SSVV Opleidingengids TOETSMATRIJS THEORIE-EXAMEN: WERKEN ALS BUITENWACHT (MANGATWACHT) Algemeen (basisbegrippen) Wetgeving (Arbowet)

Transcriptie

1 Toetsduur: 30 minuten TOETSMATRIJS THEORIE-EXAMEN: WERKEN ALS BUITENWACHT (MANGATWACHT) Cesuur: 17 punten of meer is een voldoende Onderwerpen: Algemeen (basisbegrippen) Wetgeving (Arbowet) Code Onderwerpen Tax. Code Toetstermen: De kandidaat kan. ALGEMEEN Veiligheid (algemene veiligheids- en milieuregels, specifieke risico s, communicatie, maatregelen om veilig te werken, werkvergunning, alarmsituatie) Aantal vragen 1. Basisbegrippen K 1.1 de belangrijkste kenmerken van een besloten ruimte noemen (zoals kleine ruimte, moeilijk toegankelijk, weinig of geen daglicht, vluchtweg met beperkingen en beperkte ventilatiemogelijkheden). WETGEVING K 1. het doel, de inhoud en de betrokken verantwoordelijken van de werkvergunning benoemen (zoals formele afspraak om het werk uit te voeren/werkaanvrager, vergunning houder en vergunningverstrekker/geldigheidsduur, type werkzaamheden, beheersmaatregelen, ondertekening). K 1.3 de taken noemen van de buitenwacht (zoals aantal personen in de besloten ruimte bijhouden, communiceren met de medewerkers in de besloten ruimte, en met de controlekamer of operationeel beheerder, kennis nemen van de stoffen die in de besloten ruimte aanwezig geweest zijn, zich op de hoogte stellen van de aard en functie van de besloten ruimte, toezicht houden op het gebruik van hulpmiddelen, reageren op alarmsituatie).. Arbowet K.1 de verantwoordelijkheden noemen van de buitenwacht en de toezichthouder (vergunningverstrekker) (zoals buitenwacht: Toetsmatrijs: Werken als buitenwacht (mangatwacht) SSVV versie.0 juni 016

2 VEILIGHEID veiligheid waarborgen van personen in en om de besloten ruimte, nooit de besloten ruimte betreden, installaties en apparatuur veilig stellen, veilig gebruik gereedschap en gebruik van PBM s; toezichthouder (vergunningverstrekker): alle benodigde maatregelen nemen om veilig in een besloten ruimte te kunnen werken, verstrekken van PBM s, zorgen voor een volledig ingevulde werkvergunning). 3. Algemene veiligheids- en milieuregels K 3.1 de algemene veiligheidsregels omschrijven (zoals vluchtwegen vrijhouden, verzamelplaats, alarmprocedure(s), melding van stank en spills). 4. Specifieke risico s K 4.1 de gevaren van een besloten ruimte noemen (zoals brand- en explosiegevaar, stofexplosie, vergiftigingsgevaar, bedwelmingsgevaar, val- en struikelgevaar, beknelling, bewegende delen, zuurstoftekort of teveel aan zuurstof, gevaar van buiten af zoals gas of bliksem, instortingsgevaar bij ondergrondse tanks of gegraven diepe sleuven). K 4. de gevaren van het gebruik van apparatuur en gereedschap bij en in een besloten ruimte noemen (zoals elektrocutiegevaar bij het werken met elektrische verlichting, blootstelling aan lasdampen bij elektrisch - of autogeen-lassen, blootstelling aan UVstraling bij elektrisch lassen, brandgevaar door lekke gas- of zuurstof-slangen bij autogeen lassen, verwondingen en blootstelling aan restproducten bij HD spuiten, blootstelling aan oplosmiddelen bij verfwerkzaamheden of aanbrengen van coating, blootstelling aan uitlaatgassen door bij de besloten ruimte opgestelde compressoren of generatoren. K 4.3 de aandachtspunten noemen bij werkzaamheden in een besloten ruimte (zoals afzuiging van lasdampen bij elektrischof autogeen-lassen, afscherming van UV straling (lasogen) bij elektrisch lassen, gasen zuurstof-slangen buiten de besloten Toetsmatrijs: Werken als buitenwacht (mangatwacht) SSVV versie.0 juni 016

3 ruimte brengen bij pauzes en direct na het werk, veilige elektrische spanning gebruiken in de besloten ruimte (wisselspanning van maximaal 50 volt, gelijkspanning maximaal 10 volt), gasflessen buiten besloten ruimte opstellen, verplaatsbare voedingsbronnen zoals scheidingstransformatoren, generatoren en lasomvormers buiten de besloten ruimte opstellen, geen uitlaatgassen in buurt van de van de toegangen naar de besloten ruimte, gehoorbescherming (door galmwerking versterkt geluid van de werkzaamheden), afhankelijke adembescherming bij stank, speciale helm voor werk in nauwe ruimten). 5. Communicatie K 5.1 de manieren noemen waarop de betreder en de buitenwacht met elkaar communiceren (zoals communicatie met de reddingslijn, signalen afspreken, oogcontact en duimsignalen, portofoons, radio s (explosie veilig)). 6. Maatregelen om veilig te werken T 6.1 voor een gegeven situatie de maatregelen noemen om veilig te kunnen werken (zoals orde en netheid in en om de besloten ruimte, materiaal indien mogelijk via een speciale opening, goede verlichting, ventilatie, periodieke of continu gasmetingen EX/OX/TOX, vluchtweg vrijhouden, goed werkende PBM s, draaiende delen veilig stellen, leidingen loskoppelen of zo dicht mogelijk aan het equipment afsteken, markeringen, labels). K 6. de veiligheidsmaatregelen noemen voor en tijdens het betreden van de besloten ruimte (zoals taakrisico analyse, werkvergunningen, windrichting bepalen en vluchtwegen vaststellen, controleren gastestapparatuur, periodiek gas (laten) testen, periodiek communicatielijnen testen). 7. Werkvergunning B 7.1 de inhoud van de werkvergunning uitleggen (zoals de aard van het werk, de risico s van het werk, de beheersmaatregelen). 8. Alarmsituatie K 8.1 in geval van een alarmsituatie de volgorde bepalen van de handelingen die de buitenwacht moet verrichten Toetsmatrijs: Werken als buitenwacht (mangatwacht) SSVV versie.0 juni 016

4 Totaal aantal vragen (punten) 3 Taxonomie Bloom: K = Kennis, B = Begrip, T = Toepassing Toetsmatrijs: Werken als buitenwacht (mangatwacht) SSVV versie.0 juni 016

5 TOETSMATRIJS PRAKTIJKEXAMEN: WERKEN ALS BUITENWACHT (MANGATWACHT) IN DE PETROCHEMIE Toetsduur: 5 minuten Maximaal aantal kandidaten per examinator: 1 Cesuur: toetstermen 3.1, 6.1, 6.3, 8.1, 9.1 t/m 9.3, 10.1 en dienen voldoende te zijn, van de overige toetstermen mogen er onvoldoende zijn. Onderwerpen: Voorbereiding (werkvergunning en communicatiemiddelen) Uitvoering: bij de besloten ruimte (vluchtrichting, omgeving van de besloten ruimte, buitenkant van de besloten ruimte, hulpmiddelen) Uitvoering: werkzaamheden in de besloten ruimte (toezicht houden, toegangs- en aanwezigheidscontrole) Uitvoering: afsluiting van de besloten ruimte (alarmsituatie, ruimte veilig achterlaten) Randvoorwaarden opdracht: het praktijkexamen wordt uitgevoerd aan de hand van een scenario zoals deze is beschreven in de Randvoorwaarden examenuitvoering van de Uitvoeringsvoorschriften Examinering. Code Onderwerpen Tax. Code Toetstermen: De kandidaat kan. VOORBEREIDING 1. Werkvergunning Rc/Ri 1.1 zich oriënteren op de werkvergunning door middel van het stellen van vragen aan de vergunninghouder over de inhoud van de werkvergunning. Rc 1. de op de werkvergunning vermelde beheersmaatregelen op naleving controleren, voor zover redelijkerwijs mogelijk is.. Communicatiemiddelen Rc/ Rpm.1 de werking van de communicatiemiddelen controleren. UITVOERING: BIJ DE BESLOTEN RUIMTE 3. Vluchtrichting Rc 3.1* de windrichting bepalen aan de hand van een plattegrond, het actuele weerbeeld, een windvaan of windrichtingmarkering en de vluchtweg vaststellen. 4. Omgeving van de besloten ruimte Rc/ Rpm Rc/Ri 4.1 de omgeving verkennen rondom de besloten ruimte. 4. onregelmatigheden en/of afwijkingen in de omgeving van de besloten ruimte t.o.v. de werkvergunning signaleren Toetsmatrijs: Werken als buitenwacht (mangatwacht) SSVV versie.0 juni 016

6 5. Buitenkant van de besloten ruimte en melden. Rpm 4.3 de hulpmiddelen in de omgeving van de besloten ruimte controleren, herkennen en afwijkingen melden. Rc/ Rpm 5.1 extra uit- en ingangen van de besloten ruimte registreren en beoordelen of bewaking hiervan onder zijn bevoegdheid vallen. Rc/Ri 5. onregelmatigheden en/of afwijkingen aan de buitenkant van de besloten ruimte t.o.v. de werkvergunning signaleren en melden. 6. Hulpmiddelen Rpm 6.1* de beschikbaar gestelde communicatiemiddelen testen. UITVOERING: WERKZAAMHEDEN IN DE BESLOTEN RUIMTE Rpm 6. de hulpmiddelen registreren voor de werkzaamheden die gaan plaats vinden. Ri 6.3* de signalen bespreken (zoals klopsignalen, seinlijnen of roepen) met de uitvoerende(n), voordat de werkzaamheden in de besloten ruimte beginnen. 7. Toezicht houden Ri 7.1 ingrijpen bij het niet toepassen van de voorgeschreven hulpmiddelen door een uitvoerende. 8. Toegangs- en aanwezigheidscontrole UITVOERING: AFSLUITING VAN DE BESLOTEN RUIMTE Ri 7. ingrijpen als een uitvoerende zonder of met foute persoonlijke beschermingsmiddelen de besloten ruimte wil betreden. Rpm 8.1* het aantal in- en uitgaande personen registreren in een logboek. 9. Alarmsituatie Rc 9.1* een alarm herkennen dat betrekking heeft op zijn eigen veiligheid en die van de uitvoerende(n). 10. Ruimte veilig achterlaten Ri 9.* bij een alarm de uitvoerende(n) waarschuwen door middel van het afgesproken signaal. Rc 9.3* controleren of alle personen uit de besloten ruimte zijn gekomen. Ri 9.4 een noodsituatie melden aan de vergunninghouder. Rpm 10.1* de besloten ruimte veilig achter laten nadat het werk is stop gelegd door een fabrieksalarm (stroom uitgeschakeld, gasslangen verwijderd, gasflessen gesloten). Rpm 10. het waarschuwingsbord ophangen voor het mangat met Niet betreden besloten ruimte. Toetsmatrijs: Werken als buitenwacht (mangatwacht) SSVV versie.0 juni 016

7 Taxonomie Romiszowski: Rc: Reproductieve cognitieve vaardigheden Rpm: Reproductieve psychomotorische vaardigheden Ri: Reproductieve interactieve vaardigheden Rr: Reproductieve reactieve vaardigheden de vergunningverstrekker melden dat de besloten ruimte is verlaten en de personen naar de verzamelplaats zijn geleid. Toetsmatrijs: Werken als buitenwacht (mangatwacht) SSVV versie.0 juni 016