DE VERRICHTINGEN VAN DE ZEPPELINS.

Transcriptie

1 DE VERRICHTINGEN VAN DE ZEPPELINS. DOOR EEN ZWEED. OVERQEDRUKT UIT HET: "STOCKHOLMS DAGBLAD' VAN 19 MAART LONDON: DARLING & SON, LIMITED 1916.

2

3 DE VERRICHTINGEN VAN DE ZEPPELINS. DOOR EEN ZWEED. OVERQEDRUKT UIT HET: "STOCKHOLMS DAGBLAD" VAN 19 MAART LONDON: DARLING & SON, LIMITED, 1916.

4

5 DE VERRICHTINGEN VAN ZEPPELINS. DE Zij, die in de gelegenheid geweest zijn, om de Duitsche rapporten over de schade die bommen van Zeppelins in Engeland veroorzaakt hebben, te vergelijken, met de werkelijk aangerichte, zullen de beteekenis vatten van het van Engelsche zijde genomen besluit om de grootste geheimhouding in acht te nemen, omtrent alle bizonderheden en namen, die voor latere luchtaanvallen tot leiding mogen dienen. Ondervinding heeft aangetoond, dat, met uitzondering van de twee aanvallen op Londen, de commandanten van de Zeppelins gedurende hunne bezoeken in de nachtelijke duisternis, niet in staat geweest zijn, om nauwkeurig de plaatsen waarover zij gingen, te bepalen. Hunne fantastische bizonderheden omtrent de gevolgen van den laatsten aanval op Londen (8536 S.)

6 4 toonen duidelijk aan, dat zelfs, toen zij bommen wierpen op de Britsche metropolis, zij de verschillende deelen van de City niet konden onderscheiden, of zelfs bij benadering waarnemen, waar de bommen vielen. Ik zag de beide Zeppelin-aanvallen op Londen en nam den geheelen tijd den koers van het luchtschip, onophoudelijk door de zoeklichten gevolgd, waar en kreeg ik de volgende dagen vergunning om de schade in oogenschouw te nemen en kan ik daarom spreken, van wat ik zelf gezien heb. Maar zelfs, indien de Zeppelin commandanten niet in staat waren om genauw de plaatsen waartenemen, waar hunne bommen vielen, of de uitwerking er van vasttestellen en ofschoon de bizonderheden, die zij in staat waren op andere wijze te verkrijgen, geheel misleidend waren, zij waren in elk geval over Londen. Dit was, nadat zij op verscheidene vorige tochten onjuist medegedeeld hadden, dat zij Londen hadden aangevallen. Ook kan redelijker wijze worden aangenomen, dat, het, ondanks de strengste beperkingen omtrent verlichting, onmogelijk is, in een helderen nacht een stad als Londen voor een luchtbezoeker te verbergen. Londen moet zich

7

8 6 laatsten Zeppelin aanval op Engeland duidelijk en in bizonderheden in de officieele rapporten van den Duitschen Vloot-staf was medegedeeld, en de details van die plaats waren zeer overvloedig en bepaald opgegeven, in het lange relaas dat Wolff's Bureau den 24steu Februari publiceerde en waarvan de reproductie in het Stockholms Dagblad" mij, in het belang der waarheid er toe bracht, om aan mijn vroeger voornemen, om de feiten aan de waarheid te toetsen, gevolg te geven. Op mijn verzoek kreeg ik vergunning om ten volle mijne onderzoekingen uittevoeren. Het is waar, dat men tegenwerpingen maakte. Men zeide, dat de Duitschers in den waan moesten blijven van uit den lucht, plaatsen, die zij nooit bezocht hadden, gebombardeerd en schade die nooit aangericht was, berokkend te hebben; maar aan den anderen kant wogen die overwegingen niet zoo zwaar, als de omstandigheid dat het nuttïg kon zijn om eens en voor al, door niet te weerspreken bewijs, het karakter van de Zeppelin rapporten vasttestellen. Ik kreeg van den Under Secretary for Home Affairs een aanbevelings-brief

9 CS Z o ü R O E=5 R R H E pa <! CS H

10 5 daarom op speciale middelen, om de luchtaanvallers op een afstand te houden, verlaten. Aan den anderen kant schijnen de Zeppelin commandanten niet in staat te zijn, om wanneer zij in de nachtelijke duisternis hun tocht over het land beginnen, eenige betrouwbare landmerken te vinden. Noch minder is dit het geval nu de treinen stoppen, zoo spoedig als Zeppelins gerapporteerd zijn, en de lichten worden uitgedoofd. Zij schijnen zelfs niet in staat, om de grootste provinciesteden, dan door zulks te gissen, te herkennen. Klaarblijkelijk vliegen zij rond, en werpen de bommen zeer veel op goed geluk. Door hunne mededeelingen omtrent den laatsten Zeppelin aanval, en de vergissingen in deze, die ik heb vermeld, is dit overtuigend bewezen. Ik vond het van belang om het onderzoek in te stellen, daar het vraagstuk in vele opzichten belangrijk is en navorsching verdient, niet het minst op humanitaire gronden. Ik koos voor het veld van mijne onderzoekingen Liverpool, daar de vermoedelijke hoegrootheid der aangerichte schade aldaar, gedurende den

11 voor de autoriteiten in Liverpool, Birkenhead en Manchester waarin zij verzocht werden, om mij hulp te verleenen en alles, wat ik wenschte, te laten zien. Met dezen brief ging ik naar Liverpool en zag. Alvorens medetedeelen wat ik zag of liever, wat ik niet kon zien, omdat het niet bestond zal ik de opgaven van de Duitsche rapporten omtrent de schade door den laatsten Zeppelin aanval in Liverpool, Birkenhead en Manchester veroorzaakt, herhalen. Den l^ten Februari publiceerde de Duitsche Vloot-staf uit Berlijn het volgend rapport (Ik reproduceer alleen, wat betrekking heeft, op de door mij bezochte plaatsen) : Gepasseerden nacht wierp een van onze luchtschip eskaders, over een groote uitgestrektheid bommen, op de dokken, havens en fabrieken in en nabij Liverpool en Birkenhead... Overal konden belangrijke resultaten, hevige uitbarstingen en groote branden worden waargenomen... Ons luchtschip werd van alle kanten hevig beschoten."

12 8 Het gedetailleerd rapport, den 24sten Februari door Wolff's Bureau, gepubliceerd, volgde in zijn inleiding en de zinsnede, betrekking hebbende op Liverpool, Birkenhead en Manchester, het relaas dat per draadlooze, van Nauen aan de Duitsche Ambassade te Washington, ter publicatie in de Amerikaansche pers, geseind was, Competente Duitsche autoriteiten geven de volgende bizonderheden over den luchtschipaanval op Engeland in den nacht van 31 Januari-1 Februari. Dokken en fabrieken aan de kade, in Liverpool, waren het voorname doel, De bommen deden goede uitwerking, daar een groote brand zichtbaar was, toen het schip terugkeerde. Een groot aantal bruggen, die de dokken verbinden, werden zoo ernstig beschadigd, dat zij voor het ogenblik onbruikbaar zijn. Bovendien werden verscheidene schepen in de Mersey zwaar beschadigd, waaronder een kruiser, beneden Birkenhead geankerd, en een transport-stoomer tot de Leyland Lijn behoorende. Een stal voor 200 paarden werd verbrand en naar men zegt, zijn de paarden met het Canadeesch stal-personeel, omgekomen. De

13 9 Booth en Yeoward Lijnen leden zware verliezen, daar hare dokken gedeeltelijk verwoest werden. Bovendien werden droogdokken en machinefabrieken vernield. In het geheel werden over 200 huizen door bommen en branden vernield. Te Bootle, aan den mond der Mersey, werd een buskruit-fabriek geheel vernield." Naslaande Stockholms Dagblad " van den 25sten Februari, ziet men, dat het rapport voor Amerika bestemd, eenigzins afwijkt van dat, naar Zweden getelegrafeerd, maar de feiten verschillen niet in eenig essentieel punt: de details zijn zeer uitgebreid gegeven. Het moet worden aangenomen dat de competente Duitsche autoriteiten," na 24 dagen tot hun beschikking te hebben gehad, om berichten te verzamelen, ten einde het rapport van den Duitschen Vlootstaf te voltooien, hun gedetailleerd rapport schreven, met het doel, dat het door onzijdige naties, als gezaghebbend, beschouwd zou worden. Op temerken valt, dat het bericht, zoo als hierboven weergegeven direct naar de Duitsche Ambassade te Washington gezonden was, en om die reden verkoos ik het boven de lezing van Wolff's Bureau.

14 10 Hoeveel dan is van dit bericht waar? Niets is waar in het Duitsche rapport dat ik boven heb weergegeven. Geen vijandelijk luchtschip is over Liverpool of Birkenhead of ook over Crewe, welke plaats ik eveneens bezocht, zonder eenig spoor van schade, door een Zeppelin veroorzaakt te vinden, geweest. Daaruit volgt dat zij niet in staat zijn geweest, om in die plaatsen eenige schade aanterichten. De autoriteiten in Liverpool en Birkenhead, plaatsen, die zooals bekend, aan de beide oevers der wijde Mersey-rivier gelegen zijn gaven mij al de hulp, die ik wenschte. Men veroorloofde mij te gaan, waar ik wenschte. O. a. geleidde een der directeuren van Gammel Laird mij over het geheele terrein van die ontzachelijk uitgebreide scheeps-werf opdat ik met mijn eigen oogen kon zien, en alzoo de feiten verifiëeren. Ik zag elk dok en droogdok in Liverpool en Birkenhead en elke brug in de dokken. Ik inspecteerde in het bizonder de dokken en pakhuizen van de Booth en Yeoward Lijnen. In Bootle dat een westelijke uitbreiding van Liverpool is, zocht ik naar de geheel verwoeste" buskruit-fabriek, waarvan de vernieling in zulk een volkrijke gedeelte van de stad,

15 11 waar alleen krankzinnige autoriteiten toegestaan zouden hebben, om zulk een fabriek opterichten noodzakelijk verschrikkelijke gevolgen zouden hebben gehad. Ik overtuigde mij, dat in de pas verloopen maanden geen buskruit-fabriek is vernield (want ik wil alleen hier vermelden, wat ik uit eigen ondervinding kan verantwoorden), dat geen brug op het terrein van de dokken, in Liverpool en Birkenhead kort geleden verwoest en geen dokken beschadigd werden, dat schepen van de Booth en Yeoward Lijnen bezig waren in de dokken van die lijnen, te laden en te lossen, en geen spoor van schade kon ontdekt worden, dat in Liverpool en Birkenhead geen fabrieken, aan de kaden gelegen zijn, en geen machine-fabrieken zooals de Duitsche rapporten vermelden. In Birkenhead is niet ëen, maar verscheidene droogdokken. Ik bezocht elk droogdok in Liverpool en Birkenhead, en kan verklaren dat, niet ëen van hen, eenig spoor van schade vertoonde, veel minder eenig spoor van,, geheele verwoesting." Ik bezocht de eenige machine en ketel fabriek of liever gezegd, de eenige inrichting, die met eenige nauwkeurig-

16 12 heid, in Birkenhead dien naam verdient, en ik kan getuigen, dat daar, in plaats van : algeheele verwoesting " intense bedrijvigheid heerschte. Ik vouedigde mijn uitgebreid onderzoek door bij buitenlanders in Liverpool wonende, inlichtingen in te winnen, onder welken den Zweedschen consul behoorde, die mij bevestigde, dat nooit vijandelijke luchtschepen over de stad zijn geweest. Het is o. a. op te merken dat het stoomschip Stockholm " dien nacht in de Mersey was geankerd en dat schepen in die rivier niet aangevallen en beschadigd konden zijn, zonder dat zulks van de Stockholm '' was opgemerkt en niet een van de bemanning had de minste notie van een Zeppelin aanval op Liverpool, tot dat het bericht er van, uit Berlijn kwam. Ik ontving gelijkluidende berichten omtrent Manchester. Alzoo is het, geheel duidelijk aangetoond, dat de Zeppelin rapporten absoluut onbetrouwbaar zijn, zelfs die, welke officieel door den staf van de Vloot zijn gepubliceerd. Commandanten van Zeppelins in de nachtelijke duisternis over het land vliegende, weten

17 13 in het geheel niet, waar zij zich bevinden, en de berichten, die naderhand ontvangen worden, zijn schier ongeloofelijk misleidend. Ik kan natuurlijk niets meer zeggen, dan wat de officieele rapporten te melden hebben, omtrent de plaatsen, die het groote Zeppelin eskader werkelijk in den nacht van 31 Januari-1 Februari hebben bezocht. Het is nu uitgemaakt dat het bezoek aan 67 personen het leven heeft gekost, en 101 gewond werden. Dit is waarlijk een hooge doodenlijst voor de burgerij. Maar waar het op aankomt, is het feit dat de Zeppelins gedurende hun nachtelijk bezoek niet in staat zijn, om eenig militair doel zelfs bij benadering, te bereiken, maar hunne bommen meer of minder op goed geluk werpen. Voor zoover Engeland betreft,- hebben zij zekerlijk geen militair belang gehad, alleen dat zij Engeland's krijgstoerustingen hebben verhaast. Voor zoover de zedelijke resultaten in dit land betreft, was het natuurlijk te voorzien, dat zij een van zelf sprekende beroering en aanvallen op de autoriteiten, die niet gezorgd hadden voor verdedigings-maatregelen, ten gevolge hadden. Deze agitatie is echter door de extremisten bevorderd, en elke Zeppelin aanval

18 14 waardoor burgers gedood en verwond worden en materieele schade aan de burgerij wordt berokkend, beteekent alleen dab mogelijkheden om tot den vrede te komen, moeielijker worden, dat de worsteling verbitterd en dat de breuk tusschen de twee volken verwijdt wordt.

19

20

21 i

22

23 y