OPDRACHTKAART. Thema: Prepress. Photoshop 9. Laagstijlen PP Voorkennis: De vorige Photoshop opdrachten afgerond.

Maat: px

Weergave met pagina beginnen:

Download "OPDRACHTKAART. Thema: Prepress. Photoshop 9. Laagstijlen PP Voorkennis: De vorige Photoshop opdrachten afgerond."

Barbara Bos
5 jaren geleden
Aantal bezoeken:

1 OPDRACHTKAART PP Voorkennis: De vorige Photoshop opdrachten afgerond. Intro: Je kunt nu al aardig met het palet Lagen overweg. Je kunt: lagen aanmaken lagen verwijderen lagen samenvoegen lagen kopiëren In deze opdracht leer je hoe je lagen verschillende stijlen kunt geven. zijn van toepassing op de hele laag. Als je een bepaald deel van een foto een laagstijl wilt geven, moet je dat voorwerp wel vrijstaand maken. Doelen: Als je deze opdracht hebt uitgevoerd kun je: lagen verschillende stijlen geven Activiteiten: 1. Lees de instructiekaart van opdracht Maak praktijkopdracht 9:. 3. Bewaar je opdrachten in je map. Tijd: Voor deze opdracht heb je 2 lesuren. Beoordeling: Zijn de mogelijkheden goed gebruikt? Heeft de laag de gewenste stijlen? Is de opdracht goed opgeslagen? (zie checklist)

Instructiekaart PP-03-09-02 Je kunt lagen in Photoshop veel verschillende stijlen geven. Dat doe je door naar de menubalk, Lagen, te gaan en dan opties voor overvloeiing te kiezen.

Je geeft een laag een laagstijl door een laagstijl aan te vinken. Als je een laagstijl hebt aangevinkt, kun je de laagstijl aan de rechterkant van het menu nog bewerken.

2 Instructiekaart PP Je kunt lagen in Photoshop veel verschillende stijlen geven. Dat doe je door naar de menubalk, Lagen, te gaan en dan opties voor overvloeiing te kiezen. Als je het menu van opties voor overvloeiing voor je hebt, zie je dat het scherm in tweeën is verdeeld. Aan de linkerkant van het menu staan alle laagstijlen die je kunt instellen. Je geeft een laag een laagstijl door een laagstijl aan te vinken. Als je een laagstijl hebt aangevinkt, kun je de laagstijl aan de rechterkant van het menu nog bewerken. Als je een laag laagstijlen hebt gegeven, zie je in het palet Lagen een extra teken in de laag verschijnen. Dit teken betekent dat de laag laagstijlen heeft. Je kunt de laagstijlen altijd weer aanpassen of uitzetten. Dat doe je door naar de menubalk, Lagen, te gaan en weer opties voor overvloeiing te kiezen. Je kunt in het menu je laagopties veranderen of uitzetten.

3 PRAKTIJKOPDRACHT PP Wat heb je nodig: Computer Printer Bestand foto9.tif Wat ga je doen: De opdracht stap voor stap uitvoeren: Start de computer op en log in. Kopieer het bestand foto9.tif naar jouw map. Start het programma Adobe Photoshop op. Open het bestand foto9.tif. Controleer of het bestand in de goede modus staat. Deze moet zijn: CMYK TIP: Sla je werk regelmatig op. Maak je een fout of wil je een handeling ongedaan maken, ga dan naar Bewerken Stap terug of Handeling ongedaan maken. Je kunt ook de aangegeven sneltoets gebruiken. Kies het tekstgereedschap in het gereedschapspalet. Klik op de foto. Typ je voornaam. Zet je voornaam in een schreeflettertype naar keuze in corps 80. Kies zelf een mooie kleur voor je voornaam. Zet je voornaam op ongeveer dezelfde plaats als in het model. Selecteer de laag met je voornaam in het palet Lagen. Ga naar de menubalk, Lagen,, kies opties voor overvloeiing. Klik aan de linkerkant van het scherm de eerste vijf opties aan. Verander verder niets. Klik op OK. Bewaar de foto met lagen als opdracht9 + eigen initialen. Print de opdracht. Ga naar de menubalk, Afbeelding, kies Dupliceren. Noem het bestand opdracht9a + eigen initialen Sluit het bestand opdracht9 + eigen initialen. Dupliceer het bestand dat je hebt nog tweemaal. Noem de bestanden opdracht9b + eigen initialen en opdracht9c + eigen initialen Verander de laagopties van alle drie bestanden in de laag met je voornaam. Probeer alle mogelijkheden even uit. Zorg er wel voor dat alle drie bestanden er verschillend uitzien. Bewaar de bestanden als je klaar bent.

PRAKTIJKOPDRACHT PP-03-09-04 Print de bestanden.

4 PRAKTIJKOPDRACHT PP Print de bestanden. Controleer je werk op fouten aan de hand van het model en verbeter deze. Inleveren: (een uitdraai of digitaal) Jouw bewerkte bestanden. De bewerkte foto s Aantekeningen

5 Checklist PP Leerling Docent Zijn de verschillende mogelijkheden goed gebruikt? O O Heb je het werk goed opgeslagen? O O

Vergelijkbare documenten

OPDRACHTKAART. Thema: Prepress. Photoshop 8. Afbeeldingsgrootte en canvasgrootte PP-03-08-01. Voorkennis: De vorige Photoshop-opdrachten afgerond.

OPDRACHTKAART. Thema: Prepress. Photoshop 8. Afbeeldingsgrootte en canvasgrootte PP-03-08-01. Voorkennis: De vorige Photoshop-opdrachten afgerond. OPDRACHTKAART PP-03-08-01 Afbeeldingsgrootte en canvasgrootte Voorkennis: De vorige Photoshop-opdrachten afgerond. Intro: Na het gebruik van de gereedschappen uit de vorige opdrachten, ga je de afmetingen