Klachtlied op het graf van Napoleon, door 's keizers zoon

Maat: px

Weergave met pagina beginnen:

Download "Klachtlied op het graf van Napoleon, door 's keizers zoon"

Alexander Groen
7 jaren geleden
Aantal bezoeken:

1 Klachtlied op het graf van Napoleon, door 's keizers zoon bron exemplaar Koninklijke Bibliotheek Den Haag, signatuur: Lbl KB Wouters 003. E. v.d. Geer Jr., Amsterdam ca Zie voor verantwoording: dbnl

2 1 Klachtlied, op het Graf van Napoleon, door 's Keizers zoon. Wijze: van M[...]co Het edel kind van Napoleon den groote Sprak zijne moeder eens in vriesschap aan Gij zult mijn eenige [...]ing ziet verstooren Want ik zal van verdriet het graf in gaan Ik wil gaan zien naar 't lichaam van mijn vader Ach moeder lief geef mij toch dat [...], Want al mijn bloed verstijft ader voor ader } bis. 'k Zal de niet gerust zijn of ev[.]t[..]t. } bis. De edele keiserin sprak met soete woorden Kind spreekt daar eerst uwen grootvader van Gij weet een kind moet onderdanig wezen Aan zijne ouders gelijk ik heb gedaan. Het edel kind ging aan 't verlangen Viel zijne moeder als een kind te voet Hij openbaart ik zal met veel verlangen } bis Als uw hart aan 't mijne wilt voldoen. } bis 's Keizers zoon begint te voyageeren Tot St. Helena heeft hij hem bereid Hij kwam hem aan 't graf te [...]eere Onder eene boom met veel droefheid Daar heeft hij met een luide stem geroepen Verschuif den [...] en laat mij niet alleen 'k Ben Keizers zoon en doet de kist maar open } bis Ik wil bij mijn ware vader zijn. } bis

3 2 Napoleon hoe ligt gij hier verstoolen Sprak zijn zoon met oogen vol getraan Ge hebt zoo vele landen overwonnen Waarom zijt gij de wereld afgegaan? Want geheel Europa moest voor u beven Door [...]len na van het groote l[...] Kunt gij het menschdom doen in vreugde leven } bis Vader staat op, men roept u hier waarom } bis Maar al zijn klagten konden hem niet baten Verliet St. Helena met een droef getraan Man zag de tranen vlotten de soldaten Vaar wel riep hij ware vader geprezen Dan zette hij den eersten voet aan boord Dit groote verlies zal kosten mijn jong leven } bis. Want al het volk is op mij vertoord. } bis. [...]tpersdruk E.v.d. Geer Jr. Egelantierstr. 17 Amst

4 3 Het Soldaatje. U hebt me beloofd, lieve paatje. Als ik zoet was voor nieuwe jaar U me koopen zoudt een soldaatje. Zeg paliel, zeg is 't niet waar? Ik wachtte stil en vol verlangen. Want speelgoed, o ik heb 't zoo graag. Zeg waarom laat u 't hoofd zoo hangen. Het is toch Nieuwe Jaar van daag? Refrein: Ik bid, ik smeek u lieve paatje, Ik ben toch zoet kom ga nu gauw. Ik klaag dan niet meer van de koû. Kom koop me nu 'n mooi soldaatje. bis. Stil en bleek zit daar de vader. Bevend luist' rend naar zijn kind. Dat het hoofdje steekt wat nader. Als of het reeds zijn speelgoed vindt Ik heb geen geld wil mij gelooven, Arm kind, ik gaf het u zoo graag, Dan had u 't niet moeten belooven. Het is toch Nieuwe Jaar van daag? Refrein:

5 4 Half waanzinnig door die bede, Met verwilderd oog en haar, Vliegt de vader naar beneden, Tot voor een speelgoedbazaar. Hij hoort nog immer: lieve paatje. Hij ziet thans waar hij zich bevindt. Zijn oog valt op een mooi soldaatje. Hij steelt het voor zijn stervend kind, Het ligt alleen en wacht op paatje. Het riep: ik bid u kom toch gauw. Refrein: Om zijn kindje te verblijden, Vliegt bij bevend naar zijn huis, Wel gevoel moest hij bestrijden, Maar niet gedraald, vlug maar zijn kluis, Zie hier, mijn schat, nu niet meer klagen, Papa is terug en kijk, zoo waar, Je hoeft er niet meer om te vragen, Hier is 't soldaatje, kijk nu maar. Refrein: Geef antwoord nu, ik ben 't paatje, Helaas, het kindje sprak niet meer. Het stierf en riep nog keer op keer: Kom koop me nu een mooi soldaatje. bis.

6 5 Vélocipedelied. Hoort eens mijn vrienden in het ronde Ik sta er van te zien, Heeft het den duivel uitgereeden Van een zoo een machien. Rijden met voeten en met hielen Ja wij zijn niet blind Op een zadel met twee wielen Zoo rap gelijk de wind. Refrein. Geen paard of ezel aan het voituur Ja geen water of geen vuur, Als zij rijden in galop, Op een ezel zonder kop. Die zoo kan rijlen het is pleizant Zoo rap als een sapeur Ja zonder zweep of toom in d' hand Ge trekt er maar van deur Het is veel waard ge rijdt te paard Maar maakte u toch niet lam,

7 6 Ge kunt overal komen waar ge begeert Zoo goed als met den tram. Refrein. Gij rijdt door dorp en door stad Maar gij krijgt weer op uw gat Ge zit precies gelijk op eenen stoel. En bijtijds eens vallen op uw smoel. Ach hoe zullen de dieven zuchten Het stelen is gedaan, Zij kunnen geen gendarmen ontvluchten Of zij zijn er aan. Zij rijden door velden en smalle wegen Daar wordt wel opgepast De dief is nog niet aan 't stelen Of zij hebben hem al vast. Refrein. Zoo beloven de Jongman hun ziel Zij rijden maar op het spinnewiel En wel drie vier uur wijd Hij in bij zijn poesje en hij vrijt Ik zag lestmaal een heerken komen Een jongmeisje dat riep Ik heb al lang naar uw vernomen Zijt gij een scharensliep. Mijnheer gij moet het niet kwalijk nemen En maakt geen ambras Want ik die zie het aan uw leven Dat gij een slijper was. Refrein.

8 7 Mijn Adelle. Populair Kermislied 1896 'k Heb een nichtje ze heet Adèl. 'n Aardig lief meisje je kent baar wel, 'n Beetje scheel maar dat hindert niet. Verliefd wordt ge daad' lijk als ge haar ziet. 'k Zou met haar naar de kermis gaan Doch dee'z grap kwam mij duur te staan Ach sprak Adèle ik durf haast niet Als men mijn oogen ziet. Refrein. 2 maal. Adèle, Adèle. Niemand die op je oogen let, Wij klinken, wij drinken, Zoo gingen wij naar den schouburg na heen Adèle was echter niet vlug te been, Zij had wel twee beenen, maar wat een kruis, 't Een was een hout en 't ander niet pluis Eensklaps daar raakten wij in het gedrang Ze fluisterde, Willem, ik word toch zoo bang Mijn been dat zit los, ik raak het haast kwijt Ik trooste de aardige meid: Refrein. 2 maal. Adèle, Adèle. Niemand die op je beenen let, Wij klinken, wij drinken Eindelijk kwamen wij in de zaal, Maar lieve Hemel, wat een schandaal, De leuning der loge was veel te laag, Adèle haar bochel schoof is de kraag.

9 8 Zij kon onmogelijk zitten gaan Engel, dan moet je maar blijven staan. Ach zuchtte zij, Willem, nooit doe ik het weer Ik schaam mij, ik schaam mij zoo zeer, Refrein. 2 maal. Adèle, Adèle. Niemand die op je bochel let, Wij klinken en drinken. Zoo stond nu Adèle slechts een korte poos 'n Heer achter haar word verschrikkelijk boos Niets kon hij zien door Adèle haar schuld Nijdig riep hij: pak je weg met je bult, 'k Wier m' op den kerel, dat was toch mijn plicht Adèle werd woedend vloog m' ook in 't gezicht Daar verloor ze haar kapsel en stond een, twee drie Met 'n hoofdje zoo kaal als m'n knie Refrein. 2 maal. Adèle, Adèle. Niemand die op je haren let, Wij klinken en drinken, Het slot van de zaak dat begrijpt u alras 'n Agent van politie kwam juist van pas, Die nam ons beiden met naar 't bereau Adèle geboeid en ik evenzoo. Met één been, zonder haar, 't was 'n treurig gesicht. Neen zoon kermis vergeet ik niet licht, Màár toch verloor ik mijn vroolijkheid niet, En 'k zong als refrein van mijn lied: Refrein. 2 m. Adèle, Adèle. Niemand die op je schoonheid let, Wij klinken en drinken,

Vergelijkbare documenten

Samen met Jezus op weg

Samen met Jezus op weg KERK & WERELD Korte Schipstraat 16 2800 Mechelen Tekst: Myrjam De Keyser 1. De laatste keer samen Jezus en zijn leerlingen willen graag het paasfeest vieren. Daarvoor zijn ze naar