HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

Transcriptie

1 Toelatingsnummer HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN Dit besluit is een rectificatie van het besluit van 13 december Het besluit van 13 december 2013 komt te vervallen. De gevaarsymbolen Xn (schadelijk) en N (milieugevaarlijk) zijn opgenomen in de classificatie van het besluit. 1 WIJZIGING TOELATING Gelet op het verzoek d.d. 3 december 2013 ( NLWATG) van Syngenta Crop Protection B.V. Jacob Obrechtlaan 3 A 4611 AP BERGEN OP ZOOM tot wijziging van de toelating van het gewasbeschermingsmiddel, op basis van de werkzame stof abamectin gelet op artikel 45 Verordening 1107/2009/EG BESLUIT HET COLLEGE als volgt: 1.1 Wijziging toelating De toelating van het middel wordt gewijzigd en is met ingang van datum dezes toegelaten voor de in bijlage I genoemde toepassingen. Voor de gronden van dit besluit wordt verwezen naar 2.1 van dit besluit. 1.2 Samenstelling, vorm en verpakking De toelating geldt uitsluitend voor het middel in de samenstelling, vorm en de verpakking als waarvoor de toelating is verleend. 1.3 Gebruik Het middel mag slechts worden gebruikt met inachtneming van hetgeen in bijlage I onder A bij dit besluit is voorgeschreven. 1

2 1.4 Classificatie en etikettering Artikel 31 en artikel 65 van de Verordening 1107/2009/EG biedt de basis voor het stellen van voorschriften. 1. De aanduidingen die op de verpakking moeten worden vermeld, worden hierbij vastgesteld als volgt: aard van het preparaat: Emulgeerbaar concentraat werkzame stof: abamectin gehalte: 18 g/l letterlijk en zonder enige aanvulling: andere zeer giftige, giftige, bijtende of schadelijke stof(fen): cyclohexanol gevaarsymbool: Xn N aanduiding: Schadelijk Milieugevaarlijk Waarschuwingszinnen: R22 -Schadelijk bij opname door de mond. R37 -Irriterend voor de ademhalingswegen. R43 -Kan overgevoeligheid veroorzaken bij contact met de huid. R50/53 -Zeer vergiftig voor in het water levende organismen; kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken. Veiligheidsaanbevelingen: S23d -Spuitnevel niet inademen. S36/37 -Draag geschikte handschoenen en beschermende kleding. S46 -In geval van inslikken onmiddellijk een arts raadplegen en verpakking of etiket tonen. S60 -Deze stof en de verpakking als gevaarlijk afval afvoeren. S61 -Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies / veiligheidsgegevenskaart. V31-NL -Kan bij (langdurig) contact corrosie veroorzaken bij metalen. Specifieke vermeldingen: DPD01 -Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen. 2

3 2. Behalve de onder 1. bedoelde en de overige bij de Wet Milieugevaarlijke Stoffen en Nadere regels verpakking en aanduiding milieugevaarlijke stoffen en preparaten voorgeschreven aanduidingen en vermeldingen moeten op de verpakking voorkomen: a. letterlijk en zonder enige aanvulling: het wettelijk gebruiksvoorschrift De tekst van het wettelijk gebruiksvoorschrift is opgenomen in Bijlage I, onder A. b. hetzij letterlijk, hetzij naar zakelijke inhoud: de gebruiksaanwijzing De tekst van de gebruiksaanwijzing is opgenomen in Bijlage I, onder B. De tekst mag worden aangevuld met technische aanwijzingen voor een goede bestrijding mits deze niet met die tekst in strijd zijn. c. bij het toelatingsnummer een cirkel met daarin de aanduiding W Respijtperiode In dit geval kennen wij geen respijtperiode toe op grond van artikel 46 van de Verordening 1107/2009/EG, gezien het verzoek van de aanvrager om de toepassing in de bedekte teelt van andijvie per direct in te trekken. 2 DETAILS VAN HET VERZOEK EN DE TOELATING 2.1 Verzoek Het betreft een verzoek tot wijziging van de toelating van het middel (), een middel op basis van de werkzame stof abamectin. De toelatinghouder verzoekt de toepassing in de bedekte teelt van andijvie per direct in te trekken omwille van beleidsbedrijfsmatige redenen. Het verzoek wordt gehonoreerd. 2.2 Informatie met betrekking tot de stof De bestaande werkzame stof abamectin is per 1 mei 2009 geplaatst op Annex van gewasbeschermingsrichtlijn 91/414/EEG. De stof is goedgekeurd krachtens Verordening (EG) No 1107/2009 (Uitvoeringsverordening (EU) No 540/2011 d.d. 25 mei 2011). 2.3 Eindconclusie Bij gebruik volgens het Wettelijk Gebruiksvoorschrift/Gebruiksaanwijzing is het middel op basis van de werkzame stof abamectine voldoende werkzaam en heeft het geen schadelijke uitwerking op de gezondheid van de mens en het milieu. 3

4 Degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken kan gelet op artikel 4 van Bijlage 2 bij de Algemene wet bestuursrecht en artikel 7:1, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, binnen zes weken na de dag waarop dit besluit bekend is gemaakt een bezwaarschrift indienen bij: het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb), Postbus 217, 6700 AE WAGENINGEN. Het Ctgb heeft niet de mogelijkheid van het elektronisch indienen van een bezwaarschrift opengesteld. Wageningen, 23 december 2013 HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN, ir. J.F. de Leeuw voorzitter 4

5 Dit middel is uitsluitend bestemd voor professioneel gebruik HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN BIJLAGE I bij het besluit d.d. 23 december 2013 tot wijziging van de toelating van het middel, toelatingnummer A. WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insecten- en mijtenbestrijdingsmiddel: a. in de teelt van appel en peer b. in de teelt van kers en pruim c. in de teelt van aardbei d. in de teelt van aalbes (rood, wit en zwart) en kruisbes e. in de teelt van braam- en framboosachtigen f. in de bedekte teelt van sla (Lactuca spp.) en veldsla met dien verstande dat in de teelt van veldsla het gebruik uitsluitend is toegestaan in de periode van 1 maart tot 1 november g. in de bedekte teelt van bonen met peul h. in de bedekte teelt van Cucurbitaceae eetbare schil (augurk, courgette (incl. pattison) en komkommer) i. in de bedekte teelt van Cucurbitaceae niet-eetbare schil (pompoenachtigen, meloen en watermeloenen) met dien verstande dat voor de periode van 1 november tot 1 maart het gebruik uitsluitend is voor de bloei voor zetting j. in de bedekte teelt van Solanaceae (aubergine, tomaat en paprika (incl. Spaanse peper en Cayenne peper)) k. in de teelt van Chinese kool (incl. Oosterse bladkolen) l. in de bedekte teelt van radijsachtigen m. in de onbedekte teelt van prei n. in de bedekte teelt van aromatische kruidgewassen o. in de teelt van dahlia en gladiool p. in de bedekte teelt van bolbloemen en knolbloemen q. in de teelt van bloemisterijgewassen r. in de teelt van boomkwekerijgewassen s. in de teelt van vaste planten t. in de veredelingsteelt en basiszaadproductie van akkerbouw, groente- en fruitgewassen, kruiden en sierteeltgewassen Bij de interpretatie van wat valt onder bovengenoemde teelten is uitgegaan van de Definitielijst toepassingsgebieden gewasbeschermingsmiddelen, versie juni Het middel niet vaker dan twee keer per teeltcyclus toepassen in de teelt van appel, peer, braam- en framboosachtigen, veldsla, bonen met peul, radijsachtigen en in de onbedekte teelt van boomkwekerijgewassen in een dosering van 0,75 l middel/ha Het middel niet vaker dan twee keer, waarvan maximaal één keer na de bloei, per teeltcyclus toepassen in de teelt van kers, pruim, aalbes en kruisbes. Het middel niet vaker dan twee keer per teeltcyclus toepassen in de onbedekte veredelingsteelt en basiszaadproductie van akkerbouw-, groente- en fruitgewassen, kruiden en sierteeltgewassen. 1

6 Het middel niet vaker dan drie keer per teeltcyclus toepassen in aardbei, Chinese kool (incl. Oosterse bladkolen), prei, Dahlia, gladiool en de onbedekte teelten van bloemisterijgewassen, boomkwekerijgewassen in een dosering van 0,5 l middel/ha, vaste planten en de bedekte veredelingsteelt en basiszaadproductie van akkerbouw-, groenteen fruitgewassen, kruiden en sierteeltgewassen. Het middel niet vaker dan vier keer per teeltcyclus toepassen in sla (Lactuca spp.), pompoenachtigen, meloen, watermeloen, augurk, courgette (incl. pattison), komkommer, aubergine, tomaat, paprika (incl. Spaanse peper en Cayenne peper) en aromatische kruidgewassen. Maximaal 0,5 liter middel/ha toepassen in de bedekte teelten van pompoenachtigen, meloen en watermeloen. Om in het water levende organismen te beschermen is de toepassing in de teelt van appel, peer en in onbedekte teelt van kers en pruim in percelen die grenzen aan oppervlaktewater uitsluitend toegestaan bij toepassingen voor en/of na 1 mei, indien - gespoten wordt met een tunnelspuit of - tussen het oppervlaktewater en de buitenste bomenrij een aaneengesloten windscherm en een rijpad zijn geplaatst en het windscherm niet wordt bespoten of - in de eerste 20 meter grenzend aan het oppervlaktewater gebruik wordt gemaakt van een venturi-dop in combinatie met een eenzijdige bespuiting van de laatste bomenrij - een teeltvrije zone van 6 meter aanwezig is - tussen de boomgaard en het oppervlaktewater een emissiescherm is geplaatst - het middel verspoten wordt met een dwarsstroomspuit met reflectiescherm waarbij voor 1 mei maximaal één toepassing mag plaatsvinden met een maximale hoeveelheid van 0,75 l middel/ha. Bij alleen toepassingen na 1 mei is het gebruik ook toegestaan, indien - de bespuiting sensorgestuurd wordt uitgevoerd - de buitenste bomenrij eenzijdig wordt bespoten in de richting van het perceel met maximaal 1,05 l middel/ha. Het middel is gevaarlijk voor bijen en hommels. Om de bijen en andere bestuivende insecten te beschermen mag u dit product niet gebruiken op in bloei staande gewassen of op nietbloeiende gewassen wanneer deze actief bezocht worden door bijen en hommels. Gebruik dit product niet in de buurt van in bloei staand onkruid. Verwijder onkruid voordat het bloeit. Gebruik in bedekte teelten op bloeiende planten is wel toegestaan, mits er geen bijen en hommels in de kas aanwezig zijn. Het middel is gevaarlijk voor niet-doelwit arthropoden. Voorkom onnodige blootstelling. Introductie van arthropoden als natuurlijke plaagbestrijders mag niet eerder dan 16 dagen na laatste toepassing plaatsvinden. Dit middel is uitsluitend bestemd voor professioneel gebruik. Veiligheidstermijnen De termijn tussen de laatste toepassing en de oogst mag niet korter zijn dan: 3 dagen voor aardbei, braam- en framboosachtigen, aubergine, augurk, courgette (incl. pattison), komkommer, meloen, paprika (incl. Spaanse peper en Cayenne peper), pompoenachtigen, tomaat en watermeloen 7 dagen voor bonen met peul en prei 14 dagen voor aromatische kruidgewassen, radijsachtigen, sla (Lactuca spp.) en veldsla 21 dagen voor Chinese kool (incl. Oosterse bladkolen) 28 dagen voor appel, peer, kers, pruim, aalbes en kruisbes 2

7 B. GEBRUIKSAANWIJZING Het gebruik in de teelt van kers, pruim, aalbes, kruisbes, braam- en framboosachtigen, Chinese kool (incl. Oosterse bladkolen), in de bedekte teelt van veldsla, bonen met peul en in de veredelingsteelt en basiszaadproductie van akkerbouw, groente- en fruitgewassen, kruiden en sierteeltgewassen is op basis van een vereenvoudigde uitbreiding. Er is voor deze uitbreidingen geen werkzaamheids- en fytotoxiciteitsonderzoek uitgevoerd. Er wordt daarom aangeraden een proefbespuiting uit te voeren, voordat het middel gebruikt wordt. Algemeen Het middel is werkzaam tegen alle larvale stadia van de mineervlieg en de larven van trips en bladvlooien, maar niet tegen de volwassen insecten. Het beste resultaat wordt verkregen op het moment dat de eerste larvale stadia of rijpingsvraat worden waargenomen. Bij spint worden zowel volwassen mijten als onvolwassen stadia bestreden. Toepassen bij begin aantasting; het maximale effect tegen spint wordt drie tot vijf dagen na behandeling bereikt. Verspuit het middel met voldoende water om een optimale verdeling over zowel boven- als onderzijde van het blad te bereiken. Het is niet nodig om een uitvloeier toe te voegen. Toepassingen Appel en peer, ter bestrijding van fruitspintmijt (Panonychus ulmi) en bonenspintmijt (Tetranychus urticae). Het middel direct na de bloei toepassen op het moment dat een aantasting wordt waargenomen. Dosering: 0,075% (75 ml middel per 100 liter water). Appel en peer, ter bestrijding van appelbladvlo (Psylla mali) en perenbladvlo (Psylla piri). Het middel toepassen op het moment dat de eerste eieren uitkomen. De behandeling indien nodig na minimaal 10 dagen herhalen. Dosering: 0,075% (75 ml middel per 100 liter water) Kers en pruim, ter bestrijding van fruitspintmijt (Panonychus ulmi), bonenspintmijt (Tetranychus urticae) Het middel direct na de bloei of na de oogst toepassen op het moment dat een aantasting wordt waargenomen. Dosering: 0,075% (75 ml middel per 100 liter water). Pruim, ter bestrijding van fruitspintmijt (Panonychus ulmi), bonenspintmijt (Tetranychus urticae) en pruimenroestmijt (Aculus fockeui). Het middel direct na de bloei of na de oogst toepassen op het moment dat een aantasting wordt waargenomen. Dosering: 0,075% (75 ml middel per 100 liter water). Aardbei, ter bestrijding van spint (Tetranychus urticae) en larven van trips (Frankliniella occidentalis,thrips tabaci). Een behandeling uitvoeren zodra aantasting of de eerste symptomen worden waargenomen. De 3

8 Aalbes (rood, wit en zwart) en kruisbes, ter bestrijding van fruitspintmijt (Panonychus ulmi) en bonenspintmijt (Tetranychus urticae). Het middel indien nodig voor de bloei of direct na de bloei of na de oogst toepassen op het moment dat een aantasting wordt waargenomen.. Aalbes (zwart), ter bestrijding van rondknopmijt (Cecidophyopsis ribis). Het middel voor de bloei en een tweede bespuiting direct na de bloei toepassen op het moment dat een aantasting wordt waargenomen.. Braam- en framboosachtigen, ter bestrijding van fruitspintmijt (Panonychus ulmi) en bonenspintmijt (Tetranychus urticae). Een behandeling uitvoeren zodra aantasting wordt waargenomen. De behandeling indien nodig herhalen.. Braam, tegen rode vruchtziekte veroorzaakt door bramengalmijt (Acalitis essigi). Een behandeling uitvoeren wanneer in het voorgaande jaar aantasting is geconstateerd. De behandeling indien nodig herhalen.. Bedekte teelt van sla (Lactuca spp.), ter bestrijding van larven van mineervliegen (Liriomyza trifolii, L. huidobrensis, L. bryoniae, Chromatomyia syngenesiae). Een behandeling uitvoeren zodra de eerste rijpingsvraat wordt waargenomen. De behandeling indien nodig na minimaal 7 dagen herhalen. Bedekte teelt van veldsla, ter bestrijding van larven van mineervliegen (Liriomyza trifolii, L. huidobrensis, L. bryoniae, Chromatomyia syngenesiae). Een behandeling uitvoeren zodra de eerste rijpingsvraat wordt waargenomen. De behandeling indien nodig na minimaal 7 dagen herhalen. Bedekte teelt van bonen met peul, ter bestrijding van bonenspintmijt (Tetranychus urticae) en larven van trips (Frankliniella occidentalis, Thrips tabaci). Een behandeling uitvoeren zodra aantasting of de eerste symptomen worden waargenomen. De Dosering: 0,05% (50 ml middel per 100 liter water) Bedekte teelt van Cucurbitaceae niet-eetbare schil (pompoenachtigen, meloen en watermeloen), ter bestrijding van spint (Tetranychus urticae) en larven van mineervliegen (Liriomyza trifolii, L. huidobrensis, L. bryoniae, Chromatomyia syngenesiae) en trips (Frankliniella occidentalis, Thrips tabaci). Dosering: 0,05% (50 ml middel per 100 liter water); voor spintbestrijding dient de dosering te worden verlaagd naar 0,025% (25 ml middel per 100 liter water). Bedekte teelt van Cucurbitaceae eetbare schil (augurk, courgette (incl. pattison) en komkommer), ter bestrijding van spint (Tetranychus urticae) en larven van mineervliegen (Liriomyza trifolii, L. 4

9 huidobrensis, L. bryoniae, Chromatomyia syngenesiae) en trips (Frankliniella occidentalis, Thrips tabaci). Dosering: 0,05% (50 ml middel per 100 liter water); voor spintbestrijding dient de dosering te worden verlaagd naar 0,025% (25 ml middel per 100 liter water). Bedekte teelt van Solanaceae (aubergine, tomaat en paprika (incl. Spaanse peper en Cayenne peper)), ter bestrijding van spint (Tetranychus urticae) en larven van mineervliegen (Liriomyza trifolii, L. huidobrensis, L. bryoniae, Chromatomyia syngenesiae) en trips (Frankliniella occidentalis, Thrips tabaci). Dosering: 0,05% (50 ml middel per 100 liter water); voor spintbestrijding dient de dosering te worden verlaagd naar 0,025% (25 ml middel per 100 liter water). Chinese kool (incl. Oosterse bladkolen), ter bestrijding van larven van mineervliegen (Liriomyza trifolii, L. huidobrensis, L. bryoniae, Chromatomyia syngenesiae). Een behandeling uitvoeren zodra de eerste rijpingsvraat wordt waargenomen. De behandeling indien nodig na minimaal 7 dagen herhalen. Bedekte teelt van radijsachtigen, ter bestrijding van larven van mineervliegen (Liriomyza trifolii, L. huidobrensis, L. bryoniae, Chromatomyia syngenesiae). Een behandeling uitvoeren zodra de eerste rijpingsvraat wordt waargenomen. De behandeling indien nodig na minimaal 7 dagen herhalen. Onbedekte teelt van prei, ter bestrijding van larven van trips (Thrips tabaci, Frankliniella occidentalis) Een behandeling uitvoeren zodra larven worden waargenomen. De behandeling indien nodig na minimaal 7 dagen herhalen. Bedekte teelt van aromatische kruidgewassen, ter bestrijding van spint (Tetranychus urticae) en larven van mineervliegen (Liriomyza trifolii, L. huidobrensis, L. bryoniae, Chromatomyia syngenesiae) en trips (Frankliniella occidentalis, Thrips tabaci). Dahlia, ter bestrijding van spint (Tetranychus urticae). Een behandeling uitvoeren zodra aantasting wordt waargenomen. De behandeling indien nodig na minimaal 7 dagen herhalen. Gladiool, ter bestrijding van larven van trips (Thaneothrips simplex). Een behandeling uitvoeren zodra larven worden waargenomen. De behandeling indien nodig na minimaal 7 dagen herhalen. 5

10 Bedekte teelt van bol-en knolbloemen, ter bestrijding van spint (Tetranychus urticae) en larven van trips (Thrips tabaci, Frankliniella occidentalis). Bloemisterijgewassen, ter bestrijding van spint (Tetranychus urticae) en larven van mineervliegen (Liriomyza trifolii, L. huidobrensis, L. bryoniae, Chromatomyia syngenesiae) en trips (Frankliniella occidentalis, Thrips tabaci). Dosering: - bedekte teelt: 0,05% (50 ml middel per 100 liter water); voor spint kan de dosering worden verlaagd naar 0,025% (25 ml middel per 100 liter water). - onbedekte teelt: 0,5 l middel per ha. Boomkwekerijgewassen en vaste planten, ter bestrijding van spint (Tetranychus urticae, Panonychus ulmi), roest- en galmijten (Eriophyidae) en larven van mineervliegen (Liriomyza trifolii, L. huidobrensis, L.bryoniae, Chromatomyia syngenesiae) en trips (Frankliniella occidentalis, Thrips tabaci). Dosering: - bedekte teelt: 0,05% (50 ml middel per 100 liter water). - onbedekte teelt: 0,5 l middel per ha. Onbedekte teelt van boomkwekerijgewassen, ter bestrijding van appelbladvlo (Psylla mali) en perenbladvlo (Psylla pyri). Het middel toepassen op het moment dat de eerste eieren uitkomen. De behandeling indien nodig na minimaal 10 dagen herhalen. Dosering: 0,075 % (75 ml per 100 liter water) Vaste planten, ter bestrijding van spint (Tetranychus urticae, Panonychus ulmi), roest- en galmijten (Eriophyidae) en larven van mineervliegen (Liriomyza trifolii, L. huidobrensis, L.bryoniae, Chromatomyia syngenesiae) en trips (Frankliniella occidentalis, Thrips tabaci). Dosering: - bedekte teelt: 0,05% (50 ml middel per 100 liter water). - onbedekte teelt: 0,5 l middel per ha In de veredelingsteelt en basiszaadproductie van akkerbouw, groente- en fruitgewassen, kruiden en sierteeltgewassen, ter bestrijding van spint (Tetranychus urticae) en larven van mineervliegen (Liriomyza trifolii, L. huidobrensis, L. bryoniae, Chromatomyia syngenesiae) en trips (Frankliniella occidentalis, Thrips tabaci). Dosering: - bedekte teelt: 0,05% (50 ml middel per 100 liter water); voor spint dient de dosering worden verlaagd naar 0,025% (25 ml middel per 100 liter water). - onbedekte teelt: 0,5 l middel per ha. 6

11 N.B. Gevoeligheid van gewassen Het middel is getest op een groot sortiment van snijbloemen, bladplanten, bloeiende potplanten, plantmateriaal van diverse bladgroenten, vruchtgroenten en andere groentegewassen. Het verdient aanbeveling bij gebruik eerst door een proefbespuiting vast te stellen of de in aanmerking komende variëteiten het middel goed verdragen. Op enkele anjervariëteiten, varensoorten en Leucanthemum spp. zijn fytotoxische reacties waargenomen. Het gebruik op anjers, varens en Leucanthemum spp. wordt daarom ontraden. Voorzorgen in verband met resistentie Gezien de inherente risico s van de ontwikkeling van resistentie tegen enigerlei product wordt sterk aanbevolen toe te passen in een goed programma om resistentie tegen te gaan, waaronder inbegrepen het gebruik van andere producten met andere werkingsmechanismen. 7