Dient de herroepingstermijn van art. 1:231 BW te worden verruimd en zo ja, is deze termijn een inmenging in het recht van het kind op gezinsleven?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Dient de herroepingstermijn van art. 1:231 BW te worden verruimd en zo ja, is deze termijn een inmenging in het recht van het kind op gezinsleven?"

Transcriptie

1 Dient de herroepingstermijn van art. 1:231 BW te worden verruimd en zo ja, is deze termijn een inmenging in het recht van het kind op gezinsleven? Esra Karahan Nijmegen, 25 januari 2013

2 Dient de herroepingstermijn van art. 1:231 BW te worden verruimd en zo ja, is deze termijn een inmenging in het recht van het kind op gezinsleven? Auteur: Esra Karahan Studentnummer: u Instelling: Tilburg University Opleiding: Rechtsgeleerdheid Accent: Privaatrecht Begeleider: Prof. Mr. P. Vlaardingerbroek Tweede lezer: Mr. V.M. Smits Plaats en Datum: Nijmegen, 25 januari

3 Voorwoord Voor u ligt mijn scriptie herroeping van de adoptie, die geschreven is ter afsluiting van de master-opleiding rechtsgeleerdheid, accent privaatrecht. In deze scriptie is onderzoek gedaan naar de vraag of de herroepingstermijn voor de adoptie moet worden verruimd en of dit een inmenging vormt in het recht op gezinsleven van het kind. Het onderzoek bestaat voornamelijk uit literatuuronderzoek. Deze scriptie bevat de geschiedenis en de huidige status van de adoptie en de herroeping van de adoptie in Nederland. Daarnaast is gekeken naar de internationale verdragen en bevat het een kort beschouwde rechtsvergelijking met een aantal landen in Europa. Aan de hand van de uitgewerkte hoofdstukken heb ik de hoofdvraag kunnen beantwoorden en mijn mening hierop kenbaar gemaakt. Bij deze wil ik iedereen bedanken die mij bij het schrijven van mijn scriptie heeft gesteund. Graag zou ik in het bijzonder mijn ouders willen bedanken, omdat zij mij hebben gesteund bij het doorstuderen aan de Tilburg University. Daarnaast wil ik ook mijn vrienden en familie bedanken. Daarnaast ben ik mijn begeleider prof. mr. P. Vlaardingerbroek heel erg dankbaar, hij heeft mij altijd begeleidt door goede tips en feedback te geven, zonder zijn expertise en begeleiding was het mij niet gelukt om deze scriptie te schrijven. Ten slotte gaat mijn dank uit naar mr. V.M. Smits als tweede lezer voor haar bijdrage aan mijn scriptie. Ik wens u allen veel leesplezier! Esra Karahan 25 januari

4 Inhoudsopgave Inleiding Pagina Hoofdstuk 1 Invoering van de adoptie in Nederland Inleiding Geschiedenis van de adoptie in de Romeinse tijd De adoptie in de moderne tijd rond Invoering van de adoptie in Nederland De huidige wetgeving in adoptie Sterke adoptie in Nederland Voorwaarden betreffende het kind Vereisten ten aanzien van de adoptanten Geen tegenspraak van de juridische ouders Samenvatting Hoofdstuk 2 Het belang van het kind bij adoptie beslissingen Inleiding Het belang van het kind bij statusvoorlichting Verbreking van de banden en de feitelijke contacten met de oorspronkelijke ouders Internationale bepalingen De VN-Verklaring inzake adoptie Het internationale Verdrag voor de Rechten van het Kind Haags Adoptieverdrag en de interlandelijke adoptie Samenvatting Hoofdstuk 3 Art. 1:231 BW en de herroeping van adoptie Inleiding Parlementaire geschiedenis Mogelijkheden tot herroeping Is de herroeping van adoptie altijd mogelijk? Herroeping van de adoptie in de rechtspraak Samenvatting

5 Hoofdstuk 4 Rechtsvergelijking met België, Engeland en Turkije Inleiding Herroeping van de adoptie in België Herroeping van de adoptie in Engeland Herroeping van de adoptie in Turkije De kafala De herroeping in de drie landen kort beschouwd Samenvatting Hoofdstuk 5 Art. 8 EVRM en het recht op gezinsleven Inleiding Interpretatie van het begrip gezinsleven Wel of geen inmenging? Samenvatting Hoofdstuk 6 Conclusie en aanbeveling Inleiding Samenvatting en conclusies Antwoord op de hoofdvraag en aanbevelingen Literatuurlijst

6 Inleiding Ik begin deze scriptie met een voorbeeld: Een vrouw die is geboren in India heeft Indiase ouders. De vrouw is op tweejarige leeftijd geadopteerd door een Nederlands echtpaar. De ouders van het kind waren niet in staat om het kind zelf te kunnen verzorgen en op te voeden. De ouders leefden namelijk in ernstige armoede. Op haar vijftiende was de vrouw al op de hoogte van de adoptie, want zij had een andere huidskleur dan de adoptiefouders. De vrouw heeft dit echter nooit kunnen vragen aan haar adoptiefouders. Later hebben de ouders de vrouw ingelicht over haar afstamming en identiteit. De ouders hebben haar alle gegevens verstrekt over de biologische ouders. De ouders hebben het kind altijd goed verzorgd en zij hebben haar een goede opleiding en bestaan kunnen geven. Hoewel de vrouw zich altijd goed thuis voelde en met andere familieleden ook een goede band had, miste ze toch iets. De vrouw was nieuwsgierig naar haar oorspronkelijke ouders. De vrouw heeft dan ook haar biologische ouders opgezocht en heeft hun leren kennen; ze heeft met haar familie regelmatig goed contact gehad. In die tijd heeft ze haar adoptie niet willen herroepen, omdat zij haar ouders niet wilde kwetsen. Zij was hun namelijk erg dankbaar voor de opvoeding en de verzorging. Dit kon zij hun niet aandoen. Nadat haar ouders op haar 28 ste waren overleden besloot zij om een beroep tot de herroeping van de adoptie in te dienen. Zij liep echter tegen de herroepingstermijn van art. 1:231 lid 2 BW op. De herroeping van de adoptie is slechts tussen het 20 ste en 23 ste levensjaar mogelijk en bij het verstrijken van de termijn wordt zij niet-ontvankelijk verklaard. De vrouw had haar adoptiefouders verloren en nu was het ook niet meer mogelijk om de familierechtelijke banden met haar oorspronkelijke ouders juridisch te laten vaststellen. De geadopteerde vrouw weet tot welke familie zij behoort en wil dat de banden met haar biologische ouders weer worden hersteld. Gelukkig heeft zij een goede vriendin die rechten studeert en heeft verteld dat een ieder het recht heeft op gezinsleven, oftewel family life. Met advies van haar vriendin heeft de vrouw meer moed gekregen tot het indienen van een beroep. De vrouw heeft op haar 30 ste levensjaar een beroep tot de herroeping van de adoptie ingediend. Zij heeft toen geprobeerd om met een beroep op art. 8 EVRM de herroeping van de adoptie alsnog mogelijk te maken. Als de rechter de herroepingstermijn van art. 1:231 lid 2 BW passeert kan de vrouw haar familierechtelijke banden met de biologische ouders juridisch laten vaststellen. Nu komen dit soort zaken niet vaak voor, maar als een kind buiten de herroepingstermijn van art. 1:231 lid 2 BW een verzoek tot de herroeping van de adoptie wil indienen wordt zij volgens de wet niet-ontvankelijk verklaard. De herroepingstermijn in onze wet is een korte 5

7 termijn van drie jaar waar de adoptiekinderen, de belangenorganisaties van de geadopteerden en sommigen rechtsgeleerden veel kritiek op hebben. Mijn doel is om met deze scriptie een antwoord te vinden op de vraag: Dient de termijn van art. 1:231 lid 2 BW te worden verruimd en zo ja, is deze termijn een inmenging in het recht op het gezinsleven van het kind? Aan de hand van verschillende literatuur en jurisprudentie zal ik mijn mening en aanbevelingen kenbaar maken over deze adoptiekwestie. Hierin zal worden onderzocht of het niet beter is om de leeftijdsgrens van art. 1:231 lid 2 BW te verruimen, omdat men anders in strijd met art. 8 EVRM handelt. Tevens zal ik beoordelen of de gestelde herroepingstermijn wel in het belang van het kind is en of deze termijn nog wel nodig is voor de waarborging van de rechtszekerheid. 6

8 Hoofdstuk 1: Invoering van de adoptie in Nederland 1.1 Inleiding De adoptiegeschiedenis kan in vier periodes worden verdeeld. De periode tussen wordt gekenmerkt door de traditioneel-gesloten generatie adoptieouders, de periode tussen door de open-idealistische generatie adoptieouders, tussen wordt wel gesproken van de economische-realistische generatie adoptieouders en over de periode van tot heden spreekt men van de voorbereid-optimistisch/eisende generatie. 1 De adoptiewet is in 1956 in Nederland ingevoerd en sindsdien zijn er in Nederland kinderen geadopteerd. 2 In de loop van de jaren is er veel gewijzigd. Het belang van het kind is men steeds belangrijker gaan vinden. In dit hoofdstuk gaan we eerst terug de geschiedenis in. Daarbij zal worden ingegaan op de adoptiekwestie in de Romeinse tijd en de adoptie in de moderne tijd. Hierin zullen we zien dat adoptie in het Romeinse recht gezien werd als een familiebelang. Daarentegen was in het midden van de vorige eeuw de gedachte over adoptie meer in de richting van een kinderbeschermingsmaatregel gelegen. Het kind begon hier meer de aandacht te krijgen. Daarna zal duidelijk worden gemaakt hoe de adoptie vanaf 1956 in Nederland is ingevoerd en een rol heeft gespeeld binnen ons rechtsstelsel. Nadat een en ander over de geschiedeis van adoptie is gezegd, komen we bij de huidige situatie. Zo wordt stil gestaan bij de vereisten voor een verzoek tot adoptie. Eerst zullen de voorwaarden betreffende het kind worden uiteengezet en vervolgens de voorwaarden voor de adoptanten. We zullen zien dat adoptie in het kennelijk belang van het kind moet zijn. Tevens is vereist dat bij een verzoek tot adoptie vaststaat dat het kind niets meer te verwachten heeft van zijn oorspronkelijke ouders en dat de adoptiefouders het kind zullen moeten voorlichten over zijn status. 1.2 Geschiedenis van de adoptie in de Romeinse tijd De westerse cultuur heeft het recht van adoptie in het Romeinse recht gevonden. Adoptie heeft in deze langdurige geschiedenis steeds een grote rol gespeeld. De gedachte er achter was, dat door adoptie nieuwe leden in de groep werden opgenomen, wat een versterking van de groep betekende. Tevens was dan de voortzetting van het 1 R. Hoksbergen, Vijftig jaar adoptie in Nederland, Utrecht: Afdeling Adoptie UU 2002, p Centraal Bureau voor de Statistiek, geraadpleegd via: 7

9 geslacht verzekerd en de familie-cultus veiliggesteld. In het Romeinse recht sprak men over twee vormen van adoptie: de adrogatio en de adoptio in engere zin. De adrogatio was bestemd voor personae sui juris (een eigenstandig persoon die, niet onder enig familierechtelijk gezag stond) 3 en de adoptio in engere zin was voor personae alieni juris (gezagsafhankelijke personen) 4 5 Bij adoptie in de vorm van adrogatio werd een natuurlijk persoon, die niet onder patria potestas (vaderlijk macht) stond, onder de patria potestas 6 van een ander gebracht. De motieven voor een adoptie lagen meer in het familiebelang dan in het persoonlijke belang. De familie-cultus had een belangrijke positie in de Romeinse godsdienst en daarom moest de uitsterving van de familie en het geslacht worden voorkomen, want anders kon men de voorouders niet de eer doen bewijzen, hetgeen een ramp voor de familie zou zijn. De volksvergadering stond daarom toe dat een burger, die niet onder vaderlijke macht stond en die ook niet onder enig ander familierechtelijk gezag stond, zich alsnog kon onderwerpen aan het gezag van de adoptant. Deze adoptie (adrogatio) had zowel familierechtelijke als vermogensrechtelijke gevolgen. De burger die geadopteerd werd legde een verklaring af bij de volksvergadering. Hij verklaarde daarbij dat hij in het sociale leven van zijn nieuwe familie intrad en uittrad uit zijn vroegere familie. Later werd tussen de adoptant en adoptivus een leeftijdsverschil van achttien jaar vereist. Degene die de adoptie goedkeurde was de magistraat, hij wees daarbij een bepaalde persoon toe aan de pater adoptivus. Hiermee gingen alle rechtsbetrekkingen van de adoptivus met alle rechten en plichten over in de nieuwe familie. De beide vormen van adoptie konden alleen door de mannen worden uitgevoerd De adoptie in moderne tijd rond 1800 De adoptie in Nederland na 1838 was het aannemen van een kind niet in de wet opgenomen. Ook tegen het einde van de negentiende eeuw werd de gedachte over adoptie niet veel anders dan dat het was. Adoptie was een marginaal verschijnsel en was nog niet wettelijk geregeld. 8 Maar de gedachte over de noodzaak van bescherming voor het verwaarloosde, verweesde of verlaten kinderen won steeds meer veld en meer steun in ons land. Zo werd bij de invoering in 1905 de kinderwetten van 1901 het mogelijk gemaakt om ouders te ontzetten 3 J.E. Spruit, Cunabula iuiris, Elementen van het Romeinse privaatrecht, Deventer: Kluwer 2003, p J.A. Nota, De adoptie, Deventer: Kluwer 1969, pag J.E. Spruit, Cunabula iuiris, Elementen van het Romeinse privaatrecht, Deventer: Kluwer 2003, p Ibid, p P. Vlaardingerbroek, e.a., Het hedendaagse personen- en familierecht, Deventer: Kluwer 2011, p

10 en te ontheffen van de ouderlijke macht en een andere persoon of rechtspersoon met de voogdij te belasten. Tevens heeft men geprobeerd een weg richting adoptie vrij te maken. De toenmalige Minister van Justitie Gerbrandy verzette zich tegen de adoptie, waardoor er in het ontwerp Kinderrecht van 1937 geen voorstel tot adoptie was opgenomen. Na de Tweede Wereldoorlog waren veel oorlogswezen waardoor adoptie meer aandacht begon te krijgen. De proefschrift van Cloeck speelde een belangrijke rol bij het bestuderen van de adoptiekwestie. Door het bestuur van de F.I.O.M. 9 (Federatie van Instellingen voor de Ongehuwde moeder en haar kind) werd besloten een rapport uit te brengen inzake een wettelijke regeling van het aannemen van kinderen. In 1952 werd dit rapport uitgebracht door een Commissie die het vraagstuk over adoptie had bestudeerd en onderzocht. 10 In deze jaren nam zowel de belangstelling als de strijd over de wenselijkheid van de invoering van het onderwerp toe. Minister Donker had toen de verdere voorbereidingen getroffen. Het ontwerp van Prof. Meijers vormde de grondslag van het wetsontwerp. 11 Kenmerken waren volgens de Memorie van Toelichting: onherroepelijkheid teneinde zekerheid te geven en hiermee samenhangend strenge eisen, waarbij het kennelijk belang van het kind centraal staat. Er dient op gelet te worden wat het kind verliest en of het een goed ouderlijk milieu terugkrijgt. Iedere gedachte, dat ook het belang van de pleegouders enigermate zou mogen meespelen, is zorgvuldig vermeden. Het ontwerp onderging een belangrijke wijziging, dat was de opname van de herroepelijkheid in de wet. Op 1 november 1956 trad de adoptiewetgeving in werking De invoering van adoptie in Nederland Als we Nederland vergelijken met andere landen in Europa, valt op dat Nederland met de eerste adoptiewet in 1956 knap laat was. Het duurde allemaal zo lang, omdat de eerste partij, namelijk het kind in het adoptiedrieluik buiten spel zou worden gezet. De familierechtelijke banden met de biologische ouders werden genegeerd. De biologische ouders zouden niet te weten komen waar, wanneer en bij wie hun kind geplaatst werd. Dit werd namelijk in hun belang geacht en ook zou het in het belang van de adoptieouders zijn. 13 De genoemde inhoud van de adoptiewet dat er tussen het kind en de biologische ouders een volledige verbreking van alle banden ontstaat, is een punt dat nu verbazing wekt. Uit deze wet volgde namelijk dat het adoptiekind geen enkele identificerende informatie mocht krijgen 9 J.A. Nota, De adoptie, Deventer: Kluwer 1969, p Ibid, p Ibid, p Ibid, p R.A.C. Hoksbergen en H. Walenkamp, Adoptie: Een levenslang dilemma, Culemborg: Bohn Stafleu Van Loghum 2000, p

11 over zijn oorspronkelijke ouders, maar adoptiekinderen gingen toch op zoek naar hun oorspronkelijke ouders en de biologische ouders naar hun kinderen die zij jaren geleden hadden afgestaan. 14 Bij de adoptie kreeg het kind meteen de naam van zijn adoptieouders en deze ouders werden de wettige opvoeders van het kind. Een halve eeuw geleden werd niet gedacht aan het feit dat het kind later heel graag zou willen weten wie zijn biologische ouders waren. Men had hierin nog geen ervaring en daarom was dit ook moeilijk te realiseren. Het eerste kind dat in Nederland werd geadopteerd was in 1956 een vierjarig meisje; de adoptie werd toen juridisch bekrachtigd. In de loop van de jaren is er na 1956 veel veranderd. Er zijn allerlei adoptie organisaties en-verenigingen opgericht en ook de media heeft er veel aandacht aan besteed. Sommige adoptieorganisaties zijn door de Minister van Justitie erkend. 15 Na de invoering van de adoptiewet werd in 1957 een nieuw orgaan in het leven geroepen: de Centrale Adoptieraad (hierna: CAR). De belangrijkste taken van deze adoptieraad bestonden uit: het uitbrengen van adviezen aan de minister van Justitie over adoptie in het algemeen, het documenteren van verschillende adoptieverzoeken en men moest werken aan het bevorderen van de eenheid in de beoordeling van adoptieverzoeken. 16 In 1974 is de CAR opgeheven en werden zijn taken overgenomen door het College van Advies voor de Kinderbescherming en de Directie Kinderbescherming van het ministerie van Justitie. 17 De CAR werd opgeheven, omdat zijn belangrijkste doel, namelijk het bevorderen van de eenheid in de beoordeling van adoptieverzoeken, was bereikt. Toen de CAR nog wel bestond was er veel discussie over de vraag of het kind moest worden ingelicht over het feit dat hij was geadopteerd en dat zijn oorspronkelijke ouders andere waren dan de ouders die het kind hadden verzorgd. In de rechtspraak en in de literatuur was daaraan veel aandacht besteed. De wet zelf vereist niet dat de adoptieouders het kind zullen voorlichten over zijn status (statusvoorlichting), maar dankzij de tussenkomst van de CAR is bij alle bij de adoptie betrokkenen de statusvoorlichting als een algemene verplichting onderschreven. 18 De adoptie die vroeger alleen als een maatregel van kinderbescherming werd gezien is met de wijzigingen veranderd in een mogelijkheid om een kind te krijgen. 19 Adoptie werd 14 R. Hoksbergen, Vijftig jaar adoptie in Nederland, Utrecht: Afdeling Adoptie UU 2002, p R.A.C. Hoksbergen en H. Walenkamp, Adoptie: Een levenslang dilemma, Culemborg: Bohn Stafleu Van Loghum 2000, p P. Vlaardingerbroek, e.a., Het hedendaagse personen- en familierecht, Deventer: Kluwer 2011, p Daarna is de naam veranderd in het College van Advies voor de Justitiële Kinderbescherming en vanaf 1 april 2001 de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming geheten. Bij het ministerie van Justitie betreft het thans de dienst Preventie Jeugd en Sancties. 18 P. Vlaardingerbroek, e.a., Het hedendaagse personen- en familierecht, Deventer: Kluwer 2011, p ibid, p

12 dankzij de wijzigingen aangenomen als een familierechtelijke betrekking tussen volwassenen en een kind. De adoptieouders moesten het kind verzorgen en opvoeden. De vereiste verzorgingstermijn van het kind door beide adoptanten werd in 1973 verkort naar een jaar. In 1978 werd de postume adoptie ingevoerd. Er werd toen mogelijk gemaakt dat de overlevende adoptiefouder de termijn van een jaar volmaakte. 20 Een jaar later, in 1979, werd de mogelijkheid van stiefouderadoptie ingevoerd. De nieuwe echtgenoot van de ouder kon de kinderen, die deze bij het huwelijk aanbracht, adopteren. Met deze adoptie werden de kinderen ook haar wettige kinderen. Later werd in 1998 de adoptie door een ongehuwd paar en door een persoon ingevoerd en in 2001 werd de mogelijkheid van adoptie door een paar of partners van hetzelfde geslacht ingevoerd De huidige wetgeving in adoptie Sterke adoptie in Nederland Ons Nederlandse rechtsstelsel kent de adoptie slechts in de sterke vorm. De adoptie in Nederland heeft van het begin af aan een sterk karakter gehad; dat betekent dat de oorspronkelijke familierechtelijke betrekkingen worden vervangen door nieuwe familierechtelijke betrekkingen. 22 Deze vorm van adoptie in Nederland moest er toe leiden dat het gezag over het kind op de adoptanten overging en dat het kind als hun kind zou gaan gelden. Dit wil niet zeggen dat de in te voeren adoptie vanzelf sterk zou zijn. Er heeft toen veel discussie plaatsgevonden. Hoe moest men de verwantschap tussen het kind en de adoptanten zien en wat was de reikwijdte van de familierechtelijke banden die er tot stand zouden komen met de verwanten van de adoptanten? Tevens werd er gediscussieerd over het behouden van de enige band tussen het kind en de oorspronkelijke familie en over het al of niet herroepelijk zijn van de adoptie. 23 In de Memorie van Toelichting is de aard van de verwantschapsrelatie tussen de geadopteerde en de adoptanten aan de orde gesteld. Daarin wordt de aandacht besteed aan de staat van een wettig kind die door de adoptie verkregen wordt. 24 Men had niet de idee om de adoptie-verwantschap volledig en blindelings in de plaats van de oorspronkelijke verwantschap stellen. In de Tweede Kamer is destijds uitvoerig 20 P. Vlaardingerbroek, e.a., Het hedendaagse personen- en familierecht, Deventer: Kluwer 2011, p Ibid, p E.C.C. Punselie, Na vijftig jaar toch zwakke adoptie in Nederland?, FJR 2006, G.E. Schmidt, Sterke en zwakke adopties, Een rechtsvergelijkend onderzoek, s-gravenhage: T.M.C. Asser Instituut 1996, p Ibid, p

13 gediscussieerd over de vraag of er betrekkingen dienden te ontstaan tussen het geadopteerde kind en de verwanten van de adoptiefouders en hierin zijn verschillende voorstellen gepasseerd. 25 Het ging hierbij vooral om de erfrechtelijke aspecten van het opnemen van een nieuw familielid in de familie. De adoptie werd aangenomen als een maatregel van kinderbescherming; volgens sommige Kamerleden zou dit niet per se tot het gevolg hoeven te leiden dat de verwanten een nieuwe gerechtigde in hun nalatenschap opgedrongen zouden krijgen. De voorstellen die een volledige opname van het geadopteerde kind in de familie beoogden tegen te houden zijn uiteindelijk niet aangenomen. 26 Ook is toen gediscussieerd over de mogelijkheid van het behoud van een plaats in de oorspronkelijke familie. In de Kamer werd verdedigd dat de leden van de oorspronkelijke familie van de geadopteerde enige verantwoordelijkheid jegens het kind moesten behouden. Daarbij dacht men aan de mogelijkheid van het indienen van verzoeken met betrekking tot het gezag over het kind of de plaatsing in een krankzinnigeninrichting. 27 De amendementen kregen weinig steun, omdat de voorstanders bij de invoering van de adoptie tegen het behoud van oorspronkelijke familiebanden waren. De indertijd rechteloze pleegouders hadden een grote invloed op de tegenstanders van het laten behouden van het kind van een plaats in de oorspronkelijke familie. Dit is ook wel begrijpelijk, omdat zij vreesden voor het voortduren van een inmenging van de oorspronkelijke familieleden in de opvoeding en verzorging van het geadopteerde kind. 28 In 1956 werd wel bij de ingevoerde adoptie de voorwaarde gesteld dat deze zowel uit de verbreking van de banden met de ouders als uit dat van bevestiging van de banden met de adoptanten, in het kennelijk belang van het kind zou zijn. Dit wil zeggen dat als de rechter de handhaving van de banden met de oorspronkelijke ouders nog voor het geadopteerde kind van enig belang achtte, hij de adoptie niet kon uitspreken. Dit gold zelfs als de rechter ervan overtuigd was dat het kind beter af zou zijn in zijn/haar adoptiegezin. Deze regelgeving had bovendien het gevolg voor het kind dat in geval van een eventuele tweede adoptie, de banden met de eerste adoptiefamilie werden verbroken, om deze te kunnen vervangen door de banden met de tweede adoptiefamilie E.C.C. Punselie, Na vijftig jaar toch zwakke adoptie in Nederland?, FJR 2006, Ibid. 27 Ibid. 28 Ibid. 29 Ibid. 12

14 1.5.2 Voorwaarden betreffende het kind Op grond van art.1:227 lid 3 BW is adoptie alleen toegestaan, als het in het kennelijk belang van het kind is. Wat hier onder het belang van het kind wordt verstaan, daar kom ik later nog uitgebreid op terug. Tevens is in art. 1:227 lid 3 BW vereist dat bij een verzoek tot adoptie vaststaat en voor de toekomst redelijkerwijs te voorzien is, dat het adoptiekind niets meer van zijn ouders in de hoedanigheid van ouder te verwachten heeft. 30 Een ander belangrijk punt bij de adoptie is dat het kind een statusvoorlichting moet krijgen door zijn nieuwe ouders. Dit wordt noodzakelijk geacht om er voor te zorgen dat het kind op latere leeftijd niet geconfronteerd zou worden met het feit, dat zijn ouders niet zijn biologische ouders zijn. Statusvoorlichting over zijn adoptie op de juiste leeftijd kan een latere identiteitscrisis bij het kind voorkomen. Maar ook andere belangen spelen bij de statusvoorlichting een rol, zoals juridische (de mogelijkheid tot herroeping), medische (erfelijke ziekte herkennen), pedagogische en psychosociale aspecten. 31 In art. 1:228 lid 1 onder a BW is vastgesteld dat het kind bij het indienen van het eerste verzoek minderjarig moet zijn. De bepaling heeft als achtergrond dat de adoptie niet is bedoeld om ouders die geen kinderen hebben alsnog nakomelingen te verschaffen, maar dat de adoptie nu juist volledig in het belang van het kind moet staan. 32 Men zou hier kunnen zeggen dat meerderjarige kinderen geen belang bij de adoptie hebben. Hiertegen kan worden ingebracht dat de meerderjarigen hier wel degelijk een belang bij kunnen hebben. Dit kan namelijk een financieel belang zijn. Slechts bij zeer bijzondere omstandigheden kan bij het eerste verzoek tot adoptie van een meerderjarig kind een uitzondering worden gemaakt op de dwingendrechtelijke bepalingen van art. 1:228 lid 1 onder a BW. 33 Als een aspirant-adoptiefkind zelf ernstige bezwaren heeft tegen zijn adoptie, dan zal de rechter dit niet in het kennelijk belang van het kind achten. De rechter moet hier wel de overtuiging hebben, dat het kind ter zake een weloverwogen standpunt heeft ingenomen. Naarmate het kind ouder is en beter in staat is om zijn standpunt te kunnen onderbouwen, zal de rechter ook meer rekening houden met de wens van het kind. Sinds de wetswijziging van 1 april 1998 heeft het kind van twaalf jaar en ouder een vetorecht met betrekking tot de voorgenomen adoptie (art. 1:228 lid 1 onder a BW). Over het recht van kinderen van de leeftijd van twaalf jaar of ouder kan men ook iets van terug vinden in art 809 Rv., maar art. 1:228 lid 1 onder a BW biedt een sterker recht (vetorecht), dan art. 809 Rv (oproeprecht van 30 P. Vlaardingerbroek, e.a., Het hedendaagse personen- en familierecht, Deventer: Kluwer 2011, p Ibid, p Ibid, p Ibid. 13

15 de twaalfjarige en ouder). Indien het kind tegen de adoptie is, dan komt hem bij het hoorrecht nog geen vetorecht toe. De rechter moet het adoptieverzoek afwijzen, indien het minderjarige kind op de dag van het verzoek nog niet de leeftijd van twaalf jaar heeft bereikt, maar wel in staat wordt geacht tot een redelijke waardering van zijn belangen. Hieruit kunnen we concluderen dat de rechtspositie van het jonge kind in 1998 aanmerkelijk is versterkt en de adoptiewetgeving op dit punt in overeenstemming is gebracht met art 12 IVRK. 34 Per 1 januari 2009 is de vereiste verzorgingsduur bij adoptie door een ouder verkort van drie jaren naar één jaar. Krachtens art. 1:228 lid 1 onder f BW is de termijn bij eenouderadoptie hetzelfde als de verzorgingsduur door de partner van de ouder. Als een kind wordt geboren in een lesbische relatie, dan kan de vriendin van de moeder meteen daarna een verzoek indienen tot adoptie van het kind. Een verzorgingstermijn is hier niet vereist. Bij een lesbische relatie hebben de verzoeksters geen last van de vader die zijn toestemming tot de adoptie van zijn kind moet geven. 35 In bepaalde gevallen kan de wens van de vader toch een rol spelen. In het arrest van HR 21 april 2006, NJ 2006, 584 gaf de hoogste rechter antwoord op de vraag of de man die de biologische vader (i.c. zaaddonor) van het kind is, ouder is in de zin van art. 1:227 lid 3 BW en daarom volgens art. 798 Rv een rechtstreeks belang heeft bij zijn verzet tegen de adoptie. De rechter oordeelde dat wanneer de man wordt aangemerkt als ouder in de zin van art. 1:227 lid 3 BW, dan is, wanneer de man wel de biologische vader is, maar zaaddonor- en niet de verwekker, tevens vereist dat tussen de man en het kind sprake is van family life in de zin van art. 8 EVRM. Wanneer niet aan dit vereiste wordt voldaan, wordt de zaaddonor niet als ouder aangemerkt en is hij geen belanghebbende bij de adoptieprocedure. 36 Uit de rechtspraak van het EHRM volgt dat onder omstandigheden onder het begrip ouder niet alleen de juridische ouder, maar ook de biologische ouder kan vallen. Dit is het geval, indien de biologische vader van een kind die het kind niet heeft erkend, maar die op grond van de relatie tot de moeder geacht moet worden vanaf de geboorte van het kind family life met het kind te hebben. Ook kan de vader op grond van bijkomende omstandigheden 'family life' met het kind hebben en bij de adoptieprocedure als belanghebbende worden aangemerkt. 37 Bij een adoptie door twee personen tezamen geldt ook de eis, dat zij het kind ten minste een jaar moeten hebben verzorgd en opgevoed. Bij de totstandkoming van de adoptie, verkrijgen de adoptiefouders het ouderlijk gezag over het kind, voor zover een of 34 P. Vlaardingerbroek, e.a., Het hedendaagse personen- en familierecht, Deventer: Kluwer 2011p Ibid, p HR 21 april 2006, NJ 2006, EHRM 26 mei 1994, appl. no /90, Keegan v. Ireland, NJ 1995,

16 beiden dat gezag over het kind nog niet had(den) Vereisten ten aanzien van de adoptanten Sinds de wijzigingen van 1 april 1998 is een huwelijk van de adoptanten geen vereiste meer. Indien er tussen twee personen een huwelijksbeletsel bestaat kunnen zij op grond van art. 1:228 jo. art. 1:41 BW niet tezamen adopteren. Als twee personen tezamen een verzoek tot adoptie indienen, dan geldt de voorwaarde dat zij ten minste drie aaneengesloten jaren onmiddellijk voorafgaand aan het adoptieverzoek moeten hebben samengeleefd. Dit vereiste geldt zowel voor gehuwden als ongehuwden partners en voor hen die een geregistreerd partnerschap hebben. Dit wil zeggen dat er voor gehuwde adoptanten uitsluitend de duur van hun feitelijke samenleving voorgaande aan het adoptieverzoek als een eis kan worden gesteld. Het tijdstip van de huwelijkssluiting van de adoptanten is daarom niet meer relevant. 39 In art. 1:228 lid 1 onder f BW is vastgesteld dat, het adoptieverzoek waarbij het kind is of wordt geboren binnen de relatie van de adoptant en de ouder, niet is vereist dat de samenleving tussen de adoptant en de ouder ten minste drie jaren voorafgaand aan de indiening van het adoptieverzoek heeft geduurd. Indien twee personen tezamen willen adopteren, dan dienen zij het kind gedurende ten minste één jaar te hebben verzorgd en opgevoed. Deze termijn van een jaar dient in elk geval te zijn voltooid op het moment waarop de rechter zijn oordeel tot de adoptie zal moeten geven. Het adoptieverzoek zou in dit verband dus reeds voor het einde van dat jaar kunnen worden ingediend. Wordt het kind door eenouder geadopteerd, dan komt het kind slechts in een samenlevingsverband in familierechtelijke betrekking te staan tot de adopterende stiefouder. Tussen het kind en de ouder die levensgezel is van de stiefouder, zal geen familierechtelijke betrekking bestaan. Door deze stiefouderadoptie wordt de familierechtelijke betrekking met de eventuele andere ouder bij wie het kind niet verblijft door de stiefouderadoptie verbroken. 40 In het algemeen geldt bij adoptie dat de adoptant ten minste achttien jaar ouder moet zijn dan het kind. Sinds 1 april 1998 is voor adoptie niet langer vereist dat de adoptanten ten tijde van de adoptie ook met het gezag over het te adopteren kind zijn belast. Dit wil zeggen dat pleegouders die een adoptieverzoek willen indienen dit ten aanzien van het kind, dat onder voogdij van een voogdij - instelling staat, kunnen doen. Na de adoptie gaat het gezag over op de adoptiefouders P. Vlaardingerbroek, e.a., Het hedendaagse personen- en familierecht, Deventer: Kluwer 2011, p A.P. van der Linden, Jeugd en recht, Houten: Bohn Stafleu van Loghum 2009, p Ibid, p Ibid, p

17 gehad. 43 De hoogste rechter heeft ook in zijn arrest van HR 19 mei 2000, NJ 2000, Geen tegenspraak van de juridische ouders De ouders hebben in beginsel de plicht en het recht om hun kinderen zelf op te kunnen voeden. Alleen bij een maatregel van kinderbescherming kan deze bevoegdheid ontnomen of beperkt worden. De rechter zal dan ook het adoptieverzoek alleen maar toewijzen als de eigen ouders van het kind niet in staat of niet bereid zijn hun kind te verzorgen en op te voeden. De ouders zelf moeten hun toestemming geven voor de adoptie. In de adoptiewet die in 1956 werd ingevoerd, was een bepaling in het voorstel opgenomen dat de uit de ouderlijke macht (thans: het ouderlijk gezag) ontzette ouders of voogdij zich niet zouden kunnen verzetten tegen de adoptie. Deze bepaling is uiteindelijk terecht niet opgenomen in de wet, want ook uit het gezag ontzette ouder moet zijn toestemming kunnen geven. 42 De huidige wet kent in art. 1:228 lid 1 sub d BW een vetorecht toe aan de ouders die tot het kind in een familierechtelijke relatie staan, dit zijn de juridische ouders van het kind. Op basis van de wet behoeven de biologische ouders dus hiermee geen toestemming te geven en kunnen zij zich dus ook niet verzetten tegen de adoptie. De vraag die hier gesteld kan worden is of dit niet ingaat tegen het in art. 8 EVRM gestelde recht op eerbiediging van het family life van de biologische ouder, als deze ten minste family life met het kind heeft gesteld, dat het belang van het kind om door de adoptanten te worden geadopteerd zal toenemen, naar mate het kind langer door de adoptanten is verzorgd en opgevoed. Dit betekent dat het vetorecht van de ouder tegen de adoptie daardoor minder kracht krijgt. 44 De (groot)ouders van het te adopteren kind hebben niet het recht om zich te verzetten tegen de voorgenomen adoptie. Het is verdedigbaar dat grootouders van het te adopteren kind ook een belang bij het vetorecht kunnen hebben, indien zij met hun kleinkind een effectief gezinsleven hebben gehad. Hebben het kind en de ouder niet of nauwelijks in een gezinsverband samengeleefd, dan kan de rechter aan de tegenspraak van de ouders voorbijgaan. Eveneens kan de rechter aan de tegenspraak voorbijgaan, indien de ouder het gezag over het kind heeft misbruikt of de verzorging en opvoeding van het kind op grove wijze heeft verwaarloosd, of als de ouder onherroepelijk is veroordeeld voor het plegen van een misdrijf jegens de minderjarige, zoals opgenomen in Boek twee van het WvSr. Sedert 1 april 1998 is het suspensief vetorecht van de ouders vervallen. Dit suspensief vetorecht betekende, dat de rechter bij tegenspraak van een ouder niet verplicht was het adoptieverzoek af te wijzen. Bij tegenspraak van de ouder die meer dan twee jaar van te voren was opgeroepen voor een verhoor inzake de adoptie op een gelijk verzoek van 42 P. Vlaardingerbroek, e.a., Het hedendaagse personen- en familierecht, Deventer: Kluwer 2011, p Ibid, p HR 19 mei 2000, NJ 2000,

18 dezelfde echtgenoten en waarbij dit verzoek op grond van die tegenspraak werd afgewezen, hoewel aan de vereisten van art. 1:228 a-g BW was voldaan. 45 Thans biedt de wet de rechter een duidelijk kader waarin hij de tegenspraak van de ouders op het adoptieverzoek kan passeren. Indien geen sprake is van de voorwaarden uit lid 2 van art. 1:228 BW, dan hebben de ouders zonder misbruik te maken van hun vetorecht, op grond van art. 1:228 lid 1 sub d BW een absoluut vetorecht. Volgens Vlaardingerbroek zou de rechter bij adoptie door de echtgenoot, geregistreerd partner of levensgezel van de ouder (partneradoptie) terughoudend moeten optreden bij het passeren van de bezwaren van de niet met gezag belaste andere ouder, omdat er ook minder ingrijpende middelen kunnen zijn die het belang van het kind kunnen dienen. Die maatregelen kunnen minder verstrekkend zijn dan de adoptie doordat de band tussen de minderjarige en de ouder niet definitief wordt verbroken zoals bijvoorbeeld bij art. 1:253t BW-gezag. 46 De tegenspraak van de ouders moet ter terechtzitting worden gedaan, tenzij gezien de omstandigheden van het geval dit niet van de ouder(s) kan worden gevergd. De rechter kan een verklaring van de ouder die niet wil tegenspreken ook afleiden uit een notariële akte van geen bezwaar. Verschijnt de ouder niet, dan kan de rechter toch aan de bezwaren van de ouder tegemoetkomen bij de beoordeling van het kennelijk belang van het kind bij adoptie. Heeft de ouder van het kind gestoorde geestvermogens waarbij zij/hij niet in staat is om haar/hem wil te uiten, dan mag de adoptie alsnog door de adoptiefouders gaan plaatsvinden. De rechter zal wel, indien mogelijk, de geestelijk gestoorde ouder van het kind bij het geding moeten betrekken Samenvatting Uit het bovenstaande blijkt dat sinds de Romeinse tijd veel veranderingen in de adoptiewetgeving hebben plaatsgevonden. Terwijl de kinderbeschermingsgedachte een steeds belangrijker plaats innam, waren er voor adoptie nog geen stappen in de goede richting gezet. Men had namelijk nog geen goed beeld van de adoptie en men kon zich niet voorstellen hoe de banden met de ouders en het kind verbroken moesten worden. De toenmalige minister was namelijk hiertegen. Later, met de aanbevelingen van Cloeck en met de rapporten van F.I.O.M. is de belangstelling voor adoptie toegenomen. In 1956 trad toen de adoptiewetgeving in werking en het kennelijk belang van het kind werd er in gecodificeerd. Uit de wet volgde dat er geen enkel identificeerde informatie tussen het kind 45 P. Vlaardingerbroek, e.a., Het hedendaagse personen- en familierecht, Deventer: Kluwer 2011, p Rb. Roermond 7 juli 2010, LJN BN P. Vlaardingerbroek, e.a., Het hedendaagse personen- en familierecht, Deventer: Kluwer 2011, p

19 en de adoptanten of de oorspronkelijke ouder mocht plaatsvinden, indien het kind niets meer te verwachten had van zijn oorspronkelijke ouders. De banden tussen het kind en de biologische ouders werden geheel verbroken. Met de invoering van de adoptiewet werd de Centrale Adoptieraad in het leven geroepen. Een van zijn belangrijkste taak was het bevorderen van de eenheid in de beoordeling van adoptieverzoeken. In latere jaren vonden er verschillende ontwikkelingen plaats. Zo werd stiefouderadoptie en interlandelijke adoptie ingevoerd en de adoptie door hetzelfde geslacht werd aangenomen. De huidige wet geeft aan dat adoptie in het belang van het kind moet zijn. De wijzigingen hebben meegebracht dat de adoptanten niet (meer) gehuwd hoeven te zijn. Bovendien hebben de kinderen van twaalf jaar en ouder een vetorecht bij hun adoptie. Willen zij een kind adopteren, dan geldt de samenlevingstermijn van drie jaar. Concluderend kan gesteld worden dat er in de adoptiekwestie veel is veranderd. De onderwerpen waar vroeger niemand iets over durfde te zeggen zijn nu opgenomen in de wet. De adoptie was oorspronkelijk vooral als een mogelijkheid om pleeg- en weeskinderen te beschermen, nadien werd adoptie vooral gebruikt om een kind in het gezin op te nemen als ouders onvruchtbaar waren of om andere redenen geen kinderen konden krijgen. Om de laatste reden werd het ook mogelijk dat twee mannen of twee vrouwen een kind konden adopteren. Nu is het bijvoorbeeld heel normaal dat een echtpaar van hetzelfde geslacht een kind adopteert. We zitten immers in de 21 e eeuw en dan moeten we de regelgeving ook aanpassen aan de tijd waarin we ons bevinden. 18

20 Hoofdstuk 2: Het belang van het kind bij adoptiebeslissingen 2.1 Inleiding Uit art. 1:227 (oud) BW volgde tot 1 april 1998 dat de adoptie, zowel uit het oogpunt van verbreking van de banden met de ouders, als van bevestiging van nieuwe banden met de adoptiefouders, in het kennelijk belang van het kind moest zijn. 48 We zullen hierna zien dat hierin een verandering is gekomen. De rechter heeft in veel jurisprudentie zijn oordeel gegeven over deze zinsnede in de wettekst. Hieronder wordt een aantal van deze uitspraken uiteengezet. Bij het lezen van dit hoofdstuk zal men beter kunnen begrijpen waarom de term banden uit het wetsartikel is geschrapt. Het belang van het kind komt hier terug bij statusvoorlichting en bij de verbreking van de banden en het feitelijke contact met de oorspronkelijke ouders. Steeds zal aan de hand van concrete omstandigheden van het geval beoordeeld moet worden of de adoptie, de voorlichting en de verbreking van de banden met de oorspronkelijke ouders in het kennelijk belang van het kind in kwestie is. Nu Nederland vaak is aangesloten bij internationale verdragen, is het nuttig om ook hiernaar te kijken. In dit hoofdstuk worden alleen de VN-verklaring, de Internationale Verdrag voor de Rechten van het Kind, het Haags Adoptieverdrag 1993 en Boek 10 BW besproken. Hieronder komen de belangrijkste artikelen met betrekking tot de adoptie en het belang van het kind aan de orde. 2.2 Het belang van het kind bij statusvoorlichting Al meteen na invoering van de Centrale Adoptieraad (CAR) werd de statusvoorlichting aan de orde gesteld en werd aangegeven dat deze zeer gewenst is. Wanneer het kind niet was geïnformeerd over zijn/haar status als pleegkind of adoptiefkind, dan adviseerde de CAR meestal aan de rechtbank om het verzoek af te wijzen of eventueel de zaak aan te houden tot er alsnog voorlichting aan het geadopteerde zou hebben plaatsgevonden. De adviezen van de CAR werden meestal door de rechtbanken gevolgd, maar er waren ook zaken waarin de omstandigheden tot meningsverschillen leidden. Zo deed zich een verschil van mening voor toen het te adopteren kind wel was voorgelicht over zijn status, maar het jongere eigen kind van de adoptanten niet op de hoogte was gesteld. De adoptanten waren namelijk tot deze voorlichting aan het eigen kind nog niet bereid. 48 A.P. Van der Linden, Honderd jaar zorg om het kind: jeugdbescherming en jeugdstrafrecht nader bekeken, Deventer: Kluwer 2006, p

21 De CAR liet zich in 1965 uit over de vraag hoever de voorlichting diende te gaan: 49 De Centrale Adoptieraad verwacht geenszins van adoptanten, dat zij hun pleegkinderen inlichten omtrent de achtergrond van de ouders. Van wezenlijke waarde acht de Raad het echter, dat adoptandi zich bewust zijn van hun status van pleegkind. 50 In bijzondere omstandigheden vond de CAR nadere informatie kennelijk wel gewenst. De CAR had een jaar eerder erop aangedrongen om meer voorlichting te geven aan een adoptanda die eigenlijk al wist dat zij pleegkind was, maar die nog niet op de hoogte was dat het gezin waar zij regelmatig op bezoek kwam het gezin van haar moeder was. Door vrees voor een negatief advies van de CAR, is zij alsnog hierover voorgelicht. 51 De meeste adopties vinden op een zeer jonge leeftijd plaats waarop de voorlichting vrijwel onmogelijk is, of hiermee nog geen begin kan worden gemaakt. Weinig adoptanten zullen nog de intentie hebben om het kind in het geheel niet voor te lichten, omdat de meeste kinderen afkomstig zijn uit de derde wereldlanden en daarom qua uiterlijk sterk van de adoptiefouders verschillen. De voorlichtingskwestie zal nog alleen bij adoptie van oudere kinderen aan de orde komen, die qua uiterlijk niet sterk van de adoptanten verschillen. Bij deze groep zal het vaak om gevallen gaan waarbij de kinderen ten tijde van de (stiefouder) adoptie nog erg jong waren. 52 Thans wordt in de rechtspraak algemeen aangenomen dat statusvoorlichting een verplichte taak is van de ouders en als onderdeel van het ouderlijk gezag moet worden gezien. Zo heeft de Rechtbank Leeuwarden zich uitgesproken over de statusvoorlichting bij de adoptie van het kind. De rechtbank oordeelde het volgende: Uitgangspunt voor de rechtbank is in zijn algemeenheid, dat elk kind er recht op heeft om zijn of haar ouders te kennen. Voor adoptiekinderen kan dit recht alleen een werkelijk recht zijn, als zij op een bepaald moment op de hoogte worden gebracht van het feit dat de adoptie-ouder(s) niet hun biologische ouder(s) is/zijn (statusvoorlichting) en van de identiteit van hun biologische ouder(s) (afstammingsvoorlichting). Door deze voorlichting kan worden voorkomen dat deze kinderen later in een identiteitscrisis komen te verkeren. Zo kan een goede voorlichting over de biologische afstamming het kind de vereiste kennis verschaffen over de voor hem/haar van belang zijnde medische aspecten zoals erfelijke ziekten. Ook juridische, sociaal-pedagogische en genealogische aspecten spelen een rol, zoals bijvoorbeeld een huwelijksverbod bij nauwe bloedbanden, de verzorgings- en 49 G.E. Schmidt, Sterke en zwakke adopties, Een rechtsvergelijkend onderzoek, s-gravenhage: T.M.C. Asser Instituut 1996, p CAR 1965, p G.E. Schmidt, Sterke en zwakke adopties, Een rechtsvergelijkend onderzoek, s-gravenhage: T.M.C. Asser Instituut 1996, p Ibid, p

22 opvoedingssituatie van het kind voor de adoptie en de kennis wie tot de oorspronkelijke familie van het kind behoorden. 53 Het hangt steeds van de omstandigheden van het geval af of in een concrete situatie voor het kind wenselijk is, dat deze met zijn oorspronkelijke ouders wordt geconfronteerd. Daarvoor gelden geen algemene stelregels. De drie hoofdrolspelers van de adoptie, de adoptiefouders, de biologische ouders en het kind zullen dit met elkaar goed op gang moeten brengen. Als de toekomstige adoptiefouders tijdens de adoptieprocedure laten blijken niet van plan te zijn om hun kind voor te lichten, dan wordt dat door de rechter als een contra-indicatie voor adoptie beschouwd. Echter als de ouders zeggen dat zij het kind wel op een goed moment zullen inlichten, dan is dit moeilijk te controleren. Het doel van de statusvoorlichting is om nog eens duidelijk te maken dat adoptie niet gezien moet worden als het krijgen van een eigen kind, maar dat men beseft dat het kind van een ander is. Tegenwoordig speelt dit onderwerp helemaal geen rol meer bij de adoptie Verbreking van de banden en de feitelijke contacten met de oorspronkelijke ouders De voorwaarde, dat de adoptie in het kennelijk belang van het kind is, was in het Nederlandse recht lastig geformuleerd. In de wet was neergelegd dat de adoptie zowel uit het oogpunt van verbreking van de banden met de ouders als met dat van bevestiging van de banden met de adoptanten in het kennelijk belang van het kind behoorde te zijn. 55 Dit was opgenomen om zonder enige twijfel vast te kunnen stellen dat adoptie alleen uitgesproken mocht worden wanneer het kind van zijn eigen ouders niets meer te verwachten had. De wetgever had met het opnemen van de term banden geen rekening gehouden met de bestaande feitelijke banden tussen ouders en het kind. In de jurisprudentie 56 was toen vastgesteld dat de bestaande feitelijke banden geen belemmering voor het uiten van de juridische banden behoeft te zijn. Er was veel onduidelijkheid over de betekenis van het begrip verbreking van de banden dat in de wet was opgenomen. 57 Thans komt in art. 1:229 lid 4 BW uitdrukkelijk naar voren dat het kennelijk belang niet behoeft in te houden de verbreking van de feitelijke contacten tussen oorspronkelijke ouders en het kind. Het artikel geeft aan dat een omgangsregeling die getroffen is tussen de oorspronkelijke ouder en het kind ook na de adoptie in stand kan blijven. Na de 53 Rechtbank Leeuwarden, LJN: AA P. Vlaardingerbroek, e.a., Het hedendaagse personen- en familierecht, Deventer: Kluwer 2011, p Ibid, p Rb. Breda 26 september 1958, NJ 1959, 337 en Rb. Amsterdam 5 maart 1959, NJ 1959, M.J.C. Koens, (Feitelijke contact met oorspronkelijke ouders), art. 1:231 BW, aant

Adoptie van een kind in Nederland

Adoptie van een kind in Nederland Adoptie van een kind in Nederland Uitvoeringswet Verdrag inzake de bescherming van kinderen en de samenwerking op het gebied van de interlandelijke adoptie Hoofdstuk 4. Prodedure in geval van interlandelijke

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 551 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met verkorting van de adoptieprocedure en wijziging van de Wet opneming buitenlandse

Nadere informatie

Datum : 12 december 2004 Kenmerk : CR35/1027328/04/TH/TvV Betreft : advies inzake (interlandelijke)adoptie: sterk of zwak?

Datum : 12 december 2004 Kenmerk : CR35/1027328/04/TH/TvV Betreft : advies inzake (interlandelijke)adoptie: sterk of zwak? Aan de Minister van Justitie Postbus 20301 2500 EH s-gravenhage Datum : 12 december 2004 Kenmerk : CR35/1027328/04/TH/TvV Betreft : advies inzake (interlandelijke)adoptie: sterk of zwak? Mijnheer de Minister,

Nadere informatie

» Samenvatting. » Uitspraak. 1. Verloop van de procedure. 2. Verdere beoordeling

» Samenvatting. » Uitspraak. 1. Verloop van de procedure. 2. Verdere beoordeling JPF 2010/82 Rechtbank Haarlem 13 april 2010, 150107/FA RK 08-3358; LJN BM5937. ( Mr. Otter Mr. Van Andel Mr. Ayal ) [Namen verzoekers], beiden te [plaats], hierna mede te noemen: verzoekers, advocaat:

Nadere informatie

No.W03.05.0295/I 's-gravenhage, 8 augustus 2005

No.W03.05.0295/I 's-gravenhage, 8 augustus 2005 ... No.W03.05.0295/I 's-gravenhage, 8 augustus 2005 Bij Kabinetsmissive van 11 juli 2005, no.05.002585, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Justitie, bij de Raad van State ter overweging

Nadere informatie

Gezagsdragers hebben (anders dan pleegouders) de plicht te voorzien in het levensonderhoud van het kind waarover zij het gezag uitoefenen.

Gezagsdragers hebben (anders dan pleegouders) de plicht te voorzien in het levensonderhoud van het kind waarover zij het gezag uitoefenen. GEZAG EN VOOGDIJ WAT IS GEZAG? De wet geeft als omschrijving van gezag: de plicht en het recht om een minderjarig kind (dat is een kind jonger dan 18 jaar) te verzorgen en op te voeden. Wat betekent dit

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 27 047 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het gezamenlijk gezag van rechtswege bij geboorte tijdens een geregistreerd

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 26 673 Wijziging van boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (adoptie door personen van hetzelfde geslacht) Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING Algemeen 1.

Nadere informatie

Is een prenatale aantekening in het gezagsregister van gezamenlijk gezag van ongehuwde ongeregistreerde ouders mogelijk?

Is een prenatale aantekening in het gezagsregister van gezamenlijk gezag van ongehuwde ongeregistreerde ouders mogelijk? Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series Is een prenatale aantekening in het gezagsregister van gezamenlijk gezag van ongehuwde en ongeregistreerde ouders mogelijk? A.J.M. Nuytinck Published

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/53794

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZWO:2003:AI0668

ECLI:NL:RBZWO:2003:AI0668 ECLI:NL:RBZWO:2003:AI0668 Instantie Rechtbank Zwolle Datum uitspraak 30-06-2003 Datum publicatie 31-07-2003 Zaaknummer 79701 / FA RK 02-2751 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen-

Nadere informatie

ECLI:NL:RBHAA:2012:BY6590

ECLI:NL:RBHAA:2012:BY6590 ECLI:NL:RBHAA:2012:BY6590 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 16-10-2012 Datum publicatie 18-12-2012 Zaaknummer 193036 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen- en familierecht

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 24 649 Herziening van het afstammingsrecht alsmede van de regeling van adoptie Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2017:449

ECLI:NL:RBMNE:2017:449 ECLI:NL:RBMNE:2017:449 Instantie Datum uitspraak 02-02-2017 Datum publicatie 06-02-2017 Rechtbank Midden-Nederland Zaaknummer C/16/418623 / FA RK 16-4448 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Wat is gezag? De ouder Gezag en erfrecht Wie heeft het gezag? de NOTARIS en. Gezag. en voogdij

Wat is gezag? De ouder Gezag en erfrecht Wie heeft het gezag? de NOTARIS en. Gezag. en voogdij Wat is gezag? De ouder Gezag en erfrecht Wie heeft het gezag? de NOTARIS en Gezag en voogdij Inhoud Wat is gezag? 2 De ouder 3 Gezag en erfrecht 3 Wie heeft het gezag? 4 Huwelijk 4 Man en vrouw 4 Vrouw

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 23 714 Wijziging van, onder meer, Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met invoering van medevoogdij en gezamenlijke voogdij Nr. 7 NOTA

Nadere informatie

Het conceptwetsvoorstel lesbisch ouderschap onder de loep

Het conceptwetsvoorstel lesbisch ouderschap onder de loep Het conceptwetsvoorstel lesbisch ouderschap onder de loep Machteld Vonk Inleiding Eindelijk is het zover: de regering is gekomen met een conceptwetsvoorstel om het ouderschap van lesbische paren te regelen.

Nadere informatie

Minderjarigheid in het recht

Minderjarigheid in het recht Minderjarigheid in het recht Minderjarigen zijn personen onder de 18 jaar, tenzij voor hun 18e levensjaar huwelijk, geregistreerd partnerschap (GP) of meerderjarigverklaring van moeder van 16/17 jr Twee

Nadere informatie

» Samenvatting. » Uitspraak. 1. De loop van het geding. 2. Het verzoek

» Samenvatting. » Uitspraak. 1. De loop van het geding. 2. Het verzoek JPF 2009/100 Rechtbank Haarlem 16 december 2008, 146817/2008-1993; LJN BG8143. ( Mr. Otter Mr. Cox Mr. Swinkels ) [Naam man] en [naam vrouw], beiden te [naam woonplaats], hierna mede te noemen: verzoekers,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2017:8005

ECLI:NL:RBDHA:2017:8005 ECLI:NL:RBDHA:2017:8005 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 17072017 Datum publicatie 03082017 Zaaknummer C/09/522456 / FA RK 168986 Rechtsgebieden Personen en familierecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2004:AR8882

ECLI:NL:GHARN:2004:AR8882 ECLI:NL:GHARN:2004:AR8882 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 21-12-2004 Datum publicatie 13-01-2005 Zaaknummer B04/635 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Cassatie:

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 353 Wijziging van enige bepalingen van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het geregistreerd partnerschap, de geslachtsnaam

Nadere informatie

Protocol Informatieverstrekking. november 2017

Protocol Informatieverstrekking. november 2017 Protocol Informatieverstrekking november 2017 1. Inleiding Artikel 11 van de Wet op het Primair Onderwijs (hierna: WPO ) verplicht scholen in algemene zin om te rapporteren over de vorderingen van de leerlingen

Nadere informatie

Studentnummer Privaatrechtelijke rechtspraktijk, Universiteit van Amsterdam. Mw. mr. M.I. Peereboom- Van Drunick.

Studentnummer Privaatrechtelijke rechtspraktijk, Universiteit van Amsterdam. Mw. mr. M.I. Peereboom- Van Drunick. Een vergelijking tussen huidig recht en toekomstige wetgeving: zorgt het wetsvoorstel Lesbisch ouderschap voor een verbetering van de rechtspositie van de meemoeder en de zaaddonor? Auteur Monique Borsje

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 26 673 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (adoptie door personen van hetzelfde geslacht) B ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT

Nadere informatie

Sectorwerkstuk Nederlands Adoptie

Sectorwerkstuk Nederlands Adoptie Sectorwerkstuk Nederlands Adoptie Sectorwerkstuk door een scholier 2271 woorden 14 februari 2006 6,7 44 keer beoordeeld Vak Nederlands Inleiding Voor school moest je een werkstuk maken over een onderwerp

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1996 1997 24 649 Herziening van het afstammingsrecht alsmede van de regeling van de adoptie Nr. 8 GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET 21 oktober 1996 Wij Beatrix,

Nadere informatie

SAMENLEVINGVORMEN EN SAMENLEVINGSCONTRACT

SAMENLEVINGVORMEN EN SAMENLEVINGSCONTRACT SAMENLEVINGSVORMEN SAMENLEVINGVORMEN EN SAMENLEVINGSCONTRACT Algemeen De gevolgen van het huwelijk en het geregistreerd partnerschap worden in de wet uitgebreid geregeld. Andere samenwonenden worden door

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2014:5046 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2014:5046 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2014:5046 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 04-11-2014 Datum publicatie 16-12-2014 Zaaknummer 200.148.742-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen- en

Nadere informatie

Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming ~ 2500 GC Den Haag

Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming ~ 2500 GC Den Haag Parkstraat 83 Den Haag Correspondentie: Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming ~ 2500 GC Den Haag ~ Telefoon Fax algemeen (070) (070) 361 93361 009310 Fax rechtspraak (070) 361 9315 Aan de

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten Generaal

Eerste Kamer der Staten Generaal Eerste Kamer der Staten Generaal Vergaderjaar 1986-1987 Nr. 55 15 417 Verlaging van de leeftijd waarop volgens het Burgerlijk Wetboek de meerderjarigheid wordt bereikt tot achttien jaren en wijziging in

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 756 Vragen van het lid

Nadere informatie

Datum 10 juni 2009 Onderwerp Antwoorden kamervragen over onrust onder aspirant-adoptiefouders

Datum 10 juni 2009 Onderwerp Antwoorden kamervragen over onrust onder aspirant-adoptiefouders > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties Directie Justitieel

Nadere informatie

Datum 23 november 2018 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over de gehanteerde leeftijdsgrens voor aspirant-adoptieouders

Datum 23 november 2018 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over de gehanteerde leeftijdsgrens voor aspirant-adoptieouders 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/jenv

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1997 772 Wet van 24 december 1997 tot herziening van het afstammingsrecht alsmede van de regeling van adoptie Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Zitting 1976-1977 14167 Wijziging in het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, strekkende tot invoering ten behoeve van minderjarige moeders

Nadere informatie

Interlandelijke adoptie en het belang van het kind in theorie en praktijk

Interlandelijke adoptie en het belang van het kind in theorie en praktijk Interlandelijke adoptie en het belang van het kind in theorie en praktijk Auteur: Nina Warmerdam Datum: 13-07-2012 Interlandelijke adoptie en het belang van het kind in theorie en praktijk Terug naar het

Nadere informatie

Rapport. Datum: 30 september 2005 Rapportnummer: 2005/312

Rapport. Datum: 30 september 2005 Rapportnummer: 2005/312 Rapport Datum: 30 september 2005 Rapportnummer: 2005/312 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) incorrecte informatie heeft verschaft in de brochure en op de

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2014:3092

ECLI:NL:GHAMS:2014:3092 ECLI:NL:GHAMS:2014:3092 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 04-03-2014 Datum publicatie 04-08-2014 Zaaknummer 200.123.306/01 Formele relaties Eerste aanleg: ECLI:NL:RBALK:2012:5380, Bekrachtiging/bevestiging

Nadere informatie

ECLI:NL:RBASS:2011:BP3458

ECLI:NL:RBASS:2011:BP3458 ECLI:NL:RBASS:2011:BP3458 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 26-01-2011 Datum publicatie 07-02-2011 Zaaknummer 82435 FA RK 10-2820 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen-

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2003:AL9057

ECLI:NL:GHSGR:2003:AL9057 ECLI:NL:GHSGR:2003:AL9057 Instantie Datum uitspraak 15-10-2003 Datum publicatie 20-01-2004 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-gravenhage 027-D-03 Personen- en

Nadere informatie

Gehoord de gerechten adviseert de Raad u als volgt. 1

Gehoord de gerechten adviseert de Raad u als volgt. 1 De Minister van Justitie Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Afdeling Ontwikkeling bezoekadres Kneuterdijk 1 2514 EM Den Haag Correspondentieadres Postbus 90613 2509 LP Den Haag datum 2 maart 2010 doorkiesnummer

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2005:AS6703

ECLI:NL:RBUTR:2005:AS6703 ECLI:NL:RBUTR:2005:AS6703 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 26-01-2005 Datum publicatie 14-03-2005 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 184276/FA RK04-5055 Personen-

Nadere informatie

Herroeping van de adoptie: de grenzen verleggen?

Herroeping van de adoptie: de grenzen verleggen? Herroeping van de adoptie: de grenzen verleggen? Auteur: Tracy Landa Administratienummer: 132520 E-mailadres: T.A.Landa@uvt.nl Module: Masterscriptie Nederlands recht accent Privaatrecht Instelling: Universiteit

Nadere informatie

Verzoekers, beiden te [adres], advocaat: mr. H.E. Menger. Belanghebbende is de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Maastricht.

Verzoekers, beiden te [adres], advocaat: mr. H.E. Menger. Belanghebbende is de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Maastricht. JPF 2010/83 Rechtbank Maastricht 15 december 2009, 134878/FA RK 08-1756; LJN BK8066. ( Mr. Bregonje ) Verzoekers, beiden te [adres], advocaat: mr. H.E. Menger. Belanghebbende is de ambtenaar van de burgerlijke

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 22 700 Leefvormen Nr. 23 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal s-gravenhage, 6 februari

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 30 SEPTEMBER 2011 C.10.0619.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.10.0619.F 1. O. P., 2. S. P., Mr. Jacqueline Oosterbosch, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. A. B., 2. F. B., in tegenwoordigheid

Nadere informatie

JPF 2012/161 Rechtbank Dordrecht 30 mei 2012, 96504/FA RK ; 96507/FA RK ; LJN BW7709. ( mr. Haerkens-Wouters )

JPF 2012/161 Rechtbank Dordrecht 30 mei 2012, 96504/FA RK ; 96507/FA RK ; LJN BW7709. ( mr. Haerkens-Wouters ) JPF 2012/161 Rechtbank Dordrecht 30 mei 2012, 96504/FA RK 12-7108; 96507/FA RK 12-71111; LJN BW7709. ( mr. Haerkens-Wouters ) [Verzoekster] te [adres verzoekster], verzoekster, advocaat: mr. M. Huisman

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201107998/1/V2. Datum uitspraak: 29 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2015:10059

ECLI:NL:RBAMS:2015:10059 ECLI:NL:RBAMS:2015:10059 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 20-10-2015 Datum publicatie 13-06-2016 Zaaknummer C/13/592460 / JE RK 15-996 Rechtsgebieden Personen- en familierecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. 12691 24 augustus 2009 Besluit van de Minister van Justitie van 24 juli 2009, nr. 2009/18, houdende wijziging van de Vreemdelingencirculaire

Nadere informatie

Protocol informatieverstrekking aan (niet samenwonende) ouders

Protocol informatieverstrekking aan (niet samenwonende) ouders Protocol informatieverstrekking aan (niet samenwonende) ouders Concept ter bespreking : 30-08-2016 Vastgesteld door de Directie : 13-09-2016 Vastgesteld door het Algemeen Bestuur : n.v.t. Instemming oudergeleding

Nadere informatie

ECLI:NL:OGHACMB:2013:BZ9198

ECLI:NL:OGHACMB:2013:BZ9198 ECLI:NL:OGHACMB:2013:BZ9198 Instantie Datum uitspraak 22-01-2013 Datum publicatie 01-05-2013 Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba Zaaknummer

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2012:BX7183

ECLI:NL:RBZUT:2012:BX7183 ECLI:NL:RBZUT:2012:BX7183 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 06-06-2012 Datum publicatie 12-09-2012 Zaaknummer 123542 FARK 11-1407 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen-

Nadere informatie

De in de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding vergeten voogden en het voogdijplan

De in de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding vergeten voogden en het voogdijplan Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series De in de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding vergeten voogden en het voogdijplan A.J.M. Nuytinck Published in WPNR, 2008,

Nadere informatie

Datum 29 juni 2009 Onderwerp Beantwoording vragen van het lid Langkamp (SP) over adopties uit Nigeria en Malawi

Datum 29 juni 2009 Onderwerp Beantwoording vragen van het lid Langkamp (SP) over adopties uit Nigeria en Malawi > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.justitie.nl

Nadere informatie

Het gezag over minderjarige kinderen en de andere levensgezel

Het gezag over minderjarige kinderen en de andere levensgezel Het gezag over minderjarige kinderen en de andere levensgezel Prof. mr. A.J.M. Nuytinck, hoogleraar privaatrecht, in het bijzonder personen-, familie- en erfrecht, aan de Erasmus Universiteit Rotterdam

Nadere informatie

» Samenvatting. JPF 2011/33 Gerechtshof 's-gravenhage 1 december 2010, 200.020.898/01; LJN BO7387. ( mr. Van Nievelt mr. Mink mr. Pijls-Olde Scheper )

» Samenvatting. JPF 2011/33 Gerechtshof 's-gravenhage 1 december 2010, 200.020.898/01; LJN BO7387. ( mr. Van Nievelt mr. Mink mr. Pijls-Olde Scheper ) JPF 2011/33 Gerechtshof 's-gravenhage 1 december 2010, 200.020.898/01; LJN BO7387. ( mr. Van Nievelt mr. Mink mr. Pijls-Olde Scheper ) 1. [Appellant 1], hierna te noemen: de vader, en 2. [appellant 2],

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMAA:2012:BY2805

ECLI:NL:RBMAA:2012:BY2805 ECLI:NL:RBMAA:2012:BY2805 Instantie Rechtbank Maastricht Datum uitspraak 19-04-2012 Datum publicatie 12-11-2012 Zaaknummer 152909 / FA RK 11-238 en 165071 / FA RK 11-1210 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

Internationale adoptie, Illegale overbrenging, Voorlopige voogdij, Internationale erkenning

Internationale adoptie, Illegale overbrenging, Voorlopige voogdij, Internationale erkenning JPF 2011/136 Gerechtshof 's-gravenhage 13 april 2011, 200.044.596/01; 200.068.764/01; LJN BQ2950; LJN BQ2937. ( mr. Mink mr. Van de Poll mr. Van der Kuijl ) [Appellant] te [woonplaats], verzoeker in hoger

Nadere informatie

Versoepelde adoptie altijd nog een optie?

Versoepelde adoptie altijd nog een optie? Een onderzoek naar het behoud van de versoepelde adoptieprocedure voor lesbische paren naast de mogelijkheid van ouderschap van rechtswege en erkenning Auteur: C.J.M. van Beem Studentnummer: 0501549 Scriptiebegeleidster:

Nadere informatie

De (herziene) Europese Overeenkomst inzake adoptie van kinderen

De (herziene) Europese Overeenkomst inzake adoptie van kinderen De (herziene) Europese Overeenkomst inzake adoptie van kinderen SARiV Advies 2013/19 SAR WGG Advies 11 juli 2013 Strategische Adviesraad internationaal Vlaanderen Boudewijnlaan 30 bus 81 1000 Brussel T.

Nadere informatie

De rechten van grootouders

De rechten van grootouders Mr E.L.M. Louwen advocaat familierecht/mediator Bierman advocaten, Tiel De rechten van grootouders Wet Al jaren vragen grootouders aan de rechter om een omgangsregeling met hun kleinkinderen. Al jaren

Nadere informatie

De verbetering van de rechtspositie van duomoeders

De verbetering van de rechtspositie van duomoeders De verbetering van de rechtspositie van duomoeders De wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het juridisch ouderschap van de vrouwelijke partner van de moeder anders dan door adoptie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2017:6614

ECLI:NL:RBDHA:2017:6614 ECLI:NL:RBDHA:2017:6614 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 19-06-2017 Datum publicatie 13-07-2017 Zaaknummer C/09/520036 / FA RK 16-7841 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen-

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2017:386

ECLI:NL:RBMNE:2017:386 ECLI:NL:RBMNE:2017:386 Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum uitspraak 02-02-2017 Datum publicatie 16-02-2017 Zaaknummer C16/420604/FO RK 16-141 Rechtsgebieden Personen- en familierecht Bijzondere

Nadere informatie

Inleiding. Nederlandse personen- en familierecht. Personen- en familierecht 9

Inleiding. Nederlandse personen- en familierecht. Personen- en familierecht 9 I Inleiding Het Nederlandse personen- en familierecht Het personen- en familierecht is voornamelijk neergelegd in Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Het verschaft uiteenlopende regels aan jong en

Nadere informatie

Rolnummer 1970. Arrest nr. 117/2001 van 3 oktober 2001 A R R E S T

Rolnummer 1970. Arrest nr. 117/2001 van 3 oktober 2001 A R R E S T Rolnummer 1970 Arrest nr. 117/2001 van 3 oktober 2001 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 370, 5, junctis de artikelen 346, eerste lid, en 368, 3, eerste lid, van het Burgerlijk

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 551 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met verkorting van de adoptieprocedure en wijziging van de Wet opneming buitenlandse

Nadere informatie

Betreft: protocol informatieverstrekking gescheiden ouders + tekst in schoolgids. I Protocol

Betreft: protocol informatieverstrekking gescheiden ouders + tekst in schoolgids. I Protocol Betreft: protocol informatie gescheiden ouders + tekst in schoolgids I Protocol 1. Bij inschrijving van de leerling wordt melding gedaan van de gezinsrelatie waarin deze opgroeit, alsook van de gezagsrelatie

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN. 1. Inleiding

MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN. 1. Inleiding Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering teneinde nader inhoud te geven aan het beginsel van openbaarheid van de behandeling van zaken betreffende personen- en familierecht MEMORIE VAN

Nadere informatie

32 365 (R1912) Europees Verdrag inzake de adoptie van kinderen (herzien); Straatsburg, 27 november 2008. Den Haag, 25 maart 2010

32 365 (R1912) Europees Verdrag inzake de adoptie van kinderen (herzien); Straatsburg, 27 november 2008. Den Haag, 25 maart 2010 Staten-Generaal 1/2 Vergaderjaar 2009 2010 32 365 (R1912) Europees Verdrag inzake de adoptie van kinderen (herzien); Straatsburg, 27 november 2008 A/ nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 12889 28 juni 2012 Besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 19 juni 2012, nr. WBN 2012/3,

Nadere informatie

VOORJAARSWIJZIGINGEN FAMILIERECHT mr. L.H.M. Zonnenberg

VOORJAARSWIJZIGINGEN FAMILIERECHT mr. L.H.M. Zonnenberg VOORJAARSWIJZIGINGEN FAMILIERECHT mr. L.H.M. Zonnenberg Op 12 februari 2009 verscheen het Koninklijk Besluit van 6 februari 2009. Dat KB regelt de inwerkingtreding van onder meer de Wet van 9 oktober 2008

Nadere informatie

Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken

Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken ϕ1 Ministerie van Justitie Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken Directie Wetgeving Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 275 Besluit van 18 mei 1995, houdende vaststelling van maatstaven die bij het in artikel 7a, eerste lid, van de Wet opneming buitenlandse pleegkinderen

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2016:10882

ECLI:NL:RBNHO:2016:10882 ECLI:NL:RBNHO:2016:10882 Instantie Datum uitspraak 28-12-2016 Datum publicatie 17-01-2017 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer C/15/245613 / FA RK 16-4085 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Protocol Informatieverstrekking aan gescheiden ouders

Protocol Informatieverstrekking aan gescheiden ouders Protocol Informatieverstrekking aan gescheiden ouders VO Basis Wet en regelgeving Burgerlijk Wetboek artikel 1:377b Burgerlijk Wetboek artikel 1:377c Archief CvB CO 9.3 Van toepassing op/voor VO-deel scholengroep

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Zitting 1977-1978 14 824 Wijziging van enige bepalingen betreffende de adoptie in het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering Nr.3 MEMORIE VAN

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2004:AR2782

ECLI:NL:HR:2004:AR2782 ECLI:NL:HR:2004:AR2782 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 03-12-2004 Datum publicatie 03-12-2004 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie R03/145HR Conclusie: ECLI:NL:PHR:2004:AR2782

Nadere informatie

7.5. Boekverslag door I woorden 15 december keer beoordeeld. Levensbeschouwing. Spreekbeurt Godsdienst. Wat is adoptie?

7.5. Boekverslag door I woorden 15 december keer beoordeeld. Levensbeschouwing. Spreekbeurt Godsdienst. Wat is adoptie? Boekverslag door I. 2554 woorden 15 december 2004 7.5 227 keer beoordeeld Vak Levensbeschouwing Spreekbeurt Godsdienst Wat is adoptie? Adoptie is dat je een kind in het gezin opneemt dat niet van jezelf

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOBR:2015:3690

ECLI:NL:RBOBR:2015:3690 ECLI:NL:RBOBR:2015:3690 Instantie Datum uitspraak 19-06-2015 Datum publicatie 14-07-2015 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Oost-Brabant C/01/280880 / FA RK 14-3596_2

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2010:BP0604 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2010:BP0604 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2010:BP0604 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 02-12-2010 Datum publicatie 12-01-2011 Zaaknummer 200.069.042 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen- en

Nadere informatie

Protocol Informatieverstrekking aan gescheiden ouders

Protocol Informatieverstrekking aan gescheiden ouders Openbare basisschool De Trinoom Diemewei 45-05 6605 XH Wijchen tel: 024-6456608 administratie@trinoom.nl Protocol Informatieverstrekking aan gescheiden ouders Geachte ouders/verzorgers, Voor u ligt het

Nadere informatie

Rapport. Datum: 28 juni 2007 Rapportnummer: 2007/136

Rapport. Datum: 28 juni 2007 Rapportnummer: 2007/136 Rapport Datum: 28 juni 2007 Rapportnummer: 2007/136 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat de griffier van de rechtbank te Amsterdam Sector kanton, locatie Hilversum op 3 augustus 2000 heeft nagelaten

Nadere informatie

* vanstate /1/V1. Datum uitspraak: 13 juli 2012

* vanstate /1/V1. Datum uitspraak: 13 juli 2012 : * fc. Raad * vanstate 201100831/1/V1. Datum uitspraak: 13 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger

Nadere informatie

De opneming in Nederland van een buitenlands kind ter adoptie is geregeld in de Wet opneming

De opneming in Nederland van een buitenlands kind ter adoptie is geregeld in de Wet opneming 1 TOELICHTING Algemeen De opneming in Nederland van een buitenlands kind ter adoptie is geregeld in de Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie, laatstelijk gewijzigd door de wet van 14 mei 1998,

Nadere informatie

PROTOCOL informatieverstrekking gescheiden ouders

PROTOCOL informatieverstrekking gescheiden ouders OPTIMUS primair onderwijs Postbus 315 5430 AH CUIJK Molenstraat 19 5431 BW CUIJK Tel: 0485 318910 E: info@optimusonderwijs.nl PROTOCOL informatieverstrekking gescheiden ouders OPTIMUS Primair Onderwijs

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2015:6424

ECLI:NL:RBROT:2015:6424 ECLI:NL:RBROT:2015:6424 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 02-09-2015 Datum publicatie 09-09-2015 Zaaknummer C/10/476228 / FA RK 15-3821 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

rechtspositie van de verwekker worden verbeterd wanneer zijn kind geboren wordt binnen een ander huwelijk]

rechtspositie van de verwekker worden verbeterd wanneer zijn kind geboren wordt binnen een ander huwelijk] 2012 Naam: Loes van Thiel ANR: 535277 begeleider: Mr. Smits [ Binnen welk juridisch kader kan de rechtspositie van de verwekker worden verbeterd wanneer zijn kind geboren wordt binnen een ander huwelijk]

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2000 2001 Nr. 93a 26 673 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (adoptie door personen van hetzelfde geslacht) MEMORIE VAN ANTWOORD Ontvangen 27

Nadere informatie

Rechtbank van eerste aanleg Gent, vonnis van 9 september 2010

Rechtbank van eerste aanleg Gent, vonnis van 9 september 2010 Rechtbank van eerste aanleg Gent, vonnis van 9 september 2010 Toepasselijk recht Betwisting van vaderschap Artikel 62, 1 WIPR Turks recht Uitzonderingsclausule van artikel 19 WIPR niet van toepassing Heropening

Nadere informatie

HOMOSEKSUEEL OUDERSCHAP - De juridische aspecten -

HOMOSEKSUEEL OUDERSCHAP - De juridische aspecten - HOMOSEKSUEEL OUDERSCHAP - De juridische aspecten - BROCHURE - 1 - Met dank aan; Brusselsestraat 51 6211 PB Maastricht Tel.: 0031 (0)43-325 96 79 Fax: 0031 (0)43-325 04 31 www.leliveldadvocaten.nl Email:

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2015:6706

ECLI:NL:RBDHA:2015:6706 ECLI:NL:RBDHA:2015:6706 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 11062015 Datum publicatie 21072015 Zaaknummer C09488927 FA RK 153785 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen en

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over de gemeente Weert. Datum: 27 juni Rapportnummer: 2013/073

Rapport. Rapport over een klacht over de gemeente Weert. Datum: 27 juni Rapportnummer: 2013/073 Rapport Rapport over een klacht over de gemeente Weert. Datum: 27 juni 2013 Rapportnummer: 2013/073 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat een consulent van de sociale dienst van de gemeente Weert hem heeft

Nadere informatie

Protocol informatieverstrekking school naar leerlingen en ouders, voogden en verzorgers

Protocol informatieverstrekking school naar leerlingen en ouders, voogden en verzorgers Protocol informatieverstrekking school naar leerlingen en ouders, voogden en verzorgers De Thermiek heeft te maken met verschillende groepen die in meerdere of mindere mate rechten kunnen doen gelden op

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013 2014 33 488 Wijziging van Boek 1 en Boek 10 van het Burgerlijk Wetboek betreffende de huwelijksleeftijd, de huwelijksbeletselen, de nietigverklaring

Nadere informatie

Rolnummer 1041. Arrest nr. 67/97 van 6 november 1997 A R R E S T

Rolnummer 1041. Arrest nr. 67/97 van 6 november 1997 A R R E S T Rolnummer 1041 Arrest nr. 67/97 van 6 november 1997 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 370, 1, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door de Jeugdrechtbank te Luik.

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2015:8872

ECLI:NL:RBNHO:2015:8872 ECLI:NL:RBNHO:2015:8872 Instantie Datum uitspraak 14-10-2015 Datum publicatie 24-11-2015 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer C/15/224765/FA RK 15-2092 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

1 Inleiding. Wendy Schrama

1 Inleiding. Wendy Schrama 1 Inleiding Wendy Schrama 1.1 Onderscheid personen- en familierecht Dit boek gaat over het personen- en familierecht. Het personenrecht regelt de rechtspositie van een natuurlijke persoon: het begin en

Nadere informatie