CONSULTATIEDOCUMENT - MEDEDELING VAN DE RAAD VOOR DE MEDEDINGING BETREFFENDE DE BEREKENING VAN GELDBOETEN

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "CONSULTATIEDOCUMENT - MEDEDELING VAN DE RAAD VOOR DE MEDEDINGING BETREFFENDE DE BEREKENING VAN GELDBOETEN"

Transcriptie

1 CONSULTATIEDOCUMENT - MEDEDELING VAN DE RAAD VOOR DE MEDEDINGING BETREFFENDE DE BEREKENING VAN GELDBOETEN Mededeling van de Raad voor de Mededinging - Richtsnoeren voor de berekening van geldboeten inzake restrictieve mededingingspraktijken die uit hoofde van artikel 63 van de Wet op de bescherming van de economische mededinging worden opgelegd I. Preambule 1. De Raad voor de Mededinging is krachtens artikel 11 van de Wet tot bescherming van de economische mededinging, gecoördineerd op 15 september (hierna: WBEM ) een administratief rechtscollege dat de bevoegdheid heeft om beslissingen te nemen inzake restrictieve mededingingspraktijken. Krachtens artikel 63 WBEM kan de Raad voor de Mededinging voor dergelijke inbreuken geldboeten opleggen. 2. Artikel 11, 3 WBEM verleent aan de Raad voor de Mededinging de bevoegdheid om mededelingen vast te stellen met betrekking tot de toepassing van de WBEM. Deze Mededeling komt tot stand na consultatie van de Algemene Directie Mededinging en na een publieke consultatie, van dewelke de resultaten zijn bekendgemaakt. 3. De Raad voor de Mededinging heeft beslist om de onderhavige Mededeling vast te stellen om inzichtelijk te maken welke de berekeningswijze is die gehanteerd wordt bij het opleggen van geldboeten Het opleggen van geldboeten voor inbreuken op de Belgische en Europese mededingingsregels draagt bij aan de verwezenlijking van de regulerende taak die de wetgever aan de Belgische mededingingsautoriteit heeft toevertrouwd: de handhaving in het algemeen belang van de wet tot bescherming van de economische mededinging in België. Het bestrijden van kartelvorming en misbruik van machtspositie moet ervoor zorgen dat ondernemingen onder gelijke voorwaarden kunnen concurreren op de markt, hetgeen kwalitatieve producten en diensten, optimale prijzen en innovatie verzekert, en het welzijn van de consumenten bevordert. II. Inleiding en doelstellingen 5. De onderhavige Mededeling beoogt meer transparantie en meer rechtszekerheid te bieden aan de ondernemingen en ondernemingsverenigingen die het onderwerp uitmaken van een onderzoek of van een gemotiveerd verslag van de auditeur waarin wordt gevraagd aan de Raad 3 om een inbreuk vast te stellen. De voornaamste factoren bij de berekening van geldboeten zijn de ernst en de duur van de inbreuk. 6. Tegelijkertijd houdt de Mededeling rekening met de eigenheid van het bestraffen van inbreuken op het mededingingsrecht. Deze eigenheid vereist onder meer dat de specifieke boete die wordt opgelegd voor een inbreuk op het kartelverbod of voor een misbruik van machtspositie niet van tevoren kan worden ingeschat door ondernemingen, in die mate dat ze de financiële gevolgen van een inbreuk zouden kunnen berekenen. 7. Tevens vergt een effectieve handhaving van de mededingingsregels dat de geldboeten die worden opgelegd voldoende afschrikwekkend karakter hebben. Geldboeten hebben in dit kader een sanctionerend karakter naar de onderneming of ondernemingsvereniging die een inbreuk maakt toe, maar ook een afschrikwekkend en preventief karakter naar de betreffende onderneming of ondernemingsvereniging toe, en naar de markt meer in het algemeen. De 1

2 Raad zal zich bij elke stap in de berekening van de geldboete laten leiden door de noodzaak om voldoende afschrikwekkend effect te verzekeren. Voldoende afschrikwekkende geldboeten zijn eveneens een basisvoorwaarde voor een effectief clementieprogramma. 4 Bij het uitblijven van zulke afschrikwekkende geldboeten zullen overtreders er immers niet toe aangezet worden een clementieverzoek in te dienen. 8. Deze Mededeling stelt zowel de betrokken ondernemingen en ondernemingsverenigingen als het Auditoraat beter in staat om in het debat op tegenspraak voor de kamer van de Raad die een zaak behandelt, hun standpunt te geven en gehoord te worden aangaande de factoren die in een individuele zaak bij de berekening van een geldboete een rol moeten spelen. 9. Wanneer een gemotiveerd verslag wordt ingediend bij de Raad waarin de auditeur voorstelt om een geldboete op te leggen, wordt in het verslag aangegeven welke de factoren zijn die volgens hem relevant zijn voor de berekening van de geldboete. Deze werkwijze laat toe dat de betrokken onderneming of ondernemersvereniging in het debat voor de kamer hierop kan antwoorden. De eigenlijke boeteberekening volgt uit het oordeel van de Raad aangaande het al dan niet bestaan van een inbreuk. 10. De berekening van een geldboete in de zin van artikel 63, eerste lid van de WBEM is niet te vatten in een rekenkundige formule. De Raad zal deze Mededeling als referentiekader gebruiken en acht zich erdoor gebonden bij het berekenen en opleggen van geldboeten, binnen het geldende wettelijke kader en steeds rekening houdend met de eigen feitelijke, economische en juridische kenmerken van elke individuele zaak die hij behandelt. III. Wettelijk kader 11. De bevoegdheid voor het opleggen van geldboeten berust binnen de Belgische mededingingsautoriteit 5 op exclusieve wijze bij de Raad in strikte zin. 6 De wetgever heeft in dit verband een ruime beoordelingsmarge gegeven aan de Raad. De wet voorziet slechts in een maximum dat in individuele gevallen niet mag worden overschreden De Raad is bevoegd zowel voor het beteugelen van inbreuken op de verbodsbepalingen neergelegd in de artikelen 2 en 3 WBEM, als voor inbreuken op basis van de rechtstreeks werkende verbodsbepalingen neergelegd in de artikelen 101 en 102 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (hierna: VWEU ). 13. Artikel 63 WBEM bepaalt dat, wanneer wordt vastgesteld dat een restrictieve mededingingspraktijk bestaat, aan elk van de betrokken ondernemingen en ondernemingsverenigingen, een geldboete kan worden opgelegd tot maximum 10 % van hun omzet. 8 Geldboeten kunnen worden opgelegd in beslissingen waarin wordt vastgesteld dat er sprake is van een inbreuk op het kartelverbod of het verbod op het misbruik van machtspositie (artikel 52, 1 WBEM) of ingeval een dergelijke inbreuk wordt vastgesteld wanneer het voordeel van een nationale of Europese groepsvrijstelling vervalt (artikel 52, 3 en 4 WBEM) of in het kader van de heropening van een procedure na een beslissing met toezeggingen (artikel 53, 2 WBEM). De onderhavige Mededeling zal door de Raad in alle genoemde gevallen gehanteerd worden. 14. Wat betreft de handhaving van de Europese mededingingsregels neergelegd in de artikelen 101 en 102 VWEU geldt dat de sancties die door de nationale autoriteit worden opgelegd, effectief en ontradend moeten zijn. Deze algemene beginselen zijn bindend voor de Raad bij het invullen van zijn boetebeleid en de concrete boeteberekening in individuele gevallen. 15. Voor het overige gelden de nationale bepalingen wat betreft het opleggen en het berekenen van geldboeten door de Raad. Bij het opstellen van deze Mededeling heeft de Raad 2

3 ook rekening gehouden met de praktijk en ervaringen van de Commissie op Europees niveau en van de andere nationale autoriteiten in de Lidstaten van de Europese Unie, alsook met de werkzaamheden van ECA (European Competition Authorities), de OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling) en ICN (International Competition Network). 16. Sinds de inwerkingtreding van de nieuwe WBEM, zijn de kamers van de Raad ervan uitgegaan dat de vorige Boeterichtsnoeren niet meer van toepassing waren behoudens in die gevallen waarin uitdrukkelijk bepaald was dat het anders moest zijn om redenen van overgangsrecht. 9 IV. Methode voor de berekening van de geldboete IV.A. Inleiding 17. Voor de berekening van geldboeten in de zin van artikel 63 WBEM (zie hiervoor onder randnummer 13) zal de Raad de volgende methode hanteren. Eerst wordt een berekeningsbasis aangeduid (hierna in IV.B). Vervolgens wordt op die berekeningsbasis die zo nauw mogelijk aansluit bij de inbreuk in kwestie, een percentage toegepast dat bepaald wordt door de ernst van de inbreuk (hierna in IV.C). Ten slotte wordt de factor van de duur van de inbreuk in rekening gebracht (hierna in IV.D). 18. De ernst en de duur van de inbreuk bepalen zo samen het basisbedrag van de geldboete. Hiermee is de praktijk van de Raad in overeenstemming met zijn eigen beslissingspraktijk tot nu toe, en met het grote merendeel van de jurisdicties waarin ernst en duur bepalend zijn voor de boeteberekening. 19. In een volgende stap kan het basisbedrag verder aangepast worden aan meer specifieke omstandigheden voor elke onderneming. Deze aanpassing kan gemotiveerd worden door de aanwezigheid van concrete verzachtende of verzwarende omstandigheden (hierna in V.), of door, onder meer, overwegingen van proportionaliteit of billijkheid (behandeld in het afsluitend gedeelte VI.). IV.B. De berekeningsbasis 20. In lijn met de gangbare praktijk in de handhaving van het mededingingsrecht, moet de voorkeur van de Raad uitgaan naar een berekeningsbasis voor de geldboete die zoveel mogelijk in relatie staat met de gepleegde inbreuk(en). 21. De berekeningsbasis zal in beginsel worden gevormd door de betrokken omzet, namelijk de totale waarde van de verkoop van de betrokken producten of diensten door de betrokken onderneming die rechtstreeks of onrechtstreeks in verband staat met de vastgestelde inbreuk(en). Normaliter zal het laatste volledige jaar van de vastgestelde inbreuk het referentiepunt zijn, maar dit kan verschillen naargelang de beschikbare gegevens. De Raad kan ook van schattingen uitgaan, bijvoorbeeld omdat de nodige gegevens over de verkoop niet beschikbaar worden gesteld of onbetrouwbaar zijn. In een dergelijk geval kan de volledige omzet als uitgangspunt dienen, ook wanneer deze minder rechtstreeks in verband staat met de inbreuk. Indien een onderneming de restrictieve mededingingspraktijk niet ten uitvoer heeft gelegd of deze is gestaakt door het begin van het mededingingsonderzoek, kan rekening worden gehouden met de omzet die de onderneming had kunnen behalen met de betrokken producten of diensten die in verband staan met de vastgestelde inbreuk(en). Daarbij kan onder meer rekening worden gehouden met verkopen van de betrokken producten of diensten of gelijkaardige producten of diensten, in vroegere periodes. 22. In sommige gevallen kan de berekeningsbasis zoals beschreven in randnummer 21 hiervoor, onvoldoende toelaten om het aandeel van een onderneming in de inbreuk tot uiting te brengen. De Raad kan in dergelijke gevallen een schatting maken van de totale waarde van 3

4 de verkopen van een onderneming en op basis van die schatting het aandeel van de verkopen van een onderneming die deel heeft genomen aan de inbreuk bepalen. 23. Wanneer een inbreuk wordt toegerekend aan een ondernemingsvereniging en deze heeft betrekking op de activiteiten van haar leden, dan kan de Raad uitgaan van de totale omzet van de leden van de vereniging en de berekeningsbasis vervolgens bepalen volgens de methode beschreven in randnummer 21. IV.C. De ernst van de inbreuk 24. De graad van ernst van een inbreuk heeft te maken met de mate waarin de mededinging en de mededingingsstructuur worden aangetast of potentieel kunnen worden aangetast, maar ook met de mate waarin de afnemers en/of consumenten benadeeld worden of kunnen benadeeld worden. 25. De volgende inbreuken zullen onder meer naar hun aard als ernstig of zeer ernstig beschouwd: Overeenkomsten of onderling afgestemde feitelijke gedragingen tussen twee of meer concurrerende ondernemingen en/of ondernemingsverenigingen, met desgevallend één of meer andere niet-concurrerende ondernemingen en/of ondernemingsverenigingen, met als doel hun concurrerend handelen op de markt te coördineren en/of de relevante parameters van mededinging te beïnvloeden via praktijken zoals het afspreken van aan- en verkoopprijzen, de toewijzing van productie- of verkoopquota, de verdeling van markten, het beperken van importen of exporten en/of mededingingsverstorende maatregelen tegen andere concurrenten. Verticale overeenkomsten die hardcore concurrentiebeperkingen bevatten Verder zijn alle vormen van misbruik van machtspositie die leiden tot uitsluiting van daadwerkelijke of potentiële concurrenten of tot ernstige benadeling van afnemers of consumenten als ernstig of, afhankelijk van de omvang van de marktmacht van de onderneming, als zeer ernstig te beschouwen. 27. De beoordeling van de ernst van de inbreuk heeft te maken met de intrinsieke kenmerken en de juridische kwalificatie van de restrictieve mededingingspraktijk in de beslissing van de Raad (hiervoor in randnummers 25 en 26: de aard van de inbreuk in strikte zin) 11 maar ook met de economische context waarbinnen de inbreuk is gepleegd. Deze omvat zowel de omvang en het belang van de betrokken ondernemingen op de markt, het belang van de betrokken producten en diensten, en de omvang van de relevante markt. In het algemeen moet, waar mogelijk, rekening gehouden worden met de impact van het inbreukmakend gedrag op de relevante markt en op de economie meer in het algemeen. Als de Raad beschikt over gegevens hieromtrent, kan ook rekening worden gehouden met de onwettige winst die een onderneming uit verboden restrictieve mededingingspraktijken heeft behaald. 28. Voor zeer ernstige en ernstige inbreuken zal de Raad over het algemeen een percentage in aanmerking nemen tussen de 15 % en 30 %. Voor andere inbreuken zal het percentage dan kunnen gaan tot 15 %. 29. Bij het bepalen van het hiervoor genoemde percentage, waakt de Raad erover dat er ook voldoende afschrikwekkend effect uitgaat van deze component van de geldboete. 30. Op basis van de genoemde overwegingen bepaalt de Raad welk percentage (X) van de berekeningsbasis zal worden aangehouden voor elk van de betrokken ondernemingen. De Raad gaat uit van een maximaal percentage van 30 %. In uitzonderlijke omstandigheden kan dit percentage worden overschreden. Het aldus bekomen bedrag is de factor ernst. 4

5 IV.D. De duur van de inbreuk 31. Het is vervolgens van belang om met de duur van de inbreuk(en) rekening te houden wanneer de geldboete wordt berekend. De duur staat in rechtstreeks verband met de ernst van de inbreuk en wordt afgebakend in de beslissing van de Raad. Er moet van worden uitgegaan dat de impact op de relevante markt en op de economie zal toenemen wanneer de inbreuk langer duurt. Inbreuken van lange duur kunnen ook op duurzame wijze schade berokkenen aan de belangen van de consument. 32. De duur van de inbreuk wordt voor elke betrokken onderneming of ondernemingsvereniging als volgt uitgedrukt in de berekening. Per begonnen jaar van inbreuk kan een bedrag in aanmerking worden genomen dat gelijk is aan een percentage van het bedrag waarvan sprake hiervoor in randnummer 30, dit is het bedrag voor de factor ernst. Dat percentage kan gaan van 10 tot 30% per jaar, afhankelijk van het geval. Het aldus bekomen bedrag voor de factor duur wordt opgeteld bij het bedrag voor de factor ernst. 33. Het basisbedrag dat derhalve wordt bekomen is: de factor ernst (X% van de berekeningsbasis)+ de factor duur (Y% van de factor ernst vermenigvuldigd met het aantal jaar) = basisbedrag. De berekening van het basisbedrag kan geïllustreerd worden met het volgende voorbeeld. Stel dat de berekeningsbasis 100 euro bedraagt, het percentage voor de ernst 20 %, het percentage voor de duur 30 % en de duur van de inbreuk die door de Raad wordt weerhouden is 5 jaar. De factor ernst bedraagt dan: 100 x 20 % = 20 euro De factor duur bedraagt dan: (20 x 30 % = 6) x 5 jaar = 30 euro Het basisbedrag voor de berekening van de geldboete wordt dan samengesteld als volgt: factor ernst (20 euro) + factor duur (30 euro) = 50 euro V. Aanpassing van het basisbedrag wegens het bestaan van individuele omstandigheden die een invloed kunnen hebben op de hoogte van de geldboete V.A. Verzwarende omstandigheden 34. Het basisbedrag kan verhoogd worden wegens verzwarende omstandigheden die aangetoond worden voor een individuele onderneming of ondernemingsvereniging. De Raad zal in zijn beslissing de vermeerdering uitdrukken in de vorm van een percentage van het basisbedrag (zie hiervoor in randnummer 33) dat wordt berekend volgens de hiervoor vermelde stappen. Dit percentage van het basisbedrag wordt dan opgeteld bij het basisbedrag. 35. Het kan onder meer gaan om de volgende omstandigheden: Het feit dat reeds eerder eenzelfde of een gelijkaardige inbreuk door dezelfde onderneming of ondernemingsvereniging werd gepleegd. Het doelbewust en opzettelijk overtreden van de mededingingsregels in het specifieke geval dat de Raad beoordeeld heeft. De weigering van elke medewerking of zelfs pogingen om het verloop van het onderzoek te dwarsbomen. 5

6 Het feit dat de betrokken onderneming een leidinggevende rol speelde of anderen tot een inbreuk heeft aangezet. Het nemen van retorsiemaatregelen tegen andere ondernemingen om hen de inbreukmakende besluiten of praktijken te doen naleven. V.B. Verzachtende omstandigheden 36. Het basisbedrag kan verlaagd worden wegens verzachtende omstandigheden die aangetoond worden voor een individuele onderneming of ondernemingsvereniging. De Raad zal in zijn beslissing de vermindering uitdrukken in de vorm van een percentage van het basisbedrag (zie hiervoor in randnummer 33) dat wordt berekend volgens de hiervoor vermelde stappen. Dit percentage van het basisbedrag wordt dan afgetrokken van het basisbedrag. 37. Het kan onder meer gaan om de volgende omstandigheden: Het feit dat de betrokken onderneming een louter passieve rol vervulde bij de inbreukmakende praktijken of op zeer beperkte wijze deelnam aan de inbreuk of door een leidinggevende onderneming tot de inbreuk werd aangezet. Het feit dat de inbreukmakende praktijken niet daadwerkelijk zijn toegepast of het feit dat de betrokken onderneming op vrijwillige basis de deelneming aan de inbreukmakende praktijken heeft beëindigd vooraleer de procedure bij de Raad aanhangig werd gemaakt. Het feit dat de inbreukmakende praktijken uit onachtzaamheid zouden zijn begaan. Daadwerkelijke en efficiënte medewerking van de onderneming of ondernemingsvereniging, anders dan deze waartoe zij wettelijk gehouden is of waartoe zij verplicht is in het kader van de clementieregeling. Het feit dat de inbreuk wordt erkend tijdens het onderzoek of ten laatste bij het begin van de procedure voor de Raad. Het feit dat de inbreuk aangemoedigd zou zijn door de overheid. VI. Algemene opmerkingen 38. Het eindresultaat van de berekening mag in geen geval het wettelijke maximum overschrijden dat vervat is in artikel 63 WBEM. Voor de toetsing aan het wettelijke maximum gebruikt de Raad de meest recent beschikbare, betrouwbare cijfers over de omzet van de onderneming Wanneer er sprake is van ondernemingen die deel uitmaken van dezelfde groep, wordt bij de boeteberekening nagestreefd dat de geldboete wordt opgelegd aan de entiteit aan wie de inbreuk kan worden toegerekend. De Raad kan een moederonderneming aansprakelijk achten voor de inbreuk van een dochteronderneming indien deze laatste niet zelfstandig haar marktgedrag bepaalt. 40. Overeenkomstig het beginsel van persoonlijke aansprakelijkheid, moet de entiteit aan wie een inbreuk kan worden toegerekend, aansprakelijk worden gesteld voor de geldboete. Echter, wanneer die entiteit (onderneming of ondernemingsvereniging) rechtens niet meer bestaat en haar activiteiten worden door een andere entiteit verdergezet, vereist de effectieve handhaving van de mededingingsregels dat de Raad een andere onderneming aansprakelijk kan stellen voor de inbreuk en voor de betaling van de geldboete. In dat geval moet vaststaan dat deze onderneming de activiteiten heeft verdergezet waar de beslissing van de Raad betrekking op heeft. 41. Wanneer aan een ondernemingsvereniging een geldboete wordt opgelegd en de vereniging toont aan insolvabel te zijn, kan deze verplicht zijn zich te richten tot haar leden om bijdragen te vragen die haar in staat stellen de boete te betalen. 6

7 42. De omstandigheden vermeld onder V., die tot verhoging of verlaging van een geldboete aanleiding kunnen geven, zijn niet op exhaustieve wijze weergegeven. Het komt de Raad in elk geval toe om rekening te houden met de specifieke feitelijke en juridische context waarbinnen een onderneming of ondernemingsvereniging een inbreuk heeft gepleegd, en met de wijze waarop de onderneming of ondernemingsvereniging zich heeft gedragen in de periode nadat zij bekend was met het bestaan van een onderzoek naar een mogelijke inbreuk op de regels inzake restrictieve mededingingspraktijken. In dat verband is het ook mogelijk dat de Raad rekening houdt met alle initiatieven die de onderneming of ondernemingsvereniging zelf neemt om mogelijk de concurrentiebeperkende gevolgen van het inbreukmakend gedrag te beperken of op te heffen. Als voorbeeld wordt hier de schadeloosstelling genoemd van andere ondernemingen of consumenten die van het inbreukmakend gedrag nadeel hebben ondervonden. 43. Elk boetebedrag waartoe de Raad komt op basis van de hiervoor beschreven methodiek, moet getoetst worden aan de beginselen van proportionaliteit en billijkheid. 44. De proportionaliteit van de geldboete wordt onder meer beoordeeld in verhouding tot de inbreuk die gepleegd is, de omvang van de onderneming en, desgevallend, de omvang van de andere karteldeelnemers. Zo kan het beginsel van gelijke sanctionering voor een gelijke gedraging het noodzakelijk maken dat verschillende betrokken ondernemingen toch verschillend worden gesanctioneerd. Overwegingen van proportionaliteit kunnen aanleiding geven tot verlaging of verhoging van de voorgenomen geldboete. 45. Algemene overwegingen van billijkheid kunnen toelaten aan de Raad om in specifieke gevallen de geldboete te matigen, tot zelfs het opleggen van een symbolische geldboete. In dit verband kan de Raad ook rekening houden met de financiële draagkracht van een onderneming op het moment van de feiten of op het moment van de beslissing van de Raad. In aanwezigheid van ernstige concurrentiebeperkingen die zich in het verleden hebben voorgedaan, zal echter slechts in uitzonderlijke gevallen rekening gehouden worden met mogelijke financiële moeilijkheden die een onderneming of ondernemersvereniging heeft op het moment van de beslissing van de Raad. Dit zal slechts kunnen indien een onderneming aantoont dat ze, over een langere termijn bekeken, niet in staat is de geldboete te betalen zonder het voortbestaan van de onderneming in het gevaar te brengen. 46. Indien een onderneming of een ondernemingsvereniging tevens om toepassing heeft gevraagd van de clementieregeling 13 wordt eerst het basisbedrag berekend (onderdeel IV hiervoor). Heeft de onderneming of ondernemingsvereniging volgens de Raad recht op volledige immuniteit, dan zal vervolgens de geldboete tot nul worden herleid. Komt de onderneming of ondernemingsvereniging volgens de Raad in aanmerking voor gedeeltelijke vrijstelling van een geldboete, dan wordt de geldboete eerst volledig berekend (volgens de methode beschreven in onderdelen IV en V en rekening houdend met randnummer 38) en wordt dan het percentage korting dat wordt toegekend op basis van de clementieregeling, in mindering gebracht. 47. Deze Mededeling treedt in werking op de dag van de publicatie in het Belgisch Staatsblad. Zij is van toepassing op de zaken waarin op de dag van de publicatie nog geen beslissing van de kamer van de Raad is genomen waarbij een inbreuk wordt vastgesteld. 1 B.S. 29 september 2006, p (coördinatie van de Wet van 10 juni 2006 tot bescherming van de economische mededinging, B.S. 29 juni 2006, p en van de Wet van 10 juni 2006 tot oprichting van een Raad voor de Mededinging, B.S. 29 juni 2006, p ). 2 Deze Mededeling laat de geldboeten buiten beschouwing die procedurele inbreuken bestraffen in verband met laattijdige of onvolledige informatieverstrekking (artikel 64, 1 WBEM), de geldboeten 7

8 die opgelegd worden omwille van laattijdige aanmelding of ontstentenis van aanmelding van een concentratie (artikel 64 2 WBEM) of omwille van inbreuk op artikel 9 4 WBEM (het tot uitvoering brengen van een concentratie voor de beslissing van de kamer van de Raad betreffende de toelaatbaarheid ervan) (artikel 65 WBEM) of omwille van niet-naleving van de beslissingen bedoeld bij artikelen 58, 2, 1 en 59, 6 WBEM (voorwaarden en/of verplichtingen verbonden aan de toelaatbaarheid van een concentratie) en 59, 7 van de WBEM (herstellen van een daadwerkelijke mededinging wanneer de concentratie niet toelaatbaar is) (artikel 63, lid 2 WBEM). 3 Vanaf deze paragraaf wordt met de term Raad bedoeld de Raad voor de Mededinging in strikte zin. 4 Artikel 49 WBEM en de Mededeling van de Raad voor de Mededinging betreffende volledige of gedeeltelijke vrijstelling van geldboeten in kartelzaken, B.S. 22 oktober 2007, p Artikel 1 WBEM. 6 Artikel 63 WBEM en artikel 5 Vo. 1/2003 van 16 december 2002 van de Raad betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het EG-Verdrag, P.B. L 1 van 4 januari 2003, p Artikel 63, eerste lid WBEM. 8 Artikel 63 verwijst naar artikel 86 WBEM voor nadere criteria betreffende de omzet die in dit verband als basis geldt. Er is sprake van de totale omzet tijdens het vorige boekjaar op de nationale markt en bij de export. De WBEM beperkt derhalve de Raad wat betreft het in aanmerking nemen van omzet buiten België wanneer het gaat om het berekenen van het wettelijk plafond. 9 Er is met name een specifieke overgangsregeling vervat in 50 van de Mededeling van de Raad voor de Mededinging betreffende volledige of gedeeltelijke vrijstelling van geldboeten in kartelzaken, B.S. 22 oktober 2007, p Verticale overeenkomsten in de zin van artikel 1, 1 a) van Verordening (EU) nr. 330/2010 van de Commissie betreffende de toepassing van artikel 101, lid 3 VWEU op groepen verticale overeenkomsten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen, P.B. L 102 van 20 april 2010, p. 1. De beperkingen opgesomd in artikel 4 van Verordening (EU) nr. 330/2010 zullen in ieder geval als zeer ernstige beperkingen beschouwd worden. 11 Voor de kwalificatie van de aard van de inbreuk in strikte zin, moet de Raad rekening kunnen houden met hoe de uitlegging van verbodsbepalingen inhoudelijk evolueert, ook op Europees niveau. 12 Artikel 86 WBEM over omzet, zie ook noot 8 hiervoor. 13 Hiervoor geciteerd in noot 4. 8

VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van XXX

VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van XXX EUROPESE COMMISSIE Brussel, XXX [ ](2014) XXX draft VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE van XXX tot wijziging van Verordening (EG) nr. 773/2004 van de Commissie van 7 april 2004 betreffende procedures

Nadere informatie

Knipperlichten. EU Mededingingsrecht. Frank Wijckmans Sofie De Keer 2 februari 2012

Knipperlichten. EU Mededingingsrecht. Frank Wijckmans Sofie De Keer 2 februari 2012 2012 Knipperlichten EU Mededingingsrecht Frank Wijckmans Sofie De Keer 2 februari 2012 Minervastraat 5 1930 ZAVENTEM T +32 (0)2 275 00 75 F +32 (0)2 275 00 70 www.contrast -law.be Overzicht 1. Korte inleiding

Nadere informatie

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE 22.10.2007 BELGISCH STAATSBLAD 54713 FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE [C 2007/11503] Mededeling van de Raad voor de Mededinging betreffende volledige of

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau enz. enz. enz. Wijziging van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, in verband met de omzetting van Richtlijn 2014/104/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 november

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie L 335/43

Publicatieblad van de Europese Unie L 335/43 18.12.2010 Publicatieblad van de Europese Unie L 335/43 VERORDENING (EU) Nr. 1218/2010 VAN DE COMMISSIE van 14 december 2010 betreffende de toepassing van artikel 101, lid 3, van het Verdrag betreffende

Nadere informatie

B2B-wet : Misbruik van economische afhankelijkheid. Lunch-Forum Mededinging 26/04/2019

B2B-wet : Misbruik van economische afhankelijkheid. Lunch-Forum Mededinging 26/04/2019 B2B-wet : Misbruik van economische afhankelijkheid Julie Léonard Adviseur Dienst voor de Mededinging AD Economische reglementering Lunch-Forum Mededinging 26/04/2019 Context Oorspronkelijke vaststelling

Nadere informatie

Ontwerp. VERORDENING (EU) nr. /.. VAN DE COMMISSIE

Ontwerp. VERORDENING (EU) nr. /.. VAN DE COMMISSIE NL NL NL EUROPESE COMMISSIE Brussel, xxx C(20..) yyy definitief Ontwerp VERORDENING (EU) nr. /.. VAN DE COMMISSIE van [ ] betreffende de toepassing van artikel 101, lid 3, van het Verdrag betreffende de

Nadere informatie

Inhoudsopgave 1. MEDEDINGINGSREGELS: DE ACTOREN MEDEDINGINGSREGELS GERICHT TOT ONDERNEMINGEN: HET BEREIK... 39

Inhoudsopgave 1. MEDEDINGINGSREGELS: DE ACTOREN MEDEDINGINGSREGELS GERICHT TOT ONDERNEMINGEN: HET BEREIK... 39 1. MEDEDINGINGSREGELS: DE ACTOREN..................... 1 1.1. Ondernemingen................ 1 mei 2008, p. 47, err., PB. C 290, 30 november 2009, p. 1). 9 3.1. De toezichthouders............. 57 2003,

Nadere informatie

Inhoud. Voorwoord...v Proloog... vii Over de auteurs...xv Inleiding... xvii Verkort geciteerd... xxi

Inhoud. Voorwoord...v Proloog... vii Over de auteurs...xv Inleiding... xvii Verkort geciteerd... xxi Voorwoord...v Proloog... vii Over de auteurs...xv Inleiding... xvii Verkort geciteerd... xxi Hoofdstuk 1. Doel van de nieuwe Mededingingswet...1 Afdeling 1. Historisch perspectief...1 Afdeling 2. Belangrijkste

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet. Nummer 4528-59 Betreft zaak: 4528 / D.

Nadere informatie

Beslissing nr I/O-05 van 29 januari 2007

Beslissing nr I/O-05 van 29 januari 2007 Beslissing nr. 2007-I/O-05 van 29 januari 2007 Zaak MEDE-I/O-04/0072: VZW Fedoba I. Procedure Op 2 december 2004 heeft het (toenmalige) Korps verslaggevers bij de Dienst voor de Mededinging van de FOD

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2017 28 Wet van 25 januari 2017, houdende wijziging van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, in verband

Nadere informatie

Het Kartelverbod. De regels uit de Landsverordening inzake concurrentie over het kartelverbod uitgelegd

Het Kartelverbod. De regels uit de Landsverordening inzake concurrentie over het kartelverbod uitgelegd Het Kartelverbod De regels uit de Landsverordening inzake concurrentie over het kartelverbod uitgelegd Waar gaat deze brochure over? In deze brochure kunt u lezen over het kartelverbod dat per 1 september

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2015 2016 34 190 Wijziging van een aantal wetten op het terrein van het Ministerie van Economische Zaken en het terrein van het Ministerie van Infrastructuur

Nadere informatie

Knipperlichten. Mededingingsrecht. Milena Varga 20 februari 2014

Knipperlichten. Mededingingsrecht. Milena Varga 20 februari 2014 2014 Knipperlichten Mededingingsrecht Milena Varga 20 februari 2014 Minervastraat 5 1930 ZAVENTEM T +32 (0)2 275 00 75 F +32 (0)2 275 00 70 www.contrast -law.be Overzicht I. Basisbegrippen II. Knipperlichten

Nadere informatie

De Landsverordening inzake Concurrentie. De regels uit de Landsverordening inzake concurrentie uitgelegd

De Landsverordening inzake Concurrentie. De regels uit de Landsverordening inzake concurrentie uitgelegd De Landsverordening inzake Concurrentie De regels uit de Landsverordening inzake concurrentie uitgelegd Waar gaat deze brochure over? In deze brochure kunt u lezen over de Landsverordening inzake concurrentie

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Wet op het financieel toezicht, de Wet handhaving consumentenbescherming, de Wet op de economische delicten en het Wetboek van strafvordering in verband met de implementatie van Verordening

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Wet op het financieel toezicht, de Wet handhaving consumentenbescherming, de Wet op de economische delicten en het Wetboek van strafvordering in verband met de implementatie van Verordening

Nadere informatie

BESLUIT. 3. De d-g NMa heeft wegens de hiervoor genoemde overtreding aan Van Oord Holding een boete opgelegd.

BESLUIT. 3. De d-g NMa heeft wegens de hiervoor genoemde overtreding aan Van Oord Holding een boete opgelegd. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 4620/147 Betreft zaak: Besluit op bezwaar - Martens en Van Oord Aannemingsbedrijf B.V. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit

Nadere informatie

Clementierichtsnoeren van de Belgische Mededingingsautoriteit

Clementierichtsnoeren van de Belgische Mededingingsautoriteit Clementierichtsnoeren van de Belgische Mededingingsautoriteit I. Inleiding 1. Artikel IV. 46 WER voorziet dat aan ondernemingen, ondernemingsverenigingen en natuurlijke personen een vrijstelling van geldboeten

Nadere informatie

Zaak T-228/97. Irish Sugar plc tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

Zaak T-228/97. Irish Sugar plc tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen Zaak T-228/97 Irish Sugar plc tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen Artikel 86 EG-Verdrag (thans artikel 82 EG) Machtspositie en collectieve machtspositie Misbruik Geldboete" Arrest van het Gerecht

Nadere informatie

Clementierichtsnoeren van de Belgische Mededingingsautoriteit

Clementierichtsnoeren van de Belgische Mededingingsautoriteit Clementierichtsnoeren van de Belgische Mededingingsautoriteit I. Inleiding 1. Artikel IV. 46 WER voorziet dat aan ondernemingen, ondernemingsverenigingen en natuurlijke personen een vrijstelling van geldboeten

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet. Nummer 4445-51 Betreft zaak: 4445/ Aannemingsbedrijf

Nadere informatie

Onrechtmatige contractuele bedingen

Onrechtmatige contractuele bedingen Nieuwe regels in b2b-relaties: verboden bedingen, misbruik van de economische afhankelijkheid van een onderneming en oneerlijke marktpraktijken Op 21 maart 2019 keurde het Parlement een wet goed die in

Nadere informatie

Nederlandse Mededingingsautoriteit

Nederlandse Mededingingsautoriteit Nederlandse Mededingingsautoriteit Nummer 4468-52 Betreft zaak: 4468/ Joost Visser Aannemingsbedrijf B.V. en Visser en Kuyper Beheer B.V. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit

Nadere informatie

Zaak T-29/92. Vereniging van Samenwerkende Prijsregelende Organisaties in de Bouwnijverheid e. a. tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

Zaak T-29/92. Vereniging van Samenwerkende Prijsregelende Organisaties in de Bouwnijverheid e. a. tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen Zaak T-29/92 Vereniging van Samenwerkende Prijsregelende Organisaties in de Bouwnijverheid e. a. tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen Mededinging Non-existentie Besluiten van ondernemersverenigingen

Nadere informatie

BESLUIT (EU) 2017/935 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

BESLUIT (EU) 2017/935 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK 1.6.2017 L 141/21 BESLUIT (EU) 2017/935 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 16 november 2016 betreffende de delegatie van de bevoegdheid tot vaststelling van deskundigheids- en betrouwbaarheidsbesluiten

Nadere informatie

BESLUIT. 3. Tegen het besluit hebben Witteveen, Erdo en Esha Building tijdig bezwaar aangetekend.

BESLUIT. 3. Tegen het besluit hebben Witteveen, Erdo en Esha Building tijdig bezwaar aangetekend. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 3692-158 Betreft zaak: 3692 / Dakwerkzaamheden Philips Drachten Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op de bezwaren

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD. maar minder dan maar minder dan maar minder dan

PROVINCIAAL BLAD. maar minder dan maar minder dan maar minder dan PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van de provincie Utrecht Nr. 1819 24 april 2017 Besluit van Gedeputeerde Staten van Utrecht van 11 april 2017, nr. 81AB37E1, tot publicatie van de Beleidsregel bestuurlijke

Nadere informatie

Integraal mededingingsrecht

Integraal mededingingsrecht Integraal mededingingsrecht Verzameling van in Nederland geldende nationale en Europese regelgeving inzake kartelrecht en concentratiecontrole Samengesteid door: mr. P.B. Gaasbeek prof. mr. B.MJ. van der

Nadere informatie

Gedragscode mededingingsrecht Focusplaza

Gedragscode mededingingsrecht Focusplaza Gedragscode mededingingsrecht Focusplaza Uitgangspunt Deze gedragscode beschrijft de manier waarop Focusplaza omgaat met de regels van het mededingingsrecht. Hij is bedoeld als leidraad voor iedereen die

Nadere informatie

Besluit van de Autoriteit Consument en Markt als bedoeld in artikel 56, aanhef en onder a, en artikel 89 van de Mededingingswet. 1 Inleiding...

Besluit van de Autoriteit Consument en Markt als bedoeld in artikel 56, aanhef en onder a, en artikel 89 van de Mededingingswet. 1 Inleiding... Ons kenmerk: ACM/DJZ/2015/203329_OV Zaaknummer: 14.0705.27 Datum: Besluit van de Autoriteit Consument en Markt als bedoeld in artikel 56, aanhef en onder a, en artikel 89 van de Mededingingswet. Inhoudsopgave

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2014 2015 33 662 Wijziging van de Wet bescherming persoonsgegevens en enige andere wetten in verband met de invoering van een meldplicht bij de doorbreking

Nadere informatie

Zaak T-65/98. Van den Bergh Foods Ltd tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

Zaak T-65/98. Van den Bergh Foods Ltd tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen Zaak T-65/98 Van den Bergh Foods Ltd tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen Beroep tot nietigverklaring Mededinging Artikelen 85 en 86 EG-Verdrag (thans artikelen 81 EG en 82 EG) Impulsijs Terbeschikkingstelling

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet. Nummer 4567-41 Betreft zaak: 4567 / Aannemingsbedrijf

Nadere informatie

BESLUIT. 4. Tegen het bestreden besluit heeft M.E. Steneker (hierna: bezwaarmaker) tijdig bezwaar aangetekend bij brief van 3 augustus 2006.

BESLUIT. 4. Tegen het bestreden besluit heeft M.E. Steneker (hierna: bezwaarmaker) tijdig bezwaar aangetekend bij brief van 3 augustus 2006. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 3938_277/44 Betreft zaak: B&U-sector / Bouwbedrijf Steneker Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op de bezwaren gericht

Nadere informatie

Boetecode van de Nederlandse Mededingingsautoriteit

Boetecode van de Nederlandse Mededingingsautoriteit Boetecode van de Nederlandse Mededingingsautoriteit - inhoudende richtsnoeren voor de toemeting van boetes op grond van de wetgeving met de uitvoering waarvan de Nederlandse Mededingingsautoriteit is belast

Nadere informatie

RICHTSNOEREN AANWIJZING AANMERKELIJKE MACHT OP DE MARKT

RICHTSNOEREN AANWIJZING AANMERKELIJKE MACHT OP DE MARKT RICHTSNOEREN AANWIJZING AANMERKELIJKE MACHT OP DE MARKT I Inleiding 1. Het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (hierna: het college) publiceert hierbij richtsnoeren die aangeven

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK II. HORIZONTALE OVEREENKOMSTEN RELATIES MET CONCURRENTEN JULES STUYCK...47

INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK II. HORIZONTALE OVEREENKOMSTEN RELATIES MET CONCURRENTEN JULES STUYCK...47 INHOUDSOPGAVE VOORWOORD... v HOOFDSTUK I. MEDEDINGINGSREGELS VOOR ONDERNEMINGEN NAAR EUROPEES EN BELGISCH RECHT. ACHTERGROND EN RECHTSVERGELIJKEND OVERZICHT ANNE-MARIE VAN DEN BOSSCHE... 1 1. Inleiding...

Nadere informatie

Nederlandse Mededingingsautoriteit

Nederlandse Mededingingsautoriteit Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 3938_348/86 Betreft zaak: B&U-sector / Bosch Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op de bezwaren gericht tegen het

Nadere informatie

Beslissing nr I/O-15 van 15 april 2008

Beslissing nr I/O-15 van 15 april 2008 Beslissing nr. 2008-I/O-15 van 15 april 2008 Zaak MEDE-I/O-05/0074: Intérêts vétérinaires Dierenartsenbelangen I. Procedure 1. Het Korps Verslaggevers heeft op 14 december 2005 ambtshalve een onderzoek

Nadere informatie

Beslissing nr V/M 11 van 7 april 2011

Beslissing nr V/M 11 van 7 april 2011 Beslissing nr. 2011 - V/M 11 van 7 april 2011 Zaak MEDE-V/M-08/0021: UGC Belgium NV / Kinepolis Group NV I. Overzicht van de relevante procedurevoorgaanden 1. De procedurele voorgaanden zijn weergegeven

Nadere informatie

GEZAMENLIJKE VERKLARING VAN DE RAAD EN DE COMMISSIE BETREFFENDE DE WERKING VAN HET NETWERK VAN MEDEDINGINGSAUTORITEITEN

GEZAMENLIJKE VERKLARING VAN DE RAAD EN DE COMMISSIE BETREFFENDE DE WERKING VAN HET NETWERK VAN MEDEDINGINGSAUTORITEITEN GEZAMEIJKE VERKLARING VAN DE RAAD EN DE COMMISSIE BETREFFENDE DE WERKING VAN HET NETWERK VAN MEDEDINGINGSAUTORITEITEN "1. De vandaag vastgestelde verordening betreffende de uitvoering van de mededingingsregels

Nadere informatie

Wanneer is eigenlijk sprake van feitelijk leidinggeven of opdracht geven?

Wanneer is eigenlijk sprake van feitelijk leidinggeven of opdracht geven? Q&A Inleiding Met de inwerkingtreding op 1 juli 2009 van de Vierde tranche van de Algemene wet bestuursrecht is het mogelijk om, indien sprake is van een overtreding door een rechtspersoon, ook de feitelijk

Nadere informatie

2. Onderhandelen met behulp van een zorgmakelaar in de praktijk

2. Onderhandelen met behulp van een zorgmakelaar in de praktijk Wijziging van paragraaf 3.4.2. van de Richtsnoeren voor de zorgsector met betrekking tot het onderhandelen van de zorgaanbieder met behulp van een zorgmakelaar 1. Considerans 1. In de op 14 oktober 2002

Nadere informatie

Gedragscode Mededingingsrecht

Gedragscode Mededingingsrecht Gedragscode Mededingingsrecht MVO - de ketenorganisatie voor oliën en vetten 5 november 2013 MVO - de ketenorganisatie voor oliën en vetten Louis Braillelaan 80 T 079 363 43 50 2719 EK Zoetermeer info@mvo.nl

Nadere informatie

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING Officiële uitgave van gemeenschappelijke regeling Stadsregio Amsterdam. Nr. 400 30 november 2015 Beleidsregels Bestuurlijke boete Wet lokaal spoor 2015 Het dagelijks bestuur

Nadere informatie

BESLUIT. 2. Bij brief van 21 oktober 2002 heeft P. Abegg tegen dit besluit bezwaar gemaakt.

BESLUIT. 2. Bij brief van 21 oktober 2002 heeft P. Abegg tegen dit besluit bezwaar gemaakt. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 2960/ 24 Betreft zaak: Abegg - CZ Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot ongegrondverklaring van het tegen zijn

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. ONTWERP-VERORDENING (EG) Nr.../.. VAN DE COMMISSIE. van

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. ONTWERP-VERORDENING (EG) Nr.../.. VAN DE COMMISSIE. van NL NL NL COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, C(2009) 5365/2 ONTWERP-VERORDENING (EG) Nr..../.. VAN DE COMMISSIE van betreffende de toepassing van artikel 81, lid 3, van het Verdrag op groepen

Nadere informatie

MEDEDINGINGSBELEID RECHTSGRONDSLAG DOELSTELLINGEN

MEDEDINGINGSBELEID RECHTSGRONDSLAG DOELSTELLINGEN MEDEDINGINGSBELEID De artikelen 101 tot en met 109 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) bevatten regels voor de mededinging op de interne markt. Hierin is bepaald dat mededingingverstorende

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie L 55/13

Publicatieblad van de Europese Unie L 55/13 28.2.2011 Publicatieblad van de Europese Unie L 55/13 VERORDENING (EU) Nr. 182/2011 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) als bedoeld in artikel 62 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) als bedoeld in artikel 62 van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer: 4849-29 Betreft zaak: Installatie Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) als bedoeld in artikel 62

Nadere informatie

BESLUIT. 3. De overtreding van Vialis is mede toegerekend aan Koninklijke Volker Wessels Stevin N.V. (hierna: KVWS).

BESLUIT. 3. De overtreding van Vialis is mede toegerekend aan Koninklijke Volker Wessels Stevin N.V. (hierna: KVWS). Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 5697_2 / 94 Betreft zaak: Vialis Traffic B.V. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op de bezwaren gericht tegen het

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Beleidsregels NMa bestuurlijke boetes vervoerswetgeving

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Beleidsregels NMa bestuurlijke boetes vervoerswetgeving STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. 14514 29 september 2009 Beleidsregels NMa bestuurlijke boetes vervoerswetgeving Prontonr.P_500164/54.B629 De Raad van

Nadere informatie

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE EUROPESE COMMISSIE Brussel, XXX [ ](2013) XXX draft MEDEDELING VAN DE COMMISSIE EUROPESE COMMISSIE Ontwerpmededeling van de Commissie inzake overeenkomsten van geringe betekenis die de mededinging niet

Nadere informatie

BESLUIT. 2. De d-g NMa heeft wegens de hiervoor genoemde overtreding aan bovengenoemde ondernemingen een boete opgelegd.

BESLUIT. 2. De d-g NMa heeft wegens de hiervoor genoemde overtreding aan bovengenoemde ondernemingen een boete opgelegd. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 4363-134 Betreft zaak: 4363 Dijkers & Pijl B.V. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op de bezwaren gericht tegen

Nadere informatie

FAIR TRADE AUTHORITY CURACAO - WAAR ONDERNEMINGEN OP MOETEN LETTEN IN DE STRIJD VOOR EERLIJKE CONCURRENTIE

FAIR TRADE AUTHORITY CURACAO - WAAR ONDERNEMINGEN OP MOETEN LETTEN IN DE STRIJD VOOR EERLIJKE CONCURRENTIE FAIR TRADE AUTHORITY CURACAO - WAAR ONDERNEMINGEN OP MOETEN LETTEN IN DE STRIJD VOOR EERLIJKE CONCURRENTIE Curaçao, 2 oktober 2017 1. UPDATE In oktober 2016 berichtten wij reeds over de Fair Trade Authority

Nadere informatie

Mededingingsregels. scusi - Fotolia.com. een gids voor kmo s

Mededingingsregels. scusi - Fotolia.com. een gids voor kmo s Mededingingsregels scusi - Fotolia.com een gids voor kmo s Inhoud Voorwoord...5 1. Welke mededingingsregels zijn in België van toepassing?...6 1.1. Verbod van restrictieve praktijken...7 1.1.1. Verboden

Nadere informatie

BELGISCHE MEDEDINGINGSAUTORITEIT. Auditoraat. Beslissing nr. BMA-2015-I/O-02-AUD van 17 februari 2015

BELGISCHE MEDEDINGINGSAUTORITEIT. Auditoraat. Beslissing nr. BMA-2015-I/O-02-AUD van 17 februari 2015 BELGISCHE MEDEDINGINGSAUTORITEIT Auditoraat Beslissing nr. BMA-2015-I/O-02-AUD van 17 februari 2015 Zaak MEDE-I/O-10/0009 A : Vrachtafhandeling op de luchthaven van Brussel Nationaal (Zaventem) I. Procedure

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) als bedoeld in artikel 62 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) als bedoeld in artikel 62 van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer: 3938_777/7 Betreft zaak: B&U Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) als bedoeld in artikel 62 van

Nadere informatie

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN 23.4.2010 Publicatieblad van de Europese Unie L 102/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN VERORDENING (EU) Nr. 330/2010 VAN DE COMMISSIE van 20 april 2010 betreffende de toepassing van artikel

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2015 2016 34 455 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht, de Wet handhaving consumentenbescherming, de Wet op de economische delicten en het Wetboek

Nadere informatie

Algemene toelichting. Hoofdstuk 2 Herstellend traject

Algemene toelichting. Hoofdstuk 2 Herstellend traject Algemene toelichting Hoofdstuk 2 Herstellend traject In een herstellend traject zijn verschillende stappen te onderscheiden. Indien de aard van de overtreding hiertoe aanleiding geeft, kan het college

Nadere informatie

Betreft: Voorontwerp van wet houdende fiscale, fraudebestrijdende, financiële alsook diverse bepalingen (CO-A )

Betreft: Voorontwerp van wet houdende fiscale, fraudebestrijdende, financiële alsook diverse bepalingen (CO-A ) 1/5 Advies nr. 165/2018 van 19 december 2018 Betreft: Voorontwerp van wet houdende fiscale, fraudebestrijdende, financiële alsook diverse bepalingen (CO-A-2018-140) De Gegevensbeschermingsautoriteit (hierna

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2016 2017 34 429 Wijziging van de Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen en de Geneesmiddelenwet in verband met de uitvoering van verordening

Nadere informatie

Voorstel. VERORDENING (EG) nr. /2008 VAN DE COMMISSIE

Voorstel. VERORDENING (EG) nr. /2008 VAN DE COMMISSIE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel,. Voorstel VERORDENING (EG) nr. /2008 VAN DE COMMISSIE van. tot wijziging van Verordening (EG) nr. 773/2004, wat betreft schikkingsprocedures in kartelzaken

Nadere informatie

2. Bij besluit van de d-g NMa van 5 september 2001 (hierna: het bestreden besluit) is de klacht afgewezen.

2. Bij besluit van de d-g NMa van 5 september 2001 (hierna: het bestreden besluit) is de klacht afgewezen. BESLUIT Nummer 2600/ 41 Betreft zaak: Ralet vs CZ en VGZ Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot ongegrondverklaring van het bezwaar gericht tegen zijn besluit van

Nadere informatie

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL CONCURRENTIE

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL CONCURRENTIE EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL CONCURRENTIE Brussel, 25 maart 2019 KENNISGEVING AAN BELANGHEBBENDEN TERUGTREKKING VAN HET VERENIGD KONINKRIJK EN EU-MEDEDINGINGSRECHT Op 29 maart 2017 heeft het

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie L 93/17

Publicatieblad van de Europese Unie L 93/17 28.3.2014 Publicatieblad van de Europese Unie L 93/17 VERORDENING (EU) Nr. 316/2014 VAN DE COMMISSIE van 21 maart 2014 betreffende de toepassing van artikel 101, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking

Nadere informatie

HET SPEELVELD VAN DE FAIR TRADE AUTHORITY CURAÇAO

HET SPEELVELD VAN DE FAIR TRADE AUTHORITY CURAÇAO HET SPEELVELD VAN DE FAIR TRADE AUTHORITY CURAÇAO BEVORDEREN VAN DE CONCURRENTIE EN TEGENGAAN VAN AFSPRAKEN DIE DEZE BEPERKEN Curaçao, oktober 2016 1. INTRODUCTIE Op 29 maart 2016 zag de Fair Trade Authority

Nadere informatie

MEDEDINGINGSBELEID RECHTSGRONDSLAG DOELSTELLINGEN

MEDEDINGINGSBELEID RECHTSGRONDSLAG DOELSTELLINGEN MEDEDINGINGSBELEID Het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) bevat in de artikelen 101 tot en met 109 regels voor de mededinging op de interne markt. Deze bepalen dat concurrentiebeperkende

Nadere informatie

Besluit van de Autoriteit Consument en Markt als bedoeld in artikel 56, aanhef en onder a, en artikel 89 van de Mededingingswet. 1 Inleiding...

Besluit van de Autoriteit Consument en Markt als bedoeld in artikel 56, aanhef en onder a, en artikel 89 van de Mededingingswet. 1 Inleiding... Ons kenmerk: Zaaknummer: 14.0705.27 Datum: ACM/DJZ/2015/203323_OV Besluit van de Autoriteit Consument en Markt als bedoeld in artikel 56, aanhef en onder a, en artikel 89 van de Mededingingswet. Inhoudsopgave

Nadere informatie

Meld uw kartel en ontloop een boete

Meld uw kartel en ontloop een boete Meld uw kartel en ontloop een boete Meld uw kartel en ontloop een boete Hebt u afspraken gemaakt of informatie uitgewisseld met uw concurrenten om daarmee de concurrentie uit te schakelen of te verminderen?

Nadere informatie

Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag

Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag Publicatieblad Nr. L 225 van 12/08/1998 blz. 0016-0021 DE RAAD VAN

Nadere informatie

ECB-PUBLIC ADVIES VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK. van 18 augustus 2011

ECB-PUBLIC ADVIES VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK. van 18 augustus 2011 NL ECB-PUBLIC ADVIES VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 18 augustus 2011 betreffende de bescherming tegen valsemunterij en de handhaving van de kwaliteit van de geldomloop (CON/2011/64) Inleiding en rechtsgrondslag

Nadere informatie

LEIDRAAD VASTSTELLEN HOOGTE BESTUURLIJKE BOETE Vastgesteld op 20 juli 2010

LEIDRAAD VASTSTELLEN HOOGTE BESTUURLIJKE BOETE Vastgesteld op 20 juli 2010 publicatie op website Leidraad vaststellen hoogte boetesdnb NotaNasrullah-Oemar, F.S.N. (Fahrida) (JUZA_CI) Onderwerp: Leidraad vaststellen hoogte bestuurlijke boete en handhavingsbeleid bij niet-tijdige

Nadere informatie

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name artikel 127, lid 6, en artikel 132,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name artikel 127, lid 6, en artikel 132, L 314/66 1.12.2015 BESLUIT (EU) 2015/2218 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 20 november 2015 betreffende de procedure tot vaststelling van de niet-toepasselijkheid op personeelsleden van het vermoeden

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 12893 19 augustus 2010 Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 11 augustus 2010, nr. AV/AR/2010/13478,

Nadere informatie

L 335/36 Publicatieblad van de Europese Unie

L 335/36 Publicatieblad van de Europese Unie L 335/36 Publicatieblad van de Europese Unie 18.12.2010 VERORDENING (EU) Nr. 1217/2010 VAN DE COMMISSIE van 14 december 2010 betreffende de toepassing van artikel 101, lid 3, van het Verdrag betreffende

Nadere informatie

Nederlandse Mededingingsautoriteit

Nederlandse Mededingingsautoriteit Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 3689-246 Betreft zaak: 3689 / Aanbesteding dakrenovatie AMC Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op de bezwaren gericht

Nadere informatie

De hervorming van de Belgische Mededingingswet

De hervorming van de Belgische Mededingingswet De hervorming van de Belgische Mededingingswet Enkele bedenkingen Dirk Vandermeersch Senior Counsel, Cleary Gottlieb Steen & Hamilton LLP Professor Belgisch Mededingingsrecht, Universiteit Gent 2012 Cleary

Nadere informatie

Beleidsregel handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen gemeente Venlo

Beleidsregel handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen gemeente Venlo CVDR Officiële uitgave van Venlo. Nr. CVDR326948_1 30 april 2018 Beleidsregel handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen gemeente Venlo Burgemeester en wethouders van de gemeente Venlo;

Nadere informatie

Toelichting. Algemene toelichting. Hoofdstuk 2 Herstellend traject

Toelichting. Algemene toelichting. Hoofdstuk 2 Herstellend traject Toelichting Algemene toelichting Hoofdstuk 2 Herstellend traject In een herstellend traject zijn verschillende stappen te onderscheiden. Stap 1: aanwijzing, artikel 1.65 lid 1 Wet kinderopvang Het college

Nadere informatie

Wijzigingen aan de Prospectuswet (Wet 16 juni 2006) door de Wet van 11 juli 2018 (B.S. 20 juli 2018).

Wijzigingen aan de Prospectuswet (Wet 16 juni 2006) door de Wet van 11 juli 2018 (B.S. 20 juli 2018). Wijzigingen aan de Prospectuswet (Wet 16 juni 2006) door de Wet van 11 juli 2018 (B.S. 20 juli 2018). Op 20 juli 2018 verscheen in het Belgisch Staatsblad een nieuwe wet die tot doel heeft de wet van 16

Nadere informatie

Toelichting op de Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen Heemstede 2014

Toelichting op de Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen Heemstede 2014 Toelichting op de Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen Heemstede 2014 Algemene toelichting Hoofdstuk 2 Herstellend traject In een herstellend traject zijn verschillende

Nadere informatie

Brussel, 5 december 2001

Brussel, 5 december 2001 Brussel, 5 december 2001 In de loop van 1999 heeft de Europese Commissie onverwachte inspecties gehouden in de vestigingen van Interbrew, Alken-Maes en de Confederatie van Belgische Brouwerijen (CBB).

Nadere informatie

L 129/52 Publicatieblad van de Europese Unie

L 129/52 Publicatieblad van de Europese Unie L 129/52 Publicatieblad van de Europese Unie 28.5.2010 VERORDENING (EU) Nr. 461/2010 VAN DE COMMISSIE van 27 mei 2010 betreffende de toepassing van artikel 101, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking

Nadere informatie

Samenwerkingsprotocol. Consumentenautoriteit Stichting Reclame Code

Samenwerkingsprotocol. Consumentenautoriteit Stichting Reclame Code Samenwerkingsprotocol Consumentenautoriteit Stichting Reclame Code 1 Samenwerkingsprotocol tussen de Consumentenautoriteit en de Stichting Reclame Code Partijen: 1. De Staatssecretaris van Economische

Nadere informatie

BESLUIT. 3. De Raad heeft wegens de hiervoor in randnummer 1 genoemde overtreding aan Bouwbedrijf P. Moll B.V. een boete opgelegd.

BESLUIT. 3. De Raad heeft wegens de hiervoor in randnummer 1 genoemde overtreding aan Bouwbedrijf P. Moll B.V. een boete opgelegd. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 3938_650/35 Betreft zaak: B&U-sector / Beheermaatschappij P. Moll Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op de bezwaren

Nadere informatie

GEMEENTELIJK REGLEMENT GEMEENTELIJKE ADMINISTRATIEVE SANCTIES

GEMEENTELIJK REGLEMENT GEMEENTELIJKE ADMINISTRATIEVE SANCTIES GEMEENTELIJK REGLEMENT GEMEENTELIJKE ADMINISTRATIEVE SANCTIES Zoals goedgekeurd in de gemeenteraad van Hamme van 18 juni 2014. HOOFDSTUK 1: TOEPASSINGSGEBIED... 2 HOOFDSTUK 2: SANCTIES... 2 AFDELING 1:

Nadere informatie

Gedragscode mededingingsrecht DEX

Gedragscode mededingingsrecht DEX Gedragscode mededingingsrecht DEX Uitgangspunt Deze gedragscode beschrijft de manier waarop DEX omgaat met de regels van het mededingingsrecht. Hij is bedoeld als leidraad voor iedereen die betrokken is

Nadere informatie

e-commerce en mededinging Congresmiddag Fashion & IE 12 februari 2015 Martijn van de Hel

e-commerce en mededinging Congresmiddag Fashion & IE 12 februari 2015 Martijn van de Hel e-commerce en mededinging Congresmiddag Fashion & IE 12 februari 2015 Martijn van de Hel Agenda 1. Introductie mededingingsrecht 2. Verbod op concurrentiebeperkende afspraken (kartelverbod) a. Horizontale

Nadere informatie

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN 4.5.2018 L 114 I/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN VERORDENING (EU, Euratom) 2018/673 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 3 mei 2018 tot wijziging van Verordening (EU, Euratom) nr.

Nadere informatie

401l10/N - Commissie van Beroep van 18 oktober 2010 (defmitieve beslissing)

401l10/N - Commissie van Beroep van 18 oktober 2010 (defmitieve beslissing) 401l10/N - Commissie van Beroep van 18 oktober 2010 (defmitieve beslissing) Beroep tegen een terechtwijzing. "(... ) verschijnt. In de zaak 0401l10/(... )/N van: de heer [X], bedrijfsrevisor, wonende (...

Nadere informatie

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/9 VAN DE COMMISSIE

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/9 VAN DE COMMISSIE L 3/41 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/9 VAN DE COMMISSIE van 5 januari 2016 betreffende het gezamenlijk indienen en het uitwisselen van gegevens overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het

Nadere informatie

Deeleconomie De FOD Economie in het midden van de puzzel

Deeleconomie De FOD Economie in het midden van de puzzel Deeleconomie De FOD Economie in het midden van de puzzel Een innovatief economisch model, een opportuniteit voor ondernemers en consumenten Opdracht van de FOD Economie In een steeds veranderende Belgische

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) als bedoeld in artikel 62 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) als bedoeld in artikel 62 van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer: 3938_432/13 Betreft zaak: B&U Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) als bedoeld in artikel 62 van

Nadere informatie

Uitspraken CRvB inzake boetes en overgangsrecht (in kader Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving)

Uitspraken CRvB inzake boetes en overgangsrecht (in kader Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving) Uitspraken CRvB inzake boetes en overgangsrecht (in kader Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving) Inleiding Op 24 november 2014 heeft de CRvB de eerste uitspraak gedaan over boetes

Nadere informatie

MEDEDINGINGSBELEID RECHTSGRONDSLAG DOELSTELLINGEN

MEDEDINGINGSBELEID RECHTSGRONDSLAG DOELSTELLINGEN MEDEDINGINGSBELEID Het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) bevat in de artikelen 101 tot en met 109 regels voor de mededinging op de interne markt. Die bepalen dat concurrentiebeperkende

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) 23.6.2017 L 162/3 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/1110 VAN DE COMMISSIE van 22 juni 2017 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot de standaardformulieren, templates en procedures

Nadere informatie