N 340, vlot en veilig door de Vechtstreek. Zienswijzennota. N 340/N48 Zwolle-Ommen. Eenheid Wegen en Kanalen

Transcriptie

1 N 340, vlot en veilig door de Vechtstreek Zienswijzennota N 340/N48 Zwolle-Ommen Eenheid Wegen en Kanalen Mei 2012

2 Colofon Uitgave provincie Overijssel Datum Mei 2012 Auteur de heer drs.ing. A. Zandvoort, Witteveen+Bos de heer ing. J. Looijen, Witteveen+Bos de heer ing. G.M. van Weerd, Provincie Overijssel Project/kenmerk Provinciaal Inpassingsplan N 340/N48 Zwolle-Ommen ZL384-76/boeg3/082 Inlichtingen bij de heer ing. G.M. van Weerd Eenheid Wegen en Kanalen / Team Projecten Adresgegevens Provincie Overijssel Luttenbergstraat 2 Postbus GB Zwolle Telefoon Fax N340@overijssel.nl 2 PIP N340 / N48 Zienswijzennota

3 Inhoudsopgave 1 Inleiding Aanleiding Leeswijzer 6 2 Zienswijzen genummerd en gecategoriseerd 8 3 Voorgestelde beantwoording 26 In-00 Inrichting Combinatiealternatief 29 In-01 N 340/N48 ligging / profielbreedte / ruimtebeslag / verkeersveiligheid (de basisuitgangspunten) 29 In-02 Parallelwegen 32 In-03 Oude N In-04 Rubriek vervallen 37 In-05 (fiets)verkeer Ankum 37 In-06 Fietsroutes en -tunnels 38 In-07 Rubriek vervallen 39 In-08 Bereikbaarheid percelen weerszijden N 340/N48 39 In-09 Erfontsluiting 41 In-10 Openbaar vervoer 42 In-11 Knooppunt A28/N 340 (ook Anningahof) 42 In-12 De Bese 46 In-13 Rubriek vervallen 46 In-14 Driesen aansluiting (Koesteeg / Dedemsweg) 46 In-15 Oudleusen (aansluiting) 46 In-16 Oudleusen rotonde bij Dennenkamp 48 In-17 Maneweg aansluiting 48 In-18 Hessenweg West Kruising 49 In-19 Hessenweg West (Verkeersveiligheid, leefbaarheid/aanleg noordelijke parallelweg) 49 In-20 Knooppunt Varsen 50 In-21 Balkerweg aansluiting 51 In-22 Knooppunt Arriërveld 51 In-23 Tankstation Oudleusen/Terrein Chinees restaurant Ni Hao 52 In-24 Kunstwerken ontwerp 53 In-25 Spoorkruising 54 In-26 Planologisch regime 54 In-27 2x1 rijstroken 55 Le-00 Leefbaarheid, gezondheid, lucht, geluid bij Combinatiealternatief 55 Le-01 Leefbaarheid (inclusief barrièrewerking, sociale cohesie) 55 Le-02 Akoestisch onderzoek 64 Le-03 Hogere Grenswaarden 81 Le-04 Geluidsoverlast rondom N48 na openstelling N36 81 Le-05 Luchtkwaliteit 82 Le-06 Lichthinder 86 Le-07 Externe veiligheid 87 Le-08 Rubriek vervallen 88 Le-09 Wijkers/blijvers 88 Na-00 Natuur, landschap, recreatie, waterhuishouding bij Combinatiealternatief 93 Na-01 Natuur (inclusief compensatie en faunavoorzieningen) 93 Na-02 Landschappelijke inpassing 98 PIP N340 / N48 Zienswijzennota 3

4 Na-03 Waterhuishouding(splan) 101 Na-04 Cultuurhistorie en archeologie 101 Nu-00 Nut en noodzaak, tracékeuze, toekomstvastheid, besluitvorming 101 Nu-01 Nut en noodzaak (Verkeerscijfers/-prognoses) 101 Nu-02 Tracékeuze 104 Nu-03 Toekomstvastheid 114 Nu-04 Rubriek vervallen 115 Nu-05 Relatie met Omgevingsvisie / programma Ruimte voor de Vecht / Voortvarend Varsen / Gebiedsontwikkeling Vechtcorridor 115 Nu-06 Relatie met N Nu-07 Bestuurlijke besluitvorming 119 Nu-08 Maatschappelijke uitvoerbaarheid/weerstand 121 Nu-09 Communicatie/participatie 121 Nu-10 Reacties op startnotitie / PlanMER /Structuurvisie / BesluitMER / voorontwerp inpassingsplan 122 Ov-00 Overig 123 Ov-01 Inleiding 123 Ov-02 Afsluiting 123 Ov-03 Verbeelding 124 Ov-04 Regels 125 Ov-05 MER-evaluatie 126 Re-00 Realisatie, grondverwerving, planschade, financiering bij Combinatiealternatief 126 Re-01 Financiële uitvoerbaarheid (aanlegkosten/aangepaste wegontwerpen) 126 Re-02 Realisatie (planning, omleidingsroutes N 377, OV, ook onderhoudsstaat huidige weg) 128 Re-03 Grondverwerving (inclusief kavelruil) 130 Re-04 Planschade 132 Re-05 Rubriek vervallen 134 Re-06 Rubriek vervallen 134 Re-07 Programma Investeren in landschap en leefomgeving N 340/N Re-08 Straatmeubilair Voorgestelde wijzigingen provinciaal inpassingsplan n.a.v. zienswijzen 136 Bijlage I: Kaarten met daarop opgenomen de 48 db contourlijn PIP N340 / N48 Zienswijzennota

5 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Het provinciaal inpassingsplan N 340/N48 (PIP) regelt de aanleg van de nieuwe N 340/N48 inclusief de knooppunten van deze weg met de A28 en de N36/omleiding Ommen. Artikel 3.26 Wro verklaart de bestemmingsplanprocedure van overeenkomstige toepassing op inpassingsplannen. Voor het vaststellen van het provinciaal inpassingsplan wordt dus de bestemmingsplanprocedure op grond van artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro, afdeling 3.2.) doorlopen. Op de bestemmingsplanprocedure is Afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van toepassing. Voorontwerp provinciaal inpassingsplan en BesluitMER N 340/N48 Voorafgaand aan de bestemmingsplanprocedure dient conform artikel van het Besluit ruimtelijke ordening overleg plaats te vinden (vooroverleg). Tijdens dit vooroverleg zijn verschillende instanties (relevante bestuursorganen, beheerders van nutsleidingen, overkoepelende belangenorganisaties, et cetera) in de gelegenheid gesteld te reageren op het voorontwerp provinciaal inpassingsplan. Tegelijk met het vooroverleg is door de provincie gelegenheid tot inspraak geboden op het voorontwerp inpassingsplan. Het voorontwerp provinciaal inpassingsplan heeft met de Planstudie BesluitMER N 340/N48 van 27 januari 2011 tot en met 11 maart 2011 ter inzage gelegen. De beantwoording van de inspraakreacties op het voorontwerp provinciaal inpassingsplan en de Planstudie BesluitMER N 340/N48 is opgenomen in de Reactienota N 340/N48 Zwolle-Ommen (september 2011). Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan Op basis van de inspraakreacties en het vooroverleg over het voorontwerp provinciaal inpassingsplan en ambtshalve overwegingen zijn bepaalde onderdelen in het inpassingsplan heroverwogen en nader uitgezocht. Dit heeft in een aantal gevallen geleid tot wijzigingen, bijvoorbeeld onderdelen in het wegontwerp, de verbeelding en de regels en toelichting behorend tot het ontwerp provinciaal inpassingsplan. Deze doorgevoerde wijzigingen zijn uiteengezet in de toelichting van het ontwerp provinciaal inpassingsplan. Het ontwerp Provinciaal Inpassingsplan met bijbehorende stukken, waaronder de Planstudie BesluitMER en het ontwerp besluit voor Provinciale Staten, is vervolgens ter visie gelegd van 27 september 2011 tot en met 8 november De tervisielegging is aangekondigd in de Staatscourant, via nieuwsbrieven die aan omwonenden zijn verspreid (oplage circa 1900), met advertenties in dag- en weekbladen als De Stentor, de Dalfser Courant, de Marskramer, Ommernieuws, De Toren en de Dedemsvaartse Courant en via de website Er is mogelijkheid geboden de stukken in te zien in het gemeentehuis van Dalfsen, het gemeentehuis van Ommen, het informatiecentrum van de gemeente Zwolle en het provinciehuis te Zwolle. De stukken zijn tevens ter beschikking gesteld via het internet via en voor wat betreft het ontwerp provinciaal inpassingsplan ook via De provincie Overijssel heeft een informatiebijeenkomst georganiseerd op 10 oktober 2011 in De Wiekelaar te Oudleusen. Circa 235 mensen hebben deze informatiebijeenkomst bezocht. De bezoekers konden op informatiepanelen het wegontwerp en de kaart van het ontwerp inpassingsplan (de verbeelding) bekijken. Voorts waren er thematafels over wegontwerp, geluid, natuur en landschap en grondaankoop/planschade waar specialisten de plannen hebben toegelicht. De zienswijzen konden per post, mondeling (bij de informatiebijeenkomst op 10 oktober 2011 of op afspraak) of digitaal worden ingediend. Gedurende de tervisielegging van 27 september 2011 tot en met 8 november PIP N340 / N48 Zienswijzennota 5

6 2011 zijn 328 zienswijzen ingediend. Eén zienswijze, van Plaatselijk Belang Varsen, is na 8 november 2011 ingediend en daarom niet ontvankelijk. Beantwoording van deze zienswijze is daarom niet in deze Zienswijzennota opgenomen. Reacties zijnde geen zienswijze Er is een viertal reacties ingediend, waarbij het niet gaat om zienswijzen. In de Wet ruimtelijke ordening (Wro) staat in artikel 3.26 dat een Provinciaal Inpassingsplan wordt vastgesteld door Provinciale Staten, gehoord de betrokken gemeenteraad. Met het oog daarop hebben Gedeputeerde Staten aan de betrokken gemeenteraden gevraagd hun mening kenbaar te maken over het ontwerp Provinciaal Inpassingsplan. Alle drie betrokken gemeenteraden hebben voor 9 november 2011 gereageerd. De reacties van de gemeenteraden zijn, samengevat opgenomen in het statenvoorstel ter vaststelling van het PIP door Provinciale Staten. De gemeenteraad van Dalfsen heeft haar reactie tevens als een zienswijze aangemerkt. De (voorgestelde) beantwoording daarvan is opgenomen in deze Zienswijzennota. Gemeente Ommen Gemeente Ommen merkt op dat zij tot haar genoegen geconstateerd heeft dat aan het grootste deel van hun opmerkingen tegemoet is gekomen door aanpassing van het ontwerp provinciaal inpasssingsplan en het wegontwerp. Ook spreekt zij waardering uit voor de uitvoerige en zorgvuldige wijze waarop de overige vooroverleg- en inspraakreacties zijn beantwoord in de Reactienota. De gemeente Ommen vraagt aandacht voor: - een goede aansluiting van de Emslandweg op de nieuw te realiseren rotonde op de Balkerweg. - de geluidhinder rondom de N48 als gevolg van de omleiding Ommen (N36). - voldoende borging van de compensatie van bos en natuur. Gemeente Zwolle De gemeente Zwolle vraagt een goede oplossing voor het beeldenpark Anningahof (behoud grootte, grondruil, aanleg afscheidingswal en compensatie voor herinrichting), compensatie van Van der Valk in verband met een doorsnijding van het zuid/westelijk deel van het geplande parkeerterrein en een oplossing voor de melkveehouderij aan de Doornweg (gronden aan noordkant van de Doornweg bij de huiskavel trekken). Tot slot wordt gemeld dat de gemeenteraad ervan uit gaat, dat de financieringsstrategie voor het knooppunt A28/N 340/Nieuwleusenerdijk en andere te maken afspraken begin 2012 vastgelegd zijn in een bestuursovereenkomst. Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) Het RCE meldt dat zij in goede orde de Reactienota met beantwoording van de reacties op de planstudie besluit-mer en voorontwerp provinciaal inpassingsplan heeft ontvangen en met instemming kennis heeft genomen van de beantwoording van de punten uit hun reactie betreffende de archeologie en de mitigatie van effecten op het omringende (cultuur-) landschap. Het RCE heeft daarnaast kennis genomen van het ter inzage liggende (ontwerp) inpassingsplan N 340/N48, in het bijzonder die delen die op bovenstaande punten betrekking hebben, inclusief de bijlagen 3 (Mitigerende maatregelen) en 9 (Compensatieplan). Het RCE meldt dat een en ander geen aanleiding geeft tot verdere reactie/zienswijze. ProRail ProRail benadrukt dat zij met de provincie Overijssel in gesprek is over de spoorkruisende delen. Hierover zullen afzonderlijke afspraken worden gemaakt tussen ProRail en de provincie Overijssel. 1.2 Leeswijzer Hoofdstuk 2 bevat een overzicht van de binnengekomen zienswijzen. De zienswijzen zijn op volgorde van binnenkomst behandeld en genummerd. Vervolgens is de lijst op alfabetische naamvolgorde gerangschikt. Veelal behandelt een zienswijze meerdere thema s en daarom is elke zienswijze onderverdeeld in deze afzonderlijke thema s (categorieën). In hoofdstuk 2 kunt u uw zienswijzenummer opzoeken en kunt u vinden hoe uw zienswijze is gecategoriseerd (thema). Dat kan gaan om bijvoorbeeld het thema akoestisch onderzoek, het thema planschade of het thema tracékeuze et cetera. Een deel van de indieners heeft gebruikt gemaakt van een modelzienswijze, zoals ter beschikking gesteld door bijvoorbeeld Plaatselijk Belang (PB) Balkbrug en 6 PIP N340 / N48 Zienswijzennota

7 PB Varsen. Deze gelijkluidende zienswijzen zijn éénmalig onderverdeeld in de verschillende thema s. In de tabel wordt per indiener van een model zienswijze verwezen naar deze gecategoriseerde standaard-zienswijze. Het document waarin de letterlijke tekst van uw zienswijze is opgenomen en waarin zichtbaar is hoe uw zienswijze is opgedeeld en gecategoriseerd naar thema is te raadplegen op Dit document wordt op deze manier verstrekt omdat het om een zeer omvangrijk bestand gaat. Ook is het mogelijk dit document op het provinciehuis, na afspraak, te komen bekijken. In hoofdstuk 3 volgt de (voorgestelde) beantwoording van de thema s. Alle zienswijzen die betrekking hebben op één en hetzelfde thema (bijvoorbeeld akoestisch onderzoek) zijn vervolgens gezamenlijk beantwoord onder het thema (in dit voorbeeld akoestisch onderzoek). Op basis van de thema s waarin uw zienswijze is gecategoriseerd kunt u de (voorgestelde) beantwoording teruglezen. Geadviseerd wordt ook andere thema s te lezen dan slechts de thema s waarin uw zienswijze is gecategoriseerd omdat - en dat is onvermijdelijk- thema s elkaar deels overlappen. Daarom wordt geadviseerd ook de (voorgestelde) beantwoording bij de andere thema s te raadplegen om een zo compleet mogelijk beeld te krijgen. Het gaat om een door Gedeputeerde Staten voorgestelde beantwoording. Provinciale Staten zullen bij de besluitvorming over het provinciaal inpassingsplan in samenhang daarmee beslissen over de beantwoording van de zienswijzen. In het laatste hoofdstuk (hoofdstuk 4) staat een overzicht van de voorgestelde wijzigingen in het provinciaal inpassingsplan i.v.m. de ingediende zienswijzen. Dit gebeurt onder vermelding van de nummers van de zienswijzen waarin de bezwaren voorkomen die gegrond zijn en die tot de wijzigingen in het PIP leiden. PIP N340 / N48 Zienswijzennota 7

8 2 Zienswijzen genummerd en gecategoriseerd Dit hoofdstuk bevat een overzichtslijst van de binnengekomen zienswijzen (tabel 2.1). De zienswijzen zijn op volgorde van binnenkomst behandeld en genummerd. Vervolgens is de lijst op alfabetische naamvolgorde gerangschikt. Veelal behandelt een zienswijze meerdere thema s en daarom is elke zienswijze onderverdeeld in deze afzonderlijke thema s (categorieën). In tabel 2.1 kunt u uw zienswijzennummer opzoeken en kunt u vinden hoe uw zienswijze is gecategoriseerd (thema). Dat kan gaan om bijvoorbeeld het thema akoestisch onderzoek, het thema planschade of het thema tracékeuze, et cetera. Een gedeelte van de indieners heeft gebruikt gemaakt van modelzienswijze, zoals ter beschikking gesteld door bijvoorbeeld PB Balkbrug en PB Varsen. Deze gelijkluidende zienswijzen zijn éénmalig onderverdeeld in de verschillende thema s. In de tabel wordt dan per indiener verwezen naar deze gecategoriseerde standaard-zienswijze. In hoofdstuk 3 worden de thema s (categorieën) beantwoord. Enkele zienswijzen zijn via belangenbehartigers (advocatenkantoren, adviesbureaus) of namens belangengroeperingen (plaatselijke belangen, stichtingen, verenigingen) ingediend. In deze gevallen kan in de alfabetisch gerangschikte lijst gezocht worden op cliëntnaam (plaatselijke belangen, stichtingen, verenigingen, of individuele burgers) en/of op contactpersoon/indiener (advocatenkantoren, adviesbureaus). Het document waarin de letterlijke tekst van uw zienswijze is opgenomen en waarin zichtbaar is hoe uw zienswijze is opgedeeld en gecategoriseerd naar thema is te raadplegen op Het document wordt op deze manier verstrekt omdat het om een zeer omvangrijk bestand gaat. Ook is het mogelijk dit document op het provinciehuis, na afspraak, te komen bekijken. TABEL 2.1 TABEL INDIENERS ZIENSWIJZEN EN CATEGORISERING ZIENSWIJZEN Tabel 2.1 bevat de zienswijzen. In de meest rechterkolom is aangegeven hoe de zienswijze is gecategoriseerd (thema). De beantwoording van de zienswijzen vindt plaats in hoofdstuk 3. Het gaat in hoofdstuk 3 om een door Gedeputeerde Staten voorgestelde beantwoording. Provinciale Staten zullen bij de besluitvorming over het provinciaal inpassingsplan in samenhang daarmee beslissen over deze beantwoording van de zienswijzen. naam adresgegevens zienswijze nummer Alteveer-Petter, G. Oosterhulst 42, 7711 BH Nieuwleusen Anninga, H. (Anningahof, via Benthem Gratama Advocaten, R.S Wertheim, Postbus 1036, Burg. v. Royensingel 2 Zwolle) Anoniem (via J.T.A.M. van Mierlo, GVK Adure Advocaten, Zwartewaterallee 14, Zwolle) categorisering (thema) in antwoordtabel 159 Nieuwleusen, zie Kooiker, A.: zienswijzenummer Hessenweg 9, Zwolle 128 In-11 Knooppunt A28/N 340, Le-02 Akoestisch onderzoek, Le-03 Hogere Grenswaarden, Na-02 Landschappelijke inpassing, Nu-02 Tracékeuze, Ov-01 Inleiding, Ov-02 Afsluiting, Re-01 Financiële uitvoerbaarheid (aanlegkosten/aangepaste wegontwerpen), Re-03 Grondverwerving, Re-04 Planschade Zwartewater-allee 14, Zwolle Aperlo Hoogsteen, A.S. Emslandweg Ommen Avest, A. ter Hessenweg West 14, Ommen Avest, A. ter en Minkjan, J. Hessenweg West 14, Ommen 055 Na-01 Natuur, Ov-01 Inleiding, Re-04 Planschade, Le-02 Akoestisch onderzoek, Le-06 Lichthinder, Nu-10 Inspraakreactie BesluitMER/O-PIP, inspraakreactie PlanMER/Structuurvisie, Inspraakreactie Startnotitie, eerdere brieven, Ov- 02 Afsluiting, 034 Nu-02 Tracékeuze 105 In-19 Hessenweg West (Verkeersveiligheid), leefbaarheid/aanleg noordelijke parallelweg), Nu- 02 Tracékeuze 088 Hessenweg West, zie: Melkveebedrijf Hogeman Reefhuis, zienswijzenummer PIP N340 / N48 Zienswijzennota

9 naam adresgegevens zienswijze nummer Baljé-van de Gronde Lindenlaan 16, Ommen Bartels familie Emslandweg 1-040, 7731 RP Ommen Bartels, R.R. (recreatiepark Juniperus) Emslandweg 1/040, Ommen categorisering (thema) in antwoordtabel 154 PB Varsen, zie Haastrecht, J.M.J.C. van: zienswijzenummer PB Varsen, zie Haastrecht, J.M.J.C. van: zienswijzenummer Le-02 Akoestisch onderzoek, Le-04 Geluidsoverlast rondom N48 na openstelling N36, Le-05 Luchtkwaliteit, Nu-02 Tracékeuze, Ov-02 Afsluiting, Re-04 Planschade Belderink, P 237 Nieuwleusen, zie Kooiker, A.: zienswijzenummer Belderink, P.H.F. Oosterhulst 5, Nieuwleusen Bennink, J. De Leiding 16, 7738 PH Witharen Biezenbos, M.F. van de, Lindenlaan 5, Ommen 127 PB Varsen, zie Haastrecht, J.M.J.C. van: zienswijzenummer Nu-02 Tracékeuze 283 PB Varsen, zie Haastrecht, J.M.J.C. van: zienswijzenummer 015 Bijker-Dijkstra, A. Adres onbekend 098 Nieuwleusen, zie Kooiker, A.: zienswijzenummer Bijker-Komen, B. De Stouwe 18a, Nieuwleusen Bijl-Doelen, J. Het Schild 21, 7707 EB Balkbrug Blik, H. Oosterhulst 9, 7711 BD Balkbrug Blik, K. Oosterveen 24, 7711 BS Nieuwleusen 092 Nieuwleusen, zie Kooiker, A.: zienswijzenummer 213 Balkbrug, zie Plaatselijk Belang Balkbrug 178 Nieuwleusen, zie Kooiker, A.: zienswijzenummer 256 Nieuwleusen, zie Kooiker, A.: zienswijzenummer Blik, P. Nieuwleusen 291 Nieuwleusen, zie Kooiker, A.: zienswijzenummer Blik-Klein, C. Oosterhulst 9, Nieuwleusen Bloem, H.C. en Jansen, C. Het Schild 29, 7707 EB Balkbrug Boer, E. de Den Hulst GN Nieuwleusen Boer, J.A. de, Boer, H.G. de Winkelkamp 12, Dalfsen Boerboom J. Zwolseweg 171, 7707 AE Balkbrug Boerboom-Peters, T. Zwolseweg 171, 7707 AE Balkbrug Boer-Koekoek, A. en F. Den Hulst 4, 7711 GN, Nieuwleusen Boer-Mac fayden, M.H. de Oosterhuls 64, 7711 BH Nieuwleusen Bokkers De Stouwe 33, Nieuwleusen Bokkers-Luitjes, L. De Stouwe 33, 7711 BM Nieuwleusen Bolks (Via Countus accountants + adviseurs b.v., Afdeling Bedrijfsadvies, A. de Haan en J. Steenhagen, Postbus 225, van Reeuwijkstraat 48, Ommen) Varsenerweg 4, Ommen Borger, R. Hessenweg 51, Dalfsen Bos, A.R. De Stouwe 31, Nieuwleusen 096 Nieuwleusen, zie Kooiker, A.: zienswijzenummer 205 Balkbrug, zie Plaatselijk Belang Balkbrug 148 Nieuwleusen, zie Kooiker, A.: zienswijzenummer 040 Nu-02 Tracékeuze 247 Balkbrug, zie Plaatselijk Belang Balkbrug 318 Balkbrug, zie Plaatselijk Belang Balkbrug 320 Nieuwleusen, zie Kooiker, A.: zienswijzenummer 262 Nieuwleusen, zie Kooiker, A.: zienswijzenummer 094 Nieuwleusen, zie Kooiker, A.: zienswijzenummer 130 Balkbrug, zie Plaatselijk Belang Balkbrug 060 In-20 Knooppunt Varsen, Le-01 Leefbaarheid, Le- 02 Akoestisch onderzoek, Le-05 Luchtkwaliteit, Nu-02 Tracékeuze, Nu-07 Bestuurlijke besluitvorming, Ov-01 Inleiding, Re-04 Planschade 069 In-02 Parallelwegen, Nu-02 Tracékeuze 090 Nieuwleusen, zie Kooiker, A.: zienswijzenummer PIP N340 / N48 Zienswijzennota 9

10 naam adresgegevens zienswijze nummer Bosman, H. Oosterhulst 37a, 7711 BE Nieuwleusen Bosman-Geerts, J. Oosterhulst 37a, 7711 BE Nieuwleusen Bouwer, H., en D. Hessenweg 54, Dalfsen Bouwhuis, Zandman en Minkjan Bouwman, A., en A.F. Oosterhulst 32 Nieuwleusen Bovendeert, A.P.W. Witharenweg, Witharen Brinke, J. ten Oosterhulst 28, 7711 BG Nieuwleusen Bruggeman, A Oosterhulst 25, 7711 BD Nieuwleusen Bruggeman-de Boer, J. Oosterhulst 25, 7711 BD Nieuwleusen Bruin C. de Beukenlaan BN Balkbrug Bruins, Y. De Omloop 5, 7707 DX Balkbrug Buis, H. Jachthuisweg 3, Dalfsen Buiter, J. Den Huizen 3, 7707 PL Balkbrug Buren, A. van Molenweg 39, Balkbrug Buren, J. van Molenweg 39, 7707 CA Balkbrug Compagner, H. Nieuwe Dijk 8, 7707 RK Balkbrug Companjen, M.L.C. Hessenweg 137, 7722 SV Dalfsen Countus accountants + adviseurs, (namens Lindeboom-van Leussen, Dalfsen) Dalfsen, B&W gemeente, H.C.P. Noten, H. Zwart categorisering (thema) in antwoordtabel 179 Nieuwleusen, zie Kooiker, A.: zienswijzenummer 252 Nieuwleusen, zie Kooiker, A.: zienswijzenummer 051 In-06 Fietsroutes en -tunnels, In-15 Oudleusen (aansluiting) Vlierbelten 1, Varsen 029 PB Varsen, zie Haastrecht, J.M.J.C. van: zienswijzenummer 015 Postbus 225, 7730 AE Ommen Raadhuisstraat 1, Dalfsen Dekker, A. Hessenweg 137, Dalfsen Dekker, M. Oosterhulst 56, 7711 BH Nieuwleusen Dijk, E.J. Hessenweg West 12, 7731 RN Ommen 087 Nieuwleusen, zie Kooiker, A.: zienswijzenummer 122 Le-02 Akoestisch onderzoek, Le-04 Geluidsoverlast rondom N48 na openstelling N36, Le-06 Lichthinder, Nu-02 Tracékeuze, Re-01 Financiële uitvoerbaarheid (aanlegkosten/aangepaste wegontwerpen), Re-07 Programma Investeren in landschap en leefomgeving N340/N Nieuwleusen, zie Kooiker, A.: zienswijzenummer 315 Nieuwleusen, zie Kooiker, A.: zienswijzenummer 214 Nieuwleusen, zie Kooiker, A.: zienswijzenummer 133 Balkbrug, zie Plaatselijk Belang Balkbrug 313 Balkbrug, zie Plaatselijk Belang Balkbrug 004 In-05 (fiets)verkeer Ankum, Le-02 Akoestisch onderzoek 215 Balkbrug, zie Plaatselijk Belang Balkbrug 119 Balkbrug, zie Plaatselijk Belang Balkbrug 244 Balkbrug, zie Plaatselijk Belang Balkbrug 180 Nieuwleusen, zie Kooiker, A.: zienswijzenummer 285 In-02 Parallelwegen, Le-05 Luchtkwaliteit, Nu-02 Tracékeuze, Ov-01 Inleiding 273 In-01 N 340/N48 ligging / profielbreedte / ruimtebeslag / verkeersveiligheid (de basisuitgangspunten), Le-01 Leefbaarheid, Na-01 Natuur (inclusief compensatie en faunavoorzieningen), Nu-02 Tracékeuze, Nu-09 Communicatie/participatie, Ov-01 Inleiding, Ov-02 Afsluiting, Re-03 Grondverwerving (incl. kavelruil) 062 In-14 Driesen aansluiting (Koesteeg / Dedemsweg), Le-05 Luchtkwaliteit, Le-09 Wijkers/blijver, Na-01 Natuur, OV-01 Inleiding, Ov-02 Afsluiting, Re-01 Financiële uitvoerbaarheid (aanlegkosten/aangepaste wegontwerpen), In-03 Oude N 340, IN-05 (fiest)verkeer Ankum, In-06 Fietsroutes en tunnels 114 PB Varsen, zie Haastrecht, J.M.J.C. van: zienswijzenummer Nieuwleusen, zie Kooiker, A.: zienswijzenummer 145 Hessenweg West, zie: Melkveebedrijf Hogeman Reefhuis, zienswijzenummer PIP N340 / N48 Zienswijzennota

11 naam adresgegevens zienswijze categorisering (thema) in antwoordtabel nummer Dijk, E.J. Hessenweg West 12, Ommen 150 Le-05 Luchtkwaliteit, Nu-02 Tracékeuze Dijk, H. Maatschappijwijk 2, 7738 PS Witharen Dijk, J. van Nieuwe Dijk 15, 7707 RJ Balkbrug Dijk, J.H. Parallelstraat 8, Oudleusen Dijk, K. van Boslaan 21, 7707 AX Balkbrug Dijkema, H.E., Heins, D. (namens Cumela Nederland) Dijkema, T. (ateliet Witharen) Nijverheidsstraat 13, Nijkerk Witharenweg 24, Witharen Dobben, H. De Wieken 1, 7707 DS Balkbrug Dragt, H. Meppelerweg 25, 7707 CM Balkbrug Dunnewind, F. Ommerkanaal oost 15, Ommen Dunnewind, J. Hessenweg 68, 7722 SH Oudleusen Dunnewind-Weelink, G. Hekmansweg 2, Dalfsen Dunning L., Kolonieweg 19, BR Balkbrug Ebbers, A. Vierde Blok 2/a, Dedemsvaart Echten, V. Nieuwedijk 25, 7707 RJ Balkbrug Eekma, I. Meppelerweg 31, Balkbrug Eker, A.D. Meppelerweg 27, Balkbrug Eker-Zonnenberg, E. Meppelerweg 27, 7707 CM Balkbrug Ekkel, P. (via W. Haaksema, Rentmeesterskantoor Noordanus & Partners BV, Linie 580, Apeldoorn) Schrevenweg 5-1, Zwolle Elferink, M. Het Bolwerk 11, 7707 EN Balkbrug Emmink, J. Groot Oever 2, 7707 DV Balkbrug Ezendam, J.H. Hessenweg 129, Dalfsen Gaarkeuken, H.P. Oosterhulst 38, 7711 BG Nieuwleusen Geerdink, J. Zwolseweg 184, Balkbrug 181 Balkbrug, zie Plaatselijk Belang Balkbrug 245 Nieuwleusen, zie Kooiker, A.: zienswijzenummer 006 In-02 Parallelwegen, In-15 Oudleusen (aansluiting), Le-02 Akoestisch onderzoek 261 Balkbrug, zie Plaatselijk Belang Balkbrug 135 In-02 Parallelwegen, In-24 Kunstwerken ontwerp, Ov-01 Inleiding, Ov-02 Afsluiting 123 In-06 Fietsroutes en -tunnels, Le-06 Lichthinder, Nu-02 Tracékeuze 182 Balkbrug, zie Plaatselijk Belang Balkbrug 185 Balkbrug, zie Plaatselijk Belang Balkbrug 047 Le-02 Akoestisch onderzoek, Re-02 Realisatie, Re- 04 Planschade 242 Le-01 Leefbaarheid, Re-04 Planschade 022 In-02 Parallelwegen, Le-02 Akoestisch onderzoek, Le-05 Luchtkwaliteit, Le-06 Lichthinder, Nu-01 Nut en noodzaak (verkeerscijfers/-prognose, Nu-02 Tracékeuze, Ov-01 Inleiding, Re-02 Realisatie, Re- 04 Planschade 267 Balkbrug, zie Plaatselijk Belang Balkbrug 099 Balkbrug, zie Plaatselijk Belang Balkbrug 303 Nieuwleusen, zie Kooiker, A.: zienswijzenummer 111 Nu-02 Tracékeuze, Nu-06 Relatie met N Balkbrug, zie Plaatselijk Belang Balkbrug 146 Balkbrug, zie Plaatselijk Belang Balkbrug 031 In-02 Parallelwegen, In-23 Tankstation Oudleusen/Terrien Chinees Ni Hao, Re-04 Planschade, Le-09 Wijkers/blijver, Ov-01 Inleiding 275 Balkbrug, zie Plaatselijk Belang Balkbrug 216 Balkbrug, zie Plaatselijk Belang Balkbrug 053 Nu-02 Tracékeuze, Nu-10 Inspraakreactie BesluitMER/O-PIP, inspraakreactie PlanMER/Structuurvisie, Inspraakreactie Startnotitie, eerdere brieven 211 Nieuwleusen, zie Kooiker, A.: zienswijzenummer 326 Nieuwleusen, zie Kooiker, A.: zienswijzenummer PIP N340 / N48 Zienswijzennota 11

12 naam adresgegevens zienswijze nummer Geerts, A. Hessenweg 15, Dalfsen Gerrits, H. W. ter Haarstraat 23, 7707 CJ Balkbrug Gerrits-Benthem, J. Ter Haarstraaat 23, 7707 CJ Balkbrug Goudkamp, J.J. en Timmerman, G.J.A. Oosterhulst 54, 7711 BH Nieuwleusen Griffioen-Schaaphok, J. Oosterhulst 8, 7711 BG Nieuwleusen Groen, P.W. (Salland Oil) (via G. Aarts, advocatenkantoor Houthoff Buruma, Postbus 75505, Gustav Mahlerplein 50, Amsterdam) Om de Landskroon 16, Ommen Groen, H. Oud Avereest 19, 7707 PM Balkbrug Groen, M. Oosterhulst 17, 7711 BD Nieuwleusen categorisering (thema) in antwoordtabel 024 In-08 Bereikbaarheid percelen weerszijden N 340/N48, Na-02 Landschappelijke inpassing, Re- 02 Realisatie 186 Balkbrug, zie Plaatselijk Belang Balkbrug 217 Balkbrug, zie Plaatselijk Belang Balkbrug 248 Nieuwleusen, zie Kooiker, A.: zienswijzenummer 218 Nieuwleusen, zie Kooiker, A.: zienswijzenummer 110 In-23 Tankstation Oudleusen/Terrein Chinees restaurant Ni Hao, Nu-07 Bestuurlijke besluitvorming, Nu-10 Inspraakreactie BesluitMER/O-PIP, inspraakreactie PlanMER/Structuurvisie, Inspraakreactie Startnotitie, eerdere brieven, Re-04 Planschade 183 Balkbrug, zie Plaatselijk Belang Balkbrug 276 Nieuwleusen, zie Kooiker, A.: zienswijzenummer Groeneweg-Ruijter, J.A.C. Op t Holt 1, Dalfsen 018 In-02 Parallelwegen, Nu-02 Tracékeuze, Re-04 Planschade Gruppen, H. Meppelerweg 22, 7707 CN Balkbrug Haasjes, J., Haasjes- Schieving Lindenlaan 32, Ommen Haastrecht, J.M.J.C. van Vossersteeg 18, Ankum Hagedoorn E. Acacialaan 54, 7707 BJ Balkbrug Hagedoorn-Nijhuis, H. Molenweg 72, 7707 CE Dedemsvaart Hartkamp, A.F. (via G.W. Mosterd, AgriPlaza, Kappeweg 3-B 8131 PT Wijhe) Ankummerdijk 1, Dalfsen Harzevoort, H. Emslandweg 1-028, 7731 RP Ommen Haverkort, B.J.J. en Herbrink, G.F.M. (via A&S Advocaten, Agro Business Park 3 Wageningen) 184 Balkbrug, zie Plaatselijk Belang Balkbrug 036 PB Varsen, zie Haastrecht, J.M.J.C. van: zienswijzenummer In-02 Parallelwegen, In-19 Hessenweg West (Verkeersveiligheid), leefbaarheid/aanleg noordelijke parallelweg), In-21 Balkerweg aansluiting, Re-02 Realisatie, Le-01 Leefbaarheid, Le-02 Akoestisch onderzoek, Le-05 Luchtkwaliteit, Le-06 Lichthinder, Na-01 Natuur, Nu-02 Tracékeuze, Nu-06 Relatie met N 377, Ov-01 Inleiding, Re-04 Planschade 147 Balkbrug, zie Plaatselijk Belang Balkbrug 187 Balkbrug, zie Plaatselijk Belang Balkbrug 121 Le-03 Hogere Grenswaarden, Re-04 Planschade 188 Juniperus, zie Lammerink M. en Aalpol, J.: zienswijzenummer 272 Bossteeg 2, Ommen 076 In-08 Bereikbaarheid percelen weerszijden N 340/N48, Le-02 Akoestisch onderzoek, Le-05 Luchtkwaliteit, Le-07 Externe veiligheid, Le-09 Wijkers/blijvers, Na-01 Natuur, Nu-02 Tracékeuze, Nu-10 Inspraakreactie BesluitMER/O-PIP, inspraakreactie PlanMER/Structuurvisie, Inspraakreactie Startnotitie, eerdere brieven Heerding B. en Roo, F.L. de geen adres 328 Hessenweg West, zie: Melkveebedrijf Hogeman Reefhuis, zienswijzenummer 061 Heijst, van & partners Advies, (namens Zalencentrum Mansier, Oudleusen) Postbus 1473, 8001 BL Zwolle 314 Re-04 Planschade Hekman, B.J. en Hekman- Varsenerweg 16, 104 In-18 Hessenweg West Kruising, In-20 Knooppunt 12 PIP N340 / N48 Zienswijzennota

13 naam adresgegevens zienswijze categorisering (thema) in antwoordtabel nummer Lubbers H.G. Ommen Varsen, Le-02 Akoestisch onderzoek, Na-01 Natuur, Nu-02 Tracékeuze, Ov-01 Inleiding, Re-01 Financiële uitvoerbaarheid (aanlegkosten/aangepaste wegontwerpen), In-02 Parallelwegen, Le-01 Leefbaarheid Hekman, W. Oosterhulst 30, 7711 BS Nieuwleusen Hendriks-Ekkelkamp, M. Hessenweg West 10, Ommen Heun, K.P. Maneweg 13, 7722 VM Dalfsen Hilberink, J. en Mw. Siero Dennenkamp 6, Oudleusen Hoekendijk, F. (namens Mooirivier Congreshotel) Hoekman, A.J. en Hoekman-Velthuis, H.W. Oude Oever 10, Dalfsen Hessenweg 131, Oudleusen Hof, G. Nieuwedijk 71, 7707 RK Balkbrug Hof, H. Meppelerweg 66, 7707 CP Balkbrug Hof, J. Oosterhulst 47, 7711 BE Nieuwleusen Hofmeijer, F. Parallelstraat 10, Oudleusen Hof-Reuvers, D. Meppelerweg 66, 7707 CP Balkbrug Hogeman, J. Hessenweg West 11, 7731 RN Ommen Hogeman, J.J.M. en Hogeman, M.J. (Via Countus accountants + adviseurs b.v., Afdeling Bedrijfsadvies, A. de Haan en J. Steenhagen, Postbus 225, van Reeuwijkstraat 48, Ommen) Hessenweg West 11, Ommen Hogenkamp ing. J. Vechtvliet 13, 7721 BS Dalfsen Holsappel, J.W. Hessenweg SX DALFSEN Holsappel, L, P.A. (namens PB Ankum e.o.) Leemculeweg 5, Dalfsen 305 Nieuwleusen, zie Kooiker, A.: zienswijzenummer 073 Hessenweg West, zie: Melkveebedrijf Hogeman Reefhuis, zienswijzenummer In-17 Maneweg aansluiting 012 In-16 Oudleusen rotonde bij Dennenkamp, Nu-02 Tracékeuze 071 In-10 Openbaar vervoer, In-17 Maneweg aansluiting 033 PB Varsen, zie Haastrecht, J.M.J.C. van: zienswijzenummer Nieuwleusen, zie Kooiker, A.: zienswijzenummer 189 Balkbrug, zie Plaatselijk Belang Balkbrug 219 Nieuwleusen, zie Kooiker, A.: zienswijzenummer 007 In-15 Oudleusen (aansluiting), Le-02 Akoestisch onderzoek, Nu-02 Tracékeuze, Nu-03 Toekomstvastheid, Re-02 Realisatie 136 Balkbrug, zie Plaatselijk Belang Balkbrug 220 Hessenweg West, zie: Melkveebedrijf Hogeman Reefhuis, zienswijzenummer Le-02 Akoestisch onderzoek, In-08 Bereikbaarheid percelen weerszijden N 340/N48, Le-01 Leefbaarheid, Le-05 Luchtkwaliteit, Na-01 Natuur, Nu-02 Tracékeuze, Ov-01 Inleiding, Re-04 Planschade, In-20 Knooppunt Varsen 221 IN-27 2x1 rijstroken, Le-02 Akoestisch onderzoek, Le-05 Luchtkwaliteit, Na-01 Natuur (inclusief compensatie en faunavoorzieningen), Nu-02 Tracékeuze, Nu-02 Tracékeuze (incl. N48), Re-04 Planschade, In-01 N 340/N48 ligging / profielbreedte / ruimtebeslag / verkeersveiligheid (de basisuitgangspunten) 253 In-01 N 340/N48 ligging / profielbreedte / ruimtebeslag / verkeersveiligheid (de basisuitgangspunten) 054 In-05 (fiets)verkeer Ankum Hooijer, G. en Veldhoen, R. 161 PB Varsen, zie Haastrecht, J.M.J.C. van: zienswijzenummer 015 Hoonhorst, HJ.M. Emslandweg 1 030, Ommen 038 Na-01 Natuur, PB Varsen, zie Haastrecht, J.M.J.C. van: zienswijzenummer 015 Horsman, J. De Haar 4, Witharen 021 In-21 Balkerweg aansluiting, In-22 Knooppunt Arriërveld, Nu-02 Tracékeuze Horst, B. ter Zwolseweg 8, Balkbrug Horst, G. ter Zwolseweg 8, 7707 AH Balkbrug 126 Balkbrug, zie Plaatselijk Belang Balkbrug 170 Balkbrug, zie Plaatselijk Belang Balkbrug PIP N340 / N48 Zienswijzennota 13

14 naam adresgegevens zienswijze nummer Horst, G. ter Zwolseweg 8, 7707 AH Balkbrug Huisjes, R Kievitstraat 28, Ommen Huizing, H. Meppelerweg 14, 7707 CN Balkbrug Huls-Willems, G. Den Hulst GP Nieuwleusen IJmker, A.F. en IJmker- Kruise, G. Jak, J.P. en Heiligenberg, M.G.E. van den Lindenlaan 135, Ommen Lindenlaan 131, Ommen Jansen en Jansen-Kleinjan Lindenlaan 48, Ommen Jansen, H. Kruizingastraat 10, 7707 BX Balkbrug Jansen, J.L.M. Oosterhulst 34, 7711 BG Nieuwleusen Janssen, D. Den Hulst 36, 7711 GP Nieuwleusen Janssen, J. De Wieken 21, 7707 DS Balkbrug Joosen Hessenweg 24, Dalfsen Joosse, F. en Rasenberg, S. Nieuwe Dijk 27, 7707 RJ Balkbrug categorisering (thema) in antwoordtabel 171 Balkbrug, zie Plaatselijk Belang Balkbrug 068 Le-04 Geluidsoverlast rondom N48 na openstelling N36, Le-05 Luchtkwaliteit, Nu-02 Tracékeuze, Re- 04 Planschade 206 Balkbrug, zie Plaatselijk Belang Balkbrug 162 Nieuwleusen, zie Kooiker, A.: zienswijzenummer 023 PB Varsen, zie Haastrecht, J.M.J.C. van: zienswijzenummer PB Varsen, zie Haastrecht, J.M.J.C. van: zienswijzenummer PB Varsen, zie Haastrecht, J.M.J.C. van: zienswijzenummer Balkbrug, zie Plaatselijk Belang Balkbrug 250 Nieuwleusen, zie Kooiker, A.: zienswijzenummer 137 Nieuwleusen, zie Kooiker, A.: zienswijzenummer 223 Balkbrug, zie Plaatselijk Belang Balkbrug 050 In-01 N 340/N48 ligging / profielbreedte / ruimtebeslag / verkeersveiligheid (de basisuitgangspunten), In-09 Erfontsluiting, Le-01 Leefbaarheid, Le-02 Akoestisch onderzoek, Le-09 Wijkers/blijvers, Na-02 Landschappelijke inpassing, Na-03 Waterhuishouding(splan), Nu-01 Nut en noodzaak (Verkeerscijfers/-prognoses), Ov- 01 Inleiding, Ov-03 Verbeelding, Re-04 Planschade 231 Balkbrug, zie Plaatselijk Belang Balkbrug Joosten,.A. adres niet vermeld 173 Nieuwleusen, zie Kooiker, A.: zienswijzenummer Jutten, H.J. Varsenerdijk 12, 7731 PX Ommen Kamp D.J. van der Meppelerweg 19, 7707 CL Balkbrug Kamp, G. van de Meppelerweg 37, 7707 CM Balkbrug Kamp, L. van der Meppelerweg 19, 7707 CL Balkbrug 207 In-01 N 340/N48 ligging / profielbreedte / ruimtebeslag / verkeersveiligheid (de basisuitgangspunten), In-02 Parallelwegen, Le-01 Leefbaarheid, Le-02 Akoestisch onderzoek, Ov-01 Inleiding, Re-01 Financiële uitvoerbaarheid (aanlegkosten/aangepaste wegontwerpen) 140 Balkbrug, zie Plaatselijk Belang Balkbrug 172 Balkbrug, zie Plaatselijk Belang Balkbrug 271 Balkbrug, zie Plaatselijk Belang Balkbrug Kamp, M., L., D., J. en G. De Bese 7, Dalfsen 107 Le-09 Wijkers/blijvers Kamp-Gritter,T. v.d. Meppelerweg 300 Balkbrug, zie Plaatselijk Belang Balkbrug 19,7707 CL Balkbrug Kappert-Hof, Joh. Oosterhulst 4, 7711 BG Nieuwleusen Kate, ten Den Kaat 1, 7707 PG Balkbrug Keizer, G.W. (via H.J.A. van Hoogmoed RT, rentmeester NVR te Nijverdal) Koesteeg 27, Dalfsen Keizer-Dalhuizen Emslandweg 15, Ommen 264 Nieuwleusen, zie Kooiker, A.: zienswijzenummer 301 Balkbrug, zie Plaatselijk Belang Balkbrug 059 Le-01 Leefbaarheid, Le-02 Akoestisch onderzoek, Le-09 Wijkers/blijvers, Ov-01 Inleiding 224 PB Varsen, zie Haastrecht, J.M.J.C. van: zienswijzenummer PIP N340 / N48 Zienswijzennota

15 naam adresgegevens zienswijze nummer Kelder, J. Balkerweg 40, Ommen Keulen, H. van Meppelerweg 28, 7707 CN Balkbrug Kijk in de Vegt, A.M. Zwolseweg 182, 7707 AN Balkbrug Kijk in de Vegte, A. Zwolseweg 182, Balkbrug Kin-Wobben, J. Weemerveldweg 3, 7707 RX Balkbrug Kisteman, J. Oosterhulst 24, 7711 BS Nieuwleusen Klarenberg P. en Klein, H. Den Hulst 12, 7711 GW Nieuwleusen Klarenberg, D. Oosterhulst 60, Nieuwleusen Klein, A. Hessenweg 20a, Dalfsen Klein, Th., Klein-Bonen, J. Klein, N., Klein, J., Klein K. Hessenweg 127 Dalfsen Kleine, H. de., Boer, H. Hessenweg 135, Dalfsen Klok, J.J., Meppelerweg 14, 7707 CN Balkbrug Kloppenberg, J. en Grimberg, G. Kodden, M.H. (namens Kampeerboerderij de Arendshorst ) Kodden, M.H. (namens Minicamping de Hoogen Kamp ) Kodden, M.H., Grave, I., Kodden, J. en E. Hessenweg 86, 7722 SH Dalfsen Arendhorsterweg 1, Ommen Arendhorsterweg 1, Ommen Arendshorsterweg 1, Ommen Koggel, W. en I. Hessenweg 115 Dalfsen Koggel, W. en I. Hessenweg 115, 7722 SV Oudleusen categorisering (thema) in antwoordtabel 020 In-06 Fietsroutes en -tunnels, In-22 Knooppunt Arriërveld, Nu-02 Tracékeuze 202 Balkbrug, zie Plaatselijk Belang Balkbrug 319 Nieuwleusen, zie Kooiker, A.: zienswijzenummer 081 Nieuwleusen, zie Kooiker, A.: zienswijzenummer 225 Nieuwleusen, zie Kooiker, A.: zienswijzenummer 226 Nieuwleusen, zie Kooiker, A.: zienswijzenummer 292 Nieuwleusen, zie Kooiker, A.: zienswijzenummer 124 Nieuwleusen, zie Kooiker, A.: zienswijzenummer 100 In-01 N 340/N48 ligging / profielbreedte / ruimtebeslag / verkeersveiligheid (de basisuitgangspunten), Le-01 Leefbaarheid, Le-02 Akoestisch onderzoek, Le-05 Luchtkwaliteit, Le-06 Lichthinder, Le-09 Wijkers/blijvers, Ov-02 Afsluiting, Re-03 Grondverwerving 063 PB Varsen, zie Haastrecht, J.M.J.C. van: zienswijzenummer PB Varsen, zie Haastrecht, J.M.J.C. van: zienswijzenummer Balkbrug, zie Plaatselijk Belang Balkbrug 228 Nu-02 Tracékeuze, Re-04 Planschade 042 In-01 N 340/N48 ligging / profielbreedte / ruimtebeslag / verkeersveiligheid (de basisuitgangspunten), Nu-02 Tracékeuze, Nu-05 Relatie met Omgevingsvisie / programma Ruimte voor de Vecht / Voortvarend Varsen / Gebiedsontwikkeling Vechtcorridor, PB Varsen, zie Haastrecht, J.M.J.C. van: zienswijzenummer 015, Re-03 Grondverwerving, Re-04 Planschade, In-02 Parallelwegen, 043 In-02 Parallelwegen, Nu-02 Tracékeuze, Nu-05 Relatie met Omgevingsvisie / programma Ruimte voor de Vecht / Voortvarend Varsen / Gebiedsontwikkeling Vechtcorridor, PB Varsen, zie Haastrecht, J.M.J.C. van: zienswijzenummer 015, Re-03 Grondverwerving, Re-04 Planschade, In-01 N 340/N48 ligging / profielbreedte / ruimtebeslag / verkeersveiligheid (de basisuitgangspunten) 041 In-02 Parallelwegen, Nu-02 Tracékeuze, Nu-05 Relatie met Omgevingsvisie / programma Ruimte voor de Vecht / Voortvarend Varsen / Gebiedsontwikkeling Vechtcorridor, PB Varsen, zie Haastrecht, J.M.J.C. van: zienswijzenummer 015, Re-03 Grondverwerving, Re-04 Planschade, In-01 N 340/N48 ligging / profielbreedte / ruimtebeslag / verkeersveiligheid (de basisuitgangspunten) 052 Nu-02 Tracékeuze 309 Nu-02 Tracékeuze Kolk, E.G. van der Hout Es 4A, Dalfsen 149 Le-01 Leefbaarheid, Nu-07 Bestuurlijke PIP N340 / N48 Zienswijzennota 15

16 naam adresgegevens zienswijze nummer (Kopie aan: mr. H.J.A. van Hoogmoed RT, rentmeester NVR te Nijverdal) Kolk, H.J. van der Kolk, L. van der en buurtbewoners N 377 Kooij, P.H.F. van der Hout Es 4a, 7722 VP Dalfsen De Maat 22, Balkbrug Emslandweg 1, huis 2, Ommen Kooiker D. Oosterhulst 41, 7711 BE NIEUWLEUSEN Kooiker, A. Oosterhulst 41, 7711 BE Nieuwleusen Koridon J. Emslandweg 1-39, 7731 RP Ommen Koridon, J.A.E. (Secretaris Bestuur V.V.E Juniperus) Emslandweg 1-39, Ommen Kort, A. Zwolseweg 178, Balkbrug Kort, H. Zwolseweg 180, 7707 AN Balkbrug Kort, M. Zwolseweg 178, 7707 AN Balkbrug Kort-Hulst, F. Zwolseweg 180, 7707 AN Balkbrug Kragt, M. De Stouwe 23, 7722 VT Dalfsen Krale, B.J. (namens Ouderraad medezeggenschapsraad C.B.S. Sjaloom) Langkamp 20, Dalfsen Kremer, A. Oosterveen 54a, Nieuwleusen Kuijper-Roncken, T. Hessenweg West 13, Ommen categorisering (thema) in antwoordtabel besluitvorming, Ov-01 Inleiding 210 Le-01 Leefbaarheid (inclusief barrièrewerking, sociale cohesie), Nu-02 Tracékeuze, Ov-02 Afsluiting, Re-04 Planschade, Re-08 Straatmeubilair 113 Nu-06 Relatie met N In-21 Balkerweg aansluiting, Nu-02 Tracékeuze 138 Nieuwleusen, zie Kooiker, A.: zienswijzenummer Nu-02 Tracékeuze, Nu-06 Relatie met N Juniperus, zie Koridon: zienswijzenummer In-19 Hessenweg West (Verkeersveiligheid), leefbaarheid/aanleg noordelijke parallelweg), In- 21 Balkerweg aansluiting, Le-02 Akoestisch onderzoek, Le-04 Geluidsoverlast rondom N48 na openstelling N36, Nu-02 Tracékeuze, Re-02 Realisatie (planning, omleidingsroutes N 377, OV) 091 Nieuwleusen, zie Kooiker, A.: zienswijzenummer 191 Nieuwleusen, zie Kooiker, A.: zienswijzenummer 287 Nieuwleusen, zie Kooiker, A.: zienswijzenummer 151 Nieuwleusen, zie Kooiker, A.: zienswijzenummer 277 Nieuwleusen, zie Kooiker, A.: zienswijzenummer 011 In-05 (fiets)verkeer Ankum, Nu-09 Communicatie/participatie 101 Nieuwleusen, zie Kooiker, A.: zienswijzenummer 067 Hessenweg West, zie: Melkveebedrijf Hogeman Reefhuis, zienswijzenummer 061 Kuik, E. adres niet vermeld 316 Nieuwleusen, zie Kooiker, A.: zienswijzenummer Kwant-Strikkers, Th. Hessenweg 76, 7722 SH Dalfsen 265 Nu-02 Tracékeuze (incl. N48) kwekerij Onderdijk V.O.F. familie M. Onderdijk Laarman en Laarman- Hoekman (V.O.F. Laarman Koeriers en Sneltransport) Hessenweg 22a, 7722 PK Dalfsen Hessenweg 105, Dalfsen 266 In-02 Parallelwegen, Le-02 Akoestisch onderzoek, Le-09 Wijkers/blijvers, Nu-01 Nut en Noodzaak (Verkeerscijfers/-prognoses), Nu-02 Tracékeuze, Re-01 Financiële uitvoerbaarheid (aanlegkosten/aangepaste wegontwerpen), Re-04 Planschade 027 In-09 Erfontsluiting, Le-09 Wijkers/blijvers Laarman, D. en W.J. Hout Es 2, Dalfsen 066 In-09 Erfontsluiting, Le-01 Leefbaarheid, Le-02 Akoestisch onderzoek, Le-05 Luchtkwaliteit, Le-06 Lichthinder, Na-02 Landschappelijke inpassing, Nu-07 Bestuurlijke besluitvorming, Nu-09 Communicatie/participatie, Re-03 Grondverwerving 16 PIP N340 / N48 Zienswijzennota

17 naam adresgegevens zienswijze nummer Lammerink M. en Aalpol J. Emslandweg RP Ommen Lange, H.J. de, de Lange- Nabers, G. Emslandweg 14, Ommen categorisering (thema) in antwoordtabel 272 In-19 Hessenweg West (Verkeersveiligheid), leefbaarheid/aanleg noordelijke parallelweg), In- 21 Balkerweg aansluiting, Le-02 Akoestisch onderzoek, Le-04 Geluidsoverlast rondom N48 na openstelling N36, Le-05 Luchtkwaliteit, Nu-02 Tracékeuze, Re-01 Financiële uitvoerbaarheid (aanlegkosten/aangepaste wegontwerpen) 075 In-08 Bereikbaarheid percelen weerszijden N 340/N48, In-21 Balkerweg aansluiting, Re-02 Realisatie Laning, B. geen adres 327 Hessenweg West, zie: Melkveebedrijf Hogeman Reefhuis, zienswijzenummer 061 Lenthe H., van Hessenweg West 6a 7731 RN Ommen Lenthe R. van Oosterhulst 3, 7711 BD Nieuwleusen Lenthe W.H. van Om de Landskroon 10, 7722 VG Dalfsen Lenthe-Horsman, H. van Hessenweg West 6a, Ommen Likkel, L. Lindenlaan 22, Ommen Lindeboom Van Oenen, J. G.W. Spiegelstraat 2, Oudleusen Linden, van der Oosterhulst 50, 7711 BH Nieuwleusen LMB Prins BV, de heer G. Bijvang Hessenweg 59, 7722 PJ DALFSEN Lobbezoo, J.C. Engellandweg 12, Dalfsen Lohuis, N. Hessenweg 133, Dalfsen Lohuis-Huisman, G. Weemerveldweg 5, 7707 RX Balkbrug LTO Noord Postbus 240, 8000 AE Zwolle Lubbers-Schiphorst, G. Oosterhulst BG Nieuwleusen Luttik, J.J. Broekdijkje 2, 7731 RJ Ommen 203 Hessenweg West, zie: Melkveebedrijf Hogeman Reefhuis, zienswijzenummer Balkbrug, zie Plaatselijk Belang Balkbrug 311 Nu-02 Tracékeuze 204 PB Varsen, zie Haastrecht, J.M.J.C. van: zienswijzenummer PB Varsen, zie Haastrecht, J.M.J.C. van: zienswijzenummer In-16 Oudleusen rotonde bij Dennenkamp, Na-02 Landschappelijke inpassing 304 Nieuwleusen, zie Kooiker, A.: zienswijzenummer 169 In-09 Erfontsluiting 048 In-09 Erfontsluiting 288 PB Varsen, zie Haastrecht, J.M.J.C. van: zienswijzenummer Nieuwleusen, zie Kooiker, A.: zienswijzenummer 322 In-02 Parallelwegen, In-24 Kunstwerken ontwerp, Ov-01 Inleiding, Re-02 Realisatie, Re-03 Grondverwerving (incl. kavelruil) 163 Nieuwleusen, zie Kooiker, A.: zienswijzenummer 222 Le-01 Leefbaarheid (inclusief barrièrewerking, sociale cohesie), Le-02 Akoestisch onderzoek, Nu- 02 Tracékeuze Maat, J.A.L.M. ter Balkerweg Le-02 Akoestisch onderzoek, Le-05 Luchtkwaliteit, Nu-10 Inspraakreactie BesluitMER/O-PIP, inspraakreactie, PlanMER/Structuurvisie, Inspraakreactie Startnotitie, eerdere brieven, Ov- 05 MER-evaluatie Maat, L. Meijerink, J.W.J. Meijerman, H.J. (Via Countus accountants + adviseurs b.v., Afdeling Bedrijfsadvies, A. de Haan en J. Steenhagen Postbus 225, van Reeuwijkstraat 48, Ommen) W. ter Haarstraat 16, CK Balkbrug De Bese 2, 7722 PD Dalfsen 270 Balkbrug, zie Plaatselijk Belang Balkbrug 255 In-12 De Bese, Le-02 Akoestisch onderzoek, Nu- 02 Tracékeuze Slagweg 2, Dalfsen 058 In-15 Oudleusen (aansluiting), Le-01 Leefbaarheid, Le-02 Akoestisch onderzoek, Le-05 Luchtkwaliteit, Na-02 Landschappelijke inpassing, Nu-02 Tracékeuze, Nu-07 Bestuurlijke besluitvorming, Re-04 Planschade Melkveebedrijf Hogeman Hessenweg-West 11, 061 In-19 Hessenweg West (Verkeersveiligheid), PIP N340 / N48 Zienswijzennota 17

18 naam adresgegevens zienswijze categorisering (thema) in antwoordtabel nummer Reefhuis 7731 RN Ommen leefbaarheid/aanleg noordelijke parallelweg) Mengelberg, O.W.A.H.M. (Via KienhuisHoving, mr. W. van de Wetering en mr. S.P.M. Schaap, postbus 109, Enschede) Hout Es 1, Oudleusen Meulenbelt, W.H. Engellandweg 6a, Dalfsen Minkjan, A. Hessenweg West 14a, Ommen Minkjan, J. Hessenweg West 14, 7731 RN Ommen Minks, M.L. Den Oosterhuis 11, 7707 PD balkbrug Moesters, D.M.A.,Hoppenbrouwer, J. en Pierik, J. Nieuwe dijk 11, 7707 RJ Balkbrug Mollink, W.J.M. Hessenweg 80, Oudleusen Mostert-Dekker, H. Oosterhulst 22, 7711 BG Nieuwleusen Mulder, A. en W. Hekmansweg 6. Dalfsen Nauw-Hof, K. Nieuwe Dijk 2, 7707 RK Balkbrug Neerhof-Veurink, D.W. Hessenweg West 9, 7731 RN Ommen Nicolai, W. en J. Witharenharen-weg 23, Witharen Nijkamp, A. Langewijk 75, Dedemsvaart Nijman-Veltman, D. Tweede Schansweg 1a, Balkbrug Nijzing, B.H. Hessenweg 50a, Dalfsen NV Nederlandse Gasunie de heer O. Borisov Oeffel, A.K. van en Dingrink, G.A. Oenen, H.J. van Postbus 19, 9700 MA Groningen Hoofdstraat 179, 7921AK Zuidwolde Slagweg 5, 7722 TX Dalfsen Oldeman, G.A. De Stouwe 24, 7739 PH Vinkenbuurt Oldeman, H. Oosterveen 54, 7711 BT Nieuwleusen Olthuis, A. Hesssenweg West 15a, Ommen Olthuis, A. Hessenweg West 15a, Ommen 056 In-17 Maneweg aansluiting, Le-02 Akoestisch onderzoek, Le-09 Wijkers/blijver, Na-01 Natuur, Nu-02 Tracékeuze, Nu-10 Inspraakreactie BesluitMER/O-PIP, inspraakreactie PlanMER/Structuurvisie, Inspraakreactie Startnotitie, eerdere brieven, Nu-10 Inspraakreactie BesluitMER/O-PIP, inspraakreactie PlanMER/Structuurvisie, Inspraakreactie Startnotitie, eerdere brieven, Nu-10 Inspraakreactie BesluitMER/O-PIP, inspraakreactie PlanMER/Structuurvisie, Inspraakreactie Startnotitie, eerdere brieven 016 In-09 Erfontsluiting 082 Hessenweg West, zie: Melkveebedrijf Hogeman Reefhuis, zienswijzenummer In-19 Hessenweg West (verkeersveiligheid, leefbaarheid/aanleg noordelijke parallelweg) 284 Balkbrug, zie Plaatselijk Belang Balkbrug 141 Nieuwleusen, zie Kooiker, A.: zienswijzenummer 008 In-10 Openbaar vervoer, Le-02 Akoestisch onderzoek, Nu-02 Tracékeuze, Re-03 Grondverwerving, Re-04 Planschade 192 Nieuwleusen, zie Kooiker, A.: zienswijzenummer 045 Nu-02 Tracékeuze, PB Varsen, zie Haastrecht, J.M.J.C. van: zienswijzenummer Nieuwleusen, zie Kooiker, A.: zienswijzenummer 142 Hessenweg West, zie: Melkveebedrijf Hogeman Reefhuis, zienswijzenummer Nu-02 Tracékeuze, Nu-07 Bestuurlijke besluitvorming 115 Balkbrug, zie Plaatselijk Belang Balkbrug 097 Balkbrug, zie Plaatselijk Belang Balkbrug 005 In-15 Oudleusen (aansluiting), Le-02 Akoestisch onderzoek, Ov-02 Afsluiting, Re-04 Planschade 175 Le-07 Externe veiligheid, Ov-02 Afsluiting, Ov-03 Verbeelding, Ov-04 Regels 329 PB Varsen, zie Haastrecht, J.M.J.C. van: zienswijzenummer Nu-02 Tracékeuze (incl. N48) 174 Nieuwleusen, zie Kooiker, A.: zienswijzenummer 193 Nieuwleusen, zie Kooiker, A.: zienswijzenummer 083 PB Varsen, zie Haastrecht, J.M.J.C. van: zienswijzenummer Hessenweg West, zie: Melkveebedrijf Hogeman Reefhuis, zienswijzenummer 061 onbekend 317 Nieuwleusen, zie Kooiker, A.: zienswijzenummer Onderdijk, familie M. Hessenweg 22a, 290 In-02 Parallelwegen, In-05 (fiets)verkeer Ankum, 18 PIP N340 / N48 Zienswijzennota

19 naam adresgegevens zienswijze categorisering (thema) in antwoordtabel nummer 7722 PK Dalfsen In-06 Fietsroutes en - tunnels, Le-01 Leefbaarheid, Le-01 Leefbaarheid (inclusief barrièrewerking, sociale cohesie), Le-02 Akoestisch onderzoek, Le- 09 Wijkers/blijvers, Na-01 Natuur (inclusief compensatie en faunavoorzieningen), Na-02 Landschappelijke inpassing, Nu-01 Nut en Noodzaak, Nu-01 Nut en Noodzaak (Verkeerscijfers/-prognoses), Nu-02 Tracékeuze, Nu-02 Tracékeuze (incl. N48), Ov-01 Inleiding Oostindiën, H. Zwolseweg 188, 7707 AN Balkbrug Oostindiën-Prent, S. Zwolseweg 188, 7707 AN Balkbrug Otten, A. Kruizingastraat 44, Balkbrug Oudeboon-Van t Zand, Hessenweg west 16, Ommen Paardekooper, E.N. x Zwolseweg 180, 7707 AN Balkbrug Pannen, familie Emslandweg 1-15, 7731 RP Ommen Pannen-Dogger, K. Om de Landskroon 8, 7722 VG Dalfsen Petter, A Nieuwe Dijk 21, Balkbrug Pierik - de Boer, H. Hessenweg West RN Ommen Plaatselijk Belang Balkbrug p.a. R. Visscher, W. ter Haarstraat 4, 7707 CK Balkbrug Plaatselijk belang Witharen de heer H. Zieleman Stenen Brug PP Witharen Pol, J. Meppelerweg 37, Balkbrug Posthuma, J. Zwolseweg 186a, 7707 AN Balkbrug Pot, R.J. De Stouwe 8, 7711 BM Nieuwleusen Prins, K. Zwolseweg 60, 7707 AJ BALKBRUG Prins, W. Oosterhulst 27, 7711 BD Nieuwleusen Prinsse, W. (voorzitter stichting Duurzaam door het Vechtdal), Schoolstraat 36, Oudleusen 194 Nieuwleusen, zie Kooiker, A.: zienswijzenummer 297 Nieuwleusen, zie Kooiker, A.: zienswijzenummer 116 Balkbrug, zie Plaatselijk Belang Balkbrug 064 In-08 Bereikbaarheid percelen weerszijden N 340/N PB Varsen, zie Haastrecht, J.M.J.C. van: zienswijzenummer In-19 Hessenweg West (verkeersveiligheid, leefbaarheid/aanleg noordelijke parallelweg), In- 20 Varsen knooppunt, Le-04 Geluidsoverlast rondom N48 na openstelling N36, Nu-02 Tracékeuze (incl. N48), Re-02 Realisatie 258 Nu-02 Tracékeuze 084 Nieuwleusen, zie Kooiker, A.: zienswijzenummer 195 Le-01 Leefbaarheid, Le-05 Luchtkwaliteit, Nu-02 Tracékeuze, Nu-05 Relatie met Omgevingsvisie/programma Ruimte voor de Vecht/Voortvarend Varsen/Gebiedsontwikkeling Vechtcorridor, Ov-01 Inleiding, Re-01 Financiële uitvoerbaarheid (aanlegkosten/aangepaste wegontwerpen) 089 PB Varsen, zie Haastrecht, J.M.J.C. van: zienswijzenummer 015, Nu-02 Tracékeuze 201 In-22 Knooppunt Arriërveld, Le-04 Geluidsoverlast rondom N48 na openstelling N36, Nu-07 Bestuurlijke besluitvorming 325 Balkbrug, zie Plaatselijk Belang Balkbrug 230 Nieuwleusen, zie Kooiker, A.: zienswijzenummer 295 Nieuwleusen, zie Kooiker, A.: zienswijzenummer 259 Balkbrug, zie Plaatselijk Belang Balkbrug 306 Nieuwleusen, zie Kooiker, A.: zienswijzenummer 080 In-20 Knooppunt Varsen, Nu-01 Nut en noodzaak (Verkeerscijfers/-prognoses), Nu-02 Tracékeuze, Nu-07 Bestuurlijke besluitvorming, Re-01 Financiële uitvoerbaarheid (aanlegkosten/aangepast wegontwerpen), Re-02 Realisatie, In-01 N 340/N48 ligging / profielbreedte / ruimtebeslag / verkeersveiligheid (de basisuitgangspunten) Reuvers, H. Oosterhulst 46, Nieuwleusen, zie Kooiker, A.: zienswijzenummer PIP N340 / N48 Zienswijzennota 19

20 naam adresgegevens zienswijze categorisering (thema) in antwoordtabel nummer BH Nieuwleusen Roddenhof, G.W. Hessenweg West 7a, 7731 AM Ommen Rooijakkers, J.T. (mede namens: C.S. Rooijakkers en C.A.A.M. Mol en I. Mol, Om de Landskroon 1, Dalfsen) Roskam, M.R. en Eijkelboom, J. Runherd-Stens, C. Om de Landskroon 3, Dalfsen Oosterhulst 2a, 7711 BG Nieuwleusen Oosterhulst 26a 7700 BG Nieuwleusen Sandink, H. Maneweg 13, Oudleusen Sandink-Dunning, K. Oosterhulst 58a, 7711 BH Nieuwleusen Santing-Bouwer, J. Nieuwe Dijk 23, 7707 RJ Balkbrug Scherpenkate, H.J. Oosterkampen 2, Dalfsen Scherpenkate, J. (Namens Plaatselijk Belang Oudleusen) Westerkampen 18, Oudleusen Schipper, J. W. ter Haarstraat 19, 7707 CJ Balkbrug Schipper, J. en Dijk, M. Blokstraat 15, 8012 AW Zwolle Schipper-Stapel, W. W. ter Haarstraat 19, 7707 CJ Balkbrug Schoenmaker-de Mos, Th, Boslaan 18, 7707 AZ Balkbrug Scholten, A. Emslandweg 1b, Ommen Schuldink, J., J., J., P., R. en E. Schutte (Maatschap), 177 Hessenweg West, zie: Melkveebedrijf Hogeman Reefhuis, zienswijzenummer In-15 Oudleusen (aansluiting), In-27 2x1 rijstroken, Le-02 Akoestisch onderzoek, Le-06 Lichthinder, Nu-02 Tracékeuze, Nu-10 Inspraakreactie BesluitMER/O-PIP, inspraakreactie PlanMER/Structuurvisie, Inspraakreactie Startnotitie, eerdere brieven, Ov-02 Afsluiting, In- 01 N 340/N48 ligging / profielbreedte / ruimtebeslag / verkeersveiligheid (de basisuitgangspunten) 286 Nieuwleusen, zie Kooiker, A.: zienswijzenummer 132 Nieuwleusen, zie Kooiker, A.: zienswijzenummer 197 PB Varsen, zie Haastrecht, J.M.J.C. van: zienswijzenummer Nieuwleusen, zie Kooiker, A.: zienswijzenummer 233 Nieuwleusen, zie Kooiker, A.: zienswijzenummer 019 Le-01 Leefbaarheid, Le-05 Luchtkwaliteit, Nu-02 Tracékeuze, Nu-06 Relatie met N In-02 Parallelwegen, In-06 Fietsroutes en -tunnels, In-15 Oudleusen (aansluiting), Le-06 Lichthinder, Le-09 Wijkers/blijvers, Nu-01 Nut en noodzaak (Verkeerscijfers/-prognoses), Ov-01 Inleiding, Re- 01 Financiële uitvoerbaarheid (aanlegkosten/aangepaste wegontwerpen), Re-02 Realisatie 234 Balkbrug, zie Plaatselijk Belang Balkbrug 235 In-27 2x1 rijstroken, Le-02 Akoestisch onderzoek, Le-05 Luchtkwaliteit, Na-01 Natuur (inclusief compensatie en faunavoorzieningen), Nu-02 Tracékeuze, Nu-05 Relatie met Omgevingsvisie/programma Ruimte voor de Vecht/Voortvarend Varsen/Gebiedsontwikkeling Vechtcorridor, Nu-07 Bestuurlijke besluitvorming, Ov-01 Inleiding, Ov-02 Afsluiting, Le-05 Luchtkwaliteit, Re-02 Realisatie 307 Balkbrug, zie Plaatselijk Belang Balkbrug 302 Balkbrug, zie Plaatselijk Belang Balkbrug 085 PB Varsen, zie Haastrecht, J.M.J.C. van: zienswijzenummer 015 Dwarsdijk 3, Ommen 046 In-19 Hessenweg West (Verkeersveiligheid), leefbaarheid/aanleg noordelijke parallelweg), In- 21 Balkerweg aansluiting, Nu-02 Tracékeuze, PB Varsen, zie Haastrecht, J.M.J.C. van: zienswijzenummer 015 Ommerkanaal Oost 14, Ommen 030 In-22 Knooppunt Arriërveld, Le-02 Akoestisch onderzoek, Le-02 Akoestisch onderzoek, Le-05 Luchtkwaliteit, Le-06 Lichthinder, Na-01 Natuur, 20 PIP N340 / N48 Zienswijzennota

21 naam adresgegevens zienswijze nummer Schuurman, F. Hessenweg PB ZWOLLE Schuurman-Veerman G., Nieuwe Dijk 6, 7707 RK Balkbrug Seine, H.J. Zwolseweg 190, 7707 AN Balkbrug Seine, K. Zwolseweg 190, 7707 AN Balkbrug Seine, M. Zwolseweg 190, 7707 AN Balkbrug Seinen, J. Mennistensteeg 1, 7722 SN Dalfsen Seine-Waninge, G. Zwolseweg 190, 7707 AN Balkbrug Sellmeijer, G. Beukenlaan 42, 7707 BP Balkbrug Smit, J.H. (namens Initiatiefgroep Red het Leusener en Varsener Vechtdal) Snoek, C.N., Resort de Arendshorst Oosterkampen 2a, Dalfsen Arendshorsterweg 3a, Ommen Spijkerman, J. De Omloop 20, 7707 DZ Balkbrug Spoelstra Nieuw Dijk 9, 7707 RS Balkbrug Steenbergen Vogler, A. Den Huizen 5, Balkbrug Steenbergen, L. Den Huizen 5, 7707 PL Balkbrug Stege, P.G.H. en Dooren, J.M. van Hessenweg 121, Dalfsen Sterken, T. Oosterhulst 49, 7711 BE Nieuwleusen Stoker, J.J. en Beerten, M. Beerten Rosengaardeweg 3, 7722 PT Dalfsen Stokvis W. Hessenweg 62, 7722 SH Oudleusen Tieleman, H.U. Lindenlaan 9, Ommen categorisering (thema) in antwoordtabel Ov-01 Inleiding, Re-02 Realisatie, Re-03 Grondverwerving, Re-04 Planschade 153 In-03 Oude N 340, In-06 Fietsroutes en -tunnels, In-25 Spoorkruising, Le-01 Leefbaarheid (inclusief barrièrewerking, sociale cohesie), Le-02 Akoestisch onderzoek, Ov-01 Inleiding, Ov-02 Afsluiting, Re- 04 Planschade 164 Nieuwleusen, zie Kooiker, A.: zienswijzenummer 208 Nieuwleusen, zie Kooiker, A.: zienswijzenummer 260 Nieuwleusen, zie Kooiker, A.: zienswijzenummer 278 Nieuwleusen, zie Kooiker, A.: zienswijzenummer 236 In-02 Parallelwegen, In-15 Oudleusen (aansluiting), In-16 Oudleusen rotonde bij Dennekamp 165 Nieuwleusen, zie Kooiker, A.: zienswijzenummer 166 Balkbrug, zie Plaatselijk Belang Balkbrug 001 In-15 Oudleusen (aansluiting), Le-01 Leefbaarheid, Le-02 Akoestisch onderzoek, Le-05 Luchtkwaliteit, Na-01 Natuur, Nu-02 Tracékeuze, Nu-05 Relatie met Omgevingsvisie / programma Ruimte voor de Vecht / Voortvarend Varsen / Gebiedsontwikkeling Vechtcorridor, Nu-08 Maatschappelijke uitvoerbaarheid/weerstand 032 In-02 Parallelwegen, In-08 Bereikbaarheid percelen weerszijden N 340/N Balkbrug, zie Plaatselijk Belang Balkbrug 144 Nieuwleusen, zie Kooiker, A.: zienswijzenummer 117 Balkbrug, zie Plaatselijk Belang Balkbrug 269 Balkbrug, zie Plaatselijk Belang Balkbrug 293 PB Varsen, zie Haastrecht, J.M.J.C. van: zienswijzenummer Nieuwleusen, zie Kooiker, A.: zienswijzenummer 249 Na-03 Waterhuishouding(splan) 308 In-09 Erfontsluiting, In-01 N 340/N48 ligging / profielbreedte / ruimtebeslag / verkeersveiligheid (de basisuitgangspunten), In-01 N 340/N48 ligging / profielbreedte / ruimtebeslag / verkeersveiligheid (de basisuitgangspunten), In-06 Fietsroutes en - tunnels, In-23 Tankstation Oudleusen/Terrein Chinees restaurant Ni Hao, Le-01 Leefbaarheid, Le-02 Akoestisch onderzoek, Le-06 Lichthinder, Na-02 Landschappelijke inpassing, Nu-02 Tracékeuze, Ov-01 Inleiding, Re-03 Grondverwerving (incl. kavelruil), Re-04 Planschade 025 PB Varsen, zie Haastrecht, J.M.J.C. van: zienswijzenummer 015 PIP N340 / N48 Zienswijzennota 21

22 naam adresgegevens zienswijze nummer Timmer, N. Beukenlaan 42, 7707 BP Balkbrug Toerse, J. Oosterhulst 12, 7711 BG, Nieuwleusen Tuin, B. Oosterhulst 7, Nieuwleusen Tuin, J. Hoofdweg 10, 7707 BL Balkbrug Valk, van der / Hotel Café Restaurant Zwolle B.V. (via Damsté Advocaten, Postbus 126, Hengelosestraat 571, Enschede) Veen, T.G. van der (via W. Haaksema, Rentmeesterskantoor Noordanus & Partners BV, Linie 580, Apeldoorn) Postbus 126, Hengelosestraat 571, Enschede Hessenweg 79, Dalfsen Veerman, H. De Kolonie 11, 7707 SB Balkbrug Veerman-Zwiers, G. De Kolonie 1, 7707 SB Balkbrug Vegt, R. van der Hessenweg 72, Dalfsen Velde, M. v.d. De Stouwe 18, 7739 PH Vinkenbuurt Velsink, G. Oosterhulst 55, 7711 BE Nieuwleusen Veneman, A. Iepenlaan 28, Balkbrug Verboom-van Koesveld, B. Hessenweg 139, Dalfsen Verkeerscommissie Balkbrug, CNS Balkbrug en OBS Prinses Margriet p/a Eekma, Meppelerweg 31, 7707 CM Balkbrug Vervallen 296 Verweij, J.C. Dennenkamp 5, Oudleusen categorisering (thema) in antwoordtabel 289 Balkbrug, zie Plaatselijk Belang Balkbrug 324 Nieuwleusen, zie Kooiker, A.: zienswijzenummer 093 Nieuwleusen, zie Kooiker, A.: zienswijzenummer 239 Balkbrug, zie Plaatselijk Belang Balkbrug 077 In-11 Knooppunt A28/N 340, In-26 Planologisch regime, Le-02 Akoestisch onderzoek, Le-05 Luchtkwaliteit, Le-06 Lichthinder, Le-07 Externe veiligheid, Na-02 Landschappelijke inpassing, Nu- 02 Tracékeuze, Ov-01 Inleiding, Re-01 Financiële uitvoerbaarheid (aanlegkosten/aangepaste wegontwerpen), Re-03 Grondverwerving, Re-04 Planschade 049 In-09 Erfontsluiting 198 Balkbrug, zie Plaatselijk Belang Balkbrug 167 Balkbrug, zie Plaatselijk Belang Balkbrug 079 Na-02 Landschappelijke inpassing, Nu-02 Tracékeuze, Re-04 Planschade 282 Nieuwleusen, zie Kooiker, A.: zienswijzenummer 298 Nieuwleusen, zie Kooiker, A.: zienswijzenummer 102 Balkbrug, zie Plaatselijk Belang Balkbrug 125 PB Varsen, zie Haastrecht, J.M.J.C. van: zienswijzenummer Nu-02 Tracékeuze 026 In-16 Oudleusen rotonde bij Dennenkamp, Na-02 Landschappelijke inpassing, Re-03 Grondverwerving, Re-04 Planschade Veurink, E.J. Putter 39, Ommen 108 In-20 Knooppunt Varsen Veurink, L.J. Dennenkamp 4, Oudleusen Visscher A. Acacialaan 25, 7707 BG Balkbrug Volkerink J. (correspondentieadres), G.H. Marsman - Bonenkamp, Hessenweg 39, Dalfsen Volkerink, A. Volkerink, G. (via Agriteam, ing. R.J.A. Groot Hessenweg 37, Dalfsen G.W. Spiegelstraat 3, Oudleusen Hessenweg 56, Dalfsen 017 In-16 Oudleusen rotonde bij Dennenkamp, Nu-02 Tracékeuze 086 Balkbrug, zie Plaatselijk Belang Balkbrug 039 In-05 (fiets)verkeer Ankum, In-25 Spoorkruising, Le-01 Leefbaarheid, Le-02 Akoestisch onderzoek, Le-05 Luchtkwaliteit, Le-07 Externe veiligheid, Le- 09 Wijkers/blijvers, Nu-01 Nut en noodzaak (Verkeerscijfers/-prognoses), Nu-02 Tracékeuze, Nu-03 Toekomstvastheid, Nu-07 Bestuurlijke besluitvorming, Nu-09 Communicatie/participatie, Ov-01 Inleiding, Ov-02 Afsluiting, Re-04 Planschade 010 In-16 Oudleusen rotonde bij Dennenkamp, Na-02 Landschappelijke inpassing 014 In-15 Oudleusen (aansluiting), Le-01 Leefbaarheid, Le-02 Akoestisch onderzoek, Le PIP N340 / N48 Zienswijzennota

23 naam adresgegevens zienswijze nummer Koerkamp, Boxbergerweg 16a, Olst) Volkers M. De Stouwe 22, 7739 PH Vinkenbuurt Volkers, J.R. De Stouwe 22, 7739 PH Vinkenbuurt Voorhoef, J. Molenweg 85, 7707 CC Balkbrug Voorhorst-Last, B. Molenweg 85, Balkbrug Vorsteveld, C.P. Mulderstraat 27, Oudleusen Vos Witharenweg 1, 7738 PE Witharen Vos De Stouwe PH Vinkenbuurt De Stouwe 14, 7739 PH Vinkenbuurt Vredeveld-Steffens, T. Het Schild 43,7707 EB Balkbrug Warmtink bv (namens Exploitanten van Restaurant Ni Hao, Dalfsen) Waterschap Groot Salland Weerd J. de en Echten, G. van Postbus 200, 6660 AE Elst Postbus 60, 8000 AB Zwolle Oosterhulst 2, 7711 BG Nieuwleusen Weertjes, A. Ommerweg 10, Balkbrug Weitkamp, W. (namens Bungalowpark Landgoed de Lindenbergh) Emslandweg 1D, Ommen Weitkamp. W. Emslandweg 1d, Ommen Welleweerd, D.J. en Gerrits, J.M.L. Varsenerweg 17, Ommen Welleweerd, W.H. Varsenerweg 15, 7731 PZ Ommen Westerhof, H. Engellandweg 4-6, Dalfsen Westerhuisk, Oosterhulst 6, 7711 BG Nieuwleusen Westerman, H. Oosterhulst 26, 7711 BG Nieuwleusen Wever-Schottert, M. Het Bastion 32, 7707 EM Balkbrug Wichink, G. Emslandweg 1-45, Ommen categorisering (thema) in antwoordtabel Luchtkwaliteit, Le-09 Wijkers/blijvers, Na-02 Natuur, Na-03 Waterhuishouding(splan), Ov-01 Inleiding, Re-03 Grondverwerving, Re-04 Planschade, In-02 Parallelwegen 280 Nieuwleusen, zie Kooiker, A.: zienswijzenummer 176 Nieuwleusen, zie Kooiker, A.: zienswijzenummer 321 Balkbrug, zie Plaatselijk Belang Balkbrug 103 Balkbrug, zie Plaatselijk Belang Balkbrug 002 Le-01 Leefbaarheid, Le-02 Akoestisch onderzoek, Le-05 Luchtkwaliteit, Nu-07 Bestuurlijke besluitvorming 254 Nu-07 Bestuurlijke besluitvorming 158 Nieuwleusen, zie Kooiker, A.: zienswijzenummer 299 Balkbrug, zie Plaatselijk Belang Balkbrug 312 In-23 Tankstation Oudleusen/Terrein Chinees restaurant Ni Hao 323 Na-03 waterhuishouding(splan), Ov-01 Inleiding, Ov-02 Afsluiting 143 Balkbrug, zie Plaatselijk Belang Balkbrug 118 Balkbrug, zie Plaatselijk Belang Balkbrug 095 In-02 Parallelwegen, In-06 Fietsroutes en -tunnels, In-08 Bereikbaarheid percelen weerszijden N 340/N48, In-20 Knooppunt Varsen, In-21 Balkerweg aansluiting, Le-04 Geluidsoverlast rondom N48 na openstelling N36, Nu-02 Tracékeuze, Re-04 Planschade 065 PB Varsen, zie Haastrecht, J.M.J.C. van: zienswijzenummer In-02 Parallelwegen, In-18 Hessenweg West Kruising, In-27 2x1 rijstroken, Le-01 Leefbaarheid, Le-02 Akoestisch onderzoek, Le-05 Luchtkwaliteit, Le-06 Lichthinder, Na-01 Natuur, Na-04 Cultuurhistorie en archeologie, Nu-01 Nut en noodzaak (Verkeerscijfers/-prognoses), Nu-02 Tracékeuze, Ov-01 Inleiding, Re-02 Realisatie, Re- 07 Programma Investeren in landschap en leefomgeving N340/N48, In-20 Knooppunt Varsen 310 Nu-02 Tracékeuze 003 In-09 Erfontsluiting 240 Nieuwleusen, zie Kooiker, A.: zienswijzenummer 199 Nieuwleusen, zie Kooiker, A.: zienswijzenummer 281 Balkbrug, zie Plaatselijk Belang Balkbrug 168 PB Varsen, zie Haastrecht, J.M.J.C. van: zienswijzenummer 015 PIP N340 / N48 Zienswijzennota 23

24 naam adresgegevens zienswijze nummer Willems, H. Hessenweg West 7, 7731 RN Ommen Zand F.J. v 't Hoofdweg RC Balkbrug Zegwaard, J.W. Merellaan 43, Nieuwleusen Zijlstra, B. Emslandweg 1-43, Ommen Zoon, C.P.M. Balkerweg 60, Witharen Zwiers-Winters, J. W. ter Haarstraat 2, 7707 CK Balkbrug categorisering (thema) in antwoordtabel 200 Hessenweg West, zie: Melkveebedrijf Hogeman Reefhuis, zienswijzenummer Balkbrug, zie Plaatselijk Belang Balkbrug 112 In-01 N 340/N48 ligging / profielbreedte / ruimtebeslag / verkeersveiligheid (de basisuitgangspunten), Nu-01 Nut en noodzaak (Verkeerscijfers/-prognoses), Nu-09 Communicatie/participatie 035 PB Varsen, zie Haastrecht, J.M.J.C. van: zienswijzenummer In-01 N 340/N48 ligging / profielbreedte / ruimtebeslag / verkeersveiligheid (de basisuitgangspunten), In-06 Fietsroutes en - tunnels, In-22 Knooppunt Arriërveld, Na-01 Natuur, Nu-01 Nut en noodzaak (Verkeerscijfers/- prognoses), Nu-02 Tracékeuze, Re-03 Grondverwerving (inclusief kavelruil), In-02 Parallelwegen 241 Balkbrug, zie Plaatselijk Belang Balkbrug 24 PIP N340 / N48 Zienswijzennota

25 PIP N340 / N48 Zienswijzennota 25

26 3 Voorgestelde beantwoording In dit hoofdstuk volgt de (voorgestelde) beantwoording van de thema s. Alle zienswijzen die betrekking hebben op één en hetzelfde thema (bijvoorbeeld akoestisch onderzoek) zijn vervolgens gezamenlijk beantwoord onder het thema (in dit voorbeeld akoestisch onderzoek). Op basis van de thema s waarin uw zienswijze is gecategoriseerd (zie hiervoor hoofdstuk 2), kunt u de beantwoording van uw zienswijze teruglezen. Geadviseerd wordt ook andere thema s te lezen dan slechts de thema s waarin uw zienswijze is gecategoriseerd, omdat - en dat is onvermijdelijk - thema s elkaar overlappen. Daarom wordt geadviseerd ook de andere thema s te raadplegen om een zo compleet mogelijk beeld te krijgen. Veel van de ingediende reacties op het voorontwerp inpassingsplan zijn nu ook ingediend als zienswijze. De omstandigheden en inzichten zijn in de periode tussen het voorontwerp en het ontwerp op veel punten niet wezenlijk gewijzigd. Er is voor gekozen niet terug te verwijzen naar de eerder opgestelde reactienota, maar de beantwoording in deze zienswijzennota opnieuw op te nemen en waar nodig aan te vullen. De thema s zijn ingedeeld naar rubriek. De volgende indeling is gemaakt: In-00 Inrichting Combinatiealternatief In-01 N 340/N48 ligging / profielbreedte / ruimtebeslag / verkeersveiligheid (de basisuitgangspunten) In-02 Parallelwegen In-03 Oude N 340 In-04 Rubriek vervallen In-05 (fiets)verkeer Ankum In-06 Fietsroutes en -tunnels In-07 Rubriek vervallen In-08 Bereikbaarheid percelen weerszijden N 340/N48 In-09 Erfontsluiting In-10 Openbaar vervoer In-11 Knooppunt A28/N 340 (ook Anningahof) In-12 De Bese In-13 Rubriek vervallen In-14 Driesen aansluiting (Koesteeg / Dedemsweg) In-15 Oudleusen (aansluiting) In-16 Oudleusen rotonde bij Dennenkamp In-17 Maneweg aansluiting In-18 Hessenweg West Kruising In-19 Hessenweg West (Verkeersveiligheid, leefbaarheid/aanleg noordelijke parallelweg) In-20 Knooppunt Varsen In-21 Balkerweg aansluiting In-22 Knooppunt Arriërveld In-23 Tankstation Oudleusen/Terrein Chinees restaurant Ni Hao In-24 Kunstwerken ontwerp In-25 Spoorkruising In-26 Planologisch regime In-27 2x1 rijstroken Le-00 Leefbaarheid, gezondheid, lucht, geluid bij Combinatiealternatief Le-01 Leefbaarheid (inclusief barrièrewerking, sociale cohesie) Le-02 Akoestisch onderzoek Le-03 Hogere Grenswaarden Le-04 Geluidsoverlast rondom N48 na openstelling N36 Le-05 Luchtkwaliteit Le-06 Lichthinder 26 PIP N340 / N48 Zienswijzennota

27 Le-07 Externe veiligheid Le-08 Rubriek vervallen Le-09 Wijkers/blijvers Na-00 Natuur, landschap, recreatie, waterhuishouding bij Combinatiealternatief Na-01 Natuur (inclusief compensatie en faunavoorzieningen) Na-02 Landschappelijke inpassing Na-03 Waterhuishouding(splan) Na-04 Cultuurhistorie en archeologie Nu-00 Nut en noodzaak, tracékeuze, toekomstvastheid, besluitvorming Nu-01 Nut en noodzaak (Verkeerscijfers/-prognoses) Nu-02 Tracékeuze Nu-03 Toekomstvastheid Nu-04 Rubriek vervallen Nu-05 Relatie met Omgevingsvisie / programma Ruimte voor de Vecht / Voortvarend Varsen / Gebiedsontwikkeling Vechtcorridor Nu-06 Relatie met N 377 Nu-07 Bestuurlijke besluitvorming Nu-08 Maatschappelijke uitvoerbaarheid/weerstand Nu-09 Communicatie/participatie Nu-10 Reacties op startnotitie / PlanMER /Structuurvisie / BesluitMER / voorontwerp inpassingsplan Ov-00 Overig Ov-01 Inleiding Ov-02 Afsluiting Ov-03 Verbeelding Ov-04 Regels Ov-05 MER-evaluatie Re-00 Realisatie, grondverwerving, planschade, financiering bij Combinatiealternatief Re-01 Financiële uitvoerbaarheid (aanlegkosten/aangepaste wegontwerpen) Re-02 Realisatie (planning, omleidingsroutes N 377, OV, ook onderhoudsstaat huidige weg) Re-03 Grondverwerving (inclusief kavelruil) Re-04 Planschade Re-05 Rubriek vervallen Re-06 Rubriek vervallen Re-07 Programma Investeren in landschap en leefomgeving N 340/N48 Re-08 Straatmeubilair PIP N340 / N48 Zienswijzennota 27

28

29 Categorisering In-00 Inrichting Combinatiealternatief In-01 N 340/N48 ligging / profielbreedte / verkeersveiligheid (de basisuitgangspunten) Voorgestelde beantwoording Wegontwerp Het wegontwerp is gebaseerd op landelijk gehanteerde normen en ontwerprichtlijnen voor regionale stroomwegen. In deze normen en ontwerprichtlijnen wordt o.a. onderscheid gemaakt tussen de aanleg van wegen met twee of met vier rijstroken. Bij wegen met 2x2 rijstroken dient er in ieder geval een middenberm te zijn (gescheiden rijbanen). Bij 100 km/uur wegen met twee rijstroken heeft dat vanuit een oogpunt van verkeersveiligheid ook de voorkeur maar kan eventueel (vanwege kosten en ruimtebeslag) een dubbele lijn aangebracht worden met daartussen een groen vlak. De N36/omleiding Ommen is zo aangelegd. De provincie heeft voor de N 340/N48 gekozen voor een duurzaam veilig ontwerp met over het gehele tracé een middenberm met barriër. Op twee gedeelten van de N 340/N48 is sprake van 2x2 rijstroken: het nieuwe N 340 weggedeelte vanaf A28 tot Ankummerdijk en het N48-deel. Een middenberm met barriër is daar noodzakelijk. Een consistent herkenbaar wegbeeld voor de verkeersveiligheid is van groot belang en daarom wordt de barriër ook op het overige weggedeelte met 2x1 rijstroken toegepast, waarbij in die keuze de te verwachten relatief hoge verkeersintensiteiten op de N 340/N48 zijn meegewogen. Tijdens het ontwerpproces is gekeken naar de noodzaak om aan beide zijden van de nieuwe N 340 overal parallelwegen te houden. Een belangrijke reden waarom op het grootste deel de parallelwegen in het ontwerp zijn opgenomen is vanwege het feit dat woningen/bedrijven en aanliggende percelen ontsloten moeten worden. Er is gezocht naar een optimum voor wat betreft het aantal aansluitingen om te voorkomen dat de verkeersintensiteiten op de parallelwegen te hoog worden. Alle huidige aansluitingen op de N340 overnemen en ombouwen tot ongelijkvloerse aansluitingen is een zeer kostbare zaak en heeft een zeer grote negatieve invloed op de landschappelijke inpassing en het benodigde ruimtebeslag. De aankleding van het wegontwerp met groen en straatmeubilair moet nog worden uitgewerkt, dit gebeurt in de besteksfase (zie ook Re-02). Het wegontwerp heeft voldoende detailniveau voor het provinciaal inpassingsplan, maar dient nog verder in detail uitgewerkt te worden. Suggesties voor de aankleding van de N 340/N48 met groen en afscherming worden in die verdere uitwerking betrokken. Ruimtebeslag Gedurende het ontwerpproces is onderzocht hoe de N 340/N48 het beste kan worden vormgegeven. Hierbij is ook gekeken naar de capaciteit in relatie tot de korte en lange termijn. In het ontwerpproces is een optimale oplossing gezocht ook in relatie tot het onderliggende wegennet en de afwikkeling van plaatselijk verkeer. Er is onder meer rekening gehouden met bereikbaarheid/doorstroming, ruimtebeslag, landschappelijke inpassing, archeologie, verkeersveiligheid voor alle deelnemers en toekomstvastheid. In de Planstudie BesluitMER zijn verschillende ontwerp oplossingen vergeleken. Conform het principe van duurzaam veilig zijn de aansluitingen tussen de verschillende stroomwegen A28, N 340, N48 en N36 ongelijkvloers vormgegeven. Voor de zuidkant van de aansluiting Maneweg is naar aanleiding van de ingediende zienswijzen een compacter ontwerp uitgewerkt. Voor het knooppunt Varsen en het knooppunt Arriërveld zijn ook compactere wegontwerpen gemaakt. Zie verder In-17 en In-20. PIP N340 / N48 Zienswijzenota 29

30 Categorisering Voorgestelde beantwoording Breedte van de weg Het brede dwarsprofiel is het uitgangspunt geweest bij het ontwerpen van de nieuwe N 340. In de Landschapsvisie die is opgesteld in het kader van de Planstudie BesluitMER is deze keuze nader onderbouwd. Van dit brede dwarsprofiel wordt afgeweken indien daar gegronde redenen voor zijn. Tussen Maneweg en Varsen gaat de N 340 door de Ecologische hoofdstructuur, wat een kwetsbaar gebied is. Een breed dwarsprofiel zou op dit gedeelte te veel schade veroorzaken. Daarom is de N 340 op dit gedeelte van smalle bermen voorzien. Om toch verkeersveiligheid te bieden zijn de smalle bermen voorzien van een voertuigkering in de vorm van een geleiderail. Ligging noordelijke parallelweg ten oosten van Dedemsweg Het dwarsprofiel van de N 340 direct oostelijk van de Dedemsweg bij de eerste woningen aan de noordzijde zou inderdaad compacter gemaakt kunnen worden, als de noordelijke parallelweg aldaar de bochten in de N 340 volgt. Echter in het huidige wegontwerp wordt zoveel mogelijk gebruikt gemaakt van het bestaande asfalt. Bij handhaving van de huidige noordelijke parallelweg hoeven bovendien de daar aanwezige kabels en leidingen niet te worden verlegd en ontstaan geen extra kosten. De ruimtelijke situatie voor de woningen aan dit deel van de noordelijke parallelweg verslechtert niet. De ontwerpkeuze om de parallelweg op de huidige plek te situeren wordt gelet hierop en de kosten gehandhaafd. Middenberm Op stroomwegen met een ontwerpsnelheid van 100 km/u en 2x2 rijstroken wordt in ieder geval een middenberm toegepast, voorzien van een voertuigkering in de vorm van een geleiderailconstructie. Bij een breedte van de middenberm groter dan 20 m is deze voertuigkering niet nodig. Deze voertuigkering wordt toegepast in verband met het mogelijk doorschrijden van de middenberm door voertuigen die van de weg raken en daardoor een frontale aanrijding met tegenliggers kan veroorzaken. De minimale breedte van 20 m is gebaseerd op praktijksituaties, waarbij rekening wordt gehouden met een draagkrachtige berm. Een verbreding van het wegprofiel, de middenberm is nu 2,20 meter, wordt uit landschappelijke- en uit kosten overweging niet wenselijk geacht. Bermen (geleiderail) Idealiter wordt een rijbaan voorzien van (obstakelvrije) zijbermen in plaats van geleiderail. Dit heeft zowel een verkeersveiligheids- als een onderhoudsreden. Ook vanuit de landschapsvisie, opgesteld in het kader van de Planstudie BesluitMER, heeft een wegprofiel zonder geleiderails in principe de voorkeur. Voertuigen die van de weg raken, hebben bij een voldoende brede zijberm (conform Handboek wegontwerp CROW) de gelegenheid om te corrigeren en komen niet direct in botsing met aanwezige obstakels in de berm, geleiderail of met weggebruikers op de parallelweg. De inrichting van de weg is dus vergevingsgezinder. Daarnaast kunnen automobilisten met pech zich veiliger opstellen in de zijberm, zodat zij de doorstroming op de rijbaan minder verstoren dan wanneer er een geleiderail aanwezig is. Dit verkleint de kans op kop-staartaanrijdingen met een stilstaand voertuig. De keuze tussen Maneweg en Varsen voor een smaller wegprofiel is gemaakt op basis van de ruimtelijke inpassingsmogelijkheden (natuurbelangen). Om hetzelfde verkeersveiligheidsniveau te houden, dienen dan wel aanvullende maatregelen getroffen te worden. Wanneer de zijbermen onvoldoende breed worden of obstakels bevatten binnen de obstakelvrije zone, dan zal als aanvullende maatregel een geleiderail worden toegepast. Voertuigen die van de weg raken, worden gekeerd door de aanwezige geleiderail en komen niet in botsing met verkeersdeelnemers op de parallelwegen. Daarnaast draagt geleiderail bij aan de geleiding van het verkeer waardoor verkeersdeelnemers over langere afstand het verloop van de 30 PIP N340 / N48 Zienswijzennota

31 Categorisering Voorgestelde beantwoording weg kunnen zien. Hierdoor raken zij minder snel van de weg. Langere trajecten die volledig (zowel midden- als zijberm) zijn voorzien van een geleiderail zijn echter niet wenselijk vanwege het monotone wegbeeld én uit een oogpunt van ruimtelijke kwaliteit. Verkeersintensiteiten in relatie tot het ontwerp In het kader van de Planstudie/BesluitMER N 340/N48 zijn meerdere inrichtingsvarianten en locaties voor de aansluitingen onderzocht (bijvoorbeeld bij de Maneweg en de Stouweweg). Door het afnemen van het aantal aansluitingen op de nieuwe N 340 zal de verkeersintensiteit op de parallelwegen beperkt toenemen ten opzichte van de huidige situatie. De te verwachten intensiteiten zijn echter nog steeds relatief laag (op de meeste trajectdelen minder dan 500 motorvoertuigen per etmaal) en ver beneden de norm die geldt voor erftoegangswegen (maximaal 6000 motorvoertuigen per etmaal). De verschillen in verkeersintensiteiten op de parallelwegen tussen de verschillende onderzochte inrichtingsvarianten zijn gering en niet van doorslaggevende betekenis. Het is juist de bedoeling dat de nieuwe N 340/N48 meer verkeer van andere wegen gaat aantrekken dan nu. Bij de verkeers- en geluidsberekeningen is hier rekening mee gehouden. Door de toepassing van 2-laags ZOAB (of soortgelijk geluidsreducerend asfalt) neemt de geluidsinvloed af ten opzichte van de autonome situatie (voor de situatie waarbij er geen wijzigingen plaatsvinden aan de N 340/N48, zie verder thema Le-02). Snelheidsregime In de door Provinciale Staten in oktober 2009 vastgestelde Structuurvisie is gekozen voor een stroomweg 100 km/uur met ongelijkvloerse kruisingen en aansluitingen. De wijze van inrichten van de weg en de maximum snelheid zijn nauw met elkaar verbonden. De weginrichting en het gewenste snelheidsgedrag moeten op elkaar zijn afgestemd. Een alternatief met 80 km/uur en ongelijkvloerse kruisingen en aansluitingen combineert kenmerken van een gebiedsontsluitingsweg (kenmerk: 80 km/uur met 1x2 rijstroken en gelijkvloerse aansluitingen) met die van een stroomweg (kenmerk: ongelijkvloerse kruisingen en aansluitingen en 2x1 strooks). Dit staat haaks op het principe van een duurzaam veilige inrichting van een weg waarbij uitgangspunt is dat de weginrichting het (snelheids-)gedrag moet oproepen dat bij de betreffende weg hoort. Daarbij speelt ook de handhaafbaarheid van de optredende rijsnelheid een rol. Hoogteligging nieuwe weg bij Hessenweg 62, Oudleusen De nieuwe weg volgt de oude weg zoveel mogelijk. Dit voorkomt extra grondtransport. Ook wordt bij de nieuwe weg gekeken naar de grondwaterstand ter plaatse. De nieuwe weg moet een goede drooglegging hebben (voldoende hoog boven het grondwater liggen) om te voorkomen dat de fundatie van de weg echt nat wordt en/of gaat bevriezen en gaat verzakken. Om die redenen zal de nieuwe weg over het algemeen niet lager aangelegd gaan worden dan de huidige weg. Verplaatsen N 340 bij Hessenweg 20a, Hessenweg 24 en Oude Hessenweg 2a Het wegontwerp is een aaneenschakeling van ontwerpkeuzen. Om die reden is het lokaal verplaatsen van de as van de weg niet mogelijk, zonder ook in de aansluitende wegvakken de weg te verplaatsen. Het verplaatsen van één schakel in de ketting betekent het verplaatsen van meerdere schakels. PIP N340 / N48 Zienswijzenota 31

32 Categorisering Voorgestelde beantwoording Het verzoek om de hoofdrijbaan in noordelijke richting te verplaatsen ter plaatse van Hessenweg 20a om daarmee aan de zuidzijde van de weg meer ruimte te verkrijgen wordt mede om bovenstaande reden niet overgenomen. Het ondervonden probleem wordt dan daarmee tevens verplaatst naar de woningen aan de noordzijde, de weg zou dan dichterbij die woningen komen. Dit zijn er in aantal meer. Het ontworpen tracé houdt op een evenwichtige wijze rekening met de verschillende belangen. Het wegontwerp wordt om die reden niet gewijzigd. Het in noordelijke richting verschuiven van de N 340 om daarmee ter hoogte van Hessenweg 24 aan de zuidzijde een parallelweg te kunnen aanleggen/handhaven wordt ook om bovenstaande reden niet overgenomen. Het in zuidelijke richting verschuiven van de N 340 ter hoogte van de Oude Hessenweg 2a betekent dat de afstand van de nieuwe N 340 tot deze woning wordt vergroot en daar minder eigendom behoeft te worden aangekocht. Aan de zuidzijde zullen extra woningen moeten wijken en wordt de afstand tot andere woningen kleiner. Volgens de tekening van de indiener van de zienswijze zullen ook het tankstation en het restaurant ten zuiden van Oudleusen moeten wijken door zijn alternatieve tracé. Het provinciaal wegontwerp houdt, mede gelet op te hanteren (horizontale) boogstralen, op een evenwichtige wijze rekening met alle verschillende belangen aan zowel de noord- als zuidzijde van de N 340. Het wegontwerp wordt om die reden niet gewijzigd. Bereikbaarheid hulpdiensten Met de hulpdiensten is het wegontwerp afgestemd. De locaties waar de hulpdiensten de weg op of af kunnen rijden zijn in overleg met hen opgenomen in het plan en hebben hun instemming. Omdat het oversteken van de N 340 met hulpverleningsvoertuigen niet mogelijk is, is er zorgvuldig gekeken naar het aantal en de plek van de in-/uitritten voor de hulpdiensten. In-02 Parallelwegen Breedte van de parallelwegen, algemeen Op basis van inspraakreacties op het voorontwerp provinciaal inpassingsplan ten aanzien van de breedte van de parallelwegen heeft de provincie de breedte en de uitvoeringsvorm van de parallelwegen aangepast voor het ontwerp inpassingsplan. In het wegontwerp, behorend bij het ontwerp provinciaal inpassingsplan zijn de parallelwegen verbreed naar 4,50 meter met aan weerszijden een 0,40 meter brede strook bermverharding/grasbetonstenen. De parallelwegen worden voorzien van kantmarkering. De parallelwegbreedte van 4,50 meter volstaat voor het af te wikkelen verkeer bestaande uit gemotoriseerd wegverkeer (onder meer auto s en vrachtverkeer), landbouwverkeer en fietsers. De breedte van de verharding van de parallelwegen is mede gebaseerd op het rapport Verkenning problematiek landbouwverkeer van Goudappel Coffeng 20 april 2010, kenmerk OVA196/Hgj/1950. Dit rapport is te downloaden via de projectwebsite van de provincie De zuidelijke parallelweg op het traject Ankummerdijk-Leemculeweg wordt echter verbreed naar 5,50 meter met aan weerszijden een 0,40 meter brede strook bermverharding/grasbetonstenen. In verband met dit bredere profiel komen op dit weggedeelte aan weerszijden fietssuggestiestroken. Deze zorgen voor een optische versmalling van het rijgedeelte (de rijloper). Ten opzichte van de overige parallelwegen zal de verkeersintensiteit op dit trajectdeel hoger liggen, en dit rechtvaardigt hier een bredere parallelweg. Door het aanbrengen van fietssuggestiestroken op dit gedeelte wordt optisch de rijbaan verkleind. Deze grotere breedte leidt in het verkeersmodel niet tot een verkeersaantrekkende werking. 32 PIP N340 / N48 Zienswijzennota

33 Categorisering Voorgestelde beantwoording Het parkeren van aanhangers op deze parallelweg, met verkeer richting de aansluiting Ankummerdijk v.v., door leveranciers voor de kwekerij verdient niet de voorkeur. Als niet op eigen terrein geparkeerd kan worden dat heeft de voorkeur- dan zal in overleg met de provincie als wegbeheerder van de parallelweg een extra brede bermverharding uitkomst kunnen bieden. Ook kan geparkeerd worden op het begin van de Engellandweg, voor de te realiseren fietssluis. Gemengd verkeer, bermverharding De bermverharding/grasklinkers maken geen deel uit van de wegverharding. Bermverharding/grasklinkers hebben alleen een functie voor een weggebruiker die per abuis in de berm geraakt en daardoor in staat is op een verkeersveilige wijze te corrigeren. Op de parallelwegen rijdt gemengd verkeer; met name fietsers, personenauto s, vrachtverkeer en landbouwvoertuigen. De parallelwegen in het wegontwerp worden 4,50 meter breed uitgevoerd met aan beide zijden van de weg 0,40 meter bermverharding in de vorm van grasbetonstenen. Juist voor de fietsers is het niet wenselijk dat het rijgedeelte (de rijloper) van de parallelweg veel breder wordt uitgevoerd. Het gemotoriseerde verkeer krijgt dan namelijk meer gelegenheid om met hogere snelheid de fietsers te passeren waardoor de kans op ernstige ongevallen en de ernst van het letsel toeneemt. Door de breedte van 4.50 meter wordt het gemotoriseerde verkeer gedwongen de snelheid aan te passen aan het langzaam verkeer. Bij dit wegprofiel met een verhardingsbreedte van 4.50 meter zullen de gereden snelheden lager liggen en zal een groter deel van de weggebruikers zich houden aan het geldende snelheidsregime van maximaal 60 km/uur. Omdat in de uitsparingen van de grasbetonstenen gras groeit, blijft de berm zijn groene uitstraling behouden en wordt het rijgedeelte (de rijloper) optisch niet breder. Voor fietsers is direct duidelijk dat ze niet op de grasbetonstenen moeten rijden. Daarnaast worden de parallelwegen door de aanleg van de bermverharding vergevingsgezinder ingericht. Voertuigen die van de weg raken komen niet direct in de (zachtere) berm terecht waardoor ze abrupte stuurcorrecties uitvoeren met mogelijke ongevallen tot gevolg. Ook worden de bermen niet kapot gereden waardoor fietsers die van de weg raken niet in bandensporen van de kapot gereden berm terecht komen met alle nadelige gevolgen. Landbouwvoertuigen Landbouwvoertuigen worden in de eerste plaats ontworpen voor gebruik op het land, en mogen met een snelheidsbeperking (25 km/uur) gebruik maken van erftoegangswegen en gebiedsontsluitingswegen (zonder geslotenverklaring). Landbouwvoertuigen maken ook in dit gebied een beperkt deel uit van het totaal aantal verkeersdeelnemers. Het gebruik van landbouwvoertuigen is deels seizoensgebonden. De meest voorkomende conflictsituatie zal die zijn tussen personenauto s onderling en die tussen personenauto s en fietsers. Daarop is de wegbreedte primair afgestemd. Deze is mede bepaald door het toepassen van Handboek Wegontwerp CROW-publicatie 164. Dit handboek gaat uit van de duurzaam veilig categorisering van wegen, waaronder erftoegangswegen (ETW). De parallelweg is een erftoegangsweg en bedoeld voor verschillende verkeersdeelnemers (langzaam verkeer, autoverkeer, landbouwverkeer en incidenteel vrachtverkeer met plaatselijke bestemming). Daarvan is bij het ontwerpen volgens Handboek Wegontwerp uitgegaan. Het wegprofiel van 4,50 meter wegverharding met aan weerszijden een bermverharding van 40 cm is gekozen om een hoge (traject)snelheid te voorkomen en om sluipverkeer te ontmoedigen. Het blijkt namelijk dat brede, lange rechte wegen, uitnodigen tot hogere snelheden. Elke meter extra asfalt leidt tot gemiddeld hogere snelheid van 10 km/u. Met andere woorden, landbouwvoertuigen mogen op de parallelwegen (erftoegangswegen) rijden, maar zullen zich uit verkeersveiligheidsoogpunt aan de wettelijke maximum snelheid van 25 km/u dienen te houden. Bij een landbouwvoertuig is het meest voorkomende conflict dat tussen een landbouwvoertuig en een auto. Daarvoor is de weg voldoende breed. In het geval van twee PIP N340 / N48 Zienswijzenota 33

34 Categorisering Voorgestelde beantwoording landbouwvoertuigen die elkaar tegen komen, kan mede gebruik gemaakt worden van de bermverharding en kunnen voertuigen elkaar passeren ter hoogte van een van de vele inritten of zijwegen. In het geval dat er twee zeer brede landbouwvoertuigen elkaar moeten passeren en de totale wegbreedte inclusief bermverharding daarbij niet volstaat, kan uitgeweken worden naar de berm. Dit zal echter slechts incidenteel voorkomen. Het verder verbreden van de verharding van de parallelwegen of het aanleggen van vrijliggende fietspaden voor het oplossen van incidentele conflictsituaties leidt onherroepelijk tot gemiddeld hogere snelheden op de parallelwegen. De ontworpen wegbreedte van de parallelwegen blijft daarom ongewijzigd. Snelheidsregime De parallelwegen worden aangeduid en ingericht als 60 km/u zone, waar nodig met een snelheidsremmende inrichting. De verdere inrichting van de parallelweg moet nog worden uitgewerkt. Het wegontwerp heeft voldoende detailniveau voor het provinciaal inpassingsplan, maar wordt in de besteksfase nog verder in detail uitgewerkt (zie ook Re-02) Verkeersintensiteiten De provincie heeft bij het opstellen van het wegontwerp in de inrichtingsfase (Planstudie BesluitMER) vraag en aanbod geanalyseerd van het verkeer vanuit het onderliggende wegennet (in de aanliggende gebieden) en op de parallelwegen. Verschillende varianten zijn onderzocht en doorgerekend. Voor een goede verkeersafwikkeling en met het oog op de verkeersbelasting van de parallelwegen is bijvoorbeeld de (volledige) aansluiting Ankummerdijk in het wegontwerp opgenomen. De verkeersintensiteiten op de parallelwegen zijn veel lager dan het maximum aantal (6000 motorvoertuigen per etmaal) vermeld in de Handboek Wegontwerp CROW. In dit maximum aantal is rekening gehouden met de bijbehorende intensiteiten in de spits. Doordat de berekende etmaalintensiteiten van de parallelwegen bij de N 340 beduidend lager liggen dan de maximum gehanteerde etmaalintensiteit in het Handboek wegontwerp CROW, kan geconcludeerd worden dat de ontworpen parallelwegen N 340 goed hun beoogde functie kunnen vervullen. Ook de berekende intensiteiten op het onderliggende gemeentelijke wegennet zijn niet zodanig dat de veiligheid en de leefbaarheid hierdoor in het gedrang komen. Het wegontwerp N 340 van het gedeelte Ankum-Koesteeg heeft 2 x 2 rijstroken vanwege de daar te verwachten verkeersintensiteiten. Verblinding Daar waar door versmalling van de tussenberm verblinding van gebruikers op de parallelwegen door de verlichting van motorvoertuigen op de hoofdrijbaan kan optreden zal de provincie bij de verdere detaillering van de inrichting nagaan welke maatregelen kunnen worden getroffen. Zie ook Le- 06. Parallelweg bij Hessenweg 56 Door het wegbestemmen of verplaatsing van de woning Hessenweg 56 ontstaat geen wezenlijke ontlasting van de parallelweg op deze plek. Zie verder Le PIP N340 / N48 Zienswijzennota

35 Categorisering Voorgestelde beantwoording Hessenweg 51 Voor de fietstunnel te Ankum en directe omgeving is een nieuw wegontwerp gemaakt. Daardoor is de ligging van de parallelweg ter hoogte van de Hessenweg 51 ook iets gewijzigd waardoor de kans op lichthinder is afgenomen. Het provinciaal inpassingsplan is op het gewijzigd wegontwerp aangepast. Zie ook In-05. Brandstofverkooppunt en Chinees restaurant Ni Hao De ontsluiting van het tankstation en het Chinees restaurant Ni Hao vanuit de richting Dalfsen naar Ommen vindt plaats vanaf de N 340. Vanuit de richting Ommen naar Dalfsen zijn het tankstation en het Chinees restaurant via de zuidelijke parallelweg bereikbaar. Bij de verdere detaillering in de besteksfase wordt de inrichting hiervoor nader onderzocht. Daarbij moet echter worden voorkomen dat het verkeer vanaf de parallelweg de N 340 op kan rijden en v.v.. Zie ook In-23. Ontsluiting gebied zuidelijk N 340 De Stouwe-N48 Het aantal op- en afritten en de breedte van de parallelwegen is op de te verwachten verkeersstromen afgestemd. Het totale wegontwerp van de N 340/N48 kan de verwachte verkeersstromen aan. Uiteraard zullen weggebruikers, door het verminderen van het aantal op- en afritten van de N 340, andere routes (moeten) kiezen dan voorheen. In het wegontwerp is met deze gewijzigde verkeersstromen rekening gehouden. Zie ook In-01. Parallelstraat Oudleusen Een (nieuwe) noordelijke parallelweg bij Oudleusen de hoofdrijbaan van de N 340 laten volgen, betekent in feite de aanleg van een extra weg. Immers de bestaande Parallelstraat dient te blijven liggen ter ontsluiting van de aanwezige woningen/percelen. Dit verkleint het gebied tussen Oudleusen en de nieuwe N 340 en beperkt de geplande mogelijkheden voor groen en recreatief gebruik. De verwachte verkeersontwikkeling op de Parallelstraat is niet van dien aard, dat het aanleggen van een afzonderlijke noordelijke parallelweg noodzakelijk is. De schoolgaande jeugd van Dalfsen naar Ommen en vice versa kan gebruik maken van de fietstunnel aan de oostzijde van Oudleusen en hoeft geen gebruik te maken van de Parallelstraat. De te verwachten verkeersintensiteiten op de Parallelstraat liggen ver onder de norm voor erftoegangswegen van maximaal 6000 motorvoertuigen per etmaal. Zie ook In-15. Bus op parallelweg In het wegontwerp voor het Provinciaal Inpassingsplan is het uitgangspunt dat de bus tussen de aansluiting Maneweg en het knooppunt Varsen, in zowel oostelijke als westelijke richting, over de zuidelijke parallelweg rijdt. Het schoolgaande fietsverkeer Dalfsen/Oudleusen Ommen v.v. maakt voornamelijk gebruik van de noordelijke parallelweg. Door de busverbinding op de zuidelijke parallelweg te plannen, worden deze verkeersstromen zoveel mogelijk van elkaar gescheiden. Doorlopende parallelwegen Er is tijdens het ontwerpproces gekeken naar de noodzaak om aan beide zijden van de nieuwe N 340 overal parallelwegen aan te leggen. Een belangrijke reden waarom op de meeste trajecten de parallelwegen toch zijn opgenomen in het wegontwerp is vanwege het feit dat de overblijvende PIP N340 / N48 Zienswijzenota 35

36 Categorisering Voorgestelde beantwoording woningen/bedrijven en aanliggende percelen goed ontsloten moeten zijn. Het gedeeltelijk aanleggen of het aanbrengen van knippen belemmert de bereikbaarheid van aanwonenden (bewoners, bedrijven) aanzienlijk. Om dan bij de bestemming te komen dienen, afhankelijk van de richting waar men vandaan komt, (aanzienlijke) omwegen gemaakt te worden. Ook is het voor derden dan niet altijd even duidelijk hoe percelen zijn te bereiken. Bestuurders rijden zich dan vast en gaan keren op de parallelweg of op aanliggende erven. Fietsverkeer De verkeersveiligheid voor al het verkeer wordt verbeterd, waaronder die voor de fietsers. Op het traject Zwolle-Ankum (met de meeste fietsers) wordt een fietspad op de voormalige zuidelijke parallelweg gerealiseerd. Verder worden in de huidige situatie fietsers geconfronteerd met verkeersonveilige gelijkvloerse fietsoversteken over een drukke N 340 waar een maximumsnelheid van 80 km/u geldt. Na opwaardering van de N 340 kunnen fietsers op een behoorlijk aantal plekken de N 340 ongelijkvloers kruisen. Aangezien er (nagenoeg geheel) aan beide zijden van de N 340 vanaf Dalfsen tot Ommen een parallelweg langs de nieuwe N 340 ligt, hoeven fietsers in principe slechts één keer de weg te kruisen bij een viaduct (hoogteverschil ca 6 meter) of een fietstunnel (hoogteverschil ca. 3,50 meter). In het wegontwerp is rekening gehouden met comfortabele hellingen door flauwe (fietsvriendelijke) hellingen toe te passen. Vanaf de Varseneresweg richting Ommen komt een vrijliggend fietspad dat in twee richtingen kan worden bereden. Uitvoeringsfase Bij de uitvoering van het project wordt (verkeers-)hinder zoveel mogelijk beperkt door een optimale bouwfasering. Zie ook thema Re-02. Hessenweg West Gezien de opwaardering van de N 340 en de N48 en het ontbreken van een aansluiting Hessenweg West in de nieuwe N 340 is het niet aannemelijk dat verkeer van Oudleusen naar Hardenberg via (de parallelwegen en) de Hessenweg West zal rijden. Dit blijkt ook uit het verkeersmodel. Zie verder thema s In-18 en In-19. Barrièrewerking De nieuwe N 340 weg heeft inderdaad barrièrewerking tot gevolg. De huidige weg is echter ook al een barrière in verband met de verkeersdrukte (en onveilige oversteken) vooral in de spitsen. Doordat voldoende ongelijkvloerse kruisingen worden aangelegd, kan straks veilig op die plekken worden overgestoken. In-03 Oude N 340 De oude N 340 tussen Kranenburgweg en Ankummerdijk wordt door en op kosten van de provincie, na realisering van de nieuwe N 340, heringericht tot erftoegangsweg met een in tweerichtingen bereden fietspad op de voormalige zuidelijke parallelweg. De noordelijke parallelweg wordt verwijderd. De kosten gemoeid met deze werkzaamheden komen voor rekening van de provincie en maken deel uit van de te sluiten overall overeenkomst N 340 tussen de provincie en de gemeenten Zwolle en Dalfsen. Als hiervoor een afzonderlijke herziening van het bestemmingsplan buitengebied van Dalfsen nodig is dan zal de provincie hiervoor de gebruikelijke kosten aan de gemeente vergoeden. 36 PIP N340 / N48 Zienswijzennota

37 Categorisering In-04 Voorgestelde beantwoording In de huidige Hessenweg wordt bij de huidige spoorwegovergang een fietstunnel gerealiseerd. Het plaatselijke verkeer volgt op dit deel een nieuwe parallelweg. Deze nieuwe parallelweg wordt aan weerskanten van de huidige spoorwegovergang afgebogen naar het nieuwe spoorviaduct in de nieuwe N 340. Het plaatselijke verkeer moet daar beperkt voor omrijden. De hiervoor aangedragen alternatieven om in de huidige Hessenweg de gelijkvloerse spoorwegovergang te handhaven of een grotere tunnel te realiseren, met een paal in de weg om sluipverkeer te voorkomen, hebben teveel nadelen (verkeersonveiligheid, respectievelijk moeilijk handhaafbaar en storingsgevoelig). Vervallen. In-05 (fiets)verkeer Ankum Bij Ankum is sprake van verschillende verkeersdeelnemers die (gedeeltelijk) gebruik maken van dezelfde infrastructuur. Om te komen tot een duurzaam en robuust ontwerp, waar iedere verkeersdeelnemer veilig en overzichtelijk deel kan nemen aan het verkeer, is enkele keren met omwonenden / belanghebbenden over mogelijke oplossingen gesproken. Op basis daarvan is het wegontwerp voor het ontwerp Provinciaal Inpassingsplan aangepast met een integrale oplossing voor de parallelweg, de (parkeer-)situatie rondom de basisschool Sjaloom, de vormgeving van de erf- en bedrijfsaansluitingen (onder meer Bouwbedrijf Van Wijnen en landbouwmechanisatiebedrijf Prins), de kruising met de Hoevenweg en de fietstunnel van Dalfsen naar Ankum. Naar aanleiding van de zienswijzen is de situatie met betrekking tot de fietstunnel opnieuw beoordeeld. Tevens heeft (wederom) overleg plaatsgevonden met omwonenden / belanghebbenden over mogelijke oplossingen. Besloten is een nieuwe nagenoeg rechte fietstunnel aan te leggen die gelegen is tussen de Leemculeweg en de westzijde van de Hoevenweg. Het provinciaal inpassingsplan is hierop aangepast. De verkeersintensiteit van het oost-west georiënteerde fiets- en overig verkeer op de noordelijke parallelweg ter hoogte van Ankum is te gering om een vrijliggend fietspad te rechtvaardigen. De suggestie voor het aanleggen van een vrijliggend fietspad langs de noordelijke parallelweg bij Ankum wordt daarom niet overgenomen. De aansluiting met de Jachthuisweg is in het wegontwerp bij het ontwerp provinciaal inpassingsplan, terug gebracht naar de huidige situatie. Het wegontwerp bij het voorontwerp PIP voorzag onvoldoende in de verkeersafwikkeling van het verkeer in de Jachthuisweg en de aansluiting van de huidige te handhaven parallelweg voor de adressen Hessenweg In de realisatiefase wordt de nadere weginrichting van de parallelwegen bepaald met verkeersremmende voorzieningen en dergelijke. PIP N340 / N48 Zienswijzenota 37

38 Categorisering In-06 Fietsroutes en tunnels Voorgestelde beantwoording Fietsroute naar Hessenpoort Het geprojecteerde fietspad vanaf de huidige Hessenweg parallel (westelijk) langs de spoorlijn Zwolle-Meppel, ligt in het verlengde van de door de gemeente Zwolle geplande fietsverbinding langs het spoor over de Vecht (zoals aangegeven in het Structuurplan Zwolle). Het is, vanaf het gebied ten zuiden van de Vecht, de (beoogde) kortste fietsverbinding naar Hessenpoort. De door de bewoners van Hessenweg 27 te Zwolle voorgestelde gewijzigde situering, langs de nieuwe parallelweg, zou in die route een omrijdafstand met zich meebrengen. Het voordeel van de in het provinciaal inpassingsplan opgenomen route langs de spoorlijn ten opzichte van een fietstunnel onder de nieuwe N 340 ter hoogte van de Mindenstraat, is dat gebruik gemaakt wordt van de onderdoorgang bij het aan te leggen spoorviaduct voor de nieuwe N 340. De overspanning aan de westzijde van het spoorviaduct wordt hiervoor iets groter gemaakt. In deze situatie hoeven fietsers geen hoogteverschil te overbruggen om de nieuwe N 340 te kruisen. Daarnaast is het fietspad langs de spoorlijn een calamiteitenroute voor de hulpdiensten, waarvoor een onderdoorgang bij een hoog viaduct een voorwaarde is. Het gaat om een logische combinatie van fietspad en calamiteitenroute. Gezien de afstand tussen de woning Hessenweg 27 te Zwolle en het fietspad langs de spoorlijn (100 meter) en de ligging van het fietspad aan de overzijde van het spoor is geen onaanvaardbare (geluid-) overlast van het (brom-)fietspad op deze woning te verwachten. In het provinciaal inpassingsplan wordt het fietspad gelet op het voorgaande gehandhaafd. Fietsoversteek Dedemsweg De fietsoversteek bij de Dedemsweg ligt buiten de bebouwde kom. Daarom is er voor gekozen om de fietsers voorrang te laten verlenen aan het overige verkeer. Deze oversteek is gepland in de nabijheid van een rotonde, waar de rijsnelheid van het gemotoriseerde verkeer lager is, daarmee is de kans op een aanrijding fors lager. Mocht onverhoopt toch een aanrijding plaatsvinden dan zal door de lagere snelheid de afloop minder ernstig zijn dan bij hogere snelheden. Fietstunnel N48 De locatie van de fietstunnel onder de N48 tussen de Hessenweg West en Ommen is bepaald op basis van de kortste route voor de schoolgaande fietsers van Dalfsen/Oudleusen naar Ommen en vice versa. Het heft de bestaande barrièrewerking van de N48 op. De fietstunnel ligt precies in het midden tussen het knooppunt Varsen en de ongelijkvloerse aansluiting Balkerweg. Hierdoor ontstaat een fijnmaziger netwerk voor (recreatieve) fietsers en kunnen fietsers kiezen uit drie alternatieve routes. Het is de verantwoordelijkheid van de gemeente Ommen om vanaf de fietstunnel onder de N48 de (onverharde) verbinding naar het Ommerkanaal en de Dante verder te optimaliseren. De voorgestelde ligging van de fietstunnel en de ligging van het ecoduct in de N48 zijn onderzocht en goed met elkaar te verenigen. Een fietstunnel is fietsvriendelijker dan een fietsbrug. Het hoogteverschil bij een fietstunnel is slechts circa 3,50 meter, bij een brug circa 6,0 meter. Bovendien kan de fiets de vaart bij het naar beneden fietsen gebruiken om de helling naar boven eenvoudiger op te rijden. Dit voordeel heeft een fietsbrug niet, ook al zou de N48 een stuk lager worden gelegd. Een verlaging van de N48 is overigens (te) kapitaalsintensief. 38 PIP N340 / N48 Zienswijzennota

39 Categorisering Voorgestelde beantwoording Balkerweg Door aanleg van de rotondes op de aansluiting Balkerweg kunnen fietsers daar veilig oversteken. Bij rotondes dient het verkeer uit alle richtingen af te remmen en met gepaste snelheid de fietsoversteken te naderen. De fietsoversteken bij de rotondes in de (gemeentelijke) Balkerweg liggen weliswaar in de bebouwde kom, maar de gemeente Ommen heeft bij al haar rotondes de fietsers niet in de voorrang en wenst dat ook hier zo te houden. Oudleusen De fietstunnel aan de oostzijde van Oudleusen heeft inderdaad een relatief bochtig tracé en dat hangt samen met de vereiste hellingspercentages en daarmee de lengte van de fietstunnel. Bij de technische uitwerking wordt nagegaan of het toeleidende tunneltracé kan worden voorzien van wijkende taluds, voor een goed doorzicht en een sociaal veilige uitstraling. De fietstunnel ligt hier om fietsers een alternatief te bieden voor de ongelijkvloerse kruising aan de westzijde van Oudleusen. Op deze manier is er aan beide kanten van Oudleusen een ongelijkvloerse kruising voor het fietsverkeer. Een locatie in het midden van het dorp bij de Schaapmanstraat stuit op inpassingsproblemen. Er is daar te weinig ruimte voor een fietstunnel in relatie tot de vereiste fietsvriendelijke hellingen. De situering van de tunnelingangen van de fietstunnel, zoals opgenomen in het wegontwerp bij het provinciaal inpassingsplan, is zo gekozen dat een grote groep dagelijkse gebruikers (waaronder ruim 200 scholieren) tussen Ommen en Dalfsen v.v., direct en comfortabel de tunnel in kunnen fietsen. Een (zeer beperkt) aantal gebruikers uit Oudleusen moet inderdaad een stukje omfietsen, indien zij hun weg richting Ommen willen vervolgen aan de zuidzijde van de N 340. (de kortste fietsroute van Oudleusen naar Ommen en v.v. is via de noordelijke parallelweg). Fietsers vanuit Oudleusen naar Dalfsen v.v. (bijvoorbeeld naar de sportvelden) kunnen kiezen tussen de ongelijkvloerse kruising aan de westzijde van Oudleusen,de fietstunnel aan de oostzijde van Oudleusen of via de fietstunnel bij de Welsummerweg. In-07 In-08 Bereikbaarheid percelen weerszijden N 340/N48 Vervallen. Er is tijdens het ontwerpproces gekeken naar de noodzakelijkheid van een dubbelzijdige en doorlopende parallelstructuur. Een belangrijke reden waarom op de meeste trajecten de parallelwegen toch doorlopen, is vanwege het feit dat de woningen/bedrijven en percelen ontsloten moeten worden en naar de eerstvolgende aansluiting of kruising (oost of west) met de N 340 moeten kunnen komen. Daar waar geen woningen staan, of waar andere erftoegangswegen voor handen zijn, kan inderdaad een parallelweg achterwege worden gelaten mits de alternatieve gemeentelijke wegen dan niet te zwaar belast worden. Een goede bereikbaarheid van alle (recreatie)bedrijven langs en nabij de N 340 tussen de aansluiting Maneweg/Oosterkampen en het knooppunt Varsen (de onderlinge afstand is ca. 4 km) is gegarandeerd door de (aangepaste) parallelwegen die in het plan zijn opgenomen in combinatie met de ongelijkvloerse kruising Hessenweg West en (voor fietsers en wandelaars) de fietstunnel bij de Wildbaan. De daarmee gepaard gaande verkeersintensiteiten op de parallelwegen kunnen goed verwerkt worden en liggen ver beneden de norm voor een erftoegangsweg. In de Planstudie BesluitMER is onderzoek gedaan naar de voor- en nadelen van een aansluiting bij de Maneweg/Oosterkampen of een aansluiting bij De Stouwe. De aansluiting bij de Maneweg/Oosterkampen heeft de voorkeur boven een aansluiting bij De Stouwe vanwege o.a. de ontsluiting van congreshotel Mooirivier (parallelwegen bij Oudleusen daardoor ook minder belast) en ontsluiting van agrarische gebieden aan zowel de noord- als zuidzijde. Een aansluiting bij De Stouwe ligt t.o.v. de EHS ongunstiger en bovendien ligt de N 340 ter plaatse op een hoogwaterkering. Extra ruimtebeslag in het PIP N340 / N48 Zienswijzenota 39

40 Categorisering Voorgestelde beantwoording uiterwaardengebied is niet toegestaan. De ontsluiting van de (agrarische) percelen tussen de Hessenweg West en de N 340, vindt thans deels plaats via de noordelijke parallelweg langs de N 340 en/of via de Hessenweg West. Twee eigenaren (vlak bij het viaduct Hessenweg West) kunnen echter alleen via de noordelijke parallelweg worden ontsloten. Bij de uitvoeringsfase en in het kader van de grondverwerving zal in overleg en onder nader te stellen voorwaarden een stukje oude noordelijke parallelweg, vanaf het viaduct bij de Hessenweg West naar het oosten toe, als perceelsontsluiting gehandhaafd blijven zodat deze percelen ontsloten kunnen worden. Bovendien kan het perceel van de bewoner van Hessenweg West 16 dan ook via de zuidzijde bereikbaar blijven. Aanleg van een nieuwe noordelijke parallelweg in het nieuwe wegontwerp, is niet noodzakelijk en niet opgenomen in het provinciaal inpassingsplan. Maatregelen die genomen moeten worden om de bereikbaarheid van percelen naar de nieuwe situatie te kunnen garanderen komen in principe voor rekening van de provincie. Daarnaast kan sprake zijn van omrijdschade (zie verder Re-04 Planschade). Als grondverwerving voor de nieuwe N 340 nodig is maakt verrekening van de eventuele omrijdschade deel uit van de te voeren onderhandelingen. Het wegtracé van Zwolle naar de Ankummerdijk doorsnijdt een landbouwgebied. De bereikbaarheid van percelen blijft in principe gegarandeerd. Bij de Ankummerdijk komt een ongelijkvloerse aansluiting en bij De Bese een ongelijkvloerse kruising. Daarnaast kan ook de overspanning aan de oostzijde van het spoorviaduct vergroot worden uitgevoerd om een onderdoorgang voor agrariërs te realiseren. Dit kan niettemin betekenen dat er omgereden moet worden en daardoor schade ontstaat. In het kader van de grondverwerving worden mogelijkheden voor grondruiling onderzocht. Na realisatie van de nieuwe N 340 is oversteken bij de Akkersteeg (buurtschap Varsen) niet meer mogelijk. Percelen ten zuiden van de N 340 kunnen dan niet meer rechtsreeks vanaf de Akkersteeg bereikt worden. Daarvoor moet gebruik worden gemaakt van de ongelijkvloerse kruising bij de Hessenweg West en de zuidelijke parallelweg langs de N 340. Voor het knooppunt Varsen moet (een deel van) de grond aan de zuidzijde van de nieuwe N 340, die in gebruik is bij de agrariër aan de Hessenweg West 11, worden aangekocht door de provincie. In die onderhandelingen zullen mogelijke compenserende maatregelen worden besproken om mogelijke schade te beperken. Indien de agrariër meent planschade te lijden dan kan een beroep op planschadevergoeding gedaan worden. De belangen van deze agrariër worden onderkend maar wegen niet op tegen het belang dat is gemoeid met het realiseren van het project N 340/N48. De Bossteeg wordt verlegd om een goede bereikbaarheid van het perceel Bossteeg 1 te realiseren op een plek die recht doet aan de huidige ontsluiting en inrichting van het perceel. Bewoners aan de Bossteeg kunnen inderdaad niet meer via de Bossteeg direct aansluiting vinden op de N 340 om naar Ommen te rijden. De ontsluiting gaat plaats vinden via de Hessenweg West naar de ongelijkvloerse kruising Hessenweg West en vervolgens de zuidelijke parallelweg langs de N 340, of via de Hessenweg West naar de (aansluiting) Balkerweg. Afhankelijk van de beoogde bestemming in Ommen is sprake van een omweg. Dit nadeel van de indiener van de zienswijze weegt niet op tegen het belang dat is gemoeid met het realiseren van het project N 340/N48. In relatie tot het project N 340/N48 zal de bewegwijzering aangepast worden (zie verder Re-08). 40 PIP N340 / N48 Zienswijzennota

41 Categorisering Voorgestelde beantwoording Bij de grondverwerving voor de N 340 onderzoekt de provincie de mogelijkheden om door een proces van grondruilingen tot een nieuwe indeling van gronden te komen zodat er zo weinig mogelijk omgereden hoeft te worden. Als dit niet lukt dan kan er mogelijk sprake zijn van (plan)schade, die echter niet opweegt tegen het belang dat is gemoeid met het realiseren van het project N 340/N48. Na onherroepelijk worden van het Provinciaal Inpassingsplan kan een beroep op (plan)schadevergoeding gedaan worden indien eigenaren zich gedupeerd achten door het vaststellen van het provinciaal inpassingsplan N 340/N48 (zie ook Re-04). Bereikbaarheid Hessenweg 15 te Dalfsen Hessenweg 15 te Dalfsen is vanaf de nieuwe N 340 bereikbaar via de afslag Ankummerdijk. Afspraken over bewegwijzing e.d. van het bedrijf worden in de realisatiefase nader uitgewerkt. Zie ook Re-02. In-09 Erfontsluiting Zie ook In-08 Bereikbaarheid percelen weerszijden N 340/N48 Erfontsluiting Hessenweg 24 De erfontsluiting voor de woning Hessenweg 24 is naar aanleiding van de inspraakreacties op het wegontwerp bij het voorontwerp Provinciaal Inpassingsplan anders vormgegeven in het wegontwerp bij het ontwerp inpassingsplan. Parallel zuidelijk aan de hoofdrijbaan is een verbindingsweg gecreëerd tussen de woning Hessenweg 24 en de - doorgetrokken - Leemculeweg. Tegen deze oplossing is bezwaar aangetekend en dit heeft de provincie na overleg met betrokkenen en na hernieuwde afweging van alle belangen doen besluiten terug te keren naar het wegontwerp met een ontsluitingsweg vanaf de Engellandweg naar Hessenweg 24. De verbinding vanaf de Engellandweg naar Hessenweg 24 is korter, leidt tot minder ruimtebeslag, kost minder en is verantwoord inpasbaar. De woning Engellandweg 4-6 staat op een afstand van 60 meter vanaf de geprojecteerde ontsluitingsweg naar Hessenweg 24 en dat levert geen onaanvaardbare aantasting op van de privacy van de bewoners. In het vast te stellen Provinciaal inpassingsplan door Provinciale Staten is deze ontsluiting opgenomen met een verkeersbestemming. Erfontsluiting Hessenweg 62 De bestaande en toekomstige verkeerskundige situatie bij Hessenweg 62 (overzichtelijkheid / beperkte snelheid op de parallelweg) is zodanig dat de huidige erfontsluiting volstaat. Een wijziging is niet noodzakelijk en heeft geen significante voordelen voor de verkeersveiligheid. Erfontsluiting Hessenweg 79 Het wegontwerp is aangepast. De huidige erfontsluiting aan de westzijde van het perceel is ingetekend. Erfontsluiting Hessenweg 105 Woonhuis Hessenweg 105 betreft een woning die moet wijken in verband met het wegontwerp. Op het perceel staan ook andere gebouwen die blijvend ontsloten moeten worden. In het wegontwerp bij het Provinciaal Inpassingsplan is een erfontsluiting op de parallelweg ingetekend. PIP N340 / N48 Zienswijzenota 41

42 Categorisering In-10 Openbaar vervoer Voorgestelde beantwoording Erfontsluiting Hout Es 2 Het perceel Hout Es 2 behoudt op het wegontwerp behorend bij het ontwerp inpassingsplan de bestaande ontsluiting op de Hout Es. De Hout Es sluit aan op de nieuwe parallelweg. Via de nieuwe parallelweg is de Maneweg rechtstreeks te bereiken. Een nieuwe ontsluiting van het perceel Hout Es 2 op de Maneweg is daarom niet noodzakelijk. Busvervoer na realisatie: busroute 167/667 en haltes In het wegontwerp bij het ontwerp Provinciaal Inpassingsplan is het uitgangspunt dat de bus tussen de aansluiting Maneweg en knooppunt Varsen, in zowel oostelijke als westelijke richting, over de zuidelijke parallelweg rijdt en kan stoppen (haltes) op de zuidelijke parallelweg bij de aansluitingen Varsen en Maneweg én ter hoogte van de ongelijkvloerse kruising Hessenweg West en de fietstunnel bij de Wildbaan. Vanaf de Koesteeg tot de Maneweg rijdt de bus over de hoofdrijbaan van de N 340 en halteert bij de ongelijkvloerse aansluiting Oudleusen en eventueel ten zuiden van de aansluiting Koesteeg (optie). Bij de keuze van de toekomstige haltes is mede rekening gehouden met de aantallen in- en uitstappers op de huidige haltes. De keuze om de haltes bij ongelijkvloerse kruisingen of ongelijkvloerse aansluitingen te situeren is drieledig: de aansluitingen / kruisingen zijn veelal gesitueerd ter plaatse van een concentratie (recreatie-)woningen; als busgebruiker kan men ter plaatse van de ongelijkvloerse kruisingen / aansluitingen eenvoudig de N 340 kruisen; de bus kan bij aansluitingen gebruik maken van de aanwezige op- en afritten. Daar hoeven geen aanvullende in- en uitvoegstroken te worden gerealiseerd. Dit is gunstig in verband met de doorstroming, veiligheid, het ruimtebeslag en de kosten. Toekomstige halteplaatsen in busroute 167/667: N 340, ten zuiden van de aansluiting Koesteeg aan de Koesteeg (optie); N 340, aansluiting Oudleusen ter hoogte van de rotonde bij Oudleusen; N 340, aansluiting Maneweg (op de zuidelijke parallelweg); N 340, fietstunnel Wildbaan (op de zuidelijke parallelweg); N 340, kruising Hessenweg West (op de zuidelijke parallelweg); N34, ten oosten van het knooppunt Varsen bij het Ommerkanaal. De halte op de parallelweg ter plaatse van de Wildbaan (nabij Hessenweg 80) maakt onderdeel uit van het totaal en voorziet naar verwachting in een behoefte op die locatie, vanwege de concentratie aan (recreatie-)woningen aan de noordzijde van N 340. De provincie handhaaft daarom op deze locatie in het wegontwerp een bushalte. In-11 A28/N 340 knooppunt Vormgeving knooppunt A28/N 340 In de verkeerskundige studie Preverkenning Knooppunt A28 / N 340 / Kranenburgweg / Nieuwleusenerdijk is onderzocht hoe de aansluiting van de N 340 op de A28 en de Kranenburgweg/Nieuwleusenerdijk het beste kan worden vormgegeven. Een gelijkvloerse oplossing die voldoende 42 PIP N340 / N48 Zienswijzennota

43 Categorisering Voorgestelde beantwoording afwikkelingscapaciteit heeft is niet realiseerbaar. In het kader van de Planstudie BesluitMER is aanvullend verkeersonderzoek gedaan om te komen tot een verdere optimalisatie in het wegontwerp (lengte weefstroken, hellingen, et cetera). Hierbij is ook gekeken naar de gewenste capaciteit op de korte en lange termijn. In het wegontwerp is rekening gehouden met bereikbaarheid/doorstroming, ruimtebeslag, natuurwaarden, landbouwkundige situatie, landschappelijke inpassing, verkeersveiligheid voor alle deelnemers, toekomstvastheid, ligging bedrijventerrein Hessenpoort, ligging Hotel Café Restaurant Zwolle BV (Van der Valk), beeldenpark Anningahof, de gewenste ontwikkeling van de Vechtcorridor Noord en kosten. Conform het principe van duurzaam veilig zijn de aansluitingen ongelijkvloers vormgegeven. Het knooppunt A28/N 340 is zodanig vormgegeven dat de A28, de N 340 en de Kranenburgweg / Nieuwleusenerdijk alle met elkaar verbonden zijn, waarbij de A28 en de Kranenburgweg / Nieuwleusenerdijk op maaiveldniveau liggen, terwijl de N 340 hoger gelegen is. Het bedrijventerrein Hessenpoort met als bestaande hoofdontsluitingsweg Kranenburgweg / Nieuwleusenerdijk wordt hiermee optimaal ontsloten. Andere oplossingsrichtingen hebben geen doorslaggevend verkeerskundig voordeel dan wel leiden niet tot een significant geringer ruimtebeslag of een betere ruimtelijke inpassing. De lus aan de noordzijde van de A28 is in zuidwestelijke richting, in plaats van noordoostelijke richting, geprojecteerd om zo grotendeels de huiskavel van het aldaar gelegen agrarisch bedrijf te behouden. Tegelijkertijd wordt een groot deel van de groeiplaats van de Kievitsbloem (waardevol habitat) ontzien. Beeldenpark Anningahof en inrichting Vechtcorridor Noord De voorgestelde tracéligging in het wegontwerp bij Hessenpoort is onder meer ingegeven door de wens om zowel een groenere Vechtcorridor te kunnen realiseren, alsmede het bedrijventerrein Hessenpoort nog beperkt aan de zuidzijde te kunnen uitbreiden voor een specifiek bedrijvensegment, te weten kleinschalige bedrijvigheid. De strook aan de zuidzijde van Hessenpoort leent zich door haar perceeldiepte en ligging aan het Vechtdal uitermate goed voor uitgifte in percelen van 0,2 tot 1 hectare aan kleinschalige bedrijvigheid. Samen met de aanleg van nieuwe bossages kan dan een overgang ontstaan van Hessenpoort naar de Vechtcorridor (zie Structuurplan Zwolle 2020, vastgesteld 16 juni 2008). Als gevolg van het gekozen tracé, wordt het beeldenpark Anningahof doorkruist en wordt een gedeelte van het beeldenpark aangetast. Echter ook bij andere oplossingen voor het knooppunt A28 en een ander tracé voor de N 340 bij Hessenpoort wordt het beeldenpark aangetast. De provincie meent evenwel dat de belangen bij de aanleg van de N 340 prevaleren boven de belangen van de Anningahof. De provincie wil de gronden van de Anningahof die nodig zijn voor de weg verwerven. Daarnaast kan planschade optreden voor de Anningahof waarvoor een beroep kan worden gedaan op artikel 6.1 van de Wet Ruimtelijke ordening. In het project N 340/N48 is met grondverwerving en planschades in de kostenraming en financiering rekening gehouden. De provincie wil schade zoveel mogelijk beperken en rekening houden met de belangen van Anningahof. Zij is daarom in overleg met de Anningahof om te komen tot een andere inpassing van het beeldenpark. Door de provincie is, in overleg met de gemeente Zwolle, onderzocht of aansluitend op het huidige beeldenpark ruimte gecreëerd kan worden, of dat elders in de Vechtcorridor een locatie gevonden kan worden. De eigenaar van de Anningahof geeft de voorkeur aan een locatie aansluitend aan de bestaande gebouwen. De provincie heeft op dit moment een mondelinge koopovereenkomst met de eigenaar van de naastgelegen gronden direct ten oosten van de Anningahof. Besluitvorming door Gedeputeerde Staten dient hierover nog plaats te vinden. De provincie onderzoekt of deze gronden kunnen worden geruild worden met de gronden van de Anningahof. Dan kan het beeldenpark met een aangepaste PIP N340 / N48 Zienswijzenota 43

44 Categorisering Voorgestelde beantwoording inrichting ter plaatse in vergelijkbare omvang voorbestaan. Hierover is overleg gaande met de Anningahof. Aansluiting rijks- en gemeentelijke wegen Zoals de tekst hiervoor onder In-11, onder het kopje Vormgeving knooppunt A28/N 340, al aangeeft is de vormgeving en inrichting van de het knooppunt na zorgvuldige afweging en afstemming met betrokken wegbeheerders ontstaan. Boogstralen, lengte van weefvakken en afritten zijn doorgerekend en in het ontwerp opgenomen. Optredende snelheidsverschillen zijn doorgerekend en aanvaardbaar bevonden. Er zal geen terugslag optreden op de A28. De kans op terugslag op de A28 is wel aanwezig indien de nieuwe N 340 zou worden aangesloten op het bestaande gelijkvloerse kruispunt met de Kranenburgweg/Nieuwleusenerdijk. Hotel Café Restaurant Zwolle BV Uit de zienswijze van Van der Valk kan worden opgemaakt dat Van der Valk zich overvallen voelt door de onderhavige plannen. Van der Valk stelt dat hij zich misleid voelt door de gemeente en de provincie. Dit is een onjuiste voorstelling van zaken. In oktober 2007 is een startnotitie m.e.r. gepubliceerd voor het onderzoek ten behoeve van de besluitvorming over de N 340 Zwolle-Ommen. In juni 2008 zijn de richtlijnen m.e.r. vastgesteld voor het onderzoek en de besluitvorming over de N 340 Zwolle-Ommen. In startnotitie en richtlijnen is opgenomen dat onderdeel van het onderzoek en de besluitvorming zou zijn het knooppunt van de N 340 met de A28 en de Kranenburgweg/Nieuwleusenerdijk. In 2008/2009 is een Planstudie PlanMER opgesteld. Vervolgens is op 14 oktober 2009 door Provinciale Staten een Structuurvisie N 340/N48 vastgesteld. Daarna is in 2010 een Planstudie BesluitMER opgesteld en in 2010 gepubliceerd. Deze Planstudie BesluitMER is op 10 november 2010 door Provinciale Staten aanvaard. Alle procedurestappen zijn volgens de wettelijke voorschriften gepubliceerd. In het voorontwerp Structuurplan 2020 van de gemeente Zwolle (november 2005) was al sprake van verlegging van (de aansluiting op) de N 340. In het in juni 2008 vastgestelde Structuurplan 2020 van de gemeente Zwolle is rekening gehouden met inpassing van het nieuwe ruimtelijke hotelinitiatief in relatie tot de komst van vele andere nieuwe ontwikkelingen, zoals de te verleggen N 340, een breder Vechtdal met nieuwe groene functies voor leisure en wonen, almede Hessenpoort III. Op pagina 16 en 17 van het bestemmingsplan Van der Valk worden deze ontwikkelingen toegelicht. Geconstateerd wordt, dat bij de vaststelling van het bestemmingsplan Van der Valk in april 2010 het strategische ruimtelijk kader voor het betreffende terrein en omgeving en daarmee de hieruit voortvloeiende integrale gebiedsontwikkeling bekend had moeten zijn bij Van der Valk. Van der Valk is dus anders dan Van der Valk stelt, niet misleid. Bij de vaststelling van het bestemmingsplan Van der Valk is, door de situering van het bebouwingsvlak, beoogd dat een ombouw en aanleg van de N 340 in de toekomst niet wordt gefrustreerd of onmogelijk wordt gemaakt. De bedrijfsvoering van Van der Valk wordt niet door het provinciaal inpassingsplan gefrustreerd. 44 PIP N340 / N48 Zienswijzennota

45 Categorisering Voorgestelde beantwoording Voor de realisatie van het provinciaal inpassingsplan zijn gronden nodig die thans in eigendom zijn bij Van der Valk en door de provincie zullen worden verworven. Deze gronden hebben de bestemming Groenvoorzieningen en de bestemming Horecedoeleinden. Door de nieuwe N 340 krijgt een deel van het terrein van Van der Valk (ca 3,4 ha), met de bestemmingen Groenvoorzieningen en Horecadoeleinden, de bestemming Verkeer. Een (klein) deel van het geplande parkeerterrein kan daardoor niet gerealiseerd worden. De gronden met de bestemming Groenvoorzieningen zijn bestemd voor groenvoorzieningen, voet en fietspaden en water met daaraan ondergeschikt onder meer geluidwerende voorzieningen met de daarbij behorende bouwwerken geen gebouwen zijnde. De gronden met de bestemming Horecadoeleinden zijn ondermeer bedoeld voor een horecabedrijf met bijbehorende wegen en paden, parkeervoorzieningen en terrasvoorzieningen. Op een deel van de gronden met de bestemming Horecadoeleinden zijn in de huidige plannen van Van der Valk parkeerplaatsen voorzien. Door in het provinciaal inpassingsplan de bestemming Groenvoorzieningen aan de west- en noordzijde op het perceel van Van der Valk te wijzigen in de bestemming Horeca, heeft Van der Valk de mogelijkheid om op die plek het verlies aan parkeerplaatsen te compenseren. Dat geldt ook voor de andere ontwikkelingsmogelijkheden die de bestemming Horeca(doeleinden) biedt. Die worden op deze wijze ook gecompenseerd. Een toekomstvaste gelijkvloerse oplossing voor het knooppunt van de nieuwe N 340 met de A28 en de Nieuwleusenerdijk behoort niet tot de mogelijkheden want zo n oplossing heeft te weinig afwikkelingscapaciteit. De ongelijkvloerse oplossing zoals opgenomen in het wegontwerp bij het provinciaal inpassingsplan beïnvloed vanaf zuidwestelijke richting de zichtlijnen naar het hotel Van der Valk. De effecten daarvan zijn niet zodanig dat daardoor de belangen Van der Valk onevenredig worden aangetast. Het Hotel blijft voldoende zichtbaar. De provincie acht daarbij van belang dat onder het vóór de vaststelling van de Provinciaal inpassingsplan geldende planologische regime evenmin verminderde zichtbaarheid was uitgesloten. Op de gronden ten westen en zuidwesten van het plangebied Hotel Van der Valk gold het bestemmingsplan Buitengebied Zwolle. De betreffende gronden hebben volgens dit bestemmingsplan de bestemming Wegen. Deze gronden zijn, overeenkomstig de maatvoering van het op de plankaart aangeven dwarsprofiel bestemd voor wegen, fietspaden, voetpaden, ruiterpaden en parkeerplaatsen met de daarbij behorende bermstroken, taluds, bermsloten, geluidbeperkende voorzieningen en beplantingen. Voor de geluidbeperkende voorzieningen is geen maximale bouwhoogte voorzien in dit bestemmingsplan. De keuze voor de ligging van de lus van de N 340 aan de noordzijde van de A28 is voor de vestiging van Van der Valk van ondergeschikt belang (het ruimtebeslag op de gronden van Van der Valk wordt er niet anders van), maar wel van belang voor het daar gelegen agrarisch bedrijf. Alles overziend wordt, met inachtneming van de wijziging van de bestemming groenvoorzieningen in de bestemming Horeca, voldoende rekening gehouden met de belangen van Van der Valk in relatie tot de belangen die gemoeid zijn met de realisering van de nieuwe N 340 en een toekomstbestendige aansluiting op de A28. Zie verder ook In-26, Le-02, Le-05, Le-06, Le-07, Na-02, Nu-02, Ov-01, Re-01, Re-03, Re-04. PIP N340 / N48 Zienswijzenota 45

46 Categorisering In-12 De Bese Voorgestelde beantwoording In het (ontwerp) Provinciaal Inpassingsplan wordt rekening gehouden met de door het waterschap Groot Salland beoogde afkoppeling van het bestaande oppervlaktewatersysteem ten noorden van de N 340 (stroomgebied Streukelerzijl) van het bestaande afvoerstelsel richting de Vecht. Ín het wegontwerp is door de Provincie een ruimtereservering opgenomen voor een waterschapsleiding van 20 m breed langs de (nieuwe) De Bese en gedeeltelijk langs De Brandt en dit is verwerkt in de Verbeelding van het (ontwerp) Provinciaal Inpassingsplan. De Bese 2 Voor de realisering van het wegontwerp bij het (ontwerp) provinciaal inpassingsplan zijn geen gronden nodig van het perceel De Bese 2. De huidige inrit blijft gehandhaafd. De landschapsvisie behorende bij de Planstudie BesluitMER wordt in de uitvoeringsfase nader uitgewerkt in een beplantingsplan. Over technische detailinformatie heeft de projectleiding N 340 contact opgenomen met de indiener van de zienswijze en hem uitgenodigd voor het maandelijks spreekuur N 340 om deze informatie te geven. In-13 Vervallen. In-14 Driessen aansluiting (Koesteeg / Dedemsweg) De gemeente Dalfsen verzoekt om aansluiting van het in tweerichtingen bereden fietspad op de noordelijke parallelweg bij de Dedemsweg meer in westelijke richting te verplaatsen, het fietspad evenwijdig mee te laten lopen met de hoofdrijbaan. De provincie concludeert, na overleg met de gemeente, dat het huidige wegontwerp een veilige oplossing biedt voor de fietsers en handhaaft dit wegontwerp. In-15 Oudleusen (aansluiting) Op basis van de inspraakreacties op het wegontwerp bij het voorontwerp inpassingsplan is het wegontwerp ter plaatse geoptimaliseerd. Hierbij is de nieuwe oplossing zodanig vormgegeven dat de zuidelijke parallelweg op maaiveldniveau is gesitueerd en er een directe verbinding ontstaat tussen De Stokte en Om de Landskroon. De verbinding tussen het viaduct over de N 340 en de zuidelijke parallelweg (en verderop De Stokte en de Mennistensteeg) is gerealiseerd door een verbindingslus, gelegen in oostelijke richting. De provincie zal in overleg met de gemeente Dalfsen en de bewoners van de Mennistensteeg de fietssluis meer westelijk op de Mennistensteeg, richting Welsummerweg, realiseren. In overleg met de hulpdiensten en huisvuilophaaldienst wordt de uitvoering van de fietssluis bepaald. De hulpdiensten en de huisvuilophaaldienst kunnen dan als zij het nodig achten de fietssluis passeren. Het verkeer vanaf de aansluiting Oudleusen richting de Welsummerweg kan gebruik maken van de zuidelijke parallelweg. De kans dat dit verkeer gaat rijden via De Stokte is niet groot. Mocht zich tegen de verwachting in wel veel sluipverkeer ontwikkelen op De Stokte dan kunnen aanvullende maatregelen getroffen worden om dit te ontmoedigen. Aan de noordzijde van de aansluiting Oudleusen is het wegontwerp zodanig vormgegeven dat de noordelijke parallelweg op maaiveldniveau wordt gerealiseerd, waardoor deze langs het perceel van Hessenweg 105 komt te lopen en de percelen met bebouwing aldaar eenvoudig aangesloten kunnen worden. In het wegontwerp is een uitrit voor het perceel Hessenweg 105 opgenomen. Het fietsverkeer op de noordelijke parallelweg dat via de rotonde richting Oudleusen gaat, hoeft door de ligging van de noordelijke parallelweg op maaiveldniveau geen hoogteverschil te overwinnen. 46 PIP N340 / N48 Zienswijzennota

47 Categorisering Voorgestelde beantwoording De ligging van de huidige parallelweg ter plaatse van de inrit van het perceel 50A blijft gehandhaafd. Door de afslag naar De Stokte verschuift de parallelweg aan de oostzijde van het perceel 50A slechts zeer marginaal richting de woning. Noordelijke parallelweg tussen Mulderstraat en Dennenkamp De ongelijkvloerse aansluiting Oudleusen in combinatie met de ongelijkvloerse aansluiting bij Maneweg/Oosterkampen ontlasten de Parallelstraat en parallelwegen op het traject Oudleusen Maneweg/Oosterkampen waardoor een nieuwe noordelijke parallelweg bij Oudleusen geen toegevoegde waarde heeft. Doordat er ter hoogte van Oudleusen sprake is van een bochtafsnijding (in zuidelijke richting) ontstaat er extra openbare ruimte die in overleg tussen bewoners en gemeente Dalfsen een nadere invulling en inrichting krijgt. Zie ook het gestelde bij In-02. De bus volgt op het trajectgedeelte Maneweg-Oudleusen-Koesteeg de hoofdrijbaan van de N 340. Verdiepte aanleg De hoge kosten gemoeid met het (half)verdiept aanleggen van de N 340 ter hoogte van Oudleusen wegen niet op tegen de extra voordelen voor geluid, landschap en leefmilieu en leveren (extra) ontsluitingsproblemen op voor het tankstation en het restaurant aan de oostkant van Oudleusen. De in het wegontwerp opgenomen oplossing bij Oudleusen is, mede door de bochtafsnijding, uit een oogpunt van onder meer leefbaarheid, geluid en landschappelijke inpassing verantwoord. De hoofdrijbaan wordt voorzien van 2-laags ZOAB of vergelijkbaar geluidsreducerend asfalt. Er hoeven geen geluidsschermen geplaatst te worden. Meerkosten (half-)verdiepte ligging In het kader van de Planstudie BesluitMER is onderzoek gedaan naar de kosten van verschillende uitvoeringsvarianten. Dat onderzoek is van voldoende diepgang om het belang van de (meer)kosten te kunnen afwegen tegenover de mogelijke extra voordelen voor onder meer leefbaarheid en landschap. De meerkosten van verschillende verdiepingsvarianten kunnen als volgt worden samengevat (zie tabel 1): Tabel 1; Inrichtingsvarianten bij Oudleusen Geheel verdiepte ligging van de N 340 bij Oudleusen en de aansluiting Oudleusen over 1 km Halfverdiepte ligging van de N 340 over 150 meter langs de bebouwing van de kern Oudleusen Halfverdiepte ligging van de N 340 bij de aansluiting Oudleusen Geheel verdiepte ligging van de N 340 bij de aansluiting Oudleusen Globale raming meerkosten ex BTW Ramingsmarge circa 30% Prijspeil miljoen euro 8 miljoen euro 12 miljoen euro 24 miljoen euro PIP N340 / N48 Zienswijzenota 47

48 Categorisering Voorgestelde beantwoording Hessenweg 56 De groene lijn ter plaatse van Hessenweg 56 op het wegontwerp is de aanduiding voor een taludlijn. Omdat het hoogteverschil hier zeer gering is, is de aanduiding niet meer dan een streep. Slagweg 2 De ruimtelijke inpassing van de aansluiting Oudleusen heeft invloed op de gronden en (het uitzicht vanaf) de woning van Slagweg 2. De aansluiting wordt verantwoord ingepast. Het belang van het realiseren van de aansluiting Oudleusen weegt zwaarder dan het belang van bewoner van Slagweg 2. In-16 Oudleusen rotonde bij Dennenkamp Het ontwerp van de rotonde is ten opzichte van het ontwerp behorende bij het ontwerp inpassingsplan door de provincie nog iets verbeterd. De rotonde is iets in zuidelijke richting verplaatst waardoor er meer ruimte ontstaat bij de hoek van het perceel Dennenkamp 5 en het aanwezige (ondergrondse) gemaal op die hoek kan worden behouden. Het voorstel om de aansluiting op de Dennenkamp in noordelijke richting te verplaatsen ter hoogte van Haverland wordt niet door de provincie overgenomen. De omvang van het verkeer via de Dommelerdijk van en naar Nieuwleusen is beperkt en rechtvaardigt geen aparte doortrekking van de aansluiting Oudleusen richting Haverland. De daarmee samenhangende kosten en ingrepen in de omgeving worden niet gerechtvaardigd door de door de indieners van de zienswijzen veronderstelde problemen. De nieuwe situatie met een aansluiting middels een rotonde op de Dennenkamp van de afen toerit N 340, met aparte fietspaden, is een verbetering ten opzichte van de huidige situatie, omdat bij een rotonde de snelheden veel lager liggen. In de lijn van de Landschapsvisie als gevoegd bij de Planstudie BesluitMER zal in de uitvoeringsfase een beplantingsplan worden uitgewerkt voor het project N 340/N48, inclusief de aansluiting Oudleusen. Een eventuele carpoolplaats zal daarbij zorgvuldig worden ingepast. De aanleg en instandhouding voorzieningen van openbaar nut, zoals een carpoolplaats, zijn volgens de regels behorende bij de bestemming Verkeer toegestaan. In-17 Maneweg aansluiting Het wegontwerp bij de Maneweg/Oosterkampen is, naar aanleiding van de inspraakreacties op het voorontwerp provinciaal inpassingsplan, zodanig vormgegeven dat de noordelijke en zuidelijke parallelweg zo veel mogelijk op maaiveldniveau gesitueerd zijn. Fietsverkeer in oost-west richting en vice versa kan daardoor op maaiveld blijven en hoeft geen hoogteverschil te overwinnen. De ontsluiting van de woning Hout Es 2 en de woning/bedrijf Hout Es 4 blijft gelijk aan de huidige situatie, waarbij de Hout Es in westelijke richting is aangesloten op de nieuwe parallelweg. Op basis van een ingediende zienswijze is door de provincie het wegontwerp aan de zuidzijde van de aansluiting Maneweg aangepast ten gunste van minder ruimtebeslag en een betere ruimtelijke inpassing. De verbeelding van het provinciaal inpassingsplan is in overeenstemming hiermee gewijzigd en wordt in deze vorm ter vaststelling voorgelegd. Rotondes in plaats van de ongelijkvloerse aansluitingen in de N 340 (waaronder die bij de Maneweg) passen niet bij de vastgestelde Structuurvisie N 340/N48 van 2009, waarin is gekozen voor een stroomweg met ongelijkvloerse kruisingen en aansluitingen en met een maximum snelheid van 100 km/uur. Rotondes, indien toegepast op meerdere aansluitingen en knooppunten, leiden tot een minder gunstige verkeersafwikkeling, minder 48 PIP N340 / N48 Zienswijzennota

49 Categorisering Voorgestelde beantwoording verkeersveiligheid en een langere reistijd en doen onvoldoende recht aan de provinciale doelstelling voor het project N 340/N48 (provinciale hoofdinfrastructuur) waarbij (veilige en) een goede doorstroming wordt geborgd door ongelijkvloerse kruisingen en aansluitingen. In de fase voorafgaand aan de vaststelling van de Structuurvisie N 340/N48 op 14 oktober 2009 zijn in de Planstudie PlanMER 14 alternatieven onderzocht, waaronder (80 km/uur) alternatieven met rotondes. Daar hebben Provinciale Staten echter niet voor gekozen. Verandering van uitzicht zal optreden. Als hierdoor, of anderszins, naar de mening van de indieners van zienswijzen planschade zou ontstaan, dan kan hij/zij ná vaststelling en onherroepelijk worden van het Provinciaal Inpassingsplan een planschadeverzoek indienen (zie ook Re-04). Dat planologische schaduwwerking optreedt, is vervelend. De provincie zet zich ervoor in om, op een verantwoorde wijze, tempo te houden in de procedure. In-18 Hessenweg West Kruising In-19 Hessenweg West (Verkeersveiligheid), leefbaarheid/aanleg noordelijke parallelweg) Het wegontwerp van de ongelijkvloerse kruising Hessenweg West is gewijzigd naar aanleiding van inspraakreacties op het wegontwerp behorende bij het voorontwerp provinciaal inpassingsplan. De aansluiting van de Varsenerweg op de parallelweg is in oostelijke richting verplaatst en tevens is op maaiveld een fietspad in westelijke richting opgenomen om redenen van fietscomfort. Het wegontwerp voldoet hiermee aan de beoogde kwaliteit voor de verschillende verkeersdeelnemers en te verwachten verkeersstromen. De afstand van de woning Varsenerweg 16 tot de ongelijkvloerse kruising bedraagt 115 meter. Het wegontwerp levert geen onaanvaardbare geluid-, licht- en zichthinder op voor de bewoners van woning Varsenerweg 16. De provincie ziet op basis van de ingediende zienswijzen geen reden om het ontwerp te veranderen. De Hessenweg West (en Emslandweg) wordt in de toekomstige situatie onaantrekkelijker voor sluipverkeer omdat een aansluiting van de Hessenweg West op de hoofdrijbaan van de N 340 in het wegontwerp ontbreekt en voor doorgaand verkeer vanaf de aansluiting Balkerweg richting Dalfsen/Zwolle een verbeterde en snellere verbinding wordt gecreëerd via de N 340/N48. Bovendien wordt er bij het knooppunt Varsen een directe verbinding gecreëerd tussen de N 340 en plaatselijk (recreatief) verkeer van en naar de zuidelijke parallelweg bij Varsen en richting Ommen. Het eventuele landbouwverkeer dat bij Ommen (vanaf de Vechtbrug), vanwege de herinrichting van de markt (gekoppeld aan de realisatie van de N36 / Omleiding Ommen), via de Balkerweg en de Hessenweg West naar het westen gaat betreft minimale aantallen. Het plaatselijke verkeer vanaf De Stouwe, De Leiding, De Wildbaan en het Varsenerveld kan, net als nu, gebruik maken van de Hessenweg West richting Balkerweg of via de ongelijkvloerse kruising Hessenweg West en de zuidelijke parallelweg langs de N 340 naar het knooppunt Varsen rijden en dan via de N48 naar de Balkerweg gaan, of vanaf het knooppunt Varsen rechtsreeks richting Ommen-centrum rijden. Het is niet aannemelijk dat in deze verkeerstromen grote wijzingen zullen optreden. Het plaatselijke verkeer vanaf De Stouwe, De Leiding, De Wildbaan en het Varsenerveld naar de Balkerweg maakt nu ook niet of nauwelijks gebruik van de noordelijke parallelweg en de Bossteeg omdat dit om is ten opzichte van de Hessenweg West. De verkeersintensiteiten op de Hessenweg West blijven hoe dan ook ver beneden de norm die geldt voor erftoegangswegen. Het doortrekken van de noordelijke parallelweg naar de Bossteeg, en verder in noordelijke richting tot deze weer aansluit op het noordelijk deel van de Hessenweg West, zou betekenen dat meer bos- en landbouwgrond nodig is en dat de fietstunnel onder de N48 en het ecoduct over de N48 verlengd moet worden. Dat gaat met relatief hoge kosten gepaard. De aanleg van een noordelijke parallelweg bij Varsen is gelet op het voorgaande niet noodzakelijk en de extra investering is niet gerechtvaardigd in relatie tot de toekomstige relatief gunstiger verkeerssituatie op de Hessenweg West. De Hessenweg West wordt wel (blijvend) door plaatselijk verkeer gebruikt en (in het nieuwe wegontwerp met de fietstunnel in de N48) door fietsers van en PIP N340 / N48 Zienswijzenota 49

50 Categorisering In-20 Varsen knooppunt Voorgestelde beantwoording naar de scholen in Ommen en moet daar voldoende op zijn ingericht. De provincie is bereid desgewenst, in overleg met de gemeente Ommen en aanwonenden, een verbeterde inrichting van de Hessenweg West (waar nodig met verkeersremmende maatregelen) te bekostigen, ten laste van het project N 340/N48. De provincie is bereid de entree van de Hessenweg West, vanaf de zuidelijke parallelweg, in overleg met de gemeente Ommen en de bewoners van de Hessenweg West, zodanig in te richten dat doorgaand plaatselijk verkeer zoveel mogelijk gebruik maakt van de ongelijkvloerse kruising Hessenweg West en de zuidelijke parallelweg richting knooppunt Varsen en Ommen, in plaats van de Hessenweg West. Een aanpassing van de huidige Hessenweg West is mogelijk binnen het bestaande bestemmingsplan en het grondeigendom van de gemeente Ommen. Gedurende het ontwerpproces is onderzocht hoe de aansluiting van de N 340 op de N(3)48 het beste kan worden vormgegeven en ruimtelijk ingepast. Hierbij is ook gekeken naar de capaciteit in relatie tot de korte en lange termijn. In het ontwerpproces is een optimale oplossing gezocht ook in relatie tot het onderliggende wegennet en de afwikkeling van plaatselijk verkeer. Er is onder meer rekening gehouden met bereikbaarheid/doorstroming, ruimtebeslag, landschappelijke inpassing, archeologie, verkeersveiligheid voor alle deelnemers en toekomstvastheid. In de Planstudie BesluitMER is ook een klaverblad-ontwerp onderzocht. Het knooppunt N 340/N(3)48 zoals opgenomen in het wegontwerp bij het ontwerp provinciaal inpassingsplan is zodanig vormgegeven dat de N 340, N48, N 348, (de in de toekomst af te waarderen) N34 en de parallelwegen voor langzaam verkeer alle met elkaar verbonden zijn, waarbij de verbinding tussen de hoofdroute (N 340 naar N48 en vice versa) optimaal gefaciliteerd wordt. Conform het principe van duurzaam veilig is de aansluiting tussen de (toekomstige) stroomwegen N 340, N48 en N 348 (ook behorende tot de hoofdinfrastructuur in de Omgevingsvisie) in dat wegontwerp ongelijkvloers wordt vormgegeven. Een wegontwerp waarin alle (toekomstige) stroomwegen N (3)48 en N 340 en het onderliggende wegennet met één grote rotonde met elkaar worden verbonden past niet bij de Structuurvisie N 340/N48 zoals vastgesteld op 14 oktober 2009 door Provinciale Staten en biedt bovendien niet de beoogde vlotte verkeersafwikkeling. De provincie heeft naar aanleiding van de zienswijzen én met het oog op het beschikbaar te stellen budget en de financiële uitvoerbaarheid van het plan echter wel opnieuw naar het wegontwerp bij het knooppunt Varsen gekeken. De verkeersstroom Raalte - Zwolle v.vv. op dit knooppunt betreft een relatief ondergeschikte stroom. De provincie heeft een wegontwerp gemaakt waarbij de verkeerstroom Raalte-Zwolle en v.v. via rotondes wordt afgewikkeld. Afzonderlijke verbindingslussen tussen de N 348 en de N 340 zijn dan niet nodig. Dit werkt ruimtebesparend aan zowel de oost als aan de westzijde van de N(3)48. Deze oplossing kost aanmerkelijk minder, vooral omdat minder kunstwerken aangepast hoeven te worden. Dit gewijzigde wegontwerp is opgenomen in het vast te stellen Provinciaal Inpassingsplan. Indiener van zienswijze nr. 108 heeft, zowel bij het voorontwerp als het ontwerp provinciaal inpassingsplan, een vergelijkbaar voorstel voor een vereenvoudigd knooppunt Varsen gedaan. In het kader van de grondverwerving wordt een oplossing gezocht voor de bereikbaarheid van de landbouwpercelen aan de westzijde van de N 348 cq zuidzijde van de N 340 voor de agrarische bedrijven van de familie Bolks en familie Hogeman. 50 PIP N340 / N48 Zienswijzennota

51 Categorisering In-21 Balkerweg aansluiting Voorgestelde beantwoording Als agrariërs menen door realisering van het knooppunt Varsen, verlies aan landbouwgrond en/of omrijden schade te lijden dan kan een verzoek tot planschadevergoeding gedaan worden (zie verder Re-04). Uit de verkeersprognoses en uit verkeerskundig onderzoek van BVA ( Aansluiting N48-Balkerweg; vormgeving aansluiting, 2010) in opdracht van de gemeente Ommen en de Provincie Overijssel blijkt dat een verkeersveilige en vlotte verkeersafwikkeling van de verschillende verkeersdeelnemers kan plaats vinden op de rotondes bij de Balkerweg. Een vijfpoots rotonde is hiervoor niet noodzakelijk en bovendien ruimtelijk minder goed inpasbaar. Het huidige wegontwerp wordt daarom gehandhaafd. Het fietsverkeer heeft, gelet op het beleid van de gemeente Ommen, bij de rotondes op de Balkerweg geen voorrang op de kruisingen. Om de overzichtelijkheid en daarmee de veiligheid voor het fietsverkeer te bevorderen, is de afstand tussen de fietsoversteken en de rotondes in het wegontwerp ruim aangehouden. In-22 Arriërveld knooppunt De vormgeving van de huidige, gelijkvloerse verbinding met een rotonde tussen de N48 en de N36 voldoet niet aan het principe van duurzaam veilig waarbij aansluitingen tussen stroomwegen ongelijkvloers vormgegeven worden. Op basis van de provinciale Structuurvisie N 340/N48 van oktober 2009 en de principes van duurzaam veilig is de aansluiting tussen de stroomwegen N48 en N36 in het wegontwerp bij het ontwerp provinciaal inpassingsplan ongelijkvloers vormgegeven. Hierbij is gekeken naar de capaciteit in relatie tot de korte en lange termijn. In het ontwerpproces is een optimale oplossing gezocht waarbij onder meer rekening is gehouden met bereikbaarheid/doorstroming, ruimtebeslag, landschappelijke inpassing, verkeersveiligheid voor alle deelnemers en toekomstvastheid. Er is wel verkeerskundig onderzoek verricht naar de vraag tot welk moment de huidige rotonde in het Combinatiealternatief, eventueel met extra rijbanen en/of een bypass, het verkeer verantwoord kan afwikkelen. Dat moment ligt al voor Als ook verkeerslichten aan de rotonde worden toegevoegd en de inrichting van de rotonde wordt geoptimaliseerd, kan het verkeer over veel langere tijd van de rotonde gebruik maken. De inrichtingsvariant waarbij de N48 over de bestaande rotonde heen gaat, is een compromisoplossing met ruimtelijk gezien slechts beperkte meerwaarde (minder ruimtebeslag) die maar deels tegemoet komt aan de principes van duurzaam veilig waarbij aansluitingen tussen stroomwegen ongelijkvloers worden vormgegeven. De provincie heeft naar aanleiding van de zienswijzen én met het oog op de financiële uitvoerbaarheid van het plan opnieuw naar het wegontwerp van het knooppunt Arriërveld gekeken. Het niet uitvoeren van een ongelijkvloers knooppunt Arriërveld bespaart veel kosten in realisatie én grondaankoop. Het handhaven van een de rotonde (met op termijn verkeerslichten en een aangepaste rotonde of een T-aansluiting) kan de verwachte verkeersstromen zeker tot 2030 aan. Een rotonde met verkeerslichten tast de verkeersafwikkeling van het Combinatiealternatief niet wezenlijk aan. Dit gewijzigde wegontwerp, met handhaving van de rotonde bij Arriërveld, is opgenomen in het vast te stellen Provinciaal Inpassingsplan. PIP N340 / N48 Zienswijzenota 51

52 In-23 Tankstation Oudleusen/Terrein Chinees restaurant Ni Hao Tankstation Oudleusen en Chinees restaurant Ni Hao Zowel het tankstation als het Chinees restaurant Ni Hao worden in de huidige situatie ontsloten vanaf de gemeentelijke weg Om de Landskroon en hebben geen rechtstreekse uitweg op de provinciale weg N 340. Tankstation Oudleusen Het wegontwerp voorziet in de rechtstreekse ontsluiting van het brandstoffenverkooppunt vanaf de hoofdrijbaan N 340 in de richting Zwolle-Ommen. In de richting Ommen-Zwolle is het brandstofpunt bereikbaar door gebruik te maken van de nabij gelegen afrit Maneweg, de zuidelijke parallelweg en de nabij gelegen oprit bij de aansluiting Oudleusen. Dat kan door een goede bewegwijzering ondersteund worden. Voor het verkrijgen van een uitwegvergunning op de provinciale parallelweg zal de inrichting van het brandstofverkooppunt zodanig aangepast moeten worden dat verkeer vanaf de parallelweg niet via het tankstation de hoofdrijbaan kan oprijden. Uit de ingediende zienswijze van de exploitant van het brandstofverkooppunt blijkt dat de suggestie in de Reactienota om in het Provinciaal Inpassingsplan bij Oudleusen tegenover het bestaande tankstation ook een brandstoffenverkooppunt aan de noordzijde van de N 340 mogelijk te maken vragen oproept. De provincie heeft deze mogelijkheid in de Reactienota geopperd naar aanleiding van de inspraakreacties op het voorontwerp provinciaal inpassingsplan. Het was bedoeld als een suggestie naar de huidige grondeigenaar en de huidige exploitant toe, maar alleen interessant voor beiden als zij de particuliere grond aan de overzijde van de weg in eigendom zouden kunnen verkrijgen. Het idee is vooraf besproken met de grondeigenaar van het huidige tankstation. De provincie heeft in het vast te stellen inpassingsplan geen tankstation aan de noordzijde van de N 340 opgenomen. De provincie onderkent de belangen van de grondeigenaar en exploitant van het brandstoffenverkooppunt bij een optimale ontsluiting en heeft dat betrokken in de afweging van alle betrokken belangen. De provincie wil een veilige 100 km/uur weg aanleggen. Een directe mogelijkheid om op de nieuwe hoofdrijbaan in de richting Ommen-Zwolle af te slaan richting het tankstation is hier niet mee te verenigen. Een oplossing voor het brandstofverkooppunt (en restaurant) zoals in de N50 tussen Zwolle en Kampen (verkeerslichten met afslagmogelijkheid) past niet bij de beoogde verkeersveilige stroomweg N 340 zoals opgenomen in de provinciale Structuurvisie N 340/N48 van oktober 2009 en de ruimtelijke situatie ter hoogte van het brandstofpunt bij Oudleusen. De provincie hecht een groter belang aan de realisering van een veilige stroomweg N 340 dan aan de belangen van de grondeigenaar en de exploitant van het brandstofverkooppunt. Als de eigenaar en/of exploitant van het tankstation meent schade te lijden door de gewijzigde ontsluiting van het huidige tankstation dan kan hij een verzoek tot planschadevergoeding indienen. Dat kan na onherroepelijk worden van het provinciaal inpassingsplan. De bestemming van het perceel tussen de nieuwe N 340 en de nieuwe zuidelijke parallelweg ter plaatse van het brandstofverkooppunt wijzigt niet door het Provinciaal Inpassingsplan. Het bestaande gemeentelijke bestemmingsplan blijft daar van kracht. Het Provinciaal Inrichtingsplan maakt van het huidige brandstofverkooppunt dus geen verzorgingsplaats. Chinees restaurant Ni Hao Het wegontwerp voorziet in de rechtstreekse ontsluiting van het Chinees restaurant Ni Hao vanaf de hoofdrijbaan N 340 in de richting Zwolle-Ommen. In de richting Ommen-Zwolle is het Chinees restaurant Ni Hao bereikbaar door gebruik te maken van de nabij gelegen aansluitingen Maneweg en 52 PIP N340 / N48 Zienswijzennota

53 Oudleusen en de zuidelijke parallelweg. Dat kan door een goede bewegwijzering ondersteund worden. Voor het verkrijgen van een uitwegvergunning op de provinciale parallelweg zal de inrichting van het terrein van het Chinees restaurant Ni Hao zodanig moeten worden aangepast dat verkeer vanaf de parallelweg niet via het terrein van het Chinees restaurant Ni Hao de hoofdrijbaan kan oprijden. Vanuit Oudleusen is het Chinees restaurant Ni Hao voor fietsers en wandelaars daarnaast rechtstreeks bereikbaar via de fietstunnel en de parallelweg. De provincie onderkent de belangen van de grondeigenaar en exploitant van Chinees restaurant Ni Hao bij een optimale ontsluiting en zij heeft dat betrokken in de afweging van alle betrokken belangen. De provincie wil een veilige 100 km/uur weg aanleggen. Een directe mogelijkheid om op de nieuwe hoofdrijbaan in de richting Ommen-Zwolle af te slaan richting het Chinees restaurant Ni Hao is hier niet mee te verenigen. Een oplossing voor het Chinees restaurant Ni Hao zoals in de N50 tussen Zwolle en Kampen (verkeerslichten met afslagmogelijkheid) past niet bij de beoogde verkeersveilige stroomweg N 340 zoals opgenomen in de provinciale Structuurvisie N 340/N48 van oktober 2009 en de ruimtelijke situatie ter hoogte van het Chinees restaurant Ni Hao bij Oudleusen. De provincie hecht een groter belang aan de realisering van een veilige stroomweg N 340 dan aan de belangen van de grondeigenaar en de exploitant van het Chinees restaurant Ni Hao. Als de eigenaar en/of exploitant van het Chinees Restaurant meent schade te lijden door de gewijzigde ontsluiting van het restaurant dan kan hij/zij een verzoek tot planschadevergoeding indienen. Dat kan na onherroepelijk worden van het provinciaal inpassingsplan. In-24 Kunstwerken ontwerp Kunstwerken (viaducten, onderdoorgangen, et cetera) worden zodanig vormgegeven dat deze voldoen aan de vereisten zoals gesteld in het CROW Handboek Wegontwerp. Dat betekent dat voertuigen binnen wettelijke afmetingen gebruik kunnen maken van deze kunstwerken. De doorrijhoogte voor kunstwerken bedraagt 4,60 meter. De minimale breedte is - conform het CROW Handboek Wegontwerp - afhankelijk van het type weg (stroomweg, gebiedsontsluitingsweg of erftoegangsweg). De te realiseren kunstwerken voldoen aan de eisen ten aanzien van doorrijhoogte en breedte en bochten bij de viaducten. Viaducten van (onderliggende) wegen worden niet per se zo ontworpen dat twee landbouwvoertuigen elkaar bij een toevallige ontmoeting precies ter plekke van een viaduct elkaar in of op het viaduct kunnen passeren. Uiteraard kan men elkaar wel net voor of net na het viaduct passeren. De obstakelvrije ruimte is op de kunstwerken groter dan de feitelijke wegbreedte. Op de kunstwerken is ca. 5,50 m tussen de keerconstructie (geleiderail of kerende leuning) aanwezig. PIP N340 / N48 Zienswijzenota 53

54 In-25 Spoorkruising De kruising van de N 340 met de spoorlijn Zwolle - Meppel is vormgegeven met een spoorviaduct, waarbij de N 340 de spoorverbinding bovenlangs kruist. Deze keuze wordt vanuit landschappelijk oogpunt aanvaardbaar geacht omdat de kruising in een omgeving ligt met stedelijke kenmerken zoals de aanwezigheid van bedrijventerrein Hessenpoort, een schakelstation en hoogspanningslijnen. De meerwaarde voor milieu, natuur en landschap van een situatie waarin de N 340 hier het spoor per tunnel kruist is relatief gering. Bovendien zijn de kosten van een tunnel ten opzichte van een spoorwegkruising met een spoorviaduct veel hoger (ca. 19 miljoen extra, exclusief BTW). De keuze om het tracé van de N 340 en de spoorwegkruising meer noordelijk te leggen ten opzichte van de huidige Hessenweg is beargumenteerd in de provinciale Structuurvisie N 340/N48 van oktober 2009 en nader tegenover andere alternatieven afgewogen. Zie ook beantwoording bij Na-02. Het realiseren van een tunnel in de huidige N 340 ter plaatse van het spoor zonder bestemmingsplanwijziging, zoals een indiener van een zienswijze (039) naar voren brengt, is niet mogelijk. De visualisatie door Drupsteen is zo nauwkeurig mogelijk opgezet en dient als impressie van het wegontwerp. Het geeft een beeld van de te verwachten situatie. Door de gekozen positie en grote afstand kan de inderdaad indruk ontstaan dat het viaduct wat gedrukt is. Dit is echter geen bewuste keus van de provincie om het beeld fraaier voor te stellen dan het is. In-26 Planologisch regime Hotel Café Restaurant Zwolle BV Bij het thema In-11 is de provincie al ingegaan op een deel van de bezwaren van Van der Valk. Naar de mening van de provincie kan de hoofdoriëntatie van het hotel Van der Valk en de parkeervoorziening ook bij een aangepaste inrichting van het terrein behouden blijven. In de periode na het indienen van inspraakreacties op het voorontwerp provinciaal inpassingsplan hebben de gemeente Zwolle en de provincie getracht in contact te komen met Van der Valk om met elkaar te overleggen over de mogelijkheden voor een aangepaste inrichting van het terrein. Helaas is door Van der Valk in die periode niet op deze uitnodigingen van de gemeente Zwolle (mede namens de provincie) ingegaan. De provincie en de gemeente Zwolle blijven proberen om met Van der Valk in der minne tot een bevredigende oplossing te komen. De provincie heeft sinds de startnotitie N 340 van oktober 2007 een systematisch proces gevolgd en daarover steeds op de wettelijk voorgeschreven wijze gepubliceerd. Na de tracékeuze in 2009 heeft de provincie in 2010 een Planstudie BesluitMER gepubliceerd met een voorkeursalternatief voor de inrichting van de nieuwe weg en de aansluitingen en knooppunten. Op grond daarvan, en niet eerder, was het mogelijk om in 2011 te starten met een procedure voor de aanpassing van de geldende bestemmingsplannen door middel van een provinciaal inpassingsplan. Toen het bestemmingsplan voor het hotel Van der Valk door de gemeente Zwolle is vastgesteld, was de exacte ruimtelijke vormgeving van het knooppunt N 340/A28 nog niet beschikbaar. Wel was bij de vaststelling van het bestemmingsplan duidelijk dat een ombouw en aanleg van de N 340 in de toekomst niet door het hotel zelf onmogelijk zou worden gemaakt gelet op de ligging van het bouwvlak voor het hotel in het bestemmingsplan. Een planologische interventie door de provincie was uit dat oogpunt gezien op dat moment niet nodig en niet mogelijk. Het plan voor de Vechtcorridor Noord wordt ontwikkeld door de gemeente Zwolle. De gemeente Zwolle houdt bij de planontwikkeling voor de inrichting van het gebied Vechtcorridor rekening met de belangen van het hotel van Van der Valk en wil functionele en visuele relaties tussen het hotel en het gebied aan de zuidzijde van de nieuwe N 340 tot stand brengen. 54 PIP N340 / N48 Zienswijzennota

55 In-27 2x1 rijstroken In de Structuurvisie N 340/N48 hebben Provinciale Staten in 2009 gekozen voor het Combinatiealternatief waarbij de N 377 ook een functie blijft houden in de afwikkeling van het oost-west verkeer en v.v. in Noordoost Overijssel. In dat perspectief gaat het Combinatiealternatief uit van een 2x1 strooks autoweg 100 km/uur (in aansluiting op de rest van de verbinding richting Drenthe en verder), met op de drukste delen van dit alternatief 2x2 rijstroken (westelijke omleiding bij Zwolle tot Dalfsen en N48 Varsen-Arriërveld). Het deel van het traject vanaf Dedemsweg/Koesteeg tot Varsen heeft 2 x 1 rijstrook. Provinciale Staten hebben dus in de Structuurvisie N 340/N48 van oktober 2009 het aantal rijstroken opgenomen. In het ontwerp Provinciaal Inpassingsplan is daarom in de regels (artikel 7.1.a) de beperking opgenomen waar 2x2 en waar 2x1 rijstroken mogen worden aangelegd. Ook zijn de as van de weg en dwarsprofielen in de verbeelding van het inpassingsplan opgenomen met een koppeling naar de Regels (artikel 7)). Aanpassen van het gedeelte 2x1 naar 2x2 rijstroken kan om die redenen niet uitgevoerd worden binnen de Structuurvisie N 340/N48 en dit Provinciaal Inpassingsplan. Dan zou eerst een nieuwe ruimtelijke ordeningsprocedure gevolgd moeten worden en opnieuw een afweging gemaakt moeten worden. Het provinciaal inpassingsplan blijft geldig totdat de provincie de N 340 heeft gerealiseerd, maximaal 10 jaar. Het is echter de intentie van de provincie de bevoegdheid al eerder dan de 10 jaar weer bij de betreffende gemeente te leggen. Dit is opgenomen in het (ontwerp) besluit tot vaststelling door Provinciale staten, zoals dat ook ter inzage heeft gelegen. Le-00 Leefbaarheid, gezondheid, lucht, geluid Combinatiealternatief Le-01 Leefbaarheid Algemeen Veel van de ingediende reacties op het voorontwerp Provinciaal Inpassingsplan worden nu ingediend als zienswijze. De omstandigheden en inzichten zijn in de periode tussen het voorontwerp en het ontwerp niet wezenlijk gewijzigd. De provincie heeft er voor gekozen niet terug te verwijzen naar de eerder opgestelde reactienota, maar de beantwoording in de zienswijzennota grotendeels over te nemen uit de Reactienota en waar nodig aan te vullen. Het thema Leefbaarheid kent een grote diversiteit aan onderwerpen afhankelijk van de persoonlijke beleving en invulling van de voorgenomen plannen. Ook gezondheid wordt tot het thema Le-01 gerekend. In de ontvangen reacties op het voorontwerp Provinciaal Inpassingsplan en nu bij de zienswijzen op het ontwerp Provinciaal Inpassingsplan wordt regelmatig het beeld opgeroepen van een (rijks) autosnelweg. Dit is wel begrijpelijk, maar feitelijk onjuist. De verkeersintensiteiten die horen bij een gemiddelde (rijks) autosnelweg liggen beduidend hoger dan de verkeersintensiteiten waarmee rekening wordt gehouden op de N 340/N48. Op de A28 bij Zwolle rijden momenteel per etmaal tot motorvoertuigen. Op de het drukste deel van de nieuwe N 340/N48 rijden in 2020 per etmaal ca motorvoertuigen. Het thema is complex en subjectief. Wat voor de één acceptabel is, vindt de ander onleefbaar. Enkele technische aspecten/onderwerpen van Leefbaarheid als bijvoorbeeld geluid, (fijn)stof, licht, verkeersonveiligheid worden ook specifiek bij de beantwoording van de verschillende deelreacties besproken. Bijvoorbeeld Le-02 (akoestisch onderzoek), Le-04 (Geluidsoverlast rondom N48 na openstelling N36), Le-05 (luchtkwaliteit), Le-06 (lichthinder), In-01 (N 340/N48 ligging / profielbreedte / verkeersveiligheid (de basisuitgangspunten)) en Re-04 (planschade). Ook aan het aspect PIP N340 / N48 Zienswijzenota 55

56 natuur wordt afzonderlijk aandacht besteed (Na-01). In de huidige situatie levert bewoning naast of nabij de N 340 in de beleving van de aanwonenden al leefbaarheidsproblemen op. Deze leefbaarheid komt verder onder druk te staan als de geluidsoverlast toeneemt, de luchtkwaliteit afneemt, en verkeersonveiligheid en barrièrewerking toenemen. Deze situatie treedt op bij ongewijzigd beleid en toename van het verkeer. De aspecten geluidhinder, luchtkwaliteit en externe veiligheid bij wegverkeer, mede in relatie tot de gezondheid, zijn opgenomen in de door Provinciale Staten vastgestelde Richtlijnen m.e.r. van juni Het (m.e.r-) onderzoek is in overeenstemming daarmee uitgevoerd. Er is geen apart Gezondheidsrapport gemaakt, de resultaten van het MER geven daartoe geen aanleiding en het maken van zo n rapport is niet wettelijk verplicht. In de (m.e.r.-)onderzoeken en besluitvormingsstukken zijn de gezond- en hinderaspecten gerangschikt onder woon- en leefmilieu en/of leefbaarheid. Bij de tracékeuze in 2009 is hiermee door Provinciale Staten expliciet rekening gehouden (zie onder andere statenvoorstel van juni 2009). In de besluitvorming in 2009 is onderkend dat het noordelijke tracé, doordat er veel minder bewoning is, vanuit louter de gezichtspunten woon- en leefmilieu en/of leefbaarheid beter scoort dan het Combinatiealternatief. Maar er is bij de tracékeuze sprake van afweging van meerdere belangen. Voor wat de betreft de gezondheidsaspecten moet uiteraard op z n minst aan de wettelijke randvoorwaarden voldaan worden. In de uitwerking van het Combinatiealternatief beoogt de provincie daarnaast een verbetering ten opzichte van de situatie zonder opwaardering van de N 340. Naar de mening van de provincie is zij daarin voor het project als geheel geslaagd. Dat betekent echter niet dat het voor elke individuele bewoner een verbetering oplevert. De hoofddoelstelling voor de N 340/N48, zoals opgenomen in de vastgestelde Structuurvisie N 340/N48 (2009) luidt als volgt: Het zo duurzaam mogelijk verbeteren van de doorstroming, verkeersveiligheid en de leefbaarheid op en in de omgeving van de N 340 / N48, als onderdeel van de totale regionale oost-westverbinding en met voorkoming van sluipverkeer. Voor leefbaarheid is dit in dezelfde Structuurvisie als volgt geconcretiseerd: Het verminderen of zoveel mogelijk voorkomen van visuele hinder, lichthinder en barrièrewerking voor de mens; Het voldoen aan de grenswaarden voor luchtverontreiniging en geluidhinder. Bij de uitwerking van het wegontwerp voor het Combinatiealternatief is dit nader ingevuld, onder andere door de situering van de hoofdrijbaan. Gezondheid en geluid Geluid kan hinder, ernstige hinder, slaapverstoring en hart- en vaatziekten veroorzaken en invloed hebben op de leerprestaties. Uit onderzoek is bekend dat de ervaren (ernstige) hinder en slaapverstoring gezondheidseffecten kunnen veroorzaken. In de Planstudie BesluitMER en het akoestisch onderzoek voor het Provinciaal Inpassingplan is het aspect geluid onderzocht en uitgewerkt. De provincie kiest er in het Provinciaal Inpassingsplan voor om 2-laags ZOAB (of vergelijkbaar geluidsreducerend asfalt) toe te passen over het gehele tracé van het Combinatiealternatief. Uit de rechtspraak volgt dat deze maatregel niet planologisch hoeft te worden gewaarborgd (zie bijvoorbeeld AbRS 15 juni 2011, zaaknr /1/M2. r.o. 2.10). In de Regels (artikel 7.6.1) hebben wij desalniettemin de toepassing van geluidsreducerend asfalt, met een geluidsreductie die minimaal overeenkomt met het toepassen van tweelaags ZOAB, opgenomen. De realisering van 2-laags ZOAB over het gehele tracé is in dit project meer dan de Wet geluidhinder eist en dat wordt vooral gemotiveerd vanuit de gewenste leefbaarheid (waaronder gezondheidsaspecten), de natuurbelangen (o.a. Ecologische 56 PIP N340 / N48 Zienswijzennota

57 hoofdstructuur) en de recreatieve waarden. Dit betekent dat de situatie ten opzichte van de zogenaamde referentiesituatie (situatie in de toekomst zonder project / autonome ontwikkeling) over het geheel gezien aanzienlijk verbetert. De toepassing van 2-laags ZOAB (of vergelijkbaar geluidsreducerend asfalt) wordt gecombineerd met een inrichting van het Combinatiealternatief waarbij de uitbreiding van de hoofdrijbaan zoveel mogelijk aan één zijde is gelegen. In de huidige situatie staan 78 woningen binnen een afstand van 30 meter van de hoofdrijbaan en in het wegontwerp bij het vast te stellen Provinciaal Inpassingsplan zijn dat er nog 12 (met rotonde Arriërveld) of 10 (met volledig knooppunt Arriërveld). Aantal woningen met afstand tot rand hoofdrijbaan < 30 m m m Huidig VKA Huidig VKA Huidig VKA VKA = voorkeursalternatief met volledig ongelijkvloers knooppunt Arriërveld Uit het Akoestisch onderzoek behorende bij het Provinciaal Inpassingplan blijkt dat hierdoor bij nagenoeg alle woningen de geluidbelasting onder de 60 db ligt. Volgens de GGD is uit onderzoek bekend dat hart- en vaatziekten als gevolg van geluidbelasting pas optreden bij een gevelbelasting van meer dan 60 db. De GGD streeft echter naar een blootstelling volgens de voorkeursgrenswaarden uit de Wet geluidhinder (48 db voor nieuwe situaties en 53 db voor bestaande situaties). De berekende waarde van 60 db is de zogenaamde Lden. Dit is de geluidbelasting over alle perioden van uur uur, van uur uur en van uur uur van een jaar. In de gevoelige avond en nachtperiode is de eigenlijke geluidsbelasting aanzienlijk lager. De waarde van 60 db wordt dan niet gehaald. Voor wat betreft de scholen gelden in het wegontwerp de volgende afstanden: Afstand scholen tot rand hoofdrijbaan Scholen Huidig VKA School Ankum 42 meter 47 meter School Oudleusen 53 meter 67 meter Ook de geluidbelasting bij de basisscholen neemt af, enerzijds door de toepassing van 2-laags ZOAB en anderzijds door de grotere afstand tot de hoofdrijbaan. PIP N340 / N48 Zienswijzenota 57

58 Geluidbelasting bij scholen Scholen 2014 VKA laags ZOAB School Ankum 57,37 db 54,89 db School Oudleusen 59,17 db 53,93 db Geluidsnormen Een aantal indieners van zienswijzen betoogt dat de provincie geluidsnormen bovenwaarts bijstelt. Gedoeld wordt op de procedure voor vaststelling van Hogere grenswaarden. De provincie volgt de Wet geluidhinder en stelt niet normen op of bij. Bij alle wegenprojecten, maar ook andere projecten als bedrijventerreinen, wordt de Wet geluidhinder gevolgd, waarbij nagegaan moet worden of en welke maatregelen genomen moeten worden om geluidhinder te verminderen en voor welke situaties Hogere grenswaarden mogen worden vastgesteld. Gezondheid en luchtkwaliteit In de Planstudie BesluitMER N 340/N48 zijn de verschillende inrichtingsvarianten van het Combinatiealternatief beoordeeld op basis van belast oppervlak, adressen en kilometer weglengte in concentratieklassen. Voor alle onderzochte inrichtingvarianten en het voorkeursalternatief (VKA) geldt een afname in belast oppervlak en adressen per concentratieklasse voor zowel NO2 (stikstofdioxide) en PM10 (fijnstof). In het Provinciaal Inpassingsplan is de conclusie opgenomen dat de grenswaarden uit de Wet Milieubeheer na ingebruikname van de nieuwe N 340/N48 niet worden overschreden en dat ruimschoots wordt voldaan aan de grenswaarden voor stikstofdioxide (NO2) en fijn stof (PM10). Hiermee wordt voldaan aan artikel 5.16 lid 1 sub a van de Wet Milieubeheer. Dat ruimschoots wordt voldaan aan de wettelijke normen wordt hierna toegelicht. De inrichtingsvarianten en het voorkeursalternatief zijn in de Planstudie BesluitMER op NO2 en PM10 beoordeeld met 7 concentratieklassen. Bij de hoogste klasse wordt de grenswaarde van 40 µg/m³ overschreden. 58 PIP N340 / N48 Zienswijzennota

59 Indeling concentratieklassen NO2 in Planstudie BesluitMER 1 1 <15 µg/m³ µg/m³ PM µg/m³ µg/m³ µg/m³ µg/m³ µg/m³ µg/m³ 30-32,6 µg/m³ µg/m³ 32,6-38 µg/m³ µg/m³ µg/m³ 7 (boven grenswaarde) µg/m³ µg/m³ Bij de toetsing op NO2 bevinden bij het VKA alle adressen (behalve 1) zich binnen de laagste drie klassen. Als de directe omgeving bij de A28 (invloed A28) buiten beschouwing wordt gelaten dan vallen alle adressen binnen de laagste klasse voor NO2. Bij de toetsing op PM10 bevinden bij het VKA alle adressen zich in de tweede klasse. De beide scholen (Ankum en Oudleusen) liggen in de laagste concentratieklasse voor NO2 en de tweede concentratieklasse voor PM10. Kaartfragment NO2 concentratie bij VKA (uit Planstudie BesluitMER, Oudleusen e.o.) 1 In de kaartbijlage van de Planstudie BesluitMER is de eerste klasse voor NO2 nader onderverdeeld in <15µg/m³ en µg/m³. PIP N340 / N48 Zienswijzenota 59

60 Kaartfragment PM10 concentratie bij VKA (uit Planstudie BesluitMER, Oudleusen e.o.) Net als bij het geluidsaspect is bij het aspect luchtkwaliteit de wijziging in het aantal woningen dicht bij de weg ook van belang. Aantal woningen met afstand tot rand hoofdrijbaan < 30 m m m Huidig VKA Huidig VKA Huidig VKA VKA = voorkeursalternatief (met volledig ongelijkvloers knooppunt Arriërveld) Voor wat betreft de scholen geldt het volgende: Afstand scholen tot rand hoofdrijbaan Scholen Huidig VKA School Ankum 42 meter 47 meter School Oudleusen 53 meter 67 meter Bij de basisschool te Ankum wordt bovendien de parallelweg voor doorgaand verkeer verder van de school verschoven en krijgt de bestaande parallelweg daar vooral een functie voor het brengen en halen van kinderen met éénrichting verkeer Gezondheid en externe veiligheid Zie de beantwoording bij Le PIP N340 / N48 Zienswijzennota

61 Gezondheid en trillingen In Nederland is geen formele wetgeving met betrekking tot trillingen als gevolg van wegverkeer van toepassing. De effecten van grondtrillingen kunnen zijn schade aan gebouwen en/of hinder bij personen. Schade aan gebouwen als gevolg van verkeer op een provinciale weg treedt in de praktijk eigenlijk niet op. De trillingsniveaus zijn daarvoor te laag (lager dan 2 mm/s). Met een trillingsniveau vanaf ca. 0.3 mm/s kunnen trillingen voelbaar zijn en vanaf 0.6 mm/s goed voelbaar. De praktijk leert dat waarden van 0.3 mm/s of meer alleen kunnen optreden op zeer korte afstand van een weg wanneer daar een grote oneffenheid aanwezig is. Effecten van trillingen bij de N 340 zijn op basis van expert judgement niet te verwachten. Schade /hinder bij de realisatie Zie de beantwoording bij Re-02 Inpassing in omgeving Door de opwaardering van N 340/N48 worden het landschap (onder andere uitzicht) en de sociale cohesie langs de weg beïnvloed. Met het voorgestelde wegontwerp, met nog enkele aanpassingen naar aanleiding van de zienswijzen, streeft de provincie een balans na tussen enerzijds de uitgangspunten van een regionale stroomweg en anderzijds de inpassing in de omgeving. Bij de inpassing is zoveel mogelijk rekening gehouden met de inbreng vanuit de omgeving in de verschillende stadia van de planvoorbereiding. Niettemin zal het uitzicht in bepaalde situaties voor de omwonenden veranderen. Het belang dat deze omwonenden hebben bij behoud van hun huidige uitzicht en daarmee samenhangende woongenot/privacy wordt onderkend maar weegt niet op tegen het belang van het realiseren van een veilige regionale stroomweg met ongelijkvloerse kruisingen en aansluitingen. Na onherroepelijk worden van het Provinciaal Inpassingsplan kan een beroep op (plan)schadevergoeding gedaan worden indien omwonenden zich gedupeerd achten door het vaststellen van het provinciaal inpassingsplan N 340/N48. Zie ook beantwoording bij Re-04. Blijvers Een aantal indieners van zienswijzen reageert specifiek op de tabel hieronder die ook is opgenomen in de Reactienota naar aanleiding van de inspraakreacties op het voorontwerp Provinciaal Inpassingplan. Aantal woningen met afstand tot rand hoofdrijbaan < 30 m m m Huidig VKA Huidig VKA Huidig VKA VKA = voorkeursalternatief (met volledig ongelijkvloers knooppunt Arriërveld) Zij vragen om extra (bovenwettelijke) maatregelen voor de blijvers waarbij zij doelen op bewoners van de woningen die blijven of komen te staan op relatief korte afstand van de hoofdrijbaan. Een aantal van deze woningen staat nu al op relatief korte afstand van de hoofdrijbaan en in een aantal andere situaties wordt de afstand kleiner dan in de huidige situatie. In beide categorieën wordt aan de wettelijke normen voldaan. Ook in andere rijksen provinciale projecten (bijvoorbeeld de N34) komen deze situaties regelmatig voor. De provincie beseft dat de verandering van de directe PIP N340 / N48 Zienswijzenota 61

62 leefomgeving door de blijvers als een aantasting van de leefbaarheid wordt beschouwd. De provincie zal in deze situaties objectief, navolgbaar en met dezelfde criteria moeten handelen (gelijkheidsbeginsel). Er zijn geen criteria voorhanden waarmee objectief en navolgbaar voor bepaalde blijvers maatregelen kunnen worden genomen en voor andere blijvers niet. Er zijn geen objectieve grenzen te trekken. De provincie kan daarom niet ingaan op de verzoeken om deze woningen aan te kopen, woningen die niet hoeven te wijken voor de weg en waarvan handhaving niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening. Dit betekent niet dat er in specifieke situaties geen sprake zou zijn van een grote verandering van de erfsituatie. Na onherroepelijk worden van het Provinciaal Inpassingsplan kan een beroep op (plan-)schadevergoeding gedaan worden indien omwonenden zich gedupeerd achten. Zie ook beantwoording bij Re-04. Een duidelijk voorbeeld dat de provincie oog heeft voor leefbaarheid is het toepassen van 2-laags ZOAB (of gelijkwaardig geluidsreducerend asfalt) over het gehele tracé, terwijl dit niet over het gehele tracé wettelijk vereist is. Dit zorgt ervoor dat bij realisering van het Combinatiealternatief de geluidbelasting in de toekomstige situatie in het algemeen beter is dan in de toekomstige situatie zonder het Combinatiealternatief en zonder geluidsreducerend asfalt. Feit is ook dat door de situering van de hoofdrijbaan en de toepassing van 2-laags ZOAB er geen geluidswallen of geluidsschermen nodig zijn en dat is positief voor de (visuele) inpassing. Wel is sprake van een aantal woningen waarvoor een Hogere grenswaarde procedure is gevolgd vóór vaststelling van het Provinciaal Inpassingsplan (zie antwoord bij Le-02). Mede ter ondersteuning van de Leefbaarheid voert de provincie samen met de bewoners het programma Investeren in landschap en leefomgeving voor de N 340/N48 uit. Bij het resultaat gaat het om fysieke en zichtbare maatregelen in een brede zone langs de N 340 (circa 500 meter aan elke kant van de weg). Maatregelen die de identiteit van het gebied versterken en bijdragen aan de beleving van het gebied. Kennis- en adviesorganisatie Het Oversticht heeft in opdracht van de provincie hiervoor het plan van aanpak gemaakt. Het voorstel houdt in dat bewoners zelf zoveel mogelijk inhoud geven aan het investeringsprogramma en zelf mede de maatregelen uitvoeren. Hiervoor krijgen bewoners, grondgebruikers en/of grondeigenaren subsidie uit het investeringsprogramma. De provincie Overijssel faciliteert het proces (door inschakeling van bijvoorbeeld Landschap Overijssel en andere deskundige organisaties) en legt de verantwoordelijkheid zoveel mogelijk bij de bewoners neer. De consultatiegroep N 340 heeft geadviseerd de uitvoering van dit programma te starten ná vaststelling van het Provinciaal Inpassingsplan als de discussie over de gewenste inrichting is afgerond. Voor het Programma Investeren in Landschap en Leefomgeving is bij Agentschap NL (VROM) in het kader van het programma Tijdelijke subsidieregeling Innovatieprogramma Mooi Nederland een subsidie verkregen voor de kosten van procesbegeleiding. Barrièrewerking Bij het ontwerp van de weg heeft de provincie rekening gehouden met de structuur van- en de verkeersafwikkeling op het onderliggend wegennet. Daar waar zich ongewenste (leefbaarheids) ontwikkelingen zouden kunnen voordoen, is het wegontwerp daarop aangepast en zijn aanvullende maatregelen opgenomen, zoals de realisering van fietssluizen. Mede met het oog op de sociale cohesie bieden de ongelijkvloerse kruisingen/aansluitingen en een aantal fiets-/voetgangerstunnels op strategische plekken, veilige oversteekvoorzieningen aan de omgeving. Wel is het zo dat hierdoor soms meer moet worden omgereden om deze (veilige) oversteken te bereiken dan dat de indieners van zienswijzen nu gewend zijn. De nieuwe weg wordt door enkele indieners van zienswijzen als een barrière ervaren voor buurtschappen, echter in de huidige situatie is de weg al meer en meer een (gevaarlijke) barrière voor bewoners om over te steken. Bij ongewijzigd beleid zal dit effect zich steeds meer gaan voordoen. Geen nieuwe doorsnijding 62 PIP N340 / N48 Zienswijzennota

63 De keuze om de huidige N 340/N48 grotendeels op te waarderen, in combinatie met de N 377 die haar huidige snelheidsregime behoudt, betekent voor het grootste deel van de verbinding geen nieuwe doorsnijding van het landschap met een extra verkeersbarrière voor mens en dier. De opwaardering kent beperkingen, maar ook de noordelijke variant kent zijn nadelen. In de Planstudie PlanMER, de Structuurvisie en in de Planstudie BesluitMER en het Provinciaal Inpassingsplan zijn de verschillende componenten die samenhangen met Leefbaarheid vergeleken en afgewogen en is uiteindelijk in die afweging het voorkeursalternatief naar voren gekomen en in oktober 2009 gekozen door Provinciale Staten. Zie verder Nu-02. N 377 De provincie heeft voor de N 377 een deelproject gestart om de N 377 duurzaam veiliger in te richten en geschikt te maken voor de beoogde functie, en de leefbaarheid langs de weg niet te verslechteren en bij voorkeur te verbeteren. Door de opwaardering van de N 340 zal volgens het verkeersmodel de verkeersdrukte op de N 377 in 2020 ongeveer gelijk zijn aan die in Op basis van het ontwerp Plan in Hoofdlijnen voor de N 377 zijn de verkeersintensiteiten op de N 340/N48 en de N 377 opnieuw berekend. Hieruit blijkt dat het uitgangspunt dat de verkeersdrukte op de N 377 in 2020 ongeveer gelijk is aan die in 2007 blijft gelden. Aanlegfase De aanleg en ombouw van de N 340/N48 naar de nieuwe situatie gaat gepaard met ongemak. De Provincie neemt in het contract met de aannemer die het werk straks gaat maken bepalingen op die het ongemak zo veel mogelijk beperken om daarmee de leefbaarheid zo groot mogelijk te houden. De aannemer dient zich straks aan regels te houden en zal niet vrijelijk naar eigen inzicht kunnen handelen. Recreatieparken Ook bij de recreatieparken en -woningen langs het tracé is in het kader van een goede ruimtelijke ordening gekeken naar de leefomstandigheden met de aspecten als geluid en (fijn)stof. Recreatiewoningen kennen niet altijd dezelfde wettelijke regelingen als permanent bewoonde woningen. Zie hiervoor de toelichting in het akoestisch rapport en de beantwoording bij Le-02. Oudleusen Mede om de nieuwe wegsituatie in Oudleusen beter in te passen in de omgeving is het nieuwe tracé in zuidelijke richting verschoven ten opzichte van het huidige tracé. Hierdoor ontstaat meer ruimte tussen de dorpsbebouwing, waaronder de basisschool, en de nieuwe weg. Het Provinciaal Inpassingsplan maakt het mogelijk om deze ruimte met voorzieningen ten behoeve van de gemeenschap Oudleusen in te vullen. Bewust is gekozen de N 340 grotendeels op maaiveldniveau te houden en de kruisende wegen van het gemeentelijke wegennet hoog te laten plaatsvinden. Op die manier blijft de hoofdstroom van het verkeer op maaiveldniveau en verstoort het de omgeving minder dan in de situatie waarbij de N 340 over de gemeentelijke wegen heen gaat. Doornweg 1 Lichthinder ter plaatse van bebouwing aan de Doornweg kan veroorzaakt worden door de ligging van de toerit van de A28 naar de N 340 aan de zuidwestzijde van het perceel. De toerit ligt in de binnenbocht van het knooppunt. Het ontstaan van lichthinder is echter onwaarschijnlijk. De weg ligt in een helling van laag naar hoog, waardoor koplampen meer omhoog stralen. Bovendien wordt ook voertuigkering geplaatst waardoor lichtbundels PIP N340 / N48 Zienswijzenota 63

64 breken. Daarnaast is de woning van de indiener van de zienswijze georiënteerd op de noord- en oostzijde van de verkeerslus en ligt op een afstand van ruim 300 meter. Tussen de woning en de bocht bevindt zich nog een grote schuur. Licht van voertuigen op het perceel is niet uit te sluiten, echter gezien de oriëntatie van de woning en de afstand is direct aanlichten en daarmee ernstige lichthinder niet waarschijnlijk. Op delen van het perceel zal de nieuwe lus goed waarneembaar zijn, echter bij de woning van de indiener van de zienswijze zal de nieuwe situatie niet, tot beperkt zichtbaar zijn. Uit het akoestisch onderzoek komt naar voren dat de geluidbelasting voor Doornweg 1 niet zodanig is dat een Hogere grenswaarde vastgesteld moet worden. Hessenweg West 4 De bestaande N48 wordt ter plaatse verbreed naar een 2x2 rijweg met een weefstrook aan de oostzijde. Hierdoor wordt inderdaad de afstand tussen het huis en de huidige kant rijbaan kleiner. In de nieuwe situatie is dit ruim 35 en niet de 20 meter zoals de indiener aangeeft. Aangezien de weg hier in een rechtstand ligt en er nog beplanting tussen de weg en de woning blijft staan, verwacht de provincie geen grote overlast door instralende koplampen vanaf de N48 op/in de woning. Hessenweg 27, gemeente Zwolle Indiener van de zienswijze verwacht van het spoorviaduct privacy hinder te ondervinden. Gezien de afstand tussen het viaduct en de woning en de te verwachten rijsnelheden op de N 340 zal aantasting van de privacy van de woning Hessenweg 27 vanaf het spoorviaduct niet echt te verwachten zijn. Daarnaast wordt de woning vanaf het spoorviaduct ook grotendeels aan het zicht onttrokken door de op het erf aanwezige beplanting en opstallen. Zie ook beantwoording bij In-25. Le-02 Akoestisch onderzoek Algemeen Bij het opstellen van een Inpassingsplan is de provincie gehouden aan wettelijke voorschriften. Eén van deze wettelijke voorschriften is de Wet geluidhinder (Wgh). De Wet geluidhinder borgt het maximale geluid op de gevels van woningen (en andere geluidgevoelige bestemmingen). De wet regelt niet het geluid in de omgeving bijvoorbeeld op straat, in het park of in de tuin. Wel dient de provincie bij haar planvorming rekening te houden met het geluidsniveau buiten de woning in het kader van een goede ruimtelijke ordening. Het geluid op de gevels van de woningen wordt berekend en niet gemeten. Het toekomstige geluid kan immers niet gemeten worden. Een goede vergelijking van het geluid in de situatie vóór aanleg van de weg en de toekomstige situatie is alleen mogelijk als beide op dezelfde manier worden berekend. De landmeetkundige ondergrond en het wegontwerp zijn verwerkt in een computermodel. Met behulp van speciale software wordt de gevelbelasting per woning berekend. Naar aanleiding van zienswijzen tegen het ontwerp provinciaal inpassingsplan heeft de provincie een nieuw akoestisch onderzoek laten uitvoeren, dat ten grondslag zal liggen aan het vast te stellen provinciaal inpassingsplan. In het nieuwe akoestisch onderzoek is aangegeven welke wijzigingen dit onderzoek bevat ten opzichte van de bij het ontwerp provinciaal inpassingsplan ter inzage gelegde akoestisch onderzoek van september Het akoestisch onderzoek behorend bij het provinciaal inpassingsplan is op te vragen bij de Provincie Overijssel of te downloaden via de website van de provincie en zal met het vastgestelde provinciaal inpassingsplan ter inzage worden gelegd. 64 PIP N340 / N48 Zienswijzennota

65 De provincie gaat over het volle traject van de hoofdrijbaan 2-laags ZOAB (of gelijkwaardig) asfalt toepassen. Slechts voor een beperkt deel van het traject vloeit dit voort uit de wettelijke voorschriften en berekeningen. Voor het overige deel is het toepassen van 2-laags ZOAB een zogenoemde bovenwettelijke maatregel. Deze 2-laags ZOAB wordt direct bij aanleg van de weg aangebracht. Het akoestisch effect van 2-laags ZOAB werkt bij snelheden vanaf ca. 70 km/uur. Daarom wordt het toegepast op wegen met hogere maximum snelheden. De akoestische demping is gebaseerd op verschillende metingen en afhankelijk van het type geluid. Zo maken vrachtwagenbanden een ander geluid dan personenautobanden en zware dieselmotoren weer een ander geluid dan benzinemotoren. Al deze verschillende geluidsbronnen hebben op een rijbaanverharding van bijvoorbeeld 2-laags ZOAB een ander geluidsabsorberend of juist reflecterend effect. In de reken- en meetvoorschriften is met deze effecten rekening gehouden. Monitoring verkeerintensiteiten De provincie monitoort standaard periodiek de verkeersintensiteiten op de verschillende provinciale wegen. Ook in de toekomst gaat de provincie hiermee door. Na aanleg van de N 340/N48 komen dus deze verkeerscijfers beschikbaar en zijn naast de huidige prognoses te leggen. Afhankelijk van de dan te constateren verschillen kunnen daarop passende maatregelen worden genomen. In de Toelichting van het provinciaal Inpassingsplan is bij Aanzet tot evaluatieprogramma toegevoegd dat bij de monitoring van de werkelijke verkeersontwikkeling de methodiek van het Akoestisch onderzoek de maatstaf is om te bepalen of aanvullende geluidmaatregelen nodig zijn indien een afwijking ontstaat ten opzichte van het verkeersmodel. Wet geluidhinder: Reconstructie en Nieuwe weg Bij het Combinatiealternatief is, voor het deel waarbij het huidige tracé wordt gevolgd, sprake van reconstructie in de zin van de Wet geluidhinder en daarom moet aan de geluidnormen van de wet voor die situatie worden voldaan. Op het deel waar sprake is van een nieuw tracé voor de N 340 is in de zin van de Wet geluidhinder sprake van een Nieuwe weg en daar gelden andere grenswaarden dan wanneer een bestaande weg wordt gewijzigd. Er is geen sprake van een vrije keuze bij de vraag wanneer sprake is van een Reconstructie of een Nieuwe weg. Voor het Provinciaal Inpassingsplan is een akoestisch onderzoek uitgevoerd (zie het - aangepaste - akoestisch rapport: bijlage 8 van het vast te stellen Provinciaal Inpassingsplan). In dit onderzoek zijn de akoestische effecten als gevolg van de aanpassingen aan de N 340/N48 berekend en beoordeeld. Op basis van dit onderzoek is bepaald bij welke woningen sprake is van een overschrijding van de (voorkeurs)grenswaarde, zoals die is gesteld in de Wet geluidhinder. Bij de aanleg van de N 340/N48 wordt standaard 2-laags ZOAB (of gelijkwaardig) aangebracht. Deze geluidreducerende maatregel is als eindsituatie in de berekeningen ingevoerd. Het 2-laags ZOAB wordt over het gehele tracé van de N 340/N48 toegepast, en niet alleen op het trajectgedeelte met de 21 woningen waarvoor een hogere waarde is aangevraagd. Het gaat grotendeels om een bovenwettelijke maatregel. In het akoestisch onderzoek is in paragraaf 3.1 aangegeven waarom in de berekeningen eerst gebruik wordt gemaakt van een toekomstige situatie met als wegdektype enkellaags ZOAB. Het betreft hier de toekomstige akoestische standaard voor dit type wegstructuur. In het onderzoek is dus bij de PIP N340 / N48 Zienswijzenota 65

66 eerste berekening als uitgangspunt gebruikt een autoweg (100 km/uur) met gescheiden rijbanen met een stil wegdek (enkellaags ZOAB). Dit vormt de referentie. In het kader van de Wet geluidhinder dient vervolgens toetsing van de geluidbelasting aan de grenswaarden plaats te vinden bij geluidgevoelige bestemmingen. 2-laags ZOAB (of vergelijkbaar geluidsreducerend asfalt) draagt over de gehele lengte van het tracé bij aan de door de provincie Overijssel gewenste ruimtelijke kwaliteit in het kader van een goede ruimtelijke ordening. Dit type wegdek voorkomt geluidoverlast voor mens en natuur zoveel mogelijk. Geluidsschermen worden niet gerealiseerd. Uit het akoestisch onderzoek (bijlage VII van dit onderzoek) is gebleken dat geluidsschermen of niet het gewenste resultaat (verminderen geluidbelasting op de gevel) zullen opleveren, of niet doelmatig zijn (te hoge kosten in relatie tot te verwachten effect). Voor 21 woningen dient een hogere grenswaarde verleend te worden. De adressen van deze woningen zijn weergeven in bijlage 8 aangepaste- Akoestisch onderzoek van het vast te stellen Provinciaal Inpassingsplan. De afwezigheid van geluidsschermen is positief voor het behoud en ontwikkeling van de landschappelijke kwaliteit van de Vechtstreek. Landbouwverkeer en geluidhinder Landbouwverkeer is indirect wel betrokken in het akoestisch onderzoek. Immers, op grond van artikel 3.1, tweede lid Rmv 2006 is het landbouwverkeer verdisconteerd in het aandeel motorvoertuigen. Verkeersmodel N 340/N48 en verkeersmodel N36 Indiener van een zienswijze verzoekt voor de N 340/N48 dezelfde verkeerscijfers te gebruiken als gebruikt in het verkeersmodel voor de N36 / Omleiding Ommen. Dat is niet mogelijk en wenselijk omdat in het verkeersmodel voor de N36 niet de realisering van de regionale stroomweg N 340/N48 als project is opgenomen. Kaarten geluidbelasting in MER Een indiener van een zienswijze (001-07) wijst op de kaarten in het PlanMER waarop de verschillende zones met geluidbelasting staan aangegeven. In deze berekeningen en kaarten is zoals voorgeschreven bij een m.e.r.- nog geen rekening gehouden met de toepassing van 2-laags ZOAB of vergelijkbaar geluidsreducerend asfalt. In de Reactienota naar aanleiding van de inspraakreacties op het voorontwerp Provinciaal Inpassingsplan is hier ook reeds op gewezen en is in een bijlage bij die Reactienota (bijlage I) aangegeven waar de 48 db contour ligt in de autonome situatie in 2020 en waar deze ligt in de projectsituatie Daaruit blijkt dat in de projectsituatie de situatie veel gunstiger is. Het is dus niet zo dat de normen net binnen het wettelijk kader vallen. Bij deze Zienswijzennota is opnieuw een kaartbijlage gevoegd waarop de 48 db contourlijn staat in de autonome situatie en de projectsituatie in Scholen Voor de geluidbelasting van de twee basisscholen langs de N 340 wordt gevraagd minimum afstanden aan te houden. Het (rijks) besluit gevoelige bestemmingen bij luchtkwaliteit gaat over de aan te houden afstand bij uitbreiding of nieuwbouw van scholen en gaat niet over de beoordeling van de uitbreiding van de weg in relatie tot geluidgevoelige bestemmingen. Scholen zijn in de Wet geluidhinder aangemerkt als geluidgevoelige bestemming. In het Akoestisch onderzoek zijn de scholen als geluidgevoelige bestemming opgenomen en getoetst. 66 PIP N340 / N48 Zienswijzennota

67 Daarnaast heeft in het kader van de goede ruimtelijke ordening een afweging plaatsgevonden op dit aspect. Zowel bij Ankum als Oudleusen is het nieuwe wegtracé verschoven ten opzichte van het bestaande wegtracé, waardoor de afstand tot de beide basisscholen aldaar groter wordt en de geluidbelasting lager. Geluidbelasting bij scholen Scholen 2014 VKA laags ZOAB School Ankum 57,36 db 54,89 db School Oudleusen 59,18 db 53,93 db Recreatiewoningen Alle langs het tracé gelegen recreatiewoningen zijn in de Planstudie BesluitMER betrokken bij de berekeningen van het aantal geluidsgehinderden en ernstig gehinderden. Het wettelijk regime voor geluidwaarden is bij recreatiewoningen anders dan bij woningen die bestemd zijn voor permanente bewoning. De provincie sluit in de planvorming aan bij de van toepassing zijnde wet- en regelgeving. Recreatiewoningen waarbij permanente bewoning door de gemeente wordt gedoogd en het gedogen is gekoppeld aan de recreatiewoning (permanente bewoning door een nieuwe bewoner wordt ook gedoogd) worden door de provincie bij toepassing van de Wet geluidhinder wel beschouwd als gewone woningen. Deze recreatiewoningen zijn in het akoestisch onderzoek als gewone woning in het bestand opgenomen. De informatie van het gedogen op adres is verkregen van de betreffende gemeenten. Na toepassing van 2-laags ZOAB blijken zich onder de recreatiewoningen, waar geen sprake is van gedoogbeschikking gekoppeld aan de woning, geen fictieve overschrijdingssituaties voor te doen. Hierdoor is het college van Gedeputeerde Staten van mening dat, ten opzichte van de huidige situatie, geen sprake is van een ernstige aantasting van het gezonde woon- en leefklimaat. Geluidsniveau en maatregelen De provincie begrijpt de zorg over het toenemen van het geluidsniveau, echter de algemene geluidshinder wordt minder na realisatie van de opwaardering N 340/N48 ten opzichte van de autonome situatie. Dit komt door het toepassen van het 2-laags ZOAB (of vergelijkbaar geluidsreducerend asfalt) over het gehele tracé. Als bijlage 1 bij deze Zienswijzennota is kaartmateriaal gevoegd met daarop opgenomen de 48 db contourlijn (de grenswaarde in de Wet geluidhinder) van de nieuwe situatie en de referentiesituatie. Uit deze contourlijnen blijkt dat in de nieuwe situatie het geluid minder is dan in de autonome situatie, zonder opwaardering van de N 340/N48 en zonder toepassing van 2-laags ZOAB. Per specifieke locatie zal uiteraard de situatie verschillen. Bij de één is het verschil groter dan bij de ander, echter het neemt gemiddeld genomen af. Hierna wordt dit per zienswijze/adres verder toegelicht. De provincie acht de bij dit project in het algemeen optredende verminderde geluidsbelasting ten opzichte van de autonome situatie van belang in het kader van een goede ruimtelijke ordening en een goed woon- en leefklimaat. Daarbij heeft de provincie ook aandacht besteed aan mogelijke cumulatie van geluidhinder nabij de spoorlijn en de A28. Het aangepaste- akoestisch onderzoek is uitgevoerd op basis van de wettelijke voorschriften zoals die zijn opgenomen in de Wet geluidhinder. Naast het uitvoeren van de berekeningen voor de geluidbelasting is eveneens beoordeeld of geluidreducerende maatregelen nodig zijn. Door het toepassen PIP N340 / N48 Zienswijzenota 67

68 van een bronmaatregel (2-laags ZOAB) wordt, met uitzondering van specifieke situaties zoals de verschuiving van de weg of de aanleg van een nieuw wegdeel, de toename van het geluidniveau als gevolg van de wegaanpassingen en de toename van de verkeersintensiteit ruimschoots gereduceerd. Verdere aanvullende maatregelen zoals geluidsschermen of -wallen zijn voor deze specifieke situaties afgewogen en niet doelmatig bevonden. Voor 21 woningen zal een Hogere grenswaarde moeten worden vastgesteld. In de berekening is rekening gehouden met de nieuwe maximale rijsnelheid van 100 km/uur. In de praktijk is bij een hogere rijsnelheid niet het motorgeluid maatgevend, maar juist het geluid afkomstig van de banden (contact tussen banden en wegdek). Indien uit het akoestisch onderzoek blijkt dat er geen hogere grenswaarde voor een woning behoeft te worden aangevraagd is het conform de Wet geluidhinder niet nodig maatregelen te treffen aan de woning. Door het toepassen van het 2-laags ZOAB als bronmaatregel is het aantal woningen waarvoor een hogere grenswaarde procedure wordt gevolgd beperkt. Verkeersgroei, recessie, krimp i.r.t. geluidsbelasting Het akoestisch onderzoek is ondermeer gebaseerd op het verkeersmodel. Het verkeersmodel is naar beste en meest actuele inzichten opgesteld, ook voor wat betreft de bevolkingsontwikkeling en de ontwikkeling van het aantal arbeidsplaatsen in de regio. De recent ingetreden recessie is daarin niet meegenomen maar het gaat bij infrastructuurplannen ook om ontwikkelingen voor de middellange en langere termijn (2030). Dat het verkeersmodel geen absolute waarheid is, is juist, maar dat is met elk model het geval. Immers, een model is een zo getrouw mogelijke weergave van de te verwachten ontwikkeling. Er is geen aanleiding om te twijfelen aan de juistheid van het verkeersmodel en daarmee de betrouwbaarheid van het akoestisch onderzoek. Om te toetsen of er bij andere ruimtelijke ontwikkelingen grote veranderingen optreden in het verkeersbeeld is bovendien in de Planstudie PlanMER een gevoeligheidsanalyse uitgevoerd met de groei van het aantal inwoners en arbeidsplaatsen (scenario s +/- 50%) voor het gebied van de N 340 als geheel (Zwolle, Dalfsen, Ommen en Hardenberg). De met deze scenario s uitgevoerde verkeerssimulatie op de autonome ontwikkeling ( niets doen in 2020) laat zien dat er sprake is van een beperkt effect op de verkeersintensiteiten van circa 3-4% (zie Planstudie PlanMER, deel B Verkeer en vervoer, blz 33). Rekenmodel en peiljaar Bij de opzet van het akoestisch rapportage is abusievelijk uitgegaan van het toekomstige peiljaar 2025, dit moet 2028 zijn. Terecht is daar in een aantal zienswijzen op gewezen. In het bij het ontwerp provinciaal inpassingsplan ter inzage gelegde akoestisch onderzoek is onvoldoende rekening gehouden met de bouwtijd van de weg. Uitgaande van start bouw in 2015 en een bouwtijd van 3 jaar, is de weg in 2018 volledig in gebruik. Het peiljaar dient 10 jaar na openstelling te zijn en daarmee De verkeersintensiteiten in 2028 zijn afgeleid uit het verkeersmodel en vervolgens in de akoestisch berekeningen verwerkt. Het aangepaste akoestisch onderzoek is als bijlage 8 bij het vast te stellen Provinciaal Inpassingsplan gevoegd. Het geluid op de gevels van de woningen wordt berekend en niet gemeten. De toekomstige geluidssituatie kan immers niet gemeten worden. Een goede 68 PIP N340 / N48 Zienswijzennota

69 vergelijking van het geluid in de situatie vóór aanleg van de weg en de toekomstige situatie is alleen mogelijk als beide op dezelfde manier worden berekend. De provincie moet in het kader van de Wet geluidhinder onderzoeken of de geluidbelasting tussen de heersende situatie (2014) en de toekomstige situatie (met project) toeneemt. Op basis van deze berekeningen blijkt dat de geluidbelasting als gevolg van het project (in combinatie met 2-laags ZOAB) in het algemeen afneemt. In het rekenprogramma is een gestandaardiseerde werkelijkheid nagebouwd uitgaande van de verkeersberekeningen voor de N 340/N48 en werkelijk gemeten geluidwaarden op verschillende locaties in het land onder verschillende omstandigheden. Daardoor ontstaat een gelijkheid in behandeling tussen verschillende projecten in Nederland. Het rekenmodel is dus in de kern op (elders) werkelijke gemeten geluidwaarden gebaseerd en door het toepassen en gebruik van een vast rekenmodel zijn de uitkomsten gestandaardiseerd. In het kader van de Wet geluidhinder mag enkel getoetst worden aan grenswaarden op basis van modelberekeningen en niet op basis van metingen. De Wet geluidhinder schrijft voor dat de te beoordelen geluidsniveaus: betrekking hebben op een jaargemiddeld verkeersbeeld; gemiddeld zijn over het hele etmaal, waarbij voor de avond en de nacht een straftoeslag wordt opgenomen; enkel betrekking hebben op het geluid van het verkeer op de te wijzigen weg. De gebruikte rekenmethode is dus gebaseerd op de kennis over geluid en aangevuld met, en geijkt aan, een zeer grote hoeveelheid metingen in de praktijk. Hieruit blijkt dat voor geluid door wegverkeer, tot op afstanden die relevant zijn voor dit onderzoek, berekeningen en metingen goed overeen komen. In opdracht van het Ministerie worden jaarlijks permanente metingen uitgevoerd langs rijkswegen. Hieruit blijkt dat berekeningen en metingen goed overeen komen. Parallelwegen (piekbelasting grasklinkers) In het Reken- en Meetvoorschrift worden geen berekeningen opgenomen als gevolg van grasklinkers, omdat deze grasklinkers niet beoordeeld worden als wegdek. Grasklinkers/bermverharding dient er in de eerste plaats voor om indien een weggebruiker per abuis in de berm geraakt, hem/haar in staat te stellen op een verkeersveilige wijze te corrigeren. Ter verduidelijking van de situatie en het beoogde incidentele gebruik van de grasstenen brengt de provincie op de wegverharding van de parallelwegen witte kantmarkering aan. Dit verduidelijkt het gegeven dat de grasklinkers geen onderdeel zijn van de rijbaan. Zie ook beantwoording bij In-02. Zoals eerder aangegeven wordt een beoordeling van het geluidniveau gegeven op basis van gemiddelde geluidniveau`s. Er vindt conform het Reken en Meetvoorschrift geen beoordeling plaats op piekbelastingen als gevolg van passerende voertuigen. Hoogteligging wegen Door het omhoog brengen van wegen wordt de geluidsbron op een hoger niveau geplaatst. In de berekeningen is met dit effect rekening gehouden. Van de weg en de aanliggende terreinen binnen de te beoordelen zone is een driedimensionaal model gebouwd. Dit houdt in dat de weg, woningen en dergelijke in maatvoering (breedte en lengte) maar ook in hoogte ten opzichte van NAP zijn ingevoerd. In de akoestische berekeningen wordt daardoor rekening gehouden met de hoogteligging van de wegen ten opzichte van woningen. De effecten van de hoogteligging zijn dus opgenomen in de uitkomsten van de geluidsberekening. PIP N340 / N48 Zienswijzenota 69

70 Remmen en optrekken (in- en uitvoegend verkeer) Indieners van zienswijzen maken zich zorgen over de effecten van in- en uitvoegend verkeer (remmen en optrekken) bij aansluitingen en bochten in het tracé. In de berekeningen wordt namelijk niet gerekend met remmen en optrekken. Binnen het reken- en meetvoorschrift Wet geluidhinder, een voorschrift waaraan de provincie is gehouden, kan en mag het effect van het remmen en optrekkende verkeer niet opgenomen worden in de berekeningen. Wel worden in het rekenprogramma bij op- en afritten en in bochten relatief hogere rijsnelheden ingevoerd dan die in werkelijkheid zullen optreden (worst case benadering). De geluidsbelasting is berekend volgens Standaard Rekenmethode II wegverkeerslawaai uit Bijlage III, behorende bij hoofdstuk 3 Weg van het Rekenen meetvoorschrift geluidhinder Volgens deze methode zullen stijgende weggedeelten in het algemeen een verhoogde productie van motorgeluid tot gevolg hebben, wat in rekening gebracht wordt door het toepassen van een hellingcorrectie op het stijgende weggedeelte. Hiervoor geldt echter de voorwaarde dat het stijgend gedeelte van het verkeer een helling van ten minste 3% moet overwinnen over een hoogteverschil van ten minste 6 meter. Binnen dit project zijn echter geen situaties aanwezig waar deze hoogteverschillen/stijgingspercentages zich voordoen. Geluidreducerend effect van bossages Het geluidreducerend effect van bossages van enkele tientallen meters is verwaarloosbaar klein. Daarnaast is het conform het Reken- en Meetvoorschrift vereist dat de bossages zowel in de zomer als in de winter geheel gesloten (begroeid) zijn en dient het daarnaast te bestaan uit zowel (hele) hoge en lage beplanting (bomen/struikgewassen). Op basis van voorgaande voorziet het Reken- en Meetvoorschrift niet in het invoeren van geluidreducerende bossages. Toetsing reconstructie met enkellaags ZOAB op hoofdrijbaan In de berekeningen is allereerst uitgegaan van het aanbrengen van een enkellaags ZOAB of akoestisch vergelijkbaar geluidsreducerend asfalt. Op 100 km/uur `stroomwegen` waarbij sprake is van gescheiden rijbanen, is dit wegdek (enkellaags ZOAB) als een standaard asfaltdeklaag voor het jaar 2028 opgenomen en beoordeeld. Dit vormt de referentie. Dit is anders dan nu het geval kan zijn. Nu wordt op sommige wegen nog gewoon dichtasfaltbeton als standaard laag als referentie beschouwd. Effect 2-laags ZOAB De provincie begrijpt dat het lastig is voor aanwonenden om de effecten van deze maatregel op voorhand in te schatten. Het toepassen van 2-laags ZOAB gebeurt veelvuldig op rijkswegen. Uit onderzoek is bekend wat de akoestische effecten zijn van de verschillende verhardingssoorten. De reductie van 2-laags ZOAB (of vergelijkbaar geluidsreducerend asfalt) is dus niet zomaar een aanname in de berekening. Onderhoud ZOAB Op basis van het reken- en meetvoorschrift dient te worden uitgegaan van de voorgeschreven geluidreductie welke met metingen ten behoeve van het voorschrift zijn bepaald. Bij de uitvoering en het onderhoud van 2-laags ZOAB behoort een speciaal onderhoud- en schoonmaakregime welke gericht is op het zo goed mogelijk 70 PIP N340 / N48 Zienswijzennota

71 in stand houden van deze asfalt kwaliteiten. De provincie gaat als wegbeheerder het onderhoudsprogramma behorend bij het wegdektype 2L-ZOAB (of gelijkwaardig) ook toepassen. Individuele reacties: Navolgend worden individuele, veelal specifieke reacties beantwoord. Schermen/aarden wal Uit het akoestisch onderzoek blijkt dat bij toepassing van 2-laags ZOAB (of vergelijkbaar geluidsreducerend asfalt) afschermende geluidreducerende maatregelen in de vorm van schermen of aarden wallen bij de realisering van de nieuwe N 340 niet doelmatig zijn (zie p. 24 en bijlage VII van het akoestisch onderzoek, bijlage 8 bij het vast te stellen Provinciaal Inpassingsplan). De regels in het Provinciaal Inpassingsplan verbieden de realisatie van geluidschermen en -wallen overigens niet. De provincie zou hiervoor dan een omgevingsvergunning (voorheen bouwvergunning) moeten verkrijgen. Parallelstraat, Oudleusen De geluidafschermende werking van struikgewassen of beplanting is verwaarloosbaar. Een (klein) afschermende effect treedt alleen op wanneer over een grote afstand (meer dan 100 meter) dichtbegroeide, wintergroene bossen/beplanting (hoog en laag) aangebracht worden. Rosengaardeweg, Dalfsen In het akoestisch onderzoek bij het Ontwerp Provinciaal Inpassingsplan zijn woningen die een objectgebonden gedoogbeschikking hebben opgenomen. De gevolgen hiervan zijn echter niet van doorslaggevend belang; dit omdat ter plaatse van Rosengaarde de geluidbelasting in de toekomstige situatie lager is dan in de heersende, zoals weergegeven in bijlage IV van het akoestisch rapport. Er ontstaat voor deze (recreatie-)woningen hoe dan ook geen reconstructie in de zin van de Wet geluidhinder. Juniperus Uit het akoestisch onderzoek blijkt dat de geluidbelasting ter plaatse van Juniperus als gevolg van het project N 340/N48 en de toepassing van 2-laags ZOAB afneemt tussen 2014 en 2028, zoals weergegeven in bijlage IV van het akoestisch rapport. Hierdoor is er formeel (Wet geluidhinder) geen reden om aanvullende (naast de reeds geplande 2-laags ZOAB) geluidreducerende maatregelen te treffen. Voor de geluidstoename door de opening van de Omleiding Ommen (rijksweg 36) wordt verwezen naar Le-04. De nieuwe N36 (omleiding Ommen) is conform het Reken en Meetvoorschrift 2006 geen onderdeel van het akoestisch onderzoek. Als basis voor dit onderzoek (N 340 / N48) geldt dat de N36 reeds is gerealiseerd. Formeel hoeven binnen dit akoestisch onderzoek niet de effecten van de eerder opengestelde N36 te worden beoordeeld. Daar dit een specifieke situatie betreft, wordt in kader voor verdere toelichting verwezen naar Le-04. Ommerkanaal Oost 14, Ommen Per abuis is in eerste instantie de geluidbelasting berekend op één van de bijgebouwen en niet op de woning. In het -aangepaste- akoestisch onderzoek is dit hersteld en is de geluidbelasting op de woning berekend (lager dan voorkeursgrenswaarde van 48 db) zoals weergegeven in bijlage IV van het PIP N340 / N48 Zienswijzenota 71

72 akoestisch rapport. Deze geluidsbelasting is aanvaardbaar in het licht van een goede ruimtelijke ruimtelijke ordening. De akoestische effecten van 2L-ZOAB treden op bij een rijsnelheid van 70 km/uur of hoger. Op basis van het Reken- en Meetvoorschrift 2006 worden deze rijsnelheid zowel op de hoofdrijbaan als op het laatste deel van de invoegstroken gerealiseerd. Het modelleren van wegen, waaronder invoegstroken, is gebaseerd op het Reken- en Meetvoorschrift Hierin wordt aangegeven dat het wegdek van de invoegstrook door dient te lopen tot aan de punt van de wegbelijning (ongeveer ter hoogte van de locatie waar normaliter de voertuigen op de hoofdrijbaan mogen invoegen). De wijziging in de hoogte van het wegdek van de N48 (en daarmee ook de afscherming van andere objecten/wegen) is meegenomen in de berekening van de nieuwe situatie in Ook de schuren en dus de reflecties die kunnen optreden zijn in de berekening meegenomen. De gecumuleerde geluidbelasting dient alleen te worden berekend indien een hogere grenswaarde vastgesteld moet worden. In het kader van de Wet geluidhinder worden de geluidnormen getoetst per weg en niet van alle wegen tezamen. Arendhorsterweg, Ommen In het kader van de Wet geluidhinder is het niet nodig de geluidbelasting op een bedrijf (niet geluidgevoelige bestemming) te toetsen aan de grenswaarden. Uit onderzoek blijkt dat aan de Arendhorsterweg 1 de geluidbelasting in 2028 (inclusief project) afneemt ten opzichte van de heersende situatie in 2014.(afgerond van 46 naar 45 db) zoals weergegeven in bijlage IV van het akoestisch rapport. De akoestische situatie zal verbeteren. Vossersteeg, Dalfsen De woning van Vossersteeg 68 is gelegen buiten de wettelijke geluidzone van de N 340 (400 meter). Daarom is deze woning niet als een geluidgevoelige bestemming opgenomen in het akoestisch onderzoek van de N 340/N48. Wel is de woning Vossersteeg 64 beoordeeld. Hieruit blijkt dat de geluidbelasting op deze woning onder de (voorkeurs)grenswaarde van 48 db blijft, zoals weergegeven in bijlage IV van het akoestisch rapport Daarmee is een goed woon- en leefklimaat gewaarborgd. In dit onderzoek is tevens de hoogteligging van de op en -afritten opgenomen in de berekening van de geluidbelasting. Hout Es 1, Oudleusen Het akoestisch onderzoek is gebaseerd op een gedetailleerd wegontwerp, waarin dwarsprofiel en lengteprofiel zijn vastgelegd. Indien het wegontwerp na vaststelling van het Provinciaal Inpassingsplan nog zou worden aangepast, dan zouden alle relevante effecten (waaronder geluid) opnieuw beoordeeld moeten worden. De in het Provinciaal Inpassingsplan opgenomen as van de weg uit het wegontwerp, en de daarbij behorende (milieu-) aspecten, zijn een essentieel onderdeel van het Provinciaal Inpassingsplan. De wijze waarop de rijlijnen zijn vastgelegd, wordt beantwoord in thema onderdeel Ov-03. In het akoestisch onderzoek (paragraaf 3.1.) is aangegeven waarom in de berekeningen eerst gebruik wordt gemaakt van een toekomstige situatie met als wegdektype enkellaags ZOAB. Het betreft hier de toekomstige akoestische standaard voor dit type wegstructuur. In het onderzoek is dus bij de eerste berekening als uitgangspunt gebruikt een autoweg (100 km/uur) met gescheiden rijbanen met een stil wegdek (enkellaags ZOAB). In het kader 72 PIP N340 / N48 Zienswijzennota

73 van de Wet geluidhinder dient vervolgens toetsing van de geluidbelasting aan de grenswaarden plaats te vinden bij geluidgevoelige bestemmingen. Voor de Hout Es 1 is een berekening uitgevoerd op een berekeningshoogte van 1,5 en 4,5 meter (begane grond en eerste verdieping). Conform de Wet geluidhinder zijn berekeningen uitgevoerd op de gevel van een geluidgevoelige bestemming. Het buitenterrein wordt niet aangemerkt als een geluidgevoelig terrein in het kader van de Wet geluidhinder en is om die reden niet opgenomen in de berekeningen (zie afbeelding 1 met daarin de gehanteerde rekenpunten). Zoals in de paragrafen Algemeen en Geluidsniveau en maatregelen aan het begin van dit thema onderdeel Le-02 is aangegeven, vindt de provincie de bij dit project optredende verminderde geluidsbelasting door de (bovenwettelijke) toepassing van 2-laags ZOAB van belang in het kader van een goede ruimtelijke ordening. Uit het onderzoek blijkt dat aan de Hout Es 1 als gevolg van de N 340 de geluidbelasting in 2028 (inclusief project) verbetert ten opzichte van de situatie in 2014, zoals aangegeven in bijlage IV van het akoestisch rapport. Aangezien de akoestische situatie verbetert, is er geen reden om aanvullende geluidreducerende maatregelen, aan bijvoorbeeld de woning, te treffen. Afbeelding 1: Gehanteerde rekenpunten uit geluidsmodel In het akoestisch onderzoek zijn de parallelwegen en onderliggend wegennet afzonderlijk beschouwd. De geluidbelasting als gevolg van het onderliggend wegennet op de woning Hout Es 1 blijft onder de voorkeursgrenswaarde van 48 db. De provincie is dan ook van mening dat ter plaatse van de woning Hout Es 1 het goede woon- en leefklimaat kan worden gegarandeerd. Daarbij neemt zij ook in aanmerking dat het perceel rond de woning kleiner wordt bij aanleg van de weg. Het belang van de aanleg van de weg en de ongelijkvloerse aansluiting ter plaatse prevaleert boven het belang van de eigenaar van Hout Es 1. PIP N340 / N48 Zienswijzenota 73

74 Zoals al in het akoestisch onderzoek is aangegeven zijn de in de tekst genoemde (wegdek-)correctiefactoren (geluidreductie ten opzichte van het referentiewegdek DAB) indicatief. In de berekeningen (conform het Reken- en Meetvoorschrift geluidhinder) zijn de exacte correctiefactoren gebruikt welke zijn uitgesplitst per octaafband en ook per voertuigcategorie. Deze correcties zijn gebaseerd op de akoestische metingen van CROW. En daarmee ook in overeenstemming met de site van Stiller verkeer. Het akoestisch onderzoek is gebaseerd op de Wet geluidhinder. Hierin is opgenomen welke gebouwen geluidgevoelig dan wel niet-geluidgevoelig zijn. Bedrijfsgebouwen worden conform de Wet geluidhinder niet getoetst aan de grenswaarden in de Wet geluidhinder. Het bureau dat het verkeersmodel heeft gebouwd voor de Planstudie BesluitMER heeft ook de benodigde aanvullende verkeerscijfers geleverd voor de peildata als gehanteerd in het aangepaste- akoestisch rapport bij het Provinciaal Inpassingsplan. De gebruikte verkeerscijfers in het akoestisch rapport zijn dus congruent aan de gebruikte cijfers in de Planstudie BesluitMER, met dien verstande dat in de verkeersberekeningen voor het aangepaste Akoestische onderzoek een aantal wijzigingen in het wegontwerp zijn verdisconteerd en maatregelen op de N 377. Deze aangepaste verkeersberekeningen wijken echter niet essentieel af van de berekeningen in het kader van de Planstudie BesluitMER. Bij het vast te stellen provinciaal inpassingsplan is een bijlage gevoegd waarin dit is onderbouwd (bijlage 5, Conclusies actualisatie verkeersmodel N340/N48). In de reken- en meet voorschriften is aangegeven hoe de bodem ingevoerd moet worden. In de situatie bij Hout Es 1 is uitgegaan van een zachte bodem tussen de weg en de woning. Om de Landskroon De woning aan de Om de Landskroon 3 valt buiten de wettelijke geluidzone en behoeft niet beoordeeld te worden in het akoestisch onderzoek. Uit de berekening van de dichter bij de weg gelegen Om de Landskroon 1, waar de geluidbelasting in de toekomstige situatie afgerond 48 db (voorkeursgrenswaarde) bedraagt, kan worden opgemaakt dat de geluidbelasting op de woning van Om de Landskroon 3 lager is dan 48 db en dus de voorkeursgrenswaarde niet overschrijdt. Hout Es 2, Oudleusen Uit het akoestisch onderzoek blijkt dat de geluidbelasting ter plaatse van Hout Es 2, als gevolg van het project N 340/N48 en de toepassing van 2-laags ZOAB afneemt tussen 2014 en Anningahof, Zwolle De situatie is complex omdat de woning en het beeldenpark nu aan de voorkant door de huidige N 340 worden belast met geluid en straks voornamelijk aan de achterkant. Hoewel het beeldenpark niet als een geluidsgevoelige bestemming kan worden aangemerkt, dient in het kader van een goede ruimtelijke ordening wel met deze functie rekening te worden gehouden. Omdat de nieuwe weg aan de andere zijde van de woning en de andere opstallen komt te liggen, ontstaan twee verschillende situaties. In de huidige en 74 PIP N340 / N48 Zienswijzennota

75 autonome situatie (toekomstige situatie zonder project) heeft de woning aan de zuidzijde de hoogste geluidsbelasting, in de nieuwe situatie (2028) komt het geluid van de noordzijde. De geluidbelasting op de woning in de bestaande situatie (zuidgevel) is in getal hoger dan die in de nieuwe situatie (noordgevel). Dit komt omdat de afstand van de weg tot aan de woning in de nieuwe situatie aanzienlijk groter wordt en op de nieuwe weg 2-laags ZOAB wordt toegepast. De geluidbelasting op de geluidgevoelige bestemmingen wordt berekend op de maatgevende gevel in de toekomstige situatie. Voor bestemmingen waar vooraf geen duidelijkheid kan worden gegeven/ingeschat wat de maatgevende gevel zal worden, worden meerdere rekenpunten opgenomen in het model. Voor de woning Hessenweg 9 is vooraf duidelijk welke gevel de hoogste geluidbelasting zal ondervinden, namelijk de noordgevel. De bestaande N 340 zal na het uitvoeren van het project namelijk zodanig worden afgewaardeerd dat het enkel zal worden gebruikt voor bestemmingsverkeer. De akoestische invloed van de bestaande af te waarderen- N 340 in de nieuwe situatie kan daarom als akoestisch niet relevant worden beschouwd. Het beeldenpark en de overige opstallen zijn in het kader van de Wet geluidhinder geen geluidgevoelig terrein/bestemming. Formeel is daarom geen toetsing volgens de Wet geluidhinder noodzakelijk. Recreatieterreinen/beeldenparken worden in de Wet geluidhinder beschouwd als een nietgeluidgevoelig terrein. Het realiseren van aanvullende geluidafschermende voorzieningen, naast het toepassen van 2-laags ZOAB, is in deze situatie dus vanuit de Wet geluidhinder niet vereist. Het algehele geluidsniveau verbetert zelfs ten opzichte van de autonome ontwikkeling en dat past bij een goede ruimtelijke ordening. Dat laat onverlet dat bij een mogelijke verplaatsing van het beeldenpark herinrichting zal moeten plaatsvinden en dat in dat kader grondwallen tussen de nieuwe N 340 en het terrein van het beeldenpark een toegevoegde landschappelijke/afschermende waarde kunnen hebben. In het akoestisch rapport is geen rekening gehouden met deze grondwal. Om tot uitvoering van het project opwaardering N 340/N48 te komen zijn gronden nodig van de Anningahof. Daarover vinden met de heer Anninga al gesprekken plaats door en in opdracht van de provincie en in samenspraak met de gemeente Zwolle en de eigenaar van de aangrenzende gronden. De provincie wil samen met de gemeente Zwolle zoeken naar een goede en passende oplossing voor het beeldenpark die voor alle betrokkenen bevredigend is. Zie verder de beantwoording bij In-11. Dijkzichtweg, Zwolle Op basis van de Wet geluidhinder ondervinden de woningen aan de Dijkzichtweg een reconstructiesituatie als gevolg van de wegwijziging van de A28. Op basis van deze reconstructiesituatie is een beoordeling gegeven van de mogelijk toe te passen geluidreducerende maatregelen (stiller wegdek en schermen). Deze afweging is gegeven in het akoestisch onderzoek (bijlage 8 bij het vast te stellen Provinciaal Inpassingsplan). Voor meer inzicht in de technische achtergrond van een dergelijke afweging wordt verwezen naar de informatiebrochure: Doelmatigheidscriterium geluidmaatregelen Wet geluidhinder, 2 e druk van 31 augustus Hessenweg 27, Zwolle De provincie waardeert de inspanning die de indiener van de zienswijze heeft gedaan om de technische informatie te verzamelen met betrekking tot akoestische effecten van het viaduct over het spoor (galmend geluid), de toepassing van 2-laags ZOAB op kunstwerken en het effect van de dilatatievoegen in het wegdek. Daarnaast doet indiener van de zienswijze voorstellen tot verbetering. PIP N340 / N48 Zienswijzenota 75

76 Het is niet standaard om 2-laags ZOAB toe te passen op kunstwerken, maar het is technisch wel mogelijk, zoals indiener van de zienswijze aangeeft. Het effect van dilatatievoegen van het viaduct valt strikt genomen buiten de Wet geluidhinder. Echter worden bij de realisatie van kunstwerken normen/eisen gesteld die gelden voor de uitvoering van dilatatievoegen (NBD00401 Geluideisen aan Voegovergangen ). Bij de uitvoering van dit werk zal hier de nodige aandacht aan besteed worden om te kunnen voldoen aan deze normen/eisen. Ook de akoestische effecten van een passerende trein onder het viaduct zal worden opgenomen in de uitvraag en opdrachtverstrekking aan de aannemer. Ook hier zijn methodes voor om dit effect te reduceren (mogelijk door toepassen van geluidabsorberende toepassingen aan de wanden. De afstand van het geprojecteerde fietspad (langs de westzijde van de spoorlijn) tot de woning Hessenweg 27 is zodanig dat niet gevreesd hoeft te worden voor onaanvaardbare (geluids-)overlast. ds. OS. Cazemierschool, Oudleusen In de voorgestelde plannen voldoet de provincie ten aanzien van de basisschool ruim aan de grenswaarden die zijn gesteld in de Wet geluidhinder. Door de wegverschuiving en de (bovenwettelijke) toepassing van de bronmaatregel 2-laags ZOAB wordt de realisatie van geluidschermen, en daarmee extra visuele hinder, voorkomen. Zowel bij Ankum als Oudleusen is het nieuwe wegtracé verder zuidelijker van het bestaande wegtracé verschoven, waardoor de afstand tot de beide basisscholen aldaar groter wordt en de geluidbelasting lager. Geluidbelasting bij scholen Scholen 2014 VKA laags ZOAB School Ankum 57,36 db 54,89 db School Oudleusen 59,18 db 53,93 db VKA=voorkeursalternatief De nieuwe weg vormt niet een onaanvaardbare visuele belemmering. De kosten van het verdiept aanleggen van wegen weegt niet op tegen het extra rendement van deze maatregel. Zie verder de beantwoording bij In-15. Bossteeg 2, Ommen De geluidbelasting ten gevolge van de aanpassing van de weg inclusief de toe te passen geluidreducerende maatregel (2L-ZOAB) leidt voor de Bossteeg 2 tot een afname van het geluidniveau van db in 2014 tot db in de situatie van Hotel Café Restaurant Zwolle BV Het Hotel is beoordeeld in het -aangepaste- akoestisch rapport. Uit de berekening van deze niet-geluidgevoelige bestemming is gebleken dat de geluidbelasting als gevolg van de nieuwe N 340 in de situatie 2028 inclusief de plannen maximaal 51 db bedraagt ter plaatse van de zuidoostelijke gevel. Ter plaatse van deze gevel is de geluidbelasting als gevolg van de A28 reeds 55 db. 76 PIP N340 / N48 Zienswijzennota

77 Koesteeg 27 De plannen voor de wegwijziging van de N 340 levert een toename van het geluid op de woning aan de Koesteeg 27 op van db in 2014 tot db in 2028 inclusief geluidreducerende maatregelen. Dit is een toename van 3.05 db. Deze toename blijft echter onder de maximaal toegestane toename van 5 db. Voor deze woning wordt een hogere waarde procedure gevolgd. Na vaststelling van het provinciaal inpassingsplan zal beoordeeld worden of door de provincie maatregelen aan de gevel getroffen moeten worden om te voldoen aan de geluidsnorm voor de binnenwaarde in de woning (33 db). Hessenweg 72 Dalfsen, Parallelstraat 10 Oudleusen Vanuit akoestisch oogpunt is de geluidafschermende werking van struikgewassen of beplanting verwaarloosbaar. Dit afschermende effect treedt alleen op wanneer over een grote afstand (meer dan 100 meter) dichtbegroeide, wintergroene bossen/beplanting (hoog en laag) aangebracht wordt. De singel zal inderdaad waarschijnlijk (mogelijk deels) moeten wijken voor de aanleg en dat zal inderdaad invloed hebben op het zicht. Fuut 31, Ommen Uit het opgestelde akoestisch rapport blijkt dat de woning gelegen aan de Fuut 31 buiten de te onderzoeken wettelijke geluidzone valt. Uit onderzoek blijkt echter dat aan de woningen langs de Fuut de geluidbelasting in 2028 (inclusief project en dus met toepassing van 2-laags ZOAB) afneemt ten opzichte van de heersende situatie in De akoestische situatie wordt beter. In het akoestisch onderzoek is rekening gehouden met de toekomstige rijsnelheid van 100 km/uur. Oudleusen De verschuiving van de weg-as ter plaatse van Oudleusen is niet zodanig groot dat daardoor dit deel onder de categorie nieuwe weg gaat vallen. De verschuiving vindt plaats binnen de geluidszone van 250 meter. Daarnaast worden dezelfde gevels van de aanliggende woningen geluidbelast. Het gekozen uitgangspunt in de akoestische berekening ( Reconstructie ) is dus correct. Hessenweg 20a, Dalfsen Uit het geluidonderzoek blijkt dat, met toepassing van de procedure Hogere grenswaarde, wel kan worden voldaan aan de regels van de Wet geluidhinder. Wanneer de geluidbelasting boven het maximale plafond voor een hogere grenswaarde was gekomen, had de provincie de woning moeten aankopen. Uit het akoestisch onderzoek blijkt dat voor de woning een hogere grenswaarde aangevraagd kan en moet worden. Dit is het geval omdat de geluidbelasting als gevolg van de te wijzigen N 340 toeneemt met meer dan 2 db (uit de reconstructietoets blijkt een toename van 3,76 db). Door aanvullende geluidreducerende maatregelen te treffen (2-laags ZOAB) neemt de geluidbelasting per saldo afgerond met 1 db toe (van afgerond 57 db naar 58 db). Het vaststellen van een hogere grenswaarde (een procedure in het kader van de Wet geluidhinder) betekent dat voldaan kan worden aan de grenswaarden/regels die gesteld zijn in de Wet geluidhinder. De betrouwbaarheid van het akoestisch onderzoek wordt ter discussie gesteld gelet naar aanleiding van de presentatie van de tussenresultaten op twee cijfers achter de komma. Ook is de indiener van de zienswijze van mening dat de resultaten gepresenteerd moeten worden binnen een zekere bandbreedte afhankelijk van een bepaald scenario. De rekenresultaten in de tabellen van het akoestisch onderzoek worden gepresenteerd op twee cijfers achter de komma. Hiermee kunnen de resultaten PIP N340 / N48 Zienswijzenota 77

78 onderling goed worden vergeleken (van een reconstructie in de zin van de Wgh is sprake bij een toename van 1,50 db of meer). Het weergeven en beoordelen van een mogelijke formele reconstructie kan en mag alleen plaatsvinden op basis van twee cijfers achter de komma. De toetsing van geluidbelastingen aan de gestelde grenswaarden dient altijd plaats te vinden op afgeronde waarden. Bij de beoordeling of er sprake is van reconstructie in de zin van de Wgh zijn de regels toegepast overeenkomstig artikel 1.3 Reken- en meetvoorschrift 2006 (Rmv 2006). Met het volgen van de regels in overeenstemming met het Rmv 2006 is het akoestisch onderzoek betrouwbaar. Uit het akoestisch onderzoek naar de parallelweg langs de woning Hessenweg 20a, is gebleken dat de geluidbelasting als gevolg van deze parallelweg onder de voorkeursgrenswaarde van 48 db blijft en aanvullende maatregelen daarom niet onderzocht hoeven te worden. Op basis van de reken- en meetvoorschriften dient een jaargemiddeld geluidniveau op de gevel van geluidgevoelige bestemmingen berekend te worden. Hierbij blijven piekniveaus van passerende voertuigen buiten beschouwing. De berekende waarden zijn gemiddelden. Er zijn rustiger maar ook rumoeriger momenten tijdens een dag, week et cetera. De grenswaarden welke zijn gesteld in de Wet geluidhinder zijn gekoppeld aan de gezondheidsaspecten als gevolg van geluidhinder. De provincie heeft oog voor de gemaakte opmerking van indiener van de zienswijze en past de Wet geluidhinder correct toe. Daarnaast wordt op het tracé 2-laags ZOAB toegepast terwijl dit niet overal uit de wettelijke voorschriften voortvloeit. Uit het uitgevoerde akoestisch onderzoek behorende bij het Provinciaal Inpassingplan blijkt dat hierdoor bij nagenoeg alle woningen de geluidbelasting onder de 60 db ligt (zie verder Le-01) Hessenweg 22a, Dalfsen De provincie volgt bij de uitwerking van het project vastgestelde regelgeving en daarin zijn geen bepalingen opgenomen voor bedrijfsloodsen et cetera. In de Wet geluidhinder zijn kassen niet als een geluidgevoelige bestemming aangemerkt. Daarom vindt er voor die gebouwen geen toetsing aan de grenswaarden in de Wet geluidhinder plaats; Een genomen besluit hogere grenswaarde en een inschrijving bij het kadaster kan weer ongedaan worden gemaakt. Een onherroepelijk besluit hogere grenswaarde kan worden ingetrokken. Een bestuursorgaan is bevoegd tot intrekking of wijziging van een onherroepelijk vaststaand besluit indien een wettelijke bepaling of een ongeschreven rechtsregel daarin voorziet. Zie ook artikel 110i, lid 2 Wgh waaruit blijkt dat een hogere grenswaarde besluit gewijzigd, ingetrokken of vernietigd kan worden. Bij een eventuele wijziging van het Provinciaal Inpassingsplan in een later stadium zal opnieuw naar de hogere grenswaarden gekeken moeten worden als de wijzigingen van dien aard zijn dat opnieuw geluidsonderzoek nodig is. Het Provinciaal Inpassingsplan en de vaststelling hogere grenswaarden zijn aan elkaar gekoppeld. Zonder Provinciaal Inpassingsplan geen hogere grenswaarden. Gedeputeerde Staten zijn in dit project bevoegd gezag om hogere grenswaarden vast te stellen. Voor wat betreft de vraag over de basisregistratie kadaster: uit artikel 110i Wet geluidhinder volgt dat het bestuursorgaan dat hogere grenswaarde vaststelt de beslissing hiertoe inschrijft in de openbare registers (basisregistratie kadaster ofwel het Kadaster ). De toetsingsgrondslag voor het Provinciaal Inpassingsplan is de goede ruimtelijke ordening in de zin van de Wet ruimtelijke ordening. Gelet hierop moet er sprake zijn van een acceptabel woon- en leefklimaat. Hogere grenswaarden mogen worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder en met het oog op een goede ruimtelijke ordening geldt er een maximum voor een vast te stellen hogere grenswaarde. 78 PIP N340 / N48 Zienswijzennota

79 De provincie kan niet ingaan op verzoeken om woningen aan te kopen die niet hoeven te wijken voor de weg en waarvan handhaving niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening. Dit betekent niet dat er in specifieke situaties geen sprake zou zijn van een grote verandering van de erfsituatie. Na onherroepelijk worden van het Provinciaal Inpassingsplan kan een beroep op (plan)schadevergoeding gedaan worden indien omwonenden zich gedupeerd achten. De woningen Hessenweg 47 en 53 zijn iets verschillend gesitueerd ten opzichte van de weg. De afstanden tot de as van de weg bedragen respectievelijk 36 en 45 meter. Voor het uitvoeren van een akoestisch onderzoek is de provincie gebonden aan wettelijk voorgeschreven/rekenmethoden. Bij de beoordeling of er sprake is van reconstructie in de zin van de Wgh zijn de regels toegepast overeenkomstig artikel 1.3 Reken- en meetvoorschrift 2006 (Rmv 2006). De opbouw van het programma is zo ontworpen en getoetst dat de werkelijkheid zo nauwkeurig mogelijk wordt benaderd. Verondersteld kan daarom worden dat de effecten van de beschreven omissies klein zijn. Er is uiteraard geen misleiding in het programma gestopt. Op basis van het reken- en meetvoorschrift dient te worden uitgegaan van de voorgeschreven geluidreductie welke met metingen ten behoeve van het voorschrift zijn bepaald. Bij de uitvoering en het onderhoud van 2-laags ZOAB behoort een speciaal onderhoud- en schoonmaakregime welke gericht is op het zo goed mogelijk in stand houden van deze asfalt kwaliteiten; Globaal één maal per acht á tien jaar (afhankelijk van de gesteldheid van het asfalt) zal het wegdek vervangen moeten worden. Tijdens de werkzaamheden aan de weg zullen mogelijk verkeersomleidingen moeten worden ingesteld. Deze mogelijke omleidingen horen dan bij de voorbereiding van de onderhoudswerkzaamheden. In de berekeningen is dit niet verdisconteerd. Er worden twijfels geuit over de juistheid van de gebruikte cijfers voor het onderliggend wegennet. In de aanloop naar de gehouden informatieavond in februari 2011 over de hogere grenswaarden procedure zijn ook vragen aangaande het verkeersmodel gesteld. Het verkeersmodel is naar beste en meest actuele inzichten opgesteld en er heeft afstemming plaatsgevonden op de verkeerscijfers van de gemeente Dalfsen. De verdeling van het verkeer over de diverse gemeentelijke wegen is berekend op basis van snelste reistijd en beschikbare capaciteit. De etmaalintensiteit op de parallelweg vanaf de Ankummerdijk naar de Leemculeweg wordt in het verkeersmodel berekend op motorvoertuigen per etmaal (2028). Om aan de reconstructietoets te voldoen, mag de geluidbelasting in 2028 ten hoogste 49,49 db bedragen en derhalve toenemen met maximaal 49,49-48,00 = 1,49 db alvorens sprake is van een formele reconstructie in de zin van de Wet geluidhinder. Met berekeningen is bepaald dat bij een verkeersintensiteit van 1660 mvt/etmaal sprake is van een formele reconstructie in de zin van de Wgh. Dit zou een procentuele verhoging zijn van circa 36%. Indiener van de zienswijze zet, rekening houdend met het vervallen van de overige aansluitingen op de N 340 (richting spoorlijn) vraagtekens bij de verdeling van het verkeer over de aansluitingen Ankummerdijk en Koesteeg/Dedemsweg en vreest dat er te weinig isolerende maatregelen zullen worden getroffen omdat de verkeersbelasting op de parallelweg in de praktijk veel hoger zal uitvallen, dan het verkeersmodel heeft berekend. De provincie zal na realisatie van het project N 340/N48 de werkelijke verkeersontwikkeling over langere tijd monitoren zodat indien noodzakelijk aanvullende maatregelen overwogen kunnen worden als een grote afwijking ontstaat ten opzichte van het verkeersmodel. Zie ook de beantwoording bij Nu-01. PIP N340 / N48 Zienswijzenota 79

80 Om te kunnen bepalen of de woning nog een akoestisch luwe gevel kent is in het model ook de kas achter de woning opgenomen met een rekenpunt op de achtergevel om zo ook het effect van reflectiegeluid te kunnen bepalen. Uit de berekening blijkt dat de achtergevel van Hessenweg 22a een akoestisch luwe gevel is. De berekende waarde bedraagt niet meer dan 48 db. Hessenweg 24, Dalfsen In het -aangepaste- akoestisch onderzoek is het peiljaar drie jaar na openstelling aangepast, namelijk 2028 in plaats van Door de aanpassing van dat peiljaar ontstaat de volgende situatie: - geluidbelasting als gevolg van N 340 in 2014 : db - geluidbelasting als gevolg van N 340 in 2028 (enkellaags ZOAB) : db - geluidbelasting als gevolg van N 340 in 2028 (2L-ZOAB) : db De toename van de geluidbelasting is in het algemeen als volgt te verklaren: - een verdubbeling van de verkeersintensiteit leidt globaal tot een toename van 3 db - een halvering van de afstand tot de geluidbron leidt globaal tot een toename van 3 db - het toepassen van 2-L ZOAB leidt globaal tot een reductie van 6 db ten opzichte van referentiewegdek en globaal 2 db ten opzichte van enkellaags ZOAB. Vanwege locatiespecifieke eigenschappen kunnen de berekende uitkomsten (iets) afwijken. School Oudleusen Uit het akoestisch onderzoek blijkt dat ter plaatse van de school in Oudleusen de geluidbelasting in 2028 (inclusief project) afneemt ten opzichte van de autonome situatie. De akoestische situatie verbetert en resulteert niet in een buitengewoon hoge geluidsbelasting. De provincie vindt daarom aanvullende geluidreducerende maatregelen naast het 2-laags ZOAB niet nodig. Geluidbelasting bij scholen Scholen 2014 VKA laags ZOAB School Ankum 57,36 db 54,89 db School Oudleusen 59,18 db 53,93 db Varsenerdijk, Ommen Bij snelheden van 70 km/uur en hoger overheerst het geluid van banden. Maatregelen zoals 2-laags ZOAB verminderen het geluid van de banden en daarmee het totale geluidniveau. Normen voor de geluidbelasting op gevels zijn altijd de normen uit de Wet geluidhinder en zijn zeker niet door de provincie bijgesteld. 80 PIP N340 / N48 Zienswijzennota

81 Doornweg 1 Bij de bepaling van de verkeersintensiteiten is rekening gehouden met de toename van het verkeer als gevolg van de plannen van bijvoorbeeld IKEA en Van der Valk. Slagweg 2 Uit het opgestelde akoestisch rapport blijkt dat de geluidbelasting op de woning gelegen aan de Slagweg 2 in 2028 (inclusief project ) flink afneemt ten opzichte van de heersende situatie in De akoestische situatie wordt beter. Welsummerveldweg 1 (zienswijzenummer 221) Uit het opgestelde - aangepaste - akoestisch rapport blijkt dat de geluidbelasting op de woning gelegen aan Welsummerveldweg 1 in 2028 (inclusief project ) afneemt ten opzichte van de heersende situatie in De akoestische situatie wordt beter. Le-03 Hogere grenswaarden (Wgh) Le-04 Geluidsoverlast rondom N48 na openstelling N36 Ten tijde van de ter inzage legging van het ontwerp Provinciaal Inpassingsplan heeft ook de ontwerp beschikking Hogere grenswaarde ter inzage gelegen. Dit is een afzonderlijke procedure in kader van de Wet Geluidhinder en heeft betrekking op die woningen waarvoor een hogere grenswaarde wordt vastgesteld. Beantwoording en afhandeling van de zienswijzen ingediend op de ontwerp beschikking hogere grenswaarde, vinden plaats binnen de procedure Hogere grenswaarde en komen dus niet in deze Zienswijzennota aan bod. Voor die gevallen waarin in de zienswijzen tegen het Provinciaal Inpassingsplan de zienswijze tegen de hogere grenswaarde als herhaald en ingelast wordt beschouwd, wordt verwezen naar de beantwoording in het kader van de behandeling van die zienswijzen in het kader van de procedure hogere grenswaarden. De omleiding Ommen (N36) en het onderzoek daarnaar is door Rijkswaterstaat conform de geldende akoestische regels uitgevoerd. Wettelijk viel de N48 daarbij buiten het onderzoeksgebied van het project Omleiding Ommen. Het onderzoek is dus volgens de wet uitgevoerd. In het project N 340/N48 wordt de omleiding Ommen als een bestaande weg in het akoestisch model ingevoerd. Dit is ook volgens de wettelijke voorschriften. Beoordeling binnen dit akoestisch onderzoek van de effecten van de eerder opengestelde N36 is daarbij niet voorgeschreven. De provincie heeft begrip voor de gedachte van de indieners van zienswijzen dat aanwonenden van de N48 tussen wal en schip lijken te vallen. Om die reden heeft de provincie onderzocht welke akoestische gevolgen zouden zijn ontstaan in de theoretische situatie dat de projecten N 340/N48 en de N36 één project waren geweest. Wettelijk heeft een dergelijk onderzoek geen status. Het onderzoek maakt wel inzichtelijk of meer ingrijpende geluidreducerende maatregelen nodig zouden zijn geweest, naast de toepassing van 2-laags ZOAB zoals nu opgenomen in het project N 340/N48. Uit de berekening komt naar voren dat de (bovenwettelijke) toepassing van 2-laags ZOAB in het project N 340/N48 ervoor zorgt dat er weinig extra geluidsmaatregelen nodig zouden zijn geweest. Deze berekeningen zijn ook opnieuw uitgevoerd met het nieuwe peiljaar Bij dertien woningen geldt wel dat, in de theoretische situatie dat beide projecten als één project zouden worden behandeld, er een hogere grenswaarde procedure gevolgd had moeten worden. De provincie zal, als bovenwettelijke maatregel, bij de dertien woningen een aanbod doen om zonodig isolatiemaatregelen aan de woning te nemen om te voldoen aan de norm voor de binnenwaarde van 33 db. Met technisch onderzoek per woning zal dan nagegaan worden of daadwerkelijk isolerende maatregelen nodig zijn om aan die norm te voldoen (dat ligt aan de kwaliteit van de bouwkundige situatie). Naar inschatting (gelet op de beperkte omvang van de overschrijdingen) zouden bij circa de helft van deze woningen isolerende maatregelen PIP N340 / N48 Zienswijzenota 81

82 moeten worden genomen om aan de normen voor de binnenwaarde te voldoen. In het voorstel aan Provinciale Staten tot vaststelling van het Provinciaal Inpassingsplan wordt hierop nader ingegaan. De dertien woningen die het betreft (n.a.v. de berekeningen voor de theoretische situatie), zijn: Broekdijkje 2, Ommen Bossteeg 1, Ommen Hessenweg West 3, Ommen Hessenweg West 3a, Ommen Hessenweg West 4, Ommen Balkerweg 17, Ommen Balkerweg 18, Ommen Balkerweg 19, Ommen Balkerweg 22b, Ommen Balkerweg 22c, Ommen Balkerweg 22d, Ommen Ommerkanaal Oost 6b, Ommen Ommerkanaal West 3, Ommen Le-05 Luchtkwaliteit Bij (het opstellen van) het provinciaal inpassingsplan dient de provincie zich te houden aan de wettelijke voorschriften voor de luchtkwaliteit. De provincie heeft daarom in de onderzoeken bij het Plan- en BesluitMER de toekomstige luchtkwaliteit laten onderzoeken. Hieruit is gebleken dat het plan ruimschoots voldoet aan de wettelijke eisen voor de luchtkwaliteit. Zie ook beantwoording bij Le-01. De mogelijke gevolgen van stikstofdepositie voor Natura-2000 gebieden komen aan de orde in de beantwoording bij Na-01. Verkeerstoename en verandering van snelheid In Nederland gelden wettelijke grenswaarden ten aanzien van luchtkwaliteit welke zijn gebaseerd op de Europese kaderrichtlijnen. De wettelijke grenswaarden voor luchtkwaliteit zijn opgenomen in hoofdstuk 5 van de Wet milieubeheer onder titel 5.2. Het geldende toetsingskader, zoals deze te vinden is op de website van het compendium voor de leefomgeving ( is als volgt (zie tabel 4): 82 PIP N340 / N48 Zienswijzennota

83 Tabel 4. Overzicht toetsingskader luchtkwaliteit stof criterium grenswaarde geldig per [µg/m³] NO 2 jaargemiddelde concentratie 40 1 januari 2015 NO 2 uurgemiddelde concentratie (maximaal 18 keer per januari 2015 jaar) PM 10 jaargemiddelde concentratie 40 1 juni 2011 PM 10 etmaalgemiddelde concentratie (maximaal 35 keer per 50 1 juni 2011 jaar) PM 2,5 jaargemiddelde concentratie 25 1 januari 2015 Het plan als geheel is getoetst aan bovenstaande grenswaarden voor NO 2 en PM 10 met als peiljaar Bij de luchtkwaliteitsberekeningen is voor wat betreft de verkeerscijfers uitgegaan van de intensiteiten in 2021 (worst-case situatie). Op basis van deze berekeningen blijkt dat de grenswaarden uit de Wet milieubeheer na ingebruikname van de gewijzigde N 340/N48 niet worden overschreden. Het jaar 2021 is gebaseerd op het einde van de planperiode (10 jaar na vaststelling), nu het PIP niet in 2011 maar in 2012 wordt vastgesteld is nagegaan of het rekenen met de verkeersintensiteiten uit 2022 nog verschil van inzicht op levert. Dit blijkt niet het geval. De conclusie blijft gelijk. In hoofdstuk 13 van het hoofdrapport planstudie BesluitMER N 340/N48 zijn de verschillende alternatieven gewogen op basis van belast oppervlak, adressen en kilometer weglengte in concentratieklassen. Voor alle onderzochte varianten en het voorkeursalternatief (VKA) geldt een afname in belast oppervlak en adressen per concentratieklasse voor zowel NO 2 en PM10. De toename in verkeer en de toename in snelheid heeft geen toename in blootgesteld oppervlak en geen toename in blootgestelde adressen tot gevolg. Tevens liggen de berekende waarden ruimschoots onder de wettelijke grenswaarden. Met andere woorden: langs de bestaande en toekomstige N 340/N48 is de luchtkwaliteit zodanig dat dit op zichzelf geen verplaatsing van de N 340/N48 naar een ander tracé rechtvaardigt. Aanwezigheid van scholen in de buurt van de N 340/N48 De Planstudie BesluitMER N 340 toont aan dat bij het voorkeursalternatief ruimschoots wordt voldaan aan de wettelijke normen voor luchtkwaliteit. Het voorkeursalternatief is in de studie op NO2 (stikstof) en PM10 (fijnstof) beoordeeld met 7 concentratieklassen. Bij de hoogste klasse (7) wordt de wettelijke grenswaarde van 40 g/m³ overschreden. PIP N340 / N48 Zienswijzenota 83

84 Als de directe omgeving bij de A28 (invloed A28) buiten beschouwing wordt gelaten dan vallen alle adressen langs het voorkeursalternatief binnen de laagste klasse voor NO2. Bij de toetsing op PM10 bevinden bij het voorkeursalternatief alle adressen zich in de tweede klasse. De beide scholen (Ankum en Oudleusen) liggen dus in de laagste concentratieklasse voor NO2 en de tweede concentratieklasse voor PM10. Het Besluit gevoelige bestemmingen wil voorkomen dat gevoelige bestemmingen, waaronder naast scholen ook kinderdagverblijven en verzorgingstehuizen voor ouderen vallen, worden gebouwd binnen 50 meter van provinciale wegen als daar sprake is van een (dreigende) overschrijding van de wettelijke grenswaarden zoals opgenomen in tabel 1 van het Besluit gevoelige bestemmingen. Er is bij de N 340 geen sprake van een (dreigende) overschrijding. Ter plaatse van de bestaande scholen wordt zoals hiervoor aangegeven ruimschoots voldaan aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit. Verder geldt het Besluit gevoelige bestemmingen (luchtkwaliteitseisen) voor gevoelige bestemmingen die zich bevinden binnen de zone van 50 meter rondom provinciale wegen. Dit besluit stelt dat gevoelige bestemmingen die op een kleinere afstand dan 50 meter van een provinciale weg liggen niet mogen uitbreiden, tenzij ter plekke wordt voldaan aan de wettelijke grenswaarden. In het kader van de goede ruimtelijke ordening heeft de provincie Overijssel, in lijn met de Kamerbrief over luchtkwaliteit scholen langs wegen d.d. 28 maart 2011 van Staatssecretaris Atsma, een afweging gemaakt over de inpassing van de N 340/N48 bij twee scholen in Ankum en Oudleusen. Uit het onderzoek naar de luchtkwaliteit, dat in het kader van het Inpassingsplan N 340/N48 is opgesteld, blijkt dat in Oudleusen en Ankum ruimschoots wordt voldaan aan de wettelijke luchtkwaliteitsnormen. Er is daarom geen noodzaak tot de uitplaatsing van deze scholen. De provincie hecht er echter waarde aan om de afstand tussen deze scholen en de N 340/N48 zo groot mogelijk te laten zijn. Mede daarom wordt de opgewaardeerde weg iets verschoven ten opzichte van de bestaande situatie, waardoor de scholen in de nieuwe situatie verder van de N 340 af komen te staan dan nu het geval is (zie tabel 5): Tabel 5; Afstand scholen tot rand hoofdrijbaan Scholen afstand tot hoofdrijbaan in huidige situatie afstand tot hoofdrijbaan in nieuwe situatie School Ankum 42 meter 47 meter School Oudleusen 53 meter 67 meter 84 PIP N340 / N48 Zienswijzennota

85 Bij de basisschool te Ankum wordt bovendien de parallelweg voor doorgaand verkeer verschoven en krijgt de bestaande parallelweg daar vooral een functie voor het brengen en halen van kinderen met éénrichting verkeer. Zie ook de beantwoording bij Le-01. Fijn stof Uit hoofdstuk 13 van het hoofdrapport Planstudie BesluitMER N 340/N48 blijkt dat er voor wat betreft de concentraties fijn stof (PM10) tussen de onderzochte varianten geen verschillen zijn in belast oppervlak en aantal adressen. Er is voor wat betreft fijn stof dus geen verschil tussen de varianten. Verder voldoen alle inrichtingsvarianten ruimschoots aan de wettelijke grenswaarden voor fijn stof. Zie ook de beantwoording bij Le-01. Voor PM 2,5 geldt met ingang van 1 januari 2015 een grenswaarde voor de bescherming van de gezondheid van de mens van 25 microgram per m 3, gedefinieerd als jaargemiddelde concentratie. Per 1 januari 2010 geldt een richtwaarde van 25 µg/m 3. In het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) wordt voorzien in maatregelen om de grenswaarde voor PM 10 te halen. Maatregelen om de PM10-concentraties te verlagen hebben ook een positief effect op de PM 2,5 concentraties. Het Planbureau voor de leefomgeving heeft aangegeven dat de grenswaarde voor PM 2,5 in Nederland naar verwachting gehaald zal worden. Ook de eerste metingen van PM 2,5 in Nederland wijzen uit dat dit een reële verwachting is. Om die reden is ervoor gekozen in het NSL niet apart te toetsen aan het halen van deze norm. Daarom vindt vóór 2015 geen toetsing aan deze grenswaarde plaats, ook niet indien een besluit betrekking heeft op een project dat ook na 1 januari 2015 gevolgen voor de luchtkwaliteit heeft (Wm bijlage 2 voorschrift 4.4 lid 1 en 2). Op basis van de huidige inzichten liggen de gemiddelde achtergrondconcentraties van PM 2.5 in Nederland tussen de 13 en 16 µg/m 3. In het stedelijk gebied zijn de PM 2.5 -concentraties hoger, namelijk µg/m 3. Naar huidige verwachting voldoet Nederland met de NSL-maatregelen voor PM 10 aan de plandrempel van 25 microgram per/m 3. Maatregelen die getroffen worden met het oog op reductie van PM 10 reduceren over het algemeen ook PM 2,5, hierdoor lijken extra maatregelen niet nodig. Het Combinatiealternatief bij Oudleusen kent 2x1 rijstroken. Het Combinatiealternatief is daar als 2x1 vastgelegd in de verbeelding (met dwarsprofielen) en regels van het Provinciaal Inpassingsplan. Het wijzigen van het gedeelte 2x1 naar een 2x2 uitvoering kan alleen gerealiseerd worden na een geheel nieuwe planologische procedure en besluitvorming. De commissie m.e.r. heeft in haar advies over het BesluitMER N 340/N48 over het onderzoek naar de luchtkwaliteit geen opmerkingen gemaakt. Tenslotte bestaat op grond van de Wet milieubeheer geen plicht tot het opnemen van een Gezondheidseffectscreening (GES) in BesluitMER-studies. Gelet op de uitkomsten van de Planstudie BesluitMER is er ook geen bijzondere aanleiding voor het maken van een GES. Zie verder de beantwoording bij Le-01. Ommerkanaal Oost 14 In het hoofdrapport Planstudie BesluitMER N 340/N48 is hoofdstuk 13 gewijd aan het onderwerp Luchtkwaliteit. De Planstudie BesluitMER N 340/N48 heeft als bijbehorend stuk gelijk met het voorontwerp en ontwerp provinciaal inpassingsplan ter inzage gelegen. In het studiegebied is ook de N36 betrokken. De verkeersgegevens zijn ontleend aan het verkeersmodel speciaal ontwikkeld voor het N 340/N48 project. In dit model zijn prognoses gemaakt op basis van allerlei sociaal-economische factoren, zoals de aanleg van woonwijken en bedrijventerreinen. PIP N340 / N48 Zienswijzenota 85

86 In het model zijn naast de rijkswegen en provinciale wegen ook gemeentelijke wegen opgenomen. In het luchtkwaliteitonderzoek is gebruik gemaakt van de emissiefactoren geleverd door het RIVM. De set emissiefactoren bestaat uit emissiefactoren voor combinaties van verschillende rijsnelheden en voertuigcategorieën (licht, middelzwaar en zwaar wegverkeer). De berekeningen zijn daarmee zo objectief mogelijk uitgevoerd. Gemeente Dalfsen De achtergrondconcentraties zijn gebaseerd op het BGE-scenario26 van maart Het Planbureau voor de leefomgeving baseert zich bij het maken van kaarten met de achtergrondconcentraties op eigen modelberekeningen en metingen van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). De kaarten met de achtergrondconcentraties geven een grootschalig beeld van de luchtkwaliteit. Voor de beide scholen zijn de waarden dus niet exact op locatie bekend. Zoals hiervoor aangegeven liggen de beide scholen (Ankum en Oudleusen) in de laagste concentratieklasse voor NO2 en de tweede concentratieklasse voor PM10. Bij de N 340 is gelukkig geen sprake van een (dreigende) overschrijding van de van de wettelijke grenswaarden. De provincie hecht er echter waarde aan om afstand te houden tussen deze scholen en de N 340/N48. Mede daarom wordt de opgewaardeerde weg iets verschoven ten opzichte van de bestaande situatie, waardoor de scholen in de nieuwe situatie verder van de N 340 af komen te staan dan nu het geval is. Hotel Café Restaurant van der Valk Zoals hiervoor beschreven is in de Planstudie BesluitMER N 340/N48 onderzoek gedaan naar de luchtkwaliteit ten gevolge van de aanleg van de N340/N48. Uit dit onderzoek blijkt dat het plan voldoet aan de wettelijke eisen voor de luchtkwaliteit. Zie ook gestelde bij Le-01. Gezien de ligging van het complex naast de A28 is de invloed van de A28 op de luchtkwaliteit, met name NO2, bij het Hotel Café Restaurant veel groter dan de invloed door de N 340. Le-06 Lichthinder Indieners van zienswijzen geven aan te vrezen voor lichthinder veroorzaakt door vooral koplampen en straatverlichting. In het BesluitMER is ingegaan op de vraag hoe de effecten van licht door maatregelen verzacht kunnen worden: Een algemene mitigerende maatregel is het terughoudend omgaan met verlichting over het gehele tracé. De N 340 loopt door het buitengebied waar rust en donkerte een bijzondere kwaliteit is. Het middendeel van het tracé (deeltraject 2 en 3) is in de provinciale Omgevingsvisie aangewezen als donkerte gebied. Beperken van lichthinder gebeurt door het enkel toepassen van verlichting waar dat noodzakelijk is (zoals op de aansluitingen) en waar mogelijk door toepassing van verlichting laag op de weg (LEDverlichting in plaats van lichtmasten). Bij de verdere detaillering van de inrichting van de weg zal de provincie letten op het aspect lichthinder door koplampen. Daar waar direct overmatige lichthinder kan ontstaan, bijvoorbeeld door straling in een woning of verblinding van weggebruikers op de parallelweg, kunnen maatregelen worden getroffen. Dit kan zijn door plaatsing van schilden of beplanting. Lichthinder van openbare straatverlichting wordt zoveel mogelijk voorkomen door toepassing van energiezuinige LED-verlichting in het wegdek en/of door (lage) lichtmasten alleen te plaatsen bij kruisingen en aansluitingen. Ook wordt nagegaan of het mogelijk is de verlichting vraagafhankelijk te maken. Dat wil zeggen alleen verlichten wanneer het moet, wanneer er (veel) verkeer is. Na het vaststellen van het Provinciaal Inpassingsplan gaat de provincie het project aanbesteden en een aannemer contracteren die de weg feitelijk gaat bouwen/aanleggen. Deze aannemer gaat straks binnen door de provincie te stellen voorwaarden de weg en de kunstwerken (de viaducten, tunnels et cetera) verder uitwerken. Een verlichtingsplan hoort hier ook bij. 86 PIP N340 / N48 Zienswijzennota

87 Bij het verder uitwerken van het wegontwerp zal ook gekeken worden naar lichthinder door inschijnende koplampen in woningen. Het plaatselijk plaatsen van bijvoorbeeld afschermende schilden en/of strategisch geplante bossages behoort dan tot de mogelijkheden. Doornweg 1 Lichthinder ter plaatse van bebouwing aan de Doornweg kan veroorzaakt worden door de ligging van de toerit van de A28 naar de N 340 aan de zuidwestzijde van het perceel. De toerit ligt in de binnenbocht van het knooppunt. Het ontstaan van lichthinder is echter onwaarschijnlijk. De weg ligt in een helling van laag naar hoog, waardoor koplampen meer omhoog stralen, terwijl ook voertuigkering geplaatst gaat worden die de lichtbundels breekt. Daarnaast is de woning van de indiener van de zienswijze georiënteerd op de noord- en oostzijde van de verkeerslus en ligt deze op een afstand van ruim 300 meter. Tussen de woning en de bocht bevindt zich nog een grote schuur. Licht van voertuigen op het perceel is niet uit te sluiten, echter gezien de oriëntatie van de woning en de afstand is direct aanlichten van de woning en daarmee ernstige lichthinder niet waarschijnlijk. Hotel Café Restaurant Van der Valk Lichthinder van de N 340 op het complex Van der Valk zal niet toenemen ten opzichte van de huidige situatie. Van de hoofdrijbanen noch van de toe- en afritten is gezien de afstanden, de rijrichtingen en de oriëntatie extra hinder door koplampen of rijbaan verlichting te verwachten. Le-07 Externe veiligheid In paragraaf van de plantoelichting is uitgebreid ingegaan op de externe veiligheid. Ook in de planstudie BesluitMER is in hoofdstuk 10 de externe veiligheid ten aanzien van de het plaatsgebonden risico en groepsrisico beschreven. Uit de plaatsgebonden risicoberekeningen komt naar voren dat er geen sprake is van een PR 10-6 contour. Uit de groepsrisicoberekeningen komt naar voren dat het risico ver onder de oriëntatiewaarde blijft. Het transport van gevaarlijke stoffen over de N 340 heeft dus geen nadelige effect op de aanliggende woningen en bedrijven en het Van der Valk hotel. De kortere afstand van het Van der Valk hotel in de oksel van de N 340 en de A28 tot de (veel drukkere) A28 is dominant voor de externe veiligheidssituatie in relatie tot het vervoer van gevaarlijke stoffen. In de Planstudie BesluitMER is op bladzijde 146 het advies van de Veiligheidsregio IJsselland opgenomen. Dat gaat onder andere in op de bereikbaarheid voor de hulpdiensten en de daarvoor op te nemen doorsteken voor de hulpdiensten vanaf de parallelwegen naar de hoofdrijbaan en het bevorderen van de zelfredzaamheid van de aanwezigen. In het wegontwerp van het voorkeursalternatief zijn deze adviezen verwerkt en de Veiligheidsregio heeft daarmee ingestemd. De Veiligheidsregio IJsselland adviseert ook de N 340 waar mogelijk op maaiveld uit te voeren. In het Provinciaal Inpassingsplan wordt geconstateerd dat de Verantwoordingsplicht Groepsrisico is gevolgd en wordt doorlopen en positief advies is verkregen van de Veiligheidsregio IJsselland. De nieuwe N 340 kruist de aanwezigen gasleidingen van de Gasunie. Daarvoor zijn beperkende bepalingen opgenomen in het Provinciaal Inpassingsplan. De plaats van de leidingen op de verbeelding is overgenomen van ontvangen informatie van de leidingbeheerder. De Gasunie heeft in zijn zienswijze op het ontwerp Provinciaal Inpassingsplan aangegeven de ligging van de leidingen nog eens gecontroleerd te hebben en heeft geconcludeerd dat de ligging iets anders is dan de aangeleverde gegevens. De provincie zal de meest recente ontvangen informatie overnemen in het wegontwerp en de verbeelding. PIP N340 / N48 Zienswijzenota 87

88 Tevens heeft de Gasunie in haar zienswijze gewezen op de in ontwikkeling zijnde Structuurvisie Buisleidingen en verzoekt de provincie met deze Structuurvisie in de toelichting rekening te houden. De doorwerking van de Structuurvisie zal nader worden geregeld in een wijziging van het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro). Hierin is opgenomen dat bij vaststelling van een nieuw bestemmingsplan rekening gehouden moet worden met de gereserveerde buisleidingstrook van nationaal belang en hier geen nieuwe bestemmingen worden toegestaan die het leggen van buisleidingen voor het vervoer van gevaarlijke stoffen belemmeren. Het PIP N340 maakt geen nieuwe bestemmingen mogelijk die het leggen van buisleidingen kan belemmeren. Op deze wijze is rekening gehouden met de Structuurvisie buisleidingen. Dit zal in de toelichting bij het onderdeel externe veiligheid worden benoemd. De Gasunie heeft in haar zienswijze tevens verzocht artikel 8 (thans artikel 10) van de planregels zodanig te wijzigen dat het permanent opslaan van goederen binnen een zone van 4 of 5 meter ter weerszijden van de hartlijn van de leidingen (belemmeringenstrook), behoudens een omgevingsvergunning voor de activiteit aanleg verboden zijn. Naar aanleiding hiervan is besloten artikel 10 (bestemming Leiding - Leidingstrook) conform de zienswijze aan te passen. Daarnaast gaat de Gasunie nog in op de diepte van omgevingsvergunningplichtige ingrepen. In de planregels wordt het uitvoeren van werkzaamheden in de nabijheid van leidingen omgevingsvergunningplichtig gesteld op grotere diepte dan 30cm. Deze regeling achten wij voldoende voor het waarborgen van een veilig gastransport en het beperken van het gevaar voor personen en goederen in de directe omgeving van de leidingen. Daarnaast geldt dat op basis van de Wet informatie uitwisseling ondergrondse netten (WION) nog steeds een KLIC-melding noodzakelijk blijft. De Gasunie heeft in (een aanvulling op) haar zienswijze gevraagd voor een gewijzigd tracé van de gasleiding bij Kranenburgweg/Nieuwleusenerdijk noodzakelijk voor de realisering van het wegontwerp- in de verbeeldding een dubbelbestemming op te nemen. Deze gewijzigde ligging is getoetst op de externe veiligheidseisen. Er wordt voldaan aan de normen. De (extra) dubbelbestemming is opgenomen in het aangepaste provinciaal inpassingsplan. In de planstudie BesluitMER is in hoofdstuk 10 de externe veiligheid ten aanzien van de het plaatsgebonden risico en groepsrisico beschreven. Uit de plaatsgebonden risicoberekeningen komt naar voren dat er geen sprake is van een PR 10-6 contour. Uit de groepsrisicoberekeningen komt naar voren dat het risico ver onder de oriëntatiewaarde blijft. Het transport van gevaarlijke stoffen over de N 340 heeft dus geen nadelige effect op de aanliggende woningen en bedrijven en het Van der Valk hotel. De kortere afstand van het Van der Valk hotel tot de (veel drukkere) A28 is dominant voor de externe veiligheidssituatie in relatie tot het vervoer van gevaarlijke stoffen. Le-08 Le-09 Wijkers/blijvers Vervallen. Algemeen Er is een goede balans gezocht tussen de realisering van een regionale stroomweg, de exacte weginpassing met goed gesitueerde aansluitingen/kruisingen, de leefbaarheid en de situering van de weg ten opzichte van (aaneengesloten) bewoning. Enerzijds zijn er bewoners van woningen die moeten wijken die het prettig vinden om elders te kunnen gaan wonen en niet bij de nieuwe weg, en anderzijds zijn er bewoners die het vervelend vinden hun vertrouwde stek te moeten verlaten. Soms gaan beide ook samen. Een heel persoonlijke afweging en beleving. De provincie heeft samen met de betreffende gemeenten gezorgd voor een duidelijk beleid voor o.a. herbouwmogelijkheden voor wijkers, zodat bewoners weten waar zij 88 PIP N340 / N48 Zienswijzennota

89 aan toe zijn, Sociaal klimaat Verschillende indieners van zienswijzen geven aan dat door het wijken van buren voor hen als blijver een ongunstig sociaal klimaat overblijft. Bij de planning van het aantal ongelijkvloerse kruisingen (viaducten en fietstunnels) is ook rekening gehouden met de sociale samenhang tussen de noordzijde en zuidzijde van de weg. Blijvers, algemeen In de huidige situatie staan veel huizen zeer dicht op de weg. Met de nieuwe situatie komt daar een behoorlijke verandering in. In onderstaande tabel is weergegeven het aantal woningen dat vóór (huidige situatie) en ná de aanleg van het Combinatiealternatief op een bepaalde afstand tot de weg staat. Uit de tabel blijkt dat het aantal woningen dat dicht op de (nieuwe) hoofdrijbaan staat behoorlijk afneemt en dat is in algemene zin positief uit een oogpunt van leefbaarheid (zie tabel 2). Tabel 2; Aantal woningen met afstand tot rand hoofdrijbaan < 30 m m m Huidig VKA Huidig VKA Huidig VKA VKA = voorkeursalternatief (inclusief nieuw knooppunt Arriërveld) Bovenstaande situatie betekent niet dat het voor iedereen gelijkwaardig of beter wordt. In specifieke gevallen wordt de situatie slechter. Dat is helaas niet te vermijden, maar wel heel vervelend voor diegenen die het betreft. Het gaat daarbij om de afweging tussen het meer algemene belang van een goede inpassing voor zoveel mogelijk omwonenden tegenover de situatie bij een aantal erven waar de situatie verslechtert. Op grond van de Planschaderegeling kan eventueel een beroep gedaan worden op planschadevergoeding (zie ook thema Re-04). Dat is een regeling op grond van de Wet ruimtelijke ordening die hiervoor in het verleden in het leven is geroepen en die bij het Provinciaal Inpassingsplan voor de provincie van toepassing is. Iedereen heeft daarbij recht op een gelijke behandeling. De provincie heeft begrip voor de achtergronden van de verzoeken voor een (breder) beleid voor blijvers ; waarbij de achtergrond is: maak een beleid voor die personen/bedrijven die graag weg willen maar niet onder het wijkersbeleid vallen. De provincie ziet daartoe geen mogelijkheden. De provincie beseft dat de verandering van de directe leefomgeving door de blijvers als een aantasting van de leefbaarheid wordt beschouwd. De provincie zal in deze situaties objectief, navolgbaar en met dezelfde criteria moeten handelen (gelijkheidsbeginsel). Zie verder ook de beantwoording hierna onder het kopje Aankopen van blijvers en onder de thema s Le-01 en Re-04. Herbouw op eigen kosten Blijvers die hun woning willen afbreken en op eigen perceel op eigen kosten willen herbouwen, op een grotere afstand van de (nieuwe) weg, kunnen deze wens voorleggen aan de gemeente. De gemeente beoordeelt de planologische (on)mogelijkheden. Bij de vrijwillige afbraak en herbouw van de PIP N340 / N48 Zienswijzenota 89

90 woning kan, na overleg met de provincie, bij een woning waar een hogere grenswaarde is vastgesteld, de investering die dan nodig zou zijn voor isolerende maatregelen worden gebruikt in het kader van de herbouw. Het gaat dan om investeringen voor isolatiemaatregelen die nodig zijn voor de bestaande woning om de norm voor de binnenwaarde te halen. Ook een eventuele toegekende planschadevergoeding kan ingezet worden voor zo n herbouw op eigen kosten. Bij veel blijvers dient voor de realisatie van de opwaardering N 340/N48 grond verworven te worden. Deze blijvers kunnen al vanaf januari 2011 met de grondaankoper van de provincie hierover in contact treden. In dat kader kunnen individuele afspraken gemaakt worden over condities, mogelijkheden et cetera binnen het geldend planologisch kader. Wensen over bijvoorbeeld de herinrichting van het perceel kunnen in dat traject met elkaar besproken worden. Zie hiervoor ook de beantwoording onder thema Re-03. In het Provinciaal Inpassingsplan is er voor gekozen om de bestemmingen burgerwoning van de particuliere woningen die moeten wijken voor de aanleg van de nieuwe weg, ook de delen die buiten het dwarsprofiel van het wegontwerp liggen, weg te bestemmen. Dat is niet gedaan bij de agrarische bedrijfsbestemmingen die, in de gemeente Dalfsen, op een andere manier zijn bestemd en geen afgebakend bouwblok op de verbeelding bij het bestemmingsplan hebben. Voor de provincie zijn er, met het oog op de realisering van het project N 340/N48, geen redenen om het (verbale) agrarische bouwblok met de gebouwen die daarop staan (en die niet weg hoeven voor het wegproject) geheel weg te bestemmen. Verzoeken om de herplaatsing van bedrijfswoningen op eigen percelen mogelijk te maken zullen door de betreffende gemeente worden getoetst op de planologische (on)mogelijkheden. Als compenserende maatregel voor de blijvers passen wij over het gehele tracé 2-laags ZOAB (of gelijkwaardig geluidsreducerend asfalt) toe, ook met het oog op natuur en recreatie. Daarbij gaat het grotendeels om een bovenwettelijke maatregel. Blijvers langs de N48 Blijvers langs de N48 geven aan dat na de openstelling van de rondweg Ommen, de nieuwe N36 (omleiding Ommen), het verkeer en dus het geluid op het traject N48 tussen de N36 en Varsen enorm is toegenomen zonder dat er door Rijkswaterstaat aan de N48 geluidreducerende voorzieningen zijn getroffen. Bij het project N 340/N48 wordt vervolgens uitgegaan van die toegenomen verkeersdruk bij het berekenen van te nemen maatregelen als gevolg van het project N 340/N48. Daardoor kan het zijn dat er minder maatregelen worden getroffen dan nodig zouden zijn geweest indien de Omleiding Ommen en het project N 340/N48 samen als één project zouden zijn uitgevoerd. De provincie heeft dit laten uitrekenen. Uit die berekening komt naar voren dat de (bovenwettelijke) toepassing van 2-laags ZOAB in het project N 340/N48 ervoor zorgt dat dit verschil beperkt is. Bij dertien woningen geldt wel dat, in de theoretische situatie dat beide projecten als één project zouden worden behandeld, er een hogere grenswaarde procedure gevolgd had moeten worden. De provincie zal, als bovenwettelijke maatregel, bij genoemde dertien woningen een aanbod doen zo nodig isolatiemaatregelen aan de woning te nemen om te voldoen aan de binnenwaarde. Hierop wordt in het voorstel aan Provinciale Staten tot vaststelling van het Provinciaal Inpassingsplan nader ingegaan. Zie ook de beantwoording bij Le PIP N340 / N48 Zienswijzennota

91 Geen beperking voor landbouwbedrijven Het door de provincie in samenspraak met de gemeenten opgezette wijkersbeleid gaat onder andere in op het behoud van uitbreidingsmogelijkheden van bestaande (agrarische) bedrijven, nabij een herbouwlocatie van een wijker. Wijkers kunnen slechts in bepaalde gebieden, onder bepaalde condities en met toestemming van de betreffende gemeente een bestemmingsplanherziening voor een nieuwe woning opstarten. In die herzieningsprocedure bestaat de mogelijkheid dat potentiële buren/gedupeerden een bezwaar/zienswijze indienen tegen dit voornemen. De kans dat bedrijven later beperkt worden in hun uitbreidingsmogelijkheden vanwege de komst van wijkers is dus uiterst gering. Mocht er toch een nadelig gevolg zijn dan kan bij de betreffende gemeente, ná onherroepelijk worden van de bestemmingsplanherziening voor de nieuwe locatie voor de woning van een wijker, een planschadeverzoek worden ingediend. Chinees restaurant Ni Hao Het Chinees restaurant bij Oudleusen blijft ook in de nieuwe situatie bereikbaar en het restaurant hoeft niet te wijken voor het nieuwe wegontwerp. Er is geen reden het bedrijf aan te kopen. Het wegontwerp voorziet in de rechtstreekse ontsluiting van het Chinees restaurant Ni Hao vanaf de hoofdrijbaan N 340 in de richting Zwolle-Ommen. In de richting Ommen-Zwolle is het Chinees restaurant Ni Hao bereikbaar door gebruik te maken van de nabij gelegen aansluitingen Maneweg en Oudleusen en de zuidelijke parallelweg. Dat kan door een goede bewegwijzering ondersteund worden. De provincie hecht een groter belang aan de realisering van een veilige stroomweg N 340 dan aan de belangen van de grondeigenaar en de exploitant van het Chinees restaurant Ni Hao. Indien de eigenaar en/of exploitant van mening is dat sprake is van planschade dan kan, na onherroepelijk worden van het Provinciaal Inpassingsplan, een verzoek tot planschadevergoeding worden gedaan. Aankopen van blijvers Indieners van zienswijzen vragen om extra (bovenwettelijke) maatregelen voor de blijvers waarbij zij doelen op bewoners van de woningen die blijven of komen te staan op relatief korte afstand van de hoofdrijbaan. Een aantal van deze woningen staat nu al op relatief korte afstand van de hoofdrijbaan en in een aantal andere situaties wordt de afstand kleiner dan in de huidige situatie. In beide categorieën wordt aan de wettelijke normen voldaan. Ook in andere rijks en provinciale projecten (bijvoorbeeld de N34) komen deze situaties regelmatig voor. De provincie beseft dat de verandering van de directe leefomgeving door de blijvers als een aantasting van de leefbaarheid wordt beschouwd. De provincie zal in deze situaties objectief, navolgbaar en met dezelfde criteria moeten handelen (gelijkheidsbeginsel). De provincie kan niet ingaan op de verzoeken om deze woningen aan te kopen. Woningen die niet hoeven te wijken voor de weg en waarvan handhaving niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening. Dit betekent niet dat er in specifieke situaties geen sprake zou zijn van een grote verandering van de erfsituatie. Na onherroepelijk worden van het Provinciaal Inpassingsplan kan een beroep op (plan)schadevergoeding gedaan worden indien omwonenden zich gedupeerd achten. Zie ook beantwoording bij Re-04. Hessenweg 37 te Dalfsen De woning Hessenweg 37 komt bij het nieuwe wegontwerp voor de N 340 verder van de hoofdrijbaan af te liggen. Er zijn geen redenen aanwezig om tot aankoop door de provincie over te gaan. Hessenweg 20A te Dalfsen De woning Hessenweg 20A hoeft niet te wijken voor het wegontwerp van de N 340. Er zijn geen redenen aanwezig om tot aankoop van de woning door PIP N340 / N48 Zienswijzenota 91

92 de provincie over te gaan. Hessenweg 22A te Dalfsen De provincie onderkent de bijzondere situatie bij de woning Hessenweg 22A. Het gaat om een bedrijfswoning bij de kwekerij Onderdijk met in de huidige situatie een hele grote tuin aan de voorzijde en aan de achterzijde de verharding tussen de bedrijfsgebouwen en woning. In het nieuwe wegontwerp resteert aan de voorzijde nog circa 8 meter voortuin. Echter ook in deze situatie geldt dat aankoop door de provincie van de woning geen optie kan zijn. Zie verder hiervoor onder het kopje Aankopen van blijvers. Hessenweg 24 De woning Hessenweg 24 kan gelet op het nieuwe wegontwerp en de akoestische situatie gehandhaafd blijven. Er zal wel een Hogere grenswaarde moeten worden verleend. Voor (de aanpassing van) de erfontsluiting zie In-09. In de kader van de grondverwerving zal onderzocht worden of over de herinrichting van het erf aan de kant van de nieuwe N 340 goede afspraken gemaakt kunnen worden, waarbij de wens tot het realiseren van een afscheidingswal aan de orde kan worden gesteld. Hout Es 1 te Dalfsen De woning Hout Es 1 hoeft niet te wijken voor het wegontwerp van de N 340. Er zijn geen redenen aanwezig om tot aankoop van de woning door de provincie over te gaan. Koesteeg 27 te Dalfsen De woning Koesteeg 27 hoeft niet te wijken voor het wegontwerp van de N 340. Er zijn geen redenen aanwezig om tot aankoop van de woning door de provincie over te gaan. Bossteeg 2 te Ommen De woning Bossteeg 2 hoeft niet te wijken voor het wegontwerp van de N 340. Er zijn geen redenen aanwezig om tot aankoop van de woning door de provincie over te gaan. Agrarisch bedrijf De Bese 7 te Dalfsen De gronden van het agrarisch bedrijf De Bese 7 worden door het nieuwe tracé van de N 340 doorsneden en in vier delen gesplitst. Het voortbestaan van het bedrijf komt hiermee onder druk te staan. Het belang van de aanleg van de weg prevaleert boven het belang van dit bedrijf. De provincie wil in het kader van de grondverwerving en het gesprek hierover met het agrarisch bedrijf onderzoeken of een goede oplossing mogelijk is. Zie ook beantwoording bij Re PIP N340 / N48 Zienswijzennota

93 Na-00 Natuur, landschap, recreatie, waterhuishouding bij Combinatiealternatief Na-01 Natuur Compensatie natuur, bos, groen De opwaardering van de weg gaat gepaard met een groter ruimtebeslag dan in de huidige situatie, waardoor op een aantal plaatsen in een strook langs de nieuwe weg sprake is van het kappen van bomen. Bij het wegontwerp is getracht dit te minimaliseren. Het Compensatieplan geeft aan wat de compensatieopgave is en waar compensatie (waaronder herplant van bos) plaats kan vinden. De zoekgebieden die staan aangegeven in het Compensatieplan zijn ruime gebieden waar binnen de compensatielocaties primair gezocht worden. Eén van de uitgangspunten bij het inrichten van de compensatielocaties is dat de verdwenen natuurwaarden volledig kunnen worden gecompenseerd op de compensatielocatie(s). Daarnaast wordt bos herplant in gebieden waar dat functioneel is, bijvoorbeeld aan de oostzijde van het ecoduct over de N48. Zoekgebieden zijn gebieden waar vanuit oogpunt van natuurcompensatie logisch en passend kan zijn. De haalbaarheid op concrete plekken is afhankelijk van aan- en verkoopmogelijkheden van betreffende terreinen. De gronden worden op vrijwillige basis verworven. In een bijlage bij het statenvoorstel ter vaststelling van het Provinciaal Inpassingsplan is de stand van zaken van de verwerving van de compensatielocaties aangegeven. Voor de boscompensatie zijn al voldoende gronden verworven. De verdere grondverwerving kan nog aanleiding geven tot ruilingen om tot de meest optimale locaties te komen. De EHS-compensatie wordt afgestemd op de herijking van de EHS en vindt eventueel plaats door een storting in het Groenfonds gelabeld aan de compensatieopgaaf in dit gebied. Ecologische hoofdstructuur (EHS) Indiener van zienswijze citeert uit de teksten van het Compensatieplan als gevoegd bij het voorontwerp provinciaal inpassingplan. Bij het ontwerp Provinciaal Inpassingsplan heeft een gewijzigd Compensatieplan ter inzage gelegen (bijlage 9). Daarin is ondermeer in paragraaf het volgende opgenomen: In de Nota Ruimte is een aantal uitwerkingen van ruimtelijke afwegingskaders voor de EHS opgenomen. De EHS beoogt de realisatie van een samenhangend netwerk van natuurgebieden en verbindingszones. Door natuur te verbinden, blijft diversiteit behouden en verkleint de kans op het uitsterven van soorten. Het streven is om in Nederland in 2020 meer dan hectare aan EHS-gebieden te hebben. Het grootste deel daarvan zijn bestaande bossen en natuurgebieden. Daarbij komen nog de ruim zes miljoen hectare natte natuur: meren, rivieren en de Nederlandse delen van de Noord- en Waddenzee. Een gebied kan tegelijk een Natura 2000-gebied zijn en onderdeel zijn van de EHS. Als er sprake zou zijn van tegenstrijdige belangen, dan is het zwaardere Natura 2000-beschermingsregime leidend. De specifieke waarden en kwaliteiten van een EHS gebied bepalen of ruimtelijke initiatieven doorgang kunnen vinden. De provincie Overijssel heeft in haar omgevingsvisie vastgesteld hoe met het verstoren/vernietigen van onderdelen van EHS omgegaan dient te worden. Over het algemeen geldt dat er geen bestemmingswijzigingen mogelijk zijn als daardoor de wezenlijke kenmerken en waarden van het gebied significant worden aangetast. Dit alles tenzij er geen reële alternatieven zijn en er sprake is van redenen van groot openbaar belang ( nee, tenzijprincipe ). Met de opwaardering van de N 340 beoogt de provincie de sociaaleconomische omstandigheden te verbeteren. De N 340 tussen PIP N340 / N48 Zienswijzenota 93

94 Zwolle en Ommen vormt de primaire verbinding tussen Noordoost-Overijssel en de A28 en is in de Omgevingsvisie aangewezen als hoofdinfrastructuur met het daarbij behorende ontwikkelingsperspectief (zie onder andere bladzijde 49 en 50 van de Omgevingsvisie). Dit maakt dat er sprake is van groot openbaar belang. Om te kunnen bepalen of de wezenlijke kenmerken en waarden van het gebied significant worden aangetast, heeft de initiatiefnemer en het bevoegd gezag (in dit geval beide de provincie) hiernaar onderzoek verricht en een zorgvuldige afweging gemaakt. De wezenlijke kenmerken en waarden van het gebied worden door een zorgvuldige inpassing van de weg en mitigerende maatregelen (ecoduct en andere faunavoorzieningen) niet aangetast. De aantasting die wel plaatsvindt kan goed gecompenseerd worden. Op grond van artikel 2.7.2, lid 3a I van de omgevingsverordening hebben Gedeputeerde Staten besloten de begrenzing van het werkingsgebied van de EHS aan te passen, ten behoeve van de uitvoering van aanpassing van de EHS uit ecologische en sociaaleconomische overwegingen. De grens van de nieuwe weg wordt de nieuwe grens van de EHS. De compensatie van het verlies aan EHS zal plaatsvinden in overeenstemming met het provinciaal compensatiebeleid: er treedt geen nettoverlies aan waarden op, voor wat betreft areaal, kwaliteit en samenhang; compensatie geschiedt alleen aansluitend of nabij het gebied; het tijdstip van het besluit over de ingreep is ook het tijdstip waarop wordt besloten over de aard, wijze en het tijdstip van mitigatie en compensatie Bij de vaststelling van het Provinciaal Inpassingsplan door Provinciale Staten zal de uitvoering van de compensatieopgave voldoende verzekerd zijn (wat, hoe, waar en wanneer). Bij de komende algemene herijking en herbegrenzing van de Ecologische Hoofdstructuur zullen de compensatielocaties in verband met het project N 340/N48 worden betrokken. In de huidige situatie is de weg ook een doorsnijding van en een barrière in de EHS, zonder faunavoorzieningen. De barrièrewerking van de nieuwe weg wordt zonder voorzieningen wel groter. Daarom is een groot aantal faunavoorzieningen in het plan opgenomen. Het profiel van de nieuwe weg is ter plekke van de Ecologische hoofdstructuur smal gehouden om aantasting zoveel mogelijk te beperken. Een strook bos van circa 10 tot 12 meter aan de noordzijde van de huidige weg moet voor de nieuwe weg wijken. Op grond van het uitgevoerde onderzoek concludeert de provincie dat de (zo beperkt mogelijke) verbreding van de huidige weg de wezenlijke kenmerken en waarden van het gebied, door een zorgvuldige inpassing van de weg in combinatie met mitigerende maatregelen (ecoduct en andere faunavoorzieningen), niet aantast. De aantasting die wel plaatsvindt wordt kwantitatief en kwalitatief gecompenseerd. Een indiener van een zienswijze (056-14) stelt ten onrechte dat in de Reactienota (blz 96) naar aanleiding van de inspraak over het voorontwerp Provinciaal Inpassingsplan wordt gesteld dat het verlies aan EHS in strijd is met de Omgevingsverordening. De provincie heeft in het kader van de Structuurvisie N 340/N48 (14 oktober 2009 vastgesteld door Provinciale Staten) de verschillende belangen bij de tracékeuze afgewogen. Het beleid uit de Omgevingsvisie is daarbij van toepassing en dan gaat het om de generieke keuzes, de ontwikkelingsperspectieven en de Gebiedskenmerken van provinciaal belang. Het Combinatiealternatief sluit in belangrijke mate aan bij de benadering volgens de SER-ladder (bestaande voorzieningen - wegen - waar mogelijk benutten), mijdt het Landbouwontwikkelingsgebied (LOG) en de twee grondwaterbeschermingsgebieden Witharen en Vechterweerd. Tussen Oudleusen en Varsen gaat het Combinatiealternatief - via de bestaande maar te verbreden weg - door de Ecologische hoofdstructuur zoals aangegeven in de Omgevingsvisie. Bij het noordelijke tracé wordt het 94 PIP N340 / N48 Zienswijzennota

95 grondwaterbeschermingsgebied Vechterweerd vermeden maar het grondwaterbeschermingsgebied Witharen doorsneden, evenals een LOG en de huidige Ecologische hoofdstructuur. Provinciale Staten hebben rekening houdend met deze deels tegengestelde invalshoeken en belangen uit de Omgevingsvisie en alles overwegende gekozen voor het Combinatiealternatief. In de Structuurvisie N 340/N48 is deze afweging uitgebreid verwoord. Gedeputeerde Staten hebben naar aanleiding van de vastgestelde Structuurvisie, bij vaststelling van het voorontwerp Provinciaal Inpassingsplan, besloten toepassing te geven aan artikel lid 3, sub a I van de Omgevingsverordening. Dat artikel gaat over de aanpassing van de begrenzing van het werkingsgebied van de Ecologische hoofdstructuur om ecologische en sociaal economische overwegingen. De plangrens van het Provinciaal Inpassingsplan wordt door dit besluit van Gedeputeerde Staten de nieuwe grens van de Ecologische hoofdstructuur. De negatieve natuureffecten die langs de bestaande op te waarderen weg ontstaan, worden gemitigeerd en gecompenseerd volgens het compensatiebeleid van de Omgevingsvisie. In compensatie zal in voldoende mate worden voorzien, zoals aangeven in het Compensatieplan behorende bij de Toelichting van het Provinciaal Inpassingsplan. De Toelichting van het Provinciaal Inpassingsplan gaat in op de aantasting van de Ecologische hoofdstructuur en het al dan niet voorhanden zijn van alternatieven en de compensatie. Zie ook de beantwoording bij Nu-05. Faunavoorzieningen De onzekerheid over ontwikkeling van de robuuste verbindingszones, neemt niet weg dat de ecoducten over de N 340 en N48 een belangrijke functie kunnen en zullen vervullen voor migrerende soorten in de regio. De nieuwe N 340/N48 vormt zonder maatregelen een grotere barrière voor de natuur. De betekenis van huidige bos- en natuurgebieden, en de in stand te houden en te ontwikkelen relaties daar tussen, rechtvaardigen de aanleg van ecoducten over de N 340 en N48. De afmetingen van de ecoducten zijn gebaseerd op de faunasoorten die er gebruik van zullen maken hetgeen onderzocht is door een ecologisch onderzoekbureau. Onderzoek heeft plaatsgevonden naar een breed spectrum aan soorten. De locaties van de ecoducten zijn zorgvuldig bepaald. Uiteraard zal het gebruik van het ecoduct over de N 340 tijdens hoog water tijdelijk- anders zijn dan bij een lage rivierstand. Naast de ecoducten worden ook kleinere faunavoorzieningen aangelegd om de N 340/N48 voor verschillende soorten veilig passeerbaar te maken. Hierbij moet niet alleen worden gedacht aan amfibieën, reptielen, kleine zoogdieren maar ook aan bijvoorbeeld dassen en marters. Deze faunavoorzieningen zorgen voor het terugdringen van het aantal faunaslachtoffers. Met het oog daarop zal nabij de faunavoorzieningen geleidende afrastering worden geplaatst om de werking van de voorziening te optimaliseren. In het wegontwerp hebben wij de faunavoorzieningen en afrasteringen zichtbaar gemaakt. Faunacompensatie i.v.m. modderkruiper De compensatie voor het verlies aan leefgebied van de grote modderkruiper wordt gecompenseerd in de bermsloten langs het nieuwe tracégedeelte. In het wegontwerp zijn hiervoor voorzieningen opgenomen. Landschap Het tracé van de nieuwe N 340/N48 ligt voor het grootste deel op/langs het oude tracé. Vanaf de A28 tot de Ankummerdijk volgt de nieuwe N 340 echter een nieuw tracé waardoor daar in de huidige smalle vechtcorridor meer ruimte ontstaat voor gewenste ontwikkelingen in het kader van Ruimte voor de Vecht. Door de lus aan de noordzijde van de A28 in zuidwestelijke richting te projecteren wordt het grootste deel van de groeiplaats van de Kievitsbloem (waardevol habitat) behouden. Vanaf de Ankummerdijk oostwaarts volgt de nieuwe weg het bestaande tracé. De opwaardering van de PIP N340 / N48 Zienswijzenota 95

96 bestaande weg staat de verdere natuurontwikkeling in het Vechtdal in het kader van Geef de Vecht de ruimte niet in de weg. Bij het wegontwerp is zoveel mogelijk rekening gehouden met het essenlandschap en historische vindplaatsen. In de Landschapsvisie bij de Planstudie BesluitMER is aangegeven hoe een goede inpassing vorm wordt gegeven. Natura 2000 In een zienswijze wordt gesteld dat het onwaarschijnlijk is dat er een daling is van stikstofdepositie in het Natura 2000gebied Zwarte Water en uiterwaarden Vecht, voor zover gelegen in de nabijheid van het bedrijf van de indiener van deze zienswijze. In deze zienswijze wordt gesteld dat onvoldoende rekening is gehouden met de aanleg van een lus ten westen van de A28 op het gebied Vecht - Zwarte Water. Gewezen wordt op een miljoen extra verkeersbewegingen en cumulatieve effecten als gevolg van realisatie van Van der Valk en IKEA. Voorts merkt de indiener van deze zienswijze op dat een aanvraag om een Nbw-vergunning voor een uitbreiding van zijn melkveehouderij niet werd ingewilligd. In de Passende Beoordeling zoals gevoegd bij de Planstudie BesluitMER is kwantitatief onderbouwd dat negatieve effecten als gevolg van stikstofdepositie worden uitgesloten. Uit depositieberekeningen blijkt na realisatie van het plan een afname van de gemiddelde stikstofdepositie ten opzichte van de huidige situatie. Het valt op basis van de Passende Beoordeling dan ook te verwachten dat de Nbw-vergunning wordt verleend. In de Passende Beoordeling zijn voorts de effecten van het wegontwerp van het Provinciaal Inpassingsplan, inclusief de door de indiener van de zienswijze bedoelde lus aan de westzijde van de A28 beoordeeld. Tevens is in de Passende Beoordeling rekening gehouden met de extra verkeersbewegingen als gevolg van realisatie van Van der Valk en IKEA. De indiener van de zienswijze heeft voor de in de zienswijze genoemde uitbreiding van de melkveehouderij op 21 december 2011 een nieuwe aanvraag ingediend. Bij besluit van 15 maart 2012 is de Nbw-vergunning door GS verleend. De door de indiener van de zienswijze gewenste uitbreiding kan aldus worden gerealiseerd. De indiener van de zienswijze heeft in de aanvraag aangegeven de uitbreiding en wijziging naar verwachting te realiseren in Doordat de indiener van de zienswijze bereid is investeringen te plegen voor uitbreiding en wijziging van zijn bedrijf, is niet aannemelijk dat de continuïteit van het bedrijf als gevolg van het PIP in het geding is, zoals in de zienswijze wel is gesteld. Een andere indiener van een zienswijze stelt dat de Passende Beoordeling niet uitsluit dat significante effecten op de instandhoudingsdoelstellingen optreden vanwege de aspecten licht en geluid en dat daarom een ADC-toets moet worden uitgevoerd. Dit standpunt is onjuist. In de Passende Beoordeling, zoals gevoegd bij de Planstudie BesluitMER, is aangetoond dat negatieve effecten van geluid op de instandhoudingsdoelen en natuurwaarden van de Natura 2000-gebieden en de Beschermde Natuurmonumenten zijn uit te sluiten. Het verstoord oppervlak door geluid neemt binnen de 42 db(a) contour met één hectare toe, binnen de 47 db(a) contour neemt het verstoord oppervlak echter af. Negatieve effecten als gevolg van wijzigingen in de geluidcontour worden uitgesloten. Aan de hand van de instandhoudingsdoelstellingen en de verspreidingsgegevens van de aangewezen soorten is beoordeeld dat de wijziging in de geluidcontour geen negatieve effecten op de aangewezen 96 PIP N340 / N48 Zienswijzennota

97 vogelsoorten van het Natura 2000-gebied Uiterwaarden Zwarte Water en Vecht heeft. Voorts stelt deze indiener dat in de berekeningen ten onrechte is uitgegaan van regulier ZOAB. Niet valt in te zien waarom bij de berekeningen niet van regulier ZOAB is uit kunnen gaan. De uitvoering van het plan vindt zelfs plaats met 2-laags ZOAB (of vergelijkbaar asfalt), waardoor geluid nog verder gereduceerd wordt ten aanzien van de berekende geluidcontouren. Zie ook de beantwoording bij Ov-04 Regels. Ten aanzien van lichtverstoring zijn met betrekking tot het Natura 2000-gebied Uiterwaarden Zwarte Water en Vecht negatieve effecten niet bij voorbaat uit te sluiten op de aangewezen vogelsoort kwartelkoning. Het gaat dan om negatieve effecten als gevolg van verlichting van de aansluiting op de A28. Deze effecten zijn niet significant en kunnen gemitigeerd worden. Er zullen maatregelen getroffen worden om negatieve effecten te voorkomen. Deze maatregelen bestaan uit het gericht gebruiken van verlichting waardoor licht niet uitstraalt naar de omgeving. Nu significante gevolgen op de instandhoudingsdoelstellingen van de Natura-2000 gebieden kunnen worden uitgesloten, is het niet nodig om een ADCtoets uit te voeren. Beschermde flora en faunasoorten Voor het project N 340/N48 wordt ontheffing gevraagd in het kader van de Flora- en faunawet, onder meer in verband met (de groeiplaats van) de Kievitsbloem. In het kader van de Planstudie BesluitMER zijn de nodige natuurinventarisaties al verricht. Op grond van de uitgevoerde inventarisaties en de mitigerende en compenserende maatregelen die in verband daarmee in het project N 340/N48 zijn opgenomen in het (Compensatie-)plan is ontheffingverlening mogelijk. Het natuuronderzoek wordt herhaald in 2012/2013 ten behoeve van het daadwerkelijk aanvragen van de ontheffing. Dassen(burchten) In het kader van de uitgevoerde natuurinventarisaties zijn ook alle dassenburchten geïnventariseerd, mede met behulp van het Dassenplatfom. Met het oog op de (vele) dassen(burchten) in de gebieden aan beide zijden van de weg, zijn in het wegontwerp faunavoorzieningen opgenomen: pijpen/tunnels onder de weg door en rasters. Dat is ten opzichte van de huidige situatie een verbetering. De tunnels zijn in het wegontwerp opgenomen op plekken waar de kavelstructuur en aanwezigheid van groen het aannemelijk maakt dat oversteken daar aantrekkelijk is. Bij de exacte plaatsbepaling, binnen het provinciaal inpassingsplan, zal bij de realisatie rekening worden gehouden met aanwezige ondergrondse kabels en leidingen. Het hol in het bosje bij de N 340 ter hoogte van Oude Hessenweg 2a (zie zienswijze ) wordt, volgens informatie van het Dassenplatform, waarschijnlijk incidenteel als vluchtpijp gebruikt door dassen die elders een hoofdburcht bewonen. Voor het verwijderen van zo n vluchtpijp is het aanvragen van ontheffing Flora- en faunawet niet noodzakelijk, omdat dergelijke plekken voor een das niet onmisbaar zijn. Hoofd- en kraamburchten zijn wel van groot belang voor dassen en voor het verwijderen hiervan is ontheffing nodig. Omdat het gebruik van burchtlocaties (hoofdburchten, kraamburchten, bijburchten, vluchtpijpen) van jaar tot jaar kan veranderen zal, i.o.m. het Dassenplatform, een actueel beeld van de dassenburchten worden bijgehouden. Het Dassenplatform onderzoekt het hele gebied drie keer per jaar op burchtlocaties. Op grond van de huidige informatie is ontheffingverlening van de Flora- en Faunawet voorzienbaar. Het natuuronderzoek wordt in opdracht van de provincie herhaald in 2012/2013 ten behoeve van het daadwerkelijk aanvragen van de ontheffing. PIP N340 / N48 Zienswijzenota 97

98 Geluid en Ecologische hoofdstructuur In het PlanMER is een vergelijking gemaakt van de tracéalternatieven zonder geluidsmaatregelen. De toepassing van 2-laags ZOAB zorgt ervoor dat de situatie met het project N 340/N48 beter is dan in de referentiesituatie. Er treden hierdoor dus geen significante gevolgen op en de zogenaamde ADC criteria hoeven hiervoor dus niet doorlopen te worden. Zie ook beantwoording bij Le-02 en bijlage 1 bij deze nota. Ecoduct N48 en fietstunnel Zowel voor de natuur als de fietsers verdient een gescheiden uitvoering van het ecoduct N48 en de fietstunnel in de N48 de voorkeur. Zie ook beantwoording bij In-06. Na-02 Landschappelijke inpassing Visuele hinder De realisatie van een regionale stroomweg leidt, op welke locatie dan ook, altijd tot een bepaalde visuele hinder, zowel voor aanwonenden als andere gebruikers van het betreffende gebied. Enerzijds wordt een groot algemeen belang gediend met de vernieuwing van de N 340/N48, anderzijds leidt aanleg van een nieuwe weg altijd tot aantasting van bestaande waarden. In de PlanstudieMER zijn tracéalternatieven en inrichtingsvarianten onderzocht, vergeleken en beoordeeld. In de Structuurvisie N 340/N48 van oktober 2009 is de afweging van de tracékeuze opgenomen en is gekozen voor het Combinatiealternatief waarbij voor een groot deel de bestaande weg wordt gevolgd. Daarmee wordt voorkomen dat een nieuwe doorsnijding van het landschap ontstaat, waarin de leefsituatie en visuele hinder van bewoners en gebruikers van het betreffende gebied radicaal wijzigt. De opwaardering van de bestaande weg leidt niettemin ook tot extra visuele hinder voor direct aanwonenden vooral bij de aansluitingen. Door uitvoering van de Landschapsvisie (met beeldkwaliteitsplan), als gevoegd bij de Planstudie BesluitMER, wil de provincie een zo goed mogelijke inpassing realiseren en visuele hinder zoveel mogelijk beperken. Aantasting rivierenlandschap Met het programma Ruimte voor de Vecht verbindt de provincie Overijssel zich aan een perspectief voor het Vechtdal. Naast het creëren van ruimte voor water, staat de ruimtelijke kwaliteit in het Vechtdal centraal. Het project N 340/N48 en het programma Ruimte voor de Vecht zijn op elkaar afgestemd. Zie ook beantwoording bij Nu-05. De landschappelijke versterking van de weg met haar omgeving is het leidende principe geweest bij het ontwerpproces van de N 340/N48. De provincie heeft dit uitgewerkt in de Landschappelijke Visie + Ontwerp. In dit ontwerp is rekening gehouden met het rivierenlandschap en de andere voorkomende landschapstypen. De (aangepaste) vormgeving van het knooppunt Varsen is bijvoorbeeld zodanig dat het zuidoostelijke kwadrant van het knooppunt - richting Vecht - zo veel mogelijk wordt ontzien. Dit is gunstig voor het landschap, de aanwezige landbouw en de (verwachte) aanwezige archeologische waarden. Landschap Vechtcorridor Noord, gemeente Zwolle. De landschappelijke inrichting en ontwikkeling van het gebied tussen het knooppunt A28 tot voorbij de spoorlijn wordt in het kader van het provinciaal programma Ruimte voor de Vecht door de gemeente Zwolle vorm gegeven. De gemeente Zwolle stelt een Structuurvisie op voor de Vechtcorridor Noord. Het ontwerp van de aansluiting N 340 op de A28 en de Nieuwleusenerdijk is mede in overleg met de gemeente Zwolle tot stand gekomen. Er is 98 PIP N340 / N48 Zienswijzennota

99 rekening gehouden met de ontwikkeling van het bedrijventerrein Hessenpoort en de planontwikkeling Vechtcorridor Noord. Het gekozen tracé voor de N 340 maakt beide plannen mogelijk. Anningahof Het beeldenpark Anningahof wordt in de plannen doorsneden door de aanleg van de aansluiting N 340 op de A28 en Kranenburgweg/Nieuwleusenerdijk. De provincie waardeert het dat uit de reactie van de indiener van de zienswijze een grondhouding spreekt om mee te denken aan oplossingsrichtingen. Zie verder beantwoording bij In-11. Hagen ter verblinding Het klopt dat in het huidige wegontwerp gedetailleerde informatie ontbreekt over zaken als bewegwijzering, lichtmasten en de exacte plaats van bomen en struiken. Ook eventuele maatregelen tegen verblinding van de hoofdrijbaan op de parallelwegen in de vorm van bijvoorbeeld hagen ontbreekt. Deze detaillering volgt bij de verdere uitwerking van het wegontwerp voor de uitvoeringsfase. Oudleusen De extra ruimte tussen de bestaande noordelijke parallelweg bij Oudleusen (Parallelstraat geheten) en de nieuwe hoofdrijbaan van de N 340 kan worden benut voor een goede landschappelijke inpassing en openbare voorzieningen. In de Landschappelijke Visie + Ontwerp is een mogelijke inpassing uitgewerkt. In opdracht van Plaatselijk Belang Oudleusen is door het Oversticht het plan Dorpshart Oudleusen opgesteld. Bij de invulling van de ruimte tussen de Parallelstraat en de nieuwe N 340 kan met de visie in dat plan rekening worden gehouden. Flankerend beleid Investeren in landschap en leefomgeving De provincie heeft op basis van goede ervaringen bij andere projecten als Streekeigen huis en erf bij dit project het initiatief genomen om, naast de maatregelen direct voorkomend uit het project N 340/N48, te komen tot de uitvoering van een programma Investeren in landschap en leefomgeving. Het programma richt zich op een gebied van circa 500 meter ter weerszijden van de weg. Daarvoor is in 2010, in overleg met leden van de consultatiegroep N 340, een Plan van Aanpak opgesteld. Voor dit programma is, op basis van ervaring bij soortgelijke programma s elders, een bedrag van één miljoen euro in de kostenraming van het project N 340/N48 opgenomen en door Gedeputeerde Staten hiervoor gelabeld. Het programma wordt na vaststelling van het Provinciaal Inpassingsplan, in nauwe samenwerking met bewoners en betrokken gemeenten en waterschappen, verder uitgewerkt en uitgevoerd. Spoorkruising Enkele indieners van zienswijzen kunnen zich niet vinden in de keuze voor een spoorviaduct, met de motivatie dat een viaduct een wezenlijke inbreuk maakt op het landschap en een tunnel niet. De provincie heeft inderdaad de kruising van de N 340 met de spoorlijn Zwolle - Meppel vormgegeven met een viaduct, waarbij de N 340 de spoorverbinding bovenlangs kruist. Deze keuze wordt vanuit landschappelijk oogpunt aanvaardbaar geacht gezien het feit dat de kruising gelegen is in een omgeving met stedelijke kenmerken zoals de aanwezigheid van bedrijventerrein Hessenpoort, een schakelstation en hoogspanningslijnen. De landschappelijke meerwaarde van een situatie waarin de N 340 het spoor per tunnel kruist, is relatief gering. Bovendien zijn de kosten van een tunnel ten opzichte van een kruising per viaduct (veel) hoger ( 19 mln extra). Bij de keuze voor een viaduct of tunnel is sprake van PIP N340 / N48 Zienswijzenota 99

100 een integrale afweging. Naast de kosten is ook gekeken naar de verschillende milieuaspecten. In de afweging is alles overwegende gekozen voor een viaduct. Gezien de afstand en de te verwachten rijsnelheden zal aantasting van de privacy van de woning Hessenweg 27 vanaf het spoorviaduct niet echt te verwachten zijn. Daarnaast wordt de woning vanaf het spoorviaduct ook grotendeels aan het zicht onttrokken door de op het erf aanwezige beplanting en opstallen. Zie ook beantwoording bij In-25. Overig De noodzaak tot vernieuwing van de N 340/N48 is o.a. gelegen in de toenemende maatschappelijke vraag naar mobiliteit en de noodzaak om te komen tot een meer verkeersveilige inrichting. De realisatie van een stroomweg leidt, op welke locatie dan ook, altijd tot een bepaalde aantasting van de privacy van aanwonenden. Enerzijds wordt er een groot algemeen belang gediend met de vernieuwing van de N 340/N48. Anderzijds kan realisatie van nieuwe infrastructuur gepaard gaan met aantasting van individuele belangen zoals privacy. Dit geldt ook als voor een noordelijk tracé zou zijn gekozen. De afstand van het geprojecteerde fietspad (langs de westzijde van de spoorlijn) tot de woning Hessenweg 27 is zodanig (ca. 100 meter) dat niet gevreesd hoeft te worden voor onaanvaardbare overlast. De provincie heeft in de Landschapsvisie bij de Planstudie BesluitMER de beoogde landschappelijke inpassing aangeven, waaronder de aanplant van bomen en bossages. De definitieve inrichting vindt later plaats en hangt mede af van de grondverwervingsmogelijkheden. Waar mogelijk wordt rekening gehouden met de wensen vanuit de omgeving en zal afstemming plaatsvinden. Hotel Café Restaurant Zwolle BV Een toekomstvaste gelijkvloerse oplossing voor het knooppunt van de nieuwe N 340 met de A28 behoort uit een oogpunt van verkeersafwikkeling niet tot de mogelijkheden. De ongelijkvloerse oplossing zoals opgenomen in het wegontwerp bij het Provinciaal Inpassingsplan beïnvloedt vanaf westelijke richting beperkt de zichtlijnen naar het hotel Van der Valk. De effecten daarvan zijn niet zodanig dat daardoor de belangen Van der Valk onevenredig worden aangetast. De gestelde verminderde zichtbaarheid van het hotel vanuit het westen door de ongelijkvloerse aanleg van de aansluiting N340 / A28 was planologisch in de oude situatie ook reeds niet uitgesloten overeenkomstig de mogelijkheden krachtens de bestemming Wegen in het bestemmingsplan Buitengebied. Daarbij kan daarnaast ook gedacht worden aan de oprichting van geluidwerende voorzieningen langs deze aansluiting, waarbij in de oude situatie geen maximale bouwhoogte was voorgeschreven, zodat zicht-ontneming ook hierdoor tot de mogelijkheden behoorde. Hoewel feitelijk de beleving wellicht anders is, betekent dit dat hier niet sprake is van een nadeliger positie. Het hotel blijft door zijn hoogte voldoende zichtbaar voor de weggebruiker. De landschappelijke positionering van het hotel ten opzichte van het bedrijventerrein Hessenpoort blijft gehandhaafd. Het terrein van Van der Valk behoudt voldoende grootte om te komen tot een goede inrichting, waaronder de realisatie van groene- en bebouwingsvrije zones. Zie verder de beantwoording bij In-11. Anningahof Het realiseren van een afscheidingswal tussen het beeldenpark en de nieuwe N 340 kan onderdeel zijn van de herinrichting van de Anningahof en is onderwerp van bespreking in het overleg in het kader van de voorziene grondverwerving en grondruiling, waar ook de gemeente Zwolle bij betrokken 100 PIP N340 / N48 Zienswijzennota

101 is. Zie verder de beantwoording bij In-11. Na-03 Waterhuishouding(splan) Hessenweg 56, Hessenweg 24 De sloot wordt ter plaatse van het perceel in het wegontwerp onderbroken, de gedachte is dat met een ondergrondse verbinding de sloten gekoppeld gaan worden. Hiermee wordt beoogd zoveel mogelijk vrije ruimte te houden tussen de nieuwe weg en de woning. In het kader van de grondverwerving is nader overleg mogelijk over de exacte inrichting. Zo behoort het aanbrengen van een zaksloot ook tot de mogelijkheden. Rosengaardeweg 3 Bij de uitwerking van het wegontwerp wordt ook het waterhuishoudkundigplan betrokken. Tijdens die uitwerking zal blijken wat precies de situatie gaat worden nabij het perceel Rosengaardeweg 3. In die uitwerkingsfase zal de provincie overleg plegen met de eigenaar over de precieze uitwerking van de sloten en de mogelijkheden van grondaankoop van terrein dat niet meer gebruikt zal worden voor de ontwatering. Waterschap GrootSalland Het waterschap heeft in haar zienswijze aangegeven nog enkele detailpunten bij De Bese en De Stouwe in het wegontwerp en het Provinciaal Inpassingsplan graag verbeterd te zien. Deze punten worden overgenomen. Het gaat om: - de verbeelding van het inpassingsplan, waarbij op het perceel sectie N nr. 147 een strookje van de reservering voor de nieuwe waterleiding ontbreekt; - het wegontwerp waarop 3 toekomstige duikers met een grotere diameter aangegeven moeten worden; - de Toelichting bij het ontwerp Provinciaal Inpassingsplan: de tekst over de varianten voor de waterkering bij De Stouwe (paragraaf 4.7.5) kan vervallen. Na-04 Cultuurhistorie en archeologie Nu-00 Nut en noodzaak, tracékeuze, toekomstvastheid, besluitvorming Nu-01 Nut en noodzaak (Verkeerscijfers/- prognoses) De kans op archeologische vondsten is aanwezig in het gehele gebied rondom het knooppunt Varsen. In relatie tot de aanleg van gasleidingen aan de westkant van het knooppunt zijn daar al de nodige vondsten gedaan. Uit het oogpunt van archeologische belangen verdient het de voorkeur zoveel mogelijk gebied te vrijwaren van ingrepen. In dat verband is het positief wanneer het zuidoostelijk kwadrant zo min mogelijk wordt aangetast. In de provinciale Structuurvisie N 340/N48 van 14 oktober 2009 is de keuze voor het Combinatiealternatief opgenomen en heeft ook de afweging plaatsgevonden voor wat betreft: Nut en noodzaak. Naar aanleiding van het ontwerp van die Structuurvisie zijn in zienswijzen ingediend en door Provinciale Staten beantwoord in een Reactienota. De inspraakreacties in 2011 op de Planstudie BesluitMER en het voorontwerp Provinciaal Inpassingsplan met betrekking tot Nut en Noodzaak komen grotendeels overeen met de zienswijzen in Dat geldt ook voor de zienswijzen die zijn ingediend naar aanleiding van het ontwerp Provinciaal Inpassingsplan. Hierna wordt op hoofdlijnen nogmaals ingegaan op aspecten van Nut en PIP N340 / N48 Zienswijzenota 101

102 noodzaak. De beantwoording ligt in de lijn van de Structuurvisie N 340/N48, de Reactienota van 2009 en de Reactienota van 2011 (n.a.v. de inspraak op het voorontwerp Provinciaal Inpassingsplan). Bij de afweging voor een verbreding van de N 340/N48 tot 2x1 of 2x2 rijstroken is niet alleen het criterium capaciteit van de weg bezien, maar ook het criterium: reistijd van het totale traject. Op de drukste gedeelten van de nieuwe N 340/N48 wordt voorzien in 2x2 rijstroken. Bij het oostelijke deel van de N 340 is een dimensionering als 2x1-strooksweg voorzien. In relatie daarmee is ervoor gekozen dat de parallelle provinciale verbinding N 377 Lichtmis Slagharen een functie blijft vervullen in de afwikkeling van het oost-west verkeer v.v.. met behoud van hetzelfde snelheidsregime. Uit de verkeersberekeningen komt naar voren dat de nieuwe N 340/N48 verkeer aantrekt en ervoor zorgt dat de verkeersintensiteiten op de N 377 in 2020 ongeveer overeenkomen met die in Dit is ook het geval als de voorziene maatregelen op de N 377 in het verkeersmodel worden opgenomen, in combinatie met de rotonde Arriërveld (i.p.v. een volledig ongelijkvloers knooppunt) en een aangepast knooppunt Varsen. In de Structuurvisie N 340/N48 is onderkend dat een noordelijk tracé met 2x2 rijstroken vanaf de rotonde Arriërveld rechtstreeks naar de A28 bij Zwolle louter vanuit regionale verkeersoverwegingen beschouwd het meest aantrekkelijk is (voor het onderliggende gemeentelijke wegennet zijn de effecten van het noordelijk tracé niet onverdeeld positief). Er is door Provinciale Staten in de Structuurvisie echter een bredere afweging van alle belangen gemaakt en op grond daarvan is voor het Combinatiealternatief gekozen. Voor de verdere onderbouwing van de gekozen inrichting van het Combinatiealternatief, wordt verwezen naar de Structuurvisie N 340 Zwolle - Ommen / N48 Varsen Arriërveld, zoals vastgesteld door Provinciale Staten op 14 oktober Deze vastgestelde beleidsnota is te bekijken en te downloaden op de (provinciale) website ; Het verkeersaanbod in de spitsen is uiteraard het grootst. In de provinciale Omgevingsvisie (2009) zijn de gewenste kwaliteitsnormen aan het type weg en de afwikkeling in de spitsen gekoppeld. De N 340 maakt in de Omgevingsvisie onderdeel uit van de hoofdinfrastructuur en is aangewezen als een stroomweg 100 km/uur omdat het (in combinatie met de Omleiding Ommen en de N34) gaat om een verbinding tussen het stedelijk centrum (Zwolle) en het streekcentrum Hardenberg; Het verkeersmodel is naar beste en meest actuele inzichten opgesteld, ook voor wat betreft de bevolkingsontwikkeling en de ontwikkeling van het aantal arbeidsplaatsen in de regio. De recent ingetreden recessie is daarin niet meegenomen maar het gaat bij infrastructuurplannen ook om ontwikkelingen voor de middellange en langere termijn (2030). Wel is een gevoeligheidsanalyse uitgevoerd met 50% mindere groei van het aantal arbeidsplaatsen en inwoners in Noordoost Overijssel. Dat levert slechts een vermindering van de verkeersgroei op van 3 tot 4% in 2020 (zie paragraaf 3.5 in deel A van de Planstudie PlanMER N 340); Door de recessie zijn op de huidige N 340 de jaarlijkse verkeersintensiteiten in de periode ongeveer gelijk gebleven. Als de economie weer aantrekt groeit het verkeer weer; Carpoolen, thuiswerken en Openbaar vervoer kunnen slechts een beperkte bijdrage leveren en zijn niet als een afzonderlijk oplossend alternatief voor het toenemende autoverkeer te beschouwen. In het PlanMER (zie onder andere paragrafen 3.2 en 4.3 van deel A hoofdnota Planstudie PlanMER) is dit voor het Openbaar vervoer onderzocht en beargumenteerd; Opwaardering van de N35 heeft nauwelijks invloed op de verkeerstromen via de N 340. Met de N35 worden andere verkeersrelaties bediend; Bij de keuze tussen 80 km/uur of 100 km/uur gaat het om meer dan alleen een verschil in snelheidsregime. Het gaat ook om het wegprofiel dat daar bij hoort en het daaraan gekoppelde veiligheidsniveau. Voor een 100 km/uur-weg gelden andere inrichtingsprincipes (in het kader van 102 PIP N340 / N48 Zienswijzennota

103 Duurzaam Veilig) dan voor een 80 km/uur-weg, zoals dwarsprofiel, lengteprofiel, aantal aansluitingen, boogstralen en dergelijke. Een alternatief met ongelijkvloerse kruisingen en aansluitingen maar 80 km/uur combineert kenmerken van een gebiedsontsluitingsweg (80 km/uur met 1x2 rijstroken) met die van een stroomweg (ongelijkvloerse kruisingen en aansluitingen en 2x1 rijstroken). Dit staat haaks op het principe van een duurzaam veilige inrichting van een weg waarbij uitgangspunt is dat de weginrichting het (snelheids-)gedrag moet oproepen dat bij die weg hoort. De gemiddelde snelheid op een 2-strooks 100 km/uur weg ligt hoger dan de gemiddelde snelheid op een 2-strooks 80 km/uur-weg; Het uitgangspuntendocument regionale verkeersstudies, dat de uitgangspunten voor het verkeersmodel bevat, wordt door het rijk jaarlijks geactualiseerd. Deze uitgangspunten voor het prognosejaar 2020 (waaronder het EC-scenario), worden landelijk in verkeersprojecten gehanteerd en gebruikt in het verkeersmodel Zwolle-Hardenberg. Er is dus geen eigen provinciaal onderzoek naar demografische ontwikkelingen; wel is in de verkeersberekeningen een gevoeligheidsanalyse uitgevoerd met 50% mindere groei van het aantal arbeidsplaatsen en inwoners in Noordoost Overijssel. Dat levert slechts een vermindering van de verkeersgroei op van 3% tot 4% in 2020 (zie paragraaf 3.5 in deel A van de Planstudie PlanMER N 340); Het Combinatiealternatief gaat als hoofdprincipe uit van een 2x1 strooks autoweg 100 km/uur (in aansluiting op de rest van de verbinding richting Drenthe en verder: omleiding Ommen en N34), met op de drukste delen van dit alternatief 2x2 rijstroken (westelijke omleiding bij Zwolle tot Dedemsweg/Koesteeg en N48 tussen knooppunt Varsen en knooppunt Arriërveld). Hierdoor wordt tussen Zwolle en Ommen een verbetering van de gemiddelde reistijd in de spits bereikt. Het middendeel van het traject (vanaf Dedemsweg/Koesteeg tot knooppunt Varsen) heeft in dit alternatief, net als op de rest van de verbinding N 340 / N34 richting Drenthe, 2x1 rijstroken. De verkeersintensiteit op de N 340 tussen de Ankummerdijk en de Dedemsweg is zo groot dat niet met een inrichting als 2x1 weg kan worden volstaan; De overgang van 2x2 rijstroken naar 2x1 rijstroken bij de aansluiting Koesteeg/Dedemsweg is een logische. Conform de Structuurvisie N 340/N48 is in de Planstudie BesluitMER onderzocht waar de 2x2 rijstroken vanaf Zwolle gezien het beste kunnen overgaan op de inrichting met 2x1 rijstroken, bij de aansluiting Ankummerdijk of bij de aansluiting Koesteeg/Dedemsweg. Er is gekozen voor een overgang bij de aansluiting Koesteeg/Dedemsweg omdat daar het grootste deel van het verkeer van en naar Dalfsen de N 340 op of af gaat. De motie van de Tweede Kamer om de verbreding van de N(3)48 van Hoogeveen naar Raalte mee te nemen in het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport is geen vastgesteld beleid en heeft niet geleid tot opname in het ontwerp van de rijks Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte van 14 juni Een eventuele aanpassing van de N48, zo blijkt uit berekeningen in het verkeersmodel, leidt overigens niet tot een heel andere verkeersbelasting van de N 340. De N(3)48 faciliteert vooral noord-zuid verkeer en vice versa en het project N 340/N48 faciliteert het oost-west verkeer en vice versa. Het is ook zeker niet de bedoeling dat de N48 en de N 340 lange afstandsverkeer van de A28 over gaat nemen. In de fase van het PlanMER en de Structuurvisie is, op basis van een integrale afweging van alle criteria, gekozen voor een tracé en dimensionering van de weg volgens het Combinatiealternatief. Dit alternatief zal volgens berekeningen geen verkeer van de A28 overnemen. Het verkeersmodel is opgesteld in het kader van de Planstudie PlanMER. Daarin is ook het onderliggende wegennet opgenomen. In de rapportage (zie hoofdrapport PlanMER en deelrapporten) is bij de verschillende alternatieven aangegeven hoe de verhouding is tussen de verkeersafwikkeling op het hoofdwegennet en op het onderliggende wegennet. In de Planstudie BesluitMER is hetzelfde verkeersmodel gebruikt en is het Combinatiealternatief daarmee doorgerekend; Het verkeersmodel is naar beste en meest actuele inzichten opgesteld. De verdeling van het verkeer over de diverse gemeentelijke wegen is niet aangenomen, maar is berekend op basis van snelste reistijd en beschikbare capaciteit. De verdeling van het verkeer van en naar Dalfsen PIP N340 / N48 Zienswijzenota 103

104 over de twee aansluitingen Ankummerdijk en Koesteeg/Dedemsweg is niet 50/50, maar ongeveer 40/60. Bij de vergelijking die een indiener van een zienswijze (290-11) maakt tussen beide aansluitingen worden de verkeersaantallen op de Koesteeg afgezet tegen de verkeersaantallen op de parallelweg richting aansluiting Ankummerdijk. Die vergelijking geeft niet weer hoeveel verkeer er op en af gaat bij de aansluitingen. De etmaalintensiteit op de parallelweg vanaf de Ankummerdijk naar de Leemculeweg wordt in het verkeersmodel berekend op afgerond motorvoertuigen per etmaal (2020). Ook al zouden de intensiteiten hoger worden dan berekend, dan nog blijven ze ruim binnen de bandbreedte die voor erftoegangswegen acceptabel is (5.000 tot mvt/etmaal); Het verkeersmodel berekent de snelste route voor bewoners van Dalfsen van en naar de nieuwe N 340. Het gaat niet om aannames, maar om een rekenkundige benadering van de toekomstige verkeerssituatie met het verkeersmodel. Het verkeersmodel is naar beste inzichten opgesteld. Bij de opbouw van het verkeersmodel zijn de verkeerstellingen van 2007 gebruikt om het model te ijken. De verdeling van het verkeer over de twee aansluitingen bij Dalfsen en de diverse gemeentelijke wegen is niet aangenomen, maar is berekend op basis van snelste reistijd en de beschikbare capaciteit (dat laatste is vooral relevant in relatie tot de nieuwe N 340 die vanaf de Koesteeg tot de A28 2x2 rijstroken heeft); De aansluitingen op de N 340 bij Dalfsen worden in het voorkeursalternatief aangepast. De aansluiting met de Koesteeg wordt ongelijkvloers. De aansluiting van de Engellandweg wordt opgeheven en verplaatst naar de aansluiting bij de Ankummerdijk. De lokale route via de Leemculeweg naar de N 340 wordt hierdoor langer. Uit berekeningen met het verkeersmodel blijkt dat een deel van het verkeer dat in de autonome situatie nog over de Leemculeweg rijdt, in het voorkeursalternatief kiest voor de Koesteeg; De voorkeursroute van Dalfsen naar Zwolle loopt nu al via de Koesteeg en N 340. Door de maatregelen van het voorkeursalternatief (zoals de ongelijkvloerse aansluiting op de N 340 en de snelheidsverhoging op de N 340) zal de route via de Koesteeg voor meer inwoners uit Dalfsen de meest snelle en aantrekkelijke route zijn; in de nieuwe situatie waarbij op alle routes wijzigingen optreden, zullen mensen opnieuw de meest snelle route opzoeken en oude gewoontes inwisselen voor nieuwe; De route via de Leemculeweg is voor een kleiner deel van de inwoners interessant en zal door het voorkeursalternatief minder aantrekkelijk worden; een vergelijking met de huidige intensiteiten op het westelijk deel van de Engellandweg is niet terecht omdat de aansluiting op de N 340 in de nieuwe situatie niet bij de Engellandweg is gelegen maar bij de Ankummerdijk; Op basis van de maatregelen in het Plan in Hoofdlijnen N 377 is het verkeersmodel opnieuw doorgerekend. Hieruit is gebleken dat er geen wezenlijke verschillen ontstaan ten opzichte van de uitgangspunten bij de keuze voor het Combinatiealternatief in de Structuurvisie N 340/N48. De routekeuze en de verkeersintensiteiten blijven vrijwel gelijk. Ook de reistijdberekening is opnieuw getoetst, ook dit geeft geen wezenlijke verschillen ten opzichte van de eerdere uitgangspunten. Nu-02 Tracékeuze Algemeen De zienswijzen ontvangen naar aanleiding van het ontwerp Provinciaal Inpassingsplan die gaan over de tracékeuze komen grotendeels overeen met de ontvangen reacties op de Planstudie PlanMER en het ontwerp van de Structuurvisie N 340/N48 in 2009 en de ontvangen inspraakreacties op het voorontwerp Provinciaal Inpassingsplan en leveren geen tot nauwelijks nieuwe inzichten op. Voor de beantwoording wordt daarom, naast de hierna volgende beantwoording, ook verwezen naar de Reactienota over de zienswijzen op de ontwerp-structuurvisie in 2009 en de Reactienota n.a.v. de ontvangen inspraakreacties op het voorontwerp Provinciaal Inpassingsplan (zie PIP N340 / N48 Zienswijzennota

105 Indieners van zienswijzen tegen het ontwerp Provinciaal Inpassingsplan wijzen op het grote aantal tegenstanders van het Combinatiealternatief. Provinciale Staten hebben zich bij de tracékeuze ook uitgebreid door de tegenstanders van het Combinatiealternatief laten informeren en dit betrokken bij hun besluitvorming in De keuze voor het tracé en voor de dimensionering en vormgeving als regionale stroomweg volgens het Combinatiealternatief is in de Structuurvisie N 340/N48 van oktober 2009 door Provinciale Staten gemaakt. Voorafgaand daaraan is een Planstudie PlanMER opgesteld. Ook heeft eerst een ontwerp Structuurvisie ter inzage gelegen en zijn zienswijzen ingediend. In de Reactienota, zoals gevoegd bij het statenvoorstel voor de tracékeuze in 2009, zijn deze beantwoord. Bij de tracékeuze speelden veel meer criteria dan alleen kosten. In de Structuurvisie N 340/N48 en het statenvoorstel daarbij is in 2009 de tracékeuze toegespitst op drie (zeer verschillende) alternatieven waarvan de voor- en nadelen, ook naar de mening van Provinciale Staten, evenwichtig zijn gepresenteerd. Vervolgens is door Provinciale Staten gekozen voor het Combinatiealternatief en dat alternatief is in de volgende fase volgens die opdracht uitgewerkt. Er is, in overeenstemming met de richtlijnen m.e.r. in 2010, een Planstudie BesluitMER opgesteld waarin inrichtingsvarianten van het Combinatiealternatief met elkaar vergeleken zijn. Op grond daarvan is een voorkeursalternatief van Gedeputeerde Staten voor de inrichting in deze Planstudie BesluitMER opgenomen. Vervolgens is de Planstudie BesluitMER in november 2010 door Provinciale Staten aanvaard. Daarop is het voorkeursalternatief voor de inrichting van het Combinatiealternatief opgenomen in een voorontwerp Provinciaal Inpassingsplan. Dit voorontwerp en de Planstudie BesluitMER zijn vervolgens begin 2011 ter inzage gelegd. Najaar 2011 is het ontwerp Provinciaal Inpassingsplan ter inzage gelegd. Doelstelling en duurzaamheid In veel zienswijzen wordt ingegaan op de doelstelling voor het project zoals opgenomen in de Structuurvisie N 340/N48 (blz 9): Het zo duurzaam mogelijk verbeteren van de doorstroming, verkeersveiligheid en de leefbaarheid op en in de omgeving van de N 340 / N48, als onderdeel van de totale regionale oost-westverbinding en met voorkoming van sluipverkeer. Indieners van zienswijzen vinden dat met het Combinatiealternatief deze doelstelling waarschijnlijk niet wordt bereikt. Zij wijzen erop hoe het begrip duurzaam uit de hoofddoelstelling is geoperationaliseerd in de vorm van de volgende uitgangspunten: oplossingen moeten zoveel mogelijk toekomstvast zijn; oplossingen moeten rekening houden met milieu en leefbaarheid (waaronder barrièrewerking, geluid, lucht, landschap, natuur en water) van het omringende gebied; negatieve gevolgen voor natuur, landschap, water moeten zoveel mogelijk worden voorkomen dan wel, in tweede instantie, beperkt, verzacht of gecompenseerd; negatieve gevolgen voor de landbouw moeten zoveel mogelijk worden beperkt. In de Structuurvisie N 340/N48 wordt het bovenstaande verder geconcretiseerd op verschillende aspecten: Vorm, inrichting en functie van de weg; Intensiteit/Capaciteit (I/C)-verhouding; Verkeersveiligheid; Leefbaarheid; PIP N340 / N48 Zienswijzenota 105

106 Landbouw; Natuur, landschap en water; Regionale gebiedsontwikkeling. In de Structuurvisie zijn de verschillende alternatieven op de doelstelling en de uitwerking daarvan getoetst en is een afweging gemaakt door Provinciale Staten. Dit is uiteraard een politieke afweging want verschillende deels tegenstrijdige- belangen moeten worden afgewogen. Dit heeft geleid tot de keuze voor het Combinatiealternatief. Het beleid uit de provinciale Omgevingsvisie heeft daarin voor Provinciale Staten een belangrijke rol gespeeld. Ook de indieners van zienswijzen maken een eigen afweging en geven een gewicht aan deels tegenstrijdige- belangen. Omgevingsvisie en tracékeuze De provincie heeft in het kader van de Structuurvisie N 340/N48 van oktober 2009 de verschillende belangen bij de tracékeuze afgewogen. In het Provinciaal Inpassingsplan is het, in 2009 vastgesteld beleid, uit de provinciale Omgevingsvisie verwerkt en dan gaat het om de generieke keuzes, de ontwikkelingsperspectieven en de Gebiedskenmerken van provinciaal belang. Ook in de Structuurvisie N 340/N48 is het beleid uit de (toen nog ontwerp) Omgevingsvisie leidend geweest. Bij de Generieke keuzes uit de Omgevingsvisie gaat het samengevat vooral om: Toepassing SER-ladder: - bij voorkeur herbenutting/uitbreiding van bestaande voorzieningen/zuinig ruimtegebruik; Beperken versnippering en behouden van contrast tussen dynamische en luwe gebieden; Vrijwaren van: - Grondwaterbeschermingsgebieden; - landbouwontwikkelingsgebieden (LOG s); Instandhouding en ontwikkeling van Natura 2000-gebieden en Ecologische hoofdstructuur (EHS). Bij de Ontwikkelingsperspectieven en de Gebiedskenmerken van provinciaal belang in de Omgevingsvisie gaat het samengevat vooral om: Het Ontwikkelingsperspectief 6: hoofdinfrastructuur: vlot en veilig : prioriteit bij veiligheid en doorstroming met aandacht voor inpassing en vormgeving; N 340 betreft een autoweg; verbinding tussen stedelijk centrum en streekcentrum (100 km/uur); ontwikkeling gericht op doorstroming; Kwaliteitsambitie: contrast tussen dynamische en luwe gebieden versterken door infrastructuurnetwerk; Noordoost Overijssel (veenontginningen en Vechtdal) is contrastrijk: koesteren en versterken. Het Combinatiealternatief sluit in belangrijke mate aan bij de benadering volgens de SER-ladder (bestaande wegen waar mogelijk benutten), mijdt LOG s en de twee grondwaterbeschermingsgebieden Witharen en Vechterweerd, en gaat tussen Oudleusen en Varsen - via de bestaande maar te verbreden weg - door de Ecologische hoofdstructuur. Bij het noordelijke tracé wordt het grondwaterbeschermingsgebied Vechterweerd vermeden maar het grondwaterbeschermingsgebied Witharen doorsneden, evenals een LOG en de huidige Ecologische hoofdstructuur. Het contrast tussen dynamische en luwe gebieden komt enerzijds door het noordelijke tracé onder druk te staan en anderzijds biedt het noordelijke tracé kansen voor afwaardering van 106 PIP N340 / N48 Zienswijzennota

107 de huidige N 340 tot een erftoegangsweg (en de inrichting van de bestaande parallelwegen langs de N 340 tot fietspaden) en wordt het omringende gebied daar dan meer luw. Ook dit aspect is in 2009 door Provinciale Staten in de afweging betrokken. Het Combinatiealternatief voorkomt dat er een weg bijkomt (minder versnippering) en laat het bestaande contrast in Noordoost Overijssel in stand. Ook de resultaten vanuit de Planstudie PlanMER zijn door Provinciale Staten betrokken bij de tracékeuze. In de Structuurvisie en het statenvoorstel zijn deze in een samenvattende tabel opgenomen. Daaruit blijkt ook dat de verschillende alternatieven, waaronder het Noordelijk tracé en het Combinatiealternatief, elk hun eigen voor- en nadelen hebben. Provinciale Staten hebben rekening houdend met de -deels tegengestelde- invalshoeken en belangen uit de Omgevingsvisie en de resultaten van de Planstudie PlanMER en na afweging van alle belangen gekozen voor het Combinatiealternatief. In de Structuurvisie N 340/N48 is deze afweging uitgebreider opgenomen. De inspraakreacties op het voorontwerp Provinciaal Inpassingsplan en de zienswijzen op het ontwerp Provinciaal Inpassingsplan gaan in op dezelfde afwegingsaspecten als opgenomen in de Structuurvisie N 340/N48 van oktober Kostenvergelijking De kosten van het Combinatiealternatief worden door sommige indieners van zienswijzen veel hoger ingeschat dan die van de noordelijke variant, echter dit is niet een juist beeld. In 2009 zijn het Combinatiealternatief en het noordelijk tracé qua kosten op twee manieren met elkaar vergeleken. Bij die vergelijking is het knooppunt N 340/A28/Nieuwleusenerdijk buiten beschouwing gebleven. De investeringskosten van het Combinatiealternatief werden geraamd op 180 miljoen euro en het noordelijk tracé op 170 miljoen euro, prijspeil 2009 met een ramingsmarge van 30%, en exclusief het knooppunt N 340/A28/Nieuwleusenerdijk. Er is in 2009 ook een life cycle costs (LCC) analyse uitgevoerd ter vergelijking van het Combinatiealternatief met het Noordelijk tracé. Bij een LCC analyse worden niet alleen de kosten van de investeringen beschouwd, maar alle kosten in de totale levenscyclus van de infrastructuur en die worden (met een disconto/rentevoet) omgerekend naar één tijdstip. Er wordt dus ook rekening gehouden met de (extra) onderhoudskosten omdat in plaats van één weg bij keuze van het noordelijk tracé twee wegen onderhouden moeten worden. Het Combinatiealternatief was op basis van deze benadering voor de provincie circa 10 miljoen goedkoper dan het Noordelijk tracé (160 miljoen versus 170 miljoen euro). De kosten van de duurzaam veiliger inrichting van de N 377 zijn hier niet in betrokken. Als de N 340/N48 niet wordt opgewaardeerd dan zal de N 377 haar huidig snelheidsregime ook houden en ook duurzaam veiliger moeten worden ingericht. In deze context behoort de duurzaam veiliger inrichting van de N 377 tot de autonome ontwikkeling (referentiesituatie). Bij realisering van het noordelijk tracé gaat het snelheidsregime op de N 377 naar 80 km/uur. Bij dat snelheidsregime kunnen op de N 377 minder grootschalige maatregelen worden getroffen dan bij de handhaving van het huidige snelheidsregime van 100 km/h. Ten opzichte van de autonome situatie bespaart het noordelijk tracé dus kosten op het duurzaam veiliger maken van de N 377. In de kostenvergelijkingen die sommige indieners van zienswijzen maken (zie bijvoorbeeld en ) worden veel kostenposten voor het Combinatiealternatief opgevoerd en (te) weinig kostenposten voor een noordelijk tracé. Deze vergelijkingen zijn op deze wijze niet hanteerbaar. In de Reactienota naar aanleiding van de inspraakreacties op het voorontwerp Provinciaal Inpassingsplan is al ingegaan op de kostenvergelijking met onderstaand schema (kostenraming 2010): PIP N340 / N48 Zienswijzenota 107

108 Conclusie in de Reactienota n.a.v. de inspraakreacties op het voorontwerp Provinciaal Inpassingsplan: De kostenraming voor de N 340/N48 zelf (inclusief herinrichting van de oude weg) valt, na uitwerking van het wegontwerp, in miljoen euro hoger uit dan in De kostenraming voor de knooppunten van de N 340/N48 met de rijkswegen valt, na uitwerking van het wegontwerp, in miljoen euro hoger uit dan in Deze bedragen vallen binnen de in 2009 gehanteerde ramingsmarge van 30%. Het Combinatiealternatief is inmiddels nog verder uitgewerkt en de kostenraming is opnieuw geactualiseerd. De raming wordt daarbij steeds aangepast op het actuele prijspeil in verband met de inflatie. De actuele kostenraming van het Combinatiealternatief kan niet afgezet worden tegen de kostenraming van het (niet uitgewerkte) noordelijk tracé met prijspeil In de actuele kostenraming voor de N 340/N48 zijn bijvoorbeeld ook de ervaringen in 2011 met de passieve grondverwerving verwerkt en dit leidt tot een hogere kostenraming voor de grondverwerving, o.a. door hogere eenheidsprijzen per hectare. Dat zou bij het noordelijk tracé ook haar uitwerking hebben gehad in de kostenraming. Het Combinatiealternatief is inmiddels verder uitgewerkt en de kostenraming opnieuw geactualiseerd. De kostenraming voor de N 340/N48 bedraagt thans afgerond (exclusief aanpassing wegontwerpen Varsen en Arriërveld) 257,8 mln, prijspeil 2011, met een ramingsmarge van 20% en exclusief BTW. De kostenraming voor de N 377 bedraagt 20,9 mln, prijspeil 2012, met een ramingsmarge van 20% en exclusief BTW. Ramingen in Planstudies (zogenaamde SSK ramingen; SSK staat voor Standaard Systematiek voor Kostenramingen ) komen niet in concurrentie tot stand. De praktijk in de huidige marktsituatie is dat ten opzichte van deze SSK-ramingen de markt ca. 20% lager inschrijft bij de aanbestedingen en regelmatig zelfs daar onder. 108 PIP N340 / N48 Zienswijzennota

109 In het statenvoorstel voor de vaststelling van het Provinciaal Inpassingsplan wordt uitgegaan van een kostenraming die rekening houdt met: prijspeil 2014 (jaar van aanbesteding voor de N 340/N48, en jaar van aanbesteding van de meest kostenintensieve maatregelen bij de N 377), dat resulteert in het volgende bedrag: 290,5 mln. en een aanbesteding waarbij voor wat betreft de bouwkosten- rekening kan worden gehouden met kosten die 10 tot 20% onder deze SSK-raming liggen. In het Provinciaal Inpassingsplan zijn voor de knooppunten Arriërveld en Varsen, met het oog op het beschikbare budget, aangepaste wegontwerpen opgenomen, waardoor de kosten circa 17 mln lager uitvallen. De provincie stelt een taakstellend budget ter beschikking van 260 mln euro, opgebouwd uit de 40 mln euro die al beschikbaar was vanuit de vorige coalitieperiode, 210 mln euro vanuit de Kracht van Overijssel en 10 mln euro als bijdrage van de gemeente Zwolle (inclusief een BDU bijdrage die de gemeente voor haar investering ontvangt; bdu = brede doeluitkering ten behoeve van de uitvoering van integraal verkeer- en vervoerbeleid). Samenvattend overzicht kosten en financiering Project Raming prijspeil 2010 in mln en ex BTW Raming prijspeil 2011 N N 377 in mln en ex BTW (zonder vereenvoudigde wegontwerpen) N 340/N ,8 251,8 Raming prijspeil 2014 in mln en ex BTW (met vereenvoudigde wegontwerpen Varsen en Arriërveld) N ,9 21,6 Totaal 278,7 273,4 Totaal met 10% minder bouwkosten 249,4 Totaal met 20% minder bouwkosten 225,4 Taakstellend investeringsbudget N 340/N48 en N Voorziening extra beheer- en onderhoudskosten N340/N48 10 Totaal budget 260 PIP N340 / N48 Zienswijzenota 109

110 Motie Tweede Kamer verbreding N48 De motie van de Tweede Kamer om de verbreding van de N(3)48 van Hoogeveen naar Raalte mee te nemen in het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport is geen vastgesteld beleid en heeft niet geleid tot opname in (het ontwerp van) de rijks Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte. Een eventuele aanpassing van de N48, zo blijkt uit berekeningen in het verkeersmodel, leidt overigens niet tot een heel andere verkeersbelasting van de N 340. De N(3)48 faciliteert vooral noord-zuid verkeer en vice versa en het project N 340/N48 faciliteert het oost-west verkeer en vice versa. Het is ook zeker niet de bedoeling dat de N48 en de N 340 lange afstandsverkeer van de A28 over gaat nemen. N 377 en noordelijk tracé In de Structuurvisie N 340/N48 is het Combinatiealternatief samengesteld uit de onderzochte 14 alternatieven in de Planstudie PlanMER en gedefinieerd (zie tabel 4.2 op blz 24 van de Structuurvisie). Eén van de uitgangspunten van het Combinatiealternatief is (vandaar de naam Combinatie ) dat de N 377 in de afwikkeling van het oost-west verkeer een rol blijft vervullen. Hierover staat in de Structuurvisie onder meer de volgende tekst: Allereerst is uitgegaan van een niet afgewaardeerde N 377 om extra verkeersgroei op de opgewaardeerde N 340 tegen te gaan en extra druk op beschikbare wegcapaciteit te voorkomen. Die keuze is te rechtvaardigen omdat een opgewaardeerde N 340 er hoe dan ook voor zorgt dat de verkeersgroei op de N 377 beperkt blijft. De leefbaarheid in de kernen Balkbrug en Nieuwleusen zal niet verder afnemen. De N 340 en de N 377 zijn dus niet los van elkaar beoordeeld zoals een indiener van een zienswijze (019-05) schrijft). In de Structuurvisie is dit Combinatiealternatief samen met twee andere alternatieven geselecteerd voor de eindafweging. Bij de twee andere alternatieven gaat het om het noordelijke tracé vanaf Arriërveld rechtsreeks naar de A28 bij Zwolle, en het zogenaamde Netwerkalternatief 80 km/uur. Het Netwerkalternatief 80 km/uur gaat uit van de bestaande wegen(structuur) en snelheidsregimes en de aanpak van knelpunten als de spoorwegkruisingen. Het Netwerkalternatief wordt in de Structuurvisie afgewezen omdat het niet past bij uitgangspunten in de Omgevingsvisie zoals die voor de hoofdinfrastructuur. De eindafweging heeft zich dus toegespitst op het Combinatiealternatief en het Noordelijk tracé, waarbij de voor- en nadelen zijn afgewogen. Daaronder ook begrepen bij het noordelijk tracé- de mogelijkheden voor afwaardering van de N 377 tot een 80 km/uur weg en de afwaardering van de huidige N 340 tot een 60 km-uur weg. Gedeputeerde Staten hebben Provinciale Staten bij de behandeling van de Structuurvisie N 340/N48 toegezegd de N 377 veiliger in te richten, zo mogelijk voordat de N 340/N48 wordt aangepakt. Daartoe hebben Gedeputeerde Staten een Plan in Hoofdlijnen opgesteld waarin de te nemen maatregelen op de N 377 zijn opgenomen. Ook in de autonome ontwikkeling (zonder project N 340/N48) zou deze veiliger inrichting noodzakelijk zijn geweest. Bij keuze van een noordelijk tracé zou het snelheidsregime op de N 377 buiten de bebouwde kommen (nu 100 km/uur) worden teruggebracht naar 80 km/uur. Ook dan zouden maatregelen getroffen moeten worden voor een meer veilige inrichting maar dan afgestemd op een 80 km/uur weg, met bijvoorbeeld ook buiten de bebouwde kommen rotondes. In de Reactienota die door Gedeputeerde Staten is opgesteld naar aanleiding van de reacties op het ontwerp Plan in Hoofdlijnen voor de N 377 wordt ingegaan op de specifieke reacties vanuit de omgeving op de voorgestelde maatregelen op de N 377. Duurzame variant van Stichting Duurzaam door het Vechtdal In de zienswijzen op de ontwerp Structuurvisie en de inspraakreactie op het voorontwerp Provinciaal Inpassingsplan is de zogenoemde duurzame 110 PIP N340 / N48 Zienswijzennota

111 variant van de stichting Duurzaam door het Vechtdal ook naar voren gebracht (ook wel de 80++ variant genoemd). Deze variant combineert een 80 km/uur weg met ongelijkvloerse oplossingen. Een alternatief met ongelijkvloerse kruisingen en/of aansluitingen en 80 km/uur combineert kenmerken van een gebiedsontsluitingsweg (80 km/uur met 1x2 rijstroken) met die van een stroomweg (ongelijkvloerse kruisingen en aansluitingen en 2x1 strooks). Dit staat haaks op het principe van een duurzaam veilige inrichting van een weg waarbij uitgangspunt is dat de weginrichting het (snelheids-) gedrag moet oproepen dat bij de betreffende weg hoort. Daarbij speelt ook de handhaafbaarheid een rol. De effecten van de Duurzame variant worden door Duurzaam door het Vechtdal ten onrechte vergelijkbaar genoemd met het Netwerkalternatief 80, het meest milieuvriendelijk alternatief (mma), zoals onderzocht in de Planstudie PlanMER. De effecten op de verkeersintensiteiten en de effecten op het milieu door ruimtebeslag zijn bijvoorbeeld bij de Duurzame variant niet vergelijkbaar met de effecten van het Netwerkalternatief 80. Een weg met ongelijkvloerse oplossingen trekt veel meer verkeer van andere wegen en geeft veel meer ruimtebeslag en milieueffecten dan het Netwerkalternatief 80. Lange omleiding / noordelijk tracé Een indiener van een zienswijze (019-05) meent dat in de fase van de Planstudie PlanMER en de Structuurvisie het tracé vanaf Arriërveld rechtstreeks naar de A28 bij Zwolle ten onrechte Lange omleiding is genoemd, waardoor men in de afweging op het verkeerde been is gezet. In de Planstudie PlanMER is een groot aantal tracéalternatieven onderzocht. Zie afbeelding op blz 13 van de Structuurvisie. PlanMER afbeelding 3.1 Tracéalternatieven Ten opzichte van het bestaande tracé zijn verschillende tracés/omleidingen onderzocht, korter (bijvoorbeeld vanaf Oudleusen naar Arriërveld) of langer, vandaar de benaming Lange omleiding. De Lange omleiding, het noordelijk tracé, is de kortste verbinding vanaf Arriërveld naar de A28 bij Zwolle. Dat PIP N340 / N48 Zienswijzenota 111

112 is in de Structuurvisie N 340/N48 volstrekt duidelijk naar voren gekomen en in de afweging van Provinciale Staten betrokken. Zie bijvoorbeeld de tekst onderaan blz 26 van de Structuurvisie: De Lange omleiding 2x2 scoort van de drie alternatieven het beste op het thema verkeer, vervoer en economie. Het alternatief voldoet aan de normen van de doelstelling en geeft een verbetering ten aanzien van reissnelheid (ca. 7 minuten). Dit heeft vooral te maken met het feit dat de afstand wordt verkort, de capaciteit van de weg wordt vergroot en de snelheid wordt verhoogd tot 100 km/uur, waardoor het verkeer ongehinderd door kan rijden.. Doortrekking N36 naar Zwolle als vervanging N 340/N48 én N35 Een indiener van en zienswijze (019-03) pleit voor de doortrekking van de N36 vanaf Arriërveld rechtsreeks naar de A28 bij Zwolle via het noordelijke tracé. Hij ziet dit als een oplossing voor zowel het verkeer van oost naar west Overijssel v.v., als het verkeer van Twente naar Zwolle (in plaats van de N35) en Noord-Nederland: hij noemt het een Totaal verkeersplan In de Omgevingsvisie Overijssel hebben Provinciale Staten de hoofdinfrastructuur voor Overijssel opgenomen. De verbinding van Twente naar Zwolle gaat volgens die hoofdinfrastructuur via de op te waarderen N35. In dat kader heeft de provincie gekozen voor een marsroute om deze weg gefaseerd op te waarderen naar een regionale stroomweg met 2x2 rijstroken. Uit het verkeersmodel voor de N 340/N48 blijkt dat er via de N35 andere verkeersrelaties worden bediend dan via de N 340/N48 en dat de verschillende N 340 tracéalternatieven zoals onderzocht in de Planstudie PlanMER niet of nauwelijks invloed hebben op de verkeerstromen van Zwolle-Twente v.v. De N35 heeft een zelfstandige functie in de hoofdinfrastructuur die niet kan worden overgenomen door een doorgetrokken N36 vanaf Arriërveld naar Zwolle. Gezondheidsaspecten De (hinder-)aspecten geluidhinder, luchtverontreiniging en externe veiligheid bij wegverkeer in relatie tot gezondheid zijn opgenomen in de door Provinciale Staten vastgestelde Richtlijnen m.e.r. van juni Het onderzoek is in overeenstemming daarmee uitgevoerd. Er is geen apart Gezondheidsrapport gemaakt, de resultaten van het MER geven daartoe geen aanleiding en het maken van zo n rapport is niet wettelijk verplicht. In de onderzoeken en besluitvormingsstukken worden de aspecten geluidhinder, luchtverontreiniging en externe veiligheid gerangschikt onder woon- en leefmilieu en/of leefbaarheid. Bij de tracékeuze in 2009 is hiermee door Provinciale Staten rekening gehouden (zie statenvoorstel van juni 2009). Onderkend is dat het noordelijk tracé, doordat er veel minder bewoning is, vanuit louter de gezichtspunten woon- en leefmilieu en/of leefbaarheid beter scoort dan het Combinatiealternatief. Maar er is bij de tracékeuze sprake van afweging van meerdere belangen. Voor wat de betreft de gezondheidsaspecten moet uiteraard op z n minst aan de wettelijke randvoorwaarden voldaan worden. In de Planstudie BesluitMER en het Provinciaal Inpassingsplan is onderzocht en aangegeven dat de grenswaarden uit de Wet Milieubeheer na ingebruikname van de nieuwe N 340/N48 niet worden overschreden en dat ruimschoots wordt voldaan aan de grenswaarden voor stikstofdioxide (NO2) en fijn stof (PM10). Hiermee wordt voldaan aan artikel 5.16 lid 1 sub a van de Wet Milieubeheer. Dat ruimschoots wordt voldaan aan de wettelijke normen wordt hierna toegelicht. De inrichtingsvarianten en het voorkeursalternatief zijn in de Planstudie BesluitMER op NO2 en PM10 beoordeeld met 7 concentratieklassen. Bij de hoogste klasse wordt de grenswaarde van 40 µg/m³ overschreden. 112 PIP N340 / N48 Zienswijzennota

113 Indeling concentratieklassen NO2 in Planstudie BesluitMER 1 2 <15 µg/m³ µg/m³ PM µg/m³ µg/m³ µg/m³ µg/m³ µg/m³ µg/m³ 30-32,6 µg/m³ µg/m³ 32,6-38 µg/m³ µg/m³ µg/m³ 7 (boven grenswaarde) µg/m³ µg/m³ Bij de toetsing op NO2 bevinden bij het VKA alle adressen (behalve 1) zich binnen de laagste drie klassen. Als de directe omgeving bij de A28 (invloed A28) buiten beschouwing wordt gelaten dan vallen alle adressen binnen de laagste klasse voor NO2. Bij de toetsing op PM10 bevinden bij het VKA alle adressen zich in de tweede klasse. De beide scholen (Ankum en Oudleusen) liggen in de laagste concentratieklasse voor NO2 en de tweede concentratieklasse voor PM10. In de uitwerking van het Combinatiealternatief beoogt de provincie waar mogelijk een verbetering ten opzichte van de situatie zonder opwaardering van de N 340. Naar de mening van de provincie is dat voor het project als geheel geslaagd. Het in de Planstudie BesluitMER uitgewerkte voorkeursalternatief voor de inrichting houdt rekening met de gezondheidsaspecten, niet alleen door te letten op wettelijke normen maar bijvoorbeeld ook door een zorgvuldige tracering van de hoofdrijbaan waarbij gemiddeld genomen de afstand tot woningen en scholen wordt vergroot (zie ook beantwoording bij Le-09 en Le-02) en geluidsmaatregelen die verder gaan dan wettelijk is voorgeschreven. Dat betekent helaas niet dat het voor elke individuele bewoner een verbetering oplevert. Zie ook beantwoording bij Le-01 en Le-05. Detaillering ontwerp In de fase van Planstudie BesluitMER en Inpassingsplan is het logisch dat de inpassing en de aantakking van de N 340 op de N(3)48 en het onderliggende wegennet meer in detail zijn uitgewerkt dan in de fase van de Planstudie PlanMER. Het is dan ook logisch dat dit een uitgebreider beeld geeft dan in Tracering ter hoogte van Hessenpoort De keuze van het tracé van de N 340 bij Hessenpoort is gebaseerd op een afweging van een aantal verschillende belangen. Naast de milieubelangen is ook rekening gehouden met de economische belangen die verband houden met de gewenste beperkte zuidelijke uitbreiding van het bedrijventerrein Hessenpoort. De uitbreiding van dit bedrijventerrein is opgenomen in het Structuurplan Zwolle De uitbreiding van dit bedrijventerrein wordt op langere termijn gerealiseerd..dat is en blijft de reden om het tracé van de N 340 niet te projecteren naast de bestaande zuidelijke grens van het bedrijventerrein. Uit een oogpunt van milieu zou deze variant wellicht beter scoren dan de provinciale voorkeursvariant mits het gehele gebied ten zuiden van dat tracé dan van stedelijke ontwikkeling gevrijwaard zou blijven. Alles afwegende kiest de provincie daar niet voor. PIP N340 / N48 Zienswijzenota 113

114 De tracering van de N 340 ter hoogte van Hessenpoort is zorgvuldig afgewogen, waarbij rekening is gehouden met verschillende belangen, waaronder die van de Anningahof (zie ook beantwoording bij In-11). Ook bij een andere tracering ten zuiden van Hessenpoort zal het knooppunt van de N 340 met de A28 en Nieuwleusenerdijk gerealiseerd moeten worden en zal de situatie voor Hotel Van der Valk niet of nauwelijks wijzigen. Ruimtebeslag In de Planstudie PlanMER is het verschil in ruimtebeslag van de verschillende tracéalternatieven op hoofdlijnen met elkaar vergeleken en door Provinciale Staten betrokken in de afweging voor de tracékeuze. Bij realisering van het noordelijk tracé zouden naast de knooppunten met de A28 en de N36 aansluitingen worden gerealiseerd bij de Dommelerdijk en de Dedemsweg. Daarnaast zouden ongelijkvloerse kruisingen gerealiseerd moeten worden om de verkeersrelaties ten noorden en zuiden van de nieuwe weg te faciliteren. Bij het noordelijk tracé zou de huidige N 340 worden afgewaardeerd en heringericht. Er zou per saldo echter wel een complete weg zijn toegevoegd en dat leidt tot aanmerkelijk meer ruimtebeslag dan het Combinatiealternatief. Te wijken woningen In de Structuurvisie N 340/N48 is uitgegaan van 13 woningen die voor het Combinatiealternatief zouden moeten wijken. Eind 2009 is inspraak gehouden over de in de Planstudie BesluitMER te onderzoeken inrichtingsvarianten. Hieruit is de wens naar voren gekomen voor een tracering waarbij vooral steeds aan één zijde de weg wordt uitgebreid. Dit leidt er toe dat aan die zijde de woningen moeten wijken en dat aan de andere zijde de afstand tot de woningen groter wordt. Dit levert een win-win situatie op. Zie verder de beantwoording bij Le-09. Openbaar vervoer In de uitwerking van het wegontwerp is ook het openbaar busvervoer opgenomen. Zie hiervoor de beantwoording bij In-10. Het aanbod van openbaar busvervoer verdwijnt dus niet door het voorkeursalternatief. De invloed van de huidige busverbinding Ommen-Zwolle op het autogebruik is overigens zeer beperkt. Geluidsnormen De normen ten aanzien van geluid en andere criteria zijn niet aangepast. De Wet geluidhinder maakt onderscheid in Reconstructie en Nieuwe weg en de daarbij behorende geluidsnormen. Waar het Combinatiealternatief het bestaande tracé volgt, is sprake van Reconstructie en de daarbij geldende geluidsnormen. Zie verder de beantwoording bij Le-02. Nu-03 Toekomstvastheid De toekomstvastheid van de N 340/N48 is geborgd zodat de N 340/N48 op middellange en lange termijn haar functie als regionale stroomweg (100 km/h) goed kan vervullen. Dit in combinatie met de N 377 die in het Combinatiealternatief een functie houdt in de afwikkeling van het oost-west v.v. verkeer. De N 340/N48 is zodanig ontworpen dat deze voor voldoende capaciteit, doorstroming en veiligheid zorgt, onder meer door gedeelten in 2x2 rijstroken uit te voeren en door het ongelijkvloers uitvoeren van kruisingen en aansluitingen. Het knooppunt N 340/A28/Nieuwleusenerdijk is als geheel ongelijkvloers knooppunt in het Provinciaal Inpassingsplan opgenomen. Bij het knooppunt N48/N36 (Arriërveld) wordt in het vast te stellen provinciaal inpassingsplan uitgegaan van de bestaande rotonde. De (rijks-)rotonde Arriërveld kan de toekomstige verkeerstromen verwerken als hier op termijn verkeersregelinstallaties worden toegevoegd om de (ongelijke) verkeerstromen af te wikkelen, in combinatie met een geoptimaliseerde 114 PIP N340 / N48 Zienswijzennota

115 vormgeving van de rotonde. Het knooppunt Varsen is in het vast te stellen provinciaal inpassingsplan grotendeels als een ongelijkvloers knooppunt opgenomen. Alleen de (beperkte) verkeersstroom tussen de N 340 en de N 348 wordt niet geheel ongelijkvloers afgehandeld. Deze oplossing te Varsen kan de toekomstige verkeerstromen goed verwerken. Aan de doelstelling van het project van het project wordt voldaan (zie ook beantwoording bij Nu- 02). Fluctuaties in verkeersgroei, bijvoorbeeld als gevolg van hoog- of laagconjunctuur hebben op langere termijn maar beperkt invloed op het verkeersaanbod (intensiteit en daarmee de vereiste capaciteit). Er is in de Planstudie PlanMER een gevoeligheidsanalyse uitgevoerd waarin een scenario is doorgerekend met 50% minder groei van het aantal arbeidsplaatsen en inwoners in Noordoost Overijssel. Dat levert slechts een vermindering van de verkeersgroei op van 3% tot 4% in 2020 (zie paragraaf 3.5 in deel A van de Planstudie PlanMER N 340). Zie voor verdere beantwoording tevens Nu-01. In de door Provinciale Staten in oktober 2009 vastgestelde Structuurvisie is gekozen voor een stroomweg 100 km/uur met ongelijkvloerse kruisingen en aansluitingen. De wijze van inrichten van de weg en de maximum snelheid zijn nauw met elkaar verbonden. De weginrichting en het gewenste snelheidsgedrag moeten op elkaar zijn afgestemd. Een alternatief met ongelijkvloerse kruisingen en aansluitingen en 80 km/uur combineert kenmerken van een gebiedsontsluitingsweg (80 km/uur met 1x2 rijstroken) met die van een stroomweg (ongelijkvloerse kruisingen en aansluitingen en 2x1 strooks). Dit staat haaks op het principe van een duurzaam veilige inrichting van een weg waarbij uitgangspunt is dat de weginrichting het (snelheids-) gedrag moet oproepen dat bij de betreffende weg hoort. Daarbij speelt ook de handhaafbaarheid een rol. De gemiddelde snelheid op een 2-strooks 100 km-uur weg ligt hoger dan de gemiddelde snelheid op een 2-strooks 80 km/uur-weg. Het aangepaste wegontwerp bij Arriërveld zorgt voor circa een halve minuut extra reistijd. Dit leidt niet tot een wezenlijk andere reistijdvergelijking met andere alternatieven dan in 2009 bij de tracékeuze. Het aangepaste wegontwerp Varsen geeft geen reistijdvertraging op de N 340/N48. Nu-04 Nu-05 Relatie met programma Ruimte voor de Vecht en Voortvarend Varsen Vervallen. De opgave van het programma Ruimte voor de Vecht is ontstaan vanuit waterveiligheid. Het programma is vervolgens een gebiedsprogramma geworden en omvat het garanderen van de waterveiligheid, het creëren van een sociaaleconomische impuls en het realiseren van de natuuropgaven in het Vechtdal. Dit wordt gedaan in samenhang met andere ontwikkelingen en door versterking van de ruimtelijke kwaliteit in het gebied. De kern van het programma is de verdere toekomstvaste omvorming van de rivier de Vecht tot een veilige, herstelde halfnatuurlijke laaglandrivier. Tegelijkertijd worden de kansen en opgaven voor waterkwaliteit, natuur, recreatie, landbouw, landschap en cultuur hierbij betrokken. Het gaat om ontwikkelingen binnen een zone van circa vijf kilometer ten noorden en ten zuiden van de rivier. Ontwikkelingen en projecten binnen het Vechtdal, als bijvoorbeeld de N 340 zijn en worden afgestemd met het programma Ruimte voor de Vecht. De programma s Ruimte voor de Vecht en Voortvarend Varsen worden niet gedwarsboomd door het project N 340/N48. De provincie Overijssel ambieert een goede landschappelijke inpassing van de N 340/N48 over het gehele tracé. Het gaat de provincie niet alleen om de weg zelf maar ook om de wijdere omgeving. Het doel is om de weg zo goed mogelijk in het landschap in te passen, zodanig dat uiteindelijk sprake is van een landschappelijke versterking van weg én omgeving. De landschappelijke versterking van de weg en de omgeving is het leidende principe geweest bij het ontwerpproces van de N 340/N48. De provincie heeft dit principe uitgewerkt in de Landschappelijke Visie + Ontwerp, met een PIP N340 / N48 Zienswijzenota 115

116 bijbehorend beeldkwaliteitsplan voor de kunstwerken, zoals gevoegd bij de Planstudie BesluitMER N 340/N48. In dit ontwerp is rekening gehouden met het rivierenlandschap en de andere voorkomende landschapstypen. Hieraan is tevens uitwerking gegeven bij de verschillende knooppunten, waaronder het knooppunt Varsen. De vormgeving van het knooppunt is zodanig, dat het zuidoostelijke kwadrant van het knooppunt, voor wat betreft het ruimtebeslag, zo veel mogelijk wordt ontzien. Dit is gunstig voor het landschap, de aanwezige landbouw en de archeologische waarden. Deze landschapsvisie is ook leidend voor een investeringsprogramma/kwaliteitsimpuls voor de wijdere omgeving, dat de provincie met de bewoners wil (laten) uitvoeren. Dat moet zorgen voor een goede relatie tussen weg, landschap en leefomgeving. Een plan van aanpak hiervoor is door het Oversticht opgesteld samen met leden van de consultatiegroep N 340 (Plan van Aanpak Investeren in landschap en leefomgeving ). De meer noordelijke tracering van het westelijk deel van de nieuwe N 340 biedt kansen voor versterking van de ruimtelijke kwaliteit in dit gebied ( Vechtcorridor Noord genoemd). De gemeente Zwolle, in overleg met de gemeente Dalfsen en andere betrokkenen, pakt de uitwerking op van de Gebiedsontwikkeling Vechtcorridor Noord, vanaf de A28 langs het tracégedeelte van de nieuwe N 340 tot de spoorlijn, en bereidt hiervoor een Structuurvisie voor. In dat kader gaan gemeente en provincie na hoe het beeldenpark Anningahof opnieuw in deze corridor kan worden ingepast. Doel is een duurzame ontwikkeling van de Vechtcorridor Noord met een goed ingepaste oude en nieuwe N 340. Op deze manier levert het project N 340/N48 een bijdrage aan het programma Ruimte voor de Vecht. Bij de opwaardering van de N 340/N48 worden ook maatregelen getroffen zoals de toepassing van 2-laags ZOAB, de bouw van ecoducten en de aanleg van faunapassages, waardoor nadelige invloeden zoveel mogelijk worden verzacht of voorkomen danwel de situatie zelfs verbetert ten opzichte van de bestaande en/of autonome situatie. De provincie heeft in het kader van de Structuurvisie N 340/N48 (14 oktober 2009 vastgesteld door Provinciale Staten) de verschillende belangen bij de tracékeuze afgewogen waaronder de belangen van de Ecologische hoofdstructuur. Het beleid uit de Omgevingsvisie is daarbij van toepassing en dan gaat het om de generieke keuzes, de ontwikkelingsperspectieven en de Gebiedskenmerken van provinciaal belang. Zie verder de beantwoording bij Nu-02. Nu-06 Relatie met N 377 In de Structuurvisie N 340/N48 is het Combinatiealternatief samengesteld uit de onderzochte 14 alternatieven in de Planstudie PlanMER en gedefinieerd (zie tabel 4.2 op blz 24 van de Structuurvisie). Eén van de uitgangspunten van het Combinatiealternatief is (vandaar de naam Combinatie ) dat de N 377 in de afwikkeling van het oost-west verkeer een rol blijft vervullen. Hierover staat in de Structuurvisie onder meer de volgende tekst: Allereerst is uitgegaan van een niet afgewaardeerde N 377 om extra verkeersgroei op de opgewaardeerde N 340 tegen te gaan en extra druk op beschikbare wegcapaciteit te voorkomen. Die keuze is te rechtvaardigen omdat een opgewaardeerde N 340 er hoe dan ook voor zorgt dat de verkeersgroei op de N 377 beperkt blijft. De leefbaarheid in de kernen Balkbrug en Nieuwleusen zal niet verder afnemen. De N 340 en de N 377 zijn dus niet los van elkaar beoordeeld zoals een indiener van een zienswijze (019-02) verondersteld. In de Structuurvisie is dit Combinatiealternatief samen met twee andere alternatieven geselecteerd voor de eindafweging. Bij de twee andere alternatieven gaat het om het noordelijke tracé vanaf Arriërveld rechtsreeks naar de A28 bij Zwolle, en het zogenaamde Netwerkalternatief 80 km/uur. Het Netwerkalternatief 80 km/uur gaat uit van de bestaande wegen(structuur) en snelheidsregimes en de aanpak van knelpunten als de spoorwegkruisingen. Het Netwerkalternatief wordt in de Structuurvisie afgewezen omdat het niet past bij uitgangspunten in de Omgevingsvisie zoals die 116 PIP N340 / N48 Zienswijzennota

117 voor de hoofdinfrastructuur. De eindafweging heeft zich dus toegespitst op het Combinatiealternatief en het Noordelijk tracé, waarbij de voor- en nadelen zijn afgewogen. Daaronder ook begrepen bij het noordelijk tracé- de mogelijkheden voor afwaardering van de N 377 tot een 80 km/uur weg en de afwaardering van de huidige N 340 tot een 60 km-uur weg. Gedeputeerde Staten hebben Provinciale Staten bij de behandeling van de Structuurvisie N 340/N48 toegezegd de N 377 veiliger in te richten, zo mogelijk voordat de N 340/N48 wordt aangepakt. Daartoe hebben Gedeputeerde Staten een Plan in Hoofdlijnen opgesteld waarin de te nemen maatregelen op de N 377 zijn opgenomen. Ook in de autonome ontwikkeling (zonder project N 340/N48) zou deze veiliger inrichting noodzakelijk zijn geweest. Bij keuze van een noordelijk tracé zou het snelheidsregime op de N 377 buiten de bebouwde kommen (nu 100 km/uur) worden teruggebracht naar 80 km/uur. Ook dan zouden maatregelen getroffen moeten worden voor een meer veilige inrichting, maar dan afgestemd op een 80 km/uur weg, met bijvoorbeeld ook buiten de bebouwde kommen rotondes. In de Reactienota die door Gedeputeerde Staten is opgesteld naar aanleiding van de reacties op het ontwerp Plan in Hoofdlijnen voor de N 377 wordt ingegaan op de specifieke reacties vanuit de omgeving op de voorgestelde maatregelen op de N 377. De besluitvormingsprocessen van de N 340/N48 en de N 377 zijn naar inhoud en tijd op elkaar afgestemd. Een indiener van een zienswijze (019-02) meent dat in de fase van de Planstudie PlanMER en de Structuurvisie het tracé vanaf Arriërveld rechtstreeks naar de A28 bij Zwolle ten onrechte Lange omleiding is genoemd, waardoor men in de afweging op het verkeerde been is gezet. In de Planstudie PlanMER is een groot aantal tracéalternatieven onderzocht. Zie de afbeelding op blz 13 van de Structuurvisie. PIP N340 / N48 Zienswijzenota 117

118 PlanMER afbeelding 3.1 Tracéalternatieven Ten opzichte van het bestaande tracé zijn verschillende tracés/omleidingen onderzocht, korter (bijvoorbeeld vanaf Oudleusen naar Arriërveld) of langer, vandaar de benaming Lange omleiding. De Lange omleiding, het noordelijk tracé, is de kortste verbinding vanaf Arriërveld naar de A28 bij Zwolle. Dat is in de Structuurvisie N 340/N48 volstrekt duidelijk naar voren gekomen en in de afweging van Provinciale Staten betrokken. Zie bijvoorbeeld de tekst onderaan blz 26 van de Structuurvisie: De Lange omleiding 2x2 scoort van de drie alternatieven het beste op het thema verkeer, vervoer en economie. Het alternatief voldoet aan de normen van de doelstelling en geeft een verbetering ten aanzien van reissnelheid (ca. 7 minuten). Dit heeft vooral te maken met het feit dat de afstand wordt verkort, de capaciteit van de weg wordt vergroot en de snelheid wordt verhoogd tot 100 km/uur, waardoor het verkeer ongehinderd door kan rijden.. De provincie heeft de maatregelen zoals opgenomen in het (ontwerp) Plan in Hoofdlijnen N 377 na de ter inzage legging van het ontwerp Provinciaal Inpassingsplan N 340/N48 opgenomen in het oorspronkelijke verkeersmodel. Hieruit is gebleken dat de beoogde maatregelen niet leiden tot wezenlijk andere verkeersintensiteiten op de N 377 en de N 340/N48. Door het aanbrengen van een aantal extra verkeerslichten op de verschillende kruisingen op de N 377 wordt de weerstand van de weg licht verhoogd, wat tot gevolg heeft dat een klein percentage, 1 tot 2% meer gebruik zal maken van de N 340/N48. Dit berekende percentage valt binnen de normale onzekerheidsmarge van het model. Het aangepaste wegontwerp bij Arriërveld zorgt voor circa een halve minuut extra reistijd. Dit leidt niet tot een wezenlijk andere reistijdvergelijking met andere alternatieven dan in 2009 bij de tracékeuze. Het aangepaste wegontwerp Varsen geeft geen reistijdvertraging op de N 340/N PIP N340 / N48 Zienswijzennota