van de multivariate statistiek. Aan de orde komen variantieanalyse, chi-kwadraat, associatiematen, correlatie, enkelvoudige en meervoudige lineaire regressie. Het gebruik van SPSS is onderdeel van deze cursus. Werkvorm Computerpracticum,Hoorcollege,Werkcollege Doelgroep BSc Sociale Geografie & Planologie( Basisprogramma SG&P ) 2e jaar,bsc Technische Planologie( Basisprogramma TP ) 2e jaar Kernliteratuur Norušis, M.J. (2006), SPSS 15.0: Guide to data analysis, Prentice Hall, Upper Saddle River NJ (ISBN: ), 75,00 96

105 Vakken GESTONTW Docent: Studielast (EC): Toetsing: Periode: Stedelijk Ontwerpen ir. G.H. Heins 4 EC Opdrachten, Presentatie, Rapportage semester II a Doelstelling Het kunnen formuleren van de stedenbouwkundige opgave aan de hand van een ruimtelijke analyse. Het eigen maken van het begrippenkader van de stedenbouwkundig ontwerper. Kennismaking met het ontwerpproces: het aanleren van de beginselen van teken- en ontwerpvaardigheden, zowel analoog als digitaal. Het ontdekken van eigen creativiteit bij het ontwerpen van ruimtelijke plannen. Inhoud De hoofdlijnen van de ontwikkeling van de stedenbouw in de 20e eeuw komen naar voren. Het stedenbouwkundige ontwerpproces en begrippenkader wordt inzichtelijk gemaakt en toegelicht aan de hand van praktische voorbeelden. Het gaat om basisbegrippen als schaal, ruimtelijke kwaliteit, structuur en patroon. De ontwikkeling en inrichting van het publieke domein komen aan de orde. Daarbij worden relaties worden gelegd met de verstedelijking van de Randstad, stedelijke vernieuwing en volkshuisvesting. De positie van de stedenbouwkundige in het planproces komt ter sprake. Mede onder supervisie van in de praktijk opererende stedenbouwkundige ontwerpers wordt invulling gegeven aan diverse ontwerpopgaven in stedelijke en plattelandssituaties. Systematisch werken staat hierbij voorop. Elke sessie kent een opdracht waarvan een deel tijdens het practicum kan worden gedaan, maar in de meeste gevallen ook zelfstudie noodzakelijk is. Werkvorm Hoorcollege, Werkcollege, Zelfstudie Doelgroep BSc Technische Planologie (Basisprogramma TP) 3e jaar, BSc Sociale Geografie & Planologie (Keuzevakken SG&P) Kernliteratuur Geen 97

106 Vakken GEVKMOB Docent: Studielast (EC): Toetsing: Periode: Verkeer en mobiliteit dr. F. Niekerk 5 EC Paper, Schriftelijk tentamen semester II a Doelstelling Het verwerven van inzicht in de oorzaken mobiliteitsgroei en de mogelijke manieren om mobiliteit te beïnvloeden. Het verkrijgen van een samenhangend beeld van de werking van het verkeers- en vervoerssysteem, de effecten ervan en het hoe en waarom van verkeers- en vervoersbeleid. Inhoud Binnen dit vak worden mobiliteit en het verkeer- en vervoersysteem vanuit verschillende invalshoeken behandeld. Er wordt gebruik gemaakt van inzichten uit de planologie, economie, psychologie en civiele techniek. Onderwerpen die aan de orde komen, zijn onder andere: gedragskeuzen over verplaatsing; ruimtelijke inrichting en verkeer; milieueffecten van verkeer, de invloed van technologische ontwikkelingen en verkeersveiligheid. Verschillende beleidsstrategieën om mobiliteit en verkeer te beïnvloeden worden besproken en hun effectiviteit wordt bediscussieerd. Daarnaast is aandacht voor de rol van verkeers- en vervoersmodellen in het ruimtelijk planningsproces, waarbij het klassieke verkeersmodel toegelicht wordt. Werkvorm Hoorcollege,Paper Doelgroep BSc Technische Planologie ( Basisprogramma TP) 2e jaar, BSc Sociale Geografie & Planologie (Keuzevakken SG&P) Kernliteratuur Wee, van, M. Dijst (2002), Verkeer en vervoer in hoofdlijnen, Uitgeverij Coutinho. Bussum (ISBN: ), 34,00 98

107 Vakken GEWATRUIM5 Water en Ruimte Docent: Studielast (EC): Toetsing: Periode: dr. J. Woltjer (contactdocent) 5 EC Schriftelijk tentamen,wetenschappelijk paper semester I a Doelstelling Het doel van de cursus is inzicht te geven in de samenhang tussen waterbeleid en -beheer enerzijds en omgevingsplanning anderzijds. Na afronding van de cursus dienen studenten kennis te hebben van zowel de inhoudelijke als de institutionele dimensie van deze relatie. Dit vak is ook als AV-vak toegankelijk voor RUG-studenten van andere faculteiten. Inhoud Ontwikkelingen als zeespiegelrijzing, veranderende neerslagpatronen en de toenemende verharding van de oppervlakte hebben ertoe geleid dat het overheidsbeleid ten aanzien van de ruimte respectievelijk het water, steeds sterker met elkaar verbonden zijn geraakt. Planologen zullen meer ruimte voor water moeten bieden en beter rekening moeten houden met de eigenschappen van het watersysteem. De samenhang tussen het waterbeleid- en beheer en het overheidsbeleid ten aanzien van de ruimte wordt inzichtelijk gemaakt op uiteenlopende ruimtelijke schalen, van lokaal tot internationaal. Er is aandacht voor de ontwikkelingsgang van het Nederlands waterbeheer, en voor actuele waterbeleidsvraagstukken die verband houden met ruimtelijke ontwikkelingen. Het gaat hierbij zowel om vraagstukken die de waterkwantiteit betreffen als waterkwaliteitsvraagstukken. Verder moeten studenten na de cursus kennis hebben van de institutionele kenmerken van de watersector. Hierbij gaat het om de relevante regelgeving, zoals het planstelsel voor integraal waterbeheer, de instrumenten, zoals de watertoets, en de rol van belangrijke actoren, als waterschappen, gemeenten, provincies, het rijk en de Europese Unie. De kennis wordt toegepast bij het maken van een wetenschappelijke paper over een Nederlandse gemeente naar keuze. Werkvorm Hoorcollege, Werkcollege (t.b.v. paper) Doelgroep BSc Technische Planologie (Basisprogramma TP) 3e jaar, BSc Sociale Geografie & Planologie ( Keuzevakken SG&P ), AVV-cursussen FRW Kernliteratuur Reader Water en Ruimte (verkrijgbaar bij dictatenverkoop FRW, kamer 0034) Hidding, M., M. van der Vlist(red.) (2003), Ruimte en water, Reeks Planologie, SDU Uitgevers, Den Haag (ISBN: ), 30,00 99

108 Vakken GEWHH Docent: Studielast (EC): Toetsing: Periode: Waterhuishouding dr. W. Klaassen 4 EC Actieve deelname excursie, Practicumopdracht, Schriftelijk tentamen semester I b Doelstelling Het verwerven van inzicht in de belangrijkste waterhuishoudkundige processen met betrekking tot neerslag, verdamping, waterstroming en waterberging in de grond en in waterlopen. Het ontwikkelen van vaardigheden om het belang van deze processen en de gevolgen van veranderingen te kwantificeren. Inhoud De waterhuishouding van een gebied wordt bepaald door een aantal grote termen, die elkaar bijna opheffen. Voorbeelden zijn neerslag en verdamping, en horizontale aan- en afvoer. Kleine veranderingen in deze termen kunnen grote gevolgen hebben voor verdroging of overstroming. Vooral in de neerslag treden grote variaties op met vergaande consequenties. Voor een deel zijn dit natuurlijke variaties, daarnaast een antropogeen bepaalde geleidelijke verandering. Verder wordt de waterhuishouding van Nederland beïnvloed door veranderingen in landgebruik en zeespiegel. Een nieuwe aanpak van de waterhuishouding is nodig om met deze veranderingen om te gaan. Een doeltreffende uitvoering van de noodzakelijke maatregelen vereist een kwantitatief begrip van de onderliggende processen. In de cursus worden de belangrijkste wetmatigheden behandeld van de berging en het transport van water in en tussen de compartimenten: zee, atmosfeer, bodem en oppervlaktewater. De onderwerpen worden verdiept door zelfstandig de gevolgen van deze wetmatigheden te berekenen in concrete situaties. Een verdere verdieping van het inzicht vindt plaats met een practicum, waarin grondwaterstroming in het laboratorium wordt gemeten. Door middel van een excursie naar een waterschap wordt kennis gemaakt met de beheers- en onderzoekspraktijk op het gebied van de waterhuishouding. Werkvorm Excursie, Hoorcollege, Practicum, Werkcollege Doelgroep BSc Technische Planologie (Basisprogramma TP) 2e jaar, BSc Sociale Geografie & Planologie (Keuzevakken SG&P) Kernliteratuur Syllabus Waterhuishouding. Nederlandstalig, 40 opg., practicum, handleidingen, 80 p., 20,00 100

109 Vakken GEWVLD Docenten: Studielast (EC): Toetsing: Periode: Werkvelden drs. H.C. Diederiks, Student-assistenten 2 EC Presentatie, Rapportage semester II a Doelstelling Kennismaken met de belangrijkste werkvelden in de geografie, planologie en demografie en met de werkzaamheden van een geograaf, planoloog of demograaf. 2 EC voor studenten TP en 3 EC voor studenten SG&P. Inhoud In een aantal groepsbijeenkomsten bereiden de studenten in viertallen interviews met in de praktijk werkende geografen, planologen of demografen voor. De alumni zijn werkzaam in een van de volgende werkvelden: Culturele Geografie, Economische Geografie, Planologie, Vastgoedkunde, Lerarenopleiding Aardrijkskunde, Population Studies, Environmental and Infrastructure Planning of Regional Studies (conform de acht masteropleidingen). Na de voorbereiding wordt het interview afgenomen. Vervolgens wordt het interview gerapporteerd en gepresenteerd. Studenten SG&P brengen vervolgens het werkveld van de geïnterviewde uitgebreid in beeld. Hiervoor worden secundaire bronnen gebruikt. Het heden en de toekomst van het werkveld komen beide aan de orde. Er wordt bijvoorbeeld gebruik gemaakt van vacaturelijsten. Werkvorm Groepsbijeenkomst, Inleidend hoorcollege, Presentatie, Interviewtraining, Schriftelijke rapportage Doelgroep BSc Sociale Geografie & Planologie( Basisprogramma SG&P ) 1e jaar,bsc Technische Planologie( Basisprogramma TP ) 1e jaar Kernliteratuur Wordt nader aangekondigd. 101

110 Vakken GEWETRAP Docent: Studielast (EC): Toetsing: Periode: Wetenschappelijk Rapporteren en Presenteren drs. H.C. Diederiks 3 EC Presentatie, Rapport, Verplichte en actieve deelname semester I b Doelstelling Na actieve deelname aan alle bijeenkomsten kunnen studenten op basis van tijdens de studie opgedane kennis een beargumenteerde keuze maken van een onderwerp voor het rapport. Studenten kunnen relevante wetenschappelijke literatuur verzamelen en de structuur van het rapport vastleggen in een bouwplan. Studenten kunnen met behulp van een literatuurstudie tegengestelde visies over het onderwerp bespreken en vergelijken. Studenten kunnen op basis van een analyse van de gevonden literatuur een rapport vaardigen en deze presenteren. Inhoud Het vak Wetenschappelijk Rapporteren en Presenteren is erop gericht schrijf- en presentatievaardigheden aan te leren en toe te passen. Het gaat hierbij met name om het verwerken van literatuur tot een gestructureerd eigen rapport, waarin een onderwerp van verschillende kanten wordt belicht. Tijdens deze bijeenkomsten staat het maken en presenteren van een rapport centraal. In het rapport wordt een geografisch onderwerp naar keuze behandeld. Het schriftelijke rapport wordt gepresenteerd. Werkvorm Groepsbijeenkomst, Inleidend hoorcollege, Kleinschalig activerend onderwijs (5-8 studenten per groep) Doelgroep BSc Sociale Geografie & Planologie( Basisprogramma SG&P ) 1e jaar,bsc Technische Planologie( Basisprogramma TP ) 1e jaar Kernliteratuur Diederiks, H.C. (2008), Studentenhandleiding Wetenschappelijk Rapporteren en Presenteren 2008/

111 Praktische Onderwijszaken van A tot Z 5 Praktische Onderwijszaken van A tot Z In dit hoofdstuk wordt een aantal praktische, met onderwijs samenhangende, zaken nader toegelicht. 5.1 Administratie De administratie van de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen berust bij het secretariaat (kamers 0142 en 0232) en het Bureau Onderwijs en Examens (BOE) (kamer 0024). Het secretariaat is elke werkdag geopend van tot uur. 1 Het secretariaat bestaat uit de secretaresses van de vier basiseenheden: Basiseenheid Demografie: mw. S. Tiggelaar (tel. (050) , kamer 0117). Basiseenheid Economische Geografie: mw. D. Antoons (tel. (050) , kamer 0232). Basiseenheid Culturele Geografie: mw. D. Antoons (tel. (050) , kamer 0232). Basiseenheid Planologie: mw. S. Oude Brunink (tel. (050) , kamer 0232). Ook is hier informatie te verkrijgen over de aan-/afwezigheid, beschikbaarheid en bereikbaarheid van docenten en andere medewerkers. Een aantal docenten hebben overigens een wekelijks spreekuur (zie bijlage 1 van deze studiegids). 2 Studenten kunnen voor nagenoeg alle zaken die met het onderwijs te maken hebben terecht op het Bureau Onderwijs en Examens (kamer 0024, tel. (050) ). BOE is van maandag t/m donderdag geopend van tot uur. BOE verzorgt ook de reserveringen voor college-, tentamen- en vergaderruimten. 5.2 Adressen 1 Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen Rijksuniversiteit Groningen Bezoekadres: Landleven 1, 9747 AD Groningen Postadres: Postbus 800, 9700 AV Groningen Telefoon: (050) (werkdagen uur), fax (050) Rijksuniversiteit Groningen Postadres: Postbus 72, 9700 AB Groningen Telefoon: (050) (24 uur per dag, 7 dagen per week) 3 Centrale Studentenbalie / Uurwerkersgang Bezoekadres: Uurwerkersgang 10, Groningen (ma. t/m vr uur) Postadres: Postbus 72, 9700 AB Groningen Telefoon: (050) , csb@rug.nl, 103

112 Praktische Onderwijszaken van A tot Z 5.3 Adreswijzigingen Deze dienen onmiddellijk te worden doorgegeven. Dit kan via of aan de balie dan wel schriftelijk of via bij de Centrale Studentenbalie (CSb) (zie onder Adressen). 5.4 Afstuderen/Buluitreikingen In februari, juni en oktober worden er buluitreikingen gehouden. De precieze data worden via Nestor Portal, mededelingenborden, website en UK bekend gemaakt. Propedeusebul: De propedeusebul hoeft niet te worden aangevraagd. Als alle resultaten bij de onderwijsadministratie binnen zijn, wordt de propedeusebul klaargemaakt. Voor eerste jaars studenten die binnen 1 jaar hun propedeuse hebben gehaald, wordt begin oktober een gezamenlijke buluitreiking georganiseerd. Hiervoor krijg je een uitnodiging toegestuurd. Studenten die later hun propedeuse halen krijgen schriftelijk bericht dat de bul met cijferlijst kan worden afgehaald bij het Bureau Onderwijs en Examens. Bachelorbul/Masterbul: Ben je in de eindfase van de studie terecht gekomen, dan moet je je aanmelden bij mw. D.A.F. Nauta-Offereins (BOE, kamer 0028, tel. (050) ). Wordt het examenprogramma goedgekeurd, dan ontvang je een formulier Aanvraag bachelor/master bul welke je in kunt leveren op het moment dat je alle onderdelen hebt afgerond. Je kunt elke maand afstuderen. De laatste werkdag van de maand waarin je je laatste onderdeel afrondt, is je afstudeerdatum. Let op: Na het behalen van het laatste resultaat moet je binnen vier weken een aanvraag indienen om een bul te ontvangen (zie Onderwijs- en Examenreglement, artikel 5.09 bachelorgids en artikel 3.11 mastergids). 5.5 AIO s en OIO s Afgestudeerden kunnen voor vier jaar een verdere (tweede fase) onderzoekopleiding volgen in het rangenstelsel voor wetenschappelijk personeel. Hun werkzaamheid, die in hoofdzaak het verrichten van onderzoek omvat, houdt ook het ontvangen en het deels zelf geven van onderwijs in. AIO s aangesteld op tweede- en derdegeldstroomonderzoek geven geen onderwijs. Dit geldt ook voor PhD-bursalen. De verrichte taken worden afgesloten met een onderzoekverslag of dissertatie. 5.6 Beeldschermwerk en RSI Studenten brengen veel tijd door achter de computer en lopen daardoor risico op het ontwikkelen van RSI-klachten. RSI is een verzamelterm voor allerlei klachten en aandoeningen aan nek, schouders, armen, polsen en handen. Deze klachten kunnen chronisch worden en kunnen dan leiden tot ernstige beperkingen in het dagelijks leven Symptomen van RSI De symptomen van RSI variëren van stijfheid, pijn en tintelingen tot krachtsverlies in bovengenoemde lichaamsdelen. Aanvankelijk alleen tijdens het beeldscherm- 104

113 Praktische Onderwijszaken van A tot Z werk, maar in een later stadium ook tijdens rust of uiteindelijk zelfs continu, waarbij de eenvoudigste handelingen al pijnlijk of in het geheel niet meer mogelijk zijn Hoe kun je RSI voorkomen? Er is geen standaardoplossing aan te dragen voor het voorkomen van RSI. Wat je kunt doen heeft vrijwel allemaal te maken met het ontspannen van de spieren en geest en het stimuleren van de bloeddoorstroming. Als we kijken naar de risicofactoren voor het ontwikkelen van RSI-klachten moeten we altijd integraal kijken naar vijf punten, de zogenaamde 5W-aanpak, die hieronder nader zal worden toegelicht. Ook psychische belasting door privé-problemen kan een belangrijke rol spelen. Hoewel de 5W-aanpak doorgaans alleen wordt toegepast in werksituaties, gelden de factoren onveranderd ook voor activiteiten in de thuissituatie. Het gaat om de volgende factoren: Werkdruk 1 Maak reële planningen en voorkom piekdrukte. 2 Volg zonodig een cursus Effectief Studeren bij Studie Ondersteuning (tel. (050) ). Kijk ook op 3 Bedenk dat je productiviteit hoger is als je af en toe een pauze neemt dan wanneer je achter elkaar doorwerkt. 4 Probeer te relativeren; dat helpt om niet te lang door te werken, pauzes in te lassen en regelmatig te ontspannen. 5 Als je te lang niet lekker in je vel zit: praat er eens over met studieadviseur, studentendecaan of studentenpsycholoog Werkorganisatie 1 Breng zoveel mogelijk variatie aan in het soort werkzaamheden: lezen, schrijven, typwerk, internetwerk. Wissel ook moeilijk en gemakkelijk werk af. 2 Gebruik vaker de functietoetsen van je computer in plaats van de muis. 3 Las frequent pauzes in. 4 Trek aan de bel als er te veel deadlines of te veel schrijfopdrachten tegelijk zijn Werktijden 1 Werk niet langer dan 5 à 6 uur per dag achter een beeldscherm. Reken hierbij ook de uren internet of spelletjes mee. Pauzesoftware kan hierbij eventueel helpen. 2 Neem regelmatig pauzes: minimaal 10 minuten pauze na 2 uur beeldschermwerk Werkplek 1 Zet het beeldscherm recht voor je neer, op een afstand van min. 60 cm. Zorg dat de bovenkant van het beeldscherm op ooghoogte staat. Voorkom hinderlijke reflecties van ramen. Gebruik grote lettertypen zodat je niet voorover gaat hangen om de letters te lezen. 2 Je hebt een goede stoel nodig waarvan zithoogte, rugleuning en armleuningen instelbaar zijn. De rugleuning moet vooral steun geven in de holte van je 105

114 Praktische Onderwijszaken van A tot Z onderrug. Armleuningen ontlasten je schouders. Stel ze zo in dat je bovenarmen ontspannen op de armleuning hangen en een rechte hoek vormen met je onderarmen. 3 Kijk zonodig verder op internet hoe werkplekken ingericht moeten worden; bv. 4 Meld problemen met computerwerkplekken bij de Arbo- en milieucoördinator van de Faculteit (mw. D. Antoons, kamer 0232, tel , d.antoons@rug.nl) 5 Werk nooit langer dan twee uur per dag met een laptop, dit in verband met het doorgaans kleinere toetsenbord. Sluit een notebook zoveel mogelijk aan op een los toetsenbord en een losse muis en plaats het beeldscherm op ooghoogte. 6 Zorg ook thuis voor een goed ingerichte werkplek Werkhouding 1 Let erop dat je muis en toetsenbord binnen handbereik hebt geplaatst, zodat je je armen niet te ver moet strekken. 2 Zit rechtop en zorg dat de hoek tussen bovenbenen en onderbenen 90º is als je voeten plat op de grond staan. 3 Houd je pols gestrekt bij het aanslaan van de toetsen en bij het werken met de muis. 4 Doe tijdens computerwerk af en toe wat lichaamsoefeningen Tot slot 1 Neem beginnende klachten serieus en ga zelf na welke risicofactoren op jou van toepassing zijn en wat je eraan kunt doen. Negeer de waarschuwingssignalen van je lichaam niet. 2 Ga zo nodig naar je huisarts of de sportfysiotherapeut met je klachten. 3 Op Internet is veel informatie te vinden over RSI ( 4 Voor verdere vragen of advies kun je je wenden tot de Arbo- en Milieucoördinator van de Faculteit; mw. D. Antoons (kamer 0232 tel: ). RSI-klachten kunnen altijd bij haar gemeld worden. 5.7 Bibliotheek Ruimtelijke Wetenschappen De bibliotheek van de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen is gehuisvest op de begane grond van gebouw 5412 (WSN-gebouw), tegenover de liften in de middenhal. Het adres is: Landleven 5, 9747 AD Groningen. Inlichtingen en uitlening: tel. (050) De bibliotheek van Ruimtelijke Wetenschappen maakt deel uit van een groter geheel dat ook de bibliotheken van Economie en Bedrijfskunde omvat. De bibliotheek is geopend van maandag tot en met donderdag van tot uur en op vrijdag van tot uur. Na uur is er beperkte dienstverlening. Om een publicatie te lenen, dien je in het bezit te zijn van een geldige collegekaart of bibliotheekpas. Met deze kaart kun je terecht in alle bibliotheken van de RUG. Via de catalogus van de RUG kun je zelf de geleende publicaties verlengen en uitgeleende werken reserveren. De bibliotheek heeft de beschikking over een IT-zaal en een studiezaal. Er zijn kopieer- en printfaciliteiten. In de Universiteitsbibliotheek zijn ook studieplaatsen en studiekabinetten beschikbaar. 106

115 Praktische Onderwijszaken van A tot Z Op het gebied van collectie stemmen de faculteitsbibliotheken en de Universiteitsbibliotheek (UB) hun beleid zoveel mogelijk op elkaar af. De collectie bestaat uit ongeveer monografieën en rapporten op het gebied van de sociale geografie, planologie en demografie. Verder bestaat de collectie uit ruim 500 atlassen, afstudeerscripties en statistische informatie over diverse landen. In de tijdschriftenzaal kun je de recente afleveringen van tijdschriften raadplegen. De bibliotheek biedt een online bibliotheekinstructie aan via Nestor, genaamd Bibliotheekmodule. In deze module staan de specifieke bibliotheekbestanden voor Ruimtelijke Wetenschappen bij elkaar gegroepeerd en is ook bedoeld als hulpmiddel bij het zoeken naar literatuur. 5.8 Bureau Onderwijs en Examens (BOE) Het Bureau Onderwijs en Examens (BOE) is gehuisvest in: kamer 0024, onderwijsbalie, mw. M.J.G. Derix, tel. (050) ; kamer 0028 mw. D.A.F. Nauta-Offereins, tel. (050) ; kamer 0028 mw. M. Kuipers, tel. (050) ; kamer 0028 mw. G.R. Blouw-van Calker, tel. (050) ; kamer 0032 mw. H. Redeker-Smid, tel. (050) Openingstijden: maandag t/m donderdag tot uur, vrijdag gesloten. Studenten kunnen hier terecht voor nagenoeg alle met het onderwijs samenhangende (administratieve) zaken, zoals collegeroosters, inkijken van tentamens, aanmelding buluitreikingen, etc. Syllabi, collegedictaten e.d. zijn verkrijgbaar bij de Dictatenverkoop (kamer 0034). De postvakjes van personeelsleden - voor bijvoorbeeld het inleveren van werkstukken - bevinden zich op de verschillende verdiepingen. Specifieke informatie over bepaalde cursussen is te vinden op het intranet gedeelte van de facultaire website ( het Nestor Portal en in de Universiteitskrant (UK, rubriek Mededelingen Ruimtelijke Wetenschappen ) 5.9 Cartografie Voor adviezen op cartografisch, reprografisch en tekenkundig gebied kan men terecht bij J.P. Zwart (kamer 0013) en mw. T. Kaspers-Westra (kamer 0013) Centrale Studentenbalie Bezoekadres: Uurwerkersgang 10 Postadres: Postbus 72, 9700 AB Groningen Geopend: maandag t/m vrijdag uur. In vakantieperiodes gelden andere openingstijden. Let op de UK-mededelingen! Tel.: (050) csb@rug.nl Website: 107

116 Praktische Onderwijszaken van A tot Z Waarom naar de Uurwerkersgang? Als student van de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) kun je bij de Centrale Studentenbalie (CSb) terecht voor al je vragen. Naast de zittende studenten kunnen ook aankomende studenten uit binnen- en buitenland en (bijna) afgestudeerden bij de CSb terecht. Hieronder lees je wat de CSb in huis heeft. Mocht de vraag niet kunnen worden beantwoord, dan word je doorverwezen naar de instantie die je wel verder kan helpen Vragen over van alles wat met studeren te maken heeft? Bij de CSb kun je antwoord krijgen op concrete vragen over o.a. studiemogelijkheden, toelating, aanmelding, inschrijving, restitutie bij beëindigen van de inschrijving, loting en plaatsing, omzwaaien en studiestaken, studievertraging, geldzaken en arbeidsmarkt. Bij complexe en/of privacygevoelige kwesties maken de medewerkers van de CSb een afspraak voor je met een studentendecaan of de Centrale Studentenadministratie (voor ingewikkelde inschrijvingskwesties). Ook kun je bij de CSb verwezen worden naar het Talent en Career Center (TCC), of je aanmelden voor één van de workshops of sollicitatietrainingen van het TCC. Centrale Studentenbalie tel. (050) Studiekeuzevragen? Studievertraging?Ingewikkelde persoonlijke of financiële problemen? Dan kun je voor informatie en voor een individueel advies terecht bij de studentendecanen. Zij zijn gespecialiseerd in financiële kwesties, in- en uitschrijvingsvraagstukken, studiekeuzeproblemen, studeren met een functiebeperking en bezwaar- en beroepsprocedures. De studentendecanen weten bovendien veel van faciliteiten en instanties van buiten en binnen de instelling die iets voor jou kunnen betekenen. In samenwerking met de afdeling Studieondersteuning verzorgen de studentendecanen een workshop studiekeuze. Bij een studievertraging van meer dan 15 EC is een afspraak met een studentendecaan van groot belang voor je recht op afstudeerondersteuning. Meld direct, dat werkt perfect! Meer hierover vind je op de website: Een afspraak met een studentendecaan maak je via de Centrale Studentenbalie, Uurwerkersgang 10. Studentendecanen tel. (050) Op zoek naar informatie over opleidingen en/of de arbeidsmarkt in binnen- en/of buitenland? Kom dan eens langs bij de Infotheek voor Studie en Beroep (ISB). De ISB is het documentatiecentrum waar je informatie kunt vinden over de volgende onderwerpen: het hoger onderwijs (WO- en HBO- opleidingen) in Nederland; de studie- en stagemogelijkheden in het buitenland (inclusief de financiering) en de arbeidsmarkt in Nederland en het buitenland (zie ook Talent en Career Center). Hierbij valt te denken aan informatie over solliciteren, testen, beroepen, bedrijven en instellingen, etc. Je treft de informatie aan in de vorm van brochures, studiegidsen, naslagwerken, vacaturebladen, geautomatiseerde databanken (bijv. Elseviers Fondsendisk) en CD- Roms (bijv. Loopbaantraject). Tevens is er een selectie gemaakt van interessante internetsites. 108

117 Praktische Onderwijszaken van A tot Z Infotheek voor Studie en Beroep tel. (050) Op weg naar je eerste baan? Als (bijna) afgestudeerde kun je met vragen over je loopbaan terecht bij het Talent en Career Center (TCC), expertisecentrum voor hoger opgeleiden. Naast een uitgebreide documentatieafdeling (zie Infotheek voor Studie en Beroep) biedt het TCC cursussen en gratis themaworkshops (bijv. Vergroot je kansen op een baan en Bijna afgestudeerd, wat nu? ), een loopbaancafé en een sollicitatiemap Werken aan je loopbaan. Graag helpen we je op weg bij je oriëntatie op de arbeidsmarkt of bij je voorbereiding op sollicitaties. Een overzicht van alle TCC-activiteiten is te vinden op de website: tcc@rug.nl. Talent en Career Center (TCC), expertisecentrum voor hoger opgeleiden tel. (050) Collegerooster Het collegerooster wordt uitgegeven door het Bureau Onderwijs en Examens en staat vanaf half augustus 2008 op de facultaire website ( voor studenten/roosters). Wijzigingen in het collegerooster worden bekendgemaakt via de facultaire website, onder het betreffende vak op Nestor dan wel via de student.rug-mail Collegezalen Gebouw 5412 is het WSN-gebouw, Landleven 5. Gebouw 5417 is het gebouw van de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen, Landleven 1. Gebouw 5419 is het Zernike-gebouw, Landleven 12. Gebouw 5265, Blauwborgje Computergebruik De Faculteit beschikt over twee eigen computerzalen. De computers in kamer 0006 zijn voor algemeen gebruik. Kamer 0006 is van maandag tot en met vrijdag geopend van tot uur. De GEO-IT zaal (kamer 0017) is in eerste instantie bedoeld voor specifieke computercursussen. Bij problemen bij het gebruik van de computers en/of printer in kamer 0006 kunnen studenten zich in verbinding stellen met Service Desk Zernike, telefoon (050) Daarnaast bestaat het onderwijscluster van de Faculteit uit een aantal PC-zalen die voor onderwijs- en cursusdoeleinden gebruikt kunnen worden. Het Donald Smits Centrum voor Informatie Technologie (CIT) ( is verantwoordelijk voor het beheer en de Servicedesk-ondersteuning. Het onderwijscluster is van maandag tot en met vrijdag geopend van tot uur. Het adres: Landleven 1. Voor het gebruik van de computer- en/of netwerkfaciliteiten van de Rijksuniversiteit Groningen gelden de navolgende voorwaarden: 109

118 Praktische Onderwijszaken van A tot Z Ten aanzien van de faciliteiten: De faciliteiten mogen alleen gebruikt worden t.b.v. onderwijs en onderzoek (inclusief het persoonlijk gebruik van en internetfaciliteiten). De Huisregels en Ordemaatregelen van de RUG moeten worden nageleefd. Voor practica met bijzondere opstellingen kunnen door of namens het Faculteitsbestuur aanvullende regels worden gesteld. Ten aanzien van het account: Het account en password zijn strikt persoonlijk en mogen niet aan derden beschikbaar worden gesteld. Het account geldt voor bepaalde tijd c.q. gedurende uiterlijk de periode van inschrijving als student. Het gebruik van het account voor ongeoorloofde doeleinden is niet toegestaan. De student is verplicht het computergebruik in overeenstemming te laten zijn met de acceptable use policy zoals deze is beschreven in de gebruiksregels universitaire computersystemen : Tot ongeoorloofde doeleinden worden onder meer gerekend: (a) het verspreiden en/of gebruik van illegale software en virussen, van informatie waarbij intellectuele eigendomsrechten van derden in het geding zijn, en van beeltenissen of uitingen die strijdig zijn met hetgeen volgens het ongeschreven recht in het verkeer betamelijk wordt beacht; (b) het zich onrechtmatig toegang verschaffen tot (delen van) computersystemen of het verrichten van activiteiten die de werking van computersystemen belemmeren; (c) het ontplooien van commerciële activiteiten; (d) het verzenden van bulkmail (spam), d.w.z. het verzenden van boodschappen naar een grote hoeveelheid personen of instellingen waarvan in redelijkheid mag worden aangenomen dat velen daarvan de ontvangst niet op prijs zullen stellen (dit laatste ter beoordeling van het clusterbeheer). Gebruiker is gehouden toe te staan dat het onderhavige ICT beheer, namens het Faculteitsbestuur, in geval van vermoeden van misbruik onderzoek doet naar de geoorloofdheid van het gebruik van het account. Ten aanzien van het gedrag in de zalen: Het is de gebruiker niet toegestaan in de practicumzalen eet-, drink- en rookwaren te nuttigen of anderszins overlast te veroorzaken. Gebruiker is gehouden de hem ter beschikking staande apparatuur met gepaste zorg te behandelen. Gebruiker is gehouden zich overeenkomstig de hiertoe gestelde voorwaarden te gedragen, en eventuele aanwijzingen van het ICTbeheer terstond op te volgen. De gebruiker die op enigerlei wijze misbruik van de ICT-faciliteiten maakt, of in strijd handelt met bovenstaande regels, kan door het ICTbeheer voor een periode van maximaal 30 dagen het gebruik van de ICT-faciliteiten worden ontnomen, onverminderd de mogelijkheid dat op grond van de Huisregels en Ordemaatregelen RuG, maatregelen worden genomen. Tegen de uitsluiting door het ICT-beheer kan beroep worden aangetekend bij het bestuur van de Faculteit waar de 110

119 Praktische Onderwijszaken van A tot Z 5.14 Dictatenverkoop student is ingeschreven. Van de gebruiker zal het adres, de naam en de opleiding worden vermeld in een mondiaal toegankelijke universitaire gids. Syllabi, dictaten etc. voor verschillende studie-onderdelen zijn te koop in kamer Openingstijden: maandag tot en met donderdag van tot uur. Op vrijdag is de dictatenverkoop gesloten Donald Smits Centrum voor Informatie Technologie Het Donald Smits Centrum voor Informatie Technologie (CIT) is de centrale ICTorganisatie die de ontwikkeling en het beheer van de ICT-voorzieningen van de universiteit verzorgt Internet Studenten hebben via het computernetwerk van de RUG toegang tot één van de meest geavanceerde netwerken ter wereld met filevrije verbindingen naar de belangrijkste Nederlandse, Europese en transatlantische netwerken. Studenten kunnen daar op meerdere manieren gebruik van maken, bijvoorbeeld via een pc in een computerzaal op de faculteit of in de Universiteitsbibliotheek. Daarnaast is het ook mogelijk om met de eigen pc thuis of op de universiteit toegang te krijgen tot het universiteitsnetwerk. Meer informatie hierover is te vinden op Computercursussen Het CIT verzorgt computercursussen voor studenten en medewerkers van de RUG. Het cursusaanbod omvat zowel cursussen voor beginners als gevorderden, zoals SPSS/Excel. Inschrijven kan via internet: Hier vind je ook meer informatie over het cursusaanbod. Actuele cursusinformatie wordt verder wekelijks vermeld in de UK-mededelingenrubriek Centrum voor Informatie Technologie Software Studenten kunnen tegen gereduceerd tarief software kopen via de internetsite van SURFSPOT. Hier kan de software besteld worden die vervolgens wordt thuisbezorgd. Kijk op ICT- vragen? De Servicedesk is het aanspreekpunt bij het gebruik van de universitaire ICTvoorzieningen. De Servicedesk is telefonisch te bereiken via (050) Kijk voor informatie over de dichtsbijzijnde balie op Informatiebulletin Pictogram Het CIT geeft samen met de Universiteitsbibliotheek vijf keer per jaar het magazine Pictogram uit. Hierin staan allerlei artikelen, mededelingen en tips op ICT-gebied. Meer informatie en aanmelden voor een gratis abonnement: 111

120 Praktische Onderwijszaken van A tot Z 5.16 Facilitair Bedrijf Het Facilitair Bedrijf is een klantgedreven organisatie die op professionele wijze uitvoering geeft aan alle facilitaire processen binnen de RUG. De producten en diensten die het Facilitair Bedrijf aanbied zijn onder andere: 1 Onderhoud van de gebouwen en installaties; 2 Verbouwingsprojecten; 3 Grafische vormgeving en druk en kopieerwerk; 4 Groenvoorziening; 5 Post en vervoer; 6 Reproshops; 7 Restauratieve voorzieningen. Voor meer informatie, vragen opmerkingen en klachten over het Facilitair Bedrijf en/of de producten en diensten kun je contact opnemen met de Servicedesk. Tel: Fotokopiëren Kopieerkaarten zijn tegen betaling verkrijgbaar bij de portiersloge van gebouw 5412, bij de reproshop in gebouw 5419 en bij de portiersbalie van gebouw Fotokopieerapparaten staan in de bibliotheek en bij de reproshop in gebouw Frauderegeling De Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen kent een frauderegeling, die is opgenomen in de regels en richtlijnen voor examinering (zie hoofdstuk 8). Het gaat om fraude gepleegd tijdens tentamens of het uitvoeren van onderwijsopdrachten (bij tentamens moet de collegekaart getoond worden). Wie fraudeert wordt gestraft met uitsluiting van verdere deelname aan het betreffende onderwijsonderdeel (inclusief herkansingen van dat betreffende onderwijsonderdeel). In het geval het de eerste keer betreft dat een student fraude pleegt, volgt een gesprek met de opleidingsdirecteur met als motto eens maar nooit weer. In het onderwijsdossier van de betreffende student wordt opgenomen dat fraude is gepleegd. Dit wordt verder niet bekend gemaakt. Indien een student een tweede en/of volgende keer fraude pleegt, wordt dit in zijn/haar onderwijsdossier opgenomen. De opleidingsdirecteur draagt er vervolgens zorg voor dat iedere docent waarmee de betreffende student te maken krijgt wordt ingelicht over het feit dat de betreffende student tenminste twee keer gefraudeerd heeft Functiebeperking Studenten met een lichamelijke functiebeperking, langdurige psychische klachten of dyslexie nemen contact op met de studieadviseur om te bespreken waar zij bij het volgen van het onderwijs en/of het maken van tentamens tegen aan lopen en wat mogelijke oplossingen zijn. Bij vertraging, financiële kwesties of andere specialistische zaken die niet bij de opleiding geregeld kunnen worden, kan de student terecht bij de studentendecanen via de Centrale Studentenbalie, tel. (050)

121 Praktische Onderwijszaken van A tot Z 5.20 Girugten Girugten is het onafhankelijk faculteitsblad van de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen. Vijf keer per jaar verschijnt een regulier nummer van Girugten en één keer een eerstejaars nummer, waarin de eerstejaars kennismaken met voor hen belangrijke personen binnen de Faculteit. De reguliere nummers zijn gevuld met verschillende ruimtelijk getinte artikelen, rubrieken en columns. Iedere keer wordt een thema bedacht waaraan een aantal artikelen gerelateerd is. Deze nummers zijn bestemd voor alle studenten en medewerkers van de Faculteit en worden hier ook verspreid; leden van Ibn Battuta die in de stad Groningen wonen krijgen Girugten thuisbezorgd. De redactie van Girugten is toegankelijk voor studenten uit alle gelederen binnen de Faculteit en heeft een omvang van rond de tien personen. Door de bank genomen vergadert de redactie één keer per drie weken; tijdens deze vergaderingen wordt de inhoud van de nummers bepaald en worden de artikelen verdeeld. Iedereen met kopij kan bij de redactie terecht om te bekijken of het zal worden gepubliceerd. Voor meer informatie: girugten@rug.nl Inschrijven voor studieonderdelen en tentamens Voor alle studieonderdelen en alle tentamens in alle studiefases, inclusief de keuzevakken, is inschrijving via de computer verplicht. (via internet: vervolgens aanklikken ProgRESS WWW). Je krijgt hiertoe toegang via je studentnummer en een persoonlijk wachtwoord. De verlengde tentamens (VT) in de propedeusefase zijn hierop een uitzondering, daarvoor kom je automatisch in aanmerking als je een 5 (vijf) hebt behaald op het reguliere tentamen. Inschrijving voor de tentamens staat open vanaf 4 weken voor de betreffende tentamenperiode tot 5 werkdagen voor deze tentamenperiode. Voor tentamens die vallen buiten een tentamen-periode geldt dat de inschrijving geopend is vanaf 4 weken voor het tentamen tot 5 werkdagen voor het betreffende tentamen. Er vindt geen na-inschrijving plaats! De precieze college- en tentamenperiodes staan aan het begin van deze studiegids onder Relevante data studiejaar 2008/2009. De aanmeldingstermijnen voor de studieonderdelen zijn als volgt 2 : semester 1a: 30 juni 2008 t/m 24 augustus 2008; semester 1b: 13 oktober 2008 t/m 26 oktober 2008; semester 2a: 5 januari 2009 t/m 18 januari 2009; semester 2b: 23 maart 2009 t/m 5 april De aanmeldingstermijnen voor de tentamens die in de reguliere tentamenperiodes vallen, zijn als volgt: tentamenperiode semester 1a: 29 september 2008 t/m 19 oktober 2008; tentamenperiode semester 1b: 8 december 2008 t/m 11 januari 2009; tentamenperiode semester 2a: 9 maart 2009 t/m 29 maart 2009; 2 Niet op tijd ingeschreven voor de vakken betekent dat je geen toegang hebt tot de betreffende vakken op Nestor. 113

122 Praktische Onderwijszaken van A tot Z tentamenperiode semester 2b: 25 mei 2009 t/m 14 juni Inschrijving is ook mogelijk via de computers in de computerruimte (kamer 0006) of via Onderwijscluster Donald Smits Centrum voor Informatie Technologie. Let op wanneer je een vak volgt bij een andere faculteit. Andere faculteiten hanteren namelijk andere aanmeldingstermijnen en procedures!! 5.22 International Office Het International Office van de Faculteit is het primaire aanspreekpunt voor studenten van de Faculteit die in het buitenland (willen) gaan studeren en voor buitenlandse studenten die aan de Faculteit (willen) komen studeren. Het International Office is ondergebracht bij Bureau Onderwijs en Examens (kamer 0028, mw. D.A.F. Nauta-Offereins). De facultaire coördinator internationalisering, drs. P.J.M. van Steen, is via het International Office bereikbaar voor adviesgesprekken. Zie verder paragraaf 1.5 van deze studiegids Klachtenregeling De Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen beoogt het onderwijs voor en aan studenten zo soepel en ordelijk mogelijk te laten verlopen. Desalniettemin zijn situaties denkbaar dat een onderwijsonderdeel of -activiteit ter discussie wordt gesteld. Om studenten de mogelijkheid te bieden zich te beklagen over een onderwijssituatie heeft de Faculteit de volgende klachtenprocedure ontworpen: 1 Een klacht dient altijd eerst te worden ingediend bij de docent c.q. de persoon waarvan een onderdeel of activiteit ter discussie staat. Dit kan schriftelijk of mondeling. 2 Wanneer een ingediende klacht bij de docent of persoon bedoeld onder 1 in de ogen van de klager niet leidt tot een adequate reactie, kan de klacht worden ingediend bij de studierichtings-/opleidingsdirecteur. 3 Wanneer een bij de studierichtings-/opleidingsdirecteur ingediende klacht in de ogen van de klager niet leidt tot een adequate reactie, kan de klacht worden ingediend bij het Faculteitsbestuur. De klacht dient schriftelijk te worden gericht aan de secretaris van het Faculteitsbestuur. Het Faculteitsbestuur zal zich dan beraden over de klacht, onder andere door advies in te winnen bij de facultaire Klachtenadviescommissie. Vervolgens doet het Faculteitsbestuur een uitspraak. Studenten kunnen hun klachten in eerste instantie ook indienen bij Pro Geo via de site van Pro Geo onder het kopje klachten ( Klachten met betrekking tot literatuur en kosten kunnen ingediend worden bij de opleidingsdirecteur. Studenten uit alle studiejaren en uit alle geledingen van de Faculteit kunnen zich overigens altijd voor advies of informatie wenden tot de studieadviseur, mw. drs. D. Muntinga-Weurman. Zij is te bereiken op woensdagmorgen in kamer 0018 tijdens het spreekuur van tot uur. Daarnaast kan een afspraak gemaakt worden voor een gesprek met de studieadviseur op dinsdag of op donderdag. Een klacht kan echter niet bij of via de studieadviseur worden ingediend; dat kan alleen op de hierboven aangeduide wijze. 114

123 Praktische Onderwijszaken van A tot Z 5.24 Nestor Let goed op de informatie op de Nestor Portal ( Hier wordt het laatste nieuws op het gebied van onderwijs en onderwijszaken bekend gemaakt. Verder vind je op Nestor informatie over de vakken waarvoor je je hebt ingeschreven Netwerkbeheer Voor PC gebruik en gecomputeriseerde rekenwerkzaamheden, informatie over databestanden, contact met het Donald Smits Centrum voor Informatie Technologie en dergelijke kan men de hulp inroepen van de Service Desk Zernike, tel. (050) Onderwijsevaluaties en analyses Alle vakken van zowel Sociale Geografie & Planologie als Technische Planologie worden geëvalueerd door middel van optisch leesbare formulieren. De evaluatierapporten komen vervolgens terecht bij de betreffende docent(en), opleidingsdirecteur, coördinatoren, decaan, studieadviseur, (student)leden opleidingscommissies en Pro Geo. In de opleidingscommissie worden de evaluatierapporten vervolgens besproken. Naast de vakevaluaties verschijnt er ook elk jaar een jaarrapportage van de propedeuse. Tenslotte worden er elk semester semesteranalyses gemaakt, met daarin de resultaten van de in dat semester gegeven vakken (1e kans) Openingstijden De universitaire gebouwen en diensten zijn in het studiejaar 2008/2009 gesloten op: 25 december 2008 (Eerste Kerstdag), 26 december 2008 (Tweede Kerstdag), 1 januari 2009 (Nieuwjaar), 10 april 2009 (Goede Vrijdag), 13 april 2009 (Tweede Paasdag), 30 april 2009 (Koninginnedag), 5 mei 2009 (Bevrijdingsdag), 21 mei 2009 (Hemelvaartsdag), 1 juni 2009 (Tweede Pinksterdag) 28 augustus 2009 (Gronings Ontzet). De Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen (FRW), gebouw 5417, is gehuisvest op Landleven 1 op het Universiteitscomplex Zernike. De verschillende openingstijden zijn op werkdagen als volgt: Gebouw 5417 (FRW-gebouw): maandag t/m vrijdag tot uur. Gebouw 5412 (WSN-gebouw): maandag t/m vrijdag tot uur. Gebouw 5419 (Zernike-gebouw): maandag t/m vrijdag tot uur. Het onderwijscluster van het CIT (computerzalen) is maandag t/m vrijdag geopend van tot uur. 115

124 Praktische Onderwijszaken van A tot Z Computerkamer gebouw 5417 (FRW-gebouw): maandag t/m vrijdag tot uur. Bibliotheek Ruimtelijke Wetenschappen: tot uur (vrijdag tot uur). Secretariaat FRW: tot uur. Bureau Onderwijs en Examens (BOE) FRW: maandag t/m donderdag tot uur. Vrijdag gesloten. Dictatenverkoop FRW: maandag t/m donderdag tot uur. Kantine Zernikegebouw, Landleven 12, gebouw 5419: tot uur. Vrijdag om uur gesloten. Kantine Zuidzijde, Landleven 1, gebouw 5418: tot uur Postvakken Op elke verdieping bevinden zich postvakken van het wetenschappelijk personeel, ondersteunend en beheerspersoneel, studentassistenten, Ibn Battuta, Pro Geo, Stichting Geo Promotion en Girugten. Op de begane grond bevinden zich de postvakken van de studentenorganisaties en Bureau Onderwijs en Examens (BOE). Op de 1 e verdieping bevinden zich de postvakken van het Centre for Development Studies (CDS), Demografie, secretariaat Demografie, Bestuur en Financiën. Op de 2 e verdieping bevinden zich de postvakken van Culturele Geografie, Economische Geografie en de betreffende secretariaten hiervan, alsmede het secretariaat van Planologie. Op de 3 e verdieping bevinden zich de postvakken van Planologie Prijsbeleid Studiekosten De kosten voor studieboeken en leermiddelen zijn relatief laag. De RUG kent een Prijsbeleid Studiekosten. Deze regeling beoogt beheersing van studiekosten, zodat de component studiekosten in het budget van de studiefinanciering niet te boven wordt gegaan. Men is dus niet meer geld aan studiemateriaal kwijt dan de Minister ter beschikking stelt. Voor 2008/2009 is het normbedrag 650,00. Per opleidingsfase geldt een plafondbedrag van het normbedrag maal de cursusduur. Soms is het onvermijdelijk dat de kosten hoger zijn dan het plafondbedrag. In dat geval kan de helft van het bedrag dat men meer kwijt is bij het faculteitsbestuur worden teruggevraagd door middel van het overleggen van aankoopbewijzen of is een andere regeling getroffen. Bij de studieadviseur en het Studenten Service Centrum is een brochure over de studiekosten en het universitaire prijsbeleid verkrijgbaar. Daar kan men ook terecht voor verdere informatie Restauratieve voorzieningen De kantine in het Zernikegebouw (gebouw 5419), Landleven 12, is voor iedereen toegankelijk van uur tot uur. Vrijdag sluit de kantine om uur. De kantine Zuidzijde (gebouw 5418), Landleven 1, is geopend van uur tot uur. Daarnaast zijn er verschillende Food & Beverage automaten in de gebouwen. 116

125 Praktische Onderwijszaken van A tot Z 5.31 Scripties/Master Thesis Studenten dienen hun afstudeerscriptie dan wel Master Thesis op cd-rom of diskette aan te leveren bij het Bureau Onderwijs en Examens (kamer 0024). Het aanleveren moet via vastgestelde richtlijnen (zie hiervoor de bijlagen 2, 3 en 4 in de mastergids en bijlage 2 in de bachelorgids). De bibliotheek maakt de master-scripties digitaal toegankelijk. Via de bestaande scriptiecatalogus wordt een aantal zoekingangen gegeven, zoals auteur, titel, trefwoord, naam van bedrijf en afstudeerinstelling. De bibliotheek maakt de scripties toegankelijk via de scriptiecatalogus. Via een link bij de gevonden titel kom je op de Scripties Online repository-pagina ( waar je de full-text scripties kunt inzien en ook kan zoeken op afstudeerrichting en jaar Spreekuren De spreekuren van de docenten staan vermeld in bijlage Studentassistentschap Studenten die de propedeuse hebben behaald kunnen als studentassistent participeren in het wetenschappelijk onderwijs of onderzoek. Let hiervoor op de aankondigingen in de UK en op de mededelingenborden. Een studentassistent is een student met wie de universiteit een dienstverband of overeenkomst aangaat, teneinde hem/haar werkzaamheden te doen verrichten die, buiten het takenpakket dat uit het opleidingsprogramma van de studenten zelf voortvloeit, in het kader van onderwijs of onderzoek noodzakelijk moeten worden verricht en waarvoor een meer of minder gevorderde wetenschappelijke opleiding vereist of gewenst is. De salariëring is afhankelijk van de studiefase waarin de student verkeert Studentenpsychologen De studentenpsychologen bieden hulp bij problemen op het gebied van ondermeer studeren en studiekeuze, het omgaan met anderen, relatie met ouders, beslissingen nemen, spanningen en angsten, depressiviteit en gebrek aan assertiviteit. De hulp bestaat doorgaans uit een (korte) serie individuele gesprekken. De aanpak wordt zoveel mogelijk aangepast aan je eigen wensen, problemen en situatie. Er zijn ook vormen van hulp in groepsverband, zoals een assertiviteitstraining of een kortdurende groepstherapie. Uiteraard is vertrouwelijkheid gewaarborgd. Aanmelden kan telefonisch, via of door gewoon even langs te lopen: Studentenpsychologen Oude Kijk in t Jatstraat EC Groningen Tel: (050) Mail: studentenpsychologen@rug.nl Openingstijden: maandag, dinsdag, donderdag vrijdag van 9.00 tot uur en van tot uur. Op woensdag van tot uur en van tot uur. 117

126 Praktische Onderwijszaken van A tot Z 5.35 Studieadviseur Voor vragen met betrekking tot informatie over het inrichten van de studie, studieregelingen, individuele studiemoeilijkheden en dergelijke kunnen studenten van alle jaren zich wenden tot de studieadviseur mw. drs. D. Muntinga-Weurman. Zij is te bereiken op woensdagmorgen tijdens het spreekuur van tot uur in kamer Op dinsdag, woensdagmiddag en donderdag zijn wat langduriger gesprekken mogelijk; men kan hiervoor (ook telefonisch) een afspraak maken op dinsdag, woensdag of donderdag (tel. (050) , d.muntinga@rug.nl) Studieboeken Het is van groot belang de voor de studie benodigde boeken zelf te bezitten. Het maakt een gedegen studie mogelijk, geeft gelegenheid tot sneller werken, regelmatig naslaan, verifiëren, etc. Bij de studie gebruik je vaak een uitgebreide atlas. De bibliotheek beschikt over een rijk gevarieerde collectie atlassen. De verplicht voorgeschreven literatuur wordt (mits voorgeschreven in de studiegids of tijdig doorgegeven) standaard besteld en als niet uitleenbaar opgenomen in de collectie van de bibliotheek Studiefinanciering/financiële regelingen Afstudeerfonds Loop je door bijzondere omstandigheden (ziekte, functiebeperking, familieomstandigheden, zwangerschap, dyslexie) studievertraging op, meld dat dan onmiddellijk bij je eigen studieadviseur. Deze maakt een eerste melding van studievertraging. Hoe eerder je aan je studieadviseur (uiterlijk binnen vier weken) laat weten dat er omstandigheden optreden die je studie kunnen vertragen, hoe groter de kans is dat de vertraging later financieel gecompenseerd wordt uit het Afstudeerfonds. Dreig je meer dan 15 EC studievertraging op te lopen, dan moet je dit ook nog melden bij één van de studentendecanen van het Studenten Service Centrum. Je bent er als student zelf verantwoordelijk voor dat je je vertraging op tijd en bij de juiste instantie meldt. Het melden van studievertraging is een van de (basis)voorwaarden voor financiële ondersteuning uit het Afstudeerfonds. Zorg er dus zelf voor dat je goed op de hoogte bent van de Afstudeerfondsregeling. Meer informatie vind je op de website van de RUG ( en in het studentenstatuut. Voor een afspraak met één van de studentendecanen van het Studenten Service Centrum of het stellen van vragen neem je contact op met de Centrale Studentenbalie (CSB). Tel , csb@rug.nl Noodfonds Kom je onverwacht voor grote uitgaven te staan? Dreig je hierdoor in een acute financiële noodsituatie terecht te komen? Het Noodfonds biedt hulp bij onvoorziene uitgaven die je draagkracht te boven gaan en waartegen je je redelijkerwijs niet had kunnen verzekeren. Het kan bijvoorbeeld gaan om uitgaven voor bepaalde vormen van psychotherapie, dyslexieonderzoek in de bachelorfase en gespecialiseerde hulp bij leerproblemen, dieetkosten, tandheelkundige hulp, bijzondere familieomstandigheden of 118

127 Praktische Onderwijszaken van A tot Z brandschade. Je kunt schriftelijk een aanvraag indienen. Meer informatie en het aanvraagformulier vind je bij de CSB Prestatiebeurs Studenten die op of na 1 sepetember 1996 voor het eerst staan ingeschreven in het Hoger Onderwijs, vallen onder de prestatiebeurs. Studenten hebben voor een 4- jarige opleiding recht op 4 jaar (voorwaardelijke) prestatiebeurs en 3 jaar rentedragend lenen. Als je binnen tien jaar je diploma haalt (de prestatie-eis), wordt de voorwaardelijke prestatiebeurs omgezet in een gift. Voor meer informatie kun je terecht bij de CSB of de IBG februari regeling voor eerstejaars studenten Indien je als eerstejaars HBO- of WO student de studiefinanciering stopzet voor of per 1 februari, wordt de voorwaardelijke prestatiebeurs over de eerste vijf maanden aansluitend omgezet in een gift. Voorwaarde is wel dat je gedurende de rest van dat studiejaar niet opnieuw studiefinanciering aanvraagt voor een (andere) opleiding in het Hoger Onderwijs Studie Ondersteuning Studie Ondersteuning is het expertisecentrum op het gebied van Academische- en Studievaardigheden van de Rijksuniversiteit Groningen. Studie Ondersteuning biedt alle RUG-studenten de mogelijkheid om - naast hun studie - extra cursussen of workshops te volgen. Zo vergroot je je academische- en studievaardigheden; daar kun je tijdens én na je studie profijt van hebben! Het team bestaat uit zes trainers en een secretariaatsmedewerker. Studie Onderseuning biedt een ruim aanbod aan trainingen en workshops. Een greep uit het vaste aanbod: de cursussen Effectief Studeren, Tekstbestudering, Faalangst en studiestress, Academische Schijfvaardigheid, Mondeling Presenteren en de Workshop Studiekeuze. Het inschrijfgeld voor iedere cursus is 20 euro. Kijk voor meer informatie op of bel: Studievertraging Loop je door ziekte, overmacht of andere bijzondere omstandigheden studievertraging op, meld dat dan onmiddellijk bij je studieadviseur. Indien noodzakelijk, maakt zij samen met jou een zgn. eerste melding van de vertraging en de oorzaken daarvan. Alleen als je je binnen uiterlijk een maand na het ontstaan van de studievertraging hebt gemeld, kun je in aanmerking komen voor financiële compensatie van het afstudeerfonds van de universiteit. Je bent er als student zelf verantwoordelijk voor dat je je vertraging op tijd en bij de juiste instantie meldt. Zorg er dus zelf voor dat je goed op de hoogte bent van de regeling afstudeerfonds. Meer informatie vind je bij het Studentenadviesbureau Groningen, op de website van de RUG en in het Studentenstatuut Tentamenrooster Het tentamenrooster 2008/2009 staat uiterlijk 1 september 2008 op de facultaire website ( voor studenten/roosters) en hangt op de mededelingenborden. Ook kun je de tentamendata voor de vakken terugvinden op 119

128 Praktische Onderwijszaken van A tot Z Wijzigingen worden bekendgemaakt via student.rugmail, op de website en via de mededelingenborden Tentamenuitslagen Deze worden niet telefonisch verstrekt. Tentamenuitslagen worden bekend gemaakt via internet ( Hier kunnen alle persoonlijke studieresultaten worden opgevraagd Universiteitsbibliotheek De Universiteitsbibliotheek (UB) is gevestigd aan de Broerstraat 4, tegenover het Academiegebouw. De UB en de verschillende Faculteitsbibliotheken vormen samen de Bibliotheek van de RUG. Alle informatie over deze bibliotheken is te vinden op de Bibliotheekportal: Op deze site zijn onder meer catalogi, elektronische databases, tijdschriften, dissertaties en naslagwerken te vinden. Ook zijn er interactieve instructies om kennis te maken met de bibliotheekvoorzieningen. Voor alle vragen tenslotte is er de i service, de elektronische vraagbaak op bibliotheekgebied. De UB is een grote wetenschappelijke bibliotheek met een collectie van enige miljoenen boek- en tijdschriftbanden, verdeeld over het gesloten magazijn en meerdere vakstudiezalen. In die studiezalen staan voor gebruikers 1600 studieplaatsen ter beschikking. Verder zijn er ruim 300 Digitale Werkplekken met volledige computervoorzieningen voor RUG-studenten. De UB is geopend van maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot uur en op zaterdag en zondag van tot uur. In de tentamenperiodes is de UB op zaterdag- en zondagavond tot uur geopend. Inlichtingen: tel. (050) of bibliotheek@rug.nl Universiteitskrant (UK) In de bijna wekelijks verschijnende UK is in de rubriek mededelingen óók informatie opgenomen over onze Faculteit. Gegevens over tentamendata, inschrijving, aanvang colleges, excursies, lezingen, etc. zijn hier te vinden. De UK is iedere week op een aantal afhaalpunten beschikbaar. Ook is het mogelijk tegen een geringe vergoeding een postabonnement op de UK te nemen Vertrouwenspersoon (Seksuele) intimidatie, agressie, geweld en discriminatie zijn vormen van gedrag die niet thuis horen in een goed en stimulerend studieklimaat. Het College van Bestuur van de RUG probeert dit soort ongewenst gedrag dan ook zoveel mogelijk te voorkomen en heeft in dit kader o.a. een vertrouwenspersoon aangesteld. Medewerkers en studenten respecteren over het algemeen elkaars grenzen. Grenzen die meestal heel vanzelfsprekend zijn, maar die af en toe expliciet gemaakt moeten worden omdat gedrag dat door de een als een leuke manier van omgaan wordt beschouwd voor een ander te ver gaat. Soms ècht te ver. Wanneer een ander jou lastig valt met zijn of haar gedrag en je zelf niet meer weet hoe je de situatie op moet 120

129 Praktische Onderwijszaken van A tot Z lossen kun je verschillende dingen doen. Je kunt de hulp van een medestudent, een docent of een andere contactpersoon binnen de faculteit inroepen. Je kunt echter ook contact opnemen met de vertrouwenspersoon van de universiteit. Zij fungeert in eerste instantie als klankbord en kan je helpen om te zoeken naar een oplossing. Soms kan dat een informele oplossing zijn, waarbij de vertrouwenspersoon eventueel bemiddelt. Indien noodzakelijk of gewenst kan ze je ook doorverwijzen naar een andere instantie. Bij extreme vormen van ongewenst gedrag kan een formele oplossing meer voor de hand liggen. Binnen de RUG bestaat een Klachtenregeling Seksuele Intimidatie, Agressie, Geweld en Discriminatie (SIAGD) en een Klachtencommissie SIAGD voor studenten en personeel. Je kunt bij die commissie een formele klacht over ongewenst gedrag indienen. De vertrouwenspersoon kan je bijstaan bij het indienen van die klacht en bij de formele afhandeling daarvan. De vertrouwenspersoon heeft een onafhankelijke positie binnen de universiteit. Ze onderneemt geen actie zonder de uitdrukkelijke toestemming van degene die haar consulteert. Alle informatie wordt, zoals de naam vertrouwenspersoon al suggereert, vertrouwelijk behandeld. Het Bureau Vertrouwenspersoon is de hele week geopend van uur en werkt bij voorkeur op afspraak. Bezoekadres: Visserstraat 49, telefoon (050) j.m.dam@rug.nl (vertrouwenspersoon) of a.m.wildeboer-baar@rug.nl (secretariaat). Je kunt ons ook vinden op de website van de RUG: 121

130

131 Onderwijs- en examenregeling Bachelor Sociale Geografie & Planologie 6 Onderwijs- en examenregeling Bachelor Sociale Geografie & Planologie 2008/ Algemene bepalingen Artikel 1.1 Toepasselijkheid van de regeling Deze regeling is van toepassing op het onderwijs en de examens van de Bacheloropleiding Sociale Geografie & Planologie, hierna te noemen: de opleiding. De opleiding wordt verzorgd binnen de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen van de Rijksuniversiteit Groningen, hierna te noemen: de Faculteit. Het succesvol afgesloten examen van de Bacheloropleiding Sociale Geografie & Planologie geeft toegang tot de Masters Economische Geografie, Culturele Geografie, Vastgoedkunde, Planologie en Environmental and Infrastructure Planning. Voor de toegang tot de Master Population Studies wordt een voorsorteerminor aanbevolen, zie artikel 4.3. Tevens verwerft men het recht te solliciteren naar een plaats in het Research Master programma Regional Studies, en zich aan te melden voor de Masteropleiding voor leraar Aardrijkskunde Artikel 1.2 Begripsbepalingen In deze regeling wordt verstaan onder: 1 De wet: de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. 2 Student: degene die is ingeschreven aan de universiteit voor het volgen van het onderwijs en/of het afleggen van de tentamens en de examens van de opleiding. 3 Propedeuse: de propedeutische fase van de Bacheloropleiding, bedoeld in artikel 7.8 van de wet (WHW 2002). 4 Post-propedeuse: het gedeelte van de Bacheloropleiding, dat volgt op de propedeutische fase. 5 Onderdeel: een onderwijseenheid van de opleiding, in de zin van de wet. 6 Practicum: een praktische oefening, als bedoeld in art van de wet, in een of meer, van de volgende vormen: het maken van een scriptie; het maken van een werkstuk of een proefontwerp; het uitvoeren van een onderzoekopdracht; het deelnemen aan veldwerk of een excursie; het deelnemen aan een andere onderwijsleeractiviteit, die gericht is op het bereiken van bepaalde vaardigheden. 7 Examen: het propedeutisch of het bachelorexamen van de opleiding. 8 Semester: deel van het studiejaar, beginnend op een door het College van Bestuur te bepalen datum omstreeks 1 september en eindigend op een door het College van Bestuur te bepalen datum omstreeks 31 januari, dan wel beginnend op vorenbedoelde door het College van Bestuur te bepalen datum en eindigend op een door het College van Bestuur te bepalen datum omstreeks 1 juli. 9 Cursus: het geheel van onderwijs en toetsing van een onderdeel. 123

132 Onderwijs- en examenregeling Bachelor Sociale Geografie & Planologie 10 Minor: een samenhangend geheel van studie-onderdelen. In bepaalde gevallen is een Minor vereist of wordt aanbevolen bij de toelating tot een bepaalde Master. De overige begrippen hebben de betekenis die de wet daaraan toekent Artikel 1.3 Doel van de opleiding Met de opleiding wordt het volgende beoogd: dat studenten kennis hebben van de historische en actuele inzichten in de sociale geografie, planologie c.q. demografie, en op de hoogte zijn van de voornaamste nationale en internationale ontwikkelingen in die wetenschapsgebieden; dat studenten kennis hebben van de voornaamste theoretische, methodologische en ethische grondslagen der sociale geografie, planologie c.q. demografie; dat studenten begrip hebben van het belang van kennis in aan de ruimtelijke wetenschappen grenzende andere wetenschapsgebieden; dat studenten problemen kunnen definiëren, analyseren en oplossen die zich voordoen op het werkterrein van de sociale geografie, planologie c.q. demografie; dat studenten kennis bezitten omtrent de beschikbare onderzoektechnieken die bij de probleemanalyse en oplossing voorhanden zijn. Dat studenten deze technieken kunnen toepassen in onderzoeksituaties en daarbij kunnen samenwerken in teamverband; dat studenten kennis en inzicht in woord en geschrift kunnen overdragen op het niveau van de doelgroep waar die overdracht zich op richt: scholieren, andere studenten, maatschappelijke organisaties binnen en buiten Nederland, wetenschappelijke fora; dat studenten kennis hebben gemaakt met de praktijk van het werk op het vakgebied der sociale geografie, planologie cq demografie (gastdocenten, excursies, etc.) en daarop te laten reflecteren; dat de student leervaardigheden bezit die noodzakelijk zijn om een vervolgstudie aan te gaan die een hoog niveau van autonomie veronderstelt Artikel 1.4 Eindtermen van de opleiding Logisch kunnen redeneren; analyserend en probleemoplossend vermogen. Besef hebben van de ethische, normatieve en expressieve denkwijzen in de sociale geografie en planologie. Paradigma s (redeneerwijzen) in het vakgebied van de sociale geografie en planologie kunnen herkennen. Aantoonbare wetenschappelijke attitude om in geëigende maatschappelijke functies werkzaam te zijn. Inzicht in de diversiteit en complexiteit van maatschappelijke structuren en processen en van hun interacties met omgevingsstructuren en processen. Vermogen tot het evalueren van de (ruimtelijke) effecten van ingrepen. Vaardigheden (zoals met computers, verslaglegging, presenteren, werken in teamverband) die nodig zijn om adequaat in maatschappelijke functies te kunnen optreden. Vermogen zelfstandig geografisch, planologisch, demografisch onderzoek op te zetten en uit te voeren. 124

133 Onderwijs- en examenregeling Bachelor Sociale Geografie & Planologie Vermogen tot samenwerking in teamverband en het daarbij inbrengen van de bijdrage van het eigen vakgebied. Gevoel hebben voor de grenzen van de kennis; informatie uit een brede verzameling van bronnen op juiste waarde weten te schatten. Bezit van een attitude die het mogelijk maakt om kritisch te reflecteren op het eigen wetenschappelijk handelen. Kunnen debatteren over het vakgebied en de plaats ervan in de maatschappij. Vermogen om na het afstuderen zelfstandig de ontwikkelingen in het eigen vakgebied te blijven volgen Artikel 1.5 Vorm van de opleiding De opleiding wordt voltijds verzorgd. 6.2 Opbouw van de opleiding Artikel 2.1 Indeling en examens van de opleiding 1 In de opleiding kunnen de volgende examens worden afgelegd: het propedeutisch examen; het afsluitend of Bachelorexamen. 2 De opleiding is opgedeeld in een propedeutische fase en een postpropedeutische fase Artikel 2.2 Studielast 1 De opleiding heeft een studielast van 180 European Credits (EC), waarbij één EC gelijk is aan 28 uren studie. 2 De propedeutische fase heeft een studielast van 60 EC. 3 De studielast wordt uitgedrukt in hele EC s Artikel 2.3 Academische vorming De opleiding van de student dient naar het oordeel van de examencommissie voldoende elementen te bevatten ten dienste van de academische vorming van de student, in het bijzonder met betrekking tot: 1 het zelfstandig wetenschappelijk denken en handelen; 2 het wetenschappelijk communiceren; 3 het hanteren van vakwetenschappelijke kennis in een bredere c.q. wijsgerige en maatschappelijke context. 6.3 De propedeutische fase van de opleiding Artikel 3.1 Samenstelling propedeutische fase De propedeutische fase omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast: 1 Algemene Sociale Geografie (5 EC). 2 Culturele Geografie 1 (7 EC). 3 Economische Geografie (7 EC). 4 Stadsgeografie 1 en Planologie 1 (7 EC). 5 China (5 EC). 6 Fysische Geografie (7 EC). 125

134 Onderwijs- en examenregeling Bachelor Sociale Geografie & Planologie 7 Demografie 1: Bevolking en Ontwikkeling (5 EC). 8 Werkvelden Sociale Geografie en Planologie (3 EC). 9 Statistiek 1 (5 EC). 10 Wetenschappelijk Rapporteren (3 EC). 11 Practicum Fysische Geografie (3 EC). 12 Computercursus (3 EC) Artikel 3.2 Propedeutische vaardigheden en toepassingen De propedeutische vaardigheden en toepassingen omvatten de volgende onderdelen: 1 Werkvelden Sociale Geografie en Planologie. 2 Computercursus. 3 Statistiek 1. 4 Practicum Fysische Geografie. 5 Wetenschappelijk Rapporteren. 6.4 De postpropedeutische fase van de opleiding Artikel 4.1 Samenstelling post-propedeutische fase De postpropedeuse omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast: Jaar 2 1 Planologie 2 (5 EC). 2 Economie (5 EC). 3 Demografie 2: Bevolkingsdynamiek in Nederland en Europa (5 EC). 4 Introductie GIS (5 EC). 5 Methodologie van Empirische Wetenschappen en Wetenschapsfilosofie (5 EC). 6 Internationale Geografische Relaties (5 EC). 7 Geografie en Planologie van Nederland en Europa (7 EC). 8 Excursie/Veldwerk (3 EC). 9 Statistiek 2 (5 EC). 10 Keuzevak (5 EC). 11 Keuzevak (5 EC). 12 Groepsonderzoekproject (5 EC). Jaar 3 1 Planningtheorie I (5 EC). 2 Economische Geografie en Vastgoed (5 EC). 3 Culturele Geografie 2 (5 EC) 4 Methoden van sociaal en ruimtelijk wetenschappelijk onderzoek (5 EC). 5 Excursie buitenland (5 EC). 6 Keuzevak (AVV) (5 EC). 7 Keuzevak (5 EC). 8 Keuzevak (5 EC). 9 Keuzevak (5 EC). 10 Keuzevak (5 EC). 11 Bachelorproject (10EC). 126

135 Onderwijs- en examenregeling Bachelor Sociale Geografie & Planologie Artikel 4.2 Postpropedeutische vaardigheden en toepassingen De postpropedeutische vaardigheden en toepassingen omvatten (naast het onderwijs in de vorm van hoorcolleges en werkcolleges) een practicum. De postpropedeutische vaardigheden en toepassingen omvatten de volgende onderdelen: Jaar 2 1 Introductie GIS. 2 Statistiek 2. 3 Excursie/Veldwerk. 4 Groepsonderzoekproject. Jaar 3 1 Methoden van sociaal en ruimtelijk wetenschappelijk onderzoek. 2 Excursie buitenland. 3 Bachelorproject Artikel 4.3 Minorprogramma s In de keuzevakruimte van de postpropedeutische studiefase kunnen Minorprogramma s van 30 EC worden gekozen. Voor de master Environmental and Infrastructure Planning wordt de volgende voorsorteerminor specialisatieminor - Technische Planologie aanbevolen binnen de bachelor Sociale Geografie &Planologie: Verkeer en Mobiliteit (5EC) Water en ruimte (5 EC) Waterhuishouding (4 EC) Inleiding recht (3 EC) Plan- en Projectevaluatie (5 EC) Milieutechniek (4 EC) Milieuplanning (5 EC) Voor de master Planologie wordt de volgende voorsorteerminor - specialisatieminor - milieu en infrastructuurplanning aanbevolen binnen de bachelor Sociale Geografie & Planologie: Water en ruimte (5 EC) Inleiding recht (3 EC) Verkeer en Mobiliteit (5 EC) Stedelijk Ontwerpen (4 EC) Plan- en projectevaluatie (5 EC) Milieutechniek (4 EC) Milieuplanning (5 EC) Voor de Master Population studies wordt de volgende voorsorteerminorspecialisatieminor- Population Studies aanbevolen binnen de bachelor Sociale Geografie & Planologie: Demografie 1: Bevolking en Ontwikkeling (5 EC) Demografie 2: Bevolkingsdynamiek in Nederland en Europa (5 EC) 127

136 Onderwijs- en examenregeling Bachelor Sociale Geografie & Planologie Migratie (5 EC) Geografie van de Gezondheid (5 EC) Gebonden keuzevak (5 EC) Gebonden keuzevak (5 EC) Bij een gebonden keuzevak heb je de keuze uit: Culturele antropologie, Gender, space and culture, Introduction to development studies, Topical themes development studies en Geneeskunde in de tropen. Voor het opnemen van een ander keuzevak dient vooraf goedkeuring van de coördinator van het Minorprogramma verkregen te worden. Daarnaast is affiniteit met onderzoeksmethodologie een pre. De minor Economie en Ruimte is voor studenten van buiten de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen. Het is een verplichte instapminor voor studenten met een universitaire bachelor of master Gedrags- of Maatschappijwetenschappen voor toelating tot de master Economische Geografie of Vastgoedkunde. De minor Economie en Ruimte bestaat uit de vakken: Economische Geografie (7 EC) Economische Geografie en Vastgoed (5 EC) Geografie en Planologie van Nederland en Europa (7 EC) Scriptie Economie en Ruimte (10 EC) De minor Culturele Geografie is een verplichte instapminor voor studenten buiten de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen met een bachelor of master Gedrags- of Maatschappijwetenschappen voor toelating tot de master Culturele Geografie. De minor Culturele Geografie introduceert het centrale thema van de culturele geografie, namelijk welke betekenissen mensen toekennen aan delen van de ruimte ( places ; plekken ). Dergelijke plekken kunnen in hun ruimtelijke schaal variëren van de wereld in zijn geheel, bij discussies over globalisering en de global village, tot een uiterst individuele plek, zoals thuis. Omdat groepen mensen kunnen verschillen in hun betekenisgeving speelt het begrip macht een belangrijke rol in de culturele geografie. Daarnaast wordt gekeken waar mensen hun betekenisgeving op kunnen baseren, zoals religie, het geloof in vooruitgang (modernisering), of kenmerken van het landschap. De minor bestaat uit de volgende studieonderdelen (totaal 30 EC): Culturele Geografie 1 (7 EC) Ateliers Culturele Geografie (4 EC) Culturele Geografie 2 (5 EC) Geografie en planologie van Nederland en Europa (7 EC) Fysische Geografie en omgeving (7 EC) Artikel 4.4 Vermelding Minor Indien de student een samenhangend geheel van onderdelen kiest dat door een onderwijsinstituut van een universiteit wordt verzorgd onder de aanduiding Minor, wordt deze aanduiding op het getuigschrift van zijn examen vermeld. 128

137 Onderwijs- en examenregeling Bachelor Sociale Geografie & Planologie 6.5 Tentamens en examens van de opleiding Artikel 5.1 Overgang naar volgend studiejaar 1 Op verzoek van de student kan de examencommissie hem toelaten tot het afleggen van de tentamens van het tweede studiejaar nog voordat hij het propedeutisch examen heeft behaald, met inachtneming van het bepaalde in lid 2, onder voorwaarde dat van de propedeuse tenminste 40 EC is behaald, waaronder Wetenschappelijk Rapporteren. 2 Aan de tentamens van de hierna te noemen onderdelen van het tweede studiejaar kan niet eerder worden deelgenomen dan nadat de tentamens van de daarbij vermelde onderdelen uit de propedeuse zijn behaald: Statistiek 2 ná behalen van Statistiek 1 en Computercursus; Groepsonderzoekproject ná behalen van Wetenschappelijk Rapporteren en Computercursus en Statistiek 1; Introductie GIS ná behalen van Computercursus. 3 Aan de tentamens van de hierna te noemen onderdelen van het derde studiejaar kan niet eerder worden deelgenomen dan nadat de tentamens van de daarbij vermelde onderdelen uit het tweede studiejaar zijn behaald: Methoden van sociaal en ruimtelijk wetenschappelijk onderzoek ná behalen van Statistiek 1, Statistiek 2 en Computercursus. Buitenlandse excursie ná behalen van Excursie/veldwerk jaar 2. Bachelorproject ná behalen van Statistiek 1, Statistiek 2, Computercursus, Methoden van sociaal en ruimtelijk wetenschappelijk onderzoek en het Groepsonderzoekproject. 4 Deelname aan onderdelen van het derde studiejaar is alleen toegestaan aan studenten die hun propedeuse hebben behaald. Deelname aan keuzeonderdelen, inclusief AVV vakken, in het bachelor onderwijsprogramma is alleen toegestaan aan studenten die hun propedeuse hebben behaald. 5 De examencommissie kan afwijken van de overgangsregels als door de toepassing ervan de regelmatige voortgang van de studie in ernstige mate wordt geschaad Artikel 5.2 Tijdvakken en frequentie tentamens 1 De tijdvakken waarin de gelegenheid tot het afleggen van de onderscheiden tentamens wordt geboden, worden aan het begin van het studiejaar bekend gemaakt. 2 In het algemeen wordt tweemaal de gelegenheid geboden een tentamen af te leggen c.q. een studieonderdeel af te sluiten: eenmaal direct na afloop van het betreffende studie-onderdeel, en een tweede maal (herkansing) op een later tijdstip, binnen 12 maanden na de eerste gelegenheid. 3 Voor een aantal onderdelen in het eerste studiejaar geldt een verlengd tentamen regeling. Deze regeling behelst het volgende. Studenten die bij de eerste tentamen mogelijkheid van een onderwijsonderdeel zijn gezakt en als tentamenresultaat een 5 (vijf) hebben gehaald, kunnen een verlengd tentamen af leggen. Deze studenten wordt binnen 16 werkdagen na het tijdstip van het eerste tentamen de mogelijkheid geboden dit verlengd tentamen af te leggen. Voor onderdelen waarvoor een verlengd tentamen regeling geldt wordt de student nadat hij voor de eerste keer in de gelegenheid is gesteld het tentamen voor het betreffende onderdeel af te leggen en nadat hij eventueel in de 129

138 Onderwijs- en examenregeling Bachelor Sociale Geografie & Planologie gelegenheid is gesteld een verlengd tentamen af te leggen nog eenmaal binnen 12 maanden de gelegenheid gegeven dit tentamen af te leggen. 4 De verlengd tentamen regeling is van toepassing voor de volgende onderdelen: uit de propedeuse: Culturele Geografie 1. Algemene Sociale Geografie. Economische Geografie. Stadsgeografie 1 en Planologie 1. Fysische Geografie en omgeving. China. Werkvelden. Demografie 1: Bevolking en Ontwikkeling. 5 Voor het vak Algemene Sociale Geografie geldt als experiment voor het studiejaar 2008/2009 dat deelname aan het verlengd tentamen open staat voor die studenten die bij de eerste tentamenmogelijkheid zijn gezakt en als tentamenresultaat tenminste een 3 (drie) hebben gehaald. 6 Voor de volgende studie-onderdelen uit jaar 2 en 3 geldt dat er gedurende het studiejaar slechts één herkansing wordt gegeven: Jaar 2 Planologie 2. Economie. Demografie 2: Bevolkingsdynamiek in Nederland en Europa. Methodologie van Empirische Wetenschappen en Wetenschapsfilosofie. Internationale Geografische Relaties. Geografie en Planologie van Nederland en Europa. De keuzevakken Stadsgeografie 2, Plattelandsvraagstukken en Ruimtelijke Interactie & Nieuwe Technologie. Jaar 3 Planningtheorie 1. Economische Geografie en Vastgoed. Culturele Geografie 2. De keuzevakken Stadsgeografie 2, Plattelandsvraagstukken en Ruimtelijke Interactie & Nieuwe Technologie. 7 Voor de onderdelen Statistiek 1 en Statistiek 2 bestaat de toetsingssequentie uit een practicum, een tentamen en (binnen 12 maanden) twee herkansingen Artikel 5.3 Vorm van de tentamens 1 De tentamens van de onderdelen, genoemd in artikel 3.1 en artikel 4.1, worden schriftelijk afgelegd, met uitzondering van de volgende tentamens, die op de daarbij aangegeven wijze worden afgelegd: Computercursus: deelname met voldoende resultaat. 130

139 Onderwijs- en examenregeling Bachelor Sociale Geografie & Planologie Wetenschappelijk rapporteren: deelname met voldoende resultaat. Om een voldoende te halen bij Wetenschappelijk Rapporteren is aanwezigheid bij alle bijeenkomsten verplicht. Werkvelden Sociale Geografie en Planologie: deelname met voldoende resultaat. Practicum Fysische Geografie: deelname met voldoende resultaat. Excursie/Veldwerk: deelname met voldoende resultaat. Groepsonderzoekproject: deelname met voldoende resultaat *. Methoden van sociaal en ruimtelijk wetenschappelijk onderzoek: deelname met voldoende resultaat. Excursie buitenland: deelname met voldoende resultaat. Bachelorproject: deelname met voldoende resultaat. 2 Op verzoek van de student kan de examencommissie toestaan dat een tentamen op een andere wijze dan vorenbedoeld wordt afgelegd. 3 Aan studenten met een functiestoornis wordt de gelegenheid geboden de tentamens op een zoveel als redelijkerwijs mogelijk aan hun individuele handicap aangepaste wijze af te leggen. De examencommissie wint zo nodig deskundig advies in alvorens te beslissen Artikel 5.4 Mondelinge tentamens 1 Tijdens een mondeling tentamen worden hooguit twee personen tegelijk getentamineerd, tenzij de examencommissie anders heeft bepaald. 2 Het mondeling afnemen van een tentamen is openbaar, tenzij de examencommissie of de desbetreffende examinator in een bijzonder geval anders heeft bepaald, dan wel de student daartegen bezwaar heeft gemaakt Artikel 5.5 Vaststelling en bekendmaking tentamenuitslag 1 De examinator stelt terstond na het afnemen van een mondeling tentamen de uitslag vast en reikt de student een desbetreffende schriftelijke verklaring uit. 2 De examinator stelt behoudens het bepaalde in artikel 5.2 lid 3, de uitslag van een schriftelijk tentamen vast binnen 10 werkdagen na de dag waarop het is afgelegd, en verschaft de administratie van de Faculteit de nodige gegevens op grond waarvan de uitslag aan de student bekend kan worden gemaakt. De individuele tentamenuitslagen worden via het programma Progress bekend gemaakt. 3 Indien voor een onderwijsonderdeel de verlengd tentamenregeling geldt dragen de examinator en de administratie van de Faculteit er zorg voor dat de uitslag van de eerste tentamenmogelijkheid tenminste zes werkdagen voor de datum van het verlengd tentamen bekend is. 4 In afwijking van het gestelde in het tweede lid stelt de examinator de uitslag van de propedeusetentamens afgelegd in de zomerperiode (de periode tussen de laatste dag van het tweede semester in het voorgaande academische jaar en de eerste dag van het eerste semester in het geldende academisch jaar) vast voor 5 september van het geldende academisch jaar. Voor alle postpropedeuse tentamens afgelegd in de zomerperiode stelt de examinator Zie het hiervoor opgestelde beoordelingsprotocol. Voor Wetenschappelijk Rapporteren wordt aan die studenten, die geen voldoende hebben behaald en voldoende hebben geparticipeerd een herkansing aangeboden. 131

140 Onderwijs- en examenregeling Bachelor Sociale Geografie & Planologie de uitslag vast voor 1 oktober van het geldende academisch jaar. Voor studenten die postpropedeuse tentamens afleggen in de zomerperiode en onder de tempobeurs vallen wordt de uitslag door de examinator vastgesteld voor 5 september van het geldende academische jaar, mits door de betreffende student daartoe voor de zomerperiode een schriftelijk verzoek is ingediend bij het Bureau Onderwijs en Examens van de Faculteit. Voor alle tentamens geldt dat op basis van een gemotiveerd verzoek van een student, die door de beoordelingstermijn ernstig wordt benadeeld, de uitslag van een tentamen eerder kan worden verstrekt dan in het voorafgaande bepaald, ter beoordeling van de examencommissie. 5 Voor een op andere wijze dan mondeling of schriftelijk af te leggen tentamen bepaalt de examencommissie tevoren op welke wijze en binnen welke termijn de student een schriftelijke verklaring omtrent de uitslag zal ontvangen. 6 Op de schriftelijke verklaring omtrent de uitslag van een tentamen wordt de student gewezen op het inzagerecht, bedoeld in artikel 5.7, eerste lid, alsmede op de beroepsmogelijkheid bij het college van beroep voor de examens Artikel 5.6 Geldigheidsduur 1 De geldigheidsduur van behaalde onderdelen is onbeperkt. 2 In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kan de examencommissie voor een onderdeel, waarvan het tentamen langer dan zes jaar geleden is behaald, een aanvullend dan wel vervangend tentamen opleggen, alvorens de student wordt toegelaten tot het afleggen van het desbetreffende examen Artikel 5.7 Inzagerecht 1 Gedurende tenminste 20 werkdagen na de bekendmaking van de uitslag van een schriftelijk tentamen krijgt de student op zijn verzoek inzage (incl. het recht om het tentamen te mogen fotograferen) in zijn beoordeeld werk. 2 Gedurende de in het eerste lid genoemde termijn kan elke belangstellende kennis nemen van vragen en opdrachten van het desbetreffende tentamen, alsmede zo mogelijk van de normen aan de hand waarvan de beoordeling heeft plaatsgevonden. 3 De examencommissie kan bepalen, dat de inzage of de kennisneming geschiedt op een vaste plaats en op tenminste twee vaste tijdstippen. Indien de betrokkene aantoont door overmacht verhinderd te zijn of te zijn geweest op een aldus vastgestelde plaats en tijdstip te verschijnen, wordt hem een andere mogelijkheid geboden, zo mogelijk binnen de in het eerste lid genoemde termijn Artikel 5.8 Vrijstelling De examencommissie kan de student op diens verzoek, gehoord de desbetreffende examinator, vrijstelling verlenen van een tentamen, indien de student: hetzij een qua inhoud en niveau overeenkomstig onderdeel van een universitaire of hogere beroepsopleiding heeft voltooid; hetzij aantoont door werk- c.q. beroepservaring over voldoende kennis en vaardigheden te beschikken m.b.t. het desbetreffende onderdeel. 132

141 Onderwijs- en examenregeling Bachelor Sociale Geografie & Planologie Artikel 5.9 Examen 1 Een student die alle examenonderdelen van de opleiding met goed gevolg heeft afgelegd, dan wel alle onderdelen van het door de examencommissie goedgekeurde programma met goed gevolg heeft afgelegd, dient uiterlijk binnen vier weken na afloop hiervan het getuigschrift aan te vragen. De examendatum die door de examencommissie op het getuigschrift wordt vermeld is de datum waarop naar het oordeel van de examencommissie het laatste examenonderdeel met goed gevolg is afgelegd. 2 Indien de student het getuigschrift na de in het vorige lid bedoelde termijn aanvraagt, wordt op het getuigschrift als examendatum vermeld de datum waarop de examencommissie besluit dat de student geslaagd is, ook al ligt de datum waarop de examencommissie een dergelijk besluit neemt in een volgend studiejaar en dient de student voor dat studiejaar dan te zijn ingeschreven. 3 Alvorens de uitslag van het examen vast te stellen kan de examencommissie zelf een onderzoek instellen naar de kennis van de student met betrekking tot een of meer onderdelen of aspecten van de opleiding, indien en voor zover de uitslagen van de desbetreffende tentamens haar daartoe aanleiding geven Artikel 5.10 Graad 1 Aan degene die het examen met goed gevolg heeft afgelegd, wordt de graad Bachelor of Science verleend. 2 De verleende graad wordt op het getuigschrift van het examen aangetekend. 6.6 Vooropleiding Artikel 6.1 Vervangende eisen deficiënties Toelating tot de opleiding hebben diegenen die: een VWO-diploma, een HBO-diploma, of een HBO-propedeuse behaald hebben. Alle vier de profielen in het VWO geven, zonder aanvullende eisen, direct toegang tot de opleiding. Voor bovengenoemde diploma s die geen profiel vermelding dragen geldt, dat men als verplicht vak Wiskunde A of B op VWO-niveau moet hebben afgesloten Artikel 6.2 Nederlandse taal Aan de eis inzake voldoende beheersing van de Nederlandse taal wordt voldaan door het met goed gevolg afleggen van het staatsexamen Nederlands als tweede taal Artikel 6.3 Gelijkwaardige vooropleiding De examencommissie onderzoekt, naar aanleiding van een schriftelijk verzoek van de bezitter van een buitenlands diploma van secundair c.q. voorbereidend wetenschappelijk onderwijs, in hoeverre sprake is van een equivalente vooropleiding 133

142 Onderwijs- en examenregeling Bachelor Sociale Geografie & Planologie Artikel 6.4 Colloquium doctum Het toelatingsonderzoek, bedoeld in art van de wet, heeft betrekking op de volgende vakken op het daarbij vermelde niveau: Wiskunde: op VWO-niveau. Nederlands en Engels: op VWO-niveau. Aardrijkskunde: op HAVO-niveau. Algemene ontwikkeling: op VWO-niveau. 6.7 Overgangs- en slotbepalingen Artikel 8.1 Tentamens en examens oude stijl 1 Voor de studenten, die direct voorafgaand aan het tijdstip van invoering van deze regeling ononderbroken waren ingeschreven voor de opleiding tot doctorandus in de Sociale Geografie & Planologie, is de desbetreffende onderwijs- en examenregeling, laatstelijk vastgesteld op 2 april 2002, van kracht, onder de volgende voorwaarden: tot 1 september 2003 is de gelegenheid geboden het propedeutisch examen af te leggen; tot 1 september 2007 wordt aan degenen die het onder a. bedoelde examen hebben behaald, de gelegenheid geboden de overige tentamens alsmede het examen van de opleiding af te leggen. 2 Het onderwijs, dat voorbereidt op het in het eerste lid onder a. bedoelde examen, is voor de laatste maal verzorgd in het studiejaar 2002/ Het onderwijs, dat voorbereidt op de in het eerste lid onder b. bedoelde examen is de laatste maal verzorgd in het studiejaar 2006/ In bijzondere gevallen kan de examencommissie aan andere studenten dan die bedoeld in het eerste lid, toestemming verlenen tentamens en examens af te leggen volgens de in het eerste lid bedoelde onderwijs- en examenregeling. Het bepaalde in het eerste lid sub a. en sub b. blijft daarbij onverminderd van kracht Artikel 8.2 Overstap van oude stijl naar nieuwe stijl Een student, als bedoeld in artikel 8.1, kan onder de volgende voorwaarden deelnemen aan de opleiding krachtens deze onderwijs- en examenregeling: behaalde studieresultaten kunnen worden gewaardeerd als vrijstelling voor overeenkomstige onderdelen nieuwe stijl ; deelneming staat open voorzover de gefaseerde invoering van het onderwijs en de tentamens volgens deze regeling dat feitelijk toelaten Artikel 8.3 Vervangende eisen oude stijl - v.w.o. Voor de bezitter van een v.w.o.-diploma, dat is behaald volgens de op 31 juli 1998 geldende bij of krachtens de Wet op het voortgezet onderwijs vastgestelde voorschriften worden deficiënties in de hierna genoemde vakken vervuld door het ten genoegen van de examencommissie afleggen van de desbetreffende tentamens op het niveau van het v.w.o.-eindexamen: Wiskunde A of B. 134

143 Onderwijs- en examenregeling Bachelor Sociale Geografie & Planologie Artikel 8.4 Wijzigingen 1 Wijzigingen van deze regeling worden door het Faculteitsbestuur, gehoord de opleidingscommissie en na overleg met de Faculteitsraad, bij afzonderlijk besluit vastgesteld. 2 Een wijziging van deze regeling heeft geen betrekking op het lopende studiejaar, tenzij de belangen van de studenten daardoor redelijkerwijs niet worden geschaad. 3 Een wijziging kan voorts niet ten nadele van studenten van invloed zijn op enige andere beslissing, die krachtens deze regeling door de examencommissie is genomen ten aanzien van een student Artikel 8.5 Bekendmaking 1 Het Faculteitsbestuur draagt zorg voor een passende bekendmaking van deze regeling, van de regelen en richtlijnen die door de examencommissie zijn vastgesteld, alsmede van elke wijziging van deze stukken. 2 Elke belangstellende kan op het Faculteitsbureau een exemplaar van de in het eerste lid bedoelde stukken verkrijgen Artikel 8.6 Inwerkingtreding Deze regeling treedt in werking op 1 september Met instemming van de Faculteitsraad, d.d. 29 mei Aldus vastgesteld door het Faculteitsbestuur d.d. 27 mei

144

145 Onderwijs- en examenregeling Bachelor Technische Planologie 7 Onderwijs- en examenregeling Bachelor Technische Planologie 2008/ Algemeen Artikel 1.1 Toepasselijkheid van de regeling 1 Deze regeling is van toepassing op het onderwijs en de examens van de Bacheloropleiding Technische Planologie, hierna te noemen: de opleiding. De opleiding wordt verzorgd binnen de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen van de Rijksuniversiteit Groningen, hierna te noemen: de Faculteit. 2 Het succesvol afgesloten examen van de Bacheloropleiding Technische Planologie geeft toegang tot de Master Environmental and Infrastructure Planning (Technische Planologie, croho-nummer 66194), de Master Economische Geografie, de Master Culturele Geografie, de Master Vastgoedkunde, de Master Planologie en de Master Population Studies. Voor de vijf laatstgenoemde masters wordt een voorsorteerminor aanbevolen, zie artikel 4.3. Tevens verwerft men het recht te solliciteren naar een plaats in het tweejarige Researchmaster programma Regional Studies Artikel 1.2 Begripsbepalingen In deze regeling wordt verstaan onder: 1 De wet: de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. 2 Student: degene die is ingeschreven aan de universiteit voor het volgen van het onderwijs en/of het afleggen van de tentamens en de examens van de opleiding. 3 Propedeuse: de propedeutische fase van de Bacheloropleiding, bedoeld in artikel 7.8 van de wet (WHW 2002). 4 Post-propedeuse: het gedeelte van de Bacheloropleiding, dat volgt op de propedeutische fase. 5 Onderdeel: een onderwijseenheid van de opleiding, in de zin van de wet. 6 Practicum: een praktische oefening, als bedoeld in art van de wet, in een of meer van de volgende vormen: het maken van een scriptie; het maken van een werkstuk of een proefontwerp; het uitvoeren van een onderzoekopdracht; het deelnemen aan veldwerk of een excursie; het doorlopen van een stage; of het deelnemen aan een andere onderwijsleeractiviteit, die gericht is op het bereiken van bepaalde vaardigheden. 7 Examen: het propedeutisch of het Bachelorexamen van de opleiding. 8 Semester: deel van het studiejaar, beginnend op een door het College van Bestuur te bepalen datum begin september en eindigend op een door het College van Bestuur te bepalen datum omstreeks 31 januari, dan wel beginnend op vorenbedoelde door het College van Bestuur te bepalen datum en eindigend op een door het College van Bestuur te bepalen datum omstreeks 1 juli. 9 Cursus: het geheel van onderwijs en toetsing van een onderdeel. 137

146 Onderwijs- en examenregeling Bachelor Technische Planologie 10 Atelier: practicum waarin het accent ligt op creatieve, ontwerpende vaardigheden. 11 Minor: samenhangend geheel van onderdelen. In bepaalde gevallen is een Minor vereist of wordt aanbevolen bij de toelating tot een bepaalde Master. De overige begrippen hebben de betekenis die de wet daaraan toekent Artikel 1.3 Doel van de opleiding Met de opleiding wordt beoogd: dat studenten kennis hebben van de historische en actuele inzichten in de technische planologie. dat studenten op de hoogte zijn van de voornaamste nationale en internationale ontwikkelingen in het wetenschapsgebied van de technische planologie; dat studenten begrip hebben van het belang van kennis in aan de ruimtelijke wetenschappen grenzende wetenschapsgebieden; dat studenten kennis hebben van de voornaamste theoretische, methodologische en ethische grondslagen van de technische planologie; dat studenten kennis bezitten omtrent de beschikbare onderzoekstechnieken die bij de probleemanalyse en -oplossing voorhanden zijn. Dat studenten deze technieken kunnen toepassen in onderzoekssituaties en daarbij kunnen samenwerken in teamverband; dat studenten problemen kunnen definiëren, analyseren en oplossen die zich voordoen op het werkterrein van de technische planologie; dat studenten kennis en inzicht in woord en geschrift kunnen over dragen op het niveau van de doelgroep waar die overdracht zich op richt: scholieren, andere studenten, maatschappelijke organisaties binnen en buiten Nederland, wetenschappelijke fora; dat studenten kennis hebben gemaakt met de praktijk van het werk op het vakgebied van de technische planologie (gastdocenten, excursies, enz.) en daarop kunnen reflecteren. dat de student leervaardigheden bezit die noodzakelijk zijn om een vervolgstudie aan te gaan die een hoog niveau van autonomie veronderstelt Artikel 1.4 Eindtermen van de opleiding Na afronding van de opleiding moeten studenten: technisch-functionele en technisch-analytische vaardigheden bezitten ten behoeve van de herkenning, structurering en de aanpak van de besluitvorming rondom omgevingsvraagstukken; logisch kunnen redeneren; analyserend en probleemoplossend vermogen hebben; inzicht hebben in planologische theorieën in relatie tot de praktijk van ruimtelijke planningsprocessen; technisch-functionele kennis kunnen vergaren en in operationele kaders plaatsen. Het betreft de kennis die relevant is voor implementatie-, integratie-, capaciteits- en beheersvraagstukken met betrekking tot de bebouwde omgeving en haar fysieke, zowel biotische als abiotische milieu; ontwerp- en evaluatietechnieken kunnen toepassen alsmede methoden van sociaal en ruimtelijk wetenschappelijk onderzoek; 138

147 Onderwijs- en examenregeling Bachelor Technische Planologie vaardigheden bezitten die nodig zijn om planning te bedrijven in een multidisciplinaire context en in wisselwerking met een complex van maatschappelijke actoren; het besef hebben van de ethische, normatieve en expressieve denkwijzen in de Technische Planologie; paradigma s (redeneerwijzen) in het vakgebied van de Technische Planologie kunnen herkennen; aantoonbare wetenschappelijke attitude hebben om in geëigende maatschappelijke functies werkzaam te zijn; inzicht hebben in de diversiteit en complexiteit van maatschappelijke structuren en -processen en van hun interacties met omgevingsstructuren en processen; vermogen bezitten tot het evalueren van de (ruimtelijke) effecten van ingrepen; praktische vaardigheden bezitten die nodig zijn om adequaat in maatschappelijke functies te kunnen optreden; vermogen hebben om planologisch onderzoek op te zetten en zelfstandig uit te voeren; vermogen hebben tot interdisciplinaire samenwerking in teamverband en het daarbij inbrengen van de bijdrage van het eigen vakgebied; gevoel hebben voor de grenzen van de kennis; informatie uit een brede verzameling van bronnen op juiste waarde weten te schatten; vermogen bezitten om zelfstandig de ontwikkelingen in het eigen vakgebied te blijven volgen; een attitude bezitten die het mogelijk maakt om kritisch te reflecteren op het eigen wetenschappelijk handelen; kunnen debatteren over het vakgebied en de plaats ervan in de maatschappij; Artikel 1.5 Vorm van de opleiding De opleiding wordt voltijds verzorgd. 7.2 Opbouw van de opleiding Artikel 2.1 Indeling en examens van de opleiding 1 In de opleiding kunnen de volgende examens worden afgelegd: propedeutisch examen. afsluitend- of Bachelorexamen. 2 De opleiding is opgedeeld in een propedeutische fase en een postpropedeutische fase Artikel 2.2 Studielast 1 De opleiding heeft een studielast van 180 European Credits (EC), waarbij één EC gelijk is aan 28 uren studie. 2 De propedeutische fase heeft een studielast van 60 EC. 3 De studielast wordt uitgedrukt in hele EC. 139

148 Onderwijs- en examenregeling Bachelor Technische Planologie Artikel 2.3 Academische vorming De opleiding van de student dient naar het oordeel van de examencommissie voldoende elementen te bevatten ten dienste van de academische vorming van de student, in het bijzonder met betrekking tot: het zelfstandig wetenschappelijk denken en handelen; het wetenschappelijk communiceren; het hanteren van vakwetenschappelijke kennis in een bredere c.q. wijsgerige en maatschappelijke context. 7.3 De propedeutische fase van de opleiding Artikel 3.1 Samenstelling propedeutische fase De propedeutische fase omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast: 1 Inleiding Technische Planologie (5 EC). 2 Bouwrijpmaken (5 EC) 3 Atelier 1 (2 EC). 4 Computercursus (3 EC). 5 Economische Geografie (7 EC). 6 Statistiek 1 (5 EC). 7 Wetenschappelijk rapporteren (3 EC). 8 Stadsgeografie 1 en Planologie 1 (7 EC). 9 Bouwtechniek (5 EC). 10 Atelier 2 (Ontwerp oefening bouwtechniek) (1 EC). 11 Werkvelden Technische Planologie (2 EC). 12 Fysische Geografie en omgeving (7 EC). 13 Demografie 1: Bevolking en Ontwikkeling (5 EC). 14 Practicum Fysische Geografie (3 EC) Artikel 3.2 Propedeutische vaardigheden en toepassingen De propedeutische vaardigheden en toepassingen omvatten de volgende onderdelen: Atelier 1 (incl. bibliotheekvaardigheidsoefening). Werkvelden. Computercursus. Statistiek 1. Atelier 2 (ontwerp oefening bouwtechniek). Practicum Fysische Geografie. Wetenschappelijk rapporteren. 7.4 De postpropedeutische fase van de opleiding Artikel 4.1 Samenstelling post-propedeutische fase De postpropedeuse omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast: Jaar 2 1 Economie (5 EC). 2 Planologie 2 (5 EC). 140

149 Onderwijs- en examenregeling Bachelor Technische Planologie 3 Inleiding Recht (3 EC). 4 Introductie Geografische Informatie Systemen (GIS) (5 EC). 5 Statistiek 2 (5 EC). 6 Verkeer en Mobiliteit (5 EC). 7 Ontwerpmethodieken (3 EC). 8 Methodologie van Empirische Wetenschappen & Wetenschapsfilosofie (5 EC). 9 Milieuplanning (5 EC). 10 Keuzevak (5 EC). 11 Milieutechniek (4 EC). 12 Capita Selecta (1 EC). 13 Waterhuishouding (4 EC). 14 Plan- en Projectevaluatie (5 EC). Jaar 3 1 Keuzevakruimte (25 EC). 2 Planningtheorie 1 (5 EC). 3 Methoden van sociaal en ruimtelijk wetenschappelijk onderzoek (5 EC). 4 Water en Ruimte (5 EC). 5 Infrastructuurplanning 1 (5 EC). 6 Stedelijk ontwerpen (4 EC). 7 Atelier 3 (1 EC). 8 Bachelorproject (10EC) Artikel 4.2 Postpropedeutische vaardigheden en toepassingen De postpropedeutische vaardigheden en toepassingen omvatten (naast het onderwijs in de vorm van hoorcolleges en werkcolleges) verschillende practica in de vorm van ateliers, opdrachten, een laboratoriumpracticum en computerpractica. De postpropedeutische vaardigheden en toepassingen omvatten de volgende onderdelen: Jaar 2 1 Introductie GIS. 2 Statistiek 2. 3 Ontwerpmethodieken (opdrachten). 4 Laboratoriumpracticum en computerpracticum opgenomen in het vak Waterhuishouding. 5 Milieutechniekpracticum opgenomen in het vak Milieutechniek. 6 Evaluatieopdracht en Practicum Plan- en Projectevaluatie. 7 Werkstuk bij het vak Verkeers- en Infrastructuurplanning. 8 Werkstuk bij het vak Milieuplanning. Jaar 3 1 Methoden van sociaal en ruimtelijk wetenschappelijk onderzoek. 2 Atelier 3. 3 Verkeersmodellen. 4 Practicum Water & Ruimte 5 Bachelor Project 141

150 Onderwijs- en examenregeling Bachelor Technische Planologie 6 Vaardigheden in keuzevakken zoals bijvoorbeeld het vak Geo Informatie Management 1 (als keuzevak of deel uitmakend van het M&T-groepsproject) Artikel 4.3 Minorprogramma s In de keuzevakruimte van de postpropedeutische studiefase kunnen Minorprogramma s van 30 EC worden gekozen. Voor de master Environmental and Infrastructure Planning wordt de volgende voorsorteerminor specialisatieminor - Technische Planologie aanbevolen binnen de bachelor Sociale Geografie &Planologie: 142 Verkeer en Mobiliteit (5 C) Water en ruimte (5 EC) Waterhuishouding (4 EC) Inleiding recht (3 EC) Plan- en Projectevaluatie (5 EC) Milieutechniek (4 EC) Milieuplanning (5 EC) Voor de master Planologie wordt de volgende voorsorteerminor - specialisatieminor - milieu en infrastructuurplanning aanbevolen binnen de bachelor Sociale Geografie & Planologie: Water en ruimte (5 EC) Inleiding recht (3 EC) Verkeer en Mobiliteit (5 EC) Stedelijke Ontwerpen (4 EC) Plan- en projectevaluatie (5 EC) Milieutechniek (4 EC) Milieuplanning (5 EC) Voor de Master Population studies wordt de volgende voorsorteerminorspecialisatieminor- Population Studies aanbevolen binnen de bachelor Technische Planologie: Demografie 1: Bevolking en Ontwikkeling (5 EC) Demografie 2: Bevolkingsdynamiek in Nederland en Europa (5 EC) Migratie (5 EC) Geografie van de gezondheid (5 EC) Gebonden keuzevak (5 EC) Gebonden keuzevak (5 EC) Bij een gebonden keuzevak heb je de keuze uit: Culturele antropologie, Gender, space and culture, Introduction to development studies en Geneeskunde in de tropen. Voor het opnemen van een ander keuzevak dient vooraf goedkeuring van de coördinator van het Minor programma verkregen te worden. Daarnaast is affiniteit met onderzoeksmethodologie een pre. De minor Economie en Ruimte is voor studenten van buiten de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen. Het is een verplichte instapminor voor studenten met een universitaire bachelor of master Gedrags- of

151 Onderwijs- en examenregeling Bachelor Technische Planologie Maatschappijwetenschappen voor toelating tot de master Economische Geografie of Vastgoedkunde. De minor Economie en Ruimte bestaat uit de vakken: Economische Geografie (7 EC); Economische Geografie en Vastgoed (5 EC); Geografie en Planologie van Nederland en Europa (7 EC); Scriptie Economie en Ruimte (10 EC). De minor Culturele Geografie is een verplichte instapminor voor studenten buiten de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen met een bachelor of master Gedrags- of Maatschappijwetenschappen voor toelating tot de master Culturele Geografie. De minor Culturele Geografie introduceert het centrale thema van de culturele geografie, namelijk welke betekenissen mensen toekennen aan delen van de ruimte ( places ; plekken ). Dergelijke plekken kunnen in hun ruimtelijke schaal variëren van de wereld in zijn geheel, bij discussies over globalisering en de global village, tot een uiterst individuele plek, zoals thuis. Omdat groepen mensen kunnen verschillen in hun betekenisgeving speelt het begrip macht een belangrijke rol in de culturele geografie. Daarnaast wordt gekeken waar mensen hun betekenisgeving op kunnen baseren, zoals religie, het geloof in vooruitgang (modernisering), of kenmerken van het landschap. De minor bestaat uit de volgende studieonderdelen (totaal 30 EC): Culturele Geografie 1 (7 EC) Ateliers Culturele Geografie (4 EC) Culturele Geografie 2 (5 EC) Geografie en planologie van Nederland en Europa (7 EC) Fysische geografie en omgeving (7 EC) Artikel 4.4 Vermelding Minor Indien de student een samenhangend geheel van onderdelen kiest dat door een onderwijsinstituut van een universiteit wordt verzorgd onder de aanduiding Minor, wordt deze aanduiding op het getuigschrift van zijn examen vermeld. 7.5 Tentamens en examens van de opleiding Artikel 5.1 Overgang naar volgende studiejaar 1 Op verzoek van de student kan de examencommissie hem toelaten tot het afleggen van de tentamens van het tweede studiejaar nog voordat hij het propedeutisch examen heeft behaald, met inachtneming van het bepaalde in lid 2, onder voorwaarden dat van de propedeuse tenminste 40 EC is behaald, waaronder Wetenschappelijk Rapporteren. 2 Aan de tentamens van de hierna te noemen onderdelen kan niet eerder worden deelgenomen dan nadat de tentamens van de daarbij vermelde onderdelen zijn behaald: Statistiek 2 ná behalen van Statistiek 1 en Computercursus; Introductie GIS ná behalen van Computercursus. 3 Aan het Bachelorproject kan niet eerder worden deelgenomen dan na het behalen van: Introductie GIS, Statistiek 2, Ontwerpmethodieken, 143

152 Onderwijs- en examenregeling Bachelor Technische Planologie Methodologie van Empirische Wetenschappen & Wetenschapsfilosofie, Plan- en Projectevaluatie, Planningtheorie 1 en Methoden van sociaal en ruimtelijk wetenschappelijk onderzoek. 4 Aan het studieonderdeel Methoden van sociaal en ruimtelijk wetenschappelijk onderzoek kan niet eerder worden deelgenomen na het behalen van: Statistiek 1, Statistiek 2 en Computercursus. 5 Deelname aan derde jaar programma onderdelen is alleen toegestaan aan studenten die hun propedeuse hebben behaald. Deelname aan keuzeonderdelen, inclusief AVV vakken, in het bachelor onderwijsprogramma is alleen toegestaan aan studenten die hun propedeuse hebben behaald. 6 De Examencommissie kan afwijken van de regels genoemd in onderhavig artikel 5.1 als door de toepassing ervan de voortgang van de studie in ernstige mate wordt geschaad Artikel 5.2 Tijdvakken en frequentie tentamens 1 De tijdvakken waarin de gelegenheid tot het afleggen van de onderscheiden tentamens wordt geboden, worden aan het begin van het studiejaar bekend gemaakt. 2 In het algemeen wordt tweemaal de gelegenheid geboden een tentamen af te leggen c.q. een studieonderdeel af te sluiten: eenmaal direct na afloop van het betreffende studie-onderdeel, en een tweede maal (herkansing) op een later tijdstip, binnen 12 maanden na de eerste gelegenheid. 3 Voor een aantal onderdelen in het eerste studiejaar geldt een verlengd tentamen regeling. Deze regeling behelst het volgende. Studenten die bij de eerste tentamen mogelijkheid van een onderwijsonderdeel zijn gezakt en als tentamenresultaat een 5 (vijf) hebben gehaald, kunnen een verlengd tentamen af leggen. Deze studenten wordt binnen 16 werkdagen na het tijdstip van de eerste tentamen de mogelijkheid geboden dit verlengd tentamen af te leggen. Voor onderdelen waarvoor een verlengd tentamen regeling geldt wordt de student nadat hij voor de eerste keer in de gelegenheid is gesteld het tentamen voor het betreffende onderdeel af te leggen en nadat hij eventueel in de gelegenheid is gesteld een verlengd tentamen af te leggen nog eenmaal binnen 12 maanden de gelegenheid gegeven dit tentamen af te leggen. 4 De verlengd tentamen regeling is van toepassing voor de volgende onderdelen: Propedeuse Inleiding Technische Planologie. Economische Geografie. Bouwtechniek. Stadsgeografie 1 en Planologie 1. Fysische Geografie en omgeving. Demografie 1: Bevolking en Ontwikkeling. Bouwrijpmaken. Werkvelden Technische Planologie 5 In afwijking van het gestelde in het eerste lid wordt tot het afleggen van de tentamens slechts eenmaal per jaar de gelegenheid gegeven: Computercursus 1. Computercursus 2. Practicum Fysische Geografie. Atelier

153 Onderwijs- en examenregeling Bachelor Technische Planologie Atelier 2. Atelier 3. 6 Voor de onderdelen Statistiek 1 en Statistiek 2 bestaat de toetsingssequentie uit een practicum, een tentamen en (binnen 12 maanden) twee herkansingen Artikel 5.3 Vorm van de tentamens 1 De tentamens van de onderdelen, genoemd in artikel 3.1 en artikel 4.1, worden schriftelijk afgelegd, met uitzondering van de volgende tentamens, die op de daarbij aangegeven wijze worden afgelegd: Computercursus 1: deelname met voldoende resultaat. Computercursus 2: deelname met voldoende resultaat. Wetenschappelijk rapporteren: deelname met voldoende resultaat *. Practicum Fysische Geografie: deelname met voldoende resultaat. Atelier 1: deelname met voldoende resultaat. Atelier 2: deelname met voldoende resultaat. Atelier 3: deelname met voldoende resultaat. Methoden van sociaal en ruimtelijk wetenschappelijk onderzoek: deelname met voldoende resultaat. Werkvelden Technische Planologie: deelname met voldoende resultaat. Bachelorproject: deelname met voldoende resultaat. 2 Op verzoek van de student kan de examencommissie toestaan dat een tentamen op een andere wijze dan vorenbedoeld wordt afgelegd. 3 Aan studenten met een functiestoornis wordt de gelegenheid geboden de tentamens op een zoveel als redelijkerwijs mogelijk aan hun individuele handicap aangepaste wijze af te leggen. De examencommissie wint zo nodig deskundig advies in alvorens te beslissen Artikel 5.4 Mondelinge tentamens 1 Tijdens een mondeling tentamen worden hooguit twee personen tegelijk getentamineerd, tenzij de examencommissie anders heeft bepaald. 2 Het mondeling afnemen van een tentamen is openbaar, tenzij de examencommissie of de desbetreffende examinator in een bijzonder geval anders heeft bepaald, dan wel de student daartegen bezwaar heeft gemaakt Artikel 5.5 Vaststelling en bekendmaking tentamenuitslag 1 De examinator stelt terstond na het afnemen van een mondeling tentamen de uitslag vast en reikt de student een desbetreffende schriftelijke verklaring uit. 2 De examinator stelt, behoudens het bepaalde artikel 5.2, lid 3, de uitslag van een schriftelijk tentamen vast binnen 10 werkdagen na de dag waarop het is afgelegd, en verschaft de administratie van de Faculteit de nodige gegevens op grond waarvan de uitslag aan de student bekend kan worden gemaakt. De Zie het hiervoor opstelde beoordelingsprotocol. Voor Wetenschappelijk Rapporteren wordt aan die studenten die geen voldoende hebben behaald en voldoende hebben geparticipeerd een herkansing aangeboden. Om een voldoende te halen bij Wetenschappelijk rapporteren is aanwezigheid bij alle bijeenkomsten verplicht. 145

154 Onderwijs- en examenregeling Bachelor Technische Planologie individuele tentamenuitslagen worden via het programma Progresswww bekend gemaakt. 3 Indien voor een onderwijsonderdeel de verlengd tentamenregeling geldt dragen de examinator en de administratie van de Faculteit er zorg voor dat de uitslag van de eerste tentamen mogelijkheid tenminste zes werkdagen voor de datum van het verlengd tentamen bekend is. 4 In afwijking van het gestelde in het tweede lid stelt de examinator de uitslag van de propedeusetentamens afgelegd in de zomerperiode (de periode tussen de laatste dag van het tweede semester in het voorgaande academische jaar en de eerste dag van het eerste semester in het geldende academisch jaar) vast voor 5 september van het geldende academisch jaar. Voor alle postpropedeuse tentamens afgelegd in de zomerperiode stelt de examinator de uitslag vast voor 1 oktober van het geldende academisch jaar. Voor studenten die postpropedeuse tentamens afleggen in de zomerperiode en onder de tempobeurs vallen wordt de uitslag door de examinator vastgesteld voor 5 september van het geldende academische jaar, mits door de betreffende student daartoe voor de zomerperiode een schriftelijk verzoek is ingediend bij het Bureau Onderwijs en Examens van de Faculteit. Voor alle tentamens geldt dat, wanneer een student ernstig benadeeld wordt door genoemde beoordelingstermijnen, de uitslag van een tentamen eerder kan worden verstrekt dan in het voorgaande bepaald, op basis van een gemotiveerd verzoek van een student, ter beoordeling van de examencommissie. 5 Voor een op andere wijze dan mondeling of schriftelijk af te leggen tentamen bepaalt de examencommissie tevoren op welke wijze en binnen welke termijn de student een schriftelijke verklaring omtrent de uitslag zal ontvangen. 6 Op de schriftelijke verklaring omtrent de uitslag van een tentamen wordt de student gewezen op het inzagerecht, bedoeld in artikel 5.7, eerste lid, alsmede op de beroepsmogelijkheid bij het college van beroep voor de examens Artikel 5.6 Geldigheidsduur De geldigheidsduur van behaalde onderdelen is onbeperkt. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kan de examencommissie voor een onderdeel, waarvan het tentamen langer dan zes jaar geleden is behaald, een aanvullend dan wel vervangend tentamen opleggen, alvorens de student wordt toegelaten tot het afleggen van het desbetreffende examen Artikel 5.7 Inzagerecht 1 Gedurende tenminste 20 werkdagen na de bekendmaking van de uitslag van een schriftelijk tentamen krijgt de student op zijn verzoek inzage (incl. het recht om het tentamen te mogen fotograferen) in zijn beoordeeld werk. 2 Gedurende de in het eerste lid genoemde termijn kan elke belangstellende kennis nemen van vragen en opdrachten van het desbetreffende tentamen, alsmede zo mogelijk van de normen aan de hand waarvan de beoordeling heeft plaatsgevonden. 3 De examencommissie kan bepalen, dat de inzage of de kennisneming geschiedt op een vaste plaats en op tenminste twee vaste tijdstippen. Indien de betrokkene aantoont door overmacht verhinderd te zijn of te zijn geweest op een aldus vastgestelde plaats en tijdstip te verschijnen, wordt hem een 146

155 Onderwijs- en examenregeling Bachelor Technische Planologie andere mogelijkheid geboden, zo mogelijk binnen de in het eerste lid genoemde termijn Artikel 5.8 Vrijstelling De examencommissie kan de student op diens verzoek, gehoord de desbetreffende examinator, vrijstelling verlenen van een tentamen, indien de student: hetzij een qua inhoud en niveau overeenkomstig onderdeel van een universitaire of hogere beroepsopleiding heeft voltooid; hetzij aantoont door werk- c.q. beroepservaring over voldoende kennis en vaardigheden te beschikken m.b.t. het desbetreffende onderdeel Artikel 5.9 Examen 1 Een student die alle examenonderdelen van de opleiding met goed gevolg heeft afgelegd, dan wel alle onderdelen van het door de examencommissie goedgekeurde programma met goed gevolg heeft afgelegd, dient uiterlijk binnen vier weken na afloop hiervan het getuigschrift aan te vragen. De examendatum die door de examencommissie op het getuigschrift wordt vermeld is de datum waarop naar het oordeel van de examencommissie het laatste examenonderdeel met goed gevolg is afgelegd. 2 Indien de student het getuigschrift na de in het vorige lid bedoelde termijn aanvraagt, wordt op het getuigschrift als examendatum vermeld de datum waarop de examencommissie besluit dat de student geslaagd is, ook al ligt de datum waarop de examencommissie een dergelijk besluit neemt in een volgend studiejaar en dient de student voor dat studiejaar dan te zijn ingeschreven. 3 Alvorens de uitslag van het examen vast te stellen kan de examencommissie zelf een onderzoek instellen naar de kennis van de student met betrekking tot een of meer onderdelen of aspecten van de opleiding, indien en voor zover de uitslagen van de desbetreffende tentamens haar daartoe aanleiding geven Artikel 5.10 Graad Aan degene die het examen met goed gevolg heeft afgelegd, wordt de graad Bachelor of Science verleend. De verleende graad wordt op het getuigschrift van het examen aangetekend. 7.6 Vooropleiding Artikel 6.1 Vervangende eisen deficiënties Toelating tot de opleiding hebben diegenen die een VWO-diploma; een HBO-diploma of; een HBO-propedeuse behaald hebben. Alle vier de profielen in het VWO geven toegang tot de opleiding onder de voorwaarde dat Wiskunde-A2 of Wiskunde B-1 met een voldoende resultaat deel uitmaakt van het eindexamenprogramma. Voor bovengenoemde diploma s die geen profielvermelding dragen geldt, dat men als verplicht vak Wiskunde A of B op VWO-niveau moet hebben afgesloten. 147

156 Onderwijs- en examenregeling Bachelor Technische Planologie Artikel 6.2 Nederlandse taal Aan de eis inzake voldoende beheersing van de Nederlandse taal wordt voldaan door het met goed gevolg afleggen van het staatsexamen Nederlands als tweede taal Artikel 6.3 Gelijkwaardige vooropleiding De examencommissie onderzoekt, naar aanleiding van een schriftelijk verzoek van de bezitter van een buitenlands diploma van secundair c.q. voorbereidend wetenschappelijk onderwijs, in hoeverre sprake is van een equivalente vooropleiding Artikel 6.4 Colloquium doctum Het toelatingsonderzoek, bedoeld in art van de wet, heeft betrekking op de volgende vakken op het daarbij vermelde niveau: 1 Wiskunde: op VWO-niveau. 2 Nederlands en Engels: op VWO-niveau. 3 Algemene ontwikkeling: op VWO-niveau. 7.7 Studiebegeleiding Artikel 7.1 Studievoortgangadministratie 1 De Faculteit registreert de individuele studieresultaten van de studenten. 2 Zij verschaft elke student tenminste eenmaal per jaar een overzicht van de door hem behaalde studieresultaten Artikel 7.2 Studiebegeleiding De Faculteit draagt zorg voor de introductie en de studiebegeleiding van de studenten, die voor de opleiding zijn ingeschreven, mede ten behoeve van hun oriëntatie op mogelijke studiewegen in en buiten de opleiding Artikel 7.3 Studieadvies eerste jaar 1 In het jaar van zijn eerste inschrijving krijgt elke student voor het einde van het eerste studiejaar een schriftelijk advies over de voortzetting van zijn opleiding. Studenten die minder dan 40 EC hebben gehaald wordt geadviseerd de studie te staken. 2 Desgevraagd geeft de Faculteit de student mondeling advies over de voortzetting van zijn studie in of buiten de Faculteit en over eventuele andere ontwikkelingsmogelijkheden. 7.8 Overgangs- en slotbepalingen Artikel 8.1 Tentamens en examens oude stijl 1 Voor de studenten, die direct voorafgaand aan het tijdstip van invoering van deze regeling ononderbroken waren ingeschreven voor de opleiding tot doctorandus in de Technische Planologie, is de desbetreffende onderwijs- en examenregeling, laatstelijk vastgesteld op 2 april 2002, van kracht, onder de volgende voorwaarden: Tot 1 september 2003 wordt de gelegenheid geboden het propedeutisch examen af te leggen. 148

157 Onderwijs- en examenregeling Bachelor Technische Planologie Tot 1 september 2007 wordt aan degenen die het onder a. bedoelde examen hebben behaald, de gelegenheid geboden de overige tentamens alsmede het examen van de opleiding af te leggen. 2 Het onderwijs, dat voorbereidt op het in het eerste lid onder a. bedoelde examen, is voor de laatste maal verzorgd in het studiejaar 2002/ Het onderwijs, dat voorbereidt op de in het eerste lid onder b. bedoelde examen wordt voor de laatste maal verzorgd in het studiejaar 2006/ In bijzondere gevallen kan de examencommissie aan andere studenten dan die bedoeld in het eerste lid, toestemming verlenen tentamens en examens af te leggen volgens de in het eerste lid bedoelde onderwijs- en examenregeling. Het bepaalde in het eerste lid sub a. en sub b. blijft daarbij onverminderd van kracht Artikel 8.2 Overstap van oude stijl naar nieuwe stijl Een student, als bedoeld in artikel 8.1, kan onder de volgende voorwaarden deelnemen aan de opleiding krachtens deze onderwijs- en examenregeling: 1 Behaalde studieresultaten kunnen worden gewaardeerd als vrijstelling voor overeenkomstige onderdelen nieuwe stijl ; 2 Deelneming staat open voorzover de gefaseerde invoering van het onderwijs en de tentamens volgens deze regeling dat feitelijk toelaten Artikel 8.3 Vervangende eisen oude stijl - v.w.o. Voor de bezitter van een v.w.o.-diploma, dat is behaald volgens de op 31 juli 1998 geldende bij of krachtens de Wet op het voortgezet onderwijs vastgestelde voorschriften worden deficiënties in de hierna genoemde vakken vervuld door het ten genoegen van de examencommissie afleggen van de desbetreffende tentamens op het niveau van het v.w.o.-eindexamen: Wiskunde A of B Artikel 8.4 Wijzigingen 1 Wijzigingen van deze regeling worden door het Faculteitsbestuur, gehoord de opleidingscommissie en na overleg met de Faculteitsraad, bij afzonderlijk besluit vastgesteld. 2 Een wijziging van deze regeling heeft geen betrekking op het lopende studiejaar, tenzij de belangen van de studenten daardoor redelijkerwijs niet worden geschaad. 3 Een wijziging kan voorts niet ten nadele van studenten van invloed zijn op enige andere beslissing, die krachtens deze regeling door de examencommissie is genomen ten aanzien van een student Artikel 8.5 Bekendmaking 1 Het Faculteitsbestuur draagt zorg voor een passende bekendmaking van deze regeling, van de regelen en richtlijnen die door de examencommissie zijn vastgesteld, alsmede van elke wijziging van deze stukken. 2 Elke belangstellende kan op het Faculteitsbureau een exemplaar van de in het eerste lid bedoelde stukken verkrijgen. 149

158 Onderwijs- en examenregeling Bachelor Technische Planologie Artikel 8.6 Inwerkingtreding Deze regeling treedt in werking op 1 september Met instemming van de Faculteitsraad, d.d. 29 mei Aldus vastgesteld door het Faculteitsbestuur d.d. 27 mei

159 Regels en richtlijnen voor de examinering 8 Regels & richtlijnen voor de examinering in de opleidingen van de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen 8.1 Artikel 1 Toepassingsgebied Deze regels en richtlijnen zijn van toepassing op de tentamens in de Bacheloropleidingen Sociale Geografie & Planologie, en Technische Planologie, en voor de Masteropleidingen Culturele Geografie, Economische Geografie, Vastgoedkunde, Planologie, Lerarenopleiding, Master of Science in Population Studies, Master Environmental and Infrastructure Planning en Research Master Regional Studies. 8.2 Artikel 2 Begripsomschrijving In deze regels en richtlijnen wordt verstaan onder: 1 Examenregeling: de onderwijs- en examenregelingen voor de in art. 1 genoemde opleidingen. 2 Examencommissie: de examencommissies voor de in artikel 1 genoemde opleidingen. 3 Examen: de beoordeling van de kennis en/of vaardigheid van de examinandus m.b.t. (een bepaald onderdeel van) de opleiding, t.w. het propedeuseprogramma, het na de propedeuse resterende Bachelorprogramma of het Masterprogramma. 4 Tentamen: beoordeling van de kennis en/of vaardigheid van de examinandus m.b.t. een afzonderlijk onderdeel van het opleidingsprogramma. 5 Student: degene die is ingeschreven voor de opleiding. 8.3 Artikel 3 Dagelijkse gang van zaken examencommissie De examencommissie wijst uit haar midden een voorzitter en een secretaris aan, die belast zijn met de behartiging van de dagelijkse gang van zaken van de examencommissie. 8.4 Artikel 4 Aantal personen bij mondeling tentamen Met de instemming van de te examineren personen kan een examinator besluiten, dat een bepaald tentamen door hen tezamen mondeling zal worden afgelegd. 8.5 Artikel 5 Vaststelling uitslag examen De examencommissie stelt de uitslag van het examen vast bij gewone meerderheid van stemmen. 1 Staken de stemmen, dan is de examinandus afgewezen. 2 Aan het vaststellen van de uitslag dienen tenminste drie leden van de examencommissie deel te nemen, waaronder in ieder geval de voorzitter en de secretaris van de commissie. 151

160 Regels en richtlijnen voor de examinering 8.6 Artikel 6 Cum laude 1 Propedeuse: Aan de uitslag van een propedeutisch examen kan het predikaat cum laude worden verbonden, indien voor alle onderdelen tenminste het cijfer 7 is behaald en gemiddeld het cijfer 8 is behaald. 2 Bachelor: Aan de uitslag van een Bachelorexamen kan het predikaat cum laude worden verbonden, indien voor alle onderdelen van de laatste 2 programmajaren tenminste gemiddeld het cijfer acht en geen cijfer lager dan 7 is behaald. Aan het afsluitende Bachelorwerkstuk moet tenminste het cijfer 8 zijn toegekend. 3 Master: Aan de uitslag van een Masterexamen kan het predikaat cum laude worden verbonden, indien voor alle onderdelen van het Masterprogramma tenminste gemiddeld het cijfer acht en geen cijfer lager dan 7 is behaald. Aan het afsluitende Masterwerkstuk moet tenminste het cijfer 8 zijn toegekend. 8.7 Artikel 7 Tijdstippen 1 Schriftelijke tentamens worden afgenomen op de tijdstippen, die tenminste twee maanden voor de aanvang van het betreffende cursusjaar door de examencommissie zijn vastgesteld, gehoord de desbetreffende examinatoren. 2 Bij de vaststelling van de tijdstippen, bedoeld in het eerste lid, wordt zoveel mogelijk voorkomen dat tentamens gelijktijdig worden afgenomen. 3 Wijziging van een in het eerste lid bedoeld tijdstip vindt uitsluitend plaats in geval van overmacht, bijvoorbeeld wegens het niet beschikbaar zijn van de benodigde tentamenruimte. 4 Mondelinge tentamens worden op een door de desbetreffende examinator dan wel examinatoren, zo mogelijk na overleg met de examinandus, te bepalen tijdstip afgenomen. 5 Het bepaalde in het vierde lid is zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing op tentamens die anders dan schriftelijk of mondeling worden afgenomen. 8.8 Artikel 8 Aanmelding 1 Deelneming aan een schriftelijk tentamen vindt niet plaats dan na deugdelijke en tijdige aanmelding bij de facultaire onderwijsadministratie (via ProgressWWW). 2 Als tijdige aanmelding geldt een opgave via de computer tenminste vijf werkdagen voor de tentamenperiode waarin het desbetreffende tentamen zal worden afgenomen. De examencommissie kan in bijzondere gevallen toestaan dat een latere aanmelding niettemin als tijdig wordt aangemerkt. 3 Deelneming aan een examen vindt niet plaats dan na deugdelijke schriftelijke aanmelding bij de facultaire onderwijsadministratie tenminste twintig werkdagen voor de desbetreffende zitting van de examencommissie. Het bepaalde in de laatste volzin van het tweede lid is van overeenkomstige toepassing. 4 Aanvraag getuigschrift na afronden van een Bachelor/Masteropleiding U dient zelf een verzoek in te dienen bij de onderwijsadministratie van uw faculteit, om het getuigschrift te ontvangen. Na het behalen van het laatste examenresultaat moet u binnen vier weken een aanvraag indienen. Indien u uw studie in augustus afrondt, dient u de aanvraag uiterlijk vóór

161 Regels en richtlijnen voor de examinering september volgend op het studiejaar dat u bent afgestudeerd, in te dienen. De beoordeling van het laatste examenonderdeel dient daarom ook vóór die datum bekend te zijn. Als het getuigschrift niet binnen vier weken na het behalen van het laatste examenonderdeel wordt aangevraagd, verklaart de examencommissie ambtshalve of- en wanneer u geslaagd bent; dat is dan ook de datum die op het getuigschrift komt te staan. Als hierdoor de afstudeerdatum in het volgende studiejaar valt, kan dit tot gevolg hebben dat u zich opnieuw moet inschrijven en collegeld moet betalen. Aanvraag getuigschrift propedeutische fase Ook dit getuigschrift dient direct na het afronden van het propedeutisch examen te worden aangevraagd. Als dit niet gebeurt, kan dit consequenties hebben voor het vervolgen van de bacheloropleiding (blokkaderegeling) 8.9 Artikel 9 Terugtrekking 1 Indien de examinandus niet deelneemt aan het tentamen op het tijdstip waarvoor hij zich heeft opgegeven, dan wel zich minder dan vijf werkdagen voor dat tijdstip terugtrekt, wordt hij uitgesloten van deelneming aan het verlengd tentamen in hetzelfde tijdvak. 2 Niettemin kan hem door de examencommissie toestemming worden verleend tot zodanige deelneming, indien hij aantoont door overmacht te zijn verhinderd deel te nemen respectievelijk zich tijdig te hebben teruggetrokken Artikel 10 Vrijstellingsverzoek 1 Een verzoek om vrijstelling van een studie-onderdeel wordt schriftelijk met redenen omkleed ingediend bij de examencommissie. 2 De examencommissie hoort de desbetreffende examinatoren, alvorens te beslissen op het verzoek. 3 Een besluit tot het geheel of gedeeltelijk niet verlenen van de vrijstelling wordt door de examencommissie niet genomen dan nadat de verzoeker in de gelegenheid is gesteld te worden gehoord. 4 De examencommissie beslist binnen twintig werkdagen na ontvangst van het verzoek. De verzoeker wordt onverwijld in kennis gesteld van de beslissing Artikel 11 De orde tijdens een tentamen 1 De examencommissie zorgt, dat ten behoeve van de schriftelijke examinering surveillanten worden aangewezen, die erop toezien dat het tentamen in goede orde verloopt. De examencommissie kan deze zorg opdragen aan de desbetreffende examinator. 2 De examinandus is verplicht zich op verzoek van of vanwege de examencommissie te legitimeren door middel van zijn collegekaart. 3 De examinandus is verplicht de aanwijzingen van de examencommissie c.q. de examinator, die voor de aanvang van het examen of tentamen zijn gepubliceerd, alsmede aanwijzingen die tijdens het examen of tentamen en onmiddellijk na afloop daarvan worden gegeven, op te volgen. 4 Volgt de examinandus een of meer aanwijzingen als bedoeld in het derde lid niet op, dan kan hij door de examencommissie c.q. de examinator worden uitgesloten van de verdere deelname aan het desbetreffende tentamen. De uitsluiting heeft tot gevolg dat geen uitslag wordt vastgesteld van dat 153

162 Regels en richtlijnen voor de examinering tentamen. Voordat de examencommissie c.q. de examinator een besluit tot uitsluiting neemt, stelt zij de examinandus in de gelegenheid te worden gehoord. 5 De duur van elk tentamen is zodanig dat de examinandus redelijkerwijs voldoende tijd heeft om de vragen te beantwoorden. 6 De opgaven mogen door de examinandus na afloop van het tentamen niet worden meegenomen, tenzij door of namens de examencommissie anders is bepaald. 7 Het gebruik van mobiele telefoons is tijdens de tentamens niet toegestaan Artikel 12 Fraude 1 Onder fraude wordt verstaan het tijdens het afleggen van een tentamen of het uitvoeren van een opdracht handelen of nalaten van een student dat erop is gericht het vormen van een juist oordeel omtrent zijn kennis, inzicht en vaardigheden geheel of gedeeltelijk onmogelijk te maken. 2 In geval van fraude kan de examinator de student uitsluiten van verdere deelname aan het tentamen c.q. van verdere uitvoering van de opdracht, alsmede van verdere deelname aan het betreffende onderwijsonderdeel (inclusief herkansingen behorende bij het betreffende onderwijsonderdeel). 3 De behaalde (eind)resultaten van het betreffende onderwijsonderdeel c.q. de betreffende cursus worden in geval van fraude ongeldig verklaard. 4 De beslissing inzake uitsluiting wordt genomen naar aanleiding van het schriftelijk verslag van de surveillant c.q. docent van de door hem geconstateerde of vermoede fraude. In spoedeisende gevallen kan de examinator een voorlopige beslissing tot uitsluiting nemen op grond van een mondeling verslag van de surveillant c.q. docent. Hij draagt zorg dat dit verslag terstond na afloop van het tentamen c.q. de opdracht op schrift wordt gesteld en in afschrift aan de student wordt verstrekt. 5 De student kan aan de examencommissie verzoeken de uitsluiting ongedaan te maken. Bij dit verzoek voegt hij een afschrift van het verslag, bedoeld in het vierde lid, en desgewenst zijn schriftelijk commentaar daarop. 6 Voordat de examencommissie een beslissing neemt op een verzoek, als bedoeld in het vijfde lid, stelt zij de student en de examinator in de gelegenheid te worden gehoord. 7 In het geval het de eerste keer betreft dat een student fraude pleegt, volgt een gesprek met de opleidingsdirecteur. In het onderwijsdossier van de betreffende student wordt opgenomen dat fraude is gepleegd. Dit wordt verder niet bekend gemaakt. 8 Indien een student een tweede en/of volgende keer fraude pleegt, wordt dit in zijn/haar onderwijsdossier opgenomen. De opleidingsdirecteur draagt er vervolgens zorg voor dat iedere docent waarmee de betreffende student te maken krijgt wordt ingelicht over het feit dat de betreffende student tenminste twee keer gefraudeerd heeft Artikel 13 Vragen en opgaven 1 De vragen en opgaven van het tentamen gaan de tevoren bekend gemaakte bronnen waaraan de examenstof is ontleend niet te buiten. Deze bronnen worden voor de aanvang van het onderwijs dat op het tentamen voorbereidt in hoofdzaak bekend gemaakt. Uiterlijk twintig werkdagen voor het afnemen 154

163 Regels en richtlijnen voor de examinering van het tentamen wordt de precieze omvang van de stof definitief bekend gemaakt. 2 Het tentamen representeert de onderwijsdoelen naar inhoud en vorm. 3 De vragen en opgaven van een tentamen zijn duidelijk, en bevatten voldoende aanwijzingen voor de vereiste detaillering van de antwoorden. 4 Geruime tijd voor het afnemen van een tentamen maakt de examinator bekend op welke manier uitvoering wordt gegeven aan het bepaalde in de onderwijs- en examenregeling m.b.t. de wijze waarop het tentamen wordt afgenomen. 5 Geruime tijd voor het afnemen van een tentamen stelt de examinator de examinandi zo mogelijk in de gelegenheid kennis te nemen van een schriftelijke proeve van een dergelijk tentamen alsmede van de modelbeantwoording en de normen aan de hand waarvan de beoordeling heeft plaatsgevonden Artikel 14 Beoordeling 1 Men is geslaagd voor het propedeutisch examen indien alle onderdelen uit het examen-programma met voldoende resultaat (6 dan wel voldoende) zijn afgelegd. 2 Men is geslaagd voor het Bachelorexamen indien alle onderdelen uit het examen-programma met voldoende resultaat (6 dan wel voldoende) zijn afgelegd. 3 Men is geslaagd voor het Masterexamen indien alle onderdelen uit het examen- programma met voldoende resultaat (6 dan wel voldoende) zijn afgelegd. 4 De beoordeling van schriftelijke tentamens geschiedt aan de hand van tevoren schriftelijk vastgelegde normen. 5 De wijze van beoordeling is zodanig dat de geëxamineerde kan nagaan hoe de uitslag van zijn tentamen tot stand is gekomen. 6 Indien meerdere malen aan het (deel-)tentamen van een vak wordt deelgenomen geldt het resultaat van het laatst gemaakte (deel-)tentamen Artikel 15 Nabespreking 1 Zo spoedig mogelijk na de bekendmaking van de uitslag van een mondeling tentamen vindt desgevraagd dan wel op initiatief van de examinator een nabespreking plaats tussen de examinator en de geëxamineerde. Dan wordt de gegeven uitslag toegelicht. 2 Gedurende een termijn van tien werkdagen, die aanvangt op de dag na de bekendmaking van de uitslag van een anders dan mondeling tentamen kan de geëxamineerde aan de desbetreffende examinator om een nabespreking verzoeken. De nabespreking vindt plaats op een door de examinator te bepalen plaats en tijdstip. 3 Indien door of vanwege de examencommissie een collectieve nabespreking wordt georganiseerd, die tenminste een week van tevoren is aangekondigd, kan de geëxamineerde een verzoek als bedoeld in het vorige lid pas indienen wanneer hij bij de collectieve nabespreking aanwezig is geweest en zijn verzoek motiveert, of indien hij door overmacht verhinderd is geweest bij de collectieve nabespreking aanwezig te zijn. 155

164 Regels en richtlijnen voor de examinering 4 Het bepaalde in het derde lid is van overeenkomstige toepassing, indien de examencommissie dan wel de examinator aan de geëxamineerde de gelegenheid biedt om zijn uitwerking te vergelijken met model antwoorden. 5 De examencommissie c.q. examinator kan afwijkingen toestaan van het bepaalde in het tweede en het derde lid Artikel 16 Maatstaven De examinatoren nemen bij hun beslissingen de volgende maatstaven als richtsnoer: 1 Het behoud van kwaliteits- en selectie-eisen van elk tentamen. 2 Doelmatigheidseisen, onder meer gericht op: het beperken van tijdverlies voor studenten, die snelle voortgang maken met de studie; het tijdig staken van de studie door studenten, waarvan het onwaarschijnlijk is dat zij zullen slagen voor een examen of tentamen. 3 Bescherming tegen zichzelf van de student die een te grote studielast op zich wil nemen. 4 Mildheid jegens studenten, die door omstandigheden buiten hun schuld, studievertraging hebben ondervonden Artikel 17 Wijziging regels en richtlijnen Geen wijzigingen vinden plaats, die van toepassing zijn op het lopende studiejaar, tenzij de belangen van studenten hierdoor redelijkerwijs niet worden geschaad Artikel 18 Inwerkingtreding Deze regels en richtlijnen treden in werking op 1 september Aldus vastgesteld op 8 mei 2008 door de examencommissies voor de Bacheloropleidingen Sociale Geografie & Planologie, en Technische Planologie, en de examencommissie voor de Masteropleidingen Culturele Geografie, Economische Geografie, Vastgoedkunde, Planologie, Lerarenopleiding, Master of Science in Population Studies, Environmental and Infrastructure Planning (Technische Planologie, croho-nr 66194) en Research Master Regional Studies. 156

165 Studentenstatuut 9 Studentenstatuut 2008/ Opmerkingen vooraf Algemeen Het Studentenstatuut is een overzicht van de rechten en plichten van zowel studenten als universiteit. Het is gebaseerd op landelijke wet- en regelgeving (vooral de WHW) en aangevuld met regelingen die specifiek van de RUG afkomstig zijn. Het Studentenstatuut bestaat uit twee delen. In het centrale deel worden de algemene rechten en plichten genoemd voor de gehele universitaire organisatie. Het decentrale deel beschrijft de rechten en plichten die specifiek gelden voor een opleiding. Deze verschillen per opleiding en Faculteit Geldigheid Het Studentenstatuut geldt voor het studiejaar 2008/2009 en is gebaseerd op de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW) Het belang van het studentenstatuut Je wordt geacht op de hoogte te zijn van de inhoud van het Studentenstatuut. Een wet of regeling heeft per definitie een algemeen karakter. Dat geldt ook voor het Studentenstatuut. Dit betekent dat het effect in een concrete situatie en in een individueel geval niet altijd eenduidig en voorspelbaar is. Bovendien voeren bestuursorganen binnen zekere grenzen hun eigen beleid. Ten slotte is recht nooit statisch, maar voortdurend in ontwikkeling. Studenten die dit studiejaar begonnen zijn, krijgen te maken met andere regelingen dan ouderejaars. Zorg er dus altijd voor dat je je goed laat informeren door je faculteit en/of de Centrale Studenten Balie en lees het Studentenstatuut goed door! Als je je niet houdt aan de plichten die uit het Statuut voortvloeien, heeft dat mogelijk consequenties voor je rechten, bij voorbeeld op financiële ondersteuning uit het afstudeerfonds Blijf kritisch Wil je meer weten? Zie je onjuistheden? Heb je klachten? Vind je een beslissing niet terecht? Geloof nooit klakkeloos wat leken beweren. Kijk altijd zelf na wat het Studentenstatuut zegt en raadpleeg de hieronder genoemde informatiebronnen. Daar worden ook de instanties vermeld waaraan u klachten kunt doorgeven of waarbij je een bezwaar- of beroepschrift kunt indienen Geïnformeerd worden en blijven Alle studenten krijgen bericht zodra het Studentenstatuut beschikbaar is. Je kunt het gratis opvragen bij de Centrale Studenten Balie (CSB ) of bekijken via de website van de RUG: Alle binnen de RUG geldende regels en tussentijdse wijzigingen hiervan, worden bekend gemaakt via de UK of de RUG-website (centrale regelingen zoals het Studentenstatuut of de Afstudeerfonds regeling), of via uw faculteit (decentrale regelingen zoals de OER). Je wordt geacht, ook op eigen initiatief, kennis te nemen van de regels die binnen de RUG gelden. 157

166 Studentenstatuut Gebruikte afkortingen ABJZ Algemeen Bestuurlijke en Juridische Zaken BaMa Bachelor/Master-structuur CBE College van Beroep voor de Examens CBHO College van Beroep voor het Hoger Onderwijs CSB Centrale Studenten Balie CvB College van Bestuur EC European Credits ECTS European Credits Transfer System GSb Groninger Studentenbond HBO Hoger Beroeps Onderwijs IBG Informatie Beheer Groep ISD International Service Desk OER Onderwijs- en Examenregeling ROB Regeling financiële ondersteuning studenten in bètaopleidingen RUG Rijksuniversiteit Groningen SIAGD (Seksuele) Intimidatie, Agressie, Geweld en Discriminatie SO Studie Ondersteuning SSC Studenten Service Centrum SOG Studenten Organisatie Groningen UAF Stichting voor Vluchteling-Studenten UAF (University Assistance Fund) UFC Universitaire Fondsen Commissie UOCG Universitair Onderwijs Centrum Groningen UK Universiteitskrant U-raad Universiteitsraad VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs WBP Wet Bescherming Persoonsgegevens WHW Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek WO Wetenschappelijk Onderwijs WSF Wet studiefinanciering Begrippen Hieronder volgt een omschrijving van een aantal begrippen: Student is iemand die tegen betaling van collegegeld bij de RUG als zodanig staat ingeschreven voor een door de minister erkende opleiding (voltijds, duaal of deeltijds). De student mag onderwijs volgen, alsmede tentamens en examens afleggen voor de opleiding waarvoor de inschrijving geldt. Een student die een duale- of deeltijdopleiding doet, heeft geen recht op studiefinanciering. Wettelijk collegegeld wordt in de Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk ondezoek (WHW) vastgesteld. Het moet worden betaald door de student die voor de aanvang van het studiejaar nog geen 30 jaar is. Bovendien moet de student de nationaliteit bezitten van een land dat behoort tot de Europese Economische Ruimte (EER) of studiefinanciering van de IBG ontvangen of eenieder die door het UAF als vluchtelingstudent is erkend; de Surinaamse nationaliteit bezit of niet-eer studenten die gehuwd zijn / een geregistreerd partnerschap hebben met een EUonderdaan, ook zij betalen het wettelijk collegegeld. Voor het studiejaar 2008/2009 is het wettelijk collegegeld vastgesteld op 1565,

167 Studentenstatuut Instellingscollegegeld wordt door het College van Bestuur vastgesteld. Het moet worden betaald door de student die niet behoort tot één van de bovengenoemde categorieën. Voor het studiejaar 2008/2009 is het instellingscollegegeld: voor de voltijdstudent 2.058,00 voor de deeltijdstudent 1.170,00 voor de duale (studerende en werkende) student 1.170,00 Een uitzondering hierop geldt voor de studenten die niet de nationaliteit hebben van een land dat partij is bij de overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (EER) en niet gehuwd zijn/een geregistreerd partnerschap hebben met een EU-onderdaan, en zich willen inschrijven voor een Bachelor- of Masteropleiding. Voor deze studenten gelden andere (gedifferentieerde) collegegeld tarieven. Informatie hierover is te verkrijgen bij de Centrale Studenten Balie en op onze website. Extraneus is iemand die tegen betaling van examengeld bij de RUG als zodanig staat ingeschreven voor een door de minister erkende opleiding. De extraneus mag tentamens en examens afleggen voor de opleiding waarvoor de inschrijving geldt, maar mag geen onderwijs volgen. Voor het studiejaar 2008/2009 bedraagt het examengeld 1.170,00. Een extraneus heeft geen recht op studiefinanciering. De extraneus kan na het behalen van zijn diploma een verzoek doen om de inschrijving te beëindigen. Hij krijgt echter bij afstuderen geen restitutie van het reeds betaalde examengeld. ECTS: European Credits Transfer System. Europees systeem om de studielast in punten (studiepunten) te kwalificeren. Hiermee wordt de internationale beoordeling van programma s en opleidingen bevorderd. De nominale studiebelasting is 60 EC per jaar. OER: Onderwijs- en Examenregeling. Elke opleiding heeft een eigen, specifieke OER, waarin onder meer de toelatingseisen en de inhoud van de opleiding staan vermeld. Tentamen is een onderzoek naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de examinandus, alsmede de beoordeling van de uitkomsten van het onderzoek. 9.2 Informatie op centraal niveau Alle onderstaande informatiebronnen hebben een website op de homepage van de RUG: Bijlagen en speciale pagina s in de UK (Universiteitskrant) In de Extra en RUG-berichten van de UK publiceert het College van Bestuur nieuwe regelingen en richtlijnen. Ook vindt u hier de wijzigingen in de hoogte van het collegegeld en de Afstudeerfondsregeling Het Studenten Service Centrum In het Studenten Service Centrum van de Rijksuniversiteit Groningen zijn een aantal afdelingen samengebracht die verantwoordelijk zijn voor de inschrijving, 159

168 Studentenstatuut ondersteuning en dienstverlening aan studenten. De afdelingen worden hieronder besproken. Centrale Studentenbalie Als je je hebt ingeschreven en het collegegeld hebt betaald, ontvang je een studentenkaart. Mocht je die niet hebben ontvangen, informeer hier dan direct naar bij de Centrale Studenten Balie (CSB)! Als je studie niet loopt zoals gewenst bespreek dit met je studieadviseur. Daarnaast kan de CSB informatie verschaffen met betrekking tot (beëindigen) inschrijving, afstuderen, betaling collegegeld, studievertraging, met de bijkomende (financiële) perikelen, en alternatieve studiemogelijkheden. Verder kun je bij de CSB terecht voor advies over studeren met een functiebeperking. Ook als je vakken of opleidingen in het buitenland of elders in Nederland wilt volgen, ben je bij de CSB aan het goede adres. Bij de CSB kun je ook een afspraak maken voor een gesprek met een studentendecaan. Studentendecanen Je kunt bij de studentendecanen terecht met alle vragen die met studeren te maken hebben en die niet direct betrekking hebben op je opleiding. Ook kwesties die je liever niet binnen je opleiding wilt bespreken, kun je aan een studentendecaan voorleggen. De studentendecanen informeren, adviseren en/of begeleiden je als je vragen hebt over bijvoorbeeld studiekeuze, rechtspositie, geld en welzijn. Zij stellen desgewenst een aanbevelingsbrief op in verband met het aanvragen van aangepast onderwijs. Studentendecanen zijn niet verbonden aan een bepaalde opleiding, hun spreekuur staat open voor alle studenten van de universiteit. Elke vraag wordt vertrouwelijk behandeld. Let wel: de eerste melding van studievertraging, in verband met eventuele financiële ondersteuning uit het Afstudeerfonds, vindt plaats bij de studieadviseur van je opleiding. Wanneer de studievertraging groter is of dreigt te worden dan 15 EC, zal de studieadviseur je verwijzen naar de studentendecaan. Je moet dan zelf een afspraak maken met een decaan voor een vervolgmelding. Als na de eerste melding bij de studieadviseur in de loop van het studiejaar de vertraging oploopt tot meer dan 15 EC, dien je ook zonder verwijzing van de studieadviseur direct na het constateren van deze vertraging contact op te nemen met een studentendecaan. Je dient het advies van en de afspraken met de studieadviseur en de studentendecaan op te volgen, indien je in aanmerking wilt komen voor financiële ondersteuning uit het Afstudeerfonds. International Service Desk (ISD) De International Service Desk (ISD) is gevestigd bij het Bureau Internationale Samenwerking (BIS) De ISD regelt de visa, verblijfsvergunningen en tewerkstellingsvergunningen voor de buitenlandse studenten, medewerkers en gasten van de universiteit. Verder geeft de ISD informatie over ziektekostenverzekeringen, huisvesting en voorzieningen/instanties in de stad en generieke informatie over studeren in Groningen. Tenslotte organiseert en coördineert de ISD een aantal introductie- en sociale activiteiten. 160

169 Studentenstatuut 9.3 Informatie op facultair niveau Diverse media Veel informatie staat in de jaarlijkse studiegids. Verder word je geacht zelf kennis te nemen van belangrijke mededelingen via prikborden, de UK, de website van de RUG op het internet en dergelijke Onderwijs- en Examenregeling (OER) Bij elke opleiding vind je een onderwijs- en examenregeling (OER), die zaken regelt zoals de inhoud van de opleiding, de toelating tot de opleiding en de regels van tentamens. De OER is in te zien bij de onderwijs- en examenadministratie van je Faculteit en staat ook in je studiegids en/of op cd-rom Facultaire onderwijs- en examenadministratie Behalve over de OER heeft de onderwijs- en examenadministratie van je Faculteit informatie over de inschrijving voor tentamens, registratie van tentamens en studiepunten, volgorde-eisen, roosters en studentgegevens Opleidingsdirecteur en Onderwijscoördinator Elke Faculteit heeft een of meer opleidingsdirecteuren. Zij zien toe op de uitvoering van de OER. Daarnaast hebben sommige opleidingen en faculteiten een onderwijscoördinator. Ook bij deze functionaris kun je terecht voor onderwijsvragen Studieadviseur De studieadviseur zorgt voor informatie, advies en begeleiding bij studieplanning, studieprogramma enzovoort. De studieadviseur heeft contact met andere centrale en facultaire instanties en verwijst zonodig door. Als je door bijzondere omstandigheden meer dan 4 weken studievertraging oploopt (studievertraging > 5 EC), moet je dit direct melden bij de studieadviseur indien je in aanmerking wilt komen voor financiële ondersteuning uit het Afstudeerfonds. Als de vertraging groter is of dreigt te worden dan 15 EC, zal de studieadviseur je verwijzen naar de studentendecaan. Je moet dan zelf een afspraak maken met een decaan voor een vervolgmelding. Als na de eerste melding bij de studieadviseur, in de loop van het studiejaar de studievertraging oploopt tot meer dan 15 EC, dien je ook zonder verwijzing van de studieadviseur direct na het constateren van de vertraging contact op te nemen met een studentendecaan Examencommissie Voor vragen over tentamens en examens ga je naar de examencommissie. Deze commissie is binnen de Faculteit of opleiding belast met de organisatie en coördinatie hiervan. Raadpleeg voor meer informatie de studiegids Opleidingscommissie Voor vragen of opmerkingen over de opleiding ga je naar de opleidingscommissie. De opleidingscommissie heeft een belangrijke rol bij de vormgeving en evaluatie van het onderwijsprogramma van de opleiding. Deze commissie bestaat voor de ene helft uit studenten en voor de andere helft uit medewerkers. 161

170 Studentenstatuut 9.4 Bezwaar en beroep Bij de toepassing van wetten en regels worden beslissingen genomen, waartegen je bezwaar kunt maken of beroep kunt aantekenen. Hiervoor zijn drie instanties: College van Bestuur (CvB): onder meer voor zaken uit het centrale deel van het Studentenstatuut; College van Beroep voor het Hoger Onderwijs (CBHO): voor zaken die eerder in een bezwaar- of (administratief) beroepsprocedure van het CvB (zie vorige punt) zijn behandeld, en waartegen nu in beroep wordt gegaan; College van Beroep voor de Examens (CBE): voor beslissingen, inhoudende een beoordeling van het kennen en kunnen van een kandidaat die ter zake is geëxamineerd of op enigerlei andere wijze is geëxamineerd. Een overzicht van de bezwaar- en beroepsprocedures is verkrijgbaar bij het CSB (bijvoorbeeld de brochure Bezwaar en Beroep ). Hier kun je ook terecht met algemene vragen. Bij meer specifieke vragen over je bezwaar- of beroepschrift kun je terecht bij de afdeling Algemeen Bestuurlijke en Juridische Zaken (ABJZ). Ook op de studentenportal en de webpagina s van ABJZ staat alle benodigde informatie. 9.5 Klachten Er ontstaan soms situaties waarin bezwaar- en beroepsprocedures niet voor de hand liggen, maar die wel erg onbevredigend zijn. Je kunt dan een klacht indienen bij de volgende instanties: Faculteit Voor klachten over de opleiding (algemeen of individueel) kun je in eerste instantie terecht bij de studieadviseur die je, afhankelijk van het onderwerp, kan doorverwijzen. De faculteiten en opleidingen hebben veelal eigen klachtprocedures. Studentendecaan Als je met je klacht niet terecht kunt (of wilt) bij de Faculteit of opleiding, bespreek deze dan met een van de studentendecanen. Als vertrouwenspersoon voor studenten hebben zij ook een ombudsfunctie. Vertrouwenspersoon van de RUG Klachten over (seksuele) intimidatie, agressie, geweld en discriminatie kun je indienen bij de speciaal daarvoor ingestelde Klachtencommissie. Maar je kunt ook (eerst) een gesprek hebben met de Vertrouwenspersoon, waar je tevens terecht kunt bij klachten over ongelijke behandeling. Het adres staat vermeld bij Centrale Instanties. Arbo- en Milieudienst Klachten over welzijn, gezondheid en milieu meld je in eerste instantie aan bij de facultaire Arbo- en Milieucoördinator of bij de (centrale) Arbo- en Milieudienst. Binnen de RUG zijn er twee klachtenregelingen: de Algemene Klachtenregeling; de Klachtenregeling (Seksuele) Intimidatie, Agressie, Geweld en Discriminatie (SIAGD). 162

171 Studentenstatuut 9.6 Belangrijke centrale instanties Deze instanties zijn te vinden op de homepage van de RUG: Centrale Studentenbalie (CSB) Bezoekadres: Uurwerkersgang 10. Postadres: Postbus 72, 9700 AB Groningen, tel. (050) , Openingstijden: maandag t/m vrijdag uur. De CSB geeft informatie en advies aan studenten en aankomende studenten over (beëindigen) inschrijving, studiekeuze, studievoortgang, studie- en stagemogelijkheden in binnen- en buitenland en het afstudeerfonds. Ook biedt de CSB voorlichting over de financiële regelingen. Via de CSB maak je een afspraak met een studentendecaan Studentenpsychologen Bezoekadres: Oude Kijk in t Jatstraat 41/41A. Postadres: Postbus 72, 9700 AB Groningen, tel. (050) , studenten.psychologen@rug.nl. Openingstijden: maandag, dinsdag, donderdag, vrijdag uur en uur, woensdag en uur. De studentenpsychologen helpen bij studieproblemen (bijvoorbeeld moeite met concentratie, examenangst, twijfels) of persoonlijke problemen (bijvoorbeeld verstoorde relaties met ouders of moeite met contacten). Er zijn individuele gesprekken, maar ook bijeenkomsten met meerdere personen, zoals assertiviteitstraining en groepstherapie. De hulpverlening is gratis Studie Ondersteuning (SO) Bezoekadres: Toren Academiegebouw (2de verdieping), Broerstraat 5. Postadres: Postbus 72, 9700 AB Groningen, tel. (050) , y.m.robert@rug.nl. Openingstijden: maandag t/m vrijdag uur. Dit bureau organiseert trainingen. Ze gaan over het bevorderen van studievaardigheden (bijvoorbeeld effectief studeren, studieversnellingsgroep, uitwerken van scriptieopzet), algemene vaardigheden (zoals een voordracht houden of gesprekstechnieken) of het ondersteunen van specifieke sudentengroepen bijvoorbeeld studenten met faalangst, uitstelgedrag of een functiebeperking Talent and Career Center Postadres: Postbus 7117, 9701 JC Groningen, tel. (050) , info@talentcareercenter.nl, website: Het Talent and Career Center beantwoordt alle vragen van studenten over de arbeidsmarkt. Dit aan de universiteit gelieerde centrum organiseert o.a. sollicitatietrainingen en themaworkshops voor bijna afgestudeerden. Je kunt er terecht voor een individueel loopbaanadviesgesprek en voor een talent & career test. Er is een documentatiecentrum met informatie over bijvoorbeeld de arbeidsmarktsectoren, zelfanalyse en sollicitatietechnieken. Het Talent en Career Center onderhoudt nauwe banden met het bedrijfsleven en met de overheid als werkgever. 163

172 Studentenstatuut International Service Desk (ISD) Bezoekadres: Broerstraat 5. Postadres: Postbus 72, 9700 AB Groningen, tel: (050) , Openingstijden: maandag t/m vrijdag uur (in vakantieperioden aangepaste openingstijden). Deze helpdesk verstrekt aan alle buitenlandse gasten (met name studenten, onderzoekers en gastdocenten) van de RUG (en hun begeleiders) informatie over zaken als verblijfsvergunningen, huisvesting, verzekeringen en bankzaken. Verder geeft zij algemene informatie over studeren en promoveren aan de RUG. Ook organiseert de ISD een aantal vaste introductie- en sociale activiteiten voor buitenlandse gasten Vertrouwenspersoon Bezoekadres: Visserstraat 47. Postadres: Visserstraat 47, 9712 CT Groningen, tel. (050) , Openingstijden: maandag t/m vrijdag uur. Je kunt bij de Vertrouwenspersoon van de RUG terecht, in het geval er sprake is van (seksuele) intimidatie, agressie, geweld, discriminatie of ongelijke behandeling (SIAGD) Arbo- en Milieudienst (AMD) Bezoekadres: Visserstraat 49. Postadres: Visserstraat 49, 9712 CT Groningen, tel. (050) , Openingstijden: maandag t/m vrijdag uur. De Arbo- en Milieudienst adviseert en coördineert op het gebied van gezondheid, welzijn en milieu. Namens het College van Bestuur houdt de AMD toezicht op arbeidsomstandigheden en vervult specifieke functies op dit gebied Algemene Bestuurlijke en Juridische Zaken (ABJZ) Postadres: Postbus 72, 9700 AB Groningen, tel. (050) , Openingstijden: maandag t/m vrijdag uur. ABJZ geeft onder meer informatie over bezwaar- en beroepschriften die respectievelijk bij het College van Bestuur of bij het College van Beroep voor de Examens zijn ingediend. Ook kun je hier terecht voor diverse regelingen die gelden binnen de universiteit Universitaire Fondsen Commissie (UFC) Postadres: Postbus 72, 9700 AB Groningen, De UFC adviseert het College van Bestuur over aanvragen voor financiële ondersteuning op grond van de Afstudeerfondsregeling. De commissie is ook het adres voor het versturen van de bewijsstukken bij uw (digitale) aanvraag voor financiële ondersteuning Klachtencommissie (Seksuele) Intimidatie, Agressie, Geweld en Discriminatie Postadres: Antwoordnummer 172, 9700 VB Groningen. Bij deze klachtencommissie kun je klachten indienen over (seksuele) intimidatie, agressie, geweld en discriminatie op grond van de Klachtenregeling SIAGD. 164

173 Studentenstatuut Overige voorzieningen Universitair Sportcentrum, Blauwborgje 4, tel. (050) ; ACLO Studentensportstichting, Blauwborgje 16, tel. (050) , USVA Cultureel Studentencentrum, Munnekeholm 10, tel. (050) , GSP (Groninger Studentenplatform), Kraneweg 33, tel. (050) , KEI (Kommissie Eerstejaars Introductie), Sint Walburgstraat 22, tel. (050) , GSb-studentensteunpunt, Sint Walburgstraat 22a, tel. (050) , SOG Advies bureau, Sint Walburgstraat 22c, tel. (050) , Meer informatie over deze en andere centrale voorzieningen voor studenten staat op de RUG-website: Studentenvertegenwoordiging De belangen van studenten worden in de Universiteitsraad behartigd door de volgende studentenfracties: GSb (Groninger Studentenbond), tel. (050) , S.O.G. (Studenten Organisatie Groningen), tel. (050) , Lijst Calimero, Gemeenschappelijk post- en bezoekadres: Sint Walburgstraat 22, 9712 HX Groningen College van Bestuur (CvB) Postadres: Postbus 72, 9700 AB Groningen, tel. (050) Het CvB is het centrale bestuursorgaan van de RUG. Het behandelt tevens bezwaaren (administratieve) beroepschriften bij zaken die meestal gaan over het centrale deel van het Studentenstatuut Universiteitsraad (U-raad) Postadres: Postbus 72, 9700 AB Groningen, Bezoekadres: Oude Boteringestraat 44, 9712 GL Groningen tel. (050) of (050) , e- mail: De U-raad is het orgaan voor medezeggenschap van de RUG op centraal niveau. De leden worden gekozen uit en door personeel en studenten. 9.7 Vereenvoudigde versie Studentenstatuut Algemeen Instellingsdeel en opleidingsdeel Hieronder worden de hoofdpunten van het instellingsdeel van het Studentenstatuut genoemd. Dit gaat over algemene, centrale zaken die de gehele universiteit 165

174 Studentenstatuut betreffen, zoals toelating, inschrijving en rechtsbescherming. Bij het Studentenstatuut hoort ook nog het opleidingsdeel, met onderwerpen zoals examens, tentamens en studiepunten. Je kunt het opleidingsdeel raadplegen bij de facultaire onderwijs- en examenadministratie en in de facultaire studiegidsen Geldigheid Het Studentenstatuut is gebaseerd op de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW). Het statuut geldt voor het studiejaar 2008/ Bekendmaking Alle studenten die zich voor het eerst inschrijven voor een opleiding aan de Rijksuniversiteit Groningen krijgen het Studentenstatuut op een CD-ROM thuisgestuurd. Alle andere studenten ontvangen een brief met de vermelding waar zij het Studentenstatuut kunnen inzien. Het Studentenstatuut is ook op internet te raadplegen De Bachelor-/Masterstructuur (BaMa) Algemeen Alle opleidingen zijn ingedeeld volgens de BaMa-structuur. Deze betreft twee opleidingen: een Bacheloropleiding (inclusief een propedeuse fase) en een Masteropleiding. Een aantal Bacheloropleidingen omvat major- en minoronderdelen. Een major bedraagt 150 EC en een minor 30 EC. Een omschrijving hiervan kun je vinden in de desbetreffende OER Ouderejaars en BaMa Als je vóór het studiejaar 2002/2003 al stond ingeschreven bij de RUG voor een opleiding met een doctoraal-, arts, of tandartsexamen, is bij een aantal van deze oude opleidingen (voltijds zowel als deeltijds) nog de mogelijkheid om het afsluitend examen hiervan af te leggen. Hiervoor is een definitieve einddatum vastgesteld. Zodra je voorziet dat je je oude opleiding niet voor de definitieve einddatum kunt afronden, adviseren wij je direct contact op te nemen met je studieadviseur om te overleggen over de mogelijke- of wellicht noodzakelijkeoverstap naar de Bachelor/Masterstructuur. Meer informatie hierover en over het recht op onderwijs is te vinden in de desbetreffende OER Propedeutische en postpropedeutischefase in de Bacheloropleiding (drie jaar) De propedeutische fase (het eerste jaar) is een oriënterend, verwijzend en selecterend onderdeel van de Bacheloropleiding. Het wordt afgesloten met een propedeutisch examen. In het Bachelorprogramma maak je kennis met wetenschappelijk onderzoek en kun je je oriënteren op vervolgopleidingen of andere trajecten. De Bacheloropleiding duurt voor alle studierichtingen drie jaar en sluit af met een Bachelorgetuigschrift, dat toegang geeft tot tenminste één Masteropleiding. De toelatingseisen tot het tweede studiejaar, het derde studiejaar, de minor van de Bacheloropleiding en de Masteropleiding, vind je omschreven in de desbetreffende OER. 166

175 Studentenstatuut Masterfase ( één, twee of drie jaar) Met het Bachelordiploma kun je een Masteropleiding aan de RUG of een andere instelling in binnen- of buitenland volgen. Na de Bachelorfase kun je je ook direct op de arbeidsmarkt begeven, al dan niet gevolgd door een Masteropleiding in een later stadium. De Master-opleiding duurt minimaal één en maximaal drie jaar Semesters De jaarindeling bij de RUG verloopt in semesters. Het eerste semester loopt tot begin februari. Het semestersysteem sluit zoveel mogelijk aan op de jaarindelingen van universiteiten in de rest van Europa Informatie Specifieke informatie over de BaMa-structuur vind je in de OER, die in de studiegids is opgenomen. Informatie kun je ook krijgen bij de faculteit, bijvoorbeeld bij de studieadviseur of de onderwijsbalie. De nieuwste ontwikkelingen kun je volgen via de website van de RUG en publicaties in de UK Toegang en toelating Eisen aan vooropleiding Een van de onderstaande getuigschriften geeft toegang tot een universitaire Bacheloropleiding: diploma VWO met profiel, diploma HBO en getuigschrift HBO-propedeuse; buitenlands diploma dat gelijkwaardig is aan een VWO-diploma (volgens minister of CvB); colloquium doctum (verklaring van voldoende kennisniveau, wanneer een diploma ontbreekt) Profielen VWO diploma Er zijn opleidingen waar je met het ene profiel direct wordt toegelaten, maar met een andere profiel niet. In het laatste geval is het mogelijk dat je de opleiding volgt, mits je het gebrek aan kennis vóór de inschrijving, dan wel in de propedeuse opheft. Meer informatie staat in de OER van de opleiding. Als je een oud VWO-diploma hebt, dus zonder profiel, gelden er aanvullende eisen om te worden toegelaten; zie de OER van de desbetreffende opleiding en raadpleeg de website van de IBG Kennis van de Nederlandse taal Als je een buitenlands diploma hebt, moet je in bepaalde gevallen laten zien dat je de Nederlandse taal voldoende beheerst. Dit kan gelden voor toelating tot examens, maar soms ook voor toegang tot universitair onderwijs in het algemeen. De toelatings- of examencommissie beslist hierover Numerus fixus (beperkte inschrijving en inloting) Bij de opleidingen Geneeskunde en Tandheelkunde word je alleen toegelaten met een bewijs van toelating (inloting) van de IBG. Ook voor de opleiding Internationale Betrekkingen en Internationale Organisaties geldt voor het studiejaar 2008/2009 een numerus fixus. Meer informatie over de numerus fixus en de lotingsprocedure is te vinden op de website van de IBG. 167

176 Studentenstatuut Eisen aan vooropleiding Masteropleiding. Toelating tot een universitaire Masteropleiding vindt rechtstreeks plaats wanneer je een Bachelordiploma van de Rijksunviersiteit Groningen bezit dat gekoppeld is aan een zogenaamde doorstroommaster- opleiding. In alle andere gevallen is een toelatingsbewijs van het faculteitsbestuur vereist Lerarenopleiding De eerstegraads lerarenopleiding wordt verzorgd door het Universitair Onderwijs Centrum Groningen (UOCG), Landleven 1, 9747 AD Groningen, tel. (050) Inschrijving en beëindigen inschrijving Om aan het onderwijs te mogen deelnemen dien je ingeschreven te staan bij de universiteit. Dit houdt in dat het verzoek tot inschrijving moet zijn ingeleverd en het collegegeld moet zijn betaald. Als bewijs van inschrijving bij de universiteit geldt de door de CSA verstrekte collegekaart. Deze kaart heb je absoluut nodig om gebruik te kunnen maken van de diverse faciliteiten die de universiteit te bieden heeft. Zonder collegekaart mag je niet aan het onderwijs deelnemen of tentamens doen. De inschrijving dient vóór 1 september van het studiejaar rond te zijn. Indien je geen collegekaart ontvangt, neem dan contact op met de CSB. In dat geval is je inschrijving aan de RUG hoogstwaarschijnlijk niet in orde! De inschrijving kan slechts worden beëindigd als zich een van de volgende omstandigheden voordoet: bij afstuderen; tijdens het 1e jaar van inschrijving in de propedeutische fase van een opleiding; bij wachttijden voor praktische oefeningen; in het geval er sprake is van bijzondere omstandigheden die beëindiging van de inschrijving rechtvaardigen. Na je inschrijving aan de RUG, heb je als student niet alleen rechten waarop je aanspraak kunt maken, maar ook plichten waaraan je je dient te houden Rechten Als je als student bij de RUG staat ingeschreven, heb je recht op: het verwerven van academische kennis en vaardigheden, door goed onderwijs en begeleiding van gekwalificeerde docenten; de voortdurende toetsing van je vorderingen door middel van tentamens en examens; het ontvangen van bewijsstukken die getuigen van het bereikte kennisniveau; het gebruiken van de onderwijsvoorzieningen, zoals bibliotheken, laboratoria en computerfaciliteiten; het gebruik van studentenvoorzieningen, zoals studiebegeleiding, de hulp van een studentendecaan en sportfaciliteiten; 168

177 Studentenstatuut medezeggenschap in de zaken die voor je als student belangrijk zijn, door middel van (actief en passief) kiesrecht voor universiteitsraad en Faculteitsraad en O&O raad (UMCG) Plichten Als je als student bij de RUG staat ingeschreven, heb je de plicht om: huis-, orde- en veiligheidsregels na te leven, die bijdragen aan een werkbare, veilige en plezierige studeeromgeving voor jezelf en anderen; kennis te nemen, ook op eigen initiatief, van alles wat belangrijk is voor het volgen van je opleiding, zoals het Studentenstatuut; aanwezig te zijn wanneer dat door je opleiding verplicht is gesteld, zoals aangegeven in de studiegids, bijvoorbeeld deelname aan practica; er zelf voor te zorgen dat je tijdig bent aangemeld voor tentamens Extraneus Als extraneus heb je alleen recht op het afleggen van tentamens en examens en het gebruik van onderwijsvoorzieningen. Je mag als extraneus geen onderwijs volgen. Een extraneus heeft, evenals een deeltijdstudent, géén recht op studiefinanciering op grond van de WSF Een extraneus heeft geen recht op restitutie van het examengeld College- en examengeld Een student betaalt collegegeld en een extraneus examengeld. De Uitvoeringsregeling RUG vermeldt de hoogte van het bedrag, de regels die gelden voor (gespreide) betaling evenals de voorwaarden voor restitutie of vermindering van collegegeld. De Uitvoeringsregeling ligt ter inzage bij de onderwijsbalie van je faculteit en bij de CSB en staat op de website van de RUG. Sinds 1 september 2007 kun je, als je recht hebt op studiefinanciering, een lening aanvragen bij de IBG om het collegegeld mee te betalen; ook wel collegegeldkrediet genoemd. Wie deelneemt aan het onderwijs zonder collegegeld te betalen en dus niet ingeschreven staat, kan verplicht worden tot het betalen van een schadevergoeding aan de universiteit. Alle afgelegde tentamens zijn ongeldig. Ook kan de strafrechter een geldboete opleggen. Als je niet ingeschreven staat, heb je, uiteraard, ook geen recht op studiefinanciering Onderwijs Voltijd-, deeltijd- en duale opleidingen Universitaire opleidingen zijn voltijds, deeltijds of duaal. Hierover kun je meer lezen in de OER. Als student heb je de onderstaande rechten die specifiek verband houden met het onderwijs aan de RUG Recht op kwaliteit Als student heb je het recht schriftelijk de kwaliteit van de opleiding te beoordelen. Die kwaliteit wordt ook gecontroleerd door een visitatiecommissie, die bestaat uit onafhankelijke deskundigen. Deze evaluaties zijn openbaar. De Faculteit trekt 169

178 Studentenstatuut hieruit eventueel consequenties voor haar beleid. De opleidingen zijn geaccrediteerd door de NVAO. Dit wordt op je diploma vermeld Recht op een studeerbaar programma De opleiding moet zodanig opgebouwd en ingevuld zijn, dat je redelijkerwijs de norm voor studievoortgang kunt halen en de opleiding binnen de daarvoor gestelde nominale cursusduur kunt voltooien. De opleidingscommissie ziet hierop toe. Als het programma niet-studeerbaar is, kun je wellicht in aanmerking komen voor financiële ondersteuning uit het Afstudeerfonds. Je moet dit wel direct melden bij de studieadviseur. Het programma wordt elk jaar beoordeeld door de opleidingscommissie; hierin hebben ook studenten zitting Recht op een uniforme studielast De jaarlijkse studielast van elke opleiding en elke onderwijseenheid wordt (ingevolge het European Credit Transfer Systeem: ECTS) uitgedrukt in 60 studiepunten ofwel European Credits (EC). Eén EC staat voor 28 studie-uren. Binnen het BaMa-stelsel omvat de Bacheloropleiding, inclusief de propedeuse, 180 EC. De meeste Masteropleidingen beslaan maximaal 60 EC, Er zijn ook Masteropleidingen van 90, 120 of 180 EC Recht op betaalbaar onderwijs Behalve het collegegeld voor studenten (of het examengeld voor de extraneï) mag de RUG de kosten van onderwijs niet doorberekenen. Voor overige kosten, zoals studiekosten en studiereizen, heeft het College van Bestuur de Regeling Prijsbeleid Studiekosten opgesteld. De regeling is erop gericht om de jaarlijkse studiekosten niet hoger te laten zijn dan het bedrag dat de student in de studiefinanciering hiervoor ontvangt. In de studiegids staat aangegeven wat de studiekosten zijn voor het betreffende studiejaar en ook op de website vind je hierover informatie. Verder is bij de CSB de brochure Studeren, wat kost het? verkrijgbaar. Het Faculteitsbestuur moet op tijd inzicht geven in kosten en bijdragen. Indien de studiekosten hoger zijn dan het in de Regeling Prijsbeleid Studiekosten opgenomen plafondbedrag, kun je de helft van het bedrag dat je méér kwijt bent bij het Faculteitsbestuur (door overlegging van aankoopbewijzen) terugvragen Recht op studiebegeleiding Als student heb je recht op studiebegeleiding, zoals ondersteuning door de studieadviseur of studentendecaan. Extra begeleiding is er desgewenst voor studenten die in een speciale positie verkeren, bijvoorbeeld door een functiebeperking (handicap), een chronische ziekte of dyslexie. Ook allochtone studenten hebben recht op gerichte ondersteuning. Je kunt je hiervoor in eerste instantie tot de studieadviseur van uw opleiding wenden Recht op aangepast onderwijs Als student met een handicap, chronische ziekte, dyslexie of een andere functiebeperking heeft u het recht om aangepast onderwijs te volgen. Voor specifieke vragen of advies over de mogelijkheden bij je opleiding kun je terecht bij de studieadviseur en voor meer algemene vragen of advies bij de CSB. Ook in je studiegids en op de website kun je over dit onderwerp lezen. 170

179 Studentenstatuut Recht op serieuze afhandeling van klachten Er zijn diverse aanspreekpunten voor klachten: op decentraal niveau: de faculteit of studieadviseur; op centraal niveau: de Vertrouwenspersoon, de studentendecanen of de Arboen Milieudienst (afhankelijk van het onderwerp) Studievoortgang en een beurs Voor beursstudenten geldt dat de beurs wordt toegekend als een lening en wordt omgezet in een gift als het diploma binnen 10 jaren wordt behaald. Is dit niet het geval dan wordt de lening gehandhaafd. Voor meer informatie kun je terecht bij de CSB en bij de IBG Tentamens en examens Tentamen Bij elke onderwijseenheid (vak) hoort een tentamen. Hiervoor is de examencommissie verantwoordelijk Examen Je bent geslaagd voor het examen van (een fase van) de opleiding, als de tentamens met goed gevolg zijn afgelegd. De examencommissie stelt de regels hieromtrent vast. Deze vind je in de OER. De examencommissie kan een nader onderzoek aan het examen verbinden Bewijsstukken Voor elk gehaald tentamen ontvang je een bewijsstuk van de examinatoren. Als je meer tentamens (minimaal twee) hebt gehaald, kun je de examencommissie vragen om een overzicht en bewijs daarvan ( verklaring ). Van elk examen waarvoor je geslaagd bent, ontvang je een getuigschrift ( bul of diploma ). Dit diploma wordt voorzien van een Diploma Supplement, waarop een overzicht wordt gegeven van de inhoud van de opleiding, de verrichte inspanningen en de daarbij behaalde resultaten Propedeuse De propedeuse is een integraal onderdeel van zowel de Bacheloropleiding (180 EC) als de oude doctoraalopleiding (minimaal 168 studiepunten). Als je de propedeuse met een voldoende resultaat hebt afgelegd, ontvang je een diploma Inhoud studieprogramma In de OER staan de onderdelen van de opleiding vermeld. Je kunt echter zelf een programma samenstellen, mits dat wordt goedgekeurd door de examencommissie. De OER van je opleiding staat in de betreffende studiegids vermeld Aansluiting op buitenlandse opleidingen Als je een buitenlandse vooropleiding hebt gevolgd, moet je in bepaalde gevallen aantonen dat je het Nederlands voldoende beheerst om deel te nemen aan het universitair onderwijs. De voorwaarden staan in de OER van je opleiding. 171

180 Studentenstatuut Recht op aangepast tentamen Als student met een handicap, chronische ziekte, dyslexie of andere functiebeperking heb je het recht om aangepast tentamen te doen. Voor specifieke vragen of advies over de mogelijkheden bij je opleiding kun je terecht bij de studieadviseur en voor meer algemene vragen of advies bij de CSB. Ook in je studiegids en op de website kun je over dit onderwerp lezen Aanvraag getuigschrift na afronden van een Bachelor/Masteropleiding Je dient zelf een verzoek in te dienen bij de onderwijsadministratie van je faculteit, om het getuigschrift te ontvangen. Na het behalen van het laatste examenresultaat moet je binnen vier weken een aanvraag indienen. Indien je je studie in augustus afrondt, dien je de aanvraag uiterlijk vóór 15 september volgend op het studiejaar dat je bent afgestudeerd, in te dienen. De beoordeling van het laatste examenonderdeel dient daarom ook vóór die datum bekend te zijn. Als het getuigschrift niet binnen vier weken na het behalen van het laatste examenonderdeel wordt aangevraagd, verklaart de examencommissie ambtshalve of- en wanneer je geslaagd bent; dat is dan ook de datum die op het getuigschrift komt te staan. Als hierdoor de afstudeerdatum in het volgende studiejaar valt, kan dit tot gevolg hebben dat je je opnieuw moet inschrijven en collegeld moet betalen Aanvraag getuigschrift propedeutische fase Ook dit getuigschrift dient direct na het afronden van het propedeutisch examen te worden aangevraagd. Als dit niet gebeurt, kan dit consequenties hebben voor het vervolgen van de bacheloropleiding (blokkaderegeling) Onderwijs- en Examenregeling (OER) Inhoud van de OER Elke opleiding heeft een OER, die wordt vastgesteld door het Faculteitsbestuur. De opleidingscommissie adviseert hierover en beoordeelt de uitvoering Onderwerpen van de OER De WHW schrijft voor welke onderwerpen in de OER moeten zijn opgenomen, zoals de inhoud van de opleiding en toelatingseisen Financiële ondersteuning bijzondere omstandigheden Als je wegens bijzondere omstandigheden studievertraging oploopt, kun je in aanmerking komen voor financiële ondersteuning uit het Afstudeerfonds. De volgende voorwaarden gelden: 1 Studiefinanciering en inschrijving; 2 Tijdige melding; 3 Overmachtssituatie; 4 Voldoen aan de procedureverplichtingen. 172

181 Studentenstatuut ad 1: Studiefinanciering en inschrijving Als voorwaarde geldt dat je ingeschreven staat als voltijdstudent aan de RUG en studiefinancieringsgerechtigd bent. Bachelorstudenten vallen gedurende de eerste vier jaren van hun inschrijving in het Hoger Onderwijs binnen de regeling. Masterstudenten kunnen gedurende de duur van hun masteropleiding + 1 jaar aanspraak maken op vergoeding. ad 2: Tijdige melding Een belangrijke voorwaarde om in aanmerking te komen voor financiële ondersteuning is, dat je de bijzondere omstandigheden tijdig hebt gemeld. Zodra de bijzondere omstandigheid een maand of langer duurt (studievertraging groter dan 5 EC), meld je je bij de studieadviseur. De studieadviseur verwijst je door naar een studentendecaan indien de verwachte studievertraging groter is dan 15 EC. Na de melding bij de studieadviseur blijf je er ook zelf voor verantwoordelijk om bij oplopende studievertraging (studievertraging van meer dan 15 EC) tijdens het studiejaar onverwijld een afspraak te maken met de studentendecaan. Houd er rekening mee dat het Afstudeerfonds een jaarsystematiek hanteert. Als je studievertraging doorloopt in het volgende studiejaar, dan dien je de bijzondere omstandigheden ook in het volgende studiejaar tijdig te melden. ad 3: Overmachtsituatie Onder bijzondere omstandigheden (overmacht), wordt verstaan: ziekte van de aanvrager; zwangerschap van de aanvrager; een lichamelijke, zintuiglijke of andere functiebeperking van de aanvrager; bijzondere familieomstandigheden; een onvoldoende studeerbare opleiding; verlies van accreditatie van de opleiding waaraan u bent ingeschreven; uitzonderingsgevallen op grond van de hardheidsclausule: andere dan de hierboven genoemde omstandigheden, indien afwijzing van een daarop gebaseerd verzoek om financiële ondersteuning zou leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard. ad 4: Procedure eisen De studieadviseur en de studentendecaan leggen uw melding van studievertragende omstandigheden digitaal vast. Deze meldingen vink je voor akkoord af. Ben je niet in staat om je studievertraging te laten registreren, dan stel je een zaakwaarnemer aan, bijvoorbeeld een familielid of vriend; Je houdt je aan de adviezen en afspraken die in de melding zijn vastgelegd; In de periode van 1 september tot 1 februari volgend op het studiejaar waarin de vertraging optrad, dien je een digitale aanvraag in voor financiële ondersteuning; Na het indienen van de digitale aanvraag, stuur je je bewijsstukken (bewijsstuk bijzondere omstandigheden, puntenuitdraai, IBG-berichten) op; Binnen 8 weken ontvang je een Collegebesluit. Voor meer informatie, voor het afvinken van de meldingen en voor het indienen van de digitale aanvraag zie: Hier lees je ook hoe je studievertraging kunt bespreken. 173

182 Studentenstatuut Financiële ondersteuning overige bijzondere omstandigheden De universiteit biedt studenten die zich inzetten voor de universitaire gemeenschap of die topsport bedrijven de gelegenheid om in aanmerking te komen voor financiële ondersteuning. Als overige bijzondere omstandigheden gelden: Lidmaatschap opleidingscommissie; Medezeggenschapsfunctie; Bestuursfunctie (mits opgenomen in de afstudeerfondsregeling); Topsport. De voorwaarden en de procedure zijn te vinden via Voor vragen kun je terecht bij de CSB Regeling voor financiële ondersteuning van buitenlandse studenten Voor buitenlandse studenten die door bijzondere omstandigheden studievertraging hebben opgelopen, is er een aparte regeling voor financiële ondersteuning. Deze regeling is in een Nederlandse en Engelse versie beschikbaar bij de CSB en op de website. De aanvraagprocedure is gelijk aan die van een aanvraag voor de Afstudeerfondsregeling; informeer bij de CSB of bij de studieadviseur Noodfonds Het Noodfonds biedt de mogelijkheid om in bijzondere gevallen aan studenten die zijn ingeschreven bij de Rijksuniversiteit Groningen, leningen en/of giften te verstrekken. Het gaat hierbij om onvoorziene kosten die de draagkracht van de student te boven gaan en waartegen de student zich niet heeft kunnen verzekeren. Op de website van de RUG kun je nadere informatie vinden. Het aanvraagformulier voor het Noodfonds vind je ook op de website: Regeling financiële Ondersteuning studenten Bèta-opleidingen (ROB) Studenten Biologie, Scheikunde, Natuurkunde, Informatica, Sterrenkunde, Wiskunde, Statistiek en Technische Farmacie die zijn begonnen in de studiejaren , kunnen van de RUG maximaal één extra jaar financiering krijgen. Informeer bij je studieadviseur Aanvragen van financiële ondersteuning bij IBG Aanvraagformulieren en informatie over de voorwaarden voor financiële ondersteuning door de IBG zijn bij de CSB verkrijgbaar. Een gesprek met de studentendecaan is noodzakelijk om vast te stellen of de universiteit met deze aanvraag kan instemmen. Nadat de universiteit en een behandelend arts een verklaring hebben gegeven over de bijzondere omstandigheid, kun je het formulier indienen bij de IBG Medezeggenschap Op grond van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW) en het Kiersreglement (zie bijlage bij het studentenstatuut) van de RUG heeft iedere student en (medewerker) van de RUG het actief en passief kiesrecht. 174

183 Studentenstatuut Universiteitsraad De RUG heeft een Universiteitsraad (U-raad) als centraal medezeggenschapsorgaan van studenten en medewerkers. De raad is gesprekspartner van het College van Bestuur. De U-raad heeft 24 leden die personeel en studenten vertegenwoordigen en ook uit deze groepen afkomstig zijn. Van de raadsleden worden 12 studentleden gekozen door studenten en 12 personeelsleden door RUG-medewerkers. De zittingstermijn van studentleden is één jaar en van personeelsleden twee jaar. Instemmingsrecht De raad heeft het recht van instemming bij vaststelling of wijziging van: het instellingsplan; de vorm van het systeem van kwaliteitszorg; het Studentenstatuut; het Bestuurs- en Beheersreglement (BBR); de regels voor veiligheid, gezondheid en welzijn; de keuze van medezeggenschapstelsels; de regelingen van financiële ondersteuning van studenten Faculteitsraad Elke faculteit heeft een faculteitsraad als decentraal medezeggenschapsorgaan en gesprekspartner van het faculteitsbestuur. De ene helft van de Faculteitsraad bestaat uit door studenten gekozen studentleden en de andere helft uit door personeel gekozen personeelsleden. Het aantal leden verschilt per Faculteit, maar is maximaal 24. De studentleden zitten één jaar in de raad en de personeelsleden twee jaar. Instemmingsrecht De Faculteitsraad heeft het recht van instemming voor vaststelling of wijziging bij: het faculteitsreglement; een deel van de Onderwijs- en Examenregeling (OER). De Medische Faculteit maakt deel uit van het UMCG (Universitair Medisch Centrum Groningen). Voor de medezeggenschap van studenten betekent dit dat zij gekozen kunnen worden voor de O&O raad (onderwijs- en onderzoeksraad) Opleidingscommissies Elke opleiding heeft een opleidingscommissie, die over de OER adviseert en oordeelt. De helft van de leden bestaat uit studenten. De commissieleden worden benoemd door het faculteitsbestuur Facilitering studenten medezeggenschapsorganen Als je als student lid bent van de universiteitsraad, een faculteitsraad of een opleidingscommissie kan het gebeuren dat je tentamen, examens of (verplichte) onderwijsonderdelen niet kunt bijwonen omdat deze samenvallen met vergaderingen van de betreffende raad of opleidingscommissie. Je faculteit zal je daarom tegemoetkomen door je, voor zover mogelijk, in de gelegenheid te stellen om het tentamen of examen op een ander moment af te leggen en om de onderwijsonderdelen op een ander moment te volgen of een vervangende opdracht te maken. 175

184 Studentenstatuut Gedragsregels Huisregels en ordemaatregelen De student die de huisregels en/of ordemaatregelen van de universiteit overtreedt, kan de toegang tot de universitaire gebouwen en terreinen ontzegd worden voor maximaal één jaar Het gebruik van de universitaire computersystemen Het gebruik van de universitaire computersystemen, inclusief hardware, software, en netwerkvoorzieningen, is slechts toegestaan voor zover dit in overeenstemming met het toegekende account plaatsvindt. Elke gebruiker dient zich aan de regels te houden zoals opgenomen in de Gebruikersregeling universitaire computersystemen. Deze regeling tref je als bijlage bij het Studentenstatuut aan Privacy Je hebt het recht je eigen persoonlijke- en studiegegevens bij de universitaire administratie in te zien en een verzoek tot aanpassing hiervan in te dienen. Verder komen je gegevens alleen ter inzage van RUG-medewerkers uit hoofde van hun functie. Gegevens mogen bewerkt worden, voor zover dit voortvloeit uit het doel waarvoor zij zijn verzameld (bijvoorbeeld voor het verspreiden van studie informatie via een ). Aan derden mogen de gegevens alleen beschikbaar gesteld worden als je het daarmee eens bent of als de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) dat toestaat of als de wet hiertoe verplicht. De RUG heeft een eigen privacyregeling gebaseerd op de Wbp. Dit is de Regeling bescherming persoonsgegevens studenten en personeel van de RUG. Deze regeling staat gepubliceerd op de website van de RUG (Seksuele) intimidatie, agressie, geweld en discriminatie Het College van Bestuur heeft een Gedragscode SIAGD opgesteld. Hierin is vastgelegd hoe de RUG omgaat met- en optreedt tegen (seksuele) intimidatie, agressie, geweld en discriminatie Arboregels Het College van Bestuur zorgt voor regels om de veiligheid, de gezondheid en het welzijn van studenten en extraneï binnen de universiteit te beschermen Rechtsbescherming Als je het oneens bent met een beslissing, kunt u hiertegen in beroep gaan of bezwaar aantekenen. Voor onderwijszaken (decentrale aangelegenheden) is er een andere procedure dan bij inschrijvingszaken en financiële regelingen (centrale aangelegenheden). In het eerste geval teken je beroep aan bij het College van Beroep voor de Examens (CBE), in het laatste geval teken je bezwaar aan bij het College van Bestuur Beroep bij het CBE Als je het oneens bent met beslissingen van examinatoren of examencommissies, kun je in beroep gaan bij het College van Beroep voor de Examens (CBE). Het gaat hier om onderwerpen die besproken worden in paragraaf 3, 5 en 6 van dit studentenstatuut zoals: 176

185 Studentenstatuut vaststelling van het aantal studiepunten; toelating tot tentamens; beoordeling van examens; toegang tot de opleiding (in individuele gevallen). Procedure 1 De student tekent binnen vier weken schriftelijk beroep aan bij het College van Beroep voor de Examens (CBE), adres: Postbus 72, 9700 AB Groningen, tel. (050) Bij urgentie kan de student tegelijkertijd om een voorlopige voorziening vragen. 2 Het CBE zendt het beroep door aan de voorzitter van de examencommissie, die eerst met de partijen nagaat of een compromis mogelijk is. Als dat niet lukt, oordeelt het CBE over het beroepschrift. 3 Het College doet binnen tien weken uitspraak: Het beroep is ongegrond: de situatie blijft zoals zij is. Het beroep is niet-ontvankelijk: een inhoudelijke uitspraak is niet nodig wegens procedurefouten (het beroep is bijvoorbeeld te laat ingediend). Het beroep is gegrond: de beslissing wordt vernietigd. De examinator of examencommissie moet opnieuw een beslissing nemen. 4 In een aantal gevallen is tegen de uitspraak van het CBE beroep mogelijk bij de Rechtbank. Dit beroep dient binnen 6 weken na verzending van de uitspraak van het CBE, ingediend te worden Bezwaar bij het College van Bestuur Als je het oneens bent met een besluit van het College van Bestuur, kun je bezwaar aantekenen bij het College van Bestuur. Het gaat dan om onderwerpen die besproken worden in hoofdstuk 3, 4, 8 en 10 van dit studentenstatuut, zoals: inschrijving als student of extraneus; beëindiging inschrijving wegens ziekte, familieomstandigheden of onderwijskundige overmacht; financiële ondersteuning; ontzegging van toegang tot gebouwen en terreinen van de RUG. Procedure 1 De student moet binnen zes weken een bezwaarschrift indienen bij het College van Bestuur (adres: Postbus 72, 9700 AB Groningen). 2 In een hoorzitting wordt zowel het College van Bestuur als de student gehoord door de Commissie van Advies voor de Beroep- en Bezwaarschriften. 3 De Commissie van Advies voor de Beroep- en Bezwaarschriften adviseert het College van Bestuur, dat vervolgens een besluit neemt. 4 Tegen dit besluit kan de student binnen zes weken in beroep gaan bij het College van Beroep voor het Hoger Onderwijs (CBHO), adres: Paleis van Justitie, Postbus 20302, 2500 EH Den Haag, of bij de Rechtbank, afhankelijk van het soort besluit. Kosten De kosten voor het in beroep gaan bij het College van Beroep voor het Hoger Onderwijs of de (bestuursrecht) Rechtbank zijn: 177

186 Studentenstatuut in elk geval: de griffierechten 39,00 (CBHO) en 145,00 (Rechtbank); eventueel: de kosten van de procedure (als dat in de uitspraak staat) Informatie De afdeling Algemeen Bestuurlijke en Juridische Zaken van de RUG geeft inlichtingen over rechtsbescherming en andere juridische aangelegenheden. Het adres is: ABJZ, Postbus 72, 9700 AB Groningen, tel. (050) Daarnaast geeft de CSB de brochure Bezwaar en Beroep uit. 178

187 Toelatingscommissie Masteropleiding FRW 10 Toelatingscommissie Masteropleiding FRW 10.1 Masterprogramma s van de FRW De Faculteit der Ruimtelijke Wetenschappen van de Rijksuniversiteit Groningen biedt een achttal door de NVAO 3 geaccrediteerde Master of Science opleidingen aan: 1 Master of Science Culturele Geografie 2 Master of Science Economische Geografie 3 Master of Science Vastgoedkunde 4 Master of Science Planologie 5 Master of Science Population Studies (Engelstalig) 6 Master of Science Environmental & Infrastructure Planning, croho-nummer (Engelstalig) 7 Master of Science Lerarenopleiding Aardrijkskunde (tweejarig) 8 Research Master Regional Studies (tweejarig en Engelstalig) Dit reglement beschrijft hoe de toelating tot deze Masteropleidingen is geregeld Toelatingscommissie voor de FRW Masters Voor de onder 1. sub. 1 t/m 7 genoemde Master of Science opleidingen wordt toelating verleend door de Masters Toelatingscommissie van de Faculteit. Deze toelatingscommissie is samengesteld uit de coördinatoren van de afzonderlijke Masteropleidingen. De decaan van de Faculteit is voorzitter van de toelatingscommissie. Voor het studiejaar 2008/2009 is de Toelatingscommissie als volgt samengesteld: Prof.dr. P.H. Pellenbarg, decaan en PH onderwijs in Faculteitsbestuur (voorzitter) Dr. P.D. Groote, coördinator Master Culturele Geografie Prof.dr. P.H. Pellenbarg coördinator Master Economische Geografie Dr. P.R.A. Terpstra coördinator Master Vastgoedkunde Prof.dr. G. de Roo, coördinator Master Planologie mw. Prof.dr. I. Hutter, coördinator Master Population Studies en Research Master in Regional Studies Dr. J. Woltjer, coördinator Master Environment & Infrastructure Planning Dr. P.C.J. Druijven, coördinator Master Lerarenopleiding Aardrijkskunde Prof.dr. L.J.G. van Wissen, directeur Graduate School Ruimtelijke Wetenschappen. De toelating tot de Research Master geschiedt door de Board of the Graduate School op de wijze zoals omschreven in de door de NVAO goedgekeurde programmabeschrijving van de opleiding. Zie hiervoor tabel Tegen deze beslissing kan beroep worden aangetekend bij de examencommissie. De toelatingscommissie heeft dezelfde samenstelling als de gezamenlijke examencommissie van de acht Masteropleidingen. Op deze wijze is de eenheid van oordeel 3 NVAO = Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie 179

188 Toelatingscommissie Masteropleiding FRW verzekerd over te bereiken doelstellingen en eindtermen enerzijds, en daarvoor noodzakelijke startkwalificaties anderzijds. Tabel 10.1 Admission to the Research Master Admission to the Research Master Regional Studies requires either: a bachelor degree in human geography and/or urban and regional planning; a bachelor degree in another spatial, social or economic science discipline with at least a minor of 30 EC in human geography and/or urban and regional planning; a master degree in a human geography or spatial planning specialisation; Students who obtained such a master diploma and who subsequently are admitted into the Research Master Program Regional Studies, will get exemptions for a number of courses, as a function of their earlier master program. Depending on the master program followed earlier, this may result in a reduction in length of the Research Master Program Regional Studies; a master degree in another social of economic science field with a substantial spatial and research content; a HBO -professional master degree with a substantial spatial and research content; a foreign degree comparable to the Dutch degrees indicated above. Entrance requirements are as follows: A bachelor s degree in a relevant field of science (see above). Proficiency in English. All courses are taught in English. Therefore nonnative speakers who have not followed English language courses for at least two years are required to provide proof of their English proficiency. Examples of accepted minimum English language test scores are: TOEFL paper: 600, TOEFL computer: 237, IELTS: 6.5 (and 6.0 for written part), APIEL: AP4, Cambridge EFL Advanced English: B, Cambridge EFL Proficiency in English: C. Basic knowledge of statistical methods. Students have completed their preceding bachelor or master education with an average grade of at least 7 (on a ten point scale) and a grade for their research work of at least 7. Selection procedure The decision for admission will be based on: a motivated request for admission, including ideas for a major research project as basis for the Master thesis; proof of compliance with the requirements regarding preceding education; submission of research output produced so far by the applicant; proficiency in English; an interview with the applicant in which attitude, motivation, orientation and competences for a career in scientific research of the applicant will be evaluated. 180

189 Toelatingscommissie Masteropleiding FRW 10.3 Intakeprocedure voor de FRW Masters Intake WO Bachelors 4 Een aanvrager met een universitair (WO) Bachelordiploma wordt via het Studenten Service Centrum toegelaten volgens de bepalingen in het Onderwijs- en Examen Reglement (OER) van de gewenste Masteropleiding. Indien de universitaire Bachelorvooropleiding van de aanvrager niet in het OER is genoemd kan mogelijk alsnog toelating worden verkregen, maar dan via de toelatingscommissie. Soms is toelating van WO Bachelors mogelijk via een van de Minorprogramma s van 30 EC die de Faculteit aanbiedt (zie hiervoor 10.4). In andere gevallen is een uitvoeriger schakelprogramma nodig. Dit wordt opgesteld door de coördinator van de Masteropleiding die de aanvrager wil volgen. WO Bachelors die hun Bacheloropleiding nog niet geheel hebben voltooid, maar een achterstand in het programma hebben van maximaal 15 EC, kan een bewijs van voorlopige toelating tot de Masteropleiding worden verstrekt. De achterstand mag niet betrekking hebben op het Bachelorproject, dat de Bacheloropleiding afsluit. Zolang de voorlopige toelating niet is omgezet in een definitieve toelating, mag niet aan het Master thesis project worden begonnen Intake HBO Bachelors Aanvragers met een HBO Bachelordiploma worden altijd direct doorverwezen naar de toelatingscommissie. Aanvragen van HBO Bachelors bij de toelatingscommissie worden in eerste instantie zelfstandig afgehandeld door de coördinator van de gewenste Masteropleiding, die indien mogelijk een schakelprogramma vaststelt voor toelating tot de Masteropleiding. Voor de precieze gang van zaken bij schakelprogramma s zie Voor een aantal HBO Bacheloropleidingen is een standaard schakelprogramma gemaakt, dat veelal 60 EC omvat. In andere gevallen kan een uitvoeriger schakelprogramma nodig zijn. Soms is toelating in het geheel niet mogelijk. Om toegelaten te worden tot een schakelprogramma en masterprogramma moet de HBO opleiding geheel zijn afgrond. HBO Bachelors die hun schakelprogramma nog niet geheel hebben voltooid, maar een achterstand hebben van maximaal 15 EC, kunnen voorlopig worden toegelaten tot de Masteropleiding. Die achterstand mag niet betrekking hebben op het Bachelorproject of de individuele schrijfopdracht als die in het schakelprogramma zijn opgenomen. Zolang de voorlopige toelating niet is omgezet in een definitieve toelating mag niet aan het Master thesis project worden begonnen. 4 Voor de intake van WO Doctorandi of Masters gelden geen specifieke regels. Ze worden in principe net zo beoordeeld als WO Bachelors. Eventueel kan vrijstelling van bepaalde vakken uit het Masterprogramma worden verleend als die rechtstreeks corresponderen met vakken uit de gevolgde Doctoraal- resp Masterstudie, dit ter beoordeling van de coördinator die de aanvraag behandelt. 181

190 Toelatingscommissie Masteropleiding FRW Intake WO Masters Aanvragers met een WO Masterdiploma worden in principe beoordeeld op basis van het eerder behaalde Bachelordiploma. De coördinator van de Masteropleiding die de aanvrager wil volgen beoordeelt of er op basis van het daarna behaalde Masterdiploma nog aanleiding is om voor een enkel vak uit het schakelprogramma dan wel het te volgen Masterprogramma vrijstelling te verlenen. Naar verwachting zal dat niet vaak het geval zijn Beoordeling van aanvragen Uitgangspunt bij de beoordeling van alle aanvragen om toelating tot de Masteropleidingen is de waarschijnlijkheid dat de aanvrager met succes de studie kan afronden. De coördinator is de meest aangewezen persoon om die waarschijnlijkheid in te schatten. In twijfelgevallen worden de andere leden van de toelatingscommissie geraadpleegd via het rondzenden van een map met bescheiden betreffende de aanvraag. Indien nodig kan een vergadering worden bijeengeroepen om tot een gemeenschappelijk standpunt te komen. De toelatingscommissie vergadert in ieder geval tweemaal per jaar (in januari en juni) in voltallige samenstelling. Alle aanvragen worden beheerd en centraal gearchiveerd door de secretariële ondersteuningsstaf op het Bureau Onderwijs en Examens. Per Master wordt een archiefmap bijgehouden, die ter inzage is voor alle andere coördinatoren. De portefeuillehouder Onderwijs van het Faculteitsbestuur zal periodiek alle aanvragen bezien, beoordelen en evalueren zodat een uniforme behandeling gegarandeerd is. De coördinatoren bepalen eventueel in overleg met de tot de Master opleiding toegelaten student of er aanleiding is tot een individueel af te spreken studietraject. Deze optie is met name bedoeld om studenten die in het (overgangs-)studiejaar 2003/2004 zijn overgestapt van het 3e jaar van de doctoraalopleiding oude stijl naar jaar 3 van de Bacheloropleiding nieuwe stijl geen vertragingen in hun studievoortgang te laten oplopen bij de overgang naar een van de facultaire doorstroom-masters die ze niet zouden hebben ondervonden in het doctoraalprogramma Minorprogramma s voor WO Bachelors Doorstroom-Minors voor FRW Bachelors Voor FRW Bachelors (SG&P of TP) die doorstromen naar een van de acht FRW Masteropleidingen zijn er in principe geen beperkingen aan de toelating tot die Masteropleidingen, uitgezonderd: Voor doorstromen met een Bachelordiploma SG&P dan wel TP naar de Masteropleiding Population Studies: voorsorteerminor Population Studies wordt aanbevolen (zie hoofdstuk 11 Minorprogramma s). Voor de Research Master Regional Studies vindt een selectie plaats op basis van studieprestaties in de Bacheloropleiding en persoonlijke motivering voor het Research Masterprogramma. Voor de overige doorstroompaden geldt: Met een Bachelordiploma SG&P naar de Masteropleiding TP: Minorprogramma TP wordt aanbevolen (zie hoofdstuk 11 Minorprogramma s); 182

191 Toelatingscommissie Masteropleiding FRW Met een Bachelordiploma TP naar de Masteropleiding SG&P: Minorprogramma SG&P wordt aanbevolen (zie hoofdstuk 11 Minorprogramma s). Zij die in het bezit zijn van een Bachelordiploma Sociale Geografie, Planologie of Sociale Geografie & Planologie van één der andere Nederlandse universiteiten, worden op dezelfde basis toegelaten tot de acht FRW- Masteropleidingen als de studenten die aan de FRW zelf hun Bachelordiploma behaalden Instroom-Minors voor Bachelors MaGW Studenten in het bezit van een WO Bachelordiploma van één der Maatschappij- en Gedrags Wetenschappen (met name Economie, Bedrijfskunde, Sociologie, Psychologie, of Politicologie; niet Pedagogiek) kunnen via de instroom-minorprogramma s van 30 EC toelating verkrijgen tot een aantal van de Masteropleidingen van de FRW: via het Minorprogramma Culturele Geografie: naar de Masteropleiding Culturele Geografie (zie hoofdstuk 11 Minorprogramma s); via het Minorprogramma Economie en Ruimte: naar de Masteropleidingen Economische geografie en Vastgoedkunde (zie hoofdstuk 11 Minorprogramma s ); via het Minorprogramma Planologie: naar de Masteropleiding Planologie (zie hoofdstuk 11 Minorprogramma s); via het Minorprogramma Population Studies (identiek aan de doorstroom- Minor genoemd onder 4.1): naar de Masteropleiding Population Studies (zie hoofdstuk 11 Minorprogramma s) Instroom-Minors voor Bachelors TW Studenten in het bezit van een WO Bachelordiploma van een aantal Technische Wetenschappen (met name Civiele Techniek, Bouwkunde, Civiele Techniek & Management) kunnen in beginsel via het Minorprogramma Planologie (zie hoofdstuk 11 Minorprogramma s) toegang verkrijgen tot de Masteropleiding Environmental and Infrastructure Planning. Afhankelijk van de vooropleiding kunnen nog aanvullende eisen worden gesteld door de toelatingscommissie Schakelprogramma s voor HBO Bachelors Voor HBO Bachelors wordt conform de intakeprocedure (zie ) door de coördinator van de gewenste Masteropleiding (1) vastgesteld of toelating mogelijk is, en; (2) als toelating mogelijk is, een schakelprogramma voor die toelating opgesteld. De aanvrager dient hiervoor aan de coördinator een kopie van het HBO Bachelordiploma en een overzicht van de in de opleiding gevolgde vakken, met aanduiding van daaraan bestede tijd ter beschikking te stellen. Voor een aantal HBO Bacheloropleidingen zijn schakelprogramma s mogelijk, die veelal 60 EC omvatten. Voor de Masteropleidingen Culturele Geografie, Economische Geografie, Planologie, en de Master Lerarenopleiding Aardrijkskunde zijn standaard schakelprogramma s van 60 EC onder andere mogelijk voor gediplomeerden van de diverse HEAO-richtingen, de HBO-richtingen vervoers- en bestuurskunde, HBOmilieukunde, HBO-richtingen planologie of ruimtelijke ordening, hoger toeristisch en recreatief onderwijs, NLO-Aardrijkskunde en diverse HTO-richtingen. Andere 183

192 Toelatingscommissie Masteropleiding FRW HBO-richtingen worden individueel beoordeeld voor wat betreft de toelating tot het Master programma. Voor de Masteropleiding Vastgoedkunde geldt voor het studiejaar 2008/2009 een speciale toelatingsregeling. Er zal komend studiejaar een beperkt aantal HBO-gediplomeerden tot het schakelprogramma worden toegelaten. Coördinator en studieadviseur geven hierover desgewenst nadere inlichtingen. Voor de Masteropleiding Environmental and Infrastructure Planning (Technische Planologie) gaat het bij de 60 EC schakelprogramma s om HBO Bachelordiploma s van civiel-technische, bouwkundige, bestuurskundige, landbouwkundige, milieukundige, verkeers-/vervoerskundige of planologische studierichtingen. Toelating van HBO-Bachelors met een andere dan voornoemde richtingen wordt individueel beoordeeld. Voor de Masteropleiding Demografie zijn geen specifieke HBO-richtingen geselecteerd waarvoor een 60 EC schakelprogramma geldt. Voor de Research Master Regional Studies worden alleen HBO-abituriënten geselecteerd die in hun opleiding een groot aantal ruimtelijk georiënteerde vakken en een uitgebreide scholing in onderzoeksvaardigheden hebben gehad. In andere dan de hierboven genoemde HBO-vooropleidingen kan een uitvoeriger schakelprogramma nodig zijn, dat meer dan 60 EC omvat. Schakelprogramma s van meer dan 90 EC worden niet afgegeven. Soms is toelating in het geheel niet mogelijk, en moet de aanvrager worden geadviseerd de gehele Bacheloropleiding SG&P dan wel TP te volgen om toelating tot de gewenste Masteropleiding te verkrijgen Een schakelprogramma geeft alleen toegang tot de ene Masteropleiding waarvoor toelating is gevraagd en waarop het programma derhalve is toegesneden Indaalvarianten van schakelprogramma s Wanneer sprake is van direct toeleidende HBO-opleidingen, dat wil zeggen HBOopleidingen waarin een volledig vierjarig programma (vrijwel) geheel is gewijd aan een vakgebied dat direct correspondeert met het wetenschapsgebied dat wordt bestreken door een bepaalde FRW Masteropleiding, is het mogelijk om een verkort schakelprogramma op te stellen. In overleg met het bestuur van de betreffende HBO opleiding kan het Faculteitsbestuur van de FRW in zo n geval een overeenkomst opstellen die voorziet in: het volgen van het verkorte schakelprogramma binnen de keuzeruimte in jaar 3 en/of 4 van de betreffende HBO-opleiding; het vergoeden van de betreffende onderwijsdiensten aan de FRW. Deze schakelprogramma s worden aangeduid als indaalvarianten. Op dit moment is een overeenkomst over ingedaalde schakelprogramma s van kracht voor: de toelating van Bachelors van de HBO-opleiding Vastgoedkunde van de Hanzehogeschool Groningen tot de Masteropleiding Vastgoedkunde van de FRW; de toelating van Bachelors van de HBO-opleiding Aardrijkskunde van de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden. 184

193 Toelatingscommissie Masteropleiding FRW de toelating van Bachelors van de HBO-opleidingen Bouwkunde en Civiele Techniek van de Hanzehogeschool Groningen tot de Masteropleidingen Planologie en Environmental and Infrastructure Planning. Tabel 10.2 specificeert de inhoud van de indaalvarianten van de schakelprogramma s voor HHS en NHL. Tabel 10.2 Indaalvarianten van schakelprogramma s voor HBO-studenten HHS Vastgoedkunde EC NHL naar MSc CG EC Economische Geografie: 5 Culturele Geografie 1 7 bedrijf en regio Economische Geografie 5 Culturele Geografie 2 5 en Vastgoed Planningtheorie 1 5 Statistiek 1 5 Statistiek 1 5 Statistiek 2 5 Statistiek 2 5 Methoden van sociaal 5 en ruimtelijk wetenschappelijk onderzoek Methoden van sociaal en ruimtelijk wetenschappelijk onderzoek 5 Methoden van emp. wet. & wetenschapsfilosofie Slotbepalingen In situaties waarin dit reglement niet voorziet, kan de toelatingscommissie besluiten een toets af te nemen aan de student die toelating verzoekt tot een van de Masteropleidingen van de Faculteit. Dit reglement wordt elk jaar in de maand januari opnieuw vastgesteld, in een plenaire vergadering van de toelatings-/examencommissie. 185

194

195 Minorprogramma s 11 Minorprogramma s In dit hoofdstuk staan alle voorkomende minors beschreven. Ze zijn gericht op verschillende doelgroepen. Het belangrijkste onderscheid bestaat uit minors voor studenten van binnen de FRW en voor die van andere universitaire studies Minors voor FRW-studenten In de keuzevakruimte van de postpropedeutische studiefase van de bachelors Sociale Geografie en Planologie en Technische Planologie kunnen voorsorteerminorprogramma s van 30 EC worden gekozen. 1 Voor de master Environmental and Infrastructure Planning wordt de volgende voorsorteerminor-specialisatieminor-technische Planologie (MTP) aanbevolen binnen de bachelor Sociale Geografie en Planologie: Verkeer en Mobiliteit (5 EC) Water en Ruimte (5 EC) Waterhuishouding (4 EC) Inleiding recht (3 EC) Plan- en Projectevaluatie (5 EC) Milieutechniek (4 EC) Milieuplanning (5 EC) 2 Voor de master Planologie wordt de volgende voorsorteerminorspecialisatieminor- Milieu-en Infrastructuurplanning aanbevolen binnen de bachelor Sociale Geografie en Planologie: Water en Ruimte (5 EC) Inleiding recht (3 EC) Verkeer en Mobiliteit (5 EC) Stedelijk Ontwerpen (4 EC) Plan- en projectevaluatie (5 EC) Milieutechniek (4 EC) Milieuplanning (5 EC) 3 Voor de master Population Studies wordt de volgende voorsorteerminorspecialisatieminor- Population Studies (MPS) aanbevolen binnen de bachelors Sociale Geografie en Planologie en Technische Planologie: Demografie 1: Bevolking en Ontwikkeling (5 EC) Demografie 2: Bevolkingsdynamiek in Nederland en Europa (5 EC) Migratie (5 EC) Geografie van de gezondheid (5 EC) Gebonden keuzevak (5 EC) Gebonden keuzevak (5 EC) Bij een gebonden keuzevak heb je de keuze uit: Culturele antropologie, Gender, space and culture, Introduction to development studies, Topical themes development studies en Geneeskunde in de tropen. Voor het opnemen van een ander keuzevak dient vooraf goedkeuring van de 187

196 Minorprogramma s 188 coördinator van het Minor programma verkregen te worden. Daarnaast is affiniteit met onderzoeksmethodologie een pre. 4 Voor de masters Culturele Geografie, Economische Geografie, Planologie of Vastgoedkunde wordt de volgende voorsorteer-specialisatieminor-sociale Geografie en Planologie aanbevolen binnen de bachelor Technische Planologie: Algemene Sociale Geografie (5 EC) Aanvullende opdracht Cartografie (1 EC) Culturele Geografie 1 (7 EC) Geografie en Planologie van Nederland (7 EC) Culturele Geografie 2 (5 EC) Economische Geografie en Vastgoed (5 EC) 11.2 Minors voor studenten van andere universitaire studies Voor studenten van buiten de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen bestaan de volgende minors: 1 De minor Economie en Ruimte is een verplichte instapminor voor studenten met een universitaire bachelor of master Gedrags- of Maatschappijwetenschappen (met name Economie, Bedrijfskunde, Sociologie, Politicologie of Psychologie; niet Pedagogiek) voor toelating tot de masters Economische Geografie of Vastgoedkunde: Economische Geografie (7 EC) Economische Geografie en Vastgoed (5 EC) Geografie en Planologie van Nederland (7 EC) Scriptie Economie en Ruimte (10 EC) 2 De minor Culturele Geografie is een verplichte instapminor voor studenten buiten de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen met een bachelor of master Gedrags- of Maatschappijwetenschappen voor toelating tot de master Culturele Geografie. De minor Culturele Geografie introduceert het centrale thema van de culturele geografie, namelijk welke betekenissen mensen toekennen aan delen van de ruimte ( places ; plekken ). Dergelijke plekken kunnen in hun ruimtelijke schaal variëren van de wereld in zijn geheel, bij discussies over globalisering en de global village, tot een uiterst individuele plek, zoals thuis. Omdat groepen mensen kunnen verschillen in hun betekenisgeving speelt het begrip macht een belangrijke rol in de culturele geografie. Daarnaast wordt gekeken waar mensen hun betekenisgeving op kunnen baseren, zoals religie, het geloof in vooruitgang (modernisering), of kenmerken van het landschap. De minor bestaat uit de volgende studieonderdelen (totaal 30 EC): Culturele Geografie 1 (7 EC) Ateliers Culturele Geografie (4 EC) Culturele Geografie 2 (5 EC) Geografie en Planologie van Nederland en Europa (7 EC) Fysische Geografie en omgeving (7 EC) Voor meer informatie: dr. Peter Groote (coördinator van de minor Culturele Geografie)

197 Minorprogramma s 3 De minor Planologie is een verplichte instapminor voor studenten met een universitaire bachelor of master Gedrags- en Maatschappijwetenschappen (met name Economie, Bedrijfskunde, Sociologie, Psychologie of Politicologie; niet Pedagogiek) voor toelating tot de master Planologie; en voor studenten met een universitaire bachelor van een aantal Technische Wetenschappen (met name Civiele Techniek, Bouwkunde, Civiele Techniek & Management) voor toelating tot de master Environmental and Infrastructure Planning: Stadsgeografie 1 en Planologie 1 (5 EC) Plan- en Projectevaluatie (5 EC) Planningtheorie 1 (5 EC) Milieuplanning (5 EC) Verkeer en Mobiliteit (5 EC) 11.3 Minor voor zowel FRW-studenten als voor studenten van andere universitaire studies Voor zowel FRW-studenten als voor studenten van andere universitaire studies bestaat de volgende minor: 1 Minor Development Studies Introduction: The students share an integrated programme, including weekly seminar sessions and an optional evening series with films etc. The programme consists of five core courses and an elective. All core courses are offered in the Minor semester (September to January). Students can also choose to follow only one course, as an AVV course, if the complete Minor does not fit their schedule. For a global-minded student, this will be a study semester to enjoy and remember! (please find more details on: Aim of the programme: This minor provides students with a profound introduction into development problems in the age of globalisation. It offers elementary as well as more advanced discussions of a range of development related problems, including historical perspectives on these problems and discussions on contrasting approaches in the analyses of development. Content: The courses cover a broad range of different development issues, including theories of development, Development Economics, Social Change, Environment, Culture and Politics. The first half of the semester includes, next to lectures, seminar sessions in which student questions can be discussed, reading texts clarified, and discussions on topical issues can be conducted. In the second half of the semester the course Topical Themes in Development involves an individual paper, presentations and group discussions. The CDS Student Forum coordinates a weekly evening programme with additional guest lectures, discussions, film and excursion, it also includes the Master Class Millennium Development Goals organised by NCDO Move Your World. 189

198 Minorprogramma s Table 11.1 Programme Minor Development Studies Course Code EC Timing Introduction to Development EBB921A05 5 Sept. 5 Oct. 6 Studies Environment & Development GEENVDEVM 5 Oct. 6 Nov. 10 Ethnicity, Culture & Politics FI080ETH 5 Sept. 5 Nov. 10 Social and Institional Change SOBA904 5 Nov. 10 Febr. 6 Topical Themes in Development EBB922A05 5 Nov. 10 Febr. 6 Elective 5 Nov. 10 Febr. 6 Co-ordinator Dr. P. Boele van Hensbroek; p.boele@rug.nl 190

199 Medewerkers Bijlage 1 Medewerkers In de kolom Afdeling wordt met de volgende afkortingen gewerkt: De vier basiseenheden: D: Demografie EG: Economische Geografie CG: Culturele Geografie P: Planologie en secr.: secretaresse BOE: Bureau Onderwijs en Examens CDS: Centre for Development Studies PH: Portefeuillehouder De kamernummers hebben betrekking op het gebouw van Ruimtelijke Wetenschappen, tenzij anders vermeld. In de kolom Bereikbaarheid staan de rechtstreekse telefoonnummers vermeld alsmede, voor zover van toepassing, nadere informatie over spreekuren, aanwezigheid e.d. Bij geen gehoor kan de secretaresse van de betreffende basiseenheid worden gebeld. Naam Afdeling Kamer Bereikbaarheid Antoons, mw.drs. D. secr. CG + EG d.antoons@rug.nl Arbocoördinator Arts, prof.dr. E.J.M.M e.j.m.m.arts@rug.nl Ashworth, prof. Dr. G.J. g.j.ashworth@rug.nl Bailey, drs. A. a.bailey@rug.nl Beaumont, dr. J.R. j.r.beaumont@rug.nl Bijker, mw. R.A. r.a.bijker@rug.nl Blouw-Van Calker, mw. G.R. g.r.blouw-van.calker@rug.nl Boele van Hensbroek, dr. P. p.boele@rug.nl P P D Research Nucleus P CG BOE CDS

200 Medewerkers Boer, drs. A. de Brugmans-Nieman, mw.drs. M. Buchholz, T. Derix, mw. M.J.G. Diederiks, drs. H.C. Dijk, prof.dr. J. van Dijkman-Blaauw, mw. T. Dinteren, prof.dr. J.H.J. van Druijven, dr. P.C.J. Edzes, A a.j.e.edzes@rug.nl Elzinga, mw. C. c.elzinga@rug.nl Folmer, prof.dr. H. h.folmer@rug.nl Groen, mw. G. g.groen@rug.nl Groote, dr. P.D. p.d.groote@rug.nl Haandrikman, mw.drs. K. k.haandrikman@rug.nl Haartsen, mw.dr. T. t.haartsen@rug.nl secr. CDS secr. bestuur P BOE CG EG secr. bestuur EG CG EG Leerl. Secr EG PH Middelen CG D CG

201 Medewerkers Harder-Jager, mw. M m.harder@rug.nl Heins, ir. G.H. g.h.heins@rug.nl Ho, prof.dr. P.P.S. p.p.s.ho@rug.nl Hoven, mw.dr. B. van b.van.hoven@rug.nl Huigen, prof.dr. P.P.P. p.p.p.huigen@rug.nl Hutter, mw.prof.dr. I. i.hutter@rug.nl Ike, prof.dr.ir. P. p.ike@rug.nl Janssen, mw.dr. F. f.janssen@rug.nl Jong, mw.drs. P.A. de p.a.de.jong@rug.nl Kann, drs. F.M.G. van f.m.g.van.kann@rug.nl Karstkarel, mw.dr. N. n.karstkarel@rug.nl Kaspers-Westra, mw. T. t.kaspers@rug.nl Kerkhof, A.J. a.j.kerkhof@rug.nl Klaassens, mw. drs. M. m.klaassens@rug.nl Klijnsma, drs. J.P.T. j.p.t.klijnsma@rug.nl Koster, dr. S. sierdjan.koster@rug.nl Communicatie P CDS CG CG volgens afspraak via D. Antoons D volgens afspraak P D EG P P Cartografie Nestor CG CDS EG Kuipers, mw. M. m.kuipers@rug.nl BOE

202 Medewerkers Kuipers, T. Lenferink, S. Lievaart, mw. N. Logtmeijer, mw. Drs. A. Meester, dr. W.J. Meijles, dr.ir. E.W. Meulen, drs. T. van der Muntinga-Weurman, mw.drs. D. GIS P Dictatenverkoop geopend ma-do CG EG CG P wo. en do. aanwezig studie-adviseur Spreekuur wo Nauta-Offereins, mw. D.A.F. d.a.f.nauta@rug.nl Bureau Internat. BOE Niekerk, mw.dr. F. f.niekerk@rug.nl Nienhuis, drs. I.M. i.m.nienhuis@rug.nl Noback, mw.drs. I. i.noback@rug.nl Oosterhoff, drs. H.A. h.a.oosterhoff@rug.nl Oude Brunink, mw. S. s.oude.brunink@rug.nl Papineau Salm, mw. A. a.papineau.salm@rug.nl P P EG P secr. P D Pellenbarg, prof.dr. P.H. p.h.pellenbarg@rug.nl 194 Ph onderwijs EG volgens afspraak via D.

203 Medewerkers Pers, mw. M. van der Redeker-Smid, mw. H. Roo, prof.dr. G. de Sijtsma, dr. F.J. Steen, drs. P.J.M. van Strijker, prof.dr. D. Struiksma, drs. H. Terpstra, dr. P.R.A. Tiggelaar, mw. S.E. Venhorst, drs. V.A. Visser, drs. J. Wissen, prof.dr. L.J.G. van Woltjer, dr. J. Yongjun, Z. Zuidema, drs. C. Zwart, J.P. Antoons D BOE P EG / 3754 WSN EG CG P EG spreekuur ma volgens afspraak secr. D secr. Graduate School EG P D Directeur Grad. Sch P CDS P Cartografie

204 Medewerkers Docenten van buiten de Faculteit Naam Adres Bereikbaarheid Broersma, dr. L. Faculteit Economie en / Bedrijfskunde 3740 Economics & econometrics Landleven AD Groningen Broomans, dr. P. Faculteit Letteren Oude Kijk in t Jatstraat EK Groningen Elhorst, dr. J.P. Faculteit Economie en Bedrijfskunde Vakgroep Algemene Economie Landleven AD Groningen Hollander, mw. J. Donald Smits Centrum voor Informatie Technologie Nettelbosje AJ Groningen Klaassen, dr. W. Faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen Ocean Ecosystems Kerklaan NN Haren Klok, drs. J. Faculteit Letteren Oude Kijk in t Jatstraat EK Groningen Kramer, drs. M.M. Faculteit Economie en Bedrijfskunde FBA (Financiering, Belegging en Accounting) Landleven AD Groningen Laar, dr. J.A. van Faculteit Wijsbegeerte Theoretische Filosofie Oude Boteringestraat GL Groningen Marquard, drs. A.R. Amsterdam School of Real Estate Huys Azië Postbus AC Amsterdam Oosterhaven, prof.dr. J. Faculteit Economie en Bedrijfskunde Economics & econometrics Landleven AD Groningen /

Studiegids. Adres: / Visiting Address: Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen / Faculty of Spatial Sciences Dierenriemstraat 100 9742 AK Groningen

Studiegids. Adres: / Visiting Address: Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen / Faculty of Spatial Sciences Dierenriemstraat 100 9742 AK Groningen Studiegids Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen Adres: / Visiting Address: Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen / Faculty of Spatial Sciences Dierenriemstraat 100 9742 AK Groningen Postadres: / Postal Address:

Nadere informatie

Studiegids. 2010/2011 Bacheloropleidingen Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen

Studiegids. 2010/2011 Bacheloropleidingen Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen Studiegids 2010/2011 Bacheloropleidingen Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen Adres: Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen Landleven 1 9747 AD Groningen Postadres: Postbus 800 9700 AV Groningen Telefoon:

Nadere informatie

Studiegids. 2011/2012 Bacheloropleidingen. Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen. Adres: Landleven 1 9747 AD Groningen

Studiegids. 2011/2012 Bacheloropleidingen. Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen. Adres: Landleven 1 9747 AD Groningen Studiegids 2011/2012 Bacheloropleidingen Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen Adres: Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen Landleven 1 9747 AD Groningen Postadres: Postbus 800 9700 AV Groningen Telefoon:

Nadere informatie

Studiegids 2012-2013 Bacheloropleidingen Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen

Studiegids 2012-2013 Bacheloropleidingen Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen faculteit ruimtelijke wetenschappen Studiegids 2012-2013 Bacheloropleidingen Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen Adres: / Visiting Adress: Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen / Faculty of Spatial Sciences

Nadere informatie

Onderwijs- en Examenregeling 2012/2013

Onderwijs- en Examenregeling 2012/2013 Onderwijs- en Examenregeling 2012/2013 Masteropleidingen Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Biologie Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Natuurkunde Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Scheikunde

Nadere informatie

Onderwijs- en Examenregeling 2010/2011

Onderwijs- en Examenregeling 2010/2011 Onderwijs- en Examenregeling 2010/2011 Masteropleidingen Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Biologie Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Natuurkunde Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Scheikunde

Nadere informatie

Bijlage Onderwijs- en Examenregeling (OER) Master Programma van Pedagogische Wetenschappen. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen

Bijlage Onderwijs- en Examenregeling (OER) Master Programma van Pedagogische Wetenschappen. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen Bijlage Onderwijs- en Examenregeling (OER) Master Programma van Pedagogische Wetenschappen Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen 2016-2017 Paragraaf 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Doel

Nadere informatie

Onderwijs- en Examenregeling (OER) Masterprogramma van Onderwijskunde. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen

Onderwijs- en Examenregeling (OER) Masterprogramma van Onderwijskunde. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen Onderwijs- en Examenregeling (OER) Masterprogramma van Onderwijskunde Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen 2018-2019 Bijlage: het programma Paragraaf 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Doel

Nadere informatie

Deel B van de onderwijs- en examenregeling voor de duale masteropleiding Communicatie- en informatiewetenschappen, 90 EC, 2014-2015

Deel B van de onderwijs- en examenregeling voor de duale masteropleiding Communicatie- en informatiewetenschappen, 90 EC, 2014-2015 Deel B van de onderwijs- en examenregeling voor de duale masteropleiding Communicatie- en informatiewetenschappen, 90 EC, 2014-2015 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Toepasselijkheid van de regeling Deze

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologe en Religiewetenschappen. Deel 2 (opleidingsspecifiek deel): Bachelor Theologie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologe en Religiewetenschappen. Deel 2 (opleidingsspecifiek deel): Bachelor Theologie ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 2016-2017 Faculteit der Filosofie, Theologe en Religiewetenschappen Deel 2 (opleidingsspecifiek deel): Deze onderwijs- en examenregeling (OER-FFTR) treedt in werking op 1 september

Nadere informatie

[60738] Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Islam in de moderne wereld. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

[60738] Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Islam in de moderne wereld. Paragraaf 1 Algemene bepalingen [60738] Onderwijs- en examenregeling 2004-2005 Masteropleiding Islam in de moderne wereld Paragraaf 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 - Toepasselijkheid van de regeling Deze regeling is van toepassing

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 2016-2017 Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen Master Filosofie () Deze onderwijs- en examenregeling (OER-FFTR) treedt in werking op 1 september 2016.

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling 2004-2005 Masteropleiding Spaanse taal en cultuur. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Onderwijs- en examenregeling 2004-2005 Masteropleiding Spaanse taal en cultuur. Paragraaf 1 Algemene bepalingen [66810] Onderwijs- en examenregeling 2004-2005 Masteropleiding Spaanse taal en cultuur Paragraaf 1 Algemene bepalingen art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling Deze regeling is van toepassing op het onderwijs

Nadere informatie

Faculteit Rechtsgeleerdheid Toelatingsreglement Nederlandstalige opleidingen Rechtsgeleerdheid

Faculteit Rechtsgeleerdheid Toelatingsreglement Nederlandstalige opleidingen Rechtsgeleerdheid Faculteit Rechtsgeleerdheid Toelatingsreglement Nederlandstalige opleidingen Rechtsgeleerdheid Toelatingsreglement Nederlandstalige opleidingen Rechtsgeleerdheid 1 Inhoudsopgave Paragraaf 1 Algemene bepalingen...

Nadere informatie

Onderwijs- en Examenregeling (OER) Masterprogramma van Pedagogische Wetenschappen. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen

Onderwijs- en Examenregeling (OER) Masterprogramma van Pedagogische Wetenschappen. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen Onderwijs- en Examenregeling (OER) Masterprogramma van Pedagogische Wetenschappen Faculteit der Gedrags- en Maatschappij 2019-2020 Bijlage: het programma Paragraaf 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Doel

Nadere informatie

Regeling Praktijkonderzoekstage-scriptietraject (POSST)

Regeling Praktijkonderzoekstage-scriptietraject (POSST) Regeling Praktijkonderzoekstage-scriptietraject (POSST) 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Toepasselijkheid van de regeling Deze regeling is uitsluitend van toepassing op het praktijkonderzoekstage-scriptie

Nadere informatie

Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Programma Masteropleiding Sociologie Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen

Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Programma Masteropleiding Sociologie Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Programma Masteropleiding Sociologie Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen 2018-2019 Bijlage: het programma 1 Master-OER Sociologie 2018/2019 Artikel 1

Nadere informatie

Onderwijs- en Examenregeling (OER) Masterprogramma van Pedagogische Wetenschappen. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen

Onderwijs- en Examenregeling (OER) Masterprogramma van Pedagogische Wetenschappen. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen Onderwijs- en Examenregeling (OER) Masterprogramma van Pedagogische Wetenschappen Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen 2018-2019 Bijlage: het programma Paragraaf 1 Algemene bepalingen Artikel

Nadere informatie

Onderwijs- en Examenregeling (OER) Bachelorprogramma Academische Opleiding Leraar Basisonderwijs. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen

Onderwijs- en Examenregeling (OER) Bachelorprogramma Academische Opleiding Leraar Basisonderwijs. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen Onderwijs- en Examenregeling (OER) Bachelorprogramma Academische Opleiding Leraar Basisonderwijs Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen 2018-2019 Bijlage: het programma PARAGRAAF 1 - ALGEMENE

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Bachelor Religiewetenschappen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Bachelor Religiewetenschappen ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 2015-2016 Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel) Bachelor Religiewetenschappen Deze onderwijs- en examenregeling (OER-FFTR)

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel): Bachelor Wijsbegeerte

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel): Bachelor Wijsbegeerte ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 2015-2016 Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel): Bachelor Wijsbegeerte Deze onderwijs- en examenregeling (OER-FFTR) treedt

Nadere informatie

BUITENLANDONDERZOEK 2014-2015

BUITENLANDONDERZOEK 2014-2015 Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen College Sociale Wetenschappen (CSW) Sociale Geografie, Planologie en Internationale Ontwikkelingsstudies BUITENLANDONDERZOEK 2014-2015 Deze hand-out

Nadere informatie

Onderwijs- en Examenregeling LS&T/SMS&TI (Bacheloropleiding) 2004-2005

Onderwijs- en Examenregeling LS&T/SMS&TI (Bacheloropleiding) 2004-2005 Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen van de Universiteit Leiden & Faculteit Technische Natuurwetenschappen van de Technische Universiteit Delft 1 van de Bacheloropleidingen Life Science & Technology

Nadere informatie

Faculteit Rechtsgeleerdheid Toelatingsreglement Nederlandstalige opleidingen Rechtsgeleerdheid

Faculteit Rechtsgeleerdheid Toelatingsreglement Nederlandstalige opleidingen Rechtsgeleerdheid Faculteit Rechtsgeleerdheid Toelatingsreglement Nederlandstalige opleidingen Rechtsgeleerdheid Toelatingsreglement Nederlandstalige opleidingen Rechtsgeleerdheid 1 Inhoudsopgave Paragraaf 1 Algemene bepalingen...

Nadere informatie

Uitleg over de OER Alles wat iedere student moet weten over zijn of haar Onderwijs- en Examenregeling (OER)

Uitleg over de OER Alles wat iedere student moet weten over zijn of haar Onderwijs- en Examenregeling (OER) Uitleg over de OER Alles wat iedere student moet weten over zijn of haar Onderwijs- en Examenregeling (OER) Fractie VUUR, Universiteitsraad www.verenigingvuur.nl info@verenigingvuur.nl - 2 - Voorwoord

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling 2005-2006 Masteropleiding Italiaanse taal en cultuur. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Onderwijs- en examenregeling 2005-2006 Masteropleiding Italiaanse taal en cultuur. Paragraaf 1 Algemene bepalingen [66809] Onderwijs- en examenregeling 2005-2006 Masteropleiding Italiaanse taal en cultuur Paragraaf 1 Algemene bepalingen art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling Deze regeling is van toepassing op het

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding American Studies. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding American Studies. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling [66056] Onderwijs- en examenregeling 2004-2005 Masteropleiding American Studies Paragraaf 1 Algemene bepalingen art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling Deze regeling is van toepassing op het onderwijs

Nadere informatie

Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Programma Bacheloropleiding Sociologie Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen

Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Programma Bacheloropleiding Sociologie Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Programma Bacheloropleiding Sociologie Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen 2018-2019 Bijlage: het programma 1 Bachelor-opleiding Sociologie 2018/2019

Nadere informatie

BESLUIT: de volgende onderwijs- en examenregeling voor de opleiding Toegepaste Wiskunde vast te stellen:

BESLUIT: de volgende onderwijs- en examenregeling voor de opleiding Toegepaste Wiskunde vast te stellen: OER Onderwijs- en examenregeling zoals bedoeld in art. 7.13 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, voor de bacheloropleiding Toegepaste Wiskunde 1 Het bestuur van de faculteit

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 2016-2017 Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen Master Filosofie (120 EC) Deze onderwijs- en examenregeling (OER-FFTR) treedt in werking op 1 september

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling 2004-2005 Masteropleiding Dramaturgie. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling

Onderwijs- en examenregeling 2004-2005 Masteropleiding Dramaturgie. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling [60717] Onderwijs- en examenregeling 2004-2005 Masteropleiding Dramaturgie Paragraaf 1 Algemene bepalingen art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling Deze regeling is van toepassing op het onderwijs en

Nadere informatie

Opleiding / programma: BA Liberal Arts and Sciences. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

Opleiding / programma: BA Liberal Arts and Sciences. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum Opleidingsspecifieke deel OER, 2018-2019 Opleiding / programma: Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum Het toelatingsonderzoek, bedoeld in art. 7.29 van de wet, heeft betrekking op de volgende vakken op het

Nadere informatie

Bijlage Onderwijs- en Examenregeling (OER) Bachelor Programma Academische Opleiding Leraar Basisonderwijs

Bijlage Onderwijs- en Examenregeling (OER) Bachelor Programma Academische Opleiding Leraar Basisonderwijs Bijlage Onderwijs- en Examenregeling (OER) Bachelor Programma Academische Opleiding Leraar Basisonderwijs Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen 2016-2017 Paragraaf 1 Algemene bepalingen Artikel

Nadere informatie

OER. Uitleg over de. Alles wat iedere student moet weten over zijn of haar Onderwijs- en Examenregeling (OER)

OER. Uitleg over de. Alles wat iedere student moet weten over zijn of haar Onderwijs- en Examenregeling (OER) Uitleg over de OER Alles wat iedere student moet weten over zijn of haar Onderwijs- en Examenregeling (OER) Fractie VUUR, Universiteitsraad www.verenigingvuur.nl info@verenigingvuur.nl Voorwoord De Onderwijs-

Nadere informatie

Opleidingsspecifieke deel OER, Opleiding / programma: BA Liberal Arts and Sciences

Opleidingsspecifieke deel OER, Opleiding / programma: BA Liberal Arts and Sciences Opleidingsspecifieke deel OER, 2017-2018 Opleiding / programma: Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum Het toelatingsonderzoek, bedoeld in art. 7.29 van de wet, heeft betrekking op de volgende vakken op het

Nadere informatie

Onderwijs- en Examenregeling LS&T en MST (Bacheloropleiding) 2009-2010

Onderwijs- en Examenregeling LS&T en MST (Bacheloropleiding) 2009-2010 Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen van de Universiteit Leiden & Faculteit Technische Natuurwetenschappen van de Technische Universiteit Delft Onderwijs- en Examenregeling van de Bacheloropleidingen

Nadere informatie

7.3 Regels en Richtlijnen van de Examencommissie Lerarenopleiding 2014-2015 voor:

7.3 Regels en Richtlijnen van de Examencommissie Lerarenopleiding 2014-2015 voor: 7.3 Regels en Richtlijnen van de Examencommissie Lerarenopleiding 2014-2015 voor: Lerarenopleidingstraject van de Educatieve Master / Master Communicatie en Educatie Master LVHO Educatieve Minor met betrekking

Nadere informatie

Onderwijs- en Examenregeling MST en LS&T (Bacheloropleiding)

Onderwijs- en Examenregeling MST en LS&T (Bacheloropleiding) Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen van de Universiteit Leiden & Faculteit Technische Natuurwetenschappen van de Technische Universiteit Delft Onderwijs- en Examenregeling van de Bacheloropleidingen

Nadere informatie

Neerlandistiek CROHO 60849

Neerlandistiek CROHO 60849 Faculteit der Letteren Onderwijs- en Eamenregeling (OER) Deel B: Masteropleiding CROHO 60849 voor het studiejaar 2017-2018 Inhoud: 1. Algemene bepalingen 2. Toelating 3. Inhoud en inrichting van de opleiding

Nadere informatie

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE DUALE PROGRAMMA NEDERLANDS ALS TWEEDE TAAL FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE DUALE PROGRAMMA NEDERLANDS ALS TWEEDE TAAL FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE DUALE MASTEROPLEIDING TAALWETENSCHAPPEN 90 EC PROGRAMMA NEDERLANDS ALS TWEEDE TAAL FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN 2015-201 Deel

Nadere informatie

DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING ROEMEENSE TAAL EN CULTUUR

DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING ROEMEENSE TAAL EN CULTUUR DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING ROEMEENSE TAAL EN CULTUUR 2015-2016 Deel B: opleidingsspecifiek deel 1. Algemene bepalingen Artikel 1.1 Begripsbepalingen Artikel 1.2

Nadere informatie

Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Programma Bacheloropleiding Sociologie Faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen

Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Programma Bacheloropleiding Sociologie Faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Programma Bacheloropleiding Sociologie Faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen 2016-2017 Bijlage: het programma 1 Bachelor-opleiding Sociologie 2016/2017 Artikel

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel)

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel) ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 2016-2017 Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel) Bachelor Religiewetenschappen Deze onderwijs- en examenregeling (OER-FFTR)

Nadere informatie

Commissies binnen de faculteit & de rol en de taken van opleidingscommissies

Commissies binnen de faculteit & de rol en de taken van opleidingscommissies Commissies binnen de faculteit & de rol en de taken van opleidingscommissies juni 2012 1 Inhoud 1 Opleidingscommissies (OC)... 3 1.1 Samenstelling... 3 1.2 Opleidingscommissies binnen de FEB vanaf september

Nadere informatie

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE MASTEROPLEIDING FILOSOFIE 120 EC (WIJSBEGEERTE VAN EEN BEPAALD WETENSCHAPSGEBIED) FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN 2016-2017 Deel

Nadere informatie

1 Onderwijs- en Examenregeling Bacheloropleiding Informatica, 2007/2008

1 Onderwijs- en Examenregeling Bacheloropleiding Informatica, 2007/2008 1 Onderwijs- en Examenregeling Bacheloropleiding Informatica, 2007/2008 Paragraaf 1 - Algemene bepalingen Artikel 1.1 Toepasselijkheid van de regeling Deze regeling is van toepassing op het onderwijs en

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling 2006-2007. Masteropleiding Medische Psychologie. Faculteit Sociale Wetenschappen. Universiteit van Tilburg

Onderwijs- en examenregeling 2006-2007. Masteropleiding Medische Psychologie. Faculteit Sociale Wetenschappen. Universiteit van Tilburg Onderwijs- en examenregeling 2006-2007 Masteropleiding Medische Psychologie Faculteit Sociale Wetenschappen Universiteit van Tilburg 30 juni 2006 Inhoud: 1. Algemene bepalingen 3 2. Masterprogramma 5 3.

Nadere informatie

Handleiding Honours Programma Wiskunde

Handleiding Honours Programma Wiskunde Handleiding Honours Programma Wiskunde Deze handleiding beschrijft inhoud en organisatie van het honours programma (HP) van de bacheloropleiding Wiskunde en Wiskunde en Toepassingen aan de Universiteit

Nadere informatie

Midden-Oostenstudies CROHO 60842

Midden-Oostenstudies CROHO 60842 Faculteit der Letteren Onderwijs- en Examenregeling (OER) Deel B: Masteropleiding Midden-Oostenstudies CROHO 60842 Programma Midden-Oostenstudies voor het studiejaar 2016-2017 Inhoud: 1. Algemene bepalingen

Nadere informatie

Deficiënties. bij de overstap van vwo naar universiteit voor de opleidingen Geneeskunde Tandheelkunde Diergeneeskunde.

Deficiënties. bij de overstap van vwo naar universiteit voor de opleidingen Geneeskunde Tandheelkunde Diergeneeskunde. 1 Deficiënties bij de overstap van vwo naar universiteit voor de opleidingen Geneeskunde Tandheelkunde Diergeneeskunde Januari 2005 Uitgave VSNU Informatiecentrum Aansluiting vwo-wo, in samenwerking met

Nadere informatie

Vastgesteld door de decaan van de faculteit Wiskunde&Informatica op 28 augustus 2003

Vastgesteld door de decaan van de faculteit Wiskunde&Informatica op 28 augustus 2003 Onderwijs- en examenregeling 2003 van de Masteropleiding Computer Science Vastgesteld door de decaan van de faculteit Wiskunde&Informatica op 28 augustus 2003 Inhoud: 1. Algemeen 2. Inrichting van de opleiding

Nadere informatie

Rijksuniversiteit Groningen. Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen

Rijksuniversiteit Groningen. Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen Rijksuniversiteit Groningen Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen Onderwijs- en Examenregeling 2009 2010 voor de Bacheloropleidingen: Biologie Farmaceutische Wetenschappen Farmacie Informatica

Nadere informatie

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE DUALE MASTEROPLEIDING NEERLANDISTIEK (PROGRAMMA REDACTEUR-EDITOR) FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN 2016-2017 Deel B: opleidingsspecifiek

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Nederlandse taal en cultuur. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Nederlandse taal en cultuur. Paragraaf 1 Algemene bepalingen [66804] Onderwijs- en examenregeling 2004-2005 Masteropleiding Nederlandse taal en cultuur Paragraaf 1 Algemene bepalingen art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling Deze regeling is van toepassing op het

Nadere informatie

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE MASTEROPLEIDING MIDDEN-OOSTEN STUDIES FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN 2016-2017 Deel B: opleidingsspecifiek deel 1. Algemene bepalingen

Nadere informatie

Universiteit van Amsterdam FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA

Universiteit van Amsterdam FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA Universiteit van Amsterdam FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Voor de Bacheloropleiding Bio-exact Studiejaar 2009-2010 Preambule In de onderwijs- en

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de Masteropleiding. Taal- en spraakpathologie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de Masteropleiding. Taal- en spraakpathologie FACULTEIT DER LETTEREN RADBOUD UNIVERSITEIT NIJMEGEN ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING van de Masteropleiding Taal- en spraakpathologie 2005-2006 Par. 1 - Algemene bepalingen Artikel 1 - Toepasselijkheid van

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING studiejaar 2013-2014 Deel B BACHELOROPLEIDING FUTURE PLANET STUDIES

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING studiejaar 2013-2014 Deel B BACHELOROPLEIDING FUTURE PLANET STUDIES UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA Instituut voor Interdisciplinaire Studies ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING studiejaar 2013-2014 Deel B BACHELOROPLEIDING

Nadere informatie

FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA. ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Masterschool Life and Earth Sciences studiejaar 2008-2009

FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA. ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Masterschool Life and Earth Sciences studiejaar 2008-2009 UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Masterschool Life and Earth Sciences studiejaar 2008-2009 DE MASTEROPLEIDING BIOMEDICAL

Nadere informatie

Universiteit van Amsterdam FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA

Universiteit van Amsterdam FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA Universiteit van Amsterdam FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Voor de Bacheloropleidingen Bio-exact Natuurkunde en Sterrenkunde, Scheikunde, Wiskunde

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Bijlage, Bachelor Opleiding Docent Muziek

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Bijlage, Bachelor Opleiding Docent Muziek ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Bijlage, Bachelor Opleiding Docent Muziek Studiejaar 2013-2014 Algemeen 1. Deze bijlage bij het algemene gedeelte van de Onderwijs- en examenregeling van Codarts is van toepassing

Nadere informatie

Deze regeling wordt aangeduid als OER van de Masteropleiding Energie en Milieuwetenschappen.

Deze regeling wordt aangeduid als OER van de Masteropleiding Energie en Milieuwetenschappen. ONDERWIJS EN EXAMENREGELING 2006-2007 MASTEROPLEIDING ENERGIE EN MILIEUWETENSCHAPPEN PARAGRAAF 1 Artikel 1.1 ALGEMEEN Toepasselijkheid van de regeling Deze regeling is van toepassing op het onderwijs en

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling 2004-2005 Masteropleiding Cultureel Erfgoed. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling

Onderwijs- en examenregeling 2004-2005 Masteropleiding Cultureel Erfgoed. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling [60739] Onderwijs- en examenregeling 2004-2005 Masteropleiding Cultureel Erfgoed Paragraaf 1 Algemene bepalingen art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling Deze regeling is van toepassing op het onderwijs

Nadere informatie

Onderwijs- en Examenregeling 2012/2013

Onderwijs- en Examenregeling 2012/2013 Onderwijs- en Examenregeling 2012/2013 Masteropleiding Farmacie Faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen Inhoud: 1. Algemene bepalingen 2. Opbouw van de opleiding 3. Tentamens en examen van de opleiding

Nadere informatie

Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen. Onderwijs- en examenregeling. Deel 1 - Bacheloropleiding

Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen. Onderwijs- en examenregeling. Deel 1 - Bacheloropleiding Onderwijs- en examenregeling Deel 1 - Bacheloropleiding Inhoud: Paragraaf 1 Algemene bepalingen Paragraaf 2 Opbouw van de opleiding Paragraaf 3 Onderwijs Paragraaf 4 Tentamens Paragraaf 5 Vooropleiding

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOROPLEIDING TECHNISCHE INFORMATICA

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOROPLEIDING TECHNISCHE INFORMATICA ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOROPLEIDING TECHNISCHE INFORMATICA Onderwijs- en examenregeling zoals bedoeld in art. 7.13 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, voor de bacheloropleiding

Nadere informatie

JAARVERSLAG 2010 EXAMENCOMMISSIE FACULTEIT DER WIJSBEGEERTE ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM

JAARVERSLAG 2010 EXAMENCOMMISSIE FACULTEIT DER WIJSBEGEERTE ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM JAARVERSLAG 2010 EXAMENCOMMISSIE FACULTEIT DER WIJSBEGEERTE ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM Rotterdam, maart 2011 Jaarverslag 2010 Examencommissie Faculteit der Wijsbegeerte 1 In de Wet Versterking Besturing

Nadere informatie

Men komt in aanmerking voor toelating tot het programma Kunstgeschiedenis indien men aantoont te beschikken over de volgende competenties:

Men komt in aanmerking voor toelating tot het programma Kunstgeschiedenis indien men aantoont te beschikken over de volgende competenties: Opleidingsspecifieke deel OER, 2016-2017 De opleiding Kunst- en cultuurwetenschappen Arts and Culture bestaat uit de programma s: Kunstgeschiedenis Gender Studies (see English EER) Arts & Society (voorheen

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling 2005-2006 Masteropleiding Dramaturgie. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling

Onderwijs- en examenregeling 2005-2006 Masteropleiding Dramaturgie. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling [60717] Onderwijs- en examenregeling 2005-2006 Masteropleiding Dramaturgie Paragraaf 1 Algemene bepalingen art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling Deze regeling is van toepassing op het onderwijs en

Nadere informatie

Aanvraag beoordeling macrodoelmatigheid International Bachelor of Bioscience. Leiden, 17 januari 2017

Aanvraag beoordeling macrodoelmatigheid International Bachelor of Bioscience. Leiden, 17 januari 2017 Aanvraag beoordeling macrodoelmatigheid International Bachelor of Bioscience Leiden, 17 januari 2017 Samenvatting aanvraag Algemeen Soort aanvraag (kruis aan wat van toepassing is): Naam instelling Contactpersoon/contactpersonen

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2017 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Russische studies Deze onderwijs- en examenregeling is gebaseerd op de Wet op het hoger onderwijs

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel)

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel) ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 2016-2017 Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel) Deze onderwijs- en examenregeling (OER-FFTR) treedt in werking op 1 september

Nadere informatie

BUITENLANDONDERZOEK

BUITENLANDONDERZOEK Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen College Sociale Wetenschappen (CSW) Sociale Geografie, Planologie en Internationale Ontwikkelingsstudies BUITENLANDONDERZOEK 2016-2017 Deze hand-out

Nadere informatie

Studiejaar Model Onderwijs- en examenregeling (Bachelor)

Studiejaar Model Onderwijs- en examenregeling (Bachelor) Studiejaar 2017-2018 Model Onderwijs- en examenregeling (Bachelor) De model-oer is een hulpmiddel voor faculteiten bij het opstellen van de onderwijs- en examenregelingen. Ter bevordering van (het bewaken

Nadere informatie

Wo masteropleiding Milieuwetenschappen (MSc) (Uitlopende programmering) A. Toelating tot de masteropleiding Niet van toepassing

Wo masteropleiding Milieuwetenschappen (MSc) (Uitlopende programmering) A. Toelating tot de masteropleiding Niet van toepassing Uitvoeringsregeling master 2016-2017 Faculteit Management, Science and & Technology Wo masteropleiding Milieuwetenschappen (MSc) (Uitlopende programmering) Einde nieuwe instroom: 31 augustus 2015 Einde

Nadere informatie

gelet op: de artikelen 7.13, 9.15, 9.18 en 9.38 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;

gelet op: de artikelen 7.13, 9.15, 9.18 en 9.38 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek; Onderwijs- en examenregeling zoals bedoeld in art. 7.13 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, voor de opleiding Technische Wiskunde Het bestuur van de faculteit Wiskunde en Informatica

Nadere informatie

DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen, 2014-2015

DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen, 2014-2015 DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen, 2014-2015 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Toepasselijkheid van de regeling Deze regeling bestaat uit

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling 2004-2005 Masteropleiding Journalistiek. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling

Onderwijs- en examenregeling 2004-2005 Masteropleiding Journalistiek. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling [60628] Onderwijs- en examenregeling 2004-2005 Masteropleiding Journalistiek Paragraaf 1 Algemene bepalingen art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling Deze regeling is van toepassing op het onderwijs en

Nadere informatie

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE RESEARCH MASTER FILOSOFIE FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE RESEARCH MASTER FILOSOFIE FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE RESEARCH MASTER FILOSOFIE FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN 2015-2016 Deel B: Opleidingsspecifiek deel 1. Algemene bepalingen Artikel

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING studiejaar 2013-2014 Deel B BACHELOROPLEIDING BÈTA-GAMMA

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING studiejaar 2013-2014 Deel B BACHELOROPLEIDING BÈTA-GAMMA UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA Instituut voor Interdisciplinaire Studies ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING studiejaar 2013-2014 Deel B BACHELOROPLEIDING

Nadere informatie

Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FFTR 2014-2015

Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FFTR 2014-2015 Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FFTR 2014-2015 Deel 2 Opleidingsspecifiek deel: Master Theologie Deze onderwijs- en examenregeling (OER-FFTR) treedt

Nadere informatie

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE DUALE MASTEROPLEIDING MEDIASTUDIES: JOURNALISTIEK EN MEDIA FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN 2016-2017 Deel B: opleidingsspecifiek

Nadere informatie

Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte

Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte Beste student, U heeft onlangs alle onderdelen van uw bacheloropleiding Wijsbegeerte afgerond en kunt nu het BA-diploma aanvragen. Het bestuur van het Instituut voor

Nadere informatie

Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen van de Universiteit Leiden &

Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen van de Universiteit Leiden & Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen van de Universiteit Leiden & Faculteit Technische Natuurwetenschappen van de Technische Universiteit Delft Uitvoeringsregeling/Bijlage behorend bij de Onderwijs-

Nadere informatie

Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen. Onderwijs- en examenregeling. Bacheloropleiding

Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen. Onderwijs- en examenregeling. Bacheloropleiding Onderwijs- en examenregeling Inhoud: Paragraaf 1 Algemene bepalingen Paragraaf 2 Opbouw van de opleiding Paragraaf 3 Onderwijs Paragraaf 4 Tentamens Paragraaf 5 Vooropleiding Paragraaf 6 Studiebegeleiding

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010 Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010 Opleidingsspecifiek deel Masteropleiding: Talen en culturen van Japan Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel 7.13

Nadere informatie

Overwegende dat KOMEN HET VOLGENDE OVEREEN: Artikel 1. Begripsbepalingen

Overwegende dat KOMEN HET VOLGENDE OVEREEN: Artikel 1. Begripsbepalingen Archeologie, het Bestuur van de Faculteit Campus Den Haag, het Bestuur van de Faculteit der Geesteswetenschappen, het Bestuur van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid, het Bestuur van de Faculteit der Sociale

Nadere informatie

[60715] Onderwijs- en examenregeling 2004-2005 Masteropleiding Kunstbeleid en -management. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

[60715] Onderwijs- en examenregeling 2004-2005 Masteropleiding Kunstbeleid en -management. Paragraaf 1 Algemene bepalingen [60715] Onderwijs- en examenregeling 2004-2005 Masteropleiding Kunstbeleid en -management Paragraaf 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 - Toepasselijkheid van de regeling Deze regeling is van toepassing

Nadere informatie

Onderwijs- en Examenregeling 2009/2010

Onderwijs- en Examenregeling 2009/2010 Onderwijs- en Examenregeling 2009/2010 Faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen Masteropleiding Educatie en Communicatie in de Wiskunde en Natuurwetenschappen Inhoud: 1. Algemene bepalingen 2. Opbouw

Nadere informatie

Artikel Tekst 2.1 Toelatingseisen opleiding Voor toelating tot de opleiding Mediastudies komt in aanmerking de bezitter van

Artikel Tekst 2.1 Toelatingseisen opleiding Voor toelating tot de opleiding Mediastudies komt in aanmerking de bezitter van Opleidingsspecifieke deel OER, 2016-2017 Opleiding / programma: Mediastudies/ Film- en televisiewetenschap; New Media and Digital Culture (voorheen Nieuwe media en digitale cultuur, see English EER) Artikel

Nadere informatie

Voorbereidingscursussen

Voorbereidingscursussen Voorbereidingscursussen Biologie Natuurkunde Scheikunde Wiskunde Studeren aan de Open Universiteit voorbereidings cursussen Het systeem van eindexamenprofielen in het voortgezet onderwijs brengt met zich

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011 Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011 Opleidingsspecifiek deel Masteropleiding: Indian and Tibetan Studies Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel 7.13

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Arabische Taal en Cultuur

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Arabische Taal en Cultuur FACULTEIT DER LETTEREN RADBOUD UNIVERSITEIT NIJMEGEN ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING van de masteropleiding Arabische Taal en Cultuur 2008-2009 Par. 1 - Algemene bepalingen Artikel 1 - Toepasselijkheid van

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING (OER) (ex artikel 7.13 WHW) BACHELOROPLEIDING INDUSTRIEEL ONTWERPEN TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING (OER) (ex artikel 7.13 WHW) BACHELOROPLEIDING INDUSTRIEEL ONTWERPEN TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING (OER) (ex artikel 7.13 WHW) BACHELOROPLEIDING INDUSTRIEEL ONTWERPEN TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT OER Bachelor IO 2007-2008 1 Bachelor programma Industrieel Ontwerpen 2007-2008

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING (OER) (ex artikel 7.13 WHW) 3TU MASTEROPLEIDING EMBEDDED SYSTEMS (ES)

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING (OER) (ex artikel 7.13 WHW) 3TU MASTEROPLEIDING EMBEDDED SYSTEMS (ES) ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING (OER) (ex artikel 7.13 WHW) 3TU MASTEROPLEIDING EMBEDDED SYSTEMS (ES) TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN UNIVERSITEIT TWENTE Pagina 1/9 Versie

Nadere informatie

FACULTEITSRAAD & PRO GEO

FACULTEITSRAAD & PRO GEO INFORMATIEDOCUMENT FACULTEITSRAAD & PRO GEO RUIMTELIJKE WETENSCHAPPEN 2011 (Duisenberg-gebouw) 5414 0023 050-3633884 info@progeo.nl www.progeo.nl INHOUDSOPGAVE INLEIDING.. 3 DE FACULTEITSRAAD. 4 Rechten

Nadere informatie

Naam opleiding: Molecular Science & Technology. Toelating

Naam opleiding: Molecular Science & Technology. Toelating Naam opleiding: Molecular Science & Technology Toelating Is de studie moeilijk? Een studie aan de TU Delft is pittig, zorg er daarom voor dat je er aan het begin van je studie gelijk vol voor gaat. Gas

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling 2006-2007 Masteropleiding Conflict Studies and Human Rights. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Onderwijs- en examenregeling 2006-2007 Masteropleiding Conflict Studies and Human Rights. Paragraaf 1 Algemene bepalingen [60712] Onderwijs- en examenregeling 2006-2007 Masteropleiding Conflict Studies and Human Rights Paragraaf 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 toepasselijkheid van de regeling Deze regeling is van toepassing

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling 2012-2013 bacheloropleiding HBO-Rechten

Onderwijs- en examenregeling 2012-2013 bacheloropleiding HBO-Rechten College van bestuur Onderwijs- en examenregeling 2012-2013 bacheloropleiding HBO-Rechten ) U2012-04405-BGA I Algemeen deel 1. Algemeen Artikel 1. Toepasselijkheid van de regeling Het Algemeen Deel (Deel

Nadere informatie

Universiteit van Amsterdam FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA

Universiteit van Amsterdam FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA Universiteit van Amsterdam FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Bacheloropleidingen FNWI Studiejaar 2003-2004 Preambule In deze OER wordt de regeling

Nadere informatie