OPLEIDINGSJAARVERSLAG BACHELOR FACULTEIT DER ARCHEOLOGIE

Transcriptie

1 OPLEIDINGSJAARVERSLAG BACHELOR FACULTEIT DER ARCHEOLOGIE 1. Gegevens Jaar volgende Midterm 2016 Jaar volgende visitatie 2013 Aantal uitgereikte diploma s Propedeuse: 53 Bachelor: 67 Aantal Cum Laude 1 Aantal contacturen eerste jaar Colleges: 297 Practicum: 52 Totaal: 349 Aantal contacturen tweede jaar Colleges: 252 Practicum: 90 Staf-student ratio op basis van onderwijsinzet WP Toetsbeleid: Toetsplan voor opleiding o opgesteld door o Plagiaat preventie Docenten: BKO: aantal uitgereikte certificaten BKO: aantal kandidaten in procedure % R&O gesprekken gehouden Leden opleidingsbestuur Heidag onderwijs (+onderwerp) Leden opleidingscommissie Totaal: J.A. Mol Safe Assign Fraudeprotocol Vertrouwenscommissie Fraude % Director: Dr. M.L.P. Hoogland Curriculumcoördinator: Dr. J.A. Mol 4x per jaar wordt een AOO (Algemeen Onderwijs Overleg) georganiseerd door het Onderwijsbureau voor de teaching staff en studentcommissieleden, waar alle relevante onderwerpen worden besproken, ook door de Examencommissie. Studentleden (gekozen of benoemd) 1 Y. Boswinkel 2 S. Tews 3 M. Langbroek Stafleden 1 Dr. A. Verpoorte (voorzitter) 2 Dr. I. Bausch 3 Dr. M. Hoogland Examencommissie

2 Voorzitter Secretaris Voorlichting en werving/ matching Coördinator Activiteiten aansluiting vwo-wo Studieadviseurs: Naam en fte Naam en fte Dr. H. Kamermans Drs. F. Tomas Dr. J. Mol Dr. D. Fontijn Dr. D. Meijer Mw O.C.L. Yates A. Bos, MA Drs. F. Tomas 0,2 fte (BA en MA, MA ondersteund door Drs. A. Aijpassa)

3 2. Analyse 2.1 opvallende resultaten en trends Bespreking opvallende (sterke/ zwakke) resultaten en trends in de gegevens van de opleidingskaart (toetsing, instroom, BSA, studiebegeleiding, rendementen, keuzevakken die studenten volgen, afronding ba/ma, student- en alumni-oordelen) Bespreking opvallende (sterke/ zwakke) resultaten en trends in de gegevens van de studentevaluaties (cursusevaluaties, curriculumevaluaties, studentenpanels, eventuele andere enquêtes) Bespreking aangeboden onderwijs naast hoofdvakprogramma (minoren, Honours College) Opvallende resultaten opleidingskaart Instroom In de afgelopen jaren is de instroom min of meer gelijk gebleven (ca. 80) m.u.v De instroom bedroeg toen 107 studenten. Rendement - Evenals in het voorgaande jaar bedroeg de propedeuse-uitval 16%, 5% meer dan in Deze stijging is het positieve gevolg van de matching, dat in is geïntensiveerd, met als doel om de studenten z.s.m. op de juiste plek te krijgen. Het gemiddeld aantal behaalde ec s per propedeusestudent in ligt lager dan in Het percentage studenten dat in het 1 e BSA jaar 60 ec heeft behaald is voor gedaald van 62 naar 40, onder meer door het eenmalig aanbieden van een drietal extra herkansingen in i.v.m. vernieuwd curriculum. Desondanks vertoont het propedeuserendement een opwaartse trend. Ook het post-propedeutisch rendement vertoont een stijgende lijn. De intensieve begeleiding in het 1 e jaar heeft hier zeker toe bijgedragen. Het gaat met name om een wekelijks tutoraat bij het vak World Archaeology, een wekelijks mentoraat voor het vak academische vaardigheden en de Studievaardigedencursus, die verplicht gevolgd dient te worden bij 2 of meer onvoldoendes na de eerste tentamenweek. Daarnaast is het studieplan ingevoerd voor BA2 en BA3 en sinds 2008 een mentoraat met persoonlijke studievoortgangsgesprekken tijdens de gehele bachelor ingesteld, waardoor problemen tijdig worden gesignaleerd. In BA2 en BA3 wordt resp. gefocust op de stages en de bachelorscriptie. Ook het postpropedeutisch rendement vertoont mede hierdoor een stijgende lijn. Studieduur Ondanks de stijgende rendementen is de gemiddelde studieduur gestegen. Dit wordt veroorzaakt door de serieuze aanpak van langstudeerders. Deze houdt in dat studenten met meer dan een jaar vertraging worden opgeroepen door de studieadviseur om vervolgens met behulp van een strakke planning z.s.m. af te studeren. Keuzevakken Zowel in het BA2 als het BA3 jaar dienen keuzes te worden gemaakt, die voorsorteren op verdere specialisatie in de MA. Het brede aanbod maakt dat de vrijwel alle studenten hierin hun keuze kunnen maken. Van de mogelijkheid om elders een minor te volgen is door 5 studenten gebruik gemaakt. Daarnaast hebben 13 Archeologiestudenten de minor Human Osteoarchaeology gevolgd, aangeboden door het LUMC i.s.m. de Faculteit der Archeologie. Opvallende resultaten studentevaluaties In zijn de volgende vormen van evaluatie afgenomen:

4 Cursusevaluaties Na het toetsmoment van elke cursus werden de studenten via blackboard uitgenodigd om de evaluatie in te vullen. De uitslagen werden in de opleidingscommissie besproken en waar relevant voorzien van advies doorgestuurd naar het bestuur. Een belangrijke uitslag was dat bij het (nieuwe) profiel Early Civilisations, waarin verschillende regiospecialisten een aantal thema s behandelen, de samenhang als matig werd gekwalificeerd. Cohortevaluaties De studentvertegenwoordigers van de cohorten interviewen hier de aanwezige studenten n.a.v. een vastgestelde vragenlijst. De respons bij deze vorm van evalueren is niet groot, waardoor de uitslagen niet representatief te noemen zijn. Bovendien komen de resultaten niet altijd overeen met de statistisch significante digitale evaluaties. Dit leidt tot een vertroebeld beeld. Panelgesprekken De minor Osteoarchaeology en het honourstraject Crossing the Borders in World Archaeology zijn in twee afzonderlijke panelgesprekken geëvalueerd: Osteoarchaeology: N.a.v. het bestuursbesluit om geen minoropleiding meer aan te bieden maar in plaats daarvan een masterspecialisatie, heeft er een panelgesprek plaatsgevonden met 17 studenten van de minor. De OLC heeft hierop onder meer aan het faculteitsbestuur aanbevolen dat naast een masterspecialisatie, er ook in de bachelor ruimte moet worden geboden basiskennis van menselijk botmateriaal op te doen, zodat men in de master de diepte in kan. Zij adviseerden ook om pathologie op te nemen in het programma. Honourstraject: de 5 studenten die aan het gesprek deelnamen gaven te kennen het zeer prettig te vinden om meer uitgedaagd te worden en extra mogelijkheden naast de reguliere colleges te hebben om zich verder binnen de archeologie te verdiepen. De structuur van het HC binnen archeologie kan echter wel verbeterd worden (de opzet, maar ook bijv. de roostering). Naar aanleiding van het advies van de studentleden van de OLC wordt besloten om regelmatig bijeenkomsten te plannen, die ook in het opleidingsrooster vermeld zullen worden. Het Panelgesprek HC zal in herhaald worden. NSE Over het algemeen scoort de bachelor volgens het universitaire gemiddelde, waarbij de punten Algemeen, Docenten en Studiebegeleiding hoger scoren. Toetsing en beoordeling scoren lager. Minoren In zijn twee minoren aangeboden: Human Osteoarchaeology i.s.m. het LUMC en Archeologie in de Praktijk. De eerste kende een deelnemersaantal van 13, echter overwegend afkomstig van Archeologie. De laatste heeft een aantal wijzigingen ondergaan om de aantrekkelijkheid voor externe studenten te vergroten. Zes studenten zijn met deze laatste minor gestart. Daarnaast is na de pilotfase in de aansluitingsmodule, in de vorm van een minor van 30 ec, voor HBO Saxion studenten gestart. 4 studenten hebben zich hiervoor opgegeven, waarvan er één zich na afronding van het programma heeft aangemeld voor de MA Archaeology. Honours college De faculteit vindt het Honours College belangrijk als voortraject voor het research master programma en spoort talentvolle studenten aan om deel te nemen. Daarom is het van groot belang om jaarlijks een uitdagend programma te bieden dat goed aansluit op het nominale bachelorprogramma, zodat deelname niet hoeft te leiden tot studievertraging. In zijn 15 studenten toegelaten tot de oriënterende fase,

5 waarbij in september er uiteindelijk 14 definitief zijn doorgegaan. 2.2 Genomen maatregelen t.b.v. kwaliteit onderwijs en studiesucces. Maatregelen n.a.v. bovengenoemde onderwerpen Beoogde doelen en effecten van de maatregelen. Evaluaties De onderwijsmodules die in 2010 minder goed zijn geëvalueerd of waar de resultaten te wensen over lieten zijn verbeterd, door een andere opzet (Early Civilisations), door verbetering van het tutoraat en professionalisering van de docenten. Hiermee zijn de verbeterpunten, die uit de evaluaties naar voren kwamen aangepakt en zal volgend jaar wederom d.m.v evaluaties worden gemeten of inderdaad verbetering is opgetreden. Toetsing Dit jaar is een toetsplan voor de bachelor gemaakt, volgens de criteria bepaald door de stuurgroep, die in het volgende studiejaar zal worden geïmplementeerd. Met het toetsplan wordt beoogd de studeerbaarheid in de bachelor te vergroten en zodoende de doorstroom en het rendement te verbeteren. Studieplan In is usis ook ingericht voor onze docentmentoren om hun mentorstudenten eenvoudig te kunnen volgen. We zijn gestart met de pilot Studieplan. Het studieplan is verplicht gesteld voor de hele bachelor`, waarbij in het 2 e en 3 e jaar de aandachtspunten resp. de stages en het scriptietraject zijn. Archeologie participeert in deze pilot, omdat het studieplan in principe een nuttige ondersteuning is voor het 3-jarige mentoraatsysteem om voldoende doorstroom in de hele bachelor te bewerkstelligen. Er zijn in de Faculteit grote inspanningen verricht om het gebruik van het Studieplan en usis te optimaliseren. Scriptie Vanaf wordt erop toegezien dat alle bachelor studenten aansluiten bij een scriptieklas, waarin wordt gefocust op het scriptieonderwerp. In dit laatste deel van het bachelor traject wordt vaak vertraging opgelopen, ook door goede, tot dan toe nominale studenten. Om dit zoveel mogelijk te voorkomen wordt al vroeg in het BA3 jaar gestart met de scriptieklassen. 3. Actie Conclusies en actiepunten: Zijn de gestelde doelen (uit o.a. Bestuursafspraken, taskforce studiesucces, eigen doelen) bereikt? Wat zijn de verbetertrajecten voor doelen die niet gehaald zijn? Te nemen maatregelen met tijdsplanning Instroom - De destijds gemaakte Bestuursafspraken om een stabiele instroom van 100 pp te genereren van 2012 tot en met 2014, zijn aan het instroomcijfer uit het piekjaar gerelateerd en daarom niet helemaal reëel te noemen. De verwachtingen naar beneden bijstellen tot 85 pp zou leiden tot een beter realiseerbaar doel. Ter vergroting van de instroom en het marktaandeel zet de Faculteit de bestaande wervingsmiddelen strategischer in, d.w.z. scherper afgestemd op de verschillende doelgroepen (ook de exacte profielen, HBO propedeuten en Vlaamse studenten). Daarnaast wordt qua programmering optimaal gebruik gemaakt van de veelzijdigheid van Archeologie door presentatie van bijv.

6 veldwerk, laboratoria en samenwerkingsverbanden met musea tijdens de verschillende wervingsactiviteiten. Rendement Om de stijgende lijn door te zetten is het van belang om vast te houden aan het bestaande studiebegeleidingssysteem en deze nog verder te professionaliseren. Ter verbetering van het propedeuserendement dient de begeleiding rondom de rode draad in de propedeuse, het college World Archaeology, ook aandachtspunt te blijven. De RMA s en PhD s die belast zijn met het tutoraat en werkcollege, zullen in het komende jaar ter voorbereiding een cursus volgen bij het ICLON. Verder zou er meer interactiviteit moeten worden ingebouwd om actief studeren te bevorderen. Inmiddels is een aanvraag voor de pilot Blended Learning gehonoreerd (januari 2012). Ook in het verdere bachelortraject dient zorgvuldig aan het mentoraat te worden vastgehouden. De mentor is een daartoe aangewezen docent. Alle (vaste) stafleden met een onderwijsaanstelling participeren in dit mentoraatsysteem. De mentor is het eerste aanspreekpunt voor vragen over de studie, studeren en de carrièremogelijkheden. In het eerste jaar is de mentor betrokken bij het vak academische vaardigheden, waardoor hij wekelijks contact heeft met zijn studenten. Dit resulteert in een betere binding met de opleiding, een bewezen instrument voor vergroting van het studiesucces. Vanaf 2008 is het huidige mentoraatsysteem gestart. De inzet voor het college Academische Vaardigheden werd geïntensiveerd en de coördinatie werd strakker. Dat resulteerde in een betere monitoring van de studieprestaties van de studenten en problemen werden tijdig gesignaleerd. Na vier jaar valt een voorzichtige conclusie te trekken: we hebben veel beter zicht gekregen op de studievoortgang van de studenten. Van de eerste groep studenten die in dit systeem zit, en nu dus in hun vierde jaar zitten studeert nu nog 30% (peildatum 1 maart 2012). 33% is inmiddels gestopt en 37% is inmiddels afgestudeerd (n=84). Van de 25 studenten die nog niet zijn afgestudeerd hebben er 16 (84%) regelmatig contact met de studieadviseur. De meesten hebben persoonlijke omstandigheden. Of de invoering resultaat heeft op de verhoging van ons rendement is moeilijk vast te stellen: tegelijk met de invoering is ook ons curriculum sterk veranderd en beter studeerbaar geworden. Het aantal sterk vertraagde studenten lijkt echter wel sterk verminderd te zijn. Daarnaast treedt de uitval van studenten tegenwoordig vaker op aan het begin van de studie. Het succes is dus vooralsnog niet zozeer in kwantiteit uit te drukken, maar meer in kwaliteit. De faculteit beschouwt dat echter ook als een succes. Scriptietraject - Behalve het scriptietraject met duidelijke deadlines waaraan de student zich dient te houden, is een efficiënt beoordelingstraject van belang waarin borging conform de OER en R&R van de Examencie is opgenomen. Een dergelijk traject is inmiddels ingezet en zal in het komende jaar worden geïmplementeerd. Doel is om studievertraging wegens een inefficiënt scriptietraject te voorkomen Studentevaluaties Hoewel het evalueren via blackboard minder efficiënt bleek, mag de respons toch representatief worden genoemd en zijn er ook een aantal duidelijke aandachtspunten naar voren gekomen. Deze zijn direct aangepakt en inmiddels is bekend, door onlangs afgenomen evaluaties, dat de genomen maatregelen hun vruchten hebben afgeworpen. Deze digitale vorm van evalueren wordt ervaren als goed en statistisch betrouwbaar. Uit efficiëntieoverwegingen is echter besloten in het volgende jaar alle cursusevaluaties af te nemen via Evasys.

7 Dit opleidingsverslag is Geconcipieerd door: Besproken in opleidingsbestuur op: Besproken in opleidingscommissie op: Bespreking met faculteitsbestuur op: Drs. A.M. Aijpassa-Pieterse 24 februari februari maart 2012