Prevalentie van monogene aandoeningen bij paarden in Vlaanderen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Prevalentie van monogene aandoeningen bij paarden in Vlaanderen"

Transcriptie

1 Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen Academiejaar Prevalentie van monogene aandoeningen bij paarden in Vlaanderen Lieselot Van Cauter Lieselot Van Cauter Promotoren: Frank Coopman Promotor: Frank Bart Coopman Vande Vyvere Tutor: Tutors: Elien Verelst Elien Verelst Maxime Baert Masterproef voorgedragen tot het behalen van de graad van Master of Science in de biowetenschappen: land- en tuinbouwkunde

2

3 Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen Academiejaar Prevalentie van monogene aandoeningen bij paarden in Vlaanderen Lieselot Van Cauter Promotoren: Frank Coopman Tutors: Bart Vande Vyvere Elien Verelst Maxime Baert Masterproef voorgedragen tot het behalen van de graad van Master of Science in de biowetenschappen: land- en tuinbouwkunde

4 CONFIDENTIALITEIT BELANGRIJK GELIEVE DIT EERST TE LEZEN De auteur en de promotor geven de toelating deze scriptie voor consultatie beschikbaar te stellen en delen van de scriptie te kopiëren voor persoonlijk gebruik. Elk ander gebruik valt onder de beperkingen van het auteursrecht, in het bijzonder met betrekking tot de verplichting de bron uitdrukkelijk te vermelden bij het aanhalen van resultaten uit deze scriptie. CONFIDENTIALITY NOTICE IMPORTANT PLEASE READ FIRST The author and the promoter give the permission to use this thesis for consultation and to copy parts of it for personal use. Every other use is subject to the copyright laws, more specifically the source must be extensively specified when using the results from this thesis.

5 Woord vooraf De masterproef is de laatste opdracht waarmee je je opleiding afsluit. Daarom was het voor mij heel belangrijk een goede keuze te maken over het onderwerp. In mijn opleiding Master of Science in de biowetenschappen afstudeerrichting plantaardige en dierlijke productie, koos ik voor de keuzemodule dierenmanagement. Deze keuze en mijn grote interesse voor de genetica en de paardenfokkerij maakten mijn onderwerpskeuze gemakkelijk. Het onderwerp Prevalentie van monogene aandoeningen bij paarden sluit aan bij al mijn interesses. Het was voor mij zeer belangrijk een juiste onderwerpskeuze te maken zodat deze masterproef op een gemotiveerde manier tot één coherent geheel tot stand komt. Deze masterproef heeft me verschillende vaardigheden bijgebracht: literatuur verwerken, labo technieken en resultaten statistisch verwerken. Dit had ik niet kunnen verwezenlijken zonder de hulp van vele mensen. Al word je niet vernoemd, weet dat je hebt geholpen en dat dat in dank aanvaard is. Allereerst wil ik mijn promotoren bedanken, prof. dr. Frank Coopman voor het interessante onderwerp, de begeleiding en ondersteuning en het deskundig advies doorheen het voorbije jaar. Alsook wil ik dr. Bart Vande Vyvere bedanken voor de begeleiding tijdens het praktische werk en het verzamelen van de stalen. Daarnaast bedank ik graag mijn tutors Elien Verelst en Maxime Baert voor de begeleiding en steun bij het aanvullen van de databank en het labowerk. Alsook voor het klaar staan voor het verschaffen van advies. Graag wil ik ook alle maneges, paardeneigenaars, fokkerijen en stallen bedanken voor de bereidwillige medewerking en het verstrekken van de nodige gegevens, evenals de tijd en het geduld nodig om de stalen te verzamelen. Daarom een welgemeende dankjewel aan alle meewerkende partners. Als laatste wil ik mijn ouders en vriend bedanken voor de hulp bij het praktische werk, het nalezen, de inspiratie en de steun doorheen mijn masterproef. Uitzonderlijke dank aan mijn ouders voor het geven van de kans om deze opleiding te kunnen volgen. Bedankt iedereen! Deze masterproef kwam tot stand dankzij jullie. Lieselot Van Cauter

6 Samenvatting Paardeneigenaars zijn zich vaak niet bewust van de genetische aandoeningen aanwezig bij de verschillende paardenrassen. Het doel van deze masterproef is de prevalentie van monogene aandoeningen in kaart te brengen. Daarnaast wordt gekeken in hoeverre een genetische, ras overschrijdende, all-in combinatietest voor het paard een meerwaarde kan zijn voor de paardenfokker en de praktijkdierenarts. Om zo het verspreiden van genetische aandoeningen tegen te gaan. In de literatuurstudie worden de overerfbare aandoeningen Hyperkaelemic periodic paralysis en Junctional epidermolysis bullosa besproken. Daarnaast wordt kort ingegaan op de overerfbaarheid van de gangen. De nadruk ligt in deze masterproef op het praktijkwerk. Er werden van 100 paarden informatie en swabs verzameld. De informatie verkregen uit het praktijkwerk werd vergeleken met de resultaten van masterstudente Elynn Thys en de Akela databank. De swabs werden opgestuurd naar het dr. Van Haeringen Labo (VHL), waar ze getest werden op 31 genetische kenmerken. De resultaten verkregen van VHL werden besproken en vergeleken met de resultaten van masterstudente Elynn Thys en met de databank van VHL. De eigen databank toont grote gelijkenissen met de databank van Elynn Thys, de Akela databank en de VHL databank. Hieruit kan men besluiten dat de eigen databank een representatieve weergave is van de paardenpopulatie in Vlaanderen. Doorheen de verwerking van de resultaten kwam het vermoeden dat er verschillende andere mutaties en genen meespelen in de vachtkleur van het paard. Er werden verschillende discordanties gevonden tussen het genotype en het waargenomen fenotype. Voor paardenfokkers kan men concluderen dat het aanbieden van de reeds ontwikkelde combitest nuttig is. Enerzijds is het belangrijk indien men een veulen wil met een bepaald fenotype. Dan kan men best de ouders testen of ze drager zijn van het kenmerk. Anderzijds is het nuttig in het ras aanwezige overerfbare aandoeningen te testen, zodat men geen dragers combineert waarbij er 25% kans is op een lijder. Men moet echter rekening houden met het slagingspercentage. Voor bepaalde testen kan dit tegenvallen. Het gemiddeld slagingspercentage van de combitest bedraagt meer dan 90%, maar een slagingspercentage op individueel niveau dat lager is dan 50% is mogelijk. Sleutelwoorden: Hyperkaelemic periodic paralysis Junctional epidermolysis bullosa gangen genetische testen VHL

7 Abstract Horse owners and breeders are often unaware of the different heritable traits and disorders present at various horse breeds. Hyperkaelemic periodic paralysis, junctional epidermolysis bullosa and gaitedness are examples of such disorders and traits. As it was the aim of this master dissertation to validate a combi package of genetic tests, information and swabs were collected from 100 horses in Flanders. The swabs were sent to the dr. Van Haeringen Laboratory (VHL), where they were tested for 31 genetic markers. Although swabs are reliable source of sufficient DNA for genetic testing with a success rate of more than 90 % in average, some individual horses have low to no information on their genotype. The obtained information and results were compared with the results of MSc student Elynn Thys, the Akela database and the VHL database. As the results were comparable all over the different databases, one can conclude that these private databases are a reliable representation of the phenotypical and genetic variation in the horse population in Flanders. Several discrepancies between the genotype and the observed colour were found, so we assume many more mutations and genes that determine the coat colour of the horse still have to be discovered. One can conclude that the combi-test is a useful breedingtool to breed for a particular colour phenotype and to test for the presence of inherited diseases, in order to avoid the combination of two carriers which will produce diseased offspring. Key words: Hyperkaelemic periodic paralysis Junctional epidermolysis bullosa gaitedness genetic testing VHL

8 Inhoudsopgave Woord vooraf... 5 Samenvatting... 6 Abstract... 7 Inhoudsopgave... 1 Lijst met gebruikte afkortingen... 5 Lijst met Figuren... 6 Lijst met Tabellen... 7 Inleiding... 8 Literatuurstudie Paardenrassen in Vlaanderen Erkende paardenrassen in Vlaanderen...10 Het Belgisch Warmpbloedpaard...11 Het Arabisch Volbloedpaard...12 De Haflinger...12 De Welsh rassen...12 De New-Forest pony...13 De Shetland pony...13 De Ijslander...13 De Lipizzaner...13 De Highland Pony...14 De Zangersheide...14 Het Miniatuurpaard...14 Het Belgisch Trekpaard...14 Het Vlaams Paard...14 De Boulonnais...15 Het Merens paard...15 Het Arabo-Friese Paard...15 Het Friese Paard

9 De American Quarter Horse...15 De Irish Cob...16 De Tinker...16 De Engelse Volbloed en Belgische draver...16 De Fjord...17 De Ezels Overige paardenrassen in Vlaanderen...17 Het Stamboek Belgisch Sportpaard...17 Het Koninklijk Warmbloedpaard Nederland...17 De Hannoveraan...18 De Andalusiër...18 De Lusitano...18 Het Nederlands Rijpaarden en pony stamboek...18 De Oldenburger...18 De Selle Français...19 De Fell pony...19 De Franse draver...19 De Paint en de Pinto Erfelijke aandoeningen Inleiding Hyperkalemic Periodic Paralysis...20 Inleiding...20 Prikkeloverdracht...21 Pathogenese...22 Klinische Symptomen...23 Voeder...24 Inspanningstolerantie Junctional Epidermolysis Bullosa (JEB)...27 Inleiding

10 Laminine Pathogenese...30 Klinische Symptomen De 5 gangen Algemeen Gait keeper mutatie in DMRT Materiaal en Methoden Inleiding Speeksel verzamelen SWAB Databank DNA-extractie Materiaal Methode...36 DNA extractie...36 DNA concentratie bepalen Aanvraag genetische testen Statistische Analyse...37 Resultaten en Bespreking DNA extractie Beschrijvende statistiek Eigen databank...38 Ras...38 Geslacht...39 Leeftijd...40 Vachtkleur...40 Stamboek en Chipnummer...41 Voorkomende aandoeningen...41 VHL testen Akela databank

11 Ras...52 Geslacht...52 Leeftijd...53 Vachtkleur...53 Stamboom en Chipnummer Vergelijking databanken (fenotype) Vergelijking databanken (genotype)...56 Conclusie...62 Literatuurlijst...64 Bijlage

12 Lijst met gebruikte afkortingen AIS BRp CA Kb BWP GBED HERDA HW evenwicht HYPP JEB KWPN LFS MH NRPS SCID sbs SF SNP VHL Androgen Insensitivity Syndrome Belgische rijpony Cerebellaire Abiotrofie kilo baseparen Belgisch warmbloedpaard Glycogen Branching Enzyme Deficiency Hereditary equine regional dermal asthenia Hardy-Weinberg evenwicht hyperkalemic periodic paralysis junctional epidermolysis bullosa Koninklijk warmbloedpaard Nederland Lavender Foal Syndrome Maligne Hyperthermie Nederlands rijpaarden en -pony stamboek Severe Combined Immuno Deficiency stamboek Belgisch sportpaard Selle Français single nucleotide polymorphism dr. Van Haeringen Labo 5

13 Lijst met Figuren Figuur 1 Na + -K - ATPase pomp (Statham, 2014)...21 Figuur 2 Paard met HYPP, onvermogen om op te staan (FoundationHorses, 2016)...23 Figuur 3 Structuur van de huid (ADAM, 2016)...28 Figuur 4 Structuur van het basaal membraan (Mancini & Lawley, 2015)...28 Figuur 5 Structuur molecule van laminine-5 (Schneider, Mühle, & Pacho, 2006)...28 Figuur 6 Functie van laminine-5 (Schneider et al., 2006)...29 Figuur 7 klinische symptomen JEB (Church, 2014)...30 Figuur 8 Draf (GeoCities, 2014)...31 Figuur 9 Galop (GeoCities, 2014)...31 Figuur 10 Stap (GeoCities 2014)...31 Figuur 11 de tölt van het Ijslandse paard (Andersson et al. 2012)...31 Figuur 12 de telgang van het Ijslandse paard (Andersson et al., 2012)...31 Figuur 13 Akela 2271 (Elly)...45 Figuur 14 Akela 2236 (Azara)...45 Figuur 15 Akela 2245 (Debby)...46 Figuur 16 Akela 2246 (Beauty)...46 Figuur 17 Akela 2234 (Iluna)...47 Figuur 18 Akela 2202 (Lineke)

14 Lijst met Tabellen Tabel 1 Erkende paardenstamboeken in Vlaanderen (Vlaams Paardenloket, 2015)...10 Tabel 2 Overige rassen in Vlaanderen...17 Tabel 3 Paardenrassen voorkomend in eigen databank...39 Tabel 4 Frequentietabel geslacht eigen databank...39 Tabel 5 Frequentietabel geboortejaar en leeftijd eigen databank...40 Tabel 6 Frequentietabel vachtkleur eigen databank...40 Tabel 7 Frequentietabel stamboek en chipnummer eigen databank...41 Tabel 8 Voorkomende aandoeningen in de eigen databank...41 Tabel 9 Frequentietabel genotype vachtkleur Agouti P Tabel 10 Frequentietabel genotype vachtkleur Tabel 11 Frequentietabel genotype vachtkleur Tabel 12 HW evenwicht voor de verschillende kenmerken...44 Tabel 13 Grootste verschillen tussen kleur o.b.v. genotype en waargenomen kleur...48 Tabel 14 Frequentietabel vraagtekens en slagingspercentage per test...50 Tabel 15 Frequentietabel aantal vraagtekens en slagingspercentage per paard...51 Tabel 16 Paardenrassen voorkomend in de Akela databank...52 Tabel 17 Frequentietabel geslacht in de Akela databank...53 Tabel 18 Frequentietabel leeftijd van de Akela databank...53 Tabel 19 Frequentietabel vachtkleur Akela databank...54 Tabel 20 Frequentietabel aanwezigheid stamboek en chipnummer in de Akela databank...55 Tabel 21 Vergelijking databanken van het geslacht...55 Tabel 22 Vergelijking databanken van de aanwezigheid van chipnummer en stamboek...56 Tabel 23 Vergelijking genetische testen: eigen databank, VHL databank en databank Elynn Thys...57 Tabel 24 Vergelijking genetische testen: eigen databank en databank Elynn Thys...60 Tabel 25 Vergelijking slagingspercentage per test databank Elynn Thys en eigen databank 60 Tabel 26 Overeenkomstige genetische kenmerken VHL testen en OMIA databank...68 Tabel 27 Mendeliaans overerfbare aandoeningen (OMIA, 2016)

15 Inleiding Paardeneigenaars zijn zich vaak niet bewust van de genetische aandoeningen aanwezig bij de verschillende paardenrassen. Het doel van deze masterproef is de prevalentie van monogene aandoeningen in kaart te brengen. Daarnaast wordt gekeken in hoeverre een genetische, ras overschrijdende, all-in combinatietest voor het paard een meerwaarde kan zijn voor de paardenfokker en de praktijkdierenarts. Zo kan de eigenaar zijn paard laten testen op de voornaamste genetische kenmerken op zo n goedkoop mogelijke manier via een mondspeekselswab. Via deze weg kan de fokker te weten komen of zijn paard drager is van een aandoening om zo zijn hengstenkeuze beter te kunnen afstemmen om zowel ziekten te vermijden als bepaalde vachtkleuren te verkrijgen. Om de zin en gebruikswaarde van een uitgebreid combipakket te onderzoeken werden van 100 paarden informatie en swabs verzameld. Deze swabs werden opgestuurd naar het dr. Van Haeringen labo (VHL) waar ze werden gecontroleerd op 31 genetische kenmerken. Al de verkregen informatie over deze paarden werd in de Akela-databank gebundeld. De Akeladatabank verzamelt en beheert medische en niet-klinische gegevens, stamboominformatie en mondswabs van paarden, honden en katten om de genetische variatie in kaart te brengen. In de literatuurstudie worden eerst de meest voorkomende paardenrassen in Vlaanderen besproken. In Vlaanderen zijn er 23 erkende paardenstamboeken. Daarnaast wordt er een kort ras overzicht gegeven van 11 andere paardenrassen voorkomend in Vlaanderen. Vervolgens wordt dieper ingegaan op drie monogene kenmerken bij paarden, hyperkalemic periodic paralysis (HYPP), junctional epidermolysis bullosa (JEB) en het vermogen tot meerdere gangen: de telgang en de tölt. De twee genetische aandoeningen, HYPP en JEB, worden diepgaander besproken wat betreft hun genetische achtergrond, de pathogenese en de klinische symptomen van de aandoening. Bij het derde overerfbare kenmerk, de mogelijkheid tot meerdere gangen, wordt de genetische achtergrond besproken. Vervolgens wordt de staalname en het verwerken van deze stalen besproken in het hoofdstuk materiaal en methoden. Dit hoofdstuk omvat de praktijk die uitgevoerd werd in het kader van deze masterproef. Tot slot zijn alle resultaten statistisch verwerkt en kritisch geëvalueerd in het laatste deel van deze masterproef. De fenotypische en genetische kenmerken van de eigen databank zijn vergeleken met de Akela databank, de databank van masterstudente Elynn Thys en informatie aangeleverd via het dr. Van Haeringen laboratorium. 8

16 Literatuurstudie 1 Paardenrassen in Vlaanderen Vooraleer de erfelijke aandoeningen worden besproken, wordt een overzicht gegeven van de verschillende paardenrassen die voorkomen in Vlaanderen. De besproken erfelijke aandoeningen worden daarna gelinkt aan één van deze rassen of verschillende van deze rassen. In Vlaanderen zijn er 23 erkende paardenstamboeken (zie Tabel 1). Daarnaast komen er nog verschillende andere paardenrassen voor in Vlaanderen (zie Tabel 2). Bijlage 3 bevat een foto van alle beschreven rassen. 9

17 1.1 Erkende paardenrassen in Vlaanderen Tabel 1 Erkende paardenstamboeken in Vlaanderen (Vlaams Paardenloket, 2015) Ras(sen) Belgisch Warmbloedpaard Belgische rijpony Dartmoor Pony Connemara Pony Tuigpaard Arabisch Volbloedpaard Haflinger Welsh Pony New-Forest Pony Shetland Pony Ijslander Lipizzaner Highland Pony Zangersheide Miniatuurpaard Belgisch Trekpaard Vlaams Paard Boulonais Mérens Arabo-Friese Paard Friese Paard American Quarter Horse Irish Cob Tinker Engelse Volbloed Belgische draver Fjord Ezel Vereniging vzw Belgisch Warmbloedpaard vzw Belgisch Arabisch Paardenstamboek vzw Belgische Haflingervereniging vzw Belgisch Welsh Pony Stamboek vzw Belgian New Forest Pony Studbook vzw Belgisch Studbook van de Shetland Pony vzw Belgisch Stamboek voor IJslandse Paarden vzw Belgisch Stamboek van de Lipizzaner vzw Belgian Highland Pony Society vzw Studbook Zangersheide vzw Het Belgisch Stamboek voor het Miniatuurpaard vzw Vlaamse Fokkers van het Belgisch Trekpaard vzw Het Vlaams Paard vzw Koudbloed koepel Het Belgisch Mérens Stamboek vzw vzw Europese Arabo-Friezen Vereniging vzw Belgisch Stamboek van het Friese Paard vzw Belgian Quarter Horse Association vzw Irish Cob Society België vzw Belgisch Tinker Stamboek vzw Vlaamse Federatie voor de Paardenwedrennen vzw Belgisch Stamboek voor Fjordenpaarden vzw Belgische Ezel Vrienden 10

18 Het Belgisch Warmpbloedpaard Tot het stamboek van het Belgisch Warmbloedpaard horen verschillende rassen: het Belgisch Warmbloedpaard, de Belgische Rijpony, de Dartmoor Pony, de Connemara pony en het Tuigpaard. Het Belgisch Warmbloedpaard is gegroeid uit de Landelijke Ruiterij in Vanaf 1954 werd het verbod op het fokken van landbouwrijpaarden, die ook werden gebruikt in het weekend, opgeheven. Zo kwam er plaats voor de fokkerij van het recreatiepaard. In 1954 verdween dan ook de naam landbouwrijpaard en werd vervangen door Belgisch Warmbloedpaard (BWP). Het paard komt voornamelijk voor in de kleuren bruin, vos, zwart en schimmel. De kleuren bont, palomino en valk komen uitzonderlijk voor. Het BWP wordt in alle disciplines van de paardensport teruggevonden. Ze worden gebruikt voor recreatie en topsport. Het BWP is niet meer weg te denken uit de topklasse van de World Breeding Federation for Sporthorses (BWP, 2016a; Meurrens, 2016). Door de vraag naar een goed, betrouwbaar, kleiner rijdier ontstond de Belgische Rijpony (BRp). De BRp wordt vaak gebruikt als recreatie of hobby voor de kinderen. De kleuren van het BRp zijn net zoals bij het BWP meestal bruin, vos, zwart en schimmel. De kleuren bont, palomino en valk komen sporadisch voor (BWP, 2016b; Meurrens, 2016). De Connemara pony komt oorspronkelijk uit de Connemara-streek in Ierland. Dit is een ruige, bergachtige streek waardoor de pony robuustheid, atletisch vermogen en springkwaliteiten heeft ontwikkeld. Deze pony s zijn voornamelijk schimmels. Daarnaast komen alle effen kleuren voor, waaronder ook de vale kleuren. De Connemara pony wordt voor verschillende disciplines gebruikt. Door zijn aangename grootte (1,32-1,47m schofthoogte) en vriendelijk karakter wordt hij zowel door kinderen als door volwassenen gebruikt als recreatie- of hobbydier (Connemara pony Belgium, 2012; McBane, 2004; Viaene, Gellynck, & De Belder, 2003). De Dartmoor pony heeft zijn naam te danken aan zijn afkomst. Deze pony komt uit de Dartmoor-streek in Engeland. Het is een moerasachtige streek door de grote regenval. Door deze omstandigheden ontwikkelde deze pony zich als een robuust dier. Deze pony heeft meestal een donkere of lichtbruine kleur zonder grote witte aftekeningen op benen en hoofd. De Dartmoor pony wordt gebruikt voor recreatie. Deze pony s kunnen zware lasten dragen. Ze zijn ook goede rijdieren voor kinderen en worden gebruikt bij het mennen (BWP, 2016c; McBane, 2004). Het Tuigpaard België is een onderafdeling van het Koninklijk Warmbloedpaard Nederland (KWPN). Het is voornamelijk een Nederlandse fokrichting, ontstaan uit kruisingen tussen het 11

19 Gelderse paard en de Engelse Volbloed Hackney. Het fokdoel is een uitstekend exterieur van nature zodat het dier topprestaties kan neerzetten in verschillende disciplines. Het verschil tussen het Tuigpaard en het rijpaard zit in de opschepperige manier van optreden en in het rijk en opgericht front. Het Tuigpaard komt in dezelfde kleuren voor als het BWP en het BRp (BWP, 2016d; Meurrens, 2016). Het Arabisch Volbloedpaard Het Arabisch Volbloedpaard stamt af van de Arabische paarden uit Noord-Afrika en het Nabije- Oosten. De Arabier is een gevoelig, intelligent en vurig dier. De paarden komen meestal voor als schimmels, vossen of als bruine paarden, zwart is uitzonderlijk. Witte aftekeningen op benen en voorhoofd zijn regelmatig aanwezig. Door het grote uithoudingsvermogen en de fijne bouw worden ze vaak gebruikt als renpaarden. De paarden worden echter het meest gebruikt voor Arabier shows (BAPS, 2016; Hermsen, 2002; Wikipedia, 2016e). De Haflinger De Haflinger komt oorspronkelijk uit het dorpje Hafling in Tirol. Het is een grote, robuuste pony. Deze pony is isabel kleurig met witte manen en staart. Deze pony wordt voornamelijk gebruikt voor recreatie en hobby, maar kan ook zware lasten dragen en kan gebruikt worden voor dressuur (Hermsen, 2002; Wikipedia, 2016f). De Welsh rassen De Welsh-rassen kunnen onderverdeeld worden in verschillende types: de Welsh Mountainpony, de Welsh pony, de Welsh-pony van het Cobtype en de Welsh Cob. De Welsh rassen worden veel gebruikt bij het mennen. De Welsh Mountain pony is een klein, sterk en intelligent dier afkomstig uit Wales. De pony komt voor in alle effen kleuren, voornamelijk schimmels. De pony s werden vroeger gebruikt door boeren als werkkracht, maar nu worden ze gebruikt als gezinspony en rijdier voor kinderen. De Welsh pony is een kruising tussen de Welsh Mountain pony en het Cob-type. Om de pony extra kwaliteiten te geven, werd de pony gekruist met Arabieren en Volbloeden. Deze pony s komen in alle effen kleuren voor, voornamelijk als schimmels. Ze worden voornamelijk ingezet voor kinderruitersport omwille van hun vriendelijk en levendig karakter. De Welsh-pony van het Cobtype heeft de grootte van een pony, maar de bouw van de grotere Welsh Cob. De voorouders zijn allemaal Welsh rassen. Deze pony vormt de kleinste groep van de Welsh rassen. Ook dit ras komt in alle kleuren voor, behalve bont. Witte aftekeningen op benen en hoofd zijn gewenst. Ze lopen gemakkelijk onder het zadel en voor het tuig. 12

20 De Welsh Cob is een stevig gebouwd, krachtig paardenras. Dit ras is één van de spectaculairste rassen in de wereld door hun prachtige tröt. De Welsh Cob is een trots, vurig dier gecombineerd met vriendelijkheid en hanteerbaarheid. Ook dit Welsh ras komt in alle kleuren voor, behalve bont. Dit dier wordt gebruikt bij het mennen, springen en crosscountry. (Belgisch Welsh pony en Cob stamboek, 2011; McBane, 2004) De New-Forest pony De New-Forest pony is afkomstig uit Engeland. Het is een taaie, betrouwbare, eerlijke, kindvriendelijke pony. Ook deze pony komt voor in alle kleuren, maar bont is niet toegestaan. Het is een echte allround pony. Ze worden voornamelijk ingezet als rijpony en in het tuig (BNFPS, 2015; Hermsen, 2002; Viaene et al., 2003). De Shetland pony De Shetland pony is één van de kleinste rassen (gemiddelde schofthoogte 101cm). Ook deze pony heeft zijn naam te danken aan zijn afkomst, namelijk van de Shetland Islands in het Noorden van Schotland. Het is een sterke, ietwat eigenwijze pony die vaak gebruikt wordt voor recreatie en hobby voor kinderen. De pony komt het meest voor als vos, in het lichtbruin, zwart en bont (Belgisch Studbook van de Shetland pony, 2016a, 2016b; McBane, 2004). De Ijslander De Ijslander is één van de meest raszuivere paardenrassen aangezien ze de enige paarden zijn op het eiland Ijsland. De Ijslander is een compacte, gevoelige, vriendelijke en werklustige, grote pony. Eén van de belangrijkste kenmerken zijn de meerdere gangen. Naast stap, draf en galop heeft de Ijslander nog twee gangen, de tölt en de telgang. Deze pony s komen in allerlei kleuren en kleurencombinaties voor. Ze zijn geschikt als rijdier, zeker voor trektochten en endurance (McBane, 2004; Nederlands Stamboek voor Ijslandse paarden, 2010). De Lipizzaner Ook de lipizzaners hebben hun naam te danken aan hun herkomst. Ze komen namelijk uit Lipizza, een dorpje in Slovenië. Door de weersomstandigheden en de rotsachtige ondergrond zijn de paarden ontwikkeld tot krachtige dieren met een lange levensduur. De lipizzaner is een zeer verstandig, leerzaam dier. De witte haarkleur is dominant geworden in het ras. Veel veulens worden bruin of zwart geboren en verbleken met ouder worden. Uitzonderlijk blijven sommige paarden bruin of zwart. Ze worden meestal gebruikt als rijdier, zoals in de Spaanse Rijschool (Belgian Lipizzan Studboek, 2016; McBane, 2004). 13

21 De Highland Pony De Highland pony komt uit de Highlands in Schotland. Op elk eiland in Schotland kwamen ietwat verschillende types voor. Door onderlinge kruisingen verdwenen deze kleine verschillen. Het zijn vriendelijke, levenslustige, stevige pony s met elk hun eigen persoonlijkheid. Ze komen voornamelijk voor in vale kleuren, maar ook schimmel, vos, bruin en zwart komen voor. De Highland pony is geschikt voor kinderen, voor de jacht en om aan te spannen (McBane, 2004). De Zangersheide Het ras Zangersheide is ontstaan door Léon Melchior. Hij begon in begin van de jaren 70 met een springstal die uitgroeide tot een stoeterij. In 1992 werd het Studbook Zangersheide opgericht, een eigenzinnig stamboek voor springpaarden. Met behulp van genetica, geavanceerde voortplantingstechnieken en praktijkervaring groeide het ras Zangersheide uit tot topspringpaarden (Zangersheide, 2016). Het Miniatuurpaard Het Miniatuurpaard is een klein, elegant ras met een uitgebalanceerde bouw. Het paardje wordt gebruikt als showdier, huisdier en fokdier. Ze komen voor in alle kleuren (Belgisch Miniatuurpaard, 2016). Het Belgisch Trekpaard Het Belgisch Trekpaard, ook wel de Brabander genoemd, komt uit België en Nederland. Het is een koudbloedig, sterk en stevig gebouwd dier. Het paard komt voornamelijk voor als bruinschimmel, maar ook als vos, schimmel en bruin paard. Vroeger was het een populair landbouwdier en het wordt nog steeds als werk- en trekpaard gebruikt (Hermsen, 2002; McBane, 2004). Het Vlaams Paard Het Vlaams paard is, zoals de naam het zegt, afkomstig uit Vlaanderen. Het Vlaams paard werd echter in geëxporteerd naar Amerika door de grote belangstelling voor dit sterke ras, waardoor er in België bijna geen enkel Vlaams paard te vinden was. Pas in 1993 werd de eerste hengst, Northfork Duke, terug geëxporteerd naar België. In 1994 begon ook de repatriëring van de merries. Dit koudbloedig paard komt in verschillende kleuren voor, voornamelijk isabel, maar ook in het bruin en voskleurig. Dit ras is een betrouwbaar en een uniek recreatiepaard met vlotte gangen. Ze worden gebruikt als trek- en werkdier, rijdier en als aangespannen paard (Vlaams Paard, 2016). 14

22 De Boulonnais De Boulonnais is een koudbloed afkomstig uit Noordwest-Frankrijk. Dit paard stamt waarschijnlijk af van de Numidische paarden van de Romeinen. Het dier werd gekruist met Andalusiërs en Berbers. Dit leverde een snel, sterk en elegant zwaar paard op. De meest voorkomende kleur is schimmel. Door zijn groot uithoudingsvermogen en zijn kracht wordt het ras gebruikt om zware rassen te verbeteren en als basis voor sportpaarden (McBane, 2004) Het Merens paard Het Merens paard komt oorspronkelijk uit de hoge vallei van de Ariège in de Pyreneeën. Vroeger werd het dier voornamelijk gebruikt als landbouwdier, nu wordt het echter gebruikt voor veel verschillende disciplines: springen, dressuur, trektochten, recreatie enz.. Het ras heeft en uitstekend aanpassingsvermogen en uithoudingsvermogen, is eerlijk en gehoorzaam. Het ras is uitsluitend zwart (Belgisch Mérens stamboek, 2016). Het Arabo-Friese Paard De Arabo-Fries is ontstaan uit kruisingen tussen het Friese paard en de Arabier. Door de grote interesse in dit ras werd het ras in 2006 officieel erkend en werd een stamboek opgericht. Door de opkomst van de mensport was er nood aan een wendbaar, soepel en snel paard. De fokkers waren genoodzaakt Arabisch bloed in te brengen bij het koudbloedig Friese Paard. Het nuchtere, werkwillig karakter van de Fries werd gecombineerd met het uithoudingsvermogen van de Arabier. Uit deze kruising werd een topsportpaard geboren in verschillende disciplines zoals dressuur, springen en het mennen. De Arabo-Fries is een elegant, zwart ras (EAFS, 2016; European Arabo-Friesian Studbook, 2016). Het Friese Paard Het Friese paard is afkomstig uit Friesland gelegen in Nederland. Het ras is altijd zwart zonder witte aftekeningen. Een kleine kol is toegelaten, maar niet gewenst. De Fries is elegant, trots en heeft een vriendelijk karakter. Het is een licht tot middelzwaar ras en ideaal als allround paard (Hermsen, 2002; McBane, 2004). De American Quarter Horse De American Quarter Horse komt oorspronkelijk uit de Verenigde Staten. Het ras staat bekend door zijn uitzonderlijke wenbaarheid en het vermogen om bliksemsnel weg te sprinten. Dit paard heeft een sterk ontwikkelde achterhand waardoor deze kenmerken tot uiting komen. Door deze snelheid en wendbaarheid zijn ze ideaal om Western te rijden en vee te drijven. Naast deze kenmerken hebben ze een rustig karakter. Dit paard komt voor in alle effen kleuren (Hermsen, 2002; McBane, 2004). 15

23 De Irish Cob De Irish Cob is afkomstig uit Ierland. Dit ras was geliefd bij de zigeuners voor wie ze de huifkarren trokken. De zigeuners hadden nood aan een vriendelijk, krachtig en rustig paard. De vriendelijkheid en veelzijdigheid van dit dier maken dit ras tot een ideaal familiepaard. Ze worden ook gebruikt in de dressuur, het springen, mennen enz.. De Irish Cob wordt ook gebruikt in de paardenmelkerij (pers. mededeling, 2016). De Irish Cob is altijd bont gekleurd, witte vlekken op een basiskleur. Het basiskleur is meestal zwart, maar kunnen ook andere kleuren zijn. Albino s zijn niet aanvaard in de fokkerij (Irish Cob Society Suisse, 2013; The Irish Cob Society België, 2008). De Tinker De Tinker heeft dezelfde afstamming als de Irish Cob, maar doorheen de jaren werden het ras in twee gesplitst. Ze werden ook gebruikt door de zigeuners om de huifkarren te trekken. Bij de Tinkers zijn er drie verschillende types: Grai, Cob en Vanner. De Cob en de Vanner zijn robuuste, stevige types en compact gebouwd. Het verschil tussen deze twee is de grootte en er zitten kleine verschillen in de bouw. De Cob (1,35m 1,56m schofthoogte) is iets kleiner dan de Vanner (1,56m 1,70m). Het Grai type is iets fijner gebouwd en is even groot als het Cob type. De Tinkers zijn rustige, zelfverzekerde dieren (BTS, 2013; Het Tinkerbed, 2016; nsvt, 2016). De Engelse Volbloed en Belgische draver Onder de vzw Vlaamse Federatie voor de Paardenwedrennen zitten twee rassen: de Engelse Volbloed en de Belgische draver. De Engelse Volbloed vindt zijn oorsprong in Engeland. Dit ras staat gekend voor zijn moed, zijn onverschrokkenheid en actieve karakter. De paarden bestaan in alle kleuren met allerlei verschillende aftekeningen. Door hun temperament zijn ze ongeschikt voor de dressuur, maar ze zetten uitstekende prestaties neer op de renbaan (Hermsen, 2002). De Belgische draver is rond 1980 ontstaan uit een kruising tussen de Franse en Amerikaanse Draver. Uit de kruising ontstond een halfbloed draver met het zwaardere uithoudingsvermogen van de Franse draver en de spieren van de Amerikaanse Draver. Het is een stevig, groot (schofthoogte 1m50 1m70), werkwillig en leergierig paard. De Belgische draver is gefokt voor de drafrennen. Voor de drafrennen heeft het paard een sterke achterhand, een goed ontwikkeld spronggewricht en een lichte voorhand nodig. Na de sportcarrière wordt het paard vaak gebruikt voor toerisme en recreatie. De Belgische draver is voornamelijk zwart en donkerbruin, vos komt ook voor (Everaert, 2004). 16

24 De Fjord De Fjord is afkomstig uit Noorwegen en is één van de oudste, zuiverste paardenrassen. De Fjord heeft dan ook zeer primitieve aftekeningen zoals de aalstreep van de kruin tot het puntje van de staart. Dit ras is isabel kleurig en heeft de typische 3 lagen manen (geelwit - zwart - geelwit) door de aalstreep die er doorheen loopt. Het is een stevige, eigenwijze, maar vriendelijke pony, populair bij kinderen. Dit ras doet het ook goed bij drafwedstrijden, langeafstandswedstrijden, aangespannen wedstrijden en trektochten (Hermsen, 2002; McBane, 2004). De Ezels Ook de ezels hebben een erkend stamboek in België. Het doel van dit stamboek is om de ezels meer bekendheid te geven en interesse te wekken, het behouden, verbeteren en bevorderen van het welzijn van de ezel (De Belgische Ezel Vrienden, 2016). 1.2 Overige paardenrassen in Vlaanderen Tabel 2 Overige rassen in Vlaanderen Het Stamboek Belgisch Sportpaard De Hannoveraan De Lusitano De Oldenburger De Franse draver De Paint Het Koninklijk Warmbloedpaard Nederland De Andalusiër Het Nederlands Rijpaarden en -pony Stamboek De Selle Français De Fell pony De Pinto Het Stamboek Belgisch Sportpaard Het Stamboek Belgisch Sportpaard (sbs) vloeide voort uit de Vereniging ter Bevordering van het fokken van het Legerpaard dat ontstond in Het paard werd dus oorspronkelijk gefokt om dienst te doen in het leger. Door de industrialisering verminderde de vraag naar cavalerie in 1930 en kwam er plaats voor het fokken van een recreatiepaard. In 1991 kreeg het stamboek de naam studbook sbs. Het sbs is onderverdeeld in twee secties: sectie I voor sportpaarden en sectie II voor sportpony s. Paarden uit dit stamboek worden voornamelijk gebruikt voor springen, dressuur en eventing. Het sbs heeft een harmonische lichaamsbouw met een goedaardig karakter. In dit stamboek zijn alle kleuren toegelaten (Delaurrier, 2016; sbs, 2016). Het Koninklijk Warmbloedpaard Nederland Het Koninklijk Warmbloedpaard Nederland (KWPN) is ontstaan in de 20 e eeuw uit kruisingen tussen het Gelderse en het Groningse paard. Deze kruisingen voldeden echter nog niet aan de wensen van een topsportpaard. Daarom werden de paarden verder gekruist met verschillende andere rassen waaronder de Engelse Volbloed, de Anglo-Normandische draver 17

25 en de Holsteiner. Door deze rassencombinatie werd een sportpaard verkregen, gebruikt in de dressuur en in de springsport. De meest voorkomende kleuren zijn bruin, donkerbruin en vos. De kleuren zwart en schimmel zijn uitzonderlijk. Het is een gewillig, goedgehumeurd, vriendelijk en energiek ras. Tussen de KWPN paarden zijn er twee verschillende types, namelijk het Groninger type en het Gelderse type. Het Groninger type is zwaarder gebouwd dan het edele Gelderse type (Hermsen, 2002). De Hannoveraan De Hannoveraan is afkomstig uit Hannover gelegen in Duitsland. Het is een rustig ras met een goedaardig karakter. Dit ras levert zeer goede prestaties op in de dressuur- en de springsport, maar kan ook gebruikt worden in andere disciplines. Het zijn voornamelijk vossen met witte aftekeningen, maar ze komen ook voor in de kleuren bruin, zwart en schimmel (Hermsen, 2002). De Andalusiër Ook de Andalusiër heeft zijn naam te danken aan zijn plaats van herkomst. Het ras komt uit Andalusië gelegen in Spanje. Het is een zeer intelligent, elegant, trots en eerlijk ras met een vurig temperament. De Andalusiër is meestal een schimmel, maar komt ook voor in het lichtbruin en voskleurig. Dit paard wordt voornamelijk gebruikt in de dressuur, als circuspaard en in stierengevechten (Hermsen, 2002; McBane, 2004). De Lusitano De Lusitano is genoemd naar zijn land van herkomst, Lusitania (dit is de Romeinse naam voor Portugal). Het is een vriendelijk, trots, moedig, snel en gehoorzaam paard. Dit paard wordt gebruikt voor stierengevechten, dressuur en voor het werk op de boerderij. Schimmel, vos en bruin zijn de meest voorkomende kleuren (McBane, 2004). Het Nederlands Rijpaarden en pony stamboek Het Nederlands Rijpaarden en pony stamboek (NRPS) is één van de meest veelzijdige stamboeken. Dit stamboek bevat zowel paarden als pony s en Anglo-Arabische Volbloeden. Het doel van de NRPS is om toppaarden te creëren zowel voor de fokkerij als voor de sport. De NRPS paarden zijn ideale rijpaarden. Ze zijn geschikt voor zowel de dressuur als het springen (NRPS, 2015). De Oldenburger De Oldenburger is één van de grootste, zwaarste en oudste rassen onder de warmbloeden en is afkomstig uit het noordwesten van Duitsland. Dit ras is een uitstekend tuigpaard en is ook 18

26 geschikt voor het springen en de dressuur. Het zijn voornamelijk zwarte en bruine paarden (McBane, 2004). De Selle Français Net zoals het sbs diende de Selle Français (SF) voor het leger, maar door de mechanisatie verminderde de vraag naar een legerpaard. Er kwam plaats voor een sportpaard. In december 1958 werden verschillende rassen zoals de halfbloed Anglo-Norman, de Vendéen en de Charolais, samengebracht onder de naam Selle Français. Door zijn voorgeschiedenis in de cavalerie ontwikkelde het paard kracht, moed, hanteerbaarheid en mentale stabiliteit. Het moderne SF paard is elegant, veelzijdig, intelligent, krachtig en energetisch. Door de heterogene herkomst is het een divers ras. Meestal is het een groot, sterk gebouwd paard, een echte atleet. De SF paarden zijn dan ook terug te vinden in de top van de showjumping en eventing (SF, 2016). De Fell pony De herkomst van de Fell pony bevindt zich in het noorden van Engeland, de westelijke kant van het Penninische gebergte. De Fell pony is een ideale recreatiepony voor kinderen door het vriendelijk en gewillige karakter. Het ras doet het daarnaast ook goed in het tuig en voor toeristische trektochten. De Fell pony is meestal zwart, maar kan ook schimmel en bruin zijn (McBane, 2004). De Franse draver De Franse draver is ontstaan door de enorme populariteit voor drafwedstrijden in Frankrijk. Dit ras werd gefokt voor drafwedstrijden zowel onder het zadel als in het tuig. Indien het paard niet voldoet als draver is het een ideaal rijpaard met een natuurlijke aanleg voor springen. Dit ras toont duidelijke zijn afstamming van de volbloedpaarden. Het is een eerlijk en edel dier. De Franse draver komt voornamelijk voor in de kleuren vos en bruin. Ze komen uitzonderlijk voor als schimmel en zwart paard (McBane, 2004). De Paint en de Pinto De Paint en de Pinto zijn beide afkomstig uit de Verenigde Staten. De twee types zien er hetzelfde uit, maar het verschil zit in de afstamming. De Paints zijn Quarter Horses met witte vlekken boven de knie. De Pinto is geen Quarter Horse. Beide types hebben een basiskleur met verschillende witte vlekken op het lichaam. De basiskleur kan verschillend zijn: zwart, bruin en vos. De Paint heeft dezelfde eigenschappen als het Quarter Horse en wordt ook gebruikt als Western paard. De Pinto is ook een ideaal rijdier. De Pinto wordt enkel in Amerika erkend als een apart ras met zijn eigen stamboom (Hermsen, 2002). 19

27 2 Erfelijke aandoeningen 2.1 Inleiding Doorheen de jaren werd duidelijk dat verschillende ziektes erfelijk overdraagbaar zijn en te wijten zijn aan een mutatie in het DNA. De verschillende erfelijke ziektes bij paarden zijn weergeven in bijlage 1. Twee van deze erfelijke aandoeningen, hyperkalemic periodic paralysis en junctional epidermolysis bullosa, worden besproken. Voor beide aandoeningen wordt eerst beschreven hoe de verschillende biochemische en fysiologische processen verlopen bij gezonde dieren. Daarna wordt beschreven wat er fout loopt en hoe zich dat vertaalt in klinische symptomen. 2.2 Hyperkalemic Periodic Paralysis Inleiding Hyperkalemische periodieke paralyse (HYPP) is een erfelijke aandoening die co-dominant overerft (Naylor et al., 1999). Deze aandoening komt voornamelijk voor bij de American Quarter Horse. In 1992 werd er een mutatie in een kandidaat gen ontdekt gelegen op chromosoom 17q (Cannon, Hayward, Beech, & Brown, 1995). Dit gen, SCN4A, codeert voor het Na + -K - ATPase in de skeletspier. De aandoening kon teruggevoerd worden op de hengst Impressive, geboren in Daarom staat de aandoening bij paarden ook gekend onder de naam Impressive Syndroom (Tryon et al., 2009). Door selectie waren 20 jaar later, in ,4% van de American Quarter Horses drager van de mutatie HYPP. De ziekte veroorzaakt periodes van spierzwakte, stijfheid en een overmaat aan kalium in het serum (Cannon et al., 1995). Door de ernst van de klinische symptomen, voornamelijk bij homozygoten, wordt er met deze ziekte rekening gehouden (Naylor, 1994). Onderzoek naar HYPP vond voornamelijk plaats in de jaren 90. Men kwam veel te weten over de oorzaak, de klinische symptomen, het effect van voeder en inspanningstolerantie bij paarden met HYPP. Na de jaren 90 was HYPP voldoende gekend als genetische aandoening en wordt er nog weinig onderzoek naar gedaan. 20

28 Prikkeloverdracht extracellulair β γ Bij elke cel in het lichaam zijn er concentratieverschillen tussen het intracellulaire milieu en het extracellulaire milieu. Dit wordt veroorzaakt doordat niet alle ionen cytosol α Figuur 1 Na + -K - ATPase pomp (Statham, 2014) en moleculen doorheen het celmembraan kunnen diffunderen. Voor de prikkeloverdracht van de zenuwcellen onderling en van de zenuwcel naar de spiercel zijn voornamelijk de Na + en K - concentraties van belang. De Na + concentratie is binnen de zenuwcel veel lager dan erbuiten. Voor de K - concentratie geldt net het omgekeerde. De verhouding K - ionen intracellulair ten opzichte van extracellulair bedraagt 28/1. Voor Na + ionen bedraagt deze verhouding 1/24. Deze verhouding wordt in stand gehouden door de Na + K - ATPase pomp (zie Figuur 1). Deze pomp behoudt de concentratieverschillen door actief transport met Na + ionen. Het intracellulaire milieu bevat veel meer anionen. Dit zorgt voor een negatief geladen milieu. Het spanningsverschil tussen het extra- en intracellulaire milieu noemt men het rustpotentiaal van het membraan. Voor spiercellen bedraagt deze potentiaal, afhankelijk van het celtype mv (Gestel & Hoeksema-Bakker, 1997). Prikkeloverdracht vindt plaats in de synaps. Dit is het afgeplatte gedeelte van een zenuwcel. Een neurotransmittor interacteert met receptormoleculen op de synaps van de zenuwcel. Verschillende poorten van het zenuwcelmembraan openen zich, waardoor Na + ionen in de zenuwcel stromen. Dit zorgt voor de depolarisatie van het membraan. Het potentiaalverschil tussen het extra- en intracellulaire milieu wordt kleiner. Het totale potentiaalverschil kan een actiepotentiaal veroorzaken. Dit is een kritieke drempelwaarde. Wanneer deze waarde bereikt wordt, kunnen Na + en K - ionen vrij diffunderen doorheen het membraan. Dit veroorzaakt een volledige depolarisatie van het membraan (Gestel & Hoeksema-Bakker, 1997). Na de depolarisatie van het membraan brengt het Na + K - ATPase het potentiaalverschil terug in evenwicht. Na + ionen worden uit de cel getransporteerd door actief transport. Eerst wordt de depolarisatie overgecompenseerd, waarna het rustpotentiaal zich terug instelt. De herstelperiode noemt men de refractaire periode en duurt enkele milliseconden (Gestel & Hoeksema-Bakker, 1997). 21

29 Pathogenese HYPP is sterk geassocieerd met de ziekte van Gamstorp bij de mens en veroorzaakt dezelfde symptomen. Beide ziektes zijn terug te leiden naar het gen dat codeert voor het skeletspier natriumkanaal of Na + -K - ATPase. De aandoening kon terug gebracht worden tot een puntmutatie die slechts één aminozuur wijzigt in de α subunit van het natriumkanaal in de skeletspier (zie Figuur 1). In het SCN4A gen wordt een cytosine base vervangen door een guanine base. Dit resulteert in een aminozuurwijziging, phenylalanine wordt vervangen door leucine in segment 3 van domein IV van de α subunit (Cannon et al., 1995). De puntmutatie veroorzaakt een defect in de α subunit en dus ook in het ionen transport doorheen het celmembraan van de skeletspieren. Het defect verhoogt de permeabiliteit voor natrium in het celmembraan en verhoogt daarmee de depolarisatie van het spiermembraan. Dit resulteert in een verandering in prikkelbaarheid van de spier (Naylor, 1994). De meeste gevallen van HYPP bij de mens worden veroorzaakt door deze puntmutatie in de α subunit van het natriumkanaal. Bij een normale werking van het natriumkanaal opent het kanaal zich zodat er een snelle membraandepolarisatie kan plaats vinden in de initiatiefase van het actiepotentiaal. Wanneer het membraam is gedepolariseerd, sluit het natriumkanaal zich terug. De defecte kanalen kunnen zich echter niet opnieuw sluiten en blijven open. Natrium blijft naar binnen stromen en dit zorgt voor een extreme depolarisatie (minder negatieve tot positieve potentiaal). Bij heterozygoten zijn niet alle natriumkanalen defect. Er wordt verondersteld dat de depolarisatie van de spiercel door de defecte natriumkanalen de normale natriumkanalen sluit, waardoor ze niet in staat zijn een actiepotentiaal te creëren, resulterend in spierzwakte. Dit mechanisme kan verklaren waarom deze aandoening codominant is, aangezien de defecte kanalen de normale kanalen beïnvloeden (Naylor, 1994). Ook paarden met HYPP hebben een spiermembraam die meer gedepolariseerd is dan zou mogen. Ook hier kan dit te wijten zijn aan het te lang open blijven van de defecte natriumkanalen. Depolarisatie tot aan de drempelwaarde van een actiepotentiaal door defecte natriumkanalen kunnen de spierspasmes en spiertrekkingen die we waarnemen bij paarden met HYPP verklaren. Enkel bij ernstige klinische symptomen vindt er extreme depolarisatie plaats door het inactiveren van de normale natriumkanalen. Als gevolg treedt er spierzwakte op (Naylor, 1994). De verhoogde kaliumconcentratie in het serum kan een reactie zijn op het open blijven van de defecte natriumkanalen. Door het open blijven van de natriumkanalen treedt er extreme depolarisatie op van het spierweefsel. De kaliumkanalen openen zich en stuwen kalium uit de spiercellen naar het serum in een poging het weefsel opnieuw te polariseren. Hierdoor daalt het membraanpotentiaal tot dichter bij de drempelwaarde van het actiepotentiaal. Spierzwakte 22

30 wordt op deze manier voorkomen. Indien de drempelwaarde van het actiepotentiaal bereikt wordt, treden er tegelijkertijd spontane spiercontracties op (Naylor, 1994). Klinische Symptomen HYPP is terug te leiden naar de hengst Impressive, een beroemde hengst in de discipline halter (aan het halster). De aandoening is het meest terug te vinden bij sterk gespierde, mannelijke, twee tot drie jaar oude halter Quarter Horses (Naylor, 1994; Tryon et al., 2009). Aangezien de halter paarden ook gebruikt worden in andere rassen, voornamelijk de paint paarden, kan HYPP ook daar voorkomen. Klinische symptomen komen bij zowel vrouwelijke als mannelijke dragers voor. Bij hengsten wordt het meer opgemerkt, omdat ze nauwkeurig in het oog worden gehouden voor de shows aan het halster. Daarnaast staan de hengsten vaker onder stress bij deze shows en hebben een specifiek rantsoen (zie Voeder), waardoor de klinische symptomen vlugger tot uiting kunnen komen (Naylor, 1994). Vaak treden de klinische symptomen pas op latere leeftijd op, wat het moeilijk maakt om de diagnose vlug te stellen (Naylor, Robinson, Crichlow, & Steiss, 1992). Er lijken verschillende factoren mee te spelen in de oorzaak van klinische aanvallen, waaronder koude, transport, anaesthesia, stress, voeding... (Naylor, 1994). Klinische symptomen bij de mens komen voor bij inspanning na rust, lange zitperiodes, koude en tijdens de zwangerschap. Bij paarden is er minder informatie beschikbaar over de factoren die symptomen veroorzaken. Maar ook bij paarden werden er symptomen veroorzaakt door inspanning na een rustperiode, stress en opname van kalium rijk hooi (Pickar, Spier, Snyder, & Carlsen, 1991). HYPP wordt vaak verward met andere ziektes aangezien de symptomen overeen komen met bv. koliek, transportproblemen en spierbevangenheid. De klinische symptomen komen voor tijdens een aanval. De aanval kan veroorzaakt worden door stress of pijn en kan enkele minuten tot uren duren. Oorspronkelijk werd de aandoening beschreven met voornaamste symptomen spierzwakte en het onvermogen tot opstaan. Daarom heeft de ziekte de naam paralyse gekregen. Achteraf bleek dat het Figuur 2 Paard met HYPP, onvermogen om op te staan (FoundationHorses, 2016) onvermogen tot opstaan één van de meest extreme symptomen is, maar niet zo vaak voorkomt. Bij heterozygoten is spiertrilling het meest en vaak eerst voorkomend symptoom. 23

31 Bij ernstige gevallen kunnen er hevige contracties ontstaan van de cutane spieren of ongecontroleerde contracties over het hele lichaam. Dit kan mogelijk het enigste symptoom zijn bij paarden met HYPP. In extreme situaties van HYPP kunnen de spiertrillingen overgaan in spasmes. Indien het spasme in de spiergroepen van het gezicht plaatsvindt, vertrekken de lippen zich waarbij er in sommige gevallen schuimend speeksel uit de mond loopt. De oogleden vertrekken en het derde ooglid kan bilateraal of unilateraal verzakken. Dit gebeurt vaak in korte periodes. Daarnaast worden de kaken op elkaar geklemd. Indien het spasme in de benen plaatsvindt, loopt het paard stijf met een slechte voetplaatsing. Bij een ernstige aanval valt het paard neer en kan het niet meer opstaan. Indien een spasme optreedt in de spieren van de slokdarm of de luchtpijp krijgen de paarden een verhoogde ademhaling en soms een respiratoire stridor. Daarnaast kan bij een aanval ook bradycardie optreden. Door respiratoire verlamming of hartfalen door hyperkaliëmie kan het paard sterven tijdens een aanval. Dit is echter uitzonderlijk (Naylor, 1994; Naylor et al., 1999). Bij homozygoten zijn de klinische symptomen ernstiger dan bij heterozygoten. Homozygote paarden tonen duidelijk meer en ernstigere symptomen dan heterozygote paarden waaronder kwijlen, vertrekken van het derde ooglid, respiratoire stridor en zwakte (Naylor et al., 1999). Duidelijke en aanhoudende kortademigheid komt voor bij homozygote veulens. Bij de homozygote veulens is de aandoening niet altijd geassocieerd met hyperkaliëmie. Er zijn nog geen heterozygote paarden gekend met deze aanhoudende kortademigheid (Naylor, 1994). Door het verschil in expressie tussen hetero- en homozygoten wordt verondersteld dat de aandoening co-dominant overerft (Naylor et al., 1999). Niet alle klinische HYPP aanvallen worden opgemerkt, zeker niet als de paarden regelmatig op de wei staan. Een HYPP aanval komt uitzonderlijk voor, maar paarden met deze afwijking hebben meer algemene problemen dan paarden zonder deze afwijking. De algemene problemen zijn voornamelijk het onvermogen tot opstaan tijdens transport en oppervlakkige schaafwonden. Zoals eerder vermeld, kan ook verdoving voor problemen zorgen. De paarden kunnen meestal zonder problemen onder verdoving gebracht worden, maar bij het herstel treden vaak klinische aanvallen op. In een uitzonderlijk situatie trad er langdurige verlamming op na verdoving, waarna het paard uiteindelijk stierf (Naylor, 1994). Voeder Verschillende studies tonen een verband tussen HYPP aanvallen en de K - concentratie in het voeder (Reynolds et al., 1998). Onderzoek wees uit dat orale toediening van kalium de symptomen verergert en HYPP aanvallen induceert (Steele & Naylor, 1996). Een uitgebalanceerd dieet bevat vaak meer dan acht keer de kalium behoefte van paarden. Dit is geen probleem voor gezonde paarden, maar bij paarden met HYPP kan dit klinische 24

32 symptomen veroorzaken. Paarden met HYPP die een hoge kalium dosis kregen, vertonen twee tot vijf uur na het voederen een hogere K - concentratie in het bloedplasma. Dit is hetzelfde tijdstip wanneer HYPP aanvallen optreden. Tussen HYPP negatieve paarden en HYPP positieve paarden is er geen verschil in K - concentratie in het bloedplasma bij het voederen van een hoge kalium dosis. De K - concentratie in het bloedplasma kan dus niet gebruikt worden als diagnosemiddel (Reynolds et al., 1998). Preventie van klinische symptomen bij HYPP positieve paarden kan door kaliumarm voeder te verschaffen. Elk paard reageert anders op de kaliumconcentratie. Observatie van individuele paarden tijdens de postprandiale piek van de plasma kaliumconcentratie en de bepaling van het responspatroon van het paard is belangrijk voor een individuele behandeling (Reynolds et al., 1998). Indien het voeder 1% kalium of minder bevat, komen er minder klinische symptomen voor en kan de ziekte onder controle gehouden worden (Understanding Horse Nutrition, 2015). Onderzoek toont aan dat adaptatie aan hoge kalium dosissen in het voeder mogelijk is. Indien de paarden abrupt overschakelen naar een kaliumrijker rantsoen, kunnen ze de overmaat aan kalium onvoldoende snel uitscheiden. Wanneer de paarden het kaliumrijk voeder gewoon zijn, kunnen ze kalium sneller uitscheiden via urine en feces. Dit kan verklaren waarom paarden met HYPP vaker aanvallen krijgen wanneer er aanpassingen zijn in het rantsoen. Op deze adaptatie kan men inspelen. Indien HYPP positieve paarden kaliumrijk voeder gewoon zijn, zullen ze ook veel kalium uitscheiden via hun urine en feces en hebben ze minder kans op een HYPP aanval (Reynolds et al., 1998). Het meest kaliumrijke voeder is hooi. Algemeen bevat hooi gemaakt van gras minder kalium dan hooi gemaakt van raapzaad. De belangrijkste factoren die het kaliumgehalte bepalen in hooi zijn de teeltfactoren: jong of oud hooi, plaats waar het werd geteeld, weeromstandigheden tijdens de groei en de oogst, bemesting en vochtigheid van de bodem. Deze teeltfactoren kunnen sterk variëren, waardoor het kaliumgehalte in het hooi ook sterk varieert. Daarom wordt het kaliumgehalte van hooi best getest in een labo. Paarden worden best op grashooi van Timothee of Bermudagras gezet. Het gebruik van grote hoeveelheden graan in het dieet is ook een goeie manier om het kaliumgehalte in het voeder te verlagen. Graankorrels zijn namelijk vrij laag aan kalium. Daarnaast stimuleren granen de insuline productie. Insuline heeft een positief effect op de kaliumopname van de cel. Als laatste worden commerciële mixen die melasse bevatten, sojameel of gedroogd raapzaad best beperkt, omdat deze hoge hoeveelheden kalium bevatten (Understanding Horse Nutrition, 2015). 25

33 Inspanningstolerantie Door de variatie in ernst van de klinische symptomen is de vraag of het verantwoord is om paarden met HYPP te gebruiken voor arbeid? Steele en Naylor (1996) onderzochten deze vraagstelling. Het plasma lactaat gehalte en de hartslag werd gemeten van vijf HYPP positieve en vijf HYPP negatieve paarden tijdens arbeid. Twee inspanningsexperimenten werden uitgevoerd: 45 min draven (trage, aerobe inspanning) en galopperen (middelmatige, deels anaerobe inspanning). De cooling down gebeurde op twee manieren: 40 min. wandelen of 40 min. stilstaan. Bij de hartslag werden geen significante verschillen gevonden tussen de HYPP positieve en HYPP negatieve paarden. Het plasma lactaat gehalte steeg echter licht bij beide inspanningsexperimenten en was significant hoger bij de HYPP positieve paarden. De hogere plasma lactaat gehaltes wijzen op een verhoogd spiermetabolisme. De manier van cooling down had een significant effect op de kaliumconcentratie in het serum. De kaliumconcentratie steeg na de inspanning en was significant hoger bij paarden die wandelden dan bij paarden die stil stonden als cooling down (Steele & Naylor, 1996). Indien een aanval optreedt tijdens het rijden, kan het paard struikelen of instorten, wat zowel het paard als de ruiter in gevaar brengt. HYPP aanvallen bij de mens treden op één tot twee uur na een inspanning. Onderzoek toonde aan dat paarden ook klinische symptomen vertonen tijdens een inspanning (Steele & Naylor, 1996). Tijdens inspanning vertoonden de HYPP positieve paarden stridor (2/5), stijfheid (1/5), spiertrillingen (1/5), excessief zweten (1/5) en collaps (1/5). Het paard dat instortte, kon vijf minuten lang niet opstaan. Tijdens de val werden geen abnormale kalium concentraties gevonden in het serum. Vlak na de val werd een plasma lactaat gehalte gemeten van 7,76 mmol/l. Een normaal paard heeft normaal een plasma lactaat gehalte van 2,14 mmol/l. Het plasma lactaat gehalte stijgt met de intensiteit van de inspanning. De collaps van één paard kan te wijten zijn aan HYPP, maar kan ook een gevolg zijn van uitputting of gedragsproblemen. De kalium concentratie bleef normaal tijdens de collaps en er werden geen andere HYPP symptomen waargenomen, wat kan wijzen op andere problemen. Indien de collaps toch te wijten is aan HYPP worden HYPP positieve paarden beter niet gebruikt voor zware inspanningen (Steele & Naylor, 1996). Daarnaast waren de plasma lactaat gehaltes van de HYPP positieve paarden significant hoger dan de gehaltes bij de HYPP negatieve paarden. Dit wijst erop dat paarden met HYPP moeilijker kunnen voorzien in aerobe energie voor de beweging. Een mogelijke verklaring is een minder efficiënt energieverbruik, waardoor de vraag naar ATP productie stijgt. Een andere mogelijkheid is dat de totale spieractiviteit groter is bij paarden met HYPP. Een symptoom van HYPP is de spontane spiercontractie. Deze contractie vergt energie en brengt niets bij aan de beweging van het paard. Indien deze verklaring correct is, wijst het plasma lactaat gehalte op 26

34 een grotere inspanning door spontane contracties en een snellere overgang naar het anaerobe metabolisme (Steele & Naylor, 1996). 2.3 Junctional Epidermolysis Bullosa (JEB) Inleiding Junctional epidermolysis bullosa is een genetische afwijking die autosomaal recessief overerft (Lieto & Cothran, 2003). De afwijking wordt teruggevonden bij verschillende paardenrassen, voornamelijk bij het Belgisch trekpaard, de Amerikaanse draver en de Boulonnais (Baird et al., 2003; Lieto & Cothran, 2003; Milenkovic, Chaffaux, Taourit, & Guerin, 2003). Deze ziekte staat bij de mens gekend als Herlitz junctional epidermolysis bullosa en kon herleid worden tot een mutatie in drie verschillende genen, het LAMA3 gen op chromosoom 8 en in het LAMC2- en LAMB3 gen op chromosoom 5 (Lieto & Cothran, 2003). Bij het paard werd de ziekte geassocieerd met twee van deze mutaties. Bij de Amerikaanse dravers is de aandoening geassocieerd met de mutatie in het LAMA3 gen (Lieto & Cothran, 2003). Bij de koudbloeden, het Belgisch Trekpaard en de Boulonnais, werd de mutatie terug gevonden in het LAMC2 gen (Spirito et al., 2002). Deze genen spelen allemaal een rol in de vorming van het glycoproteïne laminine-5. Dit is een structureel eiwit in de huid. JEB veroorzaakt dan ook verschillende huidproblemen. De ziekte werd voor het eerst beschreven in 1913 in een onbekend paardenras in Duitsland. De aandoening wordt teruggevonden bij de mens en in verschillende diersoorten waaronder katten, runderen, schapen, honden, muizen en ratten (Graves, Henney, & Ennis, 2008; Milenkovic et al., 2003). Laminine-5 Door de grote gelijkenissen van de huid bij zoogdieren en mens wordt de structuur van de huid en de functie van laminine-5 bij de mens besproken (Lieto, 2001). De huid bestaat uit drie lagen: de epidermis, de dermis en de hypodermis (zie Figuur 4). Tussen de epidermis en de dermis ligt het basaal membraan. Dit is een vezelig membraan gevormd door collageen IV. Het basaal membraan bevat verschillende laminines (gelegen in het rode kader in Figuur 3) verbonden door nidogen, fibulin en andere glycoproteïnen (Schneider et al., 2006). Verder worden de structuur en de verbindingen uitgelegd. In het basaal membraan kan men twee lagen onderscheiden: de lamina lucida en de lamina densa (zie Figuur 4). De lamina lucida is verbonden met de epidermis door verschillende ankereiwitten, waaronder laminine-5 (Toonstra & de Groot, 2009). 27

35 Figuur 4 Structuur van het basaal membraan (Mancini & Lawley, 2015) Figuur 3 Structuur van de huid (ADAM, 2016) Laminine-5 is een glycoproteïne bestaande uit drie verschillende polypeptideketens: α3, β3 en γ2 (zie Figuur 5). Laminine-5 is een uitzonderlijk laminine eiwit. Het is het enige eiwit met drie korte armen wat dit eiwit tot de stabielste van de laminines maakt. De genen LAMA3, LAMB3 en LAMC2 coderen voor de polypeptideketens van laminine-5. LAMA3 heeft twee verschillende promotoren en kan leiden tot de α3a of α3b subunit. In de epitheelcellen van de huid wordt voornamelijk de α3a subunit teruggevonden (Schneider et al., 2006). Figuur 5 Structuur molecule van laminine-5 (Schneider, Mühle, & Pacho, 2006) De belangrijkste functie van laminine-5 is het verankeren van de epitheel cellen aan de onderliggende matrix. Door blootstelling van weefselculturen aan monoclonale antistoffen tegen de α3a subunit komen de keratinocyten los en de-epithaliseert de huid. Hierdoor werd de onmisbare functie van laminine-5a in de huidverankering duidelijk (Schneider et al., 2006). De synthese van laminine-5 gaat als volgt: de β3- en γ2 keten vormen eerst een stabiele dimeer en binden daarna aan de α3 keten. Deze bindingen gebeuren beide met behulp van disulfidebruggen. Enkel de heterotrimeer die hieruit ontstaat, kan worden uitgescheiden. De α3 keten synthese is hier limiterend, waardoor de biosynthese van deze keten een belangrijke stap is in het productieproces van 28

36 laminine-5. De α3 keten kan zich reduceren in grootte waardoor de functie van laminine-5 verandert van een motiliteitsfactor naar een adhesiefactor. Hierdoor wordt zowel cel migratie als cel adhesie mogelijk. De γ2 keten kan zich ook reduceren in grootte. Bij de β3 keten zijn er nog geen reducerende kenmerken waargenomen (Schneider et al., 2006). Figuur 6 Functie van laminine-5 (Schneider et al., 2006) De korte armen van laminine-5 richten zich naar de lamina densa en de lange arm richt zich naar de lamina lucida, net onder de keratinocyten (zie Figuur 6). De α3 keten aan de lange arm van laminine-5 beschikt over bindingsplaatsen voor integrin α3β1 en integrin α6β4. Deze bindingen zorgen voor celmigratie en voor de aanhechting van de cellen aan de basale keratinocyten. Laminine-5 bindt niet rechtstreeks aan collageen IV van het basaal membraan. Dit gebeurt met behulp van nidogen-1, fibulin-1 en fibulin-2. Deze eiwitten binden aan de γ2 keten aan de korte arm van laminine-5, waardoor laminine-5 verankerd is in het basaal membraan. Overige glycoproteïnen die zich in het basaal membraan bevinden zoals syndecans, heparin en heparansulfaat kunnen binden aan de α3 ketens en bevorderen de laminine-5 adhesie. Daarnaast reageert laminine-5 ook met collageen VII fibrillen uit de dermis. Deze collageen VII fibrillen kruipen door de lamina densa en binden met de β3 ketens aan de korte arm van laminine-5. Al deze bindingen zorgen voor een stevige verbinding tussen de dermis en de epidermis (Schneider et al., 2006). 29

37 Pathogenese Zoals eerder vermeld wordt JEB bij paarden geassocieerd met mutaties in twee verschillende genen: LAMA3 en LAMC2. De kandidaat genen coderen voor de verschillende polypeptideketens van laminine-5. Bij paarden met JEB wordt er in het LAMC2 gen een extra cysteïne molecule ingebouwd in exon 10. Hierdoor ontstaat er een vervroegd stopcodon en worden de γ2 polypeptideketens van laminine-5 niet gevormd. In het LAMA3 gen worden de exons van 6589-bp eruit geknipt. Hierdoor kunnen de α3 polypeptideketens niet gevormd worden. Beide mutaties zorgen voor de afwezigheid van het laminine-5 eiwit, waardoor de verankering van de dermis en de epidermis wegvalt. Er ontstaan lege ruimtes ter hoogte van het lamina lucida, waar het laminine de huidlagen normaal samenhoudt. De epidermis komt los, er ontstaan blaren en de huid valt af (Graves et al., 2008). Klinische Symptomen Door de afwezigheid van laminine-5 treden er verschillende huidproblemen op. JEB wordt dan ook gekenmerkt door uitgebreide blaarvorming. De eerste dag na geboorte worden onregelmatige ronde blaren gevormd ter hoogte van de drukpunten op de benen en op het hoofd, voornamelijk op de hakken, knieën, heupen, kogels, ellebogen en carpi. Deze blaren scheuren open en bloeden, waardoor er weinig tot geen huid overblijft op Figuur 7 klinische symptomen JEB (Church, 2014) de aangetaste plaatsen (Lieto, Swerczek, & Cothran, 2002). Daarnaast kunnen erosies ontstaan op de tong, de orale slijmvliezen, het gehemelte en op het oogbindvlies. Bloedingen in de mondholte komen regelmatig voor te wijten aan de blaren. Eén van de meest karakteristieke kenmerken van JEB is het zichtbaar worden van de snijtanden bij de geboorte. Normaal worden deze pas zichtbaar na 8 tot 14 dagen. De tanden hebben onregelmatige randen en zijn bedekt met een ruw glazuur. Daarnaast zijn er vaak problemen met de hoeven. Er worden blaren gevormd op de coronaire banden van de hoeven. Dit lijdt vaak tot een scheiding van de hoef, waardoor de onderliggende huid zichtbaar wordt. De symptomen worden ernstiger met de leeftijd, de reden waarom de veulens al binnen de 24 uur na geboorte worden geëuthanaseerd om hen uit hun lijden te verlossen (Baird et al., 2003; Spirito et al., 2002). Bij de mens is deze ziekte gekend als de ziekte van Herlitz en veroorzaakt gelijkaardige symptomen. De blaren vinden voornamelijk plaats op de rug, het zitvlak, de onderbenen en op 30

38 de bovenarmen. Ook bij baby s is het tandglazuur zeer onregelmatig. Zowel bij de mens als bij het paard worden de klinische symptomen teruggevonden op dezelfde plaatsen. Er zijn indicaties dat dit verklaard kan worden doordat de vorming van de laesies plaats vindt in de uterus (Lieto et al., 2002). 3 De 5 gangen 3.1 Algemeen Paarden hebben verschillende gangen afhankelijk van hun snelheid. De drie meest gekende gangen zijn stap, draf en galop. Daarnaast bestaan er nog twee gangen: de telgang en de tölt. Niet alle paarden kunnen deze twee gangen uitvoeren waardoor ze minder gekend zijn. De aanleg voor deze gangen wordt gezien als een specifiek kenmerk en daarbij kwam de vraag: Is dit kenmerk genetisch overdraagbaar zijn? De stap heeft vier tellen (zie Figuur 10). Elke voet wordt apart geplaatst. Het paard beweegt de benen elk om beurt naar voor. De draf heeft twee tellen en is een diagonale gang (zie Figuur 8). Het paard beweegt telkens twee benen diagonaal van elkaar naar voor. De galop heeft drie tellen gevolgd door een zweefmoment (zie Figuur 9). Figuur 10 Stap (GeoCities 2014) Figuur 8 Draf (GeoCities, 2014) Figuur 9 Galop (GeoCities, 2014) Figuur 12 de telgang van het Ijslandse paard (Andersson et al., 2012) Figuur 11 de tölt van het Ijslandse paard (Andersson et al. 2012) 31

39 De telgang is een diagonale gang met twee tellen net zoals de draf. Bij de telgang bewegen niet de diagonale benen tegelijk naar voor, maar de laterale benen. De benen aan één zijde van het paard bewegen tegelijk naar voor (zie Figuur 12). De tölt is een gang met vier tellen net zoals de stap (zie Figuur 11). De tölt wordt echter aan een veel hoger tempo gelopen dan de stap. De tölt is een echt raskenmerk van de Ijslandse paarden (zie 1.1.7). Vaak hebben ze naast het vermogen tot de tölt ook het vermogen tot de telgang (Andersson et al., 2012). 3.2 Gait keeper mutatie in DMRT3 Bij de Ijslandse paarden heb je twee types: de vier-gangige paarden (stap, draf, galop en tölt) en de vijf-gangige paarden (stap, draf, galop, tölt en telgang). Het vermogen tot de telgang heeft een overervingsfactor van 0,60 0,73. Dit is zeer hoog, dus dit kenmerk wordt voornamelijk bepaald door de genetica (Andersson et al., 2012). Een genoom-brede analyse (Petersen et al., 2013) toonde aan dat het gangen kenmerk gelegen is op chromosoom 23, zowel op het X als het Y chromosoom. Er werd een grote significantie aangetoond tussen het vermogen tot telgang en één single nucleotide polymorphism (SNP) gelegen op nucleotide positie van chromosoom 23. De twee flankerende markers toonden een zwakke associatie met het vermogen tot de telgang. Wat betekent dat de mutatie gelegen is in het nucleotide interval van 684 kb: nucleotide nucleotide (Andersson et al., 2012). In een studie (Andersson et al., 2012) werden de genomen van vier- en vijf-gangige Ijslandse paarden gesequeneerd en vergeleken met elkaar. Hieruit bleek dat alle vijf-gangige paarden homozygoot zijn voor een 438 kb haplotype, identiek door afstamming. Dit interval bevat drie genen: DMRT1, 2 en 3. Met deze kennis werd één vier-gangig en één vijf-gangig Ijslands paard gesequeneerd, beide homozygoot voor de tegenovergestelde allelen in de regio geassocieerd met de telgang. In dit interval werden 65 sequentie verschillen vastgesteld, 60 verschillen in SNPs en 5 kleine deleties of invoegingen. Er werden echter geen structurele verschillen gevonden. Er werden vijf intron SNPs gevonden die een soort van evolutionaire conservatie tonen. Daarnaast werd er één base verandering gevonden op nucleotide Deze baseverandering resulteert in een prematuur stop codon in het DMRT3 gen. Dit gen wordt hierdoor afgeschreven tot een onvolledig eiwit (173 aminozuur residuen te kort). Deze mutatie wordt gezien als de oorzaak voor de kenmerk telgang (Andersson et al., 2012). Opnieuw werd DNA van vier- en vijf-gangige Ijslandse paarden onderzocht. Alle vijf-gangige paarden bleken homozygoot te zijn voor de mutatie in het DMRT3 gen, behalve één vijf-gangig paard. Deze ene situatie is hoogst waarschijnlijk te wijten aan een fout in de fenotypering. Bij de vier-gangige paarden was 31% homozygoot voor de mutatie in het DMRT3 gen. Dit hoge 32

40 percentage homozygote paarden die niet vijf-gangig zijn, kan te wijten zijn aan een foute fenotypering, incomplete penetrantie en andere milieuomstandigheden, waaronder training een zeer belangrijk aspect is. Voor het Ijslands ras werd duidelijk dat homozygotie voor deze mutatie noodzakelijk is om de telgang te kunnen lopen (Andersson et al., 2012). Het kenmerk telgang is dichotoom, er bestaat geen tussenvorm. Dit werd duidelijk doordat alle paardenrassen die de telgang tonen homozygoot zijn voor de DMRT3 mutatie, met uitzondering de rassen gebruikt voor drafrennen. De selectiedruk voor rassen gebruikt voor drafrennen is positief voor de DMRT3 mutatie. De Ijslandse paarden krijgen algemeen een slechtere score voor galop en draf. Dit kan betekenen dat bij andere rassen die vooral in de dressuur, het show-springen en koersen worden gebruikt, deze mutatie ongewenst is omdat ze leidt tot slechtere prestaties. Bij deze rassen is er dus een negatieve selectiedruk voor de DMRT3 mutatie (Andersson et al., 2012). Rassen gefokt voor de drafrennen hebben een hoge frequentie voor de DMRT3 mutatie. Deze paarden hebben het vermogen om aan hoge snelheid te draven, tölten of de telgang te lopen, zonder te galopperen, de normale gang bij hoge snelheid. De Amerikaanse draver is één van deze rassen speciaal gefokt voor de drafrennen. Doordat het ras twee verschillende gangen heeft, werd de competitie onderverdeeld in twee klassen. Zo ontstonden er twee lijnen binnen dit ras: de telgangers en de dravers. Bij beide lijnen zijn de paarden echter homozygoot voor de DMRT3 mutatie. Dit wil zeggen dat de mutatie de mogelijkheid geeft tot de telgang, maar dat er andere genetische modificerende varianten zullen bepalen welke gang het paard zal lopen (Andersson et al., 2012). 33

41 Materiaal en Methoden 1 Inleiding Het inschatten van de prevalentie en de genotypenfrequentie van monogene aandoeningen bij paarden in Vlaanderen is noodzakelijk om de juiste adviezen aan de Vlaamse fokkers van paarden te geven. Het is ook belangrijk voor genetische laboratoria om te weten welke genetische testen ze dienen aan te bieden. Onderzoekers, maar vooral fokkers en dierenartsen, kunnen op basis van dit onderzoek te weten komen voor welke hoog prevalente erfelijke aandoeningen en kenmerken ze op zoek moeten gaan naar de oorzakelijke mutatie. Het onderzoek richt zich op het verzamelen van gegevens over erfelijke aandoeningen bij paarden in Vlaanderen. Van 100 paarden werd, naast fenotypische gegevens van het paard, een wangslijmvliesstaal (of verkort: een speekselstaal) verzameld. Het DNA van elk paard is onderzocht op het al dan niet aanwezig zijn van 31 verschillende kenmerken. De resultaten werden statistisch geanalyseerd. 2 Speeksel verzamelen SWAB Van alle 100 paarden werden drie speekselstalen genomen. Het speeksel werd verzameld door middel van de collectie kit Copan enat TM. Deze kit bevat een swab-staafje bestaande uit zachte nylon vezels en een buisje met schroefdop. Met het swab-staafje worden wangslijmen tandvleescellen verzameld. Het staafje wordt ongeveer 10 seconden over het tandvlees en het wangslijmvlies van het paard gewreven. Er wordt best een draaiende beweging uitgevoerd zodat het volledige staafje over het weefsel wrijft. Na de staalname wordt het staafje onmiddellijk in het buisje geplaatst. Dit buisje bevat één ml enat TM transport- en bewaarmiddel. Dit zorgt ervoor dat het DNA wordt gestabiliseerd en desactiveert de microben binnen de 30 minuten. De stalen zijn volgens de bijsluiter gedurende 3 weken houdbaar bij kamertemperatuur en tot vier weken houdbaar tussen 4 C en -20 C. Genetische laboratoria geven aan dat deze swabs in donkere omstandigheden veel langer te bewaren zijn (pers. mededeling, 2016). Op elk buisje werd een sticker geplaatst met informatie (ras, naam, chipnummer) over het paard. De drie buisjes van elk paard worden samen bewaard in een zakje. Van elk paard werd een fiche opgesteld (zie bijlage 2). Deze fiche bevat gegevens over de eigenaar (naam en voornaam, adres, telefoonnummer, adres) en over het paard (naam, chipnummer, ras, geboortedatum, stamboomnummer, geslacht, al of niet gecastreerd). Naast deze gegevens werden extra kenmerken verzameld in verband met cryptorchisme, vachtkleur, aftekeningen, huidskleur en overige problemen. Naast het opstellen van de fiche werd aan de eigenaar gevraagd om toestemming te geven om de stalen te gebruiken voor het Akela-project 34

42 onder bepaalde voorwaarden. Het Akela-project verzamelt DNA en informatie van honden, katten en paarden en wil op zoek naar de genetische causale mutatie van afwijkingen zoals heuplaxiteit, cryptorchidie, tandtekorten en kleurvarianten. 3 Databank Alle gegevens vermeld op de fiches worden gebundeld in de Akela databank. Deze databank bevat alle paarden, honden en katten waarvan een staal werd genomen in verband met het Akela-project. Deze databank zorgt voor een overzicht van de fenotypische en genetische variatie bij paarden, honden en katten. 4 DNA-extractie Van elk paard werd 1 swab verstuurd naar het dr. Van Haeringen labo (VHL) in Nederland. In het labo wordt een bedrijfseigen DNA-extractie uitgevoerd. Om zeker te zijn dat er voldoende DNA uit de door ons verzamelde swabs kon geëxtraheerd worden, werd er in het labo op campus Schoonmeersen een DNA-extractie uitgevoerd op één swab. De DNA concentratie werd bepaald. De DNA-extractie die in het eigen labo werd uitgevoerd, wordt hieronder besproken. 4.1 Materiaal Invisorb Spin Swab Kit (DNA extraheren) o Swab staafjes met speeksel/epitheelcellen paard o Lysis buffer o Proteïnase K o Binding buffer A o Spin filter o Was buffer o Elutie buffer o Vortex o Warmwaterbad o Centrifuge Quantifluor DNA Sample Kit (DNA concentratie meten) o TE buffer o Work Solution o DNA verkregen uit vorige stap o Promega Quantus TM Fluorometer 35

43 4.2 Methode DNA extractie Eerst werd het DNA geëxtraheerd uit de swab-staafjes. Dit gebeurde met behulp van de Invisorb Spin Swab Kit. Vooraleer men aan het protocol begon, werd het warmwaterbad opgewarmd op 65 C. De eerste stap van dit protocol is de lysis van het startmateriaal. Het startmateriaal werd gevortext. 200 ml van de bewaarvloeistof werd in een epje gepipetteerd. Deze bewaarvloeistof bevat de epitheelcellen van het paard. Bij dit epje werd 600 µl lysis buffer G en 20 µl Proteïnase K toegevoegd. Vervolgens werd het epje 5 seconden gevortext. Daarna werd het epje 30 minuten in het warmwaterbad geplaatst op 65 C. In de tweede stap van het protocol worden optimale bindingscondities gerealiseerd voor het DNA. 300 µl Binding buffer A werd toegevoegd aan het epje. Het epje werd een aantal keer geïnverteerd. Op een 2,0 ml epje werd een Spin Filter geplaatst. 700 µl uit het DNA bevattende epje werd op de Spin Filter gepipetteerd. Het epje met Spin Filter werd 2 minuten gecentrifugeerd aan rpm. Na de centrifuge werd het filtraat verwijderd. De overige vloeistof uit het DNA bevattende epje (500 µl) werd gepipetteerd op de Spin Filter. Dit werd opnieuw 2 minuten gepipetteerd aan rpm, waarna het filtraat opnieuw verwijderd werd. De tweede stap zorgt ervoor dat het DNA gescheiden wordt van de andere cel componenten waaronder eiwitten en suikers. Deze scheiding werd bekomen door de Spin Filter. De filter is een silica kolom bestaande uit minuscule pareltjes waarop enkel het DNA kan binden. De Binding buffer heeft een hoge zoutconcentratie en zorgt voor de binding van het DNA aan de silica kolom. De derde stap van het protocol is de was stap. Dit is noodzakelijk om ongewenste componenten waaronder eiwitten weg te wassen. Na deze stap behoudt men zuiver DNA. Er werd 700 µl Was buffer (ethanol) gepipetteerd op de Spin Filter. Het epje werd 2 minuten gecentrifugeerd aan rpm. Het filtraat werd verwijderd uit het epje. De wasstap werd een tweede keer herhaald en het filtraat werd opnieuw verwijderd. Daarna werd het epje nog eens 4 minuten gecentrifugeerd aan maximale snelheid ( rpm). Het filtraat werd verwijderd. De laatste 4 minuten centrifuge is nodig om de overige Was buffer te verwijderen. De laatste stap van het protocol is de elutie van het DNA. De Spin Filter werd op een nieuw epje geplaatst. Aan het epje werd 50 µl Elutie buffer toegevoegd. Het epje werd 1 minuut geïncubeerd op kamertemperatuur. Vervolgens werd het 1 minuut gecentrifugeerd aan rpm. De Spin Filter werd verwijderd en het filtraat werd behouden. Het filtraat bevatte het DNA. De Elutie buffer heeft een lage zoutconcentratie om het DNA los te maken. 36

44 DNA concentratie bepalen De DNA concentratie kan bepaald worden met behulp van de Quantifluor DNA Sample Kit. Er werd 99 µl TE buffer in een 0,5 ml epje gepipetteerd. Hieraan werd 100 µl Work Solution toegevoegd. Deze Work Solution is lichtgevoelig en wordt daarom bewaard in een potje bedekt met aluminium folie. 1 µl DNA werd bij de oplossing gepipetteerd. De oplossing wordt 4-5 keer op en neer gepipetteerd om het DNA doorheen de oplossing te mengen. De concentratiemeting gebeurt met behulp van de Promega Quantus TM Fluorometer. Op de middelste knop activeer je het toestel. Het protocol dsdna werd geselecteerd. Het epje werd in het toestel geplaatst en het deksel werd gesloten. De concentratie verschijnt in ng/µl. Nadien druk je op sleep zodat het toestel uit staat. 5 Aanvraag genetische testen Zoals eerder vermeld werden er van 100 paarden drie swabs verzameld, waarvan één swab werd opgestuurd naar het VHL. Het labo test 31 verschillende genetische kenmerken (zie bijlage 1). In een latere fase werden er van 8 paarden 2 extra swabs opgestuurd, aangezien er geen resultaat was voor minder dan 50% van de testen. 6 Statistische Analyse Om de representativiteit van het onderzoek te verhogen wordt de informatie van de 100 paarden verkregen van de eigenaars (fenotype) vergeleken met de Akela databank en de informatie van masterstudent Elynn Thys. Daarnaast worden de resultaten van de 100 paarden verkregen van het VHL (genotype) vergeleken met de VHL databank en de resultaten van masterstudent Elynn Thys. Van alle informatie en resultaten worden de genotype- en fenotypefrequenties berekend met behulp van SPSS. Alsook wordt het Hardy-Weinberg evenwicht (HW evenwicht) berekend uitgaande van de homozygote afwijkende genotypen. De kenmerken waarbij de genotypefrequenties variëren wordt het HW evenwicht bepaald. Het HW evenwicht geeft het evenwicht weer die tot stand zou komen in de populatie. Volgende formule geeft het HW evenwicht weer: (p + q) 2 = p 2 + 2pq + q 2 met p 2 = frequentie recessief genotype (--) p = 1 q q 2 = frequentie dominant genotype (++) 37

45 Resultaten en Bespreking 1 DNA extractie De DNA concentratie, uitgevoerd in het eigen labo bedroeg 3,45 ng/µl. Deze DNA concentratie werd verkregen uit één swab staafje. Er moet minimum 1 ng/µl DNA aanwezig zijn om over voldoende DNA te beschikken voor de genetische testen. Hieruit kan besloten worden dat er voldoende DNA uit de verzamelde swabs geëxtraheerd kan worden. 2 Beschrijvende statistiek Voor deze masterproef werden 100 bijkomende stalen verzameld voor het Akela-project. De volledige Akela databank bevat 529 paarden. In volgende paragrafen worden de kenmerken van de paarden uit de eigen databank en de Akela databank besproken. Volgende kenmerken worden besproken: - Ras - Geslacht - Leeftijd - Vachtkleur - Stamboek en chipnummer - Voorkomende aandoeningen (enkel voor de eigen databank) - Uitslag VHL testen (enkel voor de eigen databank) 2.1 Eigen databank Aangezien de eigen databank 100 paarden bevat, is de frequentie dezelfde waarde als het percentage. Daarom wordt enkel de frequentiewaarde gegeven. Ras De 100 bijkomende stalen bevatten 22 paardenrassen. In Tabel 3 worden de rassen weergeven en het aantal paarden van dit ras. Naast de 22 paardenrassen zijn er 6 kruisingen en 7 paarden zonder ras of waarvan geen ras gekend is. Het BWP met 34 paarden komt het meest voor, het KWPN komt op de tweede plaats met 17 paarden. De warmbloedpaarden zijn dus ruim in de meerderheid. 38

46 Tabel 3 Paardenrassen voorkomend in eigen databank Ras Frequentie Ras Frequentie AES 1 Hannoveraan 2 Andalusïer 1 Irisch Cob 2 American Quarter Horse 3 KWPN 17 Arabische volbloed 1 Lusitano 1 Belgisch Miniatuurpaard 1 New forest pony 1 BWP 34 NRPS 2 Connemara 2 Oldenburger 1 Engelse volbloed 2 SBS 1 Fell pony 5 Welsh pony 2 Fjord 1 Zangersheide 4 Franse draver 1 Kruising 6 Fries 2 Ras ongekend 7 Geslacht Bij de 100 paarden is 50% vrouwelijk en 48% mannelijk. Dit is een mooie verdeling tussen mannelijk en vrouwelijk, wat deze waarden tot een realistische weergave maakt van de paardenpopulatie in Vlaanderen. Van 2 paarden is het geslacht niet gekend. De verwachte identificatieboekjes werden niet op tijd verkregen. 90% van de hengsten is gecastreerd. Hengsten worden vaak gecastreerd zodat ze rustiger zijn als rijdier. De paarden in de eigen databank zijn voornamelijk eigenaarspaarden of komen uit maneges. Hengsten worden enkel gehouden als rijdier door ervaren ruiters of op fokkerijen. Onderstaande tabel geeft het geslacht en hun frequentie weer. Tabel 4 Frequentietabel geslacht eigen databank Geslacht Frequentie Merrie 50 Hengst 3 Ruin 45 Ongekend 2 39

47 Leeftijd De leeftijd van de paarden ligt tussen de 1 en 27 jaar. De meest voorkomende leeftijd ligt tussen de 6 en 10 jaar. In onderstaande tabel worden de geboortejaren, de leeftijd en hun frequentie weergeven. Tabel 5 Frequentietabel geboortejaar en leeftijd eigen databank Geboortejaar Leeftijd Frequentie Geboortedatum niet gekend / 15 Vachtkleur In de databank komen 9 verschillende vachtkleuren voor. Bruin komt duidelijk het meest voor, bijna 50%. Daarnaast zijn er 15% voskleurige en 15% zwarte paarden en 13% schimmels. Deze vier kleuren worden gezien als de vier basiskleuren van het paard. In de databank is meer dan 50% warmbloedig. Deze vier basiskleuren komen het vaakst voor bij warmbloeden, wat het hoge percentage van deze vier kleuren verklaart. Onderstaande tabel geeft de verschillende vachtkleuren en hun frequentie weer. Tabel 6 Frequentietabel vachtkleur eigen databank Vachtkleur Frequentie Kleur niet gekend 1 Apeloosa 1 Bruin 48 Bruinbont 3 Bruinschimmel 1 Isabel 1 Schimmel 13 Vos 15 Zwart 15 Zwartbont 2 40

48 Stamboek en Chipnummer 76% van de paarden heeft een stamboom in deze databank. Dit is een vrij hoog percentage. Er werd dan ook specifiek gezocht naar paarden met een stamboom, zodat de vader en de moeder gekend zijn. Indien de ouders gekend zijn, kan men meer te weten komen over de genetische achtergrond. Daarnaast heeft 83% van de paarden een chipnummer. Ook hier werd er specifiek gezocht naar paarden met een chipnummer. Een chipnummer is namelijk een goede manier van identificatie. Zo weet men zeker dat men het juiste paard voor heeft. Het chippen van paarden is momenteel verplicht, maar in de praktijk gebeurt dit niet altijd. Doordat er specifiek gezocht werd naar paarden met stamboek en chipnummer kunnen de frequenties mogelijks een fout beeld geven van de totale paardenpopulatie in Vlaanderen. Onderstaande tabel geeft de aanwezigheid van een stamboek en chipnummer weer in de 100 stalen. Tabel 7 Frequentietabel stamboek en chipnummer eigen databank Stamboek Chipnummer Ja 76 Ja 83 Nee 10 Nee 3 Niet gekend 14 Niet gekend 14 Voorkomende aandoeningen Onderstaande tabel geeft de verschillende aandoeningen weer die voorkomen in de eigen databank. Bij de eerste 44 paarden was de dierenarts ter plaatse, waardoor er met zekerheid kan gezegd worden welke aandoeningen aanwezig zijn. Bij de overige paarden was de dierenarts en soms zelfs de eigenaar niet aanwezig. Er werd naar verschillende aandoeningen gevraagd zoals OCD, cryptorchidie en hoefkatrol. De eigenaars waren vaak niet bekend met de aandoeningen of kenden de volledige geschiedenis van het paard niet. Vermoedelijk zijn er meer paarden met onderstaande aandoeningen. Tabel 8 Voorkomende aandoeningen in de eigen databank Aandoening Frequentie Aandoening Frequentie OCD 2 Bokvoetje 3 Hoefkatrol 3 Kanker 1 41

49 VHL testen Alle testen, vachtkleuren en aandoeningen, worden verklaard in bijlage 1. Vachtkleur Volgende tabellen bevatten de percentages van de genotypen getest in verband met vachtkleur (zie Tabel 9 tot Tabel 11). Tabel 9 Frequentietabel genotype vachtkleur Agouti P907 Agouti 1 % Agouti 7 % , , , , , ,6 - - = zwart; + - = Bruin; + + = Bruin De testen Agouti 1 en Agouti 7 testen beide dezelfde mutatie. Het is een controle systeem. In de databank komen alle resultaten van beide testen overeen. De verschillen in genotypefrequenties zijn te wijten aan de vraagtekens van de testen. De vraagtekens komen bij verschillende paarden voor bij de twee testen, waardoor men andere genotypefrequenties verkrijgt. Het slagingspercentage van de testen worden later besproken. Tabel 10 Frequentietabel genotype vachtkleur 1 P904 % P807 % P713 % P785 Freq. P784 % Vos Schimmel Cremello Sabino Silver E E 37,4.G 12,2 CR CR 1 SB SB 0 Z Z 0 V E 41,8 N CR 1 N SB 1 N Z 1 V V 20,8 N N 87,8 N N 98 N N 99 N N 99 V V = fenotype Vos, V E = drager vos kenmerk, E E = vos kenmerk niet aanwezig;.g (= G G of N G) = fenotype Schimmel, N N = schimmel kenmerk niet aanwezig; CR CR = fenotype Cremello verdunningsfactor, N CR = drager Cremello verdunningsfactor, N N = Cremello verdunningsfactor niet aanwezig; SB SB = fenotype Sabino factor, N SB = drager Sabino factor, N N = Sabino factor niet aanwezig; Z Z = fenotype Zilver factor, Z N = drager Zilver factor, N N = Zilver factor niet aanwezig 42

50 Tabel 11 Frequentietabel genotype vachtkleur 2 P903 Tobiano % P592 Dom. Wit 3 % P594 Witte vlekken 1 % TO TO , ,8 N TO 4, , ,2 N N 95, , TO TO = fenotype Tobiano, N TO = drager Tobiano factor, N N = Tobiano factor niet aanwezig; Dominant Wit 3: - - = Dominant Wit 3 niet aanwezig, + - = drager Dominant Wit 3, + + = fenotype Dominant Wit 3; Witte Vlekken 1: - - = Witte Vlekken 1 niet aanwezig, + - = drager Witte Vlekken 1, + + = fenotype Witte Vlekken 1 Voor volgende kenmerken werden geen dragers of paarden die het kenmerk bezitten gevonden: - Vachtkleur Overo - Vachtkleur Champagne - Dominant Wit 1 - Vachtkleur Macchiato - Witte Vlekken 2 - Witte Vlekken 3 - Vachtkleur Pearl Voor volgende kenmerken zijn er enkele paarden drager of bezitten het kenmerk: - Vachtkleur Cremello: 1 drager, 1 bezit het kenmerk - Vachtkleur Sabino: 1 drager - Vachtkleur Silver: 1 drager - Vachtkleur Tobiano: 4 dragers - Schimmel: 11 hebben het kenmerk - Dominant Wit 2: 24 dragers, 4 hebben het kenmerk - Witte Vlekken: 2 dragers 43

51 Voor volgende kenmerken werd het HW evenwicht bepaald: Tabel 12 HW evenwicht voor de verschillende kenmerken Kenmerk p 2 2pq q 2 Kenmerk p 2 2pq q 2 Agouti 1 0,433 0,450 0,117 Cremello 0,01 0,18 0,81 Agouti 7 0,467 0,433 0,100 Sabino 0,00 0,01 0,99 Vos 0,208 0,496 0,296 Silver 0,00 0,01 0,99 Dominant Wit 3 0,685 0,285 0,300 Witte Tobiano 0,00 0,05 0,95 Vlekken 1 0,00 0,02 0,98 p 2 = aantal paarden met genotype - - (recessief); 2pq = aantal paarden met genotype + - ; q 2 = aantal paarden met genotype + + (dominant) p 2, 2pq en q 2 zijn respectievelijk het percentage recessief homozygoten, dragers en dominant homozygoten die er zouden voorkomen in de databank bij een evenwicht. Deze cijfers worden vergeleken met de genotypefrequenties verkregen van VHL. Voor de kenmerken Dominant Wit 3, Tobiano, Sabino, Silver en Witte Vlekken 1 komt het HW evenwicht overeen met de genotypefrequenties van VHL. De kenmerken Agouti 1 en Vos bevatten iets minder dragers dan het HW evenwicht. Voor de kenmerken Cremello en Agouti 7 zijn er grote verschillen. Voor de vachtkleur Cremello werd 1% recessief homozygoot en 1% drager gevonden. Volgens het HW evenwicht zouden er 18% dragers aanwezig moeten zijn. Voor de vachtkleur Agouti 7 werden slechts 11,7% dragers gevonden. In het HW evenwicht bedraagt het aantal dragers 43,4%. Het verschil tussen Agouti 1 en Agouti 7 is, zoals eerder vermeld, te wijten aan de verschillende vraagtekens van de testen. De overige kenmerken hadden geen paarden die het kenmerk dragen. Voor deze kenmerken ligt het HW evenwicht op 100% dominant homozygoot. Vachtkleur: Fenotype o.b.v. genotype en waargenomen fenotype De basisvachtkleur wordt bepaald door het Agouti gen (P907). Bij de afwezigheid van andere vachtkleur genotypes is het paard bruin: Aa of AA, of zwart: aa. Daarnaast worden de meest voorkomende vachtkleuren bepaald door de vos-factor op de E-locus (P904), de schimmelfactor (P907) en de cremello verdunningsfactor (P713). Het DNA van de paarden werd getest op 17 vachtkleurkenmerken. Op basis van deze genotypen wordt het fenotype voorspeld. Dit fenotype wordt vergeleken met het waargenomen fenotype op het veld. Bij de vergelijking werden verschillende discordanties gevonden. 18 paarden werden gegenotypeerd als bruin (Agouti Aa of AA) waarbij het waargenomen fenotype werd genoteerd 44

52 als zwart. 21 paarden werden gegenotypeerd als zwart (Agouti aa) waarbij het waargenomen fenotype werd genoteerd als bruin. Deze discordanties kunnen eventueel te wijten zijn aan een foute fenotypering op het veld. Zwart en Bruin worden namelijk gemakkelijk verward. De intensiteit van het zwart en het bruin kan variëren naarmate dat de paarden in de zon staan, geschoren zijn, caroteenrijk voeder eten De fenotypering is ook persoonsgebonden, sommige mensen duiden een donkerbruin paard aan als zwart of omgekeerd. De foto s van de paarden in kwestie werden opnieuw bekeken. Aan de hand van de foto s is er twijfel over 10 paarden van de databank. Van de overige 19 paarden is het waargenomen fenotype duidelijk juist. Figuur 13 en figuur 14 geven een foto weer van Akela 2271 en Akela Op de foto s zie je duidelijk dat deze paarden bruin zijn. Ze werden echter beide zwart gevonden in de testen van VHL. Figuur 14 Akela 2236 (Azara) Figuur 13 Akela 2271 (Elly) 45

53 Figuur 15 en 16 zijn twee Fell pony s. De vijf Fell pony s en één vermoedelijke Fell pony (Akela 2242-Akela 2247) werden gefenotypeerd als zwart. De testen van VHL kwamen echter op bruin uit. Op de figuur zie je dat de pony s zwart zijn. Verschillende pony s hebben echter bruine maantoppen zoals te zien is op onderstaande figuren. Dit kan ook een verbleking zijn van de zon, aangezien bruine paarden normaal ook zwarte manen hebben. Coopman (pers. mededeling, 2016) suggereerde dat er mogelijks een dominant zwart zou voorkomen bij het paard dat zoals bij de hond het bruin verdringt. Dominant zwart is al beschreven bij de hond en is een mutatie van het beta-defensin. Een interessant onderwerp voor verder onderzoek. Figuur 16 Akela 2246 (Beauty) Figuur 15 Akela 2245 (Debby) De test Dominant Wit 3 gaf verschillende discordanties. Op figuur 17 en 18 worden Akela 2202 en Akela 2234 afgebeeld. Deze paarden dragen het kenmerk Dominant Wit 3. Er werden geen witte vlekken gevonden op de romp van de paarden. Een klein wit vlekje op de buik kan snel over het hoofd gezien worden, waardoor men niet 100% zeker is. Akela 2234 heeft geen witte aftekeningen op de benen, enkel een klein wit puntje op het voorhoofd (zie Figuur 18). Akela 2202 heeft één sokje aan het rechterachterbeen en een kleine kol (zie Figuur 17). Er werd verwacht dat de paarden die het kenmerk Dominant Wit 3 dragen grote witte vlekken hebben en de homozygote paarden volledig wit worden geboren. De resultaten tonen echter iets anders. Alle paarden die het kenmerk Dominant Wit 3 dragen, hebben witte aftekeningen, zowel brede blessen als kleine kolletjes, maar er werden geen witte plekken waargenomen op de romp. De paarden die de mutatie echter niet dragen, hebben vaak ook witte aftekeningen. Dit doet vermoeden dat er verschillende andere genen meespelen in de witte aftekeningen van het paard. Verder onderzoek rond deze aftekeningen is nodig voor verduidelijking. 46

54 Het kenmerk Dominant Wit 3 werd gevonden bij verschillende paarden die verwant zijn met elkaar. De paarden Juno Van de Durmenhoeve (Akela 2239), Jaïpur Van de Durmenhoeve (Akela 2240) en Iluna Van de Durmenhoeve (Akela 2234) dragen alle drie het kenmerk volgens de resultaten van VHL. Alle drie de paarden hebben verschillende witte aftekeningen, maar geen witte plekken op de romp. De paarden Verdi (Akela 2251), Punch of Beauty (Akela 2252) en Volta (Akela 2253) dragen alle drie het kenmerk Dominant Wit 3 volgens de resultaten van VHL. Ook bij deze drie paarden worden verschillende witte aftekeningen waargenomen, maar geen witte plekken op de romp. Figuur 18 Akela 2202 (Lineke) Figuur 17 Akela 2234 (Iluna) Bij enkele rassen spelen er echter nog andere genen mee in de vachtkleur die niet getest werden. De vachtkleur Roan (P659) en de Wild vachtkleur (P660) werden niet getest omwille van de hoge vraagprijs (patent). Akela 2191, een Fjord, draagt waarschijnlijk het Wild vachtkleur. Voor Akela 2263 werd de vachtkleur Roan genoteerd op het veld. De vachtkleur van deze paarden kunnen niet gecontroleerd worden aangezien hiervoor geen test werd uitgevoerd. Daarnaast is er een verschil voor 11 andere paarden tussen het fenotype o.b.v. genotype en het waargenomen fenotype. Deze verschillen zijn echter moeilijk te verwarren, vb Vos en Schimmel. Bij deze discordanties werden de vos factor of de schimmel factor over het hoofd gezien. Een extra test voor deze paarden kan uitsluitsel brengen. Hiervoor was er geen tijd meer. De discordanties worden weergegeven in onderstaande tabel. 47

55 Tabel 13 Grootste verschillen tussen kleur o.b.v. genotype en waargenomen kleur Akela nummer Kleur op basis van genotype Waargenomen kleur Test waaraan discordantie te wijten is 2184 Zwart Bruin bont? 2187 Wit geboren Bruin Dominant Wit Wit geboren Bruin Dominant Wit Wit geboren Bruin Dominant Wit Vos Bruin Vos 2250 Vos Schimmel Schimmel 2252 Wit geboren Bruin Dominant Wit Tobiano Bruin Tobiano 2257 Sabino Grijsschimmel Sabino 2261 Bruin Zwart bont? 2268 Bruin Vos Vos Bij 49 paarden wordt een verschil gezien tussen het fenotype o.b.v. genotype en het waargenomen fenotype. De testen voor het Agouti kenmerk tonen voornamelijk discordanties. Dit doet vermoeden dat, net zoals bij honden en muizen, er verschillende andere mutaties in het agoutigen aanwezig zijn die het fenotype mee bepalen. Daarnaast tonen de overige testen Vos, Pearl, Champagne bijna altijd een juist resultaat. De juistheid van de genotypering is dus afhankelijk van het kenmerk dat getest wordt. 61% van de testen is correct indien men enkel rekening houdt met de grote discordanties en de tien twijfelaars gezien worden als een foute fenotypering op het veld. 51% van de testen is correct indien men zowel de grote als de kleine discordanties in rekening brengt. Hoogst waarschijnlijk zijn er verschillende andere, ongekende genen die het fenotype mee bepalen. Dit kan de discordanties verklaren. Daarnaast kunnen er in het labo kleine foutjes optreden: verwisselen van stalen, foute notering van de resultaten Hier wordt het nut van de testen in vraag gesteld. Zijn de genetische testen wel een nuttige uitgave? Een juistheid percentage van 61% of 51% is laag. Verder onderzoek naar andere mutaties die het fenotype mee bepalen, kan hier evenwel duidelijkheid brengen. 48

56 Genetische aandoeningen Voor de genetische aandoeningen werden bijna alle paarden negatief getest. Voor volgende aandoeningen werden geen dragers of lijders gevonden in de databank: - P705 HYPP - P704 Severe Combined Immuno Deficiency (SCID) - P786 Hereditary equine regional dermal asthenia (HERDA) - P854 Lavender Foal Syndrome (LFS) - P802 Cerebellaire Abiotrofie (CA) - P877 JEB (LAMC2) - P735 JEB (LAMA3) - P882 Myotonie - P926 Maligne Hyperthermie (MH) - P506 Androgen Insensitivity Syndrome (AIS) - P507 Thrombasthenie - P655 Hyperpigmentatie Voor twee aandoeningen werden wel dragers gevonden: - P791 Glycogen Branching Enzyme Deficiency (GBED): 1 drager - P839 Fell Pony Syndrome (FIS): 2 dragers De twee dragers van het FIS zijn beide Fell pony s. De eigen databank bevat vijf Fell pony s. FIS komt voornamelijk voor bij Fell en Dales pony s. Volgens de literatuur is 30-60% van de Fell pony s drager (Vetbook, 2010). Het is dus realistisch dat er twee van de vijf Fell pony s drager is. De drager van het GBED is een American Quarter Horse. De aandoening GBED is een veel voorkomende aandoening bij American Quarter Horses (Tryon et al., 2009). De eigen databank bevat 3 American Quarter Horses. De overige aandoeningen werden niet terug gevonden in de eigen databank. Vaak is een genetische aandoening gelinkt aan een paardenras. De meeste aandoeningen waarvoor getest werd, komen voor bij de American Quarter Horse: HYPP, HERDA, AIS, MH, GBED en hyperpigmentatie. FIS komt voornamelijk voor bij de Fell pony. CA, SCID en LFS komen voornamelijk voor bij Arabieren. Myotonie komt voornamelijk voor bij de New Forest pony. JEB komt voornamelijk voor bij koudbloedigen. Thrombasthenie komt voor bij alle paardenrassen. De paardenrassen gelinkt met de genetische aandoeningen hebben een laag percentage in de eigen databank (zie Ras). Dit kan verklaren waarom er weinig dragers of lijders gevonden zijn in de populatie. 49

57 Het fenotype o.b.v. het genotype van de overerfbare aandoeningen verkregen door VHL kunnen niet vergeleken worden met het fenotype waargenomen in de praktijk. Hierdoor kunnen we de correctheid van de genetische testen niet bepalen. Het percentage dragers voor de verschillende aandoeningen zijn volgens de literatuur een correcte weergave van de populatie in Vlaanderen. De resultaten van de genetische testen op vachtkleur tonen enkele discordanties. Er wordt vanuit gegaan dat dit ook het geval kan zijn voor de testen op overerfbare aandoeningen. Slagingspercentage VHL testen De resultaten die werden verkregen via het VHL bedroegen verschillende vraagtekens. Het slagingspercentage is het percentage testen die wel gelukt zijn. Onderstaande tabel geeft het aantal vraagtekens en het slagingspercentage weer per test. Tabel 14 Frequentietabel vraagtekens en slagingspercentage per test Test Freq.? Slagings % Test Freq.? Slagings % Test Freq.? Slagings % P P P P P P P P P P P P P P P P P P P P P P P P P P P P P P P Het slagingspercentage per test varieert tussen 63 en 99%. Een slagingspercentage per test onder 90% komt echter weinig voor. Dit is een goed resultaat. Het totaal slagingspercentage over alle testen heen bedraagt 92%. Ook dit is een goede score. Het slagingspercentage per paard kan tegenvallen: zie Tabel

58 Tabel 15 Frequentietabel aantal vraagtekens en slagingspercentage per paard Paard Freq.? Slagings% Paard Freq.? Slagings% Paard Freq.? Slagings% % van de paarden heeft een slagingspercentage boven 90%. Dit is een goede score. Er zijn echter enkele paarden met een slagingspercentage onder 50%. Voor één paard (Akela 2267) lukte geen enkele test. Indien je dit resultaat terugkrijgt van het labo, is dit een dure uitgave zonder resultaat. Er zijn twee mogelijke verklaringen voor de mislukte testen. Indien de staalname niet correct verloopt, kan er te weinig DNA aanwezig zijn in de swabs. In deze 51

59 situatie heeft het labo geen DNA om de testen uit te voeren. Er werd echter zelf een DNA extractie uitgevoerd. Uit deze DNA extractie konden we afleiden dat er voldoende DNA geëxtraheerd kan worden uit een swab (zie 1 DNA extractie). Als tweede mogelijkheid kan het fout lopen in het labo: fouten in het protocol van de testen, verwisselen van stalen, foute notering van de resultaten Daarnaast werden er 198 swabs tegelijk opgestuurd naar het VHL, waardoor de stalen werden behandeld als massaproduct. Het totaal slagingspercentage voor deze 198 stalen bedraagt 92,7%. Dit is een mooie waarde voor het labo. Maar indien je de waarde per paard bekijkt, kan je als eigenaar teleurgesteld zijn. 2.2 Akela databank In de Akela databank zijn er 529 paarden aanwezig. De kenmerken van deze paarden worden in volgende paragrafen besproken. Hier wordt zowel de frequentie als het percentage weergeven. Ras In de Akela databank zijn er 33 paardenrassen aanwezig. Daarnaast zijn er 19 pony s, 52 kruisingen en 110 paarden waarvan het ras niet gekend is. Ook hier is het BWP het meest voorkomende paard (32,9%). En ook het KWPN staat hier op de tweede plaats, maar met een lager percentage (5,1%). Onderstaande tabel geeft de paardenrassen in de Akela databank weer met hun frequentie en percentage. 52

60 Tabel 16 Paardenrassen voorkomend in de Akela databank Ras Freq. % Ras Freq. % AES 1 0,2 Irisch Cob 2 0,4 American Quarter Horse 14 2,6 KWPN 29 5,1 Amerikaans Miniatuurpaard 3 0,6 Lipizzaner 1 0,2 Andalusïer 11 2,1 Lusitano 6 0,9 Arabische volbloed 1 0,2 Minipaard NDL 6 1,1 Arabo-fries 1 0,2 New forest pony 1 0,2 Belgisch Miniatuurpaard 10 1,5 NRPS 3 0,6 Belgisch trekpaard 9 1,7 Oldenburger 4 0,8 BRp 1 0,2 Paint, pinto 5 0,9 BWP ,9 SBS 13 2,5 Connemara 2 0,4 Shetlander 3 0,6 Engelse volbloed 2 0,4 Selle Francais 1 0,2 Fell pony 5 0,9 Tinker 1 0,2 Fjord 2 0,4 Welsh pony 2 0,4 Fries 6 0,9 Zangersheide 19 3,6 Franse draver 1 0,2 Pony 19 3,6 Haflinger 1 0,2 Kruising 52 9,8 Hannoveraan 6 1,1 Ras ongekend ,8 Geslacht In de Akela databank is 62% vrouwelijk. Daarnaast is bijna de helft van de mannelijke paarden nog steeds hengst, namelijk 46,7%. Dit is een groot verschil met de eigen databank (3%). Een mogelijke verklaring hiervoor is de plaats waar de paarden stonden. De paarden uit de eigen databank komen voornamelijk uit maneges, uit kleine privé stallen of zijn vaak eigenaarspaarden. Er werd geen fokkerij bezocht voor de eigen databank. In de Akela databank zijn er misschien wel fokkerijen bezocht. Dit kan verklaren waarom het percentage hengsten hoger is. 52

61 Tabel 17 Frequentietabel geslacht in de Akela databank Geslacht Frequentie Percentage Merrie ,0 Hengst 64 12,1 Ruin ,9 Ongekend 3 0,6 Leeftijd De meeste paarden in de Akela databank zijn geboren in Deze paarden zijn 6-10 jaar. Onderstaande tabel geeft de leeftijd en de frequentie van de paarden weer. Tabel 18 Frequentietabel leeftijd van de Akela databank Geboortejaar Leeftijd Frequentie > , , , , ,2 Vachtkleur In de Akela databank komen 16 verschillende vachtkleuren voor. Dit is meer dan de eigen databank (9 vachtkleuren). In de Akela databank werden de kleuren specifieker beschreven, bijvoorbeeld Zilver dapple splash en werden enkele minder frequente kleuren gevonden. Ook hier is bruin het meest voorkomende kleur (37,2%). Onderstaande tabel geeft de vachtkleuren weer met hun frequentie en percentage. 53

62 Tabel 19 Frequentietabel vachtkleur Akela databank Vachtkleur Frequentie Percentage Kleur niet gekend ,2 Apeloosa 5 0,9 Bruin ,2 Bruinbont 17 3,2 Bruinschimmel 5 0,9 Isabel 3 0,6 Palomino 1 0,2 Perlino 2 0,4 Schimmel 61 11,5 Valk 3 0,6 Valk bont 1 0,2 Vos 67 12,7 Vosbont 2 0,4 Zilver dapple splash 1 0,2 Zilver smokey cream 1 0,2 Zwart 28 5,3 Zwartbont 7 1,3 Stamboom en Chipnummer In de Akela databank zijn er merkelijke minder paarden met stamboek dan in de eigen databank. Zoals eerder vermeld werd in de eigen databank specifiek gezocht naar paarden met stamboom. Dit verklaart waarom het percentage paarden met stamboek hoog ligt in de eigen databank. In de Akela databank heeft ongeveer de helft van de paarden een stamboek. Dit is waarschijnlijk een meer betrouwbaar percentage voor de paardenpopulatie in Vlaanderen. Het aantal paarden met chipnummer bedraagt 94,3%. Dit is een hoger percentage dan in de eigen databank (83%). Het chippen van paarden is verplicht waardoor dit hoge percentage een realistische weergave is van het aantal gechipte paarden in Vlaanderen. 54

63 Tabel 20 Frequentietabel aanwezigheid stamboek en chipnummer in de Akela databank Stamboek Freq. Percentage Chipnummer Freq. Percentage Ja ,4 Ja ,3 Nee 13 2,5 Nee 8 1,5 Niet gekend ,2 Niet gekend 22 4,2 3 Vergelijking databanken (fenotype) Ras De eigen databank bevat 22 rassen. De databank van Elynn Thys bevat 13 rassen. De Akela databank bevat 33 rassen. Voor deze drie databanken komt het BWP het meest voor, respectievelijk 34%, 60% en 33%. Dit ras is duidelijk het meest vertegenwoordigd in Vlaanderen. De databank van Elynn Thys bevat uitzonderlijk veel BWP aangezien er voornamelijk warmbloedfokkerijen en springsportstallen bezocht werden. Geslacht Onderstaande tabel geeft de verdeling weer van het geslacht. In alle drie de databanken is ongeveer de helft mannelijk en de helft vrouwelijk, een realistische verdeling. De databank van Elynn Thys en de Akela databank bevatten ongeveer 10% ruinen. De eigen databank bevat 45% ruinen. Zoals eerder vermeld, kan dit te wijten zijn aan de bezochte plaatsen. Voor de eigen databank werden voornamelijk maneges en eigenaarspaarden bezocht. Deze zijn vaak gecastreerd zodat ze rustiger zijn als rijdier. In de databank van Elynn Thys werden voornamelijk warmbloedfokkerijen en springsportstallen bezocht. Dit kan verklaren waarom er een hoger aantal hengsten aanwezig zijn. Tabel 21 Vergelijking databanken van het geslacht % Eigen Elynn Thys Akela Merrie Hengst Ruin Leeftijd De leeftijd voor de drie databanken liggen verspreid. De eigen databank bevat paarden van , de databank van Elynn Thys bevat paarden van en de Akela databank bevat paarden van De grootste groep is 6-10 jaar voor de eigen databank en de Akela databank. In de databank van Elynn Thys zijn de paarden voornamelijk 4-7 jaar. 55

64 Vachtkleur De databank van Elynn Thys en de Akela databank bevatten beide 16 vachtkleuren, de eigen databank 9 vachtkleuren. In de drie databanken kwam bruin het meest voor: databank Elynn Thys 51%, eigen databank 49%, Akela databank 37%. Naast de kleur bruin komen de kleuren vos, zwart en schimmel het meest voor. De databanken bevatten voornamelijk warmbloeden. De warmbloeden komen voornamelijk voor in deze vier basiskleuren. In de databank van Elynn Thys kwamen geen zwarte paarden voor. Stamboek en chipnummer Zowel de eigen databank als de databank van Elynn Thys bevat een hoog percentage paarden met stamboom. Voor beide databanken werd voornamelijk gezocht naar paarden met stamboek, zodat de afkomst gekend is. In de Akela databank heeft slechts de helft een stamboek. Dit is wellicht een meer realistische waarde. Alle drie de databanken hebben een hoog percentage paarden met chipnummer. Zoals eerder vermeld is het chippen van paarden verplicht. Dit verklaart het hoge cijfer paarden met chipnummer. Onderstaande tabel geeft de frequenties van het stamboek en chipnummer van de drie databanken. Tabel 22 Vergelijking databanken van de aanwezigheid van chipnummer en stamboek % Stamboek aanwezig Chipnummer aanwezig Eigen 76,0 83,0 Elynn Thys 87,0 87,0 Akela 48,4 94,3 4 Vergelijking databanken (genotype) In volgende tabellen worden de frequenties van drie databanken vergeleken: de eigen databank, de databank van masterstudente Elynn Thys en de databank van VHL. De databank van Elynn Thys bevat 98 paarden. De eigen databank bevat 100 paarden. Op deze 198 paarden werden 31 genetische testen uitgevoerd. De VHL databank heeft gegevens over 19 van deze genetische testen. De VHL databank heeft voor elke genetische test een verschillend aantal paarden. Om de relevantie van de cijfers aan te geven, wordt zowel de frequentie als het percentage gegeven voor de VHL databank. In tabel 23 worden de 19 testen waarover gegevens gekend zijn van VHL, vergeleken met de resultaten van de eigen databank en de resultaten van de databank van Elynn Thys. In tabel 24 worden de resultaten van de overige 12 testen van de eigen databank met de databank van Elynn Thys vergeleken. 56

65 Tabel 23 Vergelijking genetische testen: eigen databank, VHL databank en databank Elynn Thys Test Genotype % eigen % Elynn Thys VHL Frequentie % Overo N N N O O O Tobiano N N N TO TO TO Vos E E E e e e Agouti 1 A A A a a a SCID A A A a a a HYPP N N N Hy Hy Hy Cremello N N N Cr Cr Cr JEB LAMA3 N N N J J J Pearl N N N Prl Prl Prl Silver N N N Z Z Z Sabino N N N SB SB SB HERDA N N N He He He GBED N N N Gb Gb Gb CA N N N CA

66 CA CA Schimmel N N N G of G G FIS N N N Fis Fis Fis Champagne N N N Ch Ch Ch LFS N N N LFS LFS LFS Myotonie N N N M M M Indien men de genotypefrequenties naast elkaar legt van de drie databanken, komen de frequenties voor de meeste kenmerken overeen. Voor volgende genetische vachtkleuren wordt hetzelfde resultaat bekomen: Pearl, Silver, Sabino, Schimmel, Champagne en Overo (zie Tabel 23). Voor de vachtkleur Tobiano worden er veel meer paarden met dit kenmerk gevonden in de VHL databank: To To 13%; N To 34%; N N 54% (zie Tabel 23). Er is niet geweten welke paarden getest werden in de VHL databank. De paarden die getest werden voor het kenmerk Tobiano zijn mogelijks paarden waarvan fenotypisch verwacht werd dat ze het kenmerk dragen. Dit is een mogelijke verklaring voor het hoge percentage met het kenmerk Tobiano in de VHL databank. De databank van Elynn Thys en de eigen databank bevatten slechts enkele paarden die drager zijn van dit kenmerk. Daarnaast varieert het kenmerk Vos. De databank van Elynn Thys en de eigen databank bevatten een mooie verdeling voor het kenmerk Vos (30 V V; 40 N V; 30 N N). De VHL databank bevat echter 70% paarden die het kenmerk vos niet dragen (zie Tabel 23). Zoals eerder vermeld is er niet geweten welke paarden getest werden in de VHL databank. Ook hier kan dit een verklaring zijn voor het lage percentage vossen in de VHL databank. Er werd mogelijks gezocht naar paarden met meer uitzonderlijke kenmerken (Pearl, champagne ). Het derde verschil in vachtkleur is het kenmerk Cremello. De eigen databank en de databank van Elynn Thys bevatten slechts enkele paarden die dit kenmerk dragen. De VHL databank bevat 21% dragers van dit kenmerk en 7 homozygoot recessieve paarden voor dit kenmerk (zie Tabel 23). De databank van Elynn Thys en de eigen databank bevatten beide meer dan 58

67 50% warmbloedpaarden. De warmbloedrassen dragen dit kenmerk niet. De rassen van de VHL databank zijn niet gekend. De VHL databank kan mogelijk meer rassen bevatten die dit kenmerk wel dragen. Het laatste verschil is het kenmerk Agouti. De genotypefrequenties variëren voor de drie databanken (zie Tabel 23). De frequenties van de eigen databank en de VHL databank zijn vergelijkbaar. De frequenties van de databank van Elynn Thys bevat weinig paarden met het genotype A A. De genotypefrequenties voor de genetische aandoeningen komen goed overeen voor de drie databanken. De VHL databank bevat algemeen meer dragers dan de eigen databank en de databank van Elynn Thys. VHL testte een groter aandeel paarden voor de verschillende aandoeningen, waardoor de grotere hoeveelheid dragers kan verklaard worden. Voor volgende kenmerken worden gelijkaardige genotypefrequenties gevonden: SCID, HYPP, HERDA, GBED, CA, LFS, Myotonie en JEB (LAMA3). De aandoening JEB werd echter enkel op twee paarden getest in de VHL databank en is dus geen representatief cijfer. Slechts één genetische aandoening verschilt enorm in genotypefrequentie, de aandoening FIS. In de VHL databank is de helft van de paarden drager (zie Tabel 23). Deze aandoening komt voornamelijk voor bij Fell en Dales pony s. Zoals eerder vermeld zijn de geteste rassen niet gekend van de VHL databank. Indien enkel Fell en Dales pony s getest werden voor dit kenmerk in de VHL databank, is dit een realistische weergave van het aantal dragers in de Fell en Dales pony populatie. De databank van Elynn Thys bevat geen Fell of Dales pony s en heeft ook geen dragers. De eigen databank bevat vijf Fell pony s en bevat twee dragers. Voor deze twee rassen is het dus zeer nuttig de pony s te testen om zo geen dragers te combineren, want anders heb je 25% kans op een lijder van de aandoening. De eigen databank en de databank van Elynn Thys bevatten resultaten van 12 extra testen. Voor volgende kenmerken werden voor beide databanken enkel dominant homozygoten gevonden: - JEB (LAMC2) - MH - AIS - Thrombasthenie - Hyperpigmentatie - Macchiatio - Witte vlekken 2 - Witte vlekken 3 - Dominant Wit 1 De overige genotypefrequenties voor de kenmerken weergeven in tabel 24 komen overeen. Enkel de genotypefrequenties van het kenmerk Agouti 7 variëren. 59

68 Tabel 24 Vergelijking genetische testen: eigen databank en databank Elynn Thys Test Genotype % eigen databank % databank Elynn Thys Agouti 7 A A A a a a 47 9 Dominant Wit 3 N N N DW DW3 DW3 4 5 Witte vlekken 1 N N N W1 2 2 W1 W1 0 0 Vervolgens worden de slagingspercentages vergeleken van de databank van Elynn Thys en de eigen databank. Onderstaande tabel geeft de slagingspercentages per test weer van beide databanken. Tabel 25 Vergelijking slagingspercentage per test databank Elynn Thys en eigen databank Test Slagings% Elynn Slagings% Lieselot Test Slagings% Elynn Slagings% Lieselot P P P P P P P P P P P P P P P P P P P P P P P P P P P P P P P

69 Zoals men uit de tabel kan afleiden, lopen de slagingspercentages per test gelijk. De slagingspercentages liggen gemiddeld iets lager voor de eigen databank. Het totaal slagingspercentage voor alle testen samen bedraagt voor de databank van Elynn Thys 93,9% en voor de eigen databank 92,1%. Dit is een klein verschil. Het slagingspercentage per paard varieert zowel voor de eigen databank als voor de databank van Elynn Thys. Het slagingspercentage per paard bedraagt meestal meer dan 90%. Er zijn echter paarden waar slechts 1 of 2 testen gelukt zijn. Dit is een slecht resultaat voor een eigenaar. De stalen waarvan slechts de helft gelukt is, werden opnieuw opgestuurd naar VHL. De nieuwe resultaten over deze stalen zijn nog niet toegekomen. Als laatste worden de verschillen tussen het genotype o.b.v. het fenotype en het waargenomen fenotype vergeleken tussen de databank van Elynn Thys en de eigen databank. In de eigen databank waren er verschillende discordanties, voornamelijk voor het kenmerk Agouti. De databank van Elynn Thys bevat ook verschillende discordanties voor het kenmerk Agouti (30%). Daarnaast werd een paard twee keer genotypisch bepaald als vos, maar in het veld als schimmel. Hier werd het dominante G-allel vermoedelijk over het hoofd gezien. Dit was ook het geval voor de eigen databank. Om uitsluitsel te krijgen over de discordanties zouden de stalen opnieuw getest moeten worden. Hiervoor was geen tijd meer. 61

70 Conclusie Het belangrijkste doel van deze masterproef was het uitvoeren van de validatie van een bestaande goedkope combitest die paardeneigenaars kan helpen om nuttige informatie te verzamelen over hun paard. Daarnaast werd de Akela databank uitgebreid en informatie verzameld over de paardenpopulatie in Vlaanderen. De eigen databank, de databank van Elynn Thys en de Akela databanken tonen grote gelijkenissen op basis van ras, geslacht, leeftijd, vachtkleur en de aanwezigheid van stamboek en chipnummer. Hieruit kan men besluiten dat de eigen databank een representatieve weergave is van de paardenpopulatie in Vlaanderen. De eigen databank, de databank van Elynn Thys en de VHL databank tonen grote gelijkenissen voor de genotypefrequenties van verschillende kenmerken. Enkele kenmerken, waaronder FIS, tonen grote verschillen in genotypefrequentie. De uitwendige kenmerken van de paarden getest in de VHL databank zijn niet gekend. In de VHL databank worden mogelijks enkel paarden getest waarvan men vermoedt dat ze het kenmerk dragen. Dit is een mogelijke verklaring voor het verschil in genotypefrequentie. Het slagingspercentage van alle testen bedraagt 92,1%. Dit is een goed resultaat voor het labo. Het slagingspercentage per paard kan veel lager liggen, zelfs 0%. Hiervoor zijn twee mogelijke verklaringen. Enerzijds kan er te weinig DNA aanwezig zijn in de swab, waardoor VHL de genetische test niet kan uitvoeren. De DNA extractie toonde echter aan dat er voldoende DNA geëxtraheerd kon worden uit een swab. Anderzijds kan er iets mis lopen in het labo. Daarnaast wordt de juistheid van de testen in vraag gesteld. Er werd getest op 17 vachtkleurkenmerken. Het fenotype o.b.v. het genotype verkregen uit de resultaten van VHL werd vergeleken met het waargenomen fenotype. Deze fenotypes kwamen ± 50% overeen. Dit is een erg laag cijfer. De discordanties waren vooral te wijten aan de testen voor het kenmerk Agouti. Het VHL vermeldt dat ze enkel testen voor de mutaties van de test. Vermoedelijk is er te weinig geweten over de verschillende mutaties en genen die een rol spelen in de bepaling van het vachtkleur. Verder onderzoek in de kleurengenetica bij het paard kan mogelijks verduidelijking brengen. De testen voor de genetische aandoeningen kwamen bijna allemaal negatief terug. Er werden slechts drie dragers gevonden voor twee aandoeningen. Twee Fell pony s zijn drager van FIS. Één American Quarter Horse is drager van GBED. Deze aandoeningen komen vaak voor bij deze rassen. Voor bepaalde rassen is het dus nuttig te testen voor de genetische aandoeningen die vaak voorkomen bij het ras. Uit de literatuurstudie bleken HYPP en JEB vooral aanwezig te zijn in respectievelijk de American Quarter Horse en de koudbloedigen. In 62

71 de eigen databank kwamen drie American Quarter Horses en nul koudbloedigen voor. Hierdoor kunnen er geen representatieve conclusies getrokken worden over deze aandoeningen. Verder onderzoek voor deze specifieke rassen is hier nodig. Voor paardenfokkers kan men concluderen dat het aanbieden van een combitest nuttig is. Enerzijds is het belangrijk indien men een veulen wil met een bepaald fenotype. Dan kan men best de ouders testen of ze drager zijn van het kenmerk, bv. Champagne. Anderzijds is het nuttig om in een ras rastypische overerfbare aandoeningen te testen, bv. de Fell pony te testen op FIS, zodat men geen dragers combineert waarbij er 25% kans is op een lijder. Men moet echter rekening houden met het slagingspercentage. Voor bepaalde testen kan dit tegenvallen, bv. voor Dominant Wit 3. Het slagingspercentage per paard bedraagt vaak meer dan 90%, maar een slagingspercentage onder 50% is mogelijk. Het is economisch interessanter om een combitest aan te vragen. Voor het labo is het goedkoper alle stalen samen te testen. Indien alle stalen enkele aparte testen nodig hebben, neemt dit meer tijd in beslag wat resulteert in een grotere personeelskost. Daarom is een combitest goedkoper. Ook al is het niet altijd nuttig om bepaalde aandoeningen te testen voor bepaalde rassen. 63

72 Literatuurlijst ADAM. (2016). Skin (Integumentary System). from owh.adam.com/pages/guide/reftext/html/skin_sys_fin.html Andersson LS, Larhammar M, Memic F, et al.: Mutations in DMRT3 affect locomotion in horses and spinal circuit function in mice. Nature 488: , Baird JD, Millon LV, Dileanis S, et al.: Junctional Epidermolysis Bullosa in Belgian Draft Horses, in, Vol. 49. Edited by, BAPS. (2016). Het Arabisch paard. from Belgian Lipizzan Studboek (2016). korte historiek van de fokkerij. from <span style="font-size:11.0pt, from mso-bidi-language:ar- SA"> Belgisch Miniatuurpaard (2016). Rasstandaard. from <span style="font-size:11.0pt, from mso-bidilanguage:ar-sa"> Belgisch Mérens stamboek (2016). Het Belgisch Mérens stamboek. from Belgisch Studbook van de Shetland pony (2016a). Typische kenmerken. from <span style="fontsize:11.0pt, from mso-bidi-language:ar-sa"> Belgisch Studbook van de Shetland pony (2016b). Oorsprong en geschiedenis. from <span style="font-size:11.0pt, from mso-bidi-language:ar- SA"> Belgisch Welsh pony en Cob stamboek (2011). Welsh Belgium. from <span style="font-size:11.0pt, from mso-bidi-language:ar-sa"> Bell SC, Savidge C, Taylor P, et al.: An immunodeficiency in Fell ponies: a preliminary study into cellular responses. Equine Vet J 33: , BNFPS. (2015). New Forest Pony. from <span style="font-size:11.0pt, from mso-bidi-language:ar- SA"> BTS. (2013). Hengst als dekhengst. from <span style="font-size:11.0pt, from mso-bidi-language:ar- SA"> BWP. (2016a). BWP geschiedenis. from BWP. (2016b). BRp geschiedenis. from <span style="font-size:11.0pt, from mso-bidi-language:ar- SA"> BWP. (2016c). Dartmoor pony-geschiedenis. from <span style="font-size:11.0pt, from mso-bidilanguage:ar-sa"> BWP. (2016d). Tuigpaard geschiedenis. from <span style="font-size:11.0pt, from mso-bidilanguage:ar-sa"> Cannon SC, Hayward LJ, Beech J, et al.: Sodium channel inactivation is impaired in equine hyperkalemic periodic paralysis. J Neurophysiol 73: , Chinn IK, Shearer WT: Severe Combined Immunodeficiency Disorders. Immunol Allergy Clin North Am 35: , Church SL. (2014). Belgian JEB carrier Rate Steady; mare testing to be required. from Connemara pony Belgium (2012). De connemara pony. from De Belgische Ezel Vrienden (2016). Algemene Informatie. from <span style="font-size:11.0pt, from mso-bidi-language:ar-sa">bevvzw.be/?page_id=24 DeBowes RM, Leipold HW, Turner-Beatty M: Cerebellar abiotrophy. Vet Clin North Am Equine Pract 3: , Delaurrier M: Kenmerken sbs, in. Edited by,

73 Don-van't Slot HP, van der Kolk JH: [Severe combined immunodefiency disease (SCID) in the Arabian horse]. Tijdschr Diergeneeskd 125: , EAFS. (2016). Arabo-Friezen. from eafs.be/nl/home European Arabo-Friesian Studbook (2016). Ontstaan van de Arabo-Fries. from eafs.be/userfiles/file/pages/arabo-fries.pdf Everaert A. (2004). Ras in de kijker: de Belgische draver. from FoundationHorses. (2016). HYPP - Unmasking the Fatal Flaw. from GeoCities. (2014). Gangen. from Gestel JLM, Hoeksema-Bakker CMC: Fysiologische en anatomische aspecten van spierfunctie, in Paramedische trainingsbegeleiding; trainingsleer en inspanningsfysiologie voor de paramedicus: Deel 1 Training van spierkracht en spierfunctie. Edited by. Houten, Bohn Stafleu van Loghum, 1997, pp Graves KT, Henney PJ, Ennis RB: Partial deletion of the LAMA3 gene is responsible for hereditary junctional epidermolysis bullosa in the American Saddlebred Horse Hansen L, Lind-Thomsen A, Joshi HJ, et al.: A glycogene mutation map for discovery of diseases of glycosylation. Glycobiology 25: , Hermsen J: Geïllustreerde paarden encyclopedie, Het Tinkerbed (2016). Geschiedenis. from ICAMH. (2013). Over het ras. from Irish Cob Society Suisse (2013). Irish Cob Society Suisse. from <span style="font-size:11.0pt, from mso-bidi-language:ar-sa"> John EE: Chondrodysplasia-Like Dwarfism in the Miniature Horse., University of Kentucky, KWPN. (2016). Selectie from selectsale.kwpn.nl/selecties/selectie-2016/ Lieto LD: Characterization of Epitheliogenesis Imperfecta in Equus caballus. University of Kentucky, Lieto LD, Swerczek TW, Cothran EG: Equine epitheliogenesis imperfecta in two american saddlebred foals is a lamina lucida defect. Vet Pathol 39: , Lieto LD, Cothran EG: The epitheliogenesis imperfecta locus maps to equine chromosome 8 in American Saddlebred horses. Cytogenet Genome Res 102: , Livesey L, Christopherson P, Hammond A, et al.: Platelet Dysfunction (Glanzmann's Thrombasthenia) in Horses. Mancini AJ, Lawley LP. (2015). Structure and Function of Newborn Skin. from clinicalgate.com/structure-and-function-of-newborn-skin/ McBane S: De paardenrassen encyclopedie, Meurrens I: Het Tuigpaard, Het BWP, het BRp, in. Edited by, Milenkovic D, Chaffaux S, Taourit S, et al.: A mutation in the LAMC2 gene causes the Herlitz junctional epidermolysis bullosa (H-JEB) in two French draft horse breeds. Genet Sel Evol 35: , Naylor JM, Robinson JA, Crichlow EC, et al.: Inheritance of myotonic discharges in American quarter horses and the relationship to hyperkalemic periodic paralysis. Can J Vet Res 56:62-66, Naylor JM: Equine hyperkalemic periodic paralysis: review and implications. Can Vet J 35: , Naylor JM, Nickel DD, Trimino G, et al.: Hyperkalaemic periodic paralysis in homozygous and heterozygous horses: a co-dominant genetic condition. Equine Vet J 31: , Nederlands Stamboek voor Ijslandse paarden (2010). Het Ijslandse Paard. from <span style="fontsize:11.0pt, from mso-bidi-language:ar-sa"> NRPS. (2015). Fokkerij. from <span style="font-size:11.0pt, from mso-bidi-language:ar- SA"> nsvt. (2016). Grai - Cob - Vanner. from 65

74 OMIA. (2016). OMIA-Online Mendelian Inheritance in Animals. Petersen JL, Mickelson JR, Rendahl AK, et al.: Genome-wide analysis reveals selection for important traits in domestic horse breeds. PLoS Genet 9:e , Pickar JG, Spier SJ, Snyder JR, et al.: Altered ionic permeability in skeletal muscle from horses with hyperkalemic periodic paralysis. Am J Physiol 260:C , Reynolds JA, Potter GD, Greene LW, et al.: Genetic-diet interactions in the hyperkalemic periodic paralysis syndrome in Quarter Horses fed varying amounts of potassium: I. Potassium and sodium balance, packed cell volume and plasma potassium and sodium concentrations. Equine Nutrition and Physiology Society Annual Symposium 18, sbs. (2016). historiek. from Schneider H, Mühle C, Pacho F: Biological function of laminin-5 and pathogenic impact of its deficiency SF. (2016). The Selle Francais breed. from <span style="font-size:11.0pt, from mso-bidi-language:ar- SA">en.sellefrancais.fr/the-selle-francais-breed-82-rubrique.html Sloet van Oldruitenborgh-Oosterbaan MM: [HYPP: hyperkalemic periodic paralysis in the horse]. Tijdschr Diergeneeskd 124: , Spirito F, Charlesworth A, Linder K, et al.: Animal models for skin blistering conditions: absence of laminin 5 causes hereditary junctional mechanobullous disease in the Belgian horse. J Invest Dermatol 119: , Statham D. (2014). Stunning and stealthythe amazing electric eel. Steele DS, Naylor JM: Hyperkalemic periodic paralysis, plasma lactate and exercise tolerance. Journal of equine veterinary science 16, The Irish Cob Society België (2008). Rasstandaard. from <span style="font-size:11.0pt, from mso-bidilanguage:ar-sa"> Toonstra J, de Groot AC: Voeten en huid, Tryon RC, Penedo MC, McCue ME, et al.: Evaluation of allele frequencies of inherited disease genes in subgroups of American Quarter Horses. J Am Vet Med Assoc 234: , Understanding Horse Nutrition (2015). Hyperkalemic Periodic Paralysis (HYPP). from Vetbook. (2010). Fell Pony Syndrome. from Viaene J, Gellynck X, De Belder T. (2003). Het economisch belang van de paardensector. from Belgische-paardensector-Viane-2003.pdf Vlaams Paard (2016). Het Vlaams Paard. from Vlaams Paardenloket (2015). Welke fokkersverenigingen zijn officieel erkend in Vlaanderen?, from vlfedp. (2009). Stamboeken. from vlfedp.be/stamboek.htm Wikipedia. (2013a). Myotonie. from nl.wikipedia.org/wiki/myotonie Wikipedia. (2013b). Highland pony. from nl.wikipedia.org/wiki/highland_pony Wikipedia. (2014a). Hannoveraan. from nl.wikipedia.org/wiki/hannoveraan Wikipedia. (2014b). Boulonnais (paard). from nl.wikipedia.org/wiki/boulonnais_(paard) Wikipedia. (2015a). Draver. from nl.wikipedia.org/wiki/draver Wikipedia. (2015b). Paint (paard). from nl.wikipedia.org/wiki/paint_(paard) Wikipedia. (2015c). Lusitano. from nl.wikipedia.org/wiki/lusitano Wikipedia. (2015d). Pinto (paard). from nl.wikipedia.org/wiki/pinto_(paard) Wikipedia. (2015e). Quarter Horse. from nl.wikipedia.org/wiki/quarter_horse Wikipedia. (2016a). Lijst van paardenrassen. from nl.wikipedia.org/wiki/lijst_van_paardenrassen Wikipedia. (2016b). Andalusiër (paard). from nl.wikipedia.org/wiki/andalusiër_(paard) Wikipedia. (2016c). Welsh pony: indeling. from /nl.wikipedia.org/wiki/welsh_pony Wikipedia. (2016d). Oldenburger (paard). from nl.wikipedia.org/wiki/oldenburger_(paard) 66

75 Wikipedia. (2016e). Arabier (paard). from <span style="font-size:11.0pt, from mso-bidi-language:ar- SA">nl.wikipedia.org/wiki/Arabier_(paard) Wikipedia. (2016f). Haflinger (paard). from <span style="font-size:11.0pt, from mso-bidilanguage:ar-sa">nl.wikipedia.org/wiki/haflinger_(paard) Zangersheide. (2016). Over Zangersheide. from 67

76 Bijlage Bijlage 1: informatie over de genetische testen van VHL Tabel 26 Overeenkomstige genetische kenmerken VHL testen en OMIA databank VHL # naam kenmerk of ziekte OMIA # naam kenmerk/ziekte P839 Fell Pony Syndroom Foal immunodeficiency syndrome in the Fell and Dales Pony P591 coat colour Dominant Wit Coat colour, dominant white P592 coat colour Dominant Wit Coat colour, dominant white P593 coat colour Macchiato (Splashed Coat colour, macchiato White) P594 coat colour Witte Vlekken Coat colour, white spotting in Equus caballus (horse) P595 coat colour Witte Vlekken Coat colour, white spotting in Equus caballus (horse) P596 coat colour Witte Vlekken Coat colour, white spotting in Equus caballus (horse) P404 Combibreed coat colour P907 coat colour Agouti Coat colour, agouti P853 coat colour Champagne Coat colour, champagne P784 coat colour Silver Coat colour, silver P902 coat colour Overo-factor (OLWS) Megacolon P904 coat colour Vos Coat colour, extension P713 coat colour Cremello Coat colour, cream dilution Verdunningsfactor P783 coat colour Pearl no match no match P785 coat colour Sabino 1 no match no match P807 coat colour Schimmel Coat colour, grey/gray P903 coat colour Tobiano no match no match P668 Combigen P506 Androgen insensitivity syndrome (AIS) Androgen insensitivity syndrome (AIS) P507 Thrombasthenie Thrombasthenia P655 Hyperpigmentatie (Incontinentia pigmenti) Incontinentia pigmenti 68

77 P704 Severe Combined Immuno Deficiency (SCID) Severe combined immunodeficiency disease, autosomal P705 Hyperkalemic Periodic Paralysis Periodic paralysis II (HYPP) P735 Junctional Epidermolysis Bullosa 1 (JEB1) Epidermolysis bullosa, junctionalis, LAMA3 P877 Junctional Epidermolysis Bullosa 2 (JEB2) Epidermolysis bullosa, junctionalis, LAMC2 P786 HERDA Ehlers-Danlos syndrome (PPIB) P791 Glycogen Branching Enzyme Glycogen storage disease IV Deficiency (GBED) P802 Cerebellaire Abiotrofie (CA) Cerebellar abiotrophy P854 Lavender Foal Syndrome (LFS) Lavender foal syndrome P882 Myotonie Myotonia P926 Maligne Hyperthermie (MH) Malignant hyperthermia Tabel 27 Mendeliaans overerfbare aandoeningen (OMIA, 2016) OMIA # Erfelijke aandoening Gen Overervingwijze Malignant hyperthermia RYR1 Autosomaal dominant Androgen insensitivity AR X-gebonden syndrome recessief Cerebellar abiotrophy MUTY Autosomaal H Thrombasthenia ITGA2 Mendeliaans B Diagnostiek Progressieve stijging lichaamstemperatuur, spierstijfheid, metabole acidose, snelle dood. Testicular Feminisation Syndrome Degeneratieve aandoening bij de Arabier: hoofd tremor en ataxie. (DeBowes, Leipold, & Turner-Beatty, 1987) Bloedplaatjes defect (Livesey et al.) 69

78 Severe combined immunodeficiency disease, autosomal Lavender foal syndrome Polysaccharide storage myopathy/exertional rhabdomyolysis Epidermolysis bullosa, junctionalis Epidermolysis bullosa, junctionalis Foal immunodeficiency syndrome in the Fell and Dales Pony PRKDC Autosomaal recessief MYO5A Autosomaal recessief GYS1 Autosomaal onvolledig dominant LAMA3 Autosomaal recessief LAMC2 Autosomaal recessief SLC5A Autosomaal 3 recessief Myotonia CLCN1 Autosomaal recessief Periodic paralysis II SCN4A Autosomaal co-dominant Afwezigheid adaptieve immuunreacties; defecten in T-cel ontwikkeling of aangeboren athymia; koorts, longontsteking, gewichtsverlies met eventueel diarree. (Chinn & Shearer, 2015; Don-van't Slot & van der Kolk, 2000) Vachtkleur verdunning, dodelijk Spieratrofie en progressieve zwakte Trekpaarden; spierpijn, loopafwijking warmbloeden; acute rhabdomolyse Quarter Horse; spierkramp, spierpijn, myoglobinurie, onvermogen tot opstaan Blaren in en rond mond en ledematen, scheiding van hoef en lederhuid, leidt tot onvermogen om op te staan Blaren in en rond mond en ledematen, scheiding van hoef en lederhuid, leidt tot onvermogen om op te staan Immunodeficiëntie, sterfte (Bell, Savidge, Taylor, Knottenbelt, & Carter, 2001) Myotonie (neurologische, langdurige aanspanning van de spier) (Wikipedia, 2013a) Perioden van spiertremor, -zwakte en -collaps (Sloet 70

79 (Naylor et al., 1999) van Oldruitenborgh- Oosterbaan, 1999) Glycogen storage disease IV GBE1 Autosomaal Doodgeboorte, tijdelijke misvormingen en verbuigingen van ledematen, epileptische aanvallen, ademhalingsproblemen, hartfalen en neerliggen en niet kunnen opstaan (Hansen et al., 2015) Incontinentia pigmenti IKBKG X-gebonden dominant Genodermatose, prenatale sterfte bij hengsten; variabele afwijkingen van de huid, haar, nagels, tanden, ogen, en het centrale zenuwstelsel bij de merrie; aangetaste huid 4 fases: perinatale inflammatoire blaasjes, wratjes, opvallend patroon hyperpigmentatie, littekens Ehlers-Danlos syndrome PPIB Autosomaal recessief Rekbare en zeer gevoelige huid, de kleinste kras veroorzaakt grote snijwonden Dwarfism, aggrecan type ACAN Autosomaal onvolledig Schofthoogte kleiner dan 144cm (John, 2013) dominant Ehlers-Danlos PLOD1 Autosomaal Dunne, zeer gevoelige huid Syndrome, type VI recessief Hoof wall separation syndrome SERPI NB11 Autosomaal recessief Tijdens het eerste levensjaar ontstaat een scheiding van de dorsale hoefwand langs het 71

80 dragende oppervlak van de hoef Hydrocephalus B3GAL NT2 Autosomaal recessief Door vochtophoping in de hersenen vindt een vergroting van de schedel plaats Multiple ocular defects PMEL Autosomaal co-dominant Verschillende oogaandoeningen onder andere staar, iris hypoplasie, uveale cysten enz Night blindness, TRPM1 Autosomaal Stationaire nachtblindheid congenital stationary recessief Ovotesticular DSD (Disorder of Sexual Development) SRY Y-gebonden Gonade bevat zowel ovariële follikels als testiculaire, tubulaire elementen (emedicine.medscape.com/ article/ overview) Megacolon EDNRB Autosomaal Pigmentatie op beide zijden van de dorsale middellijn, gebrek aan pigmentatie op de ventrale zijden; homozygoten geven aanleiding tot volledige witte veulens en sterfte te wijten aan een intestinale obstructie als gevolg van een gebrek aan zenuwcellen in de dikke darm (aganglionic megacolon) 72

81 Bijlage 2: Akela fiche, informatie over eigenaar en paard AKELA NUMMER: AKELA DATABASE: Exterieur en afwijkingen Eigenaar: Naam en voornaam: Adres: Telefoonnummer: adres: Paard: Naam: Ras: Geboortedatum: Datum staalname: Stamboomnummer: Tatoeage / Chipnummer: Geslacht: Man / Vrouw Gecastreerd: ja / nee Schofthoogte: Cryptorchidie?: O Twee testikels (O normale grootte of O eerder abnormaal grootte/consistentie) O één testikel tekort (O R of O L) O twee testikels tekort O onbekend 73

82 AKELA NUMMER: Bijkomende karakteristieken (BESCHRIJF OF MAAK EEN KLEURENFOTO) Vachtkleur: Aftekeningen: Huidskleur: Medisch rapport: Heup- / elleboogdysplasie/ andere gewrichtsproblemen: Andere problemen: Reeds radiografieën genomen (+ reden): Overeenkomst tussen eigenaar en Akela Het Akela-project focust zich op het verzamelen en het beheer van medische (normaliteit/abnormaliteit) en niet klinische gegevens, stamboominformatie en mondswabs. De eigenaar van het dier staat op moment van toestemming van aanleveren van de informatie en de stalen zijn eigendomsrecht af aan Akela. De hondeneigenaar behoudt wel het recht op informatie. Akela verplicht er zichzelf toe om de eigenaar van elk resultaat op de hoogte te brengen en indien dat relevant is, een medisch of fokadvies ter beschikking te stellen. Akela wijst er op dat mogelijks niet alle stalen worden gebruikt en dat er dus ook niet voor alle stalen een resultaat beschikbaar zal zijn. Akela staat ook garant voor het beschermen van de privacy van de inzendende eigenaar en zijn dier. Akela zal nooit informatie over individuele dieren verspreiden, maar altijd rapporteren op populatie- of rasniveau. VOLLEDIGE NAAM. VOOR AKKOORD OP DATUM VAN en HANDTEKENING: 70

83 Bijlage 3: foto s van de beschreven paardenrassen BWP (BWP, 2016a) Haflinger (Wikipedia, 2016f) Welsh Mountain-pony Dartmoor pony (BWP, 2016c) Connemara pony (BWP, 2016a) Welsh pony (Wikipedia, 2016c) Arabisch volbloed (Wikipedia, 2016e) Welsh-pony van het Cobtype (Wikipedia, 2016c) 71

84 Welsh Cob (Wikipedia, 2016c) Lipizzaner (Belgian Lipizzan Studboek, 2016) New-Forest pony (Wikipedia, 2016a) Highland pony (Wikipedia, 2013b) Shetland pony (Belgisch Studbook van de Shetland pony, 2016b) Zangersheide (Zangersheide, 2016) Ijslander (Nederlands Stamboek voor Ijslandse paarden, 2010) Miniatuurpaard (ICAMH, 2013) 70

85 Belgisch Trekpaard (Wikipedia, 2016a) Arabo-Friese paard (EAFS, 2016) Vlaams paard (Vlaams Paard, 2016) Fries (Wikipedia, 2016a) Boulonnais (Wikipedia, 2014b) American Quarter Horse (Wikipedia, 2015e) Irish Cob Mérens (Belgisch Mérens stamboek, 2016) Tinker (BTS, 2013) 71

86 Engelse Volbloed (Wikipedia, 2016a) sbs (sbs, 2016) Belgische draver (vlfedp, 2009) KWPN (KWPN, 2016) Fjord Hannoveraan (Wikipedia, 2014a) Andalusiër (Wikipedia, 2016b) Ezel (De Belgische Ezel Vrienden, 2016) 72

87 Lusitano (Wikipedia, 2015c) Franse draver (Wikipedia, 2015a) NRPS (NRPS, 2015) Fell pony Oldenburger (Wikipedia, 2016d) Paint (Wikipedia, 2015b) SF (Wikipedia, 2016a) Pinto (Wikipedia, 2015d) 73

... het zwaarste paard Brooklyn Supreme heette, een Belgisch trekpaard was, 1440 kg woog en dat deze hengst 1,98 meter hoog was?

... het zwaarste paard Brooklyn Supreme heette, een Belgisch trekpaard was, 1440 kg woog en dat deze hengst 1,98 meter hoog was? Rassen Doordat de mens al eeuwenlang paarden fokt voor allerlei verschillende doeleinden, zijn er in de loop van de tijd zeer veel verschillende rassen ontstaan. De plaats van het paard in het dierenrijk

Nadere informatie

BELGIAN HORSE BREEDING ASSOCIATIONS

BELGIAN HORSE BREEDING ASSOCIATIONS BELGIAN HORSE BREEDING ASSOCIATIONS Region Name of the organization Het Belgisch Warmbloedpaard Het Belgisch Arabisch Paardenstamboek Belgische Haflinger Vereniging Belgisch Welsh Pony Stamboek Address,

Nadere informatie

De New Forest pony. Blz 1

De New Forest pony. Blz 1 De New Forest pony Blz 1 Inhoudsopgave De new forest pony (voorkant) Blz 1 Inhoudsopgave Blz 2 Voorwoord Blz 3 De inleiding Blz 4 Geschiedenis Blz 5 Waar worden de new forest pony s voor gebruikt? Blz

Nadere informatie

Centra voor spermawinning, inseminatie en embryotransplantatie bij paarden - Overzicht

Centra voor spermawinning, inseminatie en embryotransplantatie bij paarden - Overzicht Departement Landbouw en Visserij Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling Centra voor spermawinning, inseminatie en embryotransplantatie bij paarden - Overzicht 2009 - Inleiding Het winnen, behandelen en/of

Nadere informatie

Jaarrapport 2010 CENTRA VOORTPLANTINGS- TECHNIEKEN PAARD. Vlaamse overheid Beleidsdomein Landbouw en Visserij

Jaarrapport 2010 CENTRA VOORTPLANTINGS- TECHNIEKEN PAARD. Vlaamse overheid Beleidsdomein Landbouw en Visserij Jaarrapport 2010 CENTRA VOORTPLANTINGS- TECHNIEKEN PAARD Jaarrapport 2010 Vlaamse overheid Beleidsdomein Landbouw en Visserij Dit rapport wordt u aangeboden door: Vlaamse overheid Departement Landbouw

Nadere informatie

CENTRA VOORTPLANTINGS TECHNIEKEN PAARD

CENTRA VOORTPLANTINGS TECHNIEKEN PAARD Jaarrapport 2011 CENTRA VOORTPLANTINGS TECHNIEKEN PAARD Jaarrapport 2011 Vlaamse overheid Beleidsdomein Landbouw en Visserij CENTRA VOORPLANTINGSTECHNIEKEN PAARD JAARRAPPORT 2011 Entiteit: Departement

Nadere informatie

Genetische analyse van de gevoeligheid voor zomereczeem bij Belgische warmbloed paarden

Genetische analyse van de gevoeligheid voor zomereczeem bij Belgische warmbloed paarden 3 de Vlaamse fokkerijdag 26 oktober 2011 Genetische analyse van de gevoeligheid voor zomereczeem bij Belgische warmbloed paarden LIESBET PEETERS Onderzoeksgroep Huisdierengenetica Departement Biosystemen

Nadere informatie

Genetische diversiteit in de Gelderse paarden populatie

Genetische diversiteit in de Gelderse paarden populatie Genetische diversiteit in de Gelderse paarden populatie Bart Ducro 1,, Anouk Schurink 1, Sipke-Joost Hiemstra 1,2, Kor Oldenbroek 2 Juli, 2011 1) Animal Breeding and Genomics Centre, Wageningen UR 2) Centrum

Nadere informatie

De genetische basis van zomereczeem of insect bite hypersensitivity Liesbet M. Peeters

De genetische basis van zomereczeem of insect bite hypersensitivity Liesbet M. Peeters De genetische basis van zomereczeem of insect bite hypersensitivity Liesbet M. Peeters Onderzoeksgroep Huisdierengenetica Promotoren prof. Nadine Buys, prof. Bruno Goddeeris, dr. Steven Janssens Zomereczeem

Nadere informatie

CENTRA VOORTPLANTINGS TECHNIEKEN PAARD

CENTRA VOORTPLANTINGS TECHNIEKEN PAARD Jaarrapport 2012 CENTRA VOORTPLANTINGS TECHNIEKEN PAARD Jaarrapport 2012 Vlaamse overheid Beleidsdomein Landbouw en Visserij CENTRA VOORTPLANTINGSTECHNIEKEN PAARD JAARRAPPORT 2012 Entiteit: Departement

Nadere informatie

Stichting Ponyopvang

Stichting Ponyopvang Even voorstellen U kunt als sponsor hier komen te staan en op de website Ook U kunt ons sponsoren kijk voor meer informatie op www.ponyopvang.nl Stichting Ponyopvang Even een voorwoord van onze voorzitter.

Nadere informatie

Inhoud. Voorwoord 5. Inleiding 6

Inhoud. Voorwoord 5. Inleiding 6 Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Erfelijkheidsleer 9 1.1 Erfelijke verandering 9 1.2 Ontdekking van de erfelijkheidsleer (genetica) 12 1.3 De chromosomen 13 1.4 Kwalitatieve eigenschappen 17 1.5 De monogene

Nadere informatie

Paard en Genomisch onderzoek

Paard en Genomisch onderzoek Paard en Genomisch onderzoek Bart Ducro Animal Breeding and Genomics Centre Vlaamse Fokkerijdag, 18 nov 2015 Inhoud Kenmerken in de paardenfokkerij Geschikt voor genomics? Genomics middelen Genomics toegepast

Nadere informatie

Fokkerij en biodiversiteit van het Gelderse Paard door de eeuwen heen.

Fokkerij en biodiversiteit van het Gelderse Paard door de eeuwen heen. Fokkerij en biodiversiteit van het Gelderse Paard door de eeuwen heen. Markt, fokdoel en bloedvoering Hans Krudde Oktober 2009 Even voorstellen: Hans Krudde Voorzitter Fokkerijraad Gelders Paard Werkgroep

Nadere informatie

Bonte Paarden Stamboek. informa(eavond

Bonte Paarden Stamboek. informa(eavond Bonte Paarden Stamboek informa(eavond Voorstelronde bestuursleden Voorzi/er: Paul Ruisendaal Secretaris: Karin Maas PR: Petra Rabbers Penningmeester: Maarten Deutekom Voorstellen van het ZSSE Wilhelm Olthaus

Nadere informatie

Tekst: Edith de Wit. Fotografie: Gert van den Hul. Zuidelijke passie in een Hollands landschap

Tekst: Edith de Wit. Fotografie: Gert van den Hul. Zuidelijke passie in een Hollands landschap 3 4 Tekst: Edith de Wit. Fotografie: Gert van den Hul Zuidelijke passie in een Hollands landschap 5 Wie het Soerhuis voor het eerst ziet, zal deze prachtige, verbouwde boer derij niet snel in verband brengen

Nadere informatie

KEURINGS- EN PREDICATENREGLEMENT Nederlands Rijpaarden- en Ponystamboek

KEURINGS- EN PREDICATENREGLEMENT Nederlands Rijpaarden- en Ponystamboek KEURINGS- EN PREDICATENREGLEMENT Nederlands Rijpaarden- en Ponystamboek Inhoudsopgave: Artikel 1 -Algemeen Artikel 2 -Fokdoel Artikel 3 -Keuringen Algemeen Artikel 4 -Inschrijven en aanmelden voor keuringen

Nadere informatie

Prevalentie van orthopedische en andere erfelijke aandoeningen bij paarden in Vlaanderen

Prevalentie van orthopedische en andere erfelijke aandoeningen bij paarden in Vlaanderen Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen Academiejaar 2015 2016 Prevalentie van orthopedische en andere erfelijke aandoeningen bij paarden in Vlaanderen Elynn Thys Promotor: Prof. dr. Coopman Frank, Dr. Vande

Nadere informatie

Onderzoek naar het voorkomen van insulineresistentie bij paarden in een overmatige conditie.

Onderzoek naar het voorkomen van insulineresistentie bij paarden in een overmatige conditie. Onderzoek naar het voorkomen van insulineresistentie bij paarden in een overmatige conditie. Dr. K. Kalis, dierenarts paardengezondheid GD 10 november 2008 Inhoudsopgave Inleiding...............................................

Nadere informatie

De Vlaamse fokkerij: van A(rabische volbloed) tot Z(angersheide)

De Vlaamse fokkerij: van A(rabische volbloed) tot Z(angersheide) De Vlaamse fokkerij: van A(rabische volbloed) tot Z(angersheide) De Vlaamse fokkerij biedt fokkerijproducten aan om trots op te zijn. Zowel Vlaamse sport- als recreatiepaarden zijn internationaal in trek.

Nadere informatie

Hier kan Uw logo staan

Hier kan Uw logo staan Hier kan Uw logo staan Wilt U ons ook financieel Ondersteunen zodat wij ons werk zo goed mogelijk kunnen doen. Ook U kunt ons sponsoren, kijk voor meer info op www.ponyopvang.nl Ons eerste jaar zit er

Nadere informatie

Het mennen met pony s

Het mennen met pony s Het mennen met pony s Voor een ponyliefhebber bestaat weinig mooier en aangenamer dan het mennen van en het kijken naar een mooi gepresenteerde ponyaanspanning, al of niet in meerspan. Toch wordt er vaak

Nadere informatie

STAMBOEKREGLEMENT Nederlands Rijpaarden en Pony Stamboek

STAMBOEKREGLEMENT Nederlands Rijpaarden en Pony Stamboek STAMBOEKREGLEMENT Nederlands Rijpaarden en Pony Stamboek Inhoudspogave: Artikel 1 -Algemeen Artikel 2 -Het NRPS Veulenboek Artikel 3 -Het NRPS Register A Artikel 4 -Het NRPS Register B Artikel 5 -Het NRPS

Nadere informatie

MANEGENIEUWS. In dit nummer: Sponsoring. De manege verwelkomt graag nieuwe sponsors

MANEGENIEUWS. In dit nummer: Sponsoring. De manege verwelkomt graag nieuwe sponsors Manege De Eilandruiters 1 november 2017 Editie 1, Nr. 4 MANEGENIEUWS Sponsoring Is het je wel eens opgevallen dat er allemaal borden rond de binnenbak van de manege hangen? Dit zijn sponsors van de manege.

Nadere informatie

Keuring van de kandidaat ponyhengsten 2016

Keuring van de kandidaat ponyhengsten 2016 Keuring van de kandidaat ponyhengsten 2016 De keuring van de kandidaat ponyhengsten verloopt gelijktijdig met de derde fase van de kandidaat dekhengsten BWP 2016, op donderdag 17 maart 2016 in het Hippisch

Nadere informatie

Geslacht (G) Je hebt de keuze uit: merrie (het vrouwelijke paard), hengst (het mannelijke paard) en ruin (een gecastreerde hengst).

Geslacht (G) Je hebt de keuze uit: merrie (het vrouwelijke paard), hengst (het mannelijke paard) en ruin (een gecastreerde hengst). Signalement Een paard kan geïdentificeerd worden met behulp van een signalementsbeschrijving. Dat wil zeggen dat nauwkeurig wordt beschreven hoe het paard er uitziet. Hierbij speelt de kleur een belangrijke

Nadere informatie

Resultaten: Enquête BWP

Resultaten: Enquête BWP 2014 Resultaten: Enquête BWP Resultaten enquête Demografie...2 Administratie en lidmaatschap...5 Communicatie... 10 Activiteiten... 14 Overzicht opmerkingen... 22 1 Resultaten enquête Demografie Gemiddelde

Nadere informatie

-Het voorzien in diensten voor de leden die houderschap en deelname in het American Quarter Horse aanmoedigen en vergroten.

-Het voorzien in diensten voor de leden die houderschap en deelname in het American Quarter Horse aanmoedigen en vergroten. Huishoudelijk fokregelement AQHA 2012. Onderstaande regels zijn letterlijk vertaald uit het Rulebook AQHA uitgave 2012 De American Quarter Horse is intelligent, vriendelijk, sensibel en makkelijk te trainen

Nadere informatie

2 Voortplanten met organen Bouw en werking van geslachtsorganen Werking van geslachtshormonen Afsluiting 31

2 Voortplanten met organen Bouw en werking van geslachtsorganen Werking van geslachtshormonen Afsluiting 31 Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Voortplanten van genen 9 1.1 Genetica 9 1.2 Kruisingen 13 1.3 Crossing-over en mutatie 16 1.4 Erfelijkheid en praktijk 17 1.5 Inteelt en inteeltdepressie 21 1.6 Afsluiting

Nadere informatie

Erkende stamboekorganisaties paarden Nederland

Erkende stamboekorganisaties paarden Nederland Erkende stamboekorganisaties paarden Nederland Lijst van de organen, als bedoeld in artikel 2, onder c), van Richtlijn 90/427/EEG, die officieel zijn erkend voor het bijhouden of instellen van stamboeken

Nadere informatie

UELN- Erkennings- Contactgegevens. Naam van het ras -Arabische volbloeden

UELN- Erkennings- Contactgegevens. Naam van het ras -Arabische volbloeden Arabische Volbloedpaarden in (AVS) 528001 22-03-2012 De Beek 125a Postbus 128 3850 AC ERMELO Tel.: +31 (0)577-401025 Fax: +31 (0)577-401145 info@arabier.com www.avsweb.org van de oorsprong het World Arabian

Nadere informatie

De impact van genomics (toepassing DNAtechnieken)

De impact van genomics (toepassing DNAtechnieken) De impact van genomics (toepassing DNAtechnieken) op dierlijke genenbanken Gebaseerd op een boek dat begin 2017 verschijnt: Genomic management of animal genetic diversity Kor Oldenbroek, CGN Doelstelling

Nadere informatie

Hoe zeldzaam zijn zeldzame rassen?

Hoe zeldzaam zijn zeldzame rassen? Hoe zeldzaam zijn zeldzame rassen? Over het monitoren van populaties Rita Hoving, Centrum voor Genetische Bronnen, Nederland 25 augustus 2012, familiedag SZH Centre for Genetic Resources, the Netherlands

Nadere informatie

JAARRAPPORT CENTRA VOORTPLANTINGS- TECHNIEKEN PAARD 2017

JAARRAPPORT CENTRA VOORTPLANTINGS- TECHNIEKEN PAARD 2017 JAARRAPPORT CENTRA VOORTPLANTINGS- TECHNIEKEN PAARD 2017 30.06.2018 pagina 2 van 29 Jaarrapport centra voortplantingstechnieken paard 2017 30.06.2018 Colofon Samenstelling Departement Landbouw en Visserij

Nadere informatie

Newsletter April 2013

Newsletter April 2013 1. Inleiding Met het thema van deze nieuwsbrief willen we ons richten op de fundamenten van het fokken: de basisgenetica. Want of je het nu wil of niet. dit is ook de basis voor een succesvolle fok! Misschien

Nadere informatie

Pagina 1 van 5. Naam van het ras - Arabische volbloeden

Pagina 1 van 5. Naam van het ras - Arabische volbloeden Arabische Volbloedpaarden in (AVS) 528001 22-03-2012 De Beek 125a Postbus 128 3850 AC ERMELO Tel.: +31 (0)577-401025 Fax: +31 (0)577-401145 info@arabier.com www.avsweb.org van de oorsprong het World Arabian

Nadere informatie

Module Basisgenetica. -voetafdruk van dit drukwerk is berekend met ClimateCalc en gecompenseerd bij: treesforall.nl. De CO 2

Module Basisgenetica. -voetafdruk van dit drukwerk is berekend met ClimateCalc en gecompenseerd bij: treesforall.nl. De CO 2 Module Basisgenetica De CO 2 -voetafdruk van dit drukwerk is berekend met ClimateCalc en gecompenseerd bij: treesforall.nl www.climatecalc.eu Cert. no. CC-000057/NL Colofon Auteurs Body Bosgra Hans Hilverda

Nadere informatie

Equine list recongnized associations The Netherlands

Equine list recongnized associations The Netherlands Equine list recongnized associations The Netherlands List of bodies as referred to in Article 1,under c), of Directive 88/661/EEG officially recognized for the purpose of maintaining or establishing herd-books

Nadere informatie

Paard. Equus caballus. www.licg.nl. Serie zoogdieren

Paard. Equus caballus. www.licg.nl. Serie zoogdieren Serie zoogdieren Paard Equus caballus Er zijn meer dan 200 paarden- en ponyrassen, die verschillen in karakter, lichaamsbouw, kleur en (sport)mogelijkheden. Grofweg zijn de rassen te verdelen in pony s

Nadere informatie

Inteelt in kleine populaties. Bart Ducro Animal Breeding and Genomics Centre

Inteelt in kleine populaties. Bart Ducro Animal Breeding and Genomics Centre Inteelt in kleine populaties Bart Ducro Animal Breeding and Genomics Centre Inhoud Inteelt Populatiegrootte Fokbeleid Wat is inteelt? Inteelt: paren van verwanten samenbrengen van genetisch identiek materiaal

Nadere informatie

Vlaanderen is landbouw & visserij JAARRAPPORT CENTRA VOORTPLANTINGSTECHNIEKEN PAARD 2016 DEPARTEMENT LANDBOUW & VISSERIJ

Vlaanderen is landbouw & visserij JAARRAPPORT CENTRA VOORTPLANTINGSTECHNIEKEN PAARD 2016 DEPARTEMENT LANDBOUW & VISSERIJ Vlaanderen is landbouw & visserij JAARRAPPORT CENTRA VOORTPLANTINGSTECHNIEKEN PAARD 2016 DEPARTEMENT LANDBOUW & VISSERIJ WWW.VLAANDEREN.BE/LANDBOUW JAARRAPPORT CENTRA VOORTPLANTINGS- TECHNIEKEN PAARD 2016

Nadere informatie

Genetische achtergrond van staart- en maneneczeem in pony s en paarden

Genetische achtergrond van staart- en maneneczeem in pony s en paarden Genetische achtergrond van staart- en maneneczeem in pony s en paarden Anouk Schurink Bart Ducro Nijkerk, 11 november 2011 Informatie- en discussiebijeenkomst NSIJP Introductie Ervaring met IJslandse paarden

Nadere informatie

Erfelijkheidsleer en populatiegenetica

Erfelijkheidsleer en populatiegenetica Erfelijkheidsleer en populatiegenetica Samen Friese paarden fokken Studieclub Fokvereniging Het Friesche Paard Zuid Nederland Gemonde 21 maart 2014 Even voorstellen Wie is Myrthe Maurice Van Eijndhoven

Nadere informatie

Hengstenbrochure 2015

Hengstenbrochure 2015 Hengstenbrochure 2015 Vol trots presenteren wij u voor het komende dekseizoen de hengsten van Moravita Classical Breeding & Training Centre. Niet alleen de reeds gekeurde hengsten ( goedgekeurd in Duitsland,

Nadere informatie

5,3. Werkstuk door een scholier 1780 woorden 13 februari keer beoordeeld. 1. Inhoud

5,3. Werkstuk door een scholier 1780 woorden 13 februari keer beoordeeld. 1. Inhoud Werkstuk door een scholier 1780 woorden 13 februari 2006 5,3 79 keer beoordeeld Vak Biologie 1. Inhoud 1. Inhoud 2. Inleiding 3. Wat is exterieur? 4. Bouw algemeen 5. Benen 6. Hoeven 7. Lichaam 8. Afwijking

Nadere informatie

Basisprincipes fokkerij en inteelt

Basisprincipes fokkerij en inteelt Basisprincipes fokkerij en inteelt Krista A. Engelsma Centrum voor Genetische Bronnen Nederland (CGN) Introductie Fokkerij ras Dieren met bepaalde eigenschappen Genetische vooruitgang Selectie Open/gesloten

Nadere informatie

SZH voor levend erfgoed

SZH voor levend erfgoed SZH voor levend erfgoed Populatiemanagement Infoavond Drentsche Patrijshonden Woudenberg 19 november 2013 Een korte introductie Kor Oldenbroek Myrthe Maurice Van Eijndhoven Wat kunt u vandaag verwachten:

Nadere informatie

Arabische Volbloedpaarden Stamboek in Nederland Europees Arabisch Stamboek voor Shagya-paarden, Sportpaarden en Sportpony's (EASP)

Arabische Volbloedpaarden Stamboek in Nederland Europees Arabisch Stamboek voor Shagya-paarden, Sportpaarden en Sportpony's (EASP) Juni 2017 Arabische Volbloedpaarden Stamboek in Nederland UELN-code: 528001 Postbus 128 3850 AC Ermelo Tel.: +31 (0)577 401025 Fax: +31 (0)577 401145 E-mail: info@arabier.com Website: www.avsweb.org Europees

Nadere informatie

HW Wiedijk Ligusterpark 37 2724HH Zoetermeer Debiteuren nr. 95247. Analyse Certificaat

HW Wiedijk Ligusterpark 37 2724HH Zoetermeer Debiteuren nr. 95247. Analyse Certificaat HW Wiedijk Ligusterpark 37 2724HH Zoetermeer Debiteuren nr. 95247 Analyse Certificaat Diergegevens Monstergegevens Naam: BACTEROIDES KYAN Geboortedatum: 19.10.2012 VHL_ID: H59756 Geslacht: Mannelijk Onderzoeksnr:

Nadere informatie

5,9. Werkstuk door een scholier 2713 woorden 24 november keer beoordeeld

5,9. Werkstuk door een scholier 2713 woorden 24 november keer beoordeeld Werkstuk door een scholier 2713 woorden 24 november 2002 5,9 130 keer beoordeeld Vak Biologie Veel Friese kinderen kregen als huwelijksgeschenk een fries paard. Het Friese paard van nu is de laatste vertegenwoordiger

Nadere informatie

Genomic revolution : betekenis voor

Genomic revolution : betekenis voor Genomic revolution : betekenis voor karakterisering, behoud en fokkerij van zeldzame rassen? Jack Windig Centre of Genetic Resources, The Netherlands (CGN) Genomic revolution Genoom Het hele DNA Alle chromosomen

Nadere informatie

Keuring van de kandidaat ponyhengsten 2018

Keuring van de kandidaat ponyhengsten 2018 Keuring van de kandidaat ponyhengsten 2018 De keuring van de kandidaat ponyhengsten verloopt gelijktijdig met de derde fase van de kandidaat dekhengsten BWP 2018, op vrijdag 16 maart 2018 in het Hippisch

Nadere informatie

SPR 4 jaar. DR 9 jaar en > DR 5 8 jaar. SPR 3 jaar * * * * * * * * * * * *

SPR 4 jaar. DR 9 jaar en > DR 5 8 jaar. SPR 3 jaar * * * * * * * * * * * * Welke hengsten kunnen ingeschreven worden? 1. De hengsten die voldoen aan al de hierna volgende voorwaarden : Minimum worden in het keurings (geboren zijn in 2007). Minstens 4 generaties BWP erkende er

Nadere informatie

Arabisch Partbred Speciaal: HET ARABO-FRIESE SPORTPAARD afdeling NEDERLAND

Arabisch Partbred Speciaal: HET ARABO-FRIESE SPORTPAARD afdeling NEDERLAND Arabisch Partbred Speciaal: HET ARABO-FRIESE SPORTPAARD afdeling NEDERLAND NUMMER 2/2012 IN DIT NUMMER: * NEWBORN 2012 * VERSLAG HENGSTENKEURING ALSFELD * WISSELCOLUMN MET SELMA VAN DE VOORDE NEWBORN 2012

Nadere informatie

Beschikbare DNA-testen voor het vaststellen van monogene afwijkingen. Prof. Dr. Nadine Buys, KULeuven 3 de Vlaamse Fokkerijdag, 26 oktober 2011

Beschikbare DNA-testen voor het vaststellen van monogene afwijkingen. Prof. Dr. Nadine Buys, KULeuven 3 de Vlaamse Fokkerijdag, 26 oktober 2011 Beschikbare DNA-testen voor het vaststellen van monogene afwijkingen Prof. Dr. Nadine Buys, KULeuven 3 de Vlaamse Fokkerijdag, 26 oktober 2011 1 Is het erfelijk? Een aandoening is erfelijk als er een verband

Nadere informatie

Bijzondere dieren. Pagina 1 van 8

Bijzondere dieren. Pagina 1 van 8 Bijzondere dieren Koeien, paarden, varkens, schapen, geiten, kippen en konijnen Van elke diersoort hebben wij bijzondere rassen, die speciale verzorging vragen. Groot of klein, voor ons zijn ze allemaal

Nadere informatie

6.7. Werkstuk door een scholier 1654 woorden 17 april keer beoordeeld. Biologie voor jou. Erfelijkheidsmateriaal

6.7. Werkstuk door een scholier 1654 woorden 17 april keer beoordeeld. Biologie voor jou. Erfelijkheidsmateriaal Werkstuk door een scholier 1654 woorden 17 april 2006 6.7 33 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Erfelijkheidsmateriaal Het menselijk lichaam bestaat uit een veel organen, deze organen

Nadere informatie

REGLEMENT TOT HET BEHALEN VAN DE LABELS EN HET PREDIKAAT VOOR WARMBLOEDMERRIES

REGLEMENT TOT HET BEHALEN VAN DE LABELS EN HET PREDIKAAT VOOR WARMBLOEDMERRIES REGLEMENT TOT HET BEHALEN VAN DE LABELS EN HET PREDIKAAT VOOR WARMBLOEDMERRIES 1. SITUERING De fokkersvereniging Het Belgisch Warmbloedpaard v.z.w. - B.W.P. stelt zich het fokken van een paard tot doel

Nadere informatie

YTH Schultz Kraaienstraat 16 2623HS DELFT Debiteuren nr. 95246. Analyse Certificaat

YTH Schultz Kraaienstraat 16 2623HS DELFT Debiteuren nr. 95246. Analyse Certificaat YTH Schultz Kraaienstraat 16 2623HS DELFT Debiteuren nr. 95246 Analyse Certificaat Diergegevens Monstergegevens Naam: MARYVO VAN HET ZUIDPARK Geboortedatum:.. VHL_ID: H68868 Geslacht: Vrouwelijk Onderzoeksnr:

Nadere informatie

BRACHYCEFALE HONDENRASSEN

BRACHYCEFALE HONDENRASSEN PARINGSADVIES voor BRACHYCEFALE HONDENRASSEN in Vlaanderen 1 Inhoud Inleiding... 3 Wat is het probleem met de Brachycefale rassen?... 4 Wie kan een BOAS certificaat uitschrijven?... 5 Wie kan een certificaat

Nadere informatie

Meten = Weten! Incidentiemetingen van erfelijke ziekten en schadelijke raskenmerken bij rashonden mét en zonder stamboom

Meten = Weten! Incidentiemetingen van erfelijke ziekten en schadelijke raskenmerken bij rashonden mét en zonder stamboom Meten = Weten! Incidentiemetingen van erfelijke ziekten en schadelijke raskenmerken bij rashonden mét en zonder stamboom Liesbeth Meijndert dierenarts onderzoeker Faculty of Veterinary Medicine Department

Nadere informatie

Art for Animals Een urn voor uw geliefde huisdier!

Art for Animals Een urn voor uw geliefde huisdier! Art for Animals Een urn voor uw geliefde huisdier! www.artforanimals.nl Honden sculpturen Katten sculpturen Paarden sculpturen Vossen sculpturen Urnen of asbeelden als blijvende herinnering in de vorm

Nadere informatie

SIBYLLE LUISE BINDER Welk paard past bij mij?

SIBYLLE LUISE BINDER Welk paard past bij mij? SIBYLLE LUISE BINDER Welk paard past bij mij? PAARDENRASSEN EN HUN BIJZONDERHEDEN Inhoud 6 EEN EIGEN PAARD 6 Een eigen paard 8 Goed gepland 12 Aankoop van het paard 22 DROOMPAARD GEZOCHT PAARDENRASSEN

Nadere informatie

Genetische diversiteit in de Nederlandse Trekpaardenpopulatie

Genetische diversiteit in de Nederlandse Trekpaardenpopulatie Genetische diversiteit in de Nederlandse Trekpaardenpopulatie Door: Myrthe Maurice Van Eijndhoven Centrum voor Genetische Bronnen Nederland Animal Breeding and Genetische diversiteit in de Nederlandse

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting. (summary in Dutch)

Nederlandse samenvatting. (summary in Dutch) (summary in Dutch) Type 2 diabetes is een chronische ziekte, waarvan het voorkomen wereldwijd fors toeneemt. De ziekte wordt gekarakteriseerd door chronisch verhoogde glucose spiegels, wat op den duur

Nadere informatie

JAARRAPPORT CENTRA VOORTPLANTINGS- TECHNIEKEN PAARD 2014

JAARRAPPORT CENTRA VOORTPLANTINGS- TECHNIEKEN PAARD 2014 JAARRAPPORT CENTRA VOORTPLANTINGS- TECHNIEKEN PAARD 2014 31.05.2015 www.vlaanderen.be pagina 2 van 28 Jaarrapport centra voortplantingstechnieken paard 2014 31.05.2015 Colofon Samenstelling Departement

Nadere informatie

Algemeen: De boxer is een middelgrote, vierkant gebouwde hond met sterke ledematen en krachtig ontwikkelde spieren.

Algemeen: De boxer is een middelgrote, vierkant gebouwde hond met sterke ledematen en krachtig ontwikkelde spieren. Oorsprong: Duitsland Gehouden als: Gezinshond Grootte: Reuen 57-63 cm en teven 53-59 cm Gewicht: Reuen 32-39 kg en teven 24-32 kg Kleur: Geel of grstroomd met of zonder witte aftekeningen. de witte aftekening

Nadere informatie

Vlaanderen is landbouw & visserij JAARRAPPORT CENTRA VOORTPLANTINGS- TECHNIEKEN PAARD DEPARTEMENT LANDBOUW & VISSERIJ

Vlaanderen is landbouw & visserij JAARRAPPORT CENTRA VOORTPLANTINGS- TECHNIEKEN PAARD DEPARTEMENT LANDBOUW & VISSERIJ Vlaanderen is landbouw & visserij JAARRAPPORT CENTRA VOORTPLANTINGS- TECHNIEKEN PAARD 2015 DEPARTEMENT LANDBOUW & VISSERIJ WWW.VLAANDEREN.BE/LANDBOUW JAARRAPPORT CENTRA VOORTPLANTINGSTECHNIEKEN PAARD

Nadere informatie

Botulisme. Botulisme: een veelal fatale voedselvergiftiging

Botulisme. Botulisme: een veelal fatale voedselvergiftiging Botulisme Botulisme: een veelal fatale voedselvergiftiging Jaarlijks zijn er uitbraken van botulisme bij vele diersoorten. Het grootste aantal slachtoffers valt onder de watervogels, zoals eenden en ganzen,

Nadere informatie

Erfelijkheid. Examen VMBO-GL en TL. biologie CSE GL en TL. Bij dit examen hoort een bijlage.

Erfelijkheid. Examen VMBO-GL en TL. biologie CSE GL en TL. Bij dit examen hoort een bijlage. Examen VMBO-GL en TL Erfelijkheid biologie CSE GL en TL Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 26 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 30 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat

Nadere informatie

REGLEMENT TOT HET BEHALEN VAN DE LABELS EN HET PREDIKAAT VOOR WARMBLOEDMERRIES

REGLEMENT TOT HET BEHALEN VAN DE LABELS EN HET PREDIKAAT VOOR WARMBLOEDMERRIES REGLEMENT TOT HET BEHALEN VAN DE LABELS EN HET PREDIKAAT VOOR WARMBLOEDMERRIES 1. SITUERING De fokkersvereniging Belgian Wamblood BWP stelt zich het fokken van een paard tot doel dat beantwoordt aan de

Nadere informatie

Genetische Selectie. Eindwerk: hondenfokker 2 de jaar. Sabine Spiltijns

Genetische Selectie. Eindwerk: hondenfokker 2 de jaar. Sabine Spiltijns Genetische Selectie Eindwerk: hondenfokker 2 de jaar Sabine Spiltijns 2010-2011 0 We kunnen aan de hand van een genetische selectie ongeveer voorspellen hoe de puppy s van onze hondjes er gaan uitzien.

Nadere informatie

Fenotype nakomelingen. donker kort 29 donker lang 9 wit kort 31 wit- lang 11

Fenotype nakomelingen. donker kort 29 donker lang 9 wit kort 31 wit- lang 11 1. Bij honden is het allel voor donkerbruine haarkleur (E) dominant over het allel voor witte haarkleur (e). Het allel voor kort haar (F) is dominant over het allel voor lang haar (f). Een aantal malen

Nadere informatie

Verslag informatieavond Bonte Paarden Stamboek 14 maart 2014

Verslag informatieavond Bonte Paarden Stamboek 14 maart 2014 Verslag informatieavond Bonte Paarden Stamboek 14 maart 2014 Opening De voorzitter opent de avond en heet iedereen van harte welkom. Een maand geleden zijn de voorzitter en bestuursleden gekozen in een

Nadere informatie

C.N.D. Akkermans Jonkheer van de Maesenstraat 9 6336 VA Hulsberg Debiteuren nr. 95714. Analyse Certificaat

C.N.D. Akkermans Jonkheer van de Maesenstraat 9 6336 VA Hulsberg Debiteuren nr. 95714. Analyse Certificaat C.N.D. Akkermans Jonkheer van de Maesenstraat 9 6336 VA Hulsberg Debiteuren nr. 95714 Analyse Certificaat Diergegevens Monstergegevens Naam: LIEVE VAN HET BEAREHOFKE Geboortedatum: 29.08.2012 VHL_ID: H67641

Nadere informatie

Barokke paarden. Het erfgoed van een tijdloze cultuur

Barokke paarden. Het erfgoed van een tijdloze cultuur Barokke paarden Het erfgoed van een tijdloze cultuur Ruiterstandbeeld van keizer Marcus Aurelius (121n. Chr) op het Campidoglioplein in Rome. De Romeinen waren de voorlopers van de barokke fokkerijen en

Nadere informatie

Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind.

Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind. Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind. Bullying among Students with Autism Spectrum Disorders in Secondary

Nadere informatie

Inhoud. Alles over paarden...5. Paarden begrijpen Van hoofd tot hoef Van eohippus tot wild paard Moederlijke merries...

Inhoud. Alles over paarden...5. Paarden begrijpen Van hoofd tot hoef Van eohippus tot wild paard Moederlijke merries... 2 Inhoud Alles over paarden...5 Van hoofd tot hoef... 6 Van eohippus tot wild paard... 8 Moederlijke merries...10 Hengsten houden en rijden...12 Evenwichtige ruinen...14 Zo komen veulens ter wereld...16

Nadere informatie

UITVOERINGSBEPALINGEN NRPS KEURINGEN Nederlands Rijpaarden- en Ponystamboek

UITVOERINGSBEPALINGEN NRPS KEURINGEN Nederlands Rijpaarden- en Ponystamboek UITVOERINGSBEPALINGEN NRPS KEURINGEN Nederlands Rijpaarden- en Ponystamboek Artikel 1-Algemeen 1. De Uitvoeringsbepalingen zijn onderdeel van het Keurings- en Predicatenreglement. 2. In de Uitvoeringsbepalingen

Nadere informatie

CENTRA VOORTPLANTINGS- TECHNIEKEN PAARD

CENTRA VOORTPLANTINGS- TECHNIEKEN PAARD Jaarrapport CENTRA VOORTPLANTINGS- TECHNIEKEN PAARD Jaarrapport 2013 Vlaamse overheid Beleidsdomein Landbouw en Visserij CENTRA VOORTPLANTINGSTECHNIEKEN PAARD JAARRAPPORT 2013 Entiteit: Departement Landbouw

Nadere informatie

Brochure Een igene Paspoort: iets voor mij? Leer meer over jouw eigen genen

Brochure Een igene Paspoort: iets voor mij? Leer meer over jouw eigen genen Brochure Een igene Paspoort: iets voor mij? Leer meer over jouw eigen genen Een igene Paspoort: iets voor mij? De belangrijkste overwegingen en achtergronden op een rijtje Bij igene zijn we gefascineerd

Nadere informatie

Kleuren bij shetlanders

Kleuren bij shetlanders Informatief Kleuren bij shetlanders Tekst: Annika Groothuis en Karin ten Dam Een goede pony heeft geen kleur, maar een goede pony met een bijzondere kleur wordt alleen maar mooier. Binnen ons stamboek

Nadere informatie

PROJECT Duurzaam fokken van Cavalier King Charles Spaniels

PROJECT Duurzaam fokken van Cavalier King Charles Spaniels PROJECT Duurzaam fokken van Cavalier King Charles Spaniels Arnold Jacques @2013 Na de uitzending (2008) Zal de Kynologie nooit meer dezelfde zijn! Het gevolg van de uitzending was PANIEK De gevolgen van

Nadere informatie

een kleine kudde friezen

een kleine kudde friezen een kleine kudde friezen 1 van 12 Een kleine kudde Friezen Haitze rent naar Roelfke. Ze staat al op de dijk, hoe ze daar gekomen is, is onduidelijk, ze stond er gewoon opeens. Haar manen wapperen in de

Nadere informatie

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten.

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten. Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten. The Effect of Difference in Peer and Parent Social Influences on Adolescent Alcohol Use. Nadine

Nadere informatie

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positive, Negative and Depressive Subclinical Psychotic

Nadere informatie

Genetische achtergrond Kleurvererving en erfelijke ziektes bij Paarden

Genetische achtergrond Kleurvererving en erfelijke ziektes bij Paarden Genetische achtergrond Kleurvererving en erfelijke ziektes bij Paarden 31 mei 2016 Leanne van de Goor www.vhlgenetics.com Vandaag op de agenda Introductie Algemene uitleg DNA Kleurvererving Erfelijke ziektes,

Nadere informatie

Tot slot geven we je nog de specifieke eigenschappen van Indy zelf mee want zo n schat daar wil je gewoon alles van weten!

Tot slot geven we je nog de specifieke eigenschappen van Indy zelf mee want zo n schat daar wil je gewoon alles van weten! Clue Indian werd geboren op 10 maart 1995 in Herenthout. Beide ouders zijn AQH en zodoende werd Indy ook geregistreerd bij de American Quarter Horse Association. Zijn registratienummer is 3393272. Indy

Nadere informatie

UITVOERINGSBEPALINGEN NRPS KEURINGEN

UITVOERINGSBEPALINGEN NRPS KEURINGEN UITVOERINGSBEPALINGEN NRPS KEURINGEN Artikel 1. Algemeen 1. De Uitvoeringsbepalingen NRPS keuringen behoren bij het Keurings- en Predicatenreglement. 2. In de Uitvoeringsbepalingen worden voor de diverse

Nadere informatie

Door recombinatie ontstaat een grote vescheidenheid in genotypen binnen een soort. (genetische

Door recombinatie ontstaat een grote vescheidenheid in genotypen binnen een soort. (genetische Chromosomen bestaan voor een groot deel uit DNA DNA bevat de erfelijke informatie van een organisme. Een gen(ook wel erffactor) is een stukje DNA dat de informatie bevat voor een erfelijke eigenschap(bvb

Nadere informatie

Algemeen Reglement Koepel Fokkerij 15 oktober 2012-1 -

Algemeen Reglement Koepel Fokkerij 15 oktober 2012-1 - Algemeen Reglement Koepel Fokkerij 15 oktober 2012-1 - 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52

Nadere informatie

Denken en Doen Doen of Denken Het verband tussen seksueel risicovol gedrag en de impulsieve en reflectieve cognitie.

Denken en Doen Doen of Denken Het verband tussen seksueel risicovol gedrag en de impulsieve en reflectieve cognitie. 0 Denken en Doen Doen of Denken Het verband tussen seksueel risicovol gedrag en de impulsieve en reflectieve cognitie. Denken en Doen Doen of Denken Het verband tussen seksueel risicovol gedrag en de impulsieve

Nadere informatie

Intro KWPN tuigpaarden Fokdoel Introductie nieuw bloed

Intro KWPN tuigpaarden Fokdoel Introductie nieuw bloed Intro KWPN tuigpaarden Fokdoel Introductie nieuw bloed Het KWPN tuigpaard fokdoel en introductie nieuw bloed René van der Kuil (Coördinator TP KWPN) Intro KWPN tuigpaarden Fokdoel Introductie nieuw bloed

Nadere informatie

NRLP-12 Gerelateerde Terugkerende Koorts

NRLP-12 Gerelateerde Terugkerende Koorts www.printo.it/pediatric-rheumatology/be_fm/intro NRLP-12 Gerelateerde Terugkerende Koorts Versie 2016 1. WAT IS NRLP-12 GERELATEERDE TERUGKERENDE KOORTS 1.1 Wat is het? NRLP-12 gerelateerde terugkerende

Nadere informatie

Geheugenstrategieën, Leerstrategieën en Geheugenprestaties. Grace Ghafoer. Memory strategies, learning styles and memory achievement

Geheugenstrategieën, Leerstrategieën en Geheugenprestaties. Grace Ghafoer. Memory strategies, learning styles and memory achievement Geheugenstrategieën, Leerstrategieën en Geheugenprestaties Grace Ghafoer Memory strategies, learning styles and memory achievement Eerste begeleider: dr. W. Waterink Tweede begeleider: dr. S. van Hooren

Nadere informatie

Rassen Het rund. Er zijn verschillende soorten vleeskoeien. Hieronder ga ik verschillende rassen kort benoemen. Aberdeen Angus

Rassen Het rund. Er zijn verschillende soorten vleeskoeien. Hieronder ga ik verschillende rassen kort benoemen. Aberdeen Angus Rassen Het rund Er zijn verschillende soorten vleeskoeien. Hieronder ga ik verschillende rassen kort benoemen. Aberdeen Angus Een Angus heeft een gladde egaal zwarte vacht. Het is een enorme stier en komen

Nadere informatie

STAND VAN ZAKEN HORSEGENE-PROJECT

STAND VAN ZAKEN HORSEGENE-PROJECT STAND VAN ZAKEN HORSEGENE-PROJECT Eind november vond in domein Diepensteyn een Horsegene-workshop plaats omtrent genomica in de paardenfokkerij. Verscheidene gastsprekers uit België, Nederland, Engeland

Nadere informatie

Presentatie ter gelegenheid van de Statutaire algemene vergadering

Presentatie ter gelegenheid van de Statutaire algemene vergadering Presentatie ter gelegenheid van de Statutaire algemene vergadering Brussel, 12 april 2007. De Belgische Confederatie van het Paard vzw werd in 1981 opgericht voornamelijk ter bevordering van de Belgische

Nadere informatie

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren Sociale Steun The Effect of Chronic Pain and the Moderating Effect of Gender on Perceived Social Support Studentnummer:

Nadere informatie

Grondbeginselen erfelijkheid. Piter Bijma Fokkerij en Genetica, Wageningen UR

Grondbeginselen erfelijkheid. Piter Bijma Fokkerij en Genetica, Wageningen UR Grondbeginselen erfelijkheid Piter Bijma Fokkerij en Genetica, Wageningen UR Kwalitatieve versus Kwantitative kenmerken Kwalitatieve kenmerken Kun je niet uitdrukken in een getal Hoornloosheid Vachtkleur

Nadere informatie