Onderwerp Adviesaanvraag publieksbereik hedendaagse beeldende kunst/musea

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Onderwerp Adviesaanvraag publieksbereik hedendaagse beeldende kunst/musea"

Transcriptie

1 Aan De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen dr. F. van der Ploeg Postbus LZ Zoetermeer Onderwerp Adviesaanvraag publieksbereik hedendaagse beeldende kunst/musea R.J. Schimmelpennincklaan 3 Postbus AE Den Haag Telefoon Telefax cultuur@cultuur.nl Mijnheer de Staatssecretaris, Met de vragen die u in uw brief van 25 juni 2001 aan de Raad voor Cultuur voorlegt, geeft u andermaal te kennen meer publiek te willen interesseren voor beeldende kunst en na te willen gaan of, en zo ja hoe, de rijksoverheid daaraan kan bijdragen. Met het oog hierop heeft u eerder de ad hoc commissie Ex ingesteld, die in het rapport Minder & meer, oud en nieuw publiek voor de kunst van gisteren, vandaag en morgen met gedachten en aanbevelingen is gekomen. Vervolgens is op uw initiatief een debat georganiseerd om de inzichten uit het rapport te toetsen aan die van de instellingen in het veld. Recentelijk zijn studies over het galeriecircuit en de kunstuitleen verschenen die u in uw vraagstelling heeft betrokken. Datum 29 januari 2002 Uw kenmerk k/bk/01/25409 Uw brief van De Raad heeft er voor gekozen om uw vragen te beantwoorden vanuit een visie waarbij de rol van het museum in verband wordt gebracht met ontwikkelingen op diverse terreinen van de samenleving. Hij doet dit vanuit de overtuiging dat kunst en cultuur in deze tijd sterk onderhevig zijn aan ingrijpende maatschappelijke en economische ontwikkelingen en dat op grond hiervan naar nieuwe posities en formuleringen moet worden gezocht. De Raad vleit zich niet met de gedachte op al uw vragen het juiste antwoord te weten. Bij het zoeken naar posities raakte hij er zelfs van overtuigd dat hij niet primair naar pragmatische oplossingen moest zoeken, maar eerst en vooral moest streven naar het ontwikkelen van een samenhangende visie. Daarnaast meent hij dat wezenlijke veranderingen vanuit het veld zelf moeten komen en dat de (rijks- )overheid daar slechts in bescheiden mate aan kan bijdragen. De Raad beschouwt dit advies dan ook als instrument om de discussie in het veld te voeden en te prikkelen. Na een essayistische benadering van het onderwerp staat hij stil bij de begrippen educatie en marketing. Tot slot gaat hij kort in op de door u gestelde vragen.

2 Maatschappij, cultuur, kunst en de markt Een van de opmerkelijkste kenmerken van deze tijd is de wisselwerking tussen cultuur en economie. Met enige overdrijving zou men zelfs kunnen spreken van een vereconomisering van de cultuur en een verculturisering van de economie. Beide sectoren naderen elkaar doordat ze elkaars middelen en strategieën bestuderen en toepassen. De markt kijkt bijvoorbeeld bij de opwaardering en presentatie van zijn producten met een alert oog naar de wijze waarop kunst wordt gepresenteerd en van een context voorzien. Andersom oriënteren musea zich voor de uitbreiding van hun financiële middelen en hun publiek op de formules van winkelketens en pretparken. In beide gevallen is de inzet de attractiewaarde van goederen en activiteiten, waarbij parallellen zijn te trekken tussen het economische begrip branding en het kunstbegrip aura. Zowel bij het een als bij het ander wordt het product boven zijn materiële karakter uitgetild, verbijzonderd en omgeven met betekenis. Recente economische theorieën als de Experience Economy en de Attention Economy onderstrepen deze connectie. Culturele instellingen hebben over het algemeen niet het maken van winst als eerste en principiële doel maar de taak om het Nederlandse culturele erfgoed, een gemeenschappelijk bezit, te delen met Nederlanders en anderen. Aan de hand daarvan worden zij geacht te reageren en reflecteren op de ontwikkelingen binnen de cultuur. Wel dwingen subsidiegevers en besturen hen steeds meer om over te gaan op een sterk bedrijfsmatige aanpak. Daarbij valt als vanzelf veel meer accent op de bezoeker als consument. Aan de vraag hoe richtinggevend de voorkeur, smaak en interesse van de (culturele) consument moet zijn, kunnen tegenwoordig dan ook nog maar weinig instellingen ontkomen. Tegelijkertijd hiermee heeft zich een nieuwe problematiek aangediend. Doordat de consument zich, parallel aan een sterk toegenomen geografische en sociale mobiliteit, ontwikkeld heeft tot een mondig en kameleontisch wezen is hij minder makkelijk te vangen in keurig gecategoriseerde doelgroepen. Hij beweegt zich dwars door allerlei sociale en culturele lagen heen. Bovendien wordt hij van passieve afnemer een actieve participant in een proces waarbij het aangeboden product hem een persoonlijke belevenis belooft, en vaak zelfs een specifieke identiteit. Daarnaast is bij de keuzes die hij maakt de tijd die hij beschikbaar heeft van even groot belang als zijn interesses of zijn geld. 2 Een ander opvallend kenmerk van de algemene culturele ontwikkelingen is de invloed van andere culturen. Opvattingen die uitgaan van de autonomie van het kunstwerk of de zuiver esthetische waarde van een beeld zijn mede hierdoor onder druk komen te staan. Betekenisgeving die zich beperkt tot kunsthistorische of esthetische principes, volstaat niet meer. De toegenomen diversiteit in de samenstelling van de bevolking levert een differentiatie aan visies, meningen en subculturen op en dwingt de samenleving tot het opnieuw bepalen van standpunten én de beargumentering daarvan. Voor dat laatste is het noodzakelijk dat

3 zowel in de breedte als in de diepte discussies worden gevoerd over kwaliteit, autonomie en andere normen en waarden die kunst en cultuur betreffen. De Raad vindt dat de geschetste ontwikkelingen het dringend noodzakelijk maken opnieuw na te denken over de wijzen waarop aan culturele en kunstzinnige producten betekenis wordt toegeschreven. Welke normen en waarden spelen hierbij een rol, gaan verloren of vinden ingang, en wat is de positie en taak van de verschillende culturele instellingen hierbij? Ook moeten de verhoudingen tussen kunst, publiek en bemiddelende instellingen in een hedendaags perspectief worden geplaatst. Kunst, kunstenaars en bemiddelaars 3 Naast een aanzienlijke groep kunstenaars die geconcentreerd blijft werken binnen de tradities van de kunst zelf, is er een aantal jongere kunstenaars die een andere positie ten opzichte van de wereld, andere thema s en andere uitdrukkingsvormen kiest. Zij tonen meer sociale gerichtheid, zoeken directer contact met het publiek en kiezen daar hun bemiddelaars bij. Niet zelden weten zij zich goed tot de markt te verhouden en staan zij kritisch tegenover het subsidiestelsel. Zij verkennen voor hun werk uitgebreid nieuwe technische mogelijkheden of zoeken samenwerking met maatschappelijk gewortelde disciplines als mode en vormgeving of met de wetenschap. Begrippen als netwerking, globalisering en mobiliteit horen bij hun opvatting van het kunstenaarschap. Voor deze kunstenaars is het museum zoals het nu functioneert steeds minder een interessante bemiddelaar en zij zoeken dan ook naar andere wegen om zich te manifesteren, van vj-parties en soapopera s tot tijdschriftpublicaties en adviesbureaus. De vitaliteit die daarvan uitgaat en de nieuwe publieksgroepen die worden bereikt, staan in contrast tot het statische, weinig flexibele karakter van het museum en draagt bij aan de gedachte dat het museum dringend toe is aan een evaluatie van zichzelf. Het concept van het museum als publieke instelling dateert uit de 18e eeuw en is zowel ingegeven door democratische idealen als door de behoefte de nationale identiteit over te dragen aan de hand van voorwerpen die als getuigenis van een specifieke cultuur fungeren. Inmiddels leven we in de 21e eeuw en treden ook kunsthallen, centra voor beeldende kunst, kunstuitleen, galeries en kunstenaars-initiatieven op als bemiddelaars. De Raad heeft zich binnen dit advies bewust geconcentreerd op musea die zich (mede) richten op moderne kunst (in de context van dit advies doelt de Raad met de term museum allereerst op deze categorie). De musea zijn immers de hoeders van het cultureel erfgoed, reflecteren op de kunstgeschiedenis en de cultuur en verhouden zich traditioneel tot betekenisgeving. Daarnaast verenigen zij naar hun aard de meeste functies en trekken zij relatief het meeste publiek.

4 Lange tijd betekende het opnemen van een kunstwerk in een museale collectie dat er een absolute waarde aan werd toegedicht, een waarde die ontleend werd aan kunsthistorische aannames, zoals een lineaire geschiedschrijving, de autonomie en de aura van het kunstwerk. Die aannames zijn de laatste decennia al sterk onder druk komen te staan, maar nu de kunst ook nog moet concurreren met de auratische waarde waarmee niet-kunstproducten worden omringd, begint de positie van het museum te verschuiven. Het museum komt dichter bij de commerciële werkelijkheid te staan en moet functioneren als een bedrijf dat in zijn streven naar continuïteit het oog scherp gericht houdt op haar publiek en bezoekersaantallen. In dit klimaat wordt de kunst al snel een product dat op dezelfde wijze vermarkt kan worden als andere producten. De Raad neemt tegenover deze ontwikkeling een kritische positie in. Hij is ervan overtuigd dat het museum een excellente positie binnen de cultuur moet blijven innemen en benadrukken. Maar daarvoor moet het bepaalde aannames opnieuw durven bezien en misschien zelfs wel loslaten. Zo kan het museum het idee omarmen dat er meerdere kunstgeschiedenissen kunnen worden geschreven en dat er naast of misschien zelfs wel tegelijkertijd met een formalistische benadering van kunst ook een contextuele benadering mogelijk is, waarbij verbanden worden gelegd die het directe domein van de kunst overstijgen. Musea zouden bovendien in veel sterkere mate de samenhang kunnen tonen tussen het sociale, het economische en het culturele, of juist verschillen kunnen uitlichten in een wereld waarin de klassieke grenzen tussen bijvoorbeeld het unieke en het trendmatige, het artificiële en het authentieke of het fictionele en het reële meer en meer vervagen. Op deze wijze ontkomen musea aan obligate kunsthistorische categoriseringen of een eenduidige visie op de actualiteit en kunnen zij juist vanuit de kunst ontwikkelingen tonen die nu voor een belangrijk deel onzichtbaar blijven. De Raad meent zelfs dat het museum zich hierdoor binnen de beeldcultuur een veel belangrijker rol als betekenisgever kan verwerven en een nieuw maatschappelijk elan kan krijgen. Bovendien, en dat is binnen dit advies een niet te verwaarlozen element, biedt een dergelijke opstelling tal van mogelijkheden om een uiteenlopend publiek te bereiken. 4 Dit alles stelt de positionering van de musea eens te meer scherp: deze moet gestoeld zijn op een eigen visie, identiteit en profilering. Daarbij zijn de collectie en het vakgebied de uitgangspunten en de programmering het instrument. De hele wijze van opereren zou hiermee een relatie moeten hebben. Functies als behoud, beheer, onderzoek, presentatie, informatie en educatie hangen nu vaak onvoldoende met elkaar samen en spelen nauwelijks een rol bij de profilering van het museum. (Tekenend is dat de commissie Ex het verzamelbeleid van musea totaal buiten beschouwing heeft gelaten). En dit terwijl juist een goed doordachte en goed gecommuniceerde samenhang de unieke positie en mogelijkheden van een museum zal benadrukken. Dit kan tegenwicht bieden aan de opvatting dat musea net als andere bedrijven louter zouden moeten functioneren als economische entiteit.

5 Musea zijn net als andere tentoonstellingspodia, of dit nu kunsthallen en kunstuitleencentra zijn of kunstenaarsinitiatieven en galeries, gebonden aan de wet dat het soort publiek dat zij aantrekken bepaald wordt door dat wat wordt aangeboden en hoe dit wordt gepresenteerd. Maar het museum heeft, in tegenstelling tot de meeste van deze instellingen, het vermogen om op grond van zijn collectie en programmering, een eigen visie uiteen te zetten die continuïteit, onafhankelijkheid en karakter vertoont. Daarop baseert het zijn eigen identiteit. In die zin zou je ook voor de musea van branding kunnen spreken, maar dan wel een exceptioneel soort branding: geen identiteit gebaseerd op een verkoopstrategie of persoonlijkheidscultus, maar op het lef kunstwerken zowel in hun esthetische als ethische gelaagdheid te tonen. Op die manier kan het een meer dan vluchtige relatie opbouwen met zijn publiek. 5 Educatie en marketing De Raad is het eens met uw uitspraak dat de beleidsinstrumenten die zich bij uitstek lenen voor verbreding en verdieping van het publieksbereik en in het verlengde daarvan effectuering van het marktpotentieel cultuureducatie en marketing zijn. Wel valt hem op dat de termen educatie en marketing zowel in het rapport van de commissie Ex als in uw adviesaanvraag veelvuldig in één adem zijn genoemd, zonder te zijn gedefinieerd en alsof de verwantschap vanzelf spreekt. Educatie en marketing hebben gemeen dat ze beide gericht zijn op de bemiddeling tussen kunst en publiek, maar verder lopen ze uiteen. De Raad definieert educatie in de context van de beeldende kunst als Het begeleiden bij het kijken naar, het beleven en ondergaan van en het leren over kunst, waarbij duidelijke doelstellingen worden geformuleerd en waarbij gebruik wordt gemaakt van een bewuste methodiek. Deze vorm van educatie, waarmee binnen musea gedurende meer dan een halve eeuw ervaring is opgedaan, richt zich in eerste instantie op publiek dat al in huis is. Ze is intern gericht, meestal kleinschalig en leidt niet direct tot uitbreiding van het publiek. Hoogstens op de langere termijn, wanneer via gericht museaal beleid en bijvoorbeeld structurele lesprogramma s binnen het onderwijs wordt geïnvesteerd in het publiek van de toekomst. De vakken Culturele en Kunstzinnige Vorming bieden in dit opzicht nieuwe kansen. De verdere ontwikkeling ervan verdient intensieve aandacht en ondersteuning, waarbij het, naar de mening van de Raad, vooral aankomt op een goede onderlinge afstemming tussen musea en onderwijs. Onder verwijzing naar het eerder gestelde voegt hij daaraan toe dat educatie niet alleen vanuit een kunsthistorische opvatting vorm zou moeten krijgen, maar ook vanuit veel bredere, maatschappelijke perspectieven. Kunst maakt immers ook deel uit van de beeldcultuur als geheel. Daarmee worden tegelijkertijd mogelijkheden geopend om meer begrip te kweken tussen verschillende (sub-)culturen. Nietkunstmusea hebben op dit gebied een grote kennis en ervaring opgebouwd, waarvan kunstmusea kunnen profiteren. Het is ook raadzaam opnieuw kennis te nemen van de ervaringen die zijn

6 opgedaan in de jaren 70 en begin jaren 80. Het Haags Gemeentemuseum, het Van Abbe Museum en het Lijnbaancentrum voerden toen interessante experimenten uit, de educatieve diensten speelden in een aantal musea een sleutelrol en educatie was een geïntegreerd onderdeel van het beleid. Parallel aan ontwikkelingen binnen de kunst zelf, prevaleerde vanaf midden jaren 80 echter weer het concept van het museum als tempel. De rol van educatie werd marginaler. Het failliet van de activiteiten van Openbaar Kunstbezit paste eveneens in deze tijdgeest, maar blijkt achteraf een enorm gat te hebben geslagen. Dat is nog steeds niet gecompenseerd en is helaas mede door de overheid onderschat. Ongeacht de onvermijdelijke golfbeweging waarin autonomie en maatschappelijke context om voorrang strijden, is de Raad van mening dat educatie een onlosmakelijk onderdeel van het museale beleid behoort te zijn. Dit zowel met het oog op het aanboren van nieuwe publieksgroepen als omwille van de verdieping van de interesse voor kunst en cultuur. Het is opvallend dat grote musea zich over het algemeen minder aan deze taak gelegen laten liggen dan kleinere musea, die mogelijk onder druk van de plaatselijke politiek, deze juist ernstig nemen en inzetten om de band met hun publiek te verstevigen. 6 In tegenstelling tot educatie richt marketing zich doorgaans op het brede potentiële publiek buitenshuis, is zij grootschaliger en nationaal tot internationaal gericht. Als instrument is marketing betrekkelijk onbekend in de kunstwereld. Er bestaat slechts zo n decennium ervaring mee en de budgetten die ervoor worden uitgetrokken zijn nog marginaal. De slagvaardigheid kan met behulp van dit instrument aanzienlijk worden vergroot. Er kan meer worden gedaan met de vele publieksonderzoeken en er kan beter worden geprofiteerd van nieuwe inzichten. Recente belangrijke ontwikkelingen zoals de opkomst van relatiemarketing, één-op éénmarketing en de aandacht voor het merk als strategische factor zijn in de context van het museum ook bruikbaar. De Raad bepleit vormen van marketing die de specifiteit van een museum ondersteunen en zich van daaruit richten op een publiek(sgroep). Dat geldt ook eveneens afgeleide proposities in de vorm van acties, evenementen, joint promotions, kortingen etc. De Raad is geen voorstander van marketingmethodes waarbij de activiteiten geen relatie hebben met de inhoudelijke programmering. Dat leidt tot zelfverloochening en identiteitsverlies en levert bovendien geen duurzame betrekking op met het publiek. Conclusies Naast andere maatschappelijke ontwikkelingen signaleert de Raad het streven van de markt om producten auratische waarde en werking toe te kennen. Dat levert een spanningsveld op voor musea, want daarmee worden gangbare aannames zoals de autonomie en absolute waarde van kunst radicaler dan voorheen ter discussie gesteld. Tegelijkertijd eist de politiek van musea een meer bedrijfsmatige opstelling. In die omstandigheden dreigt een klimaat te ontstaan waarin het primaat ligt bij economische doelstellingen.

7 De legitimering van het museum ligt echter niet bij zijn economische validiteit, maar in zijn 7

8 maatschappelijke positie als betekenisgever binnen de beeldcultuur. Als musea die positie ruimer en eigenzinniger durven innemen, zijn er veel aanknopingspunten met andere gebieden, zowel op het culturele, sociale als het economische vlak. Een dergelijke attitude opent nieuwe mogelijkheden voor het museum, onder meer om een geheel eigen en duurzame relatie op te bouwen met zowel bestaande als nieuwe publieksgroepen. Educatie en marketing hebben ieder hun eigen functie en doel. Educatie is een nog steeds ondergewaardeerde functie van musea en zou (opnieuw) een integraal onderdeel moeten worden van het beleid van alle musea. Ze biedt de mogelijkheid kunst te zien binnen het kader van kunsthistorische, culturele en sociale ontwikkelingen en kweekt meer begrip voor de verschillende culturen in dit land. Marketing blijft een middel dat het museum in staat stelt zijn doelstellingen en ambities op een markt af te stemmen. Desondanks is de Raad ervan overtuigd dat ook marketing niet in staat is om de spanning tussen de rol van betekenisgever en marktspeler op te heffen. Om die reden wijst hij op de noodzaak voor het museum om zijn positie binnen het geheel van de samenleving opnieuw te definiëren. Niet om de bestaande spanning te neutraliseren, want naast de onmogelijkheid daarvan komen juist uit die spanning toekomstige museale scenario s voort. De Raad gelooft in marketingmodellen die besloten liggen in de eigen culturele praktijk en die marketing tot een logisch, inhoudelijk deel van het museale beleid kunnen maken. Hierin ligt voor musea een kans om zich ieder op een eigen wijze te profileren. 8 De vragen van de staatssecretaris Op de kern van uw vragen meent de Raad met het voorgaande te hebben gereageerd. Ter completering van dit advies loopt hij uw vragen door en gaat eventueel kort in op nog niet belichte kwesties. Het rapport en de aanbevelingen van de commissie Ex De Raad kan zich maar ten dele vinden in de analyse en aanbevelingen van de commissie Ex. Er is te veel geredeneerd vanuit de museale wereld als onbetwistbaar gegeven en te weinig vanuit de veranderde culturele en maatschappelijke context. Voor vrijwel alle gesignaleerde problemen wordt automatisch naar het instrument van overheidssubsidie verwezen. De aanbevelingen zijn pragmatisch van aard en hebben geen overtuigende samenhang. De commissie Ex pleit voor kwalitatief publieksonderzoek. De Raad stelt vast dat het, ondanks het vele onderzoek dat reeds wordt gepleegd door koepelorganisaties en (wetenschappelijke) instellingen, op meerdere niveaus schort aan professionaliteit, coördinatie en aggregatie. Beter en meer omvattend onderzoek kan de praktijk ondersteunen, maar er is ook aandacht nodig voor het kameleontische profiel van de culturele consument en de nietmuseumbezoeker. Vooral komt het aan op een intelligente en zinvolle verwerking van de onderzoeksresultaten. Terecht signaleert de commissie Ex dat het op het gebied van marketing en educatie schort aan deskundigheid en dat deze

9 bevorderd 9

10 moet worden. De Raad signaleert echter dat bij het op de traditionele geschiedschrijving gerichte museumkader ook onwil en koudwatervrees een rol spelen. Daardoor staan publieksgerichte taken los van het inhoudelijke beleid. Hardnekkige tegenstellingen versterken het probleem: vanuit het maatschappelijke perspectief wordt, in ieder geval ten aanzien van de directies, de persoonlijkheidscultus gevoed, terwijl vanuit het economisch perspectief behoefte is aan goede managers. Er wordt veel energie gestoken in het realiseren van projecten, maar een behoorlijke evaluatie van tentoonstellingen en andere activiteiten ontbreekt, terwijl juist daarin veel informatie ligt besloten. In een dergelijk klimaat zijn de aanbevolen, door de overheid te financieren trainingen alleen zinvol wanneer zij deel uitmaken van een stelsel van instrumenten die een mentaliteitsverandering ondersteunen. Dat kan door onderzoek, publicaties en debat. 10 In het voorafgaande is uiteen gezet waarom betekenisgeving die zich beperkt tot kunsthistorische of esthetische principes naar de mening van de Raad niet meer volstaat. Dit besef lijkt niet voldoende doorgedrongen tot de kunsthistorische instituten waar museale conservatoren, andere mogelijke opleidingen ten spijt, meestal vandaan komen. Het gevolg is dat ook de jongste lichting van deze sleutelfiguren objectgericht is, nog te zeer vastzit aan klassieke benaderingen en een te beperkte scholing heeft gehad in de overdracht naar het publiek. De instelling van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen is destijds ondermeer gemotiveerd met de grotere mogelijkheden tot wederzijdse beïnvloeding van onderwijs en cultuur. Er zijn aanpassingen nodig in het onderricht aan de kunsthistorische instituten. De verantwoordelijke bewindslieden zouden een strategie moeten uitwerken om onderwijs en kunst meer te integreren en onderwijsen kunstinstellingen moeten oproepen hun onderlinge verhouding opnieuw te definiëren in het licht van de in dit advies genoemde knelpunten. Wat betreft het gepropageerde prijsinstrument is de Raad terughoudend. Ervaringen in Nederland leerden tot dusver dat permanente gratis toegang van kunstmusea geen substantiële en langdurige invloed heeft op de publieksparticipatie. Daar staat tegenover dat meerdere grote beeldende kunstmusea in Engeland recentelijk hun toegangsprijzen schrapten. De Raad heeft reeds eerder proeven aanbevolen met beperkte gratis openstelling voor duidelijk omschreven publieksgroepen en volgt verder met belangstelling (recente) initiatieven in Nederland zelf. De Museumjaarkaart werd vanaf 1981 ingezet als collectief instrument ter verhoging van het museumbezoek. Ook al waren er door de jaren heen factoren die het optimaal functioneren bemoeilijkten, de hogere bezoekcijfers van musea kunnen mede worden toegeschreven aan het bestaan van dit collectieve marketinginstrument. De jaarkaarthouders en de in totaal leden tellende museale vriendenverenigingen zijn groepen met een groot potentieel. Daarmee moet zorgvuldig worden omgegaan en er is meer uit te halen dan tot dusver is gebeurd. Het is in het belang van het publiek(sbereik) dit nader te verkennen.

11 Daarbij mag een constructieve houding worden verwacht van alle betrokken instellingen. Het rapport Ex propageert een groot kunstevenement zoals de Documenta. De Raad is van mening dat dit soort evenementen al in overvloed bestaat en zichzelf als fenomeen heeft uitgehold. Interessante, spraakmakende tentoonstellingen zijn niet per definitie afhankelijk van grote volumes en hoge financiële bedragen, wel van interessante, spraakmakende ideeën. De wenselijkheid en het draagvlak voor een kunstjournaal Op 26 september 2001 bracht de Raad advies uit over een themakanaal kunst en cultuur. Daarin werd onder meer gesteld dat een journalistiek kunstjournaal nog ontbreekt in het aanbod en dat een dergelijk programma tegemoet kan komen aan de individuele wensen en behoeften van speciaal in kunst en cultuur geïnteresseerden en het algemeen publiek. Overigens kan het ontbreken van een kunstjournaal ook worden gezien als een signaal. Kennelijk zijn bemiddelaars van beeldende kunst de afgelopen periode niet in de gelegenheid geweest de verbindingen te leggen die in het voorgaande zijn beschreven en bepleit. Ook hier wijst de Raad op het gat dat is ontstaan bij het wegvallen van Openbaar Kunstbezit. 11 De positie van de galeries Galeries zijn voor kunstenaars belangrijke podia die vaak aan de basis liggen van hun sociaal-economische positie. Als het gaat om vergroting van het publieksbereik acht de Raad de betekenis en mogelijkheden van galeries echter beperkt. Zij creëren hun eigen specifieke publiek. Wel kunnen galeries een belangrijke aanvulling en verlevendiging zijn in de omgeving van musea en andere kunstinstellingen. De Raad deelt in grote lijnen de conclusies van het recentelijk verschenen rapport Kunst te koop. Galeries zouden zich professioneler en inventiever kunnen opstellen ten opzichte van kunstenaars, verzamelaars en het bredere publiek. Een betere samenwerking op het gebied van marketing, publiciteit, verzekering en transport is noodzakelijk. Ook ontbreekt het nog te veel aan kennis van en contacten met het internationale circuit. De mogelijkheden die de Mondriaan Stichting biedt ter ondersteuning van deze bedrijfstak acht de Raad voldoende. Hij is zelfs uitdrukkelijk tegen meer sturing van de overheid, omdat dat een zakelijke en communicatieve houding van deze branche eerder dreigt te dwarsbomen dan te stimuleren. Afstemming tussen musea, centra voor beeldende kunst, kunstuitleen, galeries etc. Er liggen fundamenteel andere concepten ten grondslag aan de manier waarop de uiteenlopende soorten beeldende kunstinstellingen opereren ten opzichte van het publiek. Grof getypeerd bieden de kunstenaarsinitiatieven vooral een experimenteel podium en concentreren musea zich op behoud en betekenisgeving. De kunstuitleen richt zich op kunst in de

12 dagelijkse omgeving. Galeries zijn bezig om kunstenaars in de markt te positioneren en voor de kunsthandel is kunst in de eerste plaats handelswaar. De samenwerking tussen gelijksoortige instellingen neemt toe op het gebied van promotie en marketing. Dat ligt in bedrijfsmatig opzicht voor de 12

13 hand, maar moet met betrekking tot uitbreiding van het publiek niet worden overschat. De Raad vindt dat de overheid hier buiten moet blijven. Initiatieven moeten uit het veld zelf komen en hebben de meeste kans van slagen wanneer deze zijn gebaseerd op inhoud, omgeving en gezamenlijk belang. Hij wijst bovendien nadrukkelijk op het gevaar van belangenverstrengeling en kongsi s wanneer galeries en musea gaan samenwerken. Galeries zijn hoe dan ook op verkoop gerichte bedrijven. Ondanks de sterk toegenomen druk behoren musea daar tegenover hun onafhankelijkheid te bewaren. Alleen zo kunnen zij hun integriteit en geloofwaardigheid behouden. Versterking cultuureducatie en marketing binnen de bestaande infrastructuur Uit de adviesaanvraag spreekt de neiging om op de beeldende kunstsector algemene modellen en beheersinstrumenten toe te passen. De Raad betwijfelt of dit realiseerbaar en wenselijk is. Weliswaar zijn er schaalniveaus waarop het zin heeft om zaken collectief aan te vatten (onderzoek en algemene marketinginstrumenten zoals de Museumjaarkaart), maar wat overheerst is een gedifferentieerd kunstcircuit met sterk uiteenlopende identiteiten, posities en methodes. Moderne kunsteducatie en marketing verdienen, als afzonderlijke instrumenten, zeker meer aandacht en middelen. Inbedden in een van bovenaf opgelegd programma valt echter niet aan te raden. Naar de mening van de Raad remt dit de inventiviteit en oorspronkelijkheid die nodig zijn om deze taken aangepast aan de lokale situatie en de eigen praktijk te kunnen vormgeven. 13 De positie van beeldende vakken binnen het reguliere onderwijsprogramma Geen enkele culturele sector van de samenleving heeft de verplichting in de lacunes van het reguliere onderwijs te voorzien en dat moet ook vooral zo blijven. De verantwoordelijkheid voor goede informatie over de kunsten ligt bij het onderwijs en het is geen geheim dat daar veel aan mankeert. De verbeteringen moeten dan ook daar beginnen. Wel zouden hierbij professionele, bemiddelende actoren binnen of buiten de musea een stimulerende rol kunnen vervullen. Zij maken het wellicht mogelijk om educatieve programma s op elkaar af te stemmen, iets waarvan nu geen sprake is. De positie en mogelijkheden van de gesubsidieerde kunstuitleen Kunstuitleen is door zijn aard een marketingstrategie. Maatschappelijke ontwikkelingen en vergaande wijzigingen in het beeldend kunst(enaars)beleid dwingen het gesubsidieerde kunstuitleencircuit tot herziening van taken en herpositionering. Een aantal kunstuitleencentra herprofileert zich overtuigend als gemengd bedrijf met meerdere functies, andere hebben nog moeite een zinnige slag naar de toekomst te maken. Er ligt in dit opzicht een belangrijke rol voor de Federatie Kunstuitleen die op advies van de Raad dan ook meer middelen kreeg toegewezen. De Raad deelt niet de gedachte dat de opkomst van een commerciële pendant het

14 gesubsidieerde circuit achterhaald zou maken. De kansen die voor het gesubsidieerde circuit besloten liggen in algemeen concept, opvattingen over kwaliteit, 14

15 netwerk en ervaring moeten door de betrokken overheden op waarde worden geschat en ingezet voor de uitbreiding en versterking van educatie in relatie tot beeldende kunst. Wat de Mondriaan Stichting betreft meent de Raad dat deze meer oog zou kunnen hebben voor speciale projecten van de kunstuitleen, naast die van kleinere musea en andere kunstinstellingen. De Raad acht voorts stimulansen denkbaar in het kader van de Geldstroom Lagere Overheden. Ook biedt het flankerend beleid bij de WIK mogelijkheden die nog lang niet zijn onderzocht. De regelingen van de Mondriaan Stichting De subsidieregelingen die de Mondriaan Stichting uitvoert op het terrein van beeldende kunst en musea zouden effectiever kunnen bijdragen aan het versterken van de band tussen beeldende kunst en publiek. Introductie van nieuwe publieksgerichte regelingen acht de Raad hierbij overbodig. Volstaan kan worden met de verbetering van bestaande regelingen. Zo zou bijvoorbeeld uit iedere aanvraag moeten blijken dat de aanvrager zich rekenschap geeft van de noodzaak tot het versterken van de relatie tussen kunst en publiek. De Raad vindt dat de regelingen open moeten staan voor kleinere projecten met een grote voorbeeldwerking. De onlangs ingevoerde maatregel waarbij alleen projecten boven een basisbedrag van euro in behandeling worden genomen, werkt vanuit dit perspectief contraproductief en verdient het te worden opgeheven. 15 De Raad constateert overigens dat de regeling Bijzondere publieksgerichte activiteiten tot interessante initiatieven aanleiding geeft. Ze verlevendigen beslist het klimaat rondom kunst. Alleen is het budget erg laag is in verhouding tot de ambitie die de Mondriaan Stichting eraan verbindt. De huidige regeling Publicaties en tijdschriften beeldende kunst en vormgeving is te eenzijdig. Opnieuw wijst de Raad op de noodzaak tot bijstelling van het doel en de criteria van deze regeling, die in zijn ogen zowel gericht moet zijn op publieksbereik als ruimte moet bieden voor verdieping. Er zijn publicaties en tijdschriften nodig als aanvulling op de commerciële kunstbladen voor belangrijke functies als reflectie, onderzoek en debat. Het is de intentie van de Raad op dit onderwerp terug te komen in een advies over de gesubsidieerde kunsttijdschriften. Wat betreft de regeling Ontwikkelingskosten grote museale tentoonstellingen wil de Raad de aandacht vestigen op het onlangs toegevoegde criterium dat sprake moet zijn van minimaal bezoekers. Hij meent dat daarmee projecten die binnen de omgeving waar ze plaats vinden een betekenisvolle bijdrage aan het publieksbereik leveren, worden veronachtzaamd. De beoordeling van projecten moet worden gerelateerd aan de eigen situatie van de aanvrager, bijvoorbeeld door een criterium in te voeren dat een aannemelijk te maken extra percentage bezoekers honoreert. De Raad acht het zinvol dat de Mondriaan Stichting middelen aanbiedt voor publieksgerichte digitaliseringsprojecten van erfgoedinstellingen. Wel tekent hij aan dat binnen het gehanteerde model voldoende profilering van de verschillende instellingen mogelijk moet zijn. Ook is het van belang te streven naar aansluiting

16 op Europees niveau. Samenwerking in het kader van de Geldstroom Beeldende Kunst en Vormgeving De Geldstroom Beeldende Kunst en Vormgeving is een belangrijk instrument voor een overheid die de verbetering van de relatie beeldende kunst en publiek tot zijn beleid wil maken. De Raad voor Cultuur beoogt met dit advies een dergelijk beleid te onderbouwen. Hij stelt daarbij met nadruk dat daarbij ruimte en respect dient te blijven bestaan voor het kleine, kwetsbare en experimentele, voor dat kortom wat door zijn aard geen groot publiek kan bereiken. Want juist dit on-spectaculaire, persoonlijke en onaangepaste scherpt vaak het oog voor nuancering, verfijning en diversiteit. Het houdt, anders gezegd, een cultuur beschaafd. 16 Dit advies is voorbereid door een ad hoc commissie onder voorzitterschap van Anna Tilroe (commissie beeldende kunst en vormgeving). Leden waren Guus Beumer (commissie beeldende kunst en vormgeving), Hugo Bongers en Anke van der Laan (commissie musea), Edwin Jacobs en Paul Röttger (commissie amateurkunst en cultuureducatie). Secretaris was Madeleine van Lennep. Hoogachtend, mr. W. Sorgdrager Voorzitter dr. J.A. Brandenbarg Algemeen Secretaris

ocw0000756 Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal 25 juni 2001

ocw0000756 Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal 25 juni 2001 ocw0000756 Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal 25 juni 2001 Hierbij stuur ik u ter kennisgeving een afschrift van de adviesaanvraag, die ik aan de Raad voor Cultuur heb verstuurd

Nadere informatie

Uw brief van Ons kenmerk Contactpersoon Zoetermeer

Uw brief van Ons kenmerk Contactpersoon Zoetermeer OC enw Voorzitter en leden van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen Europaweg 4 Postbus 25000 2700 LZ Zoetermeer Telefoon

Nadere informatie

De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen.

De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen. Competentie 1: Creërend vermogen De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen. Concepten voor een ontwerp te ontwikkelen

Nadere informatie

Werken in de culturele sector. 11 maart 2013 Info-avond KU Leuven

Werken in de culturele sector. 11 maart 2013 Info-avond KU Leuven Werken in de culturele sector 11 maart 2013 Info-avond KU Leuven Luc Delrue Opleiding: Communicatiewetenschappen (E)MBA Strategisch Management: Specialiteit: structureren en positioneren van een organisatie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 25 013 Cultuurnota 1997 2000 Nr. 17 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAPPEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

Nadere informatie

Het Pi-manifest Kracht door persoonlijke groei & eigenheid

Het Pi-manifest Kracht door persoonlijke groei & eigenheid Inleiding Pi-groep is opgericht op 17 maart 2004. De visie die ten grondslag ligt aan het ontstaan van Pi-groep is in dit document vastgelegd. Met het vastleggen van de visie, missie en doelstellingen

Nadere informatie

Het Ontwikkelteam Digitale geletterdheid geeft de volgende omschrijving aan het begrip digitale technologie:

Het Ontwikkelteam Digitale geletterdheid geeft de volgende omschrijving aan het begrip digitale technologie: BIJGESTELDE VISIE OP HET LEERGEBIED DIGITALE GELETTERDHEID Digitale geletterdheid is van belang voor leerlingen om toegang te krijgen tot informatie en om actief te kunnen deelnemen aan de hedendaagse

Nadere informatie

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mevrouw mr. M.C. van der Laan

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mevrouw mr. M.C. van der Laan Cultuurconvenant 2005 2008 OCW, provincie Overijssel, provincie Gelderland, gemeente Zwolle, gemeente Enschede, gemeente Hengelo, gemeente Apeldoorn, gemeente Arnhem, gemeente Nijmegen De Staatssecretaris

Nadere informatie

Inhoudsopgave. 1. Inleiding 5

Inhoudsopgave. 1. Inleiding 5 Inhoudsopgave 1. Inleiding 5 2. Een liberale visie op gezondheidszorg 11 2.1 Het individu als ultieme waarde 11 2.2 Gezondheidszorg in een liberale rechtsstaat 14 2.3 Kortom: een liberale visie op gezondheidszorg

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Datum : Nijkerk, 2 november 2015 Betreft : Actieplan lokale rekenkamers Telefoon : 033-2473435 E-mail : info@nvrr.nl

Nadere informatie

Voor de Raad van State als adviseur en bestuursrechter is het van. belang zicht te hebben op wat er leeft in de werelden van recht,

Voor de Raad van State als adviseur en bestuursrechter is het van. belang zicht te hebben op wat er leeft in de werelden van recht, Inleiding Vice-President Raad van State tijdens de bijeenkomst van een delegatie van de Raad met de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling donderdag 12 februari 2009 Dames en heren, Voor de Raad van State

Nadere informatie

Raad voor Cultuur. Mijnheer de Staatssecretaris,

Raad voor Cultuur. Mijnheer de Staatssecretaris, Aan De Staatssecretaris van Onderwijs, en Wetenschappen P/a de algemene rijksarchivaris Postbus 90520 2509 LM s-gravenhage Onderwerp Ontwerp-selectielijst archiefbescheiden zorgdrager minister van Volkshuisvesting,

Nadere informatie

Centrum Beeldende Kunst Dordrecht

Centrum Beeldende Kunst Dordrecht Centrum Beeldende Kunst Dordrecht Centrum Beeldende Kunst Dordrecht Podium hedendaagse kunst en vormgeving Kunstuitleen Servicebureau voor kunstenaars Kunst in de openbare ruimte Lezingen, debatten activiteiten

Nadere informatie

Examenprogramma CKV havo en vwo. nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling

Examenprogramma CKV havo en vwo. nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Examenprogramma CKV havo en vwo nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Examenprogramma CKV havo en vwo Concept 17 juni 2014 Examenprogramma CKV havo en vwo Concept Versie 17 juni 2014 Het eindexamen

Nadere informatie

Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie

Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie Het Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie (RKD) is een kunsthistorisch kenniscentrum dat de collectie archief-, documentatie- en bibliotheekmateriaal

Nadere informatie

CKV Festival 2012. CKV festival 2012

CKV Festival 2012. CKV festival 2012 C CKV Festival 2012 Het CKV Festival vindt in 2012 plaats op 23 en 30 oktober. Twee dagen gaan de Bredase leerlingen van het voortgezet onderwijs naar de culturele instellingen van Breda. De basis van

Nadere informatie

Regionaal verslag. Landelijk debat Ons Onderwijs Den Haag, 28 mei 2015

Regionaal verslag. Landelijk debat Ons Onderwijs Den Haag, 28 mei 2015 Regionaal verslag Landelijk debat Ons Onderwijs 2032 Den Haag, 28 mei 2015 1. Een korte impressie van de dialoog De debatavond in Den Haag bij het HCO is bezocht door circa 35 deelnemers. Van de aanwezige

Nadere informatie

Beleidsplan 2012 t/m 2016

Beleidsplan 2012 t/m 2016 Beleidsplan 2012 t/m 2016 Mei 2012 Beleidsplan 2012 t/m 2016 Inleiding Dit beleidsplan is het resultaat van een voortgaand proces, waar we sinds twee jaar aan werken. In die periode is het volgende gebeurd.

Nadere informatie

De kunstenaar als ondernemer

De kunstenaar als ondernemer 81 Ondernemerschap De kunstenaar als ondernemer Lucie Huiskens Veel kunstenaars klagen dat het kunstvakonderwijs hen slecht voorbereidt op de beroepspraktijk. Hoe zou een goede voorbereiding eruit moeten

Nadere informatie

Toelichting criteria kleine projecten Brabant C versie 18-01-2016

Toelichting criteria kleine projecten Brabant C versie 18-01-2016 Toelichting criteria kleine projecten Brabant C versie 18-01-2016 Om in aanmerking te komen voor een subsidie tussen 25.000 en 65.000 euro moet een project aan de volgende criteria voldoen: 1. het project

Nadere informatie

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren. Bijlage V Bij het advies van de Commissie NLQF EQF Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en. Tabel ter vergelijking NLQF niveaus 5 t/m 8 en Dublindescriptoren NLQF Niveau 5 Context Een onbekende, wisselende

Nadere informatie

Visie Missie. De missie van onze stichting is de volgende: wie je morgen bent creëer je vandaag met de som van gisteren

Visie Missie. De missie van onze stichting is de volgende: wie je morgen bent creëer je vandaag met de som van gisteren Visie Missie De Jan Ligthartscholen van de Jan Ligthartgroep Tilburg hebben een duidelijk doel voor ogen: het onderwijs dusdanig inrichten dat het de basis vormt van het levenslang leren dat een mens doet.

Nadere informatie

Uw brief van Ons kenmerk Contactpersoon Zoetermeer

Uw brief van Ons kenmerk Contactpersoon Zoetermeer OC enw De heer T. Kok p/a Cool Capital BV Singel 53 1012 VD AMSTERDAM Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen Europaweg 4 Postbus 25000 2700 LZ Zoetermeer Telefoon (079) 323 Telefax (079) 323

Nadere informatie

12 RICHTLIJNEN VOOR INTERRELIGIEUZE DIALOOG OP LOKAAL NIVEAU

12 RICHTLIJNEN VOOR INTERRELIGIEUZE DIALOOG OP LOKAAL NIVEAU 12 RICHTLIJNEN VOOR INTERRELIGIEUZE DIALOOG OP LOKAAL NIVEAU DE LOKALE RELIGIEUZE SITUATIE IN KAART BRENGEN EN BEGRIJPEN 01 Lokale overheden wordt verzocht zich bewust te zijn van het toenemende belang

Nadere informatie

Bijlage Specifieke toetsingscriteria per doelstelling

Bijlage Specifieke toetsingscriteria per doelstelling Bijlage Specifieke toetsingscriteria per doelstelling A. Subsidies voor incidentele activiteiten en projecten A.1 Doelstelling: Herkenbare en onderscheidende culturele identiteit door behoud en ontwikkeling

Nadere informatie

Samen naar cultuur voor iedereen

Samen naar cultuur voor iedereen Ministerie van OCW VNG IPO t.a.v. de minister t.a.v. de voorzitter t.a.v. de voorzitter Mevrouw Ingrid van Engelshoven de heer Jan van Zanen de heer Th.J.F.M. Bovens Postbus 16375 Postbus 30435 Postbus

Nadere informatie

MULTIPERSPECTIVITEIT EN ERFGOEDEDUCATIE

MULTIPERSPECTIVITEIT EN ERFGOEDEDUCATIE MULTIPERSPECTIVITEIT EN ERFGOEDEDUCATIE Carla van Boxtel Meerstemmig erfgoed - 8 juni 2016 Genk MULTIPERSPECTIVITEIT Vormen van multiperspectiviteit Het belang van multiperspectiviteit Didactiek PERSPECTIEVEN

Nadere informatie

Profielschets van de omvang en samenstelling van de Raad van Commissarissen en zijn leden

Profielschets van de omvang en samenstelling van de Raad van Commissarissen en zijn leden Bijlage a Profielschets van de omvang en samenstelling van de Raad van Commissarissen en zijn leden De functie van de Raad van Commissarissen. In deze profielschets wordt eerst ingegaan op de achtergronden

Nadere informatie

Cursus Coördinator Cultuureducatie Onderbouw V.O

Cursus Coördinator Cultuureducatie Onderbouw V.O Cursus Coördinator Cultuureducatie Onderbouw V.O. 2012-2013 CultuurlinC, marktplaats cultuureducatie Roosendaal biedt de cursus Coördinator Cultuureducatie Onderbouw Voortgezet Onderwijs aan. Aanleiding

Nadere informatie

1. Drie uitgangssituaties

1. Drie uitgangssituaties Het communicatieplan 1. Drie uitgangssituaties Er zijn drie situaties mogelijk waarin het nodig is een communicatieplan op te stellen voor een organisatie: 1. bij het opzetten van beleid voor een nieuwe

Nadere informatie

' Dit is de tijd die niet verloren gaat: iedre minuut zet zich in toekomst om.' M. Vasalis

' Dit is de tijd die niet verloren gaat: iedre minuut zet zich in toekomst om.' M. Vasalis IDENTITEITS- BEWIJS ' Dit is de tijd die niet verloren gaat: iedre minuut zet zich in toekomst om.' M. Vasalis 2 Onderwijs draait om mensen Als wij in onze onderwijsinstelling iets willen bereiken, dan

Nadere informatie

Strategie in Beweging. Koersnotitie. versie 4

Strategie in Beweging. Koersnotitie. versie 4 Strategie in Beweging Koersnotitie versie 4 Onze Opdracht Het Waartoe zijn wij hier in Alphen aan den Rijn en omgeving? Voor welk vraagstuk zijn wij het antwoord? 1. Wij zijn een stichting voor primair

Nadere informatie

BELVUE MUSEUM. Jongeren eerst!

BELVUE MUSEUM. Jongeren eerst! BELVUE MUSEUM Jongeren eerst! HET BELvue Beheerd door de Koning Boudewijnstichting Geopend in 2005 als centrum voor democratie en geschiedenis Belangrijkste doelgroep: jongeren 2 Democratische waarden

Nadere informatie

Subsidieregeling meerjarige ondersteuning culturele instellingen stadsdeel Zuid

Subsidieregeling meerjarige ondersteuning culturele instellingen stadsdeel Zuid Subsidieregeling meerjarige ondersteuning culturele instellingen stadsdeel Zuid TOELICHTING Stadsdeel Zuid wil zoals verwoord in de Uitvoeringsnotitie Kunst en Cultuur de relatie met de gevestigde culturele

Nadere informatie

Annette Koops: Een dialoog in de klas

Annette Koops: Een dialoog in de klas Annette Koops: Een dialoog in de klas Als ondersteuning bij het houden van een dialoog vindt u hier een compilatie aan van Spreken is zilver, luisteren is goud : een handleiding voor het houden van een

Nadere informatie

Visienota EDUCARE / Transities 0-6 jaar. Onderwijscentrum Brussel Entiteit Gezin

Visienota EDUCARE / Transities 0-6 jaar. Onderwijscentrum Brussel Entiteit Gezin Visienota EDUCARE / Transities 0-6 jaar Onderwijscentrum Brussel Entiteit Gezin a. Situering Jonge kinderen (0-6 jaar) groeien op in diverse contexten: thuis, eventueel in de kinderopvang, en in de kleuterschool.

Nadere informatie

Interventie Syrië. Faculteit der Rechtsgeleerdheid Afdeling Internationaal en Europees recht

Interventie Syrië. Faculteit der Rechtsgeleerdheid Afdeling Internationaal en Europees recht Faculteit der Rechtsgeleerdheid Afdeling Internationaal en Europees recht Oudemanhuispoort 4-6 1012 CN Amsterdam Postbus 1030 1000 BA Amsterdam T 020 5252833 Interventie Syrië Datum 29 augustus 2013 Opgemaakt

Nadere informatie

Eerste tussentijdse effectevaluatie

Eerste tussentijdse effectevaluatie Eerste tussentijdse effectevaluatie In Noord-Brabant namen in 2013 en 2014 85 basisscholen en 3 middelbare scholen uit 27 gemeenten deel aan De Cultuur Loper. De Cultuur Loper helpt scholen om vanuit hun

Nadere informatie

BELEIDSKADER GELDSTROOM BEELDENDE KUNST EN VORMGEVING 2005-2008

BELEIDSKADER GELDSTROOM BEELDENDE KUNST EN VORMGEVING 2005-2008 BELEIDSKADER GELDSTROOM BEELDENDE KUNST EN VORMGEVING 2005-2008 1. INLEIDING De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, het Interprovinciaal Overleg en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten,

Nadere informatie

Profielschets van de omvang en samenstelling van de Raad van Commissarissen en zijn leden.

Profielschets van de omvang en samenstelling van de Raad van Commissarissen en zijn leden. Bijlage a Profielschets van de omvang en samenstelling van de Raad van Commissarissen en zijn leden. De functie van de Raad van Commissarissen. In deze profielschets wordt eerst ingegaan op de achtergronden

Nadere informatie

Raad voor Cultuur. Mijnheer de Staatssecretaris,

Raad voor Cultuur. Mijnheer de Staatssecretaris, Aan De Staatssecretaris van Onderwijs, en Wetenschappen P/a de algemene rijksarchivaris Postbus 90520 2509 LM s-gravenhage Onderwerp Ontwerp-selectielijst archiefbescheiden beleidsterrein Middelbaar beroepsonderwijs

Nadere informatie

OCW, provincie Zuid-Holland, provincie Noord-Holland, gemeente Leiden, gemeente Haarlem

OCW, provincie Zuid-Holland, provincie Noord-Holland, gemeente Leiden, gemeente Haarlem Cultuurconvenant 2005 2008 OCW, provincie Zuid-Holland, provincie Noord-Holland, gemeente Leiden, gemeente Haarlem De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mevrouw mr. M.C. van der Laan

Nadere informatie

Duiden, verbinden en vakmanschap

Duiden, verbinden en vakmanschap Effectieve managementstrategieën: Duiden, verbinden en vakmanschap www.divosa.nl Effectieve managementstrategieën: Duiden, verbinden en vakmanschap dr. Duco Bannink, Chris Goosen Het management van sociale

Nadere informatie

Hierbij informeren wij u over de stand van zaken met betrekking tot de transitie van het Noordelijk Scheepvaartmuseum naar een historisch museum.

Hierbij informeren wij u over de stand van zaken met betrekking tot de transitie van het Noordelijk Scheepvaartmuseum naar een historisch museum. Stand van zaken transitie Noordelijk Scheepvaartmuseum naar historisch museum M. van der Heide De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN 06 51407779 0 6714400 - Geachte heer, mevrouw,

Nadere informatie

SOCIALE EN BURGERSCHAPSCOMPETENTIE

SOCIALE EN BURGERSCHAPSCOMPETENTIE Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel SOCIALE EN BURGERSCHAPSCOMPETENTIE Algemene vorming op het einde van de derde graad secundair onderwijs Voor de sociale

Nadere informatie

13617/16 van/ons/sv 1 DG E 1C

13617/16 van/ons/sv 1 DG E 1C Raad van de Europese Unie Brussel, 4 november 2016 (OR. en) 13617/16 JEUN 84 NOTA van: aan: nr. vorig doc.: 13344/16 JEUN 76 Betreft: Na raadpleging van de Groep jeugdzaken heeft het voorzitterschap bijgaande

Nadere informatie

14.6. De Dienst Geestelijke Verzorging. Drs W.v.d.Wouw. Samenvatting

14.6. De Dienst Geestelijke Verzorging. Drs W.v.d.Wouw. Samenvatting 696 14.6. De Dienst Geestelijke Verzorging Drs W.v.d.Wouw Samenvatting De wijze, waarop de Dienst Geestelijke Verzorging is geprofileerd, is sterk afhankelijk van de eigen aard van dit werkveld. Mensen

Nadere informatie

Visie toerisme en recreatie Noordoost Fryslân

Visie toerisme en recreatie Noordoost Fryslân 1 Visie toerisme en recreatie Noordoost Fryslân 1 ste stakeholdersbijeenkomst Dinsdag 27 november 2018 Programma 2 Welkom Korte toelichting op proces en resultaten tot nu toe Aanpak SWOT, ambitie en strategische

Nadere informatie

Raad voor Cukuur. De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen mevrouw drs. M. van der Laan Postbus 25000 2700 LZ Zoetermeer

Raad voor Cukuur. De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen mevrouw drs. M. van der Laan Postbus 25000 2700 LZ Zoetermeer Raad voor Cukuur Aan De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen mevrouw drs. M. van der Laan Postbus 25000 2700 LZ Zoetermeer Onderwerp R.J. Schimmelpennincklaan 3 Subsidieverzoek amateurtheater-festival

Nadere informatie

(070) Nota museale strategie, tweede VNG-brief. 30 maart 2006 SEZ/ Geachte commissieleden,

(070) Nota museale strategie, tweede VNG-brief. 30 maart 2006 SEZ/ Geachte commissieleden, Vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap uit de Tweede Kamer der Staten-Generaal t.a.v. mevr.drs. E. de Kler, griffier Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG doorkiesnummer (070) 373 8636 onderwerp

Nadere informatie

Een eigenzinnig instituut in Nederland

Een eigenzinnig instituut in Nederland Een eigenzinnig instituut in Nederland Van hoge kunst tot populaire onderwerpen Het iconische gebouw is in 1992 ontworpen door Nederlands beroemdste architect Rem Koolhaas als een Palais des Festivals

Nadere informatie

Motie cultuurpasse-partout/ cultuurmarketing. De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN (050)

Motie cultuurpasse-partout/ cultuurmarketing. De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN (050) Motie cultuurpasse-partout/ cultuurmarketing M. van der Heide De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN (050) 367 77 22 0 6863378 - Geachte heer, mevrouw, Met deze brief informeren wij

Nadere informatie

Aan de leden van Provinciale Staten

Aan de leden van Provinciale Staten Aan de leden van Provinciale Staten Datum : 27 januari 2009 Briefnummer : 2009-04028/5/A.22, CW Zaaknummer : 155503 Behandeld door : Antonis M. Telefoonnummer : (050) 316 4312 Antwoord op : Bijlage : Onderwerp

Nadere informatie

Reflectie over de criteria uitvoeringsbesluiten Museumoverleg. Gezamenlijk standpunt landelijk en regionaal ingedeelde musea

Reflectie over de criteria uitvoeringsbesluiten Museumoverleg. Gezamenlijk standpunt landelijk en regionaal ingedeelde musea Reflectie over de criteria uitvoeringsbesluiten 2016 Museumoverleg Gezamenlijk standpunt landelijk en regionaal ingedeelde musea 20.02.2017 LANDELIJKE EN REGIONALE MUSEA: BELANG VAN SOLIDARITEIT Deze tekst

Nadere informatie

Raadsvoorstel Programma Inwoners - en Overheidsparticipatie

Raadsvoorstel Programma Inwoners - en Overheidsparticipatie BLANCO gemeente Eindhoven Raadsnummer 15R6463 Inboeknummer 15bst01200 Beslisdatum B&W 8 september 2015 Dossiernummer 15.37.551 Raadsvoorstel Programma Inwoners - en Overheidsparticipatie 2015-2018 Inleiding

Nadere informatie

Adviesraad voor wetenschap, technologie en innovatie DURVEN DELEN OP WEG NAAR EEN TOEGANKELIJKE WETENSCHAP

Adviesraad voor wetenschap, technologie en innovatie DURVEN DELEN OP WEG NAAR EEN TOEGANKELIJKE WETENSCHAP Adviesraad voor wetenschap, technologie en innovatie DURVEN DELEN OP WEG NAAR EEN TOEGANKELIJKE WETENSCHAP Adviesraad voor wetenschap, technologie en innovatie!! " # "# $ -. #, '& ( )*(+ % & /%01 0.%2

Nadere informatie

Brussel, 22 oktober _Ontwerpadvies_decreet_ontwikkelingseducatie. Advies. over het ontwerpdecreet inzake ontwikkelingseducatie

Brussel, 22 oktober _Ontwerpadvies_decreet_ontwikkelingseducatie. Advies. over het ontwerpdecreet inzake ontwikkelingseducatie Brussel, 22 oktober 2003 102203_Ontwerpadvies_decreet_ontwikkelingseducatie Advies over het ontwerpdecreet inzake ontwikkelingseducatie Inhoud Inhoud... 2 1. Inleiding...3 1.1. Doelstellingen van het beleid

Nadere informatie

Budget Educatie en Participatie Projecten (BEPP)

Budget Educatie en Participatie Projecten (BEPP) Budget Educatie en Participatie Projecten (BEPP) Met het Budget Educatie en Participatie Projecten willen de provincie Groningen en het Rijk een aantal doelstellingen bereiken. We hanteren daarbij een

Nadere informatie

' Zijn wie je bent. Dat is geluk.'

' Zijn wie je bent. Dat is geluk.' identiteitsbewijs ' Zijn wie je bent. Dat is geluk.' Erasmus 4 Onderwijs draait om mensen Onderwijs draait om mensen. Als we met elkaar in het onderwijs iets willen bereiken, dan draait alles om passie,

Nadere informatie

Visiedocument Expertisenetwerk Kinder- en Jeugdpsychiatrie (EKJP)

Visiedocument Expertisenetwerk Kinder- en Jeugdpsychiatrie (EKJP) Visiedocument Expertisenetwerk Kinder- en Jeugdpsychiatrie (EKJP) I/ Inleiding Het aantal kinderen en jongeren met ernstige psychische problemen is goed bekend. Zowel in Nederland als in andere landen

Nadere informatie

Position Paper: Governance in het Stedelijk Museum Amsterdam, zoals ontwikkeld tussen

Position Paper: Governance in het Stedelijk Museum Amsterdam, zoals ontwikkeld tussen Position Paper: Governance in het Stedelijk Museum Amsterdam, zoals ontwikkeld tussen 2015-2018 1. Inleiding Dit position paper heeft ten doel op hoofdlijnen weer te geven op welke wijze het Stedelijk

Nadere informatie

Zero Based Begroten. De andere kant van de kaasschaafmethode

Zero Based Begroten. De andere kant van de kaasschaafmethode Zero Based Begroten De andere kant van de kaasschaafmethode Je moet de tijd nemen voor Zero Based Begroten, en je moet lef hebben Zero Based begroten legt een duidelijke relatie tussen de doelstellingen,

Nadere informatie

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren. Bijlage V Bij het advies van de Commissie NLQF EQF Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en. Tabel ter vergelijking NLQF niveaus 5 t/m 8 en Dublindescriptoren NLQF Niveau 5 Context Een onbekende, wisselende

Nadere informatie

NAV Gedragscode Ethisch verantwoord handelen bij de beroepsuitoefening

NAV Gedragscode Ethisch verantwoord handelen bij de beroepsuitoefening NAV Gedragscode Ethisch verantwoord handelen bij de beroepsuitoefening Preambule Integriteit van wetenschappers is essentieel om het vertrouwen in de wetenschap te handhaven en te versterken. Dit geldt

Nadere informatie

ECSD/U201402324 Lbr. 14/092

ECSD/U201402324 Lbr. 14/092 Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad informatiecentrum tel. (070) 373 8393 betreft leren over cultureel ondernemen uw kenmerk ons kenmerk ECSD/U201402324 Lbr. 14/092 bijlage(n) 2 (separaat

Nadere informatie

Zicht op... Cultureel erfgoed

Zicht op... Cultureel erfgoed CULTUURNETWERK_ nl Expertisecentrum cultuureducatie Zicht op... Cultureel erfgoed Deze uitgave is een oorspronkelijke uitgave van het voormalige LOKV Nederlands Instituut voor Kunsteducatie. Cultuurnetwerk

Nadere informatie

Eindkwalificaties van de bacheloropleiding Geschiedenis

Eindkwalificaties van de bacheloropleiding Geschiedenis Eindkwalificaties van de bacheloropleiding Geschiedenis Afgestudeerden van de opleiding hebben de onderstaande eindkwalificaties bereikt: I. Kennis Basiskennis en inzicht: 1. kennis van en inzicht in het

Nadere informatie

DEFINITIES COMPETENTIES

DEFINITIES COMPETENTIES DEFINITIES COMPETENTIES A. MENSEN LEIDINGGEVEN A1 Sturen Geeft op een duidelijke manier richting aan een team, neemt de leiding op zich, zet mensen en middelen zodanig in dat doelen met succes worden bereikt.

Nadere informatie

- het formuleren van een onderdeel voor een beleidsplan cultuureducatie op maat van de school.

- het formuleren van een onderdeel voor een beleidsplan cultuureducatie op maat van de school. Opbouw Basistraining Cultuureducatie boven C-niveau/Zeeland Versie ICC 1 Bedoeling Doel van de basistraining is, om binnen de keuzes die Zeeland heeft gemaakt voor de invulling van Cultuureducatie met

Nadere informatie

CONCEPT-OPDRACHT STICHTING 2018EINDHOVEN BRABANT

CONCEPT-OPDRACHT STICHTING 2018EINDHOVEN BRABANT Beslisdocument Investeringsdossier 2018 BIJLAGE 4 CONCEPT-OPDRACHT STICHTING 2018EINDHOVEN BRABANT 1. Doel van de opdracht Winnen van de titel Culturele Hoofdstad van Europa voor het project 2018 Culturele

Nadere informatie

HOE PRAKTISCH EEN GOEDE BEDRIJFSSTRATEGISCHE DISCUSSIE TE VOEREN?

HOE PRAKTISCH EEN GOEDE BEDRIJFSSTRATEGISCHE DISCUSSIE TE VOEREN? HOE PRAKTISCH EEN GOEDE BEDRIJFSSTRATEGISCHE DISCUSSIE TE VOEREN? Algelun [MKB] Advies postbus 41 8330 AA Steenwijk tel / fax (0521) 52 32 01 mobiel (0619) 95 52 87 KvK 54286964 secretariaat@algelunadvies.nl

Nadere informatie

DE VLAAMSE MINISTER VAN CULTUUR, JEUGD, SPORT, BRUSSELSE AANGELEGENHEDEN EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING,

DE VLAAMSE MINISTER VAN CULTUUR, JEUGD, SPORT, BRUSSELSE AANGELEGENHEDEN EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING, Ministerieel besluit van 29 mei 2002 houdende vastlegging van de structuur van een gemeentelijk cultuurbeleidsplan, een beleidsplan van een bibliotheek en een beleidsplan van een cultuurcentrum DE VLAAMSE

Nadere informatie

Sociale kaders: Hoofdstuk 16 Cultuur

Sociale kaders: Hoofdstuk 16 Cultuur Sociale kaders: Hoofdstuk 16 Cultuur Begrippen: -Cultuur -Cultureel relativisme -Cultuur patroon -Cultural lag -Culturele uitrusting -Subcultuur -Contracultuur Definitie Cultuur Samenhangend geheel van

Nadere informatie

Onderwerp Ontwerp-selectielijst archiefbescheiden beleidsterrein Waarborgen van platina, gouden en zilveren voorwerpen over de periode

Onderwerp Ontwerp-selectielijst archiefbescheiden beleidsterrein Waarborgen van platina, gouden en zilveren voorwerpen over de periode Aan De Staatssecretaris van Onderwijs, en Wetenschappen P/a de algemene rijksarchivaris Postbus 90520 2509 LM s-gravenhage Onderwerp Ontwerp-selectielijst archiefbescheiden beleidsterrein Waarborgen van

Nadere informatie

OCW, provincie Drenthe, provincie Fryslân, provincie Groningen, gemeente Groningen, gemeente Leeuwarden

OCW, provincie Drenthe, provincie Fryslân, provincie Groningen, gemeente Groningen, gemeente Leeuwarden Cultuurconvenant 2005 2008 OCW, provincie Drenthe, provincie Fryslân, provincie Groningen, gemeente Groningen, gemeente Leeuwarden De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mevrouw mr.

Nadere informatie

Het belang van burgerschapsvorming

Het belang van burgerschapsvorming ONTWIKKELINGEN CULTUUREDUCATIE IN HET MBO BURGERSCHAPSVORMING Het belang van burgerschapsvorming De WEB (Wet Educatie en Beroepsonderwijs) legt sinds 1996 vast dat het mbo zijn studenten niet alleen voorbereidt

Nadere informatie

logoocw De heer prof. dr. F. P. van Oostrom 26 mei 2005 ASEA/DIR/2005/23876 Taakopdracht voor de commissie Ontwikkeling Nederlandse Canon geen

logoocw De heer prof. dr. F. P. van Oostrom 26 mei 2005 ASEA/DIR/2005/23876 Taakopdracht voor de commissie Ontwikkeling Nederlandse Canon geen logoocw De heer prof. dr. F. P. van Oostrom Den Haag Ons kenmerk 26 mei 2005 ASEA/DIR/2005/23876 Onderwerp Taakopdracht voor de commissie Ontwikkeling Nederlandse Canon Bijlage(n) geen Geachte heer Van

Nadere informatie

Voorstel aan de raad. Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, Nummer voorstel:

Voorstel aan de raad. Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, Nummer voorstel: Voorstel aan de raad Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg 1 8331 XE Steenwijk Steenwijk, Nummer voorstel: Voor raadsvergadering d.d.: 11-10-2016 Agendapunt: Onderwerp: Cultuuragenda Kansen

Nadere informatie

Visie Iedereen inspireren om hun ultieme geluk te bereiken.

Visie Iedereen inspireren om hun ultieme geluk te bereiken. BUSINESSPLAN IDENTITEIT Om Matthijs Rolleman Producties meer richting te geven, is er een duidelijke identiteit ontwikkeld vanuit de theorie van Kay Morel s Identiteitsmarketing. Deze identiteit geeft

Nadere informatie

MANIFEST NOVI NAAR EEN NIEUW NEDER LAND

MANIFEST NOVI NAAR EEN NIEUW NEDER LAND MANIFEST NOVI NAAR EEN NIEUW NEDER LAND WERK ALS ÉÉN OVERHEID De fysieke en sociale leefomgeving van Nederland gaan de komende decennia ingrijpend veranderen. Transities in de energievoorziening, de landbouw,

Nadere informatie

Nr.: 2004-24.935a/52/A.22, C Groningen, 23 december 2004

Nr.: 2004-24.935a/52/A.22, C Groningen, 23 december 2004 Aan de leden van Provinciale Staten Nr.: 2004-24.935a/52/A.22, C Groningen, 23 december 2004 Behandeld door : Draper, Mw. K. Telefoonnummer : (050) 3164919 Antwoord op : Bijlage : Onderwerp : Subsidie

Nadere informatie

Het college van burgemeester en wethouders geeft in zijn reactie aan de conclusies van de rekenkamer te herkennen.

Het college van burgemeester en wethouders geeft in zijn reactie aan de conclusies van de rekenkamer te herkennen. tekst raadsvoorstel Inleiding Vanaf januari 2015 (met de invoering van de nieuwe jeugdwet) worden de gemeenten verantwoordelijk voor alle ondersteuning, hulp en zorg aan kinderen, jongeren en opvoeders.

Nadere informatie

Competentiescan Propedeuse Academie voor Beeldende Vorming Tilburg

Competentiescan Propedeuse Academie voor Beeldende Vorming Tilburg Competentiescan Propedeuse Academie voor Beeldende Vorming Tilburg naam student: Stan Verhees.. A1 CREËREND VERMOGEN 1 De student kan zelfstandig een beeldend proces op gang brengen, dit proces kwalitatief

Nadere informatie

RICHTLIJNEN AANVRAAG REGELING PROJECTSUBSIDIES AMATEURKUNST

RICHTLIJNEN AANVRAAG REGELING PROJECTSUBSIDIES AMATEURKUNST RICHTLIJNEN AANVRAAG REGELING PROJECTSUBSIDIES AMATEURKUNST RICHTLIJNEN AANVRAAG REGELING PROJECTSUBSIDIES AMATEURKUNST Inleiding Deze richtlijnen zijn bestemd voor iedereen die een aanvraag wil indienen

Nadere informatie

UITGANGSPUNTEN SUBSIDIEREGELING CULTURELE PROJECTEN DEN HAAG 2018

UITGANGSPUNTEN SUBSIDIEREGELING CULTURELE PROJECTEN DEN HAAG 2018 Ons kenmerk RIS297300 UITGANGSPUNTEN SUBSIDIEREGELING CULTURELE PROJECTEN DEN HAAG 2018 Het College van Burgemeester en Wethouders Overwegende dat: - in het Meerjarenbeleidsplan Kunst en Cultuur 2017-2020

Nadere informatie

Samen aan de IJssel Inleiding

Samen aan de IJssel Inleiding Samen aan de IJssel Samenwerking tussen de gemeenten Capelle aan den IJssel en Krimpen aan den IJssel, kaders voor een intentieverklaring en voor een onderzoek. Inleiding De Nederlandse gemeenten bevinden

Nadere informatie

Het museum: - beschikt over een kwaliteitslabel als museum - heeft tijdig een aanvraag ingediend voor Vlaamse indeling en subsidiëring

Het museum: - beschikt over een kwaliteitslabel als museum - heeft tijdig een aanvraag ingediend voor Vlaamse indeling en subsidiëring Museum voor Industriële Archeologie en Textiel (MIAT), Gent 1. Gemotiveerd advies van de beoordelingscommissie Collectiebeherende Cultureel-erfgoedorganisaties over indeling bij het Vlaamse niveau en toekenning

Nadere informatie

Bijlage 8.8: Professionele leergemeenschappen (Verbiest, 2012)

Bijlage 8.8: Professionele leergemeenschappen (Verbiest, 2012) Bijlage 8.8: Professionele leergemeenschappen (Verbiest, 2012) Professionele leergemeenschappen (Verbiest, 2012) en netwerk-leren (De Laat, 2012) verhogen de kans op succesvol leren in het kader van een

Nadere informatie

bewegelijke tegenkracht Visie op toezicht Raad van Toezicht WZC Humanitas november 2018

bewegelijke tegenkracht Visie op toezicht Raad van Toezicht WZC Humanitas november 2018 bewegelijke tegenkracht Visie op toezicht Raad van Toezicht WZC Humanitas november 2018 Pagina 1 van 6 Inhoudsopgave 1. Visie op toezicht... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Visie op toezichthouden... 3 1.3 Doel

Nadere informatie

Raad voor Cultuur. Mijnheer de Staatssecretaris, 1. Inleiding

Raad voor Cultuur. Mijnheer de Staatssecretaris, 1. Inleiding Aan De Staatssecretaris van Onderwijs, en Wetenschappen dr. F. van der Ploeg Postbus 25000 2700 LZ Zoetermeer Onderwerp Kunst en verstandelijke handicap Mijnheer de Staatssecretaris, 1. Inleiding R.J.

Nadere informatie

Theorie U Otto Scharmer

Theorie U Otto Scharmer Theorie U Otto Scharmer 1 Vijf niveaus van verandering 2 De 7 stappen in de U-curve 3 Luisteren en je aandacht verschuiven (de linkerkant van de U) 4 ONZE AANDACHT VERSCHUIVEN AFDALEN IN DE U-CURVE - gemeenschappelijke

Nadere informatie

Kadernotitie Platform #Onderwijs 2032 SLO, versie 13 januari 2015

Kadernotitie Platform #Onderwijs 2032 SLO, versie 13 januari 2015 Kadernotitie Platform #Onderwijs 2032 SLO, versie 13 januari 2015 Doel en beoogde opbrengst van de dialoog De opdracht van het platform is te komen tot een integrale, maatschappelijk breed gedragen en

Nadere informatie

Profiel Raad van Toezicht Stichting ZorgSaam Zeeuws-Vlaanderen

Profiel Raad van Toezicht Stichting ZorgSaam Zeeuws-Vlaanderen Profiel Raad van Toezicht Stichting ZorgSaam Zeeuws-Vlaanderen Inleiding De Raad van Toezicht werkt voor het bepalen van zijn samenstelling met een profielschets. Wanneer zich een vacature in de Raad van

Nadere informatie

Nijmegen 17 september 2015

Nijmegen 17 september 2015 secretaris: F.M. Eliëns MO10, Postbus 9105 6500 HG Nijmegen f.eliens@nijmegen.nl Nijmegen 17 september 2015 Geacht college, Onlangs kregen wij de beschikking over de criteria die de gemeente heeft opgesteld

Nadere informatie

De kunst van cultuurmarketing. Discussievragen en stellingen

De kunst van cultuurmarketing. Discussievragen en stellingen De kunst van cultuurmarketing Discussievragen en stellingen Ruurd Mulder Tweede, herziene druk u i t g e v e r ij coutinho c bussum 2013 Deze discussievragen en stellingen horen bij De kunst van cultuurmarketing

Nadere informatie

Met het nieuwe welzijnsbeleid werkt de gemeente Tiel vanuit de volgende uitgangspunten:

Met het nieuwe welzijnsbeleid werkt de gemeente Tiel vanuit de volgende uitgangspunten: Opdrachtformulering kwartiermaker integrale welzijnsopdracht Aanleiding De gemeenteraad van de gemeente Tiel heeft in haar vergadering van juli 2014 het besluit genomen om een inhoudelijke discussie te

Nadere informatie

O 8OKT 2015 Het tentoonstellen van genetisch gemodificeerde organismen

O 8OKT 2015 Het tentoonstellen van genetisch gemodificeerde organismen Ministerie van Economische Zaken > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA 's-gravenhage Datum Betreft O 8OKT 2015 Het tentoonstellen

Nadere informatie

Coöperatie verbindend leiden

Coöperatie verbindend leiden Coöperatie verbindend leiden Document ter oprichting Versie 01-01-2016 Visie De verhouding van burgers tot de overheid, van werknemers tot hun werkgevers en van het individu ten opzichte van het collectief

Nadere informatie

Cultuurbeleid en Betekenis

Cultuurbeleid en Betekenis Bijlage Sectoranalyse Cultuurbeleid en Betekenis De visie van Blueyard op cultuurbeleid Cultuurbeleid en Betekenis De visie van Blueyard op cultuurbeleid Geert Boogaard Blueyard Coöperatief UA Jacob van

Nadere informatie

Voorstel van de Taakgroep Vernieuwing Basisvorming voor nieuwe kerndoelen onderbouw VO

Voorstel van de Taakgroep Vernieuwing Basisvorming voor nieuwe kerndoelen onderbouw VO Voorstel van de Taakgroep Vernieuwing Basisvorming voor nieuwe kerndoelen onderbouw VO Voorstel van de Taakgroep Vernieuwing Basisvorming voor nieuwe kerndoelen onderbouw VO Onderdeel van de eindrapportage

Nadere informatie