ADVIES. Van : Pieter Woudstra. : Opdrachtgever : Gemeente Oldebroek. Project. Datum : 4 april 2016 Aan : Gertwin Visscher

Transcriptie

1 ADVIES Van : Pieter Woudstra Project : Opdrachtgever : Gemeente Oldebroek Datum : 4 april 2016 Aan : Gertwin Visscher Betreft : Advies horeca-activiteiten Fruittuin Oldebroek Inleiding In het kader van de voorgenomen vaststelling van het postzegelbestemmingsplan Buitengebied, Vierhuizenweg 5 van de gemeente Oldebroek zijn er zienswijzen ingediend door omwonenden. Deze betreffen met name de regeling van het horecagebruik op deze locatie. Het college van B&W van de gemeente Oldebroek wil nader advies over de vraag in welke mate via een bestemmingsplan voorwaarden gesteld kunnen worden aan het horecagebruik voor het perceel Vierhuizenweg 5, zodat de voorziene activiteiten zijn gedekt door het bestemmingsplan. Daarbij speelt tevens de vraag in hoeverre een convenant met omwonenden een oplossing kan zijn. In het navolgende wordt eerst ingegaan op de feitelijke situatie. Daarna komt de huidige en de nu voorgenomen planologische situatie aan de orde. Daarna volgt een nadere beoordeling hiervan in het licht van een redelijk woon- en leefklimaat voor omwonenden. Daarna komt de eventuele rol van een convenant aan de orde. Vervolgens wordt een aantal aanbevelingen gedaan voor aanpassing van het bestemmingsplan. Daarbij komt ook een aantal andere punten aan de orde, die niet direct met de vraagstelling te maken hebben, maar wel tot aanpassingen kunnen leiden. Feitelijke situatie Aan de Vierhuizenweg 5 wordt een fruitteeltbedrijf geëxploiteerd met diverse educatieve, recreatieve, horecaen dienstverlenende activiteiten (alsook detailhandel). Deels is dit geregeld in het huidige bestemmingsplan. Met name de horecaactiviteiten zijn in de afgelopen tijd uitgebreid tot meer dan alleen educatieve activiteiten (kookstudio, proeverij). Feitelijk vinden er ook bruiloften plaats (het perceel is één van de gemeentelijke trouwlocaties) en verder vinden er ook andere min of meer feestelijke bijeenkomsten plaats. Feitelijk is verder juist de combinatie van agrarisch bedrijf en overige functies essentieel voor de bedrijfsvoering. Planologische situatie In het bestemmingsplan Buitengebied 2007 hebben de gronden de bestemming Agrarisch - 5 met de aanduiding fruitteelt. De gronden zijn daarmee bestemd voor de uitoefening van een volwaardig agrarisch bedrijf met een grondgebonden agrarische bedrijfsvoering (met fruitteelt), al dan niet in combinatie met nevenactiviteiten in bestaande gebouwen te weten een caravanstalling, een zorgboerderij en activiteiten die zich richten op landschaps- en natuurbeheer, op landschaps- en natuureducatie en/of op recreatie. Ter plaatse van de functieaanduiding 'fruitteelt', mag tevens een bedrijfsgebouw worden gebouwd met een oppervlakte van niet meer dan m 2 ten behoeve van educatie, kantine, koelruimte, landwinkel/groothandel, opslag- en magazijnruimten, wijn- en biermakerij en productieruimte. 1

2 Op 14 april 2009 is na een brand een bouwvergunning verleend voor een nieuw bedrijfsgebouw (boerenlandwinkel). Hierbij zijn nadere oppervlaktes aangegeven voor (detailhandel) en educatie). Deze zijn echter niet planologisch vastgelegd. Omtrent horeca is toen niets naders bepaald. Horeca was en is toegestaan als onderdeel van de educatieve dan wel recreatieve functie. Het nieuwe - ontwerp - postzegelbestemmingsplan Buitengebied Vierhuizenweg 5 neemt voor een groot deel de regeling van het bestemmingsplan Buitengebied over, maar voegt een aantal functies expliciet toe. Op het bouwperceel wordt een bestemming Gemengd gelegd. Naast het agrarisch bedrijf wordt nu, naast onder meer dagrecreatieve en (detail)handelsfuncties, een horecabedrijf toegestaan, binnen het hele bestemmingsvlak. Wel is in de specifieke gebruiksregels aangegeven dat de horeca-activiteiten in de gebouwen en het aansluitend onbebouwd terrein (terras) niet meer mag bedragen dan 600 m 2. Het ontwerpbestemmingsplan heeft met ingang van 20 mei 2015 gedurende 6 weken ter inzage gelegen. Gedurende deze termijn is een aantal zienswijzen ingediend. In de zienswijzennota wordt naar aanleiding van de zienswijzen voorgesteld om de horecafunctie nader vast te leggen. Op de verbeelding wordt een aanduiding (afgebakend gebied) voor horecafunctie (inclusief terras) opgenomen. In de regels wordt de horecafunctie in omvang verkleind van 600 m 2 naar 515 m 2. Ten aanzien van een ander punt uit de zienswijzen, de vrees voor (geluids)overlast van feesten en partijen, wordt geen voorstel tot wijziging gedaan. Op basis van de afstanden uit de VNG-brochure Bedrijven en milieuzonering kan worden aangenomen dat er geen onaanvaardbare hinder ten gevolge van geluid valt te verwachten. Voor wat betreft geluid zijn (zoals dat overigens ook voor de overige bedrijfsactiviteiten geldt) de (geluid)voorschriften uit het Activiteitenbesluit van toepassing. Wanneer daar aan wordt voldaan is onaanvaardbare hinder uit te sluiten en is er wat dat betreft sprake van een goed woon- en leefklimaat, aldus de zienswijzennota. Woon- en leefklimaat (nadere beoordeling) Voor een horecafunctie als de onderhavige geldt volgens de VNG lijst een minimale afstand van 10 meter. Ten aanzien van de dichtstbijzijnde woning Vierhuizenweg 6 aan de overzijde van de weg wordt aan deze afstand voldaan 1 ). Wat dit betreft moet nog wel worden opgemerkt dat het plan een horecabedrijf in zijn algemeenheid toestaat, dus ook bijvoorbeeld discotheken of muziekcafés, waarvoor een afstand van 30 meter geldt. Deze zouden alsnog kunnen worden uitgesloten in het bestemmingsplan. Op het moment dat wordt voldaan aan de VNG-lijst afstand is nader onderzoek naar het woon- en leefklimaat in beginsel niet nodig (uitspraak Leiderdorp (ABRS , nr /1/T1/R4). Als er echter twijfel is of ter plekke aan het Activiteitenbesluit kan worden voldaan is er aanleiding om hiernaar nader onderzoek te doen (uitspraak Maasgouw (ABRS , nr /1/H1, LJN BP2806). Daarbij hoeft niet naar de maximale mogelijkheden van de bestemming te worden gekeken, maar mag worden uitgegaan van een representatieve invulling (uitspraak Wervershoof (ABRS , nr /1/R1, LJN BV0581). 2 ) In dit specifieke geval speelt een rol dat een horeca-inrichting als de onderhavige een type B-inrichting is, vanwege het bereiden van etenswaren. Dit betekent dat een melding op grond van het Activiteitenbesluit moet worden gedaan. Voorts is niet bij voorbaat uitgesloten dat er muziek ten gehore wordt gebracht, binnen en buiten gebouwen. In dit laatste geval is er hoe dan ook een akoestisch onderzoek noodzakelijk. Dit om na te gaan of aan de geluidnormen van het Activiteitenbesluit kan worden voldaan. In dit geval is er geen akoestisch onderzoek verricht, niet in het kader van het Activiteitenbesluit en ook niet in het kader van het bestemmingsplan. Gelet op de specifieke aard van het bedrijf en de toch relatief korte afstand 1 ) De afstand tot het bestemmingsvlak Wonen (op de grens van de weg) bedraagt 11,9 meter. Feitelijk ligt de woning op 18 meter van het bestemmingsvlak Gemengd. Volgens de planregels binnen de bestemming Wonen mag er niet dichter op de weg worden gebouwd. 2 Zie ook de publicatie van Platform 31 Op dezelfde leest het bestemmingsplan en het Activiteitenbesluit, december

3 tot woningen (18 meter) kan bij het bestemmingsplan in dit geval niet zonder meer worden volstaan met de enkele stelling dat het Activiteitenbesluit de geluidsaspecten van de toe te stane horeca voldoende regelt. Omdat de horeca-activiteiten feitelijk ook nu al plaatsvinden (al dan niet onder de noemer van educatie en recreatie) is het ook goed mogelijk om een dergelijk te onderzoek te doen. Daar komt bij dat stemgeluid buiten gebouwen in beginsel niet wordt bestreken door het Activiteitenbesluit, tenzij het een binnenterrein betreft. Gelet op de feitelijke situatie is er geen sprake van een binnenterrein. Dit betekent dat het stemgeluid moet worden beoordeeld in het kader van een goede ruimtelijke ordening. Concreet kan hiermee rekening worden gehouden door geen terras in de buurt van de aan de overzijde van de weg gelegen woning toe te staan. Op zich ligt dit ook in lijn met de nu voorgenomen nadere beperking van het horecagebied, zoals opgenomen in de zienswijzennota. In de toelichting van het bestemmingsplan staat dat versterkte muziek is uitgesloten. Dit is nu evenwel niet geregeld in de regels van het bestemmingsplan, maar wordt aan het Activiteitenbesluit overgelaten. Onversterkte muziek valt niet onder het Activiteitenbesluit. Nu er trouwerijen plaatsvinden is het niet geheel onwaarschijnlijk dat een dergelijke muziekvorm wordt toegepast. Gebeurt dit binnen, dan is dat waarschijnlijk gelet op de afstand tot omliggende functies geen probleem. Het is mogelijk om in het bestemmingsplan versterkte muziek uit te sluiten evenals het ten gehore brengen van onversterkte muziek (buiten). Dit is onder meer door de Raad van State geaccepteerd in de uitspraak Coevorden (ABRS , nr /1/R4). Door alsnog een dergelijke regeling in het bestemmingsplan op te nemen kan het aannemelijker worden gemaakt dat er aan het Activiteitenbesluit kan worden voldaan. Omdat een melding voor het Activiteitenbesluit sowieso nodig is, is het raadzaam om toch eerst akoestisch onderzoek te laten verrichten. Hieruit kan ook blijken dat er gelet op de feitelijke situering, aard en frequentie van de activiteiten het wellicht niet eens nodig is om dergelijke categorische beperkingen op te leggen. Tevens kan bij een dergelijk onderzoek gekeken worden naar de andere mogelijk overlastgevende activiteiten (agrarisch, recreatie, detailhandel). Advies Het advies is daarom om niet nu gelijk over te gaan tot dergelijke beperkingen, maar eerst een akoestisch onderzoek te laten uitvoeren. Dit geeft hoe dan ook een betere onderbouwing van de eventueel wel op te nemen maatregelen in het bestemmingsplan. Feesten Een mogelijkheid is ook om eventueel het aantal feesten per een bepaalde tijdsperiode vast te leggen in het bestemmingsplan. Hiervoor is evenwel alleen aanleiding als door feesten de normen van het Activiteitenbesluit worden overschreden. Vooralsnog wordt hier niet van uitgegaan. Of een aantalsbeperking nodig is, zal uit akoestisch onderzoek moeten blijken. Maatwerkvoorschriften Wanneer uit het akoestisch onderzoek blijkt dat bepaalde beperkingen noodzakelijk zijn kan er eventueel ook voor worden gekozen om dergelijke beperkingen in maatwerkvoorschriften op grond van het Activiteitenbesluit vast te leggen, aan de hand van een melding. Maar dit kan ook vooraf in het bestemmingsplan. Convenant Het is niet mogelijk om eventueel voor te schrijven beperkingen in het bestemmingsplan te vermijden door deze in een convenant tussen de gemeente met de exploitant op te nemen. Een bepaling inzake het aangaan van een overeenkomst tussen de gemeente en de exploitant van een horecabedrijf ter garantie dat overlast aan de omgeving zal worden voorkomen werd bij KB van 25 juni 1993 (IJsselham) verworpen. Beperkingen van horecagebruik horen thuis in het bestemmingsplan. 3

4 Ook recentelijk oordeelde de Afdeling Bestuursrechtspraak dat een overeenkomst niet in de plaats kan treden van in een bestemmingsplan op te nemen bepalingen. Dit omdat een derde belanghebbende geen partij is bij deze overeenkomst en geen nakoming daarvan afdwingen (uitspraak Den Haag nr /1/A1) Een overeenkomst tussen de gemeente en/of de exploitant met alle omwonenden (waarbij afgezien wordt van beroep) kan theoretisch nog wel een optie zijn, maar uiteindelijk heeft deze geen werking naar eventuele opvolgers van eigenaren. Beter is het om de beperkingen dan uit het Activiteitenbesluit te laten voortvloeien of uit het bestemmingsplan. Aanpassingen bestemmingsplan Los van de al dan niet naar aanleiding van het akoestisch onderzoek op te nemen nadere regelingen in het bestemmingsplan betreffende muziekgeluid e.d. is het wenselijk bij de horecafunctie discotheken en muziekcafés uit te sluiten. Daarnaast kan het wenselijk zijn om ook de locatie van het terras apart vast te leggen, in ieder geval dat dit niet aan de wegzijde gesitueerd kan worden. Overige punten Bij de andere beoordeling van de regeling in het ontwerpbestemmingsplan in het licht van het voorgaande is er nog een aantal andere punten die dan ook aanpassing behoeven, los van de vraagstelling. Verplichte combinatie Binnen de bestemming Gemengd is het horecagebruik zelfstandig toegestaan, ook als er geen agrarisch bedrijf is. Hetzelfde geldt voor de functies dagrecreatie en (detail)handel. Blijkens de toelichting is dit eigenlijk niet de bedoeling, er wordt wel degelijk een ondergeschiktheid nagestreefd, mede door de oppervlaktebepalingen. Dit is ook een wezenlijke verandering ten opzichte van de vigerende bestemming, waar de landbouw primair staat, en de overige functies ondergeschikt. In het nieuwe bestemmingsplan is er voor gekozen om de ondergeschiktheid vooral ruimtelijk tot uitdrukking te brengen in de oppervlaktebeperkingen, en niet zozeer functioneel. Daargelaten deze keuze is het sowieso wenselijk om een verplichte combinatie voor te schrijven, in die zin dat de overige functies alleen zijn toegestaan in combinatie met een agrarisch bedrijf. Nu is namelijk ook een gewoon café-restaurant of hotel/pension ook mogelijk. Bed en breakfast Afhankelijk van hoe de nadere regeling van de horeca wordt, moet ook opnieuw worden gekeken naar het bij afwijking mogelijk maken van bed en breakfast. Ook dit is horeca en is nu niet uitgesloten en bij recht mogelijk, zij het wel binnen de beperkingen, die deels nog nader moeten worden geformuleerd. Op dit moment is de afwijkingsmogelijkheid gerelateerd aan bepalingen die strikt genomen bed en breakfast niet verbieden. Horeca is binnen het hele bestemmingsvlak toegestaan. Parkeerbepaling In het bestemmingsplan is aangaande de regeling van het parkeren en dergelijke nog een verwijzing opgenomen naar de Bouwverordening. De stedenbouwkundige bepalingen in de bouwverordening hebben echter inmiddels hun geldigheid verloren (al vanaf eind 2014). Dit betekent dat met name de parkeernormen nu in het bestemmingsplan geregeld moeten worden. Het verdient aanbeveling dit alsnog te doen en de verwijzingsbepaling naar de bouwverordening te schrappen. Hierbij kan worden bepaald dat er sprake moet zijn van voldoende parkeergelegenheid en voor de invulling van dat begrip te verwijzen naar de Parkeernota Oldebroek, zo is het bijvoorbeeld ook geregeld in het bestemmingsplan voor de CPO-locatie Roezemoes in Oosterwolde. Gebruiksbepalingen In de specifieke gebruiksbepalingen is net als in het bestemmingsplan Buitengebied een verwijzing opgenomen naar artikel 7 lid 10 van de Wet ruimtelijke ordening. Bedoeld is artikel Dit artikel is echter vervallen met de inwerkingtreding van de Wabo op 1 oktober 2010 en kan daarom worden geschrapt. Het verbod tot gebruik in strijd met het bestemmingsplan is nu in de Wabo opgenomen. 4

5 Aanbevelingen akoestisch onderzoek Zoals aangegeven in het advies is het akoestisch onderzoek noodzakelijk omdat er twijfel is of zonder meer aan het Activiteitenbesluit kan worden voldaan dan wel of er niet meer geluid optreedt dan volgens de VNG-normen is toegestaan. Hierbij moet onderscheidonderscheid gemaakt worden tussen maken tussen de geluidssoorten die door het Activiteitenbesluit worden bestreken (autoverkeer op het erf, dichtslaande portieren, versterkte muziek, installaties e.d) en geluidssoorten die niet in het Activiteitenbesluit worden genormeerd (stemgeluid bezoekers, onversterkte muziek, indirecte hinder in de vorm van verkeersaantrekkende werking). Deze laatste moeten in het kader van een goede ruimtelijke ordening worden beoordeeld, dus in het kader van het bestemmingsplan. Hiervoor kunnen de normen van het Activiteitenbesluit wel analoog worden toegepast. Als er overschrijdingen van de geluidnormen worden geconstateerd, dan kunnen voor de eerste soort geluidsoorten maatwerkvoorschriften worden gesteld op grond van het Activiteitenbesluit. Maar het is ook mogelijk om in het bestemmingsplan een geluidbronactiviteit geheel te verbieden of gebiedsgewijs (parkeerterrein aanduiden: is al gebeurd) of in de tijd te begrenzen, bijvoorbeeld ten aanzien van versterkte muziek (niet na uur en alleen binnen). Het laatste geldt ook ten aanzien van niet door het Activiteitenbesluit genormeerde geluidssoorten: terras specifiek aanduiden, geen stemgeluid na uur e.d. Ook zouden er maatregelen kunnen worden voorgeschreven als geluidsschermen of wallen of deuren en ramen dichthouden. Het akoestisch onderzoek dient de informatie te bevatten op grond waarvan kan worden besloten welke maatregelen voor te schrijven, hetzij als maatwerkvoorschrift op grond van het Activiteitenbesluit, dan wel als planregel in het vast te stellen bestemmingsplan. Gelet op het laatste is het zaak dat het akoestisch onderzoek eerst is afgerond voordat het bestemmingsplan wordt vastgesteld. 5