Atypische arbeidsregimes

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Atypische arbeidsregimes"

Transcriptie

1 FOD SOCIALE ZEKERHEID / SPF SÉCURITÉ SOCIALE Atypische arbeidsregimes en de gevolgen voor de uitkeringsverzekering Van Rymenant Andy

2 Inleiding i. De maatschappij wordt steeds complexer en ook voor de arbeidsmarkt is dit het geval. De veranderende arbeidsmarkt heeft verschillende vormen van arbeidsovereenkomsten (contract voor deeltijds werk, seizoenarbeiders, ) met zich meegebracht die afwijken van de normale regels. In het merendeel van deze contracten gaat het over een afwijking op het principe van de arbeidsduur (men spreekt dan ook wel eens van een atypisch arbeidsregime). Deze afwijkingen op de arbeidsduur hebben eveneens hun weerslag in de uitkeringsverzekering, waar de basisprincipes gebaseerd zijn op een arbeidsovereenkomst voor een voltijdse werknemer. Dit stageverslag heeft als doel om na te gaan welke de gevolgen zijn van deze atypische arbeidsregimes op de uitkeringsverzekering. ii. In het eerste hoofdstuk van dit werk worden de atypische arbeidsregimes duidelijker gedefinieerd. Welke vormen bestaan er en wanneer kan men spreken van een atypisch arbeidsregime. In dit hoofdstuk zal dan ook duidelijk worden afgelijnd welke atypische arbeidsregimes hier besproken zullen worden, het is immers bijna onbegonnen werk om elk atypisch arbeidsregime te bespreken gezien de grote verscheidenheid aan verschillende statuten die de afgelopen jaren werden gecreëerd. In het tweede hoofdstuk wordt per besproken atypisch werkregime de regels uiteengezet die afwijken ten opzichte van de gewone regels. Hierbij wordt er vanuit gegaan dat de lezer reeds vertrouwd is met de basisprincipes van de uitkeringsverzekering. iii. Ik hoop met dit werk een duidelijk overzicht te kunnen geven van de toepasselijke regels voor werknemers met een atypisch arbeidsregime. De laatste jaren is door diverse rechtspraak immers gebleken dat de regels, in het bijzonder deze voor de werknemers die werken met meerdere deeltijdse contracten, niet altijd aangepast zijn aan de gewijzigde maatschappelijke situatie. iv. Ik wil nog enkele mensen bedanken die mij geholpen hebben bij het uitwerken van dit stageverslag. In de eerste plaats wil ik mijn collega s bedanken voor hun steun en de voortdurende aanmoedigingen en natuurlijk om mijn verslag na te lezen. Ik wil eveneens het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering en de FOD Arbeid, Werk en Sociaal Overleg bedanken voor de verduidelijkingen die zij mij hebben gegeven. Tenslotte wil ik nog de mensen van P&O bedanken voor het geduld dat ze hebben moeten uitoefenen vooraleer ik hun dit stageverslag heb overhandigd. v. Tenslotte wens ik de lezer van dit verslag veel leesplezier toe en hoop ik dat hij met dit werk een antwoord zal vinden op zijn vragen. 1

3 Inhoudsopgave 1. Definitie van de atypische arbeidsregimes Soorten van atypische arbeidsregimes Deeltijdse werknemers Definitie Het deeltijds werk in België Seizoenarbeiders en arbeiders bij tussenpozen Nieuwe arbeidsregelingen Onthaalouders... 7 Afdeling 1: De atypische arbeidsregimes en de verzekering tegen arbeidsongeschiktheid Deeltijdse arbeid Voorwaarden voor het verkrijgen van arbeidsongeschiktheidsuitkeringen Berekening van de uitkering Seizoenarbeiders en arbeiders bij tussenpozen Wachttijd Bewijs van arbeidsongeschiktheid Berekeningsbasis: het gederfde loon Hoogte van de uitkeringen Nieuwe arbeidsregelingen Onthaalouders Wachttijd Berekeningsbasis: het gederfde loon Hoogte van de uitkeringen Ontbreken van een arbeidsovereenkomst Afdeling 2: De atypische arbeidsregimes en de moederschapsverzekering Wachttijd Zich bevinden in een tijdvak van moederschapsbescherming Berekeningsbasis: het gederfde loon Hoogte van de uitkeringen Afdeling 3: Invloed van de atypische arbeidsregimes op het vaderschapsverlof en het adoptieverlof Invloed op het vaderschapsverlof Invloed op het adoptieverlof Conclusie.33 2

4 Hoofdstuk I: Atypische arbeidsregimes 1. In dit hoofdstuk wordt in de eerste plaats getracht om een definitie te geven van het begrip atypisch arbeidsregime. In een tweede gedeelte wordt het domein van deze scriptie afgebakend en wordt er een ruimere definitie gegeven van de atypische arbeidsregimes die besproken zullen worden. 1. Definitie van de atypische arbeidsregimes 2. Wat dient men te verstaan onder een atypisch arbeidsregime? Welke voorwaarden moeten er vervuld zijn om te kunnen spreken van een atypisch arbeidsregime? Uit de verschillende documenten waarin het begrip atypisch arbeidsregime aan bod komt, kan men afleiden dat de definitie vaak verschillend wordt geïnterpreteerd. Men zou kunnen spreken over een ruime definitie en een enge definitie. Volgens de enge definitie kan men spreken van een atypisch arbeidsregime wanneer het een arbeidsregime betreft dat afwijkt van de regels die werden vastgelegd in de Arbeidswet van 16 maart 1971 om te kunnen spreken van een normale arbeidsregeling. Krachtens deze arbeidswet wordt een arbeidsregeling beschouwd als normaal wanneer er aan vier cumulatieve voorwaarden 1 is voldaan: - De arbeidsduur moet beperkt zijn tot 8 uren per dag en 40 uren per week (38 uren per week op jaarbasis) - De arbeidsweek strekt zich uit van maandag tot zaterdag (dus geen zondagswerk) - Er wordt niet s nachts gewerkt (tussen 20u en 6u) - De feestdagen worden gerespecteerd Van zodra de arbeidsregeling van een persoon afwijkt van één van de bepalingen hierboven, kan men spreken van een atypisch arbeidsregime. Naast deze enge definitie wordt er vaak ook een ruime definitie van een atypisch arbeidsregime gehanteerd. Het betreft de enge definitie aangevuld met de contracten voor deeltijds werk en de tijdelijke contracten. 2. Soorten van atypische arbeidsregimes 3. In het eerste deel van dit hoofdstuk hebben we de definitie van atypische arbeidsregimes besproken. De maatschappij, en in het bijzonder de arbeidsmarkt, is in de laatste decennia enorm geëvolueerd waarbij begrippen als flexibiliteit en een evenwichtige verdeling tussen 1 Hoofdstuk III (Art. 11 t.e.m. 38quater) van de Arbeidswet van 16 maart

5 vrije tijd en arbeid hoog in het vaandel werden gedragen. Hierdoor zijn er verschillende afwijkingen ontstaan op hetgeen beschouwd wordt als een normaal arbeidsregime. Om het overzicht van deze scriptie te bewaren dienen we dus een duidelijke afbakening te maken van de atypische arbeidsregimes die hier besproken zullen worden. Hierbij zal vooral gefocust worden op de atypische arbeidsregimes waarvoor de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 in een afwijkende regeling voorziet. In deze scriptie zal vooraf gefocust worden op de werknemers met een deeltijds contract (in het bijzonder de werknemers die werken met twee of meerdere deeltijdse contracten), op de seizoenarbeiders, de arbeiders bij tussenpozen en de nieuwe arbeidsregelingen. Tenslotte zal er ook nog aandacht worden besteed aan de regels die gelden voor de onthaalmoeders die in 2012 een apart statuut kregen en onderworpen werden aan de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen. De leercontracten en de stagiairs zullen niet besproken worden in deze scriptie. Evenmin zal er gesproken worden over de afwijkende bepalingen in geval van loopbaanonderbreking, vermindering van de arbeidsduur, enz, gezien dit normale arbeidsregimes betreft. Bovendien zou dit alles ons te ver leiden en het is niet de bedoeling van dit werk om een overzicht te geven van alle afwijkingen die er bestaan in de uitkeringsverzekering. 2.1 Deeltijdse werknemers Definitie 4. De definitie van de deeltijdse werknemer verschilt vaak naargelang de tak van de sociale zekerheid. Voor de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen wordt de definitie van de deeltijdse werknemer gegeven in artikel 202 van het koninklijk besluit van 3 juli : Art. 202 Voor de toepassing van de gecoördineerde wet worden als seizoensarbeiders, als arbeiders bij tussenpozen of als deeltijdse werknemers beschouwd de werknemers bedoeld in de artikelen 199 en 200 van dit besluit en in artikel 10 van het koninklijk besluit van 10 juni 2001 tot eenvormige definiëring van begrippen met betrekking tot arbeidstijdsgegevens ten behoeve van de sociale zekerheid, met toepassing van artikel 39 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels die, buiten de in die artikelen bedoelde arbeidstijdvakken, enerzijds noch onderworpen zijn aan de verplichte uitkeringsverzekering krachtens de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, noch onder toepassing vallen van de besluitwet van 10 januari 1945 betreffende de maatschappelijke zekerheid der mijnwerkers en ermee gelijkgestelden, en anderzijds niet voldoen aan de voorwaarden om recht te hebben op werkloosheidsuitkeringen of die uitkeringen vrijwillig verzaken. 2 K.B tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli

6 In de verplichte uitkeringsverzekering worden dus beschouwd als deeltijdse werknemers de werknemers wiens normale contractuele arbeidsduur lager is dan de arbeidsduur van een maatpersoon en die buiten deze periode noch onderworpen zijn aan de uitkeringsverzekering, noch voldoen aan de voorwaarden om een werkloosheidsvergoeding te genieten, of hieraan verzaken, en niet vallen onder de sociale zekerheidsreglementering inzake de mijnwerkers of hiermee gelijkgestelden Het deeltijds werk in België 5. In de loop der jaren is het belang van het aantal werknemers met een deeltijdse betrekking toegenomen. Uit de gegevens van Statbel kan men afleiden dat het aantal deeltijdse betrekkingen ieder jaar langzaam toeneemt. Tabel 1: Aandeel van de deeltijdse betrekkingen ten opzichte van alle loontrekkenden (m.u.v. PWA-ers en gelegenheidswerkers) ,0 % 25,7 % 26,6 % 27,0 % Bron: Statbel ( Opgemerkt moet worden dat deze gegevens betrekking hebben op het aantal werknemers met een deeltijdse betrekking, ongeacht of zij hiernaast nog een werkloosheidsuitkering ontvangen. Het aantal komt dus niet overeen met het aantal deeltijdse werknemers volgens de uitkeringsverzekering, maar toont wel het groeiende belang ervan aan. De sectoren waarin men het grootste aantal deeltijdse werknemers terugvindt zijn het huishoudelijk personeel, de gezondheidszorg, de maatschappelijke dienstverlening en de horeca. Ook oefenen nog steeds meer vrouwen dan mannen een deeltijdse betrekking uit. 6. Een ander gevolg van het vaker voorkomen van deeltijds werk is het werken met een tweede job. Veel werknemers kiezen er immers niet voor om deeltijds te werken maar worden hiertoe gedwongen door diverse maatschappelijke omstandigheden (economische recessie, familiale situatie, ). Deze personen zullen hun deeltijdse betrekking vaak aanvullen met een tweede job. Het aandeel van de personen die een tweede job uitoefent steeg eveneens in de periode zoals blijkt uit de statistieken van Statbel. Tabel 2: Aandeel van de personen die een tweede job uitoefenen ten aanzien van het totaal aantal werkende personen (4,0%) (4,1%) (4,2%) (4,2%) Bron: Statbel ( Uiteraard dient hierbij opgemerkt te worden dat de cijfers van de personen die een tweede job uitoefenen naast hun voltijdse beroepsactiviteit eveneens in deze cijfers zijn opgenomen. 5

7 2.2 Seizoenarbeiders en arbeiders bij tussenpozen 7. Als seizoenarbeiders worden beschouwd: de werknemers die arbeidstijdvakken vervullen waarvan de duur beperkt is hetzij wegens de seizoensgebonden aard van het werk, hetzij omdat ondernemingen die hen in dienst nemen, op bepaalde tijden van het jaar ertoe genoopt zijn hulppersoneel aan te werven Onder arbeiders bij tussenpozen wordt verstaan: de tijdelijke werknemers 4 en de uitzendkrachten 5 zoals die begrippen zijn omschreven in de wet van 24 juli 1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers en de huisarbeiders 6 als bedoeld in artikel 3, 4, van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juli 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 15 juni Op deze definitie van seizoenarbeiders en arbeiders bij tussenpozen is eveneens dezelfde beperking van kracht als deze die geldt voor de deeltijds werknemers 8, zij mogen met name buiten de hierboven vermelde tijdvakken niet onderworpen zijn aan de uitkeringsverzekering, noch voldoen aan de voorwaarden om recht te hebben op werkloosheidsuitkeringen of dienen vrijwillig aan deze uitkeringen te verzaken en zij mogen niet beschouwd worden als een mijnwerker of hiermee gelijkgestelde. 2.3 Nieuwe arbeidsregelingen. 10. Hiermee worden de arbeidsregelingen bedoelt voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst nr en de wet van 17 maart 1987 betreffende de invoering van nieuwe arbeidsregelingen in de ondernemingen. Deze nieuwe arbeidsregelingen voorzien in afwijkingen van de principes van de zondagsrust, het respect voor de wettelijke feestdagen, de arbeidsduur en de nachtarbeid teneinde ondernemingen toe te laten de productietijd van de onderneming uit te breiden of aan te passen. Om een afwijking in de zin van de voornoemde 3 Artikel 199 K.B Tijdelijke arbeid is de activiteit die op grond van een arbeidsovereenkomst wordt uitgeoefend en tot doel heeft in de vervanging van een vaste werknemer te voorzien of te beantwoorden aan een (tijdelijke) vermeerdering van werk of te zorgen voor de uitvoering van een uitzonderlijk werk. Tijdelijke arbeid is tevens de activiteit die op grond van een arbeidsovereenkomst voor uitzendarbeid wordt uitgeoefend en die tot doel heeft een uitzendkracht ter beschikking te stellen van een gebruiker voor de invulling van een vacante betrekking, met de bedoeling om na afloop van de periode van terbeschikkingstelling de uitzendkracht vast in dienst te laten nemen door de gebruiker voor diezelfde betrekking. (art. 1 1 Wet van 24 juli 1987) 5 Een uitzendkracht is een werknemer die zich door een arbeidsovereenkomst voor uitzendarbeid verbindt om ter beschikking van één of meer gebruikers te worden gesteld (art. 7, 3 Wet van 24 juli 1987) 6 Huisarbeiders zijn de personen die, op een door hen gekozen plaats in gelijkaardige voorwaarden als die van een arbeidsovereenkomst grondstoffen of gedeeltelijk afgewerkte producten bewerken die een of verschillende handelaars hen hebben toevertrouwd en die alleen werken of gewoonlijk ten hoogste vier helpers tewerkstellen, alsmede tot die handelaars (art. 3,4 K.B. 28 november 1969). 7 Artikel 200 K.B Artikel 202 K.B C.A.O. nr. 42 van 2 juni 1987 betreffende de invoering van nieuwe arbeidsregelingen in de onderneming, gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst 42bis van 10 november

8 reglementering te bekomen dient men een bijzondere onderhandelingsprocedure te voeren op sectoraal niveau en op ondernemingsniveau. Werknemers die onder een dergelijke nieuwe arbeidsregeling vallen hebben vaak een onregelmatig werkrooster Onthaalouders 11. De onthaalouders kregen een apart statuut bij de Programmawet van 24 december Bij koninklijk besluit van 18 maart werden de onthaalouders vanaf 1 april 2003 onderworpen aan de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen. Als onthaalouders worden beschouwd, alle natuurlijke personen die instaan voor de opvang van kinderen in een woning voor de opvang in gezinsverband en die aangesloten zijn bij een door de Gemeenschappen erkende dienst waarmee zij niet verbonden zijn door een arbeidsovereenkomst. 10 K.B. 18 maart 2003 tot aanvulling van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders en tot vaststelling van de bijzondere bepalingen betreffende de schadeloosstelling van de arbeidsongevallen en de beroepsziekten ten gunste van de onthaalouders. 7

9 Hoofdstuk II: Atypische arbeidsregimes en de uitkeringsverzekering 12. In dit tweede hoofdstuk wordt besproken welke gevolgen een atypisch arbeidsregime kan hebben op de uitkeringen die worden toegekend door de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen. In afdeling 1 worden de gevolgen besproken voor de arbeidsongeschiktheidsverzekering (art W ) in de tweede en derde afdeling worden de gevolgen besproken voor de moederschapsverzekering (art bis W ). Afdeling 1: De atypische arbeidsregimes en de verzekering tegen arbeidsongeschiktheid 13. Om gerechtigd te zijn op een arbeidsongeschiktheidsuitkering legt de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen verschillende voorwaarden op. Gezien deze voorwaarden soms voor problemen zorgen voor personen die zich in een atypisch arbeidsregime bevinden werden in bepaalde gevallen in uitzonderingen voorzien. Bij de berekening van de arbeidsongeschiktheidsuitkering zal er eveneens een probleem rijzen voor de atypische arbeidsregimes. In deze eerste afdeling wordt dan ook voor de verschillende atypische arbeidsregimes de afwijkingen gegeven op de geldende regels voor voltijdse werknemers. In deze scriptie wordt er vanuit gegaan dat de lezer vertrouwd is met de algemeen geldende principes van de uitkeringsverzekering. In deze afdeling zullen dus enkel de afwijkingen op de algemene regeling worden besproken (in bepaalde gevallen kan er wel kort worden verwezen naar de algemeen geldende regeling teneinde de afwijkende bepaling te kaderen). 1.1 Deeltijdse arbeid. 14. Zoals reeds eerder werd vermeld voorziet de gecoördineerde wet in verschillende afwijkende bepalingen voor de deeltijdse werknemers. Afwijkende bepalingen werden onder andere voorzien voor wat betreft de voorwaarde van de wachttijd en het behoud van recht dat hieraan gekoppeld is, evenals de berekeningsbasis van de arbeidsongeschiktheidsuitkeringen Voorwaarden voor het verkrijgen van arbeidsongeschiktheidsuitkeringen 15. Om gerechtigd te zijn op arbeidsongeschiktheidsuitkeringen dienen werknemers aan twee voorwaarden te voldoen krachtens de gecoördineerde wet van 14 juli 1994: - men dient een wachttijd te hebben doorlopen om het recht op uitkeringen te openen - men dient als arbeidsongeschikte te zijn erkend overeenkomstig artikel 100, 1 van de gecoördineerde wet 8

10 a. De wachttijd 16. De voorwaarde van de wachttijd wordt vastgelegd in artikel van de gecoördineerde wet. Dit artikel bepaalt dat de wachttijd aan volgende voorwaarden dient te voldoen: - over een periode van 6 maanden die de arbeidsongeschiktheid voorafgaan dient de werknemer een vastgesteld aantal arbeidsdagen te totaliseren. - men dient het bewijs te leveren dat men met betrekking tot dezelfde periode de bijdragen voor de sector uitkeringen werkelijk heeft betaald. Deze uitkeringen dienen een bepaald minimumbedrag te bereiken. Bewijs van arbeidsdagen 17. Voltijdse werknemers dienen gedurende de wachttijd een totaal van 120 arbeidsdagen of gelijkgestelde dagen aan te tonen. Gezien deeltijdse werknemers minder uren presteren dan voltijdse werknemers is deze voorwaarde voor deeltijdse werknemers moeilijk te vervullen. Om deze reden werd in een afwijkende bepaling voorzien voor deeltijdse werknemers. Deeltijdse werknemers dienen gedurende de wachttijd 400 arbeidsuren of gelijkgestelde uren aan te tonen. Bovendien kan de referteperiode waarin de deeltijdse werknemers deze uren dienen te bewijzen worden verlengd tot maximum 18 maanden indien zij zich wegens hun arbeidsregeling in de onmogelijkheid bevinden om de wachttijd te vervullen binnen de zes maanden Een tweede verschil met de voltijdse werknemers betreft de gelijkgestelde periodes. Onder de gelijkgestelde periodes wordt onder andere verstaan de wettelijke vakantie, de dagen van gecontroleerde werkloosheid, enz 12 Bij deeltijdse werknemers zullen enkel de gelijkgestelde periodes in aanmerking worden genomen voor zover zij samenvallen met dagen of periodes waarop de betrokken werknemer normaal zou hebben gewerkt en dit ten belope van het aantal arbeidsuren dat zij tijdens deze periode zouden hebben gepresteerd 13. Vb. Wettelijke feestdagen De wettelijke feestdag valt op dinsdag 1 mei Werkt de deeltijdse werknemer met een vast uurrooster bijvoorbeeld elke maandag (8u), dinsdagochtend (4u), donderdagochtend (4u) en vrijdag (8u) (24u/week), dan zal de wettelijke feestdag meetellen als gelijkgestelde periode, maar slechts voor 4u. 19. Een bijzonder geval is de wachttijd voor personen die werken met meerdere deeltijdse contracten. Het probleem dat zich hier stelt is dat er verschillende combinaties mogelijk zijn met deeltijdse contracten. Voor een werknemer A die bijvoorbeeld twee deeltijdse contracten heeft van elk 1/3 lijkt de oplossing logisch, dit is een deeltijds werknemer. Is dit echter ook 11 Artikel 203 K.B De gelijkgestelde periodes worden opgesomd in artikel 203 van het K.B. van Artikel 203 K.B

11 het geval voor een werknemer B die twee halftijdse contracten combineert en aldus evenveel uren presteert dan de gemiddelde voltijdse werknemer (38uren/week)? Artikel 202 verwijst naar het artikel 10 van het koninklijk besluit van 10 juni , dat stelt dat men als deeltijds werknemer wordt beschouwd als de normale contractuele arbeidsduur van de werknemer gemiddeld lager is dan de arbeidsduur van een maatpersoon. Artikel 7 van de het koninklijk besluit van 10 juni 2001 bepaalt dat onder maatpersoon dient te worden begrepen de persoon die voltijds tewerkgesteld is in dezelfde onderneming, of bij ontstentenis, in dezelfde bedrijfstak, in een functie gelijkaardig aan deze van de werknemer, en waarbij hij normaal geacht wordt eenzelfde aantal dagen arbeid te verrichten als de werknemer. De normale contractuele arbeidsduur van beide overeenkomsten mag dus niet worden samengeteld en vervolgens vergeleken worden met de gemiddelde arbeidsduur van de maatpersoon. De gemiddelde arbeidsduur van de maatpersoon kan immers verschillend zijn voor beide overeenkomsten. Artikel 202 legt echter nog een tweede voorwaarde op, de werknemer mag buiten de in deze artikelen bedoelde tijdvakken niet onderworpen zijn aan de uitkeringsverzekering, hij mag niet beschouwd worden als mijnwerker of hiermee gelijkgestelde en hij mag niet voldoen aan het recht om een werkloosheidsuitkering te genieten of hij dient hieraan te verzaken. Hier is de zinsnede buiten de in deze artikelen bedoelde tijdvakken van belang. Zo betreffen de twee deeltijdse contracten twee tijdvakken bedoeld in artikel 10 van de koninklijk besluit van De werknemer met twee deeltijdse contracten zal dus beschouwd dienen te worden als een deeltijds werknemer zelfs indien hij door de combinatie van deze twee deeltijdse contracten evenveel arbeidsuren presteert als een voltijdse werknemer. De werknemer met verschillende deeltijdse contracten zal dus de wachttijd doorlopen hebben wanneer hij gedurende zes maanden 400 arbeidsuren of gelijkgestelde uren kan aantonen. Bovendien kan deze referteperiode ook bij deze werknemer verlengd worden tot maximaal achttien maanden. Bijdragen 20. Naast de vereiste van de wachttijd kan ook de bijdragevereiste een probleem stellen voor de deeltijdse werknemer. De bijdragen dienen immers een minimumbedrag te bereiken. Aangezien het loon van de deeltijdse werknemer in de meeste gevallen lager zal zijn dan dat van een voltijdse werknemer bereikt de deeltijdse werknemer niet altijd het minimumbedrag. De werknemer die niet het minimumbedrag van de bijdragen bereikt dient voor de referteperiode aanvullende bijdragen te storten aan de verzekeringsinstelling ter dekking van het verschil K.B tot eenvormige definiëring van begrippen met betrekking tot de arbeidstijdgegevens ten behoeve van de sociale zekerheid, met toepassing van artikel 39 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels 15 Art. 287 K.B

12 Behoud van recht 21. Wanneer de werknemer de wachttijd heeft doorlopen en men arbeidsongeschikt wordt dient men na te gaan of de werknemer zijn rechten in de arbeidsongeschiktheidsverzekering behouden heeft. Om dit na te gaan neemt men het tweede en het derde kwartaal dat voorafgaat aan het kwartaal waarin de arbeidsongeschiktheid is aangevangen als referentieperiode. Gedurende deze periode dienen dezelfde voorwaarden vervuld te worden als tijdens de wachttijd. De werknemer moet met andere woorden het bewijs leveren van een voldoende aantal gewerkte arbeidsdagen of gelijkgestelde dagen en moet het bewijs leveren van de betaling van voldoende bijdragen 16. Hier werden eveneens afwijkende bepalingen voorzien voor de deeltijds werknemers op het vlak van het bewijs van de arbeidsdagen of gelijkgestelde dagen. In overeenstemming met de afwijkingen die gelden voor de deeltijdse werknemers met betrekking tot de wachttijd behouden de deeltijdse werknemers hun recht op uitkeringen wanneer zij gedurende het tweede en het derde kwartaal voorafgaand aan de arbeidsongeschiktheid 400 arbeids- of gelijkgestelde uren aantonen en zij gedurende deze periode voldoende bijdragen hebben betaald. Indien zij echter geen 400 arbeids- of gelijkgestelde uren kunnen bewijzen in het tweede en derde kwartaal voorafgaand aan de arbeidsongeschiktheid behouden zij echter nog steeds het recht op uitkeringen wanneer er zich gedurende de drie kwartalen voor het kwartaal van de aanvang van de arbeidsongeschiktheid geen onderbreking heeft voorgedaan van hun hoedanigheid van gerechtigde voor een periode van meer dan 30 dagen en men gedurende deze periode de nodige bijdragen heeft gestort. Indien de arbeidstijdgegevens op globale manier per kwartaal worden meegedeeld aan de dienst bevoegd voor de inning van de socialezekerheidsbijdragen en indien de arbeidsprestaties niet gesitueerd kunnen worden in een kwartaal, worden deze arbeidsprestaties beschouwd als niet gescheiden te zijn door een periode van meer dan dertig dagen 17. b. Arbeidsongeschikt zijn 22. De gecoördineerde wet voorziet geen afwijkingen voor de deeltijdse werknemers op het principe van het arbeidsongeschikt zijn. Artikel van de gecoördineerde wet beschrijft de arbeidsongeschikte als de werknemer die (1) alle werkzaamheid heeft onderbroken, (2) als rechtstreeks gevolg van het intreden of het verergeren van letsels of functionele stoornissen waarvan erkend wordt dat ze (3) zijn vermogen tot verdienen verminderen tot één derde of minder dan één derde van wat een persoon van dezelfde stand en met dezelfde opleiding kan verdienen door zijn werkzaamheid in de beroepscategorie waartoe de beroepsarbeid behoort, door de betrokkene verricht toen hij arbeidsongeschikt is geworden, of in de verschillende beroepen die hij heeft of zou kunnen uitoefenen hebben uit hoofde van zijn beroepsopleiding. 16 Art. 130 W Art. 207 K.B

13 Deze voorwaarden gelden dus eveneens voor deeltijdse werknemers. Recente rechtspraak heeft echter aangetoond dat de definitie van het arbeidsongeschikt zijn in artikel van de gecoördineerde wet moeilijkheden kan meebrengen voor werknemers die werken met meerdere deeltijdse contracten, die niet meer in staat is om één deeltijds contract uit te voeren wegens arbeidsongeschiktheid, maar toch nog in staat zijn om hun andere activiteit verder te zetten. Het Grondwettelijk Hof heeft recentelijk naar aanleiding van twee prejudiciële vragen een arrest geveld over de werknemers die zich in dergelijke situatie bevonden. Het betreft de arresten nr. 19/2013 en 51/2013, welke hierna verder zullen worden toegelicht. Arrest Grondwettelijk Hof nr. 19/2013 van 28 februari De basis voor het arrest nr. 19/2013 van het Grondwettelijk Hof was een prejudiciële vraag van de arbeidsrechtbank van Huy. Het betrof een werkneemster die in de hoedanigheid van verpleegkundige werkte in een rusthuis ten belope van 19 uur per week en hiernaast als verkoopster werkte in een familiezaak ten belope van 16 uur per week. Ten gevolge van een burn-out kon zij niet langer haar betrekking als verpleegkundige uitoefenen. De werkneemster deelt haar arbeidsongeschiktheid, via een medisch getuigschrift van haar behandelende arts, mee aan het ziekenfonds dat haar arbeidsongeschiktheid erkende. De vrouw werd later opgeroepen voor een controle bij de adviserende arts. Deze laatste was echter van oordeel dat de werkneemster arbeidsgeschikt was gezien de letsels of de functionele stoornissen die zij vertoonde niet langer haar verdienvermogen dat wordt beoordeeld in haar beroepscategorie of rekening houdende met de verschillende referentieberoepen met twee derden verminderd was. Het ziekenfonds was van oordeel dat, gezien de vrouw tijdens de arbeidsongeschiktheid was blijven werken, zij nooit een arbeidsongeschiktheid heeft gehad van meer dan 66%. De werkneemster stelde tegen deze beslissing een beroep in bij de arbeidsrechtbank van Huy welke volgende prejudiciële vraag stelde aan het Grondwettelijk Hof: Schendt artikel 100, 2, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre het de personen die voor meer dan 50 procent arbeidsongeschikt worden verklaard en die op het ogenblik van de verklaring van de arbeidsongeschiktheid bij het ziekenfonds, een beroepsactiviteit blijven uitoefenen, niet toelaat de uitzondering te genieten die is bepaald bij artikel 100, 2, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994? Het Grondwettelijk Hof concludeerde dat artikel 100, 2 van de gecoördineerde wet slechts kan worden toegepast na de voorafgaande toepassing van artikel 100, 1 van dezelfde wet. Het Grondwettelijk Hof merkt op dat de werkneemster niet voldoet aan twee van de drie cumulatieve voorwaarden van artikel 100, 1 van de gecoördineerde wet (met name, afname van het verdienvermogen met ten minste twee derden en het onderbreken van alle werkzaamheden). De prejudiciële vraag had slechts betrekking op één van de twee niet 12

14 vervulde voorwaarden, namelijk het onderbreken van alle werkzaamheden. De adviserend arts van het ziekenfonds had de vrouw echter arbeidsgeschikt verklaard op basis van de andere niet vervulde voorwaarde, de onvoldoende afname van het vermogen tot verdienen. Het Grondwettelijk Hof besliste dus dat de prejudiciële vraag geen antwoord behoefde. Arrest Grondwettelijk Hof nr. 51/2013 van 28 maart Een prejudiciële vraag lag eveneens aan de basis van het arrest nr. 51/2013 van het Grondwettelijk Hof, ditmaal werd de prejudiciële vraag gesteld door het Arbeidshof te Luik. De feitelijke situatie die aan de grondslag lag voor het stellen van de prejudiciële vraag was de volgende. Een werknemer oefende een halftijdse activiteit uit als hulp-kok. Deze activiteit vulde hij later aan met een halftijdse activiteit als schoonmaker. Ingevolge een allergie voor detergenten onderbrak hij later deze laatste activiteit en werd hij door zijn verzekeringsinstelling ten laste genomen. De adviserend arts maakt tijdens een controle een einde aan de arbeidsongeschiktheid daar hij van oordeel was dat de verzekerde niet deed blijken van een ongeschiktheid van 66%. De werknemer stelde tegen deze beslissing beroep in bij de Arbeidsrechtbank van Namen. De verzekeringsinstelling stelde hoger beroep in bij het Arbeidshof van Luik tegen het vonnis alvorens recht te doen waarbij een deskundige werd aangewezen, aangezien de werknemer nooit zijn beroepsactiviteit heeft stopgezet. In ondergeschikte orde betwist het ziekenfonds de arbeidsongeschiktheid van de werknemer. Het Arbeidshof van Luik stelde volgende prejudiciële vragen aan het Grondwettelijk Hof: - Doet artikel 100, 2, van de wet van 14 juli 1994 betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, geïnterpreteerd, overeenkomstig artikel 100, 1, van dezelfde wet, in die zin dat het niet de voortzetting van een activiteit toelaat maar enkel de hervatting van een activiteit na toelating van de adviserend geneesheer, een onverantwoorde discriminatie ontstaan tussen de werknemer die voltijds of in één enkele betrekking is tewerkgesteld en die wegens zijn gezondheidstoestand zijn beroepsactiviteiten moet schorsen en de werknemer die gelijktijdig twee betrekkingen heeft en die om medische redenen slechts de uitvoering van één van die twee betrekkingen moet schorsen, daar hij nog steeds geschikt is om de andere uit te oefenen? - Doet, in het geval waarin het Hof zou oordelen dat de leemte niet gelegen is in artikel 100, 2, maar in artikel 100 1, in zoverre het de volledige onderbreking van elke andere activiteit oplegt opdat de sociaal verzekerde als arbeidsongeschikt kan worden erkend, die laatste bepaling een onverantwoorde discriminatie ontstaan tussen de werknemer die voltijds of in één enkele betrekking is tewerkgesteld en die wegens zijn gezondheidstoestand zijn beroepsactiviteiten moet schorsen en die werknemer die tegelijkertijd twee betrekkingen heeft en die om medische redenen slechts de uitvoering van één van die twee betrekkingen moet schorsen, daar hij nog steeds geschikt is om de andere uit te oefenen? Het Grondwettelijk Hof velde op 28 maart 2013 volgende beslissing: Het is niet onredelijk dat de werkgever de graad van ongeschiktheid die noodzakelijk is om de tegemoetkoming van de ziekte- en invaliditeitsverzekering te doen ingaan en te behouden, 13

15 op twee derden vastlegt. Het loutere feit dat de werknemer, wiens graad van ongeschiktheid later vermindert, onder bepaalde voorwaarden een uitkering kan blijven genieten en daarbij tevens een beroepsactiviteit kan uitoefenen, houdt niet in dat de wetgever ervan had moeten afzien te vereisen dat moest zijn voldaan aan een de graad van arbeidsongeschiktheid die aanvankelijk was vereist om een dergelijke tegemoetkoming van de ziekte- en invaliditeitsverzekering te genieten. De maatregel is des te minder onevenredig daar de werknemer die nooit door een graad van ongeschiktheid van twee derden of meer is getroffen, maar die om medische reden ervan heeft moeten afzien een deel van zijn activiteiten in loondienst uit te oefenen, onder bepaalde voorwaarden de tegemoetkoming van de werkloosheidsverzekering kan genieten vanaf de schorsing of de onderbreking van zijn arbeidsovereenkomst, zodat hij, ondanks ontstentenis van vergoeding door de ziekte- en invaliditeitsverzekering, aangespoord blijft om geleidelijk volledig terug te keren naar de arbeidsmarkt, rekening houdend met zijn gezondheidstoestand. Het Grondwettelijk Hof oordeelde echter wel dat ten gevolge van de sociaal-economische ontwikkelingen de deeltijdse tewerkstelling is toegenomen. Er zijn mensen die meerdere deeltijdse betrekkingen uitoefenen en die ongeschikt zijn om één van deze deeltijdse betrekkingen uit te oefenen terwijl ze de andere deeltijdse betrekking kunnen verderzetten. Hierdoor kan de situatie ontstaan dat bepaalde werknemers die verschillende deeltijdse betrekkingen uitoefenen en die één van deze deeltijdse functies om medische redenen niet langer kunnen uitoefenen, geen recht hebben op een werkloosheidsuitkering, noch op een uitkering op grond van de arbeidsongevallen en de beroepsziekten, terwijl zij toch worden geconfronteerd met een vermindering van hun vermogen tot verdienen met twee derden of meer. Artikel 100 van de gecoördineerde wet houdt volgens het Hof in dit opzicht onvoldoende rekening met de sociaal-economische ontwikkelingen inzake deeltijds werk. Rekening houdende met de sociaal economische ontwikkelingen is een dergelijk verschil in behandeling tussen de werknemer die na volledige onderbreking van elke werkzaamheid een beroepsactiviteit heeft hervat en de werknemer die een deeltijdse activiteit heeft behouden, niet bestaanbaar met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. Dat verschil in behandeling vindt echter niet zijn oorsprong in de in het geding zijnde bepaling, maar in het ontbreken van een bepaling die een recht op een ZIV-uitkering opent voor werknemers die verschillende deeltijdse functies uitoefenen en die om medische redenen een van deze functies moeten stopzetten, in zoverre zij daardoor worden geconfronteerd met een vermindering van hun vermogen tot verdienen met twee derden of meer en in zoverre zij niet uitkeringsgerechtigd zijn op grond van een andere sociale regeling, zoals de werkloosheidsregeling of de regeling voor arbeidsongevallen en beroepsziekten. Gevolgen van deze arresten 25. Uit deze arresten van het Grondwettelijk Hof kunnen de volgende conclusies worden getrokken. 14

16 In de eerste plaats heeft het Grondwettelijk Hof geoordeeld dat het artikel 100 van de gecoördineerde wet de Grondwet niet schendt. Met andere woorden blijven de cumulatieve voorwaarden om als arbeidsongeschikt te worden erkend gelden voor de deeltijdse werknemers met twee contracten, in het bijzonder de voorwaarde van een vermindering van het verdienvermogen met twee derden of meer. Van zodra een deeltijdse werknemer met meerdere deeltijdse contracten de activiteiten kan verder zetten van één of meerdere van deze contracten waardoor hij een verdienvermogen behoudt van meer dan 1/3, kan er dus geen sprake zijn van een arbeidsongeschiktheid en zal de werknemer geen recht hebben op een arbeidsongeschiktheidsuitkering. Het Grondwettelijk Hof zag wel een lacune in de wetgeving voor het geval het stopzetten om medische reden van één van de deeltijdse contracten wel tot gevolg had dat het verdienvermogen van de werknemer verminderde met 2/3 of meer, voor zover dit verlies van verdienvermogen niet gecompenseerd wordt door een uitkering vanwege een andere sociale verzekering. Indien in dit geval de werknemer zijn andere overeenkomst nog kon verder zetten zal er immers niet voldaan zijn aan één van de vereisten om als arbeidsongeschikt te worden erkend, met name het stopzetten van alle werkzaamheden. De werknemer in kwestie kan evenmin deze laatste werkzaamheid vrijwillig stopzetten om deze later te hernemen in het kader van de toegelaten beroepswerkzaamheden, aangezien in dit geval niet vervuld is aan de derde voorwaarde van artikel 100. De stopzetting van deze werkzaamheid is in dit geval immers niet het rechtstreeks gevolg van het intreden of het verergeren van letsels of functionele stoornissen. Door de afschaffing van de voorafgaandelijke toestemming van de adviserend geneesheer om een toegelaten werkzaamheid in het kader van artikel 100, 2 van de gecoördineerde wet te hervatten zullen deze gevallen zich wel tot een minima beperken, aangezien men bij een ongeval of ziekte vaak een korte termijn van beide werkzaamheden verwijderd zal zijn, het is echter geen oplossing voor alle gevallen (bijvoorbeeld een burn-out voor een bepaalde activiteit). De oplossing van dit probleem zou er in kunnen bestaan om de voorwaarde van de stopzetting van alle werkzaamheden aan te passen aan deze specifieke situatie (op voorwaarde dat de werkzaamheid geen gezondheidsrisico inhoudt voor de werknemer). De hele kwestie brengt echter verschillende vragen met zich mee, bijvoorbeeld wat met de voltijdse werknemer die nog delen van zijn arbeidsovereenkomst kan uitvoeren? Hoe moet het vermogen van de deeltijdse betrekking die mag worden verdergezet geëvalueerd worden? Het Beheerscomité voor de Uitkeringsverzekering voor de Werknemers van het Rijksinstituut voor de Ziekte- en Invaliditeitsverzekering heeft in zijn bijeenkomst van 19 juni 2013 de Technische Ziekenfondsraad de opdracht gegeven om verder na te denken over de gevolgen van deze arresten. Voorheen werd al gedacht om een oplossing te zoeken in de richting van een erkenning van een vorm van deeltijdse arbeidsongeschiktheid Nota B.U. 2013/32 van 7 juni

17 Berekening van de uitkering a. Berekeningsbasis: het gederfde loon 26. Het doel van de uitkeringsverzekering is om het loon te ondervangen dat de werknemer verliest doordat hij door zijn arbeidsongeschiktheid niet meer in staat is om zijn beroepswerkzaamheden uit te oefenen. De hoogte van de primaire arbeidsongeschiktheidsuitkering en de invaliditeitsuitkering wordt dan ook berekend op basis van het gederfde loon. Voor verschillende categorieën van werknemers dienen er echter uitzonderingen te worden voorzien op de berekening van het gederfde loon, al zijn de zaken sterk vereenvoudigd door het invoeren van het begrip gemiddeld dagloon. Deeltijds werknemer 27. Het gederfde loon wordt bepaald volgens het begrip van het gemiddeld dagloon. Door invoering van dit begrip werden de specifieke regels die tot dan toe golden voor de berekening van het gederfde loon van de deeltijdse werknemers opgeheven 19. De huidige definitie van het gemiddeld dagloon voorziet immers in een verschillende berekening afhankelijk van de uitbetaling van het loon. Artikel 23 van de Verordening uitkeringen voorziet het volgende: - voor de werknemer die recht heeft op een vast maandloon is het gemiddeld dagloon gelijk aan 1/26 ste van het maandloon; - voor de werknemer met een vast uurloon, wordt het gemiddeld dagloon bekomen door dit uurloon te vermenigvuldigen met een breuk waarvan de teller overeenstemt met het gemiddeld aantal arbeidsuren per week van de werknemer en de noemer gelijk is aan zes; - voor de werknemer met een variabel loon wordt het gemiddeld dagloon bekomen door het normale loon van de arbeidscyclus te delen door het aantal werkdagen van die cyclus 20. De berekening van de uitkering van een deeltijds werknemer zal volgens deze regels gebeuren, welke eveneens van toepassing zijn voor de voltijdse werknemers. Er dient te worden opgemerkt dat, aangezien het loon van de deeltijdse werknemer lager is dan het loon van een voltijdse werknemer de deeltijdse werknemer die arbeidsongeschikt wordt een lagere uitkering zal ontvangen. Deeltijds werknemer met behoud van rechten Een speciaal geval is de deeltijdse werknemer met behoud van rechten 22. De deeltijds werknemer met behoud van rechten kan al dan niet recht hebben op een inkomensgarantieuitkering (IGU) Voormalig artikel 25 van de Verordening uitkeringen van 16 april Met arbeidscyclus wordt bedoeld het terugkerende patroon van de arbeidswerkzaamheden. 21 Artikel 42 Verordening van 16 april 1997 tot uitvoering van artikel 80, 5 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli Artikel 29 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering legt de voorwaarden op waaraan de deeltijds werknemer moet voldoen om als deeltijds werknemer met behoud van rechten te kunnen worden beschouwd. 16

18 Indien de deeltijds werknemer met behoud van rechten geen recht heeft op een inkomensgarantieuitkering wordt zijn arbeidsongeschiktheidsuitkering berekend overeenkomstig de regels die gelden voor de gewone deeltijds werkenden, er wordt dus met andere woorden enkel rekening gehouden met het gederfde loon uit de deeltijdse arbeid. Wanneer de deeltijds werknemer met behoud van rechten wel recht heeft op een inkomensgarantieuitkering wordt er een specifieke berekeningswijze gebruikt. Opgemerkt moet worden dat de deeltijdse werknemer met behoud van rechten met een inkomensgarantieuitkering niet beschouwd kan worden als een deeltijds werknemer volgens de uitkeringsverzekering. Artikel 202 van het K.B. van 3 juli 1996 legt immers als voorwaarde op dat de deeltijdse werknemer buiten de arbeidstijdvakken van het deeltijds werk niet mag voldoen aan de voorwaarden om recht te hebben op werkloosheidsuitkeringen of hieraan moet verzaken. De inkomensgarantieuitkering is een vorm van een werkloosheidsuitkering, voor de uitkeringsverzekering zal de deeltijdse werknemer met behoud van rechten en met IGU dus beschouwd worden als een voltijds werknemer. De deeltijdse werknemers met behoud van rechten en IGU verliezen naast het loon van de deeltijdse betrekking eveneens de IGU bij arbeidsongeschiktheid. Om deze reden werd een speciale berekeningswijze gemaakt voor deze werknemers die rekening houdt met het verlies van de IGU. Het loonverlies van het deeltijds werk wordt berekend op basis van de algemene regels. Het verlies van de inkomensgaratieuitkering wordt berekend op basis van het loon waarop de IGU werd berekend. Dit loon wordt vermenigvuldigd met een breuk met als teller het brutobedrag van de tijdens de refertemaand toegekende inkomensgarantieuitkeringen en als noemer het niet-verminderd bedrag van de werkloosheidsuitkering maal zesentwintig. Werknemer met meerdere deeltijdse contracten 29. De berekening van het loon voor werknemers met twee of meerdere deeltijdse contracten wordt vermeldt in artikel 38 van de Verordening uitkeringen. Dit artikel bepaalt dat voor de gerechtigde die naast een hoofdactiviteit één of meerdere nevenactiviteiten heeft het gederfde loon gelijk is aan de som van de gederfde lonen. Er wordt dus rekening gehouden met de lonen uit beide werken. 30. De vraag naar de berekening van het loon van de werknemer met meerdere deeltijdse contracten kan ook in verband worden gebracht met het principe van de wachttijd. Stel nu dat werknemer A arbeidsongeschikt wordt op 24 januari van het jaar X. Hij was deeltijds werknemer sinds 22 maart van het jaar X-2 en heeft zijn wachttijd met succes volbracht en kan voor het tweede en derde kwartaal voorafgaand aan zijn 23 De inkomensgarantieuitkering is een uitkering vanwege de RVA die aan de deeltijds werknemer met behoud van rechten onder bepaalde gevallen wordt toegekend en beoogt om een globaal inkomen te garanderen aan deze werknemer (loon + uitkering). 17

19 arbeidsongeschiktheid de vereisten van artikel 130 van de gecoördineerde wet aantonen. Op 14 januari van het jaar X heeft werknemer A echter een tweede deeltijdse overeenkomst afgesloten. Zal men bij de berekening van het gederfde loon enkel rekening houden met het eerste contract of met beide contracten? Uit het principe van de wachttijd zoals hiervoor uitgelegd kunnen we afleiden dat voldaan zal zijn aan de voorwaarde van het behoud van recht. Gezien het principe van het gederfd loon bepaalt dat men het loonverlies ondervangt dat men lijdt tengevolge van de arbeidsongeschiktheid en men de koppeling maakt naar het loon dat men ontving op het moment dat men arbeidsongeschikt werd, dient het tweede deeltijdse contract, ook al werd het pas 10 dagen uitgeoefend, in rekening worden gebracht voor de berekening van het gederfde loon. b. Hoogte van de uitkeringen 31. Naast de berekeningsbasis van de arbeidsongeschiktheidsuitkeringen, het gederfde loon, bepalen verschillende andere factoren de hoogte van de arbeidsongeschiktheidsuitkering (periode van arbeidsongeschiktheid, gezinssituatie, ). Deze factoren zijn gelijk voor voltijdse werknemers en voor deeltijdse werknemers op één uitzondering na, het begrip van regelmatig werknemer. Het begrip van regelmatig werknemer is van belang bij de bepaling van de minimumbedragen van de invaliditeitsuitkeringen. Regelmatig werknemers hebben immers recht op een hoger minimumbedrag aan invaliditeitsuitkeringen dan niet-regelmatige werknemers. Om als regelmatig werknemer te worden beschouwd dient de werknemer cumulatief aan drie voorwaarden te voldoen 24. Voor deeltijdse werknemers wordt er echter afgeweken van deze voorwaarden: In de eerste plaats dient de regelmatig werknemer bij de aanvang van de arbeidsongeschiktheid ten minste zes maanden de hoedanigheid van uitkeringsgerechtigde te hebben gehad. Binnen deze periode dienen zij 120 arbeidsdagen of gelijkgestelde dagen aan te tonen, de dagen waarop de werknemer zich in gecontroleerde werkloosheid bevond worden hiervan uitgesloten. In vergelijking met de bepalingen die gelden inzake de wachttijd en het behoud van recht dienen deeltijdse werknemers slechts 400 uren of gelijkgestelde uren aan te tonen om deze voorwaarde te vervullen. De uren waarin de deeltijdse werknemer zich in gecontroleerde werkloosheid bevond worden evenmin opgenomen in de berekening van de uren. In de tweede plaats dient de regelmatige werknemer over het tijdvak dat loopt vanaf de datum dat hij gerechtigde is geworden tot daags voor de aanvang van zijn arbeidsongeschiktheid een aantal arbeidsdagen of gelijkgestelde dagen 25 aan te tonen die gelijk zijn aan ¾ van het totaal aantal werkdagen dat deze periode kent. Indien de werknemer de hoedanigheid van uitkeringsgerechtigde heeft sinds de eerste januari van het kalenderjaar voor het jaar waarin 24 Artikel 224 K.B Onder gelijkgestelde dagen wordt verstaan de dagen bedoeld in de artikelen 86, 1, 1,b), 100, 114, 114bis en 128 van de W

20 de arbeidsongeschiktheid heeft aangevangen, wordt de referteperiode beperkt tot dat kalenderjaar. Voor deeltijdse werknemers is aan deze voorwaarde voldaan indien zij in de hierboven omschreven referteperiode een aantal arbeidsuren of hiermee gelijkgestelde uren presteren dat overeenstemt met minstens 28 uren per week of bij gebreke hieraan een aantal arbeidsuren gelijk aan ¾ van het aantal arbeidsuren, gepresteerd door de maatpersoon. De periodes van inactiviteit worden voor deze werknemers meegeteld in zoverre zij normaal gezien wel zouden hebben gewerkt en dit voor het aantal arbeidsuren dat zij normalerwijze zouden hebben gepresteerd. De derde voorwaarde bepaalt dat het gemiddeld dagloon van de werknemer een bepaalde hoogte dient te bereiken gedurende de referteperiode. Bij de deeltijdse werknemers wordt er hier gewerkt met een fictief loon dat gelijk is aan het gederfde loon dat als basis heeft gediend voor de berekening van de uitkering. 1.2 Seizoenarbeiders en arbeiders bij tussenpozen. 32. Ook voor de seizoenarbeiders en de arbeiders bij tussenpozen voorziet de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen in afwijkende regels. Deze afwijkende regels komen echter in veel gevallen overeen met de regels die gelden voor de deeltijdse werknemers Wachttijd 33. De wachttijd voor de seizoenarbeiders en de werknemers bij tussenpozen is dezelfde als deze voor de deeltijdse werknemers. Hier geldt eveneens dat de seizoenarbeider of de arbeider bij tussenpozen gedurende de wachttijd 400 uren of gelijkgestelde uren dient te bewijzen en voldoende bijdragen dient aan te tonen. Er wordt dan ook verwezen naar de regeling zoals ze hoger uiteengezet is in de punten 17 t.e.m Bewijs van arbeidsongeschiktheid 34. De vereiste van de arbeidsongeschiktheid blijft onverkort gelden voor de seizoenarbeiders en de werknemers bij tussenpozen Berekeningsbasis: het gederfde loon 35. De verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen voorziet in afwijkende bepalingen voor de berekening van het gederfde loon voor seizoenarbeiders, uitzendkrachten en tijdelijke werknemers. Deze arbeiders werken immers zeer onregelmatig en gespreid over het jaar. De regels met betrekking tot de berekening van het gederfde loon 19

TITEL V MOEDERSCHAPSVERZEKERING HOOFDSTUK I INSTELLINGEN

TITEL V MOEDERSCHAPSVERZEKERING HOOFDSTUK I INSTELLINGEN art. 111-113 TITEL V MOEDERSCHAPSVERZEKERING HOOFDSTUK I INSTELLINGEN Art. 111. De moederschapsverzekering wordt geleid en beheerd door de instellingen en organen die bevoegd zijn inzake uitkeringsverzekering.

Nadere informatie

Halftijds brugpensioen

Halftijds brugpensioen Halftijds brugpensioen //dossier Eindeloopbaan Inhoud Wat verstaat men onder halftijds brugpensioen?... 01 Onder welke voorwaarden krijgt men toegang tot het halftijds brugpensioen?... 01 Welke procedure

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 13/03/2014

Datum van inontvangstneming : 13/03/2014 Datum van inontvangstneming : 13/03/2014 Vertaling C-65/14-1 Zaak C-65/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 10 februari 2014 Verwijzende rechter: Arbeidsrechtbank te Nijvel (België)

Nadere informatie

INTERPRETATIE VAN HET BEGRIP EFFECTIEF ACTIEF

INTERPRETATIE VAN HET BEGRIP EFFECTIEF ACTIEF INTERPRETATIE VAN HET BEGRIP EFFECTIEF ACTIEF Opdat sommige kapitalen en afkoopwaarden in aanmerking zouden kunnen komen voor een fiscaal gunstig regime (hetzij de aanslagvoet van 10 %, hetzij de beperking

Nadere informatie

INTERPRETATIE VAN HET BEGRIP EFFECTIEF ACTIEF

INTERPRETATIE VAN HET BEGRIP EFFECTIEF ACTIEF INTERPRETATIE VAN HET BEGRIP EFFECTIEF ACTIEF Opdat sommige kapitalen en afkoopwaarden in aanmerking zouden kunnen komen voor een fiscaal gunstig regime (hetzij de aanslagvoet van 10%, hetzij de beperking

Nadere informatie

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 55 VAN 13 JULI 1993 TOT INSTELLING VAN EEN REGELING VAN AANVULLENDE VERGOEDING

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 55 VAN 13 JULI 1993 TOT INSTELLING VAN EEN REGELING VAN AANVULLENDE VERGOEDING COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 55 VAN 13 JULI 1993 TOT INSTELLING VAN EEN REGELING VAN AANVULLENDE VERGOEDING VOOR SOMMIGE OUDERE WERKNEMERS, IN GEVAL VAN HAL- VERING VAN DE ARBEIDSPRESTATIES, GEWIJZIGD

Nadere informatie

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 55 VAN 13 JULI 1993 TOT INSTELLING VAN EEN REGELING VAN AANVULLENDE VERGOEDING

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 55 VAN 13 JULI 1993 TOT INSTELLING VAN EEN REGELING VAN AANVULLENDE VERGOEDING COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 55 VAN 13 JULI 1993 TOT INSTELLING VAN EEN REGELING VAN AANVULLENDE VERGOEDING VOOR SOMMIGE OUDERE WERKNEMERS, IN GEVAL VAN HAL- VERING VAN DE ARBEIDSPRESTATIES, GEWIJZIGD

Nadere informatie

ZIMAXXX/XXX BIJLAGE III INLICHTINGENBLAD UITKERINGEN. Gegevens betreffende de gerechtigde In te vullen door de V.I.

ZIMAXXX/XXX BIJLAGE III INLICHTINGENBLAD UITKERINGEN. Gegevens betreffende de gerechtigde In te vullen door de V.I. BIJLAGE III INLICHTINGENBLAD UITKERINGEN Gegevens betreffende de gerechtigde In te vullen door de V.I. 1. Naam (meisjesnaam voor de vrouw) Voornaam 2. Adres Postcode - Gemeente 3. Inschrijvingsnummer bij

Nadere informatie

Dienst. voor de. Bijzondere Socialezekerheidsstelsels

Dienst. voor de. Bijzondere Socialezekerheidsstelsels Dienst voor de Bijzondere Socialezekerheidsstelsels (DIBISS) + Sociaal statuut van de Onthaalouders Laatste update: 1/01/2015 (versie 2015.1) ALGEMEENHEDEN... 3 TOEPASSINGSGEBIED... 3 HET SOCIAAL STATUUT...

Nadere informatie

INLICHTINGSBLAD UITKERINGEN

INLICHTINGSBLAD UITKERINGEN INLICHTINGSBLAD UITKERINGEN Wilt u alle documenten terugsturen naar volgend adres: Gistelsesteenweg 294 bus 1, 8200 Sint-Andries Brugge arbeidsongeschiktheid@oz.be Wenst u bijkomende informatie of ondervindt

Nadere informatie

Infoblad - werknemers Hebt u recht op de opvanguitkering voor onthaalouders?

Infoblad - werknemers Hebt u recht op de opvanguitkering voor onthaalouders? Infoblad - werknemers Hebt u recht op de opvanguitkering voor onthaalouders? Wat is een opvanguitkering? De opvanguitkering is een uitkering die de RVA toekent aan een onthaalouder, indien haar inkomsten

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale zekerheid» Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale zekerheid» SCSZ/07/162 BERAADSLAGING NR. 07/059 VAN 6 NOVEMBER 2007 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS

Nadere informatie

SCSZ/04/85. Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank van 24 mei 2004; Gelet op het verslag van de heer Michel Parisse.

SCSZ/04/85. Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank van 24 mei 2004; Gelet op het verslag van de heer Michel Parisse. SCSZ/04/85 BERAADSLAGING NR 04/024 VAN 6 JULI 2004 M.B.T. DE MEDEDELING VAN SOCIALE GEGEVENS VAN PERSOONLIJKE AARD DOOR DE VERZEKERINGSINSTELLINGEN AAN DE SOCIALEVERZEKERINGSFONDSEN VOOR ZELFSTANDIGEN,

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale zekerheid» Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale zekerheid» SCSZ/09/028 BERAADSLAGING NR 07/059 VAN 6 NOVEMBER 2007, GEWIJZIGD OP 7 APRIL 2009, MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING

Nadere informatie

INLICHTINGENBLAD UITKERINGEN

INLICHTINGENBLAD UITKERINGEN Gegevens betreffende de gerechtigde In te vullen door de V.I. 1. Naam (meisjesnaam voor de vrouw) Voornaam 2. Adres Postcode - Gemeente 3. Inschrijvingsnummer bij V.I. BIJLAGE III 4. INSZ-nummer - - 5.

Nadere informatie

BELANGRIJK BERICHT: BETROKKENE IS BIJ AANVANG VAN HET RISICO MEER DAN 30 KALENDERDAGEN UIT DIENST. Ja Neen. IN TE VULLEN DOOR DE WERKGEVER (a) (b)

BELANGRIJK BERICHT: BETROKKENE IS BIJ AANVANG VAN HET RISICO MEER DAN 30 KALENDERDAGEN UIT DIENST. Ja Neen. IN TE VULLEN DOOR DE WERKGEVER (a) (b) (0Ð1\N000) Aansluitingsnummer INSZ: INLICHTINGSBLAD UITKERINGEN Deel werkgever BELANGRIJK BERICHT: BETROKKENE IS BIJ AANVANG VAN HET RISICO MEER DAN 30 KALENDERDAGEN UIT DIENST. Ja Neen 1. Benaming van

Nadere informatie

Ter beschikking gesteld door ACV-metaal Picanolgroup

Ter beschikking gesteld door ACV-metaal Picanolgroup EINDEJAARSPREMIE P.C.111 WEST-VLAANDEREN Collectieve arbeidsovereenkomst van 06/03/2001 gesloten in het Gewestelijk Paritair Comité West-Vlaanderen voor de Metaal-, Machine en Elektrische Bouw. Hoofdstuk

Nadere informatie

Out Sim. Handleiding te lezen voor gebruik

Out Sim. Handleiding te lezen voor gebruik Out Sim Handleiding te lezen voor gebruik Om tot een eenvormig statuut voor arbeiders en bedienden te komen, moeten er vanaf 1 januari 2014 nieuwe regels worden toegepast ingeval van beëindiging van een

Nadere informatie

Art 10 2 een ancienniteit van 20 jaar als werknemer hebben op het ogenblik van de schriftelijke kennisgeving

Art 10 2 een ancienniteit van 20 jaar als werknemer hebben op het ogenblik van de schriftelijke kennisgeving beroepsverleden formulering gelijkstelling Vereist voor tijdskrediet Formule 50 plus Zie CAO NAR Collectieve nr.77bis tot vervanging van de collectieve nr.77 van 14 februari 2001 tot invoering van een

Nadere informatie

Oorspronkelijke tekst Toepasselijk vanaf en voor het eerst op de in 1967 te nemen vakantie

Oorspronkelijke tekst Toepasselijk vanaf en voor het eerst op de in 1967 te nemen vakantie Artikel 43 Oorspronkelijke tekst Toepasselijk vanaf 01.01.1967 en voor het eerst op de in 1967 te nemen vakantie a) tot de periode van tijdelijke volledige ongeschiktheid; b) tot de eerste twaalf maanden

Nadere informatie

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 18 oktober 2004; A. SITUERING VAN DE AANVRAAG EN ONDERWERP ERVAN

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 18 oktober 2004; A. SITUERING VAN DE AANVRAAG EN ONDERWERP ERVAN 1 SCSZ/04/113 BERAADSLAGING NR 04/037 VAN 9 NOVEMBER 2004 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN ELEKTRONISCHE BERICHTEN MET BETREKKING TOT DE PERIODES VAN INACTIVITEIT OF VAN TOEGELATEN DEELTIJDSE WERKHERVATTINGEN

Nadere informatie

RIZIV DIENST VOOR UITKERINGEN. Omzendbrief VI 2002/ 47bis/..

RIZIV DIENST VOOR UITKERINGEN. Omzendbrief VI 2002/ 47bis/.. RIZIV Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering DIENST VOOR UITKERINGEN Omzendbrief VI 2002/ Brussel, 47bis/.. RECHT OP BORSTVOEDINGSPAUZES. C.A.O. NR. 80 TOT INVOERING VAN EEN RECHT OP BORSTVOEDINGSPAUZES.

Nadere informatie

Het sociaal statuut voor onthaalouders aangesloten bij een dienst

Het sociaal statuut voor onthaalouders aangesloten bij een dienst Het sociaal statuut voor onthaalouders aangesloten bij een dienst Helpdesk Sociaal Statuut Onthaalouders Linda Thielemans Sociaal Fonds voor de sector Opvang van Kinderen vzw Vlaamse social-profitfondsen

Nadere informatie

10 ZAKEN DIE JE MOET WETEN VOOR JE IN HET

10 ZAKEN DIE JE MOET WETEN VOOR JE IN HET WERKEN MET EEN ZIEKTE- EN INVALIDITEITSUITKERING TOEGELATEN ARBEID 10 ZAKEN DIE JE MOET WETEN VOOR JE IN HET SYSTEEM STAPT WERKEN MET EEN ZIEKTE- EN INVALIDITEITSUITKERING TOEGELATEN ARBEID Vorig jaar

Nadere informatie

BELANGRIJK BERICHT! BETROKKENE IS BIJ AANVANG VAN HET RISICO MEER DAN 30 KALENDERDAGEN UIT DIENST. Ja Neen

BELANGRIJK BERICHT! BETROKKENE IS BIJ AANVANG VAN HET RISICO MEER DAN 30 KALENDERDAGEN UIT DIENST. Ja Neen INLICHTINGSBLAD UITKERINGEN Deel werkgever - Terug te zenden naar het ziekenfonds (dienst uitkeringen) IN TE VULLEN DOOR HET ZIEKENFONDS (GEGEVENS BETREFFENDE DE GERECHTIGDE) Inschrijvingsnr : Rijksregister

Nadere informatie

ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR BEPAALDE DUUR (ARBEIDER / BEDIENDE )

ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR BEPAALDE DUUR (ARBEIDER / BEDIENDE ) ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR BEPAALDE DUUR (ARBEIDER / BEDIENDE ) Tussen Mevrouw/Meneer... optredend als gevolmachtigde van de werkgever... straat... nr.... post nr.... plaats... en Mevrouw/Meneer...... straat...

Nadere informatie

R.I.Z.I.V. Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering

R.I.Z.I.V. Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering R.I.Z.I.V. Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering Uitkeringen Omzendbrief VI nr 2010/504 van 23 december 2010 484/4 Van toepassing vanaf 1 januari 2011 Toepassing van artikel 28bis, 2

Nadere informatie

1. Wet van 16 april 1963 betreffende de sociale reclassering van de mindervaliden 3

1. Wet van 16 april 1963 betreffende de sociale reclassering van de mindervaliden 3 II. DEFINITIES A. Definities in het kader van de wetgevingen betreffende de sociale integratie van personen met een handicap en hun inschakeling in het arbeidsproces 1. Wet van 16 april 1963 betreffende

Nadere informatie

INSTRUCTIES VOOR DE WERKGEVER ASR

INSTRUCTIES VOOR DE WERKGEVER ASR AANGIFTE SOCIALE RISICO'S INSTRUCTIES VOOR DE WERKGEVER ASR A S R Kwartaal:2015-03 Werkloosheid Inhoudstafel Inleiding... 5 Voor wie... 6 Wanneer...7 Wat invullen... 8 Bijkomende informatie... 16 27/08/2015

Nadere informatie

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 25 januari 2004; A. SITUERING VAN DE AANVRAAG EN ONDERWERP ERVAN

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 25 januari 2004; A. SITUERING VAN DE AANVRAAG EN ONDERWERP ERVAN SCSZ/05/17 1 BERAADSLAGING NR. 05/008 VAN 15 FEBRUARI 2005 M.B.T. DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS DOOR DE RIJKSDIENST VOOR ARBEIDSVOORZIENING AAN DE VERZEKERINGSINSTELLINGEN, VIA DE KRUISPUNTBANK VAN

Nadere informatie

Rolnummer 5726. Arrest nr. 135/2014 van 25 september 2014 A R R E S T

Rolnummer 5726. Arrest nr. 135/2014 van 25 september 2014 A R R E S T Rolnummer 5726 Arrest nr. 135/2014 van 25 september 2014 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd

Nadere informatie

Vrouwenraadinfofiche 2016

Vrouwenraadinfofiche 2016 Vrouwenraadinfofiche 2016 Drie decennia deeltijds werk en de gevolgen voor vrouwen Evolutie deeltijdse arbeid De overheid en de sociale partners zijn deeltijds werk (gebaseerd op een deeltijdse arbeidsovereenkomst)

Nadere informatie

Uitoefenen van twee activiteiten arbeidsongeschiktheid voor één van beiden toekenning van deeltijdse arbeidsongeschiktheidsuitkering - voorwaarden

Uitoefenen van twee activiteiten arbeidsongeschiktheid voor één van beiden toekenning van deeltijdse arbeidsongeschiktheidsuitkering - voorwaarden Uitoefenen van twee activiteiten arbeidsongeschiktheid voor één van beiden toekenning van deeltijdse arbeidsongeschiktheidsuitkering - voorwaarden Grondwettelijk Hof - Arrest van 28 februari 2013 - Rol

Nadere informatie

Wettelijke feestdagen en vervangende feestdagen in UZ Brussel

Wettelijke feestdagen en vervangende feestdagen in UZ Brussel Wettelijke feestdagen en vervangende feestdagen in UZ Brussel Wettelijke feestdagen en vervangingsdagen Page 1 of 20 Inhoudstabel 1 DOELSTELLING... 4 2 DEFINITIES / BEGRIPPEN ARBEIDSDUUR... 4 2.1 Jobtime...

Nadere informatie

Rolnummer 5855. Arrest nr. 178/2014 van 4 december 2014 A R R E S T

Rolnummer 5855. Arrest nr. 178/2014 van 4 december 2014 A R R E S T Rolnummer 5855 Arrest nr. 178/2014 van 4 december 2014 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 13, tweede lid, van de wet van 3 juli 1967 betreffende preventie van of de schadevergoeding

Nadere informatie

R.I.Z.I.V. Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering

R.I.Z.I.V. Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering R.I.Z.I.V. Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering Uitkeringen Omzendbrief VI nr 2013/156 van 11 april 2013 249/21 Van toepassing vanaf 12 april 2013 Artikel 100, 2 van de wet betreffende

Nadere informatie

Rolnummer 5633. Arrest nr. 26/2014 van 6 februari 2014 A R R E S T

Rolnummer 5633. Arrest nr. 26/2014 van 6 februari 2014 A R R E S T Rolnummer 5633 Arrest nr. 26/2014 van 6 februari 2014 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 4 van het koninklijk besluit van 18 november 1996 «houdende invoering van een sociale

Nadere informatie

Infoblad - werknemers Waarop heeft een deeltijdse werknemer recht?

Infoblad - werknemers Waarop heeft een deeltijdse werknemer recht? Infoblad - werknemers Waarop heeft een deeltijdse werknemer recht? Wanneer bent u een deeltijdse werknemer? U bent een "deeltijdse werknemer" wanneer: u volgens uw contract per week minder uren moet werken

Nadere informatie

A D V I E S Nr

A D V I E S Nr A D V I E S Nr. 1.371 ------------------------------ Onderwerp : Ontwerp van koninklijk besluit betreffende het stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot

Nadere informatie

AANVULLENDE VAKANTIE AAN HET BEGIN OF BIJ DE HERVATTING VAN DE ACTIVITEIT

AANVULLENDE VAKANTIE AAN HET BEGIN OF BIJ DE HERVATTING VAN DE ACTIVITEIT AANVULLENDE VAKANTIE AAN HET BEGIN OF BIJ DE HERVATTING VAN DE ACTIVITEIT In België werd het recht op dagen tot voor kort volledig bepaald op basis van de prestaties die de werknemer in het jaar ervoor

Nadere informatie

INSTRUCTIES AAN DE WERKGEVERS ASR

INSTRUCTIES AAN DE WERKGEVERS ASR INSTRUCTIES AAN DE WERKGEVERS ASR 3 1 Werkloosheid Inhoudstafel Inleiding... 5 Voor wie... 6 Wanneer...7 Wat invullen... 8 Bijkomende informatie... 10 28/02/2013 Administratieve instructies - Werkloosheid

Nadere informatie

Aansluitingsnummer INSZ

Aansluitingsnummer INSZ Aansluitingsnummer INSZ (0Ð0ëX000) AANVRAAG VAN UITKERINGEN VOOR GEBOORTEVERLOF (artikel 223bis van het koninklijk besluit van 3 juli 1996) Samenvatting van de wettelijke bepalingen: 1. Periode: U hebt

Nadere informatie

Titel. Inhoudstafel Tekst Begin

Titel. Inhoudstafel Tekst Begin Titel 10 AUGUSTUS 1998. - Koninklijk besluit tot invoering van een recht op loopbaanonderbreking voor bijstand of verzorging van een zwaar ziek gezinsof familielid. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies

Nadere informatie

De artikelen 51 tot 53 van het koninklijk besluit van 25.11.1991 houdende de werkloosheidsreglementering (B.S.31.12.1991)

De artikelen 51 tot 53 van het koninklijk besluit van 25.11.1991 houdende de werkloosheidsreglementering (B.S.31.12.1991) De artikelen 51 tot 53 van het koninklijk besluit van 25.11.1991 houdende de werkloosheidsreglementering (B.S.31.12.1991) Gewijzigd bij: (1) koninklijk besluit van [02 oktober 1992 tot wijziging van het

Nadere informatie

Aansluitingsnummer: INSZ:

Aansluitingsnummer: INSZ: Aansluitingsnummer: INSZ: AANVRAAG VAN UITKERINGEN VOOR GEBOORTEVERLOF (artikel 223bis van het koninklijk besluit van 3 juli 1996) Samenvatting van de wettelijke bepalingen: 1. Periode: U hebt recht op

Nadere informatie

Zevende scenario Maandelijkse aangifte van arbeid als werknemer tewerkgesteld in een beschermde werkplaats

Zevende scenario Maandelijkse aangifte van arbeid als werknemer tewerkgesteld in een beschermde werkplaats Zevende scenario Maandelijkse aangifte van arbeid als werknemer tewerkgesteld in een beschermde werkplaats Inleiding 1 - Inleiding Door deze aangifte maakt u maandelijks aan de sector werkloosheid de gegevens

Nadere informatie

ARBEIDSOVEREENKOMST - DIENSTENCHEQUES

ARBEIDSOVEREENKOMST - DIENSTENCHEQUES ARBEIDSOVEREENKOMST - DIENSTENCHEQUES Artikel 1 T4HR S.A.... straat... nr.... gemeente... postnr.... erkenningsnummer van de werkgever toegekend door de Adviescommissie erkenningen dienstencheques... werft

Nadere informatie

Gelet op de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, inzonderheid op artikel 15;

Gelet op de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, inzonderheid op artikel 15; SCSZ/07/007 1 BERAADSLAGING NR. 07/004 VAN 9 JANUARI 2007 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS DOOR DE VERENIGING ZONDER WINSTOOGMERK CIMIRE AAN DE RIJKSDIENST VOOR PENSIOENEN MET HET

Nadere informatie

De arbeidstijd van kaderpersoneel en leidinggevenden

De arbeidstijd van kaderpersoneel en leidinggevenden De arbeidstijd van kaderpersoneel en leidinggevenden FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be W www.forumadvocaten.be 1 Inleiding 24

Nadere informatie

Inlichtingenformulier overbruggingsrecht

Inlichtingenformulier overbruggingsrecht STEUNT ELKANDER Vrij sociaal verzekeringsfonds voor zelfstandigen v.z.w. (erkend door K.B. van 23.10.1967) - R.P.R. 0407.843.626 - Stichtend lid van Eunomia v.z.w. Kolonel Bourgstraat 113 1140 BRUSSEL

Nadere informatie

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 2. Uitkeringen (RIZIV)

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 2. Uitkeringen (RIZIV) 2. Uitkeringen 2.0 Methodologische nota In de uitkeringsverzekering onderscheidt men vier prestaties, deelsectoren genoemd, met name de uitkeringen voor primaire arbeidsongeschiktheid, invaliditeitsuitkeringen,

Nadere informatie

Infoblad - werknemers Hoeveel bedraagt uw uitkering na een tewerkstelling?

Infoblad - werknemers Hoeveel bedraagt uw uitkering na een tewerkstelling? Infoblad - werknemers Hoeveel bedraagt uw uitkering na een tewerkstelling? Waarover gaat dit infoblad? In dit infoblad leggen we uit hoe we het dagbedrag van uw werkloosheidsuitkering als volledig werkloze

Nadere informatie

Jaarlijkse vakantie: de spelregels

Jaarlijkse vakantie: de spelregels Jaarlijkse vakantie: de spelregels Mrs. Kathy Bergen Senior Legal Consultant De zomermaanden komen eraan, een periode waarin u wordt geconfronteerd met de jaarlijkse vakantie van uw werknemers... Wat zijn

Nadere informatie

A D V I E S Nr. 1.938 ------------------------------- Zitting van maandag 27 april 2015 ------------------------------------------------

A D V I E S Nr. 1.938 ------------------------------- Zitting van maandag 27 april 2015 ------------------------------------------------ A D V I E S Nr. 1.938 ------------------------------- Zitting van maandag 27 april 2015 ------------------------------------------------ Collectieve arbeidsovereenkomst nr. 118 van 27 april 2015 tot vaststelling

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid 1 Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid SCSZG/17/235 BERAADSLAGING NR. 17/106 VAN 5 DECEMBER 2017 OVER DE UITWISSELING VAN PERSOONSGEGEVENS TUSSEN DE

Nadere informatie

expertise binnen handbereik Ouderschapsverlof Opname Voorwaarde in hoofde van het kind Anciënniteit

expertise binnen handbereik Ouderschapsverlof Opname Voorwaarde in hoofde van het kind Anciënniteit Ouderschapsverlof 12.07.2016 Rev. 31.07.2017 Juridische dienst Info@salar.be Ouderschapsverlof is een thematisch verlof dat werknemers de mogelijkheid biedt de arbeidsprestaties tijdelijk te schorsen of

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 16 DECEMBER 2013 S.12.0032.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.12.0032.F RIJKSINSTITUUT VOOR ZIEKTE- EN INVALIDITEITSVERZEKE- RING, Mr. Willy van Eeckhoutte, advocaat bij het Hof van Cassatie,

Nadere informatie

Informatiefiche Arbeidsduur in de sector 319.01

Informatiefiche Arbeidsduur in de sector 319.01 Informatiefiche Arbeidsduur in de sector 319.01 1. De wekelijkse arbeidsduur voor voltijdse werknemers De gemiddelde wekelijkse arbeidsduur bedraagt 38 uur per week (zie CAO van 1/07/1998 betreffende veralgemening

Nadere informatie

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid van 9 juli 2007;

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid van 9 juli 2007; SCSZ/07/153 1 BERAADSLAGING NR. 07/052 VAN 2 OKTOBER 2007 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS DOOR DE SECTOR WERKLOOSHEID AAN HET RIJKSINSTITUUT VOOR ZIEKTE- EN INVALIDITEITSVERZEKERING,

Nadere informatie

INFORMATIEDOCUMENT Jaarlijkse vakantie 2013 van de volledig werklozen

INFORMATIEDOCUMENT Jaarlijkse vakantie 2013 van de volledig werklozen INFORMATIEDOCUMENT Jaarlijkse vakantie 2013 van de volledig werklozen 1. Op hoeveel vakantiedagen heeft u als volledig werkloze recht in 2013? In 2013 mag u 4 weken vakantie nemen, wat overeenkomt met

Nadere informatie

Ouderschapsverlof. 13.04.2006 Rev. 04.06.2012 Juridische dienst info@salar.be

Ouderschapsverlof. 13.04.2006 Rev. 04.06.2012 Juridische dienst info@salar.be 13.04.2006 Rev. 04.06.2012 Juridische dienst info@salar.be Ouderschapsverlof De redactie en uitgever streven naar optimale betrouwbaarheid en volledigheid van de verstrekte informatie, waarvoor ze echter

Nadere informatie

R.I.Z.I.V. Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering

R.I.Z.I.V. Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering R.I.Z.I.V. Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering Uitkeringen Omzendbrief VI nr 2012/239 van 28 juni 2012 406/10 9/1 Van toepassing vanaf 1 juli 2012 Vervangt omzendbrief nr 2012/186 van

Nadere informatie

Scenario 7: beschutte werkplaats

Scenario 7: beschutte werkplaats Inleiding Scenario 7: beschutte werkplaats Dit scenario betreft een uitdovende regeling voor werknemers die op 01.07.2004 als minder-valide tewerkgesteld waren in een beschutte werkplaats. Door deze aangifte

Nadere informatie

INSTRUCTIES VOOR DE WERKGEVER ASR

INSTRUCTIES VOOR DE WERKGEVER ASR AANGIFTE SOCIALE RISICO'S INSTRUCTIES VOOR DE WERKGEVER ASR A S R Kwartaal:2015-04 Uitkeringen Inhoudstafel Inleiding... 5 Voor wie... 6 Wanneer...7 Wat invullen... 8 26/11/2015 Administratieve instructies

Nadere informatie

Wijziging van de reglementering van het tijdskrediet

Wijziging van de reglementering van het tijdskrediet Directie reglementering Tijdskrediet en Loopbaanonderbreking Communicatie Datum 29.12.2014 Wijziging van de reglementering van het tijdskrediet In toepassing van het federaal regeerakkoord van 09.10.2014

Nadere informatie

Infoblad - werknemers Mag u werken als werkloze met bedrijfstoeslag?

Infoblad - werknemers Mag u werken als werkloze met bedrijfstoeslag? Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening Voor meer inlichtingen, gelieve contact op te nemen met uw RVA-kantoor. De adressen kunt u vinden in het telefoonboek of op de site : www.rva..be Infoblad - werknemers

Nadere informatie

Onderhavig advies licht toe hoe de NAR de uitvoering van het principeakkoord van 23 januari 2012 ziet.

Onderhavig advies licht toe hoe de NAR de uitvoering van het principeakkoord van 23 januari 2012 ziet. Intro In het regeerakkoord van 1 december 2011 werd overeengekomen om, in overleg met de sociale partners, de kwaliteit en de jobkansen in de uitzendarbeid te verbeteren en de regelgeving inzake tijdelijk

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid 1 Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid SCSZG/18/100 BERAADSLAGING NR. 17/106 VAN 5 DECEMBER 2017, GEWIJZIGD OP 8 MEI 2018, OVER DE UITWISSELING VAN

Nadere informatie

INSTRUCTIES VOOR DE WERKGEVER ASR

INSTRUCTIES VOOR DE WERKGEVER ASR AANGIFTE SOCIALE RISICO'S INSTRUCTIES VOOR DE WERKGEVER ASR A S R Kwartaal:2013-03 Werkloosheid Inhoudstafel Inleiding... 5 Voor wie?... 6 Wanneer?...7 Wat invullen?... 8 Bijkomende informatie... 10 29/08/2013

Nadere informatie

STELSEL VAN WERKLOOSHEID MET BEDRIJFSTOESLAG

STELSEL VAN WERKLOOSHEID MET BEDRIJFSTOESLAG STELSEL VAN WERKLOOSHEID MET BEDRIJFSTOESLAG HOOFDSTUK 1: HET STELSEL VAN WERKLOOSHEID MET BEDRIJFSTOESLAG 1 VANAF 58 JAAR I. Wat is het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag? Het stelsel van werkloosheid

Nadere informatie

Paritair Subcomité voor de socioculturele sector van de Vlaamse Gemeenschap

Paritair Subcomité voor de socioculturele sector van de Vlaamse Gemeenschap Paritair Subcomité voor de socioculturele sector van de Vlaamse Gemeenschap 3290105 Nederlandstalige organisaties voor socio-professionele inschakeling in Brussel Eindejaarspremie... 1 Aanvullend pensioen...

Nadere informatie

Infoblad - werknemers Mag u werken als bruggepensioneerde?

Infoblad - werknemers Mag u werken als bruggepensioneerde? Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening Voor meer inlichtingen neem contact op met de plaatselijke RVA (werkloosheidsbureau). De adressen kunt u vinden in het telefoonboek of op de site : www.rva.be Infoblad

Nadere informatie

Infoblad - werknemers

Infoblad - werknemers Infoblad - werknemers Mag u een overlevingspensioen cumuleren met uitkeringen? Waarover gaat dit infoblad? In dit infoblad wordt uitgelegd onder welke voorwaarden u een overlevingpensioen kunt cumuleren

Nadere informatie

Paritair Subcomité voor de socioculturele sector van de Vlaamse Gemeenschap Integratiecentra

Paritair Subcomité voor de socioculturele sector van de Vlaamse Gemeenschap Integratiecentra Paritair Subcomité voor de socioculturele sector van de Vlaamse Gemeenschap 3290104 Integratiecentra Overwerk... 1 Nachtarbeid... 2 Arbeid op zon en feestdagen... 3 Eindejaarspremie... 4 Vervoerskosten...

Nadere informatie

expertise binnen handbereik Ouderschapsverlof Opname Voorwaarde in hoofde van het kind Anciënniteit Juridische dienst

expertise binnen handbereik Ouderschapsverlof Opname Voorwaarde in hoofde van het kind Anciënniteit Juridische dienst Ouderschapsverlof 12.07.2016 Juridische dienst Info@salar.be Ouderschapsverlof is een thematisch verlof dat werknemers de mogelijkheid biedt de arbeidsprestaties tijdelijk te schorsen of te verminderen

Nadere informatie

16 JUNI Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 3ter van de Arbeidswet van 16 maart 1971 (1)

16 JUNI Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 3ter van de Arbeidswet van 16 maart 1971 (1) 16 JUNI 2003. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 3ter van de Arbeidswet van 16 maart 1971 (1) BS 30/07/2003 in voege 01/09/2003 Gelet op de Arbeidswet van 16 maart 1971, inzonderheid op artikel

Nadere informatie

Oorspronkelijke tekst Toepasselijk vanaf 01.01.1967 en voor het eerst op de in 1967 te nemen vakantie

Oorspronkelijke tekst Toepasselijk vanaf 01.01.1967 en voor het eerst op de in 1967 te nemen vakantie Artikel 41 Oorspronkelijke tekst Toepasselijk vanaf 01.01.1967 en voor het eerst op de in 1967 te nemen vakantie 4 oproeping onder de wapens of één der andere toestanden voortvloeiend uit de dienstplichtwetten

Nadere informatie

Tiende scenario Maandelijkse aangifte van de uren jeugd- of seniorvakantie

Tiende scenario Maandelijkse aangifte van de uren jeugd- of seniorvakantie Tiende scenario Maandelijkse aangifte van de uren jeugd- of seniorvakantie Inleiding 1 - Inleiding De regelingen jeugd- en seniorvakantie voorzien dat pas afgestudeerde jongeren en oudere werknemers die

Nadere informatie

Arbeidsongeschiktheid

Arbeidsongeschiktheid Arbeidsongeschiktheid Arbeidsongeschiktheid in de ziekteverzekering Gedeeltelijke werkhervatting Beroepsherscholing Dr. Hendrik VERMEERBERGEN Dr. Dirk VAN GOOL 8 januari 2014 (Art. 100. 1 WET 10/07/1994)

Nadere informatie

6. Deeltijds werken. Inhoudstafel UW RECHTEN

6. Deeltijds werken. Inhoudstafel UW RECHTEN 6. Deeltijds werken Sinds het einde van de jaren 70 nam deeltijds werken vooral bij vrouwen sterk toe. De wetgeving voorziet in speciale regels om te voorkomen dat deeltijdse werknemers worden benadeeld.

Nadere informatie

Wet van 28 december 2011 houdende diverse bepalingen 1. TITEL 8. - Pensioenen. HOOFDSTUK 1. - Pensioenen van de overheidssector

Wet van 28 december 2011 houdende diverse bepalingen 1. TITEL 8. - Pensioenen. HOOFDSTUK 1. - Pensioenen van de overheidssector Wet van 28 december 2011 houdende diverse bepalingen 1 TITEL 8. - Pensioenen HOOFDSTUK 1. - Pensioenen van de overheidssector Afdeling 1. - Verhoging van de pensioenleeftijd Art. 85. Artikel 46 van de

Nadere informatie

Informatie over stopzetting, gelijkstelling wegens ziekte, voortgezette verzekering, overbruggingsrecht

Informatie over stopzetting, gelijkstelling wegens ziekte, voortgezette verzekering, overbruggingsrecht Informatie over stopzetting, gelijkstelling wegens ziekte, voortgezette verzekering, overbruggingsrecht Incozina sociaal verzekeringsfonds vzw caisse d assurances sociales asbl Torhoutsesteenweg 384 B-8200

Nadere informatie

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités;

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités; COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 137 VAN 23 APRIL 2019 TOT VASTSTELLING VOOR 2019-2020 VAN HET INTERPROFESSIONEEL KADER VOOR DE VERLAGING VAN DE LEEFTIJDSGRENS, VOOR WAT DE TOEGANG TOT HET RECHT OP

Nadere informatie

Infoblad - werknemers Hoeveel bedraagt uw uitkering na een tewerkstelling?

Infoblad - werknemers Hoeveel bedraagt uw uitkering na een tewerkstelling? Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening Voor meer inlichtingen neem contact op met de plaatselijke RVA (werkloosheidsbureau). De adressen kunt u vinden in het telefoonboek of op de site: www.rva.be Infoblad

Nadere informatie

Infoblad - werknemers Schorsing bedienden ingevolge werkgebrek voor ondernemingen in moeilijkheden

Infoblad - werknemers Schorsing bedienden ingevolge werkgebrek voor ondernemingen in moeilijkheden Infoblad - werknemers Schorsing bedienden ingevolge werkgebrek voor ondernemingen in moeilijkheden Wanneer de onderneming waar u tewerkgesteld bent voldoet aan de preliminaire voorwaarden om gebruik te

Nadere informatie

2070000 Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid

2070000 Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid 2070000 Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid Opeenvolgende arbeidsovereenkomsten van bepaalde duur... 2 Collectieve arbeidsovereenkomst van 12 juli 2007 (84.936)... 2 Minimumwedde

Nadere informatie

Infoblad - werknemers U bent een werkloze van 50 jaar of ouder?

Infoblad - werknemers U bent een werkloze van 50 jaar of ouder? Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening Voor meer inlichtingen neem contact op met de plaatselijke RVA (werkloosheidsbureau). De adressen kunt u vinden in het telefoonboek of op de site : www.rva.be Infoblad

Nadere informatie

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 17 TRICIES -----------------------------------------------------------------------------------

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 17 TRICIES ----------------------------------------------------------------------------------- COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 17 TRICIES ----------------------------------------------------------------------------------- Zitting van dinsdag 19 december 2006 ----------------------------------------------------

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, artikel 80, gewijzigd bij het decreet van (datum);

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, artikel 80, gewijzigd bij het decreet van (datum); Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juni 2008 betreffende de verzekering gewaarborgd wonen DE VLAAMSE REGERING, Gelet op

Nadere informatie

TITEL III UITKERINGS- EN MOEDERSCHAPSVERZEKERING HOOFDSTUK I ORGANEN. Afdeling I Beheerscomité van de Dienst voor uitkeringen

TITEL III UITKERINGS- EN MOEDERSCHAPSVERZEKERING HOOFDSTUK I ORGANEN. Afdeling I Beheerscomité van de Dienst voor uitkeringen art. 161 TITEL III UITKERINGS- EN MOEDERSCHAPSVERZEKERING HOOFDSTUK I ORGANEN Afdeling I Beheerscomité van de Dienst voor uitkeringen Art. 161. Het Beheerscomité van de Dienst voor uitkeringen is samengesteld

Nadere informatie

nationale arbeidsraad

nationale arbeidsraad nationale arbeidsraad A D V I E S Nr. 1.336 ------------------------------ Zitting van dinsdag 6 februari 2001 Uitvoering van het interprofessioneel akkoord van 22 december 2000 jaarlijkse vakantie x x

Nadere informatie

WET VAN 29 MAART 1976. betreffende de gezinsbijslag voor zelfstandigen. (B.S. 6 mei 1976)

WET VAN 29 MAART 1976. betreffende de gezinsbijslag voor zelfstandigen. (B.S. 6 mei 1976) WET VAN 29 MAART 1976 betreffende de gezinsbijslag voor zelfstandigen (B.S. 6 mei 1976) Gewijzigd door: - de wet van 17 maart 1993 (B.S. 22 april 1993) ; - de wet van 6 april 1995 (B.S. 26 juli 1995) ;

Nadere informatie

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 20 mei

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 20 mei A D V I E S Nr. 1.690 --------------------------------- Zitting van woensdag 20 mei 2009 -------------------------------------------------- Verlof voor bijstand aan of verzorging van een zwaar ziek kind

Nadere informatie

Wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités (B.S. 15.I.1969) 65

Wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités (B.S. 15.I.1969) 65 INHOUDSTAFEL Woord vooraf Inhoudsoverzicht Inhoudstafel III V VII I. ARBEIDSRECHT Wet van 20 september 1948 houdende organisatie van het bedrijfsleven (B.S. 27/28.IX.1948) (uittreksel: art. 14-36) 3 Wet

Nadere informatie

Jaarlijkse vakantie 2014

Jaarlijkse vakantie 2014 Jaarlijkse vakantie 2014 Jaarlijkse vakantie 2014 p. 1 / 109 Inhoudsopgave INHOUDSOPGAVE... 2 INLEIDING... 6 TOEPASSINGSGEBIED REGLEMENTERING JAARLIJKSE VAKANTIE... 7 1. PRINCIPE... 7 2. UITBREIDING...

Nadere informatie

BEDRAG VAN HET PENSIOEN

BEDRAG VAN HET PENSIOEN BEDRAG VAN HET PENSIOEN Elk burgerlijk tewerkstellingsjaar geeft recht op een jaarlijks pensioenbedrag. Dit bedrag wordt als volgt berekend : 1. men neemt de jaarlijkse bezoldiging (werkelijke en/of forfaitaire

Nadere informatie

Federale Overheidsdienst FINANCIEN - Centrale diensten. Directie I/5A. Circulaire nr. Ci.RH.242/ (AAFisc Nr. 43/2011) dd

Federale Overheidsdienst FINANCIEN - Centrale diensten. Directie I/5A. Circulaire nr. Ci.RH.242/ (AAFisc Nr. 43/2011) dd Federale Overheidsdienst FINANCIEN - Centrale diensten Directie I/5A Circulaire nr. Ci.RH.242/609.135 (AAFisc Nr. 43/2011) dd 02.09.2011 Personenbelasting Vrijgesteld inkomen Sociaal voordeel Sociaal voordeel

Nadere informatie

Nieuwe maatregelen ter bestrijding van de werkloosheidsvallen, toegelicht bij CO 1362 van 16 februari 2007

Nieuwe maatregelen ter bestrijding van de werkloosheidsvallen, toegelicht bij CO 1362 van 16 februari 2007 Nieuwe maatregelen ter bestrijding van de werkloosheidsvallen, toegelicht bij CO 1362 van 16 februari 2007 Overzicht van de gestelde vragen en gegeven antwoorden Toekenning van een sociale toeslag na het

Nadere informatie

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 39 VAN 13 DECEMBER 1983 BETREFFENDE DE VOORLICHTING EN HET OVERLEG INZAKE DE

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 39 VAN 13 DECEMBER 1983 BETREFFENDE DE VOORLICHTING EN HET OVERLEG INZAKE DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 39 VAN 13 DECEMBER 1983 BETREFFENDE DE VOORLICHTING EN HET OVERLEG INZAKE DE SOCIALE GEVOLGEN VAN DE INVOERING VAN NIEUWE TECHNOLOGIEEN ------------------ Gelet op de

Nadere informatie

Geldigheidsdatum: 01/01/2016 Laatste aanpassing: 09/03/ Paritair Comité voor het hotelbedrijf

Geldigheidsdatum: 01/01/2016 Laatste aanpassing: 09/03/ Paritair Comité voor het hotelbedrijf 3020000 Paritair Comité voor het hotelbedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 27 augustus 2001 (58.955)... 2 Uitvoering van het protocolakkoord van 29 juni 2001 betreffende de toekenning van anciënniteitsverlof...

Nadere informatie