BESTEMMINGSPLAN MOORSEL 1 LIEROP GEMEENTE SOMEREN

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "BESTEMMINGSPLAN MOORSEL 1 LIEROP GEMEENTE SOMEREN"

Transcriptie

1 Crijns Rentmeesters BV Witvrouwenbergweg CN Someren BESTEMMINGSPLAN MOORSEL 1 LIEROP GEMEENTE SOMEREN T: F: E: info@crijns-rentmeesters.nl I: Crijns Rentmeesters bv ing. M.J.M. Crijns en M.W.A. van den Heuvel 24 april 2013

2

3 Bestemmingsplan Moorsel 1 Lierop PLANGEGEVENS Naam bestemmingsplan: IMRO idn Moorsel 1 Lierop NL.IMRO.0847.BP VS01 Versie concept december 2011 Versie tweede concept maart 2012 Versie voorontwerp juni 2012 Versie concept ontwerp november 2012 Versie ontwerp januari 2013 Versie voor vaststelling april 2013 Opgesteld door Tweede contactpersoon M.W.A. van den Heuvel M.J.M. Crijns Crijns Rentmeesters bv

4 Crijns Rentmeesters bv Bestemmingsplan Moorsel 1 Lierop

5 INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING Aanleiding Planomschrijving Doel van het bestemmingsplan Vigerend bestemmingsplan Ligging en begrenzing plangebied Leeswijzer HUIDIGE SITUATIE Historie Ruimtelijke structuur Functionele structuur Beeldkwaliteit Monumenten BELEIDSKADER Inleiding Europees beleid Rijksbeleid Provinciaal beleid Regionaal beleid Gemeentelijk beleid MILIEUASPECTEN Bedrijven en milieuzonering Wet Ammoniak en Veehouderij Geluid Bodemkwaliteit Luchtkwaliteit Externe veiligheid Verkeer en parkeren Ecologie Water Archeologie en cultuurhistorie PLANUITGANGSPUNTEN Inleiding Inrichting en ontwikkeling PLANBESCHRIJVING Plansystematiek Bestemmingen UITVOERBAARHEID Economische uitvoerbaarheid 67 Crijns Rentmeesters bv 5

6 7.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid Inspraakprocedure Overleg ex artikel Bro Vooroverleg en gemeentelijk standpunt Zienswijzen 69 Crijns Rentmeesters bv 6

7 1. INLEIDING 1.1 Aanleiding Aan Crijns Rentmeesters bv is opdracht verleend tot het opstellen van een bestemmingsplanherziening voor de herontwikkeling van de locatie Moorsel 1, 5715 PX te Lierop. Deze locatie is thans bestemd als agrarisch bedrijf. Op de locatie wordt het voormalige veehouderijbedrijf gesaneerd en wordt een recreatief bedrijf met groepsaccommodaties, landschapscamping en een ondersteunende horecafunctie ontwikkeld. Eigenaar van de locatie is de familie Pastor, hierna initiatiefnemer genoemd. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Someren heeft besloten in principe en onder voorwaarden medewerking te verlenen aan de beoogde recreatieve ontwikkeling. Om de beoogde herontwikkeling mogelijk te maken dient het vigerende bestemmingplan Buitengebied Someren te worden herzien. Navolgende figuur betreft een luchtfoto van het plangebied in de huidige situatie, waarbij het plangebied rood is omkaderd. Figuur 1: Ligging plangebied in de omgeving (Bron: Google Maps) 1.2 Planomschrijving De locatie zal worden herontwikkeld naar een locatie voor een groen en extensief recreatiebedrijf: Pastoorke van Moorsel. De recreatieve activiteiten zijn gericht op verblijfsrecreatie (kamperen en groepsaccommodaties) en ondersteunende (routegebonden) horeca. De sanering van het veehouderijbedrijf binnen de groenblauwe mantel en het in samenhang ontwikkelen van een recreatiebedrijf met twee groepsaccommodaties, landschapscamping met horecafunctie betekent een kwaliteitsimpuls voor het gebied. De recreatieve structuur aan deze zijde van de Strabrechtse Heide Crijns Rentmeesters bv 7

8 Bestemmingsplan Moorsel 1 Lierop - Toelichting zal aanmerkelijk verbeteren. Het plan zal tevens zorgdragen voor een landschappelijke en ecologische versterking van het plangebied en de directe omgeving. De groepsaccommodaties en de horecafunctie zullen ingepast worden binnen de bestaande gebouwen op de locatie. De voormalige veestallen zullen worden omgevormd tot 2 groepsaccommodaties voor groepen van maximaal 25 en 15 personen. Deze groepsaccommodaties worden speciaal ingericht voor families/groepen waarvan een of meerdere personen een beperking hebben en enige zorg behoeven. Initiatiefnemer kan deze zorg desgewenst bieden. Een gedeelte van het bestaande woonhuis Moorsel 1 zal worden omgezet in een horecaaccommodatie in de vorm van een pleisterplaats met bijbehorend terras en een receptie. De bedrijfswoning wordt gerealiseerd binnen de bestaande langgevelboerderij in het stalgedeelte. De karakteristieke boerderij blijft daarbij behouden. De huisweide bij de boerderij wordt landschappelijk versterkt door de aanplant van bomen en hagen. Ook de tegenover de boerderij gelegen brink zal landschappelijk ingericht worden refererend aan de historische structuur. Dit in de vorm van bloemrijk grasland met hoogstamfruitbomen. Op beperkte schaal worden er kampeermogelijkheden geboden op de huisweide. Deze zal worden ingericht als landschapscamping voor maximaal 20 kampeermiddelen. De beeldkwaliteit van de groepsaccommodaties zal refereren aan historische schuren waardoor het karakter van het boerenerf versterkt wordt. Het geheel zal tevens een functie vervullen als groene/recreatieve poort voor deze zijde van de Strabrechtse Heide. Hiervoor wordt een informatiepunt ingericht binnen de centrale brink. Het belangrijkste uitgangspunt voor deze herontwikkeling is de ruimtelijke kwaliteitsverbetering. Met onderhavige ontwikkeling vindt deze kwaliteitsverbetering plaats. De herontwikkeling van de locatie voldoet aan de beleidskaders van de provincie Noord-Brabant en de gemeente Someren. Met het saneren van de veehouderij wordt verstorende bebouwing opgeknapt en wordt een ammoniakdepositiepiek op de nabijgelegen zeer kwetsbare natuur gesaneerd. Op de vrijkomende locatie worden hiermee mogelijkheden geschapen voor de ontwikkeling van kwalitatief hoogwaardige recreatieve voorzieningen met ontwikkeling van structurerend groen. Navolgend zijn enkele foto impressies van de huidige locatie opgenomen. Figuur 2: Impressie van de huidige situatie Crijns Rentmeesters bv 8

9 Figuur 3: Huidige entree van de Moorsel met wegbeplanting en de centrale brink behorend bij het plangebied 1.3 Doel van het bestemmingsplan Dit bestemmingsplan heeft de sanering van de voormalige veehouderij gevestigd aan Moorsel 1 te Lierop, gemeente Someren en het in samenhang hiermee ontwikkelen van een recreatiebedrijf op deze vrijkomende agrarische locatie ten doel. Het agrarische bouwvlak komt daarbij te vervallen. De recreatieve bestemming komt hiervoor in de plaats. Het bestemmingsplan vormt het juridischplanologisch kader voor de ontwikkeling van een recreatiebedrijf met ondersteunende (routegebonden) horeca binnen het plangebied. 1.4 Vigerend bestemmingsplan Ter plaatse van het plangebied is het bestemmingsplan Buitengebied Someren van de gemeente Someren het vigerende bestemmingsplan. Betreffend bestemmingsplan is door de gemeente Someren vastgesteld op 29 juni Met betrekking tot het plangebied is het bestemmingsplan in werking getreden. De beoogde ontwikkelingen binnen het plangebied zijn binnen de vigerende bestemmingsplanregels niet mogelijk. Derhalve is een herziening van het bestemmingsplan noodzakelijk. In paragraaf 3.6 wordt hier verder op ingegaan. In navolgende figuur is een uitsnede van het vigerende bestemmingsplan weergegeven. Het plangebied is daarbij rood omkaderd. Crijns Rentmeesters bv 9

10 Figuur 4: Aanwijzing plangebied in bestemmingsplan Buitengebied Someren 1.5 Ligging en begrenzing plangebied Het plangebied is gelegen ten westen van de kern Lierop aan Moorsel in een landelijke omgeving, nabij de Strabrechtse Heide. Het plangebied maakt onderdeel uit van het historische gehucht Moorsel en vormt als het ware de poort tot dit gehucht. Aan de noordoostzijde is het oude akkercomplex omgeven door houtwallen. Aan de zuid- en westzijde grenst Moorsel direct aan de Strabrechtse Heide. Moorsel ligt aan een doodlopende weg die ter plaatse van Moorsel eindigt in een lus. Aan de zuidzijde grenst het perceel aan een bestaande bosstructuur. Het plangebied is gelegen op een oude heideontginning en is in totaal hectare groot. In navolgende figuur is een kadastraal overzicht van het plangebied weergegeven. Figuur 5: Kadastrale kaart van het plangebied Crijns Rentmeesters bv 10

11 Kadastrale gegevens Grootte Gemeente Sectie Nummer Hectare Are Centiare Someren O Someren O Figuur 6: Kadastraal overzicht van het plangebied 1.6 Leeswijzer Het bestemmingsplan Moorsel 1 Lierop is vervat in een verbeelding en regels en gaat vergezeld van een toelichting. De verbeelding en de regels vormen tezamen het juridisch bindende deel van het bestemmingsplan. In de toelichting wordt de opzet van het plan beschreven en zijn de aan het plan ten grondslag liggende uitgangspunten vermeld. De toelichting bestaat uit 7 hoofdstukken. Na dit inleidende hoofdstuk wordt in hoofdstuk 2 een beschrijving gegeven van de huidige situatie van het plangebied. In hoofdstuk 3 wordt ingegaan op het vigerende beleid (Europese richtlijnen, rijksbeleid, provinciaal en gemeentelijk beleid). Hoofdstuk 4 beschrijft de voor het bestemmingsplan relevante milieuaspecten. In hoofdstuk 5 wordt ingegaan op de uitgangspunten die ten grondslag hebben gelegen aan het plan. In hoofdstuk 6 wordt vervolgens een toelichting gegeven op de juridische regeling. Hoofdstuk 7 gaat tot slot in op economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid van het plan. Crijns Rentmeesters bv 11

12 Crijns Rentmeesters bv 12

13 2. HUIDIGE SITUATIE 2.1 Historie In het verleden was ter plaatse van het gehucht Moorsel sprake van enkele boerderijen aan een kruispunt en splitsing van wegen (zie historische kaart in navolgende figuur). De lusstructuur stamt uit de jaren 60 van de vorige eeuw. Het plangebied aan Moorsel 1 heeft een grootte van m². De locatie was in het verleden in gebruik als veehouderijbedrijf met een bedrijfswoning (langgevelboerderij), diverse stallen en schuren en weiland met enkele bomen en omzoomd door bosstructuren. Het plangebied maakt onderdeel uit van het historische gehucht Moorsel en vormt als het ware de poort tot dit gehucht doordat het is gelegen aan de ingang ervan. Moorsel is te kenmerken als een historische nederzetting aan de rand van een oude akker (es). Aan de noordoostzijde is het oude akkercomplex, met bolle ligging en omgeven door houtwallen, nog goed herkenbaar. Aan de zuid- en westzijde grenst de nederzetting Moorsel direct aan de Strabrechtse Heide. Moorsel ligt aan een doodlopende weg die ter plaatse van Moorsel thans eindigt in een lus. De boerderijen liggen verspreid rondom deze lus. In het verleden was hier sprake van enkele boerderijen aan een kruispunt en splitsing van wegen (zie historische kaart). Daar waar de wegen bij elkaar kwamen waren typisch kempische driehoeken (ook wel brinken genoemd) te onderscheiden. De lusstructuur stamt uit de jaren 60 van de vorige eeuw en is eigenlijk a-typisch voor de Peel. Deze structuur is om praktische redenen aangelegd om alle boerderijen middels één doorgaande structuur te kunnen ontsluiten. De centrale brink (omsloten door de lus) behoort deels tot het plangebied. De brink is in gebruik als grasland (schapenweide) en is deels omzoomd met bomen. De bestaande boerderij aan Moorsel 1 is omgeven door forse erfbeplantingen, o.a. een aantal oude lindebomen. Aan de zuidzijde grenst het perceel aan een bestaande bosstructuur. De beplanting op het erf en de bosranden bepalen voor een belangrijk deel de landschappelijke structuur van het gebied. De gevelindeling (een extra venster ten behoeve van een extra kamer) van de boerderij aan Moorsel 1 doet vermoeden dat het bouwwerk niet primair de functie van agrarisch bedrijf vervulde. Het pand kan een alternatieve functie gehad hebben, waardoor een extra kamer nodig was en er de financiële middelen voor beschikbaar waren. Een functie waaraan gedacht kan worden is dat deze woning dienst deed als café of herberg, bijvoorbeeld bij een veel gebruikte oversteek over de aangrenzende heide, of dat de eigenaar een andere hogere functie bekleedde, waar deze extra kamer voor gebruikt werd. Crijns Rentmeesters bv 13

14 Figuur 7: Historische kaart van plangebied anno 1929 en historische foto van de boerderij Moorsel Ruimtelijke structuur Inleiding De ruimtelijke structuur wordt gevormd door de bodemopbouw, de geomorfologie en het watersysteem en de hiermee samenhangende natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische (landschaps)waarden. Deze laag wordt ook wel de ondergrond genoemd. In navolgende subparagrafen wordt een beschrijving gegeven van de opbouw van het plangebied welke heeft geleid tot de huidige ruimtelijke structuur. Hierbij is gekozen voor een integrale beschrijving van de ruimtelijke kwaliteit Geomorfologie en bodem De geomorfologische structuur binnen de gemeente Someren wordt met name bepaald door de beken en de daartussen gelegen hogere dekzanden. Ook is in het dekzandlandschap sprake van laagten zoals de verschillende vennen in het gebied. Aanwezige vennen in de nabijheid van het plangebied zijn bijvoorbeeld het Starven, Beuven (grootste ven van Nederland) en Kranenmeer. De waterlopen hebben een belangrijke rol gespeeld in de nederzettingsgeschiedenis. Niet alleen hielden zij het gebied bewoonbaar door het afvoeren van overtollig hemelwater. Zij voorzagen de eerste bewoners in deze streken ook van drinkwater en van vis. Langs de waterlopen lagen de vruchtbare gronden waardoor hier ook de eerste nederzettingen ontstonden. Het plangebied bestaat uit dekzand geclassificeerd als humuspodzolgrond welke is opgebouwd uit leemarm en zwak lemig fijn zand naar het noordwesten overgaand in nattere en zwaardere beekeerdgronden. Ten noordwesten van de locatie is een beekdallaagte gelegen. Moorsel ligt daarmee tegen de dalkop en de bovenloop van een van de beekjes die benedenstrooms de Goorloop vormen. In het kader van een optimaal agrarisch grondgebruik zijn de gronden in het verleden vergraven en, voor ontwatering in natte perioden, van sloten en greppels voorzien. Op de geomorfologische kaart is duidelijk te zien dat ter hoogte van de huidige bebouwing van Moorsel een dekzandrug in het landschap aanwezig is. De bebouwing ligt daarmee wat hoger en droger ten opzichte van de omgeving. De noordoostelijk gelegen akker is een typisch voorbeeld van een es. De grond is opgehoogd door eeuwenlange bemesting met plaggen. De akker ontleent hieraan zijn bolle ligging. De dalvormige laagte aan de noordwestzijde van Moorsel is op de kaart ook goed herkenbaar. Crijns Rentmeesters bv 14

15 Figuur 8: Geomorfologische kaart van het plangebied Water De gemeente Someren kent een natuurlijke afwatering via een aantal laaglandbeekstelsels. Voeding van de beken vindt plaats door grondwater, regenwater, afstromend oppervlaktewater en lokale kwel. Voor het plangebied is het beekdal van de Goorloop en zijn bovenlopen van belang. Qua waterhuishouding is een duidelijk onderscheid waarneembaar tussen de beekdalen aan de oostzijde van de gemeente Someren en de hogere drogere gronden met oude akkers en oude heideontginningen ter plaatse van Moorsel, in casu het plangebied. Ten noordwesten van het plangebied valt ook de kop van het beekdal van de Goorloop op. Het plangebied ligt daarmee in het beekdalsysteem van laatstgenoemde beek. De hogere delen van het natuurgebied de Strabrechtse Heide zijn gelegen op de dekzandruggen. Het water infiltreert hier en komt als lokale kwel in de beekdalen o.a. ter hoogte van Moorsel aan de oppervlakte. Het watersysteem is een samenhangend geheel van grond- en oppervlaktewater. De watersysteembenadering stelt dit systeem centraal bij de locatieafweging van verschillende functies. Deze benadering verdeelt een watersysteem in drie gebieden: infiltratiegebieden, intermediaire gebieden en kwelgebieden. Het plangebied is gelegen in een infiltratiegebied en in de directe nabijheid is sprake van sterke kwel. Crijns Rentmeesters bv 15

16 Figuur 9: Kwel en infiltratie plangebied en omgeving Infiltratiegebieden zijn de relatief hooggelegen en doorlatende zandgronden. Ze vormen het voedingsgebied voor de kwel die in de laaggelegen kwelgebieden uittreedt. Ter plaatse van de noordwestelijke gronden komt lokaal sterke kwel voor. Deze kwel vormt de voeding voor de bovenloop van de Goorloop Landschap en natuur De landschappelijke structuur wordt met name bepaald door de beekdalen. Tussen de beekdalen zijn de hogere gronden gelegen, waarop oorspronkelijk bos en heidegebieden lagen. Thans zijn deze gronden voor een belangrijk deel ontgonnen met centraal nog enkele grote heiderestanten. De oude landbouwontginningen zijn vooral te vinden aan de zuidzijde van de Strabrechtsche Heide. Op de overgangen tussen de beekdalen en de hogere gronden zijn de woonkernen (dorpen, gehuchten en bebouwingslinten) met omliggende oude akkerlanden gelegen. Ook Moorsel vormt hierop geen uitzondering. De lokale kwel (een van de brongebieden van de Goorloop) heeft er voor gezorgd dat de eerste boeren zich hier gevestigd hebben. Hier is sprake van een kleinschalige ontginning rond een gemeenschappelijke es en enkele kleinere akkertjes nabij het gehucht. Het historische landschap is thans nog goed herkenbaar en redelijk intact. Vooral de akkerstructuur omringd met houtwallen is goed bewaard gebleven. Ook het gehucht Moorsel is landschappelijk van grote waarde. Op de erven van de historische langgevelboerderijen en langs de weg staan nog veel oude bomen en hagen. Het plangebied is gelegen aan de ingang van Moorsel. De centrale brink (omsloten door de lus) behoort tot het plangebied. De brink is in gebruik als grasland (schapenweide) en is deels omzoomd met bomen. De bestaande boerderij aan Moorsel 1 is omgeven door forse erfbeplantingen met deels oude bomen (o.a. 11 oude lindebomen). Aan de zuiden oostzijde grenst het perceel aan een bestaande bosstructuur. De beplanting op het erf en de bosranden bepalen voor een belangrijk deel de landschappelijke waarde van het gebied. Op het erf is een kleine boomgaard aanwezig. Crijns Rentmeesters bv 16

17 Bestemmingsplan Moorsel 1 Lierop - Toelichting Figuur 10: Brinkweiland omzoomd door bomen Figuur 11: Bestaande stallen met op de achtergrond forse erfbeplantingen Cultuurhistorie De provincie Noord-Brabant heeft de belangrijkste cultuurhistorische waarden geïnventariseerd middels de Cultuurhistorische Waardenkaart (CHW). Uit verscheidene archeologische vondsten is gebleken dat het gebied rondom Lierop reeds tijdens het Mesolithicum (de middensteentijd, ca v.c.) bewoond was. In het gebied zijn bewoningssporen gevonden uit de IJzertijd en de Vroege en Late Middeleeuwen. Het is dan ook waarschijnlijk dat het gebied al enkele duizenden jaren min of meer permanent wordt bewoond. De oorsprong van Moorsel is waarschijnlijk een ontginning door de abdij van Postel in de twaalfde eeuw. In 1840 bestond het gebied uit een kleinschalig cultuurlandschap met graslanden langs het beekje dat van Moorsel naar de Broekkamp stroomde, en een groot akkercomplex tussen Moorsel en Oeijenbraak. Aan de zuid- en oostkant lagen enkele heidevelden en bospercelen die de Moorselse akkers scheidden van de Lieropse buurtschap Heieind. Ondanks veranderingen in de percelering is deze indeling nog herkenbaar. Crijns Rentmeesters bv 17

18 Rond de Moorselse akkers liggen hier en daar wallen en met beplanting gefixeerd stuifzand. In het gebied liggen naast Moorsel meerdere waardevolle buurtschappen, te weten Oeijenbraak en Heieind. De buurtschappen kenmerken zich door oude (langgevel)boerderijen uit de periode Bij de ruilverkaveling, omstreeks 1970, is de percelering deels gewijzigd. Het gebied kent een samenhang met de akkercomplexen bij Hersel, met de jonge heidebebossingen in het gebied Lieropsche Heide, Blauwe Kei, met de Strabrechtsche Heide en met de jonge ontginning in het Meerven. De achterzijde van het plangebied is gelegen tegen een cultuurhistorisch landschapselement. Dit betreft bos en houtwallen Moorsel e.o.. Onderstaande figuur betreft een uitsnede van de Cultuurhistorische waardenkaart uit 2006 met daarin het historisch groen. Figuur 12: Uitsnede Cultuurhistorische waardenkaart 2006, provincie Noord-Brabant Het historische groen zal behouden blijven ter plaatse van het plangebied aan Moorsel 1. Dit gedeelte zal de bestemming Bos behouden, waardoor het behoud van historisch groen zeker gesteld is. De afrastering die thans geplaatst is direct tegen de groenstructuur (waaronder een houtwal) zal op enige afstand van de groenstructuur geplaatst worden waardoor de groenstructuur beter wordt beschermd tegen veevraat en er meer ruimte ontstaat voor een spontane ontwikkeling van een zoom- en mantelvegetatie. Het plangebied zal landschappelijk worden ingepast met de aanplant van verschillende streekeigen bomen en hagen. Met deze herontwikkeling zal een geleidelijke overgang ontstaan van agrarisch naar bos. Het grasland zal extensiever worden beheerd waardoor er een meer bloemrijk graslandtype ontstaat. Door al deze maatregelen zullen meer vogels, vlinders en andere nuttige insecten voorkomen, wat tevens zorgt voor een verhoogde recreatieve waarde. In het bijgevoegde inrichtingsplan zal deze landschappelijke inpassing verder worden toegelicht. 2.3 Functionele structuur De functionele structuur van het buitengebied van Someren bestaat uit het gebruik van de ruimte voor wonen, werken, landbouw, natuur en recreatie. De infrastructuur maakt ook onderdeel uit van deze functionele structuur. In het ruimtelijke beleid wordt de infrastructuur steeds belangrijker. De keuze voor de uitbreiding en vestiging van een recreatiebedrijf wordt voor een belangrijk deel mede bepaald door de ontsluiting van het gebied. Daarbij is vooral de aansluiting op de recreatieve infrastructuur van de gemeente van belang. Crijns Rentmeesters bv 18

19 2.3.1 De functionele structuur in zijn omgeving Het plangebied voor realisatie van recreatiebedrijf Pastoorke van Moorsel is gesitueerd in een gedeelte van Lierop dat bestaat uit een oud ontginningslandschap grenzend aan kwetsbare natuur. Ter plaatse van het plangebied was in het verleden een melkrundveehouderij gevestigd. De veehouderij heeft op deze locatie geen toekomst meer. De ontwikkeling van een recreatiebedrijf is in recreatief opzicht een goede aanvulling op de voorzieningen binnen Someren en de kern Lierop (i)dop. De behoefte aan een recreatieve poort voor de Strabrechtse Heide en de directe omgeving kan door dit initiatief ingevuld worden. De locatie ligt op een knooppunt van wandelwegen en fietsroutes. Het recreatiebedrijf kan een belangrijke functie vervullen als pleisterplaats, informatie en rustpunt binnen deze structuur Wegenstructuur Het netwerk van wegen is onderverdeeld in stroomwegen, gebiedsontsluitingswegen en erftoegangswegen. Stroomwegen (autosnelwegen en de autowegen) zijn bedoeld voor een continue, ongestoorde verkeersafwikkeling met een relatief hoge snelheid. De gemeente Someren is ontsloten op het snelwegennet via de A67 welke de steden Eindhoven en Venlo verbindt. Deze snelweg loopt aan de noordzijde van de kern Lierop. Lierop is via de Laan ten Boomen met de A67 verbonden. Parallel aan het Zuid-Willemskanaal is de N266 gelegen. De gebiedsontsluitingswegen zorgen voor de uitwisseling van verkeer tussen de kernen onderling. Belangrijke gebiedsontsluitingswegen in de omgeving van het plangebied zijn de Somerenseweg en de Lieropsedijk, welke de kernen Lierop en Someren met elkaar verbinden. De rest van het wegenstelsel is erftoegangsweg. Erftoegangswegen hebben een functie voor het toegankelijk maken van verspreide erven buiten de bebouwde kom. Onder deze categorie kan ook de Moorsel, waaraan het plangebied is gelegen, worden gerangschikt. De Moorselseweg is tussen de aansluiting aan de Meervensedijk en het gehucht Moorsel verhard en eindigt in een lus (Moorsel genaamd). De weg kent onverharde zijwegen die meestal afgesloten zijn voor autoverkeer. Deze onverharde wegen vormen de recreatieve entree (poort) voor de achtergelegen natuur- en landbouwgebieden. In de gemeente ligt een primair gemeentelijk fietsnetwerk met aansluitingen op provinciale fietspaden. Op de drukkere wegen zoals de Lieropsedijk zijn vrijliggende fietspaden aangelegd. Vanwege lage intensiteit van het autoverkeer worden veel van de erftoegangswegen ook gebruikt door het fietsverkeer. Het plangebied voor het recreatiebedrijf heeft een directe aansluiting op lokale recreatieve routestructuren en het regionale fietsknooppuntennetwerk en ligt tevens aan of in de directe nabijheid van enkele belangrijke wandelroutestructuren. De locatie kan daarmee een belangrijke functie vervullen als recreatief knooppunt en recreatieve poort. De gemeente Someren is niet aangesloten op het spoorwegennet. Crijns Rentmeesters bv 19

20 2.4 Beeldkwaliteit Voor de beeldkwaliteit van de accommodaties zal aansluiting gezocht worden bij de bebouwing op de historische boerenerven en de hoeves in de omgeving. Onderstaand is een foto-impressie opgenomen van de te realiseren beeldkwaliteit. De groepsaccommodaties zullen ingepast worden binnen de bestaande bebouwing. De verbouwing zal uitgevoerd worden met natuurlijke materialen (baksteen met aardse kleuren, gebakken dakpannen en/of houten wand afwerkingen). Het geheel zal een uitstraling krijgen van een boerenerf passend in de omgeving. Figuur 13: Beoogde beeldkwaliteit 2.5 Monumenten Rijksmonumenten worden beschermd op grond van de Monumentenwet Binnen het plangebied zijn geen rijksmonumenten gelegen. Naast de rijksmonumenten is een aantal gebouwen op de gemeentelijke monumentenlijst geplaatst. Deze monumenten worden voor afbraak of wijziging behoed door middel van in de gemeentelijke monumentenverordening opgenomen voorschriften. In het plangebied bevinden zich ook geen gemeentelijke monumenten. Naast de rijks- en gemeentelijke monumenten is een aantal gebouwen binnen de gemeente door de provincie aangewezen als cultuurhistorisch waardevolle bebouwing. De woning Moorsel 1 en de woningen aan Moorsel 3 en Moorsel 7 zijn aangeduid als een MIP-monument. De karakteristieke boerderij Moorsel 1 blijft met de herontwikkeling behouden. Tevens wordt de bebouwing in zijn oude uitstraling hersteld, mede door middel van aanplant die karakteristiek is voor het landschapstype. Ook worden de bijgebouwen kwalitatief verbeterd door de oprichting van de groepsaccommodaties in de bijgebouwen. Door aan deze locatie een nieuwe economische functie te geven is gegarandeerd dat de boerderij duurzaam behouden blijft. De herontwikkeling van het plangebied heeft dan ook geen Crijns Rentmeesters bv 20

21 negatief effect op het MIP-monument. Navolgende figuur betreft een historische foto van de woning Moorsel 1 te Lierop. Figuur 14: Boerderij Moorsel 1 te Lierop Crijns Rentmeesters bv 21

22 Crijns Rentmeesters bv 22

23 3. BELEIDSKADER 3.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt ingegaan op het vigerende beleid dat geldt voor het plangebied. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in beleid en regelgeving op Europees, rijks-, provinciaal, regionaal en gemeentelijk niveau. Op de noodzakelijke onderzoeken die voortvloeien uit het beschreven beleid en op welke wijze hiermee rekening wordt gehouden in de regels, wordt in hoofdstuk 4 en 5 van dit bestemmingsplan nader ingegaan. 3.2 Europees beleid Vogel- en Habitatrichtlijn Door de Europese Unie zijn richtlijnen uitgevaardigd ter bescherming van bedreigde plant- en diersoorten en leefgebieden in Europa. Als concrete richtlijnen worden genoemd de Europese Vogelrichtlijn en de Europese Habitatrichtlijn. Die richtlijnen moeten door de lidstaten worden vertaald naar concrete aanwijzing van gebieden die op grond van deze criteria wettelijke bescherming krijgen. De aanwijzing van gebieden tot beschermd natuurgebied in het kader van de Vogelrichtlijn of Habitatrichtlijn vindt plaats aan de hand van soortenlijsten van zeldzame of bedreigde plant- en diersoorten. Wanneer in een gebied bepaalde soorten voorkomen, of een bepaald percentage van de Europese populatie herbergt, dan komt zo n gebied in aanmerking voor plaatsing onder de betreffende richtlijn. De rechtsgevolgen die voortvloeien uit de Habitatrichtlijn betreffen onder meer de verplichting om passende maatregelen te nemen om de kwaliteit van de leefgebieden van beschermde soorten niet te laten verslechteren. Verder mogen er geen storende factoren in gebieden optreden, die negatieve gevolgen hebben voor het voortbestaan van de soorten die door de Habitatrichtlijn beschermd worden. Nieuwe plannen of projecten in en in de nabijheid van speciale beschermingszones moeten conform de richtlijn worden getoetst. Belangrijk in dat verband is of er in het plangebied bepaalde beschermde soorten voorkomen. Het plangebied ligt niet binnen een aangewezen Vogelrichtlijn- of Habitatrichtlijngebied. Wel is op enige afstand van het plangebied een Habitatrichtlijngebied gelegen. Het gebied Strabrechtse Heide en Beuven behoort als Habitatrichtlijngebied tot de Europese Ecologische Hoofdstructuur Natura Dit gebied ligt op ruim meter afstand ten westen en ten zuiden van het plangebied. Bij de ontwikkeling en inrichting van het recreatiebedrijf Pastoorke van Moorsel dient rekening gehouden te worden met de mogelijke invloed op de in de omgeving voorkomende Natura 2000-gebieden en de daarin voorkomende Habitattypen en aandachtsoorten. Navolgende figuur geeft de ligging van het plangebied ten opzichte van het Habitatrichtlijngebied weer. Crijns Rentmeesters bv 23

24 Figuur 15: Ligging plangebied ten opzichte van habitatrichtlijngebieden Het gros van de recreanten die Moorsel bezoeken wil gewoon lekker even uitwaaien in de natuur en zal dan ook vooral gebruikmaken van de korte ommetjes (maximaal 1,5 km blijkt uit onderzoek) en de faciliteiten die het recreatiebedrijf en de directe omgeving bieden. Zij zullen de kwetsbare delen van de natuurgebieden dan ook niet bereiken. Extra recreatieve aandacht op dit deel van de Strabrechtse Heide kan er zelfs toe bijdragen dat de kwetsbare delen ontlast worden. Het horecagedeelte van Pastoorke van Moorsel is beperkt van omvang en in de wintermaanden in beperkte mate geopend. In de wintermaanden is er dan ook slechts in zeer beperkte mate sprake van extra recreatieve druk. De beoogde ontwikkeling heeft door de concentratie van de recreatiedruk en het versterken van het recreatieve product, op voldoende afstand van de Natura 2000, geen negatieve effecten op de natuurwaarde in de gevoelige gebieden binnen de aangewezen Habitatrichtlijngebieden. In paragraaf 4.8 wordt verder ingegaan op het aspect ecologie Verdrag van Valletta (Malta) (1992) In 1992 is in Valletta (Malta) het Europees verdrag over de bescherming van het archeologisch erfgoed ondertekend. Doel van het verdrag van Valletta (beter bekend als het verdrag van Malta) is de bescherming van het archeologisch erfgoed als bron van het gemeenschappelijk geheugen en als middel voor geschiedkundige en wetenschappelijke studie. Het verdrag bepaalt onder andere dat archeologische belangen tijdig worden betrokken bij planvorming van ruimtelijke ontwikkelingen. Bij grootschalige werken in de bodem moeten archeologen worden geraadpleegd. In paragraaf 4.10 wordt verder ingegaan op de mogelijke aanwezigheid van cultuurhistorische of archeologische waarden in het plangebied. Crijns Rentmeesters bv 24

25 3.3 Rijksbeleid Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte Op 13 maart 2012 is door de minister van Infrastructuur en Milieu het vaststellingsbesluit zoals bedoeld in de Wet ruimtelijke ordening (Wro) van de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) ondertekend. Daarmee is het nieuwe ruimtelijke en mobiliteitsbeleid zoals uiteengezet in de SVIR van kracht geworden. Deze structuurvisie geeft een totaalbeeld van het ruimtelijk en mobiliteitsbeleid op rijksniveau. De SVIR vervangt de Nota Ruimte, de Structuurvisie Randstad 2040, de Nota Mobiliteit, de MobiliteitsAanpak en de Structuurvisie voor de Snelwegomgeving. Het hoofdthema van de SVIR is: Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig. De structuurvisie geeft een visie voor Nederland tot het jaar Er zijn in de structuurvisie drie hoofddoelen opgenomen om Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig te houden voor de middellange termijn (2028). Deze doelen zijn: - Het vergroten van de concurrentiekracht van Nederland door het versterken van de ruimtelijk economische structuur van Nederland; - Het verbeteren en ruimtelijk zekerstellen van de bereikbaarheid waarbij de gebruiker voorop staat; - Het waarborgen van een leefbare en veilige omgeving waarin unieke natuurlijke en cultuurhistorische waarden behouden zijn. Voor een aanpak die Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig maakt, is een nieuwe aanpak in het ruimtelijk en mobiliteitsbeleid geformuleerd. Het Rijk laat de ruimtelijke ordening meer over aan gemeenten en provincies ( decentraal, tenzij ) en werkt aan eenvoudigere regelgeving. Het Rijk kiest voor een selectievere inzet van rijksbeleid op slechts 13 nationale belangen. Buiten deze belangen hebben decentrale overheden beleidsvrijheid. De verantwoordelijkheid voor de afstemming tussen verstedelijking en groene ruimte op regionale schaal laat het Rijk over aan de provincies. De beoogde herontwikkeling betreft de wijziging van een agrarisch bouwvlak naar een recreatief bedrijf met een kleinschalige horecatak, waarbij een leefbare en veilige omgeving wordt gewaarborgd en tevens zorg wordt gedragen voor het behoud van cultuurhistorisch waardevolle bebouwing. Het draagt tevens bij aan de doelstellingen zoals gesteld in de Verordening ruimte 2012 van de provincie Noord-Brabant. 3.4 Provinciaal beleid De transitie van stad en platteland Op 9 december 2011 is door Provinciale Staten van de provincie Noord-Brabant het beleidsdocument De transitie van stad en platteland, een nieuwe koers vastgesteld. In dit document is door Provinciale Staten een tussenbalans opgemaakt van de veranderingen van het landelijke gebied door toepassing van de reconstructie en het Programma Landelijk Gebied. Met dit koersdocument is de visie, de strategie en een begin van de tactiek voor het landelijke gebied opnieuw gedefinieerd. Er zijn drie hoofdlijnen die de richting van de gewenste ontwikkeling aangegeven. Deze richtlijnen zijn: Brabant als multifunctioneel landschap; Productie van kwaliteit en toegevoegde waarde in plaats van bulk; Crijns Rentmeesters bv 25

26 Een andere sturingsfilosofie. In het beleidsdocument wordt dit per thema nader uiteengezet. Dit betreft de thema s Samenhang als uitgangspunt, Economie, Een economisch vitaal landelijk gebied, Landbouw en Agrofood, Innovatie en breedte in het MKB, Vrijetijdseconomie, Natuur, landschap en water, en Leefbaarheid en gezondheid. Vrijetijdseconomie is na landbouw en agrofood een sterke sector in Brabant. Zowel in Brabantse steden als in het Brabantse buitengebied is het een sector die in belang toeneemt en belangrijke kansen biedt. De gemeente Someren speelt hierop in met het gehucht Moorsel waarbij de recreatieve waarde van het landschap wordt versterkt en de verbinding met andere sectoren wordt gelegd. De beoogde herontwikkeling aan Moorsel 1 door het oprichten van een recreatiebedrijf is dan ook passend binnen De transitie van stad en platteland, een nieuwe koers Structuurvisie Ruimtelijke Ordening Op 1 oktober 2010 heeft Provinciale Staten van Noord-Brabant de Structuurvisie Ruimtelijke Ordening (SVRO) vastgesteld. Deze structuurvisie Ruimtelijke Ordening is op 1 januari 2011 in werking getreden. De Structuurvisie Ruimtelijke Ordening geeft de hoofdlijnen van het provinciale ruimtelijke beleid tot 2025 weer, met een doorkijk tot het jaar Samen met de Verordening ruimte vervangt de Structuurvisie Ruimtelijke Ordening de interimstructuurvisie, de paraplunota, de uitwerkingsplannen van het streekplan en het beleidsdeel van de reconstructieplannen. Ook is de visie op het landschap verwerkt in de Structuurvisie Ruimtelijke Ordening. De kwaliteiten binnen de provincie Noord-Brabant zijn sturend bij de te maken ruimtelijke keuzes. Deze ruimtelijke keuzes zijn van provinciaal belang en zijn geformuleerd als: - het versterken van regionale contrasten tussen klei, zand en veenontginningen; - ontwikkeling van een vitaal en divers platteland; - het creëren en behouden van een robuust water en natuursysteem; - het realiseren van een betere waterveiligheid door preventie; - de koppeling van waterberging en droogtebestrijding; - het geven van ruimte voor duurzame energie; - de concentratie van verstedelijking; - het ontwikkelen van een sterk stedelijk netwerk: Brabantstad; - het creëren van groene geledingszones tussen steden; - het ontwikkelen van goed bereikbare recreatieve voorzieningen; - het ontwikkelingen van economische kennisclusters; - internationale bereikbaarheid; - de beleefbaarheid van stad en land vanaf de hoofdinfrastructuur. De Verordening ruimte is één van de uitvoeringsinstrumenten voor de provincie Noord-Brabant om bovenstaande doelen te realiseren. In de Verordening ruimte worden kaderstellende elementen uit het provinciaal beleid vertaald in regels die van toepassing zijn op de gemeentelijke bestemmingsplannen. De Structuurvisie Ruimtelijke Ordening wordt nader uitgewerkt in de Verordening ruimte. Deze Verordening wordt hierna besproken. Crijns Rentmeesters bv 26

27 3.4.3 Verordening ruimte 2012 Op 11 mei 2012 hebben Provinciale Staten van Noord-Brabant de Verordening ruimte 2012 (Verordening) vastgesteld. Deze planologische Verordening stelt eisen aan door de gemeenten in Noord-Brabant op te stellen bestemmingsplannen en andere planologische maatregelen en vormt een toetsingskader voor vergunningaanvragen. De onderwerpen die in de Verordening ruimte staan, komen uit de provinciale Structuurvisie Ruimtelijke Ordening. Daarin staat welke belangen de provincie wil behartigen en hoe ze dat wil doen. De Verordening is daarbij één van de manieren om die provinciale belangen veilig te stellen. De Verordening ruimte 2012 bevat in grote lijnen de volgende onderwerpen: - Bevordering van ruimtelijke kwaliteit - stedelijke ontwikkeling; - ecologische hoofdstructuur; - water; - groenblauwe mantel; - aardkunde en cultuurhistorie; - agrarisch gebied; - intensieve veehouderij - glastuinbouw; - niet-agrarische ruimtelijke ontwikkelingen buiten bestaand stedelijke gebied; - regionaal ruimtelijk overleg; - bevoegdheden van Gedeputeerde Staten. Navolgende figuren geven een overzicht van de aanduiding van het plangebied in de Verordening ruimte. Figuur 16: Aanduiding plangebied in Verordening ruimte Ontwikkeling intensieve veehouderij Het plangebied is in de Verordening ruimte aangeduid als gelegen in een extensiveringsgebied. Een extensiveringsgebied is gedefinieerd als: ruimtelijk begrensd gedeelte van een reconstructiegebied met het primaat wonen of natuur, waar uitbreiding, hervestiging of nieuwvestiging van in ieder geval intensieve veehouderij onmogelijk is of in het kader van de reconstructie onmogelijk zal worden gemaakt. Ontwikkelingsmogelijkheden voor de intensieve veehouderij zijn in extensiveringsgebieden Crijns Rentmeesters bv 27

28 uitgesloten. De beoogde wijziging van het plangebied van de bestemming Agrarisch Agrarisch bedrijf naar een recreatieve bestemming is passend binnen extensiveringsgebieden. Figuur 17: Aanduiding plangebied in de Verordening ruimte Natuur en landschap Het plangebied aan Moorsel 1 is aangewezen als gelegen in de Groenblauwe mantel, Attentiegebied ehs en voor een klein gedeelte binnen de Ecologische hoofdstructuur. Een ontwikkeling welke is gelegen in de Groenblauwe mantel dient bij te dragen aan het behoud, herstel of duurzame ontwikkeling van het watersysteem en de ecologische en landschappelijke waarden en kenmerken van de onderscheidende gebieden. Het plangebied aan Moorsel 1 zal landschappelijk worden versterkt. De aanwezige natuur zal daarmee behouden blijven, waarbij zelfs het landschap wordt versterkt door de aanleg van hagen en erfbeplanting. Ontwikkelingen welke plaatsvinden binnen een Attentiegebied ehs mogen geen negatief effect hebben op de waterhuishouding ter plaatse. Binnen het attentiegebied worden regels gesteld ten aanzien van onder andere het verzetten van grond van meer dan 100 m³ of op een diepte van meer dan 60 cm. beneden maaiveld. Naar aanleiding van de vooroverlegreactie van de provincie Noord-Brabant d.d. 23 augustus 2012 wordt het plangebied met de herontwikkeling mede bestemd met de dubbelbestemming Waarde Attentiegebied EHS. Hiertoe zijn eveneens regels opgenomen is de regels van het bestemmingsplan Moorsel 1 Lierop. Ter plaatse van het plangebied zal geen sprake zijn van nieuwe bebouwing. Er zullen dan ook geen veranderingen plaatsvinden met betrekking tot de waterhuishouding. In bijgevoegd Inrichtingsplan wordt de landschappelijke inpassing van het plangebied verder toegelicht. Een ontwikkeling welke is gelegen binnen de ecologische hoofdstructuur strekt tot het behoud, herstel of de duurzame ontwikkeling van de ecologische waarden en kenmerken van de onderscheiden gebieden. Rekening zal gehouden moeten worden met overige aanwezige waarden en kenmerken, waaronder de cultuurhistorische waarden en kenmerken. De gronden aan de zuid- en zuidoostzijde van het plangebied zijn gelegen binnen de ecologische hoofdstructuur en zijn thans bestemd als Bos. Met de beoogde herontwikkeling zullen hier geen veranderingen plaatsvinden en zal dit gedeelte de bestemming Bos behouden waarmee de ecologische waarden en kenmerken blijven behouden. Crijns Rentmeesters bv 28

29 Figuur 18: Aanduiding plangebied in de Verordening ruimte Cultuurhistorie Het plangebied aan Moorsel 1 is aangewezen als gelegen in een Cultuurhistorisch vlak en nabij een Aardkundig waardevol gebied. In de Verordening ruimte is bepaald dat plannen, projecten of handelingen niet zijn toegestaan indien zij de wezenlijke kenmerken en waarden van het gebied aantasten. Dit betekent dat het bestemmingsplan moet voorzien in een beschermende regeling zoals een vergunningstelsel en waar nodig verbodsbepalingen. Onderhavig bestemmingsplan kent aan het plangebied de dubbelbestemming Waarde Archeologie toe waarmee de bescherming van het gebied is gewaarborgd. Daarnaast draagt onderhavige ontwikkeling bij aan een versterking van de kenmerken en waarden in het gebied. De groenstructuur wordt versterkt en de bestaande bebouwing wordt opgewaardeerd. Regels voor niet-agrarische ruimtelijke ontwikkelingen Onderhavige ontwikkeling dient getoetst te worden aan de regels voor niet-agrarische ruimtelijke ontwikkelingen. Artikel 11.6 Verordening ruimte bepaalt dat een VAB-vestiging van een niet-agrarische ruimtelijke ontwikkeling binnen de groenblauwe mantel of agrarisch gebied wordt toegestaan mits dit niet leidt tot een bestemmingsvlak met een oppervlakte groter dan m². Artikel 11.8 Verordening ruimte, eerste lid, bepaalt echter dat in afwijking tot artikel 11.6, binnen een agrarisch gebied, niet zijnde een landbouwontwikkelingsgebied, kan worden voorzien in een VABvestiging of een uitbreiding van een horecabedrijf of van een maatschappelijke voorziening, mits de beoogde ontwikkeling niet leidt tot een bestemmingsvlak met een omvang van meer dan 1,5 hectare. De Verordening ruimte 2012 van de provincie Noord-Brabant stelt dat een groepsaccommodatie valt onder de noemer horecabedrijven. Met de beoogde herontwikkeling zal sprake zijn van een VABvestiging van een horecabedrijf in de vorm van twee groepsaccommodaties met landschapscamping en horecafunctie. Navolgend wordt toegelicht dat tevens wordt bijgedragen aan de bevordering van de ruimtelijke kwaliteit. Bevordering van de ruimtelijke kwaliteit Artikel 2.1 van de Verordening ruimte bepaalt dat een ruimtelijke ontwikkeling buiten bestaand stedelijk gebied bij moet dragen aan de zorg voor het behoud en de bevordering van de ruimtelijke Crijns Rentmeesters bv 29

30 kwaliteit van het daarbij betrokken gebied en de naaste omgeving, in het bijzonder aan het principe van zorgvuldig ruimtegebruik. Verzekerd dient daarbij te worden dat gebruik wordt gemaakt van bestaande bebouwing, tenzij in de Verordening ruimte anders is bepaald. Het plangebied aan Moorsel 1 zal plaats bieden aan de erfvoorzieningen waarbij een landschappelijke inpassing zal worden gerealiseerd. Daarbij wordt gebruik gemaakt van de bestaande bebouwing. In paragraaf 5.2 van onderhavige toelichting is de landschappelijke inpassing nader toegelicht, waarbij wordt aangetoond dat sprake zal zijn van zorgvuldig en zuinig ruimtegebruik. Artikel 2.2 van de Verordening ruimte bepaalt dat een ruimtelijke ontwikkeling dient te leiden tot een ruimtelijke kwaliteitsverbetering. Deze kwaliteitsverbetering dient te passen binnen de hoofdlijnen van de door de gemeente voorgenomen ontwikkeling van het gebied zoals gesteld in bijvoorbeeld de structuurvisie. De gemeente Someren heeft in januari 2010 de Structuurvisie Buitengebied vastgesteld. Deze structuurvisie beschrijft en verbeeldt de ruimtelijke kwaliteiten in het buitengebied en beschrijft de wijze waarop de gemeente deze kwaliteiten wil verbeteren. In de structuurvisie wordt gesteld dat ter plaatse van het gehucht Moorsel in Lierop de specifieke kansen liggen in een afstemming van recreatie, natuur en rustbeleving. Met de beoogde ontwikkeling wordt bijgedragen aan de ruimtelijke kwaliteitsverbetering van bebouwingsconcentratie Moorsel. In paragraaf wordt de structuurvisie verder toegelicht. Binnen het plangebied wordt een kwaliteitsverbetering toegepast in de vorm van de aanleg van landschapselementen. Het weiland wordt ontwikkeld als bloemrijk grasland omzoomd door hagen. Het gehele terrein zal landschappelijk worden aangekleed met een passende beplanting in de vorm van struweel, haagbeplanting, solitaire bomen en boomgroepen (laanbomen, hoogstamfruitbomen). In bijgevoegd inrichtingsplan is dit verder uitgewerkt. Sinds 1 juli 2005 kent het provinciaal ruimtelijk beleid de rood-met-groen-koppeling. Dit houdt in dat, wanneer uitbreiding van het stedelijk ruimtebeslag ten koste van het buitengebied onontkoombaar is, die uitbreiding gepaard gaat met een verbetering van de ruimtelijke kwaliteit elders in het buitengebied. In de Structuurvisie ruimtelijke ordening en de Verordening ruimte is de rood-met-groenkoppeling vertaald in het principe van kwaliteitsverbetering van het landschap. De Handreiking Kwaliteitsverbetering van het landschap, De rood-met-groen koppeling van de provincie Noord- Brabant biedt informatie om invulling te geven aan het principe van kwaliteitsverbetering van het landschap. Navolgend is een berekening van de door initiatiefnemer te leveren tegenprestatie in de vorm van een kwaliteitsverbetering van het landschap op basis van deze handreiking weergegeven. De recreatieve voorzieningen, groepsaccommodaties en ondersteunende horeca met terras worden gerealiseerd op het agrarische bouwvlak binnen bestaande voormalige agrarische bedrijfsbebouwing. De gronden aan de zuid- en zuidoostzijde van het plangebied zijn gelegen binnen de ecologische hoofdstructuur. In de Verordening ruimte 2012 is bepaald dat het principe van kwaliteitsverbetering niet geldt binnen de ecologische hoofdstructuur. Het gedeelte binnen de ehs zal met de beoogde herontwikkeling geen veranderingen ondergaan. Dit gedeelte wordt met de berekening van kwaliteitsverbetering niet meegenomen. In de handreiking kwaliteitsverbetering van het landschap (provincie Noord-Brabant 1 november 2011) is aangegeven dat de waarde van een agrarisch bouwvlak bebouwd (incl. bedrijfswoning) wordt Crijns Rentmeesters bv 30

31 getaxeerd op 25,-/m². Het agrarisch bouwvlak heeft in de huidige situatie een oppervlakte van m² en kent daarmee een waarde van ,-. Het overige gedeelte van het plangebied (excl. Bos binnen de ecologische hoofdstructuur) is bestemd als Agrarisch met waarden Landschappelijke waarden en wordt getaxeerd op 5,-/m². Met een oppervlakte van m² is de waarde van deze grond ,-. Het totale gedeelte van het plangebied welke wordt meegenomen met de berekening van de kwaliteitsverbetering kent daarmee een waarde van ,-. De landschapscamping (maximaal 20 plaatsen) wordt getaxeerd op een waarde van 10,- (getaxeerde waarde Crijns Rentmeesters bv) op basis van de gebruiksmogelijkheden van deze gronden. De ondergrond zal worden verschraald en beheerd als bloemrijk grasland. De brink aan de overzijde van het recreatiebedrijf zal worden bestemd naar Natuur, waarbij zal worden geïnvesteerd in de natuurwaarden van het gebied. Aan de westzijde van het plangebied wordt tevens een natuurstrook aangelegd, om een natuurlijke afscheiding te creëren naar het naastgelegen perceel. De ondergrond wordt hiermee afgewaardeerd van agrarische grond ( 5,-/m²) naar natuur met een waarde van 1,-/m². De ondergrond van de natuurbestemming zal een waarde kennen van 1,-/m². Ter plaatse van de groepsaccommodaties, de horecagelegenheid, bedrijfswoning en de parkeerplaatsen is sprake van meer gebruiksmogelijkheden. Deze gronden zullen alle intensief gebruikt worden voor de recreatie en daarmee een waarde kennen van 50,-/m² (getaxeerde aan de hand van Voorbeeld 4 van de Handreiking kwaliteitsverbetering van het landschap, provincie Noord- Brabant, 1 november 2011). In de handreiking van de provincie wordt een basisinspanning van 20% van de waardevermeerdering van de grond redelijk geacht. In navolgende tabel is de berekening voor de te leveren tegenprestatie inzichtelijk gemaakt. Berekening tegenprestatie kwaliteitsverbetering m² waarde/m² waarde Agrarisch - Agrarisch bedrijf , ,00 Agrarisch met waarden , ,00 Totaal oud ,00 Recreatie algemeen , ,00 Recreatie Kampeerterrein , ,00 Natuur , ,00 Agrarisch met waarden , ,00 Totaal nieuw ,00 Bestemmingswinst ,00 Inspanning voor kwaliteitsverbetering ,60 Bestemmingswinst ,00 Minimale basisinspanning 20% Ter plaatse van het plangebied zal sprake zijn van een bestemmingsplanwinst als gevolg van bestemmingsplanherziening van ,-. Een compensatie van ,60 zal dan ook Crijns Rentmeesters bv 31

32 aangetoond moeten worden. Initiatiefnemer zal binnen het plangebied groen toevoegen, wat bijdraagt aan de kwaliteitsverbetering van het plangebied en het omliggende landschap. De waarde van de kwaliteitsverbetering is afgeleid van de Vergoedingsystematiek en vergoedingsgrondslagen bij het Groen Blauw Stimuleringskader Noord-Brabant (Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant; 16 december 2008). In de handreiking Kwaliteitsverbetering van het landschap van de provincie Noord- Brabant wordt deze systematiek voorgesteld. De in te brengen kosten bestaan uit een vergoeding voor de aanleg en een vergoeding van het onderhoud. De trajectbegeleiding is als eenmalige kostenpost opgenomen. Binnen het plangebied wordt een kwaliteitsverbetering toegepast in de vorm van de aanleg van landschapselementen. Er worden knip- en scheerhagen, struweelhagen, landschapsbomen als solitair en landschapsbomen in groepen aangelegd. Navolgend is een tabel opgenomen met de te realiseren kwaliteitsverbetering en de bijbehorende kosten. De in de tabel opgenomen benamingen komen overeen met de legendaeenheden van het inrichtingsplan, afgeleid van het Groen Blauw Stimuleringskader van de provincie Noord-Brabant. Het inrichtingsplan is als separate bijlage bij onderhavige toelichting gevoegd. Oppervlakte in m² Inhoud in m³ eenheid Norm per eenheid st. incl. BTW Vergoeding aanleg Beheersbijdrage per eenheid (st.) Jaarlijkse vergoeding onderhoud Totale vergoeding onderhoud Waardevermindering per m² Waardevermindering Traject-begeleiding VC Compensatie vergoeding totaal Landschaps element aantal Lengte Breedte L7 Knip- en scheerheg lengte 1,58 673,08 1,17 498, , ,28 L8C1 Boomgroep in grasland 12 st 60,62 727,44 3,34 40,08 400, ,24 L8C2 Boomgroep in grasland 3 st 60,62 181,86 5,54 16,62 166,20 348,06 trajectbegeleiding 1.500, ,00 Totaal 8.633,58 Met de beoogde herontwikkeling zal eveneens worden geïnvesteerd in de voormalige agrarische bedrijfsgebouwen. De voormalige veestallen zullen worden omgevormd tot twee groepsaccommodaties. Met de verbouwing wordt flink geïnvesteerd in de uiterlijke verschijningsvorm van deze gebouwen, onder andere door middel van het potdekselen van de gevels, wat bijdraagt aan de landschappelijke kwaliteit van de omgeving. Met de beoogde landschappelijke inpassing en de beoogde renovatie van de voormalige agrarische bedrijfsbebouwing wordt ruim voldaan aan de vereiste landschappelijke tegenprestatie. Middels een anterieure overeenkomst zal de realisering en instandhouding van de kwaliteitsverbetering van het landschap zeker worden gesteld. Het waarborgen van de ruimtelijke kwaliteit op grond van artikel 2.2 Verordening ruimte is in de regels van het bestemmingsplan Moorsel 1 Lierop eveneens verankerd. De realisering en instandhouding van de kwaliteitsverbetering van het landschap is in de regels zeker gesteld. Initiatiefnemer is eveneens voornemens in samenwerking met de gemeente Someren, de provincie Noord-Brabant, Waterschap Aa en Maas en initiatiefnemers van omliggende ontwikkelingen in de directe omgeving, een bijdrage te leveren aan de realisatie van de EHS/EVZ aan het achterliggende gebied. Crijns Rentmeesters bv 32

33 3.4.4 Beleidskader Ontspannend Brabant In 2001 heeft de Provincie het beleidskader toerisme en recreatie Ontspannend Brabant vastgesteld. Dit beleidskader neemt recreatiemilieus als uitgangspunt. Er worden 13 recreatiemilieus onderscheiden in de categorieën doen, vermaak en verblijf: - Doen: buitenrecreatie, bewegingsrecreatie, natuurgerichte recreatie, toervaren, spanning & uitdaging; - Vermaak: stedelijke gezelligheid, vertier, verwennerij; - Verblijf: onze buurt buiten, einde van de wereld, recreatief verblijf als uitgangsbasis, groepsverblijf. De provinciale beleidsinspanningen betreffen in hoofdzaak de volgende punten: - een compleet aanbod van recreatiemilieus over geheel Brabant; - stimulering van cultuurtoerisme; - stimulering van grensoverschrijdende activiteiten en projecten; - bevordering van een goed georganiseerde en professionele sector; - bredere inzet van het Brabant Bureau voor Toerisme. Met de beoogde herontwikkeling wordt middels de oprichting van een recreatief bedrijf bijgedragen aan de doelstellingen binnen het beleidskader Ontspannend Brabant Vooroverlegreactie provincie Noord-Brabant Naar aanleiding van de vooroverlegreactie van de provincie Noord-Brabant d.d. 23 augustus 2012 is in onderhavige toelichting gemotiveerd op welke wijze de beoogde herontwikkeling voldoet aan het principe van zorgvuldig en zuinig ruimtegebruik en de kwaliteitsverbetering van het landschap. Deze kwaliteitsverbetering van het landschap is tevens zeker gesteld in de regels en zal in een anterieure overeenkomst tussen initiatiefnemer en de gemeente worden vastgelegd. Naar aanleiding van deze vooroverlegreactie is een aantal bestemmingen toegevoegd: Natuur, Agrarisch met waarden Landschappelijke waarden, Bos en de dubbelbestemmingen Waarde Ecologie en Waarde Attentiegebied EHS. Binnen de ecologische hoofdstructuur is geen sprake van recreatie, waarbij geen intensief gebruik wordt toegelaten. In paragraaf 7.5 wordt nader ingegaan op de aanpassingen naar aanleiding van de vooroverlegreactie Zienswijze provincie Noord-Brabant Naar aanleiding van de zienswijze van de provincie Noord-Brabant d.d. 30 januari 2013 is in onderhavige toelichting geen aanpassing gedaan. In de regels van het bestemmingsplan Moorsel 1 Lierop is naar aanleiding van de zienswijze geregeld dat buiten het bouwvlak geen schuilgelegenheden mogelijk worden gemaakt, enkel middels een omgevingsvergunning binnen het bouwvlak van de bestemming Recreatie. Hierdoor wordt tegemoet gekomen aan de uitgangspunten van de Verordening ruimte 2012 dat nieuwe bebouwing binnen een bestaand bouwvlak gerealiseerd moet worden. Tevens wordt naar aanleiding van de zienswijze oppervlakteverharding binnen de EHS uitgesloten en wordt wijziging van de bestemming Agrarisch met waarden Landschappelijke waarde naar de bestemming Recreatie ten behoeve van het uitbreiden van een minicamping niet mogelijk gemaakt. Ook wordt naar aanleiding van de zienswijze gemotiveerd dat de maximale inhoud van een bestaande bedrijfswoning geen grotere inhoud mag krijgen dan 900 m³. Crijns Rentmeesters bv 33

34 3.5 Regionaal beleid Waterbeleid Waterschap Aa en Maas Het plangebied valt onder het beheer van waterschap Aa en Maas. Het waterschap streeft naar realisatie van een bepaald basisniveau van de waterhuishoudkundige situatie voor het gehele beheersgebied. Dit basisniveau biedt voldoende waarborgen voor algemeen gebruik van het water (systeem) voor zowel menselijke doeleinden als evenwichtig functionerende ecosystemen. In voorliggend bestemmingsplan is rekening gehouden met het beleid van Waterschap Aa en Maas. Door toepassing van passende hydrologische maatregelen sluit het plan aan op de doelstellingen van het waterschap. De wijze waarop in het plangebied met het aspect water is omgegaan, staat beschreven in paragraaf 4.9. (Water). 3.6 Gemeentelijk beleid Bestemmingsplan Buitengebied De gemeenteraad van Someren heeft op 29 juni 2011 de integrale herziening van het Bestemmingsplan Buitengebied Someren vastgesteld. Het zuidelijk gelegen gedeelte van het plangebied is grotendeels aangeduid met de enkelbestemming Agrarisch Agrarisch bedrijf. Het overige gedeelte is aangeduid met de enkelbestemming Agrarisch met waarden Landschappelijke waarde en de enkelbestemming Bos. De centrale brink is tevens aangeduid met de enkelbestemming Agrarisch met waarden Landschappelijke waarden. Het plangebied kent tevens de dubbelbestemmingen Waarde Archeologie en Waarde Ecologie, de gebiedsaanduidingen bebouwingsconcentratie, vrijwaringszone radar en reconstructiewetzone extensiveringsgebied. De centrale brink kent tevens de functieaanduiding specifieke vorm van waarde cultuurhistorisch waardevol. Het bos kent tevens de functieaanduidingen specifieke vorm van bos multifunctioneel bos en specifieke vorm van waarde hydrologisch waardevol. Navolgende figuur betreft een uitsnede van de locatie aan Moorsel 1 in het bestemmingsplan Buitengebied Someren, waarbij het plangebied rood is omkaderd. Figuur 19: Uitsnede bestemmingsplan Buitengebied Someren Crijns Rentmeesters bv 34

35 3.6.2 Structuurvisie Buitengebied De Structuurvisie Buitengebied van de gemeente Someren is opgesteld met als doelstelling: het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit van het buitengebied. De Structuurvisie beschrijft en verbeeldt de ruimtelijke kwaliteiten in het buitengebied en beschrijft de wijze waarop de gemeente deze kwaliteiten wil verbeteren. Het buitengebied is een belangrijke economische drager en biedt ruimte aan tal van functies. Voor de gemeente is er dus alle reden om zuinig te zijn op dit buitengebied en te streven naar ruimtelijke kwaliteitsverbetering. De basis voor de Structuurvisie wordt gevormd door de Structuurschets BiO en het Landschapsontwikkelingsplan De Peel. Het gebiedsbeleid en het programma uit beide documenten vormen de duurzame integrale visie op het buitengebied. In aanvulling hierop bevat de Structuurvisie een uitvoeringsparagraaf en exploitatieparagraaf, waarin aangegeven wordt hoe de gewenste verbetering daadwerkelijk uitgevoerd en gefinancierd zal worden. De Structuurschets BiO richt zich op behoud van de vitaliteit binnen bebouwingsconcentraties in het buitengebied. Uitgangspunten daarbij zijn het tegengaan van verpaupering en de stimulering van ontstening. De Structuurschets BiO bevat beleid voor functieveranderingen, sloop, hergebruik en nieuwbouw binnen bebouwingsconcentraties. Aangegeven is welke functionele en ruimtelijke ontwikkelingsmogelijkheden binnen de bebouwingsconcentraties worden geboden. Het plangebied aan Moorsel 1 is gelegen in de bebouwingsconcentratie Moorsel. Binnen deze bebouwingsconcentratie is ruimte voor ontwikkelingen die de recreatieve waarde van het landschap versterken. Navolgende figuur geeft een uitsnede van de Structuurvisie Buitengebied van het plangebied en de directe omgeving. Figuur 20: Uitsnede Structuurvisie Buitengebied ter plaatse van het plangebied Het plangebied aan Moorsel 1 is gelegen binnen het landschapstype Bos en Mozaïek, waarbij de afwisseling tussen plassen, bos en heide het westen van de gemeente tot een aantrekkelijk recreatiegebied maakt. Ontwikkelingen ten behoeve van de natuur staan hierbij voorop. Naast de Crijns Rentmeesters bv 35

36 ontwikkeling van natuur, is recreatie ook een belangrijke functie van dit landschap. De beoogde ontwikkelingen ter plaatse van Moorsel 1 zijn dan ook aan te merken als passend binnen dit landschapstype. Figuur 21: Visiekaart uit Structuurvisie Buitengebied ter plaatse van Moorsel In de Structuurvisie is een recreatieve ontwikkeling als alternatief voor agrarische bedrijven verder uitgewerkt. Recreatie wordt als een belangrijk economisch alternatief voor agrarische bedrijvigheid beschouwd. Ontwikkelingen in de recreatieve sector mogen daarbij breed van aard zijn. De gemeente kiest er voor om bij voorkeur bestaande bebouwing te gebruiken voor de huisvesting van dergelijke voorzieningen. Nieuwe traditioneel gebouwde bebouwing is onder voorwaarden mogelijk mits de nieuwe bebouwing zelf bijdraagt aan een versterking van het landschap. Met name rond Lierop en ten westen van Someren, in de kleinschalige zandontginningen, kampen en essen en het bos- en mozaïeklandschap langs de bosranden, is er ruimte voor recreatieve voorzieningen. Zowel dagrecreatie als verblijfsrecreatie behoort tot de mogelijkheden. Verblijfsrecreatie dient in eerste instantie binnen bebouwingsconcentraties te worden gerealiseerd. Met betrekking tot dagrecreatieve voorzieningen hangt van het type voorziening af of deze binnen danwel buiten een bebouwingsconcentratie gerealiseerd kunnen worden. Specifiek voor de westelijke rand van Lierop wordt het volgende in de Structuurvisie beschreven: De ontwikkeling van Lierop hangt sterk samen met de kwaliteiten van het landschap. Net als de westrand van Someren, gaat ook de westelijke rand van Lierop zich ontwikkelen als recreatieve schakelzone tussen de woonkern en het bos/natuurgebied rond Moorsel. Hier is ruimte voor ontwikkelingen die de recreatieve waarde van het landschap versterken. Hierbij valt te denken aan de ontwikkeling van landgoederen. In de structuurschets Buitengebied in Ontwikkeling is een visie opgenomen met betrekking tot de toekomstige ontwikkeling van de bebouwingsconcentratie Moorsel. Moorsel wordt gezien als een kleine agrarische enclave omsloten door bos- en natuurgebied. Aan de aanwezige agrarische bedrijven binnen Moorsel wordt dan ook geen ontwikkelingsperspectief meer geboden. Het gebied is daarmee als een transformatiegebied aangemerkt. Het verdichten van het gebied is daarbij niet aan de orde. Primair wordt ingezet op hergebruik van de bestaande bebouwing. De gemeente is van Crijns Rentmeesters bv 36

37 mening dat de omzetting van één van de agrarische bedrijven naar een in de aard van het gebied passende bedrijfsvoering (bijvoorbeeld recreatie) wenselijk is. De overige agrarische bedrijven dienen te worden beëindigd. Door dit proces neemt de ammoniakbelasting op de gevoelige omliggende natuur af. Het historische en landschappelijke karakter van Moorsel dient daarbij verder te worden versterkt. Tevens staat het behoud en de versterking van de cultuurhistorische waarden van de aanwezige gebouwen en andere landschappelijke elementen centraal. De specifieke kansen voor deze gehele buurtschap liggen, aldus de visie, in een afstemming van recreatie, natuur en rustbeleving. Moorsel kan daarbij tot een knooppunt van dagrecreatie uitgroeien, waarbij enkele ondersteunende en kleinschalige verblijfsrecreatieve functies denkbaar zijn. In die sfeer kan het hergebruik van de vrijkomende agrarische bedrijfsgebouwen zich richten. De specifieke ruimtelijke kwaliteiten maken Moorsel minder geschikt voor de vestiging van een camping. De kracht ligt in de ontwikkeling van dag- en/of verblijfsrecreatieve voorzieningen in gebouwen. Dit kunnen bestaande gebouwen betreffen, maar ook in nieuwe gebouwen die bijvoorbeeld het karakter van een historische veldschuur hebben. Ruimtelijke kwaliteit kan behaald worden door het amoveren van de te grootschalige agrarische opstallen en kavels op te schonen. Hierdoor zal het zicht naar het prachtige achterliggende landschap verbeteren. Door eventuele vervangende bebouwing in een passende stijl te herbouwen, wordt de sfeertekening van deze authentieke bebouwingscluster op het Brabants Landschap versterkt. Functioneel kan worden gedacht aan activiteiten als een klein pannenkoekenrestaurant, een atelier, een bezoekerscentrum, een pension of een zorgboerderij. Met onderhavig initiatief is er geen sprake van verdichting maar van functieverandering. In plaats van een veehouderijbedrijf zullen de bestaande gebouwen en het agrarisch erf functioneel opnieuw ingericht worden voor verblijfsrecreatie met een ondersteunende horecafunctie. De groepsaccommodaties worden speciaal ingericht voor families/groepen waarvan een of meerdere personen een beperking hebben en enige zorg behoeven. Initiatiefnemer kan deze zorg desgewenst bieden. Tevens zal een kleinschalige landschapscamping worden opgericht welke zal worden ingepast in het landschap. Met deze functieverandering zal een landschappelijke versterking plaatsvinden en wordt de milieubelasting op de omringende natuur teruggebracht. Het initiatief draagt daarmee bij aan de realisatie van het wensbeeld van gemeente Someren betreffende Moorsel Beeldkwaliteitsplan Buitengebied De gemeente Someren heeft het Beeldkwaliteitsplan Buitengebied als bijlage bij het bestemmingsplan Buitengebied Someren vastgesteld op 29 juni Het beeldkwaliteitsplan wordt gebruikt als toetsingskader voor alle ruimtelijke ontwikkelingen in het buitengebied. Het plan houdt enerzijds rekening met het streven naar een aantrekkelijk, karakteristiek en contrastrijk landschap en anderzijds biedt het ruimte aan wat nodig is voor gezonde sociaal-economische ontwikkeling in het buitengebied. In het beeldkwaliteitsplan is de gemeente opgedeeld in landschappelijke eenheden, linten en clusters, waarbij het streefbeeld per deelgebied is weergegeven. Tevens zijn ontwerprichtlijnen weergegeven per deelgebied en worden alle landschapselementen behandeld. Het plangebied aan Moorsel 1 te Lierop is gelegen binnen de Oudere heideontginningen. De oudere heidegebieden zijn de meest multifunctionele gebieden waarbij land- en tuinbouw, veehouderij, agrarisch gerelateerde bedrijven maar ook verbrede landbouw, zorgfuncties, recreatie en Crijns Rentmeesters bv 37

38 natuurontwikkeling functioneel passend is. Rijke groenstructuren van houtwallen, lanen en bospercelen kenmerken de oude heideontginningen. De ontwikkelingen aan Moorsel 1 te Lierop dienen bij te dragen aan onder andere het behoud en herstel van de landschappelijke schaal en het bevorderen en versterken van natuurwaarden. Het plangebied aan Moorsel 1 zal landschappelijk worden ingepast met aandacht voor het watersysteem. De aanwezige natuur zal behouden blijven. Het landschap wordt tevens verbeterd door de aanleg van hagen en erfbeplanting in de stijl van de oude heideontginningen. In het Inrichtingsplan wordt de landschappelijke inpassing verder toegelicht. Crijns Rentmeesters bv 38

39 4. MILIEUASPECTEN 4.1 Bedrijven en milieuzonering Niet-agrarische bedrijven Zowel de ruimtelijke ordening als het milieubeleid stellen zich ten doel een goede kwaliteit van het leefmilieu te handhaven en te bevorderen. Om te komen tot een verantwoorde, ruimtelijke relevante toetsing in milieuhygiënisch opzicht van nieuwe ontwikkelingen wordt gebruik gemaakt van de zogenaamde milieuzonering. Hieronder wordt verstaan het aanbrengen / handhaven van een voldoende ruimtelijke scheiding tussen enerzijds milieubelastende bedrijven of inrichtingen en anderzijds milieugevoelige functies als wonen. Bij de milieuzonering wordt gebruik gemaakt van de zogenaamde Staat van bedrijfsactiviteiten die is gebaseerd op de uitgave Bedrijven en milieuzonering (VNG 2009). In deze uitgave wordt per bedrijfssoort aangegeven welke milieu-invloed ervan kan uitgaan. Aan de hand van een aantal aspecten wordt de milieu-invloed bepaald. Ruimtelijk relevant (uitgedrukt in indicatieve afstanden/hinderzones) zijn daarin de aspecten geur, stof, geluid en gevaar. De grootste afstandsindicatie bepaalt daarbij uiteindelijk in welke van de zes categorieën een bedrijfssoort is ingedeeld. Daarbij omvat de categorie 1 de lichtste en categorie 6 de zwaarste vormen van bedrijvigheid. De afstanden in de Staat van bedrijfsactiviteiten zijn indicatief. Er kan alleen gemotiveerd van af worden geweken. De richtafstanden zijn afgestemd op twee omgevingstypen: rustige woonwijk en gemengd gebied. Het plangebied aan Moorsel 1 kan getypeerd worden als gemengd gebied. Het kan in dergelijke gebieden gaan om bestaande gebieden met functiemenging en om gebieden waar bewust functiemenging wordt nagestreefd, bijvoorbeeld om een grotere levendigheid tot stand te brengen. Ook lintbebouwing in het buitengebied met overwegend agrarische en andere bedrijvigheid wordt hieronder verstaan. De richtafstanden in de VNG-publicatie kunnen in gemengd gebied, zonder dat dit ten koste gaat van het woon- en leefklimaat, met één afstandsstap verlaagd worden. Ter plaatse van het plangebied Moorsel 1 zal sprake zijn van een recreatief bedrijf met groepsaccommodatie, landschapscamping met ondersteunende horecafunctie. De groepsaccommodaties en de ondersteunende horecafunctie vallen binnen de milieucategorie 1, waarbij in een gemengd gebied een minimale afstand van 0 meter tot een geurgevoelig object aangehouden dient te worden. De landschapscamping valt onder milieucategorie 3.1 waarbij in een gemengd gebied een minimale afstand van 30 meter tot een gevoelig object aangehouden dient te worden. De woning aan Moorsel 5 betreft het dichtstbij gelegen gevoelige object. De landschapscamping bevindt zich op een afstand van ruim 30 meter tot Moorsel 5. De beoogde ontwikkeling aan Moorsel 1 heeft dan ook in het kader van Bedrijven en Milieuzonering geen negatieve invloed op de omgeving van het plangebied. Het plangebied is niet gelegen in de nabijheid van niet-agrarische bedrijven, een bedrijventerrein of sportvelden. In de nabijheid zijn wel enkele agrarische inrichtingen gelegen. De ontwikkeling van het recreatieve bedrijf dient dan ook getoetst te worden aan de geurwetgeving. Crijns Rentmeesters bv 39

40 4.1.2 Agrarische bedrijven Geurhinder De Wet geurhinder en veehouderij vormt vanaf 1 januari 2007 het toetsingskader voor vergunningverlening, als het gaat om geurhinder vanwege dierverblijven van veehouderijen. De Wet geurhinder en veehouderij geeft normen voor de geurbelasting die een veehouderij mag veroorzaken op een geurgevoelig object. De geurbelasting van een veehouderij op een geurgevoelig object wordt berekend en getoetst met een verspreidingsmodel (V-Stacks vergunning). Dit geldt alleen voor veehouderijen met dieren waarvoor geuremissiefactoren zijn opgenomen in de Regeling geurhinder en veehouderij van 18 december Voor de geurbelasting voor geurgevoelige objecten gelden wettelijke geurnormen. Voor een concentratiegebied geldt een maximale geurbelasting van 3 odour units per kubieke meter lucht (oue/m³) binnen de bebouwde kom en 14 oue/m³ buiten de bebouwde kom. Voor diercategorieën waarvoor geen geuremissiefactor is vastgesteld zoals melk- en kalfkoeien, zoogkoeien, vrouwelijk jongvee en paarden geldt een vaste hindercontour van 50 meter buiten de bebouwde kom en 100 meter binnen de bebouwde kom. Gemeenten mogen bij verordening van de normen in de Wet geurhinder en veehouderij afwijken, binnen bepaalde grenzen (artikel 6 van de wet). Afwijkende normen gelden binnen een bepaald gebied. Het hanteren van afwijkende normen moet worden onderbouwd vanuit een ruimtelijke visie op de ontwikkeling van het gebied, de zogenaamde gebiedsvisie. Daarbij moet een relatie worden gelegd met de bestaande en te verwachten achtergrondbelasting aan geur in het gebied. Door de gemeenteraad van Someren is de Verordening geurhinder en veehouderij 2010 vastgesteld. De norm voor omgeving van het plangebied is conform de wettelijke norm 14 oue/m³. Op de locatie Moorsel 1 was in het verleden een veehouderij gevestigd. De milieuvergunning is per 12 januari 2012 definitief ambtshalve ingetrokken. Tot 12 januari 2012 was de volgende vergunning Wet Milieubeheer vigerend (Bron: BVB-Brabant): Figuur 22: WM-vergunning veehouderij Moorsel 1 tot 12 januari Voorgrondbelasting In de omgeving van het plangebied (binnen 500 meter) zijn twee veehouderijen gelegen, gelegen aan Moorsel 7 en Moorsel Het bedrijf Moorsel 7 betreft een nertsenhouderij. De fokteven worden daarbij allen nog in traditionele stallen gehouden. Deze veehouderij is voornemens de agrarische bedrijvigheden te staken. Herbestemming tot recreatie is momenteel in voorbereiding. Op de locatie Crijns Rentmeesters bv 40

41 Moorsel 9-11 worden zeugen gehouden. Het bedrijf is gelegen op een afstand van circa 100 meter van de nieuwe recreatieve voorzieningen. Moorsel 7 Moorsel 9-11 Moorsel 1 Figuur 23: Veehouderijen in de omgeving De volgende dieraantallen zijn op de bedrijven vergund (Bron: BVB-Brabant): Figuur 24: WM-vergunningen omliggende veehouderijen Crijns Rentmeesters bv 41

42 De definitie van een geurgevoelig object zoals opgenomen in de Wet geurhinder en veehouderij zoals die op 1 januari 2007 in werking is getreden, luidt als volgt: gebouw, bestemd voor en blijkens aard, indeling en inrichting geschikt om te worden gebruikt voor menselijk wonen of menselijk verblijf en die daarvoor permanent of op een daarmee vergelijkbare wijze van gebruik, wordt gebruikt. Om te kunnen beoordelen of bepaalde dag- en verblijfsrecreatieobjecten wel/niet geurgevoelig zijn, dient een toetsing plaats te vinden aan de criteria die in de Wet geurhinder en veehouderij voor de definitie van een geurgevoelig object zijn opgenomen. TOP Brabant heeft het initiatief genomen om tot een nadere interpretatie van het begrip geurgevoelig object te komen in de vorm van een handreiking. In deze handreiking doet de toeristisch-recreatieve sector suggesties voor de beoordeling van het al dan niet geurgevoelig zijn van de verschillende dagen verblijfsrecreatieobjecten. De handreiking wordt onderschreven door RECRON, HISWA Vereniging, de Zuidelijke Land en Tuinbouw Organisatie (ZLTO), Kamers van Koophandel Brabant en Zuidwest-Nederland, VeKaBo en de Brabants-Zeeuwse Werkgeversvereniging (BZW), gezamenlijk verenigd in TOP Brabant. Door TOP-Brabant wordt voorgesteld om in de volgende situaties verblijfsrecreatieve gebouwen als niet geurgevoelig te bestempelen: - trekkershut (gemiddelde bezetting is 40 nachten per jaar); - stacaravan (gemiddelde bezetting is 60 nachten per jaar); - groepsaccommodatie (gemiddelde bezetting is 150 nachten per jaar); - andere gebouwen voor verblijfsrecreatie die minder dan 200 dagen - nachten bezet zijn. De verblijfsrecreatieve voorzieningen die op de locatie ontwikkeld worden, zijn aan te merken als groepsaccommodaties met een gemiddelde bezetting van 150 nachten per jaar. De accommodaties zijn daarmee dan ook volgens het voorstel van TOP-Brabant niet aan te merken als geurgevoelig. Dit voorstel is nog niet verankerd in wet- en regelgeving. De bedrijfswoning betreft een geurgevoelig object vergelijkbaar met een burgerwoning. Aangezien het een voormalige agrarische bedrijfswoning betreft, volstaat een vaste afstand van 50 meter ten opzichte van een veehouderijbedrijf. De werkelijke afstand is groter. Ook op dit punt is er dan ook geen strijdigheid met de geurwetgeving Achtergrondbelasting De geurbelasting ten gevolge van meerdere intensieve veehouderijen in de omgeving vormt de achtergrondbelasting. Navolgende figuur geeft een uitsnede van de kaart met de huidige achtergrondbelasting behorende tot de Verordening geurhinder en veehouderij 2010 van de gemeente Someren weer. Crijns Rentmeesters bv 42

43 Figuur 25: Uitsnede kaart Achtergrondbelasting van Verordening geurhinder en veehouderij 2010 gemeente Someren Ter plaatse van het plangebied aan Moorsel 1 is een redelijk goed tot goed woon- en leefklimaat. Bij de vaststelling van de kaart is rekening gehouden met de vergunde situatie van de omliggende veehouderijen. De vergunde geurbelasting voor Moorsel 7 komt naar verwachting na 2012 te vervallen en de geurhinder voor Moorsel 9-11 is thans gehalveerd na vaststelling van de kaart. Het woon- en leefklimaat zal hierdoor nog verbeteren Ontwikkelingsmogelijkheden omliggende bedrijven De ontwikkeling van het recreatiebedrijf en de omzetting naar een bedrijfswoning mag de toekomstige ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende bedrijven niet belemmeren. De planologische wijziging ter plaatse van Moorsel 1 vindt plaats na 19 maart 2000, waardoor volgens artikel 14 van de Wet geurhinder en veehouderij een vaste afstand geldt van 50 meter. Het bouwvlak van de veehouderij aan Moorsel 9-11 is gelegen op een afstand van circa 62 meter tot Moorsel 1. Daarnaast liggen de burgerwoningen Moorsel 5 en Moorsel 3 tussen de nieuwe bedrijfswoning en de veehouderijen. Deze woningen dienen dan ook beschouwd te worden als de eerst belemmerende woning. De veehouderijbedrijven worden daarmee dan ook niet belemmerd door de ontwikkelingen op de locatie Moorsel Wet Ammoniak en Veehouderij De Wet Ammoniak en veehouderij regelt de ontwikkelingsmogelijkheden van veehouderijbedrijven in een 250 meter zone van een zeer kwetsbaar voor verzuringgevoelige gebied. Het plangebied aan Moorsel 1 is gelegen in een 250 meter zone van de Strabrechtse Heide (zie navolgende figuur) en heeft een ammoniakemissie van 191 kg ammoniak. De Strabrechtse Heide is als zeer kwetsbaar aangeduid. Door de sanering van het bedrijf wordt de ammoniakdepositie op dit gevoelige gebied verminderd. Crijns Rentmeesters bv 43

44 Figuur 26: 250 meter zone rondom Wet Ammoniak en veehouderij-gebieden 4.3 Geluid De Wet geluidhinder (Wgh) biedt geluidsgevoelige bestemmingen (zoals woningen) bescherming tegen geluidhinder van wegverkeerlawaai bij de aanleg/wijziging van wegen of bij de bouw van woningen in de buurt van wegen. De reikwijdte van de Wgh is beperkt tot een geluidszone langs wegen. Binnen deze geluidszone zijn de regels van de Wgh van toepassing. De Wgh geldt niet voor 30-km wegen en voor woonerven. De systematiek van de zonering Wet geluidhinder voor wegverkeer houdt in dat langs een (toekomstige) verkeersweg een geluidszone ligt waarbinnen in een aantal situaties bescherming wordt geboden aan geluidsgevoelige bestemmingen. Deze bescherming geldt in de volgende situaties: - via een ruimtelijk besluit de aanleg van een weg mogelijk maken; - via een ruimtelijk besluit een geluidsgevoelige bestemming in de zone realiseren; - de reconstructie/wijziging van een bestaande weg. Bij de vaststelling van een bestemmingsplan hoeven bestaande geluidsgevoelige bestemmingen gelegen in een geluidszone van bestaande wegen niet getoetst te worden (artikel 76 lid 3 Wgh). De geplande groepsaccommodatie op de locatie wordt binnen bestaande gebouwen gerealiseerd. In onderhavige situatie betekent dit dat ten aanzien van de reeds bestaande woning geen akoestisch onderzoek inzake de geluidbelasting ten gevolge van wegverkeer hoeft te worden uitgevoerd. De functiewijziging van de bestaande gebouwen zullen op een afstand van circa 30 meter gemeten uit de as van de weg Moorsel worden gerealiseerd. Voorts geeft de Wet Geluidhinder aan dat recreatiewoningen in principe niet hoeven te worden gezien als geluidsgevoelig object. In onderhavig bestemmingsplan wordt geen nieuwe geluidsgevoelige functie mogelijk gemaakt. Er behoeft dan ook geen akoestisch onderzoek uitgevoerd te worden inzake de geluidbelasting ten gevolge van wegverkeer. Crijns Rentmeesters bv 44

45 4.4 Bodemkwaliteit Het beleid van de provincie Noord-Brabant gaat uit van het principe dat de bodem geschikt dient te zijn voor de beoogde functie. De gewenste functie bepaalt als het ware de gewenste bodemkwaliteit. Voor alle bestemmingen waar een functiewijziging of herinrichting wordt voorzien, dient ten minste het eerste deel van het verkennend bodemonderzoek, het historisch bodemonderzoek te worden verricht. Indien op grond van historische informatie blijkt dat in het verleden activiteiten hebben plaatsgevonden met een verhoogd risico op bodemverontreiniging dan dient een volledig verkennend bodemonderzoek te worden uitgevoerd. Op basis van geconstateerde belemmeringen uit dit onderzoek, kan vervolgens worden nagegaan welke maatregelen moeten worden genomen om die belemmeringen weg te nemen (functiegericht saneren). Het plangebied bestaat uit een humuspodzolgrond welke is opgebouwd uit leemarm en zwak lemig fijn zand. Betreffende gronden maken onderdeel uit van de historische zandontginningen. Na ontginning van betreffende gronden heeft ter plaatse slechts een agrarisch grondgebruik plaats gevonden. In het kader van een optimaal agrarisch grondgebruik zijn betreffende gronden in het verleden deels vergraven en van watergangen voorzien. Door MILON bv te Schijndel is in opdracht van eerdere eigenaren in maart tot mei 2011 een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd (11 mei 2011, projectnummer ). De volgende conclusies en aanbevelingen komen hieruit voort: Het onderzoek heeft geleid tot een goed beeld van de bodemkwaliteit van de onderzoekslocatie. Een noemenswaardige verontreiniging wordt niet aangetroffen. Wat betreft de milieuhygiënische bodemkwaliteit bestaat er ons inziens geen belemmering voor het huidige en toekomstige gebruik van de locatie. Opgemerkt wordt dat er geen bodemonderzoek heeft plaatsgevonden bij de gesaneerde en afgevulde ondergrondse huisbrandolie tank, aangezien de ligging ten tijde van het onderzoek onbekend was. Vervolgonderzoek naar de licht verhoogde concentraties wordt niet zinvol geacht. Aanbevolen wordt aanvullend bodemonderzoek te verrichten ter plaatse van de ondergrondse tank. Door MILON bv te Schijndel is in opdracht van initiatiefnemer een aanvullend historisch onderzoek uitgevoerd voor de locatie Moorsel 1 (9 juni 2011, projectnummer ). Het aanvullend historisch onderzoek dient als aanvulling te worden beschouwd op het verkennend bodemonderzoek. Ter plaatse van het plangebied is in het verleden huisbrandolie opgeslagen in een ondergrondse tank van liter. Deze tank is in 1992 gesaneerd, op de juiste wijze uitgevoerd. Zie hiervoor bijgevoegd saneringscertificaat uit Tijdens veldwerkzaamheden in 2011 zijn in de boven- en ondergrond geen bijzonderheden waargenomen die duiden op een mogelijke verontreiniging. De conclusie van dit aanvullend historisch onderzoek luidt als volgt: Crijns Rentmeesters bv 45

46 Het onderzoek heeft geleid tot een goed beeld van de bodemkwaliteit van de onderzoekslocatie. Een noemenswaardige verontreiniging wordt niet aangetroffen. Wat betreft de milieuhygiënische bodemkwaliteit bestaat er ons inziens geen belemmering voor het huidige en toekomstige gebruik van de locatie. Opgemerkt wordt dat er geen bodemonderzoek heeft plaatsgevonden bij de gesaneerde en afgevulde ondergrondse huisbrandolie tank, aangezien de ligging ten tijde van het onderzoek onbekend was. Derhalve wordt geconcludeerd dat ter plaatse geen bodemverontreiniging aanwezig is. In het kader van onderhavig bestemmingsplan is geen verkennend bodemonderzoek noodzakelijk. In onderhavig geval is geen sprake van realisatie of uitbreiding van bebouwing. Slechts bestaande bebouwing wordt benut. Verkennend bodemonderzoek ter plaatse van het totale perceel wordt dan ook niet noodzakelijk geacht. 4.5 Luchtkwaliteit Op 15 november 2007 is de Wet luchtkwaliteit in werking getreden. De wet vervangt het Besluit Luchtkwaliteit Met de nieuwe Wet luchtkwaliteit en de bijbehorende bepalingen en hulpmiddelen wil de overheid zowel de verbetering van de luchtkwaliteit bewerkstelligen als ook de gewenste ontwikkelingen in ruimtelijke ordening doorgang laten vinden. De Wet luchtkwaliteit voorziet onder meer in een gebiedsgerichte aanpak van de luchtkwaliteit via het Nationaal Samenwerkingsprogramma (NSL). Binnen het NSL werken het rijk, de provincies en gemeenten samen om de Europese eisen voor luchtkwaliteit te realiseren. Het NSL is op 1 augustus 2009 in werking getreden. De programma-aanpak zorgt voor een flexibele koppeling tussen ruimtelijke activiteiten en milieugevolgen. Van bepaalde projecten met getalsmatige grenzen is vastgesteld dat deze niet in betekende mate (NIBM) bijdragen aan de luchtverontreiniging als de 3% grens niet wordt overschreden. In de Regeling niet in betekenende mate bijdragen wordt aangeven op welke manier snel kan worden vastgesteld of de bijdrage van een nieuwbouwproject op de luchtkwaliteit valt onder de term niet in betekenende mate. De regeling geeft een harde omschrijving van het aantal gevallen. Voor woningbouw geldt bij 1 ontsluitingsweg een aantal van nieuwe woningen netto. Bij twee ontsluitingswegen geldt een aantal van woningen netto. Onderhavige bestemmingsregeling voorziet in de ontwikkeling van een recreatiebedrijf met reeds bestaande bebouwing en bedrijfswoning. In vergelijking met omvang van de voornoemde 3% norm kan worden geconcludeerd dat de omvang van deze bestemming vele malen kleiner is dan zoals genoemd in de Regeling NIBM. Het plan is derhalve als niet significant aan te merken voor de lokale luchtkwaliteit. Door sanering van de veehouderij neemt de fijnstof productie in het gebied af. De voorgestane ontwikkeling is daarmee niet in strijd met het bepaalde in de Wet milieubeheer. Crijns Rentmeesters bv 46

47 4.6 Externe veiligheid Onder externe veiligheid verstaat men het beheersen van risico s die direct of indirect voortvloeien uit de opslag, de productie, het gebruik en het vervoer van gevaarlijke stoffen. Deze risico s worden uitgedrukt in het plaatsgebonden risico (PR) voor individuen en kent een duidelijke maat en norm. Het groepsrisico (GR) voor grotere groepen mensen is minder concreet en kent een richtwaarde. De aanwezige risico s zijn zeer afhankelijk van het brontype. De relevante typen zijn: - Bedrijven; - Vervoer van gevaarlijke stoffen (per spoor, over de weg, het water); - Hoogspanningslijnen; - Ondergrondse (gas)leidingen (c.q. buisleidingen). Met betrekking tot de externe veiligheid moet extra aandacht worden besteed aan de zelfredzaamheid van minder valide personen. In geval van calamiteiten zal gezorgd moeten worden voor tijdige evacuatie van eventueel aanwezige minder valide personen Bedrijven Het plangebied is op de risicokaart van de Provincie Noord-Brabant niet aangewezen als gelegen in een risicogebied van een bedrijf met betrekking tot de externe veiligheid Transport Vervoer over het spoor Op het grondgebied van de gemeente Someren bevindt zich geen spoortracé. Dit aspect is dus niet van toepassing. Vervoer over de weg Het transport van gevaarlijke stoffen moet primair via het hoofdwegennet plaatsvinden. Woonkernen moeten hierbij vermeden worden. De grotere doorgaande wegen in de gemeente waarover dergelijke transporten zullen plaatsvinden zijn de autosnelweg A67, Kanaaldijk Noord/Zuid en de Provincialeweg. Het plangebied ligt op een zodanige afstand van deze routes dat beïnvloeding normaliter niet plaats zal vinden. Vervoer over het water Als er al een significant transport over de Zuid-Willemskanaal plaatsvindt, is deze zo gering dat de risico s aan de oever verwaarloosbaar zijn. Daarbij is de afstand tussen het plangebied en het kanaal groot, zodat het plan duidelijk buiten het invloedsgebied van het kanaal valt Hoogspanningslijnen en buisleidingen Aan de zuidoostzijde van de gemeente Someren, parallel aan de gemeentegrens met Asten, bevindt zich een hoogspanningslijn. Het plangebied is niet gelegen in de nabijheid van deze of andere hoogspanningsleidingen en kan dus ook geen interactie plaatshebben. In de nabijheid van het plangebied is geen buisleiding gelegen. Crijns Rentmeesters bv 47

48 4.7 Verkeer en parkeren Verkeer De Moorselseweg is een smalle asfaltweg met eikenbomen en onderbeplanting. De oprijlaan is te kwalificeren als erftoegangsweg type 2. De Moorsel (de lus in het verlengde van de Moorselseweg) is een smalle asfaltweg met grasbermen en plaatselijk beplanting. Het horecagedeelte van het recreatiebedrijf zal in de zomermaanden en in het voor- en najaar vooral gericht zijn op recreanten die het gebied verkennen per fiets of te voet. Het betreft voornamelijk fietsende passanten die gebruik maken van een knooppunten routestructuur. In beperkte mate zal de horeca gebruikt gaan worden door bezoekers die met de auto het gebied bereiken en ter plaatse parkeren. Beoogd wordt dat de groepsaccommodaties 30 weekenden of midweken per jaar bezet zullen zijn, met gemiddeld 7 auto s per verhuurperiode. Op jaarbasis zijn dit in totaal 210 personenauto s. De landschapscamping zal gemiddeld 150 gasten per jaar trekken, waarbij in totaal over 5 maanden 60 auto s worden beoogd. De ondersteunende (routegebonden) horeca zal voornamelijk fietsers en wandelaars trekken. Verwacht wordt dat het aantal auto s ten behoeve van de routegebonden horeca 100 op jaarbasis zal bedragen. In het verleden was Moorsel 1 in agrarisch gebruik. Er was dan ook veel sprake van tractoren en voedervrachtwagens. In de beoogde situatie zal hiervan geen sprake meer zijn. Ook de nabijgelegen nertsenhouderij zal worden gestaakt, waarbij de verkeersbewegingen tevens zullen afnemen. In de toekomstige situatie zal het aantal verkeersbewegingen van personenauto s toenemen, maar zal het aantal verkeersbewegingen van zwaardere voertuigen aanzienlijk afnemen. Verwacht wordt dan ook dat geen sprake zal zijn van te zware belasting van de weg. In zeer beperkte mate zal sprake zijn van touringcars. Deze kunnen gebruik maken van de lus van Moorsel waardoor niet gekeerd hoeft te worden Parkeren Volgens CROW-publicatie 182 geldt met betrekking tot betreffende horecagelegenheid een richtlijn van 6 à 8 parkeerplaatsen per 100 m² BVO. Ter plaatse van het plangebied aan Moorsel 1 zal sprake zijn van een oppervlakte van 200 m² inclusief terras. Ten behoeve van de horecagelegenheid zullen dan ook 15 parkeerplaatsen worden aangelegd. In CROW-publicatie 272 wordt ten behoeve van campings uitgegaan van een verkeersgeneratie van 3,6 per 10 standplaatsen. Bij deze cijfers wordt ook een aanname gedaan dat het in veel gevallen gaat om afgerond één auto per bezette standplaats. Ten behoeve van de landschapscamping van Pastoorke van Moorsel wordt op het campingterrein geparkeerd. Hiervoor worden dan ook geen extra parkeerplaatsen aangelegd. Daarnaast dient een aantal parkeerplaatsen aanwezig te zijn voor personeel en bezoekers van de landschapscamping. Gelet op de geringe omvang van deze camping kan dit worden opgevangen met de reeds beoogde 15 parkeerplaatsen. Crijns Rentmeesters bv 48

49 De CROW hanteert geen vaste richtlijnen over parkeerplaatsen met betrekking tot groepsaccommodaties. Aangenomen wordt dat de bezettingsgraad van auto s 3 à 4 personen bedraagt. Bij een volle bezetting van de groepsaccommodaties geldt dat er 40 personen aanwezig zullen zijn. Dit is verdeeld over 15 en 25 per accommodatie. Hiervoor zijn dan ook respectievelijk 5 en 7 parkeerplaatsen benodigd. Deze parkeerplaatsen zullen gerealiseerd worden nabij de betreffende groepsaccommodaties. Een gemiddelde parkeerplaats heeft een oppervlakte van 10,8 m² (4,5 m. x 2,4 m. Bron: CROW). Verwacht wordt dat in zeer beperkte mate sprake zal zijn van touringcars ter plaatse van het plangebied. Dit zal enkel zijn ten behoeve van gasten van de groepsaccommodaties en zullen niet geparkeerd worden maar enkel dienen voor brengen en halen van gasten. Er zal dan ook geen permanente voorziening worden getroffen voor touringcars. Eventuele touringcars kunnen gebruik maken van de lus van Moorsel zodat niet gekeerd hoeft te worden. De parkeerplaatsen worden in een landelijke sfeer aangelegd waarbij gebruik wordt gemaakt van een halfverharding. Door middel van een passende beplanting in de vorm van een meidoornhaag wordt het geheel in de omgeving geïntegreerd en wordt rekening gehouden met de aanwezige landschappelijke en ecologische waarden. De beleving van de parkeervoorziening ter plaatse zal landelijk en groen zijn. De parkeerplaatsen zullen vanaf de Moorsel bereikbaar zijn. 4.8 Ecologie Algemeen Bij ruimtelijke ingrepen zoals nieuwbouw dient rekening te worden gehouden met de natuurwaarden ter plaatse. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen soortenbescherming en gebiedsbescherming. De gebiedsbescherming komt voort uit de Vogel- en Habitatrichtlijn. De doelstelling van de Vogelrichtlijn (in combinatie met de Habitatrichtlijn) is het beschermen en het bieden van ontwikkelingsmogelijkheden voor zeldzame en bedreigde dier- en plantensoorten. Alle, thans feitelijk ecologisch belangrijke gebieden die behoren tot de nog aanwezige en in de toekomst verder uit te bouwen en te verstevigen Europese ecologische hoofdstructuur (Natura 2000) moeten onder de bescherming van de richtlijn worden gebracht. Soortenbescherming is altijd aan de orde. Hiervoor is de Flora- en faunawet bepalend. De Flora- en faunawet is gericht op het duurzaam instandhouden van soorten in hun natuurlijk leefgebied. Deze wet heeft de beschermingsregels, zoals die ook in de Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn zijn opgenomen, overgenomen en voor de Nederlandse situatie toegepast. Deze bescherming is als volgt in de Floraen faunawet opgenomen: het is verboden beschermde plantensoorten te plukken, verzamelen, af te snijden, uit te steken, te vernielen, te beschadigen, te ontwortelen of op enigerlei andere wijze van hun groeiplaats te verwijderen (artikel 8); het is verboden beschermde diersoorten te doden, te verwonden, te vangen, te bemachtigen of met het oog daarop op te sporen (artikel 9), opzettelijk te verontrusten (artikel 10) en hun nesten, holen of andere voortplantings- of vaste rust- of verblijfsplaatsen te beschadigen, te vernielen, uit te halen, weg te nemen of te verstoren (artikel 11). Crijns Rentmeesters bv 49

50 Wanneer een plan rechtstreeks kan leiden tot verstoring of vernietiging van bepaalde beschermde soorten of hun leefgebied, kan het project in strijd zijn met de Flora- en faunawet. Bij mogelijke strijdigheid met de wet zal een ontheffing conform artikel 75 van de Flora- en faunawet moeten worden aangevraagd bij het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Vanaf 23 februari 2005 is het "Besluit wijziging AMvB's in verband met wijziging artikel 75 van de Flora- en faunawet" (AMvB artikel 75) van kracht. In deze AMvB is het aanvragen van ontheffing (artikel 8 tot en met 12 Flora- en faunawet) geregeld. Voor de mogelijkheid van het verlenen van de ontheffing wordt onderscheid gemaakt in drie categorieën van de te beschermen soorten: alle van nature in het wild levende dier- en plantensoorten die vermeld staan in Separate bijlage IV van de Habitatrichtlijn en alle planten en dieren van tabel 3 van het Besluit wijziging AMvB's in verband met artikel 75 van de Flora- en faunawet (AMvB artikel 75); deze categorie wordt in de praktijk aangeduid als de zwaar beschermde soorten; alle overige dier- en plantensoorten, welke in de praktijk als overige beschermde soorten bekend staan (alle soorten van tabel 2 van AMvB artikel 75); alle in Nederland algemeen voorkomende soorten waarvoor geen ontheffing nodig is (soorten van tabel 1 van AMvB artikel 75) Soortenbescherming Wat betreft soortenbescherming is de Flora- en faunawet van toepassing. Hierin wordt onder andere de bescherming van dier- en plantensoorten geregeld. Bij ruimtelijke ontwikkelingen dient te worden getoetst of er sprake is van negatieve effecten op de aanwezige natuurwaarden. Als hiervan sprake is, moet ontheffing of vrijstelling worden aangevraagd. Omdat het om een gebiedsontwikkeling in een Groenblauwe mantel is een nader ecologisch onderzoek op de locatie noodzakelijk. Ingeval van individuele bouw-, sloop- en kapwerkzaamheden dient te allen tijde rekening te worden gehouden met de aanwezige natuurwaarden. Het initiatief is gelegen ter plaatse van het voormalige veehouderijbedrijf aan Moorsel 1. De cultuurgronden die in het bestemmingsplan worden betrokken, zijn thans in gebruik als grasland en kennen hierdoor een intensief landbouwkundig gebruik. Door dit intensief agrarisch gebruik zijn ter plaatse geen beschermde flora- en faunasoorten te verwachten. In het kader van het verkennend onderzoek naar beschermde flora- en faunasoorten ter plaatse is de databank van het Natuurloket geraadpleegd. Het Natuurloket is een onafhankelijke informatiemakelaar, die voor geheel Nederland per vierkante kilometer gegevens over beschermde soorten toegankelijk maakt. Deze gegevens zijn afkomstig uit de databanken van gespecialiseerde organisaties, verenigd in de Vereniging Onderzoek Flora en Fauna. Uit betreffende databank blijkt dat in het kilometerhok ter plaatse een aantal (rode)lijst soorten in het kader van de Flora en Faunawet voorkomt. Naar aanleiding van voornoemde brongegevens is ter plaatse een veldbezoek uitgevoerd. Gedurende een veldbezoek binnen het plangebied zijn geen beschermde soorten in het onderzoeksgebied waargenomen. Door sanering van de veehouderij en beëindiging van het intensieve grondgebruik zal de milieudruk op het gebied en de directe omgeving afnemen. De realisatie van de recreatieve bestemming en de beperkte groene poortfunctie zorgt voor enige ontlasting van de op afstand gelegen gevoeligere delen van het natuurgebied Strabrechtse Heide. Crijns Rentmeesters bv 50

51 Een verplaatsing van de recreatiedruk naar buiten de gevoelige gebieden zal eveneens winst opleveren voor de natuur. Het plangebied wordt groen ingericht met het oog op een aantal belangrijke doelsoorten zoals vleermuizen en struweelvogels. In het plangebied wordt het landschap verdicht door de aanleg van hagen en erfbeplantingen. Het leefgebied voor struweelvogels wordt hierdoor versterkt. Figuur 27: Sfeerimpressie aan te leggen landschapselementen Bij de inrichting van het plangebied zal gebruik worden gemaakt van inheems plantmateriaal. Dit alles draagt bij aan een toename van de natuurwaarden binnen het plangebied en de directe omgeving. Geconcludeerd kan worden dat de realisatie van een recreatiebedrijf ter plaatse van het plangebied slechts positieve effecten heeft op het voortbestaan van eventueel aanwezige beschermde planten, dieren, leefgebieden en levensgemeenschappen in en om het gebied. Redenen hiervoor zijn de grote afstand tot vogel- en habitatrichtlijngebieden en het ontbreken van beschermde plant- en diersoorten in de huidige situatie ter plaatse. Er zijn dan ook geen beperkingen inzake het oprichten van de recreatiebedrijf. 4.9 Water Inleiding Het doel van de watertoets is te waarborgen dat waterhuishoudkundige doelstellingen expliciet en op evenwichtige wijze in beschouwing worden genomen bij alle waterhuishoudkundig relevante plannen en besluiten. De watertoets is in het leven geroepen omdat met name het waterbeleid een wezenlijk andere oriëntatie heeft gekregen: van reageren naar anticiperen. Water heeft een aantal specifieke kwantitatieve en kwalitatieve eigenschappen waar de ruimtelijke ordening rekening mee moet houden. Een watertoets maakt de mogelijke negatieve invloeden van het initiatief in het plangebied inzichtelijk. Tevens geeft de watertoets oplossingsrichtingen aan waarmee mogelijke optredende negatieve invloeden beperkt of ongedaan gemaakt kunnen worden. Het waterschap heeft een aantal principes gedestilleerd, die van belang zijn als vertrekpunt van het overleg tussen initiatiefnemer en waterbeheerder. Het plangebied valt onder het beheergebied van het Waterschap Aa en Maas Vigerend beleid Waterbeheerplan Het waterbeheerplan van het waterschap is gericht op het streven naar een duurzame situatie op de lange termijn. Het beheer van de waterketen komt in beeld naast het tegemoet komen aan de wensen vanuit het bestaande grond- en watergebruik. In het waterbeheerplan wordt op hoofdlijnen Crijns Rentmeesters bv 51

52 aangegeven wat het waterschap de komende jaren gaat doen om het streefbeeld te bereiken, zoals verwoord in de nota Visie op water. De huidige situatie is daarbij het uitgangspunt. Een nadere invulling voor de beleidslijnen voor gebieden is niet opgenomen in het waterbeheerplan. Een gebiedsgerichte uitwerking dient plaats te vinden in nauwe samenwerking met betrokken partijen in een gebied. Afspraken over de te voeren maatregelen kunnen worden vastgelegd in overeenkomsten Keur Voor waterhuishoudkundige ingrepen in het plangebied is de Keur Waterschap Aa en Maas van toepassing. De Keur is een waterschapsverordening die gebods- en verbodsbepalingen bevat met betrekking tot ingrepen die consequenties hebben voor de waterhuishouding en het waterbeheer. Op grond van de Keur is het onder andere verboden om handelingen te verrichten waardoor het onderhoud, aanvoer, afvoer en/of berging van water kan worden belemmerd, zonder een ontheffing van het waterschap. Er wordt in de Keur onderscheid gemaakt in vier typen gebieden: - Volledig beschermd gebied; - Attentiegebied Keur; - Beperkt beschermd gebied; - Overig gebied. Het plangebied is op de kaart behorende bij de Keur Waterschap Aa en Maas aangeduid als gelegen in een attentiegebied. Figuur 28: Keur Waterschap Aa en Maas Voor gebieden die zijn aangeduid als natte natuurparels en buiten de ecologische hoofdstructuur gelegen zijn, is sprake van een attentiegebied. Ten opzichte van de EHS is hier sprake van een bescherming die buiten het natuurgebied is gelegen. Het betreft gebieden die zijn gelegen in landelijk (zowel agrarische structuur als groenblauwe mantel) of stedelijk gebied. In de attentiegebieden wordt getoetst aan het (hydrologisch) standstill-beginsel volgens het "nee, tenzij-regime". Bepalend hierbij is in hoeverre er bij de ingreep een hydrologische relatie is met de Crijns Rentmeesters bv 52

53 natte natuurparel. Dit betekent dat alleen een vergunning kan worden verleend indien de ingreep geen negatieve invloed heeft op de natte natuurparel. Het standstill-beginsel houdt in dat een waterhuishoudkundige bescherming wordt voorgestaan, waarbij enkel waterhuishoudkundige ingrepen mogen plaatsvinden binnen het attentiegebied wanneer deze zijn gericht op het verbeteren van de condities voor de natuur en/of op verbetering van de landbouwkundige condities. Dit zonder dat hierdoor negatieve hydrologische effecten optreden in de natte natuurparel, getoetst op de grens met de natte natuurparel. Compenserende maatregelen, onder voorwaarden, ter voorkoming van vernattingschade die het gevolg is van de ingreep binnen natte natuurparels worden hierbij inbegrepen. Ingrepen worden getoetst op basis van de geldende natuurdoelstellingen (hydrologische randvoorwaarden natuurtypen uit het Natuurbeheerplan, 2009/2010) opgesteld door de provincie Noord Brabant. Ter plaatse van het plangebied aan Moorsel 1 worden geen ingrepen gedaan met betrekking tot de waterhuishouding. De ligging van het plangebied binnen een attentiegebied in het kader van de Keur Waterschap Aa en Maas heeft derhalve geen gevolgen voor de beoogde ontwikkeling Gemeentelijk rioleringsplan Sinds 1 januari 2008 zijn gemeenten verantwoordelijk voor het hemelwater, het afvalwater en het grondwater. In het gemeentelijk Rioleringsplan beschrijft de gemeente Someren voor de periode op welke manier de gemeente Someren invulling geeft aan rioleringstaken en het beleid ten aanzien van een doelmatige inzameling van transport van afvalwater Principes van het waterschap Bij ruimtelijke ontwikkelingen, waaronder ver- en nieuwbouwplannen, hanteert het waterschap een aantal uitgangspunten ten aanzien van het duurzaam omgaan met water, die van belang zijn als vertrekpunt van het overleg tussen initiatiefnemer en waterbeheerder. Bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen dient de initiatiefnemer hier invulling aan te geven. Waterschap Aa en Maas hanteert onderstaande principes: - wateroverlastvrij bestemmen; - gescheiden houden van vuil en schoon hemelwater; - doorlopen van de afwegingsstappen hergebruik-infiltratie-buffering-afvoer; - hydrologisch neutraal ontwikkelen; - water als kans; - meervoudig ruimtegebruik; - voorkomen van vervuiling; - waterschapsbelangen; Per beleidspunt wordt het onderhavige plan getoetst aan het beleid van waterschap Aa en Maas Wateroverlastvrij bestemmen Bij de locatiekeuze voor nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen dient rekening te worden gehouden met de norm uit het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW). In eerste instantie zal bij de locatiekeuze van een ontwikkeling gezocht moeten worden naar een plek 'die hoog en droog genoeg' is. Mocht dit echter niet mogelijk of wenselijk zijn, dan zal in de compenserende of mitigerende sfeer gezocht moeten worden naar maatregelen die het gewenste beschermingsniveau tegen wateroverlast helpen Crijns Rentmeesters bv 53

54 realiseren. Liever nog dan mitigeren of compenseren, wordt bij voorkeur gebouwd op locaties die als gevolg van hun ligging nu al voldoen aan de NBW-norm voor de toekomstige functie Gescheiden houden van vuil water en schoon hemelwater Het streefbeeld is het afvoeren van het vuile water via de riolering en het binnen het plangebied verwerken van het schone hemelwater. Afhankelijk van de omstandigheden ter plaatse kan een compromis gesloten worden, waarbij de minimale inzet (in bestaand bebouwd gebied) is om het vuile en het schone water gescheiden aan te bieden op het (reeds aanwezige) gemengde rioolstelsel. Het waterschap gaat echter niet akkoord met de aanleg van nieuwe gemengde rioolstelsels Doorlopen van de afwegingsstappen: hergebruik-infiltratie-buffering-afvoer In aansluiting op het landelijke beleid (NW4, WB21) hanteert het waterschap het beleid dat bij nieuwe plannen altijd onderzocht dient te worden hoe omgegaan kan worden met het schone hemelwater. Hierbij worden de afwegingsstappen "hergebruik-infiltratie-buffering-afvoer" (afgeleid van de trits "vasthouden-bergen-afvoeren") doorlopen. Hergebruik van hemelwater wordt voornamelijk overwogen bij grootschalige voorzieningen als scholen, kantoorgebouwen en dergelijke. Voor particuliere woningen wordt dit, ook gezien de landelijke ervaringen met grijswatersystemen, niet gestimuleerd. Binnen grondwaterbeschermingsgebieden kunnen door de grondwater-beheerder (provincie) aanvullende kwalitatieve eisen gesteld worden in de Provinciale Milieu Verordening. Ook kan een vergunning nodig zijn van de grondwaterbeheerder Hydrologisch neutraal ontwikkelen Nieuwe ontwikkelingen dienen te voldoen aan het principe van hydrologisch neutraal ontwikkelen, waarbij de hydrologische situatie minimaal gelijk moet blijven aan de uitgangssituatie. Hierbij mag de natuurlijke GHG (Gemiddeld Hoogste Grondwaterstand) niet verlaagd worden en mag bijvoorbeeld bij transformatie van landelijk naar bebouwd gebied de oorspronkelijke landelijke afvoer in de normale situatie niet overschreden worden. Het waterpeil sluit aan bij optimale grondwaterstanden en in poldergebieden worden seizoensfluctuaties toegestaan Water als kans "Water" wordt door stedenbouwkundigen bij inrichtingsvraagstukken vaak benaderd als een probleem ("er moet ook ruimte voor water gecreëerd worden, en m² zijn duur"). Dat is erg jammer, want "water" kan ook een meerwaarde geven aan het plan, bijvoorbeeld door gebruik te maken van de belevingswaarde van water. Zo is 'wonen aan het water' erg gewild, een mooie waterpartij met bijbehorend groen wordt door vele inwoners gewaardeerd etcetera Meervoudig ruimtegebruik "Er moet ruimte voor water gecreëerd worden, en m² zijn duur". Maar door bij de inrichting van een plangebied ruimte oor twee of meer doeleinden te gebruiken, is het "verlies" van m² als gevolg van de toegenomen ruimtevraag vanuit water te beperken. Zo is het in bepaalde gevallen mogelijk om het flauwe talud ook te gebruiken als onderhoudsstrook. Flauwe taluds geven veel ruimte voor buffering van water, maar zijn ook te gebruiken voor recreatieve doeleinden (een fietspad dat af en toe niet te gebruiken is). Crijns Rentmeesters bv 54

55 Voorkomen van vervuiling Bij de inrichting, het bouwen en het beheer van gebieden wordt het milieu belast. Vanuit zijn wettelijke taak ten aanzien van het waterkwaliteitsbeheer streeft het waterschap ernaar om nieuwe bronnen van verontreiniging zoveel mogelijk te voorkomen. Deze bronaanpak is ook verwoord in het Emissiebeheersplan. Het waterschap besteedt hier reeds aandacht aan in de fase van de watertoets, zodat dit aspect als randvoorwaarde kan worden meegenomen in het verdere ontwerpproces Waterschapsbelangen Er zijn 'waterschapsbelangen' met een ruimtelijke component. Dit betreft het volgende: - ruimteclaims voor waterberging; - ruimteclaims voor de aanleg van natte EVZ's en beekherstel; - aanwezigheid en ligging watersysteem; - aanwezigheid en ligging waterkeringen; - aanwezigheid en ligging van infrastructuur en ruimteclaims t.b.v. de afvalwaterketen in beheer van het waterschap. Indien deze belangen een rol spelen in het ruimtelijke plan dan zou hieraan in de toelichting, de regels en de verbeelding aandacht besteed moeten worden Bodemgebruik en grondwater De maaiveldhoogte ter plaatse van het plangebied bedraagt circa NAP + 23,7 m. De bodem binnen het plangebied betreft een eerdgrond; bestaande uit leemarm en zwak lemig fijn zand. Binnen het plangebied vindt geen grondwateronttrekking plaats. De GHG ter plaatse van het plangebied bedraagt cm-mv. In de omgeving van het plangebied zijn diverse watergangen gelegen in de vorm van sloten en greppels. Onderstaande figuur betreft een uitsnede van de wateratlas van de provincie Noord-Brabant met daarin de ligging van de GHG ter plaatse van het plangebied aan Moorsel 1. Figuur 29: GHG ter plaatse van plangebied Hydrologisch neutraal bouwen Uitgangspunt bij nieuwbouw is dat er hydrologisch neutraal wordt gebouwd. Dit betekent dat het hemelwater (dat valt op daken en verhardingen) niet versneld mag worden afgevoerd naar het opper- Crijns Rentmeesters bv 55

56 vlaktewater of naar het riool. Onderhavig initiatief voorziet alleen in het hergebruik van bestaande gebouwen. Er vindt dan ook geen toename plaats van het verharde oppervlak waardoor geen sprake is van een bergingsopgave. Het aspect Hydrologisch neutraal bouwen is bij onderhavig initiatief dan ook niet van toepassing Vooroverlegreactie Waterschap Aa en Maas Het voorontwerpbestemmingsplan Moorsel 1 Lierop heeft Waterschap Aa en Maas geen aanleiding tot opmerkingen gegeven. Het bestemmingsplan is hiertoe dan ook niet aangepast Archeologie en cultuurhistorie Archeologische Monumentenkaart en Indicatieve Kaart Archeologische Waarden In 1992 is het Verdrag van Valletta door de landen van de Europese Unie waaronder Nederland ondertekend. Dit verdrag verplicht de Europese overheden tot het beschermen van archeologisch erfgoed. Hierbij wordt als uitgangspunt gehanteerd dat archeologische waarden in situ bewaard moeten blijven. Dat wil zeggen, dat er naar gestreefd moet worden om de waarden op de locatie te behouden. Als dit niet mogelijk blijkt, bijvoorbeeld bij realisatie van bouwplannen, dan moeten de waarden worden opgegraven en ex situ worden bewaard. In navolgende figuur is een uitsnede van de Cultuurhistorische Waardenkaart weergegeven. Figuur 30: Uitsnede Cultuurhistorische Waardenkaart 2010 Ter plaatse van het plangebied is een hoge tot middelhoge indicatieve archeologische verwachtingswaarde aanwezig. De gemeente Someren heeft de archeologische verwachtingswaarde binnen de gemeente Someren laten onderzoeken en de Nota Archeologiebeleid gemeente Someren vastgesteld. In deze beleidsnota heeft de locatie aan Moorsel 1 een hoge archeologische verwachtingswaarde. Aangezien er op de locatie geen nieuwe bouwwerken worden opgericht en daarmee de bodem ook niet verstoord wordt zijn archeologische waarden dan ook niet in het geding. Ten behoeve van onderhavig Crijns Rentmeesters bv 56

57 bestemmingsplan is dan ook geen archeologisch onderzoek uitgevoerd, tevens is aan de uitvoering ervan geen onderzoeksplicht gekoppeld. Tevens zal het plangebied worden bestemd met de dubbelbestemming Waarde Archeologie waarmee de archeologische waarden worden beschermd. Wanneer sprake is van een bodemverstoring van meer dan 40 cm. diep over een oppervlakte van 250 m² geldt een onderzoeksplicht Historische stedenbouw Op de Cultuurhistorische Waardenkaart (CHW) van de provincie zijn de cultuurhistorische (landschaps)waarden van bovenlokaal belang aangegeven. Het plangebied is op de kaart aangeduid als een locatie met belangrijke cultuurhistorische waarden. Deze waarden worden met onderhavig plan versterkt en behouden Historisch landschappelijke lijnen De ontstaansgeschiedenis heeft in het landschap een lint van aan elkaar geschakelde lijnen achtergelaten, bestaande uit infrastructuur, waterstaatkundige werken, verkavelingstructuren en nederzettingspatronen. Deze structuren ontlenen hun waarde niet aan de zeldzaamheid van die elementen als zodanig. De waarde ligt eerder in de herkenbaarheid, de gaafheid en eventuele coherentie van het patroon als geheel en de samenhang met bebouwingspatronen en andere ruimtelijke karakteristieken. De lokale (zand)wegen in de nabijheid van het plangebied zijn aangeduid met een hoge en zeer hoge historisch geografische waarden en dienen derhalve gehandhaafd te blijven. In de nabijheid van het plangebied zijn verder historische geografische- of groenstructuren aanwezig. De waardevolle structuren worden behouden. Crijns Rentmeesters bv 57

58 Crijns Rentmeesters bv 58

59 5. PLANUITGANGSPUNTEN 5.1 Inleiding Het recreatiebedrijf Pastoorke van Moorsel omvat een terreingrootte van in totaal hectare. Crijns Rentmeesters BV heeft in opdracht van initiatiefnemer een inrichtingsplan voor het plangebied opgesteld. In onderstaande figuur is een inrichtingsschets weergegeven. Figuur 31: Inrichting plangebied (Crijns Rentmeesters februari 2013) Voor een verdere detaillering van dit inrichtingsplan wordt verwezen naar de bijlage Inrichtingsplan Moorsel 1 Lierop. 5.2 Inrichting en ontwikkeling In deze paragraaf worden de functionele eenheden op het recreatieterrein globaal beschreven Hoeve met woon- en horecafunctie Centraal in het gebied is de hoeve Moorsel 1 gelegen. De hoeve behoudt zijn woonfunctie en zal worden gebruikt als bedrijfswoning. De woning wordt verplaatst naar het stalgedeelte. In het huidige woongedeelte wordt een horecafunctie (pleisterplaats met horeca) gevestigd als ondergeschikte functie bij de woonfunctie. Dit zal een oppervlakte hebben van circa 80 m² en een bijbehorend terras van circa 100 m². De woonfunctie zal een oppervlakte hebben van circa 270 m². Een pleisterplaats is van oudsher een plaats (vroeger ook wel hut genaamd), op enige afstand van de kernen, waar mensen kunnen rusten, eten en drinken na een wandeling of tijdens een doorreis. Initiatiefnemer wil graag gasten te eten en te drinken aanbieden die op of rond Moorsel aan het recreëren zijn. Voor de hoeve wordt een terras aangelegd waar iets gedronken kan worden en een kleine maaltijd kan worden Crijns Rentmeesters bv 59

Bestemmingsplan Buitengebied Zundert, vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing

Bestemmingsplan Buitengebied Zundert, vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing Opgesteld door: Provincie Noord-Brabant 19-05-2016 S.M.Verhaart- Menken Versie: 3_19-05-2016 Inhoud

Nadere informatie

WIJZIGINGSPLAN NATUURONTWIKKELING BOSRAND 25 EN OMGEVING, LIESHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 30 augustus 2016 vastgesteld

WIJZIGINGSPLAN NATUURONTWIKKELING BOSRAND 25 EN OMGEVING, LIESHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 30 augustus 2016 vastgesteld WIJZIGINGSPLAN NATUURONTWIKKELING BOSRAND 25 EN OMGEVING, LIESHOUT 30 augustus 2016 vastgesteld 52-027 GEMEENTE LAARBEEK 2 INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding... 5 1.1 Algemeen... 5 1.2 Aanleiding en doel... 5 1.3

Nadere informatie

WIJZIGINGSPLAN ZORGBOERDERIJ BROEK 4, MARIAHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 2 februari 2016 vastgesteld

WIJZIGINGSPLAN ZORGBOERDERIJ BROEK 4, MARIAHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 2 februari 2016 vastgesteld WIJZIGINGSPLAN ZORGBOERDERIJ BROEK 4, MARIAHOUT 2 februari 2016 vastgesteld 52-007 GEMEENTE LAARBEEK 2 INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding... 5 1.1 Algemeen... 5 1.2 Aanleiding en doel... 5 1.3 Plangebied... 6 1.4

Nadere informatie

15003 RO VERPLAATSEN VLAAMSE SCHUUR LANGEREIT 14

15003 RO VERPLAATSEN VLAAMSE SCHUUR LANGEREIT 14 15003 RO VERPLAATSEN VLAAMSE SCHUUR LANGEREIT 14 Ordito b.v. Postbus 94 5126 ZH Gilze E info@ordito.nl T 0161 801 022 I www.ordito.nl KVK 54 811 554 1. Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Ligging en begrenzing

Nadere informatie

BEELDKWALITEITPLAN MOORSEL 7 GEMEENTE SOMEREN

BEELDKWALITEITPLAN MOORSEL 7 GEMEENTE SOMEREN Crijns Rentmeesters BV Witvrouwenbergweg 12 5711 CN Someren BEELDKWALITEITPLAN MOORSEL 7 GEMEENTE SOMEREN T: 0493 47 17 77 F: 0493 47 28 88 E: info@crijns-rentmeesters.nl I: www.crijns-rentmeesters.nl

Nadere informatie

Format Ruimtelijke Onderbouwing (versie 1, aug 2014) INHOUDSOPGAVE

Format Ruimtelijke Onderbouwing (versie 1, aug 2014) INHOUDSOPGAVE Format Ruimtelijke Onderbouwing (versie 1, aug 2014) INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING 1.1. Algemeen 1.2. Aanleiding en doel 1.3. Plangebied 1.4. Leeswijzer 2. PLANBESCHRIJVING 2.1. Bestaande situatie 2.2. Gewenste

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1 Inleiding

HOOFDSTUK 1 Inleiding HOOFDSTUK 1 Inleiding 1.1 Aanleiding en doel In 2010 is het voormalige perceel Strijbeekseweg 23 te Ulvenhout gesplitst in twee percelen, te weten Strijbeekseweg 23 met daarop een boerderij (rijksmonument),

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel

Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel Inleiding en planbeschrijving In Netersel is in de huidige situatie een speelterrein gelegen (zie figuur 1). Dat speelterrein is deels binnen het plangebied

Nadere informatie

Kwaliteitsverbetering van het landschap Broekstraat 2a Geffen 29 augustus 2014

Kwaliteitsverbetering van het landschap Broekstraat 2a Geffen 29 augustus 2014 Kwaliteitsverbetering van het landschap Broekstraat 2A Geffen Inleiding In de Verordening Ruimte van de Provincie Noord-Brabant is een rood-met-groen-koppeling opgenomen. Dit houdt in dat nieuwe ruimtelijke

Nadere informatie

Relevante artikelen Verordening ruimte Noord-Brabant

Relevante artikelen Verordening ruimte Noord-Brabant Bijlage 3 Relevante artikelen Verordening ruimte Noord-Brabant Artikel 2.1 - Zorgplicht voor ruimtelijke kwaliteit 1. Een bestemmingsplan dat voorziet in een ruimtelijke ontwikkeling buiten bestaand stedelijk

Nadere informatie

ONTWERPBESTEMMINGSPLAN RECREATIEBEDRIJF GERRITHOEVE GEMEENTE OISTERWIJK

ONTWERPBESTEMMINGSPLAN RECREATIEBEDRIJF GERRITHOEVE GEMEENTE OISTERWIJK Crijns Rentmeesters BV Witvrouwenbergweg 12 5711 CN Someren BESTEMMINGSPLAN RECREATIEBEDRIJF GERRITHOEVE GEMEENTE OISTERWIJK T: 0493 47 17 77 F: 0493 47 28 88 E: info@crijns-rentmeesters.nl I: www.crijns-rentmeesters.nl

Nadere informatie

(ontwerp) ruimtelijke onderbouwing afwijking BP Akenveenweg 1 Tynaarlo

(ontwerp) ruimtelijke onderbouwing afwijking BP Akenveenweg 1 Tynaarlo (ontwerp) ruimtelijke onderbouwing afwijking BP Akenveenweg 1 Tynaarlo Gemeente Tynaarlo Maart 2011 Projectgebied Inhoudsopgave 1. Inleiding... 5 2. Huidige en beoogde situatie... 6 2.1 Beschrijving van

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24

Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24 Pagina 1 van 5 Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24 Pagina 2 van 5 Inleiding Op donderdag 3 april 2014 is door Dierenrijk

Nadere informatie

ONTWERPBESTEMMINGSPLAN RECREATIEBEDRIJF GERRITHOEVE GEMEENTE OISTERWIJK

ONTWERPBESTEMMINGSPLAN RECREATIEBEDRIJF GERRITHOEVE GEMEENTE OISTERWIJK Noot: In de tekst wordt gerefereerd aan de Gebiedsontwikkeling De Logt. Hiervoor moet worden gelezen De gebiedsvisie De Logt. De reden hiervoor is dat de ontwikkeling van het gebied is vertraagd. De gebiedsvisie

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing Hollandseweg 19, Someren. Gemeente Someren

Ruimtelijke onderbouwing Hollandseweg 19, Someren. Gemeente Someren Ruimtelijke onderbouwing Hollandseweg 19, Someren Gemeente Someren Opdrachtgever: Projectlocatie: Dhr. N.H.L. Michiels Hollandseweg 19 5712RM Someren Hollandseweg 19, Someren Projectnummer: 16418-001 Datum:

Nadere informatie

ERFBEPLANTINGSSPLAN HEUSDEN BEHELP 13 (CAMPING DE PEEL) GEMEENTE ASTEN

ERFBEPLANTINGSSPLAN HEUSDEN BEHELP 13 (CAMPING DE PEEL) GEMEENTE ASTEN Crijns Rentmeesters BV Witvrouwenbergweg 12 5711 CN Someren ERFBEPLANTINGSSPLAN HEUSDEN BEHELP 13 (CAMPING DE PEEL) GEMEENTE ASTEN T: 0493 47 17 77 F: 0493 47 28 88 E: info@crijns-rentmeesters.nl I: www.crijns-rentmeesters.nl

Nadere informatie

percelen cultuurgrond

percelen cultuurgrond percelen cultuurgrond gelegen aan de Cromvoirtsedijk te Cromvoirt, ter grootte van 4.77.90 ha Koopsom: Nader overeen te komen Inhoud Kadastrale informatie Omschrijving Bestemmingsplan Verordening Ruimte

Nadere informatie

1. Streekplan Brabant in balans

1. Streekplan Brabant in balans 1. Streekplan Brabant in balans Het plangebied is gelegen in de AHS-landschap; subzone leefgebied dassen en voor een deel (duinrand) binnen de GHS-natuur. De Interimstructuurvisie Noord-Brabant Brabant

Nadere informatie

In het kader van het wettelijk vooroverleg heeft u ons om een reactie gevraagd op de voorontwerp-omgevingsvergunning Oirschotsedijk 52, Wintelre.

In het kader van het wettelijk vooroverleg heeft u ons om een reactie gevraagd op de voorontwerp-omgevingsvergunning Oirschotsedijk 52, Wintelre. Brabantlaan 1 Postbus 90151 5200 MC s-hertogenbosch Telefoon (073) 681 28 12 Fax (073) 614 11 15 Gemeente Eersel Postbus 12 5520 AA EERSEL info@brabant.nl www.brabant.nl IBAN NL86INGB0674560043 3825558

Nadere informatie

wijzigingsplan Boerderijsplitsing Bemmerstraat 7, Beek en Donk gemeente Laarbeek

wijzigingsplan Boerderijsplitsing Bemmerstraat 7, Beek en Donk gemeente Laarbeek wijzigingsplan Boerderijsplitsing Bemmerstraat 7, Beek en Donk gemeente Laarbeek document: toelichting status: vastgesteld datum: 2 september 2014 projectnummer: 200770R.2020 adviseur: Jke toelichting

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing Bûtewei 14A Ureterp (agrarische bedrijfswoning) Gemeente Opsterland

Ruimtelijke onderbouwing Bûtewei 14A Ureterp (agrarische bedrijfswoning) Gemeente Opsterland Ruimtelijke onderbouwing Bûtewei 14A Ureterp (agrarische bedrijfswoning) Gemeente Opsterland INHOUDSOPGAVE pagina HOOFDSTUK 1 INLEIDING 5 1.1 Aanleiding voor het plan 5 1.2 Plangebied 5 1.3 Leeswijzer

Nadere informatie

Ruimtelijke ordening. Ruimtelijke Ordening

Ruimtelijke ordening. Ruimtelijke Ordening Ruimtelijke ordening Ruimtelijke Ordening Ruimtelijke ordening (RO) in Nederland Vanuit de geschiedenis is RO al belangrijk in Nederland, denk bijvoorbeeld aan landinrichting en optimaliseren van de waterhuishouding.

Nadere informatie

Proactieve aanwijzing recreatieve zone De Heihorsten, Someren

Proactieve aanwijzing recreatieve zone De Heihorsten, Someren Proactieve aanwijzing recreatieve zone De Heihorsten, Someren Proactieve aanwijzing recreatieve zone De Heihorsten, Someren ONTWERP Inhoudsopgave Regels 3 Hoofdstuk 1 Inleidende regels 4 Artikel 1 Begripsbepalingen

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing. Realisatie groepsaccommodatie voormalig ligboxstal Manjepetswei 19 Oudega

Ruimtelijke onderbouwing. Realisatie groepsaccommodatie voormalig ligboxstal Manjepetswei 19 Oudega Ruimtelijke onderbouwing Realisatie groepsaccommodatie voormalig ligboxstal Manjepetswei 19 Oudega Realisatie groepsaccommodatie voormalig ligboxstal Manjepetswei 19 Oudega Inhoudsopgave 1. Inleiding...

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing. Wijziging gebruik van loods voor opslag op het perceel Rinkesfort 13 te Maasbree

Ruimtelijke onderbouwing. Wijziging gebruik van loods voor opslag op het perceel Rinkesfort 13 te Maasbree Ruimtelijke onderbouwing Wijziging gebruik van loods voor opslag op het perceel Rinkesfort 13 te Maasbree 16-08-2011 1. Inleiding Algemeen De heer Wijnen heeft het verzoek gedaan om een loods op het perceel

Nadere informatie

Bestemmingsplan Buitengebied Grubbenvorst

Bestemmingsplan Buitengebied Grubbenvorst Bestemmingsplan Buitengebied Grubbenvorst Perceel L 534 NL.IMRO.1507.BPGRBUITENGEBL534 Bestemmingsplan Buitengebied Grubbenvorst, Perceel L 534 Vastgesteld 13 september 2013 NL.IMRO.1507.BPGRBUITENGEBL534-VA01

Nadere informatie

16041 LANDSCHAP SCHOOTJESBAAN 2 RIEL 8 APRIL 2016

16041 LANDSCHAP SCHOOTJESBAAN 2 RIEL 8 APRIL 2016 16041 LANDSCHAP SCHOOTJESBAAN 2 RIEL 8 APRIL 2016 Ordito b.v. Postbus 94 5126 ZH Gilze E info@ordito.nl T 0161 801 022 I www.ordito.nl KVK 54 811 554 1 LANDSCHAPPELIJKE INPASSING SCHOOTJESBAAN 2 TE RIEL

Nadere informatie

LIGGING. topografische kaart. ligging in het veld

LIGGING. topografische kaart. ligging in het veld LIGGING Recreatiebedrijf Landgoed Moerslag 32 is gesitueerd ten zuiden van de kern Moerslag. Zie de markering in de topografische kaart hieronder en de luchtfoto rechts. topografische kaart ligging in

Nadere informatie

Besluit artikel 3.6 lid 1 onderdeel a Wro Buitengebied Asten 2008, wijziging Kokmeeuwenweg 22

Besluit artikel 3.6 lid 1 onderdeel a Wro Buitengebied Asten 2008, wijziging Kokmeeuwenweg 22 Besluit artikel 3.6 lid 1 onderdeel a Wro Buitengebied Asten 2008, wijziging Kokmeeuwenweg 22 burgemeester en wethouders van A s t e n; gezien het verzoek om medewerking van A.J.M. van Hoof, Kokmeeuwenweg

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Oprichten aanduidingsmast McDonald s Vlietweg 16 te Santpoort-Noord

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Oprichten aanduidingsmast McDonald s Vlietweg 16 te Santpoort-Noord RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Oprichten aanduidingsmast McDonald s Vlietweg 16 te Santpoort-Noord Ruimtelijke onderbouwing project Vlietweg 16 te Santpoort-Noord W12/000758/ OLO271413 INHOUD 1 Beschrijving

Nadere informatie

Besluit artikel 3.6 lid 1 onderdeel a Wro Buitengebied Asten 2008, wijziging Keizersdijk 2

Besluit artikel 3.6 lid 1 onderdeel a Wro Buitengebied Asten 2008, wijziging Keizersdijk 2 Besluit artikel 3.6 lid 1 onderdeel a Wro burgemeester en wethouders van A s t e n; gezien het verzoek om medewerking van Crijns Rentmeesters B.V. namens mevrouw Van Bussel-Drieshen voor de splitsing van

Nadere informatie

Blad 2. Beoordeling verzoek

Blad 2. Beoordeling verzoek Ruimtelijke onderbouwing voor het afwijken van het bestemmingsplan ten behoeve van het dempen van een kadesloot en verbreden van watergangen in de Wergeastermarpolder Door het Wetterskip Fryslân is een

Nadere informatie

Provinciaal blad van Noord-Brabant

Provinciaal blad van Noord-Brabant Provinciaal blad van Noord-Brabant ISSN: 0920-1408 Onderwerp Wijziging Verordening ruimte i.v.m. bp Broeksche Erven, Nuenen Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Bijlage(n) 3 - gelezen het verzoek van

Nadere informatie

Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe

Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe Verordening vastgesteld: 26-06-2003 In werking getreden: 15-09-2003 COMPENSATIEVERPLICHTING Artikel 1 Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan

Nadere informatie

Projectbesluit Watermolendijk 3 Eelde

Projectbesluit Watermolendijk 3 Eelde Projectbesluit Watermolendijk 3 Eelde Gemeente Tynaarlo Oktober 2011 NL.IMRO.1730.PBWatermolendijk3-0401 Projectgebied Inhoudsopgave 1. Inleiding... 4 2. Huidige en beoogde situatie... 5 2.1 Beschrijving

Nadere informatie

TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN RANDWEG WEST

TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN RANDWEG WEST TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN RANDWEG WEST GEMEENTE BLADEL In opdracht van Opgesteld door Auteur STRI-nummer Projectnummer Datum Status Inhoudsopgave 1. Inleiding... 1 2. Beleidskader... 4 3. Huidige en

Nadere informatie

Wijzigingsplan Grootweg 13a, Berkhout Bestemmingsplan Landelijk Gebied Koggenland, wijziging bedrijfswoning naar plattelandswoning

Wijzigingsplan Grootweg 13a, Berkhout Bestemmingsplan Landelijk Gebied Koggenland, wijziging bedrijfswoning naar plattelandswoning Wijzigingsplan Grootweg 13a, Berkhout Bestemmingsplan Landelijk Gebied Koggenland, wijziging bedrijfswoning naar plattelandswoning Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Beschrijving initiatief

Nadere informatie

College van Burgemeester en Wethouders Gemeente Leudal Postbus ZG Heythuysen. Geacht College,

College van Burgemeester en Wethouders Gemeente Leudal Postbus ZG Heythuysen. Geacht College, Bergs Advies B.V. Leveroyseweg 9a 6093 NE Heythuysen Telefoon (0475) 49 44 07 Fax (0475) 49 23 63 E-mail info@bergsadvies.nl Internet www.bergsadvies.nl BIC code: RABONL2U IBAN: NL76RABO0144217414 K.v.K.

Nadere informatie

BESTEMMINGSPLAN SCHAIJKSEDREEF 5-7 NISTELRODE GEMEENTE BERNHEZE

BESTEMMINGSPLAN SCHAIJKSEDREEF 5-7 NISTELRODE GEMEENTE BERNHEZE Crijns Rentmeesters BV Witvrouwenbergweg 12 5711 CN Someren BESTEMMINGSPLAN SCHAIJKSEDREEF 5-7 NISTELRODE GEMEENTE BERNHEZE T: 0493 47 17 77 F: 0493 47 28 88 E: info@crijns-rentmeesters.nl I: www.crijns-rentmeesters.nl

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing

Ruimtelijke onderbouwing Ruimtelijke onderbouwing De Kouwe Noord 3, Geffen Gemeente Oss Raadhuislaan 2 5341 GM Oss T: 14 0412 F: 0412 642605 www.oss.nl RUIMTELIJKE ONDERBOUWING De Kouwe Noord 3 te Geffen Februari maart 2016 1

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing

Ruimtelijke onderbouwing Ruimtelijke onderbouwing Vijf onderkomens voor recreatieve overnachtingen bij camping aan Drachtster Heawei 38 De Veenhoop 1 2 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING VIJF RECREATIEVE ONDERKOMENS DRACHTSTER HEAWEI 38

Nadere informatie

Landelijk gebied, percelen rond Kiebergerweg 2

Landelijk gebied, percelen rond Kiebergerweg 2 Landelijk gebied, percelen rond Kiebergerweg 2 NL.IMRO.0037.BP1303-vs01 25 augustus 2014 blz. 2 Gemeente Stadskanaal Inhoudsopgave Toelichting 3 Hoofdstuk 1 Inleiding 5 1.1 Aanleiding 5 1.2 Plangebied

Nadere informatie

ACTUALISATIE STRUCTUURVISIE BLADEL

ACTUALISATIE STRUCTUURVISIE BLADEL ACTUALISATIE STRUCTUURVISIE BLADEL Gemeente Bladel Memo wijzigingen in Ruimtelijk Casco ten opzichte van DRS en Dorpenplan Medio 2004 heeft de gemeenteraad van Bladel de StructuurvisiePlus, bestaande uit

Nadere informatie

Wijzigingsplan Baarsdorpermeer 4, Zuidermeer Bestemmingsplan Landelijk Gebied Koggenland, wijziging bedrijfswoning naar plattelandswoning

Wijzigingsplan Baarsdorpermeer 4, Zuidermeer Bestemmingsplan Landelijk Gebied Koggenland, wijziging bedrijfswoning naar plattelandswoning Wijzigingsplan Baarsdorpermeer 4, Zuidermeer Bestemmingsplan Landelijk Gebied Koggenland, wijziging bedrijfswoning naar plattelandswoning *D14.001905* D14.001905 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding

Nadere informatie

Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen

Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen NL.IMRO.1730.ABdorpsstr74zuidlv-0301 Projectgebied Situatie Dorpsstraat 74 Zuidlaarderveen 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Huidige en beoogde

Nadere informatie

GEMEENTE CRANENDONCK. Stedenbouwkundig en landschappelijk inrichtingsplan Meemortel ong, Budel

GEMEENTE CRANENDONCK. Stedenbouwkundig en landschappelijk inrichtingsplan Meemortel ong, Budel GEMEENTE CRANENDONCK Stedenbouwkundig en landschappelijk inrichtingsplan Meemortel ong, Budel Stedenbouwkundig en landschappelijk inrichtingsplan Meemortel ong Budel Projectnr. 009-036 / januari 2015 INHOUD

Nadere informatie

Bestemmingsplan buitengebied

Bestemmingsplan buitengebied Bestemmingsplan buitengebied Voorontwerp Informatieavond dinsdag 26 juni 2012 Wat is een bestemmingsplan? Plan met regels over het gebruik van de ruimte Waar en hoe mag wat worden gebouwd? Welke functies

Nadere informatie

ONTWERPBESTEMMINGSPLAN KOPPENHOEFSTRAAT 16 BOXTEL GEMEENTE BOXTEL

ONTWERPBESTEMMINGSPLAN KOPPENHOEFSTRAAT 16 BOXTEL GEMEENTE BOXTEL Crijns Rentmeesters BV Witvrouwenbergweg 12 BESTEMMINGSPLAN KOPPENHOEFSTRAAT 16 BOXTEL GEMEENTE BOXTEL 5711 CN Someren T: 0493 47 17 77 F: 0493 47 28 88 E: info@crijns-rentmeesters.nl I: www.crijns-rentmeesters.nl

Nadere informatie

Groenschets. Ten behoeve van nieuwbouw woning. Groenmeester Gemeente Horst aan de Maas September 2013

Groenschets. Ten behoeve van nieuwbouw woning. Groenmeester Gemeente Horst aan de Maas September 2013 Groenschets Ten behoeve van nieuwbouw woning Familie Soberjé P/A Venrayseweg 115 5961 AE Horst Locatie woning Lindweg langs nummer 7 077-3981683 Groenmeester Gemeente Horst aan de Maas September 2013 1.

Nadere informatie

Referentienummer Datum Kenmerk GM-0055696 16 februari 2012 313182

Referentienummer Datum Kenmerk GM-0055696 16 februari 2012 313182 Notitie Referentienummer Datum Kenmerk GM-0055696 16 februari 2012 313182 Betreft Actualisatie locatieonderzoek natuurwaarden 1 Aanleiding In 2007 is door Grontmij het Locatieonderzoek natuurwaarden Projectlocatiegebied

Nadere informatie

Gemeente Achtkarspelen Projectbesluit Veranderen erf bij de woning Skieppedrifte 5 te Drogeham Ruimtelijke onderbouwing

Gemeente Achtkarspelen Projectbesluit Veranderen erf bij de woning Skieppedrifte 5 te Drogeham Ruimtelijke onderbouwing Gemeente Achtkarspelen Projectbesluit Veranderen erf bij de woning Skieppedrifte 5 te Drogeham Ruimtelijke onderbouwing 1. INLEIDING 1.1 Aanleiding voor het projectbesluit Op 15 januari 2010 is er een

Nadere informatie

Wijzigingsplan It Oast 2 Augustinusga. Ontwerp

Wijzigingsplan It Oast 2 Augustinusga. Ontwerp Wijzigingsplan It Oast 2 Augustinusga Ontwerp Toelichting Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Begrenzing plangebied 3 1.3 Geldende bestemmingsplan/moederplan 3 1.4 Bestaande en toekomstige

Nadere informatie

3. Gewenste ontwikkeling Milieu Planbeschrijving Inspraak Voorschriften 7

3. Gewenste ontwikkeling Milieu Planbeschrijving Inspraak Voorschriften 7 TOELICHTING INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 3 2. Bestaande situatie 3 2.1 Plangebied 3 2.2 Vigerende bestemmingsplan 3 2.3 bestaande situatie 4 3. Gewenste ontwikkeling 4 4. Milieu 4 5. Planbeschrijving 6 6.

Nadere informatie

Inrichtingsplan driestweg 14 te Putten

Inrichtingsplan driestweg 14 te Putten Inrichtingsplan driestweg 14 te Putten opdrachtgever: Boerstaete Makelaardij B.V. 8 oktober 2014 amer / ruimtelijke ontwikkeling Driestweg plangebied ligging plangebied Driestweg 14 Inhoud Inleiding 4

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing. Plattelandswoning Eilandseweg 18 a, Nederhorst den Berg

Ruimtelijke onderbouwing. Plattelandswoning Eilandseweg 18 a, Nederhorst den Berg Ruimtelijke onderbouwing Plattelandswoning Eilandseweg 18 a, Nederhorst den Berg In opdracht van G.C. Nagel december 2013 Ruimtelijke onderbouwing Plattelandswoning Eilandseweg 18 a Nederhorst den Berg

Nadere informatie

BESTEMMINGSPLAN BUITENGEBIED 2009, HERZIENING MISPELEIND 8 EN NETERSELSEDIJK 19A-21 GEMEENTE REUSEL-DE MIERDEN

BESTEMMINGSPLAN BUITENGEBIED 2009, HERZIENING MISPELEIND 8 EN NETERSELSEDIJK 19A-21 GEMEENTE REUSEL-DE MIERDEN Crijns Rentmeesters BV Witvrouwenbergweg 12 BESTEMMINGSPLAN BUITENGEBIED 2009, HERZIENING MISPELEIND 8 EN NETERSELSEDIJK 19A-21 GEMEENTE REUSEL-DE MIERDEN 5711 CN Someren T: 0493 47 17 77 F: 0493 47 28

Nadere informatie

Beeldkwaliteitsplan. Goorstraat 35 en Goorstraat. Te Soerendonk

Beeldkwaliteitsplan. Goorstraat 35 en Goorstraat. Te Soerendonk Beeldkwaliteitsplan Goorstraat 35 en Goorstraat ongenummerd (tussen 21 en 23) Te Soerendonk Oktober 2010 1 Inhoudsopgave 1) Inleiding.3 2) Provinciaal en gemeentelijk beleid m.b.t. buitengebied 4 3) Uitwerking

Nadere informatie

Bestemmingsplan Kleine kernen Bergakker, tweede herziening

Bestemmingsplan Kleine kernen Bergakker, tweede herziening Bestemmingsplan Kleine kernen Bergakker, tweede herziening status: ontwerp idn: NL.IMRO.0281.BP00024-on01 gemeente Tiel datum: september 2015 Bestemmingsplan Kleine kernen Bergakker, tweede herziening

Nadere informatie

BEPLANTINGSSPLAN BOSHOVENSESTRAAT ONG. GEMEENTE BERGEIJK

BEPLANTINGSSPLAN BOSHOVENSESTRAAT ONG. GEMEENTE BERGEIJK Crijns Rentmeesters BV Witvrouwenbergweg 12 5711 CN Someren BEPLANTINGSSPLAN BOSHOVENSESTRAAT ONG. GEMEENTE BERGEIJK T: 0493 47 17 77 F: 0493 47 28 88 E: info@crijns-rentmeesters.nl I: www.crijns-rentmeesters.nl

Nadere informatie

Buitengebied e wijziging (Broekstraat 23 Wehl)

Buitengebied e wijziging (Broekstraat 23 Wehl) Buitengebied 2002 23e wijziging (Broekstraat 23 Wehl) Inhoudsopgave Toelichting 3 Hoofdstuk 1 Aanleiding en doel 3 Hoofdstuk 2 Plangebied 4 Hoofdstuk 3 Ruimtelijke - en milieuaspecten 5 Hoofdstuk 4 Landschappelijke

Nadere informatie

Etten-Leur. (Bron: www. nederland-in-beeld.nl)

Etten-Leur. (Bron: www. nederland-in-beeld.nl) Etten-Leur (Bron: www. nederland-in-beeld.nl) Introductie Etten-Leur is een middelgrote gemeente in Brabant, gelegen ten westen van Breda. De gemeente bestaat uit één kern van ruim 40.000 inwoners. Door

Nadere informatie

Waardestellend onderzoek oude akkers Ruimte-voor-Ruimtewoning Paashoefsedijk. Gemeente Gemert-Bakel

Waardestellend onderzoek oude akkers Ruimte-voor-Ruimtewoning Paashoefsedijk. Gemeente Gemert-Bakel Waardestellend onderzoek oude akkers Ruimte-voor-Ruimtewoning Paashoefsedijk Gemeente Gemert-Bakel Datum: 5 september 2018 Projectnummer Buro SRO: 32.90.06 1 Gegevens Buro SRO: Projectleider Buro SRO:

Nadere informatie

HOOFDSTUK 3 Beleid. 3.2 Rijksbeleid. 3.3 Provinciaal beleid

HOOFDSTUK 3 Beleid. 3.2 Rijksbeleid. 3.3 Provinciaal beleid HOOFDSTUK 3 Beleid 3.1 Inleiding De beleidscontext voor het plangebied wordt gevormd door (Europese,) landelijke, provinciale, en gemeentelijke beleidsrapportages. In dit hoofdstuk is het relevante (Europees-,)

Nadere informatie

Realiseren paardenbak

Realiseren paardenbak Realiseren paardenbak Ruimtelijke onderbouwing Langereis 25 Hoogwoud Ontwerp Bakker Zwollo-de Wilt juristen Locatie: Langereis 25 Hoogwoud Opgesteld door: Mw. drs. I.A. Zwollo Bakker Zwollo-de Wilt juristen

Nadere informatie

Ruimtelijke Onderbouwing verbinding Tramweg-Industrieweg, bedrijventerrein De Smaale (deelproject 2).

Ruimtelijke Onderbouwing verbinding Tramweg-Industrieweg, bedrijventerrein De Smaale (deelproject 2). Ruimtelijke Onderbouwing verbinding Tramweg-Industrieweg, bedrijventerrein De Smaale (deelproject 2). Doel en aanleiding Masterplan en Beeldkwaliteitplan Belangrijk brondocument van deze omgevingsvergunning

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing Leveroyseweg 14, Heythuysen

Ruimtelijke onderbouwing Leveroyseweg 14, Heythuysen Ruimtelijke onderbouwing Leveroyseweg 14, Heythuysen Inleiding Initiatiefnemer heeft een agrarisch bouwvlak aan Leveroyseweg 14 te Heythuysen. Op deze locatie worden varkens gehouden op extensieve wijze.

Nadere informatie

(ontwerp) ruimtelijke onderbouwing afwijking BP Asserstraat 31 Vries

(ontwerp) ruimtelijke onderbouwing afwijking BP Asserstraat 31 Vries (ontwerp) ruimtelijke onderbouwing afwijking BP Asserstraat 31 Vries Gemeente Tynaarlo November 2011 Projectgebied Inhoudsopgave 1. Inleiding... 4 2. Huidige en beoogde situatie... 5 2.1 Beschrijving van

Nadere informatie

GEMEENTE BUREN. Ruimtelijke onderbouwing Hendriklaan 15 16, Beusichem

GEMEENTE BUREN. Ruimtelijke onderbouwing Hendriklaan 15 16, Beusichem GEMEENTE BUREN Ruimtelijke onderbouwing Hendriklaan 15 16, Beusichem Projectnr. 061-076 / 27 januari 2016 INHOUD BLZ 1 INLEIDING... 3 1.1 Aanleiding en doelstelling... 3 1.2 Plangebied... 4 1.3 Geldend

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing

Ruimtelijke onderbouwing Ruimtelijke onderbouwing Gebruik van Rijksmonument Binnendyks 2 te Opeinde als recreatiewoning Ruimtelijke onderbouwing voor gebruik van Rijksmonument Binnendyks 2 te Opeinde als recreatiewoning 1 Ruimtelijke

Nadere informatie

Skuniadyk 14 te Bakhuizen

Skuniadyk 14 te Bakhuizen 28 e Ontwerp-wijzigingsplan ex artikel 3.6 lid 1 onder a Wro van het Bestemmingsplan Buitengebied van de gemeente Gaasterlân-Sleat Skuniadyk 14 te Bakhuizen G E M E E N T E G A A S T E R L Â N - S L E

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing Schakerpad 5 in Twello

Ruimtelijke onderbouwing Schakerpad 5 in Twello Ruimtelijke onderbouwing Schakerpad 5 in Twello Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Op 2 november 2010 is door het college van burgemeester en wethouders het principebesluit genomen om medewerking te

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING REALISERING HONDENPENSION DEN DOGDREEF 13 BREDA

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING REALISERING HONDENPENSION DEN DOGDREEF 13 BREDA RUIMTELIJKE ONDERBOUWING REALISERING HONDENPENSION DEN DOGDREEF 13 BREDA november 2012 Inleiding. De heer M.P.M. van Beek, Den Dogdreef 13 te Breda heeft het plan om als nevenactiviteit naast zijn agrarisch

Nadere informatie

Bijlage: beoordeling duurzame locatie

Bijlage: beoordeling duurzame locatie Bijlage: beoordeling duurzame locatie Het bedrijf is gelegen in een verwevingsgebied. In een verwevingsgebied is een bouwblokvergroting voor intensieve veehouderijen toegestaan indien het bedrijf is gelegen

Nadere informatie

memo Verlegging rode contour ter plaatse van de Driebergsestraatweg 63 en 65 te Doorn

memo Verlegging rode contour ter plaatse van de Driebergsestraatweg 63 en 65 te Doorn memo aan: van: c.c.: Inge Eising Gemeente Utrechtse Heuvelrug Mariël Gerritsen Pieter Birkhoff Van Wijnen Groep N.V. datum: 14 december 2015 betreft: Verlegging rode contour ter plaatse van de Driebergsestraatweg

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing

Ruimtelijke onderbouwing Ruimtelijke onderbouwing Burgemeester van Erpstraat 63a, Berghem 2017, pag. 1 van 12 Ruimtelijke onderbouwing Burgemeester van Erpstraat 63a, Berghem 2017 Gemeente Oss, oktober 2017 Ruimtelijke onderbouwing

Nadere informatie

Toelichting. vastgesteld 23 februari Meeuwisdijk 9

Toelichting. vastgesteld 23 februari Meeuwisdijk 9 Toelichting vastgesteld 23 februari 2016 Meeuwisdijk 9 Hoofdstuk 1 Inleiding Het perceel Meeuwisdijk 9 in het noordelijk buitengebied van Etten-Leur heeft in het geldende bestemmingsplan Buitengebied (2013)

Nadere informatie

Middelburg Loods Muidenweg. Wijzigingsplan

Middelburg Loods Muidenweg. Wijzigingsplan Middelburg Loods Muidenweg Wijzigingsplan Wijzigingsplan Loods Muidenweg Middelburg identificatie planstatus identificatiecode: datum: status: NL.IMRO.0687.BPWBGMMUI ON01 23 02 2015 ontwerp projectnummer:

Nadere informatie

BESTEMMINGSPLAN RUINERWEG, ECHTEN BOS BIJ VAN HARTE

BESTEMMINGSPLAN RUINERWEG, ECHTEN BOS BIJ VAN HARTE BESTEMMINGSPLAN RUINERWEG, ECHTEN BOS BIJ VAN HARTE GEMEENTE DE WOLDEN VASTGESTELD PLAN BESTEMMINGSPLAN RUINERWEG, ECHTEN BOS BIJ VAN HARTE GEMEENTE DE WOLDEN VASTGESTELD PLAN Identificatienummer NL.IMRO.1690.BP00370-0301

Nadere informatie

Wijzigingsplan Wyldpaed West 3 te Twijzelerheide ONTWERP

Wijzigingsplan Wyldpaed West 3 te Twijzelerheide ONTWERP Wijzigingsplan Wyldpaed West 3 te Twijzelerheide ONTWERP 1 INHOUDSOPGAVE Toelichting 3 1. Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Begrenzing plangebied 3 1.3 Geldende bestemmingsplan / moederplan 4 1.4 Bestaande

Nadere informatie

Bijlage 1: kwaliteitsverbetering

Bijlage 1: kwaliteitsverbetering Bijlage 1: kwaliteitsverbetering Aanleiding De kwaliteit van het landelijk gebied is belangrijk voor een hoogwaardig leef- en vestigingsklimaat en draagt daardoor bij aan de economische ontwikkeling van

Nadere informatie

Ruimtelijke Onderbouwing vestiging Adriaans Veeg- en Rioolbedrijf op een perceel aan de Tramweg (De Smaale Mierlo).

Ruimtelijke Onderbouwing vestiging Adriaans Veeg- en Rioolbedrijf op een perceel aan de Tramweg (De Smaale Mierlo). Ruimtelijke Onderbouwing vestiging Adriaans Veeg- en Rioolbedrijf op een perceel aan de Tramweg (De Smaale Mierlo). Doel en aanleiding Verzoek Adriaans voor vestiging Adriaans heeft gevraagd om zich op

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing van Agrarisch naar Wonen Turfstraat 7 in Sprundel

Ruimtelijke onderbouwing van Agrarisch naar Wonen Turfstraat 7 in Sprundel Bijlage 1 Ruimtelijke onderbouwing van Agrarisch naar Wonen Turfstraat 7 in Sprundel Inleiding Na beëindiging van de Agrarische onderneming in 1995 aan de turfstraat 7 te Sprundel is de huidige bestemming,

Nadere informatie

GEMEENTE OUDE IJSSELSTREEK Plan van wijziging Buitengebied 2000, herziening 2002 Locatie Marmelhorstweg 2a

GEMEENTE OUDE IJSSELSTREEK Plan van wijziging Buitengebied 2000, herziening 2002 Locatie Marmelhorstweg 2a Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Oude IJsselstreek d.d. nr., G.H. Tamminga secretaris J.P.M. Alberse burgemeester GEMEENTE OUDE IJSSELSTREEK Plan van wijziging Buitengebied

Nadere informatie

Bestemmingsplan Haule, Dorpsstraat 56 te Haule V A S T G E S T E L D

Bestemmingsplan Haule, Dorpsstraat 56 te Haule V A S T G E S T E L D Bestemmingsplan Haule, Dorpsstraat 56 te Haule V A S T G E S T E L D Bestemmingsplan Haule, Dorpsstraat 56 te Haule V A S T G E S T E L D Inhoud Toelichting Regels Verbeelding 19 oktober 2010 Projectnummer

Nadere informatie

GEMEENTE FERWERDERADIEL WIJZIGINGSPLAN BURDAARD DS. R.H. KUIPERSSTRAAT 9

GEMEENTE FERWERDERADIEL WIJZIGINGSPLAN BURDAARD DS. R.H. KUIPERSSTRAAT 9 GEMEENTE FERWERDERADIEL WIJZIGINGSPLAN BURDAARD DS. R.H. KUIPERSSTRAAT 9 INHOUDSOPGAVE TOELICHTING HOOFDSTUK 1 INLEIDING 1 1.1 Aanleiding 1 1.2 Planologische regeling 2 1.3 Leeswijzer 3 HOOFDSTUK 2 HUIDIGE

Nadere informatie

TOEGANGSPOORT BAARSCHOT 6, ESCH

TOEGANGSPOORT BAARSCHOT 6, ESCH ruimtelijke onderbouwing TOEGANGSPOORT BAARSCHOT 6, ESCH datum 21 april 2015 projectnummer 14013039B Inleiding Het perceel Baarschot 6 te Esch betreft een ruim woonperceel met een woonboerderij en twee

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing

Ruimtelijke onderbouwing Ruimtelijke onderbouwing Aanvulling landschappelijke onderbouwing Zonnepanelen bij Rioolwaterzuiveringsinstallatie Susteren Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 1.1. Aanleiding 3 2. Landschappelijke inpassing

Nadere informatie

Zienswijze ontwerp-bestemmingsplan Molenweg 5-5a Hoogeloon

Zienswijze ontwerp-bestemmingsplan Molenweg 5-5a Hoogeloon Van Provincie Noord-Brabant Aan Gemeente Bladel Onderwerp Zienswijze ontwerp-bestemmingsplan Molenweg 5-5a Hoogeloon Ter attentie van Zaak identificatie 07-11-2017

Nadere informatie

ONTWERPBESTEMMINGSPLAN SCHAIJKSEDREEF 5-7 NISTELRODE GEMEENTE BERNHEZE

ONTWERPBESTEMMINGSPLAN SCHAIJKSEDREEF 5-7 NISTELRODE GEMEENTE BERNHEZE Crijns Rentmeesters BV Witvrouwenbergweg 12 5711 CN Someren ONTWERPBESTEMMINGSPLAN SCHAIJKSEDREEF 5-7 NISTELRODE GEMEENTE BERNHEZE T: 0493 47 17 77 F: 0493 47 28 88 E: info@crijns-rentmeesters.nl I: www.crijns-rentmeesters.nl

Nadere informatie

Inrichting Ecologische verbindingszone Sparrenrijk Kampina

Inrichting Ecologische verbindingszone Sparrenrijk Kampina Inrichting Ecologische verbindingszone Sparrenrijk Kampina Ruimtelijke onderbouwing bij aanvraag omgevingsvergunning Boxtel, januari 2013 1 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 1. Inleiding... 3 1.1 Aanleiding...

Nadere informatie

: landschappelijke inpassing Achter de Pastorie, Melderslo. Advies. Inleiding. Datum : 30 mei 2011 Opdrachtgever : Gemeente Horst aan de Maas

: landschappelijke inpassing Achter de Pastorie, Melderslo. Advies. Inleiding. Datum : 30 mei 2011 Opdrachtgever : Gemeente Horst aan de Maas Advies : landschappelijke inpassing Achter de Pastorie, Melderslo Datum : 30 mei 2011 Opdrachtgever : Gemeente Horst aan de Maas Ter attentie van Projectnummer : Commissie LKM : 211x05071 Opgesteld door

Nadere informatie

Verzoek wijziging bestemmingsplan

Verzoek wijziging bestemmingsplan Verzoek wijziging bestemmingsplan Percelen Rucphen O 225 en O 433 Ruimtelijke onderbouwing kwaliteitsverbetering omgeving Rozenven Inleiding Sinds 2011 is Vereniging Natuurmonumenten eigenaar van natuurgebied

Nadere informatie

GEMEENTE SOMEREN. Toelichting landschapsplan Hugterweg 10 Someren

GEMEENTE SOMEREN. Toelichting landschapsplan Hugterweg 10 Someren GEMEENTE SOMEREN Toelichting landschapsplan Hugterweg 10 Someren Toelichting landschapsplan Hugterweg 10 Someren Projectnr.119-009 / 5 oktober 2017 INHOUD 1. INLEIDING... 2 1.1. Aanleiding... 2 2. RUIMTELIJKE

Nadere informatie

Proactieve aanwijzing voor aansluiting Nieuwe Verbinding Grenscorridor N69 op A67

Proactieve aanwijzing voor aansluiting Nieuwe Verbinding Grenscorridor N69 op A67 Proactieve aanwijzing voor aansluiting Nieuwe Verbinding Grenscorridor N69 op A67 Inhoudsopgave Regels 3 Hoofdstuk 1 Inleidende regels 4 Artikel 1 Begripsbepalingen 4 Hoofdstuk 2 Algemene regels 5 Artikel

Nadere informatie

bestemmingsplan Correctieve herziening Zilvervakschool Schoonhoven Noord

bestemmingsplan Correctieve herziening Zilvervakschool Schoonhoven Noord bestemmingsplan Correctieve herziening Zilvervakschool Schoonhoven Noord Planstatus: Plan identificatie: ontwerp NL.IMRO.1931.BP1509DK003-ON01 Datum: 23 maart 2015 Contactpersoon Buro SRO: Kenmerk Buro

Nadere informatie

Aanleg paardenbak Het Zuid 34 Drachten

Aanleg paardenbak Het Zuid 34 Drachten Ruimtelijke onderbouwing Aanleg paardenbak Het Zuid 34 Drachten Ruimtelijke onderbouwing voor de aanleg van een paardenbak Het Zuid 34 te Drachten 1 Ruimtelijke onderbouwing voor de aanleg van een paardenbak

Nadere informatie

Inpassingsplan Zelhemseweg 37, Hummelo. Opdrachtgevers: De heer A.G. Weijers en Mevrouw M.F. Weijers-Robben Zelhemseweg DP Hummelo

Inpassingsplan Zelhemseweg 37, Hummelo. Opdrachtgevers: De heer A.G. Weijers en Mevrouw M.F. Weijers-Robben Zelhemseweg DP Hummelo Inpassingsplan Zelhemseweg 37, Hummelo Opdrachtgevers: De heer A.G. Weijers en Mevrouw M.F. Weijers-Robben Zelhemseweg 37 6999 DP Hummelo Opdrachtnemer: Agrarische Natuurvereniging t Onderholt G.J. de

Nadere informatie

vastgesteld Wijziging Verordening ruimte 2014 ivm plan Korteveld ong (naast 14) te Nistelrode, Bernheze

vastgesteld Wijziging Verordening ruimte 2014 ivm plan Korteveld ong (naast 14) te Nistelrode, Bernheze vastgesteld Wijziging Verordening ruimte 2014 ivm plan Korteveld ong (naast 14) te Nistelrode, Bernheze Inhoudsopgave Regels 5 Hoofdstuk 1 Inleidende regels 5 Artikel 1 Begripsbepaling 5 Hoofdstuk 2 Algemene

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing Clermontstraat 10 te Margraten. Gemeente Eijsden-Margraten

Ruimtelijke onderbouwing Clermontstraat 10 te Margraten. Gemeente Eijsden-Margraten Ruimtelijke onderbouwing Clermontstraat 10 te Margraten Ruimtelijke onderbouwing Clermontstraat 10 te Margraten Datum: 7 april 2014 Projectgegevens: ROB01-0252620-01B TEK01-0252620-01A Identificatienummer:

Nadere informatie

WIJZIGINGSPLAN BUITENGEBIED

WIJZIGINGSPLAN BUITENGEBIED WIJZIGINGSPLAN BUITENGEBIED Bouwplan Rammekensweg 5 Gemeente Vlissingen Ontwerp: 18 april 2018 Vastgesteld: 4 juni 2108 INHOUD TOELICHTING 1. INLEIDING 1.1 Aanleiding 1.2 Ligging plangebied 2. PLANBESCHRIJVING

Nadere informatie