Onderwijs- en Examenregeling. voor. Doctoraal. Algemene Godgeleerdheid. Deeltijd

Transcriptie

1 Onderwijs- en Examenregeling voor Doctoraal Algemene Godgeleerdheid Deeltijd april 2008 CONCEPT vrije Universiteit Amsterdam - 1 -

2 - 2 -

3 Inhoud Paragraaf 1 - algemene bepalingen... 5 artikel toepasselijkheid van de regeling... 5 artikel begripsbepalingen... 5 artikel doel van de opleiding... 6 artikel voltijds/deeltijds... 6 artikel de examens van de opleiding... 6 Paragraaf 2 - postpropedeuse... 7 artikel programmasamenstelling... 7 artikel postpropedeutische practica... 8 Paragraaf 3 afleggen van tentamens... 9 artikel volgorde van tentamens... 9 artikel 3.2 tijdvakken, frequentie en toelating tentamens... 9 artikel vorm van de tentamens artikel mondelinge tentamens Paragraaf 4 - tentamenuitslag artikel vaststelling en bekendmaking tentamenuitslag artikel toetsing artikel toekenning studiepunten artikel geldigheidsduur artikel inzagerecht Paragraaf 5 - vrijstelling artikel vrijstelling van tentamens artikel goedkeuring keuzeruimte Paragraaf 6 - examens artikel tijdvakken en frequentie afleggen examens artikel compensatieregeling afsluitend examen artikel uitslag examen artikel graad artikel recht van beroep artikel 6.6 cum laude regeling Paragraaf 7 overgangsbepalingen artikel 7.1 propedeutisch examen artikel doctoraal examen artikel 7.3 vervangende onderdelen Paragraaf 8 - vooropleiding artikel 8.1 vooropleidingseisen artikel vervangende eisen deficiënties vooropleiding Paragraaf 9 - studiebegeleiding artikel studievoortgang en studiebegeleiding Paragraaf 10 overgangs- en invoerbepalingen artikel 10.1 overgangsregeling artikel wijziging artikel bekendmaking artikel beroep op overmacht door de faculteit artikel nadere regels voor de examens artikel inwerkingtreding Bijlage Bijlage

4 - 4 -

5 Paragraaf 1 - algemene bepalingen artikel toepasselijkheid van de regeling Deze regeling is van toepassing op het onderwijs en de examens van de Algemene Opleiding Godgeleerdheid, verder te noemen: de opleiding. De opleiding wordt verzorgd binnen de Faculteit der Godgeleerdheid van de Vrije Universiteit te Amsterdam, verder te noemen: de faculteit. Met ingang van wordt de opleiding niet meer aangeboden aan nieuwe studenten. Studenten die nu voor de opleiding staan ingeschreven kunnen het doctoraalexamen nog afleggen tot 31 augustus Het propedeutisch examen kon worden afgelegd tot 29 augustus 2003 (zie paragraaf 7). Tot deze regeling behoren de volgende bijlagen: Bijlage 1 Lijst met buitenlandse diploma s die bij toelating tot universitair onderwijs in Nederland in principe vrijstelling geven van de toets Nederlands. artikel begripsbepalingen In deze regeling wordt verstaan onder: a) de wet: de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (Stb. 1992, 593 en zoals sindsdien gewijzigd); b) de examencommissie: de door het faculteitsbestuur op grond van artikel 7.12 van de wet ingestelde commissie; c) de examinator: degene die door de examencommissie gemachtigd is de tentamenopdrachten te formuleren, het tentamen af te nemen en de resultaten te beoordelen; d) student: degene die is ingeschreven aan de universiteit voor het volgen van het onderwijs en/of het afleggen van de tentamens en de examens van de opleiding; e) studiepunt (stp.): ECTS-punt omvattende 28 uur; f) onderdeel: een onderwijseenheid van de opleiding, in de zin van de wet, waarvoor studiepunten worden toegekend; g) tentamen: het onderzoek, als bedoeld in artikel van de wet, verbonden aan ieder onderdeel van de opleiding, naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van studenten en de beoordeling van de uitkomsten van dat onderzoek. De beoordeling betreft: de beantwoording van een ondervraging, schriftelijk of mondeling, de vertaling of transcriptie van een tekst, het verslag van verrichte werkzaamheden, schriftelijk of mondeling (werkstuk, essay, referaat), de scriptie; practicum: het maken van een scriptie, het maken van een werkstuk of een proefontwerp, het uitvoeren van een onderzoeksopdracht, het deelnemen aan veldwerk of een excursie, het doorlopen van een stage, of het deelnemen aan een andere onderwijsleeractiviteit die is gericht op het bereiken van bepaalde vaardigheden. h) nadere regels voor de examens: de op grond van de wet door de examencommissie vastgestelde regels met betrekking tot de goede gang van zaken tijdens de tentamens en examens, welke regels de onderwijs- en examenregeling op bepaalde punten uitwerken; i) periode: deel van een semester 4 of omvattend; j) semester: een aansluitend gedeelte van het studiejaar dat twee onderwijsperioden van en één van bevat; k) ECTS: European Credit Transfer System; l) sectie: cluster van vakgebieden binnen de theologie; m) propedeuse: de fase van de opleiding als bedoeld in art. 7.8 van de wet; n) postpropedeuse: het gedeelte van de opleiding dat volgt op de propedeuse

6 artikel doel van de opleiding Met de opleiding wordt beoogd zodanige kennis, vaardigheden en inzicht bij te brengen op het gebied van de theologie, dat de afgestudeerde in staat is tot zelfstandig theologisch oordelen en handelen, en in aanmerking komt voor een eventuele vervolgopleiding tot leraar of wetenschappelijk onderzoeker. artikel voltijds/deeltijds De opleiding wordt alleen in deeltijd verzorgd. artikel de examens van de opleiding In de opleiding kunnen de volgende examens worden afgelegd: a) propedeutisch examen; b) het afsluitend examen

7 Paragraaf 2 - postpropedeuse artikel programmasamenstelling 1. De postpropedeuse omvat: a) een algemeen gedeelte; b) een vakspecialisatie; 2. Het algemene gedeelte omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast: Theologie van het Oude Testament Inleiding in de canoniek van het Nieuwe Testament Dogmatiek I Theologie van het Nieuwe Testament Overzicht van de Ned. Kerkgeschiedenis Theologiegeschiedenis Dogmatiek II Algemene symboliek Ethische theorieën Sociale filosofie Godsdienstfilosofie Inleiding in de grote niet- christelijke religies Godsdienstsociologie Praktische theologie I Praktische theologie II Inleiding in de feministische theologie Hermeneutiek Eén of meer andere door de faculteit of een andere faculteit verzorgde vakken ter keuze van de student in overleg met de examencommissie 4, 4, 7,2 stp. 4, 4, 4, 2,9 stp. 2,9 stp. 4, 4, 5,7 stp. 4, 2,9 stp. 7,2 stp. 4, 2,9 stp. 4, 15, 3. De specialisatie van de postpropedeuse omvat: a). een specialisatie binnen een van de volgende onderdelen (hoofdvak) met de daarbij vermelde studielast: Dogmatiek, 60 stp. Nieuwere theologiegeschiedenis, 60 stp. Symboliek, 60 stp. Ethiek, 60 stp. Godsdienstfilosofie, 60 stp. Apologetiek, 60 stp. Encyclopedie der godgeleerdheid, 60 stp. Missiologie en evangelistiek, 60 stp. Geschiedenis en fenomenologie der religies, 60 stp. Godsdienstsociologie, 60 stp. Praktische theologie, 60 stp. Gemeenteopbouw, 60 stp. Godsdienstpedagogiek, 60 stp. Pastoraat, 60 stp. b. een specialisatie (bijvak) in een of meer van de in lid 3 sub a genoemde, of één of meer andere, hoofdvakondersteunende vakken, of Feministische theologie of Bevrijdingstheologie, waarbij de regel geldt dat een bijvak ten minste een omvang dient te hebben van 10 stp

8 4a). Indien de student sufficiënt is voor het Grieks (of de door de faculteit of een andere theologische universiteit of faculteit verzorgde cursus Grieks met goed gevolg heeft afgelegd) en het Latijn (of de door de faculteit of een andere theologische universiteit of faculteit verzorgde cursus Latijn met goed gevolge heeft afgelegd) en de door de faculteit of een andere theologische universiteit of faculteit verzorgende cursus Hebreeuws met goed gevolg heeft afgelegd, kunnen aan de in artikel 3, lid 3 genoemde lijst van vakken ook de volgende vakken worden toegevoegd: Oude Testament, 60 stp. Nieuwe Testament, 60 stp. Judaïstiek, 60 stp. 4b). Indien de student sufficiënt is voor het Latijn (of de door de faculteit of een andere theologische universiteit of faculteit verzorgde cursus Latijn met goed gevolge heeft afgelegd) kunnen aan de in artikel 3, lid 3 genoemde lijst van vakken ook de volgende vakken worden toegevoegd: Kerkgeschiedenis Kerkrecht Dogmageschiedenis Liturgiek 5. In afwijking van het in lid 4 bepaalde zijn, in overleg met de examencommissie en de (door de examencommissie aangewezen) examinator in bijzondere gevallen uitzonderingen mogelijk. artikel postpropedeutische practica De opleiding kent de volgende practica: a) het maken van een scriptie; b) het maken van een werkstuk of een proefontwerp; c) het uitvoeren van een onderzoeksopdracht; d) het deelnemen aan veldwerk of een excursie

9 Paragraaf 3 afleggen van tentamens artikel volgorde van tentamens Aan de tentamens van de hierna te noemen onderdelen kan niet eerder worden deelgenomen dan nadat de tentamens van de daarbij vermelde onderdelen zijn behaald: a) Propedeuse: - aan het tentamen van Encyclopedie der Godgeleerdheid kan slechts worden deelgenomen indien het tentamen van Geschiedenis van de filosofie met goed gevolg is afgelegd of hiervoor vrijstelling is verleend. - aan het tentamen van Inleiding in de systematische theologie kan slechts worden deelgenomen indien het tentamen van Encyclopedie der Godgeleerdheid met goed gevolg is afgelegd of hiervoor vrijstelling is verleend. b) Postpropedeuse: - aan tentamen van het algemene deel van de postpropedeuse kan slechts worden deelgenomen indien het propedeutisch examen met goed gevolg is afgelegd. - inleidingen in of het algemene overzicht op het vakgebied dienen met goed gevolg te zijn afgelegd alvorens men mag deelnemen aan de vervolgtentamens. c) Specifiek gelden de volgende eisen: - aan het tentamen Theologie van het Oude Testament kan slechts worden deelgenomen indien het tentamen Canoniek van het Oude Testament met goed gevolg is afgelegd of hiervoor vrijstelling is verleend. - aan het tentamen Theologie van het Nieuwe Testament kan slechts worden deelgenomen indien het tentamen Canoniek van het Nieuwe Testament met goed gevolg is afgelegd of hiervoor vrijstelling is verleend. - aan het tentamen Sociale filosofie kan slechts worden deelgenomen indien het tentamen Ethische theorieën met goed gevolg is afgelegd of hiervoor vrijstelling is verleend. - aan het tentamen Praktische theologie II kan slechts worden deelgenomen indien het tentamen Praktische theologie I met goed gevolg is afgelegd of hiervoor vrijstelling is verleend. - aan het tentamen Hermeneutiek kan slechts worden deelgenomen indien het tentamen Theologie van het Nieuwe Testament en het tentamen Godsdienstfilosofie met goed gevolg zijn afgelegd of hiervoor vrijstelling is verleend. De examencommissie kan in afwijking van het in artikel 4.1, lid 1b bepaalde aan een student op zijn/haar verzoek de toegang tot het afleggen van bepaalde onderdelen van het algemene deel van de postpropedeuse verlenen voordat hij/zij het propedeutisch examen met goed gevolg heeft afgelegd, dan wel vrijstelling voor het afleggen daarvan heeft verkregen. De examencommissie bepaalt dat de in de eerste volzin bedoelde toegang slechts geldt voor een door haar vast te stellen termijn. Aan de tentamens van de specialisatie van de postpropedeuse kan slechts worden deelgenomen indien alle onderdelen van het algemene deel van de postpropedeuse met goed gevolg zijn afgelegd. Voor de toepassing van deze bepaling geldt een onderdeel waarvoor op grond van artikel 4.2, lid f compensatie is verkregen als een met goed gevolg afgelegd onderdeel. De examencommissie kan in afwijking van het in artikel 4.1, lid c bepaalde aan een student op zijn /haar verzoek de toegang tot het afleggen van bepaalde onderdelen van de specialisatie van de postpropedeuse verlenen voordat hij/zij alle onderdelen van het algemene deel van de postpropedeuse met goed gevolg heeft afgelegd, dan wel vrijstelling voor het afleggen daarvan heeft verkregen. De examencommissie bepaalt dat de in de eerste volzin bedoelde toegang slechts geldt voor een door haar vast te stellen termijn. artikel 3.2 tijdvakken, frequentie en toelating tentamens a) Indien aanwezigheid bij de colleges verplicht wordt gesteld, mag de student alleen aan het tentamen deelnemen als aan de aanwezigheidsplicht voldaan is. Hierbij geldt als norm dat de student ten minste 80 % van de colleges dient bij te wonen, tenzij anders vermeld

10 b) Tot het afleggen van de tentamens van de genoemde onderdelen wordt binnen het tijdsbestek van twaalf maanden tweemaal de gelegenheid gegeven. Tot het afleggen van tentamens wordt in de laatste twee weken van elke acht weekse periode en elke laatste week van elke vier weekse periode waarin het onderwijs wordt aangeboden eenmaal de gelegenheid geboden. De herkansing van de modulen uit het eerste semester vindt plaats een week na de beëindiging van de laatste cursus van het tweede semester. De herkansing van de cursussen uit het tweede semester vindt plaats een week voor aanvang van de eerste cursus van het eerste semester. c) In afwijking van het bepaalde in het eerste lid wordt tot het afleggen van het tentamen van een onderdeel waarvan het onderwijs in een bepaald studiejaar niet is gegeven, in dat jaar slechts eenmaal de gelegenheid gegeven. d) Als een tentamen binnen het in artikel 4.2, lid b bedoelde tijdsbestek van twaalf maanden niet gehaald is, dient de student aan te sluiten bij het in het tentamen dat in het daarop volgende jaar wordt aangeboden. e) Als een onderdeel niet meer wordt gegeven, zal de examencommissie een vervangend onderdeel aanwijzen. f) Van de in artikel 4.2, lid a t/m d genoemde regelingen kan in bijzondere gevallen ontheffing verleend worden door de examencommissie. artikel vorm van de tentamens a) De wijze van tentaminering van de onderdelen wordt vermeld in de studiegids. b) Op verzoek van de student kan de examencommissie toestaan dat een tentamen op een andere wijze dan is voorgeschreven, wordt afgelegd. c) Aan lichamelijk of zintuiglijk gehandicapte studenten wordt de gelegenheid geboden de tentamens op een wijze af te leggen die zoveel mogelijk aan hun individuele handicap is aangepast. De examencommissie wint zo nodig deskundig advies in alvorens te beslissen. artikel mondelinge tentamens a) Mondeling wordt niet meer dan één student tegelijk getentamineerd, tenzij de examencommissie anders heeft bepaald. b) Het mondeling afnemen van een tentamen is openbaar, tenzij de examencommissie in een bijzonder geval anders heeft bepaald, dan wel de student daartegen bezwaar heeft gemaakt

11 Paragraaf 4 - tentamenuitslag artikel vaststelling en bekendmaking tentamenuitslag a) De examinator stelt terstond na het afnemen van een mondeling tentamen de uitslag vast en reikt de student een desbetreffende schriftelijke verklaring uit. Op deze schriftelijke verklaring wordt de student gewezen op de beroepsmogelijkheden bij het College van beroep voor de examen. b) de examinator stelt het oordeel over een schriftelijk of op andere wijze afgenomen toets vast binnen 10 werkdagen na de dag waarop deze is afgenomen, en verschaft de administratie van de faculteit de nodige gegevens. De administratie van de faculteit draagt er zorg voor dat het oordeel binnen 28 werkdagen na het afleggen van het tentamen is verwerkt in de administratie en ter beschikking gesteld is aan de student via het Tentamen Informatie Systeem (TIS). De student wordt gewezen op de beroepsmogelijkheid bij het College van beroep voor de examens; c) Het faculteitsbestuur kan toestaan dat van deze termijn wordt afgeweken. Bovendien moet de uitslag van een tentamen bekend zijn ten minste twee weken voor het eerstvolgende hertentamen van het betreffende vak. d) Ten aanzien van een op andere wijze dan mondeling of schriftelijk af te leggen tentamen bepaalt de examencommissie tevoren op welke wijze en binnen welke termijn de student een schriftelijke verklaring omtrent de uitslag zal ontvangen. artikel toetsing a) Tijdens de cursus wordt slechts getoetst of de student in voldoende mate de gestelde leerdoelen bereikt. b) de beoordeling van een toets wordt uitgedrukt in een cijfer van 1 t/m 10, dan wel in het woord voldoende of onvoldoende; c) Voor zover examenonderdelen met een cijfer worden gehonoreerd, geldt een cijfer 5,5 (vijf-kommavijf) of hoger als voldoende met dien verstande dat een 5,5 (vijf-komma-vijf), een 5,6 (vijf-kommazes), een 5,7 (vijf-komma-zeven), een 5,8 (vijf-komma-acht) en een 5,9 (vijf-komma-negen) altijd wordt afgerond naar een 6,0 (zes-komma-nul). d) Voor zover examenonderdelen met een cijfer worden gehonoreerd, geldt een 5,4 (vijf-komma-vier) of lager als een onvoldoende met dien verstande dat een 5,4 (vijf-komma-vier), een 5,3 (vijf-kommadrie), een 5,2 (vijf-komma-twee) en een 5,1 (vijf-komma-een) altijd wordt afgerond naar een 5,0 (vijfkomma-nul). e) De examencommissie ziet erop toe dat de student gewezen wordt op het inzagerecht, zoals bedoeld in artikel 18, alsmede op de beroepsmogelijkheid bij het College van beroep voor de examens. artikel toekenning studiepunten a) Studiepunten voor examenonderdelen die afgesloten worden met een schriftelijk of mondeling tentamen, worden toegekend per de datum dat het tentamen is afgenomen. b) Studiepunten voor examenonderdelen die afgesloten worden met een andere toetsing dan een mondeling of schriftelijk tentamen worden toegekend per de datum dat de examinator de verklaring, zoals bedoeld in art. 5.1, lid d, heeft ondertekend. c) Studiepunten die een student voor een bepaald examenonderdeel heeft behaald kunnen niet voor hetzelfde onderdeel opnieuw worden toegekend. d) Voor extracurriculaire activiteiten, alsmede voor examenonderdelen die verzorgd worden door een andere faculteit, zijn lid a en b van overeenkomstige toepassing indien de examencommissie tevoren toestemming verleend heeft het betreffende onderdeel als examenonderdeel te laten gelden. Indien de student de erkenning achteraf verzoekt, dan geldt in afwijking van lid a en b de datum van erkenning door de examencommissie als de datum waarop de studiepunten zijn behaald. artikel geldigheidsduur De geldigheid van behaalde onderdelen is onbeperkt. In afwijking hiervan kan de examencommissie met betrekking tot een onderdeel waarvan het tentamen langer dan zes jaar geleden is behaald, een aanvullend dan wel vervangend tentamen opleggen, alvorens de student wordt toegelaten tot het afleggen van het desbetreffende examen

12 artikel inzagerecht a) Gedurende ten minste dertig dagen na de bekendmaking van de uitslag van een schriftelijk tentamen krijgt de student op zijn verzoek inzage in zijn beoordeeld werk. Tevens wordt hem op zijn verzoek tegen kostprijs een kopie verschaft van het werk. b) Gedurende de in het eerste lid genoemde termijn kan een belanghebbende student kennis nemen van vragen en opdrachten van het desbetreffende tentamen, alsmede van de normen aan de hand waarvan de beoordeling heeft plaatsgevonden. c) De examencommissie kan bepalen dat de inzage of de kennisneming geschiedt op een vaste plaats en op ten minste twee van tevoren bekend gemaakte tijdstippen. d) Indien de betrokkene aantoont door overmacht verhinderd te zijn of te zijn geweest op een aldus vastgestelde plaats en tijdstip te verschijnen, wordt hem een andere mogelijkheid geboden, zo mogelijk binnen de in het eerste lid genoemde termijn

13 Paragraaf 5 - vrijstelling artikel vrijstelling van tentamens a) De examencommissie kan op voorstel van de desbetreffende examinator vrijstelling verlenen van een tentamen van een in par. 2 respectievelijk 3 genoemd onderdeel, indien de student voldoet aan de hierna genoemde voorwaarden m.b.t. het desbetreffende onderdeel: er moet een verzoek tot vrijstelling van het afleggen van een tentamen of een examenonderdeel ingediend zijn bij de examencommissie; bij het verzoek tot vrijstelling dient een verklaring te worden gevoegd, waaruit blijkt dat de stof van het onderdeel, waarvan vrijstelling wordt aangevraagd, eerder is bestudeerd en met goed gevolg hierover een tentamen is afgelegd; de onder b genoemde verklaring moet zijn uitgereikt door personen die gerechtigd zijn academische examens af te nemen in het kader van door de minister erkende instellingen. b) Een besluit om de in lid a bedoelde vrijstelling geheel of gedeeltelijk te verlenen wordt door de desbetreffende examencommissie slechts genomen op grond van daarvoor in aanmerking komend bewijsmateriaal. Een besluit om de vrijstelling geheel of gedeeltelijk niet te verlenen wordt door de desbetreffende examencommissie niet genomen dan nadat de verzoeker desgevraagd in de gelegenheid is gesteld te worden gehoord. c) In afwijking van artikel 5.3 geldt de datum waarop de examencommissie het in het vorige lid bedoelde besluit neemt als de datum waarop de studiepunten voor het betreffende examenonderdeel zijn behaald. artikel goedkeuring keuzeruimte Een verzoek tot goedkeuring van keuzeonderdelen wordt door de student alvorens het bijbehorende onderwijs te volgen voorgelegd aan de examencommissie. De examencommissie beslist binnen dertig dagen na ontvangst van het verzoek, of, indien het verzoek is ingediend binnen of minder dan twee weken voor het begin van een academische vakantie, binnen dertig dagen na afloop daarvan. De examencommissie kan de beslissing voor ten hoogste veertien dagen verdagen. Van de verdaging wordt voor afloop van de in de eerste volzin genoemde termijn schriftelijk mededeling gedaan aan de examinandus. De student wordt van de beslissing onverwijld schriftelijk in kennis gesteld. Tevens vermeldt de examencommissie op welke wijze en binnen welke termijn de examinandus beroep kan aantekenen tegen het besluit van de examencommissie

14 Paragraaf 6 - examens artikel tijdvakken en frequentie afleggen examens a) Tot het afleggen van het afsluitend examen wordt iedere maand de gelegenheid geboden met uitzondering van de maand juli, mits de student voldoende bewijzen overlegt van de door hem/haar behaalde tentamens van de onderdelen van het programma b) De student dient het bewijs te overleggen op grond waarvan hij/zij is toegelaten tot het postpropedeutisch (doctoraal) programma. c) De examendata en de data van de buluitreiking worden door de examencommissie vastgesteld. d) De aanvraag van het postpropedeutisch examen dient vijf weken voor de gewenste examendatum bij het onderwijsbureau aangevraagd te worden. e) De uitreiking van de bullen kan op een later tijdstip plaatsvinden dan waarop het examen wordt afgelegd. artikel compensatieregeling afsluitend examen a) Het afsluitende examen kan ten hoogste twee examenonderdelen uit het algemene deel van de postpropedeuse van in totaal niet meer dan 5,7 studiepunten bevatten, die niet met goed gevolg zijn afgelegd, mits is voldaan aan het bepaalde in lid b. b) Het cijfer voor het desbetreffende onderdeel mag niet lager zijn dan een vijf en het gemiddelde cijfer van alle examenonderdelen van het algemene deel van de postpropedeuse moet ten minste een zes bedragen. Hierbij worden de examenonderdelen die niet met een cijfer gehonoreerd zijn buiten beschouwing gelaten. c) De studiepunten voor de in lid a genoemde examenonderdelen worden geacht te zijn behaald zodra de examencommissie het in de leden a en b bepaalde heeft vastgesteld. artikel uitslag examen a) De examencommissie stelt de uitslag van het examen vast, zodra door de student de vereiste bewijzen zijn overlegd van door hem/haar behaalde tentamens en examenonderdelen. b) Tot de in lid 1 bedoelde bewijzen behoort een door de scriptiebegeleider en tweede lezer getekende goedkeuring van de scriptie voor het afsluitend examen. c) De scriptie vormt het uitgangspunt voor het op het afsluitende examen gevoerde gesprek. artikel 6.4 graad Aan degene die het examen met goed gevolg heeft afgelegd wordt de graad doctorandus uitgereikt. artikel 6.5 recht van beroep Tegen de beschikking van de examencommissie dan wel examinatoren staat, binnen vier weken na de bekendmaking van de uitslag, beroep open bij het College van beroep voor de examens. artikel 6.6 cum laude regeling De faculteit kent een cum laude regeling

15 Paragraaf 7 overgangsbepalingen artikel 7.1 propedeutisch examen a) Het propedeutisch examen kon nog worden afgelegd tot en met 31 augustus 2003, mits de student voldoende bewijzen kon overleggen van de door hem/haar behaalde tentamens van de onderdelen van het propedeutisch programma. b) Hierbij gold de voorwaarde dat de inschrijving van de opleiding niet tussentijds onderbroken mocht worden. Met het onderbreken van de inschrijving verviel het recht op herinschrijving in de oude opleiding. Vanaf het studiejaar werd men dan ingeschreven in de bachelor Theologie, traject Algemene Godgeleerdheid. c) Na deze datum zijn studenten die het propedeutisch examen niet hebben afgelegd automatisch ingeschreven in de bachelor Theologie, traject Algemene Godgeleerdheid of de master Theology of de master Religie en levensbeschouwing, afhankelijk van de voortgang van de studie en de gekozen masterspecialisatie. artikel doctoraal examen a) Tot en met 31 augustus 2008 worden studenten, die zich voor 1 september 2003 in de deeltijd doctorale fase bevonden, in de gelegenheid gesteld het doctoraal examen af te leggen, mits de student voldoende bewijzen overlegt van de door hem/haar behaalde tentamens van de onderdelen van het doctoraal programma. b) Hierbij geldt de voorwaarde dat de inschrijving van de opleiding niet tussentijds onderbroken wordt. Met het onderbreken van de inschrijving vervalt het recht op herinschrijving in de oude opleiding. c) Indien men de opleiding tussentijds onderbreekt kan men de studie alleen nog voortzetten binnen de bachelor- masterstructuur. d) Mochten onderdelen uit de oude structuur niet meer bestaan, dan dienen de studenten oude stijl daarvoor in de plaats gelijkwaardige onderdelen uit het nieuwe programma te volgen. artikel 7.3 vervangende onderdelen Vanaf studiejaar geldt een overgangsprogramma. Zie hiervoor bijlage 2. AOG-deeltijd Cohort Voor studenten die hun studie begonnen zijn in het studiejaar 1997 geldt dat zij al met hun hoofdvak zijn begonnen (artikel 8 lid 3B), zij kunnen dit afronden. 7e jaar (studiejaar ) Specialisatie Een optie voor deze studenten is evenwel de mogelijkheid om te starten met een masterspecialisatie. De extra vakken die al gedaan zijn in het oude programma worden op de bul vermeld. 7e jaar (studiejaar ) 8e jaar (studiejaar ) Cohort Voor studenten die hun studie begonnen zijn in het studiejaar 1998 en alle onderdelen van hun studie tot nu toe met goed gevolg hebben afgerond, zij ronden hun bijvak (22,5 stp.) af in (5e jaar). Zij starten in met een van de masterspecialisaties. 6e jaar (studiejaar )

16 7e jaar (studiejaar ) Cohort Voor studenten die hun studie begonnen zijn in het studiejaar 1999 en alle onderdelen van hun studie tot nu toe met goed gevolg hebben afgerond volgen het volgende overgangsschema. Regeling AOG - deeltijd cohort Periode 1 Periode 2 Periode 3 Periode 4 Periode 5 Periode 6 5e jaar (studiejaar ) Godsdienstfilo- Hermeneutiek Sofie Dogmatiek II 6e jaar (studiejaar ) 7e jaar (studiejaar ) De randvoorwaarden voor de invulling van de vrije ruimte zijn: a) Academisch niveau; b) Verwantschap met de theologie; c) Toestemming examencommissie. Cohort Voor studenten die hun studie begonnen zijn in het studiejaar 2000 en alle onderdelen van hun studie tot nu toe met goed gevolg hebben afgerond volgen het volgende rooster. Regeling AOG - deeltijd cohort Periode 1 Periode 2 Periode 3 Periode 4 Periode 5 Periode 6 Jaar 4 (studiejaar ) Dogmatiek I Godsdienst in Amsterdam Structuur en Cultuur A Dogmatiek II Theorie van de praktische theologie Structuur en cultuur B Jaar 5 (studiejaar ) Godsdienstfilosofie Hermeneutiek Theologie OT Theologie NT Jaar 6 (studiejaar ) Jaar 7 (studiejaar ) De randvoorwaarden voor de invulling van de vrije ruimte zijn: a) Academisch niveau; b) Verwantschap met de theologie; c) Toestemming examencommissie

17 Cohort Studenten die hun studie begonnen zijn in het studiejaar 2001 en alle onderdelen van hun studie tot nu toe met goed gevolg hebben afgerond volgen het volgende rooster. Regeling AOG - deeltijd cohort Blok 1 Blok 2 Blok 3 Blok 4 Blok 5 Blok Jaar 3 (studiejaar ) Godsdienstfil. Geschiedenis v.d. kerk in de Ned. Samenleving Soc. filosofie = Literatuurstudie Het subject Theorie van de praktische theologie Publieke Theologie Jaar 4 (studiejaar ) Dogmatiek I Godsdienst in Amsterdam Structuur en Cultuur A Dogmatiek II/Theologische esthetiek Inleiding NT Structuur en Cultuur II Jaar 5 (studiejaar ) Ned. Kerkgesch./ Hermeneutiek cont. theologie = Lit. studie Aanvulling inl. niet-chr. religies = Lit. studie Theologie OT Theologie NT Jaar 6 (studiejaar ) Jaar 7 (studiejaar ) Ook een optie voor deze studenten is om de 18 stp. vrije ruimte die verdeeld is over het 3e/4e/5e jaar op te schuiven naar het 6e jaar. Dit is geen volledig jaar. De mogelijkheid bestaat om het jaar aan te vullen met keuzevakken (12 stp.). Deze extra vakken zullen dan vermeld worden op de bul. De studie zal dan met een jaar verlengd worden. Men kan dan in het 7e jaar beginnen met de masterspecialisatie. De regeling komt er dan als volgt uit te zien: Regeling AOG - deeltijd cohort Blok 1 Blok 2 Blok 3 Blok 4 Blok 5 Blok Jaar 3 (studiejaar ) Dogmatiek I Godsdienst in Amsterdam Structuur en Cultuur A Dogmatiek II Inleiding NT Structuur en Cultuur B Jaar 4 (studiejaar ) Godsdienst- Geschiedenis v.d. filosofie kerk in de Ned. Samenleving Soc. filosofie = Lit. studie Het subject Theorie van de praktische theologie Publieke Theologie

18 Jaar 5 (studiejaar ) Ned. Kerkgesch./ Hermeneutiek Cont. theologie = Lit. studie Aanvulling inl. niet-chr. religies = Lit. studie Theologie O.T. Theologie N.T. Jaar 6 (studiejaar ) Jaar 7 (studiejaar ) Jaar 8 (studiejaar ) Studenten ronden de algemene opleiding Godgeleerdheid af met een van de volgende masterspecialisaties: a) Levensbeschouwelijke Vorming, 60 stp. b) Communicatie en Media, 60 stp. c) Geestelijke zorg in organisaties, 60 stp. d) Voorganger, 60 stp. e) Verdieping, 60 stp. of Specialisatie oude stijl conform artikel 8 lid 3b. ad.a. Levensbeschouwelijke Vorming Psychologie Theologische/Religieuze Antropologie Godsdienstpedagogiek Godsdienstdidaktiek Leeronderzoek/Stage Scriptie Totaal ad. B. Communicatie en Media Internationale communicatie vraagstukken Globalisation, Governance and Communication Rights Seminar Media, religie en cultuur Interculturele en inter-religieuze comm. Leeronderzoek/Stage Scriptie Totaal ad. C. Geestelijke zorg in organisaties Theorie van de geestelijke zorg Psychologie Geestelijke Zorg in praktijk: gesprekspraktikum Theologische & religieuze antropologie Leeronderzoek Organisatiecultuur & organisatieverandering Management en spiritualiteit Scriptie Totaal 18 stp. 18 stp. 60 stp. 18 stp. 18 stp. 60 stp. 12 stp. 18 stp. 60 stp

19 ad. D. Voorganger Gemeenteopbouw Praktijkopdrachten sociale en kerkelijke kaart Diakoniek/evangelistiek Liturgiek/homiletiek Pneumatologie Exegese N.T. Exegese O.T. Liturgiek/homiletiek: casualia Intervisie en training Bijbel en ethiek Psychologie Supervisie Godsdienstdidactiek Specialisatievak Scriptie Totaal 5 stp. 1 stp. 9 stp. 60 stp. ad. E. Verdieping 2 Mastercolleges 12 stp. 3 Literatuurstudies 15 stp. Facultaire module 2 seminars of 2 themacolleges 12 stp. Scriptie 18 stp. Totaal 60 stp

20 Paragraaf 8 - vooropleiding artikel 8.1 vooropleidingseisen a) De opleiding Algemene Godgeleerdheid is toegankelijk voor studenten met een afgeronde VWO opleiding. b) Een HBO diploma (inclusief MO-A, MO-B of NLO-akte) c) Een getuigschrift van een met goed gevolg afgelegde HBO-propedeuse, afgegeven na mei 1986 d) Een in België behaald Getuigschrift van maatschappelijke assistent e) Een getuigschrift van het Europese baccalaureaat, door een Nederlandse onderdaan behaald aan de Nederlandse afdeling van een Europese school f) Een getuigschrift van het internationale baccalaureaat verstrekt door het International Baccalaureate Office te Genève g) Een op de Nederlandse Antillen behaald getuigschrift voorbereidend wetenschappelijk onderwijs h) Een op de Nederlandse Antillen behaalde Akte van bekwaamheid als volledig bevoegd onderwijzer i) Een getuigschrift van de Antilliaanse Hogere Technische School j) Een in Suriname behaald getuigschrift voorbereidend wetenschappelijk onderwijs k) Een in Suriname behaalde Akte van bekwaamheid als volledig bevoegd onderwijzer. l) De examencommissie kan bepalen dat een ander diploma erkend wordt als gelijkwaardig als bedoeld in lid a. artikel vervangende eisen deficiënties vooropleiding Indien de Nederlandse taal niet de moedertaal is dient aan de eis inzake voldoende beheersing van de Nederlandse taal te worden voldaan door het met goed gevolg afleggen van het Staatsexamen Nederlands als Tweede Taal (NT2), hetzij de afsluitende toets van de cursus Nederlands als tweede taal van het taalcentrum van de VU, hetzij een aan beide genoemde gelijkwaardige toets. De diploma's of getuigschriften als genoemd in Bijlage 1 geven vrijstelling van de eis inzake voldoende beheersing van de Nederlandse taal

21 Paragraaf 9 - studiebegeleiding artikel studievoortgang en studiebegeleiding a) Het faculteitsbestuur draagt zorg voor studiebegeleiding van de studenten die voor de opleiding zijn ingeschreven mede ten behoeve van hun oriëntatie op mogelijke studiewegen in en buiten hun opleiding. b) Het faculteitsbestuur draagt zorg voor een zodanige registratie van de studieresultaten, dat ten minste tweemaal per jaar aan elke student een overzicht verschaft kan worden van de door hem behaalde resultaten in relatie tot het onderwijs- en examenprogramma van de opleiding. c) Het faculteitsbestuur draagt er zorg voor dat aan het einde van het eerste studiejaar aan de betreffende studenten een verklaring wordt uitgereikt waarin de faculteit adviseert over het al dan niet voortzetten van de studie

22 Paragraaf 10 overgangs- en slotbepalingen artikel 10.1 overgangsregeling vanaf Vanaf gelden voor de volgende onderdelen de genoemde vervangende vakken voor de specialisaties Vervangend vak Structuur en Cultuur A () Christelijke gemeensch,: Kerksociologie () Structuur en Cultuur B () Christelijke gemeensch.: Lit/homiletiek () Het Subject () Geloven als mens () of De menselijke kant van het geloof () Vervangend vak Prakt. theologie van zorgprakti Mastersspecialisatie Levensbeschouwelijke vorming Psychologie () Psychologie () Theologische/religieuze antropologie (6 stp.) Theologische/religieuze antropologie () Godsd.pedagogiek () Godsd.pedagogiek () Godsdienstdidactiek () Godsdienstdidactiek() Leeronderzoek/stage (18 stp.) Leeronderzoek/stage (18 stp.) Scriptie (18 stp.) Scriptie (18 stp.) Totaal 60 stp. Totaal 60 stp. Masterspecialisatie Communicatie en Media 44C001 Intern. communicatie vraagstukken (6 stp.) 32C503 Globalisation, Govern. and Com. Rights () Seminar Media, religie en cultuur (6 stp.) Interculturele en inter-religieuze comm. () 44C005 Internationale communicatie () 32C503 Globalisation, Govern. and Com. Rights () Media, religie en cultuur () Interreligieuze and intercultural comm. () Leeronderzoek/stage (18 stp.) Leeronderzoek/stage (18 stp.) Scriptie (18 stp.) Scriptie (18 stp.) Totaal 60 stp. Totaal 60 stp. Masterspecialisatie Geestelijke zorg in organisaties Theorie v/d geestelijke zorg () Theory of Spiritual Care () Geestelijke zorg in organisaties II (6stp.) Psychologie () Psychologie () GZ in praktijk: gesprekspracticum (3 stp.) GZ in praktijk: gesprekspracticum (3 stp.) Theologische en religieuze antropologie () Theologische & religieuze antropologie () Literatuuronderzoek () Literatuuronderzoek () of General Skills () Organisatiecultuur en org. verandering Ethiek in de geestelijke zorg () () Management en spiritualiteit Ethiek (6 stp.) Management en spiritualiteit Ethiek (6 stp.) Geestelijke zorg in organisaties I () Scriptie (18 stp.) Scriptie (18 stp.) Totaal 60 stp. Totaal 60 stp. Masterspecialisatie Voorganger / Church Ministry Gemeenteopbouw () Congregational Studies I () Praktijkopdracht sociale & kerkelijke Congragational Studies II () kaart (3stp.) Diakoniek/evangelistiek () Social Ministry/ Evangelisation () Liturgiek/Homiletiek () Liturgics/Homiletics () Pneumatologie (5 stp.) Pneumatology + literatuuropdracht 2 stp Exegese N.T. () Exegesis N.T. () Exegese O.T. () Exegesis O.T. ()

23 Liturgiek/homiletiek: casualia () Liturgics/homiletics: casualia () Bijbel en ethiek () Literatuurstudie Bijbel en Ethiek (3 stp.) Psychologie () Psychologie () Supervisie (1 stp.) Supervisie (1 stp.) Godsdienstdidactiek () Godsienstdidactiek () Scriptie (18 stp.) Scriptie (18 stp.) Totaal 60 stp. Totaal 60 stp

24 artikel wijziging Wijzigingen van deze regeling worden door de decaan, gehoord de opleidingscommissie en na overleg met de Gezamenlijke Vergadering, bij afzonderlijk besluit vastgesteld. Geen wijzigingen vinden plaats die van toepassing zijn op het lopende studiejaar, tenzij de belangen van de studenten daardoor redelijkerwijs niet worden geschaad. artikel bekendmaking Het faculteitsbestuur draagt zorg voor een passende bekendmaking van deze regeling, van de nadere regels voor de examens, alsmede van de wijzigingen van deze stukken. Elke belangstellende heeft via de site van de faculteit inzage in de in het eerste lid bedoelde stukken: artikel beroep op overmacht door de faculteit Met betrekking tot onderdelen die door de student elders worden gevolgd of elders zijn gevolgd, kan de student tegenover de faculteit geen rechten aan de toestemming tot opname in het examenprogramma ontlenen. artikel nadere regels voor de examens De examencommissie van de opleiding stelt (wijzigingen van) de nadere regels voor de examens vast, gehoord de opleidingscommissie van de faculteit. artikel inwerkingtreding Deze regeling is vastgesteld bij besluit van het Faculteitsbestuur na instemming van de Gemeenschappelijke vergadering, gehoord hebbende het advies van de opleidingscommissie en treedt in werking per 1 september

25 Bijlage 1 a) Zij die in het bezit zijn van het getuigschrift van de Interuniversitaire Toets Nederlands worden geacht te hebben voldaan aan de eis van voldoende kennis van het Nederlands. b) Blijkens brief CvB d.d. 11/01/99, kenmerk MAD/IS/98/0037V rechtvaardigen onderstaande buitenlandse diploma s (met Nederlands als eindexamenvak) bij toelating tot universitair onderwijs in Nederland in principe vrijstelling van de toets Nederlands. International Baccalaureate: Language A: Higher Level (1 ste vreemde taal) Schriftelijk examen Mondeling examen X X ja Vrijstelling gerechtvaardigd Language A: Subsidiary Level X X ja Language B (2 de taal): Higher level X X ja Language B: Subsidiary Level X X nee Verenigd Koninkrijk: GCSE nee GCE: (t/m 1997) A-level X - nee GCE (vanaf 1998) A-level X X ja International GCSE First language X X ja International GCSE Foreign X X nee language Europees Baccalaureaat: Nederlands als 2 de taal 2 X X ja Nederlands als 3 de taal naar keuze: (óf,óf) naar keuze nee Nederlands als 4 de taal naar keuze naar keuze nee Frankrijk: Baccalauréat: Nederlands als 1 ste vreemde taal X - nee Nederlands als 2 de vreemde taal - X nee Nederlands als 3 de vreemde taal - X nee Duitsland: Abitur Leistungskurse X schoolonderzoek ja Grundkurse Schoolonderzoek X ja Schoolonderzoek onder Reifeprüfung Ordnung 3 X X ja Suriname: VWO-diploma X X ja Propedeuse diploma Anton de Kom X X ja Universiteit België: Diploma van Secundair Onderwijs X X ja Ned. Antillen en Aruba: VWO-diploma en elk diploma uit het hoger onderwijs X X ja 1 Vragen worden in het Engels gesteld en in het Engels beantwoord. 2 Als het examen geheel in het Nederlands (Nederlands als eerste taal) wordt afgelegd spreekt de Nederlandse taalbeheersing vanzelf. 3 Alleen bij Duitse scholen in het buitenland

26 Bijlage 2 Overgangsregeling vanaf studiejaar Vanaf studiejaar geldt het volgende overgangsprogramma: AOG-deeltijd Cohort Voor studenten die hun studie begonnen zijn in het studiejaar 1997 geldt dat zij al met hun hoofdvak zijn begonnen (artikel 8 lid 3B), zij kunnen dit afronden. 7e jaar (studiejaar ) Specialisatie Een optie voor deze studenten is evenwel de mogelijkheid om te starten met een masterspecialisatie. De extra vakken die al gedaan zijn in het oude programma worden op de bul vermeld. 7e jaar (studiejaar ) 8e jaar (studiejaar ) Cohort Voor studenten die hun studie begonnen zijn in het studiejaar 1998 en alle onderdelen van hun studie tot nu toe met goed gevolg hebben afgerond, zij ronden hun bijvak (22,5 stp.) af in (5e jaar). Zij starten in met een van de masterspecialisaties. 6e jaar (studiejaar ) 7e jaar (studiejaar ) Cohort Voor studenten die hun studie begonnen zijn in het studiejaar 1999 en alle onderdelen van hun studie tot nu toe met goed gevolg hebben afgerond volgen het volgende overgangsschema. Regeling AOG - deeltijd cohort Periode 1 Periode 2 Periode 3 Periode 4 Periode 5 Periode 6 5e jaar (studiejaar ) Godsdienstfilo- Hermeneutiek Sofie Dogmatiek II 6e jaar (studiejaar ) 7e jaar (studiejaar ) De randvoorwaarden voor de invulling van de vrije ruimte zijn: d) Academisch niveau; e) Verwantschap met de theologie; f) Toestemming examencommissie

27 Cohort Voor studenten die hun studie begonnen zijn in het studiejaar 2000 en alle onderdelen van hun studie tot nu toe met goed gevolg hebben afgerond volgen het volgende rooster. Regeling AOG - deeltijd cohort Periode 1 Periode 2 Periode 3 Periode 4 Periode 5 Periode 6 Jaar 4 (studiejaar ) Dogmatiek I Godsdienst in Amsterdam Structuur en Cultuur A Dogmatiek II Theorie van de praktische theologie Structuur en cultuur B Jaar 5 (studiejaar ) Godsdienstfilosofie Hermeneutiek Theologie OT Theologie NT Jaar 6 (studiejaar ) Jaar 7 (studiejaar ) De randvoorwaarden voor de invulling van de vrije ruimte zijn: d) Academisch niveau; e) Verwantschap met de theologie; f) Toestemming examencommissie. Cohort Studenten die hun studie begonnen zijn in het studiejaar 2001 en alle onderdelen van hun studie tot nu toe met goed gevolg hebben afgerond volgen het volgende rooster. Regeling AOG - deeltijd cohort Blok 1 Blok 2 Blok 3 Blok 4 Blok 5 Blok Jaar 3 (studiejaar ) Godsdienstfil. Geschiedenis v.d. kerk in de Ned. Samenleving Soc. filosofie = Literatuurstudie Het subject Theorie van de praktische theologie Publieke Theologie Jaar 4 (studiejaar ) Dogmatiek I Godsdienst in Amsterdam Structuur en Cultuur A Dogmatiek II/Theologische esthetiek Inleiding NT Structuur en Cultuur II Jaar 5 (studiejaar ) Ned. Kerkgesch./ Hermeneutiek cont. theologie = Lit. studie Aanvulling inl. niet-chr. religies = Lit. studie Theologie OT Theologie NT

28 Jaar 6 (studiejaar ) Jaar 7 (studiejaar ) Ook een optie voor deze studenten is om de 18 stp. vrije ruimte die verdeeld is over het 3e/4e/5e jaar op te schuiven naar het 6e jaar. Dit is geen volledig jaar. De mogelijkheid bestaat om het jaar aan te vullen met keuzevakken (12 stp.). Deze extra vakken zullen dan vermeld worden op de bul. De studie zal dan met een jaar verlengd worden. Men kan dan in het 7e jaar beginnen met de masterspecialisatie. De regeling komt er dan als volgt uit te zien: Regeling AOG - deeltijd cohort Blok 1 Blok 2 Blok 3 Blok 4 Blok 5 Blok Jaar 3 (studiejaar ) Dogmatiek I Godsdienst in Amsterdam Structuur en Cultuur A Dogmatiek II Inleiding NT Structuur en Cultuur B Jaar 4 (studiejaar ) Godsdienst- Geschiedenis v.d. filosofie kerk in de Ned. Samenleving Soc. filosofie = Lit. studie Het subject Theorie van de praktische theologie Publieke Theologie Jaar 5 (studiejaar ) Ned. Kerkgesch./ Hermeneutiek Cont. theologie = Lit. studie Aanvulling inl. niet-chr. religies = Lit. studie Theologie O.T. Theologie N.T. Jaar 6 (studiejaar ) Jaar 7 (studiejaar ) Jaar 8 (studiejaar ) Studenten ronden de algemene opleiding Godgeleerdheid af met een van de volgende masterspecialisaties: f) Levensbeschouwelijke Vorming, 60 stp. g) Communicatie en Media, 60 stp. h) Geestelijke zorg in organisaties, 60 stp. i) Voorganger, 60 stp. j) Verdieping, 60 stp. of Specialisatie oude stijl conform artikel 8 lid 3b. ad.a. Levensbeschouwelijke Vorming Psychologie Theologische/Religieuze Antropologie Godsdienstpedagogiek Godsdienstdidaktiek Leeronderzoek/Stage 18 stp

29 Scriptie Totaal ad. B. Communicatie en Media Internationale communicatie vraagstukken Globalisation, Governance and Communication Rights Seminar Media, religie en cultuur Interculturele en inter-religieuze comm. Leeronderzoek/Stage Scriptie Totaal ad. C. Geestelijke zorg in organisaties Theorie van de geestelijke zorg Psychologie Geestelijke Zorg in praktijk: gesprekspraktikum Theologische & religieuze antropologie Leeronderzoek Organisatiecultuur & organisatieverandering Management en spiritualiteit Scriptie Totaal 18 stp. 60 stp. 18 stp. 18 stp. 60 stp. 12 stp. 18 stp. 60 stp. ad. D. Voorganger Gemeenteopbouw Praktijkopdrachten sociale en kerkelijke kaart Diakoniek/evangelistiek Liturgiek/homiletiek Pneumatologie Exegese N.T. Exegese O.T. Liturgiek/homiletiek: casualia Intervisie en training Bijbel en ethiek Psychologie Supervisie Godsdienstdidactiek Specialisatievak Scriptie Totaal 5 stp. 1 stp. 9 stp. 60 stp. ad. E. Verdieping 2 Mastercolleges 12 stp. 3 Literatuurstudies 15 stp. Facultaire module 2 seminars of 2 themacolleges 12 stp. Scriptie 18 stp. Totaal 60 stp