0 3 MEI Bergen op Zoom. Gemeente. Aan de leden en duoburgerleden van de gemeenteraad van Bergen op Zoom. Geachte heer, mevrouw,

Transcriptie

1 Gemeente Bergen op Zoom Aan de leden en duoburgerleden van de gemeenteraad van Bergen op Zoom 0 3 MEI 2016 Uw kenmerk - Ons kenmerk U Datum Uw brief Beh.door M.J. Huijgens-van Vulpen Doorkiesnr Onderwerp: beheermaatregelen met Afdeling Realisatie 4 Beheer, Team Beheer en Advies Bijlage(n) 1 betrekking tot de ganzenpopulatie Geachte heer, mevrouw, Door de aanwezigheid van een steeds groter wordende ganzenpopulatie in het stedelijk gebied is sprake van ernstige schade en overlast. Om deze schade en overlast binnen Bergen op Zoom doelmatig en blijvend te verminderen is samen met drie natuurorganisaties (het IVN, de Vogelwerkgroep en het Brabants Landschap) een plan opgesteld. Klachten aangaande de overlast van ganzen komen met regelmaat binnen via burgers, raadsleden en wijkcommissies. Wanneer er niets gebeurt, zal de populatie jaarlijks verdubbelen en daarmee zal ook de schade en overlast toenemen. Daarom zal tussen 15 juni en 5 juli een deel van de ganzenpopulatie worden weggevangen. Omdat dit een gevoelig onderwerp is heb ik gemeend u op de hoogte te brengen van dit gegeven. Verder verwijs ik naar de stukken in de bijlage. Hoogachtend, Dhr. P.A.M. van der Velden Wethouder. Jacob Obrechtlaan AR Bergen op Zoom E stadskantoor@bergenopzoom.nl Postbus AA Bergen op Zoom I T F (0164) KvK B nvbngrek. nr B IBAN: NL41BNGH B BIC: BNGHNL2G

2 Ganzenbeheer Bergen op Zoom INLEIDING Ganzen die schade en of overlast veroorzaken vormen een groot probleem, onder andere in Nederland. De Europese Commissie heeft daarom in 2015 de kaders verruimd om het probleem tegen te gaan. De hoeveelheid ganzen is zo explosief gegroeid, dat de populatie moet worden teruggedrongen. Op een aantal locaties in Bergen op Zoom is de ganzenpopulatie dermate groot dat overlast op verschillende gebieden optreedt. Om deze overlast binnen Bergen op Zoom doelmatig en blijvend te verminderen is voorliggend plan opgesteld. Tijdens het opstellen van dit plan is gesproken met drie natuurorganisaties, te weten: het IVN, de Vogelwerkgroep en Brabants Landschap*. Voorgesteld wordt om in eerste instantie met een eenmalige actie de populatie verwilderde boerenganzen en hun bastaarden (soepganzen) weg te nemen. Daarna dient de ontwikkeling jaarlijks gemonitord te worden. Tevens zal de populatie wilde.uitheemse ganzen door de vogelwerkgroep frequent geïnventariseerd om de ontwikkeling van deze soorten te volgen. AANLEIDING Binnen Bergen op Zoom worden zes locaties bewoond door een ganzenpopulatie. De populatie is uit te splitsen in een tweetal hoofd groepen: inheemse ganzen en uitheemse ganzen. Inheemse ganzen De eerste is een groep die is samengesteld uit de boerengans, (veelal wit, bruin of bont gekleurd) en de zo genaamde soepganzen, dit zijn bastaarden, ontstaan uit kruisingen met de hier inmiddels inheems geworden grauwe gans. Deze nazaten lijken uiterlijk sterk op de (wilde) grauwe gans maar vertonen hetzelfde gedrag als de boerenganzen. Deze groep ganzen bevindt zich jaarrond in Bergen op Zoom. Hierna duiden we deze groep aan met 'verwilderde boeren ganzen'. Uitheemse ganzen De tweede groep bestaat uit de Canadese gans en Nijlgans. De Canadese gans is een forse ganzensoort die oorspronkelijk uit Noord Amerika komt. Deze hier aanwezige soort zijn nazaten van ontsnapte exemplaren die gehouden werden in dierentuinen en vogelparken. Deze gemakkelijke herkenbare soort komt veelvuldig in Nederland voor en weet zich vooral in natte gedeeltes prima te handhaven. Zowel de Canadese als de Nijlgans zijn in de broedtijd territoriaal; zijn dan agressief, verjagen inheemse watervogels en als de jongen klein zijn, zijn de dieren ook agressief richting mensen. De Nijlgans is nog agressiever naar andere watervogels in de broedtijd dan de Canadese gans maar levert verder geen hinder op zoals de eerder omschreven soorten. Deze groep ganzen overwintert in Nederland en vertrekt na 4 maanden weer naar hun broedgebieden in noordelijke landen. Echter, het kan voorkomen dat mede door het overmatig voederen de dieren niet teruggaan naar hun oorspronkelijke broedgebied maar hun winterse foerageergebied als broedgebied gebruiken. In dat geval kan deze groep wel overlast gaan veroorzaken. Deze groep is hierna aan te duiden met 'uitheemse ganzen'. Daarnaast is er een populatie wilde grauwe ganzen ontstaan die hier als wintergast zijn blijven hangen, hun jongen grootbrengen en niet meer terug keren naar hun oorspronkelijke broedgebieden, op dat moment worden ze inheems genoemd. Deze populatie gedraagt zich echter wild en schuw, mijden parken en mensen en veroorzaken daardoor geen hinder in de probleemgebieden. De verwilderde boerengans verblijft vaak permanent is een bepaald gebied. Er gaan stemmen op dat de uitheemse ganzensoorten de inheemse soorten direct beconcurreren, maar in de praktijk valt dit erg mee. De voortplanting van de verwilderde boerenganzen vindt plaats in de stedelijke leefgebieden zoals parken en wijken met water en groenplaatsen, zoals gazons en speelweiden, met als gevolg dat zonder beheermaatregelen de populatie steeds groter wordt. Daarnaast trekt de aanwezigheid van inheemse ganzen ook weer uitheemse ganzen aan. Uiteindelijk is het aantal ganzen niet meer in balans met de leefomgeving c.q. gebied waarin ze verblijven. Met ongewenste effecten - schade en overlast- als gevolg. 1

3 * Het verslag van dit overleg is als bijlage bijgevoegd. LOCATIES Binnen de gemeentegrenzen wordt op zes locaties overlast ondervonden door de ganzenpopulaties. Het betreft de volgende locaties: Anton van Duinkerkenpark: Kleine Melanen: Ganzenvijver Noord en Zuid: Omgeving Markiezaten (Zaagje, Markiezaatsweg): De Schans: Omgeving Zanderijen - Moervaart: 38 ganzen 89 ganzen 75 ganzen 85 ganzen 200 ganzen 14 ganzen, water is van Brabants Landschap. Bestrijding in samenspraak met Brabants Landschap NB de telling heeft plaatsgevonden in de zomer Een uitgebreide inventarisatie is opgenomen in de bijlage. EFFECTEN Zoals uit de samenvattende inventarisatie is op te maken zijn de aantallen ganzen vrij groot. Dit levert op verschillende locatie ongewenste effecten op. De ongewenste gevolgen zijn als volgt; «Verkeersveiligheid: vooral bij de Kleine Melanen zien we dat de populaties hun verblijfgebied vergroten richting de wijk. Hierbij steken ze de Melanendreef over met het risico te worden aangereden door gemotoriseerde voertuigen. Hierdoor kunnen zowel mens als dier letsel oplopen;» Waterpartijen waar ganzen verblijven worden gevoed met fosfaten door de uitwerpselen in het water en op de oevers. Een verhoogd risico op blauwalgen in deze waterpartijen is hier het resultaat van. In samenwerking met het Waterschap zijn de afgelopen jaren miljoenen geïnvesteerd om meerdere waterpartijen te baggeren en de omgeving her in te richten. Allemaal met onder andere het doel de waterkwaliteit te verbeteren. Echter door de toename van de ganzenpopulatie is de verbetering van de waterkwaliteit niet optimaal. Indien nu niet wordt in gegrepen in de ganzenpopulatie heeft dit een negatief effect op de getroffen maatregelen. Vanuit dit perspectief stuur ook het waterschap aan op ganzenbeheer;» vegetatie (waterplanten) op de natuurvriendelijke oevers krijgt bijna geen kans. De oeverzone nat/droog wordt namelijk kaal gegeten en plat gelopen door de ganzen. De vegetatie is van oorsprong aangeplant voor de verbetering van de waterkwaliteit;» gazons worden kaal gegeten en door de grote hoeveelheid uitwerpselen heeft het gras geen kans;» mogelijk gevaar voor de volksgezondheid, uitwerpselen op gazon en trottoir worden doorgelopen door mens en dier. De uitwerpselen bevatten bacteriën en ziektekiemen die schadelijk kunnen zijn voor mens en dier (zoals onder andere vogelgriep);

4 » ganzen worden overmatig gevoerd door burgers. Dit heeft een negatief effect op het natuurlijke gedrag van wilde uitheemse ganzen om na de winter weg te trekken. Wilde uitheemse ganzen blijven vervolgens in het gebied met als gevolg dat de populaties alleen maar groter worden, omdat er geen natuurlijke vijanden zijn die zorgen voor een juiste balans. Te veel voedsel, vaak brood resten, gaat rotten. Door uitspoeling naar het water heeft dit weer een negatief effect op de waterkwaliteit;» door het voergedrag worden de ganzen tammer en brutaler. Ganzen benaderen ook passanten en kinderen die hier niet van gediend zijn;» klachten van sportvissers;» verstoren van andere watervogels (eenden); Naast deze negatieve effecten zijn er natuurlijk ook positieve aspecten.» ganzen passen - in geval sprake is van een juiste hoeveelheid - goed binnen de het gewenste flora S fauna beeld van deze parkachtige gebieden;» voor passanten en vooral kinderen geeft het een leuke aanblik rond waterpartijen en parken; DOEL VAN GANZENBEHEER Doel is om per locatie te komen tot een situatie dat ganzen zich niet permanent vestigen in gebieden binnen de bebouwde kom. Indien er geen beheermaatregelen genomen worden, zal de populatie jaarlijks minimaal verdubbelen. Met beheermaatregelen worden de ongewenste effecten (schade en overlast) teruggedrongen. Hieronder in de matrix is per locatie en per soort aangegeven wat de huidige omvang van de populatie is. Locatie totaal ganzen soep canadase nijl ganzen boeren Verwilderde Anton van Duinkerkenpark Kleine Melanen Ganzenvijver Noord en Zuid Omgeving Markiezaatsweg (zaagje/markiezaten) Omgeving Zanderijen - Moervaart* 14 De Schans; 200 ganzen 200 totalen weg te vangen ganzen 128 *water is van Brabants Landschap bestrijdin ļ in samenspraak met Brabants Landschap In overleg met de natuurorganisaties is vastgesteld dat de verwilderde boeren ganzen de soort is die jaarrond overlast bezorgt. Daarnaast trekt de aanwezigheid van inheemse ganzen ook weer uitheemse ganzen aan. De wilde ganzen als Canadese en Nijlgans zijn soorten die ongeveer 4 maanden per jaar neerstrijken in een gebied om te overwinteren. De overlast is met name waar te nemen als de wintergasten zijn blijven hangen en niet meer terugkeren naar hun oorspronkelijke broedgebied, maar hun winterse foerageergebied ook als broedgebied gebruiken. De nazaten van deze uitheemse dieren vermengen zich regelmatig met de verwilderde boeren ganzen waardoor er weer bastaarden ontstaan welke door vermenging de oorspronkelijke soort kunnen bedreigen. Gezien het bovenstaande is er voor gekozen om op alle locaties de verwilderde boeren ganzen weg te nemen. De uitheemse ganzen worden vooralsnog met rust gelaten. Echter, deze groep wordt wel frequent geteld, om zo de ontwikkeling van deze soorten te volgen. De vogelwerkgroep heeft aangegeven deze tellingen tweemaal per jaar uit te voeren en de gegevens beschikbaar te stellen aan de gemeente. 3

5 BEHEERMAATREGELEN Om eenmalig de verwilderde boeren ganzen weg te nemen wordt voorgesteld de dieren weg te vangen. Wanneer de populatie is weggenomen dient dit zo te blijven. Door eieren in nesten in te smeren met olie komt de vrucht niet tot ontwikkeling. Het beste tijdstip om inheemse ganzen weg te vangen is van 15 juni tot 5 juli, de volwassen exemplaren zijn dan in de rui en kunnen niet vliegen. Dit vergemakkelijkt het wegvangen van de dieren. Voor het insmeren van de eieren is het beste tijdstip april afhankelijk van het weer en wanneer het broedseizoen begint. Jaarlijks zal geïnventariseerd moeten worden of er geen nieuwe exemplaren inheemse ganzen aan zijn komen vliegen. Het ontstaan van nieuwe populaties inheemse ganzen is namelijk niet wenselijk. Om het vestigen van de nieuwe ganzen tegen te gaan wordt in samenwerking met natuurorganisatie IVN en de Vogel werkgroep bezien of er mogelijke (en wenselijke) aanpassingen in de openbare ruimte gedaan kunnen worden om de gebieden minder geschikt te maken voor de ganzen. Te denken valt aan het plaatsen van wildroosters, hekjes, een ander maairegime en het wegnemen van broedlocaties. Mocht in de toekomst blijken dat zich toch weer inheemse ganzen (verwilderde boeren ganzen) zich vestigen zullen ook deze weer weggevangen worden als de overlast toeneemt. Ganzen houden zich niet aan perceelsgrenzen, daarom wordt aansluiting gezocht bij de aanpak van Brabants Landschap bij de bestrijding van ganzen. Dit houdt in dat in principe de eieren van de ganzen in het broedseizoen ingesmeerd worden met olie en de populatie middels wegvangen zal worden verminderd. Naast het verminderen van de aantallen ganzen is het ook van belang dat er communicatie met omwonenden plaatsvindt aangaande het voederen van de ganzen en de gevolgen daarvan. (Zie verder het kopje "communicatie".) FINANCIËN Het wegvangen van de 128 dieren door een gespecialiseerd bedrijf kost C 2.000,- Dit bedrag wordt gedekt uit de reguliere begroting (Openbaar Groen en Riolering), het betreft hier immers een 'onderhoudsmaatregeľ. De werkzaamheden zullen worden begeleid dooreen BOA van het team Handhaving. WETTELIJK KADER Verwilderde boerengans: De verwilderde gans (boerengans) heeft veelal een bont verenkleed. Verwilderde ganzen zijn op basis van artikel 4 van het besluit "Aanwijzing inheems beschermde diersoorten" aangemeld als onbeschermde diersoort. Ecologisch wijkt de verwilderde boerengans niet af van zijn oorspronkelijke soortgenoot. Wel is in het verenkleed duidelijk onderscheid te maken tussen de verwilderde boerengans en zijn oorspronkelijke soortgenoot. Ter voorkoming van genetische vervuiling van het wildtype is bestrijding van deze bonte exemplaren gewenst. Op basis van het besluit "Aanwijzing inheemse dier en plantensoorten Flora en faunawet" zijn verwilderde boerenganzen omschreven als niet beschermd. Wel dient men in het bezit te zijn van een toestemming van de grondgebruiker (gronden in eigendom en/of gebruik/beheer van de gemeente Bergen op Zoom). WIE DOET WAT? Uitvoering van dit plan is een gezamenlijke actie van de afdeling Realisatie S Beheer en het team Handhaving. De afdeling Realisatie S Beheer verricht de beheersmatige activiteiten waaronder het contracteren van een gespecialiseerd bedrijf. De begeleiding van dit de bedrijf alsmede het insmeren van de eieren geschiedt door een medewerker van het team Handhaving. 4

6 COMMUNICATIE Publieksvoorlichting Problematiek en maatregelen Het beheersen van populaties door middel van het wegvangen van dieren ligt altijd gevoelig, hoe zorgvuldig dit ook wordt voorbereid en uitgevoerd. Hiertoe zal op de gemeentepagina van de Bode aandacht worden besteed aan bovenstaand problematiek en de te treffen maatregelen. Tevens zal de reguliere pers van de problematiek en te treffen maatregelen op de hoogte worden gebracht. Voederen versus waterkwaliteit Om het voederen in het algemeen maar het voederen van de ganzen op de locaties in het bijzonder tegen te gaan wordt voorgesteld om samen met het waterschap ter plaatse van de bekende voederplekken informatieborden te plaatsen met uitleg over wat de gevolgen zijn van het voederen in relatie tot de negatieve effecten op de waterkwaliteit en de daarmee samenhangende risico's. Een voorbeeld van zo'n bord staat al bij de parkvijver van het Anton van Duinkerkenpark. Zie foto hieronder. s i Informeren partners Het uitvoeringsplan is opgesteld in samenwerking met het IVN, de Vogelwerkgroep en het Brabants Landschap. De uitvoering van het plan wordt met deze partners afgestemd. Daarnaast zullen ook het waterschap en de visclubs geïnformeerd worden over de te treffen maatregelen. RESUMEREND De activiteiten die in dit plan van aanpak zijn vastgelegd komen kortheidshalve op het volgende neer: In Bergen op Zoom wordt op zes locaties overgaan tot het nemen van beheermaatregelen (wegvangen van 128 ganzen) ten aanzien van de verwilderde boerenganzen populatie; Samen met natuurorganisaties IVN, de Vogelwerkgroep en het Brabants Landschap wordt bezien of er mogelijke (en wenselijke) aanpassingen in de openbare ruimte gedaan kunnen worden om de gebieden minder geschikt te maken voor de ganzen. De problematiek en de te treffen beheermaatregelen worden gecommuniceerd: a. via de pers (De Bergen op Zoomse Bode en BN de Stem) b. middels borden op de locaties waar de ganzen door burgers gevoerd worden (in samenwerking met het Waterschap) 5

7 BIJLAGE I Samenstelling en aantal ganzen per locatie Geteld zomer 2015 foto nr: 1 aantal per locatie Datum : Locatie : A.v.Duinkerkenpark Samenstelling : 12 oude Canadaganzen Aantal totaal: 12 foto nr: 2 Datum : Locatie : A.v.Duinkerkenpark Samenstelling : 3 oude en 7 jonge Canadaganzen 16 witte boerenganzen Aantal totaal: 26 foto nr: Datum: Locatie: Kleine Melanen Samenstelling : 2 oude en 8 jonge Nijlganzen Aantal totaal: 10 foto nr: 5 Datum: Locatie : Kleine Melanen Samenstelling : 2 oude en 4 jonge witte Boerenganzen Aantal totaal: 6 foto nr: 6 ± 7 Datum : Locatie: Kleine Melanen Samenstelling : 45 Canadaganzen 4 witte Boerenganzen 2 bruine Boerenganzen Aantal totaal: 51 foto nr: 8 Datum: Locatie : Kleine Melanen Samenstelling : 10 oude en 10 jonge witbonten 2 bruine Boerenganzen Aantal totaal: 22 foto nr: H Datum: Locatie : Ganzenvijver Noord en Zuid Samenstelling : 30 oude en 45 jonge Canadaganzen Aantal totaal: 75 foto nr: Datum: Locatie: Omgeving Zaagje (Markiezaatsweg) Samenstelling : 12 oude soepganzen Aantal totaal: 12 foto nr: Datum: Locatie : Omgeving Zaagje ( Markiezaatsweg) Samenstelling : 17 oude soepganzen * 3 jong 3 oude wit 3 oude bonte en 7 jonge bonte ganzen 1

8 Aantal totaal: 33 foto nr: Datum: Locatie : Omgeving Markiezaatsweg Samenstelling : 30 oude soepganzen, 3 witte Boerenganzen, 7 Bonte ganzen Aantal totaal: 40 (dit is de zelfde populatie als van foto maar 4 mnd later.) foto nr: Datum: Locatie : Omgeving Zanderijen Moervaart Samenstelling : 14 Boerenganzen div. kleuren. Verder een populatie Canadaganzen Aantal totaal: welke vanuit de stadslocaties daar en naar Zoomland vliegen en terug Het populatie beheer zal hier gebeuren in overleg met Brabants Landschap. foto nr: 21 -H 22 Datum : Locatie : De Schans Samenstelling : Canadaganzen Aantal totaal: Voorbije zomer ongeveer 200 op gazon bij de vijvers geteld Het totaal aantal getelde ganzen op het moment dat de foto's genomen zijn zonder de Zanderijen : Totaal 447 Samenvattende tabel: verwilderde canadase nijl soep ganzen boerenganzen Anton van Duinkerkenpark Kleine Melanen Ganzenvijver Noord en Zuid Omgeving Markiezaatsweg (zaagje/markiezaten) Omgeving Zanderijen - Moervaart* 14 De Schans; 200 ganzen totalen wegte vangen ganzen 128 *water is van Brabants Landschap bestrijdin gin samens praak met Brabants Landschap 2

9 r - Foto 1 Anton van Duinkerkenpark ^ ^ - Foto 2 Anton van Duinkerkenpark 3

10 Foto 4 Kleine Melanen

11 ! V. a ï 3 : sr. 1 r Ml Foto 5 Kleine Melanen j- 1. Foto 6 Kleine Melanen 5

12 Foto 7 Kleine Melanen Ut I *. - r' - * Foto 8 Kleine Melanen

13 Foto 9 Ganzenvijvers Noord en Zuid Foto 10 Ganzenvijvers Noord en Zuid 7

14 Foto 11 Ganzenvijvers Noord en Zuid lí ; 1 i ĩì I Foto 12 Ganzenvijvers Noord en Zuid 8

15 «4..I. ' r. *M59 Foto 13 Omgeving Zaagje - Markiezaten.j" Ir II «f mm (fil 1 å «tij Foto 14 Omgeving Zaagje - Markiezaten 9

16 Foto 15 Omgeving Zaagje - Markiezaten 0: Foto 16 Omgeving Zaagje - Markiezaten 10

17 Foto 17 Omgeving Markiezaatsweg s.~. : Il i 1 i. 1 r 1 Foto 18 Omgeving Markiezaatsweg 11

18 i 'f i mm İ Foto 19 Bergsebaan - Zanderijen r v Hl v i Hf * 7 4 'is* Foto 20 Bergsebaan - Zanderijen 12

19 i.1 4»' Foto 21 De Schans i Foto 22 Nest Canadagans 13

20 Bijlage II Verslag overleg natuurbeheerorganisaties Verslag bespreking Ganzenoverlast Bergen op Zoom d.d Aanwezig: Dhr. den Haan (IVN) Dhr. Teixeira (Vogelwerkgroep, bioloog) Dhr. Hopmans (Vogelwerkgroep, bestuurslid) Dhr. Koopmans (Brabants Landschap) Dhr. Den Hertog (Duke Faunabeheer, adviesbureau gemeente) Dhr. Dekkers (handhaver gemeente Bergen op Zoom) Dhr. Verbruggen (teammanager Beheer en Advies, gemeente Bergen op Zoom) Mevr. Huijgens (groenbeheerder team Beheer en Advies, gemeente Bergen op Zoom) Afwezig : Bergse Hengelsport Vereniging De Rietvoorn Dhr. Verbruggen heet iedereen welkom en geeft samenvattend de problematiek aan waar als gemeente tegenaan gelopen wordt. Vanuit het Team Beheer en Advies is een Ganzenbeheerplan Bergen op Zoom geschreven welke aan de genodigden is toegezonden. Dhr. Verbruggen nodigt aanwezigen uit te reageren op het plan. Dhr. Teixeira houdt een inhoudelijk betoog op 2 niveau's; op natuurlijk biologisch aspect en het ongeschikt maken van het terrein voor de vogels. Niveau 1 Meneer geeft aan dat niet blij te zijn met het doden van dieren, dit "probleem" kan ook biologisch aangevlogen worden. Een gewenst populatieniveau is niet met een eenmalige actie te creëren, is een terugkerend probleem. Biologisch/ecologisch is er draagkracht voor de huidige populatie, dat wil zeggen dat er voldoende voedsel is. Als er dieren worden weggenomen (de populatie komt dan onder de draagkracht) zal middels reproductie de populatie weer zeer snel toenemen. Daarnaast zal de natuurlijke sterfte afnemen omdat er voldoende voedsel is. Niveau 2 Aangegeven wordt dat het van belang is om het gebied ongeschikt te maken voor het broeden. Dat wil zeggen:» een barrière om de eilandjes aanleggen; de dieren broeden op veilige plekken waar geen last is van verstoring door honden en/of vossen.» De dieren landen op het water en gaan lopend richten foerageergebied, geen toegang tot het gras, dan ook geen ganzen. Daarom is het te overwegen om op de rand van de oever ook een barrière te maken.» Om de overlast richting de openbare weg weg te nemen zou er een barrière gemaakt kunnen tussen foerageergebied en openbare weg. Met andere woorden; door de inrichting te wijzigen kan het probleem verminderd worden. Ook moet het voederen van de dieren aangepakt worden, gezamenlijk wordt vastgesteld dat alleen het plaatsen van borden "niet voederen" niet zal helpen, er zal wellicht ook handhavend opgetreden moeten worden. (Mogelijk is hier een rol voor lokale participatie.) 14

21 Dhr. Hopmans geeft aan dat het wegnemen van de "soepganzen" geen probleem is voor de Vogel werkgroep, het pijnpunt zit bij de natuurlijke soorten. De "soepganzen" leveren 12 maanden overlast, deze blijven namelijk een jaarrond op locatie. In principe zijn de uitheemse ganzen dieren die in Nederland overwinteren, zoals grauwe gans en brandgans en na 4 maanden weer vertrekken naar hun broedgebieden in noordelijke landen. Daarnaast is een populatie uitheemse ganzen ontstaan die hier als wintergast zijn blijven hangen, hun jongen grootbrengen en niet meer terug keren naar hun oorspronkelijke broedgebieden. Hun nazaten vermengen zich regelmatig met de verwilderde boeren ganzen waardoor er weer bastaarden ontstaan welke door hun vermenging de oorspronkelijke soort kunnen bedreigen. Daarom dient er wel aandacht te zijn voor de uitheemse Canadese ganzen in verband met het feit dat deze redelijk gaan lijken op de soepgans, zij lijken hun overwinteringgebied ook te gaan zien als broedgebied waardoor de dieren langer aanwezig zijn en als ze jongen hebben agressief zijn en voor voedsel de woonwijken in trekken. Dhr. Hopmans geeft aan nu in de winter te tellen, maar zal dat ook in de zomer gaan doen. De telgegevens stelt hij beschikbaar aan de gemeente. Dhr. Koopmans geeft aan bij de Zanderijen een populatie van soepganzen en Canadese ganzen te huisvesten. De soepganzen veroorzaken overlast en zouden weggenomen mogen worden. De Canadese ganzen kunnen blijven. In het concept stuk staat vermeld dat er per locatie een beperkt aantal soepganzen behouden blijven, dit wordt zowel door de Vogelwerkgroep als door Dhr. Den Hertog afgeraden. Beter is om de gehele populatie weg te nemen. Er wordt afgesproken om aan het college voor te stellen om dit voorjaar over te gaan tot het wegvangen van alle soepganzen en daarna te bezien hoe de (tijdelijke) populaties Canadese ganzen zich gaan gedragen. Het wegvangen van de soepganzen dient tussen 15 juni en 5 juli te gebeuren. Daarnaast is afgesproken om samen met de vogel werkgroep ter plaatse te kijken hoe de inrichting aangepast zou kunnen worden om het minder aantrekkelijk te maken voor de vestiging van de natuurlijke ganzen. Mevr. Huijgens zal hiervoor een afspraak initiëren. Cor sluit de vergadering, dankt iedereen voor zijn inbreng en reactie, waarop dhr. Teixeira aangeeft blij verrast te zijn met de open opstelling van de gemeente. Naar aanleiding van het verzonden verslag heeft dhr. Teixeira nog een aanvulling aangereikt: "De hier inheemse Grauwe Ganzen zijn wettelijk beschermd. Zij mogen alleen worden gedood bij ernstige schade in de landbouw. Last in steden is in deze geen argument, zoals de voorzieningenrechter laatst in een zaak in Flevoland vaststelde. Ze zullen derhalve gespaard moeten worden. Reden temeer voor ganzenonvriendelijke inrichtingsmaatregelen." 15