Tweede Kamer der Staten-Generaal

Transcriptie

1 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar Wijziging van de van de uitgaven en de ontvangsten van het Landbouw-Egalisatiefonds, Afdeling A, voor het jaar 1999 (slotwet) Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING Algemeen Door middel van het onderhavige wetsvoorstel wordt het nadelig saldo van uitgaven en ontvangsten van het Landbouw-Egalisatiefonds, Afdeling A, ten opzichte van de tweede suppletore gewijzigd met f 36,8 mln. en gebracht op f 39,9 mln. WETSARTIKEL 1 (UITGAVEN/VERPLICHTINGEN Artikel Gefinancierde interventievoorraad per Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand ontwerp- Ontwerp-/Beschikbaar Verschil (slotwetmutatie) De beginvoorraad van de in koelhuizen aanwezige hoeveelheid interventieproducten bestaat uit 1173 ton rundvlees. Artikel Aankoop van interventieproducten Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand ontwerp- Ontwerp-/Beschikbaar Verschil (slotwetmutatie) KST44611 ISSN Sdu Uitgevers s-gravenhage 2000 Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 2 1

2 In 1999 is ton magere melkpoeder en 330 ton boter in interventie genomen. Artikel Bijdrage aan het EOGFL Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand ontwerp Ontwerp-/Beschikbaar Verschil (slotwetmutatie) In 1999 is f 1,2 mln. afgedragen aan de Europese Commissie. Het betreft de gerealiseerde boekwinst bij de verkoop van rundvlees en magere melkpoeder uit de interventievoorraad. Artikel Uitvoering van maatregelen Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand ontwerp- Ontwerp Mutatie 1 e suppletore Mutatie Beschikbaar Verschil (slotwetmutatie) De uitgaven zijn per saldo f 40,3 mln. hoger uitgevallen. De redenen hiervoor zijn: Lagere interventiekosten (f 1,5 mln.). Hogere uitvoeringskosten (f 2,0 mln.) van de marktordeningsregelingen door de productschappen. De oorzaak is voornamelijk gelegen in het millenniumen euro-bestendig maken van de geautomatiseerde systemen bij de productschappen. Het betreft de vervanging van geautomatiseerde systemen ten behoeve van de uitvoering van restitutie-, steun- en invoerregelingen. Appurement. Het totaalbedrag aan financiële correcties komt in 1999 op ca. f 42,0 mln. uit. De grootste correctie heeft plaatsgevonden ten aanzien van de EU-steun inzake caseïne (f 39,2 mln.). De Europese Commissie heeft besloten dat Nederland over de periode 1992 tot en met 1995 onterechte steun heeft verleend voor de verwerking van ondermelk tot caseïne. De steun is volgens de EC ten onrechte verleend omdat de stof Aluminium Ammonium Sulfaat werd toegevoegd aan de caseïne, terwijl volgens een milieurichtlijn de Lidstaat er op had moeten toezien dat deze caseïne niet in het handelsverkeer terecht had mogen komen. Tegen deze beslissing is beroep aangetekend. Er hebben minder aankopen van boter plaatsgevonden als gevolg van een geringer beroep door zorginstellingen op de Regeling Sociale Boter. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 2 2

3 De opbouw van het artikel luidt thans als volgt: Interventiekosten Medebewindskosten Apurement Regeling Sociale Boter Overige uitgaven Totaal WETSARTIKEL 2 (ONTVANGSTEN) Artikel Verkoop van interventieproducten Ontwerp-/Beschikbaar Verschil (slotwetmutatie) In 1999 is uit de interventievoorraad 1173 ton rundvlees en 283 ton magere melkpoeder verkocht. Artikel Bijdrage van het EOGFL wegens verlies op aan- en verkoop van interventieproducten Ontwerp-/Beschikbaar Verschil (slotwetmutatie) In 1999 is f 32,7 mln. bijgedragen door de Europese Commissie. Het betreft de waardevermindering van aankopen (boter f 1,6 mln., magere melkpoeder f 31,0 mln. en rundvlees f 0,1 mln.). Artikel Gefinancierde interventievoorraad per Ontwerp-/Beschikbaar Verschil (slotwetmutatie) Van de in koelhuizen aanwezige hoeveelheid boter (330 ton) was ultimo 1999 f 0,5 mln. voorgefinancierd door de lidstaat. Van de hoeveelheid Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 2 3

4 magere melkpoeder ( ton) bedroeg dit f 19,0 mln. Met betrekking tot rundvlees moet door de lidstaat nog f 1,2 mln. worden afgedragen. Artikel Uitvoering van maatregelen Ontwerp Mutatie 1 e suppletore Mutatie Beschikbaar Verschil (slotwetmutatie) 487 De lagere ontvangsten (f 0,5 mln.) worden voornamelijk veroorzaakt door een tegenvallend beroep door de zorginstellingen op de Regeling Sociale Boter. Hiertegenover staan hogere ontvangsten voor perceptiekosten. De opbouw van het artikel is als volgt: Rentevergoeding openbare opslag Vergoeding in-, op- en uitslagkosten Perceptiekostenvergoeding heffingen Regeling Sociale Boter Overige vergoedingen Totaal Artikel Overige ontvangsten Ontwerp Mutatie 1 e suppletore Mutatie 200 Beschikbaar Verschil (slotwetmutatie) De hogere ontvangsten (f 4,0 mln.) zijn het gevolg van het hoger uitvallen van het bedrag aan vervallen waarborgen op verstrekte in- en uitvoercertificaten (f 1,3 mln.) en hogere renteontvangsten bij de productschappen (f 2,7 mln.). Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 2 4

5 De opbouw van het artikel is als volgt: Vervallen waarborgen Diversen Totaal Artikel Bijdrage van Hoofdstuk XIV (Landbouw, Natuurbeheer en Visserij) Ontwerp- Mutatie 1 e suppletore Mutatie Beschikbaar Verschil (slotwetmutatie) Toelichting Als gevolg van de in deze wet vermelde wijzigingen stijgt de bijdrage van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij t.o.v. de tweede suppletore met f 36,8 mln. Wetsartikel 3 De staat in de financiële verantwoording van het Landbouw-Egalisatiefonds is ingericht volgens de uitgangspunten uit de regeringsnota Van Beleids tot Beleidsverantwoording (Kamerstukken II, ). De wenselijkheid om tot een meer beleidsmatige en verantwoording te komen, brengt ook de noodzaak met zich mee om al die informatie die niet direct bijdraagt tot een groter beleidsmatig inzicht in de verantwoording, niet meer op te nemen. Om die reden zijn de onderscheiden suppletore mutaties niet meer in de verantwoordingsstaat apart zichtbaar gemaakt. Deze komen nu gesaldeerd tot uitdrukking in de kolom Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde. Met deze gewijzigde opzet van de verantwoordingsstaat wordt afgeweken van de bepaling in artikel 65, derde lid, onder b, van de Comptabiliteitswet, die voorschrijft dat de wijzigingen bij de wet in de oorspronkelijke raming aangebracht, afzonderlijk in de verantwoording aangewezen moeten worden. Zonder een nadere wettelijke voorziening kan deze gewijzigde opzet van de verantwoording niet worden doorgevoerd. Het onderhavige wetsartikel voorziet voor het jaar 1999 in die wettelijke voorziening. Een definitieve wijziging voor de jaren vanaf 2002 zal worden doorgevoerd bij de wijziging van de Comptabiliteitswet waarmee de nota Van Beleids tot Beleidsverantwoording wordt geïmplementeerd. Overigens wordt opgemerkt dat de onderscheiden suppletore wijzigingen wel afzonderlijk zichtbaar zijn in de (s)staat bij deze slotwet. De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, L. J. Brinkhorst Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 2 5