Belgisch mededingingsrecht wordt persoonlijk
|
|
- Clara Jacobs
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Belgisch mededingingsrecht wordt persoonlijk Frank WIJCKMANS en Anouk FOCQUET Haast geruisloos heeft de persoonlijke aansprakelijkheid van bestuurders, management en personeelsleden in het raam van kartelinbreuken begaan door hun onderneming zich genesteld in Boek IV van het Wetboek Economisch Recht. Daarnaast brengt Boek IV van dit wetboek hoofdzakelijk institutionele en procedurele aanpassingen aan de Belgische mededingingswetgeving. Deze aanpassingen reflecteren de bezorgdheid van de regering dat de vorige wetswijziging (2006) het handhavingsbeleid niet op kruissnelheid heeft kunnen brengen. I. Inleiding De meest recente aanpassing van de Belgische mededingingswetgeving 1 voert de persoonlijke aansprakelijkheid van bestuurders, management en ook gewone personeelsleden in voor hun bijdrage aan kartelinbreuken die worden begaan door hun onderneming. Hoewel de sancties op dit ogenblik nog beperkt blijven, wordt hiermee op principieel vlak een belangrijke stap gezet. België volgt hiermee het voorbeeld 1 Boek IV van het Wetboek Economisch Recht, dat volledig in werking is getreden op 6 september De bepalingen van Boek IV zijn neergelegd in twee wetten van dezelfde datum: (1) wet van 3 april 2013 houdende invoeging van boek IV «Bescherming van de mededinging» en van boek V «De mededinging en de prijsevoluties» in het Wetboek van economisch recht en houdende invoeging van de definities eigen aan boek IV en aan boek V en van de rechtshandhavingsbepalingen eigen aan boek IV en aan boek V, in boek I van het Wetboek van economisch recht, BS 26 april 2013, , waarvan de bepalingen van Boek IV in werking getreden zijn gedeeltelijk op 28 mei 2013 (KB van 21 mei 2013 betreffende de inwerkingtreding van sommige bepalingen van de wet van 3 april 2013 houdende invoeging van Boek IV «Bescherming van de mededinging» en van Boek V «De mededinging en de prijsevoluties» in het Wetboek van economisch recht en houdende invoeging van de definities eigen aan boek IV en aan boek V en van de rechtshandhavingsbepalingen eigen aan boek IV en aan boek V, in boek I van het Wetboek van economisch recht, BS 27 mei 2013, ) en gedeeltelijk op 6 september 2013 (KB van 30 augustus 2013 betreffende de inwerkingtreding van sommige bepalingen van de wet van 3 april 2013 houdende invoeging van Boek IV «Bescherming van de mededinging» en Boek V «De mededinging en de prijsevoluties» in het Wetboek van economisch recht en houdende invoeging van de definities eigen aan Boek IV en Boek V en van de rechtshandhavingsbepalingen eigen aan Boek IV en aan Boek V, in Boek I van het Wetboek van economisch recht, BS 6 september 2013, ) en (2) wet van 3 april 2013 houdende invoeging van de bepalingen die een aangelegenheid regelen als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet, in boek IV «Bescherming van de mededinging» en boek V «De mededinging en de prijsevoluties» van het Wetboek van economisch recht, BS 26 april 2013, waarvan de bepalingen van Boek IV in werking getreden zijn op 6 september 2013 (KB van 30 augustus 2013 betreffende de inwerkingtreding van sommige bepalingen van de wet van 3 april 2013 houdende invoeging van de bepalingen die een aangelegenheid regelen als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet, in Boek IV «Bescherming van de mededinging» en Boek V «De mededinging en de prijsevoluties» van het Wetboek van Economisch recht, BS 6 september 2013, ). van tal van andere EU-lidstaten die nu reeds sancties aan individuen opleggen. 2 De Europese Commissie vaart op dit vlak nog steeds een andere koers en houdt het bij het opleggen van sancties aan de betrokken ondernemingen. 3 H et invoeren van deze persoonlijke aansprakelijkheid vormt zonder meer een mijlpaal. Hoewel er reeds een belangrijke mentaliteitswijziging in België heeft plaatsgevonden, 4 kunnen bedrijfsleiders nu niet meer naast het mededingingsrecht kijken. Ze lopen immers het risico van een persoonlijke veroordeling. Het is meer dan ooit lonend om te investeren in de kennis en naleving van het mededingingsrecht. A. Algemeen kader De persoonlijke aansprakelijkheid van individuen sluit perfect aan bij het thans gangbare Europese en Belgische mededingingsbeleid. Dit beleid hecht vooral belang aan de allerzwaarste mededingingsrechtelijke inbreuken, namelijk alle mogelijke vormen van kartels. Aangezien deze kartels doorgaans een geheim karakter hebben, wordt actief gebruik gemaakt van het clementieprogramma om deze inbreuken aan het licht te brengen. Clementie bestaat in een koppeling van het verklikken van een kartel aan een gehele of gedeeltelijke vrijstelling van boetes. 2 Voor een overzicht, zie: Getting The Deal Through (ed.), Cartel Regulation Getting the Fine Down in 41 Jurisdictions Worldwide, Londen, Law Business Research, 2012, 351 p. 3 Dit geldt uiteraard uitsluitend voor natuurlijke personen die niet aan het functioneel criterium voldoen om als een onderneming in de zin van art. IV.1, 1 van Boek IV Wetboek Economisch Recht en art. 101 en 102 VWEU gekwalificeerd te worden. Voor een bespreking van dit functioneel criterium, zie: F. Wijckmans en F. Tuytschaever, Distributieovereenkomsten in het Mededingingsrecht, Gent, Larcier, 2012, nrs en de aldaar vermelde rechtspraak. 4 Een mooie illustratie hiervan vormt de aandacht die vanuit het VBO wordt besteed aan de naleving van de mededingingsregels in het raam van federaties. Zie: P. Lambrecht, N. Petit en C. Gheur, Informatie-uitwisseling en de mededingingsregels, Brussel, VBO, 2011, 32 p.; P. Lambrecht en C. Gheur (eds.), Les Fédérations d entreprises et les règles de concurrence Federaties van ondernemingen en mededingingsregels, Brussel, Larcier, 2009, 181 p. 122
2 De persoonlijke aansprakelijkheid vormt het verlengstuk van de bestaande regeling voor ondernemingen. Zij spitst zich toe op de concrete betrokkenheid van individuen bij kartels en biedt eveneens een mogelijkheid om sancties te ontlopen via het afleggen van een clementieverklaring. Bij de uitwerking van deze regeling heeft de wetgever lessen getrokken uit de buitenlandse ervaringen. Zo verwijst de memorie van toelichting uitdrukkelijk naar een studie van het Office of Fair Trading (hierna: OFT) die handelt over de afschrikkende werking van persoonlijke sancties in het raam van de naleving van de mededingingsregels. 5 Voorts is het duidelijk dat de Belgische wetgever op tal van punten inspiratie heeft gezocht in Frankrijk. 6 Dit lijkt echter niet zozeer het geval te zijn voor het thema van de persoonlijke aansprakelijkheid, omdat Frankrijk, anders dan België, werkt met strafsancties. 7 De Nederlandse regelgeving is daarentegen wel gebaseerd op administratieve sancties en sluit in dat opzicht aan bij de Belgische benadering. Hoewel er vanuit redactioneel oogpunt wel verschillen zijn met de Belgische regels, bieden de recente Nederlandse uitspraken een mooi beeld van de situaties waarin een nationale mededingingsautoriteit meent tot de persoonlijke aansprakelijkheid van individuen te moeten besluiten. Verderop in deze bijdrage zullen we deze Nederlandse voorbeelden kort toelichten. dit vlak. 9 Het door de OESO opgestelde rapport werd ten volle aangegrepen. 10 In kringen van bedrijfsjuristen werd de invoering van strafsancties niet meteen afgeschoten. Het vaakst gehoorde argument was dat dit de aandacht van het topmanagement ingrijpend zou wijzigen en het leven van de bedrijfsjurist zou vergemakkelijken om aandacht te krijgen voor de naleving van het mededingingsrecht. 11 Het feit dat de strafsancties uiteindelijk geen ingang vonden in Boek IV van het Wetboek Economisch Recht heeft naar ons oordeel vooral te maken met de toenemende bewustwording dat de Belgische Mededingingsautoriteit op het gebied van kartels niet meteen een gestoffeerd palmares kon voorleggen. Op een aantal federatiezaken 12 na (waarvan het belang zeker niet mag overroepen worden) was er enkel de beslissing van 4 april 2008 inzake Bayer AG e.a. 13 waarin een echt kartel aan bod kwam. Na wat bezinning werd vooral in bedrijfsmiddens duidelijk dat dit wel een magere (en zeer onvoorspelbare) basis was om de overstap naar strafsancties te maken. De initieel eerder positieve reactie van de bedrijfswereld bekoelde dan ook vlug. B. Officieus startschot door OESO De discussie over de persoonlijke aansprakelijkheid voor kartelinbreuken is in België op gang gebracht door het OESO-rapport over België van In dit rapport werd openlijk gepleit voor de invoering van strafsancties en zelfs gevangenisstraffen voor «hardcore»-inbreuken op het mededingingsrecht. Vermoedelijk omdat dit een budgetvriendelijke en een op zich niet al te onpopulaire suggestie betrof, heeft de FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie meteen initiatieven ontwikkeld op 5 Memorie van toelichting bij Boek IV van het Wetboek Economisch Recht (memorie van toelichting, Parl.St. Kamer , nr. 53K2591/001 en nr. 53K2592/001, hierna: «memorie van toelichting»), p. 15, met verwijzing naar de studie van het OFT van november 2007, The Deterrent Effect of Competition Enforcement by the OFT, beschikbaar op OFTs-work/oft962.pdf. 6 Zo verwijst de memorie van toelichting onder meer op p. 7 specifiek naar het Franse model in de toelichting bij de nieuwe bepalingen betreffende de voorzitter: «De voorzitter die (naar Frans model) het Mededingingscollege voorzit, de informele zaken behandelt (of er de behandeling van aanstuurt), de Europese en internationale taken van de mededingingsautoriteit waarneemt of leidt en de «CEO/COO» (klassieke dg) van de organisatie is». 7 In Frankrijk kunnen individuen bestraft worden met een boete tot euro en een gevangenisstraf tot vier jaar op grond van art. L420-6 van het Franse Wetboek van Koophandel («Code de commerce»). 8 Een uittreksel evenals het volledige (betalende) rapport is te vinden op de website van de OESO: economicsurveyofbelgium2009promotingcompetitiontostrengthe neconomicgrowth.htm. 9 Zo werden tekstvoorstellen opgemaakt en werd er op 14 oktober 2009 over dit thema door de Dienst voor de Mededinging een Lunchforum Mededinging georganiseerd. 10 In het verlengde hiervan heeft de Commissie voor de Mededinging de Directeur-generaal van de Dienst voor de Mededinging aangaande het thema van de strafsancties gehoord op 29 oktober Hierop is een formele vraag tot advies door de bevoegde Minister gericht tot de Commissie voor de Mededinging. Deze vraag is uitgemond in een unaniem goedgekeurd standpunt van 4 februari Hoewel de Commissie het voorstel om strafsancties in te voeren niet per se bestrijdt in haar advies, formuleert zij toch een reeks bedenkingen bij tal van aspecten van deze problematiek. De volledige tekst van het advies werd gepubliceerd op de website van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven ( 11 Stoorzender bij dit alles was dat, zeker op dat ogenblik, de interne adviezen van de bedrijfsjuristen naar het oordeel van het auditoraat niet dezelfde geprivilegieerde status hadden als de adviezen van advocaten. Met het arrest van het Hof van Beroep te Brussel van 5 maart 2013 (Brussel 5 maart 2013, AR 2011/MR/3, beschikbaar op is hierin recentelijk een kentering gekomen. De precieze contouren van de bescherming die adviezen van bedrijfsjuristen genieten, blijft evenwel nog niet geheel uitgeklaard. Het hof wijst erop dat wanneer de Belgische mededingingsautoriteit een onderzoek voert ook wanneer dit voor rekening van de Europese Commissie is zij haar bevoegdheden moet uitoefenen in overeenstemming met de nationale wetgeving. Dit betekent dat art. 5 van de wet op het Instituut voor Bedrijfsjuristen moet worden nageleefd en adviezen van bedrijfsjuristen in het raam van een mededingingsonderzoek door de Belgische mededingingsautoriteit niet in beslag kunnen worden genomen. Vraag is of deze zienswijze ook door de Europese Commissie en het Hof van Justitie gedeeld zal worden. 12 Zie R.Med. 25 januari 2008, nr. MEDE-I/O-04/0045, Vlaamse federatie van verenigingen van Brood- en Banketbakkers, IJsbereiders en Chocoladebewerkers, R.Med. 15 april 2008, nr. MEDE-I/O-05/0074, Dierenartsenbelangen, be;r.med. 7 juli 2008, nr. CONC-I/O-98/0031 en CONC-P/K-05/0023, Autorijscholen, R.Med. 25 juli 2008, nr. MEDE- P/K-06/0006, interieurarchitecten, mie.fgov.be. 13 R.Med. 4 april 2008, nr. CONC-I/O-04/0051, Bayer AG Ferro (Belgium) SPRL Lonza S.p.A et Solutia Europe S.A., 123
3 C. Aanloop naar de wetswijziging In de aanloop naar de recente wetswijziging werd het palmares inzake kartels niet meteen aangedikt. Met slechts één federatiezaak 14 en beslissingen inzake staalplaatradiatoren 15 en de levering en verkoop van meel 16 kon de Belgische Mededingingsautoriteit bezwaarlijk beweren dat zij veel meer bijkomende ervaring had opgedaan bij de behandeling van kartels. Het plaatje werd verder verstoord door een aantal eerder ongelukkige zaken, die niet meteen het nodige vertrouwen opwekten om in het raam van de hervorming van de Belgische mededingingswetgeving (ook) voor strafsancties te gaan. 17 Tegen deze achtergrond 18 is het logisch dat de regering (of beter: de bevoegde Minister), die duidelijk gebrand was op het invoeren van een vorm van persoonlijke aansprakelijkheid, geopteerd heeft voor een zachte start. Van strafsancties is er in Boek IV van het Wetboek Economisch Recht geen sprake meer. De persoonlijke aansprakelijkheid die nu wordt ingevoerd, neemt de vorm aan van (eerder beperkte) administratieve geldboetes. 19 Zoals later nog wordt aangestipt, zou 14 R.Med. 26 augustus 2010, nr. CONC-I/O-01/0042, Beroepsinstituut van Vastgoedmakelaars, 15 R.Med. 20 mei 2010, nr. MEDE-I/O-04/0063 en MEDE- I/O-06/0032, Staalplaatradiatoren, 16 R.Med. 28 februari 2013, nr. MEDE-I/O-08/0009, Mededingingsbeperkende praktijken op de markt voor levering en verkoop van meel in België, 17 In dit verband kan bijvoorbeeld verwezen worden naar de Beslissing van de Raad van 7 april 2011 (R.Med. 7 april 2011, nr. CONC- I/O-08/0010B, Hausses coordonnées chocolaterie, be) waarin de aantijgingen van het auditoraat strandden op een miskenning van het recht van verdediging. 18 De memorie van toelichting geeft een andere officiële reden voor de beleidskeuze om niet meteen met strafsancties van start te gaan. We kunnen ons niet van de indruk ontdoen dat de vrees voor een hernieuwde oppositie vanuit bedrijfsmiddens mede bepalend is geweest voor de beleidsmatige insteek (invoering van het principe gekoppeld aan relatief milde sancties). 19 Daarnaast is er uiteraard nog ruimte voor mogelijke civielrechtelijke aansprakelijkheid. In dit verband rijzen meteen twee vragen. Allereerst is er de vraag of en onder welke voorwaarden een onderneming zich tegen de met haar verbonden natuurlijke persoon kan richten om de door haar geleden schade te verhalen. Het antwoord hierop zal worden beïnvloed door het statuut van de natuurlijke persoon. Als het om een bestuurder of zelfstandige gaat, zal moeten worden gekeken naar de geldende regels van het vennootschapsrecht en het contractenrecht. Voor werknemers staat art. 18 van de Arbeidsovereenkomstenwet centraal: «Ingeval de werknemer bij de uitvoering van zijn overeenkomst de werkgever of derden schade berokkent, is hij enkel aansprakelijk voor zijn bedrog en zijn zware schuld. Voor lichte schuld is hij enkel aansprakelijk als die bij hem eerder gewoonlijk dan toevallig voorkomt». Met betrekking tot actieve medewerking aan kartelinbreuken (door te onderhandelen of afspraken te maken) is het niet denkbeeldig dat art. 18 van de Arbeidsovereenkomstenwet de werknemer niet geheel beschermt. De tweede vraag is of een natuurlijke persoon zich kan beroepen op instructies van de hiërarchie van de onderneming om de geleden schade (administratieve geldboete, gemaakte kosten, enz.) te verhalen op de onderneming. Ook hier zal het statuut van de betrokken natuurlijke persoon relevant zijn. Werknemers zullen mogelijk een beroep kunnen doen op art. 17, 2 van de Arbeidsovereenkomstenwet, dat de werknemer verplicht om de instructies en bevelen van de werkgever op te volgen. Of deze bepaling ook kan worden ingeroepen het naïef zijn om te veronderstellen dat het hierbij zal blijven. Het terrein wordt duidelijk voorbereid voor meer. II. Persoonlijke aansprakelijkheid: wat, wie, hoe en wanneer? De belangrijkste aspecten van de persoonlijke aansprakelijkheid worden geregeld in art. IV.1, 4 en art. IV.70, 2 van Boek IV van het Wetboek Economisch Recht. Het zijn deze bepalingen die de oplossing bieden op de vragen naar de precieze gedragingen die verboden zijn («wat?»), de personen die geviseerd worden («wie?»), de sancties die aan het verbod gekoppeld worden, de procedure die tot deze sancties kan leiden («hoe?») en het tijdstip vanaf wanneer het verbod concreet geldt («wanneer?»). A. Wat? De verboden gedragingen worden gepreciseerd in art. IV.1, 4 van Boek IV van het Wetboek Economisch Recht: «Het is natuurlijke personen verboden in naam en voor rekening van een onderneming of ondernemingsvereniging met concurrenten te onderhandelen of met hen afspraken te maken over: a) het vaststellen van de prijzen bij verkoop van producten of diensten aan derden; b) het beperken van de productie of verkoop van producten of diensten; c) het toewijzen van markten». Het is nuttig om de bestanddelen van de omschrijving van de verboden gedragingen van naderbij te onderzoeken. Ieder van deze bestanddelen roept immers een reeks vragen op. 1 Onderhandelen of het maken van afspraken Het wettelijk verbod is gebaseerd op twee precies omschreven handelingen die ieder afzonderlijk tot persoonlijke aansprakelijkheid kunnen leiden. Het volstaat dat er sprake is van onderhandelingen (ook al leiden deze niet tot afspraken) of het maken van afspraken (ook al zijn hieraan geen onderhandelingen voorafgegaan). Opvallend is dat bepaalde handelingen die zich klassiek in de kartelsfeer voordoen, niet worden vermeld in de wetsbepaling. Hierbij kan onder andere gedacht worden aan de uitwisseling (of zelfs het louter ontvangen) voor gedrag dat flagrant indruist tegen de basisprincipes van het mededingingsrecht, lijkt twijfelachtig. Feit is dat de mogelijke civielrechtelijke implicaties van de nieuwe regeling inzake persoonlijke aansprakelijkheid nog voer voor debat kunnen opleveren. 124
4 van informatie, 20 het geven van prijssignalen 21 of het aanpassen van het marktgedrag op basis van stilzwijgende collusie. 22 Als deze gedragingen niet gepaard gaan met onderhandelingen of het maken van afspraken, lijkt de wetsbepaling niet meteen ruimte te bieden om hieraan persoonlijke aansprakelijkheid te koppelen. Daarnaast impliceren de begrippen «onderhandelen» en «afspraken maken» positieve handelingen van de betrokken natuurlijke persoon. Louter passief aanwezig zijn op een vergadering lijkt niet te volstaan. Voorts lijken deze begrippen een zekere mate van interactie in te houden. Onderhandelen of afspraken maken is maar mogelijk als er effectieve interactie is met minstens één andere natuurlijke persoon die op eenzelfde wijze (onderhandelen of afspraken maken) participeert. Het bovenstaande illustreert dat de gedragingen die in het raam van de persoonlijke aansprakelijkheid van natuurlijke personen verboden zijn, beperkter zijn dan de gedragingen die het bewijs kunnen opleveren van een kartelinbreuk door de betrokken ondernemingen. Dit is vermoedelijk een bewuste en voorzichtige keuze van de wetgever. Met duidelijke begrippen als «onderhandelen» en «afspraken maken» kan een natuurlijke persoon immers bezwaarlijk argumenteren niet te begrijpen wat wel en wat niet mag. Voorts beperken deze begrippen de problemen op bewijsvlak. Aangezien het om positieve handelingen in een interactief kader gaat, zal het in de regel eenvoudiger zijn voor het auditoraat om het bewijs van een verboden gedraging te leveren. 2 Met concurrenten van een onderneming of ondernemingsvereniging De verwijzing naar concurrenten kan in het mededingingsrecht betrekking hebben op zowel bestaande als potentiële concurrenten. 23 Dit lijkt ook voor de doeleinden van art. IV.1, 4 niet anders te zijn. 24 Als er tussen potentiële con- currenten afspraken worden gemaakt over de toewijzing van bepaalde geografische markten (bv. met het oogmerk dat iedere speler zich beperkt tot zijn thuismarkt), dan lijkt er geen reden te zijn waarom het verbod en de persoonlijke aansprakelijkheid van art. IV.1, 4 niet van toepassing zouden zijn. Voorts is het opvallend dat de wet verwijst naar «concurrenten» in het meervoud. Deze formulering sluit niet aan bij de definitie van een kartel in de Belgische clementieregeling. 25 Daarin wordt uitdrukkelijk verwezen naar het feit dat een kartel kan worden tot stand gebracht tussen twee of meer ondernemingen. De wetgever heeft deze formulering niet overgenomen. Er is dan ook een tekstargument om te betogen dat van persoonlijke aansprakelijkheid maar sprake kan zijn als er onderhandeld wordt of afspraken worden gemaakt met minstens meer dan één andere concurrent (d.i. in een multilateraal en niet in een bilateraal kader). De wettelijke formulering laat zich al evenmin vlot toepassen op zogeheten «hub and spoke»-kartels. 26 Bij zulke kartels wordt er doorgaans niet echt onderhandeld of worden geen echte afspraken gemaakt. Als er al sprake is van onderhandelingen of afspraken, vinden deze plaats tussen de individuele concurrenten en de «hub» en niet tussen de concurrenten onderling. 27 Bij de toepassing van art. IV.1, 4 op «hub and spoke»-kartels zal dan ook de nodige omzichtigheid in acht moeten worden genomen om te vermijden dat gedragingen worden geviseerd die niet binnen de wettelijke omschrijving vallen. 3 Over welbepaalde kartelinbreuken Art. IV.1, 4 van Boek IV van het Wetboek Economisch Recht preciseert de kartelinbreuken waarover de onderhandelingen of afspraken dienen te handelen. Deze precisering leert dat misbruiken van machtspositie 28 en inbreuken in de verticale sfeer (distributie- of leveringsrelaties) 29 zeker niet geviseerd worden. Het gaat 20 Ger.EG T-587/08, Fresh Del Monte Produce t/ Commissie, nog niet gepubliceerd; Ger.EG T-588/08, Dole Food en Dole Germany t/ Commissie, nog niet gepubliceerd; Med.Comm., Richtsnoeren inzake de toepasselijkheid van artikel 101 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op horizontale samenwerkingsovereenkomsten, Pb.C. 14 januari 2011, afl. 11, nrs Med.Comm., Richtsnoeren inzake de toepasselijkheid van artikel 101 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op horizontale samenwerkingsovereenkomsten, Pb.C. 14 januari 2011, afl. 11, nrs M. Siragusa en C. Rizza, EU Competition Law Volume III Cartel Law, Leuven, Claeys & Casteels, 2007, nr Med.Comm., Richtsnoeren inzake de toepasselijkheid van artikel 101 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op horizontale samenwerkingsovereenkomsten, Pb.C. 14 januari 2011, afl. 11, nr De memorie van toelichting (p. 16) vermeldt uitdrukkelijk dat de formulering van de verbodsbepaling wil aansluiten bij de Bekendmaking van de Commissie inzake overeenkomsten van geringe betekenis die de mededinging niet merkbaar beperken in de zin van art. 81, eerste lid van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (de minimis) (Pb.C. 22 december 2001, afl. 368, nr. 13). Randnr. 10 van de Bekendmaking (dat geparafraseerd wordt in art. IV.1, 4) verwijst voor het begrip concurrenten naar randnr. 7 van deze Bekendmaking, waarin uitdrukkelijk zowel daadwerkelijke als potentiële concurrenten worden vermeld. 25 Mededeling van de Raad voor de Mededinging betreffende volledige of gedeeltelijke vrijstelling van geldboeten in kartelzaken, BS 22 oktober 2007, p , nr Een zogenaamd «hub and spoke»-kartel bestaat erin dat informatie aan een concurrent wordt doorgespeeld via een derde tussenpersoon («hub»), zoals een leverancier, klant, distributeur of brancheorganisatie. 27 In dit laatste geval gaat het dan immers om een klassiek kartel. 28 De memorie van toelichting geeft hiervoor op p. 16 de volgende verklaring: «Stakeholders storen zich dikwijls het meest aan misbruiken van machtsposities. Het begrip «misbruik van machtspositie» wordt echter vrij algemeen te vaag geacht om het in aanmerking te nemen als de omschrijving van een misdrijf. Wij menen dat dit bezwaar ook geldt voor het invoeren van administratieve sancties voor natuurlijke personen». 29 Dit is opvallend, omdat in de eerdere voorstellen uit 2009 nog werd verwezen naar verticale prijsbinding als een praktijk waarvoor strafsancties werden overwogen. De keuze om geen verticale restricties (en verticale prijsbinding in het bijzonder) in art. IV.1, 4 op te nemen kan 125
5 enkel om horizontale inbreuken (inbreuken tussen concurrenten) en meer bepaald om kartelinbreuken. Dat het om zogeheten kartelinbreuken moet gaan, vloeit eenduidig voort uit de memorie van toelichting. Daarin wordt aangegeven: «Inzake sancties voor natuurlijke personen wordt vrij algemeen aangenomen dat deze sancties alleen overwogen dienen te worden voor specifieke vormen van ernstige kartelinbreuken (hardcore restrictions). Voor de definitie van deze inbreuken wordt aangesloten bij de definitie van hardcore restrictions in horizontale afspraken tussen concurrenten (kartels) in de Europese de minimis-regeling (Pb. 2001/C 368/07)». 30 Dit laatste, namelijk dat het om kartelinbreuken moet gaan, vloeit echter niet meteen voort uit de tekst van de verbodsbepaling. De bepaling vermeldt immers praktijken tussen concurrenten die niet steeds als een kartel gekwalificeerd mogen worden. Zo is het onmiskenbaar dat een afspraak tussen concurrenten over verkoopprijzen, het beperken van de productie of het toewijzen van markten niet steeds als een kartel gekwalificeerd worden. De in voetnoot vermelde voorbeelden 31 illustreren dat art. IV.1, 4 Nieuwe Belgische Mededingingswet te ruim is geformuleerd. Dit valt te betreuren, zeker nu het gaat om een verbodsbepaling die zich richt tot individuen en een precieze en duidelijke formulering dus uitermate wenselijk is. Het feit dat de Belgische wetgever zijn inspiratie geput heeft uit voormelde Europese bron leidt tot minstens een dubbele vaststelling: 1) De wetgever heeft zich beperkt tot het partieel kopiëren van de relevante passage uit de Europese de minimisregeling. 32 De aanhef van randnr. 11, waarin uitdrukkelijk om tal van redenen bijgevallen worden. Allereerst geven de Verticale Richtsnoeren (Med.Comm., Richtsnoeren inzake Verticale beperkingen, Pb.C. 19 mei 2010, afl. 130, nrs. 223 e.v.) aan dat zelfs verticale prijsbinding in bepaalde gevallen in aanmerking komt voor een vrijstelling met toepassing van art. 101, derde lid VWEU. Voorts zou de toepasselijkheid van het verbod op verticale prijsbinding moeilijk te verzoenen zijn met het feit dat de Belgische clementieregeling (anders dan die van sommige andere lidstaten) niet geldt voor deze praktijk. 30 Memorie van toelichting, p Verord.Comm. 14 december 2010, nr. 1218/2010 betreffende de toepassing van art. 101, derde lid van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op bepaalde groepen specialisatieovereenkomsten (Pb.L. 18 december 2010, afl. 335, 13) geeft onder bepaalde voorwaarden een uitdrukkelijke vrijstelling voor overeenkomsten tussen concurrenten waarbij één of meer partijen zich ertoe verbinden om de productie van bepaalde goederen stop te zetten dan wel niet tot de productie van deze goederen over te gaan, maar deze aan te kopen bij de andere partij. Verord.Comm. 27 april 2004, nr. 772/2004 betreffende de toepassing van artikel 81, derde lid van het Verdrag op groepen overeenkomsten inzake technologieoverdracht (Pb.L. 27 april 2004, afl. 123, 11) biedt een automatische vrijstelling voor bepaalde territoriale afspraken tussen concurrenten. Verord.Comm. 14 december 2010, nr. 1217/2010 betreffende de toepassing van artikel 101, derde lid van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op bepaalde groepen onderzoeks- en ontwikkelingsovereenkomsten (Pb.L. 18 december 2010, afl. 335, 36) laat in bepaalde omstandigheden uitdrukkelijk het gezamenlijk vaststellen van de prijzen aan directe afnemers toe. 32 Bekendm.Comm., Overeenkomsten van geringe betekenis die de mededinging niet merkbaar beperken in de zin van artikel 81, eerste wordt verwezen naar het feit dat de opgesomde gedragingen hardcore restricties dienen te zijn, is niet overgenomen in de wetsbepaling. Dit valt te betreuren en is ongetwijfeld een materiële vergissing. Maar op grond van een verwijzing naar de memorie van toelichting mag er geen twijfel over bestaan dat het om een niet-intentionele omissie gaat. 2) De Belgische wetgever heeft zijn inspiratie gezocht in een relatief oud Europees document (2001). Intussen zijn er recentere Europese bronnen die een omschrijving bieden van de begrippen «kartel» of «kartelinbreuken». De meest in het oog springende bron is zeker de Europese clementieregeling uit Ook op Belgisch vlak is er minstens één recentere bron waarbij nuttig aansluiting kan worden gezocht, namelijk de Belgische clementieregeling. 34 Deze recentere bronnen bevatten meer omstandige en duidelijkere definities, en deze definities lijken prima facie zelfs ruimer dan de Europese definitie uit 2001, en dit minstens vanuit een dubbel oogpunt: (i) de definitie van 2001 (die gekopieerd werd in art. IV.1, 4 van Boek IV van het Wetboek Economisch Recht) is limitatief en, anders dan de recentere rechtsbronnen, niet exemplatief geformuleerd; (ii) daarnaast bevatten de recentere rechtsbronnen een langere opsomming van praktijken die als een kartel mogen aangemerkt worden. Voor de toepassing van art. IV.1, 4 van Boek IV van het Wetboek Economisch Recht leidt het bovenstaande tot volgende concrete conclusies: 1) Hoewel art. IV.1, 4 niet uitdrukkelijk verwijst naar hardcore restricties, is dit wel degelijk de bedoeling van de wetgever geweest. Dit blijkt uit de uitdrukkelijke vermelding in de memorie van toelichting en de kruisverwijzing naar de Europese de minimis-regeling (waarin eveneens uitdrukkelijk naar hardcore restricties wordt verwezen). 2) De opsomming in art. IV.1, 4 is limitatief. lid van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (de minimis), Pb.C. 22 december 2001, afl. 368, Med.Comm., Immuniteit tegen geldboeten en vermindering van geldboeten in kartelzaken, Pb.C. 8 december 2006, afl. 298, nr. 1: «Kartels zijn overeenkomsten en/of onderling afgestemde feitelijke gedragingen tussen twee of meer concurrenten met als doel hun concurrerend handelen op de markt te coördineren en/of de relevante parameters van mededinging te beïnvloeden via praktijken zoals het afspreken van aan- of verkoopprijzen, de toewijzing van productie- of verkoopquota, de verdeling van markten (met inbegrip van offertevervalsing), het beperken van importen of exporten en/of mededingingsverstorende maatregelen tegen andere concurrenten». 34 Mededeling van de Raad voor de Mededinging betreffende volledige of gedeeltelijke vrijstelling van geldboeten in kartelzaken, BS 22 oktober 2007, p , nr. 1: «Kartels zijn overeenkomsten en/of onderling afgestemde feitelijke gedragingen tussen twee of meer concurrerende ondernemingen en/of ondernemingsverenigingen, met desgevallend één of meer andere niet-concurrerende ondernemingen en/of ondernemingsverenigingen, met als doel hun concurrerend handelen op de markt te coördineren en/of de relevante parameters van mededinging te beïnvloeden via praktijken zoals het afspreken van aan- of verkoopprijzen, de toewijzing van productie- of verkoopquota, de verdeling van markten (met inbegrip van offertevervalsing), het beperken van importen of exporten en/of mededingingsverstorende maatregelen tegen andere concurrenten». 126
Knipperlichten. Mededingingsrecht. Milena Varga 20 februari 2014
2014 Knipperlichten Mededingingsrecht Milena Varga 20 februari 2014 Minervastraat 5 1930 ZAVENTEM T +32 (0)2 275 00 75 F +32 (0)2 275 00 70 www.contrast -law.be Overzicht I. Basisbegrippen II. Knipperlichten
Nadere informatieVERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van XXX
EUROPESE COMMISSIE Brussel, XXX [ ](2014) XXX draft VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE van XXX tot wijziging van Verordening (EG) nr. 773/2004 van de Commissie van 7 april 2004 betreffende procedures
Nadere informatieWij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau enz. enz. enz.
Wijziging van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, in verband met de omzetting van Richtlijn 2014/104/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 november
Nadere informatieBESLUIT. 4. Artikel 56 Mededingingswet (hierna: Mw) luidde tot 1 juli 2009, voor zover van belang, als volgt:
Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 6494_1/309; 6836_1/220 Betreft zaak: Limburgse bouwzaken 1 en 2 / de heer [A] Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit
Nadere informatieMEDEDELING VAN DE COMMISSIE
EUROPESE COMMISSIE Brussel, XXX [ ](2013) XXX draft MEDEDELING VAN DE COMMISSIE EUROPESE COMMISSIE Ontwerpmededeling van de Commissie inzake overeenkomsten van geringe betekenis die de mededinging niet
Nadere informatieInhoud. Voorwoord...v Proloog... vii Over de auteurs...xv Inleiding... xvii Verkort geciteerd... xxi
Voorwoord...v Proloog... vii Over de auteurs...xv Inleiding... xvii Verkort geciteerd... xxi Hoofdstuk 1. Doel van de nieuwe Mededingingswet...1 Afdeling 1. Historisch perspectief...1 Afdeling 2. Belangrijkste
Nadere informatieINVENTARIS DOCUMENTEN
INVENTARIS DOCUMENTEN SOCIAAL RECHT Edward Carlier Decreet 19 juli 1973 tot regeling van het gebruik van de talen voor de sociale betrekkingen tussen de werkgevers en de werknemers, alsmede van de voor
Nadere informatieDe hervorming van de Belgische Mededingingswet
De hervorming van de Belgische Mededingingswet Enkele bedenkingen Dirk Vandermeersch Senior Counsel, Cleary Gottlieb Steen & Hamilton LLP Professor Belgisch Mededingingsrecht, Universiteit Gent 2012 Cleary
Nadere informatieBESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet.
Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet. Nummer 4445-51 Betreft zaak: 4445/ Aannemingsbedrijf
Nadere informatieRICHTSNOEREN VAN DE BELGISCHE MEDEDINGINGSAUTORITEIT BETREFFENDE DE
RICHTSNOEREN VAN DE BELGISCHE MEDEDINGINGSAUTORITEIT BETREFFENDE DE HUISZOEKINGSPROCEDURE 1 INLEIDING Sinds 2011 overhandigt het Auditoraat aan de ondernemingen die aan een huiszoeking onderworpen worden,
Nadere informatieKnipperlichten. EU Mededingingsrecht. Frank Wijckmans Sofie De Keer 2 februari 2012
2012 Knipperlichten EU Mededingingsrecht Frank Wijckmans Sofie De Keer 2 februari 2012 Minervastraat 5 1930 ZAVENTEM T +32 (0)2 275 00 75 F +32 (0)2 275 00 70 www.contrast -law.be Overzicht 1. Korte inleiding
Nadere informatie2. Bij besluit van de d-g NMa van 5 september 2001 (hierna: het bestreden besluit) is de klacht afgewezen.
BESLUIT Nummer 2600/ 41 Betreft zaak: Ralet vs CZ en VGZ Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot ongegrondverklaring van het bezwaar gericht tegen zijn besluit van
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2017 28 Wet van 25 januari 2017, houdende wijziging van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, in verband
Nadere informatieNederlandse Mededingingsautoriteit
Nederlandse Mededingingsautoriteit Nummer 4468-52 Betreft zaak: 4468/ Joost Visser Aannemingsbedrijf B.V. en Visser en Kuyper Beheer B.V. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit
Nadere informatieKoninklijk besluit van 4 mei 1999 betreffende het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten
Koninklijk besluit van 4 mei 1999 betreffende het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten Bron : Koninklijk besluit van 4 mei 1999 betreffende het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten
Nadere informatieCONSULTATIEDOCUMENT - MEDEDELING VAN DE RAAD VOOR DE MEDEDINGING BETREFFENDE DE BEREKENING VAN GELDBOETEN
CONSULTATIEDOCUMENT - MEDEDELING VAN DE RAAD VOOR DE MEDEDINGING BETREFFENDE DE BEREKENING VAN GELDBOETEN Mededeling van de Raad voor de Mededinging - Richtsnoeren voor de berekening van geldboeten inzake
Nadere informatieIntegraal mededingingsrecht
Integraal mededingingsrecht Verzameling van in Nederland geldende nationale en Europese regelgeving inzake kartelrecht en concentratiecontrole Samengesteid door: mr. P.B. Gaasbeek prof. mr. B.MJ. van der
Nadere informatieMONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD
MONITEUR BELGE 22.10.2007 BELGISCH STAATSBLAD 54713 FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE [C 2007/11503] Mededeling van de Raad voor de Mededinging betreffende volledige of
Nadere informatieBeslissing nr V/M 11 van 7 april 2011
Beslissing nr. 2011 - V/M 11 van 7 april 2011 Zaak MEDE-V/M-08/0021: UGC Belgium NV / Kinepolis Group NV I. Overzicht van de relevante procedurevoorgaanden 1. De procedurele voorgaanden zijn weergegeven
Nadere informatieBESLUIT. 5. Op 2 september 1998 heeft de NMa bij brief een aantal vragen aan partijen voorgelegd, welke bij brief van 15 oktober 1998 zijn beantwoord.
BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot afwijzing van een aanvraag om ontheffing als bedoeld in artikel 17 van de Mededingingswet. Zaaknummer 741/Overeenkomst
Nadere informatieBESLUIT. 4. Tegen het bestreden besluit heeft M.E. Steneker (hierna: bezwaarmaker) tijdig bezwaar aangetekend bij brief van 3 augustus 2006.
Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 3938_277/44 Betreft zaak: B&U-sector / Bouwbedrijf Steneker Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op de bezwaren gericht
Nadere informatieClementierichtsnoeren van de Belgische Mededingingsautoriteit
Clementierichtsnoeren van de Belgische Mededingingsautoriteit I. Inleiding 1. Artikel IV. 46 WER voorziet dat aan ondernemingen, ondernemingsverenigingen en natuurlijke personen een vrijstelling van geldboeten
Nadere informatieCorporate Governance Charter
Corporate Governance Charter Dealing Code Hoofdstuk Twee Euronav Corporate Governance Charter December 2005 13 1. Inleiding Op 9 december 2004 werd de Belgische Corporate Governance Code door de Belgische
Nadere informatieWet van 13 maart 2016 op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen, de artikelen 107 tot 122.
de Berlaimontlaan 14 BE-1000 Brussel tel. +32 2 221 35 88 fax + 32 2 221 31 04 ondernemingsnummer: 0203.201.340 RPR Brussel www.nbb.be Mededeling Brussel, 2 juni 2017 Kenmerk: NBB_2017_18 uw correspondent:
Nadere informatieCONSUMENTENOMBUDSDIENST PROCEDUREREGLEMENT
CONSUMENTENOMBUDSDIENST PROCEDUREREGLEMENT Laatst aangepast 08/02/2016 Inhoudsopgave HOOFDSTUK I: Definities HOOFDSTUK II: Behandeling van consumentengeschillen door de ondernemingen Artikel 1: Interne
Nadere informatieCOMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies Omrekening van kapitaal bij grensoverschrijdende fusies
COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN Omrekening van kapitaal bij grensoverschrijdende fusies Advies van 16 december 2009 I. INLEIDING De Belgische wetgever heeft de grensoverschrijdende fusie, voorzien
Nadere informatieWet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten
Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten Bron : Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten (Belgisch Staatsblad,
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 06/03/2017
Datum van inontvangstneming : 06/03/2017 Vertaling C-45/17-1 Zaak C-45/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 30 januari 2017 Verwijzende rechter: Conseil d État (Frankrijk) Datum
Nadere informatieContractnummer: VERTROUWELIJKHEIDSCONTRACT TUSSEN DE ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK STATISTICS BELGIUM EN
Contractnummer: VERTROUWELIJKHEIDSCONTRACT TUSSEN DE ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK STATISTICS BELGIUM EN.. Tussen De Algemene Directie Statistiek Statistics Belgium van de FOD Economie, KMO, Middenstand
Nadere informatieBESLUIT. 3. De Raad heeft wegens de hiervoor in randnummer 1 genoemde overtreding aan Bouwbedrijf P. Moll B.V. een boete opgelegd.
Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 3938_650/35 Betreft zaak: B&U-sector / Beheermaatschappij P. Moll Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op de bezwaren
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 276 Wijziging van de Mededingingswet en van enige andere wetten in verband met de implementatie van EG-verordening 1/2003 Nr. 1 KONINKLIJKE
Nadere informatieBESLUIT. 2. De d-g NMa heeft wegens de hiervoor genoemde overtreding aan bovengenoemde ondernemingen een boete opgelegd.
Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 4363-134 Betreft zaak: 4363 Dijkers & Pijl B.V. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op de bezwaren gericht tegen
Nadere informatieClementierichtsnoeren van de Belgische Mededingingsautoriteit
Clementierichtsnoeren van de Belgische Mededingingsautoriteit I. Inleiding 1. Artikel IV. 46 WER voorziet dat aan ondernemingen, ondernemingsverenigingen en natuurlijke personen een vrijstelling van geldboeten
Nadere informatieBESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 79, eerste lid, van de Mededingingswet.
Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 3698-22 Betreft zaak: natuurlijke persoon Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 79, eerste
Nadere informatieAdvies van 10 maart 2014 met betrekking tot de wijziging van het koninklijk besluit van 22 november 1990
Advies van 10 maart 2014 met betrekking tot de wijziging van het koninklijk besluit van 22 november 1990 betreffende de diploma's van de kandidaat-accountants en de kandidaat-belastingconsulenten Ontwerp
Nadere informatieDos & don ts in het kader van prijszetting
Dos & don ts in het kader van prijszetting Stefaan RAES 10 maart 2016 Brussels London - www.liedekerke.com Stefaan RAES Partner Prijszetting in de relatie tussen concurrenten Brussels London - www.liedekerke.com
Nadere informatieHof van Cassatie van België
13 JANUARI 2015 P.14.0564.N/l Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0564.N inverdenkinggestelde, eiseres, met als raadsman mr. toor te kiest,. _ advocaat bij de balie te Gent, met kan - waar de eiseres
Nadere informatieZaak T-228/97. Irish Sugar plc tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen
Zaak T-228/97 Irish Sugar plc tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen Artikel 86 EG-Verdrag (thans artikel 82 EG) Machtspositie en collectieve machtspositie Misbruik Geldboete" Arrest van het Gerecht
Nadere informatiePrijszetting: interactie marktpraktijken en mededinging. 10 Maart 2016
Prijszetting: interactie marktpraktijken en mededinging 10 Maart 2016 Agenda Overzicht enkele bepalingen marktpraktijken Analyse mogelijke relatie mededinging Overzicht 0. Algemeen 1. Prijsaanduiding 2.
Nadere informatieWanneer is eigenlijk sprake van feitelijk leidinggeven of opdracht geven?
Q&A Inleiding Met de inwerkingtreding op 1 juli 2009 van de Vierde tranche van de Algemene wet bestuursrecht is het mogelijk om, indien sprake is van een overtreding door een rechtspersoon, ook de feitelijk
Nadere informatieBESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) als bedoeld in artikel 62 van de Mededingingswet.
Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer: 3938_777/7 Betreft zaak: B&U Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) als bedoeld in artikel 62 van
Nadere informatie* * * * * * Overwegende dat het onderzoek tot de volgende vaststellingen heeft geleid:
MINNELIJKE SCHIKKING AANVAARD DOOR HET DIRECTIECOMITÉ VAN DE FSMA EN WAARMEE ECOPOWER CVBA HEEFT INGESTEMD Deze minnelijke schikking, waarmee de CVBA Ecopower op 14 december 2012 voorafgaandelijk heeft
Nadere informatieBELGISCHE MEDEDINGINGSAUTORITEIT. Auditoraat. Beslissing nr. BMA-2015-I/O-02-AUD van 17 februari 2015
BELGISCHE MEDEDINGINGSAUTORITEIT Auditoraat Beslissing nr. BMA-2015-I/O-02-AUD van 17 februari 2015 Zaak MEDE-I/O-10/0009 A : Vrachtafhandeling op de luchthaven van Brussel Nationaal (Zaventem) I. Procedure
Nadere informatieA. Inleiding. beroepen. 2 Hervorming verschenen in het Publicatieblad van de Europese Unie L158 van 27 mei 2014.
Advies van 7 september 2017 over het ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 november 2012 met betrekking tot de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve
Nadere informatieA. Inleiding. De Hoge Raad had zijn advies uitgebracht op 7 september 2017.
Advies van 20 december 2017 over het ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 november 2012 met betrekking tot de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve
Nadere informatieWij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Wijziging van de Faillissementswet in verband met de invoering van de mogelijkheid van een civielrechtelijk bestuursverbod (Wet civielrechtelijk bestuursverbod) VOORSTEL VAN WET Wij Willem-Alexander, bij
Nadere informatie15445/1/06 REV 1 wat/hor/mg 1 DG H 2B
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 24 november 2006 (01.12) (OR. en) 15445/1/06 REV 1 COPEN 119 NOTA van: het voorzitterschap aan: de Raad nr. vorig doc.: 15115/06 COPEN 114 nr. Comv.: COM(2005) 91 def.
Nadere informatieInleiding / Doel van de vraag om advies. Belangrijkste gegevens van het dossier. Ref: Accom AFWIJKING 2004/1
ADVIES- EN CONTROLECOMITE OP DE ONAFHANKELIJKHEID VAN DE COMMISSARIS Ref: Accom AFWIJKING 2004/1 Samenvatting van het advies met betrekking tot een vraag om afwijking van de regel die het bedrag beperkt
Nadere informatieNederlandse Mededingingsautoriteit
Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 3938_348/86 Betreft zaak: B&U-sector / Bosch Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op de bezwaren gericht tegen het
Nadere informatieBESLUIT. Openbaar. Nederlandse Mededingingsautoriteit
Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer: 3758-32 Betreft zaak: Tariefstructuur Arbodiensten Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot nietontvankelijkheidsverklaring
Nadere informatieKnipperlichten. EU Mededingingsrecht. Filip Tuytschaever 20 februari 2013
2013 Knipperlichten EU Mededingingsrecht Filip Tuytschaever 20 februari 2013 Minervastraat 5 1930 ZAVENTEM T +32 (0)2 275 00 75 F +32 (0)2 275 00 70 www.contrast -law.be Overzicht I. Basisbegrippen II.
Nadere informatieBESLUIT. 3. Tegen het besluit hebben Witteveen, Erdo en Esha Building tijdig bezwaar aangetekend.
Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 3692-158 Betreft zaak: 3692 / Dakwerkzaamheden Philips Drachten Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op de bezwaren
Nadere informatieHof van Cassatie van België
18 APRIL 2013 F.11.0142.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.11.0142.F N. D., Mr. Marc Levaux, advocaat bij de balie te Luik, tegen BELGISCHE STAAT, minister van Financiën, Mr. François T Kint,
Nadere informatieNOTA AAN DE VLAAMSE REGERING. - Ontwerp van decreet houdende het terugkommoment in het kader van de rijopleiding categorie B - Definitieve goedkeuring
DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Ontwerp van decreet houdende het terugkommoment in het kader van de
Nadere informatieBESLUIT. 2. Bij brief van 21 oktober 2002 heeft P. Abegg tegen dit besluit bezwaar gemaakt.
Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 2960/ 24 Betreft zaak: Abegg - CZ Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot ongegrondverklaring van het tegen zijn
Nadere informatieAdvies van 4 maart 2010 omtrent een ontwerp van koninklijk besluit betreffende de inschrijving van auditors
North Gate III 6 e verdieping Koning Albert II laan 16 1000 Brussel Tel. 02/277.64.11 Fax 02/201.66.19 E-mail : CSPEHREB@skynet.be Internet : www.cspe-hreb.be Advies van 4 maart 2010 omtrent een ontwerp
Nadere informatieOntwerp. VERORDENING (EU) nr. /.. VAN DE COMMISSIE
NL NL NL EUROPESE COMMISSIE Brussel, xxx C(20..) yyy definitief Ontwerp VERORDENING (EU) nr. /.. VAN DE COMMISSIE van [ ] betreffende de toepassing van artikel 101, lid 3, van het Verdrag betreffende de
Nadere informatieGedragscode Mededingingsrecht
Gedragscode Mededingingsrecht MVO - de ketenorganisatie voor oliën en vetten 5 november 2013 MVO - de ketenorganisatie voor oliën en vetten Louis Braillelaan 80 T 079 363 43 50 2719 EK Zoetermeer info@mvo.nl
Nadere informatieDe toepassing van de Verordening betreffende wederzijdse erkenning op procedures van voorafgaande machtiging
EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL ONDERNEMINGEN EN INDUSTRIE Leidraad 1 Brussel, 1.2.2010 - De toepassing van de Verordening betreffende wederzijdse erkenning op procedures van voorafgaande machtiging
Nadere informatiePublicatieblad van de Europese Unie L 335/43
18.12.2010 Publicatieblad van de Europese Unie L 335/43 VERORDENING (EU) Nr. 1218/2010 VAN DE COMMISSIE van 14 december 2010 betreffende de toepassing van artikel 101, lid 3, van het Verdrag betreffende
Nadere informatieNOTA AAN DE VLAAMSE REGERING
DE VLAAMSE MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED EN DE VLAAMSE MINISTER VAN BEGROTING, FINANCIËN EN ENERGIE NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Definitieve goedkeuring van het ontwerp
Nadere informatieHof van Cassatie van België
14 FEBRUARI 2003 C.00.0354.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.00.0354.N R.J. eiseres, vertegenwoordigd door mr. Philippe Gérard, advocaat bij het Hof van Cassatie, kantoor houdende te 1050 Brussel,
Nadere informatieCommissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten
Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 7 mei 2018 ADVIES 2018-41 met betrekking tot de toegang tot informatie die in een databank aanwezig
Nadere informatie(B.S., 14 november 1998)
Wet 31 augustus 1998 houdende omzetting in Belgisch recht van de Europese richtlijn van 11 maart 1996 betreffende de rechtsbescherming van databanken (B.S., 14 november 1998) HOOFDSTUK I. Voorafgaande
Nadere informatieDe Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer,
KONINKRIJK BELGIE 1000 Brussel, Postadres : Ministerie van Justitie Waterloolaan 115 Kantoren : Regentschapsstraat 61 Tel. : 02 / 542.72.00 Fax : 02 / 542.72.12 COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE
Nadere informatieToelichting op de Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen Heemstede 2014
Toelichting op de Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen Heemstede 2014 Algemene toelichting Hoofdstuk 2 Herstellend traject In een herstellend traject zijn verschillende
Nadere informatieToelichting. Algemene toelichting. Hoofdstuk 2 Herstellend traject
Toelichting Algemene toelichting Hoofdstuk 2 Herstellend traject In een herstellend traject zijn verschillende stappen te onderscheiden. Stap 1: aanwijzing, artikel 1.65 lid 1 Wet kinderopvang Het college
Nadere informatieDe boekhoudkundige ruling. Congres IEC - IAB 5 oktober 2017
De boekhoudkundige ruling Congres IEC - IAB 5 oktober 2017 1 Audio = kanaal: 1 I. De Commissie voor Boekhoudkundige Normen (CBN) 3 De CBN - 1/3 1. De CBN is een autonome instelling met rechtspersoonlijkheid
Nadere informatieMeld uw kartel en ontloop een boete
Meld uw kartel en ontloop een boete Meld uw kartel en ontloop een boete Hebt u afspraken gemaakt of informatie uitgewisseld met uw concurrenten om daarmee de concurrentie uit te schakelen of te verminderen?
Nadere informatieADVIES Nr 10 / 2001 van 25 APRIL 2001
ADVIES Nr 10 / 2001 van 25 APRIL 2001 O. Ref. : 10 / A / 2001 / 10 BETREFT : Ontwerp van koninklijk besluit waarbij de V.Z.W. Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat gemachtigd wordt om toegang
Nadere informatieBESLUIT (EU) 2017/935 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK
1.6.2017 L 141/21 BESLUIT (EU) 2017/935 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 16 november 2016 betreffende de delegatie van de bevoegdheid tot vaststelling van deskundigheids- en betrouwbaarheidsbesluiten
Nadere informatieRAAD VAN STATE afdeling Wetgeving
RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 62.264/3 van 8 november 2017 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen
Nadere informatieCOMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2013/5 - De aandeelhoudersstructuur van ondernemingen: opname in de toelichting van de jaarrekening
COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2013/5 - De aandeelhoudersstructuur van ondernemingen: opname in de toelichting van de jaarrekening I. Inleiding Advies van 4 maart 2013 1. Zowel het volledig
Nadere informatieBESLUIT. 4. Op 31 mei 2011 heeft Careyn bezwaar tegen het bestreden besluit ingesteld. Careyn heeft op 6 september 2011 gronden van bezwaar ingediend.
Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 6109/867 Betreft zaak: Caraat Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op de bezwaren gericht tegen het besluit van de
Nadere informatieBESLUIT. Openbare versie. 1 Verloop van de procedure. Openbaar
Openbare versie Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 6944/91 Betreft zaak: Zegelverbreking LHV Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op de bezwaren gericht
Nadere informatie3. Tegen het besluit werd op 10 oktober 2006 een bezwaarschrift ingediend. 2
Advies in de zaak 4802, Cegelec B.V. Prismanummer: Subcommissie van de Adviescommissie bezwaarschriften Mededingingswet bestaande uit: prof. mr J.H. Jans (voorzitter), dr J.F. Appeldoorn (secretaris) en
Nadere informatieONTWERP VAN DECREET. tot regeling van het handhavingsbeleid in de toeristische logiessector TEKST AANGENOMEN DOOR DE PLENAIRE VERGADERING
Zitting 2006-2007 4 juli 2007 ONTWERP VAN DECREET tot regeling van het handhavingsbeleid in de toeristische logiessector TEKST AANGENOMEN DOOR DE PLENAIRE VERGADERING Zie: 1208 (2006-2007) Nr. 1: Ontwerp
Nadere informatieHof van Cassatie van België
27 OKTOBER 2006 D.06.0001.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. D.06.0001.N V.L. eiser, vertegenwoordigd door mr. Michel Mahieu, advocaat bij het Hof van Cassatie, kantoor houdende te 1050 Brussel,
Nadere informatieRAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. IXe KAMER A R R E S T. nr van 25 januari 2010 in de zaak A /IX-5893
RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK IXe KAMER A R R E S T nr. 199.862 van 25 januari 2010 in de zaak A. 187.639/IX-5893 In zake : Dennis X. bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Karel S.
Nadere informatie2. Onderhandelen met behulp van een zorgmakelaar in de praktijk
Wijziging van paragraaf 3.4.2. van de Richtsnoeren voor de zorgsector met betrekking tot het onderhandelen van de zorgaanbieder met behulp van een zorgmakelaar 1. Considerans 1. In de op 14 oktober 2002
Nadere informatieBESLUIT. 2. Bij brief van 17 december 2001 is TDN verzocht informatie te geven naar aanleiding van de klacht.
Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer: 2751/ 27 Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot ongegrondverklaring van het bezwaar tegen zijn besluit van 7
Nadere informatieNOTA AAN DE VLAAMSE REGERING
DE VLAAMSE MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE KANSEN EN ARMOEDEBESTRIJDING NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering betreffende de functionarissen
Nadere informatieBESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) als bedoeld in artikel 62 van de Mededingingswet.
Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer: 3938_432/13 Betreft zaak: B&U Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) als bedoeld in artikel 62 van
Nadere informatieWij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Wijziging van de Wet op het financieel toezicht, de Wet handhaving consumentenbescherming, de Wet op de economische delicten en het Wetboek van strafvordering in verband met de implementatie van Verordening
Nadere informatieCOMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 1-6 Europese economische samenwerkingsverbanden en economische samenwerkingsverbanden
COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 1-6 Europese economische samenwerkingsverbanden en economische samenwerkingsverbanden De Europese Ministerraad hechtte op 25 juli 1985 zijn goedkeuring
Nadere informatie(B.S, 10/06/2003, p ) Tekst geconsolideerd door het coördinatiebureau: versie toepasselijk vanaf 02/04/2014
1 KONINKLIJK BESLUIT VAN 15 MEI 2003 TOT REGELING VAN DE VERSNELDE PROCEDURE IN GEVAL VAN BEROEP BIJ DE RAAD VAN STATE TEGEN SOMMIGE BESLISSINGEN VAN DE [AUTORITEIT VOOR FINANCIËLE DIENSTEN EN MARKTEN
Nadere informatieVlaamse Regering :~~< " '.~
= Vlaamse Regering :~~< ~~,.n.- " '.~ Ministeriële uitspraak in de beroepsprocedure met toepassing van artikel 29bis, 5, van de Vlaamse Wooncode betreffende de besiissing van de sociale huisvestingsmaatschappij
Nadere informatieCommissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten
Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 14 januari 2019 ADVIES 2019-13 met betrekking tot het verkrijgen van toegang tot documenten met
Nadere informatieStrijd tegen het witwassen van geld en de financiering van terrorisme
Strijd tegen het witwassen van geld en de financiering van terrorisme 12 oktober 2017 Recente ontwikkelingen omtrent de meldingsplicht van financiële instellingen De begrippen «vermoeden» en «goede trouw»
Nadere informatieBESLUIT. Zaaknummer Betreft zaak: AKO ONLINE vs. KVB. I. II. Inleiding
BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot afwijzing van een aanvraag tot het nemen van een besluit op grond van artikel 56, eerste lid, van de Mededingingswet.
Nadere informatieNOTA AAN DE VLAAMSE REGERING
DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2016
Nadere informatieOmzetting van de Europese richtlijn naar het Belgisch recht
87 HOOFDSTUK 1 Omzetting van de Europese richtlijn naar het Belgisch recht AFDELING 1 Het fiscale stelsel opgelegd door de Europese fiscale fusierichtlijn van 23 juli 1990 (veelvuldig gewijzigd) 1. Toepassingsgebied
Nadere informatieBESLUIT. Openbaar. Nederlandse Mededingingsautoriteit
Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 3779-31 Betreft zaak: Van Winkel/KNGF Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op het bezwaar gericht tegen zijn besluit
Nadere informatieRAAD VAN STATE. Gecoördineerde wetten van 12 januari 1973 op de Raad van State (artikelen 2, 3, 3bis, 4, 6bis, 84, 85, 85bis)
RAAD VAN STATE Gecoördineerde wetten van 12 januari 1973 op de Raad van State (artikelen 2, 3, 3bis, 4, 6bis, 84, 85, 85bis) TITEL II. BEVOEGDHEID VAN DE AFDELING WETGEVING Art. 2 1. De afdeling wetgeving
Nadere informatieFAQ over de solden en de sperperiode
FAQ over de solden en de sperperiode Boek VI Marktpraktijken en consumentenbescherming van het Wetboek van economisch recht (Boek VI WER) 1. Wanneer beginnen de solden?... 2 2. Welke sectoren kunnen deelnemen
Nadere informatieCOMMISSIE VOOR DE MEDEDINGING COMMISSION DE LA CONCURRENCE
COMMISSIE VOOR DE EDINGING COMMISSION DE LA CONCURRENCE ADVIES OVER HET JAARVERSLAG 2007 VAN DE ALGEMENE DIRECTIE EDINGING VAN DE FOD ECONOMIE ------------------------------- AVIS RELATIF AU RAPPORT ANNUEL
Nadere informatieFSMA_2011_01 dd. 27 april 2011
Mededeling FSMA_2011_01 dd. 27 april 2011 Mededeling inzake de wet van 20 december 2010 betreffende de uitoefening van bepaalde rechten van aandeelhouders van genoteerde vennootschappen Toepassingsveld:
Nadere informatieDoelgroepverminderingen voor eerste aanwervingen wat te doen bij weigeringsbeslissing RSZ?
Doelgroepverminderingen voor eerste aanwervingen wat te doen bij weigeringsbeslissing RSZ? Inleiding 1. Nieuwe werkgevers kunnen, onder bepaalde voorwaarden, voor de eerste zes werknemers die zij aanwerven
Nadere informatie