Schooljaar: Periode: 1. Studiewijzer: LO. 16 leerlingen. Klas: 2ab WEEK LES WAT IS HET HUISWERK VOOR DIE WAT GAAN WE IN DE LES DOEN?

Transcriptie

1 Afkortingen: mk = maken lz = lezen lr = leren aantek = aantekeningen = paragraaf so = schriftelijke overhoring hfd = hoofdstuk curs = cursus opdr = opdracht oef = oefening vr = vraag blz = bladzijde voorb = voorbereiden herh = herhalen voc = vocabulaire prac = practicum gramm = grammatica rek = rekenen topo = topografie tb = tekstboek wb = werkboek sprkb = spreekbeurt Schooljaar: Periode: Studiewijzer: LO 6 leerlingen Klas: ab WEEK LES WAT IS HET HUISWERK VOOR DIE WAT GAAN WE IN DE LES DOEN? LES? 34/8-6/8 Woensdag start lessen Afspraken doornemen (sieraden, kleding, blessures etc) Touw zwaaien en klimmen Chagrijnenspel (samenwerkingsopdracht) en omnibal 359/8-/9 Krabtikspel, volleybal oht+bht toernooitje (leren score en regels bij te houden) Trefbal 365/9-9/9 Woensdag Vespuccidag Geen les ivm vespuccidag Geen les ivm vespuccidag 37//-6/9 Ringzwaaien (zelf instellen) halve draai in + uit Basketbal (passen, vangen, dribbelen) start lay up en wedstrijdje 389/9-3/9 B&M het aanleren van horen van 8 tellen in muziek, 4x8 aanleren Vervolg volleybal (leerlingen zelf teams maken even sterk en leren fluiten) 396/9-30/9 Stoeispelen en worstelen Hockey: leren passen, aannemen en dribbelen. Push aanleren 403/0-7/0 Acrogym met leskaarten Volleybal cijfer voor oht & bht 40/0-4/0 Tussenvakantie 47/0-/0 Maandag studiedag Stukje theorie (wat gebeurd er in je lichaam tijdens sporten) voorbeeld goeie w-up rekken en strekken. Waarom? Laten ervaren wat gebeurd er in je lichaam met lopen en sprinten. Coolingdown Ringzwaaien les voor een cijfer halve draai in en uit 434/0-8/0 Stukje theorie (waarom gezond eten, ontbijt belangrijk) leren hulpverlenen met de handstand en salto ao tegen de muur Shuttle run test voor een cijfer 443/0-4/ Toetsweek

2 Afkortingen: mk = maken lz = lezen lr = leren aantek = aantekeningen = paragraaf so = schriftelijke overhoring hfd = hoofdstuk curs = cursus opdr = opdracht oef = oefening vr = vraag blz = bladzijde voorb = voorbereiden herh = herhalen voc = vocabulaire prac = practicum gramm = grammatica rek = rekenen topo = topografie tb = tekstboek wb = werkboek sprkb = spreekbeurt Schooljaar: Periode: Studiewijzer: BV Methode: Klas: AB WEEK LES WAT IS HET HUISWERK VOOR DIE LES? WAT GAAN WE IN DE LES DOEN? 34/8-6/8 Woensdag start lessen Introductie les, uitleg perspectief. Oefenen met -puntsperspectief 359/8-/9 Plaatje van steegje meenemen Oefenen met perspectief. Plaatje steegje opzetten in perspectief 365/9-9/9 3 Woensdag Vespuccidag GEEN LES: Vespuccidag 37 //-6/9 38 9/9-3/9 39 6/9-30/9 40 3/0-7/ Plaatje van steegje meenemen 40/0-4/0 Tussenvakantie 47/0-/0 8 Maandag studiedag 43 4/0-8/0 44 3/0-4/ Toetsweek 45 7/-/ 46 4/- 8/ 9 Plaatje steegje opzetten in perspectief Plaatje steegje opzetten in perspectief Toevoegen details, structuren, lantaarnpalen, prullenbakken etc. Verwerken alle lijnen, afmaken tekening, start grijstonen Afmaken tekening, let op details, grijstonen en structuren AANVANG LES: inleveren tekening steegje Start nieuwe opdracht met kosteloos materiaal. Maak een dier van kosteloos materiaal, basis opzetten Maak een dier van kosteloos materiaal, basis opzetten

3 Afkortingen: mk = maken lz = lezen lr = leren aantek = aantekeningen = paragraaf so = schriftelijke overhoring hfd = hoofdstuk curs = cursus opdr = opdracht oef = oefening vr = vraag blz = bladzijde voorb = voorbereiden herh = herhalen voc = vocabulaire prac = practicum gramm = grammatica rek = rekenen topo = topografie tb = tekstboek wb = werkboek sprkb = spreekbeurt Schooljaar: Periode: Studiewijzer: Methode: Neue Kontakte 6 e ed. Klas: abc WEEK LES WAT IS HET HUISWERK VOOR DIE WAT GAAN WE IN DE LES DOEN? LES? 34/8-6/8 A Sehen B Lesen, 3 C Grammatik 4, 5, 6, 7, 8, 9, 0* 359/8-0/09 C Grammatik, *,, 3, 4*, 5, 6* C Grammatik D Sprechen 7, 8, 9, 0, *, * 3, 4, 5, 6, 7, 8, /09-09/09 Kein Unterricht Kein Unterricht Maandag Vespuccidag Redemittel D E Wörterbuch 36 F In der Klasse 37, 38 Zum Schluss 39, 40, 4 37/09-6/ /09-3/ /09-30/ /0-07/0 Lernliste D-N; A + B C Grammatik, D Redemittel, Lernliste D Klassenarbeit Kapitel Teil G Hören 4 H Lesen 43 Lernliste D-N; G + H I Grammatik 44, 45, 46, 47*48, 49, 50, 5*, 5, 53*, 54* Lernliste J J Sprechen 55, 56, 57, 58, 59*, 60*, 6, 6* 63, 64, 65, 66 Stoff: Lernliste J Kapitel SO Kapitel Teil J Sprechen 67, 68, 69, 70, 7* K Schreiben 7, 73, 7475 J Redemittel Zum Schluss 76 Stoff: Lernliste D-N; G + H I Grammatik, J Redemittel, Lernliste J Klassenarbeit Kapitel Teil A Sehen B Lesen

4 Lernliste D-N; A + B 40/0-7/0 tussenvakantie 47/0-/0 Kein Unterricht Maandag studiedag Stoff: Lernliste D Zahlen + Zeit C Grammatik 3, 4, 5, 6, 7, 8*9, 0, *, *, 3 4* Kein Unterricht SO D Sprechen 5, 6, 7, 8, 9, 0, *, 3, 4*, 5, 6*, 7* 434/0-8/0 Redemittel D D Sprechen 8, 9, 30, 3, 3, 33, 34, 35, 36* C Grammatik, E Wörterbuch37, 38 D Redemittel, Lernliste D F In der Klasse 39 Lernliste D-N; A + B Zum Schluss 40 (Landeskunde) 443/0-03/ Afrondingsweek Klassenarbeit Kapitel Teil Stoff: Lernliste D-N; A + B C Grammatik, D Redemittel, Lernliste D 45 /-6/ Start periode 46 9/-3/ Beginn Kapitel Teil

5 LEESVERSLAGEN ENGELS Voor onderbouw en vmbo-klassen Voor het vak Engels leg je een leesdossier aan. Je krijgt punten voor elk verslag en voor een netjes verzorgd leesdossier. Het gaat NIET om veel bladzijdes (wees papierbewust), print je verslagen in lettertype (kopjes iets groter) en gebruik geen plastic hoesjes voor je bladzijdes. Je leest 4 dunne boekjes, of in plaats van dunne dik boek dat voor periodes telt. Voor dunne boekjes uit de schoolbibliotheek geldt dat ze x tellen: GROEN = klas ; GEEL = klas ; BLAUW = klas 3 en ROOD = klas 3/4. Je mag boeken van thuis gebruiken en van een moeilijker niveau lezen. Breng je boek mee naar de les en toon het aan je docent, die bepaalt of het keer / keer / misschien ½ keer telt. Laat je docent de titel & schrijver bij jouw naam noteren, plus hoe vaak het boekje telt! Zoek Engelse boeken die je leuk vindt en die op jouw niveau zijn, dus niet te moeilijk en niet te makkelijk. Let op: kies van eenzelfde schrijver maar boek! Je moet Engels lezen en je verslag mag in het Engels of in het Nederlands, maar schrijf NIET over bv. Zweinstein in je Harry Potter boekverslag! Je moet ieder verslag uiterlijk op een vastgestelde datum aan het eind van iedere periode inleveren. Eerder inleveren is goed, want dan loop je geen risico op print- of computer problemen! Ben je laat dan kost het iets van je cijfer. Zorg voor een plastic Leitz-mapje met een doorzichtige voorkant en stop ieder verslag er bij. Zet duidelijk je naam op de voorkant en op elk verslag. Aan het eind van het jaar zitten al je oorspronkelijke PLUS je eventueel verbeterde boekverslagen in mapje, met: A. een passend voorkantje: noem het dossier Reading File B. een inhoudsopgave van al je boeken: List of Contents (Title Author - Page) Je krijgt een cijfer aan het einde van het jaar, waarbij wordt gelet op 0 items. NUMMER de items IN je verslag, houd de volgorde aan en let vooral op item 8, 9 en 0! Schrijf je antwoorden in volledige zinnen, dus zet NIET neer: 3. Science fiction maar: Item 3. Het genre is science fiction De 0 items voor je Reading File. Noteer jouw naam + de naam van de schrijver + de titel van het boekje boven ieder verslag.. Noteer de datum waarop je het verslag schrijft. 3. Geef aan wat het genre is (vb. detectieve verhaal, science fiction, roman, avontuur). 4. Omschrijf de hoofdpersoon (uiterlijk, karakter, hoe is en wat doet hij/zij?). 5. Vertel wie de belangrijkste bijpersonen zijn + geef er informatie over. 6. Waar en wanneer speelt het verhaal zich af + hoe lang is de tijdsduur van het verhaal? 7. a. Vertel waar het in het boek om gaat: het belangrijkste probleem en het belangrijkste moment b. Vertel hoe het verhaal afloopt. 8. a. Wat betekent de TITEL: verklaar waarom het boek zo heet. b. Bedenk alternatieve titel dat bij het boekje past + LEG UIT waarom die titel ook past. 9. Geef je MENING + VERKLAAR je mening. Gebruik: wat je het leukste moment vond + wat je niet leuk vond + wat was interessant of wat was spannend? 0. CITEER stukjes uit je boek m.b.t. VERSCHILLENDE items + noteer het nummer (3-9). Geef aan over welke (verschillende) items dit iets aantoont. TYP LETTERLIJK OVER

6 wat je citeert want je docent heeft het boekje niet + noteer de BLADZIJDE(N) waar het staat. Bijv.: Ik citeer blz, dat legt uit hoe de hoofdpersoon eruit ziet (= item 4) their son Harry had curly hair, wore glasses and had a scar on his forehead. (p.) Heel veel leesplezier en GOOD LUCK!

7 SPREEKBEURTEN ENGELS Voor klas en Voor het vak Engels moet je in klas en een spreekbeurt houden van minimaal 5 minuten. Er wordt zo spoedig mogelijk mee gestart, waarbij de betere leerlingen eerst ingedeeld worden en leerlingen die meer moeite met Engels hebben later aan de beurt zijn. Kies een onderwerp dat jij interessant vindt en waarover je al veel weet, dan is het makkelijker om uit je hoofd te vertellen en om vragen na afloop goed te beantwoorden. Let op: als je van een blaadje voorleest, krijg je géén voldoende! Geef van tevoren je onderwerp door, want een onderwerp mag niet x voorkomen in je klas. Bedenk een origineel en interessant onderwerp en schrijf je eigen tekst in het Engels. Als je jouw basistekst hebt vastgelegd maak je een lijstje sleutelwoorden / keywords om mee te oefenen. GEEF NA je spreekbeurt je tekst en sleutelwoorden aan je docent. Als je iets wilt laten zien, toon het klassikaal en geef niets door tijdens de spreekbeurt, want dat leidt je klasgenoten af. Een stukje film laten zien of een liedje laten horen is toegestaan maar telt niet mee in je spreektijd. Organiseer van tevoren ZELF dat alles klaar staat en werkt! Als je m.b.v. de computer Powerpoint of Prezi wilt gebruiken, zorg dat er niet teveel tekst in staat en test of het werkt. Zorg voor een back-up op stick en stuur je materiaal per mail naar je docent. Tot slot: je spreektijd is zónder de vragen uit je klas. Bij een spreekbeurt korter dan 4 minuten of langer dan 0 minuten kun je geen voldoende krijgen Alles wat je zegt moet in het Engels (zelfs: Let me think en Oh, I forgot ) en je spreekbeurt moet pakkend en informatief zijn. Praat niet te snel want dan is het niet goed te volgen en dat zou jammer zijn. Je mag ervan uit gaan dat je toehoorders nauwelijks iets over het onderwerp weten, dus wees duidelijk en uitgebreid. Je wordt mede door je klasgenoten beoordeeld, die ook in het Engels moeten overleggen en hun beoordeling geven. Eén spokesperson per onderdeel (z.o.z.) moet het woord doen en iedere keer iemand anders. Door een goede vraag te stellen (max. per leerling per keer) en door spokesperson te zijn kan iedereen zijn uiteindelijke spreekbeurtcijfer een beetje ophogen. Om te helpen beoordelen wordt de klas in drieën gesplitst om per onderdeel een evaluatie te geven. Iedereen noteert tijdens de presentatie tips en opgemerkte taalfouten. Een vrijwillige spokesperson voert namens de groep het woord en als iedereen (inclusief de docent) feedback heeft gegeven volgt per groep een cijfervoorstel voor de GEHELE spreekbeurt. Bekijk de punten achterop dit blad goed en besluit in je groepje middels discussiëren in het Engels wat voor cijfer de HELE spreekbeurt waard is. Let op: jullie voorgestelde cijfers worden NIET berekend maar het cijfer wordt door je docent vastgesteld en ingevoerd in periode 4. p.t.o.

8 . PRESENTATION = de presentatie Hieronder vallen: a. preparation (= meegebracht materiaal / computer- en bordgebruik) b. attitude (= je houding & gebruik van je handen) c. eye contact (= je oogcontact met de klas) Breng iets mee om te laten zien, maak een poster of gebruik Powerpoint of Prezi met weinig tekst en passende plaatjes. Gebruik het whiteboard als je iets uitlegt; als je iets tekent of schetst tijdens je spreekbeurt komt dat actief over. Ga staan, dan is je spreekbeurt levendiger en kom je vriendelijker en meer betrokken over. Maak gebruik van je handen door dingen aan te wijzen en middels hand/armbewegingen kracht bij je woorden te zetten. Kijk zoveel mogelijk door de hele klas heen, je blik spreidend over al je klasgenoten en docent. Pas ervoor op dat je niet van je blaadje opleest (= een onvoldoende!) of dat je naar je leraar staart (dit gebeurt soms bij grote zenuwen). Als je durft, kijk je klasgenoten om beurten aan en als je dit niet durft is een handige tip: kijk een beetje over de hoofden heen of naar de neuzen? Probeer maar uit!. CONTENTS = de inhoud Hieronder vallen: klasgenoten) a. structure (= indeling in hoofdstukken en een lopend geheel ) b. clear (= is de INHOUD begrijpelijk en kan de klas het na vertellen?) c. interesting (= is het interessant en leuk gebracht voor je Zorg er in ieder geval voor, dat je T I T E L mooi en duidelijk leesbaar is, voor iedereen. Bedenk van tevoren of jouw onderwerp interessant is voor je klasgenoten en hoe je het boeiend kunt maken. Bedenk minimaal 5 hoofdstukken, die je opschrijft en aanwijst als je er bent; houd ze zichtbaar gedurende je spreekbeurt. Je hebt er zelf houvast aan en je verhaal wordt makkelijker te volgen, doordat iedereen ziet wat nog komt. Bij voorkeur geef je een korte inleiding, dan komt de body /kern van je verhaal en daarna je conclusie/afronding. Bied tot slot de gelegenheid tot vragen ( Are there any questions? ). 3. LANGUAGE = je taalgebruik Hieronder vallen: a. grammar (= grammaticale correctheid), b. fluency (= vlotheid/ of je verhaal lekker loopt) en c. pronunciation (= je uitspraak). Je moet de geleerde grammatica toepassen in praktijk. Anderen mogen tips geven door grammatica fouten te noemen. Zie dat niet als aanval maar probeer er wat van op te steken! Een spreker heeft zelf vaak niet eens in de gaten dat hij/zij soms een regel verkeerd toepast. Er wordt bij de evaluatie ook gelet op hoe vlot je spreekbeurt loopt: niet stamelend of vol pauzes/stops maar ook niet te snel/onverstaanbaar. Zorg ervoor dat je klasgenoten je kunnen volgen (check dit?) zeker als je Engels beter dan het gemiddelde is! Over je uitspraak het volgende: met een Brits-Engelse uitspraak zit je altijd goed. Een Amerikaanse uitspraak is minder mooi (is eigenlijk een dialect ) maar niet van invloed op je cijfer. Wel wordt een typisch Nederlandse uitspraak je aangerekend. Hoe meer je in contact met (Brits) Engels komt, hoe beter je uitspraak en je taalvaardigheden zullen worden: probeer je hiervoor in te zetten als je wilt verbeteren. Tot slot: DIT STENCIL zul je nog vaak nodig hebben, dus houd het goed bij je!! GOOD LUCK!

9 Afkortingen: mk = maken lz = lezen lr = leren aantek = aantekeningen = paragraaf so = schriftelijke overhoring hfd = hoofdstuk oef = oefening blz = bladzijde voorb = voorbereiden herh = herhalen voc = vocabulaire gramm = grammatica rek = rekenen tb = tekstboek wb = werkboek sprkb = spreekbeurt Schooljaar: Periode: Studiewijzer: Engels Methode: Stepping Stones Klas: ab WEEK LES WAT IS HET HUISWERK VOOR DIE LES? WAT GAAN WE IN DE LES DOEN? 34-6/8 - - Boeken mee Introductie + Talking about holidays (English!) 35 9/8-/9 lr voc AB TB + af WB blz 30/ Mk Bridging the Gap WB t/m blz 30 + Af Bridging the Gap I t/m III blz 30 + lr voc Start hfd mk t/m oef 7 + lr voc t/m D + work t/m C TB blz.7/8 on B. the Gap 36 5/9-9/9 Af t/m oef 7 + lr voc t/m D + work on Br the Instructievel Leesdossier + mk TY (Test wo. Vespuccidag Gap + lr Stones + yourself) + mk Bridging the Gap t/m V blz / /9 Af t/m oef 4 + lr voc t/m G TB p.9- + mk Br the Gap t/m V (blz. 36) + lr Stones Lr alle voc hfd + mk hfd t/m oef 7 + mk Br the Gap t/m VII (blz.4) Af hfd incl TY+ Herhaling (WB blz 5-56) + Br the Gap t/m blz 50 + Lr hfd voor PW Luist F/G + mk H+I+J t/m oef 7 + nakijken+ lr voc hfd + mk Br the Gap t/m blz.4) SO voc hfd + afmk hfd TY + Herhaling WB blz 5 + nakijken + Br the Gap afmk Watching oef 8/9 + nakijken hfd + afmk Herhaling + Start hfd t/m oef 7 / Task hfd Af hfd t/m oef 7 + lr hfd voc ABC TB Hfd mk t/m ABC + D+E (gramm) t/m oef 4 + lr hfd Lr hfd Gram, voc, oef, aantek, Stones TOETS hfd /9 Af t/m oef 4 + lr voc ABC + zoek een Luist F/G + Instructievel Spreekbeurten + leesboek + lr Stones 4+5 mk H+I+J t/m oef 6 + lr voc t/m G Denk over spreekb + lr voc t/m G + mk Uitleg gramm + Indelen spreekb + afmk hfd t/m oef 6 hfd t/m oef 8 + mk TY + lr voc hfd 40 3/0-7/0 Af hfd incl TY + lr voc hfd TB + lr Stones Nakijken hfd + mk Herhaling/ Verrijking / Task + gramm + lr hfd Lr alle voc hfd + af hfd incl TY SO voc hfd + Herhaling/verrijking hfd + / Task hfd + alles nakijken 4 0-4/0 TUSSENVAKANTIE LEES je BOEK 4 7-/0 - (mk/lr Bridging the gap ) GEEN LES op maandag / mk hfd ma. Studiedag Lr hfd + herhaling/verrijking + lees je boek Af/nakijken herhaling/verrijking hfd + WB t/m blz 6 + indelen spreekb + zoek onderwerp /0 Werk aan boekverslag + af WB t/m blz 6 Start hfd 3 ABC mk t/m oef 7 + lr voor PW BOEKVERSLAG af + hfd 3 ABC t/m oef 7 + INLEVEREN boekverslag + bespreken hfd lr hfd voor toetsweek + mk hfd 3 D+E t/m oef /0-4/0 Lr hfd Gram, voc, oef, aantek, Stones TOETS hfd Start periode 45 7-/ Hfd 3 af t/m 3 + lr voc 3ABC + lr Stone sprkb voorbereiden Af t/m 3 + lr voc t/m G + lr Stone 9/0 + sprkb voorbereiden Sprkb.. + Luist F/G + mk H+I t/m oef 3 + nakijken + lr voc t/m G Gramm I mk t/m oef 7 + nakijken + mk TY + lr voc hfd 3

10 46 4-8/ Af hfd 3 t/m 7 incl TY + sprkb voorbereiden Sprkb.. + watching K + nakijken hfd 3 / Task hfd 3 Lr alle voc hfd 3 + afmk hfd 3 + lr hfd 3 SO voc hfd 3 + afmk hfd 3 + Start hfd 4

11 Afkortingen: mk = maken lz = lezen lr = leren aantek = aantekeningen = paragraaf so = schriftelijke overhoring hfd = hoofdstuk curs = cursus opdr = opdracht oef = oefening vr = vraag blz = bladzijde voorb = voorbereiden herh = herhalen voc = vocabulaire prac = practicum gramm = grammatica rek = rekenen topo = topografie tb = tekstboek wb = werkboek sprkb = spreekbeurt Schooljaar: Periode: Studiewijzer: Frans Methode: Grandes Lignes Klas: ab Dinsdag 3 e uur en donderdag 3 e uur Wat je in de les niet af krijgt is huiswerk voor de volgende les. WEEK LES WAT IS HET HUISWERK VOOR DIE LES? 359/8-/9 36 5/9-9/9 37 //-6/9 38 9/9-3/9 39 6/9-30/9 40 3/0-7/0 Herh avoir en être, Lr voc. mk bron C) Lr., herh., Herh ww avoir, être, aller (present) Lr Grammaire D, lr voc. en. Lr Phrases-clés E, Lr voca.3 en.4 Herh voca. en. Mk bron G: 0 (), Mk bron H:, Lr Grammaire J Mk bron J: 7* WAT GAAN WE IN DE LES DOEN? Herh gram klas (t/m H4) Inleiding chapitre bron A: 3 (), 4 bron B: 5 (), 6 () Herh gram klas H 5, 6 Herh klas H7 bron D:, (), 3, 4* SO. en. en bron D Mk bron E: 5 (), 6 (), 7 Nakijken t/m 0, Mk bron F: 8, 9 () Mk bron I: 3 () Mk bron J: 4, 5, 6 bron K: 8 (), 9, 30 Nakijken: 0 t/m 30 Herh hfd, mk Tâche: stap t/m 4, mk Francofolies / chanson / lecture Nakijken t/m 30, herh toetsstof, leren Lr hfd (bron D, E, G voc.3 t/m.4) Mk t/m 30 (30 geprint inleveren) Mk D-toets (), Oef in I-clips, Mk Arrêt Lr Hfd Toets Hfd mk Inleiding hfd : en Lr voca.,. Mk bron A: 3 (), 4 () Af bron C Mk bron D: en Lr bron D en E Lr Grammaire D Herh bepaald lidwoord en vervoeging van het reg.m. ww op -er Lr voc. en., lr Phrases-clés E Toets hfd bespreken bron B: 5 (), 6 (), 7()* Mk bron C: 8, 9, 0* Uitleg bron D Uitspraak bron E Nakijken: t/m 0 Mk bron D: 3, 4*, oef bron E: 5 () bron E: 6, 7 bron F: 8, 9 () Nakijken: t/m 9 SO voc.,., bron E Mk bron G: 0 (), mk bron H:, Lr voc.3 en.4, Lr vervoeging prendre Mk bron I: 3 (), mk bron J: 4, 5, 7 (6*) 4 0/0-4/0 Tussenvakantie

12 4 7/0-/0 Af t/m 7 Herh persoonlijk voornaamwoord als onderwerp Nakijken: t/m 7 Lr Grammaire J Mk bron K: 8 (), 9, 30 Tâche: stap t/m /0-8/0 Lr Phrases-clés K Mk Arrêt/Francofolie / chanson / lecture Herh grammatica, vocabulaire, Phrases-clés D-toets () 44 3/0-4/ Toetsweek 45 7/-/ Lr voca 3. Mk bron C: 8, 9, 0* Toets bespreken Hfd 3 Inleiding: en () Mk bron A: 3 (), 4, bron B: 5 bron B: 6 (), 7 ()* Nakijken: t/m 0

13 Afkortingen: mk = maken lz = lezen lr = leren aantek = aantekeningen = paragraaf so = schriftelijke overhoring hfd = hoofdstuk curs = cursus opdr = opdracht oef = oefening vr = vraag blz = bladzijde voorb = voorbereiden herh = herhalen voc = vocabulaire prac = practicum gramm = grammatica rek = rekenen topo = topografie tb = tekstboek wb = werkboek sprkb = spreekbeurt Schooljaar: Periode: Studiewijzer: Geschiedenis Methode: Feniks Klas: AB WEEK LES WAT IS HET HUISWERK VOOR DIE LES? WAT GAAN WE IN DE LES DOEN? 34/8-6/8 Introductie en planning periode maken (HB en WB) lezen par.. en. 359/8-/9 Aangekruiste huiswerkopdrachten maken Huiswerk bespreken en lezen par.. en.3 Aangekruiste huiswerkopdrachten maken Huiswerk bespreken en digitaal materiaal bekijken. Kennen en kunnen voor OH. 365/9-9/9 OH par.. t/m.3 Het Spaanse wereldrijk Woensdag: Lezen par..4 t/m keuzemenu Huiswerkvragen maken en digitaal materiaal Vespuccidag bekijken 37/9-6/9 Aangekruiste huiswerkopdrachten maken Huiswerk bespreken en digitaal materiaal bekijken. Kennen en kunnen voor OH. 389/9-3/9 OH par..4 t/m keuzemenu Het Spaanse Wereldrijk OH bespreken en lezen H Het ontstaan van Nederland par.. en.. Lesstof par.. en. bespreken 396/9-30/9 Aangekruiste huiswerkopdrachten maken Huiswerk bespreken en digitaal materiaal bekijken. Lezen par..3 en.4 Huiswerkvragen maken en digitaal materiaal bekijken 403/0-7/0 Lezen par..5 t/m keuzemenu Lesstof par..5 t/m keuzemenu bespreken. Huiswerkvragen maken W.v.t.t.k. H t/m keuzemenu 40/0-4/0 tussenvakantie 47/0-/0 Maandag studiedag Herhalen lesstof H en H Ophalen en herhalen lesstof H en H 434/0-8/0 Aangekruiste huiswerkopdrachten maken Oefentoetsen maken en bespreken. Kennen en kunnen voor de afrondingsweek

14 443/0-4/ Afrondingsweek H Het Spaanse wereldrijk en H Het ontstaan van Nederland 457/-/ Start periode 46 4/-3/

15 Afkortingen: mk = maken lz = lezen lr = leren aantek = aantekeningen = paragraaf so = schriftelijke overhoring hfd = hoofdstuk curs = cursus opdr = opdracht oef = oefening vr = vraag blz = bladzijde voorb = voorbereiden herh = herhalen voc = vocabulaire prac = practicum gramm = grammatica rek = rekenen topo = topografie tb = tekstboek wb = werkboek sprkb = spreekbeurt Schooljaar: Periode: Studiewijzer: MN Methode: Vita Malmberg Klas: ab WEEK LES WAT IS HET HUISWERK VOOR DIE LES? WAT GAAN WE IN DE LES DOEN? 344/8-6/8 - - Introductie M&N 3 - Module 7 basisstof 4 - Module 7 basisstof 359/8-0/9 Module 7 basisstof Module 7 basisstof Prac: Afvalstoffen 3 Module 7 basisstof 3 4 Prac: Afvalstoffen vervolg 3605/9-9/9 Module 7 basisstof 3 Module 7 basisstof 4 Module 7 basisstof 4 Prac. 3 Prac. 4 Module 7 basisstof 5 37/9-6/9 Module 7 basisstof 5 Prac. Oefenen toets 3 Lr Toets module 7 basisstof -4 Mk Toets module 7 basisstof -4 4 Module 7 basisstof 6 Module 7 basisstof 6 Module 7 basisstof 7 3 Module 7 basisstof 7 Prac: 4 Prac: 396/9-30/9 Module 7 basisstof 8 Module 7 basisstof 8 Oefen toets 3 Excursie? 4 Excursie?

16 40 03/0-07/0 Lr Toets module 7 basisstof 5-8 Mk Toets module 7 basisstof 5-8 Module 8 basisstof 3 Module 8 basisstof Prac. 4 Prac: 4 0/0-4/0 tussenvakantie 4 7/0-/0 studiedag Module 8 basisstof 3 Module 8 basisstof Module 8 basisstof 3 4 Module 8 basisstof 3 Prac: 43 4/0-8/0 Module 8 basisstof 4 Module 8 basisstof 4 Practicum verslag afvalstoffen 3 Afmaken practicum verslag afvalstoffen 4 Oefenen voor eindtoets 44 3/0-04/ Lr Eindtoets module 7 & 8 tm basisstof 4 Mk Toets module 7 & 8 tm basisstof 4

17 Afkortingen: mk = maken lz = lezen lr = leren aantek = aantekeningen = paragraaf so = schriftelijke overhoring hfd = hoofdstuk curs = cursus opdr = opdracht oef = oefening vr = vraag blz = bladzijde voorb = voorbereiden herh = herhalen voc = vocabulaire prac = practicum gramm = grammatica rek = rekenen topo = topografie tb = tekstboek wb = werkboek sprkb = spreekbeurt Schooljaar: Periode: Studiewijzer: Nederlands Methode: NieuwNederlands Klas: Ab Di do vrij WEEK LES WAT IS HET HUISWERK VOOR DIE WAT GAAN WE IN DE LES DOEN? LES? 34/8-6/8 Start lessen: woensdag Introductie + screening 3 H_lezen: leerboek 359/8-/9 Oef leerboek afwerken: H lezen Nakijken oef H_lezen +H_woordenschat: leerboek ZW: H_lezen: oefenboek + H_woordenschat: oefenboek Oef oefenboek afwerken: H_lezen Nakijken oefeningen H_lezen + 3 H_grammatica: inleiding met bundel + oefeningen 365/9-9/9 H_spelling + extra oefenen op werkwoordspelling H_grammatica zinsdelen: leerboek + oefenboek H_ oefeningen afwerken: grammatica zinsleer 3 + spelling + woordenschat (oefenboek) 37/9-6/9 H_spreken kijken en luisteren H_spreken, kijken en luisteren: interview met klasgenoot uitwerken 3 H_grammatica: woordsoorten: leerboek 389/9-3/9 Interview met klasgenoot indienen H_schrijven: leerboek (ruwe versie) H_portfolio opdracht uitwerken 3 H_fictie 396/9-30/9 H_ Poëzie PW: grammatica: zinsdelen en SO + ZW: H_Formuleren: leerboek woordsoorten + keuzeopdracht poëzie indienen 3 Computerklas! Oefenen op ww spelling 403/0-7/0 SO: werkwoordspelling SO + ZW: H_formuleren: oefenboek ZW: AFWERKLES + Werken aan groot interview 3 zelftest + begeleid leren H 40/0-4/0 Tussenvakantie 47/0-/0 Interview opdr inleveren H_woordenschat Zie blz 0- leerboek en blz 8-9 oefenboek + Opdracht H_poëzie inleveren

18 H_woordenschat 3 ZW: H_Lezen: leerboek 43 4/0-8/0 Oefeningen leerboek afwerken: lezen H_lezen: oefenboek H_spreken, kijken en luisteren: leerboek 3 ZW: Herhaling Begeleid zelfstandig leren 44 3/0-4/ Toetsweek

19 Afkortingen: mk = maken lz = lezen lr = leren aantek = aantekeningen = paragraaf so = schriftelijke overhoring hfd = hoofdstuk curs = cursus opdr = opdracht oef = oefening vr = vraag blz = bladzijde voorb = voorbereiden herh = herhalen voc = vocabulaire prac = practicum gramm = grammatica rek = rekenen topo = topografie tb = tekstboek wb = werkboek sprkb = spreekbeurt Schooljaar: Periode: Studiewijzer: Spaans Methode: Paso Adelante Klas: ab WEEK LES WAT IS HET HUISWERK VOOR DIE LES? WAT GAAN WE IN DE LES DOEN? 34 /8-6/8 ma Introductiedag wo - Introductieles WB p ma mk: WB p. 5-7: oef., 3 Cap. inleiding + Bron A 9/8-/9 wo lr: voc.. + mk: WB Cap. oef. t/m 3 Cap. Bron B + C 36 ma lr: voc.. + mk: WB Cap. oef. 4 t/m 7 Cap. Bron D + E 5/9-9/9 wo Vespuccidag 37 wo lr: voc..3 + mk: WB Cap. oef. 8 t/m 3 Cap. Bron F + G /9-6/9 vrij lr: voc..4 + mk: WB Cap. oef. 4 t/m 8 Cap. Bron H + I 38 lr: Vocabulario. t/m.4 SO Cap. - Vocabulario (x) wo 9/9-3/9 mk: WB Cap. - oef. 9 t/m Cap. Bron J vrij mk: WB Cap. oef. 3 t/m 6 Cap. Bron K + Tarea 39 wo mk: WB Cap. - oef. 7 t/m 9 + Tarea Cap. Herhaling stof + Diagnostische Toets 6/9-30/9 lr: gramática Cap. SO Cap. - Gramática (x) vrij Cap. Inleiding (& vocabulario) 40 wo lr: voc mk: WB Cap. oef., Cap. Bron A 3/0-7/0 vrij lr: voc mk: WB Cap. oef. 3, 4 Cap. Bron B 4 0/0-4/0 Tussenvakantie 4 wo lr: voc.. t/m.4 + mk: WB Cap. oef. 5, 6 Cap. Bron C + D 7/0-/0 lr: Vocabulario. t/m.4 SO Cap. Vocabulario (x) vrij mk: WB Cap. - oef. 7 t/m 5 Cap. Bron E 43 wo mk: WB Cap. oef. 6 t/m 8 Cap. Bron F + G 4/0-8/0 vrij doornemen Cap. bespreken & herhalen stof Capítulo 44 Afrondingsweek: PW Paso Adelante Capítulo (x) 3/0-4/ 45 mk: WB Cap. oef. 9 t/m Bespreken toets afrondingsweek wo 7/-/ Cap. Bron H vrij mk: WB Cap. oef., 3 Cap. Bron I & J 46 mk: WB Cap. oef. 4 t/m 9 Cap. Tarea Final 4/-8/ wo

20 47 /-5/ vrij Doornemen Cap. herhalen stof Cap. + Diagnostische Toets wo lr: Capítulo (alles!) PW Paso Adelante Capítulo (x) vrij - Cap. 3 inleiding + Bron A

21 Afkortingen: mk = maken lz = lezen lr = leren aantek = aantekeningen = paragraaf so = schriftelijke overhoring hfd = hoofdstuk curs = cursus opdr = opdracht oef = oefening vr = vraag blz = bladzijde voorb = voorbereiden herh = herhalen voc = vocabulaire prac = practicum gramm = grammatica rek = rekenen topo = topografie tb = tekstboek wb = werkboek sprkb = spreekbeurt Schooljaar: Periode: Studiewijzer: Wiskunde Methode: Moderne wiskunde Klas: ab WEEK LES WAT IS HET HUISWERK VOOR DIE LES? x 34 /8-6/8 Woensdag start lessen x WAT GAAN WE IN DE LES DOEN? x /8-/ /9-9/9 Woensdag.5.6 Vespuccidag.6 Voorbereiden toets 3 Proefwerk Hoofdstuk Proefwerk Hoofdstuk 37//-6/9 x /9-3/ /9-30/9.6 Voorbereiden toets Proefwerk Hoofdstuk Proefwerk Hoofdstuk 3 x /0-7/ /0-4/0 Tussenvakantie Tussenvakantie 47/0-/0 Maandag studiedag /0-8/0 3.7 Rekenen Hoofdstuk Rekenen Hoofdstuk Rekenen Hoofdstuk 3 Rekenen Hoofdstuk Voorbereiden toets 443/0-4/ Toetsweek Proefwerk Wiskunde Hoofdstuk 3 en toets Rekenen hoofdstuk en