Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie

Transcriptie

1 ">sl CT> CD Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en nnovatie > Retouradres Postbus EK Den Haag Gemeente Stichtse Vecht College van B&W Postbus BE Maarssen Datum 6 juni 2012 Betreft Geacht college. beantwoording vragen transformatorstation Breukelen Naar aanleiding van mijn briefvan 5 december 2011 heeft u een nogmaals een aantal vragen gesteld. Deze vragen zal ik beantwoorden middels deze brief, waarbij ik u graag mijn verontschuldigingen aanbied voor de late beantwoording. Bezoekadres Bezuidenhoutseweg AV Den Haag Postadres Postbus EK Den Haag Factuuradres Postbus BD Den Haag verheidsidentificatienr T (algemeen) Behandeld door drs. M.C. Schouwstra T F m.c.schouwstra@mineleni.nl Uw kenmerk Met betrekking tot de door u gestelde vragen is een aantal van deze vragen reeds behandeld in mijn brief van 5 december Voör deze vragen verwijs ik u naar B'jiage(n) de betreffende brief. Verder geeft u in de door u gestelde vragen aan het met een aantal zaken niet eens te zijh. Graag spreek ik met u af dat we het niet over alle zaken eens hoeven te zijn. Wel is het belangrijk dat we het over de onderliggende feiten eens zijn. Derhalve zal ik de feitelijke vragen in deze brief beantwoorden. Zoals u weet zijn we in bestuurlijk overleg met de gemeente Stichtse Vecht over het transformatorstation Breukelen. Graag wil ik u uitnodigen voor een gesprek om de stand van zaken rond het transformatorstation te béspreken. Mijn ervaring is dat in een gesprek beter ideeën uitgewisseld kunnen worden dan via het versturen van brieven over en weer. k ben benieuwd naar de achtergronden van uw vragen. Hieronder vindt u per onderwerp de beantwoording. Hopend u hiermee afdoende geïnformeerd te hebben, Mevr. mr. drs. J.H. Brouwer Programmamanager Rijkscoördinatieregeling Pagina l van 9

2 CT' t-' CD Directoraat-generaai BEANTWRDNG VRAGEN & PMERKNGEN VAN DE STCHTNG BEHUD VEENWEDEGEBED KGKENGEN EN BEWNERS KRTRJK 1. CENTRALES NUN Door u wordt gesteld dat Nuqn zou hebben aangegeven de centrale M Kil te willen sluiten; een belangrijk argument - zo stelt u - voor realisatie van een hoogspanningsstation. Volgéns u betreft dit een van de centrales in Lage Weide. Dit is onjuist. U heeft gelijk. n de briefvan 5 december is abusievelijk vermeld dat de MKll in Lage Weide ligt, maar MKll ligt aan de overzijde van het Merwede Kanaal. De centrale in Lage Weide betreft LW06 (LW = Lage Weide). De centrales MK, MKll en MK12 betreffen de centrales aan het Merwede Kanaal (MK = Merwede Kanaal). Dit neemt niet weg dat deze centrales als cluster verantwoordelijk zijn voor een groot deel van de energievoorziening van Utrecht en dat TenneT een overeenkomst met NUN héeft moeten sluiten dat zij niet zullen afschakelen op dagen dat er een hele hoge energievraag is (zoals midwinter tijdens strenge vorst of als er in de zomer door gepland onderhoud minder capaciteit is op het net). Eveneens neemt dit niet weg dat Nuon bij Tennet heeft aangegeven dat er een kans bestaat dat MKll na 2Ö20 niet meer (of wéinig) draait, zodat Tennet over de ^ mogelijke consequenties kan nadenken. 2. DE PSTE VAN NUN EN DE RL VAN VERHEDEN s de genoemde ontwikkeling getoetst bij Nuon/Eneco? Kan de positie van Nuon/Eneco met schriftelijke bewijsstukken worden onderbouwd? Ja, de genoemde ontwikkeling is getoetst bij Nuon. Met betrekking tot de schriftelijke bewijsstukken wordt conform artikel 21 van de Elektriciteitswet 1998 door TenneT een Kwaliteits- en Capaciteitsplan opgesteld voor zowel de 380 kven 220 kv-hoogspanningsnetten als de 150 kv- en 110 kv-hoogspanningsnetten die door TenneT worden beheerd. n dit document wordt voor alle netwerken: Aangegeven welk kwaliteitsniveau wordt nagestreefd; Een beschrijving gegeven van het kwaliteitsbeheersingssysteem van de transportdienst; Een beschrijving gegeven van de benodigde maatregelen om aan de totale behoefte aan transportcapaciteit in de periode te kunnen voldoen. Door het in beheer krijgen van het merendeel van 150 kv- en 110 kvhoogspanningsnetten in 2008 heeft TenneT het landelijk transportnet vanaf 110 Pagina 2 van 9

3 v) <T> kv integraal kunnen doorrekenen. Hierdoor is het meer dan in het verleden mogelijk geweest knelpunten in hun onderlinge samenhang te analyseren om zo tot geïntegreerde oplossingen komen. n de Kwaliteits- en Capaciteitsdocumenten (KCD) wprdt sinds 2000 (ENBU) en 2001 (TenneT) aangegeven dat er in het net bij Utrecht een belangrijk knelpunt is. Door ENBU (Stedin) werd in 2000 aangegeven dat er knelpunt was ten gevolge van de afhankelijkheid van de productie-eenheden in Utrecht en het ontbreken van een aankoppeling aan het dichtbijgelegen 380 kv-net. Hoe ziet u de verantwoordelijkheid van de diverse overheden voor wat betreft de impact op het landschap van nieuwe hoogspanningsverbindingen en -stations die het gevolg zijn van de initiatieven van energieproducenten om vooral ver weg van waar de grootste vraag is energie op te wekken? Met betrekking tot de positie van het Rijk is het, zoals in de brief van 5 december is aangegeven, niet aan het Rijk om te bepalen waar en wanneer er centrales gebouwd worden of waar en wanneer het hoogspanningsnet wordt uitgebreid. ngevolge de liberalisering moesten de energiebedrijven zich splitsen in een productiebedrijf en een netbedrijf. Commerciële energieproducenten nemen hierdoor hun eigen beslissingen op bedrijfseconomische gronden. Het Rijk kan zich niet mengen in (bedrijfseconomische) keuzes van geliberaliseerde bedrijven. Zowel de nationale netbeheerder Tennet als de regionale netbeheerders moeten de leveringszekerheid van elektriciteit garanderen. Tennet is wettelijk verplicht de keuzes die commerciële bedrijven maken met betrekking tot de energieproductie nettechnisch te faciliteren. Met andere woorden: als productiebedrijven kiezen voor locaties aan de kust in plaats van in of nabij de grote steden, is het aan de netbeheerder om deze productiebedrijven aan te sluiten op het net en de (nationale) leveringszekerheid te garanderen. Sinds de liberalisering worden de ontwikkelingen daarmeé door de markt gestuurd en niet meer door het Rijk. Middels de Rijkscoördinatieregeling (RCR) zorgt het ministerie van EL& samen met het ministerie van &M dat initiatieven die bijvoorbeeld de leveringszekerheid garanderen snel gerealiseerd kunnen worden onder andere door de ruimtelijke inpassing via een inpassingsplan te regelen. Voor wat betreft locaties van hoogspanningsverbindingen (vanaf 220 kv) en grote energiecentrales (boven de 500 MW) verwijs ik u naar het Derde Structuurschema Elektriciteit Voorziening (SEV ). Met dit document, een zogenaamde planologische kernbeslissing (pkb), wordt ruimte gereserveerd voor grootschalige productie en transport van elektriciteit. n het SEV legt het kabinet nut en noodzaak van vestigingslocaties voor elektriciteitscentrales en voor hoogspanningsverbindingen vast. Het is aan een initiatiefnemer, bijvoorbeeld een energieproducent, om te besluiten op welke in het SEV aangegeven locatie hij een centrale wil bouwen of in het Pagina 3 van 9

4 VJ h-"- geval van Tennet, welke hoogspanningsverbinding wanneer gebouwd moet worden. Nadat een initiatiefnemer het besluit tot de bouw van een centrale of hoogspanningsverbinding heeft genomen, meldt deze zich bij het ministerie van EL& zodat de RCR kan worden toegepast. Zoals in Artikel 20a van de Elektriciteitswet te lezen is, is de RCR van toepassing op netten van 220 kv en hoger. Daarmee is de RCR ook van toepassing op transformatorstation Breukelen. Met betrekking tot de impact op het landschap wordt in de RCR-procedure een landschapsplan opgesteld als onderdeel van het inpassingsplan. n een landschapsplan wordt aandacht besteed aan de landschappelijke inpassing van een project. Dit landschapsplan wordt gebruikelijkerwijze in samenspraak met de provincies en gemeenten opgesteld. 3. UW KSTENARGUMENT TEGEN NETVERZWARNG Hoe verhouden de kosten van een netverzwaring van Diemen naar Breukelen zich met de kosten van de bouw van een transformator en -schakelstation bij Breukelen? Het kostentechnisch argument is valide. ok bij verplaatsing van het transformatorstation naar of in de richting van Diemen is een transformator(station) nodig. Als u puur kostentechnisch kijkt, houdt dit in dat bovenop de kosten van het transformatorstation ook nog de kosten van de verzwaring van de bestaande 150 kv verbinding tot aan het station (bijvoorbeeld in Diemen) komen. De som van de kosten van plaatsing in of in de richting van Diemen valt daarmee hoger uit dan de som van de kosten van plaatsing in Breukelen. Bovendien is plaatsing van een extra (5^) transformator in Diemen niet mogelijk om netstrategische redenen: het levert risico's op voor de beschikbaarheid en betrouwbaarheid van het regionale en nationale net. Uitval bij storing van een station van dergelijke omvang zou resulteren in onaanvaardbare gevolgen voor de afnemers en de samenleving als geheel. 4. UW NETSTRATEGSCH ARGUMENT TEGEN NETVERZWARNG Waaruit bestaat het netstrategische argument? Zoals reeds aangegeven levert een 5^ transformator in Diemen aanzienlijke risico's op ten aanzien van de leveringszekerheid indien het station zou uitvallen door storing. Vanuit netstrategisch en efficiëntie oogpunt is het bovendien te prefereren dat netwerken daar gekoppeld worden waar de problemen te verwachten zijn indien bijvoorbeeld centrales of een transformatorstation uitvallen. n dit geval treden problemen op in de stroomvoorziening van Utrecht en omstreken als elektriciteitscentrales aldaar zouden uitvallen. Dit is de reden om dicht bij Utrecht te zoeken naar een oplossing. Voor de meest geschikte locatie van het hoogspanningsstatipn is gezocht in het gebied waar het 380 kv-net en het Pagina 4 van 9

5 >vj en

6 h 150 kv-net het dichtst bij elkaar liggen. Zodoende kan de totale lengte nieuw te bouwen hoogspanningverbinding zo gering mogelijk worden gehouden, wat de ruimtelijke impact op de leefomgeving minimaliseert, alsmede de maatschappelijke kosten. Breukelen ligt dicht bij Utrecht en in Breukelen naderen de 380 kv-verbinding Krimpen-Diemen en de 150 kv-verbinding Breukelen-Lage Weide elkaar dicht, soms tot minder dan 200 meter. Dit maakt Breukelen tot de meest voor de hand liggende locatie. Verder naar het noorden zou leiden tot een langer traject met lijnverzwaringen (de 150 kv-verbinding tussen Breukelen en de stad Utrecht is reeds verzwaard uitgevoerd) en zou bovendien leiden tot een grotere afstand tot het voedingsgebied. Meer naar het zuiden draait de 380 kv-verbinding Krimpen- Diemen in westelijke richting weg, waardoor de afstand tussen beide verbindingen sterk toeneemt. 5. UW MAATSCHAPPELJK ARGUMENT TEGEN NETVERZWARNG p welke maatschappelijke effecten wordt gedoeld bij een netverzwaring Diemen - Breukelen? Hoe verhouden deze maatschappelijke aspecten zich met de aspecten die verbonden aan de bouw van een hoogspanningsstation? Er zullen meer mensen en gemeenten direct geraakt worden door een netverzwaring van Diemen naar Breukelen. p de locatie Kortrijk in Breukelen liggen woningen op een behoorlijke afstand van het transformatorstation en zullen bijvoorbeeld de EM-velden geen nieuwe woningen raken. Bij een netverzwaring van Diemen naar Breukelen gaat dit niet op. Daarnaast kan in het algemeen gesteld worden dat de maatschappelijke effecten gelegen zijn in het bouwproces waarbij woningen en landeigenaren gedurende langere tijd overlast zullen ervaren van de werkzaamheden die de verzwaring van 20 km 150kV-lijn met zich meebrengt. 6. NDERGRNDSE AANLEG Waarom haalt u bij het onderwerp 'ondergrondse aanleg'alleen de uitspraak van de Raad van State van 29 december 2010 aan en niet (andere) eigen uitspraken? s het niet zo dat ook 380kV-verbindingen meer dan vroeger ondergronds worden aangelegd en het logisch is hiervan gebruik te maken daar waar maatschappelijk gewenst? n de regio Utrecht is additioneel 150 kv vermogen noodzakelijk. Dit vermogen is voorhanden op de 380 kv-lijn. Er is echter wel een transformatorstation nodig om de vermogenstransfer van 380 kv naar 150 kv te realiseren. Met het voorgenomen station Breukelen is een optimum gevonden in de maatschappelijke kosten en baten. Met een kabel onder de A2 door vanaf de 150 kv-lijn met een opstijgpunt aan de zijde van Kortrijk en een neerdaaipunt aan de zijde van Breukelen verlies je eerder qua landschappelijke impact dan dat je winst boekt. Pagina 5 van 9

7 V C Los van de kwestie bovengrpnds vs ondergronds, staat het feit dat voor de benodigde vermogenstransfer een transformatorstation nodig is. De, in uw toelichting aangehaalde, 5,6 kilometer maken onderdeel uit van de totale 20 kilometer 380 kv verbinding die op dit moment ondergronds aangelegd kan worden. De totale 20 kilometer wordt verkabeld, ondergronds gebracht, in de hoogspanningsverbinding Randstad 380 KV. Deze verbinding loopt van Wateringen via Bleiswijk (Zuidring) naar Beverwijk (Noordring). Het tracé bij zowel Rijpwetering en Nieuwe Wetering en in de gemeente Haarlemmermeer is onderdeel van de Noordring. De door u aangehaalde uitspraak is gedaan in het kader van de Zuidring. Deze, is op dit moment al in de realisatie fase. De Noordring doorloopt nu de RCR-procedure. n de beroepsprocedure van de Zuidring is uitgebreid stilgestaan bij het onderwerp ondergrondse aanleg. Tractebel heeft op verzoek van het Ministerie van Economische Zaken een second opinion uitgevoerd ten aanzien van de vraag of in Nederland 20 kilometer 380kV-kabel ondergronds kan worden aangelegd. n het rapport^ wordt geconcludeerd dat er vanuit de betrouwbaarheid van het netwerk geen bezwaren zijn tegen het inpassen van 20 kilometer kabel. Een volledig verkabelde verbinding is vanuit economisch, technisch en milieu-oogpunt verre van optimaal. Energieonderzoek Centrum Nederland en de TU Delft hebben in een notitie^ de conclusies van Tractebel.onderschreven. De TU Delft heeft in een samenvatting van de onderzoekswerkzaamheden aangegeven dat ondergrondse aanleg van 380 kv-kabels tot 20 kilometer in het Nederlandse net vooralsnog verantwoord lijkt'. Daarbij is tevens aangegeven dat de eerste verkennende onderzoeken het vermoeden bevestigen dat een grotere lengte kan leiden tot risico's op vooral systeemtechnisch niveau. 7. TEPASSEN GELJKSTRM Waarom gaat u vanuit het oogpunt van milieu (in het bijzonder aantasting landschap) niet meer over op ondergronds transport middels gelijkstroom? Zoals is gesteld in de briefvan 5 december is gelijkstroom geen oplossing voor de 'Breukelse situatie'. Het initiatief in Haarlemmermeer behelst een lokaal netwerk om gelijkstroom uit te wisselen tussen producenten en afnemers en betreft laag- en middenspanning. De initiatiefnemers gaan uit van een hoogspanningswisselstroom aansluiting van TenneT op hun netwerk en een AC/DC-convertor. Die hoogspanningswisselstroom moet getransporteerd worden via een robuust net voor 150kV - 380kV van TenneT, waarvoor koppelingen in stations als bij Breukelen noodzakelijk zijn. ' "General cost comparison between underground cables and o.h. line systems for h.v. transmission; Report on network reliability aspects of the choice line versus cable for the Randstad380 project" ' "Review van Second pinion Tractebel" Pagina 6 van 9

8 XJ CT> N^;i Een innovatie van een hoogspanning-gelijkstroom-landverbinding als alternatief voor het Breukelense plan is weliswaar technisch reeds mogelijk, maar levert geen oplossing voor de problematiek op dat er transformatoren nodig zijn die ruimtelijk ingepast moeten worden. Voor het omzetten van gelijkstroom naar wisselstroom zijn AC/DC-convertorstations nodig, die eenzelfde problematiek met zich meebrengen als het huidige! station Breukelen. Daarnaast is hoogspanninggelijkstroom op het land qua ontwikkelingsrisico's, planning en kosten op dit moment onhaalbaar. De extra kosten die gemaakt zouden moeten worden ten opzichte van de realisatie van station Breukelen om het probleem van het FGU-net op te lossen zijn maatschappelijk gezien niet verantwoord. Tot slot blijft ook het netstrategische probleem dat station Diemen,met 5 transformatoren (waarvan er dan één een AC/DC-convertor is) een erg kwetsbare plek in de landelijke energievoorziening zou worden. ok kan gelijkstroom netstrategische problemen opleveren. S. GESCHKTHED LCATES ZNDER TUSSENLGGENDE NFRASTRUCTUUR Waarom zijn door u geen locaties beschouwd waar de 380- en SkV-lijnen vlak langs elkaar lopen zonder tussenliggende infrastructuur? s het niet zo dat hier (wederom) het kostenaspect de enige reden is? Uit voorafgaande blijkt al dat netstrategisch gezien, de oplossing daar gezocht dient te worden waar het probleem optreedt. n dit geval ligt het knelpunt bij Utrecht. De koppeling tussen het regionale en het nationale net moet zo dicht mogelijk bij Utrecht te geschieden. Bij Breukelen komen deze netten bij elkaar. Verder naar het noorden eën koppeling maken zou minder efficiënt zijn onder andere omdat de 150 kv verbinding, nu al verzwaard tussen Utrecht en Kortrijk, dan verder naar het noorden verzwaard moet worden. Het kostenaspect is tot slot inderdaad een belangrijke factor om mee te nemen in de afwegingen. 9. UW WEGNG VAN DE DRE NDERZCHTE LCATES ndien de verschillen tussen de drie wél onderzochte locaties inderdaad zo gering zijn, waarom is het dat niet mogelijk terug te keren naar de plaats of de omgeving van de in 2003 door TenneT zelf gekozen locatie oost van de A2 of de locatie Laan van Duuring? De drie locaties verschillen op milieuaspecten niet veel van elkaar. Echter moet bij de afweging naar meerdere aspecten gekeken worden. Zoals in mijn briefvan 5 december beschreven is de afweging voor de locatie Kortrijk gemaakt op basis van milieuaspecten waaronder leefomgeving, ruimtelijke inpasbaarheid, technische mogelijkheden, snelheid van realisatie, kosten en maatschappelijkbestuurlijke context. Pagina 7 van 9

9 CT' Het rapport van Deltares gaat over de milieuaspecten. Dit rapport geeft aan dat op de locatie Kortrijk bij de bouw van het station de minste nadelige milieueffecten verwacht worden en dat de inpassing ruimtelijk goed mogelijk is. Met betrekking tot de technische mogelijkheden, de snelheid van realiseren en de kosten is de locatie Kortrijk de locatie die het snelst en goedkoopst te realiseren is. Voor de locatie Kortrijk zijn geen verdere netverzwaringen nodig en hoeft alleen het 150 kv-net nog over de A2 geleid worden. Qua bebouwing ligt het station verder van woningen af dan bij de andere locaties en gaat het om minder woningen. De locatie aan de Laan van Duuring ligt pal in het zicht van een woonwijk van Maarsenbroek. Het gaat hierbij om meer mensen dan bij de locatie Kortrijk. Bovendien zijn dezé mensen al flink belast geweest door de netverzwaring die heeft plaatsgevonden. De derde locatie, Ruwiel, ligt bij een industriegebied en is zichtbaar vanuit de hoogbouw van Breukelen. p deze plek zullen de meeste mensen zichtoverlast hebben van het station en geldt qua afstand dat alleen een kanaal de mensen scheidt van het station. Waaruit bestaat de door u genoemde recente extra belasting voor de bewoners van Maarssenbroek nu het geluidsprobleem wordt opgelost en de andere maststructuur tot een lageré EM-straling leidt? Dit wordt niet zo door het ministerie gesteld. Wel is het volgende gesteld: "De locatie aan de Laan van Duuring ligt pal in het zicht van een woonwijk van Maarsenbroek. Het gaat hierbij om meer mensen dan bij de locatie Kortrijk en ze wonen er dichterbij. Bovendien zijn deze mensen al flink belast geweest door de netverzwaring die heeft plaatsgevonden." ßent u met ons van mening dat de bereikbaarheid van de locaties Ruwiel en Laan van Duuring voor zowel bouw als onderhoud/aanpassing eenvoudiger en meer geschikt s respectievelijk te realiseren s dan die van de locatie Kortrijk? Zo nee, waarom niet? Nee, voor de bouw van het transformator station op de locatie Kortrijk wordt parallel aan de snelweg een ventweg aangelegd, welke ook na de bouw door de beheerder van het station gebruikt zal worden. Het verkeer dat bestemd is voor het transformatorstation zal dus niet via Kortrijk rijden. Voor omwonenden geeft de locatie Kortrijk daarmee zowel tijdens de bouw als erna minder overlast dan de andere locaties. 10. KUNSTMATGE 'AFWAARDERNG' LCATES RUWEL EN LAAN VAN DUURNG? Waarom wordt bij de locaties Laan van Duuring en Ruwiel uitgegaan van het transformeren van twee circuits, terwijl bij de locatie Kortrijk wordt uitgegaan van één circuit? De locaties 'Laan van Duuring en 'Ruwiel' zijn oostelijk gelegen van de A2, waarvoor het 380kV tracé de A2 dient te kruisen. De aanwezigheid van beide circuits in de onmiddellijke nabijheid van het station is een redundantiemaatregel Pagina 8 van 9

10 --g (T> N^; -' in geval van calamiteiten. Het aanwezige 2e circuit kan dan in relatief korte tijd gebruikt worden om een noodverbinding te maken. m deze reden is het verstandig dat beide circuits de A2 kruisen. De locatie 'Kortrijk' bevindt zich min of meer onder het 380kV tracé en waardoor er ook daar sprake is van 2 circuits: een loopt langs het station en de andere via het station. Deze oplossing is bij de andere locaties niet mogelijk. 11. GS Wat zijn uw exacte argumenten tegen een innovatieve ontwikkeling als GS? Er kan niet gesteld worden dat het ministerie voor of tegeri een GS-installatie is. De Minister van Economische Zaken, Landbouw en nnovatie maakt samen met de Minister van nfrastructuur én Milieu een keuze met betrekking tot de configuratie van het transformatorstation. Aan deze keuze AS of GS ligt een belangenafweging ten grondslag. De keuze wordt daarbij in een breder perspectief geplaatst waarbij leefomgeving, kosten, inpassing in het landschap en bedrijfsvoering van Tennet moeten worden meegenomen. De definitieve keuze wordt in het inpassingsplan gemaakt. Met betrekking tot de landschappelijke inpasbaarheid nodigen wij u graag uit om mee te gaan met de excursie om zowel een AS als een GS-station te bezoeken, zodat u zich daar een oordeel over kan vormen op basis van eigen observaties en inzichten. 12. CMPACT STATN Waarom is TenneT vanaf 2003 uitgegaan van een traditioneel station en biedt deze organisatie pas in december 2011 dè mogelijkheid van een compact station? Hoe ziet een compact station van 90 bij 70 meter er uit? p verzoek van de gemeente heeft het ministerie Tennet gevraagd - in afwijking van het beleid van Tennet - om te gaan kijken naar de mogelijkheden voor een compacter station met GS-techniek. Beide varianten, GS en een open station, worden op dit moment besproken met de gemeente. Het is uiteindelijk aan de minister om een belangenafweging te maken tussen de twee varianten. Pagina 9 van 9

11 >>J CP ' Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en nnovatie > Retouradres Postbus EK Den Haag Gemeente Stichtse Vecht College van B&W Postbus BE Maarssen minute Datum 6 juni 2012 Betreft beantwoording vragen transformatorstation Breukelen Paraaf Paraaf Paraaf Hanneke Brouwer programmamanager RCR Medeparaaf Medeparaaf Medeparaaf Bezuidenhoutseweg 30 Postbus EK Den Haag T (algemeen) Behandeld door drs. M.C. Schouwstra Aanleverpunt A/562 T F m.c.schouwstra@mineleni.nl Uw kenmerk nformatiekopie aan Schouwstra, Reuver Bijlage(n) Verzendwijze: Per post Brieftekst op de volgende pagina ntvangen BBR ntvangen Postkamer Datum verzending Paraaf Postkamer - 6 JUN JUN 2012