/1/R1 en /1/R1. Datum uitspraak: 26 juni 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "/1/R1 en /1/R1. Datum uitspraak: 26 juni 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK"

Transcriptie

1 Essentie uitspraak: Op grond van de circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen dient te worden verantwoord als het groepsrisico toeneemt of boven de oriëntatiewaarde ligt. De informatie in dit tekstkader geeft de interpretatie van weer. Voor het totaaloverzicht van de juridische overwegingen wordt verwezen naar de bijgevoegde uitspraak van de rechter/ Raad van State /1/R1 en /1/R1. Datum uitspraak: 26 juni 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak in het geding met zaaknr /1/R1 tussen: [appellant sub 1A], wonend te Dalfsen, appellant, en het college van gedeputeerde staten van Overijssel, verweerder, alsmede in het geding met zaaknr /1/R1 tussen: 1. [appellant sub 1B] en anderen, allen gevestigd en wonend te Dalfsen, 2. [appellant sub 2], wonend te Zwolle, 3. [appellant sub 1A], wonend te Dalfsen, 4. [appellant sub 4], wonend te Dalfsen, 5. [appellant sub 5A] en [appellant sub 5B], beiden wonend te Ommen, 6. [appellant sub 6], wonend te Dalfsen, 7. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Hotel-Café-Restaurant Zwolle B.V. (hierna: Van der Valk), gevestigd te Kampen, 8. [appellant sub 8], gevestigd te Dalfsen, 9. [appellant sub 9], gevestigd te Zwolle, waarvan de maten zijn [maten van appellant sub 9], allen wonend te Zwolle, 10. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Resort De Arendshorst, gevestigd te Ommen, 11. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Salland Oil, gevestigd te Hasselt, gemeente Zwartewaterland, 12. [appellant sub 12], wonend te Dalfsen, 13. [appellant sub 13], wonend te Dalfsen, 14. [appellant sub 14A] en [appellant sub 14B], beiden wonend te Dalfsen, 15. [appellant sub 15], wonend te Dalfsen, appellanten, en provinciale staten van Overijssel, verweerders. Procesverloop Bij besluit van 29 mei 2012 heeft het college van gedeputeerde staten hogere waarden als bedoeld in artikel 110a van de Wet geluidhinder (hierna: Wgh) vastgesteld ten behoeve van het inpassingsplan "N340/N48 Zwolle-Ommen". Tegen dit besluit heeft [appellant sub 1A] beroep ingesteld.

2 Bij besluit van 12 juli 2012 hebben provinciale staten het inpassingsplan "N340/N48 Zwolle-Ommen" vastgesteld. Tegen dit besluit hebben alle appellanten beroep ingesteld. Het college van gedeputeerde staten en provinciale staten hebben ieder voor het geding waarin zij verweerder zijn, een verweerschrift ingediend. De Stichting Advisering Bestuursrechtspraak voor Milieu en Ruimtelijke Ordening heeft desverzocht in elk geding een deskundigenbericht uitgebracht. Een aantal appellanten heeft een zienswijze daarop naar voren gebracht. Een aantal appellanten en het college van gedeputeerde staten en provinciale staten hebben nadere stukken ingediend. De Afdeling heeft de zaken gevoegd ter zitting behandeld op 22 april 2013, waar appellanten in persoon zijn verschenen en/of zich hebben doen vertegenwoordigen. Een aantal appellanten is niet verschenen en heeft zich evenmin doen vertegenwoordigen. Het college van gedeputeerde staten en provinciale staten hebben zich doen vertegenwoordigen. Overwegingen HET BESLUIT HOGERE WAARDEN 1. Vanwege het geluid van de nieuwe wegaanleg N340 alsmede de reconstructie van de A28 en de N340, zijn voor 21 woningen in Dalfsen en Zwolle hogere waarden vastgesteld. 2. Bij het bestreden besluit heeft het college van gedeputeerde staten voor de woning van [appellant sub 1A] aan de [locatie sub 1A] te Dalfsen een hogere waarde van 59 db vastgesteld vanwege de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting vanwege het wegverkeerslawaai voor de reconstructie van de N340. Aan het bestreden besluit ligt het akoestisch rapport van Witteveen+Bos "Akoestisch onderzoek N340/N48" van mei 2012 (hierna: het akoestisch onderzoek) ten grondslag. 3. Uit het deskundigenbericht dat ziet op het bestreden besluit volgt dat tussen de nieuwe aansluiting van de N340 op de A28 en de bestaande kruising van de N340 met de Ankummerdijk/Cubbinghesteeg, is voorzien in de aanleg van de N340 over een nieuw tracé. Vanaf voormelde kruising volgt de N340 grotendeels het bestaande tracé in oostelijke richting. Het perceel van [appellant sub 1A], met daarop een woning en kwekerij, is gelegen nabij het laatstgenoemde tracégedeelte. De woning is gelegen op een afstand van ongeveer 500 m ten oosten van de huidige kruising met de Cubbinghesteeg en ruim 50 m ten zuiden van de as van de huidige N340. Ter hoogte van de woning van [appellant sub 1A] zal de nieuwe N340 worden aangelegd als een autoweg met 2x2 rijstroken en een maximumsnelheid van 100 km/uur, met parallelwegen met een maximum snelheid van 60 km/uur. De afstand tussen de woning van [appellant sub 1A] en de N340 zal, gemeten vanaf het wegontwerp, ongeveer 28 m bedragen. De afstand tot de zuidelijke parallelweg zal ongeveer 14 m bedragen. 4. [appellant sub 1A] voert aan dat de parallelweg in het akoestisch onderzoek ten onrechte is aangemerkt als een akoestisch niet relevante weg. Er is bij de verkeersberekeningen uitgegaan van onjuiste weerstanden en rijsnelheden. [appellant sub 1A] voert in dit verband onder meer aan dat de etmaalintensiteit op de parallelweg van de Ankummerdijk naar de Leemculeweg op onjuiste wijze is berekend. De Engelandweg zal worden voorzien van een fietssluis, zodat het verkeer niet langer over die weg maar over de parallelweg zal gaan rijden. Voorts gaat veel verkeer uit veiligheidsoverwegingen via de verkeerslichten van de Koesteeg de N340 op. De veiligheidsoverweging om van de Koesteeg gebruik te maken zal echter als gevolg van het inpassingsplan vervallen, omdat daar een ongelijkvloerse kruising is voorzien. Bovendien is het volgens [appellant sub 1A] niet aannemelijk dat verkeer uit Dalfsen 700 m zal omrijden via de Koesteeg, uitsluitend omdat die weg net iets sneller is. Volgens [appellant sub 1A] zullen in 2028, anders dan de motorvoertuigen per etmaal (hierna: mvt/etmaal) waar provinciale staten van uitgaan, meer dan mvt/etmaal gebruik maken van de parallelweg, zodat sprake is van een reconstructie in de zin van de Wgh Het college van gedeputeerde staten heeft toegelicht dat het gehanteerde verkeersmodel naar de meest actuele inzichten is opgesteld. Met betrekking tot de verkeerscijfers van de gemeente Dalfsen heeft afstemming plaatsgevonden. De verdeling van het verkeer over de verschillende gemeentelijke wegen is

3 berekend op basis van de snelste reistijd en de beschikbare capaciteit. De etmaalintensiteit op de parallelweg van de Ankummerdijk naar de Leemculeweg is in het verkeersmodel berekend op mvt/etmaal in Ingevolge artikel 1 van de Wgh betreft een reconstructie van een weg een of meer wijzigingen op of aan een aanwezige weg ten gevolge waarvan uit akoestisch onderzoek als bedoeld in artikel 77, eerste lid, onder a, en artikel 77, derde lid, blijkt dat de berekende geluidsbelasting vanwege de weg in het toekomstig maatgevende jaar zonder het treffen van maatregelen ten opzichte van de geluidsbelasting die op grond van artikel 100, dan wel het bepaalde krachtens artikel 100b, aanhef en onder a, als de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting geldt met 2 db of meer wordt verhoogd. Ingevolge artikel 82, eerste lid, van de Wgh is, behoudens het in de artikelen 83, 100 en 100a bepaalde, de voor woningen binnen een zone ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting van de gevel, vanwege de weg, 48 db. Ingevolge artikel 83, eerste lid, van de Wgh, voor zover thans van belang, kan in nieuwe situaties voor de ter plaatse ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting als bedoeld in artikel 82, eerste lid, een hogere dan de in dat artikel genoemde waarde worden vastgesteld, met dien verstande dat deze waarde voor woningen in buitenstedelijk gebied 53 db niet te boven mag gaan. Ingevolge het derde lid, aanhef en onder b, kan bij toepassing van het eerste lid met betrekking tot woningen die reeds aanwezig of in aanbouw zijn, voor zover het woningen in buitenstedelijk gebied betreft voor de toekomstige geluidsbelasting vanwege een weg die nog niet is geprojecteerd een hogere dan de in dat lid genoemde waarde worden vastgesteld, met dien verstande dat deze waarde 58 db niet te boven mag gaan. Ingevolge artikel 100, eerste lid, van de Wgh is, behoudens het tweede en derde lid, de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting vanwege een te reconstrueren weg, van de gevel van woningen binnen de zone 48 db. Ingeval eerder bij of krachtens de Wgh [ ] een hogere waarde [ ] is vastgesteld dan 48 db, en de heersende waarde hoger is dan 48 db, geldt ingevolge artikel 100, tweede lid, van de Wgh, de laagste van de volgende twee waarden als de ten hoogste toelaatbare: a. de heersende waarde; b. de eerder vastgestelde. Ingeval de weg op 1 januari 2007 aanwezig [ ] was en niet eerder een hogere waarde [ ] is vastgesteld dan 48 db, en de heersende waarde hoger is dan 48 db, geldt ingevolge artikel 100, derde lid, van de Wgh, als de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting vanwege de te reconstrueren weg, van de gevel van woningen binnen de zone die op 1 januari 2007 aanwezig, in aanbouw of geprojecteerd was de heersende waarde. In geval van een te reconstrueren weg kan ingevolge artikel 100a voor de [ ] gevel van woningen een hogere waarde dan de ingevolge artikel 100 geldende worden vastgesteld, met dien verstande dat: a. de verhoging 5 db niet te boven mag gaan, behoudens in gevallen waarin: 1. ten gevolge van de reconstructie de geluidsbelasting van de gevel van ten minste een gelijk aantal woningen elders met een ten minste gelijke waarde zal verminderen, en 2. de wegbeheerder heeft verklaard dat hij financiële middelen ter beschikking stelt uiterlijk voor afloop van de reconstructie ten behoeve van de toepassing van artikel 90 of artikel 111, tweede of derde lid, met betrekking tot woningen die door de reconstructie een hogere geluidsbelasting ondervinden, en b. ingeval voor de betrokken woning eerder toepassing is gegeven aan artikel 83 of artikel 84, tweede lid, zoals dat luidde voor 1 september 1991 of, indien geen toepassing is gegeven aan het betrokken artikel en de heersende waarde 53 db niet te boven gaat, de waarde niet hoger mag worden gesteld dan: db bij een reconstructie van een weg in buitenstedelijk gebied en db bij een reconstructie van een weg in stedelijk gebied. Ingevolge het tweede lid mag de krachtens het eerste lid, onder a, te stellen hogere waarde niet hoger worden gesteld dan 68 db. Ingevolge het derde lid mag in afwijking van het tweede lid, ingeval eerder bij of krachtens

4 deze wet, [...] een hogere waarde dan 68 db is vastgesteld, de waarde niet hoger worden gesteld dan de eerder vastgestelde waarde Uit het akoestisch onderzoek blijkt dat de geluidsbelasting vanwege de parallelweg, uitgaande van een verkeersintensiteit van mvt/etmaal, niet meer zal bedragen dan 48 db. Voor zover [appellant sub 1A] aanvoert dat de aan het akoestisch onderzoek ten grondslag gelegde uitgangspunten onjuist zijn, waardoor de parallelweg ten onrechte als akoestisch niet relevant is aangemerkt, wordt als volgt overwogen. Volgens het deskundigenbericht staat vast dat de huidige geluidsbelasting vanwege de parallelweg lager is dan 48 db. Er is onderzocht of voor de berekening van de toekomstige geluidsbelasting vanwege de parallelweg is uitgegaan van een realistisch te achten verkeersmodel. Voor 2028 is uitgegaan van een verkeersstroom op de Hessenweg van mvt/etmaal met een rijsnelheid van 60 km/uur. Het verkeer bestaat in die toekomstige situatie blijkens de invoergegevens van het verkeersmodel voor ongeveer 99,8% uit lichte voertuigen. In het deskundigenbericht is vastgesteld dat voor de woning van [appellant sub 1A] in het akoestisch rapport geen berekening van de toekomstige geluidsbelasting vanwege de parallelweg is opgenomen, zodat in zoverre niet kan worden vastgesteld of maar net aan de grenswaarde wordt voldaan. In dat geval zou een verhoging van de verkeersintensiteit met 15-20% resulteren in een overschrijding van de grenswaarde van 48 db. In een door provinciale staten overgelegde reactie op het gebruikte verkeersmodel van Goudappel Coffeng van 8 november 2012 is erkend dat in het verkeersmodel voor een deel feitelijk onjuiste rijsnelheden zijn gehanteerd. Volgens Goudappel Coffeng zijn de verkeersintensiteiten echter geverifieerd aan de hand van tellingen, zodat het model een goede afspiegeling van de werkelijkheid is. In het deskundigenbericht wordt hierbij aangetekend dat de verificatie van het verkeersmodel op basis van verkeerstellingen uitsluitend betrekking heeft gehad op de huidige situatie. Het lijkt niet uitgesloten dat foutieve uitgangspunten ten aanzien van de rijsnelheid een ongewenste invloed kunnen hebben op de berekende toekomstige verkeersintensiteiten. In het deskundigenbericht wordt desalniettemin geconcludeerd dat het, hoewel het verkeersmodel met name voor de toekomstige situatie geen harde gegevens kan genereren, op voorhand niet aannemelijk is dat de afwijking van de berekende toekomstige verkeersintensiteit zo groot zal zijn, dat de geluidsbelasting vanwege de parallelweg hoger zal zijn dan 48 db. Voorts heeft het college van gedeputeerde staten zich op het standpunt gesteld dat het verkeer zowel bij openstelling als bij afsluiting van de Engelandweg over de parallelweg bij [appellant sub 1A] zal blijven rijden, zodat dit niets uitmaakt voor de verkeersintensiteit op de parallelweg ter hoogte van het perceel van [appellant sub 1A]. In hetgeen [appellant sub 1A] heeft aangevoerd kan geen grond worden gevonden voor het oordeel dat dit standpunt van het college van gedeputeerde staten niet kan worden gevolgd. Ten aanzien van het betoog van [appellant sub 1A] dat veel verkeer thans uit veiligheidsoverwegingen via de Koesteeg de N340 oprijdt, wordt overwogen dat deze stelling niet nader is gestaafd. Overigens wordt overwogen dat een verkeersmodel geen rekening houdt met gevoelens van onveiligheid maar uitgaat van de weg van de minste weerstand. Dit is veelal de route die de minste tijd kost, zodat het college van gedeputeerde staten zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat over de Koesteeg zal worden gereden omdat deze route sneller is. Ten aanzien van het betoog van [appellant sub 1A] dat in het akoestisch onderzoek geen rekening is gehouden met tractoren, heeft het college van gedeputeerde staten uiteengezet dat tractoren in de categorie-indeling van de Standaardrekenmethode II, Reken- en meetvoorschrift geluidhinder 2006, volgens welke methode het akoestisch onderzoek is uitgevoerd, vallen onder de categorie lichte motorvoertuigen. Nu in het akoestisch onderzoek rekening is gehouden met een aandeel lichte voertuigen in elke etmaalperiode, heeft het college van gedeputeerde staten zich in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat tractoren in voldoende mate zijn betrokken in het akoestisch onderzoek. Gezien het vorenstaande en in aanmerking genomen hetgeen in het deskundigenbericht is geconcludeerd ten aanzien van het gebruikte verkeersmodel, heeft het college van gedeputeerde staten zich naar het oordeel van de Afdeling in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat hetgeen [appellant sub 1A] heeft aangevoerd niet afdoet aan de betrouwbaarheid van dat verkeersmodel. De parallelweg is gelet op het vorenstaande terecht als akoestisch niet relevant aangemerkt, zodat vanwege het geluid van de parallelweg geen hogere waarde behoefde te worden vastgesteld. 5. Ten aanzien van het besluit voor de woning van [appellant sub 1A] aan de [locatie sub 1A] te Dalfsen een hogere grenswaarde van 59 db vast te stellen in verband met de reconstructie van de N340, wordt als volgt overwogen.

5 6. Blijkens het akoestisch onderzoek bedraagt de actuele geluidsbelasting vanwege de N340 ter plaatse van de woning van [appellant sub 1A] 57,87 db(a). Door de reconstructie van die weg zal, indien geen maatregelen ter beperking van de geluidsbelasting worden genomen, de geluidsbelasting toenemen tot 61,37 db(a) in Hieruit volgt dat sprake is van een toename van meer dan 2 db, hetgeen een reconstructie in de zin van artikel 1 van de Wgh impliceert. Uit het deskundigenbericht volgt dat voor de woning van [appellant sub 1A] niet eerder een hogere waarde voor de toelaatbare geluidsbelasting vanwege wegverkeerslawaai is vastgesteld, zodat als voorkeursgrenswaarde voor de geluidsbelasting de heersende waarde van 58 db geldt. Indien de toename niet kan worden tenietgedaan door het treffen van maatregelen, dient een hogere waarde te worden vastgesteld. Ingevolge artikel 100a, tweede lid, van de Wgh is deze waarde maximaal 68 db. 7. Voor zover [appellant sub 1A] betoogt dat in het akoestisch onderzoek is uitgegaan van een onjuiste ligging van de ten westen van haar woning te realiseren invoegstrook ten behoeve van de N340, zodat mogelijk een te lage waarde voor de geluidsbelasting vanwege de N340 is berekend, faalt dit betoog. Hierbij betrekt de Afdeling dat in het deskundigenrapport is vermeld dat, hoewel de invoegstrook op kortere afstand van de woning van [appellant sub 1A] is gesitueerd dan waar in het akoestisch onderzoek van is uitgegaan, de invloed van de exacte modellering van het verkeer op de invoegstrook op de geluidsbelasting ter plaatse van de woning, gelet op de verkeersintensiteit, de ligging van de invoegstrook op korte afstand van de hoofdrijbaan en de afstand tot de woning, zeer beperkt zal zijn. Ten aanzien van het betoog van [appellant sub 1A] dat het akoestisch onderzoek had moeten worden verricht met inachtneming van een zonebreedte van de N340 van 600 m in plaats van 400 m, wordt overwogen dat, hoewel ter zitting van de zijde van het college van gedeputeerde staten is bevestigd dat in het akoestisch onderzoek ten onrechte van een zonebreedte van 400 m is uitgegaan, in het deskundigenbericht is uiteengezet dat een verruiming van het onderzoeksgebied naar een zonebreedte van 600 m in de situatie van [appellant sub 1A] geen enkel gevolg heeft voor de berekende geluidsbelasting en de op basis daarvan vastgestelde hogere waarde. Het vorenstaande is door [appellant sub 1A] niet met objectieve gegevens betwist. 8. Voorts voert [appellant sub 1A] aan dat voor haar woning een hogere grenswaarde is vastgesteld omdat aanvullende, financieel doelmatige, geluidreducerende maatregelen niet afdoende zullen zijn om de geluidsbelasting tot onder de grenswaarde terug te brengen. Hieruit kan volgens [appellant sub 1A] worden opgemaakt dat alternatieven om de geluidsbelasting naar beneden te brengen volgens het provinciebestuur te duur zijn. Volgens [appellant sub 1A] is het onaanvaardbaar dat financiële afwegingen boven haar woongenot worden gesteld Ingevolge artikel 110a, eerste lid, van de Wgh, gelezen in samenhang met het zevende lid van dit artikel is, ingeval van de aanleg of reconstructie van een weg in beheer van een provincie, het college van gedeputeerde staten van de provincie waarbinnen de weg is gelegen bevoegd tot het vaststellen van een hogere waarde voor de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting. Ingevolge het derde lid kan deze waarde ambtshalve of op verzoek van degenen die daartoe bij algemene maatregel van bestuur zijn aangewezen, worden vastgesteld. Ingevolge het vijfde lid vindt het eerste en tweede lid slechts toepassing indien toepassing van maatregelen, gericht op het terugbrengen van de geluidsbelasting vanwege [...] de weg [...] van de gevel van de betrokken woningen [...] tot de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting onvoldoende doeltreffend zal zijn dan wel overwegende bezwaren ontmoet van stedenbouwkundige, verkeerskundige, vervoerskundige, landschappelijke of financiële aard. Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat de in dit lid bedoelde bevoegdheid enkel in bij die maatregel aan te geven gevallen kan worden toegepast. Ingevolge het zesde lid geeft het college van gedeputeerde staten, voor zover van belang, indien artikel 110f van toepassing is, slechts toepassing aan het derde lid voor zover de gecumuleerde geluidsbelastingen na de correctie op grond van artikel 110f, derde lid, niet leiden tot een naar zijn oordeel onaanvaardbare geluidsbelasting Het college van gedeputeerde staten heeft bij de beoordeling van de financiële doelmatigheid van maatregelen de Regeling doelmatigheid geluidmaatregelen Wet geluidhinder van 14 december 2009 (hierna: Regeling doelmatigheid geluidmaatregelen Wgh) toegepast. Er is niet aannemelijk gemaakt dat het college van gedeputeerde staten niet in redelijkheid heeft kunnen uitgaan van deze regeling.

6 8.3. Ingevolge artikel 1 van de Regeling doelmatigheid geluidmaatregelen Wgh, gelezen in samenhang met artikel 7, eerste lid, wordt onder geluidreductie verstaan het verschil tussen de toekomstige geluidsbelasting, die door geluidsgevoelige objecten zou worden ondervonden vanwege een weg of spoorweg in de situatie zonder maatregelen, en de toekomstige geluidsbelasting vanwege een weg of spoorweg in de situatie dat geluidbeperkende maatregelen getroffen zijn. Ingevolge artikel 3 is een geluidbeperkende maatregel als bedoeld in tabel 1 en tabel 2 van bijlage 1 financieel doelmatig, indien het aantal maatregelpunten van de geluidbeperkende maatregel niet hoger is dan het aantal reductiepunten behorende bij het cluster waar de maatregel voor is bedoeld. Ingevolge het tweede lid is een geluidbeperkende maatregel, in afwijking van het eerste lid, niet financieel doelmatig, indien uit het akoestisch onderzoek blijkt dat: a. toepassing van de geluidbeperkende maatregel de grootste geluidreductie oplevert voor het cluster, b. het aantal maatregelpunten voor deze maatregel hoger is dan het aantal maatregelpunten voor een andere geluidbeperkende maatregel die een gelijke of nagenoeg gelijke geluidreductie kan realiseren, en c. in vergelijking met de andere maatregel de extra maatregelpunten niet in redelijke verhouding staan tot de extra geluidreductie die door het treffen van deze maatregel bereikt kan worden. Ingevolge artikel 6, tweede lid, worden overdrachtsmaatregelen bij de toepassing van deze regeling uitsluitend in overweging genomen voor zover deze maatregelen leiden tot een afname van de geluidsbelasting van ten minste 5 db op ten minste een geluidsgevoelig object in een cluster Uit het akoestisch onderzoek volgt dat de woning van [appellant sub 1A] is opgenomen in cluster 301. De aanleg van dubbellaags ZOAB over een lengte van 1106 m is hier volgens het akoestisch onderzoek doelmatig. Dan resteren echter nog twee woningen in het cluster, waaronder die van [appellant sub 1A], waar de door de reconstructie ontstane toename van de geluidsbelasting niet geheel wordt weggenomen. De toepassing van geluidschermen met een hoogte van 2 m en een lengte van 88,87 m is op basis van de voor deze twee woningen geldende 7800 reductiepunten mogelijk, maar niet doelmatig, aangezien de maximaal te realiseren geluidsreductie met die schermen slechts 2,44 db bedraagt en een scherm met een reductie van minder dan 5 db ingevolge artikel 6, tweede lid, van de Regeling doelmatigheid geluidmaatregelen Wgh niet doelmatig is te achten. [appellant sub 1A] heeft niet aannemelijk gemaakt dat de gehanteerde beoordelingsmethodiek, wat betreft de doelmatigheid van geluidbeperkende maatregelen, als zodanig niet in overeenstemming is met het bepaalde in de Regeling doelmatigheid geluidmaatregelen Wgh. Op basis van de doelmatigheidstoets diende derhalve vanwege het geluid van de N340 een hogere waarde van 59 db te worden vastgesteld voor de woning van [appellant sub 1A]. 9. Het beroep van [appellant sub 1A] tegen het besluit tot vaststelling van een hogere waarde is ongegrond. HET INPASSINGSPLAN Toetsingskader 10. Bij de vaststelling van een inpassingsplan hebben provinciale staten beleidsvrijheid om bestemmingen aan te wijzen en regels te geven die zij uit een oogpunt van een goede ruimtelijke ordening nodig achten. De Afdeling toetst deze beslissing terughoudend. Dit betekent dat de Afdeling aan de hand van de beroepsgronden beoordeelt of aanleiding bestaat voor het oordeel dat provinciale staten zich niet in redelijkheid op het standpunt hebben kunnen stellen dat het plan strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening. Voorts beoordeelt de Afdeling aan de hand van de beroepsgronden of het bestreden besluit anderszins is voorbereid of genomen in strijd met het recht. Ontvankelijkheid 11. Provinciale staten betogen dat het beroep van [appellant sub 1B] en anderen niet-ontvankelijk dient te worden verklaard, omdat zij geen zienswijze naar voren hebben gebracht tegen het ontwerpplan Ingevolge artikel 8.2, eerste lid, van de Wro, zoals dat luidde ten tijde van belang, en artikel 6:13 van de Awb kan beroep slechts worden ingesteld tegen het besluit tot vaststelling van een bestemmingsplan door de belanghebbende die tegen het ontwerpplan tijdig een zienswijze naar voren heeft gebracht.

7 Dit is slechts anders indien een belanghebbende redelijkerwijs niet kan worden verweten dat hij niet tijdig een zienswijze naar voren heeft gebracht. Onder verwijzing naar twee door hen overgelegde formulieren hebben [appellant sub 1B] en anderen desverzocht uiteengezet dat [appellant sub 1B] tijdens de periode van terinzagelegging van het ontwerpinpassingsplan één van deze formulieren heeft ingevuld met behulp van medewerkers van de provincie. Volgens [appellant sub 1B] en anderen dient dit formulier te worden aangemerkt als zienswijze tegen het ontwerpinpassingsplan. De Afdeling acht niet aannemelijk gemaakt dat [appellant sub 1B] en anderen zienswijzen tegen het ontwerpinpassingsplan naar voren hebben gebracht. In dit verband wordt van belang geacht dat de niet ondertekende, door [appellant sub 1B] en anderen overgelegde formulieren ongedateerd zijn en voorzien van de tekst "Reactieformulier voor inspraakreactie op het voorontwerp provinciaal inpassingsplan N340/N48 en/of de Planstudie BesluitMer N340/N48". Dit duidt er veeleer op dat de desbetreffende formulieren, wat hier verder van zij, zijn ingediend als inspraakreactie. Voor zover [appellant sub 1B] ter zitting heeft aangevoerd dat de desbetreffende formulieren tevens namens hem door medewerkers van de provincie zouden zijn ingebracht in de zienswijzeprocedure, wordt overwogen dat dit door [appellant sub 1B] niet aannemelijk is gemaakt. Bovendien is van de zijde van de provincie betwist dat deze formulieren in de zienswijzeprocedure zijn ingebracht. Door [appellant sub 1B] en anderen zijn geen omstandigheden naar voren gebracht op grond waarvan dient te worden geoordeeld dat hen redelijkerwijs niet kan worden verweten dat zij niet tijdig een zienswijze naar voren hebben gebracht Het beroep van [appellant sub 1B] en anderen is niet-ontvankelijk. 12. De Afdeling overweegt verder dat [appellant sub 1A] beroepsgronden heeft aangevoerd tegen de plandelen voor de knooppunten Arriërveld (N48/N36) en Varsen (N340/N48/N348). Door [appellant sub 1A] is niet betwist dat de afstand van haar woning tot het knooppunt Varsen ongeveer 10,8 km bedraagt en de afstand tot het knooppunt Arriërveld ongeveer 14,1 km. Mede gelet op de aard en omvang van de ruimtelijke ontwikkelingen die op deze door [appellant sub 1A] bestreden plandelen mogelijk worden gemaakt, is deze afstand naar het oordeel van de Afdeling te groot om een rechtstreeks bij deze plandelen betrokken belang te kunnen aannemen. Voorts heeft [appellant sub 1A] geen feiten of omstandigheden aangevoerd in verband waarmee zou moeten worden geoordeeld dat ondanks deze afstand een objectief en persoonlijk belang van haar rechtstreeks door deze onderdelen zou worden geraakt. Voor zover [appellant sub 1A] aanvoert dat zij als belanghebbende dient te worden aangemerkt omdat zij regelmatig gebruik maakt van de knooppunten Arriërveld en Varsen, wordt overwogen dat zij hiermee niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij in zoverre een bijzonder, individueel belang heeft, welk belang zich in voldoende mate onderscheidt van dat van andere weggebruikers. De conclusie is dat [appellant sub 1A] geen belanghebbende is bij het bestreden besluit wat betreft de plandelen met de bestemming "Verkeer" voor de knooppunten Arriërveld en Varsen, als bedoeld in artikel 1:2, eerste lid, van de Awb en dat zij daartegen ingevolge artikel 8.2, eerste lid, van de Wro, zoals dit luidde ten tijde van belang, geen beroep kan instellen Het beroep van [appellant sub 1A] is in zoverre niet-ontvankelijk. Het inpassingsplan 13. In de plantoelichting staat dat de provinciale weg N340/N48 in de Omgevingsvisie Overijssel is aangewezen als een belangrijke schakel in de hoofdinfrastructuur van Noord-Overijssel. De weg is belangrijk voor de regionale ontwikkeling. Hij zorgt voor de primaire ontsluiting van Noordoost-Overijssel en vormt de verbinding tussen de economische centra Hardenberg en Zwolle. De N340/N48 heeft verder een belangrijke ontsluitingsfunctie voor Ommen, Dalfsen en Oudleusen. Een verdere verkeersgroei en een vlotte en veilige doorstroming op de huidige N340/N48 is echter niet meer mogelijk. De huidige inrichting en vormgeving van de N340/N48 zijn niet duurzaam veilig en kunnen verdere verkeersgroei zonder aanpassingen niet verantwoord opvangen. Zonder maatregelen komt de bereikbaarheid van de kernen en economische centra langs de N340/N48 onder druk te staan en neemt de verkeersonveiligheid verder toe. Verdere verkeersgroei zal leiden tot een toename van de barrièrewerking voor mens en dier, een verslechtering van de luchtkwaliteit en een toename van geluidshinder. Als gevolg hiervan zal de leefbaarheid langs de N340/N48 afnemen. De N340 kan in samenhang met de N48 tot de omleiding Ommen en de aansluiting op de A28, steeds moeilijker haar functie vervullen als belangrijke regionale oost-westverbinding. Hierdoor ontstaat sluipverkeer en neemt ook de druk

8 op het onderliggende wegennet toe. Dit sluipverkeer leidt op het onderliggende wegennet tot een toename van de verkeersonveiligheid en een afname van de leefbaarheid. Gelet hierop is de volgende hoofddoelstelling voor het inpassingsplan geformuleerd: 'het zo duurzaam mogelijk verbeteren van de doorstroming, verkeersveiligheid en de leefbaarheid op en in de omgeving van de N340/N48, als onderdeel van de totale regionale oost-westverbinding en met voorkoming van sluipverkeer'. Daarnaast is aanvullend de volgende doelstelling geformuleerd: 'een aangepaste of nieuwe N340/N48 moet de regionale gebiedsontwikkeling ondersteunen, aldus de plantoelichting. 14. Het inpassingsplan voorziet in een opwaardering van de N340/N48 Zwolle-Ommen tot een regionale stroomweg met een maximaal toegestane snelheid van 100 km/uur met ongelijkvloerse kruisingen en aansluitingen. Er is gekozen voor het Combinatiealternatief. Hierbij gaat het om een autoweg met 2x1 en deels 2x2 rijstroken. Er is voorzien in een nieuwe aansluiting van de N340 op de A28 en vanaf daar een nieuw tracé tot het punt waar de N340 de Ankummerdijk kruist. Daarna volgt de weg de huidige route van de N340 tot Varsen en vervolgens de N348 tot Arriërveld. Daar sluit de weg aan op de omleiding Ommen, de rijksweg N36. De huidige N340 tussen de A28 en de Ankummerdijk wordt afgewaardeerd naar een erftoegangsweg. Onderdeel van het Combinatiealternatief is ook dat de N377 Lichtmis-Slagharen mede een functie blijft vervullen in de afwikkeling van het oost/west verkeer en west/oost verkeer. De N377 wordt daarvoor duurzaam veiliger ingericht, met behoud van hetzelfde snelheidsregime. Algemene en formele aspecten 15. [appellant sub 4] en Resort De Arendshorst voeren aan dat in de zienswijzenota niet concreet op de zienswijzen van indieners wordt ingegaan. [appellant sub 5A] en [appellant sub 5B] betogen dat in de zienswijzenota ten onrechte niet is ingegaan op hun zienswijze betreffende een onteigeningstitel ten behoeve van de verlegging van de Bossteeg. [appellant sub 6] betoogt dat onvoldoende is ingegaan op zijn zienswijze betreffende de doorsnijding van de ecologische hoofdstructuur. Artikel 3:46 van de Awb verzet zich er niet tegen dat provinciale staten de zienswijzen samengevat weergeven. Dat niet op ieder argument ter ondersteuning van een zienswijze afzonderlijk is ingegaan en/of op sommige punten wordt verwezen naar de Structuurvisie en eerdere reactienota s, is op zichzelf geen aanleiding voor het oordeel dat het bestreden besluit niet voldoende is gemotiveerd. Niet is gebleken dat bepaalde bezwaren of argumenten van [appellant sub 4], Resort De Arendshorst, [appellant sub 5A] en [appellant sub 5B] en [appellant sub 6] niet in de overwegingen zijn betrokken. 16. Voor zover een aantal appellanten, waaronder [appellant sub 15] en [appellant sub 14B], in hun beroepschrift heeft verwezen naar de inhoud van hun zienswijze, overweegt de Afdeling dat in de overwegingen van het bestreden besluit is ingegaan op de zienswijzen. Appellanten hebben geen redenen aangevoerd waarom de weerlegging van hun zienswijzen in het bestreden besluit onjuist zou zijn. Ecologische hoofdstructuur 17. [appellant sub 4], Resort De Arendshorst, en [appellant sub 13] voeren aan dat het Combinatiealternatief leidt tot een aantasting van de ecologische hoofdstructuur (hierna: EHS). [appellant sub 13] wijst er in dit verband op dat niet wordt voldaan aan de voorwaarde uit de Omgevingsverordening Overijssel dat er geen reële alternatieven aanwezig zijn. Het noordelijke tracé, het zogenoemde alternatief Lange Omleiding, kent immers nagenoeg geen schadelijke effecten voor de EHS, zodat dit een reëel alternatief betreft. [appellant sub 4] en Resort De Arendshorst voeren aan dat geen sprake is van een groot openbaar belang dat aantasting van de EHS rechtvaardigt. [appellant sub 4] en Resort De Arendshorst voeren verder aan dat onvoldoende is verzekerd dat de compensatie daadwerkelijk wordt gerealiseerd nu ten tijde van de vaststelling van het inpassingsplan niet duidelijk was wanneer de algemene herijking en herbegrenzing van de EHS zouden plaatsvinden Provinciale staten stellen zich op het standpunt dat in de huidige situatie de N340 ook een doorsnijding van en een barrière in de EHS vormt, zonder dat faunavoorzieningen aanwezig zijn. De barrièrewerking van de nieuwe weg zou zonder voorzieningen groter worden, maar juist daarom is een groot aantal faunavoorzieningen in het plan opgenomen. Het profiel van de nieuwe weg is ter plekke van de EHS bovendien smal gehouden om een aantasting zoveel mogelijk te beperken In de Omgevingsverordening Overijssel is de EHS als zodanig aangewezen.

9 Ingevolge artikel 2.7.2, eerste lid, van de Omgevingsverordening Overijssel wordt het werkingsgebied van titel 2.7 begrensd door de geometrische plaatsbepaling van de EHS op de kaart EHS, Overige natuur en Nationale Landschappen nr Ingevolge het derde lid, aanhef en onder a, sub i, kan het college van gedeputeerde staten bij besluit de begrenzing van het werkingsgebied bedoeld in het eerste lid wijzigen ten behoeve van de uitvoering van aanpassing van de EHS uit ecologische en sociaaleconomische overwegingen Bij besluit van 11 januari 2011 heeft het college van gedeputeerde staten overeenkomstig de Omgevingsverordening Overijssel besloten dat de plangrens van het inpassingsplan de nieuwe EHS-grens wordt bij de vaststelling van het inpassingsplan. Als het inpassingsplan niet wordt vastgesteld, blijft de huidige EHSgrens van kracht. Natuurwaarden die verloren gaan moeten worden gecompenseerd overeenkomstig het provinciaal compensatiebeleid, aldus het besluit van het college van gedeputeerde staten In zijn vergadering van 5 juni 2012 heeft het college van gedeputeerde staten besloten het inpassingsplan voor besluitvorming naar provinciale staten te sturen. Het Compensatieplan is als bijlage bij het inpassingsplan gevoegd In het Compensatieplan staat dat op grond van artikel 2.7.2, derde lid, aanhef en onder a, sub i, van de Omgevingsverordening Overijssel het college van gedeputeerde staten heeft besloten de begrenzing van het werkingsgebied van de EHS aan te passen ten behoeve van de uitvoering van aanpassing van de EHS uit ecologische en sociaaleconomische overwegingen. De grens van de nieuwe weg wordt de nieuwe grens van de EHS De Afdeling vat de betogen van [appellant sub 13], [appellant sub 4] en Resort De Arendshorst in dit geval op als mede gericht tegen de begrenzing van de EHS in de Omgevingsverordening Overijssel. In deze verordening zijn algemene regels opgenomen wat betreft planologische besluiten die betrekking hebben op de EHS. Aan een algemeen verbindend voorschrift, zoals hier aan de orde, kan verbindende kracht worden ontzegd, indien het in strijd is met een hoger wettelijk voorschrift, dan wel indien het in strijd is met een algemeen rechtsbeginsel Wat betreft het betoog van [appellant sub 4] en Resort De Arendshorst dat provinciale staten ten onrechte de bevoegdheid tot herbegrenzing van de EHS aan het college van gedeputeerde staten hebben gedelegeerd, overweegt de Afdeling dat ingevolge artikel 143, eerste lid, van de Provinciewet provinciale staten de bevoegdheid tot het vaststellen van provinciale verordeningen krachtens de wet aan het college van gedeputeerde staten kunnen toekennen. Artikel 152, eerste lid, van de Provinciewet betreft een wet in deze zin en bepaalt dat provinciale staten aan het college van gedeputeerde staten bevoegdheden kunnen overdragen, tenzij de aard van de bevoegdheid zich daartegen verzet. De Afdeling ziet geen grond voor het oordeel dat de aard van de bevoegdheid tot herbegrenzing van de EHS zich verzet tegen delegatie aan het college van gedeputeerde staten, zoals neergelegd in artikel 2.7.2, derde lid, aanhef en onder a, sub i, van de Omgevingsverordening Overijssel. Evenmin ziet de Afdeling grond voor het oordeel dat de artikelen en van het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening zich hiertegen verzetten, reeds omdat deze artikelen pas na de datum van herbegrenzing van de EHS door het college van gedeputeerde staten, in werking zijn getreden De begrenzing van de EHS is gewijzigd vanwege de met het inpassingsplan mogelijk gemaakte opwaardering van de N340. In het Compensatieplan staat dat met de opwaardering van de N340 de sociaaleconomische omstandigheden zullen worden verbeterd. De N340 tussen Zwolle en Ommen vormt de primaire verbinding tussen Noordoost-Overijssel en de A28 en is in de Omgevingsvisie Overijssel aangewezen als hoofdinfrastructuur met het daarbij behorende ontwikkelingsperspectief. Voorts worden de wezenlijke kenmerken en waarden van het gebied door een zorgvuldige inpassing van de weg en mitigerende maatregelen, waaronder een ecoduct en andere faunavoorzieningen, niet aangetast. De aantasting die wel plaatsvindt, wordt gecompenseerd, aldus het Compensatieplan. Voorts zijn de compensatiemogelijkheden uitgewerkt in het zogenoemde scenario "Samenhang" waarin de nadruk ligt op het vergroten van de samenhang van de EHS. Tussen twee gebieden die momenteel nog niet of slechts matig met elkaar verbonden zijn, wordt de verbinding versterkt. Door het vergroten van de samenhang tussen verschillende onderdelen van de EHS wordt de robuustheid van de EHS als geheel vergroot, aldus het Compensatieplan. In hetgeen [appellant sub 13], [appellant sub 4] en Resort De Arendshorst hebben aangevoerd, ziet de Afdeling geen

10 aanleiding voor het oordeel dat de begrenzing van de EHS in strijd is met een hoger wettelijk voorschrift of in strijd is met een algemeen rechtsbeginsel, zodat de betogen falen. Hierbij betrekt de Afdeling dat artikel 2.7.2, derde lid, aanhef en onder a, sub i, van de Omgevingsverordening Overijssel niet de eisen stelt dat sprake is van een groot openbaar belang en reële alternatieven ontbreken Gelet op de genoemde begrenzing van de EHS, wordt met het inpassingsplan geen weg mogelijk gemaakt binnen de EHS. Derhalve bestaat geen aanleiding voor het oordeel dat het plan in zoverre in strijd is met de Omgevingsverordening Overijssel Wat betreft het standpunt van [appellant sub 13] dat het provinciebestuur rechter is in eigen zaak, omdat het provinciebestuur niet alleen de te beschermen waarden en begrenzing van de EHS regelt maar ook beslist over de opwaardering van de N340 die leidt tot een aantasting van de EHS, overweegt de Afdeling dat geen rechtsregel zich hiertegen verzet. Tracékeuze 18. De Afdeling stelt voorop dat de vaststelling van een besluit voor een infrastructureel project als het onderhavige een belangenafweging vergt, waarbij politieke en bestuurlijke inzichten een belangrijke rol spelen. De rechter heeft niet tot taak om de waarde of het maatschappelijk gewicht dat aan de betrokken belangen moet worden toegekend, naar eigen inzicht vast te stellen. Hij kan slechts concluderen dat de door het bestuursorgaan te maken belangenafweging in strijd is met artikel 3:4, tweede lid, van de Awb wanneer de betrokken belangen zodanig onevenwichtig zijn afgewogen, dat het bestuursorgaan niet in redelijkheid tot zijn besluit heeft kunnen komen. 19. [appellant sub 4], Resort De Arendshorst, [appellant sub 12], [appellant sub 6] en [appellant sub 13] voeren aan dat niet voor het Combinatiealternatief had moeten worden gekozen maar voor het alternatief Lange Omleiding. Dit alternatief scoort volgens hen beter op de aspecten doorstroming, leefbaarheid, gebiedsontwikkelingskansen, maatschappelijk draagvlak, investeringskosten en aantal te amoveren woningen. Daarnaast wordt erop gewezen dat het alternatief Lange Omleiding geografisch gezien meer voor de hand ligt, dat dit alternatief in een gebied met slechts geringe landschappelijke waarden is voorzien en dat bij dit alternatief de twee scholen in Ankum en Oudleusen worden ontzien. Wat betreft het maatschappelijk draagvlak wordt erop gewezen dat dit veel lager is voor het Combinatiealternatief dan voor het alternatief Lange Omleiding, reeds omdat er door het Combinatiealternatief veel meer mensen rechtstreeks worden getroffen. Volgens [appellant sub 4] en Resort De Arendshorst is de conclusie dat het Combinatiealternatief voldoende beantwoordt aan de gestelde doelstellingen en ruimtelijk verantwoord inpasbaar is voorts een onvoldoende motivering van de keuze voor dit alternatief. [appellant sub 12] stelt verder dat provinciale staten voor het in zijn opdracht opgestelde alternatief hadden moeten kiezen Provinciale staten stellen zich, onder verwijzing naar de Structuurvisie, op het standpunt dat zij in redelijkheid voor het Combinatiealternatief hebben kunnen kiezen. In dit verband wijzen zij er op dat het Combinatiealternatief beter aansluit bij het beleid uit de Omgevingsvisie Overijssel en de Omgevingsverordening Overijssel dan het alternatief Lange Omleiding. Bovendien doorsnijdt het Combinatiealternatief, anders dan het alternatief Lange Omleiding, niet het Grondwaterbeschermingsgebied Witharen In de plantoelichting staat dat provinciale staten bij de opstelling van het inpassingsplan handelen volgens de principes van de SER-ladder en van zuinig en zorgvuldig ruimtegebruik, zoals onder meer verwoord in de Omgevingsvisie Overijssel en de Omgevingsverordening Overijssel. Dit komt er kort gezegd op neer dat, voordat er extra ruimtebeslag in de groene ruimte kan worden toegestaan, eerst bekeken moet worden of er geen bestaande bebouwing dan wel infrastructuur kan worden benut of door herstructurering geschikt kan worden gemaakt. In principe zullen dus geen nieuwe grootschalige uitbreidingen in de groene ruimte worden gerealiseerd, tenzij binnen het bestaand bebouwd gebied dan wel bestaande infrastructuur in de groene omgeving geen ruimte gevonden kan worden. De opwaardering van de N340/N48 kan niet binnen het bestaande wegprofiel worden gerealiseerd. Gebruik van delen van de groene ruimte voor opwaardering van de provinciale weg is dan ook noodzakelijk. Handelen in de geest van de SER-ladder en zuinig en zorgvuldig ruimtegebruik kan echter worden bevorderd door zo veel mogelijk gebruik te maken van het bestaande tracé van de N340/N48, aldus de plantoelichting In de Structuurvisie zijn het Combinatiealternatief en het alternatief Lange Omleiding met elkaar vergeleken.

11 Wat betreft het Combinatiealternatief worden de volgende positieve effecten genoemd: - het scoort beter op de deelaspecten Landbouw, Natuurlijk milieu, waaronder wordt verstaan natuur, bodem en water, Landschap en Cultuurhistorie en Archeologie; - het past - in tegenstelling tot het alternatief Lange Omleiding - in het grondwaterbeschermingsbeleid omdat zowel het grondwaterbeschermingsgebied Vechterweerd als het grondwaterbeschermingsgebied Witharen (nagenoeg) worden vermeden; - er blijven - in tegenstelling tot het alternatief Lange Omleiding - ongestoorde gebiedsontwikkelingskansen bestaan voor het noordelijk gebied; - het sluit - in tegenstelling tot het alternatief Lange Omleiding - aan op toepassing van de SER-ladder en het principe van zuinig en zorgvuldig ruimtegebruik overeenkomstig de Omgevingsvisie Overijssel. Een geheel nieuwe doorsnijding wordt voorkomen en het contrast tussen het luwe noordelijke gebied en het huidige relatief meer dynamische gebied langs de bestaande N340 wordt gehandhaafd, en - het is - in tegenstelling tot het alternatief Lange Omleiding - mogelijk te faseren en tussentijdse herijking van maatregelen is mogelijk. Wat betreft het alternatief Lange Omleiding worden de volgende positieve effecten genoemd: - het scoort beter op de aspecten Verkeer en vervoer en veiligheid; - het scoort beter op het aspect Woon- en leefmilieu. Voorts dienen er twee woningen geamoveerd te worden terwijl bij het Combinatiealternatief dertien woningen geamoveerd moeten worden; - er ontstaan - in tegenstelling tot het Combinatiealternatief - gebiedsontwikkelingskansen langs de huidige af te waarderen N340, en - de N377 kan afgewaardeerd worden tot een gebiedsontsluitingsweg waarvoor een snelheid van 80 km/uur kan gaan gelden. Verder staat in de Structuurvisie dat de kosten van beide alternatieven vergelijkbaar zijn en dat beide alternatieven een positieve baten-kosten verhouding kennen en de regionale economie ondersteunen. Voorts staat hierin dat het Combinatiealternatief bestuurlijk draagvlak kent bij de gemeenten Dalfsen en Ommen en maatschappelijk draagvlak bij bewoners van het noordelijk gebied. Het Combinatiealternatief kent daarentegen geen bestuurlijk draagvlak bij de gemeenten Zwolle en Hardenberg en geen maatschappelijk draagvlak bij direct omwonenden van de N340 en langs de N377, met name ter hoogte van de Balkbrug. Voor het alternatief Lange Omleiding is dit precies andersom In de zienswijzenota staat dat de kosten van het Combinatiealternatief door sommige indieners van zienswijzen ten onrechte veel hoger worden ingeschat dan die van het alternatief Lange Omleiding. In 2009 zijn het Combinatiealternatief en het alternatief Lange Omleiding met elkaar vergeleken, maar daarbij zijn volgens de zienswijzenota enkele kostenposten buiten beschouwing gelaten en bovendien was sprake van nog niet uitgewerkte alternatieven. Het Combinatiealternatief is inmiddels verder uitgewerkt en de kostenraming is opnieuw geactualiseerd. De raming wordt daarbij steeds aangepast op het actuele prijspeil in verband met de inflatie. De actuele kostenraming van het Combinatiealternatief kan niet afgezet worden tegen de kostenraming van het niet uitgewerkte alternatief Lange Omleiding met prijspeil In de actuele kostenraming voor de N340/N48 zijn bijvoorbeeld ook de ervaringen in 2011 met de passieve grondverwerving verwerkt en dit leidt tot een hogere kostenraming voor de grondverwerving, onder andere door hogere eenheidsprijzen per hectare. Dat zou bij het alternatief Lange Omleiding ook haar uitwerking hebben gehad in de kostenraming, aldus de zienswijzenota Het betoog van [appellant sub 4] dat de noordelijke variant ten onrechte is aangeduid als het alternatief Lange Omleiding, nu dit alternatief een korter tracé kent dan het Combinatiealternatief, faalt. Hieromtrent overweegt de Afdeling dat de betiteling van de verschillende alternatieven als zodanig niet is gebonden aan regels. Het staat provinciale staten dan ook vrij een alternatief dat een korter tracé kent - nog los van de vraag of dit daadwerkelijk het geval is - aan te duiden als het alternatief Lange Omleiding, al is dit wellicht minder logisch. In het kader van een zorgvuldige voorbereiding dienen provinciale staten de inhoudelijke verschillen tussen de alternatieven af te wegen, ongeacht de aan die alternatieven toegekende benamingen.

12 19.6. Het door [appellant sub 12] voorgestelde alternatieve tracé betreft de doortrekking van de N36 vanaf Arriërveld rechtsreeks naar de A28 bij Zwolle via het noordelijke tracé. Hij ziet dit als een oplossing voor zowel het verkeer tussen oost en west Overijssel, als het verkeer van Twente naar Zwolle - in plaats van de N35 - en Noord-Nederland. Dit noemt hij het Totaal verkeersplan. In de zienswijzenota staat hieromtrent het volgende. In de Omgevingsvisie Overijssel hebben provinciale staten de hoofdinfrastructuur voor Overijssel opgenomen. De verbinding van Twente naar Zwolle gaat volgens die hoofdinfrastructuur via de op te waarderen N35. In dat kader heeft de provincie gekozen voor een marsroute om deze weg gefaseerd op te waarderen naar een regionale stroomweg met 2x2 rijstroken. Uit het verkeersmodel voor de N340/N48 blijkt dat er via de N35 andere verkeersrelaties worden bediend dan via de N340/N48 en dat de verschillende N340 tracéalternatieven zoals onderzocht in het MER niet of nauwelijks invloed hebben op de verkeerstromen tussen Zwolle en Twente. De N35 heeft een zelfstandige functie in de hoofdinfrastructuur die niet kan worden overgenomen door een doorgetrokken N36 vanaf Arriërveld naar Zwolle. [appellant sub 12] heeft in zijn beroepschrift noch ter zitting redenen aangevoerd waarom deze reactie van provinciale staten op het door hem voorgestelde alternatief onjuist zou zijn dan wel waarom desondanks voor zijn alternatief gekozen had moeten te worden Voorop staat dat aan provinciale staten beleidsvrijheid toekomt bij de keuze voor een alternatief. In hetgeen is aangevoerd, wordt geen grond gevonden voor het oordeel dat provinciale staten niet in redelijkheid hebben kunnen kiezen voor het Combinatiealternatief en daarbij doorslaggevend gewicht hebben kunnen toekennen aan het feit dat dit alternatief in tegenstelling tot het alternatief Lange Omleiding, in overeenstemming is met de SER-ladder en aansluit bij het principe van zuinig ruimtegebruik waarbij eerst herbenutting of uitbreiding van bestaande infrastructuur aan de orde is. Dat het alternatief Lange Omleiding beter scoort op de aspecten Verkeer en vervoer en veiligheid alsmede Woon- en leefmilieu en mogelijk een groter maatschappelijk draagvlak kent, geeft geen grond voor een ander oordeel omdat het Combinatiealternatief - zoals blijkt uit overweging op andere aspecten beter scoort. Voorts volgt uit overweging 19.3 dat beide alternatieven gebiedsontwikkelingskansen kennen. Wat betreft het standpunt dat het alternatief Lange Omleiding lagere kosten kent, overweegt de Afdeling dat in de zienswijzenota is toegelicht waarom dit standpunt onjuist is en dat [appellant sub 4], Resort De Arendshorst, [appellant sub 12], [appellant sub 6] en [appellant sub 13] hetgeen is vermeld in de zienswijzenota niet hebben weersproken. Bij voornoemd oordeel is verder van belang dat [appellant sub 4], Resort De Arendshorst, [appellant sub 12], [appellant sub 6] en [appellant sub 13] niet aannemelijk hebben gemaakt dat de conclusies uit de Structuurvisie wat betreft de positieve en negatieve aspecten van het Combinatiealternatief en het alternatief Lange Omleiding, in het bijzonder wat betreft het aspect Landschap, onjuist zijn. [appellant sub 12] en [appellant sub 6] hebben voorts niet aannemelijk gemaakt dat het alternatief Lange Omleiding waarbij een geheel nieuwe weg zal worden aangelegd - mede gelet op de omstandigheid dat het Combinatiealternatief een opwaardering van de bestaande N340/N48 inhoudt - geografisch gezien meer voor de hand ligt. Het beroep van [appellant sub 9] 20. [appellant sub 9] voert aan dat zij beschikt over vergunningen op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en op grond van de Natuurbeschermingswet 1998 (hierna: Nbw 1998) en dat de voorziene lus aan de noordzijde bij de afrit A28 de uitbreidingsplannen frustreert. Bovendien is ten behoeve van deze lus ongeveer 4 ha van het huisperceel van [appellant sub 9] benodigd als gevolg waarvan de continuïteit van het bedrijf in het gedrang komt. In het bijzonder wijst [appellant sub 9] erop dat sprake is van weidegang en dat het kleinere huisperceel te klein is voor alle melkkoeien. Voorts wijst [appellant sub 9] er op dat zij weliswaar gronden aan de overzijde van De Doornweg heeft maar dat deze niet bruikbaar zijn voor de beweiding van de melkkoeien nu deze zelfstandig naar de melkrobots moeten kunnen lopen Provinciale staten stellen zich onder verwijzing naar de notitie "Melkkoeien beweiden of permanent opstallen" op het standpunt dat bij hantering van het zogenoemde rantsoensysteem Klei aan 7,9085 ha voldoende heeft ten behoeve van het beweiden van 130 melkkoeien. Voorts stellen provinciale staten zich op het standpunt dat de beperkingen die [appellant sub 9] zal ondervinden als gevolg van de voorziene lus, aanvaardbaar zijn [appellant sub 9] oefent een melkveebedrijf uit aan [locatie sub 9] in Zwolle. In het deskundigenbericht staat dat de melkkoeien worden geweid op het huisperceel ten zuiden van De Doornweg en dat sprake is van substantiële beweiding. Ter plaatse zijn twee melkrobots aanwezig waar de koeien zelfstandig naartoe lopen. Gemiddeld zijn er 2,8 melkingen per koe per dag. Voorts heeft [appellant sub 9] ten noorden van De Doornweg gronden in eigendom ten behoeve van de productie van kuilgras, aldus het deskundigenbericht.

Uitspraak /1/R3

Uitspraak /1/R3 pagina 1 van 5 Uitspraak 201402066/1/R3 Datum van uitspraak: woensdag 22 april 2015 Tegen: Proceduresoort: Rechtsgebied: 201402066/1/R3. Datum uitspraak: 22 april 2015 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK de raad

Nadere informatie

ONTWERPBESCHIKKING D.D. 26 NOVEMBER 2012 NR. 2012-014986 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESCHIKKING D.D. 26 NOVEMBER 2012 NR. 2012-014986 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESCHIKKING D.D. 26 NOVEMBER 2012 NR. 2012-014986 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Wet geluidhinder Aanleg weg en reconstructie van de kruisende wegen 1 INLEIDING De provincie Gelderland is

Nadere informatie

Noot van de commissie: Ook hier blijkt weer dat externe veiligheid ook een kwestie van overwogen ruimtelijke ordening is

Noot van de commissie: Ook hier blijkt weer dat externe veiligheid ook een kwestie van overwogen ruimtelijke ordening is Essentie uitspraak: Het bestemmingsplan maakt uitbreiding van een tankstation niet mogelijk. De milieuvergunning mag, vanwege het ruimtelijke feit, worden geweigerd. De gemeente is niet verplicht om het

Nadere informatie

Uitspraak /1/R1

Uitspraak /1/R1 Uitspraak 201601235/1/R1 Datum van uitspraak: woensdag 31 augustus 2016 Tegen: de raad van de gemeente Bergen Proceduresoort: Eerste aanleg - meervoudig Rechtsgebied: Ruimtelijke-ordeningskamer - Bestemmingsplannen

Nadere informatie

Petitie voor Provinciale Staten Overijssel inzake N340 Zwolle - Ommen

Petitie voor Provinciale Staten Overijssel inzake N340 Zwolle - Ommen Petitie voor Provinciale Staten Overijssel inzake N340 Zwolle - Ommen De onderhavige petitie wordt u aangeboden door een overgrote meerderheid van de bedrijven, organisaties en inwoners die direct betrokken

Nadere informatie

Afdeling bestuursrechtspraak. Behandelend ambtenaar. D.J.J.M. Wolfs

Afdeling bestuursrechtspraak. Behandelend ambtenaar. D.J.J.M. Wolfs Raad van tate Afdeling bestuursrechtspraak INGEKOM»- N 0 4 APR. 2313 Raad van deljemeente Loon op Zand Postbus 7 5170 AA KAATSHEUVEL GEMEENTE LOON OP ZAND lllllllllllllllll 2013.05077 Afdeling: RO O VB:

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2013:BZ1273

ECLI:NL:RVS:2013:BZ1273 ECLI:NL:RVS:2013:BZ1273 Instantie Raad van State Datum uitspraak 13-02-2013 Datum publicatie 18-02-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201206332/1/R3 Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

Uitspraak /1/R2

Uitspraak /1/R2 1 van 5 20-05-2015 15:54 Uitspraak 201406459/1/R2 Datum van uitspraak: woensdag 20 mei 2015 Tegen: Proceduresoort: Rechtsgebied: 201406459/1/R2. Datum uitspraak: 20 mei 2015 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2017:1989

ECLI:NL:RVS:2017:1989 ECLI:NL:RVS:2017:1989 Instantie Raad van State Datum uitspraak 26-07-2017 Datum publicatie 26-07-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201701162/1/R6 en 201701161/1/R6 Bestuursrecht

Nadere informatie

Afdeling bestuursrechtspraak. In de bovenvermelde zaak is uitspraak gedaan. Een afschrift van deze uitspraak treft u hierbij aan.

Afdeling bestuursrechtspraak. In de bovenvermelde zaak is uitspraak gedaan. Een afschrift van deze uitspraak treft u hierbij aan. Ingekomen Afdeling KoDie Raad vanstate ~h m 2013 Afdeling bestuursrechtspraak 2013.02051 04/04/2013 Raad van de gemeente Leiderdorp Postbus 35 2350 AA LEIDERDORP Datum Ons nummer Uw kenmerk 3 april 201

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201303623/1/R3. Datum uitspraak: 30 oktober 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak in het geding tussen: J.M.M. Jaspers en N.A.C.M. Jaspers-Teunissen (hierna tezamen en in enkelvoud:

Nadere informatie

Uitspraak 201305571/1/R3

Uitspraak 201305571/1/R3 pagina 1 van 5 Uitspraak 201305571/1/R3 DATUM VAN UITSPRAAK woensdag 16 april 2014 TEGEN PROCEDURESOORT RECHTSGEBIED de raad van de gemeente Waalwijk Eerste aanleg - enkelvoudig Ruimtelijke-ordeningskamer

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2007:BB9957

ECLI:NL:RVS:2007:BB9957 ECLI:NL:RVS:2007:BB9957 Instantie Raad van State Datum uitspraak 12-12-2007 Datum publicatie 12-12-2007 Zaaknummer 200700759/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2014:3854

ECLI:NL:RVS:2014:3854 ECLI:NL:RVS:2014:3854 Instantie Raad van State Datum uitspraak 29-10-2014 Datum publicatie 29-10-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201401837/1/R1 Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2013:BZ2509

ECLI:NL:RVS:2013:BZ2509 ECLI:NL:RVS:2013:BZ2509 Instantie Raad van State Datum uitspraak 27-02-2013 Datum publicatie 27-02-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201204293/1/R3 Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

Uitspraak /1/R6

Uitspraak /1/R6 Uitspraak 201309151/1/R6 DATUM VAN UITSPRAAK woensdag 12 februari 2014 TEGEN de raad van de gemeente Lelystad PROCEDURESOORT Eerste aanleg - meervoudig RECHTSGEBIED Ruimtelijke-ordeningskamer - Bestemmingsplannen

Nadere informatie

Raad. . te- 13. vanstate. -6 FEB. 2(m. Afdeling bestuursrechtspraak GEMEEME SOEST. Ingek. Nr. Afd.: ^ (

Raad. . te- 13. vanstate. -6 FEB. 2(m. Afdeling bestuursrechtspraak GEMEEME SOEST. Ingek. Nr. Afd.: ^ ( Raad vanstate Afdeling bestuursrechtspraak Ingek. Nr. GEMEEME SOEST -6 FEB. 2(m Raad van de gemeente Soest Postbus 2000 3760 CA SOEST Afd.: ^ ( Datum 5 februari 2014 Onderwerp Soest bp. Soesterberg Ons

Nadere informatie

Musselkanaal. Bijlagen bij de toelichting NL.IMRO.00370000BP0602- vastgesteld: 29 oktober 2007 goedgekeurd: 24 juni 2008 onherroepelijk: 30 juli 2009

Musselkanaal. Bijlagen bij de toelichting NL.IMRO.00370000BP0602- vastgesteld: 29 oktober 2007 goedgekeurd: 24 juni 2008 onherroepelijk: 30 juli 2009 Musselkanaal NL.IMRO.00370000BP0602- vastgesteld: 29 oktober 2007 goedgekeurd: 24 juni 2008 onherroepelijk: 30 juli 2009 Bijlagen bij de toelichting BIJLAGE 1 Berekening luchtkwaliteit BIJLAGE 2 Inspraak-

Nadere informatie

Essentie uitspraak: Correct gebruik van fictieve personendichtheid bij de berekening van het groepsrisico.

Essentie uitspraak: Correct gebruik van fictieve personendichtheid bij de berekening van het groepsrisico. deze uitspraak deze uitspraak Essentie uitspraak: Correct gebruik van fictieve personendichtheid bij de berekening van het groepsrisico. Noot van de commissie: Omdat een aantoonbaar conservatieve aanname

Nadere informatie

Afdeling bestuursrechtspraak. Behandelend ambtenaar A.H.M. Boevink

Afdeling bestuursrechtspraak. Behandelend ambtenaar A.H.M. Boevink Raad vanstate Afdeling bestuursrechtspraak Raad van de gemeente Soest Postbus 2000 3760 CA SOEST Datum Ons nummer Uw kenmerk 1 9 december 201 2 201 206869/1 /R2 Onderwerp Soest Bestemmingsplan De Eng Behandelend

Nadere informatie

Uitspraak /1/R2

Uitspraak /1/R2 pagina 1 van 5 Uitspraak 201404071/1/R2 Datum van uitspraak: woensdag 28 januari 2015 Tegen: Proceduresoort: Rechtsgebied: 201404071/1/R2. Datum uitspraak: 28 januari 2015 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

Nadere informatie

Park Forum Zuid. Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai

Park Forum Zuid. Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai Park Forum Zuid Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai gemeente Eindhoven RE - Ruimtelijke Expertise, VM - Verkeer en Milieu oktober 2017 Colofon Uitgave Gemeente Eindhoven RE - Ruimtelijke Expertise,

Nadere informatie

Beleidsregels vaststellen hogere waarde Wet geluidhinder Gemeente Edam-Volendam

Beleidsregels vaststellen hogere waarde Wet geluidhinder Gemeente Edam-Volendam Beleidsregels vaststellen hogere waarde Wet geluidhinder Gemeente Edam-Volendam De Wet geluidhinder (Wgh) en het Besluit geluidhinder (Bgh) geven een regeling voor de toegestane geluidsbelasting door wegen,

Nadere informatie

Afdeling bestuursrechtspraak. Afdeling; Uw kenmerk. lichandelcnd ambtenaar

Afdeling bestuursrechtspraak. Afdeling; Uw kenmerk. lichandelcnd ambtenaar Raad vanstate Afdeling bestuursrechtspraak 'AAKNR. Raad van de gemeente Etten-Leur Postbus 10100 4870 GA ETTEN LEUR i^öcfliuninrch 015 Afdeling; 0 \AJ Vertronwa^k OA NEE Datum Ons numntci 25 februari 2015

Nadere informatie

Afdeling bestuursrechtspraak. Uw kenmerk. Behandelend ambtenaar Y.A. Neijssel

Afdeling bestuursrechtspraak. Uw kenmerk. Behandelend ambtenaar Y.A. Neijssel ' Raad van^tatc m * Afdeling bestuursrechtspraak m e # 03914 Raad van de gemeente Woerden Postbus 45 3440 AA WOERDEN AflTO 1 7 MAAST 2011, Beh. Ambt.: Streefdat.: Afschr.: Be^to ƒ R,. B.V.O. Datum 16 maart

Nadere informatie

Afdeling bestunrsreclitspraak. Behandelend ambtenii;ir J. Jhauw 070-4264845

Afdeling bestunrsreclitspraak. Behandelend ambtenii;ir J. Jhauw 070-4264845 Raad vanstate Afdeling bestunrsreclitspraak It ' V GESCAND OP 11 SEP. 2014 Raad van de gemeente Oostzaan Postbus 1 5 1510 AA OOSTZAAN Gemeente Oostzaan D.itLim Ons mimnicr Uw kenmerk 1 o september 201

Nadere informatie

het college van burgemeester en wethouders van Son en Breugel proceduresoort Eerste aanleg - meervoudig rechtsgebied Kamer 2 - Milieu - Overige

het college van burgemeester en wethouders van Son en Breugel proceduresoort Eerste aanleg - meervoudig rechtsgebied Kamer 2 - Milieu - Overige Essentie uitspraak: Een bedrijfswoning moet een functionele binding hebben met het bedrijf. Dat moet in de milieuvergunning zijn geregeld. Het bestemmingsplan moet de functie bedrijfswoning vervolgens

Nadere informatie

Burgemeester en wethouders van de gemeente Vlagtwedde hebben een verzoek ontvangen voor het vaststellen van een hogere grenswaarde.

Burgemeester en wethouders van de gemeente Vlagtwedde hebben een verzoek ontvangen voor het vaststellen van een hogere grenswaarde. ONTWERP-BESCHIKKING BESLUIT HOGERE WAARDE INGEVOLGE DE WET GELUIDHINDER Burgemeester en wethouders van de gemeente Vlagtwedde hebben een verzoek ontvangen voor het vaststellen van een hogere grenswaarde.

Nadere informatie

Bij besluit van 25 juni 2013 heeft de raad het bestemmingsplan "Dorpsgebied Oostvoorne" vastgesteld.

Bij besluit van 25 juni 2013 heeft de raad het bestemmingsplan Dorpsgebied Oostvoorne vastgesteld. Uitspraak 201307851/1/R4 Datum van uitspraak woensdag 23 april 2014 Tegen de raad van de gemeente Westvoorne Proceduresoort Eerste aanleg - enkelvoudig Rechtsgebied Ruimtelijke-ordeningskamer - Bestemmingsplannen

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2014:1463

ECLI:NL:RVS:2014:1463 ECLI:NL:RVS:2014:1463 Instantie Raad van State Datum uitspraak 23-04-2014 Datum publicatie 23-04-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201308905/1/R2 Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

Uitspraak /1/R6

Uitspraak /1/R6 pagina 1 van 5 Uitspraak 201502181/1/R6 Datum van uitspraak: woensdag 16 september 2015 Tegen: Proceduresoort: Rechtsgebied: ECLI: de raad van de gemeente Beverwijk Eerste aanleg - enkelvoudig Ruimtelijke-ordeningskamer

Nadere informatie

Feitelijke informatie De Afdeling bestuursrechtspraak heeft samengevat - het beroep gegrond verklaard op de volgende overwegingen.

Feitelijke informatie De Afdeling bestuursrechtspraak heeft samengevat - het beroep gegrond verklaard op de volgende overwegingen. Onderwerp Uitspraak RvS inzake wijzigingsbesluit Duinweg 56 Collegevoorstel Zaaknummer: OLOGMM27 Inleiding Op 30 november 2010 heeft uw college besloten het wijzigingsbesluit Duinweg 56, Drunen vast te

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2011:BT6665

ECLI:NL:RVS:2011:BT6665 ECLI:NL:RVS:2011:BT6665 Instantie Raad van State Datum uitspraak 05-10-2011 Datum publicatie 05-10-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201009255/1/R1 Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT VASTSTELLING HOGERE GRENSWAARDE WGH

ONTWERPBESLUIT VASTSTELLING HOGERE GRENSWAARDE WGH ONTWERPBESLUIT VASTSTELLING HOGERE GRENSWAARDE WGH Besluit van burgemeester en wethouders tot vaststelling ex artikel 110a, lid 1 van de Wet geluidhinder van een hogere grenswaarde ten behoeve van de Herinrichting

Nadere informatie

de raad van de gemeente Strijen

de raad van de gemeente Strijen Print deze uitspraak Page 1 of 6 Uitspraken ZAAKNUMMER 201004200/1/M3 DATUM VAN UITSPRAAK woensdag 25 mei 2011 TEGEN de raad van de gemeente Strijen PROCEDURESOORT Eerste aanleg - meervoudig RECHTSGEBIED

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2009:BK0125

ECLI:NL:RVS:2009:BK0125 ECLI:NL:RVS:2009:BK0125 Instantie Raad van State Datum uitspraak 14-10-2009 Datum publicatie 14-10-2009 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 200806200/1/R2 Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

BESLUIT HOGERE WAARDE VOOR DE TEN HOOGSTE TOELAATBARE GELUIDSBELASTING WET GELUIDHINDER

BESLUIT HOGERE WAARDE VOOR DE TEN HOOGSTE TOELAATBARE GELUIDSBELASTING WET GELUIDHINDER BESLUIT HOGERE WAARDE VOOR DE TEN HOOGSTE TOELAATBARE GELUIDSBELASTING WET GELUIDHINDER 1 Ambtshalve besluit Om de vaststelling van het voorgestelde Bestemmingsplan Vrachelen/Krooneiland, herziening 2

Nadere informatie

Bij besluit van 26 januari 2012 heeft de raad het bestemmingsplan "Buitengebied herziening 2009, reparatieplan (BP1065)" vastgesteld.

Bij besluit van 26 januari 2012 heeft de raad het bestemmingsplan Buitengebied herziening 2009, reparatieplan (BP1065) vastgesteld. Uitspraak 201203858/1/R2 gevonden via 'http://www.raadvanstate.nl... http://www.raadvanstate.nl/uitspraken/actuele_uitspraken/hoofdzake.. Uitspraken ZAAKNUMMER DATUM VAN UITSPRAAK TEGEN PROCEDURESOORT

Nadere informatie

Ontwerpbesluit van Gedeputeerde Staten van Limburg

Ontwerpbesluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Ons kenmerk Bijlage(n) Maastricht Ontwerpbesluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Vaststelling hogere waarde Wet geluidhinder voor de woning aan de Dorperdijk 19 te Horst aan de Maas ten behoeve van

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2014:2790

ECLI:NL:RVS:2014:2790 1 van 6 28-7-2014 15:37 ECLI:NL:RVS:2014:2790 Instantie Raad van State Datum uitspraak 23-07-2014 Datum publicatie 23-07-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden 201400507/1/R3 Bestuursrecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT HOGERE WAARDE VOOR DE TEN HOOGSTE TOELAATBARE GELUIDSBELASTING WET GELUIDHINDER

ONTWERPBESLUIT HOGERE WAARDE VOOR DE TEN HOOGSTE TOELAATBARE GELUIDSBELASTING WET GELUIDHINDER ONTWERPBESLUIT HOGERE WAARDE VOOR DE TEN HOOGSTE TOELAATBARE GELUIDSBELASTING WET GELUIDHINDER 1 Ambtshalve besluit Voor het plangebied Dorst-West (verder: plangebied) is gelijktijdig met dit ontwerpbesluit

Nadere informatie

het college van gedeputeerde staten van Limburg Ruimtelijke-ordeningskamer - Natuurbescherming

het college van gedeputeerde staten van Limburg Ruimtelijke-ordeningskamer - Natuurbescherming Uitspraak 201403308/1/R2 Datum van uitspraak: woensdag 10 juni 2015 Tegen: Proceduresoort: Rechtsgebied: ECLI: het college van gedeputeerde staten van Limburg Eerste aanleg - meervoudig Ruimtelijke-ordeningskamer

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201 304470/1/RI. Datum uitspraak: 27 november 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak in het geding tussen: de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Koninklijke Jongeneel

Nadere informatie

Wet geluidhinder Beschikking hogere waarde Wet geluidhinder Z

Wet geluidhinder Beschikking hogere waarde Wet geluidhinder Z procedure hogere waarde Besluit procedure hogere waarde Wet geluidhinder Beschikking hogere waarde Wet geluidhinder Z17-010409 Ambtshalve vaststelling Het college van de gemeente Waalwijk is voornemens

Nadere informatie

Akoestisch onderzoek Heilleweg 23 wegverkeerslawaai

Akoestisch onderzoek Heilleweg 23 wegverkeerslawaai Akoestisch onderzoek Heilleweg 23 wegverkeerslawaai Beoogde ontwikkeling Binnen het plangebied worden een nieuwe woning mogelijk gemaakt. Volgens de Wet geluidhinder (Wgh) is een woning een geluidsgevoelige

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2013:1951

ECLI:NL:RVS:2013:1951 ECLI:NL:RVS:2013:1951 Instantie Raad van State Datum uitspraak 13-11-2013 Datum publicatie 13-11-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201304593/1/R3 Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

Bij besluit van 27 november 2013 heeft de raad het bestemmingsplan "Amstelkwartier tweede fase" vastgesteld.

Bij besluit van 27 november 2013 heeft de raad het bestemmingsplan Amstelkwartier tweede fase vastgesteld. Essentie uitspraak: De Afdeling oordeelt dat overschrijding van de oriëntatiewaarde overeenstemming met het uitgangspunt van een goede ruimtelijke ordening niet per definitie in de weg staat. De oriëntatiewaarde

Nadere informatie

Wet geluidhinder beschikking

Wet geluidhinder beschikking ZNSTD Wet geluidhinder beschikking Besluit van het college van burgemeester en wethouders van Zaanstad, gelet op artikel 110a van de Wet geluidhinder, beschouwende de noodzaak tot vaststelling van hogere

Nadere informatie

Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai. Bestemmingsplan Agrarisch Buitengebied De Valk, hoek Hoge Valkseweg / Ganzenkampweg

Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai. Bestemmingsplan Agrarisch Buitengebied De Valk, hoek Hoge Valkseweg / Ganzenkampweg Ontwikkeling Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai ten behoeve van Bestemmingsplan Agrarisch Buitengebied De Valk, hoek Hoge Valkseweg / Ganzenkampweg rapportnummer L12.017 Versie: 1 Datum: 30 augustus

Nadere informatie

Afdeling bestuursrechtspraak

Afdeling bestuursrechtspraak R a a d vanstate Afdeling bestuursrechtspraak 2015.11638 Gemeente Noord-Beveland Raad van de gemeente Noord-Beveland Postbus 3 4490 AA WISSENKERKE Ingek. no. Relatienr. Klass. no. - 8 ÛKT 2Ü15 afd. Datum

Nadere informatie

Uitspraak /5/R1

Uitspraak /5/R1 Uitspraak 201302029/5/R1 Raad van State http://www.raadvanstate.nl/uitspraken/zoeken-in-uitspraken/tekst-uitspraak.html?id=7... Page 1 of 3 3-12-2013 Uitspraak 201302029/5/R1 DATUM VAN UITSPRAAK woensdag

Nadere informatie

Akoestisch onderzoek project:

Akoestisch onderzoek project: Akoestisch onderzoek project: Woningsplitsing Ottersumseweg 64 Gennep Twan Toonen Management en Advies Ruimtelijke ordening Projectontwikkeling Projectmanagement Amersfoort 11 augustus 2011 Gewijzigd T.Toonen

Nadere informatie

Akoestisch onderzoek bedrijventerrein Schoterhoek II, Nieuwveen

Akoestisch onderzoek bedrijventerrein Schoterhoek II, Nieuwveen Akoestisch onderzoek bedrijventerrein Schoterhoek II, Nieuwveen Akoestisch onderzoek bedrijventerrein Schoterhoek II, Nieuwveen In opdracht van: Gemeente Nieuwkoop Opgesteld door: Bart Hertsig, afdeling

Nadere informatie

Barendrecht. Akoestisch onderzoek. Uitbreiding Vrijenburgschool. 048900.15162.00 02-02-2010 (versie 1.0) drs. R.A.P. Effting.

Barendrecht. Akoestisch onderzoek. Uitbreiding Vrijenburgschool. 048900.15162.00 02-02-2010 (versie 1.0) drs. R.A.P. Effting. Barendrecht Akoestisch onderzoek Uitbreiding Vrijenburgschool projectnummer: datum: 048900.15162.00 02-02-2010 (versie 1.0) opdrachtleider: opdrachtgever: drs. R.A.P. Effting Gemeente Barendrecht auteur(s):

Nadere informatie

[appellant sub 1] heeft nadere stukken ingediend. De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige. De Afdeling he

[appellant sub 1] heeft nadere stukken ingediend. De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige. De Afdeling he ECLI:NL:RVS:2015:82 Instantie Raad van State Datum uitspraak 14-01-2015 Datum publicatie 14-01-2015 Zaaknummer Rechtsgebieden 201407302/1/R6 Bestuursrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - enkelvoudig

Nadere informatie

Noot van de commissie: Een conserverend plan is nadrukkelijk niet altijd een plan waarin niets wijzigt.

Noot van de commissie: Een conserverend plan is nadrukkelijk niet altijd een plan waarin niets wijzigt. Essentie uitspraak: In deze uitspraak speelt het groepsrisico als zodanig geen rol. De uitspraak is interessant omdat de Afdeling hier invulling geeft (zie 2.4.1 en 2.7.1) aan het begrip "conserverend

Nadere informatie

In de bovenvermelde zaak is uitspraak gedaan. Een afschrift van deze uitspraak treft u hierbij aan.

In de bovenvermelde zaak is uitspraak gedaan. Een afschrift van deze uitspraak treft u hierbij aan. Raad van de gemeente De Bilt Postbus 300 3720 AH BILTHOVEN D.ituni Ons mininier Uu kenmerk 31 juli 2013 201 300563/1/R2 Onderwerp lseh;indelend ambtenaar De Bilt J.R.S. de Groot Heupner Bestemmingsplan

Nadere informatie

Ontwerp-Besluit Hogere waarde Wet geluidhinder VLK: Verbindingsweg Ladonk-Kapelweg, Boxtel Aanvraag

Ontwerp-Besluit Hogere waarde Wet geluidhinder VLK: Verbindingsweg Ladonk-Kapelweg, Boxtel Aanvraag Ontwerp-Besluit Hogere waarde Wet geluidhinder VLK: Verbindingsweg Ladonk-Kapelweg, Boxtel Aanvraag Op 31 maart 2017 hebben wij een verzoek ontvangen van de gemeente Boxtel, voor het op grond van artikel

Nadere informatie

het college van burgemeester en wethouders van Hoogeveen Eerste aanleg - meervoudig

het college van burgemeester en wethouders van Hoogeveen Eerste aanleg - meervoudig uitspraak deze uitspraak Essentie uitspraak: Bevi niet van toepassing indien verandering geen nadelig gevolg heeft voor het plaatsgebonden risico. Via milieubeheervergunning kunnen, buiten het Bevo om,

Nadere informatie

Inhoud. 1. inleiding. 2. Wettelijk kader. 3. Invoergegevens. 4. Resultaten, maatregelen en conclusie. Bijlage: Rekenbladen

Inhoud. 1. inleiding. 2. Wettelijk kader. 3. Invoergegevens. 4. Resultaten, maatregelen en conclusie. Bijlage: Rekenbladen Inhoud 1. inleiding 2. Wettelijk kader 3. Invoergegevens 4. Resultaten, maatregelen en conclusie 3 5 7 9 Bijlage: 1 Rekenbladen Adviesbureau RBOI 0785.008720.00 2 Inhoud 0785.008720.00 Adviesbureau RBOI

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2014:1872

ECLI:NL:RVS:2014:1872 Page 1 of 6 ECLI:NL:RVS:2014:1872 Instantie Raad van State Datum uitspraak 28-05-2014 Datum publicatie 28-05-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden 201305727/1/R2 Bestuursrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg

Nadere informatie

Afdeling bestuursrechtspraak. Uw kenmerk. Behandelend ambtenaar

Afdeling bestuursrechtspraak. Uw kenmerk. Behandelend ambtenaar Raad vanstate Afdeling bestuursrechtspraak gc-./ų. 03&8Ĉ GEMEENTE BOX' Raad van de gemeente Boxtel Postbus 10000 5280 DA BOXTEL 18 MEI 2015 ovb afd.ļ /Co kopie 9? Datum 1 3 mei 201 5 Ons nummer 201408214/1/R3

Nadere informatie

Nota zienswijzen vaststelling hogere waarden, Wet Geluidhinder, Oud Gastel Noord

Nota zienswijzen vaststelling hogere waarden, Wet Geluidhinder, Oud Gastel Noord Nota zienswijzen vaststelling hogere waarden, Wet Geluidhinder, Oud Gastel Noord Overzicht Reclamanten Nr. Naam / Adres 1. XXX (Rijpersweg 108, Oud Gastel) 2. XXX (Rijpersweg 73a, Oud Gastel) 3. XXX (Rijpersweg

Nadere informatie

/1/R4 woensdag 13 februari de raad van de gemeente Lansingerland,

/1/R4 woensdag 13 februari de raad van de gemeente Lansingerland, Uitspraak 201205425/lIR4 gevonden via" Page 1 of5 Uitspraken ZAAKNUMMER DATUM VAN UITSPRAAK TEGEN PROCEDURESOORT RECHTSGEBIED 201205425/1/R4 woensdag 13 februari 2013 de raad van de gemeente Eerste aanleg

Nadere informatie

Opdrachtgever: Kopersgroep Hoogachterveld projectnummer:

Opdrachtgever: Kopersgroep Hoogachterveld projectnummer: Notitie Opdrachtgever: Kopersgroep Hoogachterveld projectnummer: 1321607000000 Onderwerp: Datum: 27-01-2016 Akoestisch onderzoek Hessenweg 234A te Achterveld Inleiding In opdracht van de Kopersgroep Hoogachterveld

Nadere informatie

HABITAT ADVOCATENKANTOOR OMGEVINGSRECHT WONEN I ONDERNEMEN I NATUUR

HABITAT ADVOCATENKANTOOR OMGEVINGSRECHT WONEN I ONDERNEMEN I NATUUR HABITAT ADVOCATENKANTOOR OMGEVINGSRECHT WONEN I ONDERNEMEN I NATUUR OVER-gemeenten de gemeenteraad van Wormerland t.a.v. Ernest Bressers Postbus 20 1530 AA Wormer Retour naar correspondentieadres postbus

Nadere informatie

ONTWERP-BESLUIT. Wet geluidhinder ontheffing artikel 83 en 100a 1. HET VERZOEK

ONTWERP-BESLUIT. Wet geluidhinder ontheffing artikel 83 en 100a 1. HET VERZOEK ONTWERP-BESLUIT Brabantlaan 1 Postbus 90151 5200 MC s-hertogenbosch Telefoon (073) 681 28 12 Fax (073) 614 11 15 www.brabant.nl IBAN NL86INGB0674560043 Bereikbaarheid openbaar vervoer en fiets: www.brabant.nl/route

Nadere informatie

20 december HW 1204 ONTWERPBESLUIT

20 december HW 1204 ONTWERPBESLUIT Ontwikkelorganisatie Ruimte Postadres Postbus 16200, 3500 CE Utrecht www.utrecht.nl 20 december 2018 - HW 1204 ONTWERPBESLUIT Vaststelling hogere waarden voor de ten hoogst toelaatbare geluidsbelasting

Nadere informatie

Ontwerp Besluit Hogere waarde Wet geluidhinder, artikel 110a

Ontwerp Besluit Hogere waarde Wet geluidhinder, artikel 110a Opsteller : Cees Vermeent Datum : Juni 2013 Doorkiesnr. : 0348-428.348 Onderwerp : Vaststelling hogere waarden weg- en railverkeerslawaai ex art 110a Wet geluidhinder (Wgh.) voor grondgebonden woningen

Nadere informatie

Gemeente Amsterdam. Ruimte & Duurzaamheid. Nota van beantwoording zienswijzen

Gemeente Amsterdam. Ruimte & Duurzaamheid. Nota van beantwoording zienswijzen Gemeente Amsterdam Ruimte & Duurzaamheid Nota van beantwoording zienswijzen Besluit hogere waarden Wet geluidhinder ten behoeve van het bestemmingsplan Beethoven, tweede fase Gemeente Amsterdam Ruimte

Nadere informatie

Essentie uitspraak: Afwijkende wijze risicobenadering vervoer gevaarlijke stoffen in deze situatie juiste keuze.

Essentie uitspraak: Afwijkende wijze risicobenadering vervoer gevaarlijke stoffen in deze situatie juiste keuze. uitspraak deze uitspraak Essentie uitspraak: Afwijkende wijze risicobenadering vervoer gevaarlijke stoffen in deze situatie juiste keuze. Noot van de commissie: De gemeente was hier van mening dat de specifieke

Nadere informatie

alblasserdam mercon-kloos besluit hogere waarden opdrachtgever : gemeente Alblasserdam nummer : 102.13109.00 datum : 27 juni 2008

alblasserdam mercon-kloos besluit hogere waarden opdrachtgever : gemeente Alblasserdam nummer : 102.13109.00 datum : 27 juni 2008 alblasserdam mercon-kloos besluit hogere waarden opdrachtgever : gemeente Alblasserdam nummer : datum : 27 juni 2008 opdrachtleider : drs.ing. J.M. van Riet auteur(s) : mw. ing. W. Sondorp Inhoud 1 1.

Nadere informatie

Ontwerpbesluit tot vaststelling van hogere grenswaarden in Frankrijk en omgeving Glindweg ex artikel 110a van de Wet geluidhinder

Ontwerpbesluit tot vaststelling van hogere grenswaarden in Frankrijk en omgeving Glindweg ex artikel 110a van de Wet geluidhinder Ontwerpbesluit tot vaststelling van hogere grenswaarden in Frankrijk en omgeving Glindweg ex artikel 110a van de Wet geluidhinder 1 AANLEIDING De gemeente Harderwijk heeft een bestemmingsplanprocedure

Nadere informatie

Bij dit besluit behoort het rapport: Akoestisch onderzoek weg- en railverkeer Hoog Dalem, herziening winkeleiland, SAB d.d. 5 oktober 2015.

Bij dit besluit behoort het rapport: Akoestisch onderzoek weg- en railverkeer Hoog Dalem, herziening winkeleiland, SAB d.d. 5 oktober 2015. ONTWERPBESLUIT HOGERE GELUIDGRENSWAARDEN datum: XX 2015 BETREFT: Vaststelling hogere waarden voor de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting ingevolge artikel 83 van de Wet geluidhinder, in samenhang

Nadere informatie

1)estuursreclaqirA,IL

1)estuursreclaqirA,IL Raad vanstate 1)estuursreclaqirA,IL Raad van de gemeente Hof van Twente Postbus 54 7470 AB GOOR Gemeente Hof van Twente [Nr: [Afdeling: Bvo: a / nee lingekomen: 2 JULI 2015 Kopie aan: Archief: \N / NR

Nadere informatie

Daartoe in de gelegenheid gesteld, heeft de raad een schriftelijke uiteenzetting gegeven.

Daartoe in de gelegenheid gesteld, heeft de raad een schriftelijke uiteenzetting gegeven. Essentie uitspraak: De door [appellant] gestelde beperking van de bedrijfsvoering in verband met de inwerkingtreding van het Activiteitenbesluit is dan ook geen gevolg van de vaststelling van het plan.

Nadere informatie

^GĒKOMBV 2 2 ME/ 2015 Afdeling bestuursrechtspraak. Uw kenmerk. Behandelend ambtenaar

^GĒKOMBV 2 2 ME/ 2015 Afdeling bestuursrechtspraak. Uw kenmerk. Behandelend ambtenaar t. «Raad vanstate ^GĒKOMBV 2 2 ME/ 2015 Afdeling bestuursrechtspraak 15BIN03102 Raad van de gemeente Lingewaard Postbus 1 5 6680 AA BEMMEL Datum 20 mei 201 5 Ons nummer 201406818/1/R2 Uw kenmerk Onderwerp

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2007:BB7292

ECLI:NL:RVS:2007:BB7292 ECLI:NL:RVS:2007:BB7292 Instantie Raad van State Datum uitspraak 07-11-2007 Datum publicatie 07-11-2007 Zaaknummer 200702345/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

(Ontwerp) besluit hogere waarden geluid voor één woning in het bestemmingsplan Voorweg 163.

(Ontwerp) besluit hogere waarden geluid voor één woning in het bestemmingsplan Voorweg 163. (Ontwerp) besluit hogere waarden geluid voor één woning in het bestemmingsplan Voorweg 163. I. OVERWEGINGEN 1. De locatie In het kader van planontwikkeling wordt het bestemmingsplan Voorweg 163 opgesteld.

Nadere informatie

VanState AfdeJing bestuursrechtspraak ^ ^ cf AoUito

VanState AfdeJing bestuursrechtspraak ^ ^ cf AoUito VanState AfdeJing bestuursrechtspraak ^ ^ cf AoUito Geirï^enteDeltt Kopie 31 DEC 2013 Raad van de gemeente Delft Postbus 78 2600 ME DELFT Doc./bijlage Productnr. _ Datum Ons nummer Uw kenmerk 24 december

Nadere informatie

de deelraad van het stadsdeel Noord (thans: de raad van de gemeente Amsterdam), verweerder.

de deelraad van het stadsdeel Noord (thans: de raad van de gemeente Amsterdam), verweerder. Essentie uitspraak: De Afdeling oordeelt dat de deelraad niet onterecht een wijzigingsvoorwaarde wat de bouwhoogte betreft heeft gehanteerd. De Afdeling geeft aan dat de deelraad een groter gewicht aan

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2015:1768

ECLI:NL:RVS:2015:1768 ECLI:NL:RVS:2015:1768 Instantie Raad van State Datum uitspraak 03-06-2015 Datum publicatie 03-06-2015 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201407801/1/A3 Eerste

Nadere informatie

Uitspraak /1/R6

Uitspraak /1/R6 pagina 1 van 6 Uitspraak 201600476/1/R6 Datum van uitspraak: woensdag 13 april 2016 Tegen: de raad van de gemeente Rotterdam Proceduresoort: Eerste aanleg - enkelvoudig Rechtsgebied: Ruimtelijke-ordeningskamer

Nadere informatie

Bijlage 2 1 Wet geluidhinder: verzoek hogere grenswaarde Wet geluidhinder (in enkelvoud indienen) Aan: Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland Postbus 90602 2509 LP s-gravenhage 1. Gegevens verzoeker Naam:

Nadere informatie

Afdeling bestuursre c h tsp raak. Uw kenmerk. Behandelend ambtenaar. F. Sardar

Afdeling bestuursre c h tsp raak. Uw kenmerk. Behandelend ambtenaar. F. Sardar 1 Raad vanstate Afdeling bestuursre c h tsp raak 6.000157 Gemeente HARLINGEN Ingekomen Raad van de gemeente Harlingen Postbus 10000 8860 HA HARLINGEN No. 2 1 JAN. 2016 Datum Ons nummer 20 januari 2016

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK i 201307056/1/R3. Datum uitspraak: AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak in het geding tussen: en de vennootschap onder firma A2 Catering en Organisatie, gevestigd te Waalre, waarvan de vennoten zijn

Nadere informatie

Uitspraak /1/A1

Uitspraak /1/A1 pagina 1 van 5 Uitspraak 201506029/1/A1 Datum van uitspraak: woensdag 14 september 2016 Tegen: het college van burgemeester en wethouders van Utrechtse Heuvelrug Proceduresoort: Hoger beroep Rechtsgebied:

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2012:BW8140

ECLI:NL:RVS:2012:BW8140 ECLI:NL:RVS:2012:BW8140 Instantie Raad van State Datum uitspraak 13-06-2012 Datum publicatie 13-06-2012 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201111524/1/A1 en

Nadere informatie

' Raad. IBİM» Hill VanState Stuknummer: GEMEENTE SCHAGEI. Raad van de gemeente Harenkarspel Postbus AA SCHAGEN

' Raad. IBİM» Hill VanState Stuknummer: GEMEENTE SCHAGEI. Raad van de gemeente Harenkarspel Postbus AA SCHAGEN ' Raad m e h n a bestulirsrefhtsprvlk IBİM» Hill VanState Stuknummer: 13.026571 GEMEENTE SCHAGEI ING 2 1 NOV 2013 Raad van de gemeente Harenkarspel Postbus 8 1740 AA SCHAGEN Datum Ons nummer Uw kenmerk

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2013:1522

ECLI:NL:RVS:2013:1522 ECLI:NL:RVS:2013:1522 Instantie Raad van State Datum uitspraak 16-10-2013 Datum publicatie 16-10-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201206838/1/A3 Bestuursrecht Tussenuitspraak

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2015:435. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Inhoudsindicatie

ECLI:NL:RVS:2015:435. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Inhoudsindicatie ECLI:NL:RVS:2015:435 Instantie Raad van State Datum uitspraak 18-02-2015 Datum publicatie 18-02-2015 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201402761/1/R1 Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai. Bestemmingsplan Dorpsstraat 8a te Lunteren

Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai. Bestemmingsplan Dorpsstraat 8a te Lunteren Gemeente Ede Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai ten behoeve van Bestemmingsplan Dorpsstraat 8a te Lunteren rapportnummer L13.025 Versie: 1 Datum: 21 november 2013 Status: DEFINITIEF Auteur: Rikkert

Nadere informatie

BIJLAGE WEGVERKEERSLAWAAI

BIJLAGE WEGVERKEERSLAWAAI BIJLAGE WEGVERKEERSLAWAAI Bijlage bij het (verzoek)formulier hogere waarden Algemeen Kenmerk : Z-2016-33308 / 40608 Datum : 2 november 2016 Behandeld door : Mevrouw B. Jaeqx Telefoonnummer : (088) 022

Nadere informatie

Afdeling bestuursrechtspraak. In de bovenvermelde zaak is uitspraak gedaan. Een afschrift van deze uitspraak treft u hierbij aan.

Afdeling bestuursrechtspraak. In de bovenvermelde zaak is uitspraak gedaan. Een afschrift van deze uitspraak treft u hierbij aan. Raad vanstate RAAD/CIE dd Afdeling bestuursrechtspraak nr Raad van de gemeente Steenbergen Postbus 6 4650 AA STEENBERGEN Gem. STEENBERGEN 25 0KT 2012 1207177 Kopie aan: GT Vertrouwelijk Datum Ons nummer

Nadere informatie

Uitspraak /1/R1

Uitspraak /1/R1 pagina 1 van 5 Uitspraak 201602929/1/R1 Datum van uitspraak: woensdag 2 november 2016 Tegen: de raad van de gemeente Lelystad Proceduresoort: Eerste aanleg - enkelvoudig Rechtsgebied: Ruimtelijke-ordeningskamer

Nadere informatie

Akoestisch onderzoek PIP N 340/N 48. (geluidspecialist Witteveen+Bos)

Akoestisch onderzoek PIP N 340/N 48. (geluidspecialist Witteveen+Bos) Akoestisch onderzoek PIP N 340/N 48 Korte toelichting: HansHugo Bakker (geluidspecialist Witteveen+Bos) Wat komt aan de orde! Beknopte uitleg Wet geluidhinder Relatie tussen Wet geluidhinder en geluidonderzoek

Nadere informatie

Afdeling bestuursrechtspraak. Behandelend ambtenaar Y.A. Neijssel

Afdeling bestuursrechtspraak. Behandelend ambtenaar Y.A. Neijssel Raad vanstate Afdeling bestuursrechtspraak Raad van de gemeente Woerden Postbus 45 3440 AA WOERDEN ^ ^ w i_'-? (lo^ 16 11INI 2011 Beh. Ambt.: Streefda't. Afschr, e>dli^/ r% Datum 15 juni 2011 Ons nummer

Nadere informatie

Ontwerp hogere grenswaarde besluit omgevingsvergunning Ouddiemerlaan 112-142 d.d. 19 mei 2015. Wet geluidhinder

Ontwerp hogere grenswaarde besluit omgevingsvergunning Ouddiemerlaan 112-142 d.d. 19 mei 2015. Wet geluidhinder 1 Wet geluidhinder Besluit van burgemeester en wethouders van Diemen tot het op grond van artikel 83 van de Wet geluidhinder en artikel 4.10 van het Besluit geluidhinder vaststellen van hogere grenswaarden

Nadere informatie

Akoestisch onderzoek Buitengebied herziening 2016, Provincialeweg 40 en Kapelstraat 1-3 Velddriel

Akoestisch onderzoek Buitengebied herziening 2016, Provincialeweg 40 en Kapelstraat 1-3 Velddriel Akoestisch onderzoek Buitengebied herziening 2016, Provincialeweg 40 en Kapelstraat 1-3 Velddriel Akoestisch onderzoek Buitengebied herziening 2016, Provincialeweg 40 en Kapelstraat 1-3 Velddriel Inhoud

Nadere informatie

Afwijking van het bestemmingsplan

Afwijking van het bestemmingsplan 1 Besluit tot het vaststellen van een hogere waarde voor de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting (Wet geluidhinder) Afwijking van het bestemmingsplan -----------------------------------------------------------------------------------------------

Nadere informatie