Resultaten op het gebied van veiligheid, milieu en ketenverantwoordelijkheid

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Resultaten op het gebied van veiligheid, milieu en ketenverantwoordelijkheid"

Transcriptie

1 Resultaten op het gebied van veiligheid, milieu en ketenverantwoordelijkheid Veiligheid: altijd prioriteit Veiligheid voor onze medewerkers en onze omgeving is een belangrijke randvoorwaarde voor het kunnen uitvoeren van onze werkzaamheden. Het scheppen van een gezonde en veilige werkomgeving en het minimaliseren van (milieu)risico s voor de omgeving heeft daarom prioriteit. Omdat veiligheid een belangrijke indicator is voor de kwaliteit van ons werk, willen we voor wat betreft onze veiligheidsprestaties bij de beste internationale gasinfrastructuurbedrijven horen. Volgens Europese benchmarks met vergelijkbare gastransportondernemingen, uitgevoerd door het Europese Marcogaz (belangenorganisatie van de gasindustrie op het gebied van techniek), scoren we hoog binnen onze referentiegroep. We streven ernaar deze positie te behouden. Onderzoek veiligheidscultuur en gedrag We besteden veel aandacht aan het veiligheidsgedrag van onze medewerkers. Om te onderzoeken of en hoe we dit nog verder kunnen verbeteren, zijn we het afgelopen jaar een onderzoek begonnen naar de interne veiligheidscultuur en het veiligheidsgedrag van onze medewerkers. Het onderzoek moet fungeren als een thermometer: het moet inzicht geven in waar we nu staan, wat goed gaat, wat er nog beter kan en welke trends we zien. Het doel is toe te werken naar een cultuur waarin als vanzelf wordt gedacht aan en wordt gekozen voor veilige oplossingen, die niet ondergeschikt zijn aan kosten en tijdsdruk. We zijn van plan het onderzoek periodiek te herhalen zodat we inzicht krijgen in trends en de effectiviteit van projecten en acties. Onze resultaten op het gebied van arbeidsveiligheid Ondanks alle inspanningen op het gebied van veiligheid heeft er zich in november 2013 bij een aannemer een ongeval met een hijskraan voorgedaan met dodelijke afloop. Een ongeval dat we bijzonder betreuren. We volgen het onderzoek van de aannemer en de Arbeidsinspectie naar de toedracht van het tragische ongeval nauwkeurig en buigen ons gezamenlijk over maatregelen om een dergelijk ongeval in de toekomst te kunnen voorkomen. Aantal letselgevallen met verzuim per miljoen gewerkte uren Gasunie-medewerkers in Nederland 0,9 0,4 Gasunie-aannemers in Nederland 1,0 1,7 Gasunie totaal 0,9 1,2 Aantal letselgevallen met verzuim Gasunie-medewerkers in Nederland 2 0 Gasunie-medewerkers in Duitsland 0 1 Gasunie-aannemers in Nederland en Duitsland 3 7 Aantal reportables per miljoen gewerkte uren Gasunie totaal (Nederland + Duitsland) 3,6 2,5 *Onder reportables verstaan we alle letselgevallen met dodelijke afloop, verzuim, vervangend werk of een medische (niet EHBO-) handeling

2 We registreren het aantal potentieel ernstige gebeurtenissen (PE s) die goed zijn afgelopen, maar waarvan de gevolgen ernstig hadden kunnen zijn. In 2013 hebben we 20 van deze PE s geregistreerd, in 2012 waren dit er 17. We analyseren de PE s nauwkeurig om herhaling te kunnen voorkomen. Procesveiligheid: nieuwe KPI s Naast arbeidsveiligheid bestaat ook de zogenaamde procesveiligheid, die betrekking heeft op grote ongevallen, waarbij gevaarlijke stoffen en/of veel energie vrijkomen. Inspecties die we doen als gevolg van het Besluit Risico s Zware Ongevallen (BRZO) lieten zien dat we hierin nog stappen konden maken. We hebben daarom in 2013 in kaart gebracht hoe we onze inspanningen op dit gebied konden verbeteren. Daarbij hebben we onze medewerkers betrokken tijdens brainstormsessies. Ook hebben we benchmarks gebruikt als input. Op basis van de uitkomsten hiervan hebben we een twintigtal KPI s opgesteld, die de belangrijkste aspecten afdekken. Wij zullen deze vanaf 2014 toepassen. Hiermee kunnen we onze prestaties op dit gebied meten, monitoren en bijsturen. Technische veiligheid: veilig beheer en onderhoud van onze leidingen en installaties Onze (transport)installaties voldoen aan de eisen die wet- en regelgeving stellen aan externe veiligheid. Om onze ondergrondse leidingen in goede conditie te houden, nemen we zowel preventieve als correctieve maatregelen. Inspecties zijn daarbij heel belangrijk. We voeren doorlopend inspecties uit om de integriteit van ons transportsysteem te bewaken. We inspecteren ondergrondse leidingen zowel aan de binnenkant als aan de buitenkant. Voor inwendige inspectie van de leiding maken we gebruik van intelligent pigs, een soort robots die door de gasstroom worden meegenomen in de leiding. In 2013 hebben we in Nederland 267 kilometer HTL-leidingen inwendig geïnspecteerd (2012: 295) en 196 kilometer RTL-leidingen (2012: 280). In Duitsland was dit 278 kilometer. Daarnaast hebben we nog eens 76 kilometer leiding die we niet met behulp van de robots konden inspecteren, gecontroleerd met een bovengrondse inspectiemethode, External Corrosion Direct Assessment (ECDA). We hebben ECDA zelf ontwikkeld voor de inspectie van leidinggedeeltes die niet (goed) pigbaar zijn. In 2012 hebben we ruim 80 kilometer met ECDA geïnspecteerd. Naast het geven van voorlichting, het plaatsen van markeringspalen boven de leidingen en het houden van zichtinspecties, inspecteren we ons leidingtracé ook vanuit de lucht door middel van inspectievluchten per helikopter. Tijdens deze vlieginspecties hebben we verschillende afwijkende situaties geregistreerd. Daar waar nodig hebben we direct actie ondernomen om een veilige situatie te handhaven. Corrosieonderzoek geeft nieuwe inzichten Op basis van nieuwe inzichten en berekeningen die we in het verslagjaar hebben gedaan ten aanzien van corrosie, hebben we ons beleid op het gebied van leidinginspectie aangepast. In de praktijk blijkt corrosie namelijk niet zo snel plaats te vinden als vroeger werd gedacht. Daarom kunnen we inspectiemiddelen efficiënter inzetten, zonder dat de technische veiligheid van onze leidingen vermindert. Externe veiligheid: knelpunten opgelost In 2011 is het Besluit Externe Veiligheid Buisleidingen ingegaan, dat tot doel heeft om bij te dragen aan een veilige ligging van leidingen. Onderdeel van dit besluit is dat knelpunten,

3 waar kwetsbare objecten binnen de zogenaamde 10-6 contour liggen, binnen drie jaar worden opgelost door het nemen van maatregelen. Om aan deze wetgeving te voldoen hebben we in 2010 en 2011 (potentiële) knelpunten in kaart gebracht. Vervolgens hebben we aan alle betrokken gemeentes gevraagd of de door ons in kaart gebrachte situatie overeenkomt met de werkelijkheid voor wat betreft de aanwezigheid van bijvoorbeeld personen en gebouwen. Onze tracébeheerders hebben vervolgens per situatie maatregelen ontworpen en toegepast. In 2013 hebben we hiermee goede vorderingen geboekt. De meeste knelpunten zijn nu opgelost. Er zijn nog enkele locaties waar we nog geen maatregelen konden treffen; deze worden op een later tijdstip uitgevoerd. Ook zijn er nog enkele locaties waarbij we nogmaals goed kijken of de voorgestelde maatregel voldoende oplossing biedt. Vanaf 2014 zullen we nog meer maatregelen nemen bij situaties waar sprake is van een zogenaamd groepsrisico. In dat geval valt het individuele risico binnen een veilige norm, maar heeft een grotere groep mensen daarmee te maken. Deze maatregelen zijn niet direct wettelijk verplicht, maar we hebben in overleg met het ministerie van Infrastructuur en Milieu besloten dit toch te doen, omdat met een redelijke inspanning het risico voor een grotere groep mensen te reduceren is. Leidingincidenten Om veilig en betrouwbaar gastransport te kunnen waarborgen, moet onze infrastructuur ongestoord kunnen liggen. We spannen ons daarom in om ervoor te zorgen dat er geen aardgas vrijkomt door beschadigingen aan onze leidingen. Graafwerkzaamheden vormen de belangrijkste oorzaak van beschadigingen aan ons ondergrondse leidingnetwerk.

4 In 2013 hebben we als gevolg van mechanische grondwerkzaamheden zes leidingbeschadigingen geregistreerd, waarvan geen enkele met gasuitstroom (in 2012 waren dat er vijf, waarvan één met gasuitstroom). Daarnaast heeft er zich door een constructiemanco een leidingbeschadiging met zeer beperkte gasuitstroom voorgedaan. Bij Gasunie in Duitsland hebben er zich in 2013 geen leidingbeschadigingen als gevolg van graafwerkzaamheden voorgedaan (2012: één). Onze resultaten vergeleken met anderen: Europese benchmark leidingincidenten (EGIG) Omdat Europese gastransportbedrijven hun leidingincidenten op dezelfde manier registeren, kunnen we onze prestaties op dit onderdeel van de gastransportketen goed vergelijken met die van andere bedrijven. Ten aanzien van leidingincidenten met gasuitstroom scoren wij beter dan het Europese gemiddelde (bron: database van de European Gas Pipeline Incident Data Group, EGIG). Vergelijking Gasunie versus EGIG (voortschrijdend gemiddelde aantal incidenten met gasuitstroom) Aantal incidenten per km leiding per jaar 0,5 0,4 0, EGIG Gasunie * EGIG-gemiddelde 2013 nog niet bekend Veiligheid: waar kan het beter? We spannen ons tot het uiterste in om ervoor te zorgen dat onze veiligheidsprestaties uitstekend zijn. Soms constateren we dat er toch dingen beter kunnen. Onderzoek leidingincidenten In 2013 hebben er verscheidene incidenten plaatsgevonden waarbij onze leidingen werden geraakt tijdens werkzaamheden. Opvallend veel van deze incidenten gebeurden bij werkzaamheden die in opdracht van ons werden uitgevoerd, en waarbij we ook toezicht hielden. En dat terwijl we juist veel hebben geïnvesteerd in toezicht en procedures om de kans op beschadigingen aan de leidingen zo klein mogelijk te maken. We nemen dit zeer serieus. Daarom hebben we de relevante incidenten uitvoerig geanalyseerd; we hebben onder meer interviews gehouden met de betrokkenen. We willen van de fouten leren en vervolgens maatregelen nemen om herhaling te voorkomen. Uit het onderzoek kwam naar voren dat er voldoende procedures en middelen zijn om graafactiviteiten veilig uit te kunnen voeren, maar dat deze om verschillende redenen niet altijd onverkort worden gevolgd of ingezet. We hebben de groep eigen toezichthouders daarom versterkt met twee

5 leidinggevenden. Er is afgesproken dat we extra aandacht besteden aan een uniforme manier van werken, conform de afgesproken procedures. We zullen dit monitoren. Vergroten zekerheid rondom integriteit van ingekochte materialen Naar aanleiding van incidenten met materialen zoals T-stukken, buizen en reduceerstukken, hebben we in de afgelopen jaren meerdere onderzoeken uitgevoerd naar de levering van materialen die niet voldoen aan de specificaties van onze bestellingen. Uit intern onderzoek bij Gasunie en uit openbare externe onderzoeken in de sector komt naar voren dat de verklaringen van leveranciers - zelfs in het geval dat een onafhankelijke inspectiedienst toezicht houdt - niet altijd betrouwbaar zijn. Dat wil zeggen dat de verklaring voor wat betreft samenstelling en eisen niet altijd past bij het geleverde materiaal.. Dit betekent overigens niet dat het materiaal zodanig afwijkt dat het een bedreiging vormt voor de procesveiligheid. Maar de kans daarop neemt wel duidelijk toe als de verklaarde eigenschappen niet correct zijn. Bovendien levert het problemen op in projecten, als vlak voor het inbouwen van materialen blijkt dat deze nader onderzocht moeten worden en er geen aantoonbaar correcte alternatieven beschikbaar zijn. Naar aanleiding hiervan hebben we ons inkoopbeleid voor materialen tegen het licht gehouden. Om de betrouwbaarheid van geleverde materialen te vergroten en daarmee de procesveiligheidsrisico s en ook de projectrisico s te reduceren, gaan we de inkoopstrategie en het toezicht op het geleverde materiaal aanpassen. Onderdeel van het nieuwe beleid zal worden dat we materialen zullen inkopen met toezicht van een onafhankelijke inspectiedienst. We zullen de kwalificaties van onze leveranciers checken, waarbij we kijken naar hun technische deskundigheid, de organisatie en hun kwaliteitsmanagement. Deze kwalificaties zullen periodiek vernieuwd moeten worden. Tussentijds zullen we met steekproeven de betrouwbaarheid van de leverancier toetsen. Omdat dit proces veel tijd in beslag neemt, gaan we op zoek naar leveranciers waarmee we een langjarige relatie kunnen aangaan. Het proces rondom de kwalificaties wordt begin 2014 uitgevoerd. We zullen daarbij de focus leggen op leveranciers die belangrijk zijn voor ons meerjarig vervangingsprogramma. Ketenverantwoordelijkheid We staan voor grote uitdagingen op energiegebied. Er is wereldwijd een toenemende vraag naar energie. Tegelijk verandert het klimaat als gevolg van de uitstoot van broeikasgassen, zoals CO 2. Daarom is een transitie naar een duurzame energievoorziening noodzakelijk. Als onderdeel van de gaswaardeketen willen we hieraan een bijdrage leveren. Dat doen we op verschillende manieren zoals het ontwikkelen van duurzame business activiteiten, verantwoord omgaan met het milieu en het verkleinen van onze eigen footprint. Met ons beleid dragen we bij aan de overheidsdoelstellingen: 20% minder CO 2 in 2020 (vergeleken met 1990), een jaarlijkse energiebesparing van 2% en 14% duurzame energieopwekking in Gaswaardeketen We spelen als aardgastransporteur een belangrijke rol in de gaswaardeketen, die loopt van aardgaswinning tot aan de aardgastoepassing bij de gebruiker. Deze keten wordt gevormd door gasproducenten, leveranciers/shippers, (inter)nationale netwerkbedrijven, (regionale) aardgastransporteurs, afnemers/klanten (direct op het landelijke netwerk aangesloten industrieën en elektriciteitscentrales) en huishoudens.

6 Samenwerking binnen de keten In deze almaar veranderende markt en samenleving is samenwerking in de keten cruciaal. We participeren in zowel verticale als horizontale samenwerkingen. We nemen deel aan relevante internationale, landelijke, regionale en lokale samenwerkingsverbanden. Die focussen op verschillende gebieden van de gaswaardeketen, zoals kennisuitwisseling, de ontwikkeling van schone en zuinige energietoepassingen, het uitwisselen van best practices en de ontwikkeling van de groengasmarkt in Nederland. Daarnaast nemen we ook deel in (Europese) werkgroepen die zich bezighouden met standaardisatie en normalisatie (CEN, ISO) op het gebied van managementsystemen voor aardgastransport. Een goed voorbeeld van samenwerking op het gebied van standaardisatie van managementsystemen is het Pipeline Integrity Management System (PIMS), dat we in eigen beheer hebben ontwikkeld. Het systeem is een tool voor het beheren en vaststellen van de leidingintegriteit. We hebben met een groot aantal gastransportbedrijven samenwerkingsovereenkomsten ondertekend, die ertoe hebben geleid dat het PIMS ook bij diverse collega-gastransportbedrijven is geïmplementeerd. We nemen deel in verschillende verticale samenwerkingsverbanden op het gebied van energie, zoals bijvoorbeeld Gas Infrastructure Europe (GIE), ENTSOG, Marcogaz, Energy Delta Institute (EDI) en Energy Valley. Groen gas We maken ons sterk voor de opkomst van groen gas als efficiënte, duurzame energieoptie. Het is de ambitie van de Nederlandse overheid dat in 2030 vijf miljard m 3 (48,8 miljard kwh) groen gas deel uitmaakt van het gasverbruik. Wij willen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de groengasmarkt in Nederland: wij zijn actief zowel op het gebied van de invoeding van groen gas als bij de certificering. We kunnen hierbij bouwen op de sterke infrastructuur die we in Nederland hebben; we zetten daarmee een volgende stap in de richting van een duurzame energievoorziening. Biogas uit vergisting en vergassing heeft een enorm productiepotentieel voor de toekomst. Als de productie van biogas toeneemt, kunnen zogenoemde groengashubs worden gevormd, verzamelpunten waarop biogasproducenten zijn aangesloten. Daar wordt het biogas opgewerkt tot aardgaskwaliteit, zodat het via ons gastransportnetwerk en de regionale netwerken uiteindelijk als groen gas bij de gebruiker terechtkomt. Investeren in een nog niet goed ontwikkelde markt brengt per definitie risico s met zich mee. Maar omdat we de ontwikkeling van een groengasmarkt willen helpen bevorderen, hebben we in samenwerking met andere partijen mogelijkheden ontwikkeld om groen gas veilig in ons net op te nemen. Vanuit de markt is veel belangstelling om gas in te kunnen voeden in ons landelijke transportnet, ook via groengashubs. Ook daarin spelen we een faciliterende rol, onder andere door middel van deelname aan de Taskforce Groen Gas.

7 Vertogas Vertogas, een van onze dochterondernemingen, is een zelfstandig en onafhankelijk bedrijf dat met haar certificatensysteem de handel in groen gas faciliteert. Vertogas-certificaten geven aan waar het groene gas is geproduceerd en welke soorten biomassa daarbij zijn toegepast. Handelaren en afnemers van groen gas hebben hierdoor de zekerheid dat het om echt groen gas gaat. Een erkend groengascertificatensysteem is een van de randvoorwaarden voor de verdere vorming van een groengasmarkt. Vertogas zal een wettelijke basis in de Gaswet krijgen als Nederlandse certificeerder van groen gas. Deze wettelijke basis is in 2013 in de Gaswet bekrachtigd en zal in het jaar 2014 worden ingevoerd. Rijden op groen gas Bij rijden op groen gas komt minder CO 2 en fijnstof vrij dan bij andere brandstoffen. Als onderdeel van ons footprintreductiebeleid zijn we in 2012 gestart met de vergroening van ons wagenpark. We zijn een pilot gestart met 21 bedrijfswagens die worden ingezet voor onderhoud aan ons gastransportnet. Ons doel is om uiteindelijk al onze 284 bedrijfsauto s op groen gas te laten rijden. De eerste ervaringen zijn tot dusver positief. Ook geven we onze medewerkers die voor een lease-auto in aanmerking komen de mogelijkheid om een lease-auto op groen gas aan te schaffen; daarvan is in 2013 een aantal maal gebruik gemaakt. Milieuprestaties Minimaliseren van de invloed op onze omgeving Een aantal bedrijfsactiviteiten die kenmerkend zijn voor onze sector beïnvloeden het milieu. Het gaat bijvoorbeeld om het leggen van leidingen, het bouwen van gasinstallaties, het op druk brengen, transporteren en mengen van aardgas, het meten en regelen van gasstromen, het reduceren van de gasdruk en het onderhoud aan installaties. Voor deze activiteiten is energie nodig, waardoor emissies plaatsvinden. Daarnaast worden bepaalde stoffen gebruikt ten behoeve van het veilig functioneren van gastransportinstallaties, zoals glycol en smeerolie. Ook de werkzaamheden op onze kantoren hebben invloed op het milieu, zij het een beperkte. We stellen alles in het werk om schadelijke emissies naar bodem, water en lucht zo klein mogelijk te houden. We hebben daarvoor een beleid opgesteld, dat is uitgewerkt in concrete milieudoelstellingen. Milieuzorg gecertificeerd Om te waarborgen dat we in relevante bedrijfsprocessen goed rekening houden met het milieu, hebben we ons milieuzorgsysteem ingericht volgens de ISO norm. Ieder jaar wordt ons managementsysteem op dit punt door een extern auditbureau gecontroleerd. CO 2 -emissie We streven ernaar om op het gebied van het beperken van CO 2 -emissie toonaangevend te zijn. Het uiteindelijke punt aan de horizon ligt in We willen in dat jaar, samen met een aantal andere bedrijven, een CO 2 -neutrale energievoorziening hebben gerealiseerd. Om deze ambitie te kunnen waarmaken, hebben we een strategie uitgezet met een tussentijds

8 ijkpunt. Dit ijkpunt is een vermindering van 40% CO 2 -equivalenten 3 in 2030 en is in lijn met ontwikkelingen op dit gebied in Europa. Deze reductie kunnen we halen op de hele scope van het Green House Gas Protocol (GHG Protocol), die we hieronder toelichten. De reductiedoelstelling die we eerder al voor 2020 hadden opgesteld, blijven we hanteren. In absolute zin betekent onze doelstelling een reductie van 124 kiloton CO 2 -equivalenten. Deze doelstelling hebben we het afgelopen jaar naar boven bijgesteld ten opzichte van de voorgaande jaren, van 93 naar 124 kiloton. Dat heeft te maken met nieuwe inzichten over de berekening van het basisjaar. Een aantal emissiebronnen is niet meegenomen in de oorspronkelijke berekening, omdat ze op dat moment nog niet bekend waren. Maar de laatste jaren hebben we meer en ook betere informatie verkregen over emissies; daarom is besloten om de totale hoeveelheid CO 2 -equivalenten voor het basisjaar 1990 bij te stellen van 478 kiloton naar 618 kiloton CO 2. De uitstoot van broeikasgassen (CO 2 -equivalenten) zou in de toekomst wel eens heel bepalend kunnen worden voor de keuzes die overheden op het gebied van energie maken. We moeten daarom binnen onze branche tot een eenduidige en transparante manier van rapporteren komen, zodat goede keuzes kunnen worden gemaakt. Vooruitlopend daarop rapporteren wij zo transparant mogelijk over onze CO 2 -emissie. Ronald Kenter, Coördinator Kwaliteit & Milieu bij Gasunie De emissies waarover we nu betere informatie hebben, betreffen zogenaamde sluipende emissies op gasontvangstations (GOS), meet- en regelstations (M&R) en afsluiter locaties (AL). Sluipende emissies zijn bijvoorbeeld kleine aardgaslekkages bij koppelingen of appendages. We rapporteren vanaf 2013 volgens de standaard van het Greenhouse Gas Protocol (GHG Protocol). Dit protocol voor broeikasgassen onderscheidt verschillende scopes, gerangschikt naar herkomst van het broeikasgas. Deze scopes zijn: Scope 1 Hieronder vallen alle emissies die direct het gevolg zijn van onze eigen activiteiten, zoals de CO 2 -uitstoot van gasgestookte compressoren en motoren die voor de compressie worden ingezet, eigen gasverbruik voor verwarming van gebouwen en eigen gasverbruik voor de verwarmingsketels op gasontvangstations. In deze scope worden ook de CO 2 -equivalenten door methaanuitstoot meegenomen. Binnen deze scope valt ook de emissie van fluorkoolwaterstoffen (HFK s), die worden gebruikt bij koelingsprocessen. Scope 2 Onder scope 2 vallen de indirecte emissies van de energie die is ingekocht, bijvoorbeeld van een elektriciteitsbedrijf. Voor ons bedrijf worden de scope 2 CO 2 -equivalenten met name bepaald door het gebruik van elektriciteit voor onze elektrische compressoren en voor de productie van stikstof. Ook de elektriciteit die we verbruiken op onze kantoren en installatiegebouwen valt binnen deze scope. Scope 3 Hieronder vallen alle overige indirecte emissies die het gevolg zijn van onze bedrijfsactiviteiten, bijvoorbeeld emissies als gevolg van autorijden, vliegreizen en treinreizen en ook de benodigde energie voor de productie van de door ons ingekochte stikstof. 3 CO 2 - en CH 4 -emissies kunnen met behulp van de zogeheten Global Warming Potential (GWP) worden omgezet in een maat voor het versterkte broeikaseffect, de zogenaamde CO 2 -equivalentemissie. De GWP voor CO 2 wordt op 1 gesteld en de GWP voor CH 4 op 25.

9 In 2013 heeft een aantal netwerkbedrijven in Nederland een nieuw model ontwikkeld om CO 2 -emissies te rapporteren op basis van het Green House Gas Protocol. Dit model passen we toe vanaf verslagjaar Omdat het model niet volledig vergelijkbaar is met het model van de voorgaande jaren hebben we in de huidige rapportage alleen de totalen van scope 1, 2 en 3 opgenomen van de jaren vóór GUN GUD GU CO 2 -equivalenten [kton] Scope Emissiebron GUN 1 GUD 2 GU GUN GUD GU GUN GUD GU GUN GUD GU tot 3 tot tot tot tot 1 Lease-auto s 2,8-2,8 Dienstauto s 1,2-1,2 Gasverbruik in gebouwen 1,6-1,6 Netwerkverliezen SF Gasverbruik in installaties Noodaggregaten 0,04-0,04 Koelmiddelen 0,2-0,2 Totaal scope Warmtegebruik in gebouwen Elektriciteitsverbruik in gebouwen 3,3-3,3 Elektriciteitsverbruik in installaties Totaal scope Treinreizen 0,01-0,01 Dienstreizen 0,3-0,3 Woon-/werkverkeer 1,3-1,3 Vliegreizen 0,3-0,3 Inkoop N 2 2,0-2,0 Totaal scope Totaal scope Tabel: CO 2 -equivalentemissies volgens het Greenhouse Gas Protocol 1 Met GUN wordt bedoeld Gasunie in Nederland 2 Met GUD wordt bedoeld Gasunie in Duitsland 3 tot = totaal De totale CO 2 -equivalentemissie in 2013 is hoger dan in Deze stijging komt vooral omdat we sinds vorig jaar beter inzicht hebben in onze CO 2 -emissies, zoals hiervoor is toegelicht. Hierdoor is de CO 2 -emissie vanaf 2013 met ongeveer 90 kiloton naar boven bijgesteld. Deze bijstelling geldt vanaf 2013, niet over de jaren daarvoor. De CO 2 -equivalenten als gevolg van het aardgasverbruik stegen met ongeveer 36 kiloton. Van deze 36 kiloton werd ongeveer de helft veroorzaakt door het inzetten van de flare op de LNG Maasvlakte. De CO 2 -equivalenten ten gevolge van het elektriciteitsverbruik stegen in 2013 met 29 kiloton, dat werd veroorzaakt door de inzet van meer elektrische compressoren.

10 Methaanemissies Unit Methaanemissies GUN Ton Methaanemissies GUD Ton GU totaal Ton Onze methaanemissies zijn in 2013 ten opzichte van de voorgaande jaren gestegen. Ook deze stijging wordt veroorzaakt door het nauwkeuriger kunnen meten van de sluipende aardgasemissies in De sluipende emissies van gasontvangstations, meet- en regelstations en afsluiterlocaties zijn voor alle stations berekend op basis van een beperkte steekproef. De gasontvangstations meten we allemaal separaat; we hebben op dit moment de emissies van 40 van de stations in kaart gebracht. Ook de emissies van de compressorstations hebben we in 2013 opnieuw berekend. In Duitsland zijn de methaanemissies ten opzichte van 2012 gestegen omdat er op twee installaties een aantal testen moest worden uitgevoerd voor commissioningswerkzaamheden (in Heidenau en Folmhusen). Tijdens deze testen moesten we de druk reduceren. Er vindt niet alleen methaanemissie plaats door sluipende emissies, maar ook door het afblazen van gas tijdens onderhoudswerkzaamheden. Afblazen is nodig om veilig werkzaamheden te kunnen uitvoeren. We proberen deze emissies natuurlijk zoveel mogelijk te voorkomen. We lichten dit verderop in deze paragraaf toe onder Hercompressie leidingwerkzaamheden. Daarnaast komt methaan vrij bij het starten en stoppen van de compressoren en bij het gebruik van meetapparatuur. Footprintreductie Ook in 2013 hebben we verder onderzoek gedaan naar mogelijkheden om onze footprint te verkleinen, en ook diverse concrete projecten uitgevoerd. Zoals bijvoorbeeld een omvangrijk leak detection and repair (LDAR)-programma, dat we hebben uitgevoerd op onze grote compressorstations en de LNG Maasvlakte. We hebben daarbij 22 locaties bemeten en in totaal potentiële lekbronnen beoordeeld. Ook Gasunie Deutschland heeft veel inspecties uitgevoerd in het kader van ons LDAR-programma. Met behulp van deze gegevens kunnen we gerichte maatregelen nemen om opgespoorde lekkages terug te dringen. Meetmethodes Er bestaan verschillende gangbare manieren om een schatting te maken van de sluipende aardgasemissies, zoals bagging, EPA21 en de Marcogaz-methode. Deze verschillende manieren van berekening laten verschillende uitkomsten zien. We hebben onze sluipende emissies berekend volgens de EPA21 methode. Om meer zekerheid te krijgen over de nauwkeurigheid van deze methode gaan we de verschillende meetmethodes in 2014 met elkaar vergelijken. Verder zullen we in 2014 meer emissiemetingen doen op stations en verdere maatregelen treffen om aardgasemissies terug te dringen.

11 Hercompressie leidingwerkzaamheden Het afblazen van gas bij leidingwerkzaamheden proberen we zoveel mogelijk te voorkomen. Soms is het echter noodzakelijk om gas af te blazen om veilig te kunnen werken aan aardgasleidingen. Wij gebruiken al enige jaren een hercompressie-unit waarmee we zoveel mogelijk gas - dat anders zou moeten worden afgeblazen - hercomprimeren en in een andere leiding overbrengen. Zo hoeven we minder gas af te blazen. In 2013 hebben we bijna 2,3 miljoen m³(n) aardgas gehercomprimeerd, wat overeenkomt met 33 kton CO 2 -equivalenten. Aan de inzet van de mobiele hercompressor zijn kosten verbonden. De minimale kostprijs voor de inzet bedraagt rond de euro is. Hoe meer gas tijdens werkzaamheden kan worden gehercomprimeerd, des te kostenefficiënter wordt het hercomprimeren. We hebben in 2013 naar schatting bijna een half miljoen euro bespaard op aardgaskosten door de inzet van de mobiele hercompressor. We gebruiken verschillende technieken om leidingen gasvrij te maken. In de volgende tabel is een overzicht gegeven van de hoeveelheden aardgas die daarbij zijn vrijgekomen. Technische maatregel 2013 m 3 x aardgas Uitbufferen Hercompressie Flaren 0 Afblazen In 2013 is er meer gas afgeblazen dan in 2012 het geval was. De belangrijkste oorzaak hiervan was dat we bij het ontmantelen van een vliegtuigbom uit de 2e wereldoorlog uit veiligheidsoverwegingen aardgas in een leidingsegment moesten afblazen. Hierbij is ongeveer m 3 aardgas vrijgekomen. Daarnaast was het noodzakelijk om bij het plaatsen van nieuwe apparatuur op compressorstation Ommen een leidingsegment af te blazen. Hierbij kwam een hoeveelheid van ongeveer m 3 aardgas vrij. Afvalstoffen Bij de grote diversiteit aan werkzaamheden die we uitvoeren, komen afvalstoffen vrij. Met het oog op veiligheid, milieuwetgeving, goede milieuzorg en het beheersbaar houden van de kosten, willen we op een verantwoorde manier omgaan met het afvoeren van deze afvalstoffen. We passen daarbij de voorschriften toe die zijn opgenomen in de wet Milieubeheer en de diverse milieuvergunningen die we voor onze werkzaamheden krijgen. Als onderdeel van onze wettelijke en maatschappelijke verantwoordelijkheid ten aanzien van afvalstoffen hanteren we de Ladder van Lansink. De ladder van Lansink geeft de prioriteit weer waarmee afvalstoffen moeten worden verwerkt: Preventie, Hergebruik, Recyclen, Verbranden en Storten. 4 Dit getal betreft een schatting die we hebben verkregen op basis van schakelprogramma s, die we gebruiken om bij leidingwerkzaamheden leidingen veilig gasvrij te kunnen maken en het gastransport ongestoord via een andere route door te laten gaan.

12 Afval 2009 (ton) 2010 (ton) 2011 (ton) 2012 (ton) 2013 (ton) Gevaarlijk afval Gasunie in Nederland ) Gasunie in Duitsland nb Niet-gevaarlijk afval Gasunie in Nederland ) Gasunie in Duitsland nb Verwijdering van gevaarlijk en niet-gevaarlijk afval Hergebruik Gasunie in Nederland 88,2% 90,5% 85,1% 89,2% 89,1% Gasunie in Duitsland 70,0% 83,8% 83,2% 92,0% 75,8% Verbranden Gasunie in Nederland 7,5% 6,3% 6,5% 4,4% 1,7% Gasunie in Duitsland nb 9,5% 16,8% 7,9% 24,2% 3) Storten Gasunie in Nederland 4,3% 3,2% 8,4% 6,4% 9,2% Gasunie in Duitsland nb 7,7% 0,0% 0,0% 0,0% * nb = niet beschikbaar/niet geregistreerd 1) De stijging in de hoeveelheid gevaarlijk afval in Nederland in 2013 heeft diverse oorzaken. In dat jaar zijn enkele condensaattanks periodiek gereinigd, waarbij vervuild water vrijkwam. Daarnaast is straalgrit gebruikt voor het reinigen van leidingdelen, dat wordt verwerkt als gevaarlijk afval. Ook zijn bij projecten en andere werkzaamheden grond en puin vrijgekomen dat was besmet met asbest. 2) In verband met het grote aantal projecten dat in 2012 is uitgevoerd, is in dat jaar een extra hoeveelheid niet-gevaarlijk afval vrijgekomen. 3) Als gevolg van een sterke daling in de hoeveelheid niet-gevaarlijk afval van Gasunie Deutschland, is het percentage gevaarlijk afval op de totale hoeveelheid afval toegenomen. De hoeveelheid gevaarlijk afval is echter niet gestegen. Niet-gevaarlijk afval (75,8%) wordt in Duitsland zoveel mogelijk hergebruikt, gevaarlijk afval (24,2%) wordt in zijn geheel verbrand. In 2013 is in totaal 20,3 kiloton afval afgevoerd, een daling ten opzichte van Deze daling werd veroorzaakt doordat we minder grote projecten hebben uitgevoerd in Door de lagere beschikbaarheid van grondstoffen wordt het steeds interessanter om afvalstoffen te gebruiken als halffabricaten. Daarmee heeft afval waarde gekregen. Uiteraard stelt dat hogere eisen dan voorheen aan het scheiden van afvalstoffen aan de bron. Op onze locaties worden afvalstoffen zoals chemicaliën, oliën, vetten en onderhoudsmiddelen gescheiden ingezameld; daarna worden ze door erkende afvalinzamelaars afgevoerd naar erkende afvalverwerkingsbedrijven. Het afgevoerde afval bestaat voor ongeveer 9% uit metaal. Het metaalafval is voor bijna 95% hergebruikt. Metaalafval komt vooral vrij bij grote projecten en bij werkzaamheden op onze installaties. We streven ernaar zo min mogelijk afval te verbranden. Afvalscheidingsmethodes die hergebruik mogelijk maken worden steeds beter. Als gevolg daarvan is een dalende trend waarneembaar in de hoeveelheid verbrand afval in Nederland. In Duitsland wordt niet-gevaarlijk afval zoveel mogelijk hergebruikt, gevaarlijk afval wordt verbrand. Afvalstoffen afkomstig uit onze werkzaamheden in Nederland willen we bij voorkeur ook in Nederland laten verwerken, om onnodig transport te voorkomen. Mocht het elders moeten worden verwerkt, dan maken we duidelijke afspraken over het feit dat we in dit kader geen kinderarbeid accepteren.

13 Eigen energiegebruik Aardgas Voor het transport van aardgas worden gasturbines en gasmotoren ingezet. Een groot deel van deze machines gebruikt aardgas als brandstof. Daarnaast wordt aardgas gebruikt voor het verwarmen van gas op gasontvangstations (omdat gas afkoelt bij drukverlaging) en het verwarmen van onze kantoren en utiliteitsgebouwen. De hoeveelheid aardgas die we transporteren en het daaraan gekoppelde brandstofverbruik dat nodig is voor compressie is onder andere afhankelijk van het weer en de vraag naar aardgas. Door de aanhoudende winter hebben we in ,7 miljoen m 3 aardgas verbruikt, een kleine stijging ten opzichte van het voorgaande jaar. Gasverbruik Verbruik GUN (miljoen m 3 ) 115,4 132,0 82,7 89,4 104,4 Verbruik GUD (miljoen m 3 ) 34,2 44,6* 59,0 64,7 64,3 Verbruik Totaal (miljoen m 3 ) 149,4 176,6 141,7 154,1 168,7 * Het energieverbruik GUD steeg in 2010 t.o.v omdat voor het eerst het gasverbruik van het hoofdkantoor in het totaal is meegenomen. Elektriciteit We gebruiken elektriciteit voor de productie van stikstof (op de installaties Ommen en Kootstertille), voor compressie van aardgas (Grijpskerk, Anna Paulowna, Scheemda en Wijngaarden), voor het vloeibaar maken van aardgas (LNG-installatie op de Maasvlakte), voor de compressie die benodigd is voor de opslag van aardgas in zoutcavernes (Zuidwending) en voor onze kantoren en utiliteitsgebouwen. Het elektriciteitsverbruik in 2013 ziet er als volgt uit: Elektriciteitsverbruik Verbruik GUN (miljoen kwh) 299,0 284,5 338,9 382,5 441,2 Verbruik GUD (miljoen kwh) 5,8 6,5 6,7 7,3 7,4 Verbruik totaal (miljoen kwh) 304, ,6 389,8 448,6 In 2013 was minder elektriciteit nodig voor de productie van stikstof op de locaties Ommen en Kootstertille. Toch is het elektriciteitsgebruik in 2013 gestegen ten opzichte van het vorige jaar. Dat heeft meerdere oorzaken. Door de ingebruikneming van de nieuwe elektrische compressoren op de locaties Grijpskerk, Anna Paulowna, Scheemda, Wijngaarden en Zuidwending is het elektriciteitsverbruik ten behoeve van compressie sinds 2006 toegenomen. Met name de compressoren op Wijngaarden en Anna Paulowna zijn in het verslagjaar meer ingezet vanwege de lange winter. Tezamen gebruiken de installaties op Scheemda, Zuidwending, Anna Paulowna en Wijngaarden ongeveer 85% van de totale hoeveelheid elektriciteit. Daarnaast is de LNG tank op de Maasvlakte bijgevuld. Watergebruik We gebruiken hoofdzakelijk water voor het koelproces in onze LNG-installatie op de Maasvlakte, voor reinigingsdoeleinden en voor sanitaire voorzieningen. In 2013 hebben we ongeveer 8,7 miljoen m 3 oppervlaktewater en m 3 leidingwater verbruikt. Het gebruik van oppervlaktewater voor koeling bij de productie van LNG was in 2013 aanzienlijk hoger dan in 2012, omdat de LNG-installatie meer is ingezet voor het vloeibaar maken van aardgas. Het leidingwaterverbruik bij Gasunie Duitsland bedroeg in m 3.

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 1 e helft 2014

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 1 e helft 2014 Voortgangsrapportage CO 2 reductie 1 e helft 2014 CO 2 Prestatieladder - Niveau 3 Datum: 1 november 2014 Versie: 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 1 2. Basisgegevens... 2 2.1 Beschrijving van de organisatie...

Nadere informatie

SGS SEARCH CO 2 -FOOTPRINT RAPPORTAGE

SGS SEARCH CO 2 -FOOTPRINT RAPPORTAGE SGS SEARCH CO 2 -FOOTPRINT RAPPORTAGE 2018-1 Onze ambitie? Onze positieve footprint verdubbelen en de negatieve halveren 1 INLEIDING NEGATIEVE FOOTPRINT HALVEREN Inleiding SGS Search heeft de ambitie om

Nadere informatie

CO 2 -uitstootrapportage 2011

CO 2 -uitstootrapportage 2011 Programmabureau Klimaat en Energie CO 2 -uitstootrapportage 2011 Auteurs: Frank Diependaal en Theun Koelemij Databewerking: CE Delft, Cor Leguijt en Lonneke Wielders Inhoud 1 Samenvatting 3 2 Inleiding

Nadere informatie

Periodieke rapportage 2016 H2

Periodieke rapportage 2016 H2 Periodieke rapportage 2016 H2 Datum: 7 maart 2017 Paraaf directie: 1 Inhoudsopgave Inleiding 3 1. Basisgegevens 4 1.1 Beschrijving van de organisatie 4 1.2 Verantwoordelijkheden 4 1.3 Basisjaar 4 1.4 Rapportageperiode

Nadere informatie

Search CO2 footprint. Rapportage

Search CO2 footprint. Rapportage Search CO2 footprint Rapportage 2015 1 Inleiding Search heeft de ambitie om op termijn haar positieve footprint ten opzichte van 2011 te verdubbelen en haar negatieve footprint te halveren, en in 5 jaar

Nadere informatie

Doel van deze presentatie is : Akkoord op het energiemanagement actieplan voor 2017

Doel van deze presentatie is : Akkoord op het energiemanagement actieplan voor 2017 1 Doel van deze presentatie is : Akkoord op het energiemanagement actieplan voor 2017 Inhoud Samenvatting 1. Inleiding 2. Footprint 2016 3. Gerealiseerde reductie 4. Trends en ontwikkelingen 5. KPI 2017

Nadere informatie

Energie Management Actieplan

Energie Management Actieplan Energie Management Actieplan Conform niveau 3 op de CO 2 -prestatieladder 3.0 Auteur: Mariëlle de Gans - Hekman Datum: 5 september 2017 Versie: 2.0 Status: Concept Inhoudsopgave 1 Inleiding... 2 2 Reductiedoelstellingen...

Nadere informatie

SGS SEARCH CO 2 FOOTPRINT RAPPORTAGE

SGS SEARCH CO 2 FOOTPRINT RAPPORTAGE SGS SEARCH CO 2 FOOTPRINT RAPPORTAGE 2017 1 Onze ambitie? Onze positieve footprint verdubbelen en de negatieve halveren 1 INLEIDING NEGATIEVE FOOTPRINT HALVEREN Inleiding SGS Search heeft de ambitie om

Nadere informatie

Periodieke rapportage 2014

Periodieke rapportage 2014 Periodieke rapportage 2014 Inhoudsopgave Inleiding 3 1. Basisgegevens 4 1.1 Beschrijving van de organisatie 4 1.2 Verantwoordelijkheden 4 1.3 Basisjaar 4 1.4 Rapportageperiode 4 1.5 Verificatie 4 2. Afbakening

Nadere informatie

CARBON FOOTPRINT RAPPORTAGE 2017 CO 2 -EMISSIE INVENTARIS 3.A A B.2.

CARBON FOOTPRINT RAPPORTAGE 2017 CO 2 -EMISSIE INVENTARIS 3.A A B.2. 3.A.1. - 2.A.3. - 1.B.2. CARBON FOOTPRINT -EMISSIE INVENTARIS DOCUMENTNAAM AUTEUR: VERSIE: DATUM: STATUS: KAM B 23-02-2018 DEFINITIEF 3A1-2A3-1B2 JAARLIJKS CO2-VERSLAG 2017 HAKKERS SCOPE 1-2 (versie B)

Nadere informatie

CO2-reductiedoelstellingen + voortgang

CO2-reductiedoelstellingen + voortgang CO2-reductiedoelstellingen + voortgang Samen zorgen voor minder CO2 Boskoop 22-08-2018 P. van t Wout Akkoord directie: Datum: Handtekening: 1 Inleiding Dit CO 2 -reductieplan heeft, net zoals het volledige

Nadere informatie

CO-2 Rapportage Electrotechnische Industrie ETI bv Vierde Broekdijk JD Aalten Kamer van koophandel Arnhem

CO-2 Rapportage Electrotechnische Industrie ETI bv Vierde Broekdijk JD Aalten Kamer van koophandel Arnhem CO-2 Rapportage 2013 Electrotechnische Industrie ETI bv Vierde Broekdijk 16 7122 JD Aalten Kamer van koophandel Arnhem 09080078 Aalten 2-5-2014 Versie 2.1 H.J.Slot Geaccordeerd J.Nannings Directeur Inhoudsopgave

Nadere informatie

SGS SEARCH CO 2 -FOOTPRINT RAPPORTAGE

SGS SEARCH CO 2 -FOOTPRINT RAPPORTAGE SGS SEARCH CO 2 -FOOTPRINT RAPPORTAGE 2016-1 Onze ambitie? Onze positieve footprint verdubbelen en de negatieve halveren Resultaten SGS Search CO2-footprint Rapportage 2016-1 d.d. augustus 2016 1 INLEIDING

Nadere informatie

Periodieke rapportage 2 e helft 2014. 18 maart 2015 versie definitief

Periodieke rapportage 2 e helft 2014. 18 maart 2015 versie definitief Periodieke rapportage 2 e helft 18 maart 2015 versie definitief Inhoudsopgave Inleiding 3 1. Basisgegevens 4 1.1 Beschrijving van de organisatie 4 1.2 Verantwoordelijkheden 4 1.3 Basisjaar 4 1.4 Rapportageperiode

Nadere informatie

CO2-reductiedoelstellingen + voortgang

CO2-reductiedoelstellingen + voortgang CO2-reductiedoelstellingen + voortgang Samen zorgen voor minder CO2 Boskoop 18-08-2017 P. van t Wout Akkoord directie: Datum: Handtekening: 1 Inleiding Dit CO 2 -reductieplan heeft, net zoals het volledige

Nadere informatie

1. INLEIDING 2. CARBON FOOTPRINT

1. INLEIDING 2. CARBON FOOTPRINT 1. INLEIDING Binnen Van der Ende Beheermaatschappij B.V. staat zowel interne als externe duurzaamheid hoog op de agenda. Interne duurzaamheid richt zich met name op het eigen huisvestingsbeleid, de bedrijfsprocessen

Nadere informatie

Reductiebeleid en (kwantitatieve) doelstellingen (3.B.1)

Reductiebeleid en (kwantitatieve) doelstellingen (3.B.1) Reductiebeleid en (kwantitatieve) doelstellingen (3.B.1) Directie: K.J. de Jong Handtekening: KAM-Coördinator: D.T. de Jong Handtekening: Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Het CO 2 -reductiebeleid van

Nadere informatie

Periodieke rapportage 2 e helft 2016

Periodieke rapportage 2 e helft 2016 Periodieke rapportage 2 e helft 2016 1 Inhoudsopgave Inleiding 3 1. Basisgegevens 4 1.1 Beschrijving van de organisatie 4 1.2 Verantwoordelijkheden 4 1.3 Basisjaar 4 1.4 Rapportageperiode 4 1.5 Verificatie

Nadere informatie

Periodieke Rapportage 2 e helft 2016

Periodieke Rapportage 2 e helft 2016 Periodieke Rapportage 2 e helft 2016 Datum: Paraaf directie: 1 Inhoudsopgave Inleiding 3 1. Basisgegevens 4 1.1 Beschrijving van de organisatie 4 1.2 Verantwoordelijkheden 4 1.3 Basisjaar 4 1.4 Rapportageperiode

Nadere informatie

Energie management actieplan 2015

Energie management actieplan 2015 Energie management actieplan 2015 Status: Definitief 3.B.1 en 3.B.2 Versie 2015/1 Uitgegeven door: Van Wijk Nieuwegein Copyright 2015 Van Wijk Nieuwegein Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave

Nadere informatie

Periodieke rapportage 2016 H1

Periodieke rapportage 2016 H1 Periodieke rapportage 2016 H1 28 september 2016 Datum:... Paraaf directie:... 1 Inhoudsopgave Inleiding 3 1. Basisgegevens 4 1.1 Beschrijving van de organisatie 4 1.2 Verantwoordelijkheden 4 1.3 Basisjaar

Nadere informatie

Periodieke rapportage 2015 H1 + H2

Periodieke rapportage 2015 H1 + H2 Periodieke rapportage 2015 H1 + H2 17-02-2016 Periodieke rapportage 2015 H2 Inhoudsopgave Inleiding 3 1. Basisgegevens 4 1.1 Beschrijving van de organisatie 4 1.2 Verantwoordelijkheden 4 1.3 Basisjaar

Nadere informatie

Energie Management Actieplan

Energie Management Actieplan Energie Management Actieplan Conform niveau 3 op de CO 2 -prestatieladder 3.0 Auteur: Mariëlle de Gans - Hekman Datum: 30 september 2015 Versie: 1.0 Status: Concept Inhoudsopgave 1 Inleiding...2 2 Reductiedoelstellingen...3

Nadere informatie

Periodieke rapportage 2016 September 2016

Periodieke rapportage 2016 September 2016 Periodieke rapportage 2016 September 2016 Periodieke rapportage 2016 Pagina 1 Inhoudsopgave Inleiding 3 1. Basisgegevens 4 1.1 Beschrijving van de organisatie 4 1.2 Verantwoordelijkheden 4 1.3 Basisjaar

Nadere informatie

Search CO 2 -footprint. Rapportage 2014 januari - juni

Search CO 2 -footprint. Rapportage 2014 januari - juni Search CO 2 -footprint Rapportage 2014 januari - juni Inleiding Search heeft de ambitie om haar positieve footprint te verdubbelen en haar negatieve footprint te halveren, en in 5 jaar al met 20% te verminderen.

Nadere informatie

Carbon Footprint 2e helft 2015 (referentiejaar = 2010)

Carbon Footprint 2e helft 2015 (referentiejaar = 2010) Carbon Footprint 2e helft 2015 (referentiejaar = 2010) Opgesteld door: Akkoord: I. Bangma O. Van der Ende 1. INLEIDING Binnen de Van der Ende Steel Protectors Group BV staat zowel interne als externe duurzaamheid

Nadere informatie

Periodieke rapportage 2016 H2. Juni 2017

Periodieke rapportage 2016 H2. Juni 2017 Periodieke rapportage 2016 H2 Juni 2017 Inhoudsopgave Inleiding 3 1. Basisgegevens 4 1.1 Beschrijving van de organisatie 4 1.2 Verantwoordelijkheden 4 1.3 Basisjaar 4 1.4 Rapportageperiode 4 1.5 Verificatie

Nadere informatie

Energie Beoordeling Co2 reductie

Energie Beoordeling Co2 reductie Energie Beoordeling Co2 reductie Opgesteld door: Cheryl de Vette VGMK coördinator 2.A.3 Energie Beoordeling 2016 Van Beek Infra Groep B.V. Conform Co2 Prestatieladder 3.0 Datum: 13-5-2016 Inhoud 1. Inleiding...

Nadere informatie

Periodieke rapportage 1 e helft 2016

Periodieke rapportage 1 e helft 2016 Periodieke rapportage 1 e helft 2016 1 Inhoudsopgave Inleiding 3 1. Basisgegevens 4 1.1 Beschrijving van de organisatie 4 1.2 Verantwoordelijkheden 4 1.3 Basisjaar 4 1.4 Rapportageperiode 4 1.5 Verificatie

Nadere informatie

Periodieke rapportage 2 de half jaar 2016 Juni 2017

Periodieke rapportage 2 de half jaar 2016 Juni 2017 Periodieke rapportage 2 de half jaar 2016 Juni 2017 Periodieke rapportage 2016 Pagina 1 Inhoudsopgave Inleiding 3 1. Basisgegevens 4 1.1 Beschrijving van de organisatie 4 1.2 Verantwoordelijkheden 4 1.3

Nadere informatie

CO-2 Rapportage 2014. Inhoudsopgave. Electrotechnische Industrie ETI bv Vierde Broekdijk 16 7122 JD Aalten Kamer van koophandel Arnhem 09080078

CO-2 Rapportage 2014. Inhoudsopgave. Electrotechnische Industrie ETI bv Vierde Broekdijk 16 7122 JD Aalten Kamer van koophandel Arnhem 09080078 CO-2 Rapportage 2014 Electrotechnische Industrie ETI bv Vierde Broekdijk 16 7122 JD Aalten Kamer van koophandel Arnhem 09080078 Aalten 28-04-2015 Versie 2.2 J.Nannings Directeur Inhoudsopgave 1. Inleiding

Nadere informatie

Halfjaarlijkse CO 2 rapportage 2015

Halfjaarlijkse CO 2 rapportage 2015 Halfjaarlijkse CO 2 rapportage 2015 Status: Definitief Datum van uitgifte: 16-08-2015 Datum van ingang: 07-09-2015 Versienummer: 1.0 Inhoud 1. INLEIDING... 3 2. CO 2 EMISSIES 1E HALFJAAR 2015... 4 2.1

Nadere informatie

38,6. CO 2 (ton/jr) 2014

38,6. CO 2 (ton/jr) 2014 Carbon footprint Op basis van de diverse soorten CO 2 -emissies is de totale CO 2 -emissie van Den Ouden Groep berekend. 9,8 38,6 51,6 Diesel personenwagens Diesel combo's en busjes Hybride personen wagens

Nadere informatie

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 1 e helft 2016

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 1 e helft 2016 Voortgangsrapportage CO 2 reductie 1 e helft 2016 CO 2 Prestatieladder - Niveau 3 Datum: 18 juli 2016 Versie: 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 1 2. Basisgegevens... 2 2.1 Beschrijving van de organisatie...

Nadere informatie

CO2-reductiedoelstellingen

CO2-reductiedoelstellingen CO2-reductiedoelstellingen Samen zorgen voor minder CO2 Boskoop 20-02-2017 P. van t Wout Akkoord directie: Datum: Handtekening: 1 Inleiding Dit CO 2 -reductieplan heeft, net zoals het volledige energiemanagementsysteem,

Nadere informatie

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 2014

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 2014 Voortgangsrapportage CO 2 reductie 2014 CO 2 Prestatieladder - Niveau 3 Datum: 30 januari 2015 Versie: 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 1 2. Basisgegevens... 2 2.1 Beschrijving van de organisatie... 2 2.2

Nadere informatie

CO2-reductieplan. Samen zorgen voor minder CO2. Rapportage M

CO2-reductieplan. Samen zorgen voor minder CO2. Rapportage M CO2-reductieplan Samen zorgen voor minder CO2 Rapportage 2016-6M 1 Inleiding Dit CO₂-reductieplan heeft, net zoals het volledige energiemanagementsysteem, zowel betrekking op de totale bedrijfsvoering

Nadere informatie

Periodieke rapportage 2 e helft September 2016

Periodieke rapportage 2 e helft September 2016 Periodieke rapportage 2 e helft 2015 September 2016 Inhoudsopgave Inleiding 3 1. Basisgegevens 4 1.1 Beschrijving van de organisatie 4 1.2 Verantwoordelijkheden 4 1.3 Basisjaar 4 1.4 Rapportageperiode

Nadere informatie

2015 [Energiemeetplan CO2- reductiesyteem 2017-2020]

2015 [Energiemeetplan CO2- reductiesyteem 2017-2020] 2015 [Energiemeetplan CO2- reductiesyteem 2017-2020] Transportbedrijf R.Vels & Zn. B.V. Co2-prestatieladder 3.0 2015 Inhoud Inleiding... 2 1.1. Doelstellingen... 3 1.2. Planning meetmomenten... 3 1.3.

Nadere informatie

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 1 e helft 2013

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 1 e helft 2013 Voortgangsrapportage CO 2 reductie 1 e helft 2013 CO 2 Prestatieladder - Niveau 3 Datum: 1 november 2013 Versie: 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 1 2. Basisgegevens... 2 2.1 Beschrijving van de organisatie...

Nadere informatie

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 1 e helft 2017

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 1 e helft 2017 Voortgangsrapportage CO 2 reductie 1 e helft 2017 CO 2 Prestatieladder - Niveau 3 Datum: 13 september 2017 Versie: 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 1 2. Basisgegevens... 2 2.1 Beschrijving van de organisatie...

Nadere informatie

PERIODIEKE RAPPORTAGE 2015

PERIODIEKE RAPPORTAGE 2015 PERIODIEKE RAPPORTAGE 2015 Inhoud 1. INLEIDING... 2 2 BASISGEGEVENS... 3 2.1 Beschrijving de organisatie... 3 2.2 Verantwoordelijkheden... 3 2.3 Basisjaar... 3 2.4 Rapportageperiode... 3 2.5 Verificatie...

Nadere informatie

1. INLEIDING 2. CARBON FOOTPRINT

1. INLEIDING 2. CARBON FOOTPRINT 1. INLEIDING Binnen Van der Ende Beheermaatschappij B.V. staat zowel interne als externe duurzaamheid hoog op de agenda. Interne duurzaamheid richt zich met name op het eigen huisvestingsbeleid, de bedrijfsprocessen

Nadere informatie

CO2-reductieplan 2015

CO2-reductieplan 2015 CO2-reductieplan 2015 Samen zorgen voor minder CO2 Tussentijdse rapportage januari juni 2015 1 Inleiding Dit CO₂-reductieplan heeft, net zoals het volledige energiemanagementsysteem, zowel betrekking op

Nadere informatie

Carbon Footprint 1e helft 2015 (referentiejaar = 2010)

Carbon Footprint 1e helft 2015 (referentiejaar = 2010) Carbon Footprint 1e helft 2015 (referentiejaar = 2010) Opgesteld door: Akkoord: I. Bangma O. Van der Ende 1. INLEIDING Binnen Van der Ende Steel Protectors Group staat zowel interne als externe duurzaamheid

Nadere informatie

Arnold Maassen Holding BV. Voortgangsrapportage scope 1 en 2 1e halfjaar 2014

Arnold Maassen Holding BV. Voortgangsrapportage scope 1 en 2 1e halfjaar 2014 Arnold Maassen Holding BV Voortgangsrapportage scope 1 en 2 1e halfjaar 2014 G.R.M. Maassen 24-10-2014 Inhoud 1 Inleiding... 3 2 Scope 1 en 2... 3 2.1 Voortgang in relatie tot reductiedoelstellingen....

Nadere informatie

De doelstellingen luidt: 4% reductie veroorzaakt door elektraverbruik door het geheel over te stappen naar groene stroom in 2017.

De doelstellingen luidt: 4% reductie veroorzaakt door elektraverbruik door het geheel over te stappen naar groene stroom in 2017. Twee maal per jaar voert Rail Partner Holland een review uit m.b.t. de stand van zaken aangaande CO2- reductiedoelstellingen. Tijdens deze halfjaarlijkse evaluatie worden alle genoemde maatregelen gecheckt.

Nadere informatie

Periodieke rapportage 2017 H1. November 2017

Periodieke rapportage 2017 H1. November 2017 Periodieke rapportage 2017 H1 November 2017 Inhoudsopgave Inleiding 3 1. Basisgegevens 4 1.1 Beschrijving van de organisatie 4 1.2 Verantwoordelijkheden 4 1.3 Basisjaar 4 1.4 Rapportageperiode 4 1.5 Verificatie

Nadere informatie

Review CO 2 reductiedoelstellingen voestalpine WBN. Conform niveau 5 op de CO 2 -prestatieladder 2.2

Review CO 2 reductiedoelstellingen voestalpine WBN. Conform niveau 5 op de CO 2 -prestatieladder 2.2 Review CO 2 reductiedoelstellingen voestalpine WBN Conform niveau 5 op de CO 2 -prestatieladder 2.2 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Voortgang subdoelstellingen 4 2.1. Voortgang subdoelstelling kantoren 4

Nadere informatie

Half jaarverslag Conform niveau 3 op de CO2-prestatieladder 3.0 en ISO norm Opgesteld door Paul Jonk Opgesteld op

Half jaarverslag Conform niveau 3 op de CO2-prestatieladder 3.0 en ISO norm Opgesteld door Paul Jonk Opgesteld op Half jaarverslag 2018 Criteria Conform niveau 3 op de CO2-prestatieladder 3.0 en ISO 14064-1 norm Opgesteld door Paul Jonk Opgesteld op 05-12-2018 Paraaf PJ Autorisatiedatum 05-12-2018 Inhoudsopgave 1

Nadere informatie

5.B.1_2 Voortgangsrapportage Review Co₂-emissies 2016 H1. Conform Co₂-prestatieladder B.1 met 2.A A A B.2

5.B.1_2 Voortgangsrapportage Review Co₂-emissies 2016 H1. Conform Co₂-prestatieladder B.1 met 2.A A A B.2 5.B.1_2 Voortgangsrapportage Review Co₂-emissies 2016 H1 Conform Co₂-prestatieladder 3.0 Verantwoording Titel Voortgangsrapportage CO₂-emissies Periode Januari 2016 t/m juni 2016 Revisie 1.0 Datum 14 juli

Nadere informatie

CO 2 - en energiereductiedoelstellingen 2013-2014 Alfen B.V. Auteur: H. van der Vlugt Versie: 1.1 Datum: 26-mei-2014 Doc.nr: Red1314 Alfen B.V. CO 2-reductierapport 2013-2014 Doc. nr. Red1314 26-mei-2014

Nadere informatie

Periodieke rapportage e helft. N.C. Zwart Verhuur BV

Periodieke rapportage e helft. N.C. Zwart Verhuur BV Periodieke rapportage 2017 1 e helft N.C. Zwart Verhuur BV met de werkmaatschappijen: - Zwart Infracare BV - N.C. Zwart BV - Handelsonderneming De Pijp BV Wervershoof, september 2017 (versie 170908) Auteur:

Nadere informatie

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 2016

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 2016 Voortgangsrapportage CO 2 reductie 2016 CO 2 Prestatieladder - Niveau 3 Datum: 4 april 2017 Versie: 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 1 2. Basisgegevens... 2 2.1 Beschrijving van de organisatie... 2 2.2

Nadere informatie

CO₂-nieuwsbrief. De directe emissie van CO₂ - vanuit scope 1 is gemeten en berekend als 1.226 ton CO₂ -, 95% van de totale footprint.

CO₂-nieuwsbrief. De directe emissie van CO₂ - vanuit scope 1 is gemeten en berekend als 1.226 ton CO₂ -, 95% van de totale footprint. Derde voortgangsrapportage CO₂-emissie reductie Hierbij informeren wij u over de uitkomsten van onze Carbon Footprint en de derde CO₂ -emissie inventarisatie, betreffende de periode van juni 2014 tot en

Nadere informatie

CO 2 footprint tussenrapportage 2015 1 e half jaar

CO 2 footprint tussenrapportage 2015 1 e half jaar CO 2 footprint tussenrapportage 2015 1 e half jaar Naam opdrachtgever: Unipro BV Adres: Bouwstraat 18 Plaats: Haaksbergen Uitgevoerd door: Zienergie BV Adres: Dokter Stolteweg 2 Plaats Zwolle Telefoon:

Nadere informatie

Periodieke rapportage 2015 H2. 20 januari 2016

Periodieke rapportage 2015 H2. 20 januari 2016 20 januari 2016 Inhoudsopgave Inleiding 3 1. Basisgegevens 4 1.1 Beschrijving van de organisatie 4 1.2 Verantwoordelijkheden 4 1.3 Basisjaar 4 1.4 Rapportageperiode 4 1.5 Verificatie 4 2. Afbakening 5

Nadere informatie

Energie Management Actie Plan Swietelsky Rail Benelux B.V.

Energie Management Actie Plan Swietelsky Rail Benelux B.V. Energie Management Actie Plan Swietelsky Rail Benelux B.V. Opgesteld door: Kader B.V. Versie: 1.0 Datum: 1 juni 2013 Inhoud 1 Inleiding... 3 2 Plan-Do-Check-Act... 3 2.1 Plan (Doelstellingen)... 3 2.2

Nadere informatie

Evaluatie CO 2 -footprint en besparingsplan CO 2 -prestatieladder 2016

Evaluatie CO 2 -footprint en besparingsplan CO 2 -prestatieladder 2016 Evaluatie CO 2 -footprint en besparingsplan CO 2 -prestatieladder 2016 Inleiding In dit document wordt de evaluatie van de CO 2 -footprint en het CO 2 -besparingsplan van SUEZ Nederland weergegeven. De

Nadere informatie

Emissies aantal FTE 23,6

Emissies aantal FTE 23,6 Pagina 1 van 7 Inleiding Dit jaar is Speer Groep gestart met het monitoren en analyseren van haar energie-efficiency. In het kader hiervan is dit haar eerste halfjaarrapportage Energie-Efficiency. Doel

Nadere informatie

Energie meetplan 2012-2015. Conform niveau 3 op de CO2-prestatieladder 2.1

Energie meetplan 2012-2015. Conform niveau 3 op de CO2-prestatieladder 2.1 Energie meetplan 2012-2015 Conform niveau 3 op de CO2-prestatieladder 2.1 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Doelstellingen 4 3 Planning meetmomenten 5 3.1. Vestiging A (Binnenbaan 37 te Rhoon) incl. werkplaats

Nadere informatie

3B1 Reductiebeleid en Doelstellingen. Datum : 3 jul. 2014 Door : Sandra Kleef Functie : KAM-manager Versie : 2014.1

3B1 Reductiebeleid en Doelstellingen. Datum : 3 jul. 2014 Door : Sandra Kleef Functie : KAM-manager Versie : 2014.1 3B1 Reductiebeleid en Doelstellingen Datum : 3 jul. 2014 Door : Sandra Kleef Functie : KAM-manager Versie : 2014.1 INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE 2 INLEIDING 3 01. HET CO2-REDUCTIEBELEID VAN ONS BEDRIJF 3

Nadere informatie

Periodieke rapportage 2014

Periodieke rapportage 2014 Periodieke rapportage 2014 Inhoudsopgave Inleiding 3 1. Basisgegevens 4 1.1 Beschrijving van de organisatie 4 1.2 Verantwoordelijkheden 4 1.3 Basisjaar 4 1.4 Rapportageperiode 4 1.5 Verificatie 4 2. Afbakening

Nadere informatie

Voortgangsrapportage 5 CO 2 -Prestatieladder

Voortgangsrapportage 5 CO 2 -Prestatieladder CO 2 -Prestatieladder Inhoudsopgave 1. INLEIDING... 3 2. BRANDSTOF... 4 REDUCTIEDOELSTELLING... 4 RESULTATEN... 4 3. ELEKTRICITEIT... 5 4. GROENAFVAL... 6 KETENANALYSE... 6 REDUCTIEDOELSTELLING... 6 HOEVEELHEID

Nadere informatie

Voortgangsrapportage 4 CO 2 -Prestatieladder

Voortgangsrapportage 4 CO 2 -Prestatieladder CO 2 -Prestatieladder Inhoudsopgave 1. INLEIDING... 3 2. BRANDSTOF... 4 REDUCTIEDOELSTELLING... 4 RESULTATEN... 4 3. GROENAFVAL... 5 KETENANALYSE... 5 REDUCTIEDOELSTELLING... 5 HOEVEELHEID GROENAFVAL...

Nadere informatie

CO2-reductieplan 2015

CO2-reductieplan 2015 CO2-reductieplan 2015 Samen zorgen voor minder CO2 Rapportage 2015 1 Inleiding Dit CO₂-reductieplan heeft, net zoals het volledige energiemanagementsysteem, zowel betrekking op de totale bedrijfsvoering

Nadere informatie

Energie Management ACTIE Plan

Energie Management ACTIE Plan 1. Inleiding Het Energie Management ACTIE Plan (EMAP) geeft weer hoe binnen Schulte en Lestraden B.V. de zogenaamde stuurcyclus (Plan-Do-Check-Act) wordt ingevuld om de prestaties en doelstellingen van

Nadere informatie

Energie meetplan 2012-2015. Conform niveau 3 op de CO2-prestatieladder 2.2

Energie meetplan 2012-2015. Conform niveau 3 op de CO2-prestatieladder 2.2 Energie meetplan 2012-2015 Conform niveau 3 op de CO2-prestatieladder 2.2 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Doelstellingen 4 3 Planning meetmomenten 5 3.1. Vestiging A (Binnenbaan 37 te Rhoon) incl. werkplaats

Nadere informatie

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 2013

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 2013 Voortgangsrapportage CO 2 reductie 2013 CO 2 Prestatieladder - Niveau 3 Datum: 17 maart 2014 Versie: 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 1 2. Basisgegevens... 2 2.1 Beschrijving van de organisatie... 2 2.2

Nadere informatie

Voortgangsrapportage. Voortgang van CO 2 reductieplan van Genap B.V (tm juni) Copyright 2016 Genap B.V.

Voortgangsrapportage. Voortgang van CO 2 reductieplan van Genap B.V (tm juni) Copyright 2016 Genap B.V. Voortgangsrapportage Voortgang van CO 2 reductieplan van Genap B.V. 2016 (tm juni) Copyright 2016 Genap B.V. Inhoud Inleiding... 2 1 Energiebeleid... 3 2 Huidig energieverbruik en trendanalyse... 3 3 Voortgang

Nadere informatie

Energie management Actieplan

Energie management Actieplan Energie management Actieplan Conform niveau 3 op de CO 2 -prestatieladder 2.2 Auteur: Mariëlle de Gans - Hekman Datum: 30 september 2015 Versie: 1.0 Status: Concept Inhoudsopgave 1 Inleiding... 2 2 Doelstellingen...

Nadere informatie

Scope 1 doelstelling Scope 2 doelstelling Scope 1 en 2 gecombineerd 5% CO 2- reductie. 30% CO 2- reductie in 2016 6% CO 2 -reductie in 2016 ten

Scope 1 doelstelling Scope 2 doelstelling Scope 1 en 2 gecombineerd 5% CO 2- reductie. 30% CO 2- reductie in 2016 6% CO 2 -reductie in 2016 ten B. Kwantitatieve doelstellingen & beleid 1 INLEIDING Verhoef wil concreet en aantoonbaar maken dat we ons inspannen om CO 2 te reduceren. Daarvoor hebben wij dit reductiebeleid opgesteld. 2 HET CO 2 REDUCTIE

Nadere informatie

W & M de Kuiper Holding

W & M de Kuiper Holding 2 januari t/m juni 2018 2 Pagina 2 van 6 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Overzicht -emissie gegevens 3 Vergelijking met voorgaande jaren 4 3 -gerelateerd gunningsvoordeel 5 4 Doelstellingen 5 Reductiedoelstellingen

Nadere informatie

De Kleinvoetigheid van Asset Management Emissies en Energieverbruik

De Kleinvoetigheid van Asset Management Emissies en Energieverbruik De Kleinvoetigheid van Asset Management Emissies en Energieverbruik In deze presentatie Gasunie en GTS Oude tijden herleven en de ambitie. Hoe denken we dit te gaan realiseren? Mooie ideeën maar haalbaar?

Nadere informatie

5.B.1_1 Voortgangsrapportage Review Co₂-emissies 2015 H1 + H2. Conform Co₂-prestatieladder B.1 met 2.A A A B.

5.B.1_1 Voortgangsrapportage Review Co₂-emissies 2015 H1 + H2. Conform Co₂-prestatieladder B.1 met 2.A A A B. 5.B.1_1 Voortgangsrapportage Review Co₂-emissies 2015 H1 + H2 Conform Co₂-prestatieladder 3.0 Verantwoording Titel Voortgangsrapportage CO₂-emissies Periode Januari 2015 t/m december 2015 Revisie 1.0 Datum

Nadere informatie

Energiemanagement actieplan Klaver Giant Groep B.V. Op basis van de internationale norm ISO , 4.4.4, 4.4.5, 4.4.6, en 4.6.

Energiemanagement actieplan Klaver Giant Groep B.V. Op basis van de internationale norm ISO , 4.4.4, 4.4.5, 4.4.6, en 4.6. CO2-Prestatieladder Energiemanagement actieplan Klaver Giant Groep B.V. Op basis van de internationale norm ISO 50001 4.4.3, 4.4.4, 4.4.5, 4.4.6, 4.6.1 en 4.6.4 Auteur(s): A.C.A. Ham (Klaver Giant Groep

Nadere informatie

P. DE BOORDER & ZOON B.V.

P. DE BOORDER & ZOON B.V. Footprint 2013 Wapeningscentrale P. DE BOORDER & ZOON B.V. Dit document is opgesteld volgens ISO 14064-1 Datum Versie Opsteller Gezien 31 maart 2014 Definitief Dhr. S.G. Jonker Dhr. K. De Boorder 2 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Periodieke rapportage 2 de half jaar 2017

Periodieke rapportage 2 de half jaar 2017 Periodieke rapportage 2 de half jaar 2017 Mei 2018 Periodieke rapportage 2017 Pagina 1 Inhoudsopgave Inleiding 3 1. Basisgegevens 4 1.1 Beschrijving van de organisatie 4 1.2 Verantwoordelijkheden 4 1.3

Nadere informatie

Voortgangsrapportage Voortgang van CO2 reductieplan van Genap B.V (tm juni)

Voortgangsrapportage Voortgang van CO2 reductieplan van Genap B.V (tm juni) Voortgangsrapportage Voortgang van CO reductieplan van Genap B.V. 06 (tm juni) Copyright 06 Genap B.V. Inhoud Inleiding... Energiebeleid... 3 Huidig energieverbruik en trendanalyse... 3 3 Voortgang reductiedoelstellingen

Nadere informatie

Voorwoord. Ons streven is:

Voorwoord. Ons streven is: Gasunie & Milieu 1 Voorwoord Gasunie geeft de hoogste prioriteit aan veiligheid, gezondheid en milieu (VGM). Een goede prestatie op dat gebied is de voorwaarde voor het voortbestaan van onze onderneming.

Nadere informatie

Rapportage e half jaar Swietelsky Rail Benelux B.V.

Rapportage e half jaar Swietelsky Rail Benelux B.V. Rapportage 2014 1e half jaar Swietelsky Rail Benelux B.V. Energieverbruik en CO 2 emissies januari 2015 Opgesteld door: M. Kelger Rapportage 2014 1e half jaar Energieverbruik en CO2 emissies Inhoud 1 Inleiding...

Nadere informatie

Milieu jaarverslag 2013-Q4

Milieu jaarverslag 2013-Q4 Milieu jaarverslag 2013-Q4 1. Inleiding In dit verslag worden gegevens gepubliceerd ten aanzien van energie met daaraan gekoppeld de CO 2 footprint. De dataverzameling en rapportage voor CO 2 gebeurt conform

Nadere informatie

Carbon footprint 2011

Carbon footprint 2011 PAGINA i van 12 Carbon footprint 2011 Opdrachtgever: Stuurgroep MVO Besteknummer: - Projectnummer: 511133 Documentnummer: 511133_Rapportage_Carbon_footprint_2011_1.2 Versie: 1.2 Status: Definitief Uitgegeven

Nadere informatie

Ketenanalyse Woon- Werkverkeer

Ketenanalyse Woon- Werkverkeer 2014 Ketenanalyse Woon- Werkverkeer Rapportage: KAWWV 2014 Datum: 12 Augustus 2014 Opgesteld door: Rick Arts Versie: 1.1 Inhoud 1 Inleiding... 3 2 Doel... 4 2.1 Data inventarisatie... 4 2.1.1 Zakelijke

Nadere informatie

Beschrijving Energie Management Systeem

Beschrijving Energie Management Systeem Beschrijving Energie Management Systeem 11 maart 2014 Dit document beschrijft het Energie Management Systeem en het reductieplan voor realisatie van de energiereductie doelstellingen van Bepacom B.V. StenVi

Nadere informatie

5.B.1_2 Voortgangsrapportage Review Co₂-emissies 2017 H1. Conform Co₂-prestatieladder B.1 met 2.A A A B.2

5.B.1_2 Voortgangsrapportage Review Co₂-emissies 2017 H1. Conform Co₂-prestatieladder B.1 met 2.A A A B.2 5.B.1_2 Voortgangsrapportage Review Co₂-emissies 2017 H1 Conform Co₂-prestatieladder 3.0 Verantwoording Titel Voortgangsrapportage CO₂-emissies Periode Januari 2017 t/m juni 2017 Revisie 1.0 Datum 20 juli

Nadere informatie

CO 2 -Voortgangsrapportage 2017-H1

CO 2 -Voortgangsrapportage 2017-H1 CO 2 -Voortgangsrapportage 2017-H1 Datum: 19-12-2017 Versie: 2 In samenwerking met: Will2Sustain: Adviesbureau in Duurzaam Ondernemen 1. Inleiding Dit document omvat de voortgangsrapportage van Bagger-

Nadere informatie

Energie Management Actieplan Conform 3.B.2

Energie Management Actieplan Conform 3.B.2 Energie Management Actieplan Conform 3.B.2 Op basis van de internationale norm ISO 50001 4.4.3, 4.4.4, 4.4.5, 4.4.6, 4.6.1 en 4.6.4 Auteur(s): Mevr. Marjan Giezen, CO₂-functionaris, PUK Benelux B.V. Marcel

Nadere informatie

3.C.1 Communicatie over de voortgang van CO 2 bij Prins Bouw.

3.C.1 Communicatie over de voortgang van CO 2 bij Prins Bouw. 3.C.1 Communicatie over de voortgang van CO 2 bij Prins Bouw. Datum: 12-05-2016 Versie: 1 1. Inleiding Middels deze rapportage wil Prins Bouw de voorgang op de CO 2 reductiedoelstellingen laten zien, door

Nadere informatie

CO 2 -Prestatieladder

CO 2 -Prestatieladder CO 2 -Prestatieladder Energiemanagement actieplan Schilderwerken De Boer Obdam B.V. 2015 Op basis van de internationale norm ISO 50001 4.4.3, 4.4.4, 4.4.5, 4.4.6, 4.6.1 en 4.6.4 Auteur(s): R. de Boer (Schilderwerken

Nadere informatie

Rapportage 2015 S1 Swietelsky Rail Benelux B.V.

Rapportage 2015 S1 Swietelsky Rail Benelux B.V. Rapportage 2015 S1 Swietelsky Rail Benelux B.V. Energieverbruik en CO 2 emissies december 2015 Opgesteld door: E. Goudvis Rapportage 2015 S1 Energieverbruik en CO2 emissies Inhoud 1 Inleiding... 2 2 Energieverbruik

Nadere informatie

CO 2 Voortgangsrapportage 2012. Kwartaal 3 en 4. Akkoord Directie:

CO 2 Voortgangsrapportage 2012. Kwartaal 3 en 4. Akkoord Directie: CO 2 Voortgangsrapportage Kwartaal 3 en 4 Akkoord Directie: 31 december Inhoud voortgangsrapportage, kwartaal 3 en 4 1. Directieverklaring 2. Carbon Footprint a. Scope 1: directe CO 2 emissies b. Scope

Nadere informatie

Gubbels Beheer Postbus 18 5268 ZG HELVOIRT tel: 0411-641980 fax: 0411-643072 www.gubbels.nl

Gubbels Beheer Postbus 18 5268 ZG HELVOIRT tel: 0411-641980 fax: 0411-643072 www.gubbels.nl A. B. Emissie CO2-reductie Inventaris Versie 2.0 Auteur Gubbels Gubbels Beheer Postbus 18 5268 ZG HELVOIRT tel: 0411-641980 fax: 0411-643072 www.gubbels.nl 1/12 Inhoudsopgave Invalshoek B. CO2-reductie...

Nadere informatie

Klever Boor- en Perstechniek BV Postbus 72 3410 CB Lopik

Klever Boor- en Perstechniek BV Postbus 72 3410 CB Lopik Klever Boor- en Perstechniek BV Postbus 72 3410 CB Lopik Bezoekadres: Batuwseweg 43 3411 KX Lopikerkapel Tel: 0348-554986 Fax: 0348-550611 E-mail: info@kleverbv.nl CO₂ Footprint 2014 Inhoud 1 Inleiding...

Nadere informatie

1 e half jaar 2015. Carbon Footprint. J.M. de Wit Groenvoorziening BV. Carbon footprint J.M. de Wit Groenvoorziening BV.

1 e half jaar 2015. Carbon Footprint. J.M. de Wit Groenvoorziening BV. Carbon footprint J.M. de Wit Groenvoorziening BV. Carbon Footprint 1 e half jaar 2015 J.M. de Wit Groenvoorziening BV Pagina 1 van 13 Carbon footprint J.M. de Wit Groenvoorziening B.V. Bedrijfsgegevens Bedrijf: J.M. de Wit Groenvoorziening BV Bezoekadres:

Nadere informatie

Periodieke rapportage 2016 H1

Periodieke rapportage 2016 H1 Periodieke rapportage 2016 H1 03-10-2016 Periodieke rapportage 2016 H1 Inhoudsopgave Inleiding 3 1. Basisgegevens 4 1.1 Beschrijving van de organisatie 4 1.2 Verantwoordelijkheden 4 1.3 Basisjaar 4 1.4

Nadere informatie

1. INLEIDING. 1.1. Rapportage

1. INLEIDING. 1.1. Rapportage 1. INLEIDING Binnen Van der Ende Beheermaatschappij B.V. staat zowel interne als externe duurzaamheid hoog op de agenda. Interne duurzaamheid richt zich met name op het eigen huisvestingsbeleid, de bedrijfsprocessen

Nadere informatie

Energie meetplan 2019-2024. Conform niveau 5 op de CO2-prestatieladder 2.2

Energie meetplan 2019-2024. Conform niveau 5 op de CO2-prestatieladder 2.2 Energie meetplan 2019-2024 Conform niveau 5 op de CO2-prestatieladder 2.2 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Doelstellingen 4 3 Planning meetmomenten 5 3.1. Vestiging Aartsdijkweg 45 5 Scope 1 emissies 5 Scope

Nadere informatie

Hoogwaardig en veelzijdig

Hoogwaardig en veelzijdig Hoogwaardig en veelzijdig Carbon footprint rapportage 2018 10 april 2019 Inhoud Samenvatting... 3 Algemeen... 4 Emissies scope 1... 5 Emissies scope 2... 7 Emissies scope 3... 8 Emissies projecten/overhead...

Nadere informatie

Carbon Footprint 2014

Carbon Footprint 2014 Carbon Footprint 2014 Opdrachtgever: Stuurgroep MVO Projectnummer: 550613 Versie: 1.1 Datum: 19-6-2015 Status: Defintief Adres Kievitsweg 13 9843 HA, Grijpskerk Contact Tel. 0594-280 123 E-mail: info@oosterhofholman.nl

Nadere informatie