ALGEMENE VOORWAARDEN HERSTRAATWERK

Transcriptie

1 ALGEMENE VOORWAARDEN HERSTRAATWERK voor het leggen en onderhouden van leidingen en het herstellen van bestrating in gemeentegrond Algemene Voorwaarden Herstraatwerk

2 I N H O U D: HOOFDSTUK I - ALGEMEEN Artikel 1 - Begripsbepalingen Artikel 2 - Reikwijdte Artikel 3 - Van toepassingverklaring Artikel 4 - Nadere regelingen Artikel 5 - Maatschappelijk belang Artikel 6 - Inwerkingtreding en wijziging HOOFDSTUK II - ADMINISTRATIEVE VOORWAARDEN Artikel 7 - Algemene werkafspraken Artikel 8 - Noodmaatregelen Artikel 9 - Werkafspraken uitvoering Artikel 10 - Verantwoordelijkheden bij uitvoering Artikel 11 - Schade en aansprakelijkheid Artikel 12 - Melding schade Artikel 13 - Geschillen HOOFDSTUK III - TECHNISCHE VOORWAARDEN Artikel 14 - Leidingen in overige wegen en wateren Artikel 15 - Kwaliteitseisen Artikel 16 - Plaatsbepaling Artikel 17 - Bouwstoffen Artikel 18 - Groenvoorzieningen Artikel 19 - Verkeersmaatregelen Artikel 20 - Grondwerk Artikel 21 - Open verharding Artikel 22 - Gesloten verharding Artikel 23 - Beschikbaarheid tracé Artikel 24 - Verwijderen leidingen Artikel 25 - Bodemverontreiniging HOOFDSTUK IV - FINANCIËLE VOORWAARDEN Artikel 26 - Toepassingsgebied Artikel 27 - Berekening van de uitvoeringskosten Artikel 28 - Berekening van de onderhoudskosten Artikel 29 - Berekening van de uitvoeringsopslag 2

3 HOOFDSTUK I - ALGEMEEN Artikel 1 - Begripsbepalingen Gemeente Bedrijf Leidingen Gemeentegrond Leggen van leidingen Werk Einde onderhoud Gemeentelijk normprofiel Open verharding Elementenverharding : het College van Burgemeester en Wethouders of het hoofd van de desbetreffende dienst(en), dat namens het college optreedt. : het Nutsbedrijf*, dat zich bezighoudt met de distributie van energie, communicatie en/of drinkwater en aan wie het leggen en het onderhouden van leidingen in gemeente-grond wordt toegestaan. * Bij gezamenlijke aanleg: "de Bedrijven". : kabels en buizen met toebehoren. : voor het publiek toegankelijke wegen inclusief fietspaden, voetpaden, trottoirs, bermen, plantsoenen, parken en water die in eigendom en/of beheer zijn bij de gemeente. : hieronder tevens te verstaan: het omleggen,vernieuwen,herstellen,verwijderen en lichten van leidingen. : de werkzaamheden ten behoeve van het leggen van leidingen, tot en met provisorisch herstel c.q. herstel c.q. einde onderhoud van het straatwerk. : het moment waarop het bedrijf niet meer aansprakelijk gesteld kan worden voor het onderhoud. : het tussen de gemeente en het bedrijf overeengekomen vaste schema in de ligging van leidingen in gemeentegrond, zowel in het horizontale als het verticale vlak. (Bijlage 1) : een kunstmatig verharde strook voor weggebruikers bestaande uit elementen. : een open verharding. Gesloten verharding : een kunstmatige verharding voor verkeer bestaande uit een mengsel van steenslag en/of steengruis en al of niet met bindmiddel. 3

4 Provisorisch herstel/ Voorlopig herstel Herstel Onderhoud verharding Uitvoeringskosten (1e fase) Onderhoudskosten (2e fase) Uitvoeringsopslag (3e fase) Exploitatieverzwaring : het terugbrengen van de verhardingsmaterialen op een vanuit het oogpunt van weggebruik verantwoorde, doch niet noodzakelijk vaktechnische wijze. : het terugbrengen van de verhardingsmaterialen op een vakkundige wijze en in zijn oorspronkelijke verband. : het gedurende één jaar in goede staat houden of herstellen van de door het bedrijf aangebrachte verharding. : de genormeerde kosten verbonden aan het definitieve herstel van elementenverharding. : de kosten verbonden aan het onderhouden van herstelde elementenverharding gedurende één jaar na gereedmelding van het herstel uitgedrukt in een vastgesteld percentage van de uitvoeringskosten. : de kosten, die door de gemeente zijn of worden gemaakt, uitgedrukt in een vastgesteld percentage van de uitvoeringskosten betreffende: - tracévaststelling - coördinatie van het werk met werk van derden - registratie en verlening van vergunning - toezicht en controle op de uitvoering van het werk en de hiertoe getroffen verkeersmaatregelen en de naleving van de door gemeente en bedrijf overeengekomen voorwaarden - administratieve handelingen - exploitatieverzwaring. : het aandeel in de wegdekdegeneratie, veroorzaakt door ingravingen ten behoeve van het leggen van leidingen. Artikel 2 - Reikwijdte 1. Deze voorwaarden hebben betrekking op het verrichten van werk in gemeentegrond voor zover het werk niet wordt verricht op verzoek van, als gevolg van werkzaamheden door, of in opdracht van de gemeente, dan wel van derden die met toestemming of vergunning van de gemeente handelen. 2. In afwijking van het bepaalde in lid 1 van dit artikel zijn de artikelen 5, 17 en 25 4

5 van algemene toepassing -derhalve zonder de in lid 1 gemaakte uitzonderingop het verrichten van werkzaamheden in gemeentegrond. 3. Bij het gelijktijdig in één sleuf leggen van, of werken aan, meerdere leidingen door twee of meer bedrijven zal door de bedrijven vooraf worden overeengekomen welk percentage van de breedte van de sleuf dit betreft. En zullen deze voorwaarden, waaronder begrepen de bij deze voorwaarden behorende tarievenlijst, van toepassing zijn. Artikel 3 - Van toepassingverklaring Deze voorwaarden zullen tussen de gemeente en het bedrijf van kracht zijn indien zij schriftelijk bij overeenkomst van toepassing zijn verklaard. In vorenbedoeld geval zullen deze voorwaarden integraal van toepassing zijn, tenzij afwijkingen van één of meer van deze voorwaarden schriftelijk zijn overeengekomen. Artikel 4 - Nadere regelingen Met betrekking tot onderdelen van het werk waarin deze regeling niet voorziet zullen de gemeente en het bedrijf samen een nadere regeling treffen. Artikel 5 - Maatschappelijk belang Ten aanzien van de maatschappelijke verplichtingen worden de positie van de gemeente in haar rol van (weg)beheerder en de positie van het bedrijf in haar rol van leidingbeheerder gelijkwaardig geacht. De toedeling van de maatschappelijke verantwoordelijkheid met betrekking tot mogelijke verontreiniging van de grond geschiedt op basis van de volgende uitgangspunten: a. gemeenten en bedrijven gaan met elkaar om op basis van gelijkwaardigheid; b. kostenverantwoordelijkheid voor extra kosten verband houdend met verontreiniging valt in eerste instantie toe aan die partij op wiens initiatief kabelen leidingwerkzaamheden in verontreinigde grond plaats vinden waaruit betreffende kosten voortvloeien; c. partijen verplichten zich elkaar zoveel mogelijk te informeren omtrent kennis van de aanwezige grondsituatie (voor zover partijen bekend). Hieronder valt zowel de mechanische structuur (waaruit voor bedrijven de noodzaak tot grondverbetering kan voortvloeien ter bescherming van de door hen te realiseren infrastructuur) als milieuvervuiling (waaruit de noodzaak tot grondverbetering en afvalverwerking voortvloeit in het kader van de milieuwetgeving); d. partijen verplichten zich elkaar in een zo vroegtijdig mogelijk stadium te informeren over plannen voor te verrichten werkzaamheden. Met name vanwege de kosten die uit mogelijk noodzakelijke bodemaanpassing en/of afvalverwerking voortvloeien streven partijen ernaar werkzaamheden zoveel 5

6 mogelijk te plannen op grond van een gezamenlijk belang; e. wanneer tijdens de voorbereiding of uitvoering van werkzaamheden door bedrijven ernstige aanleiding ontstaat te veronderstellen dat van milieuvervuiling in de grond sprake zou kunnen zijn zullen de bedrijven grondonderzoek laten verrichten om vast te stellen of hier daadwerkelijk sprake van is. Het resultaat van dit onderzoek zal aan betrokken partijen worden medegedeeld; f. wanneer noch op grond van bestaande kennis bij partijen noch op grond van ervaring tijdens de voorbereiding of uitvoering van werkzaamheden aanleiding bestaat te veronderstellen dat van milieuvervuiling in de grond ter plaatse aanleiding is kan in redelijkheid worden uitgegaan van "schone grond." Artikel 6 - Inwerkingtreding en wijziging 1. Deze voorwaarden treden in werking op 1 januari Deze voorwaarden kunnen worden gewijzigd, indien tenminste zowel de meerderheid van de betrokken gemeenten als de meerderheid van de betrokken bedrijven hiermee instemmen. De betrokkenen die hiermee niet instemmen, kunnen met ingang van de in werking treding van de wijziging de overeenkomst opzeggen. 3. Jaarlijks zijn aanpassingen mogelijk na overeenstemming tussen bedrijven en gemeenten. 6

7 HOOFDSTUK II - ADMINISTRATIEVE VOORWAARDEN Artikel 7 - Algemene werkafspraken 1. Het bedrijf is, voor zover redelijkerwijs mogelijk, gehouden om minimaal 4 weken voor aanvang van het werk aan de gemeente tekeningen te verstrekken in drievoud, waaruit de aard en omvang van het werk voldoende blijkt. 2. In geval van calamiteiten en voor incidentele werken van geringe omvang zoals een huisaansluiting, stelt het bedrijf de gemeente zo spoedig mogelijk na afloop in kennis van de plaats en omvang van de werkzaamheden door middel van een meldbon bedoeld in artikel 9 lid De leidingen dienen zoveel mogelijk buiten de rijweg- en parkeerverharding in voet-, rijwielpaden of bermen te worden gelegd. 4. De ligging van leidingen dient, zoveel als mogelijk, te voldoen aan het gestelde in de normen NEN-1738 en NEN-1739 ("plaats van leidingen en kabels in wegen buiten en binnen de bebouwde kom") en NEN-EN ("stalen leidingen boven 1 bar") tenzij in overleg tussen de gemeente en het bedrijf anders wordt overeengekomen (bijvoorbeeld gemeentelijk normprofiel). 5. Het bedrijf dient zich te overtuigen van de plaats van reeds in het werk aanwezige leidingen; dit dient te geschieden door het tijdig opvragen van de ligginggegevens en overige voorwaarden bij de betreffende kabel- en leidingbeheerders. 6. De toestemming tot het verrichten van het gemelde werk geldt voor een periode van één jaar. Na afloop van het werk zal het bedrijf binnen drie maanden een revisietekening toezenden. Artikel 8 - Noodmaatregelen Ingeval naar het oordeel van het bedrijf dreigend gevaar voor de omgeving door of vanwege een nutsvoorziening, dan wel het stagneren van een dergelijke voorziening, het onverwijld uitvoeren van het werk aan leidingen in gemeentegrond vergt en overleg met de gemeente niet kan worden afgewacht, is het bedrijf gerechtigd om tot zulke werkzaamheden over te gaan, evenwel onder de verplichting daarvan onverwijld bij de gemeente melding te maken. Artikel 9 - Werkafspraken uitvoering 1. Tenminste drie werkdagen voordat met het werk wordt begonnen zal het bedrijf de gemeente hiervan in kennis stellen, tenzij anders overeengekomen. Tevens zal door of namens het bedrijf het KLIC worden geïnformeerd. 7

8 2. Een meldbon(zie bijlage 2), waarvan een voorbeeldexemplaar onderdeel uitmaakt van deze AVH, wordt gebruikt voor: a. gereedmelding b. vaststellen van hoeveelheden bij oplevering c. nota-bijlage bij betalingen aan de gemeente. De meldbon dient binnen 5 werkdagen, nadat het werk gereed is, naar de gemeente gestuurd te worden. 3. Nadat een periode van 10 werkdagen is verstreken, gerekend vanaf het moment dat de meldbon is verstuurd aan de gemeente door het bedrijf, is het straatwerk geaccepteerd, tenzij de gemeente gebreken heeft geconstateerd en dit binnen deze periode aan het bedrijf heeft medegedeeld. 4. Op de plaats van het werk dient een exemplaar van de in artikel 7.1 genoemde tekening(en), de (kopie) vergunning en van de meldbon aanwezig te zijn. 5. Ter bepaling van de juiste ligging van de nabijliggende leidingen dient het bedrijf zonodig ter plaatse proefgaten van voldoende omvang en diepte te graven. 6. Indien de plaatselijke toestand niet strookt met het gemeentelijk normprofiel, zullen de juiste plaats en de diepte in het werk door middel van proefgaten in overleg met de gemeente worden bepaald. 7. De in artikel 7.4 bedoelde plaats van de te leggen leiding wordt zodanig vastgesteld dat de afstand tussen de te graven sleuf en de kant van de verharding niet minder bedraagt dan de diepte van de sleuf. In bijzondere gevallen kan in overleg met de gemeente van deze bepaling worden afgeweken. 8. Indien werk moet worden uitgevoerd tussen uur en uur dient dit - storingen uitgezonderd- te worden doorgegeven aan de gemeente. 9. Wanneer werk moet worden verricht tussen uur en uur -storingen uitgezonderd- dienen de omwonenden minimaal 24 uur tevoren te worden geïnformeerd door het bedrijf en dient de overlast voor de omwonenden zo gering mogelijk te zijn. Artikel 10 - Verantwoordelijkheden bij uitvoering 1. Indien en voorzover het herstelwerk aan de gemeentegrond door of in opdracht van het bedrijf wordt verricht, is het bedrijf verantwoordelijk voor de goede uitvoering daarvan, één en ander overeenkomstig het bepaalde in of krachtens deze voorwaarden. 2. Indien bij uitvoering van het herstelwerk aan de gemeentegrond door of in opdracht van het bedrijf wegbestratingen, straatbermen, gronddekking en dergelijke niet zijn uitgevoerd overeenkomstig het bepaalde in of krachtens deze voorwaarden, heeft de gemeente het recht te verlangen dat zij alsnog conform deze voorwaarden worden uitgevoerd. Indien na één week, gerekend vanaf de datum dat de gemeente het bedrijf schriftelijk in kennis heeft gesteld 8

9 van de gebreken en het bedrijf hieraan geen gehoor heeft gegeven heeft de gemeente het recht, zo mogelijk in overleg met het bedrijf, deze werkzaamheden op kosten van het bedrijf te laten uitvoeren, tenzij de gevaarzetting geen uitstel duldt. 3. De gemeente is gerechtigd om op de uitvoering van het herstelwerk aan de gemeentegrond toe te zien en hierbij aanwijzingen te geven. 4. Indien en voorzover het herstelwerk aan de gemeente grond door of in opdracht van de gemeente wordt verricht, is de gemeente verantwoordelijk voor de goede uitvoering daarvan, één en ander overeenkomstig het bepaalde in of krachtens deze voorwaarden. 5. Indien bij uitvoering van het herstelwerk aan de gemeentegrond door of in opdracht van de gemeente wegbestratingen, straatbermen, gronddekking en dergelijke niet zijn uitgevoerd overeenkomstig het bepaalde in of krachtens deze voorwaarden of aanvullende overeenkomsten, heeft het bedrijf, voor zover zulks in zijn belang is, het recht te verlangen dat zij alsnog conform deze voorwaarden worden uitgevoerd. 6. Het bedrijf is gerechtigd om op de uitvoering van het herstelwerk aan de gemeentegrond toe te zien en hierbij aanwijzingen te geven. Artikel 11 - Schade en aansprakelijkheid 1. Het bedrijf zal de redelijkerwijs mogelijke maatregelen nemen om te voorkomen dat de gemeente, dan wel derden, schade lijden ten gevolge van de uitvoering van het werk door of in opdracht van het bedrijf. 2. Het bedrijf is, met inachtneming van het overigens in of krachtens deze voorwaarden bepaalde, aansprakelijk voor schade aan eigendommen van de gemeente tengevolge van de uitvoering van het werk door of in opdracht van het bedrijf, tenzij het aannemelijk maakt dat noch het bedrijf zelf, noch degenen die in opdracht van het bedrijf het werk uitvoeren, schuld hebben aan die schade. 3. De gemeente zal de redelijkerwijs mogelijke maatregelen nemen om te voorkomen dat het bedrijf dan wel derden schade lijden ten gevolge van de uitvoering van het werk door of in opdracht van de gemeente. 4. De gemeente is, met inachtneming van het overigens in of krachtens deze voorwaarden bepaalde, aansprakelijk voor schade aan eigendommen van het bedrijf tengevolge van de uitvoering van het werk door of in opdracht van de gemeente, tenzij zij aannemelijk maakt dat noch zijzelf, noch degenen die in haar opdracht het werk uitvoeren, schuld hebben aan die schade. 5. Bij gecombineerde aanleg, bedoeld in artikel 2, lid 3, zijn de deelhebbende bedrijven hoofdelijk aansprakelijk jegens de gemeente. 9

10 Artikel 12 - Melding schade Van het ontstaan van schade aan gemeente-eigendommen geeft het bedrijf zo spoedig mogelijk, doch in elk geval binnen 24 uur nadat hem daarvan is gebleken, kennis aan de gemeente en omgekeerd. Artikel 13 - Geschillen Alle geschillen, die mochten ontstaan naar aanleiding van deze voorwaarden zullen worden beslecht door arbitrage overeenkomstig het Reglement van het Nederlands Arbitrage Instituut. 10

11 HOOFDSTUK III - TECHNISCHE VOORWAARDEN Artikel 14 - Leidingen in overige wegen en wateren Voor het leggen en instandhouden van leidingen door of over water, in kunstwerken en in bijzondere verhardingen worden door het bedrijf en de gemeente zonodig afzonderlijke overeenkomsten aangegaan. Artikel 15 - Kwaliteitseisen Ontwerpen, bouwstoffen en uitvoeringsmethoden zullen voldoen aan de geldende c.q. gebruikelijke eisen, zoals die onder meer blijken uit de Standaard RAW bepalingen, vigerende Normbladen, KOMO publicaties en het bouwstoffenbesluit. Artikel 16 - Plaatsbepaling 1. In overleg met het bedrijf reserveert de gemeente voor nieuw te leggen leidingen aparte leidingstroken en geeft daarin voor ieder bedrijf in principe de ligging van de leidingen aan. De leidingstroken zijn zoveel mogelijk vrij van gesloten verhardingen en te handhaven beplanting. De gemeente is in redelijkheid uitgegaan van ter plaatse aanwezige "schone grond," of stelt het betrokken bedrijf in kennis van de haar bekende situatie ter plaatse. In overleg kan een alternatief tracé voor leidingstroken worden gekozen welke de gemeente alsdan voor het bedrijf reserveert. Voor het verrichten van de werkzaamheden mag het bedrijf uitgaan van "schone grond" indien de gemeente geen andersluidende geluiden heeft laten horen (en overigens is voldaan aan de voorwaarden gesteld in artikel 5 sub f). 2. Voor de afstand van nieuwe leidingen tot objecten gelden de volgende minimale streefmaten in meters: gevels bomen struiken - distrib.gasleidingen 1,50 2,00 1,00 - distrib.waterleidingen 1,00 1,00 0,50 - laagspanningskabels 0,50 1,00 0,50 - middenspanningskabels 1,00 2,00 1,00 - communicatiekabels 0,50 1,00 0,50 De afstanden worden in overleg vastgesteld. 3. In bermen langs rijbanen is de afstand tot de zijkant van de verharding tenminste gelijk aan de diepteligging, tenzij anders wordt overeengekomen. (zie ook artikel 9 lid 7). Afwijkingen van + / - 10% zijn toegestaan. 11

12 4. De gemeente reserveert voor te handhaven beplanting aparte plantvakken, waarbinnen geen leidingstroken voorkomen. 5. Het bedrijf wijkt niet meer af dan 0.10 meter van de overeengekomen plaats, tenzij de gemeente voor een grotere afwijking vooraf toestemming verleent. Artikel 17 - Bouwstoffen 1. Het bedrijf draagt zorg voor de uit het werk komende bouwstoffen, waarbij verlies, vermissing of beschadiging van deze bouwstoffen voor zijn rekening komen, een en ander tot het tijdstip dat deze werkzaamheden door of vanwege het bedrijf zijn opgeleverd aan de gemeente. 2. Vrijkomende en nog te gebruiken materialen dienen zodanig te worden opgeslagen dat hiervan geen hinder wordt ondervonden. De gemeente bepaalt of na werktijd de materialen los mogen blijven liggen. Na beëindiging van het werk dienen deze materialen te zijn verwijderd. 3. Uitkomende overtollige bruikbare bouwstoffen dienen door en voor rekening van het bedrijf naar een door de gemeente aan te wijzen, binnen de gemeentegrens gelegen, plaats te worden afgevoerd. Uitkomende bouwstoffen die in redelijkheid niet meer als zodanig kunnen worden hergebruikt, zoals zeer vette klei in rijbanen, worden als verloren beschouwd. In dergelijke gevallen wordt de vette klei door en op kosten van het bedrijf afgevoerd en vervangen door zand. Wanneer het bedrijf conform het bepaalde in artikel 16 lid 1 in redelijkheid is uitgegaan van ter plaatse aanwezige "schone grond" zal uitkomende overtollige grond ook als "schone grond" aangemerkt blijven. Overtollige onbruikbare bouwstoffen worden door of vanwege het bedrijf afgevoerd en op de daartoe geëigende wijze verwerkt. Kostentoerekening geschiedt conform het gestelde in artikel 5 sub b. 4. Uitkomende bouwstoffen die van de gemeente niet mogen worden teruggebracht, worden door het bedrijf naar een door de gemeente aan te wijzen, binnen de gemeentegrens gelegen, plaats afgevoerd. Alle hiermee gepaard gaande kosten zijn voor rekening van de gemeente. 5. De ten gevolge van lid 4 tekortkomende bouwstoffen dienen door en voor rekening van de gemeente op het werk ter beschikking te worden gesteld. 6. Uitkomende grond wordt tot de bouwstoffen gerekend. Artikel 18 - Groenvoorzieningen 1. De gemeente bepaalt welke bomen, struiken, planten en graszoden voor het werk mogen worden verwijderd en door wie dit dient te worden verzorgd. 2. Indien leidingen nabij het wortelgestel van bomen worden gelegd, dienen de 12

13 door de gemeente vooraf gestelde specifieke richtlijnen te worden opgevolgd. 3. Uitgenomen beplanting dient in overleg met de gemeente tijdelijk vakkundig te worden opgeslagen opdat afsterven of uitdroging zoveel mogelijk wordt voorkomen. 4. Uitgenomen beplantingsmateriaal, dat na terugzetten niet meer aanslaat, zal na overleg met het bedrijf door de gemeente in een hiertoe gunstig jaargetijde door nieuw gelijksoortig materiaal voor rekening van het bedrijf worden vervangen. 5. Gazons en daarmede vergelijkbare grasvelden en -stroken moeten ter breedte van de sleuf of het montagegat regelmatig worden afgestoken en de zoden moeten groen op groen worden opgeslagen. 6. Na het aanvullen van de sleuf of het montagegat tot de vereiste hoogte moeten de gazonzoden weer nauwkeurig worden herlegd en met grond worden aangevuld. 7. Verdorde of dode gazonzoden, tengevolge van het werk, mogen niet meer voor bekleding worden gebruikt en dienen door groeikrachtige zoden te worden vervangen. 8. In grasvelden en grasstroken, anders dan gazons, dienen de zoden zoveel mogelijk te worden herlegd of dient, in overleg met de gemeente, te worden ingezaaid. 9. Een kostenverrekeningsregeling voor herstel van groenvoorziening valt buiten deze Algemene Voorwaarden (zie artikel 4). Artikel 19 - Verkeersmaatregelen 1. De verkeers-, veiligheids- en door de gemeente aangegeven voorzorgsmaatregelen worden tot en met het overeengekomen herstel uitgevoerd door het bedrijf, tenzij anders wordt overeengekomen. 2. Indien de gemeente (aanvullende) verhardingswerkzaamheden ten gevolge van het werk van het bedrijf moet verrichten, kan de gemeente van het bedrijf verlangen dat de onder lid 1 getroffen maatregelen worden gehandhaafd tot maximaal twee volle werkdagen nadat het bedrijf het werk heeft gereed gemeld, tenzij de weersgesteldheid het noodzakelijk maakt deze termijn te verlengen. 3. Het bedrijf draagt zorg voor de bereikbaarheid van woningen, winkels, (openbare) gebouwen e.d. voor (minder valide) voetgangers. In overleg met de betrokkenen kan aan de mate van bereikbaarheid nader inhoud worden gegeven. 4. Het bedrijf draagt zorg voor een doorgang voor het fietsverkeer en de voetgangers of in overleg met de gemeente voor een omleidingroute. 5. Het bedrijf houdt het gemotoriseerde bestemmingsverkeer naar woningen, 13

14 winkels, bedrijven, bouwwerken, landerijen enz., in overleg met de betrokkenen zoveel mogelijk in stand. Indien met de betrokkenen geen overeenstemming kan worden bereikt over de beperking van de bereikbaarheid, treedt het bedrijf tijdig in overleg met de gemeente. 6. Het bedrijf dient inzake volledige afsluiting van wegen en verkeersomleidingen als regel tenminste twee weken voor het begin van het werk de gemeente en/of de plaatselijke politie, de gemeenschappelijke brandweer,de gemeenschappelijke geneeskundige dienst en de busmaatschappij van dit voornemen in kennis te stellen zodat zij maatregelen kan (laten) nemen. Van deze bepaling zijn uitgezonderd: werkzaamheden met een spoedeisend karakter aan leidingen. Alle verkeersmaatregelen dienen te geschieden conform de geldende voorschriften (publicatie CROW publicatie 96b). Omleidingen en afzettingen zullen door en voor rekening van het bedrijf worden verzorgd, één en ander in overleg met de gemeente. 7. Indien de gemeente de herstraatwerkzaamheden uitvoert, is lid 2 niet van toepassing. Artikel 20 - Grondwerk 1. Bij het graven van sleuven dienen teelaarde, zand en vulmaterialen als slakken etc. elk gescheiden te worden ontgraven en opgeslagen van de overige grondsoorten. 2. Bij het dichten van sleuven dient de omgekeerde volgorde van de bij het graven vrijkomende grondsoorten te worden aangehouden. 3. Het aanvullen van sleuven dient in lagen van 20 cm te geschieden en dient per laag mechanisch te worden verdicht. 4. De verdichting van de aanvulling van de sleuf dient zodanig te geschieden dat de oorspronkelijke dichtheid voorafgaande aan het ontgraven zo goed mogelijk wordt benaderd. 5. De controle van de verdichting tijdens de uitvoering mag geschieden met behulp van een handsondeerapparaat, mits de conuswaarde wordt gerelateerd aan een, voor de te verdichten sleufaanvulling, representatief proefvak. 6. Onder de verharding moet het oorspronkelijke zandbed dat is aangetroffen bij de ontgraving weer worden hersteld met een minimale dikte van 10 cm. 7. Indien de sleuf of het montagegat in het plantsoen is gelegen, moet de aanwezige zwarte grond weer aan de bovenzijde worden aangebracht. Teelaarde mag niet worden verdicht. Artikel 21 - Open verharding 1. Het opbreken van open verharding dient zorgvuldig te geschieden, zodat geen 14

15 bestratingmateriaal onnodig wordt beschadigd. 2. Voor aanvang van het werk wordt met de gemeente de mate van beschadiging van het bestratingmateriaal opgenomen. Het te vervangen bestratingmateriaal wordt door en voor rekening van de gemeente op het gemeentelijk opslagterrein ter beschikking gesteld. 3. Het herstel van de bestrating geschiedt, tenzij anders overeengekomen, door het bedrijf. 4. Het onderhoud geschiedt, tenzij anders overeengekomen, door het bedrijf. 5. Indien de gemeente het herstel van de bestrating uitvoert, dienen als regel sleuven, wegkruisingen en montagegaten door het bedrijf provisorisch te worden hersteld; hierbij mag uitgenomen, al of niet gebroken materiaal worden verwerkt, echter dusdanig dat dit voor het verkeer geen gevaar oplevert. 6. Indien het bedrijf het definitieve herstel van de bestrating uitvoert moet(en): a. opgenomen straatwerk worden aangebracht in het oorspronkelijke verband b. bij te leveren bouwstoffen in afmetingen, kwaliteit en kleur zoveel mogelijk overeenkomen met de aanwezige bouwstoffen c. rijbaanbestratingen van straatklinkers en betonstraatstenen worden afgetrild en afgestrooid met straatzand of brekerzand d. bestratingen van straatklinkers worden ingewassen e. het lengte- en dwarsprofiel, wellicht met enige overhoogte om geringe klink op te vangen, overeenkomen met de oorspronkelijke hoogteligging. 7. Een kostenverrekeningsregeling voor het herstel van sierbestrating valt buiten deze Algemene Voorwaarden (zie artikel 4 en artikel 26, lid 8) Artikel 22 - Gesloten verharding 1. Indien een leiding onder gesloten verharding moet worden gelegd, zal de wijze van aanbrengen in overleg met de gemeente worden vastgesteld. Dit geldt bij zowel boren c.q. persen als ingraven van de leiding. 2. Bij het gebruik maken van mantelbuizen moeten deze minimaal 0,50 meter buiten de fundering van de verharding uitsteken, één en ander afhankelijk van de diameter en de dekking van de leiding en het zich buiten het wegdek bevindende ondergrondse leidingverkeer. 3. De kosten van tijdelijk herstel, door middel van klinkers, van gesloten verharding zijn, tenzij anders wordt overeengekomen, voor rekening van het bedrijf en worden op de navolgende wijze uitgevoerd: a) aanvullen met zand (in lagen verdichten) b) zoveel mogelijk aanvullen met vrijkomende grond / zand c) 30 cm lava / slakken (0-40) d) 5 cm zand 15

16 e) dichtblokken met klinkers. 4. Het onderhoud geschied, tenzij anders afgesproken, door het bedrijf. 5. Het herstel van de gesloten verharding geschied, tenzij anders afgesproken, door de gemeente conform artikel 27. Artikel 23 - Beschikbaarheid tracé De gemeente zal er de nodige zorg aan besteden, dat het bedrijf kan beschikken over het tracé. Eén en ander overeenkomstig het bepaalde in de vigerende concessie- of exploitatie-overeenkomst. Artikel 24 - Verwijderen leiding Leidingen van het bedrijf die blijvend buiten gebruik zijn of worden gesteld, dienen bij het open liggen van de sleuf waarin genoemde leidingen liggen als regel te worden verwijderd, tenzij anders wordt overeengekomen. Het bedrijf verplicht zich de verlaten leidingen, die niet worden verwijderd, blijvend te registreren. De verlaten leidingen blijven eigendom van het bedrijf en zullen indien nodig, door en voor rekening van het bedrijf, verwijderd worden. Artikel 25 - Bodemverontreiniging 1. Indien in het werk bodemverontreiniging wordt geconstateerd, dient het bedrijf dit direct aan de gemeente c.q. verantwoordelijke milieudienst te melden en maatregelen te treffen ter voorkoming van uitbreiding van de verontreiniging alsook van schade aan persoon, goed en milieu. 2. Ter vaststelling van de mate van verontreiniging zal nader overleg dienen plaats te vinden tussen bedrijf en gemeente; tevens dienen afspraken te worden gemaakt omtrent de te nemen maatregelen. 2. Indien en zodra ten aanzien van bodemverontreiniging een landelijke regeling in werking treedt is deze onverlet van toepassing. 16

17 HOOFDSTUK IV - FINANCIËLE VOORWAARDEN Artikel 26 - Algemeen 1. Het bedrijf is aansprakelijk voor alle schaden, geleden en te lijden door de gemeente en/of derden, voortvloeiende uit de door het bedrijf uit te voeren werken aan de leidingen zolang deze niet gereed en opgeleverd zijn. 2. De tarieven en bepalingen van hoofdstuk IV zijn uitsluitend van toepassing op herstraatwerkzaamheden in ongefundeerde elementenverharding en voorlopig herstel van gesloten verharding (asfalt). 3. De berekening van de vergoeding (met uitzondering van de gesloten verharding) is gebaseerd op vier voor de betrokken partijen optredende kostensoorten: a. uitvoeringskosten b. onderhoudskosten c. kosten van exploitatieverzwaring d. beheerkosten. De kosten van exploitatieverzwaring en beheerkosten zijn samengevat in het begrip uitvoeringsopslag, uitgedrukt in een percentage van de uitvoeringskosten. 4. De normen en tarieven dienen te leiden tot dekking van in redelijkheid door de gemeente gemaakte en te verwachten kosten. 5. Bij open verharding worden door de gemeente aan het bedrijf op grond van geparafeerde bonnen en onder toepassing van de tarieven genoemd in bijlage II en het gestelde in artikel 26 lid 8 in rekening gebracht: a. de uitvoering- en onderhoudskosten, echter uitsluitend indien de gemeente deze werkzaamheden zelf uitvoert of in haar opdracht laat uitvoeren. b. uitvoeringsopslag. 6. Bij gesloten verharding worden door de gemeente op grond van geparafeerde bonnen en onder toepassing van de tarieven genoemd in bijlage III en het gestelde in artikel 26 lid 8 in rekening gebracht: de vergoeding per m2 asfalt. Echter uitsluitend indien de gemeente deze werkzaamheden zelf uitvoert of in haar opdracht laat uitvoeren. 7. Bij een gezamenlijk werk door twee of meer bedrijven is met betrekking tot verrekening van kosten het artikel 2 lid 3 van toepassing. De kosten kunnen derhalve slechts enkelvoudig door de gemeente in rekening worden gebracht. 8. Wordt bij open verharding het werk in coördinatie met werkzaamheden van de gemeente door het bedrijf uitgevoerd in de periode tot 12 maanden, voorafgaande aan de door de gemeente voorgenomen straatverbeteringswerken, dan worden géén onderhoudskosten en uitvoeringstoeslag in rekening gebracht. 17

18 Voor gesloten verharding kunnen afwijkende afspraken gemaakt worden. Eveneens worden deze kosten niet in rekening gebracht wanneer het de uitvoering betreft van werken, voortvloeiende uit, door, of in opdracht van de gemeente in uitvoering zijnde nieuwbouwplannen en wegreconstructies. 9. Voor herstel van gesloten wegdekken en sierbestratingen -die door de gemeente zonder melding aan het bedrijf zijn aangebracht- zal het bedrijf, behoudens eerder gemaakte afspraken in deze, ten hoogste de tarieven verschuldigd zijn behorende bij de ongefundeerde elementenverhardingen, welke aanwezig waren ten tijde van de aanleg van de leidingen. Artikel 27 - Berekening van de uitvoeringskosten 1. Bij de berekening van de uitvoeringskosten voor ongefundeerde elementenverharding zullen de navolgende normen worden gehanteerd. 2. Voor het herstraten door een straatploeg (straatmaker + opperman + vervoermiddel/gereedschap) met inbegrip van eventueel schoonmaken, inwassen, trillen, opruimen van de stenen en het verdichten en verwerken van zand, etc. gelden de volgende normtijden: - klinkers (betonstraatstenen, klinkerkeien, klinkers dikformaat) 0-15 m2 0,255 h/m2 - klinkers (betonstraatstenen, klinkerkeien, klinkers dikformaat) > 15 m2 0,205 h/m2 - tegelbestrating (0,30 x 0,30 m2) 0-15 m2 0,205 h/m2 - tegelbestrating (0,30 x 0,30 m2) > 15 m2 0,155 h/m2 - trottoirbanden 18/20 x 25 cm c.q. 13/15 x 25 cm 0,11 h/m - opsluitbanden 10/25, 10/20 cm c.q. 6/20, 6/15 cm 0,085 h/m 3. De ploeg-uurkosten zijn samengesteld uit de navolgende elementen: kosten personeel aannemer: - straatmaker uurloon * - opperman uurloon * - autouurkosten * - toeslag gereedschap * + * = - 12% algemene kosten, winst en risico * + * = De uurlonen worden ontleend aan de Elsevier-editie Bouwkosten, Hoofdrubriek uurloonkosten renovatie en nieuwbouw uit de tabel loonkostenontwikkeling renovatie en nieuwbouw, waarbij voor straatmaker wordt aangehouden Groep 18

19 D/inzittende en voor opperman Groep B/inzittende. Voor een geheel kalenderjaar zijn van toepassing de gepubliceerde uurlonen per peildatum 1 juli, voorafgaande aan het kalenderjaar. De uurkosten auto/gereedschap worden ontleend aan de EVO-berekening d.d teruggerekend naar volgens index, aangevende de jaarkosten van een bestelauto van het type Ford Transit 100SD, km per jaar, jaarlijks per 1 juli te herzien voor het daaropvolgende kalenderjaar. Het aantal werkbare uren per jaar is vastgesteld op De uurkosten zijn verhoogd met 10% voor gereedschap. Als index te gebruiken de CBS-index Prijsindexcijfers van de werknemersgezinnen met laag inkomen, (1995 = 100 *), en hiervan het onderdeel 6, vervoer en communicatie. *) De prijsindexcijfers geven het prijsverloop weer van een pakket goederen en diensten, zoals dit in 1995 gemiddeld werd aangeschaft door werknemersgezinnen met een gezinsinkomen beneden de mediaan van de inkomensverdeling in het basisjaar (1990). 4. Berekeningswijze tarieven open verharding: - klinkers 0-15 m2 straatloon 0,255 x * = * 5 cm zand, verdicht ( * per m3) = * 5% materiaalverlies ( * per m2) = * + Tarief 1e fase per m2 * = - klinkers > 15 m2 straatloon 0,205 x * = * 5 cm zand, verdicht ( * per m3) = * 5% materiaalverlies ( * per m2) = * + Tarief 1e fase per m2 * = - tegels 0-15 m2 straatloon 0,205 x * = * 5 cm zand, verdicht ( * per m3) = * 5% materiaalverlies ( * per m2) = * + Tarief 1e fase per m2 * = - tegels > 15 m2 straatloon 0,155 x * = * 5 cm zand, verdicht ( per m3) = * 5% materiaalverlies ( per m2) = * + Tarief 1e fase per m2 = - trottoirbanden per m straatloon 0,11 x * = * 5 cm zand, verdicht ( per m3) = * 5% materiaalverlies ( per m1) = * + Tarief 1e fase per m1 * = 19

20 - opsluitbanden per m straatloon 0,085 x * = * 5 cm zand, verdicht ( per m3) = * 5% materiaalverlies ( per m1) = * + Tarief 1e fase per m1 * = De berekening van bovenstaande prijzen ten behoeve van inboetmateriaal is gebaseerd op het volgende: - Materiaalkosten franco levering, los gestort op het werk, peildatum 1-7-voorgaande jaar, geldend voor het gehele komende kalenderjaar, t.w. straatzand * per m3 betonstraatstenen * per m2 betontegels * per m2 opsluitbanden * per m1 trottoirbanden * per m1 - Bijstelling van deze prijzen geschiedt jaarlijks, waarbij voor een geheel kalenderjaar de prijzen gelden op peildatum 1 juli voorafgaande aan het kalenderjaar. - Bijstelling geschiedt door middel van indexering, gebruikmakende van de C.B.S.-index Prijsindexcijfers van de wegenbouw, besteksoort aanleg van wegen met open verharding. 5. Berekeningswijze tarieven gesloten verharding (asfalt). - Asfalt per m2 * - Bijstelling van deze prijzen geschiedt jaarlijks, waarbij voor een geheel kalenderjaar de prijzen gelden op peildatum 1 juli voorafgaande aan het kalenderjaar. * zie voor de juiste bedragen het bijbehorende tarievenblad - Bijstelling geschiedt door middel van indexering, gebruikmakende van de C.B.S.-index Prijsindexcijfers van de wegenbouw, besteksoort aanleg van wegen met gesloten verharding. De vergoeding is in 1997 bepaald op 113,45 volgens prijsindexcijfer van 15 februari 1996 (prijsindexcijfer 1996=177, prijsindexcijfer 1979=100). 6. Sleufbreedte. Definitie: bij klinkerverharding : gemiddelde opgebroken breedte + 10 cm bij tegels in dwarsrichting : gemiddelde opgebroken breedte + 15 cm bij tegels in langsrichting : gemiddelde opgebroken breedte bij asfalt : gemiddelde opengebroken breedte 7. De genoemde prijsopbouw is "all in", maar exclusief omzetbelasting. De uitvoeringskosten worden inclusief omzetbelasting verrekend. 20

21 Artikel 28 - Berekening van de onderhoudskosten Voor de berekening van eventueel te verrekenen eerste halfjaars onderhoudskosten wordt uitgegaan van een percentage van de uitvoeringskosten (exclusief BTW), zoals in de bij deze voorwaarden behorende tarievenlijst is aangegeven. Artikel 29 - Berekening van de uitvoeringsopslag 1. Het bedrijf vergoedt aan de gemeente de door haar te maken beheerskosten en kosten van exploitatieverzwaring, tezamen uitgedrukt in een opslag op de uitvoeringskosten, genaamd "uitvoeringsopslag". 2. De uitvoeringsopslag bedraagt een percentage van de uitvoeringskosten (exclusief BTW), zoals in de bij deze voorwaarden behorende tarievenlijst is aangegeven. 3. Het in lid 2 bedoelde percentage voor uitvoeringsopslag is afhankelijk van het gemiddeld rendement op Staatsleningen met valutadatum 1 juli, hetwelk geldt voor het gehele daaropvolgende kalenderjaar en bedraagt: 42% bij een rente van 5% 39% bij een rente van 6% 36% bij een rente van 7%. 33% bij een rente van 8%. 30% bij een rente van 9%. 27% bij een rente van 10%. 24% bij een rente van 11%. 21% bij een rente van 12%. Bij tussenliggende rentepercentages wordt rechtlijnig geïnterpoleerd en het opslagpercentage op één decimaal afgerond. 21

22 BIJLAGE 1. Dwarsprofiel 22

23 BIJLAGE 2 Meldbon AVH 23