Prosodie en stemkwaliteit bij voice over stemmen bij reportage en documentaire

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Prosodie en stemkwaliteit bij voice over stemmen bij reportage en documentaire"

Transcriptie

1 Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Academiejaar Prosodie en stemkwaliteit bij voice over stemmen bij reportage en documentaire Laura De Vuyst en Naomi Roelens Promotor: Prof. Dr. Paul Corthals Copromotor: Prof. Dr. Bernadette Timmermans Masterproef voorgedragen tot het behalen van de graad van master in de logopedische en audiologische wetenschappen

2 Dankwoord Iedereen krijgt dagelijks wel een professionele spreker te horen, zij het op de radio of op TV. We houden van een stem of we houden er net niet van, maar deze keuze verdedigen is minder evident. Zelfs met een logopedische achtergrond kan er moeilijk een vinger op de wond worden gelegd. Eén van de vele fasen van het schrijfproces van een thesis is uiteraard een grondig literatuuronderzoek. Al snel bleek dat het aantal onderzoeken binnen dit domein zeer beperkt is. Beiden hoopten we dan ook iets kleins te kunnen bijdragen aan een tot nu toe weinig bekend terrein binnen de logopedie. We hoopten op het schrijven van interessant vers leesvoer voor geïnteresseerden. Zonder deskundige hulp van onze promotoren was dit echter onmogelijk geweest. Om die reden wensen we de mensen te bedanken die het slagen van deze scriptie mogelijk hebben gemaakt. Onze dank gaat eerst en vooral uit naar onze promotor Professor Corthals die ons met zijn snel en deskundig advies en professionele inbreng steeds op goede weg hielp naar dit eindproduct. Ook onze co-promotor Professor Doctor Bernadette Timmermans willen we danken. Mevrouw Timmermans heeft alle voorbereidingen getroffen voor het experimentele luik van dit onderzoek wat voor ons dit proces uitermate vergemakkelijkte. Een experimenteel onderzoek is niet mogelijk zonder proefpersonen. Bij deze danken we de professionele voice-over-stemmen voor hun tijd en interesse alsook de beoordelaars voor hun luisterend maar kritisch oor. Uiteraard willen we ook onze medestudenten en ouders hier vermelden. Ze hebben ons in alle opzichten, elk op hun manier, door dik en dun gesteund. We hopen hiermee iets te kunnen bijbrengen aan de wetenschap en een hoofdstuk in ons leven te kunnen afsluiten. Na maanden samenwerken en zwoegen gaan we nu elk een andere richting uit. Veel leesplezier, Naomi & Laura 2

3 Inhoud Abstract... 4 Summary... 5 Inleiding... 6 Verwachtingen... 7 Werkwijze... 8 Proefpersonen akoestische analyse... 8 Akoestische analyse... 8 Beoordelaars Perceptuele analyse Data-analyse Resultaten Stemkwaliteit Prosodie onscreen versus offscreen Appreciatie Correlaties Conclusie Discussie en suggesties Akoestische analyse Perceptuele beoordeling Referentielijst

4 Abstract Het doel van dit onderzoek is op zoek te gaan naar perceptuele en akoestische aspecten van een voice over stem (VOS) omdat deze tot op heden niet werden onderzocht. We stelden volgende onderzoeksvragen: is er een (significant) waardeverschil wat betreft de objectieve parameters van onscreen en offscreen fragmenten bij eenzelfde professionele VOS? Bestaat er een verband tussen onscreen en offscreen parameters en de perceptuele beoordeling? We includeerden 15 VOS waarvan, op basis van een uitgezonden documentaire of reportage, objectieve parameters (spreek- en articulatiesnelheid, de grondtoon, de gemiddelde spreekintensiteit, de modulatie en het modulatietempo van zowel de spreektoonhoogte als de intensiteit) werden bepaald. Van 10 personen uit de proefgroep werd een spontaan spraakstaal afgenomen en voor dezelfde parameters geanalyseerd. De stemkwaliteit werd geobjectiveerd met de DSI en AVQI. Aan een groep luisteraars (n= 80) werden 10 onscreen fragmenten en 10 offscreen fragmenten aangeboden. Aan hen werd gevraagd de stemmen te beoordelen met een appreciatiescore op 10. Uit afname van de DSI en AVQI bleek dat dysfonie bij de VOS uitgesloten is. Wanneer de VOS spontaan spreken gaan ze minder monotoon spreken dan wanneer ze onscreen stalen inspreken (p = 0,005). Bij het inspreken van onscreen fragmenten gaan ze echter significant meer variëren qua spreekintensiteit (p = 0,018) en een hoger modulatietempo (db/sec) vertonen (p = 0,012) in vergelijking met de offscreen stalen. Verder bleek dat de onscreen spreeken articulatiesnelheid niet significant verschilt van die van de offscreen fragmenten. Voor geen enkele van de onderzochte parameter werd een significante correlatie gevonden tussen hun waarde en de appreciatiescores, met uitzondering van de mediane intensiteit waarbij een significante negatieve correlatie werd gevonden (p = 0,018). 4

5 Summary The purpose of this research project is to determine acoustic and perceptual aspects of a voice over voice (VOV), mainly because until now, this has not been investigated. Our first research question is whether there is a (significant) difference between the objective parameters for onscreen and offscreen fragments of the same professional voice-over. The second question is whether there is a relation between onscreen and offscreen parameters and the perceptual appreciation. We included 15 VOV for which we determined objective parameters based on a broadcast documentary or report. These parameters were: speech and articulation rate, fundamental frequency, average intensity of speech and modulation pace of both speech pitch and intensity. From 10 persons in our research group, we extracted a sample from spontaneous speech. The same parameters were analysed. Voice quality was objectified in terms of DSI and AVQI. A group of listeners (n = 80) was offered 10 onscreen and 10 offscreen fragments. They were asked to judge the voices using an appreciation score on a scale of 10 points. The results from the DSI and AVQI prove that dysphonia does not occur amongst the voice overs. When the VOV speak spontaneously, they tend to speak less monotonously than when they speak as voice overs onscreen (p=0,005). When speaking onscreen fragments, they show significantly more variation in speech intensity (p = 0,018) and a higher pace of modulation (p = 0,012). Furthermore, we have proof that the speech and articulation rate does not significantly differ between onscreen and offscreen fragments. It is clear that for all examined parameters, there is no significant correlation with the appreciation scores, except for the median intensity, where a significant negative correlation was found (p = 0,018). 5

6 Inleiding De voice over stem (VOS) is een professionele vertelstem die commentaar biedt op televisie. In het kader van deze thesis kijken we naar de voice over stem bij reportages en documentaires. Een reportage is een schriftelijke of mondelinge objectieve verslaggeving van een gebeurtenis, situatie of nieuwsfeit en is een begrip uit de journalistiek. De documentaire werd in het verleden al op verschillende manieren omschreven. Voor dit onderzoek houden wij ons aan de definitie van S. de Groot (2004): Een documentaire is een subjectieve en creatieve interpretatie van fragmenten uit de werkelijkheid, waarbij de maker middels het uitdragen van zijn eigen visie bij de toeschouwer betrokkenheid en maatschappelijk bewustzijn wil stimuleren. Dit onderzoek wil een antwoord kunnen geven op de onderstaande onderzoeksvragen: - Is er een (significant) verschil wat betreft de objectieve parameters van onscreen en offscreen fragmenten bij eenzelfde professionele VOS en de VOS onderling? - Bestaat er een verband tussen onscreen en offscreenparameters en de perceptuele beoordeling? En zo ja: bestaan er voorspellers (akoestische factoren) voor de beoordeling van off- en onscreen fragmenten? In 2004 voerden Medrado, Ferreira & Behlau een studie uit naar de akoestische en temporele aspecten van de VOS. Uit hun studie bleek dat de pauzetijd distributie statistisch meer homogeen verdeeld is voor VOS tegenover niet VOS. Uit de akoestische analyse werden lagere waarden voor de gemiddelde, minimale en maximale fundamentele frequentie geregistreerd voor dezelfde stemmen. Deze bevindingen zetten deze professionelen ook verder in hun niet voice over stemproductie. De variatie in fundamentele frequentie, de pauzetijd distributie en de totale tekstlengte per seconde zouden wijzigen naargelang de nadruk die ze willen leggen (Cagliari, 1992) en dat is dus afhankelijk van de inhoud of situatie (Laver, 1980). Professionele VOS gaan hier vanwege de professionele context dus meer aandacht aan besteden dan een niet voice over stem (Laver J., 1980). In de literatuur is volgende omschrijving van radiofonie te vinden : een radiofonische stem is een stem die warm, vol en aangenaam klinkt. Een radiofonische stem kan vertrouwen opwekken en gezag uitstralen. In onze cultuur betekent dit dat de stem vrij laag klinkt. (Timmermans, 2008). Lagere mannenstemmen worden door vrouwen 6

7 als meer aangenaam ervaren (Collins, 2000). Voor mannen en vrouwen wordt een lage fundamentele frequentie geassocieerd met een zekere dominantie en vrouwen zijn gevoeliger aan het opmerken hiervan (Wolff & Puts, 2010) (Borkowska & Pawlowski, 2011). De vrouwelijke stem zou aangenamer bevonden worden naarmate de fundamentele frequentie stijgt. Dit beperkt zich echter tot een bepaalde frequentierange met 262Hz als cut-off waarde. Vrouwen met stemmen hoger dan ca. 280 Hz werden minder aantrekkelijk bevonden (Borkowska & Pawlowski, 2011) (Jones et al., 2008). In deze studie wordt nagegaan welke stemparameters een voice over stem onderscheiden van de gewone stem (1) of die door elke voice over stem worden toegepast (2) en welke parameters best bepalen wat een aangename verstelstem is (3). Verwachtingen Op basis van de perceptie en de (korte) gesprekken met de professionele VOS kan verwacht worden dat er significante verschillen zijn wat betreft de objectieve parameters die off- en onscreen fragmenten onderscheiden van elkaar. Of er een rode draad zal te vinden zijn in de objectieve paramaters van de onscreen fragmenten is onduidelijk, alsook of een bepaald type stem(men) als meest aangenaam kan worden beschouwd voor TV-kijkend Vlaanderen. 7

8 Werkwijze Proefpersonen akoestische analyse Proefpersonen voor de akoestische analyse werden gerecruteerd door de copromotor van deze thesis, Prof. Dr. Timmermans (werkzaam bij de VRT). Voor dit onderzoek includeerden we 15 VOS, waarvan 6 vrouwen en 9 mannen met een leeftijdsrange van 37 tot 51 jaar. Alle proefpersonen hebben voor de VRT (Eén of Canvas) in 2014 een documentaire of reportage ingesproken en doen dit nog steeds. De thematiek en onderwerpen van de documentaires varieerden. Verder werden geen inclusiecriteria opgesteld. Akoestische analyse Een aantal objectieve parameters werden bepaald, met name de spreeksnelheid (het aantal syllaben per seconde, inclusief pauzes en herhalingen) en articulatiesnelheid (het aantal syllaben per seconde, exclusief pauzes en herhalingen), de grondtoon of fundamentele frequentie, de gemiddelde spreekintensiteit, de modulatie (het verschil tussen de 25 ste en 75 ste percentielwaarden in db of Hz) en het modulatietempo (het aantal sprongen in db of Hz per tijdseenheid) voor zowel de spreektoonhoogte als de intensiteit. Voor het bepalen van deze akoestische data werd van 15 VOS telkens 1 uitgezonden documentaire of reportage geanalyseerd met Praat (Boersma & Weenink, 2013). Op basis van deze resultaten werden objectieve, akoestische waarden toegekend aan de VOS. Van 10 personen uit de proefgroep (5 vrouwen, 5 mannen) werd ook een spontaan spraakstaal genomen (waarin de proefpersonen spreken over hun beleving van de aanslagen van 9/11) en op dezelfde wijze (met hetzelfde softwareprogramma) voor dezelfde parameters geanalyseerd. De proefgroep die gebruikt werd voor de analyses van de spontane stalen is kleiner, eenvoudigweg omdat niet alle VOS zich konden vrijmaken om een spontaan spraakstaal (en een stemkwaliteitsonderzoek) te laten afnemen. De resultaten van de documentaires en reportages (hier de onscreen fragmenten genoemd) werden vergeleken met die van het spontane spraakstaal (hier de offscreen fragmenten genoemd). Eventuele veranderingen of verschillen tussen beide fragmenten werden gemeten. Om de stemkwaliteit te objectiveren werden 2 testen afgenomen nl. de Dysphonia Severity Index (DSI) en Acoustic Voice Quality Index (AVQI). Beide testen kennen een cijfer toe aan de stemkwaliteit. De DSI objectiveert de stemkwaliteit aan de hand van 4 gewogen parameters: de hoogste frequentie en de laagste intensiteit 8

9 waarop stemgeving mogelijk is, de maximale fonatietijd (MFT) en de mate waarin jitter optreedt. Jitter geeft een waarde voor de mate van onstabiliteit qua duur van de glottale cycli. Hoe hoger de jitter-waarde, hoe onstabieler de stem. Het is dus een waarde voor de frequentie-instabiliteit van periode tot periode. (Smits, 2000). Het resultaat van de DSI kan bekomen worden door middel van een formule (0.13 x MPT x F0H x IL x Jitter +12.4) of door het gebruik van scripts voor het softwareprogramma Praat (figuur 1). Om vergissingen en onnauwkeurigheden te voorkomen, werd voor dit onderzoek de laatste methode verkozen. De DSI heeft normaliter een waarde tussen -5 en +5 (Wuyts, 2000). Hoe negatiever de score, hoe zwakker de stemkwaliteit en hoe dysfonischer de stem dus is. De cut-off score is 1.6. Dit wil zeggen dat wanneer een DSI-score 1.6 of hoger is, het omgekeerde geldt. Extreem lage of hoge scores kunnen in de praktijk voorkomen (De Bodt et al., 2015). Figuur 1: voorbeeld resultaatweergave DSI adhv softwareprogramma Praat. De AVQI is een akoestische maat voor de G van de GRBASI-schaal. Deze test geeft een objectieve score op basis van doorlopende spraak en aangehouden fonatie van de vocaal /a:/. Het spraakstaal wordt opgenomen aan de hand van de gestandaardiseerde tekst Papa en Marloes. Deze tekst heeft een normale verhouding aan orale en nasale klanken (Van Lierde, 1999). Ze is ook prosodisch voorspelbaar waardoor de spreker vlotter kan voorlezen. Zes parameters worden hiervoor berekend nl. cepstral peak prominence (CPPs) (een indicatie naar energie verdeling in de harmonieken), de signaal-ruisverhouding, de shimmer (verschil in amplitude tussen twee glottale cycli, perceptueel mogelijk waarneembaar als wilde lucht) en de spectrale tilt (de afname in energie tussen de eerste en tweede 1 Maximale fonatie tijd 2 De hoogste frequentie waarop stemgeving mogelijk is. 3 De stilste intensiteit waarop stemgeving mogelijk is. 9

10 harmoniek). Deze gegevens worden via het softwareprogramma Praat verwerkt (figuur 2) of in volgende formule gegoten: [ (CPPs) * (HNR 4 ) * (shimmer local) (shimmer local db) (slope) AVQI-scores variëren tussen 0 en 10. Een score van < 2.91 betekent dat de stem van goede kwaliteit is. Een score van > 2.91 wijst op dysfonie (Maryn, 2009). Figuur 2: voorbeeld resultaatweergave AVQI adhv softwareprogramma Praat. Hoewel beide testen de stemkwaliteit nagaan en objectiveren, verschillen ze sterk in de manier waarop ze dit doen. Enerzijds is er de DSI die van de proefpersonen minder courante maximale inspanningen van de stem (maximale fonatietijd, maximale spreektoonhoogte, ) vraagt. Anderzijds is er de AVQI die de stemkwaliteit meet aan de hand van meer natuurlijke stalen. Het lezen of herhalen van een aantal gestandaardiseerde zinnen is weinig spontaan en kan dus ook als onnatuurlijk worden beschouwd. Men kan stellen dat de DSI eerder iets zegt over de beperkingen van de stem en haar bereik en de AVQI eerder iets over de stemkwaliteit (De Bodt et al., 2015). Al deze parameters werden bij elk van de proefpersonen met hetzelfde materiaal (SAMSON CO1U USB Studio Condenser Microphone en VAIO laptop) en in dezelfde ruimte digitaal opgenomen. Beoordelaars Tachtig luisteraars (dertig mannen en vijftig vrouwen) namen deel aan het perceptuele onderzoek. Zeven deelnemers gaven aan een gehoorverlies te hebben (dit werd bevraagd via een vragenlijst, maar werd verder niet onderzocht). Deze zeven luisteraars werden geëxcludeerd, wat maakt dat de beoordeling van 48 vrouwelijke luisteraars en 25 mannelijke luisteraars werd gebruikt voor statistische analyse. Binnen de leeftijdscategorie jaar bevonden zich 41 deelnemers, elf deelnemers zaten in de leeftijdscategorie van jaar, zes deelnemers waren 4 Harmonic-to-noise ratio 10

11 ouder dan 65 jaar. De overige vijftien deelnemers waren tussen de 25 en 65 jaar oud. De moedertaal van alle deelnemers is Nederlands. De luisteraars werden naar hun beroep of studie gevraagd. Dit om te bepalen welke luisteraars eerder al in aanraking kwamen met het bepalen van de stemkwaliteit en dus een min of meer getraind oor hebben en zij die hier tot voor de afname van dit onderzoek geen ervaring mee hadden. Twintig luisteraars waren logopedisten (in opleiding), 53 luisteraars hadden geen enkele ervaring. Aan de hand van een korte vragenlijst werd ook het kijkgedrag van de deelnemers bevraagd. Drie luisteraars gaven aan dat ze dagelijks naar een documentaire of reportage keken. Dertien deelnemers doen dit zelden, 27 beweren dit maandelijks te doen en de meerderheid van de beoordelaars (n=30) kijkt naar eigen zeggen wekelijks naar een reportage of documentaire. Perceptuele analyse Aan een groep luisteraars (n=73) werden 10 onscreen fragmenten (fragmenten uit een uitgezonden documentaire of reportage) en 10 offscreen fragmenten (met name de spontane spraakstalen die ook gebruikt werden voor akoestische analyse van de offscreen fragmenten) aangeboden. Het aantal mannelijke en vrouwelijke VOS was gelijk en de fragmenten werden in 2 reeksen ingedeeld, waarbij de on- en offscreen fragmenten van elkaar werden gescheiden. De helft van de proefpersonen (n=40) kreeg eerst de onscreen fragmenten (reeks A) te horen, gevolgd door de offscreen fragmenten (reeks B), bij de andere helft ging het andersom (eerst reeks B, dan reeks A). De stemmen werden in beide reeksen gerandomiseerd (vb.: Stem A uit reeks A was een andere stem/persoon dan stem A uit reeks B). Er werd gewerkt met een standaardstem. Die standaardstem kreeg score 5. De stem/persoon die werd bestempeld als standaardstem was voor alle luisteraars dezelfde en was voor reeks A dezelfde stem als voor reeks B. De standaardstem werd gekozen door de onderzoekers. Deze keuze was gebaseerd op eigenschappen van die stem: de stem had geen extreme akoestische waarden of zeer opvallende kenmerken. De standaardstem werd na iedere stem (Stem A, Stem B, ) opnieuw afgespeeld. Aan de proefpersonen werd gevraagd om de stemmen te beoordelen op basis van hun eigen appreciatie. Hiervoor moesten ze een score aan de stemmen toekennen van 0 (= minst aangenaam) tot 10 (= meest aangenaam). Hun score was gebaseerd op de score 5 van de standaardstem. Verschillende stemmen konden dezelfde score krijgen. Aan de luisteraars werd uitdrukkelijk gevraagd om zich enkel te focussen op 11

12 de stemkwaliteit en zich niet te laten beïnvloeden door het onderwerp van de opname, de opnamekwaliteit, de gebruikte achtergrondmuziek en andere zaken die los staan van de stemgeving. De resultaten van deze perceptuele analyse werden vervolgens gelinkt aan de (objectieve) resultaten van de akoestische analyses. 12

13 Data-analyse Akoestische en perceptuele analyses Voor het uitvoeren van de akoestische analyses van de spraakstalen van de VOS werd gebruik gemaakt van het softwareprogramma Praat en de door prof. Corthals (Universiteit Gent, departement Spraak-, Taal- en Gehoorwetenschappen) opgestelde scripts. De perceptuele analyses en de relatie met de akoestische analyses werden uitgevoerd met de Wilcoxon Signed Rank test, Pearson correlatie en de Spearman rho correlatie. Aan de hand van de eerst vermelde test werden vergelijkingen uitgevoerd. Verschillen en gelijkenissen werden op deze manier in kaart gebracht. De Spearman rho test werd gebruikt voor het onderzoek naar verbanden of correlaties. 13

14 Resultaten Stemkwaliteit Tabel 1: resultaten DSI en AVQI GESLACHT DSI-SCORE AVQI-SCORE V 3,09 6,06 V 4,62 7,62 V 5,63 4,38 V 5,69 5,38 V 8,09 4,74 M 4,11 8,34 M 5,26 5,36 M 7,81 6,22 M 3,22 3,91 M 1,37 8,38 De DSI-scores van de VOS variëren van 3,09 tot 8,09. De behaalde scores op de AVQI gaan van 3,91 tot 8,38 (tabel 1). Deze stemmen hebben volgens de DSIscores een goede stemkwaliteit en dysfonie is niet aan de orde. De AVQI-scores daarentegen zijn allemaal boven de cut-off waarde (2.91). Deze resultaten spreken elkaar tegen. Aangezien wij zelf geen negatieve perceptuele beoordeling zouden toekennen aan deze professionele spreekstemmen en deze mensen geruime tijd actief zijn in het vak, vermoeden we dat de AVQI een ietwat vertekend beeld geeft van de stemkwaliteit of de afnamemethode niet aan de vereisten voldeed. 14

15 Prosodie onscreen versus offscreen A. Toonhoogte Tabel 2: verschillen in gemiddelde toonhoogte, toonhoogtemodulatie en toonhoogtemodulatietempo tussen onscreen en offscreen bij de groep VOS. AKOESTISCHE PARAMETERS ONSCREEN OFFSCREEN P- WAARDE Min. Max. Mean Min. Max. Mean sign p<0,05 mediane f0 (Hz) , ,80 0,241 modulatie (Hz) , ,70 0,086 modulatietempo (Hz/s) , ,60 0,005 Figuur 3: verschillen in gemiddelde toonhoogte, toonhoogtemodulatie en toonhoogtemodulatietempo tussen onscreen en offscreen. Links (0) de resultaten van de mannelijke VOS en rechts (1) de resultaten van de vrouwelijke VOS. Tabel 3: verschillen in gemiddelde toonhoogte, toonhoogtemodulatie en toonhoogtemodulatietempo tussen onscreen en offscreen. AKOESTISCHE PARAMETERS MANNELIJKE VOS VROUWELIJKE VOS Min. Max. Mean Min. Max. Mean Onscreen mediane f0 (Hz) , ,50 Onscreen modulatie (Hz) , ,33 Onscreen modulatietempo (Hz/sec) , ,17 Offscreen mediane f0 (Hz) , ,40 Offscreen modulatie (Hz) , ,40 Offscreen modulatietempo (Hz/sec) , ,20 15

16 De offscreen fragmenten hebben systematisch een lagere mediane waarde voor spreektoonhoogte (f0), toonhoogtemodulatie (Hz) en toonhoogtemodulatietempo (Hz/sec) in vergelijking met de onscreen fragmenten (tabel 2). Een uitzondering hierop is de spreektoonhoogte bij vrouwen: die is iets hoger bij de offscreen fragmenten (figuur 3 & tabel 3). Het modulatietempo (Hz/sec) daarentegen verschilt wel significant (p = 0.005) tussen on- en offscreen fragmenten (tabel 2). Wanneer de VOS spontaan spreken gaan ze sneller variëren qua toonhoogte en dus minder monotoon spreken dan wanneer ze onscreen stalen inspreken. De mediane fundamentele frequentie is niet significant verschillend tussen VOS en spontane stemmen (tabel 2). Dit wil zeggen dat de gemiddelde spreektoonhoogte van de VOS bij on- en offscreen fragmenten niet of slechts weinig verschilt. Ook de mediane onscreen en offscreen modulatie (Hz) is niet significant verschillend (tabel 2). De toonhoogtesprongen die de VOS maken tijdens het spontaan spreken en het inspreken van een documentaire zijn dus niet significant verschillend. 16

17 B. Intensiteit Tabel 4: verschillen in mediane intensiteit (db), intensiteitsmodulatie (db) en intensiteitsmodulatietempo (db/sec) tussen onscreen en offscreen bij de groep VOS. AKOESTISCHE PARAMETERS ONSCREEN OFFSCREEN P-WAARDE Min. Max. Mean Min. Max. Mean sign p<0,05 mediane I (db) , ,70 0,520 modulatie (db) , ,10 0,018 modulatietempo (db/s) , ,70 0,012 Figuur 1: verschillen in mediane intensiteit (db), intensiteitsmodulatie (db) en intensiteitsmodulatietempo (db/sec) tussen onscreen en offscreen. Links (0) de resultaten van de mannelijke VOS en rechts (1) de resultaten van de vrouwelijke VOS. Tabel 5: verschillen in mediane intensiteit (db), intensiteitmodulatie (db) en intensiteitmodulatietempo (db/sec) tussen onscreen en offsceen. Links (0) de resultaten van de mannelijke VOS en rechts (1) de resultaten van de vrouwelijke VOS. AKOESTISCHE PARAMETERS MANNELIJKE VOS VROUWELIJKE VOS Min. Max. Mean Min. Max. Mean Onscreen mediane intensiteit (db) , ,33 Onscreen modulatie (db) , ,83 Onscreen modulatietempo (db/sec) , ,17 Offscreen mediane intensiteit (db) , ,60 Offscreen modulatie (db) , ,40 Offscreen modulatietempo (db/sec) , ,40 17

18 Er werden significante verschillen gevonden voor de parameters modulatie (p = 0,018) en modulatietempo (p = 0,012). Bij het inspreken van onscreen fragmenten gaan de sprekers geleidelijker aan van hun minimale naar hun maximale spreekintensiteit. Ze zullen daarbij ook significant meer variëren qua spreekintensiteit dan wanneer ze spontaan spreken. We mogen aannemen dat de VOS hun spreekintensiteit niet significant wijzigen wanneer ze spontaan spreken of een documentaire of reportage inspreken (tabel 4). We zien ook dat dit geldt voor zowel de mannelijke als vrouwelijke VOS. Mannelijke VOS spreken doorgaans wel iets zachter wanneer ze spontaan spreken in vergelijking met vrouwelijke VOS in dezelfde spreeksituatie (figuur 4 & tabel 5). Ook de on- en offscreen modulatie (db) verschilt voor beide geslachten nauwelijks. De modulatie heeft de laagste waarden bij vrouwelijke VOS tijdens spontaan spreken, al is dit erg subtiel. Het modulatietempo (db/sec) is voor mannen en vrouwen nagenoeg hetzelfde maar ook hier worden de laagste waarden waargenomen bij de offscreen fragmenten van de vrouwelijke VOS (figuur 4 & tabel 5). 18

19 C. Spreek- en articulatiesnelheid Tabel 6: verschillen in spreek- en articulatiesnelheid (syll/sec) tussen onscreen en offscreen bij de groep VOS. AKOESTISCHE PARAMETERS ONSCREEN OFFSCREEN P-WAARDE Min. Max. Mean Min. Max. Mean sign p<0,05 spreeksnelheid (syll/sec) 3,52 4,62 4,02 3,43 4,90 4,19 0,508 articulatiesnelheid (syll/sec) 4,53 6,07 4,98 4,13 5,73 5,07 0,878 Figuur 5: verschillen in spreek- en articulatiesnelheid (syll/sec). Links (0) de resultaten van de mannelijke VOS en rechts (1) de resultaten van de vrouwelijke VOS. Tabel 7: verschillen spreek- en articulatiesnelheid (syll/sec) tussen onscreen en offscreen. AKOESTISCHE PARAMETERS MANNELIJKE VOS VROUWELIJKE VOS Min. Max. Mean Min. Max. Mean Onscreen spreeksnelheid (syll/sec) 3,52 4,62 4,06 3,71 4,38 3,96 Onscreen articulatiesnelheid (syll/sec) 4,58 6,07 5,02 4,53 5,52 4,94 Offscreen spreeksnelheid (syll/sec) 3,96 4,74 4,23 3,43 4,90 4,17 Offscreen articulatiesnelheid (syll/sec) 4,60 5,70 5,31 4,13 5,73 4,84 19

20 De onscreen spreeksnelheid van de VOS verschilt niet significant met de offscreen spreeksnelheid. Hetzelfde geldt voor de articulatiesnelheid (tabel 6). Globaal gezien ligt de gemiddelde spreeksnelheid en gemiddelde articulatiesnelheid voor de mannen en vrouwen in beide situaties gelijk. De spreeksnelheid ligt voor zowel de mannelijke als de vrouwelijke VOS iets hoger wanneer ze spontaan spreken. De articulatiesnelheid van de mannen ligt iets hoger voor onscreen fragmenten in vergelijking met de articulatiesnelheid van de offscreen fragmenten, voor de vrouwen is het tegengestelde het geval. Algemeen zullen mannen zowel spontaan als professioneel een iets hogere articulatiesnelheid hebben. (figuur 5 & tabel 7). Appreciaties Figuur 6: gemiddelde appreciatiescores onscreen fragmenten (links) en offscreen fragmenten (rechts). Tabel 8: gemiddelde appreciatiescore en standaarddeviatie van on- en offscreen fragmenten. APPRECIATIESCORE GEMIDDELDE SCORE STANDAARD DEVIATIE Onscreen 5,532 0,749 Offscreen 5,961 0,693 20

21 Per stem werd een gemiddelde score toegekend op basis van de scores die werden gegeven door de luisteraars (figuur 6). Het overkoepelend gemiddelde van de scores van de tien onscreen stemmen bedraagt 5,5 (SD 0,75). De gemiddelden van de stemmen bevinden zich in een range van score vier tot zeven en er zijn geen outliers. Hetzelfde werd gedaan voor de offscreen fragmenten. Hier werd een gemiddelde offscreen score van 5,98 (SD 0,64) bekomen (tabel 8). Aangezien de standaardstem door de onderzoekers een (gemiddelde) score 5 kreeg, kan worden aangenomen dat de luisteraars de instructies goed opvolgden en hun appreciatie baseerden op basis van de toegekende score voor de standaardstem. De range van de offscreen gemiddelden is kleiner dan bij de onscreen fragmenten. Ook hier zijn geen outliers. Met de Wilcoxon Signed Rank Test werd een significant verschil (p = 0.028) gevonden tussen de mediane score van het verschil van de gemiddelden van de onscreen en offscreen fragmenten ten opzichte van de standaardstem. De offscreen fragmenten kregen een significant hogere gemiddelde appreciatiescore. Correlaties De Pearson-correlatie tussen de parameters gemiddelde onscreen score, mediane fundamentele frequentie, modulatie (Hz) en modulatietempo (Hz/sec) is nergens significant (tabel 9). De parameters hebben vermoedelijk geen of een licht negatief verband met de verkregen appreciatiescore. Ook met de Spearman s rho test worden deze resultaten bekomen. De significantiescores liggen echter dichter bij het significantieniveau in vergelijking met de Wilcoxon test. Dit kan wijzen op het feit dat bij een groter aantal samples mogelijk wel significante resultaten zouden kunnen bekomen worden. Ook voor de parameters mediane intensiteit, modulatie (db) en modulatietempo (db/sec) werden geen significante correlaties van Pearson gevonden met de gemiddelde onscreen score. De correlatie tussen de gemiddelde onscreen score en de mediane intensiteit (db) enerzijds en de modulatie (db) anderzijds is negatief. De correlatie tussen de gemiddelde onscreen score en het modulatietempo (db/sec) is wel licht positief. Deze resultaten kunnen wijzen op een bepaalde (zwakke) samenhang tussen de gemiddelde onscreen score en de drie genoemde parameters. Met de Spearman rho test werd een significante negatieve correlatie gevonden (p = 0,018) tussen de mediane intensiteit en de gemiddelde appreciatiescore. Dit wil dus zeggen dat de doorsnee stemsterkte van een VOS 21

22 invloed heeft op de appreciatie van die stem. Men kan dus verwachten dat stille stemmen meer worden geapprecieerd dan luide stemmen. Tabel 9: (non-) parametrische correlatiecoëfficiënten van de onscreen fragmenten (p<0.05). PARAMETERS ONSCREEN Parametrisch Significantie (2-tailed) Nonparametrisch Significantie (2-tailed) Onscreen gemiddelde score Onscreen mediane f0 (Hz) -0,407 0,243-0,492 0,148 Onscreen modulatie (Hz) -0,389 0,267-0,237 0,510 Onscreen modulatietempo (Hz/s) -0,086 0,813-0,115 0,751 Onscreen mediane intensiteit (db) -0,595 0,070-0,722 0,018 Onscreen modulatie (db) -0,337 0,341-0,304 0,392 Onscreen modulatietempo (db/s) 0,196 0,588 0,371 0,291 Onscreen spreektijd (s) -0,170 0,639-0,212 0,556 Onscreen spreeksnelheid (syll/s) 0,094 0,796 0,164 0,651 Onscreen articulatiesnelheid (syll/s) -0,296 0,406-0,079 0,828 Onscreen herhalingen Onscreen pauzevullers

23 Conclusie Men kan concluderen, op basis van de resultaten van de DSI, dat de VOS een goede stemkwaliteit hebben en dysfonie bij hen niet voorkomt. Voor de spreektoonhoogte (f0), toonhoogtemodulatie (Hz) en toonhoogtemodulatietempo (Hz/sec) werd voor de offscreen fragmenten een lagere mediane waarde gevonden dan voor de onscreen fragmenten. Er zijn een aantal significante verschillen gevonden wat betreft de objectieve parameters van onscreen en offscreen fragmenten bij eenzelfde professionele VOS. Enerzijds is de mediane toonhoogte onscreen en offscreen f0 niet significant verschillend, wat wil zeggen dat de gemiddelde spreektoonhoogte van een VOS bij on- en offscreen fragmenten niet of slechts weinig verschilt. Anderzijds is ook de mediane modulatie niet significant verschillend. De toonhoogtesprongen die een VOS maakt tijdens het spontaan spreken en het inspreken van een documentaire zijn dus niet groter of kleiner. Enkel het modulatietempo van eenzelfde spreker is significant verschillend tussen on- en offscreen fragmenten. Wanneer de VOS spontaan spreken, gaan ze sneller variëren qua toonhoogte en dus minder monotoon spreken, met minder opvallende intonatie dus, dan wanneer ze onscreen stalen inspreken. De mannelijke VOS spreken doorgaans iets zachter wanneer ze spontaan spreken in vergelijking met vrouwelijke VOS in dezelfde spreeksituatie. De on- en offscreen modulatie (db) en het modulatietempo (db/sec) verschilt voor beide geslachten nauwelijks. We mogen aannemen dat een VOS zijn spreekintensiteit niet significant gaat wijzigen wanneer hij of zij een documentaire of reportage inspreekt in vergelijking met een spontane spreeksituatie. Statistische analyse toonde aan dat de VOS bij het inspreken van onscreen fragmenten significant meer variëren qua spreekintensiteit. Bij onscreen fragmenten heeft de VOS dan weer een significant hoger modulatietempo dan tijdens het spontaan spreken. Bij het inspreken van fragmenten gaan de sprekers dus gradueel aan van hun minimale spreekintensiteit naar hun maximale. Men kan stellen dat de gemiddelde spreeksnelheid en gemiddelde articulatiesnelheid voor de mannen en vrouwen in beide situaties gelijk is. Bij beide geslachten ligt de spreeksnelheid iets hoger wanneer ze spontaan spreken. De articulatiesnelheid van de mannen ligt iets hoger voor onscreen fragmenten in vergelijking met de articulatiesnelheid van de offscreen fragmenten, voor de vrouwen is het tegengestelde het geval. De articulatiesnelheid ligt in beide 23

24 situaties iets hoger bij de mannenstemmen. Verder blijkt dat de spreeksnelheid voor on- en offscreen fragmenten niet verschilt. Vervolgens werd nagegaan of er een verband bestaat tussen onscreen en offscreen parameters en hun perceptuele beoordeling. De Pearson correlatie tussen alle parameters was nergens significant. Met de Spearman rho test werd een significante negatieve correlatie gevonden tussen de mediane intensiteit en de gemiddelde appreciatiescore. De doorsnee stemsterkte van een VOS heeft dus invloed op de appreciatie van die stem. Stille stemmen worden dus hoger gequoteerd dan luide stemmen. 24

25 Discussie en suggesties Akoestische analyse Bij het inspreken van documentaires of reportages krijgen professionele VOS naar verluidt strikte regieaanwijzingen en hun stemmen worden gecomprimeerd. Ze worden dus in feite begeleid om hun spontane stemgeving te veranderen totdat die geschikt is om op antenne te komen. Het nemen van de spraakstalen van de VOS gebeurde op 8 en 22 oktober De opnames stonden op beide dagen gepland tussen 9 uur s ochtends en de late namiddag. Sommige professionelen klaagden over een (lichte) verkoudheid en anderen hun stemkwaliteit werd (zo gaven ze zelf aan) negatief beïnvloed door het gebrek aan stemopwarming indien hun afname s ochtends werd ingepland. Of deze factoren effectief de resultaten (negatief) beïnvloedden, is onduidelijk. Het opnamemateriaal was van goede kwaliteit, maar de opnameruimte was niet volledig ruisvrij, al werden zoveel als mogelijke factoren uitgesloten en geëlimineerd voor analyse. Perceptuele beoordeling Een sterk punt van dit onderzoek is dat alle stemmen werkzaam zijn bij dezelfde zenders (Canvas of Eén). We kunnen er dus van uit gaan dat deze professionele stemgebruikers hun onscreen fragmenten in dezelfde omstandigheden hebben opgenomen (gelijkaardige opnameruimte en -materiaal en regieaanwijzingen). Binnen de VRT wordt aan een radio- of televisiestem een klankkleur gegeven. In een thesis van Jacques en Manhaeve (2012) werd reeds een poging gedaan om dit classificatiesysteem, dat werkt met 6 verschillende kleuren waarbij aan iedere kleur een aantal subjectieve kenmerken van een stem worden gekoppeld, te objectiveren. Zij konden voor slechts 2 van de 6 kleuren significantie vinden. Het is misschien een interessante suggestie om in een verder onderzoek na te gaan of er een verband bestaat tussen de perceptuele beoordeling van objectieve luisteraars en de classificatie van de VRT. De instructies voor de perceptuele analyse waren duidelijk voor alle luisteraars, al vonden niet-professionele luisteraars het moeilijk(er) om zich niet te laten leiden door factoren die los staan van de stemgeving. Om die reden werden de resultaten of appreciaties van professionele stem beoordelaars (logopedisten) apart geanalyseerd, los van die van niet-professionele stem beoordelaars. Verder kunnen we stellen dat het onderwerp van de onscreen 25

26 fragmenten de luisteraars niet heeft beïnvloed bij het geven van hun score (appreciatie) aangezien het onderwerp van ieder fragment verschillend was en de fragmenten vrij kort waren. Zo werd vermeden dat hun aandacht verloren ging tijdens het luisteren en dat de score beïnvloed werd door de inhoud van het fragment. We suggereren dat het interessant kan zijn om het profiel van iedere luisteraar te vergelijken met de appreciatiescores die ze gaven aan de stemmen. De proefgroep voor de perceptuele beoordeling bestond voornamelijk uit vrouwen en luisteraars binnen de leeftijdscategorie van jaar. Zo kan in verder onderzoek nog worden nagegaan of het geslacht, het kijkgedrag, de leeftijd en het type luisteraar een invloed heeft op de perceptuele beoordeling. 26

27 Referentielijst Boersma, P. & Weenink, D. (2013).Praat: doing phonetics by computer [Computer program]. Version , retrieved 2 June 2013 from de Groot, S. (2004). Documentaire in(ter)actie [doctoraat]. Universiteit Utrecht, Filmen Televisiewetenschappen. Medrado, R. et al. (2004). Voice-over: Perceptual and Acoustic Analysis of Vocal Features. Journal of Voice, Vol 19, No. 3, pp Cagliari, LC. (1992) Prosodia: algumas funcoes dos supra-segmentos. In: Cadernos de Estudos Linguisticos. Campinas: Incamp; pp Laver J. (1980). The phonetic description of voice quality. Cambridge: Cambridge University Press. Timmermans, B. (2008). Klink klaar. Uitspraak- en intonatiegids voor het Nederlands. Leuven: Davidsfonds. Collins, S. (2000). Men s voices and womens choises. Anim Behav. 60, pp Wolff, S. E. & Puts, D. A. (2010) Vocal masculinity is a robust dominance signal in men. Behavioral Ecology and Sociobiology, 64, pp Borkowska, B. & Pawlowski B. (2011). Female voice frequency in the context of dominance and attractiveness perception. Anim Behav. 82, pp Jones, B. (2008). Integrating cues of social interest and voice pitch in men s preferences for women s voices. Biology letters, 4, pp Smits, I. (2001). Dr. Speech versus het computerized speech lab: vergelijkend onderzoek naar objectieve akoestische parameters bij normale volwassen stemmen. Tijdschrift voor logopedie & audiologie, 31, nr. 4, pp Wuyts, FL, et al. (2000). The Dysphonia Severity Index: an objective measure of vocal quality based on a multiparameter approach. Journal of Speech, Language and Hearing Research, vol 43, pp De Bodt, M. et al. (2015, zesde druk). Stemstoornissen. Handboek vooor de klinische praktijk. Antwerpen: Garant uitgevers nv. 27

28 Van Lierde, K. et al. (1999). De relevantie van nasometrie in de diagnostiek van velofaryngale stoornissen. Tijdschrift voor logopedie en audiologie, jaargang 29, nr. 4, pp Maryn, Y. (2013). De Acoustic Voice Quality Index in het programma Praat. Een praktische handleiding. VVL. p. 44. Jacques, J. & Manhaeve, S. (2012). Welke kleur heeft je stem? Een onderzoek naar de objectieve parameters/correlaten van diverse stemtypes [Masterproef]. Universiteit Gent, Logopedische en Audiologische wetenschappen. 28

Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen. bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar

Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen. bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar Gender Differences in Crying Frequency and Psychosocial Problems in Schoolgoing Children aged 6

Nadere informatie

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren Sociale Steun The Effect of Chronic Pain and the Moderating Effect of Gender on Perceived Social Support Studentnummer:

Nadere informatie

Intrinsieke prosodie van klinkers. Constantijn Kaland Marie Postma

Intrinsieke prosodie van klinkers. Constantijn Kaland Marie Postma Intrinsieke prosodie van klinkers Constantijn Kaland Marie Postma Inhoud Introductie Leestaak Klinkerkeuze Data-collectie Conclusie en vervolgonderzoek Introductie Arbitraire relatie vorm ~ betekenis (De

Nadere informatie

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positive, Negative and Depressive Subclinical Psychotic

Nadere informatie

Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping. The Relation Between Personality, Stress and Coping

Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping. The Relation Between Personality, Stress and Coping Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping The Relation Between Personality, Stress and Coping J.R.M. de Vos Oktober 2009 1e begeleider: Mw. Dr. T. Houtmans 2e begeleider: Mw. Dr. K. Proost Faculteit

Nadere informatie

Overige (Overig, ongespecificeerd) Stem en spraakfuncties

Overige (Overig, ongespecificeerd) Stem en spraakfuncties Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Dysphonia Severity Index (DSI) 14 oktober 2011 Review 1: T. Dassen, K. van Nes, N. van Wersch Review 2: M. Jungen Invoer: E. van Engelen 1 Algemene gegevens

Nadere informatie

Mentaal Weerbaar Blauw

Mentaal Weerbaar Blauw Mentaal Weerbaar Blauw de invloed van stereotypen over etnische minderheden cynisme en negatieve emoties op de mentale weerbaarheid van politieagenten begeleiders: dr. Anita Eerland & dr. Arjan Bos dr.

Nadere informatie

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Does Gentle Teaching have Effect on Skills of Caregivers and Companionship and Anxiety

Nadere informatie

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie Causale Relatie tussen intimiteit en seksueel verlangen 1 De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie The causal

Nadere informatie

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive 1 Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive Femke Boom Open Universiteit Naam student: Femke Boom Studentnummer: 850762029 Cursusnaam: Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

Het Effect van Gender op de Relatie tussen Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive

Het Effect van Gender op de Relatie tussen Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive Gender, Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive 1 Het Effect van Gender op de Relatie tussen Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive Gender Effect on the Relationship between Personality Traits and Sex Drive

Nadere informatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een Vaste Relatie The Association between Daily Stress, Emotional Intimacy and Affect with Partners in a Commited

Nadere informatie

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten.

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten. Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten. The Effect of Difference in Peer and Parent Social Influences on Adolescent Alcohol Use. Nadine

Nadere informatie

De relatie tussen intimiteit, aspecten van seksualiteit en hechtingsstijl in het dagelijks leven van heteroseksuele mannen en vrouwen.

De relatie tussen intimiteit, aspecten van seksualiteit en hechtingsstijl in het dagelijks leven van heteroseksuele mannen en vrouwen. De relatie tussen intimiteit, aspecten van seksualiteit en hechtingsstijl in het dagelijks leven van heteroseksuele mannen en vrouwen. The Relationship between Intimacy, Aspects of Sexuality and Attachment

Nadere informatie

Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit

Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit 1 Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit Nicola G. de Vries Open Universiteit Nicola G. de Vries Studentnummer 838995001 S71332 Onderzoekspracticum scriptieplan

Nadere informatie

Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur

Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur M. Zander MSc. Eerste begeleider: Tweede begeleider: dr. W. Waterink drs. J. Eshuis Oktober 2014 Faculteit Psychologie en Onderwijswetenschappen

Nadere informatie

De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim

De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim The Relationship between Work Pressure, Mobbing at Work, Health Complaints and Absenteeism Agnes van der Schuur Eerste begeleider:

Nadere informatie

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS Gezondheidsgedrag als compensatie voor de schadelijke gevolgen van roken COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS Health behaviour as compensation for the harmful effects of smoking

Nadere informatie

LinkedIn Profiles and personality

LinkedIn Profiles and personality LinkedInprofielen en Persoonlijkheid LinkedIn Profiles and personality Lonneke Akkerman Open Universiteit Naam student: Lonneke Akkerman Studentnummer: 850455126 Cursusnaam en code: S57337 Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind.

Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind. Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind. Bullying among Students with Autism Spectrum Disorders in Secondary

Nadere informatie

de Rol van Persoonlijkheid Eating: the Role of Personality

de Rol van Persoonlijkheid Eating: the Role of Personality De Relatie tussen Dagelijkse Stress en Emotioneel Eten: de Rol van Persoonlijkheid The Relationship between Daily Stress and Emotional Eating: the Role of Personality Arlette Nierich Open Universiteit

Nadere informatie

Knelpunten in Zelfstandig Leren: Zelfregulerend leren, Stress en Uitstelgedrag bij HRM- Studenten van Avans Hogeschool s-hertogenbosch

Knelpunten in Zelfstandig Leren: Zelfregulerend leren, Stress en Uitstelgedrag bij HRM- Studenten van Avans Hogeschool s-hertogenbosch Knelpunten in Zelfstandig Leren: Zelfregulerend leren, Stress en Uitstelgedrag bij HRM- Studenten van Avans Hogeschool s-hertogenbosch Bottlenecks in Independent Learning: Self-Regulated Learning, Stress

Nadere informatie

Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and

Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa Physical factors as predictors of psychological and physical recovery of anorexia nervosa Liesbeth Libbers

Nadere informatie

Effecten van een op MBSR gebaseerde training van. hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en

Effecten van een op MBSR gebaseerde training van. hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en Effecten van een op MBSR gebaseerde training van hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en compassionele tevredenheid. Een pilot Effects of a MBSR based training program of hospice caregivers

Nadere informatie

Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme

Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme Effects of Contact-oriented Play and Learning in the Relationship between parent and child with autism Kristel Stes Studentnummer:

Nadere informatie

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën The Relation between Personality, Education, Age, Sex and Short- and Long- Term Sexual

Nadere informatie

Het verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij

Het verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij Het verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij Een vergelijking van een depressieve en een niet-depressieve groep met Experience-Sampling-Method

Nadere informatie

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten?

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten? De Modererende rol van Persoonlijkheid op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten 1 Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve

Nadere informatie

Sociale Cognitie bij Psychisch Gezonde Volwassenen

Sociale Cognitie bij Psychisch Gezonde Volwassenen Sociale Cognitie bij Psychisch Gezonde Volwassenen Onderzoek met het Virtuele Lab Social Cognition in Psychologically Healthy Adults Research with the Virtual Laboratory Anja I. Rebber Studentnummer: 838902147

Nadere informatie

De Relatie tussen Lichamelijke Gezondheid, Veerkracht en Subjectief. Welbevinden bij Inwoners van Serviceflats

De Relatie tussen Lichamelijke Gezondheid, Veerkracht en Subjectief. Welbevinden bij Inwoners van Serviceflats De Relatie tussen Lichamelijke Gezondheid, Veerkracht en Subjectief Welbevinden bij Inwoners van Serviceflats The Relationship between Physical Health, Resilience and Subjective Wellbeing of Inhabitants

Nadere informatie

DANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1

DANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1 DANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1 Dankbaarheid in Relatie tot Intrinsieke Levensdoelen: Het mediërende Effect van Psychologische Basisbehoeften Karin Nijssen Open Universiteit

Nadere informatie

The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope

The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope Een onderzoek naar de relatie tussen sociale steun en depressieve-

Nadere informatie

Begeleiding bij Acoustic Voice Quality Index v.02.03

Begeleiding bij Acoustic Voice Quality Index v.02.03 Begeleiding bij Acoustic Voice Quality Index v.02.03 Youri Maryn De Acoustic Voice Quality Index (i.e., AVQI) werd recent volledig geïmplementeerd in het programma Praat (Boersma & Weenink, 2013) door

Nadere informatie

SAMENVATTING Het doel van dit proefschrift is drieledig. Ten eerste wordt inzicht verschaft in het gebruik van directe-rede-constructies (bijvoorbeeld Marie zei: Kom, we gaan! ) door sprekers met afasie.

Nadere informatie

Running Head: INVLOED VAN ASE-DETERMINANTEN OP INTENTIE CONTACT 1

Running Head: INVLOED VAN ASE-DETERMINANTEN OP INTENTIE CONTACT 1 Running Head: INVLOED VAN ASE-DETERMINANTEN OP INTENTIE CONTACT 1 Relatie tussen Attitude, Sociale Invloed en Self-efficacy en Intentie tot Contact tussen Ouders en Leerkrachten bij Signalen van Pesten

Nadere informatie

Expressieve en receptieve taalvaardigheden van tweelingen: een vergelijkende studie met eenlingen

Expressieve en receptieve taalvaardigheden van tweelingen: een vergelijkende studie met eenlingen Logopedische en Audiologische Expressieve en receptieve taalvaardigheden van tweelingen: een vergelijkende studie met eenlingen, Eline Geenens, Sarah Parmentier, Kristiane Van Lierde Inleiding - Stelling:

Nadere informatie

De invloed van burgerbronnen in het nieuws

De invloed van burgerbronnen in het nieuws De invloed van burgerbronnen in het nieuws Dit rapport beschrijft de resultaten van de vragenlijst rond burgerbronnen in het nieuws die u invulde in januari 7. Namens de Universiteit Antwerpen en de onderzoeksgroep

Nadere informatie

De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk. The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work.

De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk. The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work. De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work Merijn Daerden Studentnummer: 850225144 Werkstuk: Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

Psychometrische Eigenschappen van de Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometric Properties of the Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5)

Psychometrische Eigenschappen van de Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometric Properties of the Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometrische Eigenschappen van de Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometric Properties of the Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Hester A. Lijphart Eerste begeleider: Dr. E. Simon Tweede

Nadere informatie

De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering

De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering The relation between Mindfulness and Psychopathology: the Mediating Role of Global and Contingent

Nadere informatie

Invloed van Mindfulness Training op Ouderlijke Stress, Emotionele Self-Efficacy. Beliefs, Aandacht en Bewustzijn bij Moeders

Invloed van Mindfulness Training op Ouderlijke Stress, Emotionele Self-Efficacy. Beliefs, Aandacht en Bewustzijn bij Moeders Invloed van Mindfulness Training op Ouderlijke Stress, Emotionele Self-Efficacy Beliefs, Aandacht en Bewustzijn bij Moeders Influence of Mindfulness Training on Parental Stress, Emotional Self-Efficacy

Nadere informatie

Verschillen in het Gebruik van Geheugenstrategieën en Leerstijlen. Differences in the Use of Memory Strategies and Learning Styles

Verschillen in het Gebruik van Geheugenstrategieën en Leerstijlen. Differences in the Use of Memory Strategies and Learning Styles Verschillen in het Gebruik van Geheugenstrategieën en Leerstijlen tussen Leeftijdsgroepen Differences in the Use of Memory Strategies and Learning Styles between Age Groups Rik Hazeu Eerste begeleider:

Nadere informatie

De Relatie tussen Betrokkenheid bij Pesten en Welbevinden en de Invloed van Sociale Steun en. Discrepantie

De Relatie tussen Betrokkenheid bij Pesten en Welbevinden en de Invloed van Sociale Steun en. Discrepantie De Relatie tussen Betrokkenheid bij Pesten en Welbevinden en de Invloed van Sociale Steun en Discrepantie The Relationship between Involvement in Bullying and Well-Being and the Influence of Social Support

Nadere informatie

Ontremd Dement. Seksueel Ontremd Gedrag in Verpleeghuizen bij Mensen met Dementie. Een Verstoorde Impulscontrole? Inhibited in Dementia

Ontremd Dement. Seksueel Ontremd Gedrag in Verpleeghuizen bij Mensen met Dementie. Een Verstoorde Impulscontrole? Inhibited in Dementia Ontremd Dement Seksueel Ontremd Gedrag in Verpleeghuizen bij Mensen met Dementie. Een Verstoorde Impulscontrole? Inhibited in Dementia Sexual Disinhibited Behaviour on people with Dementia Living in Nursinghomes.

Nadere informatie

De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen

De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen The Association between Daily Hassles, Negative Affect and the Influence of Physical Activity Petra van Straaten Eerste begeleider

Nadere informatie

Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: The Manager as a Resource.

Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: The Manager as a Resource. Open Universiteit Klinische psychologie Masterthesis Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: De Leidinggevende als hulpbron. Emotional Job Demands, Vitality and Opportunities

Nadere informatie

De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij. Verslaafde Patiënten met PTSS

De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij. Verslaafde Patiënten met PTSS Persoonskenmerken en ervaren lijden bij verslaving en PTSS 1 De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij Verslaafde Patiënten met PTSS The Relationship between Personality Traits and Suffering

Nadere informatie

Geheugenstrategieën, Leerstrategieën en Geheugenprestaties. Grace Ghafoer. Memory strategies, learning styles and memory achievement

Geheugenstrategieën, Leerstrategieën en Geheugenprestaties. Grace Ghafoer. Memory strategies, learning styles and memory achievement Geheugenstrategieën, Leerstrategieën en Geheugenprestaties Grace Ghafoer Memory strategies, learning styles and memory achievement Eerste begeleider: dr. W. Waterink Tweede begeleider: dr. S. van Hooren

Nadere informatie

Modererende Rol van Seksuele Gedachten. Moderating Role of Sexual Thoughts. C. Iftekaralikhan-Raghubardayal

Modererende Rol van Seksuele Gedachten. Moderating Role of Sexual Thoughts. C. Iftekaralikhan-Raghubardayal Running head: momentaan affect en seksueel verlangen bij vrouwen 1 De Samenhang Tussen Momentaan Affect en Seksueel Verlangen van Vrouwen en de Modererende Rol van Seksuele Gedachten The Association Between

Nadere informatie

GOAL-STRIVING REASONS, PERSOONLIJKHEID EN BURN-OUT 1. Het effect van Goal-striving Reasons en Persoonlijkheid op facetten van Burn-out

GOAL-STRIVING REASONS, PERSOONLIJKHEID EN BURN-OUT 1. Het effect van Goal-striving Reasons en Persoonlijkheid op facetten van Burn-out GOAL-STRIVING REASONS, PERSOONLIJKHEID EN BURN-OUT 1 Het effect van Goal-striving Reasons en Persoonlijkheid op facetten van Burn-out The effect of Goal-striving Reasons and Personality on facets of Burn-out

Nadere informatie

Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Academiejaar De prosodie van parentese: leeftijdslijn

Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Academiejaar De prosodie van parentese: leeftijdslijn Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Academiejaar 2011-2012 De prosodie van parentese: leeftijdslijn Maene Jana Vandenberghe Sandrine Van Wambeke Magali Promotor: Prof. Dr. P. Corthals Masterproef

Nadere informatie

De Effectiviteit van een Mindfulness-gebaseerde Lichaamsscan: een. Vergelijking met Rusten in Liggende Positie

De Effectiviteit van een Mindfulness-gebaseerde Lichaamsscan: een. Vergelijking met Rusten in Liggende Positie De Effectiviteit van een Mindfulness-gebaseerde Lichaamsscan: een Vergelijking met Rusten in Liggende Positie The Effectiveness of a Mindfulness-based Body Scan: a Comparison with Quiet Rest in the Supine

Nadere informatie

De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior

De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior Martin. W. van Duijn Student: 838797266 Eerste begeleider:

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek.

Samenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek. Samenvatting In september 2003 publiceerde TNO de resultaten van een onderzoek naar de effecten op het welbevinden en op cognitieve functies van blootstelling van proefpersonen onder gecontroleerde omstandigheden

Nadere informatie

Bent u gemotiveerd? L.E.J. Gerretsen Studentnummer: Eerste begeleider: prof. dr. L. Lechner Tweede begeleider: Dr. A.

Bent u gemotiveerd? L.E.J. Gerretsen Studentnummer: Eerste begeleider: prof. dr. L. Lechner Tweede begeleider: Dr. A. Bent u gemotiveerd? Een Experimenteel Onderzoek naar de Invloed van een op het Transtheoretisch Model Gebaseerde Interventie op de Compliance bij de Fysiotherapeutische Behandeling van Psychiatrische Patiënten

Nadere informatie

introductie Wilcoxon s rank sum toets Wilcoxon s signed rank toets introductie Wilcoxon s rank sum toets Wilcoxon s signed rank toets

introductie Wilcoxon s rank sum toets Wilcoxon s signed rank toets introductie Wilcoxon s rank sum toets Wilcoxon s signed rank toets toetsende statistiek week 1: kansen en random variabelen week : de steekproevenverdeling week 3: schatten en toetsen: de z-toets week : het toetsen van gemiddelden: de t-toets week 5: het toetsen van varianties:

Nadere informatie

De Rol van Zelfregulatie, Motivatie en Eigen Effectiviteitsverwachting op het Volhouden

De Rol van Zelfregulatie, Motivatie en Eigen Effectiviteitsverwachting op het Volhouden De Rol van Zelfregulatie, Motivatie en Eigen Effectiviteitsverwachting op het Volhouden van Sporten en de Invloed van Egodepletie, Gewoonte en Geslacht The Role of Selfregulation, Motivation and Self-efficacy

Nadere informatie

Psychological Determinants of Absenteeism at Work by Pregnant Women. Psychologische determinanten van uitval uit het arbeidsproces door zwangere

Psychological Determinants of Absenteeism at Work by Pregnant Women. Psychologische determinanten van uitval uit het arbeidsproces door zwangere Psychological Determinants of Absenteeism at Work by Pregnant Women Psychologische determinanten van uitval uit het arbeidsproces door zwangere vrouwen: Onderzoek naar de relatie tussen angst, depressieve

Nadere informatie

Type Dementie als Oorzaak van Seksueel Ontremd Gedrag. Aanwezigheid van het Gedrag bij Type Alzheimer?

Type Dementie als Oorzaak van Seksueel Ontremd Gedrag. Aanwezigheid van het Gedrag bij Type Alzheimer? Type Dementie als Oorzaak van Seksueel Ontremd Gedrag Aanwezigheid van het Gedrag bij Type Alzheimer? Type of Dementia as Cause of Sexual Disinhibition Presence of the Behavior in Alzheimer s Type? Carla

Nadere informatie

gedrag? Wat is de invloed van gender op deze samenhang? gedrag? Wat is de invloed van gender op deze samenhang?

gedrag? Wat is de invloed van gender op deze samenhang? gedrag? Wat is de invloed van gender op deze samenhang? Is er een samenhang tussen seksuele attituden en gedragsintenties voor veilig seksueel Is there a correlation between sexual attitudes and the intention to engage in sexually safe behaviour? Does gender

Nadere informatie

Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten

Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten met diabetes mellitus type 2 in de huisartsenpraktijk Thinking

Nadere informatie

Verklaring van het beweeggedrag van ouderen door determinanten van. The explanation of the physical activity of elderly by determinants of

Verklaring van het beweeggedrag van ouderen door determinanten van. The explanation of the physical activity of elderly by determinants of Verklaring van het beweeggedrag van ouderen door determinanten van het I-change Model The explanation of the physical activity of elderly by determinants of the I-change Model Hilbrand Kuit Eerste begeleider:

Nadere informatie

De relatie tussen Stress Negatief Affect en Opvoedstijl. The relationship between Stress Negative Affect and Parenting Style

De relatie tussen Stress Negatief Affect en Opvoedstijl. The relationship between Stress Negative Affect and Parenting Style De relatie tussen Stress Negatief Affect en Opvoedstijl The relationship between Stress Negative Affect and Parenting Style Jenny Thielman 1 e begeleider: mw. dr. Esther Bakker 2 e begeleider: mw. dr.

Nadere informatie

Relatie tussen Cyberpesten en Opvoeding. Relation between Cyberbullying and Parenting. D.J.A. Steggink. Eerste begeleider: Dr. F.

Relatie tussen Cyberpesten en Opvoeding. Relation between Cyberbullying and Parenting. D.J.A. Steggink. Eerste begeleider: Dr. F. Relatie tussen Cyberpesten en Opvoeding Relation between Cyberbullying and Parenting D.J.A. Steggink Eerste begeleider: Dr. F. Dehue Tweede begeleider: Drs. I. Stevelmans April, 2011 Faculteit Psychologie

Nadere informatie

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Voice Handicap Index (VHI) 31 oktober 2011 Review 1: T. Dassen, K. van Nes, N. van Wersch Review 2: M. Jungen Invoer: E. van Engelen 1 Algemene gegevens Het

Nadere informatie

Seksdrive, Stresscoping en Extrinsieke Ambitie : De Verschillen tussen Mannen en Vrouwen. Sexdrive, Stresscoping and Extrinsic Ambition :

Seksdrive, Stresscoping en Extrinsieke Ambitie : De Verschillen tussen Mannen en Vrouwen. Sexdrive, Stresscoping and Extrinsic Ambition : Seksdrive, Stresscoping en Extrinsieke Ambitie : De Verschillen tussen Mannen en Vrouwen Sexdrive, Stresscoping and Extrinsic Ambition : The Differences between Men and Women Karine Garcia Eerste begeleider:

Nadere informatie

Correlatie = statistische samenhang Meest gebruikt = Spearman s rang correlatie Ordinaal geschaalde variabelen -1 <= r s <= +1 waarbij:

Correlatie = statistische samenhang Meest gebruikt = Spearman s rang correlatie Ordinaal geschaalde variabelen -1 <= r s <= +1 waarbij: Correlatie analyse Correlatie = statistische samenhang Meest gebruikt = Spearman s rang correlatie Ordinaal geschaalde variabelen -1

Nadere informatie

UITSPRAAKTRAINING BIJ JONGVOLWASSENEN COCO

UITSPRAAKTRAINING BIJ JONGVOLWASSENEN COCO UITSPRAAKTRAINING BIJ JONGVOLWASSENEN COCO I. Smits, A. Labaere: didactische implicaties W. Heeringa: technische uitwerking In samenwerking met VRT TAAL 1 UITSPRAAKTRAINING OP DE HOGESCHOOL Waarom? Voor

Nadere informatie

Stigmatisering van Mensen met Keelkanker: de Rol van Mindfulness van de Waarnemer

Stigmatisering van Mensen met Keelkanker: de Rol van Mindfulness van de Waarnemer Met opmaak: Links: 3 cm, Rechts: 2 cm, Boven: 3 cm, Onder: 3 cm, Breedte: 21 cm, Hoogte: 29,7 cm Stigmatisering van Mensen met Keelkanker: de Rol van Mindfulness van de Waarnemer Stigmatisation of Persons

Nadere informatie

Hartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken

Hartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken 1 Hartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken Smoking Cessation in Cardiac Patients Esther Kers-Cappon Begeleiding door:

Nadere informatie

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility.

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility. RELATIE ANGST EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility Jos Kooy Eerste begeleider Tweede

Nadere informatie

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon Zelfwaardering en Angst bij Kinderen: Zijn Globale en Contingente Zelfwaardering Aanvullende Voorspellers van Angst bovenop Extraversie, Neuroticisme en Gedragsinhibitie? Self-Esteem and Fear or Anxiety

Nadere informatie

Het Verband Tussen Negatieve Levensgebeurtenissen, 5-HTTLPR en Reactieve. Agressie. Pien S. Martens. Open Universiteit Heerlen

Het Verband Tussen Negatieve Levensgebeurtenissen, 5-HTTLPR en Reactieve. Agressie. Pien S. Martens. Open Universiteit Heerlen REACTIEVE AGRESSIE Het Verband Tussen Negatieve Levensgebeurtenissen, 5-HTTLPR en Reactieve Agressie Pien S. Martens Open Universiteit Heerlen Naam student: Pien Sophie Martens Studentnummer: 850945172

Nadere informatie

Factsheet: De beleving van een vroege eerste geslachtsgemeenschap

Factsheet: De beleving van een vroege eerste geslachtsgemeenschap Factsheet: De beleving van een vroege eerste geslachtsgemeenschap Katrien Symons (contact: Katrien.Symons@UGent.be) Prof. Dr. Mieke Van Houtte Dr. Hans Vermeersch ACHTERGROND Een vroege eerste geslachtsgemeenschap

Nadere informatie

Jitter als akoestische stemkwaliteitsparameter Naam student : Maaike de Kleijn Studentnummer : 3209849

Jitter als akoestische stemkwaliteitsparameter Naam student : Maaike de Kleijn Studentnummer : 3209849 Jitter als akoestische stemkwaliteitsparameter Naam student : Maaike de Kleijn Studentnummer : 3209849 Inleiding In dit essay worden een tweetal artikelen besproken waarbij jitter werd gebruikt als een

Nadere informatie

Het voorspellen van de hogere stem bij man-naar-vrouw transseksuelen

Het voorspellen van de hogere stem bij man-naar-vrouw transseksuelen Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Academiejaar -3 Het voorspellen van de hogere stem bij man-naar-vrouw transseksuelen Mieke Van Cauwenberghe, Jana Verlaet Promotor: Prof. Dr. John Van

Nadere informatie

Running head: MINDFULNESS, CONTINGENTE ZELFWAARDERING EN DEPRESSIE 1. De Invloed van een Gecombineerde Mindfulnessbehandeling op

Running head: MINDFULNESS, CONTINGENTE ZELFWAARDERING EN DEPRESSIE 1. De Invloed van een Gecombineerde Mindfulnessbehandeling op Running head: MINDFULNESS, CONTINGENTE ZELFWAARDERING EN DEPRESSIE 1 De Invloed van een Gecombineerde Mindfulnessbehandeling op Contingente Zelfwaardering en Depressieve Klachten. Tammasine Netteb Open

Nadere informatie

Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappen. Academiejaar

Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappen. Academiejaar Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappen Academiejaar 2015 2016 Het langetermijneffect van stemtraining bij professionele stemgebruikers: objectieve metingen en subjectieve beoordelingen na 15

Nadere informatie

Geluidsniveau s in/om klaslokalen

Geluidsniveau s in/om klaslokalen Geluidsniveau s in/om klaslokalen Nascholingsbijeenkomst 11 maart 2005 Jeroen Sol Audiologisch Centrum Amersfoort Prof J J Groen Stichting Gebruikte publicaties Bridget Shield, Julie Dockrell (2003) External

Nadere informatie

Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten

Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten Difference in Perception about Parenting between Parents and Adolescents and Alcohol Use of Adolescents

Nadere informatie

Running head: INVLOED MBSR-TRAINING OP STRESS EN ENERGIE 1. De Invloed van MBSR-training op Mindfulness, Ervaren Stress. en Energie bij Moeders

Running head: INVLOED MBSR-TRAINING OP STRESS EN ENERGIE 1. De Invloed van MBSR-training op Mindfulness, Ervaren Stress. en Energie bij Moeders Running head: INVLOED MBSR-TRAINING OP STRESS EN ENERGIE 1 De Invloed van MBSR-training op Mindfulness, Ervaren Stress en Energie bij Moeders The Effect of MBSR-training on Mindfulness, Perceived Stress

Nadere informatie

Ik voel niets maar eigenlijk alles: Verbanden tussen Alexithymie, Somatisatiestoornis en Depressie. I feel nothing though in essence everything:

Ik voel niets maar eigenlijk alles: Verbanden tussen Alexithymie, Somatisatiestoornis en Depressie. I feel nothing though in essence everything: Ik voel niets maar eigenlijk alles: Verbanden tussen Alexithymie, Somatisatiestoornis en Depressie I feel nothing though in essence everything: Associations between Alexithymia, Somatisation and Depression

Nadere informatie

GEZONDHEIDSGERELATEERDE LEVENSKWALITEIT BIJ SCHISISPATIËNTEN: ONTWIKKELING EN VALIDATIE VAN DE NEDERLANDSTALIGE VELO-

GEZONDHEIDSGERELATEERDE LEVENSKWALITEIT BIJ SCHISISPATIËNTEN: ONTWIKKELING EN VALIDATIE VAN DE NEDERLANDSTALIGE VELO- VAKGROEP SPRAAK-, TAAL- EN GEHOORWETENSCHAPPEN GEZONDHEIDSGERELATEERDE LEVENSKWALITEIT BIJ SCHISISPATIËNTEN: ONTWIKKELING EN VALIDATIE VAN DE NEDERLANDSTALIGE VELO- VRAGENLIJST Laura Bruneel, Hannah Keppler,

Nadere informatie

Tahnee Anne Jeanne Snelder. Open Universiteit

Tahnee Anne Jeanne Snelder. Open Universiteit Effecten van Gedragstherapie op Sociale Angst, Zelfgerichte Aandacht & Aandachtbias Effects of Behaviour Therapy on Social Anxiety, Self-Focused Attention & Attentional Bias Tahnee Anne Jeanne Snelder

Nadere informatie

Verwevenheid van Temperament en Hechtingsstijl: verbanden tussen de temperamentkenmerken negatief affect, extraversie/energie en

Verwevenheid van Temperament en Hechtingsstijl: verbanden tussen de temperamentkenmerken negatief affect, extraversie/energie en Verwevenheid van Temperament en Hechtingsstijl: verbanden tussen de temperamentkenmerken negatief affect, extraversie/energie en verbondenheid en de hechtingsstijl in een volwassenen populatie. Interrelationships

Nadere informatie

(In)effectiviteit van Angstcommunicaties op Verminderen van Lichamelijke Inactiviteit: Rol van Attitudefuncties, Self-Monitoring en Self-Esteem

(In)effectiviteit van Angstcommunicaties op Verminderen van Lichamelijke Inactiviteit: Rol van Attitudefuncties, Self-Monitoring en Self-Esteem (In)effectiviteit van Angstcommunicaties 1 (In)effectiviteit van Angstcommunicaties op Verminderen van Lichamelijke Inactiviteit: Rol van Attitudefuncties, Self-Monitoring en Self-Esteem (In)effectiveness

Nadere informatie

Emotionele Arbeid, de Dutch Questionnaire on Emotional Labor en. Bevlogenheid

Emotionele Arbeid, de Dutch Questionnaire on Emotional Labor en. Bevlogenheid Emotionele Arbeid, de Dutch Questionnaire on Emotional Labor en Bevlogenheid Emotional Labor, the Dutch Questionnaire on Emotional Labor and Engagement C.J. Heijkamp mei 2008 1 ste begeleider: dhr. dr.

Nadere informatie

Kinderen met Internaliserende Problemen. The Effectiveness of Psychodynamic Play Group Therapy for Children. with Internalizing Problems.

Kinderen met Internaliserende Problemen. The Effectiveness of Psychodynamic Play Group Therapy for Children. with Internalizing Problems. Spelgroepbehandeling voor kinderen met internaliserende problemen De Effectiviteit van een Psychodynamische Spelgroepbehandeling bij Kinderen met Internaliserende Problemen. The Effectiveness of Psychodynamic

Nadere informatie

Effecten van een Mindfulness-Based Stressreductie Training. op Existentiële Voldoening. Effects of a Mindfulness-Based Stress Reduction Program

Effecten van een Mindfulness-Based Stressreductie Training. op Existentiële Voldoening. Effects of a Mindfulness-Based Stress Reduction Program Effecten van een Mindfulness-Based Stressreductie Training op Existentiële Voldoening Effects of a Mindfulness-Based Stress Reduction Program on Existential Fulfillment Y. Ducaneaux-Teeuwen Eerste begeleider:

Nadere informatie

Validatie van de Depressie lijst (DL) en de Geriatric Depression Scale (GDS-30) bij Verpleeghuisbewoners

Validatie van de Depressie lijst (DL) en de Geriatric Depression Scale (GDS-30) bij Verpleeghuisbewoners Validatie van de Depressie lijst (DL) en de Geriatric Depression Scale (GDS-30) bij Verpleeghuisbewoners van Somatische en Psychogeriatrische Afdelingen Validation of the Depression List (DL) and the Geriatric

Nadere informatie

Verschillen in Persoonlijkheidstrekken en Persoonlijkheidsorganisatie tussen Groepen Eetstoornispatiënten.

Verschillen in Persoonlijkheidstrekken en Persoonlijkheidsorganisatie tussen Groepen Eetstoornispatiënten. Verschillen in Persoonlijkheidstrekken en Persoonlijkheidsorganisatie tussen Groepen Eetstoornispatiënten. Differences in Personality Traits and Personality Structure between Groups of Eating Disorder

Nadere informatie

Generation What? 1 : Vertrouwen in de instellingen

Generation What? 1 : Vertrouwen in de instellingen Generation What? 1 : Vertrouwen in de instellingen Inleiding De mate van vertrouwen van burgers in de overheid en maatschappelijke instellingen werd al vaker de toetssteen van de democratie genoemd: daalt

Nadere informatie

Running head: OPVOEDSTIJL, EXTERNALISEREND PROLEEMGEDRAG EN ZELFBEELD

Running head: OPVOEDSTIJL, EXTERNALISEREND PROLEEMGEDRAG EN ZELFBEELD 1 Opvoedstijl en Externaliserend Probleemgedrag en de Mediërende Rol van het Zelfbeeld bij Dak- en Thuisloze Jongeren in Utrecht Parenting Style and Externalizing Problem Behaviour and the Mediational

Nadere informatie

Spitzer quality of life index

Spitzer quality of life index Spitzer Quality of life index Spitzer, W. O., Dobson, A. J., Hall, J., Chesterman, E., Levi, J., Shepherd, R. et al. (1981). Measuring the quality of life of cancer patients: a concise QL index for use

Nadere informatie

Fysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50

Fysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50 De relatie tussen eigen-effectiviteit 1 De Relatie tussen Eigen-effectiviteit, Intrinsieke Motivatie en Fysieke Activiteit bij 50-plussers The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and

Nadere informatie

Temporele verwerking van prelinguaal en postlinguaal dove CI-gebruikers. Anke de Ruiter Klinisch fysicus-audioloog i.o.

Temporele verwerking van prelinguaal en postlinguaal dove CI-gebruikers. Anke de Ruiter Klinisch fysicus-audioloog i.o. Temporele verwerking van prelinguaal en postlinguaal dove CI-gebruikers Anke de Ruiter Klinisch fysicus-audioloog i.o. Inhoud Spraakverstaan CI-gebruikers Normaalhorenden Onderzoeksvraag I Methode, resultaat,

Nadere informatie

De fonetiek van parentese: gender-effecten

De fonetiek van parentese: gender-effecten Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Academiejaar 2011-2012 De fonetiek van parentese: gender-effecten Lynn Desmet en Stephanie Tarras Promotor: Prof. Dr. Paul Corthals Masterproef voorgelegd

Nadere informatie