Studiegids. Media- en evenementenmanagement

Transcriptie

1 Studiegids Media- en evenementenmanagement KD Mediamanagement Fase 2 (verdiepen, verbreden, voorbereiden op toekomstambitie) Fase 3 (specialiseren, voorbereiden op toekomstambitie, diplomeren) cohort 2011 cohort 2012 cohort 2013 studiejaar

2 Inhoud Voorwoord & leeswijzer... 3 Inleiding... 4 Hoe zit het onderwijs wettelijk in elkaar... 5 Het beroepsgerichte deel... 5 Leerplan cohorten 2011, 2012 en Nederlands Rekenen Engels Loopbaan en burgerschap Beroepspraktijkvorming Structuur en inhoud van het onderwijs Planning, onderwijstijd en werkwijze Begeleiding Ontwikkelgerichte beoordeling Studievoortgang en normering Normering fase 2 leerjaar 2 (semester 3 en 4) Overzicht leerjaar 3 en 4 op weg naar examinering Normering fase 2 leerjaar 3 (semester 5 en 6) Normering fase 3 leerjaar 4 (semester 7 en 8) Bijlage: uitgebreide toelichting kerntaken Media- en evenementenmanagement Bijlage: MM project beoordeling door student en docent Welke beroepservaring opgedaan in semesters 5 t/m 8? Bijlage BPV praktijkassessment Bijlage BPV leerprocesassessement Fase 2 en 3 (cohort ) 2

3 Voorwoord & leeswijzer Om je goed te informeren over je opleiding bij SintLucas hebben we deze studiegids samengesteld. Het is belangrijk dat je de studiegids goed doorneemt. Als je vragen hebt over de inhoud, kun je die stellen aan je studieloopbaanbegeleider. Soms verwijzen we naar de website van SintLucas waar je algemene informatie over onze school kunt vinden. De studiegids bestaat uit: - een algemeen deel (dit geldt voor alle mbo-studenten van SintLucas) - een opleidingsdeel (dit deel ligt nu voor je) - een examendeel (volgt later in je opleiding) Dit is het opleidingsdeel. Hierin vind je specifieke informatie over: - de wettelijke eisen - de inhoud van de opleiding, de verplichte onderdelen en de keuzemogelijkheden - de opbouw van de opleiding en de begeleiding - de studievoortgangseisen De mediabranche is een branche waarin ontwikkelingen en vernieuwingen elkaar snel opvolgen. We volgen deze trends op de voet om de opleiding zo actueel mogelijk te houden. Dit betekent dat ook de inhoud van deze studiegids kan veranderen gedurende jouw opleiding. We zullen je daarvan op de hoogte houden. Fase 2 en 3 (cohort ) 3

4 Inleiding De opleiding Media- en evenementenmanagement bestaat uit 3 fases: De opleiding media- en evenementenmanagement bestaat uit 3 fases: 1. Fase 1 oriënteren Je maakt kennis met SintLucas, de creatieve industrie/mediawereld, je opleiding, docenten, medestudenten en natuurlijk je toekomstige beroep. Je leert algemene basisvaardigheden en beroepsvaardigheden en doet veel basiskennis op. Je werkt vanaf leerjaar 1 in een groep aan beroepsprojecten binnen een zelf te starten onderneming. Daarnaast krijg je de mogelijkheid om hand- en spandiensten te verrichten bij in- en externe opdrachtgevers. Deze werkervaring zet je natuurlijk meteen op je CV, zodat je straks meer kans maakt op een aantrekkelijke stageplaats. Deze fase duurt normaal 1 jaar. 2. Fase 2 verbreden & verdiepen, voorbereiden op toekomstambitie Je verbreedt en verdiept je basisvaardigheden, kennis en inzicht en je werkt binnen je eigen onderneming voor uitdagende in- en externe opdrachtgevers. Hierdoor groeit ook jouw professionele werkhouding en vul je je CV verder aan. Dat is vooral interessant omdat je tijdens deze periode je eerste meewerkstage van een half jaar loopt. Een goed gevuld CV helpt natuurlijk bij het vinden van je gedroomde stageplaats. Deze fase duurt normaal 2 leerjaren met daarin dus een stage van een half jaar. Ook ga je een dagdeel in de week kiezen voor verschillende verbredings- en verdiepingstrajecten. 3. specialiseren, voorbereiden op toekomstambitie, diplomeren In de meesterproef bewijs je eerst op school en tenslotte tijdens je afstudeerstage (in Nederland of buitenland) dat je geschikt bent als beginnend beroepsbeoefenaar. Je werkt daarnaast aan het doorstroomtraject gericht op de arbeidsmarkt, doorstroom naar het hbo of succesvolle opstart van je eigen onderneming. Deze fase duurt normaal 1 leerjaar en sluit je af met je afstudeerstage van een half jaar. Fase 2 en 3 (cohort ) 4

5 Hoe zit het onderwijs wettelijk in elkaar Het beroepsgerichte deel Elk beroep bestaat uit een aantal kerntaken. Deze kerntaken zijn weer verdeeld in werkprocessen. Een werkproces is een klein afgebakend deel van een kerntaak dat een begin en een eind heeft en een duidelijk resultaat. De kerntaken, de werkprocessen en de competenties zijn voor elke vakrichting vastgelegd in een kwalificatiedossier. Dit dossier is door de minister goedgekeurd en geldt voor elke school in Nederland die deze opleiding uitvoert. Leerplan cohorten 2011, 2012 en 2013 Kerntaken 1 t/m 3 verplicht voor alle studenten Je behaalt je diploma Mediamanager. Je volgt het onderwijsprogramma en vult je persoonlijk samengestelde projectportfolio. Kerntaak 4 niet verplicht SintLucas Certificaat Medewerker Evenementen Organisatie Je behaalt een extra certificaat bovenop je diploma Mediamanager Diegenen die Kerntaak 4 willen doen, bewijzen middels een presentatie aan het docententeam dat ze in aanmerking komen voor een kans op het extra certificaat. De stappen die je moet nemen: 1. In fase 1 en 2 begin je met het verzamelen van bewijslast voor KT4 voor in je portfolio. 2. Je doet in je eigen tijd aanvullende werkervaring Evenementenorganisatie op en/of 3. Je doet een (of meerdere; hangt af van de zwaarte) aanvullende ambitieprojecten in leerjaar 3 en 4 4. Je beschrijft in je afstudeerplan dat je het aanvullende certificaat wilt halen 5. Je presenteert n.a.v. dit afstudeerplan je portfolio aan het docententeam. Hierna bepaalt het docententeam of het voor jou haalbaar is om een extra certificaat KT4 te behalen. Let op: Kerntaken 1 t/m 3 zijn de basis. Die moet je minimaal met een voldoende, goed of excellent kunnen afronden, wil je kans maken op een extra certificaat! 6. Je verdient zo het recht om de stappen voor een Certificering KT4 te mogen uitvoeren tijdens je afstudeerstage. 7. Na een GO van het docententeam meld je bij het examenbureau dat je het aanvullende certificaat wilt halen. 8. Je zorgt dat je een mediamanagement stageplek vindt waarbinnen je ook de extra meesterproef van kerntaak 4 kunt doen. Als je bovenstaande stappen met een voldoende, goed of excellent afrondt, ontvang je het SintLucas certificaat Evenementen Management bovenop je diploma Mediamanagement Het (landelijke) kwalificatiedossier voor de mediamanager mbo4 Voor meer details zie kwalificatiedossier mediamanager; Prestatie indicatoren Examinering Fase 2 en 3 (cohort ) 5

6 Level fase 3 Afstudeerfase Level fase 2 Verbredings- en verdiepingsfase Level fase 1 Orientatiefase Inhoud Management Practice en BPVperiode Bouwt actief aan een personal learning network voor professionalisering of aan bedrijfsnetwerk Zoekt vanuit persoonlijke of bedrijfswensen contact met onbekenden die iets toe kunnen voegen aan persoon of bedrijf Betrekt zijn bestaande netwerk binnen de opleiding Benut kansen om het bedrijf aan meer opdrachtgevers/ complexere opdrachten te helpn Bespreekt nog tijdens briefing diverse actuele mogelijkheden met opdrachtgever Voert een kennismakings gesprek en kan debriefen Offreert een actueel advies aan opdrachtgever Voert met opdrachtgever een adviesgesprek vanuit actuele mediakennis Voert een adviesgesprek met opdrachtgever Kerntaak met competenties Werkproces rode turning points 1. Levert een bijdrage aan de verkoop van media producten G: Relaties bouwen en netwerken H: Overtuigen en beïnvloeden J: Formuleren en rapporteren R: Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten X: Ondernemend en commercieel handelen M: Analyseren P: Leren R: Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten 1.1 representeert het bedrijf 1.2 achterhaalt wensen en behoeften van klanten/de mediamarkt Kan de klant/markt actief benaderen Kan een relatienetwerk bouwen en onderhouden Kan actief contacten leggen met mensen buiten de organisatie Kan zich aanpassen aan veranderde omstandigheden Kan succesvolle oplevering PRtechnisch benutten Kan actueel inzicht in de mediabranche verwerven Kan een kennismakingsgesprek voeren met debriefing Kan kansen en mogelijkheden identificeren en creëren nooit soms - vaak altijd nooit soms - vaak altijd nooit soms - vaak altijd E: Samenwerken en overleggen I: Presenteren J: Formuleren en rapporteren K: Vakdeskundigheid toepassen R: Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten 1.3 formuleert een passend advies t.a.v. mediaproducten* Kan de kosten van de realisatie van een (cross)mediaproduct in kaart brengen Kan een adviesgesprek voeren Kan een offerte maken Betrekt kennis van het mediaproductieproces in advies Vakkennis en vaardigheden bijhouden Fase 2 en 3 (cohort ) 6

7 Budgetteert een actueel projectplan en neemt daarin mee de actuele auteursrechten Budgetteert een project plan op basis van actuele kosten Maakt een projectplan Prioriteert in de planning van alle actuele mediaproductieprocessen die worden Organiseert werkoverleg en zet de juiste mensen op de juiste plekken tijdens het plannen van een actuele mediaproductie Plant beschikbare middelen rondom een mediaproductie met inzet van personen Kan materialen, bestanden en diensten inkopen Kan financiële overzichten analyseren Weet wat mediaproducten en manuren kosten. Verwekt deze kosten in projectplanning Regelt en delegeert de verwerking van materialen in het mediaproductieproces Heeft kennis van de meest actuele mediaproducten en kan omgaan met contentmanagement Heeft kennis van mediaproductieproces en kent de technische specificaties om content op de juiste wijze te kunnen verwerken 2. Bereidt de mediaproductie voor (BPV) nooit soms - vaak altijd nooit soms - vaak altijd nooit soms - vaak altijd E: Samenwerken en overleggen J: Formuleren en rapporteren K: Vakdeskundigheid toepassen 2.1 maakt een plan van aanpak Heeft basiskennis van copyrights, auteursrechten en licenties Kan budgetteren Heeft kennis van projectmanagement J: Formuleren en rapporteren Q: Plannen en organiseren 2.2 plant de mediaproductie* Kan de juiste mensen op de juiste plek zetten Kan prioriteiten aanbrengen Kan werkoverleg organiseren Kennis van het mediaproductieproces Weet hoe hij beschikbare middelen kan benutten H: Overtuigen en beïnvloeden K: Vakdeskundigheid toepassen Y: Bedrijfsmatig handelen 2.3 regelt de benodigde diensten en materialen Kan financiële overzichten analyseren Kan materialen, bestanden en diensten inkopen Kennis van mediaproducten K: Vakdeskundigheid toepassen Q: Plannen en organiseren 2.4 regelt de verwerking van materialen Kan delegeren Kan omgaan met software voor contentmanagement Heeft kennis van het mediaproductieproces Heeft kennis van mediaproducten Kent de technische specificaties om content op de juiste wijze te kunnen verwerken 3. Coördineert mediaproductie (BPV) nooit soms - vaak altijd nooit soms - vaak altijd nooit soms - vaak altijd Fase 2 en 3 (cohort ) 7

8 Plant het volledige mediaproductieproces, begeleid de uitvoering en evalueert het (financiële) resultaat. Plant en evalueert het mediaproductieproces en kan dankzij voor- en nacalculatie aangeven wanneer iets (financieel) niet haalbaar is. Plant een mediaproductieproces en kent de technische specificaties om content op de juiste wijze te kunnen verwerken Krijgt de opdrachtgever zover dat hij een enthousiaste review levert Levert een mediaproductie op, kan omgaan met klachten en benut de resultaten PRtechnisch Levert een mediaproductie op Level fase 3 Afstudeerfase Level fase 2 Verbredings- en verdiepingsfase Level fase 1 Orientatiefase Inhoud Management Practice en BPVperiode E: Samenwerken en overleggen G: Relaties bouwen en netwerken J: Formuleren en rapporteren Q: Plannen en organiseren U: Omgaan met veranderingen en aanpassen V: Met druk en tegenslag omgaan Y: Bedrijfsmatig handelen R: Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten S: Kwaliteit leveren 3.1 managet beschikbare tijd, middelen en informatie stromen Kan duidelijk aangeven wanneer iets niet haalbaar is Kan een voor- en nacalculatie opstellen Kan evalueren Kan financiële overzichten analyseren Kan omgaan met software voor contentmanagement Heeft kennis van het mediaproductieproces 3.2 managet oplevering mediaproducten* Kan de kwaliteitsnormen van het bedrijf toepassen Kan omgaan met klachten Kan succesvolle oplevering PRtechnisch benutten Onderstaande kerntaak 4 is alleen bedoeld voor studenten die een extra Certificaat Medewerker Evenementen Organisatie willen behalen. Kerntaak met competenties Werkproces Prestatie indicatoren Examinering rode turning points 4. Organiseert evenementen (BPV) nooit soms - vaak altijd nooit soms - vaak altijd nooit soms - vaak altijd Fase 2 en 3 (cohort ) 8

9 Bespreekt nog tijdens briefing diverse actuele mogelijkheden met opdrachtgever Vraagt tijdens briefing om behoeften en verwachtingen van opdrachtgever Voert een kennismakings gesprek en kan debriefen Plant evenement conform de voorgeschreven procedures Plant evenement met inzet van actueel evenementen instrumentarium Plant beschikbare middelen rondom een evenement Benut veiligheidsvoorschriften voor laden van voertuigen Budgetteert het vervoer van materialen en personen Plant het vervoer van materialen en personen Benut veiligheidsvoorschriften Laat ruimtelijk en technisch inzicht zien (Autocad) Richt een ruimte in Plant het evenement, begeleid t de uitvoering en evalueert het (financiële) resultaat. Plant het evenement en kan aangeven wanneer iets (financieel) niet haalbaar is. Plant een evenement en sluit daarin aan bij wensen van de opdrachtgever E: Samenwerken en overleggen I: Presenteren R: Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten 4.1 Overlegt met de opdrachtgever Aansluiten bij behoeften en verwachtingen E: Samenwerken en overleggen J: Formuleren en rapporteren M: Analyseren Q: Plannen en organiseren T: Instructies en procedures opvolgen 4.2 Maakt een draaiboek voor het evenement en licht dit toe Planningsvaardigheden Standaard evenementeninstrument arium Werken conform voorgeschreven procedures E: Samenwerken en overleggen L: Materialen en middelen inzetten Q: Plannen en organiseren T: Instructies en procedures opvolgen Y: Bedrijfsmatig handelen 4.3 Verzorgt het vervoer van materialen en personen Planningsvaardigheden Veiligheidsvoorschriften voor laden van voertuigen B: Aansturen K: Vakdeskundigheid toepassen L: Materialen en middelen inzetten Q: Plannen en organiseren T: Instructies en procedures opvolgen I: Presenteren Q: Plannen en organiseren R: Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten 4.4 Richt ruimtes in en installeert materialen 4.5 Draagt zorg voor de dagelijkse voorzieningen Ruimtelijk en technisch inzicht Veiligheidsvoorschriften Planningsvaardigheden Aansluiten bij behoeften en verwachtingen "Klant"-tevredenheid in de gaten houden Fase 2 en 3 (cohort ) 9

10 Benut juiste mensen overeenkomstig de wettelijke richtlijnen Organiseert werkoverleg en zet de juiste mensen op de juiste plekken rondom een evenement Plant beschikbare mensen in rondom een evement Stelt samen met de leidinggevende een veiligheids- en ontruimingsplan op Heeft ontruimingsplannen met elkaar vergeleken en onderzoek gedaan naar beveiligingsbureaus en de kosten ervan Weet van het bestaan van ontruimingsplannnen en begrijpt het belang Laat leidinggevende vaardigheden zien Werkt conform veiligheidsvoorschriften Assisteert gedisciplineerd tijdens evenement E: Samenwerken en overleggen J: Formuleren en rapporteren M: Analyseren Q: Plannen en organiseren T: Instructies en procedures opvolgen 4.6 Voert ondersteunende werkzaamheden op het gebied van personeelszaken uit Tijd indelen Mensen en middelen organiseren Werken overeenkomstig de wettelijke richtlijnen E: Samenwerken en overleggen I: Presenteren M: Analyseren Q: Plannen en organiseren 4.7 Organiseert de beveiliging van locaties Stelt samen met de leidinggevende een veiligheids- en ontruimingsplan op Assisteert waar nodig bij het inhuren van een beveiligingsbureau. B: Aansturen E: Samenwerken en overleggen J: Formuleren en rapporteren Q: Plannen en organiseren T: Instructies en procedures opvolgen 4.8 Assisteert tijdens het evenement Leidinggevende vaardigheden Werken conform veiligheidsvoorschriften Discipline tonen *Overals waar mediaproducten of mediaproductie staat, mag een breed spectrum aan zaken gelezen worden, afhankelijk van de richting waarin de student zich wil ontwikkelen. Denk aan: website of andere vorm van (social) online communicatie, AV productie, grafische productie, evenement, webwinkel, communicatie medewerker Nederlands Nederlands is een apart examenvak dat op niveau 3F wordt afgenomen. Het wordt afgesloten met examens op de onderdelen: Lezen, Luisteren, Spreken, Gesprekken voeren, Schrijven. In de studiegids-examendeel vind je de precieze regels. Rekenen Rekenen is een apart examenvak. Er is een verplicht examen rekenen op 3F niveau. In de studiegids-examendeel vind je de precieze regels rondom de examens. Engels Engels is een verplicht onderdeel van de opleiding met een apart examen. Je moet in deze onderdelen examen doen: Lezen, Luisteren, Spreken, Gesprekken voeren, Schrijven. In de studiegids-examendeel vind je de precieze regels rondom de examens. Fase 2 en 3 (cohort ) 10

11 Je vindt de laatste informatie over de wettelijke eisen voor taal en rekenen op deze website: Loopbaan en burgerschap Loopbaan en burgerschap is een verplicht onderdeel van iedere mbo-opleiding. Met je studieloopbaanbegeleider werk je aan je loopbaanoriëntatie: capaciteitenreflectie: waar ben ik goed in? motievenreflectie: wat vind ik belangrijk in mijn loopbaan en wat doe ik graag? werkexploratie: wat voor werk past bij mij en hoe zoek ik mijn weg op de arbeidsmarkt? loopbaansturing: welke keuzes maak ik en hoe stuur ik mijn eigen leren en loopbaan? netwerken: hoe leg ik en onderhoud ik contacten die handig zijn voor mijn loopbaan? Je bouwt zelfstandig een loopbaandossier op in je portfolio. Je studieloopbaanbegeleider helpt je hiermee met opdrachten en oefeningen. Burgerschap Er zijn vier burgerschapsdimensies verplicht voor elke mbo-opleiding in Nederland. De politiek-juridische dimensie De economische dimensie De sociaal-maatschappelijke dimensie De dimensie vitaal burgerschap De dimensies zijn uitgelegd in het algemene gedeelte van de studiegids. In de lessen van Loopbaan en burgerschap komen deze dimensies aan bod. Fase 2 en 3 (cohort ) 11

12 Beroepspraktijkvorming Beroepspraktijkvorming (bpv) is het officiële woord voor stage. In je mbo-opleiding is stage verplicht. In fase 2 en 3 ga je twee keer 20 weken op stage bij verschillende bedrijven. Je draait dan in een bedrijf mee en je leert het vak in de praktijk. Zo doe je de werkervaring op. Je zoekt in overleg met je studieloopbaanbegeleider en de bpv-consulent van SintLucas een geschikte stageplek die zoveel mogelijk bij jouw capaciteiten en wensen past. Structuur en inhoud van het onderwijs Planning, onderwijstijd en werkwijze Overzicht leerjaar 2 alleen voor cohort Semester 3 Semester 4 SCHOOL SCHOOL SCHOOL SCHOOL Projecten en lessen/trainingen Projecten en lessen/trainingen Projecten en lessen/trainingen Projecten en lessen/trainingen Fase 2 en 3 (cohort ) 12

13 Overzicht leerjaar 3 en 4 op weg naar examinering Eerst lees je hieronder schematisch hoe de schoolperiodes van leerjaar 3 en leerjaar 4 eruit zien: 3.1/3.2 BPV 3.3/3.4 School BPV meewerkstage (evenement of MM) 1 e terugkomdag: - Stageopdracht t/m ontwerpfase presenteren aan elkaar en docenten. - Stage-ervaringen presenteren voor MM2 2 e terugkomdag: - volledige stageopdracht presenteren voor docenten - Stage-ervaringen presenteren aan elkaar - POP, PAP en logboek volledig verwerkt voor procesbeoordeling Voor GO (afstudeer)fase 3: - Projectportfolio vullen zoveel mogelijk gericht op Persoonlijke Ontwikkel Plan - Individuele vakken op niveau - afstudeerplan geschreven In zomervakantie: opdrachten acquireren voor je eigen MPprojectportfolio Vrijdagochtend SintLucas Labs 4.1/4.2 School 4.3/4.4 BPV Voor GO BPV afstudeerstage: BPV afstudeerstage (evenement of MM) - Projectportfolio gevuld zoveel mogelijk gericht op Persoonlijke Ontwikkel Plan Meesterproef - Afstudeerplan zo nodig bijstellen - Individuele vakken op niveau Meesterproef Teaser Open Dagen HBO en TOPmodules 4.1/4.2 NAAR KEUZE (en aangetoonde geschiktheid): Middels aanvullende ambitieprojecten voorbereiding op afname tijdens BPV van KT4 Organiseert evenementen Vrijdagochtend SintLucas Labs 4.3/4.4 NAAR KEUZE (en aangetoonde geschiktheid): Certificering KT 4 Organiseert evenementen Presenteren aan docententeam 1. haalbaarheid standaard diplomering MM en 2. uitgebreid portfolio evenementenorganisatie om haalbaarheid te onderzoeken voor Certificering KT4 Organiseert evenementen Periode 2: TOPmodules HBO, Ondernemen, Werken Periode 3: afronding TOPmodules HBO, Ondernemen, Werken Fase 2 en 3 (cohort ) 13

14 Onderwijstijd Het schooljaar is opgebouwd uit vier periodes van 9 weken. 8 weken lang loopt het gewone lesprogramma, de 9 e week is bedoeld voor feedback, afsluiting en eventueel interessante gastcolleges etc. Het is reëel om naast je ingeplande lessen gemiddeld 2 uur per dag te reserveren voor huiswerk. Het rooster staat altijd actueel online en is ook te bekijken via een speciale app. Je doet er verstandig aan om je rooster te checken voordat je naar school vertrekt. Onderwijstijd niveau 4 Fase 2 Semester 3 School 18 weken x 28 uur Semester 4 School 18 weken x 28 uur Semester 5 BPV Terugkomdagen School (how) 19 weken x 32 uur 10 uur 16 weken x 3,5 uur Semester 6 School 18 weken x 24 uur Fase 3 Semester 7 School incl. meesterproef 19 weken x 23 uur Semester 8 Bpv incl. meesterproeven Terugkomdagen 19 weken x 36 uur 10 uur Werkvormen Op SintLucas onderscheiden we verschillende werkvormen: - Project-uren: hier werk je aan projecten en je leert kennis en vaardigheden toepassen - Theorielessen: hier vergaar je kennis op allerlei gebieden - pakkettraining: hier krijg je software-trainingen van een docent of je leert via tutorials - Studieloopbaanbegeleiding: hier werk je met een slb er aan je carrière binnen school en die na SintLucas - keuzemodules en doorstroom richting hbo, ondernemen of werken Leermiddelen Je gebruikt bij alle lessen je eigen laptop. Je hebt je belangrijkste gereedschap dus altijd bij je, zowel op school als thuis. Wij adviseren een krachtige laptop waar zware beeldbewerkingsprogramma s op kunnen draaien. De helpdesk van SintLucas kan je daarbij goed adviseren. We werken voornamelijk met de Microsoft Office en Adobe CS pakketten. Deze software kun je via school (slim.nl) tegen een zeer gereduceerde prijs aanschaffen. Projecten In de projecten pas je kennis en vaardigheden toe in beroepssituaties: - je levert een bijdrage aan de verkoop van mediaproducten - je bereidt de mediaproductie voor - je coördineert de mediaproductie/organiseert evenementen Vakken Het doel van de beroepsgerichte vakken is aanleren en verdiepen van kennis en vaardigheden die je nodig hebt om projecten nog succesvoller af te ronden. Tijdens verdiepingsfase krijg je daarnaast nog steeds algemene vakken als Nederlands, Engels, rekenen, loopbaan en burgerschap. Fase 2 en 3 (cohort ) 14

15 Doorstuderen, werken of eigen bedrijf Als je deze opleiding succesvol hebt afgerond kun je doorstuderen aan hogescholen zoals bijvoorbeeld Fontys ACI, Avans ABC, de NHTV, technische bedrijfskunde, communicatie etc. Je kunt ook gaan werken als media- en evenementenmanager bij een reclame- of evenementenbureau, op een communicatieafdeling, als (online) marketing medewerker, als productieassistent op een filmset, of als ordermanager bij een drukkerij. Het is ook mogelijk om je eigen bedrijf te beginnen. Er zijn meer dan genoeg mogelijkheden na deze opleiding. Je krijgt een basis voor een succesvolle carrière. Begeleiding Begeleiding en zorg Iedere student wordt individueel begeleid door een studieloopbaanbegeleider (slb er). Deze coach volgt de voortgang van de student op de voet en stimuleert, adviseert en stuurt daar waar nodig. Als de begeleiding van een student meer vereist dan de studieloopbaanbegeleider of vakdocenten kunnen bieden, is er op SintLucas een zorgteam dat deze student kan begeleiden of doorverwijzen naar externe zorgverleners. Pop/pap Wij vinden het heel belangrijk dat je zelf de regie over je eigen leerproces in handen neemt. Jij bepaalt zelf mede wat je leert. In fase 2 en 3 krijg je steeds meer invloed op het type projecten dat je wilt verzamelen in je portfolio. Ook kies je uiteraard een stageplaats die past bij jouw wensen en capaciteiten. Tijdens deze stage ontwikkel je jezelf verder aan de hand van een Persoonlijk Ontwikkelings Plan (POP). In het POP beschrijf je wat je wilt leren. Dit doe je in overleg met je studieloopbaanbegeleider. Soms wil je iets leren wat wij niet direct kunnen bieden. Je docententeam staat er zeker voor open om online mogelijkheden te onderzoeken of om jouw persoonlijke (online) netwerk te benutten om ons onderwijs interessanter voor jou te maken. Jouw wensen en capaciteiten bespreek je met je studieloopbaanbegeleider en vakdocenten. Van daaruit ontstaat een Persoonlijk Activiteiten Plan (PAP). Fase 2 en 3 (cohort ) 15

16 Ontwikkelgerichte beoordeling In de projecten en vaklessen krijg je feedback van je begeleiders, van je medestudenten en je reflecteert zelf kritisch op je eigen prestaties. Je bouwt zelfstandig een loopbaandossier op in je portfolio. Voor Nederlands, rekenen en Engels zie je per vaardigheid welk niveau je in toetsen hebt laten zien. Zo weet je waar je nog extra op moet oefenen om uiteindelijk je examens te halen. Je aanwezigheid op SintLucas is verplicht en wordt daarom ook bijgehouden. Je ontwikkelgerichte beoordelingen vind je in het volgsysteem (magister/monitor) en op je rapporten. Rapportage Je krijgt in fase 2 en 3 meerdere rapporten. Daarop kun je lezen wat jouw officiële resultaten zijn. Daarbij krijg je een studieadvies. Het onderwijsteam beschrijft wat ze van jouw prestaties, inzet en beroepshouding vinden. Indien nodig worden passende maatregelen voorgesteld. Je studieloopbaanbegeleider bespreekt dit met je. In leerjaar 2 krijg je vier rapportages met daarbij eind semester 4 een studieadvies dat bepaalt of je op stage mag. In leerjaar 3 krijg je twee rapportages met daarbij een studieadvies: eind semester 5, dit bepaalt of je stage voldoende is eind semester 6, dit bepaalt of je naar fase 3 mag In leerjaar 4 krijg je twee rapportages met daarbij een studieadvies: eind semester 7, dit bepaalt of je op stage mag tijdens semester 8, dit bepaalt of je klaar bent om de meesterproef te doen. Portfolio Tijdens je opleiding leg je alles vast en bewaar je alles wat je maakt in verschillende portfolio s. Deze portfolio s ga jij gebruiken om aan te tonen dat je bepaalde kennis en vaardigheden beheerst, maar ook hoe je je projecten hebt gemanaged (het proces). Je krijgt lessen hoe je dit het beste kunt doen. Tijdens presentatie- en beoordelingsmomenten zal hier altijd naar gevraagd worden. Een portfolio heb je ook altijd nodig bij sollicitatiegesprekken voor een stageplek, vervolgopleiding of baan. Het is dus een belangrijk instrument. Fase 2 en 3 (cohort ) 16

17 Studievoortgang en normering In fase 2 en 3 zijn er verschillende momenten waarop het onderwijsteam jouw studievoortgang bespreekt en je studieadvies ontvangt. Je getoonde inzet, je getoonde talenten en je resultaten worden besproken. Daaruit volgt een studieadvies. Je kunt drie soorten studieadvies krijgen. Positief advies Je krijgt een positief advies als je voldoende inzet hebt getoond en je passie of talent in je resultaten hebt laten zien. Verbeteradvies Als het onderwijsteam twijfelt over je inzet of over je getoonde passie of talent, dan krijg je een verbeteradvies. Dat betekent dat je binnen een gestelde termijn verbetering moet laten zien om verder te mogen op de opleiding of op SintLucas. Het onderwijsteam beschrijft concreet wat je moet verbeteren en hoe je dat kunt doen. Het onderwijsteam geeft ook aan in welke opleiding / profiel je de verbetering mag laten zien. Je studieloopbaanbegeleider bespreekt dit met je. Negatief advies Je krijgt een negatief advies - als je niet voldoende inzet hebt getoond of - als je geen passie of talent in je resultaten hebt laten zien of - als je geen verbetering hebt laten zien naar aanleiding van een vorig verbeteradvies, Als je een negatief advies krijgt, dan is het verstandig om een andere opleiding of andere school te zoeken. Je mag het negatieve advies een maal negeren. Je tekent dan een contract waarin het onderwijsteam de voorwaarden heeft vastgelegd waar je aan moet voldoen. Je studievoortgang wordt na de afgesproken termijn opnieuw besproken en dan volgt een definitief bindend studieadvies. Als je een tweede negatief advies krijgt dan moet je definitief een andere opleiding of andere school zoeken. Je studieloopbaanbegeleider begeleidt je hierbij. Normering Onderstaande normeringen zijn een leidraad, het onderwijsteam kan in bijzondere gevallen hiervan afwijken. Fase 2 en 3 (cohort ) 17

18 Normering fase 2 leerjaar 2 (semester 3 en 4) In leerjaar 2 krijg je vier rapporten met daarbij een studieadvies. Dit studieadvies bepaalt of je op stage mag. Positief advies (A-brief) Je krijgt een positief studieadvies als je voldoet aan de volgende eisen: Resultaat project(en): tenminste een voldoende voor: - project(en) en - individuele procesbeoordeling. Zie beoordelingsmodellen in de bijlage. Ondersteunende vakken en inzet: 2 of minder vakken onvoldoende Nederlands, Engels, rekenen, ondernemersvaardigheden, evenementenmanagement, administratieve organisatie, calculeren & multipress, pakkettraining, communicatie, mediacommunicatie, beeldbeschouwing en loopbaan & burgerschap. Verbeteradvies (B-brief) Je kunt een verbeteradvies krijgen als je voldoet aan de volgende eisen: Resultaat: tenminste een voldoende voor: - project(en) of - individuele procesbeoordeling. Zie beoordelingsmodellen in de bijlage. Ondersteunende vakken en inzet: 2-6 vakken onvoldoende. Nederlands, Engels, rekenen, ondernemersvaardigheden, evenementenmanagement, administratieve organisatie, calculeren & multipress, pakkettraining, communicatie, mediacommunicatie, beeldbeschouwing en loopbaan & burgerschap. Negatief advies (C-brief) Je krijgt een negatief advies bij: Een onvoldoende resultaat voor: - project(en) en - individuele procesbeoordeling. Zie beoordelingsmodellen in de bijlage. Ondersteunende vakken en inzet: meer dan 6 vakken onvoldoende. Nederlands, Engels, rekenen, ondernemersvaardigheden, evenementenmanagement, administratieve organisatie, calculeren & multipress, pakkettraining, communicatie, mediacommunicatie, beeldbeschouwing en loopbaan & burgerschap. Fase 2 en 3 (cohort ) 18

19 Normering fase 2 leerjaar 3 (semester 5 en 6) In leerjaar 3 krijg je twee rapporten met daarbij een studieadvies: eind semester 5, dit bepaalt of je je eerste stage hebt behaald, eind semester 6, dit bepaalt of je naar fase 3 mag. Normering semester 5 Positief advies Je krijgt een positief advies indien je voldoet aan de volgende eisen: Resultaat van je BPV is voldoende - voldoende werk- en beroepshouding BPV - voldoende vakspecifieke kennis en vaardigheden getoond in de stage - voldoende leervaardigheden/leerproces - voldoende aanwezigheid (uren) Zie de beoordelingsmodellen BPV in de bijlage. Verbeteradvies Een verbeteradvies kan betekenen dat je studievertraging oploopt, bijvoorbeeld dat je extra stage moet lopen of dat je je stage moet overdoen. Dit is afhankelijk van waar je verbeterpunten liggen. Het onderwijsteam beschrijft concreet wat je moet verbeteren en hoe je dat kunt doen. Je kunt een verbeteradvies krijgen als je: Resultaat van je BPV onvoldoende is. Zie beoordelingsmodellen BPV in de bijlage. Negatief advies Je krijgt een negatief advies indien: Resultaat van je BPV onvoldoende is. Zie beoordelingsmodellen BPV in de bijlage. Fase 2 en 3 (cohort ) 19

20 Normering semester 6 Ben je klaar voor de afstudeerfase? Dit studieadvies bepaalt of je door mag naar fase 3. Dit is een bindend advies. Het onderwijsteam beantwoordt de volgende vragen; - heb je voldoende vakkennis en vaardigheden (ondersteunende vakken, bpv en portfolio)? - heb je een haalbaar afstudeerplan gemaakt (POP & PAP)? Positief advies Je krijgt een positief studieadvies als je voldoet aan de volgende eisen: Resultaat van je BPV is voldoende - voldoende werk- en beroepshouding BPV - voldoende vakspecifieke kennis en vaardigheden getoond in de stage - voldoende leervaardigheden/leerproces - voldoende aanwezigheid (uren) Zie de beoordelingsmodellen BPV in de bijlage. Resultaat project(en): tenminste een voldoende voor: - project(en) en - individuele procesbeoordeling. Zie beoordelingsmodellen in de bijlage. Ondersteunende vakken leerjaar 3: 100% voldoende. Nederlands, Engels, rekenen, ondernemersvaardigheden, ecommerce, recht, toegepast excel, calculeren en multipress, financieel management, communicatie en keuzetraject HOW (HBO doorstroom, ondernemen en werken) Je hebt een volledig, realistisch en haalbaar (uitvoerbaar) afstudeerplan gemaakt op basis van je portfolio-gesprek. Het afstudeerplan bevat tenminste: - een realistische sterkte-zwakte analyse van jezelf; - een persoonlijk opleidingsplan (POP) met WAT je nog gaat leren qua beroepsgerichte kennis en vaardigheden; - een persoonlijk activiteiten plan (PAP) HOE je dit gaat doen wat doe je op school in welke lessen, welke activiteiten doe je op stage, wat voor stageplaats nodig, hoe ga je een stageplaats regelen; - globaal plan voor de meesterproef: wat voor soort opdrachten wil je tijdens de BPV en op school uitvoeren en wat voor soort bedrijf daarvoor nodig is. Inzet: tenminste 90% voldoende voor alle onderdelen. Verbeteradvies Een verbeteradvies kan betekenen dat je studievertraging oploopt. Dit is afhankelijk van waar je verbeteringen liggen. Het onderwijsteam beschrijft concreet wat je moet verbeteren en hoe je dat kunt doen. Je kunt een verbeteradvies krijgen als je: Fase 2 en 3 (cohort ) 20

21 Resultaat project(en): tenminste een voldoende voor: - project(en) of - individuele procesbeoordeling. Zie beoordelingsmodellen in de bijlage. Ondersteunende vakken leerjaar 3: niet 100% voldoende zijn, maar je hebt een realistisch en haalbaar verbeterplan daarvoor in je afstudeerplan staan. EN een volledig, realistisch en haalbaar (uitvoerbaar) afstudeerplan gemaakt hebt op basis van je portfolio-gesprek. Het resultaat van je eerste BPV voldoende is (heb je zo nodig al verbeterd na semester 5) Negatief advies Je krijgt een negatief advies als: Het resultaat van je eerste BPV onvoldoende was en nog niet hersteld EN een van onderstaande punten: Een onvoldoende resultaat voor een of meerdere projecten: - project(en) en - individuele procesbeoordeling. Zie beoordelingsmodellen in de bijlage. OF Ondersteunende vakken: minder dan 60% van de vakken voldoende zijn. Nederlands, Engels, rekenen, ondernemersvaardigheden, mediacommunicatie en keuzetraject HOW (HBO doorstroom, ondernemen en werken) OF Inzet: minder is dan 80% voldoende voor alle onderdelen. OF geen volledig, realistisch en haalbaar (uitvoerbaar) afstudeerplan op basis van je portfoliogesprek. OF Je hebt geen verbetering laten zien n.a.v. een vorig verbeteradvies. Fase 2 en 3 (cohort ) 21

22 Normering fase 3 leerjaar 4 (semester 7 en 8) In fase 3 bestaat het onderwijs in semester 7 uit het vullen van je (zelf-geacquireerde) projectportfolio en lessen. In fase 3 voer je ook meesterproeven uit, zowel op school als in BPV. In de studiegids examinering vind je alle gegevens hierover. Die studiegids examinering krijg je in de loop van fase 2. Normering semester 7 Mag je beginnen aan je afstudeerstage? Positief advies Resultaat project(en): voldoende, goed of excellent voor: - project(en) en - individuele procesbeoordeling. Zie beoordelingsmodellen in de bijlage. Ondersteunende vakken leerjaar 4: 100% voldoende, goed of excellent. Nederlands, Engels, rekenen, ondernemersvaardigheden, recht, ecommerce, calculatie & multipress, financieel management, algemeen management, communicatie, boekhouden Je hebt een actueel / bijgesteld afstudeerplan voor semester 8 Verbeteradvies Je krijgt een verbeteradvies als je: Een onvoldoende resultaat voor een van de project(en) in je portfolio. - project(en) en - individuele procesbeoordeling. Zie beoordelingsmodellen in de bijlage. OF Je een of meerdere vakken leerjaar 4 niet hebt afgerond met een voldoende, goed of excellent: Nederlands, Engels, rekenen, ondernemersvaardigheden, recht, ecommerce, calculatie & multipress, financieel management, algemeen management, communicatie, boekhouden en keuzetraject HOW OF Je hebt je afstudeerplan nog niet geactualiseerd/bijgesteld voor semester 8 Fase 2 en 3 (cohort ) 22

23 Negatief advies Je krijgt een negatief advies als je: Een onvoldoende resultaat voor meerdere project(en) in je portfolio. - project(en) en - individuele procesbeoordeling. Zie beoordelingsmodellen in de bijlage. EN Ondersteunende vakken: je een of meerdere vakken vakken onvoldoende hebt afgerond: Nederlands, Engels, rekenen, ondernemersvaardigheden, recht, ecommerce, calculatie & multipress, financieel management, algemeen management, communicatie, boekhouden en keuzetraject HOW EN Je hebt je afstudeerplan nog niet geactualiseerd/bijgesteld voor semester 8 Fase 2 en 3 (cohort ) 23

24 Normering semester 8 Afstuderen! Het onderwijsteam beantwoordt de volgende vragen; - heb je je afstudeer BPV behaald? - heb je tijdens je afstudeerstage volgens je afstudeerplan gewerkt, heb je voldoende vakkennis en vaardigheden opgedaan? Positief advies Je krijgt een positief advies indien je voldoet aan de volgende eisen: Het resultaat van je BPV is voldoende, goed of excellent: - voldoende werk- en beroepshouding BPV - voldoende vakspecifieke kennis en vaardigheden getoond in de stage - voldoende leervaardigheden/leerproces - voldoende aanwezigheid (uren) Zie de beoordelingsmodellen BPV in de bijlage. Evt achterstand hebben ingehaald volgens afstudeerplan. Negatief advies Als je aan alle exameneisen en diploma-eisen voldoet dan krijg je je diploma (zie studiegids examinering). Anders krijg je een verbeteradvies. Als je geen verbetering hebt laten zien n.a.v. een eerder verbeteradvies krijg je een negatief advies. Bij een tweede negatief advies moet je de definitief opleiding verlaten zonder diploma. Fase 2 en 3 (cohort ) 24

25 Bijlage: uitgebreide toelichting kerntaken Media- en evenementenmanagement Kerntaak 1 Levert een bijdrage aan de verkoop van mediaproducten De mediamanager maakt reclame door het bedrijf in ontmoetingen met de klant te representeren. Hij attendeert de klant op de diversiteit aan producten en diensten die het bedrijf levert en geeft informatie over deze producten en diensten. Hij signaleert (potentiële) klantvragen bij lopende opdrachten en speelt deze door aan de hiervoor verantwoordelijke collega. De mediamanager volgt ontwikkelingen in het vakgebied, o.a. door contact te onderhouden met branchegenoten. Hij zoekt uit welke ontwikkelingen in de creatieve industrie relevant zijn voor zijn werk en zijn (potentiële) klanten. Hij bespreekt nieuwe ontwikkelingen en mogelijkheden met klanten, vraagt wat hun wensen en behoeften zijn en registreert deze. Werkproces 1.1 Representeert het bedrijf 1.2 Achterhaalt wensen en behoeften van (potentiële) klanten 1.3 Formuleert een passend advies t.a.v. mediaproducten De mediamanager vertaalt de behoefte van de klant/de markt in een voorstel voor (cross)mediaproduct of campagne. Vervolgens overlegt hij over vormgeving en functionaliteiten met de verantwoordelijke en over de technische realisatie met de hiervoor verantwoordelijke, en bespreekt de mogelijkheden in het projectteam met het oog op planning, afstemming, inzet en middelen. Daarna stelt hij een voorlopig advies op en bespreekt hij de mogelijkheden met de klant met het oog op doelgroep en gekozen medium. HIj verwerkt vervolgens eventuele wijzigingen n.a.v. het overleg met de klant in het definitieve advies, dat hij ten slotte aan de klant presenteert. Kerntaak 2 Bereidt mediaproductie voor De mediamanager stemt de mogelijke aanpak van de mediaproductie af met het projectteam. Hij bespreekt aan de hand van het goedgekeurde advies de kaders met betrekking tot de vormgeving, functionaliteiten en technische realisatie met het projectteam. Ook bespreekt hij met hen de uit te voeren activiteiten en de inzet van materialen en middelen. Daarnaast signaleert hij juridische zaken rond een productie. Hij houdt rekening met de gebruiksrechten, toestemming en/of aansprakelijkheid en hij komt op voor eigen rechten bij gebruik/misbruik van concepten, producten en diensten door derden. Hij stemt het budget af met de leidinggevende. Op basis van de verkregen informatie maakt hij een plan van aanpak. Werkproces 2.1 Maakt een plan van aanpak (projectplan) 2.2 Plant de mediaproductie 2.3 Regelt de benodigde diensten en materialen 2.4 Regelt de verwerking van materialen De mediamanager stelt binnen een project de werkzaamheden, middelen, doorlooptijd en deadlines vast voor de mediaproductie en stelt prioriteiten aan de werkzaamheden. Hij bepaalt welke specialismen ingezet moeten worden, regelt de taakverdeling en de afstemming in het (project)team. Hij plant de inzet van mensen. Hij zorgt daarbij voor een reële workload/takenpakket en Fase 2 en 3 (cohort ) 25

26 neemt in de planning ruimte op voor eventuele onvoorziene situaties. Tevens plant hij de inzet van middelen en alle andere elementen voor de projectvoering/(cross)mediaproductie. Hij legt de planning van de mediaproductie vast. De mediamanager stelt een overzicht op van de verschillende opties die hij heeft om diensten uit te besteden en bestanden en materialen in te kopen. Vervolgens vraagt hij offertes aan, die hij beoordeelt. Daarna onderhandelt hij over prijs, kwaliteit en leverings- en betalingsvoorwaarden. Na die onderhandeling sluit hij contracten af en koopt hij materialen, bestanden, diensten en mediaonderdelen in. De mediamanager regelt dat materialen op gestructureerde, gebruiksvriendelijke (en mediumneutrale) wijze worden verwerkt. Hij maakt duidelijk volgens welke technische specificaties de materialen moeten worden aangeleverd en maakt hierover afspraken. Hij verwerkt de materialen of delegeert de verwerking van materialen aan anderen. Toelichting: Werkproces 2.4: Bij de verwerking van materialen gebruikt hij, waar nodig, software voor contentmanagement. Kerntaak 3 Coördineert mediaproductie De mediamanager voert overleg met betrokkenen over het projectverloop. Hij houdt in de gaten of betrokkenen zich aan gemaakte afspraken houden. Hij bewaakt de projectvoortgang, en grijpt in wanneer de voortgang en/of de oplevering van (tussen)producten in de knel komt. Ook bewaakt hij de financiën. Hij grijpt in als het budget dreigt te worden overschreden en hij komt met voorstellen om de financiële knelpunten op te lossen. Hij lost contentproblemen op of schakelt anderen hiervoor in. Hij verantwoordt werkzaamheden en beheert alle projectdocumenten en relevante (deel)producten. Hij evalueert het project en rapporteert over het projectverloop en resultaat aan zijn leidinggevende. Hij archiveert de content of delegeert de archivering van content aan anderen. De mediamanager gaat na of aangeleverde materialen en (tussen)producten aan de kwaliteitsvereisten van klant en bedrijf voldoen. Hij geeft tips, suggesties en voorstellen ter verbetering aan betrokkenen en signaleert fouten/onvolkomenheden. Ook regelt hij het herstel van fouten. Vervolgens regelt hij de oplevering van het product en stelt hij de tevredenheid van de klant vast. Bij klachten gaat hij na waar het fout is gegaan en komt hij met voorstellen tot een oplossing. Ook handelt hij klachten administratief af. Werkproces 3.1 Managet beschikbare tijd, middelen en informatiestromen 3.2 Managet oplevering mediaproducten Toelichting: Waar nodig, maakt hij gebruik van software voor contentmanagement. Fase 2 en 3 (cohort ) 26

27 Extra certificering: Kerntaak 4 Organiseert evenementen De medewerker evenementenorganisatie assisteert en ondersteunt het management o.a. bij het opstellen van een communicatieplan en voert op operationeel niveau werkzaamheden rondom de organisatie van een evenement zelfstandig uit, zonder tussentijds verantwoording af te leggen aan de leidinggevende en binnen de gegeven taakstelling. Er is daarbij sprake van gedelegeerde verantwoordelijkheden. In de functie van de medewerker evenementenorganisatie ligt de nadruk op het uitvoerend werk. Daarnaast heeft de medewerker een informerende, ondersteunende, coördinerende en initiërende rol. Het beroep wordt gekenmerkt door een grote variatie in en onvoorspelbaarheid van omstandigheden en de taken moeten vaak onder tijdsdruk worden uitgevoerd. In die context zal de medewerker evenementenorganisatie op het juiste moment de juiste beslissingen moeten kunnen nemen, waarbij goede communicatie met de juiste persoon is vereist in verband met afstemming van de processen. Hiervoor is specialistische kennis en vaardigheid nodig op het gebied van (project)planning, begroten en budgetteren, evenementenorganisatie en -management. Werkproces 4.1 Overlegt met de opdrachtgever 4.2 Maakt een draaiboek voor het evenement en licht dit toe 4.3 Verzorgt het vervoer van materialen en personen 4.4 Richt ruimtes in en installeert materialen 4.5 Draagt zorg voor de dagelijkse voorzieningen 4.6 Voert ondersteunende werkzaamheden op het gebied van personeelszaken uit 4.7 Organiseert de beveiliging van locaties 4.8 Assisteert tijdens het evenement Fase 2 en 3 (cohort ) 27

28 Door student in te vullen: Werkproces en prestatie indicatoren toegepast in project- of BPVportfolio: Prestatie indocator Werkproces BPV 2 Semester 8 Project portfolio semester 7 Project portfolio semester 6 BPV 1 Semester 5 Bijlage: MM project beoordeling door student en docent De complexiteit van de projecten, de mate van begeleiding en de tijdsdruk bepalen de zwaarte van het project. In de loop van de opleiding neemt de zwaarte van de projecten toe. Daarnaast neemt ook de hoeveelheid tegelijk draaiende projecten toe, aangezien de Media- en evenementenmanager meerdere projecten tegelijk moet kunnen overzien en managen. De projectbeoordeling is een holistische beoordeling door meerdere beoordelaars van: Kerntaak 1 Levert een bijdrage aan de verkoop van mediaproducten Kerntaak 2 Bereidt mediaproductie voor Kerntaak 3 Coördineert mediaproductie (Extra: Kerntaak 4 Organiseert evenementen) Onderstaande portretten per kerntaak geven de norm voor het projectwerk van de student of de groep studenten. De mate waarin voldaan wordt aan de beschrijving bij de uitvoering en presentatie van de projectwerkzaamheden bepaalt de normering. Laat de student nooit, soms, vaak of altijd een bepaald gedrag zien? Het gaat steeds om een weging van het geheel. Welke beroepservaring opgedaan in semesters 5 t/m 8? 1. Levert een bijdrage aan de verkoop van media producten 1.1 representeert het bedrijf 1.2 analyseert wensen en behoeften van Kan de klant/markt actief benaderen Kan een relatienetwerk bouwen en onderhouden Kan actief contacten leggen met mensen buiten de organisatie Kan zich aanpassen aan veranderde omstandigheden Kan succesvolle oplevering PRtechnisch benutten Kan actueel inzicht in de mediabranche verwerven Kan een kennismakingsgesprek voeren met Heeft gedrag nooit, soms, vaak of altijd laten zien tijdens de vier semesters in leerjaar 3 en 4. Fase 2 en 3 (cohort ) 28

29 2. Bereidt de mediaproductie voor 3. Coördineert mediaproductie 4. Organiseert evenementen klanten/de mediamarkt 1.3 formuleert een passend advies t.a.v. mediaproducten 2.1 maakt een plan van aanpak 2.2 plant de mediaproductie 2.3 regelt de benodigde diensten en materialen 2.4 regelt de verwerking van materialen 3.1 managet beschikbare tijd, middelen en informatiestrom en 3.2 managet oplevering mediaproducten debriefing Kan kansen en mogelijkheden identificeren en creëren Kan de kosten van de realisatie van een (cross)mediaproduct in kaart brengen Kan een adviesgesprek voeren Kan een offerte maken Betrekt kennis van het mediaproductieproces in advies Vakkennis en vaardigheden bijhouden Heeft basiskennis van copyrights, auteursrechten en licenties Kan budgetteren Heeft kennis van projectmanagement Kan de juiste mensen op de juiste plek zetten Kan prioriteiten aanbrengen Kan werkoverleg organiseren Kennis van het mediaproductieproces Weet hoe hij beschikbare middelen kan benutten Kan financiële overzichten analyseren Kan materialen, bestanden en diensten inkopen Kennis van mediaproducten Kan delegeren Kan omgaan met software voor contentmanagement Heeft kennis van het mediaproductieproces Heeft kennis van mediaproducten Kent de technische specificaties om content op de juiste wijze te kunnen verwerken Kan duidelijk aangeven wanneer iets niet haalbaar is Kan een voor- en nacalculatie opstellen Kan evalueren Kan financiële overzichten analyseren Kan omgaan met software voor contentmanagement Heeft kennis van het mediaproductieproces Kan de kwaliteitsnormen van het bedrijf toepassen Kan omgaan met klachten Keuzemogelijkheid tot extra certificering (onder bepaalde voorwaanden) 4.1 Overlegt met de Aansluiten bij behoeften en verwachtingen opdrachtgever 4.2 Maakt een Planningsvaardigheden Fase 2 en 3 (cohort ) 29

30 draaiboek voor het evenement en licht dit toe 4.3 Verzorgt het vervoer van materialen en personen 4.4 Richt ruimtes in en installeert materialen 4.5 Draagt zorg voor de dagelijkse voorzieningen 4.6 Voert ondersteunende werkzaamheden op het gebied van personeelszaken uit 4.7 Organiseert de beveiliging van locaties 4.8 Assisteert tijdens het evenement Standaard evenementeninstrumentarium Werken conform voorgeschreven procedures Planningsvaardigheden Veiligheidsvoorschriften voor laden van voertuigen Ruimtelijk en technisch inzicht Veiligheidsvoorschriften Planningsvaardigheden Aansluiten bij behoeften en verwachtingen "Klant"-tevredenheid in de gaten houden Tijd indelen Mensen en middelen organiseren Werken overeenkomstig de wettelijke richtlijnen Stelt samen met de leidinggevende een veiligheids- en ontruimingsplan op Assisteert waar nodig bij het inhuren van een beveiligingsbureau. Leidinggevende vaardigheden Werken conform veiligheidsvoorschriften Discipline tonen Fase 2 en 3 (cohort ) 30