OPDRACHTKAART. Thema: Prepress. InDesign 13. Stijlen PP Voorkennis: De vorige praktijkopdrachten afgerond.

Transcriptie

1 OPDRACHTKAART PP Stijlen Voorkennis: De vorige praktijkopdrachten afgerond. Intro: Als je een tijdschrift leest, zie je dat alle pagina s op elkaar lijken. De teksten hebben bijvoorbeeld allemaal dezelfde kopjes en foto-onderschriften. Als je alle tekst in het tijdschrift kopje voor kopje, tekst voor tekst zou moeten veranderen, zou dat heel lang duren. Daarom kun je als hulpmiddel de paletten Alineastijlen en Tekenstijlen gebruiken. Opmaken gaat dan veel sneller. Doelen: Als je deze opdracht hebt uitgevoerd kun je: een tekenstijl aanmaken een alineastijl aanmaken een tekenstijl toepassen een alineastijl toepassen een tekenstijl wijzigen een alineastijl wijzigen Activiteiten: 1. Lees hoofdstuk 9.3 van het boek Grafische Vorming. 2. Maak de instaptoets. 3. Maak praktijkopdracht 13: Stijlen 4. Maak de bijbehorende vragen van praktijkopdracht Maak de toets. Tijd: Voor deze opdracht heb je 2 lesuren. Beoordeling: Is de opdracht gemaakt zoals het model en is het op de juiste manier opgeslagen (zie checklist)? Zijn de vragen volledig en juist gemaakt?

2 Instaptoets 13 PP Stijlen Zet de juiste namen bij de aangegeven onderdelen in onderstaande afbeelding.

3 PRAKTIJKOPDRACHT PP Stijlen Het palet Tekenstijlen: In het palet Tekenstijlen kun je specificaties van tekst vastleggen. Bijvoorbeeld font, corps of kleur. Dat doe je als volgt: Selecteer de tekst. Klik in het palet Tekenstijlen op de juiste stijl. De tekst staat meteen goed. Tekenstijlen aanmaken: Om een tekenstijl te gebruiken, moet je hem wel eerst aanmaken. Je kunt de stijlen die je maakt in het palet Tekenstijlen toepassen op alle tekens, woorden of zinnen die je selecteert. Ga naar de menubalk, Tekst. Kies Tekenstijlen. Ga in het palet Tekenstijlen naar het driehoekje rechtsboven. Kies in het optiemenu dat nu verschijnt Nieuwe stijl. Geef de stijl een naam in het menu dat nu verschijnt. Je kunt de stijl wel of niet baseren op een andere stijl. Je kunt de stijl ook een toetscombinatie geven. Met de toetsencombinatie geef je een tekst dan de stijl die je wilt. Geef een stijl nooit alleen een cijfer als toetscombinatie.

4 PRAKTIJKOPDRACHT PP Kies aan de rechterkant van het menu Nieuwe tekenstijl nu de tweede optie. In het venster dat nu verschijnt kun je lettertype, corps, regelafstand en nog meer specificaties ingeven. Met de vierde optie in het menu Nieuwe tekenstijl, kun je de kleuren ingeven. Klik op OK als je alles wat je wilt hebt ingegeven. Je ziet nu in het palet Tekenstijlen je net aangemaakte stijl staan. Het palet Alineastijlen: In het palet Alineastijlen kun je specificaties van een gehele alinea vastleggen. Bijvoorbeeld font, corps en kleur. Dat doe je als volgt: Ga met de cursor in de desbetreffende alinea staan. Klik in het palet Alineastijlen op de juiste stijl. De alinea staat meteen goed.

5 PRAKTIJKOPDRACHT PP Alineastijl aanmaken: Om een alineastijl te gebruiken, moet je hem wel eerst aanmaken. Je kunt de stijlen die je in het palet Alineastijlen maakt, alleen toepassen op alinea s Je maakt een alineastijl bijna op dezelfde manier als een tekenstijl. Het verschil is dat je in het palet Alineastijlen werkt. Ook kun je een alineastijl meer opties meegeven. Wat heb je nodig: computer printer tekstbestand tekst13.doc illustratiebestanden uit de map 13 floppydisk/zip Wat ga je doen: De opdracht stap voor stap uitvoeren: Start de computer op en log in. Kopieer het bestand tekst13.doc naar jouw map en plaats het in de map tekstdocumenten. Kopieer de map 13 naar jouw map en plaats hem in de map illustratiedocumenten. Start het opmaakprogramma Adobe InDesign op. Open een nieuw document. In het dialoogvenster dat verschijnt vul je in: Pagina s naast elkaar uit, Stramientekstkader uit, formaat A4, marges 10 rondom. Ga naar het palet Tekenstijlen en kies Nieuwe stijl. Geef de stijl de naam Kop. Kies bij gebaseerd op Geen tekenstijl. Typ bij sneltoets Command 1 (druk de commandtoets in en typ dan de 1). (Bij Windows typ je Ctrl en 1.) TIP Gebruik bij een sneltoetscombinatie altijd de cijfers aan de rechterkant van je toetsenbord, in combinatie met de Option-, Shift- of Command-toets. (Bij Windows de Ctrl-, Shift- en/of Alt-toets.) Kies nu rechts in het palet Standaard tekenopmaak. Vul hier in: Font: Futura Bold. Kies een vergelijkend schreefloos font als je deze niet hebt. Corpsgrootte: 14 punten. Regelafstand: 16 punten. Ga rechts in het menu naar tekenkleur. Kies als vulling zwart en als lijn geen kleur. Klik op OK. Maak een kleurstaal aan met de kleur PMS 485.

6 PRAKTIJKOPDRACHT PP Maak nu nog een tekenstijl aan met als naam Platte tekst. Kies bij gebaseerd op geen tekenstijl. Typ bij sneltoets Command 2 (druk de commandtoets in en typ dan de 2). (Bij Windows typ je Ctrl en 2.) Kies nu rechts in het palet Standaard tekenopmaak. Vul hier in: - Font: Futur Regular. Kies een font dat op Futur Regular lijkt (schreefloos), als je dit font niet hebt. Corpsgrootte: 10 punten. Regelafstand: 12 punten Ga rechts in het menu naar tekenkleur. Kies als vulling PMS 485 en als lijn geen kleur. Klik op OK. Plaats de tekst Tekst13.doc in de zetspiegel. Selecteer alle tekst. Geef de tekst de tekenstijl Body. Selecteer de kop. Geef de kop de tekenstijl Kop door de sneltoets te gebruiken. Beschrijf wat er gebeurt. Ga naar het palet Alineastijlen. Ga naar het driehoekje rechtsboven. Kies nieuwe stijl. Maak een nieuwe alineastijl aan met als specificaties: Naam: Alinea 1. Gebaseerd op: geen stijl. Volgende stijl: geen stijl. Sneltoets: Command7 (bij Windows Ctrl7) Font: Futura. Kies een font dat op Futura Regular lijkt (schreefloos), als je dit font niet hebt. Corpsgrootte: 12 pt. Regelafstand: 11. Kleur: PMS 355. Maak nog een alineastijl aan: Naam: Alinea 2. Gebaseerd op: geen stijl. Volgende stijl: geen stijl. Sneltoets: Command8 (bij Windows Ctrl8) Font: Futura. Kies een vergelijkend schreefloos font als je deze niet hebt. Corpsgrootte: 16 pt. Regelafstand: 20. Kleur: PMS 280. Selecteer alle tekst en kies Geen tekenstijlen in het palet Tekenstijlen. Ga met de cursor in de 1e alinea staan, typ Ctrl7. Zet de tweede alinea in de stijl Alinea 2. Zorg dat er niets geselecteerd is op de pagina.

7 PRAKTIJKOPDRACHT PP Dubbelklik op de alineastijl Alinea 1. Verander de corpsgrootte in 10 punten en de regelafstand in 12 punten. Klik op OK. Beschrijf wat er gebeurt. Dubbelklik op de alineastijl Alinea 2. Verander de corpsgrootte in 10 punten en de regelafstand in 12 punten. Klik op OK. Beschrijf wat er gebeurt. Maak de pagina verder af zoals het model. Typ je naam en klas onder de opdracht. Bewaar de opdracht onder de naam: InDesign opdracht 13 (eigen initialen). Print de opdracht. Theorie: Maak de vragen van opdracht 13. Typ de antwoorden op de computer. Print de antwoorden. Controleer je antwoorden. Inleveren: Een uitdraai van de opdracht. De uitwerking van de vragen. Aantekeningen

8 Checklist PP Leerling Docent Zijn de juiste gegevens ingevoerd in het programma? O O Zijn de maten juist? O O Zijn de bestanden juist geplaatst? O O Zijn de zetinstructies juist toegepast? O O Is de proefprint gemaakt en gecontroleerd? O O Zijn de vragen gemaakt en gecontroleerd? O O

9 Toets PP Stijlen 1. Wanneer is het nodig om stijlen te maken en te gebruiken? 2. Noem drie soorten drukwerk waarin jij stijlen zou toepassen.

10 Model PP