REPERTORIUM OP DE GRAFELIJKE LENEN IN WATERINGEN,

Transcriptie

1 REPERTORIUM OP DE GRAFELIJKE LENEN IN WATERINGEN, door A.J. van der Valk Eerder gepubliceerd in Ons Voorgeslacht, jrg. 38 (1983), een uitgave van de Zuidhollandse Vereniging voor Genealogie Inleiding In Wateringen kon de graaf van Holland over een flink aantal lenen beschikken. Zij zijn hier op soortgelijke wijze bewerkt als de eerder verschenen repertoria op de lenen te s-gravenzande en Naaldwijk. WATERINGEN 1. Het ambacht van Wateringen; de tiend in de Hoek aldaar : Heer Gerrit van de Wateringe vermeld, LRK 5 fol. 45v : Heer Albert van de Wateringe bij dode van Jan van de Wateringe, zijn vader, na geschil met heer Gerrit van de Maalstede, zijn zwager, LRK 50 fol. 165 nr : Heer Aelbrecht van der Wateringhe krijgt het recht van opvolging van zijn dochter (L.H. 49, fol. 22v) : Jonkvrouwe Willem heer Aelbrechtsdochter van der Wateringhe tocht haar man Gherijt van Egmonde (L.H. 50, fol. 310v) : Jonkvrouwe Willem heer Aelbrechtsdochter van der Wateringhe, gehuwd met Gherijt van Egmonde, met ledige hand (L.H. 422, fol. 49) : Heer Lodewijck, bastaardzoon van Willem, hertog etc., tocht zijn echtgenote vrouwe Alienore van Floyen (L.H. 54, fol. 136) : Helmich van Doirnick na overdracht door heer Lodewijck, heer tot Schandener, bastaardzoon van Willem, hertog etc., zoals het leen was afgestorven bij dode van Jan van Egmonde Jansz. (L.H. 59, cap. II, fol. 2) : Jonkvrouwe Willem van der Wateringhe Jansdochter van Egmonde, gehuwd met Willem van Naildwyck, na overdracht door Helmich van Dornick, bij kinderloos overlijden te versterven op haar neef heer Willem van Egmonde (L.H. 62, fol. 94v) : Vrouwe Jacob, hertogin in Beyeren, van Hollant, gravin van Oostervant en van Ponthieu, vrouwe van Zuyt Beveland en van Voirne, in ruil voor andere goederen (L.H. 112, fol. 47) : Willem van Naeldwijc met ledige hand (L.H. 93, fol. 12) : Willem van Naeldwijc met ledige hand (L.H. 114, fol. 22v) : Heer Heynrick, heer tot Naeldwijck bij dode van zijn moeder jonkvrouwe Willem van der Watering (L.H. 120, cap. N.H., fol. 5v) : Vrouwe Willem van Naeldwijck, vrouwe van Montfoirt, gehuwd met Johan, heer van Montfoirt, hulde door Dieric van Polgeest, bij dode van haar vader heer Hendrick van Naeldwijck (L.H. 122, cap. N.H., fol. 34v) : Johan, heer van Montfoirt, doet opnieuw hulde (L.H. 122, cap. N.H., fol. 34v) : Jonkvrouwe Machtelt van Montfoirt, vrouwe van Arenberch, hulde door Jan Potter d Oude, bij dode van haar moeder vrouwe Willem van Naeldwijck, vrouwe van Montfoirt 1

2 (L.H. 123, cap. N.H., fol. 5; belast zij ten behoeve van jonkvrouwe Margriete Jacob de Conincxdochter, weduwe van Eeuwout Lievensz. van Hogelande het buitenland vanaf de Vlaerdingse haven in de richting van Schiedam, dat grotendeels allodiaal is, groot 70 morgen, met 250 karolus gulden) : Vrouwe Margriete, gravin van der Marck en Arenberg, gehuwd met heer Johan van Ligne, graaf van Arenberge, vrijheer van Barbancon, ridder, raad en kamerling, hulde door meester Nicasius Hanneman, advocaat voor het Hof van Holland, volgens procuratie d.d , na overdracht namens haar grootmoeder vrouwe Machteld van Montfoort, gravinne douarière van der Marck en Arenberge, vrouwe van Naaldwijck, door haar rentmeester Willem van Hooff (L.H. 127, cap. N.H., fol. 59v) : Heer Charles, prins van Rebeque, graaf van Arenberge, bij dode van zijn moeder vrouwe Margriete, gravin van Arenberge (L.H. 193, fol. 40v) : Frederick Heynrick, prins van Orangien, grave van Nassau, heer van Sint Geertruydenberge en de beide Zwaluwen, generaal van de ruiterij van de Verenigde Nederlanden, na overdracht door meester Dirck Duyst van Voorhout, raad, namens Carel, prins van Gavere, van Arenberge en van Rebecque, baanderheer van Edinge en Commeren (L.H. 141, cap. N.H., fol. 4) : Wilhelm, prins van Oraignen etc. bij dode van zijn vader Frederick Henrick, prins van Oraignen etc., hulde door zijn raad heer Laurens Buysero, ridder, secretaris en griffier (L.H. 150, cap. N.H., fol. 65). Van nr. 1 is nr. 1A afgesplitst. 1A. 200 pond hollands op het leen : Jan van Naaldwijk, jongere zoon, bij overdracht door Willem van Egmond van de Wateringe, weduwe Willem, heer van Naaldwijk, voor zijn huwelijk met de dochter van Klaas de Grebber, LRK 117 c. Nd.-Holland fol. 31v-32v : Laurens Woutersz. voor Willem van Naaldwijk bij dode van Jan, diens vader, LRK 120 c. Nd.-Holland fol. 8v en fol. 65v blad : Mr. Jan Boudijnsz., raad, voor Katelijne van Naaldwijk, zijn vrouw, bij overdracht door mr. Willem van Berendrecht, raad ordinaris in het Hof van Holland, voor Janna, dochter van Jan van Naaldwijk, haar zuster, die aankwam van Willem, haar broer, met haar lijftocht op de helft, LRK 123 c. Nd.-Holland fol. 3v : Adriaan van Naaldwijk bij dode van Katharina, zijn nicht, LRK 128 c. Nd.-Holland fol. 4v : Lijftocht van Aleid van Bloemendaal, weduwe Adriaan van Naaldwijk, te Leiden, gemaakt door mr. Gerrit van Hogeveen Melisz., pensionaris van Leiden, op f 150.-, LRK 131 c. Nd.-Holland fol. 23v-25v : Jan Pietersz., secretaris van Leiden, voor Johan van Naaldwijk bij dode van Adriaan, diens vader, LRK 131 c. Nd.-Holland fol. 36, LRK 134 fol : Hulde van Johan van Naaldwijk, LRK 134 fol. 112v. 2. Het huis te Wateringen met toebehoren (1486: de boomgaard) binnen de uiterste gracht : Heer Gerrit van de Wateringe vermeld, LRK 5 fol. 45v : Heer Albert van de Wateringe bij dode van Jan van de Wateringe, zijn vader, na geschil met heer Gerrit van de Maalstede, zijn zwager, LRK 50 fol. 165 nr : Heer Aelbrecht van der Wateringhe krijgt het recht van opvolging van zijn dochter (L.H. 49, fol. 22v). 2

3 : Jonkvrouwe Willem heer Aelbrechtsdochter van der Wateringhe tocht haar man Gherijt van Egmonde (L.H. 50, fol. 310v) : Jonkvrouwe Willem heer Aelbrechtsdochter van der Wateringhe, gehuwd met Gherijt van Egmonde, met ledige hand (L.H. 422, fol. 49) : Heer Lodewijck, bastaardzoon van Willem, hertog etc., tocht zijn echtgenote vrouwe Alienore van Floyen (L.H. 54, fol. 136) : Helmich van Doirnick na overdracht door heer Lodewijck, heer tot Schandener, bastaardzoon van Willem, hertog etc., zoals het leen was afgestorven bij dode van Jan van Egmonde Jansz. (L.H. 59, cap. II, fol. 2) : Jonkvrouwe Willem van der Wateringhe Jansdochter van Egmonde, gehuwd met Willem van Naildwyck, na overdracht door Helmich van Dornick, bij kinderloos overlijden te versterven op haar neef heer Willem van Egmonde (L.H. 62, fol. 94v) : Vrouwe Jacob, hertogin in Beyeren, van Hollant, gravin van Oostervant en van Ponthieu, vrouwe van Zuyt Beveland en van Voirne, in ruil voor andere goederen (L.H. 112, fol. 47) : Willem van Naeldwijc met ledige hand (L.H. 93, fol. 12) : Willem van Naeldwijc met ledige hand (L.H. 114, fol. 22v) : Heer Heynrick, heer tot Naeldwijck bij dode van zijn moeder jonkvrouwe Willem van der Watering (L.H. 120, cap. N.H., fol. 5v) : Jan Klaasz. Scout voor prior en convent van OLV. in Bethlehem te Wateringen, cistercienser, bij overdracht door heer Hendrik, heer van Naaldwijk, LRK 120 c. Nd.-Holland fol : Jan Klaasz. Scout voor prior en convent, die er een kerk en klooster op mogen zetten, ten eigen in ruil voor nr. 24, LRK 120 c. Nd.-Holland fol Alle goed van heer Frederik, oom van de leenman, in Wateringen, (1375: zijnde het Molenweer; 1386: groot 35; 1521: 34; morgen; 1521: west: Dirk Hendriksz. te Wateringen, zuid: de Zwetkade, noord: de heerweg, oost: de leenman; en drie weren ten oosten daarvan; 1386: waarvan twee, groot 30 morgen, en het Rodeweer, groot 21 morgen; 1404: het laatste perceel geruild voor Gerrit Gerritsz. weer, groot 21 morgen, noord: de banweg, oost en west: Gerrit van Egmond, zuid: de Zwet; 1521: de drie weren samen groot 45 morgen, zuid: de Zwetkade, oost: Arnout Pietersz. te Wateringen, noord: de heerweg en het dorp) : Heer Gerrit van de Wateringe vermeld, LRK 5 fol. 45v : Heer Albert van de Wateringe bij dode van Jan van de Wateringe, zijn vader, na geschil met heer Gerrit van de Maalstede, zijn zwager, LRK 50 fol. 165 nr : Heer Aelbrecht van der Wateringhe krijgt het recht van opvolging van zijn dochter (L.H. 49, fol. 22v) : Jonkvrouwe Willem heer Aelbrechtsdochter van der Wateringhe tocht haar man Gherijt van Egmonde (L.H. 50, fol. 310v) : Jonkvrouwe Willem heer Aelbrechtsdochter van der Wateringhe, gehuwd met Gherijt van Egmonde, met ledige hand (L.H. 422, fol. 49) : Heer Gerrit van Egmond krijgt voor Willem, dochter van Albert van de Wateringe, het Rodeweer ten eigen in ruil voor Gerrit Gerritsz. weer, waarna overdracht aan Jan van Egmond, zijn zoon, LRK 53 fol. 59v : Heer Lodewijck, bastaardzoon van Willem, hertog etc., tocht zijn echtgenote vrouwe Alienore van Floyen (L.H. 54, fol. 136). 3

4 : Helmich van Doirnick na overdracht door heer Lodewijck, heer tot Schandener, bastaardzoon van Willem, hertog etc., zoals het leen was afgestorven bij dode van Jan van Egmonde Jansz. (L.H. 59, cap. II, fol. 2) : Jonkvrouwe Willem van der Wateringhe Jansdochter van Egmonde, gehuwd met Willem van Naildwyck, na overdracht door Helmich van Dornick, bij kinderloos overlijden te versterven op haar neef heer Willem van Egmonde (L.H. 62, fol. 94v) : Vrouwe Jacob, hertogin in Beyeren, van Hollant, gravin van Oostervant en van Ponthieu, vrouwe van Zuyt Beveland en van Voirne, in ruil voor andere goederen (L.H. 112, fol. 47) : Willem van Naeldwijc met ledige hand (L.H. 93, fol. 12) : Willem van Naeldwijc met ledige hand (L.H. 114, fol. 22v) : Heer Heynrick, heer tot Naeldwijck bij dode van zijn moeder jonkvrouwe Willem van der Watering (L.H. 120, cap. N.H., fol. 5v) : Jan Klaasz. Scout voor prior en convent van OLV. in Bethlehem te Wateringen, cistercienser, bij overdracht door heer Hendrik, heer van Naaldwijk, LRK 120 c. Nd.-Holland fol : Jan Klaasz. Scout voor prior en convent, die er een kerk en klooster op mogen zetten, : Willem van Naaldwijk voor prior en convent bij dode van Jan Klaasz. Scout, LRK 121 c. Nd.-Holland fol : Cornelis Suys voor prior en convent van St. Bernard bij dode van Willem van Naaldwijk, LRK 123 c. Nd.-Holland fol. 11v : Prior en convent vermeld, LRK 286 fol : Mr. Cornelis van Capella voor prior en convent bij dode van Cornelis Suys, en voor het recht op het terrein van de hof zullen zij 1600 pond eens en 30 pond jaarlijks betalen, LRK 125 c. Nd.-Holland fol en fol : Jan Hobijn, procureur bij het Hof van Holland, voor heer Bernard van Orsoy, prior, en convent bij dode van Cornelis van Capella, LRK 132 c. Nd.-Holland fol morgen land in de Poel (1375: in Wateringen, zijnde 5 morgen, waarin de oude hof, twee stukken op t Lemt, samen groot 8 morgen, 10 morgen ten oosten van de boomgaard van Wateringen met solvelden en 2 morgen; 1390: met hofstede en boomgaard) : Heer Gerrit van de Wateringe, in 1287 als leenheer vermeld, als leenman vermeld, LRK 5 fol. 45v, Nassaus Domein, nr fol : Jan van de Wateringe, 1306 ridder, als leenheer vermeld , Nassaus Domein, nr fol : Jan van de Wateringe, 1337 ridder, als leenheer vermeld , Nassaus Domein, nr fol en fol : Willem van de Wateringe, 1350 ridder, als leenheer vermeld , Nassaus Domein, nr fol. 358 en fol : Jan van de Wateringe, ridder, 1367 als leenheer vermeld, Nassaus Domein, nr fol : Albert van de Wateringe, ridder, 1366 als leenheer vermeld, Nassaus Domein, nr fol. 381 en fol : Heer Lodewijck, bastaardzoon van Willem, hertog etc., tocht zijn echtgenote vrouwe Alienore van Floyen (L.H. 54, fol. 136) : Helmich van Doirnick na overdracht door heer Lodewijck, heer tot Schandener, bastaardzoon van Willem, hertog etc., zoals het leen was afgestorven bij dode van Jan van Egmonde Jansz. (L.H. 59, cap. II, fol. 2). 4

5 : Jonkvrouwe Willem van der Wateringhe Jansdochter van Egmonde, gehuwd met Willem van Naildwyck, na overdracht door Helmich van Dornick, bij kinderloos overlijden te versterven op haar neef heer Willem van Egmonde (L.H. 62, fol. 94v) : Vrouwe Jacob, hertogin in Beyeren, van Hollant, gravin van Oostervant en van Ponthieu, vrouwe van Zuyt Beveland en van Voirne, in ruil voor andere goederen (L.H. 112, fol. 47) : Willem van Naeldwijc met ledige hand (L.H. 93, fol. 12) : Willem van Naeldwijc met ledige hand (L.H. 114, fol. 22v) : Heer Heynrick, heer tot Naeldwijck bij dode van zijn moeder jonkvrouwe Willem van der Watering (L.H. 120, cap. N.H., fol. 5v). Gesplitst in 4A en 4B. 4A. 21 morgen in de Poel, waarin de oude hof, 5 morgen en tweemaal 8 morgen : Dirk van Poelgeest voor Willem van Naaldwijk bij dode van Hendrik van Naaldwijk, haar vader, LRK 122 c. Nd.-Holland fol. 34v : Johan, heer van Montfoirt, doet opnieuw hulde (L.H. 122, cap. N.H., fol. 34v) : Jonkvrouwe Machtelt van Montfoirt, vrouwe van Arenberch, hulde door Jan Potter d Oude, bij dode van haar moeder vrouwe Willem van Naeldwijck, vrouwe van Montfoirt (L.H. 123, cap. N.H., fol. 5; belast zij ten behoeve van jonkvrouwe Margriete Jacob de Conincxdochter, weduwe van Eeuwout Lievensz. van Hogelande het buitenland vanaf de Vlaerdingse haven in de richting van Schiedam, dat grotendeels allodiaal is, groot 70 morgen, met 250 karolus gulden) : Vrouwe Margriete, gravin van der Marck en Arenberg, gehuwd met heer Johan van Ligne, graaf van Arenberge, vrijheer van Barbancon, ridder, raad en kamerling, hulde door meester Nicasius Hanneman, advocaat voor het Hof van Holland, volgens procuratie d.d , na overdracht namens haar grootmoeder vrouwe Machteld van Montfoort, gravinne douarière van der Marck en Arenberge, vrouwe van Naaldwijck, door haar rentmeester Willem van Hooff (L.H. 127, cap. N.H., fol. 59v) : Heer Charles, prins van Rebeque, graaf van Arenberge, bij dode van zijn moeder vrouwe Margriete, gravin van Arenberge (L.H. 193, fol. 40v) : Frederick Heynrick, prins van Orangien, grave van Nassau, heer van Sint Geertruydenberge en de beide Zwaluwen, generaal van de ruiterij van de Verenigde Nederlanden, na overdracht door meester Dirck Duyst van Voorhout, raad, namens Carel, prins van Gavere, van Arenberge en van Rebecque, baanderheer van Edinge en Commeren (L.H. 141, cap. N.H., fol. 4) : Wilhelm, prins van Oraignen etc. bij dode van zijn vader Frederick Henrick, prins van Oraignen etc., hulde door zijn raad heer Laurens Buysero, ridder, secretaris en griffier (L.H. 150, cap. N.H., fol. 65). 4B. 10 morgen in Wateringen op t Lent ten oosten van de boomgaard van Wateringen, (1521: oost: het klooster ter Lee, west: de zusters van St. Agatha te Delft, zuid: de jonkheer van Aremberg, noord: de Noordweg), 2½ morgen met de solvelden aldaar, (1521: genaamd Hofweide, oost: het dorp Wateringen, west: de leenman, zuid: de heerweg, noord: jonkheer Rustyoc), en de Duifhuiskamp (1521: het Duifhuislaod), groot 4 morgen in 25 morgen in de Poel aldaar, (1521: noord en zuid: de jonkheer van Aremberg, west: erven Jacob Pijosz., oost: de leenman) : Jan Klaag. Scout voor prior en convent te Wateringen bij overdracht door heer Hendrik, heer van Naaldwijk, LRK 120 c. Nd.-Holland fol

6 : Willem van Naaldwijk voor prior en convent bij dode van Jan Klaasz. Scout, LRK 121 c. Nd.-Holland fol : Cornelis Suys voor prior en convent van St. Bernard bij dode van Willem van Naaldwijk, LRK 123 c. Nd.-Holland fol. 11v : Prior en convent vermeld, LRK 286 fol : Mr. Cornelis van Capella voor prior en convent bij dode van Cornelis Suys, en voor het recht op het terrein van de hof zullen zij 1600 pond eens en 30 pond jaarlijks betalen, LRK 125 c. Nd.-Holland fol en fol : Jan Hobijn, procureur bij het Hof van Holland, voor heer Bernard van Orsoy, prior, en convent bij dode van Cornelis van Capella, LRK 132 c. Nd.-Holland fol Drie blokken korentienden en een smaltiende in Wateringen (13..: een korentiende, een tiend, genaamd Soodighe tiende en een smaltiende) : De heer van Wassenaar vermeld, LRK 5 fol : Dieric, burggraaf van Leyden, ridder, mag het leen in achterleen geven aan heer Aernoud van Groenevelde, die het bij kinderloos overlijden van Dieric het rechtstreeks van de graaf zal houden (L.H. 1, fol. 20 en huisarchief Sijpensteijn inv.nr. 1438; : Dirc, burggraaf van Leyden, ridder beleent heer Arnout van Groenevelt, gehuwd met ver Lizibeth, weduwe van Claes Persijn, broer van de leenheer, die haar lijftocht aan het leen heeft) : Philips van Wassenaer bij dode van zijn oom heer Dieric, burggraaf van Leyden (L.H. 5, fol. 6) : Dirc van Wassenair, burggraaf van Leyden (Leenkamer Wassenaer, register AA, fol. 11, 66, 67v en 72) : Heer Philips van Wassenair, burggraaf van Leyden, bij dode van zijn vader (L.H. 52, fol. 36) : Heer Philips van Wassenair, burggraaf van Leyden, met ledige hand (L.H. 54, fol. 12v) : Heer Henric van Wassenair na overdracht door zijn vader heer Philips van Wassenair (L.H. 67, fol. 7v) : Jacob, heer van Wassenaer, bij dode van zijn vader heer Henric, heer van Wassenaer (L.H. 116, cap. N.H., fol. 2) : Heer Jan, heer van Wassenair, om de diensten die hij 2 jaar geleden heeft verleend in de oorlog tegen Ghent en tegen betaling van 1000 kronen van 48 groten, bij dode van zijn broer Jacob heer van Wassenair met diens lenen (L.H. 116, cap. N.H., fol. 6 en 6v) : Johan, heer van Wassenaer, onmondig, hulde door heer Philips van Spaengen, ridder, bij dode van zijn vader heer Jacob, heer van Wassenaer, ridder, raad en kamerling (L.H. 122, cap. N.H., fol. 2v) : Jonkvrouwe Marie van Wassenaire, hulde door heer Floris van Egmondt, graaf van Buyren, heer van IJsselsteyn en Sint Mertensdijck, bij dode van haar vader heer Johan van Wassenaire (L.H. 124, cap. N.H., fol. 58v) : Jonkheer Jacob van Lingny, heer van Belloel en Stambrugge, namens zijn vrouw jonkvrouwe Marie, vrouwe van Wassenair en burggravin van Leyden (Leenregister Wassenaar E, fol. 6v) : Jonkheer Philips van Ligne, heer van Wassenaer, hulde door meester Cornelis de Jonge, rentmeester van Wassenaer, volgens procuratie d.d verleden door zijn vader heer Jacob, graaf van Ligne, bij dode van zijn moeder jonkvrouwe Marie van Wassenaer (L.H. 127, cap. N.H., fol. 14). 6

7 : Heer Lamoral, prins van Ligne, markies van Roubaix, heer van Wassenaer, ridder, bij dode van zijn vader heer Philips, graaf van Ligne, heer van Wassenaer (L.H. 193, fol. 51 en leenregister Wassenaar K, fol. 134v) : Claude Lamorael, prins van Ligne, Amblize en het Heilige Rijk, markies van Ville en Roubaix, ridder van de orde van het gulden vlies, generaal van de ruiterij van de koning van Hispagne in Nederlandt, hulde door heer Anthonie Blondel, baljuw van het markiezaat van Robaix, volgens procuratie d.d , bij dode van zijn broer Albert Henrick, prins van Ligne etc., die het leen had geërfd van zijn grootvader heer Lamorael, prins van Ligne etc. (L.H. 151, cap. N.H., fol. 51). 6. Een korentiende in Wateringen bij de kerk : Gerrit Doede, die in achterleen gaf aan Arnout de Muys, vermeld, LRK 5 fol. 47v. 7. De korentiende van de vrouwe uter Wijk in Wateringen : De leenheer int de helft na de dood van de vrouwe uter Wijk tijdens de oogst, Hamaker, I, p Een korentiende in Wateringen : Gerrit Sweym, LRK 49 fol : Gijsbert Sweym te Leiden, LRK 50 fol. 85 nr : Heer Albert van de Wateringe bij overdracht door Gijsbert Sweym Gerritsz., LRK 50 fol. 158v nr : Heer Aelbrecht van der Wateringhe krijgt het recht van opvolging van zijn dochter (L.H. 49, fol. 22v) : Jonkvrouwe Willem heer Aelbrechtsdochter van der Wateringhe tocht haar man Gherijt van Egmonde (L.H. 50, fol. 310v) : Jonkvrouwe Willem heer Aelbrechtsdochter van der Wateringhe, gehuwd met Gherijt van Egmonde, met ledige hand (L.H. 422, fol. 49) : Heer Lodewijck, bastaardzoon van Willem, hertog etc., tocht zijn echtgenote vrouwe Alienore van Floyen (L.H. 54, fol. 136) : Helmich van Doirnick na overdracht door heer Lodewijck, heer tot Schandener, bastaardzoon van Willem, hertog etc., zoals het leen was afgestorven bij dode van Jan van Egmonde Jansz. (L.H. 59, cap. II, fol. 2) : Jonkvrouwe Willem van der Wateringhe Jansdochter van Egmonde, gehuwd met Willem van Naildwyck, na overdracht door Helmich van Dornick, bij kinderloos overlijden te versterven op haar neef heer Willem van Egmonde (L.H. 62, fol. 94v) : Vrouwe Jacob, hertogin in Beyeren, van Hollant, gravin van Oostervant en van Ponthieu, vrouwe van Zuyt Beveland en van Voirne, in ruil voor andere goederen (L.H. 112, fol. 47) : Willem van Naeldwijc met ledige hand (L.H. 93, fol. 12) : Willem van Naeldwijc met ledige hand (L.H. 114, fol. 22v) : Heer Heynrick, heer tot Naeldwijck bij dode van zijn moeder jonkvrouwe Willem van der Watering (L.H. 120, cap. N.H., fol. 5v) : Vrouwe Willem van Naeldwijck, vrouwe van Montfoirt, gehuwd met Johan, heer van Montfoirt, hulde door Dieric van Polgeest, bij dode van haar vader heer Hendrick van Naeldwijck (L.H. 122, cap. N.H., fol. 34v) : Johan, heer van Montfoirt, doet opnieuw hulde (L.H. 122, cap. N.H., fol. 34v). 7

8 : Jonkvrouwe Machtelt van Montfoirt, vrouwe van Arenberch, hulde door Jan Potter d Oude, bij dode van haar moeder vrouwe Willem van Naeldwijck, vrouwe van Montfoirt (L.H. 123, cap. N.H., fol. 5; belast zij ten behoeve van jonkvrouwe Margriete Jacob de Conincxdochter, weduwe van Eeuwout Lievensz. van Hogelande het buitenland vanaf de Vlaerdingse haven in de richting van Schiedam, dat grotendeels allodiaal is, groot 70 morgen, met 250 karolus gulden) : Vrouwe Margriete, gravin van der Marck en Arenberg, gehuwd met heer Johan van Ligne, graaf van Arenberge, vrijheer van Barbancon, ridder, raad en kamerling, hulde door meester Nicasius Hanneman, advocaat voor het Hof van Holland, volgens procuratie d.d , na overdracht namens haar grootmoeder vrouwe Machteld van Montfoort, gravinne douarière van der Marck en Arenberge, vrouwe van Naaldwijck, door haar rentmeester Willem van Hooff (L.H. 127, cap. N.H., fol. 59v) : Heer Charles, prins van Rebeque, graaf van Arenberge, bij dode van zijn moeder vrouwe Margriete, gravin van Arenberge (L.H. 193, fol. 40v) : Frederick Heynrick, prins van Orangien, grave van Nassau, heer van Sint Geertruydenberge en de beide Zwaluwen, generaal van de ruiterij van de Verenigde Nederlanden, na overdracht door meester Dirck Duyst van Voorhout, raad, namens Carel, prins van Gavere, van Arenberge en van Rebecque, baanderheer van Edinge en Commeren (L.H. 141, cap. N.H., fol. 4) : Wilhelm, prins van Oraignen etc. bij dode van zijn vader Frederick Henrick, prins van Oraignen etc., hulde door zijn raad heer Laurens Buysero, ridder, secretaris en griffier (L.H. 150, cap. N.H., fol. 65). 9. Een tiende in Wateringen; 10 morgen land aldaar en een woning : Lijftocht van Hugo Nagel, gehuwd met Dirk van Alphen, op de mindere helft, LRK 30 fol. 58 nr Een tiende (1435: de grote korentiende) in Wateringen, (1435: oost: Dirk van Zwieten en zijn vrouw, west: Willem van Naaldwijk met de grote korentiende van Naaldwijk, zuid: een gemene wetering, genaamd Zwet, noord: de banweg) : Toegewezen aan Albert, bastaardzoon van de leenheer, tot hij ander goed zou krijgen, LRK 52 fol : Toegewezen als eigen aan Gerrit van Egmond, ridder, en Jan van Egmond, knaap, zijn zoon, in ruil voor hun aanspraken op Teilingen en goed in Voorhout, Graven van Holland, inv : Willem van Egmond van de Wateringe, gehuwd met Willem van Naaldwijk, bij opdracht, eventueel te komen op Willem, broeder van Egmond, heer van IJsselstein, LRK 114 fol. 34v-35v : Heer Heynrick, heer tot Naeldwijck bij dode van zijn moeder jonkvrouwe Willem van der Watering (L.H. 120, cap. N.H., fol. 5v) : Vrouwe Willem van Naeldwijck, vrouwe van Montfoirt, gehuwd met Johan, heer van Montfoirt, hulde door Dieric van Polgeest, bij dode van haar vader heer Hendrick van Naeldwijck (L.H. 122, cap. N.H., fol. 34v) : Johan, heer van Montfoirt, doet opnieuw hulde (L.H. 122, cap. N.H., fol. 34v) : Jonkvrouwe Machtelt van Montfoirt, vrouwe van Arenberch, hulde door Jan Potter d Oude, bij dode van haar moeder vrouwe Willem van Naeldwijck, vrouwe van Montfoirt (L.H. 123, cap. N.H., fol. 5; belast zij ten behoeve van jonkvrouwe Margriete Jacob de Conincxdochter, weduwe van Eeuwout Lievensz. van Hogelande het buitenland 8

9 vanaf de Vlaerdingse haven in de richting van Schiedam, dat grotendeels allodiaal is, groot 70 morgen, met 250 karolus gulden) : Vrouwe Margriete, gravin van der Marck en Arenberg, gehuwd met heer Johan van Ligne, graaf van Arenberge, vrijheer van Barbancon, ridder, raad en kamerling, hulde door meester Nicasius Hanneman, advocaat voor het Hof van Holland, volgens procuratie d.d , na overdracht namens haar grootmoeder vrouwe Machteld van Montfoort, gravinne douarière van der Marck en Arenberge, vrouwe van Naaldwijck, door haar rentmeester Willem van Hooff (L.H. 127, cap. N.H., fol. 59v) : Heer Charles, prins van Rebeque, graaf van Arenberge, bij dode van zijn moeder vrouwe Margriete, gravin van Arenberge (L.H. 193, fol. 40v) : Frederick Heynrick, prins van Orangien, grave van Nassau, heer van Sint Geertruydenberge en de beide Zwaluwen, generaal van de ruiterij van de Verenigde Nederlanden, na overdracht door meester Dirck Duyst van Voorhout, raad, namens Carel, prins van Gavere, van Arenberge en van Rebecque, baanderheer van Edinge en Commeren (L.H. 141, cap. N.H., fol. 4) : Wilhelm, prins van Oraignen etc. bij dode van zijn vader Frederick Henrick, prins van Oraignen etc., hulde door zijn raad heer Laurens Buysero, ridder, secretaris en griffier (L.H. 150, cap. N.H., fol. 65). 11. De helft van een korentiende in Wateringen, genaamd Honaard, waarvan Arnout van Duvenvoorde (1547: de heer van Matenesse) de andere helft heeft, (1517: jaarlijks 24 pond waardig) : Lodewijk van Gruithuizen, ridder, raad en kamerling, bij opdracht uit eigen, LRK 118 c. Nd.-Holland fol : Jan van Heemstede draagt de andere helft, die hij houdt van Arnout van Duvenvoorde, over aan heer Lodewijk van de Gruuthuse, stadhouder-generaal van Holland, prins van Steenhuizen, en stelt zijn huis te Heemstede als onderpand, LRK 118 c. Nd.-Holland fol : Gerrit, heer van Abbenbroek, ridder, voor Johan, heer van Gruuthuse, graaf van Winchester, prins van Steenhuizen, bij dode van Lodewijk van Brugge, heer van Gruuthuse, diens vader, LRK 121 c. Nd.-Holland fol : Cornelis Sibrandsz. voor Jan van Vlaanderen, baljuw van Brugge, heer van Onlede, voor Lodewijk van Brugge, heer van Gruuthuse, graaf van Winchester, prins van Steenhuizen, bij dode van Johan van Brugge, gehuwd met Maria van Melun, diens vader, LRK 123 c. Nd.- Holland fol. 57v : Lodewijk van Brugge vermeld, LRK 286 fol : Gerrit van Loo, klerk van de Rekenkamer, voor René van Brugge, heer van Gruuthuse, graaf van Winchester, prins van Steenhuizen, burger van Brugge, bij dode van Lodewijk, diens broer, bevestigd door Pieter van Gréboval en Reinout Hellin, LRK 125 c. Nd.-Holland fol : Vincent Cornelisz., raad en tresorier-generaal, bij overdracht door René van Brugge, heer van Gruuthuse, prins van Steenhuizen, baron van Spiere en Haamstede, heer van Avelgem, Oostkamp, Berthem, Frumethon, Biaz, Boure enz., LRK 127 c. Nd.-Holland fol. 25v : Jacob, heer van Cabauw, voor mr. Cornelis van Mierop, domproost te Utrecht, zijn broer, bij dode van Vincent Cornelisz., diens vader, LRK 127 c. Nd.-Holland fol : Jacob van Cabauw bij dode van Cornelis van Mierop, zijn broer, LRK 132 c. Nd.- Holland fol : Lijftocht van Katharina van Oosterlinx, gehuwd met Jacob, heer van Cabauw, LRK 138 fol. 80v-82. 9

10 : Adriaan Rutgersz. van IJlem voor de kinderen en kleinkinderen van Margaretha, Eva, Magdalena en Martha, zusters van Jacob van Cabauw, bij dode van hun oom, LRK 138 fol v. Het leen 11 gesplitst in 11A en 11B. 11A. De helft van het leen : Jacques de Ghein voor Katharina Stalparts van de Wiele, zijn schoonzuster, weduwe mr. Cornelis Duin, licentiaat in de rechten, bij dode van Jacob van Cabauw, haar oudoom, na kaveling, LRK 143 c. Nd.-Holland fol : Pieter vafi Groenewegen, notaris te den Haag, voor Jan Ewoutsz. Houckgeest te den Haag ook voor Maarten Florisz. van Groenewegen en Wibrand Klaasz. Tubbalekan te den Haag bij overdracht door Jacques de Ghein voor Katharina Stalparts van de Wiele, weduwe, LRK 143 c. Nd.-Holland fol. 73v : Jan Ewoutsz. Houckgeest te den Haag bij overdracht door Maarten Florisz. van Groenewegen en Wibrand Klaasz. Tubbalekan met hun derdedelen, LRK 144 c. Nd.-Holland fol B. De helft van het leen : IJsbrand van Bleiswijk, curator van wijlen Cornelis van Mierop, voor Cornelis de Witte en Jacob Boot, curator van wijlen Françoise de Witte, Maria de Witte en Adriaan Michielsz. Eems, bij dode van Eva Stalparts van de Wiele, die aankwam van Jacob van Cabauw, waarna overdracht aan Jacob van Bokhoven, LRK 144 c. Nd.-Holland fol. 30v-32v : Johan van Wassenaar, heer van Duvenvoorde enz., stadhouder van de lenen, bij overdracht door Salomo van Geestdorp voor Jacob van Bokhoven, commies van de artillerie van de Staten Generaal, diens zwager, LRK 146 c. Nd.-Holland fol. 10v-11v : Mr. Johan van Pothoven, advokaat bij het Hof van Holland, voor Pieter van Wassenaar, heer van Starrenburg, kapitein van een kompagnie voetknechten in Staatse dienst, bij dode van Johan, diens vader, LRK 150 c. Nd.-Holland fol. 53v Een smaltiende van look, vlas, honing e.d. in Naaldwijkerbroek in Wateringen : Gerrit Doede vermeld, LRK 5 fol. 47v : Gijsbert Sweym met ledige hand, LRK 422 fol. 49 nr : Jan van der Werve bij dode van zijn vader Spronc van der Werve (L.H. 62, fol. 80v) : Herper van der Werve bij dode van zijn broer Jan van der Werve (L.H. 62, fol. 169v) : Jonkvrouwe Steffenye van der Werve, hulde door Willem van Alcmade IJsbrantsz., na overdracht door haar vader Herper van der Werve, behoudens het vruchtgebruik en de lijftocht van haar moeder Janne van den Berghe; bij kinderloos overlijden te versterven op haar zuster Volcwijff (L.H. 116, cap. N.H., fol. 69v) : Katherine Roelofsdochter, gehuwd met Floris Bolle, bij dode van haar moeder jonkvrouwe Steffenije van der Werve en draagt het leen over aan haar zuster Alijde Roelofsdochter, hulde door haar vader Roelof Andriesz. (L.H. 120, cap. N.H., fol. 14) : Heer Aelbert Bol, priester, hulde door IJsbrant van Sperwou, bij dode van zijn moeder Alijt Roelofsdochter (L.H. 127, cap. N.H., fol. 84v) : Rudolf Bol zoals wijlen heer Albert Bol, priester, zijn broer, bevestigd door Willem Bol, zijn broer, LRK 128 c. Nd.-Holland fol. 13v : Jacob de Heuyter bij decreet zoals Roeland Bol, LRK 132 c. Nd.-Holland fol

11 : Johan de Heuyter voor Jan de Heuyter, zijn neef, bij dode van Jacob, diens vader, LRK 132 c. Nd.-Holland fol. 15v : Jacob de Heuyter bij dode van Jan, zijn vader, hulde door Dirk van Grave namens zijn moeder Anna Voogd van Rijneveld, LRK 144 c. Nd.-Holland fol. 59v-61v : Pieter de Heuyter, heer van Oudheusden, bij dode van Jacob, zijn broer, LRK 149 c. Nd.-Holland fol. 81v. 13. Een smaltiende in Wateringen, (1529: strekkend voor aan de gemene weg) : Koenraad Jansz. en Jan van Zouwen, gehuwd met Aleid, bij dode van Heilwig, dochter van Willem Vastraadsz., waarna overdracht aan Gijsbert van der Mye Jansz., LRK 114 fol : Gijsbert van der Mye Jansz., LRK 282 fol : Gerard van der Mye bij dode van Gijsbert, zijn vader, LRK 120 c. Nd.-Holland fol. 20v : Engelbert van Scheyden bij dode van mr. Gerard van der Mye, zijn oom, LRK 125 c. Nd.-Holland fol : Mr. Cornelis Bertout Jansz. bij overdracht door Engelbert van Scheyden, LRK 125 c. Nd.-Holland fol. 27v : Nikolaas Simonsz. te Wateringen bij overdracht door Cornelis Bertout Jansz., LRK 125 c. Nd.-Holland fol. 98v : Arnout Nikolaasz. voor Anton Nikolaasz. bij dode van Nikolaas Simonsz., diens vader, LRK 126 c. Nd.-Holland fol. 33v : Adriaan Maartensz. bij overdracht door Anton Nikolaasz., LRK 127 c. Nd.-Holland fol. 34v : Maarten Adriaansz. bij dode van Adriaan Maartensz., zijn vader, LRK 138 fol. 136v- 137v : Adriaan Maartensz. te Monster bij dode van Maarten Adriaansz., zijn vader, LRk 145 c. Nd.-Holland fol. 28v : Maarten Reynen, wonend in de uithof te Monster, bij overdracht door Adriaan van der Mijle, eertijds secretaris van prins Maurits, voor Adriaan Maartensz. te Monster, LRK 145 c. Nd.-Holland fol : Willem Wiliemsz. Hogewerf te Wateringen bij overdracht door Maarten Reynen, LRK 145 c. Nd.-Holland fol. 69v morgen land in Wateringen, noord: de Vlietweg, zuid: de Zwet, oost: het klooster Leeuwenhorst, west: Jan Boudijnsz. en Hanne Klaasz : Jan van Elsgeest ten eigen, LRK 2 fol. 60 nr ½ morgen 93 roeden land in de woning ten Hoek : IJsbrand Ogiersz. uten Hoek ten eigen in ruil voor land in Rijswijk, dat even groot zal zijn, LRK 2 fol. 16v nr Een woning van 18 morgen in Wateringen, oost: Pieter Arlewijn (1506: het klooster Syon), zuid: de Zwet, west: het klooster Rijnsburg, het kapittel van Naaldwijk, weduwe Engbert Stalmeester en weduwe Jan Arnoutsz. (1506: Filips Simonsz., provisor van Delfland, en de pastoor van Wateringen), noord: de heerweg van Wateringen : Jan Ruigrok, raad, bij opdracht uit eigen, LRK 116 c. Nd.-Holland fol. 42v

12 : Klaas Ruigrok van de Werve bij overdracht door Jan Ruigrok, gehuwd met Heilzoete, die missen in de kerk van Rijswijk en op St. Jans altaar in de Grote kerk van den Haag stichten, en hij zal ten dele in achterleen geven aan Frank Ruigrok, zijn broer, LRK 118 c. Nd.- Holland fol. 19v : Lijftocht van Katharina van Treslong, gehuwd met Klaas Ruigrok van de Werve, op 25 pond groten Vlaams, LRK 118 c. Nd.-Holland fol. 45v : Lijftocht van Katharina van Treslong, gehuwd met Klaas Ruigrok, LRK 120 c. Nd.- Holland fol. 8v : Jan van de Werve bij dode van Klaas Ruigrok van de Werve, zijn vader, LRK 120 c. Nd.-Holland fol. 61v : Lijftocht van Elisabeth van der Does, gehuwd met Jan van de Werve, op 20 pond groten Vlaams maar op 12 pond tijdens het leven van Katharina van Treslong, zijn moeder, LRK 122 c. Nd.-Holland fol. 21v : Lodewijk van de Werve bij dode van Jan, zijn broer, LRK 122 c. Nd.-Holland fol. 53v : Belast voor Willem Gillisz. van Zouteveen met 30 gouden rijnse guldens door Lodewijk van de Werve, LRK 123 c. Nd.-Holland fol : Lijftocht van Jacomina, dochter van Albert van Wissekerke, gehuwd met Lodewijk van de Werve, LRK 123 c. Nd.-Holland fol. 53v : Jacob van Domburg, ridder, voor Agnes, dochter van Klaas van de Werve, zijn vrouw, bij dode van Lodewijk, haar broer, LRK 123 c. Nd.-Holland fol : Adriaan yan Domburg, bastaard, voor Maria, dochter van heer Jacob van Domburi, zijn zuster, bij dode van Agnes van de Werve, haar moeder, met lijftocht van haar vader, LRK 124 c. Nd.-Holland fol. 2v : Jan van Ei1 voor Maria van Domburg, zijn vrouw, LRK 124 c. Nd.-Holland fol. 2v : Mr. Jan van Ilpendam Pietersz. voor Maria van Domburg, weduwe Jan van Eil Matthijsz., heer van Geisteren, LRK 124 c. Nd.-Holland fol. 2v : Jacob van Eil, heer van Geisteren, bij dode van Maria van Domburg, zijn moeder, LRK 129 c. Nd.-Holland fol : Willem van de Werve bij dode van Jacob van Eil, zijn neef, LRK 138 fol. 64v-65v : Gerrit van der Burch voor Helena Turk bij dode van Jacob van Eil, haar man, LRK 138 fol. 66v : Jan van de Wiele, gehuwd met Elisabeth Ruigrok van de Werve, voor Jacob, zijn zoon, bij dode van Willem Ruigrok van de Werve, diens oudoom, LRK 138 fol. 108v-112v en fol. 394v-395v : Cornelis van de Pol, procureur bij het Hof van Holland, voor Johanna van Almaras, dochter van Anna van de Werve, bij dode van Willem van de Werve, haar oom, LRK 138 fol. 290v-292v : François Couck voor Augustijn Turk, heer van St. Aagtekerke enz., bij dode van Helena Turk, vrouwe van Geisteren, diens tante, LRK 138 fol v : Hulde van Jacob van de Wiele, LRK 138 fol. 394v : Willem van de Wiele van de Werve, ambachtsheer van Nieuwerkerke, bij dode van Jacob van de Wiele van de Werve, ambachtsheer van Grijsoord, zijn vader, voor zijn huwelijk met Elisabeth Poppe, LRK 149 c. Nd.-Holland fol v morgen land in Wateringen : IJsbrand Ogiersz. uten Hoek ten eigen voor een derde van de waarde en hij belooft binnensjaars evenveel op te dragen, LRK 2 fol. 5v nr

13 18. 9½ (1390: 10) morgen land (1390: in Wateringen en Rijswijk), noord: Jan van den Zijl, zuid: Katharina Dirksdr : Dirk Woutersz., LRK 5 fol : Dirk Woutersz. met ledige hand, LRK 422 fol. 33v nr morgen land in Wateringen (1526: gemeen met het gasthuis van Delft en de graaf van Nassau in 21 morgen), oost: heer Jan van den Woude (1521: de leenman met 2 morgen; 1526: het gasthuis van Delft), west: de kerk van Wateringen, noord: de banweg (1521: de graaf van Nassau met 3 morgen 2 hont), zuid: de Zwet, (1521: gebruikt door de leenman, jaarlijks 12 pond 10 s. waard) : Jan van der Nesse bij opdracht uit eigen, LRK 54 fol : Adriaan van der Hoorn huldt, nadat Jan Vos Adriaansz., zijn oom, hulde had gebracht aan hertog Willem VI, toen Jan van der Nesse hem overdroeg, LRK 59 (VIII) fol. 6v : Adriaan van der Hoorn, LRK 62 fol. 25v : Adriaan van der Hoorn, LRK 114 fol : Lijftocht van Lucia Frankendr., gehuwd met Adriaan van der Hoorn, op de mindere helft, LRK 114 fol. 153v : Adriaan van der Hoorn, LRK 282 fol. 29v : Gijsbert van der Hoorn voor Machteld, dochter van Adriaan van der Hoorn, bij dode van haar vader, LRK 118 c. Nd.-Holland fol. 51v : Joris Pietersz. bij overdracht door Filips Willemsz. voor Cunera van Leefdaal, diens vrouw, LRK 120 c. Nd.-Holland fol. 37v : Dirk Joris Pietersz. bij dode van zijn vader, LRK 122 c. Nd.-Holland fol. 56v : Pieter Jorisz. bij dode van Dirk Jorisz., zijn broer, LRK 123 c. Nd.-Holland fol. 56v : Pieter Jorisz. vermeld, LRK 286 fol. 54v : Ewout Antonsz. voor Anneke Pietersdr. bij dode van Pieter Jorisz., haar vader, LRK 124 c. Nd.-Holland fol. 92v : Mr. Jan van Ilpendam voor Clementia Hannemans, zijn vrouw, bij overdracht door Jan Hendriksz. voor Anneke Pieters, diens vrouw, LRK 127 c. Nd.-Holland fol. 48v, LRK 134 fol : Dirk Hanneman, secretaris van het Hof van Holland, bij dode van Clementia Hannemans, zijn tante, LRK 134 fol. 322v : Hulde van Dirk Pietersz. te Naaldwijk voor Anneke Pietersdr., zijn schoonmoeder, bij dode van Jan Hendriksz., haar man (!), LRK 135 fol : Nicasius Hanneman bij dode van Dirk, zijn vader, LRK 137 fol. 26v, LRK 136 fol : Hulde van Nicasius Hanneman, LRK 137 fol. 26v, LRK 136 fol ½ morgen land in Wateringen van het noordeinde in, noord: de wetering op de grens tussen Wateringen en den Haag, zuid: de leenheer, oost: Klaas Grens, west: Gijsbert Sweym : IJsbrand Ogiersz. ten eigen, waarna overdracht aan Simon Hugenz. van Zaanden, LRK 2 fol. 34 nr morgen land in Wateringen in een stuk, waarvan de leenman nog 4 morgen houdt, (1391: gebruikt door Willem Hoen en Jan van der Molen). 13

14 : Gerrit van Delf bij koop na de dood van Arnout van Kessel, LRK 50 fol. 184 nr. 1199, RR nr. 223 fol. 6v : Aleid, dochter van Jan van Poelgeest, krijgt ten eigen na de dood van Gerrit van Delf, LRK 35 fol De woning van heer Jan van Duvenvoorde en het land, (1353: zijnde 7½ morgen, genaamd Duvenstein, in Wateringen en 7½ morgen in Haagambacht) : Floris van Duvenvoorde vermeld, LRK 5 fol. 46v : Gerrit de Witte van Coudenhove, ridder, krijgt de pacht van het goed ten eigen van heer Gerrit van Merxem, aan wie het was toegepacht voor 22 pond de morgen wegens vordering op de leenheer, na verbeurte door Arnout van Duvenvoorde, LRK 23 fol. 35v nr morgen land in Wateringen (1521: ten noorden van de Noordweg), oost: het klooster van der Leede, west: de zusters van St. Agatha te Delft, noord: de kerk van Monster, zuid: de noorweg van t Lent (1521: de heenweg) : Jan Klaasz. Scout voor prior en convent van Wateringen bij opdracht in ruil voor nr. 2, LRK 120 c. Nd.-Holland fol. 28v : Willem van Naaldwijk voor prior en convent bij dode van Jan Klaasz. Scout, LRK 121 c. Nd.-Holland fol : Cornelis Suys voor prior en convent van St. Bernard bij dode van Willem van Naaldwijk, LRK 123 c. Nd.-Holland fol. 11v : Prior en convent vermeld, LRK 286 fol : Mr. Cornelis van Capella voor prior en convent bij dode van Cornelis Suys, en voor het recht op het terrein van de hof zullen zij 1600 pond eens en 30 pond jaarlijks betalen, LRK 125 c. Nd.-Holland fol en fol : Jan Hobijn, procureur bij het Hof van Holland, voor heer Bernard van Orsoy, prior, en convent bij dode van Cornelis van Capella, LRK 132 c. Nd.-Holland fol morgen 4½ hont land in Wateringen, noord: de Hoydweg, oost: de wetering bij IJsbrand Ogiersz., zuid: de Zwet, west: de woning van IJsbrand Ogiersz., gehouden van heer Ogier van Kralingen; 10½ hont aldaar gemeen met de leenheer, noord: de grenswetering tussen Wateringen en den Haag, zuid: de leenheer, oost: Klaas Grens, west: Gijsbert Sweym : Jan van Rosenburg, dienaar van de leenheer, bij opdracht uit eigen, waarna overdracht aan IJsbrand Ogiersz., LRK 2 fol. 34 nr morgen 5½ hont land in Wateringen in Gillis Storms zaat gemeen met Jacob Pieter Wouterszz., die de rest kocht, strekkend van de banweg tot de Zwet : Gijsbert Jacobsz. bij dode van Jan Pieter Wouterszz. en krijgt ten eigen, LRK 53 fol. 13v. NB. Er is niet uitdrukkelijk van leen sprake ½ morgen land in Wateringen naast Floris van der Voort en Frederik IJsbrandsz., dat 4 pond waard is, (1382: zijnde 2 morgen in Naaldwijkerbroek, waar het huis van de vader van de leenman op stond, en 2 morgen voor Jan Krattemaker; 1403: west: Jan van den Velde, oost: het klooster Koningsveld) : IJsbrand van der Voort vermeld, LRK 5 fol. 51v. 14

15 : Willem Hugenz. bij dode van Hugo Jacobsz., zijn vader, het eerste perceel zoals IJsbrand van der Voort opdroeg aan graaf Floris, LRK 50 fol. 199v nr : Willem Hugo Jacobsz. te Naaldwijkerbroek met ledige hand, LRK 422 fol. 4v nr : Ida, dochter van Hugo Jacobsz., bij koop, LRK 53 fol. 29v : Albert Jansz. bij koop na de dood van Adriaan Hendriksz., LRK 62 fol. 23v : Albert gansz., LRK 62 fol : Albert Jansz., LRK 114 fol : Albert Jansz. ten eigen in ruil voor nr. 31, LRK 115 c. Nd.-Holland fol ½ (1390: 3) morgen land in Wateringen (1390: naast de woning van de leenman), oost (1390: Hendrik van Naaldwijk; 1521: Robert van Aremberg; 1635: de heer van Wateringen), west (1390: de heren van St. Jan; 1521: het kapittel van Naaldwijk), zuid (1390: Arnout Jacobsz. van Dijk; 1521: Robert van Aremberg), noord (1390: de banweg van Wateringen; 1521: de Vliet en de Broekweg), (1521: jaarlijks 7 pond 10 s. waard) : Herbaren Katharinenz. bij opdracht in ruil voor het wanthuis van Vlaardingen, roerend van Voorne, dat die van Vlaardingen kochten, Heren van Voorne, inv. 29 fol. 72v nr NB. Zie Ons Voorgeslacht, jrg. 28, 1973, p. 110 nr : Herbaren Gerritsz. met 3 morgen met ledige hand, LRK 422 fol : Herbaren Katharinenz. te Naaldwijk met ledige hand, LRK 422 fol. 15 blad en fol. 8 nr : Gerrit Herbarenz. zoals Herbaren ver Katharinenz., zijn vader, LRK 52 fol. 55 nr : Harper Gherijtsz. (L.H. 62, fol. 52v) : Gerrijt Herpersz. bij dode van zijn vader Herper Gerijtsz. (L.H. 93, fol. 105) : IJsbrant Gerijtsz. bij dode van zijn vader Gerijt Herpersz. (L.H. 94, fol. 6) : IJsbrand Gerritsz. vermeld, LRK 286 fol : Gerijt IJsbrantsz. te Rijswijck bij dode van zijn vader IJsbrant Gerijtsz. en vestigt ten overstaan van Nicasius Hanneman, Cornelis Barthoutsz. en Thomas Cachapijn, leenmannen van Hollandt, een lijfrente op twee lijven ten name van Alijdt van Malsen, oud 42 jaar, non te Conincxvelt, en van Marie, oud 12 jaar, respectievelijk zuster en bastaarddochter van Otte van Malsen, groot 16 karolus gulden per jaar (L.H. 125, cap. N.H., fol. 96v-97v) : Heer Zeegelijn van Alveringhe, heer tot Hofweghen, ridder, na overdracht door Gerrit IJsbrantsz. (L.H. 126, cap. Zeeland, fol. 13) : Josua van Halveringhe, onmondig, hulde door Claes van Damme, bij dode van zijn vader heer Zeeghelijn van Halveringhe, raad in de rekenkamer in den Hage (L.H. 126, cap. N.H., fol. 77v) : Josue van Alveringhe doet zelf hulde (L.H. 126, cap. N.H., fol. 78) : Samuel van Alveringhen bij dode van zijn broer Josuwe van Alveringhen, heer van Hofweghen (L.H. 133, fol. 145v) : Jonkvrouwe Susanne Licxals, gehuwd met Cornelis Wimersz. (L.H. 133, fol. 152v) : Frank Joostenz. bij overdracht door Hendrik Joostenz. voor Samuel van Alveringen, heer van Hofwegen, LRK 134 fol. 156v : Cornelis Frankenz. te Naaldwijkerbroek bij dode van Frank Joostenz., zijn vader, LRK 136 fol : Willem Cornelisz. van Rijdt te Naaldwijkerbroek in Wateringen bij overdracht door Frederik de la Faille, deurwaarder, voor Cornelis Frankenz. van Rijdt, zijn vader, LRK 147 c. Nd.-Holland fol. 38v-40v. 15

16 : Het dochtertje van Willem Cornelisz. van Rijdt te Honselersdijk, die bevestigd was, nadat haar vader na 7 maanden bezit stierf, krijgt ten eigen voor 1550 pond, Rekenkamer nr. 15 rood fol. 225v-226v ½ morgen land tussen Naaldwijk en Wateringen, noord: de banweg, oost: Willem Vlasmansz., zuid: IJsbrand Aagtenz., west: Jan Bertout Hugenz.; 1 morgen 1½ hont aldaar op de Lange weide, zuid: Egbert Roelofsz., noord: Jacob Roelofsz : Cornelis Hendriksz. Weytkin bij opdracht uit eigen, LRK 114 fol. 54v : Jacob Crusing Cornelisz. bij dode van Cornelis Hendriksz. Weytkin, zijn vader, LRK 116 c. Nd.-Holland fol : Cornelis Crusing, heer van Benthuizen, houtvester van Holland, ridder, bij dode van mr. Jacob Crusing, raad en eerste meester van de rekeningen in Holland, zijn vader, LRK 121 c. Nd.-Holland fol. 22v morgen 2 hont land in Wateringen (1387: in een stuk, waarvan Dirk Vastraad tweederde in leen heeft; 1429: gemeen met Heilwig, weduwe Jan Koenraadsz.), oost: de laan van Dirk Vastraadsz. (1457: Heilwig, weduwe Jan Koenraadsz.; 1458: Gijsbert van der Mye; 1530: 5 morgen laan; 1629: Maarten Reynen), west: de banwetering (1429: Gerrit Alewijnsz.; 1458: de Quacwetering; 1540: die gestopt is, en erven Klaas Jansz. te Delft), zuid (1429: Gerrit Wiggersz.; 1458: Jan van de Were; 1540: erven mr. Jan. de Heuyter te Delft), (1429: noord: de banweg) : Haaske, dochter van Gerrit Awijn, LRK 5 fol. 59v : Gerrit Dawijn, LRK 50 fol. 201v : Gerrit Dawijn niet te verzuimen, LRK 50 fol. 201v nr : Gerrit Dawijn, zoon van Haaske Hoevinx, LRK 50 fol. 257v nr. 1690, LRK 49 fol. 20v : Gerrit Dawijn met ledige hand, LRK 422 fol. 49 nr : Willem uten Broek, dienaar van de boeverij en fourie in den Haag, bij overdracht door Gerrit Dawijn Gerritsz., LRK 52 fol. 342v nr : Hendrik van den Hoek bij dode van Willem uten Broek, zijn vader, LRK 54 fol. 52v : Hoek Willemsz. uten Broek, LRK 62 fol : Jacob Arnoutsz. bij overdracht door Hendrik Hoek Willemsz. uten Broek, LRK 62 fol : Jacob Penne Arnoutsz., LRK 114 fol : Jacob Arnoutsz. alias Penne, LRK 282 fol : Jacob Penne bij dode van Jacob, zijn vader, LRK 116 c. Nd.-Holland fol : Gijsbert van der Mye, secretaris, bij overdracht door Jacob Penne Jacobsz., LRK 116 c. Nd.-Holland fol : Gerard van der Mye bij dode van Gijsbert, zijn vader, LRK 120 c. Nd.-Holland fol. 20v : Engelbert van Scheyden bij dode van mr. Gerard van der Mye, zijn oom, LRK 125 c. Nd.-Holland fol : Mr. Cornelis Bertout Jansz. bij overdracht door Engelbert van Scheyden, LRK 125 c. Nd.-Holland fol. 27v : Nikolaas Simonsz. te Wateringen bij overdracht door Cornelis Bertout Jansz., LRK 125 c. Nd.-Holland fol. 98v : Arnout Nikolaasz. voor Anton Nikolaasz. bij dode van Nikolaas Simonsz., diens vader, LRK 126 c. Nd.-Holland fol. 33v. 16