Waterpolo. Competitie

Transcriptie

1 Handboek Waterpolo Competitie Handboek Waterpolocompetitie blad 1 van 23

2 Voorwoord Hierbij ontvangt u de uitgave van het Handboek Waterpolocompetitie Dit handboek is een samenbundeling van alle afzonderlijke bepalingen / reglementen die van toepassing zijn op de waterpolocompetitie van het In dit handboek treft u informatie aan over: 1. De competitiebepalingen, waarnaar verwezen wordt in de artikelen E7, E12, E14, E17 en E19 van het bondsreglement. 2. De (bonds)invallersregeling 3. De promotie / degradatieregeling 4. Het protocol ontvangst Scheidsrechter(s) en rapporteur(s) 5. Het protocol hoe verder te gaan bij gestaakte wedstrijden 6. Het protocol hoe verder te gaan na uitspraak protest. 7. Aanvullende regels voor de norm inzetbaarheid 8. Overzicht administratieve heffingen 9. Overige bepalingen Zo spoedig mogelijk na 1 juni zal het handboek worden aangevuld met: 10. Een lijst van zwembaden waar na iedere periode gewisseld moet worden van spelhelft 11. Een lijst met dispensaties per zwembad Voor het E-reglement en het tuchtreglement wordt verwezen naar de website van de KNZB. Deze Reglementen kunnen mogelijk nog worden gewijzigd naar aanleiding van de ALV 2016 half april. Dispensaties voor spelers/speelsters om bijv. in combinatie teams uit te komen enz. dient u gelijktijdig met de ploegopgave in te dienen. Alle overige dispensatie aanvragen dient u gelijktijdig met het insturen van het inschrijfformulier aan te vragen bij de competitieleider. Wij wensen iedereen die op welke wijze dan ook bij de competitie betrokken is een gezond, plezierig en vooral sportief seizoen. Waterpolo Organisatie Handboek Waterpolocompetitie blad 2 van 23

3 Inhoudsopgave Voorwoord...2 Inhoudsopgave...3 Competitiebepalingen...4 Bijlage 1: Beschikbaarheidsregeling scheidsrechters Bijlage 2: (Bond-) Invallersregeling...12 Bijlage 3: Promotie / Degradatieregeling...15 Bijlage 4: Het protocol ontvangst Scheidsrechter(s) en rapporteur(s)...17 Bijlage 5: Het protocol hoe verder te gaan bij gestaakte wedstrijden...18 Bijlage 6: Het protocol hoe verder te gaan na uitspraak protest Bijlage 7: Overzicht administratieve heffingen en inleggelden...20 Bijlage 8: Overschrijvingen en startcombinaties/combiteams...21 Bijlage 9: Schematische weergave van de invallersregeling Bijlage 10: Jeugdopleidingen in KNZB...23 Handboek Waterpolocompetitie blad 3 van 23

4 Competitiebepalingen Art. 1 Algemeen 1. Er wordt gespeeld volgens de reglementen van de K.N.Z.B. met onderstaande aanvullingen en bepalingen. 2. Het Regiobestuur kan wijzigingen en aanvullingen op deze bepalingen aanbrengen, welke in werking treden 14 dagen na de publicatie. Art. 2 Afdelingen, indelingen, speeltijden en officials Afdeling Dames Heren A Jeugd (<19) B Jeugd# (<17) C Jeugd# (<15) D Jeugd# (<13) (gemengd) E Jeugd# (<11) (gemengd) Aanduiding Speeltijd netto in min. Bruto plantijd in min. 30 sec Time Out Aantal teams Uiterste aanvangstijd Spelleider Scheidsrechter +aantal 1 e klasse O-D1 4x6 60 x x 1x uur 2 2 e klasse O-D2 4x5 45 x 2x uur e klasse O-D3 4x5 45 x?x10* uur 1 1 e klasse O-H1 4x6 60 x x 1x uur 2 2 e klasse O-H2 4x5 45 x 2x uur 2 3 e klasse O-H3 4x5 45 x 4x uur e klasse O-H4 4x5 45 x?x10* uur 1 Res.1 e klasse O-HR 4x6 60 x x 1x uur 2 Heren A kamp.poule O-HA1 4x6 60 x x?x12* uur 1-2 Overige poules O-HA2 4x5 45 x?x12* uur 1-2 Kampioenspoule O-BJ1 4x6 60 x x?x10* uur 1-2 O-BM1 Overige poules O-BG1... 4x5 45 x?x10* 19.30uur 1 (gemengd) O-BJ2 Kampioenspoule Overige poules (gemengd) Kampioenspoule (7-7) Overige poules (7-7) Overige poules (5-5) Alle poules (5x5) O-BM2 O-CJ1 4x6 60 x x?x10* uur 2 O-CM1 O-CG2. 4x5 45?x10* uur 1 O-DG1 4x5 45 x?x10* uur 1-2 O-DG2 4x5 45?x10* uur 1 O-DG5 4x4 40?x10* uur 1 O-EG1 4x4 40?x10* uur 1 * = Aantal afdelingen afhankelijk van de inschrijving. # = Toestemming voor een combinatie team van verenigingen kan door de competitieleider bij inschrijving gegeven worden. - Bij de C jeugd kan gemengd worden ingeschreven, alleen de niet gemengde teams komen in aanmerking voor de N.A.K. - Afdelingen met minder dan 12 ploegen worden bij het speelschema zodanig samengesteld dat voor iedere ploeg minimaal 16 wedstrijden wordt gepland. - De inleggelden kunnen lopende de competitie gewijzigd worden door het bondsbestuur van de KNZB. Art.3 Aanstelling scheidsrechters en jurytafel, Official tenue 1. De scheidsrechteraanwijzer kan in wedstrijden in de afdelingen D3, H4 en alle jeugdafdelingen een scheidsrechter aanstellen, die lid is van een der beide verenigingen. 2. De wedstrijden van de afdelingen D7, D5 en E5 staan onder leiding van een zgn. spelleider, welke onder Handboek Waterpolocompetitie blad 4 van 23

5 verantwoording van de thuisspelende vereniging wordt aangesteld. 3. W-functionarissen dienen per seizoen minimaal 3 wedstrijden te fungeren. Scheidsrechters, die in principe ook W-official zijn, zijn vrijgesteld van deze regel. 4. De scheidsrechters dienen te fungeren in het door de KNZB vastgestelde tenue. Dit tenue bestaat uit oranje/blauw shirt of overhemd, witte lange broek en witte sportschoenen. De kleding dient schoon en netjes te zijn. Het shirt/overhemd is te verkrijgen in de webshop van de KNZB. Het niet voldoen aan de kledingeis kan gevolgen hebben voor de inzetbaarheid van de official. Overige officials (tijdopnemers/secretarissen), coaches en teambegeleiders dienen in ander gelijk tenue te fungeren. Art.4 Leeftijden Dames geboren in 2001 en eerder Heren geboren in 2001 en eerder A-jeugd (o.19 jaar) geboren in 1998 en 1999 B-jeugd (o.17 jaar) geboren in 2000 en 2001 C-jeugd (o.15 jaar) geboren in 2002 en 2003 D-jeugd (o.13 jaar) geboren in 2004 en 2005 E-jeugd (o.11 jaar) geboren in 2006 en 2007 F-jeugd (o. 9 jaar) geboren in 2008 en 2009 Zie ook artikel 11 spelersopgaven. Art.5 Legitimatie 1. Zowel juryleden als spelers (uitgezonderd deelnemers aan mini toernooien) dienen in bezit te zijn van een geldige K.N.Z.B. legitimatiekaart. 2. Spelen op aanvraag is niet toegestaan! De verenigingssecretaris kan online een legitimatienummer aanvragen dat op het wedstrijdformulier vermeld kan worden. Art.6 Inschrijving 1. De inschrijfformulieren dienen uiterlijk vóór 29 april uur ingevuld terug te zijn bij de competitieleider, waarbij wordt aangenomen dat er wordt ingeschreven met hetzelfde aantal ploegen en het niveau waarmee de vorige competitie is beëindigd, met in acht neming van eventuele promotie c.q. degradatie die volgt uit de lopende competitie. Te laat inzenden wordt beboet met 45,00. Tot 1 juni kunnen verenigingen nog ploegen toevoegen. 2. Nadere bepalingen voor inschrijving: Conform art van het E-reglement worden nadere voorwaarden gesteld aan het aantal in te schrijven teams in relatie tot het aantal fungerende scheidsrechters. Deze voorwaarden, de beschikbaarheidregeling, zijn beschreven in bijlage 1 van dit handboek en zijn leidend voor de vereniging bij de inschrijving. Art.7 Badrooster 1. Alle verenigingen dienen zelf badruimte, gelegen in de, te huren voor het spelen van thuiswedstrijden. Dispensatie hierop dient aangevraagd te worden bij de competitieleider vóór 29 april Alle verenigingen ontvangen een concept badrooster. Dit rooster bevat alle waterpolowedstrijden van de bonds- en regiocompetitie. Het definitieve badrooster dient geheel ingevuld voor de datum die in het begeleidende schrijven is genoemd geretourneerd te worden aan de competitieleider van. 3. Samenstelling badrooster: a. De verenigingen zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor het samenstellen van het badrooster van het thuiszwembad. Hierbij dient, eventueel in overleg met andere gebruikers van het bad, gezorgd te worden voor een juiste clustering van de wedstrijden. Dit om een zo efficiënt mogelijke inzet van scheidsrechters te bereiken. Indien dit in onvoldoende mate is gebeurd dan heeft de competitieleider het recht de wedstrijd volgorde aan te passen. b. Wedstrijden welke niet gespeeld kunnen worden op de concept datum kunnen na toestemming van de competitieleider gespeeld worden op een andere datum. Ook is het mogelijk om in overleg met de tegenstanders de uit- en thuiswedstrijden om te wisselen. c. Voor het spelen op niet weekenddagen is toestemming van de tegenstander en competitieleider nodig. d. Indien in een zwembad op een concept datum slechts één thuiswedstrijd wordt gespeeld mag er gehandeld worden volgens artikel 9 punt 3.b. e. Indien een vereniging volgens haar statuten bezwaar heeft tegen het spelen op zondag dient dit bij inschrijving per team te worden vermeld. Deze statuten moeten in het bezit zijn van de competitieleider. De competitieleider zal dit aan de andere verenigingen bekendmaken bij het conceptrooster. De wedstrijden tegen de bedoelde teams mogen niet op een zondag vastgesteld worden. Indien het spelen Handboek Waterpolocompetitie blad 5 van 23

6 op een andere dag dan de zondag niet mogelijk is, zal de competitieleider deze wedstrijden in een ander zwembad vaststellen. Alle extra kosten hiervan komen voor rekening van de vereniging met de bezwaren. f. Bij het opstellen van het badrooster dient rekening gehouden te worden met de bij de betreffende leeftijdsklasse behorende aanvangstijden van de wedstrijden, zoals vastgelegd in art. 3 van deze bepalingen. De competitieleider kan hierop een uitzondering maken. 4. Te laat inzenden van het badrooster wordt beboet met 45,00, terwijl het badrooster door de competitieleider wordt vastgesteld. Alle kosten (administratiekosten, badhuur, reiskosten enz.) hiervan zijn voor rekening van de betreffende vereniging. Art.8 Jaarrooster en wijzigingen wedstrijdrooster 1. De competitieleider zal uiterlijk 1 maand voor aanvang van de competitie een Regio jaarrooster uitbrengen. 2. Wijzigingen op het jaarrooster kunnen tot uiterlijk 30 dagen voor de vastgestelde datum aan de competitieleider worden opgegeven met in acht name van onderstaande procedure: a. Wijziging van de datum van een wedstrijd is alleen mogelijk naar een latere datum. b. Er kunnen geen wijzigingen naar de data van de speelronden van de NAK plaatsvinden. c. De verzoekende vereniging stuurt (na overleg met de andere vereniging) een aan de andere vereniging, waarin vermeld staat het wedstrijdnummer, afdeling, verenigingen, aanvangstijdstip en zwembad conform het jaarrooster. Daarbij de gewenste wijziging opgeven. d. De andere vereniging stuurt deze door aan de competitieleider met vermelding dat zij akkoord gaan met de wijziging. e. De competitieleider zal de wijzing in het jaarrooster aanbrengen en de betrokken verenigingen hiervan op de hoogte stellen. 3. Verzoeken die niet volgens deze procedure worden ingediend, zullen niet in behandeling worden genomen. 4. De kosten van wijziging van vastgestelde wedstrijden kunnen worden verhaald op de verzoekende vereniging à 25,00 per wedstrijd. 5. Wijzigingen in aanvangsuur, tot 2 uur voor of na het oorspronkelijke aanvangsuur van wedstrijden kunnen door de commissie Competitie Zaken worden aangebracht, zonder dat hiervoor toestemming nodig is van de betrokken ploegen. Deze wijzigingen worden niet beschouwd als opnieuw vaststellen en worden uiterlijk 48 uur voor de betreffende wedstrijd bekend gemaakt door de competitieleiding van Regio Oost aan de verenigingen en gepubliceerd op de website. 6. Indien een vereniging een verzoek tot wijziging van het aanvangsuur indient, is hiervoor toestemming noodzakelijk van de tegenpartij. Deze wijzigingen kunnen tot 72 uur voor het aanvangsuur van de wedstrijd worden ingediend. De wijzigingen worden, na goedkeuring door de competitieleider, uiterlijk 48 uur voor de betreffende wedstrijd bevestigd naar de verenigingen en gepubliceerd op de website. De kosten van wijziging van het aanvangsuur kunnen worden verhaald op de verzoekende vereniging à 25,00 per wedstrijd. 7. Het definitieve rooster, inclusief de aangebrachte wijzigingen, wordt gepubliceerd. Art.9 Spelersopgaven 1. De spelersopgaven dienen uiterlijk 1 september 2016 in het bezit te zijn van de betreffende functionaris via het SVS van Sportlink. 2. De spelersopgaven mogen ook spelers bevatten uit een lagere leeftijdscategorie. Let bij het opgeven van jongere spelers op de invallersbepalingen. 3. Te laat inzenden wordt beboet à 9,30 per team per week tot de opgave is ontvangen. Art.10 Invallerregeling 1. Deze is opgenomen in dit handboek van de Regio waterpolocompetitie en wordt tevens bekend gemaakt op de site van ( Art.11 Niet opkomen teams en scheidsrechters en niet doorgaan van wedstrijden 1. Spelers en scheidsrechters dienen minimaal 15 minuten voor het vastgestelde aanvangstijd speel gereed in de zwemzaal aanwezig te zijn. 2. Als op de vastgestelde aanvangstijd één van de teams of scheidsrechter niet aanwezig is, dient er tenminste 20 minuten te worden gewacht op een mogelijke verlate komst van het team of een andere scheidsrechter, de wedstrijd dient uiterlijk 30 minuten na de oorspronkelijke aanvangstijd te beginnen. 3. Een te laat komend team wordt belast met eventuele badkosten die hierdoor zijn ontstaan. 4. Tegen de niet opkomende ploeg kunnen de volgende maatregelen worden genomen a. Een boete à 42,25. b. De ploeg krijgt 3 verliespunten. c. Vergoeden van alle gemaakte kosten. (badhuur, reiskosten enz.) Deze kosten dienen uiterlijk binnen 1 Handboek Waterpolocompetitie blad 6 van 23

7 maand na publicatie bij de competitieleider gedeclareerd te worden. 5. Indien een wedstrijd geen doorgang vindt (o.a. bij niet opkomen) moet de thuisspelende ploeg in overleg met de competitieleider binnen 10 dagen een nieuwe speeldatum vaststellen, waar de uitspelende ploeg binnen 3 dagen kan reageren, daarna is de datum definitief. Bij in gebreke hiervan zal een boete worden opgelegd van 10,- per week en zal de competitieleider de wedstrijd alsnog vaststellen. 6. Bij herhaaldelijk niet opkomen, kan een ploeg uit de competitie genomen worden, bovendien is dan artikel 8 (terugtrekken teams) van toepassing is. 7. Bij het niet opkomen van de scheidsrechter(s) geldt het volgende: a. Indien de aangewezen scheidsrechter(s) 15 minuten voor de vastgestelde aanvangstijd niet aanwezig is(zijn), zijn de aanvoerders verplicht een andere aanwezige scheidsrechter(s) te verzoeken als scheidsrechter te fungeren, behalve wanneer deze lid, trainer/coach van een der betrokken verenigingen is(zijn). Het laatste is niet van toepassing op de afdelingen D3, H4 en alle jeugdafdelingen. b. Indien niet wordt voldaan aan art.11, punt 7a en de wedstrijd is niet gespeeld zullen de desbetreffende teams worden beboet als zijnde niet opgekomen. c. Wanneer één van de teams weigert om mee te werken aan art. 11, punt 7a zal dit worden beschouwd als niet opkomen. d. Indien bij wedstrijden waarbij 2 scheidsrechters zijn aangesteld maar 1 scheidsrechter aanwezig is, dan zal de wedstrijd met 1 scheidsrechter doorgang vinden. Indien mogelijk wordt aan deze scheidsrechter een 2e scheidsrechter toegevoegd zoals in art 13, punt 7a is beschreven. Art.12 Uitzonderingen op de spelregels 1. De WORO behoudt zich het recht voor spelregels aan te passen, dan wel nog komende wijzigen niet in te voeren. De afwijkingen in de spelregels zullen minimaal 14 dagen voor aanvang van de competitie worden gepubliceerd of in het geval tijdens de competitie zal dit 14 dagen na publicatie ingaan. 2. Reeds vastgestelde wijzigingen: a. In baden die niet voldoen aan de gestelde waterdiepte volgens art. 12.3a dient de wisseling van speelhelft na elke spelperiode te geschieden, het wisselen van de scheidsrechters komt hierdoor te vervallen. b. De lijst met baden waar de ploegen na iedere periode moeten wisselen zal voorafgaand aan de competitie worden gepubliceerd. 3. Afmetingen speelveld: a. Minimale afmetingen speelvelden voor senioren-, A en B jeugd- wedstrijden - Lengte 25 meter Breedte 12,50 meter Diepte 1,80 meter b. Minimale afmetingen speelvelden voor C en D 7 jeugdwedstrijden - Lengte 25 meter Breedte 12,50 meter Diepte 1,50 meter c. Minimale afmetingen speelvelden voor D 5 en E5 jeugdwedstrijden - Lengte 20 meter Breedte 10 meter Diepte 1,50 meter d. De watertemperatuur bedraagt minimaal18 C en maximaal 28 C e. Voor alle afwijkingen van het speelveld, wedstrijdterrein enz., zoals bijv. de loopruimte en diepte dient dispensatie aangevraagd te worden bij de commissie Competitie Zaken. Deze aanvraag dient gelijktijdig met de inschrijving te geschieden. Voor de klassen RO.H1S, RO.H1Res en RO.D1 wordt deze dispensatie niet verleend. Dispensatie voor de watertemperatuur dient aangevraagd te worden bij het bondsbureau van de KNZB. f. De lijst met dispensaties per zwembad zullen op de website worden gepubliceerd. Tevens dient bij iedere wedstrijd de brief met verleende dispensaties getoond te kunnen worden. 4. Voor de overige zaken kan de commissie Competitie Zaken dispensatie verlenen. Deze aanvraag dient bij de inschrijving te geschieden. 5. Hulpmiddelen: a. Er mag niet gespeeld worden met hulpmiddelen, zoals bijv. chloorbrilletjes, sluitingen aan de koordjes aan de caps en braces, zonder dat hiervoor dispensatie is verleend door de Bondsarts. b. Wanneer de Bondsarts vaststelt dat met het hulpmiddel mag worden gespeeld, wordt het hulpmiddel van een KNZB-stempel voorzien en/of wordt een foto gemaakt van het hulpmiddel, terwijl in een bijbehorend document wordt aangegeven dat hiermee mag worden gespeeld. c. Spelers dienen dit document te kunnen tonen aan de scheidsrechter(s). 6. Wedstrijdbal: In de dames-, meisjes-, C, D en E jeugdafdelingen wordt gespeeld met een damesbal. In de B jeugdafdeling gemengd en jongens wordt gespeeld met een herenbal. 7. De afdelingen, die spelen met de time-out zoals genoemd in art. 2, mogen per wedstrijd maximaal 2x een time-out aanvragen. Indien een ploeg geen coach heeft kan een Time Out uitsluitend worden aangevraagd Handboek Waterpolocompetitie blad 7 van 23

8 door de doelverdediger. Art.13 Waterpoloweekbericht (weekbrief) 1. De waterpolosecretariaten van alle verenigingen en de scheidsrechters ontvangen wekelijks bericht over alle waterpolowedstrijden welke in een bepaald weekend worden gespeeld. 2. Deze mededelingen zijn bindend behoudens andere latere schriftelijke (inclusief ) mededelingen van de competitieleider. Art.14 Thuisspelende vereniging 1. Deze vereniging is verantwoordelijk voor: a. het juist verwerken van de wedstrijden met het DWF of bij noodgevallen, dit ter beoordeling van de competitieleider, eventueel telefonisch de uitslagen doorgeven. Wedstrijden op zaterdag nog dezelfde avond en wedstrijden op zondag binnen 60 minuten na afloop van de laatste wedstrijd in het betreffende zwembad. b. aanwezigheid van een bevoegde jury, c. het gedrag van het publiek, orde en netheid in het bad. d. de veiligheid en arbo-omstandigheden in het bad. e. Ontvangst en begeleiding scheidsrechters en rapporteurs. f. Bij het in gebreke blijven volgt een boete à 9,30 per overtreding. g. Het scannen van een eventueel wedstrijdformulier (bij het geen gebruik kunnen maken van het DWF) bij een UMV/4 of UMV naar de competitieleider. 2. Aan de bezoekende vereniging dient gratis toegang tot het zwembad te worden verleend tot een max. van 18 personen (spelers/coach/begeleiders). Art.15 Wedstrijdformulieren/DWF 1. Het gebruik van het DWF van Sportlink is verplicht 2. Uitsluitend in noodgevallen, wanneer het niet mogelijk is om het DWF te gebruiken in het zwembad, zulks ter beoordeling door de competitieleider, kan de door de commissie Competitie Zaken verstrekte wedstrijdformulieren worden gebruikt. 3. Deze wedstrijdformulieren moeten binnen 24 uur alsnog worden verwerkt in het DWF en gescand g d worden naar de competitieleider. 4. Indien geen gebruik gemaakt wordt van het DWF wordt de wedstrijd beschouwd als niet gespeeld en is art 11.5 van toepassing. 5. Bij onvolledig of onnauwkeurig ingevulde wedstrijdformulieren wordt de thuisspelende vereniging beboet met 9,30 per fout, tot een maximum van 15,00 per wedstrijdformulier. 6. Wedstrijdformulieren zijn verkrijgbaar à 0,50 per stuk + verzendkosten bij de competitieleider. Art.16 Bezwaren tegen getroffen sancties 1. Bezwaren op administratieve heffingen kunnen tot uiterlijk 1 maand na publicatie ingediend worden bij het secretariaat van de commissie Competitie Zaken. 2. Een eventueel bezwaar op de uitspraak van de Commissie Competitie Zaken kan ingesteld worden bij het secretariaat van de WORO binnen 14 dagen na de uitspraak van de commissie Competitie Zaken. 3. Een eventueel bezwaar op de uitspraak van de WORO kan ingesteld worden bij de tuchtcommissie binnen 14 dagen na de uitspraak van de WORO. Art.17 Calamiteiten 1. Wanneer er zich in de competitie calamiteiten voordoen waarin dit reglement niet voorziet, dan is men verplicht om contact op te nemen met het calamiteitennummer dat vermeld staat op de site van om te bepalen hoe te handelen in de, op dat moment, ontstane situatie. 2. Indien de competitieleider niet bereikbaar is op het calamiteitennummer, dient er contact opgenomen te worden met een lid van de Commissie Competitie Zaken of een scheidsrechteraanwijzer. Art.18 Niet voorziene bepalingen 1. Waarin in deze bepalingen niet is voorzien, beslist het Regiobestuur Door het Regiobestuur vastgesteld op 10 maart 2016 Handboek Waterpolocompetitie blad 8 van 23

9 Bijlage 1 Beschikbaarheidsregeling scheidsrechters (zgn. 2 op 1 regeling) 1. Nadere bepalingen voor inschrijving: a. Per fungerende scheidsrechter, welke volgens de norm voldoende inzetbaar was voor het leiden van meerdere bonds- en/of regiowedstrijden in de competitie , kunnen teams (bonds- en regiowedstrijden bij elkaar opgeteld) worden ingeschreven. Voldoende inzetbaar en de norm voor het aantal teams worden hierna nader bepaald en beschreven. b. Scheidsrechters moeten lid zijn van een vereniging. Zij tellen dan mee voor die vereniging voor hun inzetbaarheid in het nieuwe seizoen. Aan het begin van elk seizoen kan er van vereniging worden gewisseld, daarna niet meer. Is een scheidsrechter lid van meer dan één vereniging, dan moet aangegeven worden aan welke vereniging de scheidsrechter gekoppeld wil worden. De Scheidsrechterscommissie zorgt voor deze koppeling in het systeem SportlinkBond. Als de scheidsrechter lid is van de ene vereniging, maar alleen wil gaan fluiten voor een andere vereniging, dan hoeft de scheidsrechter niet lid te worden/zijn van die andere vereniging. 2. Beschikbaarheid en inzetbaarheid a. De beschikbaarheid van een scheidsrechter voor het leiden van wedstrijden wordt aan het begin van het seizoen door hem/haar opgegeven d.m.v. het scheidsrechterportaal. Deze beschikbaarheid moet voldoende zijn om aan de gestelde norm, zoals beschreven bij punt 4 te kunnen voldoen. b. De inzetbaarheid van een scheidsrechter is het aantal wedstrijddagen, waarop hij/zij daadwerkelijk wedstrijden heeft geleid. c. Dus vooraf wordt door de SR. aangegeven, wat de beschikbaarheid is en achteraf wordt vastgesteld of de inzetbaarheid voldoende is geweest. d. De inzetbaarheid van het afgelopen seizoen telt mee voor de inschrijving van de teams voor het nieuwe seizoen. 3. Norm van de inzetbaarheid en het in te schrijven aantal teams a. De inzetbaarheid is het aantal wedstrijddagen waarop de scheidsrechter wedstrijden heeft geleid. b. Het minimum aantal wedstrijddagen om 2 teams in te kunnen schrijven is: - Voor scheidsrechters met niveau Ya, Yb en X: 16 wedstrijddagen. - Voor scheidsrechters met niveau Yc en Yd : 12 wedstrijddagen. - Voor scheidsrechters met niveau Yk: 10 wedstrijddagen c. Het minimum aantal wedstrijddagen om 1 team in te kunnen schrijven is: - Voor scheidsrechters met niveau Ya, Yb en X: 8 wedstrijddagen. - Voor scheidsrechters met niveau Yc en Yd : 6 wedstrijddagen. - Voor scheidsrechters met niveau Yk: 5 wedstrijddagen d. De deelnemer, die de scheidsrechterscursus (Z) in het seizoen met succes heeft afgerond en wordt aangesteld als Yk, telt voor de nieuwe competitie mee voor 2 teams. e. Alle wedstrijden, waarvoor een scheidsrechter moet worden aangesteld, tellen mee voor de norm. f. Rapporteurs of scheidsrechtercoaches worden in deze berekening niet meegeteld. 4. Uitzonderingen op deze regeling a. Alle teams in de D- en E-jeugd tellen niet mee in deze regeling. b. Indien maar 1 team van een vereniging aan de competitie deelneemt, hoeft er geen scheidsrechter voldoende beschikbaar te zijn. 5. Verslaglegging en inschrijving a. Van alle wedstrijden (ook de Bondswedstrijden, maar niet de D- en E- jeugdwedstrijden) wordt verslag bijgehouden welke scheidsrechter de wedstrijd heeft gefloten, maar ook de afzeggingen en alle gefloten invalwedstrijden. b. Eind april van elk jaar wordt aan de hand van dit verslag vastgesteld wat de beschikbaarheid van elke scheidsrechter is geweest. De dan nog te spelen wedstrijden worden in de vaststelling meegenomen, aannemende dat er in de aanwijzingen geen veranderingen komen. c. Aan het begin van het seizoen krijgt de vereniging een opgave welke scheidsrechters er voor de vereniging fluiten. d. De vereniging krijgen 2x per jaar een opgave van de inzetbaarheid van de hun betreffende scheidsrechter(s). e. Bij inschrijving voor de nieuwe competitie wordt het aantal in te schrijven ploegen bepaald aan de hand van de norm voor de inzetbaarheid van de scheidsrechter in het afgelopen seizoen. f. Aanvullende regels over de norm van de inzetbaarheid zijn beschreven in de bijlage bij dit handboek (blz. 19) Handboek Waterpolocompetitie blad 9 van 23

10 g. Indien niet wordt voldaan aan de norm, geschiedt vermindering van het aantal in te schrijven teams door de competitieleider. 6. Aanvullende regels voor de norm van inzetbaarheid Om zoveel mogelijk tegemoet te komen aan de wensen van verenigingen en individuele scheidsrechters en om toch over voldoende inzetbare en kwalitatief goede scheidsrechters te beschikken, zijn er door de SCRO aanvullende regels opgesteld. a. Als een scheidsrechter aan het einde van een seizoen te weinig inzetbaar is geweest waarbij dit te wijten is aan langdurige ziekte of blessure of aan privéomstandigheden van de scheidsrechter, kan de SCRO besluiten voor deze scheidsrechter de inzetbaarheid van het voorafgaande seizoen te tellen. b. Ad (1) geldt ook als een scheidsrechter besluit een jaar niet te fluiten wegens drukke andere bezigheden (een zgn. sabbatical jaar). De regeling geldt voor een sabbatical jaar, als de official tenminste 3 aaneengesloten jaren heeft gefloten. c. In geval een scheidsrechter ook gedurende de daaropvolgende competitie niet inzetbaar is, kan hij/zij de bevoegdheid als scheidsrechter verliezen. In geval deze scheidsrechter daarna weer wil gaan fluiten, beslist de SCRO over de wijze waarop en de voorwaarden waaronder de herintreding zal plaatsvinden. d. Een scheidsrechter moet, ongeacht het niveau, aan het einde van het seizoen tenminste 6 wedstrijddagen hebben gefloten. Hierbij wordt wel rekening gehouden met individuele bijzondere omstandigheden van de scheidsrechter. De scheidsrechter kan zijn/haar bevoegdheid als scheidsrechter verliezen als er minder dan 6 wedstrijddagen is gefloten. Een dergelijke beslissing zal in overleg met de betreffende vereniging worden gedaan. e. Het afzeggen door een scheidsrechter na het uitkomen van de weekbrief, zal als Niet Opkomen worden opgevat tenzij die afzegging het gevolg is van ziekte of ernstige privé omstandigheden. f. De scheidsrechter die bij een wedstrijd waarvoor hij is aangewezen, niet verschijnt zonder dat hij/zij voor deze wedstrijd heeft afgezegd, wordt verzocht daarover een uitleg te geven. Blijft deze uitleg ook na een herhaald verzoek uit, dan zal de scheidsrechter op non-actief gesteld worden totdat deze uitleg alsnog gegeven is. g. Indien een scheidsrechter 3x in enig wedstrijdseizoen niet is opgekomen, zal de scheidsrechter voor de rest van het seizoen niet meer worden aangesteld. De vereniging, waarvoor deze scheidsrechter fluit, zal daarover worden geïnformeerd. Indien deze scheidsrechter in het wedstrijdseizoen daarop wederom 1x zonder vooraf de wedstrijd heeft afgezegd niet is opgekomen, zal hij/zij door een besluit van de SCRO definitief op non actief worden gezet. h. Een team, dat na 1 december van enig wedstrijdseizoen uit de competitie wordt teruggetrokken, blijft wel meetellen in het verslag betreffende de inzetbaarheid van de scheidsrechters. Handboek Waterpolocompetitie blad 10 van 23

11 Bijlage 2 Invallersregeling (overgenomen uit het handboek bondscompetitie ) 4. Ploegopgave / Invallersregeling Dit hoofdstuk betreft bepalingen ten aanzien van: 4.1 de ploegopgaven (Art. E14); 4.2 het spelen voor meer dan één ploeg (Art. E19) Noot: De Bonds- en Regiocompetities voor jeugd en senioren worden elk in elkaars verlengde als één competitie beschouwd. 4.1 Ploegopgave De verenigingen moeten voor de start van de competitie aan de competitieleider(s) een ploegopgave doen van namen en startnummers van spelers(sters) voor elk team dat in de competitie gaat uitkomen op een programma nog aan te wijzen Minimum aantal spelers Een vereniging welke deelneemt aan de competitie moet per ploeg minimaal 9 vaste spelers(sters) opgeven. Indien meer spelers worden opgegeven voor een team, worden zij geacht deel uit te maken als vaste speler van de ploegopgave van het betreffende team, indien aangeklikt in SVS als basisspeler. Bij de D en E jeugd 5 5 is dit aantal minimaal Wijziging ploegopgave De ploegopgave kan maandelijks worden gewijzigd. Een verzoek tot wijzigen dient schriftelijk te worden ingediend op de daarvoor bestemde formulieren bij het bondsbureau. Een wijziging van de ploegopgave gaat in, mits hiervoor toestemming wordt verleend door de competitieleider, na het verstrijken van een gehele maand gerekend vanaf de datum waarop het verzoek tot wijzigen bij de competitieleider is ontvangen. Komen in de ploegopgaven namen van spelers(sters) voor waarvan bekend is dat zij in het tijdvak waarvoor de opgave geldt, niet of slechts zelden aan wedstrijden zullen deelnemen, dan wordt de betrokken vereniging een boete opgelegd Vaste spelers op de ploegopgave Indien één van de vaste (totaal 9) spelers(sters) wordt teruggeplaatst naar een lagere ploeg, dan dient deze speler(ster) direct te worden vervangen door een nieuwe vaste speler(ster). Een teruggeplaatste speler mag tijdens de resterende duur van de competitie niet meer invallen in een hogere ploeg. Er zullen dus altijd minimaal 9 vaste spelers(sters) op de ploegopgave moeten staan. Vaste spelers dienen in de eerste helft van de competitie minimaal 4x voor de betreffende ploeg te zijn uitgekomen Spelers die niet op een ploegopgave staan Niet in de ploegopgave voorkomende spelers(sters) worden geacht te zijn opgegeven voor de laagste verenigingsploeg in de betreffende leeftijdscategorie die aan de competitie deelneemt. Toelichting Een speler in de senioren leeftijd, die niet een ploegopgave staat opgegeven wordt geacht te behoren bij het laagste seniorenteam. Deze speler mag uiteraard uitkomen in een hoger seniorenteam maar dan geldt de invallersregeling zoals vermeld onder (zie ook punt 4.2.5) Een speler in de jeugd leeftijd, die niet in een ploegopgave staat opgegeven wordt geacht te behoren bij het laagste team in zijn leeftijdscategorie waarin deze mag uitkomen. (Dit kan dus het laagste senioren team zijn) 4.2 Algemene bepalingen voor het spelen voor meer dan één ploeg (Art. E19) Speler en vereniging Een speler(ster) mag in de competitie slechts spelen in een ploeg van een vereniging waarvan de speler(ster) lid is Uitkomen in een lagere ploeg Het is niet toegestaan om voor een lagere ploeg uit te komen dan waarvoor men is opgegeven. Handboek Waterpolocompetitie blad 11 van 23

12 4.2.3 Invallen in een hogere ploeg Een speler(ster), opgegeven voor een bepaalde ploeg, mag maximaal vijf maal in (een) hoger(e) ploeg(en) in dezelfde leeftijdscategorie invallen, zonder het recht te verliezen uit te komen in de ploeg waarvoor hij/zij als vaste speler(ster) is opgegeven Vastspelen in een hogere ploeg Indien een speler(ster) meer dan vijf maal heeft deelgenomen aan één of meer wedstrijden van een hogere ploeg dan waarin hij/zij is opgegeven, mag hij/zij niet meer deelnemen aan wedstrijden van de ploeg waarin hij/zij is opgegeven. Dan wordt hij/zij aangemerkt als vaste speler van een hogere ploeg. De wedstrijden gespeeld in een opvolgend hogere ploeg blijven aangemerkt worden als gespeeld in een hogere ploeg. Toelichting Voorbeeld 1: een speler uit heren 6, heeft 1 keer ingevallen in heren 3, 2 keer in heren 4 en 2 keer in heren 5. Hij is dus 5 keer ingevallen in een hoger team en mag dan nog steeds spelen in heren 6. Vervolgens valt deze speler toch nog 1 keer in bij een hoger team maar nu in heren 2. Deze speler is dan 6 keer ingevallen in een hoger team. Daarna mag deze speler niet meer in heren 6 spelen, maar nog wel in heren 5. De invalbeurten in heren 2 (1x), 3 (1x)en 4 (2x) blijven gewoon staan! Deze speler mag dus nog 1 keer invallen in heren 1, 2, 3 of 4 en dan nog steeds spelen in heren 5. Voorbeeld 2: een speler bij een vereniging met 6 herenteams die niet in de ploegopgave voorkomt van een van de zes teams. Deze speler is geacht te zijn opgegeven in heren 6. Deze speler speelt 6 keer mee met heren 1. Hij mag daarna in geen enkel ander team dan heren 1 spelen Invallersregeling senioren Voor alle spelers opgegeven in de ploegopgave voor een seniorenteam geldt als invallersregeling de bepaling in hoofdstuk en met de volgende aanvulling Jeugdspelers uit de leeftijdscategorie A en B en C die zijn opgegeven in de ploegopgave van een seniorenteam mogen altijd blijven spelen in het team waarvoor zij zijn opgegeven. Toelichting: Indien een jeugdspeler staat opgegeven bij Heren 5 en vervolgens invalt in heren 1 (4x) en heren 2 (2x) mag nog steeds uitkomen in Heren 5. Hij mag echter niet meer spelen in Heren 3 en Leeftijdsindeling Binnen de invallersregeling voor de jeugd wordt gewerkt met de volgende leeftijdsindeling: A-jeugd (o.19 jaar) geboren in 1998 en 1999 B-jeugd (o.17 jaar) geboren in 2000 en 2001 C-jeugd (o.15 jaar) geboren in 2002 en 2003 D-jeugd (o.13 jaar) geboren in 2004 en 2005 E-jeugd (o.11 jaar) geboren in 2006 en 2007 F-jeugd (o. 9 jaar) geboren in 2008 en Invallen in een hogere ploeg Algemeen - Voor alle spelers opgegeven in de ploegopgave voor een jeugdteam geldt als invallersregeling de bepaling in hoofdstuk en met de volgende aanvullingen - Jeugdspelers mogen nooit uitkomen in een lagere leeftijdscategorie dan waartoe zij behoren. - Een jeugdspeler mag, in zijn eigen leeftijdscategorie, nooit in een lager team uitkomen dan in het team waarvoor hij staat opgegeven. - Indien jeugdspelers worden opgegeven in een hogere leeftijdscategorie dan gelden de regels van hun eigen leeftijdscategorie - Wedstrijden die jeugdspelers invallen in de seniorencompetitie tellen niet mee voor het aantal hoger gespeelde wedstrijden binnen de jeugdcompetitie Toelichting: Een speler opgegeven in C2 mag invallen bij de A en B-jeugd en het C1 team uiteraard met in acht name van en Hij mag dus niet invallen in het C3 team. Handboek Waterpolocompetitie blad 12 van 23

13 A en B- jeugd Deze spelers mogen invallen in de senioren competitie zonder het recht te verliezen uit te komen in het team waarvoor zij in de ploegopgave staan vermeld. Bij het uitkomen in de seniorencompetitie vallen de jeugdspelers onder de regeling vermeld in en Toelichting: Indien een B- jeugdspeler bijv. 4x invalt in Heren 1 en 2 keer in Heren 2, dan mag hij blijven uitkomen voor het B -team maar mag hij niet meer spelen in Heren 3 of lager. C- jeugd Deze spelers mogen invallen in de A en B jeugdcompetitie en de seniorencompetitie zonder het recht te verliezen uit te komen in het team waarvoor zij in de ploegopgave (C- jeugd) staan vermeld. Bij het uitkomen in de A en B competitie vallen de jeugdspelers onder de regeling vermeld in en Toelichting: Indien een C- jeugdspeler 6x invalt in bij de A- jeugd dan mag hij blijven uitkomen voor zijn eigen C- team maar mag hij niet meer spelen in de B- jeugd. D, E en F- jeugd Jeugdspelers uit de D, E en F -categorie mogen maximaal één leeftijdscategorie hoger spelen dan ze op grond van hun leeftijd zijn. Deze regeling is opgenomen ter bescherming van hele jonge spelers. Toelichting: Een speler uit de F -categorie (onder 9), mag niet invallen in de D -categorie (onder 13) ook al heeft een vereniging geen team in de E- categorie. 5.3 Dispensatie voor jeugdspelers De waterpolocommissie/competitieleider van Bond, Regio kan dispensatie verlenen aan spelers(sters) voor deelname aan wedstrijden van een hogere leeftijdscategorie dan waar deze spelers(sters) op grond van artikel 5.1 en 5.2 zouden mogen invallen. Voor het verlenen van dispensatie gelden de volgende regels: - De dispensatie dient schriftelijk aangevraagd te worden bij de betreffende waterpolocommissie/competitieleider; - Er dient een verklaring van de ouder(s) worden meegestuurd dat zij hier mee instemmen. - Spelen in een hogere leeftijdscategorie mag eerst nadat de dispensatieaanvraag is goedgekeurd. U vindt een schematische weergave van de invallersregeling op bladzijde 24 Handboek Waterpolocompetitie blad 13 van 23

14 Bijlage 3 Promotie / degradatieregeling Promotie-/degradatieregeling Dames Bond 2 e klasse (3 x 12 ploegen) Nummer 11 en 12 degraderen naar de Regiocompetities. Regio D1 (1 x 12 ploegen) 1. De nr. 1 promoveert naar de 2 e klasse van de bondscompetitie. 2. Indien nodig promoveert ook de nr De nr. s 11 en 12 degraderen naar D2 4. Afhankelijk van aantal degraderende teams uit de bond kunnen er meer teams degraderen. D2 (2 x 12 ploegen) 1. De nr. 1 van iedere afdeling promoveert naar de afd. D1. 2. De nr.'s 11 en 12 degraderen naar D3 3. Indien nodig om de afd. D1 compleet te houden op 12 teams kunnen er meerdere teams promoveren 4. Er degraderen, indien noodzakelijk, meerdere ploegen om er voor te zorgen dat de 2e klasse bestaat uit 2 afdelingen met ieder 12 ploegen D3 (? x 10 ploegen) 1. De nr. 1 van iedere afdeling promoveert naar de afd. D2. 2. Indien nodig om de afd. D2 compleet te houden op 12 teams kunnen er meerdere teams promoveren. Promotie-/degradatieregeling Heren Bond 3e Klasse ( 4 x 12 ploegen) Bond reserve 2 e klasse (4 x 12 ploegen) De nummers 11 en 12 degraderen naar de Regiocompetities. Regio H1 (standaard 1 x12 ploegen) 1. De nr. 1 promoveert naar de 2 e klasse van de bondscompetitie. 2. Indien nodig promoveert ook de nr De nr. s 11 en 12 degraderen naar D2 4. Afhankelijk van aantal degraderende teams uit de bond kunnen er meer teams degraderen. H1R (reserve 1 x 12 ploegen) 1. De nr. 1 promoveert naar de 2e klasse reserve klasse van de bondscompetitie. 2. Indien nodig promoveert ook de nr De nr. s 11 en 12 degraderen naar H2 4. Afhankelijk van aantal degraderende teams uit de bond kunnen er meer teams degraderen. H2 (2 x 12 ploegen, zowel standaard als reserve ploegen) 1. De hoogste geëindigde standaard ploeg uit zowel H2A als uit H2B promoveert naar de standaard 1 e klasse 2. De hoogst geëindigde reserve ploeg uit zowel H2A als uit H2B promoveert naar de reserve 1e klasse 3. Er promoveren, indien noodzakelijk, meerdere standaard ploegen om er voor te zorgen dat de 1e standaard klasse bestaat uit een afdeling met 12 ploegen. Bij een oneven aantal te promoveren teams zal er een promotiewedstrijd worden gespeeld. 4. Er promoveren, indien noodzakelijk, meerdere reserve ploegen om er voor te zorgen dat de 1e reserve klasse bestaat uit een afdeling met 12 ploegen. Bij een oneven aantal te promoveren teams, zal er een promotiewedstrijd worden gespeeld 5. De nr. s 11 en 12 van iedere afdeling degraderen naar H3 6. Er degraderen, indien noodzakelijk, meerdere ploegen om er voor te zorgen dat de 2e klasse bestaat uit 2 afdelingen met ieder 12 ploegen. Bij een oneven aantal te degraderen teams, zal er een beslissingswedstrijd worden gespeeld. Handboek Waterpolocompetitie blad 14 van 23

15 H3 (4 x 10 ploegen, zowel standaard als reserve ploegen) 1. De nr. s 1 van iedere afdeling promoveren naar de afd. H2. 2. Er promoveren, indien noodzakelijk, meerdere ploegen om er voor te zorgen dat de 2e klasse bestaat uit 2 afdelingen met 12 ploegen. De volgorde wordt bepaald door het spelen van beslissingswedstrijden tussen ploegen die in hun afdeling op gelijke plaats zijn geëindigd in de eindstand (bv nr.'s 2 van alle H3) 3. De nr. s 9 en 10 van iedere afdeling degraderen naar H4. 4. Er degraderen, indien noodzakelijk, meerdere ploegen om er voor te zorgen dat de 3e klasse bestaat uit 4 afdelingen met ieder 10 ploegen De volgorde wordt bepaald door te spelen beslissingswedstrijden. H4 1. De nr. s 1 van iedere afdeling promoveren naar de afd. H3 2. Er promoveren, indien noodzakelijk, meerdere ploegen om er voor te zorgen dat de 3e klasse bestaat uit 4 afdelingen met 10 ploegen. De volgorde wordt bepaald door het spelen van beslissingswedstrijden tussen ploegen die in hun afdeling op gelijke plaats zijn geëindigd in de eindstand (bv nr. s. 2 van alle H4) Alle beslissingswedstrijden worden gespeeld op zaterdag 13 mei 2017 Jeugd In alle kampioensafdelingen is de nr. 1 kampioen. Bij de D5 en E5 klassen spelen de kampioenen om het Regio kampioenschap op zaterdag 13 mei 2017 Wanneer een team weigert om te spelen op de aangegeven datum, wordt het uit de competitie gehaald en is art 12.6 van het handboek waterpolocompetitie van toepassing Handboek Waterpolocompetitie blad 15 van 23

16 Bijlage 4 Protocol voor het ontvangen en begeleiden van waterpoloscheidsrechters en rapporteurs door de organiserende vereniging Algemeen Het protocol dient nageleefd te worden. Indien de organiserende vereniging nalatig is in deze, zullen de scheidsrechters een aantekening maken op het wedstrijdformulier en de eventueel door de scheidsrechter(s) gemaakte kosten kunnen tot een max. bedrag van 7,50 in rekening worden gebracht bij de vereniging. Protocol a. Bij aankomst in de accommodatie van de organiserende vereniging meldt de scheidsrechter zich voor de aanvang van de wedstrijd bij de organiserende vereniging. b. Door een vertegenwoordiger(ster) van de organiserende vereniging wordt de scheidsrechter welkom geheten en wordt hem/haar een consumptie aangeboden. Deze vertegenwoordiger(ster) blijft beschikbaar als aanspreekpunt voor de scheidsrechter gedurende diens verblijf in de accommodatie van de organiserende vereniging. c. Indien de scheidsrechter zijn/haar partner heeft meegenomen krijgt deze door de organiserende vereniging een (gratis) plaats in het zwembad aangeboden. d. De organiserende vereniging wijst de scheidsrechter, waar dit mogelijk is, een eigen kleedruimte toe (geen ruimte waar de ploegen ook gebruik van maken). e. Tijdens iedere wedstrijd krijgt de scheidsrechter door de organiserende vereniging een consumptie aangeboden. f. Na afloop van diens laatste wedstrijd krijgt de scheidsrechter door de organiserende vereniging een consumptie en een broodje (of iets dergelijks) aangeboden. g. Wanneer de scheidsrechter met het openbaar vervoer reist en hij/zij de vereniging verzoekt hem/haar af te halen en terug te brengen van/naar het station verleent de organiserende vereniging hierbij haar medewerking. Handboek Waterpolocompetitie blad 16 van 23

17 Bijlage 5 Protocol hoe verder te gaan bij gestaakte wedstrijden 1. Bij gestaakte wedstrijden moet, in die gevallen waar een klacht als gevolg van een vorm van wangedrag is ingediend, de tuchtcommissie / tuchtrechter eerst een uitspraak doen. 2. Naar aanleiding van de uitspraak van de tuchtcommissie / tuchtrechter zal de commissie competitie zaken van het Regio een beslissing nemen omtrent het al dan niet over- of uitspelen van de betreffende wedstrijd. 3. Wanneer winst niet meer mogelijk is, kan worden besloten het over- of uitspelen achterwege te laten. Hiervan is bijvoorbeeld sprake wanneer er met nog enkele minuten te spelen een stand op het scorebord staat met een groot verschil in doelpunten tussen beide ploegen. 4. De startsituatie van het uitspelen van een wedstrijd wordt bepaald door de commissie competitie zaken. De competitieleider schrijft het reeds gespeelde deel van de wedstrijd uit op het wedstrijdformulier. 5. De spelers(sters) welke oorspronkelijk aan de wedstrijd hebben deelgenomen, dienen, indien zij aan het restant van de wedstrijd deelnemen, hetzelfde capnummer te dragen (de spelersopgave wordt bijgeleverd). 6. Een UMV en/of een UMV/4 in de gestaakte wedstrijd blijven gehandhaafd bij de uit of over te spelen wedstrijd. Spelers(sters) met een UMV of UMV/4 mogen ook niet door nieuwe spelers(sters) worden vervangen. De spelers(sters) met een UMV of UMV/4 moeten dus uitdrukkelijk op het wedstrijdformulier worden opgenomen. Dit wil zeggen dat als er een UMV of UMV/4 is gevallen, een wedstrijd nooit met meer dan 12 spelers(sters) kan worden gespeeld. 7. Op het door de competitieleider reeds gedeeltelijk ingevulde wedstrijdformulier dienen alleen nog de namen van de spelers en het restant van de kolom wedstrijdverloop te worden ingevuld. 8. De scheidsrechters dienen de brief/instructie van de commissie competitie zaken naar de wedstrijd mee te nemen en zo nodig aan de ploegen te laten zien/lezen. Ook de betrokken verenigingen worden in een brief geïnformeerd hoe de wedstrijd moet worden voortgezet. Handboek Waterpolocompetitie blad 17 van 23

18 Bijlage 6 Protocol hoe verder te gaan bij uitspraak na protest 1. Bij wedstrijden met een protest moet de protestcommissie een uitspraak doen. 2. Naar aanleiding van de uitspraak van de protestcommissie zal de commissie competitie zaken van het Regio een beslissing nemen omtrent het al dan niet over- of uitspelen van de betreffende wedstrijd. 3. Wanneer winst niet meer mogelijk is, kan worden besloten het over- of uitspelen achterwege te laten. Hiervan is bijvoorbeeld sprake wanneer er met nog enkele minuten te spelen een stand op het scorebord staat met een groot verschil in doelpunten tussen beide ploegen. 4. De startsituatie van het uitspelen van een wedstrijd wordt bepaald door de commissie competitie zaken. De competitieleider schrijft het reeds gespeelde deel van de wedstrijd uit op het wedstrijdformulier. 5. De spelers(sters) welke oorspronkelijk aan de wedstrijd hebben deelgenomen, dienen, indien zij aan het restant van de wedstrijd deelnemen, hetzelfde capnummer te dragen (de spelersopgave wordt bijgeleverd) 6. Een UMV en/of een UMV/4 blijven gehandhaafd bij de uit of over te spelen wedstrijd. Spelers(sters) met een UMV of UMV/4 mogen ook niet door nieuwe spelers(sters) worden vervangen. De spelers(sters) met een UMV of UMV/4 moeten dus uitdrukkelijk op het wedstrijdformulier worden opgenomen. Dit wil zeggen dat als er een UMV of UMV/4 is gevallen, een wedstrijd nooit met meer dan 12 spelers/sters kan worden gespeeld. 7. Op het door de competitieleider reeds gedeeltelijk ingevulde wedstrijdformulier dienen alleen nog de namen van de spelers en het restant van de kolom wedstrijdverloop te worden ingevuld 8. De scheidsrechters dienen de brief/instructie van de commissie competitie zaken naar de wedstrijd mee te nemen en zo nodig aan de ploegen te laten zien/lezen Ook de betrokken verenigingen worden in een brief geïnformeerd hoe de wedstrijd moet worden voortgezet. Handboek Waterpolocompetitie blad 18 van 23

19 Bijlage 7 Overzicht administratieve heffingen Administratieve heffingen n.a.v. de bepalingen Art. 6.1 Ontbreken geldige legitimatiekaart (max. 3x per team) 9,30 Art. 7.1 Te laat inzenden inschrijfformulier 45,00 Art. 8.1 Terugtrekken uit de competitie na 30 april ,25 Art. 9.4 Te laat inzenden van het badrooster 45,00 Art Wijzigen van wedstrijden 25,00 Art Wijzigen aanvangsuur van wedstrijden 25,00 Art Niet tijdig inzenden ploegopgave (wekelijks per team) 9,30 Art Te laat aanvangen wedstrijd 9,30 Art Niet opkomen 42,25 Art Niet tijdig vaststellen van een wedstrijd (wekelijks per team) 10,00 Art Niet tijdig doorgeven uitslagen (wekelijks per team) 9,30 Ontbreken van bevoegde juryleden (per jurylid) 9,30 Ontbreken van de juiste naam van de scheidsrechter 9,30 Onjuiste ontvangst scheidsrechters en rapporteurs 11,50 Administratieve heffingen n.a.v. bondsreglement E 14.1 Vermelden van spelers in ploegopgave, die niet of zelden zullen spelen 42,25 E 22.8 Ontbreken van de verklaring, dat men akkoord gaat met de leiding als de eigenlijke scheidsrechter niet is opgekomen 9,30 E 35.6 Opkomen met minder dan 7 spelers, maar meer dan 4 spelers; per ontbrekende speler 9,30 Administratieve heffingen opgelegd door de bond E 31.3e Protesten: -afgewezen 37,90 idem wegens vormgebrek 124,55 E 31.6 Omslag afgewezen protesten max. 88,40 Inleggelden regiocompetitie E 26. Inleggeld per team in de afd. D1, D2, H1, Hres. en H2: 525,00 Idem in de afd. H3 360,00 Idem in de afd. D3 en H4 295,00 Idem in de afd. A jeugd 315,00 Idem in de afd. B Jeugd 245,00 Idem in de afd. C Jeugd 215,00 Idem in de afd. D en E Jeugd 90,00 Het vermelden van de oorzaak, het omschrijven, de kennisgeving, het verrekenen van de administratieve heffingen (boetes) zal plaatsvinden door middel van een door de KNZB vastgestelde applicatie. In deze applicatie zal waar mogelijk worden verwezen naar de reglement artikelen van het bondsreglement en het Regioreglement. Waarvan toepassing gelden de bedragen zoals genoemd in de competitiebepalingen van de. Handboek Waterpolocompetitie blad 19 van 23

20 Bijlage 8 Overschrijvingen en Startcombinaties/combiteams (overgenomen uit het handboek bondscompetitie ) Overschrijvingen per 1 juni resp. 1 januari Overschrijvingen dienen te zijn ingediend voor 1 juni van enig jaar. Zie art. C.10 van het KNZB reglement. Voor alle competities geldt dat spelers(sters) per 1 januari van enig jaar mogen worden overgeschreven naar een andere vereniging met de restrictie dat het een vereniging moet zijn welke uitkomt in een andere Regiocompetitie. Een speler(ster) die per 1 januari is overgeschreven mag gedurende de rest van de competitie niet meer uitkomen in de bondscompetitie. Ook mag deze speler(ster) niet uitkomen in de Regiocompetitie indien de overschrijving plaatsvindt tussen 2 verenigingen binnen dezelfde Regio. Overschrijving binnen de bondscompetitie is gedurende het seizoen niet toegestaan. Dispensatie betreffende overschrijvingen wordt verleend in de volgende gevallen: a. Spelers(sters) die per 1 juni zijn overgeschreven naar een nieuwe vereniging, mogen met hun oude vereniging nog deelnemen aan de nog lopende jeugdcompetities en/of N.K. D jeugd, C jeugd, B jeugd en het Ben Planjer toernooi/n.k. A jeugd, indien deze competities en kampioenschappen na 1 juni worden gespeeld. b. Dispensatie voor de overschrijvingsdatum van 1 juni zal worden verleend aan studenten die lid worden van een sportvereniging, welke gelegen is in een universiteitsregio op grote afstand van het oorspronkelijke huisadres. Hierbij moet gedacht worden aan een afstand groter dan circa 30 km en een reistijd van ongeveer 30 á 45 minuten. Tevens dient de student zijn inschrijving aan de desbetreffende HBO of Universitaire opleiding en bewijs van woonachtig te zijn in de desbetreffende plaats van studie tonen. c. Spelers(sters) die zijn uitgekomen in de Eredivisie play off/out-p/d wedstrijden hebben dispensatie voor hun overschrijving tot uiterlijk 1 juli van enig jaar. Startcombinaties en combiteams In het geval dat in de periode vóór 1 mei 2016 verenigingen een startgemeenschap aangaan moet een indeling plaatsvinden die recht doet aan de sterkte van de ploegen. In overleg tussen het Bondsbureau en de competitieleider(s) van het betrokken Regio dient hiervoor een passende oplossing te worden gevonden, die een afwijking van de gepubliceerde promotie-/degradatieregeling niet uitsluit. Handboek Waterpolocompetitie blad 20 van 23