integraal waterbeheer op land- en tuinbouwbedrijven

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "integraal waterbeheer op land- en tuinbouwbedrijven"

Transcriptie

1 integraal waterbeheer op land- en tuinbouwbedrijven Prov_O-VL_Integraal_Waterbeheer2010_BW.indd 1 21/12/10 10:08

2 woord vooraf 5 1 integraal waterbeheer 6 2 waterbronnen op het bedrijf Hemelwater Opslag van hemelwater Dimensionering regenwateropvang Regenwater als drinkwater voor vee Diep grondwater Ondiep grondwater Oppervlaktewater Leidingwater Gezuiverd afvalwater Grijswater 12 3 restwater op het bedrijf Veehouderij Afvalwater van de melkwinning Perssappen en run-off van de kuilplaat Andere afvalwaters op veehouderijen Tuinbouw en akkerbouw Drainwater en spuistroom Waswater van groenten Andere restwaterstromen Run-off van verharde oppervlakken Afspuiten van machines Afvalwater van spuittoestellen Reinigen van bedrijfsgebouwen Huishoudelijk afvalwater 19 4 zuiveringssystemen in de veehouderij Bezinking en flotatie (Primaire zuivering) Biologische zuivering (Secundaire zuivering) Extensieve systemen Mechanische systemen Nazuivering (Tertiaire zuivering) Monitoring van zuiveringssystemen IBA s in Vlaanderen Selectie van de landbouwbedrijf en zuiveringssysteem Conclusie Systeemkeuze 28 5 zuiveringssystemen in de akkerbouw en vollegrondsgroenten Vervuiling van het oppervlaktewater Spoelen en biozuiveringssystemen Reiniging van machines en tractoren 32 2 Prov_O-VL_Integraal_Waterbeheer2010_BW.indd 2 21/12/10 10:08

3 6 zuiveringssytemen in de glastuinbouw Primaire zuivering Hergebruik drainwater Ontsmetting Langzame zandfilter UV-filter Verhitting Milieukundig verantwoorde afzet van spuistroom Afzetmogelijkheden Containervelden in openlucht Zuiver irrigatiewater Biozuivering 39 7 wettelijk kader Vergunningen Stedenbouwkundige vergunning Milieuvergunning Grondwaterwinning Heffingen Heffing op de winning van grondwater Heffing op de captatie van oppervlaktewater Heffing op waterverontreiniging Lozen van afvalwater volgens Vlarem Zoneringsplannen 45 8 subsidie VLIF-steun Subsidie van de Provinciale Landbouwkamer voor Oost-Vlaanderen 48 9 praktijkvoorbeelden Melkveebedrijf met zuivelverwerking doet Alles met regenwater Melkveebedrijf met actief-slibsysteem Melkveebedrijf met actief-slibsysteem, percolatierietveldje en hergebruik van effluent Melkveebedrijf met biorollen, percolatierietveld, hergebruik van effluent en gebruik 53 van regenwater als drinkwater voor de koeien 9.5 Melkveebedrijf met percolatierietveld en hergebruik van effluent Melkveebedrijf met kokosbioded Melkveebedrijf met lavafilter en hergebruik van afvalwater Vollegrondsgroentebedrijf met zuivering en hergebruik van waswater Azaleabedrijf met ontsmetting en hergebruik van gietwater Substraatbedrijf trostomaat met hoge druk UV en hergebruik van drainwater Substraatteelt trostomaat met ontsmetting van regenwater en drainwater via 60 langzame zandfilter contactadressen 63 3 Prov_O-VL_Integraal_Waterbeheer2010_BW.indd 3 21/12/10 10:08

4 Prov_O-VL_Integraal_Waterbeheer2010_BW.indd 4 21/12/10 10:08

5 woord vooraf Water is een kostbaar goed en vormt één van de belangrijkste productiefactoren voor land- en tuinbouwbedrijven. Ook vele andere sectoren doen in ruime mate beroep op de beperkte watervoorraden hetgeen de waterkwantiteit beïnvloedt. Wereldwijd wordt water steeds schaarser. De land- en tuinbouw heeft bovendien een belangrijke invloed op de kwaliteit van grond- en oppervlaktewater onder meer tengevolge van emissie van nutriënten (nitraten, fosfaten, ) en gewasbeschermingsmiddelen. Het verbruikte water wordt belangrijker op bedrijfs niveau, zowel naar kwaliteit als naar kwantiteit alsook de zorg voor de kwaliteit van het geloosde water stijgt. De overheid legt steeds meer de nadruk op duurzaam waterbeheer. De laatste jaren worden steeds meer bedrijven geconfronteerd met het inperken van hun vergunning voor grondwaterwinning. Hierdoor wordt integraal waterbeheer een belangrijke doelstelling voor de Provincie Oost-Vlaanderen. Een duurzaam waterbeheer vraagt van de bedrijfsleiders grote inspanningen om efficiënte technieken voor hemelwatergebruik, irrigatie, waterbehandeling, waterontsmetting, waterzuivering, waterhergebruik en andere toe te passen. De Kaderrichtlijn Water van 2000 verplicht alle lidstaten van de EU om tegen 2015 te zorgen voor een goede chemische en ecologische toestand van het oppervlakte- en grondwater in hun gebieden. De contouren van het Vlaamse waterbeleid zijn vastgelegd in het decreet Integraal Waterbeleid van 18 juli Het decreet is ook een vertaling van de Europese Kaderrichtlijn Water naar Vlaamse wetgeving. De Provincie Oost-Vlaanderen, dienst Landbouw en Platteland, de Provinciale Landbouwkamer voor Oost-Vlaanderen, het Provinciaal Centrum voor Groenteteelt vzw (PCG), het Proefcentrum voor Sierteelt vzw (PCS) en het interprovinciaal Proefcentrum voor Aardappelteelt vzw (PCA) bundelden de krachten in het Kenniscentrum Water en ondersteunen bedrijven met expertise en onafhankelijk advies. Enkele voorbeelden zijn: Het stimuleren en sensibiliseren van alternatieve waterbronnen ter vervanging van (diep) grondwater. Hierdoor wordt ook de noodzaak van waterbehandeling en ontsmetting groter. Vanuit de sector is er een duidelijke vraag naar objectieve informatie over kostprijs, aanleg, exploitatie, efficiëntie, gebruiksvriendelijkheid en duurzaamheid van zuiveringssystemen. De emissie van gewasbeschermingsmiddelen naar oppervlaktewater wordt steeds meer als knelpunt aanzien. Een groot deel van de vervuiling blijkt van puntlozingen te komen. Bioremediatiesystemen voor spoelwater van het spuittoestel worden steeds belangrijker. Deze brochure wil de nadruk leggen op de mogelijkheden tot Integraal waterbeheer op bedrijfsniveau. Hierbij wordt de gehele waterhuishouding van het bedrijf bekeken. De contactgegevens vindt u in de brochure terug. A. Vercamer Gedeputeerde voor Landbouw & Platteland Voorzitter Provinciale Landbouwkamer voor Oost-Vlaanderen 5 Prov_O-VL_Integraal_Waterbeheer2010_BW.indd 5 21/12/10 10:08

6 1 integraal waterbeheer Jaarlijks worden nog steeds grote oppervlakten verhard met gebouwen, parkings, wegen,... Al deze verharde oppervlakken laten geen regenwater meer in de bodem dringen. Ook in het veld heeft regenwater steeds minder de kans om in de bodem te dringen door groter wordende landbouwpercelen, het verminderen van het aantal infiltratiegrachten,... Hierdoor worden grondwaterreserves veel trager aangevuld. Al het water dat niet meer in de bodem trekt, wordt oppervlakkig afgevoerd en komt terecht in grachten, kanalen, beken, rivieren en rioleringen waar het mee verantwoordelijk is voor de steeds vaker optredende plaatselijke overstromingen. Daarom zijn in het kader van het decreet integraal waterbeheer een aantal basisprincipes afgesproken om de wateroverlastproblemen aan te pakken. De neerslag moet zoveel mogelijk vastgehouden en gebufferd worden. Als dit niet lukt moet het water afgevoerd worden. Anderzijds wordt er steeds meer diep grondwater onttrokken. Dit water is van hoogstaande kwaliteit en bruikbaar voor alle toepassingen in industrie, landbouw en als drinkwater voor de bevolking. Hierdoor daalde de grondwaterspiegel in bepaalde grondwaterlagen de laatste decennia zo sterk dat de kwaliteit van het water en de bevoorrading op langere termijn in het gedrang komen. Om het oppervlaktewater terug een voldoende goede basiskwaliteit te geven, worden zoveel mogelijk afvalwaterstromen afgeleid naar openbare of private waterzuiveringstations alvorens ze te lozen. Afvalwater zuiveren kost geld zonder dat er enige opbrengst tegenover staat. In veel gevallen kan het effluent van afvalwaterzuiveringsinstallaties nochtans zonder of mits (beperkte) bijkomende behandeling perfect hergebruikt worden voor bepaalde werkzaamheden. 6 Prov_O-VL_Integraal_Waterbeheer2010_BW.indd 6 21/12/10 10:08

7 Vanuit het beleid wordt er de laatste jaren dan ook veel aandacht geschonken aan rationeel waterbeheer bij alle waterverbruikers (zuinig en zo efficiënt mogelijk water gebruiken) en aan het sensibiliseren en stimuleren van het gebruik van alternatieve waterbronnen (al dan niet mits de nodige voorbehandeling en kwaliteitsbewaking). Tot voor kort werd grondwater met drinkwaterkwaliteit als basiswater voor alle toepassingen gebruikt en eventueel voor een beperkt aantal laagwaardige toepassingen aangevuld met regenwater of ondiep grondwater. In het kader van integraal waterbeheer wordt er nu gestimuleerd dat er zoveel mogelijk gebruik wordt gemaakt van zgn. alternatieve waterbronnen zoals hemelwater, ondiep grondwater, oppervlaktewater en (gezuiverd) afvalwater. Dit uiteraard voor zover dergelijke waterbronnen in voldoende mate beschikbaar zijn en ze aan de basis milieukwaliteitsnormen voor gebruik in de bedrijfsactiviteiten en het huishouden voldoen, al dan niet na de nodige zuivering en kwaliteitsbewaking. Grondwater of leidingwater van hoogstaande kwaliteit wordt voorbehouden voor bepaalde toepassingen die een dergelijke hoge kwaliteit vereisen (reinigen van melkinstallaties, melk verwerkingsinstallaties en -lokalen,...) en als aanvulling of back-up bij tijdelijke problemen met de hoeveelheid of de kwaliteit van het basiswater. Vanuit de overheid wordt via het vergunningenen het heffingenbeleid de druk steeds meer opgevoerd om op bedrijfsniveau de waterhuishouding integraal te bekijken en creatief om te springen met water zodat het verbruik aan diep grondwater en leidingwater en de lozing van afvalwaters tot een minimum beperkt wordt. Ook binnen de land- en tuinbouw zijn er tal van mogelijkheden tot integraal waterbeheer. Deze brochure heeft als doel een aantal mogelijkheden en praktijkvoorbeelden voor te stellen en aan te tonen dat er mits enige creativiteit veel (grond) water bespaard kan worden. 7 Prov_O-VL_Integraal_Waterbeheer2010_BW.indd 7 21/12/10 10:08

8 2 waterbronnen op het bedrijf Er komen meerdere waterbronnen in aanmerking voor gebruik binnen de landen tuinbouw. Niet alle watersoorten zijn even geschikt voor elke toepassing. Water wordt ondermeer gebruikt voor: Drinkwater voor dieren Reinigen van de melkinstallatie Irrigatie van gewassen Uitvoeren van gewasbespuitingen Reinigen van bedrijfsgebouwen en machines Marktklaar maken van geoogst product Elke toepassing vraagt specifieke kwaliteitseisen en het doel van integraal waterbeheer is het juiste water op de juiste plaats te krijgen. 2.1 Hemelwater Hemelwater bestaat in Vlaanderen voornamelijk uit regenwater en in uitzonderlijke jaren met strenge winters kan een belangrijk deel uit sneeuw bestaan. De klimaatsverandering laat zich voelen. De laatste jaren stijgt de gemiddelde temperatuur op aarde, de winters zijn zachter en de verschillen tussen de 2.1 Evolutie van de neerslag hoeveelheid per half kalenderjaar (Ukkel, ) zomerhelft (mei -> okt.) 500 Lineaire regressie voor zomerhelft (mei -> okt.) N eerslag (mm) winterhelft (nov. -> april) Lineaire regressie voor winterhelft (nov. -> april) Jaartal Bron: Mira (VMM) op basis van gegevens KMI 8 Prov_O-VL_Integraal_Waterbeheer2010_BW.indd 8 21/12/10 10:08

9 seizoenen worden kleiner. Bovendien worden de zomers droger en winters natter en komen er minder maar extremere buien voor. Een toename van de jaarlijkse hoeveelheid neerslag is positief maar voor glastuinbouw bedrijven betekent dit dat op een relatief korte tijd enorme hoeveelheden water moet worden opgevangen. In de landbouw, meer bepaald in de vollegrondsteelten, kunnen plotse en intense regenbuien heel wat schade aan de gewassen aan brengen en bovendien een verslemping van de bodem teweegbrengen. In natte winters is er meer neerslagoverschot dat kan worden opgevangen om in de zomermaanden als beregeningswater aan te wenden. Regenwater kan ook nuttig gebruikt worden als drinkwater voor dieren en voor het reinigen van stallen en machines. Een watersilo is een plaatstalen silo waar aan de binnenkant een folie is aangebracht. De voordelen ten opzichte van de foliebassin zijn de kleinere grondoppervlakte die nodig is en de mogelijkheid van afschermen tegen algen bij kleinere silo s. De grootte van de silo wordt beperkt door de constructie. In Vlaanderen worden voor de opslag van regenwater in de glastuinbouw hoofdzakelijk foliebassins aangelegd of watersilo s geplaatst. Naast deze vormen van wateropslag bestaat er nog een ondergrondse opslag in een betonnen kelder of put. Deze vorm van regenwateropslag bespaart kostbare ruimte. Elke vierkante meter regenwaterbassin of watersilo betekent minder benutbare teeltruimte. Na zijn intrede in Nederland, groeit ook in Vlaanderen de belang- Bovendien legt de overheid normen en wetten op voor de opvang en buffering van hemelwater. Vlarem II bepaalt dat het verboden is hemelwater te lozen in de openbare riolering wanneer het technisch mogelijk is het water gescheiden van het afvalwater te lozen in oppervlaktewater of een kunstmatige afvoer Opslag van hemelwater Er zijn verschillende manieren om hemelwater op te slaan. De meest toegepaste systemen zijn een open put, een foliebassin, een watersilo en een ondergrondse wateropslag. Een open put is een uitgegraven vijver zonder folie. Het water in de open put staat in contact met het grondwater. Bij overvloedige regen kan zo het grondwater aangevuld worden met regenwater en bij droogte kan over extra (grond)water beschikt worden vanuit de bodemlagen rond en onder de put. De waterkwaliteit van het regenwater wordt wel beïnvloed door de kwaliteit van het grondwater, de samenstelling is minder constant. Een nadeel is wel dat water uit een open put naar vergunningen en heffingen beschouwd wordt als (ondiep) grondwater en niet als hemelwater. Foliebassin Metalen watersilo Een foliebassin is een uitgegraven vijver met aarden wallen waarin een waterdichte folie gebracht wordt. Belangrijke punten bij de aanleg zijn de benodigde grondoppervlakte, de keuze van de folie, de drainage en de afwerking. De grondoppervlakte bij een foliebassin is groter dan deze voor een watersilo. 9 Prov_O-VL_Integraal_Waterbeheer2010_BW.indd 9 21/12/10 10:08

10 stelling voor ondergrondse wateropvang. Bij de melkveehouders wordt de ondergrondse wateropvang reeds toegepast Dimensionering regenwateropvang Bij de berekening van de dimensies van een regenwateropslag spelen drie factoren een rol: de grootte van de toevoerende dakoppervlakte het gebruiksdebiet het nuttige volume van de wateropslag De grootte van een regenwaterput bij beperkte dakoppervlakten (enkele 100m 2 ) kan bepaald worden aan de hand van een regen dimensioneringsgrafiek. Deze ontwerpgrafiek is nuttig wanneer men water van een loods wenst te gebruiken of bij toepassingen met een niet al te groot debiet (max. ca. 250l/dag/100m 2 ). Op glastuinbouwbedrijven is de dakoppervlakte en het waterverbruik zeer groot. Bovendien is het waterverbruik niet constant en afhankelijk van de instraling, de temperatuur en de vochtigheid. Daarom is de dimensioneringsgrafiek niet meteen bruikbaar om een regenwateropslag voor irrigatie van serreteelten te dimensioneren Regenwater als drinkwater voor vee Drinkwatervoorziening voor vee is op veeteeltbedrijven de voornaamste toepassing van water. In veel gevallen wordt grondwater gebruikt maar dit water wordt steeds schaarser waardoor de vraag naar een alternatieve waterbron groter wordt. Regenwater is perfect te gebruiken als drink water voor dieren maar kwaliteitsbewaking is zeer belangrijk. Een tweejaarlijkse analyse is een strikt minimum alsook controle bij iedere wijziging van het afvoersysteem. Op de markt bestaan er verschillende ontsmettingstechnieken voor drinkwater maar hieraan zijn een aantal voor- en nadelen verbonden. Veilig, zuiver en smakelijk drinkwater is voor elk dier van groot belang. 2.2 Diep grondwater Grondwater is per definitie water dat zich onder het bodemoppervlak in de verzadigde zone bevindt en dat in direct contact staat met de bodem of de ondergrond. Op de meeste land- en tuinbouwbedrijven in Vlaanderen is grondwater de belangrijkste waterbron, zelfs voor zaken waarvoor geen hoge waterkwaliteit vereist is. 2.2 Regenwater dimensioneringsgrafiek Cijfervoorbeeld: Bij een stal met een dakoppervlak van m 2 is een regenwater berging voorzien van 40 m 3. Dit betekent dat de landbouwer in kwestie 4 m 3 berging voorzien heeft per 100 m 2 dak waardoor hij 120 l regenwater per dag nuttig kan gebruiken per 100 m 2 dak, wat neerkomt op een totaal van l of 1,2 m 3 regenwater per dag of meer dan 438 m 3 per jaar. Bron: Waterwegwijzer voor veehouders, VMM 10 Prov_O-VL_Integraal_Waterbeheer2010_BW.indd 10 21/12/10 10:08

11 Binnen het integraal waterbeheer is het de bedoeling om dit kwalitatief goede grondwater te behouden voor toepassingen die dergelijke goede kwaliteit vereisen en de andere toepassingen maximaal in te vullen met alternatieve waterbronnen zoals regenwater, ondiep grondwater, oppervlaktewater en gezuiverd afvalwater (effluent). Zo zijn er plaatsen in Oost- en West-Vlaanderen waar land- en tuinbouwers afhankelijk zijn van diep grondwater en geconfronteerd worden met het strenge vergunningenbeleid. Bij het hernieuwen van hun vergunning wordt hun diepe grondwaterwinning vaak beperkt met 50 tot 75% van de oorspronkelijk vergunde capaciteit. Bedrijven gaan op zoek naar alternatieven. Voor de reiniging van de melkinstallatie en melkverwerking gebruiken heel wat bedrijven diep grondwater en regenwater als drinkwater voor de koeien en gezuiverd afvalwater voor alle andere reinigingstoepassingen alsook voor het verspuiten van gewasbeschermingsmiddelen. Andere bedrijven gebruiken grondwater als drinkwater voor lacterende zeugen en jonge biggen en gefilterd regenwater als drinkwater voor de vleesvarkens en als kuiswater. Slechts indien er te weinig regenwater of effluent zou zijn of er een tijdelijk probleem zou zijn met die alternatieve waterbronnen, wordt aangevuld met grondwater. 2.3 Ondiep grondwater Een alternatief voor diep grondwater is ondiep grondwater, afkomstig van bv. drainage van landbouwpercelen, onder stallen of waterbassins en van open vijvers die door grondwater gevoed worden. Indien gewerkt wordt met drainagewater, worden de drainagebuizen aangesloten op een verzamelbuis en afgeleid naar een opslag citerne (met overloop). Van hieruit wordt het opgepompt voor gebruik of opslag in een grotere waterbassin (al dan niet mits zuivering). In gebieden met een hoge grondwaterstand kan ondiep grondwater voor een groot stuk van de watervoorziening instaan, vnl. voor reiniging, irrigatie, verspuiten van gewasbeschermingsmiddelen, drinkwater voor het vee e.d. Voor welke toepassingen het water gebruikt kan worden, hangt vooral af van de kwaliteit van het water. Ondiep grondwater is minder constant van kwaliteit als diep grondwater en bevat soms te veel ijzer, zout, ammonium, nitraat en/of bacteriën zodat een zuivering nodig kan zijn. Ijzer, ammonium en bacteriën zijn vlot te verwijderen met relatief eenvoudige technieken zoals beluchting, UV- of langzame zandfiltratie of een percolatierietveldje (zie verder in deze brochure). Zouten en nitraat kunnen ook verwijderd worden maar dat is al lastiger. Open put 11 Prov_O-VL_Integraal_Waterbeheer2010_BW.indd 11 21/12/10 10:08

12 2.4 Oppervlaktewater Oppervlaktewater is de verzamelnaam van alle water uit de grachten, sloten, kanalen en rivieren. Water uit een vijver die niet gevoed wordt door een beek of een gracht maar door grondwater is geen oppervlaktewater maar een ondiep grondwater. Indien er voldoende oppervlaktewater aanwezig is en mits de nodige zuivering en monitoring, kan dit water voor allerlei toepassingen gebruikt worden. Zo zijn er enkele bedrijven die zelfs voor het drinkwater van hun dieren afhankelijk zijn van oppervlaktewater. Oppervlaktewater is echter nog minder constant van kwaliteit en relatief gevoelig voor kwaliteitsproblemen door over storten, accidentele lozingen en insijpeling van gewasbeschermingsmiddelen en nitraat. Een aangepaste zuiveringsinstallatie en een continue bewaking van de waterkwaliteit en de goede werking van de zuiveringsinstallatie zijn dan ook zeer belangrijk bij gebruik van oppervlaktewater. Een zuiveringsinstallatie zal minstens moeten instaan voor een verwijdering van zwevende bestanddelen, algen, ammonium, ziektekiemen, gewasbeschermingsmiddelen, geur en organische vervuiling. 2.5 Leidingwater Leidingwater wordt aangeleverd door de drinkwatermaatschappijen en is hierdoor vrij duur, maar is niet altijd geschikt als gietwater in de tuinbouw. In sommige regio s is het water te rijk aan natrium en chloride, terwijl in andere regio s dit water te rijk is aan kalk. Het gebruik van leidingwater als reinigingswater voor stallen en machines is van uit milieustandpunt niet aanvaardbaar. Er zijn voldoende alternatieven beschikbaar zodat hoog kwalitatief water niet moet worden aangesproken. 2.6 Gezuiverd afvalwater Indien op het bedrijf een afvalwaterzuiveringsinstallatie aanwezig is of geplaatst moet worden, kan het gezuiverd afvalwater (effluent) van die installatie gebruikt worden (indien de geldende basis milieukwaliteitsnormen gehaald worden) voor het reinigen van stallen en machines, het verspuiten van gewasbeschermingsmiddelen, het gebruik voor irrigatie, Gezuiverd afvalwater kan gebruikt worden voor allerhande laagwaardige toepassingen. Effluent van compactsystemen zal (afhankelijk van de toepassing) vaak nog een nabehandeling moeten ondergaan voor het verwijderen van slibdeeltjes en ziektekiemen voor een sanitair veilig hergebruik. Dit kan door gebruik te maken van een klein percolatierietveldje, een langzame zandfilter of een UV-filter met de nodige voorfilters (zie verder in deze brochure). Gebruik van effluent als drinkwater wordt niet aangeraden, zelfs na ontsmetting. 2.7 Grijswater Het grijswaterbesluit kwam er om een verdere daling van kwetsbare grondwaterlichamen te voorkomen. Grijswater is een verzamelnaam voor licht verontreinigd afvalwater of oppervlaktewater dat opgewaardeerd wordt en van voldoende kwaliteit is om te worden aangewend in bepaalde industriële toepassingen en in de landbouw. In de provincie West-Vlaanderen worden de landbouwers opgeroepen om grondwater in te leveren voor grijswater. 12 Prov_O-VL_Integraal_Waterbeheer2010_BW.indd 12 21/12/10 10:08

13 2.3 Verloop van stikstof- en biologische para meters in het effluent van een percolatierietveld Verloop van de stikstof-parameterwaarden % van t.o.v. de drinkwaternorm voor varkens nitriet nitraat ammonium totaal stikstof Kjeldahl stikstof % t.o.v. van de drinkwaternorm voor varkens Verloop van de biologische parameterwaarden kiemgetal (22 C) kiemgetal (37 C) totale coli's (37 C) E. coli (44 C) Bron: 13 Prov_O-VL_Integraal_Waterbeheer2010_BW.indd 13 21/12/10 10:08

14 3 restwater op het bedrijf 3.1 Veehouderij Afvalwater van de melkwinning De belangrijkste afvalwaterstromen komen vrij bij de reiniging van de melkinstallatie, de koeltank, het melklokaal, de melkput en de melkstal. De reiniging van de melkinstallatie en de koeltank gebeurt meestal in drie fasen: voorspoeling waarbij melkresten worden weggespoeld hoofdreiniging waarbij een hete reinigingsoplossing hardnekkige vuilresten verwijderd naspoeling waarbij de reinigingsoplossing wordt weggespoeld Het voorspoelwater bevat de grootste hoeveelheid organisch materiaal (melkresten). Wanneer het voorspoelwater in de mestkelder wordt geloosd of als veevoeder wordt gebruikt, zal slechts een beperkte vuilvracht in de waterzuivering moeten verwijderd worden. Het reinigingswater van de melkinstallatie, het melkhuis en de koeltank kan gezuiverd worden in een waterzuiveringsinstallatie. Het reinigingswater van de melkstand bevat mest en dient geloosd te worden in de mestkelder. Een lozing op een IBA kan deze ernstig overbelasten. Alle afvalwaters waarin mest zit, zijn te beschouwen als mest volgens het mestdecreet en het VLAREM. Afvalwater van de melkput dat mestresidu s bevat, dient te wor den afgevoerd naar de mestkelder en niet naar de waterzuivering Silosappen zijn sterk geconcentreerd en kunnen moeilijk gezuiverd worden door een waterzuivering 14 Prov_O-VL_Integraal_Waterbeheer2010_BW.indd 14 21/12/10 10:08

15 3.1 De bypass zorgt voor de scheiding van de meest geconcentreerde silosappen en de sappen aangelengd met regenwater. Daarnaast kunnen er ook een aantal waterbesparende ingrepen gedaan worden. Aangepaste spoelautomaat doorschuifreiniging (naspoelwater wordt de volgende keer gebruikt als hoofdspoeling en een derde keer als voorspoeling) voorraadreiniging (hoofdspoeling wordt warm gestockeerd en meer dan 1 keer gebruikt) Hergebruik van hoofd- en naspoelwater voor reiniging van de melkstand (onder lage druk) Perssappen en run-off van de kuilplaat Perssappen en run-off van de kuilplaat zijn zuur en bevatten een grote organische vuilvracht. Deze kunnen beperkt worden door groenvoer in te kuilen onder ideale omstandigheden. Anderzijds dient er naar gestreefd te worden de kuilplaat zo proper mogelijk te houden. Regelmatig vegen van de sleufsilo voorkomt het ontstaan van een grote vuilvracht bij een regenbui. De run-off van kuilplaten wordt beschouwd als bedrijfsafvalwater en moet opgevangen en uitgereden worden. Al het regenwater van de sleufsilo opvangen en volgens de mestwetgeving uitrijden is echter onbegonnen werk. Wel is het mogelijk om de geconcentreerde sappen op te vangen terwijl de sterk verdunde afval water stromen gezuiverd kunnen worden als ze niet zouden voldoen aan de lozingsnormen voor bedrijfsafvalwater. Deze scheiding kan gerealiseerd worden door een bypass. Een bypass is een vierkante put waarin de afvoerbuis van de kuilplaat uitmondt. In het midden van de put staat een dunne scheidingswand (inox of kunststof) die de put in twee verdeeld, en waterdicht bevestigd is. De trage, meest geconcentreerde stromen (kuilsappen en de stromen bij lichte regenval) komen voor de scheidingswand terecht en worden van hier uit afgevoerd naar de mestkelder of een opvangput. Bij hevige regenval stroomt het water sneller waardoor het over de scheidingswand terecht komt. Dit water is minder geconcentreerd en kan gezuiverd worden door middel van een kleinschalige waterzuiveringinstallatie of geloosd worden als de kwaliteit voldoet aan de basis kwaliteitsnormen voor bedrijfsafvalwater Andere afvalwaters op veehouderijen Sommige melkveebedrijven (met koeien, geiten, schapen, paarden) verwerken ook (een deel van) de geproduceerde melk tot ijs, kaas, boter, in een eigen melkverwerking. Ook vleesveehouderijen (vnl. runderen en varkens) verkopen hun dieren geslacht in de eigen hoeveslagerij. Al deze activiteiten brengen een zekere hoeveelheid bedrijfsafvalwater mee en verbruiken relatief grote hoeveelheden water van drinkwaterkwaliteit voor de reiniging van machines en lokalen. Deze afvalwaterstromen zijn te beschouwen als bedrijfsafvalwater en kunnen gezuiverd worden zoals het afvalwater van de melkwinning. Voor deze toepassingen kunnen geen alternatieve waterbronnen gebruikt worden omdat de hygiënevoorschriften voor de voedingssector hierop van toepassing zijn. 15 Prov_O-VL_Integraal_Waterbeheer2010_BW.indd 15 21/12/10 10:08

16 3.2 Tuinbouw en akkerbouw Ook de tuinbouwbedrijven produceren afvalwater. In de intensieve open lucht groenteteelt wordt water gebruikt voor: het irrigeren van gewassen uitvoeren van bespuitingen (gewasbescherming) reinigen van bedrijfsgebouwen en machines marktklaar maken van oogstproducten In bepaalde stappen tijdens de teelt van deze groenten wordt afvalwater geproduceerd bv. bij het uitspoelen van spuittoestellen, het reinigen gebouwen/machines, het marktklaar maken van oogstproducten,... Als dit water belast is met gewas beschermingsmiddelen kan dit water worden gezuiverd door bv. een fytobak. In het afval water van het spoelen en wassen van groenten zijn bodemdeeltjes en plantenresten aanwezig, dit kan gezuiverd en hergebruikt worden. Ook in de glastuinbouw worden grote hoeveelheden water gebruikt en gaat dit ook gepaard met het produceren van afvalwater bv. het overtollig voedingswater afkomstig van de teelt (drainwater), het terugspoelwater van zandfilters, het sanitair water, het afvalwater afkomstig van het reinigen van het glas, het spoelwater van het spuittoestel, In de glastuinbouw wordt de hoeveelheid restdrain voorkomen door over te gaan naar een gesloten systeem en het overtollige drainwater te gaan hergebruiken in de teelt (meestal na ontsmetting) Drainwater en spuistroom Volgens het Mestdecreet moet ieder bedrijf, voor zijn oppervlakte onder permanente overkapping waar los van de grond geteeld wordt (bv. teelten in pot, op substraatmatten, ) en waar voedingswater gebruikt wordt, over voldoende opslagcapaciteit beschikken om de spuistroom gedurende de winterperiode op te slaan ( Belgisch Staatsblad 22 dec. 2006). Vermits in de periode van 1 september tot en met 15 februari geen mest mag worden uitgereden, moeten de telers kunnen aantonen dat ze over voldoende capaciteit beschikken om spuistroom op te slaan en zo deze periode te overbruggen. Spuistoom is drainwater dat niet (meer) hergebruikt wordt als voedingswater in de teelt. In het Tuinbouwbesluit is per teeltgroep vastgelegd hoe groot de opvang voor spuistroom concreet moet zijn. (Belgisch staatsblad 17 dec. 2008). Verplichte opslagcapaciteit De verplichting om een opvang voor spuistroom te voorzien geldt enkel voor de oppervlakte groeimedium onder permanente overkapping (serres) en moet tegen 1 januari 2011 op het bedrijf aanwezig zijn. De oppervlakte waarvoor een opslagcapaciteit moet worden voorzien, is de volledige oppervlakte van de ruimte waarin het groeimedium zich bevindt. Een centrale gang voor de aan- en afvoer van materiaal wordt niet meegerekend, maar wel paden voor verzorging van planten of oogst. Bij meerdere teeltlagen (vb. schaduwminnende kamerplanten) wordt de oppervlakte vermenigvuldigd met het aantal lagen en het resultaat verminderd Tabel 3.1 Benodigde opslagcapaciteit naargelang teelt en teeltsysteem (Tuinbouwbesluit 17 dec. 08) teelt zonder recirculatie (m3/ha) met recirculatie (m3/ha) sierteelt azalea boomkwekerij 270 niet van toepassing groene en bloeiende planten snijbloemen groenteteelt vruchtgroenten (paprika, tomaat, aubergine, komkommer, ) sla op goten niet van toepassing 30 aardbeien onder glas aardbeien onder plastiek houtig kleinfruit, andere dan aardbeien witloof forcerie 36m 3 /bedrijf 0 16 Prov_O-VL_Integraal_Waterbeheer2010_BW.indd 16 21/12/10 10:08

17 met 10%. De verplichte opslagcapaciteit (Tabel 3.1) is afhankelijk van de teeltgroep en maakt een onderscheid tussen bedrijven met recirculatie en bedrijven zonder recirculatie. Bij bedrijven waar geen recirculatie wordt toegepast wordt alle drainwater als spui aanzien en moet een veel grotere opslagcapaciteit aanwezig zijn. Re cir culatie is dus niet verplicht, maar biedt als voordeel dat de verplichte opslagcapaciteit kleiner is. De bouwvoorschriften voor opslag van spuistoom zijn identiek aan de voorschriften voor dierlijke mest. Ze komen neer op een code van goede praktijk, namelijk lekdichtheid, keuze van het materiaal, bestendigheid van het materiaal, gedegen uitvoering van de werken, enz. Een betonnen citern, een foliebassin, een watersilo, komen hiervoor in aanmerking. Er mag echter geen overloop aanwezig zijn. Vermindering opslagcapaciteit mits aantoonbare milieukundig verantwoorde afzet De wetgeving laat toe om onder bepaalde voorwaarden minder opslagcapaciteit te voorzien dan wettelijk is voorgeschreven. Het volume spuistroom dat op een milieukundig verantwoorde wijze wordt verwijderd tijdens de wintermaanden, mag evenredig in mindering worden gebracht van de opslagcapaciteit. Volgende afwijkingsmogelijkheden worden aanzien als milieukundig verantwoord en zijn toegelaten: Winterspreiding op BEGROEIDE cultuurgronden (vb grasland, groenbemesters, ): Algemeen geldt er een uitrijverbod voor de periode van 1 september tot 15 februari, voor spuistroom is er toch een beperkte afzetmogelijkheid in deze periode. De enige voorwaarde hiertoe is dat de spuistroom een lage N-inhoud heeft(< 0.6 kg N/m 3 of < 600 mg/liter) Hiervoor moet wel een attest voor meststof met lage N-inhoud aangevraagd worden bij de Mestbank op basis van een Wateranalyse van de spuistoom uitgevoerd door een erkend laboratorium ( erkenningen/bestand/erkende_laboratoria_ water.pdf). VLM levert dan een attest af dat 3 jaar geldig blijft. In de winterperiode mag er in totaal 30 kg N/ha worden uitgereden waarvan maximaal 10 kg minerale N/ha. Als een milieuvergunning voorhanden is om te lozen in riool- of oppervlaktewater, kan een bepaald volume spuistroom op deze manier verwijderd worden. Een kopie van de milieuvergunning wordt dan best toegevoegd aan de aangifte van de Mestbank. Langzame insijpeling in met gras begroeide grond onder substraten bij aardbeien en houtig klein fruit. Hierbij worden wel enkele beperkingen opgelegd nl (1) per jaar mag er maximaal 100 l/m 2 insijpelen waarvan maximaal 20 l/m 2 in de periode september tot en met februari en (2) de maximale hoeveelheid kunstmest die op grasland mag gebracht worden, is volgens de bemestingsnormen beperkt tot 250 kg N/ha. Als de teler op een andere locatie dan op het eigen bedrijf over voldoende capaciteit beschikt, dient de teler een kopie van het onderling contract toe te voegen aan zijn aangifte. Een teler kan afwijken van de wettelijk verplichte opslagcapaciteit voor spuistoom. Met duidelijke gegevens moet hij kunnen aantonen dat de geproduceerde spuistroom in de 6 wintermaanden op zijn bedrijf lager is dan het cijfer in Tabel 3.1 voor de desbetreffende teelt. Via een bedrijfsdoorlichting door een erkend praktijkcentrum moet hij dit laten bevestigen. Alle Vlaamse praktijkcentra zijn erkend voor het uitvoeren van een bedrijfsdoorlichting Waswater van groenten Vooraleer groenten verpakt worden voor de versmarkt, moeten ze schoongemaakt en gewassen worden (sla, wortelen, prei, asperges, ). Ook in de akkerbouw zijn er aan aantal bedrijven die hun producten wassen vooraleer ze te verkopen (vb. aardappelen, knolselder, wortelen, ). Dit waswater is te beschouwen als bedrijfsafvalwater. Het wassen van groenten (vb prei) gaat gepaard met het gebruik van veel tot zeer veel water (vaak tot meer dan 10 m³/uur) en omdat grondwater schaars wordt, is het gebruik van een (gedeeltelijk) gesloten wascircuit sterk aan te raden. Hierbij wordt een hoeveelheid water opgeslagen Voor het wassen van groenten worden grote hoeveelheden water gebruikt. 17 Prov_O-VL_Integraal_Waterbeheer2010_BW.indd 17 21/12/10 10:08

18 3.3 Andere restwaterstromen Run-off van verharde oppervlakken Bezinkbekken en lavafilters voor de recirculatie van waswater van prei. Run-off is afkomstig van regenwater van de verharde bedrijfsoppervlakten. De hoeveelheid en samenstelling is afhankelijk van bedrijf tot bedrijf. Als het afvalwater geen gevaarlijke stoffen of mest bevat en bovendien voldoet aan de lozingsnormen, mag het in oppervlaktewater worden geloosd (maar volgens het VLAREM is dit water te beschouwen als bedrijfsafvalwater als het van de verharding van een vergunningsplichtige inrichting komt). Afvalwater van verharde oppervlakken dat geen schadelijke stoffen bevat, mag geloosd worden in oppervlaktewater. in een buffer- en bezinkbekken (vijver of betonnen bekken) en van daaruit gebruikt om de producten te wassen. Het waswater keert dan terug naar het bekken waar de aarde en meegespoelde plantenresten kunnen bezinken en het water terug gebruikt kan worden. Omdat hierdoor ook organisch materiaal in het waswater terecht komt (plantenresten zoals wortels en stukjes blad, ), wordt het waswater na een tijdje anaëroob en gaat het stinken. Om de recirculatie langer dan een paar weken te kunnen volhouden en/of het waswater na gebruik te kunnen lozen, is een zuiveringsinstallatie noodzakelijk die de organische vervuiling uit het water haalt. Hiervoor worden meestal biofilters gebruikt (lavafilters of biorol) 1. In zwaardere gronden met veel moeilijk bezinkbare, fijne klei of leem op bedrijven met een te klein bezinkbekken, kan het gebruik van een belucht vastbed een betere optie zijn omwille van verstoppingsproblemen door grond in de biofilters. Bij hergebruik van water is het van groot belang dat er nagespoeld wordt met zuiver water. 1 Meer hierover in de brochure Hergebruik van waswater prei in gesloten systeem, uitgegeven door het PCG, dienst Landbouw en Platteland van de provincie Oost-Vlaanderen en het POVLT in Beitem en op Afspuiten van machines Het afvalwater afkomstig van het afspuiten van machines is grotendeels vervuild met aarde en kan oliën en vetten bevatten. Het is te beschouwen als bedrijfsafvalwater. Het afspuiten van machines, tractoren en andere voertuigen dient op een verharde ondergrond te gebeuren. Het waswater wordt via een rooster afgevoerd naar een bezinker waarin het aanwezige aarde kan bezinken. De overloop hiervan gaat naar een olieafscheider met een coalescentiefilter vooraleer het geloosd kan worden in een oppervlaktewater Afvalwater van spuittoestellen In alle gangbare teelten wordt in meerdere of mindere mate gebruik gemaakt van gewasbeschermingsmiddelen. Er worden grote inspanningen geleverd om het gebruik van deze middelen zoveel mogelijk te beperken maar in de meeste teelten blijven ze noodzakelijk om de kostprijs van de teeltverzorging te drukken en oogstzekerheid te bewaken. Een oplossing is het gebruik maken van een verharde oppervlakte die afloopt naar een goot en waarvan het water opgevangen kan worden in een verzamelput. Het verzamelde afvalwater kan dan opgehaald en verwerkt worden door een professionele verwerker. Een alternatief is het behandelen van dit afvalwater in een fytofilter. Ook het fytolokaal geeft uit op deze verharde oppervlakte zodat alle handelingen waarbij eventueel gemorst kan worden (laden en lossen van producten, vullen spuittoestel, reinigen spuittoestel, ) op deze verharding kan gebeuren. De afvoer wordt zo aangelegd dat wanneer er geen gewasbeschermingsmiddelen behandeld worden, het aflopende (regen)water niet naar de opslag maar naar het oppervlaktewater loopt. Doorgaans wordt een dergelijke verharde ruimte 18 Prov_O-VL_Integraal_Waterbeheer2010_BW.indd 18 21/12/10 10:08

19 gecombineerd met een afspuitplaats voor machines. In dat geval wordt de leiding naar het oppervlaktewater dan voorzien van een bezinker en een olieafscheider met coalescentiefilter Reinigen van bedrijfsgebouwen Behalve de machines worden ook de bedrijfsgebouwen geregeld schoongemaakt. Afhankelijk van de aard van de gebouwen en de vervuiling is het afvalwater van de reiniging van gebouwen te klasseren als huishoudelijk afvalwater, bedrijfsafvalwater of mest. Afvalwater afkomstig van de reiniging van werkplaatsen wordt beschouwd als bedrijfsafvalwater: melkhuisje, melkverwerkingslokaal, hoeveslagerij, machinewerkplaats, verkoopklaar maken van groenten en sierteeltproducten, loods voor wassen en sorteren van aardappelen, Afvalwater van de reiniging van stallen is te beschouwen als mest als het in contact gekomen is met dierlijke mest of kunstmest. Alle andere afvalwaters van stallen (dus zonder mest) moeten voldoen aan de lozingsvoorwaarden voor huishoudelijk afvalwater Huishoudelijk afvalwater Zoals elk gezin produceert ook een landbouwersgezin huishoudelijk afvalwater. De gemiddelde hoeveelheid afvalwater bedraagt 120 liter per inwoner per dag. Dit afvalwater is afkomstig van toiletten, douche, wasmachine, lavabo s, enz. In het centrale en collectief geoptimaliseerde gebied dient bij voorkeur rechtstreeks (dus zonder septische put) geloosd te worden in de riolering. Vanuit de gemeente kunnen de inwoners toch verplicht worden een septische put te plaatsen. In het collectief te optimaliseren buitengebied en het individueel te optimaliseren buitengebied en bij lozing in oppervlaktewater is een septische put verplicht voor bestaande woningen. De bewoners van nieuwe woningen of woningen waar grote verbouwingen aan gebeuren en die tevens gelegen zijn in het individueel te optimaliseren gebied, moeten hun afvalwater zelf verregaand zuiveren in een individuele afvalwaterzuiveringsinstallatie Wanneer het huishoudelijk afvalwater en bedrijfsafvalwater samengevoegd worden, wordt het geheel aanzien als bedrijfsafvalwater. Reinigingswater van spuittoestellen kan worden opgevangen en gezuiverd. Prov_O-VL_Integraal_Waterbeheer2010_BW.indd 19 21/12/10 10:08

20 4 zuiveringsystemen in de veehouderij De werkzaamheden op landbouwbedrijven zorgen voor bedrijfsafvalwater en huishoudelijk water en dit kan niet ongezuiverd in oppervlaktewater geloosd worden omdat deze een te hoog gehalte aan organische vervuiling en zwevende stoffen (en eventueel ook nutriënten) bevatten. Waar het technisch niet haalbaar is om de bedrijven aan te sluiten op een centrale zuivering moet de burger zelf instaan voor de zuivering van het afvalwater. Daar de meeste landbouwbedrijven zich in niet gerioleerd gebied bevinden kan er voor de behandeling van het afvalwater gebruik gemaakt worden van kleinschalige individuele zuiveringsinstallaties. Er bestaan verschillende zuiveringssystemen, die komen later in het document aan bod. In de veehouderij gaat het meestal over organisch vervuild afvalwater waarbij vooral de secundaire zuivering (verwijdering van organische vervuiling) van belang is. Soms is ook de verwijdering van stikstof en fosfor nodig (bv. melkveehouderij) en/of ontsmetting (bv. voor hergebruik van effluent) noodzakelijk. Bij individuele waterzuiveringsinstallaties worden bijna altijd biologische zuiveringssystemen gebruikt. Dit zijn systemen waarbij de zuiverende werking gebaseerd is op microbiële processen. De afvalstoffen die in het water voorkomen zijn een voedselbron voor bacteriën en andere micro-organismen. Sommige micro-organismen gedijen in een zuurstofrijk milieu (aëroob) en andere hebben een voorkeur voor een zuurstofarm milieu (anaëroob). De mate waarin water wordt verontreinigd, wordt uitgedrukt in inwonerequivalent (IE). Één equivalent komt overeen met de hoeveelheid afvalwater dat gemiddeld door één inwoner wordt geproduceerd. Voor 1 IE wordt gerekend met een theoretisch debiet van 120 liter per dag met een belasting van: COD: 135g/d BOD : 60g/d Zwevende stof: 90g/d Stikstof: 10g/d Fosfor: 2g/d De COD = CZV (Chemisch Zuurstof Verbruik) geeft aan hoeveel zuurstof er zal verbruikt worden als het water op een chemische manier wordt afgebroken. Deze waarde zal altijd hoger liggen dan de BOD. De BOD = BZV (Biologisch Zuurstof Verbruik) is een maat voor de biologisch afbreekbare vervuiling van het water. Hoe meer het water vervuild is, hoe meer zuurstof de micro-organismen nodig hebben voor de afbraak. 20 Prov_O-VL_Integraal_Waterbeheer2010_BW.indd 20 21/12/10 10:08

21 Stikstof- en fosforverbindingen vormen de zogenaamde nutriënten of plantenvoedende elementen. Deze elementen zijn essentieel voor de groei van organismen maar een teveel kan eutrofiëring veroorzaken van de oppervlaktewateren. Stikstofverwijdering vindt plaats door twee processen: de nitrificatie en de denitrificatie. In het eerste proces wordt ammonium omgezet in nitriet (NO 2 ) en nitraat (NO 3 ). Hiervoor is een zuurstofhoudend milieu nodig. Bij de denitrificatie zal in een zuurstofarm milieu nitraat omgezet worden in stikstofgas (N 2 ). Melkveebedrijven lozen een belangrijke hoeveelheid fosfor. Deze is voornamelijk afkomstig van de gebruikte zure reinigingsmiddelen. Fosfor wordt in kleine hoeveelheden door micro-organismen gebruikt voor de toename van hun microbiele massa. Schatting of berekening van de hoeveelheid afvalwater op melkveebedrijf De hoeveelheid afvalwater is afhankelijk van: het type melkinstallatie de grootte van het melkhuis en de melkstal de diameter van de leidingen Om de hoeveelheid afvalwater op een bedrijf te meten kan het reinigingswater van de melkinstallatie en de koeltank opgevangen worden in een kuip waarvan de inhoud gemeten wordt. Dit kan gebeuren via een klein vat met een dompelpomp dat onder het lozingspunt geplaatst wordt en van waar het water naar een groter vat (een cubitainer) gepompt wordt. Gedurende één week wordt dagelijks de verzamelde hoeveelheid afvalwater afgelezen. De berekening van de dimensie van het systeem (of de dagelijkse vuilvracht) in IE gebeurt aan de hand van volgende formule: 4.1 Bezinking en flotatie (Primaire zuivering) De behandeling van afvalwater gebeurt in drie fasen: bezinking en flotatie, biologische zuivering en nazuivering. Bij sommige systemen zijn de verschillende fasen gecombineerd in één installatie. De primaire zuivering is de voorbehandeling van het afvalwater. Tijdens deze voorbehandeling worden bezinkbare en zwevende delen afgescheiden, aangezien deze bestanddelen de verdere zuivering kunnen verstoren. De voorbehandeling kan bestaan uit een voorbezinktank, een septische put of een vetafscheider. Een voorbezinktank zorgt voor een bezinking van grove bestanddelen en een gedeeltelijke afbraak van het organisch materiaal. In de melkveehouderij is een voorbezinktank niet voldoende als voorbehandeling. Voorbezinktanks worden in de land- en tuinbouw voornamelijk gebruikt voor de bezinking van aarde, zetmeel en plantendelen bij het wassen van groenten en aardappelen. IE = Q*( COD+(K j N*4,57)) 180*(750+(55*4,57)) Principe voorbezinktank IE = Inwonerequivalent Q = hoeveelheid afvalwater geloosd op 24 uur (liter) COD = gemiddeld chemisch zuurstofverbruik K j N = gemiddeld gehalte aan Kjeldahlstikstof 21 Prov_O-VL_Integraal_Waterbeheer2010_BW.indd 21 21/12/10 10:08

22 Een septische put zorgt voor een bezinking van grove bestanddelen en afscheiding van drijvende vervuiling. Een septische put wordt vnl. gebruikt voor het zwart afvalwater van de toiletten. In de landbouw worden deze vnl. gebruikt in de melkveehouderij. Het bezonken materiaal wordt gedeeltelijk anaëroob afgebroken. De septische put wordt zo dicht mogelijk bij de toiletten of het melkhuis geplaatst. Principe septische put In een vetafscheider wordt het afvalwater ontdaan van drijvende en bezinkbare vervuiling (vnl. vet en etensresten). Vetafscheiders worden gebruikt als voorbehandeling van afvalwaters van keukens en worden zo dicht mogelijk bij de keuken geplaatst. 4.2 Biologische zuivering (Secundaire zuivering) Tijdens de biologische zuivering wordt de organische vuilvracht afgebroken en worden nutriënten verwijderd. Niet-bezinkbare opgeloste en fijne zwevende vervuiling wordt opgenomen door microorganismen die het omzetten naar bacteriële massa. Deze zal na het afsterven bezinken in een nabezinker. De secundaire zuivering kan bestaan uit: extensieve (planten)systemen (percolatierietveld, vloeiveld of kokosbiobed) compactsystemen Extensieve systemen In een plantensysteem zorgen de micro-organismen voor de biologische zuivering: het wortelgestel en de stengels vormen een aanhechtingsplaats voor de micro-organismen; de stengels van de rietplanten bevorderen ook de inbreng van zuurstof in de bodem en hun wortelgestel zorgt voor een blijvende doorlaatbaarheid van de bodem. Percolatierietveld Een percolatierietveld is een bekken met zand dat beplant is met riet (Phragmites australis). Vooraleer het afvalwater over het percolatierietveld wordt gepompt, moet het een goede voor bezinking ondergaan in een vetvang en/of een septische put. Het afvalwater wordt periodiek via een verdeelsysteem over het rietveld gepompt en sijpelt verti caal door het zand. Onderin het rietveld wordt het gezuiverde water via drainagebuizen afgevoerd. Telkens er water op het rietveld gebracht wordt en het in het zand weg zakt, wordt er capillair lucht aangezogen in het zandbed. De zuurstof uit de aan gezogen lucht wordt gebruikt door de micro-organismen om de organische vervuiling af te breken. Percolatierietveld Principe septische put 22 Prov_O-VL_Integraal_Waterbeheer2010_BW.indd 22 21/12/10 10:08

23 4.1 Opbouw percolatierietveld riet verdeelbuizen pompput zand drainagebuis pomp geotextiel rubberfolie keien drainagebuis Voordelen: Zeer goede en constante zuiveringsresultaten Onderhoudsvriendelijk Gemakkelijk te exploiteren Lage werkingskosten Geen opstartfase Verwijdering van eventuele pathogenen Het gezuiverde water is direct sanitair veilig herbruikbaar Bestand tegen wisselende belasting Geen slibproductie Kan geïntegreerd worden in de tuin Nadelen: Relatief grote oppervlakte Iets omslachtiger in aanleg De aanleg is duurder Vloeirietveld Net als bij een percolatierietveld is hier ook een goede voorbehandeling van belang. Vloeirietveld Een vloeirietveld is een gracht met riet waarbij het afvalwater horizontaal bovengronds tussen de rietstengels stroomt. Het water kan gravitair aangevoerd worden als de aanvoerleiding voldoende ondiep aangelegd kan worden. Zo niet wordt het via een pomp in het rietveld gestuurd. Een vloeirietveld is minder geschikt als hoofdzuivering, het wordt meestal gecombineerd met een ander systeem waarbij het dan als buffer en nazuivering gebruikt wordt. Voor de zuivering van run-off van bv. kuilplaten worden vloeirietvelden wel regelmatig gebruikt. Vloeivelden worden sporadisch ook gebruikt om nitraten te denitrificeren, in combinatie met bv. een percolatierietveld. Voordelen: Eenvoudig, weinig controle en onderhoud Lage investeringskost Kan goed schommelingen opvangen Geen energieverbruik Geen lawaaihinder Hoge levensduur Geen slibproductie Kan geïntegreerd worden in de tuin Nadelen: Dalende werking in de winter Neemt relatief veel ruimte in beslag Kans op geurhinder en ongedierte Lager rendement dan een percolatierieveld 23 Prov_O-VL_Integraal_Waterbeheer2010_BW.indd 23 21/12/10 10:08

24 4.2 Opbouw vloeirietveld riet pompput pomp zand of grond geotextiel rubberfolie 4.3 Schematische voorstelling kokosbiobed KOKOSBIOBED KOKOSBIOBED Septische put Sanitair Septische put Was & Afwas pompputje BIOBED BIOBED toezichtput lucht toevoer BIOBED tuin/wc toezichtput folie draineerbuis pomp draineerbuis folie Kokosbiobed Bestaat uit een bekken gevuld met kokos. Het afvalwater wordt er bovenop gesproeid en sijpelt via de drainageleiding terug uit. De kokos is drager van de micro-organismen die instaan voor het zuiveren van het afvalwater. Voordelen: Goede zuiveringsresultaten Onderhoudsvriendelijk Gemakkelijk te exploiteren Lage werkingskosten Geen slibproductie Kan mooi geïntegreerd worden in de tuin Mechanische systemen Compact systemen zijn kleiner dan plantensystemen en kunnen vaak volledig of deels onder de grond geplaatst worden. Ze onderscheiden zich door het soort van beluchting dat wordt toegepast: een geforceerde bellenbeluchting of een natuurlijke beluchting. Elk compact systeem is opgedeeld in een voorbezinking, een biologie en een nabezinking. Biocube Nadelen: Duurder in aanleg Stikstofverwijdering is matig 24 Prov_O-VL_Integraal_Waterbeheer2010_BW.indd 24 21/12/10 10:08

25 4.4 Opbouw van een mechanisch belucht systeem Compressor Voorbezinking Beluchting Nabezinking Mechanisch beluchte systemen De mechanisch beluchte compact systemen zijn opgesplitst in een actief-slibsystemen en ondergedompelde beluchte biofilter. Actief-slibsystemen bestaan uit 3 ondergrondse reservoirs: de voorbezinking, de beluchting, en de nabezinking. Bij een aantal constructeurs zijn deze drie volumes geïntegreerd in één tank, terwijl in andere gevallen 2 reservoirs voorkomen waarbij de beluchting en de nabezinking samengeplaatst worden. In de beluchtingstank wordt door middel van een compressor lucht in het water geblazen om een aëroob milieu te bekomen. De micro-organismen zweven rond in deze tank en vormen slibvlokken (= actief slib). Op regelmatige tijdstippen stopt de beluchting, waardoor er een anox milieu kan ontstaan (er is dan geen opgeloste zuurstof meer als O 2, maar wel nog zuurstof gebonden in nitraat). In een anox milieu kan nitraat verwijderd worden door omzetting naar stikstofgas (N2). Bij een ondergedompelde beluchte biofilter kunnen de micro-organismen in de beluchtingstank zowel vast op een drager zitten of wervelend aanwezig zijn. Ook hier zijn er verschillende types : 3 ondergrondse reservoirs: voorbezinking, beluchting en de nabezinking 2 reservoirs: een voorbezinking, beluchting en nabezinking in één tank die deels boven de grond ligt. Voordelen: Compact Relatief weinig grondverzet in vergelijking met plantensytemen Nadelen: Gevoelig voor piekbelastingen Meer toezicht en onderhoud nodig Kans op geur en geluidshinder Electriciteitsverbruik van de beluchtingspomp Regelmatige slibruiming is noodzakelijk Oxidatiebed Een oxidatiebed is een compact systeem met een natuurlijke beluchting. Het afvalwater wordt na voorbezinking over de biofilter verdeeld en stroomt langs het dragermateriaal. Op dit dragermateriaal groeien micro-organismen die instaan voor de zuivering. De drager kan bestaan uit lavastenen of kunststof. In de Bioroll wordt het afvalwater over een kunst stof dragermateriaal verspoten. Voordelen: Eenvoudig Compact Overzichtelijk en goed toegankelijk Mogelijkheid tot uitbreiding Verdraagt relatief goed piekbelastingen Nadeel: Elektriciteitsverbruik van de pomp 25 Prov_O-VL_Integraal_Waterbeheer2010_BW.indd 25 21/12/10 10:08

26 Lavafilter op een melkveebedrijf Nazuivering (Tertiaire zuivering) Dit is de nabehandeling van het afvalwater. Tijdens dit proces worden zwevende stoffen, nutriënten en/of mogelijke pathogenen verder verwijderd. Bij een aantal systemen zijn de biologische zuivering en de nabehandeling geheel of gedeeltelijk in de secundaire zuivering geïntegreerd. Stik stofverwijdering vindt plaats door anoxe zones of periodes in te lassen in de biologie en/of door een deel van het gezuiverde water terug te sturen naar de voorbezinking of de septische put. Fosfor kan verwijderd worden door het toevoegen van ijzerzouten vlak voor de nabezinking of door toevoegen van ijzer en kalk in percolatierietvelden. 4.3 Monitoring van zuiveringssytemen IBA's in Vlaanderen In de voorbije jaren is de belangstelling voor klein schalige en individuele afvalwaterzuivering sterk toegenomen. De redenen hiervoor zijn de milieu bewustwording en de steeds strenger wordende milieuwetgeving. De Kaderrichtlijn Water van 2000 verplicht alle lid staten van EU om tegen 2015 een goede chemische en ecologische toestand te hebben van het oppervlaktewater in hun gebieden. Sinds ca zijn er in Vlaanderen een paar honderd IBA s (Individuele Behandelings installatie van Afvalwater) geplaatst op melkveebedrijven. Deze zijn er gekomen naar aanleiding van een verplichting via milieuvergunningsvoorwaarden of via proef- en demoprojecten van een overheid of in het kader van ruilverkavelings- of landinrichtingsprojecten van de Vlaamse Landmaatschappij (VLM). Vele landbouwbedrijven liggen in gebieden waar geen riolering komt. IBA s zijn een goed alternatief op voorwaarde dat de IBA s een vergelijkbaar en voldoende betrouwbaar effluent (gezuiverd water) kunnen garanderen als grootschalige zuiveringsinstallaties. Dit gezuiverd afvalwater zal moeten voldoen aan de geldende lozingsnormen. Elk landbouwbedrijf is uniek en de samenstelling van afvalwater is complex. De stikstof- en fosforgehaltes in het afvalwater op melkveebedrijven liggen hoger dan de milieukwaliteitsnormen voor oppervlaktewater. Deze nutriënten worden door VLAREM als gevaarlijke stoffen beschouwd. Van een IBA wordt verwacht dat het betrouwbaar, gemakkelijk te exploiteren en onderhoudsvriendelijk is. Als referentielandbouwsector is er voor de melkveehouderij gekozen. Bij deze belangrijke 26 Prov_O-VL_Integraal_Waterbeheer2010_BW.indd 26 21/12/10 10:08

27 doelgroep heeft het afvalwater toch specifieke eigenschappen ten opzichte van bijvoorbeeld huishoudelijk afvalwater Selectie van de landbouwbedrijf en zuiveringssysteem Bij de selectie van de bedrijven is gezocht naar bedrijven die representatief zijn voor de Vlaamse melkveehouderij. De meeste bedrijven in dit monitoringsproject hebben 40 tot 110 melkkoeien die gemolken worden met een visgraat, tandem, carrousel of robot. Enkele bedrijven met ongeveer 30 melkkoeien werken met een pijpleiding. Op 2 melkbedrijven is er afvalwater van melkbereiding (ijsbereiding) respectievelijk met en zonder tearoom. Oorspronkelijk waren er 43 bedrijven geselecteerd maar uiteindelijk zijn er 35 bedrijven opgevolgd gedurende 18 maanden. Acht bedrijven zijn niet weerhouden omdat de zuiveringsinstallaties niet functioneerden. In het project zijn verschillende types IBA s opgevolgd: 6 actief-slibsystemen 10 ondergedompelde biofilters 3 lavafilters 9 percolatierietvelden 3 kokosbiobedden 3 zelfbouw systemen 1 vloeiveld Op elke locatie zijn er 3 stalen genomen van afvalwater (influent) en het gezuiverd water (effluent). Dit gebeurde op verschillende tijdstippen van het jaar Conclusie Van een goede installatie wordt verwacht dat: er voldoende reductie is van de vuilvracht zodanig dat de opgelegde lozingsnormen gehaald worden. ze ongevoelig zijn voor variaties in zowel hoeveelheid als vuilvracht van afvalwater en onder alle omstandigheden goed presteert. het systeem een grote bedrijfszekerheid kent en autonoom kan functioneren zonder veel opvolging en bijsturing door de exploitant. ze een eenvoudige bedrijfsvoering heeft. de installatie-, werking- en onderhoudskosten zo laag mogelijk zijn. Bij voldoende onderhoud en een ruime, correcte dimensionering is voor de meeste systemen een verwijdering van de zwevende componenten, alsook een daling van de BZV en CZV tot onder de milieukwaliteitsnormen voor oppervlaktewater, mogelijk. Sommige installaties vragen door hun complexiteit veel meer regelwerk, terwijl systemen met een bellenbeluchting een onregelmatigere werking hebben. Percolatierietvelden, lavafilters en kokosbiobedden hebben een natuurlijke beluchting en kunnen op relatief autonome manier BZV, CZV en zwevende stoffen verwijderen. De defosfatatie bij de verschillende systemen vergelijken is zeer moeilijk gezien de enorme variatie aan fosforgehaltes in de tijd per bedrijf, de abnormale samenstelling van de influentstalen door onvoldoende ruimen van de septische put. Het is wel duidelijk dat er strenge P-normen in de milieuvergunnning gehanteerd worden (maximum 1 mg/l, eventueel verhoogd tot maximum 10 mg P/l). Een aantal systemen zijn uitgerust met een defosfatatie, maar die werkte niet omdat de ijzertrichloride niet regelmatig wordt bijgevuld. Het gehalte aan fosfor is zo wisselvallig in de tijd op elk bedrijf waardoor een goede regeling moeilijk is en dus in principe gedoseerd moet worden op het maximale gehalte aan fosfor om ten allen tijde onder de norm te blijven. Bij het gebruik van ijzertrichloride is het belangrijk om de parameter chloriden in het effluent in het oog te houden. De norm van 1000 mg/l wordt bijna nooit overschreden maar bij gebruik van relatief grote hoeveelheden ijzertrichloride is het mogelijk dat de norm toch overschreden wordt. Opmerkelijk is dat sommige percolatierietvelden waar ijzervijlsel en kalksteen is toegevoegd een relatief hoge verwijdering van P vertoonden in het effluent. Na verloop van tijd treedt wel verzadiging op. Een andere poging om fosfor te verwijderen is op basis van ijzerslakken. Jammer genoeg is de defosfatatie niet groter zonder ijzerslakken. Veel eenvoudiger is het gebruik van fosfaatvrije producten, hierdoor wordt er geen fosfor in het afvalwater gebracht. Deze producten bestaan maar mogen nog niet gebruikt worden in de melkveehouderij omdat zij nog niet erkend zijn. Nitrificatie en denitrificatie zijn twee belangrijke processen in een zuiveringssysteem en deze verlopen erg verschillend naargelang het systeem. Over het algemeen verloopt de nitrifi catie duidelijk moeilijker bij kunstmatig beluchte systemen. Geen enkel systeem met een bellen beluchting heeft een voldoende nitrificatie waardoor de Kjeldahlnorm (maximum 6 mg/l) gehaald wordt. Het meest complexe actief-slibsysteem werkt met een oppervlaktebeluchter en komt heel dichtbij de Kjeldahlnorm. 27 Prov_O-VL_Integraal_Waterbeheer2010_BW.indd 27 21/12/10 10:08

28 Ook de denitrificatie verloopt heel verschillend tussen de systemen. Bij de systemen met bellenbeluchting verliep de denitrificatie relatief goed. Door de ontoereikende beluchting waren er in die systemen voldoende anoxe plaatsen aanwezig om de gevormde nitraten te verwijderen. Anderzijds was de nitrificatie beperkt waardoor slechts een beperkte hoeveelheid nitraat verwerkt kon worden. Enkel het meest complexe actief-slib systeem slaagde erin om een goede nitrificatie te combineren met een goede denitrificatie. De percolatierietvelden waren de meest autonome systemen waardoor ze de minste opvolging vergden en de meest zelfregulerende systemen waren. De percolatierietvelden zijn het best bestand tegen korte en langere overbelasting. Bepaalde systemen gaven pas na maanden van heel zware overbelasting (ca dubbele van ontwerpbelasting) problemen met verstopping en effluentkwaliteit. Ook de exploitatie van deze percolatiesystemen is relatief eenvoudiger en duidelijk goedkoper dan bij de compactsystemen. Er zijn dus IBA s die een alternatief voor riolering kunnen zijn op melkveebedrijven maar niet alle systemen zijn even bruikbaar. Op melkveebedrijven moet vooral extra aandacht geschonken worden aan de verwijdering van stikstof (vooral de nitrificatie) en fosfor. De normen voor stikstof en fosfor zijn erg streng voor bedrijfsafvalwater maar zijn voor een aantal systemen wel haalbaar, mits uitbreiding met een defosfatatie en mits het aanvragen van aange- paste versoepelde normen voor stikstof tot 60 mg totaal-n/l en tot 10 mg totaal-p/l. Richtprijzen De prijzen voor de installatie van een zuiveringssyteem verschillen sterk van installatie tot installatie. In deze studie is uitgegaan van een installatie van 20 IE geleverd en geplaatst exclusief BTW. Algemeen kan gesteld worden dat de prijs ligt tussen de en De jaarlijkse exploitatiekosten variëren van 20 bij een percolatierietveld tot 200 bij een actief-slib syteem Systeemkeuze In de huidige code van de goede praktijk zijn een aantal zuiveringsparameters, dimensionerings parameters technische bepalingen en bouwvoorschriften opgenomen. Het is wel aan de landbouwer/tuinbouwer om de juiste keuze te maken. Je bent zelf verantwoordelijk voor het goed functioneren van de installatie en voor de kwaliteit van het effluent dat geloosd wordt. De keuze voor een bepaald systeem hangt af van: de beschikbare ruimte de grondwaterstand de afwerking van de installatie de geluidshinder de geurhinder de aanwezigheid van een staalnameputje de onderhoudsbehoefte de energiekosten de kostprijs 28 Prov_O-VL_Integraal_Waterbeheer2010_BW.indd 28 21/12/10 10:08

29 5 zuiveringssystemen in de akkerbouw en vollegrondsgroenten De land- en tuinbouwbedrijven worden steeds groter en het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen is een algemeen gegeven. Het toepassen van gewasbeschermingsmiddelen draagt bij tot de productie van een kwalitatief beter product, maar het gebruik hiervan is niet zonder risico s voor mens en milieu. In de loop der jaren is er heel veel onderzoek gebeurd waardoor de druk van gewasbeschermingsmiddelen op het milieu drastisch is verminderd. Voorbeelden zijn de geïntegreerde bestrijding, de toepassing van mechanische onkruidbestrijding en biologische bestrijding. Al deze maatregelen hebben geleid tot een minder gebruik van gewasbeschermingsmiddelen, maar door de grootschaligheid van de land- en tuinbouwbedrijven en de steeds hoger wordende kwaliteitseisen zijn gewasbeschermingsmiddelen soms niet weg te denken. 5.1 Vervuiling van het oppervlaktewater De aanwezigheid van gewasbeschermingsmiddelen in het oppervlaktewater is deels te wijten aan de erfenissen van vroeger (DDT, lindaan, ), maar het grootste deel van de verontreiniging is afkomstig van drift en puntvervuilingen. Met het naleven van de Code van Goede Landbouwpraktijken kan vervuiling van het oppervlaktewater vaak voorkomen worden. 29 Prov_O-VL_Integraal_Waterbeheer2010_BW.indd 29 21/12/10 10:08

30 Drift Drift is het verschijnsel waarbij een hoeveelheid van de spuitoplossing tijdens of na de bespuiting buiten het toepassingsgebied terecht komt. Druppeldrift veroorzaakt door de wind is relatief eenvoudig te reduceren door de juiste keuze van de spuitdop. Zo veroorzaken de volgende doppen een groot driftrisico: 5.1 Spuitdoppen Werveldop Het feit dat deze doppen drift veroorzaken is te wijten aan de druppelgrootte. Het gaat om zeer fijne druppels en deze zijn veel gevoeliger om meegevoerd te worden met de wind. Druppeldrift is te vermijden door gebruik te maken van driftreducerende doppen. Puntvervuiling Puntvervuiling treedt op tijdens het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en is het gevolg van niet correct omgaan met gewasbeschermingsmiddelen. Puntvervuiling is onder meer het morsen bij het afmeten en voorbereiden van spuitoplossingen, overlopen van de tank bij het vullen, lekkende leidingen, doppen en verbindingen, verstopte filters, het lozen van spuitresten, het lozen van spoel- en reinigingswater,... In het algemeen het niet naleven van de Code van de Goede Landbouwpraktijk. Puntvervuiling is te vermijden door rekening te houden met het volgende: Nauwkeurige berekening van het exacte spuit volume in functie van de te behandelen percelen Aandachtig blijven bij het vullen en aanmaken van de spuitoplossing Controle van de afstelling en de werking van het spuittoestel Bij aankoop van een nieuw spuittoestel, rekening houden met het technisch restvolume in de leidingen, pomp, tank en de aanwezigheid van een schoonwatertank 5.2. Spoelen en biozuiveringssystemen Standaard spleetdop Ketsdop Bron ILVO Om tot een voldoende verdunning van de resterende spuitoplossing te komen en om de tank voldoende te spoelen, is de aanwezigheid van een schoonwatertank essentieel. Het volume van de schoonwatertank dient minstens 10% van het volume van de spuittank te zijn zodat er voldoende proper water beschikbaar is om te spoelen. Het proper water wordt bij voorkeur toegediend in 3 stappen om een verdunning van minstens 1/100 te bereiken. Het spoel- of reinigingswater kan verspoten worden aan lagere dosering over een reeds behandeld veld of kan afgeleid worden naar een bioremediatiesysteem. Met behulp van bioremediatiesystemen is het mogelijk om restwater belast met gewasbeschermingsmiddelen op een biologische manier te 30 Prov_O-VL_Integraal_Waterbeheer2010_BW.indd 30 21/12/10 10:09

31 5.2 Concentratie gewasbeschermingsmiddelen na 0, 1, 2 en 3 keer spoelen 120 % van oorspronkelijke tankrest = 100% 1 = 9,14% 2 = 2,93% 3 = 1,39% Aantal keer spoelen en verdund uitspuiten op het veld Bron: IWT - Ugent - KUL - PCF - Gorsem 5.3 Plattegrond Spoel en vulplaats werkplaats fytolokaal mazouttank hogedrukspuit olieafscheider met coalescentiefilter afspuit- / vul- / en losplaats goot bufferput bezinker opslag effluent machineloods tankplaats biofilter in plastiektunnel opslag hemelwater afvoer naar oppervlaktewater gras verwerken. De biologische zuivering gebeurt met een biofilter of fytobak. De biologische systemen zijn gebaseerd op de verwijdering van actieve stoffen door micro-organismen in een organisch substraat. Het afvalwater wordt over een substraat van organisch materiaal gesproeid, waar het wordt geabsorbeerd in de bovenste 20 cm. Daar wordt het verder afgebroken door micro-organismen. Naast de inwendige reiniging wordt het spuittoestel ook uitwendig gereinigd. Ook aan de buitenkant van het spuittoestel kan spuitoplossing blijven kleven. De reiniging op het bedrijf gebeurt meestal op het erf zonder opvang voor het reini- gingswater. Het is beter om een aparte vul- en reinigingsplaats te voorzien wanneer het om een ondoorlaatbaar oppervlak gaat. Substraat Het belangrijkste onderdeel van het zuiveringssysteem is het aanwezige substraat. Om een goede afbraak te krijgen dienen verschillende grondstoffen (met elk specifieke eigenschappen) zoals stro, potgrond, compost en koemest gemengd te worden. Biofiters zijn relatief kleine compactsystemen en bestaan uit 1 tot 3 verticaal gestapelde containers, bestemd voor bedrijven met een relatief 31 Prov_O-VL_Integraal_Waterbeheer2010_BW.indd 31 21/12/10 10:09

32 Fytobak Biofilter kleine hoeveelheid restwater. Deze systemen geven een effluent dat niet loosbaar is. Een fytobak is een veel groter systeem en bestaat in tegenstelling tot de biofilter uit 1 opgevulde ruimte aangelegd onder een plastiektunnel. Dit systeem is voorzien van een dak waardoor er een betere verdamping is en biedt tevens voldoende afscherming tegen de regen. Een andere mogelijkheid om restwater te zuiveren is gebruik maken van een Sentinel zuiveringssysteem. In tegenstelling tot een biofilter en een fytobak werkt dit systeem niet op basis van microbiële activiteit, maar is een opvolging van chemische processen met een geoptimaliseerde vlokvorming (flocculatie) tot gevolg. Biofilter of Fytobak? Beide biozuiverinssystemen beschikken over een verschillende capaciteit voor de zuivering van restwater van gewasbeschermingsmiddelen. Bij kleinere volumes volstaat een biofilter, maar grote bedrijven (denk aan loonsproeiers) kunnen een fytobak gebruiken. 5.3 Reiniging van machines en tractoren Bij het afspuiten van machines en tractoren komt voornamelijk aarde met het afvalwater mee. Het afvalwater is normaal niet chemisch vervuild. Wel kunnen er olie en/of brandstofresten in voorkomen. Voor de zuivering van dit afvalwater is geen secundaire zuivering nodig aangezien het niet vervuild is met opgeloste organische vervuiling. Aarde en steentjes worden verwijderd in de bezinker. Stel dat er in de riolering geloosd wordt dan is het voldoende om na de bezinker een standaard koolwaterstofafscheider te plaatsen. Als er echter in oppervlaktewater geloosd wordt, is een coalescentiefilter verplicht om loosbaar water te bekomen. Een bezinker dient volledig doorlopen te worden om de grond de tijd te geven om te bezinken. Het is dus beter het water op te vangen in een rooster en via een buis naar de bezinker te leiden of het water slechts langs 1 kopse zijde in het bekken te laten vloeien. Het water langs de 4 zijden via een rooster in het bekken laten lopen is dan ook niet aangewezen omdat een deel van het water te dicht bij de overloop komt. Bezinkers worden over het algemeen uitgevoerd in een open put met rooster of wegneembare dekplaat om de mogelijkheid te geven het slib te ruimen d.m.v. een kleine graafmachine (bv. op basis van een prefab smeerkelder van 3,5 op 1,1 m). Grond uit een ondergrondse citerne zuigen met een aalton is moeilijk. De grootte van een olieafscheider wordt uitgedrukt in l/sec en is dus net zoals een bezinker afhankelijk van de snelheid van de waterstroom die er door loopt. Meestal wordt voor afspuitplaatsen een afscheider van 3 of 6 l/s gebruikt. De olieafscheider moet groot genoeg zijn om de stroomsnelheid van het water tijdens het afspuiten (= debiet van de (hoge druk) spuit) of een zware regenbui op de afspuitplaats aan te kunnen. De grootte van de afspuitplaats wordt tevens beïnvloed door de grondsoort (zand bezinkt gemakkelijker dan klei). 32 Prov_O-VL_Integraal_Waterbeheer2010_BW.indd 32 21/12/10 10:09

33 6 zuiveringssytemen in de glastuinbouw Bij ontsmetting dient het grof materiaal vooraf verwijderd te worden bijv. een zeefbocht. In de tuinbouwsector zijn er verschillende afvalwaterstromen, afhankelijk van het type bedrijfsactiviteiten. De zuiveringstechnieken kunnen dan ook sterk verschillen van bedrijf tot bedrijf. Door de grote waterbehoefte in de tuinbouw gaat het meestal over grote hoeveelheden afvalwater met een beperkte vervuiling, dit in tegenstelling tot de afvalwaters uit de landbouw. Het drainwater bevat ook grote hoeveelheden nutriënten die eenvoudig kunnen hergebruikt worden. Vandaar dat er in de tuinbouw de nadruk wordt gelegd op het hergebruik van afvalwater al dan niet na zuivering en/of ontsmetting. Door over te gaan tot hergebruik dient er minder water opgepompt en geloosd te worden. In de glastuinbouw wordt niet alles drainwater hergebruikt in de teelt, dit is de zogenoemde spuistroom. Deze spuistroom moet op een milieukundig verantwoorde wijze worden verwerkt bv. uitrijden op grasland. Ook worden er regelmatig gewasbeschermingsmiddelen toegepast, na het uitvoeren van deze behandeling blijft een hoeveelheid restwater over die moet worden gezuiverd om puntvervuiling te voorkomen. 6.1 Primaire zuivering Heel wat tuinbouwactiviteiten brengen organisch vervuild afvalwater voort. Dit is bijvoorbeeld het geval bij het wassen van groenten (prei, wortelen, aardappelen, ), witloofforcerie (uitkuisen van de trekbakken), de containervelden in de sierteelt (afgevallen bladeren),... Vooraleer dit afvalwater te hergebruiken 33 Prov_O-VL_Integraal_Waterbeheer2010_BW.indd 33 21/12/10 10:09

34 moet het gezuiverd worden van deze organische vervuiling om verstoppingen, geurproblemen en ongewenste bacteriegroei te voorkomen. Hiervoor worden dezelfde zuiveringsprincipes en -technieken gebruikt als in de landbouw maar in aangepaste vorm en grootte (grotere bezinkers, en meer gebruik van biofilters, zeefbocht, ). Deze technieken worden voorgesteld in hoofdstuk 4 in deze brochure. 6.2 Hergebruik van drainwater Het drainwater is het beregeningswater dat uit het substraat draineert bij de grondloze teelten in de tuinbouw. Bij een aantal sierteelten komt er ook een groot gedeelte van het beregeningswater naast de potten terecht en is dit niet ter beschikking van de planten. Door te gaan werken volgens een gesloten teeltsysteem wordt dit overtollige water opgevangen en eventueel hergebruikt. Op deze manier kan heel wat water en meststoffen bespaard worden. In de groenteteelt gaat het vaak om teelten op substraatmatten, dit type teeltsysteem komt ook voor in de sierteelt. Dit zijn vaak verhoogde teeltsystemen met goten waarin substraatmatten (of potten) worden geplaatst. Daarnaast zijn er in de sierteelt ook teelten op tafels of containervelden. Containervelden zijn velden die afgedekt zijn met een water ondoordringbare folie zodat het overtollige beregeningswater niet verder kan doordringen in de ondergrond en centraal wordt afgevoerd. Er bestaan verschillende types contai- nervelden waarbij de manier van waterafvoer verschillend is (nl. horizontale en verticale waterafvoer). Bij een gesloten teeltsysteem loopt het drainwater naar een centrale verzamelplaats waar het opgevangen en hergebruikt wordt. 6.3 Ontsmetting Voor sommige teelten is het niet noodzakelijk om het afvalwater te ontsmetten. Dat is het geval in een aantal boomkwekerijteelten, in container- en vaste plantenkwekerijen met een ruim assortiment planten en een ruime regenwateropslag. Hoe breder de teeltdiversiteit (relatief kleine partijen en veel diverse soorten), hoe minder gevoelig de kwekerij is voor ziektes en omgekeerd. Door het telen van een ruim assortiment planten met uiteen lopende gevoeligheden vooral inzake wortelziekten wordt de kwetsbaarheid van het bedrijf voor het ontstaan en verspreiden van ziektes sterk gereduceerd. Om te recirculeren zonder ontsmetting is een ruime wateropslag belangrijk: hierdoor wordt de infectiedruk door het verdunningseffect verlaagd. Bovendien kunnen een aantal teelttechnische maatregelen of infrastructuuraanpassingen zorgen voor een verminderde gevoeligheid zoals o.m. verticale drainage, aangepaste potvormen en noppenpotten. Het afvalwater van tuinbouwbedrijven kan naast organische vervuiling ook ziektekiemen bevatten. Het is van zeer groot belang dat die uit het water worden verwijderd vooraleer het wordt hergebruikt in de teelt. Investeren in dergelijk ontsmet- Water van containervelden kan worden opgevangen en opnieuw worden gebruikt. 34 Prov_O-VL_Integraal_Waterbeheer2010_BW.indd 34 21/12/10 10:09

35 tingssysteem is dan ook ten zeerste aanbevolen. Zo wordt een massale verspreiding van deze pathogenen over het bedrijf voorkomen. Het gaat dan vooral over schimmels en bacteriën, soms ook virussen of aaltjes. De keuze voor een bepaald ontsmettingssysteem wordt bepaald door het type af te doden pathogeen, de benodigde capaciteit, de kostprijs en de beschikbare ruimte. Momenteel bestaat er een ruim aanbod aan ontsmettingstechnieken en waardoor het soms moeilijk is een keuze te maken. De verschillende ontsmettingstechnieken zijn: biologische zuivering: langzame zandfilter fysische zuivering: UV-ontsmetting verhitting filtratie chemische zuivering: waterstofperoxide Langzame zandfilter Een langzame zandfilter is een waterdicht bekken van 2,5 tot 4 m diep dat is opgevuld met verschillende lagen. De eigenlijke zuivering van het water gebeurt in het zandbed. Het water wordt over het oppervlak gebracht en doorheen de zandlaag geduwd. Bij het doorstromen van water doorheen de zandfilter wordt een biologische actieve slijmlaag afgezet rond de zandkorrel. De micro-organismen op zandkorrels zorgen ervoor dat de ziektekiemen en opgeloste organische vervuiling die in het water aanwezig zijn, worden verwijderd. Bij de opstart is er wel enkele weken rijping nodig zodat de biologische activiteit zich in de filter kan opbouwen en zo een goede ontsmettende werking geeft. Bovenop het zand moet steeds een bepaalde minimum waterlaag aanwezig zijn (minimaal 20 cm), zodat het zand niet kan uitdrogen en de biologische activiteit niet verstoord wordt. De ruimte bovenop het zandbed wordt vaak benut als extra opslag voor drainwater. De langzame zandfilter is van boven naar onder gevuld met verschillende lagen: Zandlaag: Fijn gewassen zand (0-2mm) vrij van klei, leem en kalk, 1 à 1,20 m dik. In de zandlaag gebeurt de eigenlijke zuivering. Grindlaag: Deze laag is opgesplitst in 2 lagen: De bovenste laag is een laag fijner grind met een korrel grootte tussen de 2 en 8 mm. De onderste laag is een grindlaag met een korrelgrootte tussen de 8 en 16 mm. Beide lagen zijn ongeveer 15 cm dik. Deze twee lagen dienen om het water goed uit het zand te laten stromen en te voorkomen dat er zand in het drainagesysteem terecht komt. Drainagelaag: een 10 cm dikke laag grind met een korrelgrootte tussen 16 en 32 mm. In deze laag liggen filterbuizen Het is belangrijk dat de zwevende vervuiling op voorhand wordt verwijderd om verstopping van het zandbed te vermijden, bijvoorbeeld door middel van een zeefbocht. Mocht er toch verstopping optreden, is het voldoende om de bovenste 1 à 2 cm van het zandbed te verwijderen. Het biologisch evenwicht in de bovenste laag herstelt zich vlug. Ook algen kunnen aanleiding geven tot verstopping van de langzame zandfilter. Daarom is het aangewezen om de filter af te dekken van het licht en algen geen kans te geven. 35 Prov_O-VL_Integraal_Waterbeheer2010_BW.indd 35 21/12/10 10:09

36 De snelheid waaraan het water door de langzame zandfilter stroomt is gemiddeld 100 liter (maximum 200 liter) per m 2 zandoppervlakte per uur. Hoe trager het water door de filter loopt, hoe langer het contact is met de biofilm, hoe efficiënter de zuivering. Voordelen: Eenvoudige constructie; Gedeeltelijke zelfbouw mits begeleiding; Relatief goedkoop in aanleg, onderhoud en exploitatie; Haalt sporen en ziekteverwekkers uit het water (schimmels en bacteriën); Laat nuttige micro-organismen in leven waardoor het behandelde water minder snel geïnfecteerd kan worden dan na totaal ontsmetting; Volledig natuurlijke methode: er worden geen chemische stoffen toegevoegd om het water te zuiveren Eenvoudige exploitatie Beperkt energieverbruik Onderhoudsvriendelijk Betrouwbaar Nadelen: Bij te lage temperatuur is er een onvoldoende werking; Constructie neemt veel ruimte in, maar dient anderzijds ook als wateropslag; Opbouwperiode: bij opstart hebben de micro-organismen enkele weken tijd nodig om zich te ontwikkelen (rijpingsperiode); Onderhoud (verstopping van de filter door bladeren, algen, ) Verwijderen van zeer kleine organismen zoals virussen en bepaalde kleine aaltjes is beperkt; Invloed van bestrijdingsmiddelen op werking; UV-filter Bij UV-ontsmetting worden de pathogenen (schimmels, bacteriën, virussen, ) afgedood door UV-bestraling. Voor een goede ontsmetting van water zijn UV-C stralen zeer geschikt. Zij tasten de DNA-structuur van een micro-organisme aan zodat de cellen afsterven of op zijn minst hun functie verliezen. Het licht wordt gegenereerd door een kwikdamplamp die beschermd wordt door een kwartsbuis. Het water stroomt tussen de kwartsbuis rond de UV-lamp en de buitenwand. Op dit moment zijn er 2 gangbare systemen op de markt, nl. lage druk UV-ontsmetting (LDUV) en hoge druk UV-ontsmetting (HDUV) zie tabel. Hoge druk UV is erg compact, terwijl lage druk zeer flexibel is een modulair te gebruiken en uit te breiden Tabel 6.1 UV spectrum vermogen per lamp debiet per lamp ruimtebezetting lage druk UV produceert monochromatisch licht (253.7 nm) tot 500 W (200 à 300 W standaard) 0.05 m³/h -10 m³/h (afhankelijk van transmissie en gewenste dosis) installatie wordt groter naarmate het debiet groter wordt (meer lampen) hoge druk UV produceert UV-stralen in spectrum 200 en 280 nm 8 cm kamer = 4.5 à 8.5 kw tot 11 cm kamer = 7 à 11.7 kw 1.5 m³/h - 40 m³/h (afhankelijk van transmissie en gewenste dosis) slechts één lamp (compactere installatie) maar voorfiltratie kan iets groter worden energieopwekking 40% UV-C 10% UV-C levensduur + kostprijs lampen* controle over systeem regelen stralingsdosis omschakeling van selectieve naar totale ontsmetting (drain+regenwater) aankoopprijs tot uren Hoge kostprijs bij veel lampen - richtprijs 200 à 300/lamp 1 centrale transmissie meting van drainwater t.b.v. procescontrole/alarm EN individuele controle per lamp t.b.v. elektrische storing/alarm automatische aanpassing op basis van kwaliteit transmissie van het drainwater. voor volledige ontsmetting moet meer energie worden aangewend m.a.w. meer lampen lager uur Lagere kostprijs want slechts één lamp - richtprijs 700/lamp gemakkelijk: slechts één lamp (volledige controle en 100% garantie dat alle water ontsmet is) gebruiker kan zelf het niveau van de ontsmetting bijregelen geen noemenswaardige meerkost bij kleine debieten (< 3 m³/h): Hogere kostprijs dan lage druk UV 36 Prov_O-VL_Integraal_Waterbeheer2010_BW.indd 36 21/12/10 10:09

37 UV-ontsmetter Een installatie voor UV-ontsmetting doodt pathogenen af. De efficiëntie van een UV-installatie wordt enerzijds bepaald door de stralingsdosis en anderzijds door de lichtdoorlatendheid (transmissie) van het water. Opdat alle organismen in het water geïnactiveerd zouden worden, dienen de UV-stralen met een voldoende intensiteit en voldoende lang het micro-organisme te bestralen. De stralingsdosis die nodig is om het te behandelen water voldoende te ontsmetten is afhankelijk van het type af te doden pathogeen. Voor een volledige ontsmetting van het drainwater tegen schimmels, bacteriën en virussen, is een UV-dosis van 250 mj/cm² gewenst. Voor een selectieve ontsmetting tegen schimmels en bacteriën, is een dosis van 150 mj/cm² voldoende. Voor aaltjes volstaat een UV dosis van 10 mj/cm², bij deze dosis worden de aaltjes weliswaar niet afgedood, maar wel steriel gemaakt waardoor vermeerdering wordt voorkomen en de populatie uitsterft. De stralingsdosis wordt bepaald door de stralingsintensiteit van de lampen (mw.cm²) en de contacttijd met de ziektekiemen. Ook de transmissie (of lichtdoorlatendheid) van het te ontsmetten drainwater is belangrijk. De aanwezigheid van organisch materiaal en ijzerchelaten in het water verstrooien of absorberen de UV-straling waardoor de hoeveelheid UV-licht beschikbaar voor ontsmetting vermindert. Door het bijmengen van zuiver water of door voorfiltratie met een multimediafilter (snelle zandfilter) of een langzame zandfilter kan de transmissiewaarde van drainwater in beperkte mate omhoog gebracht worden. Het energie verbruik bij UV ontsmetting is hoger dan bij een langzame zandfilter maar de installatie is minder volumineus. Het is een dure installatie,maar een volledige ontsmetting is mogelijk waarbij ook virussen en nematoden worden uitgeschakeld. Voordelen: Geen invloed op samenstelling water; Redelijk compact; Zeer grote capaciteiten mogelijk; Ook zeer kleine organismen zoals virussen kunnen verwijderd worden; Nadelen: Hoge kostprijs; Hoog vermogensverbruik van de lampen; Onderhoud; Goede voorfiltratie nodig (verwijderen van zwevende bestanddelen); Ook geen goede micro-organismen meer over in het behandelde water waardoor het gemakkelijker geïnfecteerd wordt; Verhitting Verhitting is een relatief eenvoudig systeem waarbij het water ontsmet wordt m.b.v. een warmtewisselaar. Naargelang de pathogenen die moeten afgedood worden, moet het water op een hogere of lagere temperatuur gebracht worden. Door water gedurende 30 seconden te verwarmen bij 95 C worden alle voor planten schadelijke micro-organismen afgedood. Bij een lagere temperatuur verlengt de tijdsduur nl. gedurende 3 minuten bij 85 C. Dit biedt mogelijkheden om water uit de ketel of wkk te gebruiken. Calciumaanslag op de warmtewisselaars kan problemen veroorzaken. De installatie moet hiervoor regelmatig met zuur gereinigd worden of het drainwater kan permanent aangezuurd worden tot een ph van 4 à 4,3. Werken bij lagere temperaturen dringt de vervuiling van de warmtewisselaar sterk terug. Dit betekent dat er veel minder zuur dient aangewend te worden en dat de levensduur van de installatie wordt verlengd. Verhitting is zeer effectief en betrouwbaar. Bovendien is het mogelijk een selectieve ontsmetting te realiseren. Wanneer geen virus- en nematodenbesmetting mogelijk wordt geacht, is er voldoende afdoding door het aanhouden van een temperatuur van 60 C gedurende 2 min. Verhitting heeft als bijkomend pluspunt t.o.v. een UV- installatie dat de ontsmettingsefficientie véél minder afhankelijk is van de aanwezigheid van fijne vervuiling in het te behandelen drainwater. Grove vervuiling dient wel uitgefilterd te worden doordat deze partikels te traag opwarmen en pathogenen hierin kunnen overleven. Een minpunt zijn de hoge onderhoudskosten en het hoog energieverbruik. 37 Prov_O-VL_Integraal_Waterbeheer2010_BW.indd 37 21/12/10 10:09

38 6.4 Milieukundig verantwoorde afzet van spuistroom Afzetmogelijkheden De spuistroom die in dit opvangreservoir aanwezig is, moet op een milieukundig verantwoorde manier verwijderd worden. Het uitrijden van spuistroom op landbouwgrond wordt aanzien als leefmilieu onschadelijk, dit kan enerzijds gebeuren op eigen landbouwgrond of anderzijds via een burenregeling op landbouwgrond van een collega. Bij afzet van spuistroom op eigen grond moeten er geen verder formaliteiten worden vervuld, maar de bemestingsnormen moeten wel worden nageleefd. Dit perceel moet bij de verzamelaanvraag wel worden aangegeven. Als de spuistroom wordt afgezet op landbouwgrond van een collega, moet de burenregeling worden afgesloten (formulieren VLM). De afzet op landbouwgrond moet in één zelfde of aanpalende fusiegemeente gebeuren. De hoeveelheid spuistroom die op landbouwgrond mag gebracht worden wordt bepaalde door de algemene bemestingsnormen, hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen de verschillende meststoffen (Tabel 2). Gezien de beperkte stikstofinhoud in spuistroom wordt dit niet aanzien als kunstmeststof, maar behoort spuistroom tot de groep van andere meststoffen zodat het (door het bestaan van het zogenaamde tussenschot) voor afzet niet in concurrentie komt met dierlijke mest. Spuistroom bevat in verhouding tot de hoeveelheid stikstof wel veel kalium. Het is dan ook belangrijk hier voorzichtig mee om te springen op begraasde weiden, dit omwille van het gevaar op kopziekte bij vee. Het gehalte aan ammoniakale stikstof in spuistroom is eerder laag, daarom is het niet noodzakelijk dat de spuistroom emissiearm wordt toegepast, injecteren hoeft dus niet. Een andere mogelijkheid voor het afzetten van spuistroom op een leefmilieuvriendelijke manier is het lozen van de spuistoom eventueel na zuivering, bijvoorbeeld door middel van een rietveld. Om dit te doen moet de teler wel beschikken over de nodige vergunningen. Het water dat uiteindelijk geloosd wordt moet voldoen aan de basismilieukwaliteitsnormen. Bij een percolatierietveld is het wel zo dat werking zeer goed is tijdens de zomermaanden (mei tot half september) maar daalt in de wintermaanden. Welke normen zijn van toepassing voor het uitrijden van spuistroom op landbouwgrond? De algemene bemestingsnormen bepalen hoeveel spuistroom er mag worden uitgereden op landbouwgrond, dit is echter afhankelijk van het gewas dat op deze landbouwgrond aanwezig is. Voor N uit andere meststoffen (waaronder spuistoom valt) geldt als algemene norm dat er op grasland en op andere gewassen per jaar maximaal 170 kg N/ha mag worden uitgevoerd. Voor fosfaat geldt als norm dat er op grasland maximaal 100 kg P 2 O 5 /ha per jaar mag worden uitgereden en op andere gewassen maximaal 85 kg P 2 O 5 /ha ( zie Tabel 2). Algemeen geldt er een uitrijverbod voor de periode van 1 september tot 15 februari, voor spuistroom is er toch een beperkte afzetmogelijkheid Tabel 6.2 Hoeveelheid nutriënten (kg/ha) die met meststoffen per jaar op landbouwgrond mogen Tabel 6.2 gebracht worden Bemestingsnorm (Vanaf 1 januari 2009) N (kg/ha per jaar) Gewasgroep P2O5 (kg/ha per jaar) Niet-zandgrond Totale N Zandgrond N uit dierlijke mest N uit andere meststoffen N uit kunstmest Grasland Maïs Gewassen lage N-behoefte Andere leguminosen dan erwten en bonen Suikerbieten Graangewassen Andere gewassen Prov_O-VL_Integraal_Waterbeheer2010_BW.indd 38 21/12/10 10:09

39 in deze periode. De mogelijkheid wordt geboden om andere meststoffen waarvan de stikstofinhoud laag is (<0.6 kg N/ton of 600 mg/l) ook in beperkte mate uit te rijden in de winter (zie hoofdstuk 3) Containervelden in openlucht De verplichte opslagcapaciteit voor spuistroom is niet van toepassing voor containervelden in openlucht, de verplichting geldt enkel voor de oppervlakte onder permanente overkapping. Maar voor containervelden in openlucht is echter wel de VLAREM wetgeving van toepassing. Water dat geloosd wordt mag niet meer dan 10 mg N totaal /l bevatten en een lozingsvergunning is verplicht Zuiver irrigatiewater Als aan de planten zuiver irrigatiewater wordt gegeven (d.w.z. dat er geen meststoffen worden toegediend aan het water tijdens de gietbeurt) wordt er geen spuistroom gerealiseerd en is er dus geen verplichting om een opvangcapaciteit voor spuistroom te voorzien. 6.5 Biozuivering Ook in de glastuinbouw is er aandacht voor het vermijden van puntverontreinigingen en een goed management van restvloeistoffen. Afhankelijk van de hoeveelheid aangemaakte hoeveelheid spuitvloeistof en het verrichte spuitwerk is er veelal wat overschot. Het aangeraden management van deze restvloeistof verschilt van bedrijf tot bedrijf: Indien producten erkend zijn in andere plantensoorten, dan kan de restvloeistof hierop verspoten worden. Indien regelmatig dezelfde producten gebruikt worden en er geen risico is op uitvlokken van de spuitoplossing, kan de resterende vloeistof voor een beperkte tijd bewaard worden in het fytolokaal. Als het overschot aan spuitoplossing verwerkt is, dient het spuittoestel gespoeld te worden. Het spoelwater dat overblijft kan: Verspoten worden aan een lagere dosering over reeds behandelde gewassen Verspoten worden over een ander gewas waarin het gebruik van de aangewende gewasbeschermingsmiddelen erkend is Afgeleid worden naar een biozuiveringssysteem De werking van de biozuiveringssystemen wordt uitgelegd in hoofdstuk 5 van deze brochure. Prov_O-VL_Integraal_Waterbeheer2010_BW.indd 39 21/12/10 10:09

40 7 wettelijk kader 7.1 Vergunningen Stedenbouwkundige vergunning De Vlaamse overheid voorziet inzake de aanvraag van stedenbouwkundige vergunningen een beperkt aantal vrijstellingen. De aanvraag van stedenbouwkundige vergunning is voor sommige kleine ingrepen herleid tot een meldingsplicht bij de gemeentelijke stedenbouwkundige dienst. De vrijstellingen en meldingsplichtige werken worden beschreven in het decreet betreffende de ruimtelijke ordening. Het decreet en daarbijhorende uitvoeringsbesluiten kunnen geconsulteerd worden via de website be. Afhankelijk van gemeente tot gemeente kan er echter nog een gebiedsspecifieke, bijkomende stedenbouwkundige regelgeving worden toegepast. Deze regelgeving kan teruggevonden worden via de gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen. Bij ontwikkeling van een zuiveringsinstallatie kan dus voor de stedenbouwkundige gemeentelijke regelgeving best contact worden opgenomen met de gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar Milieuvergunning Vlarem I en Vlarem II bevatten een heel uitgebreide reglementering betreffende milieuvergunningen en exploitatievoorwaarden. Afhankelijk van de hinderlijkheid van de activiteiten van het bedrijf is voor de milieuvergunning een klasse opdeling mogelijk in: Klasse 1 (de meest hinderlijke activiteit, hier is een milieuvergunning nodig) Klasse 2 (minder hinderlijk, maar een milieuvergunning is nog steeds vereist) Klasse 3 (de minst hinderlijke activiteit, in dit geval is enkel een meldingsplicht nodig) 40 Prov_O-VL_Integraal_Waterbeheer2010_BW.indd 40 21/12/10 10:09

41 Tabel 7.1 Overzicht vrijstellingen inzake stedenbouwkundige vergunningen volgens het decreet van 27 maart 2009 tot aanpassing en aanvulling van het ruimtelijke plannings-, vergunnings- en handhavingsbeleid enerzijds, en anderzijds volgens het besluit betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (inwerkingtreding 1/12/2010). aanvraag vergunning geen vergunning septische put ondergrondse waterzuiveringsinstallatie* x x bovengrondse waterzuiveringsinstallatie x plantensysteem inrichtingen binnen het gebouw vijver <30m 3 x x x vijver >30m 3 x ondergronds regenwaterreservoir x bovengronds regenwaterreservoir fytobak (ingegraven) x x sentinel x * Ondergrondse installaties moeten minimum 1 meter van de zijdelingse en de achterste perceelsgrenzen verwijderd zijn. De klassen duiden op de graad van mogelijke hinder voor mens en milieu, waarbij klasse 1 de hoogste graad van hinder aangeeft en klasse 3 de minst hinderlijke inrichting aangeeft. Tabel 7.2 uittreksel indelingslijst Vlarem I rubriek 53.8 boren van grondwater winningsputten en grond waterwinning met opgepompt debiet klasse Er is een koppeling tussen de stedenbouwkundige vergunning en de milieuvergunning. Voor een activiteit waarvoor zowel een milieuvergunning als stedenbouwkundige vergunning nodig is, wordt de verkregen stedenbouwkundige- of milieuvergunning geschorst zolang de andere vergunning niet definitief verleend is. Beide vergunningen zijn dus steeds nodig om te kunnen exploiteren Grondwaterwinning Een grondwaterwinning wordt gedefinieerd als alle putten, opvangplaatsen, draineerinrichtingen en over het algemeen alle werken die tot doel of gevolg hebben grondwater op te vangen. Sinds 1 mei 1999 is de grondwaterwinning geïntegreerd in de VLAREM-regelgeving. In plaats van een afzonderlijke vergunning aan te vragen voor de winning van grondwater, dient de vergunning voor grondwaterwinning groter dan 500m 3 /jaar nu opgenomen te worden in de milieuvergunning. Winning van grondwater valt onder de rubriek 53 van VLAREM I. Naargelang het gebruik van het water alsook de hoeveelheden wordt deze rubriek onderverdeeld in subrubrieken waaraan een klassencodering gekoppeld is. minder dan 500 m3 3 van 500 m3 tot m3 2 van m3 en meer 1 De klasse waartoe een bedrijf behoort is bepalend voor de manier en de plaats van aanvraag van de grondwaterwinning: Klasse 1: aanvraag in 10 exemplaren bij de deputatie van de Provincieraad Klasse 2: aanvraag in 8 exemplaren bij het College van Burgemeester en Schepenen van de gemeente Klasse 3: melding via een meldingsformulier bij het College van Burgemeester en Schepenen van de gemeente Zowel het aanvraagformulier als het meldingsformulier kunnen gedownload worden via de websites en Elke grondwaterwinning van minstens 500 m 3 / jaar (klasse 1of klasse 2) dient volgens artikels en van VLAREM II voorzien te zijn van een debietmeter die geplaatst wordt in de toezichtkamer van de pompput. De debietmeter registreert de opgepompte hoeveelheid 41 Prov_O-VL_Integraal_Waterbeheer2010_BW.indd 41 21/12/10 10:09

42 grondwater en is verplicht vanaf 1 januari Debietmeter moet verzegeld zijn!!! Ook bij < 500 m³ moet verzegeling aanwezig zijn. In afwijking van artikel van VLAREM II moet in elke grondwaterwinningput van minstens 500 m 3 een rechte peilbuis van minstens 25 mm worden geplaatst, waarin een peillood of logger kan worden gelaten. Door middel van de peilbuis kunnen peilmetingen uitgevoerd worden van de grondwaterstand. Deze peilmetingen moeten in een aparte buis kunnen uitgevoerd worden omdat zowel bij het draaien van de ondergrondse pomp als bij het stilliggen van deze pomp, het grondwaterpeil moet kunnen gemeten worden. 7.2 Heffingen Voor het gebruik van water moeten veelal milieuheffingen worden betaald. Deze heffingen hebben als doel de landbouwbedrijven: aan te moedigen om zuinig om te gaan met grondwater te stimuleren om zoveel mogelijk alternatieve waterbronnen te gebruiken hun afvalwater zelf te laten zuiveren en te investeren in technieken zodat er zo weinig mogelijk afvalwater ontstaat. Daarenboven zal het landbouwbedrijf met de heffing ook een bijdrage doen in de kosten van publieke zuivering en riolering. Deze verschillende heffingen worden geïnd door de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM). De exacte cijfers en tarieven die gebruikt worden bij de berekening van deze heffingen zijn onderhevig aan wijzingen, daarom wordt verwijzen naar de site van VMM waar al deze gegevens terug te vinden zijn: Heffing op de winning van grondwater De grondwaterheffing is verplicht voor iedereen die in het Vlaams Gewest beschikt over een grondwaterwinning van tenminste 500 m 3 per jaar of een grondwaterwinning voor de openbare drinkwatervoorziening. De heffing wordt berekend op basis van het verbruik van het vorige jaar. Indien de grondwaterwinning uitgerust is met een waterteller, wordt de heffing bepaald op de hoeveelheid geregistreerd met de waterteller. Indien er geen waterteller aanwezig is en de grondwaterwinning is vergund, dan wordt de vergunde hoeveelheid grondwater in rekening gebracht. Omwille van de verdroging verschijnselen bij bepaalde grondwatervoerende lagen worden er steeds meer maatregelen genomen om het grondwaterverbruik te verminderen. De heffingen voor het oppompen van water uit de kwetsbare watervoerende lagen zijn daarom steeds afhankelijk van het gebied en of de laag waaruit gepompt wordt. Door het instellen van een zogenaamde waterlaagfactor en een gebiedsfactor worden de meest bedreigende grondwaterlagen en regio s beschermd door een hogere heffing te rekenen Heffing op captatie van oppervlaktewater Alle mogelijke middelen waarmee water uit een waterloop wordt onttrokken worden aanzien als het capteren van oppervlaktewater. De wetgever maakt hierbij een onderscheid tussen het gebruik van water uit bevaarbare waterlopen, havens en kanalen enerzijds, en het gebruik van water uit onbevaarbare waterlopen anderzijds. Het capteren van water uit onbevaarbare waterlopen is niet melding-, noch vergunningsplichtig. Alle oevereigenaars hebben in principe gelijke rechten op het water. Bij onvoldoende water om aan alle behoeften te voldoen, is het de vrederechter die de nodige maatregelen moet treffen. 42 Prov_O-VL_Integraal_Waterbeheer2010_BW.indd 42 21/12/10 10:09

43 Voor de captatie van meer dan 500 m³ water uit bevaarbare waterlopen is er een vergunning nodig. Deze dient aangevraagd te worden bij de beheerder van de waterweg. Voor de captatie van minder dan 500 m³ water geldt enkel een meldingsplicht. Voor de berekening van de heffing is enkel de hoeveelheid gecapteerde water belangrijk. De minimumheffing voor de landbouw bedraagt altijd 124 euro x de index Heffing op waterverontreiniging De heffing op de bescherming van oppervlaktewateren tegen verontreiniging heeft betrekking op verschillende vormen van water die gebruikt worden. Iedereen die in het jaar voorafgaand aan het heffingsjaar op het grondgebied van het Vlaams Gewest water heeft afgenomen via een openbare waterleidingsmaatschappij of een eigen waterwinning of water heeft geloosd is eraan onderworpen. De heffing wordt dus berekend op basis van het watergebruik in het voorgaande jaar. Ook bij het beregenen in volle grond dienen deze heffingen gebruikt te worden. Enkel wanneer beregend wordt met regenwater is er geen heffing. Er dient een onderscheid gemaakt te worden onder groot- en kleinverbruikers. Land- en tuinbouwbedrijven behoren tot de grootverbruikers. Grootverbruikers verbruiken minstens 500 m³ leidingwater per jaar en/of beschikken over een eigen waterwinning met een pompcapaciteit van minstens 5 m³ per uur. Ze zijn verplicht om jaarlijks vóór 15 maart een aangifte te doen van de verbruikte hoeveelheid water bij de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM). Grootverbruikers kunnen aanspraak maken op een vrijstelling op de heffing van waterverontreiniging : omwille van een individuele behandelingsinstallatie voor afvalwater voor dat gedeelte van het afvalwater wat afkomstig is uit de huishoudelijke activiteiten. De gemeente moet wel een attest afleveren waaruit blijkt dat uw individuele behandelingsinstallatie voor afvalwater werd gebouwd en wordt uitgebaat volgens de Code van Goede Praktijk en in overeenstemming is met de voorschriften uit VLAREM II. Meer informatie over dit attest kan verkregen worden bij het gemeentebestuur. Het attest is vijf jaar geldig. omwille van een nullozing, de verbruiker loost geen afvalwater uit het productieproces. Om hiervoor in aanmerking te komen dient een milieudeskundige in de discipline water een rapport op te maken. Kleinverbruikers betalen geen heffing meer bij VMM. De watermaatschappij rekent een bovengemeentelijke bijdrage aan op het leidingwaterverbruik. Deze bijdrage vervangt de heffing. Indien er nog een waterwinning is, dan wordt hierop wel nog een heffing berekend. VLAREM I en II bepalen wat met bedrijfsafvalwater moet gebeuren. 43 Prov_O-VL_Integraal_Waterbeheer2010_BW.indd 43 21/12/10 10:09

44 7.3 Lozing van afvalwater Op elk land- en tuinbouwbedrijf komen afvalwaterstromen vrij. Wat met dat afvalwater moet gebeuren wordt vast gelegd in VLAREM I en II. De regels zijn enerzijds afhankelijk van de verschillende deelstromen van het afvalwater en anderzijds van de ligging van het bedrijf. Voor het lozen van water dient een milieuvergunning aangevraagd te worden, waarbij zowel de aard en het debiet van het afvalwater als de zuiveringszone de klasse bepalen. Voldoet het afvalwater niet aan de lozingsnormen dan moet enkel in het individueel te optimaliseren buitengebied het water gezuiverd worden door middel van een afvalwaterzuiveringsinstallatie. Tabel 7.3 Klasse milieuvergunning voor het lozen van afvalwater zonder zuiveringsinstallatie categorieën het lozen van huishoudelijk afvalwater niet afkomstig van woongelegenheden in oppervlaktewater en in riolering het lozen van bedrijfsafvalwater zonder gevaarlijke stoffen in oppervlaktewater tot en met 2 m 3 /h van meer dan 2 m 3 tot en met 100 m 3 /h van meer dan 100 m 3 /h Het lozen van bedrijfsafvalwater dat één of meer gevaarlijke stoffen bevat tot en met 20 m 3 /h meer dan 20 m 3 /h klasse van de milieuvergunning Tabel 7.4 Klasse milieuvergunning voor lozen van afvalwater, via een zuiveringsinstallatie (rietveld, beluchtingsysteem) categorieën klasse van de milieuvergunning Het lozen van huishoudelijk afvalwater niet afkomstig van woongelegenheden in oppervlaktewater en in riolering het lozen van bedrijfsafvalwater zonder gevaarlijke stoffen in oppervlaktewater tot en met 5 m 3 /h van meer dan 5 m 3 tot en met 50 m 3 /h van meer dan 50 m 3 /h Het lozen van bedrijfsafvalwater dat één of meer gevaarlijke stoffen bevat tot en met 50 m 3 /h meer dan 50 m 3 /h Tabel 7.5 De basismilieukwaliteitsnorm voor enkele parameters uit VLAREM II bijlage Temperatuur Opgeloste zuurstof C 5 mg/l Zuurtegraad ph 6,5-8,5 Zwevende stoffen Biochemisch zuurstofverbruik Ammonium < 50 mg/l 6 mg/l 1 mg/l (N)* < 5 mg/l (N) Kjeldahl stikstof Ammoniak Nitriet + Nitraat Totaal Fosfaat < 6 mg/l (N) < 0,02 mg/l (N) 10 mg/l (N) 0,3 mg/l (P)* *gemiddelde waarde 44 Prov_O-VL_Integraal_Waterbeheer2010_BW.indd 44 21/12/10 10:09

45 Voor iedere lozing zijn de algemene basis milieukwaliteitsnormen uit VLAREM II voor bedrijfs- en huishoudelijk afvalwater in oppervlaktewater van toepassing. Hierbij wordt er voor bedrijfsafvalwater onderscheid gemaakt tussen afvalwater dat wel of niet belast is met gevaarlijke stoffen. Voor afvalwater met één of meer gevaarlijke stoffen (uit lijst 2C VLAREM I), is de basis milieukwaliteitsnorm uit de bijlage van de VLAREM II van toepassing. Om deze norm te halen dienen de zogenaamde Best Beschikbare Technieken (BBT) gebruikt te worden. De best beschikbare technieken zijn terug te vinden op Voor lozing van afvalwater na mestverwerkingsinstallaties gelden andere normen, hiervoor zijn er in art. 24bis van bijlage van VLAREM II specifieke sectorale voorwaarden opgenomen. Afhankelijk van de grote en de soort mest gelden volgende sectorale lozingsnormen. In een milieuvergunning kunnen hogere normen toegestaan worden indien de kwaliteitsdoelstellingen voor de ontvangende waterloop dit toelaten. Dit zal enkel toegestaan worden wanneer de aanvrager deze versoepelde normen zelf expliciet aanvraagt in het milieuvergunningsdossier en in een bijlage aantoont dat de voorgestelde waarden realistisch haalbaar zijn. Dit kan op basis van analyserapporten van analoge bedrijven of analyseresultaten van pilootproeven met het afvalwater van het eigen bedrijf Zoneringsplannen De gemeentelijke zoneringsplannen geven aan in welke zuiveringszone een woning of gebouw gelegen is en werden opgesteld in samenwerking tussen de gemeenten, Aquafin en de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) in de periode Dit alles resulteerde in een definitief zoneringsplan. Sinds 10 juli 2009 is er voor elk van de 308 gemeenten een definitief zoneringsplan vastgesteld. Op dit plan zijn 4 zones terug te vinden. Het centrale gebied: het deel van het bovengemeentelijk grondgebied dat geheel of gedeeltelijk wordt afgevoerd naar één of meer agglomeraties (voorheen zuiveringszone A). Het collectief geoptimaliseerd gebied: het deel van het buitengebied waar, om bestaande sanering van het afvalwater te optimaliseren gekozen is voor collectieve inzameling en zuivering en waar die reeds gerealiseerd is (voorheen zuiveringszone B). Het collectief te optimaliseren buitengebied: het deel van het buitengebied waar, om de bestaande sanering van het afvalwater te optimaliseren, gekozen is voor collectieve inzameling en zuivering. Dit wordt op korte termijn gerealiseerd (voorheen zuiveringszone C). Het individueel te optimaliseren buitengebied: het deel van het buitengebied waar om de bestaande sanering van het afvalwater te optimaliseren, gekozen is voor individuele afvalwaterzuivering Tabel 7.6 Grootschalige installaties ( ton/jaar) voor varkensmest: CZV BZV Totaal stikstof Totaal fosfor Chloriden Totale hoeveelheid gesuspendeerde stoffen 125 mg/l 25 mg/l 15 mg/l 2 mg/l 1000 mg/l 35 mg/l Tabel 7.7 Installaties voor kalvergier CZV BZV Totaal stikstof Totaal fosfor Chloriden Totale hoeveelheid gesuspendeerde stoffen 125 mg/l 25 mg/l 15 mg/l 2 mg/l 2800 mg/l 35 mg/l 45 Prov_O-VL_Integraal_Waterbeheer2010_BW.indd 45 21/12/10 10:09

46 en waar voor de burger individuele zuiveringsplicht geldt (voorheen zuiveringszone C). Via de website kan nagegaan worden in welk gebied een gebouw of bedrijf gelegen is. Bovendien mag het water geen stoffen bevatten die: een gevaar betekenen voor het onderhoud personeel van riolering en zuiverings installaties een beschadiging of verstopping van de leidingen veroorzaken een beletsel vormen voor de goede werking van de pomp- en zuiveringsinstallaties zware verontreiniging kunnen veroorzaken van het ontvangende oppervlaktewater, waarin het water van de openbare riool wordt geloosd. Tabel 7.8 Voorwaarden voor lozing in oppervlaktewater (art VLAREM II) ph 6,5-9 bzv( biochemisch zuurstofverbruik) Temp. bezinkbare stoffen zwevende stoffen apolaire koolwaterstoffen anionische-, kationische-, niet ionische oppervlakte actieve stoffen max. 25 g/ml max. 30 C (bij buitentemperatuur>25 C is max. 35 C toegestaan) max. 0,5 ml/l max. 60 mg/l max. 5 mg/l max. 3 mg/l Tabel 7.9 Voorwaarden voor lozing in een openbare riolering (Uit art VLAREM II) In het centrale, collectief geoptimaliseerd en het collectief te optimaliseren buitengebied) ph 6,5-9 temperatuur zwevende stoffen extraheerbare stoffen Max.45 C 1 g/l 0,5 g/l 46 Prov_O-VL_Integraal_Waterbeheer2010_BW.indd 46 21/12/10 10:09

47 8 subsidies 8.1 VLIF-steun Land- en tuinbouwers (natuurlijke of rechtspersonen) die in aanmerking komen voor investeringssteun van het VLIF en voldoen aan de voorwaarden gesteld door het VLIF kunnen VLIF steun genieten. De totale waarde van de steun, uitgedrukt in een percentage van de subsidiabele investering, bedraagt volgens de aard van de investering (dossiers ingediend vanaf 6/9/2010): 38% voor investeringen die specifiek zijn voor de biologische landbouw, 28% voor investeringen gericht op de realisatie van een landbouw met verbrede doestellingen, duurzame landbouw of de reconversie van het landbouwbedrijf, 18% voor investeringen in onroerend goed, gericht op de realisatie van een structuurverbetering, 8% voor de overige investeringen gericht op de realisatie van structuurverbetering. Een gedetailleerde lijst van de investeringen die kunnen gerangschikt worden in elk van de genoemde categorieën kan geraadpleegd worden op www. vlaanderen.be/vlif. De steun voor investeringen gefinancierd met een krediet wordt verleend onder de vorm van rentesubsidie, aangevuld met een investeringspremie, zodat de vooropgestelde volume (38, 28, 18%) steun verkregen wordt. De steun voor investeringen gefinancierd met eigen middelen en voor alle investeringen in de categorie 8% steun wordt uitsluitend verleend onder de vorm van een investeringspremie. De modaliteiten voor het bekomen van VLIF steun zijn ingevolge een principiële beslissing van 17/9/2010 van de Vlaamse regering gewijzigd. Op het moment van redactie van deze brochure is het betreffend Besluit van de Vlaamse Regering nog niet gepubliceerd. Na publicatie kunnen de gewijzigde modaliteiten geraadpleegd worden op 47 Prov_O-VL_Integraal_Waterbeheer2010_BW.indd 47 21/12/10 10:09

48 8.2 Subsidie van de Provinciale Landbouw - kamer voor Oost-Vlaanderen Men kan een subsidie aanvragen bij de Provinciale Landbouwkamer voor Oost- Vlaanderen voor het aanleggen van natuurlijke waterzuiveringssystemen voor land- en tuinbouwbedrijven. Om voor de betoelaging in aanmerking te komen wordt vereist dat de aanvrager: Zijn bedrijfszetel heeft in een Oost-Vlaamse gemeente; Het beroep van land- en tuinbouwer voltijds of deeltijds uitoefent; Beroep doet op de dienst Landbouw & Platteland van de Provincie Oost-Vlaanderen voor advies voor een biologische waterzuivering; Uiterlijk 2 jaar na de planaflevering de vereffende facturen voorbrengt; Beplanting aanbrengt voor een bedrag, BTW niet inbegrepen, van minimum 50 euro; Controle aanvaardt; De toelage bedraagt 75% van de aankoopprijs van het plantgoed, excl. BTW, met een maximum van 200 euro. Na een termijn van 10 jaar kan deze toelage opnieuw aangevraagd worden. 48 Prov_O-VL_Integraal_Waterbeheer2010_BW.indd 48 21/12/10 10:09

49 9 praktijkvoorbeelden Open basin 9.1 Melkveebedrijf met zuivelverwerking doet Alles met regenwater Dit melkveebedrijf is een voorbeeld waar een vergedreven watermanagement wordt toegepast. Het bedrijf beschikt over een bovengrondse wateropslag en twee ondergrondse regenwateropslagruimten van 100 m 3 en 350 m 3, respectievelijk onder de machineloods en onder de robotruimte van de nieuwe melkstal. In totaal kan er bijna 500 m 3 worden opvangen en deze hoeveelheid is in normale omstandigheden voldoende. Bij een tekort is er nog de mogelijkheid om water uit de boorput op te pompen. Het hele bedrijf draait op regenwater: woning, stallen, drinkwater voor het gezin en dieren (60 melkkoeien en 65 stuks jongvee), melkrobot, zuivelverwerking, koelwater. Dit houdt in dat het regenwater moet voldoen aan alle eisen van voedselveiligheid. Het regenwater wordt ontsmet door elektrochemische activatie (ECA). In de installatie worden elektriciteit en zout toegevoegd zodat anolyte en katholyte ontstaat. Anolyte is het ontsmettingsmiddel en wordt met een doseerpomp aan het regenwater toegevoegd. Een zesmaandelijkse controle van het gezuiverde regenwater en goede keuringsresultaten bewijzen dat het water voldoet aan de geldende normen. 49 Prov_O-VL_Integraal_Waterbeheer2010_BW.indd 49 21/12/10 10:09

50 Bovendien wordt pure anolyte gebruikt voor het reinigen van de klauwen en spenen. Zo wordt er ook bespaard op dure producten voor uier- en klauwhygiëne. Op dit bedrijf is er zeer zwaar geïnvesteerd in de regenwaterhuishouding. De melkveehouder heeft ten tijde van de oude melkveestal geconstateerd dat de koeien het regenwater verkozen boven het leidingwater in de stal. Daarnaast heeft de bedrijfsleider het principe: Ik wil zo weinig mogelijk afhankelijk zijn van derden. Als ik het water van mijn daken kan opvangen, dan mogen ze al eens het leidingwater dichtdraaien. Aan deze visie is echter wel een hoog kostenplaatje gekoppeld. Op dit bedrijf zijn er geen problemen met vergunningen voor het oppompen van grondwater, maar de bedrijfsleider is zeer vooruitstrevend. Bij het plaatsen van de nieuwbouw zorgde hij voor een optimalisatie van de waterhuishouding door een combinatie van regenwater, putwater en leidingwater. 9.2 Melkveebedrijf met actief-slibsysteem De kleinschalige waterzuiveringsinstallatie is gedimensioneerd voor huishoudelijk afvalwater (6 personen) en bedrijfsafvalwater van het melkveebedrijf. Het bedrijf telt 75 melkkoeien en 70 stuks jongvee. De koeien worden gemolken met een visgraat zij aan zij en de melk wordt opgeslagen in een melkkoeltank van liter. De totale hoeveelheid afvalwater per dag komt neer op 2700 liter. Actief-slibsysteem: de Bever De kleinschalige zuiveringinstallatie bestaat uit: bufferpompput, afvalwaterzuiveringstank en een surplus-slibput. De afvalzuiveringstank is het belangrijkste onderdeel van de installatie en bestaat uit: beluchtingsruimte, interne nabezinkingstank en een slibindikker. Het huishoudelijk- en bedrijfsafvalwater wordt verzameld in een bufferpompput van liter. Het afvalwater uit de bufferput wordt door middel van een vuilversnijdende pomp in de afvalwaterzuiveringstank gepompt. Eenmaal in afvalwaterzuiveringstank wordt het afvalwater belucht in de beluchtingsruimte. De beluchting gebeurt niet continu maar wordt gestuurd door een timer. Het verticaal beluchten en het bezinken van het slib zorgt voor een hogere slibconcentratie onderin de beluchtingsruimte tijdens de wachttijd van de beluchter. Wanneer er dus afvalwater in de installatie gepompt wordt, zal dezelfde hoeveelheid worden verdrongen. Onderin de ondergedompelde interne nabezinkingstank bevindt zich het slib dat zorgt voor een mechanische filtratie van de aanvoer uit de beluchtingsruimte. Door deze filtratie worden ook de zeer fijne slibvlokken opgevangen. Aan de bovenkant van de interne bezinkingstank is een open verbinding met de slibindikker. Vanuit de interne nabezinkingstank stroomt het effluent door middel van een aantal slangen naar de effluentcollector. Van hieruit wordt het effluent geloosd in oppervlaktewater. 9.3 Melkveebedrijf met actief-slibsysteem, percolatierietveldje en hergebruik van effluent De kleinschalige waterzuiveringsinstallatie is gedimensioneerd voor het bedrijfsafvalwater en het huishoudelijk afvalwater (6 pers) van het melkveebedrijf. Het bedrijf telt 40 melkkoeien. De koeien worden gemolken in een visgraatsysteem. De melk wordt opgeslagen in een melkkoeltank van liter en wordt driemaal per week opgehaald. Er wordt hoofdzakelijk putwater gebruikt als reinigingswater voor de melkinstallatie. Er wordt hittereiniging toegepast waardoor het waterverbruik beperkt is. Voor het afspuiten van de melkstand en de stallen wordt effluent gebruikt. 50 Prov_O-VL_Integraal_Waterbeheer2010_BW.indd 50 21/12/10 10:09

51 Figuur 9.1 Opbouw zuiveringssysteem De totale hoeveelheid afvalwater per dag komt neer op ca liter. Omwille van het beoogde hergebruik van het effluent is gekozen voor een percolatierietveld als hoofdzuivering. Om de grootte van het rietveld te beperken is een actief-slibsysteem als voorzuivering geplaatst. Het afvalwater van het bedrijf en huishouden wordt verzameld in een kleine betonnen pompput (1) van l. Van daaruit wordt het overgepompt (2) naar een septische put (3) van l. De kleine verzamelput en de pomp zijn nodig omdat sommige afvoerbuizen te laag zitten om een gravitaire afloop te realiseren. Dagelijks wordt vier maal een kleine hoeveelheid (200 à 300 l) afvalwater naar de septische put gepompt. In de septische put ondergaat het afvalwater een beperkte voorzuivering: de ph wordt geneutraliseerd, melkvet gedeeltelijk afgescheiden, zand en voederdeeltjes bezinken, actief chloor reageert uit, Mogelijke reststoffen en schadelijke stoffen worden er verdund en homogeen verdeeld. Zwaardere deeltjes bezinken, deeltjes die lichter zijn dan water vormen een drijflaag. In de sliblaag heeft er een anaëroob afbraakproces plaats. Bij dit proces ontstaan gassen en oplosbare reststoffen. Telkens er water vanuit de verzamelput wordt overgepompt loopt een gelijke hoeveelheid afvalwater vanuit de septische put naar de beluchtingstank (4). Dit is een PE-tank van liter met daarin 2 beluchters (5) die lucht door de vloeistof pompen. Natuurlijk kan dit niet zonder een compressor (6) die naast de installatie staat opgesteld. In de beluchtingstank bevinden zich aërobe bacteriën die de afvalstoffen afbreken en omzetten tot bacterieel slib. Als er nieuw afvalwater in de beluchtingstank komt, loopt een even grote hoeveelheid gezuiverd water over naar een nabezinkingstank (7). In deze PE-tank van l zal het gevormde slib bezinken en loopt het naar een pompput. Van hieruit wordt het gezuiverde water naar een rietveld gepompt (8). Aan de ingang van de nabezinker zit een speciale constructie (zgn. airlift ) (10) om een deel van het bezonken slib terug te sturen. De beluchter werkt niet constant. Voor en terwijl er nieuw afvalwater in het systeem wordt 51 Prov_O-VL_Integraal_Waterbeheer2010_BW.indd 51 21/12/10 10:09

52 gepompt, valt de beluchter een tijdje stil en bezinkt het actief-slib in de beluchtingstank. Zodoende wordt het niet meegesleurd door het water dat overloopt naar de nabezinker. Het (actief)slib in de beluchtingstank zijn de bacteriën die het afvalwater zuiveren. Voor een optimale werking van een actief-slibsysteem is een voldoende grote slibconcentratie, slibleeftijd, een juist zuurstofgehalte en een goede bezinkbaarheid van het slib essentieel wat extra eisen naar sturing, opvolging en onderhoud met zich meebrengt. Omdat het actief-slibsysteem hier vooral bedoeld is als eenvoudige voorzuivering van de gemakkelijkst afbreekbare vervuiling, kunnen de sturing en de exploitatie van het systeem zeer eenvoudig blijven. Het rietveld (9) dient als nazuivering. Het haalt de rest van de organische vervuiling en het niet bezonken slib weg, het bevordert de nutrientenverwijdering en heeft een ontsmettende werking. Het heeft een oppervlak van 12 m² en ligt deels bovengronds en deels ondergronds. Het water komt vanuit het percolatierietveld in een citern (11) terecht. Van daaruit wordt het gebruikt om de melkveestal uit te spuiten, machines te reinigen en gewasbeschermingsmiddelen te verspuiten. De putten worden volledig ondergronds geplaatst. Zicht op het nageschakelde percolatierietveldje. Figuur 9.4 Opbouw 2 biorollen met percolatierietveld 52 Prov_O-VL_Integraal_Waterbeheer2010_BW.indd 52 21/12/10 10:09

53 9.4 Melkveebedrijf met biorollen, percolatierietveld, hergebruik van effluent en gebruik van regenwater als drinkwater voor de koeien Op dit bedrijf is integraal waterbeheer optimaal uitgevoerd. De kleinschalige waterzuiveringsinstallatie op dit melkvee- en varkensbedrijf is gedimensioneerd voor zowel huishoudelijk als voor bedrijfsafvalwater. Op het bedrijf zijn er 32 melkkoeien en wordt enkel regenwater gebruikt (behalve voor de reiniging van de melkinstallatie). Onder de voedergang bevindt zich een regenwateropslag van liter. Dit regenwater wordt vooral gebruikt als drinkwater voor de dieren. Jarenlange metingen tonen aan dat regenwater onbehandeld perfect bruikbaar is als drinkwater voor herkauwers. Voor alle zekerheid wordt hier het water nog eens ontsmet door een U.V.-lamp, voorafgegaan door een fijnfilter en een koolstoffilter. Het afvalwater van de voorspoeling en de melkkoeltank wordt opgevangen in de drijfmestkelder. Enkel de hoofdspoeling en de naspoeling van de melkinstallatie dienen dus gezuiverd te worden, samen met het huishoudelijk afvalwater. Alle silosappen worden opgevangen in een citern en regelmatig uitgereden. Er wordt geen gebruik gemaakt van een bypass. De totale hoeveelheid afvalwater die op een dag wordt geproduceerd bedraagt ca 800 liter. De zuivering van het afvalwater gebeurt met 2 biorollen en een percolatierietveldje als nazuivering. Bij de biorol (1) staat een kunststofdrager centraal waarop de microbiologie zich vasthecht. Het is een soort vloermat met uitsteeksels en is opgerold op rollen van 1 m doorsnede. Bij deze installatie staan er twee biorollen opgesteld naast elkaar. Het afvalwater wordt regelmatig over de biorollen gesproeid. Het water loopt door de rollen en komt er in contact met micro-organismen en zuurstof. Op de kunststofdrager ontwikkelen zich micro-organismen die de verontreiniging uit het afvalwater opnemen en omzetten in goed bezinkbaar microbieel slib. Het water wordt onderaan opgevangen in een betonnen kuip (2) en afgevoerd naar een ondergrondse citern. De biorollen in de betonnen kuip en de sproeiers (6) die het afvalwater verdelen zijn het bovengronds gedeelte van de installatie. Er is daarnaast een belangrijk ondergronds gedeelte, met name twee ondergrondse citerns die ieder drie kamers bevatten. De eerste citern dient als septische put (3). Met andere woorden hier wordt het afvalwater verzameld en ondergaat het een primaire zuivering. De tweede septische put (4) dient als pompput en als nabezinker voor het gezuiverde water. In de eerste kamer van de tweede citern hangt een dompelpomp (5). Die stuurt het water naar de biorollen. Het afvalwater loopt vervolgens door de rollen, wordt opgevangen en komt uiteindelijk terug in dezelfde put. Als het pompen start, daalt het waterniveau in de pompput aanzienlijk. Dit doordat er veel water (150 l) opgenomen wordt door het systeem. Op dat ogenblik wordt nieuw afvalwater in de pompput gebracht door een pomp (7) die in de septische put hangt. Het afvalwater in de pompput wordt dan gedurende 3 uur over de biorollen De micro-organismen zitten vast gehecht op de kunststofdrager van de biorol. Een percolatierietveld en een vijver zorgen voor een extra zuivering en als opslag voor hergebruik. Prov_O-VL_Integraal_Waterbeheer2010_BW.indd 53 21/12/10 10:09

54 gesproeid. Daarna valt de pomp stil. Het water vloeit uit de biorollen waardoor het niveau in de pompput stijgt. Een hoeveelheid water loopt over naar de volgende kamer waar het gevormde slib kan bezinken en tenslotte naar de laatste kamer met een effluentpomp (8) die het water naar een percolatierietveld (9) pompt. In de nabezinker staat een pomp (11) die het slib af en toe terugpompt naar de septische put. Deze pomp kan ook gebruikt worden om gezuiverd water terug te sturen naar de septische put om zo een betere stikstofverwijdering te bekomen. Het rietveld heeft een oppervlak van 9 m² en ligt volledig bovengronds. Vanuit de filterbuizen loopt het water in een kleine vijver (15 m²) (10) en wordt het opgepompt voor hergebruik. Na het rietveld is het effluent sanitair veilig voor hergebruik. 9.5 Melkveebedrijf met percolatierietveld en hergebruik van effluent Dit bedrijf heeft melkvee (30 koeien en bijhorend jongvee) en ijsbereiding. Er wordt per dag gemiddeld ongeveer liter bedrijfs- en huishoudelijk afvalwater geproduceerd. Door de ijsbereiding is de afvalwaterproductie zeer wisselvallig met belangrijke pieken in de zomer, rond kerstdag en communieperiode. Een percolatierietveld kan dergelijke wisselende belastingen vlot verwerken zonder negatief effect op de effluentkwaliteit. Het bedrijfsafvalwater en het huishoudelijk afvalwater worden verzameld in een grote septische put van l (1). Daar ondergaat het een beperkte voorzuivering. Van daaruit loopt het over naar de pompput, met een inhoud van l (2). Het rietveld (3) van 75 m² is deels ondergronds (-60 cm) en deels bovengronds(+60 cm) uitgegraven en heeft dus een totale diepte van 1,20 m. In het zand zijn toeslagstoffen aangebracht om de werking te verbeteren. Onderaan het rietveld zit stro in het zand gemengd om de denitrificatie te verbeteren. Om de fosfaten uit het afvalwater te halen zit er onderin het zand kalkhoudende leisteen en is er in het midden van de zandlaag ijzervijlsel gemengd. Het afvalwater wordt op het rietveld gepompt, telkens het water een bepaald niveau bereikt heeft in de pompput. Door middel van een verdeelsysteem wordt het afvalwater over het rietveld Figuur 9.7 Opbouw percolatierietveld pompput liter percolatierietveld 75 m² recirculatieputje retour naar pompput 54 Prov_O-VL_Integraal_Waterbeheer2010_BW.indd 54 21/12/10 10:09

55 Volgroeid percolatierietveld met sturingskast, septische put en pompput. Kokosbiobed verdeeld en het water sijpelt langzaam doorheen het zand. Zwevende stoffen worden uitgefilterd en opgeloste stoffen worden afgebroken door micro-organismen die zich op de rietwortels en zandkorrels bevinden. De drainagebuizen onderaan het rietveld voeren het water naar een recirculatieput (4). Dit is een regenwaterput van l. Van hier uit wordt het effluent hergebruikt om de melkstand, stallen en machines af te spuiten of om gewasbeschermingsmiddelen te verspuiten. Een nazuivering voor hergebruik is niet nodig aangezien percolatierietvelden een helder en constant effluent afleveren met een minimum aan zwevend materiaal. Daarenboven worden ook ziektekiemen uit het afvalwater verwijderd zodat het effluent sanitair veilig te hergebruiken is. 9.6 Melkveebedrijf met kokosbioded De kleinschalige waterzuiveringsinstallatie is gedimensioneerd voor het huishoudelijk afvalwater (van 2 woningen en 6 personen) en bedrijfsafvalwater van het melkveebedrijf. Het bedrijf telt 80 stuks melkvee en 560 vleesvarkens. De koeien worden gemolken met een 2 maal 3 tandem en de melk wordt opgeslagen in melkkoeltank van 8000 liter. De totale hoeveelheid afvalwater komt neer op ca liter per dag. Het huishoudelijk afvalwater en bedrijfsafvalwater worden opgevangen in een septische put van liter. Het water loopt gravitair over naar de pompput. Van hieruit wordt het voorbezonken afvalwater met tussenposen over gepompt via de leidingen naar het kokosbiobed. Het afvalwater wordt in eerste instantie geabsorbeerd door het bovenliggende, luchtige materiaal. Kokos heeft een zeer grote relatieve oppervlakte waarop het vuil zich zeer fijn verdeelt zodat het zeer intensief kan afgebroken worden door de bacteriën. Gezuiverd afvalwater komt na filtering in de onderlaag van het kokosbiobed terecht en wordt afgevoerd naar de effluentput vanwaar het geloosd kan worden in oppervlaktewater. 9.7 Melkveebedrijf met lavafilter en hergebruik van afvalwater Het melkveebedrijf telt een 40-tal koeien en ca 750 melkgeiten. Voor de zuivering van het afvalwater van de 2 melkhuisjes is er een afvalwaterzuiveringsinstallatie gebouwd op basis van een lavafilter van 12 m³. Het afvalwater wordt gezuiverd in een compacte lavafilter en nagezuiverd in een percolatieveld voor hergebruik. 55 Prov_O-VL_Integraal_Waterbeheer2010_BW.indd 55 21/12/10 10:09

56 Het gezuiverde water wordt nagezuiverd in een klein percolatierietveldje van 6 m³ en hergebruikt voor het reinigen van de melkstanden, stallen en machines of om gewasbeschermingsmiddelen te verspuiten. Het afvalwater van de bedrijfswoning, het melkhuis van de koeien en het melkhuis van de geiten wordt verzameld in een septische put van l. De overloop van de septische put wordt via een verdeelputje naar de 2 parallelle lavafilters van elk 6 m³ geleid. Deze lavafilters zijn opgebouwd in open betonnen prefabputten. Onderin de putten staat een laag van ca l water. Op een rooster boven de waterlaag ligt telkens 10 m³ lava. Het afvalwater komt in de waterlaag terecht en wordt met tussenpozen regelmatig over de lavastenen verdeeld via een verdeelsysteem dat in de lava is aangebracht. De pompen zijn bereikbaar via PVC kokers die tot onder de rooster van de lava komen. Het gezuiverde water wordt dagelijks weggepompt, geheel of gedeeltelijk via een percolatieveldje als nazuivering voor hergebruik. Ook het percolatieveldje is opgebouwd in een prefab betonnen put op een rooster. Onder het rietveldje zit er een opslag van l effluent. Dit effluent wordt verlucht via 2 PVC kokers. Vanuit de opslag wordt het water opgepompt voor hergebruik. Op die manier is het rietveldje en de opslag heel compact gehouden (6 m²). 9.8 Vollegrondsgroentebedrijf met zuivering en hergebruik van waswater Op dit bedrijf worden zowel vollegrondsgroenten als glasgroenten geteeld. Zowel de preiteelt als de wortelteelt zorgen voor grote hoeveelheden afvalwater. Het afvalwater is afkomstig van het wassen van prei en busselwortelen. De vervuilingsgraad is beperkt door de prei droog te schonen en door de constructie van de wasmachine. De prei wordt manueel schoongemaakt (droogschonen). Na het schonen wordt de prei afgespoeld (1) en in veilingbakken gesorteerd. Volgens de bedrijfsleider wordt op die manier evenveel prei gekuist als met een pelmachine. Een pelmachine verbruikt echter meer water en slaat de bladeren meer kapot. Hierdoor komen er meer groentesappen en stuk- Figuur 9.10 Opbouw zuiveringssysteem in preiteelt 56 Prov_O-VL_Integraal_Waterbeheer2010_BW.indd 56 21/12/10 10:09

57 jes blad in het afvalwater terecht. De preiresten komen in een goot (2) onder de spoelinstallatie en worden op een kar geladen via een schuifsysteem. Het spoelwater komt in een aparte verzamelbak (3) onder de spoelinstallatie en wordt via een afzonderlijke buis naar de bezinkput geleid. Zo komen groenteresten niet in contact met het spoelwater en blijft het water langer proper. Het afvalwater komt eerst in een relatief kleine en ondiepe put waar de grofste gronddeeltjes al bezinken (4). Deze wordt geregeld leeggeschept. Via een fijne zeef gaat het afvalwater dan naar een grote bezinkput (2 compartimenten) (5) van in totaal ca. 40 m³. Het water werd aanvankelijk om de 5 à 6 weken vervangen omdat het organisch materiaal in het waswater te veel geurhinder veroorzaakt. Ook het regenwater van het dak van de loods komt in deze bezinkputten terecht, zodat een deel van het water ververst wordt bij regen. In het achterste gedeelte van de bezinkput zijn dragermateriaal en 2 beluchtingsschijven aangebracht. Door het water te beluchten kan met behulp van aërobe bacteriën het organisch materiaal afgebroken worden. De beluchting gebeurt door twee beluchtingschijven in het bezinkbekken. Deze worden aangedreven door een kleine compressor. Boven de beluchters is een dragermateriaal aangebracht waarop de bacteriën zich kunnen vastzetten. Om het dragermateriaal vast te zetten zit alles in een gegalvaniseerde stalen kooi. Dragermateriaal en beluchter bevinden zich in een ijzeren kooi. De constructie wordt in een bezinkingsput geplaatst. 9.9 Azaleabedrijf met ontsmetting en hergebruik van gietwater Dit azaleabedrijf streeft naar een duurzame en milieubewuste teelt en springt erg spaarzaam om met water, de belangrijkste productiefactor. Het bedrijf wil verontreiniging van het grond- en oppervlaktewater door nutriënten en gewasbeschermingsmiddelen voorkomen. Containervelden met azalea's. Het bedrijf bestaat uit 4 ha binnenteelt onder glazen en plastiek serres en 4 ha buitenteelt op containervelden. 1 ha van de binnenteelt is lava, de rest is aangelegd volgens het klassiek systeem nl. afgedekt met landbouwfolie en daarboven een antiworteldoek. Als aanmaakwater wordt op het bedrijf gebruik gemaakt van hemelwater en ondiep grondwater. Er is een foliebassin aanwezig van 4000 m 3 waarin de helft van het hemelwater wordt opgevangen dat op het dak van de serres valt. Prov_O-VL_Integraal_Waterbeheer2010_BW.indd 57 21/12/10 10:09

58 Daarnaast beschikt het bedrijf over een grote open vijver (6 500 m 3 ), dit is een mengeling van ondiep grondwater en hemelwater (andere helft van het hemelwater dat op het dak van de serres valt). In de serres gebeurt de irrigatie via bovenberegening, op de containervelden buiten worden gietwagens gebruikt. Aan het beregeningswater worden de meststoffen toegevoegd. Het overtollige giet- en drainwater van de verschillende velden wordt opgevangen en via een zeefbocht in een grote citern van 820 m 3 verzameld. Via deze zeefbocht wordt een primaire zuivering gerealiseerd, het grof organisch materiaal wordt uit het drainwater verwijderd. Uit vrees voor de verspreiding van plantpathogenen (vnl. Phytophtora bij azalea) wordt het water ontsmet door middel van een hoge druk UV-ontsmetter en opgevangen in een volgende citern van 600 m 3. Een hoge transmissiewaarde is van belang voor een goed functionerende UV-installatie. Daarom is er voor de UV-filter een multi media (=snelle zandfilter) geplaatst. De UV-ontsmetter op dit bedrijf kan 12 m 3 /h verwerken en staat ingesteld op een stralingsdosis van 150 mj/cm 2. Het ontsmet water wordt tijdens het gieten in de aanzuig gemengd met vers aanmaakwater. Daarna passeert het via de voedingsunit waarbij het voedingsniveau terug op peil wordt gebracht en keert als gietwater terug naar de planten. Het drainwater dat niet verder hergebruikt wordt in de teelt (=spuistoom), kan op dit bedrijf onder bepaalde voorwaarden geloosd worden op de riolering. Voor de verwerking van het spoelwater belast met gewasbeschermingsmiddelen beschikt het bedrijf over een pilootinstallatie-bioremediatiesysteem, met name een fytobak. Dit systeem biedt het bedrijf de mogelijkheid om het restwater van gewasbeschermingsmiddelen op te slaan en meteen ook te verwerken op het bedrijf zelf. De mobiele fytobak is een open container verdeeld in twee compartimenten. Het eerste compartiment is opgevuld met organisch materiaal (stro, groencompost, potgrond en koemest). Via een verdeelsysteem wordt het restwater van de gewasbeschermingsmiddelen verdeeld over het organisch materiaal. De aanwezige micro-organismen zorgen voor de afbraak van de spuitresten. Op de bodem van het eerste compartiment ligt een drainagebuis om het percolaat op te vangen. Dit water komt terecht in het tweede compartiment, de plantenbak. Figuur 9.13 Schema van de proefinstallatie fytobak Een doorschijnend dak beschermt de fytobak tegen regen en bevordert de verdamping van water 4 Afvalwater wordt uitgesproeid over een organisch substraat (mengsel van stro, compost, potgrond, koemest,...) 2 3 Afbraak van gewasbeschermingsmiddelen door micro- organismen 5 Verdamping van water door planten 1 Reservoir voor afvalwater 6 Drainage van het overtollige water met retour naar het reservoir 58 Prov_O-VL_Integraal_Waterbeheer2010_BW.indd 58 21/12/10 10:09

59 Hoge druk UV lamp Ontijzeringsinstallatie Grassen, zoals zegge, en klimop zijn min of meer resistent tegen resten van gewasbeschermingsmiddelen en hebben een grote verdampingscapaciteit. De plantengroei is een belangrijke indicator voor de goede werking van de fytobak. Het overblijvende water wordt opgevangen en teruggevoerd naar het reservoir van het restwater, waardoor een gesloten circuit ontstaat. Door deze werkwijze is er nooit effluent, immers binnen de huidige wetgeving mag geen effluent geloosd worden. Bovenop de fytobak wordt een lichtdoorlatend dak geplaatst om enerzijds de verdamping te bevorderen en te vermijden dat regenwater in de fytobak komt Substraatbedrijf trostomaat met hoge druk UV en hergebruik van drainwater Dit bedrijf is overgeschakeld naar een gesloten teeltsysteem van tomaat op substraat (steenwol). Het gaat hier om een bedrijf met 1,6 ha trostomaat. Het teeltsysteem bestaat uit steenwolmatten op een genivelleerde ondergrond, waarin drainslangen liggen die het overtollige drainwater opvangen. Figuur 9.15 Recirculatiesysteem Voedingsoplossing naar planten sturen meststoffen Voedingsunit: samenstelling gietwater Opvang drainwater Hergebruik drainwater Mengeling Water / drainwater spuiwater ontsmetting Drainwater Ontsmet drainwater Grondwater Regenwater Uitgangswater 59 Prov_O-VL_Integraal_Waterbeheer2010_BW.indd 59 21/12/10 10:09

60 Dit drainwater wordt via de drainslangen in een kleine opvangcitern verzameld, van waaruit het overgepompt wordt naar een grotere opvangbassin (76 m³) voor niet-ontsmette drain. Het drainwater wordt s nachts met behulp van een hoge druk UV-installatie ontsmet (4-5 m³/u, 110 mj/cm²). Er wordt enkel ontsmet tegen schimmels (en bacteriën), omdat virussen zich ook gemakkelijk op andere manieren dan via het gietwater kunnen verspreiden in de teelt. De inhoud van het waterbekken voor het ontsmette drainwater is eveneens 76 m³. Van hieruit wordt het drainwater bijgemengd bij vers regen- en putwater en worden de meststoffen bijgedoseerd. Tenslotte wordt dit voedingswater toegediend aan de tomatenplanten met behulp van een druppelirrigatiesysteem. Voor de opvang van regenwater is een folievijver van m 3 aangelegd. Alhoewel hier gemiddeld ca. 90% van de regenval mee opgevangen kan worden, dient toch nog een gedeelte boorputwater voor gietwater gebruikt te worden. Het bijmengen van het grondwater geeft een betere ph-buffering van het gietwater. De ph-buffering van regenwater is erg laag. Reeds in het voorjaar wordt met bijmengen van boorputwater (ca.15-20%) gestart om een stabieler gietwatersamenstelling over het teeltseizoen te bekomen en om langer hergebruik van drainwater mogelijk te maken in de zomermaanden. Opslagsilo s voor drainwater en langzame zandfilter in openlucht op het bedrijf. Als langer met bijmengen van boorputwater gewacht wordt, dreigt het gevaar dat in de zomermaanden bij regenwatertekorten een vrij hoog bijmengpercentage van boorputwater gehanteerd moet worden met een toename in zoutgehalte in de substraatmatten tot gevolg. Omdat het boorputwater veel ijzer bevat, wordt het water vooraf ontijzerd in een ontijzeringsinstallatie. De samenstelling van het drainwater wordt tweewekelijks en in de zomerperiode veelal zelfs wekelijks gecontroleerd om de bemesting van het gietwater optimaal te kunnen uitvoeren en zo zoutophoping in de substraatmatten maximaal te vermijden Substraatteelt trostomaat met ontsmetting van regenwater en drainwater via langzame zandfilter Dit bedrijf teelt 1,2 ha trostomaten op substraat (steenwol). De bedrijfsoppervlakte was te klein om een hoge druk UV-ontsmetter te installeren (lage rendabiliteit). Daarom is gekozen voor waterontsmetting via langzame zandfiltratie. Omdat na onderzoek door ILVO gebleken was dat het regenwaterbassin besmet was met Fusarium werd er voor gekozen om naast het drainwater ook het regenwater te ontsmetten. Voor de ontsmetting van het regenwater en het drainwater zijn er twee langzame zandfilters (LZF) op het bedrijf. Beide LZF s staan buiten, maar één ervan is geïsoleerd. In de wintermaanden (weinig drain) wordt enkel de geïsoleerde LZF gebruikt. In de zomermaanden worden beide gebruikt. Dan is ook de temperatuur in de niet-geïsoleerde LZF voldoende hoog voor een optimale werking. Het drainwater komt eerst in een drainopvang van l, van waar het overgepompt wordt in een 30 m³ citern (buiten) voor niet-ontsmet drainwater. Er zijn nog 2 citerns voor ontsmet drainwater: 30 m³ binnen m³ buiten. 60 Prov_O-VL_Integraal_Waterbeheer2010_BW.indd 60 21/12/10 10:09

61 De langzame zandfilter is gebouwd op basis van onderzoekservaring op het ILVO te Merelbeke (Gent). De eerste zandlaag (ca. 1,5 m dik) bestaat uit fijn gewassen zand, vrij van klei, leem en kalk. De korrelgrootte is kleiner dan 2 mm. Om verstopping van het filter te vermijden mag het zand niet al te fijn zijn en dient het absoluut om gewassen zand te gaan. Onder het zandpakket bevinden zich 2 grindlagen. Deze zijn beiden circa 15 cm dik. Ze zijn wel van een verschillende diameter (grindlaag 1: korrelgrootte 8-16 mm; grindlaag 2: mm). Onderaan de langzame zandfilter zijn er dan drainageslangen aanwezig om het ontsmette water af te voeren. Voor een optimale ontsmetting wordt de doorstroomsnelheid van 100 liter per m² zandoppervlak gehouden. Via een flowmeting aan de uitstroom van de LZF kan dit gecontroleerd en bijgestuurd worden. Omdat de toplaag van de langzame zandfilter gevoelig is voor verslemping en verstopping, gebeurt er een voorfiltratie (multimediafilter) om fijne vuildeeltjes en algen te verwijderen. 61 Prov_O-VL_Integraal_Waterbeheer2010_BW.indd 61 21/12/10 10:09

integraal waterbeheer op land- en tuinbouwbedrijven

integraal waterbeheer op land- en tuinbouwbedrijven integraal waterbeheer op land- en tuinbouwbedrijven Woord vooraf 4 Integraal waterbeheer 6 Wetgeving 8 2.1 Zuiveringszones 9 2.2 Lozen van afvalwater volgens VLAREM 9 Waterbronnen op het bedrijf 12 3.1

Nadere informatie

Vragenlijst Integraal Waterbeheer op land- en tuinbouwbedrijven in uw gemeente /stad

Vragenlijst Integraal Waterbeheer op land- en tuinbouwbedrijven in uw gemeente /stad Vragenlijst Integraal Waterbeheer op land- en tuinbouwbedrijven in uw gemeente /stad Water is een kostbaar goed en vormt één van de basisbehoeften in onze maatschappij. Wereldwijd wordt water steeds schaarser.

Nadere informatie

Afzet spuistroom praktisch bekeken. Stefaan Kint Tuinbouwconsulent Boerenbond

Afzet spuistroom praktisch bekeken. Stefaan Kint Tuinbouwconsulent Boerenbond Afzet spuistroom praktisch bekeken Stefaan Kint Tuinbouwconsulent Boerenbond 1 Inhoud Maximaal recirculeren Correcte afzet spuistroom Rekenvoorbeelden Opslagcapaciteit spuistroom Afwijkingen opslagcapaciteit

Nadere informatie

De bedrijfsdoorlichting als mogelijke oplossing?!

De bedrijfsdoorlichting als mogelijke oplossing?! De bedrijfsdoorlichting als mogelijke oplossing?! Marijke Dierickx Hoe ga ik correct om spuistroom? 7/12/2010 Situering rol erkende centra Bedrijfsdoorlichting, hoe verloopt dat? Waar kan ik terecht? Praktijkvoorbeelden

Nadere informatie

Sterk met Melk. Afvalwater en -zuivering

Sterk met Melk. Afvalwater en -zuivering Sterk met Melk Brugse Ommeland en Meetjesland Deze informatie is geschreven in het kader v an het project Sterk met Melk en als achtergrondinformatie gegev en aan de deelnemers. De informatie is gebaseerd

Nadere informatie

www.vlaanderen.be/landbouw/praktijkgidswater WATER IN DE LAND- EN PRAKTIJKGIDS TUINBOUW

www.vlaanderen.be/landbouw/praktijkgidswater WATER IN DE LAND- EN PRAKTIJKGIDS TUINBOUW PRAKTIJKGIDS WATER IN DE LAND- EN TUINBOUW www.vlaanderen.be/landbouw/praktijkgidswater Water is onmisbaar op het land- en tuinbouwbedrijf. Het is essentieel als drinkwater voor het vee, als gietwater,

Nadere informatie

Waterportaal. Waterportaal als BELANGRIJKSTE aanspreekpunt!

Waterportaal. Waterportaal als BELANGRIJKSTE aanspreekpunt! Waterportaal Waterportaal als BELANGRIJKSTE aanspreekpunt! Wie zijn we? Initiatief van de provincie Oost-Vlaanderen Vijf samenwerkende partners: Missie De missie van het Waterportaal is drieledig: 1) Loketfunctie

Nadere informatie

Grondwaterbescherming in Vlaanderen

Grondwaterbescherming in Vlaanderen Grondwaterbescherming in Vlaanderen Brugge, 12 mei 2014 Dominique Huits 175 personeelsleden 30 ha eigen proefvelden (12 ha biologisch) Jaarlijks ± 80 proefvelden bij landbouwers verspreid over de provincie

Nadere informatie

6.1. Kan dit water rechtstreeks in de gracht geloosd worden? p Drinkwater vee p Huishoudelijk afvalwater p 16

6.1. Kan dit water rechtstreeks in de gracht geloosd worden? p Drinkwater vee p Huishoudelijk afvalwater p 16 INHOUD Inleiding p 3 Deel 1. Inzicht in de wetgeving p 4 1. Beschikbaar water op het melkveebedrijf p 4 2. Het lozen van afvalwater op het melkveebedrijf p 5 2.1. Zuiveringszones p 5 2.2. Soorten afvalwater

Nadere informatie

Hoe behandel ik mijn afvalwater?

Hoe behandel ik mijn afvalwater? 19 Hoe behandel ik mijn afvalwater? Zuivering rond het huis Een groot deel van de Vlaamse gezinnen zal zelf moeten instaan voor de zuivering van het huishoudelijk afvalwater. De behandeling van afvalwater

Nadere informatie

Vlaams Kenniscentrum water

Vlaams Kenniscentrum water Vlaams Kenniscentrum water IBA s in de praktijk 1 Niet vaak meer ingezet, eerder polishingstap oa landbouw (mestverwerking, verwijdering nitraat) 2 2/ Horizontaal doorstroomd bed (geen direct contact met

Nadere informatie

Hemelwater Studiedag KNVA, 28 februari. Michel Cuypers

Hemelwater Studiedag KNVA, 28 februari. Michel Cuypers Studiedag KNVA, 28 februari Michel Cuypers Waterbronnen Hemelwater kwalitatief ok investeren in waterbassin/silo/filter/ontsmetting /algenbestrijding Grondwater beschikbaarheid milieuvergunning aanwezigheid

Nadere informatie

MAP meetpunt met invloed van glastuinbouw

MAP meetpunt met invloed van glastuinbouw MAP meetpunt met invloed van glastuinbouw Studiedag bemesting, 3 juni 2014 Maarten Van Mechelen 1, Els Berckmoes 2,Marijke Dierickx ³, Els Mechant ³, Elise Vandewoestijne 4 & An Decombel 5, Stan Verdonck

Nadere informatie

ADLO demoproject Opvangen van drainwater. Inleiding. Studiedag Bemesting. containervelden Timing: 1 april maart 2014 Doelstelling:

ADLO demoproject Opvangen van drainwater. Inleiding. Studiedag Bemesting. containervelden Timing: 1 april maart 2014 Doelstelling: ADLO demoproject 2011 18 Studiedag Bemesting Kwaliteitsvolle planten met reductie van nutriëntenuitspoelingen op tray en containervelden Kwaliteitsvolle planten met reductie van nutriëntenuitspoeling op

Nadere informatie

Hemelwater Wat moet? Wat mag?

Hemelwater Wat moet? Wat mag? Onze kantoren 3 Hemelwater Wat moet? Wat mag? Lies Bamelis UNITED EXPERTS (Profex) 27/06/2019 4 Welke alternatieve waterbronnen zijn er? Hemelwater Grondwater Effluent Opp. water Leidingwater 5 Waarom

Nadere informatie

Hemelwateropvang: van dimensionering tot praktische aanleg

Hemelwateropvang: van dimensionering tot praktische aanleg Hemelwateropvang: van dimensionering tot praktische aanleg Studie-avond, 26-28 november 2013 Stan Verdonck 6, Maarten Van Mechelen 1, Els Berckmoes 2,Marijke Dierickx ³,Els Mechant ³, Elise Vandewoestijne

Nadere informatie

GEMEENTELIJKE VERORDENING INZAKE HEMELWATERPUTTEN, INFILTRATIEVOORZIENINGEN, BUFFERVOORZIENINGEN, GESCHEIDEN LOZING VAN AFVALWATER EN HEMELWATER

GEMEENTELIJKE VERORDENING INZAKE HEMELWATERPUTTEN, INFILTRATIEVOORZIENINGEN, BUFFERVOORZIENINGEN, GESCHEIDEN LOZING VAN AFVALWATER EN HEMELWATER GEMEENTELIJKE VERORDENING INZAKE HEMELWATERPUTTEN, INFILTRATIEVOORZIENINGEN, BUFFERVOORZIENINGEN, GESCHEIDEN LOZING VAN AFVALWATER EN HEMELWATER Onderhavige verordening bevat voorschriften inzake het plaatsen

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR DE WATERKWALITEIT

ONDERZOEK NAAR DE WATERKWALITEIT ONDERZOEK NAAR DE WATERKWALITEIT Naam: Klas: Datum: 1 Situering van het biotoop Plaats: Type water: vijver / meer / ven / moeras/ rivier / kanaal / poel / beek / sloot / bron Omgeving: woonkern / landbouwgebied

Nadere informatie

Soorten water en waterkwaliteit. Beschikbaarheid. Kwaliteit. Kosten

Soorten water en waterkwaliteit. Beschikbaarheid. Kwaliteit. Kosten Soorten water en waterkwaliteit Het ene water is het andere niet. Proef maar eens het verschil in kraanwater in Rotterdam of Breda. Of vergelijk het water uit een flesje Spa maar eens met een flesje Sourcis.

Nadere informatie

Regenwaterhergebruik in Vlaanderen

Regenwaterhergebruik in Vlaanderen Regenwaterhergebruik in Vlaanderen Wendy Francken Directeur VLARIO Inhoud Wetgevend kader Draagvlak Enkele technische aspecten Kosten en baten Duurzaamheid Wetgevend kader Waarom afkoppelen? vermindering

Nadere informatie

Hergebruik van recirculatiewater in de aardbei stellingteelt

Hergebruik van recirculatiewater in de aardbei stellingteelt Hergebruik van recirculatiewater in de aardbei stellingteelt Bij de teelt van aardbeien op stellingen is het mogelijk om water en mineralen optimaler te gebruiken. Van de bemesting (stikstof en fosfaat)

Nadere informatie

Zuivering van restwater van het spuittoestel ADLO demonstratieproject

Zuivering van restwater van het spuittoestel ADLO demonstratieproject Zuivering van restwater van het spuittoestel ADLO demonstratieproject Marc Goeminne - PCA jaarlijkse studiedag aardappelen PCA Oudenaarde, 27 januari 2015 met dank aan Ellen Pauwelijn, Inagro en de project

Nadere informatie

Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen vzw Interprovinciaal Proefcentrum voor de Aardappelteelt vzw

Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen vzw Interprovinciaal Proefcentrum voor de Aardappelteelt vzw Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen vzw Interprovinciaal Proefcentrum voor de Aardappelteelt vzw Programma Wat is puntvervuiling? Oorzaken? Gevolgen? Oplossingen! Demo: bouw een

Nadere informatie

Het tweede artikel geeft toelichting bij de dienst Water voor alle vragen rond het

Het tweede artikel geeft toelichting bij de dienst Water voor alle vragen rond het NIEUWSBRIEF TECHNOLOGISCHE DIENSTVERLENING WATER DUURZAAM EN INNOVATIEF OMGAAN MET WATER IN DE TUINBOUW Beste lezer, Na een periode van stilte is de Adviesdienst WATER van het PCS reeds enkele maanden

Nadere informatie

Beheer van waterbronnen : Do s & Don ts

Beheer van waterbronnen : Do s & Don ts Beheer van waterbronnen : Do s & Don ts Aquarama 2018 Lies Bamelis 2 United Experts De adviesgroep United Experts brengt bedrijven met diverse expertises en complementaire skills samen. Elke onderneming

Nadere informatie

Correct spuistroomgebruik = drastische verbetering lokale waterkwaliteit

Correct spuistroomgebruik = drastische verbetering lokale waterkwaliteit Correct spuistroomgebruik = drastische verbetering lokale waterkwaliteit OVERZICHT Het Mestdecreet Doelstelling Historiek Tuinbouwbesluit De Mestbankaangifte Aangifteplicht Aangifte grondloze tuinbouw

Nadere informatie

WAT BIED BORALIT AAN?

WAT BIED BORALIT AAN? WAT BIED BORALIT AAN? Boralit bied 2 systemen aan. Een intensief en een extensief systeem. Wat is het verschil? Bij een intensief systeem wordt er zuurstof in de zuivering geblazen door middel van een

Nadere informatie

Hoofdstuk 1: Definities

Hoofdstuk 1: Definities OPGELET: De Vlaamse Regering heeft op 5 juli 2013 deze nieuwe verordening hemelwater definitief goedgekeurd. Het besluit treedt in werking op 1 januari 2014. Hieronder vindt u de tekst die van toepassing

Nadere informatie

Werkblad voor de leerling

Werkblad voor de leerling Werkblad voor de leerling werken aan zuiver water 1. Kies het juiste antwoord Water uit een gemengd rioolstelsel dat op de RWZI wordt verwerkt is: 1. regenwater 2. huishoudelijk afvalwater 3. een mengsel

Nadere informatie

NIEUWSBRIEF TECHNOLOGISCHE DIENSTVERLENING WATER DUURZAAM EN INNOVATIEF OMGAAN MET WATER IN DE TUINBOUW. Beste lezer,

NIEUWSBRIEF TECHNOLOGISCHE DIENSTVERLENING WATER DUURZAAM EN INNOVATIEF OMGAAN MET WATER IN DE TUINBOUW. Beste lezer, NIEUWSBRIEF TECHNOLOGISCHE DIENSTVERLENING WATER DUURZAAM EN INNOVATIEF OMGAAN MET WATER IN DE TUINBOUW Beste lezer, In dit nummer: Opslag van spuistroom Neerslaggegevens 2008 Vermindering emissie van

Nadere informatie

Figuur 1 Zuiveringsinstallatie

Figuur 1 Zuiveringsinstallatie Richtlijn 91/271/EEG: Situatierapport ex artikel 16 Nederland, situatie op 31 december 1998 Inzameling, transport en behandeling van afvalwater in Nederland Bij allerlei activiteiten in huis en bedrijf

Nadere informatie

Controle van de voorwaarden uit de verordening hemelwater bij een aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning of een melding

Controle van de voorwaarden uit de verordening hemelwater bij een aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning of een melding Controle van de voorwaarden uit de verordening hemelwater bij een aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning of een melding RO-01-131028 Waarvoor dient dit formulier? Met dit formulier kunt u nagaan

Nadere informatie

AFVALWATERPROBLEMATIEK MELKVEEBEDRIJVEN

AFVALWATERPROBLEMATIEK MELKVEEBEDRIJVEN AFVALWATERPROBLEMATIEK OP MELKVEEBEDRIJVEN Deze brochure wordt u aangeboden door: Vlaamse overheid Departement Landbouw en Visserij Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling Melkvee Baron Ruzettelaan 1 8310

Nadere informatie

Addendum B25 Verordening hemelwater

Addendum B25 Verordening hemelwater Addendum B25 Verordening hemelwater 1 Met dit addendum kunt u nagaan of uw aanvraag of melding voldoet aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening van 5 juli 2013 inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen,

Nadere informatie

Waterverbruik per minuut reiniging melkstand? l/min Aantal minuten per reinigingsbeurt? Waterverbruik per minuut reiniging stallen?

Waterverbruik per minuut reiniging melkstand? l/min Aantal minuten per reinigingsbeurt? Waterverbruik per minuut reiniging stallen? Waterefficiëntie en het gebruik van alternatieve waterbronnen Waterefficiëntie: jaarlijkse melkproductie (l)/jaarlijks totaal waterverbruik (m 3 ). Jaarlijkse melkproductie? Jaarlijks totaal watergebruik

Nadere informatie

BIOREMEDIATIESYSTEMEN WETTELIJK KADER. Annie Demeyere Dep.L&V Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling

BIOREMEDIATIESYSTEMEN WETTELIJK KADER. Annie Demeyere Dep.L&V Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling BIOREMEDIATIESYSTEMEN WETTELIJK KADER Annie Demeyere Dep.L&V Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling Bioremediering wetgeving Richtlijn Duurzaam gebruik van pesticiden (EU 2009/128) Vlaanderen: Vlarem -

Nadere informatie

OM MEER TE WETEN OVER DE INRICHTINGEN

OM MEER TE WETEN OVER DE INRICHTINGEN OM MEER TE WETEN OVER DE INRICHTINGEN De meest voorkomende inrichtingen worden hieronder vermeld. Voor meer details, raadpleeg www.nwrm.eu (NWRM: Natural Water Retention Measures), Europese nomenclatuur

Nadere informatie

Regenwater een hemels geschenk. Subsidiemogelijkheden voor hergebruik en afkoppeling afvoer

Regenwater een hemels geschenk. Subsidiemogelijkheden voor hergebruik en afkoppeling afvoer Regenwater een hemels geschenk Subsidiemogelijkheden voor hergebruik en afkoppeling afvoer Hergebruik en afkoppelen van regenwater Bouw- of verbouwplannen? Maak meteen uw regenwaterafvoer klimaatbestendig!

Nadere informatie

Spoel- en/of restwater: Waar naartoe ermee?

Spoel- en/of restwater: Waar naartoe ermee? Spoel- en/of restwater: Waar naartoe ermee? Els Pauwels ADLO-Project (2014-2016): Sensibilisering rond puntvervuiling en biozuiveringssystemen in alle land- en tuinbouwsectoren in West- en Oost- Vlaanderen

Nadere informatie

Spoel- en/of restwater: Waar naartoe ermee?

Spoel- en/of restwater: Waar naartoe ermee? Spoel- en/of restwater: Waar naartoe ermee? Els Pauwels ADLO-Project (2014-2016): Sensibilisering rond puntvervuiling en biozuiveringssystemen in alle land- en tuinbouwsectoren in West- en Oost- Vlaanderen

Nadere informatie

Praktische opdracht ANW Waterzuivering

Praktische opdracht ANW Waterzuivering Praktische opdracht ANW Waterzuivering Praktische-opdracht door een scholier 1612 woorden 3 maart 2006 6,9 59 keer beoordeeld Vak ANW Waterzuivering Inhoudsopgave 1. Water (over water zelf) 2. Riolering

Nadere informatie

VEELGESTELDE VRAGEN M.B.T. SEPTISCHE PUT, IBA, REGENWATERPUT, INFILTRATIE- VOORZIENING EN SCHEIDING RWA/DWA.

VEELGESTELDE VRAGEN M.B.T. SEPTISCHE PUT, IBA, REGENWATERPUT, INFILTRATIE- VOORZIENING EN SCHEIDING RWA/DWA. OVERZICHTSDOCUMENT ARCHITECTEN EN ONTWERPERS VEELGESTELDE VRAGEN M.B.T. SEPTISCHE PUT, IBA, REGENWATERPUT, INFILTRATIE- VOORZIENING EN SCHEIDING RWA/DWA. VEEL GEMAAKTE FOUTEN VEEL GESTELDE VRAGEN HEMELWATERPUT

Nadere informatie

AFSCHAFFING MET GROTE GEVOLGEN

AFSCHAFFING MET GROTE GEVOLGEN n Septische put AFSCHAFFING MET GROTE GEVOLGEN Vroeger hadden de meeste huizen een septische put. Die was nodig om het huishoudelijk afvalwater enigszins te zuiveren voordat het in de grachten of beek

Nadere informatie

Slibverwerking. 1 Inhoud... 1

Slibverwerking. 1 Inhoud... 1 1 Inhoud 1 Inhoud... 1 2 Slibverwerking... 1 2.1 Biologische afvalwaterzuivering en slibproductie... 1 2.2 Slibverwerking... 2 2.3 Enkele voorbeelden van een slibverwerkingsketen... 4 2.3.1 Biologische

Nadere informatie

Duurzaam watergebruik op melkveebedrijven

Duurzaam watergebruik op melkveebedrijven Duurzaam watergebruik op melkveebedrijven 1. Interactief Waterbeheer 1.1 Interactief Waterbeheer: een Interreg IVa-project Op het snijvlak van landbouw, milieu en natuur bevindt zich het waterbeheer. Vanuit

Nadere informatie

Regelgeving effluent en restmateriaal uit biobedden. H.A.E. de Werd

Regelgeving effluent en restmateriaal uit biobedden. H.A.E. de Werd Regelgeving effluent en restmateriaal uit biobedden H.A.E. de Werd Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Bloembollen, Boomkwekerij & Fruit PPO nr. 3261074007_3 december 2007 2007 Wageningen, Praktijkonderzoek

Nadere informatie

Bepaling van het Biochemisch Zuurstofverbruik (BZV) in oppervlaktewater

Bepaling van het Biochemisch Zuurstofverbruik (BZV) in oppervlaktewater Bepaling van het Biochemisch Zuurstofverbruik (BZV) in oppervlaktewater april 2005 One Cue Systems Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt zonder schriftelijke toestemming

Nadere informatie

Meldingsformulier inzake het Lozingenbesluit Wvo-glastuinbouw v200907

Meldingsformulier inzake het Lozingenbesluit Wvo-glastuinbouw v200907 Meldingsformulier inzake het Lozingenbesluit Wvo-glastuinbouw v200907 Sinds 1 november 1994 is het Lozingenbesluit Wvo-glastuinbouw van kracht voor lozingen afkomstig van glastuinbouwbedrijven, op het

Nadere informatie

Studie-avond, november 2013

Studie-avond, november 2013 Studie-avond, 26-28 november 2013 Maarten Van Mechelen 1, Els Berckmoes 2,Marijke Dierickx ³, Els Mechant ³, Elise Vandewoestijne 4 & An Decombel 5 1 Proefcentrum Hoogstraten, 2 Proefstation voor de Groenteteelt,

Nadere informatie

Gescheiden riolering voor bestaande woningen

Gescheiden riolering voor bestaande woningen Gescheiden riolering voor bestaande woningen een geschenk uit de hemel gebruik je nuttig. Daarom houden we hemelwater en afvalwater graag apart. WaT uit de hemel komt, hoort niet In de riolering Water

Nadere informatie

Zuivering en hergebruik van verontreinigd hemelwater

Zuivering en hergebruik van verontreinigd hemelwater Infonamiddag voorstelling activiteiten TREVI 26 november 2009 1 Zuivering en hergebruik van verontreinigd hemelwater Jan Gruwez milieudeskundige TREVI nv DulleGrietlaan 17/1 B9050 Gentbrugge Tel. +32 9

Nadere informatie

Technische Fiche Reni MAXI BETON (+) pakket

Technische Fiche Reni MAXI BETON (+) pakket regenwater Technische Fiche Reni MAXI BETON (+) pakket 1. Het Reni MAXI BETON (+) pakket Wilt u regenwater voornamelijk in uw woning gebruiken (vb. voor het spoelen van de toiletten, de wasmachine ) en

Nadere informatie

waterwijzer_melkveehouderij:waterwijzer_veehouderij :14 Pagina 1 Melkveehouderij

waterwijzer_melkveehouderij:waterwijzer_veehouderij :14 Pagina 1 Melkveehouderij waterwijzer_melkveehouderij:waterwijzer_veehouderij 15-09-2006 11:14 Pagina 1 Winst uit water Melkveehouderij Het belang van water Kosten besparen Perssappen van ruwvoer of vaste mest opvangen Werken met

Nadere informatie

Technische Fiche Reni ADVANCED KUNSTSTOF (+) pakket

Technische Fiche Reni ADVANCED KUNSTSTOF (+) pakket regenwater Technische Fiche Reni ADVANCED KUNSTSTOF (+) pakket 1. Het Reni ADVANCED KUNSTSTOF (+) pakket Wilt u regenwater voornamelijk in uw woning gebruiken (vb. voor het spoelen van de toiletten, de

Nadere informatie

DEMONSTRATIEPROJECT D ECENTRALE AFVALWATERZUIVERING

DEMONSTRATIEPROJECT D ECENTRALE AFVALWATERZUIVERING DEMONSTRATIEPROJECT D ECENTRALE AFVALWATERZUIVERING D ECENTRALE AFVALWATERZUIVERING INLEIDING Landustrie Sneek BV bezit een ruime hoeveelheid kennis en ervaring in het transporteren en behandelen van riool-

Nadere informatie

voor de deur Mobiele opvangmiddelen voor afvalwater Opslag van afvalwater Clean Water Mobiele waterzuiver

voor de deur Mobiele opvangmiddelen voor afvalwater Opslag van afvalwater Clean Water Mobiele waterzuiver Mobiele waterzuivering voor de deur Mobiele opvangmiddelen voor afvalwater Opslag van afvalwater Clean Water Mobiele waterzuiver ing Afvalwater zuiveren voor de deur Afvalwater zuiveren voor de deur? Niet

Nadere informatie

Workshop teeltwisseling substraatteelt

Workshop teeltwisseling substraatteelt Workshop teeltwisseling substraatteelt Voorkomen emissie gewasbeschermingsmiddelen 04-10-2018, Jim van Ruijven (WUR), Nienke Koeman (KWR) Hergebruik Input Product Output Gewas Substraat Passieve input

Nadere informatie

Het milieu is rechtstreeks verantwoordelijk voor onze gezondheid (zuivere lucht, zuiver water zijn nodig om te overleven.)

Het milieu is rechtstreeks verantwoordelijk voor onze gezondheid (zuivere lucht, zuiver water zijn nodig om te overleven.) Samenvatting door een scholier 988 woorden 20 mei 2015 0 keer beoordeeld Vak Biologie Welke soorten verontreiniging van het milieu kennen we? Lucht verontreiniging Water verontreiniging Bodem verontreiniging

Nadere informatie

Subsidiereglement betreffende de afkoppeling van hemelwater afkomstig van particuliere woningen

Subsidiereglement betreffende de afkoppeling van hemelwater afkomstig van particuliere woningen Subsidiereglement betreffende de afkoppeling van hemelwater afkomstig van particuliere woningen Zitting van 24 mei 2007. Gepubliceerd op 29 mei 2007. Artikel 1. Definities - dakoppervlakte: de oppervlakte

Nadere informatie

Technische Fiche Reni ADVANCED BETON pakket

Technische Fiche Reni ADVANCED BETON pakket regenwater Technische Fiche Reni ADVANCED BETON pakket 1. Het Reni ADVANCED BETON pakket Wilt u regenwater voornamelijk in uw woning gebruiken (vb. voor het spoelen van de toiletten, de wasmachine ) en

Nadere informatie

AANDACHTSPUNTEN VOOR ARCHITECTEN, BOUWERS en VERBOUWERS

AANDACHTSPUNTEN VOOR ARCHITECTEN, BOUWERS en VERBOUWERS AANDACHTSPUNTEN VOOR ARCHITECTEN, BOUWERS en VERBOUWERS HEMELWATERBUFFERING en -RECUPERATIE Net zoals in andere Vlaams-Brabantse gemeenten gelden ook in Opwijk de bepalingen van de provinciale stedenbouwkundige

Nadere informatie

Individuele Behandeling van Afvalwater de natuurlijke zuivering

Individuele Behandeling van Afvalwater de natuurlijke zuivering Individuele Behandeling van Afvalwater de natuurlijke zuivering Individuele waterzuivering met actief slib De afkorting IBA staat voor Individuele Behandeling van Afvalwater. Het is een toestel dat verplicht

Nadere informatie

Opvang van drainwater werkt positief!

Opvang van drainwater werkt positief! MAP5 - Reportage Opvang van drainwater werkt positief! De opvolging van het rode MAP-meetpunt op de Logebeek in Zepperen (Sint-Truiden) bracht CVBBmedewerker Kris Dhaese, werkzaam bij pcfruit, in contact

Nadere informatie

Technische Fiche Reni ADVANCED BETON (+) pakket

Technische Fiche Reni ADVANCED BETON (+) pakket regenwater Technische Fiche Reni ADVANCED BETON (+) pakket 1. Het Reni ADVANCED BETON (+) pakket Wilt u regenwater voornamelijk in uw woning gebruiken (vb. voor het spoelen van de toiletten, de wasmachine

Nadere informatie

Bayer PhytoBac Eenvoudig en verantwoord afvalwater verwerken

Bayer PhytoBac Eenvoudig en verantwoord afvalwater verwerken Bayer PhytoBac Eenvoudig en verantwoord afvalwater verwerken Inleiding Bayer CropScience heeft als onderdeel van het nieuwe initiatief van BayYou Services vanuit Product Stewardship verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Vlaamse Regering DE VLAAMSE REGERING,

Vlaamse Regering DE VLAAMSE REGERING, Vlaamse Regering Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 6 februari 1991 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning

Nadere informatie

Leidraad voor het plaatsen van een individuele behandelingsinstallatie voor huishoudelijk afvalwater

Leidraad voor het plaatsen van een individuele behandelingsinstallatie voor huishoudelijk afvalwater Leidraad voor het plaatsen van een individuele behandelingsinstallatie voor huishoudelijk afvalwater Mei 2012 A. Situering In de Antwerpse haven is geen openbare riolering aangelegd en lozen de bedrijven

Nadere informatie

Rapport: duurzaamheid van de Vlaams-Brabantse land- en tuinbouw

Rapport: duurzaamheid van de Vlaams-Brabantse land- en tuinbouw Rapport: duurzaamheid van de Vlaams-Brabantse land- en tuinbouw Economische, ecologische en sociale indicatoren Ine Vervaeke en Jona Lambrechts Inleiding Aanleiding: 20 jaar Vlaams-Brabant Duurzaamheid:

Nadere informatie

Technische Fiche Reni MAXI KUNSTSTOF pakket

Technische Fiche Reni MAXI KUNSTSTOF pakket regenwater Technische Fiche Reni MAXI KUNSTSTOF pakket 1. Het Reni MAXI KUNSTSTOF pakket Wilt u regenwater voornamelijk in uw woning gebruiken (vb. voor het spoelen van de toiletten, de wasmachine ) en

Nadere informatie

Het besluit treedt in werking op 1 februari 2005.

Het besluit treedt in werking op 1 februari 2005. besluit van de Vlaamse regering van 1 oktober 2004 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratie-voorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden

Nadere informatie

GR punt 18: Leefmilieu wijziging subsidiereglement voor hemelwaterinstallaties voor woningen - goedkeuring

GR punt 18: Leefmilieu wijziging subsidiereglement voor hemelwaterinstallaties voor woningen - goedkeuring GR20140227 punt 18: Leefmilieu wijziging subsidiereglement voor hemelwaterinstallaties voor woningen - goedkeuring De raad Gelet op het gemeentedecreet; Gelet op het decreet van 18 juli 2003 betreffende

Nadere informatie

Biologische waterzuiveringsinstallatie van. van het type ondergedompeld en belucht

Biologische waterzuiveringsinstallatie van. van het type ondergedompeld en belucht Biologische waterzuiveringsinstallatie van het type ondergedompeld en belucht vastbedreactor bestemd voor het zuiveren van huishoudelijk afvalwater Algemeen De is een biologische, kleinschalige waterzuiveringsinstallatie

Nadere informatie

Ultrafiltratie is goed alternatief voor het ontsmetten van drainwater van trayvelden

Ultrafiltratie is goed alternatief voor het ontsmetten van drainwater van trayvelden Ultrafiltratie is goed alternatief voor het ontsmetten van drainwater van trayvelden Aardbeientelers kunnen er niet meer omheen. Ze zullen opvangcapaciteit moeten voorzien om het drainwater van hun trayvelden

Nadere informatie

Organisch (rest)materiaal als Bodemverbeteraar

Organisch (rest)materiaal als Bodemverbeteraar 17-1- Organisch (rest)materiaal als Bodemverbeteraar BODEM De Bodem Van Groot naar Klein tot zeer klein 2 1 17-1- Bodemprofiel Opbouw van de bodem Onaangeroerd = C Kleinste delen = 0 en A Poriënvolume

Nadere informatie

2 De zuivering van afvalwater Typen bedrijfsafvalwater De zuivering in vogelvlucht Afsluiting 21

2 De zuivering van afvalwater Typen bedrijfsafvalwater De zuivering in vogelvlucht Afsluiting 21 Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Waterverontreiniging: aard en omvang 9 1.1 Oorzaken van de waterverontreiniging 9 1.2 Om welke stoffen gaat het? 10 1.3 Kengetallen van waterverontreiniging 12 1.4 Afsluiting

Nadere informatie

Varkenshouderij. Winst uit water

Varkenshouderij. Winst uit water waterwijzer_varkens:waterwijzer_varkens 15-09-2006 11:12 Pagina 1 Winst uit water Varkenshouderij Het belang van water Kosten besparen Werken met drinknippels Hokken reinigen Gebruik water volgens de normen

Nadere informatie

5,9. Werkstuk door een scholier 2020 woorden 20 februari keer beoordeeld

5,9. Werkstuk door een scholier 2020 woorden 20 februari keer beoordeeld Werkstuk door een scholier 2020 woorden 20 februari 2000 5,9 173 keer beoordeeld Vak Biologie De mensen van tegenwoordig hier in Nederland vinden het de meest normale zaak ter wereld dat bij het opendraaien

Nadere informatie

Onderzoek waterkwaliteit en waterzuivering

Onderzoek waterkwaliteit en waterzuivering Onderzoek waterkwaliteit en Onderzoek waterkwaliteit en waterzuivering Met behulp van kiezel, grof en fijn zand, actieve kool en wat watten werd het natuurlijk zuiveringssysteem van de bodem nagebootst.

Nadere informatie

Organische vracht continue on-line bewaken. Peter-Jan van Oene, 8 november 2011, nieuwegein

Organische vracht continue on-line bewaken. Peter-Jan van Oene, 8 november 2011, nieuwegein Organische vracht continue on-line bewaken Peter-Jan van Oene, 8 november 2011, nieuwegein Waardeketen Organische stoffen TOC/CZV correlatie Inhoud Afvalwater karakteristiek zuivel-industrie Redenen om

Nadere informatie

Rapport: duurzaamheid van de Vlaams-Brabantse land- en tuinbouw

Rapport: duurzaamheid van de Vlaams-Brabantse land- en tuinbouw Rapport: duurzaamheid van de Vlaams-Brabantse land- en tuinbouw Economische, ecologische en sociale indicatoren Ine Vervaeke en Jona Lambrechts Inleiding Aanleiding: 20 jaar Vlaams-Brabant Duurzaamheid:

Nadere informatie

PACCO-PARAMETERS DO - DOSSOLVED OXYGEN EC- DE ELEKTRISCHE CONDUCTIVITEIT ORP- DE REDOXPOTENTIAAL T - DE TEMPERATUUR. PaccoParameters

PACCO-PARAMETERS DO - DOSSOLVED OXYGEN EC- DE ELEKTRISCHE CONDUCTIVITEIT ORP- DE REDOXPOTENTIAAL T - DE TEMPERATUUR.   PaccoParameters PACCO-PARAMETERS PH DO - DOSSOLVED OXYGEN EC- DE ELEKTRISCHE CONDUCTIVITEIT ORP- DE REDOXPOTENTIAAL T - DE TEMPERATUUR PH De ph geeft de zuurtegraad van het water weer. Ze varieert doorgaans op een schaal

Nadere informatie

VLAAMSE MILIEUMAATSCHAPPIJ

VLAAMSE MILIEUMAATSCHAPPIJ VLAAMSE MILIEUMAATSCHAPPIJ De Vlaamse Milieumaatschappij heeft bevoegdheden inzake water en lucht en stelt het Milieu- en Natuurrapport Vlaanderen op. Dat rapport behandelt alle aspecten van de milieu-

Nadere informatie

12/02/2014. Bewonersvergadering Bouwen waterzuiveringsinstallatie omgeving Herentalsebaan en Dijkstraat te Zandhoven

12/02/2014. Bewonersvergadering Bouwen waterzuiveringsinstallatie omgeving Herentalsebaan en Dijkstraat te Zandhoven 12/02/2014 Bewonersvergadering Bouwen waterzuiveringsinstallatie omgeving Herentalsebaan en Dijkstraat te Zandhoven 1 Inhoud presentatie 1. Voorstelling Pidpa Riolering 2. Voorstelling van het project

Nadere informatie

Gemeentelijk subsidiereglement voor hemelwaterinstallaties en infiltratievoorzieningen voor woningen en lokalen van verenigingen 1

Gemeentelijk subsidiereglement voor hemelwaterinstallaties en infiltratievoorzieningen voor woningen en lokalen van verenigingen 1 Gemeentelijk subsidiereglement voor hemelwaterinstallaties en infiltratievoorzieningen voor woningen en lokalen van verenigingen 1 Gelet op art. 135 2 van de nieuwe gemeentewet; Gelet op art. 42 van het

Nadere informatie

Coördinatiecentrum voorlichting en begeleiding duurzame bemesting - CVBB

Coördinatiecentrum voorlichting en begeleiding duurzame bemesting - CVBB Coördinatiecentrum voorlichting en begeleiding duurzame bemesting - CVBB Het CVBB werkzaam in het kader van MAP 4 ten dienste van land- en tuinbouw Dirk Coomans, Algemeen coördinator Provinciale coördinatoren

Nadere informatie

BIOLOGISCHE AFVALWATERZUIVERING WERKT 66% GOEDKOPER NA OPTIMALISATIE

BIOLOGISCHE AFVALWATERZUIVERING WERKT 66% GOEDKOPER NA OPTIMALISATIE Nieuwsbrief MilieuTechnologie, november 26 (Kluwer, jaargang 13, nummer 1) Jan Gruwez, Trevi nv jgruwez@trevi-env.com www.trevi-env.com BIOLOGISCHE AFVALWATERZUIVERING WERKT 66% GOEDKOPER NA OPTIMALISATIE

Nadere informatie

Overzicht regelgeving. Emissieloos Telen:oplossing voor zuiveringsplicht? - Aantal installaties nu goedgekeurd door BZG. - Aantal in pijplijn

Overzicht regelgeving. Emissieloos Telen:oplossing voor zuiveringsplicht? - Aantal installaties nu goedgekeurd door BZG. - Aantal in pijplijn Emissieloos Telen:oplossing voor zuiveringsplicht? Ellen Beerling & Erik van Os, Jim van Ruijven, Jan Janse, Chris Blok, Romain Leyh Overzicht regelgeving 2013 Emissienorm stikstof fase 1 2014 Zuiveringstechniek

Nadere informatie

Welkom bij LTO afdeling Oldambt. Marja Nauta Wim Verhaar

Welkom bij LTO afdeling Oldambt. Marja Nauta Wim Verhaar Welkom bij LTO afdeling Oldambt Presentatie door: Marja Nauta Wim Verhaar 1 Totaal gebied Deel gebied 2 Gegevens waterkwaliteit meetnet Oldambt. Overschrijdingen GBM hele gebied 3 Overschrijding GBM per

Nadere informatie

Technische Fiche Reni ADVANCED KUNSTSTOF pakket

Technische Fiche Reni ADVANCED KUNSTSTOF pakket Technische Fiche Reni ADVANCED KUNSTSTOF pakket 1. Het Reni ADVANCED KUNSTSTOF pakket Wilt u hemelwater voornamelijk in uw woning gebruiken (vb. voor het spoelen van de toiletten, de wasmachine ) en wilt

Nadere informatie

Provincie Vlaams-Brabant Provinciale stedenbouwkundige verordeningen hemelwater: aanstiplijst

Provincie Vlaams-Brabant Provinciale stedenbouwkundige verordeningen hemelwater: aanstiplijst Provincie Vlaams-Brabant Provinciale stedenbouwkundige verordeningen hemelwater: aanstiplijst versie 1/3/2007 gemeente. Waarvoor dient dit formulier? Met dit formulier kunt u nagaan of uw aanvraag voldoet

Nadere informatie

LUCHTVERONTREINIGING EN -ZUIVERING

LUCHTVERONTREINIGING EN -ZUIVERING INHOUD Voorwoord 13 Inleiding 15 Indeling van milieuproblemen 19 Indeling van dit boek 19 Inleiding tot de Vlaamse milieuwetgeving voor bedrijven 19 Deel 1. LUCHTVERONTREINIGING EN -ZUIVERING 21 1. Inleiding

Nadere informatie

Raming totaalproject: 6.277.804 EUR

Raming totaalproject: 6.277.804 EUR Project gemeente Schelle: Wegen- en rioleringsproject Steenwinkelstraat, Tuinlei, Hulstlei, A. Rodenbachplaats en Hoge Weg - Aanleg gescheiden riolering en wegenis - Status ontwerpfase - Raming totaalproject:

Nadere informatie

Constructeur/fabrikant: CBgroep Opvolgteam: MIRCON bvba

Constructeur/fabrikant: CBgroep Opvolgteam: MIRCON bvba De Luchtwasser Constructeur/fabrikant: CBgroep Opvolgteam: MIRCON bvba Ik plaats een nieuwe varkensstal en neem mee Aanvraag omgevingsvergunning/milieuvergunning 1. WAAR Ruimtelijke structuurplannen. 2.

Nadere informatie

Resultaten monitoring praktijkbedrijven Productie & afzet spuistroom. Els Berckmoes PSKW

Resultaten monitoring praktijkbedrijven Productie & afzet spuistroom. Els Berckmoes PSKW Resultaten monitoring praktijkbedrijven Productie & afzet spuistroom Els Berckmoes PSKW Selectie praktijkbedrijven In totaal 13 bedrijven in grondloze groenten- en sierteeltsector: 6 tomatenbedrijven 3

Nadere informatie

Taken: Voldoende water, Veilig gebied, Gezond en natuurlijk water.

Taken: Voldoende water, Veilig gebied, Gezond en natuurlijk water. Watersysteembeheer: (presentatie Anita 15 januari) Taken: Voldoende water, Veilig gebied, Gezond en natuurlijk water. Voldoende water: Stuwen, gemalen en waterinlaat, toegankelijkheid gebied d.m.v. waterlopen.

Nadere informatie

WORKSHOP KOSTENEFFICIËNT WATERMANAGEMENT AQUARAMA - TNAV. Donderdag 20 april 2006

WORKSHOP KOSTENEFFICIËNT WATERMANAGEMENT AQUARAMA - TNAV. Donderdag 20 april 2006 WORKSHOP KOSTENEFFICIËNT WATERMANAGEMENT AQUARAMA - TNAV Donderdag 20 april 2006 Efficiënte aërobe zuivering van afvalwater in de voedingsindustrie Stefaan Deboosere TREVI NV Dulle-Grietlaan 17/1 B-9050

Nadere informatie

5.2 First flush. Controleaspecten

5.2 First flush. Controleaspecten Jaarlijkse rapportage Elke jaar voor 1 mei moet een rapportage worden opgesteld. In deze rapportage moeten de hierboven genoemde geregistreerde gegevens die betrekking hebben op het voorgaande kalenderjaar

Nadere informatie

Effluent voor de landbouw

Effluent voor de landbouw Effluent voor de landbouw Droogteschade in de landbouw verminderen Klimaatsverandering = nattere winters en drogere zomers Droogte in de landbouw = minder opbrengst en minder kwaliteit Regen kan je niet

Nadere informatie

AMV/OOO 13008/ De Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur,

AMV/OOO 13008/ De Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, AMV/OOO 13008/1 005 Besluit van de Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking van artikel 4.2.1.3, 3, van titel II van het VLAREM ingediend door

Nadere informatie