Algemeen Reglement KNBSB na wijziging vastgesteld in de bondsraad van 31 maart 2016

Transcriptie

1 Algemeen Reglement KNBSB na wijziging vastgesteld in de bondsraad van 31 maart 2016 Algemene bepalingen Artikel 1. De Koninklijke Nederlandse Baseball en Softball Bond (afgekort KNBSB ). Artikel 2. Toelating van leden De toelating van een lid van de KNBSB als bedoeld in artikel 6, lid 1 onder a. (aangesloten verenigingen) van de statuten van de KNBSB geschiedt op de volgende voorwaarden: a. alleen verenigingen zonder geldelijk winstdoel kunnen worden toegelaten; b. de statuten en reglementen van de verenigingen mogen niet in strijd zijn met de statuten, reglementen en andere wettige regelingen en besluiten van de KNBSB, dit ter beoordeling van het bondsbestuur. Artikel 3. Verplichtingen Met de toelating door de KNBSB aanvaardt een vereniging de navolgende verplichtingen: a. de naleving en de bevordering van naleving door haar leden van de statuten en reglementen en andere wettige regelingen en besluiten van de KNBSB; b. het volledig borg staan voor de financiële verplichtingen van haar leden tegenover de KNBSB; c. de vertegenwoordiging van haar leden in het organisatorische en financiële verkeer met de KNBSB; d. de betaling van een geldelijke bijdrage aan de KNBSB, waarvan de hoogte door de bondsraad wordt vastgesteld; e. voor verandering van de naam van de vereniging is toestemming van de KNBSB vereist. Artikel 4. Aanvraag en toelating verenigingen 1. Een vereniging, die toegelaten wenst te worden tot de KNBSB dient daartoe een door de voorzitter en secretaris van de vereniging ondertekende aanvraag in, schriftelijk of digitaal, bij de directeur van de KNBSB met verstrekking van de statuten van de vereniging en alle overige opgaven en inlichtingen, die noodzakelijk zijn voor de beoordeling van de aanvraag door het bondsbestuur. 2. Het bondsbestuur publiceert het verzoek om toelating terstond in het officieel orgaan van de KNBSB. 3. Gedurende twee weken na deze publicatie bestaat er voor leden van de KNBSB gelegenheid hun bezwaren tegen de toelating schriftelijk aan het bestuur kenbaar te maken.

2 2/15 4. Bezwaar schorst de termijn als bedoeld in artikel 6 lid 2 onder a van de statuten van de KNBSB totdat de beslissing op bezwaar door het bondsbestuur is genomen en bekendgemaakt. 5. De beslissing wordt de aanvrager schriftelijk medegedeeld en in het officieel orgaan van de KNBSB gepubliceerd. Binnen één maand wordt in beginsel een beslissing op bezwaar genomen. 6. Indien het bondsbestuur besluit tot toelating, gaat het lidmaatschap van de vereniging in op de dag van publicatie in het officieel orgaan, tenzij het bondsbestuur in deze publicatie een andere datum bepaalt. 7. Een vereniging, die niet wordt toegelaten door het bondsbestuur heeft het recht van beroep bij de bondsraad, mits het beroep binnen één maand na bekendmaking van het besluit van het bondsbestuur waarin de afwijzing van de aanvraag gemotiveerd wordt meegedeeld, wordt ingesteld bij de bondsraad. 8. Lidmaatschap van de KNBSB loopt per kalenderjaar. Verenigingen worden geacht het lidmaatschap jaarlijks te continueren, tenzij het lidmaatschap uiterlijk drie maanden voor de nieuwe lidmaatschapsperiode wordt opgezegd. Artikel 5. Opgave leden 1. De verenigingen als bedoeld in artikel 6 lid 1 onder a van de statuten van de KNBSB zijn verplicht opgave te doen van al haar leden en daarbij alle door de KNBSB gevraagde informatie te verstrekken. 2. Bij de ledenopgave dienen de verenigingen gebruik te maken van een daartoe bestemd (digitaal) formulier, of een door de KNBSB beschikbaar gesteld systeem. 3. Bij opgave van nieuwe leden van een vereniging, die in het lopende kalenderjaar lid zijn of zijn geweest van een andere vereniging, dient de naam van deze vereniging bij de opgave te worden vermeld. 4. De verenigingen zijn verplicht voor 1 mei een opgave te doen van de leden die het lidmaatschap van de vereniging het nieuwe seizoen niet wensen voort te zetten. 5. Een boete waarvan de hoogte jaarlijks door de bondsraad wordt vastgesteld en gepubliceerd, kan worden opgelegd door het bestuur voor ieder lid van de vereniging dat niet tijdig is opgegeven. Artikel 6. Aanvraag en toelating persoonlijke leden 1. De aanvraag tot toelating als lid van de in artikel 6, lid 1 onder b van de statuten genoemde leden geschiedt op een door de KNBSB vastgesteld formulier aan het bondsbureau. 2. Tenzij het bondsbestuur anders beslist, worden de in lid 1 van dit artikel genoemde leden geacht lid te zijn van de KNBSB vanaf de dag van ontvangst van de aanvraag. 3. Lidmaatschap van de KNBSB loopt per kalenderjaar. Persoonlijke leden worden geacht het lidmaatschap jaarlijks te continueren, tenzij het bondsraad 2

3 3/15 lidmaatschap uiterlijk één maand voor de nieuwe lidmaatschapsperiode wordt opgezegd. Artikel 7. Toelating buitengewone en ondersteunende leden, hun rechten en verplichtingen 1. De toelating van een buitengewoon lid van de KNBSB als bedoeld in artikel 6, lid 1 onder c. van de statuten (overige rechtspersonen) of een ondersteunend lid, voor zover het een rechtspersoon betreft, als bedoeld in artikel 6, lid 1 onder d. geschiedt op voorwaarde dat de statuten en eventuele reglementen van de rechtspersoon niet in strijd zijn met de statuten, reglementen en andere wettige regelingen en besluiten van de KNBSB, behoudens afwijkingen die uit de aard van de rechtspersoon voortvloeien, alles volgens het oordeel van het bondsbestuur. 2. Door een buitengewoon of ondersteunend lid wordt een vaste financiële bijdrage, jaarlijks vast te stellen door de bondsraad aan de KNBSB afgedragen. 3. Met toelating door de KNBSB aanvaardt het buitengewone of ondersteunende lid dezelfde verplichtingen als een vereniging, voor zover op haar van toepassing en tenzij uitdrukkelijk anders vermeld. Congres Artikel 8. Plaats, datum en uur van het congres worden door het bondsbestuur vastgesteld. Zij worden tegelijk met de agenda schriftelijk ter kennis gebracht van de leden als bedoeld in artikel 6 lid 1 van de statuten van de KNBSB. Bondsraad Artikel 9. Clusters Aangesloten verenigingen, als bedoeld in artikel 6 lid 1 onder a. van de statuten, worden ingedeeld in clusters. Een cluster is een geografisch gebonden groep van aangesloten verenigingen van de KNBSB. Vierjaarlijks worden de clusters door het bondsbestuur vastgesteld. Het bondsbestuur stelt daarbij tevens het aantal afgevaardigden, zoals bepaald in artikel 14 van de statuten van de KNBSB, per cluster vast. Vaststelling van het aantal afgevaardigden per cluster vindt plaats op basis van het aantal verenigingen op 1 november van het jaar voorafgaand aan het verkiezingsjaar. Artikel 10. Openbaarheid bondsraadstukken 1. Onder verwijzing naar artikel 17, lid 1 van de statuten zullen, naast de agenda, de te behandelen stukken van elke bondsraadvergadering, zoveel als mogelijk twee weken voor de vergadering, via het officiële orgaan ter kennis van de leden worden gebracht. 2. Na afloop van elke bondsraadvergadering zullen de besluiten via het officiële orgaan ter kennis van de leden worden gebracht bondsraad 3

4 4/15 Artikel 11. Notulen bondsraad 1. De notulen behelzen de agenda, een beknopte weergave van de ter tafel gebrachte stukken en van de gedane voorstellen en mededelingen, een kort verslag van de besprekingen, de uitslagen van de stemmingen en de woordelijke tekst van alle genomen besluiten. 2. De notulen worden binnen zes weken na de bondsraadvergadering ter kennis gebracht van de leden van de bondsraad. Aanmerkingen daarop kunnen door de leden van de bondsraad binnen vier weken worden ingezonden. De notulen worden door de eerstvolgende vergadering van de bondsraad vastgesteld. Artikel 12. Initiatief, amendement, interpellatie 1. Bondsraadsleden hebben het recht van initiatief, amendement en interpellatie. 2. Amendementen en moties moeten schriftelijk bij de voorzitter worden ingediend. Artikel 13. Beraadslagingen 1. De voorzitter bepaalt de orde van de vergadering. 2. Beraadslagingen worden door de voorzitter gesloten, wanneer hij meent dat het betreffende onderwerp voldoende besproken is. 3. Indien dit hem wenselijk voorkomt, kan de voorzitter een maximum spreektijd vaststellen. 4. Een motie van orde tot heropening van het debat of tot verlenging van de spreektijd wordt niet met redenen omkleed en wordt niet besproken, maar wordt onmiddellijk toegestaan, indien tenminste éénderde van de aanwezige leden dit verzoek ondersteunt. Bestuur Artikel 14. Algemene bepalingen 1. Het bondsbestuur wijst uit haar midden een vice voorzitter en secretaris aan. Dit kan hetzelfde bestuurslid zijn.. 2. De vice voorzitter neemt bij afwezigheid van de voorzitter diens functie waar. Hij treedt, zolang de waarneming duurt, in alle rechten en plichten van de voorzitter. Is de vice voorzitter niet in de gelegenheid de functie van de voorzitter (tijdelijk) waar te nemen, dan wijst het bondsbestuur uit zijn midden een plaatsvervanger aan. 3. De penningmeester is de bestuurlijk eerst aangewezene voor het financieel beleid en doet via het bondsbestuur voorstellen aan de bondsraad met betrekking tot het financiële beleid van de bond. 4. Het bondsbestuur stelt na elke bondsraadsvergadering waarin een bestuursverkiezing heeft plaatsgevonden, een verdeling van de portefeuilles vast. De verdeling van portefeuilles wordt gepubliceerd in het officieel orgaan bondsraad 4

5 5/15 5. Het bondsbestuur vervult de rol van constituerende leiding en richt zich op vaststelling van algemeen beleid. De dagelijkse leiding ligt bij de algemeen directeur, welke daarbij gebruik maakt van het bondsbureau. 6. De algemeen directeur van de KNBSB woont de bondsbestuursvergaderingen bij en vervult de rol van ambtelijk secretaris. De ambtelijk secretaris heeft geen stemrecht. Artikel 15. Bestuursvergaderingen 1. Zo vaak de voorzitter of tenminste twee bestuursleden dit wenselijk achten, wordt een bondsbestuursvergadering bijeengeroepen. De bondsbestuursvergadering wordt bijeengeroepen door de voorzitter of de secretaris van het bondsbestuur, zo mogelijk tenminste drie dagen van tevoren. 2. Een voor de eerste maal bijeengeroepen bondsbestuursvergadering is niet geldig, indien minder dan de helft van het aantal bondsbestuursleden aanwezig is. Is een bondsbestuursvergadering om deze reden ongeldig, dan kan opnieuw een bondsbestuursvergadering worden uitgeschreven, die van tevoren geconvoceerd, rechtsgeldige besluiten kan nemen, ongeacht het aantal aanwezigen; in dit geval mogen uitsluitend besluiten worden genomen ter zake van punten op de agenda van de eerst uitgeschreven vergadering. 3. Het bondsbestuur neemt zijn besluiten in vergadering. In spoedeisende gevallen kan het bondsbestuur besluiten nemen zonder in vergadering bijeen te komen, mits alle leden van het bondsbestuur de kans hebben gehad betrokken te zijn en daarvan, alsmede van het opgenomen besluit, blijkt uit een door de secretaris op te maken protocol dat in de notulen wordt opgenomen. 4. Van de bondsbestuursvergaderingen wordt een zakelijk verslag opgemaakt. Artikel 16. Algemeen Directeur 1. Het bondsbestuur benoemt, schorst en ontslaat de algemeen directeur van de KNBSB. Een besluit tot benoeming, schorsing of ontslag van een algemeen directeur is alleen dan rechtsgeldig, indien het besluit is genomen bij meerderheid van stemmen door het aantal stemgerechtigde leden van het bondsbestuur. 2. De leiding van de werkorganisatie, waaronder het bondsbureau berust bij de algemeen directeur van de KNBSB. De algemeen directeur is verantwoording verschuldigd aan het bondsbestuur. 3. Het bondsbureau is belast met de ondersteuning en de uitvoering van de werkzaamheden welke door het bondsbestuur aan de algemeen directeur KNBSB zijn opgedragen. 4. Binnen de door het bondsbestuur gegeven volmachten en richtlijnen benoemt, schorst en ontslaat de algemeen directeur de medewerkers van de KNBSB bondsraad 5

6 6/15 5. De organisatie en werkwijze van het bondsbureau, alsmede de taken en bevoegdheden van de algemeen directeur van de KNBSB worden nader geregeld bij of krachtens een directiestatuut. 6. Het archief wordt gehouden door het bondsbureau of een benoemde archivaris. Werkorganisatie Artikel 17. Inrichting 1. De Werkorganisatie is onderverdeeld in een facilitair bedrijf en drie kolommen, te weten Honkbal, Softbal en Breedtesport. 2. Iedere kolom beschikt over een kolomoverleg. 3. a. Het kolomoverleg binnen de kolom Honkbal vindt plaats onder verantwoordelijkheid van de technisch directeur die fungeert als voorzitter van het kolomoverleg, drie leden namens de verenigingen spelend in de Hoofdklasse en/of de Overgangsklasse competities, één lid namens de groep wedstrijdofficials honkbal en één lid namens NL evenementen. b. Het kolomoverleg binnen de kolom Softbal vindt plaats onder verantwoordelijkheid van de technisch directeur die fungeert als voorzitter van het kolomoverleg, drie leden namens de verenigingen spelend in de Golden League en/of de Silver League competities, één lid namens de groep wedstrijdofficials softbal en één lid namens NL evenementen. 4. Het kolomoverleg binnen de kolom Breedtesport vindt plaats onder verantwoordelijkheid van de programmamanager breedtesport, die fungeert als voorzitter van het kolomoverleg en bestaat verder uit 10 leden, 1 per cluster, met een evenwichtige verdeling tussen honkbal en softbal. 5. Kandidaatstelling voor de leden van het kolomoverleg geschiedt door de betrokken verenigingen / organisaties van waaruit het lid afkomstig is in het kolomoverleg. Bij meerdere kandidaten voor de zetel in het kolomoverleg zal een stemming ter verkiezing onder de betrokken verenigingen / organisaties worden gehouden. Indien binnen de daartoe gestelde termijn geen kandidaten worden gesteld door de betrokken verenigingen / organisaties is de verantwoordelijke voor de kolom gerechtigd kandidaten aan te zoeken. 6. a. Het bondsbestuur benoemt, schorst en ontslaat de leden van het kolomoverleg. b. De leden van het kolomoverleg worden benoemd voor een periode van 4 jaren. c. Tussentijdse vacatures en vacatures van leden namens de Hoofdklasse of Overgangsklasse als gevolg van het niet meer afkomstig zijn uit de Hoofdklasse of Overgangsklasse worden ingevuld voor de nog lopende zittingsperiode. De wijze van invulling is geregeld in lid 5 van dit artikel. 7. De algemeen directeur kan bij het niet in dienst hebben van een technisch directeur / programmamanager als voorzitter ad interim van het kolomoverleg fungeren. 8. Het kolomoverleg stelt in mandaat van het bondsbestuur de reglementen van wedstrijden voor de eigen kolom vast en kan daar wijzigingen in bondsraad 6

7 7/15 aanbrengen. Wijzigingen van een reglement van wedstrijden, dan wel vaststelling van een nieuw reglement van wedstrijden vinden plaats overeenkomstig artikel 28 lid 1 en lid 2 van de statuten van de KNBSB. Voorafgaand aan het besluit tot wijziging van een reglement van wedstrijden treedt het kolomoverleg zoveel als mogelijk in overleg met belanghebbenden en of doelgroepen a. Het kolomoverleg honkbal treedt daartoe in ieder geval in overleg met het Hoofdklasse overleg honkbal, bestaande uit vertegenwoordigers van de verenigingen uitkomend in de Hoofdklasse competitie honkbal en het Overgangsklasse honkbal overleg, bestaande uit vertegenwoordigers van de verenigingen uitkomend in de Overgangsklasse competitie honkbal. b. Het kolomoverleg softbal treedt daartoe in ieder geval in overleg met het Hoofdklasse overleg dames softbal, bestaande uit vertegenwoordigers van de verenigingen uitkomend in de Hoofdklasse competitie dames softbal en het Overgangsklasse dames softbal overleg, bestaande uit vertegenwoordigers van de verenigingen uitkomend in de Overgangsklasse competitie dames softbal, dan wel het Topsport dames softbal overleg, bestaande uit vertegenwoordigers van verenigingen uitkomend in de topsportcompetities dames softbal. 9. Het Kolomoverleg besluit zelfstandig en met bevoegdheid op basis van mandaat van het bondsbestuur over de uitvoering van de activiteiten binnen de kolom en legt daarover verantwoording af aan het bondsbestuur. In spoedeisende gevallen kan het Kolomoverleg besluiten nemen zonder in vergadering bijeen te komen, mits alle leden van het Kolomoverleg de kans hebben gehad betrokken te zijn en daarvan, alsmede van het opgenomen besluit, blijkt uit een door de secretaris op te maken protocol dat in de notulen wordt opgenomen. Voorafgaand aan het besluit over de uitvoering van activiteiten treedt het kolom overleg zoveel als mogelijk in overleg met belanghebbenden en/of doelgroepen, hiertoe behoren in ieder geval de in lid 8 onder a. en b. van dit artikel genoemden. 10. Het kolomoverleg is bevoegd om advies te geven aan het bondsbestuur. Voorafgaand aan het advies treedt het kolomoverleg zoveel als mogelijk in overleg met belanghebbenden en/of doelgroepen. 11. Het facilitair bedrijf ondersteunt de kolommen in haar activiteiten. Het facilitair bedrijf bestaat uit de medewerkers van het bondsbureau en de vrijwillig medewerkers in de diverse functies binnen de werkorganisatie, alsmede de medewerkers van samenwerkingsverband(en) tussen KNBSB en andere sportorganisatie(s). Adviescommissie Geschillen Artikel 18. Algemene bepalingen 1. Geschillen tussen een KNBSB orgaan of de KNBSB werkorganisatie en aangesloten verenigingen, leden van aangesloten verenigingen of persoonlijke leden van de KNBSB, welke zijn gebaseerd op de statuten, bondsraad 7

8 8/15 reglementen en uitvoeringsbepalingen van de KNBSB, kunnen conform artikel 9 lid 4 van de statuten schriftelijk door de belanghebbende partij worden voorgelegd aan het bondsbestuur van de KNBSB. 2. Geschillen betreffen, behoudens de in de wet genoemde gevallen, uitsluitend: a. het feit, dat het besluit of de handeling van een KNBSB orgaan of de KNBSB werkorganisatie niet in overeenstemming is met de statuten, de reglementen of de uitvoeringsbepalingen van de KNBSB en/of het Nederlands recht; b. het feit, dat een KNBSB orgaan of de KNBSB werkorganisatie bij het nemen van het besluit of bij het verrichten van de handeling zijn bevoegdheid kennelijk voor een ander doel heeft gebruikt dan voor het doel waartoe de bevoegdheid is gegeven; c. het feit, dat een KNBSB orgaan of de KNBSB werkorganisatie bij afweging van de betrokken belangen kennelijk op onredelijke wijze tot het besluit of de behandeling is gekomen; d. het feit, dat een KNBSB orgaan of de KNBSB werkorganisatie bij het nemen van het besluit of bij het verrichten van de handeling in onvoldoende mate zorgvuldig is geweest, onvoldoende heeft gemotiveerd, onvoldoende heeft gelet op de consequenties van haar besluit of handeling voor de rechtszekerheid of onvoldoende rekening heeft gehouden met mogelijk opgewekt vertrouwen. 3. Geschillen dienen door de belanghebbende partij binnen 3 weken (15 werkdagen), gerekend vanaf het moment dat de belanghebbende op de hoogte is of redelijkerwijze kan zijn van het besluit of handeling waartegen het geschil zich richt, schriftelijk bij het bondsbestuur te zijn ingediend. Geschillen aanhangig gemaakt nadat de termijn van 15 werkdagen is verstreken worden niet in behandeling genomen. 4. Behandeling door het bondsbestuur van een haar, binnen de in lid 3 gestelde termijn, schriftelijk voorgelegd geschil zal plaatsvinden binnen 3 weken (15 werkdagen) na ontvangst van het aanhangig gemaakte geschil en leiden tot melding aan de belanghebbende en publicatie in het officieel orgaan van de KNBSB van het besluit van het bondsbestuur inzake het haar voorgelegde geschil in de week (5 werkdagen) daarop volgend. 5. Beroep tegen het besluit van het bondsbestuur op het door belanghebbende aanhangig gemaakte geschil is mogelijk bij de Adviescommissie Geschillen. 6. De Adviescommissie Geschillen bestaat uit tenminste een voorzitter en twee leden, gekozen door de bondsraad. 7. De Adviescommissie Geschillen adviseert op verzoek van een belanghebbende partij in gevallen als bedoeld in artikel 9 lid 4 van de statuten en lid 1 en 2 van dit artikel over het besluit van het bondsbestuur conform lid 4 van dit artikel bondsraad 8

9 9/15 8. Een adviesaanvraag bij de Adviescommissie Geschillen dienen binnen 3 weken (15 werkdagen), gerekend vanaf het moment dat het besluit op een geschil van het bondsbestuur aan de belanghebbende kenbaar is gemaakt, dan wel de belanghebbende redelijkerwijze op de hoogte kan zijn, schriftelijk bij de commissie te zijn ingediend. Advies aanvragen aanhangig gemaakt nadat de termijn van 15 werkdagen is verstreken worden niet in behandeling genomen. 9. Gelijktijdig met het door een belanghebbende aanhangig maken van een beroep op de uitspraak van het bondsbestuur inzake een geschil is de belanghebbende een waarborgsom verschuldigd. De hoogte van de waarborgsom wordt door de bondsraad, op voorstel van het bondsbestuur, vastgesteld. 10. Behandeling door de Adviescommissie Geschillen van een haar, binnen de in lid 3 gestelde termijn, schriftelijk voorgelegde adviesaanvraag zal plaatsvinden binnen 3 weken (15 werkdagen) na ontvangst van de aanhangig gemaakte advies aanvraag. 11. De Adviescommissie Geschillen brengt aan het bondsbestuur advies uit binnen 4 weken (20 werkdagen) na ontvangst van de aanhangig gemaakte advies aanvraag. De inhoud van dit advies wordt door de Adviescommissie Geschillen tevens aan de belanghebbende gemeld. 12. Het bondsbestuur besluit binnen 3 weken (15 werkdagen) opnieuw, na ontvangst van en in ogenschouw nemend het advies van de Adviescommissie Geschillen, over het door belanghebbende aanhangig gemaakte geschil. Het hernieuwde besluit van het bondsbestuur wordt na besluitvorming in het bondsbestuur binnen 5 werkdagen ter kennis gebracht van belanghebbende en gepubliceerd in het officieel orgaan van de KNBSB. 13. Uitstel van behandeling een aanhangig gemaakt geschil door het bondsbestuur of advies aanvraag door de Adviescommissie Geschillen kan, indien belanghebbende(n) met redenen omkleed wordt / worden geïnformeerd, met een periode gelijk aan de periode van behandeling genoemd in respectievelijk lid 4, 10 en 12 van dit artikel 14. Tegen het in lid 12 bedoelde besluit is geen beroep binnen de KNBSB meer mogelijk. 15. Geschillen tussen aangesloten verenigingen of tussen een aangesloten vereniging en haar leden kunnen ter advisering aan belanghebbende partijen worden voorgelegd aan de Adviescommissie Geschillen. 16. Behandeling door de Adviescommissie Geschillen geschiedt op gelijke wijze als beschreven in lid 7 tot en met 11 van dit artikel, met dien verstande dat van een advies aan het bondsbestuur geen sprake zal zijn, alleen advies aan de belanghebbende partij(en). Financiële Commissie Artikel 19. Algemene bepalingen 1. De Financiële Commissie bestaat uit ten minste de voorzitter en twee leden, gekozen door de bondsraad bondsraad 9

10 10/15 2. De Financiële Commissie oefent ten behoeve van de bondsraad controle uit op het financiële beleid van het bestuur. Leden van het bestuur zijn verplicht aan de commissie alle relevante inlichtingen of opgaven te verstrekken. De bevindingen van de, door het bondsbestuur aangestelde, register accountant, die de jaarlijkse (wettelijke) controle op de financiën van de KNBSB uitvoert, worden daartoe volledig voor de Financiële Commissie beschikbaar gesteld. 3. De Financiële Commissie brengt van haar bevindingen rapport uit aan de bondsraad, nadat daarover overleg is gevoerd met (een delegatie van) het bestuur. 4. De Financiële Commissie adviseert de bondsraad en het bestuur over het financiële beleid. 5. De Financiële Commissie vergadert tenminste twee maal per jaar. 6. De Financiële Commissie kan zich in spoedgevallen uitspreken over financiële besluiten van het bestuur voor zover deze besluiten de goedkeuring van de bondsraad behoeven. Bij instemming is het besluit direct uitvoerbaar. Een dergelijk besluit wordt echter op de eerstvolgende bondsraadsvergadering aan het oordeel van de bondsraad onderworpen. Commissies Bestuur Artikel 20. Algemene bepalingen Ten aanzien van de commissies, als bedoeld in artikel 24 van de statuten gelden de volgende bepalingen: 1. Geen enkele commissie heeft uitvoerende macht, tenzij die door de bondsraad of door het bondsbestuur - voor zover hiertoe krachtens een bepaling van enig reglement van de bond bevoegd - uitdrukkelijk is verleend. 2. Commissies zijn ontbonden zodra het bondsbestuur uitdrukkelijk heeft geconstateerd dat zij hun taak hebben volbracht en daaromtrent schriftelijk verslag hebben uitgebracht. 3. De door het bondsbestuur benoemde leden van een commissie kunnen te allen tijde door het bondsbestuur worden ontslagen. Het bondsbestuur is daarnaast bevoegd een commissie in haar geheel te ontbinden, in welk geval tevens, tenzij het bondsbestuur anders bepaalt, de door de desbetreffende commissie benoemde subcommissies worden ontbonden. FINANCIËN Artikel 21. Begroting 1. De begroting wordt door het bestuur opgesteld aan de hand van beredeneerde berekeningen en van een werkplan voor het komende jaar. 2. De definitief vastgestelde begrotingen van uitgaven zijn bindend, met dien verstande dat: a. iedere post uit de begroting van een kolom overschreden mag worden door putting uit een andere post binnen de begroting van de kolom; b. het werkplan zoveel als mogelijk leidraad is en gerealiseerd moet worden bondsraad 10

11 11/15 3. Indien gegronde vermoedens bestaan, dat de inkomsten meer dan tien procent minder zullen opbrengen dan geraamd was, is het bondsbestuur verplicht voorstellen te doen ter financiering van de tekorten, dan wel het totaal van de posten van de begroting van uitgaven met een zelfde percentage te verlagen en daarvan aan de Financiële Commissie mededeling te doen. 4. Indien gegronde vermoedens bestaan, dat de inkomsten meer dan tien procent meer zullen opbrengen dan geraamd was, is het bondsbestuur bevoegd posten van de begroting van uitgaven tot een zelfde bedrag in totaal te verhogen. Artikel 22. Financieel beheer 1. Het bondsbestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de KNBSB zodanig boek te houden dat daaruit te allen tijde de rechten en verplichtingen van de KNBSB kunnen worden gekend. 2. De door de KNBSB beheerde fondsen worden in overleg met de Financiële Commissie afzonderlijk belegd en geadministreerd volgens door het bondsbestuur vast te stellen regels en volgens door het bestuur te bepalen regels worden uitgegeven. Artikel 23. Rekeningen en betalingen 1. De hoogte van de te betalen jaarlijkse contributies en heffingen, als bedoeld in artikel 25 van de statuten, wordt op voorstel van het bondsbestuur door de bondsraad vastgesteld. 2. Voor de contributie als bedoeld in lid 1 voor de aangesloten verenigingen betreft, gelden de volgende regels: a. Alle verenigingsleden dienen door de verenigingen bij de KNBSB te worden geregistreerd b. De door de verenigingsleden verschuldigde bedragen worden in rekening gebracht aan de verenigingen, door wie zij opgegeven zijn. Wordt eenzelfde persoon door meer dan één vereniging als verenigingslid opgegeven, dan is elk van deze verenigingen voor deze persoon contributieplichtig. c. De door een aangesloten vereniging verschuldigde contributie bestaat uit een afdracht voor elk van haar bij de bond geregistreerde leden, ongeacht of deze in het buitenland wonen respectievelijk al dan niet deelnemen aan wedstrijden of een functie bekleden met dien verstande dat ten aanzien van leden tot en met 17 jaar dat bedrag lager zal zijn dan dat met betrekking tot leden van 18 jaar en ouder. Als leeftijd van het lid geldt de leeftijd die dat lid op 31 december van het lopende jaar heeft of bereikt. d. Contributie is ook verschuldigd voor leden die tussen 1 mei en 1 november van het lopende jaar aan het ledenbestand van de vereniging zijn toegevoegd. e. Er wordt op basis van het opgegeven ledenaantal per 1 mei een bondsraad 11

12 12/15 voorschotnota verstuurd, welke voor de helft op 30 juni en de andere helft op 30 september betaald moet zijn, ofwel in door het bondsbestuur KNBSB vastgestelde termijnen via automatische incasso, waarvan de laatste termijn ook op 30 september geïnd moet kunnen zijn. f. Op basis van het opgegeven ledenaantal per 1 november vindt medio november definitieve facturatie (eindafrekening) plaats. Deze laatste factuur dient uiterlijk op 1 december te zijn voldaan. 3. Op de voorschotnota in mei worden tevens heffingen (waaronder sponsorafdrachten, voorschot scheidsrechterkosten, verzekering en overige vaste kosten voor verenigingen), waar nodig als geschatte bedragen, in rekening gebracht, met definitieve afrekening in de eindafrekening van november. 4. Persoonlijke leden en buitengewone leden zijn aan het begin van iedere lidmaatschapsperiode, of bij tussentijdse toetreding binnen één maand na de toetreding en vervolgens aan het begin van ieder jaar of periode van 12 maanden de totale contributie ineens verschuldigd. 5. Een aangesloten vereniging die met een sponsor een overeenkomst met naamsverbinding aangaat is hiervoor per team/klasse een heffing verschuldigd die jaarlijks door de bondsraad op voorstel van het bondsbestuur wordt vastgesteld. Als een naamsverbinding binnen een aangesloten vereniging voor meer sporten of teams geldt, dan wordt de heffing slechts berekend voor dat team waarvoor het hoogste bedrag geldt, ongeacht of het om eenzelfde of om verschillende naamsverbindingen gaat. 6. De totale kosten van de scheidsrechtersdeclaraties voor de competitie worden ieder jaar door het bondsbestuur per wedstrijd en per klasse over de deelnemende verenigingen omgeslagen, op basis van daadwerkelijk geleidde wedstrijden 7. Overige aan leden van de KNBSB in rekening te brengen kosten worden door de KNBSB gefactureerd. Binnen één maand na ontvangst van een rekening moet de schuldenaar het verschuldigde bedrag aan de KNBSB hebben overgemaakt. 8. Protesten of bezwaren tegen de juistheid van een rekening ontheffen de schuldenaar niet van de plicht tot voldoening binnen de gestelde termijn. 9. Eventuele incassokosten komen ten laste van de schuldenaar, daarnaast wordt, vanaf de datum waarop het verschuldigde bedrag had moeten worden voldaan, een rente van 1% per maand over het (nog) verschuldigde bedrag in rekening gebracht. 10. Een boete waarvan de hoogte jaarlijks door het bestuur wordt vastgesteld en gepubliceerd, kan worden opgelegd door de penningmeester voor ieder ingegane week dat de schuldenaar het gestelde in lid 2 onder e en f, lid 4, lid 7 en lid 8 van dit artikel overtreedt. 11. Alle bedragen ter zake van contributies en heffingen zullen, tenzij de bondsraad anders bepaalt, elk jaar automatisch worden aangepast op basis van het indexcijfer voor de prijzen, zoals deze worden vastgesteld door het Centraal Bureau voor de Statistiek per 1 oktober van het jaar voorafgaande bondsraad 12

13 13/15 aan het bondsjaar waarvoor deze bedragen verschuldigd zijn. 12. Een aangesloten vereniging die meer dan 14 dagen na aanmaning bij aangetekende brief in gebreke blijft met de betaling van aan de bond verschuldigde gelden, kan door het bondsbestuur verdere deelneming aan door het bondsbestuur uitgeschreven of goedgekeurde wedstrijden worden ontzegd, in welk geval alle door haar in het lopend seizoen voor topsport en/of breedtesportcompetities gespeelde wedstrijden ongeldig kunnen worden verklaard. Artikel 24. Controle op verenigingen De leden als bedoeld in artikel 6 lid 1 onder a van de statuten zijn verplicht een goede administratie te houden van haar ledenbestand en de financiën. De gehele administratie met de daarbij behorende bescheiden dient gedurende zeven jaar bewaard te worden. Desgevraagd dient deze ter inzage overlegd te worden aan het bestuur of diens gemachtigde. Voorts zijn de verenigingen verplicht op eerste vordering door of namens het bondsbestuur binnen de daarvoor gestelde termijn alle opgaven betreffende de boekhouding en/of administratie te verstrekken, die worden verlangd. Artikel 25. Vergoeding van kosten 1. Voor vergoeding van de kosten kan het bondsbestuur regeling(en) vaststellen. 2. De leden van het bondsbestuur en van de commissies, zoals bedoeld in de artikelen 19 en 24 van de statuten, alsmede andere functionarissen van de KNBSB kunnen een vergoeding van de kosten krijgen, mits zij hun gespecificeerde declaraties vóór de vijftiende van de maand volgend op die waarin de kosten worden gemaakt, bij de administratie KNBSB indienen. Artikel 26. Administratieve boetes 1. Overtreding van de regels omschreven in reglementaire bepalingen, waaronder de reglementen van wedstrijden, en bondsbestuursbesluiten kunnen door het bondsbestuur worden beboet. 2. De hoogte van de administratieve boetes wordt jaarlijks, op voorstel van het bondsbestuur, door de bondsraad vastgesteld en door het bondsbestuur gepubliceerd. Artikel 27. Bijzondere functies 1. De KNBSB kent bijzondere functies binnen haar organisatie, waaronder wedstrijdofficials, waarnemers, consuls en commissionairs. 2. De taken en bevoegdheden van deze bijzondere functies worden vastgesteld door het bondsbestuur. Artikel 28. Sportiviteit en respect 1. Het bestuur van een aangesloten vereniging is verplicht de goede orde bij wedstrijden gespeeld op haar terrein, zowel vóór, tijdens, als na de wedstrijd bondsraad 13

14 14/15 te handhaven. Het bestuur is daarvoor verantwoordelijk evenals voor de persoonlijke veiligheid van de spelers en functionarissen. 2. Het bondsbestuur kan een aangesloten vereniging speciale voorschriften geven met betrekking tot het handhaven van de orde bij wedstrijden en personen aanwijzen, belast met de controle op de naleving van de voorschriften. 3. Indien en zolang de orde naar de mening van het bondsbestuur niet voldoende is gewaarborgd, kan deze het spelen van wedstrijden op het terrein van de betrokken vereniging verbieden, in welk geval die vereniging verplicht is uiterlijk 4 dagen vóór iedere wedstrijd ten genoegen van het bondsbestuur een ander terrein beschikbaar te stellen. 4. Het bondsbestuur kan uit een oogpunt van handhaving van de orde bepalen dat personen door een aangesloten vereniging bij een of meer thuiswedstrijden niet mogen worden toegelaten.. Artikel 29. Goed Sportbestuur 1. In het jaarverslag van de KNBSB wordt een rapportage over het omgaan met de aanbevelingen Goed Sportbestuur opgenomen. In deze rapportage wordt tweejaarlijks de invulling van de aanbevelingen Goed Sportbestuur binnen de KNBSB getoetst. 2. De bondsraad stelt bestuursprofielen en competentieprofielen vast en wijzigt deze. Slotbepalingen Artikel 30. Noodbevoegdheid Voor zover in bepaalde gevallen de reglementen van de KNBSB niet voorzien, of niet voldoende voorzien, neemt het Bondsbestuur de beslissing. Artikel 31. Kennis van dit reglement Niemand kan zich beroepen op onbekendheid met hetgeen in dit reglement is bepaald. Vastgesteld tijdens de bondsraadsvergadering op 31 maart Gepubliceerd in Home Plate en op de website op 6 april bondsraad 14

15 15/15 Bijlage Begrippenlijst Algemeen Reglement 2011 Recht van initiatief Het recht van initiatief behelst het recht van de bondsraad om zelf voorstellen in te dienen bijvoorbeeld voor het ontwikkelen van bepaalde beleidsdoelen, aanpassing van Statuten of het Algemeen Reglement. Voorstellen voor het gebruik van het recht van initiatief dienen schriftelijk bij het bestuur te worden ingediend. Recht van amendement Het recht van amendement regelt het recht van de bondsraad om voorstellen, bijvoorbeeld met het oog op bepaalde beleidsvoornemens, op aangeduide onderdelen te wijzigen. Het bestuur zal vervolgens het amendement in stemming brengen. Bij aanname met meerderheid van stemmen wordt het bestuur geacht dit amendement uit te voeren. Recht van interpellatie Het recht van interpellatie heeft betrekking op het recht van de bondsraad om het bestuur uit te nodigen om met haar over een nader aan te duiden onderwerp in relatie tot de functie van de bondsraad in debat te gaan. Het recht van interpellatie dient schriftelijk bij het bestuur te worden ingediend. Motie In een motie spreekt de bondsraad een mening uit of vraagt zij het bestuur met betrekking tot een bepaald onderwerp iets te doen of na te laten. Een motie is minder zwaar dan een amendement om reden dat het bestuur niet gehouden is om de motie ook daadwerkelijk uit te voeren. Ook een motie dient schriftelijk bij het bestuur te worden ingediend bondsraad 15