Algemene Directie Keuringsdienst van Waren Prinses Beatrixlaan AL s Gravenhage. Deze brief wordt aangetekend verstuurd.

Transcriptie

1 Algemene Directie Keuringsdienst van Waren Prinses Beatrixlaan AL s Gravenhage Deze brief wordt aangetekend verstuurd. Betreft: schadevergoedingen op basis van onrechtmatige daden door medewerkers van de Keuringdienst van Waren begaan bij het onmiddellijk intrekken van de horecavergunningen van H. Beukeveld-van de Belt en F.J. Beukeveld te Coevorden. Geëist wordt deze deelschades op grond van artikel 6:162 Burgerlijk Wetboek aan H. Beukeveld-van de Belt en F.J. Beukeveld te voldoen. Hoorn, 15 mei 2004 Geachte directie, Zoals u uit eerdere briefwisseling met u bekend is, schrijft op 15 oktober 1999 dhr S.J. Smit in de functie van medewerker van de Keuringsdienst van Waren namens de Algemeen Hoofdinspecteur van de Keuringsdienst van Waren, Regionale dienst Noord een brief aan de geschillencommissie uit de kamer van gedeputeerde staten Drenthe over de inval van politie in de discotheek Lord Nelson te Coevorden d.d. 28 mei De strekking van deze brief is zorg te dragen, dat met onmiddellijke ingang de horecavergunningen van mevr H. Beukeveld-van de Belt en dhr F.J. Beukeveld moeten worden in getrokken, omdat duidelijk uit het enige gehanteerde proces verbaal van bevindingen van 31 mei 1999, dat door brigadier H.I. Huizenga is opgesteld, blijkt dat beheerder en zijn personeel vlak voor de inval van politie in de discotheek Lord Nelson drugs hebben gebruikt. Een strafbaar feit dat overtreden is, wordt daarnaast in dit proces verbaal niet vermeld. Dhr S.J. Smit dikt in zijn brief aan de geschillenkamer, ter compensatie van de afwezigheid van een strafbaar feit, daarbij het drugsgebruik van de beheerder en zijn personeel ten opzichte van het proces verbaal van bevindingen extra aan. Hierbij moet worden aangetekend, dat een schriftelijk antwoord van een deskundige over vermeend drugsgebruik voor een commissie zwaar weegt. Dit is ook het geval bij de geschillenkamer gebleken. Op het moment van aandikken heeft dhr S.J. Smit kunnen weten, dat het gebruik niet klopt en daarnaast weet hij als deskundige van de Keuringdienst van Waren, dat het proces verbaal van bevindingen van 31 mei 1999 geen strafbaar feit bevat. Ruim voor, tijdens en na de zitting bij de geschillenkamer hebben wij dhr S.J. Smit duidelijk gemaakt, dat zijn brief op onwaarheden is gebaseerd. Dhr S.J. Smit heeft nagelaten deze onwaarheden te corrigeren, ook toen hij wist dat het onwaarheden waren, waardoor uiteindelijk de horecavergunningen zijn ingetrokken. Daarnaast is dhr S.J. Smit niet bevoegd als inspecteur tijdens de zitting op te treden, waardoor de Keuringsdienst van Waren nagelaten heeft een inspecteur naar de zitting van de geschillenkamer te sturen.

2 Door het handelen en nalaten van handelen van de Keuringsdienst van Waren is schade ontstaan, omdat bedrijfsleidster en beheerder mede op basis van de uitspraak van de geschillenkamer van gedeputeerde staten Drenthe niet meer hun horecafunctie uit mogen oefenen en zij daardoor voortijdig hun horecagelegenheid Lord Nelson hebben moeten verlaten. Voor de zitting hebben wij dhr S.J. Simt geattendeerd, dat het gebruik van de beheerder en zijn personeel niet klopt gelijk vele andere onderwerpen in zijn brief van 15 oktober 1999 en in het gehanteerde proces verbaal van bevindingen van 31 mei 1999 door brigadier H.I. Huizenga opgesteld. Via de Klachtencommissie van politie hebben wij medio oktober 1999 gelijk gekregen over het feit dat het gebruik van Beukeveld en zijn personeel niet klopt. Hierdoor is de aanleiding van de inval in de discotheek Lord Nelson, die brigadier H.I. Huizenga in zijn proces verbaal van bevindingen van 31 mei 1999 op heeft geschreven, komen te vervallen. De korpsbeheerster mevr. D. As van Kleiwegt bevestigt dit gelijk in haar brief van 3 juli De hoofdofficier mevr mr R.S.T. van Rossem-Broos geeft in haar brief van 19 november 2003 ook toe dat het gebruik van Beukeveld en zijn personeel niet klopt. Ruim voor de zitting bij de geschillenkamer weigert dhr J.S. Smit op ons verzoek in te gaan ons de gelegenheid te gunnen te laten zien, dat het enige door hem gehanteerde proces verbaal van bevindingen over de inval onvolkomenheden bevat. Toen dhr S.J. Smit na de zitting bij de geschillenkamer wel bij ons kwam, schrok hij van het tweede wezenlijk verschillend proces verbaal over de inval, dat in de tussentijd is uitgekomen. Ook dit proces verbaal heeft hij vanuit zijn functie voor de zitting in moeten zien, hetgeen niet is gebeurd. Ondanks onze tastbare bewijzen, dat het gebruik van drugs in zijn brief van 15 oktober 1999 niet klopt, heeft dhr J.S. Smit bewust nagelaten deze brief voor en vooral na de zitting te corrigeren. Ook heeft dhr S.J. Smit en eigenlijk de inspecteur van de Keuringsdienst van Waren nagelaten de geschillenkamer te wijzen op de discrepanties tussen de verschillende processen verbaal van bevindingen over de inval. Op basis van artikel 52 DHW oud moet deze brief door een inspecteur worden geschreven omdat wij administratief beroep bij GS Drenthe over het onmiddellijk intrekken van de horecavergunningen hebben ingediend. Hierbij ondertekent dhr S.J. Smit namens het Algemeen Hoofdinspecteur van de Keuringdienst van Waren, waardoor aan deze voorwaarde is voldaan. Alleen is tijdens de zitting bij de geschillenkamer in strijd met wet en regelgeving geen inspecteur aanwezig geweest. Dit nalaten wordt de Keuringsdienst van Waren afdeling Groningen verweten. Ook heeft de inspecteur nagelaten de heropening van de discotheek Lord Nelson in zijn brief te betrekken. Doordat de discotheek op grond van een nieuw besluit van 3 september 1999 van de burgemeester en wethouders van Coevorden reeds weer maanden open is, kan van abstracte overlast, alwaar dhr S.J. Smit het in zijn brief over heeft, geen sprake zijn. Op een klacht van ons over de afwezigheid van een inspecteur bij de geschillenkamer gaat de Algemene Directie van de Keuringsdienst van Waren niet in door enerzijds te melden dat dhr S.J. Smit geen inspecteur is en anderzijds te verzwijgen dat de Algemeen Hoofdinspecteur namens wie dhr S.J. Smit heeft ondertekend wel bevoegd was de brief te schrijven doch ook op de zitting aanwezig moet zijn geweest en waarmee de Algemene Directie op grond van wet

3 en regelgeving wel op onze klachten moest ingegaan. Dit heeft de Algemene Directie van de Keuringdienst van Waren ondanks ons aandringen geweigerd, waardoor geen officier van justitie zich met de procedure kon bemoeien. Derhalve kan worden gesteld dat de Algemene Directie van de Keuringsdienst van Waren heeft nagelaten in onderhavige zaak haar bij wet opgelegde taken naar behoren uit te voeren, waardoor bij de bedrijfsleidster en beheerder van de discotheek Lord Nelson deelschade is ontstaan, die bij wet verplicht hen dient te worden vergoed. Hierbij doen zij beroep op artikel 6:162 Burgerlijk Wetboek. Meer gedetailleerd bovenstaande onwetmatigheden beschrijvend komen wij tot de volgende conclusies: In zijn brief van 15 oktober 1999 heeft dhr S.J. Smit als medewerker van de Keuringsdienst van Waren over het gebruik van Beukeveld en zijn personeel onjuistheden opgeschreven en heeft hij voor, tijdens en na de zitting bij de geschillenkamer bewust en met voorbedachte rade nagelaten deze onwaarheden te corrigeren. Daarbij heeft de Algemene Keuringsdienst van Waren geen inspecteur naar de zitting van de geschillenkamer gestuurd en heeft zij met andere onwaarheden hun eigen klachtenprocedure en de beroepsprocedure bij de geschillenkamer uit GS getorpedeerd. Dhr S.J. Smit als medewerker van de Keuringsdienst van Waren weet vervolgens uit slechts één proces verbaal over de inval, zonder dat daarin een strafbaar feit staat vermeld, te doen voorkomen, alsof hij een geheel dossier over rokende en gebruikende bezoekers voorhanden heeft. Hierbij wordt een tweede proces verbaal over dezelfde inval compleet genegeerd. Dat deze beweringen niet kloppen heeft dhr S.J. Smit als medewerker van de Keuringsdienst van Waren op dat moment kunnen afleiden uit het rapport van de Klachtencommissie van politie, dat eveneens in het dossier moet zitten. Dit heef dhr S.J. Smit nagelaten te doen. Nadat wij dhr S.J. Smit in de functie van medewerker van de Keuringsdienst van Waren op de onjuistheden in zijn brief en het proces verbaal van bevindingen hebben geattendeerd, heeft dhr S.J. Smit als medewerkers van de Keuringsdienst van waren nagelaten deze te corrigeren. Ook heeft dhr S.J. Smit in de functie van medewerker van de Keuringsdienst van Waren bewust en met voorbedachten rade nagelaten zijn brief aan de geschillenkamer van GS te corrigeren, nadat wij hem andermaal op het andere proces verbaal van bevindingen over de inval hebben geattendeerd. Daarnaast heeft dhr S.J. Smit in de functie van medewerker van de Keuringsdienst van Waren tijdens de bijeenkomst bij de geschillenkamer nagelaten te melden, dat zijn brief niet met de waarheid en werkelijkheid overeenkwam. Tijdens de bijeenkomst bij de geschillenkamer heeft dhr S.J. Smit in de functie van medewerker van de Keuringsdienst van Waren nagelaten te melden, dat hij geen inspecteur van de Keuringsdienst van Waren was en dat hij niet gemachtigd was namens de inspecteur aanwezig te zijn. Dhr S.J. Smit in de functie van medewerker van de Keuringsdienst van Waren heeft tijdens deze bijeenkomst nagelaten op te merken, dat van abstracte overlast geen sprake meer kan zijn, daar de discotheek op grond van een nieuw besluit van de burgemeester en wethouders Coevorden en de bestuursrechter weer open is. Dhr S.J. Smit in de functie van medewerker van de Keuringsdienst van Waren heeft daarnaast nagelaten de geschillenkamer te melden dat de geschillenkamer op grond

4 van de Awb niet bevoegd is onderzoek jegens het onmiddellijk intrekken van de horecavergunningen uit te voeren. De geschillenkamer is met zijn drie gedeputeerden namelijk niet onafhankelijk volgens de criteria vermeld in Awb. Door het handelen en nalaten van handelen heeft dhr Smit in de functie van medewerker van de Keuringsdienst van waren onrechtmatig gehandeld, waardoor de horecavergunningen van mevr. H. Beukeveld-van de Belt en F.J. Beukeveld uiteindelijk door de geschillenkamer zijn ingetrokken. Dit heeft op 5 maart 2003 tot gevolg dat op grond van de afwezigheid van horecavergunningen de discotheek Lord Nelson moet worden ontruimd. Door het handelen en het nalaten van handelen van dhr S.J. Smit in de functie van medewerker van de Keuringsdienst van Waren tijdens de procedure over het onmiddellijk intrekken van de horecavergunningen hebben de bedrijfsleidster en beheerder van de discotheek Lord Nelson deelschades geleden, die naar rato bij de Algemene Keuringsdienst van Waren te Den Haag worden verhaald. De Algemene Keuringsdienst van Waren te Den Haag heeft namelijk als eindverantwoordelijk tezamen met de Nationale ombudsman bovenstaande handelwijzen van dhr S.J. Smit goedgekeurd, anderzijds zich hieraan medeplichtig gemaakt door actief met het liegen mee te doen. De reden dat wij de Algemene Keuringsdienst van Waren te Den Haag, als eindverantwoordelijke aansprakelijk stellen voor de geleden deelschades, die door het onrechtmatig intrekken van horecavergunningen van bedrijfsleidster H. Beukeveldvan de Belt en beheerder F.J. Beukeveld van de discotheek Lord Nelson te Coevorden zijn ontstaan De grootte van de deelschades wordt in een later stadium vastgesteld, daar deze mede afhankelijk is van andere overheidsorganisaties, die bij het onrechtmatig intrekken van de vergunningen betrokken zijn. Omdat via het bestuursrecht wederom alles procedures in strijd met wet en regelgeving worden verkracht stellen wij op de wijze door middel van deze brief de schadeclaims veilig. Via het civiel recht proberen wij nu tot vergoeding van de geleden en nog te lijden schades inzake het onrechtmatig intrekken van de horecavergunningen te komen. Eerdaags zullen enkele medewerkers van de Keuringdienst van Waren als getuigen ter zitting worden opgeroepen. Dhr J.S. Smit is een van deze personen. Conclusies Met deze brief wordt de Algemene Keuringdienst van Waren te Den Haag eindverantwoordelijk gesteld voor de deelschades, die door het onmiddellijk intrekken van de horecavergunningen van bedrijfsleidster H. Beukeveld-van de Belt en beheerder F.J. Beukeveld van de discotheek Lord Nelson te Coevorden zijn ontstaan. Op grond van artikel 6:162 Burgerlijk Wetboek wordt van de Algemene Keuringdienst van Waren te Den Haag geëist de geleden deelschades aan bedrijfsleidster H. Beukeveld-van de Belt en beheerder F.J. Beukeveld van de discotheek Lord Nelson te Coevorden te voldoen. Hoogachtend, namens de bedrijfsleidster H. Beukeveld/van de Belt en beheerder F.J. Beukeveld Beide wonend te Weijerswold 8 te Coevorden

5 Namens deze als gemachtigde optredend, Dr G.J. J. Beukeveld Renoirhof XC Hoorn