Onderstaande tekst is voor een overgroot gedeelte ook gebruikt voor onze hogere beroepsprocedures bij de Raad van State.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Onderstaande tekst is voor een overgroot gedeelte ook gebruikt voor onze hogere beroepsprocedures bij de Raad van State."

Transcriptie

1 Jonkheer mr J. de Wijkerslooth de Weerdesteijn De Procureur-Generaal Hoge Raad der Nederlanden Lange Voorhout/Kazaenrstraat 52 Postbus EH s-gravenhage Betreft: een groot aantal aangiften van overtredingen begaan door enkele hoge ambtenaren en een rechter. Enkele voorbeelden van aangifte zijn: het plegen van meineed, misleiden van de rechtbank, valsheid in geschrifte, onbevoegd uitoefenen van bestuursdwang, indienen van een valse aangifte wetende dat ik dit feit niet heb gepleegd. De door deze ambtenaren begane overtredingen betreffen artikelen vermeld in de Grondwet, Wet op Rechtelijke Organisatie, Opiumwet, Wet op Binnentreden, Wet Openbaarheid van Bestuur, Wet Algemeen Bestuursrecht, Privacywet, Politiewet, Wetboek van Strafrecht, wetboek van Strafvordering enz., enz. Deze overtredingen passeren systematisch in onderstaande tekst de revue. Van al deze overtredingen doe ik bij u aangifte, beginnend met het schenden van het vertrouwen in de goede rechtspraak en het toebrengen van nadeel aan de rechtsorde en eindig ik met vier artikelen uit de Grondwet, die eveneens bij mij zijn overtreden. Onderstaande tekst is voor een overgroot gedeelte ook gebruikt voor onze hogere beroepsprocedures bij de Raad van State. Coevorden, Hoogwelgeboren Edelhoogachtbare Heer de Wijkerslooth de Weerdesteijn, Eerste aangifte Onmiddellijk na afloop van de zitting van 9 november 2000 in casu het sluiten van onze discotheek voor een periode van 3 maanden (kenmerk 99 / 735 HOREC P09 G03 Arrondissementsrechtbank te Assen) en het intrekken van onze horecavergunningen (kenmerk 00 / 100 HOREC P09 G03 Arrondissementsrechtbank te Assen) heeft de plaatsvervangende rechter mr T.F. Bruinenberg, in tegenwoordigheid van de griffier mr L.M. Tobé, van J. Buurman, als vertegenwoordiger van de gemeente Coevorden, twee enveloppen met inhoud overhandigd gekregen, die de plaatsvervangende rechter accepteerde. Door deze briefwisseling meteen na afloop van de zitting is nadeel toegebracht aan de goede gang van zaken bij de rechtspraak en is het vertrouwen in de rechtspraak geschonden. Van deze overtredingen vermeld in artikelen in de Wet op Rechtelijke Organisatie en in artikel 364 Wetboek van Strafrecht willen wij, H. Beukeveld-van de Belt, geboren 4 juli1961 te Gramsbergen en F.J. Beukeveld, geboren 10 maart 1957 te Coevorden, beiden wonende Weijerswold 8 te Coevorden aangifte doen. Daarbij vragen wij herziening van de twee vonnissen door deze rechter uitgesproken volgens de bevoegdheid artikel 457 Wetboek van Strafvordering mij gegeven

2 Samenvatting Achtereenvolgens ben ik, F.J. Beukeveld, in processen verbaal vals beschuldigd van cocaïnegebruik, het plegen van handel in middelen en van cocaïnebezit, tijdens en na een inval van politie in mijn discotheek te Coevorden. Daarbij mogen een burgemeester, hoofdofficier én officier van justitie, hoofd Regionale Criminele Inlichtingen Dienst en een brigadier van politie na het indienen van een valse aangifte bij justitie te Assen o.a. meineed en valsheid in geschrifte plegen, de rechtbank misleiden en er een scala leugens op nahouden waar de honden geen brood van lusten. Ik kan mij daarbij moeizaam verdedigen, omdat ik volgens deze ambtenaren, deze rechtbank en enkele commissies een drugsgebruiker, drugshandelaar en drugsbezitter ben. Want wat in een proces-verbaal van bevindingen staat, is waar, ook al is het niet waar. Zelfs wanneer de meeste actoren weten dat het niet waar is wat in de processen verbaal staan, blijven de valse beweringen van de brigadier gehandhaafd en word ik door justitie twee maal voor het zelfde verzonnen feit gestraft. Deze McCarthy-achtige praktijken doen zich anno 2000 in Nederland nog voor. (McCarthy was in 1946 een senator in Amerika die fanatiek communisten bestreed. Als ook maar iemand toen zei, dat je communist was, dan verklaarden McCarthy en zijn medewerkers, dat je communist was. En omdat je dan communist was, hielp elk tegenbewijs niet, je was namelijk communist. Door deze handelwijze heeft McCarthy het leven van miljoenen Amerikanen geruïneerd.) De actoren Na alle thans beschikbare feiten en correspondentie rondom de affaire Lord Nelson te Coevorden de revue te hebben laten passeren komen mijn vrouw en ik (F.J. Beukeveld) tot de conclusie kennis te hebben van nieuwe strafbare feiten gepleegd door H.I. Huizenga, brigadier van politie Drenthe district Zuid, A. Vries hoofd RCID Drenthe, mr ing. B.P. Jansema burgemeester van Coevorden, mr D. ten Boer officier van justitie te Assen én mr R.S.T van Rossem-Broos hoofdofficier van justitie te Assen. Ook gedeputeerde Swierstra heef enkele onoorbare feiten gepleegd die een voorzitter van een commissie, die moest uitzoeken of de burgemeester van Coevorden wel op de juiste wijze bestuursdwang heeft toegepast, onwaardig zijn. Omdat hij tijdens de zitting op de hoogte was van het feit dat recent tegen mij een dagvaarding was uitgegaan, bleef hij toch vasthouden aan de bestuursrechtelijke gang van zaken, daarbij eigen rechter spelend. Voor alle duidelijkheid; mijn vrouw en ik (F.J. Beukeveld) zijn niet met justitie in aanraking geweest en tegen mij liep voor, tijdens en na de inval van politie in onze discotheek Lord Nelson te Coevorden d.d. 28 mei 1999 geen gerechtelijk vooronderzoek, noch was ik een verdachte of ben ik een verdachte geweest. Daarnaast is bij de inval nooit een rechter-commissaris betrokken geweest. Ook zijn bij mij geen middelen aangetroffen. Desalniettemin sta ik nu justitieel te boek als drugsbezitter en werd mijn discotheek voor drie maanden gesloten en werd vervolgens mijn vergunning voor vijf jaren ingetrokken. Dit intrekken gebeurde uiteindelijk door een plaatsvervangende rechter, die het proces verbaal van bevindingen gebruikte dat twee dagen na de inval was opgesteld en toen al twee maal was gemuteerd. De Arrondissementsrechtbank te Assen meldt dit proces verbaal van bevindingen nooit in bezit te hebben gehad, ondanks het feit dat twee plaatsvervangende rechters het wel als basis gebruikten, waarop zij hun standpunten bepaalden.

3 De Arrondissementsrechtbank hanteert enkel en uitsluitende de derde mutatie van dit proces verbaal van bevindingen, dat pas vier maanden na de inval als een compleet herschreven versie verscheen. Zij schrijven zelfs dat zij het eerste procesverbaal van bevindingen nooit in hun bezit hebben gehad. De plaatsvervangende rechters hanteren uitsluitend en alleen het eerste procesverbaal van bevindingen en gaan nadrukkelijk op geen enkele voor mij ontlastend feit in. Integendeel alleen die belastende feiten die contra mij werken worden versterkend aangehaald, terwijl het verweer van mijn advocaat en mijn uitvoerige verweren, weerlegd in een groot aantal brieven, compleet worden genegeerd. Ook een door ons aangehaalde rechtelijke uitspraak in een soortgelijk geval als de mijne en een rapport van de Tweede Kamer, in deze, worden volledig genegeerd. Daarbij neemt de plaatsvervangende rechter na afloop van de zitting over de bodemprocedure wel twee enveloppen met inhoud van wederpartij aan. Beide genoemde processen verbaal van bevindingen over de inval onder ambtseed opgesteld door brigadier H.I. Huizenga bevatten een dermate groot aantal onwaarheden, dat hier overduidelijk sprake is van meineed en van misleiding van de rechtbank. Deze onwaarheden worden verderop belicht. Op deze plaats doe ik alvast aangifte van deze meineed, met de mededeling dat ik in eerste instantie aan de hoofdofficier van justitie te Assen heb gevraagd of het wel klopt dat twee zulke verschillende processen verbaal over hetzelfde feit mogen worden uitgebracht en later heb ik wederom bij haar aangifte gedaan van valsheid in geschrifte door de brigadier gepleegd. Beide aangifte zijn geseponeerd. Nu met nieuwe feiten erbij doe ik dus aangifte van meineed (artikel 207 Wetboek van Strafrecht). De bodemprocedure Allereerst de bodemprocedure over de inval van politie in de discotheek Lord Nelson te Coevorden d.d. 28 mei 1999 bij de Arrondissementsrechtbank te Assen: Bij een bodemprocedure wordt verwacht dat alle aspecten over de inval in mijn discotheek ter sprake zullen komen. Het aller belangrijkste en meest essentiële is de vraag waarom de politie op 28 mei 1999 mijn discotheek Lord Nelson te Coevorden binnen viel. Deze vraag is op geen enkele wijze bij de drie commissie en de twee plaatsvervangende rechters ter sprake gekomen noch is deze in enig verweer van mijn advocaten vermeld. Een niet strafbaar feit moet volgens politie, justitie, de burgemeester, commissies en de twee plaatsvervangende rechters de ware aanleiding tot de inval zijn, waardoor een politiemacht bestaande uit zestien agenten, de discotheek binnen komt stormen, wetende dat, aldaar altijd onschuldige mensen aanwezig zijn. Vervolgens iedereen in de handboeien slaat en iedereen geknield met het hoofd stijf tegen de muur manoeuvreert, daarbij ook één persoon, die veel op Beukeveld lijkt, wordt overmeesterd roepend: dit is Beukeveld. Mij werd telkenmale, ook door mijn advocaten, afgeraden om over de ware aard van de inval te beginnen. Echter de aanleiding tot de inval is het allerbelangrijkste om de gehele procedure in al zijn facetten te kunnen beoordelen. Ik rust dan ook niet eer dit feit boven water is gekomen. Voor de exacte aanleiding zijn minimaal drie scenario s mogelijk.

4 De politie heeft, op basis van externe gegevens, geheel op eigen gelegenheid de inval op zeer korte termijn georganiseerd om mij op heterdaad ergens op te kunnen betrappen. De politie heeft in samenspraak met een officier van justitie de inval georganiseerd met behulp van een wettelijke verplichte machtiging van de rechter commissaris, omdat tegen mij een gerechtelijk vooronderzoek liep. Of, de politie heeft in samenspraak met de lokale burgemeester de inval georganiseerd, vanwege verstoring van de openbare orde, veiligheid of zedelijkheid. Tot op heden heb ik hier geen antwoord op gekregen. Daarom blijft voorlopig deductie over om hierop een bevredigend antwoord te krijgen. Let wel, ik stop geen enkele procedure totdat ik een bevredigend antwoord op de werkelijke aanleiding tot de inval in mijn discotheek d.d. 28 mei 1999 heb gekregen. De onderste steen moet daarvoor maar boven komen. Het meest voor de hand ligt het scenario dat de politie op eigen gelegenheid de inval op touw heeft gezet naar aanleiding van berichten van collega s vanuit Heerlen en Veldhoven, dat ik in de buurt van garageboxen ben gesignaleerd waar drugs en wapens lagen opgeslagen. Deze drugs en wapens zouden dan naar mijn discotheek zijn getransporteerd. De lading die ik uit Heerlen naar Coevorden transporteerde bestond uit hout, dat ik had gekregen. De inval moest dus op zeer korte termijn worden georganiseerd en bij succes werd elke fout van de politie immers ruimschoots gecompenseerd. Bij de inval konden zij derhalve geen machtiging van binnentreden tonen, noch was er een officier van justitie lijfelijk aanwezig, noch wisten de burgemeester van Coevorden of een rechter commissaris hier iets van. Tijdens de inval overtrad de politie verder nog een groot aantal andere (Grond)(politie)wetten, die na aangifte, door justitie allemaal worden geseponeerd. Door inbreng van nieuwe feiten en bewijsmateriaal doe ik hier dus opnieuw aangifte van deze feiten! Met een simpele machtiging van een rechter commissaris zou de politie redelijk uit de brand zijn geweest. Deze machtiging hebben ze nooit gehad en derhalve kunnen zij deze niet tonen. Nu zitten zij met problemen, zelfs met zeer grote problemen. Ten eerste valt mij op heterdaad niets te verwijten, omdat ik voor, tijdens en na de inval geen verdachte ben geweest of geworden. Tegen mij liep ook geen gerechtelijk vooronderzoek. Ten tweede valt de opbrengst aan middelen tegen (vier personen met middelenbezit worden aangetroffen). Ten derde zijn er geen belastende processen verbaal over de discotheek van de periode van voor de inval om op terug te kunnen vallen. Ten vierde weten zij dat zij niet bevoegd de discotheek en mijn privé-ruimte boven de discotheek hebben betreden. Ten vijfde weten zij dat zij iedereen verdacht hebben gemaakt en dienovereenkomstig hebben behandeld. Ten zesde weten zij dat zij zelf nog een aantal andere overtredingen hebben begaan. Wat nu te doen?

5 Opblazen die handel en met geen woord reppen over de aanleiding van de inval, die illegaal is geweest en waarbij al het bewijsmateriaal onwettig is verkregen. In het aller eerste persbericht van politie wordt dan ook gesproken over tientallen grammen cocaïne en diverse steekwapens, die tijdens de inval in de discotheek zijn aangetroffen. Dit sloeg dan ook in als een bom! Gelukkig ontfermt de burgemeester van Coevorden zich meteen over de inval en spreekt hij schande uit van wat er in de discotheek is gebeurd. Hij bedoelt hiermee niet de illegale inval van politie, maar het gebruik en de handel van middelen, die de openbare orde, zedelijkheid, veiligheid, woon en leefklimaat zouden kunnen verstoren, want ook hij heeft geen enkel belastend proces verbaal over de discotheek van de periode van voor en tijdens de inval, waarin deze feiten worden vermeld. De burgemeester maakt er vervolgens een bestuursrechtelijke procedure van door de discotheek voor een periode van drie maanden te sluiten. Hij baseert zich hierbij op artikel 13b van de Opiumwet. Hij memoreert wel dat zijn Algemene Plaatselijke Verordeningen nog niet in orde zijn. Het feit dat hij geen vigerend drugsbeleid in en rond horecagelegenheden heeft verbloemt hij door uitsluitend over het coffeeshopbeleid van Coevorden te spreken en te schrijven. Straf op straf Omdat de sluiting van drie maanden, zelfs met behulp van onbevoegd uitoefenen van bestuursdwang, niet leidt tot de opheffing van de discotheek, zodat deze plaats kan maken voor een toevoerweg naar het centrum van Coevorden, komt de burgemeester als straf op straf met het intrekken van mijn horecavergunning voor een periode van 5 jaren. Omdat de discotheek open zou blijven met de horecavergunning van de beheerster, mijn vrouw, wordt en passant ook haar vergunning ingetrokken. Haar naam komt echter in geen enkel proces verbaal van politie voor en zij wordt voor het eerst op 7 juli (zeven weken na de inval) per interne memo van de gemeente Coevorden genoemd als mede schuldige, die ook niet aan de 5 jaren zedelijkheidseisen kan voldoen. De discotheek moet, in verband met de nieuw aan te leggen aanvoerroute naar de markt, weg kost wat kost, alleen mag dat de gemeente Coevorden geen centen kosten. Hiervoor rekruteert de burgemeester achtereenvolgens de directeur van Abnamro bank, de eigenaresse van het pand, brandweer, bouwtechnische zaken, andere gemeenteambtenaren, politie, justitie, een inspecteur van de Drank en Horecawet en een plaatsvervangende rechter om dit te kunnen realiseren. Omdat voor het intrekken van de vergunning de openbare orde, veiligheid of zedelijkheid verstoord moet zijn, wordt door de burgemeester van Coevorden een scala aan leugens aangehaald om dit te onderbouwen. Vervolgens wordt gespeculeerd op de feiten, die zich in de discotheek zouden hebben kunnen voor gedaan en die in de toekomst wel eens de openbare orde, veiligheid en zedelijkheid zouden kunnen verstoren. Belastende processen verbaal over de discotheek van voor de inval zijn immers niet voorhanden, dus blijft het berusten op speculaties en suggesties berustend op het

6 eerste proces verbaal van bevindingen en ervaringen elders opgedaan, alwaar openlijke handel in middelen, dit in tegenstelling tot mij, wel werd geconstateerd. De burgemeester en plaatsvervangende rechters menen uit de leugens bestuursrechtelijk te kunnen destilleren dat er sprake is van handel in middelen, als zijnde een strafrechtelijke overtreding, waartegen bestuursrechtelijk tegen op moet worden getreden en omdat de openbare orde, veiligheid, zedelijkheid, woon- en leefklimaat in het geding zouden kunnen komen, moet vervolgens de vergunning, als bestuursrechtelijke straf op straf voor een periode van 5 jaren met onmiddellijke ingang worden ingetrokken. Met andere woorden: ik word gestraft voor feiten die nog plaats moeten vinden via bestuursrechtelijke procedures, terwijl het een strafrechtelijke aangelegenheid had moeten zijn, indien de politie op wetmatige wijze mijn discotheek had betreden (voor meer informatie wordt verwezen naar artikel 16 van de Grondwet). Cocaïnegebruik leidt tot de inval (hierbij wordt eveneens naar artikel 16 van de Grondwet verwezen) Een eerste kortgeding tegen de drie maanden sluiting van de discotheek wordt bij de bestuursrechter aangespannen. Dit geding wordt verloren, omdat mij geen tijd wordt gegund om alle processen verbaal van bevindingen adequaat door te nemen, daar ik deze pas één werkdag voor het kortgeding vanuit de Arrondissementsrechtbank te Assen krijg toegestuurd. Ik schrik dan enorm van hetgeen de brigadier, als operationeel leidinggevende van de inval, onder ambtseed heeft opgeschreven. De aanleiding van de inval is volgens de brigadier: Betreden horecagelegenheid op grond van de Opiumwet. Met name het cocaïne gebruik door eigenaar Frans Beukeveld, portier H.B., personeelslid J Ho, barman Hld N. hetgeen blijkt uit rapportages opgemaakt door het hoofd van de Regionale Criminele Inlichtingendienst (RCID) van de regio politie Drenthe, was een reden tot dit onderzoek. Echter, de Opiumwet verbiedt gebruik van middelen niet, wel handel, verwerking of bezit van middelen. Met andere woorden: welke wet wordt overtreden bij gebruik van middelen om een inval in een discotheek te kunnen rechtvaardigen, met de het risico een aantal onschuldige bezoekers hiermee te confronteren, is mij in deze in het geheel niet duidelijk, naast het feit dat hier raakvlakken te vinden zijn met artikel 10 van de Grondwet. Daarnaast heb ik ook nog geen personeel in dienst. Laat staan personeel dat middelen gebruikt. Een ander zeer belangrijk feit is, dat de brigadier mij vals beschuldigt van cocaïnegebruik en dat dit gebruik de aanleiding tot een inval in een discotheek moest zijn geweest. Nogmaals gezegd: op grond van een niet strafrechtelijke overtreding wordt besloten een inval in mijn discotheek te organiseren. Dit lijkt mij onwaarschijnlijk dus moet er meer aan de hand zijn. Alleen kom daar maar eens achter! In één van de klachten over gedragingen van de politie tijdens de inval heb ik gevraagd op welke wijze de brigadier mijn drugsgebruik heeft bewezen of heeft geconstateerd. De brigadier meldt bij de klachtencommissie van politie dat hij dit feit van horen zeggen heeft (artikel 189 Wetboek van Strafvordering meldt: alleen een getuigenverklaring uit eigen waarneming is geldig).

7 Mijn cocaïnegebruik dat mede de aanleiding tot de inval is geweest had hij van horen zeggen, niet uit de schriftelijke informatie opgesteld door het hoofd RCID!!! Toch schrijft de brigadier in het proces verbaal van bevindingen, onder ambtseed opgemaakt, dat mijn cocaïnegebruik uit RCID rapportages opgesteld door het hoofd RCID moet blijken. Hier liegt hij overduidelijk! Ten eerste blijkt mijn cocaïnegebruik niet uit de bedoelde rapporten, omdat hij het van horen zeggen heeft en ten tweede klopt dit gebruik niet. Het enige RCID rapport van voor de inval, dat pas vier maanden na de inval boven water komt, is dan 7 maanden verlopen en deze moest ten tijde van de inval reeds drie maanden daarvoor zijn vernietigd (artikel 18 RCID registers). Uit dit rapport is tevens mijn gebruik niet af te leiden! Daarbij komt ook nog het gegeven dat middelengebruik geen strafbare overtreding jegens de Opiumwet is (zie ook artikel 16 Grondwet en de Opiumwet). Toch constateert de politie een niet strafbaar feit volgens de Opiumwet en organiseert vervolgens een inval in mijn discotheek. De onschuldigen hadden daar dan maar niet op dat moment moeten zijn. Samenvattend: de brigadier hoort dat ik cocaïne gebruik. Hij stelt een team van16 agenten samen, die mijn discotheek inclusief mijn privé-ruimte boven de discotheek binnen komen stormen, zonder dat justitie, de burgemeester of de rechter commissaris hiervan op de hoogte zijn gesteld. Iedereen wordt in de handboeien geslagen ( Artikel 15 Grondwet lid 4, artikel 27 Wetboek van Strafvordering) en moet daarna geknield met het hoofd stijf tegen de muur de inval, mede aan den lijve, ondergaan. Omdat een bezoeker toch de discotheek in keek werd zijn aangezicht door een agent verwond (artikel 8 Politiewet en binnen 48 uur moet melding worden gedaan van het feit dat geweld is gebruikt, artikel 152 en 153 Wetboek van Strafvordering). Bekend is dat: de politie alleen bij heterdaad zelfstandig mag optreden en dan verplicht is binnen 48 uur hiervan verslag aan justitie, de rechter commissaris en aan de betrokkene(n) uit te moeten brengen. Dit is zeker verplicht als er verwondingen worden aangebracht of als de wet op binnentreden door de politie is overtreden. Bekend is dat: justitie bij het begaan of hebben begaan van een strafbaar feit de politie op kan dragen binnen de wet gestelde eisen hier tegen op te treden. Veelal gebeurt dit optreden met medeweten van een rechter commissaris of is het verplicht dat dit optreden in samenspraak met een rechter commissaris geschiedt. Van dit optreden wordt een proces verbaal van bevindingen, onder ambtseed opgesteld, gemaakt. Bekend is dat: de burgemeester bij verstoring van de openbare orde, veiligheid of zedelijkheid de politie op kan dragen binnen de wet of richtlijnen gestelde eisen hier tegen op te treden. Van dit optreden wordt een proces verbaal van bevindingen, onder ambtseed, gemaakt. Geen van deze processen verbaal heb ik gezien of zijn door de politie opgemaakt! Deze processen verbaal zijn een essentieel onderdeel van mijn procedure zodat deze mij niet kunnen worden onthouden.

8 Compleet herzien proces verbaal van bevindingen en valse aangifte In ieder geval realiseert de brigadier zich vier maanden na de inval dat de leugen over mijn cocaïnegebruik geen strafbaar feit is, om met een team van zestien agenten en een hond een discotheek binnen te mogen treden. Hij maakt hier in een compleet herzien proces verbaal van bevindingen, onder ambtseed opgesteld, handel van coke van mij en de dames achter de bar van én tevens doet hij op dezelfde dag een officiële aangifte van mijn middelenbezit bij de officier van justitie te Assen (artikel 188 Wetboek van Strafrecht)!! Handel in middelen en middelenbezit zijn daarnaast in het kader van de Opiumwet twee verschillende strafbare feiten! Met andere woorden: tijdens de inval ga ik van cocaïnegebruik over in de handel en wordt bij mij middelenbezit aangetoond. Het gekke is, dat alleen van het laatste strafbaar feit een officiële aangifte bij justitie wordt gedaan. Ik overtreed tijdens de inval nu zomaar tweemaal de Opiumwet, waarvan maar bij een aangifte wordt gedaan. Te weten middelenbezit van stoffen, die voorkomen op lijst I Opiumwet. Over de andere resultaten, die uit rapportages opgemaakt door het hoofd RCID moeten blijken, zoals zeer nadrukkelijk staat vermeld in het eerste proces verbaal van bevindingen, die mede de aanleiding tot de inval waren, wordt nooit meer gesproken. Ook niet door de plaatsvervangende rechters. Eén plaatsvervangende rechter meldt anderhalf jaar na de inval dat de brigadier terecht hierop niet heeft geantwoord vanwege lopende onderzoeken. Dit lopend onderzoek loopt waarschijnlijk nog steeds en zal waarschijnlijk nog een tijdje voortduren om de ware aard van de inval, vanwege de lopende onderzoeken, zelfs anderhalf jaar na dato, alsnog te kunnen verzwijgen. In zijn geaccepteerde enveloppen zal deze informatie niet hebben gezeten. Het systematische verzwijgen van relevante, voor mij ontlastende informatie, past politie, justitie, de burgemeester en de plaatsvervangende rechters zo consequent én tot het absurde toe, dat het geheel niet meer geloofwaardig is. Voor een leek is het nu zelfs een koud kunstje om dit te doorzien. Het boven water krijgen van relevante voor mij ontlastende informatie wordt eveneens tot in het extreme geweigerd c.q. genegeerd (Wet Openbaarheid van bestuur). Anders gezegd: tot op heden is mijn cocaïnegebruik, als zijnde een niet strafbaar feit, de enige aanleiding tot de inval in mijn discotheek. De andere feiten over de aanleiding worden verzwegen. Klachten over gedragingen van de politie Tegen de gedragingen van de politie tijdens de inval en over het eerste proces verbaal van bevindingen worden klachten door mij ingediend. In eerste instantie wil de burgemeester van Coevorden deze klachten zelf behandelen, maar dit wordt door mij geweigerd door een beroep op de Politiewet te doen. Uiteindelijk behandelt de korpsbeheerder de klachten zeer summier door op een aantal klachten niet in te gaan, omdat dit typisch aangelegenheden voor de rechter zijn. Welke rechter dit dan mag zijn is mij een raadsel. De plaatsvervangende bestuursrechters hebben geen van beiden deze onderwerpen aangehaald.

9 Bij de strafrechter kom ik niet, omdat deze rechter mij wordt afgehouden, omdat zo zeggen ook mijn advocaten, het een bestuursrechtelijke aangelegenheid is (zie ook artikel 17 Grondwet). De klachten over gedragingen van de politie worden dus summier afgehandeld en heikele onderwerpen, zoals bijvoorbeeld de aanleiding tot de inval, zijn zoals gezegd voor de rechter. De brigadier, die de operationele leiding tijdens de inval had, maakt bij de klachtencommissie melding van het feit dat maar vier personen middelen bij zich hadden en hij wil toch nog even kwijt dat het verhaal over Heerlen, dat de aanleiding tot de inval in de discotheek zou moeten zijn, complete onzin is. Pas op vrijdag 28 mei om uur s avonds (de eerste avond na de inval) belt Heerlen met de brigadier, zegt hij! Antwoord op de vragen waarom Heerlen met de brigadier te Coevorden heeft gebeld en waarover Heerlen met de brigadier te Coevorden heeft gebeld, heb ik nooit gekregen. Meineed en misleiding van de rechtbank Vier maanden na de inval komt niet de brigadier, maar komen de burgemeester, politie én justitie met een geheel herzien proces verbaal van bevindingen over de inval, met twee compleet nieuwe processen verbaal, het reeds genoemde verlopen RCID rapport over handelingen van twee jaar voor de inval en de officiële aangifte van mijn vermeend middelenbezit! Deze processen verbaal komen precies één dag eerder uit, dan de behandeling bij de klachtencommissie en de agenten mogen van het Openbaar Ministerie uit de nieuwe processen verbaal citeren. Beide processen verbaal van bevindingen door dezelfde brigadier onder ambtseed opgesteld, worden door mij tegen het licht gehouden en dan valt de meineed gepleegd door deze brigadier pas goed op. In een 52 bladzijden tellend weerwoord doe ik bij justitie beklag over de gang van zaken en doe ik aangifte van valsheid in geschrifte, doe ik aangifte van het indienen van een valse aangifte en doe ik aangifte van nog een scala aan overtredingen begaan door de politie en de burgemeester van Coevorden met als eindverantwoordelijke voor de gedragingen van politie de burgemeester van Coevorden. Geseponeerd Van justitie komt vervolgens het antwoord, dat alles volgens normale procedures is verlopen, dat er geen strafbare feiten zijn gepleegd, dat niet de burgemeester verantwoordelijk voor de inval is maar het Openbaar Ministerie en dat het Openbaar Ministerie in samenspraak met politie deze inval in de discotheek heeft gepland. Dus toch een strafrechtelijk aangelegenheid en niet een bestuursrechtelijke procedure of was en blijft de inval onwettig? Bestuursrechtelijke dwalingen Waarom bemoeit de burgemeester pas op de tweede dag na de inval zich met deze procedure en maakt hij er een bestuursrechtelijke aangelegenheid van? Wel, om het pand waarin de discotheek zich bevindt voortijdig in bezit te krijgen. Hiervoor worden meteen brandweer en bouwtechnische zaken opgetrommeld om de discotheek op deze manier ook in diskrediet te brengen. Dit mislukt omdat brand- en

10 bouwtechnisch aangelegenheden deze aanpak niet voldoende handvaten geven. De Abn-amro bank sluit meteen de geldkraan, dit terwijl de directeur van deze bank de informatie over de inval in de discotheek nog niet uit de media heeft kunnen vernemen. De eigenaresse van het pand eist een paar dagen later via haar dochter dat ik verantwoording bij haar af moet leggen en zij eist de huur voor de maanden mei en juni 1999 op met de mededeling, dat het nu toch eens tot mij door moet dringen, dat ik de huur voor de eerste van de maand moet betalen. De burgemeester geeft mede naar aanleiding van het persbericht van politie een krantenbericht uit met emotionele uitlatingen. Daarnaast laat hij actief op scholen rond roepen dat Lord Nelson gesloten zal worden vanwege de drugs, die daar zijn aangetroffen (eigen rechter spelen en overtredingen van de Privacywet). Dus toch een inval in samenspraak met justitie en is het een strafrechtelijke én in geen enkel geval een bestuursrechtelijke aangelegenheid? Nee hoor, in de verste verte niet! Geen strafrechtelijke procedure, uitsluitend via intimidatie bestuursrechtelijk afhandelen, ondanks het feit, dat justitie de eindverantwoording voor de inval opeist, ondanks het feit, dat achteraf bij mij een tweetal strafbare feiten door het overtreden van de Opiumwet zijn geconstateerd, waarvan slechts voor één een officiële aangifte bij justitie is gedeponeerd. Over het tweede strafbare feit dat de brigadier tijdens de inval heeft geconstateerd, mijn handel in coke praat justitie in het geheel niet meer. Dat hoeft ook niet, want de burgemeester en de plaatsvervangende rechter doen dat wel. Want het blijft, nee het moet een bestuursrechtelijke aangelegenheid worden, dit ondanks de illegaliteit van de inval (artikel 17 Grondwet en artikel 1 Wetboek van Strafrecht). Burgemeester en de plaatsvervangende rechter hebben deze handel namelijk nodig om in het kader van verstoring van de openbare orde, veiligheid en zedelijkheid op te kunnen treden. Ja, daarvoor seponeert justitie in latere instantie mijn vermeend middelbezit om daarvoor de bestuursrechtelijke weg vrij te maken. Voor deze intimidatie manoeuvre overtreden zij wel enkele wetten (artikel 225 lid 2 Wetboek van Strafrecht). Door alles intern af te handelen komt hier toch niemand achter. Justitie als eindverantwoordelijke voor de inval (artikel 140 Wetboek Strafvordering)!!! Eén maand na de inval meldt de officier van justitie nog geen enkel proces verbaal over de inval te hebben ontvangen, dit terwijl de burgemeester meteen de tweede dag na de inval al alle gegevens tot zijn beschikking heeft met toestemming van het OM! Twee maanden na de inval meldt dezelfde officier nog niets over de inval te hebben ontvangen.(artikel 155 Wetboek van Strafvordering meldt dat deze officier onmiddellijk alles heeft moeten ontvangen). Ondertussen heeft wel een kortgeding via de griffier, voor informatieoverdracht waaronder het proces verbaal van bevindingen, van zijn eigen Arrondissementsrechtbank bij een plaatsvervangende rechter plaats gevonden. Vier maanden na de inval meldt deze officier van justitie, dat hij de processen verbaal heeft ontvangen.

11 Inmiddels heeft wel een tweede kort geding via zijn griffier van zijn eigen Arrondissementsrechtbank te Assen bij dezelfde plaatsvervangende rechter plaats gevonden. Deze officier van justitie ontvangt de porcessen verbaal over de inval in Assen, dan op dezelfde dag als deze in Coevorden zijn geschreven. Deze officier van justitie is van mening meteen een dagvaarding tegen mij uit te moeten schrijven van hetgeen hij heeft gelezen. Ook wordt bij hem een officiële aangifte van MIJN middelenbezit tijdens de inval (stoffen voorkomend op Lijst I Opiumwet) ingediend (artikel 255 lid 2). Twee weken voor deze officiële aangifte hebben politie en justitie over deze aangifte contact met elkaar gehad. Zoals te verwachten is, wordt deze aangifte enkele maanden later geseponeerd. Dat moet ook wel anders wordt het een strafrechtelijke procedure. Daarnaast weten betrokken, dat het strafbaar feit, dat door mij zou zijn gepleegd, niet plaats heeft gevonden. Deze aangifte is waarschijnlijk alleen als intimidatie bedoeld geweest. De gevolgen zijn wel dat hiermee in Leeuwarden de artikel 12 procedure kon worden gepareerd en dat er een wettelijk bericht van dit middelenbezit aanwezig is dat zo weer tegen mij kan worden aangewend gezien de seponeringstekst van deze officier van justitie. Waag het niet nog eens te doen dan zwaait er wat is mijn vrij vertaalde tekst. Machtiging voor binnentreden Aan justitie wordt als nieuwe eindverantwoordelijke een kopie van de machtiging voor het binnen mogen treden gevraagd, die zij niet kunnen tonen (artikel 12 Grondwet en Wet op Binnentreden). Daarnaast hebben ook zij last van het feit dat er geen enkel belastend proces verbaal over de discotheek van de periode van voor de inval is. Op welke gronden en om welke reden de politie de inval heeft gepleegd laat ook justitie niet boven water komen, zodat vooral niet kan blijken, dat de politie op oneigenlijke gronden de discotheek heeft betreden, iedereen bij voorbaat verdacht heeft gemaakt, iedereen zonder aanwezigheid van gevaar bij voorbaat heeft geboeid en iedereen zonder ernstige reden van vermoeden tot schuld heeft gefouilleerd zonder dat iemand vooraf verdachte is geweest. Verderop worden overzichten gegeven van alle strafbare feiten, die in het kader van de affaire Lord Nelson door politie, justitie en de burgemeester van Coevorden voor tijdens en de afhandeling van de inval zijn gepleegd. Alvorens hiermee te beginnen volgt eerst een gedetailleerd overzicht van belangrijke feiten tijdens en na de inval. Gedetailleerde gegevens over de periode van voor de inval zijn mij niet bekend. Feiten: Op 28 mei 1999 doet de politie van Drenthe district Zuid een inval in de discotheek Lord Nelson te Coevorden, mede vanwege mijn vermeend cocaïnegebruik. Bij de inval was geen officier van justitie aanwezig, noch kon een machtiging van binnentreden worden getoond.

12 Alle aanwezigen werden geboeid, gefouilleerd en moesten op de knieën met het hoofd stijf tegen de muur, waarbij één aanwezige aan het aangezicht werd verwond en één dame hangend boven de urinebak in het herentoilet inwendig op middelen werd onderzocht. Een derde persoon werd hardhandig op de grond geworpen, omdat hij toevallig veel op Beukeveld leek. Daarnaast zijn er vernielingen aangericht en is het gehele pand inclusief mijn privé-ruimte boven de discotheek systematisch en gericht onderzocht op de aanwezigheid van middelen, mede met behulp van een hond. De ware reden van deze inval, afgezien van mijn vermeend cocaïnegebruik, wordt verder in alle toonaarden verzwegen (zie ook artikel 31 Wetboek van Strafvordering). Tot op heden is het zelfs via de Registratiekamer, de ministers van Justitie én Binnenlandse zaken niet gelukt om ook maar enige informatie van vóór de inval boven water te krijgen (Wet Openbaarheid van bestuur, gelijkheidsprincipe, behoorlijk bestuur en een eerlijke procesvoering zijn in deze in het geding. Bij het weigeren van relevante mij ontlastende informatie hebben enkele ambtenaren in ieder geval artikel 162 Wetboek van Strafvordering overtreden door niet adequaat op de gedetailleerde informatie, die zij van mij hebben ontvangen, te reageren.) Later wordt deze inval, nadat de burgemeester van Coevorden én zijn lokale politie juridisch en wettelijk in het nauw zijn gekomen, omdat de politie geheel op eigen houtje deze inval op zich had genomen, op het conto geschoven van artikel 9 van de Opiumwet en wordt de volledige eindverantwoording van de inval door het Openbaar Ministerie (OM) opgeëist. De waarheid Als voorbeeld van in dit kader manifest liegen door de hoofdofficier van justitie te Assen de volgende contradicties. Haar collega officier van justitie van dit OM schrijft een halve maand na de inval (om precies te zijn op 14 juni 1999) én anderhalf maand na de inval (om precies te zijn op 14 juli 1999) aan mijn advocaat nog geen enkele informatie over de inval in Lord Nelson te hebben ontvangen. De burgemeester van Coevorden heeft daar in tegen meteen na de inval alle informatie rondom de inval op verzoek aan het OM van het OM gekregen (althans zo staat dit beschreven). Pas op 29 september 1999 (vier maanden na de inval) kan deze eindverantwoordelijke officier melden de processen verbaal over de inval in het bezit te hebben. Hij is dan van mening onmiddellijk, dat wil zeggen op dezelfde dag tegen mij een dagvaarding uit te moeten brengen, als zij in Coevorden nog de processen verbaal en de valse aangifte aan het schrijven zijn. Pas in december 1999 komt de hoofdofficier justitie in een brief met de conventionele draai dat de inval volgens artikel 9 van de Opiumwet met medeweten van een officier van justitie onder eindverantwoording van het OM heeft plaats gevonden. De korpsbeheerder daar in tegen rept in november 1999 in haar brief over de klachtenbehandeling tegen de politie tijdens de inval echter met geen woord over het feit dat OM de verantwoordelijkheid voor de inval heeft. Ook de burgemeester van Coevorden maakt in oktober 1999, als eindverantwoordelijke van de locale politie en in eerste instantie, althans zo dacht hij, de aangewezen persoon, die de klachten over gedragingen van zijn politie af mocht handelen, geen melding van het feit dat hij niet de eindverantwoordelijke is, maar het OM.

13 Conventionele draaiingen De hoofdofficier van justitie beschrijft deze conventionele draai van de inval pas, nadat zij van mij een 52 pagina's tellend weerwoord over de inval en over de leugens vermeldt in de processen-verbaal had ontvangen. In dit weerwoord deed ik ook aangifte van de valse aangifte van de burgemeester, hoofd RCID én een brigadier van politie. Mijn aangiften worden door haar geseponeerd en bij de ex artikel 12 procedure, die daar op volgde zijn plots niet de burgemeester, hoofd RCID en de brigadier de wetsovertreders, omdat daar bij het Ressortpakket in Leeuwarden inhoudelijk van haar niet op in mocht worden gegaan, maar ik, omdat ik tijdens de inval middelen in mijn bezit heb gehad. Een andere conventionele draai, die klakkeloos door het Ressortparket Leeuwarden wordt geaccepteerd. Daarbij komt nog het erge feit dat deze brief, aan het Ressortparket te Leeuwarden gericht, later door haar geheel herschreven wordt en in deze herschreven vorm in het justitiebestand te Assen ligt opgeslagen. De inval met 7, 6, 5 of 4 personen met middelen Tijdens de inval in Lord Nelson te Coevorden d.d. 28 mei 1999 om uur treft de politie 4 personen aan met middelen (zie het rapport van de klachtencommissie van politie, de individuele processen verbaal en de gemaakte foto s). Op de lijst met mutatienummer PLO33A/ opgesteld om uur 28 mei 1999 door een agent en de brigadier staan 5 personen die middelen bij zich hadden. De heer N krijgt hierbij als vijfde persoon middelen, die in zijn nabijheid op de grond lagen, in de schoot geworpen (zie zijn proces-verbaal en de gemaakte foto's). In het proces-verbaal van bevindingen PLO33A/ gemuteerd door de brigadier om uur op 31 mei 1999 staat vermeld dat 5 personen middelen bij zich hadden. De heer N krijgt hier alvast de middelen in de schoot geworpen, terwijl een maand later pas zijn verhoor plaats vindt, nadat ik volhardend verzet vertoon. Echter, op dezelfde dag namelijk 31 mei 1999 schrijft de brigadier in zijn procesverbaal van bevindingen dat 7 personen middelen bij zich hadden. Het zeer vreemde hier aan is, dat de persoon met naar later blijkt het grootste bezit aan middelen in zijn geheel niet in dit proces verbaal van bevindingen wordt genoemd. Nee met geen woord wordt er over deze persoon gerept en dat hoeft ook niet want dat gebeurt later wel. In ieder geval wordt deze persoon nadat hij kort daarna inmiddels nog twee maal door politie is aangehouden pas op 7 juni 1999 door de brigadier verhoord. Onder druk moet hij verklaren dat de in het magazijn gevonden jas met middelen aan mij en niet aan hem toebehoort. Dit weigert hij. Wel geeft hij onder dwang/vrijstelling voor rechtsvervolging toe middelen bij zich te hebben gehad. In zijn proces verbaal van verhoor komt dan door de brigadier te staan dat hij tijdens de inval 6 gram bij zich had. Later wordt dit telkens 8 gram, omdat iedereen de in het magazijn gelegen jas er nogmaals bij optelt. Deze hoeveelheden ontkent hij tijdens de inval in zijn bezit te hebben gehad. Het proces verbaal van bevindingen en het proces van verhoor zijn en blijven in deze heilig. Het meest opvallend is dat zijn proces verbaal van verhoor niet door hem is ondertekend. Deze ene persoon wordt later zeer belangrijk, omdat door zijn bezit, volgens de burgemeester en een drietal commissies, waarbij de commissies Swierstra de meeste overtredingen en onwaardigheden vertoonde, een inspecteur van de Drank en Horecawet en de

14 twee plaatsvervangende rechters momentane handel van middelen in de discotheek plaats heeft gevonden met de zeer grote kans op herhaling van dit feit met daarbij het vaststaand gegeven de openbare orde, veiligheid en zedelijkheid te zullen verstoren. Dit aantal van 7 personen gaat, ondanks veelvuldige protesten mijnerzijds, een eigen leven leiden in een zeer groot aantal correspondentiestukken en bestuursrechtelijke uitspraken rondom de affaire Lord Nelson. Ook de persoon met zijn grammen aan middelen krijgt in deze een zeer prominente rol. Mijn vermeende overtredingen jegens de Opiumwet zijn nu nog niet aan de orde. Voorlopig nog enig geduld betrachten. In het geheel herzien proces-verbaal van bevindingen (PLO33A ) (vier maanden na de inval opgesteld) somt de brigadier een zestal personen op, die middelen tijdens de inval bij zich hadden. Van één van deze personen is in het geheel geen proces verbaal opgesteld, omdat hem niets viel te verwijten. Toch verkeerde hij volgens de brigadier duidelijk onder invloed. Onder invloed van welk middel is in dit proces verbaal van bevindingen niet duidelijk. De inspecteur van de Drank en Horecawet weet het wel, namelijk van recent cocaïnegebruik in de discotheek evenals van twee andere dames die volgens hem ook in de discotheek hebben gebruikt. Eén dag later meldt de brigadier bij de klachtencommissie dat vier personen middelen bij zich hadden. Ook uit het aantal processen verbaal opgemaakt na afloop van de inval is af te leiden dat maar vier personen in bezit van middelen waren. De vernietigde foto s, die later schielijk weer boven water zijn gekomen, kunnen opheldering verschaffen in het aantal personen met middelen en de hoeveelheid middelen, die in de discotheek is gevonden. Deze foto s spelen dus een essentiële rol in het kunnen verifiëren van de hoeveelheden gevonden middelen, in het aantal personen met middelen, de plaatsen waar middelen zijn gevonden en het ontrafelen van de bovenverdieping die door politie als gebruikersruimte wordt bestempeld. Deze foto s zijn voor een eerlijk proces dermate belangrijk dat zij in dit kader niet kunnen ontbreken. Mijn angst in deze is dat zij vanwege de onthullende feiten alsnog niet boven water te krijgen zijn. Een integere ambtenaar heeft daarin tegen niets te vrezen, ook een integere overheid niet. De inval met 14, 13 of 12 bezoekers Tijdens de inval in Lord Nelson zijn in de discotheek 14 personen aanwezig inclusief mijzelf en twee dames die ik nog niet eerder heb gezien. Op de lijst met mutatienummer PLO33A/ opgesteld om uur 28 mei 1999 door een agent en de brigadier staan maar 13 personen vermeld. Op de lijst met mutatienummer PLO33A/ gemuteerd door de brigadier om uur op 31 mei 1999 staan slechts 12 personen vermeld. Hier verdwijnt dus bewust een tweede persoon van de lijst. Dit proces-verbaal is daarnaast geantidateerd en bevindt zich niet meer in het dossier van het Openbaar Ministerie te Assen. Sterker nog, dit dossier heeft daar nooit ingezeten, schrijft een plaatsvervangende hoofdofficier van justitie te Assen, dit ondanks het feit dat dit proces verbaal twee kortgedingen en twee rechtelijke uitspraken door twee plaatsvervangende rechters bij dezelfde rechtbank heeft meegemaakt met informatie van de griffier van justitie van de Arrondissementsrechtbank verkregen. Eén van deze plaatsvervangende rechters accepteerde, zoals eerder vermeld,

15 daarbij na afloop van de zitting een tweetal enveloppen van de zijde van de gemeente Coevorden. Dit aantal personen van 12 gaat in de correspondentie rondom de affaire Lord Nelson als een constante verder. De zeer waarschijnlijke dame van politie met haar vriendin worden hier dus voor altijd als veertiende resp. dertiende persoon weg gelaten. Valsheid in geschrifte onder ambtseed Als ik de tijdstippen van vermelding van het aantal personen met middelenbezit tijdens de inval in Lord Nelson nader uiteenzet, dan wordt de valsheid in geschrifte onder ambtseed gepleegd door de brigadier overduidelijk. Op 28 mei om uur zijn het 5 personen. Op 31 mei 1999 na de aangebrachte mutatie om uur door de brigadier blijven het 5 personen. Op 31 mei 1999 is het aantal personen in het proces-verbaal van bevindingen plots 7 geworden! Nee hier wordt nog geen melding van de persoon met het grote middelenbezit gemaakt. Dat duurt nog 8 dagen en ook nog vier maanden. In de eerste weken van juni 1999 blijkt het aantal personen met middelen, af te leiden uit hun persoonlijke processen-verbaal van verhoor, 4 te zijn. Ja hier zit de persoon met het grote opgedrongen bezit wel bij. Een tijdje later moet dhr N alsnog bij de politie verantwoording afleggen voor de middelen, die in zijn naaste omgeving zijn gevonden. Op 29 september 1999 zijn het volgens de brigadier 6 personen met middelenbezit. Hierin wordt nadrukkelijk ook melding gemaakt van het feit dat een persoon 6 gram cocaïne en de hoeveelheid in zijn jas die in het magazijn lag, bij zich had. Het aantal vindplaatsen naast het aantal personen met middelen is t.o.v. het allereerste rapport over de inval, s nachts gezamenlijk door een agent en de brigadier opgesteld, toegenomen. Ten opzichte van het eerste persbericht van politie is het aantal middelen afgenomen. Over wapens wordt door niemand meer iets vermeld. Dit is toch zeer vreemd daar er volgens het eerste persbericht diverse steekwapens werden aangetroffen. Nee ook deze wapens werden tijdens de inval niet aangetroffen evenals de hoeveelheid middelen.alleen hoe krijg je nu de openbare order verstoord. In ieder geval doen de wapens wonderen in een eerste persbericht van politie. De toon is gezet, die zit, één staat tot nul (artikel 10 Grondwet en de Privacywet). Natuurlijk moeten met zoveel wapens ook middelen aanwezig zijn dat kan niet anders. Precies één dag later op 30 september 1999 meldt de brigadier bij de klachtencommissie van politie dat 4 personen middelen bij zich hadden. Mijn vermeend middelenbezit én artikel 16 Grondwet Op géén van de gemaakte mutaties komt mijn naam F.J. Beukeveld en/of de term discotheekbeheerder van Lord Nelson voor als verdachte met middelenbezit. Het eerste persbericht van politie en ook de media zijn het niet gegund melding te mogen maken van het feit dat tevens de discotheekbeheerder middelen bij zich had. Had de brigadier tijdens de inval ook maar één kruimeltje middelen bij mij aangetroffen, dan had hij dit feit van de daken geschreeuwd en dan had hij nooit de betreffende foto's vernietigd, die later alsnog aanwezig blijken te zijn. Ook de burgemeester van Coevorden zou het feit van mijn middelenbezit zeer breed hebben geëtaleerd en nuttig voor zijn planologische doeleinden hebben aangewend.

16 In niets van dit alles heb ik meegewerkt. Geen gebruik, geen handel en geen bezit van middelen, daarnaast viel de discotheek ook al niets te verwijten. Over een zeer ruime periode van voor de inval is geen enkel proces verbaal over verstoring van de openbare orde, veiligheid of zedelijkheid of over klachten van de buren of omwonenden bij de politie binnen gekomen. Dus justitie, politie en burgemeester, bedenk een list! Dat doen zij. Mijn eerste lege proces verbaal Mijn eerste proces verbaal over de inval blijft dus leeg, omdat ik als discotheekbeheerder voor, tijdens en na de inval geen verdachte ben geweest. Tegen mij liep ook geen gerechtelijk vooronderzoek. Op 2 juni 1999 meld ik mij toch bij het politiebureau te Coevorden, alwaar mij wordt verteld, dat ik niet hier, maar voor een hoorzitting in het gemeentehuis moet zijn. Voor deze hoorzitting meld ik mij s middags (2 juni 1999) in het gemeentehuis, alwaar mij de sluiting van de discotheek voor een periode van drie maanden vanaf 4 juni 1999 wordt medegedeeld met de opmerking dat alles geheel te wijten is aan eigen handelen. De valse aangifte Op zaterdag 16 september 1999 vindt contact plaats tussen het Openbaar Ministerie (te Assen) en de brigadier (te Coevorden) met de strekking: nader onderzoek omtrent mijn gedragingen in te stellen en mij voor verhoor op te roepen (mutatienummer: datum: , tijd; uur door de brigadier opgesteld). In deze mutatie staat o.a.: "In overleg met justitie besloten om proces verbaal ter zake gelegenheid geven tot het gebruik of voorhanden hebben van middelen op lijst 1 van de Opiumwet contra Beukeveld op te maken. Hij zal hiertoe schriftelijk worden uitgenodigd voor een verhoor. Dit contact resulteert in: één compleet herzien proces-verbaal van bevindingen over de inval opgesteld door de brigadier (mutatienummer PLO33A/ ) in de plaats van de "oude" mutatie PLO33A/ , die nu niet meer "bestaat". In deze serie de derde mutatie op rij! Deze keer geheel aangepast aan de eerder ingediende klachten over gedragingen van de politie tijdens de inval, met als belangrijk keerpunt, dat ik nu niet meer cocaïne gebruik, maar in coke handel samen met de dames achter de bar. De brigadier bedenkt dus achteraf een strafbaar feit zonder bewijs hiervoor aan te leveren en in handen te hebben! een proces-verbaal dat 3 maanden voor de inval én op het moment van indienen reeds 7 maanden verlopen is (RCID nummer ) twee geheel nieuwe processen-verbaal, eveneens vier maanden na de inval opgesteld door het hoofd RCID (RCID no en RCID no ), een tweede volledig leeg proces-verbaal van verhoor van mij PLO33A/ ) én als klap op de voorpijl: aangifte van mijn middelenbezit betreffende stoffen voorkomend op de lijst I van de Opiumwet (Opiumwet artikel 10 lid 1) tijdens de inval in mijn discotheek, zonder overleg met het OM te hebben gehad (staat er als andere grote leugen ook nog op) (zie mutatie PLO33A/ /001)! De brigadier én anderen bedenken achteraf weer een ander strafbaar feit, waarvan nu officieel aangifte wordt gedaan bij justitie te Assen (artikel 188 Wetboek van Strafrecht).

Pleitnota behorend bij het verzet op de uitspraken van de Afdeling van de Raad van State van 23 juli 2004.

Pleitnota behorend bij het verzet op de uitspraken van de Afdeling van de Raad van State van 23 juli 2004. Pleitnota behorend bij het verzet op de uitspraken van de Afdeling van de Raad van State van 23 juli 2004. Deze pleitnota wordt op 10 februari 2005 door dr G.J.J. Beukeveld in het openbaar bij de Afdeling

Nadere informatie

Algemene Directie Keuringsdienst van Waren Prinses Beatrixlaan AL s Gravenhage. Deze brief wordt aangetekend verstuurd.

Algemene Directie Keuringsdienst van Waren Prinses Beatrixlaan AL s Gravenhage. Deze brief wordt aangetekend verstuurd. Algemene Directie Keuringsdienst van Waren Prinses Beatrixlaan 2 2595 AL s Gravenhage Deze brief wordt aangetekend verstuurd. Betreft: schadevergoedingen op basis van onrechtmatige daden door medewerkers

Nadere informatie

Mevr. mr. R.S.T. van Rossem-Broos Hoofdofficier van Justitie van het Arrondissementsparket te Assen. Postadres RA ASSEN

Mevr. mr. R.S.T. van Rossem-Broos Hoofdofficier van Justitie van het Arrondissementsparket te Assen. Postadres RA ASSEN Mevr. mr. R.S.T. van Rossem-Broos Hoofdofficier van Justitie van het Arrondissementsparket te Assen. Postadres 30004 9400 RA ASSEN Betreft: een open brief, die aangetekend wordt verzonden. Coevorden, 18

Nadere informatie

Betreft: antwoord op uw onderzoek met verzoek op navullend onderzoek Kenmerk: 081/VdK/sl

Betreft: antwoord op uw onderzoek met verzoek op navullend onderzoek Kenmerk: 081/VdK/sl Mr J.S. van der Kolk President Arrondissementsrechtbank te Assen Postbus 30009 9400 RA Assen Betreft: antwoord op uw onderzoek met verzoek op navullend onderzoek Kenmerk: 081/VdK/sl Coevorden, 7 juni 2001

Nadere informatie

Betreft: aangifte van valsheid in geschrifte door mr R. Fernhout en mw. mr J.E.W van Gestel begaan

Betreft: aangifte van valsheid in geschrifte door mr R. Fernhout en mw. mr J.E.W van Gestel begaan Openbaar Ministerie Alkmaar Kruseman van Eltenweg 2 Postbus 94 1800 AB Alkmaar Betreft: aangifte van valsheid in geschrifte door mr R. Fernhout en mw. mr J.E.W van Gestel begaan Hoorn, 4 november 2003.

Nadere informatie

Gemeenteraad van Coevorden Postbus 2 7740 AA Coevorden

Gemeenteraad van Coevorden Postbus 2 7740 AA Coevorden Gemeenteraad van Coevorden Postbus 2 7740 AA Coevorden Betreft: klacht tegen mr J. Buurman wegens zijn leugens in elke brief door hem behandeld in de affaire Lord Nelson en klacht tegen de manier van afhandelen

Nadere informatie

Mr H.C.P. Venema, Arrondissementsrechtbank Assen Sector Bestuursrecht Postbus RA Assen

Mr H.C.P. Venema, Arrondissementsrechtbank Assen Sector Bestuursrecht Postbus RA Assen Mr H.C.P. Venema, Arrondissementsrechtbank Assen Sector Bestuursrecht Postbus 30009 9400 RA Assen Betreft: kopieën van klachten ingediend bij: de korpschef van het regionale korps Drenthe-Zuid, bij de

Nadere informatie

Schade claims inzake de discotheek. Lord Nelson te Coevorden. Regeert en bezeert de leugen. In het. Bestuursrecht?

Schade claims inzake de discotheek. Lord Nelson te Coevorden. Regeert en bezeert de leugen. In het. Bestuursrecht? Schade claims inzake de discotheek Lord Nelson te Coevorden Regeert en bezeert de leugen In het Bestuursrecht? Dr G.J.J. Beukeveld Hoorn, mei 2004 1 STAAT DER NEDERLANDEN Ter attentie van de Minister-president

Nadere informatie

STAAT DER NEDERLANDEN Ten kantore van de Hoge Raad Kazernestraat 52 's-gravenhage. Deze brief wordt aangetekend verzonden

STAAT DER NEDERLANDEN Ten kantore van de Hoge Raad Kazernestraat 52 's-gravenhage. Deze brief wordt aangetekend verzonden STAAT DER NEDERLANDEN Ten kantore van de Hoge Raad Kazernestraat 52 's-gravenhage Deze brief wordt aangetekend verzonden Betreft: schadeclaims op basis van onrechtmatige daden door diverse overheidsorganisaties

Nadere informatie

file://i:\derde-aangifte\2009-11-20-onbekende-griffier-rechtbank-assen.htm

file://i:\derde-aangifte\2009-11-20-onbekende-griffier-rechtbank-assen.htm Page 1 of 13 Home Voor het bouwen van het nieuwe gemeentehuis Coevorden stond de discotheek Lord Nelson in de weg en moest deze discotheek weg voor de ontsluitingsweg. Aan de onbekende griffier Rechtbank

Nadere informatie

Nationale Ombudsman T.a.v mw. mr J.E.W. van Gestel Postbus AC Den Haag. Hoorn, 3 mei Geachte mevrouw van Gestel,

Nationale Ombudsman T.a.v mw. mr J.E.W. van Gestel Postbus AC Den Haag. Hoorn, 3 mei Geachte mevrouw van Gestel, Nationale Ombudsman T.a.v mw. mr J.E.W. van Gestel Postbus 93122 2509 AC Den Haag Hoorn, 3 mei 2002 Geachte mevrouw van Gestel, Volgens afspraak met U is een drietal onderwerpen afgesproken waarop de klachtencommissie

Nadere informatie

Officier van Justitie Arrondissementsrechtbank Brinkstraat 4 9401 HZ Assen

Officier van Justitie Arrondissementsrechtbank Brinkstraat 4 9401 HZ Assen 1 Officier van Justitie Arrondissementsrechtbank Brinkstraat 4 9401 HZ Assen Betreft: aangifte van verkrachting van een discotheekbezoekster in Lord Nelson en aanklachten tegen de burgemeester van Coevorden,

Nadere informatie

de nationale ombudsman

de nationale ombudsman Postadres Postbus 93122 2509 AC Den Haag Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 151 2594 AG Den Haag Telefoon (070) 3 563 563 Telefax (070) 3 607 572 E-mail bureau@nationale.nl Doorkiesnummer (070) 3 563 672 JVG/wh

Nadere informatie

De president acht zich bevoegd, het verzoek ontvankelijk en is van oordeel dat verzoeker een spoedeisend belang heeft bij de gevraagde voorziening.

De president acht zich bevoegd, het verzoek ontvankelijk en is van oordeel dat verzoeker een spoedeisend belang heeft bij de gevraagde voorziening. ARRONDISSEMENTSRECHTBANK ASSEN Kenmerk 99 / 388 WET P07 G07 UITSPRAAK Beslissing van de president van de Arrondissementsrechtbank te Assen op de voet van het bepaalde in titel 3 van hoofdstuk 8 van de

Nadere informatie

OVER DE AANLEIDING VAN DE INVAL LIMBURG of niet bestaande RCID-INFORMATIE?

OVER DE AANLEIDING VAN DE INVAL LIMBURG of niet bestaande RCID-INFORMATIE? OVER DE AANLEIDING VAN DE INVAL LIMBURG of niet bestaande RCID-INFORMATIE? De politie zegt en schrijft dat de reden van de inval de RCID-informatie is (zie voor deze cliché hoofdstuk 8 IRT affaire). Het

Nadere informatie

P.M. Bruinooge Burgemeester en korpsbeheerder Regio Politie Noord-Holland Noord Postbus AA Alkmaar. Hoorn, 30 januari 2009,

P.M. Bruinooge Burgemeester en korpsbeheerder Regio Politie Noord-Holland Noord Postbus AA Alkmaar. Hoorn, 30 januari 2009, P.M. Bruinooge Burgemeester en korpsbeheerder Regio Politie Noord-Holland Noord Postbus 21 1899 AA Alkmaar Hoorn, 30 januari 2009, Deze brief wordt open verzonden en komt op de website van de soevereine

Nadere informatie

Advies van de klachtencommissie politie Drenthe, zoals bedoeld in artikel 5 van de klachtenregeling politie Drenthe (Hierna: de commissie).

Advies van de klachtencommissie politie Drenthe, zoals bedoeld in artikel 5 van de klachtenregeling politie Drenthe (Hierna: de commissie). , Advies van de klachtencommissie politie Drenthe, zoals bedoeld in artikel 5 van de klachtenregeling politie Drenthe (Hierna: de commissie). Zaak nummer 2001/03. Klacht van de heer F.J. Beukeveld, Weijerswold

Nadere informatie

Rapport. Datum: 22 augustus 2007 Rapportnummer: 2007/175

Rapport. Datum: 22 augustus 2007 Rapportnummer: 2007/175 Rapport Datum: 22 augustus 2007 Rapportnummer: 2007/175 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat ambtenaren van het regionale politiekorps Limburg-Noord: - niet hebben gereageerd op een melding van verzoekers

Nadere informatie

Rapport. Datum: 29 november 2007 Rapportnummer: 2007/279

Rapport. Datum: 29 november 2007 Rapportnummer: 2007/279 Rapport Datum: 29 november 2007 Rapportnummer: 2007/279 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de beheerder van het regionale politiekorps Drenthe verzoekers brieven van 6 december 2006, 29 december 2006

Nadere informatie

Klachtenregeling ongewenste intimiteiten openbaar

Klachtenregeling ongewenste intimiteiten openbaar Klachtenregeling ongewenste intimiteiten openbaar onderwijs Deze regeling is in werking getreden op 14-03-1995. Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam van

Nadere informatie

R. ter Beek Commissaris der Koningin van de provincie Drenthe Provincie Drenthe Westerbrink 1 Postbus AC Assen

R. ter Beek Commissaris der Koningin van de provincie Drenthe Provincie Drenthe Westerbrink 1 Postbus AC Assen R. ter Beek Commissaris der Koningin van de provincie Drenthe Provincie Drenthe Westerbrink 1 Postbus 122 9400 AC Assen Betreft: een zestal klachten tegen de burgemeester van Coevorden Coevorden, 23 augustus

Nadere informatie

Door mij HUIZENGA, HARM IZEBRAND Brigadier van politie Drenthe, district Zuid, rechercheur verdovende middelen wordt het volgende verklaard:

Door mij HUIZENGA, HARM IZEBRAND Brigadier van politie Drenthe, district Zuid, rechercheur verdovende middelen wordt het volgende verklaard: Politie Drenthe / WE COEVORDEN Dossiernummer: PL033A/99-104595 Proces-verbaal: Door mij HUIZENGA, HARM IZEBRAND Brigadier van politie Drenthe, district Zuid, rechercheur verdovende middelen wordt het volgende

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273

ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273 ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 31-03-2004 Datum publicatie 08-04-2004 Zaaknummer 06/060115-03 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Arrondissementsrechtbank Assen UITSPRAAK

Arrondissementsrechtbank Assen UITSPRAAK Arrondissementsrechtbank Assen :'~.r\\:1 "~ 1\\ /T.chtst enf,elvoudi2e f,amer v:)or "~e" u' "'~-~~;"':'=-I'I' ;';-~I. _I~.~_.,,- J'I,=- r,- -~ L_,-. I'Q n Kenmerk: 00 / 100 HOREC POg G03 é~'\ \ \ \ ()

Nadere informatie

Bezwaar tegen een beslissing van de gemeente. (versie 01/04/2013)

Bezwaar tegen een beslissing van de gemeente. (versie 01/04/2013) Bezwaar tegen een beslissing van de gemeente (versie 01/04/2013) Stel u vraagt een vergunning aan bij de gemeente en deze wordt geweigerd of uw buren hebben een vergunning gekregen voor het bouwen van

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over het College van procureurs-generaal te Den Haag. Datum: 25 februari 2014. Rapportnummer: 2014/010

Rapport. Rapport over een klacht over het College van procureurs-generaal te Den Haag. Datum: 25 februari 2014. Rapportnummer: 2014/010 Rapport Rapport over een klacht over het College van procureurs-generaal te Den Haag. Datum: 25 februari 2014 Rapportnummer: 2014/010 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het College van procureurs-generaal

Nadere informatie

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 26 maart 2013 in de zaak tegen: thans gedetineerd in de.

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 26 maart 2013 in de zaak tegen: thans gedetineerd in de. vonnis RECHTBANK NOORD-HOLLAND Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf Locatie Schiphol Meervoudige strafkamer Parketnummer: Uitspraakdatum: 8 april 2013 Tegenspraak Strafvonnis Dit vonnis is gewezen naar

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2005:AV1120

ECLI:NL:GHSHE:2005:AV1120 ECLI:NL:GHSHE:2005:AV1120 Instantie Datum uitspraak 27-09-2005 Datum publicatie 06-02-2006 Zaaknummer K05/0167 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch Strafrecht

Nadere informatie

Beleidsregel verblijfsontzeggingen Alkmaar De Burgemeester van de gemeente Alkmaar,

Beleidsregel verblijfsontzeggingen Alkmaar De Burgemeester van de gemeente Alkmaar, Beleidsregel verblijfsontzeggingen Alkmaar 2013 De Burgemeester van de gemeente Alkmaar, Gelezen het voorstel van team Openbare Orde en Veiligheid van 7 februari 2013 en na beraadslaging in de driehoek

Nadere informatie

Verordening klachtenbehandeling ongewenst gedrag gemeentepersoneel

Verordening klachtenbehandeling ongewenst gedrag gemeentepersoneel Verordening klachtenbehandeling ongewenst gedrag gemeentepersoneel No. 990716. De raad van de gemeente het Bildt; Gelezen het voorstel van het college van Burgemeester en wethouders; Overwegende dat het

Nadere informatie

Beoordeling. h2>klacht

Beoordeling. h2>klacht Rapport 2 h2>klacht Verzoekster klaagt erover dat een ambtenaar van het regionale politiekorps Limburg-Noord op 14 juli 2008 heeft geweigerd de aangifte van diefstal van haar kat op te nemen. Beoordeling

Nadere informatie

Rapport. Datum: 22 december 2006 Rapportnummer: 2006/388

Rapport. Datum: 22 december 2006 Rapportnummer: 2006/388 Rapport Datum: 22 december 2006 Rapportnummer: 2006/388 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de officier van justitie te Amsterdam een proces-verbaal waarin verzoeker als verdachte is aangemerkt heeft

Nadere informatie

Aanhouding en inverzekeringstelling

Aanhouding en inverzekeringstelling Aanhouding en inverzekeringstelling 1 U bent aangehouden en meegenomen naar het politiebureau. Wat zijn uw rechten? U wordt verdacht van een strafbaar feit. De Rechercheur Opsporing van de Inspectie SZW

Nadere informatie

Mr dr J.P. Balkenende Minister-president Ministerie van Algemene Zaken Postbus 20001 2500 EA Den Haag Faxnummer 0031 70 3564683

Mr dr J.P. Balkenende Minister-president Ministerie van Algemene Zaken Postbus 20001 2500 EA Den Haag Faxnummer 0031 70 3564683 Mr dr J.P. Balkenende Minister-president Ministerie van Algemene Zaken Postbus 20001 2500 EA Den Haag Faxnummer 0031 70 3564683 Betreft: politiek spel én machtsmisbruik Hoorn, 2 oktober 2006 Geachte minister

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2005:AU3810

ECLI:NL:RBZUT:2005:AU3810 ECLI:NL:RBZUT:2005:AU3810 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 05-10-2005 Datum publicatie 05-10-2005 Zaaknummer 06-0604540-04 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499

ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499 ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 25-09-2007 Datum publicatie 28-09-2007 Zaaknummer 06/580261-07 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Onderzoek door het Openbaar Ministerie Informatiefolder voor de medewerker

Onderzoek door het Openbaar Ministerie Informatiefolder voor de medewerker Informatie folder Onderzoek door het Openbaar Ministerie Informatiefolder voor de medewerker Pagina 2 van 16 Onderzoek door het Openbaar Ministerie Informatiefolder voor de medewerker Landelijke versie,

Nadere informatie

Rapport naar aanleiding van een klacht over de politie-eenheid Den Haag. Publicatiedatum 9 september 2014 Rapportnummer 2014/098

Rapport naar aanleiding van een klacht over de politie-eenheid Den Haag. Publicatiedatum 9 september 2014 Rapportnummer 2014/098 Rapport Rapport naar aanleiding van een klacht over de politie-eenheid Den Haag. Publicatiedatum 9 september 2014 Rapportnummer 2014/098 2014/098 de Nationale ombudsman 1/5 Gerard* is eigenaar van een

Nadere informatie

Reglement van orde van het College van Beroep voor de examens

Reglement van orde van het College van Beroep voor de examens Reglement van orde van het College van Beroep voor de examens Artikel 1 - Begripsbepalingen In dit reglement wordt verstaan onder: a. de wet: de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek

Nadere informatie

Amsterdam, 21 februari 2012. Zeer geachte mevrouw / meneer, Betreft: aanvulling gronden procedure 201200863/1/A1

Amsterdam, 21 februari 2012. Zeer geachte mevrouw / meneer, Betreft: aanvulling gronden procedure 201200863/1/A1 120221 Drs Ing. H. Chr. Bremer Aan: Raad van State Hemonystraat 20-3 Voorzitter afdeling Bestuursrechtspraak 1074BP Amsterdam Postbus 20019 tel: 020-6719453 2500 EA Den Haag HansBremer@zonnet.nl Bezorgd

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over het Openbaar Ministerie te Den Haag. Datum: Rapportnummer: 2013/044

Rapport. Rapport over een klacht over het Openbaar Ministerie te Den Haag. Datum: Rapportnummer: 2013/044 Rapport Rapport over een klacht over het Openbaar Ministerie te Den Haag. Datum: Rapportnummer: 2013/044 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de officier van justitie van het arrondissementsparket te Den

Nadere informatie

Rapport. Datum: 3 juni 1998 Rapportnummer: 1998/207

Rapport. Datum: 3 juni 1998 Rapportnummer: 1998/207 Rapport Datum: 3 juni 1998 Rapportnummer: 1998/207 2 Klacht Op 26 maart 1996 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van mevrouw M. te Oldenzaal met een klacht over een gedraging van het regionale

Nadere informatie

Rapport. Datum: 18 mei 2004 Rapportnummer: 2004/180

Rapport. Datum: 18 mei 2004 Rapportnummer: 2004/180 Rapport Datum: 18 mei 2004 Rapportnummer: 2004/180 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het regionale politiekorps Haaglanden geen nader onderzoek heeft ingesteld naar aanleiding van zijn aangiften van

Nadere informatie

Als uw kind in aanraking komt met de politie

Als uw kind in aanraking komt met de politie Als uw kind in aanraking komt met de politie Inhoud 3 > Als uw kind in aanraking komt met de politie 4 > De Raad voor de Kinderbescherming 6 > Het traject in jeugdstrafzaken 7 > Officier van justitie en

Nadere informatie

Gemeente Bergeijk - Mandaatbesluit gebiedsontzegging 2018

Gemeente Bergeijk - Mandaatbesluit gebiedsontzegging 2018 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Bergeijk Nr. 279816 24 december 2018 Gemeente Bergeijk - Mandaatbesluit gebiedsontzegging 2018 De burgemeester van Bergeijk, Besluit: De ambtenaar van de

Nadere informatie

b e z w a a r m a k e n

b e z w a a r m a k e n bezwaar maken In de gemeente Westland worden voortdurend besluiten genomen. Deze besluiten kunnen gevolgen hebben voor uw woon- en leefsituatie. Daarom is het in de wet geregeld dat u bezwaar kunt maken

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNNE:2015:6277

ECLI:NL:RBNNE:2015:6277 ECLI:NL:RBNNE:2015:6277 Instantie Datum uitspraak 13-11-2015 Datum publicatie 17-03-2016 Zaaknummer 18.720178-14 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Noord-Nederland Strafrecht

Nadere informatie

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over het Openbaar Ministerie te Den Haag. Datum: 7 juli 2015 Rapportnummer: 2015/109

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over het Openbaar Ministerie te Den Haag. Datum: 7 juli 2015 Rapportnummer: 2015/109 Rapport Rapport naar aanleiding van een klacht over het Openbaar Ministerie te Den Haag. Datum: 7 juli 2015 Rapportnummer: 2015/109 2 Aanleiding Verzoekster is advocaat en haar cliënt stelt dat hij op

Nadere informatie

Rapport. Datum: 21 december 1998 Rapportnummer: 1998/570

Rapport. Datum: 21 december 1998 Rapportnummer: 1998/570 Rapport Datum: 21 december 1998 Rapportnummer: 1998/570 2 Klacht Op 24 oktober 1997 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer S. te Arnhem, met een klacht over een gedraging van het

Nadere informatie

Rapport. Datum: 29 november 2001 Rapportnummer: 2001/374

Rapport. Datum: 29 november 2001 Rapportnummer: 2001/374 Rapport Datum: 29 november 2001 Rapportnummer: 2001/374 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het regionale politiekorps Limburg-Noord onvoldoende onderzoek heeft verricht naar aanleiding van zijn aangifte

Nadere informatie

BEANTWOORDING SCHRIFTELIJKE VRAGEN van het raadslid mw. I. M. Gyömörei

BEANTWOORDING SCHRIFTELIJKE VRAGEN van het raadslid mw. I. M. Gyömörei Gemeente Den Haag BEANTWOORDING SCHRIFTELIJKE VRAGEN van het raadslid mw. I. M. Gyömörei sv 14 RIS 083912 Corr. nr. 2001/147/BSD Den Haag, 20 februari 2001 Aanhoudingen bij gekraakte leegstaande panden

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2016:2558

ECLI:NL:RBGEL:2016:2558 ECLI:NL:RBGEL:2016:2558 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 12-05-2016 Datum publicatie 19-05-2016 Zaaknummer AWB - 15 _ 7447 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over het regionale politiekorps Zaanstreek-Waterland, thans regionale politie-eenheid Noord-Holland.

Rapport. Rapport over een klacht over het regionale politiekorps Zaanstreek-Waterland, thans regionale politie-eenheid Noord-Holland. Rapport Rapport over een klacht over het regionale politiekorps Zaanstreek-Waterland, thans regionale politie-eenheid Noord-Holland. Datum: 25 februari 2014 Rapportnummer: 2014/009 2 Klacht Verzoekster

Nadere informatie

Parketnummer: /19 Uitspraak: 8 april 2019 Tegenspraak

Parketnummer: /19 Uitspraak: 8 april 2019 Tegenspraak vonnis GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO Parketnummer: 500.00067/19 Uitspraak: 8 april 2019 Tegenspraak Vonnis van dit Gerecht in de strafzaak tegen de verdachte: N. S., geboren op te Aruba, wonende

Nadere informatie

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Sector Aan de voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2012:BW6565

ECLI:NL:CRVB:2012:BW6565 ECLI:NL:CRVB:2012:BW6565 Instantie Datum uitspraak 22-05-2012 Datum publicatie 29-05-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 10-1542 WWB + 10-1557

Nadere informatie

Rapport. Datum: 15 december 2008 Rapportnummer: 2008/297

Rapport. Datum: 15 december 2008 Rapportnummer: 2008/297 Rapport Datum: 15 december 2008 Rapportnummer: 2008/297 2 Klacht Verzoeker is op 8 november 2006 door de politie aangehouden wegens stalking van zijn ex-echtgenote. In dit verband klaagt verzoeker erover

Nadere informatie

Rapport. Datum: 10 maart 2006 Rapportnummer: 2006/085

Rapport. Datum: 10 maart 2006 Rapportnummer: 2006/085 Rapport Datum: 10 maart 2006 Rapportnummer: 2006/085 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat een ambtenaar van het regionale politiekorps Gelderland-Midden hem na zijn aanhouding op 24 december 2003 in verband

Nadere informatie

Rapport. Datum: 15 september 2005 Rapportnummer: 2005/267

Rapport. Datum: 15 september 2005 Rapportnummer: 2005/267 Rapport Datum: 15 september 2005 Rapportnummer: 2005/267 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat ambtenaren van het regionale politiekorps Midden- en West-Brabant op 23 mei 2004 niet naar het ziekenhuis waar

Nadere informatie

Zoekresultaat - inzien document. ECLI:NL:RBOBR:2015:5776 Permanente link: Uitspraak. Rechtbank Oost-Brabant

Zoekresultaat - inzien document. ECLI:NL:RBOBR:2015:5776 Permanente link: Uitspraak. Rechtbank Oost-Brabant Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:RBOBR:2015:5776 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ec Instantie Datum uitspraak 07-10-2015 Datum publicatie 07-10-2015 Rechtbank Oost-Brabant

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2017:2714

ECLI:NL:RBAMS:2017:2714 ECLI:NL:RBAMS:2017:2714 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 25-04-2017 Datum publicatie 01-05-2017 Zaaknummer RK 16/7321 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Rekestprocedure

Nadere informatie

Verordening Bezwarenprocedure Personele Aangelegenheden

Verordening Bezwarenprocedure Personele Aangelegenheden Verordening Bezwarenprocedure Personele Aangelegenheden Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten door Deze versie is geldig tot

Nadere informatie

ONDERZOEK OP DE TERECHTZITTING Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 15 oktober 2015.

ONDERZOEK OP DE TERECHTZITTING Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 15 oktober 2015. ECLI:NL:RBROT:2015:7773 Instantie: Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak: 29-10-2015 Datum publicatie: 02-11-2015 Zaaknummer: 11/870399-12.ov Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg

Nadere informatie

Handboek PROCES VERBAAL 2018

Handboek PROCES VERBAAL 2018 Handboek PROCES VERBAAL 2018 Domein 1 Openbare Ruimte Met voorbeeld processen verbaal, uitleg en tips over diverse formuleringen aangaande overtredingen van de APV, Wetboek van Strafrecht en bijzondere

Nadere informatie

Uitspraak GERECHTSHOF AMSTERDAM MEERVOUDIGE FAMILIEKAMER. BESCHIKKING van 20 december 2011 in de zaak met zaaknummer

Uitspraak GERECHTSHOF AMSTERDAM MEERVOUDIGE FAMILIEKAMER. BESCHIKKING van 20 december 2011 in de zaak met zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2011:BV6082 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 20-12-2011 Datum publicatie 16-02-2012 Zaaknummer 200.089.788-01 Rechtsgebieden Personen- en familierecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

TOEZICHT OPSPORING. Jan Willem van Veenendaal MEC.

TOEZICHT OPSPORING. Jan Willem van Veenendaal MEC. TOEZICHT EN/OF OPSPORING Jan Willem van Veenendaal MEC. Rechtshandhavingsystemen Onderwerpen: Iets over Bestuursrechtelijke bevoegdheden De sfeerovergang Iets over Strafrechtelijke bevoegdheden Toezicht

Nadere informatie

Rapport. Datum: 20 april 2006 Rapportnummer: 2006/152

Rapport. Datum: 20 april 2006 Rapportnummer: 2006/152 Rapport Datum: 20 april 2006 Rapportnummer: 2006/152 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de beheerder van het regionale politiekorps Zeeland zijn verzoek om vergoeding van schade, die is ontstaan bij

Nadere informatie

Zie onder bevindingen of volledige tekst voor de volledige tekst van het rapport.

Zie onder bevindingen of volledige tekst voor de volledige tekst van het rapport. Rapport 2 h2>klacht Beoordeling Conclusie Onderzoek Bevindingen Klacht Verzoeker klaagt erover dat de politie Amsterdam-Amstelland op 20 maart 2007 ter aanhouding van een huisgenoot rond middernacht, zonder

Nadere informatie

ECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377

ECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377 ECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 15-04-2011 Datum publicatie 15-04-2011 Zaaknummer 19.605555-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Voorts klaagt verzoeker erover dat deze politieambtenaren hem ongepaste vragen hebben gesteld.

Voorts klaagt verzoeker erover dat deze politieambtenaren hem ongepaste vragen hebben gesteld. Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt erover dat hij zonder gegronde reden in de nacht van 1 op 2 april 2009 is staande gehouden door ambtenaren van het regionale politiekorps Kennemerland. Voorts klaagt

Nadere informatie

Strafrechtelijke reactie Vraag en antwoord

Strafrechtelijke reactie Vraag en antwoord Strafrechtelijke reactie Vraag en antwoord De Leerplichtwet Ieder kind heeft recht op onderwijs. Het biedt hen de kans om hun eigen mogelijkheden te ontdekken, te ontwikkelen en te gebruiken. Een goede

Nadere informatie

opleiding BOA Wetgeving adhv eindtermen

opleiding BOA Wetgeving adhv eindtermen In de eindtermen (juni 2005) voor de opleiding BOA wordt verwezen naar een aantal artikelen van wetten. Deze wetten zijn: de Algemene wet op het Binnentreden (Awob) Besluit Buitengewoon Opsporingsambtenaar

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2018 2019 35 175 Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering tot intrekking van de verplichting om elektronisch te procederen bij de rechtbanken

Nadere informatie

Ik hoop dat U een beslissing neemt waar Uzelf met een goed gevoel aan kan terug denken.

Ik hoop dat U een beslissing neemt waar Uzelf met een goed gevoel aan kan terug denken. H.C. Klomp Apartado 216 03650 PINOSO ALICANTE SPANJE Aan de Minister van Veiligheid en Justitie Mr. I.W. Opstelten Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG HOLANDA Pinoso, 22 oktober 2012. Uw Kenmerk: 300782/12/IL

Nadere informatie

Samenvatting van de aanleiding, het verloop, de resultaten en de besluitvorming in het Rolodex-onderzoek

Samenvatting van de aanleiding, het verloop, de resultaten en de besluitvorming in het Rolodex-onderzoek 23 december 2013 PaG/BiZJ45022 8IJLAGE 1 Samenvatting van de aanleiding, het verloop, de resultaten en de besluitvorming in het Rolodex-onderzoek Het Rolodex-onderzoek komt voort uit een ander strafrechtelijk

Nadere informatie

BELEIDSREGELS GEBIEDSONTZEGGINGEN GEMEENTE HARDINXVELD-GIESSENDAM

BELEIDSREGELS GEBIEDSONTZEGGINGEN GEMEENTE HARDINXVELD-GIESSENDAM gemeente Hardinxveld-Giessendam BELEIDSREGELS GEBIEDSONTZEGGINGEN GEMEENTE HARDINXVELD-GIESSENDAM Zaaknr. 052317737 De burgemeester van de gemeente Hardinxveld-Giessendam; overwegende dat: de gebiedsontzegging

Nadere informatie

Rapport. Datum: 12 oktober 1998 Rapportnummer: 1998/445

Rapport. Datum: 12 oktober 1998 Rapportnummer: 1998/445 Rapport Datum: 12 oktober 1998 Rapportnummer: 1998/445 2 Klacht Op 5 december 1997 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer H. te Arnhem, ingediend door de heer F. te Doorwerth, met

Nadere informatie

Protocol klachtenbehandeling seksistisch gedrag ongewenste intimiteiten

Protocol klachtenbehandeling seksistisch gedrag ongewenste intimiteiten Protocol klachtenbehandeling seksistisch gedrag ongewenste intimiteiten cq Auteur : GRA Datum goedkeuring mr : 23 jan 2012 datum in werking : 17 mrt 2009 Artikel 1 Begripsbepalingen Dit reglement verstaat

Nadere informatie

de Rechtspraak Rechtbank Den Haag PER FAX Over het beroep met zaaknummer SGR 13/9215 BESLU V258 deel ik u het volgende mee.

de Rechtspraak Rechtbank Den Haag PER FAX Over het beroep met zaaknummer SGR 13/9215 BESLU V258 deel ik u het volgende mee. de Rechtspraak Rechtbank Den Haag ^'AANTEKENEN ] PER POST PER FAX Bestuursrecht De heer ir. Hagen Leeuwenberg 2 2635 GD Den Hoom bezoekadres Prins Clauslaan 60 2595 AJ Den Haag datum onderdeel contactpersoon

Nadere informatie

U wordt verdacht. Inhoud

U wordt verdacht. Inhoud Inhoud Deze brochure 3 Aanhouding en verhoor 3 Inverzekeringstelling 3 Uw advocaat 4 De reclassering 5 Verlenging van de inverzekeringstelling of niet 5 Beperkingen en rechten 5 Voorgeleiding bij de officier

Nadere informatie

Rapport. Datum: 30 september 2005 Rapportnummer: 2005/302

Rapport. Datum: 30 september 2005 Rapportnummer: 2005/302 Rapport Datum: 30 september 2005 Rapportnummer: 2005/302 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de korpschef van het regionale politiekorps Haaglanden in zijn brief van 31 januari 2005 niet inhoudelijk is

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2017:5840

ECLI:NL:RBDHA:2017:5840 ECLI:NL:RBDHA:2017:5840 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 01-06-2017 Datum publicatie 01-06-2017 Zaaknummer 09/852030-17 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Rapport. Datum: 15 juni 2004 Rapportnummer: 2004/222

Rapport. Datum: 15 juni 2004 Rapportnummer: 2004/222 Rapport Datum: 15 juni 2004 Rapportnummer: 2004/222 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de officier van justitie te Maastricht geen uitvoering heeft gegeven aan de door het gerechtshof te 's-hertogenbosch

Nadere informatie

Klachtenregeling De Berkenschutse

Klachtenregeling De Berkenschutse Klachtenregeling De Berkenschutse Het bevoegd gezag van de Stichting Kempenhaeghe (inz. De Berkenschutse) gelet op de bepalingen van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de

Nadere informatie

Hoofdstuk 3.0 Wat is een democratische rechtsstaat?

Hoofdstuk 3.0 Wat is een democratische rechtsstaat? Scheiding der machten De rechters zijn gescheiden www.rechtvoorjou.nl Hoofdstuk 3.0 Wat is een democratische rechtsstaat? Maak de volgende oefeningen met behulp van de informatie op de website*. Naam Leerling:...Klas:...

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2014:381. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:2556, Gevolgd

ECLI:NL:HR:2014:381. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:2556, Gevolgd ECLI:NL:HR:2014:381 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 18-02-2014 Datum publicatie 19-02-2014 Zaaknummer 13/02084 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:2556,

Nadere informatie

Rapport. Datum: 15 mei 1998 Rapportnummer: 1998/177

Rapport. Datum: 15 mei 1998 Rapportnummer: 1998/177 Rapport Datum: 15 mei 1998 Rapportnummer: 1998/177 2 Klacht Op 23 december 1996 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van mevrouw Pr. te Rotterdam, ingediend door de heer mr. R., advocaat te

Nadere informatie

De raad, het college en de burgemeester van de gemeente Roermond,

De raad, het college en de burgemeester van de gemeente Roermond, GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Roermond Nr. 232396 29 december 2017 Verordening behandeling bezwaarschriften Roermond 2018 De raad, het college en de burgemeester van de gemeente Roermond,

Nadere informatie

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Sector Aan de voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag

Nadere informatie

Uw kenmerk : WOB zitting 2 december 2015-verdaagd naar Ons kenmerk : d.d. 9 november 2015 Onderwerp : openbaarmaking BIZ rapport

Uw kenmerk : WOB zitting 2 december 2015-verdaagd naar Ons kenmerk : d.d. 9 november 2015 Onderwerp : openbaarmaking BIZ rapport Uw kenmerk : WOB zitting 2 december 2015-verdaagd naar 07-01-2016 Ons kenmerk : 090712.05 d.d. 9 november 2015 Onderwerp : openbaarmaking BIZ rapport 25 augustus 2004 Bijlagen : 7 (zeven) RAPPORT Door

Nadere informatie

Rapport. Datum: 6 juni Rapportnummer: 2013/064

Rapport. Datum: 6 juni Rapportnummer: 2013/064 Rapport Rapport over een klacht over de korpsbeheerder van het regionale politiekorps Amsterdam-Amstelland (thans de politiechef van de regionale eenheid Amsterdam te Amsterdam). Datum: 6 juni 2013 Rapportnummer:

Nadere informatie

VERORDENING bezwaarschriften 2011

VERORDENING bezwaarschriften 2011 VERORDENING bezwaarschriften 2011 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Lelystad Officiële naam regeling VERORDENING bezwaarschriften 2011 Citeertitel Verordening

Nadere informatie

Ervaringen Voorbeeld jouw ervaring delen? formulier

Ervaringen Voorbeeld jouw ervaring delen? formulier Ervaringen Voorbeeld jouw ervaring delen? formulier Vraag 1 Hoe heb je zielsliefde ontdekt, en ontdekte je zielsliefde het ook op dat moment? Ik ontmoette haar op mijn werk in de rookruimte. We konden

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 421 Wet van 9 oktober 2008, houdende regels strekkende tot het opleggen van een tijdelijk huisverbod aan personen van wie een ernstige dreiging

Nadere informatie

Rapport. Datum: 29 december 1998 Rapportnummer: 1998/585

Rapport. Datum: 29 december 1998 Rapportnummer: 1998/585 Rapport Datum: 29 december 1998 Rapportnummer: 1998/585 2 Klacht Op 30 december 1997 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer B. te Venlo, met een klacht over een gedraging van het

Nadere informatie

HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN. Artikel 1

HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN. Artikel 1 DECREET van 15 september 1981, houdende vaststelling van regelen inzake het verlenen van vergunningen voor het uitoefenen van enig bedrijf of beroep (Decreet Vergunningen Bedrijven en Beroepen) (S.B. 1981

Nadere informatie

Als er sprake is van een incident op heterdaad (tijdens of kort na plegen) en het gaat om een mishandeling of een bedreiging met mishandeling:

Als er sprake is van een incident op heterdaad (tijdens of kort na plegen) en het gaat om een mishandeling of een bedreiging met mishandeling: 1-2-3 Aangiftewijzer Geweld, bedreiging en belediging tegen de gerechtsdeurwaarder Soms heeft de gerechtsdeurwaarder te maken met agressie en geweld. Helaas worden strafbare feiten niet altijd en automatisch

Nadere informatie

Een onderzoek naar een klacht over de afwikkeling van in beslag genomen voorwerpen.

Een onderzoek naar een klacht over de afwikkeling van in beslag genomen voorwerpen. Rapport Een onderzoek naar een klacht over de afwikkeling van in beslag genomen voorwerpen. Oordeel Op basis van het onderzoek vindt de klacht over de regionale politie-eenheid Oost-Brabant en het parket

Nadere informatie

Beleidsregels Wet bibob Bloemendaal 2008

Beleidsregels Wet bibob Bloemendaal 2008 Corsanummer: 2008013733 Beleidsregels Wet bibob Bloemendaal 2008 Gemeente Bloemendaal Telefoon: 023 5225 565 E-mail: gemeente@bloemendaal.nl Internet: www.bloemendaal.nl Bezoekadres: Bloemendaalseweg 158

Nadere informatie