BESTEMMINGSPLAN WAGENBORGEN VOORSCHRIFTEN

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "BESTEMMINGSPLAN WAGENBORGEN VOORSCHRIFTEN"

Transcriptie

1

2

3

4

5 BESTEMMINGSPLAN WAGENBORGEN VOORSCHRIFTEN Januari 2007 Status: vastgesteld d.d. 29 maart 2007

6 Inhoudsopgave voorschriften Blz 1. Inleidende bepalingen Artikel 1: Begripsbepalingen 3 Artikel 2: Wijze van meten Bestemmingsbepalingen Artikel 3: Woondoeleinden W-1. (vrijstaande woningen) 11 Artikel 4: Woondoeleinden W-2 (woningen twee aaneen) 13 Artikel 5: Woondoeleinden W-3 (geschakelde woningen) 15 Artikel 6: Woondoeleinden W-8 (woonboerderij) 17 Artikel 7: Tuin 19 Artikel 8: Maatschappelijke doeleinden M-2 21 Artikel 9: Maatschappelijke doeleinden M-S (scholen) 23 Artikel 10: Maatschappelijke doeleinden M-K (kerken) 24 Artikel 11: Maatschappelijke doeleinden M-13 (zorginstellingen) 25 Artikel 12: Maatschappelijke doeleinden M-D (verenigingsgebouwen) 27 Artikel 13: Begraafplaats 28 Artikel 14: Agrarische doeleinden 29 Artikel 15: Bedrijfsdoeleinden 31 Artikel 16: Detailhandel 34 Artikel 17: Horecadoeleinden 36 Artikel 18: Nutsdoeleinden 38 Artikel 19: Sportdoeleinden 39 Artikel 20: Sporthal S-4 40 Artikel 21: Verblijfsrecreatieve doeleinden 3 41 Artikel 22: Volkstuinen Vt 42 Artikel 23: Groenvoorzieningen 43 Artikel 24: Water 44 Artikel 25: Garageboxen 45 Artikel 26: Verkeersdoeleinden 46 Artikel 27: Verkeers- en verblijfsdoeleinden Dubbelbestemmingsbepalingen: Artikel 28: Natuurontwikkelingsgebied 48 Artikel 29: Geluidzone wegverkeerslawaai 49 Artikel 30: Monumentale bomen 50 Artikel 31: Nuts- en buisleidingen Overige bepalingen Artikel 32: Anti-dubbeltelbepaling..54 Artikel 33: Uitsluitende aanvullenden werking Bouwverordening.55 Artikel 34: Algemene vrijstellingsbevoegdheid..56 Artikel 35: Overgangsbepalingen.57 Artikel 36: Procedureregels 58 Artikel 37: Slotbepalingen.. 59 Bijlage 1 Bedrijvenlijst 2

7 1. INLEIDENDE BEPALINGEN Artikel 1: Begripsbepalingen In deze voorschriften wordt verstaan onder: 1. Aanbouw Een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is aangebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dit in ruimtelijk opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw. 2. Aan huis verbonden beroep Een dienstverlenend beroep, dat in een woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is. 3. Achtergevel De van de weg, eventueel voetpad, vanwaar het gebouw hoofdzakelijk toegankelijk is, gekeerde gevel. 4. Agrarische bedrijven Bedrijven gericht op het voortbrengen van producten door middel van telen van gewassen, waaronder bosbouw, en/of het houden van dieren, waarbij onderscheid wordt gemaakt in: - grondgebonden bedrijven: bedrijven waarvan de exploitatie geheel of grotendeels gebonden is aan ter plaatse of in de nabijheid aanwezige gronden; - niet-grondgebonden bedrijven: bedrijven waarvan de exploitatie geheel of gedeeltelijk niet afhankelijk is van de opbrengst van ter plaatse of in de nabijheid aanwezige gronden. 5. Agrarisch bebouwingsvlak Een aaneengesloten stuk grond waarop geconcentreerde bebouwing ten behoeve van één agrarische bedrijfsvestiging is toegestaan. 6. Ander bouwwerk Een bouwwerk geen gebouw zijnde. 7. Ander werk Een werk, geen bouwwerk zijnde 8. Archeologische waarden De aan een gebied toegekende waarde in verband met de kennis en de studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen uit oude tijden. 9. Archeologisch waardevol gebied Een gebied waarin zich voorwerpen of bewoningssporen van vroegere samenlevingen bevinden. 10. Bebouwing Eén of meer gebouwen en/of andere bouwwerken. 3

8 11. Bebouwingspercentage Een op de plankaart of in de voorschriften aangegeven percentage, dat de grootte van een deel van een bouwvlak aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd. 12. Bebouwingsgrens Een op de plankaart als zondanig aangegeven lijn, die niet door gebouwen mag worden overschreden, behoudens in of krachtens deze voorschriften toegelaten afwijkingen. 13. Bedrijfsgebouw Een gebouw dat dient voor de uitoefening van één of meer bedrijfsactiviteiten. 14. Bedrijfswoning. Een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is. 15. Beroep aan huis Een (para) medisch, juridisch, administratief, therapeutisch verzorgend, ontwerptechnisch, kunstzinnig of daarmee gelijk te stellen beroep of bedrijf dat in een woning wordt uitgeoefend. 16. Beroeps- c.q. bedrijfsvloeroppervlakte De totale vloeroppervlakte van de ruimte binnen een functie die wordt gebruikt voor een aanhuisverbonden beroep c.q. een (dienstverlenend) bedrijf of een dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke. 17. Bestaand Ten aanzien van de bij of krachtens de Woningwet aanwezige bouwwerken en de werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden: - bestaand ten tijde van de eerste terinzagelegging van dit plan; ten aanzien van het overige gebruik: - bestaand ten tijde van het van kracht worden van dit plan. 18. Bestemmingsgrens Een op de plankaart aangegeven lijn, die de grens aanduidt van een bestemmingsvlak. 19. Bestemmingsplan Het bestemmingsplan Wagenborgen van de gemeente Delfzijl bestaande uit een plankaart en voorschriften en vergezeld van een toelichting. 20. Bestemmingsvlak Een op de plankaart aangegeven vlak met een zelfde bestemming. 21. Bijgebouw Een opzichzelfstaand, al dan niet vrijstaand, gebouw dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in ruimtelijk en functioneel opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw. 22. Bijzonder bijgebouw Een gebouw, dat wordt gebruikt als praktijkruimte voor de uitoefening van een vrij beroep of als werk- en/of woonruimte voor invaliden of mindervaliden. 23. Bouwen Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk. 4

9 24. Bouwgrens Een op de plankaart aangegeven lijn, die de grens vormt van een bouwvlak. 25. Bouwvlak Een op de plankaart aangegeven vlak waarbinnen bebouwing is toegestaan. 26. Bouwwerk Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond. 27. Café Een horecabedrijf; niet zijnde een discotheek en/of bar/dancing, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van alcoholische en niet-alcoholische dranken voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van maaltijden 28. Carport Een bouwwerk, dat een overdekte, niet of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimt vormt, die bestemd is voor het stallen van motorvoertuigen. 29. Cultuurhistorische waarden De aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan en door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van het bouwwerk of dat gebied heeft gemaakt. 30. Dak Iedere bovenbeëindiging van een gebouw. 31. Detailhandel Het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit 32. Dienstverlenende bedrijf en/of dienstverlenende instelling Bedrijf of instelling waarvan de werkzaamheden bestaan uit het verlenen van economische en/of maatschappelijke diensten aan derden. 33. Discotheek/bar-dancing Een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van dranken voor gebruik ter plaatse, waarbij het doen beluisteren van overwegend mechanische muziek en de gelegenheid geven tot dansen een wezenlijk onderdeel vormen. 34. Eengezinshuis Een gebouw, dat meerdere naast elkaar en/of geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan 35. Erf De grond deel uitmakende van een bouwperceel, behorende bij één woning, waarop geen hoofdgebouw is of mag worden opgericht krachtens de vigerende hoofdbestemming. 36. Erotisch getinte horeca Een horecabedrijf dat tot doel heeft het daarbinnen doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van porno-erotische aard en tevens bedrijfsmatig ten behoeve van verbruik ter plaatse verstrekken van alcoholische en niet-alcoholische dranken. Hoewel niet horeca in strikte zin 5

10 betreffend, vallen onder dit begrip tevens een seksbioscoop, een seksclub en een seksautomatenhal. 37. Garage Een bouwwerk voor de stalling van één of meerdere motorvoertuigen. 38. Gebouw Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt. 39. Gebouwen ten behoeve van beheer en dienstverlening op een kampeerterrein Gebouwen ten behoeve van aan het kampeerterrein verbonden beheer en dienstverlening, zoals een kampwinkel, kantoortje, ziekenboeg, sanitaire voorzieningen en een kantine, met dien verstande dat hieronder wordt verstaan vrijstaande of aangebouwde bergingen bij caravans of zomerhuizen. 40. Geluidzoneringsplichtige inrichting Een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een geluidzone moet worden vastgesteld. 41. Hoofdfunctie Een functie waarvoor het gehele bouwperceel als zodanig mag worden gebruikt. 42. Hoofdgebouw Een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als het belangrijkste is aan te merken. 43. Horeca Het bedrijfsmatig verstrekken van dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse en/of het exploiteren van zaalaccommodaties. 44. Horecabedrijf Een bedrijf of instelling waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt. 45. Kamperen Het houden van recreatief nachtverblijf in een kampeermiddel of een bouwwerk dat ter beschikking is gesteld voor het houden van recreatief nachtverblijf, niet zijnde een hotel, een pension of een woning anders dan een zomerwoning. 46. Kampeermiddel a. Een tent, een tentwagen, een kampeerauto of een caravan; b. Enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voorzover geen bouwwerk zijnde. Eén en ander voor zover deze onderkomens en/of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf. 47. Kap Een dak met een hellingspercentage van tenminste 25%. 48. Logiesverstrekkende bedrijf/pension Een bedrijf waar, tegen vergoeding logies worden verstrekt, waarbij de logieseenheden enkel zijn ingericht voor nachtverblijf; naast het verstrekken van logies worden accommodaties aangeboden voor dagverblijf en maaltijdbereiding. 6

11 49. Maatschappelijke voorzieningen Educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele, levensbeschouwelijke, sport- en recreatieve voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsook ondergeschikte detailhandel ten dienste van deze voorzieningen. 50. Natuurlijke waarden De abiotische en biotische waarden van een gebied. 51. Nevengeschikte functie een functie die niet meer ruimte in beslag neemt dan 50% van de vloeroppervlakte van het hoofdgebouw 52. Normaal onderhoud Het onderhoud dat, gelet op de bestemming, regelmatig noodzakelijk is voor een goed beheer en gebruik van de gronden, die tot die betreffende bestemming behoren. 53. Nutsbedrijven Bedrijven die uitsluitend of in hoofdzaak zijn gericht op: - de levering van elektriciteit; - de verzorging van de telecommunicatie; - de afvoer en verwerking van afvalstoffen; - de levering van gas; - de levering van water. 54. Ouderenwoningen met diensten Dit betreft ouderenwoningen waar huishoudens gebruik kunnen maken van diensten uit een verzorgingshuis, dienstencentrum of steunpunt, zoals huishoudelijk hulp en maaltijdverzorging (maar niet van verzorging of verpleging). Ook wooncomplexen met een huismeester, receptie, recreatieruimte, kamers waar verzorging of verpleging mogelijk is of een sociaal alarm, worden hiertoe gerekend. 55. Permanente bewoning Bewoning van een ruimte als hoofdverblijf. 56. Peil Indien op het land wordt gebouwd: - voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang; - voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de toegang niet direct aan de weg grenst: de hoogte van het terrein ter plaatse van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw; - indien in het water wordt gebouwd: het Normaal Amsterdams Peil. 57. Plangebied Het geheel van gronden en water daaronder begrepen dat door de grens van het plan wordt omsloten. 58. Plankaart De kaart (nr.-kaart) met bijbehorende verklaringen, bestaande uit 2 bladen, waarop de bestemmingen van de in het plan begrepen gronden zijn aangewezen. 7

12 59. Praktijkruimte-, bedrijfs- en/of kantoorruimte aan huis Een (gedeelte van een) gebouw, dat dient voor het uitoefenen van een beroep aan huis, dat met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend Prostitutie Het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen voor of met een ander tegen vergoeding. 61. Prostitutiebedrijf Een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte, waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, prostitutie wordt verricht. Onder een prostitutiebedrijf worden in elk geval verstaan: een erotische massagesalon, sekstheater, bordeel of een parenclub, of naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijf, al dan niet in combinatie met elkaar. 62. Risicovolle inrichting Een inrichting, bij welke ingevolge het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen een grenswaarde, richtwaarde voor het risico, c.q. een risicoafstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten. 63. Seksinrichting De voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub al dan niet in combinatie met elkaar. 64. Silo Een bouwwerk ten behoeve van opslagdoeleinden. 65. Straatmeubilair Onverminderd het bepaalde in artikel 43, lid 1 onder f van de Woningwet wordt hieronder verstaan: papier-, glas- en andere inzamelbakken, toegangsconstructies voor ondergrondse voorzieningen, kunstwerken, speeltoestellen en draagconstructies voor reclame, alsmede abri s en kleinschalige bouwwerken en behoeve van (openbare) nutsvoorzieningen. 66. Uitbouw Een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dit in ruimtelijk opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw. 67. Voorgevelrooilijn De lijn die loopt door en in het verlengde van een naar een weg gekeerde gevel van woningen en andere hoofdgebouwen; ingeval van hoekpercelen kunnen dit meerdere gevels zijn. 68. Vrij beroep Het beroep van: accountant, administratieconsulent, advocaat, apotheker, architect, assurantiebemiddelaar, belastingconsulent, bouwkundig architect, dierenarts, fysiotherapeut, gerechtsdeurwaarder, huisarts, interieurarchitect, logopedist, makelaar in onroerend goed, medisch specialist, notaris, oefentherapeut, organisatie- adviseur, raadgevend ingenieur, registeraccountant, specialist, tandartsspecialist, tuin- en landschapsarchitect, verloskundige, dan wel een naar aard daarmee gelijk te stellen beroep, dat in combinatie met de woonfunctie als hoofdfunctie, kan worden uitgeoefend in een hoofdgebouw en/of bijgebouw(en) dat is (die zijn) bestemd voor het wonen. 8

13 69. Windmolen Een bouwwerk, dat dient voor het omzetten van de energie van bewegende lucht in andere vormen van energie, zoals elektriciteit en warmte. 70. Winkel Een ruimte of bij elkaar horende ruimten, die bestemd zijn voor de uitoefening van detailhandel, met inbegrip van bijbehorende magazijnruimte en/of werkruimte. 71. Woning Een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor de huisvesting van één huishouden. 72. Zijdelingse perceelgrens de grens ter linker- en ter rechterzijde van het bouwperceel, gezien vanaf de weg waaraan het perceel is gelegen. 9

14 Artikel 2: Wijze van meten Bij onduidelijkheden of interpretatieverschillen betreffende de wijze van meten, is de uitleg van de NEN 2580 (oppervlakten en inhouden van gebouwen, termen, definities en bepalingsmethoden) van toepassing. Bij de toepassing van de voorschriften van het plan wordt als volgt gemeten: 1. Bouwhoogte: van het hoogste punt van een gebouw, ondergeschikte bouwdelen als schoorstenen en antennes niet meegerekend, tot aan de gemiddelde hoogte van het aansluitende en afgewerkte terrein ter plaatse; 2. Goothoogte: van de bovenkant van de goot, het boeiboord of de druiplijn van een gebouw tot aan de gemiddelde hoogte van het aansluitende en afgewerkte terrein ter plaatse; 3. Oppervlakte van een gebouw: tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of harten van scheidsmuren, de dakvlakken en boven de begane grondvloer; 4. Inhoud van een gebouw: tussen de buitenwerkse gevelvlakken, harten van scheidsmuren, de dakvlakken en boven de begane grondvloer; 5. Afstand tot de zijdelingse perceelsgrens: de kortste afstand van enig punt van een gebouw tot de zijdelingse grens van het bouwperceel; 6. Dakhelling de kleinste hoek tussen de lijn evenwijdig langs het dakvlak en het horizontale vlak. 10

15 2. BESTEMMINGSBEPALINGEN Artikel 3: Woondoeleinden W-1 (vrijstaande woningen) Doeleindenomschrijving 1. De op de plankaart als Woondoeleinden-1(vrijstaande woningen) aangewezen gronden zijn bestemd voor vrijstaande woningen met de daarbij behorende aan- en uitbouwen en bijgebouwen, andere bouwwerken en andere werken. Voorzover deze gronden op de plankaart zijn voorzien van de aanduiding winkel toegestaan zijn deze gronden tevens bestemd voor gebouwen ten behoeve van detailhandel. Bouwvoorschriften woningen 2. Hoofdgebouwen mogen uitsluitend vrijstaand worden gebouwd binnen het op de plankaart aangegeven bouwvlak en, daar waar aangegeven, in het ten hoogste op de plankaart opgenomen aantal; 3. De afstand van het hoofdgebouw tot de perceelgrens dient tenminste 2 meter te bedragen; 4. De goothoogte van het hoofdgebouw mag niet meer dan 6.00 meter bedragen; 5. De dakhelling bedraagt tenminste 30º en ten hoogste 60º; Bouwvoorschriften bijgebouwen en aan- en uitbouwen 6. De bijgebouwen en aan- en uitbouwen moeten binnen het bouwvlak worden gebouwd; 7. Bij elke woning mogen ten hoogste drie bijgebouwen, zowel gescheiden als gecombineerd en één aanbouw en/of uitbouw worden gebouwd; 8. De goothoogte van een bijgebouw, van een aanbouw, van een uitbouw en van een carport mag ten hoogste 3.00 meter bedragen; 9. de oppervlakte van een garage of carport mag ten hoogste 35 m² bedragen, van een ander bijgebouw ten hoogste 15 m²; de oppervlakte van een aanbouw en of een uitbouw mag ten hoogste 20 m² bedragen; 10. De gezamenlijke oppervlakte van de bij een woning behorende bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 50 m², met dien verstande dat ten hoogste 50 % van de oppervlakte van het erf gelegen achter de achtergevel van de woning en de verlengden daarvan mag worden bebouwd met bijgebouwen en aan- en uitbouwen, inclusief bijgebouwen en aan- en uitbouwen welke reeds als vergunningvrije bouwwerken zijn gerealiseerd; 11. De afstand van een bijgebouw, aanbouw, uitbouw en een carport tot een perceelgrens dient tenminste 1.00 meter te bedragen, tenzij op de perceelgrens wordt gebouwd; de afstand van een bijgebouw, aanbouw, uitbouw of een carport tot de voorgevelrooilijn bedraagt tenminste 1.00 meter. Bouwvoorschriften andere bouwwerken 12. De hoogte van andere bouwwerken, met uitzondering van vlaggenmasten en lichtmasten, mag niet meer dan 2.00 meter bedragen. Erfafscheidingen voor de voorgevelrooilijn mogen evenwel niet hoger zijn dan 1.00 meter. Vrijstellingsbepaling 13. Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van de bepalingen in lid 7, lid 9 en lid 10 ten behoeve van een bijzonder bijgebouw van maximaal 45 m² voor beoefenaren van vrije beroepen, zoals arts, notaris, architect, makelaar, dan wel voor invaliden of mindervaliden. 14. Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 1 voor het medegebruik van woningen en de daarbij behorende bijgebouwen, bijzondere bijgebouwen en aan- en uitbouwen voor de uitoefening van praktijk-, bedrijfs- en/of kantoorruimte aan huis, onder de volgende voorwaarden: a. het beroeps- of bedrijfsmatig nevengebruik van de bebouwing dient van ondergeschikte betekenis te zijn ten opzichte van de woonfunctie van het hoofdgebouw; 11

16 b. ten hoogste mag 30% van de oppervlakte van de bebouwing mag voor doeleinden van beroep en bedrijf worden gebruikt, zulks met een maximum van 45 m²; c. het nevengebruik van de bebouwing mag geen ernstige of onevenredige hinder voor de woonomgeving opleveren en mag geen afbreuk doen aan het woonkarakter van de buurt; d. beroeps- en bedrijfsmatig nevengebruik, dat vergunnings- of meldingspichtig is ingevolge de Wet Milieubeheer of andere milieuwetgeving, is niet toegestaan; e. detailhandel, horeca en prostitutie is niet toegestaan; f. het beroeps- en bedrijfsmatig nevengebruik van de bebouwing mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en mag geen onevenredige parkeerdruk veroorzaken. Nadere eisen 15. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van: a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld; b. de verkeersveiligheid; c. de sociale veiligheid; d. de milieusituatie; e. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden; Gebruiksbepaling 16. Het is verboden de gronden en/of bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de bestemming. Strijdig gebruik 17. Tot een gebruik strijdig met de bestemming als bedoeld in lid 16 wordt in ieder geval gerekend: a. het gebruik van de gronden voor het opstellen, opslaan, deponeren, lozen, c.q. storten, al dan niet ten verkoop aanbieden van onbruikbare dan wel aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, materialen, stoffen, producten, voer- en vaartuigen of machines; b. het gebruik van de gronden als standplaats voor kampeermiddelen, met uitzondering van maximaal één kampeermiddel per woning; c. het gebruik van de gronden en gebouwen ten behoeve van een windmolen; d. het gebruik van de gronden voor het plaatsen van en/of het aanbrengen van niet perceelsgebonden handelsreclame of voor commerciële doeleinden; e. het gebruik van de vrijstaande bijgebouwen voor bewoning. 18. Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 16, indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. Strafbepaling 19. Overtreding van het bepaalde in lid 16 wordt aangemerkt als een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 2º van de Wet op de economische delicten. 12

17 Artikel 4: Woondoeleinden W-2. (twee woningen aaneen) Doeleindenomschrijving 1. De op de plankaart als Woondoeleinden-2 (twee woningen aaneen) aangewezen gronden zijn bestemd voor twee woningen aaneengebouwd met de daarbij behorende aan- en uitbouwen en bijgebouwen, andere bouwwerken en andere werken. Bouwvoorschriften woningen 2. De woningen mogen uitsluitend in twee woningen aaneengeschakeld worden gebouwd binnen het op de plankaart aangegeven bouwvlak. 3. De afstand van de woning tot de perceelgrens dient tenminste 2 meter te bedragen; 4. De goothoogte van de woning mag niet meer dan 6.00 meter bedragen; 5. De dakhelling bedraagt tenminste 30º en ten hoogste 60º; Bouwvoorschriften bijgebouwen en aan- en uitbouwen 6. De bijgebouwen en aan- en uitbouwen moeten binnen het bouwvlak worden gebouwd; 7. Bij elke woning mogen ten hoogste drie bijgebouwen, zowel gescheiden als gecombineerd en één aanbouw en/of uitbouw worden gebouwd; 8. De goothoogte van een bijgebouw, van een aanbouw, van een uitbouw en van een carport mag ten hoogste 3.00 meter bedragen; 9. de oppervlakte van een garage of carport mag ten hoogste 35 m² bedragen, van een ander bijgebouw ten hoogste 15 m²; de oppervlakte van een aanbouw en of een uitbouw mag ten hoogste 20 m² bedragen; 10. De gezamenlijke oppervlakte van de bij een woning behorende bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 50 m², met dien verstande dat ten hoogste 50 % van de oppervlakte van het erf gelegen achter de achtergevel van de woning en de verlengden daarvan mag worden bebouwd met bijgebouwen en aan- en uitbouwen, inclusief bijgebouwen en aan- en uitbouwen welke reeds als vergunningvrije bouwwerken zijn gerealiseerd; 11. De afstand van een bijgebouw, aanbouw, uitbouw en een carport tot een perceelgrens dient tenminste 1.00 meter te bedragen, tenzij op de perceelgrens wordt gebouwd; de afstand van een bijgebouw, aanbouw, uitbouw of een carport tot de voorgevelrooilijn bedraagt tenminste 1.00 meter. Bouwvoorschriften andere bouwwerken 12. De hoogte van andere bouwwerken, met uitzondering van vlaggenmasten en lichtmasten, mag niet meer dan 2.00 meter bedragen. Erfafscheidingen voor de voorgevelrooilijn mogen evenwel niet hoger zijn dan 1.00 meter. Vrijstellingsbepaling 13. Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van de bepalingen in lid 7, lid 9 en lid 10 ten behoeve van een bijzonder bijgebouw van maximaal 45 m² voor beoefenaren van vrije beroepen, zoals arts, notaris, architect, makelaar, dan wel voor invaliden of mindervaliden. 14. Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 1 voor het medegebruik van woningen en de daarbij behorende bijgebouwen, bijzondere bijgebouwen en aan- en uitbouwen voor de uitoefening van praktijk-, bedrijfs- en/of kantoorruimte aan huis, onder de volgende voorwaarden: a. het beroeps- of bedrijfsmatig nevengebruik van de bebouwing dient van ondergeschikte betekenis te zijn ten opzichte van de woonfunctie van het hoofdgebouw; b. ten hoogste mag 30% van de oppervlakte van de bebouwing mag voor doeleinden van beroep en bedrijf worden gebruikt, zulks met een maximum van 45 m²; c. het nevengebruik van de bebouwing mag geen ernstige of onevenredige hinder voor de woonomgeving opleveren en mag geen afbreuk doen aan het woonkarakter van de buurt; 13

18 d. beroeps- en bedrijfsmatig nevengebruik, dat vergunnings- of meldingspichtig is ingevolge de Wet Milieubeheer of andere milieuwetgeving, is niet toegestaan; e. detailhandel, horeca en prostitutie is niet toegestaan; f. het beroeps- en bedrijfsmatig nevengebruik van de bebouwing mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en mag geen onevenredige parkeerdruk veroorzaken. Nadere eisen 15. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van: a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld; b. de verkeersveiligheid; c. de sociale veiligheid; d. de milieusituatie; e. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden; Gebruiksbepaling 16. Het is verboden de gronden en/of bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de bestemming. Strijdig gebruik 17. Tot een gebruik strijdig met de bestemming als bedoeld in lid 16 wordt in ieder geval gerekend: a. het gebruik van de gronden voor het opstellen, opslaan, deponeren, lozen, c.q. storten, al dan niet ten verkoop aanbieden van onbruikbare dan wel aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, materialen, stoffen, producten, voer- en vaartuigen of machines; b. het gebruik van de gronden als standplaats voor kampeermiddelen, met uitzondering van maximaal één kampeermiddel per woning; c. het gebruik van de gronden en gebouwen ten behoeve van een windmolen; d. het gebruik van de gronden voor het plaatsen van en/of het aanbrengen van niet perceelsgebonden handelsreclame of voor commerciële doeleinden; e. het gebruik van de vrijstaande bijgebouwen voor bewoning. 18. Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 16, indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. Strafbepaling 19. Overtreding van het bepaalde in lid 16 wordt aangemerkt als een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 2º van de Wet op de economische delicten. 14

19 Artikel 5: Woondoeleinden W-3 (geschakelde woningen ) Doeleindenomschrijving 1. De op de plankaart als Woondoeleinden-3 (geschakelde woningen ) aangewezen gronden zijn bestemd voor tenminste drie woningen aaneengebouwd met de daarbij behorende aanen uitbouwen en bijgebouwen, andere bouwwerken en andere werken. Bouwvoorschriften woningen 2. De woningen mogen ten hoogste in de op de plankaart aangegeven aantallen aaneengeschakeld worden gebouwd binnen het op de plankaart aangegeven bouwvlak. 3. De afstand van het eind van een bouwblok tot de zijdelingse perceelgrens dient tenminste 3 meter te bedragen; 4. De goothoogte van de woning mag niet meer dan 6.00 meter bedragen; 5. De dakhelling bedraagt tenminste 30º en ten hoogste 60º; Bouwvoorschriften bijgebouwen en aan- en uitbouwen 6. De bijgebouwen en aan- en uitbouwen zullen binnen het bouwvlak worden gebouwd; 7. Bij elke woning mogen ten hoogste drie bijgebouwen, zowel gescheiden als gecombineerd en één aanbouw en/of uitbouw worden gebouwd; 8. De goothoogte van een bijgebouw, van een aanbouw, van een uitbouw en van een carport mag ten hoogste 3.00 meter bedragen; 9. de oppervlakte van een garage of carport mag ten hoogste 35 m² bedragen, van een ander bijgebouw ten hoogste 15 m²; de oppervlakte van een aanbouw en of een uitbouw mag ten hoogste 20 m² bedragen; 10. de gezamenlijke oppervlakte van de bij een woning behorende bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 50 m², met dien verstande dat ten hoogste 50 % van de oppervlakte van het erf gelegen achter de achtergevel van de woning en de verlengden daarvan mag worden bebouwd met bijgebouwen en aan- en uitbouwen, inclusief bijgebouwen en aan- en uitbouwen welke reeds als vergunningvrije bouwwerken zijn gerealiseerd; 11. De afstand van een bijgebouw, aanbouw en een carport tot een perceelgrens dient tenminste 1.00 meter te bedragen, tenzij op de perceelgrens wordt gebouwd; de afstand van een bijgebouw, aanbouw, uitbouw en een carport tot de voorgevelrooilijn bedraagt tenminste 1.00 meter. Bouwvoorschriften andere bouwwerken 12. De hoogte van andere bouwwerken, met uitzondering van vlaggenmasten en lichtmasten, mag niet meer dan 2.00 meter bedragen. Erfafscheidingen voor de voorgevelrooilijn mogen evenwel niet hoger zijn dan 1.00 meter. Vrijstellingsbepaling 13. Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van de bepalingen in lid 7, lid 9 en lid 10 ten behoeve van een bijzonder bijgebouw van maximaal 45 m² voor beoefenaren van vrije beroepen, zoals arts, notaris, architect, makelaar, dan wel voor invaliden of mindervaliden. 14. Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 1 voor het medegebruik van woningen en de daarbij behorende bijgebouwen, bijzondere bijgebouwen en aan- en uitbouwen voor de uitoefening van praktijk-, bedrijfs- en/of kantoorruimte aan huis, onder de volgende voorwaarden: a. het beroeps- of bedrijfsmatig nevengebruik van de bebouwing dient van ondergeschikte betekenis te zijn ten opzichte van de woonfunctie van het hoofdgebouw; b. ten hoogste mag 30% van de oppervlakte van de bebouwing mag voor doeleinden van beroep en bedrijf worden gebruikt, zulks met een maximum van 45 m²; c. het nevengebruik van de bebouwing mag geen ernstige of onevenredige hinder voor de woonomgeving opleveren en mag geen afbreuk doen aan het woonkarakter van de buurt; 15

20 d. beroeps- en bedrijfsmatig nevengebruik, dat vergunnings- of meldingspichtig is ingevolge de Wet Milieubeheer of andere milieuwetgeving, is niet toegestaan; e. detailhandel, horeca en prostitutie is niet toegestaan; f. het beroeps- en bedrijfsmatig nevengebruik van de bebouwing mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en mag geen onevenredige parkeerdruk veroorzaken. Nadere eisen 15. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van: a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld; b. de verkeersveiligheid; c. de sociale veiligheid; d. de milieusituatie; e. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden; Gebruiksbepaling 16. Het is verboden de gronden en/of bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de bestemming. Strijdig gebruik 17. Tot een gebruik strijdig met de bestemming als bedoeld in lid 16 wordt in ieder geval gerekend: a. het gebruik van de gronden voor het opstellen, opslaan, deponeren, lozen, c.q. storten, al dan niet ten verkoop aanbieden van onbruikbare dan wel aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, materialen, stoffen, producten, voer- en vaartuigen of machines; b. het gebruik van de gronden als standplaats voor kampeermiddelen, met uitzondering van maximaal één kampeermiddel per woning; c. het gebruik van de gronden en gebouwen ten behoeve van een windmolen; d. het gebruik van de gronden voor het plaatsen van en/of het aanbrengen van niet perceelsgebonden handelsreclame of voor commerciële doeleinden; e. het gebruik van de vrijstaande bijgebouwen voor bewoning. 18. Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 16, indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. Strafbepaling 19. Overtreding van het bepaalde in lid 16 wordt aangemerkt als een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 2º van de Wet op de economische delicten. 16

21 Artikel 6: Woondoeleinden-8 (woonboerderij) Doeleindenomschrijving 1. De op de plankaart voor Woondoeleinden-8 (woonboerderij) aangewezen gronden zijn bestemd voor een woonbebouwing met de daarbij behorende paden, groenvoorzieningen, erven, tuinen en andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde en andere werken. Per bouwvlak mag ten hoogste één woning aanwezig zijn. Beschrijving in hoofdlijnen 2. Het gaat hierbij om beeldbepalende voormalige boerderijen die aan het agrarische gebruik zijn onttrokken. Het is wenselijk de bestaande gebouwen te beschermen en in de huidige verschijningsvormen te handhaven. Ook na een calamiteit wordt gestreefd dat het gebouw wordt hersteld met een overeenkomstige verschijningsvorm. Woonboerderijen hebben in hoofdzaak een woonfunctie. Niet voor bewoning gebruikte ruimte zullen aan de woonfunctie ondergeschikt moeten zijn Bouwvoorschriften 3. De goothoogte van het voorhuis dient tenminste 6.00 meter en mag ten hoogste 8.00 meter bedragen; 4. De goothoogte van de schuur dient tenminste 2.00 meter en mag ten hoogste 3.00 meter bedragen; 5. De bebouwing mag uitsluitend met een kap worden afgedekt waarvan de dakhelling niet minder dan 30º en niet meer dan 45º mag bedragen; Bouwvoorschriften andere bouwwerken 6. De hoogte van andere bouwwerken, met uitzondering van vlaggenmasten en lichtmasten, mag niet meer dan 2.00 meter bedragen. Erfafscheidingen voor de voorgevelrooilijn mogen evenwel niet hoger zijn dan 1.00 meter. Nadere eisen 7. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van: a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld; b. de verkeersveiligheid; c. de sociale veiligheid; d. de milieusituatie; e. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden; Gebruiksvoorschriften 8. Het is verboden de gronden en/of bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de bestemming. 9. Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 8 indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. Strijdig gebruik 10. Tot een gebruik strijdig met de bestemming als bedoeld in lid 8 wordt in ieder geval gerekend: a. het gebruik van de gronden voor het opstellen, opslaan, deponeren, lozen, c.q. storten, al dan niet ten verkoop aanbieden van onbruikbare dan wel aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, materialen, stoffen, producten, voer- en vaartuigen of machines; 17

22 b. het gebruik van de gronden als standplaats voor kampeermiddelen, met uitzondering van maximaal één kampeermiddel per woning; c. het gebruik van de gronden en gebouwen ten behoeve van een windmolen; d. het gebruik van de gronden voor het plaatsen van en/of het aanbrengen van niet perceelsgebonden handelsreclame of voor commerciële doeleinden; e. het gebruik van de vrijstaande bijgebouwen voor bewoning. Vrijstellingsbepaling 11. Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 1 voor het medegebruik van woningen en de daarbij behorende bijgebouwen en aanbouwen voor de uitoefening van praktijk-, bedrijfs- en/of kantoorruimte aan huis, onder de volgende voorwaarden: a. het beroeps- of bedrijfsmatig nevengebruik van de bebouwing dient van ondergeschikte betekenis te zijn ten opzichte van de woonfunctie van het hoofdgebouw; b. ten hoogste mag 30% van de oppervlakte van de bebouwing voor doeleinden van beroep en bedrijf worden gebruikt, zulks met een maximum van 45 m²; c. het nevengebruik van de bebouwing mag geen ernstige of onevenredige hinder voor de woonomgeving opleveren en mag geen afbreuk doen aan het woonkarakter van de buurt; d. beroeps- en bedrijfsmatig nevengebruik, dat vergunnings- of meldingspichtig is ingevolge de Wet Milieubeheer of andere milieuwetgeving, is niet toegestaan; e. detailhandel, horeca en prostitutie is niet toegestaan; f. het beroeps- en bedrijfsmatig nevengebruik van de bebouwing mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en mag geen onevenredige parkeerdruk veroorzaken. Strafbepaling 12. Overtreding van het bepaalde in lid 8 wordt aangemerkt als een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 2º van de Wet op de economische delicten. 18

23 Artikel 7: Tuin Doeleindenomschrijving 1. De op de plankaart voor Tuin aangewezen gronden zijn bestemd voor tuinen met de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde. Bouwvoorschriften 2. Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd. 3. Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen: a. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 2.00 meter bedragen, met dien verstande dat de hoogte van erf- en terreinafscheidingen voor de naar de weg gekeerde gevel ten hoogste 1.00 meter zal bedragen; b. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 2.00 meter bedragen. Nadere eisen 4. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van: a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld; b. de verkeersveiligheid; c. de sociale veiligheid; d. de milieusituatie; e. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden; Vrijstelling van de bouwvoorschriften 5. Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, vrijstelling verlenen van het bepaalde in lid 2 en toestaan dat bijgebouwen worden gebouwd, mits: a. het aantal bijgebouwen ten hoogste 4 per bouwperceel zal bedragen, waarvan de gezamenlijke oppervlakte kleiner is dan de oppervlakte van een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw; b. de goothoogte van een bijgebouw ten hoogste 3.00 meter zal bedragen; c. het erf voor niet meer dan 50% zal worden bebouwd; d. de afstand van een bijgebouw tot de zijdelingse perceelgrens tenminste 1.00 meter zal bedragen, dan wel dat een bijgebouw op de zijdelingse perceelgrens wordt gebouwd; e. de voorgevelrooilijn niet wordt overschreden; Gebruiksvoorschriften 6. Het is verboden de gronden en/of bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de bestemming. 7. Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 6 indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. Strijdig gebruik 8. Tot een gebruik strijdig met de bestemming als bedoeld in lid 6 wordt in ieder geval gerekend: a. het gebruik van de gronden voor het opstellen, opslaan, deponeren, lozen, c.q. storten, al dan niet ten verkoop aanbieden van onbruikbare dan wel aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, materialen, stoffen, producten, voer- en vaartuigen of machines; b. het gebruik van de gronden als standplaats voor kampeermiddelen, met uitzondering van maximaal één kampeermiddel per woning; 19

24 c. het gebruik van gronden en gebouwen ten behoeve van een prostitutiebedrijf of seksinrichting; d. het gebruik van de gronden en gebouwen ten behoeve van een windmolen; e. het gebruik van de gronden voor het plaatsen van en/of het aanbrengen van niet perceelsgebonden handelsreclame of voor commerciële doeleinden; f. het gebruik van de vrijstaande bijgebouwen voor bewoning. Strafbepaling 9. Overtreding van het bepaalde in lid 6 wordt aangemerkt als een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 2º van de Wet op de economische delicten. 20

25 Artikel 8: Maatschappelijke doeleinden M-2 Doeleindenomschrijving 1. De op de plankaart voor Maatschappelijke doeleinden M-2 aangewezen gronden zijn bestemd voor gebouwen ten behoeve van overheidsdiensten alsmede de daarbij behorende voorzieningen zoals wegen, paden, parkeervoorzieningen, erven en terreinen en de daarbij behorende bouwwerken geen gebouwen zijnde. Bouwvoorschriften 2. Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen: a. de gebouwen mogen uitsluitend binnen het op de plankaart aangegeven bouwvlak worden gebouwd; b. de goothoogte van een gebouw mag niet meer dan 7.00 meter bedragen; c. de afstand van een gebouw tot de zijdelingse perceelgrens dient tenminste 2.00 meter te bedragen, tenzij de bestaande afstand minder is. Bouwvoorschriften andere bouwwerken 3. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen: a. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2.00 meter bedragen, met dien verstande dat de hoogte van erf- en terreinafscheidingen voor de naar de weg gekeerde gevel c.q. de verlengden daarvan niet meer dan 1.00 meter mag bedragen; b. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 6.00 meter bedragen. Nadere eisen 4. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van: a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld; b. de verkeersveiligheid; c. de sociale veiligheid; d. de milieusituatie; e. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden; Gebruiksvoorschriften 5. Het is verboden de gronden en/of bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de bestemming. 6. Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 5 indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. Strijdig gebruik 7. Tot een gebruik strijdig met de bestemming als bedoeld in lid 5 wordt in ieder geval gerekend: a. het gebruik van de gronden voor het opstellen, opslaan, deponeren, lozen, c.q. storten, al dan niet ten verkoop aanbieden van onbruikbare dan wel aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, materialen, stoffen, producten, voer- en vaartuigen of machines; b. het gebruik van de gronden als standplaats voor kampeermiddelen; c. het gebruik van de gronden en gebouwen ten behoeve van een windmolen; d. het gebruik van de gronden voor het plaatsen van en/of het aanbrengen van niet perceelsgebonden handelsreclame of voor commerciële doeleinden; e. het gebruik van de bebouwing voor bewoning. 21

26 Strafbepaling 8. Overtreding van het bepaalde in lid 5 wordt aangemerkt als een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 2º van de Wet op de economische delicten. 22

27 Artikel 9: Maatschappelijke doeleinden M-S (scholen) Bestemmingsomschrijving 1. De op de plankaart voor Maatschappelijke doeleinden M-S (scholen) aangewezen gronden zijn bestemd voor gebouwen ten behoeve van onderwijsvoorzieningen, alsmede de daarbij behorende voorzieningen zoals wegen, paden, parkeervoorzieningen, speelvoorzieningen, erven en terreinen en de daarbij behorende bouwwerken geen gebouwen zijnde. Bouwvoorschriften 2. Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen: a. de gebouwen mogen uitsluitend binnen het op de plankaart aangegeven bouwvlak worden gebouwd; b. de goothoogte van een gebouw mag niet meer dan 4.50 meter bedragen; c. de dakhelling mag niet meer dan 60º bedragen. Bouwvoorschriften andere bouwwerken 3. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen: a. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2.00 meter bedragen; b. De hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dat 6.00 meter bedragen; Nadere eisen 4. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van: a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld; b. de verkeersveiligheid; c. de sociale veiligheid; d. de milieusituatie; e. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden; Gebruiksvoorschriften 5. Het is verboden de gronden en/of bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de bestemming. 6. Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 5 indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. Strijdig gebruik 7. Tot een gebruik strijdig met de bestemming als bedoeld in lid 5 wordt in ieder geval gerekend: a. het gebruik van de gronden voor het opstellen, opslaan, deponeren, lozen, c.q. storten, al dan niet ten verkoop aanbieden van onbruikbare dan wel aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, materialen, stoffen, producten, voer- en vaartuigen of machines; b. het gebruik van de gronden als standplaats voor kampeermiddelen; c. het gebruik van de gronden en gebouwen ten behoeve van een windmolen; d. het gebruik van de gronden voor het plaatsen van en/of het aanbrengen van niet perceelsgebonden handelsreclame of voor commerciële doeleinden; Strafbepaling 8. Overtreding van het bepaalde in lid 5 wordt aangemerkt als een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 2º van de Wet op de economische delicten. 23

28 Artikel 10: Maatschappelijke doeleinden M-K (kerken) Bestemmingsomschrijving 1. De op de plankaart voor maatschappelijke doeleinden M-K (kerken) aangewezen gronden zijn bestemd voor kerken en verenigingsgebouwen en naar de aard daarmee gelijk te stellen gebouwen en de bij deze bestemming qua aard en omvang passende andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde en parkeervoorzieningen, erfverhardingen en groenvoorzieningen. Bouwvoorschriften 2. Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen: a. de gebouwen mogen uitsluitend binnen het op de plankaart aangegeven bouwvlak worden gebouwd; b. de hoogte van een gebouw bedraagt ten hoogste 9.00 meter, met uitzondering van een toren, waarvan de hoogte ten hoogste meter mag bedragen. Bouwvoorschriften andere bouwwerken 3. Voor het bouwen van andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen: a. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2.00 meter bedragen, met dien verstande dat de hoogte van erf- en terreinafscheidingen voor de naar de weg gekeerde gevel c.q. het verlengde daarvan niet meer dan 1.00 meter mag bedragen; b. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 6.00 meter bedragen. Nadere eisen 4. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van: a een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld; b de verkeersveiligheid; c de sociale veiligheid; d de milieusituatie; e. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden; Gebruiksvoorschriften 5. Het is verboden de gronden en/of bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de bestemming. 6. Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 5 indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. Strijdig gebruik 7. Tot een gebruik strijdig met de bestemming als bedoeld in lid 5 wordt in ieder geval gerekend: a. het gebruik van de gronden voor het opstellen, opslaan, deponeren, lozen, c.q. storten, al dan niet ten verkoop aanbieden van onbruikbare dan wel aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, materialen, stoffen, producten, voer- en vaartuigen of machines; b. het gebruik van de gronden en gebouwen ten behoeve van een windmolen; c. het gebruik van de gronden voor het plaatsen van en/of het aanbrengen van niet perceelsgebonden handelsreclame of voor commerciële doeleinden; Strafbepaling 8. Overtreding van het bepaalde in lid 5 wordt aangemerkt als een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 2º van de Wet op de economische delicten. 24

29 Artikel 11: Maatschappelijke doeleinden M-13 (zorginstellingen) Bestemmingsomschrijving 1. De op de plankaart voor maatschappelijke doeleinden M-13 (zorginstellingen) aangewezen gronden zijn bestemd voor de huisvesting en zorgvoorzieningen voor personen en naar de aard daarmee gelijk te stellen gebouwen, de daarbij behorende ouderenwoningen met diensten en de bij deze bestemming qua aard en omvang passende andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde en andere werken. Bouwvoorschriften 2. Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen: a de gebouwen mogen uitsluitend binnen het op de plankaart aangegeven bouwvlak worden gebouwd; b de goothoogte van het hoofdgebouw bedraagt ten hoogste 9.00 meter; de goothoogte van andere gebouwen bedraagt ten hoogste 4.50 meter; c. het op de plankaart aangegeven bouwvlak mag worden bebouwd voor ten hoogste 70%; d. het aantal ouderenwoningen met diensten bedraagt per bebouwingsvlak ten hoogste 22. Bouwvoorschriften andere bouwwerken 3. Voor het bouwen van andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen: a. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2.00 meter bedragen, met dien verstande dat de hoogte van erf- en terreinafscheidingen voor de naar de weg gekeerde gevel c.q. het verlengde daarvan niet meer dan 1.00 meter mag bedragen; b. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 6.00 meter bedragen. Vrijstellingsbepaling 4. Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in lid 2, onder sub b en sub d voor de bouw van ouderenwoningen met diensten, mits: a. de goothoogte ten hoogste 6.00 meter bedraagt; b. de te bouwen woningen passen binnen de kaders van het Woonplan; c. Gedeputeerde Staten vooraf een verklaring van geen bezwaar hebben afgegeven. Nadere eisen 5. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van: a een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld; b de verkeersveiligheid; c de sociale veiligheid; d de milieusituatie; e. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden; Gebruiksvoorschriften 6. Het is verboden de gronden en/of bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de bestemming. 7. Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 6 indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. Strijdig gebruik 8. Tot een gebruik strijdig met de bestemming als bedoeld in lid 6 wordt in ieder geval gerekend: 25

30 a. het gebruik van de gronden voor het opstellen, opslaan, deponeren, lozen, c.q. storten, al dan niet ten verkoop aanbieden van onbruikbare dan wel aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, materialen, stoffen, producten, voer- en vaartuigen of machines; b het gebruik van de gronden en gebouwen ten behoeve van een windmolen; c het gebruik van de gronden voor het plaatsen van en/of het aanbrengen van niet perceelsgebonden handelsreclame of voor commerciële doeleinden; Strafbepaling 9. Overtreding van het bepaalde in lid 6 wordt aangemerkt als een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 2º van de Wet op de economische delicten. 26

31 Artikel 12: Maatschappelijke doeleinden M-D (verenigingsgebouwen) Doeleindenomschrijving 1. De op de plankaart voor maatschappelijke doeleinden M-D (verenigingsgebouwen) aangewezen gronden zijn bestemd voor de bouwen van gebouwen ten dienste van maatschappelijke activiteiten en naar de aard daarmee gelijk te stellen gebouwen en de bij deze bestemming qua aard en omvang passende andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde en andere werken. Bouwvoorschriften 2. Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen: a de gebouwen mogen uitsluitend binnen het op de plankaart aangegeven bouwvlak worden gebouwd; b de goothoogte van het hoofdgebouw bedraagt ten hoogste 3.00 meter; Bouwvoorschriften andere bouwwerken 3. Voor het bouwen van andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen: a de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2.00 meter bedragen, met dien verstande dat de hoogte van erf- en terreinafscheidingen voor de naar de weg gekeerde gevel c.q. het verlengde daarvan niet meer dan 1.00 meter mag bedragen; b de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 6.00 meter bedragen. Nadere eisen 4. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van: a een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld; b de verkeersveiligheid; c de sociale veiligheid; d de milieusituatie; e. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden; Gebruiksvoorschriften 5. Het is verboden de gronden en/of bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de bestemming. 6. Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 5 indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. Strijdig gebruik 7. Tot een gebruik strijdig met de bestemming als bedoeld in lid 5 wordt in ieder geval gerekend: a. het gebruik van de gronden voor het opstellen, opslaan, deponeren, lozen, c.q. storten, al dan niet ten verkoop aanbieden van onbruikbare dan wel aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, materialen, stoffen, producten, voer- en vaartuigen of machines; b. het gebruik van de gronden en gebouwen ten behoeve van een windmolen; c. het gebruik van de gronden voor het plaatsen van en/of het aanbrengen van niet perceelsgebonden handelsreclame of voor commerciële doeleinden; Strafbepaling 8. Overtreding van het bepaalde in lid 5 wordt aangemerkt als een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 2º van de Wet op de economische delicten. 27

32 Artikel 13: Begraafplaats Doeleindenomschrijving 1. De gronden op de plankaart aangewezen voor Begraafplaats zijn bestemd voor een begraafplaats met de daarbij behorende gebouwen, andere bouwwerken, groenvoorzieningen, paden waterpartijen, parkeerplaatsen en andere werken. Bebouwingsvoorschriften 2. Ten aanzien van de bebouwing gelden de volgende voorschriften: a. de totale oppervlakte van gebouwen mag per bestemmingvlak niet meer bedragen dan 100 m²; b. de goothoogte van gebouwen mag niet meer dan 3.00 meter bedragen c. de hoogte van andere bouwwerken mag ten hoogste 3.00 meter bedragen, met uitzondering van erf- en terreinafscheidingen, waarvan de hoogte niet meer dan 2.00 meter mag bedragen. Nadere eisen 3. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van: a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld; b. de verkeersveiligheid; c. de sociale veiligheid; d. de milieusituatie; e. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden; Gebruiksvoorschriften 4. Het is verboden de gronden en/of bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de bestemming. 5. Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 4 indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. Strijdig gebruik 6. Tot een gebruik strijdig met de bestemming als bedoeld in lid 4 wordt in ieder geval gerekend: a. het gebruik van de gronden voor het opstellen, opslaan, deponeren, lozen, c.q. storten, al dan niet ten verkoop aanbieden van onbruikbare dan wel aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, materialen, stoffen, producten, voer- en vaartuigen of machines; b. het gebruik van de gronden en gebouwen ten behoeve van een windmolen; c. het gebruik van de gronden voor het plaatsen van en/of het aanbrengen van niet perceelsgebonden handelsreclame of voor commerciële doeleinden; Strafbepaling 7. Overtreding van het bepaalde in lid 4 wordt aangemerkt als een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 2º van de Wet op de economische delicten. 28

33 Artikel 14: Agrarische doeleinden Doeleindenomschrijving 1. De op de plankaart voor Agrarische doeleinden aangewezen gronden zijn bestemd voor de uitoefening van een agrarisch bedrijf, met daaraan ondergeschikt: a. openbare nutsvoorzieningen; b. recreatief medegebruik; c. infrastructurele voorzieningen; d. waterhuishoudkundige voorzieningen; e. sloten, beken en daarmee gelijk te stellen waterlopen, met daarbij behorende: f. bedrijfsgebouwen, indien en voorzover de gronden op de plankaart zijn voorzien van een bouwvlak; g. bedrijfswoningen ten behoeve van de agrarische bedrijfsvoering, indien en voorzover de gronden op de plankaart zijn voorzien van een bouwvlak; h. aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij bedrijfswoningen; i. bouwwerken geen gebouwen zijnde en andere werken. Bouwvoorschriften gebouwen 2. Voor het bouwen van de in lid 1 genoemde gebouwen gelden de volgende bepalingen: a. het aantal bedrijfswoningen mag niet meer dan één per bouwperceel bedragen; b. er mogen geen kassen worden gebouwd; c. vrijstaande bijgebouwen, behorende tot een bedrijfswoning, zullen volledig binnen een afstand van 25 meter vanuit het dichtstbijzijnde punt van een bedrijfswoning worden gebouwd; d. de maatvoering van een gebouw zal voldoen aan de eisen die in het volgende bouwschema zijn gesteld: Functie van gebouw Max. oppervlakte Goothoogte in Meters Dakhelling in graden per gebouw samen. Maximum Min. Max. Max. Bedrijfsgebouw Bedrijfswoning 200 m² Aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij bedrijfswoning 50 m² Hoogte in meters Torensilo 80 m² Nutsgebouw 25 m² 3.50 Bouwvoorschriften andere bouwwerken 3. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen: a. silo s zijn niet toegestaan buiten het bouwvlak; b. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2.00 meter bedragen, met dien verstande dat de hoogte van erf- en terreinafscheidingen voor de naar de weg gekeerde gevel van het hoofdgebouw c.q. het verlengde daarvan niet meer dan 1.00 meter mag bedragen; c. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag binnen het bouwvlak niet meer dan meter bedragen; d. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag buiten het bouwvlak niet meer dan 6.00 meter bedragen. 29

34 Nadere eisen 4. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van: a. de verkeersveiligheid; b. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden. Vrijstelling van de bouwvoorschriften 5. Burgemeester en wethouders kunnen, vrijstelling verlenen van: a. het bepaalde in lid 1, sub f en toestaan dat gedeelten van gebouwen ten behoeve van een agrarisch bedrijf buiten het bouwvlak worden gebouwd mits: 1. de gezamenlijke oppervlakte van de gedeelten van de gebouwen buiten het bouwvlak ten hoogste 250 m² zal bedragen; 2. met name rekening zal worden gehouden met bepaalde in lid 2, sub d; b. het bepaalde lid 3, sub a en toestaan dat silo s buiten het agrarisch bouwvlak worden gebouwd mits: 1. de oppervlakte van een silo ten hoogste 750 m² zal bedragen; 2. de hoogte van een silo ten hoogste 4.00 meter, exclusief afdekking, zal bedragen; Gebruiksvoorschriften 6. Het is verboden de in lid 1 begrepen gronden te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de bestemming. 7. Tot een strijdig gebruik met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 6 wordt in ieder geval gerekend: a. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning; b. het gebruik van gronden voor het opstellen, opslaan, deponeren, lozen, c.q. storten, al dan niet ten verkoop van onbruikbare dan wel aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, materialen, stoffen, producten, voer- of vaartuigen of machines, anders dan ten behoeve van de bedrijfsvoering; c. het gebruik van de gronden en gebouwen ten behoeve van een windmolen; d. het gebruik van gronden voor het aanbrengen van afbeeldingen en/of tekens voor commerciële doeleinden. 8. Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 6 indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. Strafbepaling 9. Overtreding van het bepaalde in lid 6 wordt aangemerkt als een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 2º van de Wet op de economische delicten. 30

35 Artikel 15: Bedrijfsdoeleinden Bestemmingsomschrijving 1. De op de plankaart voor Bedrijfsdoeleinden aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. gebouwen ten behoeve van: - Bedrijven die zijn genoemd in bijlage 1 onder de categorieën 1 en 2, met uitzondering van geluidzoneringsplichtige en risicovolle inrichtingen; - een bouwbedrijf, indien de gronden op de plankaart zijn voorzien van de aanduiding bouwbedrijf toegestaan ; - een agrarisch dienstverlenend bedrijf, indien de gronden op de plankaart zijn voorzien van de aanduiding agrarisch dienstverlenend bedrijf toegestaan ; met de daarbij behorende parkeervoorzieningen, tuinen, erven en terreinen en de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde. b. productiegebonden detailhandel, met uitzondering van detailhandel in voedings- en genotmiddelen; c. bedrijfswoningen, indien en voorzover de gronden op de plankaart zijn voorzien van de aanduiding bedrijfswoning toegestaan ; d. aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij bedrijfswoningen; met de daarbij behorende gebouwen, tuinen, erven en terreinen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde en werken, geen bouwwerken zijnde. Bouwvoorschriften bedrijfsgebouwen 2. Voor het bouwen op de in lid 1 bedoelde gronden gelden de volgende bepalingen: a. de gebouwen mogen uitsluitend binnen een op de plankaart aangegeven bouwvlak worden gebouwd, met dien ten verstande dat indien de gronden zijn voorzien van de aanduiding maximum bebouwingspercentage niet meer dan het aangegeven percentage van het bouwvlak bebouwd mag worden; b. de goothoogte van een gebouw mag niet meer dan 6.00 meter bedragen. Bouwvoorschriften bedrijfswoningen 3. Voor het bouwen van vrijstaande bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen: a. het aantal bedrijfswoningen mag niet meer dan één per bedrijf bedragen; b. een bedrijfswoning mag uitsluitend binnen het daartoe aangegeven bouwvlak worden gebouwd; c. de oppervlakte van een niet-vrijstaande bedrijfswoning mag ten hoogste 120 m² bedragen, tenzij de bestaande bedrijfswoning groter is. d. voor vrijstaande bedrijfswoningen is het bepaalde in artikel 3, lid 3, 4 en 5, van overeenkomstige toepassing; Bouwvoorschriften aan- en uitbouwen en bijgebouwen 4. Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij een bedrijfswoning gelden de volgende bepalingen: a. de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen mag per bedrijfswoning ten hoogste 50 m² bedragen, met dien verstande dat ten hoogste 50% van de oppervlakte van een erf gelegen achter de achtergevel van de woning en de verlengden daarvan mag worden bebouwd met bijgebouwen en aan- en uitbouwen, inclusief bijgebouwen en aan- en uitbouwen welke reeds als vergunningvrije bouwwerken zijn gerealiseerd; b. aan- en uitbouwen en bijgebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd bij vrijstaande bedrijfswoningen; c. de afstand van een bijgebouw, aan- en uitbouw tot de zijdelingse perceelgrens dient tenminste 2.00 meter te bedragen; d. de goothoogte van een aan- en uitbouw en bijgebouw mag ten hoogste 3.50 meter bedragen. 31

36 Bouwvoorschriften andere bouwwerken 5. Voor het bouwen van andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen: a. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2.00 meter bedragen, met dien verstande dat de hoogte van erf- en terreinafscheidingen voor een naar de weg gekeerde gevel van een bedrijfsgebouw of een bedrijfswoning c.q. de verlengden daarvan niet meer dan 1.00 meter mag bedragen; b. de hoogte van andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 6.00 meter bedragen. Nadere eisen 6. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van: a. een samenhangend straat en bebouwingsbeeld b. de sociale veiligheid; c. de verkeersveiligheid d. de milieusituatie e. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden. Vrijstelling van de bouwvoorschriften 7. Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in lid 2, sub a en toestaan dat een gebouw gedeeltelijk buiten het bouwvlak wordt gebouwd, mits de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen buiten het bouwvlak niet meer dan 30 m² bedraagt 8. De in lid 7 genoemde vrijstelling kan slechts worden verleend mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en opstallen. Gebruiksvoorschriften 9. Het is verboden de in lid 1 begrepen gronden en opstallen te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de bestemming. Strijdig gebruik 10. Tot een strijdig gebruik met deze bestemming zoals bedoeld in lid 9 wordt in ieder geval gerekend: a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijven anders dan welke zijn genoemd in lid 1; b. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning; c. het gebruik van de gronden voor het opstellen, opslaan, deponeren, lozen c.q. storten, al dan niet ten verkoop van onbruikbare dan wel aan hun oorspronkelijk gebruik onttrokken voorwerpen, materialen, stoffen, producten, voer- en vaartuigen of machines; d. het gebruik van de gronden als standplaats voor kampeermiddelen, met uitzondering van ten hoogste één kampeermiddel per (bedrijfs)woning e. het gebruik van de gronden ten behoeve van detailhandel en horeca anders dan bedoeld in lid 1 f. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een prostitutiebedrijf of seksinrichting; g. het gebruik van de gronden ten behoeve van de bouw van een windmolen. Vrijstelling van de gebruiksvoorschriften 11. Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 9 indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. 32

37 Wijzigingsbevoegdheid 12. Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat: a. de aanduiding bouwbedrijf toegestaan van de plankaart wordt verwijderd, mits de betreffende bedrijfsfunctie ter plaatse is beëindigd; b. de aanduiding agrarisch dienstverlenend bedrijf van de plankaart wordt verwijderd mits de betreffende bedrijfsfunctie ter plaatse is beëindigd. Procedurebepaling 13. Op de voorbereiding van een besluit tot wijziging op grond van lid 12 is de procedure ingevolge artikel 36 van deze voorschriften van toepassing. Strafbepaling 14. Overtreding van het bepaalde in lid 9 wordt aangemerkt als een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 2º van de Wet op de economische delicten. 33

38 Artikel 16: Detailhandel Bestemmingsomschrijving 1. De op de plankaart voor Detailhandel aangewezen gronden zijn bestemd voor gebouwen ten behoeve van detailhandel, met de daarbij behorende laad- en losruimten, magazijnen, parkeerplaatsen, groenvoorzieningen, tuinen en erven en bouwwerken, geen gebouwen zijnde. Per bedrijf is één bedrijfswoning toegestaan. Bouwvoorschriften hoofdgebouwen 2. Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen: a. de gebouwen mogen uitsluitend binnen het op de plankaart aangegeven bouwvlak worden gebouwd; b. de goothoogte van een hoofdgebouw mag niet meer dan 4.50 meter bedragen; Bouwvoorschriften bedrijfswoningen 3. Voor het bouwen van vrijstaande bedrijfswoningen geldt het bepaalde in artikel 3, lid 3, 4 en 5. Bouwvoorschriften aan- en uitbouwen en bijgebouwen 4. Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij een bedrijfswoning gelden de volgende bepalingen: a. de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen mag per bedrijfswoning ten hoogste 50 m ² bedragen; b. de afstand van een bijgebouw, aan- en uitbouw tot de zijdelingse perceelgrens dient tenminste 2.00 meter te bedragen; c. de goothoogte van een aan- en uitbouw en bijgebouw mag ten hoogste 3.50 meter bedragen. Bouwvoorschriften andere bouwwerken 5. Voor het bouwen van andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen: a. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2.00 meter bedragen, met dien verstande dat de hoogte van erf- en terreinafscheidingen voor een naar de weg gekeerde gevel van een bedrijfsgebouw of een bedrijfswoning c.q. de verlengden daarvan niet meer dan 1.00 meter mag bedragen; b. de hoogte van andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 6.00 meter bedragen. Nadere eisen 6. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van: a. een samenhangend straat en bebouwingsbeeld b. de sociale veiligheid; c. de verkeersveiligheid d. de milieusituatie e. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden. Gebruiksvoorschriften 7. Het is verboden de in lid 1 begrepen gronden en opstallen te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de bestemming. Strijdig gebruik 8. Tot een strijdig gebruik met deze bestemming zoals bedoeld in lid 7 wordt in ieder geval gerekend: a. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning; 34

39 b. het gebruik van de gronden voor het opstellen, opslaan, deponeren, lozen c.q. storten, al dan niet ten verkoop van onbruikbare dan wel aan hun oorspronkelijk gebruik onttrokken voorwerpen, materialen, stoffen, producten, voer- en vaartuigen of machines; c. het gebruik van de gronden als standplaats voor kampeermiddelen, met uitzondering van ten hoogste één kampeermiddel per (bedrijfs)woning d. het gebruik van de gronden ten behoeve van de bouw van een windmolen. Vrijstelling van de gebruiksvoorschriften 9. Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 7 indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. Strafbepaling 10. Overtreding van het bepaalde in lid 7 wordt aangemerkt als een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 2º van de Wet op de economische delicten. 35

40 Artikel 17: Horecadoeleinden Bestemmingsomschrijving 1. De op de plankaart voor Horecadoeleinden aangewezen gronden zijn bestemd voor gebouwen ten behoeve van horecavoorzieningen, met uitzondering van discotheek/bar-dancing, en erotisch getinte horeca, met de daarbij behorende wegen en paden, groenvoorzieningen, parkeerplaatsen, tuinen en erven en bouwwerken, geen gebouwen zijnde. Per bedrijf is één bedrijfswoning toegestaan. Bouwvoorschriften hoofdgebouwen 2. Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen: a. de gebouwen mogen uitsluitend binnen het op de plankaart aangegeven bouwvlak worden gebouwd; b. de goothoogte van een hoofdgebouw mag niet meer dan 4.50 meter bedragen; Bouwvoorschriften bedrijfswoningen 3. Voor het bouwen van vrijstaande bedrijfswoningen geldt het bepaalde in artikel 3, lid 3, 4 en 5. Bouwvoorschriften aan- en uitbouwen en bijgebouwen 4. Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij een bedrijfswoning gelden de volgende bepalingen: a. de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen mag per bedrijfswoning ten hoogste 50 m ² bedragen; b. de afstand van een bijgebouw, aan- en uitbouw tot de zijdelingse perceelgrens dient tenminste 2.00 meter te bedragen; c. de goothoogte van een aan- en uitbouw en bijgebouw mag ten hoogste 3.50 meter bedragen. Bouwvoorschriften andere bouwwerken 5. Voor het bouwen van andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen: a. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2.00 meter bedragen, met dien verstande dat de hoogte van erf- en terreinafscheidingen voor een naar de weg gekeerde gevel van een bedrijfsgebouw of een bedrijfswoning c.q. de verlengden daarvan niet meer dan 1.00 meter mag bedragen; b. de hoogte van andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 6.00 meter bedragen. Nadere eisen 6. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van: a. een samenhangend straat - en bebouwingsbeeld b. de sociale veiligheid; c. de verkeersveiligheid d. de milieusituatie e. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden. Gebruiksvoorschriften 7. Het is verboden de in lid 1 begrepen gronden en opstallen te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de bestemming. Strijdig gebruik 8. Tot een strijdig gebruik met deze bestemming zoals bedoeld in lid 7 wordt in ieder geval gerekend: a. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning; 36

41 b. het gebruik van de gronden voor het opstellen, opslaan, deponeren, lozen c.q. storten, al dan niet ten verkoop van onbruikbare dan wel aan hun oorspronkelijk gebruik onttrokken voorwerpen, materialen, stoffen, producten, voer- en vaartuigen of machines; c. het gebruik van de gronden als standplaats voor kampeermiddelen, met uitzondering van ten hoogste één kampeermiddel per (bedrijfs)woning d. het gebruik van de gronden ten behoeve van de bouw van een windmolen. Vrijstelling van de gebruiksvoorschriften 9. Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 7 indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. Strafbepaling 10. Overtreding van het bepaalde in lid 7 wordt aangemerkt als een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 2º van de Wet op de economische delicten. 37

42 Artikel 18: Nutsdoeleinden Bestemmingsomschrijving 1. De op de plankaart voor Nutsdoeleinden aangewezen gronden zijn bestemd voor gebouwen ten behoeve van het openbaar nut, zoals transformatorgebouwen, gebouwen ten behoeve van de gasvoorziening en naar de aard daarmee gelijk te stellen gebouwen met de daarbij behorende terreinen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde. Bouwvoorschriften 2. Voor het bouwen van gebouwen en andere bouwwerken gelden de volgende bepalingen: a. Gebouwen en andere bouwwerken mogen uitsluitend worden gebouwd binnen het op de plankaart aangegeven bouwvlak; b. de hoogte van een gebouw bedraagt ten hoogste 3.50 meter; c. De hoogte van andere bouwwerken bedraagt ten hoogste 3.00 meter, met uitzondering van vlaggenmasten en lichtmasten, waarvan de hoogte ten hoogste 6.00 meter mag bedragen. Gebruiksvoorschriften 3. Het is verboden de in lid 1 begrepen gronden en opstallen te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de bestemming. 4. Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 3 indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. Strijdig gebruik 5. Tot een strijdig gebruik met deze bestemming zoals bedoeld in lid 3 wordt in ieder geval gerekend: a. het gebruik van de gronden voor het opstellen, opslaan, deponeren, lozen c.q. storten, al dan niet ten verkoop van onbruikbare dan wel aan hun oorspronkelijk gebruik onttrokken voorwerpen, materialen, stoffen, producten, voer- en vaartuigen of machines; b. het gebruik van de gronden voor de bouw van een windmolen. Strafbepaling 6. Overtreding van het bepaalde in lid 3 wordt aangemerkt als een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 2º van de Wet op de economische delicten. 38

43 Artikel 19: Sportdoeleinden Bestemmingsomschrijving 1. De op de plankaart voor Sportdoeleinden aangewezen gronden zijn bestemd voor sportvelden met de daarbij behorende gebouwen ten behoeve van de sanitaire voorzieningen, kleedgelegenheid, kantinevoorzieningen en onderhoud en beheer, alsmede andere bouwwerken en andere werken, zoals verhardingen, parkeer- en groenvoorzieningen. Bouwvoorschriften 2. Per bestemmingsvlak mogen uitsluitend gebouwen ten behoeve van één sportveldencomplex worden gebouwd; voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen: a. de afstand van een gebouw tot de bestemmingsgrens bedraagt tenminste 5.00 meter; b. de gezamenlijke oppervlakte van gebouwen zal per bestemmingsvlak ten hoogste 1500 m² bedragen; c. de goothoogte van de gebouwen zal ten hoogste 3.00 meter bedragen; d. de hoogte van andere bouwwerken bedraagt ten hoogste meter, met uitzondering van vlaggenmasten, lichtmasten, reclamemasten en terrein- en erfafscheidingen; e. de hoogte van reclamemasten bedraagt ten hoogste 6.00 meter; f. de hoogte van terrein- en erfafscheidingen bedraagt ten hoogste 2.00 meter. Gebruiksvoorschriften 3. Het is verboden de in lid 1 begrepen gronden en opstallen te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de bestemming. 4. Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 3 indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. Strijdig gebruik 5. Tot een strijdig gebruik met deze bestemming zoals bedoeld in lid 3 wordt in ieder geval gerekend: het gebruik van gebouwen voor detailhandelsactiviteiten en horeca, anders dan horeca in een ondersteunende functie. Strafbepaling 6. Overtreding van het bepaalde in lid 3 wordt aangemerkt als een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 2º van de Wet op de economische delicten. 39

44 Artikel 20: Sporthal S-4 Bestemmingsomschrijving 1. De op de plankaart voor Sporthal S-4 aangewezen gronden zijn bestemd voor een sporthal met de daarbij behorende toegangswegen, groenvoorzieningen en parkeerterreinen en de daarbij behorende andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde. Bouwvoorschriften 2. Bebouwing is uitsluitend toegestaan binnen het op de plankaart aangegeven bouwvlak; 3. De hoogte van een gebouw zal ten hoogste 9.00 meter bedragen; 4. De hoogte van andere bouwwerken, met uitzondering van vlaggenmasten en lichtmasten, zal ten hoogste 2.00 meter bedragen; de hoogte van erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn mag ten hoogste 1.00 meter bedragen. Gebruiksvoorschriften 5. Het is verboden de in lid 1 begrepen gronden en opstallen te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de bestemming. 6. Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 5 indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. Strijdig gebruik 7. Tot een strijdig gebruik met deze bestemming zoals bedoeld in lid 5 wordt in ieder geval gerekend: het gebruik van gebouwen voor detailhandelsactiviteiten en horeca, anders dan horeca in een ondersteunende functie. Strafbepaling 8. Overtreding van het bepaalde in lid 5 wordt aangemerkt als een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 2º van de Wet op de economische delicten. 40

45 Artikel 21: Verblijfscreatieve doeleinden 3 Bestemmingsomschrijving 1. De op de plankaart voor Verblijfsrecreatieve doeleinden 3 aangewezen gronden zijn bestemd voor dagrecreatie en, voor zover en uitsluitend indien deze gronden op de plankaart zijn voorzien van de aanduiding kampeermiddelen toegestaan, voor standplaats voor kampeermiddelen, alsmede de daarbij behorende gebouwen ten behoeve van sanitaire voorzieningen en beheersvoorzieningen, de daarbij behorende andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde en de daarbij behorende parkeervoorzieningen, wegen en paden, groenvoorzieningen, bebossing, en water. Bouwvoorschriften 2. Gebouwen zijn uitsluitend toegestaan binnen de op de plankaart aangegeven bouwvlakken; 3. De goothoogte van een gebouw bedraagt ten hoogste 3.50 meter; 4. De hoogte van andere bouwwerken, met uitzondering van vlaggenmasten en lichtmasten, bedraagt ten hoogste 2.00 meter. Gebruiksvoorschriften 5. Het is verboden de in lid 1 begrepen gronden en opstallen te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de bestemming. 6. Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 5 indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. Strijdig gebruik 7. Tot een strijdig gebruik met deze bestemming zoals bedoeld in lid 5 wordt in ieder geval gerekend: a. het gebruik van kampeermiddelen voor permanente bewoning; b. het gebruik van de gronden voor het opstellen, deponeren, lozen, c.q. storten, al dan niet ten verkoop van onbruikbare dan wel aan hun oorspronkelijk gebruik onttrokken voorwerpen, materialen, stoffen, producten, voer- en vaartuigen of machines; c. het gebruik van de gronden ten behoeve van de bouw van een windmolen. Strafbepaling 8. Overtreding van het bepaalde in lid 5 wordt aangemerkt als een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 2º van de Wet op de economische delicten. 41

46 Artikel 22: Volkstuinen Vt Bestemmingsomschrijving 1. De op de plankaart voor Volkstuinen Vt aangewezen gronden zijn bestemd voor volkstuinen met de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde. Bouwvoorschriften 2. Op deze gronden zijn geen gebouwen toegestaan. 3. Andere bouwwerken zijn uitsluitend toegestaan voor zover deze ten dienste staan van de bestemming en geen grotere oppervlakte hebben dan 6 m² 4. De hoogte van andere bouwwerken, met uitzondering van vlaggenmasten en lichtmasten, bedraagt ten hoogste 2.00 meter. Gebruiksvoorschriften 5. Het is verboden de in lid 1 begrepen gronden en opstallen te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de bestemming. 6. Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 5 indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. Strijdig gebruik 7. Tot een strijdig gebruik met deze bestemming zoals bedoeld in lid 5 wordt in ieder geval gerekend: a. het gebruik van de gronden voor het opstellen, opslaan, deponeren, lozen c.q. storten, al dan niet ten verkoop van onbruikbare dan wel aan hun oorspronkelijk gebruik onttrokken voorwerpen, materialen, stoffen, producten, voer- en vaartuigen of machines; b. het gebruik van de gronden als standplaats voor kampeermiddelen; c. het gebruik van de gronden ten behoeve van detailhandel. Strafbepaling 8. Overtreding van het bepaalde in lid 5 wordt aangemerkt als een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 2º van de Wet op de economische delicten. 42

47 Artikel 23: Groenvoorzieningen Bestemmingsomschrijving 1. De op de plankaart voor Groenvoorzieningen aangewezen gronden zijn bestemd voor groenvoorzieningen, bermen en beplantingen, paden, speelvoorzieningen, waterlopen en waterpartijen met daaraan ondergeschikt verhardingen en parkeervoorzieningen, alsmede de daarbij behorende gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde. Bouwvoorschriften 2. Op deze gronden zijn uitsluitend gebouwen toegestaan ten behoeve van het beheer en onderhoud van de openbare groenvoorzieningen. 3. Voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken gelden de volgende bepalingen: a. De oppervlakte van gebouwen bedraagt ten hoogste 25 m²; b. De goothoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste 3.50 meter; c. De hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3.00 meter, met uitzondering van vlaggenmasten en lichtmasten, waarvan de hoogte ten hoogste 6.00 meter mag bedragen; Gebruiksvoorschriften 4. Het is verboden de in lid 1 begrepen gronden en opstallen te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de bestemming. 5. Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 4 indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. Strafbepaling 6. Overtreding van het bepaalde in lid 4 wordt aangemerkt als een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 2º van de Wet op de economische delicten. 43

48 Artikel 24: Water Bestemmingsomschrijving 1. De op de plankaart voor Water aangewezen gronden zijn bestemd voor waterberging, waterhuishouding, waterlopen en waterpartijen, met de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde en andere werken, bruggen, dammen en/of duikers, taluds en groenvoorzieningen. Deze gronden zijn tevens bestemd voor recreatief medegebruik. Bouwvoorschriften 2. Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd. 3. De hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 2.00 meter. Nadere eisen 4. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van bebouwing te behoeve van: - een goede waterhuishouding; - de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden. Gebruiksvoorschriften 5. Het is verboden de in lid 1 begrepen gronden en opstallen te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de bestemming. 6. Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 7 indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. Strafbepaling 7. Overtreding van het bepaalde in lid 5 wordt aangemerkt als een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 2º van de Wet op de economische delicten. 44

49 Artikel 25: Garageboxen Bestemmingsomschrijving 1. De op de plankaart voor Garageboxen aangewezen gronden zijn bestemd voor overdekte stalling van motorvoertuigen in garages of garageboxen. Bouwvoorschriften 2. Bebouwing is uitsluitend toegestaan binnen het op de plankaart aangegeven bouwvlak. 3. De maximale hoogte van de bebouwing bedraagt ten hoogste 3.50 meter. Gebruiksvoorschriften 4. Het is verboden de in lid 1 begrepen gronden en opstallen te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de bestemming. 5. Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 4 indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. Strafbepaling 6. Overtreding van het bepaalde in lid 4 wordt aangemerkt als een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 2º van de Wet op de economische delicten. 45

50 Artikel 26: Verkeersdoeleinden Bestemmingsomschrijving 1. De op de plankaart voor Verkeersdoeleinden aangewezen gronden zijn bestemd voor wegen, paden, parkeervoorzieningen en de daarbij behorende bermen, kunstwerken, zoals bruggen, dammen, duikers, alsmede de daarbij behorende gebouwen en andere bouwwerken en straatmeubilair. Bouwvoorschriften 2. Op deze gronden zijn uitsluitend gebouwen toegestaan ten behoeve van het beheer en onderhoud van de openbare verkeersvoorzieningen. 3. Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende bepalingen: a. De oppervlakte van gebouwen bedraagt ten hoogste 25 m²; b. De goothoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste 3.50 meter; c. De hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3.00 meter, met uitzondering van vlaggenmasten en lichtmasten, waarvan de hoogte ten hoogste 6.00 meter mag bedragen; Gebruiksvoorschriften 4. Het is verboden de in lid 1 begrepen gronden en opstallen te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de bestemming. 5. Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 4 indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. Strafbepaling 6. Overtreding van het bepaalde in lid 4 wordt aangemerkt als een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 2º van de Wet op de economische delicten. 46

51 Artikel 27: Verkeers- en verblijfsdoeleinden Bestemmingsomschrijving 1. De op de plankaart voor Verkeers- en verblijfsdoeleinden aangewezen gronden zijn bestemd voor wegen en paden, groenvoorzieningen en beplanting, speelvoorzieningen en parkeerplaatsen, met de daarbij behorende bouwwerken. Bouwvoorschriften 2. Op deze gronden zijn geen gebouwen toegestaan. 3. De hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 3.00 meter bedragen, met uitzondering van vlaggenmasten en lichtmasten, waarvan de hoogte ten hoogste 6.00 meter mag bedragen. Gebruiksvoorschriften 4. Het is verboden de in lid 1 begrepen gronden en opstallen te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de bestemming. 5. Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 4 indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. Strafbepaling 6. Overtreding van het bepaalde in lid 4 wordt aangemerkt als een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 2º van de Wet op de economische delicten. 47

52 3. DUBBELBESTEMMINGSBEPALINGEN Artikel 28: Natuurontwikkelingsgebied Bestemmingsomschrijving 1. De op de plankaart voor Natuurontwikkelingsgebied aangegeven gronden zijn naast de andere op de kaart voor die gronden aangewezen bestemmingen, tevens bestemd voor het behoud, herstel, de ontwikkeling en versterking van natuurlijke waarden en is daaraan nevengeschikt. Aanlegvergunning 2. Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren: a. het ophogen en afgraven van gronden; b. het kappen en/of verwijderen van bomen en houtgewas; c. het graven en/of dempen van waterlopen; d. het verwijderen en aanbrengen van verhardingen, waaronder de toegelaten wegen en paden. 3. Het in lid 2 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke: a. het normale onderhoud betreffen; b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan. 4. De in lid 2 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke en natuurlijke waarde van het gebied. Gebruiksvoorschriften 5. Het is verboden de in lid 1 begrepen gronden en opstallen te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de bestemming. 6. Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 5 indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. Strijdig gebruik 7. Tot een strijdig gebruik met deze bestemming zoals bedoeld in lid 5 wordt in ieder geval gerekend: a. het gebruik van de gronden voor het opstellen, opslaan, deponeren, lozen c.q. storten, al dan niet ten verkoop van onbruikbare dan wel aan hun oorspronkelijk gebruik onttrokken voorwerpen, materialen, stoffen, producten, voer- en vaartuigen of machines; b. het gebruik van de gronden als standplaats voor kampeermiddelen; Strafbepaling 8. Overtreding van het bepaalde in lid 2 en lid 5 wordt aangemerkt als een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 2º van de Wet op de economische delicten. 48

53 Artikel 29: Geluidszone wegverkeerslawaai Bestemmingsomschrijving 1. De op de plankaart voor Geluidzone wegverkeerslawaai aangewezen gronden zijn, naast de andere op de kaart aangewezen bestemmingen (basisbestemmingen), tevens bestemd voor het tegengaan van een te hoge geluidbelasting vanwege het wegverkeer van geluidgevoelige gebouwen. 2. Een op grond van de basisbestemming toelaatbaar geluidgevoelig gebouw mag binnen de op de plankaart aangegeven geluidzone wegverkeerslawaai niet worden gebouwd. Vrijstellingsbepaling 3. Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in lid 2 en toestaan dat nieuwe geluidgevoelige gebouwen worden gebouwd, mits de geluidbelasting vanwege het wegverkeer op de gevels van deze geluidgevoelige gebouwen niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een verkregen hogere grenswaarde. Gebruiksvoorschriften 3. Het is verboden de in lid 1 begrepen gronden te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met deze bestemming. 4. Tot een gebruik strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 4, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van niet-geluidsgevoelige gebouwen als geluidgevoelige gebouwen. 5. Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in lid 4, en toestaan dat niet geluidgevoelige gebouwen worden gebruikt als geluidgevoelige gebouwen mits de geluidbelasting vanwege het wegverkeer op de gevels van deze geluidgevoelige gebouwen niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een verkregen hogere grenswaarde. Strafbepaling 6. Overtreding van het bepaalde in lid 4 wordt aangemerkt als een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 2ºvan de Wet op de economische delicten. 49

54 Artikel 30: Monumentale bomen Bestemmingsomschrijving. 1. De op de plankaart 2 voor monumentale bomen aangewezen gronden zijn, naast de daarvoor aangewezen andere bestemmingen (basisbestemming), tevens bestemd voor het behoud van monumentale bomen. Bouwvoorschriften 2. Een op grond van de basisbestemming toelaatbaar nieuw gebouw of bouwwerk geen gebouw zijnde dan wel uitbreiding van een gebouw of bouwwerk geen gebouw zijnde, mag niet worden gebouwd. Aanlegvergunning 3. Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren, zulks ongeacht het bepaalde in de voorschriften bij de andere op deze gronden van toepassing zijnde bestemmingen: a. het ophogen en afgraven van gronden; b. het aanbrengen van verhardingen; c. het aanbrengen van ondergrondse en bovengrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen, en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur; d. het snoeien van takken en wortels; e. het kappen van bomen. 4. Het in lid 3 vervatte verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden welke: a. het normale onderhoud betreffen; b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan. 5. De in lid 3 onder sub a, b, c en d genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige aantasting van de monumentale bomen plaatsvindt, mits vooraf een boomdeskundig advies is ingewonnen ten aanzien van de voorgenomen werken. De in lid 4 onder sub e genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien de levensvatbaarheid van de monumentale bomen niet langer is gewaarborgd, mits vooraf een boomdeskundig advies wordt ingewonnen ten aanzien van de voorgenomen werken. Gebruiksvoorschriften 6. Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met deze bestemming. 7. Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 6, indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. Strafbepaling 8. Overtreding van het bepaalde in lid 3 en lid 6 wordt aangemerkt als een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 2ºvan de Wet op de economische delicten. Wijzigingsbevoegdheid 9. Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, het plan wijzigen in die zin dat de bestemming Monumentale bomen van de plankaart wordt verwijderd, mits deze wijzigingsbevoegdheid uitsluitend wordt toegepast indien de monumentale bomen niet meer 50

55 aanwezig zijn, dan wel de levensvatbaarheid van monumentale bomen niet langer is gewaarborgd. Procedurebepaling 10. Op de voorbereiding van een besluit tot wijziging op grond van lid 9 is de procedure ingevolge artikel 36 van deze voorschriften van toepassing. 51

56 Artikel 31: Nuts- en buisleidingen Bestemmingsomschrijving 1. De op de plankaart voor nuts- en buisleidingen aangewezen gronden zijn, naast de andere op de plankaart aangewezen bestemmingen (basisbestemmingen), voor het op de plankaart aangegeven aantal meters aan weerszijden van de as van de op de kaart aangegeven strook, tevens bestemd voor: - een rioolpersleiding, voor zover de leiding op de plankaart met PL is aangegeven; - een aardgastransportleiding, voor zover de leiding op de plankaart met G is aangegeven, met de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde. Bouwvoorschriften 2. In afwijking van het bepaalde bij de andere op de plankaart aangewezen bestemmingen mogen op of in deze gronden geen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, anders dan ten behoeve van de dubbelbestemming. 3. De hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 5.00 meter. Vrijstelling 4. Burgemeester n wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan een veilig en doelmatig functioneren van de ondergrondse leiding, vrijstelling verlenen van: - het bepaalde in lid 2 en toestaan dat de in de basisbestemming genoemde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, mits vooraf advies wordt ingewonnen van de betreffende leidingbeheerder. Aanlegvergunning 5. Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning), de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, de werkzaamheden uit te voeren, ongeacht het bepaalde in de voorschriften bij de andere bestemmingen: a. het egaliseren en ophogen van gronden en/of het anderszins ingrijpend wijzigingen van de bodemstructuur; b. het uitvoeren van graafwerkzaamheden dieper dan 0.30 meter; c. het in de grond drijven van voorwerpen dieper dan 0.30 meter; d. het aanleggen of verharden van andere oppervlakteverhardingen; e. het planten van bomen en het aanbrengen van andere beplantingen dieper dan 0.30 meter. 6. Het in lid 5 vervatte verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden, welke: a. het normale onderhoud betreffen; b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan. 7. De in lid 5 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien: a. geen onevenredige afbreuk zal worden gedaan aan een veilig en doelmatig functioneren van de leiding; b. vooraf advies wordt ingewonnen van de betreffende leidingbeheerder. Gebruiksvoorschriften 8. Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met deze bestemming. 9. Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 8, indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. 52

57 Strafbepaling 10. Overtreding van het bepaalde in lid 5 en lid 8 wordt aangemerkt als een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 2º van de Wet op de economische delicten. 53

58 4. OVERIGE BEPALINGEN Artikel 32: Anti-dubbeltelbepaling Grond welke eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing. 54

59 Artikel 33: Uitsluitende aanvullende werking Bouwverordening De voorschriften van de Bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9, lid 2 van de woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen: a. de richtlijnen voor het verlenen van vrijstelling van de stedenbouwkundige bepalingen; b. de bereikbaarheid van gebouwen voor het wegverkeer; c. de bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten; d. de parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden; e. het bouwen bij ondergrondse hoofdtransportleidingen; f. de ruimte tussen bouwwerken; g. erf- en terreinafscheidingen. 55

60 Artikel 34: Algemene vrijstellingsbevoegdheid Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het bepaalde in dit bestemmingsplan, vrijstelling verlenen van: a. de bij recht in de voorschriften gegeven maten, afmetingen, percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages; b. de bestemmingsbepalingen en toestaan dat het beloop of het profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of intensiteit dit noodzakelijk maakt; c. de bestemmingsbepalingen en toestaan dat bouwgrenzen worden overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft; d. van de bepalingen van het plan ten behoeve van de bouw van niet voor bewoning bestemde gebouwen van openbaar nut, zoals transformatorhuisjes, wachthuisjes en telefooncellen, met dien verstande dat de oppervlakte van deze gebouwen niet meer dan 35 m² bedraagt en de goothoogte niet meer dan 3.00 meter. 56

61 Artikel 35: Overgangsbepalingen Overgangsbepalingen ten aanzien van bouwwerken 1. Bouwwerken welke ten tijde van de ter inzage legging van het ontwerp van dit bestemmingsplan dan wel nadien worden of kunnen worden gebouwd krachtens een voor dat tijdstip verleende dan wel aangevraagde en alsnog te verlenen bouwvergunning of gedane melding en in enigerlei opzicht van het plan afwijken, mogen, mits de bestaande afwijkingen naar hun aard en omvang niet worden vergroot en behoudens onteigening overeenkomstig de wet: a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; b. geheel worden vernieuwd met inachtneming van de bebouwingsgrens; c. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning of de melding geschiedt binnen 2 jaar na het tenietgaan. Vrijstellingsbepaling 2. Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in lid 1, dat de bestaande afwijkingen naar de omvang niet mogen worden vergroot en toestaan dat een eenmalige vergroting plaatsvindt van de inhoud van de in lid 1 toegelaten bouwwerken met ten hoogste 10%. Overgangsbepaling ten aanzien van het gebruik 3. Het gebruik van gronden en bouwwerken dat bestond ten tijde van het van kracht worden van dit plan mag worden voortgezet of gewijzigd, zolang en voor zover de strijdigheid van dat gebruik ten opzichte van het gebruik overeenkomstig de bestemmingen in dit plan naar de aard en omvang niet wordt vergroot. Uitzonderingen op het overgangsrecht 4. Lid 1 is niet van toepassing op bouwwerken, die weliswaar bestaan op het tijdstip van de ter inzage legging van het ontwerp van dit plan, doch zijn gebouwd in strijd met het toen geldende plan, daaronder begrepen de overgangsregeling van dat plan, tenzij daarvoor bouwvergunning is verleend. 5. Lid 3 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan. 57

62 Artikel 36: Procedureregels Op de voorbereiding van een besluit tot wijziging op grond van artikel 11 van de Wet op de ruimtelijke ordening is de in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht geregelde procedure van toepassing. 58

63 Artikel 37: Slotbepalingen Evaluatie 1. Tenminste iedere vijf jaar na de vaststelling van dit bestemmingsplan brengen burgemeester en wethouders een kort evaluatieverslag uit aan de raad. Citeerartikel 2. Deze voorschriften kunnen worden aangehaald onder de titel: Voorschriften deel uitmakende van het bestemmingsplan Wagenborgen van de gemeente Delfzijl Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Delfzijl op 29 maart 2007 De voorzitter De griffier 59

64 BEDRIJVENLIJST Behorende bij de voorschriften van het bestemmingsplan Wagenborgen (ontleend aan de VNG-brochure Bedrijven en Milieuzonering, uitgave 2001 SBI-code Omschrijving Categorie 01 LANDBOUW EN DIENSTVERLENING T.B.V. DE LANDBOUW 0111,0113 Akkerbouw en fruitteelt (bedrijfsgebouwen Dienstverlening in t.b.v. de landbouw Hoveniersbedrijven 1 15 VERVAARDIGING VAN VOEDINGSMIDDELEN EN DRANKEN 182 Vervaardiging van kleding en toebehoren (excl.) van leer Kurkwaren-,riet- en vlechtwerkfabrieken 2 UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUKTIE VAN OPENOMEN MEDIA 221 Uitgeverijen (kantoren) Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen Grafische afwerking Binderijen Grafische reproduktie en zetten Overige grafische activiteiten Reporduktiebedrijven opgenomen media 1 BOUWNIJVERHEID 45 Bouwbedrijven en aannemersbedrijven met werkplaats 3 50 HANDEL IN EN REPARATIE VAN AUTO S EN MOTORFIETSEN BENZINESERVICESTATIONS 501,502,504 Handel in auto s en motorfietsen, reparatie- en sevicebedrijven ,4 Autobeklederijen ,5 Autowasserijen 2 503,504 Handel in auto- en motorfietsonderdelen en -accessoires 2 51 GROOTHANDEL EN HANDELSBEMIDDELING 511 Handelsbemiddeling (kantoren) ,5131 Groothandel in ruwe tabak, groenten, fruit en consumptieaardappelen , 5133 Groothandel in vlees, vleeswaren, zuivelprodukten, eieren, spijsolien 2 en-vetten 5134 Groothandel in dranken Groothandel in suiker, chocolade en suikerwerk Groothandel in koffie, thee, cacao en specerijen ,5139 Groothandel in voedings- en genotsmiddelen Groothandel in consumentenartikelen Groothandel in machines en apparaten 2

65 517 Overige groothandel (bedrijfsmeubels, emballage, vakbenodigdheden e.d POST EN TELECOMMUNICATIE Post en koeriersdiensten Telecommunicatiebedrijven 1 70 VERHUUR EN HANDEL IN ONROEREND GOED 1 70 Verhuur en handel in onroerend goed 1 71 VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN, MACHINES EN ANDERE ROERENDE ZAKEN 714 Verhuurbedrijven voor roerende goederen n.e.g COMPUTERSERVICE- EN INFORMATIETECHNOLOGIE 72 Computerservice- en informatietechnologie- bureaus, e.d. 1 OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING 74 Overige zakelijke dienstverlening: kantoren Foto- en filmontwikkelcentrales Veilingen voor huisraad, kunst e.d. 1

66 BESTEMMINGSPLAN WAGENBORGEN TOELICHTING Januari 2007 Status: vastgesteld d.d. 29 maart 2007

67 Inhoudsopgave plantoelichting Blz 1. Inleiding Algemeen Functies van het gebied Geldende bestemmingsplannen Leeswijzer 4 2. Beschrijving van het plangebied Geschiedenis Bestaande situatie plangebied 5 3. Beleidskader Rijksbeleid Provinciaal beleid Gemeentelijk beleid 8 4. Beperkingen Inleiding Milieuaspecten Milieuhinderlijke bedrijvigheid Bodem Geluid Luchtkwaliteit, stank en stof Externe veiligheid Ecologie Archeologie Bouwkundige monumenten Kabels en leidingen Planbeschrijving Doelstelling en uitgangspunten Beheer Ruimtelijke structuur Functionele structuur Water Duurzaamheid Juridische aspecten Inleiding Voorschriften Toelichting op de voorschriften Handhaving Uitvoerbaarheid Economische uitvoerbaarheid Maatschappelijke uitvoerbaarheid Inspraak Overleg 25 Bijlage 1: Bijlage 2: Bijlage 3: archeologiekaart AMK/IKAW kaart + overzicht bodeminformatie nota van reacties en commentaar 2

68 1. Inleiding 1.1 Algemeen Het bestemmingsplan Wagenborgen heeft betrekking op het gehele dorp Wagenborgen, met uitzondering van het gebied ten zuiden van de Fam. Bronsweg, dat tot het psychiatrisch verpleeghuis Groot Bronswijk behoort. Ter vervanging van het uit 1976 daterende bestemmingsplan, omvattende de gehele dorpskern van Wagenborgen, wordt een geactualiseerd bestemmingsplan opgesteld. Het plan maakt onderdeel uit van de inhaalslag die de gemeente Delfzijl uitvoert met betrekking tot de actualisering en digitalisering van de bestemmingsplannen in de gemeente. Aanleiding tot deze inhaalslag is dat de huidige planologische regels in de gemeente zijn vastgelegd in veel verschillende plannen met elk hun eigen regels. Dit betekent dat voor ruimtelijk vergelijkbare gebieden verschillende regels gelden, wat een consequente toetsing van bouwaanvragen in de praktijk vaak moeilijk maakt. De bestemmingsplannen zijn bovendien vrij oud en sluiten daardoor vaak niet meer aan op de feitelijke situatie en op het huidige beleid. Dit betekent dat nieuwe ontwikkelingen in deze plannen vaak moeilijk inpasbaar zijn met als gevolg dat er een groot aantal vrijstellingen op basis op artikel 19 van de wet op de ruimtelijke ordening (Wro) moet worden verleend. Doelstelling is te komen tot actuele bestemmingsplannen met eenduidige en handhaafbare regels die enerzijds behoudend zijn voor waardevolle elementen maar anderzijds ook voldoende ruimte bieden voor nieuwe en gewenste ontwikkelingen, Met de herziening van het bestemmingsplan wordt ook aan de verplichting uit de Wro voldaan om bestemmingsplannen eens in de 10 jaar te herzien. 1.2 Functies van het gebied Wagenborgen is een compleet dorp, waarin enkele belangrijke voorzieningen in stand zijn gebleven. Het bestemmingsplan gaat uit van het instandhouden van deze voorzieningen. Het dorp heeft in hoofdzaak een woonfunctie en kent daarnaast daarbij behorende maatschappelijke voorzieningen, zoals scholen, kerken, een verzorgingstehuis voor ouderen, een sporthal en sportvelden, een begraafplaats. Verder bevinden zich in het dorp enkele bedrijven, vooral agrarische bedrijven, alsmede winkels en horecabedrijven. Een belangrijk recreatief element is het Proostmeer met de daarbij behorende camping en natuurgebied. In het noordelijk en noordoostelijk plandeel bevinden zich de terreinen en voormalige terreinen van het psychiatrisch verpleeghuis Groot Bronswijk. Voorheen was Groot Bronswijk een belangrijk element en kenmerkend voor Wagenborgen. De inrichting bevindt zich echter in een reorganisatieproces, hetgeen er uiteindelijk toe zal leiden dat Groot Bronswijk Wagenborgen zal verlaten. De vrijkomende terreinen en gebouwen zullen dan een nieuwe bestemming moeten krijgen. Een gedeelte, noordelijk van de Fam. Bronsweg, is inmiddels met woningbouw ingevuld. Het grootste gedeelte van het terrein ligt evenwel ten zuiden van de Fam. Bronsweg en zal een andere invulling krijgen. Dit bestemmingsplan zal daarin niet voorzien. Het gebied wordt buiten dit plangebied gelaten en zal in een later stadium worden ingevuld bij partieel plan, in samenhang met eventueel te ontwikkelen aanliggende terreinen, een en ander volgens de daartoe opgestelde Ontwikkelingsschets. Vooralsnog blijft het nog vigerend bestemmingsplan Wagenborgen voor het Groot-Bronswijkterrein van kracht. 1.3 Geldende bestemmingsplannen Het plangebied Wagenborgen voorziet in een (gedeeltelijke) vervanging van de volgende plannen: het bestemmingsplan Wagenborgen kern, vastgesteld door de Raad van Termunten bij besluit van 18 december 1979, nummer 10 en gedeeltelijk goedgekeurd door Gedeputeerde staten van Groningen bij besluit van 17 juli 1981, nummer 17592, 2 e afdeling; 3

69 het bestemmingsplan Wagenborgen kern, aanpassing ex artikel 30 WRO/partiële herziening, vastgesteld door de Raad van Termunten op 19 april 1983, nummer 18 en goedgekeurd door Gedeputeerde staten van Groningen bij besluit van 12 juli 1983, nummer /28/10, 2 e afdeling; het bestemmingsplan Wagenborgen Groot Bronswijk, vastgesteld door de Raad van Delfzijl bij besluit van 30 maart 2000, nummer 16 en goedgekeurd door Gedeputeerde staten van Groningen bij besluit van 28 juni 2000, nummer 00/01914/1. Verder wordt in dit plan een aantal in de loop der jaren met toepassing van artikel 19 van de Wet op de ruimtelijke ordening gerealiseerde bouwplannen opgenomen. 1.4 Leeswijzer Het bestemmingsplan Wagenborgen bestaat uit de onderdelen plantoelichting, de voorschriften en de plankaart. Plantoelichting: In hoofdstuk 1 wordt de aanleiding tot het opstellen van dit plan beschreven, worden de functies van het plangebied aangeduid en wordt een overzicht gegeven van de voorafgaande bestemmingsplannen. Hoofdstuk 2 geeft een verdere beschrijving van de geschiedenis en de ruimtelijke structuur van het plangebied. Hoofdstuk 3 geeft het beleidskader van zowel het relevante rijksbeleid, het provinciaal beleid als het gemeentelijk beleid aan. In hoofdstuk 4 worden de verschillende beperkingen beschreven, zoals de milieuaspecten bodem, geluid, externe veiligheid, archeologie en ecologie en wordt nader ingegaan op de aanwezigheid van kabels en leidingen. In hoofdstuk 5 wordt het plan nader beschreven en zijn de planuitgangspunten en de doelstellingen van het plan neergelegd. Hierin wordt tevens de waterparagraaf opgenomen en wordt aandacht besteed aan de aspecten van duurzaamheid. Hoofdstuk 6 gaat in op juridische aspecten. Daarin wordt tevens een korte uitleg gegeven over de gekozen bestemmingen die in de voorschriften zijn vermeld en wordt ingegaan op de mogelijkheden tot handhaving van het plan. Hoofdstuk 7 behandelt de economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid van het plan. Voorschriften: In hoofdstuk 1, de inleidende voorschriften, zijn de begripsbepalingen en is de wijze van meten vermeld. In hoofdstuk 2 zijn de verschillende bestemmingsbepalingen en de daarop van toepassing zijnde voorschriften beschreven. In hoofdstuk 3 zijn enkele dubbelbestemmingen opgenomen voor gronden die, naast het feitelijk gebruik, tevens bestemd zijn voor natuurontwikkeling, geluidzone wegverkeerslawaai of monumentale bomen. Hoofdstuk 4 geeft de gebruikelijke algemene bestemmingsbepalingen, waarin o.a. opgenomen de algemene vrijstellingbepalingen, de overgangs- en de slotbepalingen. 4

70 2. Beschrijving van het plangebied 2.1 Geschiedenis Wagenborgen is gelegen op de oude weg van Slochteren naar Delfzijl in het noordelijk gedeelte van het Oldambt. Dit is het zogenaamde Klei-Oldambt. Wagenborgen ligt op de meest noordelijke en grootste van een reeks zandplaten, die zich tussen de zeeklei en de venen uitstrekt tot aan de woudgordel in het zuidelijk gedeelte van het Oldambt. Het ontstaan van de Dollard had tot gevolg dat Wagenborgen aan de zeekust kwam te liggen, maar door de hoge ligging werd slechts bij enkele vloeden, zoals die in 1580 en 1589, ernstige schade geleden. Ook de doorbraken van de zomerdijk, de Dollarddijk ten noorden van Wagenborgen, hadden op het dorp geen invloed. Door de ligging in een laag gebied ontstond er vrij veel water rond Wagenborgen, onder anderen het Proostmeer en het Janjemeer, de Rotkolk en de Stolderijkolk, de Stinkvaardermaar en de Hondshalstermaar. Door inpoldering en veranderingen in de waterhuishouding is hiervan vrijwel niets meer over. De plaats Wagenborgen wordt voor het eerst genoemd in de 15 e eeuw als parochie, behorende bij de proosdij Farmsum. Een predikant kwam er pas in In het verleden zijn de bewoners altijd kleine boeren gebleven, heel anders dan elders in het Oldambt, waar de bevolking bestond uit grote boeren en daartegenover arbeiders en kleine middenstanders. De voornaamste reden hiervoor moet worden gezocht in het feit dat de inwoners van Wagenborgen geen geld genoeg hadden om hun dijkplicht na te komen. Deze plicht bestond uit het instandhouden van de Dollarddijk en bracht als recht met zich mee dat degene die de dijk onderhield bij een inpoldering het nieuwe gebied achter zijn dijkgedeelte in bezit mocht nemen. Hierdoor ontstonden de lange opstrekkende kavels. Wanneer iemand zijn dijkplicht niet kon nakomen, werden plicht en recht aan een ander overgedragen. In het gebied rond Wagenborgen ging veel land op deze manier over aan anderen, veelal aan de stad Groningen, die de jurisdictie over het Oldambt had. Daarnaast was van oudsher veel land rond het dorp in bezit van het Grijzemonnikenklooster in Termunten. De boeren die wel een deel van de ingepolderde grond kregen, verkochten hun grond op het zand in en rond het dorp Wagenborgen; de bewoners van Wagenborgen bleven daardoor voornamelijk kleine zandboeren. Door de vestiging van de psychiatrische inrichting Groot Bronswijk is het karakter van het dorp sterk gewijzigd. De noordoostkant van het dorp wordt door het grote terrein van de inrichting met in een parkachtige omgeving gesitueerde paviljoens en andere gebouwen duidelijk bepaald. Ook een belangrijk deel van de woningbouw zal hiermee in verband hebben gestaan. 2.2 Bestaande situatie plangebied Ruimtelijke structuur: In de hoofdstructuur van het dorp is de weg van Slochteren naar Delfzijl, de, het belangrijkste element. Deze loopt noord-zuid aan de westkant over de zandrug en maakt aan de noordkant daarvan een bocht naar rechts om dat met nog wat slingers in de richting Delfzijl af te buigen. Door de grootte van de zandplaat was er vanouds een tweede weg, parallel aan de : de Kerkstraat. De Kerkstraat buigt aan de zuidkant van het dorp van de af en komt bij de kerk (de huidige kerk is niet oud maar de plaats wel) weer op de uit, waar deze oost-west loopt. Het hoogteverschil van de zandrug naar het omliggende veengebied is vooral aan de oostkant van het dorp goed zichtbaar; met name bij het noord-zuid lopende deel van De Hoogte, waaraan ook een aantal kleine boerderijtjes ligt, is dat duidelijk te zien. Hier valt ook het contrast op tussen de kleine 5

71 boerderijen op de zandgrond en de grote boerderijen daarbuiten, die van de ingepolderde gronden profiteerden. Ten noorden van de Hoogte en ten oosten van de Kerkstraat ligt een lager gedeelte, dat pas later bebouwd is. Ook de Boelmanweg komt alleen in aanzet voor op de kaart van 1866, en wel vlak bij de. Dat deze meest oostelijke kant van de zandrug niet al vroeger bebouwd was, vindt mogelijk zijn oorzaak in de dreiging van de Dollard. Het is ook mogelijk dat er oorspronkelijk wel bebouwing is geweest, maar dat deze door de vloeden is verdwenen, waarna er pas veel later opnieuw is gebouwd. De nieuwere uitbreiding Tonnistil uit de jaren zeventig van de vorige eeuw ligt net op de overgang van de zandrug naar het veengebied. Ten noorden van de bevindt zich onder andere aan de Troostlaan nog oude bebouwing. De bebouwing bestaat voornamelijk uit kleine boerderijachtige panden in rode baksteen. Daartussen komt echter ook een aantal eengezinswoningen voor. Het noordwestelijk deel van het dorp, de bomenbuurt, is in de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw gerealiseerd Het verzorgingstehuis Menterne aan de noordkant van het dorp, net buiten de zandrug, is hierdoor minder geïsoleerd komen te liggen. Ten noorden en ten oosten van de Fam. Bronsweg ligt een na 2000 gereedgekomen nieuwbouwwijk op een deel van het voormalige Groot Bronswijk terrein. Het oost-west lopende deel van de werd gekenmerkt door winkels en cafés, maar ook elders aan de en aan de Kerkstraat kwamen winkels voor. In vergelijking met het stedenbouwkundig plan uit 1979 valt te constateren dat inmiddels een deel van de toen nog functionerende winkels is verdwenen en nu als woonpand wordt gebruikt. Aan de is de bebouwing in de loop der jaren verfraaid, waardoor een gevarieerd beeld is ontstaan van kleine boerderijen tot forse woningen. Het tussen en achter de bebouwing gelegen gebied, over het algemeen zijn de kavels diep, wordt vrijwel overal gebruikt als moes- of siertuin. hierdoor heeft het dorp een sterk landelijk karakter. Het vrij grote aantal forse bomen, dat verspreid in en om het gebied voorkomt, draagt bij tot het groene aanzicht van het dorp. Dit beeld wordt nog versterkt door het aan de noordoostzijde van het dorp gelegen terrein van de Psychiatrische inrichting Groot Bronswijk, dat overigens buiten het plangebied ligt. Hier staan grote, deels paviljoenachtige gebouwen verspreid over een groot terrein. Door de hier aanwezige beplanting heeft dit gebied een zeer groen karakter. Het vervolg van de, hier Fam. Bronsweg genaamd, wordt omsloten door een heg en kastanjebomen. Bedrijvigheid en voorzieningen: De werkgelegenheid in Wagenborgen werd tot voor kort in belangrijke mate bepaald door de aanwezigheid van Groot Bronswijk. Het verzorgingstehuis Menterne en de agrarische sector en de daarmee samenhangende agrarische dienstverlenende bedrijven leveren nu nog een relatief groot aantal arbeidsplaatsen op. In het dorp zijn verder een aannemersbedrijf en enkele horecabedrijven van belang voor de plaatselijke werkgelegenheid. Daarnaast is de werkgelegenheid in o.a. Delfzijl en Appingedam van groot belang. Voor de dagelijkse levensbehoeften zijn de winkels hoofdzakelijk gevestigd aan de Hoofdstraat en de Kerkstraat. Op de hoek van de en de G. Boelmanweg is een vestiging van de Rabobank aanwezig. In Wagenborgen zijn een openbare basisschool De Waarborg en een christelijke basisschool De Blinke alsmede een peuterspeelzaal gevestigd. Voor vervolgonderwijs is de schoolgaande jeugd aangewezen op onderwijsvoorzieningen in de regio of de stad Groningen. Als sportvoorzieningen zijn voetbal- en trainingsvelden aanwezig op het sportpark Burgemeester L.Kampen ten oosten van de en zijn een tennispark en een ijsbaan gelegen in het (dag)recreatiegebied aan de noordoostkant van het dorp, waar langs de recreatieplan Proostmeer tevens een gemeentelijke camping is gesitueerd. De sporthal Weerland is gelegen aan de Kokslaan in aansluiting op het terrein van groot Bronswijk. Zowel bij de Nederlands Hervormde kerk als de Gereformeerde kerk zijn verenigingsgebouwen gesitueerd. 6

72 Het multifunctioneel gebouw De Elzen 1 nabij de ijsbaan is bovendien in gebruik als jeugdsoos. Verkeer en vervoer Wagenborgen is via de /Fam. Bronsweg aangesloten op de provinciale weg N362 (Delfzijl- Scheemda) en heeft daarmee een uitstekende verbinding met het industriegebied van Delfzijl en andere richtingen. Een tweede belangrijke verbinding ligt aan de zuidoost kant in de richting Siddeburen en de N33. Wagenborgen is voor met name het langzame verkeer verder ontsloten door een aantal secundaire wegen en fietspaden. De overige wegen in de woongebieden hebben vooral een verkeers- en verblijfsfunctie. Voor het openbaar vervoer is Wagenborgen aangewezen op busverbindingen, die goed zijn te noemen. 7

73 3. Beleidskader 3.1 Rijksbeleid Rijksbeleid is voor het bestemmingsplan Wagenborgen, waarin in hoofdzaak bestaande functies worden gehandhaafd, slechts in beperkte mate relevant. Waar nodig wordt in de volgende hoofdstukken op details aandacht geschonken aan rijksvoorschriften en wettelijke bepalingen. Met name gaat het daarbij om de beschrijving van externe veiligheid, geluid en bodem, archeologie en de Flora- en faunawet. 3.2 Provinciaal beleid Belangrijke leidraad voor het provinciaal beleid ten aanzien van de ruimtelijke ordening is het Provinciaal Omgevingsplan (POP), vastgesteld op 13 december Daarin wordt de ruimtelijke ordening, zowel in bestaande gebieden, als bij nieuwe ontwikkelingen, gericht op de ruimtelijke kwaliteit en leefbaarheid, zowel in steden als in dorpen. Bij nieuwe ontwikkelingen moet tevens aandacht worden besteed aan het watersysteem. Ook moet bij nieuwe ontwikkelingen o.a. rekening worden gehouden met de aspecten sociale- en externe veiligheid, bodem en geluid. Eventuele nieuwbouw moet passen binnen de landschappelijke hoofdstructuur van het gebied. Blijkens de functiekaart van het POP wordt het plangebied aangeduid met de functie stedelijk gebruik. Het omliggend landelijk gebied is voorzien van de aanduiding landbouw. Op deze kaart is eveneens de aanduiding ecologische verbindingszone voorzien. Het gaat daarbij om de ecologische verbindingszone van Schildmeer naar Hondshalstermeer, die ten noorden en ten oosten van het plangebied loopt. De zone doorkruist nergens het plangebied. Ook is de afstand tussen deze zone en de grens van het plangebied zo ruim, dat niet verwacht kan worden dat dit bestemmingsplan van invloed zal zijn op de toekomstige ecologische verbindingszone. De kortste afstand tussen (reeds aanwezige) dorpsbebouwing en de voorziene zone bedraagt tenminste ca. 200 meter (noordelijk van het plangebied, in het Wagenborgerbos). In het POP wordt ingezet op woningbouw gericht op ruimtelijke kwaliteit en leefbaarheid, zowel in de steden als in de dorpen. Speciale aandacht is nodig om het woningaanbod beter af te stemmen op de veranderende wensen van de vergrijzende bevolking. Het bouwen van woningen voor de eigen behoefte van het landelijk gebied wordt zo veel mogelijk geconcentreerd in de centrumdorpen. Ook enkele andere dorpen beschikken over behoorlijke voorzieningen en kunnen in dat opzicht worden aangemerkt als complete dorpen. In deze dorpen kan in ieder geval gebouwd worden voor de eigen behoefte. Om de leefbaarheid en voorzieningen in stand te houden zijn deze categorie dorpen gebaat bij beperkte nieuwbouwimpulsen. Op functiekaart 2 (POP), aanduidingen water en milieu, is aan de noordzijde van Wagenborgen de aanduiding grondwateronttrekking drinkwater opgenomen en aan de noordwestzijde de aanduiding zwemwater. Aan beide aanduidingen wordt in de waterparagraaf in het bestemmingsplan nader aandacht besteed. 3.3 Gemeentelijk beleid Bij het opstellen van dit bestemmingsplan wordt rekening gehouden met de relevante gemeentelijke beleidsnota s en verordeningen. Voor het bestemmingsplan Wagenborgen zijn met name van belang: de gemeentelijke beleidsvisie dorpen; het woonplan gemeente Delfzijl; het Milieubeleidsplan de nota Groen, de kleur die het maakt de Welstandsnota het Toeristisch Productplan Delfzijl. 8

74 Beleidsvisie dorpen Het doel van dit beleidskader is het handhaven van de landelijke woonkwaliteit in de dorpen als aanvulling op en tegenhanger van de stedelijke woonkwaliteit. Deze woonkwaliteit vormt de basis van leefbaarheid. Daarnaast zullen kleinschalige investeringen worden gedaan in nieuwe economische activiteiten die passen bij de landschappelijke kwaliteiten. Verder wordt aandacht gegeven aan het verbeteren en instandhouden van de zorg. Wagenborgen wordt in deze beleidsvisie aangeduid als een Rijk lintvormig dorp, waarin naast goede punten als de aanwezige voorzieningen, recreatiemogelijkheden, een overwegend jonge bevolking en een mooie omgeving, ook enkele verbeterpunten zijn te noemen: (jeugd)voorzieningen, openbaar vervoer en het aanbod van nieuwe woningen. Dit laatste zal vooral ontwikkeld kunnen worden aan de oostkant van het dorp, ter invulling van o.a. het Groot Bronswijkterrein. Zoals eerder aangegeven voorziet dit bestemmingsplan daar niet in. Het woonplan gemeente Delfzijl De gemeente wil zich samen met de andere partijen op de woningmarkt inzetten om een kwaliteitsslag in het wonen in brede zin te realiseren en wel voor alle doelgroepen op de woningmarkt. Daartoe is een woonplan opgesteld, waarbij o.a. de stichting Termunter Woningbouw is betrokken. Doel van dit woonplan is het scheppen van een kader voor het te voeren volkshuisvestingsbeleid in de periode voor Delfzijl, inclusief de omliggende dorpen. De dorpen kennen een eigen opgave: voorziening in de woningbehoefte ten behoeve van de verdergaande gezinsverdunning en meer woningen voor senioren. Daartoe is voor de dorpen ruimte om gefaseerd over de gehele looptijd van het woonplan tegemoet te komen aan een uitbreiding ten behoeve van de eigen groei. Daarnaast zal op kleine schaal de herstructurering van de bestaande voorraad plaatsvinden. Het milieubeleidsplan In het gemeentelijk milieubeleidsplan wordt het milieu als integraal onderdeel van de (stedelijke) vernieuwing van Delfzijl beschreven. Het doel is o.a. het behouden en mogelijk versterken van de huidige milieukwaliteiten in de dorpen. De volgende doelstellingen zijn daarbij van toepassing: - kwaliteitsverbetering van het groen en (meer ruimte voor) water; - duurzaam bouwen; - geen onacceptabele overlast vanwege bedrijven; - waarborgen van veiligheid vanwege gevaarlijke stoffen; - beperken verkeersdruk op de woonkernen; - geen onacceptabele risico s vanwege bodemverontreiniging; - verminderen van overlast van zwerfvuil tot een minimum. Het milieuprofiel wordt gekoppeld aan de andere woonkwaliteiten, dat als milieukwaliteit integraal onderdeel uitmaakt van de dorpsvisies. Nota Groen, de kleur die het maakt In deze nota wordt een visie gegeven op het openbaar groen in de gemeente Delfzijl. De kwaliteit van het groen is belangrijk voor het woon- en leefklimaat. De volgende doelstellingen worden met de nota beoogd: 1. Het openbaar groen bevordert het woon- en leefklimaat van een wijk/buurt; 2. Openbaar groen zorgt voor afscherming (verkeer, industrie) en biedt privacy voor woningen; 3. Het openbaar groen is gebruiksvriendelijk en biedt recreatiemogelijkheden; 4. Het openbaar groen is aangepast aan en ingepast in de omgeving. Op elke locatie ligt groen dat daar past qua functie en inrichting. Ook wordt er in de nota aandacht besteed aan ecologisch groenbeheer. Het is een vorm van beheer waarbij zowel de flora als de fauna meer kansen krijgen om zich te ontwikkelen. Hierdoor ontstaat een grotere soortenrijkdom en een grotere variatie in vorm en kleur. 9

75 Binnen de in het plan op te nemen groenstructuur wordt eveneens rekening gehouden met het (ontwerp) Speelruimteplan Delfzijl. Welstandsnota Na de recente wijziging van de Woningwet heeft de gemeente Delfzijl een Welstandsnota opgesteld. Doel van deze nota is een bijdrage te leveren aan het behouden en waar nodig het versterken van de schoonheid en aantrekkelijkheid van de gemeente. De nota maakt deel uit van het integrale ruimtelijke kwaliteitsbeleid en wordt derhalve afgestemd op de bestemmingsplannen en omgekeerd. In de welstandsnota worden op heldere wijze de welstandseisen en de -criteria voor bouwplannen duidelijk gemaakt. In Wagenborgen wordt de ruimte bepaald door het profiel van de wegen in combinatie met de bebouwing. De beslotenheid van de kern, ten opzichte van het omliggend landschap, is zeer kenmerkend. De bebouwing is veelal geplaatst in een rooilijn op enige afstand van de weg. Onderling is er sprake van weinig afstand wat bijdraagt aan het gesloten beeld. De nokrichting van de bebouwing is gerelateerd aan de weg. De hoofdvorm van de bebouwing is overwegend eenvoudig. Gevels kennen over het algemeen een gesloten karakter waarbij de geleding verticaal is. Detaillering is eenvoudig maar duidelijk fijn van schaal. Er is veel waardering voor de ruimtelijke opbouw van de kern in de vorm van twee parallelle wegen. De bebouwing wordt ook gewaardeerd. Het welstandsbeleid is gericht op het incidenteel wijzigen. Hiermee blijft er ruimte voor ontwikkeling. Toeristisch Productplan Delfzijl Het toeristisch kader voor het gebied waarin Wagenborgen is gelegen is omschreven in het supplement Bierum en Termunten. In dit rapport wordt camping Proostmeer vermeld. Wagenborgen ligt tevens in een gebied met aantrekkelijke mogelijkheden voor fietstochten in het landelijk gebied. De aanwezigheid van het Hondshalstermeer speelt daar zeker een rol bij. Niet in het plangebied maar aangrenzend wordt de ontwikkeling van een nieuw kampeerterrein voorzien ( Klein Finland ). Ten noorden van Wagenborgen is een ca. 37 ha. groot bos aangelegd met recreatieve (wandel)mogelijkheden. 10

76 4. Beperkingen 4.1 Inleiding Het bestemmingsplan kent een aantal beperkingen, waarmee bij nieuwe ontwikkelingen rekening dient te worden gehouden. Deze beperkingen liggen vooral op het gebied van de milieuhygiëne, zoals geluid, bodem en externe veiligheid. Verder gaat dit hoofdstuk nader in op de eventuele aanwezigheid van kabels en leidingen. 4.2 Milieuaspecten Milieuhinderlijke bedrijvigheid Het bestemmingsplan legt de bestaande situatie in het plangebied vast. In het gebied komen enkele bedrijven voor die hinder kunnen veroorzaken voor nabijgelegen woondoeleinden. Hierbij gaat het voornamelijk om enkele agrarische bedrijven, horecabedrijven en aannemingsbedrijven, in de meeste gevallen gecombineerd met een woonfunctie. Deze bedrijven komen in de VNG-basiszoneringslijst (2001) voor in de milieucategorieën 1, 2 en 3. Doel van deze lijst is om bedrijven qua invloed en aard, (waarbij gekeken wordt naar de aspecten geur, stof, geluid en gevaar) op de woonomgeving te categoriseren en planologisch te regelen. Dit betekent dat, afhankelijk van de categorie, er in beginsel een bepaalde afstand moet worden aangehouden tussen een (nieuw) bedrijf en de omliggende woonbebouwing. Omgekeerd dient ook bij nieuw geprojecteerde woonbebouwing voldoende afstand tot bestaande bedrijven te worden aangehouden. Voor de categorie 1 en 2 bedrijven bedraagt deze afstand 0 30 meter. Hierbij gaat de bedrijvenlijst uit van een rustige woonwijk als omgevingstype. Afwijkende omgevingstypen met hun eigen milieukwaliteiten en gevoeligheden kunnen leiden tot andere gewenste afstanden. In Wagenborgen komen ook bedrijven voor die in categorie 3 van de VNG-bedrijvenlijst vallen. Voor deze bedrijven geldt in beginsel een afstandsnorm van meter. Deze afstand wordt echter niet in alle gevallen gehaald. Op individueel niveau worden de milieueffecten echter vastgelegd in de vergunningen ingevolge de Wet milieubeheer Bodem Wagenborgen wordt op de bodemkwaliteitskaart (Grondstromenbeleid Gemeente Delfzijl 2002) ingedeeld in de categorie wonen voor Potentieel verdachte locaties Verdeeld over het gehele gebied bevindt zich een aantal bedrijven met bodembedreigende activiteiten en/of anderszins verdachte locaties (bijvoorbeeld op grond van de aanwezigheid van ondergrondse olietanks bij particulieren). Deze staan bekend als potentieel (ernstig) verontreinigde locaties (Uitvoeringsprogramma Bodemmodule ISV 2003). Op de kaart van bijlage 1 staan deze locaties ingetekend: * voor potentieel ernstig verontreinigde locaties en sterretjes voor potentieel verontreinigde locaties. Tevens zijn onverdachte locaties weergegeven, alsmede locaties, waarvan de mate van verontreiniging onduidelijk is. Indien dynamische activiteiten gaan plaatsvinden, waarbij de bodem gemoeid is (nieuwbouw, sloop), dient rekening gehouden te worden met het feit dat er een reële kans bestaat dat direct of op termijn een bodemsanering noodzakelijk is. Het betreft diverse (voormalige) bedrijven met potentieel bodembedreigende activiteiten, zoals een machinesmederij, een olievatenopslagplaats en ondergrondse brandstoftanks. 11

77 Uitvoerig bodemonderzoek Alvorens grondverzet of bouwactiviteiten gaan plaatsvinden op een potentieel (ernstig) verontreinigde locatie, dienen een historisch en verkennend bodemonderzoek uitgevoerd te worden. Het historisch of vooronderzoek dient conform de norm NVN 5725 uitgevoerd te worden. Tijdens dit onderzoek worden gegevens verzameld omtrent het vroegere, huidige en toekomstige gebruik van de locatie, de plaatselijke bodemopbouw, de (voormalige) geohydrologische situatie en (eventueel) financieel/juridische aspecten, zodat zo mogelijk de veroorzaker van de verontreiniging aansprakelijk kan worden gesteld. Het verkennend onderzoek dient op basis van de norm NEN 5740 te worden uitgevoerd. Hierbij wordt de onderzoeksstrategie bepaald op basis van een vooropgestelde hypothese (onverdacht/verdacht). Daarna wordt het onderzoek verricht, bodem- en grondwatermonsters genomen, geanalyseerd en geïnterpreteerd. Reeds bekende bodemverontreiniging in het gebied In Wagenborgen is een aantal bodemonderzoeken uitgevoerd (zie kaartje bijlage 1: grijze vlakken), waarbij de kwaliteit van de grond en het grondwater is bepaald. Deze kwaliteit varieert in het gebied van schoon tot licht verontreinigd, met als uitzondering de volgende locaties (zie bijlage 1): Troostlaan: in 1994 is in opdracht van de gemeente een bodemonderzoek uitgevoerd door Arcadis Heidemij advies op een braakliggend stuk land. Hieruit bleek dat de ondergrond matig verontreinigd was met PAK (meestal afkomstig van verbrandingsresten) en zink en sterk verontreinigd met koper. Deze verontreiniging moet middels een nader onderzoek afgeperkt worden. 141: in 1999 is naar aanleiding van een nulsituatie onderzoek in de bovengrond een matige verontreiniging met PAK geconstateerd. Natuurlijk moet er rekening gehouden worden met het feit, dat een geconstateerde verontreiniging zich niet noodzakelijkerwijs beperkt tot perceelsgrenzen. In het kader van het Bouwstoffenbesluit en de Vrijstellingsregeling grondverzet is het toegestaan licht verontreinigde grond te hergebruiken in een gesloten grondbalans. Indien grond afgevoerd moet worden, dient vooraf de gemeente ervan op de hoogte gesteld te worden Geluid Wegverkeerslawaai Voor wegen geldt op grond van de Wet geluidhinder van rechtswege een zone waarbinnen een normering geldt voor de geluidbelasting vanwege het wegverkeer. Deze zone geldt niet voor wegen die vallen onder het regime van een 30 km-zone en voor wegen waarvan is aangetoond dat de geluidbelasting op een afstand van 10 meter uit de as van de meest nabijgelegen rijstrook minder of gelijk is aan 50 db(a). Onderzoek is noodzakelijk bij de ontwikkeling van geluidgevoelige functies. De huidige geluidbelasting langs de zoneplichtige wegen, c.q. de relevante geluidcontouren vanwege wegverkeerslawaai is te vinden op de gemeentelijke Geluidsniveaukaart (2003). Met uitzondering van het gedeelte van de, vanaf De Hoogte in zuidwestelijke richting, is op de wegen in Wagenborgen een 30 km-regime van toepassing. Slechts voor het genoemd gedeelte van de is een geluidzone van toepassing. Op de gemeentelijke Geluidsniveaukaart staan de geluidscontouren aangegeven. Voor dit weggedeelte, waarvan de toegestane rijsnelheid minder dan 70 km/uur bedraagt, geldt op grond van artikel 103 van de Wet geluidhinder een aftrek van 5 db(a). Bij de berekening van dit weggedeelte is gebruik gemaakt van het bestaande Reken- en meetvoorschrift wegverkeerslawaai (2002). Hiermee is de genoemde aftrek conform artikel 103 gerechtvaardigd. 12

78 De 55 db(a) contour is op de plankaart overgenomen. Nieuwe geluidgevoelige bestemmingen moeten in principe buiten de 55 db(a) contour worden gesitueerd. Bij het bouwen in gebied met een hogere waarde zal vooraf door de provincie een hogere grenswaarde vastgesteld moeten worden. Overige geluid Spoorweglawaai en industrielawaai komen in het plangebied niet voor Luchtkwaliteit, stank en stof In 2001 is het Besluit Luchtkwaliteit van kracht geworden, een uitwerking van de EU-richtlijn Luchtkwaliteit. Dit besluit bevat luchtkwaliteitseisen in de vorm van o.a. grenswaarden en plandrempels voor diverse verontreinigende stoffen. Op 30 september 2004 is door het Ministerie van VROM een circulaire gezonden aan gemeenten en provincies inzake de luchtkwaliteitseisen in relatie tot bevoegdheden en ruimtelijke besluitvorming op basis van de wet milieubeheer, de Wet op de ruimtelijke ordening, de Planwet verkeer en veervoer en de Tracéwet. In deze circulaire wordt gesteld dat de luchtkwaliteitseisen en de van toepassing zijnde bevoegdheden met betrekking tot bronnen van luchtverontreiniging rechtstreeks en bindend doorwerken bij ruimtelijke besluitvorming. Met andere woorden: alle nodige maatregelen moeten worden genomen om schadelijke gevolgen van luchtverontreiniging voor de gezondheid van de mens en het milieu als geheel te voorkomen, te verminderen of te verhinderen. Dit beperkt zich niet alleen tot bronmaatregelen. Er dient ook acht te worden geslagen op de blootstelling van mensen aan ongewenste niveaus. In de gemeente Delfzijl gaat het vooral om stank en fijn stof door industriële bronnen. Verhoogde NO-2 uitstoot door verkeer is in Delfzijl niet aan de orde. De situatie met betrekking tot het wegverkeer is getoetst met behulp van het CAR-model. Berekeningen voor de toetsjaren tonen aan dat de toekomstige situatie niet zal leiden tot een verhoging van de achtergrondwaarden. In de periode 2004/2005 zijn in opdracht van de provincie Groningen door TNO metingen uitgevoerd naar de gehalten van luchtverontreinigende stoffen in en rondom het industriegebied van Delfzijl. Er zijn daarbij verhoogde concentraties gemeten, maar de kwaliteitsnormen worden daarbij niet overschreden. Stankhinder valt niet onder het Besluit Luchtkwaliteit. Het bestemmingsplan Wagenborgen voorziet vooral in een actualisering van het huidige planologische regiem en leidt niet tot verandering van de luchtkwaliteit binnen of buiten het plangebied. 4.3 Externe veiligheid Bij externe veiligheid gaat het om de grootte van het overlijdensrisico voor omwonenden als gevolg van calamiteiten met gevaarlijke stoffen, de mate van externe veiligheid wordt bepaald door de grootte van twee te berekenen grootheden: het plaatsgebonden risico en het groepsrisico. Deze berekeningen geven inzicht in het overlijdensrisico van personen in de omgeving. De gevaarzettende functies zijn door de provincie Groningen op een risocokaart geplaatst. De risicokaart bevat voor het plangebied geen functies die vallen onder het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen (BEVI). Buiten het plangebied bevinden zich twee functies die wel op de risicokaart voorkomen: de NAMlocatie Schaapbulten, gelegen ten noorden van Wagenborgen en de provinciale weg N 362 met 13

79 vervoer van gevaarlijke stoffen. Beide functies zijn gelegen op ruime afstand van de dichtstbijzijnde woningen, namelijk ca meter, respectievelijk ca. 700 meter. De NAM-locatie is ingericht en wordt onderhouden conform de eisen van het Mijnreglement 1964, nadere Regelen Mijnreglement 1964, de Speciale Veiligheidsvoorschriften. Bij het vervoer van gevaarlijke stoffen over de provinciale weg N362 worden geen wettelijke grenzen overschreden. Het vervoer levert derhalve binnen het plangebied geen knelpunten op (rapport Richting aan risico s DHV 2005). Binnen het plangebied bevindt zich een 4 gastransportleiding. Voor wat betreft de aan te houden veiligheidsafstanden bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen in de omgeving daarvan is de richtlijn van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke ordening en Milieubeheer, getiteld: Zonering langs hogedruk aardgastransportleidingen onder kenmerk DGMH/B nr van 26 november 1984, van toepassing. Uitgangspunt van deze richtlijn is dat het streven erop gericht dient te zijn bestemmingen die voorzien in het regelmatig verblijf van personen, buiten de toetsingsafstand te realiseren. Voor de betrokken leiding bedraagt deze afstand 20 meter. 4.4 Ecologie In het bestemmingsplan dient rekening te worden gehouden met Europese en nationaal beleid en wetgeving ten aanzien van de natuurbescherming. Hierin wordt onderscheid gemaakt tussen gebiedsbescherming en soortenbescherming. Gebiedsbescherming Bij de gebiedsbescherming gaat het om de bescherming van gebieden die zijn aangewezen als ecologische hoofdstructuur (EHS) of van gebieden die zijn aangewezen als Speciale Beschermingszone (SBZ) in de zin van de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn. In of in de nabije omgeving van Wagenborgen is geen sprake van dergelijke gebieden. Blijkens het Provinciaal Omgevingplan (POP) bevindt zich in het plangebied een ecologische verbindingszone. Functiekaart 1 van het POP geeft althans een indicatieve lijn aan. Het gaat daarbij om de verbinding tussen het Schildmeer en het Hondshalstermeer. In werkelijkheid ligt deze zone in het gebied ten noorden en ten oosten van het dorp en bevindt het zich geheel buiten dit plangebied, op ruime afstand van (woon)bebouwing. Soortenbescherming In de Flora- en faunawet is bepaald dat beschermde dieren, die in de wet zijn aangewezen, niet gedood, gevangen of verontrust mogen worden, dat planten niet geplukt of verzameld mogen worden en dat het niet is toegestaan om nesten, holen of andere voortplantingsplaatsen of vaste rustplaatsen van dieren te beschadigen, vernietigen of te verstoren. De Flora- en faunawet gaat uit van het nee, tenzij beginsel. Dit betekent dat het rijk onder voorwaarden een ontheffing van deze verbodsbepalingen kan verlenen. Het bestemmingsplan Wagenborgen is overwegend conserverend van karakter. Dat betekent dat er in principe geen nieuwe ontwikkelingen zijn voorzien, welke mogelijk een inbreuk kunnen betekenen op de flora en de fauna in het gebied. Sedert 1988 zijn delen rond het Proostmeer ingericht volgens ecologische principes. Dit heeft geresulteerd in een rijke en afwisselende flora en fauna, met verschillende beschermde planten en dieren, waaronder landelijk bedreigde soorten (rode lijstsoorten). Het Ministerie van LNV hanteert verschillende beschermingsniveaus. De beschermde soorten die rond het Proostmeer aanwezig zijn vallen onder een basisbeschermingsniveau. Vrijstelling of de mogelijkheid ontheffing aan te vragen geldt niet voor alle beschermde vogels. De wet biedt geen vrijstelling voor vogels in het geval van ruimtelijke ingrepen. Werkzaamheden zullen daarom buiten het broedseizoen uitgevoerd moeten worden. Artikel 2 van de Flora en Faunawet bevat het zogenaamde zorgartikel. 14

80 Het Proostmeer heeft feitelijk een dubbelfunctie en daarmee ook een dubbelbestemming. Enerzijds vervult het Proostmeer een belangrijke recreatieve functie, anderzijds is het gebied belangrijk voor de natuurontwikkeling. Dit vraagt om een zorgvuldige afweging van de belangen. Voor het behoud van de recreatieve functie zijn diverse maatregelen nodig, o.a. op het gebied van de waterkwaliteit. De maatregelen zijn beschreven in het rapport Onderzoek naar Haalbaarheid Verbeteringsplannen Het Proostmeer te Wagenborgen (Ecoplan natuurontwikkeling, januari 2005). Uitvoering van de voorgestelde maatregelen kan zonder grote schade aan beschermde flora en fauna worden uitgevoerd, als de westzijde van het meer een natuurlijke bestemming en inrichting behoudt. De westzijde biedt plaats aan de meest waardevolle plantensoorten, orchideeën, en diverse amfibieën. De inrichting van deze zijde van het meer kan ongewijzigd blijven en het ecologisch beheer kan hier voortgezet worden zonder negatieve effecten voor de recreatieve functie. Maatregelen moeten echter in een gunstige periode worden uitgevoerd, zodat schade aan beschermde flora en fauna minimaal is. 4.5 Archeologie Als gevolg van het Europese Verdrag van Valletta (1992) moet het archeologisch bodemarchief beschermd worden. Het bestemmingsplan moet daarom toereikende archeologische informatie verschaffen en is een belangrijk middel om dit erfgoed bescherming te bieden. Gebiedsgenese en bewoningsgeschiedenis Wagenborgen ligt op een pleistocene opduiking. Deze opduiking bestaat uit een welving van keileem en potklei, waarop aan het eind van het Pleistoceen dekzand is afgezet. Het feit dat zich in (delen van) het dekzand een podzolbodem heeft kunnen ontwikkelen, duidt op een goede drainage van het dekzand. Juist deze droge locaties hadden in de Prehistorie de voorkeur van de mens om zich te vestigen. Hoewel uit de omgeving van Wagenborgen (Siddeburen, Hellum, Slochteren) talrijke vondsten uit de Prehistorie (Steentijd; in deze gevallen uit de periode voor Chr.) bekend zijn, ontbreken deze (nog) uit Wagenborgen. In de loop van het Holoceen treedt in Noord-Nederland een grote vernatting op. Stagnerende afwatering had op grote schaal veengroei tot gevolg. Ten gevolge van de vernatting en de daarop volgende veengroei werd een enorm gebied onbewoonbaar. De pleistocene opduiking van Wagenborgen moet op den duur een eiland temidden van het veen zijn geworden; vanwege isolement en beperkte omvang ongeschikt voor bewoning. Vermoedelijk concentreerde de bewoning zich langs goed gedraineerde beekdalen in gebieden met hoogliggende pleistocene afzettingen (Westerwolde, Westrand Hunzedal/Drents Plateau). In de Middeleeuwen werd op grote schaal een begin gemaakt met de ontginning van het veen. Verbeterende afwateringsmogelijkheden en technische kennis omtrent afwatering (drainage, dijken, sluizen) maakten dat mogelijk. De vondst van aardewerkscherven en een muntschat uit de Vroege Middeleeuwen ( ) maken duidelijk dat Wagenborgen en haar omgeving reeds in deze periode toegankelijk waren en in ontginning waren genomen. In hoeverre resten van middeleeuwse bewoning terug te vinden zijn in de huidige dorpskern van Wagenborgen is nog onbekend. Wel zijn ter hoogte van de (gedeelte tussen N-H. kerk en Rabobank) botresten (slachtafval) van rund teruggevonden in een pakket grond dat mogelijk als ophogingpakket (antropogene laag) moet worden geduid. Nader onderzoek kan hierover meer duidelijkheid geven. In de late Middeleeuwen ( ) worden de veenontginningen gefrustreerd door bodemdaling (klink en oxidatie van het veen) en de daarmee gepaard gaande vernatting en afwateringsproblemen. Bewoning wordt op grote schaal verplaatst naar hoger gelegen gebieden, waaronder de pleistocene opduiking van Wagenborgen. De resten van de veenontginningen worden aan het einde van de Late Middeleeuwen overspoeld door de Dollard en bedekt met een dik pakket klei. De opduiking van Wagenborgen blijft vrij van overspoeling. Het woord borg in de toponiem Wagenborgen duidt op een veiligheid, een borg tegen water. De toponiem kan haar oorsprong hebben in de pleistocene opduiking of in de dijk die vanaf Siddeburen, in de vorm van de Oude Weg, Stolderijweg, opgaand in de pleistocene opduiking van Wagenborgen en dan via de Fam. Bronsweg, Kloosterlaan naar Zomerdijk loopt. 15

81 Bodem De Bodemkaart (Stiboka, 1985 (Kaart) en 1986 (Toelichting)) geeft geen bodemkundige informatie over de dorpskern van Wagenborgen. Wel wordt aangegeven dat het noordwestelijke deel van het plangebied bestaat uit weideveengrond ((met kleidek), zand ondieper dan 120 cm Mv., bodemkaartcode pvz.), grenzend aan een veldpodzol (gevormd in lemig fijn zand, bodemkaartcode Hn23). Deze veldpodzolgrond loopt naar alle waarschijnlijkheid door tot in de kern van Wagenborgen. In het meest zuidelijke deel van het plangebied ligt een gooreerdgrond (gevormd in lemig fijn zand, bodemkaartcode pzn23). Aan de oostzijde van het plangebied zijn kleien afgezet (Mv41C: kalkarme drechtvaaggrond, zware klei en Mn82C: kalkarme poldervaaggrond, klei); het betreft Dollardafzettingen uit de Late Middeleeuwen. Archeologie in het plangebied IKAW Het plangebied is op de Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW) grotendeels aangeduid als niet gekarteerd. Dit betreft de dorpskern van Wagenborgen. Een gedeelte in het noordwesten van het plangebied heeft op de IKAW de aanduiding middelhoge trefkans ; een gedeelte in het uiterste zuiden van het plangebied heeft de aanduiding lage trefkans. De IKAW geeft een voorspelling van de (mogelijke) aanwezigheid van archeologische resten. De kaart geeft geen zekerheden en is daarom alleen als algemene leidraad te hanteren. De IKAW is ongeschikt om te bepalen of in het plangebied sprake moet zijn van een meebestemming van archeologische waarden. AMK Volgens de Archeologische Monumenten Kaart (AMK) van de provincie Groningen bevindt zich in het plangebied een terrein van hoge archeologische waarde. Het terrein is in ARCHIS geregistreerd onder het nr Dit terrein zou volgens de omschrijving in ARCHIS de dorpskern van Wagenborgen moeten zijn, zoals afgebeeld op de militair topografische kaart van Bestudering van deze kaart alsmede van de kadastrale minuutplan uit 1831 (Termunten, sectie G Wagenborgen, blad 1, landmeter R.B. van Leggelo), maakt duidelijk dat de oude kern van Wagenborgen niet correct op de AMK is weergegeven: de oude kern ligt grotendeels meer oostelijk en noordelijk. Uit de directe omgeving van het plangebied zijn in ARCHIS geen archeologische terreinen geregistreerd. De bovengenoemde muntschat van Wagenborgen en de vondst van slachtafval zijn niet in ARCHIS geregistreerd. De exacte vondstlocatie van de muntschat is niet bekend. Medebestemming archeologie in het bestemmingsplan Dit bestemmingsplanplan is voor een groot deel consoliderend van karakter. Omdat voor het plangebied geen sprake is gewijzigde bestemmingen, is het niet noodzakelijk archeologische waarden mee te bestemmen: de bestemmingen zijn niet bedreigend voor eventueel aanwezige archeologische resten. Het AMK-terrein (historische dorpskern Wagenborgen) wordt niet in dit bestemmingsplan opgenomen als waardevol archeologisch terrein, omdat de situering zoals die in ARCHIS is aangegeven onjuist is. Aangezien binnen de veronderstelde juiste ligging van de oude dorpskern in het kader van het bestemmingsplan geen nieuwe ontwikkelingen zijn voorzien, is het op dit moment niet noodzakelijk de oude kern mee te bestemmen als archeologisch waardevol gebied. Indien nieuwe ontwikkelingen middels vrijstellingsprocedures worden beoogd, zal onderzoek naar de aanwezigheid van archeologische resten plaatsvinden. Indien waardevolle resten worden aangetroffen zal, conform het vigerend Rijksbeleid en provinciaal beleid, behoud van dergelijke resten worden nagestreefd. 16

82 4.6 Bouwkundige monumenten In het plangebied komt één bouwkundig monument voor: de Hervormde Kerk en toren op kerkhof. aan de Kabels en leidingen In het noordwestelijk plandeel, door het natuur- en recreatiegebied Proostmeer, ligt een 4 gastransportleiding. In het noordoostelijk plandeel ligt een rioolpersleiding. Beide leidingen staan op de plankaart aangegeven. Ten behoeve van het beheer en onderhoud aan deze leidingen dient een bebouwingsvrije zone aanwezig te zijn. Het bestemmingsplan voorziet in een beschermende regeling voor deze leidingen middels een aanlegvergunningenstelsel. 17

83 5. Planbeschrijving 5.1 Doelstelling en uitgangspunten Het bestemmingsplan Wagenborgen is in hoofdzaak een conserverend plan met als doel een actuele, éénduidige, handhaafbare planologische regeling te realiseren. Hoofduitgangspunt daarbij is het behoud en waar mogelijk versterken van de bestaande ruimtelijke structuur, in combinatie met het behoud en waar mogelijk het verbeteren van de leefbaarheid in het dorp. Nieuwe ontwikkelingen in Wagenborgen worden in de toekomst voorzien aan de oostkant van het dorp, met name het terrein van de psychiatrische inrichting Groot Bronswijk en agrarische gebeid ten zuiden daarvan. Omdat echter ten tijde van het opstellen van dit plan nog geen duidelijkheid bestaat omtrent de uitvoerbaarheid van die ontwikkeling, wordt dit gedeelte buiten het nieuwe bestemmingsplan Wagenborgen gelaten en wordt te zijner tijd een afzonderlijk bestemmingsplan opgesteld. Het plan houdt rekening met de landschappelijke structuur, die tot uitdrukking komt op de (concept) kaart identiteit landschap van de provincie. Wagenborgen ligt op een zichtbaar reliëf (hoogte) temidden van een grootschalig open gebied. Waar dit aan de orde komt dient het doorzicht naar het achterliggende landschap gehandhaafd te blijven. De beeldkwaliteit van het plangebied draagt in belangrijke mate bij aan de waardering voor het woonen leefklimaat. Bij het behoud en het versterken van de structuur speelt de toetsing door de Welstandscommissie een belangrijke rol. G.S.M.-masten De mobiele telefonie en communicatie zal in de toekomst verder toenemen. Als gevolg daarvan zal naar verwachting ook het aantal telecommunicatiemasten toenemen. Omwille van een verantwoorde landschappelijke en stedenbouwkundige inpassing moeten antennes voor mobiele telecommunicatie zoveel mogelijk op of bij bestaande (hoge) bouwwerken worden geplaatst. Voorts moeten aanbieders zoveel en zo onopvallend mogelijk gebruik maken van elkaars opstelpunten. Voorkomen moet worden dat afbreuk wordt gedaan aan een waardevolle bebouwings- en landschapsbeeld. Uitgangspunt is een maximale hoogte van 40 meter. 5.2 Beheer Ruimtelijke structuur Bij de bescherming van de ruimtelijke structuur spelen vooral de voorschriften en de plankaart een belangrijke rol. Via de bouwvlakken en de bebouwingsbepalingen in de voorschriften is de situering en de hoofdvorm van de bestaande bebouwing in het dorp vastgelegd. Bij de bescherming van de ruimtelijke dorpsstructuur speelt ook de welstandsnota een belangrijke rol. Naast bebouwing bestaat de ruimtelijke structuur ook uit wegen, groengebieden, waaronder monumentale bomen, en waterlopen. Ook hier geldt dat het bestemmingsplan gericht is op behoud Functionele structuur Het behoud van de woonfuncties is een belangrijk uitgangspunt van het bestemmingsplan Wagenborgen. De bestaande woningen worden daarom positief bestemd. Bij de woningen worden mogelijkheden geboden voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen. De diverse voorzieningen en bedrijfsactiviteiten dragen bij aan de leefbaarheid. Uitgangspunt ten aanzien van de bestaande voorzieningen en bedrijvigheid is dan ook het behoud daarvan. In het bestemmingsplan krijgen deze functies met het oog hierop een positieve bestemming. Van een duidelijk geconcentreerd winkelcentrum is echter geen sprake meer. Om die reden wordt met dit plan 18

84 de in het oude bestemmingsplan nog opgenomen bestemming Centrumvoorziening losgelaten. Was deze concentratie ten tijde van het oude bestemmingsplan nog wel aanwezig, met name in het noordelijk gedeelte van de, thans is die functie meer gespreid over het dorp. Daarom wordt ten aanzien van de nog aanwezige publieksvoorzieningen, zoals winkels en horeca, voor een per perceel toegesneden bestemming gekozen. In enkele gevallen waarin een combinatie van winkel en wonen aanwezig is, of waarin tot voor kort sprake was van een winkelfunctie en het desbetreffende pand die uitstraling ook nog heeft behouden, wordt het perceel op de plankaart voorzien van de aanduiding winkel toegestaan. De basisbestemming van deze percelen is wonen. Andere functies die naar de aard en impact op de (woon)omgeving vergelijkbaar zijn, zijn ondergebracht in dezelfde bestemmingen. Op die manier is een onderlinge uitwisselbaarheid mogelijk, hetgeen ook bijdraagt aan het voorkomen van leegstand. In Wagenborgen komt in een aantal gevallen de woon- en bedrijfsfunctie vlak naast elkaar voor. Een algemeen geldend uitgangspunt ten aanzien van deze bedrijvigheid is dat de milieuhygiënische situatie ten opzichte van de omliggende woonbebouwing niet mag verslechteren. De milieuzonering in de Basiszoneringslijst van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) is hierbij richtinggevend. dit betekent dat voor de bedrijven uit categorie 3 specifiek is vastgelegd om wat voor soort bedrijf het gaat. Op deze wijze is uitsluitend dat bedrijfstype of bedrijven uit de categorieën 1 en 2 toegestaan. Voor ongewenste situaties ten aanzien van milieubeheer en beeldkwaliteit wordt een algemene wijzigingsbevoegdheid opgenomen die het mogelijk maakt bij bedrijfsbeëindiging een woonfunctie of een lichtere vorm van bedrijvigheid toe te staan. Het voorgaande wil niet zeggen dat er helemaal geen nieuwe bedrijvigheid in Wagenborgen wordt toegelaten. Bij bestaande woningen worden mogelijkheden geboden voor kleinschalige activiteiten conform de Beleidsnota inzake het medegebruik van woningen voor beroep en bedrijf. 5.3 Water Beleid Sinds het rapport van de Commissie Waterbeheer 21 e eeuw: Anders omgaan met water (2001) is er meer aandacht voor de effecten van ruimtelijke ingrepen in de waterhuishouding. Om deze effecten tijdig te signaleren is de watertoets inmiddels een verplicht onderdeel van ruimtelijke plannen geworden. In dit kader is tevens het beleid van het Waterschap Hunze en Aa s van belang. In het Waterbeheersplan van het waterschap zijn de belangrijkste richtlijnen en toetsingscriteria voor ruimtelijke plannen weergegeven. Het Beheersplan is gebaseerd op rijks- en provinciaal beleid met betrekking tot waterbeheer. In het bestemmingsplan zijn binnen het plangebied in het bestaande watersysteem geen wijziging voorzien. Het bestaand goed functionerende afvoer- en bergingssysteem zal voor zover als mogelijk gehandhaafd worden. Wagenborgen ligt in vier peilgebieden. Aan de oostkant ligt peilgebied Wold en Weer met een zomer-, resp. winterpeil van -3.05/-3.55 meter NAP. aan de noordwestkant ligt peilgebied NAMweg (Pimmelaar) met een zomer-, resp. winterpeil van -2.75/-3.15 meter NAP. Beide gebieden wateren af richting de Duurswoldboezem met een zomer-, resp. winterpeil van meter NAP en stroomt uiteindelijk via Delfzijl nar de Dollard. Aan de zuidkant ligt peilgebied De Dellen met een zomer-, resp. winterpeil van -3.30/-3.60 meter NAP. Aan de westkant ligt peilgebied Zuidbulten met een zomer-, resp. winterpeil van -3.45/-3.90 meter NAP. Zuidbulten watert af via De Dellen richting Oldambtboezem met een zomer-, resp. winterpeil van -1.12/-1.36 meter NAP en stroomt uiteindelijk via gemaal Rozema in Termunterzijl naar de Dollard. Het gebied heeft een voldoende drooglegging. Het maaiveld is gelegen op een niveau dat is gelegen tussen m N.A.P. rond het centrum tot m N.A.P. aan de noodwestzijde ca. De waterscheiding ligt in grote lijnen over de van het zuiden komende Stolderijweg, gaande richting het noorden over de De Hoogte, en de Fam. Bronsweg. In het plangebied is er geen oppervlaktewateroverlast bekend. Wel is in het plangebied, het gebied ten noorden van de Fam. Bronsweg, (v.m. Stichting Groot Bronswijk) enige grondwater overlast gemeld. Dit is door de bewoners zelf op eenvoudige wijze op te 19

85 lossen. Het gebied is bij de herinrichting voorzien een gescheiden rioolstelsel. Op het regenwaterriool zijn de eventueel door de eigenaren aan te leggen drainages aan te sluiten. Riolering In het plangebied is het riool, aangelegd voor het jaar 2000, hoofdzakelijk uitgevoerd als een gemengd rioolstelsel. Vanaf het jaar 2000 worden de nieuwe rioleringen alleen als gescheiden rioolstelsel uitgevoerd. Waar mogelijk worden de rioolstelsels bij renovatiewerkzaamheden omgebouwd tot gescheiden stelsel. In het rioolstelsel zijn ten behoeve van de vuilreductie twee randvoorzieningen gebouwd. Het eindgemaal, van het waterschap Hunze en Aa s, voert het rioolwater af naar de Afvalwaterzuivering aan de Heemweg. POP In het POP is het plangebied voor wat betreft het aspect water aangegeven als Stedelijk gebruik. Direct ten noorden van het plangebied ligt een gebied met de aanduiding Grondwateronttrekking drinkwater (kaart 2 POP). In grondwaterbeschermingsgebieden zijn de volgende ruimtelijke ontwikkelingen niet toegestaan: - aanleg van nieuwe wegen (behalve wegen die in landinrichtingsprojecten worden aangelegd); - ingrepen die leiden tot fysische bodemaantasting; - aanleg van verblijfsrecreatieve complexen (aanleg van dagrecreatieve voorzieningen is toegestaan, mits voorzieningen worden getroffen om de lozing van schadelijke stoffen te voorkomen). Hoewel het waterwingebied buiten het plangebied is gelegen, kunnen ingrepen in het noordelijk plangebied negatieve effecten hebben op de drinkwaterwinning. Daarom wordt in dit bestemmingsplan rekening gehouden met de aanwezigheid van een waterwingebied direct ten noorden van Wagenborgen. Proostmeer Het Proostmeer heeft geen direct functie voor de waterhuishouding en kan dan ook niet worden aangemerkt als een belangrijk waterbergingsgebied. Voornaamste gebruik van het Proostmeer zijn recreatie en natuurontwikkeling. Kaart 2 van het POP maakt melding van de aanwezigheid van zwemwater. De beoogde functies van het Proostmeer worden in het bestemmingsplan veilig gesteld. 5.4 Duurzaamheid Een van de doelstellingen van het gemeentelijk Milieubeleidsplan is het ontwikkelen van Delfzijl tot een duurzame woongemeente. In verband hiermee wordt gewerkt aan een nota Duurzaam Bouwen. Daarin wordt aandacht besteed aan onderwerpen als: energiebesparing en duurzame energie, duurzaam bouwen en renoveren. Andere duurzame aspecten die aan de orde komen zijn: duurzame stedenbouw/weg- en waterbeheer en aanpasbaar bouwen. Bij de invulling van dit bestemmingsplan wordt rekening gehouden met de genoemde nota. Inmiddels is ook het Klimaatbeleidsplan vastgesteld. Daarin is het uitvoeringsprogramma en zijn gemeentelijke klimaatdoelstellingen voor de planperiode opgenomen. 20

86 6. Juridische aspecten 6.1 Inleiding Dit bestemmingsplan bestaat uit drie onderdelen: de toelichting, de voorschriften en de plankaart. De laatste twee onderdelen vormen samen het juridisch deel van het bestemmingsplan als een voor een ieder bindende regeling. De voorschriften, in combinatie met de plankaart, bieden een hoge mate van rechtszekerheid aan. 6.2 Voorschriften De voorschriften zijn als volgt ingedeeld: a. Doeleindenomschrijving Hierin staat voor welke functie(s) de gronden mogen worden gebruikt en hoe de onderlinge rangorde van de functies is geregeld. b. Bouwvoorschriften Hierin is aangegeven welke gebouwen en andere bouwwerken in principe zijn toegestaan en welke maatvoering daarbij in acht moet worden genomen. c. Vrijstellingbepalingen In de toekomst kunnen zich omstandigheden voordoen, die thans niet zijn te voorzien en waarbij de bebouwingsmogelijkheden niet voldoende blijken te zijn. Daarom kunnen burgemeester en wethouders er vrijstelling van verlenen. Van geval tot geval zal een afweging worden gemakt en zo mogelijk worden getoetst aan bestaand beleid. d. Aanlegvergunningen Voor een aantal in de voorschriften genoemde werken en werkzaamheden geldt een aanlegvergunningplicht. Dit betekent dat deze pas mogen worden uitgevoerd, nadat een vergunning van burgemeester en wethouders is verkregen. Hierbij vindt een afweging van belangen plaats. Als het gaat om activiteiten die verband houden met het normaal onderhoud en/of beheer is geen aanlegvergunning vereist. Bij de toepassing ervan zal rekening worden gehouden met de aanwezige waarden en belangen in het betrokken gebied. e. Gebruiksvoorschriften In principe moeten gronden en gebouwen worden gebruikt overeenkomstig de bestemming. Waar nodig zijn per bestemming gebruiksvormen genoemd, die in ieder geval als strijdig moet worden aangemerkt. f. Vrijstelling van het gebruik Omdat van een aantal gebruiksvormen niet kan worden gezegd of ze aanvaardbaar zijn of niet, is een vrijstellingbepaling opgenomen. Bij de toepassing van de vrijstelling van het gebruik zal rekening worden gehouden met de aanwezige waarden in het gebied en de effecten die het gebruik heeft op andere functies in het gebied. g. Wijzigingsbevoegdheid Het plan bevat voor een aantal gevallen mogelijkheden om bestemmingen te wijzigen binnen door de gemeenteraad in de voorschriften aangegeven grenzen. Voor zo n wijziging is een aparte procedure nodig. Voor zover het een wijziging binnen de bestemming zelf betreft, staat deze in het betreffende artikel genoemd. Voor zover het de wijziging van de ene naar de andere bestemming betreft is een algemeen artikel in de voorschriften opgenomen. 21

87 6.3 Toelichting op de voorschriften Artikelen 1 en 2: begripsbepalingen en meetvoorschriften Voor de rechtszekerheid is in de eerste twee artikelen een aantal begripsomschrijvingen gegeven, evenals aanwijzingen voor de wijze van meten. Het gaat hierbij vooral om het verminderen van de kans op interpretatieverschillen. In artikel 1 is onder meer een definitie gegeven van de verder in de voorschriften veel gebruikte begrippen bouwwerk en gebouw. Een bouwwerk, kort samengevat, is elke constructie van steen of ander materiaal die vast is verbonden met de grond. Gebouwen zijn een bijzondere categorie van bouwwerken: dat zijn bouwwerken die een omsloten ruimte vormen die voor mensen toegankelijk is. Woningen en fabrieken, maar ook schuren en garages zijn gebouwen. Bouwwerken die geen gebouw zijn, zijn bijvoorbeeld erfafscheidingen, bruggen en antennemasten. Artikelen 3 t/m 6: Woondoeleinden De bestemming woondoeleinden is een verzamelbestemming voor de in het plangebied voorkomende vrijstaande en aaneengebouwde woningen. Ook woonboerderijen behoren daartoe. Door de bebouwingsaanduiding zijn o.a. de toegelaten hoogten en aantallen (aaneen) te bouwen woningen vastgelegd. Artikel 7: Tuin Deze bestemming is gegeven aan de gronden die behoren tot het erf van de woondoeleinden. Op deze gronden is in beginsel geen bebouwing toegestaan, met uitzondering van de in de voorschriften aangegeven bebouwing, waartoe een vrijstellingsbepaling is opgenomen. Artikel 8 t/m 12: Maatschappelijke doeleinden Deze bestemming is opgenomen in verband met de aanwezigheid van een aantal scholen, kerken, verenigingsgebouwen en zorginstellingen. Al deze specifieke instellingen hebben een toegesneden bestemming gekregen. Artikel 13: Begraafplaats Hiermee wordt de algemene begraafplaats in Wagenborgen in het bestemmingsplan vastgelegd. Ook wordt een kleine te behouden familiebegraafplaats van de psychiatrische inrichting Groot Bronswijk in de nieuwbouwwijk in het noordoostelijk plandeel in deze bestemming opgenomen. Artikel 14: Agrarische doeleinden In het plangebied komt een aantal agrarische bedrijven voor. Deze bedrijven worden op het bestaande gebruik toegesneden bestemd. Artikel 15: Bedrijfsdoeleinden In het plangebied komen enkele bedrijven voor, o.a. bouwbedrijven. Deze percelen zijn specifiek voor bedrijfsdoeleinden bestemd. Hieronder zijn ook begrepen kantoorfuncties en dienstverlenende bedrijven. Artikel 16: Detailhandel Wagenborgen kent nog enkele winkels, waaronder een supermarkt. Deze winkels worden alle bestemd als detailhandel. Artikel 17: Horecadoeleinden Aan de bevinden zich een café, een restaurant, een pensionbedrijf en een partycentrum. Deze bedrijven hebben de specifieke bestemming horecadoeleinden gekregen. Artikel 18: Nutsdoeleinden In het plangebied komen gemalen, transformatorstations en dergelijke voor, meestal gelegen op eigen kadastrale percelen. Deze locaties zijn opgenomen in de bestemming nutsdoeleinden. De 22

88 nutsvoorzieningen van ondergeschikte aard en omvang, zoals schakelkasten en dergelijke, zijn juridisch geregeld binnen de bestemmingen waarin deze zijn gelegen. Artikelen 19 en 20: Sportdoeleinden/sporthal Binnen het plangebied liggen twee sportveldencomplexen met de daarbij behorende bebouwing. De gebieden hebben een daarop toegesneden bestemming gekregen. Ook de sporthal aan de Kokslaan is specifiek bestemd. Artikel 21: Verblijfsrecreatieve doeleinden Aan het Proostmeer is een kampeerterrein aangelegd. Deze voorziening wordt opgenomen onder de bestemming verblijfsrecreatieve doeleinden. Artikel 22: Volkstuinen Ten noorden van de Troostlaan ligt een volkstuinencomplex. Dit complex wordt specifiek op dit gebruik toegesneden bestemd. Artikel 23: Groenvoorzieningen De bestemming groenvoorzieningen is een verzamelbestemming voor groenstroken langs wegen en voor gebieden die van belang zijn voor het behoud van waardevolle groenelementen in het gebied. Hierop is geen bebouwing toegelaten. Artikel 24: Water De bestemming water is gegeven aan het Proostmeer en aan enkele belangrijke watergangen. Door deze expliciete bestemming wordt het belang van de o.a. voor de waterhuishouding belangrijke functie onderschreven en worden deze gronden als zodanig beschermd. Artikel 25: Garageboxen Op een aantal locaties komen kleine complexen van garageboxen ten behoeve van de stalling van motorvoertuigen voor. Deze locaties worden specifiek bestemd. Artikelen 26 en 27: Verkeers- en verblijfsdoeleinden De Fam. Bronsweg en de zorgen voor de gebiedsontsluiting en zijn opgenomen in de bestemming verkeersdoeleinden. De nadruk ligt hier op de afwikkeling van het verkeer. De overige straten zijn opgenomen in de bestemming verkeers- en verblijfsgebied. Ook de bermen, kleinere watergangen, voetpaden en snippergroen maken hier deel van uit, evenals de kleinere nutsgebouwtjes, zoals schakelkasten. Artikelen 28 t/m 31: Dubbel bestemmingsbepalingen In deze voorschriften zijn dubbelbestemmingen opgenomen, waarbij deze bestemmingen nevengeschikt zijn aan de basisbestemmingen. Onder andere is opgenomen in welke gevallen een aanlegvergunning is vereist voor de uitvoering van werken, geen bouwwerken zijnde. Hierbij gaat het om bescherming van monumentale bomen, geluidzone wegverkeerslawaai, het natuurontwikkelingsgebied nabij het Proostmeer en nuts- en buisleidingen. Artikel 31 t/m 37: Algemene voorschriften In deze artikelen is een aantal gebruikelijke bepalingen opgenomen, waaronder algemene vrijstellingsen wijzigingsvoorschriften, overgangsbepalingen en slotbepalingen. 6.4 Handhaving Handhaving van het plan en toezicht op de naleving van de voorschriften is van belang om de opgenomen ruimtelijke kwaliteiten ook op langere termijn daadwerkelijk te kunnen vasthouden. 23

89 Daarnaast is handhaving van belang uit een oogpunt van rechtszekerheid: alle bewoners en gebruikers van het gebied dienen door de gemeente op een zelfde wijze daadwerkelijk aan het plan te worden gehouden. Met deze oogmerken is in het plan gestreefd naar een zo groot mogelijke eenvoud van in het bijzonder de voorschriften. Toegankelijkheid en leesbaarheid dienen bij te dragen in de mogelijkheden om toe te zien op de naleving. Daarom zijn in het plan geen bepalingen opgenomen die, hoewel op zichzelf niet ongewenst, in de praktijk niet kunnen worden gehandhaafd. In het verlengde daarvan is zo veel mogelijk afgezien van bepalingen die door belanghebbenden in het plangebied als een onnodige beperking kunnen worden gevoeld. Hoe minder knellend de voorschriften zijn, hoe kleiner de kans dat de voorschriften worden overtreden. In de praktijk worden op de lange duur alleen regels gerespecteerd waarvan door betrokkenen de noodzaak en redelijkheid wordt ingezien. Het gemeentebestuur draagt de verantwoordelijkheid om toe te zien op de opgenomen regels in het bestemmingsplan. Temeer waar deze regels uitsluitend betrekking hebben op hoofdzaken, zal op de naleving van het bestemmingsplan stipt worden toegezien. In het slotartikel is bepaald dat burgemeester en wethouders ten minste iedere vijf jaar een evaluatieverslag uitbrengen aan de raad. Het gaat daarbij om een kort verslag waarin antwoord wordt gegeven op de vragen of de nagestreefde doelstellingen van het plan zijn bereikt, of het daadwerkelijk mogelijk is gebleken het plan te handhaven en of er aanleiding bestaat tot bijstelling van het bestemmingsplan. 24

90 7. Uitvoerbaarheid 7.1 Economische uitvoerbaarheid Ingeval van nieuwe ontwikkelingen is het van belang dat de financiële consequenties in kaart zijn gebracht voordat het bestemmingsplan van kracht wordt. De mogelijk financiële consequenties van de ontwikkeling van het Groot Bronswijk terrein zijn nog niet bekend, zodat dit in de toekomst te ontwikkelen gebied buiten dit bestemmingsplan is gehouden Het bestemmingsplan is vooral conserverend van aard. Bij eventuele kleinschalige ontwikkelingen met toepassing van een wijzigingsbevoegdheid zal er geen sprake zijn van een actief gemeentelijk grondbeleid. 7.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid Inspraak Over het voorontwerp van dit bestemmingsplan is overeenkomstig de gemeentelijke inspraakverordening gelegenheid tot inspraak gegeven. Reacties en de afwegingen zijn opgenomen in bijlage 3: de Nota van reacties en commentaar Overleg Ten behoeve van het ambtelijk vooroverleg als bedoeld in artikel 10 van het Besluit op de ruimtelijke ordening is het vooroverleg van het bestemmingsplan aan de volgende instanties gezonden: - De Commissie Bestemmingsplannen provincie Groningen; - De inspecteur van de ruimtelijke ordening; - Het ministerie van LNV; - Het ministerie van EZ; - Rijkswaterstaat, directie Noord Nederland; - De Rijksdienst voor de monumentenzorg; - De dienst Gebouwen, werken en terreinen van het ministerie van Defensie - De Rijksdienst voor het oudheidkundig bodemonderzoek; - Het waterschap Hunze en Aa s; - NV Nederlandse Gasunie; - De NLTO Een samenvatting van de ontvangen reacties en de verwerking daarvan zijn opgenomen in de nota van reacties en commentaar (bijlage 3). 25

91 Bijlage Archeologiekaart AMK/lKA W (archeologische monumentenkaart/jndjcatieve kaart van archeologische waarden)

92

93 Bijlage 2

94

95 Soort bedrijf loonbedrijven ten behoeve van land- en tulinbouw aardolie- en aardgaswinning en -exploratie loonbedrijven ten behoeve van land- en tuinbouw aardolie- en aardgaswinning en -exploratie dieseltank (bovengronds) 01 ievatenopslag plaats hbo-tank meubelindustrie vervoersbedrijven huisbrandstoffen (ondergronds) a uto re paratie bed rijven autorepa ratiebed ri jven algemeen loonbedrijven ten behoeve van land- en tuiinbouw loonbedrijven ten behoeve van land- en tuinbouw loonbedrijven ten behoeve van land- en tuihbouw exped huisbrandstoffen loonbedrijven ten behoeve van land- en tuinbouw I grofsmederij I benzinepompinstallatie : ondergrondse benzinetank \ benzinepompinstallatie londergrondse benzinetank I Ischoen- en schoenonderdelen fabr. \wegvervoer lmachinesmederij ~utoreparatiebedrijven ~ utorepa ratiebed rijven utoreparatiebedrijven eparatie van fietsen en brommers yervoersbedrijven algemeen reparatie van fietsen en brommers qeparatie van fietsen en brommers ~ransportmiddelen ~eubelindustrie ~uisbrandstoffen industrie ~xped machinereparatiebedrijven roothandel in brandstoffen n.e.g. Ionbedrijven ten behoeve van land- en tuinbouw Ionbedrijf e ped g oothandel wegvervoer I exped e~ped t.b. v. land- en tuinbouw in brandstoffen ol\ievatenopslagplaats di~seltank (bovengronds) b9vengrondse olietank di~seltank (bovengronds) i lopnbedrijven ten behoeve van land- en tuinbouw di~seltank (bovengronds) b~nzinepompinstallatie orldergrondse benzinetank di~seltank (bovengronds) Straat De Wilgen De Wilgen De Wilgen De Wilgen De Wilgen Fam Bronsweg Fam Bronsweg Fam Bronsweg Fam Bronsweg Fam Bronsweg Fam Bronsweg Fam Bronsweg G Boelmanweg H L Emmensweg Huisnr Bijl,ge 2a Potentieel ernstig verontreinigde locaties in Wagenborgen

96 dieseltank (bovengronds) olievatenopslagplaats dieseltank (bovengronds) bovengrondse olietank benzinepompinstallatie ondergrondse benzinetank afgewerkte olietank (ondergronds) loonbedrijven ten behoeve van land- en tuinbouw loonbedrijven ten behoeve van land- en tuinbouw dieseltank huisbrandstoffen a utoreparatiebed loonbedrijf (bovengronds) rijven t.b.v. land- en tuinbouw exped cement kalk gips betonw. asbestcem. fab dieseltank (bovengronds) cement kalk gips betonw. asbestcem. fab loonbedrijven ten behoeve van land- en tuinbouw demping (niet gespecificeerd) dieseltank (bovengronds) groothandel I autoreparatiebedrijven in brandstoffen Kerkstraat Kerkstraat Kerkstraat Kerkstraat Kerkstraat Kerkstraat Kerkstraat Kerkstraat Kerkstraat Bijl~ge 2a Potentieel ernstig verontreinigde locaties in Wagenborgen

97 Soort bedrijf Straat goederenwegvervoer n.e.g. De Berken goederenwegvervoer n.e.g. Fam Bronsweg kledingindustrie Fam Bronsweg kledingindustrie G Boelmanweg akkerbouwprodukten en veevoeder G Boelmanweg schoonmaakbedrijven van gebouwen G Boelmanweg grond-water en wegenbouw H L Emmensweg aannemingsbedrijven auto's fietsen H L Emmensweg H L Emmensweg aannemingsbedrijven akkerbouwprodukten en veevoeder aannemersbedrijven van timmerwerken plantsoendiensten brood en banketfabrieken autoverhuurbedrijf brood en banketfabrieken brood en banketfabrieken ijzersmederij ijzersmederij binnenvaartbedrijven groothandel in verf- en verfwaren overige kledingindustrie aannemingsbedrijven! aannemingsbedrijven i aannemersbedrijven : burgerlijk- en utiliteitsbouwbedrijf! brood en banketfabrieken :slachterijen (excl. Pluimveeslachterijen) :graanverwerkende industrie 'vleesverwerkende industrie vleesverwerkende industrie slachthuis ~annemingsbedrijven yleesverwerkende industrie aannemingsbedrijven ~childers- en glaszettersbedrijven $childers- en glaszettersbedrijven $annemingsbedrijven ~annemingsbedrijven ~uto's fietsen ~choonmaakbedrijven Schoonmaakbedrijven ~rond-water en wegenbouw glrond-water en wegenbouw Iqodgieters- S~ hilders- en glaszettersbedrijven Kerkstraat s hilders- en glaszettersbedrijven Kerkstraat b ood en banketfabrieken Kerkstraat gbederenwegvervoer n.e.g. Kerkstraat s~ederijen Kerkstraat g~aanverwerkende industrie Kerkstraat a~nnemersbedrijven Kerkstraat m~chin. appar. mot. pomp. meetlregela~ Kwelders a~nnemingsbedrijven a~nnemingsbedrijven Troostlaan Troostlaan Huisnr Bijlfge 2b Potentieel verontreinigde locaties in Wagenborgen

98 groothandel in slachtafvallen groothandel in oud papier Verbindingsweg Verbindingsweg 14 14

R e g e l s rgl

R e g e l s rgl R e g e l s 267.00.01.43.01.rgl I n h o u d s o p g a v e I n l e i d e n d e r e g e l s Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Relatie met geldend bestemmingsplan 5 B e s t e m m i n g s r e g e l s Artikel

Nadere informatie

ARTIKEL 1. BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN 1 ARTIKEL 2. WIJZE VAN METEN 2 ARTIKEL 3. ANTI-DUBBELTELBEPALING 2 ARTIKEL 4. VERWIJZING NAAR KAART 2

ARTIKEL 1. BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN 1 ARTIKEL 2. WIJZE VAN METEN 2 ARTIKEL 3. ANTI-DUBBELTELBEPALING 2 ARTIKEL 4. VERWIJZING NAAR KAART 2 INHOUD VOORSCHRIFTEN ARTIKEL 1. BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN 1 ARTIKEL 2. WIJZE VAN METEN 2 ARTIKEL 3. ANTI-DUBBELTELBEPALING 2 ARTIKEL 4. VERWIJZING NAAR KAART 2 ARTIKEL 5. VRIJSTAANDE WONINGEN. 3 ARTIKEL 6.

Nadere informatie

het project het projectbesluit Loo, Husselarijstraat 46 in de gemeente Duiven.

het project het projectbesluit Loo, Husselarijstraat 46 in de gemeente Duiven. Artikel 1 Begrippen In deze regels wordt verstaan onder: het project het projectbesluit Loo, Husselarijstraat 46 in de gemeente Duiven. de projectkaart de analoge en digitale voorstelling van de in het

Nadere informatie

BIJLAGE 2 tekst herziene voorschriften van Westenholte

BIJLAGE 2 tekst herziene voorschriften van Westenholte BIJLAGE 2 tekst herziene voorschriften van Westenholte Artikel 1 Begripsbepalingen In deze voorschriften wordt verstaan onder: 1.23 carport: een overdekt bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat blijkens zijn

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE REGELS... 2 Artikel 1 Begripsbepalingen... 2 Artikel 2 Wijze van meten... 5

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE REGELS... 2 Artikel 1 Begripsbepalingen... 2 Artikel 2 Wijze van meten... 5 Inhoudsopgave HOOFDSTUK 1 ALGEMENE REGELS... 2 Artikel 1 Begripsbepalingen... 2 Artikel 2 Wijze van meten... 5 HOOFDSTUK 2 BESTEMMINGEN... 6 Artikel 3 Wonen... 6 3.1 Bestemmingsomschrijving... 6 3.2 Bouwregels...

Nadere informatie

Artikel 4: Woondoeleinden 2

Artikel 4: Woondoeleinden 2 05-01-03 blz 17 Artikel 4: Woondoeleinden 2 4. 1. Bestemmingsomschrijving De voor woondoeleinden 2 aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. woonhuizen, al dan niet in combinatie met ruimte voor een aan-huis-verbonden

Nadere informatie

wijzigingsplan Nieuwveenseweg 36a Inhoudsopgave Regels vastgesteld

wijzigingsplan Nieuwveenseweg 36a Inhoudsopgave Regels vastgesteld Nieuwveenseweg 36a Inhoudsopgave Regels 3 Hoofdstuk 1 Artikel 1 Artikel 2 Inleidende regels Begrippen Wijze van meten 4 4 6 Hoofdstuk 2 Artikel 3 Bestemmingsregels Wonen 7 7 Hoofdstuk 3 Artikel 4 Artikel

Nadere informatie

Ossenwaard (perceel tussen 3 en 5) - Cothen

Ossenwaard (perceel tussen 3 en 5) - Cothen Ossenwaard (perceel tussen 3 en 5) - Cothen regels behorende bij het bestemmingsplan Gemeente: Wijk bij Duurstede Plan status: vastgesteld Datum: september 2011 Inhoudsopgave Regels 3 Hoofdstuk 1 Inleidende

Nadere informatie

1. INLEIDENDE BEPALINGEN VAN ALGEMENE AARD

1. INLEIDENDE BEPALINGEN VAN ALGEMENE AARD 05-11-03 blz 1 1. INLEIDENDE BEPALINGEN VAN ALGEMENE AARD Artikel 1: Begripsbepalingen In deze voorschriften wordt verstaan onder: 1. het plan: het Bestemmingsplan Swifterbant - Bloemenzoom (7030) ; 2.

Nadere informatie

Artikel 6: Woondoeleinden 4

Artikel 6: Woondoeleinden 4 05-01-03 blz 29 Artikel 6: Woondoeleinden 4 6. 1. Bestemmingsomschrijving De voor woondoeleinden 4 aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. woonhuizen, al dan niet in combinatie met ruimte voor een aan-huis-verbonden

Nadere informatie

De op de plankaart voor "Wonen" (W) aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. woningen en woongebouwen; b. aan- en uitbouwen en bijgebouwen;

De op de plankaart voor Wonen (W) aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. woningen en woongebouwen; b. aan- en uitbouwen en bijgebouwen; Artikel 9 Wonen (W) 1. Bestemmingsomschrijving De op de plankaart voor "Wonen" (W) aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. woningen en woongebouwen; b. aan- en uitbouwen en bijgebouwen; met de daarbijbehorende:

Nadere informatie

Bestemming Verblijfsrecreatieve

Bestemming Verblijfsrecreatieve BIJLAGE 3 Bestemming Verblijfsrecreatieve doeleinden 1 Artikel Verblijfsrecreatieve doeleinden Bestemmingsomschrijving De voor verblijfsrecreatieve doeleinden aangewezen gronden zijn bestemd voor: a.

Nadere informatie

BESTEMMINGSBEPALINGEN

BESTEMMINGSBEPALINGEN 05-01-03 blz 11 BESTEMMINGSBEPALINGEN Artikel 3: Woondoeleinden 1 3. 1. Bestemmingsomschrijving De voor woondoeleinden 1 aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. woonhuizen, al dan niet in combinatie met

Nadere informatie

... Voorschriften ... 160.00.09.31.00.vrs

... Voorschriften ... 160.00.09.31.00.vrs Voorschriften 160.00.09.31.00.vrs Inhoudsopgave Algemene bepalingen 3 Artikel 1 Begripsbepalingen 3 Artikel 2 Wijze van meten 6 Bestemmingsbepalingen 7 Artikel 3 Recreatieterrein 7 Artikel 4 Agrarische

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Bestemmingsplan Bestemmingsplan Luttermolenveld, 4e partiële herziening Vastgesteld

Inhoudsopgave. Bestemmingsplan Bestemmingsplan Luttermolenveld, 4e partiële herziening Vastgesteld Regels Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleidende regels 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Wijze van meten 5 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 6 Artikel 3 Groen 6 Artikel 4 Tuin 7 Hoofdstuk 3 Algemene regels 9 Artikel

Nadere informatie

GEMEENTE HEERENVEEN UITWERKING 3 e FASE SKOATTERWÂLD (WONINGBOUW TEN OOSTEN VAN DE BOSVELDEN, DEEL 1) INHOUDSOPGAVE

GEMEENTE HEERENVEEN UITWERKING 3 e FASE SKOATTERWÂLD (WONINGBOUW TEN OOSTEN VAN DE BOSVELDEN, DEEL 1) INHOUDSOPGAVE GEMEENTE HEERENVEEN UITWERKING 3 e FASE SKOATTERWÂLD (WONINGBOUW TEN OOSTEN VAN DE BOSVELDEN, DEEL 1) REGELS INHOUDSOPGAVE blz HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS 1 Artikel 1: Begripsbepalingen 1 HOOFDSTUK 2.

Nadere informatie

LTS - park in Musselkanaal

LTS - park in Musselkanaal gemeente Stadskanaal bouwkavels in het LTS - park in Musselkanaal Verkoopbrochure 1 maart 2017 - kaveltekening en prijzen - criteria welstandsnota - bestemmingsplan Leeswijzer Op bladzijde 3 en 4 vindt

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Heerde Dorp, Brede School Heerde West, 1 e herziening Vastgesteld

Inhoudsopgave. Heerde Dorp, Brede School Heerde West, 1 e herziening Vastgesteld Regels Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleidende regels 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Wijze van meten 5 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 6 Artikel 3 Maatschappelijk 6 Hoofdstuk 3 Algemene regels 8 Artikel

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE BEPALINGEN 1 Artikel 1 BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN 1 Artikel 2 WIJZE VAN METEN 5

HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE BEPALINGEN 1 Artikel 1 BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN 1 Artikel 2 WIJZE VAN METEN 5 Inhoudsopgave HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE BEPALINGEN 1 Artikel 1 BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN 1 Artikel 2 WIJZE VAN METEN 5 HOOFDSTUK 2 BESTEMMINGSBEPALINGEN 7 Artikel 3 GROEN 7 Artikel 4 TUIN 8 Artikel 5 VERKEER

Nadere informatie

GEMEENTE NIJEFURD / BESTEMMINGSPLAN BESCHERMD STADSGEZICHT HINDELOOPEN. INHOUDSOPGAVE Blz

GEMEENTE NIJEFURD / BESTEMMINGSPLAN BESCHERMD STADSGEZICHT HINDELOOPEN. INHOUDSOPGAVE Blz GEMEENTE NIJEFURD 03-50-06 / 06-09-05 BESTEMMINGSPLAN BESCHERMD STADSGEZICHT HINDELOOPEN VOORSCHRIFTEN INHOUDSOPGAVE Blz INLEIDENDE BEPALINGEN VAN ALGEMENE AARD 1 Artikel 1: Begripsbepalingen 1 Artikel

Nadere informatie

waarbij, ter plaatse van de aanduiding karakteristiek, de instandhouding van de bestaande karakteristieke hoofdvorm wordt nagestreefd;

waarbij, ter plaatse van de aanduiding karakteristiek, de instandhouding van de bestaande karakteristieke hoofdvorm wordt nagestreefd; 05-01-03 blz 49 Artikel 12: Bedrijfsdoeleinden 12. 1. Bestemmingsomschrijving De voor bedrijfsdoeleinden aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. gebouwen ten behoeve van: 1. bedrijven die zijn genoemd

Nadere informatie

Detailuittreksel bestemmingsplan

Detailuittreksel bestemmingsplan Detailuittreksel bestemmingsplan Als u gaat bouwen is het bestemmingsplan Salland II van toepassing. In dit plan staan voorschriften waar u rekening mee moet houden bij de bouw van de woning en het gebruik

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDENDE EN ALGEMENE BEPALINGEN. Begripsomschrijvingen 2. BESTEMMINGSBEPALINGEN

INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDENDE EN ALGEMENE BEPALINGEN. Begripsomschrijvingen 2. BESTEMMINGSBEPALINGEN Voorschriften VOORSCHRIFTEN De voorschriften van het bestemmingsplan Souburg-Noord, vastgesteld door de raad op 28 november 2002 en goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van Zeeland op 18 februari 2003,

Nadere informatie

Wonen. 1.2 Bouwregels

Wonen. 1.2 Bouwregels 1 Wonen 1.1 Bestemmingsomschrijving De voor Wonen - 2 aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. woonhuizen al dan niet in combinatie met ruimte voor een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige

Nadere informatie

Hertog Reinaldlaan 2, Horst

Hertog Reinaldlaan 2, Horst Inhoudsopgave Regels 3 Hoofdstuk 1 Inleidende regels Artikel 1 Begrippen Artikel 2 Wijze van meten 4 4 6 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels Artikel 3 Wonen 7 7 Hoofdstuk 3 Artikel Artikel Artikel Artikel Algemene

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE BEPALINGEN 1 Artikel 1 BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN 1 Artikel 2 WIJZE VAN METEN 5

HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE BEPALINGEN 1 Artikel 1 BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN 1 Artikel 2 WIJZE VAN METEN 5 Voorschriften HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE BEPALINGEN 1 Artikel 1 BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN 1 Artikel 2 WIJZE VAN METEN 5 HOOFDSTUK 2 BESTEMMINGSBEPALINGEN 7 Artikel 3 GROEN 7 Artikel 4 TUIN 8 Artikel 5 VERKEER

Nadere informatie

bestemmingsplan Ossehaar, uitwerkingsplan fase B VOORSCHRIFTEN februari

bestemmingsplan Ossehaar, uitwerkingsplan fase B VOORSCHRIFTEN februari VOORSCHRIFTEN februari 2007 20 Artikel 1 Begripsbepalingen In deze bepalingen wordt verstaan onder: a. Het plan: Bestemmingsplan Ossehaar, uitwerkingsplan fase B. b. De plankaart: De plankaart van het

Nadere informatie

GEMEENTE LEEUWARDEN 03-37-11 / 14-07-06 BESTEMMINGSPLAN LEEUWARDEN - KLANDERIJBUURT/TULPENBURG INHOUDSOPGAVE VOORSCHRIFTEN. Link naar de TOELICHTING

GEMEENTE LEEUWARDEN 03-37-11 / 14-07-06 BESTEMMINGSPLAN LEEUWARDEN - KLANDERIJBUURT/TULPENBURG INHOUDSOPGAVE VOORSCHRIFTEN. Link naar de TOELICHTING GEMEENTE LEEUWARDEN 03-37-11 / 14-07-06 BESTEMMINGSPLAN LEEUWARDEN - KLANDERIJBUURT/TULPENBURG INHOUDSOPGAVE VOORSCHRIFTEN Link naar de TOELICHTING INLEIDENDE BEPALINGEN VAN ALGEMENE AARD Artikel 1: Artikel

Nadere informatie

B i j l a g e 5 : R e g e l s b e h o r ende bij de ruimtelijke onderbouwing projectb es l u i t. 300.00.00.29.00.rgl

B i j l a g e 5 : R e g e l s b e h o r ende bij de ruimtelijke onderbouwing projectb es l u i t. 300.00.00.29.00.rgl B i j l a g e 5 : R e g e l s b e h o r ende bij de ruimtelijke onderbouwing projectb es l u i t w a t er b er g i n g K o r t e B e l k m er w eg te t Z a n d 300.00.00.29.00.rgl I n h o u d s o p g a

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Bestemmingsregels 1 Artikel 1 Begrippen 1 Artikel 2 Wijze van meten 5

Hoofdstuk 1 Bestemmingsregels 1 Artikel 1 Begrippen 1 Artikel 2 Wijze van meten 5 Regels 0375-20-R02 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Bestemmingsregels 1 Artikel 1 Begrippen 1 Artikel 2 Wijze van meten 5 Hoofdstuk 2 Bestemmingen 6 Artikel 3 Groen 6 Artikel 4 Tuin 7 Artikel 5 Wonen 8 Hoofdstuk

Nadere informatie

Verkeers- en verblijfsdoeleinden. Uitsluiting aanvullende werking bouwverordening Algemene vrijstellingsbevoegdheid

Verkeers- en verblijfsdoeleinden. Uitsluiting aanvullende werking bouwverordening Algemene vrijstellingsbevoegdheid Voorschriften Bestemmingsplan "Haarboer" Inhoudsopgave Paragraaf I Paragraaf II Paragraaf III Artikel 1. Artikel 2. Artikel 3. Artikel 4. Artikel 5. Artikel 6. Artikel 7. Artikel 8. Artikel 9. Artikel

Nadere informatie

Voorschriften januari 2007

Voorschriften januari 2007 Voorschriften januari 2007 Inhoudsopgave Paragraaf I. Definities 1 Artikel 1. Begripsbepalingen... 1 Artikel 2. Wijze van meten... 4 Paragraaf II. Gedetailleerde bestemming 5 Artikel 3. Woongebouwen...

Nadere informatie

PROJECTBESLUIT SCHONENBURGSEIND 40

PROJECTBESLUIT SCHONENBURGSEIND 40 PROJECTBESLUIT SCHONENBURGSEIND 40 2 van 13 Inhoudsopgave Regels 3 Hoofdstuk 1 Inleidende regels 4 Artikel 1 Begrippen 4 Artikel 2 Wijze van meten 7 Hoofdstuk 2 Besluitvlakregels 8 Artikel 3 Gemengd 8

Nadere informatie

GEMEENTE GAASTERLAN SLEAT / BESTEMMINGSPLAN BAKHUIZEN UITBREIDING INHOUDSOPGAVE

GEMEENTE GAASTERLAN SLEAT / BESTEMMINGSPLAN BAKHUIZEN UITBREIDING INHOUDSOPGAVE GEMEENTE GAASTERLAN SLEAT 04-18-02 / 29-09-05 BESTEMMINGSPLAN BAKHUIZEN UITBREIDING VOORSCHRIFTEN INHOUDSOPGAVE blz 1. INLEIDENDE BEPALINGEN VAN ALGEMENE AARD 1 Artikel 1: Begripsbepalingen 1 Artikel 2:

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1 Inleidende regels

HOOFDSTUK 1 Inleidende regels Regels HOOFDSTUK 1 Inleidende regels Artikel 1 Begrippen a. het plan: het bestemmingsplan Assenrade, uitwerkingsplan Assenrade, fase 1, van de gemeente Hattem, als bedoeld in artikel 3.6 lid 1 onder b

Nadere informatie

BIJLAGE 2. Van toepassing zijnde regels na wijziging in de bestemming

BIJLAGE 2. Van toepassing zijnde regels na wijziging in de bestemming BIJLAGE 2 Van toepassing zijnde regels na wijziging in de bestemming 1 Artikel : Wonen Bestemmingsomschrijving A. De voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor: 1. woonhuizen al dan niet in combinatie

Nadere informatie

1.1 plan: het bestemmingsplan 'Varkenshouderij Laarstraat' van de gemeente Oude IJsselstreek; 1.2 bestemmingsplan: de geometrisch bepaalde

1.1 plan: het bestemmingsplan 'Varkenshouderij Laarstraat' van de gemeente Oude IJsselstreek; 1.2 bestemmingsplan: de geometrisch bepaalde Hoofdstuk 1 Artikel 1 1.1 plan: Begrippen Inleidende regels het bestemmingsplan 'Varkenshouderij Laarstraat' van de gemeente Oude IJsselstreek; 1.2 bestemmingsplan: de geometrisch bepaalde planobjecten

Nadere informatie

Regels bestemmingsplan "3e herziening van het bestemmingsplan Oud- en Nieuw Krispijn, locatie Laan der VN"

Regels bestemmingsplan 3e herziening van het bestemmingsplan Oud- en Nieuw Krispijn, locatie Laan der VN Regels bestemmingsplan "3e herziening van het bestemmingsplan Oud- en Nieuw Krispijn, locatie Laan der VN" - 1 - HOOFDSTUK 1 Inleidende regels Artikel 1 Begrippen 1.1 het plan het bestemmingsplan 3e herziening

Nadere informatie

Voorschriften februari 2008

Voorschriften februari 2008 Voorschriften februari 2008 Inhoudsopgave voorschriften Hoofdstuk I Inleidende bepalingen 1 Artikel 1 Begripsbepalingen... 1 Artikel 2 Wijze van meten... 7 Hoofdstuk II Bestemmingsbepalingen 9 Artikel

Nadere informatie

Hoofdstraat 120 Stadskanaal

Hoofdstraat 120 Stadskanaal Verkoopbrochure Hoofdstraat 120 1 Verkoopbrochure bouwkavel voor wonen en werken Hoofdstraat 120 Stadskanaal gemeente Stadskanaal 1 januari 2017 Leeswijzer Verkoopbrochure Hoofdstraat 120 2 Verkaveling

Nadere informatie

Van Alewijkstraat Beerzerveld

Van Alewijkstraat Beerzerveld Van Alewijkstraat 32-34 Beerzerveld Inhoudsopgave Regels 3 Hoofdstuk 1 Inleidende regels 4 Artikel 1 Begrippen 4 Artikel 2 Wijze van meten 7 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 8 Artikel 3 Centrum 8 Hoofdstuk

Nadere informatie

Regels bestemmingsplan 4e Herziening Wielwijk, locatie Krabbestein

Regels bestemmingsplan 4e Herziening Wielwijk, locatie Krabbestein Regels bestemmingsplan 4e Herziening Wielwijk, locatie Krabbestein - 1 - HOOFDSTUK 1 Inleidende regels Artikel 1 Begrippen 1.1 het plan het bestemmingsplan 4e Herziening Wielwijk, locatie Krabbestein van

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1 Inleidende regels

HOOFDSTUK 1 Inleidende regels Regels HOOFDSTUK 1 Inleidende regels Artikel 1 Begrippen In deze regels wordt verstaan onder: a. plan: het bestemmingsplan Geulecampweg 8/ 8a van de gemeente Montferland; b. bestemmingsplan: de geometrisch

Nadere informatie

Bestemmingsplan Luttermolenveld, 1e partiële herziening: Regels

Bestemmingsplan Luttermolenveld, 1e partiële herziening: Regels pagina 1 van 8 Plan: Bestemmingsplan Luttermolenveld, 1e partiële herziening Status: vastgesteld Plantype: bestemmingsplan IMRO-idn: NL.IMRO.0168.01BP045PH01-0401 Regels Hoofdstuk 1 Inleidende regels Artikel

Nadere informatie

Nog niet gecontroleerde informatie!

Nog niet gecontroleerde informatie! Nog niet gecontroleerde informatie! Het via doorschakelen beschikbare bestand is nog niet gecontroleerd en wordt zo spoedig mogelijk vervangen of aangevuld. Bij het plan horen bovendien nog: Bijzondere

Nadere informatie

Artikel 22: Wonen Bestemmingsomschrijving

Artikel 22: Wonen Bestemmingsomschrijving 05-43-04 blz 50 Artikel 22: Wonen 22.1. Bestemmingsomschrijving De op de plankaart voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. wonen; b. aan-huis-verbonden beroepen; met daaraan ondergeschikt:

Nadere informatie

... Voorschriften vrs

... Voorschriften vrs Voorschriften.. 193.00.02.30.20.00.vrs Inhoudsopgave Algemene bepalingen 3 Artikel 1 Begripsbepalingen 3 Artikel 2 Wijze van meten 8 Artikel 3 Dubbeltelbepaling 9 Bestemmingsbepalingen 11 Artikel 4 Woondoeleinden

Nadere informatie

Regels Grooterkamp-Gorssel Gemeente Lochem

Regels Grooterkamp-Gorssel Gemeente Lochem Regels Grooterkamp-Gorssel Gemeente Lochem wissing stedebouw en ruimtelijke vormgeving b.v. Regels, behorende bij het bestemmingsplan "Grooterkamp" van de gemeente Lochem Wissing stedebouw en ruimtelijke

Nadere informatie

2. BESTEMMINGSBEPALINGEN

2. BESTEMMINGSBEPALINGEN 04-11-08 blz 7 2. BESTEMMINGSBEPALINGEN Artikel 3: Bedrijventerrein Bestemmingsomschrijving A. De op de plankaart voor bedrijventerrein aangewezen gronden zijn bestemd voor: 1. bedrijven die zijn genoemd

Nadere informatie

Partiële herziening van het bestemmingsplan Dronten Zuidelijk Deel (1090)

Partiële herziening van het bestemmingsplan Dronten Zuidelijk Deel (1090) Partiële herziening van het bestemmingsplan Dronten Zuidelijk Deel (1090) Partiële herziening van het bestemmingsplan Dronten Zuidelijk Deel (1090) Code 02-11-06.01 / 31-10-06 GEMEENTE DRONTEN 02-11-06.01

Nadere informatie

Broek 6, 8 en 10 te Sevenum Deze standaard is gebaseerd op de Bro (juni 2007) en SVBP2008 (22 februari 2008).

Broek 6, 8 en 10 te Sevenum Deze standaard is gebaseerd op de Bro (juni 2007) en SVBP2008 (22 februari 2008). Broek 6, 8 en 10 te Sevenum Deze standaard is gebaseerd op de Bro (juni 2007) en SVBP2008 (22 februari 2008). Inhoudsopgave Regels 3 Hoofdstuk 1 Inleidende regels 5 Artikel 1 Begrippen 5 Artikel 2 Wijze

Nadere informatie

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. het wonen;

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. het wonen; Artikel 15 Wonen 15.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. het wonen; alsmede voor: b. garageboxen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'garage'; c. dienstverlening,

Nadere informatie

... Voorschriften vrs

... Voorschriften vrs Voorschriften........... 193.00.02.30.12.vrs Inhoudsopgave Algemene bepalingen 3 Artikel 1 Begripsbepalingen 3 Artikel 2 Wijze van meten 8 Artikel 3 Dubbeltelbepaling 9 Bestemmingsbepalingen 11 Artikel

Nadere informatie

Wonen Bestemmingsomschrijving Bouwregels

Wonen Bestemmingsomschrijving Bouwregels Wonen Bestemmingsomschrijving De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. het wonen met daaronder begrepen beroep-aan-huis; b. ter plaatse van de aanduiding 'opslag' is tevens opslag, niet

Nadere informatie

1. Artikel 12 Horeca. De voor Horeca aangewezen gronden zijn bestemd voor: www.ruimtelijkeplannen.nl - print d.d.

1. Artikel 12 Horeca. De voor Horeca aangewezen gronden zijn bestemd voor: www.ruimtelijkeplannen.nl - print d.d. www.ruimtelijkeplannen.nl - print d.d. 10 september 2014 1. Artikel 12 Horeca 12. 1. Bestemmingsomschrijving De voor Horeca aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. gebouwen ten behoeve van: 1. horeca

Nadere informatie

Regels bestemmingsplan "2e herziening van het bestemmingsplan Dubbeldam, locatie Haaswijkweg west 116"

Regels bestemmingsplan 2e herziening van het bestemmingsplan Dubbeldam, locatie Haaswijkweg west 116 Regels bestemmingsplan "2e herziening van het bestemmingsplan Dubbeldam, locatie Haaswijkweg west 116" - 1 - HOOFDSTUK 1 Inleidende regels Artikel 1 Begrippen 1.1 het plan het bestemmingsplan 2e herziening

Nadere informatie

GEMEENTE LELYSTAD / BESTEMMINGSPLAN LELYSTAD-HAVEN WERKEILAND INHOUDSOPGAVE

GEMEENTE LELYSTAD / BESTEMMINGSPLAN LELYSTAD-HAVEN WERKEILAND INHOUDSOPGAVE GEMEENTE LELYSTAD 04-38-06 / 16-01-09 BESTEMMINGSPLAN LELYSTAD-HAVEN WERKEILAND VOORSCHRIFTEN INHOUDSOPGAVE blz INLEIDENDE BEPALINGEN VAN ALGEMENE AARD 1 Artikel 1: Begripsbepalingen 1 Artikel 2: Wijze

Nadere informatie

Uitwerkingsplan. Assenrade, fase 2. Gemeente Hattem. Datum: 4 juni 2013 Projectnummer:

Uitwerkingsplan. Assenrade, fase 2. Gemeente Hattem. Datum: 4 juni 2013 Projectnummer: Uitwerkingsplan Assenrade, fase 2 Gemeente Hattem Datum: 4 juni 2013 Projectnummer: 120492 INHOUD REGELS 1 Inleidende regels 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Schakelbepaling 3 2 Bestemmingsbepalingen

Nadere informatie

Bijlage 2: Bestemming Wonen - 1

Bijlage 2: Bestemming Wonen - 1 Bijlage 2: Bestemming Wonen - 1 Wonen - 1 1.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Wonen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor a. wonen, eventueel in combinatie met werk aan huis en/of bêd en brochje,

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen -1- Artikel 1 Begripsbepalingen -1- Artikel 2 Algemene bepalingen omtrent bouwen -3-

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen -1- Artikel 1 Begripsbepalingen -1- Artikel 2 Algemene bepalingen omtrent bouwen -3- PLANVOORSCHRIFTEN INHOUDSOPGAVE Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen -1- Artikel 1 Begripsbepalingen -1- Artikel 2 Algemene bepalingen omtrent bouwen -3- Hoofdstuk 2 Bestemmingsbepalingen -4- Artikel 3 Bedrijfsdoeleinden

Nadere informatie

... Voorschriften ... 190.00.04.32.01.vrs Bestemmingsplan Camping De Witte Zwaan II

... Voorschriften ... 190.00.04.32.01.vrs Bestemmingsplan Camping De Witte Zwaan II Voorschriften 190.00.04.32.01.vrs Bestemmingsplan Camping De Witte Zwaan II Inhoudsopgave Algemene bepalingen 3 Artikel 1 Begripsbepalingen 3 Artikel 2 Wijze van meten 6 Bestemmingsbepalingen 7 Artikel

Nadere informatie

Bestemming 2 ^1 kapwoningen W-B2 De Opslach Ryptsjerk

Bestemming 2 ^1 kapwoningen W-B2 De Opslach Ryptsjerk Bestemming 2 ^1 kapwoningen W-B2 De Opslach Ryptsjerk Artikel 6: Wonen - B2 (twee onder één kap) 6.1. Bestemmingsomschrijving De voor Wonen - B2 aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. gebouwen en overkappingen

Nadere informatie

Woondoeleinden 2 (W2)

Woondoeleinden 2 (W2) Artikel 4 Woondoeleinden 2 (W2) 4.1 Doeleindenomschrijving De op de plankaart voor Woondoeleinden 2 (W2) aangewezen gronden zijn bestemd voor de volgende doeleinden: a wonen; b aan huis verbonden beroepen;

Nadere informatie

B i j l a g e 2 : B e s t e m m i n g G e m e n g d

B i j l a g e 2 : B e s t e m m i n g G e m e n g d B i j l a g e 2 : Bestemming Gemengd Artikel 1 Gemengd 1.1 Bestemmingsomschrijving De voor Gemengd aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. woningen, al dan niet in combinatie met: - ruimte voor een aan-huis-verbonden

Nadere informatie

Regels. Kenmerk: R05

Regels. Kenmerk: R05 Regels Kenmerk: 1581-06-R05 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleidende regels 1 Artikel 1 Begrippen 1 Artikel 2 Wijze van meten 3 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 4 Artikel 3 Wonen 4 Hoofdstuk 3 Algemene regels

Nadere informatie

Regels. Groene Scheg- Oldenzaalsestraat

Regels. Groene Scheg- Oldenzaalsestraat Regels Groene Scheg- Oldenzaalsestraat 2 bestemmingsplan Groene Scheg- Oldenzaalsestraat (vastgesteld) Inhoudsopgave Regels Groene Scheg- Oldenzaalsestraat Regels Hoofdstuk 1 Inleidende regels Artikel

Nadere informatie

Regels Bestemmingsplan Uitbreiding zorgcentrum Dekelhem, Gieten

Regels Bestemmingsplan Uitbreiding zorgcentrum Dekelhem, Gieten Regels Bestemmingsplan Uitbreiding zorgcentrum Dekelhem, Gieten Inhoudsopgave Regels 3 Hoofdstuk 1 INLEIDENDE REGELS 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Wijze van meten 6 Hoofdstuk 2 BESTEMMINGSREGELS 7

Nadere informatie

Nieuw-Amsterdam, bedrijfswoning Verlengde Herendijk

Nieuw-Amsterdam, bedrijfswoning Verlengde Herendijk Nieuw-Amsterdam, bedrijfswoning Verlengde Herendijk Inhoudsopgave Regels Regels 3 Hoofdstuk1 Inleidende regels Artikel 1 Begrippen 4 4 Hoofdstuk2 Bestemmingsregels Artikel 2 Groen Artikel 3 Horeca 6 6

Nadere informatie

Regels bestemmingsplan Headyk 8 te Dronrijp

Regels bestemmingsplan Headyk 8 te Dronrijp B u r o H o o g s t r a a t K e r k p l e i n 5 8 1 2 1 B M O l s t T 0 5 7 0 5 6 3 0 8 3 F 0 5 7 0 5 6 4 9 5 8 Regels bestemmingsplan Headyk 8 te Dronrijp Planstatus: concept Datum: 2013-07-08 IMRO code:

Nadere informatie

Bestemming vrijstaande woningen W-A2 De Opslach Ryptsjerk

Bestemming vrijstaande woningen W-A2 De Opslach Ryptsjerk Bestemming vrijstaande woningen W-A2 De Opslach Ryptsjerk Artikel 5: Wonen - A2 (vrijstaande woningen) 5.1. Bestemmingsomschrijving De voor Wonen - A2 aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. gebouwen

Nadere informatie

Piet Mondriaanstraat - Wolvega

Piet Mondriaanstraat - Wolvega Piet Mondriaanstraat - Wolvega Vraagprijs 75.000,= v.o.n. Omschrijving Piet Mondriaanstraat - Wolvega MOOIE, VRIJ GELEGEN HOEKKAVEL VOOR DE BOUW VAN EEN VRIJSTAAND WOONHUIS! Deze bouwkavel is gelegen op

Nadere informatie

A r t i k e l 1 T u i n

A r t i k e l 1 T u i n A r t i k e l 1 T u i n 1. 1 B e s t e m m i n g s o m s c h r i j v i n g De voor Tuin aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. tuinen behorende bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen,

Nadere informatie

VOORSCHRIFTEN. bestemmingsplan Wolfsbos 2006

VOORSCHRIFTEN. bestemmingsplan Wolfsbos 2006 VOORSCHRIFTEN vastgesteld 77 21 augustus 2008 vastgesteld 78 21 augustus 2008 Inleidende bepalingen van algemene aard Artikel 1: Begripsbepalingen 1. bestemmingsplan: Het bestemmingsplan Wolfsbos 2006

Nadere informatie

In deze voorschriften wordt verstaan onder:

In deze voorschriften wordt verstaan onder: BEGRIPSBEPALINGEN Artikel 1 Begripsbepalingen In deze voorschriften wordt verstaan onder: 1. het plan: het Bestemmingsplan Fostedina van de gemeente Noorder-Koggenland; 2. de plankaart: de plankaart van

Nadere informatie

Voorschriften NL.IMRO OH01

Voorschriften NL.IMRO OH01 Voorschriften onherroepelijk 75 22-5-2008 onherroepelijk 76 22-5-2008 Inleidende bepalingen van algemene aard Artikel 1: Begripsbepalingen 1. bestemmingsplan: Het bestemmingsplan van de gemeente Hoogeveen

Nadere informatie

Bestemmingsplanvoorschriften

Bestemmingsplanvoorschriften Bestemmingsplanvoorschriften 3 Hoofdstuk I Definities In het plan wordt verstaan onder: A. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. B. 1. 2. het plan: het onderhavige wijzigingsplan, zijnde de beide kaarten en deze voorschriften;

Nadere informatie

Voorschriften Bestemmingsplan Zuidelijke Stadsrand (Augustapolder), 7 e Uitwerkingsplan 'de Meander, fase 1 (ged)

Voorschriften Bestemmingsplan Zuidelijke Stadsrand (Augustapolder), 7 e Uitwerkingsplan 'de Meander, fase 1 (ged) Voorschriften, 7 e Uitwerkingsplan 'de Meander, fase 1 (ged) 1 2 3 Inhoud: Hoofdstuk I Algemene bepalingen... 1 Artikel 1 Relatie met het bestemmingsplan 'Zuidelijke Stadsrand (Augustapolder)'... 1 Artikel

Nadere informatie

Rypsterdyk 43 in Marsum. Menameradiel Plantype: gemeentelijke overheid/bestemmingsplan

Rypsterdyk 43 in Marsum. Menameradiel Plantype: gemeentelijke overheid/bestemmingsplan pagina 1 van 13 Rypsterdyk 43 in Marsum Menameradiel Status: ontwerp Plantype: gemeentelijke overheid/bestemmingsplan IMRO-idn: NL.IMRO.1908.BPMsmRypsterdyk43-0201 Regels Toelichting Regels Inhoudsopgave

Nadere informatie

1.1 plan: het Fout! Verwijzingsbron niet gevonden. Fout! Verwijzingsbron niet gevonden. van de gemeente Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.

1.1 plan: het Fout! Verwijzingsbron niet gevonden. Fout! Verwijzingsbron niet gevonden. van de gemeente Fout! Verwijzingsbron niet gevonden. Hoofdstuk 1 INLEIDENDE REGELS Artikel 1 Begrippen 1.1 plan: het Fout! Verwijzingsbron niet gevonden. Fout! Verwijzingsbron niet gevonden. van de gemeente Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.; 1.2 bestemmingsplan:

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS... 2 Artikel 1 Begrippen... 2 Artikel 2 Wijze van meten... 5

HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS... 2 Artikel 1 Begrippen... 2 Artikel 2 Wijze van meten... 5 Inhoudsopgave HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS... 2 Artikel 1 Begrippen... 2 Artikel 2 Wijze van meten... 5 HOOFDSTUK 2 BESTEMMINGSREGELS... 6 Artikel 3 Groen... 6 Artikel 4 Maatschappelijk... 7 HOOFDSTUK

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Inleidende regels 3 Artikel 1 Toepassingsregels 3 Artikel 2 Begrippen 3. Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 5 Artikel 3 Wonen 5

Hoofdstuk 1 Inleidende regels 3 Artikel 1 Toepassingsregels 3 Artikel 2 Begrippen 3. Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 5 Artikel 3 Wonen 5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleidende regels 3 Artikel 1 Toepassingsregels 3 Artikel 2 Begrippen 3 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 5 Artikel 3 Wonen 5 Hoofdstuk 3 Overgangs- en slotregels 8 Artikel 4 Slotregel

Nadere informatie

Artikel 8 Centrum Bestemmingsomschrijving

Artikel 8 Centrum Bestemmingsomschrijving Artikel 8 Centrum - 1 8.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Centrum - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. gebouwen en overkappingen ten behoeve van: 1. maatschappelijke voorzieningen; 2. cultuur

Nadere informatie

INHOUD 1 INLEIDENDE BEPALINGEN 1 2 BESTEMMINGSBEPALINGEN 5 3 ALGEMENE BEPALINGEN 8 4 OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN 11 VOORSCHRIFTEN DE PLANKAART III

INHOUD 1 INLEIDENDE BEPALINGEN 1 2 BESTEMMINGSBEPALINGEN 5 3 ALGEMENE BEPALINGEN 8 4 OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN 11 VOORSCHRIFTEN DE PLANKAART III INHOUD VOORSCHRIFTEN 1 INLEIDENDE BEPALINGEN 1 ARTIKEL 1 BEGRIPSBEPALINGEN 1 ARTIKEL 2 WIJZE VAN METEN 4 2 BESTEMMINGSBEPALINGEN 5 ARTIKEL 3 RECREATIE 5 ARTIKEL 4 WONEN 5 ARTIKEL 5 ZONE TEN BEHOEVE VAN

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE VAN DE VOORSCHRIFTEN

INHOUDSOPGAVE VAN DE VOORSCHRIFTEN 90 INHOUDSOPGAVE VAN DE VOORSCHRIFTEN 1 INLEIDENDE BEPALINGEN 4 Artikel 1 Begripsbepalingen 4 Artikel 2 Wijze van meten 13 2 BEPALINGEN VOOR BASISBESTEMMINGEN 15 Artikel 3 Artikel 4 Artikel 5 Artikel 6

Nadere informatie

REGELS Ontwerp bestemmingsplan Boomkwekerij nabij Akkerweg 9 Gemeente Utrechtse Heuvelrug

REGELS Ontwerp bestemmingsplan Boomkwekerij nabij Akkerweg 9 Gemeente Utrechtse Heuvelrug REGELS Ontwerp bestemmingsplan Boomkwekerij nabij Akkerweg 9 Gemeente Utrechtse Heuvelrug - 1 - INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS 3 Artikel 1 Begrippen 4 Artikel 2 Wijze van meten 5 HOOFDSTUK

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS

HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS Regels HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS... 1 Artikel 1 Begrippen... 1 Artikel 2 Nadere regels... 1 HOOFDSTUK 2 Bestemmingsregels... 2 Artikel 3 Groen... 2 Artikel 4 Maatschappelijk... 2 Artikel 5 Verkeer

Nadere informatie

Bestemmingsplanvoorschriften behorende het bestemmingsplan 'Brabantse Poort XI' (Van Rosenburgweg)

Bestemmingsplanvoorschriften behorende het bestemmingsplan 'Brabantse Poort XI' (Van Rosenburgweg) VOORSCHRIFTEN Bestemmingsplanvoorschriften behorende het bestemmingsplan 'Brabantse Poort XI' (Van Rosenburgweg) HOOFDSTUK I DEFINITIES In het plan wordt verstaan onder: A 1 het plan: het onderhavige bestemmingsplan,

Nadere informatie

Regels bestemmingsplan Headyk 8 te Dronrijp

Regels bestemmingsplan Headyk 8 te Dronrijp B u r o H o o g s t r a a t K e r k p l e i n 5 8 1 2 1 B M O l s t T 0 5 7 0 5 6 3 0 8 3 F 0 5 7 0 5 6 4 9 5 8 Regels bestemmingsplan Headyk 8 te Dronrijp Planstatus: ontwerp Datum: 2015-03-18 IMRO code:

Nadere informatie

Voorschriften 69. I Inleidende bepalingen 71. Artikel 1 Begripsbepalingen 71 Artikel 2 Wijze van meten 76 Artikel 3 Bestaande afstanden en maten 77

Voorschriften 69. I Inleidende bepalingen 71. Artikel 1 Begripsbepalingen 71 Artikel 2 Wijze van meten 76 Artikel 3 Bestaande afstanden en maten 77 Zandweerd-Zuid Voorschriften 69 I Inleidende bepalingen 71 Artikel 1 Begripsbepalingen 71 Artikel 2 Wijze van meten 76 Artikel 3 Bestaande afstanden en maten 77 II Bestemmingsbepalingen 78 Artikel 4 Bedrijf

Nadere informatie

Ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' zijn de gronden tevens bestemd voor langzaam verkeersdoeleinden.

Ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' zijn de gronden tevens bestemd voor langzaam verkeersdoeleinden. Artikel 21 Wonen 21.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor wonen met de bijbehorende voorzieningen, zoals tuinen, erven, parkeervoorzieningen, watergangen waterretentievoorzieningen

Nadere informatie

P l a n r e g e l s vrs

P l a n r e g e l s vrs P l a n r e g e l s 012.10.01.02.00.vrs I n h o u d s o p g a v e Artikel 1 Relatie met het vigerende bestemmingsplan 3 Artikel 2 Wonen 4 Artikel 3 Geluidzone (dubbelbestemming) 9 Artikel 4 Anti-dubbeltelregel

Nadere informatie

Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleidende voorwaarden... 3 Hoofdstuk 2 Ruimtelijke randvoorwaarden... 5

Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleidende voorwaarden... 3 Hoofdstuk 2 Ruimtelijke randvoorwaarden... 5 1 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleidende voorwaarden... 3 Artikel 1 Definities... 3 Hoofdstuk 2 Ruimtelijke randvoorwaarden... 5 Artikel 2 Recreatie... 5 Gemeente Gilze en Rijen 2 Ruimtelijke randvoorwaarden

Nadere informatie

Regels bestemmingsplan Camperstandplaatsen Balk. Planstatus: ontwerp Datum: Plan identificatie: NL.IMRO.0653.BPL2012100010-ON01 Auteur: Ontwikkeling

Regels bestemmingsplan Camperstandplaatsen Balk. Planstatus: ontwerp Datum: Plan identificatie: NL.IMRO.0653.BPL2012100010-ON01 Auteur: Ontwikkeling Regels bestemmingsplan Camperstandplaatsen Balk Planstatus: ontwerp Datum: Plan identificatie: NL.IMRO.0653.BPL2012100010-ON01 Auteur: Ontwikkeling 1 Inleidende regels... 3 Artikel 1 Begrippen... 3 Artikel

Nadere informatie

UITWERKINGSPLAN MORTIERE FASE 4C3. GEMEENTE MIDDELBURG onherroepelijk 17 december ruimte voor ideeën

UITWERKINGSPLAN MORTIERE FASE 4C3. GEMEENTE MIDDELBURG onherroepelijk 17 december ruimte voor ideeën UITWERKINGSPLAN MORTIERE FASE 4C3 GEMEENTE MIDDELBURG onherroepelijk 17 december 2011 ruimte voor ideeën Mortiere fase 4c3 Deze standaard is gebaseerd op de Bro (21 april 2008) en SVBP2008 (10 april 2008).

Nadere informatie

Voorschriften. vastgesteld 55

Voorschriften. vastgesteld 55 Voorschriften vastgesteld 55 vastgesteld 56 Inleidende bepalingen van algemene aard Artikel 1: Begripsbepalingen 1. bestemmingsplan: het bestemmingsplan van de gemeente Hoogeveen bestaande uit een plankaart

Nadere informatie

Paragraaf I. Inleidende bepalingen Paragraaf II. Bestemmingen Paragraaf III. Algemene bepalingen... 11

Paragraaf I. Inleidende bepalingen Paragraaf II. Bestemmingen Paragraaf III. Algemene bepalingen... 11 INHOUD BLZ Paragraaf I. Inleidende bepalingen... 3 Artikel 1. Begripsbepalingen...3 Artikel 2. Wijze van meten...5 Paragraaf II. Bestemmingen... 6 Artikel 3. Woondoeleinden...6 Artikel 4. Landgoed en natuurontwikkeling...8

Nadere informatie

Artikel 1 Begrippen 2. Artikel 3 Verkeer 4. Artikel 8 Slotregel 7

Artikel 1 Begrippen 2. Artikel 3 Verkeer 4. Artikel 8 Slotregel 7 Regels Inhoud Blz. Hoofdstuk I Inleidende regels 2 Artikel 1 Begrippen 2 Artikel 2 Wijze van meten 3 Hoofdstuk II Bestemmingsregels 4 Artikel 3 Verkeer 4 Hoofdstuk III Algemene regels 5 Artikel 4 Anti-dubbeltelregel

Nadere informatie

Bestemmingsplan Leeuwarden Hempens Teerns / Zuiderburen / Froskepolle. Gemeente Leeuwarden

Bestemmingsplan Leeuwarden Hempens Teerns / Zuiderburen / Froskepolle. Gemeente Leeuwarden Bestemmingsplan Leeuwarden Hempens Teerns / Zuiderburen / Froskepolle Gemeente Leeuwarden Bestemmingsplan Leeuwarden Hempens Teerns / Zuiderburen / Froskepolle Code 05-37-04 / 12-12-07 GEMEENTE LEEUWARDEN

Nadere informatie

Cultuur en ontspanning. Bestemmingsomschrijving

Cultuur en ontspanning. Bestemmingsomschrijving Artikel: Cultuur en ontspanning Bestemmingsomschrijving De voor 'Cultuur en ontspanning' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. gebouwen en overkappingen ten behoeve van culturele en sociaal-culturele

Nadere informatie