BIJDRAGEN GESCHIEDENIS

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "BIJDRAGEN GESCHIEDENIS"

Transcriptie

1

2 KUNST- EN OUDHEIDKUNDIGE KRING - DEINZE BIJDRAGEN TOT DE GESCHIEDENIS DER STAD DEINZE EN VAN HET LAND AAN LEIE EN SCHELDE Nr

3 Solang' du dies nicht hast, das "!eh bin, damit ich werde" bist du nur ein trüber Gast auf dieser dunklen Erde. I.W. Goethe Rede en kritiek behoren tot de bolwerken van onze westerse kultuur. Maar dat is niet alles. Zin voor kritiek is één. Zin voor traditie, liefde voor het gegroeide, liefde voor het eigene, liefde en eerbied is het tweede. Prof. Dr. Pieter Geyl 5

4 Uit het Dagboek van Dr. mede Remi Calewaert 31 juli oktober 1914 bezorgd en van aantekeningen voorzien door Herman MAES 7

5 In onze bijdrage "Over de familie Van Risseghem te Deinze" (K.O.K. Jaarboek 1972) en in onze bijdrage "Van Orgelist te Deinze tot bisschop te Gent" (K.O.K. Jaarboek 1983) kwam telkens de familie Calewaert ter sprake, een familie die te Deinze nu (zomer 1986) nog vertegenwoordigd wordt door de tweelingszusters Mw. Nestor Bruwaert-Calewaert en Mw. Jerome Van Thuyne-Calewaert. Hun vader, Dr. Remi Calewaert, leefde van tot (foto's zie K.O.K blz. 96 e.v.) en beleefde dus de twee wereldoorlogen. Over 1914 was hij een dagboek begonnen. Het dagboek zelf schijnt verloren te zijn gegaan, maar zijn zoon, Dr. Daniel Calewaert (broer dus van de tweelingszusters) heeft er destijds een kopie van geschreven. Die kopie heeft Dr. Daniel Calewaert aan zijn jongere collega Dr. Adiel Decaluwe gegeven, die ze mij ter beschikking heeft gesteld voor deze bijdrage. Daniel Calewaert zal - met zijn wetenschappelijke zin voor accuratesse - wel nauwgezet genoeg geweest zijn bij het kopiëren, om betrouwbaar te.. ZlJn. Wij hebben hier dus een ooggetuige aan het woord over de eerste oorlogsdagen van Dr. Remi Calewaert, de auteur, was toen 47 jaar oud. Wij kopiëren nauwgezet, d.w.z. in zijn spelling, zijn woordkeuze, zijn zinsbouw. Indien men vindt dat er op taal en stijl van deze Doctor medicus, dus van iemand met een universitair diploma, veel op- en aan te merken is, mag men niet vergeten dat deze mensen vanafhun 12e jaar alles in het Frans moesten leren, dat zelfs het ene uurtje "langue flamande" in het Frans gegeven werd, móest gegeven worden, ook door Vlaamse leraars aan Vlaamse kinderen (Wat een pedagogische nonsens). Wij hebben wel alle persoonsnamen vetjes gezet (een paar te opvallende spellingsfouten hebben we toch verbeterd). Onze aantekeningen voegen we, in een ander lettertype, bij de dagnota waarop ze terugslaan. 9

6 1914 Vrijdag avond 31 july 9 ure 1/2. Na de repetitie der fanfarenmaatschappij zijn gewone pekkers van Karels bezig met te "raisoneeren" over den waarschijnlijken oorloge tussen Duitschland en Frankrijk. De verbruikers die buiten zitten zien rond 10 ure de nationale vlagge uitsteken op het stadhuis... Dees Doorme, een oudvrijwilliger sergeant (28 jaar) die over 2 maanden met Angèle, de dochter van Karel, getrouwd is, loopt zien en komt weere met de mare dat al de klassen met den eersten trein binnen moeten wellicht om de grenzen te gaan bewaken. Na de eerste "verbauwereringe" worden de glazen gevuld ~ de geestdrift ontwekt, de "Vlaamsche Leeuw" wordt aangeheven en het dreunt "ze zullen hem niet temmen". Berten Herhoghe, ook nen ouden troep ier, zingt zijn Fransch lijfstuk: "Mon fils la guerre est dec1arée" en het refrein "mon fijs, mon fijs" wordt met vier (*) meegezongen... Late in den nacht neemt men een broederlijk afscheid. - met vier = met vuur, vurig. Karel Onderbeke, 66 jaar oud in 1914, was schrijnwerker; zijn echtgenote, Emma van Damme. (11 jaar jonger) was herbergierster van St. Caecilia, markt Deinze (waar nu De StandaardboekwinkeI is); de herberg heette toen Het Boldershof. Na Onderbeke hield de vader van Eugeen Duyck het café een paar jaar open en het heette toen Au Roi Albert. In 1924 kwam het gezin Laroy het café uitbaten. Homer Stofferis nam het in de jaren 60 over en verhuisde ermee naar de herberg van Ju1es Lowie (na Ju1es Lowie was het eerst een tijd dancing "Safari"). Begin 1986 stierf H. Stofferis waardoor een eind kwam aan café St.-Caecilia. Karel Lodewijk Onderbeke, overleden op 2-5- J 9 J 8. héld een 10

7 zoon Remi CO ) die Bertha Watté huwde CO ). Bertha Watté was de zuster van Alma en Sarrah (de gezusters Watté op de markt), en van Remi, Gaston, Ernest en Suzanna (Remi Watté, oorlogsvrijwilliger K.O.K. 1975, blz. 17). Remi Onderbeke en Bertha Watté zijn de ouders van Maurits Onderbeke (intussen ook al grootvader). De genoemde 7 kinderen Watté hadden Jan Watté (61 jaar in 1918) en Eliza Cosyns als ouders; ze woonden in de winkel "In den Arend", verfwaren, Markt 76. Jan Watte was de zoon van Watté-Delcroix, die reeds in "In den Arend" woonden. In 1968 moesten de gezusters Watté uit hun huis wegens onteigening voor dringende plannen. Vandaag, 1986, staat het huis (samen met nog 3 huizen) nog leeg. Angèle Onderbeke ( ) huwde op Désiré Doorme ( ). Ze woonden in de Tolpoortstraat, waar het Gemeentekrediet - Albert Cornelis huisde (naast Beirnaert,juwelier). Ze hielden er winkel "In de Rode Hoed" met een uithangbord met rode hoed, zoals daartegenover Rigobert Allaert winkel hield "In de witte klak" met een witte klak als uithangbord. In de Roden Hoed verkocht men koekjes (merk Parrein) en knopen, banden, linten en allerlei galanterieën. Désiré Doorme was de zoon van August-Gustaaf Doorme, 65 jaar in 1914, en van Marie Eulalie De Muynck (64 jaar). Désiré en Angèle hadden een huwelijkscontract voor notaris Lowie. Huwelijksgetuigen waren Maurice Onderbeke, 24-jarige broer van Angèle, staatsbediende, en Georges Doorme, 30-jarige kantoorbediende, broer van Désiré, in de volksmond "Dees". Toen Karel Onderbeke café hield (eigenlijk hield zijn vrouw café) stond de toog tegen de scheidingsmuur (rechts van de 11

8 ingang voor wie binnenkwam. Men kon dus bij het binnenkomen rechtdoor gaan naar het zaaltje waar de "repetitie der fanfaremaatschappij" gebeurde. Nu was die zaal wel wat laag van plafond, wat oorpijnlijk was bij de repetitie. Timmerman Karel Onderbeke vond daar een oplossing voor: hij brak het dak niet af om een nieuw en hoger dak te leggen, maar vijzelde het dak op. De zo opengekomen ruimte liet hij dichtmetselen. Het probleem was "akoestisch" opgelost. (Mw. Laroy verplaatste de toog, tegenover de deur.) In Caecilia speelde zich een groot deel van de Deinse dorpspolitiek af; het werd de officieuze zetel van de burgerij-vleugel van de katholieke partij. Het Gildenhuis (nu het blok Leieland Volkskring) was meer de arbeidersvleugel (Daar was ook de CInema en toneelzaal) (zie ook Kontaktblad nota 97 en 107). Berten Hertoge, geboren te Deinze , was de zoon van August en van Maria van Coppernolle; hij was de echtgenoot van Marie Agnes DanneeIs. Hij overleed op , zijn echtgenote was toen 29 Jaar. Hij was "gepensioneerden van den Belgischen Congo". Het overlijden werd aangegeven door de 50-jarige Gustaaf Van der Donckt, zijn schoonvader en door zijn broer Remi Hertoge, 34 jaar oud, "hulpschrijver", gemeentebediende Van der Donckt was de stiefvader van Marie Agnes DanneeIs; zij, geboren in 1880, overleed op en woonde toen op de markt nr. 95. Over het zingen van de Vlaamse Leeuw bij deze gelegenheid las ik in de Memoires van Edgard Delvo "De Mens wikt" 12

9 blz. 17 (uitgave Tijd en Mens) over Gent: "... we konden de opgeëiste dwangarbeiders die voor "Abtransport" in het Ra bot-station opgesloten waren, in trotse revolte "De Vlaamse Leeuw" horen zingen - merkwaardig genoeg niet de Internationale". Zaterdag morgend 1 oogst tussen 5 en 8 ure. Geheel Deinze staat aan zijn deure om de gebeurtenissen te bespreken en het vertrek onzer soldaten te zien en aan te moedigen. Iedere soldaat neemt voedsel mee voor 1-2 dagen. Het statieplein is zwart van 't volk; vaders, moeders, vrouwen, zusters en jonge fabrieksmeisjes brengen nog eenen afscheidsgroet en eenen "tot weerziens" aan zoon, man, broeder of lief en allen zijn in de goede meening dat zij met een acht of veertien dagen den geliefden geboertegrond zullen weerzien. Heel den dag is het eene begankenis van soldtaten die hun wederzijdsch garnizoen gaan vervangen. Op vele plaatsen, Nazareth, Astene, enz. heeft te middernacht de noodklok geluid om de soldaten te verwittigen... Hier te Deinze klepte ze rond 3 ure en velen waren in de meening dat het brandde: Karel Dieriek, in pompierstenue, liep regelrecht naar de "gaze" achter de brandspuit. liep achter de brandspuit = liep om de brandspuit. Karel Dierickx was reeds in 1899 bij de brandweer (K.O.K. Jaarboek 1982 blz. 54). de "gaze" = de gasfabriek, waar het brandweermaterieej stond (en nu nog staat, al bestaat die gasfabriek niet meer) in het Louis Dhondtstraatje (Louis Dhondt was een jeneverstoker te Deinze). Naar men mij van officiële zijde (Werner Malfait, stadssekretaris ) meedeelde werkte die gasfabriek altijd met 13

10 verlies, tenzij tijdens WO Il, toen vooral Albert De Mulder als schepen erop toezag dat er niet "geprutst" werd (dixit Werner Malfait). Zondag 2 oogst De oorlog is verklaard tusschen Duitschland en Frankrijk en id. tusschen Duitschland en Rusland. Alles laat hopen dat België zich onzijdig zal mogen houden, maar toch mobiliseert België wijselijk, juist alsof het zelf in staat van oorlog zou zijn. Wij hebben hier in Deinze geen kans met onze aloude koningschieting : verleden jaar konden wij die niet geven daar onze pers gebroken lag, en nu vandaag kan het natuurlijk niet zijn, daar het land teveel beroerd is en er geen denminsten "lul" in de menschen zit; in Godsnaam en tot betere tijden. - In bleven alle schietingen van de schuttersgilde achterwege. (K.O.K. Jaarboek 1936 blz. 30) - (geen kans = geen meeval (geen sjans)). - Men lette erop dat de oorzaak van de oorlog te zoeken is in de verhoudingen in de Balkan, in het koning- en keizerrijk Oostenrijk - Hongarije. Het Duitse Rijk (het tweede) had Oostenrijk zijn steun beloofd en lag voor de eventuele oorlog in het westen sedert ongeveer 1897 klaar met het" Von Schliefen-plan", dat in 1914 in aktie werd gezet. Op 10 mei 1940 werkte dat plan (om de Fransen in de tang te kunnen nemen) om de Maginotlinie te ontwijken. - Ook Groot-Brittanni~ verklaarde de oorlog aan het 2e Duitse Rijk. 14 Het Engelse leger beleefde toen moeilijkheden om... Ulster en om Ierland (en de eis om Home Rule = zelfbestuur).

11 "In de zomer van 19141eek het of de Britse eilanden op het punt stonden te exploderen, maar de dreigende burgeroorlog werd afgewend door de Eerste Wereldoorlog. De bereidheid van de Engelsen om de Belgische integriteit te garanderen en in de oorlog te gaan zou wel eens ingegeven kunnen zijn door de behoefte om de natie te verenigen tegen een buitenlandse vijand. Het is niet de eerste keer dat eenheid tot stand werd gebracht ten koste van een oorlog". (Herman Kahn en Bruce Briggs in "Verwachtingen voor de zeventiger en tachtiger jaren" blz. 41 Kluwer-Deventer 1972) Over Engeland eze men Barbara Tuchman "De Trotse Toren" (l985-3e druk). Maandag 3 oogst Wel! wel! Wat droeve mare. Duitschland zet ons het mes op de keel: ofwel, zegt Duitschland, moet België mij laten passeeren met al mijn oorlogsvolk opdat ik gemakkelijk Frankrijk zou kunnen overvallen, of zoo niet oorlog met mij. Daar is natuurlijk geen twijfel: het dappere en fiere België met zijnen geliefkoosden Koning Albrecht aan 't hoofd bijgestaan door den wakkeren en wijzen Brocqueville, Minister van oorlog, zal als één man roepen: "Neen! nooit! België is onafhankelijk en wil het blijven". Het volk loopt ongerust, gejaagd; er wordt geen slag gewerkt. - Albrecht > Adal brecht = beroemd door zijn adel, schitterend van adel, een oergernaamse naam, populair in de familie van Saksen-Coburg. De naam is ook terug te vinden in de familienaam Albrechts Aelbrechts, e.a. die meteen bewijst dat die vorm ouder is (bij ons) dan Albert, en meteen ook dat klemtoon vooraan ligt. Ook in de vorm 15

12 Albert zou de klemtoon op de eerste lettergreep moeten vallen en is de tweede lettergreep "Bert" (ten minste in de Nederlandse uitspraak). Men sprak dus van.. koning Albrecht". Dr. Calewaert schrijft hier immers echt volkse taal, bijna dialektisch; hij doet allesbehalve aan taalputlsme. In "Vlaams België sedert 1830", uitgave van het Willemsfonds 1905, schreef men ook over "prins Albrecht". Dynsdag 4 oogst Eilaas het schrikkelijke nieuws wordt bevestigd: Duitschland, het machtige keizerrijk, verklaart den oorlog aan het kleine België. Heere der Heeren, waar gaan we naartoe. Aan al de deurgaten van Deynze staan 5-6 menschen te babbelen en te praten over den oorlog. Er loop en hier nog twee Duitschmans uit de fabriek "la Rubanerie" die allang naar hunnen pays moesten zijn en 't volk klapt van ze een smeering te draaien, want overal hoort men van spionnen. Dat "aan de deurgaten staan" om te praten over de toestand en die vrees voor "spionnen" doen mij denken aan mei toen dat ook gebeurde: op straat "in de deur" en vrees voor "parachutisten" die men overal vermoedde. Er werd ook nog in 1940 veel "aan de deur gezeten" en "eens op straa t gekeken ", wat tot burengesprek aanleiding gaf. Woensdag 5 oogst Er wordt geen ander woord geklapt ofvan den oorlog. Daar "den franschman" naar onze markt niet komt is er alles goedkoop: 1 fr. voor 26 eieren, 1,80 fr. voor één kilo boter. 16

13 De burgers beginnen schaarschheid van voeding te vreezen en doen stillekens aan hun provisie op : suiker, zout, suikerij, kolen, schotels vleesch, cervela's. Er zijn er die 50 tot 100 kilo's bloem indoen; deze wordt verkocht aan tot 60 fr. Er zijn geen vijffrankstukken meer te bespeuren. Men heeft de grootste moeite om een briefken van 20 fr. uitgewisseld te krijgen. 'k Peinze dat er al veel geld gedolven zit, en wie weet, misschien vele voor een ander achter verschillige jaren. De klassen van 99 en 100 worden dezen avond ook binnengeroepen; 't zal wederom, en met reden, een gejammer en geween zijn in vele huishoudens; en, curieus, al die binnen moeten, al mocht er van te vooren nog een vliegsken opzitten, 't zijn nu de beste van de wereld: 't is toch zulk ne brave man, 't is de beste jongen van Deynze, 't en zijn er zoo geen twee; nu, geen keuze, elk ziet de zijne geerne - Opkopen van etenswaar noemt men "hamsteren". Ook in 1938, in 1939, in 1940 waren er bevliegingen van hamsterwoede. Velen hebben toen goed "geïnvesteerd", anderen dom en in bedervend voedsel. Maar wie gehamsterd had en op de vlucht sloeg in mei '40 vond zijn huis geplunderd bij de terugkeer. "Indoen" - "Inslaan ", waren andere woorden voor deze hamsterwoede. Zelfs in de eerste perioden van de koude oorlog na WO II werd er gehamsterd. - Muntstukken kunnen in de grond gestopt worden, briefjes niet. - klas 99 = geboren 1879, de klas 100 = geboren Er werd geloot om soldaat te worden tot en met was de eerste niet-iotende lichting. De afschaffing van het lotingssysteem was lange tijd een politiek thema vooral van de socialisten en Daensisten die tegen de sociale ongelijkheid waren die vooral in de mogelijkheid bestond zich vrij te kopen. 17

14 Het lotingssysteem werd ingevoerd bij de invoering van de conscriptie in de Franse tijd ( ) : de eerste bij ons in zie K.O.K. Jaarboek Mijn schoonvader behoorde tot de "klas van 10" (1910). werd geboren Hij deed toen drie jaar militaire dienst; enige tijd na het afzwaaien deed hij er nog vier jaar IJzerfront bij; hij vroeg achterafnooit frontstrepen noch dekoraties aan (zie foto blz. 72). Donderdag 6 oogst Daar Duitschland onze onzijdigheid heeft geschonden verklaart Engeland den oorlog aan Duitschland. 't Is nu volop een Europeeschen oorlog: van den eenen kant Duitschland met Oostenrijk, langs den anderen kant Engeland, Frankrijk, Rusland, Servië. Als 't de Pruis nu nog kan houden mag hij onoverwinbaar genoemd worden. Intusschen grijpen harde gevechten plaats rond de forten van Luik; aan 't hoofd van deze staat generaal Leman. 't en is geen katte om zonder handschoenen aan te pakken. De Duitschers krijgen klop bij klop. Spijtig dat sommige burgers op zulke oogenblikken hun kalmte verliezen: Duitsche drankhuizen, bazars enz. worden in Gent. Brussel en Antwerpen stuk geslagen. - "de Pruis" - Pruisen was de kern waarrond Duitschland in 1870 ontstond. met Bismarck als drijvende kracht. - de Balkan was het kruitvat: de moord op de aartshertog te Serajevo was de lont. In 1918 ontstonden Joegoslavië en Tsjechoslavakije uit die Balkan-verhoudingen: ook nog grenswijzigingen volgden. De interne tegenstellingen zouden ook tijdens WO II nog een rol spelen (Serven -Kroaten - Sudetenduitsers e.a.) 18

15 Vrijdag 7 oogst Luik houdt stand en brengt den vijand steeds erge verliezen toe. Al de bruggen van Luik heeft onzen genie doen springen. In geheel het Land beginnen openbare gebeden met bedevaart. In Deynze en Peteghem is eene novene begonnen naar de Grot van Lourdes langs de vaart. Zaterdag 8 oogst Om zijn heldhaftige verdediging wordt de stad Luik "La ville ardente" gedecoreerd met het "Legioen van Eer" (Frankrijk). De rue de Berlin wordt herdoopt in rue Général Leman. Al de "niet werkdage garde - civiekers" worden in dienst geroepen. Deinze met majoor Roger Lagrange aan het hoofd telt er omtrent een 150. De gazetten staan vol bewondering over den grenzenloozen moed van ons leger en staan vol persoonlijke heldendaden. Een Luikenaar zag een piot afkomen dragende als buit een Duitsche pinhelm en wilde dezen afkoopen ; g'hebt hem voor niet, sprak de dappere, ik ga mij straks om een anderen. - Roger Lagrange was de vader van onze ondervoorzitter Lucien Lagrange (zie K.O.K over de stamboom Lagrange). (Thiery Lagrange, zoon van Lucien, maakte een uitvoerig werk over de afstammeling van Philippe de La Grange - eigen beheer 1985) - De lijst van de leden van de Deinse Burgerwacht staat in K.O.K. Jaarboek 1975, blz

16 Zondag 9 oogst Geen belangrijk nieuws. De Duitsche stoute Uhlanen komen frank weg naar België in kleine groepjes afgezakt, 10-20,40 man, maar worden meestal na kleine schermutselingen gevangen genomen. Zij worden meestal naar Brugge gezonden om vandaar waarschijnlijk naar Engeland over te steken. De bedevaart naar de grot van Lourdes heeft eenen buitengewonen bijval. Men mag ze ten minste op schatten de menschen die vandaag de gemoedelijke aanspraak aanhoorden die de Eerwaarde Heer pastoor van Petegem deed aan de voet van de grot. - Pastoor van Petegem was toen Ursmaar De Bouvrie (K.O.K. 1984, blz. 207 in een bijdrage van Pastoor Michem); er was te Petegem slechts één parochie: St. Martinus, die zelfs op grondgebied Deinze lag....:.. Ulanen zijn de lansiers van de Duitse, Russische en Oostenrijks-Hongaarse legers. Het woord zelf zou van Tartaarse oorsprong zijn en de betekenis hebben van "dappere". De gehele Duitse cavalerie was met een lans bewapend en werd daarom door de bevolking Ulanen genoemd. Het zijn de "Lanzenreiter" = ruiters met een lans, ingevoerd door Prederik de Grote in het Pruisisch leger. Het woord komt uit het Pools en Litauws van het Turks oglan = kerel, knaap, zelf uit het Mongools stammend =" d appere ". Maandag 10 oogst De stad Luik die eigentlijk niet versterkt is wordt door den 20

17 Duitschman bezet. De 12 forten nochtans blijven ongedeerd en berokkenen den vijand steeds gevoelige verliezen. Engelsche en Fransche soldaten komen gedurig in ons Land om op tijd en stond den Pruis eene klopping te geven die hij zal onthouden. Geheel de wereld is eens om te bekennen dat het kleine België Europa gered heeft van het "pangermanisme". In heel Frankrijk is het van "Vive les petits Belges". De Fransmans die met pik en zeisen naar België weerkeeren worden in triomf gedragen, met eten en drinken opgepropt en de reize voor nieten. Het gouvernement zendt eene proklamatie uit nopens de prijs der eetwaren: suiker 0,80 fr. den kilo; suikerij 0,60 fr. ; vleesch 2,40 fr. (dat is te veel); bloem 28 fr. de 100 kilo's - en de bloemmolens of commerçanten die 40 fr. en meer vroegen mogen het verschil Ct zij 12 fr. of meer) weer afspmnen. Fransman = de vooral Westvlaamse seizoenarbeiders die naar Frankrijk gingen werken; ook te Deinze waren er Fransmans. Dynsdag 11 oogst Vele kleine gevechten rond Luik. De vrijwilligers komen op lijk de paddestoelen, bijzonderlijk West-Vlamingen: het oud Kerelenbloed dat opborrelt. In Deinze tellen wij als vrijwilligers: Van de Keere Raymond, Van den Poel Joseph, Blomme Carlos, Menu Roger. Men vertelt in Leerne dat de facteur Alorse Vertriest wonderen van dapperheid verricht heeft in den slag van Luik: zijn gezellen noemen hem "den Leeuw van Vlaanderen". Over vrijwilligers uit Deinze leze men onze bijdrage in K.O.K

18 Van de Keere was apotheker op de markt (waar nu advokaat Van de Steene woont (naast De Schipperin)). Jozef Van den Poel, broer van Albert. Carlos Blomme was een zoon van vrederechter Blomme die woonde waar nu Arthur Agneessens woont. Roger Menu was stadhuisbediende ; hij verloor een been. Woensdag 12 oogst De Pruis zit in 't Noorden van Luik en in 't Zuiden van Limburg. Te Hasselt heeft hij de Nationale Bank voor 2 mil Hoen bestolen. Rond Diest grijpen er verschillige gevechten plaats waarin de onze altijd de bovenhand halen. Julke Van Daele Ie jagers is t'huis gekomen naar Leerne (kapelleke) in ziekendienst. Hij zat in den strijd te Ougrée (tusschen het fort Bancelles en Luik). Hoe hij daar levend is uitgeraakt, zegt hij, weet hij niet. De Duitsche vielen lijk d'hazen, maar van de rond hem staande gezellen bleef er ook geen één over. Schrikkelijk, zegt hij, schrikkelijk. Donderdag 13 oogst Statu quo. Men is hier nog altijd zonder nieuws van de soldaten Imschoot (zoon notaris Machelen) en De Poorter (zoon van horlogiemaker Petegem). 't Is nu tien dagen dat ze niet meer geschreven hebben - zij waren ook in den slag van Luik. Mocht de Heer ze toch nog behouden naar huis laten keeren. Vrijdag 14 oogst Geen bijzonder nieuws. De.. Metropole" van Antwerpen 22

19 mag in geen drij dagen verschijnen om valsch nieuws te verspreiden. Zaterdag 15 oogst De processiën op den buiten gaan uit zonder maagdekens, herders of vanen. 't Is een boetprocessie. In Deinze waar de menschen nog al onverschillig zijn, is er oneindig veel volk aanwezig. 's Morgens gingen er meer menschen ter H. Tafel dan met Paschen. Als de nijper op den neus staat... 's Namiddags sluiten der Novene in de grot van Lourdes. Oneindig veel volk en ware godsvrucht. Te Lourdes Oostakker was er eene boetprocessie waar bedevaarders deel aan namen. Zondag 16 oogst Wij worden verwittigd dat de Postdienst opgeschort is en wij in geen drij-vier dagen geen nieuws zullen ontvangen of kunnen verzenden. De consigne is "zwijgen". Maandag 17 oogst Geen bijzonder nieuws. De gazetten schrijven dat de toestand van onze legers uitmuntend is. De Duitschman bezet geheel Limburg en ons goed ingericht kamp van Beverloo dient hem zelfs tot slaapplaats. Dynsdag 18 oogst Verschillige kleine gevechten hebben plaats rond Thienen, Diest, Dinant. De grote slag zou nakend zijn. 23

20 Woensdag 19 oost Flauwe marktdag. De kramers komen maar"in half getal af en ze reklameeren dat ze te veel plaatsgeld moeten betalen naarvolgens zij maar verkoopen. 't Is nogal gegrond. De eieren staan aan 1,50 fr. de 26. Het fruit is geen geld waard. Peeren en pruimen staan met duizenden kilos op de boomen te vorten. Om 5 ure namiddag passeeren hier in de Tolpoortstraat naar Deinze toewaarts een twintigtal vreemdelingen, gekleed op zijn Brabantsch, en dragers van pakjes enz. Waarschijnlijk dompelaars op vlucht want 't schijnt dat het erg aangebrand riekt rond de kanten van Diest, Thienen, Aerschot. Donderdag 20 oogst 't Zit 't jeemeniskristen scheef. De Duitschman zit al ih Brussel. De treinen en kunnen 't volk niet slikken dat uit de omstreken van Brussel naar 't Gentsche vlucht. Om 4 ure zien we hier boven Deynze twee vliegmachienen (blauwe Blériots-Fransche) zweven. Van 't meeste paart der bevolking zit de moed tot in de schoenen. Vrijdag 21 oogst Geen enkele gazet: noch Brusselsche, noch Gentsche. Al de vlaggen 't zij Belgische, 't zij Fransche of andere worden ingetrokken. Men ziet geen enkele tricoloren cocarde meer. De garde-villes van Deinze zijn in burger gekleed. 24

21 De Duitschman is in optocht naar Gent. Rond 10 ure passeeren hier in de statie verschillige treins in de richting van Kortrijk, allen opgepropt met soldaten, meest vrijwilligers uit Gent. Het verkeer in Gent-stad wordt rond die uur voor de gewone reiziger opgeschort. De trompetten blazen daar alarm. de gardecivieken moeten hunne wapens indienen. De Duitschman zit reeds te Melle : 't Is Sauve qui peut. Heel Gent is in gisting ~ ontelbare lichtgekwetste of zieke soldaten die nog loopen kunnen, vluchten uit ziekenhuizen en hospitalen. werpen al weg wat maar eenigszins aan eene soldatenplunje gelijkt, hoeden, klakken, sletsen enz. In Deinze waren er rond 4 ure zoo een twintigtal Walen (La Louvière - Haine St.-Pierre) meer gelijkende aan vagebonden dan aan soldaten, die met den trein van 4.15 vertrokken zijn naar hunne pays. Deinzenaars die 's morgends naar de markt van Gent vertrokken waren, kwamen rond de middag weer, 't zij te voet, 't zij per gerij. 's Achtermiddags wierd het verkeer per ijzerenweg Gent-Deinze-Kortrijk-Thielt heropend. Rond 2 ure loopt de mare in Deinze dat de Uhlanen in aantocht zijn naar ons steedje. 't Is hier één hertegeklop. De champetters in burgerkledij - want ze vreezen anders voor soldaten aanzien te worden - bellen uit dat alle wapens aanstonds moeten binnengedragen worden naar het stadhuis. dat iedereen deuren en vensters zou sluiten, en 't en duurt maar enige minuten of die bevelen zijn stipt uitgevoerd. Het vaantje van den toren wordt ingetrokken... overal daalt de vurige vaderlandsliefde verschillige graden onder zero. Er wordt gezegd dat de Franschen in de Machelsche busschen zitten om den vijand op te wachten. Zouden wij nu ook van de brokkelingen meedeelen? Moeders met kinders, alleen geladen met pakken dozen en korven trekken de stad uit naar veiliger oorden, meenen zij. Mr. Roels verlaat zijn 25

22 huis aan de Leiebrug om in een ander aan de vaartburg zijn intrek te nemen??? Vele neringdoeners nemen verf en borstel en oververven hun uithangbord! Ons "Sprietje" (Ad. Cosijns) ligt onder een zware grijze laag verf bedolven ; id. het Damberd bij A. Dujardin. Van de Belle vue bij den held. 1. Verdonck geen speur meer. De,,Jongen hercuul" (d'haene) ligt onder een dikke laag papier en stijfselpap. In "Engeland" (Louis Ide) en "Manchester" (Kalibu) zijn van de wereldkaart geschrapt... De statiewagen van Quickenborne die in de nationale kleuren was geschilderd komt nu heldergroen te voorschijn. Rond 5 ure een algemeene zucht van verlichting, ne groote steen van ons herte! Er en is in heel Gent of omstreken geenen enkelen Uhlaan, 't zij levenden of dooden te zien geweest en de Machelsche bosschen moeten nog altijd hunnen eersten Franschman verwachten!! Vele Deinsche vluchtelingen die met de dood op 't gelaat vertrokken waren komen met een kermiswezen terug en de kommeerpraatjes gaan weer hunnen gewonen gang. De dood van zijne Heiligheid de Paus Pius X wordt aangekondigd, maar het nieuws over den oorlog drijft boven. Armand Dujardin woonde in de herberg Het Damb.erd. aan de Knok, waar nu de apotheek Noé is. Na 1918 werd het Au Damier. In 1896 had men daar de eerste Deinse ve1oc1ub gesticht. Leden waren toen mensen uit de rijkere burgerij. Voorzitter was Prosper De Volder, van de Molens van Deinze. die de ruimte van het bedrijf te Petegem beschikbaar stelde om te leren fletsen (zie hierover K.O.K blz nota 5). - over de Van Quickenbornes: hun stamboom in K.O.K

23 "Zo zag een Uh laan eruit". Dank aan Marc Moerman voor deze foto. 27

24 - Vervoerdienst van Car10s (0 1931) Van Quickenborne (Kalkhofstraat) is de voortzetting van vaders en grootvaders zaak (Car1os -+ Gaston Ju1es Charles Felix Alois Karel Martinus Emmanuell Anthene Louis Andries Johannes broer van Livinus. - Roe1s woonde waar nu Ancy is in de Tolpoortstraat. - Belle Vue was aan de Knok. - Over Paus Pius X: zie nota op 23 september Zaterdag 22 oogst 's Morgends worden Uhlanen gesignaleerd langs Olsene, Denterghem, Aerseele (afgezakt van het Audenaardsche). Eenige Deinzenaars waaronder J. Maere, A. Agneessens, de greffier Gommaerts en Ed. Landeghem trekken naar Aerseele om dat volkske eens van bij te zien en inderdaad ze vielen er op aan de statie van Aerseele. Van op den zolder uit een herberge zagen ze soldaten werken op den ijzerenweg en opeens boûm dat hooren en zien verging. Op een twee waren de vrienden van den zolder in den kelder, boûm boûm. Heel zeker was hun laatste uur geslagen en gingen zij de lucht invliegen. Neen alles wordt rustig en zij zijn den dood ontsnapt... 't zijn maar eenige rails die de soldaten doen springen hebben... onze helden kruipen ongedeerd den kelder uit! Ze zijn vrij! vrij! Met veel créoline misschien zal de kelder... maar neen, neen, hij zal voor eeuwig bedorven zijn! Niemand kan met juistheid zeggen hoe zij van den zolder gedompeld zijn. Dat blijft een eeuwig raadsel! 's Namiddags lagen er een 150 tal kurassiers en cykliesten op de hoogten van Cruyshoutem gecampeerd; 't waren fatsoenlijke kerels en vele Deinzenaars hebben er lang en vele mede gesproken. 28

25 Jules Maere 30 januari 1878 te Deinze, is de vader van Carlos Maere, gewezen burgemeester, geboren Carlos Maere maakte dit dus alles mee als 7-jarige knaap (10 juli). Over de familie Maere, zie K.O.K. lb blz ArmandAgneessens was buurman van Dr. Calewaert. Remi en Oscar waren zijn broers; ze.,woonden op de markt (waar nu dhr. Cosijns woont). Hun vader was Karel, overleden op ; hun moeder was Maria Moerman, overleden Zij was in 1837 geboren als dochter van Karel Lodewijk Moerman en van Francisca Foncke. Armand Agneessens was gehuwd met lrma Van Poucke (3 jaar jonger) en woonde in de Tolpoortstraat (toen nr. 54). Toen hij in 1916 het overlijden aangafvan een 8-jarig dochtertje was de postontvanger Emmanuel Van Ballenberghe (46 jaar/getuige (als buurman). Oscar was moutfabrikant. Hij had nog een broer Arthur-Pieter, brouwer, overleden , ongeh uwd, woonde bij Armand. Oscar was gehuwd met Adelaïde Vanhoecke (0 1869). In april 1914 stierf te Gent een dochter van Oscar, die in 1897 geboren was. Adelaïde was de dochter van Prudent van Hoecke (0 1842) (burgemeester van 1884 tot 1902) en van Romariia RijffranR: (doodgevonden te Gent 1880). Karel Agneesséns was 44 jaar toen hij de geboorte aangaf van Remi 26mei 1871 te Deinze; Karel werd waarschijnlijk te Gent geboren. Oscar werd geboren Arthur werd geboren Armand werd geboren. Karel Agneessens werd gevonden te Gent op , als 29

26 zoon van onbekende ouders. Toen hij over/eed in /886 woonde hij in de Kerkstraat nr. 45 (dat is nu de Kortrijkstraat). Gomrnaerts woonde in de AchieI Van Eeckautestraat. Zondag 23 oogst Eene dame van Kortrijk komende zegt met eigen oogen gezien te hebben dat de Franschen en Duitschers in die stad schromelijk aan 't vechten zijnen tefijnitieve komt het gebeurde op dit: Daags te voren (zaterdag) zijn zes Fransche Dragonders op 7 Uhlanen gebotst en hebben er twee van omvergeblazen. 's Avonds rond 8 ure; wij zitten rustig aan de "Knokke" ons pint je te drinken en op eens, gelijk ne weerlicht! "Ze zijn daar, ze zijn daar!" 't En duurt geen twee minuten of de strate ziet zwart van 't volk, en inderdaad 9 Uhlanen komen statig van de statie af en slaan de weg in naar Machelen. Ze hebben moeite om hunne paarden door de menigte te krijgen. Wat verschil! Vrijdag toen geen enkele krijger te bespeuren was bleef eikendeen stil en genepen t'huis, en nu de vijand daar waarlijk is komt iedereen van ver en bij toegestroomd om de eerste vreemde soldaten te begapen. Het troepje is 's nachts gecampeerd geweest over het Thieltsch roetje en zijn 's anderendaags morgens vroeg vertrokken weer in de richting van waar ze gekomen waren. Een dronken Petegemnaar Rogge die hen wat te nabij kwam is verplicht geweest geheel den nacht bij hen op het stroo te vernachten. 30

27 Maandag 24 oogst In den voormiddag niets; het treinverkeer is heel onregelmatig. 's Namiddags 4 ure: Wij hebben juist mama besteken (haar maandag valt op 25 oogst St. Louis) en daar wordt ons belle haast afgetrokken; opengedaan... 't is nonkel Joseph met den velo aan de hand. Is papa t'huis? Ja... zeere zeere dat hij zich wegsteke of dat hij vluchtte! een Duitsch leger komt afgezakt en neemt alle weerbare mannen mee van 15 tot 50 jaar om te dienen voor hun eigen borstweer. Zeere, zeere! Uit een automobiel die in volle snelheid voorbijvliegt doet men teekens met handen en voeten: vlucht! vlucht! Heere der Heeren waar hebben we dat verdiend? De vrouwe zucht en steent, de kinderen schreien "Moet Papaatje nu mee?" En ik, ik sta van d'hand gods geslagen! 't Zijn vreeselijke oogenblikken. Vluchten? Vluchten? maar waar naartoe? Ik trek algelijk een paar schoenen aan, loop wat gejaagd over end weer, schik al 't noodig is naar het hospitaal te gaan en kom aan de voordeur zien hoe nakend het gevaar wel is : nonkel Jef is al de pijpen uit, de kouter op Holland in. Honderde en honderde velos stormen ons deur voorbij: veel boerejongens in hemdsmouwen met bloote beenen, eenigen zelfs baarvoets ; een bakker vliegt voorbij met bloote armen waar de vette deeg nog aankleeft; verschillige banden staan plat maar wat geeft dat als de vijand u op de hielen zit, en maar altijd velos, velos! (Er zijn er van St.-Lievens Essche, van Herzele, van Baeygem, enfin van overal) Niemand en heeft den vijand gezien, maartoch is hij te Gavere aan d'edemolen, ja op den dries! Hoeveel zijn er wel? 600 roept men, een ander zegt , ne koerier roept een millioen en half. De vermenigvuldiging der broden heeft er niets aan! Gustaaf Allaert zwaar gelaad van geld is weg met nonkel J. L. Nachtergaele speelt een fugue op Gent. Voetje trekt den oceaan over. Oscar Agneessens met heel de familie rijdt per voituur naar Aeltre en van daar naar Heyst. Gust Pien en den grooten Van den Berghe zijn langs 31

28 de vaart naar Somerghem ; een onzer agenten Ct blijft voor hem een eeuwige slechte note) loopt naar Vosselare; Quickenbome vertrekt met al zijn wagens en peerden naar Meerendree en zoo slaat de helft van Deinze en Petegem op de vlucht. (Petrus d'huyvetter kruipt achter zijn huis in de Kaandelbeek, maar gezien het lage peil van het water moet hij zich op zijn "hurkske" zetten.) Astene bosch krioelt van gasten van den Dries. Ieder partijtje mals dat nog rechte staat bevat vluchtelingen... en toujours toujours velos zonder einde! Dat duurt zoo een groot uur. Maar Duitsche soldaten? niet te zien. Eindelijk komt er klaarte: Men telefoneert uit Gavere dat geheel de Leie- en Scheldestreken in paniek zijn voor nen niets: Rond Denderleeuw hadden eenige dronken leizen (?) Ct was Maandag) gespot met een troep ken Uhlanen en deze hadden niet beter gevonden dan de spotters eenige honderden meters voor hen te doen gaan om ze dan verder, missèhien wel na een goede roeffeling, los te laten. En 't was al. 't Is rond 81/2 ure als het donker is, dat de eerste vluchtelingen in Deinze weerkeeren; allen werden dapper toegejuicht. Velen toch zullen in de bosschen moeten blijven vernachten. Berten Vermeersch komende per moto van Denterghem, botste aan Jezusalim op de eerste bende vluchtelingen. Hij, van niets wetend, meende eerst dat het de Duitsche cyclisten waren en kan nog in tijds de herberg binnenspringen ; hij ook dacht dat zijn laatste uur geslagen was. Een vrouwtje van Mache1en veranderde haar man in een schoof stroo. Een boerke van Meygem had zijnen aalput op voorhand wat opgekuischt voor wanneer het tijd zou zij n den vijand te verschalken en wanneer hij nu maandag van de schuilkelder wilde gebruik maken vond hij ze reeds opgepropt van vluchtelingen en moest elders een veiliger oord gaan zoeken. 32

29 - Dit is de beruchte" Vluchtersmaandag" of "vliegende maandag". - Iemand besteken (2e regel) = geschenk geven. - Over L. Nachtergaele K.O.K. Kontaktblad nota 430 en Gust Allaert is de vader van Astère en van Rigobert. De eerste zoon was meubelmaker. vader van Jacqueline, echtgenote van de burgemeester. In de Witte Klak was het uithangbord van Rigobert in de Tolpoortstraat. - Achille Voet woonde waar nu Ignace Bruneel woont (Oude Gentstraat). - Pien was olieslager op de Brugse Poort. - d'huyvetter had 4 dochters; hij werd schoonvader van Remi Canon, waar nu De Klok is op de markt. De Bussere-Pollet. Pollet-De Grijse, Jules VerscheIden Kredietbank-Dhuyvetter koloniale waren. - Alb. Vermeersch x Jeanne Blomme, dochter van de vrederechter, ijzerhandel waar nu nog Vermeersch is. Dijnsdag 25 oogst De paniek die wij gisteren in Deinze hebben bijgewoond was maar een klein deel van het drama dat op dien onvergeetelijken namiddag is afgespeeld. Al de omstreken van Denderleeuw. Borsbeke. Gavere, Nazareth, Deynze-Nevele hebben in rep en roer gestaan. D'een gemeente sleepte d'andere mee. Leerne is op de vlucht geslegen bijzonderlijk bij het zien van Quickenborne met al zijn wagens en pe~rden. Raveel met zijn vrouwe is gaan slapen bij den brouwer van Hansbeke en deze zelf zat al in St.-Laureyns tegen Holland. Op Vynckt torren wapperde de witte vlag! Vynckt gaf zich over! Men mag ze op schatten, de menschen die maandag nacht in de bosschen van Lootenhulle, Poucque, Zeveren, Bellem, Aeltre enz. vernacht hebben. Op sommigte plekken 33

30 moest men klaar klinkend Vlaamsch kunnen uitspreken eer men het bosch in mocht. Een bestuurbare "Zeppelin" heeft Antwerpen gebombardeerd en er zijn verschillige dooden en gekwetsten. Men vecht te Mechelen en in de Borinage. Oscar Agneessens is 't vluchten moe en komt naar huis. Oost West, t'huis best. Oscar Agneessens (zoon van Karel zie 22 oogst) huwde op met Adelaïdevan Hoecke ( ), dochter van Prudent Van Hoecke (burgemeester van Deinze ) en van Romania Rijffrank (doodgevonden te Gent op ). Pro Van Hoecke werd in 1842 geboren en stierf als burgemeester. Woensdag 26 oogst Niets bijzonders - markt kalm: eiers 1,50 fr. boter 2,00 de kilo. Donderdag 27 oogst Hevige gevechten grijpen plaats tusschen ons Belgen en Duitschers en rond Charleroi tusschen Duitschers en Fransch Engelschen. Mechelen wordt gebombardeerd en gansch de bevolking is op de vlucht. In het feestpaleis der Expositie van Gent vernachten rond de vluchtelingen uit Mechelen. Deinze verwacht er ook. 34

31 Vrijdag 28 oogst Omtrent 250 uitwijkelingen van Mechelen kwamen hier toe. 't Zijn meestal dutsen uit den leegen stand die zelfs den tijd niet gehad hebben om een stukje verschoon mee te voeren. Allen zeggen dat het verschrikkelijk was in de stad en dat de Duitschers te werke gaan zoowel met burgers (mannen, vrouwen, kinderen) als met soldaten, slechter dan de zwarte wilden. Zij zijn allen gelogeerd, het vrouwvolk in de Maricolen en St.-Vincentius, het mannevolk in St.-Henricusgesticht en schijnen tevreden over de ontvangst die hen hier te beurt viel. Zaterdag 29 oogst Heel den dag, maar bijzonderlijk in den namiddag hooren wij hier bescheidelijk het gerommel van het kanon, wel 60 scheuten per minuut. Er moet heel zeker een schrikkelijke slag geslegen worden in 't zuiden van Henegouwen. Zondag 30 oogst - Maandag 31 oogst De gazetten laten ons zoo wijs zooals wij zijn, want ze weten allicht niet meer of wij ook. Dijnsdag 1 September Er zijn hier van den nacht rond 2 ure een tal vrijwilligers toegekomen uit Oostende. De mare loopt dat wij vrijwilligers voor verschillige dagen gaan te herbergen hebben: wij wachten geheel den dag, maar niets te zien. Ja, rond 2 ure 's nachts komt een bresse toe. Er zijn er zoo wat 13 à Rond 3 ure belt men mij op : 't zijn twee soldaten, twee 35

32 karottentrekkers, die mij achter nachtverblijf komen vragen daar er strooi te weinig is en 'k late mij overhalen en geef ze elk ne goên nachtzetel, maar eerst ne strave pot koffie. De jongste is nog geen vijf minuten neergezeten of hij ronkt al lijk en verksken. Om 6 ure vertrokken zij met elk zes boterhammen in de mage. Woensdag 2 September 't Is hier een bonte wemeling van boeren, burgers en soldaten. Deze vernachten in scholen, zalen en zolders. De officiers bij de burgers. Allen zijn uit Gent vertrokken op den onvergeetelijken vluchtersmaandag, hebben in Frankrijk getjold. zijn tot Oostende aangeland en komen van daar naar hier. Het is het Korps vrijwillig. Betrekkelijk den oorlog weinig nieuws. Markt eiers 2 1/2 fr. ; boter 2,80 à 3.00 fr. Donderdag 3 September Een zeppelin is dezen nacht boven Deynze gepasseerd; men heeft op Vosselaere-kouter, tusschen de kerk en kasteel. 3 bomben gevonden: de majoor die bij de burgemeester gelogeerd is en deel maakt van de artillerie, meent dat ze daar maar uitgeworpen zijn enkel als ballast. Iedere bom weegt zowat 100 kilos, is 80 cm lang op 20 cm breed. Ik ben vandaag militairen dokteur gebombardeerd met den heer Galens. Wij hebben al zoo alle dagen een honderdtal zieke soldaten te onderzoeken. Vele zijn aangetast van rhumatism - bronchieten, maar 't meeste getal ligt met de poepers en vraagt anders niet of gereformeerd te worden. Er is veel Hoogstraetras bij maar toch ook nog enkele goeden. zooals de zoon van kunstschilder De Vriendt van Antwerpen. zoon van Dr. De Baets, Gent, zoon notaris Persyn, Wynghene. Als kaporaai dokteur heb ik Deferer, comptable 36

33 Veille Montagne en Van Nitsen zoon van apotheker van Diest. - "Gereformeerd worden" = wegens ongeschiktheid ontslagen worden uit het leger. Vrijdag 4 September Onze soldaten zijn hier uiterst tevreden van de burgers en vice-versa. De Kornel alleen die gelogeerd is bij Mr. A. De Clercq is niet tevreden en vice versa. De kornel die 60 jaren telt en nog is zoo zwart als pek. Rinskopfblink is de beste. Alle dagen moet mijnheer versche lakens hebben... ik meen dat jukpoeier hier van pas zou komen. 's Avonds komt de tijding toe dat er rond Dendermonde hard gebatterd wordt. - Nape1eon Rinskopfbegon met een schoensmeerproduktie in het begin van de 1 ge eeuw; hij had 4 zoons waarvan er drie (die ongehuwd bleven) de zaak verder zetten. De 4e zoon (misschien waren er nog meer kinderen) woonde in Brussel en had een zoon die, na de drie nonkels. de zaak verder zette. Deze zoon, Robert, leefde rijk op de schoensmeerfabriek en -verkoop, werd burgemeester te Gentbrugge en stierf , 50 jaar oud. (Hij had alleszins een dochter die een Van Eeckhout huwde, waarvan de kinderen te Gent wonen.) De familie Rinskopf is wel van Joodse afkomst. In de jaren '20-'30 ging het bedrijf Rinskopf sterk achteruit: ça va seul was een te grote konkurrent. Met Robert verdween de zaak. - Arthur De Clercq was de vader van Jules Maeres echtgenote; niet verwant met Mw. Luc Matthys-De Clercq. (dochter van Leon De Clercq) - Jules Maere was houthandelaar 0 te Deinze en huwde in 1906 Marie Eugenia Charlotte Declerck. Zij was te Deinze op geboren als dochter van Arthur 37

34 Dec1erck (47 jaar bij dat huwelijk), zijdefabrikant, en van Gabrielle Couterick. Arthur Dec1erck geboren op , was de zoon van Karel Lodewijk Dec1erck, 31 jaar oud bij de geboorte van zijn zoon, en van Florie D'hont. Karel Dec1erck was burgemeester van Deinze van 1873 tot 1890 ; hij werd in 1828 te Kerkhove geboren. Bij de geboorte heette de zoon Arthur Karel Lodewijk; bij zijn overlijden op 31 mei 1940 heette hij ArthurCharles Louis. Hij woonde Tolpoortstraat 91. Zaterdag 5 September Een militair geneesheer is toegekomen, namelijk dokter Deketelaere van Heyst die als soldaat binnengeroepen is (gediplomeerd in 1906). Wij blijven hem nog altijd bijstaan want het getal zieken vermindert niet, integendeel. Er liggen. er reeds verscheidene in ons hospitaalonderander een met den voet uit de noot. Wel wel wat opgeraapte hutsepot! Vele hebben geen hemd aan; andere slechte schoenen, kousen zonder voetelingen schier, en van alle soorten van regimenten; chasseurs, kanoniers, lanciers, piotten enz. ; gaat mij daarmee ten oorlog! de officiers zeggen dat ze moeten wijken van als de vijand gesignaleerd wordt. Dendermonde wordt gebombardeerd en is door de bevolking geheel ontruimd. Men heeft de dijken doorgebroken en heel het omliggende staat onder water. Vele Duitschers verzinken en moeten materiaal achterlaten. Zondag 6 September Deinsch Kermis! Geen feestgeluid, maar soms in de verre verte het akelig kannongedommel. Men zou nochtans niet 38

35 zeggen dat de droeve oorlog woedt: soldaten zijn op zwier, drinken lustig hun pint je bier, rooken sigaret op sigaret en knipoogen al eens naar onze jonge deernen. En welk een weer! Juist gelij k in den heeten zomer. Wij zij n ook op gang, met officieren en commandanten. De commandant van H. Vermeersch (Ferminne van Epraves) een braaf geretraiteerd man kan reeds Deinsch van den eersten avond. Fernandje Callens in "busines man" stelt voor zijn vitrien het volgende opschrift : Hier on vente galons voor sous-officiers F d Callens, coupeur militère Zondag 6 's nachts, rond 12 ure Harop! Harop de vijand! Op één twee drij is geheel het garnizoen te been: een fruitkarretje met twee paardjes bespannen komt in Deinze aangereden en zonder de koelbloedigheid van Alf. De Lava wordt geheel het gespan kort en klein geschoten. Waar blijft de vijand? De voorposten hebben de boomen voor Duitschers genomen en vandaar 't alarm. Alfred De Lava ( ) was brouwer. Hij was gehuwd met Blanche De Jonghe, zuster van Gaston. Hij is de vader van Christiane De Lava (0 1926), echtgenote van Jan Verwee (0 1928) - zie K.O.K. Kontaktblad nota 166, over de familie De Lava (7 generaties) en nota 150, over de verwantschap met de families De C1ercq en Lemmens. Maandag 7 September Er wordt goed gevochten rond Gent, Melle, Kwatrecht. Ons vrijwilligerskorps, neemt voorzorgen voor 't vertrek en inderdaad rond 11 ure 's avonds zijn ze schampavie de Thieltsche baan op. Een dame van Deynze, die van alles officieel is ingelicht fluistert geheimzinnig dat ze de brug van Deinze in stilte gaan doen springen?? 39

36 - "in stilte doen springen" staat in het handschrift onderstreept; ook de twee vraagtekens, met de betekenis van een uitroepteken, staan in het handschrift (als bewijs van zin voor humor?). "schampavie zijn" = in stilte, onopvallend er van onder trekken. Dijnsdag 8 September Een algemene zucht van verlichting voor de bevolking van Deinze. Wij zijn ons soldaten kwijt en het Duitsch legerkorps dat Gentwaarts afzakte is van plan veranderd dank de tusschenkomst van burgemeester Braun van Gent. Deze inderdaad is den Etat majoor gaan spreeken die te Oordegem lag. Ziehier eenige voorwaarden: Gent betaalt niets in gelden maar moet aan het Duitsch leger leveren liter essence benzine kilos haver 100 rijwielen 10 motocycles pansementen cigaren enz. In de slag van Melle heeft Quatrecht veel gelede.n. Er zijn gehee1e rotten huizen doorschoten en afgebrand. Langs weerskanten verschillige dooden. De garde civiek heeft daar in hun broek gedaan maar de vrijwilligers hebben zich heldhaftig gedragen. Het leger gebruikte ook in 1940 nog cyc1isten. De eerste Duitsers die ik op vrijdag 17 mei 1940 St.-Niklaas zag binnenkomen waren zowat 200 cyc1isten. al zingend van "Erika", een lied dat ik later, na de oorlog, terugvond in de Liederschat van de studentenkodex ("Auf der Heide bjaht ein kleines BlOme1ein). 40

37 .. ~~....q- ':, ~,:\,-< ;;'''<S~ t,~', :-.,$i.~~':, '\~'~:" ",- ~ " ~.,

38 , :::9)~t~. Y:M....,.....r \ B.kkerij.. In Wacken.. \Veduwe De Volder Deinze Goed. voor 6 centiemen 42

39 Woensdag 9 September Om 5 ure 's morgens passeeren hier naar Thielt toe 23 Uhlanen allen ferm uitgedoscht. Als ze maar de wolf in de muile niet loop en! Ja 't is juist zoo: om 9 ure passeeren zij hier weerom en vóór hen drie boeren en den Italianer van Aug. Pien. Geen 3 minuten nadien een auto met vier officieren en een heele zwerm cyclisten, gendarmerie en soldaten zoo een 60 tal. Aan den "Souverein" is 't al bataille. Er zijn 5 krijgsgevangenen, één Uhlaan is doodelijk gekwetst en allen worden naar Thielt gevoerd; twee paarden zijn veroverd; van onze kant geen gekwetste. God weet waar dat zulk een slagsken ons naartoe leidt! et pour comble, wij krijgen de Jobstijding dat ons "volontairs" die maar pas vertrokken zijn en wier stroozak schier nog warm heeft, ons van den avond weer den duivel komen aandoen. De familie wordt ongerust. Maria is een oud mensch, twee kleine schaapkens van kinderen! Wat gedaan?.. Al het vrouwvolk is naar Leerne, misschien vandaar naar Gent. On verra. Te 5 ure trekken ons vrijwilligers van eergisteren weer de stad binnen. Aan de wijk Jerusalem meenen zij Uhlanen gezien te hebben en hebben een geheel boschke kapot geschoten maar van Uhlanen wederom al geen speur. Om 5 1/2 ure in de stad zelf weeral 't zelfde liedje: Uhlanen! Uhlanen! De burgers vluchten hun huizen in, al ons soldaten grijpen naar 't geweer en bekruipen "en tirailleur" de vijand. 5 minuten nadien... niets! niets! Te Vosselare heeft men rond 4 ure drij huzaren gezien den weg vragende naar Lo (?) (wilden ze misschien zeggen loze- 43

40 ... twee kleine schaapkens van kinder n... links Margareta Maria al wa rt (sedert 1935 Mw Van Thuyn ) rechts Pernande Marie al wa rt (sedert 1931 Mw Bruwa rt) beiden geboren op

41 ren waar nog van hun volk gecampeerd lag?). Zij werden overvallen door de gendarmen van N evele maar zij waren de pijpen uit. Een nochtans was gekwetst en te Deurle, waar hij zich deed verzorgen, zei hij van weer te keeren en geheel het nestje van Vosselare of Martens Leerne uit te branden. De inwoners hebben daar weeral van geheel den nacht geen oog toegedaan. Maria was de meid. Er waren toen meiden die hun hele leven in één familie doorbrachten en er de generaties zagen komen en gaan; een verdwenen beroep. Woensdag 9 September Verschillige familiën verlaten Deynze : Arthur De Clercq, Jules pe Backer, Jules Maere, Pro de Volder en Romanie, Jean Lagrange, Pierre Gevaert, Leon Nachtergale Deze was tewege naar Engeland, maar op den boot riep zijn wederhelft: "Leon 'ken durve niet, 't wikkelt te vele" en weerom kwamen ze op 't vasteland. - Jules De Racker was aannemer, woonde in de Kortrijkstraa t, was geh uwd met een Van den Poel, is de grootvader van architekt Etienne De Racker (deelgenoot K.O.K. sedert jaren). - De Volder (van Volders Molen) had 12 kinderen en een eigen kapel, nog enigszins te zien aan de Molens te Petegem (kant van de fabriek Liebaert) Gentse steenweg. - Pier Gevaert, schoonvader van Priem woonde waar nu de schoenwinkel is rechtover het kollegestraatje, Tolpoortstraat. 45

42 Donderdag 10 September De familie stelt het nu al goed te Leerne, maar heeft ook slecht geslapen: twee bij sekretaris V.D. Meerschaut, de andere in De Sterre. Te 12 ure vertrekken eenige compagnie olontair naar Gavere toe waar er Uhlanen gesignaleerd worden. Vrijdag 11 September Het schoon weder is uit, we hebben de kille mokk Ir n. Ons volontairs doen snellen vooruitgang in h t hant r n der wapens. Op de markt was het vandaag x r i i n k r- poraal, een Gentenaar, heeft aan zijn m n ha n 1 46

43 voorloopige commandementen aangeleerd voor het afvuren der geweren... allen staan in 't gelid, het geweer geschouderd. Het klinkt,,feu"! maar g' en hoort geenen enkelen haan afketsen. De stilte wordt slechts gebroken door den korporaal die zegt: "kis nui mijn bal."'t Schijnt dat de korporaal vergeten had het commandement te roepen dat kwam voor,,feu"- geen dóo! Vele jonge dochters lonken ons soldaatjes vriendelijk tegen; andere zijn nog wat schuchter. Zo hebt ge Thielde van Alb. Vermeerseh, de meid, die nochtans rond de 60 telt, en van geen tien huzaars benauwd is, hewel, telkens die op strate gaat doet ze nen trouwring aan. De commandant Ferminne die bij Hectoor Vermeersch thuis lag, is ervan onder getrokken. Hij moest 48 achtereenvolgende uren dienst doen en 't is niet menselijk ook voor gasten van rond de 60 jaren. Thielde, afkorting van de naam Mathilde (oudgermaanse naam maht-macht (= kracht, sterkte) + hilde (hilda, hiltja = kamp, strijd) Machthilde, Machteld, Mathilde = de machtige strijdster). Zaterdag 12 September Regen! regen. Een C 1e van ons garnizoen trekt op naar de kanten van Dixmuide om eenen groep Uhlanen te gaan uit-. roeien. 's Avonds moeten al de huizen om 8 ure gesloten zijn en de luchten uitgedoofd. Geen enkele gaslantaarn brandt nog in Deinze. 't Is hier 's avonds en 's nachts zoo donker als in d'helle. Na 8 ure mag niemand nog op strate circuleren 47

44 Zondag 13 September 't Schijnt dat de Duitschers leelijk achteruit gedreven worden op gansch de frontlijn in Frankrijk. Oostenrijk krijgt klop op klop van Rusland. Maandag 14 September De mare komt toe dat de Uhlanen rond Dixmuide een goede klopping gekregen hebben. Inderdaad rond den middag komen de mannen die zaterdag vertrokken zijn hier weerom toe en verscheidene zijn in bezit van Duitsche tropheeën : helmen, politiemutsen, lansen, capotten, zadels en 3 peerden. 50 à 60 Duitschers zijn op het slagveld rond Zarren gedood. Van onzen kant hebben wij helaas 5 dooden waaronder de sergeant Van Audenhove die pas eergisteren gegradeerd was. R.I.P. Ons dapper korps stond onder het commandement van com t Devenyns, gast van Alb. Vermeerseh. Wij zullen den commandant en den vriend Albert van den avond moeten proficiat wenschen en heel zeker zullen wij Berten moeten inhouden of de champagne zal er stroomen. Dynsdag 15 September De champagne heeft niet gestroomd. 't Schijnt dat het overige van het troep ken Uhlanen, dat gisteren te Zarren kunnen vluchten was, rond Rousbrugge uiteengeslagen is. Bruwaertje die daar zijn kinders in veiligheid had gebracht. zoo meende hij toch, is er mee huiswaarts gekeerd. Tegenwoordig en zit ge op geen eenen hoogen boom vrij. Dezen morgen om 6 1/2 ure zijn ons volontairs vertrokken naar Turnhout - Hoogstraeten. Velen zullen zich in deze 48

45 Tijdens de oorlog speelden de Deinze toneel mensen samen ten voordele van de krijgsgevangenen; ~ eerste rij, op stoel zittend: 3e van rechts Rene Saverijs, 3e van links lef Van Risseghem. Wie kent wie?

46 laatste gemeente nog herkennen. Maar neen, er geen kwaad van gezegd, want allen vroegen heel zeker niets anders dan in den vijand te mogen schieten en kerven. De geneesheer De Ketelaere, ne charmante jongen, zei mij gisteren dat wij een 500-tal carabiniers mogen verwachten. Edward Bruwaert (in jaar x Marie De tollen a ere 58 jaar) was vader van Jozef, echtgenoot van Louisa De Muyter, Nestor ( ), echtgenoot van M.F. Calewaert (Mw. Bruwaert) Herman, echtgenoot van Marie Jeanne Malfait Arsene Elise Go delieve Marie Herman Bruwa ert was de 3e schepen te Deinze (in fusie met Petegem) tijdens WO 11. Hij werd vader van 4 dochters; hij v:eronge1ukte te Tielt door in te rijden op een onverlichte vrachtwagen die achteruitreed. Louisa De Muyter was zuster van Germain, drukker te Deinze. Woensdag 16 September Aardige marktdag. Er mogen geen kramen staan; nochtans is er wel volk. De liedjeszangers, ten getalie van 3, zingen allen van den oorlog en doen goede zaken. Eieren 3,00 fr; boter 3 à 3,50 fr. duur. De straatlantaarnen mogen weer branden en het politie-uur is op 9 ure gebracht, zoo kan het nog zijn. Rond de noen komt eene afdeeling van het 5e regiment vrij- 50

47 wel de stad binnen; er zijn er een 800 meestal gekleed in carabiniers, afzakkende van Thielt. Allen zijn goed gekleed en reeds ferm gedrild en meer geevolueerd of de vorige. Ik word weerom dokteur militaire gebombardeerd. Donderdag 17 September Ik ben dokteur militaire af. Er is eenen toegekomen, nen eersten bullebak van d'eerste broek, nog niet gansch gediplomeerd geloof ik. Dendermonde wordt weer beschoten, maar 't is door de Belgische soldaten die er den vijand trachten uit te jagen. St. Gillis en Lebbeke liggen ook plat en al d'inwoners gevlucht. 't Schijnt dat den Duitsch 500 Lebbekenaars heeft meegenomen. Leon Versele die met eenige Astenaars naar die kanten is gaan zien, zegt onder andere dat geheel de plaatse van Lebbeke vol ligt met gebroken fles sc hen en de dortoirs (trotoirs) vol met str... ofte D (?). Vrijdag 18 September In Brussel moeten alle nationale vlaggen ingetrokken worden en burgemeester Max raadt zijne inwoners aan dit gewillig te doen om verdere ongemakken te vermijden. Zaterdag 19 September Mijn volk dat tot Leerne in de "Sterre" zat komt naar huis. Allen zijn blij, maar bijzonderlijk Bonne Maman van hun peere weer te zien. Wij bedanken de vrienden van Leerne, bijzonderlijk Mr V.D. Meerschaut Mr De Pastoor en de 51

48 hospes Cies en zijn huisgezin voor het vriendelijk onthaal dat hen te beurt viel. Cies = Cies Speybroeck van de Sterre In de Ooidonkdreef. Zondag 20 September De "Deinsche Burger" schrijft een lofartikel over Burgemeester en Dr. Galens die in deze beroerde dagen altijd kranig op zijnen post is gebleven, en geeft alzoo ne stek onder water ----aan onze twee schepenen die de plaat hadden gepoetst. Ziehier zijn schrijven:,,in naam onzer gansche bevolking brengen wij eene welverdiende hulde aan onzen achtbaren burgervader, Heer Dokter Galens, ondanks zijn vier-en-zeventigjaren is hij in deze kritieke oogenblikken op zijnen post gebleven; zelfs bleef hij 's nachts op het stadhuis om, zoo de vijand mocht komen, hem te woord te staan en al zijn energie te gebruiken om in de mate van het mogelijke alles te doen voor het heil onzer duurbare stad. Aan zulke mannen zeggen wij "Leef lang! Gij hebt uw plicht gedaan en 't volk van Deinze zal uw naam altoos in 't harte dragen Deze lof op Galens is waarschijnlijk uit de pen,'an JefVan Risseghem. En nu kan de vraag rijzen of de gewaardeerde houding van de 74-jarige Galens, op zijn post te blijven. niet gewerkt heeft op de in mei jarige burgemeester Van Risseghem die toen ook op zijn post bleef. Hetis hem ach terafech ter anders vergaan dan Galens: Van Risseghem werd in september 1944 met huisarrest gezet. Wegens zijn leeftijd (69) werd hij niet aangehouden (wut 52

49 reeds uitzonderlijk was). Bij de gemeenteraadsverkiezingen 1946 speelde hij niet mee. Wel in Hij stond toen op de laatste plaats op de CVP-lijst, kreeg echter zoveel voorkeurstemmen dat hij opnieuw burgemeester werd (en het bleef tot bij zijn overlijden in december 1964). JefVan Risseghem werd in 1875 geboren. De twee schepenen waren Ju1es De Backer en Arthur De C1ercq. Remi Ca1ewaert was gemeenteraadslid van 1908 tot De Deinsche Burger - zie de K.O.K. Bijdrage van Jan Moerman in het K.O.K. Jaarboek 1973 blz. 149, over de samenstelling van de gemeenteraad en K.O.K over de Deinse pers. Over Ga1ens: zie onze Bijdrage over Jef Van den Eynde in het K.O.K. Jaarboek 1984 blz. 81 e.v. Maandag 21 September Onze verbondenen (Frankrijk-Engeland) doen de Duitschmans stilaan achteruittrekken. Een kreet van verontwaardiging stijgt in gansch de wereld op omdat de Pruisen de kathedraal van Reims beschoten en schier vernietigd hebben. De Duitsers hadden Reims veroverd, maar waren er door de Fransen weer uit verdreven. Van op de hoogten rond Reims lag de stad onder Duits vuur. Reims, veroverd, heroverd, en dan onder vuur, werd zwaar vernield. Twaalfduizend huizen van de lagen in puin. De Fransen heroverden Reims op 13 september. De Duitsers hadden in de kathedraa balen stro gelegd en ze als lazaret gebruikt voor hun gewonden. De Fransen gebruikten ze verder als veldhospitaal. Tijdens de beschieting van de stad door de Duitsers werd ook de kathedraal getroffen. Het vele stro voor de zieken bedden vatte vuur. Het lood 53

50 van de daken en van de glas-in-loodramen smolt; een deel van de klokken smolt. De prachtige kathedraal was zwaar beschadigd, maar dank zij de stevige fundamenten en de zware muren bleef het gebouw staan. Ook later, in de loop van de oorlog, o.a. in 1918 kreeg de kathedraal nog voltreffers te "verteren" Men heeft 287 granaattreffers in de kerk geteld (de zwaarste was er een van 380 kg). Hoe stevig die kerken wel gebouwd waren bewees in de 2e wereldoorlog b. v. de dom van Keulen die bleef staan in een puinlandschap (na 80 luchtbombardementen). Van 1920 tot 1970 heeft men gewerkt aan het herstel van de kathedraal van Reims, een van de mooiste voorbeelden van de gotiek. Restauratie van de verweerde gevels is nog altijd aan gang, ook in Sprekend van de gotische kerkbouw in Frankrijk spreekt men mijns inziens te veel van enkele "groten" en vergeet men schijnbaar enkele andere zoals b.v. de kathedraal van Laon of die van Coutence, die. als bijna verzwegen grootheden, uitzonderlijk meevallen bij een bezoek. Dijnsdag 22 September Vandaag ben ik eens gaan zien met Daniel naar het slagveld van Quatrecht-Melle. Langs de groote baan van aan Quatrecht-statie tot aan het collegiegesticht van Melle is het één verwoesting: 41 huizen zijn gansch vernietigd, meestal werkmanshuizen, maar toch ook den schoonen buiten van notaris Rolland. 't Is drukkelijk om zien. Er ligt een Duitsch officier begraven op eene weide van een boerenhof rechtover den ingang van het kasteel Van De Pottelsberghe. Een eenvoudig houten kruisken duidt zijn laatste rustplaats aan. 54

51 Daniel is de zoon van Remi Calewaert ; Daniel was toen 15 jaaroud. Over hem leze men K.O.K.Jaarboek 1983 blz. 98 en Kontaktblad nota Geboren 8 juli 1899 te Bachte-Maria-Leerne - Werd hoofdgeneesheer bij de Kilo-Moto-Mijnen in Belgisch Kongo - Overleden te Gent 7 maart 1983 maar de begrafenisdienst gebeurde te Deinze; hij werd ook te Deinze begraven. Woensdag 23 September Marktdag lijk op andere dagen: eieren 3,50 fr., boter 3,50-3,80 fr., pataten 4,00 fr. In het dagboek van Prof. Paul Fredericq staat op genoteerd: "Op den buiten loopt het gerucht te Deinze en omstreken dat Paus Pius X verscheidene miljarden aan Duitschland gegeven had om de Fransche vrijmetselaars te helpen uitroeien, maar dat hij zich gezelfmoord heeft van verdriet, toen hij vernam hoe zijn troetelkind het katholieke België door de Duitschers verwoest werd". Dit staatgenoteerd als voorbeeld van "kwakkels" die in oorlogstijd de ronde doen (zie Wetenschappelijke Tijdingen 1985 blz. 10). Donderdag 24 September Deze macht is hier een "Zeppelin" gepasseerd komende van Brussel-Oudenaerde en trekkende naar Thielt-Oostende. Te Astene heeft hij vier bommen laten vallen zonder gelukkiglijk groote schade aan te richten. 't Is een raar en angstwekkend geronk als die kerel over de stad vliegt in den stillen nacht! 55

52 Vrijdag 25 September 300 vrijwilligers trekken van in den vroegen morgend op naar Dikkelvenne om andere korpsen langs den Scheldekant te gaan vervoegen. Binnen 't kort zitten die mannen in 't vuur. Zaterdag 26 September Het overige van ons 5e vrijwilligerkorps trekt dezen morgend op naar de kanten van Sijnghem. De majoor doet op de groote markt een korte toespraak tot zijn mannen en zet hen bijzonderlijk aan tot kalmte en vertrouwen te hebben in de overheden. Van deze laatste vertrekken er velen met pijn in het haar, want de champagne heeft dezen nacht gestroomd bij. Prosten Van nee. 's Nachts: 't is rond 11 1/2. Ik word wakker door hevig geweergeknetter langs de kanten van Astene ; zeker weeral veel la wijd voor niet. Maar daar hoor ik het onheilspellend geronk van den Zeppelin; zeker zullen ons gendarmen daar naar geschoten hebben. Ik sta op in vliegend vendel en met de vrouw kijk ik in de logia naar het met sterren bepinkeld hemelgewelf, maar niets te speuren. Heel zeker moet de luchtreus boven Deinze zweven want de lucht trilt om zoo te zeggen van het geronk der zware motoren. Wij staan beiden in doodsche stilte en angstvolle verwachting. Eensklaps zien wij achter Deinsch kerke gelijk een bleekvale weerlicht. onmiddellijk gevolgd door een doffe kanonslag... Een bom! zuchten we alle twee en angstig kijken wij voorts Deynze in... na enkele oogenblikken nog een weerlicht en boûm... en zoo zien wij in één enkele minuuut 5 bommen boven Deinze neerploffen... 't is prangend, het nijpt de keel toe. Is het nu de koude, of.is het de aandoeninge, maar ik begin, te beven en te klappertanden wel een minuut lang, en altijd maar in vlie- 56

53 gende vane loop ik de kamer over end weer. Het vernielingswerk moet gedaan zijn want stilaan verflauwt het akelig gerucht van het luchtgevaarte. Nog wat gedraald en weer te bed ure kling-geling-geling. Wat nieuws hebben we nu te verwachten?... 't Zijn knechten van St.-Vincentiusgesticht die komen zeggen dat men het klooster heeft gebombardeerd en dat er een gekwetste is. Zoo zoo, dat verschrikkelijk vernielingswerk gebeurde zoo dicht in ons gebuurte. De broek en veste aangespeeld en op weg daar waar de plicht ons roept. In het kloosterstraatje van aan het gesticht te beginnen, kunnen wij geenen voet verzetten ofhij kraakt en grijnzelt onder de gebroken glasscherven. Al de ruiten van den voorgevel alsook die van het huis des bestuurders zijn in gruis geslagen door een bom die gevallen is in het straatje zelf, rechtover het spinhuis. Daar bemerkt men een put van 1,50 diam. en 0,50 à 0,70 diep en al de kassei~n uiteengespat. Had de bom twee meters links of rechts moeten neerploffen, hoeveel verminkte lijken had men daar niet aangetroffen! Ik ga den boerekoer binnen en in de keuken vind ik een twintigtal ouderlingen waaronder mijnen gekwetsten. 't Is Jan Roose 82 jaar oud, blozende lijk een krieke die een onbeduidende wonde heeft aan het been; die man is bij mirakel aan de dood ontsnapt. Juist voor de deur van zijn huisje op den achterkoer is een tweede bom ontploft, dezelfde put makende als voorhenen. De kassijn van zijn huisje is in gruis geslegen ; de deur in splinters is boven op zijn bed gesmeten, het bed zelf is in honderde schervels gehakt, de helft van het plafond is ingevallen, zijne kleerkas aan stukken geslagen, al wat maar eenigszins breekbaar is, is kapot, de muren zijn opengereept van de mitrail... ; juist 57

54 boven zijn hoofende is er een gat gelijk van nen trachter en hoe onze Jan daar geheel alleen in den donkeren nacht daar van onder is gekropen met een onbeduidende schram aan het been, dat weet alleen de goede God. Detail: Jan, die meestal een rond hoedje draagt, kwam dien nacht dan ook in de keuken gesukkeld in zijn onderbroek maar toch drager van zijn onafscheidbaar hoedje. Van daar eens rondgegaan in het klooster zelf. Een derde bom is gevallen op het dak juist vóór het torreken van de kapel. Hij is dus gelukkiglijk ontploft op het bovendeel van eenen scheidsmuur, een gat makende in het dak van 6 à 8 vierkante meters en heeft daar honderde pannen en ruiten verbrijzeld maar had hij moeten eenige centimeters op zijde vallen, dan kwam hij terecht op de kamers waar 10 à 12 zusters sliepen onder andere Zr Amandine en Zr Stanislas. Al de beddens lagen vol plafoneerwerk en stukken glas; de zusterkens die wegliepen na eerst hun zieke zusters geholpen te hebben, verstikten bijna van de gassen. Maar hier gebeurde het tweede mirakel: geen enkele had letsel, ja zelfs geen schram. Ik begeef mij in de kelders. Beiden zijn opgepropt met nonnekens en kostgangers en weezekens ; ge kunt den druk en den angst op hunne wezens lezen en nochtans, allen zijn gelaten in hun lot; 't is droef, droef. Zuster Armandine was er moeder-overste. Zondag 27 September Nog eens het indrukwekkend schouwspel gaan bezien met vrouwen kinderen. 't Is wreed! 't is wreed hooren wij te allen kante zeggen en hoeveel keeren zal dat woord uitgesproken 58

55 zijn geweest door de duizende bezoekers die heden in Deynze zijn toegestroomd. Nog twee bommen zijn gevallen zonder eenige schade aan te richten namelijk een in de gaapersmeersch en een in den moestuin van het klooster. Fons Staes die dien nacht opliep rond de boerekoer om naar de zeppelin te zien, zag de eerste bom ontploffen en wierp zich plat ter aarde roepende:,,'k ben eraan!" 'k Zal daar boeken kunnen overschrijven, zei Fons, en hij en is geen letter geleerd. Maandag 28 September Aalst wordt gebombardeerd en geheel de bevolking slaat op de vlucht. Dynsdag 29 September Nog altijd wordt er gesproken over den snooden aanslag van Zondag laatst. Een groot deel der bevolking kan 's nachts in slaap niet meer geraken en onder andere de vriend Gustave V.D.P. heeft dezen nacht zoodanig in zijn bed gewoeld dat hij er letterlijk is doorgevallen. Wie weet of met dat bombardement er den vriend Gustaaf nu niet een heuglijke gebeurtenis te verwachten staat! Woensdag 30 September Markt kalm eiers en boter 3,00 fr. 59

56 Donderdag 1 Oktober Feestdag St.-Remi. De feestdag is gevierd geweest in stille vreugd. Geheel Doornijk slaat op de vlucht, juist gelijk hier op den vliegenden maandag en dat ook al door vals alarm. Hieruit blijkt dat die maandag reeds de legende was ingegaan Vluchtersmaandag Vliegende maandag (zie 24 oogst). Vrijdag 2 Oktober Hevige gevechten rond Antwerpen. Wij hooren den dag door het ge dommel van de kanons. Zaterdag 3 Oktober 's Morgends komen er hier verschillige treins toe met de klas van Dejongens zijn uitcontich (depot) moeten vluchten en trekken naar West-Vlaanderen. Zij en hebben in twee dagen niet ge~ten en zijn razende van den honger. Al wat aan de statie maar beenen heeft loopt om eten en drinken. Maurice Ide, de bakker, geeft den heelen oven brood ten beste. 's Avonds rond 5 ure komen verschillige treinen uit West Vlaanderen met Engelsche fusiliers ; 't zijn de eerste vreemde soldaten-bondgenooten die wij hier bemerken. Hun valt een warme ovatie ten deel en zij worden onthaald op sigar en cigaretten. Zij vertrekken Gentwaarts. Kozen Alfred De Lava heeft er eenen vriendelijk de hand gedrukt; ik denk dat de Engelschman met een beetje min vriendschap ook zou tevreden zijn geweest. Bakkertje Ide, woonde nabij de Knok (naast Beirnaert?). 60

57 Zondag 4 Oktober Peteghem Kermis!! Maandag 5 Oktober Wij krijgen een logist : Monsieur Martin De Vloedt, né à Bruxelles, habitant Paris, diplomé pharmacien, actuellement volontaire Beige avec grade de caporal-docteur. 11 a abandonné la pharmacie et s'est fait acteur de theatre. Au reste charmant garçon. Dijnsdag 6 Oktober Nieuwe troepen komen in Deynze gedurig toe. Woensdag 7 Oktober Om 3 ure 's morgends wordt geheel ons garnizoen opgeklopt. De Duitschman is weeral in 't verschiet; hij komt van Cruyshoutem, van Waereghem, van Thielt, van overal. Rond 7 ure komen hier mitrailleuzen toe, ja zelfs met Engelsche soldaten bemand. Geen markt, de boeren verkoopen hunne waren aan de voorgeborchten van Deynze en Petegem. Boter en eieren: 2,50 fr. De bruggen worden gebarikkadeerd : De Leiebrug met de kramen en zakken eerde. Het huis van Mr De Coutere zit van onder tot boven met soldaten en in de bovenvensters liggen twee stovebuizen dienstdoende als kanonnen; 't is rechtuit karnaval. Aan de vaartbrug graaft men loopgrachten en worden Mr 61

58 Piens ijzeren olievaten gebezigd als beschutting. Rond 8 ure wordt men verwittigd dat iedereen van strate moet. Voor den zoveel sten keer is 't weeral paniek. Verschillige huishoudens trekken er van onder. De familie Calewaert-Van Risseghem trekt naar haren ouden depot: Bachte-Maria-Leerne, Sterre. Van Kan is naar Vlissingen. Claerhout photograaf Blankenberghe, Nachtergaele Leon, Gent. Filliers van Knocke teruggekomen naar Leerne, Blanckaert Gent enz. En wederom 't zelfde liedje... niets! niets! Woensdagavond: De overheden van ons leger meenen vast en zeker dat dezen nacht Deinze zal ingenomen worden door de Duitschers. Verschillige families zoeken een nog veiliger schuilplaats. Gustaaf Van Coppenolle die van niets verveerd was trekt om 9 ure nog op naar Vosselare met geheel zijn familie. 's Anderendaags is hij langs Gent rond wederom naar zijn haardstede teruggekeerd. De Coutere woonde waar nu Dr. Geert Decaluwe woont. Van Kan woonde aan de Molens van Deinze, bij de post in de Tolpoortstraat. Notaris Blanckaert woonde in het grote huis (nog door het atheneum gebruikt) rechtover de post. Het gaat over Gustaaf Claerhout, vader van Abel. Filliers : bedoeld wordt Marcel Filliers, vader van Lucien. Leon Nachtergaele van de muziekschool. GustaafVan Coppenolle, de drukker op de markt, vader van Ivan, grootvader van Jacques. Over Claerhout zie Kontaktblad nota 158 en 159, over Nachtergaele zie Kontaktblad nota 430 en 473. Van Coppenolle kwamen we al tegen in 100 Jaar Vooruit en in Het Vlaamsch Gezelschap (K.O.K. Jaarboek 1962). 62

59 Donderdag 8 Oktober Verschillige treinen komende van de zee en gaande naar Gent staan stil in Deynze en zijn geladen met Fransche soldaten. Het gejubel aan de statie bij het zien onzer bondgenoten is onbeschrijfelijk. Zij worden overladen met eetwaren, lekkernijen, cigaren, sigaretten enz. 's Avonds liggen aan de statie al verschillige tonnen bier voor ingeval er nog komen. Hee1e dagen zien wij bevriende vliegmachienen boven de stad zweven. Een heel regiment peerdevolk komt dezen namiddag in Deynze toe. De peerdjes zien er erg gehavend uit. Op een gegeven oogenblik tellen wij hier tot 7 automitrailleuren, allen geblindeerd. Vrijdag 9 en Zaterdag 10 Oktober Altijd maar over ent'weer ge zoef van de mitrailleuzen. Enige vluchtelingen uit het Brabandsche die in West-Vlaanderen verbleven, keeren naar de haardstee terug, geladen met allerlei huisraad: zoo zie ik in de Kortrijkstraat een oud moederke passeeren van rond de 70 jaren, herkomstig van Duffel en geladen met een blikken koffiekan en 4 oude versleten parapluies. Zondag 11 Oktober 's Morgends niets meldenswaardig. 's Namiddags ga ik de familie bezoeken naar Leerne. Onderwege hoor ik eene hevige ontploffing; later heb ik vernomen dat die voortkwam van het springen der brug te Gavere. In Leerne doen wij een uitstapje naar de ijzeren brug, maar 63

60 nauwelijks zijn we daar toegekomen of de garde civieken, daar kampeerende, krijgen nieuws per telefoon en welhaast verschijnt er daar een compagnie genie-cyclisten. Allen zien er gejaagd en arglistig uit, maar zij zwijgen lijk peereters. Heel zeker is er iets op handen. 's Avonds in Deinze ziet men ook dat er nieuws in de lucht hangt en inderdaad 's nachts gaat ons dapper regiment vrijwilligers in aftocht naar Thielt. Madame Lowie en kinderen zijn op weg naar Engeland. - Die tocht naar Leerne zal wel te voet geweest zijn; men ging toen veel te voet. - Over die Ijzeren brug te Leerne (naar DeurIe) leze men Urbain Van den Heede in Jaarboek K.O.K Lowie was notaris gehuwd met een Zwitserse (die men hier voor een Duitse hield). Zijn zoon, Pa ui Lowie, kwam om in koncentratiekamp tijdens de 2e wereldoorlog; naar hem wordt een straatgenoemd aan de Gampe1aerehoeve. Diens zoon José, officier ter lange omvaart, huwde een dochter van Guy de Saint Aubain (Gwijde van Sint Albaan noemde stadssekretaris Werner Malfait hem spottenderwijs omdat Guy een verwoed franskiljon was - juist voor WO IJ stond de St.-Aubin op de lijst van Rex). - Notaris Emile Lowie woonde waar nu Deolet naaimachines verkoch t worden (toen nr. 49). Hij werd geboren te Staden op (zoon van Gustave-Adolphe en van Marie Celine Bossuyt). Hij stierf te Deinze op Zijn ech tgen 0 te, Lina Schleier, was toen 43 jaar oud Paul Lowie 0 Schaarbeek , t Dortmund (Hij werd ook vermeld in K.O.K. Jb blz. 245). 64

61 Maandag 12 Oktober Heel Deinze staat opgepropt met Belgische troepen, meest kanonniers, komende van Gent en in aftocht naar de zeekust. De Fransche en Engelsche soldaten die zoo talrijk in Gent toekwamen zijn ook allen in aftocht naar Oostende. De Duitschers zitten d'alliés dicht op de hielen. Het is nu gekend en maar al te waar dat Antwerpen donderdag gevallen is. Toen het bombardement der stad aanving is heel de bevolking, honderde, duizende menschen op de vlucht geslagen en dat in de pikdonkeren nacht onder eenen regen van granaten. Nog nooit, zeggen ooggetuigen (Maria Hinnens die ziekenverpleegster was in Stuivenberg hospitaal) van dat de wereld bestaat kan men iets schrikkelijker hebben bijgewoond! 30 à Belgische troepen zijn naar Holland gevlucht en krijgsgevangen genomen. Hier in Deinze worden de barrikaden aan de bruggen nog versterkt. De helft van Deynze staat of slaat op de vlucht, d'eenen naar Holland, d'anderen naar Engeland, jongeren naar het Fransche om zich te engageren: al de Agneessens zijn weg, Remi per gerij en Arthur per velo naar Roeselare toe, Oscar en familie naar Knocke, Armand en familie idem. Bruwaert en geheel de familie naar Engeland, Alfred De Lava met Jules en Maria naar de familie in Holland. Jules Wambeke en familie naar Holland, Neirynckx uitgenomen Piet, naar Engeland, Odile Calewaert en ehsmet N eirynckx naar Engeland, Jules Maere en familie Knocke, Jules De Backer en familie naar Holland, Gustave Van Coppenolle en familie naar Knocke, Jules De Backer en familie naar Knocke, Roger Lagrange, Valère Lagrange allen met de familie naar Knocke. De vrouw van Armand Dujardin met de twee kinders ingespannen naar Blankenberghe. De directeurs van Vincentius en St.-Henri naar Holland, Marcel Filliers Holland, Van Kan Holland, Blanckaert Gent, Nachtegaele 65

62 Leon Holland, S. Aubin met 8 naar Engeland. Ik trek 's namiddags naar Leerne om de familie die daar ook niet gerust meer zit, en die de familie Van Speyb. liever weg zou willen. Om 5 ure landen wij met pak en zak weer in Deinze aan, en, op aandringen van nonkel Jozef, wordt er beslist dat Petit zou komen met eenen lichten voermanswagen om ons volk ook naar het Hollandsche over te brengen. Intusschen is Joseph weg per fiets met Emiel Maere en Van Kan. Wel, wel, wat droevige oogenblikken. Wij zitten allen in het kabinet zonder een woord te spreken de angstige oogenblikken van het afscheid afwachtende... 't Werd donker, huiverachtig koud... Ziet ge daar uw gansch huisgezin, met een halfzieke vrouwen twee kleine schaapkens van kinderen in den pikdonkeren nacht tjollen en niet weten waar ze gaan volenden!... De tranen staan ons allen in de oogen maar ons verdriet blijft in de kele kroppen...,maar Petit wacht en blijft wachten... Ik wilde wel dat al zijn wielen afdraaiden. 't Wordt zeven ure... Petit komt af... maar van ons aller hert valt er ne steen l... Men mag over de Leiebrug met geen gerij meer. Wij zijn allen tevreden en zeggen ons duurbaar huis niet meer te verlaten maar woorden zijn geen oorden, ze zult gaan hooren. De familie Calewaert woonde in de Tolpoortstraat. waar nu Nancy is rechtover Dr. De Caluwe. Dr. Calewaert kocht dat huis in "Naar het Hollandsche" was dus richtingaalter. dus over de Leiebrug en de markt en over de Vaartbrug aan het Kongoplein (brug die nu weg is en 100 meter verder vervangen is door de Kromme Brug). De Leiebrug Guido Gezellelaan bestond nog niet, die dateert pas van de jaren dertig. en de weg 805 met brug bestond zeker nog niet. die dateert van einde der jaren '70. Er was dus maar één uitweg in die nch ting Noord. 66

63 - Maria Hinnens (Hinnekens zegt men te Deinze) woonde waar later de zusters Brossé woonden waar nu de Falstaff is. - Odile Calewaert en Chs deze Charles Calewaert is de latere bisschop van Gent. - Louise, Madelene en Leonce Neirynck woonden rechtover de kerk van Deinze (nu Diva). Madelene overleed begin 1986, 98 jaar oud. Slockx Vliegend Peerd (hoek markt - Brielstraat) lag naast Peet Neirinchx (nadien rookwaren Janssens) en daarnaast lag de drukkerij Van Risseghem. Dat is nu allemaal Diva. - Marcel Filliers is de vader van Lucien. S. Aubin-Emile de Saint Aubin is de vader van Guy. - Petit was een voerman die alle dagen op Gent reed; hij woonde in de Gentstraat (verdwenen in firma De Clercq, nu Donza centrum). Dijnsdag 13 Oktober Remi De Laey die op weggaan nog niet had gedacht, is er dezen morgen van ondergetrokken met de laatste familie. Al ons troepen zijn uit Deinze, buiten enkele soldaten die gelast zijn de bruggen te doen springen. Burgemeester Galens spreekt nog ten beste voor de Leiebrug, maar niet te doen, elk zijn affairens geeft men hem ten antwoord. Wij zetten voorzichtigheidshalve al ons vensters open. Duitsche troepen worden aangekondigd te Astene rond 9 ure. Boûm... Boûm... Boûm enz. De Leiebrug is gesprongen! Al de ruiten van 't omliggende in de Tolpoortstraat zijn gesprongen. Het huisje van E. Audenaerde is deerlijk gehavend, zoowel binnen als buiten. Bij ons niets. Boûm en zoo 't een achter 't ander. Al de croisementen aan 67

64 de statie zijn aan stuk; eene brok rail is terechtgekomen in ne gang van ons hospitaal! Al de bruggen van de Schipdonksche vaart zijn vernietigd. Id. van de Leye. De schoone brug van Grammene, die nog geen jaar dienst doet en verscheidene millioenen gekost heeft, ligt langs twee kanten geknakt in de rivier. Ik ben omtrent het eerste huis nu dat nog bewoond is in de Tolpoortstraat beginnende van aan de Leiebrug! Wij worden weer ongerust... Gaat de Duitschman zich niet wreken over het springen van de brug? Een kort besluit en de familie trekt op naar Peteghem buiten bij de familie De Vreeze. Honderde kleine mensen trekken de bosschen in. Intusschen heeft Burgemeester Galens beslist de Duitschers te ge moet te gaan met voorop de witte vlag. Hij is vergezeld van sekretaris Van Goethem, Remi Hertoghe, drager der vlag, Henri De Lava, Dokter Martens als taalman. Zij zetten de Leie over per boot... onderwege vervoegt hen Em. De Coutere. Op de Knock staat nog een Belgische carabinier die de twee eerste Duitsche cyclisten op een schot ontvangt en dan haastig de plaat poetst... Consigne. De burgemeester gaat de Duitschers tegen tot op Cauweshoekske, levert hen de stad in d'handen, hen verzekerende dat er geene Belgische soldaten in Deinze meer te zien zijn... Maar als nu de Belgische delegatie, gevolgd door eenige Duitsche overheden, op de viggensmarkt kwam wierden zij ontvangen met eenen regen van kogels geschoten uit eene mitrailleur van over Mr Piens. 't Was sauve qui peut en nog wierd de heer De Lava getroffen door eenen kogel in het been. De burgemeester had vier a vijf gaten in zijn pardessus gebrand. 68

65 Nu gelukkiglijk geen dooden en geen enkel gekwetste Duitschman. Hadden de Duitschers nu slecht geluimd geweest, misschien had de stad Deinze eene kwade uur moeten doorleven, maar gelukkiglijk waren zij goed gestemd en alles is hierbij gebleven. Een uur nadien was de brug reeds toegedraaid, met planken en balken belegd en veerdig om de Duitsche troepen te laten overtrekken. Hier eindigt de kopie 'fan wat bewaard is geble'fen 'fan het dagboek 'fan Dr. med. Remi Calewaert-Van Risseghem - Cauwkenshoeksken was de grens van Deinze (met Petegem) = waar Albert Saverys woonde - Ernest Audenaerde woonde nadien in de Georges Martensstraat (waar nu de friture is). - De Vreese was verre familie van moeder Calewaert Van Risseghem. Het was op het Nieuwgoed dat men zich terugtrok. - Remi Hertoge was stadhuisbediende (zie 31 juli 1914). - Henri De Lava was stadsontvanger (heeft zich opgehangen); hij was een broer van Alfred. 69

66 Nabeschouwingen 1. Merken we bij het lezen van Dr. Calewaerts tekst op dat zijn taal zeer dialektisch getint is en nauw aansluit bij de praatstijl. Hij noteert wat hij aan zijn kinderen ofburen zou vertellen, in de stijl van het "gesprek aan de deur". M en toe klinkt een vleugje milde humor door van de man die al de drukte toch wat relativeert. Anderzijds verbergt hij niet dat hij bang was (b.v. bij het Zeppelin-bombardement op Deinze). Opvallend is wel dat hij wel vrouwen kinderen wegbrengt, maar dat hij te Deinze blijft. Als dokter is hij er nodig en vanaf het ogenblik dat men een beroep deed op hem is hij ter beschikking. Hij waardeert de moedige houding van burgemeester Galens die meent dat hij in moeilijke situaties ter plaatse moet zijn. Dat dacht hij wellicht ook voor zichzelf als geneesheer. Het zou nu de moeite lonen (denken we) deze nota's te vergelijken met wat in de Deinse kranten (wekelijks) "De Deinsche Burger" en "De Gazette van Deinze" over die periode genoteerd staat. Wij nemen ons voor dat ooit nog te doen - ten ware iemand anders die taak wil opnemen. (Over die wekelijkse krant Ie ze men K.O.K de bijdrage van Jan Moerman.) 2. Het is de generatie van onze ouders, geboren op het einde van de vorige eeuw, die twee wereldoorlogen beleefde. Mijn vader en mijn moeder werden respektievelijk in 1897 en 1898 geboren; mijn schoonouders in 1890 en Dat betekent dat mijn schoonvader behoorde tot klas 1910, de eerste die niet meer lootte maar waarvan "iedereen soldaat" moest worden. Hij deed drie jaar militaire dienst. Eventjes later deed hij er nog 4 jaar IJzerfront bij. Mijn vader was in 1914 te jong om soldaat te worden, maarin 1916 oud genoeg voor verplichte tewerkstelling, die hij weigerde. Dat bezorgde hem twee jaar strafkamp te Göttingen. En een familie-eigenaardigheid: van huis uit wis- 70

67 ten noch mijn vader, noch mijn schoonvader van politiek iets af; maar de ene kwam als flamingant van het front terug naar huis, de andere kwam als flamingant uit het strafkamp waar hij Jef Goossenaerts ( , overleden te Astene in de kliniek van Dr. Martens) had gehoord (tot 10 jaar veroordeeld door de Duitsers wegens spionage) en waar hij ook zijn stadsgenoot Dr. August Borms ( ) had gehoord. Het is een generatie die zwaar geleden heeft en vaak in levensgevaar leefde; en toch levenskrachtig was. De tweede wereldoorlog hebben wij zelf als leerling secundair onderwijs doorgemaakt; nog niet volwassen. Onze ouders leden onder de zorgen en de verantwoordelijkheden - hun tweede wereldoorlog; bij ons ging het allicht niet zo diep. Maar dat is een andere geschiedenis. 71

68 Hendrik De C1ercq ( ) Vader van Hilda Maes-De Clercq en van Herman D, die na drie jaar militaire dienst nog vier jaar IJz rfront do r- maakte, in militaire uitrusting zoals hij,,.ten orlog t " 72

69 BIJLAGE I Oorlogshulp Reeds in augustus 1914 werd een inschrijvingslijst geopend te Deinze ten voordele "der ingezetenen dezer stad die nood lijden ten gevolge van den oorlog". We vinden in ons K.O.K.-archief de inschrijvingen van augustus en september 1914; verder niet. Men kan inschrijven 1 0 ofwel voor een globaal bedrag 2 0 ofwel voor een maandelijkse bijdrage. Hoofdverantwoordelijke was Leon Pauwels ; omhalers die vernoemd staan waren: E. Decoutere-Plas ; J. De Backer; Aloys Moerman. Leon Pauwels tekende voor ontvangst: op 22 augustus 1914 voor een bedrag van op 25 augustus 1914 voor een bedrag van op 1 september 1914 voor een bedrag van op 5 september 1914 voor een bedrag van op 8 september 1914 voor een bedrag van op 21 september 1914 voor een bedrag van ),I fr fr. en nog eens 252 fr. 342 fr. 51 fr. 123,50 fr. 26 fr. Dit werd opgehaald in bedragen van 100,50, fr. Die vermeldingen noteren wij hier; maar ook in bedragen van ,25 fr. per persoon staan in het dokument. 1. Globaal bedrag in eenmaal te betalen gaven 100 fr. : 80 fr. : 70 fr. : 50 fr. : Van Eechaute (we noteren de naam zoals hij in de lijst staat) De Bouvrie We Bas. Goethals Kamiel Dhuyvetter Jean Lagrange Ferd. Lagrange We Justin Calewaert reliquat Cagnote Mr. Van Kan 73

70 40 fr. : 25 fr. : 20 fr. : 15 fr. : René en Leon Declercq Odilon Vandermensbrugge Remi Lamont Notaris Blanchaert We Bas. Lammens Georges Van Quickenborne We Van Oost We Van Daele Duthoit Giminne We Veroughstraete Camille Dhont Remy Delaeye Victor De Jonghe Th. De Sloover We Adaems Vermeire Ern. Audenaerde Alfr. Van Kan Octaaf Lammens (Gent) Em. De Couter Christiaens Armand Agneessens Remi Calewaert Jos Van Rissghem We Kochempoo (?) Mw Van de Casteele Ivo De Brouwer Rich. De Kuyssche 10 fr. : Jules Jonckheere Arthur De Bussere Sophie Sergent Victor Van Dorpe We Gust Verleye Arm. Van der Donckt (maar weigerde te betalen) Juf. De Jonghe Albert Malfait Ernest De Ruyck Mw E. De Smet Gustaaf Arnaud Jan Watté Leon Nachtergaele E. Seeuws We Louis Rogge en dan nog een hele rij met bedragen van 5, 3, 2, 1,5 en 1 fr. Er waren een hele reeks "ingezetenen" die zich verbonden tot maandelijkse bijdragen: 100 fr. : het klooster St.-Vincentius,het klooster Marikolen 50 fr. : Dr. Galens Th. Goeminne en zonen De Vos Emile Dhuyvetter Blomme A. De Clercq Lagrange-Minnens Em. Janssens 40 fr. : 30 fr. : 74 R. Agneessens Ivo Scheerlinck Vandercruysen Van de Keere Dr. Martens We Em Hautekeete O. Agneessens J. Gevaert-zoon 25 fr. : Gentil Lagrange Verschraegen

71 Jules Maere Priem -Gevaert 20 fr. : Jules De Backer Mej. De Vuyst Gustave Boulanger E. Marné Decoutere-Plas Heren en Juf De Backer We Pauwels J. Van Wambeke Valère Lagrange Van de PeITe Marcel Filliers Mw Vermeersch Juf. L. Volckaert We Vanderstraeten Pieter Gevaert Prudence Mestdagh Alf. Van Kan Voor ons Recht Henri De Lava H. Van Cauwenberghe A. De Lava 10 fr. : Alphonse Van Liere De Meyer-De Pré Gentil Hautekeete Lowie A. Van WatermeuIen Pierre Dhuyvetter De anderen betaalden 5, 3, 2, 1,0,5 of zelfs 0,25 fr. per maand, al komt hier en daar wel eens voor dat men weigert te betalen wat men beloofd had te betalen. 3. Deze hulpverlening zou geleidelijk uitgroeien tot een officieel stedelijk "Hulp- en voedingskomiteit", dat op 15 augustus 1914 zijn aktiviteiten begon als "Stedelijk Hulpfonds". Van privé personen ontving dit fonds tussen 15 augustus 1914 en 30 mei 1918: ,10 fr. Eens de hulp officieel georganiseerd kwam er geld uit de stadskas, uit de provinciekas enz. Uiteindelijk zou tegen 30 mei 1918 om ,79 fr. aan allerhande hulp uitgegeven worden. Dit Hulp- en Voedingskomiteit had als erevoorzitter Edw. Galens, de burgemeester als voorzitter Ch. Blomme, de vrederechter als secretaris Gust Gevaert als leden Art. De Clerck Aug. Pien P. D'Huyvetter I. Scheerlinck Ast. Gevaert R. Goeminne

72 76 E. De Coutere A. Moerman Op 6 juli 1918 gaf het "Komiteit" een financiële verantwoording uit over de periode 15 oogst mei (Het was toen nog oorlog en deze verantwoording gebeurde nog tijdens de Duitse bezetting.)

73 BIJLAGE n Brief van Remi Soenen aan zijn vader Jules Soenen ( ) Vader, Deerlijk 20 December 1914 Hoe stelt gij het nog sedert de bezetting? Hier gaat alles nog naar wensch en indien het zoo voortgaat zullen wij nog niet te erg te lijden gehad hebben. Hebt gij nog geen nieuws van Victor uit Holland? Bij zijn vertrek hier over ongeveer 4 weken zegde hij ons te trachten u eenig nieuws te laten geworden. Onkel Emile heeft mij dezen morgen bij zich laten komen en ik heb daar de kaart van GabrielIe gelezen. Hij zit met eene zware valling en 3 Duitschers op zijn kot en hij vertelde mij dat hij die (de valling) opgedaan had met naar Holland te gaan waar hij nieuws van tante Marie en Robert uit Engeland bekomen heeft. Die maken het daar heel goed. Zij hebben ook nieuws ontvangen van hun Victor die het zich van 's morgens vóór 10/11 ure 's avonds beklaagt zich als vrijwilliger aangegeven te hebben. 'k Geloof het wel met de rest in Kortrijk Juliette met haren zoon en Alfred met zijne dochter gaat het goed zegde men mij. Van Pol De Bruyne Jules en Adolf Buyssens geen nieuws. Hoe is het met onze vrijwilliger in onze 1914? Vader! Als Victor vertrokken is heeft hij mij gezegd U te laten weten en ik hoop van harte dat zulks zal kunnen zijn, te trachten u met Marie te verstaan voor als er iets mocht mankeeren zoals kolen enz. opdat zij die zou vragen aan Mr. Astere van het fabriek. Brenger dezes werkt bij Victor Heleu en komt alle weken naar huis. Als gij dus iets weet zou het mij grootelijks genoegen doen kondet gij mij zulks laten weten. Dus, beste vader, vele groeten aan gansch de familie en een warme handdruk van Remi Zulma en Co (Deze brief vonden we in het schrift met gedichten dat we in Kontaktblad blz. 659 vermeldden.) 77

74 Ontdekking van enkele graven uit de Romeinse tijd te Sint-Martens-Leeme. (gem. Deinze) door. Frank VERMEULEN 79

75 De aanleg van een nieuwe woonverkaveling nabij de Damstraat in Sint-Martens-Leerne, leidde in de nazomer van 1984 tot de toevallige ontdekking van enkele Romeinse crematiegraven. Het kort noodonderzoek dat hierop volgde, uitgevoerd door het Seminarie voor Archaeologie van de Rijksuniversiteit Gent, liet toe een kleine, en voor dit gebied typische begraafplaats uit de midden-romeinse tijd te bestuderen (l). Het algemeen karakter van het grafveldje getuigt van een harmonisch samengaan van lokale (Keltische) tradities met ingevoerde Romeinse elementen, zo kenmerkend voor de Gallo-Romeinse cultuur in Noord-Gallië. Van duidelijk inheemse inslag is ongetwijfeld de hier gebruikelijke crematieritus met bijzetting in zgn. "brandrestengraven".niet minder dan 14vande in totaal 15 ontdekte graven waren van dit type. Na verbranding van de dode op een individuele brandstapel werden de brandresten, o.a. houtskool, gecremeerde beenderen, ijzerresten van een houten kist of ligplank, meeverbrande offers, in een doorgaans rechthoekige kuil gedeponeerd. De gemiddeld 1,80 x 0,90 m grote kuilen waren vaak voorzien van een houten bekisting. In ten minste 8 graven waren de kuilen uitgebreid met kleine nissen waarin zich een aantal intakte grafgiften bevonden. Deze bijzettingsvorm schijnt tijdens de Romeinse overheersing te zijn toegepast in de valleien van Leie en Schelde (2). Eerder traditioneel inheems zijn ook een aantal aan de grafritus verbonden gebruiken, zoals het ritueel breken van potten en het meegeven van voedseloffers. Verder sluit een gedeelte van het opgegraven aarden vaatwerk, door zijn vervaardigingstechniek en vormtypes, nauw aan bij plaatselijke tradities uit de late ijzertijd. 81

76 De specifiek Romeinse invloed schuilt vooral in het relatief groot aandeel van, voor dit gebied als eerder "luxueus" te noemen, importgoederen tussen het grafmobilier. Hiervoor verwijzen we enerzijds naar het betere aardewerk (kruiken, bekertjes en borden), dat ondermeer uit de Rijnstreek en Centraal-Gallië werd aangevoerd, en anderzijds naar wat fijn glaswerk (een reukflesje en een zalfpot je) en een tweetal sieraden. Eén van die sieraden, een veelkleurig halssnoer van glazen kralen, is een product van verre afstandshandel en komt wellicht uit het huidige Roemenië. De specifieke tijdsbepaling van de verschillende graven onderling werd uitsluitend bekomen door de grondige studie van deze grafgiften. Aan de hand van de 15 ontdekte graven, die vermoedelijk slechts een deel vormen van de oorspronkelijk aanwezige bijzettingen, konden we 3 fasen in de uitbouw van de begraafplaats herkennen: 1. Van een oudste fase, wellicht te situeren tussen 70 en 150 na Chr. werd slechts 1 graf ontdekt. Het lag opvallend geïsoleerd t.o.v. de overige bijzettingen, doch vermoedelijk was het door enkele nog niet ontdekte graven omringd. 2. Zo'n 50 m hier vandaan lag een groep van 13 graven die werden aangelegd tussen 170 en 260 na Chr.. Hun regelmatige schikking en opbouw (o.a. geen oversnijdingen) en de vrij uniforme oriëntatie (overwegend noordwestzuidoost) doen vermoeden dat ze tot stand kwamen binnen een nog kortere tijdsspanne. Tenminste vijf hiervan vallen op door hun strikt gelijnde aanleg, hun grotere afmetingen en rijkere grafinhoud, nml. graven 7, 8, 9, 10 en 13. Mogelijk weerspiegelen ze een familiale of sociale verwantschap tussen de overledenen. 3. Een latere bijzetting (graf 6) met sterk afwijkende struktuur, gelegen in dezelfde zone, vertegenwoordigt vermoedelijk de jongste fase van het grafveld, die we moeten 82

77 situeren in de tweede helft lilde eeuw of later. Over de aard en lokalisatie van het woonverblijf dat we aan de hier gecremeerde Gallo-Romeinen moeten toeschrijven, leverde het onderzoek voorlopig geen gegevens. De controle van enkele onrechtstreekse aanduidingen uit het omliggend zandlemig gebied en een systematische luchtfoto- en terreinsprospectie die momenteel wordt uitgevoerd vanuit het Seminarie voor Archaeologie, zullen ons in de toekomst wellicht helpen om de menselijke bewoning en het landgebruik in deze streek tijdens het Romeins bewind te reconstrueren. NOTEN (1) Een uitvoerig opgravingsverslag van dit onderzoek verscheen reeds eerder: F. Vermeulen,A Roman Cemetery at Sint-Martens-Leerne (Deinze, East Flanders), (= Scholae Archaeologicae I), Gent, (2) Voor een recente opsomming van de Vlaamse vindplaatsen met dit type brandrestengraven, zie: A Van Doorselaer en M. Rogge, Continuité d'un rite funéraire spécifique dans la vallée de I'Escaut, de l'äge du fer au haut Moyen Age, Les Etudes Classiques, LIl, nol, 1985, pp Te vermelden zijn zeker de 2 brandrestengraven die in 1978 in het naburige Astene werden ontdekt. Zie: H. Thoen en R De Vos, Gallo-Romeinse brandrestengraven te Astene (gem. Deinze), Bijdragen tot de Geschiedenis der Stad Deinze 48, 1980, pp;

78 t ~ I VOSSELARE.' ' : "'\.'..' :' BAARLE-DRONJEN,.'. " ".-'. ", ;'... 5 t-martei'6-!eerne. '.... '",- BACHTE-MARIA-LEERNE,, \,., St-MARTENS-LATEM Af SNEE.,'.".STiE'U... WEsTREM... OEURt..E...'.' OE PlNTE AsIENE 2 I Fig. I Verspreidingskaart van de gekende Romeinse nederzettingen (e) en begraafplaatsen (A.) in de omgeving van Sint-Martens-Leeme. "'-, I "I ' I o.. ~ :)' " Fig. 2 fj B Algemeen grondplan van het grafveld te Sint- Martens-Leerne. Het geïsoleerd gelegen graf 12 is niet aangeduid. Graven 2. 5 en 11 waren reeds voor het onderzoek sterk verstoord. [" i 84

79 -' *,,..., '..,, Fig. 3 Graf 15 (lengte 1,90 m) bij de opgraving. Fig. 4 Enkele bijgiften uit graf 8 : een glazen zalfpot, een aarden kruik en een bord in terra sigillata. 85

80 Fig. 5 Merkwaardig halssnoer van diverse types glazen kralen, wellicht geïmporteerd uit het oostelijk Donau-gebied. Fig. 6 Detail van het hal no r uit graf 10. D r- mige kralen in het midd n zij n in I m t blad, de overige hebb n h fdzak lijk n kvv,~ blauwe kleur. 86

81 Jansenisme te Ouwegem door L.CEYSSENS 87

82 Ouwegem (vroeger Auweghem of ook Aughem geschreven; etymologisch: Aldoheem), deelgemeente van Zingem, is gelegen: zowat 10 km. ten noorden van Oudenaarde, 7 km ten zuid-westen van Gavere, 20 km ten zuiden van Gent (1). 't Is een klein (circa 600 ha), landelijk, oud dorp. De geklaseerde zeshoekige vieringstoren, overblijfsel van de romaanse kerk, getuigt van ouderdom. Reeds in zijn visitatieverslagen van de eerste helft der 17e eeuw vermeldt bisschop Antonius Triest van Gent (2) dat die kerk "vetust", d.i. versleten, en klein was, te klein zelfs voor de toenmalige bevolking van 350 à 500 kommunikanten. Daarom werd er besloten de overtollige bemeubeling te verwijderen en bestonden er reeds plannen voor een nieuwbouw. Vlak naast de kerk lag een gerieflijke maar "nederige" pastorie, die echter omstreeks 1635 vervangen werd door een "voortreffelijke" (insignis). Ze moet wel opvallend geweest zijn vermits Triest er in twee opeenvolgende visitatieverslagen op terugkomt (3). De geleidelijke opgang van de parochie kan men op de voet volgen in de elf rapporten die Triest in zijn fameus Itinerarium opnam. Ook na Triest (gestorven in 1657) bleef de parochie bloeien, o.m. onder Jacobus De Beer die ze gedurende 21 jaar ( ) zou besturen. Die man was geen gewoon dorpspastoor. Hij kwam uit Gent, blijkbaar uit een bemiddelde familie. Hij studeerde te Leuven, waar hij in 1658 zijn Artes begon in het Valk-college (4). Twee jaar later kwam hij voor de theologie vermoedelijk terecht in het pauscollege, waar hij onder Franciscus van Vianen kennis maakte met de augustijnse dogmatiek in tegenstelling met het molinisme, en onder Gummarus Hygens met de rigoristische moraal in oppositie tot het laksisme. Vermoedelijk liep hij zeven jaar theologie. In 1672 werd hij door de abt van Sint-Pieters Gent, patroonheer van Ouwegem, tot pastoor benoemd. 89

83 Het eerste van de uit die jaren zeer schaarse visitatieberichten, namelijk dat van 18 juni 1681, door deken Frans Voet opgesteld, zegt in telegramstijl : "Jacobus De Beer, "vaste" (5) pastoor, ijverig. De patroonheer : de abt van Sint-Pieter te Gent. Vijfhonderd kommunikanten die allemaal hun Pasen houden; geen kettersen, geen verdachten, geen slechte voorbeelden behalve Franciscus Hefermans, die gezegd wordt in ontucht te leven met de vrouw van Petrus de Clercq. De onderpastoor, E.H. Livinus Goethals (7) is op 18 juli 1680 voor twee jaar aanvaard. Met kerk en tabernakel alles in orde. De doopvont dient door een nieuwe stenen vervangen en met een hekken omsloten te worden. Het hoofdaltaar en dat van O.L. V. zijn "gevioleerd" (8). De godslamp brandt altijd. De kerkrekening van 1680 werd ingediend door Joannes Wauters, zonder vermelding van vorig slot. Er is een boni van 5007 gulden, 6 stuivers. De pastoor moet de afrekening van de vorige jaren voorleggen, wat ik hem beveel te doen vooreind oktober van dit jaar. De rekening van de armenkas voor 1680 ingediend door Judocus Note heeft, met inbegrip van het vorig slot, een boni van 416 gulden, 6 stuivers". Het volgende visitatiebericht dateert uit 1686, opgesteld door pastoor De Beer zelf, die in 1683 deken is geworden van het distrikt Oudenaarde. 't Gaat niet om een gewoon rapport, maar om antwoorden op een eerder lange vragenlijst. Onder titel IV: over de kerkelijke en pastorale dienst, vraag 9. waar het gaat over de vrije tijdsbesteding van de pastoor. schrijft De Beer over zichzelf: "Om de ledigheid te vluchten leest de pastoor in de kerkelijke geschiedenis, en soms ook in andere geschiedenis. Daarenboven ook in de controversen van de Heer Arnauld tegen de protestantse Minister Claude en de geestelijke leidingsbrieven van l'abbé de Saint-Cyran" (9). 90

84 De pastoor, die in Leuven studeerde, heeft dus intussen zijn smaak voor de studie nog niet verloren. In zijn uitstekende pastorie heeft hij ook een goed voorziene bibliotheek, en daar leest hij o.m. stichtende jansenistische literatuur (10). De pastoor op zijn eenzame buitenparochie is ook gastvrij. Hij ontvangt graag vrienden, zelfs voor langere tijd. Zo verblijven er, kort na zijn aankomst in 1672, op de pastorie te Ouwegem twee Leuvense vrienden: Egidius De Witte en Martinus Steyaert, die ook weer niet de eerste de beste zijn. De eerste, weldra een bekend, later zelfs een berucht jansenist, zal ten slotte in de Utrechtse kerk terecht komen en circa 140 publikaties achterlaten. De tweede integendeel, zal zich van een overtuigd jansenist ontpoppen tot een zeer aktieve anti-jansenist, professor worden te Leuven en apostolisch vicaris in De Bosch. De Beer kent ze uit zijn Leuvense tijd. De Witte, Gentenaar, is een stads- en tijdgenoot (11). De tweede, van Zomergem bij Gent, is een intieme vriend van De Witte (12). Beiden zijn gestrand te Leuven, toen ze bij hun baccalaureaat weigerden de anti-jnansenistische eed af te leggen. Ze verlieten de universiteit en kwamen "hun hogere studies voortzetten" op de pastorie van Ouwegem, samen met hun vrien'd pastoor De Beer. 8teyaert verbleef er maar tot hij in 1674 een prebende bekwam te Ieper (13). Maar De Witte, de uitbundige De Witte, was er nog of eerder weer in de zomer Dan wordt zijn aanwezigheid terloops vermeld. Op 30 september 1679 schrijft Jacobus van het H. Lijden, geschoeide karmeliet uit Gent (15), aan een medebroeder in Rome (16), die even anti-jansenist is als hijzelf: "Dezer dagen had te Ouwegem een opvallende maar waarachtige geschiedenis plaats. In dit dorp wonen enkele jansenisten samen. Om hen in hun samenhorigheid en besluitvaardigheid te versterken, werd er hun iemand uit Leuven 91

85 gezonden, namelijk een "primus" De Witte. De buitenmensen zijn allemaal tegen hen. Sommigen van die jansenisten wilden onder elkaar disputeren, maar omdat de anderen ertegen waren begaven zij zich dus naar het nabije bos. In de buurt nu hoedde een oud moedertje haar koe. Deze werd plots opgejaagd door een hond en nam de vlucht naar het bos. Het moedertje volgde haar. Maar toen zij het lawaai hoorde van die luid disputerende mannen, dacht ze dat daar rovers schuilden die het gemunt hadden op haar koe. Ze spoedde zich naar het dorp. Iedereen met een geweer gewapend, trekt er op uit om die rovers te omsingelen (echte zielenrovers waren het inderdaad). Naarmate ze naderen, horen ze beter de luiddisputerenden. Ze vermannen zich met de kreet: "Te wapen; hier zijn ze!" Ten slotte vinden ze de twee dispu tan ten. Ze keerden huiswaarts met een lach die door heel het land weerklonk" (17). Wie waren die twee zo luidruchtige debaters? De een was ongetwijfeld de heetgebakerde Egidius De Witte, en de ander was vermoedelijk diens oude vriend, de extroverte Martinus Steyaert, die reeds vroeger op de pastorie te Ouwegem had verbleven, maar sindsdien een lange weg had afgelegd. Hij had namelijk in 1677 de Leuvense députés naar Rome vergezeld (18) en daar met hen de goede strijd meegestreden. In de lente 1679 had hij, min ofmeer als een overwinnaar, Rome verlaten, was via Parijs, waar hij bij Arnauld logeerde, en via Ieper, waar hij kanunnik was, op weg naar Leuven, of misschien reeds weer, via Gent, waar hij een prebende op het oog had, op terugtocht naar Ieper. De ruchtbaarheid die aan het incident van Ouwegem gegeven werd, heeft schijnbaar geen ongunstige gevolgen, noch voor de pastoor, die op zijn pastorie blijft en er, in 1683, tevens deken van het distrikt Oudenaarde wordt, noch voor De Witte, die nog lang blijft genieten van zijn "nidulum", noch voor Steyaert, die zal slagen in zijn overgang naar het anti-jansenisme (19). 92

86 Pierre Nicole te Ouwegem (1680) In 1680 verschijnt er op de pastorie van Ouwegem een Franse gast, Pierre Nicole, niet de eerste de beste, maar iemand uit Chartres, die, uit bescheidenheid, het in zijn loopbaan niet verder dan het baccalaureaat en het diaconaat heeft gebracht, maar een verstorven en intellectueel leven leidde ron.d Port-Royal (20). Hij was namelijk een medewerker van Arnauld bij diens verweerschriften tegen de protestanten. Beiden, maar elk zijns weegs en om verschillende motieven, hebben Parijs verlaten om te ontsnappen aan de anti-jansenistische druk van aartsbisschop Harlay de Champvallon. Elk voor zich zijn ze op zoek gegaan naar een veilige schuilplaats. Langs Doornik om, is Arnauld terecht gekomen te Gent bij Ie Sieur de Nonancourt, een eigenaardig geleerd jonkman; maar om vele redenen is zijn verblijf daar, maar kort (vijf weken) en niet erg gelukkig geweest. Kort nadien, begin 1680, heeft De Witte, zo goed thuis op de pastorie te Ouwegem, Nicole uitgenodigd om voor kortere of langere tijd naar dat stil gezegend, veilig oord te komen. Inderdaad, de Franse geleerde, die op zijn speurtochten rond Luik, Orval, Sedan, niets naar zijn gading heeft gevonden, laat zich verleiden. In de vroege lente 1680 steekt hij de Schelde over. Hij logeert vijf maand te Ouwegem en zijn verblijf wordt een volledig succes, zelfs voor al de huisgenoten. Omstreeks augustus maakt hij zich gereed om naar zijn vaderstad, Chartres, terug te keren (21). Nicole had te Ouwegem zo'n zalige herinnering nagelaten dat De Witte nu ook Arnauld zelf ging uitnodigen. Hij had die geleerde man vroeger in Parijs ten minste tweemaal ontmoet. Hij schrijft hem van uit Ouwegem op 11 juni 1681 in het latijn: "Zeer geleerde Heer, U niet helemaal onbekend en ook niet zo bijzonder goed bekend, wend ik mij tot U. Daarom heb ik 93

87 Pater De Hondt (oratoriaan te Brussel) verzocht mijn onderhandelaar te zijn en u verder in te lichten over mijn persoonlijke aangelegenheden... Ik ben degene die, zowat 12 jaar geleden, als jonge clericus en theologant naar Parijs kwam met de Heer Nonancourt, na wiens terugkeer ik nog een half jaar verbleef in het Collège des Grassins, en die u toen, als U het zich nog herinnert, namens de Heer Gillemans, aartspriester van Gent, diverse stukken overhandigde in verband met de controversen van de Pastoors van Gent (met de JezuJeten van Gent); ik ben ook degene die heel onlangs onderkomen verschafte aan uw collega de heer Nicole, die bij ons vijf maanden doorbracht. Indien u bij ons wat vakantie wil nemen, of voor wat kortere of langere tijd wil verblijven, dan staat hier alles tot uw beschikking. Wij hebben boeken genoeg onder de hand: de voornaamste Vaders, Geschieqschrijvers, commentators op de Bijbel. Gij zult hier niet zo benepen moeten zitten zoals bij de Heer Nonancourt" (22). Maar hoe verleidelijk het a'anbod ook was, Arnauld stond gereed om naar Holland te vertrekken. Te Ouwegem moesten ze het bezoek van die andere grote Fransman missen. Trouwens, op de pastorie zou er weldra veel veranderen. De vroegere huisgenoten, De Witte en Steyaert, zijn heengegaan, en intussen, zoals gezegd, aanzienlijke mannen geworden. Steyaert, niet langer meer jansenist maar anti, professor te Leuven, is o.m. verwikkeld geraakt in een uitgebreide en vinnige pennetwist met Arnauld. Bovendien "sac aux bénéfices", bevorderd tot apostolisch vicaris van De Bos, werkt hij, in 1692, samen met de Aartsbisschop van Mechelen, De Precipiano, voor de invoering van de antijansenistische eed in de Zuidelijke Nederlanden. Neen, die man zal zich niet meer laten zien of horen op de pastorie van Ouwegem. Hij zou er de deur op de neus krijgen. 94

88 De Witte, die andere huisgenoot van de pastorie, is intussen door Aartsbisschop De Berghes te Mechelen benoemd tot pastoor-deken van O.L.V. over de DijIe, maar onbesuisd als hij is, geraakt hij er weldra in moeilijkheden. In 1685 krijgt hij het aan de stok met de internuntius (23) wegens gallikaanse uitlatingen bij een tafelgesprek. In 1688 denkt hij eraan te Brussel te gaan samenleven met Arnauld. Rond 1690 ageert het geheimgenootschap tegen hem en zijn kapelaan Van Loy (24). In 1691 komt hij in konflikt met de nieuwe aartsbisschop De Precipiano, een koppige antijansenist, wiens dekreet tegen het bijbellezen -in-de-volkstaal hij weigert te publiceren (25). Hij keert Mechelen de rug toe. Begin 1692 bevindt hij zich weer in "nidulo suo" te Ouwegem. Hier heeft intussen ook de pastoor zelf zijn levenspatroon grondig zien veranderen. De bisschop van Gent, Albert de Hornes Hautekercke, die ondanks zijn broer die jezuïet en anti-jansenist is, onpartijdig tracht te blijven (26), heeft De Beer in 1683 benoemd tot deken van het Oudenaarsdistrict, in opvolging van Franciscus Voet (deken van 1676 tot 1683) (27). Die aanstelling was zeker te beschouwen als een erkenning van De Beers bekwaamheid. Was de afstelling van Voet een gevolg van diens onbekwaamheid? Had die aan/afstelling invloed op de verdere verhouding tussen deken De Beer ( ) en de ex-deken Voet, die pastoor van Sint Walburga blijft tot 1708, Als deken moet De Beer regelmatig (tenminste om de twee jaar) zijn talrijke parochies - zowat 25 - gaan bezoeken. Hij komt dus meer in het vizier te staan, zowel in als rond Oudenaarde. Hier bevinden zich zijn twee belangrijkste parochies, Sint-Walburga en Pamele. Tegen wil en dank geraakt hij betrokken in de stedelijke politiek. Want politiek, ook kerkelijke, is er genoeg. Behalve de talrijke sekuliere priesters verbonden aan de twee parochiekerken, zijn er nog meer 95

89 regulieren, minderbroeders en jezuïeten, en bovendien de reguliere biechtvaders van de vrouwelijke instituten. Zodoende kent Oudenaarde, zoals vele andere steden, de oude spanning tussen sekulieren en regulieren; maar het jansenisme en het anti-jansenisme hebben daarop voortgewoekerd. De klerus is min of meer in twee kampen gesplitst. De anti-jansenisten, die de invloed van het geheim genootschap ter bestrijding van het jansenisme hebben ondergaan, zijn bijzonder ijverig te Oudenaarde. Ze hebben zich goed georganiseerd. Tot hun rangen behoren o.m. de pastoor ex-deken Franciscus Voet (29), voorname leden van het stadsmagistraat (30) en zelfs de garnizoens-gouverneur Graaf Ernest de Liberchies (31). Overeenstemmend met zijn doelstelling wint het geheimgenootschap te Oudenaarde dokumentatie in om te Rome te bewijzen dat het jansenisme geen schim is. Er is daartoe, omstreeks 1691, met medewerking van het magistraat en de gouverneur, een soort tribunaal opgericht. Bij voorbaat goed voorbereide getuigen worden in het bijzijn van een notaris, die officieel de aktes noteert, verhoord over het jansenistisch gedrag van twee priesters Daniel Van (den/der) Trappe (32) en Walrand de Ie (sic) Tombe (33), die bij het biechthoren rigorisme zouden bedrijven en die in hun preken ongezonde leer zouden verkondigen. Daaromtrent worden feiten, goed gespecificeerde, zelfs beedigde feiten gewenst, die door de notaris worden geakteerd. Er is toen (in ) een uitgebreid dossier samengesteld met de vele getuigenverklaringen en noodzakelijke echtverklaringen van de notaris. Het werd einde 1693, door Désirant Bernard, augustijn die naar Rome ging als afgevaardigde van aartsbisschop Précipiano, meegedragen en aan de Paus Innocentius XII ter hand gesteld. Het bevindt zich thans in de Vatikaanse bibliotheek, Vaticana Latina. hs. 7405, fo 259 ro-266 voo We hebben er een overzicht van 96

90 gegeven in onze studie over het Geheimgenootschap (blz ). Natuurlijk, de bedoeling van de Oudenaardse anti-jansenisten ging verder dan louter die dokumentatie naar Rome te sturen. Ze wilden ruchtbaarheid geven aan de aangeklaagde feiten en maatregels doen treffen tegen de schuldige priesters. Daartoe wendde Graaf de Liberchies zich tot de Geheime Raad, die zich wendde tot de bisschop van Gent, die zich voor informatie wendde tot pastoor deken De Beer. Tenslotte, op 21 april 1692, gaf de bisschop een afwijzend advies:,,'" Ik kan u gerust stellen over de orthodoxe leer, het goede gedrag en de zielenijver van die twee priesters... " (33). Deze afwijzende houding van de Gentse bisschop betekende wel een bitter fiasko voor het Oudenaardse geheimgenootschap. Dit zal, begrijpelijk genoeg, de oorzaak ervan toegeschreven hebben aan de pastoor-deken De Beer. Deze komt dan nogmaals in het gedrang om een andere aangelegenheid. Het is immers weldra geweten dat die De Witte weer op de pastorie vertoeft. In diens aanwezigheid willen de garnizoensgouverneur en de stadsmagistraat een soort samenzwering vinden tegen kerk en staat. Zij wenden zich dus andermaal tot de hogere instanties, o.m. tot de internuntius, Jules Piazza. Deze jonge diplomaat, nauwelijks één jaar in functie, is nog vol ambitie en ijver. Hij treedt op en stuurt op 8 feburari 1693 een lang Italiaans rapport aan de kardinaal-staatssecretaris. Laten we er kennis van nemen. "Jules Piazza, internuntius te Brussel, aan Patrizo Spada, kardinaal-staatssecretaris te Rome; Brussel, 8 februari Niet zo vele dagen geleden kreeg ik van de gouverneur en 97

91 magistraat van Oudenaarde volgende mededeling: In het naburige dorp Ouwegem verblijft bij de pastoor, samen met enkele andere vrienden, een zekere De Witte, een man die tijdens de ambtstermijn van mijn voorganger Tanara in opspraak kwam wegens zijn vermetele (gallikaanse) opinies. Zij houden er talrijke vergaderingen. Daarom vermoedden die heren van Oudenaarde dat die mannen te Ouwegem misschien bezig zijn een nieuw boek te schrijven of samen te zweren tegen de Staat. Zij drongen er bij mij op aan dat ik me daaromtrent in betrekking zou stellen met de bisschop van Gent, ordinarius van Oudenaarde, of met de Markies van Gastanaga (gouverneur-generaal). Toen ik er deze laatste over aansprak, kon ik er hem gemakkelijk toe brengen het geval ter behandeling over te laten aan de bisschop. Ik schreef deze dan onmiddellijk aan. Hij meende het onderzoek naar de feiten te kunnen overlaten aan de pastoor ( deken) van Ouwegem, terwijl hijzelf zou overwegen hoe die De Witte te laten aanhouden. Doch de Graaf de Liberchies, gouverneur van Oudenaarde, wilde daarmee niet akkoord gaan. Indien de pastoor het onderzoek moet leiden, dan zullen zijn verdachte huisgenoten wel al te gemakkelijk aan iedere achtervolging ontkomen. Dus stuurde hijzelf er een troep soldaten op af en deed alle op de pastorij aanwezige geschriften in beslag nemen. Hij liet onderzoeken of er iets in voorkomt ten nadele van 's konings dienst. Omdat ze mogelijk ook verkeerde leerstellingen bevatten, liet hij ze mij overmaken. Inderdaad, onder de talrijke Latijnse en Franse geschriften bevindt zich Le Noufeau Testament de Mons, dat herhaaldelijk door de H. Stoel werd veroordeeld (35). Ook is er een "sleutel" bij van de schuilnamen van enige van De Witte's vrienden en van geschriften die in verband staan met aktuele dogma-geschillen (36). In de nogal omvangrijke Vlaamse geschriften zullen ook wel De Witte s oude en nieuwe verkeerde opvattingen tegen de pauselijke autoriteit tot uiting komen. Die opvattingen heeft hij immers nooit teruggetrokken. Integendeel. Toen hij te Mec:he- 98

92 len (waar hij deken was) het aartsbisschoppelijk dekreet tegen de schriftvertalingen (37) moest uitvaardigen, verzaakte hij, liever dan dat te doen, aan zijn parochie. Ik heb dus, naät de wens van de gouverneur-generaal, het onderzoek van al die geschriften toevertrouwd aan bevoegde en onvooringenomen personen. Indien het, wegens te erg verdachte leer, nodig zou blijken die Nederlandse geschriften te doen vertalen, zal ik ten gepasten tijde de eer nemen U die vertaling te laten geworden. Dat die mannen niet met goede bedoelingen bezield waren, blijkt wel uit de overhaastige vlucht van De Witte's gezellen, die Fransen schijnen te zijn en naar de door Frankrijk veroverde gebieden schijnen te zijn teruggekeerd. Die bedoelingen blijken ook wel uit het goed verholen sch uil oord dat De Witte in Ouwegem kwam zoeken. Waar hij nu verblijft, is niet geweten" (38). Uit pure nieuwsgierigheid blijven we nog een ogenblik verwijlen op de Brusselse nuntiatuur waar, ongeveer zoals De Witte op de pastorie van Ouwegem, een jezuïet thuishoort, namelijk Petrus Du Jumont, Antwerpenaar, voorheen gedurende vele jaren predikant, missionaris in Holland, leider van Maria-congregaties en uiteindelijk raadsman op de nuntiatuur (39). Op 10 september, twee dagen na de verzending van het Piazza's verslag naar Rome, schrijft Du Jumont in het Latijn aan zijn provinciaal, Philippe Regaus, ook een ijverige anti-jansenist: "Gisteravond heb ik lang, veel en gemoedelijk gesproken met de heer Internuntius over de nieuwlichters in Noord- en Zuid-Nederland. En toen ik bemerkte dat het ogenblik gekomen was om vertrouwelijker over ernstige zaken te spreken, ben ik zacht en rustig overgestapt naar de voornaamste kopstukken van de partij, de heren Gommarus 99

93 (Huygens) en De Witte, die nu beginnen vervolgd te worden door de paus en de koning. Daarbij vergat ik ook niet Amauld, die man der duisternis, en Sebastenus (Codde, apostolisch vicaris van Utrecht), die openlijk dat soort mensen beschermen. Na herhaaldelijk heen en weer gepraat, liet de Internuntius verstaan, dat het hem wel toescheen dat de jansenisten door fanatisme en hondsrazernij gedreven worden, dat er in de papieren van De Witte en konsoorten genoeg feiten aangetroffen worden om de ongelovige Romeinen te ontdoen van hun achterdocht omtrent de partijdigheid die bij de bestrijding van de nieuwlichters aan de dag zou treden. Wanneer hij al die vondsten zal hebben onderzocht, zal hij een samenvatting ervan naar Rome sturen, en daarna heel de prooi ter beschikking stellen van onze paters om er naar begeerte uit te putten. Nochtans wil hij die dokumentatie niet voor onze paters alleen reserveren, maar ze ook toegankelijk stellen voor de franciskanen en andere katholieken. Dit ook alom ons, zowel hier als te Rome, tegen afgunst te beschermen; bovendien zal een eventuele uitgave van die dokumenten geloofwaardiger blijken indien ze werden onderzocht door leden van verschillende kloosterorden, zonder dat er onze gekwetste eigenliefde bij te pas zou komen" (40). Deze belangrijke citaten deden ons enigszins vooruitlopen op ons feitenverhaal. We komen erop terug. Reeds gedurende hun optreden te Oudenaarde zijn de antijansenisten te weten gekomen dat die Gentse jansenist, die zich te Mechelen heeft berucht gemaakt, weer op de pastorie van Ouwegem verblijft. Ze willen er een overval plegen, hopende er een rijke dokumentatie, zo nuttig voor Rome, in beslag te kunnen nemen. Ze vertrouwen de bisschop van Gent niet genoeg om verder op zijn medewerking aan te dringen; die van de pastoor-deken, zelf een verdachte, wij- 100

94 zen ze bepaalde af. De garnizoensgouverneur weet raad. Op 30 januari 1692 stuurt hij, onder de leiding van zijn privésecretaris, een adjudant met 40 manschappen naar Ouwegem. De eerste bedoeling was klaarblijkelijk wel de pastorie te omsingelen, de verdachte huisgenoten in de val te grijpen en te arresteren. Indien het alleen ging om beslag te leggen op verdachte boeken en geschriften waren er niet zoveel gewapende mannen nodig. Of vreesde men dat de dorpsgenoten zouden optreden ter verdediging van hun pastoor en zijn vrienden? Wel beweert de Biographie nationale "on n'en voulut aucunement à sa personne (De Witte), qu'on jugeait trop extravagante, mais on s'empara de ses livres et de ses papiers... " (41) ; en de internuntius, in de hoger geciteerde brief schrijft _ in dezelfde zin: "De gouverneur stuurde een compagnie manschappen om al hun geschriften in beslag te nemen". Maar doet dit niet denken aan te groene druiven van de vos? Het hoger gemeld Curriculum vitae zegt uitdrukkelijk dat De Witte gezocht werd, maar ontsnapte (42). Toen de val toesloeg maar de prooi ontsnapt bleek te zijn, werd er dus beslag gelegd op de verdachte papieren en boeken. Hoe gebeurde dat? Die.40 manschappen zullen daarbij wel eerder een ballast geweest zijn. Hetzelfde mag verondersteld worden van de luitenant en zelfs van de privésecretaris die de groep begeleidde. Er moeten dus andere personen ter zake aanwezig geweest zijn om uit te maken welke boeken en geschriften dienden in beslag genomen te worden. Op de pastorie was toch een hele bibliotheek aanwezig! Welke boeken precies werden in beslag genomen? Enkel de verdachte? Enkel die van De Witte? Toch niet. Want Arnauld zal kort daarna in zijn Procès de calomnie schrijven: 101

95 "... Mais avant de quitter Ouden arde, souffrez, Monsieur (de flktieve correspondent), que je vous consuite sur quelques cas de conscience. Pensez-vous qu 'ij soit permis à un gouverneur de place de feindre un soupçon ridicule d'intelligence avec les Français, pour avoir occasion d'envoyer des soldats dans la maison d'un curé et y faire enlever tous ses livres aussi bien que ceux d'un ecc1ésiastique qui demeurait avec lui? Ce1a se peut-il appe1er autrement qu 'une déprédation et un vol? Pensez-vous que ceux qui ont eu leur part de ces dépouilles puissent retenir en conscience ces livres volés (43)? Wat werd er dan in feite gevonden te Ouwegem? De internuntius, zoals we zagen, trekt vooral, wat boeken betreft, de aandacht op Le Nouveau Testament de Mons, een zeer verspreide, door Rome tweemaal veroordeelde, Franse vertaling van het Nieuw Testament. Wat handschriften aangaat, 'vermeldt hij omvangrijke Vlaamse bundels, waarvan de vermoedelijk-verdachte inhoud hem ontgaat. Hij wil persoonlijk, - vanzelfsprekend met de hulp van zijn raadsman P. Du Jumont en anderen -, heel die vangst doornemen, er voor Rome een résumé van maken, en daarna de buit laten uitpluizen door de jezuïeten, francis kanen en andere antijansenisten, met het oog op eventuele publikaties. Nochtans van die vondsten is er verder geen sprake meer. Ze moeten te Oudenaarde, Gent, Brussel, Rome, Madrid, niet zoveel indruk gemaakt hebben. Indien, naar belofte, de internuntius een overzicht stuurde naar de kardinaal-staatssecretaris, dan is dit uiteindelijk terechtgekomen... en begraven op het H. Officie. Alleen wordt er verder nog gewag gemaakt van de hij de huiszoeking achter een spiegel gevonden "sleutel" van deknamen, eventueel te gebruiken in vertrouwelijke correspondentie. Net alsof alleen de jansenisten gebruik maakten van 102

96 geheimschrift, om hun kwade bedoelingen verborgen te houden, werd er ruime aandacht aan besteed. Reeds de internuntius, in zijn hoger vermelde brief, vestigde er de aandacht op. Dat werd het volgend jaar nog eens herhaald door de anonieme schrijver van het tergend boekje Jansenismus omnem destruens religionem (44), dat in 1694 door Rome veroordeeld werd. Daartegen trad dan Arnauld op in zijn "Procès de calomnie" (februari 1693) : "Que dites-vous encore de J'abus qu 'on a fait de la simplicité du peuple, en faisant un bruit et un vacarme terrible de ce qu 'on avait trouvé un chiffre parmi ces papiers; c'est-à-dire une liste de noms feints pour désigner des personnes qu'on ne voulait pas qui fussent connues qu'à ceux à qui on écrivait? On a prétendu avoir découvert dans ce chiffre une preuve convaincante de la cabale des jansénistes. Mais y eut-il jamais un reproche plus mal fondé? Car quelle loi de J'Eglise ou de J'Etat a défendu à des amis de convenirensembie de certains noms qui ne seraient entendus que d'eux? Cela s'est toujours fait, etjamais homme sage n 'y a trouvé à redire" (45). In 1703, toen er bij Quesnel te Brussel weer een jansenistische dokumentatie in beslag werd genomen, was de Sleutel van Ouwegem nog niet vergeten (46). Die Sleutel is toen ter tijde in druk verschenen. In de loop van mijn langdurige opzoekingen heb ik er drie exemplaren van gevonden: twee op het Vatikaans archief: Nunziatura di Piandra, t.83, CO ; Fondo Favoriti-Casoni, t.29, C07v-8v ; één op het Archiefvan het Minderbroedersklooster Sint-Truiden, Dossier F.25 : Jansenisme. Wie echter die Sleutel even nuchter wil bekijken, zal zich afvragen of het niet eerder gaat om een kluchtige stijloefening dan om een echt gebruiksartikel. Enkele voorbeelden: 103

97 Plaatsnamen: Brussel = Neapolis; Gent = Alverna; Holland = Bononia; Leuven = Assisium; Mechelen = Portiuncula ; Rome = Massilia. Hoogwaardigheidsbekleders: paus = Pater generalis ; Kardinalen = Patres assistentes; bisschop = Pater Guardianus ; internuntius = Castaldus ; koning = David; gouverneur = Joab. Particuliere personen krijgen gewone namen: Fr. Lazarus, Fr. Ignatius, Fr. Juniperus ; of meer betekenende of beschrijvende namen: Fr. Rabidus, Fr. Cucuphas, Fr. Ma1eficiatus; Fr. Tantafarius; Fr. Nazutus; Fr. Lunaticus; Fr. Apostata (Steyaert)... De internuntius Pigliardi = Fr. Politicus. In ieder geval, noch de Sleutel, noéh de andere te Ouwegem gedane vondsten schijnen enige verdere weerklank gekend te hebben en hebben zeker geen feitelijk.e gevolgen gekend. De pastoor-deken blijft op zijn pastorie tot (aan zijn dood?) in De Witte evenwel zal er wel niet meer verschenen zijn sinds hij in 1694 uitweek naar de Utrechtse kerk. NOTEN (1) Ouwegem wordt vermeld bij: Eug. De Seyn, "Geschied- en aardrijkskundig woordenboek der Belgische gemeenten", Thrnhout, z.d., 11, 1066; J. Van Overstraeten en J. Gerits, "Gids voor Vlaandçren", Antwerpen, 1985, (2) H. Cloet, "ltenerarium visitationum Antonii Triest, episcopi Gandavensis ( )", Leuven, Triest bezocht Ouwegem in 1625, 1627, 1631, 1636, 1640, 1642, 1647, 1650 en 1652 en liet evenveel verslagen na. (3) Cloet, 237 en 240. In 1686 moet de parochie nog steeds afdragen op de lening die vijftig jaar vroeger werd aangegaan voor de bouw van de pastorie; Visitatierapport van 1686, Gent, Rijksarchief, Fonds Bisdom, B.29. Van die pastorie uit 1635 is er een klein gedeelte opgenomen in de huidige, uit de vorige eeuw. Haar afmetingen treden er duidelijk naar voren. Die pastorie was goed afgezonderd; west door kerk en kerkhof, zuid door een ommuurd pleintje, noord en oost door een grote tuin, gedeeltelijk moestuin, gedeeltelijk park met oude bomen. Wie een schuiloord zocht kon niet beter terecht komen, indien hij ten minste mocht rekenen op de pastoor. 104

98 (4) A Schillings, "Matricule de l'université de Louvain", VI, 116, n 192. (5) Na Triest zijn er grote lacunen in de visitatieberichten. Voor de ambtsperiode van De Beer bestaan er slechts die van , ; bewaard op het Rijksarchief te Gent, Bisdom, B Ik dank Prof. Cloet voor de fotokopie die hij er mij van bezorgde. (6) De deken gebruikt een technische term "proprietarius", d.w.z. met vast recht, of inamovibijis. (7) Zou die Livinus verwant zijn met Judocus Goethals, een Gentenaar, "primus" te Leuven in 1681, later 'n figuur in het Gentse? Cf. "Biographie nationale de Belgique", VIII, IX, (8) Door de Hollanders, bij de belegering van Oudenaarde (in 1674?) (9) Rijksarchief Gent, Bisdom, B. 26. (10) Gedurende de Vrede van Clemens XI ( ) hebben de Port-Royalisten, nl. vooral Antoon Arnauld en Pierre Nicole zich toegelegd op de bestrijding van protestanten, o.m. Jean Claude ( ) en Pierre Jurieu ( ), in verband met de Eucharistie, onder de titel "Perpétuité de la foi".,,les lettres chrétiennes et spirituelles" van Jean du Vergier de Hauranne, abbé de Saint-Cyran ( ), kenden verscheidene uitgaven. (11) Over De Witte: Pierre Leclerc, "Idée de la vie et des écrits de M.G. De Witte", Rome (Amsterdam) 1756; B.A Van Kleef, Aegidius de Witte, in "Internationale Kirchliche Zeitschrift", 511 (1961) 30-56, , ; 52 (1952) 1-24; "Biographie nationale de Belgique", XIII, 4-7. (12) L. Ceyssens, in "Nationaal Biografisch Woordenboek", VI, (13) Hieromtrent worden er gegevens verstrekt in een brief van einde 1703 ; Mechelen, Aartsbisschoppelijk Archief, Museum Bellarminum, MI, n028. (14) In 1679, na zijn priesterwijding trok De Witte zich terug "in nidulo suo" (in zijn nestje), nl. te Ouwegem ; Cf. Van Kleef, 37. (15) "Biographie nationale", X, 81. Voor de persoon en de mentaliteit van P. Jacobus, cf. L. Ceyssens, "De Carmelitarum Belgicorum actione antijansenistica iuxta chartas P. Seraphini a Jesu-Maria", in,,analecta Ordinis Carmelitarum", 17 (1952), ; opgenomen in,,jansenistica minora" ; 11, fasc. 14. (16) Die medebroeder, Seraphinus van Jesus-Maria (cf. L. Ceyssens, "Nationaal biographisch woordenboek", VI, ), was te Rome een der drie procuratoren van het Geheimgenootschap ter bestrijding van hetjansenisme ; cf. L. Ceyssens, in,,jansenistica, Studien", I, Noteer dat in 1679 (toen de Leuvense deputatie te Rome het pleit scheen te winnen tegen de anti-jansenisten) de anti-jnansenistische actie een hoogtepunt bereikte. (17) L. Ceyssens, "Sources relatives à l'histoire du jansénisme et de l'antijansénisme des années ", Leuven, 1974,576. (18) L. Ceyssens, "De Leuvense deputatie te Rome { )", in Ceyssens,,,Jansenistica, Studil!n", I,

99 (19) L. Ceyssens, "De rehabilitatie van Martinus-Steyaert, ", ibid. J, (20) Over Nico1e, cf. B. Chédozeau, in "Dictionnaire de spiritualité", XI, (21) Aan dit verblijf van Nicole te Ouwegem hebben we een studie gewijd, die vermoedelijk zal verschijnen in "XVIIe siècle". (22) "Causa Quesnelliana", Brussel,1704, 93. Deze brief was namelijk in 1703 gevonden onder de aangeslagen papieren van Quesnel en Amauld. (23) L. Ceyssens, "L'ancienne université de Louvain et la Déclaration du clergé de France (1682)", in "Jansenistica, Studiën", J, (24) Ceyssens, "Een geheimgenootschap", 384, noot 84. (25) In verband met deze moeilijkheid publiceert Le Clerc (blz ) enkele brieven van De Witte aan Précipiano. (26) Op 29 juni 1681 vraagt P. Philippe de Homes de mirka1doende Italiaanse capucijn, P. Marco di Aviano, die een reis maakt door de Nederlanden, zijn broer de bisschop ernstig te willen vermanen tegen jansenisme; Ceyssens, "La seconde période du jansénisme", Brussel, 1974; Il, 331. (27) F. Michem, "Parochiegeestelijkheid uit het Oudenaardse tijdens het oud Regime", in "Handelingen van de geschied- en oudheidkundige kring van Oudenaarde", 18 ( ) , geeft blz een lijst van de dekens. (2.8) Sint-Walburga vormde een eigenaardig geval. Tot 1690 was de parochie ingedeeld in vier "porties" die elk hun eigen pastoor hadden. (29) Hij treedt op als getuige in de procedure. (30) De procedure wordt namens de magistraat gevoerd, meer bepaaldelijk van C. de Meyere stadspensionaris ; cf. de verder te vermelden akten. Ik vermoed echter dat het eerder gaat om Comes (graaf) Vander Meere. uit de familie der graven van Kruishoutem, waarvan in de XVIle eeuw vele leden een rol (baljuw of burgemeester) uitoefenden te Oudenaarde. Het zou dan hier kunnen gaan om Emmanuel Leopold ( ). Cf. J. Goeminne, "De majoraten van Jonkheer Willem-Jozef Vander Meere. graaf van Kruishoutem en burgemeester van Oudenaarde". in.,handelingen... van Oudenaarde, 1956 (feestnummer buiten reeks. blz. 209), waar ook een foto van die majestueuze man gegeven wordt. (31) Deze Gentenaar werd op 12juli I 684 door Karel 11 tot graaf verheven ; cf. Julian Paz, "Archivio general de Simancas. Catalogo 111. Secretaria de Estado", Madrid, 1946,363. Het lijkt er wel naar dat die promotie werd in de hand gewerkt door de Belgische anti-jansenist Petrus Cant, in die jaren zo bijzonder ijverig te Madrid; cf. L. Ceyssens, "Correspondance de Pierre Cant sur les activités antijansénistes à Madrid ( )", in "Bulletin de la Commission royale d'histoire",l18 (1953) 1-114; cf... Jansenistica minora", 11, fasc. 18. (32) Elders wordt hij Van (of Van dernanden) Trappen genoemd; hij was geboren in 1654, priester gewijd in 1684, kapelaan vnn Sint-Walhurgn van 1691 tot 1709 ; pastoor van 1709 tot 1720 ; Michem. 119 en 123. I n de getuigenissen van 1692 wordt hij reeds als pastoor vermeld. 106

100 (33) Hij was onderpastoor in Sint-Walburga van 1691 tot 1694; ibid., 123. (34) Arnauld, die toen te Brussel verbleef, geeft, in zijn "Procès de calomnie" (t. XXV, p ) een overzicht "d'une prétendue information juridique par Ie Magistrat d'oudenarde, et envoyée au pape Innocent XII", waarin die brief wordt afgedrukt in het Frans. De bisschop schrijft dus aan de Raad van Staten:,,Ik ontving de overgestuurde brief van graaf de Liberchies, die zich beklaagt over de pastoor Van Trappe en de onderpastoor de Ie (sic) Tombe. Na mij (langs de deken) zorgvuldig geïnformeerd te hebben over hun gedrag, kan ik u met alle respect antwoorden... Wat betreft hun leer en hun ambtelijke praktijk, is het waar dat daarover de graaf en de magistraat mij reeds vroeger klachten lieten geworden, nl. dat zij de absolutie weigerden aan degenen die slechts dagelijkse zonden beleden, dat zij mensen lieten sterven zonder absolutie, dat zij nieuwe leerstellingen en praktijken behartigen in strijd met de gewone leer en praktijk. Maar ik heb toen reeds (via de deken) de nodige informaties laten nemen om de feiten te achterhalen. Maar er is slechts gebleken dat die priesters wel de absolutie weigerden aan enkele personen, maar indien deze slechts dagelijkse zonden beleden en klaarblijkelijk zonder oprecht berouw te hebben, dan moet hun de absolutie geweigerd worden. Het is waar dat een enkel persoon stierf zonder biecht, maar dat was enkel toeval. Toen de pastoor geroepen werd om haar biecht afte nemen, maar haar niet voldoende voorbereid vond, en zag dat de ziekte niet zo dringend was, zei hij haar zich intussen beter voor te bereiden; hij zou terugkomen. Maar er trad een plotse verslechtering in haar toestand op, zodat zij overleed vóór de terugkomst van de pastoor. Wat betreft de nieuwe leerstellingen van die twee priesters, is er enkel dit: enkele personen hebben geklaagd over uitlatingen van onderpastoor De Ie Tombe in één van zijn preken; bij nauwkeurig onderzoek is uit de informaties en rapporten gebleken dat die aanklachten volledig vals waren. Daarom wil ik u gerust stellen over de orthodokse leer, het goed gedrag en de ijver van die pastoor en onderpastoor. Ook voor mijzelf wil ik u verzekeren dat ik omtrent deze punten mijn plicht zal volbrengen ten einde de vrede en de eenheid (tussen jansenisten en anti-jansenisten) te b ewaren... " (35) "Le Nouveau Testament de Nostre Seigneur Jésus-Christ, traduit en français selon l'édition Vulgate, avec les différences du Grec, Mons, chez Gaspard Migeot", 2 delen; speciaal veroordeeld door een breve op 20 april 1668 en door een gewoon dekreet op 13 januari 1679; ook daarna nog herhaaldelijk herdrukt en zeer omstreden; cf. E. Jacques, "Les années d'exil d'antoine Arnauld", Leuven, 1976, Over Louis Isaac Le Maistre de Sacy, de vertaler, zie "Dictionnaire de spiritualité", IX, (36) Ondermeer stelde de Sleutel: Molinistae = Jansenistae ; Jansenistae = Molinistae ; scriptum pro sana doctrina - sanam doctrina = glossa; cf. infra. reguia ; scriptum contra 107

101 (37) Zie dit decreet van 9 januari 1691 in F.F.X De Ram, "Nova et absoluta collectio synodorum", Mechelen, 1828, I, "Le Nouveau Testament de Mons" wordt er uitdrukkelijk verboden. (38) Vatikaans Archief, Nunziatura di Fiandra, 83, f" 114r-115r. (39) A Poncelet, "Necrologe des jésuites de la province Flandro-Belge", Wetteren, 1931, 134. (40) Archief van het Aartsbisdom Mechelen, Ongeklasseerde janseniana. (41) "Biographie nationale de Belgique", VI, 5-6. (42) Het "curriculum vitae" van De Witte (cf. supra n. 13) zegt duidelijk: "persequitus elapsus est". (43) Arnauld, "Oeuvres", XXV, 291. (44) Zie Willaert, "Bibliotheca", n 5725; cf. blz. 478 in de heruitgave van M. Leydecker, "De historia jansenismi", Utrecht, (45) Arnauld, "Oeuvres", XXV, 291. (46) "Causa Quesnelliana", 93 : "lndo1endum sane est, quod hic filius iniquitatis (De Witte) postquam Aughemio prope Aldenardam a guvernatore huius oppidi pulsus fuerat, detecta in eius suppellectile famosa clavi, in qua Roma vocatur Massilia... In het woord Massilia werd waarschijnlijk een zinspeling vermoed op de Massilienses of de semi-pelagianen, die de leer van Sint-Augustinus bestreden en doorgingen als een soort ketters. Het woord Massilia van de Sleutel zou er dus op wijzen dat, volgens de jansenisten, Rome zelf het semi-pelagianisme of molinisme is toegedaan en naar ketterij overhelt. 108

102 Drie Toespraken 1. "Deinse Verzamelingen" 7 maart 1986 door Herman MAES 2. Hubert Malfait 25 april 1986 door Herman MAES 3. Hubert Malfait 25 april 1986 door Dr Paul HUYS 109

103 1. Toespraak gehouden op 7 maart 1986 door Herman Maes.bij de presentatie van het K.O.K. Jaarboek 1986 en de openstelling van de tentoonstelling "Deinse Verzamelingen" Dames en Heren, Het is niet de eerste keer dat K.O.K. een tentoonstelling houdt met materiaal uit Deinse Verzamelingen. Laten we vooropstellen dat heel dit museum gegroeid is uit Deinse verzamelingen en uit giften van Deinse verzamelaars, sedert straks 60 jaar. Enkele jaren geleden toonden we hier vier verzamelingen: - die van oude munten, bijeengegaard door Dirk van Aelst, - de verzameling Belgische munten, dus sedert 1830, bijeengebracht door Erik Van Damme, - de verzameling penningen van Valeer Mortier en die van Urbain van Wildemeerseh. Wij hebben nu enkele andere verzamelaars gekontakteerd omdat we van mening zijn dat verzamelaars-stimuleren nuttig is. Ernstig en bewust-georiënteerd verzamelen, van wat dan ook, is een vrijetijdsbesteding die kultureel en historisch informeert. Wij leven in een tijd waarin vrijetijd een verworvenheid is. En die vrije tijd zal nog ruimer worden in de mate waarin we weggroeien van de prestatiedwang. Sommigen beweren dat we voor meer vrije tijd ook meer geld zouden moeten hebben. Kan zijn. Het hangt ervan af hoe men die vrije tijd wil opvullen. Wie intellektuele, kulturele belangstelling heeft, heeft tema's genoeg om er zijn vrije tijd mee te vullen, zinvol te vullen; nuttig te vullen. En dat hoeft niet veel te kosten. 111

104 Juist daarom stimuleren wij het aanleggen van een verzameling, niet om de verzameling op zichzelf, maar ook, en vooral, om de dokumentaire waarde rond die verzameling. Verzamel postzegels - maar ook de inhoudelijke waarde van de postzegel: wie of wat wordt afgebeeld en waarom? en door wie? En hoe verloopt de geschiedenis van de postzegel en van de post? - en dan komt men zelfs bij de postduiven en het duivenmelken terecht, of bij de postzegeldrukkerij, bij de paardenposterij en dus de grote herbergen van toen en de mensen die er woonden (voor Deinze was dat aan de Knok). Men kan ook sigarebandjes verzamelen en het hele verloop van de tabak- en de snuifconsumptie. Of bierviltjes met de geschiedenis van het drinken, het brouwen en het steken. Of men verzamelt zijn voorouders en verwanten en hun levensomstandigheden van toen. Historisch kan de belangstelling gaan naar de politieke of naar de militaire geschiedenis, maar ook naar de ekonomische of de sociale aspekten, of naar de kunstgeschiedenis, hetzij van literatuur, van muziek, ofvan schilder:- bouw- of beeldhouwkunst, ruim of eng gesteld. Elk terrein kan onuitputtelijk zijn en levenvullend. Een voorbeeld? U weet dat ik een boon apart heb voor Bonaparte en zijn tijd. Wie alles wil lezen wat over Napoleon is geschreven en in boekvorm is uitgegeven, staat voor een grote opgave. Wie 200 bladzijden per dag leest, heeft 150 jaar nodig. Na die 150 jaar kan hij dan beginnen aan de tijdschriftartikelen. Nog eens 150 jaar. Na die 300 jaar (Napoleon is in 1986 nog maar 165 jaar dood) kan hij dan beginnen aan wat in die.jongste" 112

105 300 jaar bijgekomen is in de Napoleonbibliografie. Als men dat dan allemaal gelezen heeft kan men op reis (in welke staat?) in het spoor van Napoleon. Want men kan ook reizen in het spoor van b.v. een Goethe of een Shakespeare, van een Wagnerofvan een Beethoven, van elke kunstenaar, van elke vorst. Men kan ook een vakantiereis in het teken van zo iemand zetten (persoonlijk deed ik ooit een reis door Normandië in het spoor van Willem de Veroveraar en 1066, op zoek naar de Frans-Engelse relatieoverblijfsels in Normandië; en dat is aardig veel. Zo een reis vraagt veel voorbereiding maar geeft veel inzicht in dingen waaraan men anders onwetend voorbijloopt). Naast de reeds genoemde belangstellingspunten is er nog, zij het heel anders georiënteerd, de chemie, of de fysica, de biologie of de botanica, de geografie, de etnologie,... of de geschiedenis van uw eigen beroep of ambacht. Er is keuze genoeg. En dan zijn er nog de overlappingsgebieden en de raakvlakken. Wie belangstelling heeft verveelt zich niet. Wie zich in zijn vrije tijd verveelt, zou beter geen vrije tijd hebben, want vrije tijd is dan verveling en verveling is een straf. Wij leerden destijds op school: "Verveling is het oorkussen des duivels" (of is luiheid dat oorkussen? en verveling het resultaat van luiheid?).. Gedokumenteerd-verzamelen is een eenvoudig middel om aan verveling te ontsnappen. Daarom dit stimuleren om een eigen belangstellingspunt te "kweken", naar eigen keuze, of, om het met een andere term van vroeger te zeggen : "naar godsvrucht en vermogen". 113

106 Welke voorbeelden geven wij u? 1. Wij tonen u de verzameling prenten over Napoleons veldslagen, verzameling aangelegd door dhr. George Torck. Ik wil van de gelegenheid gebruik maken dhr. George Torck geluk te wensen met zijn 80e verjaardag die hij verleden maand mocht beleven. Ik feliciteer hem ook om zijn 34 jaar lang voorzitterschap van "De Vereenigde Tael- en Kunstminnaers onder kenspreuk Vooruit". Ik feliciteer hem meteen ook om zijn meer dan 50 jaar (60 jaar?) lang voorzitterschap van KS.K. Koninklijke Sportkring Deinze-voetbal. Het bijeenbrengen van die prenten schept een onuitputtelijke belangstellingssfeer. We hebben bij die prenten enkele fotokopieën gelegd van brieven van Deinse Napoleonsoldaten en enkele voorbeelden van overlijdensberichten van Deinzenaars in Napoleons legers. Ook de lijst ligt er in fotokopie met de aanvragen voor de medaille St.-Helena van 1857, per Deinse deelgemeente. Misschien staat er op de prenten een Deinzenaar. De Deinzenaar François Dhaenens was "domestique" bij generaal Belliard te Madrid. Let erop bij het bekijken van de prenten dat het jaar I begon op 22 september Daarbij aansluitend tonen we de verzameling van dhr. Marc Moerman. Hij verzamelt "soldaten in uniform". Let op : die uniformen kleurt hij zelf eigenhandig naar afbeelding van het origineel. 114

107 "Uniformen" hoor ik zuchten! Ja waarom niet? Nog onlangs las ik in een voornaam historisch maandblad een artikel met de veelzeggende titel: "Uniformen, spiegels der naties". In deze titel zit a.h.w. de verantwoording van deze belangstelling. Het zich-daarvoor-interesseren heeft niets te maken met principieel militarisme of antimilitarisme, maar wel met het lot van de duizenden gewone kleine lieden. Men lette hier ook op de manier van opstellen van de eenheden, verdeeld in blokken (b.v. quarrées) ofvuurlijnen op het slagveld. 3. Van dhr. Paul Wuest tonen we zijn privé verzameling prentkaarten van Deinze, een tema dat hier al eens meer aan bod komt, maar dat niet uitgeput geraakt en informeert over de ruimtelijke evolutie, over de bouwtrant, over de kunst te fotograferen, over de drukkunst, maar ook de huizen, de uithangborden etc. En wat schreef men zoal op een prentkaart? En hoeveel was het briefport? Rond deze prentkaarten brachten we nog ander fotografisch materiaal samen: vergrotingen gemaakt naar prentkaarten (door K.O.K. terbeschikking gesteld) door het Gemeentekrediet (De Baere en Cornelis)"en fotomateriaal (naar K.O.K. materiaal) gemaakt door dhr. Jozef Van Bosbeke. Hier wordt geen volledigheid n~gestreefd ; trouwens, wanneer is iets volledig? Wij willen wel stimuleren tot zinvolle vrijetijdsbesteding ter bestrijding van de plaag der verveling. Uit wat u hier ziet en hoort kunnen ideeën groeien voor u of voor anderen, kunnen kontakten ontstaan, tot groei en bloei van het intellektueel peil van onze mensen, op welk niveau 115

108 ze ook mogen staan, van welk (laag) niveau ze ook mogen beginnen. Onze mensen op een hoger belangstellingsniveau brengen is toch één van de taken van onze kring. Ik hoop dat het hier of daar ook lukt. 2. Toespraak gehouden op 25 april 1986 door Herman Maes bij de presentatie van de beredeneerde Oeuvre kataloog Hubert Malfait Geachte Dames en Heren, Wanneer er een boek verschijnt over Hubert Malfait, dan is de presentatie ervan hier, in dit museum, op zijn plaats (1) omdat Hubert Malfait met dit museum veel te maken heeft gehad. De Kunst en Oudheidkundige Kring - K.O.K. - waarvan ik de eer heb voorzitter te zijn, werd officieus gesticht in 1928, officieel in februari Onmiddellijk zat de' bedoeling erin heemkundige, folkloristische, historische en artistieke voorwerpen (2), dus ook schilder- en beeldhouwwerk, van de Oostvlaamse Leiestreek te verzamelen, hetzij door het aanvaarden van schenkingen - en de Deinzenaars gaven mild - hetzij door aankoop. Maar om te kopen is er geld nodig. Daarom organiseerde K.O.K. in 1930 een "Vlaamse Kermis", en hield er - toen! fr. aan over. Met dat geld wou men o.a. een aantal schilderijen kopen, maar dan van jonge schilders. Hubert Malfait, een kerstekind van 1898, was toen 32 jaar, dus jong. En men kocht een schilderij van hem: "Opladen van de oogst". U kunt het 116

109 schilderij zien in de vergaderzaal in dit museum, waar conservator Veerle Van Doorne een ééndagstentoonstelling - wat zeg ik : een éénavondtentoonstelling - heeft geïmproviseerd van de werken van Hubert Malfait die dit museum nu bezit, na 57 jaar verzamelen (3). Ik dank haar voor deze spontane inbreng bij deze gelegenheid; de vergaderzaal sluit aan bij de ruimte waar u straks een drankje krijgt aangeboden op uitnodiging van Mw. H. Malfait. KO.K. wou dus een schilderij kopen van de 32-jarige Hubert Malfait. Hij vroeg er 350 fr. voor. Maar K.O.K. was in een euforisch-vrijgevige bui en betaalde 700 fr. Hubert Malfait was een geboren Astenaar. Een Willem (4) Malfait was kort na 1700 te Astene (waarschijnlijk) wever. Zijn zoon Pieter (5) was wever te Astene ; diens zoon Jan Baptist (6) was landbouwer te Astene, diens zoon Charles Louis (7) was tapper, gemeenteraadslid, voorzitter van het Bureau voor Weldadigheid te Astene, maar ook toezichter op de goederen van het kasteel te Astene van de familie De Kerckhove de Dentergem. Diens zoon Jules (8) werd gemeentesecretaris te Astene en was ook toezichter op die goederen van het Kasteel, dat overging in het bezit van de familie Ruffo de Bonneval. Huberts vader (Jules) was dus gementesecretaris te Astene, zijn moeder was herbergierster, dorp Astene, waar tot voor enkele jaren café "den Draver" was van Van Landeghem, op de hoek waar nu een parke~rterrein ligt. Hubert bouwde later een mooi huis, ongeveer naast Den Draver; hij bewoonde het tot 1955 maar het is nu gesloopt en opgegaan in hetzelfde parkeerterrein. Op café, thuis dus, leerde Hubert Malfait stamgast Emile Claus kennen (die in villa (9) Zonneschijn te Astene woonde) die de jonge tekenende Hubert richtlijnen gaf. Het kontakt 117

110 leermeester-beginneling was gelegd. In 1924 zou Hubert Malfait het overlijden van Em. Claus officieel aangeven te Astene (bij vader Malfait dus). In 1941 schonk de weduwe Em. Claus (Charlotte Dufaux) (9) aan K.O.K. het schilderij de Bietenoogst, op voorwaarde dat het opgehangen zou worden - het lag aljaren opgerold in het atelier (10). Maar om dat schilderij op te hangen moest K.O.K. kontakt opnemen met het stadsbestuur: het reeds bestaande kleine (11) museum moest veranderd en vergroot worden. Kontakt met het stadsbestuur was niet moeilijk: - burgemeester Karel Jozef Van Rysseghem (in de volksmond Jef Van Risseghem) was beschermheer van K.O.K. ; - Luc Matthys, mede-oprichter, stichtend lid, bestuurslid en grote stimulator van K.O.K. was schepen; - stadssecretaris was toen Werner Malfait, de broer van Hubert; - dus een stads-top die a priori gunstig gezind was voor de uitbouw van het museum. K.O.K. en het stadsbestuur-deinze sloten toen een akkoord waarbij K.O.K. zijn kunstbezit aan de stad schonk en het museum geleid werd door een museumcorrimissie, bestaande uit K.O.K.-leden. In 1942 was dat geregeld en kwam de Bietenoogst in het museum aan de O.L.V.-kerk, tot 1981, toen dit museum werd opengesteld. In die museumcommissie zetelde van 1942 af tot aan zijn dood: Hubert Malfait. Werner Malfait was er (onbetaald natuurlijk, want al het K.O.K.-werk is onbetaald) secretaris van. Ook Jules De Coster (12), Luc Matthys en Albert Saverijs waren lid van die commissie. Er was wel afgesproken dat de commissie geen schilderijen zou kopen van leden van de commissie. 118

111 U ziet dus wel dat Hubert Malfait met dit museum heel wat te maken heeft gehad en dat hij hier op zijn plaats is : hij hielp de keuze van aankoop en van tentoonstellingen bepalen en plannen. Nog een verdienste van Hubert Malfait is dat via hem het kontakt tussen Hugo Van den Abeele en K.O.K. en Deinze ontstond en de oudere Deinzenaars kennen de grote inbreng die Hugo gehad heeft in K.O.K. (13). Hubert leerde via zijn vader-gemeentesecretaris Hugo, de jongere collega van vader, kennen. Hugo, gemeentesecretaris te St.-Martens-Latem, beginneling-schil~er, 10 jaar ouder dan Hubert, trok met hem op naar de Knok en naar het stationsplein, reeds in het begin van de jaren '20. Hugo Van den Abeele leerde ervia Hubert Malfait, JefVan Risseghem kennen en Luc Matthijs, en Jules De Coster, en "de heren van Deinze". Hubert leerde er ook zijn Solange kennen met wie hij in 1927 in het huwelijk trad. De familie De Grijse (14) was een muzikale familie: men speelde er muziek en men zong er. Grootvader en ooms De Grijse waren ook dichters-rijmelaars. Zelfs de advertentie voor de schoenlapperij en voor de herberg werd op verzen gezet. In de familie De Grijse vond men de eerste muzikale begeleiders van de stomme film (15) te Deinze; maar dat is een ander hoofdstuk. In alle geval, met het gezin Hubert Malfait-Solange De Grijse, zat schilderkunst, muziek en poëzie in één huis. De drievoudige aanleg is in de drie kinderen terug te vinden (16). Mw. Malfait-De Grijse (zes jaar jonger dan haar man) was bereid bij deze gelegenheid nog eens publiek op te treden. Zij heeft te Deinze honderden kinderen muziek en vooral piano geleerd en veel toneel en operettes muzikaal begeleid (17). Haar zoon Paul leert de Deinzenaars nu viool spelen. Samen spelen ze voor ons Mozarts sonate nr. 6 (18). 119

112 Aantekeningen (1) De presentatie van het boek van Duchateau over H. Malfait 1978 gebeurde ook in dit museum (zij het in zijn vroegere vorm bij de kerk). (2) Over het ontstaan van K.O.K. zie Jaarboek 1978 en jaarboek (3) Welke werken men heeft leze men in de Kataloog van het Museum. (4) Guillelmus Malfait was gehuwd met Marie Livina Desmed. (5) Pieter Francies Malfait overleed op ; hij was toen 90 jaar oud en geboren te Astene (1735?) (Men noemde hem Francies). Zijn echtgenote was Anne Marie Dhondt. (6) Jean Baptist Malfait ( ) was gehuwd met Babara Van der Cruyssen. (7) Charles Louis Malfait ( t ) was gehuwd met Paulina Mestdagh, 35 jaar jonger; zij hadden 5 zoons (Jules, Alberic, Prosper, Evarist en Octaaf) en 4 dochters (Maria, Emmerance, Euphrasia, Angelique). (8) Julius Alphonsius Malfait ( ) was gehuwd met Marie De Vos ( te Kruishoutem-t 1968 te Deinze). Ie kind Hubert Malfait (Hubert Maria Prosper) getuigen bij geboorte-aangifte: Octaaf Malfait, 41 jaar, bediende bij het provinciaal bestuur. Alberic Malfait, 31 jaar, bediende, gehuwd in 1897 met Irma Marie Versele (zuster van Prudent VerseIe). Op hadden ze een dochter Magdalena-Maria-Clementina. (Alberic en zijn Irma waren even oud, geboren 1867/1868). 2e kind Adriana Maria Isabella (overleden 1925) (getuigen: Prosper Malfait, bijzondere, 51 jaar, en Alois Verwee, slachter, 47 jaar). 3e kind Edgard Maria Octaaf (overleden 1976). 4e kind Werner Arthur Maria Euphrasia (overleden 1981) getuigen: Prosper Malfait ; Alois Verwee, slachter, gehuwd met een zuster van Jules Malfait ; grootvader van de Astense Van Speybroecks (Herman en Stefaan) (19). (9) Over Villa Zonneschijn en de familie Dufaux te Astene leze men K.O.K (10) Aangezien de randen nogal doornageld waren, moet het toch wel enkele keren opgespannen zijn geweest. (11) Het museum was toen één zaal. In 1942 kwam de "zaal der Verenigingen" erbij en verhuisden de folklore-elementen naar de 2e verdieping. Op de Ie verdieping was het vredegerecht ondergebracht. (Later komt ook die Ie verdieping voor het museum vrij en wordt ook de kelder vrij gemaakt.) 120

113 (12) Jules De Coster was voorzitter van KO.K en van de museumcommissie. Ook Luc Matthys was voorzitter van KO.K en van de museumcommissie. Herman Maes is nu voorzitter van KO.K Isabelle Torck is voorzitster van de museumcommissie. (13) Hugo Van den Abeele werd ereburger van Deinze. (14) Over de familie De Grijse leze men KO.K Jaarboek 1973 blz. 198 e.v. (15) cf. André Heyerick in Kontaktblad KO.K (16) Marc - fotograaf. Paul - violist Hilda - dichteres. (17) Zij gaf muziekles aan het Koninklijk Atheneum te Deinze en aan de Rijksmiddelbare School te Waregem tot (18) Mw. Malfait en haar zoon mochten van het talrijk aanwezige publiek een zeer warme ovatie ontvangen. Er was echter een "technisch probleempje" : de bladzijdekeerder aan de piano had met de wagen pech en kon er niet op tijd zijn. Paul wou dit aan het publiek meedelen en een vervanger/ster vragen, maar alvorens hij dit kon zeggen bood zich al iemand aan die op de tweede rij zat. Dat bleek dan dhr. Debaets uit Wilrijk te zijn, raadsheer in het Arbitragehof, echtgenoot van de romanschrijfster Irina van Goeree. (19) Wemer Malfait, die samenwoonde met zijn moeder tot haar dood, bezat een aantal (ik denk: zeven) schilderijen van zijn broer. Bij testament schonk hij die werken aan het Museum van Deinze (ze blijven echter in vruchtgebruik van zijn weduwe). Een schilderij is een portret van Werner aan zijn werktafel; dat moet, bij testamentaire wil, in het bureau komen van de stadssecretaris van Deinze. 121

114 Bijlage Over de familie Malfait Met het oog op deze inleiding heb ik enkele gegevens gezocht over de familie Malfait te Astene. Hubert Malfait is de broer van Wemer Malfait. Hubert bleef in de traditie van de familie door te Astene te blijven wonen - ten minste toch tot in 1955, d.w.z. 57 jaar. Werner zette het beroep van zijn vader verder, nml gemeentesecretaris, zij het dan te Deinze ( ). Het zal niemand die Werner Arthur Maria Euphrasia Malfait kent verwonderen dat hij het daglicht voor het eerst aanschouwde om 11 uur 's avonds. Dat was op 16 september 1909 in het huis Plaats 76 te Astene. Zijn vader JuIius Alphonsius Malfait was toen 45 jaar, zijn moeder Marie Lucie Emilia De Vos was 12 jaar jonger, in 1876 geboren te Kruishoutem. De getuigen waren Prosper Malfait, broer van vader, toen 60 jaar, bijzondere, en Alois Verwee, man van vaders zuster, grootvader van V.Speybroeck, gehuwd met een Malfait, een 65-jarige slachter, beiden wonend te Astene. Hubert Malfait was een kerstekind want Hubert Maria Prosper Malfait was op geboren, te Astene ook. Zijn geboorte-getuigen waren Octaaf Malfait, een toen 41- jarige bediende bij het provinciaal bestuur, en Alberic (2) Malfait, een toen 31-jarige bediende. Gemeentesecretaris Julius Malfait en zijn vrouw Marie De Vos hadden op 25 september 1900 nog een dochter Adriana Maria!sabella (1) t 1925 en op 12januari 1904 nog een zoon Edgard Maria Octaaf t (l)getuigen Prosper Malfait, bijzondere 51 jaar ~ Alois Verwee, slachter 47 jaar. (2)Alberic Adolphe Malfait huwde 1897 Irma Marie Ver- 122

115 se1e, zuster van Prudent Verseie. Zij hadden op een dochter Magda1ena Maria Ce1ementina. In 1904 waren beide ouders 36 jaar, dus geboren Julius Malfait, de vader van Hubert en van Werner, werd geboren te Astene op ; hij overleed als Astense gemeentesecretaris, 62 jaar oud op Moeder Ma1- fait De Vos was toen 50 jaar. Ze overleefde haar man meer dan 40 jaar Ct 1968). Toen Julius geboren werd, dus 1864, was zijn vader Charles Louis 56 jaar oud en tapper van beroep; zijn moeder Pau1ina Mestdach was toen 21 jaar - een leeftijdsverschil van 35 jaar. Zij woonden op de Plaats te Astene nr. 64. Charles Louis Malfait was op te Astene geboren als zoon van landbouwer Jean Baptist en van Barbara Theresia Vander Cruyssen. Hij was 80 jaar toen hij op stierf, geboren 1767 te Astene. Landbouwer Jan Baptist was de zoon,van wever Pieter Francies Malfait en van Anne Marie Dhondt. Pieter Francies, genoemd Francies, overleed op ; hij was toen 90 jaar oud, dus geboren in 1735, te Astene. Zijn vader was Guillelmus Malfait en zijn moeder Marie Livina Desmed. Of ook Guillelmus te Astene geboren werd weet ik niet. Maar feit is dat de Malfait dus zeker van 1735 tot 1955 te Astene woonden. Hubert Ma1fait-So1ange De Grijse kunstschilder Julius Ma1fait-Marie De Vos gemeentesecretaris Charles-Louis-Paulina Mestdach t tapper Jean Baptist-Barbara Van der Cruyssen landbouwer Pieter Francies-Anne Marie Dhondt wever Guillelmus-Marie Desmed?.?. _?. 123

116 , I... ll :r.::;:;"; ",,'.~~~. ~ 'fer. r.,. '...~ / I Hubert Malfait 1963 illll trati ' 124

117 3. Toespraak gehouden op 25 april 1986 door Dr. Paul Huys bij de Presentatie van Oeuvre kataloog Hubert Malfait Dames en Heren, Er is dus een nieuw boek uit over Hubert Malfait. Reden voor ons allen om ons daarover van harte te verheugen. Reden ook voor velen onder ons om daar - met recht en reden - fier op te zijn: in de eerste plaats de auteurs en de familie, maar dat is een tautologie natuurlijk, want de auteurs zijn óók van de familie... ; in de tweede plaats diegenen die het eigenlijke boek gerealizeerd hebben en eraan hebben meegewerkt: de drukker, de uitgever, de layoutman, de fotografen enz. enz. Reden ook, in de derde plaats, voor alle Deinzenaars en streekgenoten, omdat Hubert Malfait een der onzen is geweest, aan wie nu terecht de eer van een monumentaal boek te beurt valt. Het is gelukkig niet het eerste boek, dat over Hubert Malfait verschijnt, maar het vijfde (als ik met de kleinere monografieën die deel uitmaken van een ruimer boekdeel geen rekening houd). Het zijn, opvallenderwijs, de openbare besturen die voor de eerste officiële erkenning in boekvorm hebben gezorgd: in 1963 de uitgave van Urbain van de Voordes Malfait-monografie in de reeks Monografieën van het toenmalige Ministerie van Nat. Opvoeding en Cultuur en in 1972 Hektor Waterschoots studie - de eerste volledige over het totale oeuvre van de kunstenaar die het jaar voordien was overleden-, studie die werd geschreven in opdracht van en uitgegeven door het Provinciebestuur van Oost-Vlaanderen (en we zijn er nog altijd fier op, dat we daar toen hebben kunl}en voor zorgen). Daarna kwamen nog de bescheidener Malfaitmonografie van Denys Peeters in 1978 bij het Artiestenfonds te Antwerpen en in 1979 de eerste Lannoo-monografie, 125

118 schitterend uitgegeven en royaal geïllustreerd, geschreven door Marcel Duchateau, die boeiende nieuwe gegevens aanbracht, vooral over de eerste, de expressionistische periode in Malfaits werk. En nu dus: een nieuw Malfait-boek, dat anders is dan alle andere, vorige, aangezien de hoofdbrok ervan gevormd wordt door een zgn. "beredeneerde oeuvre-kataloog", voorafgegaan door een merkwaardige syntese over Malfaits evolutie als kunstenaar, benaderd doorheen de tematische, stilistische en ikonografische aspekten van zijn werk. En met een chronologische situering van de Malfait-biografie binnen een ruimere kunstkritische en kunsthistorische kontekst. En ik weet nauwelijks, Dames en Heren, waar ik méér waardering en ontzag moet voor hebben: ofwel voor dat formidabele oeuvre van Hubert Malfait zelf nrs. werden gekatalogeerd (bijna schilderijen, een dertigtal gouaches en ruim 800 tekeningen!) - ofwel voor de evenzeer eerbied afdwingende prestatie van de oeuvre-kataloog zelf. Een prestatie inderdaad om al dit werk op te sporen, te beschrijven, te dateren, te ordenen, te fotograferen. Dit laatste vooral een bijna onvoorstelbare opdracht, maar die tot een schitterende voltooiïng kon gebracht worden. Van de ruim werken konden er zowat (bijna 85 %) worden afgebeeld, en Marc Malfait nam het leeuwenaandeel ervan voor zijn rekening! Ik aarzel dus, Dames en Heren, dat - ere wie ere toekomt - ik dus met de kunstenaar zelf, Hubert Malfait, moet aanvangen. In het boek is er een merkwaardige syntese van Hubert Malfaits artistieke ontwikkeling opgenomen - u zult ze daar in haar volledigheid kunnen lezen. Ik wil wel proberen hier toch in kort bestek en op eigen manier die evolutie van Hubert Malfait in haar grote etappes eventjes te evokeren. 126

119 Hubert Malfait is iemand die vroeg en vlug carrière heeft gemaakt. Reeds van bij zijn debuut bleek hij onmiddellijk iemand van een veel ruimere dan alleen-ma ar-lokale betekenis. Zijn eerste individuele tentoonstellingen liepen niet in Deinze of in Gent b.v., maar dadelijk te Brussel, en mét sukses: in 1927, 1928 en 1930 in de Galerie Le Centaure en in 1931 in het Paleis voor Schone Kunsten. Pas op 35- jarige leeftijd heeft Malfait voor het eerst in Gent geëxposeerd, en wel in de Zaal Ars in 1933 (en Em. Langui heeft hem dat zijn hele leven kwalijk genomen, jammer genoeg 1... ). Zonder intrinsiek talent zou Hubert Malfait zijn doorbraak in de kunstwereld niet zo resoluut hebben kunnen afdwingen. In 1923 was hij 25 jaar, laureaat van de Pipijnprijs van de Gentse Akademie en onderscheiden in de Romeprijs. Een beloftevolle aanzet, maar wie wist verder wat van hem? Men moet er zich rekenschap van geven dat het toen toch niet zo gemakkelijk was om zich los te werken uit de schaduw van de gevestigde "groten" der onmiddellijk voorafgaande generatie, die van de eerste Vlaamse expressionisten. Maar reeds midden in de jaren 1920 bleek Hubert Malfait een van de stevigste en meest vertrouwenwekkende talenten van de toenmalige jonge schilders, zodat "Le Centaure" maar al te graag beslag op hem legde: hij kreeg een vast kontrakt, hij schilderde voortreffelijk werk, kende sukses en werd hier te lande uitbundig geloofd door Georges Marlier, door André De Ridder, door Karel van de Woestijne. In het buitenland was hij erbij op de belangrijkste Belgische groepstentoonstellingen: Amsterdam (1926), Boedapest (1926), Stockholm (1927), Venetië (1926 en 1930). Wie kon het hem kwalijk nemen, dat hij zich uitdrukte in de vormentaal van die tijd: het expressionisme? Maar hoe virtuoos hanteerde hij die taal en hoe persoonlijk verwerkte hij 127

120 elke mogelijke invloed! Hoezeer gaf de jeugdige Malfait blijk van perfekt kleurengevoel en van beheersing der kompositietechniek, van een gaaf evenwicht tussen instinktief pikturaal aanvoelen en klaar ordenende geest. Van hem, die door André de Ridder genoemd werd "un des peintres les plus "peintres" de notre jeune génération", ontstond in het decennium van 1923 tot 1932 een indrukwekkende reeks van topwerken in expressionistische stijl, in een specifiek eigen Malfait-toets : van Moederschap en De vrouw met de paander ( ) over Zelfportret en De verloofden (van ) tot De maaltijd en De buurttram (1930) en tientallen andere meer... De ekonomische krisis der vroege jaren '30 en de losser geworden binding met de expressionisten-groep rond de in opgedoekte "Le Centaure" waren voor Hubert Malfait slechts de uiterlijke aanleiding tot een langzaam inzettend innerlijk bezinnings- en bevrijdingsproces, dat de artistiek en menselijk rijper geworden kunstenaar steeds verder zou verwijderen van de geest en van de brutale deformaties van het expressionisme. Hij evolueerde naar een "menselijker", een meer bezonnen kunst, waarip. de mens en de natuur duidelijker centraal worden gesteld; het is de zgn. intimistische periode, de periode van de sfeervolle interieurs en genretaferelen van de serene ingetogen meisjesfiguren, van de gevoelige portretten ~n de distinktievolle naakten, van verdroomd-poetische, bukolische landschappen en van ongewoon delikate stillevens. Na deze intimistische "verademing", die tot het midden der jaren 1940 zou duren, voelde Malfait dat hij stilaan een krachtige nieuwe impuls nodig had, om zijn kunst - na wel-. haast een kwarteeuw intensieve kreatieve inzet - niet te laten stagneren. Deze nieuwe impuls ging hij zoeken in Frankrijk, onder het zinderende licht van de Provence, in de kleurrijke Bretoense havens en aan de fleurige Normandische stranden. Aldus begon, omstreeks 1951, een nieuw 128

121 schildersavontuur : een uitbarsting van opnieuw gewekte, gulzige levens- en scheppingsdrift, in een omgeving en in een sfeer, die eens te meer de schitterendste mogelijkheden boden aan de kleur- en vormkunstenaar die Hubert Malfait nog altijd gebleven was. Geen interieurs, geen portretten, geen huiselijke taferelen meer, maar uitsluitend landschappen en marines, in de vrije natuur zelf spontaan en krachtig, weelderig en kleurrijk op het doek gezet. Frankrijk was een korte tussenepisode, maar alweer geen toevallige en geen overbodige; eerder een geestelijke en artistieke verjongingskuur, een noodzakelijk heropladen van de batterij die nog aan de hele verdere levensavond van de kunstenaar vonk en kracht zou leveren. Deze levensavond zelf - in het boek wordt die de rijpe periode genoemd - werd een "laat-expressionistische droom", waarin de kunstenaar de aansluiting wist te herstellen met de inspiratiebronnen en gedeeltelijk ook de vormentaal van zijn begintijd, aldus de cirkel van zijn evolutie helemaal rondrnakend. Opnieuw krachtige vertolkingen van het landelijk leven: het landschap en de seizoenen, de boerderij en het landvolk, het vee, het ploegen en het weiden en de oogst, ditmaal in sonoorklinkende kleuren, met klaarder palet, breed en zwierig van faktuur, episch van adem. En met één enkel nieuw motief, dat de tematiek van de intussen naar Latem verhuisde kunstenaar was komen aanvullen: afgebeeld op grote lichtvolle doeken, verschijnen de ruiters en amazones in de wandeldreven, waarboven de glinsterende oranjebol van de zon aan 't glori~n is, een stukje sfeerbeeld van Deurle en Latem, waar de Malfaits in 1955 gaan wonen waren. In 1968 heeft Hubert daar zijn laatste werken gemaakt. Hij stierf in Ik denk dat het nu, vijftien jaar later, stilaan de tijd wordt - en het pasverschenen boek maakt dat nu zeer goed mogelijk - om een poging te ondernemen om precies te bepalen, welke 129

122 de unieke plaats is die Hubert Malfait zich in de geschiedenis van de Vlaamse kunst van onze eeuw heeft veroverd. Vast staat intussen toch wel dit: hij was een autentiek talent, een veelzijdig en hoogstaand kunstenaar, een ernstig en gewetensvol mens en zijn oeuvre is van een merkwaardig goede kwaliteit. Hij heeft recht op waardering en dank, van ons en van de generaties die komen zullen. "Met zijn oeuvre - aldus Hektor Waterschoot - heeft hij een binding tot stand gebracht tussen twee generaties, heeft hij in het verloop van de geschiedenis, in het artistieke spel van aktie en reaktie, dat het ontstaan geeft aan tendensen en stromingen, zijn aandeel gehad. Ongetwijfeld zal de tijd het oeuvre van Hubert Malfait zoals van alle kunstenaars uitzuiveren: de rol die hij heeft gespeeld in de evolutie van de schilderkunst van zijn tijd is echter reeds geschiedenis geworden. Die plaats kan men aan de kunstenaar niet meer ontnemen. Wie dat bereikt heeft, heeft niet voor niets geleefd en gewerkt en. het is met die adelbrieven dat hij zal voortleven". Dames en Heren, Over die kunstenaar, een kunstenaar van bij ons, is nu een nieuw boek verschenen en het is meer dan tijd dat ik hulde breng aan diegenen die ervoor gezorgd hebben dat het boek. er lso En in de allereerste plaats (ladies first, maar niet daarom alleen!) aan mevr. Solange Malfait-De Gryse - wier aanwezigheid hier ons allen verheugt, en ook wel ontroert, en die alleszins een applaus van deze vergadering verdient. Mevrouw Malfait heeft zich tientallen jaren - op dokumentair voortreffelijke wijze - om het werk van haar man bekommerd. Zij lag aan de basis van de mooie Malfait-monografie van Marcel Duchateau in 1978 en tegelijk heeft zij ijverig en ononderbroken het materiaal verzameld en aan- 130

123 gebracht, waarop een zo kompleet mogelijke oeuvre-kataloog kon worden opgebouwd. En het is even merkwaardig als treffend, dat zij daarvoor heeft kunnen rekenen op haar eigen kleinzoon, Piet Vanrobaeys, die op dit gegeven een voortreffelijk licentiaatsproefschrift in de kunstgeschiedenis heeft uitgeschreven (waarvoor hij overigens terecht geloofd wordt door zijn promotor, Professor Marcel de Maeyer). Maar onmiddellijk daarna heeft Piet Vanrobaeys ook het nodige gedaan voor de voorbereiding - samen met zijn grootmoeder (een ideale kombinatie, zoals die voor de studie van een kunstenaar maar zelden voorkomt!) - tot de publikatie van de oeuvre - kataloog, of "catalogue raisonné", zoals de Fransen zeggen - een beredeneerde kataloog, hetgeen betekent dat hier in dit geval die ruim drieëntwintighonderd werken op een logisch beredeneerde manier zijn geordend en beschreven. Vereenvoudigend gesteld behelst de ordening een onderverdeling in schilderijen, gouaches, tekeningen en schetsen en daarbinnen telkens een tweevoudige ordening, enerzijds volgens de stijlperiodes en anderzijds nog eens naar genres: figuur, landschap en stilleven. En binnen elk onderdeel uiteraard zoveel mogelijk telkens chronologisch. Zoals het hier wordt voorgesteld, lijkt het allemaal zo voor de hand liggend en vanzelfsprekend, maar insiders zullen genoeg beseffen, hoeveel inzicht, kritische analyse, stijlaanvoelen, hoeveel inzet en doorzettingsvermogen, hoeveel deskundigheid inzake methodiek en kunsthistorische vakkennis vereist zijn om een dergelijke opdracht tot een goed einde te brengen. Als iemand met het gezag van Prof. De Maeyer in het Woord Vooraf van dit boek schrijft, dat deze studie is uitgegroeid tot hét definitieve werk over Malfait, dan verdient Piet Vanrobaeys daarvoor de hoogste lof, die hij wel gaarne met zijn grootmoeder zal willen delen. Terecht figureren ze allebei op de titelpagina als co-auteurs bij 131

124 elkaar. En het siert tegelijk de hele familie die met deze reuze-onderneming jarenlang intens en eendrachtig heeft meegeleefd én meegeholpen waar het moest en kon. Dames en Heren, Ik wil eindigen met enkele terechte lofwoorden en felicitaties, die ik graag wil richten aan de Uitgever Lannoo, aan de Drukkerij Snoeck-Ducaju, aan de lay-outman Carlo Pieren, aan de fotograaf Marc Malfait, aan de andere anonieme medewerkers - en er zijn er vele -, die allen samen gezorgd hebben voor de materiële realizatie van alweer een prachtboek. Ook K.O.K.-Deinze verdient onze dank voor de organizatie van deze stijlvolle plechtigheid én het Stedelijk Museum van Deinze en Leiestreek voor de verleende gastvrijheid en de organizatie van de kleine gelegenheidstentoonstelling van de Malfait's uit de eigen kollektie. Ik denk dat hiermee alleszins het essentiële is gezegd. Het boek is er, en dat is het voornaamste. Reden - nog eens - voor ons allen om ons daar van harte over te verheugen. En om daar allemaal - als kunstliefhebbers, als Dein~enaars, als vrienden van Hubert Malfait - ook méé een beetje fier over te.. zijn. Ik dank U voor uw aandacht. 132

125 CATALOGUS van de K.O.K.-Bibliotheek opgesteld door Rita DE LANGE 133

126 I. Boeken van vóór chronologische lijst. 1. "Cruijdeboeck" - D. Rembert Da doens, Mechelen, "Bibla sacra" "Memoryen ofte Cort Verhael der Gedenck-Weerdichste so kercklicke als werltlicke Geschiedenissen van Nederland, Vranckrijck, Hoogduytschland, Groot Britannyen, Hispanyen, Italyen, Hungaryen, Bohemen, Savoyen, Sevenburghen ende Turkeyen, van den iaere 1603 tot in het iaer 1624" - Gulielmum Baudartium van Deynse, "Oefeninghe der Volmaecktheyf' - A. Rodrigues 5. 'Tweeden placaet-bouck inhoudende diversche Ordonnancien, Edicten, ende Placaeté van den Coninclicke Ma ten ende haere deurluchtighe Hooc-heden, Graven van Vlaendren,... ", "Den sterffelycken Adam" - Ionnes Van Hermen, "Costumen der stede ende schependom van Ghendf' - Mr. Laurens Vanden Hane, "Profytige Aenmerckingen op de Heylige-dagen" - Hermannus Harts, "Den Gheestelycken Leydts-man" IVde deel- P.F. Mathias Croonenborch, "Tweede deel vanden derden Placcaet-boeck", "Emmanuelis Alvari e societate Jesu Prosodia sive in stitutionum lingua latinae liber quartus" - Franciscum Muller, "Astor Bonus sue idea officium spiritus et praxis pastorum" - Joanne Opstraet, "Den geestelycken palm-boom" - P.F. Benignus Fremaut, "Antiphonale Romanum", "Examen confessariorum" - F. Gregorio Schenaerts,

127 16. "Les coustumes et loix des villes et des chastellenies du comté de flandre" - Mr. Le Grand, Premier volume (2 exemplaren) "Hoogweirdighe historie van het alder-heylighste sacrament van mirakel" - Petrus de Cafmeyer, "Chronyke van Vlaenderen. en BrabandC eerste deel - Jan Roman. Gerrit Tielenburg, 1725 (?) 19. "Hoogberoemde Historie van t'leven ende de daden Alexandri De Groote" - A. Snel, "Chronyke van Vlaenderen" derde deel N.D. en F.R vóór 1736 (?) tweede deel (?) vierde deel 21. "Orbras de la gloriosa madre Santa Teresa Jesus, fundadora de la reforma de la orden de nuestra senora del Carmen, de la primera observancia" - Tomo Primero 1740 Tomo Segundo 22. "Placcaerten ende Reglementen, mitsgoeders, Edicten, Decreten, Ordonantien, Tractaeten " "Het leven van O.H. Jesus Christus" - H.W. van Welbergen, "Het leven. Mirakelen ende wonderlyke vindinge van het heylig en ongeschonden lichaem van den saligen Idesbaldus" - Nivardus Van Hove (vierden druk) "Regel van het derde orden genaemt van penitentie, Ingestelt door den Seraphienschen Vader Franciscus. bevestigt door den Paus Nicolaus IV" - Franciscus Peri, "Costumen ende wetten der stadt Gendf' - Laureyns Vanden Have (2 exemplaren) 27. "Histoire des empereurs Romai ns" - N. Crevier, delen. 28. "Wetten ende costumen der stadt Brugghe", "Formulae quaedam Literarum circà Pastoralis Cura Negotio" - Joanne Baptista Kips, "Leven van den H. Vincentius apaulo" - Petrus eoliet

128 31. "Costumen van de twee steden ende lande van Aelst" "Wetten ende Costumen van Audenaerde", "Costumen van den Lande van Waes", 1773 (2 exemplaren) 34. "Costumen ende usantien der stede ende port van Nieuport", "Costumen ende Usantien der stede ende ambachte van Assenede", "Supplément généalogique, historique, additions et corrections à l'histoire chronologique des évêques, et du chapitre exemt de l'église cathédrale de S. Bavon à Gand", "De zeden der Israëliten gemaekt door den Heer Claudius Fleury Priester, Tegenwordig den Biegtvader van den Koning van Vrankrijk" - J.P.G. Michel, "Costumen der stede, casselrye ende vassalryen" - Berghen S. Winocx, "Generaele Tafel van de materiën begrepen in de gedecreteerde costumen van Vlaenderen" I Deel - 11 Deel - Mr. J.E. De Ronghe, "Gendsche Geschiedenissen ofte kronyke van den beroerten en ketterye binnen en omtrent de stad van Gend. Sedert het Jaer 1566 tot het jaer 1585" - Bernardus De Jonghe, "Gendsche Geschiedenissen ofte kronyke van de beroerten en ketterye binnen en omtrent de stad van Gend. Sedert het Jaer 1566 tot het Jaer 1585", 2de boek - Bernardus De Jonghe, "Rituale ecclesiae leodiensis" - Francisci Caroli, "Kort-begryp der kerkelyke historie van den heer Fleury" deel I deel 11 deel 111 deel IV deel V deel VI,

129 "Kort-begryp der kerkelyke historie van den heer Fleury" deel VII deel VIII deel IX deel X deel XI deel XII deel XIII deel XIV, 1788 "Kort-begryp der kerkelyke historie van den heer Fleury" deel XV deel XVI, Boeken gedateerd tussen 1800 en chronologisch gerangschikt. 1. "Mémoires pour servir à l'histoire du lacobinisme", Abbé Barruel Tome premier, "Mémoires pour servir à l'histoire du lacobinisme", Abbé Barruel, Tome troisième, "Het open Paradys, verçierd met Godvrugtige Oeffeningen, Bemerkingen, Litanien en Gebeden voor de Godzoekende zielen. Raekende de voornaemste Verbintenissen der Geloovige", "Abrégé de la géographie de Crozat. par demandes et par réponses", "Korte verklaering van den Heyligen Wille Godts. en bemerkingen over de verscheyde soorten van uytwendig en inwendig lyden, welk zy ons overzend, ten meerdere deele getrokken uyt P. Nouet. en door eenige andere vermeerderd", "Le Trésor du Chrétien ou principes et sentimens propres à renouve Ier et consommer Ie Christianisme dans les ames" - M. L'Ahhé Champion de Pontalier, Tome premier, "Le trésor du Chrétien ou principes et sentimens propres à renouveler et consommer Ie Christianisme dans les ames" - N. L. Ahhe Chum pion de Pontalier, Tome second,

130 8. "Den Grooten Gendschen Comptoir - Almanach of den opregten wegwijzer der stad Gend, voor het Jaer ons Heere Jesu-Christi M.D. CCC.X.III", 'The new Testament of our Lord and savour Jesus Christ" translated out of the original Greek, "Onderwys der jeugd in de Christelyke godvruchtigheyd getrokken uyt de H. Schriftuer en de H. Vaders", M. Karel Gobinet, 'Traité des fêtes mobiles, jeûnes, et autres observances annuelles de l'église catholique, composé d'après l'ouvrage posthume d'alban Butler; et augmenté de la vie de notre-seigneur Jésus-Christ, et de celle de la très-sainte vierge Marie ; Pour servir de suite aux Vies des Pères, des Martyrs et des autres principaux Saints, du même Auteur", Tome Treizième, "Le Phalanthrope, recueil publié par ordre de la commission permanente de la Société de Bienfaisance établie dans les provinces mébidionales du royaume des Pays Bas", "Het distrikt St. Nikolaas, voorheen Land van Waes", A.J.L. Van den Bogaerde - tweede deel, "Het distrikt St. Nikolaas, voorheen Land van Waes", AJ.L. Van den Bogaerde - derde deel, "Histoire de la "Réforme" protestante en Angleterre et en Irlande" William Cobbett, "Christelyke beperkingen voor alle de dagen des jaers, met de evangelien van alle de zondagen", Eerw. P. Joannes Crasset, "Leven, mirakelen en wondere vinding van het heylig en ongeschonden ligchaem van de zaligen Idesbaldus", Eerw. heer Nivardus Van Hove, "Loi fondamentale du Royaume des Pays Bas", "Historie van Belgis, of kronyke der Nederlandsche Oudheyd" - Marcus van Vaernewyck, Eerste deel,

131 20. "De Historie van Belgis, of kronyke der Nederlandsche Oudheid" - Marcus van Vaernewyck, Tweede deel (datum niet vermeld maar voortgaande op datum eerste deel, waarschijnlijk 1829 of 1830) 21: "Histoire de Charles-Quint" - W. Robertson, Tome premier, "Histoire de Charles-Quint" - W. Robertson, Tome second, "Histoire de Charles-Quint" - W. Robertson, Tome Troisième, "Histoire de Charles-Quint" - W. Robertson, Tome quatrième, "Nieuwe rekeningen voor de lynwaden inhoudende eenen Tarief der Geldspecien, welke meest gebruykt worden in den koophandel der Lynwaden ; als ook de overeenstemming van de Nederlandsc he El met de Gendsche en Kortryksche ruwe El ", "Biblia Sacra" ± "Historische Beschrijving van den oorsprong en de uytwerksels der Medalie van de onbevlekte ontvangers, algemeen bekend onder den naem van Mirakuleuze Medalie, voorgegaen van eenige bemerkingen over het voorwerp van dit werkje", "Nederduitsch letterkundig jaerboekje voor "Nederduitsch letterkundig jaarboekje voor "Histoire des salons de Paris. Tableaux et Portraits du grand monde, sous Louis XVI, Ie directoire, Ie consul at et l'empire, la Restauration, et Ie Règne de Louis-Philippe Ier" - La duchesse d'albrantés - Tome premier, "Nederduitsch letterkundig jaerboekje voor "Histoire Romaine depuis la fondation de Rome, jusqu 'à la fin de l'empire d 'occident", "Nederduitsch letterkundig jaerboekje voor "Fab!es de La Fontaine",

132 35. "Histoire des ducs de Bourgogne de la maison de Valois ( )" - M. De Barante, Tome lil, "Histoire des ducs de Bourgogne de la maison de Valois ( )" - M. De Barante, Tome V, "Histoire des ducs de Bourgogne de la maison de Valois ( )" - M. De Barante, Tome VII, "Histoire des ducs de Bourgogne de la maison de Valois ( )" - M. De Barante, Tome IX, "Nederduitsch letterkundig jaerboekje voor 1839" 40. "Nederduitsch letterkundig jaerboekje voor 1840" 41. "Nederduitsch letterkundig jaerboekje voor 1841" 42. "Nederduitsch letterkundig jaerboekje voor 1842" 43. "Nederduitsch letterkundig jaerboekje voor 1843" 44. "De levens der heylige Vaders, der Martelaren en van de andere voorname Heyligen" - Albanus Butler, derde deel, "Nederduitsch letterkundig jaerboekje voor 1844" 46. "De levens der Heylige Vaders, der Martelaren en van de andere voorname Heyligen" - Albanus Butler, zesde deel, "De levens der Heylige Vaders, der Martelaren en van de andere voorname Heyligen" - Albanus Butler, 1845 (waarschijnlijk 4de, 5de of 7de deel). 48. "Histoire de la révolution française" - M.A Thiers, Tome I, "Histoire de la révolution française" - M.A Thiers, Tome 11, "Nederduitsch letterkundig jaerboekje voor 1845" 51. "The hole Bibie, containing the old and new Testaments" (translated out of the original tongues), "Nederduitsch letterkundig jaerboekje voor 1846" (2 exemplaren). 141

133 53. "Julien Durand" suivie "d'honorine et d'adolphe" - Adhémar de Belcastel, "Du symbolisme dans les églises du moyen age" - Mm. J. Mason Neale et Benj. Webb. M.A., "Geschiedenis der graven van Vlaenderen" - derde deel, JJ. De Keyser, "Histoire des Français depuis Ie temps des Gaulois jusqu 'en 1830" I. - Théophile Lavallée, "Histoire des Français depuis Ie temps de Gaulois jusqu'en 1830" Il. Théophile Lavallée, "Nederduitsch letterkundig jaerboekje voor 1847" 59. "Nederduitsch letterkundig jaerboekje voor 1848" 60. "Le Magasin pittoresque" - N. Edouard Charton, "Le Magasin pittoresque" - N. Edouard Charton, "Nederduitsch letterkundig jaerboekje voor 1849" 63. "Leven van den H. Vincentius-a-Paulo" door een lid van het genootschap, "Nederduitsch letterkundig jaerboekje voor 1850" 65. "Le Magasin pittoresque" - M. Edouard Charton,

134 Uit de taal van een Deins klompenmaker door Tony VANHEE 143

135 o. Inleiding Klompenmaker is in Deinze meer een begrip met folkloristische inslag dan met beroepsmatige inhoud geworden. Nochtans, sinds jaar en dag verwerkt Camiel De Smet (1) in zijn werkplaats, op de hoek van de Klepkouterstraat en de Oude Brugse Poort, blokken hout tot klompen. Hij staat borg voor een verantwoord onderzoek naar de terminologie van de klomperij bij ons: Deinzenaar van de oude generatie (0 1903), die het vak bij zijn vader geleerd heeft. In ondervroegen we hem een viertal keer. Telkens hebben we samen het vak rustig doorgelicht: een voorbereidend gesprek, een direktief gesprek, opgenomen op de band, en achteraf nog een tweetal korrigeren de en aanvullende gesprekken. Het onderzoek van de vakterminologie maakt deel uit van een breder opzet: de studie van Deinse klanken en spraakkunst, sociologisch gedifferentieerd, evoluerend met de generaties, maar zoals elke streektaal door de mobiliteit van de moderne mens in een ongewilde versnelling geraakt. De taal van onze zegsman is zo trouw mogelijk met de uitspraakspelling (2) weergegeven. We hebben ons min of meer daarnaar gericht in aansluiting op het Woordenboek van de Vlaamse Dialekten (WVD) en verder omdat de gewone lezer die spelling vlugger assimileert dan de klassieke fonetische transkriptie met haar diakritische tekens, hoewel deze de klanken exakter weergeeft. Wel weken we af bij de tenuisverschuiving (3) die we in tegenstelling met het WVD ingewerkt hebben. In de tekst bouwden we de syntaktische formuleringen van onze zegsman zo goed mogelijk in. De uitspraakspelling staat tussen ronde haken. Uiteraard had onze kloefkapper (kloefkabra) het over kloef (kloef) en bracht hij zijn tijd door in de kloefkapperij (kloefkabarae) of het kloefkot (kloefkot). Kloef wordt in de etymologische woordenboeken vermeld als synoniem van 145

136 klomp met de betekenis "klomp, blok". Wellicht is het opgekomen naar "c1oet(e)" (rond voorwerp, bol, bal, drol) (4). Als het oud zou zijn, dan hoort het meer bij "klieven", verwant met het Griekse yàu<!>&lv (uithollen). Trouwens het Nederlandse klomp (holsblok) kreeg de betekenis van een blok dat tot schoeisel diende (5) ofwaar de voeten van misdadigers ingesloten werden (6). Dat kloef jonger is, bewijst misschien zijn afwezigheid in het Middelnederlands Woordenboek, terwijl Kiliaan (7) het enkel kent in de samenstelling "kloefbout". Hij verwijst daarbij naar "kolf-hout" en verklaart beide als Vlaams voor "homo obesus et praegrandi corporis mole", nl. een zwaarlijvig mens en met een ongelooflijke lichaamsomvang, en tevens voor "homo obtusus: Arcadicum pecus" of een afgestompte kerel: een stuk vee uit Arcadie, een scheldwoord voor heel dom. In die laatste betekenis kennen we in Deinze ook "pomphout" (pompaat). In de Leiestreek wordt "kloefkapper" naast zijn eigenlijke betekenis ook voor "dommerik, onhandig persoon" gebruikt. Voor G.P. Baert (8) betekende het "een halfwassen ambachtsman, een man die onvoldoende geschoold is". Vandaar de reaktie,,'t is van een kloefkapper gemaakt" (tes vanoii kloefkabro móókt) als men merkt dat iets slecht gemaakt of uitgevoerd is. "Kloef' stoffeert tal van gezegden: kloef of kloefie (kloefie): 1. om de buitengewone grootte van iets aan te duiden, bijvoorbeeld een dikke, opgezwollen neus: ee zat mee azuuo no kloefie, waarbij men demonstratief een gebalde vuist voor de neus houdt; 2. dommerik; lomp, onhandig mens, synoniem met "pomphout" en "kloefkapper"; 3. we kennen "Kloefie" ook als bijnaam. in zijn kloefen hebben (ioii zèèii kloefnae): aanvoelen dat er iets op til is; kloefkesbal (kloefkosbal): Deins gebruik om in de herbergen de kermis afte sluiten, omstreeks 1900 was het al 146

137 een gewoon herbergfeest geworden en het gebruik om klompen te dragen was verdwenen (9). "Kloef' heeft in het taalgebruik mededingers. Als we beseffen dat "kloef' het als plat beschouwde woord "kloof' vervangt, begrijpen we beter wat A. Pauwels bedoelde met,:k hebbe gewrocht dat mijn kloefen gelijk hangen" (10), gezegd als men vermoeid is van het zware werk. In die zin functioneert het ook in "in zijn kloefen spelen, slaan" (ion zèèn kloefn speeln, slóóon): opeten. De taal is een barometer en wijst o.a. aan dat dit houten schoeisel de laatste decennia uit de mode geraakt is. Meer en meer duikt "voeten" op, dat naast "kloef' en "kloof' stevig ingeburgerd raakt. en de inhoud van het gezegde op een fatsoenlijke wijze etaleert: zijn kloefen uithangen (zèèn kloefn udaan): het beu zijn, er genoeg van hebben, het niet verder meer kunnen of willen verdragen; 't is van mijn kloefen (tes van mèèn kloefn) drukt afkeuring uit over iets dat niet behoorlijk werd gemaakt of uitgevoerd. "Voeten" wint veld in de zegswijze "in zijn kloefen hangen (hebben) (ion zèèn kloefn aan (ae», maar moet er de concurrentie dulden van "benen", in de betekenis van "vermoeid raken en het moeilijk, lastig hebben om een opdracht verder uit te voeren of af te werken". Uitdrukkingen over de klomperij situeren zich vaak in een ongunstige betekenissfeer. Blijkbaar heeft men weinig respekt voor het beroep getoond. Oorzaak is dat klompenmakers de reputatie hadden ambachtslui te zijn, die van het leven een feest maakten. Ter illustratie geven we in bijlage een franstalig spotvers "Les sabotiers sont pir..." (11), waarvan de inhoud achteraf door C. De Smet werd beaamd. Hij vertelde dat zijn vader nog met twee knechten had gewerkt, die op maandag de nodige hoeveelheid hout kwamen zagen, dan het zaagmeel, de zagelingen (zóóolerff), in de herbergen gingen doorspoelen en pas op donderdagmorgen weer op- 147

138 daagden. Ze werkten dan als paarden om het vooropgestelde produktieschema op zaterdagavond af te hebben. De werkplaats op Deins Kouter is niet groot. Zagen en klieven gebeurde vroeger dan ook buiten bij het opgestapelde hout. Binnen staan de houten tuigen opgesteld, hakblok, snijpaard en heulbank. Aan deze laatste - bij ons ruimbank - gebeurt het belangrijkste werk, men is pas klompenmaker als men het proces van het heulen of uitruimen onder de knie heeft. Dit aspekt is belangrijk geweest tijdens de eerste wereldoorlog. Toen werden de klompenmakers vrijgesteld van opeising, als tegenprestatie waren ze verplicht de bezetter klompen te leveren. Tal van familieleden en vrienden ontsnapten zo aan het opgelegde werk, maar dienden een aantal jaren aan de heul bank door te brengen. Ambachtelijk klompen maken eist een bewerking in zes fazen: zagen, klieven, hakken, snijden, heulen en afwerken. Zo deelden we na de behandeling van het klompehout ook de materie in. Ten slotte volgen nog een paar opmerkingen. 1. Klompehout Bij ons gebruikt de klompenmaker vooral hout van de wilg (wuo1ch - wuolno kloefn) en van de kanada-populier. ook achtkant genoemd (achkant, poopolier - achkanto, poopolierno), een keer verwerkt hij een andere houtsoort zoals lindehout. Wilg en populier werden vroeger gevraagd wegens hun zachtheid. Thssen beide soorten kent de klompenmaker het kwaliteitsverschil. Wilg bezit de eigenschap altijd poerdroog (poerdruuo) te blijven, of zoals C. De Smet het beeldend uitdrukte: "Mee wuolno kloefn meudo drae weegn ioii twóóodor stóóoii, u voedn blèèvn druuo. achkanto die góóoii gaa deurodre'n. In tegenstelling met timmerhout moet klompehout nut 148

139 en levend vers (nat, leevnda ves) zijn om het makkelijk te kunnen bewerken. Daarom bewaart de klompenmaker zijn hout buiten, opgestapeld op stukjes hout of spillen (spialn) tegen het rotten. Het mag er evenwel niet langer dan eenjaar blijven liggen, want te oud hout wordt kort (kuart koom) en brokkelt omdat het te ver geteerd is (gatiart). Bronnen (12) gewagen dat klompenmakers vroeger van boerderij naar boerderij trokken. C. De Smet herinnert zich enkel dat zijn vader soms op vraag ter plaatse ging om de boom om te hakken, het bruikbare hout eruit te zagen en te klieven. Het gekliefd hout werd naar de klomperij gevoerd en onderging er de andere bewerkingen. De normale hoeveelheid hout was voldoende voor twintig paar klompen, die opdrachtgever en klompenmaker deelden volgens het principe elk de helft, de helft aan de helft (nelvanelf). 2. Zagen en klieven Traditioneel zaagt de klompenmaker of zijn knecht op maandag de nodige hoeveelheid hout voor de weekproduktie. Zagen, klieven en snijden gebeurde meestal door de kappers (kabars). Hout klieven (aat klievn) gebeurt meestal buiten, op de plaats waar het klompenhout opgestapeld ligt. Daartoe gebruikt de klompenmaker volgend gereedschap of alm (alm, óólm): kliefmes, kliefhamer en kliefblok. Het kliefmes of kliefbijltje (kliefmes, kliefbèèlka) ~~ - -î (fig. 1) ziet eruit als een lang- ;-'!. I.. f I, l, I} werpig mes met een stevige ~ verstevigde bovenkant. Op het. kliefblok klopt hij het mes Fig. 1 : kliefmes door het hout met een zware, langstelige hamer, de kliefhamer (klievamra). Het kliefblok (kliefblok) zelf is enkel een stevig stuk droge boomstam van 149

140 150 Kli v n

141 bijvoorbeeld 50 x 50 cm (on: schèèvo vanon: gruuodn buuom), versterkt met bandijzers. Klompen maken begint met een schijf hout (on: schèèv aat, on: schèèvo), een op maat gezaagde boomstam of dikke tak. De klompenmaker legt de schijf op het kliefblok, rekent uit hoe hij het meest ekonomisch kan splijten, terwijl hij rekening houdt met de kern van en de weren in het hout. Met kliefmes en -hamer klieft hij de schijf overlangs in stukken ofblokken (on: schèèv ion: blogn slóóon:, on: schèèvo klievn). Een blok is een gekliefd stuk hout waarvan de afmetingen (lengte en dikte) de grootte van de klomp bepalen: kleine blokken (klèèntsos) voor kinder- of fantasieklompjes en grote (gruuodo). Verder haalt hij er met zijn kliefmes de schors of pel (pelo) af, zodat hij een zuiver stuk hout krijgt, waaruit hij achteraf een klomp maakt, al het afval noemt hij klievelingen (klievolerff). 3. Kappen Zijn eerste herkenbare vorm krijgt de klomp op het kapblok (kablok), dat in de klomperij opgesteld staat. Net als het kliefblok is het een grote, harde schijfvan een boom, met dit verschil dat het ondersteund wordt door drie poten, een driepikkel of driepoot (draepioglo, draepuuot). Hierop kapt de klompenmaker de vorm (ion: zèèno vorm kabn) door links en rechts aan muil en tip (mulo, tiop) stukken weg te hakken. Hij kapt naar een linkse of rechtse kloef (nóóor on: links ov on: rechs kloefko kabn), waarbij hij ervoor zorgt dat de buitenkant van de voet of de :voorste kant (do vuuosto kant) langer en wijder (waer) en de binnenkant korter en rechter wordt. Hij hakt eerst vooraan, 't vorenste (tfeurnsto), dan de zijkanten en laatst de hiel (tachtorsto, nielo), waarbij hij niet vergeet om de hiel naar onderen toe schuin af te hakken. Onderaan, in de zool, bakent hij de hiel af met een zaagsnee, 151

142 de hiel erin zagen (nielcj dcjricjii zóócjii). Tijdens het hakken houdt onze zegsman de volgende zaken in het oog, nl. dat 1. het blok de gepaste lengte heeft, daarvoor gebruikt hij zijn maatlat of maat (móócjdcj), het blok moet altijd een viertal centimeter langer dan de (binnen)maat zijn, het teveel aan hout hakt hij achteraan weg; 2. de pellekant (pelcjkant), de kant van de schors, bovenaan ligt, want daar bevindt zicht het beste, het zuiverste hout (tsuvcjrst aat); 3. alle onzuiverheden weggehakt worden, vooral de knopen ofweren (knuucjp, wiecjr) en de kern, het hart van het hout (tertcj van taat), die achteraf de klomp ontsieren en tevens het hout opentrekken (taat oobntregn). Zijn enig werktuig noemt hij kapbijl (kabèèlkcj) (fig. 2). -.- Typisch is de stand van het handvat. Het bijlhuis vormt met het bijlblad een scherpe hoek, de handgreep staat tegenover het blad naar de rechter buitenkant gericht, opdat bij het hakken de duim niet tussen handgreep en blok gekneld raakt. Fig. 2: kapbijl Afval van het kappen heet kappelingen (kabcjlëii'i). 4. Snijden Het blok hout wordt verder aan de buitenkant bewerkt. Met een snijmes (snaemes) (fig. 3) rondt de klompenmaker de ruwe vorm af. Het is een lang gebogen mes met rechts een dwarsstaande handgreep of handhave (antóóvcj) en links een haak (ncjii óók veur tcj dróócjii en tcj kiecjrn). die met een 152

143 Fig. 3: snijmes ring (reink) aan het paard vastgemaakt is. Met dit snijmes werkt hij de min of meer hoekig gehakte vorm bij (do vorm snaeii). Hij snijdt het overtollige hout aan de zijkant van de muil weg tot hij vooraan een gladde, afgeronde vorm krijgt, eindigend op een tip. Ook de hiel krijgt een beurt, de hiel snijden (nielo snaeii): hij rondt de zijkant van de hiel af. Onderaan snijdt hij de loopzool en de hiel effen en vanaf de zaagsnee holt hij het geleng uit, zodat de hiel zich duidelijk aftekent. Vroeger behandelde men de hiel helemaal anders. De klomp werd uitgehold met een. dissel (deslo) (fig. 4), een delikate beweging omdat de hiel gemakkelijk weggehakt werd. De buitenzijde rondde men af met een hiel steker (nielosteegro) (fig. 5), een soort snijmes, waarvan het snijdend deel, een buikvormig mes, vrij kort is, net als het langere snijmes scharniert het in het (snij)paard. Fig. 4: dissel Fig. 5: hielsteker 153

144 " \ \, lp Fig. 6: paard Het snijmes zit vast aan een paard (piort) (fig. 6): een banktoestel waarop de klomp steunt, terwijl de klompenmaker zijn snijmes hanteert. Het paard is gemaakt uit de top van een boomstam (on tutse balko van top), waarvan het rechtse driekwart overlangs werd doorgezaagd. Op het ingesneden stuk werd links een vrij zware ring doorheengeschroefd, waaraan een u-vormig ijzer vastzit. Het bovendeel van dit ijzer spant als het ware als een veer tegen de ring, en daartussen schuift men de haak van het snijmes. Rechts, naast de ring, bevindt er zich een. vastgespijkerde werkplank. Op het linker kwart, dat lichtjes afgeplat werd, monteerde men een horizontale plank, de pasplank (pasplanko), waarop de klompenmaker het paar klompen vergelijkt naar grootte, hoogte en effenheid van de zool. Vooral bij het snijden komt een extrinsieke kwaliteit van het hout aan het licht: het laat zich pas makkelijk bewerken als het nat is. s. Uitruimen 154 De klompenmaker brengt de gesneden klomp naar de

145 Snijden 155

146 ruimbank om het hout uit te ruimen (utrum) ofuit te kletsen (utkletsn). Ruimen bezigt hij in de betekenis van uithollen, ruimte maken, nl. wegnemen van het overbodige hout in de klomp hout, en opzuiveren. De ruimbank (rumbank) (fig. 7) bestaat uit een ondersteunde gedroogde schacht van een boom, nl. een balk uit de middenbol van een boom (aii balka van da miadnbol vanaii buuam), met een uitgeschuinde, brede, diepe uitsparing, waarin Fig. 7: ruimbank de klomp uitgeruimd wordt. In die uitsparing bevindt zich links een verschuifbaar spanhout (spanaat), waartussen de ruimer (rumar) de klompen averechts klemt. De resterende ruimte vult hij op met losse spanhouten, waarvan het eerste een uitgeholde vorm heeft, zodat de klomp niet kan verschuiven. Het geheel wordt in de ruimbank vastgeklemd met een wegge (wae) of spie (spie), die in de daartoe voorziene gleuf, uiterst rechts, ingeklopt wordt. Zo spant hij de kloefen in (kloefkas iaiispaii). Dan kapt hij de put erin (aii puats iaiikabn). De put (puat) is de ruimte waar hiel en middenvoet komen, nl. het deel voor de muil. Die faze noemt hij uitputten (utpuadn). Hij werkt voorzichtig met zijn puthamer (puadaiiua), een zware hamer met vrij korte steel, en putbeertel (puatbieartla) (fig. 8), een gutsbeitel waarmee hij de put rond uitbeitelt. Hij begint schuin uit te beitelen en werkt langzaam 156

147 naar een rechte binnenwand (rechto zedn), want anders vliegt de hiel open (oobnvliën). Daarbij zorgt hij ervoor, de binnenkant van de zool niet zo diep uit te ruimen, opdat het holle geleng goed gesteund zou worden. Na de put ruimt hij de muil uit (do mulo utrum), dit gebeurt in twee fazen. Eerst gebruikt hij een boor (buuor) Fig. 8: putbeertel Fig. 9: boor (fig. 9), een lepelvormige boor met opwaarts omgezette bek om het boorsel makkelijk uit te halen. De dwarse stand van de steel (steel) zorgt voor een eenvoudig draaiende beweging. Hij hanteert meer dan één boor: hij begint altijd met de voorganger (veurgaar), de kleinste boor in haar soort, om het eerste gaatje te boren (tieosto góóotso buuorn). Naar gelang van de omvang van de muil neemt hij grotere maten: kinderboor (kiondorbuuor), vrouwenboor (vraabuuor) en mansboor (mansbuuor). Voor de tweede faze hanteert hij het teenmes (tieonmes) (fig. 10). De ruimte voor de tenen snijdt hij dieper en fijner uit, de muil wordt verder uitgehaald (do mul udóóln) en afgerond. Bij het teenmes zit het lemmet in het verlengde van steel en schacht, terwijl de top naar boven toe omgebogen werd. Het mes vertoont aan de onderkant een rug (ruo), een v-vormige zijde om handiger het hout uit te 157

148 draaien (utróóoîi), d.w.z. snijden, draaien en uithalen. Ook hier beschikt hij over een aantal soorten messen: kinderteenmes (kiondortieoîimes), vrouwenteenmes (vraatieoîimes) en mansteenmes (maîistieoiimes). Fig. 10: teenmes Fig. 11: zoolmes Fig. 12: gouge De verdere bewerkingen aan de ruimbank dienen enkel om het binnenste van de klomp effen te zetten en af te ronden. In de muil trekt hij de zool in (do zool ioiitregn/ ioîisnaeîi) met een zoolmes (zoolmes) (fig. 11), waarvan het lemmet aan weerszijden snijdt om de zool links en rechts effen te snijden. Het lemmet zelf vormt met de schacht een hoek, om het handiger in de muil te hanteren, het volgt trouwens de loop van de zool. Het uiteinde ervan is tot een uithaalhaak omgebogen om de spanen mee te krijgen, de rug bevindt zich hier bovenaan. Met een gouge (hoeze) (fig. 12) werkt hij de hiel uit. Een gouge is bij onze klompenmaker een uitgeholde, half ronde beitel waarvan de zijkant bijna haaks (ni. de hoek van de hiel) op het platte deel van de steel staat. Daarmee steekt hij het platte van de hiel rond af in de gepaste hoek. 158

149 Fig. 13:afdraaier Fig. 14: hie1mes Met een afdraaier (avdróóor) (fig. 13) draait hij erboven het hout weg (nie1 avdróóon). Het is een recht mes waarvan het uiteinde van het lemmet zo gebogen is dat de hoek tussen hielwand en hielzool automatisch gepast uitgesneden wordt. Op die manier effent de klompenmaker de zij-en achterkant van de hiel (van achtr an iel avdróóon). De zool van de hiel snijdt hij effen met een hiel mes (onielmes) (fig. 14), een mes dat haaks op de schacht zit. Met de omgebogen punt naar de hiel toe effent hij de zool. Hij beschikt over hiel mes sen met een kromme en een rechte haak (mee non krom, rechn óók), die hij beide door mekaar gebruikt. We merken op dat alle messoorten aan beide kanten snijden, aan het uiteinde min of meer een omhaalhaak vertonen en helpen om het afgesneden hout naar buiten te halen. Het afval van de bewerkingen op de ruimbank heet ruime1ingen (rumolëin) en valt in de ruimbak (rumbak). Vooraleer hij de klompen afwerkt, laat hij ze drogen. De 159

150 tocht haalt het vocht uit het hout. De droogperiode is afhankelijk van het seizoen, en kan wel eens oplopen tot een maand. 6. Afwerken Een klomp is pas helemaal af als hij nog enkele bewerkingen ondergaan heeft: effen zetten, schreefjes opzetten,. verven en vernissen. De klompenmaker zet het hout effen (efn zedn), hij schreept het met een stukje glas (schreebn) of schuurt het met zandpapier (zantpapier). Tussen tip en muil brengt hij versiering aan: schreefkes en blommen opzetten (schreefkos, blom opsedn). Hij vormt. een aantal patronen of figuren, waarvan korenaren (kuuer- nóóorkos) tegenwoordig op de folkloremarkten meest in trek zijn. Maar hij kent ook nog rozekes (ruuozokos), carreaus (karoos, karootsos), bekskes (bekskos) en schreefkes (fig. 15). Fig. 15: patronen Fig. 16: ritser Voor die bewerking beschikt hij over een aantal ritsers (riotsor(s), riotsorko(s» (fig. 16). Dit gereedschap bestaat uit 160

151 een soort lemmet - gebogen op de steel-met onderaan een v vormige sleuf, het bekske (beksko), waarmee de inkepingen ingesneden worden. Grote en fijne bekken laten toe om variatie in de breedte aan te brengen. Om zijn duim te beschermen steekt hij een duimbekleedsel op, zijn duimke (dumko), omdat een ritser vlug in de duim kruipt of springt (vrieo rap veur ioii dumo te krubn, tospr"ëtii). Rozen vormt hij met een rozesteker (ruuozosteegro), een cirkelvormige steker waarmee hij in het hout een cirkel, het hart van de bloem, uitsteekt, daarrond snijdt hij dan de (roze)blaadjes uit. Ondertussen koppelt hij het paar klompen. Met een els (elsn) of een kleine boor doorboort hij de binnenkant van de klompen en bindt het paar achteraf samen. Het laatste stadium is verven (viorvn) en vernissen (vomiosn). Klompen worden eerst geverfd, waarbij tegenwoordig vaak vier kleuren gebruikt worden: geel, rood, wit en zwart voor de kaken (kóógn), de onderste zijkanten van de klompen. Vroeger werden klompen zwart geverfd. Daarboven komt een laag beschermende vernis. Dan zijn de klompen klaar voor de verkoop, ofwel aan particulieren ofwel aan winkeliers. Om de klompen makkelijker en kompakter te vervoeren, werden ze in een klis (kleso) of wis (wioso) gebonden. Een klis bestond bij C. De Smet uit 13 paar klompen van dezelfde soort; elk paar werd met de hak in de bek van het voorgaand paar geplaatst, het bovenste paar lag onderste boven. 7. Varia 7.l.De klompemaat C. De Smet beschikt over een maatlat, een maat, gaande van 20 tot 31 cm, waarmee hij de binnenholte meet. Zo bepaalt hij de lengte van de klomp, de maat, die binnenin op 161

152 ALAAM Van rechts naar links: zoolmes, teenmees, afdraaier boor (voorganger), snijmes, puthamer, putbeertel, kapbijl 162 Ver ieren m t d rit r

153 de zool met het laatste cijfer aangeduid wordt. zo bijv. staat 6 voor klompemaat 26, 1 voor 21 of 31 (het verschil in lengte wijst het uit). In tegenstelling tot de schoenmaat is de lengte-eenheid, de maat. bepaald op I cm. Wil hij de klompemaat omrekenen in een schoenmaat, dan telt hij er altijd de koëfficiënt 14 bij. Dus klompemaat 9 = 29 cm + 14 = 43 schoenmaat. Maat (móócjdcj) heeft drie betekenissen: 1. eenheid van lengte (l cm); 2. afmeting of maat van de klomp; 3. de meetlat of maatlat. Hij onderscheidt vijf hoofdmaten: - eerstelingen (iecjstcjlerfi): maat 15-17; - derdelingen (dercjlerfi): maat 18-22; - ondermans (ondermans ). _ vrouwenkloefen (vraakloefn)" maat 23-25; - mans kloefen (manskloefn): vanaf maat 26. Sinds zijn oppensioenstelling hout hij zich bezig met de vervaardiging van souvenierkes (soevcjnierkcjs) (maat 13-14), enkel als hobby omdat hij zijn werk niet kan laten. 7.2.Soorten klompen N aar vorm onderscheidt onze zegsman platte kloefen (pladcj kloefn) en hoge kloefen (uucj kloefn). Vroeger droegen de mensen gewoonlijk de platte. Een model waarvan het hout aan de wreef dieper uitgesneden is en dat van een leerke (leerkcj) voorzien is. Dit leren steunriempje wordt aan de zijkant met een taats (tóócjts), kloefnagel (kloefnóól) of patijnnagel (patèèn06l) vastgemaakt. Platte klompen krijgen ingekerfde versieringen en worden achteraf met blackvernis gezwart. Tegenwoordig dragen meestal de vrouwen dit model, vandaar de benaming vrouwenkloefen (vraakloefn) ofwijvekloefen (wèèvcjkloefn). G.P. Baert wist dat de Deinse zijdewevers (vóór 1914) de lichte vrouwenklompen of juffrouwkloefjes droegen, die ze 's winters bij het zittend 163

154 werk aan de voeten hielden, omdat ze zelden de weefkamer verlieten (13). Hoge klompen beschermen ook de wreef, zodat het niet altijd nodig is, ze van een leren steunriempje te voorzien. Spannen ze te veel, dan snijdt de klompenmaker met een kleine, mesvormige afdraaier het hout weg. Dergelijk model vond zijn inspiratie bij de klompen van de schippers, zodat ze ook schippers (schiobors), schuiten (schudn) of boten (buuodn) heten. De versiering zit hem in de kleurenkombinaties, waarbij o.a. de kleppen van een schoen nageschilderd worden, in feite kan elk motief gebruikt worden. Sinds hij op rust gegaan is, vervaardigt C. De Smet in zijn werkplaats enkel nog kleintjes (klèèntsos) ofsouvenierkes (soevonierkos), fantasieklompjes verwerkt tot balpenhouders, of waarin het traditioneel doopsuiker aangeboden wordt. Ter verduidelijking voegen we eraan toe dat onze zegsman enkel het woord "kloefen" kent. Het woord "klompen" gebruikt hij niet, evenmin als "kloppers", dat L.W. Schuermans (14) in de 1ge eeuw voor Deinze en Eeklo noteerde. 7.3.Materiaal: vervaardiging en onderhoud De klompenmaker was op zichzelf aangewezen om de bankstellen en de hamers te maken. De houten stellages vervaardigde hij uit geschikte delen van bomen. Vaak de top van een populier die zo bewerkt en ingezaagd werd tot hij als snij- of heulbank dienst kon doen. C. De Smet legde de nadruk op de hamers, vooral de pu t hamer, die vroeger gemaakt werd uit het harde bruinrode hout van oude kornelia (korneelieja), nl. van de cornus sanguinea L. of kornoelje. Messen liet hij door een smid vervaardigen, vooral in de smidse van D'Huyvetter in Leupegem. Gebruikt materiaal slijt. Op het gepaste ogenblik moet de klompenmaker wetten of zetten (wedn, zedn), omdat bij de afwerking een schaart (schóóorto) een kras in het hout 164

155 achterlaat. Voor zijn bijltjes gebruikt hij een grove en een fijne wetsteen. Zijn messen zet hij aan op de ruimbank, waarin zich ergens een gleuf bevindt, waar hij het afslijpsel of poeder van een slijpsteen (afslèèpsla, poer vanan slèèpstiean) bewaart, met ernaast de strijkplank (strèèkplanka), een vlak uitgesneden stuk, waarop hij het poeder uitstrooit en daarop zijn messen zet. Wil hij dat het gereedschap nog beter snijdt, - want soms is het mes overzet (oovarzet) - dan zal hij met een strijklat of strijkstok (strèèklada, strèèkstok) het scherp van het mes weerzetten (weerazedn). 8. De klomp afgerond In tegenstelling met heel jonge beroepen zoals fietshersteller of garagehouder haalt de klompenmaker zijn terminologie bij voorkeur uit de Zuidnederlandse woordenvoorraad (kapblok, driepikkel, paard), daarbij graag aanleunend bij andere houtbewerkende beroepen (boor, kliefmes, middenbol). Het ontbreekt hem echter vaak aan nauwkeurige termen. Bij "naar een links of rechts kloefke kappen, een schijf in blokken slaan, 't eerste gaatje boren, vanachter aan de hiel afdraaien" is de benoeming vaak omschrijvend. Het kernachtige, allesomvattende woord ontbreekt, terwijl termen als,,'t achterste, de voorste kant, 't vorenste, kleintjes, grote" te algemeen zijn. Reden is wellicht de historische achtergrond van de klomperij. J. van Bakel (15) vermoedt dat ze zowel een huisnijverheid als een ambacht is geweest. "Klompenmakers" waren dan aanverwante ambachtslui die 's winters hun handvaardigheid aanwendden voor het vervaardigen van houten schoeisel en daarbij materiaal en termen van het eigen beroep gebruikten. Daarnaast blijkt de holle klomp.pas in de 14e eeuw vanuit Frankrijk in Vlaanderen binnengedrongen te zijn (16), waar hij de aloude patijn konkurrentie aandeed en vermoedelijk werd bij zijn vervaardiging aanvankelijk het alaam van de patijnmaker gebruikt. 165

156 Het onderscheid tussen patijn en holblok of klomp vinden we trouwens weer in het aanbod van Camiel De Smet. Hij verkocht vroeger zowel platte (patijnachtige) als hoge klompen. Het oudere "patijn" gebruikt hij enkel nog in de samenstelling "patijnnagel", synoniem met kloefnagel en taats. Zelf gebruikt hij voor elke soort klomp het woord "kloef'. Dit alles betekent niet dat de klompenmaker bij ons geenszins over een eigen woordenschat beschikt. "Puthamer, putbeitel, uitputten, ruimbank, uitruimen, afdraaier, hielsteker" en de benaming van de messen behoren tot de eigen terminologie. Daarbij geeft hij blijk van een zekere inventiviteit zoals bij de bepaling van de grootte van messen en boren door toevoeging van maatbepalende begrippen als "kind, vrouw, man": kinderboor, vrouwenteenmes. Maar bij de naamgeving grijpt de klomperij vaak naar de oudere woordenrijkdom - Kiliaan (1599) kende al "ruymelinck,. snijdelinck" - en naar de werkelijke, letterlijke betekenis van woorden. "Ruimen" betekent hier het overtollige hout weghakken, -boren of -snijden, terwijl de "voorganger" inderdaad de andere boren voorafgaat. Het woord "klis" waarmee hij een bepaalde hoeveelheid klompen aanduidt, vinden we in het Middelnederlands terug. "Clissen, dessen" betekent "in elkaar zitten, een klis vormen (intrans.)" of "vastmaken, vasthechten (trans.)", De Bo en Lievevrouw-Coopman kennen het ook als een vasthechten of aaneenvoegen. De speciale manier waarop de klompenmaker zijn gekoppelde paren stapelt, brengt ons bij de oudste betekenis van het woord. Opvallend is de zeldzaamheid van Franse woorden. Naast het element "pas" in pasplank, vinden we enkel "gouge", waarvan we aannemen dat de klompenmaker de term ontleend heeft bij andere beroepen. Volledigheidshalve delen we mee dat de gouge van Camiel De Smet noch de gutsbeitel van de timmerman noch de omhaalhaak van de schoenmaker aanduidt, maar wel het min of meer 166

157 halfronde mesblad met opgezette zijkanten om het platte van de hiel rond af te steken (fig. 12). We kunnen onze bijdrage over de taal van onze Deinse klompenmaker niet afsluiten zonder een beschouwing over de uitspraak. De weergegeven uitspraak is de individuele realisatie van Camiel De Smet, in 1903 geboren op de wijk "Kouter" te Deinze en sinds 1927 woonachtig op de "Dries" in Petegem. Opvallend is de uitspraak van "tussen" als "tsuasn", met invoeging van een s, een archaïsme dat vaak bij oudere mensen uit Deinze en omgeving vastgesteld wordt. Ook "wualch" voor "wilg" blijkt een oude fonetische realisatie te zijn. Normaal spreken we de Nederlandse korte i met een lichte naslag als "ia" uit, maar de ronding tot "ua" komt voort onder invloed van een voorafgaande of volgende lipmedeklinker en/of 1 (17). Eigenaardig genoeg noteerde Armand Pauwels (18) de uitspraak "wolg" en zelfs "wolvene kloefen", vermoedelijk een hyperkorrekte vorm veroorzaakt door de o/uwissel zoals in vort/vurt, wolle/wulle, daar Deinze in het overgangsgebied van u naar 0 ligt. Ook het woord "wae" refereert aan een ouder woord, nl. wegge i.v.p. wig. De Deinse ae-klank die onder andere met de Nederlandse korte e van pet overeenkomt, wijst op een Westgermaanse korte e zoals we ze weervinden in het Middelnederlandse wegghe, het Oudhoogduitse wecki (Duits Wecken) en het Angelsaksische wecg (Engels wedge), met ablaut wig die in het A.N. gangbaar geworden is. De gerekte vokalisatie van "wae" ontstond als kompensatie voor het wegvallen van de "g" tussen een gekleurde vokaal en de doffe a, een gewoon verschijnsel in ons dialekt: leun (leugen), vl1eii (vliegen), reen (regen) of nóól (nagel). In een woord als "veurgaar" (voorganger) voelt een jonger dialektspreker het verschil aan, want vermoedelijk zou hij "veurgangar" gerealiseerd hebben. Ook dit klankverschijnsel, de uitstoting van de,,-ng-" met rekking van de voorafgaand"e vokaal, blijkt zich moeilijk te handhaven, 167

158 want horen we tegenwoordig niet vaker "tonga, ongro, langa" voor tong, honger en lang in plaats van het oudere,.too, -oor, l-"? aa. Petegem-aan-de-Leie, NOTEN (1) CAMIEL ROGER DE SMET (0 Deinze ) op te Petegem-Deinze gehuwd met ZULMA MARIA DHONDT (0 Petegem ). Hij is de zoon van JULIANUS, klompenmaker (0 Bachte Maria-Leeme t Deinze ) en MARIA MARTHA DE VREESE (0 Zeveren t Deinze ). Zijn grootvader, KAREL LODEWIJK, werd in 1831 te Bachte-Maria-Leerne in de wijk Rekkelinge geboren. (2) M. DEVOS, H. RYCKEBOER en J. TAELDEMAN, Woordenboek van de Vlaamse dialekten. Inleiding, Tongeren, 1979, p Tekens die moeilijkheden kunnen geven: à zoals in dà (de), zà (ze); de doffe à komt vaak voor als naslag bij vokalen, bijvoorbeeld puàt (put), puuàt (poot) en wordt graag bij zelfstandige naamwoorden aangehecht: mulà (muite). zoals in ut (uit). zoals in blèèvn (blijven). zoals in nool (na[ge]1). u èè óó aa ae G n zoals in aat (hout), gaa (gau[w]), laa (la[nge]). zoals in drae (drie). -Jo' zoals 10 ze'n (z1ogen). zoals in beegà (beeke), waarin de "k" stemhebbend wordt uitgesproken. boven een teken duidt een lange klank aan: gaa (gau[w]), snaen (snij[de]n), blom (blomm[en]).._ wijst op een (lichte) neusklank: iàn (in), zóóàn (za[ge]n), ae ([h ]e[bbe ]n). (3) Tenuisverschuiving: een p, t of k die tussen vokalen staat, wordt onder bepaalde voorwaarde b, d of G. In het Deins dialekt wordt bijvoorbeeld lopen - luuàpm, open - oopn; 't Kou!erke - tkaa9àrkà, Pe!egem - pee9àhem; wel'en - wee9n, Poeke - poegà. (4) C.B. VAN HAERINGEN, Supplement bij FRANCK-VAN WIJKs "Etymologisch Woordenboek... ", 's-gravenhage, 1936, p

159 (5) J. VERCOULLIE, Beknopt Etymologisch Woordenboek..., Gent, , p (6) FRANCK-VAN WIJK, Etymologisch Woordenboek, 's-gravenhage, 194<)2, p.318. (7) C. KI LIAAN, Etymologicum, Antwerpen, 1599, p (8) G.P. BAERT, Nog klompen, in; Ons Heem, jg. 26 (1972), p (9) A. PAUWELS, Handteekeningen over de stad Deynze en omliggende, in: Archief van de K.O.K., Fonds A. Pauwels. (10) G.P. BAERT, Folklore in de Leiestreek, in: Bijdragen tot de geschiedenis der stad Deinze..., jg. XXIII (1956), p. 27. (11) Bij een bezoek aan Durbuy zagen we de tekst in het uitstalraam van een gesloten antikwariaatszaak, cfr. bijlage. (12) J.VAN BAKEL, Kleine atlas van de klomperij..., in: Bijdragen en Mededelingen der Dialectencommissie van de Kon. Ned. Ak. van Wet. te Amsterdam, XXVI (1963), p. 35. (13) G.P. BAERT. Nog klompen, in: Ons Heem, jg. 26 (1972), p (14) L.W. SCHUERMANS, Algemeen Vlaamsch Idioticon, Leuven, , p (15) J. VAN BAKEL, op. cit., p. 35. (16) ibid., p. 42. (17) J. TAELDEMAN, Het klankpatroon van de Vlaamse Dialekten, in: WVD, Inleiding, p A. VAN LOEY 7Schönfelds Historische Grammatica van het Nederlands, Zutphen, 1964,p (18) A. PAUWELS, Volksnamen der Bloemen, in: Archief van de K.O.K., Fonds APauwels. 169

160 BIBLIOGRAFIE BAERT G.P. De Zijdewever te Deinze. In: Bijdragen tot de geschiedenis der stad Deinze en van het land aan Leie en Schelde. K.O.K., jg. XVI (1949), p BAERT G.P. Folklore in de Leiestreek. In: Bijdragen tot de geschiedenis der stad Deinze en van het land aan Leie en Schelde. K.O.K., jg. XXIII (1956), p BAERT G.P. Klompen. In: Ons Heem, jg. 26 (1972), p DE BO L.-L. Westvlaamsch Idioticon. Edw~ Gaillard &CO. Brugge, Anastatische herdruk DEVOS M., H. RYCKEBOER en J. TAELDEMAN. Woordenboek van de Vlaamse Dialekten. Inleiding. Seminarie voor Vlaamse Dialektologie, R.U. Gent, DE VRIES J. Etymologisch Woordenboek. Geheel opnieuw bewerkt door dr. F. De Tollenaere. Het Spectrum. Utrecht/Antwerpen, FRANCK - VAN WIJK - VAN HAERINGEN. Etymologisch Woordenboek der Nederlandsche Taal. Martinus Nijhoff. 's-gravenhage, G EZELLE G. Loquela. L.J. Veen. Amsterdam, Anastatische herdruk HESTERS P. De klompenmakerij - sociale en economisc;he geschiedenis van de klompenmakerij in het noorden van Oost-Vlaanderen. M. Oelbrandt. Lokeren, KlLIAAN C. Etymologicum Teutonicae Linguae sive Dictionarium Teutonico-Latinum. J. Moretus. Antwerpen, Foto-mechanische herdruk LIEVEVROUW-COOPMAN L. Gents Woordenboek. L. Broers. Gent, SCHUERMANS L.W. Algemeen Vlaamsch Idioticon. Van Linthout. Leuven, Anastatische herdruk VAN BAKEL 1. De Vaktaal van de Nederlandse klompenmakers. Van Gorcum & Co IG.A. Hak & Dr. H.J. Prakke. Assen,

161 VAN BAKEL J. Kleine Atlas van de klomperij in Nederland en Vlaams Belgiê. In: Bijdragen en mededelingen der dialectencommissie van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen te Amsterdam, XXVI. N.V. Noord-Hollandsche Uitgevers Maatschappij. Amsterdam, VAN DALE. Groot Woordenboek der Nederlandse Taal. Martinus Nijhoff, 's-gravenhage en De Nederlandsche Boekhandel, Antwerpen, VAN LOEY A. Schönfelds Historische Grammatica van het Nederlands. N.V. WJ. Thieme & Cie. Zutphen, VERCOULLIE J. Beknopt Etymologisch Woordenboek der Nederlandsche Taal. Van Rysselberghe & Rombaut. Gent, VERDAM J. Middelnederlandsch Handwoordenboek. Martinus Nijhoff. 's-gravenhage, Met supplement van J.J. VAN DER VOORT-VAN DER KLEIJ, WEIJNEN A. Nederlandse Dialectkunde. Van Gorcum & Comp. N.V./Dr. H.J. Prakke & H.M.G. Prakke. Assen, ARCHIEF KUNST- EN OUDHEIDKUNDIGE KRING DEINZE. Fonds Armand Pauwels. 171

162 Bijlage Les sabotiers Sont pir' que les évêques: Et bûchons dur, Creusons fin, Tard couchés, Tót levés. Car du lundi, Us font un jour de fête. Et Ie mardi, Us ont mal à la tête. Le mercredi, Us ne peuvent rien faire. Mais Ie jeudi, Us commencent la semaine. Le vendredi, Us travaillent comme des bêtes. Le samedi, Us Ie passent de même. Et Ie dimanche: - Us nous faut compter, maitre! 172

163 Inhoud O Inleiding Klompehout Zagen en klieven... Kappen Snijden Uitruimen Mwerken Varia De klomp afgerond Noten Bibliografie Bijlage

164 Twee takken aan dezelfde stam? Genealogische schets van de familie Moerman te Deinze door Jan MOERMAN 175

165 Lodewijk Moerman Joanna Claerhout Basilius Moerman Vir ini M rm n 176

166 Op 17 juli 1875 trad Basilius Moerman een tweede maal in het huwelijk, en wel met een naamgenote, nl. met Virginie Moerman. Basilius was de kleinzoon van Joannes Baptiste Moerman, afkomstig van het naburige Nazareth, en naar Deinze gekomen in Virginie was de dochter van Lodewijk Moerman, omstreeks 1830 uit Huise naar Deinze overgekomen. Virginie was de zuster van mijn grootvader Julien (1). Het huwelijk tussen beide Moermans heeft steeds mijn nieuwsgierigheid gaande gehouden, om te weten te komen of er enige verwantschap bestaat tussen beide echtgenoten. Behoorden beide takken tot dezelfde stam? Op deze vraag kan, zoals blijken zal, positief geantwoord worde.n. De tot op heden oudst gekende gemeenschappelijke voorvader van Basilius en van Virginie is Bartholomeus Moerman. I. BARTHOLOMEUS (I = eerste generatie; voor een overzicht der generaties, zie achteraan de Leidraad) o? (2); t? Van Bartholomeus weten we zeer weinig; alleen dat hij de vader is van Gheeraert (11) (3). 11. GHEERAERT (Gerardus; Gerard) (11 = tweede generatie, enz.) o Vinkt ± 1575 (2); t Mullem 26 april 1648 x Elisabeth Ver(Vander)straete(n) o?; t Mullem 7 september 1637 (4). In het "Struucboek" van Oudenaarde (5) staat Gheeraert ingeschreven als poorter van de stad: 177

167 "Gheeraert Moerman fs. Barthlomeus, gheboren van Vinckt V.P.LG. (6) van den Prince van daten 12en april 1625, onderteeckent Praets... Actum den gen meye 1625". Het Struucboek vermeldt ook zijn kinderen: "Gheeraert (111), Inghel, Hans, Lieven, Joos en Pieter Moerman filij Gheeraerts, Bartholomeus sone" GHEERAERT (Gerardus; Gerard) o? (7); t Heurne 22 juni 1647 x Heurne 27 mei 1629 Jacoba (Jacquemine) Ghyselinck (Gistelinck) (8) o?; t Heurne 7 november 1636 Getuigen bij het huwelijk waren Petrus Moerman en Maria Ghyselinck xx Ouwegem 16 januari 1639 Joanna Thooft o? ; t? fa. Jan en Petronella De Clerck. Getuigen bij het tweede huwelijk waren Angelus Moerman en Judoca N aesens. Van dit echtpaar zijn ons drie kinderen bekend, alle geboren te Heurne: 1. Angelus o 11 oktober 1639 p. Angelus Moerman; m. Maria Thooft. 2. LIVINUS 0 17 oktober 1643 (IV) p. Livinus Moerman; m. Petronella De Clerck. 3. Egidia o 16 september 1644 p. Livinus Thooft; m. Egidia Thooft. De akte van de staat van goederen opgemaakt bij het overlijden van Gheeraert (111) (9), deelt ons mede dat er ook twee weeskinderen zijn uit het eerste huwelijk van de overledene 178

168 met Jacquemine Ghyselinck, nl. Geerdeken (Gerard) en Pieryneken (Petronella) (10). Uit het tweede huwelijk met Joanna (Janneken) Thooft blijven ook twee weeskinderen over: Engelken (Angelus ) en Liefken (Livinus ). Voor beide laatstgenoemden worden Joost en Jan Moerman, ooms paterneel (broers van de overledene), en Olivier Thooft en Guillaume Fierens, ooms materneel, als voogden aangeduid. IV. LIVINUS o Heurne 17 oktober 1643; t Ouwegem 25 mei 1705 x Ouwegem 23 juni 1669 Anna Vertriest o Ouwegem 16 april 1649; t Ouwegem 15 maart 1708 fa. Guilielmus en Catharina De Keysere Getuigen bij het huwelijk waren Angelus Moerman en Elisabeth Vertriest. Kinderen: 1. Livinus 0 Ouwegem 21 oktober 1676 p. Joannes Vertriest; m. Joanna Thooft. 2. JOANNES 0 Ouwegem 14 augustus 1679 (volgt onder V, tak A) p. Joannes Moerman; m. Anna Moerman 3. ADRIANUS 0 Ouwegem 16 januari 1682 (volgt onder V, tak B) p. Adrianus Meerhaeghe; m. Elisabeth Vertriest. 4. Jacoba 0 Ouwegem 3 november 1684 p. Guilielmus Verguchten; m. Jacoba Stockmans. 5. Oliverius 0 Ouwegem 30 oktober 1687 p. Oliverius De Corte; m. Elisabeth Gevaert. 6. Joseph 0 Ouwegem 19 februari 1690 p. Joducus De Loose; m. Maria Dhaenens. ( 179

169 In deze generatie gebeurt de vertakking. Livinus (IV) x Anna Vertriest vormen het gemeenschappelijke grootouderpaar, de oudgrootouders, van Basilius en Virginie. Zij zijn verwant in de zesde graad. TAK A BASILIUS: JOANNES MOERMAN x MARIA ANNA VAN EECKHAUTE V. JOANNES o Ouwegem 14 augustus 1679; t? x Ouwegem 3 april 1708 Maria Anna Van Eeckhaute o? ; t Ouwegem 8 december 1744 fa. Danielus en? Kinderen: 1. JOANNES 0 Ouwegem 24 maart 1709 (VI) BAPTISTE p. Joannes Moerman; m.? 2. Barbara 0 Ouwegem 6 december 1711 Petrus p. Petrus Eeckhaute; m. Jacoba Moerman. 3. Marie Anne 0 Ouwegem 14 september Petrus Franciscus 5. Josephus 6.Isabella 7. Judoca Catharina p. Oliverius Moerman; m. Elisabeth Vertriest. o Ouwegem 4 september 1717 p. Franciscus Maseele; m. Isabella Vertriest. o Ouwegem 30 september 1719 p. Josephus Moerman; m. Judoca Verstraeten. o Ouwegem 8 april 1722 p.? ; m. Petronella Cornilde. o Ouwegem 3 mei 1725 p. Petrus Van? ; m. Joanna Vande Voorde. VI. JOANNES BAPTISTE o Ouwegem 24 maart 1709; t Nazareth 16 april

170 x Ouwegem 24 september 1737 Joanna Wae1kens o Ouwegem? ; t Nazareth 25 januari 1784 Getuigen bij het huwelijk waren Franciscus Moerman en Livina Verseie. Kinderen: 1. LIVINUS 0 Ouwegem 13 februari 1739 (VII) 2. Jacoba 0 Nazareth 26 mei Judocus 0 Nazareth 30 juli Petrus 0 Nazareth 21 februari Joannes VII. LIVINUS Koperslager o Ouwegem 13 februari 1739; t Nazareth 19 juli 1808 x Nazareth 27 mei 1764 Maria Joanna Coryn o Nazareth 16 maart 1734; t Nazareth 7 maart 1772 fa. Laurentius en Livina De Baerdemaecker Getuigen bij het huwelijk waren Gregorius Vermeiren en Livina De Baerdemaecker. xxnazareth 26 oktober 1773 Cecilia Catharina De Clercq o Nazareth? 1746; t Nazareth 9 februari 1788 Kinderen uit het eerste huwelijk: 1. JOANNES 0 Nazareth 28 februari 1765 (VIII) BAPTISTE p. Joannes Baptiste Moerman; m. Livina De Baerde'maecker. 2. Joanna Coleta 3. Maria Jacoba o Nazareth 10 december 1766 p. Joannes Coryn; m. Joanna Wae1- kens. o Nazareth 6 januari 1769 p. Arnoldus Versiere; m. Jacoba Moerman. 181

171 4. Maria Josepha o Nazareth 19 oktober 1770 p. Petrus Joannes Moerman; m. Aldegondis Coryn. Kinderen uit het tweede huwelijk: 5. Maria 0 Nazareth 9 september 1774 Jacoba 6. Fredericus 0 Nazareth 25 augustus Coleta 0 Nazareth 13 augustus 1778 Christina 8. Petrus 0 Nazareth 3 augustus 1780 Franciscus 9. Constantinus 0 Nazareth 5 januari Maria 0 Nazareth 3 januari 1785 Theresia 11. Joannes 0 Nazareth 22 februari Franciscus VIII. JOANNES BAPTISTE o Nazareth 28 februari 1765; t Deinze 4 maart 1820 x Petegem 27 april 1790 Scho1astica Ketels o Deinze 21 oktober 1768; t Deinze 10 februari De bevolkingslijst van Deinze, opgemaakt tijdens de Franse tijd op 21 messidor van het jaar IV (= 9 juli 1796), vermeldt dat Joannes Baptiste Moerman, 32 jaar oud, sinds 1789 te Deinze gevestigd is en het beroep van uurwerkmaker uitoefent (11). Op 19 floreal van het jaar X (= 9 mei 1802) krijgt Joannes Baptiste het onderhoud van het torenuurwerk van de O.L.Vrouwkerk toegewezen voor de som van 174,15 fr., waarvoor hij ook de klokken moet luiden (12). Joannes Baptiste is tevens herbergier, waard van het Sint Cecilialokaal, op de Markt nr. 16, rechtover de O.L. Vrouw- 182

172 kerk, waar het kerkorkest zijn vergaderzaal heeft. Joannes Baptiste Moerman is ondertekenaar, samen met een aantal andere inwoners (P. Vandendalen; Jacobus Lammens; Joannes Mortier; A. Van Speybroeck; Servaes; Engelbert en P. Van Risseghem en Theresa De Backer), van twee verzoekschriften waarin tengunste van Burgemeester Augustin Claes wordt gepleit, tegen diens afzetting door de franse autoriteiten op 12 nivose van het jaar 6 (= 1 januari 1798) (13). Joannes Baptiste is gehuwd met Scholastica Ketels, dochter van Judocus en Thec1a Cecilia Jooris. Judocus was waard van de herberg St.-Antonius, gelegen Tussenbruggen nr. 361, volgens Binus Vanden Abeele reeds gekend rond Judocus was ook lid van de in 1800 nieuw geïnstalleerde municipale raad. Kinderen: 1. Sophia 0 Deinze 13 februari 1791, t Deinze 20 december 1871 x Deinze 4 december 1811 Jan Franciscus Goemaere, schoenmaker. o Deinze 1790; t Deinze Maria Christina 0 Deinze 4 mei 1792; t? 3. Seraphina 0 Deinze 25 brumaire II (= 15 november 1793); t Deinze 23 maart Petrus Joannes 0 Deinze 24 vendémiaire IV (= 16 oktober 1795); t Deinze 27 januari Thérèse Française 0 Deinze 24 brumaire VI (= 14 november 1797); t Deinze 10 nivose IX (= 6 januari 1801). 6. CHARLES LOUIS 0 Deinze 14 pluviose VII (= 2 februari 1799) (IX). 7. Colette 0 Deinze 5 brumaire IX (= 27 oktober 1800); 183

173 t Kortrijk 29 januari 1841 (14). 8. Rosalie 0 Deinze 11 frimaire X (= 2 december 1801); t Deinze 25 fructidor X (= 12 september 1802). 9. Caroline 0 Deinze 1 vendémiaire XII (= 24 september 1803); t Deinze 2 mei 1859 x Deinze 15 juli 1829 Francis Emanuel Van Landeghem, klompenmaker. o Deinze 1803; t? (na 1859). 10. Marie Thérèse 0 Deinze 30 messidor XIII (= 19 juli 1805); t Deinze 1 februari Rosalie 0 Deinze 13 november 1806; t Deinze 2 juni Rosalie 0 Deinze 30 november 1807; t Deinze 8 november 1861 x Deinze 5 oktober 1831 Carolus Goe-. mmne o Huise 1806; t Deinze Alexander (15) 0 Deinze 18 april 1809: t Deinze 24 maart 1891 x Deinze 25 maart 1846 Vi'rginie Van den Borre o Machelen 1820; t Deinze Afstammelingen: Adolf, juwelier-uurwerkmaker, x Sidonie Marie Rosalie Claerhout (Rachel Marguerite x August Ide; Bertha Virginie); Modest, onderwijzer; Arthur Bernard, bediende, x Aima De Meu1emeester; Gentiel, timmerman; Adè1e Marie en Jan Theodoor. 184

174 IX. CHARLES LOUIS Bloempelder, winkelier en herbergier o Deinze 2 februari 1799; t Deinze 9 maart 1856 x Deinze 16 januari 1828 Amelie Lagrange o Deinze 15 juli 1801; t Deinze 2 februari 1835 fa. Pieter Lodewijk en Anna Verkest xxbachte-maria-leeme, 29 oktober 1835 Francisca Foncke o Sint-Martens-Leeme 20 december 1810; t Deinze 2 januari 1838 fa. Livinus en Caroline Martens. Kinderen uit het eerste huwelijk: 1. Joanna 2. BASILIUS 3. Desiderius 4. Ivo 5. Petrus o Deinze 22 oktober 1828; t Deinze 2 januari 1880 x Deinze 11 november 1857 Augustin Voet, voerman. o Petegem 1825; t Deinze o Deinze 1 maart 1830; t Deinze 8 mei 1898 (X). o Deinze 17 september 1831; t Deinze., 8 mei o Deinze 2 april 1833; t 14 april o Deinze 22 januari 1835; t Deinze 16 februari Uit het tweede huwelijk: 6. Marie 0 Deinze 30 december 1837; t Deinze 2 maart 1915 x Deinze 30 apri11868 Karel Agneessens o Gent 1827 (16); t Deinze Afstammelingen: Remi x Marie Valentine Claerhout; Oscar x Adelaïde Van Hoecke; Arthur Pieter; Armand x Irma Van Poucke. 185.,

175 x. BASILIUS o Deinze 1 maart 1830; t Deinze 8 mei 1898 x Deinze 14 juli 1864 Camilla Cannoot o Deinze 13 september 1840; t Deinze 2 januari 1875 xxdeinze 7 juli 1875 Virginie Moerman, klakken- of mutsenmaakster o Deinze 26 januari 1840; t Deinze 28 oktober In heel wat mededelingen van de bijdragen van de K.O.K. duikt de naam op van Basilius. Moerman (17). In het Deinse gemeenschapsleven heeft hij een niet onbelangrijke rol gespeeld. Hij was o.a. stichtend lid van Vooruit in 1858, en speelde in de eerste voorstelling van de nieuwe vereniging op 6 januari 1859 met het kluchtspel met zang in één bedrijf van V. Driessens "De Vrolijke Kruiskensdans". Hij vertolkte daarin de rol van Baas Schram. Ook was hij toneelcommissaris van Vooruit in 1862 en muziekcommissaris in Daarnaast werd hij ook lid van het Vlaams Gezelschap in In het Vlaams Gezelschap bekleedde hij de functies van voorzitter ( ), ondervoorzitter (1865-l~66), schrijver (1858 en 1865) en tuchtmeester (1859). Van beroep was hij bloempelder (1867) (18), winkelier en uurwerkhersteller (1868), kantoorbediende (1883) en herbergier (1884). Basilius Moerman werd te Deinze geboren op 1 maart 1830 als zoon van Karel Lodewijk Moerman en Amelie Lagrange. Hij huwde een eerste maal te Deinze op 14 juli 1864 Camilla Cannoot, dochter van Karel Lodewijk Cannoot en Coletta Claerhout. 186

176 Camilla Cannoot, huisvrouwen winkelierster, stierf te Deinze op 2 januari Bij dit overlijden woonde het echtpaar op de Markt, wijk A, nr. 33 (19), en hield er herberg. Basilius en Viriginie zijn ook beiden daar overleden. Camilla Cannoot en Virginie Moerman waren nichten. Hun moeder, Coletta en Joanna, waren gezusters, dochters van het echtpaar Amandus Claerhout en Marie Jeanne Gevaert. Kinderen uit het eerste huwelijk: 1. Alice Coleta 0 Deinze 11 april 1865; t Deinze 26 februari 1951 x Deinze 7 maart Victor De Jonghe, koophandelaar. o Deinze 9 januari 1857; t Deinze 8 april Afstammelingen: Blanche Alice x Alfred De Lava; Valère; Marie; Remi; Gérard; Marcel; Gaston x Paula Agneessens; Henriette; Albert. 2. Maria Elvira 0 Deinze 13 mei 1866; t Deinze 2 maart Mauritius 0 Deinze 14 augustus 1867; t Deinze 24 augustus Adeline Paulinne 0 Deinze 31 augustus 1868; t Deinze 24 november Achille Maurice 0 Deinze 7 juni 1873; t Deinze 15 juni Kinderen uit het tweede huwelijk: 6. Doodgeboren 29 april Jongen 7. Arthur Lodewijk Ernest o Deinze 1 mei 1878; t St. Amandsberg 10 oktober 1946 (20) 187

177 8. Rachel Jeanette 9. Juliana (Julienne) Clara Maria x 18 september 1901 Florence Louisa Maria Menu o Deinze 18 februari 1881; t St. Amandsberg 9 mei Afstammelingen: Firmin x Blanche Pourquoi; Zoé x Maurice De Ketele; Roger x Mariette Steenbeke (Lil ia ne ). o Deinze 20 juli 1879; t Deinze 7 maart o Deinze 23 december 1880; t Petegem 24 mei 1948 x Deinze 25 augustus 1900 Joannes Amatus (Aimé) Goethals o Deinze 25 november 1866; t Deinze 29 december Afstammelingen: Yvan x Laura Van Den Veegaete; André en Jeanne. TAK B VIRGINIE : ADRIANUS MOERMAN x PETRONILLA CORNILDE V. ADRIANUS o Ouwegem 16 januari 1682; t 4 maart 1736 x Ouwegem 25 juli 1705 Petronilla Comilde o? ; t Ouwegem 29 december 1743 fa. Joannes en Livina Baert Getuigen bij het huwelijk: Joannes Moerman en Maria Gevaert. Kinderen: 1. Joannes Baptist 0 Ouwegem 5 juni 1706 p. Joannes Cornilde~ m. Anna Vertriest. 2. Oliverius 0 Huise 19 maart p. Oliverius Moerman; m. Livina Baert.

178 3. ADRIANUS 4. Josephus 5. Petrus 6. Maria Anne o Huise 23 maart 1710 (VI) p. Joannes Van den Broecke; m. Jacoba Moerman. o Huise 7 juli 1712 p. Josephus Moerman; m. Joanna Van der Stichele. o Huise 30 januari 1714 p. Petrus Cornilde; ffi. Joanna Thooft. o Ouwegem 3 augustus 1716 p. Franciscus De Clerck; m. Maria Anna Eeckhaute. VI. ADRIANUS o Huise 23 maart 1710; t Huise 30 november 1762 x Huise 15 september 1737 Maria Francisca Vanderstraeten o Ouwegem 4 oktober 1710; t H uise 28 ventose I (= 18 maart 1793) fa. Petrus en Joanna De Smet Getuigen bij het huwelijk: Joseph Moerman en Monica Dhondt Kinderen: 1. PETRUS JOANNES 2. Veronica 3. Petrus Franciscus 4. Joseph o Huise 2 augustus 1738 (VII) p. Joannes Verstraeten; m. Petronilla Cornilde. o Huise 5 januari 1741 p. Oliverius Moerman; m. Anna Vanderstraeten. o Huise 1 augustus 1742 p. Petrus Moerman; m. Joanna Verstraeten. o Huise 21 maart 1745 p. Joseph Moerman; m. Joanna Verstraeten. 189

179 VII. PETRUS JOANNES Landbouwer o Ruise 2 augustus 1738; t Ruise 30 oktober 1798 x Ruise 5 apri11765 Maria Judoca De Ruyck o Nokere 30 december 1736; t? fa. Egidius en Elisabeth Baert Getuigen bij het huwelijk: Petrus Franciscus Moerman en Judoca De Smet. Kinderen: 1. Emanuel 2. Adrianus o Ruise 5 januari p. Egidius De Ruyck; m. Maria Francisca Verstraete. o Ruise 1 februari 1768 p. Petrus Franciscus Moerman~ m. Maria Anna De Ruyck. 3. Maria Catharina 0 Ruise 1 maart OLIVERIUS 5. Petrus Franciscus 6. Jean Baptist p. Josephus Moerman; m. Marianne Calier. o Ruise 9 januari 1773 (VIII) p. Oliverius Moerman~ m. Maria Catharina Wandeis. o Ruise 24 april 1777 p. Petrus Antonius De Ruyck; m. Veronica De Sloover. o Ruise 9 juli 1782 p. Petrus Egidius Tjoen~ ffi. Maria Anna De Ruyck. VIII. OLIVERIUS Landsman o 9 januari 1773; t Kruishoutem 4 juni 1819 o Ruise 9 januari 1773 x Ruise 20 thermidor IX(= 8 augustus 1801) Sabina De Ruyck o Ruise 12 oktober 1781; t Kruishoutem 1 augustus

180 fa. Thomas en Francisca Van Caeneghem Getuigen bij het huwelijk: Petrus Franciscus Moerman en Albertina De Ruyck. Sabina De Ruyck heeft na het overlijden van 01iverius een tweede huwelijk aangegaan met Joannes De Smeytere. Kinderen: 1. Jean Baptiste o Huise 15 fructidor XII (= 2 september 1804). 2. Pierre o Huise 6 mei LODEWIJK o Huise 22 augustus 1811 (IX). 4. Françoise o Huise 28 mei Xavière 5. Sophie o Huise 5 januari IX. LODEWIJK Houtzager en herbergier o Huise 22 augustus 1811; t Deinze 29 december 1884 x Petegem 29 juli 1837 Joanna C1aerhout o Deinze 7 december 1812; t Deinze 6 juli Lodewijk Moerman, geboren te Huise in 1811, zoon van een kleine landbouwer of landsman Oliverius, en Sabina De Rucyk, spinster, zag heel waarschijnlijk in de landbouw voor hem geen toekomst, is als jonge man zijn geluk elders gaan zoeken, en is naar Deinze gekomen. Wanneer is niet te achterhalen. Men zegt in 1828, maar hierover bestaat geen zekerheid. Hij huwde te Deinze op 29 juli 1837 met Joanna C1aerhout, naaister van beroep. De huwelijksakte vermeldt dat hij woonachtig was te Petegem. Als beroep wordt opgegeven boom zager. Ook wordt melding gemaakt dat hij heeft voldaan aan "zijne p1igten nopen de nationae1e militie", blijkens een bijgevoegd attest van de Provinciegoeverneur en de Co1one1 Commandant van het 3de Regiment Infanterie (21). 191

181 Getuigen bij het huwelijk waren: Joannes Baptist Gevaert, oud één en zestigjaren, herbergier en oom van de bruid; Pieter Francies De Bruyne, vier en dertig jaar oud en Antonius Van Dorpe, twee en veertig jaar oud, beide ambtenaren van politie en Joannes Baptiste Wille, negen en twintig jaar oud, sekretaris. Alle getuigen hebben de akte ondertekend; beide contractanten welke verklaarden niet te kunnen schrijven, tekenden met een kruisje. De overlevering wil dat hij zou deelgenomen hebben aan de Tiendaagse Veldtocht tegen de Hollanders van 2 tot 12 augustus De overlevering wil ook dat hij lid was van de Rederijkerskamer "Geen Konst zonder Nijd" en van het "Vlaamsch Gezelscha p". Ook heb ik altijd mijn vader horen zeggen dat hij zou meegeholpen hebben bij het graven van het Kanaal van Schipdonck in Hetzelfde jaar van zijn huwelijk, 1837, richt hij een verzoekschrift aan het Stadsbestuur, waarin hij de toelating vraagt om een herberg "In St. Eloy" te mogen openen in de Kerkstraat (nu Kortrijkstraat) nr. 436, Wijk C. St.-Martinus Parochie. Daar zijn alle negen kinderen geboren.. Later, na 1852, verhuisde het gezin naar de Tolpoortstraat nr. 105, Wijk B, nabij de Knok, en baatte er de herberg,.in de Casino" uit. Na Lodewijk kwam Désideer D'Heedene-De Vos, schaliedekker, in de Casino. Later was Maurice Y de (x Elisa De Sloover) lange jaren waard van het café. Na Maurice, zijn zoon Emile (x Brigitte De Backer), en daarna zijn dochter Stella (x Albert Van Oost). Daar overlijden zowel Joanna Claerhout (1883) als Lodewijk (1884). De familie Claerhout is afkomstig uit het West Vlaamse Meulebeke. Haar oudst gekende voorvader is 192

182 Gheeraert ( ), gehuwd met Maria Minne. Joanna Claerhout was de dochter van Amandus Jacobus Claerhout, timmerman, 0 Oostkamp 25 december 1772; t Deinze 7 februari 1840, gehuwd te Deinze op 7 september 1800 met Maria Joanna Gevaert, winkelierster, 0 Deinze 14 maart 1777; t Deinze 12 maart Kinderen: 1. Hyppolite (22) 2. VIRGINIE 3. Josephus (23) 4. JULIEN 5. Florina Livina o Deinze 6 juni 1838; t? x Deinze 19 april 1876 Julia Anna Vernau o Vyve St.-Eloi 1846; t? Mstammelingen: Armand en Leonie. o Deinze 26 januari 1840; t Deinze 28 oktober o Deinze 28 april 1842; t Deinze 3 januari 1908 x Deinze 11 april 1883 Julie Virginie De Smet (wed. Medard De Roose, fs. Karel Louis & Stefanie Appolonia Van Quickenborne) o St.-Maria-Leerne 1844; t Deinze o Deinze 15 september 1843 (X), t Deinze 15 januari o Deinze 9 mei 1846; t Deinze 30 juni 1921 x Deinze 2 juli 1871 Gustaaf Francies Merlier o Deinze 1842; t Deinze 1919 Afstammelingen: Marie x Louis Marien; Leonie Augusta x Francies Cyrille Soenen; Alice Julia x Basiel Goeminne; Sidonie x Frederik Cocquyt; Bertha Louise x Arthur Lodewijk De Gryse; Rachel x Joseph Cam iel Soe- 193

183 nen; Georges Aloïs x Marie Van Aughem. 6. Charles Deinze 30 augustus 1847; t Deinze 9 februari Camil (24) Deinze 22 augustus 1849; t Deinze 8. Benoni (25) 9. Adèle februari 1911 x Deinze 15 april 1885 Maria Eeckaute Deinze 1858; t Deinze 1910 Afstammelingen: Jules x Laura Janssens (Laurent en Carlos); Lodewijk Jozefx Martha Lema (Nettie en Stephan), xx Evinda Van Landeghem; Alfred x Maria Nachtergaele; Alice x Charles Verachtert; René x Leona De Clercq; Roger x Elvire Janssens (Frieda, Herman en Fernand), xx Angè Ie Lejeune. Aloisius o Deinze 6 januari 1851; t Deinze 30 juni 1933 x Deinze 6 april 1877 Justina Maria Opsomer Deinze 1851; t Deinze 1923 Afstammelingen: Armand x Rachel Hoste (Basiel, GabrielIe, Adrien, Gabriel, Hilde, Isabel); Alfred x Maria Louisa Rogge (GiselIa); Caesar x Maria Magdalena De Poorter (Jordan); Rachel Marie x Johan Christiaan Douw; Emma Rosalia x Isidoor Van Hulle; Hélène Adèle x Marcel Dhaene. Deinze 5 april 1852; t Deinze 8 november 1936 x Deinze 26 mei 1880 Gentil De Gryse (26)

184 X. JULIEN Houtzager (27) o Deinze 1851; t Deinze 1904 Afstammelingen: Victorin Camiel x Irma Verplaetse; Marie x Maurice Hoste; Alfons x Marie Louise Driessens; Alfred x Zulma Verplaetse. o Deinze 1 september 1843; t Deinze 15 jaunari 1928 x Deinze 29 juli 1847 Adèle Hessens, mutsenmaakster o Deinze 9 februari 1850; t Deinze 28 april 1877 fa. Jan Francis en Julia De Stoop. xxdeinze 4 februari 1885 Coleta De Vreese, fabriekwerkster o Deinze 18 maart 1853; t Deinze 15 september 1932 fa. Jan en Rosalia Cannoot wed. Gillis Franciscus Bouweraerts. Kinderen: 1. Marie Rachel 2. LODEWIJK 3. Maria o Deinze 13 juli 1883; t Jalhay 3 december 1967 x Charles Hopmans. o o Deinze 20 september 1886 (XI). Deinze 6 september 1888; t Deinze 21 mei 1957 x Adolf Alleene o Petegem 1883; t Deinze 1923 hadden een dochter Irène ; t xxremi August De Winter ; t Deinze Deinze XI. LODEWIJK (28) o Deinze 20 september 1886; t Deinze 9 mei

185 x Deinze 16 augustus 1919 Joanna Matthijs, borduurster o Deinze 16 februari 1897; t Deinze 25 juni 1983 fa. Camiel en Maria Bogaert Hebben één zoon: JAN JULES (XII). XII. JAN JULES o Deinze 25 januari 1925 Landbouwkundig ingenieur Gewoon Hoogleraar aan de Faculteit Landbouwwetenschappen, Rijksuniversiteit Gent. Diensthoofd van het Laboratorium voor Landbouwwerktuigkunde. Gemeenteraadslid van Deinze Bestuurslid K.O.K. x Deinze 15 februari 1951 Yolande Coleta Stephanie Germaine Ghislaine Duyck o Waregem 6 december 1925 fa. Eugène en Irène Menu. Kinderen: 1. PHILIPPE LOUIS EUGÈNE 0 Deinze 9 december 1951 (XIII) Doctor in de Geneeskunde 2. Dirk Jules Germain 0 Deinze 3 oktober 1953 Architect. XIII. PHILIPPE LOUIS EUGÈNE x De Pinte 29 juli 1976 Rosane Leona René Maria Strobbe o Gent 22 januari 1952 fa. Remi en Madeleine Coryn Kinderen: 1. THOMAS JAN JEROEN 0 Leuven 16 november 1980 (XIV) 2. Nathalie Joke Leen 0 Leuven 27 juli

186 Leidraad doorheen 14 generaties Moerman TAK A naar Basilius V. I I. Bartholomeus 0 ± 1545 I 11. Gheeraert o ± 1575 I 111. Gheeraert o ± 1605 I IV. Livinus o 1643 I Joannes V. Adrianus I TAK 8 naar Virginie VI. VII. VIII. IX Joannes Baptiste IV. Adrianus I 1 Livinus VII. Petrus Joannes I Joannes Baptiste VIII. Oliverius I Charles Louis IX. Lodewijk X BasiIius x Virginie X Julien I I I I XI. Arthur Lodewijk I XII. Firmin XIII. I Philippe I XIV. Thomas en Nathalie XI. Lodewijk I XII.Jan I Dirk

187 NOTEN (1) In de geboorteakte wordt Julien als voornaam vermeld. De huwelijksakte en ook het in mijn bezit zijnde trouwboekje vermelden Julianus. terwijl in de overlijdensakte en op het doodsprentje Jules wordt opgegeven. (2) Generatie wordt gebruikt in de betekenis van geslacht of gelijktijdig levende individuen van dezelfde soort. Men rekent de duur van een generatie op het aantal jaren dat verloopt tussen de eigen geboorte en die van het eerste kind. Dit aantal jaren bedraagt Een mens zal dus behalve de eigen generatie nog 2 voorafgaande (ouders en grootouders) en 2 volgende (kinderen en kleinkinderen) generaties meemaken voor kortere of langere tijd. Het beleven van 3 voorafgaande en 3 volgende generaties komt voor in families waarin een lange levensduur en vroegtijdige huwelijken de regel zijn (Winkier Prins Encyclopaedie). Daar het in een stamreeks niet noodzakelijk steeds om de eerstgeborene gaat. nemen we als gemiddelde duur van één generatie 30 jaar. Op die manier kunnen we de geboortedatum van Gheeraert II schatten rond Zijn vader Bartholomeus zou dus geboren zijn omstreeks (3) Dit weten we uit de akte van de staat van goederen opgemaakt bij het overlijden van Gheeraert II. Deze akte vermeldt o.a.:.. dat Gheeraert Moerman fs. Bartholomeus is overleden binnen de parochie van Mullem den 26 april 1648; dat hij gehuwd geweest is met Liesbette Vanderstraeten en dat zijn goederen werden overgebracht bij Joos. Ingel. Jan. Lieven en de kinderen van Geert (= Gheeraert lil)'". (Minuten van de Staten van Goederen. Stadsarchief Oudenaarde). (4) Met het bepalen van de datum van overlijden in de overlijdensakte van Elisabeth Verstraeten hebben we enige moeilijkheden gehad. Niet alleen wij, ook de samenstellers van de alfabetische klapper op de parochieregisters hebben blijkbaar dezelfde moeilijkheid gekend. dag en maand van overlijden zijn er namelijk niet ingevuld. Door de pastoor van de parochie Mullem, E.H. L. Vandamme. werd op een ietwat ongebruikelijke manier de datum van overlijden vermeld. De overlijdensakte luidde als volgt:,,anno Elysabeta Verstraete uxor Gerardi Moerman mortua est pridie nativitatis b. Virginis vesperi circa undecimam et eius celebrari exequias postridie ejus nativitatis" De uitdrukking.. nativitatis b (eatae) Virginis" betekent hierin: de dag van de geboorte van Onze Lieve Vrouw, d.i. 8 september. Elisabeth is overleden de dag die daaraan voorafgaat. nl. 7 september. Bij het oplossen van dit probleempje werden we geholpen door E.H. F. Michem, pastoor van Vinkt. waarvoor onze beste dank. (Parochieregister Mullem, Rijksarchief Ronse). (5)Het Poorter- en Struucboek van Oudenaarde ( ) en Het Groot Poorterboek van Oudenaarde ( ), heide vnn Pnul Vnn Butscic en uitgegeven door Familia et Patria, te Handzame. 198

188 (6) V.P.L.G. betekent: virtute praedictarum litterarum gratiarum (of generalium), d.w.z. "krachtens de voornoemde genadig verleende of algemene brieven". Gheeraert Moerman was dus vrije poorter van Oudenaarde bij gifte van de prins. De prins moet hier koning Filips IV zijn. Gegevens mij verstrekt door mijn Collega Prof. Dr. R. van Caenegem, R.U.G., Faculteit van de Letteren en Wijsbegeerte, en F. Nachtergaele uit Wetteren. (7) Gheeraert III is de eerste maal gehuwd in Veronderstellen we dat hij toen 25 jaar was, dan kunnen we als geboortedatum ± 1605 vooropzetten. (8) Gheeraert (Gerardus) Moerman en Jacoba (Jacquemine) Ghyselinck (Gistelinck) deden ondertrouw te M ullem op 11 mei 1629 en traden in het huwelijk te Heurne op 27 mei (Parochieregisters Mullem en Heurne, R.A. Ronse). (9) Minuten van de Staten van Goederen, S.A.O. (10) Anno Die 22 february ego infra scriptus baptisata Petronellam Parentis: Gerardus Moerman et Jacoba Ghyselinck coniugum. Susceptores: Petrus Moerman et Maria Verstraeten nata 17 huius post undecimam noctis. De doopakte van Geerdeken hebben we niet gevonden in de parochieregisters van Heurne. Het register van de dopen voor die periode ontbreekt op het R.A. Ronse. (Parochieregister Heurne R.A. Ronse). (11) Kontaktblad K.O.K. Ie jaargang nr. 5, November Deinse uurwerkmakers in de 18e eeuw, Paul Huys. (12) K.O.K. jaarboek Kerkelijke geschiedenis van Deinze, O.L.V. Parochie door A. Cassiman p. 84. (13) K.O.K. jaarboek Het kerkorkest van Deinze in 1816, door G.P. Baert en Deinze op het einde van de 18de en het begin van de 19de eeuw, door Herman Maes. (14) Colette Moerman is overleden te Kortrijk in het "Hospice des aliénés, Rue des Recollets, sans profession". (15) Het is Alexander die de uurwerkmakerij van zijn vader Joannes Baptiste voortzet. Na Alexander, zijn zoon Adolf ( ) en daarna de dochter van Adolf, Rachel Marguerite ( ) gehuwd met August Ide ( ). De,Juweelen & Horlogiën" zaak van Adolfbevond zich op de Markt nr. 55, naast de "Tabakfabriek Mestdagh", waar nu nog de juwelen- en uurwerkenzaak van Wilfried Depoortere gevestigd is. Kontaktblad K.O.K. 4e jaargang nr. 5, juli 1984, Vacantienummer, nr. 389 Horeca- en Middenstandsbedrijven te Deinze. (16) De huwelijksakte vermeldt als beroep van Karel Agneessens, reizende kommies. Verder wordt opgegeven dat hij een meerderjarige zoon is van onbekende ouders. Hij werd gevonden te Gent op 5 december (17) K.O.K. jaarboek Over de geschiedenis van het Vlaams Gezelschap, een maatschappij voor Taal- en Letteroefeningen onder kenspreuk: "Voor 199

189 moedertaal en vaderland" te Deinze, door Herman Maes. Honderd jaar Vooruit , door Herman Maes. (18) Volgens L.L. De Bo, Westvlaamsch Idioticon, is een bloempelder, ook bloempeelder: "Degene die de pellen van het graan afdoet (mechanisch), om dan dit gepelde graan te laten malen. De bloempelders onderscheidt men gewoonlijk in boekweitpelders en gerstepelders. De bloempelders zijn tevens ook bloemverkoopers". Volgens P.J. Cornelissen en J.B. Vervliet in het Idioticon van het Antwerpsch Dialect, zijn er ook die haver pellen. Die heten gortpelders. (19) Nummer 33 is naast het hoekhuis (Apotheek Matthijs) Markt-Gentpoortstraat. (20) Arthur was ook bedrijvig in Vooruit. Op het Jubelfeest van Edmond Minnens in 1897 speelt hij in "De krankzinnigen van Leiden" (Foto in Honderd Jaar Vooruit , H. Maes). In 1898 wordt het vijftigjarig jubelfeest van "Het Vlaamsch Gezelschap" gevierd. Bij die gelegenheid wordt een blijspel met zang in één bedrijf "Gevraagd voor de bruiloft" opgevoerd. Arthur vertolkt erin de rol van Slabbaert, een kozijn. (21) Het 3de Regiment Infanterie werd gevormd op 21 oktober 1830 uit de vroegere Hollands-Belgische afdeling van het 3de Linie Infanterie regiment. De garnizoenstad was Bergen. Bij navraag over o.a. datum van intrede in het leger, de periode gedurende dewelke hij onder de wapens was en de plaatsen waar hij gekazerneerd is geweest, konden de Historische Dienst van het Koninklijk Museum van het leger en de krijgsgeschiedenis, noch de Centrale dienst van het Stamboek van de Diensten van de Centrale militaire administratie van de Krijgsmacht, enige nadere inlichtingen verstrekken. (22) Van Hyppolite weten we verder weinig. Hij moet na zijn huwelijk Deinze verlaten hebben. Hyppolite was lid van de "Societeyt der Fanfaren" en speelde er de "Cor à defs". De Societeyt sloot aan bij de muziekafdeling van Vooruit op 30 juli (23) De bakkerij van Joseph Moerman bevond zich op het einde van de Markt (op den End), westkant nabij het vroegere Neerleieplein, nadien Congoplein, waar ook de Brugsepoort gestaan heeft. In De Deinsche Burger van 3Q-12-l888 lezen we het volgende: 1. Moerman De Smet, op de Merkt te Deinze, heeft de eer het publiek bekend te maken dat er, ter gelegenheid van Nieuwjaar, te zijnen huize te bekomen zijn: Alle si ach van lekkere Nieuwjaren, suiker en andere gebakken, enz. Door zijne goede en zuivere waren. alsook door de geringheid zijner prijzen, hoopt hij de gunst van eenieder te verwerven. Joseph was de peter van mijn vader Lodewijk, Virginie was zijn meter. (24) Ca mil was kuiper van beroep en woonde in de Tolpoortstraat nr. 87. d.i. ongeveer rechtover het Sint-Henristraatje. Hij hield er ook een herberg, genaamd "De Ware Vrienden". (25) Benoni Aloisius was van beroep vellenbewerker. Hij was een van de pioniers van de socialistische beweging in Deinze. 200

190 Op het doodsprentje van Benoni Aloisius staat het volgende te lezen: Tevens was hij een der oudste en ijverigste leden van de Belgische Werkliedenpartij. Bijzonderlijk gedurende de jaren , jaren van vervolging en haat jegens de opkomende partijbeweging, gaf hij zijn beste krachten. Verkooper van het weekblad "Voor Ons Recht" was hij de propagandist bij uitstekendheid. Ook bij zijn afsterven eere-kontróleur van den kinema in 't Feestlokaal, wist hij zich aller eerbied en vriendschap te verzekeren. Hij strekte tot voorbeeld aan al de partijgenoten. (26) Gentil was de broer van Victorin De Gryse, schoenmaker en gelegenheidsdichter, en wonende op het stationsplein in "Café de la Gare". Victorin was gehuwd met een Moerman, nl. Mathildis Marie, geboren te Gent en wonende te Olsene. Adèle is de enige groottante die ik gekend heb. Ik was bij haar op bezoek bij mijn plechtige kommunie op , enkele maanden voor haar dood. Voor meer over de familie De Gryse, zie KO.K. Jaarboek 1973, blz Al lezend genoteerd door Herman Maes. (27) Mijn grootvader was houtzager van beroep, dit vermeldt althans het trouwboekje. Volgens mondelinge overleving zou hij jaren lang zakkendrager geweest zijn in de bloemmolens van Deinze bij het lossen van de binnenschepen die het graan aanvoerden. Het gezin van mijn grootouders woonde in de Kattestraat dicht bij het Kanaal van Schipdonck. een deel dat nu niet meer bestaat na de aanleg van het Ricardplein. In K.O.K jaargang 1982, in "Over brandblussen" door H. Maes, komt voor dat op door de blussers gevraagd wordt hun schadeloosstelling voor werkverlet van 150 fr. te brengen op 300 fr. De brief is mede ondertekend door een Jules Moerman. In 1875 is mijn grootvader 32 jaar, zodat hij misschien de blusser ondertekenaar kan geweest zijn. (28) Lodewijk Moerman is op twaalfjarige leeftijd in 1898 de fabriek ingestapt, iets wat voor velen van zijn tijdgenoten was weggelegd. Voor hem was het de toenmalige Kinderrijtuigenfabriek Kluyskens-Van Heuverswyn in de Ommegangstraat, later de algemeen bekende Firma Torck. In 1906 verandert hij van werkkring, en gaat hij werken bij Gustave Puls Bouvie in de Georges Martensstraat, ook bedrijvig in de kinderrijtuigenfabrikatie. Zonder enige beroepsopleiding heeft hij zich in beide fabrieken geleidelijk kunnen bekwamen in de houtbewerking. In april 1907 breekt een staking uit bij de firma Puls-Bouvie, staking gericht tegen de afdanking van een medearbeider nl. Leonce De Meyer. Bij ongeregeldheden tijdens de staking wordt hij aangehouden en gedagvaard voor het gerecht te Gent. Daar wordt hij verdedigd door twee advokaten aangesteld door de Belgische Werklieden partij, afdeling Gent, en wordt vrijgesproken. Na dit voorval ging het uiteraard moeilijk om terug bij Puls aan de slag te gaan, en wordt hij te werk gesteld in de Coöperatieve "Voor Ons Recht". Hij was reeds in 1904 tot de socalistische beweging in Deinze toegetreden als bode van de vakbond. 201

191 202 In 1911 wijkt hij uit naar Noord-Frankrijk, Roubaix, en is er terug werkzaam in de kinderrijtuigennijverheid. Hij verblijft er tot aan het uitbreken van W.O.l in augustus Hij wordt op 1 november 1916 als werkweigeraar door de Duitsers opgepakt en verblijft in verscheidene kampen in de Franse Ardennen, o.a. te Mouzon, Carignan, Sedan. Begin september 1918 krijgt hij een kort verlof, keert niet terug en duikt onder te Vinkt bij het echtpaar Henri en Stephanie Poelvoorde in de buurt van het hof "Te Poucke" in het noorden van de gemeente aan de grens met Lotenhulle. Na het beeindigen van de eerste wereldoorlog herneemt hij zijn werk in de Coöperatieve als broodvoerder. Hij geraakt meer en meer betrokken bij het politieke leven, en wordt in april 1921 verkozen tot gemeenteraadslid van Deinze voor de Belgische Socialistische Werkliedenpartij. Hij wordt ook voorzitter van de opge!!isten en weggevoerden Na het beeindigen van zijn mandaat als gemeenteraadslid in 1926, verlaat hij de aktieve politiek. In juni 1927 sticht hij samen met zijn schoonbroer Gaston Matthijs een fabriek voor kinderwagens en speelgoed, gelegen aan de Karel Picquélaan. In 1930 trekt hij zich terug uit de zaken en wordt de waard van het lokaal Vooruit (= Liberaal Huis), en dit tot oktober 1953 wanneer hij op pensioen gaat. Naast de verscheidenheid aan beroepsbezigheden was hij ook aktief in het liefhebberstoneel. Hij trad voor het eerst op in april 1909 in de kort voordien opgerichte toneelkring "Tot Volksverheffing" in het socialistisch lokaal "Voor Ons Recht" op de Markt nr Het was een blijspel in één bedrijf met zang van Petrus Kints, "Schrik van de meisjes", waarin hij de rol speelde van een student genaamd Deodatus. Zijn laatste optreden bij Volksverheffing was in december 1924 in "Fabrieksmenschen" een spel van leed en strijd in vier bedrijven van H. Kesnig. Hierin vertolkte hij de rol van Vader Nelkens.. Gedurende al die jaren trad hij ook op in talrijke zangavonden ter gelegenheid van 1 meifeesten en kermissen. Hij werd hierbij begeleid door zijn zuster Marie en door Réné Vanden Berghe als accordeonist. In 1926 treedt hij toe tot de toneelmaatschappij "De Vereenigde Tael- & Kunstminnaers", beter bekend als Vooruit. Hij debuteert er in de operette "Marietta" van Walter Kollo, in de rol van Baron Zambisi. Hij zal in Vooruit vooral optreden als zanger in de talrijke operetten die in die jaren werden opgevoerd, zoals Gravin Mariza, De Koningin Van Montmartre. Die Goede Antonius en vele andere. Zijn laatste optreden dateert van 25 december 1941, als Vader Grobs, pandjesleener in De Onvoltooide Symphonie. In zijn latere levensjaren trad hij nog wel eens op tijdens feestavonden van de opgeeisten of voor de ouderlingen feesten van het Koninklijk Atheneum. Hij overleed in zijn negentigste levensjaar. op zondagmorgen Q mei 1976.

192 Een echtscheidingszaak met "scherminkeling" te Deinze in de lokaal-politieke context (1788) door Dr. Paul HUYS 203

193 Het "sche(r)minkelen", ook "jagen" genoemd, is een van de vele vormen van volksjustitie (of "charivari") waardoor - meestal op een ludieke, maar soms ook een heel agressieve wijze en veelal door jongeren - bepaalde inbreuken tegen de geldende normen van een lokale gemeenschap a.h.w. op een symbolische wijze bestraft worden, met de nevenbedoeling ook preventief te werken door een afschrikwekkend voorbeeld te stellen Cl). Een dergelijke scherminkeling vond plaats in Deinze in het voorjaar van 1788 naar aanleiding van een echtscheidingszaak, waarvan hier het relaas volgt, met oog voor de lokale context waarin de feiten zinvol kunnen gesitueerd worden. Een akte van echtscheiding Actum den 7en junij 1788, in volle Collegie. Ten voornoemden dage compareerde voor ons int Collegie in persoone Sieur Pieter de Smet fs. Pieter, geassisteert met den procureur de Vos ter eendere, ende Joffrouw Catharine Baeke, huijsvrauwe van dito de Smet, geassisteert met Joannes Ludovicus vander Haege tot Ste Denijs Bouckele ter andere,... welke Comparanten te kennen geven dat sij met elkanderen in vrede niet konnende leven, met hunnen vrijen ende liberen wille desireren wederseijts van elkanderen te scheijden ende dat sij te vreden sijn over de schickingen tusschen hun nopende hunne tijdelijcke goederen gemaekt, vercjaerende de tweede principaele comparante sonder cost van haeren man op haer te nemen de alimentatie van haere kinderen, tot welke alimentatie Joannes Ludovicus vander Haegen, alhier present ende medecomparerende, sig vercjaert te stellen als seker ende borge verbonden als principael over de geseide tweede principaele comparante die in teeken der waerheijd dese heeft mede onderteekent. Versoekende bijdien de twee principaele comparanten (... ) als nu te decerneren tusschen hun comparanten de scheidinge van tafel, bedde ende alle voordere conjugal gemeens 205

194 met decretement van de conventii!n tot dies bij hun gemaeckt. Toorconden ende acte in forma. (Ondertekend) P. de Smet J.e. Baecke J.L. vander Haeghen Na de ondertekende verklaring van de comparanten zelf volgt dan de eigenlijke scheidingsakte, bij besluit van het College: Burgemeester ende schepenen, gesien de rescnptien (2) vanden Eerweerden heer pastor der prochie van Ste MaTten binnen dese stadt, resp. van daeten 24en ende 30en meije 1788, als mede s' comparantens requeste ende onder correctie respectievelijck van den 17en meije ende 3 junij 1788 met de respective appointementen dan op ge volgt, ende op alles geleth, decerneren tusschen de twee principaele comparanten de divorcie ten opsigte van de bijeen woninge, tafel ende bedde ende voorders decreterende de conventiën tusschen hun comparanten tot dies prealabelijck gemaekt, ordonneren hun daernaer te reguleren. Et sic fiat acte in forma. Ons toorconden. (Ondertekend) J.D. Bracke F. van Wonterghem (3) A.L. van Quickenborne J.B. Delcroix Joannes van Poucke P.J. Clement Bern. Herman Vanderheeren M(ed.) L(icent). Deze zakelijke juridische tekst uit een ambtelijk register (4) van de stedelijke magistraat van Deinze, tweehonderd jaar geleden, kunnen we moeilijk lezen zonder tegelijk oog te hebben voor het menselijk drama dat schuil gaat achter deze lakonieke mededeling. Een echtscheiding (5) was toen, anders dan nu, een vrij zeldzame en ongewone gebeurtenis en we kunnen ons voorstellen dat dit in een klein stadje van zowat een paar duizend inwoners (6), zoals Deinze toen was, aardig wat beroering moet gewekt hebben. En dat was inderdaad het geval. zoals blijkt uit een procesbundel, bewaard gebleven in de archieven van de Raad van Vlaanderen te Gent (7). De behandeling van deze zaak door dit hoogste rechtskollege in Vlaan- 206

195 deren was echter niet, zoals men zou kunnen denken, een betwisting tussen de betrokkenen zelf over de echtscheiding als zodanig, maar was precies een gevolg van de zware en langdurige incidenten die ten gevolge van de heftige beroering rond dit feit hadden plaatsgehad. De dramatis personae Maar vooraf: wie waren die man en die vrouw, die er blijkbaar niet voor terugschrokken hun konklusies te trekken uit de vaststelling "dat sij met elkanderen in vrede niet konden leven"? Sieur Pieter Joseph de Smet, zoon van Pieter (8), was een graanbrandewijnstoker en koopman in pannen, tichels enz... Hij woonde op Sint-Martinus-Petegem vlakbij de Holpoort, naast het Sint-Sebastiaanshof. Zijn vrouw, Joanna Catharina Baecke, dochter van Franciscus en van Anna Maria den Dooven, was geboortig van Sint-Denijs-Boekel bij Oudenaarde (0 12 febr. 1749). Zij waren daar gehuwd op 16 mei In 1788 was het scheidend echtpaar dus precies vijftien jaar gehuwd en had intussen acht kinderen gekregen (9), van wie het oudste in februari 1774 geboren was en het jongste op 30 maart 1788, d.w.z. nog geen tien weken vóór de ouders uit elkaar gingen! Dat dit de morele verontwaardiging over de echtscheiding deed groeien, is gemakkelijk te begrijpen. Zakelijk ging het de stoker Pieter de Smet blijkbaar niet goed voor de wind, en misschien was dit, zoniet de eigenlijke oorzaak van de echtscheiding zelf, dan toch wellicht de belangrijkste en direkte aanleiding tot voortdurende onenigheid tussen de echtelieden. Waar het financieel niet goed gaat, loopt ook vaak het huwelijk stuk. Later zal Catharina Baecke de pastoor van Petegem verklaren dat haar man "maer een onnozel manneken en was, die veel slechte koop- 207

196 manschappen dede en dat sij, noch langer alsoo levende, hunne saligheijt niet en konden winnen en met een jaer of twee, soo wel sij als haere kinderen, vanden armendisch souden moeten gealimenteert worden". En Pieter de Smet zelf, door de pastoor ondervraagd "of dat hij sijne scheijdinge met vrijen wille ende liber opset onderteekent hadde", had moeten toegeven "dat hij su1cks gedwonghen gedaen hadde, te weten om eenighe geldt te bekomen, dat hij noodigh hadde om sijne schuit te betaelen". (10) Dat geld zou hem ter beschikking gesteld worden (of zijn) door de brouwer François Bernard Ottevaere (11), een bevriende buurman. Deze Ottevaere nu, amper 36 jaar oud en reeds vader van tien kinderen, had twee jaar voordien zijn vrouw verloren (12). En sindsdien zocht hij blijkbaar troost bij Catharina Baecke, wier echtgenoot "toch maer een onnozel manneken" was... Uit de schriftelijke verklaring van de pastoor krijgen we de bevestiging "dat Sieur Ottevaere besonderlijck sedert de doot van sijne huijsvrouwe eene langhduerighe gemeijnschap en frequente bijeenkomsten gehouden heeft met Joffrouw Catharina Baecke, gedevortieerde hul)svrouwe van Sieur Pieter de Smet,... we1cke verdachte gemeijnschap o tte va ere, in weerwil van menighvuldighe vermaeninghe en versoeken soo van vrienden als andere, noijt en heeft willen laeten, nemaer heeft liever gehad met sómighe van sijne familie sigh te brouilleren als haer geselschap te derven ". De veronderstelling ligt voor de hand dat, als Ottevaere bereid was om de financieel kapseizende stoker met (geleend of geschonken?) geld te helpen, hij dus wel niet uitsluitend uit puur altruïsme zal gehandeld hebben. Daartegenover staan dan evenwel de eigen woorden van Pieter de Smet zelf, die dit in zijn verklaring van 19 mei - dus een drietal weken vóór de echtscheiding - (al dan niet onder druk?) tegengesproken had: 208

197 Den onderschreven Pieter Joseph Desmet fs. Pieter tot Peteghem in Deijnse, gehoord hebbende dat differente lichtveirdige persoonen hebben bestaen te voeren menigvuldige discoursen ende calomnien tot laste van Dheer François Bernard Ottevaere tot het selve Deijnse. onder vele andere verdighselen voorgevende ende het publiq trachtende te doen gelooven alof hij Ottevaere de schuld ende oorsaeke soude geweest hebben dat jck onderschreven met mijne huysvrouwe geleeft hebben in twisten ende oneenigheden. tot soo verre dat wij door zijne oorsaeke sijn gesepareert, ende menigvuldige andere atroce ende abominable discoursen, te lanck alhier te melden; alle welke valscheden niet langer connende lijden, ter causen vande nadeelen die daeruijt volgen voor den goeden naem ende faem van denselven heer Ottevaere, soo verklaere jck onderschreven dat alle de voorschreven discoursen ende alle andere onder het publiq verspreijd valsch ende suijver verdicht zijn, ende in tegendeel dat jck moet bekennen ende toeschrijven aen de goedheijdt ende moeijte van dito Ottevaere, dat jck ende mijne huijsvrouwe ledent eenige maenden door twist gesepareert zijnde. wederom sijn.saemen gebracht, ende dat hij ons altijd meer ende meer aen elkanderen heeft trach ten te verbinden. sonder dat jck onderschreven mij oijt van sijne maniere van doen soo in 't gesagh van mij als van mijne huijsvrouwe op eenige wijze hebbe konnen beklaegen. Verklaerende den onderschreven nog voorders dat jck den se1ven heer Ottevaere van over lanck maer met de grootste moeijte hebbe konnen bewegen om t'mijnen huijse nog te komen; voorgevende dat hetpublicq te seercritiqueerde dat hij in mijn huijs verkeerde ende dat hij daerom mijne affairens niet meer wilde aentrekken ; dogh gemerkt ik langst om meer was ondervindende de moeijlijkheijd mijnder affairens ende mijne k1eijne kennisse om dese1ve te bevoorderen. verk1aere ik bij desen dat jk den se1ven Ottevaere door menigvuldige ende erhaelde aensoekingen hebbe gebeden om mij, mijne vrouwe ende kinderen behulpsaem te wesen ; ende negligerende de va1sche critiquen van het publicq, mij in mijne affairens te willen helpen ende t'mijnen huijse te willen verkeeren om a1zoo eere aen mijne affairens te konnen doen. In teeken der waerheijd hebbe dese verleent ende met mijn gewoonelijk handteeken onderteekent om den se1ven heer Ottevaere te vallideren naer behooren. Actum negenthienden Meije 1700 achtentactentigh. Ons present J. De Meijer J.B. Baecke P. De Smet 209

198 ~ ~.(. f... -~... :--.. ". -~_.... I..! I Verklaring van Pieter Joseph de Smet ddo 19 mei

199 Handelde OUevaere dus toch uit onbaatzuchtigheid, ofwas integendeel Pieter de Smet inderdaad zo onnozel-naïef dat hij niet zag waar het OUevaere om te doen was? Hoe dan ook, de mensen roddelden, eerst stilletjes en geleidelijk aan steeds luider, ook waar Ottevaere er zelf bij was. Dit blijkt o.m. ook uit de - overigens zeer neutrale - verklaring van griffier Constantinus Beyens (13) van Zeveren, die zich beperkt tot de vaststelling "dat den brouwer Francis Ottevaere sedert merkelijken tijd is geweest goeden vriend ten huijse vanden gemelden de Smet en zijne familie. Ende dat sommige persoonen de oneenigheijden tusschen denselven Smet ende zijne huijsvrouwe ontstaen, hebben geattribueert aen den gezeijden Francis Ottevaere. Waerop eenijgelijk het zijne zeggende, dezen Ottevaere in het publicq hooglijk gedecrieert (= uitgekreten) ende gelastert worden is." Ook de pastoor wijst er in zijn verklaring op dat "het publicq daerop heeft beginnen klappen en murmureren... totdat het eijndelinge is uijtgeborsten, dat de geseijde Joffr. Catharina Baecke van haeren man wilde scheijden. En dese scheijdinghe quam aen het publicq soo al te vremder vooren, dat Sieur Pieter de Smet, haeren man, van eenider voor een seer bra( e )f, deughdelijck ende goed manneken gehouden wirt." Een fellie openlijke reaktie van "het publiek" kon dan ook niet lang meer achterwege blijven. En dat dit zich tegen de "schuldigen" - Joffr. Baecke en haar vriend Ottevaere - zou keren, is wel duidelijk. De eerste "scherminkeling" Op 19 april 1788 zou het tot een "volksgericht" komen. Het was de dag - drie weken na de geboorte van haar zoontje -dat Catharina Baecke haar "kerkgang" (d.i. het eerste, als zuivering na de bevalling bedoelde kerkbezoek van een kraamvrouw) had gedaan. 211

200 Die dag, "ontrent den 9 uren 's avonds zijn gekomen voor het huijs van Pieter Joseph de Smet ende van zijne huijsvrauwe (... ) Joachim de Noffele, Jacobus Bauters, Jacobus Staes ende meer andere persoonen, den eenen blaesende de trompe, andere tuijttende op hoorens, ende eenige met brandende ligt,... al tierende ende schreewende naer de voornoemde Joseph de Smet ende huijsvrouwe veel faemkrenkende injuriën" : aldus de verklaring, op 26 juni, van Joannes de Meijer, de hostelier van het aanpalende Hofvan Sint-Sebastiaan, die er nog aan toevoegde dat hij "ende zijn huijsgezin rond middernagt na er hunne ruste zijn gegaen, als wanneer de troubelen nog deurden, ende niet zeggen kan hoe lang de zelve nog voorder hebben gedeurt." Volgens een andere getuige waren reeds "s'avonds tusschen seven ende acht uren voor den huijse ende woonste van Sieur Pieter de Smet, graenbrandewijnstoker, gekomen meer dan dertig persoonen, alle voorsien d'eene van trompetten ende d'andere van hoorens, blaesende op de selve,... tierende ende schreeuwende veel oneerlijke ende ongepermiteerde discoursen..., als te weten: Laet ons maer op scheminkelen die hoere, ende meer faemkrinkende termen". Blijkens nog een andere verklaring, door een aantal Deinse ingezetenen gezamenlijk afgelegd, hadden de bovenvermelde belhamels - de Noffele, Bauters en Staes - "met steenen de glaese vensters vanden voorseiden huijse in stukken geslaegen ende overluijd geroepen dat de Wet in de schamijnkelinge hadde geconsenteert,' verc1aerende d'onderschrevene ook dat zij eene fusicq scheute (= geweerschot) gehoort hebben, waer door eenige persoonen gequetst zijn geworden, alsmede twee schepenen dezer stad hebben sien passeren ende repasseren, zonder dat zij de selve tumulten in eeniger maniere hadden verboden, alle hetwelke tl/sou geduert heeft bij nae heel den nacht, sonder dat hun jenulnt sulkx heeft verboden, nochte ook niet gehoort hebben Jat het officie tot dies eenige informatien gehouden ofte beleet 212

201 soude hebben, nemaer in wandevoir is gebleven ". Het woord "wandevoir" in verband met de houding van de "Wet" of het "officie" van Deinze - d.w.z. de baljuw en het schepenkollege - zou in het verdere verloop van deze zaak nog ettelijke keren gebruikt worden. En inderdaad, alle verklaringen wijzen nagenoeg unaniem op het door iedereen opgemerkte feit dat noch de baljuw, noch burgemeester Bracke, noch wie ook van de andere schepenen iets hadden gedaan om de incidentrijke volkstoeloop te doen beëindigen. Wel had de baljuw, die men thuis was gaan verwittigen, geantwoord "dat hij daeraen niet en konde doen, dat hij hem die affairens niet aen en trok, dog dat hij... Zijne officieren (= agenten) zoude gezonden hebben, dewelke weijnigen tijd daernaer effectivelijk aldaer gekomen zijn". De twee officieren of sergeanten - Jan Baptist (of Tisten) Beeckaert en Philippe vande Walle, die tevens inwonende "domestique" van de baljuw was - hadden ter plaatse evenwel niet ingegrepen. Op de vraag "waerom zij die geattroupeerde volkeren niet en deden scheijden ende ruijmen, hebben sy geantwoordt dat zij tot dies geen order en hadden ende dat het hun onmogelijk was. Ende sijn blijven zitten drinken in de herberge St Sebastiaen sonder eenige de minste devoiren te doen." Ook burgemeester Bracke zou 's anderendaags deze troebelen "geapprobeert hebben met te zeggen: Zij - daermee denotterende den zelven Smet, zijne huijsvrauwe, ende OUevaere, den bierbrouwer - mochten wel wat hebben, zij hebbent wel verdient." En over schepen van Quickenborne werd verteld, dat "hij zijne haekers ( = emmers) heeft geleent aen Jan Francies Biebuijck tot het stooren de publique ruste door het kloppen op deselve... " 213

202 De tweede "scherminkeling" Met die ene schandnacht was de kous echter nog lang niet af. Na die bewogen avond en nacht genazen weliswaar de smijt- en schietwonden en werden de uitgegooide ruiten vervangen, maar het geval Pieter de Smet - Catharina Baecke - François Bernard Ottevaere geraakte daarmee niet opgelost. Want - aldus nogmaals de verklaring van pastoor de Coninck - "ondertusschen en liet Sieur Bernardus Ottevaere niet, geheele daeghen het huijs te frequenteeren van Joffrouw Catharina Baecke, het welck het publicq bemerkende, wirt meer en meer verbittert, soodaenigh dat ik van veele hebbe hooren zeggen "dat ik haeren man waere, ik soude hem van over lanck omverre geschoten hebben" ~ andere seijden ~ "ik soude hem de beenen breken", ende soo voors. Daer is dan alles in 't werck geleijt dat moghelijk was om den geseijden Pieter de Smet (hetwelke een oprecht eenvoudigh man-. neken is) tot scheijdinge te brenghen." Catharina Baecke dreef inderdaad haar wil door. Er werd door de notaris-prokureur de Vos een projekt van scheiding opgemaakt, dat door Pieter de Smet en twee getuigen ondertekend werd, het kwam voor de rechter, en ondanks de beide "rescriptien" van de Petegemse pastoor, resp. v.an 24 en 30 mei 1788, zou de echtscheiding definitief worden uitgesproken. In het "arrangement van de divortie" was bepaald "dat daerbij aen de huijsvrouwe Smet is gegeven het huijs binnen de stede van Deijnse, ende gelaeten de stokerije met de voordere fonctien die denselven Smet was bedrijvende". Pieter de Smet zou "deselve fonctie aen zijne huijsvrouwe hebben overgelaeten (14), gelijck in het publicq wordt gedebiteert". En Catharina Baecke zou zelf instaan voor de alimentatie van haar kinderen. Als datum voor het uitspreken van de scheiding was de zaterdagmorgen van 7 juni 1788 vastgesteld. Maar in plaats 214

203 van alles zo diskreet en onopgemerkt mogelijk te laten verlopen, legde de Deinse magistraat het er integendeel duidelijk op aan, dat er weer moeilijkheden zouden en moesten van komen. Verantwoordelijk hiervoor waren vooral de schepenen Ferdinand van Wonterghem, Philippe Jacques Clement en Antoon van Quickenborne, "we1cke drij schepenen hunne partijdigheijt ende haet jegens jouffrouwe Baecke hebben gemanifesteert, alswanneer Sieur Pieter de Smet heeft doen presenteren door den procureur de Vos eene requeste bij de we1cke hij was versoekende... te mogen compareren ter greffie soo nog was gebeurt in t' regard van Joannes Kints ende sijne huijsvrauwe eenige weken te vooren "... Nochtans had men veel tumult en incidenten kunnen vermijden "in cas sij (= de schepenen) de voorseide divortie hadden secretelijck laeten gebeuren, het we1cke hun door diffrente welpeijsende lieden is aengeraedt geweest, als sijn den heer advocaet Caigny" (= de stadsgriffier). Ook in de verdediging van brouwer Ottevaere, van 7 juli, staat te lezen dat anderen eerder "stillekens" mochten gaan scheiden, "tgonne de voorschepen Wonterghem heeft afgeslaegen", hen integendeel verplichtende "te compareren in vierschaere ten stadhuijse om 9 uren 's morgens, om alsoo dese menschen te konnen veel beter schandaliseeren ende doen ontheeren, ten effecte van we1cken den voorschepene aen sijne werckluijden rustdagh heeft gegeven van ten acht uren 's morgens tot den noene". Er kwamen dus inderdaad moeilijkheden van, en niet onverwacht! Nochtans waren er goedmenenden die het hadden willen beletten, o.m. door een beroep te doen op de hogere overheid. Dit blijkt uit een "Memorie omme den Seer edelen heer Baron d'haveskerke, Raed fiscael (15) van den Raed in Vlaenderen". Na uiteenzetting van de feiten van de voorbije 1ge april - de eerste scherminkeling dus - wordt door de briefschrijver(s) gewaarschuwd 215

204 "dat er op morgen het selve staet vooren te vallen, waer toe alreede door de voorseide quaedwillige, hun flaterende tot dies van eenige schepenen het consent ende raed bekomen te hebben, veele prepara tien zijn gemaekt, ten waere sulks belet wierde van officie wege. Ende alsoo men beducht is dat het officie der voorseide stede van Deijnse wederom daerop de oogen salluijken, tenwaere UEdelheijt daer in wel wilde voorsien bij middel van aen heer ende weth t'ordonneeren tot het eviteren den aenstaenden troubel ende schandael, alle noodige precautie te nemen tot het beletten de ongepermiteerde attrouppementen als strijdende jegens Sijne Majesteits placatten (16), omme langst dien kant te voorkomen de ongelukken die daer uijt souden connen spruijten... Dezelfde belhamels zouden opnieuw het vuur aan de lont steken, nl. Jacobus Bauters en Jacobus Staes, allebei knechten van schepen van Wonterghem. Later zou ene Joannes van Hove getuigen dat Bauters hem was komen opstoken om mee te doen aan "het jagen", zeggende dat schepen van Wonterghem "alles op zig zoude nemen, desnoods uijt vanghenisse doen haelen ende een ton bier zoude spenderen". Zo brak de morgen van 7 juni 1788 aan. Bevreesd voor wat komen moest, hadden de scheidende echtelieden afgesproken dat ze zich niet te voet naar het stadhuis zouden begeven, maar wel in een koets die zou vertrekken uit de afspanning "de Posterije" aan de Knok, niet veel verder dus dan een honderdtal meter van Pieter de Smets huis. In de koets namen plaats: Pieter de Smet met zijn raadsman notaris-prokureur de Vos, Catharina Baecke en haar zwager en borg Joannes Ludovicus vander Haeghen (17). Ludovicus van Outrijve, een bakker op de Knok die zijn huis had rechtover "de Posterije", had ervoor gezorgd dat er al van bij het begin voldoende publieke belangstelling was. Hij was "als eersten... beginnen trompen op sijnen hoorn, niet iegenstaende hij van ten half acht uren eetbroodt hadde getrompt" (18). Toen de koets zou vertrekken, was al een hele menigte bijeengetroept. Onmiddellijk begon de miserie. 216

205 Bauters en Staes, te zamen met ene Joannes de Vos, die een onbetamelijk liedje (19) had gemaakt, zorgden "andermael voor eenen troubel bij middel van geduriglijk te schreeuwen, tieren, hun ter aerden werpen ende te roepen alle lasteringen ende schandaleuse. woorden, onder andere hoere, teve, ende meer andere ontijdelijke injuriën". Moeizaam geraakte de rijdende koets vooruit, want "deze drij voorseide persoon en waren andermael soo stout bij middel van voor de peerden te loopen, voorsien met vossesteerten op hunnen buijk ende hooft ende dikke mutsaertstokken, tierende en schreeuwende menigvuldige lasteringen ende schandaleuse termijnen als daermede de voorseide koetse niet te seer willende laeten rijden. Ende sijn alsoo gekomen tot in het gesicht van den hoogballiu ende geheel de wet ende aldus voor de deure van 't stadhuijs gestelt een taeffelken met eene flesse genever aldaer opnieuws getiert ende geschreeuwt als verwoede, (... ) ook singende de gedochte liedekens vervult met menigte van ongepermitteerde woorden, dit alles ten aensien ende aenhooren vanden hoogballiu ende het magistraet (... ) ten bijwesen van circa de duijsent menschen. " Nadat in het stadhuis de echtscheiding officieel was geakteerd, moesten de "gedivortieerden" onder gehuil en gejoel met de koets dezelfde lijdensweg terug, andermaal omstuwd door "eenen grooten hoop volk, het welke was schreeuwende, tierende ende schuijffelende op hunne vengers". Heel deze woelige massa liep rond de koets en vóór de paarden uit,.onder het uijtgalmen van de voorseide lasteringen tot in de herberge de Posterije". Op de Knok werd onmiddellijk weer een tafeltje buitengehaald uit de herberg "het Damberd", en weer begon Joannes de Vos, op het tafeltje staande, het schandaleuze liedje te zingen dat hij ook aan het stadhuis had gezongen, waarbij de omstaanders "na elk complet jen hadden geroepen "Vivat den lochtbal, vivat Blanchard" (20), want de huijsvrouwe vanden voorseiden de Smet wiert in het publicq genaemt den lochtbal uijt oorsaeke van haeren dicken buijck"

206 Er werd ook over en weer gelopen tussen de Knok en het huis van Ottevaere, waar jenever gedronken werd, die geschonken was door stoker Bullens. En het bleef maar duren, ook over de middag heen. Pieter de Smet had nochtans gepoogd door middel van een afkoopsom het tumult te doen bedaren. Hij had aan de kopstukken van de scherminkeling 14 stuivers gegeven om ermee op te houden, vragende "geen affront uijt te richten en het selve te laeten voor sijne kinderen". Ze waren die 14 stuivers gaan opdrinken in de herberg "het Hol" (onder de Holpoort), maar daarna herbegon het. Herbergier Joannes de Meijer, die vanuit het Sint-Sebastiaanshof alles a.h.w. onder zijn neus kon zien gebeuren, zou later getuigen "dat de gemelde persoonen Bauters, Staes ende de Vos den gehee1en dag deur turbulentelijk zijn geloopen al schreewende ende zingende, hebbende eene flessche genever in de hand (... ) ende dat insgelijkx nog eenige daegen daer naer ook gelijke turbulentheijden bedreven zijn". In de loop van de namiddag waren nog andere jonge kerels "het po steur (= boegbeeld) van t' ka1ckschip van Wonterghem" (dat aan Westaarde gemeerd lag) gaan halen en hadden het met vest en hoed getooide beeld - daarna vervangen door een ander beeld "het welck de figure van eenen Turk hadde" - de hele stad rondgedragen, "seggende : fis OUevaere, ende slaegende daerop". Nog diezelfde avond van 7 juni is Catharina Baecke dan uit de stad "weggegaen uijt enkele vreese ende om de perijkelen te ontgaen; en zij en heeft daer sedert tot den dage van heden niet durven retourneeren, immers haer huijs abandonneert aen twee domestiquen", zo staat te lezen in de verklaring van notaris-prokureur de Vos op 27 juni, drie weken later dus. 218

207 ., Getuigenverklaring van herbergier Joannes de Meijer, dd 0 26 juni

208 Het onderzoek Het "volksgericht" was dus nogal uit de hand gelopen en de lokale overheden hadden niet willen ingrijpen. Maar intussen was de hogere overheid toch op de hoogte gebracht, o.m. door anonieme brieven. De stadsmagistraat werd om uitleg en verantwoording gevraagd. Dadelijk echter bleek dat op hun medewerking niet moest gerekend worden. Reeds op 6 juni - daags vóór de tweede scherminkeling - had de baljuw een "depêche" ontvangen, waarin hem door het "Officie fiscae1 van Sijne Majesteit in den Raede van Vlaenderen... de klachten, aen ons gedaen, werden gecommuniqueert", met verzoek tot het nemen van de nodige maatregelen om nieuwe ongeregeldheden te verhinderen. De baljuw had hierop niet gereageerd, maar kreeg al op 10 juni een tweede brief en ten slotte op 20 juni een derde brief, waarin hij opdracht kreeg "uiterlijck vóór ofte met maendagh aenstaende pertinentelijck te informeren" over de voorbije gebeurtenissen, o.m. in verband met de "inactie ende oogluijckinge... gelijck ons is gerapporteert geworden". Het "Officie fiscael" moet over de houding van de baljuw verbolgen geweest zijn, zoals we kunnen opmaken uit een rapport van 3 juli 1788 (door griffier J. Bauwens) aan de Raad:. "Dogh verre dat dese vermanijnghe den gemelden Bailliu soude hebben getoucheert, hadde hij niet alleene, versmaedende de verthoonders, daerop noijt geantwoort, maer oock, dat erger was. daegs naer den selven briefhadde hij ende de geheele weth gesouffreert (= geduld) dat'er veele meerdere excessen. brutaliteijten ende turbulentheden voor hunne oogen wierden begaen ". Een paar weken na de feiten startte dan ook een ernstig onderzoek te Deinze zelf, waarbij een aantal betrokkenen en getuigen werden ondervraagd door het "Officie fiscael". De ondervragingen hadden plaats in de herberg "de drij fonteijnen" binnen Petegem (21). 220

209 Op 26 en 27 juni werden o.m. ondervraagd: de notarisprokureur Martinus Josephus de Vos; Constantinus Beyens fs. Pieter, griffier van Zeveren, maar wonend in Deinze op de Sint-Maartensparochie ; Joannes Baptista Rogiers, herbergier in "het Damberd" op de Knok; Joannes de Meijer, hostelier in het "Hofvan Sint-Sebastiaan" bij de Holpoort ; Emanuel vander Straeten, brouwer en zoutzieder te Deinze; Jacobus Notebaert, vleeshouwer en beestenkoopman te Deinze, e.a.m. Zo werd stilaan een en ander duidelijk, niet alleen omtrent de "voornaamste belhaemers" zelf, maar ook over de eigenlijke verantwoordelijken op de achtergrond (die alsnog buiten schot bleven)... In de nacht van 3 op 4 juli werden de voornaamste drie belhamels - Jacobus Staes, Joachim de Noffele en Jacobus Bauters (22), de eerstgenoemde een Deinzenaar, 26 jaar oud, en de andere" twee uit Petegem, resp. 29 en 21 jaar oud - "geapprehendeert, getransporteert ende criminelijck gecollocqueert in vanghenisse der stad Gend". Het oppakken van de haantjes-de-voorsten bracht evenwel nog geen rust in het stadje, want nu begonnen zich ook familieleden van de gearresteerden met de zaak te bemoeien. Dit blijkt o.a. uit een nogal paniekerige briefvan notaris de Vos, enkele dagen later, op 9 juli, geschreven aan de Raad Fiskaal : 'tsedert de ophaelinge van de drij persoon en UEd. bekent, bevinde jck mij, benevens Joseph Raecke, ende Anthone Cadet soodaenigh gemenaceert op h'erjies ran ons leren dat wij langst de straete ende veel min in herbergen ons affaïtens meeren durven verrichten soo van sekeren Lieven Jooris, metser van stille, ende Pieter Staes, coopman in visch, benevens sijne twee susters Joanne ende Judoca Staes, broeder ende susters van den gevangenen Jacobus Staes, tot soo verre dat jck op gisteren alhier noch eenen derden betrocken hebbe op revocaetie van injurien, ende soo lange dese vier voorseijde persoonen het selve lot niet en ondergaen, en magh Jouffrauw Raecke niet duncken dat sij tot Deijnse haere affairens oijt 221

210 met ruste sal connen verrichten. De backers Van Autreve en Joannes Lammens tuijten noch daegelijckx op hoorens, selfs op hedent hebben sij eene wettinghe aengegaen (omdat sij onderhoort haedden dat Jouffrauw Baecke tot Deijnse stont te arriveren) van alle uren van den dagh op hunne hoorens te tuijten gelijck alreede diffrente reijsen (= keren) voor den thien uren voor middagh gebeurt is. Ende niemant en wilt dannof eene attestaetie verleen en, gelijck UE. cont duneken dat geheel onse stadt jegens de voorseijde Jouffrauw Baecke partijdig is, ende bij dit gebreek moet jck selfs naerlaeten van aen den Ed. heer Raed fiscael te doen sien hoe dat alhier de grootte de cjeijne ophitzen om noch meerdere troubelen ende oneenigheden te t'eroorsaecken. Tis wel bedroeft dat er op dit point bij onsen geltgierigen bailliu geen c1achten aengenaem en sijn. die selfs tm ijn der presentie ledent de veerthien daegen geseijt heeft dat hij met de wercken t'an den fiscael lachte, ende waerop dheer van Wontergem ende den griffier substitut hem groottelijckx reprocheerden etc. Daerom bidde dese aenden heer advocaet Pulinckx. substitut van den Edelen heer raed fiscael, te willen comuniqueren omme naer alle het selve gesien, daerontrent sulckdaenige reme. die te stellen als hij in raede sal vinden te behooren, su1ckx van UEd. betrauwende. hebbe d'eere seer waerlijck te sijn Deijnse, 9 Julij 1788 UE. Dw. Dr. M.l. Devos not. Op 7 juli werden alweer andere getuigen ondervraagd: de schepen Philippe Jacques Clement; de stadssergeant Jan Baptist (Tisten) Beeckaert ; Rochus Bernardus Jooris, metsersbaas; Jacques Lammens, meester-bakker en herbergier (die bij de "aanval" op Pieter de Smets woning op 19 april door een steenworp gekwetst was); Joannes Neirynck, herbergier in "den Hert" op de Markt, en zijn huisvrouw Marie Sabine Delhuvenne, en nog anderen. Op 9 juli was het de beurt aan o.m. de stadsbode Cras om ondervraagd te worden en aan Jan Francies Biebuyck ; aan Caroline de Schepper, dienstmeid, en Joanne Catharine Semeese, werkster bij schepen van Wonterghem. Ook drie werklieden van dezelfde schepen, met name Pieter Dhaene, Pieter de Cock en Pieter Joannes Biebucyk - die alle drie luidruchtig op straat hun 222

211 ...--_... _... _ _ ~...,,',.' _... _... _._.... '... o..- _. _."".. '. I! ; 1 ~~~/<:ii:~~/~.. ~fp,~u~~~;t. %:~.'~:. :: ~it. dj),~~/l:jr.f,) ~)(!ltct...)6.fp",..j~hr.;) ~... ~.:z:i..r,..: A.l/,.:'idár. ~&...j"t~~'" ","od....'.1.1. ~~~.~~/~,Û~I.~~,jV O#L ~AI.~"4I./ ~.. yt'~ucu-it:i/,tui lv~~. ~~~r</) a.i ~~r,(~~"" tf-vhivr"tlj,j?u7ltt~,v d~i~.f j1li~,. r.c-~l-.~7:'~~ ~/4- :P~~~fP t'l~~~ J:.Uh"WJ.~~~"'O~"~~~ : f ~IJ..' i#~ &. JI~U;I.. ~."~~~~~ ~~~'-~ ~~A.Ft::.. ~ ~T~L7~~~...;l4t~.'"lo....(~r.y...t'h~"""/~ Z I V". ~,,-~.!,"t:-:i I't'~;'./4~./~ttw:c"7rY"'--Ik.J.. ~tt~. ~~: 1".')' A~~~-~$ -';~. t""n"'-"".~.. 4U-~-J;,,,,...? J';""';";:~_'f'.. ci,d./~ ""~';,::tt~jja~~~l~:;#&-. ft.~1 7' fol,tik c)~l. ~ /;~.t'!jfl éc;..6e/u"~"'l">..hl". /(..", '.,r / r Brief van notaris-prokureur Martinus Josephus de Vos, ddo 9 juli

212 naamfeest (Sint-Pieter, op 29 juni) gevierd hadden - werden hierover duchtig aan de tand gevoeld, o.m. over het feit dat alweer bij die gelegenheid Staes, Bauters en de Noffele al trompet blazend met hen door de straten hadden gelopen. Op 11 juli werd ook nog Joanne Claus, de vrouw van herbergier Carel Hauwe, waard van "de Fonteijne", ondervraagd. Van 12 juli tenslotte dateert een verklaring van schepen Ferdinand van Wonterghem, die o.m. ontkende "influencie uitgeoefend te hebben op zijn werckvolk" en beweerde dat hij, verre van een aanstoker te zijn, integendeel zich had ingespannen "om de troubels te voorkomen ende te beletten." Maar schepen van Wonterghem voelde zich duidelijk niet op z'n gemak. Dit blijkt uit een verklaring van herbergier Joannes de Meijer van 24 juli, dat van Wonterghem hem enkele dagen voordien, op 21 juli, om een (valse?) verklaring ten gunste van Jacobus Bauters en diens aandeel in de eerste scherminkeling was komen vragen. Joannes de Meijer had de schepen "afgescheept" met de woorden: "Ick en geve uw geen valsche attestatie, gij en cont uw met mij niet helpen". Pas als al deze getuigen hun verklaringen hadden afgelegd, waardoor het "Officie fiscael" duidelijker zicht had gekregen op het geheel van de feiten, werden ook de drie hoofdverdachten van de "scherminkelingen" ondervraagd: op 29 juli werd Joachim de Noffele ("in cipirage vanden hove") ondervraagd door Raadsheer Strabant c.s. met griffier van Severen ; op 31 juli was het de beurt aan Jacobus Staes en op 1 augustus aan Jacobus Bauters (beiden "in stadsvangenisse"). De achtergrond van het konflikt Enkele getuigenverklaringen, maar vooral de brief van notaris 224

213 de Vos wijzen duidelijk in de richting van een ruimer konflikt dan een gewone, spontaan opwellende volksreaktie op moreel af te keuren daden. Echtelijke ontrouw, dan nog gevolgd door een feitelijke echtscheiding, was in die tijd zeker een aanleiding om tot een scherminkeling over te gaan. In vele gevallen was daar zelfs niet zoveel voor nodig! Alleen reeds de bazigheid waarmee Catharina Baecke haar "braaf manneken" onder de pantoffel hield, zou daartoe ook al een voldoende reden kunnen geweest zijn. Maar hier was duidelijk méér aan de hand. De scherminkelinogen van 19 april en van 7 juni 1788 waren geen loutere sanctionering van een moreel feit, maar veeleer een gemanipuleerd opzet, waarbij de groten van de plaatselijke politiek - handig gebruik makend van een inderdaad bestaande morele verontwaardiging - de kleintjes ophitsten, om voor hen bepaalde kastanjes uit het vuur te halen. Dat ze zich hierbij misrekenden en zichzelf deerlijk de vingers zouden verbranden, konden ze toen allicht nog niet voorzien! Op de beide aspekten van de Deinse scherminkelingen van april en juni de "morele" kant van de zaak (de publieke afkeuring van een onduldbaar geachte echtscheiding) en het lokaal-politieke aspekt - moet hier even nader ingegaan worden. Het morele aspekt Het morele aspekt van dit volksgericht komt, uiteraard bijna, het duidelijkst aan bod in hetgeen pastoor de Coninck (23) ove~ het gebeurde mee te delen had. In zijn rapport van 20 juli aan het "Officie fiscael" besteedt hij daaraan dan ook, benevens aan het feitenrelaas zelf, de z.i. nodige aandacht. En wel in die zin dat hij de morele verontwaardiging van het volk poogt te verklaren (en enigszins ook goed te praten, C.q. te minimalizeren) door te wijzen op de "nuttige 225

214 gevolgen" die dit soort volksbestraffing wel eens pleegt met zich te brengen. 't Is waer- schrijft hij - de schermijnckelingen sijn door de placaerten van de Majesteijt grootelijkx verboden om de quaede gevolghen die dese aenrechten ; (...) maer als de schemijnkelingen bekleed sijn met sekere omstandigheden, sijn sij dicwels noch eenigshins perdonabel, omdat sij dienen tot de krachtighste vermaeninghen, en sterken spoorslagh yan beternisse van die (genen) ten wiens opsigh te sij worden verrich t. Alsoo heeft men meermaels gesien, dat somighe vrouwen-slaegers, getrouwde persoonen die hunnen staet te buijten gongen, en andere, door de selve van hunne dwaelinge sijn wedergekomen, en daernaer in diergelijke excessen noijt weer sijn vervallen." En na uitvoerig op de feiten zelf ingegaan te zijn, besluit pastoor de Coninck zijn betoog als volgt: Het publiek dat (hiervan) onderricht was en groot medelijden hadde met Pieter de Smet, heeft tegen de geseijde Joffrouw Baeke noch meerdere tegenheijt opgevat en alsoo is men tot het schemijnckelen overgegaen. (... ) Dit alles gecombineert, sal UE.lichtelijck konnen bemercken dat de schemijnckelingen, alhier gehouden, soo ergh noch soo strafbaer niet en sijn, gelijck somighe wel willen uijtgeven, te meer omdat aen die Joffrouw Baeke geen het minste corporeel leed of gewelt is geschiet. Dit is dat ik geraedigh gevonden hebbe UE. te communiceren, niet om d'een of d'ander te beleggen ofte beswaeren, maerom in mijne qualitijd van pastor. die als eenen va eder moet sijn in sijne prochie, de vervolght wordende persoonen soo te yerontschuldighen als het mogelijck is. " Alle andere aspekten van deze zaak, voornamelijk dan de lokaal-politieke kant ervan (én de tekortkomingen of het "wandevoir" van baljuw en schepenen) laat pastoor de Coninck met de mantel der liefde bedekt: hij zwijgt erover in alle talen. Het lokaal-politieke aspekt Over dit aspekt - nochtans wezenlijk als achtergrondinfor- 226

215 matie! - vernemen we dan wel heel wat in een naamloze brief, gedateerd 22 juni 1788, die bol staat van "c1achten op het gedrag van onsen hoog-bailliu ende magistraet van Deijnse". Samengevat, komt het ongeveer hier op neer. De hoogbaljuw, nu ruim acht jaar met die funktie bekleed, heeft zich sindsdien "de autoriteit van het magistraet" (= schepenkollege) willen toeëigenen ten aanzien van alle zaken die de stad en de gemeente raken. Wie zich in het Kollege daartegen verzette (o.m. door in beroep te gaan bij de Raad van Vlaanderen) werd door de baljuw, met behulp van de voorschepen van Wonterghem, "met alle valse middelen" weggewerkt. Bij de wetsvernieuwing in 1781 slaagden die twee erin "een wet te formeren naer hun goeste, van veel ondeugende persoonen". Baljuw Martens en voorschepen van Wonterghem regeren blijkbaar oppermachtig samen, "tot.misnoegen van alle eerlijke lieden". In Deinze worden Majesteitsplakkaten, reglementen of ordonnantiën niet meer toegepast, zelfs in de rechtspraak in civiele en kriminele zaken is rechtszekerheid noch gerechtigheid gewaarborgd. Bovendien "durven alle andere schepenen (... ) die twee heren nergens in tegenspreken", zodat alles onder hun slecht beheer terechtkomt. Van schepen van Quickenborne wordt zelfs gezegd dat hij "zich verplicht heeft, ja onder eed beloofd heeft aan de baljuw, nooit iets tegen hem te ondernemen, en altijd zijn stem bij die van de baljuw te voegen, in om het even welke zaak". Eenvoudige lieden proberen ze "met valsheid en bedrog hun goed af te persen". En anderzijds zijn ze er ook in geslaagd "een groot deel van de inwoners op hun kant te krijgen, enigen door onwetendheid, anderen uit ontzag". In die optiek stelt de anonieme briefschrijver dan ook de recente gebeurtenissen van 19 april en 7 juni. Het is de schuld van voorschepen van Wonterghem en zijn machtskliek dat er "sulcke publieke ongeschicktheden sijn vooren gevallen door hunne eigen instigatie (ten deele door hun eigen werckvolck) bij forme van scha- 227

216 228 Anonieme brief ddo 22 juni 1788

217 minckel, om hunnen ha et jegens eenige borgers uijt te wercken, bij soo verre dat alle welpeijnsende persoonen daer door sijn gemoveert geweest; (... ) het gonne wierd voorts geset met alle vermethentijd, dat een eerlijck man lanks de straeten niet en konde gaen sonder prijckel van sijn leven"... In de brief van 22 juni wordt dan ook aangedrongen op het nemen van maatregelen tegen "alle slag van troubelen, schandaelen ende excessen (die) alhier worden gepleegd ende niet en worden verboden ofte gestraft: jae, men schamijnkelt, en affronteert selfs tot onse principaele insetenen, en men stoort de publicque ruste continuelijck' '. Het stadje Deinze onder de greep van een lokale "maffia"!? Het is de indruk die uit de lektuur van deze anonieme brief onweerstaanbaar naar voren komt. Er moet achter de "scherminkelingen" inderdaad méér gestoken heben dan alleen maar een spontane morele reaktie van het volk tegen een ontspoord huwelijk-met-echtscheiding. Een grondiger algemeen onderzoek van de politieke konstellatie te Deinze in de jaren '80 van de l8e eeuw zou noodzakelijk zijn om alle verborgenheden ervan bloot te leggen. Wat intussen opvalt, is dat vooral brouwers en jeneverstokers in het schepenkollege alleszins goed vertegenwoordigd zijn. En dat ze zich in de scherminkelingen van 1788 zeker niet onbetuigd hebben gelaten. De achttiende eeuw was in ekonomisch opzicht een eeuw van voorspoed en van vooruitgang. Ook in Deinze bloeiden koophandel en diverse vormen van nijverheid: lederbewerking, zeep- en zoutziederij, olieslagerij. Deinze werd beheerst door kooplieden en klein-industriëlen: brouwers,. jeneverstokers en ameldonkmakers. Wie het stadsplan van Deinze bekijkt dat in 1786 door J. van Maldeghem werd getekend, wordt getroffen door de koncentratie van brouwers en stokers langs Leie en Kaandel (24). Zij stonden 229

218 maatschappelijk sterk en hadden dus ook de politiek in handen. De samenstelling van het schepenkollege was daar de weerspiegeling van. Uit menige getuigenverklaring over de scherminkelingen blijkt ondubbelzinnig dat er door een aantal brandewijnstokers royaal en gratis jenever werd uitgedeeld aan de deelnemers van het volksgericht. Ze moeten er dus wel een bedoeling mee gehad hebben... In de verklaring van de beschuldigde Jacobus Bauters b.v. wordt gezegd dat het volk op 19 april gratis jenever had gekregen o.m. van de weduwe D'hont, "stokerigge" te Petegem, en van de stokers Buytens (op de Knok), Joannes Baptist de Smet (dicht bij de Leiebrug) en Joannes van Poucke (deze laatste ook schepen van Deinze). En Jacobus Notebaert, een 33-jarige vleeshouwer en beestenkoopman in Deinze, had bij de eerste scherminkeling op 19 april 's nachts verscheidene mensen aan het drinken bezig gezien, die hem gezegd hadden: "We mogen bij de stokers zoo veel genever haelen als wij willen!" Had een en ander misschien te maken met een onverbiddelijke konkurrentiestrijd tussen een aantal brouwers en stokers onderling? Men vergete intussen ook niet dat Francies OUevaere een bierbrouwer was en Pieter Josepo. de Smet. om wie alles begonnen was, een brandewijnstoker wiens zaak voor een dreigend failliet stond... Al die elementen kunnen (onbewust, maar ten dele ook bewust gemanipuleerd) meegespeeld hebben. In de "verdediging" van Francies OUevaere zelf staat duidelijk te lezen dat bepaalde schepenen brandewijn aan het volk hadden gegeven, "tgonne den schepen Clement, alsmede eenige jalouse stoekers uijt piek van Smets stoekerije oock hebben gedaen". Jaloersheid dus vanweg konkurrenten die Pieter de Smets stokerij eronder wilden? Anderzijds waren er ook onder de Deinse brouwers, die dit 230

219 alles met lede ogen aanzagen. Uit de verklaring, op 27 juni, van Emanuel vander Straeten, een uit Asper afkomstige, 44- jarige brouwer en zoutzieder te Deinze, klinkt afkeuring van het gebeurde. Hij wijst er op dat "een ijder ontsticht was ende de welpeijsende lieden hunne kinderen deden weggaen"... en dat "de treffelijke ingesetene hun grootelijkx hebben bec1aegt, ende nog dagelijkx (d.i. al drie weken na de laatste scherminkeling) murmureeren dat den bailliu en de wet zulke turbulentheijde permitteeren, zelfs in hunne tegenwoordigheid, zonder ter causen van diere het minste vervolg ofte devoiren te doen". Schepen Ferdinand van Wonterghem Eén zaak is ondertussen wel duidelijk aan het licht gekomen: het brein achter de hele opzet moet de Deinse voorschepen (of eerste schepen) Ferdinand van Wonterghem geweest zijn. In Deinze was dat blijkbaar een publiek geheim. "Opentleijck wiert geseijt dat den selven troubel gepermitteert was ende gefomenteert door d'heer Wonterghem ten principaelen, door wiens werckvolck alle de excessen sijn begaen, mitsgaders door de medewerkinge van d'heeren Clement ende Quickeborne, beede schepene ende stockers binnen de voorseide stede". In de reeds eerder geciteerde brief van 22 juni wordt dit bevestigd, met iets meer informatie trouwens over de achtergrond van de machtspositie van de eerste schepen: "Deze troubelen, selfs, zijn ge fomenteert door eenige majestraetspersoonen, soo de quaedwillige nu selfs verc1aeren, en principael door Eenen, in welken onsen balliu, causa intresten, altijd is geïntimideerd geweest, en nog is, jae die selfs geheel de wet naer zijn goeste regeert, en wanof wij alle de fictime moeten zijn, soo meer als in dit geval is gebleken dat de neijdigheijd van die persoonen wáerlijk is te vreezen in dit plaetseken." 231

220 Uit de hele context blijkt dat die éne man, door wie zelfs de hoogbaljuw zich laat intimideren, de voorschepen van Wonterghem is (die trouwens zijn voorganger in diezelfde funktie geweest was). Dit laatste detail vernemen we uit de verdediging van Ottevaere (van 7 juli), waaraan deze overigens toevoegt dat men "meer als eens (heeft) connen bemercken dat zij - Martens en van Wonterghem - tsaement ballius zijn". Er zijn dus alleszins enge belangenbindingen tussen die twee. Welke, dat vertelt ons het pro domo van dezelfde Ottevaere. We houden er vanzelfsprekend rekening mee dat Ottevaere evengoed "partij" is in deze zaak, maar daarom vertelt hij niet noodzakelijk onwaarheid... "Baljuw Martens - aldus Ottevaeres mening - en heeft het werckvolck vanden (h)ouden balliu, alsnu voorschepenen, niet durfven nemen ofte vervolghen, soo men seght causa intresten van tse1ve amploi, waervoor hij jaerelijckx betaelt circa 140 f gr. boven 100 pistolen wissel(geld), betaelt aen den Marquis voor de veranderinge van de Commissie." Zo worden ambten "gekocht" en moet de ene voor de andere zwijgen... Baljuw Martens moest dus zwijgen voor zijn schepen van Wonterghem die - van het bovenstaande afgezien - ook niet bepaald een lammetje was, maar eerder zelfs een felle kat die men zonder handschoenen best niet aanpakte. En hoe erg het eigenlijk was, leren we uit een verklaring van. een aantal Deinse ingezetenen (gedateerd van 11 juli 1788). Het dokument is belangrijk (en in zijn bewoordingen pittig en kleurrijk) genoeg om hier in zijn geheel geciteerd te worden. 232 Onderschreven (*), alle insetene deser Stede ende Marquisaet ~'an Deijnse, verc1aeren midts desen voor waer ende waerachtigh dat sij seer wel sijn kennende d'heer Ferdinand van Won tergh em. voorschepenen der voorseide stede van Deinse. als ooek seer wel tt'

221 weten dat hij meer d'herbergen frequenteert als de kercke ende van ider een voor eenen speelder, tuijsscher ende yechter aansien woort, als ende wel naementlijk omdat sij onderschreven seer wel sijn wetende dat hij tsedert sijne bedieninge oorsaecke is geweest van de totale ruine yan seyen à acht insetene deser stede, midtsgaders nu ledent eenigen tijdt als een en keutyechter beth (= meer dan) de thien persoon en thebben tot den bloede geslaegen, als ende wel naementlijck dheer Clement, sijnen medeconfrere in wette; den heer bailliu van Nevel op de publique straete; Martinus Heyse (25) ; den appoteker Claes (26) ; Joannes vande Kerckhove ; Pieter de Meijer tot Bachte, ende dheer Judocus VermandeIe, coopman binnen de stede van Deijnse; alsmede nu ledent ontrent een ja er on trent den twaelfuren in den nacht in dherberghe,den hert' (27), met assistentie vanden weerd der selve herberghe, sijnen ordinairen medeyechter (28), de persoonen van Sieur Francies van derpiete, graenbrandewijnstocker, ende den notaris Jacques Desprez thebben op het lijf gesprongen ende soo daeniglijck geslaegen dat deze twee voorseide persoonen daer door becommen hebben diffrente oppene woonden, emmers van den hoofde tot den voete soo vehement swart geslaegen, dat sij beth de veerthien daegen hun kamer ende bedde hebben gehauden sonder te connen verlaeten. Verc1aerende d'onderschreven voorders oock seer wel te weten, emmers voor slechte ende quaede exempelen aengenomen hebben de respective bloedige geyechten van den heer Borgemeester Bracke ende van de heeren Schepenen Clement ende Anthone van Quicken borne, sonder dat sij onderschreven oijt gehoort ofte geweten hebben dat den heer hooghbailliu Martens tot laste van dese voorseide wethauderen ofte hunne partijen eenige de minste informaetie gehauden ofte beleet saude hebben, alhoewel de voorseide geyechten ende faittelijcheden ten meerderen deele criminelijck dienden ingestejt te woorden. Verc1aerende d'onderschreven alle het selve menigvuldige reijsen gehoort ende verstaen te hebben. Met presentaetie in forma, desen Hen Julij Ons toorconden. (*) In margine toegevoegd: Dese sal gedeponneert woorden door dhr Vanderstraeten, bra uwer ; door den notaris Desprez ; Pieter de Jonghe; Augustin D'huijvetter; Jan Bapt. van Oost, coster ; den appoteker Claes; den ontfanger Haegens; J. vander Piete; Engelbert Callier; den pro(cureur) de Vos, meer andere als wanneer sij daer toe in inditio gevraegt woorden. 233

222 Dat de hoogbaljuw Martens dus alle redenen had om met dit soort "bendeleider" als voorschepen goede maatjes te blijven, is na de lektuur van dit allerminst stichtend proza wel zonder meer evident. Schepen van Wonterghem was duidelijk een (h)ap(p )art geval! Maar ook de baljuw zelf stond niet zo stevig in zijn schoenen wat de korrekte uitoefening van zijn hoge ambt betrof. Met het ontvangen van steekpenningen had hij blijkbaar geen problemen: als we tenminste de uitlating van de notaris-prokureur de Vos over "onsen geltgierigen balliu" mogen geloven, was overdreven inhaligheid hiervan de oorzaak. Dat blijkt ook uit andere gegevens nog. In hetzelfde dossier wordt immers gewag gemaakt van een ander erg geval van "wandevoir" waaraan de baljuw zich in had schuldig gemaakt, nl. het geval van de gedetineerde diefcarel van Hove. De baljuw had hem "beth de vier en twintigh maenden in eene muijte (!) opgehouden, in dewelcke hij, van Hove, niet rechte en conde staen, ende bij dien altijd genootsaeckt was te zitten ofte te liggen, waer door, staende sijne langduerige detentie, den selven van Hove is uijtgemergelt, gecreveert ende in vangenisse gestorven (op 7 juni 1786) sonder eijnde van sijne saecke te connen becommen". Dit staat allemaal te lezen in een officieel stuk: "Naerdere memorie omme den Edelen heer Pulincx, raedt fiscael, substitut van den Raede in Vlaenderen, nopende de wandevoiren van den heer balliu der stede van Deijnse" (niet ondertekende noch gedateerde kopie in het procesbundel). Tijdens de opsluiting van de arme van Hove in de Deinse gevangenis waren bij de familie "door differente persoonen. nl. Anthone Louis van Quickenborne en de voorschepen van Wonterghem, veele devoiren gedaen om een accoord te maecken" (ongetwijfeld door het afpersen van een losgeld). Hierover waren, nadat van Hove onberecht in de gcvun- 234

223 genis overleden was, "in het publicq veele murmuratien ontstaen"... Tegelijk werd aan Pulincx een "attestatie overgemaakt, uijt welcke UEd. sal connen ondervinden hoe de justitie binnen de stede van Deijnze door hem, heer Balliu, wordt gepleegt ende door welcke claerlijck gesien wort dat hij, balliu, geene wetten en respecteert in het regard van criminee1e vervolgen ende sijn selven durft rechten sonder kennisse van de weth"... Veelbetekenend in dit opzicht was een verklaring terzake afgelegd door de broers van het sla~htoffer, nl. "dat den voorseiden hooghbailliu Martens hunnen voorseiden broeder meer heeft vervolgt om geit te trecken als om hem over sijn quaet te doen straffen" (29). Was het dan overdreven als we hoger in deze bijdrage de beeldspraak gebruikten van het stadje Deinze in de greep van een "maffia"? Deinze, een onveilig stadje? Als men een bepaalde gebeurtenis geïsoleerd en louter op zichzelf beschouwt en poogt te verklaren, ligt het risiko voor de hand, dat men aan wezenlijke aspekten (de algemene context, achtergrondgegevens, causale verbanden e.d.m.) zal voorbijgaan. Een spontaan "volksgericht" kan zich inderdaad soms voordoen als een gemakkelijk te isoleren "fait divers" zonder verdere of diepere betekenis: pijnlijk voor de betrokkenen weliswaar, maar als sanctionering normaal aanvaardbaar en verklaarbaar door de heersende tijdsgeest. Maar de "scherminkelingen" te Deinze in 1788 vergen duidelijk een bredere situering in de lokale maatschappelijke context. Was het Deinze van die tijd op z'n minst niet als een onrustig, om niet te zeggen een onveilig stadje te beschouwen? 235

224 In het K.O.K.-Jaarboek van 1965 schreef G.P. Baert een korte bijdrage, "Straatrelletjes en krakeel te Deinze", waaruit blijkt dat toen ook in Deinze politiek-ideologische meningsverschillen ontstaan waren tussen de reaktionaire keizersgezinden enerzijds en de vernieuwingsgezinde, antikeizerlijke patriotten anderzijds. "Vanaf schrijft Baert - gaf de beroering ook te Deinze aanleiding tot krakeel. Aanhangers van beide partijen lokten ruzie uit door aantijging, gejouw, schelden en laster. Er ontstonden vechtpartijen op straat en in de herbergen. (... ) Bekommerd om de rust in de stad zagen de magistraten oogluikend toe en namen geen stelling in de twisten der twee vijandige partijen." (30) Baert geeft verder "enkele staaltjes van wat te Deinze onder de woelgeesten omging in de twee jaren die de Brabantse Omwenteling voorafgingen" (d.i ), o.m. enkele gevallen van vechtpartijen n.a.v. (al dan niet vermeende) verklikking van Patriotten door Keizersgezinden. Uit de geciteerde voorbeelden kunnen we evenwel niet duidelijk opmaken wie op welk ogenblik in welk kamp stond. Ferdinand van Wonterghem fs. Louis, oud-baljuw en koopman te Deinze, 40 jaar oud, wordt in verband met een van die vechtpartijen in de gelagkamer van het Sint-Sebastiaanshof in december 1789 vernoemd, slechts als. getuige evenwel! En op dat ogenblik is hij ook al ruim eenjaar geen schepen meer... Wel maakte hij toen deel uit. als "notabele deser stede", van de op 12 december 1789 opgerichte "Borgerlijcke wachten... tot maintien van de publique ruste". Ook o.m. de hoogbaljuw eh. Ph. Martens ("uijt het gilde van Ste Jooris") en dokter Bernardus Hermanus vander Heeren ("uijt de gilde van Ste Sebastiaen") hadden zich "voluntairelijck aen(ge)boden tot het waernemen van de surveillance bij nachte" (31). Van de "tuijsscher, speler en keurvechter" Ferdinand van Wonterghem zou men alvast kunnen zeggen dat de gewezen 236

225 stroper nu zelf boswachter was geworden! Maar wààr hij zelf politiek-ideologisch stond ten aanzien van Keizerlijken en Patriotten kunnen we h~eruit niet opmaken, evenmin als voor zijn kollega's in het schepenkollege. Hoe dan ook, er waren te Deinze in die woelige tijd vanaf 1787 ongetwijfeld ook interne politiek-ideologische tegenstellingen aan het groeien (die op zichzelf een afzonderlijk onderzoek zouden vergen, dat evenwel de perken van deze bijdrage te buiten gaat). Gevoegd bij de altijd bestaande zakelijke en beroepsbelangen, die individuen of families te verdedigen hebben, zijn zulke politiek-ideologische tegenstellingen van aard om bijkomende spanningen op te roepen, die zich vooral in een klein stadje haast fataal in soms hevige incidenten moeten ontladen. We kunnen alleen maar vermoeden, dat ook de gebeurtenissenvan april en juni 1788 rond de echtscheiding van Pieter Joseph de Smet en Catharina Baecke in hun ontsporing mede bepaald zijn geworden door het algemene klimaat van onrust dat het stadje toen moet gekenmerkt hebben. Maar intussen zijn we, door naar bepaalde gebeurtenissen van eind 1789 te verwijzen, eigenlijk wat vooruitgelopen op de normale chronologie van ons verhaal. Met de laatst geciteerde stukken en getuigenissen uit het procesbundel waren we tot zowat medio juli 1788 geraakt. De hogere overheid had de zaak stevig in handen genomen en de flagrante tekortkomingen van de lokale magistraat waren duidelijk aan het licht gekomen. Maar nog steeds was de rust in Deinze niet hersteld: de volksafkeuring liet zich blijkbaar niet onderdrukken. Want de "schuldige" vrouw, Joanna Catharina Baecke, was naar Deinze teruggekeerd, tot ongenoegen van velen blijkbaar. Op een vergadering van het Schepenkollege in de eerste 237

226 week van augustus geeft schepen van Wonterghem aan zijn kollega's kennis van een brief, die hem is overgemaakt door "Sieur Bernaerd Ottevaere, insetene koopman alhier, bij welken brief genumereert wierden differente uijtjauwingen door de menschen en kijnderen begaen in het geiach van de gedevorceerde huijsvrouwe van Pieter de Smet ende haere moeder". Ziehier de volledige brief: 238 Aen Ferdinand van Wonterghem, voorschepenen der Stadt van Deijnse. Mijnheer, Gemerckt men hedent heeft bestaen publicquelijck uijt te ja u wen ende te insulteren, gaende langs de straeten op de Cnocke,joffrouw Baeke, gedivorceerde huijsvrauwe van Pieter de Smet, alsmede haere moeder ende joffrouw van der Haegen, joffrouw Ondereedt, joffrouw van Waes, d'heeren van Alstein, beede de gebroeders,. ende Jan Baptiste Ottevaere en Coleta Ottevaere, soodaeniglijck dat de menschen ende kijnderen op hunne handen plackende en roepende en tierende ende te wege hebben gebragt meer ander schimpingen en t'samenrottingen, alsmede de selve compagnie hebben achtervolgt, t'gonne bij alle placcaerten is verboden en wel principael niet en betaemt in gepoliceerde steden, alwaer men ten minste liberjijck daer men betaelt achter de straete soude mogen gaen, versoeke mijnheer Ul. belieft op ontfanck des er daèrin te willen voorsien op sulckdaenige wijse als Vl. goedheijd sal geraedigh vinden te behooren, want 't is ongepermiteert voor Ulieden hun en andere persoon en van qualiteijt te laeten uijtjauwen, alwaer men liber hoort te sijn. Blijve met een diep respect en vertrouwen, Mijnheer, VI.ootmoedigen & onderdaenigen Dienaer. (Ondt.) F.B. Otte va ere. Hiervan heeft oock part gehadt mijnheer Bracke. Borgemeester. mijnheer Martens, hooghbailliu. Waerontrent (ik) hope (dat U) sult vergaederen. Deijnse, 5 ougste 1788.

227 Onmiddellijk na deze (in het Resolutieboek overgeschreven kopie van) brief is nog de volgende zinsnede toegevoegd: Sondagh avond zijn tot jouffrouw Baeken steenen door de glaesen en menigvuldige al over het dack op (de) achterplaetse geworpen en op de pannen, soo mij (= Ottevaere zelf?) haere moeder heeft verhaelt. al excessen onlijdelijck. (get.) C. de Caigny. Het Schepenkollege heeft daar dus kennis van genomen en besluit aan de klager mede te delen dat hij zijn brief niet aan één schepen moet richten maar aan het hele Kollege, en liefst dan met bewijzen ter staving van zijn beweringen. Ook besluit het Kollege, dat de brief in het Resolutieboek (32) zal ingeschreven worden en dat hij bovendien zal "getranslateert worden in de fransche taele omme naer voorder examinatie danof partgegeven te worden aen Sijne Excellentie den heer Marquis van Deijnse, actuelijck op zijn Casteel birinen dese stadt". Balthazar Philippe, Comte de Mérode, de Monfort, de Waroux, de Grasbeeck et du Saint Empire, Marquis de Deijnse etc. etc. bevond zich dus in hoogsteigen persoon in zijn roerig stadje! Een en ander rond die aanslepende, onverkwikkelijke zaak zou nu zeer spoedig een definitief beslag krijgen. Het spel is uit Hoe de Raad van Vlaanderen over het eigenlijke volksgericht - en de voornaamste beschuldigden daarin: Joachim de Noffele, Jacobus Bauters en Jacobus Staes - geoordeeld heeft, heeft op zich niet zoveel belang: op 31 oktober 1788 werden de aangeklaagden - na vier maanden voorhechtenis - veroordeeld tot acht dagen opsluiting in de gevangenis (over andere dag op water en brood) en tot betaling van de proceskosten (33). 239

228 Wat ons méér interesseerde was de vraag of de gebeurtenissen van april en juni 1788 ook voor de Deinse magistraat geen gevolgen zouden gehad hebben. Wat hun allemaal werd ten laste gelegd, was toch niet niets geweest! Benieuwd of de scherminkelingen voor hen geen staartje zouden gekregen hebben, zijn we elders gaan zoeken: niet meer in de archieven van de Raad van Vlaanderen, maar opnieuw in de Deinse archieven zelf. En we vonden een stuk, gedateerd 2 augustus 1788 (34), waaruit bleek dat de Deinse schepenen vanwege hun plaatselijke Heer, de graaf de Mérode, markies van Deinze, niet zonder enig cynisme van zijnentwege overigens, de rekening voor hun wanbeheer hadden gepresenteerd gekregen. Ze mochten nl. zelf aan de Markies een voorstel doen om hun eigen opvolgers aan te duiden. Ze werden m.a.w. aan de dijk gezet. En ze hebben een voorstel ingediend, misschien wel tandenknarsend omdat hun rijk uit was, maar toch "très respectueusement". Ziehier hun antwoord. 240 A Son Excellence Ie Comte de Mérode, Marquis de Deijnse etc., Chambellan Conseiller d'etat intime et actuel de Sa Majesté l'empereur et Roi etc. etc. Monseigneur, Le Magistrat de votre ville et Marquisat de Deijnse, en suite de vos ordres lui communiquées par Ie greffier substitut dans l'assemblée collégiale de ce jour, a 1 'honneur de proposer très respectueusement à Votre Excellence les personnes ei aprez nommées comme des sujets habiles et idoines à porter les charges échevinales, en égard aux circonstances ainsi qu'à l'acte d'union de deux villes et seigneuries de Deijnse et Peteghem émané au mois de juillet 1469 (35) : Sr. François de Poortere Sr. Jean Alget Sr. Louis Michiels Sr. Louis van Autreve Sr. Augustin vander Helstraete Sr. Jean Baptiste de Smet Sr. Pierre Vermeeren

229 En [oi de quoi,nous avons signé la présente et y apposé lecontre scel aux causes de la susdite ville Ie 2 août J.D. Bracke F. van Wonterghem A.L. van Quickenborne J.B. Delcroix Joannes van Poucke P.J. Clement Bern. Herm. vander Heeren M.L. De Markies heeft met hun voorstel toch enigszins rekening gehouden. Twee personen uit de bovenstaande lijst, nl. de Poortere (ook een brandewijnstoker!) en Alget, vonden genade in zijn ogen. We mogen gevoeglijk veronderstellen dat de Markies ze als Keizersgetrouwen beschouwde. In het reeds vermelde "Resolutieboek " vonden we een "Memorie ofte relaes der vernieuwinge van de Weth" op 26 en 27 augustus 1788 : een boeiende brok lektuur overigens, met o.m. de volledige beschrijving van de eedaflegging-ceremonie. Dit relaas zou op zichzelf een apart stukje waard zijn, maar wat ons hier interesseert is natuurlijk de nieuwe samenstelling. Deze blijkt uit de volgende tekst: Weth der Stede ende Marquisaet van Deijnse. vernieuwt bij he~r ende meester Ignace Joseph Quirini, advocaet van Sijne Majesteijts grooten Raede tot Mechelen uijt cragte van speciale commissie hem verleent in daeten 24en ougste 1788 door Sijne Excellentie den heer graeve van Mérode, Marquis van Deijnse etc. etc. BurgemeesterD 'heer Pieter Beijens Schepenen D 'heer Joannes Dominicus Bracke D'heer ende Meester Bern. Herm. vander Heeren, M.L. D'heer Francies de Poortere D'heer Joannes Alget D'heer Charles Willebois (36) D'heer Joseph Provost Aldus vernieuwt desen 27 ougste 1788 ende werd onderteekent J. Quirini. Geen sprake meer dus van de schepenen Ferdinand van Wonterghem, Antoine van Quickenborne, J.B. De1croix, Jan 241

230 Baptiste van Poucke en Philippe Clement: met z'n allen de laan uitgestuurd! Benevens dokter Bernard van der Heeren, al voordien een vertrouwensman van de Markies, mocht alleen Joannes Dominicus Bracke, burgemeester van de vorige Wet, blijven, zij het dan op een trapje lager, nl. als (eerste) schepen. Ook de hoogbaljuw Martens werd blijkbaar niet afgezet. Hij bleef de funktie uitoefenen tot die, een zestal jaren later, door de Franse revolutionairen werd afgeschaft, zoals zovele andere funkties, instellingen, wetten en gebruiken van het Ancien Regime. De laatste Deinse baljuw, Charles Philippe Martens, stierf op 21 maart 1833, hoogbejaard - drieënnegentig jaar oud - als een der rijkste notabelen van Deinze (37). Of hij zo fier mocht zijn over zijn rijkdom, is een vraag die open blijft na de lektuur van wat voorafging. Nabeschouwing Sociaal gedrag is meestal uiting van een bepaalde mentaliteit. Als groep handelt men m.a.w. vanuit een bepaalde overtuiging (die steunt op maatschappelijke, religieuze, morele normen). Zo gezien kan men een verschijnsel als het spontane volksgericht proberen te benaderen als een onderwerp voor mentaliteitsonderzoek. Vaak steekt er achter een geval van "scherminkelen" of "jagen" méér dan het toepassen van een overgeleverd volkskundig gebruik. Het formele aspekt (het hoe) waaronder een dergelijk volksgericht zich afspeelt (ketelmuziek, popverbranding, slede- of ezel-rijden enz.) is meestal traditioneel overgeleverd. Maar interessanter dan het hoe is het waarom. Welke zijn de oorzaken van het uitbreken (spontaan of gemanipuleerd) van een volksgericht? Welke algemeen gangbare opvattingen (van politiek-ideologische, sociale, morele aard) en welke specifieke plaats- en tijdsgebonden faktoren hebben hierbij meegespeeld? Welke 242

231 sociaal-psychologische aspekten zitten eraan vast? Wat is de inbreng van bepaalde individuen resp. groepen? Hoe situeert een en ander zich binnen of doorheen de sociale geledingen in de lokale gemeenschap? In hoeverre verraden bepaalde gedragingen een heel traditionele en reaktionaire, dan wel integendeel een zich wijzigende, vernieuwende mentaliteit? Zovele vragen, die verdienen gesteld te worden, maar die niet altijd kunnen beantwoord worden... De "scherminkelingen" te Deinze in april en juni 1788, in die optiek gezien, overstijgen aldus het folkloristische faitdivers. Gesituèerd in de lokaal-politieke en maatschappelijke context (die ongetwijfeld nog breder en grondiger zou moeten onderzocht worden) krijgen de feiten een releverend karakter t.a.v. onderliggende, smeulende konfliktsituaties. Daarom moest enig belang gehecht worden aan identiteit, status, beroep, opvattingen en handelwijze van de (overheids )personen die daarbij betrokken waren, overigens niet altijd in een flatterende rol. Verbazend is intussen, hoeveel informatie in één enkel procesdossier te vinden is, zelfs als het maar om een ordinaire "scherminkeling" gaat waaraan men - ten onrechte blijkbaar - geneigd zou zijn een louter anekdotische waarde toe te kennen. Met onze uitvoerige analyse van feiten en achtergronden van het geval Pieter de Smet - Catharina Baecke hebben we willen illustreren welke rijkdom aan gegevens ook over de lokale sociale en politieke geschiedenis van onze stad te halen valt uit dit soort van archiefbronnen. Tevens moge dit voor onze lokale vorsers een aansporing zijn om aan dat interessante, maar weinig bestudeerde tijdsgewricht rond het einde van het Ancien Regime, zoals dit zich te Deinze manifesteerde, een ruimere aandacht te besteden. 243

232 BIJLAGE HET DEINSE SCHEPENKOI.IEGE : PERSONALIA Joannes Dominicus BRACKE ( ) Geboren te Lokeren op 5 aug als zoon van Paschasius Bracke en Arlna Bracke. Overleden te Deinze op 20 febr (Oudenaardsestraat 312).. Ongehuwd gebleven. Zeepzieder en olieslager van beroep. Schepen ( en aug dec. 1793) en burgemeester ( ) van Deinze. Op 8 jan lid van het Kantonnaal Bestuur en op 17 fructidor VIII (= 4 aug. 1800) lid van de Municipale Raad. Wegens gezondheidsredenen verkocht hij in 1811 zijn zeepziederij en olieslagerij (met rosmolen), gelegen op de Knok, op de hoek van de huidige Gentstraat en Stationsstraat. Lit. : A van den Abeele, Geschiedenis van Deinze (1865), blz. 47. A Cassiman, Gesch. van Deinze ( ), blz. 243 en 248. KO.K-Kontaktblad VI, 5 (juli 1986), blz Ferdinand VAN WONTERGHEM ( ) Geboren te Deinze O.-L.-Vr. op 19 juni 1747 als zoon van Ludovicus van Wonterghem en Veronica D'Huyvetter. Overleden te Deinze O.-L.-Vr. op 20 aug Gehuwd te Deinze O.-L.-Vr. op 3 juni 1766 met Joanna Theresia VANDER PIETE (dochter van Ferdinand en Maria Theresia Gal- 1ant). Zijn vrouw overleed te Deinze O.-L.-Vr. op 29 maart achtendertig jaar oud en vier minderjarige kinderen achterlatend. Kinderen, geboren te Deinze O.-L.-Vr. : Ferdinandus Maria, 0 26 mei 1767 en t 13 juli 1767 ; Emanuel Felix, 0 15 dec (in maart 1805 gehuwd met Rosalie van Autreve) ; Franciscus Albertus. 0 1 jan ; Ferdinandus, 0 5 febr en t 13 juli 1776 ; Rosa Francisca, 0 4 maart 1777 ; Joannes Antonius, 0 10 juni 1779 (op 12 april 1809 geh. met Theodore R. Lefebure). 244

233 Koopman in kalk en "houille-kolen" (R.A.G., Oud archief Deinze, reg. 76, re 64 ro, dd 7 maart 1788). Lid van de Sint-Jorisgilde vanaf 1769 ; in gildehoofman (*). Ferdinand van Wonterghem was baljuw van Deinze van 27 nov tot 8 juni 1779 (vrijwillig ontslag). Hij werd als schepen aangesteld op 5 febr en bleef het tot 26 aug Ook zijn vader Louis van Wonterghem (uit Wakken afkomstig; t vóór 1770) was schepen (1747?, en ) en burgemeester ( enjuni 1758 tot juli 1760) van Deinze. En ook zijn schoonvader, Ferdinandus vander Piete (t 1784) vinden we als schepen (vanàf 1761) vermeld. Archivalia: R.A.G., Oud arch. Deinze, reg. 67, fo 9vo-lOvo en fo (aanstelling als baljuw, resp. schepen). Ibid., reg. 437 (Wezerij), re 2vo, 37vo, 5Ov en 365vo. Ibid., reg. 470, re 98, 215 en 231. Ibid., bundel 518/3, los stuk (1784). Anthone Louis VAN QUICKENBORNE ( ) Geboren te Deinze O.-L.-Vr. op 17 jan als zoon van Andries ( ) en van Anna Maria Christiaens. Na 1800 uitgeweken naar Gent waar hij overleed op 13 maart Gehuwd te Deinze O.-L.-Vr. op 31 jan met Livina Isabella ALGET (dochter van Antonius), die stierf op 9 oktober 1772, ca. veertig jaar oud; ze liet vier minderjarige kinderen na. Daarop hertrouwde hij op 21 febr te Bellem met Appolonia Petronilla VAN HULLE (geboren te Bellem op 19 maart 1748, dochter (*) Van deze gilde maakten o.a. ook deel uit: hoogbaljuw Martens, zijn medeschepenen Ant. van Quickenborne en Jan Baptiste Delcroix, de latere burgemeesters Pieter Beyens en Jan Baptiste Ottevaere en ook diens broer François Bernard (K.O.K.-Jaarboek XIII, 1946, blz en 155). In de jaren kende de gilde een periode van krisis en non-aktiviteit (geen verslagboek bijgehouden, geen boeten ingeschreven). 245

234 van Martinus en van Petronilla van Maldeghem ; overleden te Gent op 12 juni 1823), met wie hij nog tien kinderen had. Kinderen lste huwelijk (0 Deinze O.-L.-Vr.) : Jacobus Augustinus en Antonius Ludovicus, tweeling, 27 okt. 1764; Athanasius Dominicus, 29 jan. 1766; Maria Theresia, 7 dec ; Rosalia, 25 jan. 1769; Albertus, 30 nov Kinderen 2e huwelijk (0 Deinze O.-L.-Vr.): Joannes Leo, 22jan ; Petrus Andreas, 27 dec. 1774; Petrus Martinus, 27 febr. 1776; Martinus Emanuel, 19 april 1777 ; Petrus Jacobus, 24 april 1778 ; Martinus Emanuel, 24 okt ; Barbara, 12 jan ; Carola Victoria, 13 jan ; Col eta Monica, 19 jan ; tiende kind geb. te Deinze Sint-Martinus : Carolus Felix, 26 febr (Over Carolus Felix zie KO.K-Jaarboek 1980, blz. 135 e.v.). Brandewijnstoker van beroep (vanaf 1786 of 1787 op de plaats van het huidige Sint-Hendrikskollege). Lid van de Sint-Jorisgilde sedert 1767 ; gildehoofdman in (K.O.K-Jaarboek 1946, blz en ). Schepen van Deinze van 1779 tot In dec. 1792, bij de Franse inval, maakte hij deel uit van de "provisionele representanten" (A. Cassiman, Gesch. van Deinze, blz. 239). Een gedeeltelijke stamboom van de familie van Quickenborne in het KO.K-Jaarboek X, 1943, blz Zie ook KO.K-Jaarboek 1980, blz (Over de Deinse Familie Van Quickenborne, door Gaston Van Quickenborne). Archivalia: R.A.G., Oud archief Deinze, reg. 67, ra 13ro/vo. Ibid., reg. 76, ra 68ro Ivo. Ibid., reg. 347, ra 20vo en 25ro Ivo. Jan Baptiste DELCROIX Een stuk stamboom van deze familie is gepubliceerd in het KO.K. Jaarboek 1986, blz. 193 (**). Drie achtereenvolgende generaties (**)In K.O.K.-Jaarboek 1986 zijn blz. 193 en 229 onderling in tegensprunk. 246

235 echter tellen elk een Jan Baptiste, resp. geboren in 1726, in 1760 en in 1783, zodat de vraag rijst welke van de twee - Jan Baptiste sr. of jr. - schepen van Deinze was in Vermoedelijk wel de oudste van beiden, want in het andere geval zou Jan Baptiste jr. wel heel erg jong (24 jaar) geweest zijn bij het aanvaarden van een schepenambt. Daarom opteren wij maar voor de oudste van de twee. Jan Baptiste De1croix sr., geboren te Kruishoutem op 9 nov als zoon van Petrus en van Judoca Velghe, was gehuwd met Veronica LEMAÎTRE (dochter van Alexander, uit Waarrnaarde) en had bij haar vier kinderen, geboren te Deinze O.-L.-Vr. : Joanna Theresia, 22 mei 1758; Joannes Baptista Ur.), 6 mei 1760 ; Joannes Ferdinandus, 30 mei 1763 en Petrus Joannes, 7 juni Joannes Baptista De1croix fs. Pieter werd op 24 aug buitenpoorter van Geraardsbergen (R.A.G., oud archief Geraardsbergen, reg. 97, ra 320). Hij (of zijn zoon?) was ook lid van de Sint-Jorisgilde sedert 1780 en in ontvanger van deze gilde (KO.K-Jaarboek 1946, blz. 85, en 155). Jan Baptiste Delcroix sr. wordt op 20 febr vermeld als "coopman in alle soorten van iserwerck" (KO.K-Jaarboek J, 1934, blz. 48 en 56) en andermaal als "coopman in ijser" in mei 1788 (R.A.G. Oud archief Deinze, reg. 485, ra 144vO). Ter volledigheid geven we hier ook maar de personalia van Jan Baptiste De1croix jr. Geboren te Deinze op 6 mei 1760, zoon van de bovenvennelden. Gehuwd te Deinze O.-L.-Vr. op 19 juni 1781 metcoleta VERMEJ REN (dochter van een vlaskoopman), die hem acht kinderen schonk, geboren te Deinze O.-L.-Vr. tussen 1782 en Brouwer van beroep, gevestigd in de vroegere stokerij van Judocus vander Donckt op de Markt (waar begin 20e eeuw de wolgoedhandel "Het witte schaap" is gekomen). Lit.: KO.K-Jaarboek 1973, blz. 14 e.v. (over Désiré Delcroix). KO.K-Jaarboek 1986, blz. 169, 191, 193 en

236 Joannes Baptista VAN POUCKE ( ) Geboren te Nazareth op 28 jan als zoon van Judocus en van Judoca van Hee. Overleden te Deinze O.-L.-Vr. op 5 frimaire XII (= 27 nov. 1803). Gehuwd met Joanna Catharina GOEMINNE (t Deinze O.-L.-Vr. 5 aug. 1794). Jeneverstoker te Deinze. Poorter van Deinze geworden op 14 okt (R.AG., Oud archief Deinze, reg. 64, f" 58r O ). Als schepen van Deinze vonden we hem vermeld tussen 20 april 1782 en 26 aug Begin 1793 (Frans Bewind) maakte hij deel uit van de "Municipaliteit" (= gemeenteraad) van Deinze. Lit.: KO.K-Jaarboek I, 1934, blz. 19. A. Cassiman, Gesch. van Deinze, blz Philippe Jacques CLEMENT ( ) Geboren te Sint-Denijs-Westrem op 29 nov als zoon van Joannes en van Livina Haeck. Overleden te Deinze op 20 mei 1823 (Tusschenbruggen = Tolpoortstraat 354). Gehuwd te Sint-Martens-Leerne in sept met Joanna Petronilla DE VOS (uit Mariakerke, dochter van Petrus en van Livina van Wanseele), geboren omstreeks 1749 en overleden te Deinze op 5 sept Ze hadden twaalf kinderen, van wie de oudste twee geboren te Deinze O.-L.-Vr. en de volgende tien in de Sint-Maartensparochie : Maria Joanna Seraphina, 5 april 1773; Sophia, 21 sept. 1774; Leo, 24 maart 1776 ; Isabella Petronilla, 12 okt ; Joannes, 22 maart 1779 ; Carolus Josephus, 21 nov (gehuwd 27 aug. 1807) ; Inge1bertus Ferdinandus, 30 okt (gehuwd 27 thermidor XII) ; Rosa, 17 april 1783 ; Ludovicus Josephus Maria, 17 sept. 1784; Amelia Paulina, 18 nov. 1787, Ludovicus Antonius, 0 17 jan. 1790; Franciscus, 2 april Jeneverstoker te Deinze (KO.K-Jaarboek I, 1934, blz. 50 : "stoker en vetlegger, buiten de Greppe, nu stokerij Filliers"). 248

237 Als schepen van Deinze vermeld tussen 20 april 1782 en 26 aug In dec (begin Frans Bewind) aangesteld als lid van de "provisionele representanten", tegelijk o.a. met Ant. Louis van Quickenborne (A. Cassiman, Gesch. van Deinze, blz. 239). Lit.: KO.K-Jaarboek 1986, blz. 152 (paspoortaanvraag ; daar evenwel vermeld als zoon van Charles Joseph!?). Bernardus Hermanus VANDER HEEREN (ca ) Geboren te Brugge omstreeks 1759 als zoon van Joannes en van Joanna vander Steene. Gehuwd met Coleta Caecilia VAN PRAET (geboren op 21 nov te Ouwegem als dochter van Joannes Baptista en van Joanna Catharina Buys), met wie hij drie kinderen had, geboren te Deinze O.-L.-Vr.: Seraphina, 0 20 sept. 1786; Carolus, 0 18 april 1788 ; Maria Robertina, 0 12 aug Licentiaat in de medicijnen. Persoonsbeschrijving bekend n.a.v. paspoortaanvraag In 1792 (KO.K-Jaarboek, 1986, blz. 154). Als schepen vonden we hem vermeld van 1784 tot 10 dec Op 8 jan lid van het Kantonnaal Bestuur waarin hij - o.m. met Domien Bracke - Deinze en Petegem vertegenwoordigde en waarvan hij de eerste voorzitter werd. Kort daarna werd hij "Commissaire du Directoire près Ie Canton de Deynze" en een tijdje later "Administrateur du Département" (A. Cassiman, Gesch. van Deinze, blz. 243). De politieke carrière van Bern. Herm. vander Heeren duurde maar kort, want hij overleed te Gent op 21 frimaire IX (= 12 dec. 1800), "particulier", slechts 41 jaar oud. Zijn vrouw overleefde hem nog ruim 36 j aar en overleed te Gen t óp 10maart 1837, "grondeigenaarster", 78 jaar oud. 249

238 NOTEN (1) Een degelijk en recent algemeen artikel over "charivari", met zeer uitvoerige (ook internationale) bibliografie terzake is van Marc Jacobs : "Charivari. Aanzet tot interdisciplinaire studie van volksgerichten in Vlaanderen", in: "Oostvlaamse Zanten. Driemdl. tschr. voor volkskunde", LXI, 2 (april-juni 1986), blz Marc Jacobs schreef hierover onder dezelfde titel ook een licentiaatsverhandeling (Rijksuniv. Gent, 1985, onuitg.), die wij voor onze bijdrage niet hebben geraadpleegd. Een korte bijdrage over de scherminkelingen te Deinze in 1788 publiceerde Marc Jacobs onder de titel "Charivari in Vlaanderen (l8de- 20ste eeuw)" in :.. Spiegel Historiael. Maandblad voor geschiedenis en archeologie", XXI, 6 (juni 1986), blz , met bibliografie op blz Over een volksgericht te Tielt schreefvaieer Arickx een korte bijdrage,.. Scherminkelen of scherminkeljagen te Tielt in 1721", gepubliceerd in.. Biekorf. Westvlaams archief voor geschiedenis..., 86e jaar, afl. 1 (1986), blz De lektuur van dit laatste artikel was voor ons de aanleiding om het Deinse geval in de onderhavige bijdrage te behandelen. (2) Rescriptie = schriftelijk antwoord. (3) Rijksarchief Gent, Oud archief Deinze, reg Op r' I vinden we de samenstelling van de.. Wet der stede... van Deijnse ten jaere 1785 : Hoogbailliu: D'heer Charles Philippe Maertens Burgemeester: D'heer Joannes Dominicus Bracke Schepenen: D'heer Ferdinand van Wonterghem D'heer Anthone van Quickenborne D'heer Jan Baptiste Delcroix D'heer Jan Baptiste van Poucke D'heer Philippe Clement D'heer ende Meester Bernard Herm(anus) van der Heeren, M(edicinae) L(icentiatus), sijnde desen lesten door S. Exc. in persoone, den Marquis van Deijnse, schepen gecreert." Voor meer bijzonderheden over elk van deze leden van het Deinse schepen kollege wordt verwezen naar de Bijlage op blz In dit Schepenkollege waren de autochtone Deinzenaars fel in de minderheid. nl. Ferdinand van Wonterghem en Ant. Louis van Quickenborne. Hoogbaljuw Martens was afkomstig van Vinkt. burgemeester J.D. Bracke van Lokeren en de schepenen J.B. Delcroix. J. van Poucke. Ph. J. Clement en B.H. vander Heeren waren geboortig resp. van Kruishoutem, Nazareth. Sint-Denijs Westrem en Brugge. (4) Rijksarchief Gent, Oud archief Deinze, reg. 485 (Ferie- en vonnishoek ), r' 147 ro-vo. 250

239 (5) Vgl. Willy Buntinx, "Een l8de-eeuwse echtscheidingszaak te Gent: du Bois - Buens", in: "Album Dr. Carlos Wyffels", Brussel, (6) In 1786 telde Deinze 1870 zielen (vgl. K.O.K.-Jaarboek 1937, blz. 69). Met dit cijfer - uit een verslag aan de Keizer - is vermoedelijk het aantal communicanten (d.i. boven de 12 jaar) bedoeld, wat op een totale bevolking van ca inwoners wijst. Dit sluit beter aan bij de gegevens van de volkstelling van tien jaar later (Jaar IV of 1796) : Deinze telde toen inwoners en Petegem 862, of zowat inwoners samen. (Rijksarchief Gent, Fonds Scheldedepartement, reg. 1690). Zie ook K.O.K.-Kontaktblad, 2e jrg. nr. 1 Uan. 1982), blz. 56, nr. 59. (7) Rijksarchief Gent, Raad van Vlaanderen, nr In de Inventaris van J. Buntinx (dl. IV, 336) is de zaakomschrijving vrij onnauwkeurig en de naam van de aangeklaagde is foutief weergegeven (de Nossele i.p.v. de Noffele). (8) Een Petrus Josephus de Smet, zoon van Petrus de Smet en Petronella Dubois, werd in de O.-L.-Vrouwekerk van Deinze gedoopt op 19 maart We hebben echter geen absolute zekerheid dat het onze persoon in kwestie is. Indien wel. dan was hij precies vijftig jaar oud op het ogenblik van de echtscheiding. Een Pierre Joseph de Smedt (dezelfde?) overleed te Petegem op 15 nivóse VIII (= 5 jan. 1800), 61 jaar oud. Namen van de ouders en van de «chtgenote worden in de overlijdensakte niet meegedeeld. Er blijft weliswaar een afwijking van ruim 2 jaar in de opgave van leeftijd, maar zoiets was toen niet ongewoon. (9) Hun kinderen, alle gedoopt in de Sint-Martinuskerk van Petegem : Joannes Baptista, 0 21 feb ; Emanuel, 0 24 dec ; Franciscus Bernardus, 0 29 okt ; Maria Joanna, 0 3 juli 1779 ; Maria Joanna, 0 14 juni 1781 ; Joannes Baptista Judocus, 0 8 jan ; Francisca Theresia, 0 21 sept ; Franciscus Ludovicus, 0 30 maart Bij de doop van Joannes Baptista Judocus in januari 1785 was Joannes Baptista Ottevaere (de latere burgemeester) dooppeter en Maria Judoca de Curte (de vrouw van François Bemard Ottevaere) dooprneter. De families de Smet en Ottevaere waren toen blijkbaar reeds goed bevriend! (10) Tenzij anders vermeld, komen alle citaten uit de diverse stukken van hetzelfde procesbundel. vermeld in noot 7. Dit citaat komt uit de verklaring van de Petegemse pastoor de Coninck, dd 020 juli Over deze laatste zie noot 23. (11) François Bernard Ottevaere (0 Deinze, O.-L-Vrouw, 8 okt. 1751) was de zoon van Matthias Ottevaere (t Zele 1778) en Joanna Grijspeirdt. Hij stierf te Deinze op 14 okt Zijn broer Jan Baptist (0 Deinze Nevele 1822) werd later, op 4 prairial VIII (= 24 mei 1800), meier ofburgemeester van Deinze (zie K.O.K.-Jaarboek 1937, blz. 82). Uitvoerige genealogische gegevens over deze familie Ottevaere zijn te vinden in het K.O.K.-Jaarboek 1970, blz De gegevens, vermeld in het K.O.K. Jaarboek 1?86, blz. 153, nr. 15, zijn hiermee in tegenspraak (Frans Bernard Ottevaere zou een zoon zijn van ene Frederic, van Wakken!). - Over 251

240 François Bernard Ottevaere zie ook K.O.K.-Jaarboeken 1936, blz. 13 (verkoop van het Hol door Pieter Jozef de Smet aan Francies Bernard Ottevaere in 1786) en 1943, blz. 67. (12) Vrouw Ottevaere, met haar meisjesnaam Maria Judoca de Curte, stierf te Petegem op 1 januari 1786, blijkbaar in het kraambed; een maand voordien immers, op 28 nov. 1785, had zij haar tiende kind ter wereld gebracht. (13) Joannes Constantinus Beyens (0 1758), zoon van Petrus Franciscus en van Maria Joanna Camberlijn. Zie K.O.K.-Jaarboeken 1975, blz , en 1986, blz. 155 en In sept werd zijn vader, Pieter Beyens, die al eerder, van 1778 tot 1781, burgemeester was geweest, andermaal burgemeester van Deinze. (14) Uit een brief van J.B. de Haveskercke, Raed fiscaal, aan het Deinse stadsbestuur (dd 0 26 juli 1789) en uit de andere dossierstukken in diezelfde bundel uit 1789 (R.A.G., Oud archief Deinze, nr. 86) blijkt dat Joanna Catharina Baecke nadien op haar eentje effektief de uitbating van de stokerij heeft voortgezet. (15) Het "Officie fiscael" had niets te maken met het belastingwezen. De "fiskalen " bij de justitieraden hadden een dubbele taak en bevoegdheid: gerechtelijk en administratief. Vooral in de tweede helft van de 18e eeuw werden zij meer en meer vertegenwoordigers van de cen trale overheid, in wier opdracht zij o.m. het beheer, de financiele en gerechtelijke aktiviteiten van baljuws, schepenen. leenmannen enz. kontroleerden. Zij traden o.m. in aktie bij klachten over feiten die zwaar de openbare orde verstoorden en stelden van ambtswege (causa officii) processen in. In deze context is het optreden van het "Officie fiscael" bij de Deinse scherminkelingen te situeren, aangezien deze de openbare orde sterk verstoorden. - Zie over het "Officie fiscael" : Dr. Jan Buntinx, "Inventaris van het Archief van de Raad van Vlaanderen", dl. I (1964), blz. 14 en dl. VII (1977), blz (16) Bedoeld zijn de plakkaten of verordeningen van Keizer Jozef II. - De maatregelen en verordeningen van de wereldlijke en geestelijke overheden ter bestrijding van de volksgerichten en de effekten van deze verordeningen worden besproken in het derde deel van Marc Jacobs licentiaatsverhandeling. (Zie "Oostvlaamse Zanten", l.c.. blz. 104, noot 24). (17) In de getuigenverklaring van Joannes Bapt. Rogiers en Joannes de Meijer, dd o 17 juni 1788, lezen we: "Sr. van der Haeghen ende Jouffrouwe Joanne Catharine Baecke, sijne swaegerinne". (18) "Eetbroodt trompen" = heet brood trompen, de bakkershoorn steken om de klanten te verwittigen zodra het "heet" of versgebakken brood uit de oven is gehaald en voor verkoop beschikbaar. (19) De tekst van het bewuste liedje (en van het Oostendse voorbeeld waarop Joannes de Vos zich had geïnspireerd) is afgedrukt in het artikel van Marc Jacobs in "Spiegel Historiael" l.c., blz Uit de bekentenis van Jacobus Staes terzake vernemen we "dat hij. benevens den voorseiden 252

241 Jan de Vos (uit Gent) alsdan voor deselve herberge heeft gesongen een liedeken, hetwelke hij bekent onkuijs te wezen; nochtans zegt dat het selve liedeken in geene deelen en was raekende den vooreseiden de Smet, sijne huijsvrouwe ofte N. Ottevaere ; dat hij verweerdere het selve liedeken heeft geleert in de maend meije lestleden vanden meergeseijden Jan de Vos, met wie hij was werkende ten huijse van N. Herman, coopman tot Deijnse, welk liedeken den voorseiden de Vos aen hem verweerdere zeijde te hebben geleert als wanneer hij te vooren tot Oostende hadde gewoont." Zo liep(en) de weg(en) van een volksliedje toentertijd... (20) Allusie op de Franse ballonvaarder Jean-Pierre Blanchard ( ), die injanuari 1785 voor een spektakulaire wereldstunt had gezorgd door met een luchtballon, gevuld met gas, als eerste ballonvaarder het Kanaal over te steken tussen Dover en Cal ais. Blanchard zorgde, nog hetzelfde jaar, voor een geslaagde ballonopstijging te Gent op 19 november 1785 (zijn 16e luchtreis!). Die exploten van 200 jaar geleden moeten toen op de mensen een even grote indruk gemaakt hebben als in onze tijd b.v. de eerste bemande ruimtevaart of de landing op de maan. "Vivat den lochtbal, vivat Blanchard" moet toen een veel gehoorde juichkreet geweest zijn, of misschien wel een refreinvers uit een liedje op de koene luchtvaartpionier, die een kwarteeuw later bij een zoveelste ballonvlucht boven Den Haag neerstortte en aan de gevolgen daarvan in Parijs overleed. Zie over hem o.m. de "Gazette van Gend" van 28 juli 1785, alsook de "Nieuwen Almanach... ofte den getrouwen Wegwyzer der Stad Gent voor het jaer 1786" (Gent, by Phil. GimbIet, 1786), blz , en idem 1787, blz Zie ook nog "La Flandre Libérale" van 14 maart 1881 ("Une ascension en ballon à Gand en 1785" door Prosper Claeys, ook opgenomen in diens "Pages d'histoire locale gantoise", Gand, J. Vuylsteke, 1885, blz ), evenals de tentoonstellingskataloog,,200 jaar ballonluchtvaart" (Sint-Niklaas, Stadhuis, 4-28 sept. 1976, blz en 58-65, met een portret van Blanchard op blz. 62). In het Prentenkabinet van de Kon. Biblioteek te Brussel bevindt zich een prent ("Moulin sur la Couppure, dit Roode Roe, à Gand - Blanchard monte avec son Balon") die de episode van 19 nov uitbeeldt. (21) Een herberg, genaamd "de drie Fonteijnen" te Petegem hebben we totnogtoe nergens elders in enig archiefstuk aangetroffen, maar wel herhaaldelijk de herberg en afspanning "de Fonteijn", gelegen in de (huidige) Gentstraat, bijna op de Knok, naast de woning van de toenmalige burgemeester Bracke. Carel Hauwe was daar in 1788 herbergier. Zie K.O.K. Kontakblad, VI, 5 Uuli 1986), blz. 663, noot 2. (22) Jacobus STAES, op 27 dec te Deinze geboren als zoon van Josephus Staes en Rosa Gernaey (ook eenmaal als Carnac vermeld). Zoals ook Bauters was hij "geemploijeerde werkman van den voorschepen Wonterghem". Joachim DE NOFFELE,op21 jan. 1759te Petegemgeboren als zoon van 253

242 Jacobus de Noffele en Isabella Voet. Op het ogenblik van zijn ondervraging was hij "sijn brood winnende met voor goede lieden te werken". In de bevolkingstelling van het Jaar IV (zie noot 6) staat Joachim de Noffele ingeschreven als "messagier" of bode. Jacobus BAUTERS, op 7 maart 1767 geboren te Petegem als zoon van Petrus Bauters en Judoca Bronchez (= Brossé?). Hij was voordien bakker van beroep, maar werkte sedert de tweede scherminkeling in de kalkschepen van Ferdinand van Wonterghem. (23) Onafgebroken sedert 1650 (maar vroeger ook al af en toe) had de Sint Martinusparochie als pastoor een Witheer of Norbertijnermonnik van de Drongense abdij. Adrianus Joseph de Coninck (0 Gent 1734) was er parochieherder van apri11779 tot juli Op 8 aug werd hij aangesteld tot 42e (en laatste) prelaat van de abdij van Drongen (zie K.O.K. Jaarboek 1937, blz. 77). Van 1796 tot einde 1802 verbleef hij te Emmerich (Duitsland) en werd in dec pastoor te Zomergem. Kort na zijn opruststelling overleed hij te Gent op 27 juni 1810 (zie Dronghine, Jaarboek 1986, blz. 57). (24) Op de plattegrond van Deinze, door J. van Maldeghem gemaakt in 1786, zijn in totaal 15 brouwerijen en stokerijen langs de Leie en de stadsgracht of Kaandel te zien. Deze kaart o.m. als bijlage in het K.O.K. Jaarboek (Ach. Cassiman, "Geschiedenis van Deinze"), alsook in de recente prachtuitgave "De Leie. Natuur en cultuur", door Arm. Ver-. meulen e.a. (Tielt, Lannoo, 1986), blz In de reeds vermelde bundel uit 1789 (RAG., Oud archief Deinze, nr. 86) bevindt zich o.m. een rapport, dd 0 7 okt. 1789, met gegevens over een inspektie, in opdracht van de hoogbaljuw Martens uitgevoerd door de Deinse schepenen J.B. Alget en Charles Willebois, vergezeld door Joannes Bapt. Minnens en Joannes de Baere, "gewesene stockers". Dit rapport geeft een overzicht van de graanvoorraden bij de volgende 14 stokers: Constantin Bullens, Jan. Bapt. Ottevaere, Francies de Baets, Francies de Poortere, J.C. Baeke (= ex-echtgenote van P.J. de Smet), Anthone van Quickenborne, Pieter Augustin de Smet, de weduwe Pieter D'hondt, Philippe Jacques Clement, Jan Bapt. de Smet, Lieven de Paepe, Joannes van Poucke, Dominicus vanden Berghe en Anthone Martens. (Zie hierover ook R.AG., Oud archief Deinze, nrs. 122 en 123). (25) Martinus Heyse, meester-huidevetter te Deinze, was op 27 juni 1787 het slachtoffer van Jacobus Sta es, door wie hij "baenstroppelijck was aengetast ende vervolgt geworden". Ook dat feit wordt hier nu ingebracht tegen de baljuw Martens, als een zoveelste blijk van "wandevoir", omdat hij toen geen vervolging had ingesteld tegen Jacobus Sta es : hiervoor zouden hem door Albertus Sta es, broer van Jacobus, 5 kronen betaald zijn. - Anderzijds wordt Martinus Heyse vermeld in een paar andere incidenten - resp. in febr en in dec waar de geweldplegingen van zijn kant kwamen (zie het artikel "Straatrelletjes en krakeel te Deinze" van G.-P. Baert in K.O.K.-Jaarboek 1965, blz. Dl). Het incident 254

243 van 3 febr is te vinden in Rijksarchief Gent, fonds Deinze. reg r' va. - Zie ook K.O.K.-Jaarboek I, 1934, blz. 58 over Huyse (= Heyse) als patriot in (26) Over apoteker Augustinus Arnoldus Lucas Claes. die van 1815 tot 1833 burgemeester van Deinze was, zie K.O.K.-Kontaktblad V, 7 (sept. 1985), nr blz (27) Allicht is hier bedoeld de herberg "den Hert" op de markt te Deinze, rechtover de kerk. Een andere herberg en afspanning van die naam, gewoonlijk "den grooten Hert" genaamd. was gelegen op de Knok te Petegem (laatst café Jules Verscheiden). (28) De waard van "den Hert" op de markt in 1788 was Joannes Neirinck (als herbergier vermeld tussen 1783 en 1791). In "den grooten Hert" op de Knok was Sieur Athanaes van Houtte fs. Pieter hostelier. (29) Deze voor de baljuw ongunstige getuigenis - weliswaar vanwege de broers van het slachtoffer, die men dus als partijdig zou kunnen beschouwen - wordt nochtans geloofwaardiger en derhalve nog bezwarender door hun zeer "afstandelijke" houding tegenover hun broer, zoals die blijkt uit hun eigen woorden: "Wij en trecken het fait van ons broeder ons niet aen. Wij en geven geen geit Heeft hij de galge verdient, hangt hem op!" (30) Zie K.O.K.-Jaarboek blz De auteur maakt geen melding van andere archiefbronnen dan de stadsrekeningen Waar de beschrijving van d~ konkrete voorvallen te vinden is. komen we niet te weten. Zijn bewering omtrent het "oogluikend toezien" van de stedelijke magistraat is waarschijnlijk gesteund op Ach. Cassiman. "Geschiedenis van Deinze", blz. 229, waar dezelfde mening vooropgezet wordt. (31) Zie hierover ook: Rijksarchief Gent. Oud archief Deinze. nr. 76 (Resolutieboek ), r' 95. (32) Rijksarchief Gent. Oud archief Deinze, nr. 76, r' 72v o -74r o (33) Rijksarchief Gent, Raad van Vlaanderen, nr (Sententierollen ). rol van oktober Met dank aan de heer Marc Jacobs. die ons op de vindplaats van deze sententie wees! Ziehier de tekst ervan: "Gezien het proces crimineel crimineelick ende extraordinaire bel eet. hangende hier thove in rechte tusschen de raeden fiscaelen van desen hove. heesschers causa officii ter eender zijde. Joachim de Noffele, Jacobus Staes ende Jacobus Bauters, alle woonachtigh binnen de stadt van Deijnse, gedetineerde verweirders ter andere, Thof recht doende ende niet min regart nemende op 's verweiders redenen van excusie, langdeurige detentie ende verdragh in de discretie vanden hove. condemneert de selve verweirders ter causen van de misusen ende excessen bij hun begaen, breeder ten processe vermelt,gedeurende den tijdt van acht naereenvolgende daegen gedetineert te blijven in stricte vangenisse ende aldaer over ander dagh te peniteeren te waeter ende te broode ende condemneert hun solidairelick in de costen ende mijsen van justitie ter tauxatie vanden hove. Fiat. pro: 31 8 bre 1788." 255

244 (34) Rijksarchief Gent, Oud archief Deinze, nr. 68. (35) Verwijst naar de aanhechting van Petegem-Binnen bij Deinze in 1469 door de Bourgondische hertog Karel de Stoute: zie daarover de K.O.K. Jaarboeken 1935, blz. 39, en 1936, blz. 31 en noot 35 op blz. 37. (36) Charles Willebois fs. Jacobi, chirurgijn, geboren omstreeks 1735 (vermeld als 54 jaar oud in febr. 1789: zie Rijksarch. Gent, Oud archief Deinze, reg. 470, f" 165 VO). Zie ook K.O.K.-Jaarboek 1965, blz. 31. waar hij echter vermeld staat als 40 jaar oud in 1788, d.w.z. geboren omstreeks 1748!? Vermoedelijk een zoon van hem, ni. Franciscus Josephus Willebois (0 ca. 1773), ging in 1800 medicijnen studeren aan de Universiteit van Leiden ("Vlaamse Stam", XXII, 7-8, juli-aug. 1986, blz. 324). (37) Over baljuw Charles Philippe Martens zie o.m. K.O.K.-Jaarboek blz. 154 en 178, en K.O.K.-Kontaktblad VI, 4, mei-juni 1986, blz Hij was een van de rijkste mannen van Deinze. Zijn dochter (Maria Philippina Josephina Carolina Livina, Deinze 25 febr mei 1848) werd nadien de weldoenster van het Sint-Vincentiusklooster. 256

245 In Memoriam 257

246 Men meldt ons het overlijden van DE HEER Remi CARTON Weduwnaar van mevrouw Germaine DHUYVETTER Stichter van de N.V. Etablissementen Reml Carton-Dhuyvetter te Deinze Ere-eerste sergeant van de Stedelijke Brandweer te Deinze Laureaat van de Arbeid Vereremerkt met verschillende eretekens Lid van verschillende krlstelijke verenigingen Geboren te Deinze op 21 maart 1902 en er godvruchtig overleden op 17 november 1986, gesterkt door de heilige sakramenten der zieken. De uitvaartmis heeft plaats in de kapel van het Sint-Vincentius Instituut, Meulenstraat 24 te Deinze op zaterdag 22 november 1986 om 10 u. 30, gevolgd door de begrafenis en de bijzetting in de familiegrafkelder op het kerkhof aldaar. Samenkomst en begroeting in het mortuarium van het ziekenhuis, Meulenstraat 9 te Deinze vanaf 9 u. 30. Dit bericht geldt als enige kennisgeving. Willy RAES-CARTON en kinderen, Gentsesteenweg 146,9800 Deinze Eric MORTIER-CARTON en kinderen, Kerselaarslaan 5, 9800 Deinze Begraf. en funerarium De Boever.Drljoel, Markt 141,9800 Deinze. tel BOV 258

247 Remi Carton lid van K.O.K. van bij de stichting in 1928 tot bij zijn overlijden in 1986 ; hij was dus 58 jaar lang trouw lid. Remi Carton was het laatste overlevende lid van het stichtingsjaar 259

248 tv ~ Dankbaar om wat hij voor ons is geweest, worden wij heel stil bij het afscheid van Jan Frans Peter Paul BAERT Uitgever van Het Belang van LImburg Gedelegeerd bestuurder van de Concentra-Groep Kommandeur In de Orde van Slilt-Gregorius de Grote Kommandeur In de Kroonorde Commander ot the Most Excellent Order ot the Britlsh Emplre Honorair Consul van Frankrijk Bestuurder KredIetbank NV Bestuurder van vennootschappen Geboren te Gent op 10 november 1920 en overleden op Eikenhof te Hasselt op 30 november 1986, gesterkt door het Sakrament der Zieken. Dit melden U met droefheid: Tonia MARTENS, zijn echtgenote; Frans BAERT, Jan Peter en Gisèle BAERT-TOBOLA. Pieter BAERT, Sylvie BAERT, zijn kinderen. De families BAERT. MARTENS, MINON. THEELEN. De raad van bestuur, direktie en personeel van de Concentra-Groep en zijn trouw huispersoneel. Op verzoek van de familie heeft de teraardebestelling in alle intimiteit plaatsgehad. Om God te danken voor alle vriendschap. die van hem is uitgegaan. wordt U vriendelijk uitgenodigd tot de plechtige eucharistieviering te zijner nagedachtenis op zaterdag 8 december 1888 om 10 u. 30 in de H Hartkerk te Hasselt Dit bericht geldt als enige kennisgeving. Schriftelijk rouwbeklag: 3äOO Hasselt. Eikendreef Genk. Hasseitweg Hasselt. Herckenrodesingel Sint-Kruis-Brugge, Warrenplein BOV

249 K.O.K.-Erelid Jan Baert zette het erelidmaatschap van zijn vader, Gaston Pieter Baert, medestichter van K.O.K., verder 261

Samen met Jezus op weg

Samen met Jezus op weg Samen met Jezus op weg KERK & WERELD Korte Schipstraat 16 2800 Mechelen Tekst: Myrjam De Keyser 1. De laatste keer samen Jezus en zijn leerlingen willen graag het paasfeest vieren. Daarvoor zijn ze naar

Nadere informatie

KACHTEM TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG

KACHTEM TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG KACHTEM TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG Voor de oorlog De kerk van Kachtem, toen alles nog rustig was. 31 juli 1914: ten oorlog! Op 31 juli 1914 staat het dorp in rep en roer: het is oorlog! Overal wordt

Nadere informatie

STADEN TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG

STADEN TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG STADEN TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG Staden voor de oorlog STA_07 De Speyhoek in Staden, voor de oorlog. Iedereen komt naar buiten voor de fotograaf. Moeders met lange rokken en grote schorten, vaders

Nadere informatie

LICHTERVELDE TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG

LICHTERVELDE TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG LICHTERVELDE TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG Voor de oorlog LI_07 Er is veel volk op de dorpsplaats samengekomen en overal hangen vlaggen. Niemand is aan het werken. Het is waarschijnlijk zondag, en mooi

Nadere informatie

SLYPSKAPELLE TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG

SLYPSKAPELLE TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG SLYPSKAPELLE TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG Voor de oorlog MO_03 Moeders met lange rokken en schorten. Meisjes en jongens met zwarte kousen, sommige op klompen. Het lijkt gezellig op straat. Geen auto

Nadere informatie

HOOGLEDE TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG

HOOGLEDE TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG HOOGLEDE TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG 31 juli 1914: ten oorlog! Het is oorlog! Het brandweerkorps wordt snel samengeroepen voor het gemeentehuis. De brandweermannen moeten de jongens gaan waarschuwen

Nadere informatie

Hij heeft een muts aan

Hij heeft een muts aan Hij heeft een muts aan Johan Mathieu Dekemper schreef dit liedje als ode aan de "gewone werkman" of als aanklacht tegen de hautaine "beau monde" als u wil. Een protestlied van rond WOI dus, waarbij in

Nadere informatie

MOORSLEDE TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG

MOORSLEDE TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG MOORSLEDE TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG Voor de oorlog MO_03 Moeders met lange rokken en schorten. Meisjes en jongens met zwarte kousen, sommige op klompen. Het lijkt gezellig op straat. Geen auto s...

Nadere informatie

Vandaag een Bijzondere Dag: Feest van de Vlaamse Gemeenschap

Vandaag een Bijzondere Dag: Feest van de Vlaamse Gemeenschap 11 juli Vakantieoefeningen Vandaag een Bijzondere Dag: Feest van de Vlaamse Gemeenschap Bijbelhoekje: het verhaal van de verloren zoon. Deel 5. Lees het verhaal, dan kun je de vraagjes oplossen. Er wordt

Nadere informatie

IZEGEM TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG

IZEGEM TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG IZEGEM TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG 31 juli 1914: ten oorlog! Op 31 juli 1914 staat de stad in rep en roer: het is oorlog! Overal wordt erover gepraat, de mensen staan allemaal op straat. De volgende

Nadere informatie

3 de graad lager onderwijs

3 de graad lager onderwijs 3 de graad lager onderwijs Hallo beste lezer, Wat een toeval dat jij mijn dagboek gevonden hebt! Ik kijk er al naar uit om je alles te vertellen wat ik meegemaakt heb de laatste maanden, wat waren me dat

Nadere informatie

Paasviering. Sing-in 2017

Paasviering. Sing-in 2017 Paasviering Sing-in 2017 Welkom en gebed Psalm 100:1 Juich, aarde, juich alom den HEER; Dient God met blijdschap, geeft Hem eer; Komt, nadert voor Zijn aangezicht; Zingt Hem een vrolijk lofgedicht. Wij

Nadere informatie

DADIZELE TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG

DADIZELE TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG DADIZELE TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG Voor de oorlog DAD_02 Dadizele, voor de oorlog. De kinderen wachten op de tram. Overal in de streek liepen tramlijnen. Maar de tram maakte plaats voor de auto. Ook

Nadere informatie

RUMBEKE TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG

RUMBEKE TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG RUMBEKE TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG Voor de oorlog RUM_02 Koetsen en karren over de kasseien van de vooroorlogse Rumbeeksesteenweg. De straat loopt recht op de mooie, fiere kerktoren. 31 juli 1914:

Nadere informatie

Het oorlogsdagboek van Fons Versmissen enkele fragmenten -

Het oorlogsdagboek van Fons Versmissen enkele fragmenten - Het oorlogsdagboek van Fons Versmissen enkele fragmenten - Fons Versmissen was soldaat in WO I. Hij hield een dagboek bij zijn kleinzoon Jef Versmissen publiceert dit dagboek 100 jaar later als een blog

Nadere informatie

2 de graad lager onderwijs

2 de graad lager onderwijs 2 de graad lager onderwijs Hallo beste lezer, Wat een toeval dat jij mijn dagboek gevonden hebt! Ik kijk er al naar uit om je alles te vertellen wat ik meegemaakt heb de laatste maanden, wat waren me dat

Nadere informatie

Albert I van België: Brussel, 8 april Marche-les- Dames, 17 februari 1934

Albert I van België: Brussel, 8 april Marche-les- Dames, 17 februari 1934 Albert I van België: Brussel, 8 april 1875 - Marche-les- Dames, 17 februari 1934 Hij was prins van België, hertog van Saksen, prins van Saksen-Coburg-Gotha, was van 23 december 1909 tot 17 februari 1934

Nadere informatie

100 jaar geleden. t Is Oorlog! Een lesmap voor het vierde, vijfde en zesde leerjaar, door juffrouw Anita en de papa van Anna.

100 jaar geleden. t Is Oorlog! Een lesmap voor het vierde, vijfde en zesde leerjaar, door juffrouw Anita en de papa van Anna. 100 jaar geleden t Is Oorlog! Een lesmap voor het vierde, vijfde en zesde leerjaar, door juffrouw Anita en de papa van Anna. t Is oorlog! Binderveld, Kozen, Nieuwerkerken en Wijer 100 jaar geleden is een

Nadere informatie

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1 MEMORY WOORDEN 1.1 TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1 ik jij hij zij wij jullie zij de baby het kind ja nee de naam TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 2 MEMORY WOORDEN 1.2 TaalCompleet A1 Memory Woorden

Nadere informatie

germaans volk), een sterke Franse groepering. Ze verkochten haar aan de Engelsen die haar beschuldigden van ketterij (het niet-geloven van de kerk).

germaans volk), een sterke Franse groepering. Ze verkochten haar aan de Engelsen die haar beschuldigden van ketterij (het niet-geloven van de kerk). Jeanne d'arc Aan het begin van de 15de eeuw slaagden de Fransen er eindelijk in om de Engelsen uit hun land te verdrijven. De strijd begon met een vrouw die later een nationale heldin werd, van de meest

Nadere informatie

T EVERGEMS KLASKEN VAN 14

T EVERGEMS KLASKEN VAN 14 T EVERGEMS KLASKEN VAN 14 (Bron: archief Achiel De Vos) k Hoor ze nog roepen toen ik uit de Kompanie wegtrok Embarqués, die mannen waarmede ik dagelijks omging; ze meenden het niet voorwaar, want ze wisten

Nadere informatie

Overal in ons land is water. Het water

Overal in ons land is water. Het water Het verdwenen eiland Schokland Overal in ons land is water. Het water van de zee klotst tegen de kust. Rivierwater stroomt over de grenzen het land binnen. Soms is er een stukje land dat aan alle kanten

Nadere informatie

Het drama van twee geliefden, die niet met elkaar mochten trouwen, terwijl zij 7 maanden zwanger was

Het drama van twee geliefden, die niet met elkaar mochten trouwen, terwijl zij 7 maanden zwanger was Het drama van twee geliefden, die niet met elkaar mochten trouwen, terwijl zij 7 maanden zwanger was Breda, 16 april 1843 Het vinden van eene vrouwen-muts en klomp in de haven te Leur had reeds op den

Nadere informatie

LES 4. Handelingen 12:1-19; Van Jeruzalem tot Rome: Verlost uit de gevangenis blz.109-116

LES 4. Handelingen 12:1-19; Van Jeruzalem tot Rome: Verlost uit de gevangenis blz.109-116 LES 4 Handelingen 12:1-19; Van Jeruzalem tot Rome: Verlost uit de gevangenis blz.109-116 De boodschap God hoort en verhoort onze gebeden voor elkaar. Leertekst: Terwijl Petrus onder zware bewaking zat

Nadere informatie

Samenvatting geschiedenistoets hoofdstuk 6: Een tijd van revoluties

Samenvatting geschiedenistoets hoofdstuk 6: Een tijd van revoluties Samenvatting geschiedenistoets hoofdstuk 6: Een tijd van revoluties Dit hoofdstuk gaat over opstand in Amerika, Frankrijk en Nederland. Deze opstanden noemen we revoluties. Opstand in Amerika (1775). De

Nadere informatie

GITS TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG

GITS TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG GITS TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG 31 juli 1914: ten oorlog! Op vrijdag 31 juli 1914 staat Gits in rep en roer: de algemene mobilisatie wordt afgekondigd. Alle jongemannen die in aanmerking komen voor

Nadere informatie

OEKENE TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG

OEKENE TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG OEKENE TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG Voor de oorlog de kerk van Oekene voor de Eerste Wereldoorlog 31 juli 1914: ten oorlog! Op 31 juli 1914 staat het dorp in rep en roer: het is oorlog! Overal wordt

Nadere informatie

LES 3 Ik leer Nederlands. TESTEN TEST 1

LES 3 Ik leer Nederlands. TESTEN TEST 1 12/11/14 1 LES 3 Ik leer Nederlands. TESTEN TEST 1 1. (lezen) Ik.... een lange tekst. 2 Hij.... een moeilijk boek. 3. Zij.... een gemakkelijk tekstje. 4..... jullie veel? Ja, wij.... graag kinderboeken.

Nadere informatie

DINGEN DIE JE MOET WETEN

DINGEN DIE JE MOET WETEN 50 Maar wat gebeurde er precies? Welke landen en mensen waren belangrijk? Dit boek staat vol met weetjes, landkaarten en foto s over een tragische periode in de wereldgeschiedenis. JIM ELDRIDGE ISBN 978

Nadere informatie

De Franse keizer Napoleon voerde rond 1800 veel oorlogen in Europa. Hij veroverde verschillende gebieden, zoals Nederland en België. Maar Napoleon leed in 1813 een zware nederlaag in Duitsland. Hij trok

Nadere informatie

Les 13: Geboorte van Jezus.

Les 13: Geboorte van Jezus. Les 13: Geboorte van Jezus. kun je lezen in lukas 1 en 2 Wees gegroet, Maria, je bent begenadigd, de Heer is met je. Maria kijkt op van waar ze mee bezig is. Er staat iemand in de deuropening van het huis

Nadere informatie

Karel XII van Zweden: Stockholm, 17 juni 1682 Halden, 30 november 1718

Karel XII van Zweden: Stockholm, 17 juni 1682 Halden, 30 november 1718 Karel XII van Zweden: Stockholm, 17 juni 1682 Halden, 30 november 1718 Karel XII was van 1697 tot 1718 koning van Zweden. Hij was de derde koning uit het geslacht Wittelsbach en één der partijen in de

Nadere informatie

Verloren grond. Murat Isik. in makkelijke taal

Verloren grond. Murat Isik. in makkelijke taal Verloren grond Murat Isik in makkelijke taal Moeilijke woorden zijn onderstreept en worden uitgelegd in de woordenlijst op pagina 84. Dit boek heeft het keurmerk Makkelijk Lezen Mijn geboorte Mijn verhaal

Nadere informatie

Leopold I van België: Coburg, 16 december 1790 Laken, 10 december 1865

Leopold I van België: Coburg, 16 december 1790 Laken, 10 december 1865 Leopold I van België: Coburg, 16 december 1790 Laken, 10 december 1865 Leopold Joris Christiaan Frederik van Saksen-Coburg en Gotha, prins van Saksen-Coburg-Saalfeld (later van Saksen-Coburg en Gotha),

Nadere informatie

Goede vrijdag Zie Het Lam!

Goede vrijdag Zie Het Lam! Goede vrijdag 2019 Zie Het Lam! Voorganger: Organist: ds. A. Baas Arjen van Vliet Orgelspel In stilte komen we de kerk binnen. We groeten elkaar en denken aan dat wat de Heere Jezus op die Vrijdag lang

Nadere informatie

Ria Massy. De taart van Tamid

Ria Massy. De taart van Tamid DE TAART VAN TAMID Ria Massy De taart van Tamid De taart van Tamid 1 Hallo broer! Hallo Aziz! roept Tamid. Zijn hart klopt blij. Aziz belt niet zo dikwijls. Hij woont nog in Syrië. Bellen is moeilijk in

Nadere informatie

Jongerendienst in de Ontmoetingskerk op zondag 22 maart 2015 Zo stil

Jongerendienst in de Ontmoetingskerk op zondag 22 maart 2015 Zo stil Jongerendienst in de Ontmoetingskerk op zondag 22 maart 2015 Zo stil voorganger: ds. Hans van Walsum muzikale begeleiding: Dedication / m.m.v. de jongeren van de TTV-club SAMENKOMEN Welkom en mededelingen

Nadere informatie

Hitler op weg naar de macht Wie was Adolf Hitler?

Hitler op weg naar de macht Wie was Adolf Hitler? Hitler op weg naar de macht Wie was Adolf Hitler? Iedereen heeft wel eens van Adolf Hitler gehoord. Hij was de leider van Duitsland. Bij zijn naam denk je meteen aan de Tweede Wereldoorlog. Een verschrikkelijke

Nadere informatie

Melkweg. Een dagje ouder. Lezen van Alfa A naar Alfa B. Ouder worden

Melkweg. Een dagje ouder. Lezen van Alfa A naar Alfa B. Ouder worden Melkweg Lezen van Alfa A naar Alfa B Een dagje ouder Ouder worden Colofon Melkweg Lezen van Alfa A naar Alfa B: Een dagje ouder, 2013 Auteurs: Merel Borgesius Kaatje Dalderop Willemijn Stockmann Dit katern

Nadere informatie

Wat is de aanleiding tot de Eerste Wereldoorlog? De moord op Frans-Ferdinand van Oostenrijk.

Wat is de aanleiding tot de Eerste Wereldoorlog? De moord op Frans-Ferdinand van Oostenrijk. Werkblad 7 Ω Oorlog en crisis Ω Les : De Eerste Wereldoorlog Het begin van de Eerste Wereldoorlog Rond 900 zijn er twee kampen in Europa. Rusland, Frankrijk en Groot- Brittannië aan de ene kant. Oostenrijk-

Nadere informatie

14 God ging steeds voor hen uit, overdag in een wolk, s nachts in licht en vuur.

14 God ging steeds voor hen uit, overdag in een wolk, s nachts in licht en vuur. Psalmen Psalm 78 1 Een lied van Asaf. De lessen van het verleden Luister allemaal naar mijn woorden. Luister goed, want ik wil jullie iets leren. 2 Wijze woorden wil ik spreken, wijze woorden over het

Nadere informatie

INGELMUNSTER TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG

INGELMUNSTER TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG INGELMUNSTER TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG 31 juli 1914: ten oorlog! Op 31 juli 1914 staat de gemeente in rep en roer: het is oorlog! Overal wordt erover gepraat. De volgende dag al moeten de dienstplichtigen

Nadere informatie

Kinderdienst: Helden Over David en Goliath.

Kinderdienst: Helden Over David en Goliath. Kinderdienst: Helden Over David en Goliath. Voor de dienst: *Wat is dat, dat is Goliath *Trek je wapenrusting aan *Ik volg de Heer *Groot en machtig zijt Gij 387 *Van A tot Z 241 opwekking voor kids Welkom

Nadere informatie

Keizer Karel VII Albrecht: Brussel, 6 augustus 1697 München, 20 januari 1745

Keizer Karel VII Albrecht: Brussel, 6 augustus 1697 München, 20 januari 1745 Keizer Karel VII Albrecht: Brussel, 6 augustus 1697 München, 20 januari 1745 Karel VII Albert, een lid van het Huis Wittelsbach, was keurvorst van Beieren vanaf 1726 en Rooms-Duitse keizer van 24 januari

Nadere informatie

Liederenblad. Passie - Pasen. Hervormde Gemeente Bergambacht

Liederenblad. Passie - Pasen. Hervormde Gemeente Bergambacht Liederenblad Passie - Pasen Hervormde Gemeente Bergambacht 3 maart t/m 22 april 2019 1 e lijdenszondag - 3 maart WK 564 Alzo lief had God de wereld WK 153 : 1, 2, 5 en 6 Leer mij, o Heer, Uw lijden recht

Nadere informatie

Toelichting beelden tijdbalk Argus Clou Geschiedenis groep 7

Toelichting beelden tijdbalk Argus Clou Geschiedenis groep 7 Toelichting beelden tijdbalk Argus Clou Geschiedenis groep 7 Hierbij treft u een toelichting aan bij de beelden die in de tijdbalk van Argus Clou Geschiedenis groep 7 zijn opgenomen. Inhoud Thema 1 Boze

Nadere informatie

Jonggezinnedienst 24 sept uur Thema : de Koninklijke trein Kind vermist/gemist opening winterwerk met ds Hoekman

Jonggezinnedienst 24 sept uur Thema : de Koninklijke trein Kind vermist/gemist opening winterwerk met ds Hoekman Jonggezinnedienst 24 sept 2017 10.00 uur Thema : de Koninklijke trein Kind vermist/gemist opening winterwerk met ds Hoekman Welkom en afkondigingen: Zingen: Heb je al een kaartje voor de koninklijk trein

Nadere informatie

Naam: EEN BRUG TE VER De Slag om Arnhem

Naam: EEN BRUG TE VER De Slag om Arnhem Naam: EEN BRUG TE VER De Slag om Arnhem A Bridge too Far is een film over de meest tragische blunder van de Tweede Wereldoorlog en vertelt heel precies over een groot plan. Dat plan kostte meer Geallieerden

Nadere informatie

Liturgie voor de Gezinsdienst op 7 april 2019 Voorganger: Ds. R.A. Houtman, Epe M.m.v. Combo Goede Herderkerk Thema: Wil je Jezus volgen?

Liturgie voor de Gezinsdienst op 7 april 2019 Voorganger: Ds. R.A. Houtman, Epe M.m.v. Combo Goede Herderkerk Thema: Wil je Jezus volgen? Liturgie voor de Gezinsdienst op 7 april 2019 Voorganger: Ds. R.A. Houtman, Epe M.m.v. Combo Goede Herderkerk Thema: Wil je Jezus volgen? Voor de dienst zingen we: UW GENADE IS MIJ GENOEG - OPWEKKING 614

Nadere informatie

Zet je voet maar op het water!

Zet je voet maar op het water! Zet je voet maar op het water! Gezinsdienst Zondag 1 mei 2016 Locatie: Voorganger: Organist: Medewerking: Oosterkerk Ds. Koning Jurjan Lipke Combo Joy 4 All Voor de dienst zingen we: Jezus roept alle kleine

Nadere informatie

Jan zonder Vrees (hertog): Dijon, 28 mei 1371 Montereau, 10 september 1419

Jan zonder Vrees (hertog): Dijon, 28 mei 1371 Montereau, 10 september 1419 Jan zonder Vrees (hertog): Dijon, 28 mei 1371 Montereau, 10 september 1419 Hij was hertog van Bourgondië. Hij werd geboren in Dijon en was de oudste zoon van Filips de Stoute, hertog van Bourgondië en

Nadere informatie

EMELGEM TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG

EMELGEM TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG EMELGEM TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG 31 juli 1914: ten oorlog! Op 31 juli 1914 staat het dorp in rep en roer: het is oorlog! Iedereen komt op straat en praat erover. De jonge mannen worden opgeroepen

Nadere informatie

A) Gebruik de volgende voegwoorden: maar, want, en, of.

A) Gebruik de volgende voegwoorden: maar, want, en, of. A) Gebruik de volgende voegwoorden: maar, want, en, of. 1. Trek je schoenen uit moeder heeft pas schoongemaakt. 2. Ik wilde gaan tennissen mijn vrienden vonden het te warm. 3. Drink je koffie drink je

Nadere informatie

jan Boskamp geen gezeik Wim De Bock

jan Boskamp geen gezeik Wim De Bock jan Boskamp geen gezeik Wim De Bock Geen Gezeik Wim De bock geen gezeik Voetbal international Inhoud 1 Schoffie in Rotterdam 9 2 Feyenoord voor altijd 39 3 Acht jaar trouw aan RWDM 69 4 Tussen Vlaanderen

Nadere informatie

De biecht. Het origineel werd uiteraard in het Gents gezongen, waardoor bijvoorbeeld het rijm in het begin van de derde strofe ook echt "klopt".

De biecht. Het origineel werd uiteraard in het Gents gezongen, waardoor bijvoorbeeld het rijm in het begin van de derde strofe ook echt klopt. De biecht Johan In "De Vetjes" van Karel Waeri, hernomen in "Liedjes die eigenlijk niet mogen" door Roger Hessel, vinden we dit muzikaal verhaaltje over de belevenissen in een biechtstoel. Reeds in de

Nadere informatie

Oma Spillner en een dubbelhuwelijk in Schoonhoven

Oma Spillner en een dubbelhuwelijk in Schoonhoven Inleiding Oma Spillner en een dubbelhuwelijk in Schoonhoven In de jaren dertig groeide onze moeder op in Zuid-Limburg. Mama is de oudste van tien kinderen. Toen ze vier jaar oud was, kwam haar oma bij

Nadere informatie

De exodus. Foto s van het materiaal

De exodus. Foto s van het materiaal De exodus Focus van dit verhaal De focus van dit verhaal ligt bij de uittocht van het volk van God (Exodus 11:1 15:21). Het verhaal is één van de heilige verhalen en behoort tot de kernpresentatie. Lesdoelen

Nadere informatie

Napoleon. bekendste persoon uit de geschiedenis

Napoleon. bekendste persoon uit de geschiedenis Napoleon bekendste persoon uit de geschiedenis Napoleon behoort tot de meest bekende personen uit de geschiedenis. Hij wist zich van eenvoudige komaf op te werken tot keizer van Frankrijk en heerser over

Nadere informatie

Over het toneelstuk Gijsbrecht van Amstel

Over het toneelstuk Gijsbrecht van Amstel Voorwoord Gijsbrecht van Amstel leefde rond 1300. Hij was de belangrijkste man van de stad Amsterdam in die tijd. Gijsbrecht was geliefd bij de bevolking van Amsterdam, maar hij had ook veel vijanden.

Nadere informatie

Kinderkerstfeest van de Kindernevendienst 26 december Kerstverhaal

Kinderkerstfeest van de Kindernevendienst 26 december Kerstverhaal Kinderkerstfeest van de Kindernevendienst 26 december 2016 Kerstverhaal Heel lang geleden was er een jonge vrouw, Maria. Zij woonde in het dorpje Nazareth. Maria was een heel gewone vrouw, net zo gewoon

Nadere informatie

Dagboek Sebastiaan Matte

Dagboek Sebastiaan Matte Vraag 1 van 12 Dagboek Sebastiaan Matte Uit het dagboek van Sebastiaan Matte: "Ik ben vandaag bij een hagenpreek geweest, in de duinen bij Overveen. Wel duizend mensen uit de stad waren bij elkaar gekomen

Nadere informatie

Johannes 18,1-11 Jezus begint het gevecht, wij gaan vrijuit

Johannes 18,1-11 Jezus begint het gevecht, wij gaan vrijuit Johannes 18,1-11 Jezus begint het gevecht, wij gaan vrijuit Liturgie Voorzang: Ps 134,1.2 Stil gebed Votum en zegengroet Zingen: Ps 134,3 Wet Zingen LB 169,2.4.5 Gebed Lezen: - Joh 18,1-11 - Joh 10,11-15

Nadere informatie

OOSTNIEUWKERKE TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG

OOSTNIEUWKERKE TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG OOSTNIEUWKERKE TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG Voor de oorlog OOS_02 Oostnieuwkerke, zo n 100 jaar geleden. De mensen komen uit hun huizen om te kijken naar de fotograaf. 31 juli 1914: ten oorlog! Op 31

Nadere informatie

Limburg tussen staf en troon 1000 jaar graafschap Loon. les 1: Wie waren de graven van Loon

Limburg tussen staf en troon 1000 jaar graafschap Loon. les 1: Wie waren de graven van Loon Limburg tussen staf en troon 1000 jaar graafschap Loon les 1: Wie waren de graven van Loon Na deze les kan je de geschiedenis van het graafschap Loon aanduiden op je tijdbalk; kan je informatie opzoeken

Nadere informatie

Bronnen Noem een bron uit de tijd van de wereldoorlogen. Moet op het kaartje staan. Ooggetuigen Voedselbon Monument Museum Oorlogsgraven Filmbeelden

Bronnen Noem een bron uit de tijd van de wereldoorlogen. Moet op het kaartje staan. Ooggetuigen Voedselbon Monument Museum Oorlogsgraven Filmbeelden Bronnen Noem een bron uit de tijd van de wereldoorlogen. Moet op het kaartje staan. Ooggetuigen Voedselbon Monument Museum Oorlogsgraven Filmbeelden Bronnen Noem een museum uit die tijd. Openluchtmuseum

Nadere informatie

Rivka voelt tranen in haar ogen. Vader aait over haar wang. Hij zegt: Veel plezier, prinsesje. Vergeet je nooit wie je bent? Dan draait vader zich

Rivka voelt tranen in haar ogen. Vader aait over haar wang. Hij zegt: Veel plezier, prinsesje. Vergeet je nooit wie je bent? Dan draait vader zich 1942-1943 1 Rivka! Het is tijd om te gaan!, roept vader. Rivka is blij. Ze gaat logeren. Ze weet niet bij wie. En ze weet ook niet hoe lang. Maar ze heeft er wel zin in. Vader heeft gezegd: Je gaat in

Nadere informatie

sarie, mijn vriend kaspar en ik

sarie, mijn vriend kaspar en ik sarie, mijn vriend kaspar en ik Leen Verheyen sarie, mijn vriend kaspar en ik is een theatertekst voor kinderen vanaf 4 jaar en ging in première op 12 september 2009 bij HETPALEIS in Antwerpen 1 ik: het

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2 Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2 Samenvatting door S. 1030 woorden 18 mei 2017 0 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Geschiedenis samenvatting H2 1: Wetenschappelijke Revolutie 17 e eeuw Kenmerken: Observeren

Nadere informatie

1. Als het leven soms pijn doet

1. Als het leven soms pijn doet 1. Als het leven soms pijn doet 1 Als het leven soms pijn doet en de storm gaat tekeer in een tijd van moeite en verdriet. Alsof de zon niet meer opkomt en het altijd donker blijft en de ochtend het daglicht

Nadere informatie

ROBIN HOOD EN ZIJN VROLIJKE VRIENDEN

ROBIN HOOD EN ZIJN VROLIJKE VRIENDEN ROBIN HOOD EN ZIJN VROLIJKE VRIENDEN ond het einde van de twaalfde eeuw regeerde de goede koning Richard Leeuwenhart over Engeland. Toen hij koning werd, was de schatkist leeg en waren de knagers arm en

Nadere informatie

Niet bang zijn! God maakt je sterk!

Niet bang zijn! God maakt je sterk! Niet bang zijn! God maakt je sterk! Aangepaste dienst Zondag 22 november 2015 Br. Peter Zuidema Welkom Mededelingen Votum en groet Zingen:E & R 230 - Jezus is de goede Herder 1. Jezus is de goede herder

Nadere informatie

Heer, U kent mij als geen ander U weet of ik zit of sta en U kent ook mijn gedachten voordat ik iets zeggen ga

Heer, U kent mij als geen ander U weet of ik zit of sta en U kent ook mijn gedachten voordat ik iets zeggen ga Hieronder staan de teksten van nieuwe liedjes, zodat jullie ze thuis ook kunnen oefenen: 'k Heb Jezus nodig heel mijn leven 'k Heb Jezus nodig, heel mijn leven. 'k Heb Jezus nodig, dag aan dag, in m'n

Nadere informatie

Dienst met de catechesegroep gehandicapten Thema: Eten met Jezus

Dienst met de catechesegroep gehandicapten Thema: Eten met Jezus 29 april 2018 Dienst met de catechesegroep gehandicapten Thema: Eten met Jezus 9.30 uur Voorganger: ds Adri van der Wal Met medewerking van de 4U-band o.l.v. André Kastelein 1 Intocht De kerkenraad komt

Nadere informatie

de zon schijnt altijd

de zon schijnt altijd de zon schijnt altijd GEDICHTEN Klara Hobrink Inhoud 1 Achter de wolken 2 Zit men in een diep dal 3 Wat gebeurt er om ons heen? 4 U geeft antwoord 5 Loof de Heer 6 De blijdschap 7 Hem danken 8 Ken je de

Nadere informatie

Een leerling van Jezus vertelt ('walking sermon' langs kunstwerken)

Een leerling van Jezus vertelt ('walking sermon' langs kunstwerken) Een leerling van Jezus vertelt ('walking sermon' langs kunstwerken) Doek achter de tafel Even kijken hoor. U en jullie hebben er al naar kunnen kijken, maar ik nog niet. Nu wil ik het goed zien. Ja, zo

Nadere informatie

1939, Nukerke heeft een 100-jarige

1939, Nukerke heeft een 100-jarige 1939, Nukerke heeft een 100-jarige Jean-Baptiste Ghijs, geboren in Nukerke in 1840 en overleden in 1923. Hij en zijn broer Achille waren bekende orgelbouwer. De eerste in Dijon (Frankrijk), de tweede had

Nadere informatie

ALFA A ANTWOORDEN STER IN LEZEN

ALFA A ANTWOORDEN STER IN LEZEN STER IN LEZEN ALFA A LES 1: NAAR SCHOOL 1 Ziek 1 b 2 3 b 4 a a B maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag zaterdag zondag C Dit is een vraag Hoe gaat het? Het gaat wel. En met jou? Waarom kom je niet?

Nadere informatie

Kastelen in Nederland

Kastelen in Nederland Kastelen in Nederland J In ons land staan veel kastelen. Meer dan honderd. De meeste van die kastelen staan in het water. Bijvoorbeeld midden in een meer of een heel grote vijver. Als er geen water was,

Nadere informatie

Toon Uw heerlijkheid Opwekking 505

Toon Uw heerlijkheid Opwekking 505 Hartelijk welkom Toon Uw heerlijkheid Opwekking 505 Vader van de schepping, volvoer uw eeuwige plan. Maak ons een generatie die overwinnen kan. Heer, laat uw koninkrijk komen, waar heel de schepping

Nadere informatie

De magische deur van KASTEEL013

De magische deur van KASTEEL013 De magische deur van KASTEEL013 Auteurs: Thomas, Liana, Elyas, Brit en Tijn van BS Cleijn Hasselt, begeleiding: Saskia Dellevoet Op een regenachtige dag verveelde ik me. Ik appte Lisa. Zullen we naar de

Nadere informatie

Welkom op het kerstfeest van groep 3 en 4

Welkom op het kerstfeest van groep 3 en 4 Welkom op het kerstfeest van groep 3 en 4 Komt allen tezamen, jubelend van vreugde: Komt nu, o komt nu naar Bethlehem! Ziet nu de Vorst der eng len hier geboren. Komt, laten wij aanbidden, komt, laten

Nadere informatie

Hoe ik talent voor het leven kreeg

Hoe ik talent voor het leven kreeg Hoe ik talent voor het leven kreeg in makkelijke taal Rodaan Al Galidi Dit boek heeft het keurmerk Makkelijk Lezen 1 Mijn naam is Semmier Kariem. Ik ben in 1991 gevlucht uit Irak. Daar was Saddam Hoessein

Nadere informatie

Herhalingsoefeningen. Thema 3 Familie en relaties. 1 Woorden. Familie

Herhalingsoefeningen. Thema 3 Familie en relaties. 1 Woorden. Familie Herhalingsoefeningen Thema 3 Familie en relaties 1 Woorden Familie Lees de zinnen over de familie van Simon en Els. Schrijf de volgende namen in de stamboom: Hans, Helena, Hester, Joke, Mark, Michiel,

Nadere informatie

Oefening 1: Bouw correcte enkelvoudige zinnen door de woorden in de juiste volgorde te plaatsen. Soms heb je een vraagzin.

Oefening 1: Bouw correcte enkelvoudige zinnen door de woorden in de juiste volgorde te plaatsen. Soms heb je een vraagzin. Oefening 1: Bouw correcte enkelvoudige zinnen door de woorden in de juiste volgorde te plaatsen. Soms heb je een vraagzin. 1. Ga opnemen de telefoon je? 2. Ik te laat altijd kwam in de les. 3. Wat zijn

Nadere informatie

Jimmy s thuiskomst. Er was echter één huis waar geen lichtjes brandden. Het leek haast alsof niemand daar kerstmis vierde.

Jimmy s thuiskomst. Er was echter één huis waar geen lichtjes brandden. Het leek haast alsof niemand daar kerstmis vierde. Jimmy s thuiskomst H et was kerstavond en het was bitter koud in het jaar 1953. De mensen deden nog snel hun laatste kerstinkopen en in de betere buurten waren de huizen gezellig verlicht. Er was echter

Nadere informatie

IK OVERLEEFDE AUSCHWITZ

IK OVERLEEFDE AUSCHWITZ Ferenc Göndör IK OVERLEEFDE AUSCHWITZ Uitgeverij Eenvoudig Communiceren 3 Mijn vader Lang geleden kwam een jonge, joodse man naar het land Hongarije. Mohr Goldklang was zijn naam. Dat was mijn opa. Mohr

Nadere informatie

Voorwoord van de schrijfster

Voorwoord van de schrijfster Voorwoord van de schrijfster De personen in dit boek zijn allemaal verzonnen. Maar een aantal gebeurtenissen uit de zomer van 1942 is niet verzonnen. De grote razzia in Parijs op 16 juli is echt gebeurd.

Nadere informatie

Kerst055 hoopt dat dit adventsverhaal u inspireert om het vreemde welkom te heten en afstand tussen mensen te overbruggen door samen te zijn.

Kerst055 hoopt dat dit adventsverhaal u inspireert om het vreemde welkom te heten en afstand tussen mensen te overbruggen door samen te zijn. Kerst kleur je samen In de adventstijd bereiden we ons voor op Kerst, de geboorte van Christus. Ieder jaar vieren we Kerst, maar Kerst kan je ieder jaar weer opnieuw verrassen met een nieuwe gedachte bij

Nadere informatie

Januari: pastorale namiddag: thema: Nieuwjaar, Driekoningen. Vooraf: micro aanleggen, albe aan, cd's klaarleggen bij cd speler, lichtjes aan

Januari: pastorale namiddag: thema: Nieuwjaar, Driekoningen. Vooraf: micro aanleggen, albe aan, cd's klaarleggen bij cd speler, lichtjes aan Januari: pastorale namiddag: thema: Nieuwjaar, Driekoningen Dia Vooraf: micro aanleggen, albe aan, cd's klaarleggen bij cd speler, lichtjes aan vooraf: rustige muziek: instrumentale kerst cd 1 Inleiding:

Nadere informatie

Rick de Leeuw. Hou me stevig vast

Rick de Leeuw. Hou me stevig vast Rick de Leeuw Hou me stevig vast Ik zit op de trap En luister naar de radio Er klinkt een mooi en triestig lied Ik neurie zachtjes mee Ik wil muziek als het sneeuwt Ook al sneeuwt het nu even niet Ik neem

Nadere informatie

Lesbrieven WOI. 100 jaar Groote Oorlog

Lesbrieven WOI. 100 jaar Groote Oorlog Lesbrieven WOI 100 jaar Groote Oorlog De Ginter gemeenten 1 Gistel 2 Oudenburg 3 Ichtegem 4 Torhout 5 Zedelgem 6 Koekelare 7 Kortemark 2 Kortemark tijdens de Eerste Wereldoorlog Kortemark vóór de oorlog

Nadere informatie

Klein Kontakt. Jarigen in mei zijn: - A -

Klein Kontakt. Jarigen in mei zijn: - A - - A - Klein Kontakt Het is mei, de natuur is helemaal tot leven gekomen, overal bloeien bomen. De vogels zijn erg druk, ze leggen de laatste hand aan hun nestjes. Overal mooie dingen om ons heen, helaas

Nadere informatie

Lodewijk XIII van Frankrijk: Fontainebleau, 27 september Saint-Germain-en-Laye, 14 mei 1643

Lodewijk XIII van Frankrijk: Fontainebleau, 27 september Saint-Germain-en-Laye, 14 mei 1643 Lodewijk XIII van Frankrijk: Fontainebleau, 27 september 1601 - Saint-Germain-en-Laye, 14 mei 1643 Lodewijk XIII, bijgenaamd de Rechtvaardige (le Juste), koning van Frankrijk van 1610 tot aan zijn dood,

Nadere informatie

1. Wie of wat? Vul in. Kies uit: eed - kabinet kroonprins prins staatsbezoek. Bezoek van de koning aan een ander land.

1. Wie of wat? Vul in. Kies uit: eed - kabinet kroonprins prins staatsbezoek. Bezoek van de koning aan een ander land. Naam: Wat vieren we op 15 november? Koningsdag Vroeger werd dit de feestdag van de dynastie genoemd. Het is de datum van het naamfeest van Leopold en Albert. 1. Wie of wat? Vul in. Kies uit: eed - kabinet

Nadere informatie

De steen die verhalen vertelt.

De steen die verhalen vertelt. De steen die verhalen vertelt. Heel lang geleden kenden de mensen geen verhalen, er waren geen verhalenvertellers. Het leven zonder verhalen was heel moeilijk, vooral gedurende de lange winteravonden,

Nadere informatie

LEOPOLD I. FOD Kanselarij van de Eerste Minister Algemene Directie Externe Communicatie

LEOPOLD I. FOD Kanselarij van de Eerste Minister Algemene Directie Externe Communicatie LEOPOLD I In 1830 werd België een onafhankelijk land. Omdat een nieuw land natuurlijk een koning nodig heeft, ging het piepjonge België in 1831 op zoek naar een koning. Op die manier werd Leopold I de

Nadere informatie

Werkstuk Geschiedenis Frankrijk in de tijd van het absolutisme

Werkstuk Geschiedenis Frankrijk in de tijd van het absolutisme Werkstuk Geschiedenis Frankrijk in de tijd van het absolutisme Werkstuk door een scholier 1970 woorden 12 oktober 2005 6,7 72 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Hoofdvraag: Hoe beschrijven en verklaren we

Nadere informatie

De ondergang van de Spaanse Armada een spannend verhaal

De ondergang van de Spaanse Armada een spannend verhaal De ondergang van de Spaanse Armada een spannend verhaal Een volk in opstand, een boze koning, een dappere koningin, een onoverwinnelijke vloot en... een storm. Dit is het spannende verhaal van de Spaanse

Nadere informatie

Gods belofte komt uit

Gods belofte komt uit Eerste Communieproject 20 Gods belofte komt uit God doet wat Hij belooft Wat heeft God beloofd in les 3? Kijk maar eens wat Jesaja daar zegt! Hij zegt: Een jonge vrouw zal een zoon krijgen. Zij zal het

Nadere informatie

Daags nadat Momgomery's troepen over de Rijn waren, stak Church.1i de rivier over in een Amerikaanse stormboot,

Daags nadat Momgomery's troepen over de Rijn waren, stak Church.1i de rivier over in een Amerikaanse stormboot, 23g2.. passeerden vanmiddag veel bommenwerpers en jagers in oostelijke richting. Vanavond naar Simonse geweest. Toen ik terug naar huis ging en nog maar juist de poort uit was, hoorde ik opeens iets, alsof

Nadere informatie