Beleidsregel voor- en vroegschoolse voorziening
|
|
- Hugo de Kooker
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Beleidsregel 2018 voor- en vroegschoolse voorziening Onderdeel van Leren Loont! Vastgesteld door de Concerndirecteur Maatschappelijke Ontwikkeling gemeente Rotterdam op 10 mei
2 Hoofdstuk 1: Algemeen voorschoolse voorzieningen en vve in Leren Loont! 1.1 Aanleiding: De gemeente en de houders van voorschoolse voorzieningen hebben bij de totstandbrenging van Leren Loont! afgesproken de harmonisatie tussen kinderdagverblijven en peuterspeelzalen vorm te geven. In Rotterdam wordt gestreefd naar één geharmoniseerde voorschoolse voorziening met dezelfde hoge kwaliteit waar alle peuters gebruik van kunnen maken, ongeacht hun achtergrond wat betreft doelgroep/niet-doelgroep of het hebben van wel/niet werkende ouders en waarbij de huidige wachtlijsten verdwijnen. We bouwen daarbij voort op de investeringen in kwaliteit en aansluiting van de voorschool op het onderwijs die de afgelopen jaren door gemeente, voorschoolse locaties en schoolbesturen zijn gedaan. Het college van burgemeester en wethouders heeft na overleg met het veld op 8 september 2015 het voorstel voor het herontwerp van de voorschoolse educatie vastgesteld. Het herontwerp wordt vanaf 1 maart 2016 gefaseerd ingevoerd en nader uitgewerkt. De harmonisatie is een meerjarig traject dat gedurende de looptijd van Leren Loont zal plaatsvinden. Deze beleidsregel voor- en vroegschoolse voorziening 2018 is een doorontwikkeling op hetgeen in 2016 in gang is gezet en is opgesteld in overleg met houders en schoolbesturen. 1.2 Beleidskader De gemeente Rotterdam heeft in het kader van het onderwijsachterstandenbeleid een wettelijke taak met betrekking tot voor- en vroegschoolse educatie 1. In grote lijnen behelst deze taak dat de gemeente verantwoordelijk is voor voldoende voorschools aanbod van goede kwaliteit voor alle kinderen met een risico op een taal- en of ontwikkelingsachterstand. Daarnaast zijn in Leren Loont! de Rotterdamse ambities voor het onderwijs en de voorschoolse periode vastgelegd. De gemeente Rotterdam stelt financiële middelen beschikbaar in de periode om het Rotterdamse onderwijs en voorschoolse voorzieningen in staat te stellen uitvoering te geven aan vooren vroegschoolse educatie (vve) en te ondersteunen in het realiseren van de ambities van het Rotterdamse Onderwijsbeleid, zoals deze zijn vastgelegd in Leren Loont! De Beleidsregel is het instrument van de gemeente om deze middelen beschikbaar te kunnen stellen en de subsidievoorwaarden bekend te maken. 1.3 Maatwerk Feit is dat voorschoolse voorzieningen in Rotterdam vanuit een verschillende startpositie aan de harmonisatie zijn begonnen. Dit betekent dat de weg die de ene organisatie het beste kan afleggen om de harmonisatie te realiseren niet maatgevend is of kan zijn voor de andere organisatie. Per organisatie worden daarom, op basis van een analyse, maatwerkafspraken gemaakt binnen de kaders van deze beleidsregel. 1 Vastgelegd in de Wet op het primair onderwijs. 2
3 1.4 Werken met indicatoren In Leren Loont! staan per themalijn indicatoren benoemd en per sector algemene indicatoren. De indicatoren zijn in de sectorkamer onderschreven als graadmeter voor de effecten van Leren Loont! en zijn hiermee een belangrijk sturingsinstrument. Ze vormen de basis om het goede gesprek te voeren over de voortgang van het programma, over de ontwikkeling die op voorzieningenniveau wordt doorgemaakt, en ze dienen als aangrijpingspunt voor resultaatafspraken in het kader van de subsidieverlening. De indicatoren voor het thema Een vliegende start zijn: 1: Het percentage driejarige Rotterdamse doelgroepkinderen dat een vve-programma volgt, stijgt (2013 = 67%). In 2018 wordt 80% bereikt. 2: Verbetering van resultaten van doelgroepkinderen in groep 1 en in groep 3 (nulmeting in 2015). Zowel in reguliere vve als in groep nul. 3: De voor- en vroegschoolse educatie in Rotterdam voldoet aan de kwaliteitsindicatoren van de Inspectie van het Onderwijs. Inmiddels zijn daar Rotterdamse kwaliteitseisen aan toegevoegd (zie bijlage 3). 1.5 Definities, beleid en regelgeving In deze beleidsregel is: Basisvoorziening peuterspeelzaal: peuterplaats van 240 uur per jaar voor (doelgroep)peuters vanaf twee jaar tot het moment waarop zij uitstromen naar de basisschool. Het betreft een plaats van twee dagdelen per week, verspreid over minimaal twee weekdagen, gedurende veertig weken per kalenderjaar. Het aantal uren per peuterplaats per week is zes (inclusief de momenten voor brengen en halen). De peuterplaats bevindt zich in een voorschoolse voorziening die in het LRKP als kinderdagverblijf is geregistreerd. Basisvoorziening kinderopvang: peuterplaats van uur per jaar voor (doelgroep)peuters vanaf twee jaar tot het moment waarop zij uitstromen naar de basisschool. Het betreft een plaats van twee dagdelen per week, verspreid over minimaal twee weekdagen, gedurende weken per kalenderjaar. Het aantal uren per peuterplaats per week is vijf (inclusief de momenten voor brengen en halen). De peuterplaats bevindt zich in een voorschoolse voorziening die in het LRKP als kinderdagverblijf is geregistreerd. Besluit kinderopvangtoeslag: het besluit van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid waarbij wordt bepaald onder welke voorwaarden ouders aanspraak kunnen maken op kinderopvangtoeslag en hoe hoog de kinderopvangtoeslag is. CJG: Centrum voor Jeugd en Gezin. College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam. Doelgroeppeuter: o een kind is verschenen op consult (14 en 24 maanden) bij het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) en; o de thuistaal van het kind is niet de Nederlandse taal OF 3
4 o beide ouders/verzorgers of de ouder/verzorger die met de dagelijkse zorg zijn/is belast een opleidingsniveau hebben/heeft van maximaal lbo/vbo, praktijkonderwijs of vmbobasis- of kaderberoepsgerichte leerweg. De definitie van doelgroeppeuter wordt in 2017 geëvalueerd. Deze evaluatie kan ertoe leiden dat de definitie van doelgroeppeuter in de loop van 2017 wordt aangepast. Geharmoniseerde voorschoolse voorziening: voorschoolse voorziening die voldoet aan de Rotterdamse kwaliteitseisen (zie bijlage 3) waarvan ouders met en zonder recht op kinderopvangtoeslag gebruik kunnen maken en die wordt uitgevoerd met de urenstructuur volgens deze beleidsregel op een locatie die in het LRKP is geregistreerd als kinderdagverblijf. Gratis uren: gratis uren voor de ouders. Deze uren worden door de gemeente aan de houders gecompenseerd via subsidie. Groep: een stamgroep of een peuterspeelzaalgroep zoals gedefinieerd in de Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen 2012: Houder: de rechtspersoon aan wie een onderneming als bedoeld in de Handelsregisterwet toebehoort, waarbij onder onderneming wordt begrepen een in Rotterdam gevestigde locatie waar vve wordt uitgevoerd en die in het LRKP staat geregistreerd als kinderdagverblijf. Hulpdocument: hulpdocument aanvraag en verantwoording van resultaten en activiteiten voor- en vroegschoolse educatie over kalenderjaar Het hulpdocument maakt integraal onderdeel uit van deze beleidsregel. Inkomensafhankelijke ouderbijdrage: de ouderbijdrage per uur die ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag en ouders met recht op kinderopvangtoeslag moeten betalen voor de basisvoorziening. Kinderdagverblijf: een in Rotterdam gevestigd kinderdagverblijf, zoals geregistreerd in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen (LRKP). Kinderopvangtoeslag: de kinderopvangtoeslag is een vergoeding van de Belastingdienst die ouders kunnen aanvragen indien zij voldoen aan de voorwaarden en hun kind(eren) naar een in het LRKP geregistreerde kinderopvangorganisatie gaat/gaan. Zie het besluit kinderopvangtoeslag. Kinderopvangtoeslagtabel: bijlage bij het Besluit kinderopvangtoeslag. Kindplaats: een plaats in een vv-psz van twee dagdelen per week en drie uur per dagdeel (2,5 uur vve-programma en 0,5 uur tijd voor brengen en halen). KOT: kinderopvangtoeslag. Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen (LRKP): register waarin kinderopvangvoorzieningen en peuterspeelzalen zijn opgenomen. Locatie: vestiging van een kinderdagverblijf in Rotterdam waar vve wordt uitgevoerd. LRKP: Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen. Opleidingsplan: het opleidingsplan zoals bedoeld in artikel 1.50b van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen en artikel 4 lid 4 van het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie. Ouder(s): ouder(s), verzorger(s) van de peuter. Plusopvang: een kinderopvangvoorziening met extra begeleiding, aandacht en zorg waar kwetsbare kinderen, die vanwege hun problematiek niet terecht kunnen bij de reguliere opvang, tijdelijk 4
5 (maximaal 1 jaar) gebruik van kunnen maken. Plaatsing op de Plusopvang verloopt via een indicatie van de GGD. Prestatie: een uit te voeren activiteit, waar mogelijk meetbaar. Reguliere peuterspeelzaal: een niet-geharmoniseerde voorschoolse voorziening waar peuters twee dagdelen per week, verdeeld over twee weekdagen, gedurende veertig weken per kalenderjaar, worden opgevangen en die in het LRKP als peuterspeelzaal is geregistreerd. Rotterdamse kwaliteitseisen: de kwaliteitseisen zoals opgenomen in bijlage 3 van deze beleidsregel. De Rotterdamse kwaliteitseisen zijn afgeleid van de notitie Rotterdamse kwaliteit in voorschoolse voorzieningen. Kwaliteitskader voorschoolse educatie Rotterdamse peuter(s): kinderen woonachtig in Rotterdam in de leeftijd vanaf twee jaar tot het moment waarop zij uitstromen naar de basisschool. Rotterdamse doelgroeppeuters: kinderen woonachtig in Rotterdam in de leeftijd vanaf twee jaar tot het moment waarop zij uitstromen naar de basisschool, die door het CJG zijn geïndiceerd als doelgroeppeuter. De doelgroepindicatie geldt voor een peuter die wordt geplaatst op een Rotterdamse geharmoniseerde voorschoolse voorziening. School: de school of onderwijsinstelling zoals bepaald volgens de Wpo en/of de Wec. SMI: Sociaal Medische Indicatie kinderopvang, die door de GGD wordt afgegeven, op basis waarvan ouders met sociale, psychische of lichamelijke problemen aanspraak kunnen maken op een tijdelijke vergoeding van de kinderopvangkosten. Verzamelinkomen: het totaal van het inkomen uit werk en woning (box 1), het inkomen uit aanmerkelijk belang (box 2) en het belastbare inkomen uit sparen en beleggen (box 3) van de ouders/verzorgers van de peuter. Voorschoolse voorziening: voorziening met vve ten behoeve van de educatieve opvang voor kinderen vanaf ten minste twee jaar tot het moment waarop zij naar de basisschool uitstromen, gericht op ontwikkelingsstimulering en voorbereiding op de basisschool en die voldoet aan de eisen uit de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen met het daarbij behorende Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie. Vroegschoolse voorziening: voorziening met vve ten behoeve van de educatieve opvang voor kinderen in groep 1 en 2 van een basisschool die in de onderbouw 20% of meer gewichtenleerlingen telt, conform de benadering van de Inspectie van het Onderwijs. Vve: voor- en vroegschoolse educatie. Hier opgevat als voorschoolse educatie voor kinderen vanaf de leeftijd van twee jaar tot het moment waarop zij naar de basisschool uitstromen, waarin via een vve-programma op gestructureerde en samenhangende wijze activiteiten worden aangeboden, gericht op het stimuleren van de ontwikkeling van kinderen op het gebied van taal, rekenen, motoriek en de sociaalemotionele ontwikkeling. Vve-programma: een programma voor voorschoolse educatie gericht op de vier ontwikkelingsdomeinen taal, rekenen, motoriek en sociaalemotionele ontwikkeling. Vv-psz: geharmoniseerde voorschoolse voorziening met vve die werkt als een peuterspeelzaal, waarbij de opvang is verdeeld over dagdelen. Vv-kdv: geharmoniseerde voorschoolse voorziening met vve die werkt als een kinderdagverblijf met dagopvang. 5
6 Wachtlijst: peuters die bij de houder ingeschreven zijn voor plaatsing op een voorschoolse voorziening: o voor wie geen basisvoorziening peuterspeelzaal of basisvoorziening kinderopvang beschikbaar is op de voorschoolse voorziening op het moment dat de peuter 2 jaar oud is, en/of; o voor wie geen gratis uren beschikbaar zijn op de voorschoolse voorziening op het moment dat de peuter 2 jaar en 6 maanden oud is. Wijkteam: een geformaliseerde samenwerking tussen uitvoerende zorgverleners en hulpverleners die binnen een nader bepaald geografisch gebied werkzaam zijn. De gemeentelijke en landelijke beleidskaders en regelgeving zoals beschreven in paragraaf 1.6 en 1.7 zijn van toepassing op het subsidieproces. 1.6 Gemeentelijk beleid en regelgeving Subsidieverordening Rotterdam 2014 (SVR 2014), inclusief SVR2014-subsidiecontroleprotocol van de gemeente Rotterdam ( Verordening Kinderopvang Rotterdam 2014 ( Leren Loont! Rotterdams onderwijsbeleid , vastgesteld door de gemeenteraad van Rotterdam op 2 april 2015 ( Nadere regels Leren Loont! (subsidieplafonds) ( Beleidsregel Rotterdams Onderwijsbeleid , Leren loont! , vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam op 21 februari 2017 Nadere regels voor- en vroegschoolse voorziening 2018 Rotterdamse kwaliteit in voorschoolse voorzieningen. Kwaliteitskader voorschoolse educatie 2018 Hulpdocument aanvraag en verantwoording van resultaten en activiteiten voor- en vroegschoolse educatie over kalenderjaar 2018 Beleidskader Plusopvang 2012 Nadere regels sociaal-medische indicatie kinderopvang Rotterdam 2014 Beleidsregels sociaal-medische indicatie kinderopvang Rotterdam 2016 Nadere regels subsidie meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling, gemeenteblad 2009, nummer 131 ( Nadere subsidieregels SISA, gemeenteblad 2009, nummer 132 ( Samenwerkingsconvenant SISA 2015 ( Nadere regels subsidievoorwaarde taal, gemeenteblad 2013, nummer 67 ( %20Nadere%20regels%20subsidievoorwaarde%20taal1.pdf) Nationaal Programma Rotterdam Zuid, Uitvoeringsplan ( 6
7 De tussen het college en de gebieden overeengekomen gebiedsplannen ( en dan kiezen voor het desbetreffende gebied) Verordening op de gebiedscommissies 2014, gemeenteblad 2013, nummer 96 ( Verbinding Passend Onderwijs - Nieuw Rotterdams Jeugdstelsel, januari 2014 ( NRJ.pdf) Implementatieplan voorschoolse voorzieningen 1 juni 2016 Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs Rotterdam 2015 (gemeente Rotterdam); 1.7 Landelijk beleid en regelgeving Wet op het primair onderwijs (Wpo) Wet op de expertisecentra (Wec) Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo) Wet op het onderwijstoezicht (Wot) Algemene wet bestuursrecht (Awb) Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) Wet referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen Besluit referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen Regeling Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Onderzoekskader 2017 voor het toezicht op de voorschoolse educatie en het primair onderwijs Besluit kinderopvangtoeslag Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen 2012 Bestuurlijke afspraken: een aanbod voor alle peuters In verband met de landelijke invoering van de harmonisatie van kinderopvang en peuterspeelzaalwerk per 1 januari 2018 wordt naar verwachting in de loop van 2017 de volgende wet- en regelgeving vastgesteld: Wet harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzaalwerk Wet innovatie en kwaliteit kinderopvang Wet wijziging financieringsstelsel kinderopvang Deze documenten zijn te vinden via Betalingssystematiek en wijze vastlegging besluit De in deze beleidsregel genoemde bedragen zijn onder voorbehoud van de jaarlijkse goedkeuring van de begroting door de gemeenteraad. Naast de budgetten die via deze beleidsregel beschikbaar worden gesteld, zijn er middelen beschikbaar voor specifieke doelgroepen of thema s. Deze worden via aparte 7
8 regelingen beschikbaar gesteld. Het gaat hier onder meer om Lekker fit! (zie bijlage 5), voorschools maatschappelijk werk, inzet intern begeleider (ib er) via schoolontwikkelingsbudget, de leraren cao en het innovatiefonds. De betalingssystematiek wordt jaarlijks vastgelegd in de verleningsbeschikking, conform de voorwaarden uit de Awb en SVR Daarin is een betalingsritme opgenomen. De directie Jeugd & Onderwijs handelt in overeenstemming met deze beleidsregel, tenzij dat voor één of meer belanghebbende(n) gevolgen zou kunnen hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen. 8
9 Hoofdstuk 2: Voorschoolse voorziening Doel De subsidie heeft als doel voldoende voorschoolse voorzieningen te realiseren die voldoen aan de Rotterdamse kwaliteitseisen waarvan ouders, in het bijzonder ouders van doelgroeppeuters, met hun peuters gebruik kunnen maken. 2.2 Kader Het college van burgemeester en wethouders heeft op 8 september 2015 het voorstel voor het herontwerp van de voorschoolse educatie vastgesteld. Het herontwerp is mede afhankelijk van externe factoren, zoals landelijke kaders, financieringsstromen, inhoudelijke kwaliteitseisen en haalbaarheid. Er bestaat ruimte voor doorontwikkeling van het herontwerp voorschoolse educatie. Op 1 juni 2016 is het implementatieplan harmonisatie voorschoolse voorzieningen vastgesteld. Deze beleidsregel is gebaseerd op het implementatieplan en op de ervaringen die daarna met de implementatie zijn opgedaan. 2.3 Maatwerkafspraken en landelijke harmonisatie Bij de implementatie van de harmonisatie voorschoolse voorzieningen in 2016 en in 2017 zijn maatwerkafspraken gemaakt met de houders over een gefaseerde invoering. In 2018 vindt een doorontwikkeling plaats van de maatwerkafspraken naar aanleiding van nieuwe beleidsontwikkelingen zoals de vaststelling van de Rotterdamse kwaliteitseisen (zie bijlage 3) die afgeleid zijn van de notitie Rotterdamse kwaliteit in voorschoolse voorzieningen. Kwaliteitskader in de voorschoolse educatie Het Rijk heeft het voornemen om de harmonisatie van kinderopvang en peuterspeelzaalwerk landelijk in te voeren per 1 januari Tegelijkertijd zullen de voorwaarden voor de kwaliteit van de voorschoolse voorzieningen in wet- en regelgeving worden aangescherpt. In deze beleidsregel wordt voor zover mogelijk geanticipeerd op de landelijke invoering van de harmonisatie en de aanscherping van de kwaliteitseisen. 2.4 Vormgeving: Kwaliteitseisen: De geharmoniseerde voorschoolse voorziening voldoet aan de Rotterdamse kwaliteitseisen zoals opgenomen in bijlage 3 bij deze beleidsregel Deelname aan vve (uren) Elke Rotterdamse peuter die geplaatst wordt na 1 maart 2016 kan vanaf tweejarige leeftijd, tot het moment waarop de peuter uitstroomt naar de basisschool, gebruik maken van de basisvoorziening vve gedurende 240 uur op jaarbasis. Afhankelijk van de werkwijze van de voorschoolse voorziening is dit verdeeld in: 1. zes uur per week, verdeeld over minimaal twee dagen per week, gedurende 40 weken per kalenderjaar voor een geharmoniseerde voorschoolse voorziening die werkt als peuterspeelzaal met dagdelen (vv-psz), of; 9
10 2. vijf uur per week, verdeeld over minimaal twee dagen per week, gedurende weken per kalenderjaar voor een geharmoniseerde voorschoolse voorziening die werkt als kinderdagverblijf met hele dagopvang (vv-kdv). Elke Rotterdamse doelgroeppeuter die geplaatst wordt na 1 maart 2016 kan vanaf de leeftijd van tweeëneenhalf jaar, tot het moment waarop de peuter uitstroomt naar de basisschool, aanvullend gebruik maken van 240 uur door de gemeente gesubsidieerde vve op jaarbasis 2. Afhankelijk van de werkwijze van de voorschoolse voorziening is dit verdeeld in: 1. zes uur per week, gedurende 40 weken per kalenderjaar voor geharmoniseerde voorschoolse voorziening die werkt als peuterspeelzaal met dagdelen (vv-psz), of; 2. vijf uur per week, gedurende weken per kalenderjaar voor geharmoniseerde voorschoolse voorziening die werkt als kinderdagverblijf met hele dagopvang (vv-kdv). Ter verduidelijking: doelgroeppeuters vanaf 2,5 jaar die 240 uur per jaar deelnemen in een geharmoniseerde voorschoolse voorziening, tegen betaling van de inkomensafhankelijke ouderbijdrage, hebben recht op 240 door de gemeente gesubsidieerde aanvullende uren per jaar. Deze worden in een voorschoolse voorziening met vve die werkt als kinderdagverblijf echter anders verdeeld over het jaar dan in een voorschoolse voorziening met vve die werkt als peuterspeelzaal en die maar 40 weken per jaar open is. In een vv-kdv worden deze uren verdeeld over weken afhankelijk van het aantal weken dat het kinderdagverblijf open is. (Voorbeeld: als een doelgroeppeuter maar één dag komt van 10 uur, heeft hij/zij geen recht op de gratis uren. Het vve programma moet namelijk verdeeld over meerdere dagen worden aangeboden. Indien de doelgroeppeuter twee dagen komt, kan hij/zij wel gebruik maken van de gratis uren, namelijk de 2e vijf uur gratis op andere een dag.) In de aanvraag voor vv-kdv moet inzichtelijk gemaakt worden hoe de uren vve over de week verdeeld zijn voor peuters van ouders die geen recht hebben op kinderopvangtoeslag. Om een flexibele overgang roostertechnisch mogelijk te maken, kan de uitbreiding van het vveprogramma van zes naar 12 uur per week door een houder aan een doelgroeppeuter worden aangeboden in de leeftijdsperiode tussen twee jaar en vier maanden en twee jaar en acht maanden Overgangsrecht uren Rotterdamse (doelgroep)peuters die voor 1 maart 2016 geplaatst zijn op een voorschoolse voorziening van 12 dan wel 15 uur per week behouden het recht op deelname gedurende 12 uur per week tot zij uitstromen naar de basisschool. Voor sommige peuters geldt dat ouders wel voor de extra uren moeten betalen, zie hiervoor bijlage 1. Niet-Rotterdamse peuters die geplaatst zijn voor 1 maart 2016 hebben dezelfde overgangsrechten als Rotterdamse (doelgroep)peuters die geplaatst zijn voor 1 maart N.B. In de vv-psz gaat het om 240 uur per jaar. In de vv-kdv om uur per jaar; afhankelijk van het aantal openingsweken. In de rest van deze beleidsregel wordt gesproken over 240 uur per jaar. Als het een situatie betreft die op de vv-kdv van toepassing is, kan daar gelezen worden uur per jaar. Het aantal uren is inclusief halen en brengen. 10
11 Het overgangsrecht is niet van toepassing op peuters die voor 1 maart 2016 op de wachtlijst stonden en op 1 maart 2016 nog niet waren geplaatst. Het overgangsrecht eindigt per 1 maart Voorrangsregels De volgende voorrangsregels bij plaatsing van peuters gelden als er op een locatie sprake is van een wachtlijst. Daarbij worden peuters die voldoen aan het criterium onder 1 als eerste geplaatst, vervolgens de peuters die voldoen aan het criterium onder 2 en zo verder: 1. Rotterdamse doelgroeppeuters van de wachtlijst of nieuw met een broertje of zusje op de school die verbonden is aan de voorschoolse voorziening. 2. Rotterdamse niet-doelgroeppeuters van de wachtlijst of nieuw met een broertje of zusje op de school die verbonden is aan de voorschoolse voorziening. 3. Rotterdamse doelgroeppeuters van de wachtlijst. 4. Rotterdamse niet-doelgroeppeuters van de wachtlijst. 5. Rotterdamse doelgroeppeuters (nieuwe aanmeldingen). 6. Rotterdamse niet-doelgroeppeuters (nieuwe aanmeldingen). 7. Rotterdamse niet-doelgroeppeuters voor wie extra uren bovenop de basisvoorziening worden afgenomen. 8. Niet-Rotterdamse peuters. Bij crisisplaatsing zijn uitzonderingen op deze regels mogelijk Inkomensafhankelijke ouderbijdrage Alle ouders van wie de peuter gebruik maakt van de voorschoolse basisvoorziening vve betalen een inkomensafhankelijke ouderbijdrage. Bij de berekening onderscheidt de houder twee groepen ouders: ouders met en ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag. De houder berekent de hoogte van de inkomensafhankelijke ouderbijdrage voor ouders die geen recht hebben op kinderopvangtoeslag volgens onderstaande procedure. Groep 1: ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag: Ouders die geen recht hebben op kinderopvangtoeslag betalen een inkomensafhankelijke ouderbijdrage per uur voor de peuter die deelneemt aan de voorschoolse basisvoorziening vve van zes uur per week in de vv-psz, dan wel vijf uur per week in de vv-kdv. Aan de hand van het gezamenlijke verzamelinkomen, het daaraan verbonden percentage tegemoetkoming van het Rijk als percentage van de kosten kinderopvang (A) en de maximum uurprijs voor dagopvang 3 (B) volgens de kinderopvangtoeslagtabel wordt de hoogte van de ouderbijdrage als volgt bepaald: (100% minus A) maal B per uur. In de bijlage tabel ouderbijdrage is de berekening (100% minus A) reeds verwerkt. Zodra de tabel 2018 beschikbaar is, is deze geldend. 3 Deze uurprijs wordt jaarlijks vastgesteld door het Rijk. 11
12 Groep 2: ouders met recht op kinderopvangtoeslag: Ouders die recht hebben op kinderopvangtoeslag vragen deze aan voor de basisvoorziening van zes uur in de vv-psz, dan wel vijf uur in de vv-kdv. De houder brengt de zes, dan wel vijf uur basisvoorziening vve per week maal de maximum uurprijs voor dagopvang (B) volgens de kinderopvangtoeslagtabel, in rekening aan de ouders. Alle ouders kunnen bovenop de zes uur, dan wel vijf uur basisvoorziening vve (en de eventuele extra zes/vijf uur vve in geval van Rotterdamse doelgroeppeuters) naar behoefte meer uren afnemen op dezelfde locatie. Deze extra uren worden niet gesubsidieerd. De houder bepaalt hiervoor de uurprijs. De gratis uren voor doelgroeppeuters mogen door de ouder niet in rekening gebracht worden bij de belastingdienst. In het contract dat tussen houder en ouder wordt gesloten, verklaart de ouder dat in slechts één voorziening maximaal zes/vijf gratis uren worden afgenomen, voor zover dat op de ouder van toepassing is Overgangsrecht ouderbijdrage Rotterdamse doelgroeppeuters die voor 1 maart 2016 geplaatst zijn op een voorschoolse voorziening met vve die werkt als peuterspeelzaal betalen zes uur per week. Rotterdamse peuters van ouders die recht hebben op kinderopvangtoeslag en die geplaatst zijn voor 1 maart 2016 betalen eveneens zes uur per week. Overige peuters betalen 12 uur per week, of kiezen ervoor om hun contract te laten aanpassen naar zes uur per week. Het overgangsrecht is niet van toepassing op peuters die voor 1 maart 2016 op de wachtlijst stonden en op 1 maart 2016 nog niet waren geplaatst. Het overgangsrecht eindigt per 1 maart
13 3. Subsidie en financiering 3.1 Voor wie is de subsidie bestemd Houders van kinderdagverblijven die geregistreerd zijn in het LRKP. 3.2 Subsidieplafond en wijze van verdeling In 2018 is 39,3 miljoen beschikbaar. Dit bedrag is opgebouwd uit gemeentelijke middelen en inkomsten uit inkomensafhankelijke ouderbijdragen. Landelijk wordt de discussie gevoerd over een aanpassing van de verdeelsystematiek voor de middelen voor onderwijsachterstandenbeleid. Dit kan op termijn leiden tot een verruiming of tot een vermindering van het budget. In beide gevallen worden prioriteiten gesteld. Indien de inkomsten uit inkomensafhankelijke ouderbijdragen hoger uitvallen dan begroot dan worden deze extra inkomsten door de gemeente ingezet voor het starten van nieuwe voorschoolse voorzieningen dan wel voor de verdere verbetering van de kwaliteit van vve Wijze van verdeling De verdeling van de subsidie geschiedt, met in achtneming van het subsidieplafond, op basis van de volgende criteria: 1. Groepen waarvoor houders reeds subsidie van de gemeente in het kader van de beleidsregel ontvangen, hebben voorrang op groepen waarvoor houders voor de eerste keer subsidie aanvragen. 2. Bestaande groepen waarvoor houders nog geen subsidie van de gemeente in het kader van de beleidsregel ontvangen, gaan voor nieuwe groepen waarvoor houders in het kader van de beleidsregel nog geen subsidie van de gemeente ontvangen, waarbij: a. locaties in wijken en gebieden met veel peuters op de wachtlijst voorrang hebben op locaties in wijken en gebieden met minder peuters op de wachtlijst; b. groepen met de meeste doelgroeppeuters per locatie hebben voorrang op groepen met minder doelgroeppeuters. 3. Bij nieuwe groepen: locaties in wijken en gebieden met veel peuters op de wachtlijst hebben voorrang op locaties in wijken en gebieden met minder peuters op de wachtlijst. 4. Bij nieuwe groepen: groepen met de meeste doelgroeppeuters per locatie hebben voorrang op groepen met minder doelgroeppeuters Voorkomen dubbele financiering Met houders die tevens subsidie ontvangen voor SMI en/of Plusopvang worden aparte afspraken gemaakt over de verlening van subsidie voor vve om dubbele subsidieverlening te voorkomen. 13
14 3.3 Subsidieaanvraag Tijdstip van de subsidieaanvraag en mogelijke uitstelverlening De subsidieaanvraag voor kalenderjaar 2018 kan tot 7 juli 2017 ingediend worden. Uitstel voor het indienen van een aanvraag is mogelijk. Om hiervan gebruik te maken moet schriftelijk een beargumenteerd verzoek om uitstel voor 7 juli 2017 bij de gemeente Rotterdam worden ingediend. De aanvraagtermijn wordt na goedkeuring van dit uitstelverzoek tot uiterlijk 7 september 2017 verlengd. Voor aanvragen die na 7 juli 2017 binnen komen, bestaat de kans dat er geen subsidie meer beschikbaar is. Indien na afhandeling van alle subsidieaanvragen die zijn ingediend tot uiterlijk 7 september 2017 het subsidieplafond nog niet is bereikt, dan kan de mogelijkheid tot het indienen van subsidieaanvragen opnieuw worden opengesteld. In dat geval kunnen nieuwe aanvragen worden ingediend tot uiterlijk 1 mei In maart 2018 wordt bekend gemaakt of de mogelijkheid tot het indienen van subsidieaanvragen opnieuw wordt opengesteld Wijze van subsidie aanvragen Per houder van één of meerdere kinderdagverblijven kan één aanvraag worden ingediend bij de gemeente. De aanvraag wordt digitaal ingediend via het web portaal van de gemeente. Daarbij wordt gebruik gemaakt van het door de gemeente opgestelde formulier Subsidieaanvraag vve 2018 t.b.v. kinderdagverblijven en het formulier Prognoses subsidieaanvraag vve De formulieren zijn te vinden op De aanvragen moeten volledig ingevuld en voorzien van alle benodigde bijlagen worden ingediend. Onvolledige aanvragen worden niet in behandeling genomen. De aanvrager wordt dan wel in de gelegenheid gesteld om de aanvraag binnen twee weken na dagtekening van het bericht van de gemeente te completeren Onderbouwing van de subsidieaanvraag Bij de subsidieaanvraag is bijgevoegd: 1. een volledig ingevuld Word-formulier Subsidieaanvraag vve 2018 t.b.v. kinderdagverblijven, waarbij de houder tevens verklaart te voldoen of per de datum waarop de subsidie in moet gaan te gaan voldoen aan de gestelde subsidievoorwaarden in paragraaf Indien de houder aan één of meerdere voorwaarden nog niet kan voldoen, worden voorafgaand aan de subsidieverlening maatwerkafspraken gemaakt over de termijn waarop de houder kan gaan voldoen aan de gestelde subsidievoorwaarden; 2. een volledig ingevuld Excel-formulier Prognoses subsidieaanvraag vve 2018 ; 3. een verbeterplan naar aanleiding van inspectiebezoek door Inspectie van het Onderwijs of GGD, indien van toepassing Subsidiecriteria: 1. Het kinderdagverblijf waarvoor de houder subsidie aanvraagt, is geregistreerd in het LRKP en voert een vve-programma uit overeenkomstig de eisen die de wet daaraan stelt. 2. Het kinderdagverblijf waarvoor de houder subsidie aanvraagt voldoet aan de voorwaarden gesteld in de relevante wet- en regelgeving. Gegeven de laatste openbaar beschikbare beoordeling van de 14
15 GGD zijn er geen zwaarwegende belemmeringen om subsidie te verlenen ten behoeve van het kinderdagverblijf. 3. De houder van vv-psz heeft bij de subsidieaanvraag prognoses verstrekt voor: a. Aantal twee- en driejarige peuters per groep met een vve-aanbod van 6 uur per week. b. Aantal twee- en driejarige doelgroeppeuters per groep met een vve-aanbod van 12 uur per week. c. Aantal twee- en driejarige peuters van wie de ouders niet-kot-gerechtigd zijn. d. Inkomsten uit inkomensafhankelijke ouderbijdrage. e. Aantal openingsweken op kalenderjaarbasis. 4. De houder van vv-kdv heeft bij de subsidieaanvraag prognoses verstrekt voor: a. Totaal aantal nul- tot en met driejarigen per groep. b. Aantal openingsweken op kalenderjaarbasis. c. Aantal twee- en driejarige peuters per groep met een vve-aanbod van 5 uur per week. d. Aantal twee- en driejarige doelgroeppeuters per groep met een vve-aanbod van 10 uur per week. e. Totaal aantal gratis uren vve-aanbod dat aan twee- en driejarige doelgroeppeuters wordt gedaan. f. Aantal twee- en driejarige peuters van wie de ouders niet-kot-gerechtigd zijn. g. Aantal uren waarvoor compensatie gevraagd wordt voor verschil tussen de kostprijs en de inkomensafhankelijke ouderbijdrage voor niet KOT-gerechtigde ouders op jaarbasis. 5. De houder verstrekt twee maal per jaar een tussenrapportage waarbij de prognoses bij aanvraag afgezet worden tegen de werkelijke realisatie. 6. Er wordt voldaan aan de urenstructuur zoals beschreven in (deelname vve en uren); 7. Op de kinderdagverblijfgroep waarvoor subsidie wordt aangevraagd, worden de overgangsrechten die in 2016 zijn afgesproken in acht genomen, zoals beschreven in en Er wordt voldaan aan de voorrangsregels zoals beschreven bij De houder vraagt op geharmoniseerde vv-psz en vv-kdv groepen waarvoor subsidie wordt aangevraagd aan ouders een inkomensafhankelijke ouderbijdrage zoals beschreven in en De houder die subsidie aanvraagt, hanteert een vastgestelde incassoprocedure die minimaal aan de volgende eisen voldoet: a. De incassoprocedure is openbaar. b. De incassoprocedure is beschreven. c. De incassoprocedure stelt duidelijk termijnen (waaronder het recht van de houder om bij een betalingsachterstand van maximaal drie maanden de peuter uit te schrijven). 11. De houder voldoet aan de Rotterdamse kwaliteitseisen zoals omschreven in bijlage 3. In het hulpdocument is vastgelegd op welke manier over deze criteria verantwoording wordt afgelegd. 15
16 3.3.5 Subsidiebeoordeling De subsidieaanvragen worden beoordeeld op effectiviteit, waarbij gelet wordt op: a) de mate waarin voldaan wordt aan de subsidiecriteria; b) het subsidieplafond en de wijze van verdeling zoals beschreven bij artikel 3.2; c) de mate waarin voldaan wordt aan de Rotterdamse kwaliteitseisen zoals omschreven in bijlage Verlening en subsidiegesprek Indien de subsidieaanvraag als effectief wordt beoordeeld, wordt de aanvraag verwerkt tot een verleningsbeschikking. De subsidieaanvraag kan worden afgewezen indien niet wordt voldaan aan hetgeen is benoemd bij In de verleningsbeschikking worden o.a. afspraken opgenomen over: 1. De kwaliteitsaanpak door de houder op de kinderdagverblijven. 2. Het geprognotiseerde bereik van peuters, in het bijzonder het bereik van doelgroeppeuters, met een vve-programma. 3. Procesafspraken met betrekking tot te voeren overleg aansluitend bij de P&C cyclus over nog nader te bepalen onderwerpen. 4. Prognoses van te innen inkomensafhankelijke ouderbijdrage. 5. Prognoses van aantal doelgroeppeuters en het hieraan verbonden aantal te subsidiëren uren (de gratis uren). 3.4 Financiering: Hoogte van de subsidie: In 2018 kan er voor verschillende uitvoeringsvormen van voorschoolse voorziening vve-subsidie worden aangevraagd. De hoogte van de subsidie verschilt per uitvoeringsvorm. Hieronder zijn de verschillende uitvoeringsvormen en daarbij behorende subsidiebedragen nader benoemd en beschreven. 1: Geharmoniseerde voorschoolse voorziening met vve die werkt als peuterspeelzaal (vv-psz). 2: Geharmoniseerde voorschoolse voorziening met vve die werkt als kinderdagverblijf (vv-kdv). Subsidie voor niet-geharmoniseerde kinderdagverblijven wordt niet verleend. Subsidie voor regulier peuterpeelzaalwerk wordt niet verleend. 1: Geharmoniseerde voorschoolse voorziening met vve die werkt als peuterspeelzaal (vv-psz) De subsidie voor vv-psz wordt verleend per groep. De subsidie voor een vv-psz van 12 tot en met 16 kindplaatsen en 12 uur openingstijd per week is vastgesteld op maximaal per groep per kalenderjaar, als de groep is gehuisvest in een gebouw dat is opgenomen in de collectieve huurovereenkomst 2016 tussen Jeugd en Onderwijs en Stadsontwikkeling. Dit bedrag is als volgt samengesteld: 16
17 Samenstelling subsidie per vv-psz per kalenderjaar. Exploitatie vve-groep ,00 Voldoen aan Rotterdamse kwaliteitseisen 9.500,00 Totaal ,00 In verband met een efficiënte besteding van middelen wordt voor vv-psz groepen met een capaciteit van minder dan 24 kindplaatsen bij aanvraag van de subsidie in overleg met de houder bezien of er een oplossing kan worden gevonden. Indien bij de subsidieaanvraag voor een vv-psz groep een prognose voor de bezetting wordt gegeven van minder dan 24 kindplaatsen dan wordt eveneens in overleg met de houder bezien of een oplossing kan worden gevonden. Toelichting verbetering Rotterdamse kwaliteitseisen De subsidie per kalenderjaar per groep kent een bijdrage van 9.500,00 ter realisering van de Rotterdamse kwaliteitseisen (zoals gedefinieerd in bijlage 3). Deze bijdrage is bestemd voor het intensiveren van het aantal hbo ers op de groep, dan wel het aantal hbo-coaches dat minimaal vier uur op een groep wordt ingezet. Daarnaast kan dit bedrag ingezet worden voor permanente educatie en groepsteambesprekingen. De inzet van de bijdrage voor kwaliteit is niet groepsgebonden. De bijdragen voor kwaliteit van alle groepen mogen worden getotaliseerd, op basis waarvan de investeringen in kwaliteit wordt gefinancierd. Toeslag huisvesting De houder krijgt een toeslag op de subsidie van 2.500,00 per groep per kalenderjaar als het gebouw waarin de groep is gehuisvest niet is opgenomen in de collectieve huurovereenkomst 2016 tussen Jeugd en Onderwijs en Stadsontwikkeling. Als het gebouw wel is opgenomen in de collectieve huurovereenkomst 2016 tussen schoolbestuur en Stadsontwikkeling maar er is bewijslast dat het (deel van) het gebouw waar de groep is gehuisvest aantoonbaar is gefinancierd door het schoolbestuur, dan komt de groep eveneens in aanmerking voor de toeslag van 2.500,00 per kalenderjaar. Vve-groepen gehuisvest in schoolgebouwen vallen onder medegebruik, zoals omschreven in de verordening onderwijshuisvesting. 2: Geharmoniseerde voorschoolse voorziening met vve die werkt als kinderdagverblijf (vve-kdv) De subsidie bestaat uit drie onderdelen: 1. Basissubsidie: Voor geharmoniseerde voorschoolse voorziening werkend als kinderdagverblijf met dagopvang bedraagt de subsidie per kalenderjaar 1.200,00 per peuter. De realisatie van het aantal peuters dat in aanmerking komt voor subsidie wordt bij vaststelling van de subsidie bepaald door het gemiddelde aantal peuters van twee telmomenten (zie hulpdocument) te nemen, waarbij decimalen worden afgerond op het eerstvolgende gehele getal. De subsidie is als volgt opgebouwd: 17
18 De basissubsidie voor de groep is opgebouwd uit een bedrag per peuter met de volgende componenten: vve programma en voldoen aan kwaliteit Aanbieden vve 400,00 Voldoen aan Rotterdamse kwaliteitseisen 800,00 Totaal 1.200,00 Aan de totale subsidie per vv-kdv groep voor het voldoen aan de Rotterdamse kwaliteitseisen zijn een ondergrens en een bovengrens gesteld. De totale subsidie voor één groep vv-kdv voor het voldoen aan de Rotterdamse kwaliteitseisen bedraagt: - Voor vv-kdv groepen met 5 tot en met 10 geplaatste peuters per week: 8.000,00. - Voor vv-kdv groepen met 11 tot en met 15 geplaatste peuters per week: aantal peuters maal 800,00. - Voor vv-kdv groepen met 16 of meer geplaatste peuters per week: ,00. Toelichting verbetering Rotterdamse kwaliteitseisen De basissubsidie per kalenderjaar per vve-groep kent een bijdrage van 800,00 per peuter ter realisering van de Rotterdamse kwaliteitseisen (zoals gedefinieerd in bijlage 3). Deze bijdrage is bestemd voor het intensiveren van het aantal hbo ers op de groep, dan wel het aantal hbo-coaches dat minimaal vier uur op een groep wordt ingezet. Daarnaast kan dit bedrag ingezet worden voor permanente educatie en groepsteambesprekingen. De inzet van de bijdrage voor kwaliteit is niet groepsgebonden. De bijdragen voor kwaliteit van alle groepen mogen worden getotaliseerd, op basis waarvan de investeringen in kwaliteit wordt gefinancierd. 2. Compensatie van de vijf door de gemeente te subsidiëren uren per week voor doelgroeppeuters vanaf 2,5 jaar. Deze uren worden door de gemeente gecompenseerd aan de houder op basis van het maximum uurtarief voor de kinderopvangtoeslag. Bij de subsidieaanvraag moet een prognose gegeven worden van het aantal doelgroeppeuters. De afrekening vindt plaats op basis van het werkelijke contractueel door de ouder afgenomen aantal uren. 3. Compensatie kostprijs voor de eerste vijf uren van de basisvoorziening voor nietkinderopvangtoeslaggerechtigde ouders: Het verschil tussen de netto inkomensafhankelijke ouderbijdrage per uur en het maximum uurtarief volgens de kinderopvangtoeslag wordt gecompenseerd door de gemeente. Bij de subsidieaanvraag moet een prognose gegeven worden voor de kosten. De afrekening vindt plaats op basis van het werkelijk aantal geleverde uren en de bijbehorende kosten. Bij gemiddeld op locatieniveau minder dan vijf twee- en driejarige peuters per groep wordt er geen subsidie verleend. 18
19 3.4.2 Inkomensafhankelijke ouderbijdrage Om in aanmerking te komen voor subsidie moet voldaan worden aan de eisen voor inning van de inkomensafhankelijke ouderbijdrage. Met ingang van 1 september 2016 betalen ouders voor deelname aan de geharmoniseerde voorschoolse voorziening een bijdrage aan de voorschoolse voorziening met vve. 1. bij recht op kinderopvangtoeslag: a. de houder toetst bij de intake of de ouder recht heeft op kinderopvangtoeslag; b. de houder factureert de bruto kosten voor het aantal in rekening gebrachte uren voor de basisvoorziening vve (de eerste zes, dan wel vijf uur) aan de ouder die recht heeft op kinderopvangtoeslag. De uurprijs voor de eerste vijf dan wel zes uur is gebaseerd op het geldende/van toepassing zijnde Besluit kinderopvangtoeslag bij geen recht op kinderopvangtoeslag: Voor de ouder die geen recht heeft op kinderopvangtoeslag wordt de inkomensafhankelijke ouderbijdrage bepaald op basis van de volgende gegevens: a. het verzamelinkomen, dat wil zeggen het totaal van het inkomen uit werk en woning (box 1), het inkomen uit aanmerkelijk belang (box 2) en het belastbare inkomen uit sparen en beleggen (box 3).van de beide ouders/verzorgers van de peuter; b. de categorie voorschoolse voorziening met vve (vv-psz of vv-kdv) zoals bedoeld in paragrafen en deelname vve en overgangsrecht, zie ook bijlage 1; c. het aantal uren deelname aan de voorschoolse voorziening met vve; d. het maximum uurtarief voor de kinderopvangtoeslag; e. de kinderopvangtoeslagtabel. De procedure om het verzamelinkomen van de ouder die geen recht heeft op kinderopvangtoeslag te bepalen is als volgt: 1. De ouder verstrekt aan de houder gegevens over de hoogte van het verzamelinkomen op basis van: a. de meest recente aanslag inkomstenbelasting (meestal t-2); b. indien de meest recente aanslag inkomstenbelasting niet kan worden overlegd, een inkomensverklaring afgegeven door de Belastingdienst over het meest recente jaar (meestal t-2). Als er twee ouders/verzorgers zijn, dan moet voor beiden een inkomensverklaring van de Belastingdienst worden overlegd; c. als er sprake is van een recente inkomensdaling waardoor de inkomsten lager zijn dan zou blijken uit de aanslag inkomstenbelasting of een inkomensverklaring afgegeven door de Belastingdienst omdat deze gebaseerd zijn op het inkomen in t- 2 dan kan het verzamelinkomen worden bepaald op basis van een uitkeringsspecificatie die op de datum van het opmaken van het contract voor plaatsing niet ouder is dan twee maanden. Het verzamelinkomen is dan het bruto jaarinkomen. Als het een maandspecificatie betreft wordt het bruto maandbedrag met twaalf vermenigvuldigd om de hoogte van het bruto jaarinkomen te bepalen; 4 Zodra de nieuwe Besluit kinderopvang bekend is, gelden de nieuwe bedragen. 19
20 d. het verzamelinkomen wordt eenmalig bepaald bij het opmaken van het contract voor plaatsing voor de gehele contractperiode en wordt alleen herzien bij een nieuwe plaatsing van een kind uit het gezin; e. de documenten die de ouder aan de houder ter inzage geeft voor het bepalen van de hoogte van het verzamelinkomen worden niet door de houder bewaard. 2. In de overeenkomst die de houder met de ouder sluit voor deelname aan de voorschoolse voorziening met vve verklaart de ouder dat de gegevens over het verzamelinkomen naar waarheid zijn verstrekt. 3. De ouder/verzorger verklaart dat ze maar één maal gebruik maken van de 5 dan wel 6 gratis uren, voor zover dat op de ouder van toepassing is. 4. Voor ouders die geen inkomensgegevens overleggen aan de houder wordt voor de bepaling van de hoogte van de inkomensafhankelijke ouderbijdrage uitgegaan van het hoogste verzamelinkomen in de kinderopvangtoeslagtabel. 5. De hoogte van de inkomensafhankelijke ouderbijdrage per uur per categorie verzamelinkomen bij geen recht op kinderopvangtoeslag is opgenomen in bijlage Inning van de inkomensafhankelijke ouderbijdrage De hoogte van de inkomensafhankelijke ouderbijdrage wordt vastgesteld door de houder op basis van deze beleidsregel. De inkomensafhankelijke ouderbijdrage wordt bij vv-psz gefactureerd door de houder in tien tot twaalf maandelijkse termijnen. De houder hanteert een incassoprocedure. De voorwaarden waaraan de incassoprocedure moet voldoen, zijn opgenomen in paragraaf Als de ouder de inkomensafhankelijke ouderbijdrage niet betaalt, kan de peuter door de houder uitgeschreven worden conform de incassoprocedure van de houder. Een peuter wordt uitgeschreven bij een betalingsachterstand van maximaal drie maanden, tenzij er sprake is van een uitzondering als bedoeld in paragraaf Uitschrijving van de peuter laat onverlet dat de ouder de niet betaalde inkomensafhankelijke ouderbijdrage(n) verschuldigd blijft. Bij een vv-kdv regelt de houder zijn eigen inning van de inkomensafhankelijke ouderbijdrage Uitzonderingen inning inkomensafhankelijke ouderbijdrage De houder kan afwijken van bovenstaande procedure inning inkomensafhankelijke ouderbijdrage als de situatie van de ouder dit rechtvaardigt naar het oordeel van de houder. De houder meldt direct aan de gemeente als afwijkingen van de regels leiden tot een afwijking van tien procent of meer van de gefactureerde omzet van de gesubsidieerde uren door de houder. Bij het bereiken van die limiet dient overleg en overeenstemming plaats te vinden over afwijkingen. De houder beschikt over een vastgestelde procedure voor de beoordeling van de afwijkingen en registreert deze. 20
21 3.4.5 Verrekening inkomensafhankelijke ouderbijdrage bij vv-psz. De omvang en de verrekening tussen de gemeente en de subsidieontvanger wordt als volgt bepaald: 1. De houder neemt het totaal van de gefactureerde bedragen, aangaande de gesubsidieerde uren van vv-psz, op in de verantwoording, te onderscheiden naar: a. gefactureerd aan ouders met recht op kinderopvangtoeslag; b. gefactureerd aan ouders die een inkomensafhankelijke bijdrage betalen; c. gefactureerd aan ouders op andere gronden zoals beschreven in de uitzonderingen (paragraaf 3.4.4). 2. De houder neemt het totaal aan geïnde bedragen, aangaande de gesubsidieerde uren van vvpsz, op in de verantwoording. Hierbij wordt geen onderscheid gemaakt naar de aard van de gefactureerde bedragen. Het verschil tussen 1. en 2. is de basis voor de hoogte van het debiteurenbedrag. Over de verdeling van de hoogte van het debiteurenbedrag treden gemeente en houder in overleg. De inkomensafhankelijke ouderbijdrage die wordt geïnd door de houder maakt onderdeel uit van de maximale hoogte van het subsidiebedrag. In de beschikking wordt de hoogte van de bevoorschotting hierop aangepast Afname bereik bij vv-psz De invoering van de harmonisatie kan leiden tot een afname van deelname aan de vv-psz. De verwachting is dat het gaat om een tijdelijke afname. Mocht gedurende 2018 het bereik met 25% op locatieniveau of 10% op houderniveau of meer verminderen dan geprognotiseerd bij de aanvraag, dan treden houder en gemeente, op initiatief van de houder, onmiddellijk in overleg over mogelijke oplossingen, waaronder sluiting of verschuiving van groepen. 4. Verantwoording 4.1 Verantwoording en hulpdocument Voor de verantwoording van de subsidie is, op grond van artikel 14 SVR2014 en het bijbehorende Subsidiecontroleprotocol, een inhoudelijke verantwoording en tevens een financiële verantwoording vereist (bij subsidies vanaf ). Over de inhoudelijke verantwoording wordt een assurancerapport gevraagd, met beperkte mate van zekerheid bij subsidies tussen ,00 en ,00 dan wel redelijke mate van zekerheid bij subsidies boven ,00, voor die onderdelen die bepaald zijn in het hulpdocument. De aanvraag subsidievaststelling dient voor 1 april 2019 te worden ingediend. Gedurende de subsidieperiode verstrekt de houder aan de gemeente twee maal (per april en per oktober) een tussenrapportage waarin de prognoses gedaan bij de subsidieaanvraag worden afgezet tegen de werkelijke realisatie. Voor het aanvragen van de subsidie en voor het verantwoorden van de subsidie kan gebruik gemaakt worden van het hulpdocument Aanvraag en verantwoording van resultaten en activiteiten 21
22 gesubsidieerde kinderdagverblijven over kalenderjaar Het hulpdocument maakt integraal onderdeel uit van deze beleidsregel. Tevens worden daarbij nog in 2017, in overleg met het veld en de GGD, afspraken gemaakt over korting op de subsidie indien de houder niet voldoet aan de subsidiecriteria. Deze afspraken worden opgenomen in de Nalevingstrategie voor- en vroegschoolse educatie. 4.2 De beoordeling door de Inspectie van het Onderwijs, de GGD en de afdeling onderwijs In de huidige verantwoordingssystematiek is op onderdelen sprake van dubbele beoordeling door de Inspectie van het Onderwijs, de GGD en de afdeling Onderwijs op basis van door houders verstrekte informatie of waarnemingen op kinderdagverblijven en peuterspeelzalen. Het streven van de gemeente is om in overleg met de betrokken partijen dergelijke dubbelingen zo veel als mogelijk te voorkomen. In overleg met houders en de GGD worden in 2017 pilots uitgevoerd waarbij de GGD bij inspectiebezoeken onderdelen van de subsidie- en kwaliteitsvoorwaarden controleert. Op basis van de ervaringen opgedaan in de pilots kan deze werkwijze in overleg met houders en de GGD algemeen worden ingevoerd met ingang van of gedurende het kalenderjaar Het hulpdocument Aanvraag en verantwoording van resultaten en activiteiten gesubsidieerde kinderdagverblijven over kalenderjaar 2018 zal hierop in overleg met partijen worden aangepast. 4.3 De gesprekscyclus Analoog aan de reguliere cyclus binnen de organisatie voor kinderdagverblijven en/of peuterspeelzalen worden tussen gemeente en de houder voortgangsoverleggen gevoerd, zowel over de voortgang van Leren Loont! op organisatieniveau als op de locaties. Deze voortgangsoverleggen zijn gericht op het delen van kennis in een gelijkwaardige dialoog en kennen een bredere reikwijdte dan alleen de subsidieonderdelen, namelijk Leren Loont!. Specifiek één tussentijds overleg wordt gemarkeerd als moment van tussentijdse evaluatie. In de verleningsbeschikking is een tijdstip medio kalenderjaar 2018 benoemd waarop de houder in dat kader, in relatie tot de verlening 2018, gedocumenteerd overlegt met de gemeente. Doel van dit tussentijds overleg is vooral om wederzijds tot meer inzicht te komen in de voortgang van het realiseren van de afgesproken resultaten en wat daarvoor (nog) nodig is. Dit specifieke tussentijdse overleg wordt dus oplossingsgericht ingestoken en is ook van betekenis voor de eindverantwoording omdat oplossingen kunnen leiden tot een wijzigingsverlening waarin ook nieuwe of aanvullende afspraken worden gemaakt. Ook kunnen oplossingen leiden tot op schrift gestelde actiepunten die niet direct tot wijziging van de verlening hoeven te leiden, en/of tot een op schrift gesteld advies / adviezen van de gemeente. 5 Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector De gemeenteraad van Rotterdam heeft op 17 december 2015 de Subsidieverordening Rotterdam 2014 gewijzigd door een nieuw onderdeel op te nemen over de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT). Uitgangspunt is dat loonkosten boven de WNT-norm niet subsidiabel zijn. 22
23 Bij het aanvragen van een subsidie wordt (in de portal) gevraagd of de houder een zogenaamde WNTinstelling is en of verwacht wordt dat de WNT-norm overschreden zal worden. Indien dit het geval is, moet een formulier ingevuld worden. Ook bij de vaststelling moeten vervolgens alle WNT-instellingen een formulier invullen waarin ze verklaren of de WNT-norm overschreden is. Bij overschrijding kan dit consequenties hebben voor de hoogte van de subsidie. 23
24 Besluit vaststellen Beleidsregel 2018 voor- en vroegschoolse voorziening. Op 10 mei 2017 is de Beleidsregel 2018 voor- en vroegschoolse voorziening vastgesteld. W.A.J.J. Houtman Concerndirecteur Maatschappelijke Ontwikkeling Gemeente Rotterdam Bijlagen: - 1: Uren en kosten voorschoolse voorziening. - 2: Tabel ouderbijdrage 2018 [volgt nog]. - 3: Rotterdamse kwaliteitseisen. - 4: Kalender voor aanvraag en verantwoording van de subsidie vve voor : Rotterdam Lekker Fit! 24
Beleidsregel voor- en vroegschoolse voorziening
Beleidsregel 2018 voor- en vroegschoolse voorziening Onderdeel van Leren Loont! 2015-2018 Opnieuw en gewijzigd vastgesteld door de concerndirecteur Maatschappelijke Ontwikkeling gemeente Rotterdam op 7
Nadere informatieNadere regels voorschoolse educatie 2016
Nadere regels voorschoolse educatie 2016 Vastgesteld door college van B&W 7 juni 2016 1 1. Nadere regels subsidie voorschoolse voorziening met vve, 2016 Het college van burgemeester en wethouders van de
Nadere informatieBeleidsregel voor- en vroegschoolse voorziening
Beleidsregel 2017 voor- en vroegschoolse voorziening Onderdeel van Leren Loont! 2015-2018 Vastgesteld door de Concerndirecteur Maatschappelijke Ontwikkeling gemeente Rotterdam op 16 juni 2016 1 Hoofdstuk
Nadere informatieBeleidsregel Peuteropvang Koggenland 2017.
Beleidsregel Peuteropvang Koggenland 2017. Inleiding Algemeen Deze beleidsregel is een uitwerking van de Algemene Subsidieverordening Koggenland (ASV). Zij wordt (ingevolge artikel 2 lid 4 ASV) vastgesteld
Nadere informatieHet college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zutphen,
GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Zutphen Nr. 223687 21 december 2017 Regeling van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zutphen houdende bepalingen over het subsidiëren
Nadere informatieNadere regels subsidie voorschoolse voorziening met vve het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam.
GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Rotterdam. Nr. 89125 4 juli 2016 Nadere regels subsidie voorschoolse voorziening met vve 2016 Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,
Nadere informatieNadere regels Peuteropvang Hellevoetsluis 2018
GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Hellevoetsluis Nr. 275820 20 december 2018 Nadere regels Peuteropvang Hellevoetsluis 2018 gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 13 november
Nadere informatieHulpdocument aanvraag en verantwoording van resultaten en activiteiten voor- en vroegschoolse educatie over kalenderjaar (versie 10 mei 2017)
1 1. Inleiding De directie Jeugd en Onderwijs en een vertegenwoordiging van de schoolbesturen en kinderopvangorganisaties die voorschoolse educatie uitvoeren met subsidie van de gemeente Rotterdam hebben
Nadere informatieGemeente Baarn - subsidieregeling Peuteropvang en Voorschoolse educatie gemeente Baarn (gewijzigd)
GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Baarn Nr. 54737 15 maart 2018 Gemeente Baarn - subsidieregeling Peuteropvang en Voorschoolse educatie gemeente Baarn (gewijzigd) Collegebesluit Zaaknummer
Nadere informatieHet college van burgemeester en wethouders van Vlaardingen,
GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Vlaardingen Nr. 51207 30 maart 2017 Het college van burgemeester en wethouders van Vlaardingen, Overwegende dat het wenselijk is om op grond van artikel 4
Nadere informatieSubsidieregeling Kinderopvang gemeente Haren 2018
GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Haren Nr. 107361 23 mei 2018 Subsidieregeling Kinderopvang gemeente Haren 2018 Subsidieregeling van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente
Nadere informatiegelet op titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 2 van de Algemene subsidieverordening gemeente Hengelo 2011;
Uitvoeringsregeling subsidie Voorschool Hengelo 2017 Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hengelo; gelet op titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 2 van de Algemene
Nadere informatieNadere regels subsidies Peuterspeelzaalwerk en Voorschoolse Educatie 2018
CVDR Officiële uitgave van Bodegraven-Reeuwijk. Nr. CVDR459263_1 6 maart 2018 Nadere regels subsidies Peuterspeelzaalwerk en Voorschoolse Educatie 2018 Het college van burgemeester en wethouders van de
Nadere informatieCVDR. Nr. CVDR600886_1
CVDR Officiële uitgave van Hengelo. Nr. CVDR600886_1 23 december 2016 Uitvoeringsregeling subsidie Voorschool Hengelo 2017 Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hengelo; gelet op titel
Nadere informatieoverwegende dat het hiervoor noodzakelijk is om regels te stellen omtrent de tegemoetkoming in de kosten van (VVE-)peuteropvang;
Verordening tegemoetkoming kosten (VVE-)peuteropvang in Tiel De raad van de gemeente Tiel: gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 13 juni 2017; overwegende dat het wenselijk is om peuteropvang
Nadere informatieDe Tijdelijke subsidieverordening Peuteropvang en VVE gemeente Zaanstad 2019
GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Zaanstad Nr. 232894 1 november 2018 Tijdelijke subsidieverordening peuteropvang en VVE gemeente Zaanstad 2019 De raad van de gemeente Zaanstad, Gelet op de
Nadere informatieBeleidsregels peuteropvang en voorschoolse educatie, gemeente Tytsjerksteradiel
Beleidsregels peuteropvang en voorschoolse educatie, gemeente Tytsjerksteradiel Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tytsjerksteradiel overwegende, dat de raad op 25 juni 2015 heeft
Nadere informatieVerordening tegemoetkoming kosten (VVE-)peuteropvang in Tiel
GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Tiel Nr. 164245 21 september 2017 Verordening tegemoetkoming kosten (VVE-)peuteropvang in Tiel De raad van de gemeente Tiel: gelezen het voorstel van burgemeester
Nadere informatieNadere regels subsidie voorschoolse voorziening met vve het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam.
CVDR Officiële uitgave van Rotterdam. Nr. CVDR410084_1 3 juli 2018 Nadere regels subsidie voorschoolse voorziening met vve 2016 Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam, Gelezen
Nadere informatieSubsidieregeling Peuteropvang en Voor- en Vroegschoolse Educatie
Subsidieregeling Peuteropvang en Voor- en Vroegschoolse Educatie Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heerhugowaard; gelet op de Wet Kinderopvang de Algemene subsidieverordening Heerhugowaard
Nadere informatieSUBSIDIEREGELING TEGEMOETKOMING KOSTEN PEUTEROPVANG DEN HAAG 2017
RIS298646 SUBSIDIEREGELING TEGEMOETKOMING KOSTEN PEUTEROPVANG DEN HAAG 2017 Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag, overwegende dat: - op 1 januari 2018 de Wet harmonisatie kinderopvang
Nadere informatieVe rordening peuteropvang e n voorschoolse e ducatie gemeente Vijfheerenlanden (i.o.) 2019
Ve rordening peuteropvang e n voorschoolse e ducatie gemeente Vijfheerenlanden (i.o.) 2019 De raden van de gemeenten Zederik, Vianen en Leerdam; gelet op de bepalingen in de Wet kinderopvang (Wko) en artikel
Nadere informatieGelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening De Ronde Venen 2017 en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;
CVDR Officiële uitgave van De Ronde Venen. Nr. CVDR613442_1 19 oktober 2018 Nadere regels subsidie peuteropvang en VVE De Ronde Venen 2019 Burgemeester en wethouders van gemeente De Ronde Venen; Overwegende
Nadere informatieGemeente Bergen op Zoom - Subsidieregels Peuteropvang Bergen op Zoom Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bergen op Zoom;
GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Bergen op Zoom. Nr. 119466 11 december 2015 Gemeente Bergen op Zoom - Subsidieregels Peuteropvang Bergen op Zoom 2016 Het college van burgemeester en wethouders
Nadere informatieSubsidieregeling Voorschools aanbod gemeente Arnhem
GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Arnhem. Nr. 32815 24 maart 2016 Subsidieregeling Voorschools aanbod gemeente Arnhem Op 8 december 2015 heeft het college van burgemeester en wethouders de 'Subsidieregeling
Nadere informatieGEMEENTEBLAD. Nr Subsidieregeling peuteropvang en VVE 2018 HOOFDSTUK 1: ALGEMEEN
GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Dronten Nr. 208397 27 november 2017 Subsidieregeling peuteropvang en VVE 2018 Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dronten, gelet opde
Nadere informatieNadere regels peuteropvang en voorschoolse educatie gemeente Rheden Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rheden;
GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Rheden Nr. 234199 29 december 2017 Nadere regels peuteropvang en voorschoolse educatie gemeente Rheden 2018 Het college van burgemeester en wethouders van
Nadere informatieNadere regel tot wijziging van de nadere regels subsidies gemeente Groningen
GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Groningen Nr. 274412 19 december 2018 Nadere regel tot wijziging van de nadere regels subsidies gemeente Groningen (voorschoolse educatie) Het college van
Nadere informatieHet college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tiel;
Subsidieregeling (VVE-)peuteropvang Tiel Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tiel; gelet op artikel 5 van de Verordening tegemoetkoming kosten (VVE-)peuteropvang in Tiel overwegende
Nadere informatieSubsidieregeling Voorschoolse voorzieningen Gemeente Krimpenerwaard 2019
GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Krimpenerwaard Nr. 64679 28 maart 2018 Subsidieregeling Voorschoolse voorzieningen Gemeente Krimpenerwaard 2019 Inleiding Subsidie is een bijdrage van de
Nadere informatieGEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Ede (Gelderland)
SUBSIDIEREGEL PEUTEROPVANG EN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE Het college van burgemeester en wethouders van Ede; gelet op de artikelen 3, 7, vierde lid, en 10 van de Algemene subsidieverordening Ede 2015
Nadere informatieBELEIDSREGEL. Subsidieregeling voorschoolse educatie opvang gemeente Aalten 2018
Subsidieregeling voorschoolse educatie opvang gemeente Aalten 2018 Auteur M. Lettink Functie Beleidsmedewerker Welzijn en Onderwijs Datum 17 oktober 2017 BELEIDSREGEL 2 SUBSIDIEREGELING VOORSCHOOLSE EDUCATIE
Nadere informatieGelet op artikel 2 lid 2 van de Algemene subsidieverordening De Ronde Venen 2013 en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;
GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente De Ronde Venen. Nr. 13284 26 januari 2017 Nadere regels subsidie peuterspeelzalen en VVE De Ronde Venen 2017 Burgemeester en wethouders van gemeente De Ronde
Nadere informatiegelet op titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 2 van de Algemene subsidieverordening gemeente Hengelo 2011;
Uitvoeringsregeling subsidie Voorschool Hengelo 2019 Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hengelo; gelet op titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 2 van de Algemene
Nadere informatieHulpdocument aanvraag en verantwoording van resultaten en activiteiten. voorschoolse educatie over kalenderjaar 2016
Hulpdocument aanvraag en verantwoording van resultaten en activiteiten Voor peuterspeelzalen, geharmoniseerde peuterspeelzalen en geharmoniseerde groepen nul. Pagina 1-20 Inleiding De directie Jeugd en
Nadere informatieBijzondere subsidieverordening peuteropvang gemeente Purmerend 2019
GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Purmerend Nr. 214081 9 oktober 2018 Bijzondere subsidieverordening peuteropvang gemeente Purmerend 2019 De raad van de gemeente Purmerend; - gelet op de artikelen
Nadere informatieGemeente Goeree-Overflakkee Subsidieregeling peuteropvang en voor- en vroegschoolse educatie (VVE)
GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Goeree-Overflakkee. Nr. 185545 27 december 2016 Gemeente Goeree-Overflakkee Subsidieregeling peuteropvang en voor- en vroegschoolse educatie (VVE) Burgemeester
Nadere informatieRegeling Peuteropvang en Voorschoolse Educatie gemeente Waalwijk 2019
Regeling Peuteropvang en Voorschoolse Educatie gemeente Waalwijk 2019 Het college van de gemeente Waalwijk; gelet op de Wet kinderopvang, de Wet harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzaalwerk en de Algemene
Nadere informatieSubsidieregeling Peuteropvang en Voorschoolse Educatie 2019 gemeente Leusden
CVDR Officiële uitgave van Leusden. Nr. CVDR613509_1 24 oktober 2018 Subsidieregeling Peuteropvang en Voorschoolse Educatie 2019 gemeente Leusden Burgemeester en wethouders van gemeente Leusden; Overwegende
Nadere informatieSubsidieregels Peuteropvang gemeente Steenbergen 2017
GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Steenbergen. Nr. 184473 27 december 2016 Subsidieregels Peuteropvang gemeente Steenbergen 2017 Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Steenbergen,
Nadere informatieOnderwerp: Vaststellen subsidieregeling peuteropvang en voorschoolse educatie Ommen
GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Ommen. Nr. 131339 26 september 2016 Onderwerp: Vaststellen subsidieregeling peuteropvang en voorschoolse educatie Ommen Burgemeester en wethouders van de gemeente
Nadere informatieVerdeelregel peuteropvang en voor en vroegschoolse educatie (vve)
GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Haarlemmermeer Nr. 120501 14 juli 2017 Verdeelregel peuteropvang en voor en vroegschoolse educatie (vve) Relevante beleidsnota s Harmonisatie voorschoolse
Nadere informatieVerordening Gemeentelijke tegemoetkoming voorschoolse voorzieningen gemeente Stede Broec
GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Stede Broec Nr. 283455 31 december 2018 Verordening Gemeentelijke tegemoetkoming voorschoolse voorzieningen gemeente Stede Broec De raad van de gemeente Stede
Nadere informatieHarmonisatie kinderopvang en peuterspeelzaalwerk in de gemeente West Maas en Waal per
Beleidskader + financiële uitwerking Harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzaalwerk in de gemeente West Maas en Waal per 01-01-2018 Vastgesteld door de gemeenteraad van West Maas en Waal op 21 september
Nadere informatieOnderwerp: Subsidieregeling tegemoetkoming kosten kinderopvang gemeente Overbetuwe 2017
Onderwerp: Subsidieregeling tegemoetkoming kosten kinderopvang gemeente Overbetuwe 2017 Ons kenmerk: 16BWB00022 Burgemeester en wethouders van de gemeente Overbetuwe; gelezen het advies van de Participatieraad
Nadere informatieniet-geharmoniseerde kinderdagverblijven
Hulpdocument aanvraag en verantwoording van resultaten en activiteiten Pagina 1-12 Inleiding De directie Jeugd en Onderwijs en een vertegenwoordiging van de kinderopvangorganisaties die voorschoolse educatie
Nadere informatiegeharmoniseerde kinderdagverblijven
Hulpdocument aanvraag en verantwoording van resultaten en activiteiten voorschoolse educatie over kalenderjaar 2016 voor geharmoniseerde kinderdagverblijven Pagina 1-16 Inleiding De directie Jeugd en Onderwijs
Nadere informatieSubsidieregeling Kindgebonden financiering peuteropvang en voorschoolse educatie gemeente Alblasserdam 2019
GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Alblasserdam Nr. 268196 13 december 2018 Subsidieregeling Kindgebonden financiering peuteropvang en voorschoolse educatie gemeente Alblasserdam 2019 Het college
Nadere informatieRegeling subsidie onderwijsstimulering gemeente Oisterwijk 2015
GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Oisterwijk. Nr. 86 0 oktober 0 Regeling subsidie onderwijsstimulering gemeente Oisterwijk 0 WAT WILLEN WE BEREIKEN? Wij willen dat kinderen hun talenten optimaal
Nadere informatieBeleidsregel subsidie Peuteropvang en Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE)
CVDR Officiële uitgave van Bronckhorst. Nr. CVDR467596_1 1 mei 2018 Beleidsregel Subsidie Peuteropvang en Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente
Nadere informatieNadere regels subsidies peuterspeelzaalwerk en voor- en vroegschoolse educatie 2018
CVDR Officiële uitgave van Bodegraven-Reeuwijk. Nr. CVDR475873_1 29 november 2018 Nadere regels subsidies peuterspeelzaalwerk en voor- en vroegschoolse educatie 2018 Het college van burgemeester en wethouders
Nadere informatieNadere regels subsidies Peuterwerk en Voorschoolse Educatie januari tot en met juli 2015
Nadere regels subsidies Peuterwerk en Voorschoolse Educatie januari tot en met juli 2015 Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Almere; gelet op titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht
Nadere informatieSubsidieregeling geharmoniseerde voorschoolse voorzieningen Zaanstad
GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Zaanstad. Nr. 71000 3 augustus 2015 Subsidieregeling geharmoniseerde voorschoolse voorzieningen Zaanstad 2015-2018 Vastgesteld door de gemeenteraad van de gemeente
Nadere informatie1. Kinderopvang: opvang vanuit een landelijk geregistreerd Kinderdagverblijf in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.
Deelverordening Peuteropvang en voorschoolse educatie, gemeente Achtkarspelen 2014. Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen Artikel 1. Begripsbepalingen In deze verordening wordt verstaan onder: 1. Kinderopvang:
Nadere informatieSubsidieregeling geharmoniseerde voorschoolse voorzieningen Zaanstad 2015-2018
Subsidieregeling geharmoniseerde voorschoolse voorzieningen Zaanstad 2015-2018 Vastgesteld door de gemeenteraad van de gemeente Zaanstad. Datum: 2 juli 2015 Ingangsdatum: 1 augustus 2015 Wettelijke grondslagen
Nadere informatieSubsidieregeling Onderwijsachterstanden
Subsidieregeling Onderwijsachterstanden 2020-2022 Burgemeester en wethouders van de gemeente Roosendaal; gelet op artikel 2, eerste lid, onder e, en tweede lid, van de Algemene subsidieverordening Roosendaal;
Nadere informatieSubsidieregeling Kindgebonden financiering Peuteropvang gemeente Assen
GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Assen Nr. 167246 27 september 2017 Subsidieregeling Kindgebonden financiering Peuteropvang gemeente Assen Het college van Assen, gelet op: de Algemene subsidieverordening
Nadere informatieVerordening tegemoetkoming kosten peuteropvang in Midden-Delfland
Verordening tegemoetkoming kosten peuteropvang in Midden-Delfland De raad van de gemeente Midden-Delfland: gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 29 januari 2015; gelet op artikel 147,
Nadere informatieNadere regels subsidie voorschoolse voorzieningen Medemblik
Nadere regels subsidie voorschoolse voorzieningen Medemblik Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Medemblik; gelet op titel 4:2 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 2 van de
Nadere informatieCVDR. Nr. CVDR406257_1. Subsidieregeling Voorschools aanbod. Subsidieregeling Voorschools aanbod gemeente Duiven
CVDR Officiële uitgave van Duiven. Nr. CVDR406257_1 31 oktober 2017 Subsidieregeling Voorschools aanbod Subsidieregeling Voorschools aanbod gemeente Duiven Artikel 1 Begripsbepaling 1.ASV De Algemene Subsidieverordening
Nadere informatie1. Kinderopvang: opvang vanuit een landelijk geregistreerd Kinderdagverblijf in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.
Deelverordening Peuteropvang en voorschoolse educatie, gemeente Achtkarspelen 2014. Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen Artikel 1. Begripsbepalingen In deze verordening wordt verstaan onder: 1. Kinderopvang:
Nadere informatieSubsidieregeling peuteropvang en voorschoolse educatie
CVDR Officiële uitgave van Nijkerk. Nr. CVDR336051_5 22 mei 2018 Subsidieregeling peuteropvang en voorschoolse educatie Het college van de gemeente Nijkerk; gelezen het voorstel van 3 september 2013, gelet
Nadere informatiegelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 21 mei 2013 (nummer BV13000339);
De raad van de gemeente Enschede; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 21 mei 2013 (nummer BV13000339); gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, titel 4.2 van de Algemene
Nadere informatieNadere regels subsidies Peuterwerk en Voorschoolse Educatie augustus tot en met december 2015
Nadere regels subsidies Peuterwerk en Voorschoolse Educatie augustus tot en met december 2015 Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Almere; gelet op titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht
Nadere informatieSubsidieregeling voorschoolse educatie Rotterdam Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,
GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Rotterdam Nr. 248943 21 november 2018 Subsidieregeling voorschoolse educatie Rotterdam 2019 Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,
Nadere informatieSubsidieregeling Peuteropvang en Voor en Vroegschoolse Educatie gemeente Zeist Burgemeester en wethouders van de gemeente Zeist besluiten,
GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Zeist Nr. 126026 20 juli 2017 Subsidieregeling Peuteropvang en Voor en Vroegschoolse Educatie gemeente Zeist 2018 Burgemeester en wethouders van de gemeente
Nadere informatieSubsidieregeling peuteropvang en voor- en vroegschoolse educatie (VVE) Leidschendam-Voorburg 2018
GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Leidschendam-Voorburg Nr. 183265 23 oktober 2017 Subsidieregeling peuteropvang en voor- en vroegschoolse educatie (VVE) Leidschendam-Voorburg 2018 Burgemeester
Nadere informatieAlleen activiteiten die vrij en openbaar toegankelijk zijn komen voor subsidie in aanmerking
ALGEMEEN DEEL SUBSIDIEBELEID De aanvraag moet voldoen aan de bepalingen van de Algemene subsidieverordening In de subsidieverordening is de procedure beschreven om in aanmerking te komen voor subsidie
Nadere informatieSubsidieregeling kindgebonden financiering peuteropvang en VVE Scherpenzeel 2019
Subsidieregeling kindgebonden financiering peuteropvang en VVE Scherpenzeel 2019 citeertitel: Subsidieregeling kindgebonden financiering peuteropvang en VVE Scherpenzeel 2019 vastgesteld bij besluit van:
Nadere informatieFeitenkaart vve-monitor Rotterdam 2016
Mei 2017 Feitenkaart vve-monitor Rotterdam 2016 Onderzoek kinderopvanglocaties Deze feitenkaart bevat de resultaten van de jaarlijkse oktobertelling onder alle Rotterdamse kinderopvanglocaties (peuterspeelzalen
Nadere informatieVerordening tegemoetkoming kosten voorschoolse voorzieningen in Midden- Delfland
Concept Verordening tegemoetkoming kosten voorschoolse voorzieningen in Midden- Delfland Hoofdstuk I Algemene bepalingen Artikel 1 Definities 1. In deze verordening wordt verstaan onder: Het college: het
Nadere informatieHet college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roermond;
GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Roermond Nr. 232725 6 november 2018 Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roermond houdende regels omtrent voor- en
Nadere informatieGEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude
Verordening kinderopvang op sociaal medische indicatie Haarlemmerliede en Spaarnwoude De raad van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude; Gelezen het voorstel van het college 19 januari ; Gelet op
Nadere informatieBESLUIT NADERE REGELS SUBSIDIES PEUTEROPVANG EN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE GEMEENTE VENRAY 2018
GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Venray Nr. 16055 24 januari 2018 BESLUIT NADERE REGELS SUBSIDIES PEUTEROPVANG EN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE GEMEENTE VENRAY 2018 Het college van burgemeester
Nadere informatiede basisschool kunnen beginnen met spelend leren;
Algemeen Waarom veranderingen bij de peuterspeelzaal/groep nul? Scholen, opvangorganisaties en gemeente voeren de veranderingen in om: - meer kinderen een plek te geven op de voorschoolse voorziening;
Nadere informatieVerordening tegemoetkoming kosten voorschoolse voorzieningen
Gemeenteblad Texel 2014 nr 7 21-05-2014 Verordening tegemoetkoming kosten voorschoolse voorzieningen Verordening tegemoetkoming kosten voorschoolse voorzieningen Voor peuterplaatsen en vve-peuterplaatsen
Nadere informatieTijdelijke Subsidieregeling harmonisatie peuterspeelzaalwerk en kinderopvang
Tijdelijke Subsidieregeling harmonisatie peuterspeelzaalwerk en kinderopvang Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsomschrijvingen In deze subsidieregeling wordt verstaan onder: a. ASA 2013:
Nadere informatieSubsidieregeling individuele voorschoolplaatsen kindercentra 2014-2015 Vastgesteld op 6 mei 2014
Subsidieregeling individuele voorschoolplaatsen kindercentra 2014-2015 Vastgesteld op 6 mei 2014 Burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam; gelet op de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen
Nadere informatieUitvoeringsregeling gemeentetoeslag voor peuteropvang gemeente IJsselstein
GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente IJsselstein Nr. 71961 1 mei 2017 Uitvoeringsregeling gemeentetoeslag voor peuteropvang gemeente IJsselstein 2017 Burgemeester en Wethouders van de gemeente
Nadere informatieSubsidieregeling peuteropvanggroepen met voorschoolse educatie gemeente Schiedam. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Schiedam;
GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Schiedam. Nr. 186191 28 december 2016 Subsidieregeling peuteropvanggroepen met voorschoolse educatie gemeente Schiedam Het college van burgemeester en wethouders
Nadere informatieUitvoeringsregeling gemeentetoeslag voor peuteropvang gemeente Montfoort
GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Montfoort Nr. 94709 1 augustus 2017 Uitvoeringsregeling gemeentetoeslag voor peuteropvang gemeente Montfoort 2017 Burgemeester en Wethouders van de gemeente
Nadere informatieModel Subsidieregeling kinderopvang
Model Subsidieregeling kinderopvang Leeswijzer modelbepalingen - [ ] of (bijvoorbeeld) [iets] = door gemeente in te vullen, zie bijvoorbeeld artikel 3. - [iets OF iets] = door gemeente te kiezen, zie bijvoorbeeld
Nadere informatieNadere regels subsidieregeling peuteropvang Beverwijk
GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Beverwijk Nr. 79203 16 april 2018 Nadere regels subsidieregeling peuteropvang Beverwijk Burgemeester en wethouders van Beverwijk; Overwegende dat, de gemeente
Nadere informatieBeleidsregels tegemoetkoming kosten kinderopvang op grond van sociaal medische indicatie
Beleidsregels tegemoetkoming kosten kinderopvang op grond van sociaal medische indicatie Het college van burgemeester en wethouders van Schiedam, gelet op artikel 4.81 van de Algemene wet bestuursrecht,
Nadere informatieBesluit nr.: Onderwerp: Verordening sociaal-medische indicatie kinderopvang Albrandswaard
RAADSBESLUIT Besluit nr.: 131248 Onderwerp: Verordening sociaal-medische indicatie kinderopvang Albrandswaard De raad van de gemeente Albrandswaard; Overwegende dat het gewenst is de verlening, de voorschotverlening
Nadere informatieGemeente Rhenen - Subsidieregelingen 2017: Reguliere peuteropvang en voor- en vroegschoolse educatie
GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Rhenen. Nr. 1350 3 oktober 016 Gemeente Rhenen - Subsidieregelingen 017: Reguliere peuteropvang en voor- en vroegschoolse educatie Het college van Burgemeester
Nadere informatieArtikel 1 Begripsomschrijving
UITVOERINGSREGELING VERGOEDING VOOR PEUTEROPVANG GEMEENTE BOXTEL. Burgemeester en Wethouders van de gemeente Boxtel: overwegende dat het wenselijk is om peuteropvang voor alle peuters in de gemeente Boxtel
Nadere informatieGemeenteraad van Zaltbommel - Verordening peutertoeslag en vve gemeente Zaltbommel 2018 vastgesteld
GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Zaltbommel Nr. 190612 1 november 2017 Gemeenteraad van Zaltbommel - Verordening peutertoeslag en vve gemeente Zaltbommel 2018 vastgesteld De raad van de gemeente
Nadere informatieAanvraagformulier subsidie peuteropvang gemeente Koggenland 2018
Aanvraagformulier subsidie peuteropvang gemeente Koggenland 2018 1. Gegevens kind: Voorletters en achternaam: Geboortedatum: BSN nummer: Aantal uren van de opvang: Aantal dagdelen van de opvang: Ingangsdatum
Nadere informatieVerordening voorschoolse educatie en kinderopvang SMI gemeente Hollands Kroon
Verordening voorschoolse educatie en kinderopvang SMI gemeente Hollands Kroon Inhoud 1. Algemene bepalingen 2 Artikel 1. Definities 2 2. Bepalingen over de vergoeding 3 Artikel 2. Doel en toepassingsbereik
Nadere informatieBijlage - Toelichting subsidieregeling voorschoolse voorzieningen gemeente Oirschot
Bijlage - Toelichting subsidieregeling voorschoolse voorzieningen gemeente Oirschot Aanleiding In november 2017 is naast de Wet harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzaalwerk ook de Wet innovatie en
Nadere informatieBurgemeester en wethouders van Gouda
Burgemeester en wethouders van Gouda Gelet op artikel 7 Algemene Subsidieverordening Gouda 2003; Overwegende dat: - aan alle kinderopvangorganisaties in de gemeente Gouda de mogelijkheid wordt geboden
Nadere informatie1 Algemene bepalingen
Bekendmaking vaststelling beleid Burgemeester en wethouders van Heemskerk maken bekend de beleidsregel Nadere regels subsidie peuteropvang gemeente Heemskerk 2018 vast te stellen. Deze nadere regels hebben
Nadere informatieHulpdocument verantwoording van resultaten en activiteiten over kalenderjaar 2013 en 2014
Inleiding In januari 2013 hebben directie Jeugd en Onderwijs en een vertegenwoordiging van de schoolbesturen en kinderopvang- en welzijnsorganisaties die voorschoolse educatie uitvoeren met subsidie van
Nadere informatieDeelsubsidieverordening Voorschoolse voorzieningen Den Helder
CVDR Officiële uitgave van Den Helder. Nr. CVDR302719_1 20 maart 2018 Deelsubsidieverordening Voorschoolse voorzieningen Den Helder Artikel 1 Begrippenkader - Algemene subsidieverordening: de Algemene
Nadere informatieBeleidsregels betreffende. tegemoetkoming kosten kinderopvang. op grond van sociaal medische indicatie.
Het college van Burgemeester en Wethouders van Brielle, gelet op artikel 4:21 van de Algemene wet bestuursrecht, besluit vast te stellen de Beleidsregels betreffende tegemoetkoming kosten kinderopvang
Nadere informatieVerordening kinderopvang op sociaal-medische indicatie Bloemendaal De raad van de gemeente Bloemendaal;
Verordening kinderopvang op sociaal-medische indicatie Bloemendaal 2017 De raad van de gemeente Bloemendaal; Gelezen het voorstel van het college 2017; Gelet op artikel 149 van de Gemeentewet; Besluit
Nadere informatieUitvoeringsregeling Subsidiëring peuteropvang gemeente Noordoostpolder.
Uitvoeringsregeling Subsidiëring peuteropvang gemeente Noordoostpolder. Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling: Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Vastgesteld door Onderwerp Gemeente
Nadere informatieHulpdocument aanvraag en verantwoording van resultaten en activiteiten voorschoolse educatie over kalenderjaar 2015
Inleiding De directie Jeugd en Onderwijs en een vertegenwoordiging van de schoolbesturen en kinderopvang- en welzijnsorganisaties die voorschoolse educatie uitvoeren met subsidie van de gemeente Rotterdam
Nadere informatieToelichting bij het aanvraagformulier subsidie Peuteropvang en Voor- en Vroegschoolse Educatie
Toelichting bij het aanvraagformulier subsidie Peuteropvang en Voor- en Vroegschoolse Educatie Wanneer kom ik voor subsidie in aanmerking? De regels voor de subsidieverstrekking staan vermeld in de Subsidieregeling
Nadere informatie