STATUTENWIJZIGING STICHTING PENSIOENFONDS ECI

Transcriptie

1 /JWO STATUTENWIJZIGING STICHTING PENSIOENFONDS ECI Heden, vijfentwintig juni tweeduizend acht, verscheen voor mij, mr. Joannes Antonius Henricus Gerardus van Tuijl notaris te Tilburg: mevrouw mr. Johanna Maria Wolfs, geboren te Tilburg op tweeëntwintig november negentienhonderd tweeëntachtig, kantooradres: 5038 EA Tilburg, Stationsstraat 5, te dezen handelende als gevolmachtigde van het bestuur van de stichting: Stichting Pensioenfonds ECI, gevestigd te Vianen, kantoorhoudende te 4131 PB Vianen, Laanakkerweg 16, ingeschreven in het handelsregister onder dossiernummer , hierna ook te noemen: de stichting. De verschenen persoon, handelende als gemeld, verklaarde: De stichting werd opgericht op zeven juni negentienhonderd achtenzeventig ( ) De statuten zijn voor het laatst gewijzigd vastgesteld bij akte op zeven januari tweeduizend twee ( ) voor mij, notaris, verleden. Het bestuur van de stichting heeft in een vergadering gehouden op zevenentwintig februari tweeduizend acht ( ) besloten de statuten te wijzigen conform het voorstel in notitie OPFRB.2008.ECI.DIV In gemelde vergadering werd tevens door het bestuur van de stichting volmacht verleend aan de verschenen persoon om de statutenwijziging bij notariële akte vast te leggen. Van dit besluit blijkt uit een aan deze akte te hechten uittreksel van de notulen van gemelde vergadering. STATUTENWIJZIGING De verschenen persoon, handelende als gemeld, verklaarde ter uitvoering van het besluit tot statutenwijziging dat de gewijzigde statuten met ingang van vandaag luiden als volgt: Artikel 1 Naam en zetel 1. De stichting draagt de naam "Stichting Pensioenfonds ECI 2. De stichting heeft haar zetel te VIANEN 3. De stichting wordt hierna genoemd het fonds Artikel 2 Doel Het fonds stelt zich ten doel het uitkeren of het doen uitkeren van pensioenen aan de (gewezen) deelnemers en aan hun nagelaten betrekkingen, alles conform het in het toepasselijke pensioenreglement bepaalde. Artikel 3 Aangesloten ondernemingen - ECI B.V. gevestigd te Vianen; - ECI Direct Sales B.V. gevestigd te Vianen; - Calendar and Diaries International B.V. gevestigd te Breda; - Bertelsmann Nederland B.V. gevestigd te Vianen; - Lycos Europe B.V. gevestigd te Haarlem; en - The House of Books B.V. gevestigd te Vianen. Het bestuur van het fonds bepaalt of, en zo ja onder welke voorwaarden andere ondernemingen als aangesloten ondernemingen kunnen worden toegelaten. Zowel het besluit tot toelating als het vaststellen der evenbedoelde voorwaarden heeft

2 eerst rechtskracht indien de alsdan reeds aangesloten ondernemingen hierover hebben kunnen adviseren en daarvan schriftelijk mededeling hebben gedaan aan het bestuur van het fonds. Artikel 4 Middelen, inkomsten en uitgaven 1. De middelen en inkomsten van het fonds bestaan uit: a. het bij de oprichting van het fonds door de aangesloten onderneming afgezonderde stichtingskapitaal, groot vijfenveertig euro en achtendertig cent ( 45,38); b. reglementaire bijdragen der aangesloten ondernemingen; c. (eventuele) reglementaire contributies der deelnemers; d. inkomsten uit beleggingen; e. eventuele vrijwillige stortingen van de aangesloten ondernemingen of van de deelnemers of gewezen deelnemers; f. hetgeen het fonds bij erfenis, legaat of schenking mocht verkrijgen omtrent het al of niet aanvaarden van de erfstellingen, legaten of schenkingen beslist het bestuur. Erfstellingen zullen echter nimmer anders mogen worden aanvaard dan onder het voorrecht van boedelbeschrijving; g. inkomsten uit anderen hoofde. 2. De uitgaven van het fonds bestaan uit die voor pensioenen en andere reglementaire uitkeringen, alsmede uit zodanige beheerskosten, welke het bestuur van het fonds nodig of wenselijk acht. 3. De middelen van het fonds zullen, voor zover geen gebruik wordt gemaakt van de ingevolge de volgende leden toegestane uitzonderingen, worden belegd en bewaard, afgezonderd van die van de aangesloten ondernemingen. 4. Beleggingen in een aangesloten onderneming worden beperkt tot ten hoogste vijf procent van de portefeuille als geheel, en ingeval de aangesloten onderneming tot een groep behoort, worden beleggingen in de ondernemingen die tot dezelfde groep als de aangesloten onderneming behoren, beperkt tot ten hoogste tien procent van de portefeuille. 5. Van het vorige lid mag worden afgeweken, voor zover de werkgever nieuwe financiële verplichtingen op zich heeft genomen, alsook voor zover het betreft financiële verplichtingen van de werkgever, die verband houden met verhogingen van aanspraken op pensioen over reeds verstreken jaren; zulks onder voorwaarde dat de aanpassing aan dat lid wordt nagestreefd volgens een plan waarmee de Nederlandsche Bank heeft ingestemd. 6. Belegging van de daartoe beschikbare middelen van het fonds geschiedt in overeenstemming met de prudent person regel. Artikel 5 Grondslagen van het fonds 1. Het fonds werkt volgens een actuariële en bedrijfstechnische nota. In deze nota wordt ten minste opgenomen: a. de inhoud van de uitvoeringsovereenkomst; b. de voorwaardelijke toeslagverlening; c. het financieel toetsingskader inzake pensioenfondsen; d. de wijze waarop het fonds zijn organisatie inricht zodanig dat deze een beheerste en integere bedrijfsvoering waarborgt ; e. een verklaring inzake de beleggingsbeginselen; f. een beschrijving van de sturingsmiddelen. Het fonds zendt een door het bestuur gewaarmerkt afschrift van wijzigingen in de actuariële en bedrijfstechnische nota binnen twee weken na totstandkoming van die 2

3 wijziging aan de Nederlandsche Bank. Artikel 6 Deelnemers Deelnemers van het fonds zijn die leden van het personeel van een aangesloten onderneming, die door het bestuur van het fonds als zodanig zijn toegelaten, een en ander zoals nader reglementair is geregeld. Gewezen deelnemers van het fonds zijn personen van wie het deelnemerschap in de pensioenregeling is geëindigd en die een premievrije aanspraak op pensioen tegenover het fonds hebben verkregen en behouden. Pensioengerechtigden zijn personen voor wie op grond van de pensioenregeling het pensioen is ingegaan. Gepensioneerden zijn pensioengerechtigden die op grond van de pensioenregeling een ouderdomspensioen van het fonds ontvangen. Aanspraakgerechtigden zijn personen die op grond van de pensioenregeling begunstigde zijn voor een nog niet ingegaan pensioen van het fonds. Artikel 7 Bestuur 1. Het fonds wordt beheerd door een bestuur, bestaande uit zes leden. Twee leden worden benoemd en ontslagen door de aangesloten ondernemingen in onderling overleg. De door de aangesloten ondernemingen benoemde leden behoeven geen (gewezen) deelnemer te zijn. Drie leden van het bestuur worden door de deelnemers uit de deelnemers en gewezen deelnemers gekozen, welke bestuursleden hierna worden genoemd: vertegenwoordigers van de deelnemers. Eén lid wordt door de gepensioneerden uit de gepensioneerden gekozen, welk bestuurslid hierna wordt genoemd: vertegenwoordiger van de gepensioneerden. Het bestuur is bevoegd het aantal leden uit te breiden tot acht of elf leden. Alsdan zal het aantal door de aangesloten ondernemingen benoemde leden drie of vier, alsook het aantal door de deelnemers gekozen leden vier of vijf en het aantal door de gepensioneerden gekozen leden één of twee bedragen. 2. Het bestuur heeft een voorzitter, een plaatsvervangend voorzitter, een secretaris en een plaatsvervangend secretaris. De voorzitter wordt in functie benoemd door de aangesloten ondernemingen in onderling overleg. De secretaris wordt in functie benoemd door de vertegenwoordigers van de deelnemers. De plaatsvervangend voorzitter, de secretaris, en de plaatsvervangend secretaris worden door het bestuur uit zijn midden gekozen telkens voor de tijd van drie jaar. De aftredenden zijn terstond herkiesbaar. 3. De voorzitter heeft de leiding van alle bestuurswerkzaamheden. Hij heeft de leiding van de bestuursvergaderingen. De plaatsvervangend voorzitter vervangt de voorzitter bij diens afwezigheid. De secretaris houdt de notulen van de bestuursvergaderingen. Hij voert de correspondentie namens het bestuur en is verantwoordelijk voor het archief. De plaatsvervangend secretaris vervangt de secretaris bij diens afwezigheid. 4. De bestuursleden, benoemd door de aangesloten ondernemingen, hebben zitting voor onbepaalde tijd. Zij kunnen te allen tijde door de aangesloten ondernemingen worden ontslagen. Eens in de drie jaar treedt een vertegenwoordiger van de deelnemers als bestuurslid af volgens een door het bestuur op te maken rooster. De aftredende kan terstond worden herkozen. Tevens treedt een vertegenwoordiger van de deelnemers als bestuurslid af op grond van een besluit van de deelnemers. 3

4 Teneinde tot zulk een besluit te komen zal zoveel mogelijk dezelfde procedure worden gevolgd als die, welke wordt toegepast bij de verkiezing van een vertegenwoordiger der deelnemers tot bestuurslid. Dusdanig aftreden zal echter nimmer plaatsvinden indien niet de meerderheid van alle deelnemers zich voor dit aftreden heeft verklaard. Indien de bestuursleden, vertegenwoordigers der deelnemers, ophouden lid van het personeel der aangesloten ondernemingen te zijn, eindigt hun lidmaatschap van het bestuur op dat tijdstip van rechtswege. Naast de bovenbedoelde gevallen eindigt het lidmaatschap van het bestuur, door bedanken of overlijden van het betreffende bestuurslid, indien en zodra een bestuurslid in staat van faillissement geraakt, surséance van betaling aanvraagt, onder curatele of bewind wordt gesteld of door ontslag door het bestuur na een maximale periode van schorsing, zoals bedoeld in artikel 7A. In bestaande vacatures moet binnen drie maanden na het ontstaan daarvan worden voorzien. Indien het betreft een vacature van een lid, benoemd door de aangesloten ondernemingen, geeft het bestuur de aangesloten ondernemingen schriftelijk kennis van de vacature. Indien de aangesloten ondernemingen in gebreke blijven een bestuurslid te benoemen, blijft de vacature bestaan totdat hierin is voorzien. Een bestuurslid, dat gekozen is in een tussentijdse vacature treedt af op het ogenblik waarop het lid, in wiens plaats hij is getreden, zou zijn afgetreden. Gedurende het bestaan van een vacature blijft het bestuur wettig samengesteld en behoudt het zijn volle bevoegdheid. 5. Het bestuur heeft de gehele leiding van zaken, vertegenwoordigt het fonds in en buiten rechte en is, met inachtneming van de statuten en reglementen, bevoegd tot alle daden, zowel van beheer als van beschikking, welke verband houden met de doelstelling van het fonds. Het bestuur is bevoegd tot het sluiten van overeenkomsten tot het kopen, vervreemden of bezwaren van registergoederen. Twee bestuursleden gezamenlijk zijn tevens bevoegd tot vertegenwoordiging van het fonds in en buiten rechte, mits een van hen behoort tot de bestuursleden, gekozen door de deelnemers en de ander tot de door de aangesloten ondernemingen benoemde bestuursleden. 6. Het bestuur kan, na advies van de aangesloten ondernemingen, een administrateur benoemen, die, onder verantwoordelijkheid van het bestuur, administratieve werkzaamheden voor het fonds zal verrichten. De administrateur is van al zijn daden en werkzaamheden met betrekking tot het fonds verantwoording verschuldigd aan het bestuur. De aanstelling geschiedt schriftelijk en gaat vergezeld van een instructie voor de administrateur. 7. Alle bestuursleden en de administrateur zijn geheimhouding verschuldigd ten aanzien van alle persoonlijke gegevens van de deelnemers, gewezen deelnemers en andere belanghebbenden, waarvan zij uit hoofde van hun functie kennis dragen, ook na beëindiging van hun functie. 8. De bestuursleden die in dienst zijn van een aangesloten onderneming ontvangen als zodanig geen beloning voor hun werkzaamheden. De bestuursleden die niet meer in dienst zijn van een aangesloten onderneming ontvangen presentiegelden. Reiskosten en andere kosten die de bestuursleden in het belang van het uitoefenen van de functie maken, worden na overlegging van bewijsstukken vergoed door het fonds. Kosten (niet zijnde reiskosten) kunnen slechts in overleg met het bestuur gemaakt worden. 9. Het bestuur vergadert zo dikwijls als de voorzitter of twee der overige bestuursleden zulks wenselijk achten, doch tenminste een keer per jaar ter behandeling van de jaarstukken. 10. Ieder der bestuursleden is bevoegd een deskundige te raadplegen alsmede 4

5 zich krachtens een bestuursbesluit, waarbij tenminste een/vierde der bestuursleden zich daarvoor heeft uitgesproken, ter vergadering van het bestuur door een deskundige te laten bijstaan. 11. Ieder bestuurslid kan een ander bestuurslid schriftelijk, telegrafisch of via telefaxbericht machtigen hem ter vergadering te vertegenwoordigen en voor hem stem uit te brengen. Eén lid kan ten hoogste één ander lid vertegenwoordigen. Een vergadering van het bestuur wordt door de secretaris bijeengeroepen door middel van een schriftelijke convocatie, vermeldende tijd en plaats der vergadering en de te behandelen onderwerpen. De convocatie zal tenminste drie dagen voor het houden der vergadering aan alle bestuursleden moeten worden toegezonden. Iedere vergadering wordt echter geacht op geldige wijze te zijn bijeengeroepen, indien het gehele bestuur ter vergadering aanwezig of vertegenwoordigd is. 12. Geldige besluiten kunnen niet worden genomen, wanneer niet tenminste de helft plus één der bestuursleden ter vergadering in persoon vertegenwoordigd is. 13. Voor zover niet nadrukkelijk anders is bepaald, worden alle besluiten van het bestuur genomen bij volstrekte meerderheid (meer dan de helft) van stemmen der ter vergadering aanwezige en vertegenwoordigde bestuursleden. Een besluit is slechts rechtsgeldig indien dit door tenminste één bestuurslid, benoemd door de aangesloten ondernemingen en één bestuurslid, gekozen door de deelnemers, wordt ondersteund. Bij staking van stemmen over zaken wordt het voorstel geacht te zijn verworpen; bij staking van stemming over personen beslist het lot. 14. Van elke vergadering van het bestuur worden door de secretaris notulen gehouden, welke door de voorzitter en de secretaris worden getekend na voorlezing in en goedkeuring door de volgende vergadering. 15. Een bestuursbesluit kan buiten vergadering worden genomen door middel van ondertekening door alle bestuursleden van een stuk, waarin zodanig besluit is vervat. 16. Stukken en bescheiden, uitgaande van het bestuur, worden namens het bestuur door de voorzitter en de secretaris getekend of ook door de in lid 6 genoemde administrateur, voor zover het zaken betreft, daartoe in zijn instructie aangewezen. 17. De personen die het beleid van het fonds bepalen of mede bepalen richten zich bij de vervulling van hun taak naar de belangen van de bij het fonds betrokken deelnemers, gewezen deelnemers, andere aanspraakgerechtigden, de pensioengerechtigden en de aangesloten ondernemingen en zorgen ervoor dat dezen zich door hen op evenwichtige wijze vertegenwoordigd kunnen voelen. 18. Het bestuur geeft inzicht in het beleid en de besluitvormingsprocedures. 19. Het bestuur draagt zorg voor een adequaat communicatiebeleid. Artikel 7A Schorsing en ontslag 1. Een bestuurslid kan door het bestuur worden geschorst of ontslagen na een maximale periode van schorsing: a. indien het desbetreffende bestuurslid niet naar behoren functioneert; b. indien zich naar het oordeel van het bestuur een onverenigbaarheid van hoedanigheden voordoet en het desbetreffende bestuurslid na daartoe te zijn gemaand, hierin geen verandering heeft gebracht; c. om redenen dat het desbetreffende bestuurslid frequent en zonder opgaaf van geldige reden afwezig is op de vergadering van het bestuur; 5

6 d. en voorts in alle gevallen wegens gedragingen waardoor de goede naam of de belangen van het fonds worden geschaad. 2. Een bestuurslid dat geschorst is, kan de aan zijn functie verbonden rechten en bevoegdheden niet uitoefenen. 3. Het bestuurslid over wiens schorsing of ontslag wordt beraadslaagd, moet in de betreffende vergadering de gelegenheid worden geboden om te worden gehoord en heeft het recht zich te verdedigen of te verantwoorden. 4. Tot een schorsing of ontslag kan slechts worden besloten met unanimiteit van stemmen, waarbij de stem van het desbetreffende lid buiten beschouwing blijft. 5. Om tot een besluit te komen over verlenging of opheffing van de schorsing of tot ontslag, spreekt het bestuur met het bestuurslid dat geschorst is een verbetertraject met evaluatiemomenten af. 6. Een schorsing die niet binnen drie maanden door een besluit tot een eenmalige verlenging van de schorsing of door ontslag wordt gevolgd, eindigt door het verloop van die termijn. Artikel 8 Vergadering van deelnemers 1. Een vergadering van deelnemers wordt gehouden zo dikwijls het bestuur zulks noodzakelijk acht, zo dikwijls de aangesloten ondernemingen zulks verzoeken en tevens zo dikwijls tenminste tien procent der deelnemers (met een minimum van twee en een maximum van vijfentwintig) dit schriftelijk verzoeken, onder vermelding van de reden van het verzoek en de punten van behandeling. Het bestuur is verplicht een dergelijke vergadering te doen houden binnen één maand nadat een zodanig verzoek is ingekomen. 2. Een vergadering van de deelnemers wordt bijeengeroepen door middel van een schriftelijke convocatie, vermeldende tijd en plaats der vergadering en de te behandelen onderwerpen. Tot deze onderwerpen behoren in ieder geval de gewenste punten van behandeling als bedoeld in de eerste volzin van lid 1. De convocatie zal tenminste veertien dagen voor het houden der vergadering aan de deelnemers bekend moeten worden gemaakt. Een vergadering, waarin een bestuursbesluit tot opheffing van het fonds moet worden goedgekeurd, zal bijeengeroepen worden door middel van een schriftelijke convocatie, waarin het desbetreffende besluit volledig wordt vermeld. 3. De voorzitter van het bestuur is de voorzitter van de vergadering. De secretaris van het bestuur houdt de notulen van de vergadering. De notulen worden door de voorzitter en de secretaris getekend na goedkeuring door de volgende vergadering. Indien de voorzitter van het bestuur niet ter vergadering aanwezig is, zal de vergadering worden geleid door een der overige leden van het bestuur. Mocht geen der bestuursleden aanwezig zijn, dan voorziet de vergadering zelf in haar leiding. In dat geval wijst de vergadering uit haar midden een deelnemer aan, die belast is met het notuleren. 4. Elke deelnemer heeft één stem. Elke deelnemer heeft de bevoegdheid een andere deelnemer schriftelijk te machtigen hem ter vergadering te vertegenwoordigen en voor hem stem uit te brengen. Een deelnemer kan ten hoogste één andere deelnemer vertegenwoordigen en voor hem stem uitbrengen. De schriftelijke machtiging moet vóór de aanvang van de vergadering bij hem, die de leiding van de vergadering heeft, worden ingeleverd. 5. Besluiten worden genomen met volstrekte meerderheid (meer dan de helft) van 6

7 stemmen der ter vergadering aanwezige en vertegenwoordigde deelnemers. Bij staking van stemmen over zaken wordt het voorstel geacht te zijn verworpen; bij staking van stemmen over personen beslist het lot. 6. Elke stemming geschiedt schriftelijk en is geheim. Hiervan kan worden afgeweken, mits geen der aanwezige deelnemers zich hiertegen verzet. Artikel 9 Verkiezing van de vertegenwoordigers der deelnemers in het bestuur 1. Binnen veertien dagen na het ontstaan van een vacature in het bestuur betreffende een vertegenwoordiger der deelnemers zal het bestuur daarvan schriftelijk kennis geven aan de deelnemers. Deze kennisgeving vermeldt voorts de naam van de (gewezen) deelnemer, die het bestuur tot kandidaat stelt ter voorziening in de vacature, alsmede de datum voor welke de deelnemers tegenkandidaten kunnen stellen, waartoe de deelnemers een termijn van tenminste acht dagen zal worden gelaten. Voor de rechtsgeldigheid van de stelling van een tegenkandidaat is vereist, dat: a. de betrokkene voldoet aan de in lid 1 gestelde eis en tevoren schriftelijk aan de secretaris heeft bericht, dat hij een bestuursfunctie wil aanvaarden; b. de tegenkandidaatstelling tijdig is geschied bij geschrift, gericht aan het bestuur en ondertekend door tenminste vijf deelnemers. 2. Indien tegenkandidaten niet of niet rechtsgeldig zijn gesteld, is de door het bestuur gestelde kandidaat gekozen, waarvan het bestuur schriftelijk kennisgeving doet aan de deelnemers. Indien wel één of meer tegenkandidaten rechtsgeldig zijn gesteld, bepaalt het bestuur de datum waarop een vergadering van deelnemers zal worden gehouden ter verkiezing van het ontbrekende bestuurslid. De verkiezing is beperkt tot de rechtsgeldig gestelde kandidaat en tegenkandidaat (kandidaten). 3. Elke deelnemer heeft één stem. Blanco stemmen worden als niet-uitgebrachte stemmen beschouwd. De kandidaat, die het grootste aantal stemmen op zich verenigd heeft, is gekozen. Bij een gelijk aantal stemmen beslist het lot. Artikel 9A Intern toezicht 1. Het bestuur van het fonds draagt zorg voor de organisatie van een transparant intern toezicht. 2. Het intern toezicht heeft betrekking op het kritisch bezien van het functioneren van (het bestuur van) het fonds door onafhankelijke deskundigen. 3. Het bestuur kiest voor intern toezicht door middel van een visitatiecommissie. Bepalingen omtrent het intern toezicht zijn uitgewerkt in het Reglement Intern Toezicht. Artikel 9B Verantwoordingsorgaan 1. Het verantwoordingsorgaan bestaat uit drie leden: a. één vertegenwoordiger van de aangesloten ondernemingen; b. één vertegenwoordiger van de deelnemers; en c. één vertegenwoordiger van de gepensioneerden. 2. Indien één van de geledingen in lid 1 geen of onvoldoende vertegenwoordigers kan aandragen, zal deze geleding niet worden vertegenwoordigd. In geval van het bestaan van vacatures behoudt het verantwoordingsorgaan zijn volledige bevoegdheden. 3. De leden van het verantwoordingsorgaan worden als volgt gekozen of benoemd: a. vertegenwoordigers aangesloten ondernemingen: door de aangesloten 7

8 ondernemingen b. vertegenwoordigers deelnemers: door de deelnemers, het bestuur kan kandidaten stellen c. vertegenwoordigers gepensioneerden: door de gepensioneerden, het bestuur kan kandidaten stellen. 4. Het lidmaatschap van het verantwoordingsorgaan is niet verenigbaar met een andere functie binnen het fonds, met uitzondering van het lidmaatschap van de deelnemersraad. 5. De leden van het verantwoordingsorgaan hebben een zittingstermijn van drie jaar. Het verantwoordingsorgaan stelt een rooster van aftreden vast. De aftredende leden zijn terstond herkiesbaar of herbenoembaar. Een lid blijft in functie totdat een opvolger is benoemd of hijzelf is herbenoemd. 6. Het lidmaatschap van het verantwoordingsorgaan eindigt door: a. het verstrijken van de zittingsduur; b. het bedanken door het betreffende lid; c. bij vertegenwoordigers van de deelnemers: bij beëindiging van het dienstverband met de werkgever; d. het aanvaarden van een andere functie binnen het fonds, anders dan een functie in de deelnemersraad; e. overlijden; f. een besluit van de aangesloten ondernemingen indien het een onder lid 3 sub a bedoeld lid betreft; g. een besluit van de deelnemers indien het een onder lid 3 sub b bedoeld lid betreft; h. een besluit van de gepensioneerden indien het een onder lid 3 sub c bedoeld lid betreft. 7. Indien volgens het rooster van aftreden een vacature ontstaat, stelt het verantwoordingsorgaan het bestuur daarvan binnen dertig dagen schriftelijk in kennis. Het bestuur verzoekt, afhankelijk van de geleding waarin de vacature ontstaat, de desbetreffende geleding binnen drie maanden te voorzien in de vacature. Ingeval een tussentijdse vacature ontstaat, zal de vorige volzin overeenkomstig van toepassing zijn. Het nieuw benoemde lid treedt af op het tijdstip, waarop zijn voorganger oorspronkelijk zou zijn afgetreden. 8. Bepalingen omtrent het verantwoordingsorgaan zijn uitgewerkt in het Reglement Verantwoordingsorgaan. Artikel 10 Reglementen van het fonds 1. Het bestuur stelt één of meer reglementen vast. Deze houden nadere bepalingen in omtrent onder andere: a. de tijdstippen van begin en einde van het deelnemerschap; b. de wijze waarop en de gevallen waarin recht op pensioen ontstaat; c. de aard en de grootte der pensioenen; d. het betalingsverkeer tussen de aangesloten ondernemingen en het fonds. 2. De bepalingen van een reglement kunnen worden gewijzigd door een besluit van het bestuur. 3. Het gewijzigd pensioenreglement wordt aan de werkgever en indien van toepassing de vertegenwoordiger van de werknemers voorgelegd om te waarborgen dat de voorgestelde wijzigingen in overeenstemming zijn met de wijziging in de pensioenovereenkomst. 4. Het fonds informeert elk kwartaal schriftelijk de deelnemers, gewezen deelnemers en pensioengerechtigden wanneer sprake is van een 8

9 premieachterstand ter grootte van vijf procent van de totale door het fonds te ontvangen jaarpremie en tevens niet voldaan wordt aan de bij of krachtens artikel 131 van de Pensioenwet geldende eisen inzake het minimaal vereist eigen vermogen. 5. Het fonds kan verworven pensioenaanspraken en pensioenrechten uitsluitend verminderen indien: a. de technische voorzieningen en het minimaal vereist eigen vermogen niet meer volledig door waarden zijn gedekt; b. het pensioenfonds niet in staat is binnen een redelijke termijn de technische voorzieningen en het minimaal vereist eigen vermogen door waarden te dekken zonder dat de belangen van deelnemers, gewezen deelnemers, pensioengerechtigden, andere aanspraakgerechtigden of de aangesloten ondernemingen onevenredig worden geschaad; en c. alle overige beschikbare sturingsmiddelen, met uitzondering van het beleggingsbeleid, zijn ingezet zoals uitgewerkt in het kortetermijnherstelplan, bedoeld in artikel 140 Pensioenwet. Artikel 11 Wijziging van de statuten 1. Wijziging van de statuten kan geschieden door een besluit van het bestuur. 2. Een statutenwijziging is eerst van kracht nadat deze bij notariële akte tot stand is gekomen. Artikel 12 Beleggingen, beheer van ontvangsten en uitgaven 1. Een pensioenfonds voert een beleggingsbeleid dat in overeenstemming is met de prudent-person regel en met name gebaseerd is op de volgende uitgangspunten: a. de waarden worden belegd in het belang van aanspraak- en pensioengerechtigden; b. beleggingen in een aangesloten onderneming worden beperkt tot ten hoogste vijf procent van de portefeuille als geheel, en ingeval de aangesloten onderneming tot een groep behoort, worden beleggingen in de ondernemingen die tot dezelfde groep als de aangesloten onderneming behoren, beperkt tot ten hoogste tien procent van de portefeuille. c. Wanneer een groep van ondernemingen aan het pensioenfonds premies betaalt, geschieden beleggingen in deze aangesloten ondernemingen prudent, waarbij rekening wordt gehouden met de noodzaak van een behoorlijke diversificatie; d. de beleggingen worden gewaardeerd op basis van marktwaardering. 2. De effecten zullen in open bewaarneming gegeven worden bij een bankinstelling of worden opgeborgen in een safe-inrichting. 3. Aanvragen tot terugneming uit open bewaargeving zullen getekend moeten worden door twee bestuursleden. 4. Alle eigendomsbewijzen, polissen, hypotheekakten met bijlagen, enzovoorts zullen bewaard worden in een safe-inrichting. Tot de safe-inrichting als bedoeld in lid 2 en in dit lid zal alleen toegang worden verleend, indien twee bestuursleden aanwezig zijn. 5. Twee leden van het bestuur zullen gezamenlijk over het tegoed op de bank of girorekening van het fonds kunnen beschikken. 6. Van de bestuursleden genoemd in de leden 3 tot en met 5 van dit artikel zal één lid moeten behoren tot de bestuursleden gekozen door de deelnemers en één 9

10 lid tot de bestuursleden, benoemd door de aangesloten ondernemingen. 7. Onverminderd de verantwoordelijkheid van het bestuur kan door het bestuur aan de administrateur worden opgedragen één van de bestuursleden, genoemd in de leden 3 tot en met 5 te vervangen. In zodanig geval vervalt het bepaalde in lid 6. Artikel 13 Boekjaar Het boekjaar loopt van de eerste januari tot en met de éénendertigste december daaropvolgend. Artikel 14 Accountant Door het bestuur wordt een accountant benoemd, ingeschreven als registeraccountant, die tot taak heeft op de boekhouding geregeld toezicht te houden, alsmede aan de aangesloten ondernemingen en het bestuur jaarlijks schriftelijk verslag uit te brengen omtrent de financiële toestand van het fonds en een jaarlijks overzicht te verstrekken van de inkomsten en uitgaven van het fonds. De accountant kan te allen tijde door het bestuur worden ontslagen. Artikel 15 Adviserend Actuaris Indien het fonds eigen risico draagt, wordt door het bestuur een adviserend actuaris lid zijnde van het Actuarieel Genootschap benoemd, die tot taak heeft jaarlijks de premiereserve te berekenen en na te gaan of de in het (de) reglement(en) in het vooruitzicht gestelde pensioenen en uitkeringen voldoende gedekt geacht kunnen worden. De adviserend actuaris bepaalt, in overleg met het bestuur, de nodige premies en/of koopsommen. Voorts adviseert deze actuaris het bestuur op pensioentechnisch en actuarieel terrein alsmede, desgevraagd ten aanzien van het beleggingsbeleid. De adviserend actuaris kan te allen tijde door het bestuur worden ontslagen. Artikel 16 Jaarverslag 1. Het bestuur stelt binnen zes maanden na afloop van het boekjaar de jaarrekening en het jaarverslag vast. Het fonds verstrekt periodiek binnen de daartoe vastgestelde termijnen staten aan de Nederlandsche Bank. De staten omvatten uitsluitend de bij of krachtens de Pensioenwet vastgestelde informatie en gegevens. De staten zijn periodiek voorzien van een verklaring omtrent de getrouwheid, afgegeven door een accountant. Ten bewijze dat de staten door hem zijn onderzocht, waarmerkt de accountant de staten. 2. De actuariële staten, waaronder het actuarieel verslag voorzien van een verklaring van de certificerend actuaris, worden gewaarmerkt door de certificerend actuaris. 3. Het jaarverslag zoals bedoeld in lid 1 zal ten behoeve van de deelnemers op de website van het fonds worden gepubliceerd. Het fonds stuurt het jaarverslag daarnaast op verzoek toe aan de deelnemer, de gewezen deelnemer, de pensioengerechtigde of de gewezen partner. Artikel 17 Bijzondere bepalingen ter zake van bij het fonds betrokken personen 1. Het beleid van het fonds wordt bepaald of mede bepaald door personen die deskundig zijn in verband met de uitoefening van het bedrijf van het pensioenfonds. 2. De personen, die het beleid van het fonds bepalen of mede bepalen, richten zich bij de vervulling van hun taak naar de belangen van de bij het fonds 10

11 betrokken deelnemers, pensioengerechtigden, gewezen deelnemers, de aangesloten ondernemingen en overige belanghebbenden en zorgen ervoor dat dezen zich door hem op evenwichtige wijze vertegenwoordigd kunnen voelen. 3. Het bestuur van het fonds draagt er zorg voor dat de betrouwbaarheid van de personen die het beleid van het fonds bepalen of mede bepalen buiten twijfel staat. 4. Het bestuur van het fonds meldt elke wijziging in de samenstelling van de personen die het beleid van het fonds bepalen of mede bepalen vooraf ter kennis aan de Nederlandsche Bank. 5. Een wijziging als bedoeld in het vierde lid wordt niet doorgevoerd indien: a. de Nederlandsche Bank binnen zes weken na ontvangst van de melding van de wijziging aan het fonds bekend maakt dat het niet met de voorgenomen wijziging instemt; of b. indien de Nederlandsche Bank om nadere gegevens of inlichtingen heeft verzocht en binnen zes weken na ontvangst van die gegevens of inlichtingen aan het fonds bekend maakt dat het niet met de voorgenomen wijziging instemt. 6. Indien zich een wijziging voordoet van de antecedenten die van invloed is op de betrouwbaarheid van de personen, bedoeld in het derde lid, stelt het fonds de Nederlandsche Bank daarvan onverwijld schriftelijk in kennis. 7. Het fonds beschikt over een gedragscode die voor het bestuur en de bij het fonds betrokken personen voorschriften geeft ter voorkoming van belangenconflicten en van misbruik en oneigenlijk gebruik van de bij het fonds aanwezige informatie. 8. Het bestuur stelt een deskundigheidsplan vast waarin de eisen die aan de bestuursleden worden gesteld, zijn vastgelegd. 9. Het bestuur stelt een procedure vast voor een periodieke evaluatie van het functioneren van het bestuur als geheel en van de individuele bestuursleden. Artikel 18 opheffing en liquidatie 1. Tot opheffing van het fonds kan slechts worden besloten bij besluit van het bestuur. 2. Elk opheffingsbesluit behoeft, om van kracht te zijn, een advies van de aangesloten ondernemingen en de goedkeuring van de vergadering van deelnemers. 3. Het fonds zal in elk geval in liquidatie treden, wanneer alle aangesloten ondernemingen geliquideerd zijn, zonder dat haar bedrijf in de tegenwoordige of gewijzigde vorm wordt voortgezet en ook indien geen begunstigde of te begunstigen personen in de zin van de statuten en reglementen meer aanwezig zijn. 4. Het bestuur is met de vereffening van de zaken van het fonds belast. 5. Het bestuur is verplicht bij liquidatie de belangen der begunstigde of te begunstigen personen te regelen op basis van de geldende statuten en reglementen. 6. Indien daarna enig saldo overblijft, zal dit worden aangewend in overeenstemming met het doel van het fonds. 7. Indien gedurende de tijd, dat het fonds in liquidatie verkeert, een vacature in het bestuur ontstaat, zal hierin voor zover mogelijk, worden voorzien op de in de artikelen 7 en 9 omschreven wijze, waarbij in het geval dat de aangesloten ondernemingen in staat van faillissement verkeren, de curatoren (de curator) in de rechten van die ondernemingen treden (treedt). Indien in een 11

12 bestuursvacature op deze wijze niet kan worden voorzien, zal het bestuur zichzelf aanvullen door coöptatie, met dien verstande dat in de vacature van een door de deelnemers gekozen bestuurslid slechts kan worden voorzien door iemand, die laatstelijk vóór het besluit tot liquidatie, als vertegenwoordiger der deelnemers in het bestuur had kunnen fungeren. 8. Voor zover mogelijk blijven de bepalingen van deze statuten ten aanzien van de bevoegdheden van het bestuur en de besluitvorming in het bestuur ook gedurende de tijd, dat het fonds in liquidatie verkeert, van kracht. Zou zulks niet mogelijk zijn dan wordt zoveel mogelijk in de geest van deze bepalingen gehandeld. 9. De onderscheiden categorieën van deelnemers casu quo overige belanghebbenden zullen in het bezit gesteld worden van een bewijsstuk van hun tot de datum van opheffing aan de deelneming in het fonds te ontlenen aanspraken of rechten op pensioen (waarin begrepen die, voortvloeiend uit het bepaalde in lid 6). In dit bewijsstuk zal tevens melding worden gemaakt van de instantie casu quo instanties, jegens welke zij die aanspraken of rechten geldend kunnen maken. De vaststelling van die aanspraken of rechten en de veiligstelling daarvan mag niet plaatsvinden in strijd met enig bindend voorschrift van de Pensioenwet. 10. Voor zover ter zake van de in lid 9 bedoelde aanspraken of rechten op pensioen verzekeringsovereenkomsten zijn of zullen worden gesloten en deze aan de betrokkenen zelf dan wel aan een (nieuwe) werkgever worden overgedragen zal de begunstiging ten name gesteld worden van verzekerden casu quo overige belanghebbenden op de door de verzekeraar uit te reiken polissen zal door hem worden aangetekend dat ten aanzien van de daarin belichaamde verzekeringen, voor zover deze betrekking hebben op aan de deelneming in het fonds te ontlenen aanspraken of rechten op pensioen als bedoeld in lid 9, de voorschriften van de Pensioenwet voor zover nog van toepassing uitsluitend en onverminderd van kracht blijven. Tevens zal door de verzekeraar op die polissen worden aangetekend dat noch afkoop - tenzij wettelijk toegestaan - der in de vorige volzin bedoelde verzekeringen, noch wijziging van de begunstiging (tenzij die wijziging plaatsvindt ten behoeve van de verzekerde casu quo diens nabestaanden) kan plaatsvinden. 11. Het fonds zal niet zijn opgeheven dan nadat in het kader van de Pensioenwet bericht is ontvangen, dat geen bezwaar bestaat tegen het door het bestuur in overeenstemming met de accountant en de certificerend actuaris opgestelde liquidatierapport. Artikel 19 Klachten en Geschillen Het fonds kent een klachtenprocedure en een geschillenprocedure. Bepalingen omtrent de klachten- en geschillenprocedure zijn uitgewerkt in de Klachten- en Geschillenregeling van het fonds. Artikel 20 onvoorziene gevallen In incidentele gevallen waarin de statuten en reglementen niet voorzien, beslist het bestuur. Artikel 21 Inwerkingtreding De statuten zijn in werking getreden op één januari negentienhonderdnegentig. De laatste wijziging wordt geacht in werking te zijn getreden op heden, vijfentwintig juni tweeduizend acht ( ). 12

13 SLOT De verschenen persoon is mij, notaris, bekend en de wettelijk voorgeschreven identificatie heeft plaatsgevonden. Waarvan akte is verleden te Tilburg op de datum in het hoofd van deze akte vermeld. Nadat de zakelijke inhoud van deze akte aan de verschenen persoon is opgegeven en toegelicht, heeft deze verklaard, tijdig van de inhoud van de akte te hebben kennisgenomen en met beperkte voorlezing in te stemmen. Daarna is deze akte onmiddellijk na beperkte voorlezing door de verschenen persoon en mij, notaris, ondertekend. 13