LEVENSLANG GETOETST. Gerard Hamer en Tim de Bont

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "LEVENSLANG GETOETST. Gerard Hamer en Tim de Bont"

Transcriptie

1 LEVENSLANG GETOETST Gerard Hamer en Tim de Bont Al bij de totstandkoming van het huidige Wetboek van Strafrecht werd er op gewezen dat een detentie van meer dan twintig jaar de gedetineerde volledig ongeschikt maakt voor terugkeer in de samenleving. Het zou juist zijn bij een levenslange gevangenisstraf te bepalen dat een bepaald aantal jaren in detentie moet worden doorgebracht. Na deze detentieperiode zou er een verplichte, rechterlijke toets moeten plaatsvinden over de verdere tenuitvoerlegging van de straf. In de afgelopen jaren is een sterke toename te zien van het aantal zaken waarin een levenslange gevangenisstraf is opgelegd. 1 Zaken als Lucia de B., de Baarnse moordzaak en de brandstichting in een Eindhovense woning waarbij twee kinderen omkwamen, zullen niemand zijn ontgaan. Tevens is er, met de invoering van de Wet internationale misdrijven en de Wet terroristische misdrijven, een toename in het aantal delicten waarvoor een levenslange gevangenisstraf kan worden opgelegd. Ondanks deze toename is de levenslange gevangenisstraf nog altijd een uitzonderlijke straf die slechts voor uitzonderlijk ernstige delicten is bedoeld. Gedacht moet worden aan delicten waarbij er een aanslag gepleegd wordt op de koning, de regeringsvorm, de staat, delicten waardoor de algemene veiligheid van personen of goederen in het gevaar wordt gebracht en ten gevolge waarvan levensgevaar ontstaat dan wel iemand overlijdt, levensdelicten zoals de gekwalificeerde doodslag en moord en tot slot een aantal delicten die zijn gepleegd met het recent in de wet neergelegde terroristisch oogmerk. 2 Met name de duur van de sanctie en de uitzichtloosheid voor de gedetineerde maken levenslang tot een uitzonderlijke straf. Het is de enige straf in Nederland waarbij de rechter het einde van de straf bepaalt op een op dat moment onzeker tijdsmoment, namelijk de dood van de veroordeelde. Afgezien van het middel van gratie is er voor de gedetineerde in beginsel geen hoop om ooit weer in de samenleving terug te keren. Deze hardheid van de levenslange gevangenisstraf zou ons inziens enigszins moeten worden genuanceerd. In dit stuk zullen wij betogen dat er, na ommekomst van een bepaald aantal detentiejaren, door de rechter getoetst zou dienen te worden of er nog voldoende gronden zijn voor de verdere tenuitvoerlegging van de levenslange gevangenisstraf. 3 Hierbij zou met name moeten worden gekeken naar de vraag of de gedetineerde (nog steeds) een gevaar voor de samenleving zou vormen indien hij in vrijheid wordt gesteld. Ten einde ons voorstel in de juiste context te plaatsen wordt eerst kort aangeven wat blijkens de jurisprudentie de belangrijkste overwegingen zijn om over te gaan tot oplegging van een levenslange gevangenisstraf. Vervolgens worden er enkele kanttekeningen bij deze straf geplaatst en belichten wij enige internationale bronnen die het belang van een toets ondersteunen. Na een korte uiteenzetting over de mogelijkheid van gratie zullen wij afsluiten met een blauwdruk van de door ons voorgestane toets. * Advocaat resp. wetenschappelijk medewerker bij Cleerdin & Hamer Advocaten te Amsterdam. Met dank aan mr. W. Anker voor het beschikbaar stellen van zijn databank inzake levenslanggestraften. 1 Uit het overzicht van mr. W. Anker blijkt dat thans 28 personen een levenslange gevangenisstraf uitzitten. Van hen zijn er 11 nog niet onherroepelijk veroordeeld. 2 Zie o.m. artt. 92 t/m 95a, 97, 97a, 98a, 102, 108, 114a, 115, 117, 120a, 121, 130a, 157, 161 quater, 164, 166, 168, 170, 174, 176a, 282b, 288, 288a, 289, 304a, 415a Wetboek van Strafrecht en art. 80 Kernenergiewet. 3 Ook Kelk en H. Anker hebben betoogd tot invoering van een vorm van toetsing. Zie resp. H. Anker, Levenslange gevangenisstraf in de schijnwerpers, Nieuwsbrief Strafrecht 25 maart 2004, afl. 4, C. Kelk, Tussen tijdelijk en levenslang: alleen een strafgat?, DD 2004, 33 en C. Kelk, De zwaarst veroordeelden en hun perspectieven: geen vrijheidsbeneming zonder einde, in: M. Boone e.a. (red.), Discretie in het strafrecht, Den Haag: Boom Juridische uitgevers 2004, p

2 Twee gronden voor levenslang In de door ons bestudeerde uitspraken wordt als grond voor oplegging van een levenslange gevangenisstraf veelal gesteld dat deze straf de enige adequate manier van vergelding is, dan wel dat deze straf de enige waarborg vormt ter beveiliging van de maatschappij. In veel uitspraken is een combinatie van beide gronden terug te vinden. De opvatting dat een levenslange gevangenisstraf in sommige gevallen de enige adequate manier is om bepaalde zeer ernstige delicten te vergelden deed reeds opgeld bij de invoering van de straf in Ook tegenwoordig is deze overweging terug te vinden, zowel in recente wetgeving, zie de zojuist ingevoerde strafbedreiging op misdrijven met een terroristisch oogmerk, als in de rechtspraak. 4 Onlangs nog overwoog de rechtbank s-hertogenbosch dat geen andere dan een levenslange gevangenisstraf passend is ter vergelding van hetgeen is gebeurd. 5 Levenslang is in Nederland niet alleen de ultieme vergelding maar biedt tevens de meest optimale bescherming aan de samenleving tegen een dader die ook in de toekomst gevaarlijk wordt geacht. Levenslang is de enige mogelijkheid om te voorkomen dat een veroordeelde ooit terugkeert in de maatschappij, gratie en het praktisch gezien bijkans onmogelijke middel van kort geding daargelaten. 6 In diverse zaken waarin levenslang is opgelegd is dit beschermingsaspect in de uitspraak terug te vinden. 7 Hoezeer de wens om de maatschappij te beschermen tegen de terugkeer van een veroordeelde in de samenleving een rol kan spelen blijkt uit het arrest van het Haagse hof in de zaak Lucia de B. In deze zaak werd zelfs een levenslange gevangenisstraf niet een voldoende waarborg geacht en werd tevens TBS opgelegd teneinde te voorkomen dat Lucia de B. in de samenleving terug zou keren. 8 Kanttekeningen bij de levenslange gevangenisstraf Ten aanzien van deze twee belangrijkste gronden ter oplegging van de levenslange gevangenisstraf (vergelding en bescherming) kunnen enkele kanttekeningen geplaatst worden. Daarnaast kleven er ook enkele pragmatische bezwaren aan de oplegging van een levenslange gevangenisstraf die opmerking verdienen. 4 Stb. 2004, 373 en Kamerstukken II, , nr. 6, p Rechtbank s-hertogenbosch 14 april 2005, LJN: AT Vergl. Hoge Raad 11 februari 1977, AB 1977/282. Ook TBS kan feitelijk leiden tot levenslange detentie, dit is echter niet het uitgangspunt van de maatregel. 7 Zie o.m. Rechtbank Almelo 12 april 2005, LJN AT3589; Rechtbank Arnhem 11 maart 2005, LJN AS9903; Rechtbank Utrecht 06 oktober 2004, LJN AR3401 (Baarnse moordzaak, in deze zaak zag de rechtbank speciaal af van het opleggen van TBS omdat de samenleving in dat geval niet voldoende beschermd zou zijn vanwege de mogelijkheid dat de verdachte middels proefverloven zou terugkeren in de samenleving); Rechtbank Utrecht 6 februari 2004, LJN: AO3150 (in hoger beroep is de verdachte tot 20 jaar en TBS veroordeeld; hof Arnhem 11 mei 2005, LJN: AT 5190); HR 9 maart 1999, NJ 1999/435, met name het oordeel van het hof (voor alle aangehaalde jurisprudentie geldt stand van zaken eind mei 2005). 8 Hof s-gravenhage 18 juni 2004, LJN: AP2846, zie voor een kritische bespreking: I.E. Kruit, Door Lucia de B. tot rechterlijke wanhoop gedreven?, NJB 2004, p

3 Levenslang inhumaan Tegenover de voorstanders van de ultieme vergelding staan degenen die de levenslange gevangenisstraf als inhumaan beschouwen omdat er geen enkel uitzicht op terugkeer in de samenleving bestaat. Volgens Nagel laat een levenslange gevangenisstraf, zelfs als na een lange detentie gratie wordt verleend, niets van de mens over. Met de veroordeling tot levenslang schrijven wij een medemens af, met de tenuitvoerlegging ervan ruimen wij hem op, aldus Nagel. 9 Nagel was niet de eerste die zich keerde tegen het inhumane karakter van de straf. Al ten tijde van de invoering van de levenslange gevangenisstraf was dit geluid veelvuldig te horen. 10 Ook nu zijn er rechterlijke uitspraken te vinden waarin dat inhumane karakter doorklinkt en er vanwege die reden geen levenslang wordt opgelegd. Zo oordeelde het hof te s-gravenhage bij een meervoudige moord dat geen levenslang behoorde te worden opgelegd omdat ook bij de ernstigste misdrijven betekenis toekomt aan het inzicht dat de pleger van die misdrijven vanuit overwegingen van humaniteit in beginsel perspectief moet worden geboden dat hij op enig moment weer in de samenleving zal kunnen terugkeren. Het hof volstond met een straf van 20 jaar. 11 Einde aan de vergeldingsbehoefte Afgezien van de vraag of een levenslange gevangenisstraf inhumaan is, kan de vraag gesteld worden of niet zou moeten worden onderkend dat zich in de loop der tijd veranderingen ten aanzien van de vergeldingsbehoefte kunnen voordoen. Een rechterlijk oordeel omtrent aangedaan leed, de vergelding daarvan en de persoon van dader heeft geen eeuwigheidswaarde. Zoals inzichten veranderen, zo veranderen ook (de gevoelens van) slachtoffers, nabestaanden van slachtoffers en daders. Deze toekomstige ontwikkelingen vallen door de rechter ten tijde van zijn uitspraak simpelweg niet te voorspellen. De vraag naar de eindigheid van het vergeldingselement wordt des te prangender wanneer men zich realiseert dat er in veel gevallen (ernstige) psychische problematiek speelt bij de dader (soms zelfs dusdanig dat er sprake is van verminderde toerekeningsvatbaarheid) en er vraagtekens kunnen worden gezet bij het volle bewustzijn waarmee de dader zijn misdrijven pleegde. 12 Bovendien is het in deze gevallen denkbaar dat de verdachte op advies van zijn raadsman niet meewerkt aan een psychisch onderzoek teneinde de potentieel levenslangdurende TBS-maatregel te ontlopen, terwijl de raadsman de kans dat een levenslange gevangenisstraf zou worden opgelegd verkeerd heeft ingeschat. 9 W.H. Nagel, Het strafrecht en de onmens, s-gravenhage: Bert Bakker Daamen N.V. 1956, p J. ten Voorde, Het ontstaan en de ontwikkeling van de levenslange gevangenisstraf in Nederland, Sancties 2003, p Hof s-gravenhage 26 september 2002, LJN: AE8167. Tevens rechtbank Arnhem 11 maart 2005, LJN AS Zie o.m. HR 22 maart 2005, LJN: AS5881; Rechtbank Almelo 12 april 2005, LJN AT3589; Rechtbank Arnhem 11 maart 2005, LJN AS9903; Rechtbank Utrecht 6 oktober 2004, LJN AR3401; Hof s-gravenhage 18 juni 2004, LJN: AP2846. Vergelijk: J. De Hullu, Enkele suggesties voor herziening van het strafrechtelijk sanctiestelsel, in: J. de Hullu, F.W. Bleichrodt & O.J.D.M.L. Jansen, Herziening van het sanctiestelsel, Deventer: Kluwer 2002, p. 38 en J.M. ten Voorde, Weer die levenslange gevangenisstraf, NJB 2002,

4 Ontbreken alternatief Daarenboven is het de vraag of de rechter een levenslange gevangenisstraf niet mede heeft opgelegd omdat de wet geen (voldoende) vergeldingsalternatief bood, zoals bijvoorbeeld een straf van dertig jaar. Op deze mogelijkheid wordt gewezen in de parlementaire stukken omtrent het verhogen van de maximaal tijdelijke gevangenisstraf van 20 naar 30 jaar. De rechter zou in bepaalde gevallen overgaan tot het opleggen van een levenslange gevangenisstraf terwijl zijn inziens een tijdelijke gevangenisstraf passender is, maar een straf van 20 jaar (de facto iets meer dan 13 jaar detentie) te kort wordt geacht. 13 De keuze voor levenslang kan dus mede ingegeven zijn door het gebrek aan een alternatief. Ook Verpalen suggereert dat bij het opleggen van een levenslange gevangenisstraf de rechter niet altijd daadwerkelijk levenslang wenst. Hij stelt dat de gedachte (zich opdringt, GPH/TdB) dat rechters er zo nu en dan voor kiezen om levenslang op te leggen onder het motto gratiëring kan altijd nog. 14 Einde gevaar Zoals gezegd vormt de beveiliging van de samenleving vaak de andere belangrijke grond voor het opleggen van een levenslange gevangenisstraf. Het gevaar dat de dader voor de samenleving vormt kan echter in de loop der tijd veranderen en zelfs ophouden te bestaan. Niet alleen is het denkbaar dat de gedetineerde tijdens zijn langdurige eenzaamheid tot inkeer komt, eveneens is het mogelijk dat een dader vanwege fysieke gebreken niet langer een gevaar vormt of dat een psychische/psychiatrische behandeling van de gedetineerde het gevaar heeft doen verminderen. Wat dit betreft werpt zich een vergelijking op met de TBS. Bij deze maatregel vormt de beveiliging van de samenleving tegen een gevaarlijke persoon (eveneens) de grondslag voor de vrijheidsbeneming. Het is echter opvallend dat bij deze maatregel, in tegenstelling tot bij de levenslange gevangenisstraf, vanwege de wijzigingen die zich ten aanzien van die gevaarlijkheid kunnen voordoen, er expliciet is voorzien in een periodieke verlenging waarbij getoetst wordt of er nog sprake is van gevaar. Als er geen sprake meer is van gevaar wordt de maatregel in principe beëindigd. Overige kanttekeningen Ook vanuit pragmatisch oogpunt kleven er (strafvorderlijke) bezwaren aan het opleggen van levenslang. Het verdisconteren van vormverzuimen en overschrijding van de redelijke termijn middels het aanpassen van de strafmaat is vrijwel onmogelijk. De enige keuze die de rechter in dergelijke gevallen heeft is immers in plaats van een levenslange, een tijdelijke gevangenisstraf op te leggen. Dit laatste zal veelal een disproportioneel grote beloning worden geacht. 15 Daarnaast resulteert het opleggen van een levenslange gevangenisstraf in feite in (beperkte) immuniteit met betrekking tot de sanctionering van andere strafrechtelijke delicten. Een eenmaal tot levenslang veroordeelde persoon zal niet nogmaals tot gevangenisstraf kunnen worden veroordeeld O.m. Kamerstukken II 2003/04, , nr. 34, p. 31. Het wetsvoorstel is op 10 februari 2005 door de Tweede Kamer aangenomen en ligt nu bij de Eerste Kamer. Tevens: H. Anker, Levenslange gevangenisstraf in de schijnwerpers, Nieuwsbrief Strafrecht 25 maart 2004, afl. 4 en hof s-gravenhage 01 juni 2004, LJN: AP0700. Overigens wordt ook gewerkt aan een wetsvoorstel dat er toe strekt de vervroegde invrijheidstelling te herzien, Kamerstukken II 2004/05, , nr. 36, p M.J.M. Verpalen, De ruimte tussen zeer lang en levenslang, Sancties 2004, 2, p Zie o.m. conclusie Jörg bij HR 22 maart 2005, LJN: AS Vergelijk HR 19 april 2005, LJN: AS5556 en artikel 59 Sr. 4

5 Het opleggen van andere strafmodaliteiten kan door het opleggen van een levenslange gevangenisstraf eveneens illusoir worden. Wat voor een zin heeft het om aan de dader een schadevergoedingsmaatregel op te leggen naast de levenslange gevangenisstraf? De stok achter de deur in de vorm van vervangende hechtenis zal de tot levenslang veroordeelde niet prikkelen tot betaling aan de nabestaanden. Veel, zo niet alle, gesignaleerde bezwaren die aan een levenslange gevangenisstraf kleven zouden sterk aan kracht inboeten als na een gefixeerde periode opnieuw wordt bezien of er voldoende gronden voor de detentie zijn. Internationaal-rechtelijke bronnen In diverse internationaal-rechtelijke bronnen komt het belang van een toets aan de orde. Aan deze bronnen kunnen argumenten worden ontleend om een dergelijke toets ook in Nederland in te voeren. Er kan zelfs worden betoogd dat het EVRM in bepaalde gevallen noodzaakt tot een dergelijke toets. Het Internationaal Strafhof Het Verdrag van Rome (Rome Statute of the International Criminal Court) voorziet in de mogelijkheid tot het opleggen van een levenslange gevangenisstraf (art. 77). Op grond van art. 110 van datzelfde statuut zal er een review plaatsvinden nadat 25 jaar van de straf is uitgezeten en wordt er op dat moment gekeken of er strafvermindering moet plaatsvinden. Artikel 110 lid 3 luidt: When the person has served two thirds of the sentence, or 25 years in the case of life imprisonment, the Court shall review the sentence to determine whether it should be reduced. Such a review shall not be conducted before that time. Het behoeft geen uitleg dat de misdrijven die door het Internationaal Strafhof berecht zullen worden vaak schokkender zijn dan de misdrijven die in Nederland tot een levenslange gevangenisstraf leiden. Toch hebben de 98 staten die partij zijn bij het Verdrag van Rome geoordeeld dat er na 25 jaar een herbeoordeling door een rechter zal plaatsvinden. Als deze herbeoordeling niet leidt tot strafvermindering zal tenminste elke drie jaar opnieuw worden gekeken of er alsnog aanleiding voor strafvermindering is Art. 110 van het Rome Statute of the International Criminal Court jo rule 224 van de ICC Rules of Procedure and Evidence. 5

6 Resolutie (76) 2 Door de Raad van Europa is al veel eerder het belang van een dergelijke toets aan de orde gebracht. Reeds in 1976 is de Raad van Europa met een resolutie gekomen waarin aanbeveling wordt gedaan om na acht tot veertien jaar te kijken of voorwaardelijke invrijheidstelling van de levenslanggestrafte mogelijk is. Voorts wordt het opleggen van lange gevangenisstraffen slechts juist geacht in gevallen waarin de bescherming van de samenleving hiertoe noodzaakt: The Committee of Ministers ( ) Recommends that the governments of the member states: 1. pursue a criminal policy under which long-term sentences are imposed only if they are necessary for the protection of society; ( ) 9. ensure that the cases of all prisoners will be examined as early as possible to determine whether or not a conditional release can be granted; 10. grant the prisoner conditional release, subject to the statutory requirements relating to time served, as soon as a favourable prognosis can be formulated; considerations of general prevention alone should not justify refusal of conditional release; 11. adapt to life sentences the same principles as apply to long-term sentences; 12. ensure that a review, as referred to in 9, of the life sentence should take place, if not done before, after eight to fourteen years of detention and be repeated at regular intervals; 18 Groenboek In het recente Groenboek over de onderlinge aanpassing, wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging van strafrechtelijke sancties in de Europese Unie van de Europese Commissie komt ook de levenslange gevangenisstraf ter sprake. Blijkens dit Groenboek bestaat in de Europese landen die een levenslange gevangenisstraf kennen over het algemeen de mogelijkheid van voorwaardelijke invrijheidstelling nadat een bepaalde minimumperiode is doorgebracht in detentie. Deze periode varieert tussen de 10 en de 30 jaar terwijl door de meeste lidstaten een minimum van 15 jaar wordt gehanteerd. 19 In het Groenboek wordt de discussie geopend omtrent de afschaffing van de levenslange gevangenisstraf: Sommige lidstaten kennen een levenslange gevangenisstraf, andere niet. Men kan zich afvragen of deze straf niet moet worden afgeschaft of aangepast op het niveau van de Unie. De afschaffing van de levenslange gevangenisstraf zou gerechtvaardigd zijn vanuit een oogpunt van reëducatie en reïntegratie van de veroordeelde die de straf ondergaat. Het is bekend dat een persoon zijn gedrag tijdens zijn verblijf in de gevangenis kan veranderen, maar dat hij er, wanneer elke hoop ontbreekt om deze op een dag te verlaten, niet toe zal worden gestimuleerd inspanningen met het oog op zijn reïntegratie te leveren Resolution (76) 2 of the Council of Europe, Committee of Ministers. 19 Groenboek over de onderlinge aanpassing, wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging van strafrechtelijke sancties in de Europese Unie, COM(2004)334 definitief, Brussels, , p. 34 / Groenboek over de onderlinge aanpassing, wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging van strafrechtelijke sancties in de Europese Unie, COM(2004)334 definitief, Brussels, , p

7 Als alternatief wordt in het Groenboek voorgesteld de levenslange gevangenisstraf te vervangen door een tijdelijke gevangenisstraf voor een periode bijvoorbeeld van 20 tot 30 jaar voor de ernstigste strafbare feiten, die met bepaalde persoonlijke kenmerken in verband worden gebracht die een duidelijke bedreiging inhouden, waarbij de situatie geregeld opnieuw wordt bekeken, dan wel het creëren van de mogelijkheid van een periodieke toets. Een combinatie van beide wordt ook mogelijk geacht. 21 Het Europees aanhoudingsbevel Naast de bovengenoemde aanbevelingen wijst ook de Europese regelgeving op het belang van een toets. Op grond van artikel 5 van het Europees Kaderbesluit inzake het Europees aanhoudingsbevel kan de tenuitvoerlegging van het bevel, in geval het gaat om een delict waarop een levenslange gevangenisstraf staat, afhankelijk worden gesteld van de voorwaarde dat in het rechtstelsel van de uitvaardigende lidstaat de mogelijkheid van herziening van de opgelegde straf ( ) op verzoek of tenminste na twintig jaar bestaat, dan wel van toepassing van gratiemiddelen waarvoor de betrokkene ( ) in aanmerking kan komen ( ). Blekxtoon wijst er op dat Duitsland, en vermoedelijk ook Portugal, de Nederlandse gratieprocedure niet als een voldoende heroverweging beschouwt. Blekxtoon verwijst naar de Duitse toelichting op het Europees aanhoudingsbevel (EAB) en citeert daaruit de volgende passage: Entscheidend ist, dass ein Rechtsanspruch auf Überprüfung besteht. Die immer bestehende Möglichkeit einer Begnädigung ist jedoch hierfür nicht ausreichend. 22 In een overleveringszaak waarin Nederland ter zake van een delict dat gesanctioneerd kan worden met een levenslange gevangenisstraf aan Duitsland om overlevering vraagt, kan het ontbreken van een Überprufung dus voor de nodige problemen zorgen. Het EVRM Daar waar de hiervoor aangehaalde internationale bronnen, behalve dat zij een moreel beroep doen op Nederland, hoogstens in specifieke zaken dwingen tot het ad hoc creëren van een toets ter heroverweging (namelijk in overleveringszaken met Duitsland), gaat er vanuit het EVRM mogelijk meer dwang uit. Het EVRM gebiedt namelijk dat er in bepaalde gevallen een mogelijkheid moet bestaan om de (voortdurende) rechtmatigheid van de detentie te doen toetsen. (Overigens zij opgemerkt dat het EVRM het opleggen van een levenslange gevangenisstraf niet verbiedt). Artikel 5 lid 4 van het EVRM luidt: Een ieder, wie door arrestatie of detentie zijn vrijheid is ontnomen, heeft het recht voorziening te vragen bij het gerecht opdat deze spoedig beslist over de rechtmatigheid van zijn detentie en zijn invrijheidstelling beveelt, indien de detentie onrechtmatig is. Dit recht kan tijdens de tenuitvoerlegging van een vrijheidsbenemende sanctie bestaan, namelijk indien zich new issues of lawfulness kunnen voordoen Id. noot R. Blekxtoon, Levenslang (Een kijkje bij de buren), NJB 2003, p In Hutchinson Reid vs Verenigd Koninkrijk, EHRM 20 februari 2003, application nr /99, para. 66 stelt het EHRM dat het recht op toetsing ex artikel 5 lid 4 bestaat: both at the time of the initial deprivation of liberty and, where new issues of lawfulness are capable of arising, periodically thereafter. 7

8 In diverse zaken tegen het Verenigd Koninkrijk heeft het EHRM geoordeeld dat dergelijke wijzigingen zich kunnen voordoen bij tot levenslang veroordeelden waarvan de detentie op een gegeven moment gebaseerd is op hun gevaarlijkheid voor de samenleving. In de Stafford-zaak kwam het EHRM, na een uitvoerige analyse van de ontwikkeling van de levenslange gevangenisstraf in het Verenigd Koninkrijk onder invloed van de Straatsburgse jurisprudentie, (wederom) tot de vaststelling dat After the expiry of the tariff, continued detention depends on elements of dangerousness and risk associated with the objectives of the original sentence of murder. These elements may change with the course of time, and thus new issues of lawfulness arise requiring determination by a body satisfying the requirements of Article Het feit dat de detentie in een eerder stadium (ten tijde van de tariff, zie hieronder) op vergelding was gegrond, laat dit punt onverlet. Als na verloop van tijd het te vrezen gevaar, veroorzaakt door de veroordeelde, het beslissende criterium wordt, zal er een toets moeten zijn omdat dit gevaar zich kan wijzigen en daarmee de grond van de detentie kan komen te vervallen. 25 Ten aanzien van de Nederlandse uitspraken waarin levenslang is opgelegd speelt het probleem dat er, in tegenstelling tot de Britse praktijk, geen onderscheid wordt gemaakt tussen het vergeldende en het beschermende gedeelte van de straf. Of de vergelding alleen voldoende grond biedt voor de oplegging van de levenslange gevangenisstraf blijft feitelijk dus in het midden. Gezien de uitdrukkelijke verwijzing naar het beschermingsaspect in bepaalde uitspraken is het echter wel aannemelijk dat in die gevallen de detentie, in ieder geval na verloop van tijd, is gebaseerd op het gevaar dat van de dader uitgaat en dat de vergelding an sich niet voldoende grond biedt voor een onverkorte tenuitvoerlegging van een levenslange gevangenisstraf. Ook de wetgever zelf biedt aanknopingspunten waaruit zou kunnen blijken dat vergelding alleen in beginsel niet een afdoende grond vormt. De wetgever stelt in de memorie van toelichting betreffende de goedkeuring van Protocol nr. 13 bij het EVRM, namelijk het volgende: Uitgangspunt is dat veroordeelden na ommekomst van hun straf in de maatschappij moeten kunnen terugkeren. Dat lijdt slechts uitzondering in die gevallen waarin de maatschappij in zeer vergaande mate permanente beveiliging behoeft tegen een veroordeelde, hetgeen kan leiden tot permanente uitsluiting van de betrokkene. Het gaat hier om gevallen waarin een levenslange gevangenisstraf is opgelegd dan wel een tbs-maatregel is opgelegd aan iemand die geen uitzicht heeft op herstel. 26 In de aangehaalde passage lijkt de wetgever dus slechts in het beveiligingsaspect, en niet in de vergelding, een gerechtvaardigde uitzondering op het resocialisatiebeginsel te zien. Indien de veronderstelling klopt dat in bepaalde gevallen de bescherming van de samenleving op een gegeven moment de dragende grond van de levenslange gevangenisstraf is (geworden), dan zou er op grond van het EVRM in die gevallen periodiek getoetst moeten worden of het gevaar nog altijd van die mate is dat detentie is geboden. 24 Stafford vs Verenigd Koninkrijk, EHRM 29 mei 2002, Application no /99, para. 87 en Zie ook de grotendeels door de Hoge Raad gevolgde conclusie van Jörg bij HR 9 maart 1999, NJ 1999/ Kamerstukken II 2003/04, , nr. 3, p. 3. 8

9 Gratie Gezien de internationale normen en de bezwaren die kleven aan (onverkorte tenuitvoerlegging van) een levenslange gevangenisstraf lijkt het helder dat er een vorm van rechterlijke toetsing moet zijn. De vraag is vervolgens hoe die toets eruit moet zien en of middels de gratieprocedure niet al voldoende is voorzien in een dergelijke toets. Op grond van de gratiewet kan immers onder meer gratie worden verleend indien aannemelijk is geworden dat met de tenuitvoerlegging van de rechterlijke beslissing of de voortzetting daarvan geen met de strafrechtstoepassing na te streven doel in redelijkheid wordt gediend 27 Ons inziens vormt de mogelijkheid van gratie niet een afdoende toets. 28 Gratie heeft namelijk het karakter van een gunst, het is geen recht. Gratie is niet bedoeld als een wettelijke waarborg op grond waarvan in bepaalde gevallen verplicht een toets plaatsvindt die leidt tot een rechterlijk gemotiveerd oordeel. Gratie is een daad van barmhartigheid en rechtvaardigheid. 29 Verder valt niet in te zien waarom de rechter niet zou kunnen beslissen over de vraag of er nog voldoende gronden zijn voor verdere tenuitvoerlegging van de detentie. De rechter is immers, in tegenstelling tot de Kroon, bij uitstek geëquipeerd om te oordelen over dergelijke vraagstukken. Dit temeer daar de Minister bij een gratieverlening daarover aangesproken kan worden door de Tweede Kamer- hetgeen in het verleden ook gebeurd is 30 - en de Minister op die manier bij zijn beslissing beïnvloed kan worden door politieke motieven. Een blauwdruk Wij denken dat het juist is om bij een levenslange gevangenisstraf te bepalen dat een bepaald aantal jaren in detentie moet worden doorgebracht. Na deze detentieperiode zou er een verplichte, rechterlijke toets moeten plaatsvinden omtrent de verdere tenuitvoerlegging van de straf. Een dergelijke weg is onder meer in Duitsland gevolgd. In Duitsland wordt een tot levenslang veroordeelde na 15 jaar detentie in beginsel voorwaardelijk in vrijheid gesteld tenzij er sprake is van een bijzondere zwaarte van de schuld (die besondere Schwere der Schuld des Verurteilten) of als de veiligheid van de samenleving zich tegen de invrijheidstelling verzet. In die gevallen kan de rechter, na een uitvoerige motivering, beslissen dat de veroordeelde nog niet in aanmerking komt voor voorwaardelijke invrijheidstelling Artikel 2 lid 2 Gratiewet. 28 Het is overigens de vraag hoe vaak gratie daadwerkelijk wordt verleend aan tot levenslang veroordeelden. In de literatuur zijn verschillende opvattingen te vinden: M.S. Groenhuijsen, Levenslange gevangenisstraf in Nederland, DD 1999, 29, J. ten Voorde, Het ontstaan en de ontwikkeling van de levenslange gevangenisstraf in Nederland, Sancties 2003, p , M.P.M. Balemans, Twintig jaar of levenslang? Een te groot gat, Rechtshulp 2004, p Uit de databank van W. Anker blijkt dat sedert 1945 slechts tweemaal gratie is verleend. Hierbij dient wel te worden opgemerkt dat het grootste deel van de veroordelingen sedert 1945 van recente datum is en gratie in veel gevallen sowieso nog niet aan de orde is. 29 Kamerstukken I 1987/88, , nr. 22a, p. 3 (MvA). 30 H. Piersma, De drie van Breda. Duitse oorlogsmisdadigers in Nederlandse gevangenschap , Amsterdam: Balans Artikel 57a van het Strafgezetsbuch. Voorheen bestond ook in Duitsland alleen de mogelijkheid van gratie. Pas nadat het Bundesverfassungsgericht in 1977 bepaalde dat het grondrecht op menselijke waardigheid, zoals te vinden in de Duitse grondwet, inhield dat ook tot levenslang veroordeelden een concreet uitzicht moeten hebben op een leven in vrijheid kwam hiervoor een wettelijke regeling in de plaats. Naar mening van het Duitse Constitutionele Hof bood het middel van gratie daar niet voldoende mogelijkheden voor, zie HR 9 november 1999, NJ 2000/334, m. nt. Swart. Vergl. Kotälla vs Nederland, 6 mei 1978, application nr. 7994/77 (ontvankelijkheidbeslissing). 9

10 De toetsing wordt overgelaten aan de executierechter (Strafvollstreckungskammer) en geschiedt tamelijk grondig. 32 In de praktijk komt in Duitsland de normale levenslanggestrafte na 15 jaar vrij, in het geval er sprake is van een ernstige mate van schuld is dit over het algemeen na een periode van jaar. 33 In Engeland is de levenslange gevangenisstraf in twee delen gesplitst. Het eerste deel strekt zich uit over een vastgestelde periode en ziet toe op vergelding (de zogeheten tariff). Na het verstrijken van dit gedeelte komt de detentie in het licht van de gevaarlijkheid te staan en wordt dit het beoordelingscriterium. Vanaf dat moment moet er, nog afgezien van de nationaal wettelijke verplichtingen, op grond van artikel 5 lid 4 EVRM regelmatig een toets plaatsvinden om te kijken of de detentie nog altijd rechtmatig is. 34 Uitgangspunt bij de door ons voorgestelde toets is dat de gedetineerde na het verstrijken van de vastgelegde detentieperiode in vrijheid wordt gesteld, tenzij hij of zij dermate gevaarlijk voor de samenleving moet worden geacht dat invrijheidsstelling op grond van het te vrezen gevaar onacceptabel zou zijn. Het vergeldingselement behoort ons inziens geen rol te spelen bij de beslissing. Indien de gedetineerde niet in vrijheid wordt gesteld dient er binnen afzienbare tijd opnieuw getoetst te worden. In aansluiting bij de periodieke verlenging van de TBS zou gedacht kunnen worden aan een periode van twee jaar. Voor Nederland lijkt een minimum detentieperiode van tenminste 20 jaar reëel gezien het huidige wetsvoorstel om de maximaal tijdelijke gevangenisstraf te verhogen naar 30 jaar (wat neer komt op een effectieve detentie van 20 jaar). Op deze wijze wordt voorkomen dat een kortere straf wordt uitgezeten dan wanneer de maximaal tijdelijke gevangenisstraf zou zijn opgelegd. Het lijkt niet wenselijk om deze toets veel later dan na 20 jaar te laten plaatsvinden. Een succesvolle reïntegratie zal moeilijker zijn naarmate de detentie langer duurt. Bij de totstandkoming van het huidige wetboek van strafrecht werd reeds gewezen op het feit dat een detentie van meer dan 20 jaar de gedetineerde in principe volledig ongeschikt maakt om ooit nog terug te keren in de samenleving. 35 Bovendien zou een termijn van 20 jaar overeenkomen met het gestelde in artikel 5 van het Kaderbesluit inzake het Europees aanhoudingsbevel. Conclusie Middels de voorgestelde regeling wordt bewaakt dat de levenslange gevangenisstraf alleen in de meest ernstige gevallen verder ten uitvoer wordt gelegd en wordt tevens onderkend dat zich wijzigingen in de gronden van de detentie kunnen voordoen. Hiermee wordt tegemoet gekomen aan de humanitaire bezwaren, aan de Europese vereisten en aan de internationale normen zonder dat de levenslange gevangenisstraf volledig wordt afgeschaft en zonder dat afbreuk wordt gedaan aan de vergeldende, de afschrikwekkende en de beschermende functie van de straf. In die gevallen waarin dat absoluut noodzakelijk is zal de straf het hele verdere leven van de gedetineerde kunnen duren. De tot levenslang gestrafte wordt dan echter niet meer levenslang vergeten. 32 R. Blekxtoon, Levenslang (Een kijkje bij de buren), NJB 2003, p A.M. van Kalmthout & P.J.P.Tak, Ups en downs van de minimumstraf, Nijmegen: Wolf Legal Publishers 2003, p M. Boone, Het minimum van levenslang, NJCM-Bulletin 2004, p (noot bij Easterbrook vs Verenigd Koninkrijk EHRM 12 juni 2003, appplication nr /99). Zie tevens Stafford vs Verenigd Koninkrijk, EHRM 29 mei 2002, application no / M.J.M. Verpalen, De ruimte tussen zeer lang en levenslang, Sancties 2004, 2, p Ook recent wees de Minister nog op dit argument, Kamerstukken II 2002/03, , nr. 6, p

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 832 Vragen van het lid

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 1336 Vragen van het lid

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Analyse EHRM 9 juli 2013, Vinter e.a. v. het Verenigd Koninkrijk. Feiten

Analyse EHRM 9 juli 2013, Vinter e.a. v. het Verenigd Koninkrijk. Feiten Analyse EHRM 9 juli 2013, Vinter e.a. v. het Verenigd Koninkrijk Feiten De klagers in deze zaak (Vinter, Bamber en Moore) zijn in resp. 2008, 1986 en 1996 veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf wegens

Nadere informatie

Q&A s Levenslange gevangenisstraf (vragen en antwoorden)

Q&A s Levenslange gevangenisstraf (vragen en antwoorden) Q&A s Levenslange gevangenisstraf (vragen en antwoorden) 1. Hoeveel levenslanggestraften zijn er nu in NL? Op dit moment zijn er 33 mensen onherroepelijk veroordeeld tot levenslang. Dat betekent dat zij

Nadere informatie

Datum 23 februari 2012 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over de voorlopige hechtenis van dhr. R.

Datum 23 februari 2012 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over de voorlopige hechtenis van dhr. R. 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman)

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman) arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman) Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

VAN REDACTIEWEGE. Levenslang en TBS: een LAT-relatie. PM Schuyt

VAN REDACTIEWEGE. Levenslang en TBS: een LAT-relatie. PM Schuyt VAN REDACTIEWEGE Levenslang en TBS: een LAT-relatie PM Schuyt Mevr. Mr. Drs. P.M. Schuyt is universitair docent straf en strafprocesrecht aan de universiteit Leiden en redacteur van dit blad. Op 14 maart

Nadere informatie

De levenslange gevangenisstraf in Nederland

De levenslange gevangenisstraf in Nederland De levenslange gevangenisstraf in Nederland Loes Janssen 0425621 Masterscriptie Strafrecht Naam: Loes Janssen Studentnummer: 0425621 Afstudeerscriptie Strafrecht Begeleider: Mr. M. Bosch 2 de lezer: Prof.

Nadere informatie

DE LEVENSLANGE GEVANGENISSTRAF IN HET LICHT VAN ARTIKEL 3 EVRM SONJA MEIJER, UNIVERSITAIR DOCENT STRAF(PROCES)RECHT

DE LEVENSLANGE GEVANGENISSTRAF IN HET LICHT VAN ARTIKEL 3 EVRM SONJA MEIJER, UNIVERSITAIR DOCENT STRAF(PROCES)RECHT DE LEVENSLANGE GEVANGENISSTRAF IN HET LICHT VAN ARTIKEL 3 EVRM SONJA MEIJER, UNIVERSITAIR DOCENT STRAF(PROCES)RECHT DISCUSSIE OVER DE LEVENSLANGE GEVANGENISSTRAF 2 Faculteit der Rechtsgeleerdheid DE WET

Nadere informatie

UITLEVEREN OF VERVOLGEN IN NEDERLAND?

UITLEVEREN OF VERVOLGEN IN NEDERLAND? UITLEVEREN OF VERVOLGEN IN NEDERLAND? W.R. Jonk, mr R. Malewicz en mr G.P. Hamer 1 Op 1 januari 2004 had het kaderbesluit betreffende het Europees aanhoudingsbevel 2 in de Nederlandse wetgeving geïmplementeerd

Nadere informatie

https://www.rechtspraak.nl/sitecollectiondocuments/orientatiepunten-en-afspraken-lovs.pdf 2

https://www.rechtspraak.nl/sitecollectiondocuments/orientatiepunten-en-afspraken-lovs.pdf 2 34 846 Voorstel van wet van het lid Markuszower tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de invoering van minimumstraffen bij bepaalde gewelds- en zedendelicten (Wet hoge minimumstraffen)

Nadere informatie

ADVIES. Conceptwetsvoorstel wijziging regelingen inzake detentiefasering en voorwaardelijke invrijheidstelling

ADVIES. Conceptwetsvoorstel wijziging regelingen inzake detentiefasering en voorwaardelijke invrijheidstelling ADVIES Conceptwetsvoorstel wijziging regelingen inzake detentiefasering en voorwaardelijke invrijheidstelling aan de Minister voor Rechtsbescherming naar aanleiding van het verzoek daartoe bij brief d.d.

Nadere informatie

Gemeenschappelijke EU-standaarden voor het garanderen van procedurele rechten in strafzaken

Gemeenschappelijke EU-standaarden voor het garanderen van procedurele rechten in strafzaken Gemeenschappelijke EU-standaarden voor het garanderen van procedurele rechten in strafzaken Paul Ponsaers 1 1. De EU is niet enkel een economische, politieke en sociale gemeenschap, maar evenzeer een waardengemeenschap.

Nadere informatie

No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012

No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012 ... No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012 Bij Kabinetsmissive van 18 juni 2012, no.12.001344, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Veiligheid en Justitie, bij de Afdeling advisering

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2010:BO2558

ECLI:NL:HR:2010:BO2558 ECLI:NL:HR:2010:BO2558 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 02-11-2010 Datum publicatie 03-11-2010 Zaaknummer 09/00354 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2010:BO2558

Nadere informatie

faculteit rechtsgeleerdheid faculteit rechtsgeleerdheid De levenslange gevangenisstraf

faculteit rechtsgeleerdheid faculteit rechtsgeleerdheid De levenslange gevangenisstraf 30-03-2016 1 De levenslange gevangenisstraf Lezing voor het Fries Juridisch Genootschap Mw. mr. dr. Wiene van Hattum 29 maart 2016 Huishoudelijk 2 Kennismaking: Universitair docent strafrecht en RUG Voorzitter

Nadere informatie

Onderzoeksrapport Taskforce TBS Den Haag, december 2012

Onderzoeksrapport Taskforce TBS Den Haag, december 2012 Onderzoeksrapport TaskforceTBS2012 DenHaag,december2012 TaskforceTBS: dhr.mr.r.g.a.beaujean,stafbureaulovs mw.mr.k.bruil,gerechtshofarnhem mw.mr.c.a.m.eijgenraam,arrondissementsparket sgravenhage dhr.mr.a.m.vangorp,rechtbankarnhem

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016-2017 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de afschaffing van de voorwaardelijke invrijheidstelling en aanpassing van de voorwaardelijke

Nadere informatie

HET EUROPEES ARRESTATIEBEVEL

HET EUROPEES ARRESTATIEBEVEL HET EUROPEES ARRESTATIEBEVEL Door: mr. R. Malewicz en mr. G. P. Hamer 1 Op 1 januari 2004 is het zover, dan zal het Europees arrestatiebevel (EAB) in de Nederlandse wetgeving geïmplementeerd moeten zijn.

Nadere informatie

Juridische basiskennis over de maatregel TBS, oplegging en verlenging

Juridische basiskennis over de maatregel TBS, oplegging en verlenging TBS voor Dummies Juridische basiskennis over de maatregel TBS, oplegging en verlenging Auteur: Miriam van der Mark, advocaat-generaal en lid van de Kerngroep Forum TBS Algemeen De terbeschikkingstelling

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2014:1700 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04833

ECLI:NL:PHR:2014:1700 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04833 ECLI:NL:PHR:2014:1700 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 01-07-2014 Datum publicatie 26-09-2014 Zaaknummer 12/04833 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Datum 25 augustus 2016 Onderwerp Uitvoering motie voorlopige hechtenis terrorismeverdachten (29 754, nr. 379)

Datum 25 augustus 2016 Onderwerp Uitvoering motie voorlopige hechtenis terrorismeverdachten (29 754, nr. 379) 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

De gevolgen van een strafrechtelijke afdoening voor de verblijfsrechtelijke positie van jongeren

De gevolgen van een strafrechtelijke afdoening voor de verblijfsrechtelijke positie van jongeren De gevolgen van een strafrechtelijke afdoening voor de verblijfsrechtelijke positie van jongeren Dit document beoogt de strafrechtelijke consequenties voor de verblijfsrechtelijke positie van een vreemdeling

Nadere informatie

B E L A N G E N B E H A R T I G I N G L E D E N O M / Z M K W A L I T E I T R E C H T S P R A A K

B E L A N G E N B E H A R T I G I N G L E D E N O M / Z M K W A L I T E I T R E C H T S P R A A K Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak De minister van Justitie Mr. E.M.H. Hirsch Ballin Postbus 20301 2500 GH Den Haag Datum: 17 februari 2010 Ons kenmerk: B2.1.9./1764/RO Uw kenmerk: 5633273/09/6 Onderwerp:

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017-2018 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de afschaffing van de voorwaardelijke invrijheidstelling en aanpassing van de voorwaardelijke

Nadere informatie

15445/1/06 REV 1 wat/hor/mg 1 DG H 2B

15445/1/06 REV 1 wat/hor/mg 1 DG H 2B RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 24 november 2006 (01.12) (OR. en) 15445/1/06 REV 1 COPEN 119 NOTA van: het voorzitterschap aan: de Raad nr. vorig doc.: 15115/06 COPEN 114 nr. Comv.: COM(2005) 91 def.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 975 Voorstel van wet van het lid Van der Staaij tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de afschaffing van de voorwaardelijke

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK MigratieWeb ve12000040 201102012/1/V2. Datum uitspraak: 13 december 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2017:5462

ECLI:NL:RBAMS:2017:5462 ECLI:NL:RBAMS:2017:5462 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 01-08-2017 Datum publicatie 01-08-2017 Zaaknummer 13/751411-17 RK-nummer: 17/4077 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Hof van Discipline Zitting van 19 juni 2017 te uur Kenmerk: art. 515 lid 4 Sv en daartoe overwogen:

Hof van Discipline Zitting van 19 juni 2017 te uur Kenmerk: art. 515 lid 4 Sv en daartoe overwogen: Hof van Discipline Zitting van 19 juni 2017 te 14.30 uur Kenmerk: 160102 PLEITNOTA Inzake: Deken orde van Advocaten Den Haag - mr. M.J.F. Stelling Raadsman: W.H. Jebbink Geen ontzegging tot onafhankelijke

Nadere informatie

Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken

Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken Ministerie van Justitie j1 Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken Directie Wetgeving Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl Datum 22 augustus

Nadere informatie

Antwoord van minister Van der Steur (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 7 juni 2016)

Antwoord van minister Van der Steur (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 7 juni 2016) AH 2770 2016Z09136 Antwoord van minister Van der Steur (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 7 juni 2016) Vraag 1 Heeft u kennisgenomen van de voortgangsrapportage van de 'road map visum liberalisatie Turkije',

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2015 460 Wet van 25 november 2015 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht en Wetboek van Strafvordering in verband met het laten vervallen van

Nadere informatie

34300 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2016

34300 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2016 34300 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2016 Nr. 75 Brief van de minister van Veiligheid en Justitie Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201112631/1/V2. Datum uitspraak: 22 januari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

Verkorte inhoudsopgave

Verkorte inhoudsopgave Verkorte inhoudsopgave Gebruikte afkortingen 17 I Inleiding, onderzoeksvragen en onderzoeksmethoden 19 1 Inleiding 19 2 Meervoudige aansprakelijkstelling nader beschouwd 20 2.1 Een omschrijving van meervoudige

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 14 januari 2008 (21.01) (OR. en) 5213/08 COPEN 4

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 14 januari 2008 (21.01) (OR. en) 5213/08 COPEN 4 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 14 januari 2008 (21.01) (OR. en) 5213/08 COPEN 4 INITIATIEF van: de Sloveense, de Franse, de Tsjechische, de Zweedse, de Slowaakse, de Britse en de Duitse delegatie d.d.:

Nadere informatie

Enkele achtergronden bij de beslissing om geen onderzoek in te stellen tegen Jorge Zorreguieta. Voorgeschiedenis. Aangifte 2001

Enkele achtergronden bij de beslissing om geen onderzoek in te stellen tegen Jorge Zorreguieta. Voorgeschiedenis. Aangifte 2001 Enkele achtergronden bij de beslissing om geen onderzoek in te stellen tegen Jorge Zorreguieta Voorgeschiedenis Aangifte 2001 Eerder werd aangifte gedaan tegen Jorge Zorreguieta in 2001 ter zake van foltering

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201109405/1 /V4. Datum uitspraak: 20 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2015 182 Besluit van 15 mei 2015 tot wijziging van het Besluit internationale verplichtingen extraterritoriale rechtsmacht in verband met de implementatie

Nadere informatie

Aan de Minister voor Rechtsbescherming Postbus EH DEN HAAG. Geachte heer Dekker,

Aan de Minister voor Rechtsbescherming Postbus EH DEN HAAG. Geachte heer Dekker, RSJ Postbus 30137 2500 GC DEN HAAG www.rsj.nl info@rsj.nl Aan de Minister voor Rechtsbescherming Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Betreft : Afdeling : Afdeling Advisering E-mail : advies@rsj.nl Datum : 9

Nadere informatie

Samenvatting. De centrale onderzoeksvraag van het advies luidt:

Samenvatting. De centrale onderzoeksvraag van het advies luidt: Samenvatting Inleiding Dit advies heeft betrekking op het Europese en nationale openbare-ordebeleid. Een algemeen uitgangspunt dat daarbij wordt gehanteerd is dat indien migranten een gevaar vormen voor

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2012:BZ0417. Uitspraak. Instantie: Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak: 16-11- 2012 Datum publicatie: 04-02- 2013

ECLI:NL:RBAMS:2012:BZ0417. Uitspraak. Instantie: Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak: 16-11- 2012 Datum publicatie: 04-02- 2013 ECLI:NL:RBAMS:2012:BZ0417 Instantie: Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak: 16-11- 2012 Datum publicatie: 04-02- 2013 Zaaknummer: 13.706829-12 Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 17.6.2003 COM(2003) 348 definitief 2003/0127 (CNS) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD waarbij de lidstaten worden gemachtigd in het belang van de Europese

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2017:2237

ECLI:NL:RBOVE:2017:2237 ECLI:NL:RBOVE:2017:2237 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 26-04-2017 Datum publicatie 31-05-2017 Zaaknummer 08/910083-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Raadkamer

Nadere informatie

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG !!1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Datum 1 februari 2016 Onderwer Antwoorden Kamervragen over uitlevering

Nadere informatie

Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag

Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag RAPPORT Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag Een onderzoek naar een afwijzing van het Openbaar Ministerie in Den Haag om kosten na vrijspraak te vergoeden. Oordeel Op basis van het onderzoek

Nadere informatie

SAMENVATTING Tekst en uitleg. maart Onderzoek naar de motivering van voorlopige hechtenis

SAMENVATTING Tekst en uitleg. maart Onderzoek naar de motivering van voorlopige hechtenis SAMENVATTING Tekst en uitleg maart 2017 Onderzoek naar de motivering van voorlopige hechtenis 2 College voor de Rechten van de Mens Aanleiding Een verdachte die in voorlopige hechtenis zit, is nog niet

Nadere informatie

Aangenomen en overgenomen amendementen

Aangenomen en overgenomen amendementen Overzicht van stemmingen in de Tweede Kamer afdeling Inhoudelijke Ondersteuning aan De leden van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie Betreffende wetsvoorstel: 34126 Wijziging van het Wetboek

Nadere informatie

Rechtbank straft bewust zwaarder dan wettelijk toegestaan

Rechtbank straft bewust zwaarder dan wettelijk toegestaan 2250 NEDERLANDS JURISTENBLAD 16-12-2011 AFL. 44/45 2981 Rechtbank straft bewust zwaarder dan wettelijk toegestaan Johannes Bijlsma en Marius Duker 1 De Rechtbank Amsterdam wees onlangs een opmerkelijk

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstatc 200702235/2. Datum uitspraak: 1 2 september 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

Inleiding. 1 Strafrecht

Inleiding. 1 Strafrecht Inleiding 1 Strafrecht Plaats van het strafrecht Het strafrecht is, net als bijvoorbeeld het staatsrecht en het bestuursrecht, onderdeel van het publiekrecht. Het publiekrecht regelt de betrekkingen tussen

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388

ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388 ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388 Instantie Datum uitspraak 10-02-2011 Datum publicatie 14-02-2011 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-001943-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

25 MAART 2016 RESEARCHPLAN OPDRACHT 1. ALEXANDRA MEIJER INHOUD Research & Productie

25 MAART 2016 RESEARCHPLAN OPDRACHT 1. ALEXANDRA MEIJER INHOUD Research & Productie 25 MAART 2016 RESEARCHPLAN OPDRACHT 1 ALEXANDRA MEIJER INHOUD Research & Productie Wat is de maatschappelijke relevantie van je onderwerp? De levenslange gevangenisstraf is al omstreden sinds de invoering

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN. 1. Inleiding

MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN. 1. Inleiding Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering teneinde nader inhoud te geven aan het beginsel van openbaarheid van de behandeling van zaken betreffende personen- en familierecht MEMORIE VAN

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 500 Wet van 6 december 2007 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht en enige andere wetten in verband met de wijziging van de vervroegde

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 13 OKTOBER 2015 P.14.0355.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0355.N I H nv, vertegenwoordigd door de lasthebber ad hoc Filip Mertens, met kantoor te 9000 Gent, Coupure 373, eiseres, met als

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675

ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675 ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 07-09-2011 Datum publicatie 15-09-2011 Zaaknummer 16-600572-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2009 Nr. 37

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2009 Nr. 37 41 (1997) Nr. 4 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2009 Nr. 37 A. TITEL Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag inzake de overbrenging van gevonniste personen; Straatsburg,

Nadere informatie

De Hoge Raad moet om! Over het recht minderjarige slachtoffers in zedenzaken te ondervragen

De Hoge Raad moet om! Over het recht minderjarige slachtoffers in zedenzaken te ondervragen This is a postprint of De Hoge Raad moet om! Over het recht minderjarige slachtoffers in zedenzaken te ondervragen Wilde, B. de Nederlands Juristenblad, 2009(44/45), 2885-2886 Published version: no link

Nadere informatie

Buitenlandse straf uitzitten in Nederland

Buitenlandse straf uitzitten in Nederland Regelingen en voorzieningen CODE 6.5.3.232 Buitenlandse straf uitzitten in Nederland algemene informatie bronnen Ministerie van Veiligheid en Justitie, Dienst Justitiële Inrichtingen; www.dji.nl Straf

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 1 JULI 2014 P.14.0969.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0969.N B., veroordeelde tot vrijheidsstraf, eiser, met als raadsman mr. Kris Luyckx, advocaat bij de balie te Antwerpen. I. RECHTSPLEGING

Nadere informatie

Hoe te reageren op de allerergste misdaden?

Hoe te reageren op de allerergste misdaden? Hoe te reageren op de allerergste misdaden? Over de rol van vergelding en beveiliging bij de levenslange gevangenisstraf Mr. Tim de Bont & mr. dr. Sonja Meijer 1 Inleiding Hoe dient een samenleving te

Nadere informatie

ONTSLAGVERZOEKEN UIT DE TBS

ONTSLAGVERZOEKEN UIT DE TBS ONTSLAGVERZOEKEN UIT DE TBS G.P. Hamer en T. de Bont Mr. G.P. Hamer is advocaat te Amsterdam en T. de Bont is wetenschappelijk medewerker bij Cleerdin&Hamer Advocaten. Met dank aan Jonneke van Poelgeest,

Nadere informatie

TBS uit de gratie. K.P.M.A. Muis L. van der Geest

TBS uit de gratie. K.P.M.A. Muis L. van der Geest K.P.M.A. Muis L. van der Geest Samenvatting en conclusies in hoofdpunten In 2008 en 2009 is er sprake van een opvallende daling van het aantal tbs-opleggingen met bevel tot verpleging. Het is onwaarschijnlijk

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal erste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2003 2004 28 980 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Penitentiaire beginselenwet (plaatsing in een inrichting voor

Nadere informatie

Datum 2 augustus 2010 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over het toepassen van vervangende hechtenis door het CJIB

Datum 2 augustus 2010 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over het toepassen van vervangende hechtenis door het CJIB 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

Tijdelijk verlaten van de inrichting

Tijdelijk verlaten van de inrichting Tijdelijk verlaten van de inrichting Conceptwetsvoorstel opheffen samenloop van regelingen met betrekking tot het tijdelijk verlaten van de inrichting advies d.d. 12 februari 2010 1 2 Samenvatting De Raad

Nadere informatie

Gehoord de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 2

Gehoord de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 2 Aan de minister van Veiligheid en Justitie Mr. I.W. Opstelten Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG datum 1 april 2011 doorkiesnummer 070-361 9721 e-mail voorlichting@rechtspraak.nl uw kenmerk 5683418/11/6 onderwerp

Nadere informatie

ECLI:NL:RBASS:2007:BB8355

ECLI:NL:RBASS:2007:BB8355 ECLI:NL:RBASS:2007:BB8355 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 20-11-2007 Datum publicatie 21-11-2007 Zaaknummer 19.830186-07 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 23 DECEMBER 2014 P.14.1422.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.1422.N D J M T, geïnterneerde, eiser, met als raadsman mr. Peter Verpoorten, advocaat bij de balie te Turnhout. I. RECHTSPLEGING

Nadere informatie

Betreft: advies conceptwetsvoorstel wijziging regelingen inzake detentiefasering en voorwaardelijke invrijheidstelling Uw kenmerk:

Betreft: advies conceptwetsvoorstel wijziging regelingen inzake detentiefasering en voorwaardelijke invrijheidstelling Uw kenmerk: Ere-voorzitter Prof. mr. Pietervan Vollenhoven Postbus 93166 2509 AD Den Haag T 070 363 59 36 Ministerie van Justitie en Veiligheid T.a.v. de Minister voor Rechtsbescherming Zijne Excellentie de heer drs.

Nadere informatie

Licht aan het einde van de tunnel voor de levenslanggestraften of de koplichten van een aankomende trein?

Licht aan het einde van de tunnel voor de levenslanggestraften of de koplichten van een aankomende trein? Licht aan het einde van de tunnel voor de levenslanggestraften of de koplichten van een aankomende trein? Thi Diem My Nguyen 1 Licht aan het einde van de tunnel voor de levenslanggestraften of de koplichten

Nadere informatie

Onderwerp Voorstel van de wet tot wijziging van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvootschtiften en

Onderwerp Voorstel van de wet tot wijziging van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvootschtiften en _-(ij PERSOONSG EG EVEN S Aangetekend Aan de Minister van Veiligheid en Justitie De heet drs. S.A.Blok 0 Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Autoriteit Persoonsgegevens Postbus93374,2509AJ Den Haag Bezuidenhoutseweg3o,

Nadere informatie

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving ϕ Ministerie van Justitie Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving Directie Juridische en Operationele Aangelegenheden Postadres: Postbus 2030, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

Inhoudstafel. Europese Unie Verdrag van 25 maart 1957 betreffende de Werking van de Europese Unie 153

Inhoudstafel. Europese Unie Verdrag van 25 maart 1957 betreffende de Werking van de Europese Unie 153 Inhoudstafel Nationaal... 13 Artikelen 3-4 Strafwetboek (Wet 8 juni 1867) 15 Wet 1 oktober 1833 op de uitleveringen 16 Uitleveringswet 15 maart 1874 17 Artikelen 6 14 Voorafgaande Titel Wetboek van Strafvordering

Nadere informatie

De herziening van de regeling voorwaardelijke invrijheidstelling

De herziening van de regeling voorwaardelijke invrijheidstelling Focus 3 De herziening van de regeling voorwaardelijke invrijheidstelling Over het na de wedstrijd wijzigen van de spelregels en de voorzienbaarheid van regeerakkoorden Benjamin Mulder & Sander Janssen

Nadere informatie

Advies inzake conceptwetsvoorstel Herimplementatie kaderbesluit Europees aanhoudingsbevel (wijziging van de Overleveringswet)

Advies inzake conceptwetsvoorstel Herimplementatie kaderbesluit Europees aanhoudingsbevel (wijziging van de Overleveringswet) Advies inzake conceptwetsvoorstel Herimplementatie kaderbesluit Europees aanhoudingsbevel (wijziging van de Overleveringswet) Dit document bevat de alternatieve tekst van het origineel. Dit document is

Nadere informatie

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving ϕ1 Ministerie van Justitie Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving Directie Juridische en Operationele Aangelegenheden Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 29 279 Rechtsstaat en Rechtsorde Nr. 129 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Levenslang is levenslang

Levenslang is levenslang Levenslang is levenslang Een onderzoek naar de rechtmatigheid van de tenuitvoerlegging van de levenslange gevangenisstraf in Nederland in het licht van de jurisprudentie van het Europese Hof voor de rechten

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993

ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993 ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993 Instantie Datum uitspraak 11-11-2009 Datum publicatie 11-11-2009 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-002029-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over de Dienst Justitiële Inrichtingen. Datum: 31 december Rapportnummer: 2013/221

Rapport. Rapport over een klacht over de Dienst Justitiële Inrichtingen. Datum: 31 december Rapportnummer: 2013/221 Rapport Rapport over een klacht over de Dienst Justitiële Inrichtingen. Datum: 31 december 2013 Rapportnummer: 2013/221 2 Feiten Verzoeker komt oorspronkelijk uit Afghanistan en heeft in Nederland een

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO8408 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO8408 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2010:BO8408 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 17-12-2010 Datum publicatie 22-12-2010 Zaaknummer 24-002079-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

De navolgende wijzigingen worden voorgesteld:

De navolgende wijzigingen worden voorgesteld: De minister van Justitie en Veiligheid prof. mr. dr. F.B.J. Grapperhaus Postbus 20301 2500 EH Den Haag Afdeling Strategie bezoekadres Kneuterdijk 1 2514 EM Den Haag correspondentieadres Postbus 90613 2509

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2016:935

ECLI:NL:GHDHA:2016:935 ECLI:NL:GHDHA:2016:935 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 31-03-2016 Datum publicatie 06-04-2016 Zaaknummer 22-004068-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

Y1~Ufr~J~Ô)Dt~ College van Procureurs-Generaal. Openbaar Ministerie. Voorzitter

Y1~Ufr~J~Ô)Dt~ College van Procureurs-Generaal. Openbaar Ministerie. Voorzitter Openbaar Ministerie College van Procureurs-Generaal Voorzitter Y1~Ufr~J~Ô)Dt~ Postbus 20305 2500 EH Den Haag De Minister van Veiligheid en Justitie I.W. Opstelten Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Prins Clauslaan

Nadere informatie

TBS.^- Nederland. Ministerie van Justitie en Veiligheid t.a.v. de Minister van Rechtsbescherming de heer S. Dekker Postbus EH DEN HAAG

TBS.^- Nederland. Ministerie van Justitie en Veiligheid t.a.v. de Minister van Rechtsbescherming de heer S. Dekker Postbus EH DEN HAAG TBS.^- Nederland Ministerie van Justitie en Veiligheid t.a.v. de Minister van Rechtsbescherming de heer S. Dekker Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Kenmerk: DIRUIT18/237/HB/svdk Groningen, 14 juni 2018 Betreft:

Nadere informatie

vanstate /1/V2. Datum uitspraak: 27 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

vanstate /1/V2. Datum uitspraak: 27 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201104354/1/V2. Datum uitspraak: 27 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

De Minister van Veiligheid en Justitie. Postbus 20301 2500 EH Den Haag. Advies wetsvoorstel toevoegen gegevens aan procesdossier minderjarige

De Minister van Veiligheid en Justitie. Postbus 20301 2500 EH Den Haag. Advies wetsvoorstel toevoegen gegevens aan procesdossier minderjarige POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 INTERNET www.cbpweb.nl www.mijnprivacy.nl AAN De Minister van Veiligheid en Justitie

Nadere informatie

Aan de Minister voor Rechtsbescherming De heer drs. S. Dekker Postbus EH DEN HAAG. Geachte heer Dekker,

Aan de Minister voor Rechtsbescherming De heer drs. S. Dekker Postbus EH DEN HAAG. Geachte heer Dekker, RSJ Postbus 30137 2500 GC Den Haag www.rsj.nl Aan de Minister voor Rechtsbescherming De heer drs. S. Dekker Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Datum : 29 maart 2019 E-mail : advies@rsj.nl Uw kenmerk : 2477367

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 188 Wijziging van de Overleveringswet, de Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging strafrechtelijke sancties 2008 en het Wetboek van Strafvordering

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2016 475 Wet van 17 november 2016, houdende implementatie van richtlijn nr. 2013/48/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2013 betreffende

Nadere informatie

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Mr. F. Teeven Postbus EH Den Haag

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Mr. F. Teeven Postbus EH Den Haag De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Mr. F. Teeven Postbus 20301 2500 EH Den Haag datum 6 mei 2013 doorkiesnummer 06-18609322 e-mail voorlichting@rechtspraak.nl uw kenmerk 360518 onderwerp Advies

Nadere informatie

Kale kikker of toch kale kip?

Kale kikker of toch kale kip? Kale kikker of toch kale kip? Martine Wouters Het slachtoffer is de afgelopen jaren steeds centraler komen te staan in de Nederlandse straf(proces)wetgeving. 1 Vanaf 1 januari 2014 is het mogelijk om conservatoir

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 20 DECEMBER 2011 P.11.1912.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.11.1912.N E J E V D B, geïnterneerde, eiser, met als raadsman mr. Peter Verpoorten, advocaat bij de balie te Turnhout. I. RECHTSPLEGING

Nadere informatie