RIJDEN IN GROEPEN. Van iedere rijder wordt verwacht dat hij zich houdt aan deze richtlijnen zodat de rit veilig en ontspannen kan verlopen:

Transcriptie

1 RIJDEN IN GROEPEN Van iedere rijder wordt verwacht dat hij zich houdt aan deze richtlijnen zodat de rit veilig en ontspannen kan verlopen: De voorrijder met rood hesje, heeft de route uitgezet en geeft leiding aan de groep. De achterrijder(s) met rood hesje, markeert het einde van de groep en geeft aan dat deelnemers weer kunnen invoegen net voor hem. Tijdens het rijden blijven alle deelnemers tussen de voor- en achterrijder. Om misverstanden te voorkomen dragen de deelnemers tijdens een Ride-Out géén geel of rood hesje. Er wordt baksteen formatie gereden tenzij de weg hiervoor te smal is. Bij smalle wegen rijden de deelnemers met veilige onderlinge afstand achter elkaar. Zorg altijd voor voldoende onderlinge afstand zodat je beheerst kunt reageren op je voorganger. Deelnemers met weinig rijervaring rijden bij voorkeur vooraan in de groep. Eenmaal ingenomen posities blijven tijdens het rijden gehandhaafd. Er wordt niet onderling ingehaald. Iedere deelnemer houdt zich aan de wettelijke verkeersregels. Voor rood licht wordt gestopt, voorrangsregels worden nageleefd. Als de groep zich hierdoor splitst dan wacht de kopgroep op een geschikte plek tot de achterblijvers weer zijn aangesloten. Iedere deelnemer rijdt te allen tijde op eigen verantwoording en risico en dient zich verantwoordelijk te voelen voor de andere deelnemers. De rijstijl is zodanig dat de rust in de groep behouden blijft. Rijden in een groep vraagt continue oplettendheid en aandacht voor elkaar.

2 Het principe van het wegzet systeem of FMD (First Man Drop) Vanaf de start van de rit worden deelnemers weggezet op locaties waar de richting wordt veranderd. Er wordt niet weggezet bij rechtdoor gaan zoals bij rotondes, kruisingen, T-splitsingen, enz. waar de weg rechtdoor wordt vervolgd. Dus: geen wegwijzer, dan rechtdoor. Bij het wegzetsysteem bestaat de groep uit: De voorrijder die de groep leidt (rood hesje) De wegzetter (rood of geel hesje) die achter de voorrijder rijdt en de deelnemers (wegwijzers) wegzet. De wegwijzers die de achterblijvers de juiste richting wijzen zodat ze weer kunnen aansluiten bij de groep. Zorg er voor dat het verkeer je veilig kan passeren en je altijd goed zichtbaar bent. De achterrijder (dit kunnen er ook twee zijn, rood hesje) die als laatste rijder de wegwijzers het teken geeft dat ze weer voor hem kunnen invoegen.

3 Hoe slaagt het wegzet systeem: De deelnemer die als eerste achter de wegzetter rijdt voegt zich nadat de wegzetter zijn linker arm heeft opgestoken (altijd) naar rechts uit de groep. Hij stelt zich op een veilige en goed zichtbare plaats langs de weg op om achterblijvers de richting te wijzen. Deelnemers die achter de weggezette deelnemer rijden geven hem de ruimte en tijd om zich uit de groep te kunnen voegen. De wegwijzer blijft net zolang wachten tot de achterrijder arriveert. Hierdoor voorkom je dat de achterblijvers door vroegtijdig vertrek verdwalen. Als de achterrijder in zicht komt maakt de wegwijzer zich klaar om rustig vóór de achterrijder te kunnen invoegen en aan te sluiten bij de achterblijvers. De achterrijder maakt ruimte en houdt het achterop komende verkeer tegen. De wegwijzer mag dus niet zomaar ergens in de groep achterblijvers invoegen maar sluit altijd achteraan aan, vóór de achterrijder! Op een geschikte plaats kan de voorrijder/wegzetter de groep stil zetten zodat de achterblijvers kunnen aansluiten. Hierdoor wordt voorkomen dat er een groot, moeizaam te dichten gat tussen groep en achterblijvers of er een tekort aan wegwijzers ontstaat. Het wegzet systeem geïllustreerd: Groepsindeling: Hou te allen tijde onderling een veilige afstand en waar mogelijk rijdt je in baksteenformatie. Als een deelnemer direct achter de wegzetter komt te rijden doordat zijn voorganger is weggezet dan behoudt hij zijn positie in de groep. Er is dan weliswaar geen sprake van een baksteenformatie tussen de wegzetter en de volgende deelnemer maar de rust in de groep blijft bewaard en dat is belangrijker. Hou in zo n situatie wel meer afstand van de wegzetter zodat je voldoende remwegruimte creëert.

4 Afslaan naar rechts: De wegzetter kan de wegwijzer voor of na de afslag plaatsen. De wegwijzer stelt zich altijd goed zichtbaar op en houdt dus rekening met geparkeerde auto s, bomen, struiken, etc. die hem aan het zicht kunnen onttrekken. Een bocht naar rechts vraagt meer aandacht om de achterblijvers tijdig de juiste richting te laten kiezen. Stap daarom desnoods af om een beter zichtbare positie in te kunnen nemen.

5 Afslaan naar links: Hier geldt hetzelfde als bij het afslaan naar rechts. Echter een bocht naar links geeft veelal meer zicht dus meer tijd voor de achterblijvers om de richting te kunnen bepalen.

6 Het rijden met begeleiding van Road Captains. Ook bij de ritten begeleid door Road Captains gelden de groepsregels zoals al eerder besproken. De begeleiding heeft tot doel om de groep zoveel mogelijk aaneengesloten en veilig door het verkeer te begeleiden. De groepssamenstelling is als volgt: Voorrijder (rood hes) gevolgd door de Road Captains (geel hesjes), de deelnemers en dan als laatste weer de achterrijder(s) in rode hessen. Het rijden in een door Road Captains begeleide groep vraagt een hoge mate van concentratie en oplettendheid van de deelnemers. Om de groep aaneengesloten te kunnen laten rijden zullen de Road Captains daar waar nodig kruisingen, wegen van rechts en rotondes veilig stellen. Het stilzetten van verkeersdeelnemers mag officieel alleen door wettelijk bevoegde personen gebeuren. De Road Captains hebben die status niet en kunnen dus alleen met vrijwillige medewerking van de overige verkeersdeelnemers hun taak volbrengen. De tijdsduur van dit veiligstellen zal zo kort mogelijk gehouden worden om het overige verkeer niet onnodig op te houden. Omdat er geen wettelijke basis is voor deze manier van begeleiding is het van belang dat iedere deelnemer zich ervan bewust is dat ondanks de inzet van Road Captains er overige verkeersdeelnemers kunnen zijn die om wat voor reden dan ook de aanwijzingen negeren. Blijf dus altijd alert, hou rekening met het onverwachte. Zodra de deelnemersgroep gepasseerd is zal de Road Captain(s) op aanwijzing van de achterrijder invoegen. De achterrijder geeft door middel van handsignalen het stilgezette verkeer te kennen dat ze bedankt worden voor hun begrip en dat ze weer normaal verder hun weg kunnen vervolgen. De Road Captain zal vervolgens de groep in gaan halen om zich weer in de positie achter de voorrijder te positioneren, waardoor hij dan opnieuw ingezet kan worden als de situatie daarom vraagt. Deelnemers moeten dus rekening houden met inhaal acties van de Road Captains. Geef ze de ruimte waar dat kan, gebruik de spiegels waar ze voor zijn, maak oogcontact om te laten zien dat je weet dat er iemand in wil gaan halen. Haal geen onverwachte acties uit om het passeren mogelijk te maken, de Road Captain maakt zelf de inschatting of en wanneer hij het veilig vindt om in te halen.