Doel Na deze opdracht kun je houtige beplantingen herkennen en kun je het eindbeeld beschrijven.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Doel Na deze opdracht kun je houtige beplantingen herkennen en kun je het eindbeeld beschrijven."

Transcriptie

1 Opdrachten Houtige beplantingstypen herkennen Doel Na deze opdracht kun je houtige beplantingen herkennen en kun je het eindbeeld beschrijven. Benodigheden Voor deze opdracht heb je nodig: het Opzoekboek groen; een schoolbord of een ander presentatiemiddel. Oriëntatie Als je planten wilt leren herkennen, kun je het Opzoekboek groen gebruiken. In het opzoekboek vind je tips en informatie. Houtachtige gewassen Bomen, struiken, fruitbomen en klimplanten zijn houtachtige beplantingstypen. Ze hebben een stam, wortels en takken van hout. Daardoor zijn ze steviger dan kruidachtige gewassen, zoals een brandnetel of een dahlia. Houtachtige gewassen worden vaak groter en ouder dan kruidachtige gewassen. Figuur 2-1: Een houtachtig gewas a Wat zijn de kenmerken van houtachtige gewassen? b Is een druivenwingerd een houtachtige of een kruidachtige plant? Waaraan zie je dat?

2 Eindbeelden Het eindbeeld van een plant is hoe groot een plant is als ze volgroeid is. Niet elke plant wordt even hoog. Een eik wordt bijvoorbeeld veel hoger dan een berk. Bomen worden naar grootte ingedeeld. Figuur 2-2: Indeling van bomen naar grootte Hoe groot een plant wordt, hangt ook af van de hoeveelheid voedsel en vocht die ze op kan nemen. Verder spelen weersomstandigheden zoals wind een rol. En natuurlijk het onderhoud. Een struik die regelmatig wordt gesnoeid, blijft kleiner dan een struik die niet wordt gesnoeid. c Wat versta je onder het eindbeeld van een plant? d Een eik kan wel 20 meter hoog worden. Wordt een eik die op zandgrond aan een winderige kust wordt aangeplant ook zo hoog? Waarom wel of niet? Uitvoering Je gaat gegevens verzamelen over een beplantingstype. Daar ga je later met een aantal klasgenoten een spreekbeurt over houden. 1 Bekijk de inhoudsopgave van het Opzoekboek groen. 2 Zoek drie houtachtige beplantingstypen op.

3 Figuur 2-3: De Japanse lork is een houtachtige plant. 3 Overleg met de docent welk beplantingstype jij mag behandelden. 4 Zoek het beplantingstype in de schooltuin. 5 Bekijk één plant uit dit beplantingstype goed. Schrijf drie kenmerken op waaraan je deze plant kunt herkennen. Maak een tekening van de bladstand. Figuur 2-4: Kenmerken van de Kerria japonica 6 Zoek de plant op in het opzoekboek. Noteer de Nederlandse naam van de plant. 7 Bekijk de iconen bij de plant. Teken de iconen na en schrijf de betekenis erachter.

4 8 Zoek de meest voorkomende ziekten of plagen bij deze plant op. Noteer ze in de tabel. Veelvoorkomende ziekten Veelvoorkomende plagen 9 Je hebt gegevens van de plant verzameld. Daar ga je een spreekbeurt over houden. Dat doe je in een groepje van drie. Maak een drietal. 10 Bespreek met de docent hoe lang de spreekbeurt mag duren. Verdeel de taken en noteer de afspraken. Onze spreekbeurt gaat over dit beplantingstype: Onze spreekbeurt duurt zo lang: Naam vertelt over: 11 Bereid je eigen verhaal voor. Schrijf de informatie die je gaat vertellen op. Maak een foto of tekening van het eindbeeld van de planten. 12 Oefen de spreekbeurt met elkaar. Zorg dat jullie binnen de afgesproken tijd blijven. 13 Als jullie alles gedaan hebben, spreken jullie met de docent een datum en een tijdstip af voor de presentatie. Afsluiting Alles is voorbereid. Jullie kunnen de spreekbeurt houden. a b c Houd de spreekbeurt. Luister naar de spreekbeurten van de andere leerlingen. Kruis voor één spreekbeurt aan of die aan de eisen voldoet. Spreekbeurt van: Eisen JA Iedereen doet mee aan de spreekbeurt. De sprekers zijn goed verstaanbaar. Er wordt verteld om welk beplantingstype het gaat. De verzorging van de plant wordt uitgelegd. De ziekten en plagen komen aan bod. Het eindbeeld van de plant wordt getoond. Voldoet de spreekbeurt aan de eis? NEE d Bespreek de spreekbeurten in de klas. Wat vonden jullie medeleerlingen goed aan jullie spreekbeurt? Wat vonden jullie medeleerlingen minder goed?

5 Wat zouden jullie de volgende keer anders doen? e Noem drie beplantingstypen uit de spreekbeurten van de andere groepen. Noteer achter elk beplantingstype een voorbeeld van een plant. Beplantingstype Voorbeeld plant Zieke bomen Doel Na deze opdracht kun je boomziekten en -plagen herkennen en bestrijden. Benodigheden Voor deze opdracht heb je nodig: een digitaal fototoestel; een snoeischaar; vakliteratuur; een computer met Word en internet. Oriëntatie Bomen kunnen last hebben van ziekten en plagen. Als je deze ziekten en plagen snel herkent, kun je ze goed bestrijden. Ziekten Schimmels, bacteriën en virussen kunnen een boom of struik ziek maken. Maar ook ongunstige omstandigheden zijn niet goed voor een boom of struik. Zo kan de bodem te arm of juist te voedselrijk zijn of te droog of te nat. En als de omgeving vervuild is, dringt die vervuiling ook de boom binnen.

6 Figuur 2-5: Schimmels kunnen een boom aantasten. In figuur en figuur staat een overzicht van de bekendste ziekten.

7 a Een deel van de boom is verwelkt. Wat kan er aan de hand zijn? b Wat kun je hier tegen doen? c Van welke ziekte is een heksenbezem een voorbeeld? Plagen Bomen en struiken kunnen ook aangetast worden door insecten. Insecten eten van de planten of zetten hun eitjes erop af. Insectenlarven, zoals rupsen, kunnen de plant dan aantasten door ervan te eten. Parasieten zijn nog schadelijker. Ze halen zoveel voedsel uit de plant, dat de plant daar nadeel van ondervindt. Parasieten kunnen schimmels, aaltjes en bacteriën zijn.

8 Figuur 2-8: In figuur staat een overzicht van bekende plagen. Figuur 2-9: Plagen bij houtige gewassen d Hoe kunnen insecten een boom of struik aantasten? e Je hebt de nesten van de bastaardsatijnvlinder ontdekt in een boom. Hoe kun je ze mechanisch bestrijden?

9 Uitvoering Je gaat op zoek naar zieke bomen of struiken. Samen met een groepje zoek je uit hoe je de ziekte of plaag kunt bestrijden. 1 Vorm een groepje van drie. 2 Noteer op welke plaats jullie gaan zoeken naar zieke bomen of struiken. De docent vertelt jullie dit. 3 Ga naar deze plaats toe. Zoek ten minste één boom of struik die is aangetast door een ziekte of plaag. 4 Neem foto s van de aangetaste boom of struik. Jullie mogen ook tekeningen maken. 5 Neem, indien mogelijk, een aangetast deel van de boom of struik mee. Zorg ervoor dat je de plant niet onnodig beschadigt. 6 Bekijk de foto s en het aangetaste deel van de boom of struik. Wat valt jullie op? 7 Door welke ziekte of plaag is de plant aangetast? Zoek in de theorie in de Oriëntatie of in de vakliteratuur. 8 Vul het schema in. Ziekte/plaag Dit kun je zien aan: 9 Bespreek jullie schema met de docent. Vergelijk het met jullie foto s en plantmateriaal. Is het de plaag die jullie dachten? 10 Zoek in de vakliteratuur of op internet hoe je deze ziekte of plaag kunt bestrijden. Noteer zo veel mogelijk manieren. Afsluiting Jullie hebben zo veel mogelijk manieren verzameld om een ziekte of plaag te bestrijden. Voor welke manier zouden jullie kiezen? a Kijk samen naar de manieren van bestrijden bij vraag 10 van de Uitvoering. Welke manieren zijn chemisch? En welke zijn natuurlijk? Bestrijden op een chemische manier Bestrijden op een natuurlijke manier b Welke manier zouden jullie kiezen om deze ziekte of plaag te bestrijden? Discussieer erover met je groepje. De beste manier is volgens ons: c Waarom vinden jullie dat?

10 Snoeigereedschappen onderhouden Doel Na deze opdracht kun je een snoeischaar onderhouden. Benodigheden Voor deze opdracht heb je nodig: een snoeischaar; een passende steeksleutel; een schroevendraaier; een werkbank; een onderdelenbak; een fijnkorrelige wetsteen; vet; een afstelsleuteltje; een papiertje. Oriëntatie In deze opdracht ga je een snoeischaar op de goede manier onderhouden. Snoeigereedschap onderhouden Goed onderhouden gereedschap gaat langer mee. Bovendien is het veiliger. Met een botte zaag schiet je bijvoorbeeld sneller uit dan met een scherpe zaag. Snoeischaren en zagen worden bij gebruik op den duur bot. Vooral als er zand op de tanden komt. Daarom moet je ze regelmatig slijpen. Snoeigereedschap slijpen is niet gemakkelijk. Je moet goed weten welk onderhoudsgereedschap je ervoor gebruikt. Figuur 2-10: Gereedschap voor onderhoud aan snoeischaar a Waarvoor gebruik je een snoeischaar? b Waarom moet de snoeischaar scherp zijn?

11 Figuur 2-11: Lastig snoeiwerk c Een snoeischaar slijt door het gebruik. Hoe merk je dat de snoeischaar niet meer goed werkt? d Bekijk een snoeischaar. Leg uit waarom jij vindt dat er wel of geen onderhoud nodig is. e Bekijk figuur. Leer de namen van de verschillende onderdelen uit je hoofd. Figuur 2-12: Onderdelen van de snoeischaar Uitvoering Je gaat onderhoud uitvoeren aan een snoeischaar. Daarbij moet je ervoor zorgen dat de schaar en de messen van de snoeischaar droog blijven. Dit betekent dat je deze dus NIET met water mag schoonmaken! 1 Pak een snoeischaar waarvan het bovenmes geslepen moet worden. 2 Verzamel de benodigdheden om de snoeischaar te onderhouden. 3 Haal de veer van de snoeischaar af. Leg hem in de onderdelenbak. Doe dat met alle onderdelen die je van de snoeischaar afhaalt. Zo voorkom je dat je spullen kwijtraakt! 4 Draai de borgschroef los met de schroevendraaier. 5 Draai de stelmoer los met de steeksleutel. 6 Haal het boven- en ondermes van elkaar af. Leg het ondermes in de onderdelenbak.

12 7 Bekijk het bovenmes. Dit ga je slijpen. 8 Klem het bovenmes voorzichtig in een bankschroef. 9 Maak de wetsteen nat en slijp het bovenmes voorzichtig. 10 Maak het bovenmes droog. Laat de docent controleren of het goed is. 11 Doe vers vet op het scharnierpunt tussen het boven- en ondermes. 12 Zet met de stelmoer het boven- en ondermes weer aan elkaar. 13 Monteer de veer nu. 14 Draai met de steeksleutel de stelmoer zo vast dat de snoeischaar soepel beweegt. 15 Zet de stelmoer nu vast met de borgschroef. Afsluiting Je hebt de snoeischaar nu gedemonteerd, onderhouden en weer in elkaar gezet. Als het goed is zitten alle onderdelen weer op dezelfde plaats. a b Bekijk de snoeischaar die jij hebt onderhouden. Controleer of alle onderdelen weer op dezelfde plaats zitten. Gebruik figuur voor de zekerheid. Als je het goed het gedaan, knipt de snoeischaar gemakkelijk en soepel. Voer de volgende test uit. Pak een stuk papier. Knip erin met de snoeischaar. Als de snoeischaar scherp is, krijg je een snee in het papier met een gave rand. Figuur 2-13: De test met de snoeischaar c Laat de docent de snoeischaar controleren. Als alles goed is, ruim je het gereedschap op en maak je de werkplek schoon. Een bijl vijlen Doel Na deze opdracht kun je een bijl onderhouden. Benodigheden Voor deze opdracht heb je nodig: tekenmaterialen; een bijl; een bankschroef; een bastaardvijl; een zoetvijl; een bijlmal; een wetsteen.

13 Oriëntatie Een bijlvijlen Bij het dunnen van bomen en struiken gebruik je een bijl. Bij het verwerken van het hout, gebruik je een kloofbijl. Hiermee kloof je blokken hout. Bijlen slijp je een beetje rond. Je kunt de ronding controleren met een bijlmal: een ijzeren vorm met daarin drie uitsparingen. De bijlmal meet de dikte van de welving op respectievelijk 10 mm, 5 mm en 3 mm. a Bekijk figuur. Figuur 2-14: De bijl b Welke soorten bijlen ken jij? c Teken twee soorten bijlen na. Zet de namen eronder en geef aan waarvoor je ze gebruikt. d In figuur staat een bijlmal. Wat doe je met een bijlmal?

14 Figuur 2-15: Een bijlmal Uitvoering Je gaat een bijl onderhouden. 1 Verzamel de volgende benodigdheden: een bijl; een bankschroef; een bastaardvijl; een zoetvijl; een bijlmal; een wetsteen. 2 Richt je werkplek in. 3 Zet de bijl vast in de bankschroef. In figuur staat hoe je dat doet. Figuur 2-16: Zo zet je een bijl vast in de bankschroef. 4 Je gaat nu de welving op dikte brengen met de bastaardvijl. Vijl de welving van dik naar dun. Dus eerst naar 10 mm, dan naar 5 mm en dan naar 3 mm. 5 Controleer de welving met de bijlmal. 6 Vijl de snede als laatste met de zoetvijl. 7 Verwijder de braam op de snede met de grove kant van de wetsteen. 8 Werk het scherp af met de fijne kant van de wetsteen.

15 Figuur 2-17: Verschillende soorten wetstenen Afsluiting Je hebt een bijl gevijld. Maar heb je dat ook goed gedaan? a Controleer de bijl. Gebruik de tabel. Beoordelingscriteria Ja Nee Is de steel van de bijl onbeschadigd gebleven bij het vastzetten in de bankschroef? Is de welving overal gelijk? Is de braam verwijderd? Is de bijl goed afgewerkt met de wetsteen? Is de bijl scherp? b Bespreek je beoordeling met de docent. Noteer de opmerkingen. c d Werk als het nodig is de bijl bij. Ruim de werkplek netjes op en berg de bijl op. Functies van beplantingen Doel Na deze opdracht kun je functies van verschillende beplantingen benoemen. Benodigheden Voor deze opdracht heb je nodig: een (digitale) camera; een fiets en een plattegrond; het Opzoekboek groen. Oriëntatie Er zijn plaatsen waar beplantingen als versiering zijn neergezet. Het doel van deze beplanting is sier. Vaak hebben beplantingen een ander doel. Functies van beplantingstypen Het doel van beplanting noem je ook wel de functie van de beplanting.

16 De manier waarop je bomen of struiken aanplant, hangt af van de functie van de beplanting. Figuur 2-18: Groen met een functie In woonwijken komen deze functies van beplanting vaak voor. Figuur 2-19: Beplantingstypen in woonwijken a Wat kunnen de functies zijn van een rij coniferen tussen twee tuinen? b Er wordt een nieuwe woonwijk aangelegd. De wijk ligt dicht tegen de spoorweg aan in een vlak gebied. De bedoeling is om de wijk een landelijk en groen aanzien te geven. Welke beplantingstypen zullen er in elk geval in deze wijk gebruikt worden? c Geef een voorbeeld van een beplanting met functie uit jouw woonwijk.

17 Figuur 2-20: Windkering of verkeersgeleiding? Uitvoering Je gaat met een groepje de functies van beplantingen in de buurt bekijken. 1 Vorm een groepje van twee personen. 2 Vraag aan de docent een kopie van de plattegrond van de stad of de wijk. 3 Pak pen en papier en kleurpotloden. 4 Noem met elkaar drie verschillende plaatsen waar je beplanting vindt met een duidelijke functie. 5 Bekijk de plattegrond. Kleur op de plattegrond in waar je deze beplantingen kunt vinden. Gebruik voor iedere functie een andere kleur. Figuur 2-21: Een meidoornhaag 6 Maak een routebeschrijving op de plattegrond. 7 Ga met z n tweeën op pad om de beplantingen met functie bekijken. Denk eraan dat je buiten school aan het werk bent. Houd je dus aan de verkeersregels en gedraag je netjes. 8 Bekijk de beplantingen. Schrijf twee namen op van soorten planten die er staan. Beplanting Plantensoorten Noteer de functie van de beplanting.

18 Beplanting Functie 10 Maak foto s van de beplantingen. Afsluiting Je hebt beplantingen met verschillende functies bekeken. a b Ga met een ander groepje bij elkaar zitten. Bespreek de punten uit vraag b t/m d. Schrijf jullie ervaringen op. Bekijk elkaars foto s. Welke functies hebben de beplantingen? Bedenk dit bij de foto s van het andere groepje. Functies van de beplanting Foto 1 Foto 2 Foto 3 Foto 4 c Was het meteen goed te zien welke functies de beplantingen hadden? Ja/nee/soms, omdat: d Hadden jullie de functies van de beplantingen op school goed ingeschat? Ja/nee/soms, omdat: Geschikte beplantingen Doel Na deze opdracht kun je een ontwerpschets maken voor een beplanting met een bepaalde functie. Benodigheden Voor deze opdracht heb je nodig: opdracht Functies van beplantingen ; een printer; een (digitaal) fototoestel; pen en papier; een computer met Word en internet; het Opzoekboek groen; A4-papier; kleurpotloden. Oriëntatie In de opdracht Functies van beplantingen heb je beplantingen met een functie bekeken. a b Vorm een groepje van twee. Welke functies kunnen beplantingen hebben? Bedenk er samen zo veel mogelijk.

19 Figuur 2-22: Natuurlijk groen is goed voor de natuur! c Welke functies van beplantingen heb je in de opdracht Functies van beplantingen bekeken? d Maak een wandeling van maximaal 15 minuten in de buurt van je school. Zoek in de buurt een plaats waar je een beplanting met een van de functies uit vraag b zou kunnen planten. Maak een foto of schets van deze plaats. Denk bijvoorbeeld aan: een weg, een lelijk gebouw, een kaal grasveld. Uitvoering Je gaat nu zelf een ontwerp maken voor een functionele beplanting. Vraag 1 t/m 4 maak je zelfstandig. Vanaf vraag 5 ga je weer samenwerken. 1 Bekijk de foto of schets van de plaats die jullie uitgekozen hebben. Welke functie moet de beplanting hier hebben? 2 Bekijk welke planten er in opdracht Functies van beplantingen in de beplanting werden gebruikt. Welke zijn er geschikt voor de beplanting op deze plek? 3 Welke planten kun je hier nog meer aanplanten? Zoek ten minste drie planten op in het Opzoekboek groen. 4 Teken het eindbeeld van de nieuwe beplanting op de plaats die jullie hebben uitgekozen. Doe het zo. Bedenk hoe de beplanting eruitziet als de planten volgroeid zijn. Zoek eventueel foto s in het opzoekboek of op internet. Maak met kleurpotlood een tekening van het eindbeeld van de beplanting op deze plaats. 5 Bekijk elkaars ontwerpen. Kies samen het beste ontwerp. Let op de volgende dingen: de beplanting moet goed aan de functie voldoen; het ontwerp moet er mooi en verzorgd uitzien. 6 Wij kiezen het ontwerp van, omdat:

20 Afsluiting Je hebt nu in de praktijk kennisgemaakt met termen als beplantingstype, functie en eindbeeld. Dit houdt allemaal verband met elkaar. Figuur 2-23: Verkeersgeleiding, kijkgroen en camouflage a b Bekijk het ontwerp van een ander groepje. De beplanting moet een andere functie hebben. Welke beplantingstype heeft het groepje gekozen? c Welke functie heeft de beplanting? d Welke planten gebruiken zij? e Zijn deze planten volgens jullie geschikt voor dit beplantingstype? Ja/nee, omdat: f g Bespreek de beoordeling met het groepje. Geef ook tips. Noteer hier goede tips die jullie van een ander groepje hebben gehad. Bosplantsoen opkuilen en inkuilen Doel Na deze opdracht kun je bosplantsoen opkuilen en inkuilen. Benodigheden Voor deze opdracht heb je nodig: ingekuild bosplantsoen; een spade; een plantenbak; jalons; een meetlint; een hark.

21 Oriëntatie Als je een houtwal aanplant, kun je dat doen met bosplantsoen. Om te voorkomen dat de planten na aanvoer uitdrogen, zet je ze tijdelijk in de grond. Dit noem je inkuilen. Bosplantsoen Voor de aanleg van beplantingsstroken wordt vaak bosplantsoen gebruikt. Bosplantsoen is een verzamelnaam voor een pakket inheemse bomen- en struikensoorten. Het is nooit duur, omdat de bomen en struiken in het pakket klein zijn. Ze zijn nooit langer dan 1,5 meter. a Leg uit wat bosplantsoen is. b Bosplantsoen is nooit langer dan 1,50 meter. Waarom is dat? Inkuilen en opkuilen Bosplantsoen wordt in grote aantallen aangeplant. Je kunt dan niet alles in één keer planten. Om te voorkomen dat de bomen en struiken uitdrogen, kuil je ze in. Hierbij zorg je ervoor dat de wortels bedekt worden met grond. Figuur 2-24: Ingekuilde houtachtigen Als je de bomen wilt gaan planten, kuil je ze weer op: je trekt ze voorzichtig uit de grond. Bij het inkuilen en opkuilen moet je oppassen dat je niet de volgende fouten maakt. Figuur 2-25: Fouten bij inkuilen

22 c Welke gevolgen kunnen fouten bij inkuilen en opkuilen hebben? Vul de gevolgen op de goede plaats in. Afsterven van wortels en eventueel verdrogen van plantsoen. Inrotten van de stam. Zieke planten. Fouten Gevolgen Te diep inkuilen Te warme en te open kuilplaats Beschadigen van plantsoen bij opkuilen Uitvoering Je gaat met een groepje bosplantsoen opkuilen en inkuilen. 1 Vorm een groepje van twee of drie personen. 2 Verzamel de benodigdheden voor inkuilen en opkuilen: een spade; een plantenbak; jalons; een meetlint; een hark; ingekuild bosplantsoen. 3 Bij het opkuilen van bosplantsoen trek je de planten uit de grond. Kuil de ingekuilde planten op volgens het stappenplan. Stappenplan Woel de planten los met de greep. Pak het pakket bosplantsoen beet en trek het voorzichtig naar je toe. Trek vervolgens het pakket bosplantsoen recht omhoog uit de grond. Leg de pakketten netjes naast de greppel. 4 Vraag aan de docent waar het bosplantsoen ingekuild moet worden. 5 Ga naar de nieuwe kuilplaats. Graaf een greppel. Kijk goed naar het wortelstelsel van het bosplantsoen. Dit moet in de greppel passen. Figuur 2-26: Maak de greppel groot genoeg. 6 Zet de planten van het pakket bosplantsoen schuin hellend naar achteren in de greppel. De planten leunen tegen de grond uit de greppel!

23 Figuur 2-27: Plaats het bosplantsoen schuin in de greppel. 7 Dek de wortels af met de grond die vrijkomt bij het graven van de volgende greppel. Figuur 2-28: Dek de wortels af met grond. 8 Schud aan het pakket bosplantsoen, zodat de grond tussen de wortels komt. 9 Trap de grond van opzij aan. Dus niet van boven naar beneden! Figuur 2-29: Trap de grond voorzichtig van opzij aan. 10 Ruim de spullen op en bespreek het werk met de docent. Afsluiting Het bosplantsoen staat weer op zijn plaats. a Geef aan wat er gemakkelijk was aan deze opdracht. Noem minstens één ding. b Geef aan wat tegenviel aan deze opdracht. Noem minstens één ding.

24 c Bekijk de foutentabel nog eens. Hebben jullie in jullie werk een of meer van deze fouten gemaakt? Licht het antwoord toe. d Hoe ging de samenwerking? Noem iets dat je goed vond gaan en iets wat je minder goed vond gaan. Bosplantsoen planten Doel Na deze opdracht kun je bosplantsoen planten. Benodigheden Voor deze opdracht heb je nodig: een spade; een pen; een hark; een cultivator; een plantenbak; drie jalons; planten uit een pakket bosplantsoen. Oriëntatie Je hebt vast al eens planten gepoot. Je weet dus eigenlijk al hoe dat moet. Toch is het handig om je geheugen even op te frissen voordat je aan de slag gaat. Planten Op het beplantingsplan kun je zien welke bomen en struiken waar moeten komen. Je plant de bomen en struiken op een vaste afstand van elkaar. Meestal varieert de plantafstand tussen de 1 en 1,5 meter. Figuur 2-30: Het planten van bosplantsoen Voordat je gaat planten, zet je een plantverband uit. Bij bomen en struiken is dit vaak een driehoeksverband of een blok- of vierkantsverband. Bij het uitzetten van het plantverband gebruik je jalons. Deze jalons gebruik je om de afstand tussen de rijen te bepalen.

25 Figuur 2-31: Planten in verband a Welke plantverbanden zijn bruikbaar voor bosplantsoen? Noem er twee. 1 2 b Maak een tekening van de plantverbanden en schrijf de naam bij het plantverband. Voorzorg en nazorg Voordat je de boom of struik plant, snoei je beschadigde takken en wortels weg. Als het nodig is, geef je de boom of struik mest. Deze mest meng je goed door de aarde waarmee je het plantgat vult. Je moet goed in de gaten houden of de geplante boom wel genoeg water krijgt. Desnoods leg je een drainagebuis aan in het plantgat. c Welke voor- en nazorgmaatregelen neem je bij het planten van een boom of struik? Noem drie dingen die belangrijk zijn Uitvoering Je gaat planten uit een pakket bosplantsoen planten. Dat doe je in een plantverband van 1 meter in de rij.

26 1 Overleg met de docent waar je aan het werk moet. 2 Verzamel de benodigdheden. Gebruik een plantenbak voor het bosplantsoen. 3 Zet de jalons in een rechte lijn uit. 4 Pak de spade. Zet een merkstreepje op de steel bij 1 meter. Gebruik hiervoor een pen. 5 Zet nu om de meter een plantgat uit. Markeer de plekken. 6 Maak je eerste plantgat. Steek de spade, met de gebogen kant van je af, in de grond. Figuur 2-32: Steek zo de spade in. 7 Haal de spade uit de grond en steek de zijkanten iets los. 8 Steek de spade met de gebogen kant naar je toe iets schuin in de grond. Figuur 2-33: Steek de spade schuin in de grond. 9 Breek de kluit los en laat de grond op de spade liggen. Dit doe je door de spade voorzichtig naar achteren te halen en op te tillen. 10 Zet een plant van het bosplantsoen in het plantgat. Figuur 2-34: Plant het bosplantsoen. 11 Schud de kluit op de spade terug in het plantgat. Laat de kluit zo veel mogelijk verbrokkelen. 12 Trap de grond voorzichtig met de hak aan.

27 Figuur 2-35: Trap de grond aan. 13 Herhaal de stappen 6 tot en met 12 voor de volgende plantgaten. 14 Werk het perceeltje netjes af. Afsluiting Je hebt geoefend met het planten van bosplantsoen. Je gaat nu de percelen van je klasgenoten bekijken en beoordelen. a Bekijk het geplante bosplantsoen van een medeleerling. Beoordeel het met behulp van de tabel. Beoordelingspunt Het plantverband is netjes uitgevoerd. Het bosplantsoen is diep genoeg geplant. De plantgaten zijn groot genoeg. Het geplante bosplantsoen is netjes afgewerkt. Ja Gaat wel Nee b Noem drie dingen waar de klasgenoot een volgende keer op moet letten c d Bespreek de bevindingen met elkaar. Noteer de dingen die je klasgenoot voor jou heeft opgeschreven. Veilig werken met zaaggereedschappen Doel Na deze opdracht kun je veilig werken met zaaggereedschappen. Benodigheden Voor deze opdracht heb je nodig: tekenmaterialen; een computer met internet of gereedschapsboeken; een beugelzaag; een jirizaag; een snoeizaag; kladpapier en een pen.

28 Oriëntatie Elke zaag heeft zaagtanden. Maar die zaagtanden verschillen per zaag. Gereedschappen bij snoeien Bij het snoeien van dikkere takken uit bomen en struiken werk je met een snoeizaag. Voor het omzagen van bomen of struiken is een jirizaag het best geschikt. Ook kun je een beugelzaag gebruiken bij de snoei. De vorm van het zaagblad is aangepast aan het werk dat je ermee doet. Net als de vorm van de zaagtanden. Figuur 2-36: Een snoeizaag, twee beugelzagen en een jirizaag a b De docent heeft drie zagen klaargelegd. Bekijk de zagen. Maak van iedere zaag een duidelijke tekening van het zaagbladen en de zaagtanden. c d Noteer de naam van de verschillende zagen onder de tekeningen. Zoek de namen van de betandingen op. Schrijf deze ook op onder de tekeningen.

29 Figuur 2-37: Een voorbeeld van een driehoeksbetanding (a) en een jirizaagbetanding (b) e De docent laat zien hoe je met de zagen moet werken. Kijk goed hoe je dit moet doen. Uitvoering Je gaat werken met de verschillende zagen. Let hierbij goed op de verschillen tussen de zagen. Figuur 2-38: Ondersteun de tak die je afzaagt altijd met je vrije hand. 1 Verzamel de benodigdheden. 2 Vraag aan de docent waar jij mag werken. 3 Probeer elke zaag uit. Zaag een stammetje of een boom of struik uit bosplantsoen door. 4 Vul voor elke zaag de volgende enquête in. Soort zaag: Met deze zaag kun je snel werken. Deze zaag ligt goed in de hand. Deze zaag kun je goed gebruiken voor het grovere werk. Deze zaag kun je goed gebruiken voor het fijnere werk. Ja Gaat wel Nee Soort zaag: Met deze zaag kun je snel werken. Deze zaag ligt goed in de hand. Deze zaag kun je goed gebruiken voor het grovere werk. Deze zaag kun je goed gebruiken voor het fijnere werk. Ja Gaat wel Nee

30 Soort zaag: Met deze zaag kun je snel werken. Deze zaag ligt goed in de hand. Deze zaag kun je goed gebruiken voor het grovere werk. Deze zaag kun je goed gebruiken voor het fijnere werk. Ja Gaat wel Nee 5 Ruim de spullen op. Afsluiting Je hebt nu alle zagen geprobeerd en ermee gewerkt. a Wat moet je weten om deze zagen op de goede manier te gebruiken? Bedenk bij elke zaag ten minste twee tips. Beugelzaag Jirizaag Snoeizaag b Stel dat je bosplantsoen gaat snoeien. Welke zaag kies je dan? Vertel in eigen woorden waarom jij voor die zaag kiest. c Schrijf van de andere zagen op waarvoor je ze kunt gebruiken. Snoeien van bosplantsoen Doel Na deze opdracht kun je bosplantsoen snoeien. Benodigheden Voor deze opdracht heb je nodig: kleurpotloden en een pen: een snoeischaar; een takkenschaar; een snoeizaag; touw. Oriëntatie Voordat je gaat zagen of snoeien, moet je altijd goed nadenken hoe je het gaat aanpakken. Als je in het wilde weg zaagt, hakt of snoeit, doe je meer kwaad dan goed.

31 Dunnen en snoeien Bij het dunnen haal je bomen of struiken weg. De andere planten krijgen dan meer plaats om te groeien. Snoeien is belangrijk bij het onderhoud van bomen en struiken. Door te snoeien, houd je de plant gezond en zorg je ervoor dat hij in een mooie vorm groeit. Je moet op tijd beginnen met snoeien, omdat je anders te veel takken weg moet halen. Door de grote wonden kunnen gemakkelijk ziekten binnendringen. Je mag nooit meer dan 20% van de takken wegsnoeien. Bij het snoeien zaag of kap je een tak altijd zo recht mogelijk af. Als je een tak namelijk schuin afzaagt, wordt de wond groter. Figuur 2-39: De driesnedenmethode Om te voorkomen dat door het gewicht van de tak de bast mee scheurt, gebruik je de driesnedenmethode. Hierbij volg je de volgende stappen: 1 Zaag de tak halverwege aan de onderkant een stukje in. 2 Zaag de tak op ruime afstand van de stam af. 3 Maak de definitieve zaagsnede dichtbij de stam. a Waarom moet je op tijd beginnen met snoeien? b Je wilt de wond bij het snoeien zo klein mogelijk houden. Hoe zaag je de tak dan af? c Wat kun je voorkomen door de driesnedenmethode te gebruiken?

32 Figuur 2-40: Dit bosplantsoen moet nodig gesnoeid worden. d e f Ga met de docent naar het perceel bosplantsoen. Bekijk de beplanting. Bepaal welke bomen en struiken volgens jou gedund en/of gesnoeid moeten worden. Bespreek je antwoorden met de docent. Die heeft een tekening van het eindbeeld van het bosplantsoen. Uitvoering Je gaat het stukje bosplantsoen dunnen en snoeien. Zagen en snoeien blijft een lastige klus. Let dus goed op wat je doet. Let op je omgeving als je aan het werk bent en wees zorgvuldig met het gereedschap. 1 Geef met touw aan welke bomen en struiken je weg wilt weghalen. Gebruik daarbij de tekening van het eindbeeld. 2 Laat de docent je werk controleren. Pas je werk eventueel aan. 3 Haal de goede bomen en struiken weg uit het bosplantsoen. 4 Behandel als het nodig is de stobben om uitlopen te voorkomen. 5 Haal uit de overblijvende heesters de beschadigde takken weg. 6 Geef van de overblijvende takken aan welke jij nog wilt weghalen. Let op: je mag nooit meer dan 20% van de takken binnen een heester weghalen. Hang een touwtje aan de takken. 7 Laat de docent zien hoe je de heesters wilt gaan snoeien. Pas eventueel je werk aan. 8 Snoei of zaag bij de blijvende heesters de takken weg die je hebt aangegeven. 9 Haal het snoeihout uit de beplanting en leg het op een hoop. 10 Verzamel het gereedschap, maak het schoon en berg het op. Afsluiting Om bosplantsoen het gewenste eindbeeld te laten krijgen, moet je regelmatig uitsnoeien. Het uitsnoeien begint in het derde jaar en stopt als het eindbeeld bereikt is.

33 Figuur 2-41: Gesnoeid bosplantsoen a In de tabel staan eisen waaraan je werk moet voldoen. Bekijk je werk en geef aan of het voldoet aan de eisen. Eisen voor het snoeien van bosplantsoen Ja /Nee Staan de blijvers in het bosplantsoen vrij? Zijn er horizontale snoeivlakken gesnoeid? Zijn de takken maximaal 10 cm boven de grond afgezaagd? Ziet het bosplantsoen er regelmatig gesnoeid uit? Is al het snoeihout uit het perceel gehaald? Zijn de afgebroken en/of beschadigde takken in de beplanting weggesnoeid? Is al het gereedschap schoongemaakt en opgeruimd? b Heb je bij een van de eisen Nee geantwoord? Schrijf dan op dan hoe het wel is. Noteer ook waarom het zo is. c Ben jij tevreden over het eindresultaat? Licht je antwoord toe. d Bekijk figuur. Waarom is het gevaarlijk om op deze manier te snoeien?

34 Figuur 2-42: Gevaarlijke spiezen e Laat de docent jouw werk controleren. Noteer de op- en aanmerkingen. Snoeien van een boom Doel Na deze opdracht kun je een boom snoeien. Benodigheden Voor deze opdracht heb je nodig: een computer met internet; kleurpotloden; een snoeischaar; een takkenschaar; een beugelzaag; een stokzaag; een stokschaar. Oriëntatie Een boom is een stam met een kroon. Om een goed eindbeeld te krijgen van een boom, moet je hem regelmatig snoeien. Begeleidingssnoei Een boom die je niet snoeit, krijgt veel lage zijtakken. Die takken kunnen hinderlijk zijn voor het verkeer. Je snoeit de onderste takken daarom weg. Zo krijgt de boom een lange, takvrije stam.

35 Figuur 2-43: Een takvrije stam De hoogte tot waar je de takken weghaalt, heet de opkroonhoogte. De opkroonhoogte verschilt per plaats. Een boom die langs een autoweg staat, moet je hoger opkronen dan een boom die langs een voetpad in het park staat. Je kunt drie jaar na aanplant al voorzichtig wat takken wegsnoeien. Daarna kom je elke drie jaar terug om te snoeien. a Wat is een voorbeeld van begeleidingssnoei? Een zieke tak weghalen. Uitgebloeide takken weghalen. De onderste takken weghalen. b Geef in de tabel aan wat de minimale doorrijhoogte van bomen moet zijn. De informatie kun je zoeken op internet of in boeken. Categorie Minimale doorrijhoogte Voet- en fietspaden Wegen/straten voor alle verkeer Autosnelwegen

36 c Je gaat straks een boom snoeien. Vraag aan de docent welke boom je gaat snoeien. Noteer de boomsoort. d Bekijk de regels voor begeleidingssnoei. 1 Begin tijdig met snoeien. 2 Snoei weinig. 3 Kom regelmatig terug. 4 Voorkom problemen in de toekomst. 5 Snoei in de juiste periode. 6 Stop tijdig met snoeien. Met welke regels moet jij direct rekening houden? Ik moet rekening houden met: Zagen met de stokzaag Als je een stokzaag gebruikt, moet je dicht bij de stam van de boom gaan staan. e Bekijk de figuren, en. Zet een kruis door de foute tekeningen. Geef aan waarom die tekeningen fout zijn.

37 Figuur 2-46: Probleemtakken snoeien Een andere reden om te snoeien, zijn probleemtakken. Dit zijn takken die er niet mooi uitzien of slecht zijn voor de boom.

38 Figuur 2-48: Een boom met zuiger Dit zijn de belangrijkste probleemtakken. Dikke takken. Met het snoeien van deze takken moet je niet te lang wachten. Het weghalen van een dikke tak veroorzaakt een grote wond. Dubbele top. Een boom heeft soms twee toppen. Eén van de toppen is altijd mooier of langer dan de andere. Je haalt dan de slechtste top weg. Figuur 2-49: Een boom met een takkrans Zuiger. Een zuiger is een zijtak die sterk omhoog groeit. Je moet de zuiger weghalen voordat hij een dubbele top vormt. Takkrans. Een takkrans wordt gevormd door takken die als een krans om de stam groeien. Een takkrans mag je niet in één keer weghalen, want dan krijg je te veel wonden op dezelfde hoogte. Je haalt een takkrans in drie keer weg. f Bekijk figuur. In deze figuur staan probleemtakken in een boom aangegeven. Kleur de probleemtakken rood.

39 Figuur 2-50: Probleemtakken Uitvoering Je gaat een boom opkronen en je haalt de probleemtakken weg. Je snoeit volgens de driesnedenmethode. Weet je niet meer hoe dit gaat, zoek het dan op. Figuur 2-51: Snoeien volgens de driesnedenmethode 1 Bekijk de boom die je straks gaat snoeien. Beantwoord de vragen in de tabel. 1 Wat is de opkroonhoogte? 2 Zitten er zuigers in de kroon? 3 Zitten er dubbele toppen in de kroon? 4 Is er een takkrans in de kroon aanwezig? 2 Maak een schets van de boom. Teken eventueel ook de zuigers, dubbele toppen en de takkrans in.

40 3 Je mag nooit meer dan 20% van de kroon wegsnoeien. Kleur op je tekening wat je weg mag snoeien uit jouw boom. 4 Bespreek je tekening met je docent. Maak afspraken over het snoeien. Schrijf ze hier op. Ik ga de volgende probleemtakken snoeien: Ik heb daarbij deze materialen nodig: Ik let goed op de volgende dingen: 5 Zet de opkroonhoogte bij de boom uit. 6 Laat je docent controleren of dit de juiste hoogte is. 7 Zaag of snoei de takken aan de stam weg, totdat de opkroonhoogte bereikt is. Zaag volgens de driesnedenmethode. 8 Verwijder zuigers en dubbele toppen. 9 Als er een takkrans aanwezig is, snoei deze dan uit. 10 Ruim de takken op. Afsluiting Je hebt nu een boom gesnoeid. Dit is een moelijke klus. Om ervoor te zorgen dat je niets vergeten bent, ga je je werk controleren. Doe dit nauwkeurig en serieus. a Bekijk de boom. Beoordeel met de tabel of het werk goed is uitgevoerd. Zet een krul als het goed is. Beoordelingseisen Voldaan 1 Alle zuigers en dubbele toppen zijn verdwenen. 2 Alle grote en concurrerende takken zijn uit de takkrans gehaald. 3 Er is niet meer dan 20% weggesnoeid. 4 Er zitten geen stompen aan de stam. 5 De snoeiwonden zijn glad en zo klein mogelijk. 6 Al het snoeihout is netjes opgeruimd. Figuur 2-52: Deze boomtak is op stomp gezaagd. b Bespreek de tabel en het werk met de docent.

41 c Als alles goed is, ruim je het gereedschap op. Het herbarium Doel Na deze opdracht kun je een herbarium maken. Benodigheden Voor deze opdracht heb je nodig: het Opzoekboek groen; een snoeischaar; boeken of een plantenpers; vellen A4-papier; een multomap. Oriëntatie In deze opdracht maak je een herbarium. Een herbarium is een verzameling gedroogde planten. Jij gaat het herbarium gebruiken om de namen van bomen en heesters te leren. Bomen en struiken herkennen Als je met bomen en struiken werkt, moet je de verschillende soorten uit elkaar kunnen houden. Elke boom of struik heeft namelijk zijn eigen onderhoud nodig. Bij het herkennen van bomen en struiken, kijk je naar de dingen die in figuur staan. Figuur 2-53: Waar kijk je naar als je een boom of struik wilt herkennen? Met behulp van deze plantkenmerken kun je in boeken opzoeken met welke boom of struik je te maken hebt. Je kunt hiervoor het Opzoekboek groen of een flora gebruiken. a Voor welke rubrieken zou jij een herbarium willen maken? Bekijk het Opzoekboek groen om deze vraag te beantwoorden. b Bekijk de foto in figuur. Geef aan waar jij deze kornoelje aan herkent.

42 Figuur 2-54: Gele kornoelje (Cornus mas) c Zoek de kornoelje op in het Opzoekboek groen. Wat staat er in het boek over de bladeren? d Ook in de winter is het mogelijk om heesters te herkennen. Noem drie punten waaraan je een heester in de winter kunt herkennen. e Bespreek met de docent welke informatie je moet opzoeken bij de planten. Schrijf dit op. Wat in ieder geval aan de orde moet komen, zijn de meest voorkomende ziekten en plagen bij de plant. Uitvoering Je gaat een herbarium maken. Dit herbarium kun je later gebruiken als hulpmiddel bij het leren herkennen van planten.

43 Figuur 2-56: Eik, hulst, taxus, hazelaar. 1 Verzamel gave bladeren of takken met knop van verschillende boom- en struiksoorten. Doe het zo. Verzamel bladeren of takken van de rubrieken die je in de Oriëntatie genoemd hebt. Zoek minimaal dertig bladeren en/of takken met knop. 2 Droog de bladeren in een boek of plantenpers. 3 Plak de bladeren elk op een apart A4'tje. 4 Schrijf de Nederlandse naam bij de plant. 5 Schrijf de andere informatie bij de plant. 6 Stop het blaadje met de plant in een doorzichtig hoesje. 7 Bewaar de planten in een map. Afsluiting Je hebt nu een herbarium gemaakt. Dit herbarium kun je goed gebruiken om planten te leren. a b Vorm samen met een medeleerling een groepje. Spreek af dat jullie de planten uit elkaars mappen gaan leren. Maak voor jezelf een studieplanning. Hierin geef je aan op welke dagen je iets aan het leren van de planten gaat doen. Doe dit voor één maand. Week Acties c d e Voer je studieplanning uit en leer de planten. Overhoor elkaar. Doe het zo. Leg de hoesjes met planten klaar. Bedek de naam van de planten. Bekijk de planten die klaar zijn gelegd. Schrijf van elke plant de juiste naam op. Nummer de namen. Kijk de namen na. Noteer van elkaar welke fouten er gemaakt worden. Bespreek de fouten met elkaar. Vond je het moeilijk of gemakkelijk om de planten te leren herkennen? f Welke planten ken je nog niet goed? g Bekijk deze planten nog een keer goed.

44 Een speciale behandeling Doel Na deze opdracht kun je soortspecifiek onderhoud verrichten aan een heester. Benodigheden Voor deze opdracht heb je nodig: het Opzoekboek groen; een computer met internet; gereedschap voor het onderhoud aan heesters. Oriëntatie Je kunt niet alle heesters in de tuin op dezelfde tijd snoeien. En je kunt ze ook niet allemaal dezelfde mest geven. Bij het onderhouden van heesters let je op de eigenschappen van de soort heester. a b c Zoek een klasgenoot om mee samen te werken. Bekijk de heester die jullie docent aanwijst. Welke heester is dit volgens jullie? Zoek het op in het Opzoekboek groen. Volgens ons is dit deze heester: Dat zien we aan deze kenmerken: d Bespreek de naam van de heester met de docent. Is het de goede? Zo niet, noteer dan de juiste naam. Figuur 2-57: Een heester Uitvoering Jullie gaan jullie heester op de goede manier onderhouden. 1 Zoek in het Opzoekboek of op internet op hoe je deze heester moet onderhouden. Vul de tabel in.

45 Soort onderhoud Snoeien Bemesten Overig onderhoud Wanneer? Hoe doe je het? 2 Welk onderhoud moet er volgens jullie nu aan de heester gebeuren? 3 Bespreek de tabel en vraag 2 met jullie docent. Controleer welk onderhoud jullie moeten gaan doen en op welke manier jullie het gaan doen. 4 Verzamel de gereedschappen die jullie bij het onderhoud nodig hebben. 5 Voer het onderhoud uit. 6 Bekijk het resultaat samen met de docent. Bespreek het samen. 7 Noteer het oordeel van jullie docent. Wij hebben het soortspecifieke onderhoud goed/redelijk/slecht uitgevoerd, omdat: Afsluiting Jullie hebben bij één soort heester onderhoud uitgevoerd. Maar hoe zit dat nu bij andere soorten heesters? a b Ga met twee andere groepjes bij elkaar zitten. Dit moeten groepjes zijn die een ander soort heester hadden dan jullie. Vertel elkaar welk onderhoud jullie hebben uitgevoerd. Vul voor elk groepje de tabel in. Soort heestehoud Soort onder- Wanneer voer je Hoe voer je het uit? het uit? Soort heester Soort onderhoud Wanneer voer je het uit? Hoe voer je het uit? c Denk terug aan het onderhoud van jullie heester. Waarom moest je de heester op deze manier onderhouden? Geef ten minste één reden. d Waarom moest je de heester op deze tijd onderhouden?

2 Houtachtige gewassen

2 Houtachtige gewassen 2 Houtachtige gewassen en beplantingen 2 Houtachtige gewassen en beplantingen 42 2.1 Houtachtige gewassen 44 2.2 Houtachtige beplantingen 48 2.3 Planten en verplanten 52 2.4 Onderhoud van bomen en planten

Nadere informatie

Inhoud. Inleiding 5. 1 Kruidachtige gewassen en beplantingen 8. 2 Houtachtige beplantingen en gewassen Grond, water en technische werken 132

Inhoud. Inleiding 5. 1 Kruidachtige gewassen en beplantingen 8. 2 Houtachtige beplantingen en gewassen Grond, water en technische werken 132 Inhoud Inleiding 5 1 Kruidachtige gewassen en beplantingen 8 2 Houtachtige beplantingen en gewassen 66 3 Grond, water en technische werken 132 Trefwoordenlijst 195 1 Kruidachtige gewassen en beplantingen

Nadere informatie

Groene ruimte Docentenboek

Groene ruimte Docentenboek Groene ruimte Groene ruimte Docentenboek Deel 2 (BB) Andrea Oostdijk - Studio Maan eerste druk, 2006 Artikelcode: 21141.1 Colofon Auteur(s): Illustraties: Illustrator: Onderwijskundige: Redactie: Resonans:

Nadere informatie

Aanleggen van beplanting 2

Aanleggen van beplanting 2 Aanleggen van beplanting 2 3 Landschappelijke beplanting aanleggen 25 Struiken, heesters en coniferen planten 53 6oriëntatie a... Oriëntatie Zonder groen om ons heen zou het een kale bende zijn. Om dat

Nadere informatie

3 Planten en verplanten

3 Planten en verplanten 3 Planten en verplanten 3 Planten en verplanten 34 3.1 Plantensoorten 35 3.2 Plantafstand 38 3.3 Planten in verband 41 3.4 Bomen planten 43 3.5 Afsluiting 48 34 PLANTEN EN VERPLANTEN Bijna het hele jaar

Nadere informatie

Inhoud. 1 Planten in allerlei soorten en maten 6. 2 Zorg voor planten Plagen en ziekten Voortplanting: een nieuw begin 90

Inhoud. 1 Planten in allerlei soorten en maten 6. 2 Zorg voor planten Plagen en ziekten Voortplanting: een nieuw begin 90 Inhoud 1 Planten in allerlei soorten en maten 6 2 Zorg voor planten 32 3 Plagen en ziekten 60 4 Voortplanting: een nieuw begin 90 5 Vermeerderen zonder seks 114 INHOUD 5 1 Planten in allerlei soorten en

Nadere informatie

SNOEIEN (LAAN) BOMEN

SNOEIEN (LAAN) BOMEN SNOEIEN (LAAN) BOMEN Snoeien van bomen Ideale boomvorm Een solitaire boom in de vrije ruimte behoeft géén snoei Begrippen binnen begeleiding snoei Scheut een nog niet verhouten stengel die max. 1 groeiseizoen

Nadere informatie

Oriëntatie Als de planten binnenkomen, moet er nog veel gebeuren voordat ze winkelklaar zijn.

Oriëntatie Als de planten binnenkomen, moet er nog veel gebeuren voordat ze winkelklaar zijn. Opdrachten Planten uitpakken Doel Na deze opdracht kun je kamerplanten uitpakken en winkelklaar maken. Benodigheden Bij deze opdracht heb je nodig: verschillende kamerplanten; een set sierpotten; naambordjes;

Nadere informatie

Vakwerk! Groene ruimte

Vakwerk! Groene ruimte Vakwerk! Groene ruimte Groene ruimte Docentenboek Deel 2 Marcel Blommert, Studio Maan - Andrea Oostdijk eerste druk, 2006 Artikelcode: 21140.1 Colofon Auteur(s): Illustraties: Illustrator: Onderwijskundige:

Nadere informatie

Scouts instructie: hakken Hoe je veilig je houtvoorraad aan kan leggen

Scouts instructie: hakken Hoe je veilig je houtvoorraad aan kan leggen Scouts instructie: hakken Hoe je veilig je houtvoorraad aan kan leggen Als je een kampvuur of een kookvuur gaat maken, zal het je zelden gebeuren dat al je hout precies de goede afmetingen heeft. Je hebt

Nadere informatie

OPDRACHT 4 BOOMBEHEER. TERMEN UIT DE THEORIE BOOMVERZORGING Groeiplaatseisen. Bodemvaag. Penetrograaf. Sint-Janslot. Primaire groei secundaire groei

OPDRACHT 4 BOOMBEHEER. TERMEN UIT DE THEORIE BOOMVERZORGING Groeiplaatseisen. Bodemvaag. Penetrograaf. Sint-Janslot. Primaire groei secundaire groei OPDRACHT 4 BOOMBEHEER TERMEN UIT DE THEORIE BOOMVERZORGING Groeiplaatseisen Bodemvaag Penetrograaf Sint-Janslot Primaire groei secundaire groei Schors bast cambium spinthout kernhout Groeiring Afgrendelingszones

Nadere informatie

Begeleidingssnoei van laanbomen

Begeleidingssnoei van laanbomen Begeleidingssnoei van laanbomen IPC Groene Ruimte, Arnhem 2009 Inhoud Inleiding 5 1 Achtergronden van het snoeien 7 1.1 Vrijstaande boomvorm 7 1.2 Groei van een boom 7 1.3 Groeisnelheid en conditie 9 1.4

Nadere informatie

1 Beplantingen Onderhoud van beplantingen Snoeigereedschappen Samenvatting 22

1 Beplantingen Onderhoud van beplantingen Snoeigereedschappen Samenvatting 22 Inhoud Colofon 5 Voorwoord 7 Inleiding 8 1 Beplantingen 11 1.1 Onderhoud van beplantingen 11 1.2 Snoeigereedschappen 17 1.3 Samenvatting 22 2 Bomen 23 2.1 Onderhoud van bomen 23 2.2 Samenvatting 29 3 Specifiek

Nadere informatie

5 Borderonderhoud 70 BORDERONDERHOUD

5 Borderonderhoud 70 BORDERONDERHOUD 5 Borderonderhoud 5 Borderonderhoud 70 5.1 Algemeen onderhoud 71 5.2 Groeien en snoeien 74 5.3 Afzetten en dunnen 75 5.4 Overig onderhoud 76 5.5 Afsluiting 78 70 BORDERONDERHOUD Alle vormen van tuinonderhoud

Nadere informatie

Hoe werk je met het projectenboek?

Hoe werk je met het projectenboek? Hoe werk je met het projectenboek? In dit boek ga je allerlei opdrachten maken met gewassen in de hoofdrol. Je gaat toepassen wat je in de afgelopen jaren hebt geleerd. Ook leer je er nog een hoop nieuwe

Nadere informatie

Hoe werk je met het projectenboek?

Hoe werk je met het projectenboek? Hoe werk je met het projectenboek? In dit boek ga je allerlei opdrachten maken met bloemen in de hoofdrol. Je gaat toepassen wat je in de afgelopen jaren hebt geleerd. Ook leer je er nog een hoop nieuwe

Nadere informatie

Examenopgaven VMBO-BB 2004

Examenopgaven VMBO-BB 2004 Examenopgaven VMBO-BB 2004 tijdvak 1 maandag 24 mei 11:30 13:00 uur LANDBOUW EN NATUURLIJKE OMGEVING GROENE RUIMTE CSE BB Naam kandidaat Kandidaatnummer Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje. Gebruik

Nadere informatie

Inhoud. Inleiding 5. 1 Het dagelijkse werk in de bloemenwinkel 8. 2 Kamerplanten Bloemwerk van de vakman Speciaal bloemwerk 150

Inhoud. Inleiding 5. 1 Het dagelijkse werk in de bloemenwinkel 8. 2 Kamerplanten Bloemwerk van de vakman Speciaal bloemwerk 150 Inhoud Inleiding 5 1 Het dagelijkse werk in de bloemenwinkel 8 2 Kamerplanten 60 3 Bloemwerk van de vakman 104 4 Speciaal bloemwerk 150 Trefwoordenlijst 189 INHOUD 7 1 Het dagelijkse werk in de bloemenwinkel

Nadere informatie

Hoe werk je met het projectenboek?

Hoe werk je met het projectenboek? Hoe werk je met het projectenboek? In dit boek ga je allerlei opdrachten maken met groen in de hoofdrol. Je gaat toepassen wat je in de afgelopen jaren hebt geleerd. Ook leer je er nog een hoop nieuwe

Nadere informatie

Vakwerk! Antwoorden Groene ruimte. Deel 2 (BB) Andrea Oostdijk - Studio Maan

Vakwerk! Antwoorden Groene ruimte. Deel 2 (BB) Andrea Oostdijk - Studio Maan Vakwerk! Antwoorden Groene ruimte Deel 2 (BB) Andrea Oostdijk - Studio Maan eerste druk, 2006 Artikelcode: 21141.1 Colofon Auteur(s): Illustraties: Illustrator: Onderwijskundige: Redactie: Resonans: Andrea

Nadere informatie

Doe- pad Watertorenweg. Achtergrond informatie voor de begeleider. Groep 5-6

Doe- pad Watertorenweg. Achtergrond informatie voor de begeleider. Groep 5-6 Doe- pad Watertorenweg Achtergrond informatie voor de begeleider. Groep 5-6 Colofon Deze lesbrief in opgesteld door De Hortus, Centrum voor Natuur en Mileu, in opdracht van de Gemeente Harderwijk. Wij

Nadere informatie

Zaag en Bijl. Zaag en Bijl Zaag en Bijl Onderwerp Referentie Datum. Van Maasdijk Heerenveen

Zaag en Bijl. Zaag en Bijl Zaag en Bijl Onderwerp Referentie Datum. Van Maasdijk Heerenveen Zaag en Bijl Onderwerp Referentie Datum Zaag en Bijl 20-06-1998 Zaag en Bijl 20-06-1998 1998 06 20 Van Maasdijk Heerenveen Vervolg Zaag en Bijl 20-06-1998 Datum: 1998 06 20 Blad 2 DE BIJL Om te weten hoe

Nadere informatie

Definitie bosplantsoen Bosplantsoen is een houtachtige beplanting met inheemse gewassen

Definitie bosplantsoen Bosplantsoen is een houtachtige beplanting met inheemse gewassen OPDRACHT 5 BEHEER VAN BOSPLANTSOEN Definitie bosplantsoen Bosplantsoen is een houtachtige beplanting met inheemse gewassen Definitie inheemse plant Een inheemse plant is een plant die al zeer lange tijd

Nadere informatie

Schoonwerken Hout gereedschap is scherp. Eigenlijk zijn het allemaal messen die houtvezels doorsnijden. Ook een boormachine draait heel snel rond.

Schoonwerken Hout gereedschap is scherp. Eigenlijk zijn het allemaal messen die houtvezels doorsnijden. Ook een boormachine draait heel snel rond. Naam Klas Opdracht Hout bewerken. Dobbelsteen. Het doel is het maken van een grote dobbelsteen van hout Je leert werkhouding -Alles over hout. -presies aftekenen en omzetten met een blokhaak. -Zagen met

Nadere informatie

Lesbrief: Beroepenmagazine Thema: Mens & Dienstverlenen aan het werk

Lesbrief: Beroepenmagazine Thema: Mens & Dienstverlenen aan het werk Lesbrief: Beroepenmagazine Thema: Mens & Dienstverlenen aan het werk Copyright Stichting Vakcollege Groep 2015. Alle rechten voorbehouden. Inleiding In de lesbrieven van het thema Aan het werk hebben jullie

Nadere informatie

Inhoud. 1 Het dagelijkse werk in de bloemenwinkel 6. 2 Kamerplanten Bloemwerk van de vakman Speciaal bloemwerk 108

Inhoud. 1 Het dagelijkse werk in de bloemenwinkel 6. 2 Kamerplanten Bloemwerk van de vakman Speciaal bloemwerk 108 Inhoud 1 Het dagelijkse werk in de bloemenwinkel 6 2 Kamerplanten 38 3 Bloemwerk van de vakman 72 4 Speciaal bloemwerk 108 1 Het dagelijkse werk in de bloemenwinkel 1.1 Opdracht 1.1 Bloemen winkelklaar

Nadere informatie

Lesbrief: Woonwijk van de toekomst Thema: Mens & Dienstverlenen in de toekomst

Lesbrief: Woonwijk van de toekomst Thema: Mens & Dienstverlenen in de toekomst Lesbrief: Woonwijk van de toekomst Thema: Mens & Dienstverlenen in de toekomst Copyright Stichting Vakcollege Groep 2015. Alle rechten voorbehouden. Inleiding In de toekomst zal onze samenleving er anders

Nadere informatie

Vaste planten. Inhoudsopgave:

Vaste planten. Inhoudsopgave: Vaste planten Vaste planten zijn kruidachtige meerderjarige planten. Ze overwinteren ondergronds en lopen in het voorjaar opnieuw uit. Enkele zijn wintergroen zoals vinca en waldsteinia. Vaste planten

Nadere informatie

Bomen... en hoe we ze kunnen beheren.

Bomen... en hoe we ze kunnen beheren. Bomen... en hoe we ze kunnen beheren. 114104_BOMEN.indd 1 26-04-2007 09:48:15 Inhoudsopgave: Jammer, maar die boom moet echt weg 4 Te groot? 6 Kleiner maken dan maar? 6 Groeiplaats 8 Inrichting 8 Plant

Nadere informatie

Hagen Inleiding Historie

Hagen Inleiding  Historie Inleiding Een heg of een haag is een lijnvormige aanplanting van struiken en bomen. worden veel gebruikt om de grens van een tuin, weiland of akker aan te geven. zijn belangrijke elementen in een tuin.

Nadere informatie

AVONTURENPAKKET DE UITVINDERS

AVONTURENPAKKET DE UITVINDERS LESBRIEVEN LEERLINGENBESTAND LESBRIEF 1: WATER VERZAMELEN Verhaal: De Uitvinders en De Verdronken Rivier Opdracht 1: Opdracht 2: Opdracht 3: Opdracht 4: Brainstorm over water Bouw een water-takel-kraan

Nadere informatie

De plant is een Miki no mai van 52cm hoog en is vijf jaar oud. De stam heeft goede bewegingen naar rechts en links en veel scheuten.

De plant is een Miki no mai van 52cm hoog en is vijf jaar oud. De stam heeft goede bewegingen naar rechts en links en veel scheuten. Vertaling Uitgave Juni 2014 Bonsaiblad Satsuki Kenkyu Geschreven door Isamu Enomoto (officieel lector van de Japanse Satsuki vereniging). Handleiding om Satsuki azalea s te kweken en te vormen in alle

Nadere informatie

Basiscursus planten: Bladvormen. Klas:. Plantenpersnr: Namen van leerlingen: 1:..

Basiscursus planten: Bladvormen. Klas:. Plantenpersnr: Namen van leerlingen: 1:.. 2012 Basiscursus planten: Bladvormen Klas:. Plantenpersnr: Namen van leerlingen: 1:.. 2:. Basiscursus planten: Bomen verliezen hun bladeren en sparen zo hun energie om straks na de winter weer helemaal

Nadere informatie

1 Voorbereidingen. 1.1 Een tuin uitzetten. Oriëntatie. Leerdoelen

1 Voorbereidingen. 1.1 Een tuin uitzetten. Oriëntatie. Leerdoelen 1 Voorbereidingen Oriëntatie Alvorens de tuin aan te kunnen leggen, zullen de grenzen van de tuin bekend moeten zijn. Het is de bedoeling dat de haag, die als afscheiding wordt aangeplant tussen jouw tuin

Nadere informatie

Soorten voereters herkennen

Soorten voereters herkennen Soorten voereters herkennen 1 Soorten voereters herkennen Wat ga ik doen? Niet alle dieren eten hetzelfde. Het voer dat ze eten, heeft te maken met wat voor soort voereter het is: een planteneter, een

Nadere informatie

Doe niets met planten in de tuin als het vriest!

Doe niets met planten in de tuin als het vriest! Wintertips December Doe niets met planten in de tuin als het vriest! Dahlia s, gladiolen en dergelijke planten die opgeslagen liggen, liggen vaak té vochtig en krijgen last van schimmels. December is de

Nadere informatie

Praktische sectororiëntatie. Techniek

Praktische sectororiëntatie. Techniek Praktische sectororiëntatie Techniek Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur: Gerda Verhey Inhoudelijke redactie: Tessel Mulder Titel: Praktische sectororiëntatie

Nadere informatie

Onderhouden van beplanting 1

Onderhouden van beplanting 1 Onderhouden van beplanting 1 3 Struiken, heesters, coniferen en sierbomen onderhouden 47 Water- en moerasbeplanting onderhouden 139 6oriëntatie a... Oriënteren op border- en perkbeplanting onderhouden

Nadere informatie

Opdracht 1 Nodig: kleurpotloden of stiften, poster Maak je huis mooi.

Opdracht 1 Nodig: kleurpotloden of stiften, poster Maak je huis mooi. Opdracht 1 Nodig: kleurpotloden of stiften, poster Maak je huis mooi. Hoe ziet de woonkamer in jouw huis eruit? Hebben jullie behang met bloemen, zijn de muren in een mooie kleur geverfd of hebben jullie

Nadere informatie

Voorbewerken en spuiten van carrosseriedeel

Voorbewerken en spuiten van carrosseriedeel Afdeling Uitstroom Specialisatie Opdracht Mobiliteit Carrosserie Schadeherstel vmbo vs01 Voorbewerken en spuiten van carrosseriedeel 1. Stel je eens voor Marieke komt uit school zet de fiets naast de auto

Nadere informatie

4 Vind me dan. Achtergrondinfo Planten en dieren hebben allerlei manieren om niet op te vallen. Deze kunnen onderverdeeld worden in:

4 Vind me dan. Achtergrondinfo Planten en dieren hebben allerlei manieren om niet op te vallen. Deze kunnen onderverdeeld worden in: 4 Vind me dan Er is altijd wel een verjaardag of een ander feestje om te vieren. En bij een feestje horen cadeautjes. Maar voor het zover is, wil je het cadeautje natuurlijk zo goed mogelijk verstoppen.

Nadere informatie

Oude bomen. Opdracht 1 - Bijzondere bomen. Opdracht 2 De leeftijd van een boom meten. Benodigdheden

Oude bomen. Opdracht 1 - Bijzondere bomen. Opdracht 2 De leeftijd van een boom meten. Benodigdheden Oude bomen meetlint In Amsterdam staan veel bomen. Sommige van die bomen zijn al heel oud en hebben veel meegemaakt. Bomen kunnen veel betekenen voor mensen. Denk bijvoorbeeld aan de kastanjeboom in de

Nadere informatie

Waarom ga je schrijven? Om mensen ervan te overtuigen dat een plek in je buurt opgeknapt moet worden.

Waarom ga je schrijven? Om mensen ervan te overtuigen dat een plek in je buurt opgeknapt moet worden. week 11 10 maart 2014 - Schrijfopdrachten niveau A, les 1 Les 1: Welke plek in de buurt moet opgeknapt worden? Waarom ga je schrijven? Om mensen ervan te overtuigen dat een plek in je buurt opgeknapt moet

Nadere informatie

lesbrieven water verzamelen avonturenpakket de uitvinders en de verdronken rivier leerlingen werkblad Lesbrief 1:

lesbrieven water verzamelen avonturenpakket de uitvinders en de verdronken rivier leerlingen werkblad Lesbrief 1: lesbrieven leerlingen werkblad Lesbrief 1: water verzamelen Verhaal: De Uitvinders en De Verdronken Rivier Opdracht 1: Opdracht 2: Opdracht 3: Opdracht 4: Brainstorm over water Bouw een water-takel-kraan

Nadere informatie

Zelf papier maken!? Hoe doe je dat?

Zelf papier maken!? Hoe doe je dat? Zelf papier maken!? Hoe doe je dat? Hoe belangrijk is papier? Wat voor heb je papier nodig? Met papier kan je bijvoorbeeld: schrijven, tekenen of boeken maken. Van oud papier zoals kranten, kun je zelf

Nadere informatie

bosplantsoen Dunnen van

bosplantsoen Dunnen van De gemeente Ede streeft naar een natuurlijk beheer van het openbaar groen. Deze manier van beheren is vooral geschikt voor de grotere groenobjecten, bijvoorbeeld bosplantsoen. Bij het juiste beheer kan

Nadere informatie

HANDLEIDING TALENTENQUIZ

HANDLEIDING TALENTENQUIZ HANDLEIDING TALENTENQUIZ STAPPENPLAN TALENTENQUIZ 1. Download alle nodige bestanden van de talentenquiz kleur bekennen met kinderen op de studentenpagina bij de pagina voor de coördinator bedenk & doe

Nadere informatie

Ontwerp je eigen superzwever

Ontwerp je eigen superzwever Activiteit voor in de klas Docentblad Doelgroep: basisonderwijs groep 5 t/m 8 Duur: ongeveer 1 uur Doelen: Leerlingen leren dat vormen in de natuur een functie hebben, maar dat er verschillende oplossingen

Nadere informatie

Lesbrief: Safe! Thema: Mens & Dienstverlenen aan het werk

Lesbrief: Safe! Thema: Mens & Dienstverlenen aan het werk Lesbrief: Safe! Thema: Mens & Dienstverlenen aan het werk Copyright Stichting Vakcollege Groep 2015. Alle rechten voorbehouden. Inleiding Ongelukken, kleine hoekjes, ogenblikken... Een ongeluk zit in een

Nadere informatie

bedoeld wordt met hoeveelheidbegrippen als: alle, geen, niets, veel, weinig, meer, minder, evenveel. Ordent hoeveelheden om ze te Groep 1 Groep 2

bedoeld wordt met hoeveelheidbegrippen als: alle, geen, niets, veel, weinig, meer, minder, evenveel. Ordent hoeveelheden om ze te Groep 1 Groep 2 6. Waterproef Tijdens deze activiteit: Doen de kinderen proefjes met water, kleurstof en olie, waarbij zij vooraf voorspellen wat zij denken dat er zal gebeuren, dit vervolgens uitproberen en een verklaring

Nadere informatie

Lesbrief: Bewust sociaal Thema: Wat is Mens & Dienstverlenen?

Lesbrief: Bewust sociaal Thema: Wat is Mens & Dienstverlenen? Lesbrief: Bewust sociaal Thema: Wat is Mens & Dienstverlenen? Copyright Stichting Vakcollege Groep 2015. Alle rechten voorbehouden. Inleiding Zonder dat we het door hebben worden we steeds asocialer. Dit

Nadere informatie

1. Van je juf of meester krijg je een plaatje. Bekijk je plaatje goed. 3. Zoek samen nog vier klasgenoten met een ander plaatje.

1. Van je juf of meester krijg je een plaatje. Bekijk je plaatje goed. 3. Zoek samen nog vier klasgenoten met een ander plaatje. Opdracht 1 Ongeveer 150 jaar geleden stonden er veel steenfabrieken langs de IJssel. De stenen werden van klei gemaakt. Dat kon je langs de IJssel vinden. Als de rivier overstroomde, bleef er een laagje

Nadere informatie

Kruidentuin in de klas

Kruidentuin in de klas Kruidentuin in de klas Werkbladen Leerlingenwerkboek Groep 5 t/m 8 Zaden... 2 Kieming, een nieuw begin... 3 Testen kiemfactoren... 4 Kruidenkaart maken... 5 De bouw van een plant... 6 Herbarium maken...

Nadere informatie

www.vostersboomverzorging.be

www.vostersboomverzorging.be www.vostersboomverzorging.be Bomen zijn onmisbaar en een waardevol element in uw tuin. Ze vragen om een goede verzorging en begeleiding. Door deskundige snoei en controle kunnen bomen veilig oud worden.

Nadere informatie

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken - 2 - Weer huiswerk? Nee, deze keer geen huiswerk, maar een boekje óver huiswerk! Wij (de meesters en juffrouws) horen jullie wel eens mopperen als je huiswerk opkrijgt.

Nadere informatie

Bomen over bomen. Kleine bomen worden groot. De levensfasen van een boom. Jonge bomen. Volwassen bomen. Oude bomen.

Bomen over bomen. Kleine bomen worden groot. De levensfasen van een boom. Jonge bomen. Volwassen bomen. Oude bomen. Kleine bomen worden groot. De levensfasen van een boom Bomen over bomen. Jonge bomen Volwassen bomen Jonge bomen investeren in lengtegroei van takken en wortels Het doel is om zoveel mogelijk ruimte te

Nadere informatie

Opdracht 1 Hoe werden mensen vroeger begraven? Je krijgt een fotoblad met oude grafmonumenten, zoals een piramide en een hunebed.

Opdracht 1 Hoe werden mensen vroeger begraven? Je krijgt een fotoblad met oude grafmonumenten, zoals een piramide en een hunebed. D S T R K C N T Opdracht 1 Hoe werden mensen vroeger begraven? Je krijgt een fotoblad met oude grafmonumenten, zoals een piramide en een hunebed. 1. Welk grafmonument staat op welke foto? Schrijf de goede

Nadere informatie

Wat is essentaksterfte?

Wat is essentaksterfte? Wat is essentaksterfte? Essentaksterfte is een ziekte die wordt veroorzaakt door de schimmel (vals wit bladvlieskelkje, Chalara fraxinea). Door de aantasting van essentaksterfte verzwakt de boom dusdanig

Nadere informatie

Bomen snoeien. Johan Schuppert. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Bomen snoeien. Johan Schuppert. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Johan Schuppert 12 july 2014 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/49394 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet.

Nadere informatie

Leerlingen-informatieboekje. Groep 7 8 nov. 2015 - maart 2016. NME Liemers Vestersbos 2 6901 BV Zevenaar (0316) 52 77 43

Leerlingen-informatieboekje. Groep 7 8 nov. 2015 - maart 2016. NME Liemers Vestersbos 2 6901 BV Zevenaar (0316) 52 77 43 Leerlingen-informatieboekje Groep 7 8 nov. 2015 - maart 2016 NME Liemers Vestersbos 2 6901 BV Zevenaar (0316) 52 77 43 info@nmeliemers.nl Over wilgen en knotten Jullie gaan binnenkort met de klas wilgen

Nadere informatie

Je kunt nu de heesters snoeien die al zijn uitgebloeid. Ook buxushaagjes kun je alvast knippen. Geef ze daarna extra mest voor goede hergroei.

Je kunt nu de heesters snoeien die al zijn uitgebloeid. Ook buxushaagjes kun je alvast knippen. Geef ze daarna extra mest voor goede hergroei. Lentetips April Vroegbloeiende struiken kan u na de bloei snoeien. Vanaf april ziet onkruid vaak zijn kans. Onbeplante oppervlaktes zijn snel bedekt met ongewenst groen. Schoffelen is dus de boodschap!

Nadere informatie

Planten stekken Benodigdheden Algemene regels Kweekkasje Koude bak

Planten stekken Benodigdheden Algemene regels Kweekkasje Koude bak Planten stekken Planten kunnen op veel manieren vermeerderd worden. Er zijn verschillende bomen, heesters, vaste- en eenjarige planten die door zaad vermeerderd kunnen worden. Planten die door zaad vermeerderd

Nadere informatie

naam WERKBLAD in de buurt van de school Bekijk de buurt waar de school staat. Probeer de vragen te beantwoorden.

naam WERKBLAD in de buurt van de school Bekijk de buurt waar de school staat. Probeer de vragen te beantwoorden. WERKBLAD in de buurt van de school Bekijk de buurt waar de school staat. Probeer de vragen te beantwoorden. Ga het vragen. Zoek in boeken en op internet. Schrijf de antwoorden op. Zoek er plaatjes bij.

Nadere informatie

De uitleg bij de 2 e foto: De Suzu no homare zijn 2 jaar oud. De hoogte is ongeveer 75 cm. Ook deze soort is vrij hard en stug.

De uitleg bij de 2 e foto: De Suzu no homare zijn 2 jaar oud. De hoogte is ongeveer 75 cm. Ook deze soort is vrij hard en stug. Vertaling Uitgave Februari 2014 Bonsaiblad Satsuki Kenkyu P56 door Isamu Enomoto. Handleiding om Satsuki azalea s te kweken en te vormen in alle stijlen van jonge planten. Les 2: De basis methoden om jonge

Nadere informatie

Naam:. Datum :.. Realisatie : lesrooster afstudeerproject 2010-2011 Steffi Dekinder KHL

Naam:. Datum :.. Realisatie : lesrooster afstudeerproject 2010-2011 Steffi Dekinder KHL Naam:. Klas :. NR. : Vak : Techniek Datum :.. Realisatie : lesrooster afstudeerproject 200-20 Steffi Dekinder KHL ) Probleemstelling : Je bent al enkele keren je boek van techniek vergeten mee te brengen

Nadere informatie

Waarom ga je schrijven: Jeugdjournaalfilmpje kijken

Waarom ga je schrijven: Jeugdjournaalfilmpje kijken Les 1: Een stripverhaal schrijven Waarom ga je schrijven: Jeugdjournaalfilmpje kijken 1. Bekijk het Nieuwsbegripfilmpje van het Jeugdjournaal op www.nieuwsbegrip.nl over Donald Duck. 2. Er wordt veel verteld

Nadere informatie

AVONTURENPAKKET DE UITVINDERS

AVONTURENPAKKET DE UITVINDERS LESBRIEVEN LEERLINGEN WERKBLAD LESBRIEF 3: VLIEGEN Verhaal: De Uitvinders en De Verdronken Rivier (deel 3) Vliegen Opdracht 1: Opdracht 2: Opdracht 3: Ontwerp een vliegmachine Proefvliegen: drijven op

Nadere informatie

Woordenschat les 8.1. Vervuilde grond?

Woordenschat les 8.1. Vervuilde grond? Woordenschat les 8.1 Vervuilde grond? Afgraven en de afgraving Afgraven is de grond of aarde weghalen door te graven. De afgraving is de plaats waar de grond wordt weggenomen. Boren We boren een gat in

Nadere informatie

Werkblad: Vind me dan

Werkblad: Vind me dan Werkblad: Vind me dan Stap 1 Stap 2 Wat is het probleem? Vraag het de natuur! Hoe lost de natuur dit probleem op? Hoe zorgen planten en dieren ervoor dat ze niet opvallen? Kennen jullie voorbeelden? Schrijf

Nadere informatie

Lees voor de installatie van de plisséhor deur S700 de handleiding in zijn geheel door.

Lees voor de installatie van de plisséhor deur S700 de handleiding in zijn geheel door. Controleer het product op beschadigingen en volledigheid. Mocht u een gebrek constateren, neem dan zo spoedig mogelijk contact op met uw Bruynzeel dealer. Lees voor de installatie van de plisséhor deur

Nadere informatie

DOCENT. Thema: natuur BOMEN BIJ MIJN SCHOOL. groep 3 en 4. Stadshagen

DOCENT. Thema: natuur BOMEN BIJ MIJN SCHOOL. groep 3 en 4. Stadshagen In groep 1 en 2 hebben de leerlingen binnen dit thema geleerd dat er in de natuur verschillende kleuren, vormen en texturen te vinden zijn. De leerlingen in groep 3 en 4 richten zich in dit thema op bomen.

Nadere informatie

Leren als een expert!

Leren als een expert! Leren als een expert! Welk vak vind jij lastig? Wiskunde, of juist Frans? Ken je iemand die heel goed is in dat vak? En heb je wel eens aan diegene gevraagd hoe hij/zij voor dat vak leert? Als je dat weet,

Nadere informatie

Les 1: Welke plek in de buurt moet opgeknapt worden?

Les 1: Welke plek in de buurt moet opgeknapt worden? week 9 24 februari 2014 - Schrijfopdrachten niveau B, les 1 Les 1: Welke plek in de buurt moet opgeknapt worden? Waarom ga je schrijven? Om mensen ervan te overtuigen dat een plek in je buurt opgeknapt

Nadere informatie

Plantinstructies Aandacht voor het plantgat.

Plantinstructies Aandacht voor het plantgat. Plantinstructies Aandacht voor het plantgat. Aandachtspunten bij het planten. Om te zorgen voor een optimale hergroei van een nieuw aangeplante boom is het raadzaam een aantal zaken goed in het oog te

Nadere informatie

1. Bestudeer de werktekeningen Bestudeer de werktekeningen met de titel Tablethouder en nummer

1. Bestudeer de werktekeningen Bestudeer de werktekeningen met de titel Tablethouder en nummer In deze praktijkopdracht ga je een houder maken voor een tablet of ipad. Misschien voor je eigen tablet, of voor iemand die je kent. De houder maak je van hardhout. In overleg met je docent kun je bijvoorbeeld

Nadere informatie

Handleiding. Boom planten. Tielsestraat 83 A 4043 JR Opheusden Tel:

Handleiding. Boom planten.  Tielsestraat 83 A 4043 JR Opheusden Tel: Handleiding Boom planten www. Tielsestraat 83 A 4043 JR Opheusden Tel: 0488 48 2266 info@ www. Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Instructie boom planten 3. Instructie beukenhaag planten 4. Veelgestelde vragen

Nadere informatie

VAN HANZEHUIS TOT L EVEL Z

VAN HANZEHUIS TOT L EVEL Z DOCENT Het thema architectuur was voor groep 5 en 6 vooral gericht op huizen van vroeger, die in en rondom het huidige stonden. De leerlingen keken naar verschillen en overeenkomsten tussen de huizen van

Nadere informatie

Deze les bestaat uit twee delen. Het eerste deel kunnen de leerlingen zelfstandig in groepjes uitvoeren en het tweede gedeelte doe je klassikaal.

Deze les bestaat uit twee delen. Het eerste deel kunnen de leerlingen zelfstandig in groepjes uitvoeren en het tweede gedeelte doe je klassikaal. LESBRIEF 1 KM HOOP Handleiding leerkracht In de Week van de Hoop staat Team Hoop centraal, een groep superhelden die samen bijzondere avonturen beleven. De leerlingen ontdekken dat ze allemaal superhelden

Nadere informatie

landbouw en natuurlijke omgeving plantenteelt gesloten teelten CSPE KB

landbouw en natuurlijke omgeving plantenteelt gesloten teelten CSPE KB Examen VMBO-KB 2012 gedurende 200 minuten landbouw en natuurlijke omgeving plantenteelt gesloten teelten CSPE KB Het examen landbouw en natuurlijke omgeving CSPE KB bestaat uit twee deelexamens waarvan

Nadere informatie

Bij bijlen zijn verschillende soorten bijlen te herkennen, afhankelijk van hun functie :

Bij bijlen zijn verschillende soorten bijlen te herkennen, afhankelijk van hun functie : Bijlen Bij het werken met een bijl komen een aantal zaken kijken, waarbij vooral gelet moet worden op VEILIGHEID! Om ervoor te zorgen dat er veilig met een bijl wordt omgegaan zijn een aantal zaken belangrijk

Nadere informatie

S C I E N C E C E N T E R

S C I E N C E C E N T E R EEN ADEMBENEMEND INSTRUMENT Een liedje fluiten is niet zo makkelijk. Je lippen en je tong moet je in allerlei bochten wringen. Met een muziekinstrument gaat het al een stukje makkelijker. Even blazen en

Nadere informatie

De traditionele microscopen onderscheiden we de gewone of biologische microscoop en de stereo microscope.

De traditionele microscopen onderscheiden we de gewone of biologische microscoop en de stereo microscope. Microscopie Ons oog is niet in staat om zonder hulpmiddelen details van organismen te bekijken. Daarom gebruiken we voor kleine objecten vergrotende instrumenten. Dit zijn de loep en de microscoop. 1 Soorten

Nadere informatie

Doe- pad Watertorenweg

Doe- pad Watertorenweg Doe- pad Watertorenweg Achtergrond informatie voor de begeleider. Groep 7-8 Colofon Deze lesbrief in opgesteld door De Hortus, Centrum voor Natuur en Mileu, in opdracht van de Gemeente Harderwijk. Wij

Nadere informatie

Zelf een (folie) vijver aanleggen

Zelf een (folie) vijver aanleggen Zelf een (folie) vijver aanleggen Zelf een (folie) vijver aanleggen Materialen Gereedschap Touw Vijverfolie Zand Decoratiestenen Lat Vijverafdeknet Schep Waterpas Emmer Tuinslang Rolmaat Schaar Vijverpomp

Nadere informatie

PLEINGEIN SPELENDERWIJS IN GESPREK OVER HET SCHOOLPLEIN

PLEINGEIN SPELENDERWIJS IN GESPREK OVER HET SCHOOLPLEIN PAGINA 2 PLEINGEIN SPELENDERWIJS IN GESPREK OVER HET SCHOOLPLEIN HANDLEIDING VOOR DE SPELLEIDER PAGINA 2 PLEINGEIN Het SAT is het team van kinderen waarmee jullie gaan samenwerken om een Gezond Schoolplein

Nadere informatie

Mooi beleid, lelijke bomen

Mooi beleid, lelijke bomen Mooi beleid, lelijke bomen Deel 1. Mooie bomen (straks alleen nog in particuliere tuinen) Sint Anthonis Oploo Sint Anthonis Wanroij Ledeacker Sint Anthonis Oploo Wanroy Oploo Sint Anthonis Sint Anthonis

Nadere informatie

Kraanwater, je hebt het elke dag nodig. Om te drinken bijvoorbeeld, maar

Kraanwater, je hebt het elke dag nodig. Om te drinken bijvoorbeeld, maar TIPS EN IDEEËN VOOR JE WERKSTUK OF SPREEKBEURT Kraanwater, je hebt het elke dag nodig. Om te drinken bijvoorbeeld, maar ook om je tanden mee te poetsen of om mee te koken. Kraanwater is gezond, duurzaam

Nadere informatie

Inhoud Voor de leerling Voor de leraar Algemeen

Inhoud Voor de leerling Voor de leraar Algemeen Vogel ABC Inhoud Voor de leerling... 2 Inleiding... 2 Aanpak... 2 Opdracht... 3 Evaluatie-formulier (groep 3-4)... 4 Voor de leraar... 5 Instructie en feedback... 5 Verbinding met hele groep... 5 Beoordeling...

Nadere informatie

In deze opdracht gaan we een houten vogelhuisje maken.

In deze opdracht gaan we een houten vogelhuisje maken. MPo 2008 In deze opdracht gaan we een houten vogelhuisje maken. Je krijgt een stuk hout van 12 cm breed en 122 cm lang. Dit is genoeg om een vogelhuisje te maken zoals het voorbeeld. We zagen het hout

Nadere informatie

Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * werkstuk

Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * werkstuk Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * werkstuk Antoniusschool Groep 5/6 Let op: deze heb je het hele schooljaar nodig! Hoe maak je een spreekbeurt? Mijn voorbereiding: 1. Je kiest

Nadere informatie

Kleuren in bloemstukken

Kleuren in bloemstukken Kleuren in bloemstukken Vooruitblik op de praktijk Kleuren kiezen Als je een bloemstuk maakt, kun je niet altijd de kleuren gebruiken die je mooi vindt. Ten eerste moet je rekening houden met het soort

Nadere informatie

Voor jezelf? Les 1 Welkom!

Voor jezelf? Les 1 Welkom! Voor jezelf? Les 1 Welkom! Welkom! Dit is de cursus Voor jezelf? Wil je voor jezelf beginnen? Droom je ervan een eigen bedrijfje te starten? Zou je dit ook kunnen? In deze cursus ga je dit onderzoeken.

Nadere informatie

De bouwonderdelen bij dit nummer

De bouwonderdelen bij dit nummer De bouwonderdelen bij dit nummer U ontvangt onderdelen voor rompen dekdetails en voor de tuigage. Houten latten 1 houten lat van 2 x 3mm, 0 mm lang Beslag 0 mm messingdraad van 1 mm dik Bruin garen van

Nadere informatie

Grond onder je voeten

Grond onder je voeten Grond onder je voeten Hé hé, wie heeft z n voeten niet geveegd? Overal ligt modder. Kijk allemaal onder je schoenen! Loop je even door de tuin en daar begint het gezeur. Grond op de vloer vinden we blijkbaar

Nadere informatie

Van je juf of meester krijg je een plaatje. Er zijn vier verschillende plaatjes.

Van je juf of meester krijg je een plaatje. Er zijn vier verschillende plaatjes. Opdracht 1 Deze opdracht doe je in een groepje van vier. Van je juf of meester krijg je een plaatje. Er zijn vier verschillende plaatjes. 1. Zoek in de klas naar een klasgenoot met een ander plaatje dan

Nadere informatie

Voor al uw tuinzaken Hoveniersbedrijf van Brenk

Voor al uw tuinzaken Hoveniersbedrijf van Brenk Voor al uw tuinzaken Hoveniersbedrijf van Brenk Walderweg 1 5324 GA Ammerzoden tel: 0418-642402 Mob: 06-20336262 www.hoveniersbedrijfvanbrenk.nl info@hoveniersbedrijfvanbrenk.nl Hoveniersbedrijf van Brenk

Nadere informatie

Handleiding. Bouw je eigen zeilboot

Handleiding. Bouw je eigen zeilboot Bouw je eigen zeilboot Handleiding BENODIGDHEDEN - Steigerhouten plank geschaafd 18,5 x 250 x 3 cm - Ronde grenen stok ø 18 mm x 270 cm - Stanley speedboor ø 18 mm - ø 3mm boortje - Schoeven 2 stuks 70

Nadere informatie

Staphorst op de kaart

Staphorst op de kaart Opdracht 1 Je krijgt een oude kaart van de. Deze kaart is in 1866 gemaakt. Dat is ongeveer 150 jaar geleden. Nodig: kleurpotloden 1. Onderstreep Rouveen, Staphorst en IJhorst met een rood potlood. 2. Zet

Nadere informatie

M O N T A G E - I N S T R U C T I E S D E U R E N

M O N T A G E - I N S T R U C T I E S D E U R E N MONTAGE-INSTRUCTIES DEUREN Inhoudsopgave Inleiding. Inleiding. Voorbereiding voor montage. Waterpas zetten. Vlakke deuren en paneeldeuren Deuren monteren Deuren stellen Paneeldeurrand verstellen Paneeldeuren

Nadere informatie