ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK MORTEL 7 TE ROGGEL GEMEENTE LEUDAL

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK MORTEL 7 TE ROGGEL GEMEENTE LEUDAL"

Transcriptie

1 ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK MORTEL 7 TE ROGGEL GEMEENTE LEUDAL

2 Archeologisch bureauonderzoek en verkennend booronderzoek Mortel 7 te Roggel in de gemeente Leudal Opdrachtgever Tonnaer Vonderweg RM Eindhoven Project LEU.TON.ARC Rapportnummer Status Definitief Datum 3 juni 211 Vestiging Auteur(s) Swalmen Ing. G.J. Boots BA (Archeoloog) en drs. M. Stiekema (Senior Prospector) Paraaf Autorisatie Drs. A.H. Schutte (Senior KNA-Archeoloog) Paraaf Econsultancy bv, Swalmen Foto s en tekeningen: Econsultancy bv, tenzij anders vermeld. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgevers. Econsultancy bv aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele schade voortvloeiend uit de toepassing van de adviezen of het gebruik van de resultaten van dit onderzoek. ISSN: (Analoog rapport) ISSN: (Digitaal rapport E-depot) Econsultancy Archeologisch Rapport

3 Administratieve gegevens plangebied Rapportnummer en projectnaam LEU.TON.ARC Toponiem Mortel 7 Opdrachtgever Gemeente Plaats Provincie Kadastrale gegevens Omvang plangebied Tonnaer Leudal Roggel Limburg Gemeente Leudal, sectie G, nummers 2231 en 283 (ged.). ± 3. m2 Kaartblad 58B (1:25.) Coördinaten centrum plangebied X: / Y: Bevoegd gezag Gemeente Leudal Dorpstraat EA Heythuysen Postbus ZG Heythuysen tel.: fax: Deskundige namens het bevoegd gezag ARCHIS2 Onderzoeksmeldingsnummer (OM-nr.) Vondstmeldingsnummer Onderzoeksnummer Bureauonderzoek n.v.t Booronderzoek n.v.t Archeoregio NOaA Beheer en plaats documentatie Brabants zandgebied Econsultancy, Swalmen/ Provinciaal Archeologisch Depot Limburg Uitvoerders Econsultancy, ing. G.J. Boots BA (Archeoloog) en drs. M. Stiekema (Senior Prospector) Kwaliteitszorg Econsultancy beschikt over een eigen opgravingsvergunning, afgegeven door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE). De opgravingsvergunning geeft opdrachtgevers de zekerheid dat het uitvoerend bureau werkt conform de eisen die de RCE stelt op het gebied van competenties en integriteit van medewerkers en het toepassen van vigerende normen en onderzoeksprotocollen. Betrouwbaarheid Dit onderzoek is op zorgvuldige wijze uitgevoerd, conform de toepasselijke en van kracht zijnde regelgeving. Een booronderzoek wordt in het algemeen uitgevoerd door het steekproefsgewijs onderzoeken van de bodem, waardoor het, op basis van de resultaten van een booronderzoek, onmogelijk is garanties af te geven ten aanzien van de aan- of afwezigheid van archeologische waarden. In dit kader dient ook opgemerkt te worden dat geraadpleegde bronnen niet altijd zonder fouten en/of volledig zijn. Daar Econsultancy voor het verkrijgen van historische informatie afhankelijk is van deze bronnen, kan Econsultancy niet instaan voor de juistheid en volledigheid van deze informatie. Econsultancy Archeologisch Rapport

4 SAMENVATTING Econsultancy heeft in opdracht van Tonnaer op 11 april 211 een archeologisch bureauonderzoek en op 21 april 211 een inventariserend veldonderzoek (IVO, verkennende fase) door middel van boringen uitgevoerd. Het onderzoek is uitgevoerd in verband met de bouw van twee vrijstaande woningen en een schuur. Het plangebied is gelegen aan de Mortel 7 te Roggel in de gemeente Leudal. Het archeologisch onderzoek wordt noodzakelijk geacht om te bepalen of er een gerede kans is dat archeologische waarden wel of niet aanwezig (kunnen) zijn in de ondergrond, die door de voorgenomen bodemingrepen kunnen worden aangetast/verloren kunnen gaan. Daarom is het binnen het kader van de Wet op de Archeologische MonumentenZorg uit 27 (WAMZ), voortvloeiend uit het Verdrag van Malta uit 1992, verplicht voorafgaand archeologisch onderzoek uit te voeren (zie Bijlage 3). Doel van het bureauonderzoek is het verwerven van informatie, aan de hand van bestaande bronnen, over bekende en verwachte archeologische waarden, om daarmee een gespecificeerde archeologische verwachting voor het plangebied op te stellen. Het inventariserend veldonderzoek (IVO-overig, verkennende fase) heeft tot doel de in het bureauonderzoek opgestelde gespecificeerde archeologische verwachting aan te vullen en te toetsen, en is erop gericht om inzicht te krijgen in de geologische en bodemkundige opbouw binnen het plangebied. Tevens is het bedoeld om kansrijke zones te selecteren voor vervolgonderzoek en kansarme zones ervan uit te sluiten. Ook wordt gelet op het voorkomen van (diepe) verstoringen van het bodemprofiel. Indien de ondergrond tot grote diepte verstoord is, zullen eventueel aanwezige archeologische resten mogelijk verdwenen zijn. Met de resultaten van het archeologisch onderzoek kan worden vastgesteld of binnen het plangebied archeologische waarden aanwezig (kunnen) zijn en of vervolgonderzoek en/of planaanpassing noodzakelijk is. Gespecificeerde archeologische verwachting Voor Laat-Paleolithicum en Mesolithicum geldt een lage verwachting omdat het plangebied niet in een gradiëntzone of op een hoge dekzandrug ligt. De verwachting voor IJzertijd, Romeinse tijd en Vroege Middeleeuwen is middelhoog, vanwege vondsten uit deze periode in de nabijheid van het plangebied. Het aantreffen van archeologische waarden uit de Late Middeleeuwen en Nieuwe tijd is hoog vanwege de ligging van het plangebied in de oude bewoningskern van Mortel en doordat het zuidwest gedeelte van het plangebied in een AMK terrein van hoge archeologische waarde voor de Late Middeleeuwen en Nieuwe tijd ligt. Resultaten inventariserend veldonderzoek Uit de resultaten van het inventariserend veldonderzoek (IVO, verkennende fase) blijkt dat er een laag van gemiddeld 3 cm onder het esdek is verstoord. Archeologische resten van het Laat- Paleolithicum tot en met de Middeleeuwen bevinden zich onder het esdek. Omdat in het hele plangebied deze laag verstoord is, kunnen alleen nog diepere sporen uit de perioden Neolithicum Middeleeuwen intact zijn. Door de resultaten van het booronderzoek wordt de archeologische verwachtingswaarde voor de perioden Laat-Paleolithicum tot en met Middeleeuwen bijgesteld dan wel gehandhaafd als laag. De archeologische resten van de Nieuwe tijd bevinden zich in of onder het esdek, waardoor de verwachting voor de Nieuwe tijd ongewijzigd blijft. Conclusie Op basis van de waargenomen bodemverstoringen en de aanwezigheid van bebouwing op een deel van het plangebied, kan worden geconcludeerd dat er geen behoudenswaardige archeologische

5 waarden in situ worden verwacht. Er zouden hier alleen nog diepe sporen vanaf het Neolithicum tot en met de Late Middeleeuwen te verwachten zijn die door het verstoorde karakter van het plangebied niet behoudenswaardig zijn. Voor de Nieuwe tijd is de archeologische verwachting hoog. Sporen uit de Nieuwe tijd worden in en onder het esdek verwacht. Selectieadvies Op grond van de resultaten van het bureau- en veldonderzoek adviseert Econsultancy om een gedeelte van het plangebied vrij te geven, een gedeelte archeologisch te laten begeleiden en een gedeelte te selecteren voor verder onderzoek. Het zuidwestelijk deel van het plangebied valt in een AMK-terrein van hoge waarde. In dit deel staat de bouw van één nieuwbouwwoning gepland. Econsultancy adviseert de graafwerkzaamheden van deze woning archeologisch te laten begeleiden. De andere nieuwbouwwoning (in de noordwest hoek) en de nieuw te bouwen schuur in het noordelijke gedeelte ligt niet in een AMK terrein, waardoor dit gedeelte van het terrein kan worden vrijgegeven. Wat betreft het overige deel van het plangebied, dat niet voor bewoning is bestemd, wordt door Econsultancy geadviseerd om bij nieuwe bodemverstorende plannen dit gedeelte van het plangebied nader te onderzoeken door middel van een IVO karterende en waarderende fase, proefsleuven (IVO-P) (zie Afbeelding 1). Bovenstaand advies vormde het selectieadvies van Econsultancy. De resultaten van dit onderzoek zijn beoordeeld door het bevoegd gezag (Gemeente Leudal), die het selectieadvies gedeeltelijk heeft overgenomen en verwerkt in het selectiebesluit. Afwijkend van bovenstaand advies wil het bevoegd gezag voor wat betreft het zuidwestelijk deel van het plangebied, waar de bouw van één nieuwbouwwoning is gepland en door Econsultancy een archeologische begeleiding is voorgesteld, een proefsleuvenonderzoek laten uitvoeren om zodoende in de toekomst meer bebouwing op het terrein vergunningsvrij toe te kunnen staan. Voor het achterliggende deel van het plangebied wordt bescherming in de planregels opgenomen wat betreft bodemverstoringen dieper dan 4 cm, om zodoende onnodig en kostbaar onderzoek te voorkomen. Mochten tijdens de graafwerkzaamheden toch archeologische waarden worden aangetroffen, dan dient hiervan melding te worden gemaakt conform artikel 53 van de Monumentenwet Melding van archeologische waarden kan plaatsvinden bij het Ministerie van OCW (de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed: ARCHIS-meldpunt, telefoon ), de gemeente Leudal of de Provincie Limburg.

6 INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING DOELSTELLING EN ONDERZOEKSVRAGEN BUREAUONDERZOEK Methoden Afbakening van het plangebied Huidige situatie Toekomstige situatie Beschrijving van het historische gebruik Aardwetenschappelijke gegevens Archeologische waarden Aanvullende informatie Korte bewoningsgeschiedenis van het plangebied Gespecificeerde archeologische verwachting Beantwoording onderzoeksvragen bureauonderzoek INVENTARISEREND VELDONDERZOEK Methoden Resultaten Beantwoording onderzoeksvragen veldonderzoek CONCLUSIE EN SELECTIEADVIES Conclusie Selectieadvies... 2 LITERATUUR BRONNEN... 23

7 LIJST VAN AFBEELDINGEN Afbeelding 1 Situering van het plangebied binnen Nederland Afbeelding 2 Detailkaart van het plangebied Afbeelding 3 Luchtfoto van het plangebied Afbeelding 4 Situering van het plangebied binnen de historische kaarten Afbeelding 5 Situering van het plangebied binnen de Geomorfologische kaart Afbeelding 6 Situering van het plangebied binnen het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN) Afbeelding 7 Situering van het plangebied binnen de Bodemkaart Afbeelding 8 Archeologische Gegevenskaart van het onderzoeksgebied Afbeelding 9 Situering van het plangebied binnen de Archeologische Beleidsadvieskaart gemeente Leudal Afbeelding 1 Overzicht advies Econsultancy Afbeelding 11 Boorpuntenkaart LIJST VAN TABELLEN Tabel I Geraadpleegd historisch kaartmateriaal Tabel II Verleende bouwvergunningen Tabel III Aardwetenschappelijke gegevens plangebied Tabel IV Grondwatertrappenindeling Tabel V Overzicht AMK-terreinen Tabel VI Overzicht onderzoeksmeldingen Tabel VII Overzicht ARCHIS-waarnemingen Tabel VIII Gespecificeerde archeologische verwachting Tabel IX Hoofdlijn bodemopbouw BIJLAGEN Bijlage 1 Overzicht geologische en archeologische tijdvakken Bijlage 2 Bewoningsgeschiedenis van Nederland Bijlage 3 AMZ-cyclus Bijlage 4 Planontwerp Bijlage 5 Boorprofielen

8 1 INLEIDING Econsultancy heeft in opdracht van Tonnaer een archeologisch onderzoek uitgevoerd voor het plangebied gelegen aan de Mortel 7 te Roggel in de gemeente Leudal (zie Afbeelding 1). In het plangebied zullen twee vrijstaande woningen en een schuur worden gebouwd. Het archeologisch onderzoek is noodzakelijk om te bepalen of er een gerede kans is dat archeologische waarden wel of niet aanwezig (kunnen) zijn in de ondergrond, die door de voorgenomen bodemingrepen kunnen worden aangetast/verloren kunnen gaan. Daarom is het binnen het kader van de Wet op de Archeologische MonumentenZorg uit 27 (WAMZ), voortvloeiend uit het Verdrag van Malta uit 1992, verplicht voorafgaand archeologisch onderzoek uit te voeren (zie Bijlage 3). Het archeologisch onderzoek bestaat uit een bureauonderzoek (Hoofdstuk 3) en een inventariserend veldonderzoek (IVO-overig, verkennende fase) door middel van boringen (Hoofdstuk 4). Op basis van de resultaten van het onderzoek wordt een advies gegeven of vervolgstappen nodig zijn en zo ja, in welke vorm (Hoofdstuk 5). Dit advies dient te worden getoetst door het bevoegd gezag, de gemeente Leudal, waarna een besluit zal worden genomen of het plangebied kan worden vrijgegeven of dat vervolgstappen nodig zijn. 2 DOELSTELLING EN ONDERZOEKSVRAGEN Het onderzoek heeft tot doel inzicht te krijgen in de archeologische waarden van het plangebied. Het bureauonderzoek heeft tot doel om een gespecificeerde archeologische verwachting van het plangebied op te stellen. De archeologische verwachting is gebaseerd op bronnen over bekende of verwachte archeologische waarden in en om het plangebied. Voor het bureauonderzoek zijn de volgende onderzoeksvragen opgesteld: Wat is er bekend over bodemverstorende ingrepen binnen het plangebied uit het verleden? Is er bijvoorbeeld informatie bekend over vroegere ontgrondingen, bodemsaneringen, egalisaties, diepploegen of landinrichting? Ligt het plangebied binnen een landschappelijke eenheid die vanuit archeologisch oogpunt een specifieke aandachtslocatie kan betreffen (zoals een relatief hoge dekzandkop of -rug, nabij een veengebied of een beekdal)? Wat is de gespecificeerde archeologische verwachting van het plangebied? Het inventariserend veldonderzoek in de vorm van een verkennend booronderzoek heeft tot doel de in het bureauonderzoek opgestelde gespecificeerde archeologische verwachting aan te vullen en te toetsen, en is er op gericht om inzicht te krijgen in de geologische en bodemkundige opbouw binnen het plangebied. Tevens is het bedoeld om kansrijke zones te selecteren voor vervolgonderzoek en kansarme zones ervan uit te sluiten. Ook wordt gelet op het voorkomen van (diepe) verstoringen van het bodemprofiel. Indien de ondergrond tot grote diepte verstoord is, zullen eventueel aanwezige archeologische resten mogelijk verdwenen zijn. Het bureauonderzoek is uitgevoerd op 11 april 211 door ing. G.J. Boots BA (Archeoloog) en drs. M. Stiekema (Senior Prospector). Het inventariserend veldonderzoek is uitgevoerd op 21 april 211. Meegewerkt hebben: drs. M. Stiekema (Senior Prospector) en ing. G.J. Boots BA (Archeoloog). Het rapport is gecontroleerd door drs. A.H. Schutte (senior KNA-archeoloog/kwaliteitscontroleur). Pagina 1 van 47

9 3 BUREAUONDERZOEK 3.1 Methoden Het archeologisch onderzoek is uitgevoerd conform de eisen en normen zoals aangegeven in de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA, versie 3.2, maart 21), die is vastgesteld door het Centraal College van Deskundigen (CCvD) Archeologie en is ondergebracht bij het SIKB te Gouda. Voor de uitvoering van het bureauonderzoek gelden de specificaties LS1, LS2, LS3, LS4 en LS5. De resultaten van dit onderzoek worden in dit rapport weergegeven conform specificatie LS6. 1 Binnen dit onderzoek zijn de volgende werkzaamheden verricht: afbakening van het plangebied en vaststellen van de consequenties van het mogelijk toekomstige gebruik (LS1); beschrijving van de huidige en toekomstige situatie (LS2); beschrijving van de historische situatie en mogelijke verstoringen (LS3); beschrijving van bekende archeologische en historische waarden en aardwetenschappelijke gegevens (LS4); opstellen van een gespecificeerde verwachting (LS5). Bij het uitvoeren van deze werkzaamheden zijn de volgende bronnen geraadpleegd: het Archeologische Informatie Systeem (ARCHIS); de Archeologische Monumenten Kaart (AMK); de Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden (IKAW); geologische kaarten, geomorfologische kaarten en bodemkaarten; de centrale toegangspoort tot Data en Informatie van de Nederlandse Ondergrond (DINOLoket); literatuur en historisch kaartmateriaal; de Kennisinfrastructuur Cultuurhistorie (KICH); bouwhistorische gegevens; de recente topografische kaart (schaal 1:25.); recente luchtfoto s; het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN); de Cultuurhistorische Waardenkaart (CHW) van de provincie Limburg; de archeologische verwachtingskaarten van de gemeente Leudal; plaatselijke (amateur-)archeoloog c.q. heemkundevereniging; het NUMismatisch InformatieSysteem (NUMIS). 3.2 Afbakening van het plangebied Er dient een onderscheid gemaakt te worden tussen het onderzoeksgebied en het plangebied. Het plangebied is het gebied waarbinnen feitelijk de bodemverstorende ingreep gaat plaatsvinden. Het onderzoeksgebied is het gebied waarover informatie is verzameld om een goed beeld te krijgen van de archeologische waarden binnen het plangebied. Dit gebied is groter dan het plangebied. In het huidige onderzoek betreft het onderzoeksgebied het gebied binnen een straal van circa 1 km rondom het plangebied. Het plangebied heeft oppervlakte van circa 3 ha en ligt aan de Mortel 7, in Roggel in de gemeente Leudal (zie Afbeelding 1 en Afbeelding 2). Op het Algemeen Hoogtebestand Nederland (AHN) heeft het maaiveld een hoogte van circa 28 m +NAP. Het gebied is kadastraal bekend als Gemeente Leudal, sectie G, nummers 2231 en 283 (ged.). 1 Beschikbaar via Pagina 2 van 47

10 Het bodemgebruik van de omliggende percelen is als volgt: aan de noordzijde bevinden zich weide en tuinkassen; aan de oostzijde bevindt zich bouwland; aan de zuidzijde bevindt zich een weg, de Kruissingel; aan de westzijde bevindt zich de straat, Mortel. 3.3 Huidige situatie Voor het bureauonderzoek is het van belang de huidige situatie te onderzoeken. Landgebruik en bebouwing kunnen van invloed zijn op de archeologische verwachting. Het plangebied is momenteel in gebruik als kassengebied en als weiland (zie Afbeelding 3). Aan de straatzijde is het plangebied bebouwd met een woonhuis met stal. Bodemloket Met het bodemloket wil de overheid inzicht geven in maatregelen die de afgelopen jaren getroffen zijn om de bodemkwaliteit in Nederland in kaart te brengen (bodemonderzoek) of te herstellen (bodemsanering). Ook laat het Bodemloket zien waar vroeger (bedrijfs-) activiteiten hebben plaatsgevonden die extra aandacht verdienen. Het raadplegen van het Bodemloket heeft voor het plangebied één melding opgeleverd. Geregistreerd onder nummer A16784 is een melding van verdachte activiteiten gemeld die als potentieel ernstig is geclassificeerd. Verdere details zijn niet vermeld. 2 Huidig milieuonderzoek In 29 is er voor het plangebied een milieuhygiënisch bodemonderzoek uitgevoerd door Archimil B.V. (rapportnummer: 2655R1). Hiervan zijn de volgende gegevens overgenomen. 3 Sinds 1967 is op het terrein een glastuinbouw bedrijf gevestigd. In 1991 is een vergunning verleend voor de opslag van bestrijdingsmiddelen. In 1994 is vastgesteld dat er afval op het terrein niet conform de vergunning is opgeslagen. In 1994 werd een gedoogvergunning verleend voor het lozen van ontijzeringswater. In 1997 is vergunning verleend voor het bijplaatsen van een bovengrondse dieseltank in de centraal gelegen werkloods. In een bodemonderzoek dat in 1998 is uitgevoerd is vastgesteld dat er een ondergrondse tank aanwezig zou zijn. Het terrein is voor zover bekend niet opgehoogd met bodemvreemde materialen en er zijn geen meldingen bekend van bodemvervuilende calamiteiten. 3.4 Toekomstige situatie Het toekomstige gebruik van het plangebied kan bepalend zijn voor het vervolgtraject (behoud in-situ of behoud ex-situ van archeologische waarden). De manier waarop het plangebied wordt ingericht kan tot gevolg hebben dat eventueel aanwezige archeologische waarden (deels of geheel) onverstoord (kunnen) blijven. Ook kan besloten worden de inrichting zo aan te passen dat archeologische waarden alsnog onverstoord kunnen blijven liggen. In het plangebied zijn twee vrijstaande woningen en een schuur gepland. Hierbij zal een gebied met een oppervlakte van ± 1.5 m 2 worden bebouwd, de diepte van verstoring is onbekend (zie Bijlage 4) Verkennend bodemonderzoek Mortel 7, Roggel, Rapport 2655R1 (ARCHIMIL, ) Pagina 3 van 47

11 3.5 Beschrijving van het historische gebruik In het plangebied kunnen naast archeologische sporen ook sporen van menselijk gebruik voorkomen die nog in het landschap zichtbaar zijn. Het gaat hierbij om historische gebouwen en historische geografie. Veel van de bewaard gebleven historische geografie geeft door de herverkavelingen in de tweede helft van de 2 e eeuw een incompleet beeld van het historisch landschap. Historische kaarten van vóór de herverkaveling zijn een goede aanvulling op het huidige incomplete beeld. Voor de historische ontwikkeling is naast het historisch kaartmateriaal ook relevante achtergrondliteratuur geraadpleegd. Historisch kaartmateriaal De situatie van het plangebied is op verschillende historische kaarten als volgt: Tabel I Geraadpleegd historisch kaartmateriaal 4 Bron Periode Kaartblad Schaal Omschrijving plangebied Bijzonderheden/directe omgeving Kadastrale minuut Gemeente Roggel, Sectie D, Blad 1 1:2.5 Het plangebied is bebouwd in de noordwest hoek. De rest van het terrein is verkaveld. De zuidzijde wordt begrenst door een weg. Het plangebied ligt aan een landbouwkern Mortel genaamd. Militaire topografische kaart (veldminuut) :5. In het zuidwesten is een deel aangegeven als bouwland. Aan de zuidwesthoek ligt een kapel. Militaire topografische kaart (veldminuut) : Militaire topografische kaart (veldminuut) :5. In het zuidwesten is een iets groter deel aangegeven als bouwland. - Militaire topografische kaart (veldminuut) : Topografische kaart B 1: Topografische kaart B 1:25. De bebouwing in het westen van het terrein is toegenomen. Nagenoeg het hele terrein is voor landbouwdoeleinden in gebruik. Topografische kaart B 1:25. In het westen van het terrein is de bebouwing gedeeltelijk vervangen door een langwerpig gebouw, mogelijk een stal of een tuinkas. - - Topografische kaart B 1: Topografische kaart B 1:25. Bijna het hele plangebied is aangegeven als tuinkas gebied. De weg aan de zuidzijde is niet meer in gebruik. Op basis van het beschikbare historische kaartmateriaal is te zien dat het plangebied deel uitmaakt van de landbouwkern Mortel, ten noordwesten van Roggel gelegen. Er is al vanaf 1832 bebouwing geweest aan de westzijde van het terrein. Ook heeft vanaf 1894 of eerder aan de zuidwesthoek van het terrein een kapel gelegen. Het plangebied is langzaam in gebruik genomen voor landbouwdoeleinden. In 1967 of ervoor is er een stal of tuinkas aangelegd. Tussen 1979 en 1988 is het terrein bebouwd met tuinkassen. Hierna is de weg ten zuiden van het terrein niet meer in gebruik (zie Afbeelding 4). 4 Pagina 4 van 47

12 KICH 5 Het KennisInfrastructuur CultuurHistorie (KICH) heeft alle bekende archeologische en bouwkundige monumenten en historisch-geografische informatie samengebracht in een digitale kaart. Via deze kaart zijn cultuurhistorische waarden per gebied te bekijken. Het raadplegen van KICH heeft voor het plangebied geen aanvullende informatie opgeleverd met betrekking tot archeologie. Bouwhistorische gegevens Van het plangebied zijn enkele bouwvergunningen bekend. 6 Tabel II geeft een opsomming van de verleende bouwvergunningen voor de onderzoekslocatie. Tabel II Verleende bouwvergunningen Jaartal Omschrijving 1967 Bouwvergunning voor een tuinbouwkas 1973 Bouwvergunning voor uitbreiding kassencomplex 198 Bouwvergunning voor uitbreiding kassencomplex (oostelijke helft) 1985 Bouwvergunning voor uitbreiding kassencomplex 3.6 Aardwetenschappelijke gegevens Het landschap heeft altijd een belangrijke rol gespeeld in het nederzettingspatroon van de mens. Bij onderzoek naar archeologische sporen in een bepaald gebied is het van groot belang te weten hoe het landschap er in het verleden heeft uitgezien. Men kan meer te weten komen over dit landschap door de geologische opbouw, de bodem en de hydrologie van een gebied te bestuderen. De volgende aardwetenschappelijke gegevens zijn bekend van het plangebied: Tabel III Aardwetenschappelijke gegevens plangebied Type gegevens Geologie 7 Geomorfologie 8 Bodemkunde 9 Gegevensomschrijving Formatie van Boxtel, Laagpakket van Wierden (Bx6). dalvlakteterras, zwak golvend (6E11). hoge zwarte enkeerdgronden, lemig fijn zand (zez23-vi). Geologie Het plangebied bevindt zich op fluvioperiglaciale afzettingen bestaande uit leem en zand met een zanddek van de Formatie van Boxtel, Laagpakket van Wierden (Bx6). Op een 5 meter afstand ten noorden van het plangebied bevinden zich stuifzanden bestaande uit afzettingen van de Formatie van Boxtel, Laagpakket van Kootwijk. Ten oosten, in het dal van de Kleine Aa, bevinden zich veenafzettingen van de Formatie van Boxtel, Laagpakket van Singraven. De afzettingen van de Formatie van Boxtel zijn afgezet gedurende de laatste ijstijd. 1 Gedurende de laatste ijstijd had de wind vrij spel in het verplaatsen van zand en silt. Over een groot deel van Verkennend bodemonderzoek Mortel 7, Roggel, Rapport 2655R1 (ARCHIMIL, ) 7 E.F.J. de Mulder et al., Alterra, Stichting voor Bodemkartering, kaart 58W, E.F.J. de Mulder et al., 23. Pagina 5 van 47

13 Nederland werd een pakket dekzand afgezet. 11 Er ontstonden duidelijke hoogteverschillen, waarbij reliëfverschillen kleiner dan 1,5 meter dekzandplateaus worden genoemd en grotere hoogteverschillen dekzandruggen of dekzandkopjes genoemd worden. Dekzandafzettingen die zijn afgezet tijdens het Laat-Glaciaal zorgden voor nivellering van het landschap door laagtes in het landschap op te vullen. Het dekzand, dat in het plangebied aan het oppervlak wordt aangetroffen, wordt ook wel het Laagpakket van Wierden genoemd, welke behoort tot de Formatie van Boxtel (voorheen de Formatie van Twente). 12 Het water van de in het voorjaar smeltende sneeuwmassa s erodeerde een deel van de dekzandruggen, waarna afzetting plaatsvond in de lagere delen van het landschap als vlaktes van verspoelde dekzanden. De dekzandruggen zijn gevormd in het Laat Glaciaal ( jaar geleden) doordat koude en minder koude perioden zich afwisselden. Hierdoor vonden er nieuwe zandverstuivingen plaats die voornamelijk in ruggen en duinen werden afgezet. Deze Jonge dekzanden zijn herkenbaar als goed gesorteerde, weinig gelaagde afzettingen. Mogelijk heeft er in een warmere periode (het Allerød-interstadiaal) bodemvorming plaatsgevonden, die als een grijs tussenlaagje te herkennen is. 13 DINO 14 Het Dinoloket is de centrale toegangspoort tot Data en Informatie van de Nederlandse Ondergrond (DINO). Het DINO-systeem is de centrale opslagplaats voor geowetenschappelijke gegevens over de diepe en ondiepe ondergrond van Nederland. Het archief omvat diepe en ondiepe boringen, grondwatergegevens, sonderingen, geo-elektrische metingen, resultaten van geologische, geochemische en geomechanische monsteranalyses, boorgatmetingen en seismische gegevens. De site wordt beheerd door TNO. In het Dinoloket zijn geen relevante boringen in de omgeving van het plangebied geregistreerd. Geomorfologie De Geomorfologische kaart geeft de mate van reliëf en de vormen die in het landschap te onderscheiden zijn weer. Volgens de Geomorfologische kaart van Nederland (1:5.) ligt het plangebied binnen een dalvlakteterras, zwak golvend (6E11) (Afbeelding 5). Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN) 15 Het Actueel Hoogtebestand Nederland vormt een belangrijke aanvullende informatiebron voor de landschapsanalyse. Dit met behulp van laseraltimetrie verkregen digitale bestand vormt een gedetailleerd beeld van het huidige reliëf in het plangebied. Het AHN laat zien dat het plangebied op 5 m van een voormalig beekdal ligt dat de dekzandvlakte, waar het plangebied op ligt, doorsnijdt (zie Afbeelding 6). Bodemkunde Volgens de Bodemkaart van Nederland (1:5.) is het plangebied gekarteerd als hoge zwarte enkeerdgronden, lemig fijn zand (zez23-vi) (zie Afbeelding 7). Enkeerdgronden zijn oude bouwlanden, die vanaf de late Middeleeuwen op de Pleistocene zandgronden zijn ontstaan door het opbrengen van mest (uit potstallen) vermengd met plaggen, die gestoken werden op de woeste gronden (zoals heide, bossen en beekdalen). Dergelijke gronden zijn eerst ontstaan op de hogere delen van het landschap en hebben zich later uitgebreid tot de lagere delen. Ze bestaan uit dikke lagen leemarme en humusrijke gronden. Hun voorkomen valt veelal samen met de zogenaamde esdekken. Het belang van een enkeerdgrond ligt in de beschermende kwaliteiten van het dek. Eventuele archeologische waarden worden in de regel door het dikke dek 11 H.J.A. Berendsen, E.F.J. de Mulder et al., M. Verhoeven, G.R. Ellenkamp & M. Janssens, Pagina 6 van 47

14 beschermd tegen verstoring door onder andere agrarische activiteiten. Sinds de jaren 8 van de 2 e eeuw is er een grotere en meer systematische aandacht voor essen en plaggenbodems in Nederland. In veel gevallen bleken de betreffende terreinen een hoge dichtheid aan verhoudingsgewijs goed geconserveerde archeologische overblijfselen te bevatten, soms zelfs complete archeologische landschappen. De vaak opmerkelijke resultaten vormen de belangrijkste bron voor de beschrijving van de bewoning en het landgebruik in de zandlandschappen voor de periode vanaf de Midden- Bronstijd tot in de Nieuwe tijd. Veel hiervan representeert de vroegere geschiedenis van de dorpen die tussen de 9 e en de 12 e eeuw naast de essen kwamen te liggen. De rijkheid aan archeologische resten leidde er toe dat de hoger en droger gelegen plaggendekken of enkeerdgronden op de Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden (IKAW) over het algemeen een hoge indicatieve waarde kregen. 16 Grondwatertrap Grondwatertrappen zijn een indicatie voor de diepte van de grondwaterstand en de seizoensfluctuatie daarvan. De grondwatertrappenindeling is gebaseerd op de gemiddeld hoogste (GHG) en de gemiddeld laagste grondwaterstand (GLG). Hiermee worden de winter- en zomergrondwaterstanden gekarakteriseerd in een jaar met een gemiddelde neerslag en verdamping. In stedelijk gebied zijn geen grondwatertrappen bepaald. Deze worden als witte vlekken op de Bodemkaart van Nederland (1:5.) weergegeven. Onderstaande Tabel IV geeft een overzicht van de klassengrenzen die worden aangehouden bij de indeling van de grondwatertrappen. De trappen worden vastgesteld op een schaal van I tot VII van respectievelijk extreem nat tot extreem droog. Bij sommige grondwatertrappen is een * weergegeven: het gaat hier om tussenliggende grondwatertrappen die een drogere variant vertegenwoordigen. Tabel IV Grondwatertrappenindeling 17 Grondwatertrap I II' III' IV V' VI VII" GHG (cm -mv) - - <4 >4 <4 4-8 >8 GLG (cm -mv) < >12 >12 >12 ') Bij deze grondwatertrappen wordt een droger deel onderscheiden ") Een met een * achter de code als onderverdeling aangegeven "zeer droog deel" heeft een GHG dieper dan 14 cm beneden maaiveld Gebiedsdelen met een goede ontwatering (Grondwatertrap VI en VII) zijn zeer geschikt voor landbouw en vormden mede daarom, vooral in het verleden, een aantrekkelijk vestigingsgebied. Het plangebied heeft grondwatertrap VI. 3.7 Archeologische waarden Voor de uitkomst van het bureauonderzoek is het van belang de bekende archeologische waarden (al dan niet volledig onderzocht) te beschrijven. Een belangrijke informatiebron is het landelijke ARCHeologisch Informatie Systeem (ARCHIS), dat beheerd wordt door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE). In dit systeem worden alle archeologische gegevens verzameld en via internet zijn deze door bevoegden te raadplegen. De bekende archeologische waarden staan afgebeeld op Afbeelding 8, een kaart met daarop, binnen een straal van 1 km rondom het plangebied, de indicatieve archeologische waarde en de in ARCHIS geregistreerde AMK-terreinen, waarnemingen, vondstmeldingen en onderzoeksmeldingen. Indicatieve archeologische waarde De IKAW (Indicatieve Kaart Archeologische Waarde) geeft voor heel Nederland de trefkans aan op het voorkomen van archeologische resten. Die trefkans is aangegeven in vier categorieën (per land- 16 J. van Doesburg et al., W.P. Locher & H. de Bakker, 199. Pagina 7 van 47

15 en waterbodem): een hoge, middelhoge, lage en zeer lage verwachting. Bebouwde gebieden, waarvan geen bodemkundige of geologische gegevens bekend zijn, zijn niet gekarteerd. De IKAW is voornamelijk gebaseerd op de relatie die er bestaat tussen de bodemkundige of geologische kwalificaties en de aanwezigheid van archeologische vindplaatsen. Een punt van aandacht daarbij is dat de IKAW grotendeels is gebaseerd op kaarten met een schaal van 1:5.. De grenzen op de kaart zijn in werkelijkheid globale overgangen, abrupte overgangen zijn het gevolg van bodemkundige of geologische kwalificaties. Op lokaal schaalniveau is de kaart daarom minder betrouwbaar. Daarbij komt dat de IKAW voornamelijk gebaseerd is op de aanwezigheid van nederzettingen vanaf het Laat Paleolithicum tot en met Vroege Middeleeuwen en niet op bijvoorbeeld grafvelden of offerplaatsen. Voor de periode Late-Middeleeuwen en Nieuwe tijd is de IKAW minder betrouwbaar, vooral voor de gebieden die vanaf die perioden zijn ontgonnen. Een lage verwachting voor het aantreffen van archeologische waarden en resten wil daarom niet zeggen dat er geen archeologische waarden of resten aanwezig kunnen zijn. De kans daarop is echter wel kleiner. Volgens de IKAW ligt het gehele plangebied in een gebied met een hoge kans op het aantreffen van archeologische waarden (zie Afbeelding 8). Cultuurhistorische Waardenkaart Provincie Limburg In aanvulling op de IKAW hebben veel provincies een eigen verwachtingskaart vervaardigd, waarin veel lokale gebiedskennis is opgenomen. Deze kaarten hebben over het algemeen een hoger detailniveau dan de IKAW. De Cultuurhistorische Waardenkaart (CHW) van de provincie Limburg geeft inzicht in de archeologische waarden van de regio. Volgens de CHW-kaart van de provincie Limburg heeft het plangebied een hoge trefkans op de aanwezigheid van archeologische waarden. Dit komt niet overeen met de trefkans die op de IKAW aan het plangebied gegeven wordt. Archeologische beleidsadvieskaart Gemeente Leudal Sinds 27 is de Wet op de Archeologische Monumentenzorg van kracht (WAMZ). Het doel van deze wet is te voorkomen dat archeologische waarden uit het verleden verloren gaan. In deze wet zijn de gemeenten verantwoordelijk voor het beheer van het bodemarchief binnen hun grondgebied. Voor een goed beheer van dit bodemarchief gebruikt de gemeente een archeologische beleidskaart. De Archeologische beleidskaart geeft een gemeentebreed overzicht van bekende en te verwachten archeologische waarden. De kaart maakt inzichtelijk waar en bij welke ruimtelijke ingrepen een archeologisch onderzoek verplicht is en wordt als toetsingskader gebruikt voor ruimtelijke procedures. Volgens de Archeologische beleidsadvieskaart van de gemeente Leudal ligt het plangebied binnen een gebied met een hoge archeologische verwachting (zie Afbeelding 9). Binnen deze gebieden dient, bij planvorming en voorafgaand aan vergunningverlening bij bodemingrepen dieper dan 4 cm - mv en een onderzoekslocatie groter dan 1 m², vroegtijdig een inventariserend archeologisch onderzoek te worden uitgevoerd. Verder maakt de zuidwesthoek van het plangebied deel uit van een AMK-terrein, een terrein van hoge archeologische waarde (historische kernen). Binnen dit gebied dient bij bodemingrepen dieper dan 4 cm -mv en een onderzoekslocatie groter dan 25 m², een inventariserend archeologisch onderzoek te worden uitgevoerd. AMK-terreinen binnen het onderzoeksgebied De Archeologische Monumentenkaart (AMK) bevat een overzicht van archeologische terreinen in Nederland, welke ook wel worden aangeduid als monumenten. De terreinen zijn beoordeeld op verschillende criteria (kwaliteit, zeldzaamheid, representativiteit, ensemblewaarde en belevingswaarde). Op grond daarvan zijn de terreinen ingedeeld in vier categorieën; terreinen met archeologische waarde, een hoge archeologische waarde, een zeer hoge archeologische waarde of een zeer hoge archeologische waarde met een beschermde status. Het plangebied ligt gedeeltelijk in een AMK-terrein. Binnen het onderzoeksgebied liggen 5 AMKterreinen (zie Tabel V en Afbeelding 8). Pagina 8 van 47

16 Tabel V Overzicht AMK-terreinen AMK nr. Situering t.o.v. plangebied Waarde Complex Datering het plangebied ligt gedeeltelijk in het AMK terrein Terrein van hoge archeologische waarde Nederzetting, onbepaald Late Middeleeuwen - Nieuwe tijd Omschrijving Terrein met bewoningssporen uit de Late Middeleeuwen tot en met de Nieuwe Tijd. Het gaat om de oude bebouwing van Mortel. Op de AMK zijn historische dorpskernen en clusters oude bebouwing als gebieden van hoge archeologische waarde aangegeven. Dit is op grond van het belang van deze locaties, waar de wortels van de huidige dorpen of steden kunnen liggen. De begrenzing van deze kernen is gebaseerd op 19 e -eeuwse en vroeg 2 e -eeuwse kaarten. Binnen deze contouren kunnen in de bodem resten van vroegmoderne en waarschijnlijk ook van laatmiddeleeuwse (vanaf circa 13 AD) bewoning aangetroffen worden. Ook sporen van oudere bewoning kunnen aanwezig zijn. Bedacht dient echter te worden dat de bewoning in de Vroege- en Volle Middeleeuwen (tot circa 13 AD) een meer dynamisch karakter gehad kan hebben en dat de plaats en grens ervan niet perse hoeft samen te vallen met die van de latere bewoning. Literatuur: Wolters-Noordhoff Atlasproducties 1992, in: Grote Historische Provincie Atlas Limburg AMK nr. Situering t.o.v. plangebied Waarde Complex Datering m ten noordoosten Terrein van hoge archeologische waarde Omschrijving Nederzetting, onbepaald Late Middeleeuwen - Nieuwe tijd Terrein met bewoningssporen uit de Late Middeleeuwen tot en met de Nieuwe Tijd. Het gaat om de oude bebouwing van Geijspers. AMK nr. Situering t.o.v. plangebied Waarde Complex Datering m ten westen Terrein van hoge archeologische waarde Omschrijving Nederzetting, onbepaald Late Middeleeuwen - Nieuwe tijd Terrein met bewoningssporen uit de Late Middeleeuwen tot en met de Nieuwe Tijd. Het gaat om de oude dorpskern van Roggel. AMK nr. Situering t.o.v. plangebied Waarde Complex Datering m ten oosten Terrein van hoge archeologische waarde Omschrijving Nederzetting, onbepaald Late Middeleeuwen - Nieuwe tijd Terrein met bewoningssporen uit de Late Middeleeuwen tot en met de Nieuwe Tijd. Het gaat om de oude bebouwing van Ophoven. AMK nr. Situering t.o.v. plangebied Waarde Complex Datering m ten westen Terrein van hoge archeologische waarde Omschrijving Nederzetting, onbepaald Late Middeleeuwen - Nieuwe tijd Terrein met bewoningssporen uit de Late Middeleeuwen tot en met de Nieuwe Tijd. Het gaat om de oude bebouwing van Hoek (Roggel). Het plangebied ligt gedeeltelijk in een AMK terrein van hoge archeologische waarde. Het betreft de oude kern van Mortel. In de beschrijving van het AMK terrein wordt de aandacht gevestigd op dat de bewoning in de Vroege- en Volle Middeleeuwen een meer dynamisch karakter had en dat de grens ervan niet perse hoeft samen te vallen met die van de latere bewoning. In het verleden uitgevoerde archeologische onderzoeken binnen het onderzoeksgebied Binnen het onderzoeksgebied zijn in de afgelopen jaren door verschillende archeologische bedrijven en instellingen in totaal 8 archeologische onderzoeken uitgevoerd. Het gaat daarbij om bureauonderzoeken, booronderzoeken (verkennend/karterend), proefsleufonderzoeken en archeologische begeleidingen van graafwerkzaamheden (zie Tabel VI en Afbeelding 8). Tabel VI Overzicht onderzoeksmeldingen Pagina 9 van 47

17 Onderzoeksmeldingsnr. Situering t.o.v. plangebied Uitvoerder Datum m ten zuidwesten SOB Research Aard, resultaten van het onderzoek en literatuur (indien vermeld in ARCHIS) Onderzoekstype: Archeologisch: booronderzoek Onderzoeksnummer: Resultaat : Er zijn verschillende archeologische indicatoren tijdens de boringen aangetroffen, o.a. houtskool en aardwerk, ook in de laag onder het esdek, een geelbruine tot bruingele laag met een dikte van tussen.5 en.5 meter. Literatuur: Gazenbeek, A.E., 25: Aanvullende Archeologische Inventarisatie Bestemmingsplan Pasveld, Roggel (SOB Research Rapport). Onderzoeksmeldingsnr. Situering t.o.v. plangebied Uitvoerder Datum m ten zuidwesten Archeomedia / Arnicon Aard, resultaten van het onderzoek en literatuur (indien vermeld in ARCHIS) Onderzoekstype: Archeologisch: proefputten/proefsleuven Onderzoeksnummer: 1481 Resultaat : Archeologische resten/sporen aangetroffen. Het gebied ten zuiden en zuidwesten van de onderzoekslocatie kan zeer waardevol zijn voor nader archeologisch onderzoek vanwege de betere conserveringsomstandigheden ter plaatse. Literatuur: Koning, M.W.A. de & N.H. van der Ham, 25: Waarderend archeologisch onderzoek op de nieuwbouwlocatie Pasveld aan de Burg. Mertensstraat te Roggel (Roggel en Neer) Inventariserend veldonderzoek met proefsleuven en beperkte opgraving, Capelle aan den IJssel (ArcheoMedia rapport A4-432-K). Onderzoeksmeldingsnr. Situering t.o.v. plangebied Uitvoerder Datum m ten zuidwesten Bureau Interdisciplinaire Landschapsanalyse Aard, resultaten van het onderzoek en literatuur (indien vermeld in ARCHIS) Onderzoekstype: Archeologisch: booronderzoek Onderzoeksnummer: 5431 Resultaat : Uit het onderzoek blijkt dat de bodem in het grootste deel van het plangebied verstoord is. Alleen in het noordelijke deel van het plangebied is het oorspronkelijke bodemprofiel nog gedeeltelijk intact. Er werden geen relevante archeologische indicatoren aangetroffen. Literatuur: Boer, E. de, 25: Roggel en Neer (L), Pasveld-Oost: Archeologisch vooronderzoek (BILAN Rapport 25/39). Onderzoeksmeldingsnr. Situering t.o.v. plangebied Uitvoerder Datum m ten westen ADC ArcheoProjecten Aard, resultaten van het onderzoek en literatuur (indien vermeld in ARCHIS) Onderzoekstype: Archeologisch: booronderzoek Onderzoeksnummer: Resultaat : Afhankelijk van de bouwplannen wordt vervolgonderzoek geadviseerd voor het noorden en oosten van het plangebied. Onderzoeksmeldingsnr. Situering t.o.v. plangebied Uitvoerder Datum m ten westen Econsultancy BV Aard, resultaten van het onderzoek en literatuur (indien vermeld in ARCHIS) Onderzoekstype: Archeologisch: bureauonderzoek Onderzoeksnummer: Resultaat : Uit de landschappelijke ligging (hoger gelegen nabij de Roggelse Beek) blijkt dat de omgeving van het plangebied vanaf het Paleolithicum gunstig is geweest voor jagers-verzamelaars en vanaf het Neolithicum voor landbouwers. In het hele plangebied kunnen archeologische resten voorkomen uit alle archeologische perioden. De kans op het voorkomen van de resten is hoog. Opgemerkt dient te worden dat de planlocatie grotendeels bebouwd is en verhard, waardoor mogelijk verstoring heeft plaatsgehad van het bodemprofiel. Het noorddeel van het terrein is verhard maar onbebouwd en daar is het bodemprofiel mogelijk onverstoord. Omdat er waarschijnlijk een enkeerdgrond ligt kunnen eventuele archeologische resten en sporen beschermd zijn door een esdek en ook op het bebouwde deel van het terrein bewaard zijn gebleven. Onderzoeksmeldingsnr. Situering t.o.v. plangebied Uitvoerder Datum m ten westen ADC ArcheoProjecten Pagina 1 van 47

18 Aard, resultaten van het onderzoek en literatuur (indien vermeld in ARCHIS) Onderzoekstype: archeologisch: booronderzoek Onderzoeksnummer: Resultaat : Wat betreft de archeologie is er geen belemmering om het terrein vrij te geven. Onderzoeksmeldingsnr. Situering t.o.v. plangebied Uitvoerder Datum m ten westen ADC ArcheoProjecten Aard, resultaten van het onderzoek en literatuur (indien vermeld in ARCHIS) Onderzoekstype: Archeologisch: begeleiding Onderzoeksnummer: 2749 Resultaat : Vrijgeven. Geen archeologie aanwezig. Onderzoeksmeldingsnr. Situering t.o.v. plangebied Uitvoerder Datum m ten noordwesten SOB Research Aard, resultaten van het onderzoek en literatuur (indien vermeld in ARCHIS) Onderzoekstype: Archeologisch: booronderzoek Onderzoeksnummer: 1484 Resultaat : Een podzolbodem kon niet worden herkend. In de esdek zijn tijdens het booronderzoek archeologische indicatoren aangetroffen. Echter, deze resten bestaan uit puin en een fragment recent aardewerk. Literatuur: Ras, J. & A. E. Gazenbeek, 25: Inventariserend Veldonderzoek door middel van grondboringen ten behoeve van aanvullende kavels Plangebied Reppelveld, Roggel( SOB Research-rapport, ). De archeologische onderzoeken hebben vooral ten westen van het plangebied plaatsgevonden. Er is daar over het algemeen een hoge archeologische verwachting. Waarnemingen binnen het onderzoeksgebied In ARCHIS staan alle bekende archeologische waarnemingen geregistreerd. Binnen het plangebied zijn geen waarnemingen geregistreerd. Binnen het onderzoeksgebied staan 14 waarnemingen geregistreerd (zie Tabel VII en Afbeelding 8). Tabel VII Overzicht ARCHIS-waarnemingen Waarnemingsnr. Situering t.o.v. plangebied Datering m ten oosten Paleolithicum - IJzertijd Aard van de melding Vondsten: Vuursteen kling, Paleolithicum - IJzertijd Aardewerk, gedraaid, Late Middeleeuwen Vuursteen klingkern, Paleolithicum - Neolithicum Vuursteen afslag, Paleolithicum - IJzertijd Literatuur: Roymans, J.A.M. 25: RAAP-rapport (Regionaal Archeologisch Archiverings Project, Amsterdam) Waarnemingsnr. Situering t.o.v. plangebied Datering m ten zuidwesten Romeinse tijd Late Middeleeuwen Aard van de melding Vondsten: Greppel/sloot ME Aardewerk, ondetermineerbaar, Late Middeleeuwen - Nieuwe tijd Aardewerk, ondetermineerbaar, IJzertijd Aardewerk, ondetermineerbaar, Romeinse tijd Literatuur: Stoepker, H. 1993: Archeologische Kroniek van Limburg over 1992 en Roggel. Greppels onder een esdek (p.35-37)., in: Publications de la Societe Historique et Archeologique dans le Limbourg 129. Waarnemingsnr. Situering t.o.v. plangebied Datering Pagina 11 van 47

19 m ten westen (Roggelse beek) Late Middeleeuwen Aard van de melding Vondsten: Aardewerk, gedraaid, Late Middeleeuwen Literatuur: Roymans, J.A.M. 25: RAAP-rapport (Regionaal Archeologisch Archiverings Project, Amsterdam) Waarnemingsnr. Situering t.o.v. plangebied Datering m ten westen (Roggelse beek) Late Middeleeuwen Aard van de melding Vondsten: Aardewerk, gedraaid, Late Middeleeuwen Literatuur: Roymans, J.A.M. 25: RAAP-rapport (Regionaal Archeologisch Archiverings Project, Amsterdam) Waarnemingsnr. Situering t.o.v. plangebied Datering m ten zuiden IJzertijd - Middeleeuwen Aard van de melding Vondsten: Aardewerk, gedraaid, Romeinse tijd - Middeleeuwen Aardewerk, handgevormd, IJzertijd - Middeleeuwen Crematiegraf, IJzertijd - Romeinse tijd Waarnemingsnr. Situering t.o.v. plangebied Datering m ten westen Late Middeleeuwen Nieuwe tijd Aard van de melding Vondsten: Keramiek, Late Middeleeuwen - Nieuwe tijd Waarnemingsnr. Situering t.o.v. plangebied Datering m ten zuidwesten Late Bronstijd Romeinse tijd Aard van de melding Onderzoeksmelding: 7373 Complextype : Nederzetting, onbepaald Vondsten: Aardewerk, handgevormd, Late Bronstijd - Romeinse tijd Literatuur: ArcheoMedia rapport A4-432-K Roggel, Pasveld. Waarnemingsnr. Situering t.o.v. plangebied Datering m ten zuidwesten Late IJzertijd Aard van de melding Vondsten: Glazen 5 ribbige armband La Tène, Late-IJzertijd Waarnemingsnr. Situering t.o.v. plangebied Datering m ten zuidwesten Mesolithicum Nieuwe tijd Aard van de melding Onderzoeksmelding: 726 Vondsten: Aardewerk, ondetermineerbaar, Nieuwe tijd Aardewerk, ondetermineerbaar, Late Middeleeuwen Aardewerk, ondetermineerbaar, Neolithicum - Nieuwe tijd Aardewerk, ondetermineerbaar, IJzertijd Vuursteen kling, Mesolithicum Roodbakkend geglazuurd aardewerk, Nieuwe tijd Pagina 12 van 47

20 Literatuur: Gazenbeek, A. G. 23: Aanvullende Archeologische Inventarisatie Bestemmingsplan Pasveld, Roggel (SOB Research-rapport) Waarnemingsnr. Situering t.o.v. plangebied Datering m ten noordwesten Late Middeleeuwen Aard van de melding Onderzoeksmelding: 5165 Vondsten: Limburgs witbakkend geglazuurd aardewerk, Late Middeleeuwen Literatuur: Gazenbeek, E.A. 24: AAI Plangebied Reppelveld, Roggel (SOB Research-rapport 13) Waarnemingsnr. Situering t.o.v. plangebied Datering m ten zuidwesten Late IJzertijd Vroege Middeleeuwen Aard van de melding Onderzoeksmelding: 7373 Complextype : Nederzetting, onbepaald Vondsten: Aardewerk, handgevormd, Late-IJzertijd - Vroege Romeinse tijd Huisplattegrond, IJzertijd Literatuur: Koning, M.W.A. & N.H. van der Ham 25: Waarderend archeologisch onderzoek op de nieuwbouwlocatie Pasveld aan de Burg, Mertensstraat te Roggel, (Roggel en Neer). IVO met proefsl. en beperkte (Arnicon/Archeomedia-rapport A4-432-K). Waarnemingsnr. Situering t.o.v. plangebied Datering 9351 niet exact bekend Midden-Paleolithicum Aard van de melding Vondsten: Vuursteen schaaf Mousterien Vuursteen schrabber Mousterien Waarnemingsnr. Situering t.o.v. plangebied Datering 9352 niet exact bekend Laat-Paleolithicum Aard van de melding Vondsten: Fragment van een vuursteen kling, Creswell-cultuur Waarnemingsnr. Situering t.o.v. plangebied Datering 9353 niet exact bekend Laat-Paleolithicum Vroeg Mesolithicum Aard van de melding Vondsten: Fragment van een vuursteen kling Vuursteen klingen Vuursteen schrabber Vuursteen steker Deel van een vuurstenen werktuig In de directe nabijheid van het plangebied zijn vuurstenen artefacten gevonden van Laat Paleolithicum tot IJzertijd en Middeleeuws aardewerk. Op 45 meter is IJzertijd en Romeins aardewerk aangetroffen. Ten westen en zuidwesten van het plangebied, in de nabijheid van de Roggelse beek, zijn IJzertijd, Romeinse en Middeleeuwse vondsten gedaan. Pagina 13 van 47

21 Vondstmeldingen binnen het onderzoeksgebied In ARCHIS staan vondstmeldingen geregistreerd. Nadat deze zijn gecontroleerd worden het waarnemingen. Tot die tijd staan ze als vondstmeldingen geregistreerd. Binnen het onderzoeksgebied staan geen vondstmeldingen geregistreerd (zie Afbeelding 8). NUMIS NUMIS, oftewel het NUMismatisch InformatieSysteem, is een database waarin beschrijvingen zijn te vinden van in Nederland gevonden munten, penningen en andere numismatische voorwerpen. In NUMIS zijn alle bij het Geldmuseum bekende schatvondsten beschreven. Van de losse vondsten is met name materiaal van vóór het jaar 16 na Christus opgenomen. 18 Het raadplegen van NUMIS heeft voor het plangebied geen aanvullende informatie opgeleverd met betrekking tot archeologie. 3.8 Aanvullende informatie Heemkunde Vereniging Voor aanvullende informatie is contact gezocht met de plaatselijke Heemkundevereniging maar dit heeft geen relevante gegevens opgeleverd. 3.9 Korte bewoningsgeschiedenis van het plangebied In deze paragraaf wordt een bespreking van de bewoningsgeschiedenis van de streek gegeven. Een algemene ontwikkeling van de bewoningsgeschiedenis van Nederland wordt weergegeven in Bijlage 2. Hiervoor is gebruik gemaakt van de cultuurhistorische inventarisatie van de Provincie Limburg als onderdeel van het Monumenten Inventarisatie Project: Roggel was in de periode een sterk op de landbouw georiënteerde gemeente. De Tranchotkaarten uit het begin van de negentiende eeuw geven een goede indruk van de organisatie van het agrarische bodemgebruik destijds. In het zuiden, zuidoosten en aan weerszijden van de Roggelse beek en de Zeiserbeek kon men akkers, weilanden en akkers met boomgaarden aantreffen. De weilanden omzoomden beide genoemde waterlopen en markeerden met de boomgaarden het overgangsgebied naar heide, moeras en ven. De rest van het areaal was opgevuld met heide, moeras en ven. Globaal gezien bestonden in het begin van de negentiende eeuw benoorden de lijn Schans-Nijken-Strubben-Roligt geen mogelijkheden voor agrarische exploitatie. De enige uitzondering was letterlijk een eilandje met bouwlanden in de noordwestelijke loop van de Roggelse beek. De resterende hogere zandgronden aan weerszijden van de Roggelse beek waren herkenbaar aan hun heide- en bosbegroeiing of zandverstuivingen. De hoogst gelegen punten waren de Kerkelsberg in het westen en de Heldensche Berg oftewel Ophovensche Zandberg in het oosten. Het noordelijke deel van het beekdal, eveneens gelegen op hogere zandgrond, was gevuld met ven of moeras. De lagere zandgronden in het noorden en noordoosten waren nog vochtiger. Noordelijk van de Ophovensche Zandberg werden twee van deze arealen aangeduid met "Deorbrant" en "Gros Kuyle". In het licht van het bovenstaande is het niet verwonderlijk dat het traditionele agrarische bedrijf te Roggel een gemengd bedrijf was. In de literatuur over Limburgs agrarische verleden wordt Roggel samen met andere dorpen Meyel, Helden, Maasbree, Heythuysen, Baexem, Grathem, Hunsel, Stramproy, Nederweert en Weert tot de zuidelijke Peel gerekend. Deze regio bestond in 1847 uit 44% woeste grond en 7,7% bos. Het cultuurareaal was er beperkt: 24% bouwland en 1,5% weiland. Tussen 1847 en 187 werd er in de zuidelijke Peel een grote ontginningsactiviteit ontplooid. Het areaal bos en bouwland nam hierdoor met 25 hectare toe, de weilanden werden men 3 hectare uitgebreid. Daaraan ging te Roggel de openbare verkoop van gronden vooraf, die sedert de tijd van het Franse bestuur aan de gehele gemeenschap waren toebedeeld. In 1835 verwisselden op die manier 12 hectare heide, weide en houtgewas van eigenaar. Het betrof de bossen rondom de Kerkelsberg, het Wieënhout en de Ophovensche Zandberg, de omgeving van Leukes Hoeve, het Breukske en de Lijmskoele. De Kuyperkaart van 1866 laat zien dat Roggel in de ontginningsactiviteit 18 Pagina 14 van 47

22 van de zuidelijke Peel geen evenredig aandeel heeft gehad. De noordelijke helft van de gemeente (de zg. Hoors Peel) bestond ook in dat jaar nog geheel uit moeras, heide en ven. De topografische kaarten van 1934 bewijzen dat men in de daaropvolgende periode actiever was. De lagere zandgronden in het noorden en noordoosten waren nu grotendeels in gebruik als weiland of als bouwgrond. De stuifzandheuvels in het noorden en westen waren in 1934 helemaal beplant met naaldbos. Slechts op de Ophovensche Zandberg waren de braakliggende zandoppervlakten nog redelijk omvangrijk. Het tussenliggende beekdal met aangrenzende gronden was geheel ingericht met akker- en weilanden. Op de hogere zandgronden waren de akkers in de meerderheid, op de lagere aan weerszijden van de Heidense dijk de weilanden. De nieuw ontgonnen of beboste gronden kenmerkten zich door geometrische verkavelingsvormen, die desondanks vrij willekeurig tot stand waren gekomen. De boeren bewerkten op vrij traditionele wijze zo'n 3 tot 5 hectaren grond die om deze reden vaak sterk verspreid lagen. Roggel bleef door deze belemmeringen lange tijd een zelfvoorzienende gemeenschap zonder grote verhandelbare overschotten. Deze situatie noopte tussen 196 en 1975 tot de uitvoering van een ruilverkaveling van gespreide landbouwgronden, weguitbreiding c.q. -verbetering en normalisatie van diverse waterlopen. Bovendien kwam in de twintigste eeuw binnen de agrarische bedrijfstak geleidelijk aan de nadruk op de tuinbouw te liggen. Roggel beschikte thans over een uitgebreide planten- en champignonkweek, aspergeteelt, maar ook over grote pluimveebedrijven, konijnenfokkerijen en varkensmesterijen. Een globale schets van het huidige bodemgebruik ziet er daarom als volgt uit. Slechts de lagere zandgronden rond het verblijfsrecreatiecentrum de Leistert en bij het Afwateringskanaal bestaan uit grootschalige landbouwgebieden. Voor de rest zijn zij ingericht met gemengd bosgebied of gemengd bos- en landbouwgebied. Het oud-bouwland op hogere zandgrond herbergt behalve bebouwing ook velden met randbebouwing of verspreide bebouwing. De beekdalen zijn gevuld met vochtige weilanden, broekbos en een gedeelte van de Roggelse bebouwingskern. Op de vlakkere stuifzandachtige gebieden is er behalve voor naaldbos en verblijfsrecreatie ook plaats voor kleinschalige landbouwactiviteit. De stuifzandheuvels zijn geheel begroeid met naaldbos. Roggel heeft een aantal belangrijke natuurlijke waterlopen. Op de eerste plaats de Roggelse beek die de gemeente van noord naar zuid doorsnijdt. Deze beeldbepalende beek werd in 1938 in het kader van de werkverschaffing genormaliseerd. Even zuidelijk van de kern Roggel mondt de Roggelse beek uit in de Zeiserbeek die via de Neerbeek afwatert op de Maas. Behalve de Roggelse beek mondt ook de Bevelandse beek uit in de Zeiserbeek. De zuidwestelijke gemeentegrens liep tot 1 januari 1991 grotendeels langs deze Bevelandse beek. Roggel was in het begin van de negentiende eeuw een gemeente met een geringe bebouwingsdichtheid. De aanwezige bebouwing lag bovendien overwegend op de oude bouwlanden in het zuidelijke deel van de gemeente, gecentreerd rond de grootste kern Roggel. Roggel was een duidelijk lineaire nederzetting in en aan weerszijden van het dal van de Roggelse beek. Zij telde een vijfentwintigtal bebouwingseenheden (incl. kerk) langs de huidige Kerkstraat, Markt en Dorpsstraat. Verder dan de kruising met de Koppelstraat reikte haar bebouwing niet. Mortel is de naam voor een straat die op de Bos met de Neerderweg verbindt. Begin negentiende eeuw lagen langs deze route een vijftiental bebouwingseenheden. Dat Roggel geen grote aantallen huizen had wordt ook bevestigd door Vandermaelen die hier in 1835 circa 18 woningen, 1 kerk en 1 school aantrof. Nederzettingen in 1934: Roggel, Roligt, Ophoven, Laak, Mortel, Op de Bos, Eind, Blenkert, Hoek en Schans. Mortel beschikte langs de gelijknamige straat behalve over een kapel ook over een twaalftal andere objecten. Dat impliceert dat deze kern in geringe mate geslonken was. De bebouwing van Ophoven, ook langs een gelijknamige straat gelegen, was evenmin spectaculair gegroeid en Schans was deelgenoot in die ontwikkeling. 19 Deze cultuurhistorische inventarisatie heeft enkele relevante gegevens voor het plangebied opgeleverd. Het plangebied is in de 2 e eeuw in gebruik genomen als landbouwgebied, daarvoor werden de gronden veelal gebruikt voor bosbouw. Door de kleinschaligheid van de landbouw en de verspreidheid van de landbouwarealen, bleef Roggel lange tijd een zelfvoorzienende landbouwgemeenschap zonder verhandelbare overschotten. Vanaf de 6er jaren van de vorige eeuw vond er door ruilverkaveling schaalvergroting plaats, waarbij de nadruk op tuinbouw kwam te liggen Pagina 15 van 47

23 3.1 Gespecificeerde archeologische verwachting Op grond van het bureauonderzoek is de volgende gespecificeerde archeologische verwachting opgesteld: Tabel VIII Gespecificeerde archeologische verwachting Archeologische periode Gespecificeerde verwachting Te verwachten resten en/of sporen Relatieve diepte t.o.v. het maaiveld (Laat-)Paleolithicum Laag Vuursteenstrooiïngen en vuurstenen gebruiksvoorwerpen Mesolithicum Laag Vuursteenstrooiïngen en vuurstenen gebruiksvoorwerpen Neolithicum Middelhoog Akkerlaag en/of nederzettingssporen, grafvelden, rituele plaatsen: kleine fragmenten aardewerk, natuursteen en vuurstenen gebruiksvoorwerpen, houtskool en gebruiksvoorwerpen Bronstijd Middelhoog Akkerlaag en/of nederzettingssporen, grafvelden, rituele plaatsen: kleine fragmenten aardewerk, natuursteen en vuurstenen gebruiksvoorwerpen, metaalresten, houtskool, botresten en gebruiksvoorwerpen IJzertijd Middelhoog Akkerlaag en/of nederzettingssporen, grafvelden, rituele plaatsen: kleine fragmenten aardewerk, natuursteen, metaalresten, glasresten, houtskool, botresten en gebruiksvoorwerpen Romeinse tijd Middelhoog Akkerlaag en/of nederzettingssporen, grafvelden, rituele plaatsen: kleine fragmenten aardewerk, natuursteen, metaalresten, glasresten, houtskool, botresten en gebruiksvoorwerpen Middeleeuwen Hoog Bewoningssporen van een (boeren)erf: kleine fragmenten aardewerk, metaalresten, glasresten, houtskool, botresten, organische resten en gebruiksvoorwerpen Nieuwe tijd Hoog Bewoningssporen van een (boeren)erf: kleine fragmenten aardewerk, metaalresten, glasresten, houtskool, botresten, organische resten en gebruiksvoorwerpen Onder het esdek en in de top van de dekzandafzettingen Onder het esdek en in de top van de dekzandafzettingen Onder het esdek en in de top van de dekzandafzettingen Onder het esdek en in de top van de dekzandafzettingen Onder het esdek en in de top van de dekzandafzettingen Onder het esdek en in de top van de dekzandafzettingen Onder het esdek en in de top van de dekzandafzettingen Onder het maaiveld, in en onder het esdek 8 Meter ten oosten van het plangebied zijn enkele vuursteenvondsten gedaan op een kleine dekzandkop. Het plangebied ligt niet in een gradiëntzone of op een hoge dekzandrug, waardoor er voor het Laat-Paleolithicum en Mesolithicum geen hoge verwachting is. IJzertijd-, Romeinse- en Vroeg Middeleeuwse vondsten zijn op een afstand van 45-1 meter ten zuidwesten, in de nabijheid van de Roggelse beek, gedaan. Op 7 meter afstand van het plangebied is een crematiegraf uit de IJzertijd of Romeinse tijd aangetroffen. Mogelijk kan zich IJzertijd-, Romeinse- of Vroeg-Middeleeuwse bewoning in het plangebied bevinden. De verwachting voor deze perioden is daarom middelhoog. Omdat het plangebied in de oude bewoningskern van Mortel ligt, is de kans op het aantreffen van archeologische waarden uit de Late Middeleeuwen en Nieuwe tijd hoog. In het zuidwestelijke deel van het plangebied ligt een AMK terrein van hoge archeologische waarde voor de Late Middeleeuwen Pagina 16 van 47

24 en Nieuwe tijd. In de omgeving van het plangebied liggen meerdere AMK-terreinen met een hoge archelogische waarde voor de Late Middeleeuwen en Nieuwe tijd. De archeologische resten worden verwacht onder het esdek en in de top van de oorspronkelijke C- horizont. De vondstenlaag is opgenomen onderin het esdek; hier wordt ook wel van cultuurlaag gesproken: een doorwerkte oude bodem tussen het esdek en de ongeroerde ondergrond met kleine fragmenten aardewerk, natuursteen, vuursteen en houtskool. Archeologische sporen worden verwacht tot ongeveer 25 cm in de top van de C-horizont. Organische resten en bot zullen door de relatief droge en zure bodemomstandigheden slecht zijn geconserveerd. Het complextype en de omvang kunnen niet nader worden gespecificeerd door de beperkte gegevens. Bodemverstoring Dat een gebied een middelhoge of hoge archeologische verwachting heeft, hoeft niet te betekenen dat de eventueel aanwezige archeologische resten ook waardevol zijn. Als gevolg van bodemingrepen kunnen vindplaatsen geheel of gedeeltelijk verstoord zijn. De waarde van archeologische vindplaatsen wordt grotendeels bepaald door de mate waarin vondsten in situ bewaard zijn gebleven in de bodem en/of grondsporen intact zijn. Het plangebied is in het verleden in gebruik geweest als landbouw- en tuinbouwgrond. Door ploegen en bouwactiviteiten kunnen eventueel aanwezige archeologische resten, die vanaf het maaiveld worden verwacht, mogelijk verloren zijn gegaan Beantwoording onderzoeksvragen bureauonderzoek Voor het bureauonderzoek zijn een drietal onderzoeksvragen opgesteld. Hieronder worden deze vragen beantwoord voor zover het bureauonderzoek de daarvoor benodigde gegevens heeft opgeleverd. Wat is er bekend over bodemverstorende ingrepen binnen het plangebied uit het verleden? Is er bijvoorbeeld informatie bekend over vroegere ontgrondingen, bodemsaneringen, egalisaties, diepploegen of landinrichting? Er zijn behalve landbouwactiviteiten en bouwactiviteiten ten behoeve van de tuinbouw, geen verdere verstoringen bekend. Ligt het plangebied binnen een landschappelijke eenheid, welke vanuit archeologisch oogpunt een specifieke aandachtslocatie kan betreffen (zoals een relatief hoge dekzandkop of - rug, nabij een veengebied of een beekdal)? Het plangebied ligt gedeeltelijk in een historische cluster van oude bebouwing die op de AMK als gebieden van hoge archeologische waarde voor de Late Middeleeuwen tot en met de Nieuwe Tijd worden aangegeven. Wat is de gespecificeerde archeologische verwachting van het plangebied? Voor het Laat-Paleolithicum en het Mesolithicum is de verwachting laag. Voor de perioden Neolithicum tot en met de Vroege Middeleeuwen is de verwachting middelhoog. Voor de Late Middeleeuwen en Nieuwe tijd is de verwachting hoog. Pagina 17 van 47

25 4 INVENTARISEREND VELDONDERZOEK 4.1 Methoden Het inventariserend veldonderzoek is uitgevoerd in de vorm van een verkennend booronderzoek, conform de eisen van de KNA, versie 3.2, specificatie VS3. Voor het inventariserend veldonderzoek is op 4 april 211 door drs. M. Stiekema (Senior Prospector) een Plan van aanpak (PvA) opgesteld. In totaal zijn er 15 boringen gezet (zie Afbeelding 11). Er is geboord tot een diepte van maximaal 1,6 m -mv met een Edelmanboor met een diameter van 7 cm. Er is in 3 raaien geboord met een afstand van 4 m tussen de raaien en een afstand van 5 m tussen de boringen. De raaien zijn verspringend ten opzichte van elkaar gezet, waardoor een systeem bestaande uit gelijkbenige driehoeken ontstaat. Bij enkele boringen is van het stramien afgeweken in verband met de vorm van het terrein. De boringen zijn lithologisch conform de Archeologische Standaard Boorbeschrijvingsmethode beschreven. 2 De boringen zijn met meetlinten ingemeten (x- en y-waarden). Van alle boringen is de maaiveldhoogte afgeleid van het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN). Aan de hand van het opgeboorde materiaal is beoordeeld of er wel, niet of deels sprake is van een gaaf bodemprofiel. Tevens is gekeken naar de aanwezigheid van mogelijke vegetatie- en/of cultuurlagen, die zichtbaar zijn als bodemverkleuringen. Het opgeboorde materiaal is in het veld door middel van versnijden/verkruimelen geïnspecteerd op het voorkomen van archeologische indicatoren, zoals fragmenten vuursteen, aardewerk, houtskool, verbrande leem en bot. Vanwege het gebruik van het plangebied als tuinkas en vanwege de aanwezigheid van een esdek is er geen oppervlaktekartering uitgevoerd. 4.2 Resultaten Geologie en bodem De resultaten van de boringen zijn opgenomen in de vorm van boorprofielen en worden in Bijlage 5 weergegeven. Op basis van deze boorprofielen kan de bodemopbouw als volgt worden beschreven. De hoofdlijnen van de opbouw van de bodem kunnen als volgt worden weergegeven: Tabel IX Hoofdlijn bodemopbouw Diepte Samenstelling Interpretatie tot 7/9 cm Toplaag bestaande uit donker bruin grijs zwak siltig matig fijn zand, zwak humeus. Ap horizont, esdek 7/9 tot 9/11 cm Geelbruine gevlekte laag van matig fijn zand, zwak siltig Deze laag is verstoord met materiaal uit de C- horizont vanaf 9/11 cm Beige, donkergeel matig fijn zand, zwak siltig Ongestoorde C-horizont Het gehele profiel bestaat uit matig fijn zand, zwak siltig van afzettingen van de Formatie van Boxtel, Laagpakket van Wierden (Bx6). Het esdek bestaat uit een 7 tot 9 cm dikke, zwak humeuse laag. Hieronder bevindt zich in alle boringen een menglaag met materiaal uit de C-horizont. Een intact bodemprofiel is niet aangetroffen. Het aangetroffen bodemprofiel komt overeen met het bodemtype zoals weergegeven op de Bodemkaart van Nederland (zie 3.6). Archeologie In geen van de boringen zijn archeologische indicatoren waargenomen. Het gaat hier echter om een verkennend bodemonderzoek, dat zich richt op de bodemopbouw en mogelijke bodemverstoringen 2 J.H.A. Bosch, 25. Pagina 18 van 47

26 die de archeologische trefkans kunnen beïnvloeden en niet zo zeer op het onderzoeken op de aanwezigheid van archeologische vondsten en/of sporen. De afzettingen van de Formatie van Boxtel zijn afgezet gedurende de laatste ijstijd. De te verwachten archeologie van alle perioden vanaf het Laat-Paleolithicum bevindt zich dus in of op deze afzettingen. Omdat er in het hele plangebied geen enkel intact bodemprofiel is aangetroffen, is de verwachting voor de periode Laat-Paleolithicum en Mesolithicum laag. Sporen uit deze perioden bevinden zich in een de top van bijvoorbeeld een podzolprofiel dat in het plangebied niet is aangetroffen. In de Late Middeleeuwen/Nieuwe tijd hebben zich door plaggenbemesting esdekken gevormd. Mogelijk vond deze plaggenbemesting ook al eerder plaats, maar aangenomen wordt dat het grootste deel in de Nieuwe tijd tot de 19 e eeuw is opgebracht. Archeologie van het Neolithicum tot en met de Middeleeuwen bevindt zich dus direct onder het esdek. Omdat in het hele plangebied de eerste 3 centimeter onder het esdek verstoord is, kunnen alleen nog diepere sporen intact zijn. Te denken valt hierbij aan resten van diepe paalsporen, waterputten, afvalkuilen, greppels etc. De archeologische resten van de Nieuwe tijd bevinden zich in of onder het esdek. De verwachting voor deze periode blijft daarom ongewijzigd. Een klein deel van het terrein is verstoord door de huidige bebouwing en de funderingen van de tuinkassen. 4.3 Beantwoording onderzoeksvragen veldonderzoek Voor het veldonderzoek is een aantal onderzoeksvragen opgesteld. Hieronder worden deze vragen beantwoord voor zover het veldonderzoek de daarvoor benodigde gegevens heeft opgeleverd; Wat is de bodemopbouw binnen het plangebied? Het gehele profiel bestaat uit matig fijn zand, zwak siltig van afzettingen van de Formatie van Boxtel, Laagpakket van Wierden (Bx6). Het esdek bestaat uit een 7 tot 9 cm dikke, zwak humeuse laag. Hieronder bevindt zich in alle boringen een menglaag van ± 3 cm met materiaal uit de C-horizont. Is het bodemprofiel binnen het plangebied intact of (geheel of gedeeltelijk) verstoord en indien verstoord, tot welke diepte gaat deze verstoring? Een intact bodemprofiel is niet aangetroffen. De verstoring gaat maximaal tot een diepte van 1.3 m onder maaiveld. Wat zijn de gevolgen van het in het plangebied aangetroffen bodemprofiel voor de gespecificeerde archeologische verwachting van het plangebied. Omdat er geen intact podzolprofiel is aangetroffen is de verwachting voor de perioden Laat- Paleolithicum en Mesolithicum laag. De bovenste laag van mogelijke cultuurlagen van het Neolithicum tot en met de Late Middeleeuwen is verstoord. Er is wel nog kans op diepere sporen. De archeologische resten van de Nieuwe tijd bevinden zich in of onder het esdek, waardoor de verwachting voor de Nieuwe tijd ongewijzigd blijft. Indien er binnen het plangebied een vindplaats aanwezig is, wat zijn dan de gevolgen van de voorgenomen bodemingrepen voor de vindplaats? De bovenste laag van deze vindplaats is verstoord. Alleen diepere sporen zullen nog intact zijn. Pagina 19 van 47

27 5 CONCLUSIE EN SELECTIEADVIES 5.1 Conclusie Voor Laat-Paleolithicum en Mesolithicum heeft het plangebied een lage verwachting omdat het gebied niet in een gradiëntzone of op een hoge dekzandrug ligt. Uit het bureauonderzoek komt naar voren dat de verwachting voor IJzertijd, Romeinse tijd en Vroege Middeleeuwen middelhoog is, vanwege vondsten uit deze periode in de nabijheid van het plangebied. Het aantreffen van archeologische waarden uit de Late Middeleeuwen en Nieuwe tijd is hoog vanwege de ligging van het plangebied in de oude bewoningskern van Mortel en doordat het zuidwest gedeelte van het plangebied in een AMK terrein van hoge archeologische waarde voor de Late Middeleeuwen en Nieuwe tijd ligt. Het bureauonderzoek toonde aan dat er zich mogelijk archeologische waarden in het plangebied zouden kunnen bevinden. Daarom is aansluitend een inventariserend veldonderzoek in de vorm van een verkennend booronderzoek uitgevoerd. De aangetroffen bodemopbouw bestaat uit een esdek van gemiddeld 8 cm, hieronder ligt een verstoorde laag van gemiddeld 3 cm. Daaronder bevindt zich de C-horizont. Op basis van de waargenomen bodemverstoringen en de aanwezigheid van bebouwing op een deel van het plangebied, kan worden geconcludeerd dat er geen behoudenswaardige archeologische waarden in situ worden verwacht. Er zouden hier alleen nog diepe sporen vanaf het Neolithicum tot en met de Late Middeleeuwen te verwachten zijn die door het verstoorde karakter van het plangebied niet behoudenswaardig zijn. Voor de Nieuwe tijd blijft de archeologische verwachting ongewijzigd. Sporen uit de Nieuwe tijd worden in en onder het esdek verwacht. 5.2 Selectieadvies Op grond van de resultaten van het bureau- en veldonderzoek adviseert Econsultancy om een gedeelte van het plangebied vrij te geven en een gedeelte archeologisch te laten begeleiden en een gedeelte niet vrij te geven. Het zuidwestelijk deel van het plangebied valt in een AMK-terrein van hoge waarde. In dit deel staat de bouw van één nieuwbouwwoning gepland. Econsultancy adviseert de graafwerkzaamheden van deze woning archeologisch te laten begeleiden. De andere nieuwbouwwoning (in de noordwest hoek) en de nieuw te bouwen schuur in het noordelijke gedeelte ligt niet in een AMK terrein, waardoor dit gedeelte van het terrein kan worden vrijgegeven. Wat betreft het overige deel van het plangebied, dat niet voor bewoning is bestemd, wordt door Econsultancy geadviseerd om bij nieuwe bodemverstorende plannen dit gedeelte van het plangebied nader te onderzoeken door middel van een IVO karterende en waarderende fase, proefsleuven (IVO-P) (zie Afbeelding 1). Er is geprobeerd een zo gefundeerd mogelijk advies te geven op grond van de gebruikte onderzoeksmethode. De aanwezigheid van archeologische sporen of resten in het plangebied kan nooit volledig worden uitgesloten. Econsultancy wil de opdrachtgever er daarom ook op wijzen dat, mochten tijdens de geplande werkzaamheden daar toch archeologische waarden worden aangetroffen, er conform artikel 53 van de Monumentenwet uit 1988 een meldingsplicht geldt bij het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed: ARCHIS-meldpunt, telefoon ), de Gemeente Leudal of de Provincie Limburg. Bovenstaand advies vormde het selectieadvies van Econsultancy. De resultaten van dit onderzoek zijn beoordeeld door het bevoegd gezag (Gemeente Leudal), die het selectieadvies gedeeltelijk heeft overgenomen en verwerkt in het selectiebesluit. Afwijkend van bovenstaand advies wil het bevoegd gezag voor wat betreft het zuidwestelijk deel van het plangebied, waar de bouw van één nieuwbouwwoning is gepland en door Econsultancy een archeologische begeleiding is voorgesteld, een proefsleuvenonderzoek laten uitvoeren om zodoende in de toekomst meer bebouwing op het Pagina 2 van 47

28 terrein vergunningsvrij toe te kunnen staan. Voor het achterliggende deel van het plangebied wordt bescherming in de planregels opgenomen wat betreft bodemverstoringen dieper dan 4 cm, om zodoende onnodig en kostbaar onderzoek te voorkomen. Pagina 21 van 47

29 LITERATUUR Alterra, 23: Digitale Geomorfologische kaart van Nederland, schaal 1:25.. Berendsen, H.J.A., 28: Fysische Geografie van Nederland, deel 1: De vorming van het land. Inleiding in de geologie en de geomorfologie. Van Gorcum, Assen. Bosch, J.H.A., 25: Archeologische Standaard Boorbeschrijvingsmethode, Versie 5.2. Utrecht (TNOrapport, NITG 5-43-A). Doesburg, J. van (red.), et al., 27: Essen in zicht. Essen en plaggendekken in Nederland: onderzoek en beleid. Amersfoort 27. Locher, W.P. & H. de Bakker, 199: Bodemkunde van Nederland. Deel 1: Algemene bodemkunde. Malmberg, Den Bosch. Mulder, E.F.J. de, M.C. Geluk, I.L. Ritsema, W.E. Westerhoff, T.E. Wong, 23: De ondergrond van Nederland. Wolters-Noordhoff, Groningen. Stichting voor Bodemkartering, 1972: Bodemkaart van Nederland, schaal 1:5., blad 58 West/Roermond. Verhoeven, M., G.R. Ellenkamp & M. Janssens, 29: Een archeologische verwachtings- en beleids advieskaart voor de gemeenten Weert en Nederweert. Deelrapport II: Landschap en archeologie (RAAP-Rapport 1877). Pagina 22 van 47

30 BRONNEN AHN; internetsite, april Archeologisch informatiesysteem Archis2, Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE), Amersfoort, april Bodemloket, internetsite, april Cultuurhistorische Inventarisatie Limburg M.I.P, Gemeente Neer-Roggel, april Dinoloket, internetsite, april Kennisinfrastructuur Cultuurhistorie; internetsite, april Numis, internetsite, april Provinciaal Omgevingsplan Limburg, internetsite, april SIKB; internetsite, april Wat Was Waar; internetsite, april Pagina 23 van 47

31 Afbeelding 1 Situering van het plangebied binnen Nederland BERINGE HELDEN EGCHEL HEIBLOEM N KELPEN OLER HUNSEL ROGGEL NEER Hey thuy sen LEVEROIJ HEIJTHUIJSEN NUNHEM HAELEN BUGGENUM BAEXEM HORN GRATHEM 1m Roermond BEEGDEN HERTEN Roggel - Mortel 7 Situering van het plangebied binnen Nederland KESSEL LB BEESEL SWALMEN bron: Geodan Pagina 24 van 47

32 Afbeelding 2 Detailkaart van het plangebied N Kruissingel Dresenstraat Mortel Ophoven 1m Roggel - Mortel 7 Detail plangebied Legenda Plangebied Pagina 25 van 47

33 Afbeelding 3 Luchtfoto van het plangebied Mortel 7 te Roggel Luchtfoto van het plangebied Legenda Plangebied Pagina 26 van 47

34 Afbeelding 4 Situering van het plangebied binnen de historische kaarten Situatie (bron: Situatie 1894 (bron: Situatie 1955 (bron: Situatie 1958 (bron: Situatie 1967 (bron: Situatie 1988 (bron: Mortel 7 te Roggel Situering van het plangebied binnen de historische kaarten Legenda Plangebied LEU.TON.ARC Econsultancy Archeologisch Rapport Pagina 27 van 47

35 Afbeelding 5 Situering van het plangebied binnen de Geomorfologische kaart Pagina 28 van 47

36 Afbeelding 6 Situering van het plangebied binnen het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN) Mortel 7 te Roggel Situering van het plangebied binnen het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN) Legenda Plangebied Pagina 29 van 47

37 Afbeelding 7 Situering van het plangebied binnen de Bodemkaart Pagina 3 van 47

38 Afbeelding 8 Archeologische Gegevenskaart van het onderzoeksgebied Pagina 31 van 47

39 Afbeelding 9 Situering van het plangebied binnen de Archeologische Beleidsadvieskaart gemeente Leudal Mortel 7 te Roggel Situering van het plangebied binnen de Archeologische Beleidsadvieskaart gemeente Leudal Legenda Plangebied Pagina 32 van 47

40 Afbeelding 1 Overzicht advies Econsultancy Mortel 7 te Roggel Overzicht advies Econsultancy Legenda Archeologische begeleiding Vrijgave Proefsleuven onderzoek voor toekomstige bodemingrepen LEU.TON.ARC Econsultancy Archeologisch Rapport Pagina 33 van 47

41 Afbeelding 11 Boorpuntenkaart Mortel N m Roggel - Mortel 7 Boorpuntenkaart Legenda Plangebied Boorpunt Pagina 34 van 47

42 Bijlage 1 Overzicht geologische en archeologische tijdvakken Pagina 35 van 47

43 Pagina 36 van 47

44 Bijlage 2 Bewoningsgeschiedenis van Nederland Als aanvullende informatie wordt hieronder een algemene ontwikkeling van de bewoningsgeschiedenis van Nederland weergegeven. Als aanvullende informatie wordt hieronder een algemene ontwikkeling van de bewoningsgeschiedenis van Nederland weergegeven. Paleolithicum (tot ca. 88 voor Chr.) De vroegste bewoningssporen in Nederland uit deze periode dateren uit de voorlaatste ijstijd, ca jaar geleden. Waarschijnlijk hebben in de koudste fasen van de ijstijden in Nederland geen mensen geleefd. Daarentegen was bewoning in de warmere perioden wel mogelijk. De mensen die hier toen leefden trokken als jagers/vissers/verzamelaars rond in kleine groepen en maakten gebruik van tijdelijke kampementen. Veranderingen in het klimaat zorgden voor een veranderende flora en fauna. Tijdens de koude perioden bestond het groot wild onder meer uit rendieren, mammoeten, paarden en steppewisenten. Vooral op paarden en rendieren werd in het Laat-Paleolithicum intensief jacht gemaakt. Tijdens de warmere perioden werd er onder andere op herten, wilde zwijnen en oerossen gejaagd. Mesolithicum (ca voor Chr.) Rond de overgang van het Pleistoceen naar het Holoceen (ca. 9 voor Chr.) verbeterde het klimaat zich voor een langdurige periode. De gemiddelde temperatuur steeg, waardoor de variatie in flora en fauna (o.a. bosontwikkeling) toenam. De mens kreeg nu de mogelijkheid om meer gevarieerd te eten: vruchten en andere eetbare gewassen stonden nu vaker op het menu. Doordat de temperatuur steeg, trok het groot wild (met name rendieren) naar het noorden, dat plaats maakte voor meer territoriumgebonden klein wild, vogels en vissen. Door deze veranderende leefomstandigheden werd de jachttechniek aangepast. De vuursteen bewerkingstechniek hield met deze ontwikkeling gelijke tred. Er werden kleine spitse vuursteenspitsen vervaardigd die als pijl- en harpoenpunt werden gebruikt. Met de stijging van de temperatuur begon het landijs te smelten en de zeespiegel te stijgen. Het tot dan toe droge Noordzee-Bekken kwam onder water te staan. De groepen jagers/vissers/verzamelaars wisselden nog wel van locatie maar exploiteerden kleinere gebieden. In het voorjaar viste men in de rivieren, tijdens de zomer leefde men voornamelijk langs de kust, waar naast vis en schaaldieren ook zeehonden als voedselbron dienden. In de herfst verzamelde men noten en vruchten, terwijl in de winter op onder meer pelsdieren werd gejaagd. Neolithicum (ca voor Chr.) Aan het begin van deze periode gingen het jagen, vissen en verzamelen een steeds minder belangrijke rol spelen. Men ging nu zelf cultuurgewassen telen en dieren houden bij het kamp. Uit vondsten valt af te leiden dat het om twee groepen mensen gaat, enerzijds kolonisten met een vrijwel agrarische levenswijze, anderzijds de autochtone mesolihtische bevolking die een halfagrarische levensstijl erop na ging houden. Deze verandering ging gepaard met enkele technologische en sociale vernieuwingen zoals: het wonen op een vaste plek in een huis, het gebruik van vaatwerk van (gebakken) klei en de introductie van geslepen stenen dissels en bijlen. De bevolking groeide nu gestaag, mede door de productie van overschotten. Uit het Neolithicum zijn verschillende nu nog zichtbare grafmonumenten bekend, te weten grafkelders, hunebedden en grafheuvels. Pagina 37 van 47

45 Bronstijd (ca. 2-8 voor Chr.) Het begin van dit tijdvak valt samen met het eerste gebruik van bronzen voorwerpen zoals bijlen. Vuurstenen werktuigen bleven, zij het minder, in gebruik. Het aardewerk uit deze periode is over het algemeen tamelijk zeldzaam. Vuursteenmateriaal uit de Bronstijd is meestal niet goed te onderscheiden van dat uit andere perioden. Lange tijd bleven bronzen voorwerpen zeer schaars binnen Nederlands grondgebied. Door het van nature ontbreken van de benodigde grondstoffen moest het brons worden geïmporteerd en ontstonden er handelscontacten over langere afstanden. Eén en ander had wel tot gevolg dat er binnen de bevolking grotere verschillen ontstonden door verschillen op basis van bezit. De grafheuveltraditie, die tijdens het Neolithicum haar intrede deed, werd in eerste instantie voortgezet, maar rond 12 voor Chr. vervangen door begravingen in urnenvelden. Het gaat hier om ingegraven urnen met crematieresten waar overheen kleine heuveltjes werden opgeworpen, omgeven door een greppel. Een Kopertijd voorafgaand aan de Bronstijd wordt in Noordwest-Europa niet onderscheiden, in tegenstelling tot bijvoorbeeld het Middellandse Zeegebied. Wel zijn uit het Laat-Neolithicum koperen voorwerpen bekend. IJzertijd (ca voor Chr.) In deze periode werden voor het eerst ijzeren voorwerpen vervaardigd. Voor de productie van werktuigen en wapens werd brons vervangen door ijzer. Er ontstond een inheemse ijzerproductie. Het gebruik van vuursteen voor het vervaardigen van werktuigen duurde nog in beperkte mate voort. Ten opzichte van de Bronstijd traden er in de aardewerktraditie geen radicale veranderingen op. Evenals in het Neolithicum en de Bronstijd woonden de mensen in verspreid liggende hoeven ('Einzelhöfe') of in nederzettingen bestaande uit maar enkele huizen; deze werden in een beperkt gebied nogal eens verplaatst. Op de hogere zandgronden ontstonden uitgebreide omwalde akkercomplexen ('Celtic fields'). Opvallend zijn de verschillen in materiële welstand (bezit van metalen voorwerpen), die mogelijk op sociale ongelijkheid duiden. In de zogenaamde vorstengraven uit Zuid Nederland, met daarin luxe, geïmporteerde bijgaven, zijn vermoedelijk lokale of regionale autoriteiten begraven. De meeste begravingen vonden nog altijd plaats in urnenvelden. Tijdens de IJzertijd werd het Friese kustgebied gekoloniseerd en ontstonden de eerste terpen. Romeinse Tijd (ca. 12 voor Chr na Chr.) Met de komst van de Romeinen eindigt de Prehistorie en begint de geschreven geschiedenis. Aangezien de schriftelijke bronnen slechts een zeer fragmentarisch beeld schetsen, is men toch nog in belangrijke mate aangewezen op de archeologie als informatiebron. Een tijd lang diende het Nederlandse rivierengebied als uitvalsbasis voor veldtochten in het noorden van Germanië. In 47 na Chr. werd de Rijn definitief als Romeinse rijksgrens ingesteld. Ter controle en verdediging van deze zogenaamde 'limes' werden langs de Rijn 'castella' (militaire forten) gebouwd. De inheemse manier van leven handhaafde zich nog lange tijd. Wel werd, vooral na de opstand van de Bataven tegen de Romeinse overheersers in 69-7 na Chr., de Romeinse invloed steeds duidelijker. In veel Inheems-Romeinse nederzettingen was bijvoorbeeld, naast het eigen handgevormde aardewerk, Romeins importaardewerk in gebruik, dat op de draaischijf was vervaardigd. Er werden, vooral in Limburg, grootse villa's (Romeinse herenboerderijen) gebouwd, hetzij nieuw gesticht, hetzij ontwikkeld vanuit een bestaande inheemse nederzetting. De Romeinen legden een voor die tijd al uitgebreide infrastructuur aan, waardoor het gebied steeds beter werd ontsloten. Op verschillende plaatsen ontstonden aanzienlijke nederzettingen, waarvan er enkele met een stedelijk karakter (zoals Nijmegen). De inheemse bevolking, ten noorden van de Limes, werd niet zo sterk beïnvloed door de Romeinse aanwezigheid. Er was wel sprake van handelscontacten en het uitwisselen van geschenken. In de tweede helft van de derde eeuw ontstond, onder meer door invallen van Germaanse stammen, een instabiele situatie die met korte onderbrekingen voortduurde tot in de vijfde eeuw. Uiteindelijk leidde dit in het jaar 46 tot de definitieve ineenstorting van de grensverdediging langs de Rijn. Middeleeuwen (ca na Chr.) Over de Vroege Middeleeuwen, vooral over het tijdvak 45-6 na Chr., is relatief weinig bekend. Zowel historische bronnen als archeologische overblijfselen zijn schaars. De bevolkingsomvang was Pagina 38 van 47

46 ten opzichte van de voorafgaande periode sterk afgenomen. De marktgerichte economie verdween en de mensen vielen terug op zelfvoorziening. De politieke macht was na het wegvallen van de Romeinse staatsorganisatie in handen gekomen van regionale en lokale hoofdlieden. Een gezaghebbende status was nu vooral gebaseerd op militair succes en materiële welstand. Deze instabiele periode wordt ook wel aangeduid als de 'tijd van de volksverhuizingen'. Vanaf de tiende - elfde eeuw wordt een overheersende positie van de al dan niet adellijke grootgrondbezitters waargenomen. Dit vertaalt zich in nieuwe nederzettingsvormen als mottes, kastelen en versterkte hoeven. In verband met de aanhoudende bevolkingsgroei en mede dankzij gunstige klimatologische omstandigheden, werd een begin gemaakt met het ontginnen van woeste gronden als bos, heide en veen. Veel van de huidige dorpen en steden dateren uit deze periode. Door de aanleg van dijken en kaden werden laaggelegen gebieden beschermd tegen wateroverlast. De heersende rivaliteit tussen de vorsten leidde, in combinatie met een zwak centraal gezag, veelvuldig tot lokaal geweld, waarvan de bevolking vaak het slachtoffer werd. Door het aanleggen van burgen, schansen, landweren en wallen trachtte men zich te beveiligen. Nieuwe tijd (15 na Chr.-heden) De Nieuwe tijd kenmerkt zich door een groot aantal veranderingen vooral op het gebied van mens- en wereldbeeld. Er is sprake van een Europese overzeese expansie wat leidt tot handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie. Er ontstaat een nieuwe wetenschappelijke belangstelling wat zich uit in vele uitvindingen. Deze uitvindingen vormen de motor van de industriële revolutie. Er ontstaat een nationale staat die centraal bestuurd wordt. Als gevolg van deze ontwikkelingen neemt het belang en de omvang van steden toe en neemt de macht van de adel af. Het grootste deel van de bevolking is niet meer werkzaam en woonachtig op het platteland maar in de steden. In verband met de aanhoudende bevolkingsgroei worden aan het eind van de 19 e tot het begin van de 2 e eeuw op grote schaal woeste gronden gecultiveerd. Door de industriële revolutie komen steeds meer producten beschikbaar voor steeds meer mensen waardoor de welvaart stijgt. In de Nieuwe tijd vindt er eveneens een hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de klassieke Oudheid plaats, wat zich tot in het begin van de 2 e eeuw uit in de kunsten. Pagina 39 van 47

47 Bijlage 3 AMZ-cyclus Het AMZ-proces Archeologisch onderzoek in Nederland wordt in het algemeen uitgevoerd binnen het kader van de Archeologische Monumentenzorg (AMZ). Het gehele traject van de AMZ omvat een aantal stappen die elkaar kunnen opvolgen, afhankelijk van het resultaat van de voorgaande stappen. Om inhoudelijke, prijs- en planningstechnische redenen kan er soms voor gekozen worden om bepaalde stappen gelijktijdig uit te voeren. Bovendien kan, indien reeds voldoende gegevens bekend zijn, een stap worden overgeslagen. Elke stap eindigt met een rapport met daarin een advies voor de vervolgstappen. Na elke stap wordt er een selectiebesluit genomen door de bevoegde overheid, gemeente, provincie of de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, op basis van de resultaten van het archeologisch onderzoek. Indien na een bepaalde stap blijkt dat geen nader vervolgonderzoek nodig is, wordt het archeologisch onderzoek afgesloten. Ook kan het bevoegd gezag besluiten dat een vindplaats van zo groot belang is, dat deze in situ behouden moet worden. Dan dienen de archeologische resten in de grond beschermd te worden door planaanpassing of planinpassing. Het AMZ-proces begint met het bepalen van de onderzoeksplicht. Gemeentelijke, provinciale en landelijke archeologische waardenkaarten geven aan of het plangebied in een gebied ligt met een archeologische verwachting. Indien dit het geval is, dan zal er in het kader van de planprocedure onderzoek verricht moeten worden om te bepalen of er archeologische waarden binnen het plangebied aanwezig zijn. Hiermee start de zogenaamde AMZ-cyclus (zie schema). De eerste fase: Bureauonderzoek Elk archeologisch onderzoek begint met een bureauonderzoek. Dit heeft tot doel het verwerven van informatie, aan de hand van bestaande bronnen, over bekende of verwachte archeologische waarden, binnen het plangebied om tot een gespecificeerde verwachting te komen, op basis waarvan een beslissing genomen kan worden ten aanzien van een eventuele vervolgstap. De tweede fase: Inventariserend VeldOnderzoek (IVO) Het doel van een IVO is het aanvullen en toetsen van de gespecificeerde verwachting. Het IVO moet informatie geven over de aan- of afwezigheid, de aard, het karakter, de omvang, de datering, de gaafheid, de conservering en de inhoudelijke kwaliteit van de archeologische waarden. Inventariserend Veldonderzoek; Booronderzoek en Veldkartering Door een booronderzoek kan er een goede inschatting gemaakt worden van de kans op aanwezigheid van archeologische waarden (grondsporen en daarmee samenhangende voorwerpen). Bij het booronderzoek is een onderscheid aangebracht in een verkennende, karterende en waarderende fase. De verkennende fase heeft tot doel inzicht te krijgen in de vormeenheden van het landschap, voor zover deze van invloed zijn op de locatiekeuze. Op deze manier worden kansarme zones uitgesloten en kansrijke zones geselecteerd voor de volgende fasen. Tijdens de karterende fase wordt het onderzoeksgebied systematisch onderzocht op de aanwezigheid van archeologische vondsten of sporen. De waarderende fase sluit aan op de karterende fase. Het waarnemingsnet kan verdicht worden om de horizontale begrenzing, ligging en omvang van archeologische vindplaatsen vast te stellen. Een veldkartering wordt uitgevoerd wanneer vondsten of sporen aan de oppervlakte worden verwacht en zichtbaar zijn op het moment dat het onderzoek uitgevoerd wordt. Dit type onderzoek bestaat uit het belopen van het maaiveld van het plangebied. Pagina 4 van 47

48 Inventariserend Veldonderzoek; Proefsleuven Als uit vooronderzoek blijkt dat binnen het plangebied archeologische resten aangetroffen kunnen worden kan het bevoegd gezag beslissen tot een proefsleuvenonderzoek. Proefsleuven zijn lange sleuven van twee tot vijf meter breed die worden aangelegd in de zones waar in de voorgaande onderzoeksfase aanwijzingen voor vindplaatsen zijn aangetroffen. De KNA schrijft voor dat bij een dergelijk onderzoek minimaal 5% van het te verstoren gebied onderzocht dient te worden. De Derde fase: Archeologische Begeleiding (AB) of Opgraven (AAO) Archeologische Begeleiding Als het vooronderzoek niet voldoende informatie heeft opgeleverd om de archeologische waarde van de archeologische resten te bepalen, kan besloten worden tot archeologische begeleiding van de sloop- of graafwerkzaamheden. Dit betekent dat archeologen bij het graafwerk aanwezig zijn om het werk te volgen en eventuele resten te documenteren. Wanneer tijdens de werkzaamheden vondsten (van hoge archeologische waarde) naar boven komen, die aanleiding geven tot nader onderzoek, kan alsnog besloten worden om tot een opgraving over te gaan. Opgraven Indien de archeologische resten niet in situ bewaard kunnen blijven, maar wel van belang zijn voor de wetenschap, kan het bevoegd gezag besluiten over te gaan tot een Algehele Archeologische Opgraving (AAO). Het doel hiervan is volgens de KNA het documenteren van gegevens en het veiligstellen van materiaal van vindplaatsen om daarmee informatie te behouden, die van belang is voor kennisvorming over het verleden. Pagina 41 van 47

49 Pagina 42 van 47

Quick scan archeologie Vaartstraat Loonsevaert (perceel 2954), Kaatsheuvel gemeente Loon op Zand

Quick scan archeologie Vaartstraat Loonsevaert (perceel 2954), Kaatsheuvel gemeente Loon op Zand Quick scan archeologie Vaartstraat Loonsevaert (perceel 2954), Kaatsheuvel gemeente Loon op Zand 12 augustus 2010 Inleiding Het plangebied ligt in het noorden van de bebouwde kom van Kaatsheuvel in de

Nadere informatie

Heesch - Beellandstraat

Heesch - Beellandstraat Archeologische Quickscan Heesch - Beellandstraat Gemeente Bernheze 1 Steller Drs. A.A. Kerkhoven Versie Concept 1.0 Projectcode 12110023 Datum 22-11-2012 Opdrachtgever LWM Ewislaan 12 1852 GN Heiloo Uitvoerder

Nadere informatie

Archeologie en cultuurhistorie Strijpsche Kampen

Archeologie en cultuurhistorie Strijpsche Kampen Archeologie en cultuurhistorie Strijpsche Kampen Bijlage 3 bij Nota van Uitgangspunten Strijpsche Kampen Definitief Gemeente Oirschot Grontmij Nederland bv Eindhoven, 11 mei 2007 Verantwoording Titel :

Nadere informatie

Quick scan archeologie De Horst Kaatsheuvel, gemeente Loon op Zand

Quick scan archeologie De Horst Kaatsheuvel, gemeente Loon op Zand Quick scan archeologie De Horst Kaatsheuvel, gemeente Loon op Zand 18 november 2010 Inleiding Het plangebied ligt ten westen van de bebouwde kom van Kaatsheuvel in de gemeente Loon op Zand (afb. 1). De

Nadere informatie

Hoofdweg 39 te Slochteren (gemeente Slochteren) Een Archeologisch Bureauonderzoek

Hoofdweg 39 te Slochteren (gemeente Slochteren) Een Archeologisch Bureauonderzoek Hoofdweg 39 te Slochteren (gemeente Slochteren) Een Archeologisch Bureauonderzoek Administratieve gegevens provincie: gemeente: plaats: Groningen Slochteren Slochteren toponiem: Hoofdweg 39 bevoegd gezag:

Nadere informatie

4 Archeologisch onderzoek

4 Archeologisch onderzoek 4 Archeologisch onderzoek 99044462 Inhoudsopgave ARCHEOLOGISCH ONDERZOEK 1 Inleiding... 2 1.1 Algemeen... 2 1.2 Aanleiding en doelstelling... 2 2 Bureauonderzoek... 3 2.1 Werkwijze... 3 2.2 Resultaten

Nadere informatie

GEMEENTE WIERDEN ARCHEOLOGISCHE INVENTARISATIE EN VERWACHTINGSKAART

GEMEENTE WIERDEN ARCHEOLOGISCHE INVENTARISATIE EN VERWACHTINGSKAART BAAC rapport GEMEENTE WIERDEN ARCHEOLOGISCHE INVENTARISATIE EN VERWACHTINGSKAART BAAC rapport V-09.0172 januari 2010 Status definitief Auteur(s) drs. A. Buesink drs. M.A. Tolboom H.M.M. Geerts ARCHEOLOGIE

Nadere informatie

Beulakerweg 127 te Giethoorn, gem. Steenwijkerland (Ov.)

Beulakerweg 127 te Giethoorn, gem. Steenwijkerland (Ov.) Laagland Archeologie Rapport 11 Inventariserend veldonderzoek karterende fase Beulakerweg 127 te Giethoorn, gem. Steenwijkerland (Ov.) Opdrachtgever: gemeente Steenwijkerland april 2016 Versie 1 Inventariserend

Nadere informatie

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK MACKAYWEG 4 TE TIENRAY GEMEENTE MEERLO-WANSSUM

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK MACKAYWEG 4 TE TIENRAY GEMEENTE MEERLO-WANSSUM ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK MACKAYWEG 4 TE TIENRAY GEMEENTE MEERLO-WANSSUM Project: MEE.BER.ARC Rapportnummer: 09081543 Status: conceptrapportage Datum: 20 augustus 2009 Opdrachtgever: Bergs Advies bv

Nadere informatie

ARCHEOLOGISCHE BEGELEIDING VAN DE SANERING VAN ZINKASSEN HEIJERSTRAAT 26 TE WESTERHOVEN GEMEENTE BERGEIJK

ARCHEOLOGISCHE BEGELEIDING VAN DE SANERING VAN ZINKASSEN HEIJERSTRAAT 26 TE WESTERHOVEN GEMEENTE BERGEIJK ARCHEOLOGISCHE BEGELEIDING VAN DE SANERING VAN ZINKASSEN HEIJERSTRAAT 26 TE WESTERHOVEN GEMEENTE BERGEIJK Archeologische begeleiding van de sanering van zinkassen Heijerstraat 26 te Westerhoven in de gemeente

Nadere informatie

ADVIES ARCHEOLOGIE 16 dec 2013

ADVIES ARCHEOLOGIE 16 dec 2013 NAW plan: Plan: Opp plangebied: RO-procedure: Opsteller: Aanvrager: Inrichting openbare ruimte plangebied Pantarhei aanleg ontsluitingsweg, parkeergelegenheid, openbaar groen ca. 5000 m² (locatie Pantarhei);

Nadere informatie

Plangebied naast Warfhuisterweg 12 te Wehe-Den Hoorn (gemeente De Marne) Een Archeologisch Bureauonderzoek

Plangebied naast Warfhuisterweg 12 te Wehe-Den Hoorn (gemeente De Marne) Een Archeologisch Bureauonderzoek Plangebied naast Warfhuisterweg 12 te Wehe-Den Hoorn (gemeente De Marne) Een Archeologisch Bureauonderzoek Administratieve gegevens provincie: gemeente: plaats: toponiem: bevoegd gezag: opdrachtgever:

Nadere informatie

BUREAUONDERZOEK MOLENAKKERSTRAAT TE GEMERT

BUREAUONDERZOEK MOLENAKKERSTRAAT TE GEMERT BUREAUONDERZOEK MOLENAKKERSTRAAT TE GEMERT WONINGCORPORATIE 'GOED WONEN' 26 mei 2010 074704539:0.1 B02034.000139.0120 Inhoud Samenvatting 3 1 Inleiding 5 1.1 Aanleiding 5 1.2 Onderzoeksgebied 5 1.3 Doel

Nadere informatie

Quick scan archeologie, gemeente Loon op Zand, Kaatsheuvel Van Heeswijkstraat / Horst

Quick scan archeologie, gemeente Loon op Zand, Kaatsheuvel Van Heeswijkstraat / Horst Quick scan archeologie, gemeente Loon op Zand, Kaatsheuvel Van Heeswijkstraat / Horst Opsteller: B. van Sprew Opdrachtgever: H. de Jongh (H. de Jongh Advies) Datum: 22-8-2012 Aanleiding en doelstelling

Nadere informatie

Quickscan Inleiding Resultaten quickscan

Quickscan Inleiding Resultaten quickscan Quickscan Kenmerk Betreft 1 Inleiding Provincie Noord-Holland heeft het voornemen om de provinciale weg N244 tussen de A7 bij Purmerend en de N247 bij Edam-Volendam op te waarderen tot een regionale weg.

Nadere informatie

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK KARREVELD 10 TE HEIBLOEM GEMEENTE LEUDAL

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK KARREVELD 10 TE HEIBLOEM GEMEENTE LEUDAL ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK KARREVELD 10 TE HEIBLOEM GEMEENTE LEUDAL Archeologisch bureauonderzoek en verkennend booronderzoek Karreveld 10 te Heibloem in de gemeente Leudal

Nadere informatie

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK MOLENHOFWEG TE LEUNEN GEMEENTE VENRAY

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK MOLENHOFWEG TE LEUNEN GEMEENTE VENRAY ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK MOLENHOFWEG TE LEUNEN GEMEENTE VENRAY Archeologisch bureauonderzoek en verkennend booronderzoek Molenhofweg te Leunen in de gemeente Venray Opdrachtgever

Nadere informatie

Buro de Brug Rapporten Quickscan Archeologie Kabeltracé Waarderpolder - Vijfhuizen B09-38

Buro de Brug Rapporten Quickscan Archeologie Kabeltracé Waarderpolder - Vijfhuizen B09-38 Buro de Brug Rapporten Quickscan Archeologie Kabeltracé Waarderpolder - Vijfhuizen B09-38 Administratieve gegevens 3 1. Inleiding 4 2. De uitgangspunten 4 3. Beschrijving van de historische situatie 4

Nadere informatie

Archeologische Quickscan. Uitbreiding zwembad t Bun Staartweg 30, Urk (gemeente Urk)

Archeologische Quickscan. Uitbreiding zwembad t Bun Staartweg 30, Urk (gemeente Urk) Archeologische Quickscan Uitbreiding zwembad t Bun Staartweg 30, Urk (gemeente Urk) 1 Australiëlaan 5-a 3526 AB Utrecht T: 030-7620705 F: 030 7620706 E: informatie@transect.nl Auteur Drs. A.A. Kerkhoven

Nadere informatie

OMnummer: Datum: Archeologische Quickscan Klaprozenweg (QSnr ) Opdrachtgever (LS01)

OMnummer: Datum: Archeologische Quickscan Klaprozenweg (QSnr ) Opdrachtgever (LS01) OMnummer: 43567 Datum: 21-10-2010 Archeologische Quickscan Klaprozenweg (QSnr.10-122) Opdrachtgever (LS01) Naam / organisatie: Dienst Infrastructuur Verkeer en Vervoer Contactpersoon: Mevr. H. van der

Nadere informatie

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK GROENSTRAAT 2 TE SPRUNDEL GEMEENTE RUCPHEN

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK GROENSTRAAT 2 TE SPRUNDEL GEMEENTE RUCPHEN ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK GROENSTRAAT 2 TE SPRUNDEL GEMEENTE RUCPHEN Project: RUC.LAZ.ARC Rapportnummer: 09121884 Status: Versie 1.1 Datum: 14 januari 2010 Aanvrager: Dhr. C. Lazeroms Groenstraat 2

Nadere informatie

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK SPORTLAAN (ONG.) TE BAARLE-NASSAU GEMEENTE BAARLE-NASSAU

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK SPORTLAAN (ONG.) TE BAARLE-NASSAU GEMEENTE BAARLE-NASSAU ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK SPORTLAAN (ONG.) TE BAARLE-NASSAU GEMEENTE BAARLE-NASSAU Project: BAN.C5S.ARC Rapportnummer: 10053373 Status: Versie 1.2 Datum: 16 februari 2011 Opdrachtgever: Woonstichting

Nadere informatie

Verkenning N345 Voorst Notitie Archeologie

Verkenning N345 Voorst Notitie Archeologie Verkenning N345 Voorst Notitie Archeologie Provincie Gelderland 10 december 2010 Definitief Documenttitel Verkenning N345 Voorst Notitie Archeologie Verkorte documenttitel Verkenning N345 Voorst Status

Nadere informatie

Eesterweg 48 te Doezum, gemeente Grootegast. Een Archeologisch Bureauonderzoek

Eesterweg 48 te Doezum, gemeente Grootegast. Een Archeologisch Bureauonderzoek Eesterweg 48 te Doezum, gemeente Grootegast Een Archeologisch Bureauonderzoek Administratieve gegevens provincie: Groningen gemeente: Grootegast plaats: Doezum toponiem: Eesterweg 48 bevoegd gezag: gemeente

Nadere informatie

8 QUICKSCAN 2017 ARCHEOLOGIE KLAVER Gemeente Horst aan de Maas

8 QUICKSCAN 2017 ARCHEOLOGIE KLAVER Gemeente Horst aan de Maas QUICKSCAN ARCHEOLOGIE KLAVER 8 QUICKSCAN 2017 ARCHEOLOGIE KLAVER Gemeente 8 2017 Horst aan de Maas Gemeente Horst aan de Maas 20 APRIL 2017 20 APRIL 2017 Contactpersonen KOOS MOL Arcadis Nederland B.V.

Nadere informatie

Archeologische Quickscan

Archeologische Quickscan Document Archeologische Quickscan Plangebied Bestemmingsplan Burgerfarm, Middenweg 56, Dirkshorn, gemeente Schagen Adviesnummer 17059 Opsteller drs. C.M. Soonius (regio-archeoloog) Datum 31-03-2017 Advies

Nadere informatie

Adviesdocument 768. Oranjerie landgoed Mattemburgh, gemeente Woensdrecht. Project: Projectcode: HOOM2. Opdrachtgever: Brabants Landschap

Adviesdocument 768. Oranjerie landgoed Mattemburgh, gemeente Woensdrecht. Project: Projectcode: HOOM2. Opdrachtgever: Brabants Landschap Adviesdocument 768 Project: Oranjerie landgoed Mattemburgh, gemeente Woensdrecht Projectcode: HOOM2 Opdrachtgever: Brabants Landschap Datum: 12 juni 2015 1 ARCHEOLOGIE & DE ORANJERIE MATTEMBURGH Inleiding

Nadere informatie

Papendrecht, Westeind 25, gemeente Papendrecht (ZH). Archeologisch en cultuurhistorisch bureauonderzoek. Transect-rapport 528 (concept 1.

Papendrecht, Westeind 25, gemeente Papendrecht (ZH). Archeologisch en cultuurhistorisch bureauonderzoek. Transect-rapport 528 (concept 1. 1. ALGEMENE GEGEVENS Titel Auteur(s) Autorisatie Gemeente Papendrecht, Westeind 25, gemeente Papendrecht (ZH). Archeologisch en cultuurhistorisch bureauonderzoek. Transect-rapport 528 (concept 1.0) H.

Nadere informatie

Plan van Aanpak. Archeologisch vooronderzoek, bureau- en inventariserend veldonderzoek. gemeente Nieuwkoop

Plan van Aanpak. Archeologisch vooronderzoek, bureau- en inventariserend veldonderzoek. gemeente Nieuwkoop Plan van Aanpak Archeologisch vooronderzoek, bureau- en inventariserend veldonderzoek Opdrachtgever: Van Wengerden en Visser B.V. Plangebied: Dorpsstraat 63 / Vijverhofpad 4 in Nieuwkoop, gemeente Nieuwkoop

Nadere informatie

QUICKSCAN N69 BRAAMBOSCHROTONDE, GEMEENTE BERGEIJK Arcadis Archeologisch Rapport 75 5 JANUARI 2016

QUICKSCAN N69 BRAAMBOSCHROTONDE, GEMEENTE BERGEIJK Arcadis Archeologisch Rapport 75 5 JANUARI 2016 QUICKSCAN N69 BRAAMBOSCHROTONDE, GEMEENTE Arcadis Archeologisch Rapport 75 5 JANUARI 2016 Arcadis Nederland B.V. Postbus 1018 5200 BA 's-hertogenbosch Nederland +31 (0)88 4261 261 www.arcadis.com 2 Contactpersonen

Nadere informatie

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies B U R E A U O N D E R Z O E K A R C H E O L O G I E Geesbrug, Geeserraai 4a (Coevorden), bouw werktuigenberging Een Bureauonderzoek Het plangebied op een

Nadere informatie

Adviesdocument 434. Project: Adviesdocument, N.C.B.-laan te Veghel, gemeente Veghel. Projectcode: 14714VENCB. Opdrachtgever: Aveco de Bondt

Adviesdocument 434. Project: Adviesdocument, N.C.B.-laan te Veghel, gemeente Veghel. Projectcode: 14714VENCB. Opdrachtgever: Aveco de Bondt Adviesdocument 434 Project: Adviesdocument, N.C.B.-laan te Veghel, gemeente Veghel Projectcode: 14714VENCB Opdrachtgever: Aveco de Bondt Initiatiefnemer: G. van Hemert Onroerend Goed BV Datum: 6 mei 2010

Nadere informatie

Pagina 1 van 7 Archeologie West-Friesland, Nieuwe Steen 1, 1625 HV Hoorn, Postbus 603, 1620 AR Hoorn

Pagina 1 van 7 Archeologie West-Friesland, Nieuwe Steen 1, 1625 HV Hoorn, Postbus 603, 1620 AR Hoorn Document: Archeologische Quickscan Plangebied: Oosterdijk 54, Oosterdijk, gemeente Enkhuizen Adviesnummer: 16078 Opsteller: F.C. Schinning (archeoloog) & C.M. Soonius (regio-archeoloog) Datum: 09-05-2016

Nadere informatie

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK REIGERLAAN (ONG.) TE BAARLE-NASSAU GEMEENTE BAARLE-NASSAU

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK REIGERLAAN (ONG.) TE BAARLE-NASSAU GEMEENTE BAARLE-NASSAU ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK REIGERLAAN (ONG.) TE BAARLE-NASSAU GEMEENTE BAARLE-NASSAU archeologisch bureauonderzoek Reigerlaan (ong.) te Baarle-Nassau in de gemeente Baarle-Nassau Opdrachtgever Woningstichting

Nadere informatie

Een Archeologisch Bureauonderzoek voor het bestemmingsplan De Grift 3 in Nieuwleusen (gemeente Dalfsen, Overijssel). Figuur 1.

Een Archeologisch Bureauonderzoek voor het bestemmingsplan De Grift 3 in Nieuwleusen (gemeente Dalfsen, Overijssel). Figuur 1. Een Archeologisch Bureauonderzoek voor het bestemmingsplan De Grift 3 in Nieuwleusen (gemeente Dalfsen, Overijssel). (Steekproef 2006-03/18, ISSN 1871-269X) Inleiding Voor De Lange, Bureau voor Stedebouw

Nadere informatie

Archeologisch bureauonderzoek en verkennend booronderzoek Deutersestraat 20 te Cromvoirt in de gemeente Vught

Archeologisch bureauonderzoek en verkennend booronderzoek Deutersestraat 20 te Cromvoirt in de gemeente Vught Archeologisch bureauonderzoek en verkennend booronderzoek Deutersestraat 2 te Cromvoirt in de gemeente Vught Opdrachtgever Caravancentrum Cromvoirt Deutersestraat 2 5266 AX Cromvoirt Project VUG.C5S.ARC

Nadere informatie

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK MOLENGRAAFSEWEG 3 TE BOXTEL GEMEENTE BOXTEL

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK MOLENGRAAFSEWEG 3 TE BOXTEL GEMEENTE BOXTEL ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK MOLENGRAAFSEWEG 3 TE BOXTEL GEMEENTE BOXTEL Archeologisch bureauonderzoek en verkennend booronderzoek Molengraafseweg 3 te Boxtel in de gemeente

Nadere informatie

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK ACHTER KERKVELD 2 TE SWOLGEN GEMEENTE HORST AAN DE MAAS

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK ACHTER KERKVELD 2 TE SWOLGEN GEMEENTE HORST AAN DE MAAS ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK ACHTER KERKVELD 2 TE SWOLGEN GEMEENTE HORST AAN DE MAAS Archeologisch bureauonderzoek en verkennend booronderzoek Achter Kerkveld 2 te Swolgen

Nadere informatie

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK MULLIGENWEG 7-9 TE OLDEBROEK - LOO GEMEENTE OLDEBROEK

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK MULLIGENWEG 7-9 TE OLDEBROEK - LOO GEMEENTE OLDEBROEK ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK MULLIGENWEG 7-9 TE OLDEBROEK - LOO GEMEENTE OLDEBROEK Archeologisch bureauonderzoek Mulligenweg 7-9 te Oldebroek - Loo in de gemeente Oldebroek Opdrachtgever maatschap OOSTZEE

Nadere informatie

Archeologische Quickscan Eerste Oosterparkstraat 88-126 (QSnr 14-036) Stadsdeel: Centrum Adres: Eerste Oosterparkstraat 88-126

Archeologische Quickscan Eerste Oosterparkstraat 88-126 (QSnr 14-036) Stadsdeel: Centrum Adres: Eerste Oosterparkstraat 88-126 OMnummer: 61324 Datum: 23-04-2014 Archeologische Quickscan Eerste Oosterparkstraat 88-126 (QSnr 14-036) Opdrachtgever (LS01) Naam / organisatie: Stadsdeel Oost Contactpersoon: Robbert Leenstra Postbus:

Nadere informatie

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK HEIDE 1A TE ROGGEL GEMEENTE LEUDAL

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK HEIDE 1A TE ROGGEL GEMEENTE LEUDAL ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK HEIDE 1A TE ROGGEL GEMEENTE LEUDAL Archeologisch bureauonderzoek en verkennend booronderzoek Heide 1a te Roggel in de gemeente Leudal Opdrachtgever

Nadere informatie

Archeologisch bureauonderzoek & inventariserend veldonderzoek, verkennende fase. Sportlaan, Heerjansdam, Gemeente Zwijndrecht, B&G rapport 899

Archeologisch bureauonderzoek & inventariserend veldonderzoek, verkennende fase. Sportlaan, Heerjansdam, Gemeente Zwijndrecht, B&G rapport 899 1. ALGEMENE GEGEVENS Titel Auteur(s) Autorisatie Gemeente Plaats Toponiem / Straat Onderzoekskader Archeologisch bureauonderzoek & inventariserend veldonderzoek, verkennende fase. Sportlaan, Heerjansdam,

Nadere informatie

Bijlage 4 Archeologisch onderzoek

Bijlage 4 Archeologisch onderzoek 39 Bijlage 4 Archeologisch onderzoek Wijzigingsplan "Emmastraat Pijnacker" (vastgesteld) Wijzigingsplan "Emmastraat Pijnacker" (vastgesteld) 40 Bodemverstoringsvergu nning Archeologie Plangebied: Gemeente:

Nadere informatie

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN GECOMBINEERD VERKENNEND EN KARTEREND BOORONDERZOEK KLASSENWEG (ONG.) TE SEVENUM GEMEENTE HORST AAN DE MAAS

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN GECOMBINEERD VERKENNEND EN KARTEREND BOORONDERZOEK KLASSENWEG (ONG.) TE SEVENUM GEMEENTE HORST AAN DE MAAS ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN GECOMBINEERD VERKENNEND EN KARTEREND BOORONDERZOEK KLASSENWEG (ONG.) TE SEVENUM GEMEENTE HORST AAN DE MAAS Archeologisch bureauonderzoek en gecombineerd verkennend en karterend

Nadere informatie

Archeologietoets. locatie kerkstraat 57 Riel gemeente Goirle

Archeologietoets. locatie kerkstraat 57 Riel gemeente Goirle Archeologietoets locatie kerkstraat 57 Riel gemeente Goirle Archeologietoets Locatie Kerkstraat 57, Riel projectleider: B. van Spréw Datum: 13 oktober 2006 Uitgevoerd in opdracht van SAB Eindhoven contactpersoon:

Nadere informatie

Selectiebesluit archeologie Breda, Molengracht JEKA

Selectiebesluit archeologie Breda, Molengracht JEKA Gemeente Breda Bureau Cultureel Erfgoed ErfgoedBesluit 2009-30 Selectiebesluit archeologie Breda, Molengracht JEKA Controle BCE Johan Hendriks Bureau Cultureel Erfgoed, Naam Afdeling/bedrijf Datum Paraaf

Nadere informatie

Ede, Roekelse Bos (gem. Ede)

Ede, Roekelse Bos (gem. Ede) (gem. Ede) Een Inventariserend Veldonderzoek door middel van een veldverkenning en karterend booronderzoek J. Walstra R. van Lil Colofon ADC Rapport 930 (gem. Ede) Een Inventariserend Veldonderzoek door

Nadere informatie

RMB NOTITIE Quickscan archeologie Uden Eikenheuvelweg/Munterweg. Inleiding

RMB NOTITIE Quickscan archeologie Uden Eikenheuvelweg/Munterweg. Inleiding RMB NOTITIE 1015 Quickscan archeologie Uden Eikenheuvelweg/Munterweg Inleiding De gemeente Uden heeft als bevoegde overheid het RMB gevraagd een advies uit te brengen over de een plangebied aan de Eikenheuvelweg

Nadere informatie

Archeologie Deventer Briefrapport 27. November Controleboringen Cellarius - De Hullu (project 494)

Archeologie Deventer Briefrapport 27. November Controleboringen Cellarius - De Hullu (project 494) Archeologie Deventer Briefrapport 27 November 2013 Controleboringen Cellarius - De Hullu (project 494) Briefrapport Controleboringen Cellarius / De Hullu, Colmschate (project 494) Behorende bij bureaustudie

Nadere informatie

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK CALLENBACHSTRAAT 11 TE NIJKERK GEMEENTE NIJKERK

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK CALLENBACHSTRAAT 11 TE NIJKERK GEMEENTE NIJKERK ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK CALLENBACHSTRAAT 11 TE NIJKERK GEMEENTE NIJKERK Archeologisch bureauonderzoek en verkennend booronderzoek Callenbachstraat 11 te Nijkerk in de

Nadere informatie

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK PLANGEBIED KERKSTRAAT-KERKSINGEL- HEUVELSTRAAT TE DIESSEN GEMEENTE HILVARENBEEK

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK PLANGEBIED KERKSTRAAT-KERKSINGEL- HEUVELSTRAAT TE DIESSEN GEMEENTE HILVARENBEEK ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK PLANGEBIED KERKSTRAAT-KERKSINGEL- HEUVELSTRAAT TE DIESSEN GEMEENTE HILVARENBEEK archeologisch bureauonderzoek plangebied Kerkstraat-Kerksingel-Heuvelstraat te Diessen in de

Nadere informatie

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN KARTEREND BOORONDERZOEK OUDE AALTENSEWEG 37 TE LICHTENVOORDE GEMEENTE OOST GELRE

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN KARTEREND BOORONDERZOEK OUDE AALTENSEWEG 37 TE LICHTENVOORDE GEMEENTE OOST GELRE ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN KARTEREND BOORONDERZOEK OUDE AALTENSEWEG 37 TE LICHTENVOORDE GEMEENTE OOST GELRE Archeologisch bureauonderzoek en karterend booronderzoek Oude Aaltenseweg 37 te Lichtenvoorde

Nadere informatie

Archeologische Quickscan

Archeologische Quickscan Document: Archeologische Quickscan versie 2 Plangebied: Polderpark, Oudesluis, gemeente Schagen Adviesnummer: 16185 Opsteller: drs. C.M. Soonius (senior archeoloog) & drs. S. Gerritsen (senior archeoloog)

Nadere informatie

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK LIESSENTSTRAAT TE UDEN GEMEENTE UDEN. Zaaknummer:

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK LIESSENTSTRAAT TE UDEN GEMEENTE UDEN. Zaaknummer: ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK LIESSENTSTRAAT TE UDEN GEMEENTE UDEN Zaaknummer: 220106 Behoort bij besluit van het college van burgemeester en wethouders van Uden van, 04 03

Nadere informatie

Advies Archeologie Plangebied Smidsvuurke 5, (gemeente Veldhoven)

Advies Archeologie Plangebied Smidsvuurke 5, (gemeente Veldhoven) Administratieve gegevens Advies Archeologie NAW-gegevens plan: Plan: Oppervlakteplangebied: RO-procedure: Smidsvuurke 5 te Veldhoven Realisatie van een woning. De totale oppervlakte van het plangebied/perceel

Nadere informatie

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK LEUNSEWEG 16-16A TE VENRAY GEMEENTE VENRAY

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK LEUNSEWEG 16-16A TE VENRAY GEMEENTE VENRAY ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK LEUNSEWEG 16-16A TE VENRAY GEMEENTE VENRAY Archeologisch bureauonderzoek en verkennend booronderzoek Leunseweg 16-16a te Venray in de gemeente

Nadere informatie

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK DORPSSTRAAT 7 TE ULICOTEN GEMEENTE BAARLE-NASSAU

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK DORPSSTRAAT 7 TE ULICOTEN GEMEENTE BAARLE-NASSAU ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK DORPSSTRAAT 7 TE ULICOTEN GEMEENTE BAARLE-NASSAU Archeologisch bureauonderzoek en verkennend booronderzoek Dorpsstraat 7 te Ulicoten in de gemeente

Nadere informatie

PLAN VAN AANPAK Waarderend booronderzoek

PLAN VAN AANPAK Waarderend booronderzoek 11-8-2010 Pagina 1 van 5 PLAN VAN AANPAK Waarderend booronderzoek LOCATIE Haelen, Wienboomweg PROJECT 2010/383 OPSTELLER Projectleider Medeopstellers drs. A.J. Wullink Postbus 66, 4190 CB Geldermalsen

Nadere informatie

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies B O O R O N D E R Z O E K Oldebroek, Vierhuizenweg, gemeente Oldebroek (Gld.) Een inventariserend veldonderzoek verkennende fase ArGeoBoor rapport 1379 auteur:

Nadere informatie

B i j l a g e 5. A r c h e o l o g i s c h e q u i c k s c a n

B i j l a g e 5. A r c h e o l o g i s c h e q u i c k s c a n B i j l a g e 5. A r c h e o l o g i s c h e q u i c k s c a n Document: Archeologisch Advies Plangebied: Herenweg 28a, Hoogwoud, gemeente Opmeer Adviesnummer: 15048 Opsteller: J. van Leeuwen (archeoloog)

Nadere informatie

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK LEUNSEWEG 22 TE LEUNEN GEMEENTE VENRAY

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK LEUNSEWEG 22 TE LEUNEN GEMEENTE VENRAY ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK LEUNSEWEG 22 TE LEUNEN GEMEENTE VENRAY Archeologisch bureauonderzoek en verkennend booronderzoek Leunseweg 22 te Leunen in de gemeente Venray Opdrachtgever

Nadere informatie

Quickscan Archeologie Maasbree-Maasbreeseweg (gem. Peel en Maas) Quickscan en Advies Archeologie Maasbree-Maasbreeseweg gemeente Peel en Maas

Quickscan Archeologie Maasbree-Maasbreeseweg (gem. Peel en Maas) Quickscan en Advies Archeologie Maasbree-Maasbreeseweg gemeente Peel en Maas Quickscan en Advies Archeologie Maasbree-Maasbreeseweg gemeente Peel en Maas Pagina 1 van 7 Projectnummer: P11155 Datum: 5 augustus 2011 Plan: bouwplan voor de uitbreiding van een varkensbedrijf op het

Nadere informatie

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies B U R E A U O N D E R Z O E K Veenhuizen (Dalen) Veenhuizerweg 10 (Gemeente Coevorden) Een bureauonderzoek Veenhuizen op een kaart uit de periode 1830-1850

Nadere informatie

RISICO-INVENTARISATIE DE WEID TE CASTRICUM

RISICO-INVENTARISATIE DE WEID TE CASTRICUM RISICO-INVENTARISATIE DE WEID TE CASTRICUM LUPGENS EN PARTNERS (STICHTING SIG) 13 augustus 2012 076558654:0.4 - Concept B01043.200918.0100 Inhoud Samenvatting... 3 1 Inleiding en Doel Onderzoek... 4 1.1

Nadere informatie

Larenseweg te Holten, gemeente Holten- Rijssen (Ov.)

Larenseweg te Holten, gemeente Holten- Rijssen (Ov.) Laagland Archeologie Rapport 44 Archeologische quickscan met veldtoetsing Larenseweg 60-62 te Holten, gemeente Holten- december, 2016 Versie 1.0 (concept) In opdracht van: BJZ.nu Colofon Laagland Archeologie

Nadere informatie

Quickscan Archeologie. Forellenvisvijvers De Huif Aan de Uilenweg 2 Lelystad, gemeente Lelystad

Quickscan Archeologie. Forellenvisvijvers De Huif Aan de Uilenweg 2 Lelystad, gemeente Lelystad Quickscan Archeologie Forellenvisvijvers De Huif Aan de Uilenweg 2 Lelystad, gemeente Lelystad Steller Versie Drs. A.A. Kerkhoven Definitief-2 Projectcode 12110029 Datum 04-02-2013 Opdrachtgever Uitvoerder

Nadere informatie

Een Archeologisch Bureauonderzoek voor plangebied De Grift te Nieuwleusen (gemeente Dalfsen, Overijssel) Steekproef /17, ISSN X)

Een Archeologisch Bureauonderzoek voor plangebied De Grift te Nieuwleusen (gemeente Dalfsen, Overijssel) Steekproef /17, ISSN X) Een Archeologisch Bureauonderzoek voor plangebied De Grift te Nieuwleusen (gemeente Dalfsen, Overijssel) Steekproef 2007-03/17, ISSN 1871-269X) Samenvatting Voor plangebied De Grift is in 2006 een bureauonderzoek

Nadere informatie

ARCHEOLOGISCH ONDERZOEK ESCHRAND TE VRAGENDER GEMEENTE OOST GELRE

ARCHEOLOGISCH ONDERZOEK ESCHRAND TE VRAGENDER GEMEENTE OOST GELRE ARCHEOLOGISCH ONDERZOEK ESCHRAND TE VRAGENDER GEMEENTE OOST GELRE Archeologisch onderzoek Eschrand te Vragender in de gemeente Oost Gelre Opdrachtgever Gemeente Oost Gelre Postbus 17 713 AA Lichtenvoorde

Nadere informatie

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK HORSTERWEG 19 TE SEVENUM GEMEENTE SEVENUM

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK HORSTERWEG 19 TE SEVENUM GEMEENTE SEVENUM ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK HORSTERWEG 19 TE SEVENUM GEMEENTE SEVENUM Project: SEV.HUY.ARC Rapportnummer: 08101674 Status: definitieve rapportage Datum: 3 november 2008 Opdrachtgever: Dhr. W.W.M. Swinkels

Nadere informatie

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK BURGEMEESTER VAN DE VENSTRAAT (ONG.) TE HAAREN GEMEENTE HAAREN

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK BURGEMEESTER VAN DE VENSTRAAT (ONG.) TE HAAREN GEMEENTE HAAREN ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK BURGEMEESTER VAN DE VENSTRAAT (ONG.) TE HAAREN GEMEENTE HAAREN Archeologisch bureauonderzoek en verkennend booronderzoek Burgemeester van de Venstraat

Nadere informatie

Archeologisch onderzoek N242 Westtangent gem. Heerhugowaard

Archeologisch onderzoek N242 Westtangent gem. Heerhugowaard Archeologisch onderzoek N242 Westtangent gem. Heerhugowaard Bureauonderzoek GRONTMIJ ARCHEOLOGISCHE RAPPORTEN 1025 Archeologisch onderzoek N242 Westtangent gem. Heerhugowaard Bureauonderzoek GRONTMIJ ARCHEOLOGISCHE

Nadere informatie

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK TRADE PORT OOST, OKSEL A67 EN A73 TE VENLO GEMEENTE VENLO

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK TRADE PORT OOST, OKSEL A67 EN A73 TE VENLO GEMEENTE VENLO ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK TRADE PORT OOST, OKSEL A67 EN A73 TE VENLO GEMEENTE VENLO Archeologisch bureauonderzoek en verkennend booronderzoek Trade Port Oost, oksel A67

Nadere informatie

Archeologisch onderzoek Geluidswal Spier

Archeologisch onderzoek Geluidswal Spier Archeologisch onderzoek Geluidswal Spier Bureauonderzoek GRONTMIJ ARCHEOLOGISCHE RAPPORTEN 1081 Archeologisch onderzoek Geluidswal Spier Bureauonderzoek GRONTMIJ ARCHEOLOGISCHE RAPPORTEN 1081 Definitief

Nadere informatie

MEMO. Projectgegevens

MEMO. Projectgegevens MEMO Van : W.J. Weerheijm (Vestigia Archeologie & Cultuurhistorie) Aan : Dhr. W. Nouwens (Amerpoort) Onderwerp : Archeologisch onderzoek Mariaoordlaan Baarn Datum : 23 juli 2013 Ons kenmerk : V13-29344/2677/WW

Nadere informatie

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK HOOPWEG (ONG.) TE VENRAY GEMEENTE VENRAY

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK HOOPWEG (ONG.) TE VENRAY GEMEENTE VENRAY ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK HOOPWEG (ONG.) TE VENRAY GEMEENTE VENRAY Archeologisch bureauonderzoek en verkennend booronderzoek Hoopweg (ong.) te Venray in de gemeente Venray

Nadere informatie

V&L. Selectiebesluit archeologie Breda, Klokkenberg. Bijlage 5 bij besluit 2017/2000-V1

V&L. Selectiebesluit archeologie Breda, Klokkenberg. Bijlage 5 bij besluit 2017/2000-V1 Gemeente Breda Ruimtelijke Ontwikkeling Bureau Cultureel Erfgoed Erfgoedbesluit 2009-22 V&L Bijlage 5 bij besluit 2017/2000-V1 Selectiebesluit archeologie Breda, Klokkenberg Ruimtelijke Ontwikkeling Controle

Nadere informatie

BOZ en IVO-(verkennende fase)

BOZ en IVO-(verkennende fase) Advies selectiebesluit BN Plangebied Gemeente Type onderzoek Opsteller Den Dries - Ulicoten Baarle-Nassau BOZ en IVO-(verkennende fase) Econsultancy Rapport Conclusie Rapport Waardering Rapport Advies

Nadere informatie

Monumentenhuis Brabant bv

Monumentenhuis Brabant bv Beoordeling en advies archeologische onderzoeksrapporten Monumentenhuis Brabant bv Titel rapport Soort onderzoek Inventariserend Veldonderzoek, karterende fase Natuurbegraafplaats op Landgoed De Utrecht

Nadere informatie

Bijlage 4. Quickscan archeologie

Bijlage 4. Quickscan archeologie Bijlage 4 Quickscan archeologie Quickscan Archeologie Reuselhof 1-29, Moergestel Gemeente Oisterwijk In opdracht van : AGEL Adviseurs Auteur : drs. M. Horn Redactie : dr. A.W.E. Wilbers Projectnummer :

Nadere informatie

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK NABIJ STRATEN 17 TE OIRSCHOT GEMEENTE OIRSCHOT

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK NABIJ STRATEN 17 TE OIRSCHOT GEMEENTE OIRSCHOT ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK NABIJ STRATEN 17 TE OIRSCHOT GEMEENTE OIRSCHOT Archeologisch bureauonderzoek en verkennend booronderzoek Nabij Straten 17 te Oirschot in de gemeente

Nadere informatie

ARCHEOLOGISCH BUREAU- EN VERKENNEND BUREAUONDERZOEK RIDDER VAN ASENRODEWEG TE ASENRAY GEMEENTE ROERMOND

ARCHEOLOGISCH BUREAU- EN VERKENNEND BUREAUONDERZOEK RIDDER VAN ASENRODEWEG TE ASENRAY GEMEENTE ROERMOND ARCHEOLOGISCH BUREAU- EN VERKENNEND BUREAUONDERZOEK RIDDER VAN ASENRODEWEG TE ASENRAY GEMEENTE ROERMOND archeologisch bureau- en verkennend bureauonderzoek Ridder van Asenrodeweg te Asenray in de gemeente

Nadere informatie

Archeologische Quickscan Riethstraat te Tegelen Gemeente Venlo. KSP Archeologie

Archeologische Quickscan Riethstraat te Tegelen Gemeente Venlo. KSP Archeologie Archeologische Quickscan Riethstraat te Tegelen Gemeente Venlo KSP Archeologie Colofon Titel : Archeologische Quickscan Riethstraat te Tegelen. Gemeente Venlo. Auteur : S.M. Koeman (senior KNA Prospector)

Nadere informatie

Archeologisch bureauonderzoek De Kikkerpit te Domburg, gemeente Veere

Archeologisch bureauonderzoek De Kikkerpit te Domburg, gemeente Veere Archeologisch bureauonderzoek De Kikkerpit te Domburg, gemeente Veere Walcherse Archeologische Dienst Walcherse Archeologische Rapporten 2 Colofon Walchers Archeologisch Rapport 2 Archeologisch bureauonderzoek

Nadere informatie

Archeologische quick-scan plangebied Elisabethterrein. Gegevens Plangebied

Archeologische quick-scan plangebied Elisabethterrein. Gegevens Plangebied Archeologische quick-scan plangebied Elisabethterrein November 2013 Opstellers namens het CAR (Centrum voor Archeologie, Amersfoort): Dhr. I. de Rooze MA Mevr. drs. F.M.E. Snieder Gegevens Plangebied De

Nadere informatie

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK VEESTRAAT 8 TE MEERLO GEMEENTE HORST AAN DE MAAS

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK VEESTRAAT 8 TE MEERLO GEMEENTE HORST AAN DE MAAS ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK VEESTRAAT 8 TE MEERLO GEMEENTE HORST AAN DE MAAS Archeologisch bureauonderzoek en verkennend booronderzoek Veestraat 8 te Meerlo in de gemeente

Nadere informatie

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK BURGEMEESTER VAN RIJCKEVORSELSTRAAT (TEGENOVER NUMMER 12) TE SCHAIJK IN DE GEMEENTE LANDERD

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK BURGEMEESTER VAN RIJCKEVORSELSTRAAT (TEGENOVER NUMMER 12) TE SCHAIJK IN DE GEMEENTE LANDERD ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK BURGEMEESTER VAN RIJCKEVORSELSTRAAT (TEGENOVER NUMMER 12) TE SCHAIJK IN DE GEMEENTE LANDERD archeologisch bureauonderzoek en verkennend booronderzoek

Nadere informatie

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN GECOMBINEERD VERKENNEND EN KARTEREND BOORONDERZOEK KRUKSEBAAN TE GROESBEEK GEMEENTE GROESBEEK

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN GECOMBINEERD VERKENNEND EN KARTEREND BOORONDERZOEK KRUKSEBAAN TE GROESBEEK GEMEENTE GROESBEEK ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN GECOMBINEERD VERKENNEND EN KARTEREND BOORONDERZOEK KRUKSEBAAN TE GROESBEEK GEMEENTE GROESBEEK Archeologisch bureauonderzoek en gecombineerd verkennend en karterend booronderzoek

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing archeologie Vijf Akkers-Noord, Moordrecht (gemeente Zuidplas). Notitie TML554

Ruimtelijke onderbouwing archeologie Vijf Akkers-Noord, Moordrecht (gemeente Zuidplas). Notitie TML554 Ruimtelijke onderbouwing archeologie Vijf Akkers-Noord, Moordrecht (gemeente Zuidplas). Notitie TML554 NOTITIE TML554 Ruimtelijke onderbouwing archeologie Vijf Akkers-Noord, Moordrecht, (gemeente Zuidplas).

Nadere informatie

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK WYLERBAAN 1B EN 1C TE GROESBEEK GEMEENTE GROESBEEK

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK WYLERBAAN 1B EN 1C TE GROESBEEK GEMEENTE GROESBEEK ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK WYLERBAAN 1B EN 1C TE GROESBEEK GEMEENTE GROESBEEK Archeologisch bureauonderzoek en verkennend booronderzoek Wylerbaan 1b en 1c te Groesbeek in

Nadere informatie

Bijlage 11 Archeologisch onderzoek

Bijlage 11 Archeologisch onderzoek Bijlage 11 Archeologisch onderzoek Woningbouwlocatie Laan van Westenenk 501-701 ontwerp, september 2015 1243 Rapport E. Goossens, TNO-terrrein te, Gemeente. Archeologisch vooronderzoek: bureauonderzoek

Nadere informatie

Pagina 1 van 7. Archeologie West-Friesland Nieuwe Steen 1, 1625 HV Hoorn Postbus 603, 1620 AR Hoorn

Pagina 1 van 7. Archeologie West-Friesland Nieuwe Steen 1, 1625 HV Hoorn Postbus 603, 1620 AR Hoorn Document Archeologische Quickscan Plangebied Bladstraat, Tuitjenhorn, gemeente Schagen Adviesnummer 18138 Opsteller(s) drs. C.M. Soonius (regio archeoloog) & F. Schinning (archeoloog) Datum 06-08-2018

Nadere informatie

Locatie OPZ, Stelenseweg, Geel

Locatie OPZ, Stelenseweg, Geel Programma van Maatregelen Auteur: J.A.G. van Rooij (veldwerkleider) Autorisatie: P. Hazen (OE/ERK/Archeoloog/2015/00072) 1 Inleiding Op het terrein van het OPZ in Geel, is een vijftal nieuwe gebouwen gepland,

Nadere informatie

Libau, 10 augustus 2010. Tracé Aduard - Dorkwerd Een Archeologisch Bureauonderzoek

Libau, 10 augustus 2010. Tracé Aduard - Dorkwerd Een Archeologisch Bureauonderzoek Tracé Aduard - Dorkwerd Een Archeologisch Bureauonderzoek Administratieve gegevens provincie: gemeenten: plaats: toponiem: bevoegd gezag: opdrachtgever: Groningen Zuidhorn en Groningen Aduard en Dorkwerd

Nadere informatie

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK GERARDUS MAJELLASTRAAT 2 TE DONGEN GEMEENTE DONGEN

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK GERARDUS MAJELLASTRAAT 2 TE DONGEN GEMEENTE DONGEN ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK GERARDUS MAJELLASTRAAT 2 TE DONGEN GEMEENTE DONGEN Archeologisch bureauonderzoek en verkennend booronderzoek Gerardus Majellastraat 2 te Dongen

Nadere informatie

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK KERKSTRAAT 16 EN 18 TE NULAND GEMEENTE MAASDONK

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK KERKSTRAAT 16 EN 18 TE NULAND GEMEENTE MAASDONK ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK KERKSTRAAT 16 EN 18 TE NULAND GEMEENTE MAASDONK Archeologisch bureauonderzoek en verkennend booronderzoek Kerkstraat 16 en 18 te Nuland in de gemeente

Nadere informatie

Hoorn. 1 h APR. Gemeente Opmeer t.a.v. dhr. M. Goverde Postbus ZK Spanbroek. Hoorn, Geachte heer Goverde,

Hoorn. 1 h APR. Gemeente Opmeer t.a.v. dhr. M. Goverde Postbus ZK Spanbroek. Hoorn, Geachte heer Goverde, Wŗ X GEMEENTE Hoorn 1 van Afdeling Veiligheid, Vergunningen en Handhaving Gemeente pmeer t.a.v. dhr. M. Goverde Postbus 199 1715ZK Spanbroek Bureau Erfgoed Contactpersoon : Drs. Carla M. Soonius Telefoonnr.

Nadere informatie

Hilversum, Oude Amersfoortseweg 99 rapport 2009

Hilversum, Oude Amersfoortseweg 99 rapport 2009 Hilversum, Oude Amersfoortseweg 99 rapport 2009 Hilversum, Oude Amersfoortseweg 99 Een Bureauonderzoek J. Holl A.G. de Boer 2 Colofon ADC Rapport 2009 Hilversum, Oude Amersfoortseweg 99 Een Bureauonderzoek

Nadere informatie

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK HEINSEWEG TE SITTARD GEMEENTE SITTARD-GELEEN

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK HEINSEWEG TE SITTARD GEMEENTE SITTARD-GELEEN ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK HEINSEWEG TE SITTARD GEMEENTE SITTARD-GELEEN Archeologisch bureauonderzoek en verkennend booronderzoek Heinseweg te Sittard in de gemeente Sittard-Geleen

Nadere informatie

CHECKLIST. 1. Het IVO-verkennend (voorzover booronderzoek) dient te zijn uitgevoerd door een instelling die beschikt over een opgravingsvergunning

CHECKLIST. 1. Het IVO-verkennend (voorzover booronderzoek) dient te zijn uitgevoerd door een instelling die beschikt over een opgravingsvergunning ARCHEOLOGIE CHECKLIST Beoordeling standaard rapport IVO-verkennend Algemene vragen 1. Het IVO-verkennend (voorzover booronderzoek) dient te zijn uitgevoerd door een instelling die beschikt over een opgravingsvergunning

Nadere informatie

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK BROEKSTRAAT 2A TE HEUSDEN GEMEENTE ASTEN

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK BROEKSTRAAT 2A TE HEUSDEN GEMEENTE ASTEN ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK BROEKSTRAAT 2A TE HEUSDEN GEMEENTE ASTEN Archeologisch bureauonderzoek en verkennend booronderzoek Broekstraat 2a te Heusden in de gemeente Asten

Nadere informatie