Tijdschrift voor Familie- en Jeugdrecht, De Erfrechtverordening: één bevoegde autoriteit en één toepasselijk recht

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Tijdschrift voor Familie- en Jeugdrecht, De Erfrechtverordening: één bevoegde autoriteit en één toepasselijk recht"

Transcriptie

1 Tijdschrift voor Familie- en Jeugdrecht, De Erfrechtverordening: één bevoegde autoriteit en één toepasselijk recht 4 Vakliteratuur Gerelateerde documenten zoeken... Vindplaats: FJR 2013/26 Bijgewerkt tot: Auteur: Mr. A.M.E. Giuliano1 De Erfrechtverordening: één bevoegde autoriteit en één toepasselijk recht Samenvatting De Erfrechtverordening maakt een einde aan de grote verscheidenheid aan IPRerfrecht in de Europese Unie. Het uitgangspunt van de Erfrechtverordening is dat één bevoegde autoriteit aan de hand van één toepasselijk recht over de erfopvolging beslist. Hierdoor kan sneller en eenvoudiger een grensoverschrijdende nalatenschap worden afgewikkeld. 1.Inleiding Op 4 juli 2012 is Verordening (EU) nr. 650/2012 betreffende de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen en de aanvaarding en de tenuitvoerlegging van authentieke akten op het gebied van erfopvolging, alsmede betreffende de instelling van een Europese erfrechtverklaring (hierna: Erfrechtverordening) vastgesteld.2 Ruim 2,5 jaar was er nodig om het door de Europese Commissie op 14 oktober 2009 geïntroduceerde voorstel voor een Erfrechtverordening om te vormen tot een definitieve tekst. Hieraan vooraf ging een lang proces van voorbereiding om tot een voorstel voor een Europese regeling op het terrein van het internationaal erfrecht te komen.3 Nu is de Verordening een feit. De inwerkingtreding van de Verordening zal harmonisatie van internationale privaatrechtregels op het terrein van het erfrecht in alle lidstaten van de Europese Unie teweegbrengen. Althans, de Verordening zal op 17 augustus 2015 toepassing vinden in alle lidstaten van de Europese Unie met uitzondering van Denemarken, het Verenigd Koninkrijk en Ierland.4

2 De Verordening regelt de rechtsmacht, het toepasselijk recht, de erkenning en tenuitvoerlegging van gerechtelijke beslissingen alsook de aanvaarding en de tenuitvoerlegging van authentieke akten en gerechtelijke schikkingen. Daarnaast introduceert de Verordening een nieuw instrument: de Europese erfrechtverklaring. Met de Erfrechtverordening wordt een einde gemaakt aan de grote verscheidenheid aan IPR-erfrecht in Europa. Dit was nodig, omdat de lidstaten van de Europese Unie (EU) niet alleen een grote diversiteit aan materieelrechtelijke erfrechtregels kennen, maar ook aan erfrechtelijke conflictregels en regels betreffende internationale bevoegdheid. Deze uiteenlopende regels bemoeilijken het afwikkelen van een grensoverschrijdende nalatenschap en zorgen soms voor rechtsonzekerheid: het toepassen van verschillende conflictregels op bestanddelen van de nalatenschap, kan resulteren in verschillende erfrechtelijk aanspraken zodat niet duidelijk is wie uiteindelijk wat krijgt.5 Bovendien is niet altijd duidelijk wie bevoegd is om uitspraak te doen over de nalatenschap. Soms zijn meerdere autoriteiten bevoegd, wat kan leiden tot conflicterende beslissingen, en in enkele gevallen acht niemand zich bevoegd om een beslissing te geven. Aan het nut van en de noodzaak voor de Erfrechtverordening hoeft daarom niet te worden getwijfeld.6 De belangrijkste doelstelling van de Erfrechtverordening is om de afwikkeling van grensoverschrijdende nalatenschappen te vereenvoudigen en te versnellen. Erfgenamen moeten nu vaak in verschillende lidstaten erfrechtprocedures starten voor de afwikkeling van de nalatenschap. Dit zorgt niet alleen voor langdurige procedures, maar ook voor hoge kosten. Uit onderzoek van de Europese Commissie is gebleken dat jaarlijks 4,5 miljoen nalatenschappen openvallen in de EU, hiervan heeft 10% een internationale dimensie. Dit betekent dat er jaarlijks grensoverschrijdende nalatenschappen openvallen in de EU.7 Om haar doelstelling te bereiken, is het uitgangspunt van de Verordening: één bevoegde autoriteit en één toepasselijk recht. Dit is de hoofdregel. Echter, zoals vaker bij de totstandkoming van een internationaal rechtsinstrument blijkt, was het nodig om hierop enkele uitzonderingen te formuleren. In deze bijdrage geef ik allereerst een korte schets van de hoofdregel en de uitwerking hiervan in de Verordening. Daarna bespreek ik de belangrijkste afwijkende regelingen, de daaraan ten grondslag liggende redenen en, daar waar relevant, hoe hiermee kan worden omgegaan in de rechtspraktijk. Ik sluit af met een conclusie. 2.Hoofdregel van de Erfrechtverordening De hoofdregel van de Verordening is uitgewerkt in hoofdstuk II en hoofdstuk III van de Verordening en betreft dus zowel de bevoegdheid als het toepasselijke recht.8 Ik ga

3 hierna eerst in op de bevoegdheid. Nadat in hoofdstuk I het toepassingsgebied van de Verordening is omschreven (artikel 1) en enkele definities zijn opgenomen (artikel 3), wijst de Verordening de autoriteit aan die bevoegd is. Artikel 4 bepaalt hiertoe dat de gerechten van de lidstaat waar de erflater op het tijdstip van overlijden zijn gewone verblijfplaats had, bevoegd zijn om uitspraak te doen over de erfopvolging. De aanknopingsfactor voor het vaststellen van het bevoegde gerecht is derhalve de gewone verblijfplaats van de erflater. Dezelfde aanknopingsfactor geldt voor het toepasselijke recht. Uit artikel 21 volgt dat de Verordening ook een rechtskeuze toestaat, waarover hierna meer. In het voorstel van de Europese Commissie was de gewone verblijfplaats al als algemene aanknopingsfactor aangewezen. Niet alle lidstaten waren gecharmeerd van deze keuze voor de gewone verblijfplaats. Enkele lidstaten waren tijdens de raadswerkgroepen in Brussel zelfs fel pleitbezorger van de nationaliteit als aanknopingsfactor voor het toepasselijke recht. Andere lidstaten wilden in eerste instantie alleen instemmen met de gewone verblijfplaats als hiervoor een definitie in de Verordening werd opgenomen. Aan het opnemen van dit aanknopingspunt in de definitieve tekst van de Verordening, zijn dan ook vele discussies in Brussel voorafgegaan. Uiteindelijk heeft de meerderheid van de lidstaten hiermee ingestemd. Om deze meerderheid te bereiken was een compromis nodig. Dit compromis betreft de terugvaloptie in artikel 21 lid 2, inhoudende dat bij wijze van uitzondering, als blijkt dat de erflater op het tijdstip van overlijden een kennelijk nauwere band had met een andere staat dan de staat van zijn gewone verblijfplaats, het recht van die andere staat van toepassing is op de erfopvolging. Deze uitzonderingsbepaling is een tegemoetkoming aan enerzijds de lidstaten die de nationaliteit wensten als aanknopingspunt voor het toepasselijke recht en anderzijds aan de lidstaten die een oplossing wilden voor de situatie dat er geen gewone verblijfplaats zou kunnen worden aangewezen. In overweging 24 wordt daarnaast nog deels tegemoetgekomen aan de wens van veel lidstaten om het begrip gewone verblijfplaats te definiëren. Er worden hierin enkele voorbeelden gegeven van situaties waarin het lastig kan zijn om de gewone verblijfplaats vast te stellen, waarmee enige handvatten worden gegeven om alsnog tot een vaststelling van de gewone verblijfplaats te komen. Wat houdt nu eigenlijk de algemene bevoegdheidsregel van art. 4 Verordening in? De Engelsen zouden zeggen: there is more than meets the eye.

4 De enkele lezing van artikel 4 zonder daarbij de bedoeling van hoofdstuk II en de bredere context van de Verordening te betrekken, zou kunnen leiden tot ongewenste interpretaties. Daarom twee kanttekeningen. Allereerst is het van belang om te weten dat met de term gerecht in de Verordening niet alleen een gerechtelijke autoriteit wordt bedoeld. Uit artikel 3 lid 2 blijkt dat onder het begrip gerecht ook andere autoriteiten of juridische beroepsbeoefenaren, zoals notarissen, kunnen worden verstaan. In rechtsoverweging 20 wordt toegelicht waarom voor een bredere definitie van gerecht is gekozen. Hierin valt te lezen dat het oprekken van het begrip gerecht in de Verordening nodig was om rekening te houden met de erfrechtstelsels van bepaalde lidstaten: om te waarborgen dat bepaalde autoriteiten in lidstaten, die belast zijn met erfrechtelijke kwesties, hun taken ook bij toepassing van de Verordening kunnen uitoefenen. Gedacht kan worden aan functionarissen die conform hun nationale recht gerechtelijke taken uitoefenen, zoals notarissen in Hongarije, Oostenrijk, Roemenië, Slowakije en Tsjechië of griffiers in Portugal wanneer zij een inventaris van de goederen van de nalatenschap moeten opmaken. Of aan personen die krachtens volmacht gerechtelijke taken vervullen, zoals een persoon (meestal een advocaat) die in Finland of Zweden op aanwijzing van de rechter overgaat tot verdeling van de nalatenschap.9 Een volledig overzicht van personen en autoriteiten in de lidstaten die onder de definitie van gerecht vallen, wordt nog bekendgemaakt door de Europese Commissie.10 De tweede kanttekening is, dat voor een goed begrip van artikel 4 in gedachten dient te worden gehouden dat de verwijzing naar het gerecht van de gewone verblijfplaats van de erflater niet uitsluit dat notarissen, die niet onder de definitie van gerecht vallen, in opdracht van erfgenamen tot afwikkeling van de nalatenschap kunnen overgaan. De bevoegdheidsregels van hoofdstuk II zijn niet op notarissen, zoals wij die in Nederland kennen, van toepassing. Met andere woorden de Verordening laat de bevoegdheden van notarissen in een lidstaat onverlet.11 Met de aanwijzing van een bevoegde autoriteit in hoofdstuk II, wordt slechts de aanwijzing van een gerecht in brede zin bedoeld. Naast het bevoegde gerecht kunnen notarissen (zonder gerechtelijke functie) altijd, voor zover hun nationale recht dat toelaat, een nalatenschap afwikkelen. Voor een eenvoudige en snelle afwikkeling van een grensoverschrijdende nalatenschap is naast het aanwijzen van één bevoegde autoriteit van belang dat deze autoriteit slechts één recht hoeft toe te passen. Bij voorkeur past deze autoriteit zijn nationale recht toe, aangezien hij daarmee het meest bekend zal zijn en hierop bovendien de nationale procedureregels het beste aansluiten. Om dit mogelijk te maken is als algemene regel voor het toepasselijke recht ook de gewone verblijfplaats als

5 aanknopingsfactor aangewezen. De keuze voor eenzelfde aanknopingsfactor als die voor rechtsmacht bevordert namelijk dat de bevoegde autoriteit het eigen erfrecht kan toepassen. Hierbij sluit aan de keuze voor het eenheidsstelsel in plaats van het splitsingsstelsel. Dit houdt in dat de vererving van onroerende en roerende bestanddelen van het nalatenschapsvermogen door hetzelfde recht worden beheerst. In lijn hiermee lag het eveneens voor de hand dat het toepasselijke recht zowel de vererving als de afwikkeling van de nalatenschap beheerst. In ons recht gelden momenteel afzonderlijke verwijzingsregels voor de vererving en de afwikkeling van de nalatenschap. Dit onderscheid zal met het van toepassing zijn van de Verordening uiteraard komen te vervallen. De Verordening geeft ook de mogelijkheid om een rechtskeuze te maken en daarmee af te wijken van het recht van de gewone verblijfplaats. Deze keuzemogelijkheid is echter beperkt. Artikel 22 biedt de erflater de mogelijkheid om te kiezen voor het recht van zijn nationaliteit als het recht dat zijn erfopvolging beheerst.12 De reden voor deze beperkte rechtskeuze ligt in de wens van de meerderheid van de lidstaten (vooral landen als België, Frankrijk, Portugal en de Oost-Europese landen) om de legitieme portie te beschermen.13 De Verordening bepaalt dus dat één recht de erfopvolging zal beheersen vanaf het openvallen van de nalatenschap totdat de eigendom van de bestanddelen van de nalatenschap op de rechthebbenden is overgegaan. Het toepasselijke recht is het recht dat de erflater heeft gekozen of bij gebreke van een rechtskeuze het recht van de gewone verblijfplaats van de erflater. De Verordening zorgt er in de toekomst voor dat de meeste grensoverschrijdende nalatenschappen in één lidstaat kunnen worden afgewikkeld aan de hand van één enkel recht. De hoofdregel van artikel 4 (bevoegdheid) en artikel 21 (toepasselijk recht) zal echter niet in alle grensoverschrijdende nalatenschappen tot het gewenste resultaat leiden. Soms botsen erfrechtelijke systemen en is coördinatie tussen deze systemen nodig om de erfopvolging goed te laten verlopen. Ook kan te strikte toepassing van de hoofdregel ertoe leiden dat erfgenamen bij geen enkele autoriteit terecht kunnen voor de afwikkeling van de nalatenschap. Dit zal zich vooral voordoen als de bevoegde autoriteit zich in een derde staat bevindt. Om ook in die erfrechtzaken een eenvoudige afwikkeling mogelijk te maken, zijn enkele uitzonderingsregels geformuleerd. Allereerst bespreek ik de bepalingen die een goede coördinatie tussen de diverse erfrechtstelsels mogelijk maken, daarna de bepalingen die zorgen voor coördinatie tussen het recht van lidstaten en dat van derde staten en tot slot twee uitzonderingen op het toepasselijke recht om botsing met (dwingendrechtelijke) nationale erfrechtbepalingen te voorkomen.

6 3.Coördinatie tussen de diverse erfrechtstelsels In de lidstaten van de EU bestaan grote onderlinge verschillen tussen de erfrechtsystemen en de autoriteiten die zich met de erfopvolging bezighouden. De grootste verschillen bestaan tussen de lidstaten die een gerechtelijke afwikkeling van de nalatenschap kennen en de lidstaten die een buitengerechtelijke afwikkeling, door notarissen, kennen. Daarnaast bestaan er nog gemengde systemen, zoals notarissen die naar nationaal recht rechterlijke bevoegdheden uitoefenen of personen die bij volmacht een gerechtelijke taak vervullen. Het opnemen van enkele regels om de verschillen tussen deze systemen te coördineren, was daarom geen overbodige luxe. Vragen die tijdens de onderhandelingen over de Erfrechtverordening zijn gerezen bij de aanwijzing van één bevoegde autoriteit waren bijvoorbeeld: Welke autoriteit zou het meest aangewezen zijn om te beslissen over de erfopvolging? Moet dit altijd een gerecht zijn? En zo nee, moeten notarissen ook onderworpen worden aan de bevoegdheidsregels van hoofdstuk II? Een oplossing werd uiteindelijk gevonden door in de Verordening een onderscheid te maken tussen een gerechtelijke en buitengerechtelijke afwikkeling van nalatenschappen. Om recht te doen aan de verschillende erfrechtstelsels van de lidstaten, zouden zowel gerechten als notarissen hun functies moeten kunnen blijven uitoefenen in grensoverschrijdende nalatenschappen. Door een ruimere definitie van gerecht in de Verordening op te nemen, konden de gemengde systemen waarbij sprake was van het uitoefenen van gerechtelijke taken door derden, al dan niet bij volmacht, ook onder de noemer gerechtelijke systemen worden geschaard. Zo ontstond een tweedeling, waarbij de bevoegdheidsregels slechts van toepassing zijn op gerechten, personen of autoriteiten die rechterlijke bevoegdheden uitoefenen en niet op notarissen, zoals wij die in Nederland kennen. Voor een goede coördinatie tussen deze twee systemen zijn enkele bijzondere regels opgenomen in de Verordening. Als eerste bespreek ik de mogelijkheid tot het maken van een forumkeuze (artikel 5) en daarmee samenhangend de mogelijkheid tot het beëindigen van een ambtshalve procedure (artikel 8), daarna komt de aanvullende bevoegdheid voor gerechten van de woonplaats van erfgenamen, legatarissen en legitimarissen om daar verklaringen van aanvaarding of verwerping af te leggen aan de orde (artikel 13). Forumkeuze In artikel 5 valt te lezen dat wanneer het door de erflater ten aanzien van de erfopvolging gekozen recht het recht van een lidstaat is, de betrokken partijen overeen kunnen komen dat de gerechten van die lidstaat bij uitsluiting bevoegd zijn om uitspraak te doen over elke aangelegenheid die de erfopvolging betreft.

7 Uit de formulering van artikel 5 blijkt dat niet in alle gevallen een forumkeuze kan worden gemaakt. Partijen kunnen slechts een forumkeuze maken als de erflater een rechtskeuze heeft gemaakt voor het recht van een lidstaat. De partijen die een forumkeuzeovereenkomst kunnen sluiten zijn de gerechtigden tot de nalatenschap onder het toepasselijke recht. Naar Nederlands recht zijn dit de erfgenamen. Zij kunnen overeenkomen om niet het gerecht van de gewone verblijfplaats van de erflater om een beslissing te vragen, maar zich hiervoor tot de rechter te wenden van de lidstaat waarvan het recht is gekozen door de erflater. Het sluiten van een forumkeuzeovereenkomst kan in bepaalde situaties voor erfgenamen wenselijk zijn. Stel de erflater met de Poolse nationaliteit heeft zijn gewone verblijfplaats in Cyprus. In zijn testament is een rechtskeuze opgenomen voor zijn nationale recht. Zijn kinderen wonen in Polen en zijn zijn enige erfgenamen. In dit geval is het voor de erfgenamen eenvoudiger om een beslissing over de nalatenschap te krijgen van de Poolse rechter dan hiervoor een gerechtelijke procedure in Cyprus te starten. Bijkomend voordeel is dat de nalatenschap sneller kan worden afgewikkeld, doordat de bevoegde rechter zijn nationale recht kan toepassen. Artikel 5 biedt echter ook een oplossing in de gevallen dat de rechtskeuze van de erflater ziet op het recht van een lidstaat dat een buitengerechtelijke afwikkeling van de nalatenschap kent. Stel een Nederlandse erflater heeft zijn gewone verblijfplaats in Spanje. Ook hij heeft een rechtskeuze gemaakt en zijn erfgenamen zijn zijn kinderen. In beginsel kunnen de erfgenamen zonder problemen de nalatenschap afwikkelen in Nederland voor een notaris. Mochten er geschillen ontstaan over de afwikkeling waardoor alsnog een beslissing van de rechter moet worden verkregen, dan kan artikel 5 uitkomst bieden. Uiteraard is het verstandiger om in een voorkomend geval vooraf, voordat er een geschil ontstaat, overeen te komen bij welke rechter een beslissing wordt gekregen over een eventueel ontstaan geschilpunt. Dit voorkomt dat er procedures over hetzelfde onderwerp bij verschillende gerechten aanhangig worden gemaakt (in dit voorbeeld is zowel de Nederlandse (artikel 5, 7 of 9) als de Spaanse rechter (artikel 4) bevoegd. Mijns inziens doet een notaris er daarom goed aan om de mogelijkheid tot het maken van een forumkeuzeovereenkomst met de erfgenamen te bespreken. Artikel 5 biedt voornamelijk een oplossing van praktische aard. In de gevallen dat de erflater een rechtskeuze heeft gemaakt, kunnen de gerechtigden tot de nalatenschap ervoor kiezen om deze in de lidstaat van het gekozen recht af te wikkelen. De erfgenamen en eventuele andere gerechtigden tot de nalatenschap zullen zich bij hun keuze meestal laten leiden door overwegingen van bereikbaarheid (wonen zij in hetzelfde land als de bevoegde rechter) of door het kostenaspect (in welk land kan het snelst en met de minste kosten een beslissing worden verkregen). Beëindigen van een ambtshalve procedure Het maken van een forumkeuze is niet in alle lidstaten zonder meer mogelijk. Om ervoor te zorgen dat artikel 5 in alle lidstaten kan worden toegepast, was verdere afstemming nodig op het erfrechtsysteem van landen die een ambtshalve gerechtelijke procedure, de zogenaamde ex officio-procedure, kennen. Oostenrijk, Hongarije, Slovenië, Slowakije en Tsjechië kennen een systeem waarbij van rechtswege een erfrechtelijke procedure wordt gestart na het overlijden van een onderdaan. Het gerecht wordt geïnformeerd, bijvoorbeeld vanuit de bevolkingsadministratie of de burgerlijke stand, over het overlijden van een onderdaan. Naar aanleiding van dit bericht wordt door het gerecht ambtshalve de procedure gestart om onder meer vast te stellen wie de gerechtigden tot de nalatenschap zijn en hoe de afwikkeling moet plaatsvinden. Wat nu als de gerechtigden tot de nalatenschap deze niet willen afwikkelen voor dit gerecht, maar voor het gerecht van het gekozen recht? Zij zouden in dat geval een beroep kunnen doen op art. 6 onder b Verordening. Dit artikel biedt de mogelijkheid om een ex officio-gerecht te verzoeken de zaak te verwijzen op grond van de forumkeuzeovereenkomst. Verwijzing van de zaak in de zin van artikel 6 is echter alleen mogelijk tussen gerechten onderling. Een gerecht dat een procedure ambtshalve heeft ingeleid, kan niet op verzoek van partijen de procedure sluiten zonder verwijzing van de zaak naar een andere rechter. Er was dus een bepaling nodig die het sluiten van een ex officio - procedure mogelijk maakte, ook ingeval besloten werd tot een buitengerechtelijk afwikkeling van de nalatenschap. Artikel 8 zorgt voor deze afstemming tussen de verschillende erfrechtsystemen. Aanvaarding of verwerping in rechte Het afwikkelen van een grensoverschrijdende nalatenschap wordt eenvoudiger doordat deze in beginsel in één lidstaat aan de hand van één toepasselijk recht kan plaatsvinden. De Verordening maakt hiermee een einde aan de huidige situatie dat meerdere procedures in verschillende lidstaten nodig zijn om tot een afwikkeling van de nalatenschap te komen. Artikel 13 beoogt om ook dubbele procedures te voorkomen aangaande de aanvaarding of verwerping van een nalatenschap. Hiertoe is de mogelijkheid opgenomen om de nalatenschap, een legaat of wettelijk erfdeel (legitieme portie) in eigen land in rechte te aanvaarden of verwerpen.

8 Uitgegaan wordt van de situatie dat erfgenamen, legatarissen of legitimarissen in een andere lidstaat wonen dan de lidstaat waar de nalatenschap wordt afgewikkeld. Niet relevant is of de nalatenschap door een gerecht of een notaris wordt afgewikkeld. Als het toepasselijke recht bepaalt dat erfgenamen, legatarissen of legitimarissen in rechte een verklaring kunnen afleggen van aanvaarding of verwerping, dan kunnen zij deze verklaring voor het gerecht van hun gewone verblijfplaats afleggen als hun nationale recht in die mogelijkheid voorziet. De achterliggende reden van deze bepaling is dat erfgenamen, legatarissen en legitimarissen die in eigen land een verklaring van aanvaarding of verwerping van de nalatenschap (of een deel daarvan) of een verklaring die als doel heeft hun aansprakelijkheid te beperken ten aanzien van schulden van de nalatenschap kunnen afleggen, niet verplicht moeten worden een dergelijke verklaring in het land van de bevoegde autoriteit af te leggen. Dit brengt voor hen enkel extra formaliteiten en kosten met zich mee, terwijl de benodigde procedurele handeling het afleggen van een verklaring in rechte in beide lidstaten gelijk dan wel gelijkwaardig is. De vraag is wat betekent artikel 13 voor erfgenamen, legatarissen en legitimarissen in Nederland? En wat betekent artikel 13 voor hen die gerechtigd zijn tot een nalatenschap die naar Nederlands recht wordt afgewikkeld? Een voorbeeld ter illustratie. Een erflater met de Nederlandse nationaliteit heeft zijn gewone verblijfplaats in lidstaat X. In Nederland wonen een erfgenaam, legitimaris en legataris. Hierbij worden twee situaties onderscheiden: Situatie a: het recht van lidstaat X is van toepassing; Situatie b: het Nederlandse recht is van toepassing. Situatie a We gaan er gemakshalve vanuit dat lidstaat X de mogelijkheid van aanvaarding of verwerping in rechte kent voor zowel de erfgenaam, legitimaris als legataris. Zij zouden echter liever in Nederland hun verklaring van aanvaarding of verwerping afleggen, omdat zij hier wonen. De vraag is of zij hier een dergelijke verklaring kunnen afleggen? Op grond van art. 4:191 BW kunnen erfgenamen een verklaring van zuivere of beneficiaire aanvaarding of verwerping afleggen ter griffie van de rechtbank. Het betreft hier een verklaring die in rechte kan worden afgelegd. Een erfgenaam met gewone verblijfplaats in Nederland kan dan ook op grond van artikel 13 een grensoverschrijdende nalatenschap aanvaarden of verwerpen door hiertoe een verklaring bij de griffie af te leggen. Hij dient uiteraard het bevoegde gerecht vervolgens wel te informeren over de verklaring die hij hier heeft afgelegd. Echter voor legatarissen en legitimarissen bestaat in ons nationale recht niet de mogelijkheid om een dergelijke verklaring in rechte af te leggen. Het verwerpen van een legaat is naar Nederlands recht vormvrij (art. 4:201 BW). Voor het aanvaarden of verwerpen door de legitimaris bestaat in ons recht geen voorziening, omdat een erfgenaam slechts de gehele nalatenschap kan aanvaarden of verwerpen en niet enkel zijn legitieme portie (art. 4:63 lid 3 BW). De onterfde erfgenaam met enkel aanspraken op de legitieme kan evenmin in rechte een verklaring afleggen. Hij heeft slechts een vorderingsrecht op de erfgenamen. Zijn keuze bestaat daarin dat hij zijn vorderingsrecht kan inroepen of hiervan kan afzien. De Verordening biedt lidstaten de mogelijkheid om in hun nationale recht de mogelijkheid van artikel 13 op te nemen. Of in de toekomst legatarissen en legitimarissen in Nederland de mogelijkheid krijgen om bij een grensoverschrijdende nalatenschap hier het legaat of de legitieme te aanvaarden of verwerpen, is aan de wetgever. Deze zou hiertoe eventueel uit oogpunt van efficiëntie en lastenverlichting voor de burger kunnen besluiten. Situatie b Nu dezelfde situatie met als verschil dat het Nederlandse recht de nalatenschap beheerst. Het Nederlandse recht bepaalt derhalve wie in rechte een verklaring kunnen afleggen. Zoals gezegd, biedt ons nationale recht enkel aan erfgenamen de mogelijkheid om de nalatenschap in rechte te aanvaarden of verwerpen. Een dergelijke mogelijkheid wordt niet geboden aan legatarissen en legitimarissen. Dit betekent dat legatarissen of legitimarissen met gewone verblijfplaats in land X evenmin een verklaring in rechte kunnen afleggen.14 Niet doorslaggevend is namelijk of het bevoegde gerecht een verklaring in rechte in ontvangst mag nemen, maar of het toepasselijke recht het afleggen van dergelijke verklaringen toestaat. 4.Coördinatie tussen het recht van lidstaten en derde staten

9 Artikel 20 bepaalt expliciet dat elk recht dat de Verordening aanwijst, wordt toegepast ongeacht of dit het recht van een lidstaat is of niet. Het toepasselijke recht heeft universele werking. Dit maakt dat in sommige situaties coördinatie nodig is tussen de regels in de Verordening en het recht van niet-lidstaten. Denk aan de forumkeuzeovereenkomst in artikel 5. Bij forumkeuzeovereenkomst kan enkel het gerecht van een lidstaat worden aangewezen, omdat de gerechten van een derde land niet gebonden zijn aan de bevoegdheidsregels van de Verordening. Ook kennen derde staten veelal van de Verordening afwijkende bevoegdheidsregels. Daarom werd het zinvol geacht om in uitzonderingssituaties, als de Verordening het gerecht van een derde staat als bevoegde autoriteit aanwijst, ook de gerechten van een lidstaat bevoegd te maken om te beslissen over (een deel van) de nalatenschap. Hiertoe zijn twee regelingen opgenomen. Tot slot wordt ingegaan op de regeling van renvoi. Subsidiaire bevoegdheid en forum necessitatis Deze twee regelingen zien op de subsidiaire bevoegdheid (artikel 10) en het forum necessitatis (artikel 11). Beide regelingen geven de gerechten van een lidstaat aanvullende rechtsmacht, waardoor het voor burgers in de EU eenvoudiger wordt om, al dan niet deels, hun rechten op een nalatenschap te doen gelden ook als de nalatenschap op grond van de gewone bevoegdheidsregels (gewone verblijfplaats en forumkeuze) niet door een gerecht van een lidstaat zou kunnen worden afgewikkeld. Artikel 10 maakt dat de gerechten van een lidstaat toch bevoegd zijn om uitspraak te doen over de erfopvolging als: a. de erflater op het tijdstip van overlijden de nationaliteit van die lidstaat had; of b. de erflater zijn vorige gewone verblijfplaats in die lidstaat had en hij deze gewone verblijfplaats niet meer dan vijf jaren voor het aanhangig maken van de zaak had gewijzigd. Mocht aan de voorwaarden onder a. en b. niet zijn voldaan, dan kan een gerecht desalniettemin uitspraak doen over goederen van de nalatenschap die zich in zijn lidstaat bevinden.15 Artikel 11 bepaalt dat als geen enkel gerecht van een lidstaat op grond van de artikelen 4, 5, 7 en 10 (gewone verblijfplaats, forumkeuze, rechtskeuze of subsidiaire bevoegdheid) bevoegd is, zij bij wijze van uitzondering uitspraak kunnen doen over de erfopvolging als in een derde staat waarmee de zaak nauw verbonden is, redelijkerwijs geen procedure aanhangig kan worden gemaakt of een procedure daar onmogelijk blijkt. Gedacht kan worden aan de situatie dat sprake is van oorlog in het land van het bevoegde gerecht, waardoor op korte termijn geen uitspraak over de erfopvolging kan worden verkregen. Het forum necessitatis schept rechtsmacht voor de rechter van een lidstaat om te voorkomen dat anders de mogelijkheid tot het verkrijgen van een beslissing in een erfrechtzaak zou worden beperkt. Deze regeling is niet nieuw in ons recht: art. 9 onder b en c Rv geeft een regeling van gelijke strekking.16 In de artikelen 10 en 11 is sprake van coördinatie tussen het recht van lidstaten en het recht van derde staten. Bij de toepassing van deze bepalingen is het van belang om rekening te houden met de mogelijkheid dat beslissingen verkregen door een gerecht van een lidstaat wellicht niet worden erkend in een derde staat. Er zal dus door de gerechtigden van de nalatenschap, en hun juridisch adviseurs, een goede inschatting moeten worden gemaakt of het verkrijgen van een uitspraak ook tot het gewenste resultaat zal leiden in het land waar deze moet worden erkend of ten uitvoer gelegd. Renvoi Artikel 34 bepaalt dat in de gevallen waarin de Verordening de toepassing van het recht van een derde staat voorschrijft, hieronder ook de in die staat geldende rechtsregels worden verstaan, daaronder begrepen de IPRregels die voorzien in terugverwijzing naar:

10 a. het recht van een lidstaat; of b. het recht van een andere derde staat die zijn eigen recht zou toepassen.17 Het opschrift van artikel 34 terugverwijzing is niet geheel gelukkig gekozen, omdat sprake is van zowel een terugverwijzing (lid 1 onder a) als een verderverwijzing (lid 1 onder b). Een terug- of verderverwijzing is uitgesloten als de erflater een rechtskeuze heeft gemaakt. Dit artikel werkt dan ook alleen in de situaties dat de erflater zijn gewone verblijfplaats in een derde staat had. Bijvoorbeeld een erflater met gewoon verblijf in een derde staat, waarvan het recht de nationaliteit als aanknopingsfactor heeft voor het toepasselijke recht. Als de erflater de nationaliteit van een lidstaat heeft, zal sprake zijn van terugverwijzing in de zin van artikel 34 lid 1 onder a.18 De gerechten van die lidstaat zijn op grond van artikel 10 lid 1 onder a (subsidiaire bevoegdheid) bevoegd om kennis te nemen van de erfopvolging met toepassing van het eigen nationale recht. Heeft de erflater echter de nationaliteit van een andere derde staat dan zal sprake zijn van verderverwijzing bedoeld in lid 1 onder b, mits die derde staat de verwijzing accepteert en zijn eigen recht zou toepassen. In artikel 34 wordt niet de mogelijkheid tot gedeeltelijke terug- of verderverwijzing uitgesloten. Dat betekent dat onder de Verordening, door toepassing van artikel 34, soms alsnog sprake kan zijn van de toepassing van verschillend recht op bijvoorbeeld roerende en onroerende bestanddelen van de nalatenschap. Bijvoorbeeld in de situatie dat de erflater zijn gewone verblijfplaats heeft in een derde staat, waarvan het recht een splitsingsstelsel kent waarbij voor roerende zaken wordt aangeknoopt bij domicilie en voor onroerende zaken bij de plaats van ligging van het goed (lex rei sitae). Het toepasselijk recht op de roerende zaken is dat van de derde staat: er vindt geen verwijzing plaats. Ten aanzien van de onroerende zaken geldt dat terug- of verderverwijzing plaatsvindt afhankelijk van waar de onroerende goederen zich bevinden. Zo zal bijvoorbeeld de afwikkeling van een huis in een lidstaat plaatsvinden naar het recht van die lidstaat en is sprake van terugverwijzing. Is het huis daarentegen gelegen in een andere derde staat, dan is sprake van verderverwijzing, mits die derde staat deze verwijzing accepteert. In dit geval zal afwikkeling naar het recht van die derde staat plaatsvinden. Naar verwachting zal deze regeling vanwege de beperkte reikwijdte, niet vaak toegepast worden in de praktijk. 5.Coördinatie tussen het toepasselijke recht en dwingende nationale (erfrecht)bepalingen In artikel 30 Verordening is een uitzondering op het toepasselijke recht opgenomen. De uitzondering houdt in dat voorrang gegeven moet worden aan bijzondere regels van een staat die beperkingen opleggen met betrekking tot, of van invloed zijn op, de vererving van bepaalde bestanddelen van de nalatenschap die daar zijn gelegen.19 In ons materiële erfrecht kennen we geen bijzondere regel als bedoeld in artikel 30. Artikel 30 speelt enkel een rol als een notaris (of rechter) in Nederland een grensoverschrijdende nalatenschap afwikkelt, waarvan zich bestanddelen in een land bevinden die dergelijke bijzondere regels wel kent. Gedacht kan worden aan specifieke bepalingen die betrekking hebben op de instandhouding van een familiebedrijf of landbouwgrond. Zo bestaat in het nationale recht van Slovenië een bijzondere regeling voor de vererving van landbouwgrond. Portugal kent een verbod op versnippering van grond. Dit verbod heeft geen gevolg voor de vererving, maar belet de verdeling van de grond aan meer dan één erfgenaam. Slowakije en Oostenrijk kennen in hun recht ook een bijzondere regel om te voorkomen dat respectievelijk de landbouwgrond of het landbouwvermogen wordt opgesplitst.20 Bij de verdeling van een grensoverschrijdende nalatenschap moet met deze nationale bepalingen rekening worden gehouden, ook als het Nederlandse recht het toepasselijke recht op de vererving en afwikkeling van de nalatenschap is.

11 6.Coördinatie tussen het toepasselijke recht en het recht van het bevoegde gerecht Een tweede uitzondering op het toepasselijke recht geeft artikel 29 betreffende het beheer van de nalatenschap. Het begrip beheer van de nalatenschap verschilt per lidstaat, afhankelijk van het nationale erfrecht. Zo worden in sommige rechtsstelsels, waaronder dat van Nederland, de erfgenamen eigenaar van de nalatenschap op het moment van overlijden van de erflater (met uitzondering van wanneer sprake is van de wettelijke verdeling). Zij zijn dan gemachtigd het beheer over de nalatenschap te voeren, inclusief de afhandeling van de schulden. In andere rechtstelsels gaan goederen en schulden van de nalatenschap op het moment van overlijden niet rechtstreeks over op de erfgenamen, maar vormen zij een afgezonderde gemeenschap. Sommige van deze rechtstelsels kennen een tussenfase, een zogeheten beheerfase. Die beheerfase is vooral bedoeld om derden, zoals schuldeisers, te beschermen. Eerst nadat de beheerfase is afgesloten en de schulden zijn betaald, verkrijgen de erfgenamen de overgebleven goederen van de nalatenschap. Op grond van artikel 29 kan de bevoegde rechter in aanvulling op het toepasselijke recht het nationale recht toepassen, waarin de aanwijzing van één of meer beheerders verplicht is gesteld. Deze regeling zal in de praktijk maar weinig toepassing vinden. Er moet namelijk aan twee voorwaarden zijn voldaan: 1. de zaak is aangebracht bij het gerecht van een lidstaat dat niet zijn eigen recht toepast; 2. het nationale recht van de bevoegde rechter bepaalt dat het benoemen van één of meer beheerders van de nalatenschap verplicht is of op verzoek verplicht is. De Verordening is zo ingericht dat in de meeste gevallen de rechter zijn eigen recht kan toepassen bij het geven van een beslissing, zodat aan voorwaarde 1. maar zelden wordt voldaan. Alleen in de gevallen dat de rechter vreemd recht moet toepassen, wordt aan voorwaarde 2. toegekomen. Aan voorwaarde 2. wordt slechts door enkele lidstaten voldaan: zij kennen in hun nationale erfrecht een bepaling waarin het benoemen van een beheerder (op verzoek) verplicht is. De benoeming van een beheerder die zorg draagt voor de afwikkeling van de nalatenschap is slechts verplicht in common law - landen: zij kennen een beheerfase bij de afwikkeling van de nalatenschap. Aangezien het Verenigd Koninkrijk en Ierland niet meedoen met de Verordening blijft enkel Cyprus als common law -land in de EU over. Zweden en Finland kennen in hun nationale recht een bepaling op grond waarvan de rechter op verzoek van een schuldeiser een beheerder aanwijst voor afwikkeling van de nalatenschap. Hierbij wordt opgemerkt dat een schuldeiser in deze landen wel voldoende belang moet hebben bij de benoeming

12 van een beheerder. Als bijvoorbeeld de erfgenamen aanbieden de schuld van deze schuldeiser te voldoen, vervalt het belang bij een dergelijke benoeming. Om te voorkomen dat met de benoeming van een beheerder naar nationaal recht van het bevoegde gerecht het toepasselijke recht niet of nauwelijks nog toepassing kan vinden, worden een aantal voorwaarden gesteld aan deze benoeming en aan de door beheerders uit te oefenen bevoegdheden. Zo dient bij de benoeming zo veel mogelijk te worden aangesloten bij het toepasselijke recht. Dit betekent bijvoorbeeld dat als Nederlands recht het toepasselijke recht is, in eerste instantie de erfgenamen gezamenlijk als beheerder dienen te worden aangewezen. Ook wordt verduidelijkt dat de benoeming van een beheerder niet de wens van de erflater mag doorkruisen om zijn testament te laten uitvoeren door een executeur-testamentair.21 Het is de vraag of artikel 29 in de praktijk toepassing zal vinden. In Zweden en Finland wordt in minder dan 1% van de (nationale) gevallen verzocht om de benoeming van een beheerder. Erfgenamen kunnen bovendien een dergelijke benoeming voorkomen door alsnog de vordering van de desbetreffende schuldeiser te voldoen. Daarnaast kunnen Nederlandse erfgenamen ervoor kiezen om bij het openvallen van een nalatenschap in Cyprus, Finland of Zweden de nalatenschap in Nederland af te wikkelen, bij de notaris of bij de rechter middels een forumkeuzeovereenkomst. 7.Conclusie De Erfrechtverordening zal het voor burgers in de EU en voor de erfrechtpraktijk eenvoudiger maken om grensoverschrijdende nalatenschappen af te wikkelen. In veruit de meeste gevallen zal vanaf 17 augustus 2015 nog maar één autoriteit, met de toepassing van één recht, een beslissing geven over de vererving en de afwikkeling van een grensoverschrijdende nalatenschap. De kracht van de Verordening ligt in haar eenvoud. De uitzonderingsregels die in de Verordening op de hoofdregel, één toepasselijk recht en één bevoegde autoriteit, zijn geformuleerd, doen hieraan geen afbreuk. De regelingen in art. 5, 8 en 13 Verordening zijn vooral van praktisch belang. Zij zorgen voor een goede coördinatie tussen de gerechtelijke en buitengerechtelijke erfrechtsystemen van de lidstaten. Ook leidt de mogelijkheid van het sluiten van een forumkeuzeovereenkomst ertoe dat in meer gevallen de rechter zijn nationale recht kan toepassen bij het afwikkelen van de nalatenschap, wat weer ten goede komt aan de eenvoud en snelheid van de afwikkeling. De uitzonderingsregels op het gebied van bevoegdheid zorgen ervoor dat als het recht van een derde staat van toepassing is, ook de gerechten van een lidstaat bevoegd zijn om uitspraak te doen over de erfrechtzaak als deze voldoende nauw verbonden is met die lidstaat. Tot slot bestaan er nog twee beperkte uitzonderingen op het toepasselijk

13 recht. Enerzijds om tegemoet te komen aan dwingendrechtelijke bepalingen die in het nationale (erf)recht van enkele lidstaten voorkomen ter bescherming van economische, familiale of sociale belangen. Anderzijds een uitzondering op het beheer van de nalatenschap ter bescherming van de belangen van schuldeisers. Een compromisbepaling die als doel had om het Verenigd Koninkrijk en Ierland over de streep te trekken om mee te doen met de Verordening. En die, nu deze landen niet meedoen, van weinig belang voor de rechtspraktijk zal zijn. Verberg alle voetnoten Toon alle voetnoten Voetnoten 1. Mr. A.M.E. Giuliano is wetgevingsjurist, Directie Wetgeving en Juridische Zaken, Ministerie van Veiligheid en Justitie. 2. PbEU L 201/ Zie P.A.M. Lokin, De unificatie van het conflictenrecht in de toekomstige Verordening inzake erfrecht, WPNR 2009/6782, p. 55 en E.N. Frohn en B.F.P. Lhoëst, Het voorstel voor een Europese Erfrechtverordening, FJR 2010/20, p. 49 en r.o. 3-6 van de Erfrechtverordening. 4. Het Verenigd Koninkrijk en Ierland kunnen in de toekomst alsnog aangeven dat zij de Verordening aanvaarden. Zie ook r.o. 82 van de Erfrechtverordening. 5. Zie ook J.G. Knot, Europese harmonisatie en aanknopingsovermacht in het internationaal erfrecht, TE 2009, nr. 4, p Zie o.a. P. Vlas, De Verordening IPR-erfrecht in wording, WPNR 2012/6924 en E.N. Frohn en B.F.P. Lhoëst, Het voorstel voor een Europese Erfrechtverordening, FJR 2010/ Impact assessment, COM(2009)154 final, SEC(2009)411, van de Europese Commissie van 14 oktober 2009, p Zie ook het proefschrift van P.A.M. Lokin, Grensoverschrijdende erfopvolging, in het bijzonder hoofdstuk 6: Het Europese erfrechtelijke conflictenrecht. 9. De gegeven voorbeelden zijn ter sprake gebracht door de nationale deskundigen van de genoemde landen tijdens de onderhandelingen over de Erfrechtverordening in Brussel. 10. Art. 79 Verordening. 11. Zie r.o. 21 van de Verordening. 12. Het betreft een beperktere rechtskeuze dan nu wordt toegestaan op basis van het ruimere art. 5 Haags erfrechtverdrag. Op grond hiervan kan ook een keuze worden gemaakt voor het recht van de gewone verblijfplaats. Door middel van overgangsrecht, art. 83 lid 2 Verordening, wordt echter gewaarborgd dat ook na het van toepassing worden van de Verordening deze rechtskeuzes geldig blijven. 13. Zie ook r.o Zie ook r.o Het betreft hier een hiërarchische volgorde. Zie ook J.G. Knot, De Europese Erfrechtverordening: nieuwste loot aan de stam van het Europese IPR, NTER 2012, nr. 8/9, november, p Zie ook art. 7 Verordening (EG) nr. 4/2009 van de Raad van 18 december 2008 betreffende de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen, en de samenwerking op het gebied van onderhoudsverplichtingen (PbEU L 7/1). 17. Zie r.o. 57.

14 18. In dit opzicht wijkt de regeling van de Verordening af van de huidige IPR-regeling. Art. 4 Haags erfrechtverdrag kent een veel beperkter renvoi en staat terugverwijzing niet toe. 19. Zie r.o Deze voorbeelden zijn door de nationale deskundigen van de genoemde lidstaten gegeven tijdens de raadswerkgroepen over de Erfrechtverordening in Brussel. 21. Zie r.o. 43 en 44. Toon Meta data doc-id keyword idb6e76fe0dc4a f9ce toepasselijk recht Europese erfrechtverklaring Europese erfrechtverordening title primary-class publishing-status publishing-dates Tijdschrift voor Familie- en Jeugdrecht, De Erfrechtverordening: één bevoegde autoriteit en één toepasselijk recht explanation/explanation modified available-date: T00:00:00 modified-date: T00:00:00 revised-date: T00:00:00 sort-date: T00:00:00 notification-date: searchable Zoek Dossier Download Print Link yes Het laatste document is geladen Het volgende document wordt geladen

Sabine Heijning. het Notarieel Bureau. voor vragen:

Sabine Heijning. het Notarieel Bureau.  voor vragen: Sabine Heijning het Notarieel Bureau www.hetnb.nl voor vragen: ipr@hetnb.nl De Verordening in de tijd Nalatenschap opengevallen vóór of na 17 augustus 2015 Wanneer oud ipr toepassen? Welk ipr? Wat valt

Nadere informatie

Een nieuw Europees kindje... De

Een nieuw Europees kindje... De Publicatie Jaargang 23 Publicatiedatum 01-04-2013 Afleveringnummer 4 Artikelnummer 19 Titel Auteurs Samenvatting Trefwoorden JBN: Juridische Berichten voor het Notariaat Een nieuw Europees kindje... De

Nadere informatie

Rechtsmacht volgens de Erfrechtverordening

Rechtsmacht volgens de Erfrechtverordening Rechtsmacht volgens de Erfrechtverordening De Europese Erfrechtverordening in de praktijk Seminar d.d. 8 september 2016 Mr. J.G. (Jan-Ger) Knot Belang 1. Bevoegdheid gerechten tot beslechting grensoverschrijdende

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2015 221 Besluit van 5 juni 2015 tot wijziging van het Besluit boedelregister in verband met Artikel 2 van de Uitvoeringswet Verordening Erfrecht

Nadere informatie

Procederen in erfrechtzaken onder vigeur van de Europese Erfrechtverordening

Procederen in erfrechtzaken onder vigeur van de Europese Erfrechtverordening Procederen in erfrechtzaken onder vigeur van de Europese Erfrechtverordening Mr. J.G. Knot Zoals inmiddels genoegzaam bekend, dienen erfrechtelijke IPR-vragen in nalatenschappen die op of na 17 augustus

Nadere informatie

De Europese Erfrechtverordening

De Europese Erfrechtverordening De Europese Erfrechtverordening Vanaf 17 augustus 2015 wordt de Europese Erfrechtverordening 1 van toepassing, drie jaar na de inwerkingtreding. De Erfrechtverordening beoogt de Europese harmonisatie van

Nadere informatie

PUBLIC 9703/1/10 REV 1

PUBLIC 9703/1/10 REV 1 Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 18 mei 2010 (19.05) (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2009/0157 (COD) PUBLIC 9703/1/10 REV 1 LIMITE JUSTCIV 94 CODEC 425 NOTA van: het voorzitterschap

Nadere informatie

Nieuw Europees IPR-erfrecht

Nieuw Europees IPR-erfrecht Mr. E.N. Frohn Notitie 1 Nieuw Europees IPR-erfrecht De Europese erfrechtverordening wordt op 17 augustus 2015 van toepassing FJR 2015/ 39 Op 17 augustus 2015 wordt de Europese erfrechtverordening van

Nadere informatie

Grensoverschrijdend erfrecht in Europa: wat moet elke notaris weten in 2015? KU Leuven

Grensoverschrijdend erfrecht in Europa: wat moet elke notaris weten in 2015? KU Leuven Grensoverschrijdend erfrecht in Europa: wat moet elke notaris weten in 2015? Prof. dr. P. Wautelet ULg Dra. E. Goossens KU Leuven 1. Een eerste kennismaking Wat u moet weten vooraleer de ErfrechtVo te

Nadere informatie

Europeesrechtelijke aspecten van erven

Europeesrechtelijke aspecten van erven Europeesrechtelijke aspecten van erven Mr. Wim J.J.G. Speetjens 1 In november 2004 heeft de Europese Raad een programma vastgesteld waarin onder meer de noodzaak werd benadrukt om een erfrechtelijk instrument

Nadere informatie

EU-Verordeningen huwelijks- en partnerschapsvermogensrecht

EU-Verordeningen huwelijks- en partnerschapsvermogensrecht 29-05-2018 1 EU-Verordeningen huwelijks- en partnerschapsvermogensrecht ALV en cursusdag EPN Amersfoort, 29 mei 2018 Mr. dr. J.G. (Jan-Ger) Knot Agenda 2 Inleiding Conflictregelkalender Rechtskeuze en

Nadere informatie

De Europese Erfrechtverordening en erflaters uit niet-lidstaten: hoe werkt het? 1

De Europese Erfrechtverordening en erflaters uit niet-lidstaten: hoe werkt het? 1 De Europese Erfrechtverordening en erflaters uit niet-lidstaten: hoe werkt het? 1 MR. BRIGITTE F.P. LHOËST 2 Per 17 augustus 2015 is in alle lidstaten van de Europese Unie, met uitzondering van het Verenigd

Nadere informatie

Seminar De Europese Erfrechtverordening. Europese Erfrechtverklaring. Grensoverschrijdende nalatenschappen. De Europese verklaring van erfrecht

Seminar De Europese Erfrechtverordening. Europese Erfrechtverklaring. Grensoverschrijdende nalatenschappen. De Europese verklaring van erfrecht Seminar De Europese Erfrechtverordening De Europese verklaring van erfrecht Prof. mr. Tea Mellema Kranenburg 28 juni 2013 1 Europese Erfrechtverklaring niet in de plaats van de nationale verklaring van

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/143462

Nadere informatie

27.7.2012 Publicatieblad van de Europese Unie L 201/107

27.7.2012 Publicatieblad van de Europese Unie L 201/107 27.7.2012 Publicatieblad van de Europese Unie L 201/107 VERORDENING (EU) Nr. 650/2012 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 4 juli 2012 betreffende de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning

Nadere informatie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Brussel, 23 mei 2012 (OR. en) 2009/0157 (COD) PE-CONS 14/12 JUSTCIV 94 EJUSTICE 25 CODEC 712 OC 142 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: VERORDENING

Nadere informatie

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen 2012R0650 NL 05.07.2012 000.005 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B VERORDENING (EU) Nr. 650/2012 VAN HET EUROPEES PARLEMENT

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN

MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN 1. Inleiding Burgers krijgen in toenemende mate te maken met grensoverschrijdende nalatenschappen. Er is sprake van een grensoverschrijdende nalatenschap als bestanddelen

Nadere informatie

WERKDOCUMENT. NL In verscheidenheid verenigd NL

WERKDOCUMENT. NL In verscheidenheid verenigd NL EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie juridische zaken 11.11.2011 WERKDOCUMENT over het voorstel voor een verordening van de Raad betreffende de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning en de

Nadere informatie

Deze tekst van het voorzitterschap moet samen met de toelichting in document 18475/11 JUSTCIV 356 CODEC 2397 worden gelezen.

Deze tekst van het voorzitterschap moet samen met de toelichting in document 18475/11 JUSTCIV 356 CODEC 2397 worden gelezen. RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 5 januari 2011 Interinstitutioneel dossier: 2009/0157 (COD) 18475/11 ADD 1 REV 1 (nl) JUSTCIV 356 CODEC 2397 NOTA - ADDENDUM van: het voorzitterschap aan: het Coreper

Nadere informatie

FORMULIER V. Europese erfrechtverklaring

FORMULIER V. Europese erfrechtverklaring FORMULIER V Europese erfrechtverklaring (Artikel 67 van Verordening (EU) nr. 650/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning en de tenuitvoerlegging

Nadere informatie

De Europese Erfrechtverordening: nieuwste loot aan de stam van het Europese IPR

De Europese Erfrechtverordening: nieuwste loot aan de stam van het Europese IPR Europees internationaal privaatrecht De Europese Erfrechtverordening: nieuwste loot aan de stam van het Europese IPR Mr. J.G. Knot* 278 Op 4 juli 2012 is de Europese Erfrechtverordening vastgesteld. Deze

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The version of the following full text has not yet been defined or was untraceable and may differ from the publisher's version. For

Nadere informatie

Gewaarmerkte afschriften van deze verklaring zijn geldig tot de datum die is vermeld in het desbetreffende vak aan het eind van dit formulier

Gewaarmerkte afschriften van deze verklaring zijn geldig tot de datum die is vermeld in het desbetreffende vak aan het eind van dit formulier BIJLAGE 5 FORMULIER V EUROPESE ERFRECHTVERKLARING (Artikel 67 van Verordening (EU) nr. 650/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning en

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1. AUTHENTIEKE AKTEN (ART. 28 WIPR)... 1

HOOFDSTUK 1. AUTHENTIEKE AKTEN (ART. 28 WIPR)... 1 Inhoud HOOFDSTUK 1. AUTHENTIEKE AKTEN (ART. 28 WIPR)... 1 Afdeling I. Inleiding...... 3 1. Algemeen...... 3 2. Omschrijving.... 3 3. Bewijskracht.... 4 A. Het oude recht... 4 B. Het huidige recht.....

Nadere informatie

Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken. van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken

Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken. van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken 27.10.2010 2010/0067(CNS) ONTWERPADVIES van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN GROENBOEK

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN GROENBOEK COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 17.07.2006 COM(2006) 400 definitief GROENBOEK OVER COLLISIEREGELS OP HET GEBIED VAN HUWELIJKSVERMOGENSSTELSELS, MET INBEGRIP VAN DE KWESTIE VAN DE RECHTERLIJKE

Nadere informatie

Vermogensrechtelijke gevolgen van geregistreerde partnerschappen *

Vermogensrechtelijke gevolgen van geregistreerde partnerschappen * P7_TA(2013)0337 Vermogensrechtelijke gevolgen van geregistreerde partnerschappen * Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 10 september 2013 over het voorstel voor een verordening van de Raad

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1994 Nr. 168

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1994 Nr. 168 71 (1989) Nr. 2 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 1994 Nr. 168 A. TITEL Verdrag inzake het recht dat van toepassing is op erfopvolging; 's-gravenhage, 1 augustus 1989 B. TEKST De

Nadere informatie

PUBLIC LIMITE L. Brussel, 18 november 2011 (01.12) (OR. en) RAAD VA DE EUROPESE U IE /11 Interinstitutioneel dossier: 2009/0157 (COD) LIMITE

PUBLIC LIMITE L. Brussel, 18 november 2011 (01.12) (OR. en) RAAD VA DE EUROPESE U IE /11 Interinstitutioneel dossier: 2009/0157 (COD) LIMITE eil UE RAAD VA DE EUROPESE U IE PUBLIC Brussel, 8 november 20 (0.2) (OR. en) 7068/ Interinstitutioneel dossier: 2009/057 (COD) LIMITE JUSTCIV 38 CODEC 2075 OTA van: het voorzitterschap aan: de Groep burgerlijk

Nadere informatie

Uitvoering van de Europese Erfrechtverordening in Nederland: wijziging van Boek 10 BW en inpassing van de Europese erfrechtverklaring

Uitvoering van de Europese Erfrechtverordening in Nederland: wijziging van Boek 10 BW en inpassing van de Europese erfrechtverklaring Uitvoering van de Europese Erfrechtverordening in Nederland: wijziging van Boek 10 BW en inpassing van de Europese erfrechtverklaring Mr. J.G. Knot* 36 1 Inleiding 1 Met ingang van 17 augustus 2015 zal

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 13/12/2016

Datum van inontvangstneming : 13/12/2016 Datum van inontvangstneming : 13/12/2016 Vertaling C-558/16-1 Datum van indiening: Verwijzende rechter: Zaak C-558/16 Verzoek om een prejudiciële beslissing 3 november 2016 Kammergericht (Duitsland) Datum

Nadere informatie

VERSLAG Vastgesteld 24 maart 2014

VERSLAG Vastgesteld 24 maart 2014 33851 Uitvoering van de Verordening (EU) nr. 650/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning en de tenuitvoerlegging van

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 17.6.2003 COM(2003) 348 definitief 2003/0127 (CNS) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD waarbij de lidstaten worden gemachtigd in het belang van de Europese

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG en Juridische Zaken Sector privaatrecht Schedeldoekshaven 100 2511

Nadere informatie

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 30 maart 2007 (13.04) (OR.en) ST 8028/07 Interinstitutioneel dossier: 2006/0135(CNS) LIMITE JUSTCIV 75

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 30 maart 2007 (13.04) (OR.en) ST 8028/07 Interinstitutioneel dossier: 2006/0135(CNS) LIMITE JUSTCIV 75 Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 30 maart 2007 (13.04) (OR.en) PUBLIC ST 8028/07 Interinstitutioneel dossier: 2006/0135(CNS) LIMITE JUSTCIV 75 NOTA van: het voorzitterschap aan: het Coreper/de

Nadere informatie

Inleiding: enkele cijfers

Inleiding: enkele cijfers François Tremosa Seminar internationaal 27 juni 2013, Rotterdam Inleiding: enkele cijfers 2 miljoen Fransen leven in het buitenland (waarvan 50 % met een dubbele nationaliteit) 3 miljoen buitenlanders

Nadere informatie

PUBLIC RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 11 februari 2010 (22.02) (OR. en) 6198/10 Interinstitutioneel dossier: 2009/0157 (COD) LIMITE

PUBLIC RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 11 februari 2010 (22.02) (OR. en) 6198/10 Interinstitutioneel dossier: 2009/0157 (COD) LIMITE eil UE PUBLIC RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, februari 200 (22.02) (OR. en) 698/0 Interinstitutioneel dossier: 2009/057 (COD) LIMITE JUSTCIV 26 CODEC 95 OTA van: het voorzitterschap aan: de Groep burgerlijk

Nadere informatie

18475/11 las/gra/fb 1 DG H 2A

18475/11 las/gra/fb 1 DG H 2A RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 12 december 2011 (13.12) (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2009/0157 (COD) 18475/11 JUSTCIV 356 CODEC 2397 NOTA van: het voorzitterschap aan: de Raad nr. vorig doc.:

Nadere informatie

PUBLIC LIMITE L RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 20 mei 2011 (25.05) (OR. en) 10126/11. Interinstitutioneel dossier: 2009/0157 (COD) LIMITE

PUBLIC LIMITE L RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 20 mei 2011 (25.05) (OR. en) 10126/11. Interinstitutioneel dossier: 2009/0157 (COD) LIMITE eil UE RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 20 mei 2011 (25.05) (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2009/0157 (COD) PUBLIC 10126/11 LIMITE JUSTCIV 127 CODEC 812 OTA van: het voorzitterschap aan: het Comité

Nadere informatie

B E L A N G E N B E H A R T I G I N G L E D E N O M / Z M K W A L I T E I T R E C H T S P R A A K. Advies. inzake

B E L A N G E N B E H A R T I G I N G L E D E N O M / Z M K W A L I T E I T R E C H T S P R A A K. Advies. inzake Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak Advies inzake het Groenboek Erfopvolging en testamenten 1. Inleiding De Europese Commissie heeft op 1 maart 2005 een Groenboek Erfopvolging en testamenten ingediend

Nadere informatie

INTERNATIONAAL ERFRECHT. Nalatenschap over de grenzen

INTERNATIONAAL ERFRECHT. Nalatenschap over de grenzen INTERNATIONAAL ERFRECHT Nalatenschap over de grenzen Dit gedeelte van de site gaat over het erfrecht in internationaal verband. De belangrijkste regels van het hiermee samenhangende Haags Erfrechtverdrag

Nadere informatie

gezien het voorstel van de Commissie aan de Raad (COM(2011)0126),

gezien het voorstel van de Commissie aan de Raad (COM(2011)0126), P7_TA(2013)0338 Huwelijksvermogensstelsels * Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 10 september 2013 over het voorstel voor een verordening van de Raad betreffende de bevoegdheid, het toepasselijke

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/143461

Nadere informatie

L 343/10 Publicatieblad van de Europese Unie 29.12.2010

L 343/10 Publicatieblad van de Europese Unie 29.12.2010 L 343/10 Publicatieblad van de Europese Unie 29.12.2010 VERORDENING (EU) Nr. 1259/2010 VAN DE RAAD van 20 december 2010 tot nauwere samenwerking op het gebied van het toepasselijke recht inzake echtscheiding

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 maart 2005 (24.03) 6238/05 JUSTCIV 22

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 maart 2005 (24.03) 6238/05 JUSTCIV 22 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 21 maart 2005 (24.03) 6238/05 JUSTCIV 22 INFORMATIEVE NOTA van: het secretariaat-generaal van de Raad aan: het Coreper/de Raad nr.vorig doc.: 11093/04 JUSTCIV 101 Betreft:

Nadere informatie

ANNEX BIJLAGE. bij VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

ANNEX BIJLAGE. bij VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.9.2018 COM(2018) 651 final ANNEX BIJLAGE bij VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD over de werking van Richtlijn 2011/24/EU betreffende de toepassing

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD NL NL NL COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 14.10.2009 COM(2009) 154 definitief 2009/0157 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende de bevoegdheid,

Nadere informatie

Internationale nalatenschappen: Overzicht van de Verordening 650/2012: Patrick Wautelet

Internationale nalatenschappen: Overzicht van de Verordening 650/2012: Patrick Wautelet Internationale nalatenschappen: Overzicht van de Verordening 650/2012: Patrick Wautelet Plan 1) De Verordening: algemene principes 2) Toepassing van de Verordening: voorbeelden I. Verordening 650/2012:

Nadere informatie

Verdrag inzake het recht dat toepasselijk is op trusts en inzake de erkenning van trusts

Verdrag inzake het recht dat toepasselijk is op trusts en inzake de erkenning van trusts Verdrag inzake het recht dat toepasselijk is op trusts en inzake de erkenning van trusts De Staten die dit Verdrag hebben ondertekend, Overwegend dat de trust zoals die is ontwikkeld door de equitygerechten

Nadere informatie

Een Pools bruidje? Internationaal privaatrechtelijke aspecten van het Nederlandse en Poolse huwelijksvermogens- en erfrecht Mr. Brigitte F.P.

Een Pools bruidje? Internationaal privaatrechtelijke aspecten van het Nederlandse en Poolse huwelijksvermogens- en erfrecht Mr. Brigitte F.P. Een Pools bruidje? Internationaal privaatrechtelijke aspecten van het Nederlandse en Poolse huwelijksvermogens- en erfrecht Mr. Brigitte F.P. Lhoëst 1 De verwijzingsregels van het Nederlandse en het Poolse

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 26.7.2013 COM(2013) 554 final 2013/0268 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijzigng van Verordening (EG) nr. 1215/2012 betreffende

Nadere informatie

PUBLIC LIMITE L RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 4 maart /1/10 REV 1 (de,nl,da,el,es,pt,fi, sv,cs,et,lv,lt,hu,mt,pl,sk,sl,bg,ro)

PUBLIC LIMITE L RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 4 maart /1/10 REV 1 (de,nl,da,el,es,pt,fi, sv,cs,et,lv,lt,hu,mt,pl,sk,sl,bg,ro) eil UE RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 4 maart 200 Interinstitutioneel dossier: 2009/057 (COD) PUBLIC 698//0 REV (de,nl,da,el,es,pt,fi, sv,cs,et,lv,lt,hu,mt,pl,sk,sl,bg,ro) LIMITE JUSTCIV 26 CODEC 95

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 851 Uitvoering van de Verordening (EU) nr. 650/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende de bevoegdheid, het toepasselijke

Nadere informatie

Erfrecht voor leken. Korte uitleg van het erfrecht in begrijpelijke taal

Erfrecht voor leken. Korte uitleg van het erfrecht in begrijpelijke taal Erfrecht voor leken Korte uitleg van het erfrecht in begrijpelijke taal Wat is erfrecht? We zullen beginnen met een uitleg van de drie belangrijkste termen die in het erfrecht worden gebruikt: De erflater

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2014 430 Wet van 5 november 2014 tot uitvoering van de Verordening (EU) nr. 650/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende

Nadere informatie

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL JUSTITIE EN CONSUMENTENZAKEN

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL JUSTITIE EN CONSUMENTENZAKEN EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL JUSTITIE EN CONSUMENTENZAKEN Brussel, 18 januari 2019 REV1 vervangt de kennisgeving aan belanghebbenden van 21 november 2017 KENNISGEVING AAN BELANGHEBBENDEN TERUGTREKKING

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN GROENBOEK. Erfopvolging en testamenten {SEC(2005) 270} (door de Commissie ingediend)

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN GROENBOEK. Erfopvolging en testamenten {SEC(2005) 270} (door de Commissie ingediend) COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 01.03.2005 COM(2005) 65 definitief GROENBOEK Erfopvolging en testamenten {SEC(2005) 270} (door de Commissie ingediend) NL NL 1. INLEIDING Met dit groenboek

Nadere informatie

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen 2006R1412 NL 01.07.2013 003.001 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B VERORDENING (EG) Nr. 1412/2006 VAN DE RAAD van 25

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1994 1995 23 863 (R 1510) Goedkeuring van het op 1 augustus 1989 te s-gravenhage tot stand gekomen Verdrag inzake het recht dat van toepassing is op erfopvolging

Nadere informatie

BIJLAGE. bij het. Voorstel voor een besluit van de Raad

BIJLAGE. bij het. Voorstel voor een besluit van de Raad EUROPESE COMMISSIE Brussel, 5.3.2015 COM(2015) 103 final ANNEX 1 BIJLAGE bij het Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de sluiting van de overeenkomst tussen de Europese Unie en de Verenigde

Nadere informatie

Leiden, 20 september Ohmann Notariaat Daniel Ohmann Korien van Steenbergen

Leiden, 20 september Ohmann Notariaat Daniel Ohmann Korien van Steenbergen Leiden, 20 september 2018 Ohmann Notariaat Daniel Ohmann Korien van Steenbergen Inleiding Verschillende vragen 1. Hoe laat u uw kind verzorgd achter? 2. Wie zorgt er voor uw kind? 3. Wie beheert het vermogen

Nadere informatie

Ulrik Huber Instituut voor Internationaal Privaatrecht Groningen, Nederland

Ulrik Huber Instituut voor Internationaal Privaatrecht Groningen, Nederland Ulrik Huber Instituut voor Internationaal Privaatrecht Groningen, Nederland Reactie op het GROENBOEK Erfopvolging en testamenten Brussel, 1 maart 2005 COM(2005) 65 definitief {SEC(2005) 270} September

Nadere informatie

Auteur. Onderwerp. Datum

Auteur. Onderwerp. Datum Auteur Stefan Nerinckx Onderwerp Het toepasselijk recht op verbintenissen voortvloeiend uit (internationale) arbeidsovereenkomsten: een nieuwe Europese verordening in de maak? Datum april 2005 Copyright

Nadere informatie

Toepasselijk recht inzake echtscheiding en scheiding van tafel en bed *

Toepasselijk recht inzake echtscheiding en scheiding van tafel en bed * P7_TA(2010)0477 Toepasselijk recht inzake echtscheiding en scheiding van tafel en bed * Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 15 december 2010 over het voorstel voor een verordening van de

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 maart 2012 (22.03) (OR. en) 7443/12 Inte rinstitutioneel dossier: 2009/0157 (COD) CODEC 601 JUSTCIV 85 PE 97

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 maart 2012 (22.03) (OR. en) 7443/12 Inte rinstitutioneel dossier: 2009/0157 (COD) CODEC 601 JUSTCIV 85 PE 97 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 21 maart 2012 (22.03) (OR. en) 7443/12 Inte rinstitutioneel dossier: 2009/0157 (COD) CODEC 601 JUSTCIV 85 PE 97 INFORMATIEVE NOTA van: het secretariaat-generaal aan:

Nadere informatie

Verordening 650/2012 Welk recht is van toepassing op 'Europese' nalatenschappen?

Verordening 650/2012 Welk recht is van toepassing op 'Europese' nalatenschappen? Verordening 650/2012 Welk recht is van toepassing op 'Europese' nalatenschappen? Patrick Wautelet CNUE - 27 juni 2013 1 Overzicht I. Ten geleide : de verordening in een notendop II. Welk recht (zonder

Nadere informatie

27-6-2013. Verordening 650/2012 Welk recht is van toepassing op 'Europese' nalatenschappen? Patrick Wautelet. Overzicht

27-6-2013. Verordening 650/2012 Welk recht is van toepassing op 'Europese' nalatenschappen? Patrick Wautelet. Overzicht Verordening 650/2012 Welk recht is van toepassing op 'Europese' nalatenschappen? Patrick Wautelet Overzicht I. Ten geleide : de verordening in een notendop II. Welk recht III. Welk recht I. Ten geleide

Nadere informatie

De Huwelijksvermogensverordening: welke staat heeft rechtsmacht bij geschillen inzake het huwelijksvermogensrecht?

De Huwelijksvermogensverordening: welke staat heeft rechtsmacht bij geschillen inzake het huwelijksvermogensrecht? De Huwelijksvermogensverordening: welke staat heeft rechtsmacht bij geschillen inzake het huwelijksvermogensrecht? MR. BRIGITTE F.P. LHOËST 1 Op 29 januari 2019 wordt de Huwelijksvermogensverordening (hierna

Nadere informatie

Bewindvoerderschap. Curatele, bewind en mentorschap

Bewindvoerderschap. Curatele, bewind en mentorschap Bewindvoerderschap Het kan voorkomen dat een erflater van mening is dat zijn erfgenamen (nog) niet de volledige verantwoording kunnen dragen van het door hen geërfde vermogen. Dit kan te maken hebben met

Nadere informatie

***I ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2013/0268(COD)

***I ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2013/0268(COD) EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie juridische zaken 13.12.2013 2013/0268(COD) ***I ONTWERPVERSLAG over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 184 Subsidiariteitstoets Europees voorstel erfenissen en testamenten Nr. 1 VOORSTEL VOOR EEN VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Nadere informatie

Grensoverschrijdende erfopvolgingen : Wat verandert er met de Verordening 650/2012? Patrick Wautelet

Grensoverschrijdende erfopvolgingen : Wat verandert er met de Verordening 650/2012? Patrick Wautelet Grensoverschrijdende erfopvolgingen : Wat verandert er met de Verordening 650/2012? Patrick Wautelet Overzicht 1) Verordening 650/2012 : een eerste kennismaking 2) De Verordening in werking : I. Verordening

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 17.7.2006 COM(2006) 399 definitief 2006/0135 (CNS) Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 2201/2003 wat

Nadere informatie

de Rechtspraak Raad voor de rechtspraak Ministerie van Veiligheid en Justitie mr. F. Teeven Postbus 20301 2500 ER DEN HAAG

de Rechtspraak Raad voor de rechtspraak Ministerie van Veiligheid en Justitie mr. F. Teeven Postbus 20301 2500 ER DEN HAAG Ministerie van Veiligheid en Justitie mr. F. Teeven Postbus 20301 2500 ER DEN HAAG Directie Strategie en Ontwikkeling bezoekadres Kneuterdijk 1 2514 EM Den Haag correspondentieadres Postbus 90613 2509

Nadere informatie

BEWIND -1- M:\brochures\bewind.docx 22/6/2015

BEWIND -1- M:\brochures\bewind.docx 22/6/2015 BEWIND Zodra een kind meerderjarig is (18 jaar) mag het zelf over zijn of haar eigen vermogen beschikken. Dat is meestal geen probleem, als dat vermogen niet groot is en één van beide ouders of beide ouders

Nadere informatie

1.1. Lijst van gebruikte begrippen en afkortingen. Successiewet Successiewet 1956. Burgerlijk Wetboek

1.1. Lijst van gebruikte begrippen en afkortingen. Successiewet Successiewet 1956. Burgerlijk Wetboek Schenk- en erfbelasting. Overdrachtsbelasting. Verwerping van een nalatenschap. Ongelukkige redactie testament. Vergeten testament. Informele wil Belastingdienst/ Directie Vaktechniek Belastingen. Besluit

Nadere informatie

ERFRECHT IN DE EU. Erven over de grens is nu gemakkelijker. Justitie en Consumentenzaken

ERFRECHT IN DE EU. Erven over de grens is nu gemakkelijker. Justitie en Consumentenzaken ERFRECHT IN DE EU Erven over de grens is nu gemakkelijker Justitie en Consumentenzaken Elk jaar krijgen een half miljoen families met erven over de grens te maken. Tot voor kort was de afwikkeling van

Nadere informatie

Nota naar aanleiding van het verslag. 1. Inleiding

Nota naar aanleiding van het verslag. 1. Inleiding 33851 Uitvoering van de Verordening (EU) nr. 650/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning en de tenuitvoerlegging van

Nadere informatie

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE EUROPESE COMMISSIE Brussel, XXX [ ](2013) XXX draft MEDEDELING VAN DE COMMISSIE Uitvoering van artikel 260 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie Aanpassing van de gegevens die worden

Nadere informatie

PUBLIC. Brussel, 29 oktober 2003 (05.11) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 13967/03 LIMITE JUSTCIV 208 TRANS 275

PUBLIC. Brussel, 29 oktober 2003 (05.11) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 13967/03 LIMITE JUSTCIV 208 TRANS 275 Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 29 oktober 2003 (05.11) 13967/03 LIMITE PUBLIC JUSTCIV 208 TRANS 275 NOTA van: het voorzitterschap aan: het Comité burgerlijk recht (algemene vraagstukken)

Nadere informatie

AMENDEMENTEN NL In verscheidenheid verenigd NL 2011/0059(CNS) Ontwerpadvies Evelyne Gebhardt (PE v01-00)

AMENDEMENTEN NL In verscheidenheid verenigd NL 2011/0059(CNS) Ontwerpadvies Evelyne Gebhardt (PE v01-00) EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken 26.6.2012 2011/0059(CNS) AMENDEMENTEN 26-38 Ontwerpadvies Evelyne Gebhardt (PE473.957v01-00) inzake het voorstel

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 6 oktober 2015 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 6 oktober 2015 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 6 oktober 2015 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2011/0444 (E) 12103/15 JUSTCIV 202 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN DE RAAD waarbij

Nadere informatie

ONDERHANDELINGEN OVER DE TOETREDING VAN BULGARIJE EN ROEMENIË TOT DE EUROPESE UNIE

ONDERHANDELINGEN OVER DE TOETREDING VAN BULGARIJE EN ROEMENIË TOT DE EUROPESE UNIE ONDERHANDELINGEN OVER DE TOETREDING VAN BULGARIJE EN ROEMENIË TOT DE EUROPESE UNIE Brussel, 31 maart 2005 (OR. en) AA 2/2/05 REV 2 TOETREDINGSVERDRAG: VERDRAG ONTWERP VAN WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 413 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE Aan de Voorzitter

Nadere informatie

OVEREENKOMST BETREFFENDE BELASTINGHEFFING OP INKOMSTEN UIT SPAARGELDEN EN DE VOORLOPIGE TOEPASSING ERVAN

OVEREENKOMST BETREFFENDE BELASTINGHEFFING OP INKOMSTEN UIT SPAARGELDEN EN DE VOORLOPIGE TOEPASSING ERVAN OVEREENKOMST BETREFFENDE BELASTINGHEFFING OP INKOMSTEN UIT SPAARGELDEN EN DE VOORLOPIGE TOEPASSING ERVAN DE A. Brief van de Bondsrepubliek Duitsland Mijnheer, Ik heb de eer te verwijzen naar de teksten

Nadere informatie

HC 7A, , Erfrecht

HC 7A, , Erfrecht HC 7A, 08-01-2019, Erfrecht Actualiteit De ramp met de zeecontainers, waarbij containers zijn aangespoeld. Op welke manier speelt het IPR daar een rol? Welke rechter mag over aansprakelijkheid oordelen

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 23/03/2017

Datum van inontvangstneming : 23/03/2017 Datum van inontvangstneming : 23/03/2017 Vertaling C-83/17-1 Zaak C-83/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 15 februari 2017 Verwijzende rechter: Oberster Gerichtshof (Oostenrijk)

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE NL NL NL COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 14.10.2009 SEC(2009) 411 definitief WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE bij het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement

Nadere informatie

***I ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2009/0157(COD)

***I ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2009/0157(COD) EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie juridische zaken 2009/0157(COD) 23.2.2011 ***I ONTWERPVERSLAG over de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen

Nadere informatie

Wezep / Oldebroek Erfrecht, eigen baas met testament

Wezep / Oldebroek Erfrecht, eigen baas met testament Wezep / Oldebroek Erfrecht, eigen baas met testament Notariaat Kremer Wezep, Stationsweg 87a, tel (038) 376 00 80 Oldebroek, Beeklaan 10, (0525) 63 13 35 Wet of testament De meeste zekerheid over verdeling

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 24 november 2015 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 24 november 2015 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 24 november 2015 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2013/0177 (E) 13777/15 JUSTCIV 256 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN DE RAAD tot

Nadere informatie

HET KONINKRIJK BELGIË, DE REPUBLIEK BULGARIJE, DE TSJECHISCHE REPUBLIEK, HET KONINKRIJK DENEMARKEN, DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND, DE REPUBLIEK ESTLAND,

HET KONINKRIJK BELGIË, DE REPUBLIEK BULGARIJE, DE TSJECHISCHE REPUBLIEK, HET KONINKRIJK DENEMARKEN, DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND, DE REPUBLIEK ESTLAND, AANVULLENDE OVEREENKOMST TUSSEN TEN EERSTE, DE EUROPESE UNIE EN HAAR LIDSTATEN, TEN TWEEDE, IJSLAND, EN TEN DERDE, HET KONINKRIJK NOORWEGEN, BETREFFENDE DE TOEPASSING VAN DE OVEREENKOMST INZAKE LUCHTVERVOER

Nadere informatie

Inhoud Voorwoord 11 Lijst van afkortingen Verkort geciteerde literatuur

Inhoud Voorwoord 11 Lijst van afkortingen Verkort geciteerde literatuur Inhoud Voorwoord 11 Lijst van afkortingen 13 Verkort geciteerde literatuur 17 Inleiding 21 Hoofdstuk 1. Het Nederlandse internationaal bevoegdheidsrecht: eex-verordening ii, eex-verdrag en Lugano Verdrag

Nadere informatie

7107/15 JVS/jvc DGD 1. Raad van de Europese Unie. Brussel, 28 april 2015 (OR. en) 7107/15. Interinstitutioneel dossier: 2015/0049 (NLE)

7107/15 JVS/jvc DGD 1. Raad van de Europese Unie. Brussel, 28 april 2015 (OR. en) 7107/15. Interinstitutioneel dossier: 2015/0049 (NLE) Raad van de Europese Unie Brussel, 28 april 2015 (OR. en) 7107/15 Interinstitutioneel dossier: 2015/0049 (NLE) VISA 85 COLAC 20 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Overeenkomst tussen de

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 200 20 32 37 JBZ-Raad AI VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 8 april 20 De vaste commissie voor de JBZ-Raad heeft in haar vergadering van 5 maart

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 23 september 2014 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 23 september 2014 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 23 september 2014 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2014/0021 (E) 12052/14 JUSTCIV 206 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN DE RAAD betreffende

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 20.11.2001 COM(2001) 680 definitief Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD waarbij de lidstaten worden gemachtigd in het belang van de Europese Gemeenschap

Nadere informatie

15 jaar erfrecht bezien vanuit notariaat, advocatuur en rechterlijke macht. EPN VEAN Congres 20 september 2018 Prof.mr.dr.

15 jaar erfrecht bezien vanuit notariaat, advocatuur en rechterlijke macht. EPN VEAN Congres 20 september 2018 Prof.mr.dr. 15 jaar erfrecht bezien vanuit notariaat, advocatuur en rechterlijke macht EPN VEAN Congres 20 september 2018 Prof.mr.dr. Fons Stollenwerck Rechterlijke macht Civiele rechter Kantonrechter/Rechtbank/Hof/Hoge

Nadere informatie

Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 teneinde te voorzien in aanpassing van de geldigheidsduur van de verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd

Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 teneinde te voorzien in aanpassing van de geldigheidsduur van de verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 teneinde te voorzien in aanpassing van de geldigheidsduur van de verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der

Nadere informatie