STAD AALST UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD. Vergadering van 17 december 2013 OPENBARE VERGADERING. Juridische overweg ngen

Transcriptie

1 STAD AALST UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD Vergadering van 17 december 2013 De gemeenteraad van Aalst, regelmatig bijeengeroepen, is op dinsdag 17 december 2013 bijeengekomen in de raadzaal van het stadhuis- Aanwezig: Sanne Nieulandt, voozitter; Christoph D'Haese, burgemeester; llse Uyttersprot, Karim Van Overmeire, Ann Van de Steen, Mia De Brouwer, lwein De Koninck, Dylan Casaer, Caroline Verdoodt, Paul Stockman, Sarah Smeyers, schepenen; Eddy Couckuyt, Patrick De Smedt, Johan Stylemans, Marc Gielens, Patrick Jacobs, Vera Van der Borght, Anne-Marie Verdoodt, Maarten Blommaert, Steve Herman, Johan Van Nieuwenhove, Michel Van Brempt, Sam Van de Putte, Katrien Beulens, Andreas Verleysen, lgnaceverhaegen, AnjaDeGols, NancyMbuyi Elonga, GeertVerdoodt, JeanJacquesDe Gucht, Matthias De Ridder, Johan Van Dorpe, Caroline De Meerleer, Bart Van den Neste, lwein Quintelier, Cathy Grysolle, Kristof Devos, Johan De Veylder, Lien Gees, David Coppens, Frans Penne, Kristiaan Van Vaerenbergh, raadsleden; Wim Leerman, stadssecretaris Afwezig: Verontschuldigd: Philippe Kiekens, Bart Van Lysebeth, raadsleden OPENBARE VERGADERING 18. (550275) DE RAAD, Juridische overweg ngen Gelet op de artikelen 4'l, 162 en 170 van de Grondwet; Gelet op de artikelen 42, 186 en 253 van het gemeentedecreet; Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen ; Gelet op het decreet van 28 mei 2010 houdende diverse wijzigingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen; Gelet op.het decreet van 17 februari 2012houdende wijzigingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, wat de termijnberekening in artikelen 7 en 9 betreft; Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 16 december 2009 houdende vestiging en aanpass ng van een belasting op de bank- en daarmee gelijkgestelde instellingen; Looptijd reglement Overwegende dat het gemeenteraadsbesluit van 16 december 2009 op 31 december 2013 haar rechtsgeldigheid verliest;

2 Overwegende dat het aangewezen is dit belastingreglement te verlengen; Gelet op de algemene invoering van de beleids- en beheercyclus (BBC) vanaf het financieel boekjaar 2014 voor alle lokale besturen in het Vlaams Gewest; Overwegende dat er van de lokale besturen in het Vlaamse Gewest venruacht wordt datzt een meerjarenplannin g opstellen; Overwegende dat de lokale belastingen een aanzienlijke ontvangst opleveren waardoor deze een belangrijk onderdeel vormen binnen de meerjarenplanning ; Overwegende dat het aangewezen is, in het kader van de meerjarenplanning , om de belastingreglementen voor dezelfde periode vast te stellen; Motivatie Overwegende dat belastingen een belangr'rjke bron van inkomsten vormen voor steden en gemeenten, waardoor deze één van de pijlers vormen van de gemeentelijke autonomie; Gelet op artikel 172van de Grondwet waarin bepaald wordt dat inzakë belastingen geen voorrechten kunnen worden ingevoerd dan door een wet; Overwegende dat artikel 172van de grondwet niet verbiedt om speciale belastingen in te voeren, welke slechts bepaalde belastingplichtigen in verband met hun activiteit treffen, mits alle belastingplichtigen die zich in gelijke omstandigheden bevinden, gelijkelijk worden aangeslagen (Bestendige Deputatie Brabant, 13 augustus 1991, De Provincie, 1994, p.74); Overwegende dat het gelijkheidsbeginsel inhoudt dat de overheid alle belastingplichtigen op voet van gelijkheid dient te behandelen, met dien verstande dat dit beginsel beperkt wordt tot de mate waarin de belastingplichtigen in gelijke omstandigheden verkeren én dat het verschil in omstandigheden objectief en verifieerbaar is (Bestendige Deputatie Brabant, 14 september 1993, De Provincie, 1994, p.74); Overwegende dat de Grondwettelijke regels inzake de gelijkheid van de Belgen en de nietdiscriminatie inzake belastingen (artikelen 10,11 en 172 Grondwet) er niet aan in de weg staan dat een verschillende fiscale behandeling wordt ingesteld ten aanzien van bepaalde categorieën van personen, voor zover daarvoor een redelijke verantwoording bestaat; de al of niet aanwezigheid van dergelijke verantwoording moet worden getoetst aan het doel en de gevolgen van de ingestelde belasting en aan de redelijkheid van de verhouding tussen de aangewende middelen en het beoogde doel (Cass. 5 oktober 1990, Cass. 12 januari 1998, Arr. Cass., 1998, 19; Cass. 17 november 2000, F.V.F., ); Ovenruegende dat de stad Aalst een aanvullende gemeentebelasting heft op de personenbelasting; Ovenrvegende dat deze aanvullende gemeentebelasting alle natuurlijke personen treft die personenbelasting verschuldigd zijn in de stad Aalst op 1 januari van het aanslagjaar; Overwegende dat het niet billijk zou zijn slechts één categorie, nl. alle natuurlijke personen die personenbelasting verschuldigd zijn, van belastingplichtigen te belasten; Overwegende dat het de bedoeling is de belastingdruk zoveel mogelijk te spreiden; Ovenruegende dat naast de natuurlijke personen, die personenbelasting verschuldigd zijn in de stad Aalst op 1 januari van het aanslagjaar, ook natuurlijke personen en rechtspersonen

3 die als hoofd- en/of bijkomende activiteit op het grondgebied van Aalst een nijverheid-, landbouw-, tuinbouw- of handelsbedrijf exploiteren, een vrij beroep of een zelfstandige activiteit uitoefenen, een belasting verschuldigd zijn op de motoren of benutte bedrijfsoppervlakte; Ovenregende dat bank- en daarmee gelijkgestelde instellingen weinig motorenkracht en relatief weinig oppervlakte nodig hebben voor het uitoefenen van hun bedrijfsactiviteit; Ovenregende dat bank- en daarmee gelijkgestelde instellingen bijgevolg steeds aan de minimumbelasting van 61,00 EUR zouden belast worden indien de stad Aalst geen specifieke belasting op bank- en daarmee gelijkgestelde instellingen zou vorderen; Overwegende dat het niet billijk zou zijn slechts een minimumbelasting van bank- en daarmee gelijkgestelde instellingen te vorderen aangezien dergelijke instellingen over een solide financiële draagkracht beschikken; Ovenruegende dat bank- en daarmee gelijkgestelde instellingen een verhoogd risico vormen naar veiligheid toe aangezien dergelijke instellingen vaker het doelwit zijn van overvallen; Ovenruegende dat dit een verhoogde,waal<zaamheid vergt van de stedelijke politiediensten; Overwegende dat deze verhoogde waakzaamheid ten koste gaat van politiepersoneel en - middelen dat ondertussen niet voor andere doeleinden kan ingezet worden; Overwegende dat het bijgevolg verantwoord is een hogere bijdrage te vorderen van de exploitanten van een bankinstelling dan van zelfstandigen en vennootschappen van andere vestigingen; Aanpassen tarieven aan de Ievensduurte (index) Overwegende dat het tarief van deze belasting voor het laatst werd aangepast in 2013 en bijgevolg niet dient verhoogd te worden; Ovenruegende dat de tarieven in 2016 opnieuw aan de gemeenteraad zullen voorgelegd worden om deze vanaf 1 januari 2017 aan te passen aan de stijging van de levensduurte; Gelet op de financiële toestand van de stad; BESLUIT: met 31 stemmen voor (Sanne Nieulandt, Christoph D'Haese, llse Uyttersprot, Karim Van Overmeire, Ann Van de Steen, Mia De Brouwer, lwein De Koninck, Dylan Casaer, Caroline Verdoodt, Paul Stockman, Eddy Couckuyt, Patrick De Smedt, Marc Gielens, Patrick Jacobs, Maarten Blommaert, Sam Van de Putte, Katrien Beulens, Andreas Verleysen, lgnace Verhaegen, Nancy Mbuyi Elonga, Geert Verdoodt, Matthias De Ridder, Johan Van Dorpe, Caroline De Meerleer, lwein Quintelier, Cathy Grysolle, Kristof Devos, Johan De Veylder, Lien Gees, David Coppens, Kristiaan Van Vaerenbergh), 0 tegen, bij 10 onthoudingen (Johan Stylemans, Vera Van der Borght, Anne-Marie Verdoodt, Steve Herman, Johan Van Nieuwenhove, Michel Van Brempt,'Anja De Gols, Jean Jacques De Gucht, Bart Van den Neste, Frans Penne), Artikel I : Er wordt voor de aanslagjaren 2014 tot en met 2019 een jaarlijkse gemeentebelasting geheven op de bank- en daarmee gelijkgestelde instellingen.

4 Artikel 2: Definities Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder: o Administratie: Financiële dienst, team belastingen en invorderingen, van de stad Aalst;. Aanslaqiaar: Het jaar waarvoor de belasting verschuldigd is. Het aanslagjaar begint op 1 januari en eindigt op de daaropvolgende 31 december. Evenwel kan de voor een aanslagjaar verschuldigde belasting op geldige wijze gevestigd worden tot 30 juni van het daarop volgende jaar; a a Bank en daarmee oeliikoestelcle instellinoen: Bank-, financierings- en kredietinstelling, spaarbank of wisselkantoor, hun agentschappen, bijkantoren, de tussenpersonen en makelaars; Automaten: Toestellen die volautomatisch werken en het cliënteel in de mogelijkheid stellen geldopnemingen en/of spaar- of betaalverrichtingen te doen. Artikel 3: Belastingplichtige Artikel4: Tarief S1. De natuurlijke of de rechtspersoon onder wiens handelsnaam, logo of, embleem de bank- en daarmee gelijkgestelde instelling en/of de automaten worden geëxploiteerd op 1 januari van het aanslagjaar. S2. De belasting is ondeelbaar en voor gans het jaar verschuldigd. s1. s2. De belasting wordt vastgesteld op 260,00 EUR per loket. Een automaat en een nachtkluis worden als een loket beschouwd. Voor de instellingen zonder specifiek afgescheiden loketten wordt onder "loket" verstaan: a) een bedieningsruimte aan een balie van 1,5 strekkende meter; b) een bedieningslokaal geschikt om een klant te ontvangen als zulks niet aan een loket of balie gebeurt. Artikel 5: Artikel 6: Aangifteverplichting 51. Elke belastingplichtige moet uiterlijk op 30 april van het aanslagjaar aangifte doen door middel van het formulier dat hem/haar toegezonden wordt door de administratie. Wanneer 30 april valt op een zaterdag, zondag of wettelijke feestdag wordt de termijn verlengd tot de eerstvolgende werkdag. 52. Wie geen aangifteformulier ontving, moet het document afhalen of aanvragen bij de administratie. De correct ingevulde, gedag- en genaamtekende aangifte moet binnen de hierboven gestelde termijn worden ingediend bij de administratie. Vrijstelling van de aangifteverplichting S1. Een belastingplichtige is vrijgesteld van de in artikel 5 voorgeschreven aangifteplicht, op voorwaarde dat h /zrj voor het vorige aanslagjaar voor deze vestiging werd aangeslagen op basis van een tijdig ingediende aangifte of een voorstel van aangifte dat zo nodig tijdig werd verbeterd of vervolledigd.

5 Een belastingplichtige kan niettemin verplicht worden om een aangifteformulier in te dienen, indien hem/haar dat uitdrukkelijk wordt gevraagd door de administratie. 52. Aan de belastingplichtige die overeenkomstig $1 een vrijstelling van de aangifteplicht geniet, wordt een voorstel van aangifte ter beschikking gesteld. Het voorstel van aangifte wordt uitgereikt door de administratie. 53. lndien op het voorstel van aangifte onjuistheden of onvolledigheden zijn vermeld of indien de voorgedrukte gegevens niet overeenstemmen met de belastbare toestand op 1 januari van het aanslagjaar, moet de belastingplichtige uiterlijk op 30 april van het aanslagjaar het voorstel van aangifte gedag- en genaamtekend indienen bij de administratie met een duidelijke en volledige vermelding en opgave op het voorstelvan aangifte van de correcte gegevens en/of alle verbeteringen of vervolledigingen. Het is de belastingplichtige die dient te bewijzen dat hij/zij het (verbeterd of vervolledigd) voorstel van aangifte t'rjdig índiende. lndien het voorstel van aangifte evenwel geen onjuistheden of onvolledigheden bevat en alle voorgedrukte gegevens stroken met de belastbare toestand op 1 januari van het aanslagjaar, moet de belastingplichtige het voorstel van aangifte niet indienen bij de administratie. 54. Het voorstel van aangifte, dat zo nodig wordt verbeterd of vervolledigd binnen de in $3 vermelde termijn, heeft dezelfde waarde als een tijdig ingediende aangifte. lndien de belastingplichtige evenwel de in g3 voorziene verplichting niet tijdig naleeft en/of onjuiste en/of onvolledige gegevens vermeldt en/of foutieve verbeteringen aanbrengt op het voorstel van aangifte, wordt het voorstel van aangifte gelijkgesteld met een gebrek aan aangifte binnen de in artikel 5 gestelde termijn en/of met een onjuiste aangifte en zijn de bepalingen van artikel 7 van toepassing. Artikel 7: Ambtshalve aanslag 51. Bij gebrek aan aangifte binnen de in artikel 5 vastgestelde termijn of bij onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte kan de belastingplichtige ambtshalve belast worden volgens de gegevens waarover de administratie beschikt, onverminderd het recht van bez taar en beroep. 52. Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het college van burgemeester en schepenen aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting. 53. De belastingplichtige beschikt over een termijn van 30 kalenderdagen ie rekenen van de derde werkdag die volgt op de vezending van de betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen. 54. Een ambtshalve ingekohierde belasting wordt vermeerderd met volgende belastingverhoging, met dien verstande dat de belastingverhoging nooit meer dan 2OO o/o van de basisbelasting mag bedragen: Aantal overtredingen % belastingverhoging eerste 20 tweede 50 Vanaf de derde 100

6 55. Bij de bepaling van het toe te passen percentage van de belastingverhogingen worden de vorige overtredingen inzake aangifte in aanmerking genomen die werden vastgesteld voor de laatste 4 aanslagjaren die het aanslagjaar voorafgaan waarvoor de nieuwe overtreding werd vastgesteld. 56. Het bedrag van de belastingverhoging wordt eveneens ingekohierd. 57. Als een belasting ambtshalve is gevestigd, moet de belastingplichtige het bewijs leveren van de juistheid van de door hem ingeroepen elementen. Artikel 8: Adm in istratieve geldboete Voor volgende overtredingen wordt een administratieve geldboete opgelegd:. weigeren mee te werken aan een fiscale controle: 125,00 EUR;. weigeren om boeken of bescheiden voor te leggen: 125,00 EUR; De boete wordt gevestigd en ingevorderd volgens dezelfde regels als deze die gelden inzake de kohierbelastingen. Deze regeling geldt ook voor derden, nietbelastingplichtigen. Als een overtreding met een belastingverhoging wordt gestraft kan geen extra administratieve boete opgelegd worden. Artikel 9: Wijze van invorderen Artikel l0: Bezwaren De belasting wordt ingevorderd b'rj wijze van kohieren welke worden vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen. De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegèn deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen, Grote Markt 3, 9300 Aalst. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en worden gemotiveerd. De belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger die wenst gehoord te worden moet zulks uitdrukkelijk vràgen in het bezwaarschrift. De indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Artikel 11: Verwijzing wetboek van de inkomstenbelastingen Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet, zijn de bepalingen van titel Vll, hoofdstukken 1,3, 4,6, 7 tot en met 9 bis van het wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175van het uitvoeringsbesluit van dat wetboek van toepassing op de provincie- en gemeentebelastingen, voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen. Artikel l2: Bekendmaking Dit besluit bekend te maken overeenkomstig artikel 186 van het gemeentedecreet. Artikel l3: Algemeen bestuurlijk toezicht ln het kader van artikel 253 van het gemeentedecreet een kopie van onderhavig besluit aan de provinciegouverneur aangetekend op te sturen.

7 namens de gemeénteraad (w.9.) Wim Leerman stadssecretaris voor eensluidend afschrift (w.9.) Sanne Nieulandt voorzitter Leerman stadssecretaris Sanne Nieulandt voorzitter

8