BELANGENVERENIGING HUISEIGENAREN HARPSTRAAT TE ZAANDIJK Ingeschreven KvK Amsterdam

Transcriptie

1 BELANGENVERENIGING HUISEIGENAREN HARPSTRAAT TE ZAANDIJK Ingeschreven KvK Amsterdam IBAN NR: NL63ABNA t.n.v. Belangenvereniging Huiseigenaren De raadsfracties van GroenLinks en SP Gemeente Zaanstad - Raadsgriffie Postbus GA Zaandam raadsgriffie@zaanstad.nl p/a Datum: 6 februari 2017 Onderwerp: Beantwoording vragen ex artikel 51 inzake werkzaamheden Fortuinlocatie Zaandijk (kenmerk: 2016/258001). Bijlage: Reactie Belangenvereniging Harpstraat. Geachte heren Van Braam en Laport e.a., Door u zijn vragen gesteld op grond van artikel 51 Reglement van Orde inzake werkzaamheden Fortuinlocatie Zaandijk. Op 20 december 2016 is hierop een schriftelijke beantwoording gevolgd van het college van burgemeester en wethouders met kenmerk 2016/ Na kennisneming van deze beantwoording hebben wij een deskundige ingeroepen om te beoordelen of deze beantwoording correct en volledig is geweest. Als Belangenvereniging Harpstraat reageren wij met dit schrijven op de beantwoording van de gestelde vragen door het college van B&W. Wij verzoeken u om dit schrijven te delen met uw collega-gemeenteraadsleden. Wij verzoeken en adviseren u om het college van B&W te vragen naar een adequate reactie op onze bevindingen t.a.v. de beantwoording van de eerder door u aan het college gestelde vragen. In ieder geval vinden wij dat er aanleiding bestaat om onze hierna gegeven argumenten (zie de bijlage) te benoemen in ons aanstaande bezwaarschrift tegen de gevraagde omgevingsvergunning (kapvergunning bomen) voor de Fortuinlocatie. Hoogachtend, Paul de Haan,

2 Voorzitter a.i. Belangenvereniging Harpstraat, Bijlage Reactie Belangenvereniging Harpstraat op de beantwoording van het college van B&W d.d. 20 december 2016 met het kenmerk 2016/ op vragen van de raadsfracties van GroenLinks en SP ex artikel 51 Reglement van Orde gemeente Zaanstad. Vraag 4: Graag een toelichting waarom de bomen gekapt worden alvorens een broedvogelinventarisaties gedaan? Beantwoording B&W Zaanstad Groot Eco Advies heeft op 1 juli en op 4 november jl. onderzoeken verricht naar de aanwezigheid van jaarrond beschermde vaste verblijfplaatsen van vleermuizen en nesten van broedvogels zoals de havik, buizerd en sperwer. Er zijn geen jaarrond beschermde verblijfplaatsen dan wel nesten aangetroffen. Uit dit onderzoek blijkt dat de voorgenomen kap in de periode tot maart 2017 geen negatieve effecten zal hebben op beschermde vaste (voortplanting)verblijfplaatsen van vleermuizen en broedvogels. De gemeente is nu bezig met de voorbereiding om de kapvergunning aan te vragen, zodat de bomen gekapt worden in de voorgeschreven periode vanuit de Flora- en Faunawet (buiten het broedseizoen, globaal van 15 maart-1 augustus). Het kappen van bomen is niet altijd zonder meer toegestaan. Zo is er in veel gevallen een omgevingsvergunning voor het vellen van houtopstand (tot enkele jaren terug bekend als een kapvergunning) vereist voor het kappen van bomen. Maar ook dan is het kappen niet altijd toegestaan. Zo gelden er tijdens het broedseizoen diverse aanvullende voorwaarden. Dit broedseizoen duurt globaal van 15 maart tot 1 augustus. In deze periode is het verboden om opzettelijk vogels, hun eieren en hun nesten te verstoren en te vernielen. Deze regel is ingesteld om de vogels en hun kroost te beschermen en te voorkomen dat broedende inheemse vogels hun nesten verlaten en de eieren niet uitkomen of het jong niet meer worden gevoed. Zolang je echter zeker weet dat je geen broedende vogels verstoort is het kappen van bomen niet verboden, mits je uiteraard over de vereiste vergunningen beschikt. Reactie Belangenvereniging Harpstraat op beantwoording B&W Zaanstad Vraag 4

3 In het rapport van het roofvogelonderzoek van 4 november 2016 wordt geen melding gemaakt van onderzoek naar verblijfplaatsen vleermuizen. In het rapport van de quickscan van 1 juli 2016 staat beschreven dat er in de bomen geen holtes aangetroffen zijn als verblijfplaats voor boombewonende vleermuizen. Er wordt echter ook gerapporteerd dat delen van het terrein slecht te overzien waren. Dit sluit de aanwezigheid van holtes dus niet uit. In de quickscan wordt melding gemaakt van aanwezige spechtgaten. Ook spechtgaten zijn potentiele verblijfplaatsen voor boombewonende vleermuizen. Dit wordt niet genoemd in de quickscan en is ook niet onderzocht. In de quickscan van 1 juli 2016 wordt het volgende vermeld: De vleermuizen zullen rond de beplanting foerageren. De omstandigheden (insectenaanbod en luwte) maken de locatie daar uitermate geschikt voor. Dit geeft aan dat het terrein zeer geschikt is als foerageergebied voor vleermuizen vanwege de beplanting en de luwte. De luwte wordt veroorzaakt door de aanwezige bomen. Indien bomen en beplanting verwijderd worden, wordt het terrein ongeschikt als foerageergebied voor vleermuizen. Dit, terwijl de ecoloog stelt dat De aanwezigheid van (soorten) vleermuizen kan slechts worden vastgesteld met gericht batdetectoronderzoek. Dit onderzoek moet nog worden uitgevoerd en dit kan niet plaatsvinden vóór maart 2017 (schema Leidraad Flora en Fauna Zaanstad, bijlage 5 en Vleermuisprotocol 2013), zijnde de streefdatum voor het kappen van de bomen. De aanwezigheid van beschermde diersoorten moet eerst onderzocht worden vóórdat een effect kan worden ingeschat. Verder wordt gemeld dat er geen nesten aanwezig zijn. Echter, twee nesten zijn duidelijk zichtbaar op het terrein. Als het hier om eksternesten gaat, kunnen ook beschermde soorten als de ransuil en sperwer daarop tot broeden komen! Het niet noemen van dit feit vinden wij een omissie en zou nader (vóór enige kap) moeten worden onderzocht. In de quickscan van 1 juli 2016 valt het volgende te lezen: De op het terrein aanwezige woning en garageboxen zijn geschikt voor huismus en gierzwaluw. In de tuin bij de woning werden enkele huismussen gehoord. In de omgeving vlogen gierzwaluwen. Huismus en gierzwaluw zijn jaarrond beschermde vogels. Om effecten op jaarrond beschermde soorten vast te stellen is een inventarisatie nodig om de aanwezigheid en aantallen vast te stellen. Dit onderzoek moet eveneens nog worden uitgevoerd en dit kan niet plaatsvinden vóór maart 2017 voor de huismus en vóór juli 2017 voor de gierzwaluw (schema Leidraad Flora en Fauna Zaanstad, bijlage 5). Wanneer er bomen en struiken rond de woning worden verwijderd/ gekapt, dan heeft dit direct invloed op het functioneel leefgebied van de huismus en de gierzwaluw. Hierdoor kunnen ook de potentieel aanwezige nestlocaties voor de huismus minder aantrekkelijk worden. Onder de Wet Natuurbescherming zijn in de Provincie Noord-Holland nu ook de wezel, hermelijn en bunzing beschermd. Voor deze soorten is op de Fortuinlocatie eveneens een

4 geschikte habitat aanwezig. Het onderzoeken en inventariseren daarvan zal in augustus/ september 2017 moeten plaatsvinden (schema Leidraad Flora en Fauna Zaanstad, bijlage 5). Conclusie: 1. Er is geen volledig onderzoek gedaan naar de aanwezigheid van boomholtes en het gebruikmaken van deze potentiële verblijfplaatsen door vleermuizen. 2. Er is geen onderzoek gedaan naar vliegroutes en foerageergebieden van vleermuizen. Alle landschapselementen dienen daarvan onderdeel te zijn. 3. Wanneer er gesnoeid/gekapt wordt vóórdat de geplande vleermuisonderzoeken verricht zijn, wordt het terrein vernietigd of verslechterd als verblijf- en foerageergebied voor vleermuizen. Dit zal invloed hebben op de uitkomsten van het onderzoek. Dit is in strijd met de Wet Natuurbescherming. Alle soorten vleermuizen zijn beschermd onder de Wet Natuurbescherming. 4. Wanneer er gekapt/ gesnoeid wordt vóórdat de geplande inventarisaties over het vóórkomen van de huismus en de gierzwaluw (beide jaarrond beschermde soorten) verricht zijn, heeft dit direct invloed op het functioneel leefgebied en potentiële broedlocaties en dus op de uitkomsten van de nog te verrichten onderzoeken. 5. Broedplaatsen van vogels zijn te allen tijde beschermd en niet alleen, zoals in de antwoorden van het college wordt gesteld, in het broedseizoen (15 maart - 1 augustus). Vraag 5+6: Door de verhuizing verliest Zaanstad een stukje natuur. Is het college van plan cq bereid dit verlies elders te compenseren? Bijvoorbeeld door een ander gebied aan te wijzen als natuurgebied, dan wel door het aanleggen van daktuinen, groene gevels of anderszins. Kan er een inschatting gemaakt worden van het nog aan te schaffen stuk grond (staat nu nog op pro memorie)? Beantwoording B&W Zaanstad Het huidige bestemmingsplan heeft de Fortuinweglocatie opgenomen als een maatschappelijke functie en het is niet bestemd als een natuurgebied. Het college ziet daarom geen aanleiding om elders het terrein te compenseren als natuurgebied. Reactie belangenvereniging Harpstraat op beantwoording B&W Zaanstad Vraag 5+6 Het college stelt dat: Het huidige bestemmingsplan heeft de Fortuinweglocatie opgenomen als een maatschappelijke functie.

5 Dit is niet geheel correct. Een deel van het terrein dat nodig zal zijn voor de realisatie van de geplande hockeyvelden heeft in het bestemmingsplan de bestemming Natuur. Voor het gehele terrein wordt een wijziging van het bestemmingsplan voorbereid. Er verdwijnt dus wel degelijk oppervlak met de bestemming Natuur. In de quickscan van 1 juli 2016 is verder te lezen dat: De locatie ligt in een weidevogelleefgebied. Hier geldt het nee-tenzij-principe. Als een ingreep (onder de in hoofdstuk 3 genoemde voorwaarden) wordt toegestaan, moet de initiatiefnemer het weidevogelleefgebied dat verloren gaat op eigen kosten compenseren. De provinciale regels voor natuurcompensatie staan in de Provinciale Ruimtelijke verordening bij de Structuurvisie en zijn verder uitgewerkt in de Beleidsregel compensatie natuur en recreatie. De provincie verleent pas planologische medewerking aan een ingreep in een weidevogelleefgebied als ook aan de vereisten van het compensatiebeleid wordt voldaan. Omdat een deel van het gebied met de bestemming Natuur nodig is voor het realiseren van een nadere bestemming zal compensatie daarom noodzakelijk zijn!