HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

Transcriptie

1 HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN Beslissende op de bezwaarschriften van Syngenta Crop Protection B.V. (hierna te noemen: Syngenta) en LTO Noord Glaskracht (hierna te noemen: LTO), van 23 juni 2015, gericht tegen het besluit tot herregistratie van het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (hierna te noemen: het College) van 13 mei 2015 van het gewasbeschermingsmiddel Vertimec Gold (toelatingsnummer N). Het bezwaarschrift van Syngenta heeft nummer , het bezwaarschrift van LTO heeft nummer ) De procedure Op 23 juni 2015 is door zowel Syngenta als LTO bezwaar ingediend tegen het besluit tot herregistratie van 13 mei 2015 van het gewasbeschermingsmiddel Vertimec Gold op basis van de werkzame stof abamectine. Het bezwaar richt zich tegen: 1. Het verplicht stellen van de zuivering van afvalwater afkomstig van bedekte teelten waarin Vertimec Gold wordt toegepast; 2. Het niet synchroniseren met het Hoofdlijnenakkoord waterzuivering in de glastuinbouw 1. Op 23 juni 2015 heeft het College van Syngenta een brief met kenmerk NL MM ontvangen waarin pro forma bezwaar wordt gemaakt tegen het besluit van het College van 13 mei 2015 tot herregistratie van het gewasbeschermingsmiddel Vertimec Gold op basis van de werkzame stof abamectine. Ook is op 23 juni 2015 van LTO een brief met kenmerk HV/KdG ontvangen waarin pro forma bezwaar wordt gemaakt tegen het besluit van het College van 13 mei 2015 tot herregistratie van het gewasbeschermingsmiddel Vertimec Gold op basis van de werkzame stof abamectine. Op 26 en 27 augustus 2015 hebben bezwaarmakers per brief met kenmerk NL MM en HV/SdJ hun gronden aangevuld. De geleverde nadere motiveringen zijn nagenoeg gelijkluidend. Op 20 en 21 april 2016 heeft het College van Syngenta (brief met kenmerk NL MM) en van LTO (brief met kenmerk HV/DH ), aanvullende informatie bij het bezwaarschrift ontvangen. De geleverde gegevens betreffen monitoringsgegevens van 2014 en een interpretatie van deze monitoringsgegevens. De geleverde gegevens zijn identiek. 1 brief aan de Tweede Kamer van 12 oktober 2015, met kenmerk IENM/BSK-2015/

2 Op 13 september 2016 heeft het College Syngenta verzocht een nadere onderbouwing met 90- percentiele concentraties en overschrijdingsfactoren van de toelatingsnorm te leveren over de jaren ,van ieder kalenderjaar apart. Op 7 oktober 2016 is door Syngenta een 90-percentielberekening per meetpunt geleverd. Op 7 november 2016 heeft Syngenta aangegeven dat de door hen aangeleverde 90- percentielberekeningen per meetpunt gebruikt mogen worden voor het bezwaarschrift van LTO. 2) Het bestreden besluit De bezwaren richten zich tegen de zuiveringsplicht zoals vermelde op het op 13 mei 2015 vastgestelde Wettelijk Gebruiksvoorschrift (WG) voor de toepassingen in bedekte teelten. Dit WG houdt de plicht in dat filterspoelwater en drainwater wordt gezuiverd voordat het wordt geloosd. Deze zuiveringsplicht volgt uit de beoordeling waaruit blijkt dat om te voldoen aan de toelatingsnormen het te lozen afvalwater met tenminste 99% gezuiverd dient te worden. Deze plicht is als volgt in het Wettelijk Gebruiksvoorschrift weergegeven: Om in het water levende organismen te beschermen is het in de bedekte teelten niet toegestaan om ongezuiverd filterspoelwater en drainwater op het oppervlaktewater te lozen. Het te lozen filterspoelwater en drainwater mag uitsluitend worden geloosd, nadat het te lozen filterspoelwater en drainwater geleid wordt door een werkende zuiveringsvoorziening: - Deze zuiveringsvoorziening dient te bestaan uit één van onderstaande combinaties van technieken: H2O2 + MDUV + actief kool filter of H2O2 + LDUV + actief kool filter of Ozon + actief kool filter of Een andere door het bevoegd gezag gelijkwaardig verklaarde techniek - De zuiveringsvoorziening wordt tenminste éénmaal per jaar op de goede werking gecontroleerd en onderhouden door een deskundige op het gebied van zuiveringsvoorzieningen - Een bewijs van de controle en het onderhoud is binnen de inrichting aanwezig en op aanvraag direct te tonen. 3) Het Bezwaarschrift Het bezwaar richt zich tegen: - Het verplicht stellen van de zuivering van afvalwater afkomstig van bedekte teelten waarin Vertimec Gold wordt toegepast. Daartoe zijn monitoringsgegevens overgelegd; - Het niet synchroniseren met het Hoofdlijnenakkoord waterzuivering in de glastuinbouw 4) De beoordeling van de ontvankelijkheid Bezwaarden zijn beide belanghebbende bij de toelating van Vertimec Gold. De bezwaarschriften zijn binnen de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift ingediend en ook voor het overige ziet het College geen aanleiding om te twijfelen aan de ontvankelijkheid van bezwaarden. Beide bezwaarschriften zijn derhalve ontvankelijk. 5) Juridisch kader Artikel 7:11 Algemene wet bestuursrecht. 2

3 6) Overwegingen Montoringsgegevens In de onderbouwing van bezwaarmakers van26 en 27 augustus 2015, is het volgende aangegeven: ln het herregistratiebesluit van Vertimec Gold (13087N) van 13 mei 2015 is in Wettelijk Gebruiksvoorschrift (WG) voor de toepassingen in bedekte teelten de verplichting opgenomen om filterspoelwater en drainwater te zuiveren alvorens het op het oppervlaktewater te lozen. Dit is gebaseerd op oppervlaktewatermonitoringsgegevens van Op het moment van besluit name waren echter al gegevens van 2012 en 2013 beschikbaar. De gegevens zijn in de bijlage samengevat in drr- format (bijlage 1). Op basis van de geactualiseerde monitoringsgegevens blijkt een significante verbetering van de oppervlaktewaterkwaliteit met betrekking tot abamectine, de werkzame stof in Vertimec Gold. Het aantal overschrijdingen is afgenomen van 44 overschrijdingen in 2011 naar slechts 2 overschrijdingen in Dit terwijl er tijdens deze periode geen zuiveringsverplichting of andere relevante beperkingen waren opgenomen in het WG van Vertimec Gold. Ook hebben bezwaarmakers op 20 en 21 april 2016 monitoringsgegevens over de periode verstrekt. Deze dienen volgens bezwaarden meegenomen te worden in de overwegingen omtrent het bezwaar. Bezwaarmakers stellen in hun aanvulling van 18 april 2016 dat in 2014 er slechts zeven probleemlocaties zijn, waarvan op twee meer dan 95% zuivering nodig zou zijn, maar dat deze als incident moeten worden gezien; zij onderbouwen dit standpunt evenwel niet. De overige locaties zouden in hun visie toekunnen met maximaal 95% zuivering. Op 7 oktober 2016 is door Syngenta een 90-percentielberekening van de monitoringsgegevens geleverd, met de volgende toelichting op de berekening en de monitoringsresultaten: De locaties met overschrijdingen zijn geel gemarkeerd. Voor elke locatie is het 90-percentiel berekend volgens de methodiek van de bestrijdingsmiddelenatlas. De RAC 2 is µg/l. Waar P90 na 95% zuivering groter blijft dan de RAC is dit in rood aangegeven 3. In 2012 zijn er twee locaties die dan rood zijn (één locatie in de Bommelerwaard en één locatie net boven de Bommelerwaard ten noorden van de Waal). Diezelfde locaties zijn in 2014 in orde na zuivering. In 2014 blijft er nog 1 locatie over die rood is (95,6% zuivering nodig). Op deze locatie zijn geen grote overschrijdingen geconstateerd in andere jaren. Verder hebben wij opgemerkt dat de bestrijdingsmiddelenatlas op dit moment geen correlatie aangeeft tussen de overschrijdingen in oppervlaktewater en het gebruik van abamectine in kasteelten. Dit zou betekenen dat er geen aanleiding meer is om de gegevens verder te beoordelen en het gebruik van abamectine in kastoepassingen te beperken. Het College overweegt hiertoe het volgende. Inderdaad lijkt de waterkwaliteit voor wat betreft abamectine te zijn verbeterd over de jaren Echter over 2014 is het beeld dat er weer op meer, te weten zeven, meetlocaties normoverschrijdingen zijn geconstateerd, en bovendien in hoge mate (>5x, tot 200x). Daarnaast is van belang dat er door Syngenta maar één meetjaar (2014) aan data is geleverd. In dat meetjaar is 0.36 µg/l de hoogste waarde. In het meetjaar 2011 (waarvoor Syngenta in het kader van de herregistratieaanvraag een uitgebreide meetreeks had aangeleverd) komen evenwel hogere waarden voor, zoals 0.39, 0.41, 0.45, 0.63 µg/l, en zelfs waarden van 1.6, 2.8, en 4.5 µg/l. 2 RAC = Regulatory Acceptable Concentration, hetgeen gelijk is aan de toelatingsnorm 3 Met rood bedoelt Syngenta dat meer dan 95% zuivering nodig is om de toelatingsnorm te halen. 3

4 Voor 2012 en 2013 zijn door bezwaarmakers in eerste instantie geen gedetailleerde meetwaarden aangeleverd. De bestrijdingsmiddelenatlas geeft daarover het volgende globale beeld voor die jaren: in 2012 werden op twee meetlocaties waarden boven de toelatingsnorm met een overschrijdingsfactor <5 gemeten; en op acht meetlocaties boven de toelatingsnorm met een overschrijdingsfactor >5; in 2013 werden op twee locaties waarden boven de toelatingsnorm met een overschrijdingsfactor >5 gemeten. Dit beeld is naar de mening van het College vooralsnog, gezien de toename van het aantal meetlocaties met normoverschrijding in 2014 t.o.v. 2013, te onzeker om alleen de meetwaarden uit 2014 als basis voor het bepalen van een benodigd reductiepercentage te hanteren. Dit beeld indiceert immers dat er mogelijk slechts tijdelijk sprake was van een verbetering in t.o.v Het College heeft daarom, naast het beschouwen van de geleverde gegevens van 2014, aan de bezwaarmaker verzocht ook een gedetailleerde analyse van de metingen van de jaren toe te voegen aan het dossier. Bezwaarmakers geven in de nadere onderbouwing aan dat met 95% reductie de maximale concentratie net onder de detectielimiet (MAC) zal uitkomen. Het College is van mening dat daarmee niet zonder meer kan worden gesteld dat overschrijdingen van de toelatingsnorm (RAC) ook voldoende worden gereduceerd. Daar is verdere kwantificering voor nodig. Voor de toelatingsnorm is namelijk de toetsgrootheid niet gelijk aan de maximaal gemeten concentratie binnen één meetjaar per meetlocatie, maar aan het 90-percentiel van de concentraties binnen één meetjaar per meetlocatie. Syngenta heeft vervolgens voor de meetlocaties met overschrijdingen een 90-percentiel berekening gedaan voor de jaren 2012 tot en met 2014, afzonderlijk voor de waarnemingen onder de detectielimiet (rapportagegrens) en de (overschrijdende) waarden boven de rapportagegrens. Dit is in lijn met de toelichting 4 op de bestrijdingsmiddelenatlas. Het College heeft deze wijze van beoordelen geëvalueerd en is het eens met de gevolgde werkwijze en de uitkomsten daarvan. Het College overweegt daarover het volgende. Uit deze berekening volgt op basis van de meetgegevens van 2012 dat op 2 meetlocaties meer dan 95% zuivering nodig zou zijn geweest om aan de toelatingsnorm te voldoen. Deze meetlocaties geven echter zowel in 2013 als in 2014 geen overschrijding wanneer rekening gehouden wordt met 95% zuivering. Voor alle overschrijdende meetpunten in 2014, op één na, zou zuivering met 95% afdoende zijn geweest om onder de toelatingsnorm te komen. Op dat ene meetpunt in 2014 (Delfland, Poelpolder) is slechts iets meer dan 95% zuivering nodig (95.6%). Voor wat betreft de ene overschrijdende meetlocatie in 2014 overweegt het College nog het volgende. In de werkwijze van het College is slechts bij een statistisch significante correlatie tussen normoverschrijding en een aangevraagd (of toegelaten) gebruik er reden tot verdere beoordeling (nadere analyse van de meetgegevens, mogelijk leidend tot aanpassingen in de toelating). Indien (na toepassen van de 95% zuivering), zoals in dit geval, een zeer beperkt aantal (minder dan drie) meetlocaties incidenteel een overschrijding geeft, leidt dit bij de gevolgde statistische procedure in de bestrijdingsmiddelenatlas niet tot een statistische correlatie tussen overschrijding en teelt. Met andere woorden: een overschrijding op één meetlocatie zal niet direct tot het overwegen van het beperken van het gebruik leiden. Deze incidentele (en zeer beperkte) overschrijding van de norm, nadat 95% zuivering is toegepast, is derhalve op dit moment geen reden om niet te heroverwegen. Het College is derhalve met bezwaarmaker van mening dat naar verwachting een enkele uitzondering daargelaten - de overschrijdingen zullen kunnen worden opgelost door het voorschrijven van 95% zuivering, op basis van de nadere analyse van de meer recente meetgegevens 4 Zie 4

5 tot en met 2014, en het toetsen aan de toelatingsnorm, waarvoor het 90-percentiel van de concentraties de toetsgrootheid is. Syngenta heeft in zijn bezwaarschrift vervolgens aangegeven dat de bestrijdingsmiddelenatlas op dit moment geen correlatie aangeeft tussen de overschrijdingen in oppervlaktewater en het gebruik van abamectine in kasteelten. En dat dit zou betekenen dat er geen aanleiding meer zou zijn om de gegevens verder te beoordelen en het gebruik van abamectine in kastoepassingen te beperken. Het College deelt deze mening niet. Of er inderdaad geen correlatie tussen normoverschrijdingen en kasteelten meer zichtbaar is, is het College nagegaan door zowel voor , als (de gegevens over zijn op 4 oktober 2016 beschikbaar gekomen) de correlatietabel van de bestrijdingsmiddelenatlas te raadplegen (zie bijlage 1). Uit de roodgekleurde blokjes bij kasteelt blijkt dat er wel degelijk een (zeer sterke) significante correlatie is tussen de normoverschrijdingen van de toelatingsnorm en het landgebruik kassen. Het College kan deze opmerking van bezwaarmaker dan ook niet plaatsen. Het College blijft van oordeel dat het wel degelijk noodzakelijk is dat waterzuiveringsmaatregelen worden genomen. Omdat evenwel in het kader van de bezwaren alsnog is onderbouwd dat de gemeten overschrijdingen met een zuivering met 95% hadden kunnen worden opgeheven, kan het College evenwel akkoord gaan met verlaging van de zuiveringseis van 99% naar 95%. Gevolg daarvan is dat de onderhavige toelating onder het Hoofdlijnenakkoord zal vallen. Daarop wordt hieronder verder ingegaan. Conclusie monitoringsgegevens Het College is met appelante van mening dat naar verwachting een enkele uitzondering daargelaten - de overschrijdingen zullen kunnen worden opgelost indien het lozen afvalwater met tenminste 95% gezuiverd wordt. Hoofdlijnenakkoord In de nadere onderbouwing van het bezwaarschrift is door bezwaarmakers het volgende aangegeven: Op 30 april2015 heeft een bestuurlijk overleg plaatsgevonden over de invoering van zuivering in de glastuinbouw. De volgende partijen waren betrokken bij dit overleg: departementen EZ en lenm, het College, LTO Glaskracht NL, Unie van Waterschappen, Nefyto, VNG en Natuur en Milieu. De doelstellingen van het overleg waren om tot een realistische tijdsplanning te komen voor de invoering van de verplichte zuivering in de glastuinbouw en een synchronisatie tussen de toelatingen en de algemene regels te waarborgen. De afspraken uit het bestuurlijk overleg zijn nog niet geformaliseerd, desondanks kan naar alle waarschijnlijkheid uitgegaan worden van het volgende: (i) Zuivering met een rendement van 95% zal verplicht worden vanaf 1 januari Dit zal opgenomen worden in het Activiteitenbesluit. (ii) Het toelatingsbeleid zal afgestemd worden op de milieuwetgeving wat betekent dat, wanneer zuivering vereist is, de verplichting eveneens per 1 januari 2018 geldt (synchronisatie met de algemene regels). De herregistratie van Vertimec Gold (13087 N) dateert van 1 mei 2015 (gerectificeerd op 13 mei 2015). ln het wettelijk gebruiksvoorschrift (WG) is op dat moment verplichte zuivering opgenomen. 5

6 Gezien de datum van de herregistratietoelating is geen rekening gehouden met de uitkomsten van het bestuurlijk overleg over de invoering van de verplichte zuivering in de glastuinbouw, met name de synchronisatie tussen het toelatingsbeleid en de invoeringen van de algemene regels. Op deze gronden verzoeken we het College in haar beslissing op het bezwaar de verplichting tot zuivering, indien deze niet op basis van de actuele monitorgegevens al kan worden ingetrokken, verplicht te stellen vanaf 1 januari In het kader van synchronisatie met het Hoofdlijnenakkoord heeft het College gesteld dat in het geval de beoordeling aantoont 5 dat te lozen afvalwater, afkomstig van teelten waarin gewasbeschermingsmiddel(en) worden toegepast, minimaal met 95% gezuiverd moet worden om te kunnen voldoen aan de toelatingsnorm, de plicht tot zuivering vanaf 1 januari 2018 van kracht wordt. In het onderhavige geval acht het College het gezien alle betrokken belangen redelijk dat aansluiten bij het Hoofdlijnenakkoord tot gevolg heeft dat het zuiveringsvoorschrift in werking treedt op 1 januari De betreffende apparatuur is sinds kort beschikbaar 6, zodat vanaf 1 januari 2018 bedrijven kunnen worden geacht ook daadwerkelijk te zuiveren en daarop kunnen worden aangesproken. Conclusie Hoofdlijnenakkoord Aangezien aan de hand van de aanvullend geleverde gegevens kan worden aangenomen dat zuivering met 95% van afvalwater, afkomstig van bedekte teelten waarin Vertimec Gold wordt toegepast, afdoende is om te voldoen aan de toelatingsnorm, alvorens het water op het oppervlaktewater dan wel het gemeentelijk rioolstelsel wordt geloosd, kan het Wettelijk Gebruiksvoorschrift worden aangepast en kan de toelating derhalve worden gesynchroniseerd met het Hoofdlijnenakkoord waterzuivering in de glastuinbouw. 7) Afzien van horen Omdat aan de bezwaren tegemoet wordt gekomen ziet het College af van horen. 8) Besluit op bezwaar Op het moment van het nemen van het primaire besluit (mei 2015) heeft het College gehandeld in lijn met het toen geldende toetsingskader, waarbij nog geen sprake was van implementatie van het Hoofdlijnenakkoord én op basis van de ten tijde van de beoordeling meest recente meetgegevens. Inmiddels is er het Hoofdlijnenakkoord én zijn nieuwere meetgegevens beschikbaar gekomen, waarop Syngenta een adequate nadere analyse heeft gepleegd. Op grond van deze nieuwe situatie besluit het College tot heroverweging van het bestreden besluit. Het bovenstaande leidt tot de volgende besluiten: 1. De bezwaren worden gegrond verklaard; 2. Het bestreden besluit wordt heroverwogen als bedoeld in artikel 7:11 Algemene wet bestuursrecht; 3. Het College vervangt het Wettelijk Gebruiksvoorschrift (bijlage III van het bestreden besluit) door het in bijlage III behorend bij dit besluit weergegeven Wettelijk Gebruiksvoorschrift. 9) Aflever- en opgebruiktermijn (respijtperiode) Aangezien het Wettelijk Gebruikvoorschrift met volgnummer W.8 niet leidt tot een inperking ten opzichte van het Wettelijk Gebruikvoorschrift met volgnummer W.7, is het verlenen van een respijttermijn niet van toepassing. 5 Zie eerder genoemd Hoofdlijnenakkoord bijlage 1 onder b

7 Een ieder wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, kan op grond van artikel 4 van Bijlage 2 bij de Algemene wet bestuursrecht (hierna te noemen: Awb) tegen dit besluit binnen 6 weken na bekendmaking van het besluit beroep instellen bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven, Postbus 20021, 2500 EA s-gravenhage. Het beroepschrift moet op grond van artikel 6:5 Awb zijn ondertekend en bevat tenminste de naam en het adres van de indiener, de dagtekening, de omschrijving van het besluit waartegen het beroep is gericht, de gronden waarop het beroepschrift rust en zo mogelijk een afschrift van het besluit. Van de indiener van het beroepschrift wordt griffierecht geven door de griffier van het College. Nadere informatie over de hoogte van het griffierecht en de wijze van betalen wordt door de afdeling Griffie van het College verstrekt. Ede, 16 januari 2017 HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN, Ir. J.F. de Leeuw Voorzitter 7

8 Bijlage 1 Correlatie-analyse van de overschrijdingen van de toelatingsnorm voor abamectine met landgebruik, voor verschillende tijdvakken : : 8

9 : 9

10 BIJLAGE 2 Wettelijk Gebruiksvoorschrift van het middel Vertimec Gold Actueel WG van het middel Vertimec Gold, N W.8 16 januari 2017 Wettelijk Gebruiksvoorschrift Toegestaan is uitsluitend het professionele gebruik als insecten- en mijtenbestrijdingsmiddel in de volgende toepassingsgebieden (Definitielijst toepassingsgebieden versie 2.0, Ctgb juni 2011) onder de vermelde toepassingsvoorwaarden Toepassingsgebied Type behandeling Te bestrijden organisme Dosering (middel) per toepassing Maximale dosering (middel) per toepassing 10 Maximaal aantal behandelinge n per 12 maanden Maximaal aantal liter middel per ha per 12 maanden Minimum interval tussen toepassinge n in dagen Aardbei (bedekte teelt) Gewasbehandeling Spintmijt 4 0,5 l/ha 0,5 l/ha 3 1,5 l/ha 7 3 Aardbei (onbedekte teelt) Gewasbehandeling Spintmijt 4 0,5 l/ha 0,5 l/ha 1 0,5 l/ha - 3 Sla (Lactuca spp.) (bedekte teelt) In periode van 1 maart tot 1 november Vruchtgroenten van Cucurbitaceae met eetbare schil (bedekte teelt) Gewasbehandeling 0,5 l/ha 0,5 l/ha 4 2 l/ha 7 14 Gewasbehandeling Spintmijt 4 0,05 % (50 Veiligheidstermijn in dagen of uiterst gewasstadium waarin toegepast mag worden 0,75 l/ha 3 2,25 l/ha 7 In periode van 1 maart tot 1 november veiligheidstermijn 3 dagen In periode 1 november tot 1 maart uitsluitend toepassen vóór

11 Vruchtgroenten van Cucurbitaceae met nieteetbare schil (bedekte teelt) Vruchtgroenten van Solanaceae m.u.v. tomatilo Gewasbehandeling Spintmijt 4 Gewasbehandeling Spintmijt 4 0,05 % (50 0,05 % (50 ontwikkeling van de bloeiwijze (BBCH 29) 0,5 l/ha 4 2 l/ha 7 In periode van 1 maart tot 1 november veiligheidstermijn 3 dagen In periode 1 november tot 1 maart uitsluitend toepassen vóór ontwikkeling van de bloeiwijze (BBCH 29) 0,75 l/ha 3 2,25 l/ha 7 3 Radijsachtigen (bedekte Gewasbehandeling 0,5 l/ha 0,5 l/ha 2 1 l/ha 7 14 teelt) Prei (onbedekte teelt) Gewasbehandeling 0,5 l/ha 0,5 l/ha 2 1 l/ha 7 7 Aromatische kruidgewassen Gewasbehandeling Spintmijt 4 0,5 l/ha 0,5 l/ha 4 2 l/ha 7 14 (bedekte teelt) Bloembol- en Gewasbehandeling Spintmijt 4 0,5 l/ha 0,5 l/ha 8 4 l/ha 7 - bloemknolgewassen (bedekte teelt),7 Bloembol- en Gewasbehandeling Spintmijt 4 0,5 l/ha 0,5 l/ha 2 1 l/ha 7 - bloemknolgewassen (onbedekte teelt),7 Tulp Dompelbehandeling Mijten 9 0,1% (100 0,1% ( Bloemisterijgewassen m.u.v. roos (bedekte teelt) Gewasbehandeling Spintmijt 4 0,05 % (50 0,5 l/ha 8 4 l/ha 7-11

12 Roos (bedekte teelt) Gewasbehandeling Spintmijt 4 0,05 % (50 0,75 l/ha 3 3 l/ha 7-0,6 l/ha 5 Bloemisterijgewassen Gewasbehandeling Spintmijt 4 0,5 l/ha 0,5 l/ha 2 1 l/ha 7 - (onbedekte teelt) Boomkwekerijgewassen (bedekte teelt) Gewasbehandeling Spintmijt 4 0,5 l/ha 8 4 l/ha 7 - Vaste plantenteelt (bedekte teelt) Vaste plantenteelt (onbedekte teelt) Roest- en galmijt 8 Gewasbehandeling Spintmijt 4 Roest- en galmijt 8 Gewasbehandeling Spintmijt 4 Roest- en galmijt 8 0,05 % (50 0,05 % (50 0,05 % (50 0,5 l/ha 8 4 l/ha 7-0,5 l/ha 2 1 l/ha 7-1 fruitspintmijt, (Panonychus ulmi), bonenspintmijt (Tetranychus urticae) 2 pruimenroestmijt (Aculus fockeui) 3 rondknopmijt (Cecidophyopsis ribis) 4 bonenspintmijt (Tetranychus urticae) 5 californische trips (Frankliniella occidentalis), tabakstrips (Thrips tabaci) 6 nerfmineervlieg (Liriomyza huidobriensis), floridamineervlieg (Liriomyza trifolii), tomatemineervlieg (Liriomyza bryoniae), chrysantenmineervlieg (Chromatomyia syngenesiae) 7 gladiolentrips (Thaneothrips simplex) 8 roest- en galmijt (Eriophydae) 9 tulpengalmijt (Aceria tulipae) Het gebruik in de teelt van kers, pruim, aalbes, kruisbes, braam- en framboosachtigen, veldsla, boon met peul, vruchtgroenten van cucurbitaceae met eetbare schil, en aubergine en tomaat van 1 november tot 1 maart, Chinese kool en de veredelingsteelt en basiszaadproductie van akkerbouw, groente- en fruitgewassen, kruiden en sierteeltgewassen is beoordeeld conform artikel 51 EG 1107/2009. Er is voor deze toepassingen geen werkzaamheids- en fytotoxiciteitonderzoek uitgevoerd. Er wordt daarom aangeraden een proefbespuiting uit te voeren, voordat het middel gebruikt wordt. Gebruik van dit middel in deze toepassingsgebieden, komt voor risico en verantwoordelijkheid van de gebruiker. 12

13 Toepassings- Gebied Type behandeling Te bestrijden organisme Dosering (middel) per toepassing Maximale dosering (middel) per toepassing Maximaal aantal behandelingen per 12 maanden Minimum interval tussen toepassingen in dagen Veiligheidstermijn in dagen of uiterste gewasstadium waarop toegepast mag worden Kers (bedekte teelt) Gewasbehandeling Spintmijt 1 0,075 % (75 1,1 l/ha Pruim (bedekte teelt) Gewasbehandeling Spintmijt 1 0,075 % (75 1,1 l/ha Roestmijt 2 Aalbes (rood, wit)(bedekte Gewasbehandeling Spintmijt 1 0,5 l/ha 0,5 l/ha teelt) Aalbes (rood, wit)(onbedekte Gewasbehandeling Spintmijt 1 0,5 l/ha 0,5 l/ha 1-28 teelt) Aalbes (zwart)(bedekte teelt) Gewasbehandeling Spintmijt 1 0,5 l/ha 0,5 l/ha Rondknopmijt 3 Aalbes (zwart)(onbedekte Gewasbehandeling Spintmijt 1 0,5 l/ha 0,5 l/ha 1-28 teelt) Rondknopmijt 3 Kruisbes (bedekte teelt) Gewasbehandeling Spintmijt 1 0,5 l/ha 0,5 l/ha Kruisbes (onbedekte teelt) Gewasbehandeling Spintmijt 1 0,5 l/ha 0,5 l/ha Braam- en framboosachtigen Gewasbehandeling Spintmijt 1 0,5 l/ha 0,5 l/ha (bedekte teelt) Galmijt 10 Braam- en framboosachtigen Gewasbehandeling Spintmijt 1 0,5 l/ha 0,5 l/ha 1-3 (onbedekte teelt) Galmijt 10 Veldsla (bedekte teelt) Gewasbehandeling 0,5 l/ha 0,5 l/ha Boon met peul (bedekte teelt) Gewasbehandeling Spintmijt 4 0,05 % (50 0,75 l/ha 2 7 In periode van 1 maart tot 1 november veiligheidstermijn 7 dagen 13

14 Toepassings- Gebied Type behandeling Te bestrijden organisme Dosering (middel) per toepassing Maximale dosering (middel) per toepassing Maximaal aantal behandelingen per 12 maanden Minimum interval tussen toepassingen in dagen Chinese kool (bedekte teelt) Gewasbehandeling 0,5 l/ha 0,5 l/ha Chinese kool (onbedekte Gewasbehandeling 0,5 l/ha 0,5 l/ha 1-21 teelt) Veredelingsteelt en basiszaadproductie van akkerbouw, groente- en fruitgewassen, kruiden en sierteeltgewassen (bedekte teelt) Gewasbehandeling Spintmijt 4 0,05 % (50 0,5 l/ha fruitspintmijt, (Panonychus ulmi), bonenspintmijt (Tetranychus urticae) 2 pruimenroestmijt (Aculus fockeui) 3 rondknopmijt (Cecidophyopsis ribis) 4 bonenspintmijt (Tetranychus urticae) 5 californische trips (Frankliniella occidentalis), tabakstrips (Thrips tabaci) 6 nerfmineervlieg (Liriomyza huidobriensis), floridamineervlieg (Liriomyza trifolii), tomatenmineervlieg (Liriomyza bryoniae), chrysantenmineervlieg (Chromatomyia syngenesiae) 7 gladiolentrips (Thaneothrips simplex) 8 roest- en galmijt (Eriophydae) 10 bramengalmijt (Acalitis essigi) Veiligheidstermijn in dagen of uiterste gewasstadium waarop toegepast mag worden In periode 1 november tot 1 maart uitsluitend toepassen vóór ontwikkeling van de bloeiwijze (BBCH 29) Toepassingsvoorwaarden Toepassing in de onbedekte teelt van aalbes, kruisbes, braam- en framboosachtigen is uitsluitend toegestaan vanaf gewasstadium BBCH 51 (begin ontwikkeling bloeiwijze) en in prei vanaf gewasstadium BBCH 40 (begin verdikking schacht). 14

15 Om in het water levende organismen, bijen en overige niet tot de doelsoorten behorende geleedpotigen/insecten te beschermen is toepassing in de teelt van klein fruit (kruisbessen, zwarte bessen, aalbes, braam- en framboosachtigen), bloembol- en bloemknolgewassen, vaste planten, bloemisterijgewassen, aardbei, Chinese kool en prei uitsluitend toegestaan indien gebruik wordt gemaakt van één van de volgende maatregelen: - overdekte beddenspuit; - lage spuitboomhoogte (30cm boven de top van het gewas) met minimaal 90% driftreducerende spuitdoppen in combinatie met een kantdop en luchtondersteuning; - minimaal 50% drift reducerende spuitdoppen in combinatie met een kantdop en Hardi TwinForce luchtondersteuning. Voor kleinfruit is ook de volgende maatregel mogelijk: - een KWH k1500-3r2 VLOS 3-rijenspuit met variabele luchtondersteuning en minimaal 90% driftreducerende spuitdoppen en ventilatorstand "laag" in de eerste 20 meter van het gewas, gemeten vanaf het midden van de laatste gewasrij of de laatste plant in de rij met inachtneming van een teeltvrije zone van tenminste 3 meter. Vanaf 1 januari 2018 is het in de bedekte teelten niet toegestaan om ongezuiverd afvalwater te lozen. Het te lozen afvalwater mag uitsluitend op het oppervlaktewater of riool worden geloosd, nadat het door een goed werkende zuiveringsvoorziening is geleid die tenminste 95% van de werkzame stof uit deze afvalwaterstroom verwijdert. Gevaarlijk voor bijen en hommels. Om de bijen en andere bestuivende insecten te beschermen mag u dit product niet gebruiken op in bloei staande gewassen of op niet-bloeiende gewassen wanneer deze actief bezocht worden door bijen en hommels. Gebruik is wel toegestaan op bloeiende planten in de kas mits er geen bijen of hommels in de kas actief naar voedsel zoeken. Gebruik dit product niet wanneer bloeiende onkruiden aanwezig zijn. Verwijder onkruid voordat het bloeit. Voorkom dat bijen en andere bestuivende insecten de kas binnenkomen door alle openingen met insectengaas af te sluiten. Let op: dit middel kan schadelijk zijn voor bestuivers in kasteelten en voor natuurlijke vijanden. Raadpleeg uw leverancier van bestuivers en natuurlijke vijanden over het gebruik van dit middel in combinatie met het gebruik van bestuivers en over de in acht te nemen wachttijden en over het gebruik in combinatie met het gebruik van natuurlijke vijanden. Het middel is getest op een groot sortiment van snijbloemen, bladplanten, bloeiende potplanten, plantmateriaal van diverse bladgroenten, vruchtgroenten en andere groentegewassen. Het verdient aanbeveling bij gebruik eerst door een proefbespuiting vast te stellen of de in aanmerking komende variëteiten het middel goed verdragen. Op enkele anjervariëteiten, varensoorten en Leucanthemum spp. zijn fytotoxische reacties waargenomen. Het gebruik op anjers, varens en Leucanthemum spp. wordt daarom ontraden. Resistentiemanagement 15

16 Dit middel bevat de werkzame stof abamectine. Abamectine behoort tot de avermectinen. De IRAC code is 6. Bij dit product bestaat er kans op resistentieontwikkeling. In het kader van het resistentiemanagement dient u de adviezen die gegeven worden in de voorlichtingsboodschappen op te volgen. 16

17 Bijlage 3 Details van de toelating 2.1 Stofinformatie Werkzame stof abamectin Gehalte 18G/L De stof is per 1 mei 2009 geplaatst op Annex I van Richtlijn 91/414/EEG (Dir 2008/107/EC d.d. 25 november 2008) en vervolgens bij Uitvoeringsverordening (EU) 540/2011 d.d. 25 mei 2011 goedgekeurd). De goedkeuring van deze werkzame stof expireert op 30 april Toelatingsinformatie Middelnaam: Vertimec Gold Toelatingsnummer: N Expiratiedatum: 1 mei 2025 Afgeleide parallel of origineel: n.v.t. Biocide, gewasbeschermingsmiddel of toevoegingsstof: Gewasbeschermingsmiddel Gebruikers: Professioneel W-coderingen en aflever- en opgebruiktermijnen: W-codering professioneel gebruik: 8 Vorige w-codering professioneel gebruik: 7 Aflevertermijn professioneel gebruik: n.v.t. Opgebruiktermijn professioneel gebruik: n.v.t. 2.4 Verpakkingsinformatie Aard van het preparaat: Emulgeerbaar concentraat 17