REPERTORIUM OP DE GRAFELIJKE LENEN IN S-GRAVENZANDE,

Transcriptie

1 REPERTORIUM OP DE GRAFELIJKE LENEN IN S-GRAVENZANDE, door A.J. van der Valk Eerder gepubliceerd in Ons Voorgeslacht, jrg. 38 (1983), een uitgave van de Zuidhollandse Vereniging voor Genealogie Inleiding Dit repertorium is qua opzet gelijk aan het Repertorium op de grafelijke lenen in Maasland van C. Hoek in Ons Voorgeslacht 25 (1971), no De spelling van persoons- en plaatsnamen is in dit repertorium echter aangepast aan de moderne spelling. 1 Lenen welke na 1648 in de registers zijn ingeschreven, kunnen zonder moeite worden teruggevonden in de jongere registers met behulp van het manuscriptrepertorium Noord-Holland D, Inventaris no Voorzover een serie beleningen in dit repertorium gelijk is aan een eerder gepubliceerde reeks, is verwezen naar de desbetreffende publicatie. De aanleiding tot het samenstellen van dit repertorium, alsmede van repertoria betreffende Monster, Naaldwijk en Wateringen, was de verplichting tot het schrijven van een doctoraalscriptie voor het vak historische geografie. 2 Mijn dank gaat uit naar C. Hoek en J.C. Kort die mij wegwijs hebben gemaakt in het archief van de graven van Holland. Laatstgenoemde heeft welwillend zijn aantekeningen ter beschikking gesteld en de eerste versie van dit repertorium aan de hand van de bronnen gecorrigeerd en aangevuld. Noten: 1. De middelnederlandse spelling, dat wil zeggen de spelling welke voorkomt in de door mij geraadpleegde afschriften van beleningsakten, is opgenomen in een eerdere versie van dit repertorium. Deze versie vormt een bijlage bij de scriptie genoemd in noot A.J. van der Valk, Grafelijk goed in het Westland. Een poging tot reconstructie van het grafelijk grondbezit in de periode 1000 tot 1500, met een oog op de ontginning. Doctoraalscriptie voor de Vakgroep Historische Geografie van de Universiteit van Amsterdam, april Dit werk kan worden geraadpleegd in de bibliotheek van het Algemeen Rijksarchief te s-gravenhage en in het Westlands Centrum voor Streekhistorie te Naaldwijk. s-gravenzande 1. De hoge en lage heerlijkheid van s-gravenzande en Zandambacht, (1638: zijnde hoog, middel en laag gerecht met baljuwschap, schoutambt, secretarisambt, bodeambt, hopgeld, lente- en herfstbede, de korentiende, genaamd Noordtiende, hofstedehuur, marktpenningen, straatgeld, dat f 3.- waard is, en de visserij in de Gantel aldaar) : Toegewezen aan gravin Jacoba van Beieren, zuster van de leenheer, samen met Maasland, Vlaardingen en Borsele, waarvan Boudijn en Filips van Borsele ambachtsheren zijn, in ruil voor de Nijenburg, Oudorp, St. Pancras, Koedijk, Graft, Schermer, Ursem, Leerdam, Leede en Schoonrewoerd, LRK 112 fol v : Jacoba, gravin van Oostervant, LRK 62 fol. 72v : Het leen is verstorven. 1

2 : Johan van den Kerckhove alias Polyander, heer van Heenvliet, houtvester van Holland, baljuw en dijkgraaf van Putten, voor Frederik Hendrik, prins van Oranje, graaf van Nassau enz., bij koop voor pond, LRK 150 c. Nd.-Holland fol : Willem, prins van Oranje, graaf van Nassau enz., bij dode van Frederik Hendrik, zijn vader, LRK 150 c. Nd.-Holland fol De molen en wind, gehuurd door de stad Zande voor 35 pond hollands; 480 pachthoenders in Zande, 6 pond waard; land in het Oudeland aldaar, verhuurd voor 49 pond 16 s. hollands; 6 morgen aldaar bij de Verschen waal, 7 pond waard; de Hoek van Bloemendaal, 3 pond waard; land in het Nieuwland aldaar, verhuurd voor 33 pond 4 s. 4 d. hollands; 210 morgen in het Noordland, de morgen voor 40 d., bijeen 35 pond hollands waard: tarwepacht, elke hoet 26 achtendeel groot, 9 pond 5 s. hollands waard; de landwinning aldaar, waard 40 s. hollands; de weide op de Verschen waal, waard 6 pond hollands, en de Andel, waard 100 pond hollands : Heer Gerrit, heer van Voorne, burggraaf van Zeeland, in ruil voor een deel van het burggraafschap van Zeeland, bevestigd door Albrecht, zijn zoon, Heren van Voorne, inv. 29 fol. 38 en fol : Lijftocht van Elisabeth, dochter van heer Dirk, graaf van Kleef, gehuwd met heer Gerrit, heer van Voorne, burggraaf van Zeeland, neef van de leenheer, bevestigd door Albrecht, zijn zoon, LRK 18 fol. 99v-100 nr. 596, LRK 2 fol. 62v-63 nr. 409, Heren van Voorne, inv. 29 fol : Vrouwe Machtild, vrouwe van Monyou en van Valkenburch, gehuwd met heer Diederic, heer van Monyou en van Valkenburch, bij dode van haar vader heer Gheraerd, heer van Voirne (L.H. 30, fol. 1v; afgestorven 1373, rek.rek. 1358) : Johan van Beyeren, elect van Ludic, zoals d.d door zijn vader hertog Aelbrecht, etc. is bepaald (L.H. 97, fol. 3v en 4) : Johan, palsgraaf etc. verkoopt uit het leen ten vrij eigen aan Boudijn van Zweten 20 morgen ½ hond land, pachter Willem van Hoeve; 22 morgen land genaamd het Vroen, de zelfde pachter; 16 morgen land, pachter Aernt Symonsz., 29 morgen land, pachter Muys Heynricxz. (L.H. 61, fol. 9v) pond hollands op de tiende van s-gravenzande : Floris van Haamstede, neef van de leenheer, voor zijn huwelijk met Goede, dochter van Jan van Bergen, in ruil voor haar aanspraken op het goed van haar vader, boven de toewijzing van het eigen door Jan Persijn, haar grootvader, aan haar moeder, LRK 18 fol. 78v nr : Heer Floris van Haamstede vermeld, RR : De vrouwe van Merxem, gehuwd met Gerard van Merxem, vermeld tot 1380, RR : De heer van Haamstede vermeld, RR : Elisabeth van Haamstede bij overdracht door Floris van Haamstede, haar vader, voor haar huwelijk met heer Jan van Hodenpijl; Jan van Haamstede, heer van Bergen en Montigny, had al 100 oude schilden uit deze tienden aan Elizabeth, zijn zuster, overgedragen, 1 LRK 54 fol. 119v, LRK 93 fol. 20v-21 nrs : Heer Jan van Hodenpijl, LRK 62 fol. 2v : Andries de Wit voor Elisabeth van Haamstede, weduwe, LRK 93 fol. 21 nr Deze en de volgende akte werden abusivelijk onder het leenhof Voorne gebracht, Ons Voorgeslacht, jrg. 32, 1978, p. 406 nr

3 : Jan van Hodenpijl bij dode van Elisabeth van Haamstede, zijn moeder, LRK 116 c. Nd.-Holland fol : Jan van Zwieten na overdracht door Jan Aerntsz., deurwaarder, als executeur van de goederen van Jan van Hodempijl (L.H. 118, cap. N.H., fol. 37) : Adriaen van Zwieten bij dode van zijn vader Jan van Zwieten (L.H. 120, cap. N.H., fol. 24v; : jonkvrouwe Joest van Zwieten met 50 lb per jaar, o.a. uit dit leen, hulde door Dirck van Zwieten, na overdracht door haar vader heer Adriaen van Zwieten, L.H. 120, cap. Amstellant, fol. 2v) : Jan van Zwieten heer Adriaensz., onmondig, hulde door Louris Wouters., bij dode van zijn vader heer Adriaen van Zwieten (L.H. 120, cap. N.H., fol. 31v) : Na het overlijden van Louris Woutersz. wordt de hulde vernieuwd ten behoeve van Jan van Zwieten (L.H. 120, cap. N.H., fol. 31v) : Jan van Zwieten, onmondig, oom: Willem van Coulster, schout van Leyden, bij dode van zijn vader Jan van Zwieten (L.H. 123, cap. N.H., fol. 44) : Jonkvrouwe Janne van Zwieten, schoonbroer: heer Willem van Alckemade, bij dode van haar broederszoon Jan van Zwieten (L.H. 125, cap. N.H., fol. 11) : Het leen is de leenheer toegewezen tegen Johanna van Zwieten, Rekenkamer, 8 rood fol v. 4. De helft van gruit en hop van de bierbrouwers in de stad Zande gemeen met de leenheer : Hendrik, burggraaf van Leiden, gehuwd met Heilwig, dochter van Willem van Egmond, zijn goed niet te versterven, LRK 50 fol. 311 nr : Filips van Wassenaar, dienaar van de leenheer, bij dode van heer Dirk, burggraaf van Leiden, zijn oom, met lijftocht van ver Justine, charter Wassenaar en register AA fol v : Dirc van Wassenaer (vermeld 1343, rek. rek. 198; het kind van Wassenaer, vermeld 1346/1347, L.H. 5, fol. 59 en 60v) : Heer Philips van Wassenair, burggraaf van Leyden, bij dode van zijn vader (L.H. 52, fol. 36) : Heer Philips van Wassenair, burggraaf van Leyden, met ledige hand (L.H. 54, fol. 12v) : Heer Henric van Wassenair na overdracht door zijn vader heer Philips van Wassenair (L.H. 61, fol. 7v) : Jacob, heer van Wassenaer, bij dode van zijn vader heer Henric, heer van Wassenaer (L.H. 116, cap. N.H., fol. 2) : Heer Jan, heer van Wassenair, om de diensten, die hij 2 jaar geleden verleend heeft in de oorlog tegen Ghent en tegen betaling van 1000 kronen van 48 groten, bij dode van zijn broer Jacob, heer van Wassenair, met al diens lenen (L.H. 116, cap. N.H., fol. 6 en 6v) : Johan, heer van Wassenaer, onmondig, hulde door heer Philips van Spaengen, ridder, bij dode van zijn vader heer Johan, heer van Wassenaer, ridder, raad en camerling (L.H. 122, cap. N.H., fol. 2v) : Jonkvrouwe Marie van Wassenaire, hulde door heer Florijs van Egmondt, graaf van Buyren, heer van IJsselsteyn en Sint Mertensdijck, bij dode van haar vader heer Johan van Wassenaire (L.H. 124, cap. N.H., fol. 58v) : Jonkheer Jacob van Lingny, heer van Belloel en Stambrugge, doet als man van jonkvrouwe Marie, vrouwe van Wassenair en bruggravinne van Leyden, hulde (Wassenaar, register E, fol. 6v). 1 Gedrukt: Holland, jrg. 5, 1973, pp

4 : Jonkheer Philips van Ligne, heer van Wassenaar, hulde door meester Cornelis de Jonge, rentmeester van Wassenaer, machtiging d.d door diens vader heer Jacob, graaf van Ligne, bij dode van zijn moeder jonkvrouwe Marie van Wassenaer (L.H. 127, cap. N.H., fol. 14) : Heer Lamoral, prins van Ligne, markies van Roubaix, heer van Wassenaer, ridder, bij dode van zijn vader heer Philips, graaf van Ligne, heer van Wassenaer (Wassenaar, register K, fol. 134v). 5. Een hoeve, genaamd Syversthoeve, (1345: de hoeve van Berkenrode; 1412: groot 18 morgen), bij Zande (1294: tussen s-gravenzande en Monster), (1521: zuid: de abdis van Rijnsburg, oost: de banwetering, west en noord: erven Willem Coppertsz.), (1478: waard 34 pond; 1521: 37 pond 15 s. en belast met 5 pond voor Joost Willemsz.) : Dirk Klerk van Haarlem zoals Dirk Boudijnsz. als pachter vermeld, LRK 5 fol. 46v : Overdracht door Jan Dirk Klerksz. aan Jan ver Aleidenz., bevestigd door schepenen van Haarlem, als eigen of als leen, De Nederlandsche Leeuw, collectie Opstraten van der Molen, 3 p : Arnout van Berkenrode, zoon van Jan ver Aleidenz., heeft het heergewaad betaald aan Jan, meester van den Brake, LRK 40 fol. 41v : Arnout van Berkenrode vermeld, LRK 21 fol : Jan van Berkenrode met lijftocht van Eemse, dochter van Gerrit Paredoen, zijn vrouw, op de mindere helft, LRK 27 fol. 9 nrs , LRK 49 fol. 76v : Gerrit van Berkenrode bij dode van Jan, zijn vader, LRK 50 fol. 168v nr : Gerrit van Berkenrode met ledige hand, LRK 422 fol. 32v nr : Jan van Berkenrode bij dode van Gerrit, zijn vader, LRK 54 fol : Jan van Berkenrode Gerritsz., LRK 62 fol : Jan van Berkenrode, LRK 62 fol : Jan van Berkenrode Gerritsz., LRK 114 fol. 113v : Gerrit van Berkenrode bij dode van Jan, zijn vader, met lijftocht van Aaf, dochter van Ponse uten Broek, zijn vrouw, op de mindere helft, LRK 118 c. Nd.-Holland fol. 1v : Gerrit van Berkenrode niet te versterven voor 100 pond, LRK 119 c. Nd.-Holland fol : Gerrit van Berkenrode bij overdracht door Gerrit, zijn vader, LRK 120 c. Nd.- Holland fol. 39v : Hendrik (!) van Berkenrode vermeld, LRK 286 fol. 145v : Hendrik van Berkenrode bij dode van Gerrit van Berkenrode, zijn vader, LRK 125 c. Kenn. fol. 11v-12v : Dirk van Berkenrode bij dode van Hendrik, zijn vader, LRK 127 c. Kenn. fol. 5v : Cornelis van Berkenrode voor Hendrik van Berkenrode, zijn neef, bij dode van Dirk, diens vader, LRK 129 c. Kenn. fol : Hulde van Hendrik van Berkenrode, LRK 129 c. Kenn. fol. 1v : Dirk van Haarlem van Berkenrode bij dode van Hendrik van Haarlem van Berkenrode, zijn vader, LRK 143 c. Kenn. fol : Cornelis de Hoog, hoogheemraad van Rijnland, voor Goedelana van Haarlem van Berkenrode, gehuwd met Floris van Alkemade, bij dode van Dirk, haar broer, LRK 149 c. Zd.- Holland fol : Hendrik van Alkemade, heer van de Lind, bij dode van Goedelana van Haarlem van Berkenrode, zijn moeder, LRK 151 c. Kenn. fol. 3. Van het leen nr. 5 wordt 5A afgesplitst. 4

5 5A. 10 pond op de hoeve van Berkenrode in s-gravenzande (1353: in Monster), (1377: verminderd tot 5 pond, waarvan het gasthuis van den Haag de andere 5 pond heeft) : Dirk van Valkenburg, LRK 5 fol. 58v : Lijftocht van Agatha, gehuwd met Jan van Hillegom, weduwe Dirk van Valkenburg, op de mindere helft, LRK 23 fol. 45v nr : Willem Dirksz. van Valkenburg mag als eigen verkopen aan Klaas die Hert, rentmeester van het gasthuis van den Haag, behalve het deel van zijn moeder, dat na haar dood aan het gasthuis zal komen, LRK 21 fol. 29, LRK 23 fol. 80 nr : Engbert Wermbrechtsz. met 5 pond bij koop na de dood van Agatha Dirks van Valkenburg voor 30 pond hollands, LRK 50 fol. 177v nr : Engbert Wermbrechtsz., LRK 50 fol. 311v nr : Engbert Wermbrechtsz., LRK 54 fol. 13v : Filips Engbertsz., klerk, met ledige hand, LRK 59 (VIII) fol. 7v : Willem Filips Engbertszz. bij dode van zijn vader, LRK 62 fol. 170v : Joost Willemsz., bij dode van zijn vader Willem Philipsz. (L.H. 116, cap. N.H., fol. 58v) : Lijftocht van Clemens, dochter van Jan van der Haven, gehuwd met Joost Willem Filipszz., op de mindere helft, LRK 119 c. Nd.-Holland fol : Claes Willemsz., bij dode van zijn broer Joost Willemsz. (L.H. 123, cap. N.H., fol. 61) : Klaas Willemsz. vermeld, LRK 286 fol. 78v : Meester Cornelis Claesz., priester, neef: Pieter van der Goes Willemsz., bij dode van zijn vader Claes Willemsz. (L.H. 124, cap. N.H., fol. 56) : Gerrit van Assendelft, eerste raad, ridder, bij overdracht door Willem Pietersz. voor heer Cornelis Klaasz., priester, LRK 125 c. Nd.-Holland fol. 19v-20v : Jonkheer Nicolaes, heer van Assendelft, bij dode van zijn vader heer Gerrit van Assendelft (L.H. 129, cap. Kennemerland, fol. 4) : Jonkheer Floris van Assendelft bij dode van zijn neef jonkheer Nicolaes, heer van Assendelft, behoudens de lijftocht van diens weduwe vrouwe Willem van Haeften (L.H. 131, cap. Kennemerland, fol. 39v) : Vrouwe Anna van Assendelft, douairrière van der Aa, hulde door meester Adriaen van Hellemijs volgens procuratie verleden op , na aanvankelijk verzuim bij dode van haar broer jonkheer Gerrit van Assendelft, die het leen had geërfd van zijn vader jonkheer Cornelis van Assendelft en deze weer van zijn zoon jonkheer Floris van Assendelft (L.H. 144, cap. N.H., fol. 57) : Vrouwe Agnes van Renesse, vrouwe van Assendelft, gehuwd met Nicolaes van Renesse, baron van Elderen en Mansey, hulde door Gerardt Vinck volgens procuratie gepasseerd op voor notaris Willem van Velde te s-gravenhage, bij dode van haar moeder vrouwe Anna van Assendelff (L.H. 146, cap. Z.H., fol. 5) : Jonkheer Gerrit van Renesse, onmondig, vader heer Nicolaes van Renesse, hulde door meester Adriaen van Hellemijs van Welle volgens procuratie d.d , bij dode van zijn moeder vrouwe Agnes van Renesse van der Aa, vrouwe van Assendelft (L.H. 147, cap. Kennemerland, fol. 24). 7. Hofsteden bij Zande; een schapenweide bij Poelduinen : Dirk Klerk van Haarlem vermeld, het eerste peiceel zoals Dirk Boudijnsz., LRK 5 fol. 46v. 8. De vogelleg van de waard in Poelduinen. 5

6 : Floris van der Woerd vermeld, LRK 5 fol. 46v : Gerrit Bertout, zoon Hendrik van Heemskerk, bij koop na de dood van Willem van der Woerd, LRK 62 fol. 158v : Gerrit van Heemskerk van Liesveld, LRK 62 fol. 24v morgen land in Zande bij Brunart; 4 morgen aldaar, (1324: verminderd tot de helft, gelegen tussen de monniken en Floris van Alkemade ten oosten van het huis van Gijsbert Coke) : Gijsbert Cokenz. vermeld, het tweede perceel zoals Jan Bittermond, LRK 5 fol. 48v : Pieter Kerstant Spiegelsz. krijgt voor Berta, zijn vrouw, die aankwam van Gijsbert Coke, haar vader, ten eigen in ruil voor 4½ morgen in Eskamp, LRK 2 fol. 34 nr morgen land, genaamd Vrijland, ten oosten van de stad s-gravenzande : Willem die Cuser krijgt na de dood van Hein Gaal ten eigen, LRK 2 fol. 9v-10 nr ½ morgen land in het Oudeland van s-gravenzande, zuid: Elisabeth Hugendr., begijn, noord: Gerrit Hugenz., oost: heer Simon, priester, west: de banwetering; ½ morgen aldaar, zuid: de kerk van s-gravenzande, noord: Jan van Rijsel, oost: Klaas Arnoutsz., west: de dwarssloot; 1½ hont aldaar, zuid: de kerk van s-gravenzande, noord: de Heilige Geest aldaar, oost: de banwetering, west: de regulieren aldaar; 2½ hont aldaar, zuid: de kerk van s-gravenzande, noord en west: de Heilige Geest aldaar, oost: de banwetering; 1 morgen aldaar, zuid: Belie, dochter van Floris Gerritsz., noord: Jacob Willemsz. en Imme Willemsdr., oost: de Heilige Geest, west: Jacob van Poelenburg; 1 morgen aldaar, noord: de kerk, zuid: mr. Klaas van Hoorn, oost: Matthijs die Buyser, west: de regulieren; ½ morgen aldaar in het Nieuwland, noord: Meins, begijn, zuid: de kerk, oost: de weg, west: de dijk : Dirk Poes Sibrandsz., secretaris, gehuwd met Joost, dochter van Jan van Ilpendam, bij opdracht uit eigen in ruil voor het Boterland in Katwoude, LRK 117 c. Nd.-Holland fol en c. Amstell. fol : Dirck Poes tocht zijn vrouw jonkvrouwe Joost van Ylpendamme (L.H. 118, cap. N.H., fol. 5) : Lodewijck Poes bij dode van zijn vader Dirck Poes (L.H. 120, cap. N.H., fol. 3v) : Dirrick van der Binchorst bij dode van zijn vader Lodewijck Poes van der Binchorst, behoudens de lijftocht van zijn moeder jonkvrouwe Katherina van Hodempijl (L.H. 124, cap. N.H., fol. 88) : Joost van der Binchorst bij dode van zijn broer Dirrick van der Binchorst (L.H. 127, cap. N.H., fol. 13v) : Jonkvrouwe Johanna van der Binchorst, gehuwd met heer Willem Snouckaert, ridder, raad ordinaris, bij dode van haar vader Joost van der Binchorst (L.H. 127, cap. N.H., fol. 75v) : Huych Jacob Bruijnsz., brouwer te Delft, na overdracht door vrouwe Johanna van der Binchorst, gehuwd met heer Willem Snouckaert, ridder (L.H. 129, cap. N.H., fol. 16v-22) : Willem Snoeckert, ridder, bij dode van Johanna van de Binkhorst, zijn vrouw, LRK 130 c. Nd.-Holland fol : Mr. Maarten Snoeckert, heer van Zomergem, Schauburg, griffier en eerste pensionaris van Brugge, ridder, bij dode van Willem, zijn broer, LRK 130 c. Nd.-Holland fol v. 6

7 : Lodewijk van de Binkhorst bij overdracht door Jacob Snouckert, auditeur van de rekenkamer te den Haag, voor Maarten Snouckert, heer van Zomergem, Schauburg enz., diens broer, LRK 130 c. Nd.-Holland fol v. Het leen 11 gesplitst in 11A, 11B, 11C en 11D. 11A. ½ morgen in het Oudeland, noord en west: de regulieren, oost: Klaas Pietersz., (1568: gebruikt door de leenman) : Jan Dirksz. bij overdracht door Lodewijk van de Binkhorst, LRK 130 c. Nd.-Holland fol. 71v : Na verbeurte door Lodewijk van de Binkhorst, van wie Jan Dirksz. kocht voor 8 pond, wordt Jan Dirksz. verpacht voor 30 s., omdat hij na kocht, RR 4856 fol : Cornelis Jaspersz. te s-gravenzande bij overdracht door Jan Dirksz., LRK 135 fol. 396v : Klaas Klaasz. van Zwieten, secretaris van s-gravenzande, voor Adriaantje Cornelisdr., zijn nicht, bij dode van Cornelis Jaspersz., haar vader, waarna overdracht aan Jan Antonsz. Smit, haar schoonvader, LRK 136 fol. 303v : Pieter Simonsz. te s-gravenzande bij overdracht door Jan Antonsz. Smit, LRK 146 c. Nd.-Holland fol : Cornelis Simonsz. te Wateringen bij dode van Pieter Simonsz., zijn broer, na verzuim, waarna overdracht aan Cornelis Valk, doctor in de medicijnen te den Haag, LRK 149 c. Nd.-Holland fol v : Mr. Maarten van Bekestein, advokaat bij het Hof van Holland, voor Jacomina van Quesnoy, zijn nicht, voor Johan Valk, haar zoon, bij dode van Cornelis, diens vader, LRK 149 c. Nd.-Holland fol. 69v : Hulde van Johan Valk, LRK 149 c. Nd.-Holland fol. 69v. 11B. 1 morgen in het Oudeland in de Weitienden, oost, noord, en west: de leenman, zuid: mr. Klaas van Hoorn (1631: erven Jacob Heerman), (1568: gebruikt door de leenman) : Cornelis Adriaansz. bij overdracht door Lodewijk van de Binkhorst, LRK 130 c. Nd.- Holland fol. 72v : Na verbeurte door Lodewijk van de Binkhorst, van wie Cornelis Adriaansz. kocht voor 18 à 19 pond, wordt aan Cornelis Adriaansz. verpacht voor 3 pond 10 s., RR 4856 fol. 43v : Cornelis Willemsz. bij dode van Willem Cornelisz., zijn vader, die aankwam van Cornelis Adriaansz., diens vader, na verzuim, LRK 137 fol : Cornelis Willemsz. te Honselersdijk zoals Willem Cornelisz., zijn vader, LRK 143 c. Nd.-Holland fol. 61v : Willem van Velden, notaris te den Haag, voor Joris Willemsz. Oudendijk te s- Gravenzande bij dode van Cornelis Willemsz. Oudendijk, diens broer, LRK 146 c. Nd.-Holland fol. 11v : Willem van de Velde, advokaat bij het Hof van Holland, voor Willem Oudendijk te s-gravenzande bij dode van Joris, diens vader, LRK 150 c. Nd.-Holland fol. 58v C. 1 morgen in het Oudeland, zuid: de regulieren (1631: de leenman), oost: Aalke op de Wale (1631: Dirk Gool, griffier van de lenen), noord: Cornelis Snijder te Naaldwijk (1631: de leenman), west: Jacob Willemsz. van Dorp (1631: erven Jacob Heerman, tresorier van den Haag). 7

8 : Hendrik Wechtersz. te s-gravenzande bij overdracht door Lodewijk van de Binkhorst, LRK 131 c. Nd.-Holland fol : Cornelis Willemsz. bij dode van Willem Cornelisz., zijn vader, LRK 137 fol : Cornelis Willemsz. te Honselersdijk bij dode van Willem Cornelisz., zijn vader, die kocht van Hendrik Wechtersz., na verzuim, LRK 143 c. Nd.-Holland fol. 61v : Willem van Velden, notaris te den Haag, voor Joris Willemsz. Oudendijk te s- Gravenzande bij dode van Cornelis Willemsz. Oudendijk, diens broer, LRK 146 c. Nd.-Holland fol. 11v : Willem van de Velde, advokaat bij het Hof van Holland, voor Willem Oudendijk te s-gravenzande bij dode van Joris, diens vader, LRK 150 c. Nd.-Holland fol. 58v D. ½ morgen in het Oudeland in Kostverloren tussen de Groene weg en de Maasdijk naast het kapittel van Naaldwijk, de regulieren van s-gravenzande, de Heilige Geest van Naaldwijk, het klooster Koningsveld en de begijnen van s-gravenzande : Gerard Joppenz. bij overdracht door Lodewijk van de Binkhorst, LRK 130 c. Nd.- Holland fol : Na verbeurte door Lodewijk van de Binkhorst, van wie Gerard Joppenz., wonend aan de Maasdijk, kocht voor f 50.- of 9 pond groten Vlaams, wordt aan Gerard Joppenz. verpacht voor 30 s., RR 4856 fol. 47v-48v : Jan Joppenz. bij dode van Gerard Joppenz., zijn broer, LRK 135 fol : Klaas Adriaansz., wonend aan de Maasdijk, bij overdracht door Jan Joppenz., LRK 137 fol. 211v : Cornelis Jansz. voor Adriaan Klaasz., zijn schoonzoon, wonend aan de Maasdijk, bij dode van Klaas Adriaansz., diens vader, LRK 138 fol. 137v : Cornelis Jansz. Goude bij overdracht door Leendert Pietersz. voor Adriaan Klaasz., diens neef, LRK 136 fol : Crispijn van Mierop, baljuw van s-gravenzande, curator van de boedel van Pieter Cornelisz. Capoen, die woonde aan de Maasdijk te s-gravenzande, en Marietje Jansdr., diens vrouw, weduwe Cornelis Jansz. Goude wiens erfenis verworpen was, na verzuim, LRK 146 c. Nd.-Holland fol. 77v morgen land, genaamd de Poel, in een ongenoemde plaats : Dirk van den Poel na de dood van Margaretha van den Poel, LRK 50 fol. 168 nr morgen land op het hoofdeind in Zeelanders land : Jan die Zeelander ten eigen voor 8 pond hollands, zijnde een derde van de waarde, aan Engelbert, meester van het huis te den Haag, waarna overdracht aan Hendrik Pietersz., LRK 2 fol. 2v nr ½ morgen (1361: 8 hont) land in Zande achter de pastoorswoning (1390: aan het hof; 1361: achter de witte monniken), (1521: oost: de banwetering, west, de Molenlaan, noord: de regulieren van s-gravenzande, zuid: de regulieren en het oudemanhuis bij de St. Pieterskerk te Leiden), (1521: jaarlijks 3 pond waardig) : Jan Willem Hannenzz. van den Zande, LRK 5 fol : Kerstant van Raaphorst bij koop na de dood van Jan Willemsz., die met Vos van den Lewen placht te wonen, voor 9 pond, LRK 50 fol. 75v nr. 395, RR

9 : Gijsbert van Raaphorst, die niet binnenslands kan zijn, niet te verzuimen, LRK 422 fol. 31 nr : Jacob Gerritsz., omdat Gijsbert van Raaphorst banneling is, LRK 422 fol. 33v : Gerrit van Poelenburg, LRK 62 fol : Gherijt van Poelenburch (L.H. 62, cap. 1, fol. 75) : Jacob van Poelenburch Gerijtsz. krijgt uitstel van verheffing, tot dat hij mondig is (L.H. 114, fol. 123) : Jacob van Poelenburch bij dode van zijn vader Gerijt van Poelenburch (L.H. 115, cap. N.H., fol. 22) : Lijftocht van Dirk, dochter van Reiner van der Does, gehuwd met Jacob van Poelenburg, op de mindere helft, LRK 116 c. Nd.-Holland fol. 76v : Jonkvrouwe Haze van Poelenburch, gehuwd met IJsbrant van Sparwou, na overdracht voor leenmannen van Holland door haar vader Jacob van Poelenburch (L.H. 121, cap. N.H., fol. 7) : Jonkvrouwe Haze van Polenburch, weduwe van IJsbrant van Sparwou, krijgt bevestiging van de voorgaande acte van overdracht, daar het een recht leen is (L.H. 123, cap. N.H., fol. 22) : Gerijt van Sparwoude IJsbrantsz. bij dode van zijn moeder jonkvrouwe Haze van Poelenburch, weduwe van IJsbrant van Sparwoude (L.H. 123, cap. N.H., fol. 54v) : Gerrit van Spaarnwoude vermeld, LRK 286 fol : IJsbrant van Sperwou bij dode van zijn vader Gerrit van Sparwou (L.H. 128, cap. N.H., fol. 27v) : Gerijt van Sperwoude, onmondig, neef: Isbrant van Stagen, bij dode van zijn vader Jonge Isbrant van Sperwoude (L.H. 132, cap. N.H., fol. 26) : Jonkvrouwe Maria van Sparwoude, onmondig, voogd: Nicolaes van Waert, bij dode van haar vader Gerijt van Sparwoude, waarbij het goed tot onversterfelijk leen wordt gemaakt op verzoek van haar moeder Cunigunda van Wees (L.H. 139, fol. 84) : Jonkheer Jacob van Amstel van Mijnden, onmondig, hulde door Pieter van Groenewegen, notaris in den Hage volgens procuratie d.d verleden te Utrecht door zijn vader jonkheer Jacob van Amstel van Mijnden, bij dode van zijn moeder jonkvrouwe Maria van Sparwoude (L.H. 144, cap. N.H., fol. 42) : Heyman Boumansz., schout van Warmonde, doet opnieuw hulde na de dood van Pieter van Groenewegen, volgens procuratie d.d verleden door jonkheer Sweder van Aemstel van Mijnden, heer van Doorneburch, Gerardt de Wael van Vronesteyn, heer van Vronesteyn, en Anthonis van Weer als ooms van de minderjarige kinderen van wijlen jonkheer Jacob van Aemstel van Mijnden (L.H. 144, cap. N.H., fol. 48) : Joost van Amstel van Mijnden doet zelf hulde bij monde van zijn rentmeester Johan Stoop (L.H. 144, cap. N.H., fol. 42) hont land in s-gravenzande (1429: achter de kerk), oost: de kerk van s- Gravenzande, west: de buren met hun tuinen, (1557: noord: de pastorie, zuid: de broeders aldaar), (1521: jaarlijks 5 pond waardig, die Gijsbert van Zwieten, zwager van de leenman, ontvangt) : Wouter Bijdage, dienaar van de leenheer, niet te versterven, LRK 54 fol. 22v : Bartholomeus Bijdage bij dode van Wouter, zijn vader, LRK 62 fol. 76v : Jan van Muilwijk bij overdracht door Bartholomeus Bijdage Woutersz., LRK 93 fol : Gerrit Oom bij overdracht door Jan van Muilwijk, LRK 114 fol. 100v. 9

10 : Godschalk Oom van Wijngaarden bij dode van Margaretha, dochter van Gerrit Oom, zijn nicht, LRK 117 c. Zd.-Holland fol. 2v : Godschalk Oom van Wijngaarden bij dode van Floris van Wijngaarden, zijn vader, bevestigd door Jacob Oom van Wijngaarden, zijn broer, LRK 119 c. Nd.-Holland fol. 10v : Jacob van Wijngaarden bij dode van Godschalk, zijn broer, LRK 121 c. Nd.-Holland fol. 15v : Heer Jacob van Wijngaarden vermeld, LRK 286 fol. 67v : Cornelis van Zwieten bij overdracht door Jacob, heer van Wijngaarden, ridder, LRK 124 c. Nd.-Holland fol. 91v : Gerrit van der Laan voor Adriaan van Zwieten bij dode van Cornelis, diens vader, LRK 126 c. Nd.-Holland fol. 63v-64, LRK 75 fol : Klaas Pietersz. te s-gravenzande bij overdracht door Adriaan van Zwieten, LRK 128 c. Nd.-Holland fol. 39v : Willem Klaasz. bij dode van Klaas Pietersz., zijn vader, wiens akte door begraving onleesbaar was geworden, LRK 133 fol : Johan van der Beek, deurwaarder van het Hof van Holland, voor Krijntje Willemsdr., gehuwd met Willem Andriesz. Bogaard, oudburgemeester van s-gravenzande, bij dode van Willem Klaasz., haar vader, LRK 141 c. Nd.-Holland fol : Joris Klaasz. Verlaan bij overdracht door Cornelis Willemsz. Bogaard voor Krijntje Willemsdr., weduwe, zijn schoonzuster, diens moeder, LRK 147 c. Nd.-Holland fol. 16v hoet 13 achtendeel tarwe jaarlijks van 4 hoet 26 achtendeel tarwe in s-gravenzande, zijnde erfpacht, die de leenheer aankwam van de vrouwe van Voorne : Heer Dirk Foppenz., deken van St. Marie, bij opdracht, te komen op Ludeken die Wilde, zijn neef, LRK 50 fol. 254v nr : Heer Dirk Foppenz., deken, met ledige hand, eventueel ook te komen op Willem die Wilde Arnoutsz., LRK 422 fol. 9v nr : Ludekin die wilde, vermeld 1397, RR : Willem die Wilde Arnout Wildenz. bij dode van Ludeke Wilde, zijn neef, LRK 52 fol. 349v : Fie Simon Frederiksz., vermeld , RR